Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83...

20
Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 ---------------------------------------------------------------------------- Lezing maandag 5 september door Henkjan Sprokholt en Willem Roose: Iconen en symbolen van Gouda Het thema van Open Monumentendag 2016 is Iconen en Symbolen. In samenwerking met de Stichting Open Monumentendag organiseert Die Goude een lezing over iconen en symbolen van de stad Gouda. Het uitgangspunt is het stadssilhouet van Gouda, waarin meerdere elementen samen onmiskenbaar duidelijk maken dat het om onze stad gaat. Het logo van ‘Gouda Beste Binnenstad 2015-2017’ is misschien het meest recente voorbeeld om dat helder uit te beelden. Henkjan Sprokholt zal in zijn gedeelte van de lezing ingaan op het silhouet van Gouda, zoals dat door de eeuwen de aandacht heeft getrokken, het stadsfront gezien vanaf de Hollandse IJssel en vanuit de Krimpenerwaard. Binnen dat silhouet onderscheidt hij meerdere iconen, van de Sint-Jan, de molens en de Gouwekerk tot aan de splitsingskolommen van Croda. Hij zal de situatie van vroeger en nu behandelen. Is er veel veranderd? Na de pauze gaat Willem Roose in op de molens in Gouda. De hoge korenmolens De Roode Leeuw en ’t Slot zijn beeldbepalende elementen in de Goudse skyline. Ooit waren er veertig molens onderdeel van het Goudse stadssilhouet. Willem zal het hebben over de verschillende functies die molens kunnen hebben. Hoe verliep de opkomst en de neergang van deze symbolen van nijverheid? Uiteraard komen de vier overgebleven molens, de Haastrechtse molen, Molen ’t Slot, de Mallemolen en De Roode Leeuw, in zijn presentatie aan bod. Henkjan Sprokholt is docent klassieke talen (Coornhert Gymnasium), archeoloog, museoloog en onderzoeker van onderwerpen uit de lokale geschiedenis. Hij is ontwerper van de maquette ‘Gouda 1562’ in Museum Gouda. Willem Roose is sinds 1992 beroepsmolenaar op molen De Roode Leeuw aan de Vest. Al op zijn dertiende jaar hield hij zelfstandig een molen draaiende. Hij schrijft ook tijdschriftartikelen en boeken over molens. De lezing vindt plaats in sociëteit Concordia, Westhaven 27. Aanvang: 20.00 uur. Toegang gratis.

Transcript of Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83...

Page 1: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 ----------------------------------------------------------------------------

Lezing maandag 5 september door Henkjan Sprokholt en Willem Roose: Iconen en symbolen van Gouda

Het thema van Open Monumentendag 2016 is Iconen en Symbolen. In

samenwerking met de Stichting Open Monumentendag organiseert Die Goude een

lezing over iconen en symbolen van de stad Gouda. Het uitgangspunt is het

stadssilhouet van Gouda, waarin meerdere elementen samen onmiskenbaar

duidelijk maken dat het om onze stad gaat. Het logo van ‘Gouda Beste

Binnenstad 2015-2017’ is misschien het meest recente voorbeeld om dat helder

uit te beelden.

Henkjan Sprokholt zal in zijn gedeelte van de lezing ingaan op het silhouet van Gouda, zoals dat

door de eeuwen de aandacht heeft getrokken, het stadsfront gezien vanaf de Hollandse IJssel en

vanuit de Krimpenerwaard. Binnen dat silhouet onderscheidt hij meerdere iconen, van de Sint-Jan,

de molens en de Gouwekerk tot aan de splitsingskolommen van Croda. Hij zal de situatie van

vroeger en nu behandelen. Is er veel veranderd?

Na de pauze gaat Willem Roose in op de molens in Gouda. De hoge korenmolens De Roode Leeuw en

’t Slot zijn beeldbepalende elementen in de Goudse skyline. Ooit waren er veertig molens

onderdeel van het Goudse stadssilhouet. Willem zal het hebben over de verschillende functies die

molens kunnen hebben. Hoe verliep de opkomst en de neergang van deze symbolen van nijverheid?

Uiteraard komen de vier overgebleven molens, de Haastrechtse molen, Molen ’t Slot, de

Mallemolen en De Roode Leeuw, in zijn presentatie aan bod.

Henkjan Sprokholt is docent klassieke talen (Coornhert Gymnasium), archeoloog, museoloog en

onderzoeker van onderwerpen uit de lokale geschiedenis. Hij is ontwerper van de maquette ‘Gouda

1562’ in Museum Gouda.

Willem Roose is sinds 1992 beroepsmolenaar op molen De Roode Leeuw aan de Vest. Al op zijn

dertiende jaar hield hij zelfstandig een molen draaiende. Hij schrijft ook tijdschriftartikelen en

boeken over molens.

De lezing vindt plaats in sociëteit Concordia, Westhaven 27. Aanvang: 20.00 uur. Toegang gratis.

Page 2: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

2 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Voorlichtings- en discussieavond over de nieuwe Omgevingswet op 19 september 2016

De samenleving vraagt al lange tijd om minder regels, snellere procedures en een terugtredende overheid op het gebied van de Ruimtelijke Ordening en daarmee verband houdende procedures. De nieuwe Omgevingswet volgt deze maatschappelijke vraag. Op 22 maart 2016 heeft de Eerste Kamer de Omgevingswet vastgesteld. De wet wordt nu uitgewerkt in praktische uitvoeringsregels (Algemene Maatregelen van Bestuur). Het streven is dat de wet eind 2018 definitief in werking gaat treden.

Kort geformuleerd betekent een en ander het volgende: - er komt meer bewegingsruimte voor burger en ondernemer; de tot nu toe gebruikelijke ‘toelatingsplanologie’ wordt vervangen door ‘uitnodigingsplanologie’: van “nee tenzij”, naar “ja, mits”; - er komen andere spelregels; er wordt, meer dan tot nog toe, een proactieve rol van de burgers en bedrijven verwacht; gemeenten gaan initiatiefnemende, participerende burgers en ondernemers positief benaderen; - sociaal-maatschappelijke en cultuurhistorische belangen en de belangen van omwonenden worden gelijkwaardiger bij de besluitvorming betrokken; er komt meer bestuurlijke afwegingsruimte. Vertrouwen staat daarbij centraal. Deze nieuwe Omgevingswet zal van grote invloed zijn op besluitvormingsprocessen. Gemeenten kunnen zich nu al samen met burgers, ondernemers en hun belangenorganisaties voorbereiden op de invoering van de wet. Wat houdt dat allemaal in en wat gaat dat betekenen? Er komt meer ruimte voor initiatieven. De overheid schept daarvoor de kaders en geeft richting aan ontwikkelingen. De vraag is natuurlijk of er werkelijk sprake zal zijn van een terugtredende overheid. Zeker is dat gemeenten zich meer op de burger gaan richten dan andersom. Bij de uitwerking en toepassing van de wet spelen burgers en ondernemers daarom een belangrijke rol. De Historische Vereniging Die Goude wil zich ten aanzien van de discussie over de implementatie en toepassing van de Omgevingswet manifesteren als partij van betrokken burgers. In dat kader zal er met medewerking van de gemeente Gouda en de Omgevingsdienst Midden-Holland een voorlichtings- en discussieavond georganiseerd worden. Voor deze avond worden behalve de leden van onze vereniging ook vertegenwoordigers uitgenodigd van burgergroeperingen waaronder wijkteams, de bouwwereld waaronder woningbouwcorporaties en architecten, ondernemersorganisaties waaronder winkeliersverenigingen en de gemeentelijke politiek. Deze voorlichtings- en discussieavond moet worden gezien als een eerste stap om eventuele kennisachterstand bij belanghebbenden op te heffen en betrokkenheid te vergroten. De voorlichtings- en discussieavond zal worden gehouden op maandag 19 september 2016 in sociëteit Concordia, Westhaven 27 Gouda. Aanvang 20:00 uur. Uiteraard hebben de leden van onze vereniging vrij toegang. Toch zouden wij graag zien dat u zich opgeeft bij de secretaris van de werkgroep Ruimte, Jan de Haan. Dat geldt in ieder geval ook voor niet-leden. Graag uw aanmelding naar [email protected].

Page 3: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel

De excursiecommissie heeft nog een aantal plaatsen beschikbaar voor de trip op zaterdag 8

oktober a.s. naar de Kop van Overijssel. In Steenwijk bezoeken wij de villa in Jugendstil, Rams

Woerthe, waar een belangrijk deel van de collectie van beeldhouwer Hildo Krop is ondergebracht.

In Gouda hebben we van hem, in de Vroesentuin, de bekende buste van Erasmus. Na de lunch in

hotel-restaurant Landgoed Oldruitenborgh in Vollenhove krijgen we een geleide stadswandeling door

dit voormalige Zuiderzeestadje.

08:15 uur Vertrek bus vanaf Gouda NS-station (Bloemendaalzijde);

10:15 uur Aankomst Steenwijk;

10:30 uur Ontvangst en koffie in De Heren van de Rechter aan de Markt;

11:00 uur Wandelen naar Villa Rams Woerthe (5 minuten lopen); rondleiding door de villa met

speciale aandacht voor de collectie-Hildo Krop.

