NU’91 MAGAZINE - Juli 2016 26e jaargang - Nr.151 NU ANNO · De in Zorg anno NU verkondigde...

20
ZORGANNONUMMER 151 - 1 NU’91 MAGAZINE - Juli 2016 26e jaargang - Nr.151 ZORGANNO NU Praktijkverpleeg- kundige VGZ NU’91 Jubileumprogramma Betere (na)zorg redt levens Ik studeer weer

Transcript of NU’91 MAGAZINE - Juli 2016 26e jaargang - Nr.151 NU ANNO · De in Zorg anno NU verkondigde...

ZORGANNONUMMER 151 - 1

NU’91 MAGAZINE - Juli 2016 26e jaargang - Nr.151

ZORG

AN

NON

U

Praktijkverpleeg-kundige VGZ

NU’91 Jubileumprogramma

Betere (na)zorg redt levens

Ik studeer weer

ZORGANNONUMMER 151 - 2

6Inhoud

Antwoord op de vraag: Kan de werkgever mij verplichten descholingskosten terug te betalen nu mijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd?

8Praktijkverpleeg- kundige VGZ

Speciaal opgeleide praktijkverpleegkundige kan een belangrijke rol

spelen bij het verminderen van gezondheidsrisico’s bij verstandelijk

gehandicapten.

Programma Jubileum NU’9110NU’91 bestaat dit jaar 25 jaar en viert dat in september met een kennissessie,

waarbij natuurlijk aandacht is voor het verleden maar de toekomst centraal.

12 Betere (na) zorg redt levens

Vroegtijdige herkenning van kwetsbare

patiënten bij opname in het ziekenhuis en

ondersteuning na ontslag verkleinen risico

op sterfte, heropname en functieverlies.

14 Ik studeer weer

Tien vragen aan IC-verpleegkundige Liesbeth

Klop over haar motivatie om weer te gaan

studeren en over hoe zij werk, privé en studie

combineert.

16Gedachten dwalen af, je ogen vallen steeds

weer dicht en je motivatie is ver te zoeken;

er komt simpelweg even heel weinig zinvols

uit je handen.

ZORGANNONUMMER 151 - 1

NU’91 MAGAZINE - Juli 2016 26e jaargang - Nr.151

ZORG

AN

NON

U

Praktijkverpleeg-kundige VGZ

NU’91 Jubileumprogramma

Beter (na)zorg redt levens

Ik studeer weer

ZORGANNONUMMER 151 - 3

Zorg anno NU is het verenigingsblad van Nieuwe Unie ‘91, beroepsorganisatie van deverpleging en verzorging. Hoofdredactie en eindredactie: Yvonne Sturkenboom

Redactieadres: Bernadottelaan 11, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht, T. 030 - 296 41 44, [email protected]

Bladmanager: Yvonne Sturkenboom. Vormgeving en productie: Meneer E. / illustratie & vormgeving - Amsterdam www.flickr.com/eriksetalge,

Advertentie-exploitatie: NU’91, Utrecht, T 030-2964144, [email protected]. Uitgever NU’91, Utrecht, ISSN 0927 - 4774.

De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en artikelen in te korten en te redigeren. De in Zorg anno NU verkondigde standpunten of meningen zijn niet noodzakelijk de standpunten

en menigen van NU’91.

Hoofdkantoor NU’91 en regio’s: Postbus 6001, 3503 PA Utrecht. T 030-296 41 44, Groningen, Friesland, Drenthe: Richard Wisman, Overijssel, Gelderland: Gorrit Smit,

Utrecht, Flevoland: Ymke Hylkema Noord-Holland: Esther Tibbe, Limburg, Noord-Brabant: Peer Meesters, Zeeland, Zuid-Holland: Mark Froklage

NU’91 Serviceloket is maandag t/m vrijdag van 9.00 - 21.00 uur bereikbaar via 030 - 296 41 44. Je kunt je vragen ook per e-mail - met vermelding van je lidmaatschapsnummer - voorleggen:

[email protected]. Website: www.nu91.nl

Opzegging van het NU’91 lidmaatschap kan halfjaarlijks. Dit dient schriftelijk te geschieden vóór 1 mei of vóór 1 november. Uw opzegging gaat respectievelijk per 1 juli of 1 januari in.

U ontvangt een schriftelijke bevestiging van uw opzegging. NU’91 ledenadministratie, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht. Of kijk eerst even op www.blijfbetrokken.nl colo

fon

Voorzitter NU’91

Column

Monique Kempff

Mijn Rotterdamse tongval doet misschien anders vermoeden, maar

mijn wiegje stond toch echt in het UMC Radboud in Nijmegen. Het

was dan ook heel bijzonder om hier samen met een van onze leden

op de Dag van de Verpleging veren uit te delen aan de verpleeg-

kundigen. Met een kar vol dozen door het ziekenhuis om verpleeg-

kundigen te verrassen, dat is natuurlijk prachtig. Sommigen hadden

tijd voor een praatje, anderen moesten gelijk weer door. En aan het

einde van de dag werd de Beroepscode-app gelanceerd. Een mooie

afsluiting van een boeiende dag, met mooie verhalen en beelden uit

de praktijk.

Zo’n UMC is een immense organisatie, heel wat anders dan de woon-

vormen die je tegenwoordig in de gehandicaptenzorg tegenkomt.

Waar in de academie de cure centraal staat, gaat het in deze branche

om wonen en welzijn. Maar ook hier worden mensen ziek. Gelukkig

zijn er dan gespecialiseerde gezondheidszorgers die voor deze spe-

cifieke cliëntengroep klaar staan. Multidisciplinaire samenwerking

is heel belangrijk, zoals je kunt lezen in deze Zorg anno NU.

Het zal je niet ontgaan zijn dat NU’91 dit jaar 25 jaar bestaat en wij

dit met jullie willen vieren. Een tipje van de sluier van het jubileum-

programma wordt in dit nummer opgelicht. En wil je meer weten,

dan zou ik 23 september gewoon komen.

Ook Liesbeth Klop is al vele jaren actief in het vak en ze wil zich

blijven ontwikkelen. Omdat Nederland geen masteropleiding

Intensive Care kent, vliegt zij elke maand naar Londen voor het vol-

gen van de vervolgopleiding MSc Critical Care. Kapje af voor haar!

Dit is nog eens investeren in jezelf en in je vak.

Met de zomermaanden voor de deur wens ik jullie een goede zomer

en een mooie vakantie. Kom veilig terug allemaal! Tot ziens tijdens

onze jubileumviering!

