NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal...
Transcript of NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal...
N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
Griepepidemie officieel vastgesteldDe voortekenen wezen er al op. Maar nu is het een feit. Zee
land heeft te maken met een flinke griepepidemie. Op het
moment van schrijven zijn 219 per 100.000 mensen ziek. En dat
is slechts het topje van de ijsberg; dit zijn de mensen die zich bij
de huisarts hebben gemeld. Op 28 en 29 november worden de
crisisteams van de Zeeuwse zorginstellingen geactiveerd, om
dit oefenscenario het hoofd te bieden.
Nederland kent een prachtig najaar. De zomer houdt lang aan en
veel toeristen vertoeven langer dan gebruikelijk in Zeeland. Maar wat
nog niemand weet, is dat het heerlijke weer zal omslaan naar bittere
kou en een onprettige griepepidemie. Veel mensen worden ziek,
verplegend personeel valt uit en patiënten komen te overlijden.
Zeeuwse koortsZeeuwse koortsN I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
28 & 29november 2 0 1 7
N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
Aantal grieppatienten
stijgt snelNee zeggen hoort er ook bij
Het lekkere weer slaat begin oktober om. In plaats van ‘warm voor
de tijd van het jaar’ is het van de ene op de andere dag ‘koud voor
de tijd van het jaar’. Veel mensen hebben daardoor last van een
verlaagde weerstand, met verkoudheid als gevolg. Langzaamaan
begint zich een flinke uitbraak van de griep te ontwikkelen.
Steeds meer mensen in Nederland én in Zeeland melden zich met griep-
verschijnselen bij de huisarts. Het aantal gevallen van bevestigde influenza
blijft maar stijgen. In een week tijd meldt het influenza-peilstation NIVEL
een stijging van 50 naar 96 op de 100.000 mensen die ziek zijn. Daar-
mee is de grens voor een griepepidemie overschreden. Het is nu een feit.
Afgelopen week is het aantal zieke mensen opgelopen naar 219 op de
100.000.
Vaccineren
Uit Amerika komen signalen die wijzen op een hogere virulentie van de
circulerende H3N2-stam en een slechtere match met het beschikbare
griepvaccin. Uiteindelijk blijkt het influenza A/H3N2-virus in Zeeland te
hebben toegeslagen. Het RIVM adviseert instellingen om hun verzorgend
personeel te vaccineren en voldoende voorraad antivirale middelen in
te slaan. Ook is het advies influenza patiënten te cohorteren en strenge
hygiëne maatregelen te nemen.
Opstootjes
Huisartsen hebben te maken met volle wachtkamers. Daardoor is het
voor hen lastig om zieken in de ouderenzorg te bezoeken. Daar boven-
op komt dat personeel in de thuiszorg uitvalt, waardoor een grote groep
alleenstaande ouderen acute hulp nodig heeft. Bij de huisartsenposten
staan lange rijen voor de vaccinatiespreekuren. Ook als men niet tot
de risicogroep behoort, willen mensen toch een griepprik. Hierover zijn
opstootjes ontstaan. Inmiddels melden de ziekenhuizen dat de intensive
care vol raakt. En zorginstellingen melden dat steeds meer personeel ziek
thuis blijft. Op 28 en 29 november worden de crisisteams van de Zeeuwse
zorginstellingen tijdens de oefening Zeeuwse koorts in stelling gebracht.
In ketenverband zullen zij samenwerken om tijdens deze crisis zo goed
mogelijk zorg te kunnen blijven leveren.
Als een crisis groter is dan enkele huisartsenpraktijken, komt Nucleuszorg in beeld. Deze organisatie – van
en voor huisartsen – coördineert de huisartsenzorg in ZeeuwsVlaanderen. “Ons crisisteam zal tijdens
de oefening al snel moeilijke besluiten moeten nemen”, verwacht Caroline van den Bergen, kwaliteits
functionaris. “Afhankelijk van het scenario zullen we onze patiënten met niet spoedeisende klachten
misschien ‘nee’ moeten verkopen. Niet leuk, maar het hoort er wel bij.”
