NOOIT MEER ALLEEN

28
zet kennis in werking NR. 4 MEI 2013 5 gouden tips Voor samenwerking ANALYSE Hoe ontwikkel je een innovatief netwerk? PAG. 16 COLUMN Ben jij dat zwarte pak? PAG. 27 BEST PRACTICES Hoe de CEO’s van Agrifirm, Novon en Odeon samenwerken PAG. 6 OPINIE Scoren met inkoop PAG. 12 NOOIT MEER ALLEEN Samenwerking is het beste medicijn om sterker te worden.

Transcript of NOOIT MEER ALLEEN

Page 1: NOOIT MEER ALLEEN

zet kennisin werking

NR. 4 MEI 2013

5gouden tips

Voor samenwerking

ANALYSEHoe ontwikkel

je een innovatief netwerk?

PAG. 16

COLUMNBen jij dat zwarte pak?

PAG. 27

BEST PRACTICESHoe de CEO’s van

Agrifirm, Novon en Odeon samenwerken

PAG. 6

OPINIEScoren met inkoop

PAG. 12

NOOIT MEER ALLEENSamenwerking is het beste medicijn om sterker te worden.

Page 2: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 20132

Hoe werken prominente ondernemers in de regio concreet samen? Wat vinden ze van belang? Kunnen we typen samenwerkers onder - s cheiden en waarop is hun netwerksucces gebaseerd? Als u benieuwd bent naar het antwoord op deze vraag, adviseer ik u de cover story De krachtenbundelaars te lezen. En wilt u weten wat totaalvoetbal met samenwerking te maken heeft, raadpleeg dan het interview op pagina 14.

Ik wil dit nummer van ons kennismagazine opdragen aan onze nationale woord- en beeldkunstenaars Van Kooten en De Bie. Jaren geleden gaven zij hun fictieve politieke groepering De Tegenpartij de legendarisch geworden slogan ‘Samen voor ons eigen’ mee. Treffender is de kern van net- en samenwerken nauwelijks te duiden.

De Nederlandse economie kent vier centra van economische groei op langere termijn: de regio’s Rotterdam, Amsterdam-Almere, Utrecht-Eindhoven en last but not least Zwolle. De arbeidsparticipatie neemt er toe, ze tellen meer startende bedrijven in groeisectoren, ze trekken meer hoogopgeleiden aan, en de werkloosheid is er lager.

Zwolle ontwikkelt zich zelfs tot de tweede economische toplocatie van ons land, naast ’s-Hertogenbosch. Dat is vooral te danken aan de hechte samenwerking tussen ondernemers, overheid en de regionale kennis-instellingen. Bijvoorbeeld in de vorm van Stichting Kennispoort of de Economic Board. Windesheim prijst zich gelukkig aan deze positieve ontwikkeling te kunnen bijdragen.

De regio rondom Zwolle en Almere is een fijnmazige netwerksamenleving, waarin bedrijven en instellingen elkaar optimaal moeten kunnen vinden. Een succesvolle samenwerking is voor alle participanten van levensbelang om effectief te kunnen vernieuwen en concurreren. Bovendien kunnen netwerkende partners elkaar over een weer ondersteunen en elkaars resultaten versterken. Daarom gaat onze nieuwe WinWin over het thema Nooit meer alleen.

Ten Geleide

Windesheim:

‘Samen voor ons eigen’

Albert Cornelissen, Voorzitter College van Bestuur Windesheim

WinWin wordt u aangeboden door Windesheim. Het kennis-magazine biedt harde feiten, nuttige analyses, slimme praktijk-voorbeelden en opinies van mensen die weten waarover ze praten. Windesheim verspreidt het blad onder ondernemers, hogere managers en bestuurders.

Colofon Redactieadviesraad: Hans Groenhuis (ROVA), Gijsje van Honk (Odeon De Spiegel Theaters), Ed Kooijman (Polymer Science Park), Maarten Roef (Wavin) en Marjanne Sint (Isala)

Hoofd- en eindredactie: Marketing en Communicatie Windesheim

Journalistieke begeleiding: Maters & Hermsen Journalistiek

Vormgeving:Oranja

Fotografie:Shutterstock, Hollandse HoogteFotopartners (Anikka Vos),Jurgen Huiskes

Teksten: Windesheim en Maters & Hermsen Journalistiek

Overname van artikelen en beeld uit WinWin is alleen toegestaan na goedkeuring van Windesheim. Meningen in dit magazine weerspiegelen niet noodzakelijker-wijs de mening van Windesheim.

Suggesties Heeft u opmerkingen over de inhoud of suggesties voor onderwerpen?

Mail naar: [email protected]

of schrijf naar: Redactie WinWinPostbus 100908000 GB Zwolle

Page 3: NOOIT MEER ALLEEN

3

En verder: 05 Passief renoveren07 Hoe denkt de nieuwe generatie CEO’s?11 De bouw wil af van vechtcultuur24 A family affair

Thema: Samenwerken

WINWINNR.

4

Succesvol netwerkenDe beste inspirators volgens Windesheim

4

16

25

24

12

Totaal-inkoopCPO Frank Steller over het verschil tussen uitvoeren en samenwerken.

Innovatief slikkensms-alert voor medicijninname.

Column: Ben jij dat zwarte pak?

GEWOON BEGINNEN,

DAT IS HET BESTEDrie gedreven zorgexperts

gaan met elkaar in debat.

27

De krachten- bundelaars

Samenwerking is het beste medicijn om sterker te worden.

Kansen voor het MKB met Rapid ManufacturingProductcreatie kan 10x sneller

6

Page 4: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 20134

Katja Staartjes In de bergsport is samenwerking letterlijk van levensbelang. Hoe overleef je samen extreme omstandigheden en stress? Wat zijn de succesfactoren voor het behalen van een gezamenlijk doel? En wat kun je doen om samenwerking te bevorderen? Katja Staartjes stond als eerste Nederlandse vrouw op de Mount Everest en leidde daarna een aantal expedities in Nepal en Pakistan. Haar expedities wisselt ze af met haar werk als interim manager. Deze veelvuldig gevraagde spreker werkte na haar studie Levensmiddelentechnologie aan de Landbouw Universiteit te Wageningen, bij Campina Melkunie en UMC Utrecht in diverse managementfuncties. Fusies in deze twee orga-nisaties gaven haar de mogelijkheid ervaring op te doen met complexe verandertrajecten.

Annemarie van GaalKunnen we de concurrentie winnen van opkomende markten zoals India en China? “Ja”, zegt Annemarie van Gaal, “maar we moeten het wel anders doen. We moeten gaan samenwerken met bedrijven in opko-mende markten, allianties vormen.” Annemarie Van Gaal is internationaal ondernemer. Als 27-jarige startte ze in Rusland ‘Independent Media’ dat binnen vijf jaar uitgroeide tot een van de grootste uitgeverijen van Rusland. Om sneller te kunnen groeien ging ze allianties

aan met internationale mediabedrijven en bemachtigde zo de Russische uitgeefrechten van wereldwijde succestitels. Naast zakenvrouw is zij investeerder in bedrijven in binnen- en buitenland. Door haar wereldwijde ervaring kent ze de internationale zakenwereld als geen ander en heeft ze een feilloos gevoel ontwikkeld, waarom het ene bedrijf succesvol is en het andere bedrijf niet.

Geoffrey Hagelaar“Organisaties zouden beter moeten letten op het netwerk van hun leveranciers in plaats van op de kosten.” Geoffrey Hagelaar stelt dat organisaties juist via leveranciersnetwerken kennis kunnen nemen van nieuwe ideeën en innovaties. Geoffrey Hagelaar is lector Supply Chain Management bij Windesheim. Deze functie combineert hij met zijn universitaire docentschap bij de leerstoel Bedrijfskunde in Wageningen. Op basis van zijn onderzoek ontwikkelt hij voor MKB-ers een instrument dat netwerken van leveranciers in kaart brengt. Hiermee kunnen bedrijven direct dìe leveranciers selecteren die het beste bij hen passen.

Richard Branson“Mensen zien ondernemers vaak als eenzame helden, maar zo zit het echte leven toch niet in elkaar. Wie succesvol wil zijn, heeft een

beetje steun nodig. Zakenlui moeten daarom intensiever samenwerken.” Dat zegt Richard Branson, president van de Virgin Group, in zijn wekelijkse column in Sprout. Zelf heeft hij volgens eigen zeggen een geweldig team van adviseurs, managers en mede-ondernemers die hem helpen om de Virgin Group te runnen. De onconventionele Richard Branson is een van de meest succesvolle zakenmensen van deze tijd. Door zijn energieke presentaties over ondernemen, duurzaamheid en samenwerken is deze Brit een veel gevraagde internationale spreker.

Huub RuëlIn een steeds kleiner wordende wereld wordt samenwerking over de grenzen een must. Welke kansen, uitdagingen en mogelijkheden biedt dit voor moderne ondernemers. En wat kan grensverleggende samenwerking bestuur-ders van non-profitorganisaties brengen? Huub Ruël is lector Internationaal Zakendoen bij Windesheim. Met zijn onderzoek richt hij zich op vragen als ‘hoe kunnen bedrijven en overheden samenwerken om de internationale marktkansen beter te benutten?’ en ‘met welke strategie komt een organisatie het best een opkomende markt binnen?’ Huub Ruël werkt als lector veel samen met onderzoekers van de Universiteit Twente. Daarnaast adviseert hij bedrijven en organisaties over dit onderwerp.

Trendwatchers beweren dat je als commerciële organisatie of non-profitinstelling de crisis

niet doorkomt zonder samen te werken. Maar wat zijn dan de ingrediënten voor een goede

samenwerking? En hoe ontwikkel je een succesvol netwerk? WinWin vond op het web vijf

veelvuldig geciteerde sprekers over samenwerken, netwerken en het aangaan van allianties.

WINWIN'S TOP 5Boeiende sprekers over samenwerken

Page 5: NOOIT MEER ALLEEN

5

29/05/13INNOVERSUM INNOVATIE-

CONGRES ORGANISATIE: Stichting Powered by Twente INHOUD: Het innovatie-event van Overijssel, waar dit jaar de onderwerpen businessdevelopment, nieuwe vormen van financieren en vernieuwend samenwerken aan bod komen.DATUM EN TIJD: woensdag 29 mei 2013 van 10.00 uur - 17.30 uur.LOCATIE: Kennispark Twente in EnschedeKOSTEN: rond € 150 (excl. BTW) per persoonINFORMATIE: www.innoversum.nl

30/05/13SAMENWERKEN IN EEN ONDERNEMERSCOÖPERATIE, HOE DOE JE DAT?ORGANISATIE: Kamer van Koophandel INHOUD: Steeds meer zelfstandige on-dernemers willen met elkaar samenwerken. Eén manier om samen te werken is in de vorm van een ondernemerscoöperatie. Wat houdt dat precies in? En hoe vindt u goede partners om mee samen te werken?DATUM EN TIJD: donderdag 30 mei 2013 van 19.00 uur - 21.00 uur.LOCATIE: Kamer van Koophandel Noordwest-Holland, Comeniusstraat 10 in AlkmaarKOSTEN: € 35 per persoonINFORMATIE: www.kvk.nl/bijeenkomsten

Start 28/10/13NETWERK 10-DAAGSE NOORD-NEDERLANDORGANISATIE: WTC ExpoINHOUD: Doordat het evenement steeds in 2-daagse thema’s is ingedeeld kun je branchegericht netwerken. De eerste dagen komt Hospitality aan bod, daarna Toerisme & Recreatie, Bouw & Installatie en tenslotte Landbouw. Elk met specifieke seminars en workshops. DATUM EN TIJD: Van 28 oktober tot en met 8 november 2013LOCATIE: WTC Expo LeeuwardenINFORMATIE: www.tradeexperienceleeuwarden.nl

Agenda

Het boek PUURST van Jonnie en Thérèse Boer inter nationaal in de markt zetten? Een kans die menig uitgeverij met beide handen wil aangrijpen. Business studenten van Windesheim kregen die kans. In groepen ontwikkelden zij een internationaal marketing plan voor het boek. Iedere groep ging voor een ander land: Japan, Italië, Korea, Hongarije en de Verenigde Staten. Jonnie en Thérèse Boer krijgen hiermee tal van nieuwe ideeën en voorstellen hoe zij hun boek in verschillende landen op de markt kunnen brengen.

