Nova Magazine

24
NO V A Excellente betrokkenheid Nova tot 2015 Terug uit Uruzgan Arjan droomt van traumazorg Onoverbrugbare kloof? Sociale media in de klas pagina 6 pagina 13 pagina 23 ROC Nova College Magazine nummer 12, juni 2012

description

Nova Magazine, juni 2012

Transcript of Nova Magazine

Page 1: Nova Magazine

NOVAExcellente betrokkenheidNova tot 2015

Terug uit UruzganArjan droomt van traumazorg

Onoverbrugbare kloof?Sociale media in de klas

pagina 6

pagina 13

pagina 23

ROC Nova College Magazinenummer 12, juni 2012

Page 2: Nova Magazine

Werkloos zijn is niet leukDe roc’s zijn op de goede weg, maar de

aansluiting tussen onderwijs en arbeids-

markt kan en moet beter. Een interview

met gedeputeerde Jan van Run van

Noord-Holland

pagina 4

pagina 6

pagina 13

pagina 10

Excellente aandachtPeter van Barneveld, voorzitter van de

raad van bestuur van het Kennemer

Gasthuis, Ron van Grieken, opleidings-

manager bij Nova College en Erik Roel

Rober, Vavocursist over het nieuwe

strategisch beleidsplan 2012-2015

Mijn DroomCursist Arjan Kranendonk vertelt over

zijn droom om te gaan werken in de

traumazorg na negen jaar bij Defensie

Sabine Hamelink coacht nu 21

stagiairs bij Stichting Kinderopvang

Nederland. Nu volgt ze zelf een

opleiding: Coachend Praktijkopleider

Coachen

Op de technische toer 3

Dit ben ik 9

Vijf tips 12

Stage lopen 14

Column 16

Praat mee 17

Kort nieuws 19

Jong geleerd 21

Op scherp 23

Alumni 24

Colofon

Hoofdredactie: Jan van der Laan

Eindredactie: Marjan Dirkse

Art direction: Bert Rorije

Vormgeving: Def. grafische vormgeving

Teksten: Maters & Hermsen

Fotografie: Jaap Stahlie (omslag), Wouter de Wit,

Alexandra Hunts, Mieke Meesen, Hugo Schuite­

maker, Ester Grass Vagara, Michel van Bergen en

Hollandse Hoogte

Redactie: Anneke van Bruggen, Wendy Eilers,

Guido Le Fevre, Esther van Gog, Mieke Jacobse,

Gea Meems, Louis Meijll, Anita van der Wielen en

Judith van Zelst.

Aan dit nummer werkten mee: Jan van Run, Jan

van Zijl, Peter van Barneveld, Ron van Grieken, Erik

Roel Rober, Suzan van der Meer, Ola Lanko, Lucas

Land, Miriam Kerkhoven, Lizette Visser, Richard

Maassen, Edie Kos, Bart Zandvliet, Marjolein Jonker,

Arjan Kranendonk, Ton Paffen, Hans van Straaten,

Remco Pijpers, Pim ten Thije en Sven Duin.

Druk en verspreiding: Station Drukwerk.

Oplage: 18.500 exemplaren

Reageren: [email protected]

NOVA is een uitgave van het ROC Nova College

in de regio Haarlem, IJmond, Haarlemmermeer,

Amstelveen en Duin­ en Bollenstreek. Uitspraken

in dit blad weerspiegelen niet noodzakelijk de

visie van het Nova College.

Omslagfoto: Joren Kempenaar (21 jaar) werkt

op het schip Caronia en volgt de bbl­opleiding

(werkend leren) Schipper in Harlingen. Hij is met

zijn laatste jaar bezig. ‘Het bevalt me goed op dit

containerschip. Als ik klaar ben wil ik eerst bij een

rederij gaan werken en daarna misschien een eigen

schip. Wat ik zo leuk vind aan varen, is dat ik naast

schipper, ook aan de slag ben als lasser, loodgieter,

elektricien, schilder en nog veel meer.’

INHOUD

2

Page 3: Nova Magazine

Op De tecHNIscHe tOUr

Helpen kiezen Vmbo-leerlingen worden bij het Nova College op diverse manieren voor-bereid op hun toekomstige beroep. In het tweede jaar op het vmbo nemen leerlingen al deel aan het CHOICE-evenement om ze te helpen bij hun sectorkeuze: Techniek, Zorg & Welzijn en Economie. Daarnaast is er de mogelijkheid van een online beroe-pentest. In het derde jaar zijn er work-shops en voorlichtingsbijeenkomsten tijdens de Oriëntatiemarkten. In hun

laatste jaar kunnen leerlingen deel-nemen aan de Oriëntatiedagen of de Techniektour via de Oriëntatie-trajecten. Leerlingen kunnen via de trajecten onder meer terecht bij het Frans Hals Hotel (Haarlem), Tata Steel (Velsen), Hartekamp Groep (Heemstede) en het World Fashion Center (Amsterdam). Dat allemaal voordat ze daadwerkelijk bij Nova College verder leren.

De beroepentest staat op www.novacollege.nl/beroepentest

Foto

grafi

e: W

oute

r de

Wit

Zien en voelen wat je kunt

verwachten in je latere

beroep. Dat is de insteek

van de Techniektour die

vmbo’ers al snel meeneemt

op tournee naar bedrijven.

Het levert minder school-

uitval op.

Twee keer per jaar organiseert het Nova

College samen met de Kverneland Group

(producent van landbouwmachines) een

Techniektour voor leerlingen van de mid-

delbare school die zich oriënteren op een

vervolgopleiding bij het Nova College. ‘Hier

op het terrein in Nieuw Vennep geven we

een rondleiding en een presentatie’, zegt

Suzan van der Meer, Manager P&O bij

Kverneland Group. ‘We laten zien wat voor

soort bedrijf we zijn, hoe wij in de praktijk

werken en welke opleidingen aansluiten op

onze vacatures.’

Bedrijven werken aan de tournee mee

omdat ze het belangrijk vinden om de

instroom van nieuwe medewerkers veilig

te stellen. Metaalbewerking en montage

zijn de meest gevraagde functies bij

Kverneland. Van der Meer: ‘De reacties

van de cursisten op de tour zijn wisselend.

Van erg geïnteresseerd tot “Dit is niet wat

we zoeken.” Het geeft ze dus een reëel

beeld van wat ze kunnen verwachten.

We merken dat het kennismaken met ons

werkt.’

En dat is precies de achterliggende bedoe-

ling van de Techniektour, zegt Lucas Land,

teamleider Voorlichting & Werving van

Nova College. ‘Vmbo t-leerlingen hebben

vaak nog geen praktijklokaal of bedrijf

van binnen gezien. We willen leerlingen

meer beleving en ervaringen geven voor

hun toekomstige beroep. Een folder of

beroepenmarkt op school alleen is niet

genoeg.’

De Techniektour is ook bedoeld om voor-

tijdig schoolverlaten tegen te gaan. Met

succes, want Nova College doet het goed

met schooluitval. Vooral op niveau 3 en 4.

‘Ruim 80 procent van de deelnemers vindt

dat ze met de tour een compleet beeld

krijgen van hun toekomstige beroep. Ze

waarderen zo’n bezoek met een 7,9. Dat

is een hoog cijfer’, zegt Land. Ook op

langere termijn heeft deze aanpak een

gunstig effect. Deelnemers aan de oriën-

tatietrajecten, waar de tour onderdeel

van is, vallen minder vaak uit – slechts

5 procent.’

3

Page 4: Nova Magazine

WerklOOs zIjN Is NIet leUk

Jan van Run:

Foto

grafi

e: W

oute

r de

Wit

44

Page 5: Nova Magazine

Op de vraag of zijn eigen opleiding aan-

sloot bij wat hij nu doet, antwoordt Van

Run eerlijk: ‘Ik heb moderne geschiedenis

gedaan. Nee, dat leidde niet op tot een

beroep. Maar er is wel een verschil tussen

universiteit en beroepsopleiding: een uni-

versiteit leert je onderzoeksmethoden, een

beroepsopleiding leidt op tot een beroep.

En ik heb er nu wel veel aan.’ Met een

weids gebaar wijst Van Run door zijn

werkkamer, het vroegere buitenverblijf van

bankier Henry Hope. ‘In de hoek van deze

kamer was de bedstee van Lodewijk Napo-

leon.’ De geschiedenis moet echter plaats-

maken voor de harde realiteit – het gaat

niet goed in Nederland.

