nrichting penbare uimte H...Programma van eisen: Inrichting Openbare Ruimte Hezeweg DIENST MILIEU,...

Programma van eisen: Inrichting Openbare Ruimte Hezeweg

DIENST MILIEU, MOBILITEIT en OPENBARE RUIMTE

PROGRAMMA VAN EISEN

InrichtingOpenbareRuimte

Plan Samen BouwenHezeweg

DIENST MILIEU, MOBILITEIT EN OPENBARE RUIMTE AFDELING WEGEN EN RIOLERING

AFDELING GROEN

Versie: definitief Datum: 20 april 2007

Auteurs: Heleen Langeveld Arno klein Goldewijk


DIENST MILIEU, MOBILITEIT en OPENBARE RUIMTE 1

0 Inhoudsopgave

HOOFDSTUKKEN

1: Algemeen ......................................................... blz. 2 2: Uitgangspunten openbare ruimte ......................... blz. 4 3: Openbare verlichting, kabels en leidingen.............. blz. 9 4: Waterhuishouding en riolering ............................ blz. 12 5: Huisvuilafvoer en diftarvoorzieningen ................... blz. 14 6: Groen ............................................................. blz. 15 7: Randvoorwaarden kavels .................................... blz. 20 8: Toetsing planvoorbereiding ................................ blz. 21 9: Bijlagen............................................................ blz. 23



1 Algemeen

1.1 Inleiding De kwaliteit van de openbare ruimte wordt bepaald door een goede inrichting en goed beheer. Maar dit zijn geen twee op zichzelf staande elementen. De inrichting bepaalt of er goed kan worden beheerd en de mate van beheer is toonaangevend voor de uitstraling van de inrichting. Om tot een goede inrichting te komen is het daarom van groot belang bij het ontwerpen rekening te houden met toekomstig beheer (inclusief handhaving of flankerend beleid) en verkrijgen van voldoende middelen om het ontwerp te beheren in de gebruiksfase. Dit wordt ‘beheerbewust ontwerpen’ of ‘beheertoets’ genoemd. Dit programma van eisen vormt de basis voor de uitwerking van het ontwerp en de daadwerkelijke realisatie.

1.2 Planomschrijving Locatie Het bouwplan is gelegen in de woonwijk De Heeze. Aan de Hezeweg worden 10 grondgebonden woningen gebouwd op een voormalige schoollocatie. Zie bijlage 3 “Verkaveling”. Omgeving Het bouwplan wordt aan de noordzijde begrensd door een parkachtig speelveldje. Deze groene openbare ruimte is door een langzaamverkeerroute gekoppeld aan andere groenplekken in de wijk. Op het perceel zelf bevinden zich een aantal waardevolle groene elementen. Dit zijn midden op het terrein een Zilveresdoorn en in de zuidoosthoek twee oude kersenbomen. Het uitgangspunt is dat bij nieuwe ontwikkelingen het waardevolle groen ingepast wordt en het gebruik van de ruimte verstrekt door de toe te voegen volumes. De omgeving wordt gekenmerkt door voornamelijk grondgebonden woningen, in rijen van ca. 10 stuks en enkele appartementengebouwen. Deze hebben een hoogte van respectievelijk twee bouwlagen met een kap en vier lagen. De omliggende woonbebouwing heeft een rommelig karakter doordat voor- en achtertuinen op een onduidelijke manier op elkaar en de omgeving aansluiten. De aangrenzende woonbebouwing is voor een deel met de achterkanten naar de locatie gericht. Door de voorgestelde ontwikkeling worden deze achterkanten afgeschermd. Daarnaast dienen de nieuwe volumes aansluiting te zoeken bij de maat en de schaal van de omliggende bebouwing. Openbare ruimte De locatie aan de Hezeweg ligt aan een openbaar speelveld. Dit speelveld ligt aan een openbaar voetpad dat grotere groeneenheden met elkaar verbindt. Op het terrein staat een Zilveresdoorn die het middelpunt vormt van de nieuwe ontwikkeling. Het terrein is goed zichtbaar vanaf de Hezeweg en geeft wat ruimte in de nauw verkavelde woonwijk. De openheid en ruimtelijkheid van het speelveld wordt doorgetrokken in dit nu in te richten gebied. De route met bijbehorende laanbomen blijft openbaar en als lijn zichtbaar. De toegang tot de woningen vindt plaats via de Dorsvloer waarvan de groene inrichting aansluit op de bestaande groenstructuur van de Heeze. De bestaande houtwal aan de westzijde van de kavel wordt gerenoveerd en zal opgenomen worden in het nieuwe ontwerp. De bomen in de bestaande houtwal aan de



oost- en zuidzijde van de kavel zullen ingepast moeten worden, maar gezien de achterkant situatie is wenselijk dat de onderbeplanting vervangen wordt. Om het openbare karakter te benadrukken is vervanging door gras een mogelijke optie. Deze groene zone vormt de overgang tussen de achtertuinen van de nieuwbouw en de achtertuinen van de bestaande woningen. Onlangs, winter 2006/2007, heeft de gemeente in het kader van het project Beter door Beheer in Uitvoering (BBU) het bij de gemeente in eigendom zijnde gedeelte van deze afscheiding reeds gerenoveerd, zie bijlage 2. Zo is het bosplantsoen aan de noordkant omgevormd naar gras, en de sierheestervakken aan de oost- en westzijde vernieuwd en heringeplant. Dit ondanks dat de strook was opgenomen binnen de plangrens van dit bouwplan. De reden hiervan was dat ten tijde van de voorbereiding van dit project niet duidelijk was wanneer dit bouwplan zou starten, terwijl onderhoud dringend gewenst was. De werkzaamheden die zijn uitgevoerd zijn wel zoveel mogelijk afgestemd op de hiervoor genoemde intenties ten aanzien van het ontwerp. Verkeer, parkeren De ruimte in de hoek tussen de blokjes in, wordt gebruikt om de parkeervoorziening op te lossen, op deze manier ligt het parkeren uit het zicht. De parkeerkoffer (16 plaatsen) wordt ontsloten door een smalle weg voor de woningen langs, naar de Dorsvloer. Het andere woonblok is bereikbaar via een smal voetpad, die aan zal sluiten bij de parkachtige setting en langzaamverkeerroute. Volkhuisvestelijke uitgangspunten Het plan voorziet in twee bouwblokjes van 4 en 6 grondgebonden woningen die ten opzichte van elkaar onder een hoek van 90 graden zijn geplaatst. Hierdoor worden de achterkanten van de aangrenzende woonbebouwing afgeschermd en ontstaat een voorkant richting het park en de Hezeweg. Voor de woningen ontstaat een groene ruimte die aansluit bij het naastgelegen park. De woningen zullen zowel een achter- als een voortuin hebben. De woningen zullen gerealiseerd worden onder de noemer collectief particulier opdrachtgeverschap (CPOG). Dit opdrachtgeverschap biedt totale vrijheid in het vormgeven van de woning. Het collectief beslist over de hoofdopzet van het bouwplan, daarnaast is er ruimte voor een individuele uitstraling van de woning. De woningen hebben een geringe kaveldiepte die ontstaat doordat de Zilveresdoorn behouden dient te blijven en hiervoor voldoende afstand moet worden gehouden. Hierdoor ontstaat een woning met een breedte van 7,20 meter. Deze woning biedt veel mogelijkheden voor een vrije plattegrondindeling. Naast het basisvolume van twee bouwlagen biedt het bestemmingplan mogelijkheden voor uitbreiding op de begane grond, de eerste en tweede verdieping. Op het achterterrein van 8 meter diep kan eventueel een slaapvertrek en badgelegenheid worden gerealiseerd



2 Uitgangspunten openbare ruimte

2.1 Taak en rol dienst MMO Motto MMO Dienst Milieu Mobiliteit en Openbare Ruimte (MMO) zorgt voor een goede openbare ruimte, waarin, binnen de kaders van de gemeente, de mens en haar veranderende wensen centraal staat. Rol van MMO MMO is georganiseerd op basis van het expertise model. Elk werkveld heeft een eigen “poot”, of afdeling. De openbare ruimte is echter een integraal geheel en dus zijn de situaties of vragen van buiten vaak situaties of vragen die integraal benaderd moeten worden. De (sectorale) kaders geven hierbij richting en garanderen de kwaliteit ook op langere termijn, maar ze kunnen onderling wel conflicteren. Op elke locatie kan de afweging tussen deze sectorale kaders weer anders uitpakken. Sectoraal benaderen doet aan de kwaliteit van de openbare ruimte afbreuk. De kaders worden, met behulp van de spelregels openbare ruimte, integraal afgestemd en inhoudelijk doorvertaald. Het motto en de kaders zijn voldoende helder/eenduidig voor alle gemeentelijke spelers, zodat de buitenwereld gelijkgestemde geluiden en acties hoort en ziet.