Comfortabele monumentale woning met een lage energierekening? De Binnengasthuizen in Zwolle is het eerste monumentale sociale woning bouwproject in Nederland dat gerenoveerd wordt volgens het ‘Passief bouwen-principe’. Authentieke elementen van de woningen worden behouden en komen in een aantal elementen terug. Windesheim ontwikkelde samen met Dura Vermeer, Villa Nova, Openbaar Belang en Nieman Raadgevende Ingenieurs een pakket aan duurzaamheidsmaatregelen waarmee zulke energieslurpende woningen worden opgewaardeerd naar energielabel A+.

De Librije en Windesheim bundelen krachten

Passief renoveren?

WINNOVATIE

Bekijk de

WinWin nu

ook online!

Page 6: NOOIT MEER ALLEEN

NOOIT MEER ALEEN:

DE KRACHTEN-BUNDELAARS

In de detailhandel

werkt 42% van de bedrijven

samen

Voor meer info:www.windesheim.nl

NR.4 MEI 2013WinWin6

Page 7: NOOIT MEER ALLEEN

7

NOOIT MEER ALEEN:

DE KRACHTEN-BUNDELAARS

Omdat het crisis is. Omdat het leuker is. Omdat twee altijd meer weten dan één.

En drie meer dan twee. Samenwerking is het beste medicijn om sterker te worden.

WinWin legt drie types “samenwerkers” onder de loep. Ton Loman, de CEO van

Agri firm, is een vaandeldrager van de coöperatieve gedachte. Jacco Vonhof is

een intuïtieve netwerker. Nooit gericht op snel resultaat, maar toch floreert zijn

schoonmaakbedrijf. Gijsje van Honk is een vrijzinnige verbinder in de culturele

sector. En hoe denkt de Google-generatie, jongeren opgegroeid met technologische

vooruitgang, over samenwerking?

DOOR: BART DE HAAN BEELD: SHUTTERSTOCK

Heijn en de Dierenbescherming. Of het Puur & Eerlijk-product dat Albert Heijn ontwikkelt met Plukon voor de vleeskuikensector. Dat zijn coalities die een keten verduurzamen, vereenvoudigen en verbeteren. Zulk soort samenwerking zit in onze genen. De begin-selen die 130 jaar geleden ten grondslag lagen aan de coöperatie waaruit Agrifirm ontsproot, tellen nog steeds. Eigenbelang door samen sterk te staan. Dat uitgangspunt hanteren we nu in een internationaal jasje met moderne bestuurssttructuren. Toch vormen de boerenbeginselen van toen nog steeds de basis.’

De klassieke samenwerker: Ton Loman

‘Dat doen we al 130 jaar zo’

Crowdsourcing? LinkedIn? Nederlandse boeren kunnen zonder. Al honderden jaren bundelen zij hun krachten en daardoor staan onze boeren tweede op de wereldranglijst van agrarische exporteur. Door de coöperatieve gedachte groeide Agrifirm uit tot Europese topspeler. WinWin sprak CEO Ton Loman.

In 2003 ging u een strategisch partnerschap aan met Bavaria. Samen runnen jullie de moutproductie. Is dat het soort samenwerking dat u bevalt?‘Zeker. De kracht schuilt erin dat Bavaria, de mouterij en wij de behoefte, kwaliteit, logistiek en opslag optimaal op elkaar afstemmen. Het bijzondere is dat we samenwerken in een joint venture, een verregaande samenwerkingsvorm die in dit geval goed uitwerkt. Maar samenwerken kan natuurlijk op allerlei manieren.’

Wat is een recent voorbeeld? ‘Denk aan duurzaamheid. In de vleessector werken we met ketenpartners aan het Beter Leven-programma van VION, Albert

Ton Loman…werkt al van jongs af aan in de veevoederindustrie.

In de Agritop 50 van meest invloedrijke personen in de

landbouw sector steeg Loman in 2012 met stip van plek

11 naar 6. In de branche krijgt Loman lof toegezwaaid

voor zijn duurzaamheidsbeleid, vernieuwingsdrang en

zijn coöperatieve gedachtengoed.

69% van de jongeren is

een klassieke samenwerker

Ton Loman(Agrifirm)

Page 8: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 20138

Heeft Nederland door waar al die landbouwketens toe leiden? De agrarische sector exporteerde voor 72,8 miljard euro in 2011. Bijna 7 miljard meer dan het jaar ervoor. Friesland-Campina, Vion, Avebe en Agrifirm zijn wereldspelers. ‘Nou, FrieslandCampina is een wereldspeler. Wij draaien mee in de top 5 van Europa. Maar in zijn algemeenheid kun je stellen dat onze agrarische sector, die in hoge mate coöperatief is georganiseerd, uitblinkt in vakmanschap en kwaliteit. Dat brengt Nederland op de tweede plaats van de wereldranglijst van agrarische exporteurs. Na de Verenigde Staten. Een topprestatie die bovendien veel werkgelegenheid oplevert.’

Komt dat omdat de Nederlandse landbouwsector vroeg begon aan samenwerking? ‘Dat denk ik. We noemden dat vroeger de gouden driehoek. Onderzoek, opleidingen en bedrijfsleven. Die driehoek zorgde er de afgelopen drie decennia voor dat er een prachtig agri-complex in Nederland is opgebouwd.’

Soms is samenwerken moeilijk. Jullie fusie met Cehave had een mooi doel. De kostprijs voor agrariërs zo laag mogelijk houden. Toch vertraagde de Nederlandse Mededingings-autoriteit het proces. Is dat frusterend? ‘Nee. Het ging om een klein stukje van de meststoffenmarkt in het midden van het land, waar mogelijkerwijs te veel concentratie zou optreden. Dat bleek uiteindelijk niet het geval te zijn. De fusie ging door en we konden het grote doel realiseren: voordeel voor onze klanten. Ik vind het goed dat de NMA zulke processen bewaakt. Markten concurrend houden, daar heb ik geen enkele moeite mee.’

Agrifirm …is met een omzet van 2,4 miljard euro (2012) de grootste

mengvoerproductent van Nederland. In 2010 fuseerde

de coöperatie met Cehave Landbouwbelang. 15.000

boeren en tuinders zijn lid en Agrifirm telt meer dan 3.000

medewerkers. Het hoofdkantoor staat in Apeldoorn.

Hans Baltjes is netwerker pur sang en opleidingsmanager Logistiek en Economie bij Windesheim. Hieronder zijn gouden tips voor de ideale samenwerking. En hoe werk je eigenlijk samen met een onderwijs-instelling als Windesheim?

1. Bepaal samen de koersFormuleer een gezamenlijk doel met daarbij een heldere visie en een stevige strategie. Windesheim hanteert als uitgangspunt het versterken van de kenniseconomie in de regio. De kans is groot dat de samen-werking met Windesheim uitmondt in een onderzoek- of onderwijsproject dat hieraan bijdraagt.

2. Maak duidelijke afspraken over onderlinge rollen, taken en mandatenWeten wie waar over gaat geeft helderheid binnen de samenwerking en naar buiten toe. Windesheim kun je behandelen als een leverancier. Klanten van Windesheim? Dat zijn niet de studenten. Dat is de samenleving. Werkgevers vooral.

3. Wees hard als het moetEen samenwerking moet wel iets opleveren. Zo niet, zoek dan de samenwerking met een andere organisatie. Voor Windesheim werkt open- en eerlijkheid het beste. Kunnen we een vraag niet beantwoorden? Stap naar Landstede. Of de Uni-versiteit Twente. Maar laat ons dat wel weten.

5 Gouden regels voor samenwerking4. In de kern is iedereen hetzelfdeDenk niet dat een andere organisatie een volstrekt andere wereld is. In het onderwijs bijvoorbeeld lopen veel mensen rond die vele jaren in het bedrijfsleven hebben gewerkt.

5. Gebruik de vertrouwde ingangBenader bij een organisatie de persoon die je al kent. Vraag desnoods om een doorverwijzing. Wat bij Windesheim ook werkt: bena-der één van de vier accountmanager die verantwoordelijk zijn voor het klantcontact of tik “zoekterm+windesheim” op LinkedIn in. Dat levert goede hits op.

De publieke opinie is ambivalent over samenwerking. Een netwerk is okay, maar noem het een kongsie en de mening draait als een blad aan de boom. ‘Een kongsie riekt naar stiekeme afspraken om een ander de pas af te snijden. Logisch dat mensen zo’n woord niet waarderen. Een ander aspect is schaalvergroting. Mensen vinden het vaak te groot worden. Wij streven naar balans. Krachtenbundeling is noodzakelijk om inkoopvoordeel te behalen. Ook bij productie is schaalgrootte interessant. Maar we moeten het organisatorisch zó inrichten dat we dichtbij de markt blijven staan. Dat mensen de menselijke maat herkennen. Daarom beleggen we verantwoordelijkheden ook zo laag mogelijk. Ook medewerkers moeten het gevoel houden dat ze in overzichtelijke units hun werk doen. We proberen dat nadeel van schaalgrootte op te heffen. Die kentering zie ik trouwens ook in het onderwijs.’

Iets anders. We lazen over robotonderzoek bij 550 bedrijven. Door anders voeren kan een bedrijf met 89 koeien én 1 goeie manager 42 duizend euro per jaar besparen. Is dat nou samen de crisis te lijf gaan? ‘Nee. Dat is van alle tijden, totaal crisisonafhankelijk. We zoeken continu naar concepten die onze klanten verder helpen.’

Gaat samenwerken makkelijker in tijden van crisis? ‘Dat zou niet moeten, maar het is wel zo. In crisissituaties zoek je partijen die kunnen helpen om de gevolgen van een crisis te door-staan. Zelf denk ik dat in een crissituatie focus op de kern belangrijk is. Juist dan moet je eigenlijk niet te veel doen wat afleidt.’

