Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen...

16
Mededingingsautoriteiten Europese Commissie EC, Competition merger brief nr. 1/2016: Competition merger brief geeft inzicht in enkele concentratieonderzoeken die in 2015 speelden EC, 16 maart 2016: Onaangekondigde inspecties in de pakpapier en industriële papieren zakken sector EC, 17 maart 2016: Publicatie verslag over het functioneren van de groepsvrijstellingsverordening verzekeringen EC, 18 maart 2016: Eerste bevindingen sectoronderzoek e-commerce: geoblocking wijdverbreid EC, 23 maart 2016: Overname onder voorbehoud goedgekeurd vanwege hoge marktaandelen op upstream- en hoge marges op de downstream-markten EC, 30 maart 2016: Joint venture Hutchison/VimpelCom naar tweede-fase onderzoek EC, 6 april 2016: Verlaging boete Société Générale wegens onjuiste gegevens EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro EC, 8 april 2016: Succesvolle openstelling van de markt voor tractiestroom leidt tot vroegtijdige beëindiging van remedies Autoriteit Consument en Markt ACM, 14 maart 2016: ACM signaleert spanningsveld tussen marktactiviteiten en publieke belangen in vooral de energie- en zorgsectoren ACM, 23 maart 2016: ACM publiceert prioriteringsbeleid handhavingsverzoeken Overige EU-lidstaten BMa (Be), 15 maart 2016: Fusie van Ahold en Delhaize onder voorwaarden goedgekeurd Bundeskartellamt (Du), 22 maart 2016: Boetes voor kartel in Duitse sanitaire sector gematigd voor relatief kleine spelers Bundeskartellamt (Du), 22 maart 2016: Onderzoek naar ticketverkoop voor wedstrijden Duitse nationale team tijdens EK voetbal 2016 CMA (VK), 15 maart 2016: Britse mededingingsautoriteit maakt haar prioriteiten voor het jaar 2016-17 bekend CMA (VK), 17 maart 2016: Advocaten gevraagd om te helpen meer aandacht te krijgen voor mededingingsrecht 17 mei 2016 Nieuwsbrief Mededingingsrecht

Transcript of Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen...

Page 1: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

Mededingingsautoriteiten

Europese Commissie

• EC, Competition merger brief nr. 1/2016: Competition merger brief geeft inzicht in enkele concentratieonderzoeken

die in 2015 speelden

• EC, 16 maart 2016: Onaangekondigde inspecties in de pakpapier en industriële papieren zakken sector

• EC, 17 maart 2016: Publicatie verslag over het functioneren van de groepsvrijstellingsverordening verzekeringen

• EC, 18 maart 2016: Eerste bevindingen sectoronderzoek e-commerce: geoblocking wijdverbreid

• EC, 23 maart 2016: Overname onder voorbehoud goedgekeurd vanwege hoge marktaandelen op upstream- en hoge

marges op de downstream-markten

• EC, 30 maart 2016: Joint venture Hutchison/VimpelCom naar tweede-fase onderzoek

• EC, 6 april 2016: Verlaging boete Société Générale wegens onjuiste gegevens

• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro

• EC, 8 april 2016: Succesvolle openstelling van de markt voor tractiestroom leidt tot vroegtijdige beëindiging van

remedies

Autoriteit Consument en Markt

• ACM, 14 maart 2016: ACM signaleert spanningsveld tussen marktactiviteiten en publieke belangen in vooral de

energie- en zorgsectoren

• ACM, 23 maart 2016: ACM publiceert prioriteringsbeleid handhavingsverzoeken

Overige EU-lidstaten

• BMa (Be), 15 maart 2016: Fusie van Ahold en Delhaize onder voorwaarden goedgekeurd

• Bundeskartellamt (Du), 22 maart 2016: Boetes voor kartel in Duitse sanitaire sector gematigd voor relatief kleine

spelers

• Bundeskartellamt (Du), 22 maart 2016: Onderzoek naar ticketverkoop voor wedstrijden Duitse nationale team tijdens

EK voetbal 2016

• CMA (VK), 15 maart 2016: Britse mededingingsautoriteit maakt haar prioriteiten voor het jaar 2016-17 bekend

• CMA (VK), 17 maart 2016: Advocaten gevraagd om te helpen meer aandacht te krijgen voor mededingingsrecht

