NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal...

6
NIEUWSBRIEF NUMMER 3 Griepepidemie officieel vastgesteld De voortekenen wezen er al op. Maar nu is het een feit. Zee- land heeft te maken met een flinke griepepidemie. Op het moment van schrijven zijn 219 per 100.000 mensen ziek. En dat is slechts het topje van de ijsberg; dit zijn de mensen die zich bij de huisarts hebben gemeld. Op 28 en 29 november worden de crisisteams van de Zeeuwse zorginstellingen geactiveerd, om dit oefenscenario het hoofd te bieden. Nederland kent een prachtig najaar. De zomer houdt lang aan en veel toeristen vertoeven langer dan gebruikelijk in Zeeland. Maar wat nog niemand weet, is dat het heerlijke weer zal omslaan naar bittere kou en een onprettige griepepidemie. Veel mensen worden ziek, verplegend personeel valt uit en patiënten komen te overlijden. Zeeuwse koorts Zeeuwse koorts NIEUWSBRIEF NUMMER 3 NOVEMBER 2017 28 & 29 november 2017

Transcript of NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal...

Page 1: NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal grieppatienten stijgt snel Nee zeggen hoort er ook bij Het lekkere weer slaat begin

N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

Griepepidemie officieel vastgesteldDe voortekenen wezen er al op. Maar nu is het een feit. Zee­

land heeft te maken met een flinke griepepidemie. Op het

moment van schrijven zijn 219 per 100.000 mensen ziek. En dat

is slechts het topje van de ijsberg; dit zijn de mensen die zich bij

de huisarts hebben gemeld. Op 28 en 29 november worden de

crisisteams van de Zeeuwse zorginstellingen geactiveerd, om

dit oefenscenario het hoofd te bieden.

Nederland kent een prachtig najaar. De zomer houdt lang aan en

veel toeristen vertoeven langer dan gebruikelijk in Zeeland. Maar wat

nog niemand weet, is dat het heerlijke weer zal omslaan naar bittere

kou en een onprettige griepepidemie. Veel mensen worden ziek,

verplegend personeel valt uit en patiënten komen te overlijden.

Zeeuwse koortsZeeuwse koortsN I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

28 & 29november 2 0 1 7

Page 2: NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal grieppatienten stijgt snel Nee zeggen hoort er ook bij Het lekkere weer slaat begin

N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

Aantal grieppatienten

stijgt snelNee zeggen hoort er ook bij

Het lekkere weer slaat begin oktober om. In plaats van ‘warm voor

de tijd van het jaar’ is het van de ene op de andere dag ‘koud voor

de tijd van het jaar’. Veel mensen hebben daardoor last van een

verlaagde weerstand, met verkoudheid als gevolg. Langzaamaan

begint zich een flinke uitbraak van de griep te ontwikkelen.

Steeds meer mensen in Nederland én in Zeeland melden zich met griep-

verschijnselen bij de huisarts. Het aantal gevallen van bevestigde influenza

blijft maar stijgen. In een week tijd meldt het influenza-peilstation NIVEL

een stijging van 50 naar 96 op de 100.000 mensen die ziek zijn. Daar-

mee is de grens voor een griepepidemie overschreden. Het is nu een feit.

Afgelopen week is het aantal zieke mensen opgelopen naar 219 op de

100.000.

Vaccineren

Uit Amerika komen signalen die wijzen op een hogere virulentie van de

circulerende H3N2-stam en een slechtere match met het beschikbare

griepvaccin. Uiteindelijk blijkt het influenza A/H3N2-virus in Zeeland te

hebben toegeslagen. Het RIVM adviseert instellingen om hun verzorgend

personeel te vaccineren en voldoende voorraad antivirale middelen in

te slaan. Ook is het advies influenza patiënten te cohorteren en strenge

hygiëne maatregelen te nemen.