“MMO is verantwoordelijk voor ontwerp, inrichting, realisatie en beheer van de fysieke openbare ruimte met een “goede kwaliteit”. Taak van gemeente in gebruiksfase en kwaliteitsniveau onderhoud De gemeente heeft de taak om te zorgen voor een goede openbare ruimte en de instandhouding daarvan, voor nu en voor in de toekomst. Dat houdt in dat de algemene, generieke, overkoepelende randvoorwaarde ten aanzien van het beheer in een ontwerpproces luidt: “Het resultaat van een project moet, binnen de financiële- en beleidskaders van de gemeente Apeldoorn, te beheren zijn”. De kwaliteit van de openbare ruimte bestaat uit een goede inrichting en goed beheer. Dit zijn geen twee op zichzelf staande elementen, maar toch blijken deze in de praktijk niet altijd echt aan elkaar gekoppeld te worden. In 2003 heeft de gemeenteraad kwaliteitsniveaus vastgesteld voor de openbare ruimte: sober, basis en extra. Voor het plangebied aan de Hezeweg is het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau van het onderhoud van de openbare ruimte: BASIS



Beheerders Het beheer van de openbare ruimte in de gemeente Apeldoorn is georganiseerd bij twee afdelingen van de dienst MMO:

• Afdeling Wegen en Riolering • Afdeling Groen

Deze twee afdelingen zijn ook actief in de uitvoering van het onderhoud, aangevuld door de afdeling Wijkserviceteam van de dienst MMO In de gebruiksfase zijn de volgende beheerders betrokken: Afdeling Wegen en Riolering:

• Wegbeheerders • Beheerders openbare verlichting; • Rioolbeheerders;

Afdeling Groen • Groenbeheerders;

2.2 9 Spelregels voor werken aan openbare ruimte met goede kwaliteit

Voor het werken volgens MMO in de openbare ruimte zullen de MMO-ers zich houden aan de onderstaande negen spelregels: 1. Een integrale benadering van vraagstukken die de openbare ruimte raken,

waarin de “kwaliteit” van de openbare ruimte voorop staat. Er wordt gestreefd naar optimale samenhang tussen de voorzieningen. Gemeente Apeldoorn geeft kaders in de vorm van de spelregels openbare ruimte, de bestaande beleidsplannen en nog op te stellen beeldenboeken

2. De openbare ruimte is een gemeenschappelijke ruimte. De gemeente maakt gebruik van de kennis en inzichten van de gebruikers. De gemeente weegt belangentegenstellingen zorgvuldig af en voorkomt tijdens het proces uitsluiting van groepen gebruikers

3. De gemeente werkt aan een openbare ruimte met toekomstwaarde: een duurzaam raamwerk met daarbinnen een flexibele invulling. Duurzaamheid geldt voor de hele cyclus in de openbare ruimte van idee, via programma van eisen en ontwerp tot realisatie, beheer en eventueel sloop en herinrichting.

4. Ook de voorzieningen voor de openbare ruimte worden op duurzame wijze geproduceerd en in stand gehouden

5. De balans tussen functionaliteit en belevingswaarde van een betaalbare openbare ruimte vormen een continue opgave

6. Daar waar mogelijk wordt gestreefd naar meervoudig gebruik van de voorzieningen

7. Gezondheid en veiligheid zijn naast heel en schoon leidend voor het ontwerp, aanleg, beheer en randvoorwaarde voor dagelijkse gebruik

8. De openbare ruimte draagt bij aan de identiteit van Apeldoorn. We willen trots zijn op onze openbare ruimte. We versterken typisch Apeldoornse kwaliteiten, voorbeelden hiervan zijn het groene karakter van Apeldoorn, royale lanen, beken en sprengen, grindbermen in oude linten.

9. We werken samen met anderen die een rol kunnen hebben in het werken aan de openbare ruimte. Mogelijke partners zijn bij voorbeeld corporaties en ontwikkelaars.

2.3 Kwaliteit van de openbare ruimte

Bij de kwaliteit van de openbare ruimte gaat het om een integrale benadering van de volgende aspecten: • Gebruikswaarde: hiermee wordt iets gezegd over functie en gebruik

De inrichting van de openbare ruimte moet functioneel zijn. Een openbare ruimte moet niet alleen mooi zijn, maar vooral ook voldoen aan de wensen van de gebruikers en beheerders.

• Belevingswaarde: hiermee wordt iets gezegd over de vorm De visuele aantrekkelijkheid van een openbare ruimte en een logische koppeling tussen vorm en functie dragen bij aan een positieve belevingswaarde



Schoon, ruimtelijk ( goede maatverhoudingen, open ruimte voor spontane activiteiten) en mooi ( vraagt om een consequente lijn, ontwerpfilosofie, in de inrichting) zijn trefwoorden.

• Toekomstwaarde: hiermee wordt iets gezegd over duurzaamheid en beheersbaarheid. De inrichting van de openbare ruimte die niet een specifieke bestemming heeft moet een grote tijdsbestendigheid hebben om functionele veranderingen te kunnen opnemen zonder qua inrichting achterhaald te worden. Duurzaamheid is (ook) een belangrijk onderdeel als het gaat om het vastleggen van principevoorstellen en materialen. Ook hierbij wordt een balans gezocht tussen vorm en functie

Een goede openbare ruimte heeft evenwicht gebracht tussen deze drie aspecten. De openbare ruimte heeft tenslotte pas kwaliteit als zij als veilig en voor iedereen als toegankelijk wordt ervaren. Hierbij moet de invloed van andere gebruikers niet worden onderschat.

2.4 Randvoorwaarden en eisen voor gebruiks- en beheerfase De beheerder heeft straks, na realisatie, in de gebruiksfase zijn beheeractiviteiten. Hierbij moet gedacht worden aan vegen, reinigen, kauwgom verwijderen, onkruidbestrijding, gladheidbestrijding, rioolinspecties, legen van prullenbakken, maaien, snoeien, groot onderhoud zoals asfalteringswerkzaamheden, aanbrengen van markeringen, etc. Al deze beheeractiviteiten moeten uitgevoerd kunnen worden, zonder dat de beheerder daarvoor speciale maatregelen moet treffen. Om in de gebruiksfase problemen te voorkomen geldt in het algemeen dat we in de ontwerpfase rekening moeten houden met de volgende punten:

• Zorg dat het ontwerp passend is voor zowel het huidige als het toekomstige gebruik en functies;

• Te beheren locaties en objecten moeten goed bereikbaar en eventueel toegankelijk zijn;

• Hou rekening met veiligheid, zowel objectief; zoals verkeersveiligheid en uitglijden, als subjectief; sociale veiligheid;

• Het ruimtelijk ontwerp moet logisch zijn voor de toekomstige gebruiker; • Juist de details, zoals locatie en type straatmeubilair zoals fietsenrek, bepalen

de kosten voor beheer en onderhoud. • Voorkom loze ruimtes waar zwerfvuil zich kan ophopen of hangjongeren zich

prettig voelen; • Voorkom verticale plak- en graffitiwanden; • Voorkom onkruidgevoelige verhardingstypes; • Materialen en vormgeving moeten bestand zijn tegen de beheerintensiteit en

vandalisme; • Materialen en vormgeving moeten niet te veel lijden in aanzien door gebruik,

aantasting of vervuiling. Hieronder worden bovenstaande zaken kort nader toegelicht: De kwaliteit van de openbare ruimte bestaat uit een goede inrichting en goed beheer, maar dit zijn geen twee op zichzelf staande elementen. De inrichting bepaalt of er goed kan worden beheerd en de mate van beheer is toonaangevend voor de uitstraling van de inrichting. De raad heeft kwaliteitsniveaus voor beheerkwaliteit vastgelegd, het kwaliteitsniveau van dit project is basis. Om deze beheerkwaliteit te kunnen bereiken, dient in ieder geval rekening gehouden te worden met onderstaande randvoorwaarden m.b.t. het beheer en onderhoud:

• Zorg dat het plangebied toegankelijk is voor het toekomstige onderhoud, denk hierbij aan veegmachines, een eventuele strooiroute, het legen van prullenbakken enz.

• Voorkom loze ruimtes in de openbare ruimte, bijvoorbeeld achter woningen zoveel mogelijk. Deze trekken hangjongeren en zwerfvuil aan en gaan zo in de



toekomst een beheerprobleem opleveren. Toetsing aan het politiekeurmerk kan hierbij helpen.

• Zorg dat een ontwerp helder en overzichtelijk is. Zodoende weet de gebruiker hoe hij de openbare ruimte moet gebruiken en de beheerder hoe deze moet worden beheerd. Kies ook voor een functionele inrichting, zodat de openbare ruimte ‘automatisch’ gebruikt wordt zoals bedoeld. En voorkom misbruik. Denk in dit verband bijvoorbeeld aan het parkeren van auto’s op gazons, olifantenpaden, enz.