Hoe is het gesteld met de economie in Noord-Holland?‘Voelbaar. Ook de jeugdwerkloosheid in

Noord-Holland is niet veel anders dan in

andere provincies. Aan de andere kant

neemt de groep 65-plussers elk jaar met

vijf à zes procent toe. De gaten die zij

achterlaten, moeten worden opgevuld.

Jongeren moeten zich dus geen zorgen

maken en zich richten op de toekomst. Het

is niet leuk om werkloos te zijn, maar als je

het slim aanpakt, kun je over een tijdje zo

de arbeidsmarkt op.’

Waar is grote behoefte aan jonge krachten?‘In het noorden van de provincie zijn dat

de energiesector, agribusiness, offshore

gaswinning, leisure en medisch – denk

bijvoorbeeld aan het isotopenonderzoek

in Petten of de productie van operatiekits

voor ziekenhuizen in Zaanstad. In het

zuiden zijn dat food & flowers in de Green-

port Aalsmeer en de Zaanstreek, een

logistieke hub in de Haarlemmermeer, life sciences, ICT en creatief, en Media

Valley.’

Maar volgens u sluit het onderwijsaan-bod nog onvoldoende aan op de vraag vanuit de arbeidsmarkt … ‘Die is nog niet één op één. Dat is natuur-

lijk niet zo vreemd, want je kunt jongeren

niet dwingen een bepaalde opleiding te

gaan volgen. Je kunt er wel voor zorgen

en daarin te excelleren, in plaats van alles

te willen aanbieden.’

Waarom kunnen die opleidingen dat zelf niet?‘Er zijn goed bedoelde initiatieven, nu

moeten we verder. Daarvoor heb je een

lange adem nodig. Opleidingsinstituten

hebben nog wel eens de neiging vooral

te rekenen in het aantal cursisten dat ze

afleveren, zonder zich af te vragen of die

cursisten ook echt aan de slag kunnen.

Anderzijds investeren bedrijven op hun

beurt in opleidingen, maar weten ze

cursisten soms niet aan zich te binden.’

Hoe doet het Nova College het?‘Het Nova College zit tegenwoordig in het

regionaal economisch overleg, samen met

het bedrijfsleven en de provincie Noord-

Holland. Dat bevalt prima.’

Wat zou u doen als u het Nova College mocht runnen?‘Ik zou het bedrijfsleven meer betrekken

bij het onderwijs, zoals de cursisten laatst

tijdens de netwerkbijeenkomst lieten zien.

Er is wat dat betreft al veel verbeterd

vergeleken met twintig jaar geleden, maar

je moet ook naar de toekomst kijken.

Het opleidingsaanbod van nu zou moeten

anticiperen op de situatie op de arbeids-

markt over tien, vijftien jaar. Ik zou ook

ouders meer betrekken bij de opleidings-

keuze, omdat die vaak invloed hebben.

Dat jongeren niet altijd bezig zijn met de

arbeidsmarktrelevantie van hun keuze is

nu eenmaal zo, maar ouders moeten kri-

tisch zijn: “Leuk, die opleiding die je wilt

volgen, maar is dit ook de beste keuze?”’

dat jongeren bijvoorbeeld een beter beeld

krijgen van bepaalde banen. Er moet dus

meer aandacht worden besteed aan de

uitwisseling van kennis, zowel bij bedrijven

als bij de onderwijsinstellingen.’

Wat kan de provincie daaraan doen?‘De provincie identificeert en lost regionale

en bovenregionale vraagstukken binnen de

kansrijke sectoren op. We stimuleren dat

partijen bij elkaar komen, bijvoorbeeld

door netwerkbijeenkomsten te organise-

ren. Dat gaan we meer doen en niet alleen

via het regionaal economisch overleg. In

de regio’s maken lokale bedrijven en

onderwijsinstellingen samen een pro-

bleeminventarisatie en vergezichten. De

Kamer van Koophandel Noordwest-Holland

ondersteunt bij het formuleren van de

vraag naar personeel op de langere ter-

mijn: het bedrijfsleven formuleert de

behoefte aan kwantiteit en kwaliteit, en

daarmee kan het onderwijs de curricula

arbeidsmarktproof maken. We laten ook

best practices zien, zoals het Nova College

onlangs deed in Haarlem tijdens de net-

werkbijeenkomst. En we willen gemeenten

laten samenwerken om buiten hun grenzen

iemand aan werk te helpen. Of door

onderwijsinstellingen bij elkaar te brengen

en ze te laten kiezen voor een specialisme

De roc’s zijn op de goede weg, maar de aansluiting tussen

onderwijs en arbeidsmarkt kan en moet beter. Gedeputeerde

Jan van Run van Noord-Holland: ‘Betrek het bedrijfsleven nóg

meer bij het onderwijs.’ Voor een betere aansluiting tussen

theorie en praktijk.

5

Page 6: Nova Magazine

6

Page 7: Nova Magazine

Peter van Barneveld (voorzitter van de raad van bestuur van het Kennemer Gasthuis): ‘Een opleidingsinstituut zoals Nova College

moet weten waar ze heen wil en waar de

cursisten en de maatschappij behoefte aan

hebben. Je moet een plan hebben voor de

toekomst, dat geeft sturing. Dit is zo’n plan

en dat vind ik heel goed. Het speelt een

rol in de contacten die je als partners met

elkaar hebt. Want alle overwegingen en

afspraken die we met Nova College maken,

kun je toetsen. Draagt het bij aan waar we

heen willen? Leidt dit tot het doel dat we

ons gesteld hebben? Die vragen moet je

steeds kunnen beantwoorden. Op die

manier denk ik dat wij als relatie van het

Nova College er zeker iets aan hebben. Op

hun vakgebied en op het vlak van per-

soonlijke ontwikkeling.

De kracht van dit strategisch beleidsplan

zit ‘m in de aandacht voor de ontwikkeling

van jonge mensen. En dat hebben wij met

het Nova College gemeen. Zeker in de

zorg is het heel belangrijk om jonge men-

sen optimaal te stimuleren zodat ze niet in

een vroeg stadium uitvallen, maar zich

juist doorontwikkelen. Het Kennemer

Gasthuis is een opleidingsziekenhuis. Dat

betekent dat wij artsen opleiden tot

medisch specialist en studenten genees-

kunde co-assistentschappen laten lopen.

Maar jaarlijks leiden we ook ruim 65

verpleegkundigen op niveau 3 en 4 op.

De ontwikkeling van jonge mensen

spreekt ons erg aan.

Ik ben benieuwd hoe we in de nieuwe vor-

men van samenwerking onze weg gaan

vinden. Het moet niet verzanden in overleg

op hoger niveau. Het is altijd spannend als

plannen in de praktijk vorm moeten krij-

gen. Dat kan alleen werken als we het echt

samen doen. Daar moeten we moeite voor

doen, in investeren door elkaar op te zoe-

ken. Het is een inspirerend en nieuw plan.

Daar krijgen mensen altijd energie van.’

Ron van Grieken (opleidingsmanager Nova College): ‘Dit strategisch beleidsplan is een vertaling

van de visie naar het werkveld. Dat vind ik

ongelofelijk belangrijk. Vanuit onze merk-

waarden hebben we een duidelijke visie en

dat moet je vertalen naar de praktijk – een

voorwaarde om met elkaar te werken. Voor

mij is – naast passie voor je vak – zo’n

kaderstellend stuk heel belangrijk. Dat

zorgt ervoor dat je met z’n allen hetzelfde

doel in het vizier hebt. Ik werk al dertig

jaar in het onderwijs en excelleren in

betrokkenheid is vanaf dag één mijn leit-

motiv en ik kan me vinden in wat we aan

het doen zijn en wat we gaan doen.

Ik vind het plan behapbaar, hanteerbaar en

begrijpelijk voor iedereen. Het is een kort,

bondig, direct en heel eenduidig sturend

verhaal. Het is daarbij mooi vormgegeven

en vlot geschreven. Natuurlijk hoor je dan

ook wel de kritiek – het zou een “marke-

tingverhaal” zijn geworden. Ik ga met veel

plezier het gesprek aan met collega’s die

dat vinden. Want het is een verhaal waar

wij allemaal mee uit de voeten moeten

kunnen, bij wie het binnen moet komen. En

daarvoor moet het goed verpakt worden.