12:30 uur Doorreis naar Vollenhove;

13:00 uur Lunch bij HCR Landgoed Oldruitenborgh;

14:00 uur Inleiding over het Land van Vollenhove;

14:30 uur Stadswandeling met gids door Vollenhove, inclusief

bezoek aan de Grote Kerk;

16:00 uur Afsluitend drankje;

16:30 uur Terugreis naar Gouda;

18:15 uur Aankomst Gouda NS-station.

De reis gaat door met minimaal 40 personen. De excursie kost €

55,- p.p. Daarin zijn alle kosten begrepen van vervoer, gidsen,

thee/koffie, lunch, entrees, fooien en administratiekosten. Elk lid

van Die Goude mag één introducé meenemen. Zodra zich 40

deelnemers hebben aangemeld, ontvangt u de bevestiging en de

factuur. Verdere informatie: Wilma Dubbink

([email protected] of 0182-570373).

Aanmelden: (per post) Historizon Reizen, Postbus 283, 2160 AG

Lisse; (per mail) [email protected]; (of telefonisch) 088-6360200.

deGouda en Die Goude werken aan historische rubriek

De redactie van het weekblad deGouda heeft de Historische

Vereniging Die Goude benaderd voor het opzetten van een

vaste rubriek over historische onderwerpen. We willen elke

aflevering uitgaan van een herkenbare plek (huis, beeld, brug,

straat, affiche). Daaraan wordt een stukje Goudse geschiedenis

verbonden dat voor veel mensen interessant is. Als naam van

de rubriek denken we aan ‘Herkenbaar verleden’, maar we

staan open voor een betere naam.

Op uitnodiging van Marja Baars van

de Gouda Media Groep BV heeft een

delegatie van Die Goude de

mogelijkheden besproken. De rubriek zal eens in de maand verschijnen.

Het gaat om een pagina op magazine-formaat, een tekst van ongeveer

250 woorden en drie tot vier foto’s.

De bestuursleden van Die Goude zijn geraadpleegd. Zij hebben

ingestemd met het project. Gevraagd is om in de redactie meerdere

auteurs een kans te geven. De projectgroep bestaat uit secretaris Bart

Pors, de hoofdredacteuren van de Tidinge en de Nieuwsbrief, Paul van

Horssen en Gert Jan Jansen en fotograaf-webredacteur Nico Boerboom.

De eerste aflevering zal waarschijnlijk gaan over Hoge Gouwe 31: van weeshuis tot woonhuis.

Page 4: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

4 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Reacties op de vorige Nieuwsbrief

1.Haagsche Poortje Emile Veugelers van Bibliss Mode zegt dank

voor het artikel ‘Op zoek naar het Haagsche

Poortje’ (Nieuwsbrief 82). Hij herinnert zich

dat architect Aart Kruijne in 2003 foto’s van

het Haagsche Poortje heeft gemaakt. Diens

bureau, AK Architectuur te Papendrecht,

maakte de tekeningen voor de uitbreiding

van het winkelpand op Kleiweg 74 en voor

twee appartementen boven Kleiweg 74. Op

www.akarchitectuur.nl wordt het (slechts

gedeeltelijk uitgevoerde) project

beschreven. Daar staan diverse foto’s, ook

van de twee laatste huisjes die aan het

steegje stonden. Ze stonden op dat moment

op instorten en de eigenaar had een

aanschrijven van de gemeente gekregen dat

de situatie te gevaarlijk werd.

2.Waar lag het graf van Coornhert eerst? Erelid Henny van Dolder geeft haar complimenten door

voor de laatste Nieuwsbrief. Toch heeft ze ook een

foutje gezien. In de aankondiging van het Coornhert-

symposium staat dat Coornhert in het koor van de Sint-

Janskerk is begraven. Dat is niet juist. Dat kon haar als

oud-archivaris van de Hervormde Gemeente niet

ontgaan. Zij schreef de brochure Coornhert in Gouda,

waarin een aantal feiten rond Coornhert helder op een

rij staat. Het was Coornherts nicht Neeltje Pouwelsdr.

die hem niet alleen verzorgde en verpleegde in Gouda,

maar ook een graf voor hem kocht. Volgens het Grafboek

van de St.-Janskerk 1539-1600 is dat gebeurd op 7

november 1590. Aangetekend is dat het gaat om

‘Coornhart-Derijck Folgersoon’. Het kerkarchief geeft

aan wat de plaats was van de grafzerk: de 32e laag

(=rij), het 9e graf in de ‘middelkerck’. Bij de restauratie

van1964/1980 is het graf op een meer symbolische plaats

teruggelegd, onder Glas 1.

De grafsteen kent een grafdicht van Hendrick Laurensz.

Spieghel (1559-1612), een vriend van Coornhert. Henny

van Dolder laat zien dat de tekst bij vernieuwing of

restauraties niet ongeschonden is gebleven. Niet alleen

is een keer een woord veranderd (‘Nu’ in ‘Hier’), maar van zeker zeven woorden is de spelling

gewijzigd. Het grootste raadsel blijft echter de sterfdatum die op de steen staat: ‘9 Octobris 1590’.

Die fout moet al voor 1714 gemaakt zijn, want ook pastoor Walvis vermeldt deze datum in zijn

Beschrijving der stad Gouda.

3.In de nadagen van het Collatiehuis In Nieuwsbrief 82 hebben wij een oproep gedaan aan mensen die nog persoonlijk het voormalige

Collatiehuis of Paulusklooster hebben meegemaakt dat tot 1942/1943 tussen de Jeruzalemstraat en

de Groeneweg stond. Wij deden dat op verzoek van Paul Abels. De oproep heeft succes gehad, zo

meldt Paul. Het leverde een aantal nieuwe foto’s op uit de tijd van voor en tijdens de afbraak.

Frans IJsselstijn, lid van Die Goude, zette zijn herinnering aan het enorme complex achter de Sint-

Janskerk op papier. Uit het interview dat als ‘Gouwe Verhaal’ in de eerste Tidinge van 2016

Page 5: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

5 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

verscheen, weten we dat hij 86 jaar geleden

geboren werd in de Spieringstraat. Frans

IJsselstijn schrijft: “In deze straat, halverwege

de Walestraat en de Hoefsteeg, had je tot

ongeveer 1935 garagebedrijf Van Hoorn. Deze

garage verkocht T-Fords. Zij verhuisden van

daar naar de Pauluskapel bij de Looyhalle. Ik

zat op de kleuterschool in de Patersteeg en daar

zaten ook de drie dochters van Van Hoorn:

Tinie, Adrie en Hennie. Daar ging ik als kind

mee om en zo kwam ik ook in de Looyhalle.

Daar kon je via de garage zo in lopen. In de

Vijfde verzamelde bijdragen van de Historische

Vereniging Die Goude staat nog een foto van de

kloostergang, waar we speelden met slecht weer. In het grote huis naast de Jeruzalemkapel woonde

de hoofdonderwijzer van wat later de Klaas de Vriesschool heette, de heer Van Kerse. Daarnaast

had je dan de Looyhalle met daarin een poortje, waardoor je zo op het schoolplein kwam, dat

achter het huis van de hoofdonderwijzer lag. Op deze plek is nu een pad door het Raoul

Wallenbergplantsoen naar het plein.” Het schoolplein is er nog, de garage en het voormalige

klooster niet meer. De familie Van Hoorn woonde boven in het gebouw. Frans IJsselstijn

veronderstelt dat het kamers waren die tot het convent behoorden. Voor de sloop van het gebouw is

de familie Van Hoorn verhuisd naar de Kattensingel, vlakbij de Drie Nootebomen. Of zij daar ook

een garage hadden, weet de heer IJsselstijn niet. “De dochter Adrie was getrouwd met een donkere

Afrikaan. Dat was heel bijzonder in die tijd. Zouden de meisjes van toen nog leven?”

Tien inzendingen voor verhalenwedstrijd voorouders

Tien inzendingen kreeg de jury van de verhalenwedstrijd te beoordelen, die Die Goude en

Streekarchief Midden-Holland (SAMH) hadden uitgeschreven in het kader van hun genealogieproject.

Over de inhoud kan niets gezegd worden zolang het juryrapport nog niet klaar is en de uitslag nog

niet bekendgemaakt. Wel kan aan de hand van de titels van de inzendingen iets worden duidelijk

gemaakt over de aard van de bijdragen. Welke familie of welke voorouder staat centraal in de

verschillende bijdragen? Dit zijn ze in volgorde van binnenkomst:

1. Van Swaenswijck, zes eeuwen familiegeschiedenis;

2. De anekdote van Cornelia (van Leeuwen);

3. Het levensverhaal van Wilhelmus Johannes (Wim) Steenland;

4. Mijn naam is Antonie de Bruijn;

5. Drogisterij Van Elk op Karnemelksloot 65;

6. Elisabeth (Roggeveen), een familiegeschiedenis verborgen achter een naam;

7. Sjaantje de Pater, een gewoon Gouds meisje;

8. De zaak Rika Wassen; hoe een Drentse in Gouda aan haar einde kwam;

9. Ruim drie eeuwen fris als een Jongkoen;

10. Het verhaal van opa en opoe De Vries.

De jury is op 5 juli jl. bijeen geweest om de indrukken van de verschillende bijdragen uit te

wisselen. Ze is blij verrast door de uiteenlopende onderwerpen die aan de orde komen en met de

zeer verschillende manieren van presentatie. Met de vraag om aan te geven hoe men aan zijn

gegevens komt (bronvermelding) zijn sommige inzenders nogal vrij omgegaan. De nadruk die is

gelegd op het schrijven van een ‘verhaal’ is ook niet door iedereen op dezelfde wijze begrepen.