In het veld

ZORGANNONUMMER 151 - 4

NUinhet Nieuws!

Het recent opgerichte Nederlands Wijkver-

pleegkundig Genootschap (NWG) stelt zich

als doel de nieuwe wijkverpleegkundige

functie versneld te professionaliseren.

Wijkverpleegkundige Jolanda Roelofsen van

zorginstelling Omring is een van de initiatief-

nemers van het NWG. ‘De wijkverpleegkun-

dige professie verdient een stevige positie in

het zorgveld. Onze hoogste prioriteit is het

realiseren van een eenduidige diagnostiek

voor alle wijkverpleegkundigen. Tweede doel

is het meetbaar maken van de maatschap-

pelijke impact die wij leveren, en als derde

spannen we ons in voor een goede profile-

ring in de eerstelijnszorg.’

De oprichting van het NWG is een gezamen-

lijk initiatief van de wijkverpleegkundigen

van vijf zorgorganisaties: Espria, Florence,

Omring, Sensire en ZZG. De organisaties

stellen tijd en geld ter beschikking totdat

het NWG - met de inzet en het lidmaatschap

van de leden - in staat is haar eigen boon-

tjes te doppen.

zorgenz.nl > nieuws > NWG

In de zorgrelatie met mensen met een chronische aandoening richten zorgprofessionals zich steeds

meer op het ondersteunen van de eigen regie. De Instrumentenkiezer zelfmanagementonder-

steuning is een online tool met 120 instrumenten, die zorgverleners en zorggroepen helpt bij het

implementeren van die ondersteuning.

Door te zoeken op specifieke criteria of trefwoorden zoals samen beslissen of inzicht eigen regie

maak je snel een selectie van relevante instrumenten. Bij ieder instrument staat een set kenmer-

ken vermeld, waaronder: doel, doelgroep, effectiviteit en vorm. Sommige tools zijn voorzien van

praktijkvoorbeelden. zelfzorgondersteund-instrumentenkiezer.nl

In het kader van het actieplan Veilig

Werken in de Zorg zijn 27 zorginstellin-

gen begeleid bij de opvolging van agressie-

incidenten. Wat kun/moet je doen wanneer

dergelijke incidenten zich voordoen? Veel zorgorganisaties worden geconfronteerd

met agressie en geweld, en met dezelfde vragen als het gaat over de manier

waarop je daarmee omgaat. Op de nieuwe website Opvolging van incidenten vind

je aan de hand van filmpjes en handige downloads alle antwoorden.

opvolging.duidelijkoveragressie.nl

Opvolging van incidenten

Wijkverpleegkundigen verenigen zich

App vervangt dubbelcheck verpleegkundige

Steeds meer instellingen maken gebruik van slimme,

digitale oplossingen om de dubbele medicatiecon-

trole te doen. Bijvoorbeeld via de medicatiescanner

of een speciale app.

De Medicatie Controle app is zo ontwikkeld, dat

een controle overal in Nederland snel uitgevoerd

kan worden. De medicatiecontrole kan met een

collega worden gedaan of door een zorgcentralist.

Waar de verpleegkundige voorheen alleen de naam

van de patiënt, de dosering en het medicijn check-

te, wordt met de app ook de medicatieopdracht,

de oplossing, de toedieningssnelheid en de gege-

vens van de patiënt gecontroleerd. Het systeem

vraagt overal foto’s van.

De opdracht tot de medicatiecheck wordt volgens

een vastgestelde route verstuurd en de verpleeg-

kundige krijgt in principe binnen een aantal minu-

ten al dan niet de goedkeuring de medicatie toe te

dienen. Als de foto’s worden afgekeurd, wordt het

proces herhaald.

boomerweb.nl

Instrumentenkiezer

ZORGANNONUMMER 151 - 5

NU in het Nieuws

Als er iets mis gaat op je werk, vraag

jij je dan wel eens af of jij daaraan

schuld hebt? Waar ligt de grens tussen

jouw aansprakelijkheid en die van je

werkgever of je collega’s?

En hoe zit dat met de aansprakelijk-

heid op basis van de verschillende

rechtsgebieden?

Wil je meer weten? Kom dan naar

Door jouw schuld, een interactieve

infomiddag o.l.v. NU’91 jurist Carel

van den Bergh. Gratis voor NU’91-

leden.

Datum: dinsdag 22 november

Tijd: 12.00 -16.00 uur

Locatie: kantoor NU’91 in Utrecht

In het septembernummer van

Zorg anno NU vind je het programma

van deze infomiddag.

Save the date!

In Gotenburg is een experiment gestart waarbij verzorgenden en

verpleegkundigen van een verpleeghuis een 6-urige dienst draaien

in plaats van een 8-urige, met behoud van het oorspronkelijke salaris.

De pilot is onderdeel van een landelijk experiment geïnitieerd door

de Zweedse overheid. Volgens leidinggevende Dahlbom Larsson is het

welzijn van haar medewerkers sinds de invoering van de 6-urige

diensten verbeterd evenals de kwaliteit van de zorg: ‘Sinds de jaren

negentig is het werk zwaarder geworden én we moeten het werk met

minder personeel doen. We redden het niet meer. De ontstane dis-

balans tussen werk en privé is voor niemand goed en zorgt voor veel

ziekte, waaronder depressie.’ In 2017 worden de resultaten van de

pilot bekend gemaakt.

waardigheidentrots.nl > actueel

In het kader van de verande-

ringen in de zorg is het be-

roepscompetentieprofiel (BCP)

voor mbo-verpleegkundigen en voor verzorgenden-IG in de

VVT herzien. Tegenwoordig is veel van de inzet van de vp4

en vz-ig erop gericht de cliënt zelfredzamer te maken en

het informele netwerk te coachen en te ondersteunen.

In het BCP wordt dit doel nu ook expliciet vermeld en uit-

gewerkt.

Een andere duidelijke trend is de toepassing van technolo-

gie; enerzijds de vernieuwingen die direct ingrijpen in het

zorgproces, anderzijds de vernieuwingen die planning en

verantwoording vergemakkelijken. Beide ontwikkelingen

hebben invloed op de gevraagde competenties van verzor-

genden en verpleegkundigen. Ook hiervoor is expliciet aan-

dacht in de nieuwe BCP-en, evenals voor geriatrische reva-

lidatiezorg en voor de gevolgen van veranderde wetgeving

voor de bekostiging van de zorg.

aovvt.nl > herziene beroepscompetentieprofielen

Beroepscompetentie- profielen vernieuwd

Pilot: 6-urige werkdag voor verzorgenden in verpleeghuis

Samenwerking zorgopleidingen HvA en UvA

De opleidingen fysiotherapie, ergotherapie, oefentherapie en

verpleegkunde van de Hogeschool van Amsterdam (HvA)

gaan samenwerken met de opleiding geneeskunde van

de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Docenten van de opleidingen hebben samen een

onderwijsprogramma ontwikkeld dat onderdeel

wordt van al deze opleidingen en door de studenten

gezamenlijk wordt gevolgd..