Samenwerking met de één betekent niet samenwerken met de ander. Hoe weegt u dat?‘Als wij fuseren, komen andere samenwerkingsverbanden onder druk te staan. We analyseren de effecten van zo’n beslissing goed.’

Welk belang weegt het zwaarst?‘Altijd het financiele voordeel voor onze leden. Verder kijken we nadrukkelijk naar de klik. Het is nooit een verstandshuwelijk. Het gaat altijd verder dan cijfers en ratio. We kijken naar onderling vertrouwen. Durven we het aan met elkaar?’

Page 9: NOOIT MEER ALLEEN

9

26% van de jongeren ziet zichzelf

als een intuïtieve netwerker. Zij zijn niet gericht op snel

resultaat, maar gaan relaties aan.

26% van de jongeren ziet

als een intuïtieve Zij zijn niet gericht op snel

resultaat, maar gaan relaties aan.

Ga op zoek naar een netwerker ten oosten van Utrecht en ontdek hoeveel lijntjes naar Jacco Vonhof lopen. De Zwolse directeur-eigenaar van schoonmaakbedrijf Novon heeft “buitenschoolse activiteiten” tot kunst verheven. ‘ Scoringsdrift is dodelijk.’

In elk verhaal over Jacco Vonhof komt dat busje met de ladders voorbij. Als gesjeesde student kocht Vonhof het busje om de kost te verdienen als schoonmaker. De teller in dat jongensboek staat nu op 1.100 medewerkers en een omzet van bijna 15 miljoen euro. In de tussentijd schopte Vonhof het tot voorzitter van VNO/NCW Midden, waardoor hij nu de spreekbuis is voor 30 duizend ondernemers in Midden-Nederland. En dan zijn er nog tig nevenactiviteiten, waaronder een verbintenis met Windesheim.

Als WinWin hem opzoekt heeft Jacco nét een avond plaatjes staan draaien in Hedon. Op verzoek van sponsor Bang & Olufsen schonk de poptempel het podium op drie vrijdagen aan een bestuurder, een ondernemer en een sporter. Jacco trakteerde zijn publiek op Nederlandse kwaliteitspop. Liever had hij classic rock gedraaid, maar de burgemeester was hem voor met een Eagles-coverband. Op zijn beurt kon Vonhof wel mooi Speelman & Speelman presenteren. Het schetst zijn positie. Wie hét uithangbord van ondernemend Zwolle zoekt, vindt hem. Vonhof noemt zichzelf een “intuïtieve netwerker”. Daarom een interview in intuïtieve soundbites.

De intuïtieve netwerker: Jacco Vonhof

‘Mijn visitekaartjes heb ik verbrand’

Vonhof en WindesheimJacco Vonhof is één van de twintig entrepreneurs-in-

residence op Windesheim. Onder die geuzennaam werkt

Vonhof vier uur per week bij de kennisinstelling. Vonhof

geeft hoorcolleges, houdt spreekuren en begeleidt studen-

ten 1-op-1. Ook schuift hij aan in klankbordsessies met

docenten en vakgroepen.

jongeren ziet

Jacco Vonhoff(Novon)

‘Best apart dat iedereen bij mij uitkomt als men een typische ondernemer zoekt. Dat plakt aan mij. Maar ik vind het leuk. Niets menselijks is mij vreemd: ik ben ijdel. Ik klim met plezier op een podium om mijn mening te verkondigen.’

‘Netwerken is niets meer en niets minder dan contacten opdoen en de rest overlaten aan het toeval. Ik koester vooraf géén verwachting over resultaten.’

‘Ik ben agnost. Ik weet het niet zo goed. En geloof niet in esoterische yin yang-dingen. Maar ik weet wel dat als ik ergens energie in steek, er ergens in de tijd en ruimte aan de achterkant een deur openvliegt. Wanneer? Hoe? Geen idee! Dit is volstrekt niet aantoonbaar. Maar het werkt.’

‘Ik netwerk nooit met het doel om opdrachten binnen te slepen. Toch groeit Novon elk jaar met 20 procent.’

‘Ik doe veel voor niks, maar nooit iets voor niets. Dat is een groot verschil.’

‘Toen ik jong was, dacht ik bij netwerken aan reciprociteit. “Voor wat hoort wat.” Nu ik ouder ben, snap ik dat het zo niet werkt.’

‘Ik ga niet netwerken om een dag later contractjes onder de deur door te schuiven. Ik heb ook al mijn visitekaartjes verbrand.’

‘Elbert-Jan Hesse is mijn directeur. Een fantastisch mensenmens, ruimt alles achter mij op. Met hem voer ik mijn functionerings-gesprekken. De vraag is altijd of het goed gaat met Novon dankzij mij of ondanks mij. Ik weet één ding zeker: als ik buiten ben, gaat het beter dan wanneer ik binnen ben.’

‘Het voorzitterschap van VNO/NCW kost me twintig uur in de week. Of ik die tijd heb? Natuurlijk. Gebrek aan tijd bestaat niet. Gebrek aan prioriteit wel.’

‘Ik doe niet aan strategische allianties. Ook niet om mee te doen aan grote aanbestedingen. Waarom zou ik een alliantie optuigen om de concurrentie aan te gaan met bedrijven die zijn zoals ik niet wil wezen?’

‘Strategie? Ik heb er niets mee. De beste strategie bepaal je pas als je er bent. De ene keer lukt het, de andere keer niet. Een stip op de horizon is mooi, maar onderweg vergaan er veel schepen.’

‘Een relatie kan een klant worden. Maar klanten kunnen stoppen klant te zijn. Omdat we niet goed poetsen, omdat het geld op is, omdat een concurrent een beter aanbod deed. Een relatie stopt echter nooit. Relaties zijn waardevoller dan klanten.’

LEES VERDER OP

PAGINA 10

Page 10: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 201310

Het theater is van iedereen. Dus zoekt Gijsje van Honk verbinding. De theaterdirecteur van Odeon/De Spiegel kleurt de stad. ‘We zien onze theaters als een stadsfoyer waar partijen elkaar ontmoeten en het delen begint.’

Want ze houden niet van hollenNiet van grappen en van grollenNergens anders dan in Zwolle gaan ze zo vroeg plat

‘Als Van Kooten & De Bie nóg eens een liedje schrijven over een uitgeblust provinciestadje, kunnen ze nu niet meer met Zwolle op de proppen komen.’ Daarvoor is Van Honk medeverantwoordelijk. ‘Maar ik heb dat niet alleen bereikt’, haast ze te zeggen. ‘Ik geloof in verbinding. Niemand bereikt iets in zijn of haar eentje.’

De theaterdirecteur bundelt krachten. Zo heeft ze in acht jaar tijd het culturele leven in Zwolle een boost gegeven. Toen het klassieke stadstheater Odeon (1839) een grote broer kreeg, De Spiegel (2006), ging het los en de belangstelling groeit nog steeds. ‘Een beetje’, zegt Van Honk bescheiden. Vorig jaar kwamen er drieduizend mensen meer. ‘Toch mooi voor een recessiejaar.’ Ondertussen neemt de verhuur van zalen aan commerciële organisaties toe. Spiegel voorhoudenMaar commercie en theater, was dat geen water en vuur? Van Honk kent de dogma’s van haar generatie (in het revolutionaire jaar 1968 was ze zestien), maar moet er niets van hebben. ‘Autonomie

is voor een kunstenaar belangrijk, maar ik ben een manager. Ik moet een tent draaiende houden.’ Nee, ze ziet er geen probleem in dat een cabaretier in haar theater een fel betoog afsteekt te-gen de bankensector, terwijl het publiek applaudisseert vanuit de I NG-lounge. ‘Een slimme koning gedoogt een nar aan het hof. En kijk naar onze naam, De Spiegel. Hier krijg je ‘m voorgehouden.’

Van Honk bekijkt samenwerking pragmatisch. Haar schrikbeeld: ‘een theater dat slechts een culturele elite trekt’. Haar droom: ‘Een stad, nee een hele regio, waar een rijk cultureel leven zorgt voor een goed vestigingsklimaat en een prettige atmosfeer’. Haar theaters ziet ze als katalysator. ‘Er zijn zoveel partijen bereid om cultuur in stand te houden. Niemand wil wonen in een dode stad.’ In haar visie bestiert Van Honk ‘een stadsfoyer waar partijen elkaar ontmoeten en het delen begint’. Dat het lukt om anderen op sleeptouw te nemen is zichtbaar op Het Noordereiland rond De Spiegel dat langzaam transformeert van een wat haveloze appendix tot een hotspot met hippe boetiekjes en aansprekende horeca. Het theater kijkt intussen alweer verder.

Van Honk ging een samenwerkingsverbanden aan met organisaties en theaters in de regio. Odeon/De Spiegel leent technici uit, verkoopt kaartjes voor derden, helpt bij de pr en visie-ontwikkeling. Van Honk: ‘Of ik zo mijn eigen concurrentie in stand houd? Nee, dat zie ik totaal anders. Je moet het grote geheel durven zien. We willen de culturele relevantie van de regio versterken.’

Vrijzinnige verbinder: Gijsje van Honk

‘Hier begint het delen’

5%van de jongeren

is, net als Van Honk,

een vrijzinnige

verbinder.

Gijsje van HonkGijsje van Honk heeft Brabantse wortels. Ze is geboren in

Roosendaal en groeide op in Eindhoven. Ze is al sinds 1972

actief in de theaterwereld. Eerst als organisator en later

als directeur in Eindhoven, Tilburg, Veldhoven en Weert.

Sinds 1 augustus 2005 is ze directeur van Odeon De Spiegel

Theaters. Ze bekleedt tal van culturele nevenfuncties en

zoekt altijd en overal de samenwerking op.

Culturele magneetOdeon/De Spiegel en “huurder” Filmtheater Fraterhuis zijn een

belangrijke culturele trekpleister voor Zwolle. De theatervoorstellingen

trekken 130.000 betalende bezoekers per seizoen. Daar bovenop

komen 80.000 bezoekers voor recepties, congressen, symposia en

amateurvoorstellingen. Het populaire filmhuis trek bovendien nog eens

60.000 filmliefhebbers op jaarbasis.

Gijsje van Honk(Odeon/

De Spiegel)

Page 11: NOOIT MEER ALLEEN

11

‘De bouw wil af van vechtcultuur’Samenwerking omdat het niet anders kan. Volgens Marcel Westerhof valt in de bouwwereld een wereld te winnen. De Windesheim-expert op het gebied van Bouwkunde, Bouwmanagement en Projectontwikkeling pleit voor een cultuuromslag.

Samenwerking in de bouw? Is het daar niet “ieder voor zich en God voor ons allen”?

‘Het water staat veel bouwbedrijven aan de lippen. Zelfs in een licht herstellende markt vallen de komende jaren bouw-bedrijven om. Daardoor groeit óók het besef dat een cultuur-omslag nodig is. De bouw wil van een vechtcultuur groeien naar een samenwerkingscultuur. Moeilijk, want het is een survival of the fittest en de bouwnijverheid is traditioneel, hiërarchisch en gesloten. Maar het kan niet anders.’

Kun je samenwerken als je op leven en dood concurreert om schaarse opdrachten?