Een beleidsplan moet deel gaan uitmaken

van alles wat je doet. Als opleidingsmana-

ger voer ik heel veel gesprekken en daarin

moet ik voorbeeldgedrag vertonen. Excel-

leren in betrokkenheid betekent aandacht

geven. Dus als er – nog – een gesprek

nodig is, moet dat er komen. En in die

gesprekken moet ik mijn volle aandacht

geven. Aan cursisten, collega’s, contact-

personen. Ik moet checken of zij de aan-

dacht ook als excellent ervaren. Je moet je

dus openstellen voor kritiek en dat kan

best lastig zijn. Je kwetsbaar opstellen is

wel een basisvoorwaarde. We hebben heel

veel tools om van alles mee te monitoren,

maar je moet ook daadwerkelijk in

gesprek. Dan maken we de stap naar de

uitvoering.’

Erik Roel Rober (cursist voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (havo) en lid van de cursistenraad): ‘Het is belangrijk om na te denken over het

nut van Nova College en waarom iemand

voor deze school zou kiezen. Met dit

strategisch beleidsplan zet Nova College

Fotografie: Mieke Meesen

Hoe excelleer je in betrokkenheid? Door

verwachtingen van cursisten voorop te stellen.

Door een lerende organisatie te zijn. Ambities uit

het strategisch beleidsplan 2012-2015 van Nova

College. Ambities op papier. Maar wat betekent

dat in de praktijk? Peter van Barneveld, Ron

van Grieken en Erik Roel Rober vertalen de

uitgangspunten naar hun dagelijks werk. ‘Het

is belangrijk om na te denken over het nut van

Nova College en waarom iemand voor deze

school zou kiezen. Met dit strategisch beleidsplan

zet Nova College zich op de kaart voor de

buitenwereld: “Dit willen we zijn en uitstralen.”’

excelleNte AANDAcHt

7

Page 8: Nova Magazine

zich op de kaart voor de buitenwereld:

“Dit willen we zijn en uitstralen.” Je hebt

als organisatie doelstellingen nodig. Als je

opschrijft wat je wilt bereiken en daar dan

een termijn aan hangt – zoals in dit geval

tot en met 2015 – dan kun je daarna ook

meten en kijken of je bereikt hebt wat je

voor ogen had.

Ik vind het plan vooral een ‘intern’ docu-

ment. Het schept kaders waarbinnen de

medewerkers moeten acteren. Nova

College is een enorme organisatie met

veel verschillende mensen, maar door dit

beleidsplan hebben ze allemaal één visie,

één richting. Of je nou gymleraar bent of

economiedocent: iedereen moet op de-

zelfde manier communiceren. Ik vind dan

ook dat medewerkers het beleids plan

regelmatig moeten lezen. Want een strate-

gie werkt alleen als je daar met z’n allen

vervolg aan geeft. Dan straalt het ook af

naar buiten. Ik ben als cursist onderdeel

van de buitenwereld die straks wat moet

gaan merken van de nieuwe strategie.

In het beleidsplan draait het om veel aan-

dacht voor de cursist en dat is in mijn

ogen heel belangrijk. Dat mis ik nu eerlijk

gezegd soms. De school past zich met de

nieuwe plannen meer aan de doelgroep

aan, aan de cursisten. De toon van het

document spreekt me ook aan, er gaat een

positief stimulerende werking van uit. Ik

voel me trots dat ik bij het Nova hoor. Ook

door de posters langs de weg bijvoor-

beeld. In het plan mis ik wel aandacht voor

uitval. Ik denk dat het heel belangrijk is dat

iedereen met een diploma van school

komt. Daar moet meer aandacht naar uit-

gaan. Ook zou ik graag zien dat er op

school meer ruchtbaarheid wordt gegeven

aan het strategisch beleidsplan. Als je echt

dialoog wilt, dan moet je de speerpunten

laten zien, bijvoorbeeld op posters. Dan

kun je er ook op aangesproken worden.’

Erik Roel RoberRon van Grieken

Strategisch beleidsplan 2012-2015De Nova-visie begint bij de merkbelofte: Bij Nova groei je als mens. Dat is altijd een van de drijvende krachten geweest. De ambitie van Nova College is doordrin-gen tot de top-5 van beste mbo’s. De ‘harde’ doelen, zoals financieel resultaat en studie succes, wil Nova College niet alleen halen, maar overtreffen. Minstens even belangrijk zijn de ‘zachte’ maatstaven zoals leiderschapskwaliteit en medewerkersbetrokkenheid. Om dit voor elkaar te krijgen zijn in het strate-gisch beleidsplan 2012-2015 vijf speer-punten verwoord, allemaal met evenveel prioriteit:

• De verwachting van de cursisten staat altijd voorop.

• Het onderwijsproces is leidend in alles wat we doen.

• We zijn een lerende organisatie.• Onze dienstverlening is excellent.

Excelleren in betrokkenheid

‘Of je nou gymleraar bent of economiedocent: iedereen moet op dezelfde manier communiceren’Erik Roel Rober

• We zijn betrokken. Met de cursisten, met elkaar en met externe partners. Wij bundelen elkaars krachten.

Een mooi voorbeeld van het laatste speerpunt uit het strategisch beleids-plan is de samenwerking tussen Kennemer Gasthuis, Rode Kruis Zieken-huis, Spaarne Ziekenhuis, Ziekenhuis Amstelland en Nova College. Zij werken samen aan een nieuwe opzet van de verpleegkundige beroepsopleiding. Doel is het dichter bij elkaar brengen van opleiding en praktijk. Het onderwijs is op maat voor verschillende doelgroepen: jongeren, volwassenen, herintreders en anderstaligen. Ook het digitaal leren krijgt een belangrijke plek. Ziekenhuizen signaleerden dat leerling-verpleegkundigen on voldoende aanslui-ting hebben op de dagelijkse praktijk en op de nieuwste ontwikkelingen in

de zorg. In dit nieuwe model volgen leerling-verpleeg kundigen van begin af aan het onderwijs zoveel mogelijk in het ziekenhuis zelf. Zo ontdekken zij al in een vroeg stadium of werken in de zorg een goede beroepskeuze is. Deskundigen uit de praktijk, zoals artsen en verpleegkundig specialisten, zorgen voor een deel van de opleiding. Zo kunnen de leerlingen kennismaken met de nieuwste ontwikkelingen en oefenen met de nieuwste apparatuur. Ze kunnen leerroutes op maat volgen. En de mogelijkheid bestaat om sneller te diplomeren, op een hoger niveau. Voordeel voor het ziekenhuis is dat er gemotiveerde leerlingen werken die beter inzetbaar zijn en eerder meer kwaliteit kunnen bieden. En dus meer profijt voor de patiënt.

Het volledige strategische beleidsplan staat op www.novacollege.nl/sbp.

8

Page 9: Nova Magazine

DIt beN Ik

Sarah WismeijerLeeftijd: 19

Opleiding: Mediamanagement,

tweedejaars, niveau 4

Het liefst zou ik…‘…een eigen zaak beginnen. Ik weet alleen

nog niet waarin. Een communicatiebureau

lijkt me interessant, dat heb ik gemerkt

tijdens mijn stage. Dat trekt mij ook aan in

het vak communicatie: klanten zijn ergens

naar op zoek en jij moet dat leveren.

Sociale media zijn hierbij een effectief

middel. Bij een project op school moesten

we via Twitter en Facebook geld inzamelen

voor een goed doel. We riepen mensen op

ons te steunen en zetten foto’s online. Al

snel hadden we het benodigde bedrag

binnen. Leuk om te zien dat het zo’n effect

kan hebben.’

Ik moet nog werken aan…‘…mijn planning. Ik merk dat ik mezelf

daarin belemmer. Ik denk vooruit, maar

heb soms moeite om alles in de goede

volgorde te zetten. Dan werk ik uiteindelijk

wat chaotisch, doe dingen op het laatste

moment. De deadline overschrijden is voor

mij geen optie: als het moet, dan werk ik

over. Ik merk ook dat ik meer moet vragen.

Duidelijkheid is belangrijk. De beste oplos-

sing is natuurlijk om het alsnog te vragen.

Tijdens mijn stages leer ik met dit soort

dingen om te gaan, en maak ik het werk

makkelijker voor mezelf.’

Maxime StýbloLeeftijd: 20

Opleiding: Allround Schoonheids-

specialiste, eerstejaars, niveau 4

Belangrijk in een baan vind ik…‘…gezellige collega’s, die ook professioneel

zijn. Praten over het weekend is leuk, maar

liever niet waar klanten bij zijn. Belangrijk

vind ik ook dat ik mensen echt kan helpen.

Bij mijn stage loopt er wel eens iemand

binnen met een heel droge huid, die klaagt

over een trekkerig gevoel. Na mijn behan-

deling zit zo iemand opeens weer rechtop

in zijn stoel, en dat is mooi om te zien. Na

deze opleiding ga ik Huidtherapie doen

aan de Haagse Hogeschool. Dan leer ik

massagetechnieken om littekens te ver-

minderen en elektrisch ontharen.’