• Denk aan de veiligheid. Waar men zich veilig voelt en het veilig is, maakt men goed en ongedwongen gebruik van de openbare ruimte. Daarmee is de leefbaarheid van een buurt in het geding. Bij de inrichting van de openbare ruimte kan (het gevoel van) veiligheid worden gestuurd door te letten op de sociale veiligheid (is het overzichtelijk, is er natuurlijk toezicht), de verkeersveiligheid (b.v. oversteekmogelijkheden, snelheidsremmers) en de technische veiligheid (voldoen de toegepaste materialen, zijn ze niet scherp, enz.).

• De capaciteit van de openbare ruimte moet passen bij het gebruik, denk aan te volle wegen, te kleine rotondes, onvoldoende parkeerruimte. Wanneer de capaciteit niet passend is leidt dit op kortere of langere termijn onvermijdelijk tot beheerproblemen, onnodig dure aanpassingen, maatschappelijk onacceptabele situaties en politieke imagoschade.

• Particuliere bebouwing en openbaar groen mogen geen belemmering vormen voor de verkeersveiligheid zoals uitzicht. In het geval van groen mag dit niet over de weg groeien. Bij het ontwerp van de openbare ruimte moet rekening worden gehouden met bestaande bebouwing en openbaar groen in het kader van de verkeersveiligheid.

• Details, zoals de plaatsing van straatmeubilair, moeten met beheerders doorgenomen worden, omdat die vaak bepalend zijn voor het al dan niet kunnen onderhouden van een project.

• Bescherm gevoelige objecten, zoals lichtmasten en bomen, in situaties waar nodig m.b.v. hekken, boomkorven etc.

• Houd rekening met vandalisme, dus bij voorkeur vandalismebestendige materialen gebruiken, geen straatmeubilair plaatsen op vandalismegevoelige plaatsen enz.

• Alle toe te passen materialen moeten voldoen aan de kwaliteitseisen zoals deze bekend zijn bij de SBK (Stichting Bouwkwaliteit) en moeten passen in de ‘Gemeentelijke Standaard’-materialenlijst van de afdeling Wegen en Riolering. Als hier van afgeweken wordt, moet gekozen worden voor een materiaal dat goed leverbaar is. Alle afwijkingen moeten met de beheerders gecommuniceerd worden, waarbij goede afspraken over het beheer en onderhoud gemaakt worden. Tijdens deze gesprekken moet aandacht besteed worden aan BSB, LCA, garanties, de geschiktheid voor het beoogd gebruik en of het materiaal te onderhouden is. De materialen in het technisch ontwerp en het uitvoeringsbestek worden hierop getoetst. Een afschrift van de standaard is als bijlage aan dit PvE Inrichting openbare ruimte gevoegd.

• Gladde materialen – zoals gepolijste natuursteen e.d. mogen vanwege de veiligheid niet (horizontaal) worden toegepast, omdat mensen daar over uit kunnen glijden. Verticaal verdient het gebruik van gladde materialen echter wel de voorkeur, omdat deze materialen dan geen gevaar opleveren en makkelijk te onderhouden (reinigen) zijn.

• Kleurstelling van de materialen ten behoeve van asfalt- en elementenverhardingen is vrij, echter het toepassen van lichte materialen, i.v.m. besmetting en vervuiling, bij voorkeur niet toepassen (m.u.v. de binnenstad).

2.5 Inbedding IPOR werkwijze

De aanpak van de openbare ruimte binnen deze ontwikkeling aan de Hezeweg wordt door MMO ingepast in de IPOR werkwijze. Deze inpassing geldt zowel voor projecten



die de gemeente uitvoert, als voor particuliere initiatieven, waarbij de gemaakte openbare ruimte overgedragen moet worden naar de gemeente. Dit laatste is bij dit project aan de Hezeweg het geval. Programmafase Als toekomstig eigenaar en beheerder wordt in de programmafase door de dienst MMO het ‘Programma van Eisen Inrichting Openbare Ruimte’ geleverd. Het programma van eisen is direct van invloed op de technische- en beheerkwaliteit en eigendomsgrenzen van de (toekomstige) openbare ruimte. Ook is dit programma van eisen de onderlegger voor het wel of niet aanvaarden van de toekomstige beheerverantwoordelijkheden door de gemeente Apeldoorn. Ontwerpfase Het gehele plangebied wordt ontwikkeld en aangelegd door de projectontwikkelaar. Hierbij zal de dienst MMO op basis van hetgeen in het programma van eisen is vastgelegd, een toetsende en sturende rol op zich nemen ten aanzien van het ontwerp van de openbare ruimte dat eigendom wordt van de gemeente. De dienst MMO zal enkel een toetsende rol op zich nemen, ten aanzien van het ontwerp van de semi-openbare ruimte die eigendom wordt van de ontwikkelaar of de op te richten vereniging van eigenaren. Het ontwerp voor de openbare ruimte wordt in het kader van de beheertoets getoetst op diverse beheer- en onderhoudsaspecten. Hetgeen zal resulteren in een beheerparagraaf of een beheerplan. Realisatiefase Door de ontwikkelende partij worden uitvoeringsbestekken opgesteld, deze worden wederom getoetst door de dienst MMO van de gemeente Apeldoorn. Bij de aanleg van de openbare ruimte zal toezicht op de werkzaamheden worden gehouden.



3 Openbare verlichting, kabels en leidingen

3.1 Openbare verlichting Het woongebied is bij duisternis helder, niet verblindend en gelijkmatig verlicht. Uitgangspunt is dat men personen op een afstand van minimaal 4 meter kan herkennen. De verlichting dient te voldoen aan de normen die in het Politiekeurmerk aan de openbare verlichting gesteld worden. Dit geldt voor het totale openbaar toegankelijke woongebied, inclusief parkeerplaatsen, straten en pleinen, binnenterreinen, fietspaden en voetpaden. Politiekeurmerk De gemiddelde horizontale verlichtingsterkte (Egem) is minimaal 3 lux bij een gelijkmatigheid van ten minste 0,2 Uh. Kleurweergave RA-waarde > 60. of De gemiddelde horizontale verlichtingsterkte (Egem) is minimaal 2 lux bij een gelijkmatigheid van ten minste 0,3 Uh. Kleurweergave RA-waarde > 60. Genoemde waarden dienen gedurende de periode waarvoor het keurmerk wordt afgegeven te allen tijde te worden gehaald.

Richtlijn afstand lichtmast tot stam van boom minimaal 8 meter. Achterpaden moeten voorzien zijn van openbare verlichting. Er is een lichtpunt aan het begin en verder minimaal om de 15 tot 20 meter, met een Ra waarde > 60. Woonstraten In de woonstraten wordt in Apeldoorn Zuid wit licht (PLL lampen) toegepast voor hoofdontsluitingswegen. Indien gecombineerd met een woonfunctie wordt geel licht (SONT lampen) toegepast. Woonstraten Armatuurtype: Industria 2000 Lichtpunthoogte: 4 m Lamptype: PLL24W Mastafstand: max. 25 m Specificatie: rondstralend Opmerking: conische stalen paaltop mast in een gecoate uitvoering zwartsgrün. Bekabeling openbare verlichting In de bouwrijpfase wordt door de NUON het laagspanningsnet (LS-net) aangelegd, bestaande uit energievoorzieningbekabeling t.b.v. de woningen met hierin opgenomen de hulpaders t.b.v. de openbare verlichting (OV). Kabelmoffen zijn in deze fase nog niet aan de orde. In de woonrijpfase wordt het secundaire kabelnet, zgn. aftakkers, gelegd zoals de huisaansluitkabels, de separate bekabeling t.b.v. OV en de bekabeling naar de lichtmasten met een aftakmof (AM) vanaf het LS-net. De bekabeling in de bouwrijpfase wordt door een aannemer in opdracht van de NUON gelegd.



Dit geldt tevens voor de separate verlichtingshoofdkabels, gelegd in de woonrijpfase. De aansluitbekabeling voor de lichtmasten in de woonrijpfase is onderdeel van de OV- overeenkomst met Dynamicon en wordt in opdracht van de afdeling W & R uitgevoerd. Het advies van de gemeente Apeldoorn is dan ook een offerte aan te vragen bij Dynamicon voor het complete werk voor wat betreft de verlichting. Goedkeuring Het verlichtingsplan, voorzien van verlichtingsberekeningen en tekeningen, dient ter goedkeuring te worden aangeboden aan de projectleider openbare ruimte van de dienst MMO. Plaatsing openbare verlichting De plaatsing van de openbare verlichting vindt plaats in opdracht van de afdeling Wegen en Riolering van de dienst MMO. De kosten komen voor rekening van de exploitant.