‘Ga op de oude voet door en je redt het niet. Op Windesheim besteden we veel aandacht aan “Het Nieuwe Bouwen”. Onder veel subthema’s ligt een cultuurverandering. Faalkosten ver-mijden is zo’n onderwerp dat niet zonder samenwerking kan. Denk aan een badkamer. Als de timmerman de profielen niet in het lood zet en iedereen die daarna komt, zijn eigen ding doet, dan eindig je met een schots en scheve boel waarvoor de klant niet wil betalen. Werk samen, spreek elkaar aan en vermijd onnodige kosten. Een klein voorbeeld, maar in het groot is het niet anders.’

Een samenwerkingscultuur in de bouw: is dat niet besmet geraakt door de bouwfraude?

‘Er is lering getrokken uit het verleden. Er gelden duidelijke spelregels. De geslotenheid moet eraf. De bouwwereld wil open en transparant worden. Het moment is nu.’

Voor managers in de bouw organiseert Marcel Westerhof samen met FirmXperts diverse masterclasses op Windesheim over de vraag hoe de bouwbranche gezamenlijk de faalkosten kan verlagen.

LijntjesHet onderwijs heeft de theaters gevonden. Naar Deltion, Landstede, Artez, Cibap lopen talrijke lijntjes. Maar ook met minder logische partners zijn banden versterkt. Een voorbeeld: met hulp van woningcorporaties en bedrijven kwamen grote groepen uit de sociale sector naar het theater. ‘Na die actie doken zevenduizend nieuwe adressen op in onze bestanden op van mensen die daarvoor nooit in het theater kwamen.’ Dit jaar komen veel lijntjes samen in Odeon. Als het vernieuwde Museum De Fundatie de deuren opent op 1 juni ligt rond de Blijmarkt ‘een culturele vlek’ met een enorme potentie. Het plan is om daar volop krachten te bundelen. Haar verbindende visie heeft ze laten drukken op placemats, waardoor haar theatermedewerkers lunchen boven haar organisatorische mindmap. Voor technicus Johan werkte dat aanstekelijk. Trots toont Van Honk een flyer met een kreet die hij bedacht. 100% Cultuurzaam, staat er. Bevlogen schetst Van Honk het belang. ‘In een cultuurrijke omgeving kruipen mensen uit hun schulp. Hoe meer de zon schijnt, hoe meer je naar buiten gaat.’

En in Zwolle schijnt de zon. Er is vakkundig afgerekend met Zwolle zonder dolle. Van Honk: ‘Ik heb in veel steden gewerkt, maar zoals hier heb ik het nooit eerder meegemaakt. Hier heerst een collectieve lust om van Zwolle de leukste stad van Nederland te maken.’

1.

2.

3.

Andere generatie CEO’s? Op de vraag: ‘Wat zou je doen als jij CEO van een organisatie bent?’ antwoordden Google-jongeren:

• ik richt mij vooral op samenwerking met andere organisaties

• ik zoek vooral de samenwerking met een hogere onderwijsinstelling

• ik laat financiëel voordeel altijd het zwaarste wegen bij samenwerking

JA 58%

JA 73%

JA 10%

NEE 42%

NEE 27%

NEE 90%

Page 12: NOOIT MEER ALLEEN

NR.4 MEI 2013WinWin12

Derbystar voetbal

Afnemer: FIFA Leverancier: onbekend Ingekocht: 960 stuks

Page 13: NOOIT MEER ALLEEN

13

TotaalinkoopDOOR: STEFAN KLEIN KOERKAMP BEELD: JURGEN HUISKES EN

HOLLANDSE HOOGTE

Ook de keeper kan scoren, dat is volgens

Frank Steller de essentie van Rinus Michels’

Totaalvoetbal dat op het WK van 1974 de

voetbalwereld op de kop zette. Bij zijn

aanstelling als directeur Inkoop van de

Nederlandse Spoorwegen in 2005 gaf Frank

hier een eigen draai aan; in zijn Totaalinkoop

zijn inkopers naast inkoop specialisten ook

alleskunners, die tijdens het hele inkooptraject

meedenken met de business managers

én de leveranciers. Senior onderzoeker en

promovendus Supply Chain Management van

Windesheim, Bert van der Stouwe, praat met

hem over het verschil tussen uitvoeren en

samenwerken.samenwerken.

LEES VERDER OP

PAGINA 14

Page 14: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 201314

klasse wilt zijn als dienstverlener, moeten de schoonmakers en de beveiligers dat ook zijn. Zij staan namelijk in contact met onze klanten.’ Bert: ‘Dan ga je dus terug redeneren vanuit je eigen visie. Niet een schoonmaakbedrijf uitzoeken en daar vervolgens afspra-ken mee maken over kaders en kwaliteitseisen, maar kaders en kwaliteitseisen stellen en daar een bedrijf bij zoeken. Hebben jullie dat punt al bereikt?’ Frank: ‘Dat is lopend proces, er is geen eindpunt. Soms lukt het, soms niet. En wereldklasse, dan vragen we nogal wat. Een goed voorbeeld wat ik gebruikt heb om dit verhaal aan de man te brengen: ik vroeg de mensen wie er kon zwemmen. Alle handen de lucht in. Fietsen? Weer alle handen. Hardlopen? Zelfde verhaal. En wie heeft er wel eens een triatlon gelopen? Toen werd het stil. En dat zoeken wij: triatleten, van Olympisch niveau ook nog eens.’ Bert: ‘Hoeveel leveranciers hebben jullie?’

Frank: ‘Rond de zesduizend.’

Bert: ‘En dan heb je ook nog incidentele inkoop. Krijg je die allemaal op Olympisch niveau?’

Frank: ‘Nee, zo ver zijn we nog niet. Choose your battles. We kijken waar de kansen liggen en die proberen we te pakken. Als er geen treinen rijden, moeten er bussen klaar staan. Dat kunnen we ad hoc regelen. Dan gaat het belevingscijfer van een reiziger in die vertraging van een drie naar een vier. Maar er zijn ook kansen om een acht te scoren. Dus gaan wij al eerder nadenken waar de bus, de chauffeur en de hele dienstverlening er om heen aan moet voldoen om dat te realiseren. Dan zoeken we rustig uit welke busmaatschappij daaraan kan voldoen. Of nog mooier: welke maatschappij meedenkt, assertief durft te zijn en met eigenzinnige oplossingen op de proppen komt.’

Bert: ‘Dan hebben je inkopers dus een enorm netwerk. Intern met alle businessmanagers, extern met alle leveranciers. Grijpt dat netwerk ook verder? Hebben jullie de leveranciers van de leveranciers in beeld? En de concurrenten? Dan kun je gericht shoppen.’

Frank: ‘In de meeste gevallen wel. Onze vraag is meestal zo groot, dat die netwerken vanzelf gecreëerd worden. Met onze vraag beïnvloeden wij de markt. Neem de schoonmaak. Wij wil-len schone treinen en stations, elke moment van de dag en elke dag van de week. Of nee: wij willen dat onze klanten vinden dat onze treinen en stations schoon zijn.’

Bert: ‘Wat is het verschil?’

Frank: ‘Wij zijn geen experts op het gebied van schoonmaken. De leveranciers wel. Wij leggen die vraag bij hen neer: wat versta jij daaronder en hoe denk je dat te realiseren? Dat geven we vervolgens de tijd.’

Bert: ‘Je houdt wel de regie, neem ik aan.’

Frank: ‘In iedere fase van een aanbesteding ziet dat er anders uit. Tijdens de marktconsultatie bijvoorbeeld: wil je komen kijken

Bert: ‘De traditionele inkoop is een losse transactie. Daarna kwam de keten waarin de inkoper als een intermediair fungeert. Hij vertaalt de wensen van de business manager die een product of dienst zoekt naar eisen voor de leverancier en zijn toeleveran-ciers. Jij werkt anders. Waarom?’ Frank: ‘Inkopers zijn specialisten op hun vak. Wat ik wil is dat zij uit die rol komen, dat ze meevoelen met business managers. Dat ze voldoende van de business en de strategie van de hele onderneming begrijpen. En dat ze een gevoel hebben bij de behoefte van de business managers. Dat betekent niet dat ze de materiedeskundige zijn, die zit in de business. Ze moeten vanaf het begin van bijvoorbeeld een aanbesteding aanschuiven en dan, juist vanuit hun distantie, gekke vragen stellen.’ Bert: ‘Maar de business is leading.’ Frank: ‘Bingo. Selectie, gunning; het is een dynamisch spel. Dat vraagt om spelers die makkelijk inzetbaar zijn, die van rol kunnen wisselen. Vandaar de term Totaalinkoop: de rechtsback kan een voorzet geven en de keeper kan scoren. Als de inkoper de stati-sche specialist blijft, opererend vanuit zijn eigen kantoortje, is de kans groot dat hij gepasseerd wordt door zowel leveranciers als business managers. Die zoeken elkaar dan rechtstreeks op.’

Frank Steller

Is sinds 2005 directeur Concern-

inkoop bij NS. Was daarvoor bij

NS, Deutsche Post, Exel Logistics,

Brocacef en KLM verantwoordelijk

voor een business unit. Studeerde

Natuurkunde en Bedrijfskunde aan

Universiteit Twente en Dortmund.

Bert van der Stouwe

Senior onderzoeker en docent

Supply Chain Management aan

Windesheim sinds 2002. Daarvoor

commerciële managementfuncties

bij Het Nederlands Inkoopcentrum

(NIC) en de Ahrend Groep. Studeerde

Bedrijfswetenschappen. Is nu bezig

met een promotieonderzoek over

het gebruik van het inkoop -

instrumentarium voor besluitvorming

binnen de inkoopfunctie.

Bert: ‘En jij wilt juist dat de inkoper de regisseur van het spel is. Dat ze een partner zijn in het zoeken naar de beste leverancier, geen uitvoerder van die zoektocht. Dat vraagt een enorme gedrags verandering. Hoe krijg je dat voor elkaar?’ Frank: ‘Het sluit aan bij de strategie die we sinds 2007 bij NS hebben gekozen. Toen die ingevoerd werd vroeg de directie aan mij: wat gaat inkoop bijdragen? Nee, was mijn countervraag, wat gaan leveranciers bijdragen en hoe gaat inkoop helpen dat te bewerkstelligen? Inkopers moeten de strategie kunnen dromen en daarop doorvragen bij de leveranciers. Want als je wereld-

Page 15: NOOIT MEER ALLEEN

15

op het station? Een rondleiding? Kom maar langs. Zorg maar dat je voeling met het bedrijf krijgt, dat je een compleet beeld van de opdracht krijgt. En kom dan eens terug met een voorstel. Zo ontstaan soms interessante combinaties, die elkaar ook toetsen en sturen.’

Bert: ‘Dat doen zij al?’

Frank: ‘Ja. Wij zetten ze aan het denken. Nederig, maar doel-bewust. Door de juiste vraag te stellen en daar dan vervolgens samen doelstellingen aan te verbinden. Zodat ons doel ook het doel van de leverancier is en onze visie gedeeld wordt.’

Bert: ‘Maar je hebt ze toch die alleen op de marge inzetten?’