Deze alliantie tussen verschillende disciplines moet drie grote verbeteringen opleveren:

zorg op maat, effectievere gezondheidszorg en kostenreductie. Het ultieme doel is te

komen tot één centrale Amsterdamse campus voor zorgonderwijs.

Vanaf het studiejaar 2016/2017 wordt het programma een vast onderdeel van de curri-

cula van de zorgopleidingen van de HvA en de UvA.

amc.nl > nieuws > samenwerking opleidingen HvA en UvA

NU’91 Serviceloket van 9 tot 9 bereikbaar

Het NU’91 Serviceloket is elke werkdag gedurende twaalf uur bereikbaar.

Met deze ruimere openstelling hopen we onze leden nog beter van dienst te kunnen zijn.

Van 9.00 - 21.00 uur kun je je vragen stellen over bijvoorbeeld arbeidstijden, de wet BIG of

een arbeidsconflict. Het Serviceloket is telefonisch bereiken via 030-2964144. Uiteraard

kun je ook altijd een e-mail sturen: [email protected]

nu91.nl > nieuws > ruimere openstelling

ZORGANNONUMMER 151 - 6

Caro Bakker Volendam

Ellen Pos Kortenhoef

Jayanthi Ramfulsing Rotterdam

Lianne Versteegt-Kool Hei- en Boeicop

Mariette Multem Ede

Tekst: Marloes te Pas

Als individueel belangenbehartiger bij NU´91 word ik door leden benaderd met uiteenlo-

pende vragen en problemen. Omdat de meeste zaken waar zij tegenaan lopen in hun

werk niet uniek zijn, zal ik in Zorg anno NU regelmatig antwoord geven op een specifieke vraag.

Veel werknemers volgen een opleiding op kosten van de

werkgever. Meestal wordt in een zogenoemd studiekosten-

beding vastgelegd dat als de werknemer zelf het arbeids-

contract ontbindt, hij de studiekosten moet terugbetalen.

Teken dat studiekostenbeding niet zomaar. Weet wat je

tekent. Is het je niet helemaal duidelijk, neem dan eerst

contact op met een van de juridisch medewerkers van het

NU’91 Serviceloket.

De leer-/arbeidsovereenkomst van een zorgmedewerker

wordt stopgezet. Dat roept bij haar de volgende vraag op:

Kan de werkgever mij verplichten de scholingskosten terug

te betalen nu mijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd?

De meeste werkgevers eisen (een deel van) de studiekosten

terug als de werknemer vroegtijdig het bedrijf verlaat. Dat

kan zijn omdat het dienstverband op verzoek van de mede-

werker wordt beëindigd, of omdat het dienstverband op

initiatief van werkgever wordt beëindigd om redenen die

verwijtbaar zijn aan de werknemer. Werkgevers blijken regel-

matig een beroep te doen op dergelijke afspraken, maar dat

is niet altijd terecht.

Het kan bijvoorbeeld dat de opleiding die je volgt, uiteinde-

lijk te hoog gegrepen is. Je hebt je uiterste best gedaan en

altijd veel inzet getoond, maar het lukt je niet de opleiding

tot een goed einde te brengen. Werkgevers proberen dan

de gemaakte kosten op de werknemer te verhalen, omdat

de werknemer de voor de functie noodzakelijke opleiding

niet heeft gehaald. In dit geval is dat echter niet verwijtbaar

aan de werknemer. Ook wanneer de werknemer een andere

baan aanneemt omdat de situatie op het werk onzeker is

(bijvoorbeeld door een geplande reorganisatie), kan hij vaak

niet worden gehouden aan het studiekostenbeding. Wees

je hiervan bewust en ga dus niet te snel mee in de argumen-

tatie van de werkgever.

Jurisprudentie

Vanwege het ontbreken van een wettelijke bepaling over

het terugbetalen van studiekosten is dit onderwerp vaak

een punt van discussie tussen werkgever en werknemer.

Maar ook al kent het studiekostenbeding geen wettelijke

regeling, in de jurisprudentie is wel bepaald dat het beding

aan een aantal voorwaarden moet voldoen:

• de regeling moet altijd schriftelijk worden aangegaan;

• in de regeling staat de periode vermeld waarin de werk-

gever geacht wordt baat te hebben van de door de werk-

nemer opgedane kennis;

• in de regeling staat vermeld dat de werknemer de studie-

kosten moet terugbetalen indien de arbeidsovereenkomst

tijdens de studie of direct erna eindigt;

• de verplichting tot terugbetaling vermindert naarmate de

arbeidsovereenkomst langer voortduurt;

• de regeling moet helder zijn, eventuele onduidelijkheden

zijn meestal in het voordeel van de werknemer;

• er dient duidelijk te worden omschreven welke kosten

onder welke omstandigheden van de werknemer kunnen

worden teruggevorderd.

Daarnaast kijkt de rechter ook of de terugbetalingsregeling

voldoet aan de normen van goed werkgeverschap en de

maatstaven van redelijkheid en billijkheid.

Eenduidige, voor elke situatie geldende antwoorden of op-

lossingen zijn meestal niet te geven. Ik adviseer je daarom

contact op te nemen met het NU’91-Serviceloket voor een

bij jouw situatie passend advies.

uz elzp Oplossing puzzel Zorg anno NU 150: VEERKRACHT. Dit zijn de tien winnaars van het Rituals verwenpakket.

Dianne Ebben Sambeek

Jeffrey Volders Bellingwolde

Rivka Mesu Vrouwenpolder

Ramona Groot Obbink Brummen

Bodine Tiecken Leiden

ZORGANNONUMMER 151 - 7

ZORGANNONUMMER 151 - 8

Van de werkvloer

Op 7 februari 2000 erkende Els Borst, de toenmalige minister van Volksgezondheid, het vakgebied

Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten als een zelfstandig specialisme. Sindsdien kent de sec-

tor een ‘eigen’ arts, de AVG (arts verstandelijk gehandicapten) en sinds een aantal jaar ook speciale

verpleegkundigen, de praktijkverpleegkundigen VGZ.