De grootste uitdaging in mijn vak is…‘…mensen met een probleemhuid helpen.

Om mensen goed te kunnen helpen, pro-

beer ik de behandelingen zelf uit. Laatst

testte ik een Chinese kruidenpeeling. Het

afhalen van die peeling voelde alsof je

glasscherven over je huid haalt. Ik kan nu

de klant waarschuwen dat het echt even

pijn gaat doen. Een andere uitdaging voor

mij als schoonheidsspecialiste zijn kriti-

sche klanten, die precies weten wat ze

willen. Bij het epileren van wenkbrauwen

bijvoorbeeld: vierkant of rond, dun of dik.

En dat moet ik dan in één keer goed doen,

want ik kan de haren niet terug stoppen.’

Mark MarsmanLeeftijd: 21

Opleiding: Werktuigbouwkunde,

vierdejaars, niveau 4

Ik ben goed in…‘…communiceren. Ik heb er geen moeite

mee iets te vragen als ik het niet snap of

graag iets wil weten. Mijn huidige stage in

het technisch team van een cacaofabriek is

nu bijna klaar, en ik wil daar graag vakan-

tiewerk doen. Waar anderen misschien tijd

verdoen, ben ik meteen naar mijn baas

gestapt. Ik kan deze zomer aan de slag.

Wat het werk betreft, sleutelen aan machi-

nes, ben ik van het aanpakken. Ik ga niet

eerst een paar uur naar een machine zit-

ten staren, maar ga direct aan de slag.’

Over tien jaar werk ik…‘…bij een middelgroot bedrijf. Ik wil name-

lijk wel voldoende doorgroeimogelijkheden

hebben, makkelijk kunnen communiceren

met mijn collega’s. Dat is vaak moeilijk bij

een groot bedrijf. Het liefst heb ik een

managementfunctie, waarbij ik het tech-

nische kan combineren met verkoop.

Daarom ga ik volgend jaar ook een oplei-

ding Technische Bedrijfskunde doen aan

de Hogeschool van Amsterdam. Het lijkt

mij leuk om dan stage te lopen in het

buitenland, zodat ik mijn Engels kan ver-

beteren en ervaring kan opdoen. Ik zou

later namelijk graag voor mijn werk naar

het buitenland willen.’

Fotografie: Ester Grass Vagara

9

Page 10: Nova Magazine

Donkere wolken boven een typische jaren

zestig wijk, schrale wind. Hoe groot is het

contrast met binnen: tropisch warm, vrolijk

babbelende peuters die op de gang met

speeltjes slepen. Het is De Blauwe Gans, kinderdagopvang en buitenschoolse

opvang van Stichting Kinderopvang

Nederland (SKON) in Hoofddorp. Er

draaien wasmachines en het fruit voor het

hapje ligt klaar in de keuken. Een zuigeling

krijgt in alle rust de fles van een bege-

leidster, zijn babyvrienden kijken toe. In

het piepkleine kantoortje dat twee bureaus

en drie werkplekken telt, werkt Sabine

Hamelink (31) haar administratie bij.

Kostbaar bezitAan administratie geen gebrek. Ze

begeleidt alle 21 stagiairs op de SKON-

locaties in de Haarlemmermeer. Soms zet

ze wel vijftien handtekeningen onder een

werkcontract van deze meiden – er is

geen jongen bij – die ze vooral ‘achter de

schermen’ coacht. Ze biedt theoretische

ondersteuning, begeleidt hen bij het

maken van de vele studieopdrachten en

houdt de voortgang van de leergang in de

gaten. Sabine is een doener, maar ze wil

ook graag kennis overdragen en diepgang

zoeken: normen en waarden overbrengen,

het beleid uitleggen, de omgang met

ouders. ‘Het eerste wat ik stagiairs leer, is

dat ze beseffen dat ze werken met het

meest kostbare bezit dat ouders hebben:

hun kinderen.’

Op deze donderdagochtend houdt Sabine

haar wekelijkse spreekuur. Iedereen krijgt

een uur per week begeleiding. Ze leest

hun verslagen buiten dat uur en ze mogen

haar natuurlijk altijd bellen. Sabine leerde

op de opleiding Praktijkleider dat

begeleiden niet betekent dat je de stagiair

bij de hand neemt. ‘Dat deed ik vroeger

wel, dan ging ik ernaast zitten en las bij

wijze van spreken het beleidsplan voor.

Sabine Hamelink is een doener. Een doener op zoek naar verdieping in haar werk in de kinder-opvang. En die verdieping vindt ze in een cursus Coachend Praktijk opleider van het Nova College. Ze coacht nu 21 stagiairs.

Fotografie: Hugo Schuitemaker

Ik kAN AltIjD bIj sAbINe terecHt

10

Page 11: Nova Magazine

Nu weet ik dat het zo niet werkt. Ze

moeten zelfstandig worden, dus geef ik

ze gerichte opdrachten en als het nodig is,

draag ik een oplossing aan. Maar die laat

ik ze wel eerst zelf bedenken.’

OnverstaanbaarSandra, 32, tweedejaars en doet de

werkend-leren opleiding (bbl) peda-

gogisch werk, is als eerste aan de beurt.

Ze komt niet helemaal uit haar opdracht.

Ze begeleidt een meisje met een taal-

achterstand die moeite heeft met ver-

staan baar spreken. Vooral de ‘s’ en de ‘r’

kan het kind niet goed uitspreken. Ze

heeft geobserveerd en de problematische

letters in kaart gebracht. Maar nu – ze

weet het even niet meer. ‘Wat is je

concrete doel?’ vraagt Sabine rustig.

Sandra wil dat haar kindje verstaanbaar

gaat praten. ‘Hoe wil je dat bereiken?’ Het

is even stil. Sabine vraagt door en dat

werkt. Langzaam ontdekt Sandra dat haar

doel te breed was en welke stappen ze

nog moet zetten. ‘Rustig aan, Sandra’,

lacht Sabine. ‘Ja, ik weet het,’ zegt Sandra

‘Ik wil weer veel te snel gaan, hè?’ Ze is

blij met haar kritische coach. ‘Ze stimu leert

me heel erg. En ik kan altijd bij Sabine

terecht.’

Structuur en overzicht bieden en houden

is in de kinderopvang een belangrijke

eigenschap. Kunnen praten met (mondige)

ouders en collega’s, pedagogisch

verantwoord handelen, organiseren en

signaleren wanneer iets mis is met een

kind. Nienke – tweedejaars bol niveau 4 –

is pas achttien en toch nu al op al die

markten thuis. ‘Ze is een toppertje’ vindt

Sabine, ‘En daarom vraag ik van haar ook

meer, omdat ik weet dat ze het kan.’

Nienke organiseert een sportdag met 600

kinderen in de regio en moet ook een

werkoverleg leiden. Ze heeft het allemaal

onder controle en weet precies wat ze

moet doen. Alleen de opdracht om de

groepsleider te zijn, was deels mislukt.

Ze durfde de werkbegeleider niet te

passeren. Ze praten door hoe dat beter

kan en wanneer. ‘Wat doe je dus de

volgende keer?’, vraagt Sabine. Nienke:

‘Dan stuur ik haar weg.’ En dan: ‘Sabine

stelt altijd haar vragen zo dat ik zelf op het

antwoord kom. Het beste advies dat ze me

gaf, is dat ik meer vertrouwen in mezelf

moet hebben.’ De coach bloost van zoveel

complimenten.

GroeiGaat het met Nienke als vanzelf, met

Joyce is dat anders. Joyce vond de

opdrachten van haar niveau 4-opleiding

te moeilijk en dreigde zelfs te stoppen.

Op advies van Sabine deed ze een stapje

terug, naar niveau 3. Het is geen

gemakkelijk gesprek. Maar ze hadden

vaker pittige gesprekken de afgelopen

tijd – Sabine was Joyce’s geweten.

Sabine Hamelink in gesprek met haar stagiairs

11

Page 12: Nova Magazine

Ze luistert goed naar haar stagiair en is blij

dat ze zich beter voelt nu en dat ze nog

steeds de opleiding doet. Samen sluiten ze

een nieuw contract.