3.2 Kabels en leidingen In de gemeente Apeldoorn zijn drie reguliere nutsbedrijven actief, te weten NUON, KPN en UPC. De NUON heeft in zijn pakket water, gas, en elektra, de KPN en UPC telecommunicatie. Normaalprofiel en coördinatie Kabels & leidingen worden volgens het normaalprofiel aangelegd welke in het boekje procedure en voorschriften van de gemeente Apeldoorn staat vermeldt. Voor nieuwbouwgebieden geldt dat het plan kabels en leidingen tenminste 13 weken voor het bouwrijp maken bij de nutsbedrijven binnen moet zijn. Coördinatieoverleg wordt door de projectontwikkelaar verzorgd, de projectontwikkelaar dient zodra het inrichtingsplan gereed is zo snel mogelijk een coördinatieoverleg op te starten. Leidraad voor het overleg is de procedure en voorschriften van de gemeente Apeldoorn welke bekend zijn bij de reguliere nutsbedrijven. Goedkeuring De nutsbedrijven dienen bij de gemeente Apeldoorn vergunning aan te vragen voor het liggen met het kabelnet en bijbehorende technische voorzieningen in de openbare ruimte. Technische voorzieningen In het plangebied zullen diverse kleine voorzieningen zoals brandkranen, cai- en telecomkastjes en traforuimtes, worden ingepast in het openbaar gebied. Hoeveelheid en locatie van deze voorzieningen zullen in de bestekfase een definitieve plek moeten krijgen. Voor de aanleg van kabels en leidingen geldt een normaalprofiel binnen Apeldoorn van 1,50 meter in het openbaar gebied. Deze strook grond moet, ook in de toekomst volledig bereikbaar zijn voor de kabel en leiding beheerder. Als gevolg van het toepassen van asfaltwegen binnen het plangebied wordt er geadviseerd om nabij de kruisingen van wegen voor voldoende mantelbuizen te zorgen. Hiermee wordt voorkomen dat in de toekomst het asfalt wordt opgebroken omdat er aanvullende kabels en leidingen moeten worden aangelegd. Brandkranen Locaties: binnen 40 meter van elke woning en 80 meter vanuit elkaar (algemene stelregel). Inpassing: opnemen in de verharding van inritten ter plekke van de kabel en leidingenstrook. Cai- en Kpn-kastjes Locaties: in overleg met de nutsbedrijven te bepalen. Inpassing: plaatsing aan buitenzijde profiel tegen of aande rand van hagen.

Kleurstelling conform apeldoornse standaard: swartsgrün



Trafo Locaties: in overleg met de nutsbedrijven te bepalen Inpassing: uitgangspunt is dat de trafo onopvallend ingepast dient te worden.

3.4 Gegevens genoemde bedrijven

NUON Infra Services De heer J. Bouwman Telefoon 06 – 52 40 00 61 Postbus 250 7300 AG Apeldoorn KPN Telecom De heer G. Mandersloot Telefoon 050-5824359 Postbus 10013 8000 GA Zwolle UPC Nederland De heer T. Makkink Telefoon 06 – 27 05 1167 Postbus 187 7200 AD Zutphen Dynamicon BV De heer T. Gores (projectcoordinator verlichting) Telefoon 06 - 21 88 08 47 Postbus 73 7200 AB Zutphen Gemeente Apeldoorn Afdeling Wegen & Riolering Team Beleid en Beheer De heer H. Faber Telefoon 055 - 580 2500 Postbus 9033 7300 ES Apeldoorn



4 Waterhuishouding en riolering

4.1 Waterhuishoudingsplan

Door de ontwikkelaar dient een waterhuishoudkundig- en rioleringsplan te worden opgesteld met daarin opgenomen de afvoer van het hemelwater in het openbare gebied, de afvoer van het huishoudelijk afvalwater en de infiltratie van hemelwater op particulier terrein. Het plan dient ter toetsing en goedkeuring te worden aangeboden aan de projectleider openbare ruimte van de dienst MMO.

4.2 Ontwatering Met betrekking tot de benodigde ontwatering, hanteert de gemeente Apeldoorn de volgende norm: een grondwaterstand van minimaal 0,70 meter minus maaiveld. Deze grondwaterstand wordt niet vaker dan eens per jaar bereikt of overschreden en mag niet langer duren dan hooguit 14 dagen. Binnen plangebied Hezeweg wordt voldaan aan de ontwateringsnorm.

4.3 Oppervlaktewater Binnen het plangebied, alsmede in de directe nabijheid daarvan, is geen oppervlaktewater aanwezig.

4.4 Infiltratie Het hemelwater afkomstig van daken en terreinverharding op particulier terrein, inclusief parkeerkoffer, mag niet worden afgevoerd naar de (gemengde) riolering, maar dient op eigen terrein in een infiltratievoorziening aangesloten te worden. Van toepassing hierop is het bepaalde in paragraaf 7, artikel 2.7.5 van de bouwverordening 1996, versie 2003 en de bijbehorende toelichting. De bouwverordening hanteert de richtlijnen voor dergelijke voorzieningen ontleend aan ISSO-publicatie nr. 70-I, “Hemelwater binnen de perceelsgrens – Ontwerp en uitvoering van voorzieningen ten behoeve van opvang, gebruik en infiltratie van hemelwater binnen de perceelsgrens”, uitgave Stichting Bouwresearch (SBR), Rotterdam mei 2002. In de omgeving van het plangebied zijn relatief lage grondwaterstanden aanwezig: de GHG ligt minimaal 1,6 m-mv, waardoor infiltratie van hemelwater op basis van grondwaterstanden mogelijk wordt geacht. De ontwikkelaar draagt de verantwoordelijkheid voor een goed ontwerp en functioneren van de infiltratievoorziening(en). Als onderdeel hiervan kan de ontwikkelaar eventueel een geohydrologisch onderzoek uit (laten) voeren (als onderdeel van het waterhuishoudkundig- en rioleringsplan) om de grondwaterstanden en bodemopbouw binnen plangebied Hezeweg vast te stellen. Indien gekozen wordt voor een gezamenlijke infitratievoorziening op particulier terrein (bijvoorbeeld onder de parkeerkoffer), dient rekening gehouden te worden met de beheer- en onderhoudsverantwoordelijkheden. Indien infiltratie op particulier terrein aantoonbaar niet mogelijk blijkt te zijn, kunnen deze eventueel op openbaar terrein gerealiseerd worden als resultaat van onderhandelingen. In dat geval zullen eveneens eisen ten aanzien van beheer en onderhoud aan de voorzieningen gesteld worden. Bij buien groter dan de bergingscapaciteit van de infiltratievoorziening (>20 mm), dient het surplus elders binnen het plangebied tijdelijk geborgen te kunnen worden



(bijvoorbeeld tijdelijk water-op-straat ter plaatse van de parkeerkoffer). Hiermee dient rekening gehouden te worden bij het matenplan. Regenduurlijn Voor de berekening van de inloop van hemelwater in de infiltratievoorziening dient gerekend te worden met een regenbui van 20 mm gedurende 75 minuten. Deze bui dient geheel ter infiltratie geborgen te worden.

4.5 Technische eisen Ontstoppingsstuk bij huisaansluiting van huishoudelijk afvalwater Het ‘gemeentelijk’ deel van de huisaansluiting(en) van PP φ125mm dient vanaf het hoofdriool in de openbare weg tot ca. 0.5 meter over de erfgrens aangelegd te worden. De bergingscapaciteit kan eventueel gereduceerd worden indien wordt aangetoond middels een geohydrologisch onderzoek en berekeningen dat deze geringere berging volstaat en water op straat wordt voorkomen. De aansluiting op het ‘particuliere’ deel van huisaansluiting op de riolering komt tot stand door middel van het door de ontwikkelaar/bouwer te plaatsen ontstoppingsstuk op uitgeefbaar, eigen terrein. De kaveleigenaar dient ervoor te zorgen dat het ontstoppingsstuk voor doorspuiten bereikbaar blijft. Materialen en constructies Toe te passen materialen dienen te voldoen aan de ‘Gemeentelijke Standaard’-materialenlijst van de afdeling Wegen en Riolering. De materialen in het technisch ontwerp en het uitvoeringsbestek worden hierop getoetst. Zie bijlage 5 van dit programma van eisen. Aansluiting op gemeentelijk riool Enkel het huishoudelijk afvalwater mag conform bovenstaande eisen aangesloten worden op het gemeentelijke rioolstelsel. De gemeentelijke riolering waarop aangesloten kan worden is gelegen in De Dorsvloer (rond 400). Eventueel mag het huishoudelijk afvalwater (gedeeltelijk) afgevoerd worden naar de eindstreng (rond 200) ter plaatse van put 6279 ten zuidoosten van de toekomstige parkeerkoffer (ten noorden van Het Karnhuis nummer 1 t/m 23).



5 Huisvuilafvoer en diftarvoorzieningen

5.1 Grondgebonden woningen • De woningen krijgen de standaard grijze 240 liter rolcontainer voorzien van een

identificatie chip. Vaak in combinatie toegepast met een groene restafval container.

