OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond...

13
Convenant tussen de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de contactgemeente van de RMC-regio Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord, het ROC Alfa- college, het CIBAP vakcollege, het ROC Friesland College, het ROC Menso Alting, de Gemeente Groningen WMOO, het Gomarus College, Fivelcollege, Ommelander College, Het Hogeland College en de CSG, inzake het terugdringen van het aantal voortij- dige schoolverlaters in de schooljaren 2007/2008 tot en met 2010/2011. Partijen: De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart, handelende als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: de staatssecretaris De contactgemeente van de RMC- regio Noord Groningen en Eemsmond, Delfzijl, in dezen verte- genwoordigd door mevrouw T. van der Veen, wethouder, hierna te noe- men: de RMC-contactgemeente De Stichting voor Beroepsonderwijs Volwasseneneducatie en Voortgezet Onderwijs, ROC Noorderpoortcollege, te dezen rechtsgeldig vertegenwoor- digd door de heer W. van de Pol, hier- na te noemen: de onderwijsinstellingen De Stichting AOC Terra, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer W. van den Bor, hierna te noe- men: de onderwijsinstellingen De Stichting Christelijk Regionaal Opleidings Centrum Noord en Oost Nederland, ROC Alfa-college, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer B. Kamphuis, hierna te noemen: de onderwijsinstellingen De Stichting CIBAP, CIBAP vakcolle- ge, te dezen rechtsgeldig vertegen- woordigd door de heer E. de Jager, hierna te noemen: de onderwijsinstel- lingen De Stichting voor Algemeen Voortgezet Onderwijs Beroepsonderwijs en Volwassenen Edukatie, ROC Friesland College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw L. Vos, hierna te noe- men: de onderwijsinstellingen De Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs in Noord Nederland, ROC Menso Alting, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Westert, hierna te noe- men: de onderwijsinstellingen De Vereniging voor gereformeerd VO in N-Nederland, Gomarus College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. Holsappel, hierna te noemen: de onderwijsinstellingen De Vereniging voor Chr. Voortgezet Onderwijs te Delfzijl, Fivelcollege, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Roffel, hierna te noe- men: de onderwijsinstellingen De Stichting Ommelander College, SGM Ommelander College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Roffel, hierna te noemen: de onderwijsinstellingen De Stichting Schoolbestuur voor Primair en Voortgezet Onderwijs tus- sen Lauwers en Eems, Hogeland College, te dezen rechtsgeldig verte- genwoordigd door de heer J. Roffel, hierna te noemen: de onderwijsinstel- lingen De Gemeente Groningen Werkmaatschappij Openbaar Onderwijs, Reitdiepcollege, H N Werkman College, Röling College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer R. Nijenbanning, hierna te noemen: de onderwijsinstellingen De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Liudger, CSG Groningen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoor- digd door mevrouw A.G. Zandbergen- Beishuizen, hierna te noemen: de onderwijsinstellingen Overwegende dat: – Nederland in 2012 een reductie wil realiseren van het aantal nieuwe voor- tijdig schoolverlaters (vsv’ers) met 50% ten opzichte van 2002. Dit komt over- een met maximaal 35.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2012, – op basis van het basisregister onder- wijs, het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2005- 2006 nog 57.000 bedraagt (Tweede Kamer, 2006-2007, 26 695, nr. 37), – de komende jaren nog een reductie van minimaal 40% van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters moet plaatsvinden om de landelijke doelstel- ling te behalen, – het beleid van de minister erop is gericht dat scholen en instellingen dat- gene doen wat in hun vermogen ligt om voortijdige schooluitval te voorkó- men, – de convenanten, die tussen het ministerie van OCW en de contactge- meenten van 14 RMC-regio’s in 2006 zijn gesloten inzake het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverla- ters, overwegend succesvol zijn verlo- pen, – het wenselijk is de opbrengst van deze convenanten te verankeren in een landelijke, meerjarige aanpak tot en met het schooljaar 2010-2011 en daar- bij de onderwijsinstellingen nauwer te betrekken met het oog op preventie van voortijdig schoolverlaten, – deze maatregel is aangekondigd in het onlangs aan de Tweede Kamer der Staten Generaal aangeboden beleids- programma 2007-2011 ‘Samen werken, samen leven’ (Tweede Kamer, 2006- 2007, 31 070, nr. 1, pagina 52), in het project ‘Voortijdig schoolverlaten’, – specifiek voor de groep jongeren van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 1 OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio 002 Noord Groningen en Eemsmond

Transcript of OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond...

Page 1: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

Convenant tussen de staatssecretarisvan Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,de contactgemeente van de RMC-regioNoord Groningen en Eemsmond 002,Delfzijl, en de besturen van hetNoorderpoortcollege, deOnderwijsgroep Noord, het ROC Alfa-college, het CIBAP vakcollege, hetROC Friesland College, het ROCMenso Alting, de Gemeente GroningenWMOO, het Gomarus College,Fivelcollege, Ommelander College, HetHogeland College en de CSG, inzakehet terugdringen van het aantal voortij-dige schoolverlaters in de schooljaren2007/2008 tot en met 2010/2011.

Partijen:

De staatssecretaris van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap, mevrouwMarja van Bijsterveldt-Vliegenthart,handelende als bestuursorgaan en alsvertegenwoordiger van de Staat derNederlanden, hierna te noemen: destaatssecretaris

De contactgemeente van de RMC-regio Noord Groningen enEemsmond, Delfzijl, in dezen verte-genwoordigd door mevrouw T. vander Veen, wethouder, hierna te noe-men: de RMC-contactgemeente

De Stichting voor BeroepsonderwijsVolwasseneneducatie en VoortgezetOnderwijs, ROC Noorderpoortcollege,te dezen rechtsgeldig vertegenwoor-digd door de heer W. van de Pol, hier-na te noemen: de onderwijsinstellingen

De Stichting AOC Terra, te dezenrechtsgeldig vertegenwoordigd door deheer W. van den Bor, hierna te noe-men: de onderwijsinstellingen

De Stichting Christelijk RegionaalOpleidings Centrum Noord en OostNederland, ROC Alfa-college, tedezen rechtsgeldig vertegenwoordigddoor de heer B. Kamphuis, hierna tenoemen: de onderwijsinstellingen

De Stichting CIBAP, CIBAP vakcolle-ge, te dezen rechtsgeldig vertegen-woordigd door de heer E. de Jager,

hierna te noemen: de onderwijsinstel-lingen

De Stichting voor AlgemeenVoortgezet OnderwijsBeroepsonderwijs en VolwassenenEdukatie, ROC Friesland College, tedezen rechtsgeldig vertegenwoordigddoor mevrouw L. Vos, hierna te noe-men: de onderwijsinstellingen

De Vereniging voor GereformeerdVoortgezet Onderwijs in NoordNederland, ROC Menso Alting, tedezen rechtsgeldig vertegenwoordigddoor de heer J. Westert, hierna te noe-men: de onderwijsinstellingen