AmbitieDe gesprekken zitten erop. Snel een

boterham naar binnen proppen, ze heeft

nog administratie te doen en over twee uur

komen de kinderen voor de buitenschoolse

opvang. Morgen moet Sabine naar haar

eigen cursus, daar heeft ze nu al weer zin

in. ‘Ik word echt gevoed met nieuwe

kennis. Ik leer veel en daar groei ik enorm

van.’ Na vijftien jaar met kinderen werken

wilde ze meer. Hoe leuk ze dit werk ook

vindt, coachen is wat ze nog leuker vindt

en waar haar toekomst ligt. Misschien

ooit wel buiten de kinderopvang.

5 tIps

ONlINe WerVeN

12

Medewerkers of stagiairs werven? Via

sociale media kan het sneller, gerichter

én goedkoper. Vijf tips.

1. Laat je zienVeel jongeren zitten elke dag op Facebook, Twitter of Hyves – de perfecte plekken om je bedrijf in de etalage te zetten. Maak van die kans gebruik en laat op Facebook, LinkedIn en in tweets zien wat jouw bedrijf doet. Maak er jongeren enthousiast.

2. Zoek via-viaVaak vind je een goede werknemer of stagiair via via. ‘Referral recruitment’, noemen we dat. Met sociale media kan dit beter, sneller en grootschaliger. Zet je mede-werkers in door ze te vragen een vacature te delen via sociale media. Of eens in hun eigen (sociale) netwerk te zoeken naar een goede kandidaat.

3. Zoek slimLaat je digitale netwerk voor je werken: zoek via LinkedIn naar geschikte nieuwe medewerkers of stagiairs. Je kunt je eigen contacten plus je tweede- en derdegraads contacten doorzoeken op een groot aantal criteria: wees dus zo specifiek mogelijk. Het helpt ook als je de juiste mensen kent. Heeft jouw ICT-bedrijf vaak behoefte aan stagiairs? Zorg dat je een docent informatica in je LinkedIn netwerk hebt.

4. Laat ze ‘twilliceren’Een eerste selectie maken wordt makkelijker als je potentiële medewerkers of stagiairs laat ‘twilliceren’: solliciteren via Twitter. Een sollicitatiebrief is dan over-bodig: de kandidaat laat in 140 tekens blijken waarom hij of zij de beste is en zet een link naar zijn LinkedIn profiel in de tweet.

5. Reageer snelDe jongeren van nu gaan niet twee weken zitten wachten op een reactie. De snelheid van sociale media vereist ook van jou als werkgever dat je snel laat weten of je geïnteresseerd bent. Een eerste kennismakend gesprek kan dan ook best via de webcam: dat scheelt jou en de potentiële medewerker (reis)tijd.

Page 13: Nova Magazine

Na negen jaar bij Defensie startte Arjan Kranendonk met de opleiding Verzorgende. Zijn droom: werken in de traumazorg.

MIjNDrOOM

‘Diep in mijn hart wil ik de stresskant op: traumazorg, intensive

care, ambulance. Ik heb in het leger geleerd om los te laten na

een heftige gebeurtenis, dat maakt me geschikt voor trauma-

werk. Andere dingen die ik geleerd heb zijn respect voor meer-

deren en ouderen, voor jezelf opkomen, maar ook jezelf in de

gaten houden. Het heeft me alleen maar sterker gemaakt.’

‘Als gewondenverzorgende in het leger

moet je ook stressbestendig zijn. Niet na-

denken, automatisch de goede handelingen

verrichten. Je vecht mee aan de frontlinie.

Als er gewonden vallen, bied jij als eerste

hulp. Ik was al twee keer in Bosnië ge-

weest en had laten zien dat ik het overzicht

hield in hectische situaties. Daarom werd

ik voor gewondenverzorgende gevraagd.

UruzganIk ging naar Uruzgan, in een vooruitge-

schoven post van Kamp Holland. Het was

in 2008 en in het heetst van de strijd. Er

vielen gewonden. Jongens sneuvelden. Ik

zag de meerwaarde niet in van de Neder-

landse aanwezigheid in Afghanistan en

vertrok bij Defensie. Ik wilde niet nog een

keer zo’n ervaring.

Bij terugkomst belandde ik in een depres-

sie. Vreemd genoeg wilde ik in eerste

instantie terug naar Afghanistan om te

doen waarvoor ik getraind was. Mensen

begrijpen niet wat je werkelijk hebt mee-

gemaakt. Nazorg was er nauwelijks, ik

ben zelf naar een psycholoog gestapt.

Mijn motto is suum cuique, je krijgt wat je

verdient. Ik heb zelf toegestaan dat ik in

een depressie kwam, maar ik ben er ook

weer zelf uitgekomen. Ik startte met een

opleiding Verpleegkunde, maar het was te

zwaar. Te veel theorie, toetsen van vier,

vijf uur.

VerzorgingstehuisNu doe ik verzorgende niveau 3. Een

dag in de week naar school, de rest loop

ik stage in een verzorgingstehuis in

Heemstede. Mijn ervaring bij het leger

telt niet mee. Waar ik vroeger een infuus

zette, mag ik nu niet eens een pleister

plakken. De dankbaarheid die je dagelijks

krijgt van patiënten maakt veel goed.

Dat ben ik niet gewend. En inhoudelijk?

Complexe wondzorg heeft nog steeds

mijn interesse. In een verzorgingstehuis

zijn geen acute verwondingen, maar uit-

eindelijk is elke wond een wond. Pas

ging een bewoner in glas zitten. Dan

stel je dezelfde vragen als in Uruzgan:

Wat geeft de meeste kans op genezing?

Hoe houden we de situatie stabiel?’

Foto

grafi

e: A

lexa

ndra

Hun

ts

1313

Page 14: Nova Magazine

Onderwijsassistent is echt een vak. Een

onder wijsassistent naast de leerkracht bete-

kent dat de leerkracht meer tijd kan besteden

aan leerlingen die minder goed meekomen.

Marjolein Jonker (18) doet de opleiding

Onderwijsassistent en loopt stage op

basisschool Kornak in Uitgeest. ‘Echt eeuwig

zonde dat veel scholen bezuinigen op de

Onderwijsassistent’, vindt Marjolein, die zelf

op de basisschool niet met alle vakken even

goed mee kon komen. ‘Bij mij was er geen tijd

voor zulke begeleiding.’

Fotografie: Hugo Schuitemaker

14

Page 15: Nova Magazine

De Kornak is zo’n fijne te-voet-school,

waar alle kinderen in pas opgetrokken

huizen omheen wonen. De deuren zijn

er fluorpilletjesoranje, de tafels van blank

hout, de grote ramen bespat met opge-

waaid nieuwbouwzand van de laatste

regenbui. Het is alsof de school het

eerste zonlicht opzuigt om het straks in

de pauze in de vorm van pure vrolijkheid

weer uit te spugen.

In de gangen hangt een respectvolle stilte.

De Citotoets is gaande. Als Marjolein

Jonker (18) rekenles geeft aan

Matthew (11), sloft er af en toe een

demonstratief ontspannen slungel uit

groep acht langs om een Donald Duck

te pakken. Zijn klasgenoten zwoegen op

de laatste vragen.

Zijn oren rood in het tegenlicht, knaagt

Matthew op zijn pen terwijl hij optelt en

aftrekt. Het gaat vlot, hij vindt rekenen

leuk. Hij werkt aan sommen op zijn eigen

niveau, vertelt Marjolein later. Ze helpt

hem een paar uur per week geduldig door

de pagina’s, houdt het tempo erin en laat

subtiel merken wanneer hij fout zit, zodat

hij het zelf kan herstellen. Dat helpt.

Matthew vindt het verder allemaal best.

Natuurlijk verheugt de jonge Ajaxfan zich

meer op de pauze en straks in de zomer

het timmerdorp van de Uitgeester Hutten-

week. Hij is blij met Marjolein die hem

helpt om ‘rekenen en taal weer makkelijk

te maken’ zodat hij straks ook door kan

naar groep acht.

In de pauze wordt ze opgewacht door

15

eeN ecHt VAk

Page 16: Nova Magazine

een groepje meiden, die gelijk in een

pelotonnetje achter haar aan het plein op

schaatsen. ‘Ga maar zelf spelen’, zegt ze

en stuurt ze weg. ‘Het is dankbaar werk’,

zegt ze met een knipoog. ‘Je bent toch een

beetje de bliksemafleider. Tegen mij vertel-

len ze alles, en je kunt nog een geintje met

ze uithalen.’

Later in de klas doet ze mee met leer-

kracht Mieke Muntjewerff, grijpt links en

rechts effectief en bijna onmerkbaar in bij

rumoer. Mieke bespreekt ontleden en

werkwoordsvormen, Jort en Lotte doen

een oefening voor op het Digibord. Daarna

maakt de groep er nog een paar, bij-

gestaan door de twee juffen. Zulke hulp

zou Mieke het hele jaar wel willen hebben.