17 mei 2016

Nieuwsbrief Mededingingsrecht

Page 2: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

2

Internationaal

• The United States Department of Justice (VS), 10 maart 2016: Gevangenisstraffen voor Rabobankmedewerkers

wegens het manipuleren van de LIBOR rente

Jurisprudentie

Europese Unie

• Gerecht, 29 februari 2016: Gerecht wijst beroepen tegen boetes in vrachtvervoerkartel af

Nationaal

• Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 8 maart 2016: Hof oordeelt dat maatregel ‘geborgde dierenarts’ naar strekking

mededingingsbeperkend is

• CBb, 24 maart 2016: Boetes in het zilveruienkartel terecht gebaseerd op omzet uit gehele EU

• Rb Rotterdam, 7 april 2016: ACM oordeelt terecht dat geen vergunning vereist is voor fusie sanitair ondernemingen

• Rb Rotterdam, 7 april 2016: Boetes voor handelaren executieveilingen in beroep verlaagd

• Rb Rotterdam, 7 april 2016: ACM hoefde geen onderzoek te openen inzake de ‘geborgde dierenarts’ omdat het naar

effect niet mededingingsbeperkend is

Overige EU-lidstaten

• CAT (VK), 9 februari 2016: Sainsbury krijgt geen inzage in stukken Commissie-dossier Mastercard

• Court of Appeal (VK), 23 maart 2016: Overeenkomst gebaseerd op gemanipuleerde LIBOR rente is niet nietig volgens

de Britse rechter

MededingingsautoriteitenEuropese Commissie

EC, Competition merger brief nr. 1/2016: Competition merger brief geeft inzicht in enkele concentratieonderzoeken die in 2015 speelden

In deze editie van de Competition merger brief bespreekt de Europese Commissie een aantal belangrijke

concentratiecontrolezaken die in 2015 hebben plaatsgevonden. Het betreffen de volgende onderzoeken:

Fusie General Electric en Alstom: Deze fusie heeft tot de nodige zorgen geleid met betrekking tot het aanbod van

Heavy Duty Gas Turbines (HDGT). HDGT’s zullen naar verwachting een belangrijke rol spelen in de komende decennia

in de Europese energiemix. Deze fusie zal negatieve effecten met zich kunnen meebrengen, bijvoorbeeld op innovatie.

Een oplossing denkt men te kunnen vinden in een marktspeler die, evenals Alstom, bekwaam is te innoveren.

Overname Dresser-Rand door Siemens: Het aantal significante leveranciers daalt van 3 tot 2 wat gevolgen zal

hebben in de olie- en gasindustrie. Onderzoek toont dat de activiteiten van de partijen betreffende gas- en stoomturbines

grotendeels complementair zijn en, ondanks de hoge concentratie van de industrie, nauwelijks met elkaar concurreren.

Deze overname benadrukt hoe ingewikkeld het is om de relevante markt te bepalen wanneer het complexe producten

betreft. Ook is de evaluatie van biedmarkten lastig in het geval van gedifferentieerde vraag en aangepaste aanbod.

Page 3: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

3

Fusie Pfizer en Hospira: In deze zaak is er voor het eerst nadrukkelijk aandacht besteed aan biosimilaire

geneesmiddelen. Deze geneesmiddelen dienen ertoe hetzelfde effect te hebben als therapeutische geneesmiddelen en

zijn equivalent aan originele gepatenteerde biologische geneesmiddelen. Hoewel de Europese Commissie concludeerde

dat deze biosimilaire geneesmiddelen en andere geneesmiddelen tot dezelfde markt behoren, was het niet van mening

dat de mededingingsvoorwaarden gelijk zijn. Dit komt vooral door de verminderde vervangbaarheid van deze biosimilaire

geneesmiddelen. De aanwezigheid van overstapdrempels zorgt ervoor dat de biosimilaire geneesmiddelen niet alleen

concurreren met betrekking tot de prijs maar dat er ook rekening dient te worden gehouden met productdifferentie.

Fusie NXP en Freescale: Deze fusie tussen twee grote internationale producenten van halfgeleiders heeft de

aandacht weten te trekken in meerdere jurisdicties en is zowel onderzocht door de Amerikaanse als Europese

mededingingsautoriteiten. Hierbij is een nauwe samenwerking tussen de Europese Commissie en de US Federal Trade

Commission tot stand gekomen en is onder andere gesproken over remedies tijdens de pre-notificatie fase waardoor de

fuserende partijen spoedig een fase 1 besluit konden krijgen. Deze fusie toont het belang van de betrokkenheid van de

mededingingsautoriteiten in een vroeg stadium. Dit heeft ertoe geleid dat de aanwezige mededingingsbezwaren snel

weggewerkt konden worden met behulp van de structurele remedies.