De Vereniging voor gereformeerd VOin N-Nederland, Gomarus College, tedezen rechtsgeldig vertegenwoordigddoor de heer P. Holsappel, hierna tenoemen: de onderwijsinstellingen

De Vereniging voor Chr. VoortgezetOnderwijs te Delfzijl, Fivelcollege, tedezen rechtsgeldig vertegenwoordigddoor de heer J. Roffel, hierna te noe-men: de onderwijsinstellingen

De Stichting Ommelander College,SGM Ommelander College, te dezenrechtsgeldig vertegenwoordigd door deheer J. Roffel, hierna te noemen: deonderwijsinstellingen

De Stichting Schoolbestuur voorPrimair en Voortgezet Onderwijs tus-sen Lauwers en Eems, HogelandCollege, te dezen rechtsgeldig verte-genwoordigd door de heer J. Roffel,hierna te noemen: de onderwijsinstel-lingen

De Gemeente GroningenWerkmaatschappij OpenbaarOnderwijs, Reitdiepcollege, H NWerkman College, Röling College, tedezen rechtsgeldig vertegenwoordigddoor de heer R. Nijenbanning, hiernate noemen: de onderwijsinstellingen

De Vereniging voor ChristelijkOnderwijs Liudger, CSG Groningen,te dezen rechtsgeldig vertegenwoor-digd door mevrouw A.G. Zandbergen-

Beishuizen, hierna te noemen: deonderwijsinstellingen

Overwegende dat:

– Nederland in 2012 een reductie wilrealiseren van het aantal nieuwe voor-tijdig schoolverlaters (vsv’ers) met 50%ten opzichte van 2002. Dit komt over-een met maximaal 35.000 nieuwevoortijdig schoolverlaters in 2012,

– op basis van het basisregister onder-wijs, het aantal nieuwe voortijdigschoolverlaters in het schooljaar 2005-2006 nog 57.000 bedraagt (TweedeKamer, 2006-2007, 26 695, nr. 37),

– de komende jaren nog een reductievan minimaal 40% van het aantalnieuwe voortijdig schoolverlaters moetplaatsvinden om de landelijke doelstel-ling te behalen,

– het beleid van de minister erop isgericht dat scholen en instellingen dat-gene doen wat in hun vermogen ligtom voortijdige schooluitval te voorkó-men,

– de convenanten, die tussen hetministerie van OCW en de contactge-meenten van 14 RMC-regio’s in 2006zijn gesloten inzake het terugdringenvan het aantal voortijdige schoolverla-ters, overwegend succesvol zijn verlo-pen,

– het wenselijk is de opbrengst vandeze convenanten te verankeren in eenlandelijke, meerjarige aanpak tot enmet het schooljaar 2010-2011 en daar-bij de onderwijsinstellingen nauwer tebetrekken met het oog op preventievan voortijdig schoolverlaten,

– deze maatregel is aangekondigd inhet onlangs aan de Tweede Kamer derStaten Generaal aangeboden beleids-programma 2007-2011 ‘Samen werken,samen leven’ (Tweede Kamer, 2006-2007, 31 070, nr. 1, pagina 52), in hetproject ‘Voortijdig schoolverlaten’,

– specifiek voor de groep jongeren van18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 1

OCW

Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio 002 Noord Groningen en Eemsmond

Page 2: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

de projectdirectie Leren en Werkenvan de ministeries van SZW en OCWde komende jaren circa 20.000 extraEVC- en leerwerktrajecten wil realise-ren,

– zowel in de Wet op het voortgezetonderwijs, de Wet educatie enberoepsonderwijs als de Wet op deexpertisecentra wettelijke voorschriftenzijn opgenomen over het voortijdigschoolverlaten. Op grond hiervan zijngemeenten belast zijn met de regionalemeld- en coördinatiefunctie voortijdigschoolverlaten (RMC-functie),

–gemeenten binnen bij of krachtensalgemene maatregel van bestuur vast-gestelde regio’s samenwerken ter ver-vulling van hun taken op het gebiedvan voortijdig schoolverlaten. Dat degemeentebesturen in een regio uit hunmidden een contactgemeente aanwij-zen die coördinerende taken vervultmet het oog op het voorkomen enbestrijden van voortijdig schoolverla-ten,

– de contactgemeente, op grond vande wettelijke voorschriften, met hetoog op het voorkómen en bestrijdenvan voortijdige schooluitval binnen deregio afspraken maakt met scholen,instellingen en andere organisatiesover de inzet en verantwoordelijkheidbij het voorkómen en bestrijden vanvoortijdig schoolverlaten,

– het bevoegd gezag van scholen eninstellingen, op grond van de wettelij-ke voorschriften, aan de gemeenterelevante informatie verschaft tenbehoeve van het voorkómen en bestrij-den van voortijdig schoolverlaten,

– gelet op het feit dat een deel van devoortijdig schoolverlaters te kampenheeft met meervoudige problematiek(bijvoorbeeld psychosociaal, schuldenen huisvesting), het kabinet in zijnbeleidsprogramma 2007-2011 ‘Samenwerken, samen leven’ (Tweede Kamer,2006-2007, 31 070, nr. 1), maatregelenheeft aangekondigd zoals de verster-king van de zorg voor jeugdigen(‘Kansen voor kinderen’), arbeids-marktparticipatie (‘Iedereen doet mee’)en de specifieke aanpak voor wijken(‘Actieplan krachtwijken’), zodat o.a.gemeenten beter in staat gesteld wor-den de jeugdproblematiek in samen-hang aan te pakken,

– het Rijk en de Vereniging

Nederlandse Gemeenten (VNG), teruitwerking van vorige overweging,recent een bestuursakkoord hebbengesloten (‘Samen aan de slag’, d.d. 4juni 2007), inclusief financiële afspra-ken over de bijbehorende ontwikkelingvan het Gemeentefonds. De aanpakvan voortijdig schoolverlaten is hierinéén van de actiepunten, evenals deontwikkeling van de centra voor jeugden gezin (CJG). Kabinet en gemeentenhebben afgesproken dat aan het eindvan deze kabinetsperiode het basismo-del CJG landelijk dekkend werkt,waaronder de schakel tussen CJG enZorgadviesteams,

– de minister, op grond van artikel75d van de Wet voortgezet onderwijsen artikel 2.2.3 van de Wet educatieen beroepsonderwijs bereid is aanvul-lende middelen aan scholen en instel-lingen te verstrekken voor het vermin-deren van het aantal nieuwe voortijdigschoolverlaters en voor de uitvoeringvan een programma, met als doel eenstructurele borging in het onderwijs-proces van de vermindering van hetaantal nieuwe voortijdig schoolverla-ters en een volledige en tijdige meldingvan verzuim en uitval aan gemeenten.

