ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog...

122
ODE ~JOYVC, DC iNDE- I I jk V I A , <n 140TE L Y T% KC-H Oa mmum f-VQ w r N f F1 n 9 11 n ~A~ S'A

Transcript of ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog...

Page 1: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

ODE~JOYVC,DC

iNDE- I I jkV

IA , <n

140TEL

Y

T%KC-HOa mmumf-VQ

w

rN

f

F1 n 911 n ~A~S'A

Page 2: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van
Page 3: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van
Page 4: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van
Page 5: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van
Page 6: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

DE WONDERLIJKE WAARDVAN HOTEL CARLECAS

Page 7: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Tekeningen door A . van Pelt

Page 8: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van
Page 9: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van
Page 10: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van
Page 11: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van
Page 12: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Waarin de lezer kennis malztmet een onwaarschijnlijk, maarstreng historisch personaadje, diedci held is van deze onwaarschijn-lijke, maar streng historische ver-haIen

De jeugd van een grout. -m,an .

De man, uit wiens merkwaardige levensloop iku enkeIe korte episoden ga vertellen, wasoorspronkelijk bestemd voor gaps andere din-

gen dan die, waarmee zijn baldadig bestaan gevuIdwerd. Hij behoorde tot een zeer welgestelde burger-familie, de geIukkige bezitster van een grote en goecl-bekIante zaak (met filialen, door de leclen gedreven ) ,in een kielne deftige oude stall, waarvan ik u de naamniet verklappen zal om geen nasporingen uit to bk-ken,

odie pijnlijk zouden kunnen worden . Om dezelfde

reden naem ik hem ook Piet van Asselt, hoewel liijantlers heette. Wat doen vervalste namen ertoe, aIsde feiten maar overeenkomen met de naakte waar-heid? Deftige families met een geachte naam houdener niet van, aandacht geschonken to zien aan „mindergesIaagde° ' leclen hunner kleine en eerbiedwaardige

7

Page 13: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

gemeenschap. Maar bet is niet mijn schuld, dat eer-zaamheid zelden tot roem voert en dat de deugd niettot de vermakelijkste eigenschappen van bet onvol-maakte mensdom behoort. De meeste grote mannenzijn de verloren zoons van hun overigens onberispeIijkgeslacht geweest, en Piet van Asselt maakte op dezeregel geen uitzondering. Dat de roem, die hij over denaam zijner familie bracht, in de ogen deter familievan een vrij treurig snort was, mag ons niet weer-houden, deze roem nochtans to verkondigen . Demeeste families immers hebben als zodanig geen ge-voel voor de grootheid in bet algemeen en staren zichblind op de kleine onaangenaamheden van bet bij-zondere, die zij ongewild to dragen kregen .Was Piet een „Iastig kind"? In het oog van zijnouders ongetwijfeld. En zijn verdere opvoeders alsdaar ziJn : de onderwijzers, de dominee, de huishoud-ster, de wijk-agent, ongetrouwde tantes en even wel-menende als deugdrijke buurvrouwen zullen bet daarwel mee eens geweest zijn . Maar z'n kameraadjeswaren d01 Op hem en zelfs de meisjes, die hij in over-daad van manneIijk zelfbewustzijn onbarmhartigplacht to treiteren, mochten hem graag en scholdenhem slechts (liefkozend) uit, omdat hij ongenaakbaarbleef voor haar onschuldige verleidingskunsten .Hij was een uitgesproken Ielijk jongetje, met stekelig,donker haar, een grote mond, een brutale wipneusen een paar hedrieglijk trouwhartige, door-en-dooronschuldige blauwe kijl<ers, waarachter zijn verba-zingwekkend temperament succesvol schuil ging,wanneer de benarde omstandigheden dat eisten . Als

8

Page 14: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

. . . . Kreeg de waardige man op slag een aanval van razernij, , , .

Page 15: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

hij den bovenmeester langer dan twee seconden aan-keek, kreeg de waardige man op slag een aanval vanrazernij, want hij Field niet van onredelijke en zede-loze tegenstellingen . Piet was de wanhoop van zijnonderwijzers, die hij tot een paroxisme van woedeopwond door zijn onberekenbare en fantastischeapenstreken .lvIet een uitzondering, meester Smal, diein z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijdeerst de humor en dan pas de gevoIgen van iets zagen Piet aIIe lust in schanddaden ontnam door zijnguIIe, onbevangen vrolijke lach . Piet zag al spoedigin meester Smal een ouderen spitsbroeder, wijddehem een onbegrensde genegenheid, gapte zijn vadersfijnste sigaren voor hens en degenereerde in dat jaartot de beste leerling van zijn kIas. Toen meester Smalnaar een grote stall promoveerde, was Piet ontroost-baar en om zich op het noodIot to wreken, construeer-de bii een verriuftig mechanisme, dat een meclicijn-fIesJe vol inlet in de hals van zijns afgods opvolgeruitgoot. En char deze met een opmerkeIijk gebrekaan gevoel voor humor begaafd was, hersteide zichalles ogenbIikkelijk tot de oude order Piet werd vanstonde of aan weer de meest verafschuwde ieerling,de meest ontaarde galgestrop van de school .GemidcleId tweemaaI per maand kwam hij thuis meteen nat en deerlijic bemodderd pale, gevoIgd door eenstoet van juichende en „snoeaeoekI" schreeuwendebuurtgenootjes . Want hij was een hartstochtelijlc vissernaar „speldeknappies", half rotte komkommers, stok-jes, pIankjes en verdere begerenswaardigheden, die inde vele, zoetjes stinkende stadsgrachten dreven . Op

1 0

Page 16: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

het tiende jaar Ireeg de historische zin hem to pakken :FtJ organiseerde het Beleg van Leiden op de murenrond een oude Lranclerij. Zeif speelde htj voor burge-meester van der Werf, voerde zijn geuzen aan, werd,trouwens historisch beschouwd geheel ten onrechte,door een havelozen Hidalgo van de muur gesmakt enmet een gebroken been en een paar gekneusde ribbennaar het gasthuis gebracbt. In geheel ongeschondenstaat kregen zijn huisgenoten hem ook in minder op-zienbarende momenten maar zelden to zien . Al5 bijniet opgeluisterd werd door een blauw oog, grog bij

weI gesierd met een gezwollen news, een gespleten lip,een machtige bull op zijn hoofd, een half afgescheurdoor of krabben over gezicht en hanclen . Dit alles konzijn goed humeur niet bederven . Het was de tol, diehij zonder mopperen betaalde voor het plezier van stre-ken uithalen, welke anderen minder humoristisch voor-kwamen dan hemzelf en derhalve gewelcldaclige reac-ties uitlokten .Hij was werkeIijk als meester SmaT : bij zag eerst dehumor van zijn uitvindingen ; de gevolgen werd bij zichpas bewust, aIs ze over hem neersIoegen ; en omdat hetdan toch to Iaat was om ze nog to kunnen voorkomenaanvaardde htj ze zonder overbodige protesten : de prethad bij gehad en die kon niemand hem meer af-nemen. Kwaad en onhandeIbaar werd htj eerst, aIshij op zijn ziel kreeg voor incidenten, die hij niet ver-oorzaakt had, en dat kwam nog al eens voor, charzijn omgeving hem Meld voor de wortel van allerampspoed. Wee den wolf, die in een kwaad geruchtstaatl

ii

Page 17: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Zo was Piet van Asselt eigenlijk het sIachtoffer vanzijn, misschien ooh een ietsje to onbegrensd gevoelvoor humor, en dat is hij zijn korte leven lang ge-bleven. Hij moest de domheid, de goedgeIovigheid,de ijdelheid, de hebzucht en alle andere zwakhedenen gebreken van de mensen om hem been exploiterenom een Iachsucces to bereiken, en bij trof helaas tozelden sIachtoffers, die bereid en in staat bleken meeto lachen . Ik moet waarheidshalve toegeven, dat zijnmethoden niet aItiJd even zachtzinnig waren of aan-genaam voor de uitverkorenen .Bij ongeluk slaagde hij voor de H.B.S ., maar werd alin het eerste studiejaar wegens verregaand wangedragen grondeloos gebrek aan eerbied voor de docerendegodheden smadelijk van de school verwijderd . In dezaak van zijn vader, waarin hij toen voor straf ge-plaatst werd, veroorzaakte hij een begin van massa-razernij onder het personeel, waarop ijlings een zaken-relatie in een naburige stall geIukkig gemaakt werdmet het veelbelovende zoontje. Die stuurde hem naveertien emotievolle dagen terug, met een verschriktebrief en bet smoesje, dat ze wel een leerling, maargeen gevaarIijken krankzinnige in haar zaak gebruikenkon. Piets vader schuimbekte, maar Piet haalde zi ;nschouders op en zei, dat hij het zich niet zo moestaantrekken: de man was een overdreven zuurpruim ;zoiets moest er nog geboren worden: hij zou nog nietlachen, al liet een mug een harde wind vIak voor zijnsnufferd!Piet zwierf gelaten nog een half dozijn zakenrelatiesaf, protesteerde nooit als hij ergens been gebracht

1 2

Page 18: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

werd en evenmin bij de dramatische ontknoping vanbet, geval. De steeds duidehjker tot uiting kornendeafschuw van zijn achtenswaardige familie verontrusttehem in genen dele: hij had allang ingezien en aan-vaard, dat ook in zijn geslacht de bekrompenheid kindaan huffs was . Speculaties op zijn eergevoel haddendan ook niet het minste success hij had daaromtrentzijn eigen zeer speciale en onwrikbare opvattingen ; demening van de zogenaamde nette mensen imponeerdehem niet in bet minst en 's Zaterdagsavonds hielp bijin de hoofdstraat van het stadje de gevreesde engeminachte colporteurs met verdachte opruiendeblaadjes van vrijdenkers en rood gespuis, niet omdatbtj hun denkbeelden zo aantrekkelijk vond - denk-beelden hebben hem, eerIiJk gezegd, zijn hele levenweinig geinteresseerd - maar alleen om de nette bur-gers waaruit hij gesproten was tot bloedens toe toergeren. Zo'n jongen moet naar zee .Piet ging naar zee . Hij werd ergens ziek en bleefachter. Dan monsterde htj en zwierf verder de werelddoor. Af en toe look hij in bet stadje op, sloeg metoude kameraden onbegrijpelijk veel geld stuk, vochtoude grieven uit met bejaard rakende dienders, kwamin bet schuurtje, joeg zijn familie de stuipen op betltfjen verdween weer na een of antler afdoend schan-daal to hebben aangericht .Tijden lang hoorde of zag men niets van hem . Defamilie koesterde de stifle en positief-christelijke hoop,dat hii was gaan behoren tot de ,onbekende offers derzee. Om to bewijzen, dat bet spreekwoord „onkruidvergaat niet" om de drommel niet zonder reden ont-

1 3

Page 19: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

staan is, kwam hij clan eensklaps weer opdagen, sjiekin de Icieren, sours met een fonkelnjeuwe fiets, eenkeer zeIfs met een aristocratische kletne dog-cart eneen kittig paardje, zette de hele buurt op stelten metzijn feesten en zijn uitbundige verhaIen, waar ieder-een zich slap our lachte . Behalve dan zijn beschaamdefamilie, die bet lachen al meer en meer verIeerde enangstig wachtte op bet onvermijdeIijke lcnaleffect, datFiet erode van zijn zenuwmaordende aanwezigheidbetekenen zou. In het deftige cafe waar zijn verwan-ten plachten to komen, sloeg hil ongehoorde taaI uiten vertelde met duizend smeuige, griezeIige en ver-makeliJke bijzonderheden over de Spaansche gevan-genis, waar bij een paar maanden uitgerust had vande vermoeienissen des zeemanslevens, oindat hij eenburgemeester mishandeId had, in de mening, met eenIcwartjesvinder to doen to hebben, welk misverstandtot de huidige dag onopgehelderd is gebleven. Defamilie, ten lode verschrikt, verwees het verhaal naarhet rijk van het zeemanslatijn, maar Piet produceerdevol trots de bewijzen : vonnis en ontslagbrief, enschoId de voile huichelaars, waarmee hij tot zijn erger-nis naar den bloede verwant was, de buid vol . Decorrecte broers, die al begonnen erebaantJes to bekle-den in bet deftige verenigingsleven van de stall, durf-den zich niet meer vertonen ; hun zusters en vrouwenvergoten stromen hete tranen van wraakzuchtigewoede tegen bet onwaardige familielici, dat de goedeoude naam van een eerbiedwaardig gesIacht vangezeten winkeIiers . leden van de burger-societeiten bestuurders van weIdadigheidsverenigingen

1 4

Page 20: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

,-- voor-erwtensoep-en-bruine-bonen-mitsgacT .ers-drie-heIe-waterbroden-per-week - zo gruweIiJk door hetslijk sleurde . Toen Piet hoorde, dat ze een advocaathadden geraadpleegd om to vernemen of ze hem nietlangs gerechtelijke weg tot een zediger gedrag kondenoverreden, was bij terecht zeer ontstemd . Hij toondedat door de volgende dag op straat to verschijnen meteen handwagen, die bij voortduwde, gekleed in eenzeer gehavende, roodachtig verschoten geklede jas enmet een hoge hoed op bet hoofd, die in vergevorderdestaat van ontbinding verkeerde. Daarbij zong hij opeen eigenaardige wijs: „Lorren en bene, lorren enbene, lorren en ben~eeT" en betaalde fantasieprijzenvoor de vodden en bet oudroest, die men hem aan-bood. Het meeste succes oogstte hij in de straten,waar familie van hem woonde . De damesleden Bierfamilie gebraikten in deze periode overmatig veelvlugzout. Piet daarentegen vertelde opgetogen overalrond, dat bij eindelijk het yak gevonden had, waar-voor hij geboren was, en flat hij tot aan zijn dood-op-hoge-leeftijd hoopte uit to oefenen . Dit Meek evenweloverdreven, want na een week van opgewonden han-del in „Iorren en benen" lag op Zondagmorgen hettrottoir voor zijn vaders frame winkel versperd dooreen geweldige berg bonte vodden, stinkende botten,gebroken buisraad en doorgeroeste potten en pannen .De bewoners konden de deur niet uit, eer de rommelwas weggeruimd. En Piet Meek niet meer in de stall .Het resultaat van zijn commerciele bevijeging had hijbij wijze van afscheidsgraet voor het vaderlijk huffs

achtergeIaten en bij was weer naar zee getrokken .

1 5

Page 21: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

. . , „ Lorren en bene, lorren en bene, lorren en beneee 1". . . .

Page 22: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

diet zal een jaar of zes, zeven en twintig geweest zijn,toen hij plotseling een tegenzin in het zwerven ge-Icregen had . Misschien had hij ergens in het buiten-land een magistraat ontmoet, wiens opvattingenomtrent het humoristisch geoorloofde heel erg van dezijne verschilden . In ieder geval vertelde bij aan ieder,die het maar horen wou, dat hij niet meer weggingen het dierbare vaderstadje zou vereren met zijnvoortdurende aanwezigheid . De ontzette familie Meldkrijgsraad . De golven der welsprekendheid gingenhoog. Er openbaarde zich een geest van welhaastonstuimige vrijgevigheid . Piet werd uitgenodigd toteen bespreking van de nieuwe toestand . Htj toondezich zeer handelbaar . Hij was van een gevaarlijkepIooibaarheid en gaf verdachte bewijzen van inkeeren berouw. Hij kreeg vijfduizend gulden op voor-waarde, dat bij elders een zaakje beginners zou . Pietstemde toe en verdween. Er was een weemoedigafscheidsavondje met limonade voor de dames enpunch voor de heren. Piet demonstreerde bet versIa-gen en schijnheilig uiterlijk, de hooding van een ein-delijk wijs geworden, overwonnen losbolDefamilie was zachtmoedig en vergevensgezind . Enhoopvol gestemd. Is er ook in de hemel niet meervreugde over een bekeerden zondaar dan over zevenrechtvaardigen-van-huffs-uit?Piet bleef acht maanderi weg . Toen kwam hij terug,opgetogen, tamelijk haveloos en failliet . De familiekreeg een doodschrik . Maar Piet stelde hen gerust : hmJ

had smaak gekregen in het zakendoen. Ze hoefdenzich niet ongerust to makers . Hij had genoeg contan-

17

Carlacas 2

Page 23: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

ten gered om opnieuw to beginnen . Hij zou dat ver-domde ouwe dooie stadje wel es laten zien, dat ergoed bloed in hem zat, bloed van een oud geuzen- enkoopmansgeslacht. Hij Icon niet zeggen, wat hij pre-cies van plan was . Dat incest voorlopig zakengeheimhlijven. Als ze nog een duizend gulden bij mekaarkonclen brengen - hij zou ze een gezegelde schuld-bekentenis geven deze keer - was de zaak gepiept,meer had hij niet nodig om zich een geeerd en ver-zekerd bestaan op to bouwen: een zaak zoals er in detad nog geen bestond .Piet kreeg zijn duizend golden. De familie haar ge-zegelde schuldbekentenis.Het duurde ruim een maand eer Piet de duizendgolden belegcl had in alcohol, vriendschap en dwaas-heid. Toen opende hij, tot onbeschrijfeIijke ontzettingvan zijn familie, in het Mariastraatje „Hotel Car-lecas" . En als hoofd van deze alleszins merkwaardigeinrichting beleefde hij de verrassende avonturen, dieik mij voorgenomen heb to boelc to stellen .

Page 24: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Wuarin de lezer den held van onsverhaal ziet wandelen in de padenvan het Iooprnanschap en ervaarthoe ryoecl blood niet liegen ken . -rDroeve ervaring eens braven ren-teniers, die van geklutste etitjeshield.

et Mariastraatje was geen drukke en aanzien-H Iijke verkeersader als waaraan de grote zaakvan Piets familie gevestigd was . Het lag aan

de buitenkant van de stall, er waren wat woonhuizen,een kroegje, een barbierswinkel en enkeIe pakhuizenen werkplaatsen. Piet had een pakhuis gehuurd,waarboven een zolderruimte was, die htJ als woon-kamer gebruikte. Een en antler droeg nu de weidsenaam van „Hotel Carlecas" . Piet bezwoer, dat bijde naam ontleend had aan een etab?issement inTampico, maar hij wou niet zeggen, wat die Letelcen-de. De enigszins onverwachte toelichting op het inzwart en wit geschilderde uithangbord luidde : >,Ge-bakke Visch. Wild en Gefogelte. Gelegenheits-Slagerij. Handel als Andersins . Piet van Asselt .PoeTier."