Eensgezindheid was er over de bijdrage die de eerste prijs zou moeten krijgen. De jury heeft de

secretaris gevraagd om eerste commentaren samen te voegen tot een concept-juryrapport. Van de

gedachte om een voorselectie te maken, leidend tot een nominatie en vervolgens een beslissing,

stapt de jury af. “We zijn er eigenlijk uit”, concludeerde voorzitter Wim Cornelis. “Dan gaan we

geen toneelstukje opvoeren dat er nog diepgaand beraad plaatsvindt.” De winnaars worden op

maandagavond 24 oktober in sociëteit Concordia bekendgemaakt, voorafgaand aan de lezing over

het Rampjaar 1672. (GJJ)

Page 6: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

6 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Archeologisch onderzoek in koor Sint-Jan

Onder de titel ‘Begraven, opgegraven en herbegraven, archeologisch onderzoek in het koor van de

Sint-Janskerk te Gouda’ hield stadsarcheoloog Maarten Groenendijk op 23 mei jl. voor Die Goude

een lezing over de recente opgravingen. Aan de hand van veel foto’s en schematische overzichten

ging hij meer op de details van de hele opgraving in dan tot nu toe bekend was geworden in de pers.

Ook liet hij uitkomen met welke grote zorgvuldigheid hedendaagse opgravingen gedaan worden. Na

het weggraven van de verstoorde bovenlaag van anderhalve meter zijn er proefsleuven gemaakt.

Daaruit bleek dat de zeven grafkelders in hun geheel nog aanwezig waren. Opvallend was dat de

kelders zodanig gemetseld waren, dat het vocht goed verwerkt was. Vrijwel alle kelders waren leeg

op een enkele na die vol botten lag.

Dan was er natuurlijk de kelder met de resten van de complete burgemeestersfamilie Van Rietveld.

Door botonderzoek is duidelijk geworden welke skeletten bij welke familieleden hoorden. Het was

een rijke familie, zo bleek uit de vele gaatjes in de gebitten. Alleen de welgestelden konden zich

het gebruik van suiker permitteren. Naast een aantal manchetknopen werd er ook een stuk textiel

gevonden. Of die lap ook uit de tijd van de burgemeester (± 1680-1700) is, valt nog niet na te gaan.

Misschien is het ook wel een poetslap uit de tijd van de restauratie van 1902. Begraving in het koor

was alleen weggelegd voor de rijken. Toch besloot het kerkbestuur in 1740 om de resten van arme

mensen die buiten de kerk waren opgeslagen in het overvolle knekelhuisje opnieuw te begraven in

het koor van de kerk.

Wat is er nog meer gevonden? Natuurlijk pijpenkoppen (ook uit 1902), beslag van de kisten, muntjes

en bijzonder fraaie tegels uit de herenkamer van de kerk. Rondom het koor zijn ook opgravingen

gedaan. Daar zijn vijftig individuele skeletten gevonden. De bekendste is natuurlijk graf nr. 93, het

graf van de 16-jarige straatjongen. Bijzonder, omdat een arme jongen met zijn hoofd naar het

oosten in een kerk is begraven. Dat hij arm was, bleek uit zijn gebit, waaraan duidelijk te zien is,

dat hij een pijproker was. Pijproken deed je in die tijd ook om de honger te verdrijven. Wil je er

meer over lezen, in het boekje van Evert van Ginkel (verkrijgbaar in het winkeltje van de kerk) kan

je er alles over lezen. De uitvoerige publicaties over de opgravingen komen op de website van de

kerk te staan.

Wat is er gebeurd met al het botmateriaal? De enorme hoeveelheid, veertig kubieke meter, is met

alle zorgvuldigheid en respect in de zeven grafkelders teruggelegd. De familie Van Rietveld ligt in

een kleine grafkelder buiten het koor. Een nieuwe grafsteen geeft het aan. (PvH)

Page 7: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

7 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Genealogisch Café in Gouda

Op de allermooiste zaterdag van het voorjaar 2016 (4 juni) werd het allereerste Genealogisch Café

van Gouda georganiseerd. Tientallen stamboomonderzoekers lieten zich niet verleiden door de zon

buiten. In de Chocoladefabriek was ook een aantrekkelijk programma opgezet door het

Streekarchief Midden-Holland (SAMH), de Historische Vereniging Die Goude en de Nederlandse

Genealogische Vereniging (NGV), afdeling Rotterdam e.o. De deelnemers werden welkom geheten

door Gert Jan Jansen, vice-voorzitter van Die Goude. Dat gebeurde in de Steenlandzaal die als

centraal punt fungeerde, waar onderling ervaringen uitgewisseld konden worden.

Er werd ruim gebruikgemaakt van de genealogisch helpdesk, bemand

door Coretta Bakker en Christel Stolk. Zij gaven praktische

zoekadviezen aan deelnemers die ergens waren ‘vastgelopen’.

Daarbij beperkten zij zich niet alleen tot de mogelijkheden van

SAMH zelf. Zij hadden het zo druk dat er af en toe een kleine rij

wachtenden ontstond. Dan blijkt dat zo’n middag ook

drempelverlagend werkt.

De NGV had twee deskundigen geleverd die presentaties verzorgden

in de zalen Cacao en Melk-Wit. Roelof Vennik, voorzitter van NGV

Rotterdam, hield een lezing over heraldiek, genaamd

'Familiewapens, heb ik er een en wat staat erop?' Later ging hij in op

de betekenis van oral history. Hij koppelt dat aan het vastleggen

van gegevens die in geen enkel archief zijn terug te vinden, startend

met de ‘schoenendoos-fase’ en inclusief de trouwboekjes, de

merklappen of de bewaard gebleven knuffelbeertjes.

Separaat verzorgde Fred Janssen, webmaster van NGV Rotterdam, twee workshops. Dat computer-

genealogie aan populariteit wint, was te merken aan de volle zaal bij 'Welke stamboomsoftware is

er en wat kan ik er mee?' De voor- en nadelen van Aldfaer, Brothers Keeper, Gens Pro Data, Haza-

21 en Family Tree Builder kwamen helder in beeld. Het populaire Aldfaer noemde hij een

voornamelijk ‘tekstgebaseerd-programma’, dat grafisch beperkt is en geen ontwikkeling meer kan

doormaken. In Freds lezing 'Emigranten, waar zijn mijn voorouders gebleven?' werden diverse tips

gegeven. Hoe kun je op zoek naar familie die uit beeld geraakt is en mogelijk in het buitenland

woont? Gegevens uit bijvoorbeeld Brazilië of de Verenigde Staten blijken tegenwoordig goed te

achterhalen.

Tot slot was er de gelegenheid om in de Steenlandzaal bij elkaar te komen voor een kopje koffie en

een praatje. De drie organiserende partners treden met elkaar in overleg over het vervolg. (GJJ)

Roelof Vennik

Fred Janssen vraagt welk programma de deelnemers gebruiken

Page 8: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

8 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Oorlog en transport in Gouda

Het Leven in Gouda is

inmiddels enkele fases verder.

De nummers 12 en 13 zijn

uitgebracht. Ze gaan

respectievelijk over de Tweede

Wereldoorlog en over het

transport in Gouda. De

redactie van de Nieuwsbrief

heeft nooit het oogmerk gehad

om alle nummers te

bespreken, maar in dit geval

zijn de afleveringen zonder

meer de aandacht waard. De

twee thema’s worden

evenwichtig in beeld gebracht.

Bij het nummer over WOII laat

zich merken dat hier mensen

hebben samengewerkt die hun

sporen hebben verdiend bij de

voorbereiding van Goudologie-

cursus II over de Eerste en de

Tweede Wereldoorlog. De

bijdragen van Coretta Bakker,

Erik Kooistra, Hans Suijs en

Ronald van der Wal bieden

samen – gegeven beschikbare

ruimte en opzet – een goed inzicht in belangrijke aspecten van een tijd die nog bijna dagelijks

terugkomt in onze gedachten. De bijdrage over de Stolpersteine is daarop een aanvulling. Het

artikel van Erik Kooistra over het bombardement van 10 februari 1944 bevat de nodige nieuwe

informatie. Het nummer is dus geen samenvatting geworden van Rinus van Dams standaardboek

over Gouda in de Tweede Wereldoorlog en daarom alleszins de aankoop waard. Daarvoor kunnen we

aan de tekstuele slordigheden voorbij zien, die (zo weten we uit ervaring) nooit geheel te

vermijden zijn, maar die de redactieleden wel pijn doen.

Nummer 13 over ‘Transport via water, spoor en wegen’ werd op 10 juni openbaar gemaakt via de

uitreiking van het zogenaamde eerste exemplaar. Ineke Verkaaik weet daarvoor steeds passende

locaties te vinden, deze keer bij Bunnik Services op het Lombokterrein. Het begrip ‘eerste

exemplaar’ moet je tegenwoordig ruim zien, want het nummer lag op dat moment al een paar

dagen in de winkel. Ineke maakte in het openingswoord, waarin iedereen die een bijdrage had

geleverd aan het nummer charmant werd bedankt, duidelijk dat het belang van de verkopers ook op

een andere manier was gediend. De afleveringen komen op verzoek van

de tijdschrifthandelaren in een iets gematigder tempo uit. Vervolgens

was het woord aan Mick Bunnik. Het transportbedrijf van zijn

voorvaderen wordt in nummer 13 in beeld gebracht door Rini Stolwijk

en Ton Sevenhoven, die ook een schets van transportbedrijf Gebr.