Komen overeen als volgt:

Artikel 1. BegripsbepalingenIn dit convenant wordt verstaanonder:a. minister: de minister van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap;b. RMC-regio: de regio NoordGroningen en Eemsmond (002), zoalsbeschreven in de bijlage behorende bijhet Besluit regionale meld- en coördi-natiefunctie voortijdig schoolverlaten;c. RMC-contactgemeente: de contact-gemeente, bedoeld in artikel 8.3.2,derde lid, van de Wet educatie enberoepsonderwijs, artikel 118h, derdelid, van de Wet op het voortgezetonderwijs en artikel 162b, derde lid,van de Wet op de expertisecentra;d. voortijdige schoolverlater: de voortij-dige schoolverlater, bedoeld in artikel8.3.1 van de Wet educatie en beroeps-onderwijs, artikel 118g van de Wet ophet voortgezet onderwijs en artikel162a van de Wet op de expertisecen-tra;e. basisregister: het basisregister onder-wijs, bedoeld in Artikel 9a van de WetVerzelfstandiging Informatiserings-bank;f. bevoegd gezag: de rechtspersoon metvolledige rechtspersoonlijkheid, niet

zijnde een rechtspersoon als bedoeld inartikel 2:1 van het BurgerlijkWetboek, die de instelling, bedoeld inartikel 1.3.1, 1.3.2, 1.3.2a respectieve-lijk 1.3.3, van de Wet educatie enberoepsonderwijs in stand houdt,respectievelijk het bevoegd gezag,bedoeld in artikel 1 van de Wet op hetvoortgezet onderwijs; g. onderwijsinstelling: een regionaalopleidingencentrum als bedoeld in deartikelen 1.3.1 en 1.3.2 van de Weteducatie en beroepsonderwijs, een vak-instelling als bedoeld in artikel 1.3.2avan de Wet educatie en beroepsonder-wijs, een agrarisch opleidingscentrumals bedoeld in artikel 1.3.3 van de Weteducatie en beroepsonderwijs, respec-tievelijk een school voor voortgezetonderwijs als bedoeld in artikel 1 vande Wet op het voortgezet onderwijs,voor zover het bevoegd gezag van dieschool heeft aangegeven dat het con-venant op die school van toepassingis; h. brinnummer: een door de ministerin het kader van de BasisregistratieInstellingen toegekend identificerendnummer voor een onderwijsinstelling.

Artikel 2. Doel1. Het doel van het convenant is hetrealiseren van een zo hoog mogelijkereductie van het aantal jongeren in deRMC-regio dat gedurende het school-jaar 2010-2011 als voortijdige school-verlater wordt aangemerkt, tenopzichte van het schooljaar 2005-2006. Partijen beogen een reductievan 40%, overeenkomend met eengemiddelde jaarlijkse reductie van10% de komende vier jaar.2. In bijlage 1 bij dit convenant wordtper onderwijsinstelling die onder hetbestuur staat van het bevoegd gezagdat het convenant heeft ondertekend,een specificatie gegeven van de reduc-tie, bedoeld in het eerste lid. 3. De omvang van de reductie van hetaantal voortijdige schoolverlaters inhet schooljaar 2010-2011 wordt vast-gesteld ten opzichte van het aantalvoortijdige schoolverlaters in hetschooljaar 2005-2006. De gegevensworden ontleend aan het Basisregister.

Artikel 3. Toetreding nieuwe partijen1. Ten einde andere onderwijsinstellin-gen na ondertekening van dit conve-nant in de gelegenheid te stellen deelte nemen in dit convenant, bestaatvoor hen de mogelijkheid om gedu-rende de looptijd van het convenantals partij toe te treden. Een toetreden-

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 2

Page 3: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

de partij dient de verplichtingen dievoor haar uit het convenant voort-vloeien, zonder voorbehoud te aan-vaarden. 2. De toetredende partij maakt haarverzoek tot toetreding schriftelijkbekend aan de RMC-contactgemeen-te. Indien het bevoegd gezag en deRMC-contactgemeente tot overeen-stemming komen, richten zij het ver-zoek tot toetreding uiterlijk op 1 meivoorafgaand aan het nieuwe school-jaar aan de minister. Het verzoek gaatvergezeld van een gewijzigde bijlage 1.Zodra de minister schriftelijk heeftingestemd met het verzoek tot toetre-ding, ontvangt de toetredende partijde status van partij van het convenanten gelden voor die partij de voor haaruit het convenant voortvloeiende rech-ten en verplichtingen. 3. Het verzoek tot toetreding en deverklaring tot instemming worden inafschrift aan het convenant gehecht.4. Van toetredingen tot het convenantwordt een maal per jaar mededelinggedaan in de Staatscourant.5. De RMC-contactgemeente kan hetbevoegd gezag dat nog niet deelneemtaan dit convenant de mogelijkheidbieden tot het convenant toe te tre-den. De eerste vier leden zijn vanovereenkomstige toepassing.

Artikel 4. Meting (voorlopige) resulta-ten1. De minister meet gedurende deschooljaren 2007-2008, 2008-2009,2009-2010 en 2010-2011 het aantalvoortijdig schoolverlaters in de RMCregio, gespecificeerd naar bevoegdgezag en onderwijsinstelling. De gege-vens van de meting worden ontleendaan het Basisregister.2. De wijze waarop het aantal voortij-dige schoolverlaters in de RMC-regioper bevoegd gezag, per onderwijsin-stelling wordt gemeten, is vermeld inbijlage 2 bij dit convenant. 3. De minister geeft uiterlijk 1 maart2008 en 1 oktober 2008 aan de RMC-contactgemeente inzicht in het voorlo-pig, respectievelijk definitief aantalvoortijdig schoolverlaters gedurendehet schooljaar 2006-2007 in de RMC-regio, gespecificeerd naar bevoegdgezag en onderwijsinstelling op grondvan artikel 2, tweede lid.4. De minister deelt de voorlopigeresultaten van de metingen, bedoeldin het eerste lid, op de volgende tijd-stippen mee aan de RMC-contactge-meente:

a. uiterlijk 1 maart 2009, ten aanzienvan het schooljaar 2007-2008,b. uiterlijk 1 maart 2010, ten aanzienvan het schooljaar 2008-2009,c. uiterlijk 1 maart 2011, ten aanzienvan het schooljaar 2009-2010, end. uiterlijk 1 maart 2012, ten aanzienvan het schooljaar 2010-2011.5. De minister deelt de definitieveresultaten van de metingen, bedoeldin het eerste lid, op de volgende tijd-stippen mee aan de RMC-contactge-meente:a. uiterlijk 1 oktober 2009, ten aan-zien van het schooljaar 2007-2008,b. uiterlijk 1 oktober 2010, ten aan-zien van het schooljaar 2008-2009,c. uiterlijk 1 oktober 2011, ten aan-zien van het schooljaar 2009-2010, end. uiterlijk 1 oktober 2012, ten aan-zien van het schooljaar 2010-2011.

Artikel 5. Overleg1. De RMC-contactgemeente en hetbevoegd gezag gebruiken de gegevens,bedoeld in artikel 4, vierde en vijfdelid, als uitgangspunt voor het mini-maal éénmaal per jaar te houdenoverleg met de minister inzake hetvoortijdig schoolverlaters beleid in deRMC-regio.2. Indien het resultaat van de meting,bedoeld in artikel 4, vierde en vijfdelid, zodanig is dat naar het oordeelvan een der partijen gerede twijfelbestaat over de realisering van dereductie, bedoeld in artikel 2, tweedelid, treedt deze in overleg met deandere partijen.