Belangrijke data:
28 EN 29 NOVEMBER 2017 Oefening Zeeuwse koorts
29 JANUARI 2018 Projectteamvergadering
FEBRUARI 2018 Evaluatierapport
“Het is belangrijk dat we onze capaciteit zo goed mogelijk
inzetten en zoveel mogelijk patiënten helpen”, zegt Van
den Bergen. Daarom houdt het crisisteam van Nucleus-
zorg nauwgezet bij wat de actuele ontwikkelingen zijn
in de 22 huisartsenpraktijken en de twee huisartsenpost-
locaties (HAP’s) in Terneuzen en Oostburg. “Als het om
een flinke griepepidemie gaat, krijgen we te maken met
een grote aanloop van patiënten en mogelijke uitval
van huisartsen en assistenten. Want ook zij kunnen ziek
worden.” Blijkt de zorgvraag groter dan wat de nog
beschikbare huisartsen in de regio aan kunnen, dan zal op
aangeven van de huisartsen het crisisteam van Nucleus-
zorg overgaan tot het sluiten van huisartsenpraktijken
en het open houden van enkele strategisch gevestigde
huisarts enpraktijken. Of dat mogelijk is en welke dat
zijn, hangt af van hoe de griepepidemie over Zeeland
trekt. Ook kan besloten worden alle huisartsenzorg te
concentreren op de HAP’s.
HAPpig op triage
“De beperkte huisartsencapaciteit zorgt ervoor dat
we alleen urgente patiënten kunnen helpen. Andere
patiënten zullen moeten wachten. Het is misschien niet
leuk, maar keuzes maken en nee zeggen hoort ook bij
ons beroep.” Omdat huisartsen het voorportaal zijn voor
het ziekenhuis, zullen zij ook beslissen of zieken opgeno-
men moeten worden in het ziekenhuis. “Hoog urgente
gevallen stuurt de huisarts door naar de Spoedeisende
Eerste Hulp (SEH). Minder urgente gevallen behandelt de
HAP. De SEH voert een soortgelijke triage uit op mensen
die zelf direct naar het ziekenhuis gaan. Hierin trekken we
gelijk op.” Dat samen optrekken doet Nucleuszorg ook
met de Zeeuwse Huisartsen Coöperatie. Vorig jaar zijn de
Huisartsen Rampenopvangplannen éen geworden. En er
zijn gesprekken gaande over het elkaar ondersteunen bij
een crisis. In 2018 oefenen beide huisartsenorganisaties
gezamenlijk, om te ontdekken of en hoe zij elkaar kunnen
versterken.
Hoofd boven water
Van den Bergen: “Maar eerst doen we mee aan de
oefening Zeeuwse koorts. We hebben al wel eerder een
infectieziekte-uitbraak geoefend, maar niet zo grootscha-
lig als nu het geval is. Ik denk dat we belangrijke lessen
gaan leren over onze belastbaarheid (hoe lang houden
we het hoofd boven water), de inbedding van onze
procedures in de organisatie en de continuïteit van het
crisisteam. Om die reden ben ik dan ook groot voorstan-
der van deze oefening. Het kan ons alleen maar beter
maken. En daar streven we continu naar.”
Zeeuwse koortsZeeuwse koorts
N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7 N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
De ZorgSaam Groep biedt thuiszorg, verpleeghuiszorg, woonzorgcentra en dagopvang aan op verschillende locaties.
Ieder jaar duikt wel ergens het Noro-virus op. Een geduchte vijand voor ouderen, die onder andere diarree veroorzaakt.
Het protocol om de besmetting met dit virus in te perken, wordt ook uit de kast getrokken bij een griepepidemie.
“Doordat we dit snel doen bij de eerste verdachte signalen en niet wachten op een bevestiging van het lab, houden we
het aantal besmettingen beperkt.”
WACHTEN DUURT TE LANG
De griep levert een hoge werkdruk op voor zorg
verleners in de ouderenzorg. De cliëntengroep waar
zij voor zorgen is weinig veerkrachtig en daardoor
erg vatbaar voor deze ziekte. Met als gevolg dat
personeel uitvalt door de werkdruk, en doordat ze
zelf ziek worden. “De impact hiervan is groot”, zegt
Jannie van Sluijs van Zorgstroom. “Je wilt optimale
zorg blijven leveren, maar op een gegeven moment
krijg je de roosters niet meer rond. Wat doe je dan?”