Fusies T-Mobile/tele.ring in Oostenrijk en T-Mobile/Orange in Nederland: Ex post evaluatie van fusiebeschikkingen

kan meer inzicht verschaffen in de werking van de markten. Uit een onlangs gepubliceerd onderzoek blijkt dat er na de

fusie T-Mobile/Orange sprake was van een prijsstijging in 2007 in Nederland. Echter, een vergelijkbare prijsstijging na

de fusie T-Mobile/tele.ring in 2006 in Oostenrijk was niet aan de orde. De geobserveerde prijsveranderingen na deze

twee fusies verschillen significant van elkaar. Het verschil impliceert dat de effecten van deze fusies afhankelijk zijn

van bepaalde factoren zoals de intensiteit van de concurrentie tussen de fuserende partijen en het aantal aanwezige

marktspelers na de concentratie. Deze factoren zijn kenmerkend voor de (geografische) markt waar de concentratie heeft

plaatsgevonden. Zodoende zijn de resultaten van de een ex post evaluatie niet direct toepasbaar op de evaluatie van

toekomstige (ex ante) zaken die zich voordoen in andere markten. Daarnaast kunnen nationale regelingen en structurele

verschillen tussen landen het identificeren van de effecten van concentraties bemoeilijken. Denk hierbij aan de vaststelling

van prijzen op nationaal niveau, wat veelvuldig voorkomt, in de telecomindustrie.

TOP

EC, 16 maart 2016: Onaangekondigde inspecties in de pakpapier en industriële papieren zakken sector

Op 15 maart 2016 zijn er onaangekondigde inspecties uitgevoerd bij meerdere ondernemingen die actief zijn in de

productie van (bruin) pakpapier en industriële papieren zakken.

De controles vonden plaats in verschillende lidstaten en werden uitgevoerd door de ambtenaren van de Europese

Commissie in samenwerking met de betrokken nationale mededingingsautoriteiten. De reden van het onderzoek is het

vermoeden dat de betrokken vennootschappen artikel 101 VWEU hebben overtreden.

TOP

Page 4: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

4

EC, 17 maart 2016: Publicatie verslag over het functioneren van de groepsvrijstellingsverordening verzekeringen

De Europese Commissie heeft op 17 maart een rapport gepubliceerd over het functioneren van de

groepsvrijstellingsverordening verzekeringen (Vo. 267/2010). Deze Verordening is in werking getreden op 1 april 2010 en

loopt af op 31 maart 2017. Voor die dag zal de Commissie moeten beslissen of de Verordening in zijn huidige vorm wordt

vervangen, wordt gewijzigd of zal vervallen.

Onder de groepsvrijstellingsverordening verzekeringen krijgen overeenkomsten tussen verzekeraars met betrekking

tot (a) gemeenschappelijke compilaties, tabellen en onderzoeken en (b) co-verzekering of co-herverzekeringspools,

onder bepaalde voorwaarden ontheffing van het verbod van het kartelverbod opgenomen in art. 101 lid 1 VWEU. Uit het

herzieningsproces is gebleken dat in de verzekeringssector moet worden samengewerkt bij het uitwisselen van informatie

over risico’s en bij het mede(her)verzekeren van bepaalde risico’s. Deze samenwerking is onder bepaalde voorwaarde

toegestaan op grond van de EU-mededingingsregels. De Commissie is daarom van oordeel dat het niet langer vereist is

om de sectorspecifieke vrijstellingen te handhaven op dit gebied.

Met betrekking tot de gemeenschappelijke compilaties, tabellen en onderzoeken, is voor de werking van de

verzekeringssector niet langer een uitzonderlijk instrument als een groepsvrijstellingsverordening nodig. Dit omdat

de richtsnoeren voor horizontale samenwerking aanwijzingen geven met betrekking tot het beoordelen van de

toelaatbaarheid van deze overeenkomsten. Indien nodig, kan de Commissie ook aanvullende (specifieke) begeleiding

verschaffen.

Met betrekking tot de mede(her)verzekeringspools lijkt de groepsvrijstellingsverordening momenteel van beperkt nut

en relevantie te zijn. Uit het onderzoek blijkt dat slechts een beperkt aantal bedrijven profiteren van de vrijstelling. Uit

de analyse blijkt dat weinig gebruik wordt gemaakt van de huidige vrijstelling, omdat een groot deel van de potentiële

ontvangers van mening zijn dat ze buiten het bereik van de verordening vallen.