I 9

Page 25: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

In een donkere hoelc achter in het pakhuis stond eengroot fomuis en daarop een enorme bak met olie,waarin de vis gebakken werd . Deze olie werd welbijgevuld, maar niet ververst, noch de Lak schoon-gemaakt eer er zoveel visresten in lagen, dat er nietsmeer bjj kon, of de kianten met dichtgeknepen newswegliepen, zodra de olie warm begon to worden . Danofferde htJ de Icostbare substantie aan het kleinzieligvooroordeel van de domme menigte, en schrapte enschrobde zijn „bakbak" schoon . Met bloedend hart,want vis moet je in ouwe olie bakken, beweerde hij :hoe ouwer de olie, hoe mooier bruin en hoe lekkerderde vis .Voorin bij het raam was een toonbank, waar hij ge-rookte Bokking, makreel en gedroogde scharretjes ver-kocht of de partiJ ongeregeld, beschadigd, heel ofhalf bedorven goed, die htJ opkocht en die blijlcbaarbehoorde onder de rabriek : „Handel als Andersins" .Het is moeilijk to zeggen of bij aanvankeIijk hens debedoeling gehad heeft, van zijn „Hotel Carlecas" toleven. ledereen dacht, dat het alleen een nieuwemanier was om zijn hooggeachte familie een beetje dedampen aan to doen. Misschien was dat ook wel zo .Maar in dit bizarre leven ging aIIes antlers dan ieder-een, ook Piet zelf, verwacht had . En zo is hij in„Hotel Carlecas"' gebleven tot aan zijn ontijdig erodeen heeft er geleefd van wat zijn vreemdsoortige han-del opleverde en hil er op vaak nog vreemdsoortigerwijze bijverdiende. Alleen zijn familie zou kunnenonthuIIen, hoeveel hij haar onder bedreiging met

20

Page 26: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

ecIatante schandalen heeft afgeperst am zijn balansrain of meer sluitend to maken . . . .Op een Jag kwam er een meneertje in Hotel Car-lecas", die „meneer zelf" to spreken vroeg . Dat wasde eerste belecliging : Diet wenste niet aangezien toworden voor zijn eigen becliende, die bij er trouwensnog niet op nahield . Bovendien werkte het uiterliJkvan het meneertje op Piets zenuwen : het herinnerdehem in zijn kale keurigheid to onaangenaam aan hetgros zijner dierbare verwanten . En toen het meneertjeten overvloede en met kennelijke trots onthuIde, dath iJ rentenier van zijn beroep was, kon niets hem meerredden. Piet werd een en al olieachtige beleefdheiden als het meneertje hem gekend had, zou hij daaromalleen al op zijn hoede zijn geweest .Het meneertje dan vertelde, dat hij rentenier was enmet zijn vrouw op de Zuidsingel was komen wonenin dat aardige nieuwe villaatje met de viJf erkertjes ende Brie torentjes . Hij heette Jansen .„Dat dacht ik at" knikte Piet goedkeurend .-Hoe zo?"„Dat kon niet uitbliJven," zei de poelier, bedroefd, „enwat was er van meneers verlangen?"WeT, meneer Jansen, kinderloos en rentenier, woueen dozijn kippen hebben en ze hadden hem gezegd,dat meneer Van Asselt hem die leveren kon .„GepIukt en schoongemaakt?"„Levend, meneer, Tevendi" protesteerde rentenierJansen verschrikt. „'t Is voor de eieren, ziet u . Ikdrink

I

s morgens en 's avonds graag een geklutst eitje

2 1

Page 27: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

en mijn vrouw ook. En d'r gaat niks boven een verseitje van eigen kippen, waar o niet?"„Juist, juist," prees Piet . „Dus twaalf kippen en eenhaan .„teen haan, geen haan," weerde meneer Jansen af .„Daar hou ik niet van. Dat is zo'n naar gezicht voor

11

11

een vrouw .Piet mat hem van het hoof d tot de voeten met eenmedeIijdende bljk, Icnilcte nadenkelijk met bet hoof den zei bedachtzaam :,,,Ia, ja, heel begrijpelijlc . . . . heel fijngevoelig van u .Dus zonder haan .,,,Ia . Maar nou zal ik u es wat zeggen, meneer VanAsselt. Ik hou er niet van, bedrogen to worden . Enik hey verstand van kippen . Ik wens jonge kippen,met mooie, gele poten, dat is een bewijs van jeugclig-heid, en goed aan de beg, verstaat u, acht a tieneieren van de twaalf kippen per Jag, minstens!"Piet krabde in zijn stoppeIbaard en doceerde : „BijOnze Lieve Heer en Piet van Asselt is alles mogelijk,meneer . . . . as de mezomme d'r maar is!"> ,De wat?"_De poen . . . . de spiee . . . . geld."„Wat moeten ze kosten?",,Tja, meneer, u eist nag al wat : jong, gele poten,reusachtig aan de leg . . . . Moeten 'et sours nog ras-kippen zijn ook, pip-, snot- en Iuisvrij?"„l\Iou, ras," overwoog het meneertje, „da's nou nietdirect nodig, maar natuurli1k wel groot van stuk enzonder beesies of view ziektes. En as u ze aflevert,

22

11

Page 28: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

mot ik kenne voele, dat ze een ei op hebben, antlersvertrouw ik 't niet."„WeI, Icijic es an . . . . u weet uw weetje . . . . Maar,eh . . . . dat kost u vijf en zeventig gulden ."Meneer Jansen trok groen weg van de schrik . Piethield een radde, vloeiende, van technische termenuitpuilende redevoering, beschreef de refs Tangs deboerderijen, uren in de omtrek, die hjj zou moetenmaken om zoveel wonderkippen to vinden, en zewerden het eens voor zestig gulden onder conditie,dat meneer Jansen het aan niem and zou vertellen envaste kiant worden van „Hotel Carlecas" . Bevendvan diverse opwindingen is bet meneertje toen naarhuffs gestapt en heeft zijn vrouw been geholpen overde ontzettende prijs door een zwakke poging om Pietsbetoog met eigen stuntelige woorden weer to geven .Tic weet niet of bet hem gelukt is haar ontsteltenis totemperen, maar men heeft hem de rest van de dagbezig gezien aan zijn splinterriieuwe kippenren, dieallang tot in de puntjes gereed was .

Drie dagen later kocht Piet 's morgens op de marktde twaalf oudste en grootste soepkippen, die hij vin-den kon. Afgeschilferde grauwe poten hadden ze enze keken zo droevig en dof uit hun vermoeide open,alsof bet haar to veel was, de hoomige leden open tohouden. In het kroegje van Moeke Willems nam Pieteen hartversterling en schafte zich twaalf gegaran-deerd verse eieren aan . Daarna verdween hil in,.Hotel Carlecas" en deed de dear op slot .

23

Page 29: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

's Middags tegen een uur of half vier bracht hij debestelde kippen bij den rentenier in het aardige viI-iaatje met de vjf erkertjes en de Brie torentjes aan deZuidsingel. Meneer en mevrouw kwamen met bouf-fantes om naar buiten en keken belangsteilend enzeer critisch toe . Piet lanceerde het dozijn de ren in,twaalf heftig protesterende kippen met lange gelepoten. Meneer mocht eerst elk kippenachtereind be-tasten: 't was in orde, ze hadden allemaal „een eiop"I . . . . Ze liepen en fladderden wild door eIkaar,maakten malle roetsjbewegingen en kakeiden, dathoren en zien je verging .,.Kijk ze zichaI es thuisvoelen," prees Piet aange-daan. „De stomme diere wete niet, wat ze van pleizeren dankbaarheid doen motte . . . . Nou, ze hebbe ookeen fijne ren . . . . eerIijk . . . . en een nachthok . . . .'t Iijkent 't paleis van de koningin weI . . . .Meneer Jansen wreef zich in de handen, knipoogdenaar zijn vrouw: of ze de mooie poten wel gezienhad, en zei tevreden :„Ze zien d'r prachtig uit, meneer Van Asseit ., . .net wat ik zocht . . . . u heb me goed begrepen ."„Och as 'et je zo zuiver uitgeleid wordt," zei Pietbescheiden .„Jaja, maar die kippenhandelaars, daar beleef je watmee," praatte de rentenier deskundig . „As je d'rBeen verstand van heb, douwe ze je maar wat in jehande . . . . Maar dat kan mijn nie gebeure . . . ."„Dat had ik allang door," biufte Piet. „Zou ik m'neige ook niet an wage met zo'n uitstekende ek-spert

>>

as u .

9.4

11

Page 30: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

„As ze nou maar goecl legge," maakte mevrouw zichongerust., .Die?" zei meneer met gepaste boon voor het gebrekaan vakkennis van zijn vrouw. „Daar zal je nog watvan beleveni",.Dat zal je net!" viel Piet hem geestdriftig bii . ,>Me-neer kneist 'et! . . . . Maar as 'et nou de eerste dagenwat slappies mocht gaan . . . . je niks van antrekke,boor . . . . ze motte toch een beetje wenne ."„Mot je mijn vertellen," riep meneer . „Kippe, man,char lean je mijn niks over wijsmaken, boon"I>Zou ik ook niet graag probere," bekende Piet .Hij werd binnen genood om of to rekenen, kreeg zijnzes blauwe brief jes, vertelde een hartverscheurendegeschiedenis over de moeite, die hij had moeten doenom bet dozijn compIeet to krijgen, drank Brie brande-rige cognacjes voor de kou, stale een paar lelclceresigaren in in zak en vertrok na de geIukkige pluim-veehouders op bet hart to hebben gedrukt, de kippenover een half uur wat eten en drinken to geven, zedan op stole to jagen en de eerste nacht bet hole ge-sloten to houden .De kippen bleken haar vale to verstaan : toen meneeren mevrouw ze naar bet nachthok joegen, lagen er alzeven eieren zo maar in de ren. Verrukt raaptemeneer ze bijeen, maar berispte de kippen om bunslordigheid : dat moest voortaan in bet leghok gebeu-ren, hoorJ Doch dat zou weI wennen . . . . een nieuweomgeving, niewaar? . . . .Tevreden brachten ze de eieren naar bet gereedstaan-~e rek in de keulcen . Verse eitjes zouden ze voortaan

25

Page 31: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

genoeg hebben om er nog van to verkopen ook : op dekleintjes passen, antlers kom je er niet . . . . en 't waseen geweldige uitgaaf geweest . . . . En wat een bof.dat ze op zo'n braven, betrouwbaren koopman gestuitwaren! Meneer had er nou wel veel verstand van,maar je kon nooit weten wat je to wachten stond metdie gewetenloze aartsbedriegers van kippenboerenT . . .Diep voldaan lagen ze naast eIkaar in de huwelijks-koets en verheugden zich eensgezind op bet fijne,gekIutste verse eitje van eigen kippen, de volgendemorgen . . . .Om half acht liep de wekker af . Zij ontwaakten enlagen nog even stil. Dan keken ze elkaar aan, glim-Iachend: ze hoorden hun kippen kakelen van geweIdl„Let op," zei meneer, „die benne al weer an 'tleggel"Mevrouw vond dat niet meer dan een staaItje vanhun pIicht, maar meneer wist daar wel andere ver-haIen van to verteIlen . . . . poeh . . . je had van dieeigenwijze mirakeIs van kippen, die 'et wel veertiendagen achter mekaar vertikten, als je ze in een antlerh0k bracht . . . . dan Ieien ze d'r daama de eerste tijdweI vijf of zes per dag, maar je onrust had je ge-had . . . . echte treiterkoppeniTriomfantelijk kwam meneer terug uit de twin metvijf eieren, die overal verspreid in het nachthok lagen .Dat was al van iedere kip een eiI . . . Ze hadden d'rglhticten voile gedaan . Mevrouw glimlachte tevredenen nam een ei van het rekje : de twee glazen stondenal klaar. Handig sloeg ze het ei op de rand van hetglas om het dan verder open to breken . Meneer stand

26

Page 32: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

. . . . Handig sloeg ze het ei op de rand van het glas . . .

Page 33: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

er bq, handenwrijvend . Maar ze had niet hard genoeggeslagen, er liep Been vocht uit. Dus sloeg ze nogeens, harder. Kra6nd kneuscie een barst in de schaaI,maar het verwachte vocht kwam niet . Verbaasd keer-cle ze het ei boven het glas om en brak het met eenkracbtige beweging open . . . . Onthutst staarden zenaar het ongeIof eIijke: het was een hard gekooktei . . . .„Da' kan nie," stamelde meneer .\/erslagen keek hij zijn vrouw aan . Die had een som-ber vermoeden . Zij sloeg een tweede ei stuk . Het waseveneens hard gekookt. Ze waren allemaal hard ge-kookt, want ze kwamen uit het kroegje van MoekeWillems en Piet had er, voor hij ze met een handigebeweging in het Ieg-apparaat van de kippen foefelde,niet aan gedacht, dat je in een cafeetje alleen hardgekookte eieren kon krijgen . . . .Mevrouw Jansen gaf enkele zeer onaangename me-ningen ten beste over het kippenverstand van haarwettigen echtgenoot, en deze had er niet van terug .Maar hij grog verhaal halen!Toen hij in „Hotel Carlecas" kwam opspelen, be-greep Piet er eerst niet veel van . Maar toen meneerJansen, bijna huilend van drift, een stel gehalveerde,hard gekookte eieren over de toonbank keilde, snaptehtj eensklaps het verband. Hij boog zich, drukte dehanden op zijn bkuien Iachte, schaterde tot hij naaradem hapte. De rentenier stond to stampvoeten,dreigde met politie en justitie en dat ie een ongelukzou begaan . Tot Piet hem met schorre stem vroeg :

28

Page 34: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Yw vrouw heb ze zeker beet water to drinke ge-geven?"

wat zou dat?" vroeg Jansen. -Met die lou?"Opnieuw kreeg Piet een huilbui van bet lachen .„Maar kaffer!" brulde bii . _Dan l~gge ze toch d'reieren gekooktI . . . En 't zijn de Iaatste geweest ook :nou benne de eierstokke van die arme beeste helemaalin mekaar geschrompeIdI . . ."Meneer Jansen was misschien niet overtuigd . Maartegen zoveel hondse brutaliteit Meek bij niet opge-wassen, en bij huesihaastig de aftocht . . . .Gelegd hebben de kippen nooit meer . \Vel verlorenBrie dagen Later, in een geweldige regenbui, haarpaten de mooie gele kleur en bleven nadien trooste-loos grauw, schilferig en dof . . . . En voor de panbleken ze to taai . . . .Piet van Asselt had to veel schik in bet geval om betgeheim to kunnen houden . . . . Hij M eld er de bijnaamvan „De KippenschiIder" uit over . . . .

29

Page 35: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Waarin de lezer ervanrt, dat aleheld een goed hart heeft, Beentranen kan zien, en order dit allestoch niet vergeet, dat een Izoop-man Been goed geld naar kwaadgeld mag gooien . - Een post-ambtenaar ontsteekt in gerechtewoede.

ie van Duin, bijgenaamd Mie Mosterd, waseen oude weduwvrouw met een boeren-muts`' op, wijde, niet al to goed onderhou-

den en heftig schommeIende rokken, een grote newsmet een druppeI er aan, en in alle voIksbuurten vanhet stadje welbekend . Ze had een karretje met eenezeItje er voor, haalde schillen en oud brood op, ver-kocht een beetje groente en Vrijclags (en daaraar~dankte zij haar bijnaam) eigengemaakte mosterd voorbij de vis, een cent een kwak in een kopje . Op dieVrijdagen vormde zij een publieke vermakeIijkheidvoor de schooIgaande jeugd. Ze riep met nauwkeurigafgepaste tussenpozen en een doordringende, snerpen-de stem: „Mosterdl" De straatbengels, die uit school

30

Page 36: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

kwamen, drentelden achter haar aan ; met een opval-lend gevoel voor rhytme schreeuwden ze in koor, juisteven vobr de negotie-roep komen moest : „die, watheb ie in je broek?" En prompt vaIgde het aanstote-Iijke antwoord : „Mosterdl" Tot altijd weer nieuwe enjuichende vreugde van haar achtervolgers, die ze bIiknoch woord waardig keurde. Een en antler zij uit-sluitend, hoezeer ook aarzelend, vermeld om aan totoners, dat het met de fatsoenshegrippen, waar u enik zo onweerstaanbaar op gecharmeerd zijn, to thentijde in dat stadje maar treurig gesteld was .:die's ezeltje Pepi was aucl en versleten . Het liep metAijve poten en lhticschuddende lop, gehoorzaam enonverstoorbaar, kende op een prik het kunstje om dehooggewelfde bruggetjes over de smalle grachten ineen sukkeldrafje to nemen en zich dan schrap to zet-ten op zijn uitgezakte hoefjes . Mie Meld van haarezeltje met een aandoenIijke tederbeid, en die lief -dewas wederkerig. Als zij hem achter de lange, ruigeoren krabde, keek hij haar met zijn zachte, troebeIeogen dankbaar aan en knabbelde met zijn beweege-iijke lippen aan haar bonte schort. Zij waren samenoud en stram geworden, en samen aten zij het hardebrood der armoede, wijsgerig, zonder kiagen, Vol

geduldig begrip van de onafwendbare noodzakelijk-beden in deze beste alIer werelden . . . .En toen kwam op een mistige herfstmorgen MieMosterd door het Mariastraatje en duwde hijgend zelfhaar Icarretje . Tranen liepen over haar verweerd ge-zicht, dat plots ineengescbrompeId leek . Haar scherpestem kionk schor en krachteloos . Piet van Asselt

3'

Page 37: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

stond aan de deur van „Hotel Carlecas" en zag haarzwoegen.HaIIo, Miel" riep hij . „Waar is Pepi?"be oude vrouw bleef staan, haar knokige handentriIden om de hurries van het karretje . De tranenvIoeiden rijkeIijker door de groeven barer wangen,haar lippen beef den zo, dat ze niet antwoorden k0 .n

Resoluut nam Piet haar onder de armen en brachthaar binnen in zijn etablissement, waar hij haar neer-duwde op een stoel bij de toonbank .„hens, wat is-t-er?",,Zo'n ongeluk," snotterde bet vrouwtje. „Pepi isdood . . . . hij lag van morgen stokstijf in in stalIe-tje . . . . Wat mot ik beginne? . . . . Ik hen pas in destall, en ik Ian nou al haast niet meer . . . . ik hendooclopAmechtig zakte zij tot een voddig hoopje ellendetegen de toonbank . Piet keek op haar neer en kuchtebenauwd. Hij had een mond als een hooischuur,maar een hart als een hazelnoot .„Dat ken je ook niet, mens, hen je dol? . . . . Je moteen andere ezel hebbe . . . ."„Ik weet er een to staan," zuchtte Mie, „maar hijmot vijf en twintig guide Icoste . . . . Waar haal ik decente vandaan?"diet foot zachtjes tussen de tanden en dacht na .„Waar is Pepi?"„In z'n staIIetje . . . . Vanavond zal ik 'em be-, .grave . . . .„Niks begrave . . . . Je gaat naar huffs, ik haal Pepibij je weg, en jij houdt je waffel dicht, begrijp jet...

52

Page 38: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Ik betaal je vijf en twintig guide voor Pepi . . . . Hij istoch gezoncl gestorreve?"„Hi1 mekeerde niks . Hij was alIeen maar oud en op,net as i . . . . Wou jij . . . .„Jij krijgt een geeI briefie, en je koopt die andereezel . . . . afgelope . . . . en kop dichtl"Ouwe Mie keek hem met grote, ongelovige ogen aan .Zij bewoog haar lippen, maar kon niets zeggen engreep naar zijn hand .„Zanik niet, mensI" grauwde Piet . „flier, vreet eenHarderwijker-bokkum, ik zaI je een kop koffie in-schenken . . . . Dat wijvegesnotter . . . . Zake bennetoch zeker zakeI . . ."

De volgende morgen ging de omroeper rond door destraatjes en over bet hofje „Urede en Rust" achterhet Mariastraatje, en maakte btj bekkenslag bekend,dat in ,,Hotel Carlecas" van tien uur of to koop zouzijn bet vlees van een mals jong kalf tegen prijzenvan vijftien tot veertig cent het pond .„Profiteert ervan, mensen, en zegt het voortl"Kwart voor tien stond er al een groepje vrauwensamengedromd voor de deur van „Hotel Carlecas",met Borden en schaaltjes onder hun schort, vrolijkkakelend, al bij voorbaat genietend van de ongewonesmulpartij en de verrassing van hun mannen, als dievooll het middageten thuiskwamen, en de feestelijkegeur van het gebraden kalfsvlees dreef hun ongewen-de news binnen. Zij prezen Piet den Kippenschilder,die of en toe de buurtgenoten zulke buitenkansjesbezorgde. Zij wisselden al recepten uit voor de sma-

33

Carlacas 3

Page 39: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

. . . . s' and er al pen groepje vrouwen sa mengedromdvoor de deur van . . .

Page 40: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

kelijkste manieren om het zachte kalfsvlees toe tebereiden; een Iduitje reuzel zus, wat gesnipperde uitjeszo, een laurierblaaclje . . . . een zacht vuurtje, en danmaar laten sudderen . . . . Nou, zeg, maar niet off efijn ook . . . . dat,kalfsvlees kon je gewoon op zui-gen . . . . Het water liep ze al door de mond bij hetenkeIe denken er aan . . . . hun ogen gIinsterclen vanvoorpret, en ongeduldig kiopten ze op de nog geslotendeur. Het was een opgewekt troepje ; tie zorgejijketrekken der vroeg verweIkte gezichten vergIeden in dezeldzame lach van mensen in wier leven niet zo heelveel vreugde is . . . . Het werd bepaald gezellig .Piet en Blauwe Janus, zijn gewone helper bij geval-len, waarin bij optrad als „keIegentheit slager" .kwamen handen to kort om to voldoen aarn de bestel-lingen van de vrouwen, die elkaar driftig snaterendvoor de toonbank verdrongen en eIkaar de beste brolc-ken betwistten. De biefstuk van veertig cent wasspoedig uitverkocht, want Piet verzette zich Iuidkeelstegen de mode plannen van Blauwe Janus, die des-noods biefstuk van de poten gesneden zou hebben .Niks boor, in zijn slagerij werd niet gezwendeld, eer-Iipi duurt het Tangst en ieder 'et zijne!>AsjebIieft, Vrouw Bruins, een fijn stukkie van deburst voor je zeven stuivers . . . . niet to Lang braaie,mens, antlers gaat de geur d'r of en 'et wordt taai . . . .En u juffrouw? . . . Nee, de zwezerik is naar de domi-nee . . . . ben u effen een fijnproefsterl . . . Ach, is upas op het hofje komen wonen? Je mot maar boffe!Amper een voet in de buurt of Hotel Carlecas geeftal een kaif weg . . . . bier, wat soepbeentjes op de

35

Page 41: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

troop toe op de kennismaking . . . . Heb u een honcl-je? . . . char, nog een stint long, 'et beest mot ookmeeprofitere . . . . Blauwe, hoe ver zijn we d'rmee?"Piet tong compleet van geestdrif t over zijn eigenrechtschapenheid en het buitenkansje, dat hij zijndierbare buurtgenoten bezorgde. Hij liet de vrouwenblozen of schreeuwen van het lachen om zijn ge-peperde grappen. De uitverItoop van het kaif werdeen luiclmchtig feest, en al voor half twaalf was hetafgelopen: schoon ,uitverkochtl Terwiji Blauwe Janusde boel schoonmaakte, bracht Piet even de tong naarmeneer van Beveren, een bejaarden postambtenaar,een smulziek vrijgezel, die doT was op kalfstong . Piethad beloofd hem voor een nakende gulden de delica-tesse to brengen, die je nergens beneden de riJksdaal-der vastkreeg. En hij Meld woord . . . .