• Bij de uitwerking van de woningen en de inrichting van de kavel moet rekening gehouden worden dat de containers uit het zicht van de openbare weg en nabij de woning moeten kunnen worden geplaatst.

• De containers dienen op het trottoir aan de Dorsvloer opgesteld te worden vanwege het geautomatiseerde zijdelings ledigen van de rolcontainer door de vuilniswagen.

• De maximale afstand van de voordeur van de woning tot de containeropstelplaats is 75 meter.

• Opstelruimte minicontainers: rekening houden met 1 meter per container langs de weg, i.v.m. geautomatiseerd zijdelings legen door vuilniswagen Circulus;

5.2 Aanpak Hezeweg

De plaats en het ontwerp van de opstelplaatsen voor de rolcontainers binnen het inrichtingsplan openbare ruimte, wordt getoetst door de projectleider openbare ruimte van de dienst MMO in samenwerking met de projectcoördinator uitvoering van Circulus, verantwoordelijk voor de stadsreiniging in Apeldoorn.



6 Groen

6.1 Algemeen Bij de aanvang van de planvorming dient in alle gevallen een controle plaats te vinden op de volgende aandachtspunten:

• Aanwezigheid van bestaande waardevolle of bijzondere bomen; Binnen het plangebied is een bijzondere boom, namelijk een Zilveresdoorn aanwezig die centraal op het terrein staat. Tevens staan er nog twee Kersenbomen aan de rand van het terrein in de groenstrook, die op buurtniveau beeldbepalend zijn. Deze bomen zullen ingepast dienen te worden in het plan en zorgvuldig moeten worden behandeld tijdens de uitvoering. De Zilveresdoorn staat hoger dan de rest van het terrein, waarmee rekening moet worden gehouden.

• Aanwezigheid van groenvoorzieningen in het lopende beheer; Langs de oost- zuid- en westrand van het terrein zijn groenstroken aanwezig, die in beheer van de gemeente zijn. In deze stroken is in het kader van de BBU onlangs nieuwe beplanting aangeplant in de vorm van bodembedekkende heesters. Ook staan er in deze stroken een aantal verspreid staande bomen. Alle schade aangebracht aan groen rondom het terrein dient na afronding van de werkzaamheden te zijn hersteld.

• Aanwezigheid van waardevolle flora en fauna in verband met de Flora- en faunawet;

Aan de rand van het terrein staat een oude doorgeschoten beukenhaag. Wanneer deze wordt verwijderd of flink wordt ingekort zal hier een quickscan uitgevoerd moeten worden. Dit om de aanwezigheid van waardevolle soorten vermeldt in de flora en faunawet te toetsen. Aan de hand hiervan zal vervolgens een plan van aanpak opgesteld dienen te worden.

6.2 Randvoorwaarden inpassen bestaande bomen • Er mogen geen graafwerkzaamheden plaats vinden onder de kroonprojectie

van de boom. Bij kabels en leidingen rekening houden met de insteek, talud van ontgraving.

• Geen ophoging of afgraving van het maaiveld onder de kroonprojectie. • Het eventueel snoeien van bomen mag alleen in overleg met de afdeling Groen

van de gemeente worden uitgevoerd door een erkend boomspecialistisch bedrijf.

• Bomen dienen op de volgende wijze geïnventariseerd te worden: - Plaatsbepaling d.m.v. inmeting (coördinaten) op 10cm nauwkeurig. - Opnemen van de volgende gegevens als soort, stam- en kroondiameter.

Deze gegevens op tekening (leesbaar) weergeven. • Bouwvoorschriften voor bomen: geen bouwwerken (woningen/schuurtjes) op

een afstand van 10 meter vanaf de boom en geen verhardingen op een afstand van 5 meter van een boom. Voor bijzondere bomen gelden bouwvoorschriften welke geregeld zijn via bestemmingsplan.

6.3 Bescherming van bestaande bomen tijdens bouwwerkzaamheden • Bomen mogen tijdens de uitvoering van werkzaamheden geen nadelige

gevolgen ondervinden van de werkzaamheden en de bouwplaatsinrichting.



Daarvoor dient een bomen effectrapportage te worden opgesteld, voor de aanvang van de werkzaamheden, in overleg met een erkende bomendeskundige.

• Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dienen maatregelen te worden genomen die leiden tot het behoud van de nulsituatie. Leidraad hierin is de folder “Boombescherming op bouwlocaties” van de vereniging Stads Werk Nederland. Deze folder dient zichtbaar op het werk aanwezig te zijn. Zie bijlage 4.

• Bovenstaande dient ter goedkeuring worden voorgelegd aan de afdeling Groen van de dienst MMO. Daarbij zal rekening moeten worden gehouden met een maximale periode van 4 weken.

6.4 Kapvergunning

Kapvergunningen kunnen middels een formulier worden aangevraagd bij het secretariaat van de afdeling Groen van de gemeente Apeldoorn, telefoon 055 580 1743. Daarbij zal rekening moeten worden gehouden met een maximale periode van 9 weken (inclusief publicatie in de krant en inspraakprocedure). Aan de kapvergunning kunnen voorwaarden worden verbonden o.a.:

• Herplantplicht • Instandhoudingplicht • Bescherming van bomen

6.5 Randvoorwaarden aanleg groen

Groeiplaats Het algemene beleid voor het aanleggen van groen is: Plantvakken dienen vrij te zijn van bodemvreemd materiaal en tot een diepte van 1 meter onder maaiveld een maximale indringingsweerstand te hebben van 1,5 Mpa.

• Bodemvreemd materiaal ondergronds: maximale fractie van50mm tot een diepte van 0,40m. Voor gazons geld maximale fractie van 20mm tot een diepte van 0,15m;

• Ongerechtigheden bovengronds: maximale fractie van 50mm. Voor gazons geld maximale fractie van 20mm.

• Voor de aanlegwerkzaamheden dienen plantvakken te worden gecontroleerd door de afdeling Groen op de samenstelling van de grondsoort, voorkomen van ongewenste materialen, ligging van het maaiveld.

Beheer na aanleg De aannemer dient het eerste jaar na aanleg het beheer op zich te nemen, hierbij behoort ook de inboet van beplanting. Na dit jaar zal het beheer overgedragen worden aan de gemeente door middel van een oplevering en een rapportage. Eventuele gebreken zullen voor rekening van de aannemer danwel exploitant zijn.

Bomen

• Het doorwortelbare volume voor bomen van de 1e groote (bijvoorbeeld eiken) is minimaal 100 m3. Dit dient beschikbaar te zijn als volle grond.

• Of als de ruimte daarvoor ontbreekt, als bijzondere voorziening in de vorm van een groeiplaatsconstructie, bijvoorbeeld. kratten of bunkers. Het doorwortelbare volume dient dan minimaal 40m3 te bedragen.

• Afstand, uit het hart, van de boom tot bouwwerken (woningen/schuurtjes) dient minimaal 10m te bedragen. Afwijkingen alleen mogelijk in overleg met de afdeling Groen.

• De insteek van ontgraving voor Kabels & Leidingen dient op minimaal 5m uit het hart van de boom te liggen. Afwijkingen alleen mogelijk in overleg met de afdeling Groen.

• Afstand, uit het hart, van de boom tot verharding dient minimaal 5m te bedragen. Afwijkingen alleen mogelijk in overleg met de afdeling Groen.



• Iedere verharding binnen de invloedsfeer, toekomstige kroonprojectie, van de boom dient voorzien te worden van wortelwerende voorzieningen, wortelgeleidingsschermen, om schade door boomwortels aan de betreffende verharding te voorkomen. De te nemen maatregelen hangen af van de grote en soort van de boom.

• De kwaliteit van de grond voor bomen wordt vastgesteld door de afdeling Groen en is afhankelijk van de boomsoort en situatie. - Teelgrond: aanwezige of toe te passen grond. Organische stof gehalte moet minimaal 8 a 10 % bedragen. Bij gebruik van compost als bodemverbeteraar mag alleen voldoende uitgerijpte houtcompost worden gebruikt. - Bomengrond: teelgrond speciaal medium geschikt gemaakt voor bomen. - Bomenzand: teelgrond geschikt voor bomen in verharding. Zie gemeentelijke eisen. De kwaliteit van de grond voor bomen moet aan de volgende richtlijnen voldoen: “Normen bodemvruchtbaarheid en waardering bodemkenmerken” Hoofdstuk 7.3.3 van het Stadsbomen Vademecum (IPC Groene Ruimte) deel 2A, eerste druk augustus 2006.

