NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over...

12
Twee zussen die samen met hun echtgenoten een varkenshouderij en akker- en tuinbouwbedrijf runnen is toch wel bijzonder. Erna en Mariëlle Burgers stapten in de jaren ’90 samen met hun partners in de maatschap van hun vader Jan en oom Ben. Voorlopig hoogtepunt: de opening van een nieuwe varkensstal in 2012. Begin van dit millennium werd de maatschap overgeno- men van Jan en Ben en veranderde de naam in Maatschap Clephas-Jacobs. Sinds 2007 heeft het bedrijf naast zeugen ook vleesvarkens. Daarnaast telen ze ijsbergsla en andere akkerbouwproducten. De taakverdeling tussen de partners was heel duidelijk. Hans richt zich op de zeugen, Marcel op de vleesvarkens en akker- en tuinbouw, en de zussen dragen de verantwoordelijkheid voor de administratie. Nieuwe stallen, nieuwe taken Met de vernieuwde eisen in de varkenshouderij in het ach- terhoofd kregen de vier plannen voor uitbreiding van het be- drijf. In januari 2012 kregen ze groen licht van de bank voor de bouw van nieuwe stallen. Een spannende periode, vindt ook Erna: ‘We hebben een aantal keren onze plannen moeten bijstellen maar we hebben volgehouden. We waren er heilig van overtuigd dat dit de weg was die we moesten gaan.’ In augustus 2012 vond de open dag plaats. Mariëlle: ‘We vragen ons nu nog wel eens af hoe ons bedrijf er uit zou hebben gezien als de bank nee had gezegd. We hebben ons hierin vastgebeten en niet meer los gelaten.’ Met de uit- breiding van 310 naar 670 zeugen kozen ze ook voor een ander ras: de Topigs 40 met Pietrain. Ook besloten ze om de taakverdeling te herzien, aangezien Hans in zijn eentje lees verder op pagina 4 >> WERK INWOORD 1 EEN UITGAVE VAN AB WERKT, BESTEMD VOOR DE LEDEN VAN DE COÖPERATIE AB WERKT ZUID-NEDERLAND. Het zit in de familie Roerige tijden bij varkenshouderij en akker- en tuinbouwbedrijf Clephas-Jacobs 14 NOV. 2014 | NR. 14 L: scholiere Vera R: Erna Jacobs-Burgers

Transcript of NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over...

Page 1: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

Twee zussen die samen met hun echtgenoten een varkenshouderij en akker- en tuinbouwbedrijf runnen is toch wel bijzonder. Erna en Mariëlle Burgers stapten in de jaren ’90 samen met hun partners in de maatschap van hun vader Jan en oom Ben. Voorlopig hoogtepunt: de opening van een nieuwe varkensstal in 2012.

Begin van dit millennium werd de maatschap overgeno-men van Jan en Ben en veranderde de naam in Maatschap Clephas-Jacobs. Sinds 2007 heeft het bedrijf naast zeugen ook vleesvarkens. Daarnaast telen ze ijsbergsla en andere akkerbouwproducten. De taakverdeling tussen de partners was heel duidelijk. Hans richt zich op de zeugen, Marcel op de vleesvarkens en akker- en tuinbouw, en de zussen dragen de verantwoordelijkheid voor de administratie.

Nieuwe stallen, nieuwe takenMet de vernieuwde eisen in de varkenshouderij in het ach-terhoofd kregen de vier plannen voor uitbreiding van het be-

drijf. In januari 2012 kregen ze groen licht van de bank voor de bouw van nieuwe stallen. Een spannende periode, vindt ook Erna: ‘We hebben een aantal keren onze plannen moeten bijstellen maar we hebben volgehouden. We waren er heilig van overtuigd dat dit de weg was die we moesten gaan.’

In augustus 2012 vond de open dag plaats. Mariëlle: ‘We vragen ons nu nog wel eens af hoe ons bedrijf er uit zou hebben gezien als de bank nee had gezegd. We hebben ons hierin vastgebeten en niet meer los gelaten.’ Met de uit-breiding van 310 naar 670 zeugen kozen ze ook voor een ander ras: de Topigs 40 met Pietrain. Ook besloten ze om de taakverdeling te herzien, aangezien Hans in zijn eentje

lees verder op pagina 4 >>

WERKINWOORD

1

EEN UITGAVE VAN AB WERKT, BESTEMD VOOR DE LEDEN VAN DE COÖPERATIE AB WERKT ZUID-NEDERLAND.

Het zit in de familie Roerige tijden bij varkenshouderij en akker- en tuinbouwbedrijf Clephas-Jacobs

14 NOV

. 201

4 | N

R. 1

4

L: scholiere Vera R: Erna Jacobs-Burgers

Page 2: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

In juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten waren goed doorgelopen en in het voorjaar zeer vlot op gang gekomen. De urengroei over het eerste halfjaar was dan ook zeer substantieel.

De zomer is vervolgens nat, zonnig en warm verlopen. Mede dankzij het vak-manschap van de ondernemers in onze sectoren worden in veel teelten enorme opbrengsten gerealiseerd. Helaas worden daardoor markten regelmatig overvoerd en zijn de afzetmogelijkheden beperkt voor de overigens uitstekende produc-ten. Voor veel van onze leden en klanten is dit zuur. Hun investering, vakmanschap en inzet worden onvoldoende of niet be-loond. Daar doe je het niet voor.

Het voorgaande geeft aan dat een vrije markt voor natuurlijk geteelde produc-ten moeilijk in evenwicht is te brengen. Op onze steeds grotere en meer gespe-cialiseerde bedrijven wordt duidelijk dat de marktrisico’s aanzienlijk toenemen. Het is voor veel ondernemers een flinke uitdaging om deze risico’s in de nabije toekomst te beheersen. Tijdens onze coö-peratieavonden in december aanstaande gaan we met gastspreker Kees Maas die-per in op risicomanagement en het effect van de wereldhandel op onze economie en bedrijven.

Wat ook meespeelt, zijn de spanningen rond Oekraïne en het Midden-Oosten. Die beheersen de media en de economie. Het proces van globalisering (de wereld wordt een dorp) lijkt tegen zijn grenzen aan te

2

Een jaar om te herinneren...