Het werd een catastrof e.Het malse kalfsvlees misdroeg zich op uiterst Iaakbarewijze. Het vergrauwde in de pan, het wou niet zacbtworden, het werd onhandelbaarder naarmate hetlanger to vuur stond. De vrouwen zweetten vanzenuwachtigheid. De aanvankeIijk verrukt glunderen-de gezichten van de thuis gekomen mannen betrokkengaandeweg. Er vielen harde woorden over slodder-vossen, die natuurlijk aI kletsend bij eindeloze kopjeskoffie het eten verpestten ; kafferinnen, die leans zagende malse biefstuk van een jong kaif in een stuk zool-leer to veranderen; boerentrienen, die 'et nooit leer-den, al werden ze honderd jaar . . . . Verontwaardigdevrouwen keven terug, dolciriftige mannen kejlden

36

Page 42: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

ongenietbare stukken vlees, waar ze zeIf s met hnumes niet door konclen komen, over de tafel, bruiclen,smeten de hele santekraam de kamer door ; vrouwengilden, kinderen krijsten, bij de heftigste families ont-stond verwoed handgemeen . Met pijnlijke kiezen, eenhalf gevulde maag en een volkomen bedorven humeurgingen de mannen mokkend terug naar hun werk,dieper dan ooit overtuigd, dat het huwelijk een ratten-klem was, en dat zij het nog weI bijzonder helabberdgetroffen hadden .De onthutste vrouwen, die eerst ieder voor zich aaneen persoonIijk falen geIoofd hadden, gingen op in-formatie uit bij de vriendinnen. Het was overal het-zelfcle . Niemand begreep er iets van . Kwade vermoe-dens rezen op. Boze woorden vIogen rond . En toenwas er ineens de zekerheid, de onthulling: Blauwe,anus zat al met een snip in zijn news in het Icroegjeop de hoek, lachte zich kram en vertelde, dat de helebuurt z'n kauwspieren had zitten verrekken op de ezelvan ouwe Mie Mosterd . . . . Consternatie . . . . Wildekreten van woede en wraakzucht . . . .Tien minuten hater was er week een opIoopje vanvrouwen in het Mariastraatje . Weer dromden zesamen voor Hotel Carlecas . Maar deze inrichting hadhaar deuren gesloten en de blinden voor de ramengezet. De directeur zat op zolder bij een weIverdiendglaasje bier en luisterde met een gcedkeurende glim-Iach near de krachttermen, die van de straat naar himopstegen :

II Smerige opIichterI"„Kom d'r es uit, voile sjapl"

37

Page 43: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Piet haalcle minachtend de schouders op : aan zulkeonharteIijk gemeende uitnodigingen voldeed Been ver-standig man!, .PloertJ . . . Schoft!"Ze trapten tegen de deur . Ze sloegen een roffel opde luiken . Piet stopte geeuwend een pijp. Hij woueen dutje gaan doen en die onredelijke wijven zoudenhem uit de slaap houden. Tuig! . . . Konden niet eenstegen een aardigheidje . . . .Plotseling vloog een ruit van zijn zolderraampje inscherven en lets zwaars smakte op de vloer: een bief-sink van een pond, grauwzwart, hard en zwaar alslood. Een van woede overslaande vrouwenstem gilde :„Hier, stinkende boef, vreet zelf je ezelen-taaitaaiopI . . .Meerdere lappen vlees, meegebracht als stuk vanovertuiging, vlogen kletsenci of met 'n doffe Hap tegende Bevel, de deur en de Blinden. De vrouwen wondenzich steeds meer op aan elkanders woede en hungemeenschappelijk gevoel van verongelijking namsteeds gevaarIiJker vormen aan .„Laten we 'em d'r uithalen, die smeerIapI"„We zullen 'em verzuipe in de kolkl"„Ik stamp 'em dat ezellappie in z'n vieze strotl"„Daar hejje-n-em, de saIIemanderI"Inderdaad was het zoldervenster opengevlogen en hethoofd van Piet verscheen in de opening, woest, metverwarde Karen en wilde ogen .„Nou is 't uit, he?" brulde his. Nort, izlIie, of ikschiet je je bast vol Iod1"o

38

11

Page 44: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Dreigend kwam de Loop van een geweer schuin naarbeneden.„AaabI . . . Moorcil . . . Moordl . . ."Met waaiende Karen en fladderende rokken, krijsendlvan angst namen de vrouwen de vlchtuen in merk-waardig korte tijd lag het Mariastraatje weer stil enverlaten als gewoonlijIt. Op bet hofje verteIden devrouwen, dat die schurk hun twee schoten achternagejaagd liac! . . . . een godswonder, dat er geen dooiengevallen waren . . . . ze hadclen de kogels om hun orenhoren fluiten . . . . Maar claar zou ie voor brommen,d-e moordenaarl . . .En inmiddels sloot Piet zijn gebroken raampje, zettebet siulc gasbuis terug in z'n hoek en strekte zichbehagelijk uit op zijn bed om eindeIijk bet tukje togaan doen, waar heel z'n moee lijf naar verlanbde . . . .Na gedaan werk is het goed rasten . . . .

Op Zaterdagavond, Brie dagen na het drama, kwamde oude beer Van Beveren in zijn stamcafeetje, in destraat achter het postkantoor . Hij stond voor de toon-bank en vertelde zijn rampspoed aan zijn vriend, denkastelein. De andere klant, aan het tafeItje even ver-derop, zat achter zijn krant en bleef er achter verbor-gen. Meneer Van Beveren brouwde nog sterker danantlers, van onbedwingbare woede .„Een kalfstong, Bgam, en je weet, hoe d01 it daagop ben. Ik kook zoiets altijd zelf, want m'n hospitz , isniet nauwkeugig genoeg. Stel je voogI Twee dagenheb ik dat lcgeng op 'et vuug gebad, en il: Icon d'gnog niet met m'n vogk inkommeT . . . Hagdsteen,

39

Page 45: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Bgam, je geinste hagdsteen . . . . En toen vegtelle zeme, dat ik de tong van Mie Mostegd d'g ezel in mepot heb zitte . . . . den ezeletong, Bgam . . . . god zapweten was die ezel geen horiclegcl jaag and. . . De helebuugt heft ie met die ezelezwijnegij opgeknapt. Maagas ik hem to pakke kgijg, die ploegt, sla ik 'em hagd-stikkeclood . . . . Een ezeletongI . . . "Klagend galmde zijn stem-van-teleurgesteld-smulpaapdoor bet cafeetje en Bram, die er allang van wist,deed zijn best am medelijden voor to wenden . Toenijet de andere klant zijn krant zakken en meneer VanBeveren keek recht in bet glundere gezicht van denwaard van „Hotel Carlecas" . Verbaasd vIoekte hij :„WeI potvegdomme, daag zit de smeeglapI"Even Leek het of er moord en doodsIag dreigcle . Maartoen hebben ze de wijste partij gekozen, bulderendgelachen, elkaar op de schouders geslagen en een glasgedronken op den nieuwen ezel van Mie Mosterd,welke waardige dame er in ieder geval wel bij geva-ren was . . . . om van Piet van Asselt maar niet tospreken . . . .

40

Page 46: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Hoe de held van dit Uerhaal vaorzijn eigen bediende speelt en zijnbaas aan den vijancl verraadt omhem des to zekerder to kunnenredden . r- Hoe hij een slachtoffermaakt uit vreugde over de geluktetoeleg, en daarvan zel f veer hetslack tof fer mrdt.

p

iet van Asselt, de waard van Hotel Carlecas,had schulden gemaalt en was niet in staat, dieto betalen. Zoiets kwam meer voor. Maar als

het al to benauwd werd en er schandaal dreigde, hadde familie altijd onder gezucht, geween en knersingeder tanden de koorcien der welvoorziene beurs ge-opend en met bloedend hart gedokt . Derhalve maaktePiet zich over zulke banale kleinigheden als onbe-taaIde rekeningen Been zorgen. De zwerver was vansoIide komaf en de familie was er goed voor. Maar debrave familie had het geduId verloren en weigerdevastbesIoten in dit geval een cent voor dezen onwaar-digen bloeciverwant uit to geven . Zodat de fabrikantvan kinderrneel, die haar zijn rekening doorzond, nul

4 1

Page 47: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

op bet request en een belecligende brief gekregenhad .Want Piet had kindermeel gekocht .Fen partij met een inkoopwaarde van tweeduizendgulden. Voor tweehonderd .Er was nameIijk iets met dat meeI ; het was Iichtelijkbedorven: er zaten een paar wurmen in .Dat wist Piet. Het was hem gezegd. En daarom hadhit bet meel gekregen voor een tiende van de prijs .De fabrikant had open kaart gespeeld en zijn afnemerniet bedrogen .Kindermeel met een paar wurmen er in, was nietgeheel en al onbruikbaar en waardeIoos voor denscharreIkoopman in een voIksbuurt van het eerste de-cennium dezer zwaar gecultiveercle eeuw. ,1e kunt dewurmen er uit zeven. Van bet meeI kun je dan heelbest pap koken, pannekoeken bakken of flensjes endesnoods maak je er stijfsel van . De machtige voor-raad, die bet halve Hotel Carlecas verstopte, beloofdeden eigenaar een zoet winstje . Hij had een voilemaand crediet. Er kon hem niets gebeuren .Maar de fabrikant was slimmer geweest dan Piet .Piet had kistjes kindermeel gekocht met een paarNvurmen er in. De fabrilcant had hem kistjes wurmengeleverd met ook nog een beetje meeI er bier en chartussen. Dat had Piets onkreukbaar hart pijn gedaan .Hij Meld er niet van in zijn riskante handel mensento ontmoeten, die slimmer waren dan hij .En dus toonde hij zich weer slimmer dan de fabri-kant. Hij betaalde hem niet . fit vertoomde op zijnbeurt den fabrikant, die zich in zijn koopmanseer ge-

4 2

Page 48: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

lzrenkt voelde . Hij noemde zoiets geen manier enpresenteerde, van bevriende zijde ingelicht, de reke-ning aan de familie . Die stuurde gelijk gemeld derekening retour met de boodschap, dat zij haar han-den of trok van meneers zakenrelatie op het ogenbIik,dat deze Iaatste dacht handel to kunnen drijven inmeelwurmen, ongeacht het aantal kisten, dat metdeze ongebroikeIijke koopwaar gevuld was .

De fabrikant, die tameIijk ver weg woonde, en nietprecies wist, wat ,,Hotel Carlecas" eigenlijk was,besloot de kwestie in handen to geven van zijn advo-caat met de opdracht, naar bevind van zaken tohandelen. De advocaat stuurde brieven, die, ook aan-geteel:end, niet beantwoord werden. Daarop zond htjer een van zijn kierken been om een onderzoek in tostellen en zo mogeIijk per deurwaardersexploit beslagto laten leggen op voorraden en inboedels : voor diepaar honderd luizige guldens was er in een hotel tochzeker altijd beslag to Jeggen! . . .De klerk was een jongeman, die het gewicht van zijntending terdege voefde en zich nog meer bewust wasvan zijn eigen waardigheid . Hij tat tamelijk onberis-pelijk in de kleren en droeg een keurig opgeroldeparapluie met zich mee . Verder had hij een dophoedop zijn hoofd, een blinkende lorgnet op z'n neus eneen geslepen stu.Icje glas in een verguld blikken roosjeop zijn das . Precies de verschijning orn den waard vanHotel Carlecas tot de meest demonische invallen toinspireren .Ik kan niet zeggen, dat bet Hotel den advocatenkIerk

43

Page 49: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

sterk imponeerde . Hij was eerder een weinig verbaasden hij steeg vele graclen in zijn eigen achting, toen hijcue punten van zijn gcedgepoetste schoenen over deietwat morsige drempel van Piets etablissementschoof. Geringschattend trok Fiij de news op voor dearmoedige en niet zeer welriekende atmosfeer, die inde bestoven ruimte rondhing .Piet zat slaperig achter de toonbank, hing met deIeuning van in wrakke stoel lui tegen de muur, Iurlcteonbekoznmerd aan een zacbt snurkende stenen pijpen keelc zonder sympathie naar den binnentredendendandy. Deze Icuchte, benauwd door de stank van deranzige olie op bet fomuis ..,Goede middag." groette hij, en de beschaafcleietwat neuzige klank van zijn stem riep een oucle,geheimzinnige verbittering in Piet walker.

,,Goeie," antwoordde hij nors, zonder overeind tokomen of de pijp uit zijn mond to nemen . De jonge-man keek hem misprijzend aan, vroeg dan op Iaat .

toon :„Is uw patroon er niet?"„Patroon7" weervroeg Piet . Daarop voegde htj erverveeld aan toe: „Nee."

omt ie gauw terug .„Vandaag niet meet.Het gezicht van den bezoeker betrok.,,Dat is jammer. Ik kom heclemaal .uit Z. om hem tospreken . . . . Vervelend ."„Uit Z.?"De naam van de stad, wear hij de meeIwurmengekocht dad, deed hem lont ruiken . Hij kwam over-

44

Page 50: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

eind, lei z'n piJp wea en boog over de toonbank naarvoren .„Da's zeker voor die meelkwestie, wat?" vroeg hijmet een listig knipoogje .De jongeman overwoog of het wet verstandig zouzijn, met dezen onzindelijken bediende vertrouwelijkto worden. Hij keek hem nog eens aan en staarde inzo'n goedig dom gezicht met een zo botte glimlach,dat hii voeIde dezen notorischen stomrneling zekermet succes to kunnen uithoren . Hij word onderine-mend. Een fooitje kon hij op zijn dec7aratie wel uit-zuinigen: als hij met goede resultaten terugkwam, waszijn bruikbaarheid voor zulk snort kiese opdrachtenbewezen . . . . Voorzichtig poIste hij :„Hoe . . . . eh . . . . hoe sta je met je patroonT-Die?" vroeg Piet en er woog een Mont Blanc vanminachting in zijn town .De kIerk voelde zijn papieren stijgen .„Heeft ie nog al wat van waarde in hats . . . . inboe-del en zo, bedoel ik?"Piet leunde verder over de toonbank en grijnsdebreed .„Oooohl - zei hij begrijpend . „A Is nie netjes om jebaas to verraje, heb me moeder me geIeerd ."„De listigheid van de stommelingen," dacht de intel-ligente jongeman, en schoof een gulden naar Piet, diedeze langzaam in z'n broekzak bet verdwijnen . Daar-op knikte bij en vertelde, half fluisterend :„De baas gaat binnenkort trouwe . . . , jofel kalletje,man . . . . En bier boven zijn appartemente . . . . zouje niet zegge, maar die komme uit op de achter-

45

Page 51: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

straat . . . . Daar heb ie spulle staan, nou, daar zou jevan opkijke . . . . een hemelbeci . . . . wastafel . . . .divan . . . . een piano . . . . spiegel, tapijte, sallon-ameu-blement, afijn . . . . een piekfijn boeltje . . . ."

>Zo zo zo? . . . Dat zou je hier niet verwachten ."„Da's joist de truul van de jen," anderwees Piet hemgrinnekend . Jedereen mot denke, dat er niks to halevalt . . . . da's voordelig voor ZuIk snort . . . . eh . . . .Icoopmanne, za'k maar zegbe ."Kan ik 'et niet even zien?" vroeg de kierlc begerig .

„Sorry," zei Piet, „as-t-tie weggaat, neemt ie desleutels mee . . . . maar ik zal 'em zegge, dat u geweest

11

ben . . . ."

„Nee, nee . . . . Been woord, denlc er om!" schrok dejongeman. „Hij mag er niets van wetenT„Ahaaahl" zei Piet Ianggerelct, en stale de tweedegolden in zijn zak . „Ik zwijg as een heel Icerkhof, boormeneer, ken u op an . . . .Hoopvol, een vrolijk deuntje fluitend, wandelde deklerk met zijn waardevolle inlichtingen naar betstation .Die avond bracht Piet zijn eenvoudige meubeltjes bijeen goeie vriend, waar bij ook bleef slapen . En toeneen paar dagen naderhand de Iceurige klerk terug-kwam met de nodige voImachten en een deurwaarder,ontving hij de heren met voorbeeldige onderdanig-heid .„Je patroon?" vroeg de kierk, zeer bewust van betbelangrijke ogenblik .„Weer naar ze verIoofde," vertelde Piet spijtig,„maar as u 'et boeltje zien wil, dat ken boor, want

46

11

Page 52: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

hii heb toevallig de sleutels vergeten . . . . kom u maar11

mee . . . .

Hij grog de heren voor, de donkere trap in de hoekop, de deurwaarder vIak achter hem . Op de viJfdetree gIeed de vertegenwoordiger der overheid uit,want die tree had Piet met speelse bedoelingen in dc;groene zeep gezet . De rechterarm der wet viel zwaarboven op den kierk, zodat ze samen op de vloer van„Hotel Carlecas" roIden, dicht bij het fomuis, waarpalingvellen en viskoppen die dag bij toeval nogalovervloedig in het rond lagen. De heren schreeuwdeneen beetje van schrik, en toen ze opgekrabbeId warmen naar hun officiele aktentassen zochten, spraken zeonvertogen woorden en zagen er plotseling veel min-der indrukwekkend uit, besmeurd als zij warm met deonweIriekende afval van de visbakkerij. Met onver-holen spijt Icwam Piets stem uit bet donkere trapgat :„Ik wou net zegge, dat u de vijfde tree over motslaan, want die staat in de groene zeep om of tohijte . . . . maar u ben ook zo haastig . . . . Is 't goedafgelope?"Mopperend en tameIijk vies van zichzelf kiommen zedan naar boven, zorgvuldig de vijfde tree overslaand .Op zolder wees Piet met een breed gebaar in hetrond en zei, gebeimzinnig als een samenzweerder :„HiQr is 'et herel"De heren keken rond . De klerk vroeg ongeduldig :„Waar is de deur naar het appartement?"„Dit is het appartement," vertelde Piet gewichtig .En zonder een spier van zijri gezicht to vertrekken,wees bij de diverse sinaasappeIkisten, de omgekeerde

47

Page 53: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

margarinetonnetjes en stijfselkistjes, vluchtig met voileen gescheurde vitrage gedrapeerd, de gekleurde prent-briefkaarten tegen de balken, het diriehoekige stukspiegeIgIas tussen kromme spijkers, de aardappel- enkolenzakken op de vloer en somde onverstoorbaar op :, .Het hemelbed . . . . de waste wastafel . . . . dedivan . . . . het buffet . . . . clubstoelen . . . . de linnen-kast . . . . de schilderiJen . . . . de antieke spiegel . . . .de tapijten . . . . de salonmeubels . . . . de piano . . . ."De twee heren stonden verstomd.„VaIt 'et tege?" vroeg Piet teleurgesteId: „Dat kanme nou echt spijte . . . . De patroon was er zo groos

1,

op . . . .„Ga meeI" schreeuwde de kierk plots woedend enviel pardoes uit zijn aristocratische roI. „Die vent be-lazert de kiuitJ"„He, neeeeeI" giIde Piet smarteIijk, „hoe ken u datnou zegge?"Maar de woedende dienaren der gerechtigheid stom-melden al haastig de trap af . De scheldpartij van denoverprikkelden kierk eindigde in een gil, want hii hadin z'n kwaadheid de ingezeepte tree vergeten enzeiIde deze keer voorover tussen de palingvellen envisresten. Hinkend en straattaal uitslaand werd hijdoor den deurwaarder mee naar buiten genomen .Daar stonden belangstellende vrienden van Piet enmaakten vele gedenkwaardige en hartige opmerkingenover het uiterlijk en de onsympathieke Ledoelingenvan de vertrekkenden, die er volkomen ontoonbaaruitzagen en een uur in de wind stonken naar rottevis . . . . Boven aan de trap zat Piet met het hoofd op

48

Page 54: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

zijn knie~n to snikken van het lachen en hii kreeg eenhoestbui, waar hij in dacht to blijven . Maar zelfs alsdat gebeurd was, zou hij zich na dit overweldigendesucces niet beklaagcl hebben over zijn Jot . . . .