Hagen Hagen zijn een goed middel om grenzen mee te verduidelijken, maar tegelijkertijd onderhoudsintensief. De maximale hoogte van hagen in het beheer van de gemeente is 1,50m. Het plantvak dient minimaal 1,0m breed te zijn en de beplanting zal minimaal 0,4m uit de rand van de verharding moeten staan. Rondom een groot deel van het terrein is een oude doorgeschoten beukenhaag aanwezig. Wanneer de bestaande haag overgedragen zal worden aan het gemeentelijk beheer betekend dit dus, dat hij tot 1,50m hoogte terug gezet moet worden. Dit zal als gevolg hebben dat er veel uitval ontstaat wat negatief is voor de beheerskosten. Voorstel is dan ook de oude haag te verwijderen of een extra onderhoudstermijn in acht te nemen. Let wel op dat voor een deel van het verwijderen van de haag een kapvergunning nodig is. Mogelijk toe te passen hagen; - Beuk - Haagbeuk - Liguster Bosplantsoen Toepassen van bosplantsoen is in dit plan niet mogelijk, gezien de ruimte die benodigd is om het volledig te kunnen laten ontwikkelen. Heesters Heestervakken dienen een minimale breedte te hebben van 1,0m. De beplanting dient minimaal 0,5m uit de rand van verharding te staan met een plantafstand waarbij het vak binnen 2-3 sluitend is. Toegepaste soorten dienen te kunnen volstaan met een snoeiregime van 1x per 3 jaar. Vaste planten In het groenbeheer is onderscheid gemaakt in beheerniveau A, B en C. voor dit gebied is dat niveau B. Gezien dit beheerniveau is het niet haalbaar vaste planten toe te passen in dit plan. Beheertoets Het ontwerp van de groenvoorziening wordt door afdeling Groen getoetst op beheerbaarheid. Aspecten die hierbij aan bod komen zijn:

• Toegankelijkheid voor onderhoudsmachines; • Beoogd onderhoudsniveau in relatie tot het beschikbare onderhoudsbudget. • Veiligheid, sociaal en fysiek



• Snippergroen Voor groen dat wordt overgedragen aan het gemeentelijk beheer zijn de aanwijzingen van de beheerder bindend. Voor groen op particuliere of semi-openbare terreinen zijn de aanwijzingen een advies.

6.6 Definitief Ontwerp en Concept Bestek Het definitief ontwerp en het concept bestek worden via de projectleider openbare ruimte ter controle voorgelegd aan afdeling groen. Aandachtspunten zijn:

• Voldoen ontwerp en bestek aan de bovengenoemde randvoorwaarden. • Voldoen ontwerp en bestek aan de uitgangspunten van het VO. • Voldoen ontwerp en bestek aan de uitgangspunten van team beheer afdeling

Groen. • Op de plankaart dient de werkgrens te staan. • Binnen de werkgrens valt het in te richten terrein of aan te leggen project,

alsmede de benodigde opstel- of opslagruimten. In het bestek dienen de volgende randvoorwaarden opgenomen te zijn.

• De benodigde opstel- of opslagruimten en transportzones dienen na afronding van de werkzaamheden in de oorspronkelijke toestand terug te worden gebracht.

• Voor de uitvoering van groentechnische werkzaamheden worden daarvoor gekwalificeerde medewerkers ingezet.

• Het is de opdrachtnemer niet toegestaan om groentechnische werkzaamheden onder aan te besteden zonder toestemming vooraf van de afdeling Groen.

6.7 Toezicht en handhaving

Tijdens de bouw/werkzaamheden zal door de toezichthouder Groen worden gecontroleerd op naleving van bovenstaande regels. Bij overtreding van deze regels zal een boetclausule in werking treden. Eventuele schade zal direct moeten worden gemeld bij de toezichthouder Groen. Contactpersoon tijdens de uitvoering is de heer R. Wisse, directievoerder en toezichthouder van de afdeling Groen. Hij is te bereiken op telefoonnummer 06 - 51 31 90 50 Boeteclausule De schadevergoeding voor schades aan bomen (boomwortels, boomstam, takschade), waarbij de boom groei/gezondheidsbelemmeringen ondervindt, zal de Methode NVTB worden toegepast. Schade dient te worden vastgesteld door een erkende boomdeskundige.



Algemene plaatselijke verordening In het kader van de APV (Algemene plaatselijke verordening) zijn bomen beschermd. Deze verordening is te downloaden op de website van de gemeente Apeldoorn. In het kader van de APV is het niet toegestaan om maatregelen te treffen onder deze bomen die de bomen in gevaar brengen. De gemeente kan dan tegenmaatregelen nemen om de bedreiging voor de boom weg te nemen.



7 Randvoorwaarden gebruik kavels

7.1 Grondstromen Bij een bouwproject waar grondverzet plaatsvindt, krijgt men te maken met regelgeving voor hergebruik en/of afvoer van grond. Aan de hand van een grondstromenplan en een grondbalans ontstaat een beeld van het grondverzet. In een vroeg stadium, tijdens de ontwikkeling van het project, moet door de ontwikkelaar in overleg met de afdeling Milieu van de gemeente Apeldoorn uitgezocht worden welke regelgeving van toepassing is op het hergebruik van grond op de projectlocatie en daarbuiten. Meer informatie over het bovenstaande is terug te vinden op www.apeldoorn.nl (milieu en afval – milieu – bouwstoffen en grondverzet).

7.2 Werkterrein Het beschikbare werkterrein ten behoeve van de bouwplaatsinrichting dient in eerste instantie binnen het projectgebied te worden gevonden. Overleg met betrekking tot plaatsing bouw- en directieketen, terreinen voor opslag van materiaal en materieel, aanrijroute voor bouwverkeer, dient plaats te vinden met de wegbeheerder van team Onderhoud van de afdeling Wegen en Riolering, de heer M.J. Westdijk, te bereiken op telefoonnummer 06 – 538 42 127 (plaatsing bouw- en directieketen, terreinen voor opslag van bouwmateriaal en –materiaal).

http://www.apeldoorn.nl/



8 Toetsing planvoorbereiding

8.1 Inleiding Op de randvoorwaarden en de gestelde eisen in dit PvE Inrichting openbare ruimte worden de resultaten van de ontwerpfase en de besteksvoorbereiding door de diverse afdelingen en teams van de dienst MMO getoetst. Deze toetsing wordt aangestuurd door de projectleider openbare ruimte van de dienst MMO. De resultaten van de ontwerpfase zijn een DO vormgeving en DO techniek. Tezamen vormen die het DO inrichting openbare ruimte. Het resultaat van de besteksvoorbereiding in de realisatiefase is een RAW-bestek met bijbehorende tekeningen.

8.2 Ontwerpfase DO vormgeving Onder het DO vormgeving verstaan we het landschappelijk/stedelijk ontwerp van de inrichting openbare ruimte, voorzien van verhardingen, groen, straatmeubilair, diftar voorzieningen, openbare verlichting en de materialisering daarvan. Kortom, alle elementen en objecten die een plaats in de inrichting krijgen. Het proces kan bestaan uit eerst enkele VO’s (voorlopig ontwerp) vormgeving om tot het DO te komen. DO techniek Onder het DO techniek verstaan we de technische vertaling van het DO vormgeving. Daarop staan de diverse constructies groen/grijs, de technische detaillering en doorsneden. Hieraan wordt ook toegevoegd het rioolplan en de ligging van kabels- en leidingen. Doel van dit DO techniek is om in een vroeg stadium eventuele technische onmogelijkheden en financiële risico’s voortkomende uit vormgevingsaspecten te signaleren. Indien nodig kunnen dit soort zaken nog weer terug naar vormgeving worden gestuurd. Ook dit proces kan bestaan uit eerst enkele VO’s (voorlopig ontwerp) techniek om tot het DO te komen. DO inrichting openbare ruimte Het DO inrichting openbare ruimte wordt gevormd door het DO vormgeving en het DO techniek. Dit DO dient te worden geaccordeerd door de ontwikkelende partij (Ons Huis Apeldoorn) en de beheerorganisatie van de gemeente Apeldoorn (team Beleid en Beheer afdeling Wegen & Riolering en team Onderhoud afdeling Groen).

8.3 Realisatiefase RAW-bestek Op basis van het DO inrichting openbare ruimte kan het RAW-bestek voor de aanleg van de openbare ruimte worden opgesteld. Dit bestek zal worden getoetst op de presentatiebeschrijving, de leidraad voor de uitvoering en als controlemiddel op de kwaliteit.

8.4 Spelers op het toneel



De toetsing van het ontwerp en het bestek worden uitgevoerd door de volgende medewerkers van de dienst MMO: Team Beleid en Beheer, afdeling Wegen & Riolering

• Medewerker waterhuishouding (waterhuishoudkundig- en rioolplan) • Medewerker openbare verlichting/kabels en leidingen (verlichtingsplan) • Medewerker beleid wegen

Team Uitvoering Onderhoud, afdeling Wegen & Riolering

• Wegbeheerder Team Voorbereiding en Uitvoering, afdeling Wegen & Riolering

• Werkvoorbereider • Directievoerder

Team Mobiliteitsafwikkeling, afdeling Mobiliteit

• Verkeerskundig medewerker Team Projecten Ontwerp en Realisatie, afdeling Groen

• Landschapsontwerper/groentechnicus • Directievoerder

Team Groenbeheer, afdeling Groen

• Groenbeheerder De huisvuilafvoer en diftarvoorzieningen worden getoetst door een projectcoördinator van Circulus.