ZZPJack Janssen, Directeur

Een nieuw wetsvoorstel is al gearriveerd in de Tweede Kamer. Daar staat in dat de Verklaring arbeidsrelatie – kortweg VAR-verklaring – gaat plaatsmaken voor de BGL, de Beschikking Geen Loonheffingen. Wat zijn de belangrijkste veranderingen?

Nu nog vragen zzp’ers geregeld een VAR-verklaring aan bij de Belastingdienst. Vervolgens sturen ze die naar hun op-drachtgevers. Die opdrachtgevers hebben dan zwart op wit dat ze geen loonheffing hoeven in te houden en af te dragen aan de Belastingdienst. Maar altijd zat er een addertje onder het gras. Het komt namelijk voor dat iemand alleen op pa-pier werkt als zzp’er. In werkelijkheid is hij ’gewoon’ in (loon)dienst bij een op-drachtgever. Vandaar het nieuwe wets-voorstel.

Opdrachtgever en zzp’er verantwoorde-lijkDe Beschikking Geen Loonheffingen (BGL) zorgt er in de toekomst voor dat én de opdrachtgever én de zpp’er moeten beoordelen of hun onderlinge werkrelatie zodanig is dat loonbelasting en premies moeten worden ingehouden.

Ook de opdrachtgever wordt daar dus achteraf verantwoordelijk voor. Voor alle duidelijkheid, tot nu toe was dat niet zo. Het voordeel voor de Belastingdienst: die kan straks beter het onderscheid maken of het gaat om een werkelijke dienst-betrekking of om ondernemerschap. Zo worden schijnconstructies en schijnzelf-standigheid vermeden.

Nieuws voor zzp’ers: VAR-verklaring wordt BGL

Wees voorbereid op de Wet Werk en Zekerheid

VOORWOORD

Vanaf 1 januari 2015 vinden via de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) heel wat veranderingen plaats binnen het arbeidsrecht. Hieronder treft u een overzicht van de belangrijkste veran-deringen aan; meer uitgebreide in-formatie kunt u terugvinden op onze website www.ab-werkt.nl.

FlexwerkersDe rechtspositie van flexwerkers wordt versterkt. Zo is per 1 januari 2015 in tijdelijke contracten van maximaal zes maanden geen proeftijd meer toege-staan. Bovendien moet de werkgever bij alle tijdelijke contracten van een half jaar of langer, de werknemer ui-

>>

Page 3: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

lopen. Het lijkt er momenteel meer op dat we weer handelsblokken krijgen met in-strumenten als boycots en sancties. In een sterk exporterende sector heeft de hele land- en tuinbouw daar intussen last van. Er zullen nieuwe evenwichten gevonden moeten worden. Maar dit gaat wel ge-paard met lage prijzen.

De combinatie van voorspoedige produc-tie en afnemende exportmogelijkheden maakt 2014 tot een jaar dat we ons nog wel even zullen herinneren. We weten dat de wereldbevolking hard groeit en meer voedsel consumeert. Het langetermijnper-spectief voor voedselproducenten is goed. Maar niemand kan (over)leven als alleen sprake is van een mooi perspectief op de lange termijn. Ook op de korte termijn willen we een renderende exploitatie zien.

Daar lijkt eveneens een flinke uitdaging te bestaan, al heeft Nederland op dit ogen-blik een relatief sterke positie in West-Europa als het gaat om klimaat, kennis, ondernemerschap en infrastructuur.

Bij AB Werkt zien we dat in 2014 al onze activiteiten groeien: bedrijfsverzorging, gespecialiseerd werk, detacheren, uit-zenden en payrollen. Bovendien staan al onze regio’s in de plus qua omzet. Het is inmiddels duidelijk dat we de urengroei van het eerste halfjaar kunnen voortzetten in de rest van het jaar. Die groei vlakt wel-iswaar iets af, maar blijft substantieel. Dit geeft ons de bevestiging dat we met onze dienstverlening en marktbewerking op de goede weg zijn. Aan de andere kant is het natuurlijk wrang dat deze volumegroei zich niet vertaalt in klinkende munt op veel

bedrijven van onze leden en klanten.

Ook al is AB Werkt op de goede weg, toch willen we nog slagen maken. Om u in de toekomst nog beter van dienst te kunnen zijn, doen we dat bijvoorbeeld op het ge-bied van automatisering. Hierdoor worden onze werkprocessen overzichtelijker en efficiënter. In de volgende Werk in Woord hoop ik u te kunnen melden dat we dit project succesvol hebben afgerond.

Ik wens u alle goeds en hoop u in decem-ber te mogen ontmoeten tijdens een van onze ledenavonden.

Met vriendelijke groet,

Jack Janssen

Een jaar om te herinneren...

3

Wees voorbereid op de Wet Werk en Zekerheidterlijk een maand voordat het contract afloopt schriftelijk informeren over voortzetting van het contract. In een tijdelijk contract mag geen concurren-tiebeding meer worden opgenomen, tenzij gemotiveerd wordt aangegeven dat zwaarwichtige bedrijfsbelangen dit vereisen.

Het niet uitbetalen van loon bij op-roepcontracten mag nog maar ge-durende maximaal 26 weken, tenzij bij CAO geregelde uitzonderingen. Zo blijft het voor uitzendovereenkomsten mogelijk om de loondoorbetaling voor 78 weken uit te sluiten.

Per 1 juli 2015 wordt de maximum termijn van de ketenbepaling terug-gebracht van drie naar twee jaar. Dat betekent dat bij een vierde opeenvol-gend tijdelijk contract, of als het laatste contract de periode van twee jaar over-schrijdt, er sprake is van een vast con-tract. Medewerkers kunnen volgens het reguliere arbeidsrecht dus nog maar twee jaar flexibel ingezet worden. Deze telling mag slechts opnieuw beginnen na een onderbreking van minstens 6 maanden. Afwijken kan alleen bij cao

en is gemaximeerd tot maximaal zes contracten in maximaal vier jaar. Deze afwijking bij cao geldt bijvoorbeeld voor uitzendovereenkomsten (fase B). Uitzendkrachten kunnen hierdoor, in combinatie met 78 gewerkte weken in fase A, gedurende 5,5 jaar flexibel in-gezet worden.

OntslagrechtDe aanpassingen in het ontslagrecht gaan per 1 juli 2015 in. Doel is een eenduidig ontslagsysteem met kortere proceduretijd en opzegtermijnen. De ontslagroute wordt afhankelijk van de ontslagreden; ontslag om bedrijfseco-nomische redenen en na langdurige arbeidsongeschiktheid via het UWV, ontbinding wegens persoonlijke rede-nen via de kantonrechter.