Toen hij tegen de schemering op een kistje wurmenen meel voor zijn deur een pijp zat to roken, nogteIkens schucldend van bet lachen in napret om desmadelijke aftocht van zijn belagers, kwam er eenstevig uit de kluiten gewassen student voorbij, dieblijkbaar naar een officieel feest moest : hij was in rok,droeg een blinkende hoge zijden en over zijn Tinker-arm ping een lichte zomerjas. Een en antler wektedoor zijn onberispelijkheid in loge mate de ergernisvan Piet. En onder het passeren gooide hij hemzachtjes een handje meel tegen de fraai getailleerderug van zijn rok. Waarop hij dadelijk verschrikt riep :„Meneerl . . . ze hebbe kalk op uw rug gegooidI"Ontsteld draaide de student zich om .„Die smerige straatjonges," foeterde Piet. Je zou zedoodslaan, d~r . ., . Kam u maar effe in de winkel,dan zal ik u afborsteIe . . . . u loop gewoon voor schan-daal . . . ."„Heel vriendelijk van u," zei de student beleefd,11dank u zeer .

11

„Niks hoor," antwoordde Piet gemoedelijk . „Webenne op de wereld om mekaar d'r door to hale . . . .to hellepe, bedoel ik, wat u?"De student vond dat een edel denkbeeld . Hij trokzijn rok uit en schrok van de witte plek .

49

Page 55: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

„Trek, maar weer an, dat borstelt makkeIi1ker ." zee

Piet, „'t is zo gebeurd, meheer ."De antler trok de jas weer aan en Piet doopte dekleerborstel gauw even vluchtig in een emmer wateren daarna in een meelkistje . Toen begon hij vlijtig destudentikoze rug to hewerken . Tot de pander toekregen een beurt . . . . Toen de student een der pan-den naar voren haalde en bekeek, verstijfde hij vannontzetting : de stof zag er uit of ze gekalkt was . . . .„Vent, wat voer je uit?" gilde hij en vloekte er zwaar,~iJ.„Zeg es effeI" schreeuwde Piet er tegenin . „Vloek jesnort uit, kale flikkerT . . . Heb ik d5t voor m'n goed-dcen?"Maar de student bad plotseling alle geloof in degoedheid van het mensdom verloren en gaf zijn wel-doener een trap, dat deze achteruit wankelde, strui-kelde over de emmer water en languit in de plas vieI .Een seconde later was hij weer op de been en vloogden woedenden student aan. Als twee vechtendehonden rolden zij de deur uit, vloekend en scheldend .De buurt liep geinteresseerd en aanmoedigend to hoop,en was er getuige van hoe de baldadige waard van,„Hotel Carlecas" volgens alle regelen der „nobleart" op ontzagwekkende wijze werd of gerost, tot eenmachtige directe op de kaak hem voor enige minutenneervlijde in zalige onwetendheid van zijn smadelijkenederIaag . . . .

50

Page 56: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Waarin onze held getoond wordt

in zijn zucht naar huiselijke gezel-

ligheicl en de lezer de ijselirke ge-

varen leert kennen van al to voch-

tige kaartavondjes . -- De grondige

verwoesting van een masse huis-

kamer .

De grote zolderruimte boven „Hotel Carlecas",

waar Piet van Asselt verbleef in de uren, clat

„de zaak" gesloten en bij niet op stag was,

begon hem op de duur ongemoedelijk voor to komen.

Het ging hem niet zo slecht, dat hij niet in staat ge-

weest zou zijn een 6mer in de stall to huren om daar

in zijn vrije tijd to verblijven en er to slapen. Maar

dat wou hij niet . „Hotel Carlecas" en zijn zolder

betekenclen de onbeperkte vrijheid en het ongegeneer-

de gezelschap, zonder dewelke hij het leven niet de

moeite waard vond. Hij trof sours vermakeIijke land-

lopers of andere wormstekige merkwaardigheden en

hij wou die ontvangen, met hen eten,, drinken en

praten in een omgeving, waar ze zich thuis voelden,

zich konden geven zoals ze waren en tot hun recht

kwamen. Zoiets was op een nette huurkamer onma

5 1

Page 57: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

gelijk . Bovendien : kamerverhuursters waren of weduwen of ze hadden huwbare dochters, die ze je aanwouen smeren. En Piet was geenszins een vrouwen-hater, maar hij was als de flood voor het denkbeeldvan een huwelijk; en als moeder en dochter samen-spanden en je woonde ermee in een huffs, was je metal je listigheid en brutaliteit je Jeven toch niet zeker .Daarom bleef Piet maar liever bivakkeren in „HotelCarlecas", ver van de verleidingen der burgerlijkezekerheden en verbintenissen . Hij was er veilig envrij, kon er heen vIuchten, aIs hij weer eens een spek-takel ontketend had en hoefde nooit angst to hebbenvoor de ruzies en vechtpartijen, die er het gevolg vanwaren: hij was op eigen terrein, beer en meester opzijn gebied, en als de danderende onaangenaam-heden voorbij waren, keercie de ongestoorde rust weeren er was niemand, die er over kon doorzeuren, hemverantwoordeIijk stellen, hem doorzagen met de mo-raal van het lied . Want al deze dingen vand Piethincleriijk, omdat ze averbodig waren : ze veranderdenniets aan wat er gebeurd was ; en evenmin aan zijnkarakter en wispelturig temperament, waardoor hij inde toekomst aItiJd weer zou vervallen tot wat dehumorloze menigte buitensporigheden noemde . Bui-tensporighecleni . . . De voor de hand liggende, arge-loze grapjes, die hij zich van tijd tot tijd veroorIoof-deI . . . De zemeIknopersI . . .Maar de zoIder was op den duur to groot, to kaal, toonbegrensd. Er waren geen a£scheidingen . In de enehoek stond zijn ijzeren ledikant, zijn wastafel en deleast voor zijn kieren en linnengoed. Vooraan bij bet

5 2

Page 58: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

p

verister, dat op het Mariastraatje uitzag, de taf el metvier stoelen, de staande petroleumlamp, het latafeltjemet vaat- en glaswerk. In bet midden tegen de zijkantgaapte bet trapgat met bet beveiligende hekje aanBrie zijden. En verder Iriskrasten er de hanebalkenonder de zwartgroen uitgeslagen pannen in bun lattenraampjes. Koud, donkey en ongezellig .Toen hem dit eenmaal opgevallen was, kon Piet betniet meer verdragen . Want eigenIiJk was Piet iemandmet gevoelige zenuwen, en wanneer die eenmaal ge-rikkeId waren, bleven ze lang trillen . En dus besloot

hij op de zolder twee Iamertjes of to schutten, eenslaapkamer en een zitkamer. Eerst moest bij lachenom bet idee : een terugval naar de burgerlijkheid . . . .Toen liet bij een timmerman uit de buurt de boelopmeten en een begroting maken . Piet lachte honend,toen hij bet bedrag hoorde . Hij beloofde den timmer-man, dat hij hem de opdracht zou verstrekken, zodrahij het hof in Den Haag als vaste klant kreeg voor deleverantie van gebakken vis en panklaar wild en ge-vogelte .Hij bedacht, dat bet niet zijn bedoeling was, kamersto bouwen voor de eeuwigheid. Het was hem immersalleen to doen om bet gezicht, om de idee > meer alssymbool. Als hij maar niet meer gehinderd werd doordie onbegrensdheid . Als hij zich maar besloten voeldetussen nabije wanden en een zoldering . Die behoef-den van steen noch van bout to zijn, en bet was nietnodig, dat zij kapitalen kostten . Kapitalen wenste Pietalleen uit to geven met vrienden en meisjes-van-vrij-zinnige-opvattingen, of om vallen to construeren, waar

53

Page 59: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

argeloze huichelaars in moesten warden gevangen .En dus besloot de waard van „Hotel Carlecas" zelfzijn zolder-appartementen to bouwen. Hij fabriceerdegeraamten van panlatten, precies zo groot als hij zichhad voorgesteld, dat zijn kamers worden moesten . Deboven- en zijkanten bespande htj met jute . Over dejute plakte hij aan weerskanten krantenpapier . Dealdus ontstane muren en plafonds werden, eveneensaan beide zijden, behangen met papier, dat bedrukiwas, alsof het uit gezaagd en geschaafd, maar onge-verfd bout bestond . En zo had hij een houten kamer-tje bedriegelijk nagebootst. Het zag er precies uit zoalsbij bet zich had voorgesteld en hij was er kinderIijlzgeIukkig mee, vooral omdat bet zo weinig had gekosten niettemin onberispelijk voldeecld aan zijn Broom :een gezellige, of gesIoten ruimte, waarbinnen je je be-hagelijk Icon voelen en niet altijd werd aangegaaptdoor de holle ruimte van de schemerige zolder . Dedeur in z'n kozijn was bet enige echte aan de kamer,bet enige ook, wat Piet hinderde, maar een papierendear zou to vaak opnieuw beplakt moeten worden endaaroin berustte htj zuchtend in bet onvermijdelijke .Vooral de „zitkamer" aan de voorkant, bij bet ven-stert1e, heeft een zekere faam gekregen . Want Pietontving er op ongeregelde tijden zijn vrienden, echternooit meer Ban Brie tegeIijk, want daarvoor was deruimte niet toereikend . Nieuwe invites werden aan-vankeIijk gewaarschuwd een beetje voorzichtig to ziJnin bun bewegingen in verband met de kwetsbaarheidvan bet bouwrnateriaal, waaruit de gezellige zitkamerwas samengesteld. Later werd deze traditie verwaar-

54

Page 60: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

loosci, en zoals aIle gebrek aan voorzorgsmaatregelenheeft ool deze onacbtzaamheid noodlottige gevolgenna zich gesleept .-OP die gedenlwaardige avond had Piet twee van zijnbeste vrienden uitgenodigd om een kaartje to leggenen een glaasje to drinIen ; de ene was kolendrager en-de andere brandersknecht . Deze Iaatste werd doorPiet als Bast zeer boog aangeslagen, want hij bracht,altijd een Resje zelf-gepapte moutwijn mee en vol-gens deskuncligen bestaat er op bet gebied van alco-holische genietingen niets, dat vergelelen Ian wordenmet onversneden moutwijn . Vooropgestelcl, dat deconsument een degelijk hoofd, een sterk gestel en inhet drinken een belangrijke routine heeft . Deze tweegasten brachten een derde mee, die wel niet uitgeno-Jigd was, maar door Piet even harteh1jk wellom werdgeheten. Het was eveneens een kolensjouwer, maareen van respectabele afmetingen, een ware reus,breed gebouwd, met zwaar zwellende spieren en eenkinderIiklgezicht. Hij beviel Piet, omdat hij Iachte alseen jongen van twaalf jaar, met z n mond wijd openen zijn hoofd een beetje achterover . Ten overvloedehad hij als introductie een kruik Hulstlamp meege-bracht - en Piet vond dat een bewijs van de goedeopvoeding, waarop hij, gelijk nu al wel voldoende isaangetoond, zo bijzonder gesteld was .Het werd een echt gezellig avondje . Zij speeldenpandoer. Ze waren alle vier uitgekookte pandoerders,scherp en onverbiddelijk. Zij huldigden alien bet prin-cipe, dat bij bet edele kaartspel alIes geoorloofd was,zolang bet door de tegenpartij niet werd opgemerkt .

55

Page 61: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Werd iemand betrapt op bet achterhauclen van eentroefJe, dan was dat een begrijpelijIze onachtzaam-heid, waar niemancl zich boos over maakte, en detegenpartij noteerde de winst ; werd men niet betrapt,clan won men zeIf .. Het was bijzonder gezellig . Tus-sen bet spel door werden liecijes gezongen, wier in-houd niet altijd geschikt was voor een jongemeisjes-pensionnaat, maar wel vermakeIijk ; zij Iachten ertenminste om, dat de papieren wanden er van wap-perden. Allengs versIapte bet spel, want de herenzagen hun kaarten niet meer scherp en hun combi-natievermogen nam af, naarmate de karaf en dekruiken leegraakten . Op bepaalde tiJden daalden zijom beurten of naar de benedenverdieping om eenonnoembare gelegenbeid op to zoeken, char aIcohol,gelijk bekend, de werking der nieren belangrijk stimu-leert .Piet vertelde op vererend verzoek enkele loszinnigeavonturen uit zijn veelbewogen leven . Vooral denieuwe athletische vriend was een danlcbaar toehoor-der, want bij Icende weI de faam, maar niet de per-soonIiJkheid van den verteller. En hij was joist hetsnort toehoorder, dat Piet inspireerde tot top-presta-ties . De gespannen aandacht op bet grote, kinderlijkegezicht joeg hem op tot steeds bonter fantasie~n, ende andere twee, die de geschiedenissen grotendeels alkenden, verbaasden zich over de nieuwe, belangwek-kende redactie ervan . Piet was een wonderbaar ver-teller. Hij vertelde niet alleen, maar speelde ook zijnverhaal. Hij sprong op, liep been en weer, mimeerdealles, waarover hij sprak, maakte levendige gebaren,

56

Page 62: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

en zijn hewegelijk rattengezicht suggereerde al deachtereenvoIgende emoties, waarvan in zijn verhaalsprale was. Hij schudde dreigend met zijn vuisten, hijtrA striJdlustig zijn jasje uit, htj schreeuwde enzwaaide met de armen, hij nam een denkbeelcligetelefoon op en praatte in de boom, schrol van deverondersteIde mededelingen aan het andere eindevan de draad, sprong als een kalckerlaic in het rondvan woede of van angst . Hij bootste stemmen na,fluisterde, brukie, praatte met spraakgebreken, schootpistolen en geweren af, stale iemand een dolk in deborst, zeeg stervend in benauwd gereutel op ziJn stoelterug. En amuseerde zichzelf met het gezicht van dengroten Icolendrager, waarop hij alle aandoeningenweerspiegeld zag, die hij maar wou oproepen ; hij iconhem daverend laten lachen, maar hij icon hem ookop de rand van het huilen brengen, z'n gezicht stilmaken van ontzetting en hem naar zich over doenbuigen in ademloos wachten op het verlossendewoord, de beslissende slag . . . . Zullce luisteraars hadbij nadig. Dan werd bij grouts . De verhalen weldenop uit zijn herinnering en zijn fantasie in ononder-broken reeks en met steeds weer nieuwe, verrassendewendingen en verbazingwekkende bijzonderheden. Hijzweette van het liegen, maar dat kwam alleen doorde haast, want moeite Icostte het hem niet . En vooreen droge keel was geen gevaar, want de grootstespanning kon hem niet zo vervoeren, dat htj zijnglaasje vergat. Na een Lang, enigszins verward enadembeklemmend verhaal over de ontvoering van eenschone negerin ergens aan de Goudkust, zaten de

57

Page 63: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Tuisteraars eIkaar verbijsterd can to kijken . De nieu-weling was in de war geraakt en had de indruk, datde ontvoerde negerin tenslotte haar eigen grootmoedergebleken was . Die oplossing bevredigde hem niet enhtJ had juist genoeg gedronken our daar met alle ge-weld rekenschap van to willen hebben. Betogend zathtj met een hand-als-een-ping-pong-racket to zwaaien :„Da' ken niet, Piet, leg nou niet to sallemandere . . . .d'r eigen graotmoeder7 . . . Hoe ken iemand nou ineige grootmoeder zijn, negerin of Been negerin . . . .da' klopt nie . . . , zeg nou zelf . . . .Piet sputterde tegen : het was cue grootmoeder van eenantler, dat had hij toch duidelijk gezegd .,,Dat ken helemaal niet," Meld de reus vol, „wantdaar was 'et geen eens femilie van ."„Hoe weet jiJ dat nou?" stoof Piet op . „Ben jij aanJe Goudkstugeweest sours?"„Dat nou niet," verdedigde de antler zich zwakjes,en voelend, dat hij grond verloor, oordeelde hii hetbeter, zijn Neil in de vlucht to zoeken . „'k Mot effeof zette." deelde hii beleefdheidshalve mee en ver-dween op onvaste voeten .Onderweg maakte hij zich kwaad . Hij voelde zich opeen of andere wijze in de luren gelegd en zon opwrack. Zonder boosaardigheid nochtans, want hijwas een lobbes en veel to sterk our can vechten todurven denken. Maar toen bij terug kiom naar dezolder, voelde hii toch Lust, die Piet en zijn maats inhet kameraadschappelijke lets can to doen . En bovencan de trap kreeg hij een schitterende inval .HiJ zou ze laten schriklcen. Hij zou ze een doodschrik

58

11

Page 64: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

aanjagen. Bijna had hij hardop gelachen van de pretin Let vooruitzicht van de ontsteltenis, die hij zouveroorzaken. Op de tast begon hip in de hanebailento klimmen, zachtjes grinnekencl . . . . je zou ze zien,die vielen van hun stoelen van de schrikl . . . Ze zatendruk to praten en to lachen. Ze kionken met elkaaren zeien voor de zoveelste maal :„proost, Piet, nog vele fare, j61" want ze dachtenallang, dat Piet jarig was .„Proost, " antwoordde Piet, „datte me ze nog maarfang magge hebbe . . . . luste zal wel gaan ."Ze lachten of ze het versIeten spreukje voor de eerstekeer hoorden . . . . Maar aanstonds zou het lachen zewed vergaanl . . . Schreeuwen van ontzetting zoudenze, zich versIikken in hun bowels, als hii met zijn voilegewicht boven op dat houten zoIdertje sprang! . . . Endaar nam hij zijn sprong al, met een kreet en eenlach, haldadig en Loordevol pret om zijn geweldigeuitvinding . . . .De uitwerking heeft zijn verwachtingen zeker dui-zendmaal overtroffen .Want het houten zoldertje was van papier en jute enhij grog er door als een steen door een gespannenkrant en kwam met een alles verpIetterende slag mid-den OP de tafel terecht . . . . Hij schreeuwde zelf waar-schijnIijk veel harder dan de mannen, die hij aan 'tschrikken had willen maken, hoewel deze zich ookniet onbetuigd lieten . De tafel kraakte in elkaar, fles-sen en glazen gingen Icletterend in scherven, de Lampsmakte op de grond, brak en doofde . . . . De ontzet-tend geschrokken feestgenoten vlogen op van hun

59

Page 65: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

. . . . De uitwerking heeft zijn verwachtingen zeker duizendmaalovertrofen . . .

Page 66: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

stoelen en sprongen in blincle paniek achteruit, wegvan bet geweld . . . . dwars door de papieren wanders,stonden dan met een schok stil in bet pikkedonker,bang van de trap to vallen of zich ergens tegen topletter to lopen. Een wegrollende kruik bolderdezachtjes door de duisternis . . . . Toen 164 een stil,ingehouden, maar onbedaarlijk lachen . De Brie vluch-telingen hoorden hun eigen hart kloppen, hadden degewaarwording, dat hun harten steil overeind stondenen er ijswater langs dun ruggegraat droop . . . . Einde-Ikqvroeg de bibberende stem van Piet :-Waar benne jullie?"-Hier!"Door heftig trillende vingers werden lucifers aange-streken. Het kamertje was een droevig verplukte flar-dentent geworden. De grote kolensjouwer zat op demine van de tafel, to midden van scherven en ge-kraakte stoelen, over zijn knie~n gebogen in zenuw-overspanning zachtjes to giechelen . . . . Hij had meersucces gehad dan hij ooit had durven dromen . . . . Endaar er een aparte Lieve Heer voor dronken mensenbestaat, hadden zij Been van vieren een schrammetje .

Page 67: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Waarin de held zichh op idealis-tische motieven verloof t en dieverloving gebruikt als tuchtmiddeltegen enwaarachtigheicl en boat-

-zucht . Geestelijlz bondgenoot-schap met een antaarden, aan-staanden schoonuader.

D e waard van -Hotel Carlecas" had op het badvan een Iiefhebberijtoneelvereniging Iennisgemaakt met een meisje, dat de grenzen van

de ouwe-jongejuffrouwschap bedenkelijk naderde . Zewas zeer jeugdig en laag gekIeed, giecheIde onophou-delijk als een bakvis en keek tot ziJn grote ontsteltenisverleidelijk uit haar ooghaeken naar hem . Een wagevriend en geestverwant had hem aan haar voorgestelden haar blijkbaar een uiterst optimistische kijk op zijnpersoonlijkheicl gesuggereerd. Zij kwam hem vragenvoor beide schrikkeIwalsen van het hal, Ding aanmoe-digend tegen hem op en keek ondeugend. Zij inf or-meerde of htj een noon was van die grote zaak in deJacobstraat.