Opstootjes

Huisartsen hebben te maken met volle wachtkamers. Daardoor is het

voor hen lastig om zieken in de ouderenzorg te bezoeken. Daar boven-

op komt dat personeel in de thuiszorg uitvalt, waardoor een grote groep

alleenstaande ouderen acute hulp nodig heeft. Bij de huisartsenposten

staan lange rijen voor de vaccinatiespreekuren. Ook als men niet tot

de risicogroep behoort, willen mensen toch een griepprik. Hierover zijn

opstootjes ontstaan. Inmiddels melden de ziekenhuizen dat de intensive

care vol raakt. En zorginstellingen melden dat steeds meer personeel ziek

thuis blijft. Op 28 en 29 november worden de crisisteams van de Zeeuwse

zorginstellingen tijdens de oefening Zeeuwse koorts in stelling gebracht.

In ketenverband zullen zij samenwerken om tijdens deze crisis zo goed

mogelijk zorg te kunnen blijven leveren.

Als een crisis groter is dan enkele huisartsenpraktijken, komt Nucleuszorg in beeld. Deze organisatie – van

en voor huisartsen – coördineert de huisartsenzorg in Zeeuws­Vlaanderen. “Ons crisisteam zal tijdens

de oefening al snel moeilijke besluiten moeten nemen”, verwacht Caroline van den Bergen, kwaliteits­

functionaris. “Afhankelijk van het scenario zullen we onze patiënten met niet spoedeisende klachten

misschien ‘nee’ moeten verkopen. Niet leuk, maar het hoort er wel bij.”

Belangrijke data:

28 EN 29 NOVEMBER 2017 Oefening Zeeuwse koorts

29 JANUARI 2018 Projectteamvergadering

FEBRUARI 2018 Evaluatierapport

“Het is belangrijk dat we onze capaciteit zo goed mogelijk

inzetten en zoveel mogelijk patiënten helpen”, zegt Van

den Bergen. Daarom houdt het crisisteam van Nucleus-

zorg nauwgezet bij wat de actuele ontwikkelingen zijn

in de 22 huisartsenpraktijken en de twee huisartsenpost-

locaties (HAP’s) in Terneuzen en Oostburg. “Als het om

een flinke griepepidemie gaat, krijgen we te maken met

een grote aanloop van patiënten en mogelijke uitval

van huisartsen en assistenten. Want ook zij kunnen ziek

worden.” Blijkt de zorgvraag groter dan wat de nog

beschikbare huisartsen in de regio aan kunnen, dan zal op

aangeven van de huisartsen het crisisteam van Nucleus-

zorg overgaan tot het sluiten van huisartsenpraktijken

en het open houden van enkele strategisch gevestigde

huisarts enpraktijken. Of dat mogelijk is en welke dat

zijn, hangt af van hoe de griepepidemie over Zeeland

trekt. Ook kan besloten worden alle huisartsenzorg te

concentreren op de HAP’s.

HAPpig op triage

“De beperkte huisartsencapaciteit zorgt ervoor dat

we alleen urgente patiënten kunnen helpen. Andere

patiënten zullen moeten wachten. Het is misschien niet

leuk, maar keuzes maken en nee zeggen hoort ook bij

ons beroep.” Omdat huisartsen het voorportaal zijn voor

het ziekenhuis, zullen zij ook beslissen of zieken opgeno-

men moeten worden in het ziekenhuis. “Hoog urgente

gevallen stuurt de huisarts door naar de Spoedeisende

Eerste Hulp (SEH). Minder urgente gevallen behandelt de

HAP. De SEH voert een soortgelijke triage uit op mensen

die zelf direct naar het ziekenhuis gaan. Hierin trekken we

gelijk op.” Dat samen optrekken doet Nucleuszorg ook

met de Zeeuwse Huisartsen Coöperatie. Vorig jaar zijn de

Huisartsen Rampenopvangplannen éen geworden. En er

zijn gesprekken gaande over het elkaar ondersteunen bij

een crisis. In 2018 oefenen beide huisartsenorganisaties

gezamenlijk, om te ontdekken of en hoe zij elkaar kunnen

versterken.

Hoofd boven water

Van den Bergen: “Maar eerst doen we mee aan de

oefening Zeeuwse koorts. We hebben al wel eerder een

infectieziekte-uitbraak geoefend, maar niet zo grootscha-

lig als nu het geval is. Ik denk dat we belangrijke lessen

gaan leren over onze belastbaarheid (hoe lang houden

we het hoofd boven water), de inbedding van onze

procedures in de organisatie en de continuïteit van het

crisisteam. Om die reden ben ik dan ook groot voorstan-

der van deze oefening. Het kan ons alleen maar beter

maken. En daar streven we continu naar.”