Werknemers krijgen recht op een standaard vergoeding bij onvrijwil-lig ontslag na een dienstverband van ten minste 24 maanden. Deze zgn. transitievergoeding is vooral bedoeld voor scholing of begeleiding naar an-der werk. De vergoeding bedraagt een zesde maandsalaris per half dienstjaar over de eerste 10 jaren en daarna een

vierde maandsalaris. De maximale ver-goeding bedraagt 75.000 euro bruto, of een jaarsalaris als dit 75.000 euro of meer bedraagt. De kosten die een werkgever maakt tijdens of bij het einde van het dienstverband voor de inzetbaarheid van werknemers mogen in mindering worden gebracht op de transitievergoeding.

Het blijft overigens mogelijk het con-tract met wederzijds goedvinden te beëindigen, maar de werknemer heeft het recht om dit binnen 14 dagen te herroepen.

WWDe aanpassingen van de werkloos-heidsregelingen moeten ertoe leiden dat werkloze werknemers eerder werk aanvaarden. Deze wijzigingen treden vanaf 1 juli 2015 gefaseerd in werking. De maximale duur van de publieke WW-uitkering wordt verkort van 38 tot 24 maanden. Ook worden mensen na een half jaar WW-uitkering verplicht om al het beschikbare werk te aan-vaarden. Werkhervatting vanuit de WW wordt dan wel altijd lonend voor een werknemer.

>>

Page 4: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

niet de zorg voor zoveel zeugen op zich kon nemen. De kinderen waren inmid-dels wat groter, dus besloot Erna om mee te gaan helpen in voornamelijk de kraamstal. Mariëlle kreeg als ge-volg alle administratieve taken toever-trouwd.

Tegenslagen en lichtpuntjes Vol vertrouwen begonnen de vier aan deze nieuwe fase van hun bedrijf, maar ze kregen al gauw tegenslagen te ver-werken, zowel zakelijk als privé. In april 2013 overlijdt na een kort ziekbed Jan Burgers. ‘Hij was altijd nog erg actief binnen ons bedrijf. Het verlies van onze vader was voor ons niet alleen privé, maar ook zakelijk een klap,’ zegt Erna. ‘Los daarvan hadden we ook behoor-lijke opstartproblemen op het bedrijf.’ Het nieuwe ras vergde de nodige aan-passingen en Erna was nog niet erva-ren genoeg om daar volledig grip op te krijgen. Mariëlle vult aan: ‘Privé kregen we het nodige te verwerken en op het bedrijf liep nog niet zoals we gehoopt hadden. Er waren momenten dat we dachten: dadelijk glipt het ons door de vingers.’

Gelukkig schoot een medewerker van Nijssen Granico, de voerleverancier, de vier te hulp. Hij had ervaring met het ras Topigs 40. Erna: ‘Hij heeft ons ge-weldig geholpen, samen met de die-renarts van DAP Ysselsteyn en adviseurs van Topigs.’

Een ander lichtpuntje kwam toen de adviseur van Topigs hen voorstelde om AB Werkt in te schakelen. Er volgde een telefoontje naar accountmanager Joost van Wijk. ‘We hebben hem gevraagd naar een ervaren persoon die samen met Hans en Erna de dagelijkse gang van zaken onder de loep kon nemen. Bedrijfsverzorger Noud Cornelissen schoot te hulp. Erna vertelt: ‘Hij kwam en schreef zijn bevindingen op. ‘Eerst schrijven, daarna hebben we het er over’, zei hij dan. Hij kwam met heel concrete suggesties waar we écht iets aan hadden.’ De ervaring van Noud bij zowel grote als kleinere bedrijven komt goed van pas, vinden de zussen. ‘Het was erg prettig om samen met hem de puntjes op de i te kunnen zetten.’Noud is maar een paar weken geble-ven, maar heeft veel voor het bedrijf

betekend en heeft Erna ook veel zelf-vertrouwen gegeven. ‘Vooral de beves-tiging dat je op de goede weg zit.’

Rustiger vaarwaterInmiddels liggen de roerige maanden achter hen. Het nieuwe ras begint bete-re resultaten te tonen. ‘Momenteel telt het bedrijf 670 zeugen en 2600 vleesvar-kens. Een deel van de biggen gaat naar een externe mester. De twee stellen hebben veel geleerd. ‘Je moet schaal-vergroting doorvoeren, maar daar heb je veel kennis voor nodig,’ vindt Mari-elle. ‘Je moet kritisch zijn waar je die kennis gaat halen en dat valt niet altijd mee.’Op de zeugenlocatie werken ze nu met een vast schema. Erna: ‘We heb-ben precies vastgelegd wat er dagelijks moet gebeuren. Die routine geeft rust en structuur.’

Erna is inmiddels helemaal thuis in de varkensstal. ‘De kraamstal is erg leuk werk, vind ik. Je moet er tijd in steken maar het geeft mij veel voldoening.’ Ook de samenwerking met echtgenoot Hans verloopt goed. ‘We doen dit sa-

>> vervolg van pagina 1

4

Erna met Vera in de kraamstal

Page 5: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

men. We overleggen veel en vullen elkaar goed aan.’

De samenwerking met zijn vieren verloopt vlot, de taken zijn goed verdeeld en ieder heeft zijn rol. Erna: ‘Marcel zou je kunnen zien als de manager die alles aanstuurt. We overleggen met zijn vieren, maar je merkt dat hij alles goed overziet. Hij is heel rustig, waardoor we zijn visie gemakkelijk accepteren.’

De vier doen niet alles alleen. Als de biggen naar de mes-ter gaan, komt een externe kracht om de cellen schoon te spuiten. Op zaterdag komen altijd een aantal scholie-ren helpen bij het spenen van de biggen en het inleggen van de zeugen in de kraamstal. En voor het oogsten van de ijsbergsla wordt de hulp ingeroepen van Poolse me-dewerkers. De verloning hiervan verloopt via de digitale payroll van AB Werkt. ‘Ook dat verloopt heel goed,’ aldus Mariëlle.