Artikel 6. Maatregelen voor reductieaantal voortijdige schoolverlaters1. De reductie, bedoeld in artikel 2,wordt gerealiseerd door een keuze uitde maatregelen opgenomen in bijlage3, bij dit convenant dan wel doorandere maatregelen waarvan deRMC-contactgemeente en hetbevoegd gezag gezamenlijk hebbenvastgesteld dat deze effectief zijn.De maatregelen, genoemd in de vorigevolzin, worden door de RMC-contact-gemeente en het bevoegd gezag in bij-lage 4 nader omschreven en de keuzedaarvoor gemotiveerd. Indien deRMC-contactgemeente en hetbevoegd gezag van oordeel zijn dateen van de maatregelen, bedoeld in deeerst volzin, niet effectief is, kunnenzij in gezamenlijk overleg een anderemaatregel kiezen.2. Onderwijsinstellingen in de RMC-regio stellen gezamenlijk en in over-

eenstemming met de RMC-contactge-meente een programma op van maat-regelen met als doel een structureleborging in het onderwijsproces van devermindering van het aantal nieuwevoortijdig schoolverlaters en een volle-dige en tijdige melding van verzuimen uitval aan gemeenten.

Artikel 7. Monitoring en evaluatie1. De RMC-contactgemeente geeftminimaal jaarlijks een beschrijvingvan de voortgang van de maatregelen,bedoeld in artikel 6, over het afgelo-pen schooljaar. 2. De beschrijving, bedoeld in het eer-ste lid, wordt door de RMC-contact-gemeente opgenomen in de RMC-effectrapportage van het betreffendeschooljaar.3. De onderwijsinstellingen, bedoeldin artikel 6, tweede lid, geven mini-maal jaarlijks op verzoek van deminister respectievelijk de RMC-con-tactgemeente een beschrijving van devoortgang van de maatregelen,bedoeld in artikel 6, tweede lid, overhet afgelopen schooljaar.4. Partijen geven op verzoek elkaarinzage in de voortgang van de maat-regelen teneinde gezamenlijk de effec-tiviteit en doelmatigheid van de maat-regelen te kunnen evalueren.

Artikel 8. Financiële afspraken1. De minister bevordert dat er eenministeriële regeling tot stand komtop grond waarvan het bevoegd gezagten behoeve van de onderwijsinstellin-gen aanspraak kan maken: a. een aanvullende vergoeding, ingeval van reductie van het aantalvoortijdig schoolverlaters en b. een aanvullende vergoeding voor deuitvoering van het programma,bedoeld in artikel 6, tweede lid. 2. In de ministeriële regeling, bedoeldin het eerste lid, worden de voorwaar-den opgenomen voor het bevoegdgezag om in aanmerking te komenvoor een aanvullende vergoeding. Ingeval van strijdigheid van de voor-schriften van de subsidieregeling metdit convenant, gelden de voorschriftenvan de subsidieregeling.3. Als indicatie van de berekening vande hoogte van het bedrag van de sub-sidieverlening geldt dat de hoogte vande aanvullende vergoeding, bedoeld inhet eerste lid, met inachtneming vaneen in de regeling op te nemen subsi-dieplafond en onder voorwaarde vangoedkeuring door de begrotingswetge-

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 3

Page 4: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

ver voor het betreffende jaar, bere-kend wordt door het op grond vanartikel 4, vijfde lid, vastgestelde ver-minderde aantal voortijdige schoolver-laters te vermenigvuldigen met€ 2.000,-. 4. Als indicatie van de hoogte van deaanvullende vergoeding gelden onder-staande maximumbedragen:a. in 2008 € 73.118,b. in 2009 € 11.828,c. in 2010 € 168.817, en d. in 2011 € 207.527. 5. Indien na het overleg, bedoeld inartikel 5, tussen partijen blijkt dat dedoelstelling geheel of gedeeltelijk nietbehaald zal worden, kan de bijdrageaangepast worden en/of de bevoor-schotting stil gezet worden. 6. Ten aanzien van de bedragen,genoemd in het derde en vierde lid,geldt de voorwaarde van goedkeuringdoor de begrotingswetgever voor hetbetreffende jaar.

Artikel 9. Bevordering van naleving1. Het regionaal accountmanagementvan de Projectdirectie Voortijdigschoolverlaten van het ministerie vanOCW, is ten behoeve van artikel 5,eerste lid, aanspreekpunt voor de par-tijen en stimuleert de voortgang vande uitvoering van dit convenant in deRMC-regio.2. Partijen treden in overleg over denaleving van dit convenant binnen eenmaand nadat een partij de wens daar-toe aan andere partijen schriftelijkheeft meegedeeld.3. Indien één of meer bepalingen vandit convenant onverbindend blijken tezijn, treden partijen in overleg om hetconvenant zo te wijzigen, dat het geenonverbindende bepalingen meer bevaten dat het doel dat met dit convenantwordt beoogd zoveel mogelijk wordtbereikt.

Artikel 10. Geschilbeslechting1. Een partij die meent dat er eengeschil over de uitvoering van dit con-venant bestaat, deelt dat schriftelijkmee aan de andere partijen. De mede-deling bevat een aanduiding van hetgeschil.2. Geschillen in de zin van dit conve-nant kunnen alleen betrekking hebbenop:a. de wijze waarop het convenantwordt uitgevoerd;b. de nakoming van hetgeen in ditconvenant is geregeld;c. de uitleg van het convenant en bij-behorende afspraken.

3. Binnen tien werkdagen na de dag-tekening van de mededeling, bedoeldin het eerste lid, zendt elke partij zijnzienswijze omtrent het geschil alsmedeeen voorstel voor een oplossing daar-van aan de andere partijen.4. Partijen overleggen over een oplos-sing van het geschil, indien partijendaartoe de wens kenbaar maken,onder leiding van een onafhankelijkvoorzitter.5. Partijen dragen hun eigen kosten,voortvloeiend uit de procedure,bedoeld in het eerste tot en met hetderde lid. De kosten van een onafhan-kelijk voorzitter worden gelijkelijkverdeeld.6. Als de procedure, bedoeld in heteerste tot en met het derde lid, niettot een oplossing heeft geleid, wordthet geschil beslecht door de bevoegdeburgerlijke rechter.

Artikel 11. Looptijd1. Dit convenant treedt in werkingmet ingang van de dag na onderteke-ning en eindigt met ingang van 31december 2012. 2. Elke partij kan dit convenant metinachtneming van een opzegtermijnvan zes maanden schriftelijk opzeg-gen, indien een zodanige veranderingvan omstandigheden is opgetreden dathet billijkheidshalve behoort te wor-den beëindigd. Bij de opzegging wordtde verandering in omstandighedenvermeld.3. Indien dit convenant met gebruik-making van het tweede lid wordtopgezegd, wordt de hoogte van de bij-drage, bedoeld in artikel 8, berekendop grond van de voorschriften in deministeriële regeling, bedoeld in arti-kel 8.