Lafeber voor hun rekening nemen. “Een familiebedrijf moet steeds

bewegen, wil het overleven”, zei Mick voor hij het eerste exemplaar

overhandigde aan Peter Borgdorff, voorzitter van de Stichting Stoom

Nederland.

Het nummer begint met een algemene inleiding op het verkeer en

vervoer in Gouda (Henkjan Sprokholt), waarna het transport over water

(Han Breedveld) en over het spoor (Jan Hein Boone) degelijk en prettig

leesbaar in beeld komen. Alleen het stads- en streekvervoer per bus

komt er wat bekaaid van af. De collectie Compeer-de Vlaming had

daarin kunnen voorzien. (GJJ)

Peter Borgdorff (l) ontvangt eerste exemplaar van Mick Bunnik

Page 9: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

9 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

De geschiedenis van het Weeshuis

Onder toeziend oog van de vijf weeshuisregenten die op het schilderij ‘Regentenstuk’ (1644) van Jan Fransz. Verzijl staan afgebeeld, hield Ewoud Mijnlieff op 8 mei jl. een voordracht over de geschiedenis van het Weeshuis op de hoek van de Spieringstraat en de Patersteeg. Mijnlieff was jarenlang conservator oude kunst in Museum Gouda en is nu werkzaam in het Haags Gemeente Archief. Alle klaargezette stoeltjes in de Regentenzaal van het Weeshuis waren bezet, toen Rolf van der

Mije iets vertelde over het project art gouda, namelijk het ruimte bieden aan 45 kunstenaars die een maand lang in het voormalige weeshuis zullen vertoeven en dat ook zal fungeren als expositieruimte. Daarna nam Mijnlieff het woord. Hij kwam niet met een droge opsomming van feiten, namen en jaartallen, want – zo stelde hij vast – die informatie kan iedereen vinden op de website van de Historische Vereniging, waar het grote geschiedenisboek van Gouda (waarmee hij Duizend Jaar Gouda bedoelde) en het verenigingsblad te vinden zijn. Hij vertelde onder meer iets over de ruimte waarin de spreker en het gehoor zich bevonden, de Regentenkamer. Dit was de kamer waar de ‘regenten’ zetelden, de bestuurders van het weeshuis. In 1586 werd de zgn. aalmoezenierskamer opgericht, die zorg droeg voor de armenzorg in Gouda. In 1599 kwam het weeshuis in gebruik, waarin wezen werden gehuisvest, voor wie geen plek meer was in het reeds bestaande Heilige Geesthuisweeshuis. In de eerste helft van de 17e eeuw kochten de aalmoezeniers zes woningen in de Spieringstraat aan. Op die plaats verrees in 1642 het nieuwe weeshuis.

Mijnlieff vertelde dat de dagelijkse leiding in handen lag van de ‘binnenmoeder’ en de ‘binnenvader’. Het leven was voor de kinderen klaarblijkelijk geen pretje, want er liepen vaak wezen weg. Werden zij echter in de kraag gevat, wachtte hen het tuchthuis. De wezen waren herkenbaar aan hun kleding en er heerste een streng regime. Wie ongehoorzaam was, had kans te moeten verschijnen in de regentenkamer, waar heus rechtgesproken werd: overtredingen werden bestraft. Soms werden weeskinderen uitbesteed aan ambachtslieden

om een vak te leren, vooral in de pijpenmakerij. In het ‘verhuurboek’ werden de activiteiten en werkzaamheden van de wees bijgehouden. Verdiensten kwamen aan het weeshuis. Andere wezen werden in gastgezinnen geplaatst, maar wel onder toezicht van het weeshuis. De lezing schetste een goed beeld van het weeshuis en het leven aldaar. Maar waar de spreker naartoe wilde met de afbeelding van het Syrische jongetje Aylan Kurdi, dat in september 2015 tragisch verdronk en ongewild tot icoon van de huidige vluchtelingenproblematiek werd, was niet helemaal duidelijk. Immers, hoe tragisch het voorval ook, de jongen was niet wees. (KL)

Page 10: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

10 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Kennis archeologie en bouwhistorie bundelen?

Hoe kunnen we de

kennis die in de

regio bestaat over

archeologie en

bouwhistorie

beter vastleggen

en uitwisselen?

Die vraag stond

centraal op een

contactmiddag die

op 26 mei jl.

georganiseerd

werd door de

Omgevingsdienst

Midden-Holland

(ODMH) en het

gelijknamige

Streekarchief (SAMH). Uitgenodigd waren alle historici, bouwkundigen, archeologen, onderzoekers

en beleidsmedewerkers uit de regio, zowel de vrijwilligers als de professionals. Jammer dat maar

zo’n twintig mensen de uitnodiging hadden opgepikt. Slechts twee gemeenten waren

vertegenwoordigd (Gouda en Krimpenerwaard) en maar twee historische verenigingen (Gouda en

Moordrecht).

De middag bestond uit drie korte presentaties gevolgd door een discussie onder leiding van Christel

Stolk van SAMH. Twee inleidingen kwamen uit de hoek van de archeologie. Christo Thanos gaf aan

wat hij doet in opdracht van de Midden-Holland-gemeenten (minus Gouda, dat in Maarten

Groenendijk een eigen stadsarcheoloog heeft). Marcel van Dasselaar ging in op de Koningshoflocatie

als voorbeeld van een gecombineerd archeologisch en archiefonderzoek. De derde presentatie werd

door Edwin Orsel gegeven. Hij vertelde over zijn rol als bouwhistoricus in de gemeente Leiden. De

presentaties zijn na te lezen op http://samh.nl/terugblik/.

Daarna discussie. Hoe kan de beschikbare kennis, die over erfgoed aanwezig is bij overheden,

bedrijven, vrijwilligersorganisaties en individuen, gedeeld worden. Allereerst kwam een aantal

vragen boven. Is voldoende duidelijk waar informatie (het liefst digitaal) over onderzoek en

rapporten te vinden is? Wie is of voelt zich verantwoordelijk om dat bekend te maken? Gaat de

Omgevingswet daar een rol in spelen? Kan de samenwerking bevorderd worden tussen gemeenten en

historische verenigingen en andere verbanden waarin vrijwillige onderzoekers actief zijn? Waarom is

er in de praktijk zo’n scheiding tussen archeologie en bouwhistorie, tussen het ondergrondse en het

bovengrondse erfgoed?

De discussie maakte duidelijk dat de overheidsdienaren op dit terrein grote waarde hechten aan

goede samenwerking met lokale verenigingen en werkgroepen. Vastgesteld werd dat nieuwe

onderzoeksrapporten niet op een centrale plek worden opgeslagen. Ze berusten meestal bij de

opdrachtgever. Heb je weet van een onderzoek, dan kun je navraag doen bij de ODMH, bij de

betreffende gemeente, bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed of bij het bureau dat het rapport

heeft gemaakt. Veel aanwezigen verbaasden zich over de aparte behandeling van archeologie en

bouwhistorie. Waarom hebben we in de regio Midden-Holland en Gouda wel vier archeologen, maar

geen enkele bouwhistoricus bij een overheidslichaam? Die aspecten horen bij elkaar en verdienen

gelijke aandacht. Als het gaat om kennisdeling is SAMH bereid om een workshop of een cursus te

ontwikkelen rondom bouwhistorie en archeologie en de ondersteuning daarbij van

archiefonderzoek. Ook werd gewezen op de kennismiddagen die de Rijksdienst voor het Cultureel

Erfgoed organiseert en de voorlichtings- en discussieavond over de nieuwe Omgevingswet die Die

Goude op 19 september (zie elders in dit nummer) organiseert. Het was een nuttige middag, maar

het aantal deelnemers had iets hoger mogen zijn. (GJJ)

Page 11: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

11 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

In de Heilige Gemeente Der Gouwe

Op donderdagavond 26 mei jl. werd het ‘eerste

exemplaar’ van het boek van Karel Jongeling over de

Joden in Gouda in de 18e eeuw overhandigd aan Anke

Huisman-Mak van de Stichting Gouds Metaheerhuis. In

Nieuwsbrief nr. 80 hebben wij over de inhoud bericht.

In de Chocoladefabriek gaf de auteur een ironisch

getinte inleiding op de overhandiging van het ‘eerste

exemplaar’. Je moet het maar vergelijken met een

‘eerste steen’. Als die gelegd wordt is de bouw echt al

begonnen. Het boek zou eigenlijk eerder uitkomen.

Toen het technisch mogelijk was om te verschijnen,

kwam de vraag op of zo’n eerste exemplaar uitreiken

wel kon in de Omertijd, de rouwperiode van 33 dagen

tussen Pesach en Sjawoe’ot. Jongeling benadrukt dat

hij geen geschiedenisboek heeft willen schrijven. Het

gaat over een periode van het Joodse leven in Gouda,

waarvan hij de interpretatie overlaat aan de lezer. Het grootste deel van het boek bestaat uit

integrale citaten. Misschien is het daardoor wel een ‘vervelend boek’ geworden, zo stelt hij.