De zussen kijken terug op een heel roerige periode maar zijn tevreden over hoe het nu gaat. Mariëlle: ‘We zijn er natuurlijk nog niet, maar we zijn goed op weg.’ Erna be-sluit: ‘Door ons open te stellen voor hulp van deskundi-gen, waaronder zeker ook Noud, zien we de toekomst met veel vertrouwen tegemoet.’

5

Mariëlle Clephas-Burgers

Page 6: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

6

Als derde van zeven kinderen leerde hij al snel om zelfstandig te zijn. Noud droomde ervan zijn eigen agrarisch be-drijf te runnen naar het voorbeeld van zijn ouders en de rest van zijn familie, die allen hun wortels hebben in Bra-bant, maar over de hele wereld aan het hoofd staan van agrarische bedrijven.

De schouders eronder‘Het registreren en onderzoeken van problemen en het secuur bijhouden van gegevens zijn kwaliteiten die ik van huis uit heb meegekregen’, vertelt Noud. ‘Mijn vader was bedrijfsleider van een grote gemengde proefboer-derij. Aan hem heb ik mijn drive te danken.’ Het was voor Noud logisch om agrarisch onderwijs te gaan vol-gen; via de lagere- en de middelbare landbouwschool kwam hij bij de prak-tijkschool in Horst terecht waar hij voor de specialisatie varkens en rundvee koos. Al snel vond Noud werk bij een zeugenbedrijf. Maar het ondernemer-schap begon te kriebelen en daarom nam hij ondertussen samen met zijn broer een pluimveehouderij over. Van-wege Noud’s passie voor en kennis van varkens bouwden ze het bedrijf om tot

een varkenshouderij. Zijn broer, die een bouwtechnische achtergrond had, nam de bouw van de stal voor zijn re-kening. Noud regelde alle operationele zaken die bij de overname kwamen kijken. ‘De schouders eronder’ was het werkmotto van de broers. In 1983 was het eindelijk zover. Noud nam ontslag en stortte zich samen met zijn broer op hun eigen varkenshouderij.

Onderscheiden en vernieuwen Zoals het een goede ondernemer be-taamt, was Noud voortdurend bezig zich te onderscheiden en te vernieu-wen. Onder andere door het volgen van specialistische cursussen en op-leidingen. ‘Ik was de eerste in Noord-Limburg die het IKB-vignet in mijn bezit had. (Integrale Keten Beheersing, keur-merk dat aangeeft dat er bij productie, transport en verwerking van rundvlees, varkensvlees en kip extra controles plaatsvinden, red.) Ook ontwikkelde ik zelf afleidingsmateriaal voor de var-kens.’ Na 20 vruchtbare jaren besloten de broers in 2001 het bedrijf te verkopen aan hun buurman. Noud’s broer wilde graag in een andere sector aan het

werk en hoewel Noud de ambitie had het bedrijf voort te zetten, kon hij he-laas het financiële plaatje in zijn een-tje niet rond krijgen. Hij twijfelde of hij zijn carrière over een andere boeg moest gooien en deed een aantal out-placementtrajecten. ‘Ik wilde kijken of ik nog verborgen talenten had.’ Keer op keer kreeg hij de bevestiging dat hij met zijn talenten in de agrarische branche moest blijven. ‘Wij waren lid van de bedrijfsverzorging van AB Werkt en toen we met ons bedrijf stopten, vroeg Remco van Sambeek of ik voor AB wilde komen werken. Dat vond ik een goed idee en sindsdien ben ik be-drijfsverzorger.’ Inmiddels werkt hij al 12 jaar bij AB Werkt, naar tevredenheid van zijn opdrachtgevers, van hem én van AB Werkt.

WaarderingNa een succesvolle periode als eigen baas ging Noud dus weer ‘onder’ ie-mand werken. ‘Ik kan behoorlijk goed schakelen naar gelang mijn positie in een bedrijf, dus ik vond het geen pro-bleem me aan te passen.’ Op de vraag wat hem het meeste aanspreekt in zijn huidige baan als bedrijfsverzorger

‘Ik zie de knelpunten en weet wat er moet gebeuren’

Als kind wist Noud Cornelissen één ding zeker: hij wilde boer worden. Zijn liefde voor dieren in het algemeen, en voor varkens in het bijzonder, kreeg hij met de paplepel ingegoten.

Bedrijfsverzorger Noud Cornelissen

Page 7: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

7

zegt hij: ‘Het contact met mensen, het werken met dieren en ook het werken voor AB.’ Doordat de bedrijven groter zijn geworden, is Noud langer actief op één adres en heeft hij minder verschil-lende werkplekken dan toen hij bij AB begon. Ondanks dat hij van afwisseling houdt, heeft hij er geen moeite mee om wat langer op één plek te blijven. Eenmaal op locatie verplaatst Noud zich in de ondernemer en dan ziet hij waar knelpunten zitten en weet hij wat er moet gebeuren. ‘Die kans moet je wel gegeven worden, maar dat heeft alles te maken met hoe je je opstelt. Je bouwt een persoonlijke band op met de mensen en je krijgt echt waarde-ring. Dat vind ik mooi.’ Noud is op som-mige plaatsen kind aan huis en wordt zelfs regelmatig teruggevraagd. ‘Daar spreekt zo veel waardering uit, daar krijg ik een goed gevoel van. Als een bedrijf specifiek naar mij vraagt, dan vind ik dat een groot compliment.’

Fingerspitzengefühl‘Mijn opdracht vorig jaar bij Maatschap Clephas-Jacobs in Veulen, was hét voor-beeld van wat ik het liefste doe, name-lijk troubleshooten en zorgen voor een

passende oplossing’, vertelt Noud. Het bedrijf had flink geïnvesteerd en uitge-breid, maar de productie bleef achter. ‘Deze mensen wilden ontzettend graag verbeteren en ik kreeg de kans om de boel op de rit te helpen. Het mooie was dat alle externe partijen op één lijn za-ten: de voerleverancier, de dierenarts en ikzelf. We brachten samen structuur aan en daarmee konden we een nieuw begin maken. Precies wat ze bij Clep-has-Jacobs nodig hadden.’ Noud werd de rots in de branding van het bedrijf en kreeg een hechte band met de men-sen. Volgens Noud draait het in zijn vak allemaal om het ‘fingerspitzengefühl’. ‘Het belangrijkste voor een bedrijfs-verzorger is dat hij zijn vak verstaat. Je moet flexibel zijn en geen 8 tot 5 men-taliteit hebben.’