Artikel 12. Publicatie in StaatscourantBinnen vier weken na ondertekeningvan dit convenant wordt de tekstdaarvan gepubliceerd in deStaatscourant.

Aldus door partijen feestelijk bekrach-tigd op 19 mei 2008 in Groningen envervolgens in twaalfvoud onderte-kend,

De staatssecretaris van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap, mw. Marjavan Bijsterveldt-Vliegenthart.

De contactgemeente van de RMC-regioNoord Groningen en Eemsmond,

Delfzijl, namens deze, mw. T. van derVeen, Wethouder van Onderwijs,Jeugd, Welzijn en Sport en Recreatie.

De Stichting voor BeroepsonderwijsVolwasseneneducatie en VoortgezetOnderwijs, ROC Noorderpoortcollege,namens deze, dhr. W. van de Pol, lidCollege van Bestuur.

De Stichting AOC Terra, AOC Terra,namens deze, dhr. W. van den Bor, lidCollege van Bestuur OnderwijsgroepNoord.

De Stichting Christelijk RegionaalOpleidings Centrum Noord en OostNederland, ROC Alfa-college, namensdeze, dhr. B. Kamphuis, voorzitterCollege van Bestuur

De Stichting CIBAP, CIBAP vakcolle-ge, namens deze, dhr. E. de Jager,voorzitter College van Bestuur.

De Stichting voor AVO,Beroepsonderwijs en VolwassenenEdukatie, ROC Friesland College,namens deze, mw. L. Vos, voorzitterCollege van Bestuur a.i.

De Vereniging voor GereformeerdVoortgezet Onderwijs in NoordNederland, ROC Menso Alting,namens deze, dhr. J. Westert, voorzit-ter College van Bestuur.

De Gereformeerde scholengroep,Gomarus College, namens deze, dhr. P.Holsappel, directeur Gomarus College.

De Vereniging voor Chr. VoortgezetOnderwijs te Delfzijl, Fivelcollege, deStichting Ommelander College, SGMOmmelander College, de StichtingSchoolbest. voor Primair en VoortgezetOnderwijs t. Lauwers en Eems,Hogeland College, namens dezen, dhr.J. Roffel, directeur RegionaalSamenwerkingsverband Noord en OostGroningen.

De Gemeente GroningenWerkmaatschappij OpenbaarOnderwijs, Reitdiepcollege, H.N.Werkman College, Röling College,namens dezen, dhr. R. Nijenbanning,directeur a.i. WerkmaatschappijOpenbaar Onderwijs.

De Vereniging voor ChristelijkOnderwijs Liudger, CSG Groningen,namens deze, mw. A.G. Zandbergen-Beishuizen, algemeen directeur CSG.

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 4

Page 5: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

Bijlage 1

Uitwerking te verminderen aantal voortijdig schoolverlaters behorende bij het convenant tussen de staatssecretaris vanOnderwijs, Cultuur en Wetenschap, de contactgemeente van de RMC-regio 002 Noord Groningen en Eemsmond en deschoolbesturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord, het ROC Alfa-college, het CIBAP vakcollege, hetROC Friesland College, het ROC Menso Alting, de Gemeente Groningen WMOO, het Gomarus College, Fivelcollege,Ommelander College, Het Hogeland College en de CSG, inzake het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlatersin de schooljaren 2007/2008 tot en met 2010/2011.

RMC regio: 02 Noord Groningen en Eemsmond, VO-scholen

RMC regio: 02 Noord Groningen en Eemsmond, MBO-instellingen

*Toelichting:Het te verminderen aantal voortijdige schoolverlaters (vsv’ers) moet cumulatief ingevuld worden. Voorbeeld: indienhet doel is om in schooljaar 2007-2008 een reductie van 150 vsv’ers te bereiken (t.o.v. 2005-2006) en daar bovenop inschooljaar 2008-2009 een reductie van nog eens 100 vsv’ers te bereiken, dan moet in de kolom voor schooljaar 2007-2008 het getal ‘150’ ingevuld worden en voor schooljaar 2008-2009 het getal ‘250’ ingevuld worden (= 150 plus 100).Etcetera tot en met schooljaar 2010-2011.

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 5

Page 6: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

Bijlage 2

Berekeningswijze aantal voortijdigschoolverlaters behorende bij het con-venant tussen de staatssecretaris vanOnderwijs, Cultuur en Wetenschap, decontactgemeente van de RMC-regioNoord Groningen en Eemsmond, en deschoolbesturen van hetNoorderpoortcollege, deOnderwijsgroep Noord, het ROC Alfa-college, het CIBAP vakcollege, hetROC Friesland College, het ROCMenso Alting, de Gemeente GroningenWMOO, het Gomarus College,Fivelcollege, Ommelander College,Het Hogeland College en de CSG,inzake het terugdringen van het aantalvoortijdige schoolverlaters in deschooljaren 2007/2008 tot en met2010/2011.

Begripsbepalingen:Naast de begripsbepalingen, bedoeldin artikel 1 van dit convenant, geldenvoor deze bijlage de volgende begrips-bepalingen:a) Teldatum: datum waarop het aan-tal inschrijvingen per onderwijsinstel-ling bij aanvang van het schooljaarwordt gemeten. Het betreft hier dedatum van 1 oktober;b) Centraal register inschrijvingenhoger onderwijs: het Centraal registerinschrijvingen hoger onderwijs zoalsgenoemd in artikel 7.52 van Wet ophet hoger onderwijs en wetenschappe-lijk onderzoek;c) Vavo: het voortgezet algemeen vol-wassenen onderwijs;d) Examen resultaten register: de regi-stratie door Informatie- en beheer-groep van examenresultaten in hetvoortgezet onderwijs op basis de Wetvoortgezet onderwijs. Het Examenresultaten register omvat een over-zicht van behaalde examenresultatenvanaf schooljaar 1998-1999. Vanafschooljaar 2005-2006 zijn deze gege-vens onderdeel van het Basisregister; e) Startkwalificatie: een diploma alsbedoeld in artikel 8.1.8 eerste lid,onderdeel b, van de Wet educatie enberoepsonderwijs (minimaal niveaumbo-2, havo of vwo).

Berekeningswijze voor het middelbaarberoepsonderwijs en vavo:Het aantal voortijdig schoolverlatersper onderwijsinstelling per schooljaarin het middelbaar beroepsonderwijsen vavo in een RMC-regio wordt

door de minister berekend op basisvan de volgende formule:

X = A - B – (C1+C2+C3+C4+C5) - (D1+D2+D3)

Waarbij:

X = Het aantal voortijdig schoolverla-ters per onderwijsinstelling per school-jaar (t) in het middelbaar beroepson-derwijs en vavo en woonachtig in debetreffende RMC-regio;

A = Het aantal jongeren in de leeftijdvan 12 tot en met 21 jaar dat op deteldatum van het schooljaar (t) doorde onderwijsinstelling:– als deelnemer is ingeschreven envoor bekostiging is aangemeld; – woonachtig is in de betreffendeRMC-regio; – en als zodanig is geregistreerd in hetbasisregister.