Daarnaast heeft de Commissie opdracht gegeven twee onderzoeken uit te voeren met betrekking tot (1) de

substitueerbaarheid aan de aanbodzijde in verzekeringen en (2) verschillende vormen van samenwerking op de

markt en hun gevolgen voor de concurrentie. De Commissie zal haar definitieve voorstellen over de toekomst van de

groepsvrijstellingsverordening verzekeringen naar verwachting begin 2017 bekendmaken.

TOP

EC, 18 maart 2016: Eerste bevindingen sectoronderzoek e-commerce: geo-blocking wijdverbreid

Uit de eerste bevindingen van het sectoronderzoek naar de e-commercesector, dat in mei 2015 van start ging, is gebleken

dat geoblocking in de EU een wijdverbreide praktijk is.

Geoblocking houdt in dat detailhandelaren en internetproviders onlineshoppers, op basis van hun locatie of woonplaats,

beletten consumptiegoederen te kopen of toegang te krijgen tot online diensten uit andere (lid)staten. Methodes die

worden gehanteerd zijn; weigeringen om in het buitenland te leveren, weigeringen om betalingen vanuit het buitenland te

accepteren en re-routing en het blokkeren van de toegang tot websites op basis van het IP adres.

Page 5: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

5

Geoblocking kan een inbreuk vormen op de EU-mededingingsregels indien dit verband houdt met overeenkomsten

tussen leveranciers en distributeurs. Wanneer geoblocking is gebaseerd op eenzijdige zakelijke beslissingen van

een niet-dominant bedrijf om niet naar locaties in een andere lidstaat te verkopen, dan is het duidelijk dat het EU-

mededingingsrecht niet van toepassing is, aldus Vestager.

De feiten en data over geoblocking die zijn gepubliceerd, betekenen niet noodzakelijkerwijs dat sprake is van

mededingingsbezwaren of dat mededingingszaken worden geopend. Deze informatie zal worden meegenomen

in de analyse die de Commissie momenteel in het kader van het sectorale onderzoek maakt, om mogelijke

mededingingsproblemen in kaart te brengen. Indien de Commissie voor geoblocking of andere kwesties op specifieke

concurrentieproblemen stuit, dan kan zij in individuele zaken een onderzoek starten.

TOP

EC, 23 maart 2016: Overname onder voorbehoud goedgekeurd vanwege hoge marktaandelen op upstream- en hoge marges op de downstream-markten

De Europese Commissie heeft onder voorwaarden goedkeuring verleend aan de voorgenomen overname van

Dansk Fuels, de groothandel- en Retailsector van Shell in Denemarken, door Statoil Fuel and Retail (SFR), een

dochteronderneming van het Canadese bedrijf Alimentation Couche-Tard.

Na het onderzoek heeft de Commissie mededingingsbezwaren tegen de voorgenomen overname, welke bezwaren zich

richten op de markt voor tankstations en de groothandelsmarkt voor geraffineerde olieproducten. Zowel Dansk Fuels als

SFR zijn op deze markten actief en behoren tot de top drie grootste spelers.

De Commissie stelde vast dat de overgebleven marktpartijen niet in staat zouden zijn voldoende concurrentiedruk uit

te oefenen op de fusiepartijen. Dit vanwege het hoge marktaandeel op de upstream-markten en de hoge marges die zij

maken op de downstream-markten. Ook vanwege de potentiële prijsstijgingen, had de Commissie bezwaren tegen een

overname.

Om de mededingingsbezwaren van de Commissie weg te nemen, hebben partijen de volgende remedies aangeboden:

(i) het afstoten van 205 Shell en SFR tankstations in Denemarken en (ii) het afstoten van de handels- en vliegtuigbrandstof

bedrijven van Shell. Daarbij doen de fusieondernemingen onder andere de volgende toezeggingen aan de koper van

de afgestoten bedrijfsonderdelen: een leveringsovereenkomst met Shell Denemarken geldig tot het einde van 2016,

toegang tot twee-derde van de olieterminals en toegang tot de olieterminal van SFR in Aalborg, de overdracht van twee-

derde van de B2B scheeps- en wegvervoer klanten van Shell Denemarken en een licentieovereenkomst met Shell, zodat

onder de naam Shell mag worden gehandeld. Tenslotte zullen partijen alle in dienst zijnde medewerkers bij Dansk Fuels

overdragen aan de koper van de afgestoten ondernemingen, om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen.

De Commissie stelde vast dat zij geen mededingingsbezwaren heeft, indien de partijen deze remedies naleven.