In Nederland zijn ruim 200 artsen VG werkzaam. Oorspronkelijk waren zij vrijwel altijd verbonden aan

een zorginstelling. Mede door decentralisatie van grote zorginstellingen is de rol van de AVG veranderd

en ontwikkelt deze zich steeds meer van generalist naar specialist. Dat heeft gevolgen voor de organi-

satie van het werk. Cliënten met ernstige meervoudige beperkingen en cliënten met ernstige gedrags-

problemen blijven wat betreft de eerstelijnszorg vaak bij de AVG. De ‘dagelijkse’ medische zorg wordt

uitgevoerd door de huisarts, die de AVG consulteert wanneer de situatie daarom vraagt. Cliënten die

al van oudsher in de wijk wonen, kunnen nu ook via de huisarts een beroep doen op de specialistische

kennis van de AVG. Daarnaast worden in een aantal instellingen bepaalde taken overgenomen door

specifiek voor de verstandelijk gehandicaptenzorg opgeleide praktijkverpleegkundigen.

PRAKTIJKVERPLEEGKUNDIGE VGZ

Triagist,

intermediair

en coach

Tekst: Yvonne Sturkenboom

Voor mensen met een verstandelijke beperking is het vaak moeilijk uit te

leggen wat er precies met hen aan de hand is als ze zich niet lekker voelen

of pijn hebben. Bovendien lopen ze relatief meer gezondheidsrisico’s.

De praktijkverpleegkundige verstandelijk gehandicaptenzorg (VGZ) kan

als intermediair een belangrijke rol spelen bij het verminderen van die

risico’s.

ZORGANNONUMMER 151 - 9

Van de werkvloer

Schakel Begeleiders van woonvoorzieningen voor ver-

standelijk gehandicapten hebben vaak een sociaal pedago-

gische achtergrond en merken medische problematiek bij

cliënten niet altijd op. Daarbij komt dat door de bezuini-

gingen de werkdruk al hoog is, terwijl de complexiteit van

de zorgvragen toeneemt doordat mensen met een verstan-

delijke beperking ouder worden dan vroeger. Een speciaal

opgeleide praktijkverpleegkundige kan een belangrijke rol

spelen in de medische zorg voor deze cliënten én de teams

op dit vlak coachen en ondersteunen. De meerwaarde van

praktijkverpleegkundige VGZ is dat zij naast de toegespitste

inhoudelijke verpleegkundige en medische kennis ook be-

schikt over specifieke kennis van deze cliëntengroep en zich

heeft verdiept in de beste manier van communiceren.

Het kunnen aansluiten bij de belevingswereld van de cliënt,

stelt haar in staat als schakel te fungeren tussen de cliënt

en de reguliere behandelaar. Naast het signaleren van

(dreigende) gezondheidsproblemen en het inschatten hoe

acuut een medisch probleem is, voert de praktijkverpleeg-

kundige VGZ zelfstandig spreekuren voor onder meer chro-

nische aandoeningen. Ook verricht zij door de huisarts of

de AGV geïndiceerde medisch-technisch c.q. verpleegtech-

nische handelingen.

Korte lijnen Ipse De Bruggen - met meer dan 300

zorglocaties in Zuid Holland - is een van de zorginstellingen

voor verstandelijke gehandicapten waar de praktijkverpleeg-

kundigen een prominente rol spelen in de medisch-verpleeg-

kundige zorg. Inmiddels zijn er 20 praktijkverpleegkundi-

gen die dagelijks spreekuur houden op locatie en zo nodig

ook zieke cliënten thuis bezoeken.

De praktijkverpleegkundigen zijn de intermediairs tussen

cliënt en groepsleiding én tussen woonzorgteams en AVG

of huisarts. De huidige praktijkverpleegkundige heeft een

breder takenpakket dan haar voorloper de praktijkbegelei-

der, die alleen als schakel fungeerde tussen de cliënt en de

groepsleiding. Een belangrijk onderdeel van de functie is de

triage. De praktijkverpleegkundige bepaalt bij een gezond-

heidsklacht van een cliënt of ze de cliënt zelf kan behandelen

of dat de huisarts c.q. de AVG geraadpleegd moet worden.

De drie disciplines hebben dagelijks hun eigen spreekuren

in enkele centrale locaties van Ipse De Bruggen. Wekelijks

treffen zij elkaar voor een gezamenlijke bespreking over

cliënten met gemeenschappelijke raakvlakken. Dit samen-

werkingsmodel gaat uit van een heldere splitsing tussen

taken van de huisarts, de AVG en de praktijkverpleegkun-

dige. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de AVG

ligt bij psychiatrie, gedragsproblemen, epilepsie, spasticiteit,

zintuigstoornissen en klinisch-genetische vraagstukken. De

algemene medische zorg ligt bij de huisartsen.

In het februarinummer van KLIK - vaktijdschrift verstande-

lijk gehandicaptenzorg - geeft een van praktijkverpleegkun-

digen van Ipse de Bruggen inzicht in haar dagelijkse werk-

zaamheden: ‘Naast triage doe ik veel aan preventie.

Mijn collega’s en ik hebben eigen spreekuren hart- en vaat-

ziekten, diabetes, epilepsie en antipsychotica. Ook schrijf ik

medische verslagen en overleg multidisciplinair over valpre-

ventie en pijnsignalering. Hart- en vaatziekten zijn een

blijvend risico voor een groot aantal mensen met een verstan-

delijke beperking. We screenen daarop met bloedprikken

en vragenlijsten. Deze ziekten ontstaan door veroudering,

maar ook door de leefstijl van cliënten. Deels door de per-

sonele veranderingen in de zorg bewegen cliënten minder.

Als begeleiders alléén op een woning werken, hebben ze

niet meer de mogelijkheid met iemand te gaan wandelen

of zwemmen. Een ander effect van de ingezette veranderin-

gen én van de strengere eisen in de zorg, is dat mijn colle-

ga’s en ik veel bezig zijn met het scholen van begeleiders

in verpleegtechnische handelingen zoals sondevoeding,

injecteren en insuline prikken.’

Bij Inholland Academy in Amsterdam gaat in september de

opleiding Praktijkverpleegkundige in verpleeghuis en VGZ

weer van start. De opleiding is bestemd voor hbo-verpleeg-

kundigen en verpleegkundigen met een inservice- of mbo-

opleiding, die door vervolgopleidingen en aantoonbare

activiteiten in de verpleging het hbo werk- en denkniveau

hebben verworven. De deeltijd opleiding duurt 17 maan-

den. Meer informatie: inholland.nl/academy

Bij Hogeschool Avans+ begint de opleiding Praktijkver-

pleegkundige in de verstandelijke gehandicaptenzorg - in

Breda en Utrecht - in oktober.