Zeeuwse koortsZeeuwse koorts

N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

Page 3: NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal grieppatienten stijgt snel Nee zeggen hoort er ook bij Het lekkere weer slaat begin

N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7 N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

De ZorgSaam Groep biedt thuiszorg, verpleeghuiszorg, woonzorgcentra en dagopvang aan op verschillende locaties.

Ieder jaar duikt wel ergens het Noro-virus op. Een geduchte vijand voor ouderen, die onder andere diarree veroorzaakt.

Het protocol om de besmetting met dit virus in te perken, wordt ook uit de kast getrokken bij een griepepidemie.

“Doordat we dit snel doen bij de eerste verdachte signalen en niet wachten op een bevestiging van het lab, houden we

het aantal besmettingen beperkt.”

WACHTEN DUURT TE LANG

De griep levert een hoge werkdruk op voor zorg­

verleners in de ouderenzorg. De cliëntengroep waar

zij voor zorgen is weinig veerkrachtig en daardoor

erg vatbaar voor deze ziekte. Met als gevolg dat

personeel uitvalt door de werkdruk, en doordat ze

zelf ziek worden. “De impact hiervan is groot”, zegt

Jannie van Sluijs van Zorgstroom. “Je wilt optimale

zorg blijven leveren, maar op een gegeven moment

krijg je de roosters niet meer rond. Wat doe je dan?”

Als door uitval van eigen personeel of toeloop van extra

patiënten de zorgverlening in de knel komt, schakelt

Zorgstroom over op het zorgcontinuïteitsplan. In dat plan

staat wat de organisatie nog kan leveren bij een minimale

bezetting. “We gaan terug naar de basiszorg. Wat echt

nodig is voor onze cliënten doen we nog, maar extra’s

als een snoezelruimte en andere activiteiten zullen even

moeten wachten tot de situatie weer normaal is. Ook de

dagopvang en de ‘open tafel’ waarbij mensen uit de wijk

bij ons komen eten, zullen we terugschroeven of tijdelijk

stopzetten.” Dit laatste gebeurt trouwens niet alleen bij

een gebrek aan personeel, maar ook preventief om de

verdere verspreiding van het griepvirus te voorkomen. Bij

het nemen van deze en andere preventieve maatregelen

wordt de infectiepreventiecommissie van Zorgstroom

betrokken. Het protocol infectieziekten treedt in werking,

met extra aandacht voor hygiëne en persoonlijke bescher-

mingsmiddelen. Zo wordt de griepprik gratis aan het per-

soneel aangeboden. Maar ook het isoleren van cliënten en

het beperken van bezoek behoort tot de mogelijkheden.

Familie valt in

In het kader van een brand of calamiteit heeft Zorgstroom

tijdelijke opvang geregeld bij andere ouderenzorgorga-

nisaties, scholen en hotels. Bij een grootschalige infectie-

ziekte-uitbraak als de griep is het echter niet zo makkelijk

om cliënten te verplaatsen, omdat die organisaties met

dezelfde problemen te maken hebben. “Ook zij hebben

uitval van eigen personeel. Dus verplaatsen heeft wei-

nig zin. Daarom zullen we een beroep doen op familie,

mantelzorgers en vrijwilligers. Samen kijken we naar wat

zij aan extra zorg kunnen bieden.” Van Sluijs heeft een

dergelijke situatie nog niet meegemaakt. Juist daarom is

ze groot voorstander van oefening Zeeuwse koorts. “Het

scenario van een grote griepepidemie is realistisch. Deze

oefening biedt ons de kans om ons daarop voor te berei-

den, door onze interne processen en de samenwerking

met onze zorgpartners te verbeteren.”