B = Het aantal jongeren onder A dattijdens het schooljaar (t) is overleden,geëmigreerd of administratief afge-voerd is. Deze gegevens worden ont-leend aan de Gemeentelijke BasisAdministratie.

C = Het aantal jongeren onder A datop de teldatum van het daarop vol-gende schooljaar (t + 1) nog eenbekostigde opleiding volgt. Dit kandezelfde of een andere (beroeps)oplei-ding zijn aan dezelfde of een andereinstelling, dan wel vervolgonderwijsbetreffen. C is de som van:• C1: Het aantal jongeren onder Adat op de teldatum van het daaropvolgende schooljaar (t + 1) nog steedsis ingeschreven als deelnemer in hetmiddelbaar beroepsonderwijs en voorbekostiging is aangemeld. Dit op basisvan gegevens zoals geregistreerd in hetBasisregister. • C2: het aantal jongeren onder A datop de teldatum van schooljaar t+1 isingeschreven in het hoger onderwijs,zoals geregistreerd in het Centraalregister inschrijvingen hoger onder-wijs;• C3: het aantal jongeren onder A datop de teldatum van schooljaar t+1 alsleerling in het voortgezet onderwijs isingeschreven, zoals geregistreerd inhet basisregister;• C4: Het aantal jongeren onder Adat op de teldatum van schooljaart+1 als vavo-deelnemer is ingeschre-

ven, zoals geregistreerd in het basisre-gister.

D = Het aantal jongeren onder A datop de teldatum bij aanvang van hetvolgende schooljaar (t+1) geen beko-stigde opleiding volgt, maar wel eenstartkwalificatie heeft behaald. D is desom van:• D1: het aantal jongeren onder A datgedurende schooljaar (t) een startkwa-lificatie heeft behaald, zoals geregis-treerd in het basisregister;• D2: het aantal jongeren onder A datin de periode vanaf 2004 tot aanschooljaar (t) reeds een startkwalifica-tie heeft behaald in het middelbaarberoepsonderwijs, zoals geregistreerdin het basisregister. Het basisregisteromvat een overzicht van behaaldembo diploma’s vanaf kalenderjaar2004. Eerder in het mbo behaaldediploma’s zijn niet in het basisregistergeregistreerd;• D3: het aantal jongeren onder A datin de periode vanaf schooljaar 1998-1999 tot schooljaar (t) voorafgaandaan de inschrijving op het MBO of devavo een startkwalificatie heeftbehaald, zoals geregistreerd in hetExamen resultaten register ofBasisregister.

Berekeningswijze voor het voortgezetonderwijs:Het aantal voortijdig schoolverlatersper onderwijsinstelling per schooljaar(t) in het voortgezet onderwijs in eenRMC-regio wordt door de ministerberekend op basis van de volgendeformule:

X = A - B – (C1+C2+C3+C4+C5) - (D1+D2)

Waarbij:

X = Het aantal voortijdig schoolverla-ters per onderwijsinstelling per school-jaar (t) in het voortgezet onderwijs(exclusief praktijkonderwijs en voort-gezet speciaal onderwijs) en woonach-tig in de betreffende RMC-regio;

A = Het aantal jongeren in de leeftijdvan 12 tot en met 21 jaar dat op deteldatum bij aanvang van het school-jaar (t) door de onderwijsinstelling:– als leerling is ingeschreven en voorbekostiging is aangemeld;– het geen leerlingen betreft aan het

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 6

Page 7: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

praktijkonderwijs en voortgezet speci-aal onderwijs;– het geen leerlingen betreft aan de‘Engelse Stroom’ of ‘InternationaalBaccelaureaat’;– dat woonachtig is in de betreffendeRMC-regio;– en als zodanig is geregistreerd in hetbasisregister.

B = Het aantal jongeren onder A dattijdens het schooljaar (t) is overleden,geëmigreerd of administratief is afge-voerd. Deze gegevens worden ont-leend aan de Gemeentelijke BasisAdministratie;

C = Het aantal jongeren onder A datop de teldatum bij aanvang van hetdaarop volgende schooljaar (t + 1)nog een bekostigde opleiding volgt.Dit kan dezelfde of een andere(beroeps)opleiding zijn aan dezelfde ofeen andere instelling, dan wel vervolg-onderwijs betreffen. C is de som van:• C1: Het aantal jongeren onder Adat op de teldatum van het daaropvolgende schooljaar (t + 1) nog steedsis ingeschreven als leerling in hetvoortgezet onderwijs. Dit op basis vangegevens zoals geregistreerd in hetbasisregister. • C2: het aantal jongeren onder A datop de teldatum van schooljaar t+1 alsdeelnemer is ingeschreven en voorbekostiging is aangemeld in het mid-delbaar beroepsonderwijs en als zoda-nig geregistreerd in het basisregister;• C3: Het aantal jongeren onder Adat op de teldatum van schooljaart+1 als vavo-deelnemer is ingeschre-ven, zoals geregistreerd in het basisre-gister;• C4: het aantal jongeren onder A datop de teldatum van schooljaar t+1 isingeschreven in het hoger onderwijs,zoals geregistreerd in het Centraalregister inschrijvingen hoger onder-wijs.

D = Het aantal jongeren onder A datgedurende schooljaar (t) is uitgeschre-ven met een startkwalificatie. D is desom van :• D1: het aantal jongeren onder A datgedurende schooljaar (t) een startkwa-lificatie heeft behaald, zoals geregis-treerd in het Basisregister;• D2: het aantal jongeren onder A dat

in de periode vanaf begin 1998/1999tot aan schooljaar (t) reeds een start-kwalificatie heeft behaald in hetvoortgezet onderwijs, zoals geregis-treerd in het Examen resultaten regis-ter of in het basisregister.

Toelichting:Het aantal voortijdig schoolverlatersper schooljaar wordt in het kader vandit convenant door de minister bere-kend op basis van bestaande, wettelij-ke registraties. Aan de hand hiervanwordt het aantal jongeren bepaald dataan het begin van een schooljaar bijeen onderwijsinstelling is ingeschreven(peildatum 1 oktober). Vervolgenswordt van deze jongeren nagegaan ofbij aanvang van het daarop volgendschooljaar (peildatum 1 oktober) zij:• nog steeds een opleiding volgen inhet bekostigd onderwijs; • geen opleiding meer volgen maarwel inmiddels een startkwalificatiehebben behaald;• geen opleiding meer volgen en geenstartkwalificatie hebben. Deze laatste groep wordt beschouwdals het aantal voortijdig schoolverla-ters van de betreffende school gedu-rende het schooljaar.

Het gebruik van bestaande registratiesheeft het grote voordeel dat dit nietleidt tot nieuwe administratieve lasten.Daarnaast blijkt deze berekeningsme-thode een vollediger beeld te gevenvan het aantal voortijdig schoolverla-ters dan registratie via de RMC-func-tie. Daarom wordt deze berekenings-methode vanaf 2007 ook gebruikt omde Tweede Kamer te informeren overde aanpak van voortijdig schoolverla-ten. Tot slot sluit deze berekeningsme-thode aan op de landelijke benchmarkvan het mbo.