6 2

Page 68: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

,,,Ia," belende Piet, , .dat ben ik . Maar ik ben d'r niksgroos op, en zulIie helemaal niet, juffrouw ."„Noem me maar l~'Iiep" zei het oude meisje trouw-hartig. En wat is er dank . . . Ben je met je familje-gebroeIjeerd?"Piet voelde de Lust in zijn vingers kriebelen deze omhaar lange haTs to leggen en die dicht to knijpen omeens to horen of ze sours ook in stadhuiswoorden ourpulp zou roepen. Somber antwaordde hij : „Ik ben deverloren zoon ."„De verloren zaon? . . . Hoe dat zo?"„Ik deug niet . . . , ik ben een suzjet zeggen ze .„U?" vroeg ze verbaasd, maar hersteicle dadeliJk de'aanmatigende vertrouweIijkheid. Jij? . . . Nou dat isook watl Tedereen kan toch dadelijk zien, dat je eengedistilleerde man bent, een echte sjentelman ."Tegen zoveel diepe mensenkennis was Piet niet be-stand.. Hij lachte hinnilcend en drukte haar dichter aanzifn zwarte colbertjasje .„Seperen we samen?" vroeg ze aanhalig .Piet voelde, dat hip to ver gegaan was, schrok enbekende, dat hij alleen een paar losse kwartjes in zijnvestjeszak had : z'n portemonnaie had ie per abuis inz'n andere broek laten zitten . Miep Iachte guI .„Ik dacht weI dat je verstrooid was," zei ze . „IntelIi-zjente mannen zijn altijd verstrooid . Maar ik heb nogeen tientje in mijn tasje . Waarom zou een dame ookniet eens mogen betalen? . . . tic en niet zo consusianeel.„Dais fideel van je," zei hij, „maar bet stuit me tegende borst, 't is niet komielfo

63

Page 69: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Toen zij aandrong, verzette hij zich niet meer, maaraccepteerde met een frons tussen zijn ogen, waaromzij lachen moest en die zij met aIIe geweId met eenspitse wijsvinger moest wegstrijken . Zij vroeg hemnaar zijn hotel . . . . hij had immers een hotel? 0 ja,een aardig klein hotelletje . Of het goed grog? Och, detijd in aanmerking genomen grog het nog zo kwaadniet . . . . Hij deed er ook nog zaken bij, had hungemeenschappeIijke kennis verteld? Ja, dat ook . . . .hij- was aan de beurs geen onbe%ende . . . . De ge-meenschappelijke kennis zat aan een antler tafeltjegrinnekend toe to zien naar haar vastberaden omsin-gelingspogingen. Na de fIes wijn kwam Piet lang-zamerhand los. „Hotel Carlecas" en zijn zakenbloeiden op onnavolgbare wijze tot steeds groter wel-vaart aan en hij kwam to weten, dat haar outlets eenschoenenzaak hadden in de naburige grote stall, dathet voor een zakenman veel beter was getrouwd tozijn en dat zo'n heel jong ding niks gedaan was alsvrouw van een hotelhoucler . . . . dat gaf maar gevaar-Iijke complicaties en het waarborgde ook Been prestigetegenover het personeel . Piet had er veel schik in .Of ze de volgende dag eens naar zijn hotel mochtkomen kijken? . . . Nee, nee, dat moest ze beloven nietto doen: de boel werd juist van binnen en van buitengeschiIderd en behangen, hij moest zelf vroeg op refsen bovendien: ze moest aan haar goede naam denlen ;een jong meisje dat een bezoelc bracht aan den onge-huwden waard van een hotel, nee, dat grog niet, demensen Icletsen zo gauw, eer was teer, en hij wouhaar niet in opspraak brengen . 0, dat vond ze delle-

64

Page 70: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

kaatl Hij was een edel mens, zou htJ haar eens op-zoeken, als hij in de stall kwam?Haar lieve ouders zouden dat zeker zeer apperciperenen zij . . . . nou dat wist ie toch wel, nietwaar Piet . . . .Natuurlijld Hij kwam vast. Hij kwam haar het tientjeterugbrengen .Toen hij haar thuisbracht, aan het adres waar zijlogeerde, gaf hij haar een zoen, waar zij van kreundeen lei haar het stilzwijgen op over hun pas ontlokengevoelens en zijn persoon .In de Loop van de voIgende week zou hij haar thuisomen bezoeken, Donderdag tegen een uur of vijf .

Onderweg naar huffs liep hij to grinniken. Ze wou metalle geweld een avontuur beleven . . . . nou, ze zou ereen hebben . . . . Als htj zich Donderdags presenteerdeen hij werd niet de deur uitgetrapt, was Miep nogaltijd overtuigd van zijn voortref f elijkheid en maat-

schappeIijke positie. Een schoenenzaak: Om je floodto Iachenl . . .Net zulke individuen als die stink-familie van hem . . . .En die overjarige tante wou hem aan de haak slaan .Met z'n welbekIante hotel en z'n beurszaken . Nietslecht. Hij kon ze best eens wat aandoen, haar en dieschoenenzaak . . . . Ze wou prestige over z'n personeelhebben . . . . Hij zou Blauwe Janus bij geIegenheideens waarschuwen .diet wend niet de deur uitgetrapt toen htj Donclerciagskwam. Integendeel. Hij werd met vlag en wimpelbinnengehaalcl . De moeder had zich nog bonter opge-smukt flan haar dochter, zij brouwde oneindig deftigen boog echt. De vader deed stug, hip keek onder zijn

65

Carlecas 5

Page 71: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

borstelige wenl:brauwen wantrouwig naar den vreem-den meneer, die zo keurig in de kieren zat en zich zozwierig bewoog en uitheemse complimenten maakte .Piet zag zijn brede handers met de platte vingertop-pen vol zwarte groefjes en hoe hun polsen gehinderdwerden door de scherpe randen van de half versleten,stiff gestreken manchetten waarin hij waarschijnlijknog getrouwd was . Hij mocht den oude dadelijk,maar moeder en dochter had hij met plezier vergifgegeven .De , >zaak" waarover Miep met zoveel bravoure ge-sproken had, was om to gillen : anderhalve nieuweschoen en voor de rest opgelapte ouwe, tweede-handstrappers voor de armoeclzaaiers van het volksbuurtje .En er naast was een hokje, waar „meneer" met eenleerjongen schoenen repareerde en zo goed en zokwaad als het grog van oude nieuwe maakte . EenprachtzaakI . . . Een eIitewinkel wat je noemtI Meteen „maatafdeIing" had de dochter gezegd! . . .Maar het saIonnetje stond stiff van de pluche cra-paudjes, een canapeetje, een licit mahoniehoutenbuffetje met overal spiegelgIas en onontwarbare krul-len, waar je duizelig van werd, een penanttafeltje metgriezelige nagemaakte bloemen en stenen pruIIetjes .Net zo'n saIonnetje, als Piet van ouds kende en waarhij in zijn wensdromen grote kejen in rondsmeet totalles in scherven en splinters fag . Doch hij deed aan-minnig, brouwde mee, roekekoede met de moeder enkeek verliefd naar de geelachtig blozende, zachtgiechelende dochter. Eindelijk, aangestoten door zijn

66

Page 72: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

vrouw, deed de ouwe baas brommend zijn mondopen en vroeg of meneer een bittertje gebruikte .„Nou vader, char zeg ik geen nee op," Iachte Piet envergat met de aardappel in zijn keel to werken .„Hij zegt al vader," fluisterde Miep haar moederboopvol in en deze streelde haar over het onschuldigehoof d en zei half lduiop vertederde toon : „Zulkekinderen toch." Piet zag, dat de vader net zo hardrude als bij en vond hem sympathieker dan ooit . Hoeveraroeg die vent zon paar opgetuigde oorlogsschepende hele dag om zich been? Zou de stakker nooit eenszin hebben om met zijn schoenmakershamer to gaanslaan? . . .Er was niet to veel in het zuinige karafje, en Pietstuurde den loopjongen er op uit om een half kanne-tje to halen . Hij moest blijven eten en voerde denouden schoenmaker zoetjes aan dronken . Daar wendhiJ spraakzaam van en hiJ vertelde hengelaarsverhalenwaar zelfs Piet geslagen van zat, maar heel rustig,met het accent van de waarachtige waarheid en eenstiekeme binnenpret om de zwendel . Piet beslootterug to komen am then ouwe beter to leren kennen,daar zat wat in! . . .Mama vertelde, dat Miepje zo aardig piano speelde .Helaas hadden ze de piano weg moeten doen, toenpa eens opgelicht was door een sluwen bedrieger, enhet was er nooit meer van gekomen een nieuwe tokopen. Zo jammer van Miepjes talent, iedereen hader over geroepen, zo mooi als ze speelde . Piet sloegmet de vuist op taf eI : wat een schande om een talentto laten mislukken voor een paar rottige centenl De

67

Page 73: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

wereId deugde niet, als zulke dingen mogelijk waren!GeIulzkig bestonden er nog mensen, die in staat warenrecht to maken wat krom is! . . . Wat blilcsem, moestzo'n acme meld nou . . . . Daar moest wat aan gedaanwordenl . . .Twee dagen later werd er 's morgens een piano ge-bracht. Ouders en dochter stonden geslagen . „Vanmeneer van Aalst," zei een van de sjouwers . Het waseen hels werk om het zware balcbeest in het salon-netje to wurmen en er werd tamelijk veel beschadigd .blear Miep was in de woIken, haar moeder jubeldeen de ouwe schoenmaker schudde het hoofcl en keeksomber: was die aardige lcnul stapelgek geworden? . . .Zo meteen meende hij het nog met Miepl MoederIceek vals en Miep trok een lip : als je eigen wader ookzo over je sprak . . . .'s Zondags Icwam Piet terug .Hij droeg een wandeIstok en bracht bloemen mee .De vrouwen jubeIden en moesten hem alle twee eenzoen geven. Ze zeiden, dat iiij niet zo verkwistendmoest zijn, het was eigenliJk veel to veel, wat moestende mensen er wel van denken7 . ., ze wisten heusniet, of ze zoiets wel mochten atsepteren . Maar Pietwenkte Iuchtig of . . . . I t was nogal erg, zo'n piano! . . -dat deed em niks . . . . de mensen Iconclen de IcouweIcoorts krijgen en nou wou hij er niks meer overhoren . . . . Mensen waar ie van Meld, deed ie graageen pleziert1e-, en als Miep nou maar bIiJ was, danwas bij het allang. Nou, Miep was natuurIijk in dewolken . Ze speelde het \Vilhelmus, nadrukkelijk enverschrikkelijk vals, maar dat hoorde ze zeIf niet . Ze

68

Page 74: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

ging bij het pianospelen uit van het aIoude heginsel :Iaat uw linkerhanci niet weten wat uw rechter doet .Piet die nogal muzikaal was, kreeg er buikpijn van,maar daar was een bittertje goed voor . De ouwe manbekwam niet van zijn verbazing : hoe zo'n pienterejongen er zo in kon tippelenl Hoe kwam ie zo dot opMiepI . . . Maar dan herinnerde hij zich, dat hij metMieps moeder getrouwd was, en schudde mistroostighet hoof d: daar dee je niks tegen, het was een snortzinsverbijstering, en ieder kreeg zijn aanval op zijntijd . . . . jammer van lien jongen, bij zat er blij6aargoed voor ook . . . . Piet werd gelaafd en gevoed aIseen vorst. Het was een compleet verlovingsdiner . . . .De buurt stond er versteld van: Miep van de schcen-maker had zich een vrijer aangemeten! En wat vooreenI Die gaf piano's weg! Mama vertelde het zoTangs haar news weg en met een precieus pruime-mondje: Miep d'r aanstaande heb er een piano kedogemaakt . . . . ja, een nette beer, nou . . . .De buurt kon haar bloed weI drinken, maar vistezoetsappig en begerig naar meer bijzonderbeden . Dieze in geuren en kleuren kreeg : een hotelhouder, nauaIsjeblieft, zo om en de nabij honderd kamers, en eenober in rok . . . . en zaken deed ie ook, aan de beurs,deftige familie . . . . affijn, dat zag je op het eerstegezicht: een echte fijne Deer . . . . ja Miep deed hetgoed . . . , och edukaasje was zo'n hoop waard vooreen meisje . . . . als je je wist to gedragen, kon je inalle kringen komen . . . . De buurt roddelde, woedenden versIagen, en nam eerbiedig de hoed of, aIs deverloofde van Miep de straat inkwam .

69

Page 75: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Dat spook van een Miep . . . die vogeIverschrikker . . .hoe had ze

Im dat geIapt? . . .

diet kwam er bijna dag aan dag . Hij zat naast Miepop de canapee, maar praatte met den ouwen baas .Nog wat verlegen, Iichtte mama toe, dat werd welantlers .Soms nam Piet den ouwe voor het eten mee uit endronk grote bowels met hem, Iuisterde bewonderendnaar zijn hengelaarslatijn en vertelde zelf zijn ver-bazingwekkendste geschiedenissen, zonder er ooit into slagen, den schoenmaker to overbluffen . Tussentwee daverende leugenverhalen in, probeerde dezehem in de goedheid zijns harten zachtzinnig to waar-schuwen voor de dwaasheid, die hij op het punt stondte begaan, maar Piet kiopte hem lachend op deschouder: hij liep in geen zeven sloten tegelijk .„Die vrouw van mij triomfeert maar," bekende deschoenmake-r beschonken en wraakzuchtig . „'t Is mijneigen wijf, maar dat gun ik er niet . . . . ze triomfeertmaar . . . . ze loopt nu niet alleen over mijn maar overheel de buurt been . . . . en dat gun ik er niet ."„Echt niet?" informeerde Piet.„Om de sodeju niet," bezwoer de schoenmaker pIech-tig en spuwde nadrukkeIijk een straal tabakssapmeters ver weg, want buitenshuis pruimde hij .„Ian mot je Maandagmorgen om elf uur in bet ca-feetje tegenover je winkeI komme," zei Piet, , .dankan jij triomfere ."„Hoe dan?" vroeg de schoenmaker, hevig geinteres-seerd .

701

Page 76: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

. . . . „Jullie piano? meneer van Asselt hep em vooreen maand gehuurd . . . .

Page 77: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

„Kom maar, dat zajje wel zien . As je je kiezen maarop mekaar h0dt."uDe schoenmaker kwam bet caf eetje binnensluipen opde afgesproken tiJd .Zijn aanstaande schoonzoon zat er al bij bet venstermet een kop koffie. Hij had het ondergordijntje dicht-geschoven. Om kwart over elf reed er een meubel-wagen bij de schoenwinkel voor .„Let nou op," waarschuwcle Piet .'T'wee zware sjouwers gingen naar binnen . Om zeven-tien minuten over elf kwamen er doordringende kretenuit de winkeI. Om negentien minuten over elf stondde hele buurt om de meubelwagen samengedrongenen genoot volop van de sensatie . Zij hoorde een dersjouwers bulderen :„JuIIie piano? . . . meneer van Asselt hep em vooreen maand gehuurd en nou komme me-n-em terughalen."De buurt gierde en gaf commentaren, die niet vrijgenoemd mochten worden van Ieedvermaak . Omtwintig minuten over elf besprenkelde een onbedaar-Iijk wenende moeder haar flauwgevallen dochter meteau de Cologne .Om even over half twaalf reed de meubelwagen metde piano de straat uit onder ludigejuich van debuurtgenoten. De schoenmaker had de hik en druktePiet aangedaan de hand . De tranen liepen hem overde wangen toen hij zei :IA heb altijd wel gedacht dat je daar veel to kwiekvoor was . . . . Maar as je door de straat komt, goof ik

7

Page 78: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

je m'n hamer dwars door de ruit naar je kop, dat benik aan m'n vrouw en dochter verplicht ."En daarmee was de verloving verbrolen .Piet voelde zich tevreden over zijn paeclagogiscbestrategies zo moest je zulk vrouwvoIk aanpakken . Envan tijd tot tijd zag hij zijn ex-schoonvader-in-speergens in een afgesprolen kroegje.Want hij bewonderde hem zeer en voelde zich naaan hem verwant .

73

Page 79: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Hoe de waard van Hotel Carlecassnodelijk cen familie-rijtoer ver-stoort en wit cue rampzcdige ge-volgen kunnen zijn van overmatigdrankgebruik. -Wonderlijk avon-tuur in de avondstond .

n het stadje, waar Piet van Asselt het wijdvermaar-dede hotel Carlecas expIoiteerde, behoorde het tot degoede gewoonten der kleine en zelfs der gegoede

burgerij eenmaal per jaar een rijtoer to gaan maken .Soms mochten de kinderen mee en kwamen onver-anderIijk doodziek thuis, misselijk van het snoepen,de limonade en het schommeIen in de speeltuin, dieeen vast onderdeel van het programme uitmaakten .Ook de oudere deeInemers plachten zich na de fees-telijke rit minder leklcer to voelen, want de geheel-onthouding werd op zuIke dagen, helaas, niet vol-doende beoefend .Nu had Piet bij toeval een van de familieleden ont-moet, een van de weinigen, die bij weI kon uitstaanen die in een verborgen hoelcje van zijn verdrogendhart ook een kleine, met onverklaarbare en betreu-

74

Page 80: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

renswaardige bewonclering gemengde genegenheidkoestercie voor dit verachte stuk afval van een acht-baar gesIacht. Ze hacklen samen een slardige borrelgedronken en wat gepraat . En het familielid had hemverteld, dat er een rijtoer op komst was met Brie ruimelandauers, elk met twee paarden bespannen . Ze zou-den met z'n twaalven zijn, zes paren .„Leak, zeg!" lachte Piet. „Mag ik ook mee? 11- zalwel op de bok gaan zitten."Het lichtzinnige familielid was geschrokken en hadaarzelend gezegd, dat hij het vragen zou ; wat hembetrof, was bet natuurlijk best . En verder werd erniet over gepraat .Als Piet niet meet van bet geval geboord had, zoubij er zeker niet meet aan hebben gedacht, want betwas hem allerminst ernst geweest met zijn verzoek :hij kende de behoefte aan deftigheid zijner dierbareverwanten, wilt, dat ze die zelfs al feestende nietvergaten en was er dus helemaal niet op gesteld ge-weest mee to gaan. Maar toen htj de verschrikte enverontwaardigde brief kreeg, waarin zijn oudste broerhem namens de familie schreef, dat bet natuurlijkonmogelijk was hem mee to nemen en dat hij zulksook heel goed begrijpen zou, wend bij giftig . Zoietskon bij in Been geval over zijn leant laten gaan . . . .Hij niet mee? . . . Best! . . . Maar zich of laten sche-pen, zich als een boef of een bedelaar uit laten slui-ten? . . . Niks, boor! . . . Als je geen pret mocht maken,zou bij zich tenminste het plezier gunnen, hun depret to bederven . . . . Daar was wel wat op to vin-den!

75

Page 81: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

En hiJ vond er ool lets op :Hij Icende den stalhouder, waar de landauers gehuurdwerden en kwam van een der koetsiers to weten,wanneer de familie uit rijden zou gaan . Toen namhij zijn maatregelen . . . .