Ouderen hebben weinig fysieke weerstand. Zij zijn dan ook kwetsbaar en hebben een grote kans om

het griepvirus op te lopen. “Daarom gaan we tot actie over bij het eerste het beste vermoeden van een

griepinfectie bij een cliënt”, vertelt Jan de Vries van de ZorgSaam Groep. Hij schaalt direct op en wacht

niet op een bevestiging van het laboratorium of het echt om het norovirus of een ander virus gaat. “Beter

vroegtijdig opschalen en snel afschalen, dan te laat opschalen.”

Personeel valt uit

Indikken

Interessant tijdens de oefening is volgens De Vries het samenspel

met huisarts, specialist ouderengeneeskunde en ziekenhuis. Een

huisarts of specialist ouderengeneeskunde kan een cliënt doorver-

wijzen naar het ziekenhuis. Maar wat als het ziekenhuis de cliënt

niet kan of wil opnemen? Misschien zijn er geen bedden meer. Of

misschien wil het ziekenhuis liever besmette cliënten houden waar

ze zijn, om zo de risico’s voor de intensive care te verminderen.

Andersom zal het ziekenhuis patiënten willen uitplaatsen naar ver-

pleeghuizen. “Ons Zorgadviespunt is in het ziekenhuis gevestigd

en zal beoordelen of dat mogelijk is. De collega’s daar kennen de

capaciteit van onze locaties en de mogelijkheid om eventueel wat

in te dikken en ruimtes in te richten voor noodopvang.” Hoe een

ander gaat verlopen hangt volgens De Vries af van het scenario.

“Maar dat het spannend wordt, is wel duidelijk.”

Goede banen

Om een en ander in goede banen te leiden,

kent Zeeuws-Vlaanderen een regionale infec-

tiecommissie. Hierin zijn alle organisaties voor

ouderenzorg vertegenwoordigd. Samen met een

deskundige infectiepreventie van het ziekenhuis

bespreken zij het gezamenlijk te volgen beleid en

te nemen maatregelen aan de hand van lande-

lijke en regionale richtlijnen infectieziektebestrij-

ding. De betrokken organisaties, waaronder de

ZorgSaam Groep, hebben ook hun eigen infectie-

commissie. Deze vertaalt de regionale afspraken

door naar maatregelen voor de eigen organisatie.

“Je wilt optimale zorg blijven leveren, maar op een gegeven

moment krijg je de roosters niet meer rond. Wat doe je dan? ”

N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

Page 4: NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal grieppatienten stijgt snel Nee zeggen hoort er ook bij Het lekkere weer slaat begin

Een groot ongeluk op de A58, zoals in 2014, vergt

samenwerking tussen de verschillende zorgverleners.

Maar de geografische impact ervan blijft beperkt.

Daardoor kan ADRZ of een andere zorginstelling bij

capaciteitsproblemen extra hulp inroepen binnen of

buiten de regio. Maar een griep of andere infectie-

ziekte heeft een veel grotere geografische impact.

Goudswaard: “De buurregio’s, heel Nederland of

zelfs een werelddeel kan er last van hebben. Het

houdt zich niet aan grenzen. Daarom zullen we in

Zeeland als zorgpartners nauw met elkaar moeten

samenwerken, maar aan de andere kant ben je ook

op jezelf aangewezen. Want iedereen heeft dezelfde

problemen.”

Bottle neck

Goudswaard verwacht dat het uitplaatsen van pa-

tiënten naar andere zorginstellingen daarom een

probleem gaat worden voor ADRZ. Dit is nodig om

bedden vrij te maken voor nieuwe patiënten.

“Normaal gesproken is het al lastig, laat staan bij

een griepepidemie.

Ook al zouden verpleeghuizen plaats hebben, dan

nog is de kans groot dat ze geen nieuwe patiën-

ten kunnen opnemen door ziekmeldingen van hun

eigen personeel. Dit wordt een belangrijke bottle

neck.” ADRZ heeft een speciaal crisisteam dat deze

en andere vraagstukken voor de kiezen krijgt. Bij

een griepepidemie schuiven inhoudelijk specialisten

aan, zoals een microbioloog of een medewerker

van de dienst infectiepreventie. Ook de manager

Personeel & Organisatie zal deel uitmaken van het

team. “Want als medewerkers thuisblijven om zorg

te verlenen aan gezin of familie, moeten we kijken

hoe we daarmee omgaan. Kunnen we hen helpen

én gelijktijdig onze capaciteit waarborgen?” Het

ADRZ-crisisteam is een zogenaamd ‘combi-team’.