9 Bijlagen

Bijlage 1 Groenbeheerkaart 2007 Bijlage 2 Knelpuntenkaart onderhoudsproject Beter door Beheer in Uitvoering (BBU) Bijlage 3 Verkaveling Bijlage 4 Folder Stadswerk “Boombescherming op bouwlocaties” Bijlage 5 Gemeentelijke standaard materialen

Beter door Beheer in Uitvoering Knelpuntenlijst wijk De Heeze statusDEFINITIEF datum 11 mei

2006

Nr. Locatie Knelpunt Oplossing Werzaamheden Hoeveelh. Eenh.

Vh015 Ontgraven grond 8,60 m3 Lev. en aanbr. menggranulaat 0/40, d=0,15 m 43,00 m2

Gazon langs Hezeweg

Slijtpad in gras Verharden

Lev. en aanbr. Gralux, d=0,05 m 43,00 m2Gr019 Verw. en afvoeren bosplantsoen 486,00 m2 Zaaiklaarmaken 486,00 m2

Bosplantsoen rondom te ontwikkelen gebied aan De Heze

Rommelig Omvormen naar gras

Inzaaien recreatief gras 486,00 m2

Verw. en afvoeren sierplantsoen 890,00 m2 Plantklaarmaken vak d.m.v. frezen 486,00 m2 Lev. en aanbr. Symphoricarpos (sneeuwbes), 4 st/m2 2656,00 st

Sierplantsoen rondom te ontwikkelen gebied aan De Heze

Rommelig Herinplanten

Lev. en aanbr. Lonicera nitida (6 st/m2) 1356,00 st

Gr029 Verw. en afv. beplanting, tot 5 m. 140,00 m2 Plantklaarmaken vak d.m.v. frezen 140,00 m2

Naast De Hofstede huisnrs. 71-107

Einde levensduur beplanting

Plantvak renoveren

Lev. en aanbr. Symphoricarpos (sneeuwbes), 4 st/m2 560,00 st

Sp001 Verw. en afv. speelelement, glijbaan 1,00 st

Glijbaan achter Het Blokhuis huisnr. 14

Vervallen staat Verwijderen speeltoestel (of opknappen

BIJLAGE 5 GEMEENTELIJKE STANDAARD MATERIALEN

GEMEENTELIJKE STANDAARD Onderstaand een globale opsomming van (gemeente-) materialen welke mogen worden toegepast en aan de volgende eisen dienen te voldoen: Levering van zand/grond dienen te zijn voorzien van de nodige certificaten en moeten voldoen aan het bouwstoffen besluit.

TECHNISCHE EISEN BETONBUIZEN EN -PUTTEN De te gebruiken diameters dienen in overeensteeming te zijn met de door het

bureau waterhuishouding afgegeven diameters. 01 De ronde betonbuizen moeten voorzien zijn van een rol-/ glijverbinding.

De eivormige buizen moeten voorzien zijn van een glijverbinding. 02 De buitendiameter van het spie-eind moet ingenomen zijn. 03 Voor de ronde buizen geldt: een aanrollengte van het ingenomen spie-eind is

gelijk aan de diepte van de mof verminderd met minimaal 40 mm. 04 De inlaten in de betonnen buizen moeten gemaakt worden door middel van een

fabrieksmatig geboorde geprofileerde sparing, waarin zonder andere voorzieningen dan een rubbermanchet, standpijpen flexibel en waterdicht kunnen worden aangebracht, waarbij de betonnen stootrand voldoende groot is om minimaal 4 KN te kunnen weerstaan.

05 De standaard betonbuizen kunnen zijn van de volgende buisdiameters: In gewapende en ongewapende uitvoering: - φ 300 mm lengte 2400 mm - φ 400 mm lengte 2400 mm - φ 500 mm lengte 2400 mm - φ 600 mm lengte 2400 mm - φ 700 mm lengte 2400 mm - φ 800 mm lengte 2400 mm - φ 900 mm lengte 2400 mm - φ1000 mm lengte 2400 mm - φ1250 mm lengte 2400 mm - φ1500 mm lengte 2400 mm - φ2000 mm lengte 2400 mm In alle hierboven genoemde buizen dienen beschikbaar te zijn: - een mofbuis met geprofileerde spie, - een mofbuis met vlakke spie,

- een spiebuis, aan één zijde vlak en aan de andere zijde geprofileerd. Daarnaast dient de mogelijkheid aanwezig te zijn de buisdiameters φ 1000 mm, φ

1250 mm en φ 1500 mm in vlakke voet te maken. De ei-vormige buizen kunnen zijn van de volgende afmetingen: - 250/375 mm lengte 2000 mm - 300/450 mm lengte 2000 mm

- 400/600 mm lengte 2000 mm - 600/900 mm lengte 2400 mm - 700/1050 mm lengte 2400 mm - 800/1200 mm lengte 2400 mm - 900/1350 mm lengte 2400 mm - 1000/1500 mm lengte 2400 mm - 1200/1800 mm lengte 2400 mm Voor alle hierboven genoemde eivormigebuizen dienen beschikbaar te zijn: a. voor zover de buizen inwendig eivormig en uitwendig rond: - mofbuis met geprofileerde spie;

- mofbuis met vlakke spie; - een spiebuis, aan één zijde vlak en aan de andere zijde geprofileerd.

b. voor zover de buizen in- en uitwendig eivorming zijn: - een mof buis met geprofileerde spie - een spiebuis met aan beide zijde een geprofileerd spie 06 De betonputten kunnen bestaan uit de volgende inwendige afmetingen. - 800 x 800 mm - 1000 x 1000 mm - φ 1000 mm - 1000 x 1250 mm - 1250 x 1250 mm - φ 1250 mm - 1250 x 1500 mm - 1500 x 1500 mm - φ 1500 mm - 1800 x 1800 mm - φ 1800 mm - 2000 x 2000 mm

- φ 2000 mm - 2500 x 2500 mm

- Bij een onderbak > 1500 mm, behalve drain putten, put 1000 x 1000 toepassen.

Indien totale hoogte hoger dan 2440 mm vierkante of ronde put 1000 mm toepassen.

- Bij overzet putten altijd een onderplaat toe passen 07 De betonbuizen moeten aan de daarbijbehorende betonputten aangesloten

kunnen worden met behulp van een flexibele verbinding. 08 Alle betonbuizen /putten dienen onder KOMO certificaat geleverd te worden.

09 Indien in een put een overstort muur komt, dient deze minimaal de afmetingen te hebben van 1500 x 1500 mm en met een deksel waarin aanweerszijden van de overstortmuur een putrand geplaatst kan worden.

10 Bij het gebruik van waterdoorlatende buizen dient het volgende in acht genomen te worden:

De waterdoorlatende buis moet te allen tijde geheel kunnen leeglopen. De infiltratie buizen dienen te zijn gemaakt van een waterdoorlatende beton (dus niet een dichte beton waarin gaten zijn geboord) Indien in de nabijheid van het te leggen infiltratieriool een boom of bomen gepland zijn/worden of er reeds staan dient aan die zijde van de

waterdoorlatendebuis een I.T.S. anti-wortelfolie aangebracht te worden op een afstand van +/- 20 cm van de buis. Als alles is afgewerkt dan dient het worteldoek naar de binnen zijde boven de rioolbuis te worden geslagen. Indien aan 2 zijden bomen komen dient er aan twee zijden worteldoek te worden aangebracht en boven de buis dicht gevouwen te worden.

11 Bij permeo rond 600 mangat 700 mm toepassen ivm schoonmaken Bij permeo rond 800 mangat 800 mm toepassen ivm schoonmaken In beide gevallen eventueel een putplaat van Struykverwo aquaway toepassen ( heeft een mangat waarop een putrand past)

12 Bij gebruik van een Permeoriool moet in de putten een zandvang aanwezig zijn TECHNISCHE EISEN INZAKE DRAINAGELEIDINGEN Deze dient te zijn van PP/PE omhuld met PP. TECHNISCHE EISEN INZAKE KUNSTSTOF BUITENRIOLERINGEN Deze dient te zijn van Polypropyleen Gemengde stelsels: hoofdriolering bruin RAL 8023 Huis- en kolkaansluitingen bruin RAL 8023 Hemelwaterstelsel: hoofdriolering zwart Huis- en kolkaansluitingen zwart Overstorten hemelwater op vuilwater ook zwart De toe te passen Polipropyleen dient aan de volgende eisen te voldoen: volwandig PP buis diam. 110 x 4,7 mm S 11,2 (SN = 8) PP buis diam. 125 x 5,4 mm S 11,2 (SN = 8) hulpstukken PP manchet dikwandig S 14 Hoofdriolering dubbelwandig PP Pragmabuis diam. 160 x 10,5 (SN = 8) PP Pragmabuis diam. 200 x 13,0 (SN = 8) PP Pragmabuis diam. 250 x 16,0 (SN = 8) PP Pragmabuis diam. 315 x 19,5 (SN = 8) PP Pragmabuis diam. 400 x 26,0 (SN = 8) PP Pragmabuis diam. 500 x 32,5 (SN = 8) PP Pragmabuis diam. 630 x 41,0 (SN = 8) hulpstukken PP pragma dikwandige uitvoering S = 8 Levering volgens NEN- EN 1852-1, Komo gekeurd. TECHNISCHE EISEN BETONBANDEN EN TEGELS Met betrekking tot de trottoirbanden kan gesteld worden dat deze dienen te voldoen aan NEN 7014 en NEN 7015 en onder KOMO-garantiemerk Keur I dienen te worden geleverd.