‘Echt eeuwig zonde dat veel scholen

bezuinigen op de Onderwijsassistent’,

vindt Marjolein, die zelf op de basisschool

niet met alle vakken even goed mee kon

komen. ‘Bij mij was er geen tijd voor

zulke begeleiding.’

Leren van je 16e tot je 67e

Leren en werken gaan hand in hand. Het begint al op jonge leeftijd: bijna elke mbo’er combineert z’n opleiding met een bijbaan. In omgekeerde volgorde leert de moderne werk-nemer bij naast z’n baan. Logisch: een steeds sterk en razendsnel veranderende arbeidsmarkt vraagt flexibele werknemers die ook de handen uit de mouwen steken in het bijhouden van vakkennis en het aanleren van nieuwe vaardigheden. In de praktijk zien we dat werkgevers en werknemers daarin over het algemeen verantwoordelijkheid delen en nemen. Werkgevers stimuleren en stellen in staat, werknemers pakken de handschoen op. Tot zover het goede nieuws…

Want nog steeds staat ook een grote groep jong en oud ‘arbeidspotentieel’ werkloos langs de kant. Omdat ze bij-voorbeeld vanwege het ontbreken van opleiding, dan wel relevant diploma niet (kunnen) deelnemen aan het arbeids-proces. We staan voor een enorme krapte op de arbeids-markt en hebben straks ook deze mensen nodig.

Het is daarom zo belangrijk dat we een publiek gefinan-cierde onderwijsstructuur behouden die een fundament legt van brede basiskennis. Aangevuld met vaardigheden om zelfstandig verder te leren, of om te scholen als de arbeidsmarkt daar om vraagt. De overheid speelt een belangrijke rol: als stimulator en als geldschieter. Want voor niets gaat helaas alleen de zon nog op. Werkgevers hebben aan het mbo een kweekvijver aan toekomstig personeel en kunnen dus ook een steentje bijdragen. Het onderwijs op zijn beurt kan deze mensen stimuleren hun talenten te ontdekken en te benutten. En zijzelf hebben de verantwoordelijkheid te gaan voor kansen.

Het is te gemakkelijk de verantwoordelijkheid voor een leven lang leren eenzijdig bij de andere partij te leggen. Het is geen kwestie van ‘of of’ maar een optelsom. We hebben gezamenlijk de verantwoordelijkheid om mensen mobiel te maken en te houden. Van hun 16e tot hun 67e.

Jan van ZijlVoorzitter MBO Raad

column

Nova College biedt de driejarige opleiding Onder wijsassistent (mbo-niveau 4) aan in Beverwijk, Haarlem en Hoofddorp. Het diploma leidt op tot assistent in het primair en speciaal onderwijs, het voort-gezet onderwijs of het mbo. Doorstromen naar het hbo behoort tot de mogelijkheden.

16

Page 17: Nova Magazine

De Kamer heeft ingestemd met de nota

‘Focus op vakmanschap’. Nu is het taak

om de nota in de praktijk te brengen. De

unit Economie werkt in opdracht van het

ministerie van OCW aan het verkorten en

intensiveren van de opleidingen. Hans

van der Straaten, hoofd van de afdeling

Ruimtelijk Beleid van de gemeente

Haarlem, is vanuit de Raad van Advies van

deze unit hierbij betrokken. Ton Paffen is

er unitdirecteur. Een gesprek.

De minister ziet het Actieplan als een kwaliteitsimpuls…Ton: ‘Dat de lat omhoog gaat door de

opleidingen te verkorten van vier naar

drie jaar, vind ik niet verkeerd. Maar deze

intensivering heeft ook een keerzijde.

Cursisten die een extra steuntje in de

rug nodig hebben omdat ze van huis uit

minder meekregen, hadden baat bij een

vierjarig traject. Zij dreigen nu buiten de

boot te vallen.

Hans: ‘Niet iedereen ontwikkelt zich op

hetzelfde moment en in hetzelfde tempo.

Sommige cursisten zijn met 18 jaar uit-

ontwikkeld en klaar voor het beroepsleven,

anderen hebben meer tijd nodig en zijn

pas met 21 zo ver. Ze stromen door van

niveau 2 naar 3 en zelfs 4 …’

Ton: ‘… onze pedagogisch-didactische

aanpak moet zodanig zijn dat wij ook

deze cursisten binnenboord houden en

naar een diploma leiden.’

Er komen toch meer uren in de schoolbanken?Hans: ‘Het actieplan wil een gemeen-

schappelijke norm voor alle mbo-opleidin-

gen. Binnen de unit Economie proberen

we voor alle opleidingen competenties te

benoemen op hetzelfde niveau, maar dat

kost veel moeite. Eén uniform systeem is

een illusie.’

Ton: ‘Binnen de kaders die de minister

stelt hebben we vrijheid de zaken zelf in

te richten. Waar het om gaat is doelmatige

scholing.

Hans: ‘Een horecaondernemer in de Raad

van Advies zegt altijd: een kok hoeft van

mij niet te kunnen vergaderen, hij moet

kunnen koken.’

Ton: ‘Daar ben ik het mee eens, maar je

bent meer dan je beroep. Taal en rekenen

is de basis. Als je daar goed in bent, dan

kun je makkelijker doorstromen naar een

Korte, intensieve opleidingen

op het mbo met meer aan-

dacht voor taal en rekenen.

Dat schrijft het ministerie

voor in het Actieplan MBO

‘Focus op vakmanschap’.

Nu nog de vertaling naar

de praktijk.

cONcUrrereN Met De HAVOFotografie: A

lexandra Hunts

Hans van der Straaten (hoofd afdeling Ruimtelijk Beleid gemeente Haarlem en voorzitter Raad van Advies unit Economie)

‘Werkgevers willen maatwerk’

17

Page 18: Nova Magazine

hogere functie of richting vervolgonder-

wijs. Met een goede basis taal en rekenen

kun je je ook beter redden in de maat-

schappij. Denk alleen maar aan je belas-

tingformulier. We leiden bij het Nova

College niet alleen op voor een beroep,

maar we willen ook dat onze cursisten

zich na een opleiding verder ontwikkelen.’

De minister vindt dat het niveau van de examens omhoog moet. Ton: ‘Den Haag weet niet zo goed wat

ze met het mbo aan moet, kerntaken en

processen zijn heel divers. Daar is ook een

goede reden voor. Sommige opleidingen

leiden op tot een beroep, andere oplei-

dingen zijn juist een opstapje naar het

hbo. Met nieuwe eisen hoopt het minis-

terie grip te krijgen.’

Hans: ‘Terwijl wij als werkgevers maat-

werk willen. Veel opleidingen vinden dat

nu al lastig. Bij een administratief juridisch

medewerker zijn de leerdoelen algemeen.

Een cursist kan immers terecht komen bij

een gemeente, een advocatenkantoor of

een provincie.’

Bent u het er dan mee eens dat mbo’s dwingender moeten optreden bij de opleidings keuze van cursisten? Ton: ‘Ik begrijp dat het bedrijfsleven graag

een directe relatie tussen onze gediplo-

meerden en hun vervangingsvraag zou

zien. Zij hebben nu mensen nodig, maar

wij leiden mensen op voor over zo’n twee

tot vier jaar. In die periode kan de arbeids-

markt sterk veranderen. Dat maken wij nu

aan den lijve mee! Uiteraard is het mbo

ervoor op te leiden voor beroepen met

arbeidsmarktrelevantie. Maar de vrije

keuze van onze cursisten is ook een

belangrijke factor.

Hans: ‘Voldoende personeel is voor veel

branches een belangrijke bedrijfsfactor.’

Ton: ‘Het is goed als de school sturend

optreedt. Een cursist die heel zwak is

in taal, hoort niet op een opleiding Bank

en Verzekering. Maar Boekhouden kan

misschien wel, als de cursist goed genoeg

is in rekenen.’

Nog een maatregel: de 30-plus-regeling geldt alleen nog voor tekortberoepen.Ton: ‘Wij merken nu al welke impact dat

heeft. Werkgevers anticiperen op de

nieuwe afspraken en sturen minder

cur sisten. Grootste pijnpunt is dat het

leren op de werkplek ontmoedigd wordt

door de aanscherping van de onderwijstijd

voor cursisten die duale trajecten volgen.

Zoals bbl.’