Waarom ook een hoofdstuk over Joodse misdadigers, is hem gevraagd. Er wordt al genoeg

geringschattend over Joden gesproken. Nee, is zijn redenering, het gaat om het zich ontwikkelende

Joodse leven in Gouda in brede zin. Dat wil hij in beeld brengen, ook om te voorkomen dat dit

wordt teruggebracht tot een aantal Stolpersteine. Ook wil hij het mogelijke beeld nuanceren dat de

Joden in de 18e eeuw in Gouda anders, dat wil zeggen slechter, behandeld zijn. Inderdaad werden

ze stevig aangepakt door het bestuur van de stad, maar dat gebeurde met iedereen die niet tot de

kring van de regenten hoorde. Het boek (700 pagina’s; € 24,95) is te koop in de boekhandel. (GJJ)

Stadsmuseum Oudewater In het vorige nummer zijn we gestart met een serie karakteristieken van oudheidkamers en musea in de regio. Deze keer een bezoek aan het Stadsmuseum Oudewater, dat wordt beheerd door onze collega’s van de Geschiedkundige Kring aldaar. Het museum is vorig jaar voorzichtig gestart en beperkt geopend: op de zaterdag- en zondagmiddag van het eerste weekend van de maanden april tot november. Het museum is ondergebracht in het oude stadhuis van Oudewater. Het stadhuis, in 1588 herbouwd na de verwoesting in 1575 door de Spanjaarden, kan nu ook vaker vanbinnen worden bewonderd. Uit die tijd dateert de schouw in de trouwzaal met een houten schoorsteenmantel geschraagd door zandstenen beelden van Adam en Eva.

Een lid van de Geschiedkundige Kring geeft enthousiast uitleg bij het panoramische schilderij uit 1656 van ‘De Oudewaterse Moord’. De Prins van Oranje zat in Gouda, maar de koeriers die om hulp vroegen, kregen geen troepen in beweging om Oudewater te redden. Een derde van de bevolking, zeker 500 inwoners, werd door de Spaanse troepen vermoord. Een bezetting van 16 maanden volgde. Ook de aandacht trekkend is het schilderij van een touwbaan, (bijna) net zo mooi als dat van Jacobus Herst dat in Museum Gouda hangt. Toen de redactie het museum bezocht, liep daar de tentoonstelling ‘Oudewater door de eeuwen heen’. Het beoogde karakter van stadsmuseum

wordt zo waargemaakt. Heel overzichtelijk komen alle perioden aan bod die voor Oudewater van belang zijn geweest. Bezichtiging leidt tot de constatering dat er minder banden bestaan tussen Oudewater en Gouda dan je zou verwachten op grond van de gemeenschappelijke ligging aan de Hollandse IJssel of in het dekenaat Gouda. De stoomtram die van 1883 tot 1907 tussen beide steden reed, heeft dat niet veranderd. Zou de oorzaak in de Tachtigjarige Oorlog liggen? In de gevel van het raadhuis vinden we de wapens van Alkmaar en van Delft, maar niet dat van Gouda. Vinden ze in Oudewater dat wij ze in 1575 in de steek hebben gelaten? Een bezoek aan het Stadsmuseum Oudewater tijdens een zondags fietstochtje is zeker de moeite waard. (GJJ/PVH)

Page 12: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

12 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Bijzondere erkenning voor Gouds watererfgoed

De uitreiking van het ICOMOS Water &

Erfgoed-schildje aan de gemeente Gouda

was het hoogtepunt van een bijeenkomst

die op vrijdag 17 juni jl. plaatsvond in de

Sterzaal van het Goudse stadhuis. ICOMOS-

voorzitter Diederik Six overhandigde het

bordje aan wethouder Daphne Bergman,

waarna het gezelschap naar de Donkere

Sluis toog, die model staat voor het

historische watersysteem van onze stad.

De wethouder maakte persoonlijk de

eerste schroef van het schildje vast in de

kademuur.

ICOMOS staat voor International Council on

Monuments and Sites. Het is de officiële

adviseur van de UNESCO voor zaken

betreffende het werelderfgoed. ICOMOS

Nederland heeft een voortrekkersrol als

het gaat om het behoud van watererfgoed.

Historische watersystemen kunnen als

voorbeeld dienen voor oplossingen van

problemen door klimaatverandering.

Diederik Six en waterambassadeur Henk

van Schaik voerden hierover het woord.

Het bestuur onderkent dat Gouda een

uniek watersysteem heeft en een stad is

met watererfgoed, bijzondere sluizen, een

getijdenrivier en grachten die bijna even

hoog staan als de straat. Na Amsterdam

krijgt Gouda daarom als tweede stad in Nederland deze watererfgoed-erkenning. Op de uitnodiging

aan Gouda om als pilot te fungeren voor het op te zetten kennissysteem waterbeheer werd later die

middag positief gereageerd door de wethouder.

Naast de overhandiging van het watererfgoed-schildje aan de wethouder werd door ICOMOS ook een

minischildje toegekend aan Marjo van Loon. Zij kreeg het omdat zij jaren als ambtenaar van Gouda

en eerder als bestuurslid van Die Goude in de praktijk vorm

heeft gegeven aan de doelstellingen van ICOMOS wat betreft

watererfgoed. Daarmee was de focus van het mondiale

perspectief verschoven naar het lokale. De film Stevige stad

op slappe bodem werd getoond. Hans Verwey, voorzitter van

het Sluiswachtersgilde van Die Goude, was min of meer de

ceremoniemeester. Na zijn presentatie over de waterwegen

en sluizen leidde hij de aanwezigen over de Markt naar de

Donkere Sluis voor de ceremonie protocollair met de

wethouder. Daarna gaf hij toelichting bij een speciale

demonstratie van het Sluiswachtersgilde bij de sluis. De

stadswandeling voor de leden van ICOMOS (langs de Gouwe en

over de Turfmarkt) viel door de regen een beetje in het

water. Aansluitend bood de gemeente Gouda een drankje aan

in de Burgerhal met als ‘klap op de vuurpijl’ een

blikseminslag in de toren van de Sint-Jan. Daar was iedereen

even stil van, om zich vervolgens te realiseren: Gouda heeft

een mooie erkenning van de waarde van zijn historische

watersysteem. (GJJ)

Page 13: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

13 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Van Beverningh: een jongen van Jan de Witt?

Op zaterdag18 juni jl. hield historicus Gijs

Rommelse in sociëteit Concordia een lezing

over een van een beroemde Gouwenaars:

Hiëronymus van Beverningh (*1614 Gouda -

†1690 Warmond). Hij deed dat voor de leden

van de Nederlandse Vereniging Vrienden van De

Witt. De vereniging wil de gedachte aan

raadpensionaris Johan de Witt en zijn broer

Cornelis de Witt in ere houden, omdat zij

symbool staan voor de ‘Ware Vrijheid’. De

macht van de Staten-Generaal hoefde toen niet

gedeeld te worden met een stadhouder van het

huis Oranje. Hoe kon het dat Van Beverningh,

regent, diplomaat en bestuurder, zowel De Witt

kon dienen, als zijn ‘politieke’ tegenstander

prins Willem van Oranje, stadhouder Willem III?

De levensloop van Van Beverningh kwam aan de

orde voor zover die een verklaring gaf voor zijn

rol als dienaar van belangen, of dat nu Goudse

of Hollandse belangen waren, of het belang van

de Staten Generaal. Het was een

vertegenwoordiger van het regentendom, niet

per se geldgedreven, want hij kwam voort uit

een familie die genoeg rijkdom had verworven.

De opleiding aan de Latijnse School, zijn rechtenstudie en zijn aansluitende Grand Tour de France

stonden borg voor een positie als professioneel bestuurder, als technocraat. Zijn toetreding tot de

Goudse vroedschap in 1644 en zijn rol als hoofdonderhandelaar bij vredesbesprekingen kan gezien

worden als een beroepscarrière. Van Beverningh was een bruikbaar instrument voor De Witt om tot

de ‘Ware Vrijheid’ te komen, maar zelf was hij niet ideologisch gedreven, aldus Gijs Rommelse.

Veel eerder dan Johann de Witt had Van Beverningh door dat de euforie (‘sociale travestie’) na de

overwinning op de Engelsen bij Chatham (volgend jaar 350 jaar geleden) zou leiden tot boosheid bij

Karel II en Lodewijk XIV. Hij zag de krachten tegen ons unieke bestuurssysteem zonder vorstelijke

leiding, uitmondend in het ‘Rampjaar 1672’. Blijkt uit bronnen dat hij De Witt daarvoor

gewaarschuwd heeft? Was Van Beverningh een opportunist? Dat mag je volgens Rommelse niet

stellen. In de uitgebreide briefwisseling staan diverse kritische adviezen, maar nooit waren het

algemene visies op wenselijke en waarschijnlijke ontwikkelingen voor de Republiek. De Witt had

bovendien oogkleppen op. Van Beverningh was een bestuurlijk vakman en een pragmaticus. Willem

III, redder van de Republiek, was een realist, die wist wie hij kon gebruiken. Hij liet admiraal De

Ruyter op zijn post en zag ook de vakbekwaamheid van Van Beverningh. Tot 1678 (Vrede van

Nijmegen) maakte hij er gebruik van. Van Beverningh kon het ‘rustiger aan doen’, als curator van

de Universiteit van Leiden en als liefhebber van de tuinen op buitenplaats Lockhorst.