Meer informatie: avansplus.nl/opleidingen

De complexiteit van de zorgvragen neemt

toe doordat mensen met een verstande-

lijke beperking ouder worden dan vroeger

Opleiding praktijkverpleegkundige VGZ

ZORGANNONUMMER 151 - 10

ZORGANNONUMMER 151 - 11

ZORGANNONUMMER 151 - 12

In de praktijk

De overdracht van patiëntgegevens tussen zorgaanbieders

- met name bij ontslag uit het ziekenhuis - is nog vaak in-

compleet, incorrect, niet tijdig of soms zelfs volledig afwe-

zig. Er zijn geen heldere afspraken over welke informatie

de ziekenhuizen overdragen en een probleem op zich is de

medicatieoverdracht. Met name kwetsbare ouderen lopen

hierdoor risico’s die ingrijpende gevolgen kunnen hebben.

Warme overdracht Ouderen herstellen na een (niet-

geplande) ziekenhuisopname vaak moeilijk. Zij blijken zeer

vermoeid, hebben een passieve en apathische houding,

voelen zich instabiel tijdens het lopen en zijn bang om te

vallen. Het beïnvloedt in hoge mate hun capaciteit het nor-

male leven weer op te pakken. Deze groep ouderen krijgt

vaak te maken met heropname en van de 80-plussers sterft

zelfs 30% binnen drie maanden na ontslag uit het zieken-

huis, wanneer er geen of onvoldoende nazorg is geregeld.

Klinisch geriater Sophia de Rooij en verplegingswetenschap-

per Bianca Buurman deden onderzoek onder 674 ouderen

die met een acute ziekte in het ziekenhuis waren opgenomen.

De helft van de ouderen ging naar huis zonder verdere on-

dersteuning en de andere helft kreeg in het kader van de

Transmurale Zorgbrug (TMZ) - overbrugging tussen de pro-

fessionals in het ziekenhuis en professionals in de eerste-

lijnszorg - bezoek van een wijkverpleegkundige in het

ziekenhuis en ondersteuning na thuiskomst. De wijkver-

pleegkundige houdt gedurende een aantal weken de vinger

aan de pols, waardoor een deel van de ontijdige sterfge-

vallen wordt voorkomen. Problemen - bijvoorbeeld met de

nieuwe medicatie - worden op tijd gesignaleerd en indien

nodig wordt de huisarts, specialist, thuiszorg of de mantel-

zorger ingeschakeld. Ook het aantal heropnames kan met

een juiste begeleiding van zowel de patiënt als zijn/haar

mantelzorger(s) aanzienlijk verminderd worden.

Functionele achteruitgang Ook aan de zorg

tijdens de ziekenhuisopname van deze groep patiënten valt

nog zeker het nodige te verbeteren. Maar proactieve zorg

tijdens ziekenhuisopname gecombineerd met een gecoör-

dineerd verpleegkundig nazorgprogramma is in Nederland

helaas geen standaardzorg. Nog geen 30 procent van de

Nederlandse ziekenhuizen heeft momenteel een samenwer-

Betere (na)zorg redt levens

Tekst: Yvonne Sturkenboom

Het proactief opsporen van

ouderen met een verhoogd risico

op functieverlies kan slechte

uitkomsten na ziekenhuisopname

voorkomen.

De huidige zorg voor ouderen in

het ziekenhuis kenmerkt zich

echter door een focus op de ziekte

waarvoor de patiënt is opgenomen.

Daarnaast is de overgang van het

ziekenhuis naar de thuissituatie

vaak ongecoördineerd.

ZORGANNONUMMER 151 - 13

Het project Transmurale Zorgbrug is onderdeel van het Nationaal

Programma Ouderenzorg (NPO). BeterOud is het nieuwe platform

waarop de resultaten en ervaringen van het NPO worden gedeeld.

Transmurale zorg en samenwerking zijn hierin belangrijk thema’s.

De websites beteroud.nl en effectieveouderenzorg.nl bieden veel

informatie over het project en je vindt er praktische tools om zelf

aan de slag te gaan. Ook worden - in het kader van de leergemeen-

schap Transmurale Zorgbrug - gratis bijeenkomsten georganiseerd

om ziekenhuizen, thuiszorgorganisaties en revalidatieafdelingen van

verpleeghuizen die aan de slag willen of al bezig zijn met de Trans-

murale Zorgbrug, verder te helpen. Bianca Buurman en Sophia de

Rooij geven tijdens deze bijeenkomsten advies, collega’s delen erva-

ringen en zoeken samen naar oplossingen voor eventuele drempels

bij de implementatie van de zorgbrug.

Een gratis e-learning over de TMZ vind je op freelearning.nl Daarin

wordt uitgelegd hoe de TMZ werkt, wat je op welk moment moet

regelen, wie je op welk moment inschakelt en hoe je rapporteert.

NOOT: * Buurman B., De Rooij S. e.a.; Comprehensive Geriatric Assessment and Transitional Care in Acutely Hospitalized Patients : The Transitional Care Bridge Randomized Clinical Trial (2016)

In de praktijk

kingsovereenkomst met de wijkverpleging. Dat veel zieken-

huizen deze nazorg nog niet bieden, komt volgens De Rooij

doordat ‘we allemaal in onze eigen straat werken. Een arts

denkt al gauw dat het klaar is als de patiënt medisch uitbe-

handeld is’. De TMZ is een van de initiatieven om daar ver-

andering in te brengen.

Uit het onderzoek blijkt dat de extra zorg die in het kader

van de TMZ wordt gegeven goede resultaten geeft met

betrekking tot vroegtijdige sterfte en heropnames, maar dat

die toegespitste zorg opvallend genoeg niet leidt tot een

betere gezondheid of een sneller herstel. Alle ouderen - met

en zonder nazorg - hadden in dezelfde mate last van func-

tieverlies: ze konden verschillende dingen niet meer die ze

vóór hun ziekenhuisopname nog wel konden, zoals zich-

zelf wassen en aankleden of boodschappen doen.

De ouderen bleken onvoldoende geïnformeerd over het

belang van reactivering en leken vooral geduldig af te wach-

ten met betrekking tot hun herstel. Om hun dagelijkse

routine weer op te pakken, hadden ze duidelijk een duwtje

in de rug nodig.