Maakt dit plan het mbo aantrekke-lijker, zoals de minister beoogt?Ton: ‘Het mbo kan beter concurreren met

de havo, omdat beide routes nu even lang

zijn. De kwaliteit van de stages verbetert

en de regionale afstemming tussen de

mbo-instellingen en het bedrijfsleven gaan

we in de komende jaren verbeteren. De

vraag van de arbeidsmarkt en het oplei-

dingsaanbod komen dichter bij elkaar te

staan. Ik begrijp dat sommige bedrijven

zich zorgen maken dat bijvoorbeeld de

aandacht voor taal en rekenen ten koste

gaat van de vakinhoudelijke vakken. Het

is onze taak als onderwijsinstelling dat

zoveel mogelijk te voorkomen.”

Ton Paffen (unitdirecteur Economie Nova College)

‘Onze pedagogisch-didactische aanpak moet zo zijn dat wij alle cursisten binnenboord houden’

18

Page 19: Nova Magazine

Eerder dit jaar nam Jan Wieger Hof, directeur Maritieme Academie, onderdeel van het Nova College, deel aan een han-delsmissie naar de Verenigde Arabische Emiraten om daar de markt te verken-nen. Precies in dezelfde periode als koningin Beatrix, kroonprins Willem- Alexander en prinses Máxima die er een staatsbezoek brachten. Jan Wieger Hof vertelt wat hij deed in Abu Dhabi: ‘Onze kennis heeft internationale waarde, het is een exportproduct. Daarom heb ik daar de markt verkend, samen met de Stichting Leer Werken in de Techniek – met wie we de opleiding Allround Operational Technicus verzorgen – en een particulier trainingsbureau. Bij de Maritieme Academie denken we al langer internationaal. De bedrijven waar onze cursisten een baan vinden, opereren immers wereldwijd.’

Het emiraat Abu Dhabi is in korte tijd enorm ontwikkeld door buitenlanders. ‘De staat wil dat ook de eigen inwoners aan het werk gaan en daarvoor is het noodzakelijk dat hun onderwijs verbe-tert. De Maritieme Academie kan daar-voor onderwijsprogramma’s ontwikkelen.’

Programma De handelsmissie en het staatsbezoek kennen elk een eigen programma. Een handelsmissie bestaat uit het afleggen van bezoeken en contacten leggen. Vast onderdeel is de receptie waar de koningin, prins en prinses langskomen. ‘Deuren gaan open doordat de koningin aandacht besteedt aan de handels-delegatie. In het buitenland wordt veel waarde gehecht aan wie je kent en met wie je bent.’

Nova College verkent de markt in Abu Dhabi

kort nieuws

Vernieuwd: NOVA MagazineDe vormgeving van NOVA Magazine is aan-gepast. We wilden een eigentijdse, frisse uit-straling. Daarnaast hebben we de manier aangepast waarop de fotografie tot stand komt. Door een poule samen te stellen van nog maar kort geleden afgestudeerde en bijna afgestudeerde fotografen van de Koninklijke Academie van Beeldende Kun-

sten in Den Haag. Onder leiding van ervaren fotografen nemen zij vanaf nu de beelden van dit magazine voor hun rekening. Zo krijgen zij net als onze eigen cursisten de kans om te groeien.

Redactie NOVA Magazine [email protected]

De stage- of bpv-bedrijven zijn net zo tevreden over de kwaliteit van de stagiairs van het Nova College en de begeleiding door het Nova College als twee jaar geleden. Dat blijkt uit onder-zoek dat eind vorig jaar in regio Noord is gehouden onder de stage bedrijven van het Nova College. De bedrijven zijn wel positiever over de samenwerking met en de bereikbaarheid van de contactpersonen van het Nova College.

Bedrijven waarderen vooral de beroepshouding van de stagiairs en vinden dat de stagiairs van Nova College een positieve bijdrage aan hun bedrijf of instelling leveren. Al verwachten de bpv-bedrijven wel een hoger kennis- en vaardigheidsniveau. Het minst tevreden zijn de bedrijven over de wijze waarop het Nova College de bpv-bedrijven op de hoogte houdt van de inhoud van de opleiding(en) die de stagiairs volgen.

Uit het onderzoek blijkt ook dat de bedrijven het Nova College ervaren als een samenwerkings partner in de regio en dat de contacten met het Nova College goed verlopen. Meer dan twee derde van de respondenten leest dit magazine, maar vindt de informatie die het biedt voor verbetering vatbaar. De redactie van NOVA Magazine zou hier heel graag meer over willen weten. Heb je een tip voor verbetering? Wij horen het graag via [email protected].

Tevredenheid stagebedrijven over Nova College gelijk gebleven

19

NOVAExcellente betrokkenheidNova in 2015

Terug uit UruzganArjan droomt van traumazorg

Onoverbrugbare kloof?Sociale media in de klas

pagina 6

pagina 13

pagina 23

ROC Nova College Magazinenummer 12, juni 2012

Page 20: Nova Magazine

Hollandse Hoogte | Ronald van den Heerik

Ruim 150 docenten van Nova College gaan terug de schoolbanken in. Twintig van hen volgen de master Professioneel Meesterschap. De overige docenten doen andere scholings trajecten. Het ministerie van Onderwijs heeft geld beschikbaar gesteld voor de verbetering van het salarisperspectief van docenten.

Bart Zandvliet, docent bij de horeca-opleidingen van het Nova College, is een van de deelnemers. ‘Na bijna een jaar merk ik al dat de master effect heeft. Ik ben veel bewuster bezig in de les. Ik probeer andere lesvormen uit en kom daarmee uit mijn comfortzone. Ook vraag ik cursisten en collega’s om feedback.’ Edie Kos, docent Medewerker Maatschappelijke Zorg, vult aan: ‘De master inspireert mij nieuwe dingen uit

kort nieuws

Docenten Nova leren doorte proberen. Zo heb ik onlangs de organisatie van mijn eigen team doorgelicht. Hoe loopt de besluit-vorming? Is dat wel logisch? Zo breng je wat je geleerd hebt meteen in de praktijk.’

Doel van de master: de kwaliteit van het onderwijs verhogen. De Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Hogeschool van Amsterdam en het Centrum voor Nascholing tekenen voor de opleiding. Die biedt pedagogische, didactische en onderwijskundige verdieping. Opzetten en uitvoeren van een onderzoek in het onderwijs maakt daar deel van uit. De docenten vergroten hun kennis en onderzoeksvaardigheden met het doel deze binnen hun onderwijsteam uit te dragen.

Eind april hielden de opleidingen Mode Handel van Nova College een modeshow in het Figee Innovatie Theater in Haar-lem. Cursisten van de opleiding Detail-handel hielpen bij de organisatie, beveiligers zorgden dat het evenement veilig verliep en mediacursisten verzorg-den een impressie in beeld en geluid. Cursisten van de opleidingen Kapper Modestylist en Schoon heidsspecialist deden de kapsels en de visagie. Aan de show deden de drie leerjaren van de opleiding Mode Handel mee, elk met een eigen thema: hoeden in de stijl van Madhatter uit Alice in Wonderland, het dierenrijk en de stijl van Antwerpse modeontwerpers. Een vakjury beoor-deelde de creaties en koos in elke groep een winnaar.

CatwalktrainingDe opleidingen Mode Handel leiden op tot de beroepen verkoper, modespecia-list en modemanager. De modeshow is een jaarlijks project van de opleiding waarin de cursisten werken aan de kleding, choreografie, posters, uitnodi-gingen en kaartverkoop. Daarmee ont-wikkelen zij gevoel voor mode en trends, waarmee zij klanten in de mode detail-handel goed van dienst kunnen zijn. Docent Tinca Veerman: “De cursisten hebben dit jaar ook een catwalktraining gevolgd en dat was goed te zien. Ze liepen in hun zelfgemaakte creaties en op hakken van minstens tien centimeter alsof ze niets anders gewend zijn. Het niveau was heel erg hoog dit jaar.”

Modecursisten in eigen creaties op de catwalk

20

Page 21: Nova Magazine

Naast contact met leerbedrijven en het opleiden van cursisten, wil de unit Tech-niek en ICT van het Nova College ook contact met de ouders. Daarom is eind 2011 een oudercommissie opgericht. Richard Maassen heeft een zoon bij de opleiding ICT en neemt vanaf de start deel aan drie vergaderingen per jaar.

De oudercommissie is bedoeld als extra communicatiekanaal tussen opleiding en thuisfront. Maassen: ‘Je kan voor alles regels bedenken, de praktijk werkt vaak anders. Zoals met de aanschaf van boe-ken. Een kleine aanpassing van de infor-matie als je de boeken moet aanschaffen scheelt een hoop onduidelijkheid bij de ouders.’