Uit de discussie kwam de vraag naar voren of Gouda wel

door heeft gehad welk een internationaal geroemd man

het in Van Beverningh heeft voortgebracht. Wanneer je

de rol van de Goudse raadpensionaris François Vranck in

herinnering roept (zie Nieuwsbrief 82 en Erfgoud 2016),

voorafgaand aan de geboorte van de Republiek der Zeven

Verenigde Nederlanden, dan blijkt dat Goudse mensen

een wezenlijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling

van onze staat.

Dat doet niets af aan de constatering van Evalien de Haan tijdens de aansluitende stadswandeling

dat de rol van de vrouw van Van Beverningh in de lezing niet naar voren kwam: “Hieronymus kwam

toch ook elke dag thuis van zijn werk en zal wel eens wat besproken hebben met de Amsterdamse

Johanna le Gillon?” (GJJ)

Page 14: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

14 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Verhalen achter de voordeur, wandeling van Gouda Waterstad Tijdens het afgelopen stadsfestival

Gouda Waterstad was ‘Verhalen

achter de Voordeur’ een van de vele

onderdelen die zich op een ruime

belangstelling mochten verheugen.

De wandeling op de zondag kende

zo’n 150 deelnemers. In groepen van

twaalf werden ze langs en door vier

panden in de buurt van de Westhaven

geleid.

De redactie heeft Renske Rietjens en

Germaine Tuinhout van de

betreffende werkgroep gevraagd iets

te vertellen over de opzet. De basis

werd in 2007 gelegd door Anita

Gaasbeek en Paul Rietjens, toen zij

bij bewoners van panden aan de

Oost- en Westhaven vroegen om

interessante verhalen over hun huis

vast te leggen. Dankzij sponsoren en

een bijdrage van de gemeente Gouda

kon daar een fraaie brochure van

gemaakt worden: Havenverhalen……;

grachtenpanden en hun verhaal.

Hierin worden zo’n dertig

grachtenpanden van een toelichting voorzien. Renske was de moeder achter de gedachte om deze

ervaring om te zetten in een jaarlijkse wandeling langs telkens andere panden. Zij kon haar ervaring

als bestuurslid van de Stichting Open Monumentendag goed gebruiken. Dat gold ook voor Germaine

Tuinhout, die zich een jaar later aansloot. Zij benadrukken dat de wandeling een onderdeel is van

Gouda Waterstad. De panden die worden bezocht, hebben een relatie met water. Er zijn verschillen

met Open Monumentendag. De panden worden niet opengesteld, maar kunnen – na aanmelding –

onder leiding van een gids betreden worden. Het hoeft niet om monumenten te gaan; ook ‘gewone’

huizen hebben vaak een interessante geschiedenis. Van bewoners wordt verwacht dat zij zelf

toelichting geven. De gidsen van Gouda Waterstad vertellen onderweg iets over de straat waarover

wordt gewandeld.

Elk jaar andere panden selecteren vinden Renske en Germaine een leuke uitdaging. In het

voorgesprek horen zij nog meer dan tijdens de wandeling zelf aan de orde komt. Zij ervaren dat

inwoners van de Oost- en Westhaven graag vertellen over het huis waarin zij wonen. Een topper uit

het verleden was het bezoek aan het pand van oud-huisschilder Revet, dat een waar museum bleek

te bevatten aan oude schildersspullen. Ook gedenkwaardig was sociëteit De Reünie, waar de

beheerder er aanvankelijk niets voor voelde, maar vervolgens een overweldigende ontvangst

organiseerde. Dit jaar was het de zesde keer. De organisatie is geprofessionaliseerd door het

uitgeven van (gratis!) kaartjes vooraf. Ook is de frequentie teruggebracht. Starten om het half uur

met een nieuwe groep voorkomt opstoppingen bij het volgende pand.

Dit jaar ging het om de zesde aflevering. Er waren vier panden geselecteerd: sociëteit Concordia

(Westhaven 27), het voormalige patronaatshuis van de Gouwekerk (Peperstraat 18), de voormalige

apotheek Paris (Westhaven 14) en de voormalige Montagnekliniek (Westhaven 42/42a). Bij de eerste

twee bezoeken brachten achtereenvolgens Don van Lin en Ronald Simonis een stukje rooms-

katholieke emancipatie in beeld. Opmerkelijk: het is niet meer bekend wie de “I. van Berkel” is die

in 1873 de eerste steen legde van Concordia. In het noordelijk deel van de Montagnekliniek was de

bewoner afwezig, maar zij had de sleutel aan de organisatie gegeven. Hier was de toelichting in

handen van o.a. Bianca van den Berg. Onder de deelnemers waren twee dames die als zuster nog in

de kraamkliniek hebben gewoond! (GJJ)

Renske Rietjens en Germaine Tuinhout voor de voordeur.

Page 15: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

15 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Erfgoud, oproep voor Open Monumentendag

Begin juli kwam

Erfgoud 2016 uit,

de jaarlijkse

uitgave van de

Stichting Open

Monumentendag

Gouda. Het is

enerzijds een

opwarmer voor

zaterdag 10

september a.s.,

wanneer Open

Monumentendag

(ook) in Gouda

plaats vindt.

Anderzijds is het

een van de

beproefde

instrumenten om

kennis van onze Goudse monumenten en geschiedenis vast te leggen. Het ziet er schitterend uit!

Daar kunnen wij als ’clubblad’ een puntje aan zuigen.

Centraal staan dit jaar ‘Iconen en Symbolen’, een handig thema om allerlei zaken aan op te hangen.

In een inleidend artikel geeft Marc Couwenbergh een heldere uitleg van de begrippen iconen en

symbolen. Ze worden door elkaar gebruikt, maar zijn geen synoniemen. Hebben alle auteurs zijn

bijdrage tevoren gelezen?

De meeste artikelen zijn gekoppeld aan tastbaar Gouds erfgoed, maar enkele bijdragen hebben

primair een historische inslag. Dan gaat het om het verhaal van Piet Dingemans over de

geloofsvijanden Jodocus Bourgois en Faas Dircxe, die op last van het stadsbestuur in één graf

terechtkwamen, de beschrijving door Paul Abels van hun tijdgenoot François Vranck, pensionaris

van Gouda, als vergeten icoon van de Goudse eigenzinnigheid en Sanders Enderinks relaas van de

onverwachte samenwerking in 1672 tussen Hieronymus van Beverningh en stadhouder Willem III. Dit

is waarschijnlijk het enige artikel waarin de woorden icoon en symbool niet voorkomen.

Die staan wel in de bijdrage van Bianca van den Berg over de Van Beverninghkapel, ‘een kapel van

formaat vol symbolen’. Daaraan voorafgaand behandelt Henkjan Sprokholt – uitgaand van het

stadsfront aan de IJssel - de geschiedenis van ‘de zes-sterrenstad in zes iconen’. Als zodanig noemt

hij het Tolhuis, het Stadhuis, de Sint-Jan, de Gouwekerk en de splitsingskolommen van Croda.

Bregje de Wit bespreekt drie Goudse iconen, die zij ook aanduidt als historische symbolen: de Sint-

Jan, het stadhuis en de Waag, waarna Willem den Boer verder ingaat op het stadhuis, dat hij een

icoon vol symbolen noemt. Joop de Korte bespreekt ‘Drie iconische producten van Gouda’:

siroopwafels, pijpen en kaas. Bregje de Wit behandelt de Goudse blekerijen als ‘verdwenen iconen’,

waarna Willem Roose ingaat op de Goudse molens als symbolen van nijverheid. Jean-Philippe van

der Zwaluw schrijft over Anna Barbara van Meerten-Schilperoort, icoon van persoonlijke

ontwikkeling en medemenselijkheid. Bianca van den Berg en Ronald van der Wal tekenen voor

‘Josephbuurt als tuindorp, icoon van arbeidershuisvesting’, Aletta van Aalst behandelt het Pijnacker

Hordijkgemaal als icoon van Rijnlands waterbeheer. Interessant is ook het slotartikel van Jacqueline

Hautus en Ruud Hofman over legendarische missers én voorbeeldige plannen in de stadsontwikkeling

van Gouda.

Verder bevat dit nummer een gesprek met burgemeester Milo Schoenmaker, komen oud-voorzitters

van de stichting aan het woord en wordt aandacht besteed aan de Stolpersteine. Tien monumenten

die op 10 september te bekijken zijn, worden speciaal toegelicht: de Barbaratoren, de schoorsteen

van Croda, het Tolhuis, het voormalige postkantoor op de Haven, het woonhuis op Blekerssingel 15-

16, de Kadeschool, de R.K. Sint-Jozefkerk, de Pauluskerk, Villa Honk en het pand

Bloemendaalseweg 32a.

Erfgoud 2016 is zijn prijs (€8) zeker waard. Het is te koop bij de boek- en tijdschriftenhandel. (GJJ)

Page 16: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

16 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Blijvende herinnering aan Vluchtoord Gouda 1914-1918

Op vrijdag 16 september 2016 wordt een herdenkingsbord onthuld op de plaats aan de Graaf

Florisweg waar van 1914 tot 1918 ‘Vluchtoord Gouda’ was gevestigd. Burgemeester Milo

Schoenmaker gaat dat om 15:30 uur doen. De werkgroep Vluchtoord, voor het grootste deel

bestaand uit docenten van de Goudologiecursus ‘Gouda in Oorlog’, heeft voor die dag een

programma opgezet dat de herinnering aan dit stukje Goudse geschiedenis levend wil houden. De

cursus is een product van het Historisch Platform Gouda. Tot de Werkgroep Vluchtoord behoren

Coretta Bakker-Wijbrans, Mick Bunnik, Erik Kooistra, Martin Kraaijestein, Hans Suijs, Ineke Verkaaik-

Hogervorst en Ronald van der Wal. De familie Bunnik heeft nog steeds contact met nazaten van

twee Belgen die ooit bij de familie in huis hebben gewoond. De werkgroep heeft een eigen website

(www.vluchtoordgouda.nl) en een Facebookpagina ingericht. Op verzoek van de werkgroep heeft

Die Goude een subsidieaanvraag ingediend bij het Bezemerfonds, die inmiddels gehonoreerd is.

Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland neutraal bleef, vluchtten bijna een

miljoen Belgen de grens over. Een deel daarvan werd opgevangen in vluchtelingenkampen, waarvan

Vluchtoord Gouda er één van was. Het Goudse vluchtoord kwam tot stand door een plaatselijk

particulier initiatief, gesteund door het gemeentebestuur. De vluchtelingen werden ondergebracht

in de kassen van de N.V. Snijgroenkwekerij v/h Gebr. Steensma. Naast het gebruik van de kassen als

slaapgelegenheid, eetzaal en recreatiezaal werd het vluchtoord uitgebreid met een aantal houten

gebouwen die fungeerde als leslokaal, werkplaats, naaizaal, ziekenhuis, kledingmagazijn, kerk,

kantine en keuken. Verder werden er op het terrein in 1915 64 demontabele woningen neergezet.

Het aantal Belgische vluchtelingen in het vluchtoord varieerde in de tijd van bijna 2000 in 1915 tot

ruim 1000 in 1918.

Natuurlijk is het niet voor het eerst dat

er aandacht wordt besteed aan het

Vluchtoord en aan de situatie in Gouda

in de Eerste Wereldoorlog. Op 14 april

jl. werd in de Chocoladefabriek de

filmdocumentaire Hoop op Toekomst

vertoond. Henry Hermsen schreef (in de

aanloop naar de herdenkingen van de

Eerste Wereldoorlog) in de Tidinge van

2013 een artikel over het Vluchtoord, in

aanvulling op een algemeen artikel van

Ronald van der Wal onder de titel

‘Honger en kou’. Op 13 oktober 2014

hield Paul Moeyes voor Die Goude een drukbezochte lezing over ‘Vluchtelingen 1914-1918, ook in

Gouda’. (Zie Nieuwsbrief 71). Eerder schreef wijlen Jan Kompagnie in Tidinge over ‘Onderwijs in

Vluchtoord Gouda’ en Tanja Balkena over ‘Migratie naar Gouda in de periode 1850-1975’. Terecht

stelde de Werkgroep Vluchtoord echter vast dat er geen blijvend punt van aandacht in Gouda

bestaat. Dat gaat nu veranderen. (GJJ)

Page 17: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

17 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Wandelroute langs (oude) Goudse molens

Iedereen kent natuurlijk molen ’t Slot aan de Punt, of

molen De Roode Leeuw aan de Turfsingel. Maar er zijn er

in het centrum van Gouda zoveel meer geweest. Ze zijn

nog aanwezig in namen als Molenwerf (tussen de

Oosthaven en het Willem Vroesenplein), Molensteeg

(volgens ‘Scheygrond’ een zijstraat van de Kleiweg ter

hoogte van waar nu Duifhuizen is) of Molenpad (naast de

Molenvliet bij de Wethouder Venteweg). Dat inspireerde

de Vereniging van Goudse Molenaars (zie ook

www.goudsemolens.nl) om een wandelroute te

ontwikkelen die voert langs huidige en vroegere molens

in het centrum Gouda. Een soort drukproef werd dit

voorjaar op de app van xplreGouda gezet

(http://xplregouda.nl/#/), eigendom van Centric

Netherlands B.V.. Deze windmolenwandeltocht van 3.1

km begint bij het NS-station en eindigt op de Markt.

Onderweg wordt o.a. gewezen op de Noordmolen, die op

de kop van de Kleiweg stond, aan de westkant waar sinds kort de ANWB is gevestigd. De Goudse

molenaars geven aan dat er nog een tweede Molensteeg was in Gouda, door ’Denslagen’ aangeduid

als de Oude Molensteeg. We moeten hem zoeken ter hoogte van het Arie Kerssensteegje. In 1353

heeft Jan van Beaumont het ‘windrecht’ verkocht aan de stad Gouda. Deze Oude Molensteeg zou

uitkomen op de Lage Gouwe bij het nummer 154, halverwege Turfmarkt en de Lange Groenendaal.

De wandeling brengt de oliemolens langs de Gouwe in herinnering en molens aan de Turfsingel,

zoals standerdmolen De Croot aan het eind van de Vlamingstraat, de Korenbloem en de (nog

regelmatig draaiende) Roode Leeuw. Aan de Veerstal en de Punt komen we de Kleine en de Grote

Volmolen tegen, voordat de wandelaar opkijkt tegen molen ’t Slot, die ook nog in actieve dienst is.

Via de Molenwerf wordt de bezoeker naar de Markt geleid. (GJJ)

Wordt de Snelle Sluis gesloopt?

De ‘Snelle Sluis’ tussen Moordrecht en

Nieuwerkerk aan den IJssel gaat mogelijk

verdwijnen. De eigenaar, het

Hoogheemraadschap van Schieland en de

Krimpenerwaard, is van plan het monumentale

19e-eeuwse waterwerk te slopen. De sluis

verbindt de ringvaart van de Zuidplaspolder

met de Hollandsche IJssel. Onze collega’s in

Moordrecht willen de afbraak voorkomen en

roepen op om de petitie te tekenen op

www.historischeverenigingmoordrecht.nl.

Het Gouds Watergilde is van mening dat de

Snelle Sluis moet blijven, omdat het een uniek

waterbouwkundig bouwwerk is, met grote

cultuurhistorische waarde, ook al is de

benedensluis in 1987 buiten werking gesteld.

Veel leden van het Gouds Watergilde hebben de petitie inmiddels dan ook getekend. ICOMOS

Nederland heeft advies gevraagd hoe en of zij de dreigende teloorgang van een van de waardevolle

sluizen in onze regio kan helpen verhinderen.

In het Reformatorisch Dagblad van 16 juli 2016 staat een uitgebreid artikel van Gijs Wolvers over de

Snelle Sluis. Hierin staat dat het voorstel tot sloop na de vakantie wordt voorgelegd aan het

algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap. De Historische Vereniging Moordrecht wil de petitie

op Open Monumentendag uitbrengen, zaterdag 10 september a.s., omdat de sluis wordt gezien als

icoon van de Zuidplas. (GJJ)

Page 18: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

18 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Het Gouda van………..Jan Hogenelst

In gesprek met Jan

Hogenelst is het geen

opgave om het thema

‘Gouda’ vast te houden.

Hij heeft er zoveel

relaties mee dat er een

keus gemaakt moet

worden. Over de

belevenissen als jongen

in de oorlog kan hij een

boek schrijven, maar hij

denkt dat menigeen die

verhalen al kent. Hij

vertelt ze vaak voor

kinderen op scholen. Dat

hij de stad Gouda in zijn

hart draagt, is duidelijk.

Veel kan hij zich tot in

detail herinneren,

omdat zijn vrouw Bep foto’s en krantenknipsels heeft verzameld en bewaard. Een onbezoldigd

Gouda-promotor kun je hem noemen. In elke rol wijst hij mensen die hij tegenkomt op de kaas en

de stroopwafels, op het stadhuis en de Sint-Jan.

“Ik ben op 13 maart 1938 aan de Voorwillenseweg 19 geboren. Mijn vader had een melkzaak, eerst

nog met de hondenkar; een auto was er niet. Je zou ons als een middenstandsgezin kunnen

betitelen. De handen uit de mouwen steken, was vanzelfsprekend voor de kinderen, vijf jongens en

een meisje. Een omgeving met veel water en weinig huizen; de Joubertstraat was nog maar aan een

kant bebouwd. Als jongen leerde je daar proppenschieten en turfsteken. Het was een katholiek

gezin, dus ging ik naar de Aloysiusschool. Daarna werd het de Technische School aan de Graaf

Florisweg, waar meneer Zwaneveld directeur was. Ik kon best goed leren, maar ik wilde graag aan

het werk. Dat zal in 1954 geweest zijn.

Zullen we dan eerst de persoonlijke feiten afwikkelen? Ze hebben lang gedacht dat ‘die lange’ nooit

zou trouwen, maar in 1967 was het raak. Op de elfde van de elfde, op het carnavalsfeest in

Concordia, kwam ik Bep Boef tegen, ook 100% Gouds. Op 11-11-1970 trouwden we en op 11-11-1971

werd onze dochter Lisette geboren. We kregen nog een dochter, Jolanda, en we hebben inmiddels

vier kleinkinderen: Francis, Ryan, Ilse en Debbie. In 1970 gingen we ‘voorlopig’ in een flat wonen

aan de Ronsseweg. Maar daar wonen we nu nog. Destijds was het hele terrein vanaf het station tot

aan Waddinxveen nog niet bebouwd. Moet je nu eens kijken.