De te leveren trottoirbanden 180/200 x 250 mm dienen eventueel te zijn voorzien van een gewassen deklaag zwart wit ZWF-101, zoals reeds elders in Apeldoorn zijn toe-gepast. Inzake de banden met afmetingen 250 x 500 x 1000 mm kleur hardsteen, deze dienen te zijn fabrikaat: de Hamer. De tegels dienen te voldoen aan NEN 7014 en NEN 7015 en onder KOMO-garantiemerk Keur I te worden geleverd. Voor betonstraatstenen/gebakken steen zijn de eisen: 01 De betonstenen dienen gemaakt te zijn van natuurlijke grondstoffen. 02 De betonstenen moeten maat- en kleurvast zijn. 03 De betonstenen dienen moeiteloos intensief gebruik en zwaar verkeer te

verdragen. 04 De betonstenen dienen in de uitvoering met grind, basalt, keratofyr en schotsgraniet door en door te zijn. 05 De betonstenen, cobblestone dienen van de volgende soorten en afmetingen te

zijn: - Betonstenen afmeting 210x105x80 mm, in de kleuren grijs, paars, dubbel

rood, rood keratofyr door en door geel, zwart, wit en genuanceerd. - Bisschopsmutsen afmetingen 295 x 205 x 50 x 80 mm in alle hier boven

genoemde kleuren. - Keperstenen afmetingen 192 x 105 x 87 x 80 mm in alle hier

bovengenoemde kleuren. - Halve betonstenen afmetingen 105 x 105 x 80 mm in alle hierboven ge-

noemde kleuren. - Betonstenen afmetingen 210 x 210 x 80 mm in alle hier bovengenoemde kleuren. - Betonstenen waalformaat 200 x 50 x 80 mm in alle hier bovengenoemde

kleuren. - Betonstenen dikformaat 210 x 70 x 80 mm in alle hier bovengenoemde kleuren. - Cobblestone in de afmetingen 140 x 140 x 70 mm, 210 x 140 x 70 mm in de uitvoeringen met door en

door basalt in de kleuren rood, zwart, rood genuanceerd en bruin genuanceerd.

- De betonstenen dienen in pakketten aangeleverd te worden, de mogelijkheid voor machinaal te leggen pakketten dient eveneens aan-wezig te zijn (zowel in blokverband als in keperverband). Tevens dienen de machinale pakketten op de kop geleverd te kunnen worden.

06 Voor de binnenstad is de keus Creatap dik formaat of anders via de firma Straton of gelijkwaardig en Terra Rosa van de Bylandt voor klinkerkeien of gelijkwaardig.

07 Inzake het gebruik van waterdoorlatende stenen het volgende:

De onderlaag dient van een zodanige constructie te zijn dat het af te voeren water binnen een kwartier verdwenen is, hetzij via indringen of via afvoer via het oppervlak naar de zijkanten. Een mogelijke opbouw kan zijn:

De ondergrond moet minimaal een k-waarde hebben van > 2,75 e- 0,5 m/s; 2,3m /dag.

Hierboven een waterdoorlatende laag menggranulaat 4/40 goed verdicht met een laag van 5 cm split 2/5 onder de te gebruiken verharding.

1 jaar na oplevering dient de verharding ingewassen te worden met split 2/5. Het verdichten van de funderingslaag 4/40 dient te geschieden middels een bandenwals. Alle hierboven genoemde soorten betonstenen of gelijkwaardig dienen te voldoen aan NEN 7000.

Eisen gesteld aan asfaltmengsels: Deze dienen te voldoen aan: 1. De Standaard 2005. 2. De verkeersklasse 2, 3, 4, 5 of op aanwijzing van de gemeente. 3. In overleg met de gemeente wordt de opbouw van de asfaltconstructie

vastgesteld. 4. Voor de bus-opstelstroken bij de bushaltes is de keuze gewapend beton B 35 of

asfaltverkeersklasse 5 met polymeerbitumen in de bovenste 80 mm. Daar er geen teerhoudend asfalt meer hergebruikt mag worden, moeten de verschillende asfaltlagen in een aantal gevallen gescheiden afgevoerd worden. Het kan noodzakelijk zijn dat er in verschillende lagen gefreesd moet worden. Dit voorschrift geldt niet voor puinteerverharding. Deze moeten worden afgevoerd naar een opslag- c.q. verwerkingsinstallatie. (VAR) Welke soort doek gebruiken we: Als er een doek gebruikt dient te worden voor waterdoorlatendheid dient dit een NON WOVEN WIT doek te zijn. Eisen trottoir- /straatkolken, putranden zijn: De trottoir- / en straatkolken dienen te zijn voorzien van een nodulairgietijzeren scharnierend rooster met vergrendeling conform de gebruikelijke vergrendeling in Apeldoorn. De afmetingen dienen te zijn 300 x 450 mm en hoog 800/900 mm en zijn voorzien van een gietijzeren uitlaat met stankscherm geschikt voor aansluiting op een pp leiding φ 125 mm. De gietijzeren putranden dienen minimaal een dagmaat te hebben van φ 520 mm en een betonnenrand hoogte van 230 à 240 mm. Het gebruik van de putrand SOLO selflevel of Solo Same van Stuijk Verwo Aquaway (voorheen Weegels) verdient de voorkeur, diameter 600 mm. Voor opschriften op putranden zijn er bij Weegels / TBS (verknevelde) putranden met opschrift Infiltratie,Regenwater, Drainage Bijgebruik van banden 28x30x26 terplaaste van een bushaven (waar de banden schuin, verloop 10 cm, hoogte 18 cm, zijn ivm de busbanden) dient een trottoirkolk WGS 1280/90 GB1 A 125 te worden gebruikt.

Het gebruik van hout: Gebruik van houten delen bijv. ten behoeve van bruggen en vlonders: Deze dienen vervaardigt te zijn van FSC goedgekeurd hout. Voor hout wat gebruikt wordt op de rand water / grond met lucht mag / moet azobehout (met houtkeur) gebruikt worden. Bij houtenbruggen moet rekening gehouden worden dat er een slijtlaag op aangebracht kan/moet worden. De gemeentelijke eisen voor wat betreft het straatmeubilair: Deze behoeft de goedkeuring van de ontwerpers van de afdeling Wegen en Riolering, maar dient minimaal te zijn conform de APELDOORNSE " standaard " ( Het boekwerk Over openbare ruimte van de dienst MMO). Deze kan op verzoek verstrekt worden. Te gebruiken kleuren zijn: In de buitengebieden RAL kleur 5011 (donkerblauw) In Osseveld Oost/Woudhuis lichtmasten RAL 9005 In industriegebied Stadhoudersmolen JL 11664 grachtengroen Van de firma Euro Lacke b.v. in Tiel In centrum op aangeven van de ontwerper RVS 316 of RAL 9007. Inzake prullenbakken in de binnenstad geldt deze dienen te zijn model Capitole (gemoffeld RVS ) van Bammens of Model Apeldoorn in RVS fabrikaat IJslander. Bouwstoffenbesluit etc. Voor al het bovenstaande geldt tevens dat men dient te voldoen aan het bouwstoffenbesluit. Met betrekking tot het verwerken van bovenstaande materialen - van niet bij de gemeente Apeldoorn - bekende leveranciers geldt: De directie ontvangt ruim voor de verwerking van de te leveren materialen van de aannemer een komo-certificaat van de leverancier, tevens dient te worden aangegeven wanneer de te leveren materialen gereed staan op de fabriek. Dit zodat de gemeente Apeldoorn kan zorgdragen voor een eventuele keuring.

nrichting penbare uimte H...Programma van eisen: Inrichting Openbare Ruimte Hezeweg DIENST MILIEU,...

Documents

Transcript of nrichting penbare uimte H...Programma van eisen: Inrichting Openbare Ruimte Hezeweg DIENST MILIEU,...