Operationele en beleidsmatige taken zijn in dit ene

team verenigd. “Splits je deze taken, dan loop je het

risico dat tijdens de informatieoverdracht per onge-

luk belangrijke informatie achterwege blijft. Bij ons

komt alle informatie op één plek samen, waardoor

we als crisisteam een maximale informatiepositie

hebben.”

N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

“Een grootschalige griepepidemie is een com­

plex verhaal. Er komt veel bij kijken”, zegt

Wim Goudswaard, voorzitter crisisteam van

het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (ADRZ).

“Als ketenpartners hebben we elkaar hard

nodig. Daarom is het goed om via oefening

Zeeuwse koorts de verschillende werelden op

elkaar aan te laten sluiten. Want alle schakels

in de zorgketen zijn even belangrijk voor het

goed functioneren van de zorg in Zeeland.”

Toch blijkt de praktijk weerbarstiger.

Maximale informatiepositie

De kwaliteiten van de GHOR liggen op het vlak van crisisbeheersing en

multidisciplinaire afstemming. De GHOR maakt onderdeel uit van de

Veiligheidsregio Zeeland en werkt onder het gezag van het openbaar

bestuur. De GGD waakt over de publieke gezondheidszorg en heeft

inhoudelijke expertise over dreigingen als infectieziekten en de impact

van gevaarlijke stoffen op de gezondheid. Ook monitort de GGD de

volksgezondheid bij rampen en crisis. De Meij: “Beide organisaties

dienen het algemeen maatschappelijk belang en vullen de verantwoor-

delijkheid van het openbaar bestuur in als het gaat om de volksge-

zondheid; de een vanuit crisisbeheersing, de ander vanuit de inhoud.

Als DPG breng ik beide processen bij elkaar.” Daarnaast is De Meij het

gezicht van de publieke gezondheidszorg in de regio, waar mensen

vertrouwen in kunnen hebben. “In de media geeft de politie als spe-

cialist een toelichting op de opsporing van verdachten. Ik doe dat als

specialist ten aanzien van de publieke gezondheidszorg.”

Twee kwaden

Een van de overleggen die de DPG initieert en voorzit tijdens een grote

regionale infectieziektecrisis, is het ‘coördinatie-overleg’. Alle zorgin-

stellingen in Zeeland nemen daaraan deel, met als doel een geza-

menlijk beeld te krijgen van de situatie in de regio. Op basis daarvan

worden gezamenlijke prioriteiten vastgesteld en maatregelen geno-

men. Deze zijn gericht op het beschermen van de volksgezondheid en

het waarborgen van de zorgcontinuïteit. “We kijken naar de zwakke

plekken in het zorgsysteem en bepalen vervolgens wat we daaraan

doen. Stel dat de acute zorg vol loopt, dan kunnen we de burgemees-

ter, bijvoorbeeld via het Regionaal Beleidsteam (RBT), adviseren alle

evenementen te schrappen. We hebben in die situatie geen capaciteit

meer om ter plekke hulp te verlenen als dat nodig mocht zijn. En stel

dat er niet genoeg vaccins zijn, dan zullen wij adviseren welke bevol-

kingsgroepen eerst gevaccineerd moeten worden.

Twee kanten van dezelfde medaille

N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

Iedere regio heeft een Directeur Publieke Gezondheid (DPG). Zo ook de regio Zeeland: Ronald de Meij. Hij is

directeur van de GGD én van de GHOR. De eerste voert bij crisis diverse taken uit in het kader van de volks­

gezondheid, waaronder infectieziektebestrijding. De tweede coördineert geneeskundige hulpverlening bij

rampenbestrijding en crisisbeheersing én zorgt voor afstemming met de andere ‘kolommen’, zoals politie,

brandweer en defensie. Ze zijn beide één kant van dezelfde medaille: “Samen zorgen ze voor een integrale

en gecoördineerde aanpak van een crisis.”