Frank: ‘Natuurlijk. Dat kan ook, als je het maar weet van elkaar. En er zijn ook momenten dat we wel taakgericht sturen

op samenwerkingen tussen leveranciers. Bij NedTrain, de onderhoudstak, hebben wij leveranciers in logische groepen laten zoeken naar verbeteringen. Het resultaat: het airco kanaal is nu tevens kabelgoot. Dat scheelt enorm in kilo’s bij zo’n trein. Die mensen zet je bij elkaar omdat je je netwerk kent. En omdat een inkoper weet wat er voor de business wordt gevraagd. Dan ga je nadenken en komen zulke ideeën naar boven.’

Bert: ‘Dan ben je dus bezig met het doorontwikkelen van je leveranciers.’

Frank: ‘En van onze dienstverlening. En van onze eigen mensen. De doorstroom is bij ons enorm hoog. Want die inkopers, die zowel voor- als achterin uit de voeten kunnen en ook regelmatig hun doelpunt meepakken, zijn juist vanwege die veelzijdigheid gewilde mensen binnen NS.’

In totaal rijden er

2946 NS-treinstellen rond

In 2012 boekte NS

264 miljoen euro winst

Facts + figures 2012:

de NS in cijfers

Bij Concerninkoop werken

50 mensen

1 7, 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Het aantal reizigerskilometers groeide in 2012:

NS steeg in 2012 van de

41e naar de 20e positie op de ranglijst van meest populaire

werkgevers van Intermediair.

56,4% van de klanten

beoordeelde de reinheid van treinen en stations

met een 7 of hoger

94,2% van de treinen

reed op tijd

NS heeft ongeveer

6000 leveranciers.

Page 16: NOOIT MEER ALLEEN

16 NR.4 MEI 2013WinWin16DOOR: BART DE HAAN BEELD: FOTOPARTNERS,

SHUTTERSTOCK

‘ Gewoon beginnen, dat is het beste’

Page 17: NOOIT MEER ALLEEN

17

10:30 AM KOFFIERONDJE +

Het klinkt zo simpel. Zet tablets, internet en andere slimmigheden in om zorg dichtbij

en betaalbaar te houden. Tegelijk blijkt het moeilijk om tot een baanbrekende innovatie

te komen. Samenwerking is de sleutel, concluderen Marike Hettinga, Daan Dohmen en

Harry Nienhuis. Drie gedreven zorgexperts gaan met elkaar in debat.

STELLING 1: Er is te veel versnippering rond e-Health

Daan Dohmen: ‘Nee, dat vind ik niet. Natuurlijk, er zijn veel kleine projectjes. Maar wat is daar mis mee? Versnippering kan zorgen voor versnelling. Als we éérst jaren gaan praten, wachten op brede consensus, gebeurt er niks. Klein beginnen leidt vaak sneller tot resultaat.’

Marike Hettinga: ‘Het is wel jammer dat zulke kleine initiatieven vaak onvoldoende massa hebben om door te breken.’

Daan: ‘Kun je een voorbeeld geven?’

Marike: ‘Ik ontmoet veel mkb’ers die denken het ei van Columbus gevonden te hebben, maar onvoldoende kennis of financiële dekking hebben om het te laten doorbreken. Zulke initiatieven verzanden. De mkb’er gaat failliet en de opgedane kennis sijpelt weg. Overigens vind ik ook dat je weinig hebt aan top-down initiatieven, waarin we alleen praten over grootse plannen, maar waar niks uitrolt. Bottom up, dat werkt. En dan zoveel samenwerken dat je een kansrijk klein project opschaalt.’

Daan: ‘Ik snap wat je zegt. Aan de andere kant word ik wel eens moe van knuffelondernemers. Niet elk initiatief van elke ondernemer hoeft een succes te worden. We hebben marktwerking. Bovendien hoort bij innovatie ook dat dingen niet lukken. Wel zonde is dat kennis verloren gaat doordat risicovolle maar interessante projecten stranden.’

Harry Nienhuis: ‘Tien jaar geleden riepen we al dat er te veel versnippering was, maar dat verandert. Binnen organisaties worden projecten groter. Ik zie vooral versnippering in de zorg zelf. De ketens sluiten niet goed aan, de systemen al evenmin.’

Marike: ‘Dus dan moet je samenwerken. Als er een snippertje is, dan moet je binnen de keten samenwerking zoeken om zo’n initiatief een stap verder te krijgen.’

Harry: ‘Dan krijg je een bekende discussie. Moet je binnen een hele keten één systeem gebruiken of moeten verscheidene systemen door standaardisatie beter op elkaar aansluiten?’

Daan: ‘Wij zien in regio’s schaalgrootte ontstaan. Een heel mooi voorbeeld is de Achterhoek waar 1.500 cliënten op af-stand worden geholpen. Ziekenhuizen haken nu ook spontaan aan. Die zien een nieuw soort begeleiding van patiënten die

DRIEGESPREK IN DRIEBERGEN

Over samenwerking en zorginnovaties

Page 18: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 201318

ook bij hen de deur platlopen. Met oersimpele applicaties. Vaak staan echter klassieke financieringsschotten in de weg. De financiering in ziekenhuizen verloopt nu nog zo anders dan in de AWBZ.’

Marike: ‘Als je kijkt naar samenwerking, welke partijen vind jij dan het belangrijkst?’

Daan: ‘De driehoek patiënt/zorgverlener/zorgverzekeraar moet samen heldere doelen stellen. Wat willen wij nou? Maak een vertrekpunt. Wat moet veranderen? Daarna pakt iedereen een eigen rol. Want of je er achter staat of niet, in de zorg is anno 2013 sprake van een zekere marktwerking. Zorgorganisaties knokken om cliënten en contracten met hun verzekeraars. Zorgverzekeraars willen in toenemende mate zien dat organisaties werken aan kwaliteitsverbetering, kosteneffectiviteit, noem maar op. Overigens kan de uitkomst van zo’n visie ook zijn: we doen niks met e-Health. Ik was pas bij een zorginstelling. Die doen bewust niet mee. Zij zien niets in eHealth, maar innoveren wel. Door bijvoorbeeld een zwembad in het verpleeghuis te bouwen en ook de buurt uit te nodigen. Dat is óók innovatie. Het hoeft niet altijd technisch.’

Harry: ‘Eens! Wel een kanttekening: in de praktijk lukt het prima om hogere doelen te stellen. “We streven naar zo veel mogelijk gezondheid voor de bevolking in deze regio.” Dat vindt iedereen goed. Maar als je verder indaalt, steken oude verschillen de kop op. Dan brengt iedereen het eigen bedrijfs belang naar voren. De thuiszorgorganisatie promoot eigen leefstijl-programma’s. De tweede lijn heeft een idee om poliklinieken te outsourcen en wil aan preventie doen. Iedereen screenen op hartklachten die niet toch

al bij de cardioloog is geweest en zo. Op zulke momenten verzandt het en begint iedereen te roepen om regie. Dan gaat iedereen om zich heen kijken en gebeurt er niks.’

Marike: ‘Precies!’

Harry: ‘En om toch wat te doen, gaan we één concreet, klein projectje doen.’

Marike: ‘Ik herken dat. Ik heb veel samenwerkingsverbanden in abstractie horen praten. “We willen dat ouderen langer zelfstandig thuis wonen”, klinkt het dan. Daarover wordt dan maandenlang gepraat zonder dat er iets van de grond komt. Ja, één voorbeeldprojectje. Ergens moet de zorg een gulden middenweg vinden. Een gezamenlijke visie ontwikkelen, maar dan ook ècht aan de slag gaan.’

Harry: ‘Ik zou wel eens willen kijken hoe je in één regio meer samenwerking be-reikt? Hoe je regie pakt? Hoe je samen dat werkbaar gezamenlijk doel formuleert?’

Daan: ‘Maar dat is wel het probleem van het kip en het ei. Is de kip: eerst praten en dan pas wat doen. Of is de kip dat iemand opstaat en begint, zoals Sensire in de Achterhoek, overigens met steun van het zorgkantoor van Menzis, en dat daarna iedereen aanhaakt. Zwaan-kleef-aan en onderzoeken wat het effect is. Vandaar dat wij ook samenwerken met, onder andere, Windesheim.’

Marike: ‘Die laatste optie, zwaan-kleef-aan, straalt daadkracht uit. We gaan het doen en wie mee wil doen, is welkom. Mits je een gezamenlijke visie deelt.’

Harry: ‘Op veel plekken wordt veel gepraat zonder dat een partij de boel oppakt.

Aantal nieuwe

samenwerkingen in de

zorg is in 2012

verdubbeld tot 179.

Page 19: NOOIT MEER ALLEEN

19

Gewoon beginnen, dat is het beste. Laat de partijen die wel bruisen van energie een innovatie ontwikkelen en laat die er voor open staan om later anderen toe te laten.’

Daan: ‘Dat is een cruciale voorwaarde; anderen toelaten en bereid zijn om te delen.’

STELLING 2: Draagvlak bij zorgprofessionals is cruciaal

In koor: ‘Ja!’

Harry: ‘Dit wordt voor het magazine niet de leukste stelling.’

Daan: ‘De sleutel ligt bij de professional in zijn of haar relatie met zijn eigen patiënt of cliënt. Recente succesvolle praktijkvoorbeelden bewijzen dat. ZZG Zorggroep in Nijmegen, Vierstroom in Gouda, Evean in Noord-Holland, Buurtzorg van Jos de Blok. Een innovatie moeten we éérst laten beoordelen door de werkvloer: voegt dit echt wat toe?’

Harry: ‘Je noemt een aantal care-organisaties. Voor mij wordt het echt interessant als een ziekenhuis in een regio aanhaakt bij zo’n innovatie.’

Daan: ‘Dan heb je drie dingen nodig. Een zorg-verzekeraar die een ontwikkeling ondersteunt en die bereid is mee te denken waar het naar toe gaat. Vervolgens heb je professionals en ondernemers nodig. Die proberen het leven van de patiënt te verbeteren met innovaties en moeten het nut daarvan aantonen. Dan komt onderzoek in beeld. Dat hoeft geen randomized controlled trial van drie of vier jaar te zijn, maar wel gefundeerd onderzoek naar effecten.’

Marike: ‘Met zulk onderzoek zijn we bezig binnen Windesheim. We hebben een project dat “ succesvol ondernemen in e-Health” heet. Daar doen 25 partijen aan mee, waaronder 13 mkb’ers. Die hebben een heldere vraag op tafel gelegd. Hoe toon ik aan dat mijn innovatie werkt? Zo’n randomized controlled trial is vaak onhaalbaar. Tegen de tijd dat de resultaten bekend zijn, is de ondernemer failliet. Maar hoe moet het dan? Welk bewijs is gevraagd? Dat is afhankelijk van de partij die je moet overtuigen. Dat kan een zorgverzekeraar zijn of een zorgaanbieder. Voor de één maak je een kosten-batenanalyse en voor de ander een klinische effectmeting..’

Harry: ‘ZonMw (red: de organisatie voor gezond-heidsonderzoek en zorginnovatie in Nederland) heeft een toolbox om zulke ervaring te richten. Het doel: geen geld steken in zinloos onderzoek, maar alleen in onderzoek dat écht bijdraagt aan de implementatie van e-Health.’