Ervaring en sociaal vermogenEen belangrijk pluspunt van een be-drijfsverzorger is de ervaring die hij meeneemt vanuit andere bedrijven. ‘Door het werken bij verschillende on-dernemers kan ik me snel aanpassen en kom ik met oplossingen waar een ander misschien niet zo snel aan zou denken.’ Die ervaring zorgt ervoor dat

er echt naar Noud wordt geluisterd. Overal waar hij komt kan hij meeden-ken en zijn vakkennis laten zien. Een goede bedrijfsverzorger heeft gevoel voor mensen en een sterk sociaal ver-mogen. ‘Dat betekent zeker niet dat je mensen naar de mond praat. Je moet kritisch kunnen en durven zijn en je moet kunnen schakelen.’ Met zijn soci-ale- en ondernemerskwaliteiten zorgt Noud er als bedrijfsverzorger van AB Werkt voor dat hij van toegevoegde waarde is en een verlengstuk van ie-dere organisatie kan zijn.

Goed op mijn plekNoud houdt van afwisseling. Hij werkt het liefst bij gezinsbedrijven die rela-tief kleiner zijn. ‘In een groot bedrijf zijn de taken strakker verdeeld en heb je meestal één of twee specialisaties. Maar ik vind het juist leuk om alles te mogen doen.’ Dat is precies de reden dat hij bij AB Werkt zo goed op zijn plek zit. ‘Ik heb nog een jaar of tien te gaan en ik kan me niet voorstellen dat ik nog ooit met tegenzin naar mijn werk zal gaan.’

‘Ik zie de knelpunten en weet wat er moet gebeuren’

“Ik heb nog een jaar of tien te gaan en ik kan me niet voorstellen dat ik nog ooit met tegenzin naar mijn werk zal gaan.”

Page 8: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

8

Rob Creemers is trendwatcher, een soort GBJ Hiltemann die de toestand in de wereld bespreekt. (Voor de jongeren onder ons: Hiltemann was in de jaren ‘60-90 een bekend radio- en tv com-mentator).

Creemers is heel duidelijk in zijn stel-ling: ‘het belangrijkste thema is de ont-wikkeling van de technologie. Vooral bij de informatie technologie gaat het razendsnel. De ‘wet van Moore’, Moore is een van de oprichters van Intel, voor-spelde in 1965 al dat de rekenkracht van de processor-chip elke 18 maanden zou verdubbelen voor dezelfde prijs. Chips worden tevens steeds kleiner en ver-bruiken minder energie. Dat betekent dat je de kracht van dure miljoenen-computers straks in een Barbiepop zult aantreffen.’

Het effect hiervan is verpletterend, ziet Creemers. ‘Kijk naar de arbeidsmarkt. Computer intelligence gaat veel mede-werkers vervangen. En niet alleen daar waar een robot de plek van een produc-tiemedewerker aan de lopende band inneemt, ook op veel andere plaatsen zal je zien dat de machine met steeds slimmere software de plaats van de mens overneemt.’ Voorbeelden te over.

Een bedrijf dat een zeer doelgerichte marketingcampagne wil voeren bij-voorbeeld. Een computer weet razend-snel op basis van het surfgedrag van de consument gecombineerd met wat deze in social media als Facebook en Twit-ter publiceert waar zijn doelgroep zit en kan daar een zeer gerichte campagne op loslaten. Een marketeer komt daarbij nauwelijks meer te pas. De radioloog kan vervangen worden door een com-puter die veel efficiënter en preciezer die echo of scan kan interpreteren op basis van de enorme hoeveelheid data die voorhanden is. ‘Veel mensen wor-den overbodig. We moeten niet denken dat het wordt zoals voor de crisis. We hebben echt te maken met een veran-derde realiteit.’

Wie denkt dat het zo’n vaart niet zal lo-pen, hoeft maar even terug te gaan in de geschiedenis. Creemers laat tijdens zijn presentaties graag een filmpje zien waar mensen 14 jaar geleden gevraagd werden naar hun behoefte aan een mo-biele telefoon. De interviewer werd voor gek verklaard. ‘Ik ga toch niet overal zo’n telefoon mee naartoe slepen’. Toen konden we er ons geen voorstelling van maken, nu is het niet meer weg te den-ken uit ons dagelijkse leven.

Wie het weet, mag het zeggenWat zijn de grootste ontwikkelingen voor de komende vijf jaar?

Na een gesprek met trend-watcher Rob Creemers dui-zelt het van alle feiten en wetenswaardigheden die als een automatisch geweer op de toehoorder worden afge-vuurd. Een ding is duidelijk: Creemers beschikt over een enorme hoeveelheid kennis. Hij is bijna als IBM’s super-computer Watson, waar hij in zijn presentaties aan refe-reert.

ROB

Page 9: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

De kranten stonden er de laatste weken

bol van. Wat betekent een vergaande ro-

botisering voor onze arbeidsmarkt? De

lezing van Rob Creemers, spreker op de

coöperatieavond van afgelopen jaar, is ac-

tueler dan ooit. De verwachting is dat twee

tot drie miljoen banen de komende jaren

plaats moeten maken voor machines. Ba-

nen van mbo’ers lopen het grootste risico

om vervangen te worden door robots en

computers die het tegenwoordig sneller,

goedkoper en zelfs beter kunnen. Met deze

wetenschap is er des te meer reden voor

jongeren om kritisch te zijn in het kiezen

van een (vervolg)opleiding. Banen waar

handjes en specialistische kennis voor no-

dig zijn, daar zal vraag naar blijven.

ROBOTISERING

9

Omdat veel mensen niet meer nodig zijn, ook niet in de toekomst, moet er anders gekeken worden naar verdeling van werk en inkomen. ‘Mensen moeten immers wel blijven consumeren.’ Het is het begin van economisch anders-den-ken waarbij bedrijven zwaarder belast zullen worden, denken veel economen en ook Creemers.