Bij de berekeningswijze zijn de vol-gende aandachtspunten van belang:

Het basisregister omvat momenteelalle jongeren die een door het Rijkbekostigde opleiding volgen in hetvoortgezet onderwijs en het middel-baar beroepsonderwijs. Deelnemersaan de educatie, behalve vavo op heteinde van het betreffende schooljaar,blijven hier buiten beschouwing. In het praktijkonderwijs en het voort-

gezet speciaal onderwijs is het onder-wijsnummer (voor het overgrote deel)nog niet ingevoerd. Daarom wordendeze onderwijstypen in de bereke-ningsmethode buiten beschouwinggelaten. In de praktijk betekent ditdat wanneer een leerling die is inge-schreven in het voortgezet onderwijsover gaat naar het speciaal onderwijs,deze leerling als nieuwe voortijdigschoolverlater wordt geteld. Indieneen vo-school jaarlijks een gelijk aan-tal leerlingen ‘doorverwijst’ naar hetspeciaal onderwijs, zal dit geen effecthebben op het resultaat. Immers: doorzowel in het referentiejaar 2005-2006als op het eind van de convenantspe-riode deze groep op eenzelfde manierte meten, vallen de aantallen tegenelkaar weg. Het voorgaande geldt ookvoor jongeren die overstappen vanbekostigd naar niet bekostigd onder-wijs.

De berekeningsmethode meet in feitede schoolloopbaan van de jongere.Indien de jongere binnen het school-jaar gedurende korte tijd is uitgeval-len, maar ook weer snel in een andereopleiding en/of op een andere onder-wijsinstelling is ingestroomd, wordtdeze niet als voortijdig schoolverlatergerekend van de school waar de jon-gere bij aanvang van het schooljaarwas ingeschreven. Immers: aan hetbegin van het nieuwe schooljaar volgtdeze jongere weer onderwijs. Dit bete-kent dat een onderwijsinstelling, naastpreventie van uitval, ook belang heeftom er voor te zorgen dat wanneer eenjongere toch uitvalt, deze jongere tehelpen een andere opleiding of onder-wijsinstelling te vinden.

Het convenant richt zich op het beha-len van een startkwalificatie. Dit isminimaal een mbo-2, havo of vwodiploma. Dit betekent bijvoorbeelddat vmbo-leerlingen die een diplomahebben behaald, maar zich voor hetvolgende schooljaar niet inschrijvenbij het mbo of havo toch gerekendworden als nieuwe voortijdig school-verlater van de vo-school. Uit dit oog-punt heeft de vo-school er belang bijom jongeren met een vmbo-diplomate stimuleren zich in te schrijven vooreen vervolgopleiding.

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 7

Page 8: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

Bijlage 3

(menulijst) Maatregelen ter verminde-ren aantal voortijdig schoolverlatersbehorende bij artikel 6, eerste lid vanhet convenant tussen de staatssecretarisvan Onderwijs, Cultuur enWetenschap, de contactgemeente vande RMC-regio 003 Noord Groningenen Eemsmond, en de schoolbesturenvan het Noorderpoortcollege, deOnderwijsgroep Noord, het ROC Alfa-college, het CIBAP vakcollege, hetROC Friesland College, het ROCMenso Alting, de Gemeente GroningenWMOO, het Gomarus College,Fivelcollege, Ommelander College, HetHogeland College en de CSG, inzakehet terugdringen van het aantal voortij-dige schoolverlaters in de schooljaren2007/2008 tot en met 2010/2011.

Vooraf: Handleidingen, voorbeeldpro-jecten en materiaal over de voorgestel-de maatregelen vindt u op de websitewww.voortijdigschoolverlaten.nl

Menulijst

1. Zorgstructuur (Zorg Advies Team)De ervaring leert dat een Zorg AdviesTeam een krachtig instrument is omde schoolinterne zorg af te stemmenop de schoolexterne zorg. Belangrijkdaarbij is dat de interventies op elkaaraansluiten en erop gericht zijn dat deleerling de schoolloopbaan kan voort-zetten en afronden.

2. Overgang vmbo-mbo– Preventieproject overgang vmbo-mboHet preventieproject overgang vmbo-mbo organiseert de samenwerking vanvmbo-scholen en ROC’s onder regievan de RMC-functie van de gemeen-te. Daardoor worden risicojongerengevolgd en begeleid tijdens de over-gangsperiode tussen het vo en hetmbo (dwz tijdens de zomermaanden).

– Preventie+ project overgang vmbo-mboAan de opzet van het Preventieprojectis een aantal voorbereidende activitei-ten toegevoegd om de overgang nogsoepeler te laten verlopen. Ook zijnactiviteiten toegevoegd om te voorko-men dat de mbo-leerling alsnog uit-valt. Het Preventieproject is hierdoorverbreed en verbeterd.

3. Persoonlijke begeleiding– Mentoring en CoachingMentoren en coaches kunnen eenbelangrijke rol spelen bij risicomo-menten in de onderwijsloopbaan vanleerlingen. Leerlingen worden door deschool gekoppeld aan een coach van-uit bijvoorbeeld het bedrijfsleven ofmaatschappelijke organisatie.

– VraagombuigingVraagombuiging is een traject waarbijeen leerling die een verkeerde keuzeheeft gemaakt of een andere opleidingprefereert, met behulp van het ROCeen passend alternatief kiest.Vraagombuigingstrajecten zijn succes-vol wanneer de leerling een nieuweopleiding kiest op de eigen school,maar ook als het onderwijs wordt ver-volgd op een ander ROC of een ande-re instelling.

– Beroepenoriëntatie in het vmbo (bij-voorbeeld portfolio)Een programma dat de leerling eengoed beeld geeft van de beroepsprak-tijk, d.m.v. bijvoorbeeld dagoriënta-ties, maatschappelijke stages, bloksta-ges en levensechte prestaties, hetschrijven van sollicitatiebrieven en hetvoeren van sollicitatiegesprekken(mede i.v.m. verwerven stage). Tijdens de overgang van het vmbonaar het mbo kan extra begeleidingvan leerlingen plaatsvinden door mid-del van de portfolio-methodiek.

– StagesEén van de redenen voor voortijdigschoolverlaten is een tekort aangeschikte stageplaatsen. Tussen scho-len, kenniscentra beroepsonderwijsbedrijfsleven en regionaal bedrijfslevenworden afspraken gemaakt over dewerving van stages (leerwerktrajectenin vmbo of beroepspraktijkvorming inhet mbo), een betere matching vanstages en betere voorlichting aan enbegeleiding van leerlingen bij stages.

4. Opvangklassen voor voortijdigschoolverlaters en meerdere instroom-momenten in het mboSteeds meer ROC’s organiseren voorhun beroepsopleidingen meerdereinstroommomenten voor deelnemers(ook na 1 oktober). Daarnaast zijn erpraktijkvoorbeelden waarbij voortijdigschoolverlaters gedurende het gehele

schooljaar tijdelijk opgevangen kun-nen worden in een ‘opvangklas’.Jongeren krijgen bijvoorbeeld eenpakket aangeboden waarin studiekeu-ze en beroepenoriëntatie centraalstaat, waardoor de jongere zo snelmogelijk en na een goede intake weerkan instromen bij een andere beroeps-opleiding.