Als door uitval van eigen personeel of toeloop van extra
patiënten de zorgverlening in de knel komt, schakelt
Zorgstroom over op het zorgcontinuïteitsplan. In dat plan
staat wat de organisatie nog kan leveren bij een minimale
bezetting. “We gaan terug naar de basiszorg. Wat echt
nodig is voor onze cliënten doen we nog, maar extra’s
als een snoezelruimte en andere activiteiten zullen even
moeten wachten tot de situatie weer normaal is. Ook de
dagopvang en de ‘open tafel’ waarbij mensen uit de wijk
bij ons komen eten, zullen we terugschroeven of tijdelijk
stopzetten.” Dit laatste gebeurt trouwens niet alleen bij
een gebrek aan personeel, maar ook preventief om de
verdere verspreiding van het griepvirus te voorkomen. Bij
het nemen van deze en andere preventieve maatregelen
wordt de infectiepreventiecommissie van Zorgstroom
betrokken. Het protocol infectieziekten treedt in werking,
met extra aandacht voor hygiëne en persoonlijke bescher-
mingsmiddelen. Zo wordt de griepprik gratis aan het per-
soneel aangeboden. Maar ook het isoleren van cliënten en
het beperken van bezoek behoort tot de mogelijkheden.
Familie valt in
In het kader van een brand of calamiteit heeft Zorgstroom
tijdelijke opvang geregeld bij andere ouderenzorgorga-
nisaties, scholen en hotels. Bij een grootschalige infectie-
ziekte-uitbraak als de griep is het echter niet zo makkelijk
om cliënten te verplaatsen, omdat die organisaties met
dezelfde problemen te maken hebben. “Ook zij hebben
uitval van eigen personeel. Dus verplaatsen heeft wei-
nig zin. Daarom zullen we een beroep doen op familie,
mantelzorgers en vrijwilligers. Samen kijken we naar wat
zij aan extra zorg kunnen bieden.” Van Sluijs heeft een
dergelijke situatie nog niet meegemaakt. Juist daarom is
ze groot voorstander van oefening Zeeuwse koorts. “Het
scenario van een grote griepepidemie is realistisch. Deze
oefening biedt ons de kans om ons daarop voor te berei-
den, door onze interne processen en de samenwerking
met onze zorgpartners te verbeteren.”
Ouderen hebben weinig fysieke weerstand. Zij zijn dan ook kwetsbaar en hebben een grote kans om
het griepvirus op te lopen. “Daarom gaan we tot actie over bij het eerste het beste vermoeden van een
griepinfectie bij een cliënt”, vertelt Jan de Vries van de ZorgSaam Groep. Hij schaalt direct op en wacht
niet op een bevestiging van het laboratorium of het echt om het norovirus of een ander virus gaat. “Beter
vroegtijdig opschalen en snel afschalen, dan te laat opschalen.”
Personeel valt uit
Indikken
Interessant tijdens de oefening is volgens De Vries het samenspel
met huisarts, specialist ouderengeneeskunde en ziekenhuis. Een
huisarts of specialist ouderengeneeskunde kan een cliënt doorver-
wijzen naar het ziekenhuis. Maar wat als het ziekenhuis de cliënt
niet kan of wil opnemen? Misschien zijn er geen bedden meer. Of
misschien wil het ziekenhuis liever besmette cliënten houden waar
ze zijn, om zo de risico’s voor de intensive care te verminderen.
Andersom zal het ziekenhuis patiënten willen uitplaatsen naar ver-
pleeghuizen. “Ons Zorgadviespunt is in het ziekenhuis gevestigd
en zal beoordelen of dat mogelijk is. De collega’s daar kennen de
capaciteit van onze locaties en de mogelijkheid om eventueel wat
in te dikken en ruimtes in te richten voor noodopvang.” Hoe een
ander gaat verlopen hangt volgens De Vries af van het scenario.
“Maar dat het spannend wordt, is wel duidelijk.”
Goede banen
Om een en ander in goede banen te leiden,
kent Zeeuws-Vlaanderen een regionale infec-
tiecommissie. Hierin zijn alle organisaties voor
ouderenzorg vertegenwoordigd. Samen met een
deskundige infectiepreventie van het ziekenhuis
bespreken zij het gezamenlijk te volgen beleid en
te nemen maatregelen aan de hand van lande-
lijke en regionale richtlijnen infectieziektebestrij-
ding. De betrokken organisaties, waaronder de
ZorgSaam Groep, hebben ook hun eigen infectie-
commissie. Deze vertaalt de regionale afspraken
door naar maatregelen voor de eigen organisatie.
“Je wilt optimale zorg blijven leveren, maar op een gegeven
moment krijg je de roosters niet meer rond. Wat doe je dan? ”
N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
Een groot ongeluk op de A58, zoals in 2014, vergt
samenwerking tussen de verschillende zorgverleners.
Maar de geografische impact ervan blijft beperkt.