De oudercommissie heeft onder andere gesproken over sociale media in het onderwijs. ‘Cursisten typen vaak allerlei berichtjes naar elkaar, soms kwetsende over andere cursisten of docenten. Hoe ga je daar nu mee om? Waar moet je als cursist op letten bij het versturen van je Ping- of WhatsApp-bericht? Je hoeft er in de les geen uren aan te besteden, maar af en toe wat tijd voor inruimen lijkt ons heel nuttig.’ Het is een voor-beeld hoe de commissie functioneert – bedoeld om ideeën tussen docenten, opleiding en ouders uit te wisselen. Wie ideeën heeft, kan ze mailen naar [email protected].

Oudercommissie van start

Miriam Kerkhoven (20) kiest net als haar begeleider Lizette Visser voor een leven voor de spiegel en niet in de spotlights. In dansschool Flex in de binnenstad van Alkmaar geeft ze les aan balletmeisjes en jonge fans van So you think you can dance.

Miriam: ‘Ik ben begonnen om dansen ook echt als beroep te gaan doen, maar ben daarna overgestapt op lesgeven. Ik doe al een tijd geen audities meer. Ik heb er geen spijt van.’Lizette: ‘Het is leuk om dingen over te brengen op kinderen, je moet daar echt van houden.’Miriam: ‘Ik leer vreselijk veel van Lizette. Bijvoorbeeld hoe je een les opbouwt en hoe je op tijd de volgende beweging aankondigt. Dat luistert heel nauw.’Lizette: ‘Miriam is al heel goed. Ik let er vooral op dat ze het plezier in dans blijft overbrengen. Als zij een les hiphop geeft, niet echt mijn ding, spatten de vonken er vanaf.’Miriam: ‘Het mooiste is toch dat ze zeggen: juffie, je hebt me zo geïnspireerd. Ik wil doorgaan met dans.’Lizette: ‘Kiki, die bij mij als klein meisje begonnen is, gaat na de zomer naar de Rotterdamse Dansacademie. Dat doet me veel.’Miriam: ‘Bij het afscheid huil je vast tranen met tuiten!’Lizette: ‘Ja, ja. Waarschijnlijk wel. Dat zijn de mooie momenten.’

Foto

grafi

e: O

la L

anko

21

jong geleerd

Page 22: Nova Magazine

www.novacollege.nl/salon

Tijd voor een knipbeurt, een totaal nieuwe coupe of een andere

kleur? In de kapsalon van het Nova College in Hoofddorp ben

je van harte welkom. Onze cursisten Uiterlijke Verzorging helpen

je graag, uiteraard onder begeleiding van onze vakdocenten.

Kwaliteit gewaarborgd.

Openingstijdendinsdag, woensdag (nieuw!) en donderdag van 9.00 - 17.00 uur

(niet tijdens de schoolvakanties).

PrijzenWassen en knippen € 12,50

Wassen en föhnen € 15,00

Wassen, knippen en föhnen € 20,00

Vraag in de salon naar overige behandelingen en prijzen.

Nova Salon

Steve Bikostraat 75

2131 RZ Hoofddorp

Telefoon (023) 530 32 99

E-mail [email protected]

Nova Salon

Hoofddorp

Gezocht: bedrijven die klussen hebbenDe AKA opleiding zoekt bedrijven in het centrum van Haarlem die eenvoudige kortdurende klussen hebben voor de cursisten. Daarmee doen de jongeren de nodige praktijkervaring op binnen hun assistentenopleiding. AKA is een brede assistentenopleiding voor jongeren en volwassenen als opstap naar een be-roepsopleiding of naar werk. De cursis-ten leren onder toezicht van een ervaren begeleider eenvoudige werk zaamheden uitvoeren in een bedrijf of instelling. Geschikte klussen zijn bijvoorbeeld: folders verspreiden, sorteren, schoon-maken en eenvoudig administratief werk. Bedrijven kunnen klussen aanmelden bij docent Mahamed Zekhnini via 06 81247754 en [email protected].

De Bokkedoorns Award 2012 is gewonnen door Gastvrouw Nouschka Mendez en Zelfstandig Werkend Kok Rick Bührs. Verder op de foto vanaf links: John Beeren, eigenaar restaurant de Bokkedoorns, docent Bart Zandvliet, sommelier Peter Bruins, chef-kok Lucas Rive en docent Ron Wiegel.

kort nieuws

22

Page 23: Nova Magazine

Fotografie: Ester Grass Vagara

Op scHerp

onderwijs. Docenten weten dat sociale

media de betrokkenheid van cursisten

kunnen vergroten. Als scholen dat

trouwens zo belangrijk vinden, moeten

ze ook voor de juiste omstandigheden

zorgen om als docent die middelen te

leren inzetten. Nee, ik weiger docenten

dan ook over één kam te scheren: er is

wat mij betreft dus geen sprake van

een kloof.’

Pim ten Thije (gymnasiast/blogger): ‘Ik dacht altijd dat de kloof niet te

overbruggen was, maar ik moet

Remco Pijpers, directeur Mijn Kind Online (linker foto): ‘Echt onzin! Een

kloof veronder stelt onoverbrug baarheid

en een homo gene populatie docenten

versus een homogene populatie

cursisten. En dat klopt aantoonbaar niet.

Geen kloof, wel verschillen. Zowel tussen

docenten onderling, met hun cursisten

en onder cursisten – vergeet vooral dat

laatste niet. Toegegeven: docenten staan

onwennig tegenover digitale ontwikke-

lingen, dat zie ik. Tegelijkertijd zijn ze

vakbekwaam genoeg om deze ontwikke-

ling uiteindelijk aan te wenden voor hun

‘De digitale kloof in de klas is onoverbrugbaar’

Sociale media zijn niet meer weg te denken uit de levens van

cursisten. Maar voor veel docenten is het een vreemde wereld.

Ontstaat er een kloof in de klas?

bekennen: dat geldt eigenlijk maar voor

een kleine groep docenten. Veel wat

oudere leraren zijn zo bang voor

computers, dat ze helemaal niet

toekomen aan een toepassing als sociale

media. Hard gezegd: voor hen is het te

laat. Niet dat we ze moeten opgeven…

ik bedoel: geef ze wel een kans. Maar er

is voor hen helemaal geen noodzaak om

te gaan Facebooken of Twitteren. En voor

de nieuwe generatie docenten, die zijn er

mee opgegroeid. Dus voor hen is het

geen probleem. Bij sociale media zit er

immers weinig ruimte tussen voor- en

achterhoede. Je krijgt belangrijke

ontwikkelingen mee door mee te doen.

Maar tot die tijd weten wij meer dan zij.

En ik zie die kloof nu ook niet snel

overbrugd.’

23

Page 24: Nova Magazine

Fotografie: Wouter de Wit

‘Ik liep mijn hbo-afstudeerstage bij

Accenture en ik schreef een advies- en

implementatierapport voor ze. Dat werd

goed ontvangen. Ik kreeg meteen een

contract aangeboden. Ideaal! Waar ik mij

over verbaasde was hoe fijn studie en

praktijk op elkaar aansloten. Veel

methodes die we hanteerden tijdens de

studie, gebruik ik hier dagelijks. Die

ervaring kon ik dus mooi meenemen.

Mijn mbo-opleidingen vormden de basis

van mijn vervolgstudie hbo Informatica.

Omdat deze studie niet direct begon,

besloot ik eerst een half jaartje te gaan

werken. Dat werden er uiteindelijk

anderhalf, en dankzij mijn eerdere

opleidingen en mijn werkervaring kon ik

de studie in drie jaar afronden. Ik bewaar

goede herinneringen aan mijn mbo-tijd,

zeker omdat ik ook nog veel oud-cursisten

spreek. Toevallig zijn er nu twee jongens

uit mijn oude klas ook aan het afstuderen

bij Accenture, en zijn we collega’s.

De komende jaren zit ik hier nog goed.

Mijn streven is technisch projectmanager,

maar voorlopig moet ik eerst veel

ervaring opdoen. Kansen genoeg om

me verder te ontwikkelen: er zijn in mijn

huidige baan veel trainingen en in mijn

functie zit zeker ook nog groei. Een

mooie eerste baan dus, met zeer veel

toekomstperspectief.’

‘Kansen genoeg om me verder te ontwikkelen’

Naam: Sven Duin

Beroep: Technisch consultant

bij Accenture in Almere

Opleiding: mbo niveau 3

en 4 (IT-beheerder) en

hbo Informatica

24

AlUMNI

23