Marike: ‘Mag ik nog even terug naar het draag-vlak? Er wordt vaak gesproken over substitutie: e-Health moet andere zorgvormen vervangen zodat de kosten niet omhoog gaan. Voor de zorg-professional voelt dat vaak anders: “We hadden altijd spreekuur, dat wordt nu vervangen door webcontact, maar voer ik dan nog wel hetzelfde soort gesprek?” Die vraag moeten we serieus nemen, onderzoeken wat de innovatie precies betekent voor de inhoud van de zorg.’

Daan: ‘De zorg is nu nog georganiseerd als een lopende band. Als jij ziek wordt, ga je door dezelfde molen als jouw buurman die dezelfde kwaal krijgt. Terwijl jullie behoeftes heel anders zijn. De één wil veel zelf oplossen, een ander verwacht meer hulp. Met technologie kun je maatwerk leveren onder de efficiency nadelig te beïnvloeden. Als jij niet vijf keer per dag een verpleegkundige aan je bed wilt om je medicatie te geven, dan kan dat. Als jij niet

elke keer naar het ziekenhuis wilt kachelen om jouw hartfunctie te meten, dan kan dat. Maar heb je dat juist wel nodig, dan moet dat mogelijk zijn. Van lopende band naar maatpak.’

Harry: ‘He-le-maal mee eens! En als het thema toch samenwerking is, ga dan ook samenwerken met de patiënt. De gelijkwaardige behandelrelatie wordt maar zelden zo ervaren. Dokters roepen: daarvoor ben ik verantwoordelijk. Maar een patiënt heeft ook verantwoordelijkheid. Die wederkerig-heid moet er veel meer in komen.’

Daan: ‘Wat Marike zei, dat klopt. Je kunt niet met een innovatie een zorginspanning 1-op-1 vervangen. Je moet juist het verschil benadrukken. Daar zit ook de kracht’

Harry: ‘Nieuw voor oud is zo’n kreet die je bij zorgverzekeraars hoort. Daar zit het inzicht achter dat de zorg er het afgelopen decennium steeds meer bij pakte. Het was stapelen. Maar natuurlijk moet je niet alleen de “oude zorg digitaliseren”. Je moet het anders doen. ‘

Daan: ‘Het is geen oude wijn in nieuwe zakken. Het is nieuwe wijn.’

Marike: ‘Het mooie is dat we het op de werkvloer niet meer hoeven te hebben over vaardigheden. Vroeger hoorde ik nog wel eens: “kom daar bij een wijkverpleegkundige niet mee aan, want die heeft al moeite met de bediening van een mobiele telefoon”. Die tijd hebben we bijna gehad. Wel ontmoet ik drempelvrees. Wat betekent die innovatie voor de inhoud van mijn zorginterventies en het proces?’.

LEES VERDER OP

PAGINA 20

Page 20: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 20132020

Harry: ‘Dat kan ik me voorstellen. Je werkt al jaren op een vertrouwde manier en dan komt er een innovatie die van jou vraagt om totaal anders te gaan werken. Veranderen van directief naar coachend, de patiënt meer verantwoordelijkheid geven. De twijfel snap ik. Stel er gaat wat fout? Ben ik dan aansprakelijk?’

Marike: ‘Daarom is experimenteren zo belangrijk. Zorgprofessionals kunnen dan zelf ervaren wat de innovatie betekent voor de zorg die ze verlenen.’

Daan: ‘Mooie brug. Ik ben na mijn proefschrift gestart met FutureLab voor de zorg, een netwerk waar we met jonge, ambitieuze academici en wetenschappers kennis delen en bekijken of mooie ideeën ook echt wetenschappelijk aantoonbaar werken.

Marike: ‘Waar je aan de slag gaat met concrete vernieuwingen?’ Daan: ‘Ja, we proberen zo vroeg mogelijk dingen uit met zorgverleners en patiënten. Kleinschalig. Laat tien verpleegkundigen iets nieuws uitproberen en reageren en dan weet je vrij aardig of je überhaubt op de goede weg zit.’

Harry: ‘Goed zeg. Dus FutureLab concentreert zich op kleine innovaties, waarbij het netwerk randvoorwaarden levert waarvan al die “kleintjes” profiteren?’

Daan: ‘Precies. En we eisen dat jonge, ambitieuze wetenschappers hun kennis delen. Marike, zeg nou zelf, hoe vaak eindigen prachtige afstudeer onderzoeken niet in een diepe la? Terwijl er waanzinnige kennis in zit. Die verslagen, van studenten die ten minste een 8 scoren, willen we vormgeven en gratis versprei-den. Daar komen vervolgens de proeftuinen bij, bijvoorbeeld in de Health Valley. Ons bedrijf heeft inmiddels zo’n 130 klanten, overwegend thuiszorgorganisaties, die er voor open staan om ervaringen te gebruiken voor onderzoek. Die schaal-grootte hebben we. Universiteit Twente, de Radboud Universiteit, de Hogeschool Arnhem-Nijmegen en Windesheim doen mee. Met studenten uit allerlei disciplines. Waanzinnig interessant.’

STELLING 3: De samenleving heeft weinig trek in technologie die de af-stand tussen zorgaanbieder en zorgvrager vergroot.

Daan: ‘Nee. Ik sprak pas een 34-jarige jongen die sondevoeding kreeg. Die moest iedere week naar het Radboudziekenhuis voor controle. Dat vrat energie. Door de FaceTalk-applicatie hoeft dat niet meer en dat is voor hem een enorme uitkomst. Mensen die het ervaren zijn vaak positief. Zowel jong als oud.’

MARIKE HETTINGA is sinds 2008 lector ICT-innovaties in de Zorg aan Windesheim. Daarvoor werkte ze bij Novay, voorheen het Telematica Instituut. Ze doet al vijftien jaar praktijkgericht onderzoek op het snijvlak ICT en zorg en is gepromoveerd op het gebruik van videoconferencing. Recentelijk was Marike betrokken bij een enthousiast ontvangen onderzoeksproject naar digitale medicatie ondersteuning voor epilepsiepatiënten.

HARRY NIENHUIS is adviseur Participaties & Allianties bij Menzis. Hij is al jarenlang een belangrijke strateeg bij de zorgverzekeraar. Als voorzitter van e-Health Nu streeft hij er naar dat e-Health een integraal, vanzelf-sprekend onderdeel wordt van reguliere zorg in Nederland. Als veelgevraagd spreker kan hij bogen op een jarenlange ervaring die begon als fysiotherapeut en bedrijfsarts.

DAAN DOHMEN is CEO van Focus Cura Zorg innovatie. Met bijna honderd medewerkers en meer dan honderdduizend cliënten die zorginnovaties van Focus Cura gebruiken, geldt het bedrijf als marktleider op haar vakgebied. Toen Daan werkte als bejaardenverzorgende bloeide de passie voor de zorg op. Later studeerde hij Technische Bedrijfskunde in Twente, met Geneeskunde & Management én ICT als specialisatie. In zijn promotie-onderzoek aan de faculteit Gedragswetenschappen (‘De ‘e’ van e-Health’) pleit hij voor maximale betrokkenheid van zorgprofessionals en patiënten bij innovaties.

WIE IS WIE?

Page 21: NOOIT MEER ALLEEN

21

Harry: ‘Dat mensen onoverzichtelijk grote organisaties zat zijn, dat weten we. Frans Bromet heeft daar een film over gemaakt. Herman Wijffels zette het rond de kerst stevig op de kaart. Maar technologie individualiseert juist. Innovaties bren-gen zorg dichterbij. Dat moet je wel eerst ervaren. Mensen die het gemak niet zelf hebben ervaren, staan negatiever tegenover deze innovaties dan zorgvragers die de voordelen ondervonden.’

Daan: ‘Klopt. In een afstudeeronderzoek naar communicatie op afstand ontdekte Svenja Leferink van de UT dat 70% van de geënquêteerden die niet met beeld-communicatie hadden gewerkt, negatief waren over die innovatie. Dat beeld kantelde 180 graden bij mensen die wél met beeld communicatie hadden gewerkt. Van hen vond 75% het geweldig.’

Marike: ‘De afstand wordt door innovatie niet groter. De afstand wordt zo groot als de zorgvrager het zèlf wil en zo groot als nodig is. Het is met beeld-communicatie bijvoorbeeld eenvoudiger om contact te leggen op een moment dat de zorgvrager het zelf wenst. En met sensoren kun je op afstand monitoren wanneer acute zorg nodig is. Structureel ingeplande bezoekjes, zoals in de nachtdienst om te controleren of iemand nog in bed ligt, zijn dan niet meer nodig.’

Harry: ‘Dat is het nieuwe inzicht van marketeers. Vroeger overtuigden we mensen door ze helemaal suf te praten. Nu moet je het ervaren. Kijk naar de iPad. Toen dat ding in mijn huiskamer verscheen, moest mijn echtgenote er niets van hebben. Tot het moment dat ze hem een keertje oppakte. Sindsdien heb ik mijn tablet niet teruggekregen. Zo werkt het met ouderen ook. Leg een tablet neer en laat ze het proberen. Prachtig. Zo’n ding kan ook niet kapot. Ja, tenzij je hem als snijplank gebruikt.’

Daan: ‘Een mooi voorbeeld: in Doetinchem werd een oudere dame ’s ochtends onder de douche geholpen door de thuiszorg. Dat wilde mevrouw liever niet, maar ze was een keer gevallen, dus die hulp was wel nodig. Op een dag nam de verpleeghulp een iPad mee. Die zette ze op het badkamerkastje als camera. Zelf ging de hulp in de huiskamer zitten en keek mee op haar scherm. Een tijdje later ging ze een straat verderop zitten. Inmiddels staat mevrouw weer zelfstandig onder de douche.’

Harry (toont zijn telefoon): ‘Kijk, de afgelopen weken was dit de meest gedownloade, betaalde gezondheids-app in de iStore: “Moet ik naar de dok-

ter?” van de Huisartsenpost Apeldoorn. Mensen betalen 0,89 cent om zelf wat regie te houden. Het werkt. Al blijft vertrouwen een issue. Dat moet je niet bagatelliseren en daarom is de rol van de zorgprofessional bij de implementatie zo cruciaal.’

Daan: ‘Naast vertrouwen wordt aansprakelijk heid een thema. Daar zit huiver. Vijf jaar geleden maakten we wat mee… dat was bizar. Een welzijnsorganisatie maakte gebruik van een zogenaamd PAL4-systeem, best ouderwets, met grote knoppen en een touchscreen. Via dat systeem vonden twee oudere dames elkaar. De ene mevrouw zocht een hond voor de afleiding. De ander had een hond, maar kon die niet meer uitlaten. Wat gebeurde? De één ging het hondje van de ander uitlaten. Iedereen blij. Maar de mensen van welzijn buitelden over elkaar heen. Wat als de mevrouw tijdens het uitlaten van de hond onder de auto komt? Wie is er aansprakelijk? We moeten in zorg en welzijn leren los te laten, de regie terug te geven aan de mensen zelf.’