Daardoor kan ADRZ of een andere zorginstelling bij
capaciteitsproblemen extra hulp inroepen binnen of
buiten de regio. Maar een griep of andere infectie-
ziekte heeft een veel grotere geografische impact.
Goudswaard: “De buurregio’s, heel Nederland of
zelfs een werelddeel kan er last van hebben. Het
houdt zich niet aan grenzen. Daarom zullen we in
Zeeland als zorgpartners nauw met elkaar moeten
samenwerken, maar aan de andere kant ben je ook
op jezelf aangewezen. Want iedereen heeft dezelfde
problemen.”
Bottle neck
Goudswaard verwacht dat het uitplaatsen van pa-
tiënten naar andere zorginstellingen daarom een
probleem gaat worden voor ADRZ. Dit is nodig om
bedden vrij te maken voor nieuwe patiënten.
“Normaal gesproken is het al lastig, laat staan bij
een griepepidemie.
Ook al zouden verpleeghuizen plaats hebben, dan
nog is de kans groot dat ze geen nieuwe patiën-
ten kunnen opnemen door ziekmeldingen van hun
eigen personeel. Dit wordt een belangrijke bottle
neck.” ADRZ heeft een speciaal crisisteam dat deze
en andere vraagstukken voor de kiezen krijgt. Bij
een griepepidemie schuiven inhoudelijk specialisten
aan, zoals een microbioloog of een medewerker
van de dienst infectiepreventie. Ook de manager
Personeel & Organisatie zal deel uitmaken van het
team. “Want als medewerkers thuisblijven om zorg
te verlenen aan gezin of familie, moeten we kijken
hoe we daarmee omgaan. Kunnen we hen helpen
én gelijktijdig onze capaciteit waarborgen?” Het
ADRZ-crisisteam is een zogenaamd ‘combi-team’.
Operationele en beleidsmatige taken zijn in dit ene
team verenigd. “Splits je deze taken, dan loop je het
risico dat tijdens de informatieoverdracht per onge-
luk belangrijke informatie achterwege blijft. Bij ons
komt alle informatie op één plek samen, waardoor
we als crisisteam een maximale informatiepositie
hebben.”
N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
“Een grootschalige griepepidemie is een com
plex verhaal. Er komt veel bij kijken”, zegt
Wim Goudswaard, voorzitter crisisteam van
het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (ADRZ).
“Als ketenpartners hebben we elkaar hard
nodig. Daarom is het goed om via oefening
Zeeuwse koorts de verschillende werelden op
elkaar aan te laten sluiten. Want alle schakels
in de zorgketen zijn even belangrijk voor het
goed functioneren van de zorg in Zeeland.”
Toch blijkt de praktijk weerbarstiger.
Maximale informatiepositie
De kwaliteiten van de GHOR liggen op het vlak van crisisbeheersing en
multidisciplinaire afstemming. De GHOR maakt onderdeel uit van de
Veiligheidsregio Zeeland en werkt onder het gezag van het openbaar
bestuur. De GGD waakt over de publieke gezondheidszorg en heeft
inhoudelijke expertise over dreigingen als infectieziekten en de impact
van gevaarlijke stoffen op de gezondheid. Ook monitort de GGD de
volksgezondheid bij rampen en crisis. De Meij: “Beide organisaties
dienen het algemeen maatschappelijk belang en vullen de verantwoor-
delijkheid van het openbaar bestuur in als het gaat om de volksge-
zondheid; de een vanuit crisisbeheersing, de ander vanuit de inhoud.
Als DPG breng ik beide processen bij elkaar.” Daarnaast is De Meij het
gezicht van de publieke gezondheidszorg in de regio, waar mensen
vertrouwen in kunnen hebben. “In de media geeft de politie als spe-
cialist een toelichting op de opsporing van verdachten. Ik doe dat als
specialist ten aanzien van de publieke gezondheidszorg.”
Twee kwaden
Een van de overleggen die de DPG initieert en voorzit tijdens een grote
regionale infectieziektecrisis, is het ‘coördinatie-overleg’. Alle zorgin-
stellingen in Zeeland nemen daaraan deel, met als doel een geza-
menlijk beeld te krijgen van de situatie in de regio. Op basis daarvan
worden gezamenlijke prioriteiten vastgesteld en maatregelen geno-
men. Deze zijn gericht op het beschermen van de volksgezondheid en
het waarborgen van de zorgcontinuïteit. “We kijken naar de zwakke
plekken in het zorgsysteem en bepalen vervolgens wat we daaraan
doen. Stel dat de acute zorg vol loopt, dan kunnen we de burgemees-
ter, bijvoorbeeld via het Regionaal Beleidsteam (RBT), adviseren alle
evenementen te schrappen. We hebben in die situatie geen capaciteit
meer om ter plekke hulp te verlenen als dat nodig mocht zijn. En stel
dat er niet genoeg vaccins zijn, dan zullen wij adviseren welke bevol-
kingsgroepen eerst gevaccineerd moeten worden.