Up een heerlijke Junimorgen reed de familie VanAsselt tegen acht uur het stadje uit, deftig gezeten indrie open rijtuigen, de dames in hun mooiste kierengeperst en met al hun sieraden om en aan, de herenin hun Zondagse pakken, stiff in de boord en metdophoeden op. Ze waren gematigd vroIijk, zoalsdegelijke burgers betaamt en wisselden bezadigde op-merkingen uit over het kostelijke weer, de vogels, diezongen in de bomen Tangs de weg, en dat ze het welbijzonder getroffen hadden met hun uitgaansdag,waarvoor ze heel het jaar onder eIkaar gepandoerd engekiend hadden . Het zou een vrolijke en rustige dagworden, met koffiecirinken in de oude theetuin Over-brug, een bezoek aan een badplaats aan zee, eten ineen restaurant in de naburige stall en een fijne ritterug in de zoele zomeravond . . . .Toen ze een halfuurije

"buiten de stall op de bredeIandweg waren en de brave paardjes gezapig draaf-den, hoorden ze achter zich het rhytmische kiavieter-kiavetter van een snelle galop. Zij keken om . Ernaderde een grote Jan-Plezier, met vier paarden be-spannen. Vlaggetjes en wimpeltjes waaiden aan deopgeslagen tent, de paarden hadden rood-en-wittepluimen op de kop en uit de wagen klonk harmonika-muziek, luici gejuich en gezang. De dames en heren

76

Page 82: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

`'an Asselt knikten elkaar met een begrijpende gIim-Iach toe: zeker een steIletje dolle studenten, die eenwiIde fuif gingen houclen! . . .Snel naderde het galopperende vierspan en de koet-siers van de Ianclauers hielden voorzichtigheidshalvehun paarden in : ze mochten zich eens in de woesteren laten meeslepen . . . . Toen de grote tentwagenlangszij kwam, toomde de dikke koetsier zijn gepluim-de rossen in en de familie zag met ontzetting, dathun ontaarde verwant naast hem op de bok zat, zon-der jas of vest aan, het losse sporthemd over de borstopen, de mouwen tot boven de eIlebogen opgestroopt,een geruite pet kwiek op een oor. En in de wagen zateen dental van zijn vrienden, de meest uitgelezenschavuiten van de stall, kolendragers, visventers, allerislecht befaamd aIs Iikkebroers, vechtersbazen enstraatschenders . . . . Het hart stond de deftige feest-gangers stil van schrik . De heren kregen knalrodehoofden, de dames zetten hun krop op en wenddende ogen af. De koetsier van de tentwagen bracht zijnpaarden in stap naast bet voorste rijtuig en Piet gingrechtop staan en schreeuwde :„Verrek, jonges, kkijdaar naarl . . . Daar h~jje m'nhele rechtschape familieT . . ."De rechtschapen familie werd met donderend gejuichbegroet door Piets opgewonden vriendenschaar, maarhet was duidelijk to merken, dat zij de hulde niet opde juiste waarde schatte, er zelfs helemaal niet meeingenomen was . Zij verIangde niets liever dan datPiet met zijn rabauwen maar weer gauw in galopzouen slaan en spaorslags aan de horizon verdwijnen .

77

Page 83: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Jonges, I41 char naar! . . Daar ltejje n'n hefsrechtschape farnilie 7 . . .

Page 84: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

_Wat kijke jullie Iehjld" riep Lange Gerrit. -Hebbejullie an de azijnfles gezope?"Je gaat toch niet uit begrave sours?" vroeg Piet .Js-t-er iemand van de perremetasie our zeep ge-gaan . . . . dat zou me spifti . . ."Een brullend gelach uit Je Jan-Plezier beloonde hemvoor zijn fijngevoelige opmerking. De oudste broer inbet voorste rijtuig stikte haast van woede in zilnnauwe, stijve en hoge boord . Maar hij beheerste zichen waagde een gemoedelijl woord .-Rij jij nou maar door, Piet, en veel plezier vandaagmet je vrinden!"Js-tat-effe een hartelijke broer?!" kwam met eenknallende verwensing een bukierende stem uit detentwagen . -As die vrijer met in muurvlalte-to-huurLemilie van mijn was, bet ik er sacheriinpoeier vanmale!"-Kalm, jonges, kaim!" vermaande Piet . -Deze brave

en geziene burgers verbeelde d'r eige, dat ze eendaggie uit zif*n en dat ze feest viere en lol hebbe . . . .'Ze benne nog niet wijzer en ze denke, dat daar dood-biddersgezichte biJ bore . . . . ZaIle wij bij ze blijve enze lere, wat ze doen motte, as ze voor d'r lol op stag

zijn?"Zijn voorstel werd uit de Jan-Plezier begroet met eenrhuilend geloel, dat to Iuidruchtig uitviel omur de schiinvan spontaanheid to redden . Maar in de Tandauerssteeg de schrik en werden de gezichten van vuurroodgeelbleek.De oudste broer beproefde nog eenmaal in to grijpen,maar Piet wenkte of en verllaarde, dat hij graag een

79

Page 85: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

eel van zijn eigen pret er voor over had om zijngeliefde verwanten een beetje to leren feestvieren .Hij gaf den Icoetsier bevel voorop to gaan rijden en zowerd de stoet van deftige rijtuigen geopend door debende joelende feestelingen, die stemming putten uitgrote glazen schuimend bier, dat zij tapten uit een vatmidden in hun wagen opgesteld en versierd met pa-pieren rozen en sparregroen .Het was vreseIijk . . . . Het was ontzettend . . . . Hetwas een complete ramp! . . .De familieleden werden aangezien voor de rotgenaten van de zingende en schreeuwende bende . Zewerden mee toegejuicht door geamuseerde voorbij-gangers, fietsers en voerlui . BIeelc en bevend vanwoede zaten ze in hun rijtuigen, schoIden onder eI-kaar giftig en radeloos op bet stuk falderappes, datOnze Lieve Heer in zijn toom als hun broer geborenhad doen worden, en beraamden middelen om aanhet afschuwelijke escorte to ontkomen . Ze lieten denIcoetsier wat achterblijven, slinks een zijweg inslaanen dan de paarden tot grote spoed aanzetten . Te ver-geef s . . . . Tien minuten later, toen ze al verIichtademhaaIden en dachten, dat ze de bandieten Icwijtwaren, Iwam de tentwagen in galop uit een anderezijweg aangestoven, met snuivende paarden enjuichende bezetting en het was maar op het Icantje,dat een vervaarIijke botsing vermeden Icon worden .,,Daar motte ju ie geen gewoonte van male," waar-schuwde Piet bedroefcl. „Wat is dat nou voor on-dankbaarheid? Ik kan m'n paarden niet de hele dagin galop houe, ben jullie een haartje belatafeld?"

8o

Page 86: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Er was niets aan to doen . Ze konclen de feesteIijkversierde Jan-Plezier met het biervat, de twee harmo-nikaspelers en de troep schorremorrie niet kwijt raken .Hoe langer hnugezichten werden, hoe hoger devreugde in de tentwagen opIaaide . . . .Na het waarlijk haarstreuvelende schandaal in detheetuin, waar handbal gespeeld werd met koppen enschoteIs, de begeleiders van Piet met alle geweld metde dames wilden schommelen en een hal-champ~treorganiseren , en een algemene vechtpartij nog maarjuist door Piets autoriteit voorkomen werd, was demoed der familie uitgeput. De dames schreiden vandrift, verontwaardiging, angst en spijt . lie heren beef-den van woede, maar zagen Meek van vrees voor deschaterende geweldenaars, die hnude hemel weetwat zouden kunnen aandoen, als ze eens werkeli;kecht ontstemd raakten . . . . Zo werd er besloten deverdere tocht op to geven en terug to keren naar destall. Ze moesten maar in bun nederlaag berusten .Fatsoenlijekmensen waren flu eenmaal niet opge-wassen tegen een bende rapalje, die notabene onderaanvoering stond van hun eigen familielid . . . . 0, deschandvlekI . . .Plichtgetrouw vergezelde de tentwagen de Brie gIan-zende open rijtuigen terug naar de stall . De familieschaamde zich diep en smarteIijk bij de glorieuze enluidruchtige intocht . Kincleren en leeglopers kwamenlachend en joelend mee . Piet Field van de hoge b0k,waar htj bovenop grog staan, toespraken tot de menig-te en verkondigde de 10f van de deftig aangedanefeestgangers in de Tanclauers ; de 10f Honk ietwat iro-

8i

Carlecas 6

Page 87: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

nisch en rauw, en Leviel de toehoorders beter dan degeprezenen, maar dat was ook de bedoeling . Eer deverschillende familieleden voor hun deuren warmafgezet, gingen de rijtuigen langzaam tussen eenjoelende, schaterende en giIIende massa, alsof bet eenrijtoer van vorstelijke personen betrof. De politiegreep hardhandig in om ruimte to maken en de ordeto hersteilen . . . . De diverse woningen der familie-Jeden bIeven de verdere dag gesloten; niemand durfdezicb op straat vertonen, maar de dames hadden htl-krampen

uen de heren woede-aanvallen, de echteIijke

ruzies wilden niet eindigen . . . . Van tijd tot tijd aI-leen hielden de strijdende partijen beide de orendicht . . . . dan reed achter de neergelaten gordijneneen versierde tentwagen voorbij vol muziek en steedsonverstaanbaarder en heser wordend gezang .Want Piet en zijn gezellen zetten de feestelijice rijtoervoort . Van uitspanning tot uitspanning, van cafe totcafe. En op geregelde tijden hielden ze een toumeeJangs de huizen der familieleden om to toners, dat zeden nog niet vergeten warm en bereid bleven hen opwaardige wijze to hulcligen . . . . Toen de schemeringover de stall viel en de lantarens een voor een aan-floepten, was het hele gezelschap, de dildce koetsierincluis, tot een waarIijk dionysische staat van dron-kenschap gekomen. En Piet gaf het bevel tot een ritin voile galop rond bet grote marktpIein . . . ,De koetsier Iei de zweep over de paarden en charging bet de markt rond, als was de Jan-Plezier eenRomeinse zegewagen, deelnemend aan de rennen inde arena. De voetgangers stoven verschrikt opzij,

82

Page 88: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

groepten dan samen op bet midden van bet plein,keken een beetje angstig toe, zwakjes juicbend, iederoogenblik verwachtend, de grote tentwagen, die optwee wielen door de bochten gesleurd werd, to zienomstorten . Piet en zijn gezellen nochtans kenden Beenvrees . Zij zongen bet hoogste lied uit, hadden elkaarbij-de schouders genomen en voerden, waggelend enzwaar stampend, een woeste Indianendans uit in despringende, zwaaiende en hobbelende Jan-Plezier . . . .Tot bet onver.,miidelilke gebeurde . . . . met een heviggekraak brak de bodem uit de wagen en de overmoe-dige dansers zakten er door . . . . Een geschreeuw vanschrik grog onder de toeschouwers op . De helft vande inzittenden tuimelde haTs over kop de stenen open vond zich plotseling in ruste terug, gekneusd, metbloedneuzen, builen en schrammen, maar verder on-gedeerd: wonder boven wonder was niemand doorde widen geraakt. Maar de anderen waren op hunbenen terecht gekomen, hadden zich instinctief in(galop genet om niet ondersteboven gesleurd to wor-den, hielden zich vast aan assen of zijkanten en liepenvoor hun leven binnen de open lijst van de gebrokenJan-Plezier . Ze schreeuwden en gilden naar den koet-sier, maar die had van bet hele ongeval niets gemerkt,reed zingend door en hoorde niets ongewoons of ver-ontrustends in de brullende noodkreten achter hem :I

t was even rustig in de wagers als bet de ganse daggeweest was . . . . Een homerisch gelach schalde overde mark . . . . De wagers ratelde voort in zijn kring ener onderuit repten zich vio paar benen met razendesnelheid, er boven waren de schreeuwende Icoppen

83

Page 89: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

van de slachtoffers, die lopen moesten zoals ze nognooit in hun leven gelopen hadden . . . . Piet, die eruit gevallen was, zat op een stoep gelropen met groteogen naar het fantastische schouwspel to kijken : hijhad voorlopig nog Been adem om to lachen, maar hijwas er zeker van, dat z'n hele lfijvol geschater stale,omdat hjinog nooit in zijn leven zoiets krankzinnigsgezien had . . . .Plotseling doken er eenige agentan op, die bevel ge-kregen hadden een eind to maken aan het spektakel .Piet vond de tijd gekomen am to verdwijnen . Hij namLange Gerrit, die naast hem amechtig zat to hinnikenvan overdadig leeclvermaak, bij de hand : „Koper inde buurt, Lange!"Samen schoten ziJ een steegje in, dat hen op eenrustig en donkey grachtje bracht . Haastig beenden zijvoort en stonden eerst in het Mariastraatje voor HotelCarlecas stil, hijgend en nog nahikkend van de slappelack, waardoor ze onderweg overvallen waren . Toeneerst zag Gerrit de jeneverkruik, die Piet krampachtigtegen zich aan gedrukt Meld . Hij greep hem met eentijgerachtige beweging uit Piets arm, schudde hemvIak bij zijn oor en versomberde .„Leeg, verdommeI" vIoekte hij kwaadaardig, en hiefde kruik boven zijn hoofd om hem tegen de straat ingruzelementen to gooien. Maar hij Meld zijn bewegingin, z'n gezicht klaarde op, een brede grijns trok al zijnbruin-gepruimde tanden Moot . Hij wees met de kruiknaar de overkant, waar de twee vensters van de bar-bierswinkel glansden in de gele gloed der lampen .Binnen stond de barbier vreedzaam een kiant to

84

Page 90: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

scheren, in leerjongen zeepte een andere in en tweezaten pratend op hun beurt to wachten .„Mot je 's oplette, Piet," waarschuwde de Langegrinnikencl, „ik gooi die kruik to barste tege datmuurtje tussen de rame . . . . zaje die gozers es zienschrikkeI"En voor Piet hem tegen kon houden, had zijn onvastehand de kruik al weggeslingerd. De uitweTking wasveel verrassender, dan hij zich had kunnen voorstel-len, want de kruik trof niet het muurtje, maar vloogmet een daverende slag door de ruit naar binnen .Noodkreten stegen op. E~n klant bloedde overdadiguit een half afgesneden oor, de tweede wreef vloe-kend het bijtende schuim uit zijn ogen, de anderenkeken bevend van schrik naar de ruine, die de kruikaan de ruit en op de kaptafel aangericht had . . . .Daarop stormde alles naar buiten . Ze vonden denwaard van Hotel Carlecas en Lange Gerrit op destoep zitten, tegen elkaar hangenci, huilend van hetlachen in voIstrekt zedeloze vreugde. Waaraan ove-rigens harde Happen met wandelstokken en eenbezemsteel spoedig een einde maakten . Het werd eenraak en zeer Iduigevecht, waar niet alleen de helebuurt, maar ook de politie aan to pas kwam .En zo werden Piet en Lange Gerrit die avond tocbnog verenigd met dun feestgenoten van de rijtoer engezamelijk deden zij de wanden van het arrestanten-Iokaal daveren van het schone Lied :

En binne deize mu-hureee . . . . moed ikversma-hachteeee . . . .

Voor mijn besta-haaat gee-hee-heenvrijipjheid me-deer . . . .

85

Page 91: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Over hengelaars en hengelen .Hoe de Waard van Hotel Cone-cas

lhit Slachtoff er wordt van valse

inlichtingen en zijn wmakzuchthoiviert op onschulcligen . , Voor-delig besluit van een rampspoedigbegonnen dag .

Atavistische instincten zijn buitengewoon taai,ja, welhaast onuitroeibaar. Onze verre voor-ouders, de Batavieren, glorieuzer nagedach-

is, leefden van de jacht en de visvangst. De mannen.De vrouwen verzorgden de lancibouw en brouwdenhet bier tegen dat de heren der schepping, dorstig enverhit, terugkeerden van wouden en stromen . Eenuiterst sympathieke verdeling van de arbeid, waarineerst door de ontaarding ever verwekende beschavingeen jammerIijke wijziging gekomen is . Maar in elken(rechtgeaarclen) Hollander is nog lets overgeblevenvan het jagers- en vissersinstinct der Batavieren . Metdat van de vaderen geerfd bewustzijn veronderstelthij steevast en met keiharde overtuiging, dat waarwater is ook vis moet zijn, en voelt zich onverwijIdaangegrepen door de dringende behoefte die vis Lilt

86

Page 92: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

dat water to sleuren. Daarom ziet men aan ell moJ-derig stadsgrachtje, langs elke half dichtgegroeidepoldersloot, aan de never van elke snelle vliet en iederdruk bevaren kanaal geduldige mannen staan, diemet een lange stole naar bet zwijgende water wijzenen wacbten; hun Ieeftijcl varieert van vier tot tachtig,uitzonderingsgevallen daargelaten, en men vat zesamen onder de verzamelnaam : hengelaars. Eenvou-digen van geest noemen hen gekken, spotzuchtigenkarakteriseren hen sarcastisch als optim- isten, psycho-logen alleen weten, dat zij onbewust den Bataviernaar buiten gekeerd hebben en er ook niets aan kun-

doen :nen zij stellen vissers voor . In de loop der tijdciiis cue naam visser gewijzigd in bengelaar. Daar zit eenIichtelijk beschaamd gevoel achter . Een visser wordsverondersteld vis to vangen ; bij een hengelaar is datniet zo zeer noodzalelijI : hiJ hengelt; of hij met dathengelen ook vis vangt, is een tweede, vrijwel bijkom-stige ornstandigheid . De echte, oprechte hengelaar iseen broeder van den kunstenaar volgens bet ideaalvan den Tachtiger, die de kunst bedreef om de kunstalleen; de ware hengelaar hengelt om to hengelen . Deanalogie gaat vender, want de Iunst was volgens deTachtigers hartstocht, en il vraag u categorisch: wasis hengelen antlers dan hartstocht? De waarachtigehengelaar is in staat zijn tuigje uit to gooien in dewastobbe van zijn vrouw en bevend van innerlijL-espanning wren aaneen op zijn dobbertje to staren ofhij nog niet beet heeft . Want de hoogste, de diepste,de laatste wijsheid van den hengelaar is: je kunt nooitweten . . . . Als bet mogelijl is, dat Lange Joep uit

87

Page 93: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

een sIootJe, waar nog nooit een stekelbaarsje in ge-signaleerd was, met een gewoon vorentuigje en eenkorreltje deeg aan de haak, een snoek gevangen heeftvan twaalf pond, geliJk bij met lure eden en onderoverlegging van het monster bezwoer - wat mag clanonder hengelaars nog onmogeIijk geacht worden? . . .Wanneer men een vis al niet gevangen heeft, danhad men hem aIthans kunnen vangen, en dat is opzichzeIf al spannend genoeg . En de vissen, die mengevangen heeft, vertonen een hoogst merlcwaarctigeeigenschap: ze groeien na hun flood en vernietigingregelmatig en voorspoedig voort en bereiken na jarenafmetingen, die de oprecbte hengelaar nog maar nau-welijks met wijd-gespreide armen kan aangeven . Ookdoen daze door hengetaars gevangen vissen aan zeIf-vermenigvuIdiging : de Brie, die tezamen cue buit vanden flag vormden, worden in zeer kori tijdsbestek toteen net of een kanus vol, waarvan links en rechts eenzooitje ward weggegeven, zonder flat de hoeveelheiclverminderde. De zonderlingen, die niet aan wonderenwillen geloven, hebben nooit met Fiengelaars omge-gaan .Gezien daze simpele karakteristiek van hengelen enhengelaar, zal hit den lezer, die al enige kkijgekre-gen heeft op de aard van „Hotel Carlecas"' eigenaar,niet verbazen to verriemen, dat deze eerzame staats-burger een hartstochtelikihengelaar was. Het stadjezijner inwoning lag to midden van een waterrijk pol-derland. Om de waarheid to zeggen was het aantalvissen in die wateren omgekeerd evenredig met hetaantal hengelaars, dat er op afkwam om ze to ver-

88

Page 94: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

schalken. Maar dat was geenszins een beletsel voorvIammende vertelsels over wonderbare vangsten zowat aantaI als afmeting der slachtoffers betrof . Demeester-hengeIaar echter was en bleef Piet van Asselt .Hij steIde alle verteIIers van hengelaarsavonturenvastberaden in de schaduw, duldde in deze dingenBeen concurrentie en ping voor de ogen der ontzettemede-vissers taf ereIen op, waar de grootste IeugenaarstiI bij werd. Viak bij den een of anderen aanwezigehad hij steevast het een of andere avontuur be-Ieefd . . . . „Je weet wet, Kees, op die morgen, toen jijdie karper van dertien pond ving . . . ." en de getuigewas wel verplicht om de onwaarschijnlijkste feiten tobeamen, wou bij in de gelegenheid gesteld wordenzelf iets naders mee to delen omtrent die karper vanongelogen een meter Lang en waarmee ht,j'k zalsterven as'et niet waar is, Brie voile uren had moetenvechten eer hij het gevaarte op het droge had . DestadshengeIaars konden trouwens toch niet tegen Pietop, want hij had gehengeld in Amerika en Australia,in Finland en China, in de Amazone-rivier en deCaraIischebZee, haaien, zwaardvissen, steuren enzalmen gevangen, alles van meer dan mensenlengteen wat betekende daarbij nou zo'n katvis van eenkarper, die amper-an dertien pond haalde? En wiekon hem tegenspreken, als hij vertelde van gevangenreuzenbaarzen in Canada, wegende tussen de hon-derdvijftig en driehonderd pond? . . . Nee, Piet wasonbestreden de eerste hengelaar van de stall . . . . deanderen kwamen zelfs met hun stoutste verhalen nietbij hem in de buurt . Niemand was dan ook onder de

89

Page 95: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

hengelaars zo gezien en zo verafschuwd en niemandwerd beschuldigcl van zo ongehoorde overdrijving alsPiet van Asselt, de waard van „Hotel Carlecas" . Demeesten onder hen vatten zijn verhalen op als eenpersoonIijke belediging : verder dan hun fantasiehehoorcie bet visserslatijn niet to gaan, dat wasonbehoorIijk en kon wantrouwen wekken aan de ge-geloofwaardigheid van hengelaarsverhalen in 't alge-meen en aan die van hen in 't bijzonder. Maar wat1<onden ze ertegen doen? Hij geloofde hen . Ze moes-ten zich wel tot een tegenprestatie opschroeven,belangstellend toehoren en goedgelovig knikken . Metde wanhoop in bet hart, moord in de zieI, verteerdvan afgunst en bijna barstend van woede . . . . Pietmaakte het zelfs voor deze vrijmetseIaars-van-de-Ieu-gen to bont. Bovendien werd hij vaak anzakelijk, hadaltijd boeren er tussen genomen en erotische avon-turen beleefd met hun vrouwen, dochters en melk-meiden, en aan zulke dingen dacht een eerbaarhengelaar zelfs niet . Die bepaalde zich tot hengelenen het overdenken van de mogeIijkheden om bet be-Ieefde en bet al of niet gevangene een beetje wildergrenzen to geven. Flauwe kul met bet vrouweIijk ge-sIacht behoorde vermeden to worden btJ zulk eenernstig, edeI en opwindend bedrijf als hengelen . . . .Maar bij zulke opmerkingen gIimlachte Piet en zeivage vinnigheden omtrent droogpruimers, druiven, diezuur waren, en maakte zelfs nog gepeperde toespe-Iingen, die niet voor reproductie door de drukpersgeschikt zijn .