Wat doen we met onze opleidingen? Welke beroepen blijven, welke gaan verdwijnen? ‘Elk beroep dat op een of andere ma-nier kan worden geautomatiseerd of gerobotiseerd, zal verdwijnen. Maar die schoonmaker bijvoorbeeld, zal blijven. Dat werk valt nauwelijks te program-meren voor robots.’ Jongeren moeten een opleiding gaan kiezen, terwijl we geen idee hebben hoe het in de toe-komst uit gaat zien. ‘We kunnen niet eens bedénken wat er gaat komen’, al-dus Creemers. Hamvraag is waar moe-ten we onze kinderen voor opleiden? ‘Kijk naar díe werkzaamheden waar een computer niet goed in is en dat in de toekomst ook niet gaat worden. Een computer gaat oma niet omdraaien in haar bed. Ook mijn keukenkraan zal niet door een robot worden gerepareerd.’ Daarbij is het belangrijk om computer-wise te leren denken. Conceptueel pro-grammeren. Ofwel zoals Rob Creemers

het omschrijft: ‘als je een stroomsche-ma kunt tekenen om tot de oplossing te kunnen komen, dan weet je dat dit door de computer overgenomen gaat wor-den.’ Leren denken in algoritmes, dat is wat alle kinderen moeten leren. En wat die zojuist genoemde radioloog betreft, die is natuurlijk ontzettend veel krachti-ger als deze de computer optimaal weet te benutten, het team mens + computer is écht bijna niet te verslaan.

Ook voor bedrijven is het belangrijk om conceptueel te denken hoe om te gaan met alle veranderingen. ‘We hebben het niet over een volgende generatie, maar over vijf jaar’, waarschuwt Creemers want wat we de komende 2 jaar doen is het verdubbelen van wat we nu hebben en dan verdubbelen we de verdubbe-ling. Als voorbeeld noemt hij TomTom die recentelijk in het nieuws kwam vanwege sterk dalende omzetten. ‘Zij dachten dat de consument altijd een apart kastje wilde hebben voor de navi-gatie. Dat de smartphone dat prima kan overnemen, hielden ze toen niet voor mogelijk. Ook bedrijven als Nokia heb-ben de boot gemist. Ooit marktleider, hebben ze de kracht van de Android en Apple mobieltjes volledig onderschat.’

Overal zit computerkracht in. ‘Kijk naar de biotechnologie. Wetenschappers zijn

inmiddels in staat om organen te prin-ten en menselijke cellen en zelfs DNA aan te passen. Dat is geen toekomstmu-ziek, dat bestaat al en zal de komende tijd een enorme vlucht nemen. En door die alomtegenwoordige supercompu-ters gaan dit soort ontwikkelingen steeds sneller. Waar het naartoe gaat? We kunnen ons geen voorstelling ma-ken. Wie het weet, mag het zeggen. Die wordt in ieder geval heel rijk.’

Wie het weet, mag het zeggen

Watson is een supercomputer die ontwikkeld is door het

Amerikaanse bedrijf IBM. Watson kan een in spreektaal

gestelde vraag interpreteren en binnen enkele seconden

een goed antwoord geven. Watson maakt hierbij gebruik

van de nieuwste kunstmatige intelligentie algoritmes.

Watson berekent ook een betrouwbaarheid van zijn ant-

woorden en besluit op basis hiervan of het antwoord be-

trouwbaar genoeg is om gegeven te worden. Deze super-

computer versloeg vorig jaar de mens in het Amerikaanse

quizprogramma Jeopardy.

Voor meer info www.technotrends.nl

Page 10: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

10

Vanuit zijn agrarische wortels is AB Werkt uitgegroeid tot een fullservice dienstverlener in personeelsvoorzie-ning. Directeur Jack Janssen: ’Toen we ons strategisch plan in 2012 opstelden, heetten we nog AB Limburg. Met de opening van onze vestiging destijds in het Brabantse Veghel en de fusie in 2013 met onze collega’s uit Zeeland – we heten nu dan ook officieel AB Werkt Zuid-Nederland – boorden we niet al-leen geografisch nieuwe markten aan. Tegelijkertijd wilden we onze fullser-vice dienstverlening verbreden en nog meer inhoud geven. Door het accent te leggen op activiteiten buiten de agra-rische sector, werd de noodzaak groter om commerciëler te worden en de re-sultaatgerichtheid binnen onze organi-satie te verhogen. Daarnaast wilden we het ondernemerschap bevorderen van onze medewerkers. Dit alles trouwens zonder onze bedrijfskerngedachte ge-weld aan te doen. Als coöperatie gaan we nog altijd primair voor winst in de relatie met onze klanten.’

Vernieuwend WerkenEen verhoging van de resultaatgericht-heid. Hoe ziet dat eruit in de praktijk? ‘Meer dan voorheen besteden we aan-dacht aan het daadwerkelijk meetbaar maken van diverse bedrijfsinhoudelijke zaken. Dan is er onze focus op Ver-nieuwend Werken. Enkele speerpun-ten: we zijn nu bewuster bezig met de vernieuwing van producten en proces-sen, waaronder ons wervingsproces. Dat hebben we inmiddels strakker in-

gericht. Ook concentreren we ons op de mogelijkheid van werken op niet-reguliere tijden en plekken. Daarmee komen we tegemoet aan de vraag van onze medewerkers naar meer flexibili-teit. Tegelijkertijd verhogen we op die manier onze klantgerichtheid. Talent-management is een ander onderwerp waarmee we onze onderscheidende marktpositie willen aanscherpen. On-der het motto ’Wat je aandacht geeft, groeit’ doen we er op het gebied van werving en selectie veel aan om de juiste talenten niet alleen aan te trek-ken, maar ook verder te helpen in hun ontwikkeling en hen daarmee langdu-rig te behouden voor onze organisatie.’

Geen overdreven luxe‘In het verlengde daarvan zorgen we er actief voor dat de hoeveelheid toege-nomen kennis binnen onze organisa-tie is vastgelegd en ook daadwerkelijk blijft gewaarborgd. Dat doen we op het gebied van wet- en regelgeving bij-voorbeeld. En dat is geen overdreven luxe. Omdat de wetten en regels in de loop der jaren scherper zijn geworden. Maar vooral ook omdat AB Werkt – net als andere organisaties – geregeld ver-antwoording moet afleggen aan meer-dere controlerende instanties.’ Welke strategische maatregelen hebben er nog meer toe geleid dat AB Werkt ook op de lange termijn een eigen, onder-scheidend gezicht heeft in de markt? ‘In 2014 hebben we een nieuwe website in gebruik genomen om onze online zicht-baarheid te vergroten. Ook de inzet van

onder andere mobiele telefoon, tablet en onze aanwezigheid op social media dragen daar in sterke mate aan bij. Ver-der lopen we al vooruit op de inwer-kingtreding van de Participatiewet per 1 januari 2015 doordat we alleen al in 2013 meer dan 75 Wajongers, 50-plus-sers en langdurig werklozen in meer-dere sectoren aan een passende baan hebben geholpen.’