Twee kanten van dezelfde medaille
N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
Iedere regio heeft een Directeur Publieke Gezondheid (DPG). Zo ook de regio Zeeland: Ronald de Meij. Hij is
directeur van de GGD én van de GHOR. De eerste voert bij crisis diverse taken uit in het kader van de volks
gezondheid, waaronder infectieziektebestrijding. De tweede coördineert geneeskundige hulpverlening bij
rampenbestrijding en crisisbeheersing én zorgt voor afstemming met de andere ‘kolommen’, zoals politie,
brandweer en defensie. Ze zijn beide één kant van dezelfde medaille: “Samen zorgen ze voor een integrale
en gecoördineerde aanpak van een crisis.”
N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7 N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
Grote branden. Explosies bij chemische bedrijven.
Aanvaringen van schepen. Het zijn dit soort fysieke
rampen waar de veiligheidsregio’s in Nederland zich
van oudsher mee bezighouden. Maar dat is aan het
verschuiven. Steeds vaker ziet Jan Lonink, burge
meester van Terneuzen en voorzitter veiligheidsre
gio Zeeland, andere typen crises. Zoals een terroris
tische dreiging of maatschappelijke ontwrichting als
gevolg van ziekten bij mens of dier. “Als bestuurder
neem ik besluiten die je niet van zorgprofessionals
kan en mag verwachten.”
Als er schaarste is, doen zich moeilijke keuzes voor. Zo
zal bij een te kort aan bedden besloten moeten worden
welke patiënten voorgaan op anderen. Ook bij een te kort
aan vaccins of ambulances zal een dergelijk besluit geno-
men moeten worden. En bij onrust in de maatschappij zal
een afweging gemaakt moeten worden tussen volksge-
zondheid en veiligheid. “Dergelijke besluiten kan en mag
je niet van zorgprofessionals op het operationele niveau
verwachten. Dat druist in tegen hun eerste en belangrijk-
ste taak: zo lang mogelijk zorg verlenen.” Als voorzitter
van het Regionaal Beleidsteam houdt Lonink zich met
deze en andere bestuurlijke vraagstukken bezig. Dat hij
zelf geen medische achtergrond heeft, is geen beperking.
“Ik ben geen dokter, geen kernfysicus en ook geen nau-
tisch specialist. Die professionele kennis is geborgd in de
sectoren zelf. De kunst is dat ik de juiste informatie boven
tafel krijg waarop ik mijn besluiten kan baseren. Ik weeg
uiteindelijk alles tegen elkaar af en neem samen met het
RBT een besluit.”
Lange weg te gaan
Lonink heeft inmiddels ruimschoots ervaring als burge-
meester en crisismanager. Hij ziet verschillende uitda-
gingen, die kunnen opspelen tijdens oefening Zeeuwse
koorts. “Door de geografische aard en omvang van Zee-
land is bij een crisis de belangrijkste vraag: ‘kan je dingen
goed en tijdig organiseren?’. Er is altijd een afstandspro-
bleem.” Ambulances hebben soms een lange aanrijtijd,
zeker als er bijstand wordt gevraagd aan andere regio’s
in Nederland of België. De traumazorg vindt standaard
buiten de regio plaats, waardoor patiënten letterlijk een
lange weg te gaan hebben. Naast een afstandsprobleem
ziet Lonink ook een cultuurprobleem. “In het buitenland
werken ze bijvoorbeeld met een andere methode voor
triage. En maken ze gebruik van ambulances met een zeer
beperkte uitrusting. De filosofie is dat behandeling alleen
in het ziekenhuis plaatsvindt. Het RBT moet daarom goed
kijken wanneer wel en wanneer niet de hulp van onze
Belgische buren wordt ingeroepen.” Maar het cultuurver-
schil heeft niet alleen betrekking op België. Lonink con-
stateert dat er ook cultuurverschillen bestaan tussen de
zorginstellingen onderling. “Daarom ben ik benieuwd hoe
de coördinatie en afstemming onderling verloopt tijdens
oefening Zeeuwse koorts. Als je elkaar niet goed genoeg
kent en begrijpt, is het lastig goede besluiten nemen.”