Harry: ‘Het is bijna Amerikaans. Net als de v erregende hond in de magnetron stoppen om hem te drogen en dan de fabrikant aanklagen omdat het niet in de handleiding stond.’

Harry: ‘Als we iets nieuws introduceren, willen wij ook altijd alle gebreken uit het verleden, lessons learned, verhelpen. Het meest flagrante voorbeeld: het Elektronisch Patiëntendossier. Jarenlang maakten we ons druk over de slachtoffers die zouden ontstaan door verkeerde gegevensoverdracht. Nou bedenken we een systeem en nu traineren dezelfde druktemakers vanwege privacy de introductie zodanig dat er nog jarenlang slachtoffers vallen. Dat snap ik niet. Begin nou maar. “Ja maar iedereen kan uw medisch dossier hacken.” Tja. Vroeger lagen die dossiers op de balie van het ziekenhuis. Die kon iedereen meegrissen.’

Marike: ‘Security is belangrijk, daaraan besteden we in ons onderzoek veel aandacht aan. Tegelijk zie ik angst is voor het onbekende. Tien, vijftien jaar geleden was een vraag in zorginstellingen: mogen we elkaar mails sturen over patiënten. Daarvoor stuurden zorgprofessionals die informatie per fax. Die apparaten stonden altijd op de gang. Iedereen kon die faxen zien. Maar toen e-mail kwam, ontstond er ineens een probleem. Maar ook dát draagvlak be-gint bij experimenten. Doe het! Voel hoe het werkt! Een positief verhaal van een collega, dát werkt. Een hoera-verhaal van een leverancier of een directeur veel minder. Alles staat of valt met eigen ervaring op doen.’

“ De afstand wordt door innovatie

niet groter, maar zo groot als de

zorgvrager zèlf wil.”

Page 22: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 201322 WinWin NR.4 MEI 201322

Nieuwe MKB-toepassingen voor thermoplastische composieten

WAT ONDERZOEKEN WE? De mogelijkhe-den van toepassing van thermoplastische composieten in hele diverse MKB-bedrijven, zoals een bedrijf in kinderrolstoelen. Het -nu nog- dure materiaal combineert hoge sterkte met een laag gewicht. Hoe kan voor elk MKB-bedrijf een hoogwaardig eindproduct worden gecreëerd, wat in serie gemaakt kan worden? En wat is voor de MKB-ers het economische omslagpunt?BELANGRIJK WANT: Op dit moment werken veel MKB-ers met thermohardende composie-ten. Dit levert unieke producten op die met veel handwerk worden gemaakt. In geval van grotere series laten ze de producten veelal in China maken. Voordeel van het werken met thermoplastische composieten is dat de MKB-ers nieuwe producten kunnen introduceren, met een kortdurende productiecyclus en een auto-matiseerbaar productieproces. Hierdoor kunnen ze zelf grotere series produceren of bestaande producten verder opwaarderen. Goed voor de innovatiekracht en de concurrentiepositie van het Nederlandse MKB. OPDRACHTGEVER: Windesheim krijgt hiervoor subsidie van SIA/RAAKPARTNERS: Thermo Plastic Research Centre, Cato Composite Innovations, Applied Polymer Innovations, Federatie Nederlandse Rubber en Kunststoftechnologie, Syntens en twaalf bedrijven. DUUR VAN HET ONDERZOEK: 2 jaarMEER WETEN? Dr. Margie Topp, associate lector Kunststoftechnologie ([email protected])

Sociale innovatie bij bedrijven in de logistiek

WAT ONDERZOEKEN WE? Hoe logistieke organisaties medewerkers kunnen boeien, binden en benutten.BELANGRIJK WANT: Bedrijven in de logistieke sector krijgen de komende jaren te maken krijgen met een tekort aan personeel. Doordat het kabinet de sector logistiek heeft aangewezen als één van de negen topsectoren van de

Page 23: NOOIT MEER ALLEEN

23

Nederlandse economie en de komende jaren extra wil investeren in deze sector, gaan er naar verwachting veel vacatures ontstaan. Daar komt bij dat door de toenemende mobiliteit en vergrijzing veel medewerkers de sector verlaten. Hoe kun je als logistieke organisatie voor je medewerkers een aantrekkelijke werkgever blijven? En wat doen logistieke bedrijven om hun personeel te behouden en optimaal te benutten? Onderzocht wordt wat in deze sector de succes-factoren zijn voor sociale innovatie.PARTNERS: Transport en Logistiek Nederland (TLN) en vijftien bedrijven. DUUR: pilotonderzoek van 6 maanden MEER WETEN? Dr. Menno Vos, senior onderzoeker ([email protected]) of dr. Sjiera de Vries, lector Sociale Innovatie en Verscheidenheid ([email protected])

Hoe houden accountants hun reputatie hoog?

WAT ONDERZOEKEN WE? De factoren die van invloed zijn op de reputatie van de accountant. Het onderzoek levert een instrumentarium op waarmee accountants kantoren hun reputatie op het gewenste niveau kunnen brengen en houden. Ook kunnen ze er hun controlewerkzaamheden continu mee aanpassen. Op lange termijn resul-teert het onderzoek in een reputatiemodel voor accountants zelf.BELANGRIJK WANT: Door de financiële crisis is de discussie over het functioneren van accountants opgelaaid. Zo worden er vragen gesteld bij de rol van de accountant bij ‘ earnings management’, ofwel winststuring. Dit heeft grote gevolgen voor de reputatie van het accountancy beroep en voor de manier waarop accountants werken. Waar liggen de grenzen van winststuring? En zijn accountants zich wel bewust van het feit dat zij een reputatie hebben die hen of het accountantskantoor kan maken en/ of breken? DUUR VAN HET ONDERZOEK: 2 jaarMEER WETEN? Elina Bos, onderzoeker Accountancy en Controlling ([email protected])

Methodisch werken bij dementie

WAT ONDERZOEKEN WE? Welke methodieken en instrumenten casemanagers inzetten bij de zorg rondom mensen met dementie. En hoe deze methodische manier van werken in organisaties geïmplementeerd en versterkt kan worden.BELANGRIJK WANT: Casemanagers coördineren de zorg voor mensen met dementie. Uit eerder onderzoek van NIVEL en het Trimbos-instituut blijkt dat casemanagers een toegevoegde waarde hebben. Deze waarde kan verhoogd worden door methodieken gericht in te zetten. Als alle case managers bijvoorbeeld dezelfde ‘evidence of practice based’- gesprekstechnieken inzetten bij een familiegesprek worden mensen met de-mentie en hun naasten effectiever ondersteund. Ook is het van belang dat de samenwerking tussen casemanagers met andere professionals gestroomlijnder loopt.PARTNERS: Project Ketenzorg Dementie Midden en Noordwest Twente, Netwerk Dementie Drenthe, Netwerk Dementie Nijmegen, V&VN Netwerk Casemanagers dementie , Hogeschool Arnhem/Nijmegen, Nijmegen, Hogeschool Rotterdam, Vilans Kenniscentrum langdurende zorg OPDRACHTGEVERS: Windesheim krijgt subsidie van SIA/RAAKDUUR VAN HET ONDERZOEK: 2 jaar MEER WETEN? Dr. Carolien Smits, lector Innoveren in de Ouderenzorg ([email protected])

Veiligere uitwisseling zorggegevens met centrale database

WAT ONDERZOEKEN WE? Of gecentraliseerde zorginformatie op gestructureerde wijze beschikbaar gesteld kan worden via een centrale database. En hoe dit kan bijdragen aan veiligere communicatie, zowel binnen een zorginstelling als tussen de zorginstelling en haar ketenpartners.BELANGRIJK WANT: De uitwisseling van gegevens vindt ongestructureerd plaats en is onveilig doordat toegang tot ( elektronische) patiëntdossiers ongecontroleerd is. Niet beschikbare of onnauwkeurige informatie leidt

tot vertragingen en soms zelfs fouten en staat een goede behandeling van de patiënt in de weg. Heeft centralisering van de zorginformatie in één centrale database effect op deze complexiteit? En wat zijn de eisen ten aanzien van de beveiliging van gegevens?PARTNERS: Results4Care, Isala Academie, Isala Klinieken, Icare, MGRIDOPDRACHTGEVER: Isala Academie. Windesheim krijgt subsidie van SIA/RAAKDUUR VAN HET ONDERZOEK: 2 ,5 jaarMEER WETEN? Dr. W. T. F. Goossen, lector ICT-Innovaties in de Zorg ([email protected]) of M.Sc. F. Boterenbrood, Onderzoeker ICT-Innovaties in de zorg ([email protected])

Nieuwe vrienden, oude emoties

WAT ONDERZOEKEN WE? Hoe robotdier-therapie kan worden toegepast op dementerende ouderen. Welke functies van een robotdier zijn daarbij belangrijk en welke ontbreken nog? BELANGRIJK WANT: De zorgprofessional kan met levensechte robotdieren weer in contact treden met ver dementerende ouderen. Dit onderzoek maakt duidelijk hoe de robotdieren in therapie kunnen worden toegepast. In welk stadium pas je ze toe en hoe ga je met de familie om? Met internationale partners wordt een set van richtlijnen ontwikkeld die leidt tot een praktische handleiding die zorgprofessionals tijd en kosten moet besparen.OPDRACHTGEVERS: Windesheim verkrijgt financiering via SIA/RAAK PARTNERS: LaSalle Universiteit Ramon Llull Barcelona, Alzheimer Center Reina Sofia Foundation Madrid, Alzheimercentrum van het Carlos III Instituut voor Gezondheid, Alzheimer Disease Research Unit, CIEN Foundation, Hogeschool Zuyd, Zorggroep Almere, Woonzorg Flevoland in Lelystad en Dignis in GroningenDUUR VAN HET ONDERZOEK: 2 jaarMEER WETEN? Dr. Marcel Heerink, onderzoeker Robotica ([email protected])

I.O.IN ONDERZOEK

Opdrachten verstrekt aan Windesheim

Page 24: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 201324

Zeventig procent van de epilepsiepatiënten heeft dankzij medicatie geen last meer van aanvallen. Maar 65 procent geeft ook aan moeite te hebben met het consequent innemen daarvan. Marike Hettinga onderzocht samen met de Stichting Epilepsie Instellingen Nederland en de mkb-ers Evalan en DBW een sms-alert voor medicijninname.

‘Heeft u uw medicatie al genomen?’ Dat is het sms’je dat 28 deelnemers aan het onderzoek van Windesheim-lector Marike Hettinga en consorten kregen als zij hun medicijndoosje te lang niet geopend hadden. Het innova-tieve pillendoosje, ontwikkeld in samenwerking met de Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN), Evalan en innovator Dutch Button Works (DBW), kan worden ingesteld op de innamefrequentie van de epilepsiepa-tiënt. Wanneer het doosje dan te lang dicht blijft, verstuurt het doosje een signaal dat wordt omgezet in een automatisch herinneringsbericht. Dus geen standaardherinneringen, maar real time gebaseerd op het eigen gebruik.

De resultaten zijn evident: het aantal correcte innames ging omhoog en het percentage gemiste doses daalde. Daarbij gaven de deelnemers aan zich gezonder te voelen na afloop van de proef. Daarnaast bespeurde Hettinga nog een trend, die ze nog niet helemaal cijfermatig kon maken. Maar er leek een trend te zijn in het aantal aanvallen: dat daalde ook.