90

Page 96: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Eens had de waard uit „Hotel Carlecas" uit een ge-heime bron van informatie een tip gelregen omtrentcen bijzonder visrijk water. Het lag ergens achter ineen afgelegen polder en je moest toestemming vragenaan den Boer, die er eigenaar van was en over wienserf je gaan moest am het water to bereiken. Die Boerwas een beetje lastig, maar als je beleefd Lleef enaanhield, gaf-ie wel toe. En de relatie had hem ver-baden er met anderen over to spreken, antlers werdhet water weer dadelijk doodgevist . Hijzelf was ertoevaIIig terechtgekamen, toen er nergens een stootjeto bekennen vieI, en hij had er een eind in de tachtigvissen gevangen, knappe rietvorens, kanjers van baar-zen, een paar brasems as vloermatjes . . . . d'r zat vanalles, en 't was een plezier om char je snoer uit togooien. Piet kende dit snort verhalen, omdat hij ze togelegener tijd zelf eveneens vlot pracluceerde . Hij wistprecies, wat ze waard zijn . Maar de eigenaardige ge-moedsgesteIclheid van Glen hengelaar brengt mee, dathij- ze toch, zij het aarzelend en onder vertoon vanberoepsongeloof, tot op zekere hoogte als mogelijiwaarheicl aanneemt : zolang de leugen niet door deondervinding bewezen is, blijft in de hengelaars-werelci alles mogeIijk, of Let waarschijnIijk is of niet .Dus droomde Piet een paar nachten achi ereen vandrijvende dobbertjes, die met een ruk onder waterschoten en de zalige, opwindende zekerheid gavenvan een glorieuze vangst. Hij besloot dtials een goedvoorteken to beschouwen en een tocht to onderriemennaar het nieuw ontdekte viswater .

9 1

Page 97: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Niet alleen, char is geen aarcIigheid aan . De Woes.te-ling moest met hem mee .De Woesteling was een nieuwe vriend, een ambte-naar van het stadhuis, een klein, mager en kwiekmannetJe, die dronk en vloeken kon als de bestekolensjouwer, en een vrouw had, tweemaal zo groutals hijzelf en die hem naliep en gehoorzaamde als eenhondje. Daarachter had Piet ongehoorde kwaliteitenvan lichaam en ziel vermoed en meneer Tersteeg „deWoesteling" gedoopt, weIke naam onmiddelIijk po-pulair geworden was . Ze konden het geweldig goedsamen vinden . Piet en de Woesteling en daaromwerd deze uitgenodigd mee to gaan om het nieuweviswater to gaan beproeven . Hij kon gemakkelijk eenvrije dag krijgen, want het was een gemoedelijk stad-huis, z'n chef was ook een grout hengelaar en opgezette tijden in de zomer en het najaar werden ze ombeurten of en toe een dag ziek, knapten eIkaars werI:op en hengelden onverstoorbaar .Met hengels en kanus trokken ze des morgens tegenhalf vier, toen de dag nog nauwelijks gloorde aan deverbIekende oosterkim, de stall uit. Ze hadden ruimtwee uur to lopen. Er ging wet een trammetje dieleant uit, maar ze hoopten aan het water to zitten, eerde dienst van dat hobbelende brokkentrommeltje be-gon. Ze waren nog een beetje slaperig, zwijgzaam enhumeurig, maar Loch tintelde de hengelaarskoorts alin hun bloed, de heirnelijke hoop, die allengs zeker-heid werd, dat ze vandaag geluk zouden hebben enmet een formidabele yacht vis thuis zouden komen .Ze waren op alles voorbereid, hadden met reigervet

92

Page 98: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

en lavenclelolie gemengd deeg bop zich, wormen voorde baars, aardappelen en harcie plakjes rijst voorkarper en brasem en zelfs bet snoekentuig met hetblinkenci zilveren Iepeltje was niet vergeten . Evenminals de proviand en de vierkante literfies, zonder welkein die dagen Been rechtgeaard hengelaar het in zijnhoofd gekregen zou hebben op de visvangst to gaan .Het was mooi weer, toen ze de stall uitgingen . Onder-weg betrok de Icht.uHet motregende, toen ze bii deboerderij aankwamen, waarachter het befaamde vis-water gelegen moest zijn . De Boer slenterde net bijhet hek, toen ze aankwamen en hem vriendelijkgroetten .

> Goeienmorgen, baas."De baas antwoordde tegemoetkomend :„~1at mot jet"Piet Iei hem in zoveel cloenlijk hoffelijke termen uit,dat zij toestemming verlangden om to hengelen in hetwater, dat over zijn erf bereikbaar was . De Boer keekhem wantrouwig aan en inf ormeerde :, .Wat schiet ik char mee opt"Piet had al zin om hem de kanus naar zijn kop togooien en hem toe to schreeuwen, dat hij niet uitvissen grog om zo'n stommen Boer er iets mee op tolaten schieten, maar hij bedwong zich en zei, dat zewel een paar kwartjes over hadden om char to mogenhengelen, en dat ze niks zouden beschadigen .„Twee kwartjes," snoof de hoer minachtend .-De man,

,1

samen .

11

vigil de Woesteling gauw in . Xen gulden

„Da' ken," knikte de Boer en stale zijn grauw-vereelte

93

Page 99: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Land uit: „Maar vooruit betalen, antlers smeren julIieem toch .De Woesteling gaf hem een gulden en hij Ijet deweg vrij .„Je kenne achter de stal omgaan," wees hij, „maarpas op de hand, want da's een kreng voor vreemde ."Toen ze een eindje het erf op waxen, riep hij henachtema.„As ie een vissie vange, motteje 't me toch eres latezien . . . . dat zou 't eerste weze, wat ik er door eenhengelaar uit deb zien hale."Piet kreeg een dooclschrik, maar de Woesteling zeikordaat:„Stiekum laten zwamme, Piet . . . . Die wil 'et onstege make . . . . eerst in guide pikke en Ian ook z'nvis nog houe . . . . hej je 'm nog niet in de kiere?"Piet grinnikte opgelucht en wou juist lets kemachtigszeggen over inhalige boeren, toen er een geweldiggestroomde dog woest blaffend om de hoelc van deschuur kwam stormen. De twee hengelaars druktenzich tegen de muur, dodelijl verschrikt, niet antlersdenkend of ze zouden door bet ondier in stukkengescheurd worden. Maar geIukkig zat de bond een katachterna en zag de vreemde indringers zelfs niet . Znglipten Iiaastig road de schuur, renden het achtererfaf, sprongen over het hek en rustten niet eer ze langsde poldervaart een veilige afstand tussen zich en deonherbergzame boerderij gebracbt hadden . Piet bieipden Woesteling ijverig bii bet bedenken van ellen-lange vIoeken en gruweIijke verwensingen over bethoofd van den Boer en zijn bond . Doch ze wares

94

Page 100: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

spoedig vertederd door het gezicht van hun vis-water .. . . .Ach, wat een viswatertje lag daar voor hen! . . . Zo

glad met kleine spatjes van de trage regen. Eenaardig brede vaart met riet, lissen en biezen aan deleant. Een brokkelige never, waar je je kanus in eengrotje kon zetten om echt gezellig to zitten en tussende lange lisbiacten en riethaImen door precies je dob-bertje in de gaten kon houden, om to zien hoe hetondergetrokken werd door een stevige ruffs-wren ofeen vloermatje van een brasem . . . . En zo'n regentjewas eigenIijk je ware visweer .. . . . In de beste stem-

ming, haastig van zoete hoop, maakten ze hun tuigjeklaar en Iegden in . . . .En wachtten . . . .Een kwartier . . . .Een half uur . . . .Geen stootje aan de Jobber bewees de aanwezighe:dvan ook maar het kieinste visje. Af en toe haalden zeop om to controleren of het deegje er nog aanzat . Hetzat er onveranderlijk onbeschadigcl aan . Ze gingenverleggen, tweemaal, tienmaal . . . . Been stootje . . . .Ze bonden het baarstuig aan, boorden de haak doorhet krimpende Ifijvan een Iekkere, malse worm engooiden in, door nieuwe hoop bezield . . . . Geenstootje . . . .Zachtjes zeeg de regen over den been en doorweekieiangzaam hun kleren, die Ham gingen plakken aanhun verkillend hif . . . . Ze moesten een slokje nemenuit de vierkante pot am een beetje op temperatuur toblijven. Maar ze waren hardnekkige vissers en ze

95

Page 101: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

hielcien vol, wren lang, tegen deter weten in . Toenwarn er een schuit1e voorbij met melkbussen en een

boerenjongen-in-een-blauwe-kiel, die bet voortboom-de. Het was een spraakzame en openhartige boeren-jongen; hij riep blijmoedig :„Je kenne d'r net zo goed oitschaie, heire . . . . demolenaar heft er vlee week alles oit 'esleept met dezege . . . , d'r zit Been speldeknoppie meet in ok

11

nie . . . .

Piet voelde zich bet hart ingetrapt . Onredelijk ver-zocht hij den jongen Iuidkeels zijn boerenkop dicht tohouen, waarop de jongen hem snedig uitnodigde eenzeker Iichaamsdeel van hem to komen Iikken, hetgeenPiet weer inspireerde tot de mededeling, dat dtiIichaamsdeel bij varkens niet gelikt, maar geschraptwerd .„Dan magge je wel oppassen, dajje niet to dicht bijde schrappers komme," waarschuwde de jongenlachend, en voegde er toen laconiek aan toe : , .envoor mijn part ke je doodvalle ook."„Au1" zei de Woesteling, „vlak in me oog, Piet!"Piet keek hem moordlustig aan . Daarop zuchtte hiidiep en zei vol ontzetting :„Leeggehaald met de zegel . . . En daar staan wij metonze simmetjes in to piele . . , . God zal me die

96

,1

vent . . . .En hij smeekte een waterval van rampen of over betbestaan van den nietswaardige, die hem deze Toergedraaicl had. De tomeloze woecle van Piet amuseer-cIe den Woesteling zodanig, dat bij tot grote verha-

Page 102: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

zing en ontsteltenis van zijn vriend Iuidkeels begon tolachen.„Wat is-t-er nou to lachen?" vroeg Piet driftig .,,Man, schei uitl" gierde de antler . „AIs je je eigebakkes kon zienl . . . Ik lach me kleurenblindj . . .Houdt de hele wereId voor de gel, en as ie d'r zeIfeen keer tusse genome wordt, is ie zwaar beledigd . . . .Ohohoho . . . . Oehoehoehoe . . . . Hahahahal"Ohoho . . . . Oehoehoe . . . . Hahahal" bauwde Piet11

hem driftig na . „OI oI oI wat hebbe me-n-een Jo1 . . . .Waarom blfijje d'r niet in?"Nu leek bet werkeIijk of meneer Tersteeg er in b1-yen

i1zou. Piet keercie zich verontwaardigd of, een

beetje to haastig, want hij gIeed uit en viel . . . . Vielmet zijn _ news op het dikke deel van zijn hengel enbegon avervIaedig to bloeden. De \Voesteling grog

op in kanus zitten, zwol paars aan, hikte en snikte.bet in tranen de vrije loop en sloeg met de gebaldevuisten een roffel op zijn knieen . Piet verwenste zijnongeluksdag, zijn vrienden in 't algemeen, den Woes-teling in 't bijzonder en bloedde twee zakdoeken naelkaar vol, eer de heledigde neus er genoeg van had .„Die Boer doe ik wat an," bezwoer hij . „Wat weetik nog niet, maar die komt er zo niet of . . . ."Zij borgen hun twig, bonden de hengels bijeen enstapten versIagen door de regen terug naar de boer-derij. Nog voor ze het hek binnen waren, schoat dewaakhond op hen of , hapte naar Piets benen, scheur-de een lap uit zijn broek en huppelde dan bevredigdhet erf weer op. Bleek en bevend van schrik stondende hengelaars naar de gehavende pantalon to kijken .

97

Carlecas 7

Page 103: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

. . . , echoot de waakhond op hen af, hapte naar Pieta benen . . . .

Page 104: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

„Had ie je poot ool to palle?" vroeg de Woestelingin zijn sierIijke stadhuistaal .Piet keelc hem aan . Er lichtte lets op in zijn droeveogen .„GoffergemeI" zei hij zuchtend. „Daar heb ik 'et . . . .Wacht es effe . . . ."Hij dook in zijn Icanus, haalde er de ongebruiktehanddoelc uit en scheurde er een reep af. Daaropstroopte hij de verpluisde broek op, draaide de lap omzijn onbeschadigde kuit en wond daar artistiek detwee bebloede zakdoeken amheen .„Gebeten buiten het erf," zei htJ met nadruk .„Ga de Boer zoeken en kom met 'em bij me terug omme naar binnen to helpen . . . . Daar zal die pleziervan hebben! . . ."Tersteeg was er dadelijk in, liep met een veilige boogom het bedreigde erf, schreeuwend om huIp. De Boerkwam met een riek in de hand de stal uit stormen, deboerin uit de Iceulcen .,.Die rothond van je heb m'n vriend gebeteI" gildede Woesteling . „Buiten 't hek . . . . kom effe mee om'em to helpe!"De boerin sloeg de handen boven haar hoof d te-samen .„Dat loederT . . . Ik heb 'et al honclerclmaal gezeid,Knelis, daar komme ongelukke vanI"De Boer gooide zijn riek neer en holde met Tersteegnear de plaats, waar Piet met het bebloecle verbandom zijn been kreunend van pijn en met een vertrok-ken gezicht op z'n Icanus zat . Hij was bleelc en zagBruit alsof hij zo flauw zou vallen . De Boer stond er

99

Carlecas 7*

Page 105: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

met hangende armen bij, ontdaan door het gezichtvan bet bloed en met een vage gewaarwording vande onheiIen, die hem boven bet hoofd hingen . DeWoesteling gaf den gewonde een hartversterl-ing uiteke vierkante pot, vroeg bezorgd :„Hoe gaat yet er nou mee, Piet?".,Beroerd," steunde bet slachtoffer en begon opzijweg to zalken .Haastig sloeg zijn vriend een arm om zijn schouderen Dual den Boer bars :„Vooruit, pak an! . . . We motten 'em binne zien toIkrijge . . . . Iiij gaat temet van in stokkiel . . .Dan zat er een krimpende Piet in de warms keukenbij bet brandende fornuis, drunk kiappertandend dehete koffie met veel suiker en meIk, die de jammeren-de boerin hem opdrong en keek met verdraaide ogenklagelijk en verwijtend naar den Boer, die met zijnfiguur Been raad wist . Allengs kwam bet uit, datmeneer Tersteeg een advocaat was, en hij citeerdesomber de wetsartikelen, waartegen de Boer en zijnbond gezondigd hadden en de straffen, die het wet-boek daartegen gestrengelijk -dacht op to leggen, bustsen hechtenis en schadevergoeding en smartegeld enafmalcen van de bond en proceskosten . . . . alleen dedoodstraf voor den hoer zeIf ontbrak aan de verbi ;ste-rende reeks . De vrouw kermde :„i~laar is daar dan niks an to doen?"„Zeker wel, vrouwtje," zei goedig de advocaat, „aIsmeneer bier mee wiI werken tot een schikking . . . .dan hoeven d'r geen poIitiezaken van gemaakt towerden . . . . tenminste . . . . als de dokter ook mee-

I00

11

Page 106: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

werkt en d'r komen Been doclelijke complicaties, wantdat kan altiJd met een hondebeet, nietwaar?"Piet kreunde droever . De Boer en z'n vrouw verbleek-ten dieper. Meneer de advocaat keek bedenkelijker :hij had een hard hoofd in het gevaI . . . . Daarop sprakPiet met zwakke, kwijnende stem :„Ik wiI 'et uiterste niet hebbe van de baas . . . . als iem'n schade vergoedt, zal ik 'em verder niet lastigvalle ."„Da's edel van je, Piet!" prees de \Voesteling geest-drif tig . „Maar ik verwachtte niet anders . . . . een goedchristen zoas iii laat altijd genade voor recht geIclen ."De hoer en de boerin waren ook goede christenen enverklaarden zich bereid de geleden schade to vergoe-den. De advocaat was weliswaar Been slecht christen,maar hij maakte toch een schriftstuk op, waarin dehoer schuld bekende aan de verwonding van zijnvriend en zich bereid verklaarde tot volledige schade-vergoeding. En char zetten ze allemaal hun hand-tekening onder . . . . Toen werd de Doer uitbundig vangoedmoedigheid, grog de deur uit en kwam tien mi-nuten later terug met een net vol vis : voren, zeelt,brasem, karper en snoek . Die had bii uit de bun ge-haaId, een deel van de vangst met de zegen de vorigeweek, want „de molenaar", dat was hijze!f . De viswend over de twee kanussen verdeeld en de henge-laars droomden al over de verhalen, die ze in hetstamcafe zouden kunnen vertellen bij bet vertonenvan bun wonderbare visvangst . Het beloofde span-nend to wordenIPiet probeerde of bij lopen kon . Er was Been sprale

1 0 1

Page 107: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

van . met een sniJdende smartkreet zakte hij op zijnstoel terug. De Boer verklaarde zich bereid hem in zijnbootje naar de halte van de tram to brengen : eendikke Brie kwartier van de boerderij kwam die overeen brag. As meneer de advocaat mee in de lijn woulopen, kon de gewonde rustig in het schuitje zit-ten . . . .Piet zat rustig in het schuitje en genoot van zijnsigaartje, de eindeIijk doorgebroken zon en het zaligebewustzijn, dat de dag zeer geslaagd en goed besteedwas . . . . die „moIenaar" zou harder bloeden, danzijn news gedaan had . . . . De Boer en de Woestelingliepen langs de leant, het zeel om de burst, licht voor-overgebogen en trokken het scbuitje gemakkeIijk doorhet water . Ze praatten of en toe een beetje, de windwaaide de onverstaanbare Iclanlcen naar den armengewonde in het schuitje over. Spelenderwijze paktePiet de strakgespannen lijn, die aan de bank vo6r hemwas vastgebonden, en trok er aan . Het bootje ver-snelde even zijn vaart en achter Piets handen pinghet touw slap . Dat vond hil aardig en hij palmde nogeen erode in en nog eens, en had al gauw twee, Briemeter kronlcelencl touw voor zich liggen . . . . Hij kreegeen idee en moest er om lachen . . . . De Boer ver-diende niet beter . . . . en de Woesteling . . . . ja, deWoesteling had ook nog wat to goed . . . . Had ie 'emuit staan lachen of niet, toen z'n eigenste vriend zicheen bloedneus gestoten had? . . . Boontje komt om z'nIoontje, was Piets wraakzuchtige lijfspreulc en dus lietbij plotseling de ingehaalde lijn los . Met belangstel-ling, vreugde en voldoening, zag ht,Jhoe de twee