Vroegtijdige mobilisatie - zoals bijvoorbeeld op speciale

geriatrische afdelingen in het ziekenhuis wél gebeurd - en

het stimuleren van de zelfstandigheid worden weliswaar

genoemd als fundamentele onderdelen van de TMZ. Maar

zowel in het ziekenhuis als wanneer de oudere weer thuis

is, lijkt er nog weinig aandacht te zijn voor deze belang-

rijke voorwaarden om functieverlies tegen te gaan.

Transmurale Zorgbrug

De ouderen bleken onvoldoende geïnformeerd over het belang van reactivering

BeterOud

De TMZ bestaat uit drie onderdelen:

• het geriatrieteam in het ziekenhuis doet - als uit de

screening een verhoogd risico blijkt - een comprehensive

geriatric assessment (CGA) en maakt een zorgbehandel

plan;

• de wijkverpleegkundige maakt al in het ziekenhuis kennis

met de patiënt en stelt in samenwerking met de patiënt,

mantelzorger, afdelingsverpleegkundige, internist oude-

rengeneeskunde en transferverpleegkundige een zorg

plan op;

• na thuiskomst zorgt de wijkverpleegkundige samen met

de huisarts en mantelzorger voor de nazorg. Binnen twee

dagen na ontslag bezoekt de wijkverpleegkundige de

patiënt voor de eerste keer thuis, daarna volgt nog een

aantal huisbezoeken om de patiënt in de eerste kwets-

bare maanden na ziekenhuisopname te begeleiden;

daarbij is aandacht voor de geriatrische problemen,

medicatieveiligheid, toegang tot hulpmiddelen en andere

zorgverleners, en mantelzorgondersteuning.

Bij binnenkomst in het ziekenhuis is het van belang dat alle

patiënten vanaf 65 jaar gescreend worden. Doel van deze

screening is een vroegtijdige herkenning van kwetsbare

patiënten en een snelle start van maatregelen die gericht

zijn op het voorkomen van ziekenhuiscomplicaties met als

mogelijk gevolg functieverlies. Naast de ernst en de aard

van de acute ziekte zelf, spelen verschillende factoren een

rol in het ontstaan van functieverlies: andere fysieke klachten

en/of cognitieve beperkingen, onvoldoende kwaliteit van

de zorg tijdens ziekenhuisopname (ondervoeding, weinig

stimulans tot zelfstandigheid) en slechte overdracht na zie-

kenhuisopname, waardoor niet of veel te laat aan herstel

gewerkt wordt. Het CGA wordt gebruikt om tijdens en na

ziekenhuisopname de risicofactoren van functieverlies te

identificeren en waar mogelijk te beïnvloeden. Vervolgens

wordt een op maat gemaakt zorgbehandelplan gemaakt

met en voor de patiënt. Dit plan beschrijft de problemen,

doelen en interventies die worden ingezet tijdens én na

ziekenhuisverblijf. Wanneer herstel van opgelopen functie-

verlies zich niet binnen enkele maanden manifesteert, is

het verlies vrijwel zeker definitief.

ZORGANNONUMMER 151 - 14

Interview

Ik studeer weerHet is niet niks om na jaren als ver-

pleegkundige gewerkt te hebben nog

een gespecialiseerde opleiding te gaan

volgen. Toch doen velen dat.

Zo ook Liesbeth Klop (40). Wat is haar

motivatie om weer te gaan studeren en

hoe combineert zij werk, privé en studie?

Tien vragen aan Liesbeth Klop

2En waarom voor de IC ?

‘Vanwege de grote mate van zelfstandigheid; de

mogelijkheid om mee te denken en te beslissen.

En de kansen om je verder te ontwikkelen.

Na de hbo-v in Groningen heb ik eerst vier jaar

op cardiologie gewerkt, maar daarna wilde ik de

uitdaging van de meer acute zorg. Uiteindelijk ben

ik in het UMCG gestart met de IC opleiding op de

Thorax Intensive Care.’

Wanneer besloot je om in de gezondheids- zorg te gaan werken?

‘Mijn beide ouders werkten in de gezondheidszorg

en de sector had ook wel mijn interesse. Maar ja, je

wordt toch geen zuster... Eigenlijk wilde ik naar het

conservatorium, maar ik realiseerde me dat mijn

toekomstperspectief in financieel opzicht dan nogal

onzeker zou zijn. Daarom heb ik uiteindelijk toch

voor de gezondheidszorg gekozen.’

1

3Je hebt zeven jaar in Australië gewoond en ge-

werkt. Hoe kwam je daar terecht?

‘Tijdens de hbo-v heb ik zes maanden in Schotland

stage gelopen en later heb ik nog in Nottingham

gewerkt. Na iedere werkervaring in het buitenland

dacht ik dat dit virus zo langzamerhand wel uit mijn

systeem zou zijn. Maar niet dus. Met een onderbre-

king van zes maanden heb ik zeven jaar in Sydney

gewerkt. Ik ben nog officieel Australian resident

geworden, maar het was tijd om terug te gaan,

vooral vanwege mijn familie. Ik was niet meer echt

betrokken bij hun leven en zij niet bij het mijne, en

dat miste ik.’

4Welke opleiding volg je nu?

‘Ik doe een Master in Critical Care aan de Queen

Mary University in London. Het was weer tijd voor

een nieuwe uitdaging. In Australië heb je als verpleeg-

kundige meer carrièremogelijkheden. Veel van mijn

collega’s daar volgden ook een studie naast hun werk.

De master in IC verpleegkunde was erg populair en

ik zag dat het een mooie verdieping van het vak was.’

5Waarom Londen? Hoe doe je dat praktisch?

‘Masteropleidingen in Intensive Care zijn er helaas

niet in Nederland. Omdat ik de afstanden in Australië

gewend ben, vind ik iedere maand naar Londen vlie-

gen geen probleem. Ik ben langer onderweg om mijn

ouders in Nederland te bezoeken dan om naar London

te gaan. In Londen huur ik een kamer bij een kennis

en vandaaruit ga ik naar de universiteit.’

6 Wat vind je leuk aan de opleiding?

Dat het een MSc in Critical Care is en niet in Critical

Care Nursing. De gedachte hierachter is dat Critical

Care multilayered is: er zijn meerdere disciplines

betrokken bij de zorg voor de IC-patiënt, dus wordt

de leerstof ook breed aangeboden. Het kan diëtetiek

zijn, maar ook geneeskunde of fysiotherapie.