Ziezo, dan kunnen we overgaan tot de zaken waarvoor ik de handen uit de mouwen stak. Als je

vraagt waar ik gewerkt heb, kan ik kort zijn: alleen bij de Fugo. Ik kwam daar in 1954 in dienst als

enige medewerker van Willem Fuest, een ongehuwde afstammeling van een Duitse familie van

kooplieden die in de 19e eeuw in Schoonhoven was neergestreken. Fuest begon in 1937 in Gouda een

groothandel in motoronderdelen. Begin jaren vijftig begon de auto aan zijn opmars. In de

binnenstad had je toen meerdere garagebedrijven en dealers zitten: Hulleman op de hoek van de

Nieuwsteeg en de Kleiweg (Ford), Noordegraaf aan de Raam (Citroën) en Weurman aan het

Regentesseplantsoen (Austin). Het ging goed en na enige tijd werd ik firmant. De afspraak was dat

bij overlijden de andere firmant de zaak zou overnemen. In mei 1979 overleed Willem Fuest en

vanaf dat moment was ik eigenaar van Fugo, een naam die ik in ere hield. Aan de Rozendaal werden

diverse panden bij het bedrijf getrokken. Ze waren de basis voor de aankoop van een nieuw pand

aan de Nieuwe Gouwe Oostzijde. In 2007 heb ik mij uit de zaak terug getrokken. Fugo is nog steeds

een landelijk bekende naam in de automotivebranche met vestigingen in Gouda, Maarssen en

Nieuwegein. Klaar.”

Waar zullen we het dan wel over hebben? Jan Hogenelst heeft zich goed voorbereid op het gesprek

Hij schudt de nevenwerkzaamheden zo uit de mouw. Ik herinner hem aan het feit dat een artikel in

de Nieuwsbrief niet uitgebreid kan zijn en dat het over Gouda moet gaan.

Page 19: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

19 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

“Geen probleem. Dan laten we die tijd als

bestuurslid van de RAI zitten. Eerst maar eens de

Motorclub Gouda. Fuest was een echte

motorliefhebber en zo kwam ik bij de MAC Gouda

terecht die café De Kroon op de kop van de Kleiweg

als clubhuis had. Jaarlijks organiseerden we een

feestavond in Kunstmin, maar ook de zogenaamde

Pijpenrit en de Pijpenpuzzelrit. Die waren weer

onderdeel van de Goudse Feestweek, die rond de

kermis viel.

Het was een klant van Fugo die mij verleidde tot

het volgen van een scheidsrechterscursus. Die werd

ook in De Kroon gegeven. Ik speelde wel voetbal

(als Donkiaan), maar was geen uitblinker. Het

fluiten ging echter goed, via de A-junioren in 1953,

naar de zondagsafdeling van de afdeling Gouda en

vervolgens naar de ‘grote bond’, waar ik afscheid

nam met de wedstrijd Feijenoord-Excelsior om de

KNVB-beker. Uit het arbitervak vloeiden weer

andere werkzaamheden voort. Als er wat

georganiseerd moest worden, was ik van de partij:

lezingen voor de scheidrechtersvereniging of voor

de Goudse Bond, het oprichten van

Carnavalsvereniging ‘De Zwarte Zakken’ en het

helpen opzetten van een Gouds weekblad dat alleen

over sport ging, SM alias Sport Mozaïek. Een club die bijna vergeten zal zijn is ‘Hup zei mijn

simmetje’, een visclub die in 1963 is opgericht in café Eendekooi aan de Bodegraafsestraatweg,

basis voor vriendschappen die nog steeds bestaan. Laat ik de kegelclub ZKBGL nou maar overslaan

of de Club 2000 die van de eeuwwisseling een spetterend festijn wilde maken en zo’n prachtig boek

over Gouda naliet. Maar één functie mag ik niet onbesproken laten: voorzitter van het bestuur van

sociëteit Concordia. Ik was daar lid van geworden omdat ik actief was in de KJMV, de Katholieke

Jongeren Middenstandsvereniging. In 2006 kreeg een aantal mensen door dat het niet goed ging. In

de achterbouw had jarenlang de Stichting Welzijn Ouderen gezeten, maar toen die er uit ging, was

het verworden tot een pakhuis. Ik ben toen voorzitter geworden en heb met een aantal

gelijkgezinden de leden zover gekregen dat ze een renteloze lening verstrekten van in totaal €

100.000. Daarvan hebben we een verbouwing gerealiseerd en is de grote zaal weer bruikbaar

gemaakt voor (bijvoorbeeld) Die Goude. Er zitten nu drie vaste huurders in het pand en samen met

de ‘gewone’ sociëteitsactiviteiten en de zaalverhuur kunnen we het weer prima redden.

Ik ben nooit op zoek geweest naar die functies. Wat op mijn pad kwam, pakte ik aan, als het met

Gouda te maken had en als ik dacht iets in beweging te krijgen. Soms was ik trekker, soms duwer,

maar altijd met anderen samen. Mijn klanten zijn mijn vrienden, is mijn filosofie. Als scheidsrechter

heb ik nooit iemand uit het veld gestuurd, want ook een slapjanus en een rotzak kun je stimuleren

tot een positieve opstelling. Dat doe ik graag, zonder daarbij van de regels uit te gaan. Ik hou

iedereen voor dat je in evenwicht moet zijn met je hoofd en met je lichaam. Eén keer was dat bij

mij niet het geval. In 2010 heb ik een hartstilstand gehad. De ervaring dat ik nog leefde, maakt dat

ik nog meer van het leven kan genieten dan vroeger. Ik word medisch goed bewaakt en hoef niet als

een kasplantje te leven.

Maar als dit interview over ‘mijn Gouda’ gaat, dan wil ik ook zeggen wat er van vind. Gouda doet

het goed. Je ziet veel verbeteringen in de stad. Wat ik zeer waardeer is de grote inzet van al die

vrijwilligers, die onze stad samen woonbaar maken. Het stadhuis en de Sint-Jan zijn natuurlijk van

de allerhoogste categorie. Maar ook daarbuiten is veel verbeterd. Daarmee kijk ik niet weg van de

‘missers’ die er ook zijn, zoals het verzuim om voor de mensen uit de Krimpenerwaard een

parkeergarage te bouwen onder de Hanepraai, of het plan om het Bolwerk voor het Best Western

weer te gaan volbouwen. Ik zit nog vol ideeën voor projecten die de aantrekkelijkheid van de stad

kunnen verbeteren. Waar het kan laat ik ze horen, want Gouda blijft mijn stad.” (GJJ)

Page 20: Nieuwsbrief nr. 83, augustus 2016 · 3 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016) Najaarsexcursie op 8 oktober naar de Kop van Overijssel De excursiecommissie

20 Nieuwsbrief Historische Vereniging Die Goude nr. 83 (augustus 2016)

Inhoudsopgave

Fotoverantwoording Nico Boerboom: blz. 1 (o), 9 (o), 17 (o) Stichting Sint-Jan: blz. 4 (o)

goudsaanbod.nl: blz. 1 (b) Collectie Die Goude: blz. 5 (b), 9 (b)

Ministerie van I & M: blz. 2 Gert Jan Jansen: blz. 6, 7, 8, 10, 11 (b), 12,

13, 14 en 18

Boogschutter-Sail Giethoorn: blz. 3 (b) Stichting Open Monumentendag Gouda:

blz.15

Collectie-ISMH: blz. 3 (l.o.) Collectie- SAMH: blz. 5 (o), blz.16

deGouda.nl: blz. 3 (r.o.) xplregouda.nl: blz. 17 (b)

AK architectuur: blz. 4 (b) Collectie-Hogenelst: blz. 19

Colofon De Nieuwsbrief van Die Goude komt 7 x per jaar uit;

Redactie: Nico Boerboom (fotoredacteur), Gert Jan

Jansen (hoofdredacteur) en Kenny Louwen

(eindredacteur).

Oplage: 900, waarvan 240 op papier

Druk papieren versie: SWA

Redactie afgesloten op 11 augustus 2016.

De Nieuwsbrief is een uitgave van de

Historische Vereniging Die Goude.

Redactieadres: Postbus 307, 2800 AH Gouda

Mailadres: [email protected];

Telefoon: 0182-539297;

Websites: www.diegoude.nl en www.goudsvirtueelsluizenmuseum.nl

Facebookpagina’s: “Historische-Vereniging-Die-Goude” en “Gouds-Sluiswachtersgilde”.

Blz.

1 Iconen en Symbolen (lezing 5 september in kader Open Monumentendag)

2 Voorlichtings- en discussieavond over de nieuwe Omgevingswet op 19 september 2016

3 Najaarsexcursie 8 oktober / deGouda en Die Goude werken aan historische rubriek

4-5 Reacties op vorige Nieuwsbrief

5 Tien inzendingen voor verhalenwedstrijd voorouders

6 Archeologisch onderzoek in koor Sint-Jan

7 Genealogisch café in Gouda

8 Oorlog en transport in Gouda

9 De geschiedenis van het Weeshuis

10 Kennis archeologie en bouwhistorie bundelen?

11 In de Heilige Gemeente der Gouwe / Stadsmuseum Oudewater

12 Bijzondere erkenning voor Gouds watererfgoed

13 Van Beverningh: een jongen van Jan de Witt?

14 Verhalen achter de voordeur, wandeling van Gouda Waterstad

15 Erfgoud, oproep voor Open Monumentendag

16 Blijvende herinnering aan Vluchtoord Gouda 1914-1918

17 Wandelroute langs (oude) Goudse molens / Wordt de Snelle Sluis gesloopt?

18-19 Het Gouda van ……………… Jan Hogenelst

20 Inhoudsopgave / Fotoverantwoording / Colofon