Page 5: NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal grieppatienten stijgt snel Nee zeggen hoort er ook bij Het lekkere weer slaat begin

N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7 N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

Grote branden. Explosies bij chemische bedrijven.

Aanvaringen van schepen. Het zijn dit soort fysieke

rampen waar de veiligheidsregio’s in Nederland zich

van oudsher mee bezighouden. Maar dat is aan het

verschuiven. Steeds vaker ziet Jan Lonink, burge­

meester van Terneuzen en voorzitter veiligheidsre­

gio Zeeland, andere typen crises. Zoals een terroris­

tische dreiging of maatschappelijke ontwrichting als

gevolg van ziekten bij mens of dier. “Als bestuurder

neem ik besluiten die je niet van zorgprofessionals

kan en mag verwachten.”

Als er schaarste is, doen zich moeilijke keuzes voor. Zo

zal bij een te kort aan bedden besloten moeten worden

welke patiënten voorgaan op anderen. Ook bij een te kort

aan vaccins of ambulances zal een dergelijk besluit geno-

men moeten worden. En bij onrust in de maatschappij zal

een afweging gemaakt moeten worden tussen volksge-

zondheid en veiligheid. “Dergelijke besluiten kan en mag

je niet van zorgprofessionals op het operationele niveau

verwachten. Dat druist in tegen hun eerste en belangrijk-

ste taak: zo lang mogelijk zorg verlenen.” Als voorzitter

van het Regionaal Beleidsteam houdt Lonink zich met

deze en andere bestuurlijke vraagstukken bezig. Dat hij

zelf geen medische achtergrond heeft, is geen beperking.

“Ik ben geen dokter, geen kernfysicus en ook geen nau-

tisch specialist. Die professionele kennis is geborgd in de

sectoren zelf. De kunst is dat ik de juiste informatie boven

tafel krijg waarop ik mijn besluiten kan baseren. Ik weeg

uiteindelijk alles tegen elkaar af en neem samen met het

RBT een besluit.”

Lange weg te gaan

Lonink heeft inmiddels ruimschoots ervaring als burge-

meester en crisismanager. Hij ziet verschillende uitda-

gingen, die kunnen opspelen tijdens oefening Zeeuwse

koorts. “Door de geografische aard en omvang van Zee-

land is bij een crisis de belangrijkste vraag: ‘kan je dingen

goed en tijdig organiseren?’. Er is altijd een afstandspro-

bleem.” Ambulances hebben soms een lange aanrijtijd,

zeker als er bijstand wordt gevraagd aan andere regio’s

in Nederland of België. De traumazorg vindt standaard

buiten de regio plaats, waardoor patiënten letterlijk een

lange weg te gaan hebben. Naast een afstandsprobleem

ziet Lonink ook een cultuurprobleem. “In het buitenland

werken ze bijvoorbeeld met een andere methode voor

triage. En maken ze gebruik van ambulances met een zeer

beperkte uitrusting. De filosofie is dat behandeling alleen

in het ziekenhuis plaatsvindt. Het RBT moet daarom goed

kijken wanneer wel en wanneer niet de hulp van onze

Belgische buren wordt ingeroepen.” Maar het cultuurver-

schil heeft niet alleen betrekking op België. Lonink con-

stateert dat er ook cultuurverschillen bestaan tussen de

zorginstellingen onderling. “Daarom ben ik benieuwd hoe

de coördinatie en afstemming onderling verloopt tijdens

oefening Zeeuwse koorts. Als je elkaar niet goed genoeg

kent en begrijpt, is het lastig goede besluiten nemen.”

Uitdagende communicatie

Ook communicatie ziet Lonink als een uitdaging voor de

zorginstellingen. Een griepepidemie heeft betrekking op

de hele zorgketen en alle partijen zullen zelf willen com-

municeren naar hun medewerkers, cliënten, patiënten,

families en media. “Toch zal je met elkaar moeten afstem-

men, om één boodschap naar buiten te brengen. Anders

krijg je verwarring onder het publiek en veel vragen.”