Dit maakt dat ik in een klas zit met vijf verpleeg-

kundigen, vijf artsen en een fysiotherapeut.

Deze opleiding leert je meedenken in de Intensive

Care geneeskunde.’

ZORGANNONUMMER 151 - 15

Interview

7 Valt er ook iets tegen?

‘Je zou naast de opleiding fulltime kunnen werken. Nou, dat

is niet waar. Ik werk 24 uur per week, maar ook dat is soms

te veel. Iedere module wordt afgesloten met een examen en

daarnaast moet je een groot essay schrijven van minimaal

3000 woorden.

En sommige onderwerpen vind ik erg moeilijk.’

8

Zou je andere verpleegkundigen deze opleiding aanraden?

‘Absoluut! Kwalitatief is het een hele goede internationale

opleiding die voor een groot deel gedoceerd wordt door

mensen die belangrijk werk en/of onderzoek hebben ver-

richt, of nog steeds actief zijn binnen de Intensive Care. De

lessen zijn super interessant, al kan de taal wel een lastige

factor zijn.’

9Wat wil je gaan doen als je deze opleiding hebt afgerond?

‘Dat weet ik nog niet. Voorlopig is mijn doel het behalen

van deze master. Misschien dat ik nog een PhD kan doen,

maar onderwijs is ook een mogelijkheid. Maar eerst ga ik

lekker op vakantie.’

10Hoe combineer je je privéleven, werk en opleiding?

Welk privéleven? Haha… dat staat op een erg laag pitje.

Als ik niet werk dan studeer ik. Maar als het enigszins kan,

bezoek ik familie of spreek ik af met vrienden. Mijn doel is

het behalen van deze master en dat ik daar een deel van

mijn sociale leven voor moet opgeven, vind ik niet erg.’

Onvergetelijk

Liesbeth Klop is IC-verpleegkundige in het OLVG Oost

in Amsterdam. Zoals alle verpleegkundigen heeft zij

dingen in haar werk meegemaakt die haar altijd zul-

len bijblijven. Op de website van Venticare Magazine

geeft zij daar een voorbeeld van. Een voorbeeld dat

tegelijkertijd duidelijk maakt waarom de ontwikkelin-

gen in de Critical Care haar zo interesseren: ‘Twaalf

jaar geleden werd op de IC waar ik destijds werkte

een vrouw opgenomen met post partum cardiomyo-

pathie. In die tijd was de enige behandeling een hart-

transplantatie. Ze heeft daarna nog twee jaar geleefd.

Drie jaar geleden werd een vrouw opgenomen met

hetzelfde ziektebeeld. Ze werd direct aan de va-ECLS

(veno-arteriele Extra Corporeal Life Support)* gelegd,

die zowel de longfunctie als de hartfunctie over-

neemt. Met aanvullende therapie kon na vijf dagen

de canule verwijderd worden en werd zij herenigd

met haar pasgeboren kind. Haar hartfunctie was na-

genoeg hersteld. Dat zal ik nooit meer vergeten.’

* In tegenstelling tot de reguliere hart- en longfunctie

ondersteunende apparatuur kan ECLS deze functies

volledig overnemen, waardoor hart en/of longen kun-

nen rusten en herstellen.

MSc Critical Care

Korte omschrijving van de postgraduate opleiding

MSc Critical Care: If you are a clinician, a senior nurse

or an allied health professional working in critical care,

this programme is designed to give you a thorough

grounding in critical care medicine, together with the

tools to maintain your knowledge over a course of

advanced, specialist instruction. We aim to ensure that

you acquire the theoretical understanding and skills to

advance and promote knowledge in this specialty and

develop your leadership skills.

This programme will:

- Provide advanced theoretical and practical teaching

that covers a broad range of key topics related to the

management of the critically ill or injured patient.

- Develop the skills, knowledge and confidence so that

you can lead the provision of the highest standards

of critical care.

- Develop and demonstrate your competence in a criti-

cal appraisal of research and your skills in conducting

robust clinical audit.

Meer informatie: qmul.ac.uk > postgraduate

Het interview met Liesbeth Klop verscheen eerder in Venticare Magazine - april 2016.

ZORGANNONUMMER 151 - 16

Lifestyle

Je leven wordt gedomineerd door ritme. Of het nu gaat om

slapen, werken of eten; je biologische klok bepaalt het meest

geschikte moment. Dit ‘virtuele uurwerk’ in je hersenen

stuurt hormonen aan in je lijf die je moe of actief kunnen

maken.

Het blijkt dat de meeste mensen in de ochtend een presta-

tiepiek hebben, zo’n drie uur na het opstaan. Stel: je staat

om 7 uur op, dan ben je dus rond 10 uur op je best. Dit is

het ideale moment voor het oplossen van ingewikkelde

puzzels, het leren van complexe vaardigheden of het voe-

ren van moeilijke gesprekken.

In de topsport wordt hier al jaren rekening mee gehouden.

Zo passen bijvoorbeeld atleten en zwemmers hun slaap-waak

ritme op zo’n manier aan dat hun prestatiepiek precies ligt

op het moment dat ze aan de start moeten verschijnen.

Fouten maken Het hogere cortisolgehalte dat je

‘s morgens helpt om in je ritme te komen, neemt geduren-

de de middag af en daarmee vermindert je concentratie-

vermogen. Acht uur na het ontwaken - zo rond 3 uur in de

middag - ligt je hormonale dieptepunt. Gedachten dwalen

af, je ogen vallen steeds weer dicht en je motivatie is ver te

zoeken. Er komt simpelweg even heel weinig zinvols uit je

handen.

Gelukkig duurt de zogenoemde middagdip niet lang; na

ongeveer een uur neemt het energieniveau weer langzaam

toe, gevolgd door een tweede activiteitpiek in de vroege

avond. Zo’n dip is met name lastig als je aan het werk bent.

Het verhoogt de kans op het maken van fouten en je merkt

ze bovendien minder snel op. In het brein ligt de anterieure

cingulate cortex (ACC) die razendsnel actief wordt als we

fouten maken. De ACC merkt fouten op en veroorzaakt

de zogenoemde oeps-respons. Bijvoorbeeld: je stuurt een

mail waar een bijlage bij moet en op het moment dat je

op de verzendknop drukt, realiseer je je dat je dat verge-

ten bent. Als je moe bent, wordt dit gebied echter minder

actief en het risico op het maken van fouten die je niet op-

merkt, is dan aanzienlijk groter.