Uitdagende communicatie
Ook communicatie ziet Lonink als een uitdaging voor de
zorginstellingen. Een griepepidemie heeft betrekking op
de hele zorgketen en alle partijen zullen zelf willen com-
municeren naar hun medewerkers, cliënten, patiënten,
families en media. “Toch zal je met elkaar moeten afstem-
men, om één boodschap naar buiten te brengen. Anders
krijg je verwarring onder het publiek en veel vragen.”
Hetzelfde geldt ook voor het RBT en de burgemeesters in
de regio. Die onderlinge afstemming en informatievoor-
ziening verloopt via de locoburgemeesters. Zij voegen zich
bij het RBT in Middelburg en fungeren als liaison. Daar-
door kan hun burgemeester ‘thuis blijven’ en zijn of haar
rol van burgervader of burgermoeder vervullen.
Kunstin crisismanagement
Dergelijke besluiten zijn complex, hebben maatschappelij-
ke impact en kunnen daarom niet zonder de politieke le-
gitimiteit van het openbaar bestuur.” Als adviseur van het
openbaar bestuur en het RBT weet De Meij dat het tijdens
een crisis vaak kiezen is uit twee kwaden. Daarom geeft
hij in zijn advies aan wat de maatschappelijke impact op
de volksgezondheid is voor de korte en lange termijn. Op
basis van verschillende scenario’s kan het bevoegd gezag
een gewogen besluit nemen. Bij een lokale crisis is dit de
burgemeester, bij een regionale crisis de voorzitter van de
veiligheidsregio.
Twee keer falen
“Als je faalt in de voorbereiding, dan bereid je je voor op falen”, stelt De Meij. Een oefening
als Zeeuwse koorts is volgens hem essentieel. “Iedereen zit dagelijks toch vooral in zijn eigen
wereld, processen, jargon. Maar tijdens een grote regionale crisis, zoals de Zeeuwse koorts,
kan wat jij doet of laat een dramatisch effect hebben op een ander in de zorgketen. Deze
oefening leert ons over muren heen te kijken. Ook leren we onze eigen rol en die van andere
zorgpartners beter kennen. En we gaan ontdekken wat de maatschappelijke impact is van
een scenario dat zeer realistisch is. Kortom, een oefening die ons helpt om een effectief
samenspel op de wagen te zetten.”
N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7
ColofonONTWERP EN OPMAAK:
Veldhuizen Grafisch Effect
CONCEPT EN TEKST:
Turnaround Communicatie
FOTOGRAFIE:
Shutterstock
MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:
ContactgegevensPROJECTLEIDER:
GertJan LuddenSVDC advies in crisisbeheersingT 06 5181 7733E [email protected]
PERSVOORLICHTER:
Martin BobeldijkTurnaround CommunicatieT 06 1848 9822E [email protected]
Zeeuwse koortsZeeuwse koorts
Wat is de
Zeeuwse koorts?
De Zeeuwse koorts is een gematigde vorm van malaria, die in
Zeeland en andere natte gebieden in Nederland voorkwam.
Maar niet minder dodelijk…
Op 9 maart 1733 komen 780 Lutheranen aan in de Nieuwerhaven
bij Breskens. Zij hangen het gedachtengoed van Maarten Luther
aan en zijn uit Duitsland vetrokken, omdat hen het leven zuur
wordt gemaakt. Het opbouwen van een nieuw bestaan is niet
gemakkelijk, omdat ze geteisterd worden door de Zeeuwse koorts.
Veel emigranten sterven.
Malariavrij
In juli 1809 vallen de Engelsen Walcheren binnen. 40.000 Britten
nemen Veere en Middelburg in en rukken op naar Vlissingen. Op
15 augustus geeft Vlissingen zich over. Maar de invasiemacht houdt
niet lang stand. In december vertrekken ze weer. Ze zijn verslagen
door een mysterieus virus, dat ‘de Zeeuwse koorts’ wordt genoemd.
Ook in de Tweede Wereldoorlog worden nog ziektegevallen en
overlijdens gemeld, onder andere bij de Duitse troepen. Door
inundatie van grote stukken land tieren de muggen welig, met als
gevolg dat zij de Zeeuwse koorts op mensen overbrengen.
In 1959 is een van de laatste gevallen van inheemse malaria
geconstateerd en in 1970 is Nederland door de World Health
Organisation malariavrij verklaard.