Voorkomen blinde vlekken‘Ten slotte volgen we – los van welk jaartal dan ook – een morele strategie als het gaat om maatschappelijk ver-antwoord ondernemen. Dit betekent onder meer dat we zowel voor onze buitenlandse als Nederlandse mede-werkers dezelfde tarifering aanhouden. Dat is niet in elke organisatie zo. AB Werkt doet er in elk geval alles aan om binnen zijn dienstverlening deze blinde vlekken, zoals ik ze noem, te voorko-men. Al met al loopt onze strategie 2012-2015 volgens plan. Dat neemt niet weg dat we constant blijven kijken naar de ontwikkelingen in de buitenwereld om daar strategisch op in te spelen als de kans zich voordoet. Daarbij kan het ook gaan om inspiratie die we opdoen in branchevreemde sectoren. Neem bol.com, dat door een slimme zet een groot deel van de boekenmarkt naar zijn hand heeft gezet. Op zulke ontwik-kelingen zijn we altijd alert. Want wel-licht kunnen ze vertaald naar de wereld van AB Werkt ook ons vooruithelpen en daarmee onze leden, klanten en mede-werkers.’

Strategie 2012-2015

Door voortdurend naar de externe omgeving én vooruit te kijken op de lange termijn, kan AB Werkt een eigen, onderscheidende plek innemen binnen de sectoren waarin de orga-nisatie actief is. Welke middelen zet AB Werkt in om dat doel te bereiken? Hoe is het gesteld met de plannen die deel uitmaken van het strategisch plan 2012-2015?

Hoe verlopen de plannen?

Page 11: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

11

Strategie 2012-2015

Jack Janssen, directeur AB Werkt: ’Een-voudig gezegd omdat het er nu tijd voor is. Hoog tijd zelfs. Ga maar na. De fun-damenten voor de cao die er nu ligt, zijn afkomstig uit de jaren tachtig. Dat is inmiddels heel lang geleden. In de tus-sentijd zijn de wereld en de maatschap-pij in het algemeen veranderd en de AB-bedrijven en hun leden en klanten in het bijzonder.

Om een voorbeeld te geven: dertig jaar geleden waren de meeste melkveebe-drijven hetzelfde gestructureerd en was de spreiding qua bedrijfsomvang en het verschil in systemen veel minder groot dan op de dag van vandaag. Het waren toen nagenoeg allemaal gezinsbedrij-ven zonder personeel. Tegenwoordig zijn de bedrijven vele malen groter en zijn er tal van verschillende melksyste-men, tot robots aan toe. Dit heeft vaak zeer uiteenlopende consequenties voor de arbeidsorganisatie van deze bedrij-ven.

Verzakelijking’Daardoor vond een verschuiving plaats in de vraag naar arbeid. Er is nog steeds veel vraag naar gekwalificeerde ar-beidskrachten maar er is ook veel meer vraag gekomen naar lager gekwalifi-ceerde productie-arbeid. Minder bedrij-ven gingen meer werk verrichten, en dat moest ook nog eens op een veel zakelij-ker manier dan voorheen het geval was. De trend van verzakelijking en individu-alisering is niet meer tegen te houden, sterker nog: het zet alleen maar door. Van oudsher zie je dat terug in het feit dat veel zaken in strenge regels in de cao zijn vastgelegd. Vaak zo streng, dat er van betaalbare flexibiliteit te weinig sprake meer is. Die flexibiliteit wil AB graag weer terugzien in de volgende cao Bedrijfsverzorgingsdiensten.’

Vaste pappadagHoe verhoudt dat huidige gebrek aan flexibiliteit zich tot de medewerkers van AB? ‘Niet alleen het werk zelf, maar de hele werkcultuur is in vergelijking met vroeger flink veranderd. Veel van onze medewerkers hebben heel bewust voor een baan bij AB Werkt gekozen. Daarom willen ze ook dat AB Werkt rekening houdt met hun specifieke wensen en eisen. Terecht overigens. In de eer-ste werkjaren van hun dienstverband vindt de overgrote meerderheid van onze bedrijfsverzorgers het geen enkel probleem om over- of weekenduren te maken en tegelijkertijd extra ervaring op te doen en een extra centje te ver-dienen. Maar in een volgende fase van hun leven, als er bijvoorbeeld een gezin komt en er een meewerkende partner is, wordt het anders. Sommige van onze medewerkers willen dan doordeweeks ook wel eens een pappadag hebben. Hiervoor in de plaats vinden ze op zater-dag werken vaak geen enkel probleem.’

Wurgende regels‘In weer een volgende levensfase gaat de interesse van seniormedewerkers veelal uit naar de aansturing en bege-leiding van jongere collega’s. Over deze en tal van andere arbeidsvoorwaarde-lijke zaken – en de financiële gevolgen daarvan natuurlijk – voeren we nu al een hele tijd cao-onderhandelingen met FNV Bondgenoten en CNV Vak-mensen. We zijn er nog niet uit. Mijn mening, ik heb het zojuist al even aan-gehaald: niemand is tegenwoordig nog geholpen met algemeen geldende, al te gedetailleerde en daardoor wurgende regels over onder andere werk- en rust-tijden en overwerk- en weekendtoesla-gen. Samengevat, nu de werkcultuur structureel is veranderd, moet ook de cao structureel aan deze veranderingen aangepast worden.’

Meer eigen verantwoordelijkheidWat zijn de voordelen voor de bedrijfs-verzorgers van AB in de nieuwe en gemoderniseerde cao die Jack Janssen voor ogen heeft? ‘Ze krijgen meer eigen verantwoordelijkheid bij de invulling van hun functie. Ik ben ervan overtuigd dat je zo ook het beste uit je medewer-kers haalt. Daarnaast blijven dan ook onze leden loyaal gebruik maken van onze medewerkers. Zij zullen ons zake-lijk beoordelen. Ons aanbod, gebaseerd op de cao–afspraken, moet kloppen met hun vraag en verwachting, anders gaan zij sneller op zoek naar alternatieven. Daarbij zal AB zich als vanouds op-stellen als een betrokken partner voor zowel onze medewerkers alsook voor onze leden en klanten. Je moet niet vergeten dat we van oorsprong een coöperatieve vereniging zijn. Al in de jaren zestig van de vorige eeuw waren het onze bedrijfsverzorgers die zorgden voor vervanging bij ziekte of vakantie van agrarische ondernemers. Zo zijn we ontstaan.’