Meer weten? Dr. ir. Marike Hettinga, Lector ICT-Innovaties in de Zorg ([email protected])

Een goed netwerk vergroot de nettowinst van bedrijven, stelt lector Ilse Matser in haar proefschrift. Uit haar onderzoek onder ruim duizend bedrijven blijkt dat met name familiebedrijven daar kansen laten liggen.

Het betrekken van niet-familieleden heeft een direct positief effect op de financiële prestaties van familiebedrijven. Het is een conclusie uit het proefschrift van Ilse Matser, lector Familiebedrijven van Windesheim. Hiervoor onderzocht zij hoe de betrokken-heid van de familie de ontwikkeling van impliciete kennis en een sociaal netwerk beïnvloedt en in welke mate deze ontwik-keling van invloed zijn op de prestaties van die bedrijven. Deze impliciete kennis, die doorgaans in het hoofd van de eigenaar zit en moeilijk is over te dragen, is in familie-

bedrijven een concurrentievoordeel. Wellicht dat daarom familiebedrijven relatief laag scoren op het actief herkennen en benutten van mogelijkheden vanuit hun netwerk. Voor hun bedrijfsvoering, maar vooral bij de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Ideeën daarvoor komen meestal bij de eigenaren zelf vandaan. Volgens Matser een teken van onderschatting van de waarde van een externe kijk. Want voor zowel familiebedrijven als bedrijven gerund door levenspartners kwam Matser tot de conclusie dat er wel degelijk een positief verband is tussen het inschakelen van je sociale netwerk en bedrijfsresultaten.

Meer weten? Dr. Ilse Matser, Lector Familiebedrijven ([email protected])

Innovatief slikken

A family affair

65 %van de epilepsie-patiënten heeft moeite met het consequent innemen van medicatie

75%

Correcte inname

90%

Gemiste doses

14%

4%

Verschil inname met en zonder SMS-service

Met SMS

Zonder SMS

59

66

Mate waarin men zich gezond voelt voor en na de SMS-proef

Met SMS

Zonder SMS

Download het proefschrift via

www.windesheim.nl/ onderzoek

Page 25: NOOIT MEER ALLEEN

25

Productcreatie kan 10 x snellerKANSEN VOOR HET MKB MET RAPID MANUFACTURING Rapid Manufacturing, oftewel 3D-scannen en – printen,

maakt het mogelijk om direct vanuit de computer

kunststofproducten te maken. Investeren in matrijzen en in

tijd is dan niet meer nodig. Op basis van een 3D-tekening

of scan wordt via de computer een product in kleine laagjes

kunststof uitgeprint totdat het hele product is opgebouwd.

En dat alles in zeer korte tijd!

Wanneer en voor wie is deze productiemethode interessant? Windesheim onderzocht dit vraagstuk met twaalf zeer diverse MKB-bedrijven, waaronder Vitters Shipyard, BMA Ergonomics en Food Jazz DJS.

Uit het onderzoek blijkt dat Rapid Manufacturing toepasbaar is op diverse materialen: naast kunststoffen zoals polyetheen (PE), polymelkzuur (PLA) en acrylnitril-butadien-styrol (ABS) kunnen producten in chocolade of zelfs keramiek geprint worden. Hoewel diverse technieken toegepast kunnen worden, blijkt dat de meest eenvoudige techniek, Fused Deposition Modelling, bij deze materialen goed kan worden ingezet.

Vooral wanneer het gaat om exclusieve of custom-made producten is Rapid Manufacturing interessant. Doordat niet geïnvesteerd hoeft te worden in dure matrijzen en door de snelle uitvoerbaarheid kunnen kleine series flexibel en betaalbaar geproduceerd worden. Denk aan: IPhone beschermhoesjes, protheses, compleet werkende gepersonaliseerde klokken. En wat te denken van een op maat gemaakte kunststofbril die wordt uitgeprint terwijl klanten nog even een uurtje winkelen voordat zij dit gepersonaliseerde item ophalen?

Bij de twaalf participerende MKB-bedrijven heeft Rapid Manufacturing een serieuze plaats veroverd in de product ontwikkeling. Het creëren van een uniek product verloopt tien keer sneller.

Windesheim werkt momenteel een beslismodel uit dat MKB-ers inzicht geeft wanneer het financieel of functioneel haalbaar is 3D-printen toe te passen in het productieproces.

Meer weten? Masja Mooij, Associate Lector Kunststoftechnologie ([email protected]) of Alexander Jansen, Onderzoeker Lectoraat Kunststoftechnologie ([email protected])

A family affair

Page 26: NOOIT MEER ALLEEN

WinWin NR.4 MEI 201326

Windesheim onderzoekt de factoren die van invloed zijn op de reputatie van de accountant (zie ook rubriek ‘In onderzoek’). Daarom wil Windesheim in contact komen met geïnteresseerden die werkzaam zijn bij accountantskantoren en die hierover met Windesheim in gesprek willen gaan. Accountantskantoren die meewerken ontvangen een rapportage dat een instrumentarium bevat waarmee accountants kantoren hun reputatie op het gewenste niveau kunnen brengen en houden.

Meer weten? Elina Bos, onderzoeker bij het lectoraat Accountancy & Controlling ([email protected])

Windesheim ontwikkelt leergang op maat voor P-Direkt

P-Direkt, de PZ-dienstverlener van en voor de ministeries, heeft Windesheim de opdracht gegeven om een HRM-leertraject op maat te ontwikkelen voor hun medewerkers. Windesheim heeft het in-company traject zo ontwikkeld dat medewerkers direct na het afronden ervan met vrijstellingen de hbo-deeltijdopleiding HRM kunnen volgen.

Samenwerking Rabobank, BDO accountants, het NCFB en Windesheim

De Rabobank, BDO accountants, het Nederlands Centrum van het Familiebedrijf (NCFB) en Windesheim werken samen aan de verdere versterking van de positie van het Nederlandse familiebedrijf door onder andere kennis uit onderzoek beschikbaar te stellen aan bedrijven in de regio. Hiervoor hebben zij onlangs een samenwerkingsovereenkomst gesloten.

50% meer bèta-afgestudeerden binnen regio in 2025

Universiteit Twente, Saxion en Windesheim bundelen hun onderzoekskracht in het Centre of Expertise Techniekonderwijs (CETO) met als doel het aantal bèta-studen-ten en -afgestudeerden in Overijssel te verdubbelen. Het bedrijfsleven is betrokken bij het Centre door onderzoek én onderwijs op het gebied van techniek te facilite-ren. De bedrijven kunnen van het Centre profiteren doordat meer gekwalificeerde technische vakmensen worden opgeleid.

1.

2.

3.

Windesheim is op zoek naar MKB-bedrijven die mee willen werken aan een onderzoek naar de inkoop functie in het MKB. In ruil hiervoor krijgen zij een rapportage waaruit blijkt hoe ze hun inkoopprocessen kunnen verbeteren om kosten te besparen.

Geoffrey Hagelaar, lector Supply Chain Management ( [email protected])

MKB-ERS GEZOCHT DIE INKOOPKOSTEN WILLEN BESPAREN

Windesheim is op zoek naar accountantskantoren

Page 27: NOOIT MEER ALLEEN

27

Kleren maken de man. Of vrouw. Je kleding straalt uit wie je bent, waar je voor staat. Nog meer dan je boekenkast, of je interieur, want je kleding draag je altijd met je mee, waar je ook naartoe gaat. Een spijkerbroek met sneakers en een capuchontrui straalt een bepaalde nonchalance uit. Een spijkerbroek met een mooi wit V-hals t-shirt en een colbert geeft ook een nonchalante indruk, maar ook iets zakelijks. Een strak gesneden pak met overhemd en das zegt: ‘Ik ben zeer serieus’.

Regelmatig spreek ik bij bedrijven of verenigingen, over mijn blog, mijn werk of over een ander gebied in sociale media. Negen van de tien keer zijn alle mannen in donker pak. Uiterlijk geeft altijd de eerste indruk, en die kun je maar één keer maken. Wil je dat die eerste indruk is dat je verwisselbaar bent? Dat je opgaat in een menigte, en niet uitblinkt of opvalt? Ben jij echt die persoon in dat zwarte pak, ben jij wat je uitstraalt?

En: stap je zelf op iemand af die opgaat in de omgeving, of zou je eerder met iemand die er op een opvallende manier uit springt een gesprek aanknopen? Een mooi voorbeeld uit onze regio vind ik Therese Boer. Een echte zakenvrouw, maar nooit in een zwart mantelpakje. Door haar uiterlijk valt ze op. Kleurrijk, one of a kind. Je houdt er van of niet, maar opvallen doet ze, op een positieve manier. ‘Hier ben ik’, zegt ze met haar kleding. Ze durft er te zijn.

Ik kies er ook altijd bewust voor om te gaan ‘als mezelf’. Geen zwart is mijn regel. Fel-blauw kanten jurkje, wit jasje, bijvoorbeeld. Mooie jeans, mintgroen jasje. Het laat zien wie ik ben, en het zorgt er ook voor dat ik opval tussen al die donkere outfits. Als ik altijd in een zwart mantelpakje kom opdagen, doe ik mezelf tekort. Een zwart mantelpakje? Nee, dat is niet Cynthia.

Ben jij dat zwarte pak?

COLUMN

Cynthia SchultzBehoort tot de nieuwe generatie

ondernemers. Persoon achter ‘MissLipgloss.nl’, Nederlands leukste

en meest volledige beautyblog en webshop.

Dagelijks trekt Cynthia’s

blog 45.000 unieke

bezoekers. Op Facebook

heeft ze 14.623 likes.

Page 28: NOOIT MEER ALLEEN

De schoonheid van samenwerking zit

soms in kleine voorbeelden. Neem

nou Herman Koekkoek (25).

Een aanpakker uit IJsselmuiden die

Commerciële Economie studeert op

Windesheim.Met steun van Jacco is

hij bijna klaar.

Herman is druk. En dat begon met de liefde. Op het station in Zwolle ontmoette hij Liana, een Armeense. Ze kregen verkering en dat leidde tot de start van een handelsonderneming. Want handelen, dat kan Herman. Met pretoogjes vertelt hij over zijn tijd als jongste bediende bij een chaotische kozijnenfirma. Hij verkocht zoveel dat het bedrijf de vraag niet kon bijbenen.

Nu heeft Herman zijn eigen bedrijf. Via de oostelijke connecties stromen verzoeken binnen. Suiker naar Rusland, cognac uit Armenië naar Nederland.

Ingewikkeld, maar Herman zoekt alles uit. Dat is tijdrovend. Net als afstuderen. Herman vroeg zich af: kan ik niet af studeren in mijn eigen bedrijf?

Jacco Vonhof hielp hem met deze vraag. De entrepreneur in residence ontmoette Herman tijdens een spreekuur op de campus. Jacco ging rondbellen. Resultaat: dankzij Jacco is Herman de eerste student die aan de slag gaat met een afstudeerproject in zijn eigen bedrijf.

Jacco steunt

Herman