Hetzelfde geldt ook voor het RBT en de burgemeesters in

de regio. Die onderlinge afstemming en informatievoor-

ziening verloopt via de locoburgemeesters. Zij voegen zich

bij het RBT in Middelburg en fungeren als liaison. Daar-

door kan hun burgemeester ‘thuis blijven’ en zijn of haar

rol van burgervader of burgermoeder vervullen.

Kunstin crisismanagement

Dergelijke besluiten zijn complex, hebben maatschappelij-

ke impact en kunnen daarom niet zonder de politieke le-

gitimiteit van het openbaar bestuur.” Als adviseur van het

openbaar bestuur en het RBT weet De Meij dat het tijdens

een crisis vaak kiezen is uit twee kwaden. Daarom geeft

hij in zijn advies aan wat de maatschappelijke impact op

de volksgezondheid is voor de korte en lange termijn. Op

basis van verschillende scenario’s kan het bevoegd gezag

een gewogen besluit nemen. Bij een lokale crisis is dit de

burgemeester, bij een regionale crisis de voorzitter van de

veiligheidsregio.

Twee keer falen

“Als je faalt in de voorbereiding, dan bereid je je voor op falen”, stelt De Meij. Een oefening

als Zeeuwse koorts is volgens hem essentieel. “Iedereen zit dagelijks toch vooral in zijn eigen

wereld, processen, jargon. Maar tijdens een grote regionale crisis, zoals de Zeeuwse koorts,

kan wat jij doet of laat een dramatisch effect hebben op een ander in de zorgketen. Deze

oefening leert ons over muren heen te kijken. Ook leren we onze eigen rol en die van andere

zorgpartners beter kennen. En we gaan ontdekken wat de maatschappelijke impact is van

een scenario dat zeer realistisch is. Kortom, een oefening die ons helpt om een effectief

samenspel op de wagen te zetten.”

Page 6: NIEUWSBRIEF NUMMER 3 • NOVEMBER 2017 · 2017. 11. 28. · NEUWBRE NUMMER • NOVEMBER 2017 Aantal grieppatienten stijgt snel Nee zeggen hoort er ook bij Het lekkere weer slaat begin

N I E U W S B R I E F N U M M E R 3 • N O V E M B E R 2 0 1 7

ColofonONTWERP EN OPMAAK:

Veldhuizen Grafisch Effect

CONCEPT EN TEKST:

Turnaround Communicatie

FOTOGRAFIE:

Shutterstock

MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:

ContactgegevensPROJECTLEIDER:

Gert­Jan LuddenSVDC ­ advies in crisisbeheersingT 06 5181 7733E [email protected]

PERSVOORLICHTER:

Martin BobeldijkTurnaround CommunicatieT 06 1848 9822E [email protected]

Zeeuwse koortsZeeuwse koorts

Wat is de

Zeeuwse koorts?

De Zeeuwse koorts is een gematigde vorm van malaria, die in

Zeeland en andere natte gebieden in Nederland voorkwam.

Maar niet minder dodelijk…

Op 9 maart 1733 komen 780 Lutheranen aan in de Nieuwerhaven

bij Breskens. Zij hangen het gedachtengoed van Maarten Luther

aan en zijn uit Duitsland vetrokken, omdat hen het leven zuur

wordt gemaakt. Het opbouwen van een nieuw bestaan is niet

gemakkelijk, omdat ze geteisterd worden door de Zeeuwse koorts.

Veel emigranten sterven.

Malariavrij

In juli 1809 vallen de Engelsen Walcheren binnen. 40.000 Britten

nemen Veere en Middelburg in en rukken op naar Vlissingen. Op

15 augustus geeft Vlissingen zich over. Maar de invasiemacht houdt

niet lang stand. In december vertrekken ze weer. Ze zijn verslagen

door een mysterieus virus, dat ‘de Zeeuwse koorts’ wordt genoemd.

Ook in de Tweede Wereldoorlog worden nog ziektegevallen en

overlijdens gemeld, onder andere bij de Duitse troepen. Door

inundatie van grote stukken land tieren de muggen welig, met als

gevolg dat zij de Zeeuwse koorts op mensen overbrengen.

In 1959 is een van de laatste gevallen van inheemse malaria

geconstateerd en in 1970 is Nederland door de World Health

Organisation malariavrij verklaard.