5. Dagbesteding (sport en cultuur)Het inzetten van sport en cultuur iseen nieuwe maatregel om de aanvalop de uitval te versterken. Op ditmoment wordt binnen OCW gewerktaan het opstellen van een aanpak enhet in gang zetten van een uitvoering.Hierbij zijn good practices vanuit degemeenten een belangrijke input.

6. VerzuimbeleidIn de praktijk blijkt dat niet alle scho-len een sluitende aanpak van verzuimtoepassen. Een tijdige aanpak vanverzuim, vaak door een persoonlijkebenadering van de leerling, kan echtervoorkómen dat leerlingen definitiefafhaken. In de praktijk zijn goedevoorbeelden van een sluitende ver-zuimaanpak die tot flinke verlagingvan schooluitval leiden.

7. Curatieve maatregelen: EVC- enmaatwerktrajectenEen groot deel van de voortijdigschoolverlaters is aan het werk. Depositie van deze jongeren op dearbeidsmarkt is echter kwetsbaar; alshet economisch minder gaat zijn zij deeersten die op straat staan. Om diereden is het van belang om, naast hetvoorkomen van voortijdig schoolver-laten, ook in te zetten op de jongerendie reeds uitgevallen zijn. Met EVC-of maatwerktrajecten kunnen dezejongeren alsnog een startkwalificatiebehalen en daarmee een duurzameplek op de arbeidsmarkt verwerven.Het instrumentarium van deProjectdirectie Leren en Werken kanhierbij ondersteuning bieden.

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 8

Page 9: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

Bijlage 4

Overzicht van maatregelen behorendebij artikel 6 van het convenant tussende staatssecretaris van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap, de contactge-meente van de RMC-regio NoordGroningen, en de schoolbesturen vanhet Noorderpoortcollege, deOnderwijsgroep Noord, het ROC Alfa-college, het CIBAP vakcollege, hetROC Friesland College, het ROCMenso Alting, de Gemeente GroningenWMOO, het Gomarus College,Fivelcollege, Ommelander College, HetHogeland College en de CSG, inzakehet terugdringen van het aantal voortij-dige schoolverlaters in de schooljaren2007/2008 tot en met 2010/2011.

Organisatie structuur:Twee maal per jaar vindt er bestuur-lijk overleg plaats tussen de drie wet-houders van de contact-gemeentenvan de drie regio’s in de provincieGroningen, waarin de voortgang vanhet convenant besproken wordt;Vier maal per jaar vindt er een over-leg plaats tussen de projectgroep,waarin de regiocoördinatoren van dedrie regio’s in de provincie deelnemenen de afgevaardigden van de drieROC’s, het AOC en de samenwer-kingsverbanden, waarin de knelpuntenen resultaten besproken worden.

Reductie Vsv’ersDe schoolbesturen spreken af dat zeeen reductie van het aantal voortijdigschoolverlaters behalen volgens onder-staande percentages (peiljaar 2005-2006):10% van het aantal Vsv’ers uit hetpeiljaar in 2007-2008.20% van het aantal Vsv’ers uit hetpeiljaar in 2008-2009.30% van het aantal Vsv’ers uit hetpeiljaar in 2009-2010.

40% van het aantal Vsv’ers uit hetpeiljaar in 2010-2011.

De schoolbesturen streven naar eenreductie van het aantal Vsv’ers met10% in 2007-2008 oplopend tot 40%in 2010-2011.

Verbeteren informatieketen en monito-ring Voortijdig Schoolverlaten Zowel gemeenten als scholen wenseneen goed en compleet beeld te krijgenvan leerlingen. Dit kan betrekkinghebben op de maatregelen ten aanzienvan de melding van verzuim of uitval,maar ook over overgangen van leer-lingen van het V(MB)O naar hetMBO, of overgangen tussen VO scho-len. Daarbij wil men niet alleen infor-matie over wie het gaat, maar ookgegevens die voor de ontvangendepartij relevant zijn om op de juistewijze te kunnen registreren, acties teondernemen of om een afweging tekunnen maken waar en of de leerlinggeplaatst kan worden.In de huidige situatie moeten de scho-len en RMC-contactgemeente oneven-redig veel (administratieve) inspannin-gen leveren om ervoor te zorgen datalle informatie aankomt. En dan nogworden veel leerlingen ‘gemist’ ofduurt het erg lang voordat alle gege-vens bekend zijn.Op dit moment werken scholen en deRMC-contactgemeente vanuit ver-schillende invalshoeken aan de invoe-ring van signaleringssystemen en digi-tale overdrachtsdossiers om debeschreven knelpunten op te lossen.Zo is het Electronisch Kinddossier(EKD)/Verwijsindex in ontwikkeling.De aansluiting bij deze ontwikkelingis ook in het kader van VoortijdigSchoolverlaten relevant.Ook om het voortijdig schoolverlatentegen te gaan ontkomen de partnersniet aan een heroriëntatie op de wijze

van informatie-uitwisseling. De huidi-ge ICT techniek moet ons daarbij hel-pen.Naast de onderstaande acties kunnenook activiteiten in het kader vanandere convenanten van belang zijn.Zo heeft het Openbaar Ministerieonlangs een convenant afgesloten,waarin ook afspraken gemaakt zijndie deels overlappen met de afsprakenzoals ze hier gemaakt worden.De schakelopvang is ook een belang-rijke methodiek in de omgang metvoortijdig schoolverlaten. Leerlingendie tijdelijk niet terecht kunnen in hetreguliere onderwijs hebben zo tocheen plek, waarbinnen ze begeleidingkrijgen.

De Colleges van Besturen van de 3ROC’s en het AOC hebben tijdens de‘ontbijtsessie’ van 21 februari 2008 inde Euroborg te Groningen aan dedrie RMC-coördinatoren van deregio’s 1, 2 en 3 toegezegd hen inzich-telijk te maken welke middelen in hetkader van de Aanval op de Uitvalnaast de middelen van het convenantII en de daarbij behorende program-magelden, worden aangewend voorhet voortijdig schoolverlaten.

Onderstaande maatregelen zullen inhet kader van het convenant wordenuitgevoerd. Daar waar nodig wordenin onderling overleg implementatietra-jecten uitgezet voor de verdere uitwer-king van de maatregelen. De verant-woording naar deRMC-contactgemeente zal o.a. in devorm van best practices plaatsvinden.

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 9

Page 10: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 10

Page 11: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 11

Page 12: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 12

Page 13: OCW Convenant ‘Aanval op schooluitval 2008-2011’ RMC-regio ... · Noord Groningen en Eemsmond 002, Delfzijl, en de besturen van het Noorderpoortcollege, de Onderwijsgroep Noord,

1 Not in education, employment or training.

Uit: Staatscourant 19 juni 2008, nr. 116 / pag. 10 13