Veel mensen die last hebben van een middagdip vertrou-

wen op koffie als hét middel om eruit te komen. Cafeïne

heeft inderdaad een positief effect op de werking van de

ACC en het verhoogt de hartslag en de sterkte van de sla-

gen, waardoor je een wakkerder gevoel krijgt. Een nadeel

van cafeïne is echter dat er snel gewenning optreedt.

Bij mensen die normaal nauwelijks cafeïne gebruiken werkt

het eigenlijk het beste, maar wel met het risico dat zij snel

aan hun taks zitten en een onrustig en beverig gevoel krijgen.

Middagdip te lijf

Zo’n acht uur na het ontwaken ligt je hormonale dieptepunt

Tekst: Ruth Heiligers

ZORGANNONUMMER 151 - 17

Lifestyle

Voorkomen is beter…… Het beste medicijn tegen

een middagdip is een powernap. Maar dat is helaas voor

maar weinig mensen weggelegd. Het ligt dus meer voor de

hand te proberen een dip te voorkomen en bijvoorbeeld

rekening te houden met wat je eet. De hersenen gebruiken

veel energie die ze halen uit zuurstof en voedingstoffen in

het bloed en werken het best bij een gelijkmatige toevoer

van energie. Zo voorkom je schommelingen in je bloedsui-

kerspiegel. Sla je ontbijt niet over en neem naast een ge-

zonde lunch af en toe iets kleins (en gezonds) tussendoor.

Door je lichaam aan het werk te houden is een middagdip

op afstand te houden. Maar het is geen vrijbrief om zomaar

te gaan snaaien. Voeding met zoveel mogelijk langzame

koolhydraten - goede vetten en eiwitten - werkt het best.

Zoete snacks als chocolade, maar ook bijvoorbeeld witbrood

en suikerhoudende frisdrank of vruchtensap, leveren daar-

entegen snelle koolhydraten, die door het lichaam direct

worden omgezet in glucose. De bloedsuikerspiegel piekt

en het lichaam krijgt even een boost waardoor je je alerter

voelt. Maar het effect is kortstondig. De kans is groot dat

de dip in alle hevigheid terugkomt. Fruit kan wel helpen;

het bevat weliswaar dezelfde suikers als vruchtensap, maar

de vezels in de vrucht zorgen voor een meer gelijkmatige

opname in het lichaam. Ook dehydratie is een belangrijke

veroorzaker van de middagdip. Voldoende water drinken

gedurende de dag is dan ook zeker zo belangrijk als de

juiste voeding om je energie op peil te houden.

Door wat je eet en drinkt kun je dus het risico op een middag-

dip beïnvloeden. Probeer daarnaast in je pauze wat beweging,

daglicht en frisse lucht te krijgen. Een wandelingetje - het

liefst in de buitenlucht - helpt. Is er geen mogelijkheid naar

buiten te gaan, zoek dan even een collega op een andere

afdeling op voor een praatje. En neem de trap in plaats van

de lift.

Kauw je alert Als je aan bovenstaande allemaal niet

toekomt, dan is er nog een laatste tip: het schijnt te helpen

om voor je begint aan iets dat echt je aandacht vraagt vijf

minuten op iets te kauwen. Door de kauwspieren te ge-

bruiken wordt de bloeddruk en de bloedtoevoer naar de

hersenen verhoogd. Mogelijk krijgen bepaalde hersenge-

bieden hierdoor meer zuurstof en een verhoogde energie-

toevoer, waardoor ze beter gaan presteren. Proefpersonen

die vijf minuten op kauwgum kauwden alvorens een

opdracht te doen, bleken betere resultaten te behalen en

gedurende minimaal een half uur geconcentreerder te zijn

dan de controlegroep. Of dit ook echt werkt om je middag-

dip op een afstand te houden? Probeer het gewoon.

Als verpleegkundige en verzorgende ben je veel in

beweging. Zolang je rondloopt en bezig bent, voel je

je alert, maar als je ’s middags gaat zitten om bijvoor-

beeld de administratie te doen, kan het gebeuren dat

je wordt overvallen door een plotseling opkomend

duf gevoel.

Er komt simpelweg even heel weinig zinvols uit je handen

ZORGANNONUMMER 151 - 18

Dag van de verpleging

Dag van de Verpleging

2016

Verpleegkundigen in het hele land verrast door NU’91-medewerkers

ZORGANNONUMMER 151 - 19

Download

is de digitale nieuwsbrief van NU’91. Hierin vind je het laatste nieuws over

NU’91 en over de ontwikkelingen binnen de zorg. Wil jij ook NUfo ontvangen?

Ga dan naar www.nu91.nl en log in via Mijn NU’91 en pas Mijn gegevens aan. NUfoIkben

Geef het ons op tijd door wanneer je van adres verandert of van werkgever. Vul de nieuwe gegevens in en stuur de bon -zonder postzegel - naar:

NU’91 Ledenadministratie Antwoordnummer 9331 3500 ZC UtrechtJe kunt de wijzigingen natuurlijk ook per email doorgeven: [email protected]

NU lidnaam

lidnr.

email

Nieuw adres adres

postcode woonplaats

tel. nr.

oude postcode rekeningnr.

Nieuwe werkgever

naam instelling

adres

postcode plaats

ingangsdatum

email werk

App CAO GGZ

De CAO GGZ is zowel op papier als digitaal beschikbaar. Sinds medio juni is de

CAO GGZ 2015-2017 ook te raadplegen via een app.

Naast de volledige cao-tekst heeft de app vijf handige, eenvoudige tools om

berekeningen te maken voor:

• het aantal te werken uren per jaar;

• de financiële vergoeding bij ORT-diensten;

• het aantal LFB-uren per jaar;

• de ingangsdatum van het zwangerschapsverlof en de einddatum van het

bevallingsverlof;

• de ingangsdatum van de AOW-leeftijd.

Daarnaast is een aantal informatieve links opgenomen.

De app is zowel beschikbaar voor iOs als Android.

Meer informatie vind je op werkenindeggz.nl.

werkt voor DE ZORG www.nu91.nlwerkt voor DE ZORG www.nu91.nl

NU’91Monitor

Zomerbezetting

Meld het ons! NU’91 inventariseert de klachten over onderbezetting en als de meldingen daar aanleiding toe geven zal NU’91

opnieuw het gesprek daarover aangaan met werkgevers en politici.

Een verhoogde werkdruk door een tekort aan personeel in de vakantie-periode gaat immers ten koste van

jou, je collega’s en je patiëntenen cliënten.

Ervaar jij opje werk problemen in verband met onderbezetting tijdens de vakantie-periode?