Positief opstellen‘Die betrokkenheid geldt vanzelfspre-kend voor al onze medewerkers. Van onze specialisten voor ziektevervan-ging, klauwverzorging en asbestsane-ring tot onze medewerkers in agro, food en industrie. Maar ook voor de mede-werkers in de overige sectoren waarin we tegenwoordig actief zijn, zoals grond-, weg- & waterbouw en groen-voorziening. Op dit ogenblik is nog niet bekend waar onze gesprekken met FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen con-creet toe zullen leiden. Maar één ding staat vast: AB zal zich ook in een vol-gende gespreksronde positief blijven opstellen. Maar wel met een duidelijk einddoel voor ogen, we zijn zoals ge-zegd niet voor niets een coöperatie.’

Van verkennende werkgroepen tot officiële overlegrondes met de vakbonden. AB Werkt is samen met de andere AB-organisaties in Nederland al jarenlang bezig met de modernisering van de cao Bedrijfsverzorgingsdiensten. Waarom zijn er op korte termijn structurele veranderingen nodig??

Page 12: NOV. 2014 | NR. 14 WERKINWOORD in Woord/WERKinWOORD_nr14_LR.pdfIn juni schreef ik in deze kolom over de zachte winter en het vroege voorjaar. De werkzaamheden bij onze leden en klan-ten

CoöperatieavondenIn december is het weer zover, tijd voor de coöperatieavonden. Inmiddels heeft u de uitnodiging per post en in uw mailbox ontvangen. Noteer de volgende data alvast in uw agenda, zodat u ze zeker niet vergeet. De avonden beginnen om 20.00 uur.

• Op dinsdag 9 december wordt de avond voor de regio Noord gehouden in het Parkhotel te Horst.

• De avond voor de regio Midden en Zuid vindt plaats op donderdag 11 december bij Oolderhof in Herten.

• Dit jaar wordt er op maandag 15 december ook een avond georganiseerd voor onze Brabantse leden, bij de Brabantse Kluis in Aarle-Rixtel.

• De coöperatieavond voor de regio Zeeland staat op donderdag 18 december ge-pland bij Van der Valk in Goes.

Het belooft een interessante avond te worden. Tot dan!

12

WERKinWOORD | NOV. 2014 | NR. 14 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van AB Werkt.

www.ab-werkt.nlHeeft u tips of ideeën, laat ons dat dan gerust weten via: [email protected]

Vestiging VeghelT 0413 - 76 39 30

Vestiging GoesT 0113 - 23 36 66

Vestiging HorstT 077 - 39 808 83

Vestiging RoermondT 0475 - 35 20 30

Vestiging BeekT 046 - 43 707 32

A N N O 2 0 1 4

Wereldboer2.0

IInitiatieven voor mensen met een achterstand op de arbeids-markt

Elio geeft asbestsanering voorrangIn 2013 heeft AB Werkt met agrarisch adviesbedrijf Arvalis een nieuw, Limburgs samenwerkingsverband in het leven geroepen onder de naam Elio. Elio helpt agrariërs met as-bestsanering en biedt hun de bijkomende mogelijkheid om dakconstructies te verstevigen en zonnepanelen te installeren. Elio begeleidt hen daarbij tijdens het totale traject, inclusief de aanvraag van vergunningen. Deze nieuwe dienstverlening is geïntroduceerd tijdens de Landbouwdagen Intensieve Vee-houderij (LIV) in Venray. Het eerste project is intussen con-creet afgerond, andere projecten volgen.

Eric Muijsers, vestigingsmanager Horst en Veghel‘Als ik terugkijk naar 2013, zie ik een jaar waarin AB Werkt ondanks de economische situatie in Nederland uitstekend op de been is gebleven. Daartoe hebben we onder meer ruime aandacht besteed aan een goede begeleiding van onze bui-tenlandse medewerkers. Vanwege de relatief hoge jeugd-werkloosheidscijfers in ons land, hebben we ook veel energie gestoken in de werving en selectie van Nederlandse mede-werkers. Dat werpt nu zijn vruchten af, want steeds meer on-dernemers zijn steeds vaker bereid om die in te huren. Onze samenwerking met het Citaverde College in Horst helpt daar-bij. Daarvoor loopt dit jaar nog een baangarantie die een extra stimulans kan zijn om te kiezen voor een baan in de agrarische sector.’

1 | jaarverslag 2013jaarverslag 2013 | 22

Dorpsgezicht

VESTIGING VEGHEL: Vestigingsmanager: Eric Muijsers

Op huidige locatie sinds: 1 augustus 2012

Aantal medewerkers: 5

Grootste sector: dierlijk

• In 2013 500 kg afval per inwoner.

Hiervan is 75 kg GFT.

AB Werkt fuseert en sluit 2013 positief af

Beursagenda

In juli is het jaarverslag 2013 van AB Werkt gepubli-ceerd. Voor AB Werkt was 2013 een belangrijk jaar. De van oorsprong Limburgse coöperatie fuseerde met Zeeland en wist het jaar met een positief resultaat af te sluiten.

Kijk op onze website www.ab-werkt.nl/jaarverslagen voor de complete publicatie.

Zoals ieder jaar is AB Werkt ook dit jaar weer op een aantal beurzen te vinden. Tijdens deze beurzen staan onze vestigings- en accountmanagers samen sterk om AB Werkt op de kaart te zetten. Daarnaast gebruiken we dit platform graag om nieuwe contacten te leggen en bestaande te onderhouden. Voor de volgende beurzen zijn de voorbereidingen in volle gang:

Tuinbouw Relatiedagen op 25, 26 en 27 november 2014 Evenementenhal Venray

Aardbeiendag op 7 januari 2015 Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch

Landbouw Intensieve Veehouderij op 24, 25 en 26 februari 2015 Evenementenhal Venray

Binnenkort wordt u uitgenodigd om de Tuinbouw Relatiedagen te bezoeken. Wij zien u dan ook graag bij onze stand!