1 02

Page 108: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

mannen in het lijntje, die eenskIaps bet gewicht vanhet bootje niet meer voeIden, valIend near vorenstruikelden en over eIkaar been, schreeuwend in hetwater tuimelden . . . . Het schuitje schommelde vande rukken, dreef dan met slap hangende hjn verdernaar het madden a£ . . . .De drenkeIingen doken dadelijk weer op, stonden totaan het middel in het ondiepe water,schudden hundruipende hoofclen en spuwden lange stralen mod-derig water weg. Piet bedwong zijn stuipachtige lach-bui en glide naar de leant:„Wat gave jczllie nou beginnen? . . . Ben je helemaalbelazerd om to gaan duike en mijn maar to Latedrijvel . . ."De duikers gaven eIkaar de schuld . De Boer beweer-de, dat meneer de advocaat tegen hem aangevallenwas, en de Woesteiing schreeuwde, dat de boar ge-struikeId was, achteruit geschopt had en hem mee-gesleurd. Piet schold ze allebei uit voor ezels en vroegof ze char wouen blijven staan tot ze wortel geschotenhadden . . . .„Schiet op, antlers halen we de tram niet . . . . En ikmot naar een dokter, want me pact steekt als vuur,en hij wordt hoe langer hoe dikker . . . . A'k maarBeen bloedvergiftiging heM"De boar schrok zo, dat htJ naar de leant sprang enTersteeg bijna wear ondersteboven trok . De Woeste-ling had weinig zin met zijn natte pale wear in de lijnto gaan, maar hij moest wel, gezien de ernstige toe-stand van den gewonde . Dus sappeIden de drenke .lingen gelaten wear voort . Hat water droop uit hun

1 03

Page 109: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Jderen en sieperde met een naargeestig geIuid uit hunschoenen . Piet riep troostend, dat ze niet bang hoef-den to zijn : 't was zomer, ze zouden er niks vankrijgen . Tersteeg liep to peinzen over de mogelijl-eoorzaken van het raadselachtige ongeval en was ge-neigd die bij zijn vriend Piet to zoeken . Maar hoe kondat? . . . Die zat op grote afstand rustig in de foot entelkens als hij tersluiks omkeek moest hij onverander-IiJk zijn schuldeloze aanwezigheid constateren . Entoch plompten ze bij de laatste bocht voor de tram-brug opnieuw op dezelfde raadselachtige manier devaart in. Ze twijfelden nu niet meer aan eIkaarsschuld, stonden proestend en spuwend, druipend enmodderig eIkaars gezond verstand to ontkennen enweinig vleiende meningen uit to wisselen over elkaarspersoonIijkheid, uiterlijk en voorgeslacht . En Piet Tagvoorovergezakt in z'n schuitje, Meld beide handen opz'n buik gedrukt en dacht niet antlers of hit zou opslag sterven van het lachen . . . . Toen hij weer op-keek, waren de drenkelingen in het water elkaar aan't afranselen. De Boer verloor het evenwicht en ver-dween onder water. De \Voesteling Iachte triomfan-telijk, maar de lack eindigde in een benauwendgegorgel, want hij zat nog altijd aan dezelfde lijnverbonden en werd als een Jobber mee antler watergetrokken .„Je hebt beet!" gilcle Piet .Enfin, het afscheid van den Boer was heel onhartelijk,en de natte meneer Tersteeg moest de refs maken ophet tochtige achterbalcon, wat niet bevorderlijk wasvoor zijn toch al lang niet meer stralend humeur . . . .

1 04

Page 110: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

De hoer vond op drie achtereenvolgende Doncler-clagen, als wanneer htj voor de markt in de stallkwam, bet slacbtoffer van zijn bond met bet zwaarverbonden been op een stoel, potten smeersel enflessen medicijn op een tafeltje naast hem en een-z6e'r pij'nlijl en Iijdend gezicht . Eerst de vierde weekliep de patient weer, zij bet ook met een stole en heelveer moeite. De rekeningen van dokter en apothelerwarm tamelijk hoog en een bedrag van zestig guldenWegens geleden schade in bet bedrijf zeker matig,getaxeerd . Ik zal niet zeggen, dat bet biijmoedig gingmaar betalen deed de hoer .-Hij had ook es 'et lef motte hebbe omm to sputtere . . .had ik 'em z6 de bajes in gedraaid," zei Piet, wanthij was als steeds heilig overtuigd, dat htj bet rechtaan zijn zijde had .

1 05

Page 111: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Waarin de held voor de lacitsie

maal een zeereis onderneemt endoor welke wederwaardigheden

dezelve gekenmerkt wordt. Hij

brengt een makke duff mee en hoe

deze begrijpelijke ontsteltenis ver-

wekt . •- Een verklarirg aan ver-

ontruste lezers .

P lotseling was „Hotel Carlecas" gesloten. „We-

gens vertrek naar een betere wereId", deeIde

een kartonnetejvoor het venster mee. Debuurt vond het griezelig en verdiepte zich in sombereveronderstelIingen . De deugdzamen hadclen altijd

wel gedacht, dat het met lien weerzinwekkenden

zondaar nog eens verIteerd zou aflopen. De meer

levenslustig aangeIegden betreurden het verdwiJnenvan deze bron der vreugde . De optimisten meesmuil-

den en vertrouwden, dat Piet wel weer levenci en

ongeschonden uit de betere wereld in Hotel Carlecas

terug zou keren. De in aIIeriJI gewaarschuwde familie

koesterde de hoop, dat Piet het verblijf in de betere

wereld zo goed bevallen zou, dat ze zijn verafschuwd

io6

Page 112: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

aangezicht nimmer meer to aanschouwen mochtenkrijgen . In welke mensIievende hoop zij echter teleur-gesteld werd. Want de optimisten Iregen gelijk: on-geveer een maand na zijn geheimzinnige verdwijningstond op een morgen de deur van Hotel Carlecaswagewijd open, de daordringende waIm van ranzigeolie, waarin de beroemde scholletjes bruin lagen tosudderen, verpestte aIs van ouds het straatje, en Dietordende enige pas verworven koopwaar, in hemds-mouwen en met zijn zwart gerookte, stenen pijp in demond, neuriend en onverschillig, als was hij nooitweggeweest. Toen het gerucht zich verspreidde, ont-stond er in de buurt een ongekende behoefte aangerookte, gebakken en gedroogde vissoorten ; de waardvan Hotel Carlecas kwam handen tekort om al defiartelijke klanten to bedienen en bad een voordeligemorgen. Daarna wist iedereen, dat Piet enkel maareven een refs been en weer naar Amerika gemaakthad, als steward op een groot passagiersschip ; allegeheimzinnigheid, alle sensatie was er of, en de han-del van Hotel Carlecas viel terug tot zijn gewone, nietzeer aanzienIijke afmetingen .Zijn komst in het stamcafeetje die avond was eentriamf .. De vrienden waren al onderricht van zijntecugkeer en verwachtten hem . Met een bescheidenglimlach nam hij de stormachtige huidebetuiging inontvangst, grog op zIn gewone plats zitten en gaf betverwachte rondje. Hij werd bestormd met vragen . Envertelde. Die hele geschiedenis was een noodlottigevergissing geweest . Hij was immers van plan om nooitmeer to varen. Maar op een Ideine herinneringstocht

1 07

Page 113: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

over de Schiedamse Dkijin Rotterdam had hij ouwevrienden getroffen, en hoe grog dat? Van een rancljekwamen er tien, en dan brak de duivel los. En als jeweer goed en weI bij je positieven kwam, Meek het,dat je gemonsterd had en je kon nog net even naarhuffs om 1e boeltje to halen en een brief je op to hangenten erode je klanten een hartkwaal van ongerustheidto besparen. En je was steward op zo'n zwemmendhotel . . . .,,En Mjfjje char nou weer op varen?" vroeg dekastelein .Piet trok een Ielijk gezicht .„'k Zou niet eens meer kunnen, al zou ik willen,"zeide hii. „'k Heb de zak gekregen . . . , met de booci-schap, dat, as ze ooit m'n neus nog zien, dat ze medan de hersens in dean . . . . ">Wat een vriencleIijke mensen!" bewonderde een vande toehoorders . „En jij dent natuurlijk zo onschuldigals een pasgeboren kind .",,Och," antwoordde Piet berustend, „weet je wat 'etis? . . . Die mense zoeke overal wat ergs achter. Zekunne niet tegen een Iolletje . D'r lachspiere werkeniet en dan worre ze kwaadaardig . . . . Met zulketeutememme kan ik geen vrede hone . . . . Ze hebbeme dadelijk aangenome, toen ze hoorden, dat ik eenhotel had : dan was ik natuurlijk een prima stjoerd. lkkwam in de eerste klas. Allemaal melige gezichte eneen drukkie, man! . . . de godganse dag kan je je 'tapezuur dope voor dat volk. En d'r was een ouweAmerikaanse opoe bij van zowat zeventig, die had 'etcompleet op me voorzien. As ze belde en ik kwam in

lo8

Page 114: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

d'r hut, stond ze in d'r onderjurk en heel d'r geledoodskop met paardetande grijnsde tegen me . Maartcen ze me op een keer ook nag vroeg am d'r schoenvast to make, heb ik me pet zolang an d'r ene schou-werbIad opgehange en toen is ze naar de kapiteingelope om to kiage, dat ik zo familjaar was, en ikwerd uitgeveterd, dat de honde d'r geen brood vangrate. En laat me nou diezelfde avond an 'et dineeeen kom met kappertjessaus uit me hande flikkere,precies in dat ouwe merakel d'r teals . . . . ik begondadelijk met me servet to werke en d'r hare raakte volblubber, en toen kreeg ze een snort zenewetoeval ende hele eetzaal stond op stelte . De kapitein kwam d'ran to pas en ik vloog met een boochie de zaal uit ; diekapitein was zo sterk als een leeuw en hij had ergesde pest over in en dat moest ik natuurlijk bezurel . . .Bediene mocht ik nie meer . Ik moest in de kombuishelpe. Daar mochte ze me wel, en ik had 'et er bestnaar me zin. En toen gebeurde d'r iets gels, delaatste avond voor we in Amerika ankwamme . D'rwaren gebakkies voor de eerste klas . Bovenop lag eenkwal'zkie van die gele pruimegelei. En toen ze op tafelIwamme, toen was bij zowat de heift de pruimegeleiveranderd in van die zachtegele zeep . Die 'et trof endivan hapte, zat in een mum van tijd to schuimbekkeen vieze postzegels to trekke en allerlei onfesoende-lijke woorde to zegge, waar il me mond niet graagmee vuil zou make, al ben ik dan maar een gewonejonge. 't Was geregeld revelutie in de eetzaal en som-mige ware al heel onnetjes, die begonne to kokhalzeen to spuge, al zau je dat van eerste-klas-passagiers

log

Page 115: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

e

niet verwachte, maar poene heb ie overal . . . . Afijn,fat was bier to kort en char to Lang en Pietje kreegnatuurIijk weer van alles de schuld . Hoe ze d'r bijkwamme, mag de duveI wete, meschien omdat ik zogodsnakend moest Jache, toen ik ze de toilette zagbestorme, groen in d'r gezicht en met schuimklodder-tjes over d'r kin . . . . nou, hou je eige dan maar esgoed.I . . . De terugreis heb ik as stoker motte make,en wat kan je nou as stoker doen? Een keer ben ikbegonne as to wippe an de windkant, maar d'r wazzed'r amper een stuk of tien half blind van de fijne as,of de tweede machinist kwam aI as een brullendebeer anvIiege . . . . en toen ik zei, dat ze me dan vanstjoerd uit de eerste klas maar geen stoker moestemake, kreeg ie nog haast een beroerte ook . Maar voormijn was de loT d'r allang af, en die zenewe-maat-schappij krijgt mijn nie meer gemonsterd . . . . Geenen trouwens, want 't is m 'n Iaatste refs geweest, a

gaan ze met in alle voor me op d'r knie~ legge . . . .De vrienden toonden, inplaats van meelij met Pietsdroevige ervaringen, een ongepast plezier in de ver-rassende ontwikkeling der verschilIende situaties,waardoor de waard van „Hotel Carlecas" zich zicht-baar beledigd voelde . Hij moest een gIaasje straf f ecats drinken om over zijn ontdaanheid been to komen .Toen vroeg Van Os, de timmerman, die leed aanonverzadelijke nieuwsgierigheid:„Hejje nag wat meegebrocht van de reis, Piet?"„aa," antwoordde deze, „een makke df ."ui„Een makke duif?"Ja, een makke duif. Benne ze char an de overkant

1 1 0

11

Page 116: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Imerakels knap in. Een beest van geweld en zo mak . . . .t is net of 'et mensenverstand heb, en 't kan net

11

prate as een pappegaai . . . .„Een duif?."„Flan, trek niet zo'n bezope gezichtl" verzocht Piet .„Je kijkt net of je me niet gelooft ."„Doe ik ook niet," zei Van Os laconiek., .WeI, chodsammechadI" vloekte Piet en sIoeg dreu-nend op de tafel. „Da's kras! . . . Hier . . . . hejje desIeuteI . . ., ga zellef kijke en breng 'et beessie mee,dan ken iedereen in eige overtuige . . . ."Kletterend gooide hij de sleutel voor den verbouwe-reerden timmerman neer . Die keek er besluiteloosnaar. De anderen drongen aan:„Nou, vooruit, Van Os, ga die makke duif nouhale . . . . Kunne we'm allemaal es zien . . . .De timmerman nam een kloek besluit, greep de sIeu-te1, stand op, trok in pet steviger op in hoofcl enzei:Goed . . . . kenne we allemaal getuige, slat Piet weer

Keb zitte liege, dat ie bars . . . . Een makke duif, dieprate kenHoe krijgt iemand 'et verzonnel"„As die makke duif niet tege je zegt : ben jij daar,Piet? . . . dan verspeel ik zes rondjes an de hele hen-del" schreeuwde Piet heftig.„Heb ie 'et gehoord, manne?" riep Van Os . „Voormijn biertjes, Bram . . . . ik ben zo terug."-Halt!" gilde Piet, toen Van Os wou weglopen .,We gaan met een paar man mee om to contra

Iere . . . , antlers keg ie tochl"brie der vrienden gingen mee, om als getuigen de

11

1 1 1

Page 117: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

. . . . terwil de timmerman met het kaarsje in de handvoorzichtig de trap op liep . . . .

Page 118: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

belangweliiende Twestie to helpen beslissen . Onder-weg instrueerde Piet de kameraclen . Alles moest in degrootste stilte gebeuren am de made duif niet to ver-schrikken. Geen woord zou gesproken warden . Degetuigen zouden op hun tenen binnensluipen en zichverder doodstil bouden, evenals Piet . Van Os zoubet kaarsje aansteken, dat altijtl op de toonbank ge-reed stond en feel gewoon, zwijgend de trap oplopen,alsof ie de baas was, die thuis kwam . De rest konovergelaten worden aan de makke duff.Alles verliep glad en zonder incidenten . De vier ge-tuigen stonden geluidloos in de donkere ruimte vanhet pakhuis, terwijl de timmerman met het kaarsje inde hand voorzichtig de trap op liep . Z'n hart kiopteongewoon luid . Waarom eigenlijk? Er was niets bij-zonders aan de hand, niets huiveringwekkends ofbeangstigends . . . . Piet had een makke duif uit Ame-rika meegebracht en beweerde, dat deze praten konen hem verwelkomen zou. En als dat ongeloofwaar-dige gebeurde, wat dan nog? . . . Toch voelde hij zijnhart zachtjes tegen zijn ribben bonken . . . . het waszo stil in dat nachtelijke „Hotel Carlecas" . . . . etdwaalden zulke vreemd bewegende scbaduwen overde muur en de trap door bet wakkelende kaarsvlam-metje . . . . Toen zette Van Os zijn voet op debovenste tree en Meld het kaarsje boven zijn hoofd .Fn duidelijk hoorden de vier wachtenden een watbeverige stem, die op angstige toon vroeg :„Ben jij char, Piet?"Piet grinnikte zachtjes, de Brie vrienden stieten elkaar ,vverbaasd en verrukt aan. Maar op hetzelfde agenblik

1 1 3

Page 119: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

verstijfden ze van schrik, want boven aan de trapslaakte Van Os een angstkreet, die dadelijk gevoIgdwerd door een hoog snerpende gil uit een anderebenauwde keel. Het kaarsje viel uit de handen vanden timmerman en doofde. Maar ondanks de zwarteduisterriis was Van Os in twee, Brie sprongen van detrap en rende, struikelend van haast, het pakhuisdoor om naar buiten to vluchten . De getuigen stondenals aan de grond gespijkerd, maar Piet stale zijn armuit en Meld den timmerman tegen . Deze worsteldeom los to komen en hijgde:„La.' me door . . . . een spook . . . . d'r kwam, potver-domme, een geest op me of I"„Komt uit!" gilde Piet . „Ik hoor 'et boven stomme-Ie . . . . AIIoh, kaklaars, stel je niet zo an . . . . Wezullen 'et toch met vijf grote kerels wel met een spookklaarspele? . . ."Van Os stond sidderend stil, veegde het koucle tweetvan zijn voorhoofd en voelde zijn knie~n knikken. Hijwas een tikje bijgelov-ig, de timmerman-met-zijn-grotemond. Hij grog voor Been Brie kerels opzij, maar wathielpen kracht en dapperheid tegen bovennatuurlijkeverschijnselen, waar je doorheen mepte, als je ze aan-vieI? . . . Hem niet gezien bij zuIke akkevietjesI . . .Ook de anderen waren er niet gerust op, maar Pietdeed niets dan lachen en zij wilden zich niet latenkennen. Als die magere piezemieter niet bang was,konden zij onmogelijk angst tonen zonder bun eer toverIiezen . . . . Dus bleven zij, hoewel het hart hunnog in de keel kiopte van schrik .

1 1 4

Page 120: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Piet zocht een looplampje in cue least onder de toon-bank en stale bet aan . Dan wenkte hij :11Kom mee . . . . "Langzaam, onwillig, aarzeIend, volgden ze hem betpakhuis door, de trap op , naar de zoIder. Daar van-den zij een lang niet lehulce vrauw, met Meek gezicht,grote, verschrikte ogen en klapperende tanden, die ineen lange, witte nachtpon bibberend op de rand vanbet ijzeren ledikant zat en, angstig en verbaasd, naarde vijf naderencle mermen keek . . . .„De makke duff," steIde Piet zijn kameraclen voor .„Een weesmeisje, dat dakIoos door Rotterdam dwaal-de. 'k Heb haar een poosje gratis logies in „HotelCarlecas" angeboje, as ze de boel bier een beetjezuiver wou houe . . . . Heb ze: ben jip daar, Piety ge-zegd of niet? . . ."„VerrekI" zei Van Os, kwaad, meat opgelucht ademscheppend .Toen Iachten ze allemaal, hartelijk, bevrijd en namenop voorbeeld van Piet hun hoofdclelcsel of voor „demakke duff" . Die aarzeIend mee began to lachen endaarbij een grote mend opende met niet zeer gezandetanden . . . .

EPILOOGEn nu tot slot een verklaring . Mijn lezers kennende,vermoed ik, dat velen zich verontrust zuIIen hebbenafgevraagd, of ik de verwonderlijke streken van Pietde Kippenschilder goedkeur en zijn avonturen vertelmet de bedoeling hem als voorbeeld ter navolging aanto bevelen? . . .Hoe komt men er Ix- j?

1 1 5

Page 121: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van

Ik meen aanspraak to mogen maken op meer vertrou-wen en hoogachting. Het spreekt vanzelf, dat ikevenals deze terecht ontsteIde lezers (en lezeressen),innig verontwaardigd ben over het vreemdsoortig ge-drag, waaraan de beer Piet van Asselt zich heeftschuldig gemaakt. Mijn voile sympathie gaat uit naarde geteisterde familie, wier naam in opspraak gebrachtwerd door de tuchteloosheid van haar onwaardigmedelid .Maar Icon dit aIIes mij ontheffen van de verplichtingeens historieschrijvers : ook de bedenlcelijkste feitennaar waarheid aan bet nageslacht over to leveren?Van deze gezichtshoek uit beschouwe men mijn ver-haal. Of mijn hart gebloed heeft bii het schrijven vanzoveel onverantwaordeIijke baldadigheid, is een kwes-tie, die mij alleen aangaat .

Men verschone mij dus van de verdenking, to heulenmet den held van deze verhalen, en neme aan, dat ikten opzichte van hem bewogen werd door dezelfdegevoelens als waardoor de deugdzaamste onder mijnlezers tiJdens de Iectuur bestormd werd .

AMEN!

i16

Page 122: ODE~JOYVC, rN DC iNDE-II k · apenstreken.lvIet een uitzondering, meester Smal, die in z'n hart nog veel halciadiger was dan bii, altijd eerst de humor en dan pas de gevoIgen van