TOP

Page 6: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

6

EC, 30 maart 2016: Joint venture Hutchison/VimpelCom naar tweede-fase onderzoek

De Europese Commissie start een diepgaand onderzoek naar de voorgenomen Hutchison/VimpelCom joint venture

in Italië. Onderzocht wordt of de telecommunicatieactiviteiten van Hutchison en VimpelCom in lijn zijn met de EU-

concentratieverordening. De transactie zou Vimpelcom’s dochteronderneming WIND combineren met Hutchison’s

dochteronderneming H3G, respectievelijk de derde en vierde grootste exploitanten binnen de Italiaanse retailmarkt

voor telecommunicatie. Door deze transactie zal onder andere het aantal exploitanten van mobiele netwerken in Italië

verminderen. De Commissie meent dat dit mogelijk zou kunnen leiden tot hogere prijzen, minder keuze en minder

innovatie voor de consument in Italië.

TOP

EC, 6 april 2016: Verlaging boete Société Générale wegens onjuiste gegevens

Op 6 april 2016 heeft de Europese Commissie de boete voor Société Générale, vanwege deelname aan het Euribor

kartel, verlaagd. De oorspronkelijke boete van ruim € 400 miljoen was gebaseerd op onjuiste gegevens. De verlaagde

boete is gebaseerd op de waarde van de gecorrigeerde omzet en bedraagt ongeveer € 228 miljoen euro. Naast Société

Générale hebben ook drie andere banken deelgenomen aan het kartel.

TOP

EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro

De Europese Commissie heeft geconstateerd dat het Spaanse Riberebro, een bedrijf dat ingeblikte en verse groenten

produceert, sinds 10 september 2010 heeft deelgenomen aan een kartel. Het algemene doel van de kartelleden was om

hun marktaandelen te stabiliseren en de prijsdalingen te stoppen. Zij hebben hierbij onder andere vertrouwelijke informatie

over aanbestedingen en minimumprijzen uitgewisseld en Europese klanten van ingeblikte champignons verdeeld.

De Commissie legde een boete op van bijna € 5,2 miljoen. In juni 2014 nam de Commissie een schikkingsbesluit inzake

drie andere partijen, die eveneens deel uitmaakten van het kartel (Zaak 39.965-Mushrooms). Riberebro koos er destijds

voor niet te schikken.

TOP

EC, 8 april 2016: Succesvolle openstelling van de markt voor tractiestroom leidt tot vroegtijdige beëindiging van remedies

In december 2013 heeft de Europese Commissie de door Deutsche Bahn voorgestelde remedies, met betrekking tot het

prijssysteem voor tractiestroom in Duitsland, geaccepteerd. Deze vorm van stroom wordt gebruikt voor bovenleidingen bij

treinvervoer. Vóór deze remedies was DB Energie, een dochteronderneming van Deutsche Bahn, de enige leverancier

van tractiestroom in Duitsland.

Het doel van de remedies was om andere elektriciteit leveranciers in staat te stellen de markt te betreden. Dit bleek

succesvol. Binnen 18 maanden hebben verschillende concurrerende energieleveranciers de markt betreden. De

Page 7: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

7

remedies zouden in eerste instantie voor vijf jaar gelden. Door het grote succes zijn de mededingingsbezwaren echter

weggenomen. De Europese Commissie heeft daarom besloten Deutsche Bahn vroegtijdig vrij te stellen van de remedies.

TOP

Autoriteit Consument en MarktACM, 14 maart 2016: ACM signaleert spanningsveld tussen marktactiviteiten en publieke belangen in vooral de energie- en zorgsectoren

In het bij het Jaarverslag 2015 gepubliceerde document ‘Het Signaal 2016’ vraagt Autoriteit Consument en Markt

(ACM) aandacht voor door haar geconstateerde dilemma’s, met name voortvloeiende uit het spanningsveld tussen

marktactiviteiten en publieke belangen. Daarbij legt zij de focus op de energiesector en de zorgsector.

In haar toezichtspraktijk ziet ACM dilemma’s ontstaan door de rol van de overheid op de markt (ofwel als marktspeler,

ofwel door staatsdeelnemingen). Bij staatsdeelnemingen kan marktverstorend gedrag plaatsvinden doordat een

onderneming bijvoorbeeld met een beroep op het door haar gediende publieke belang aandringt op exclusiviteit. Voor de

overheid als marktspeler constateert ACM dat de keuze om de markt te betreden niet wordt genormeerd: er wordt geen

afweging gemaakt tussen ‘markt’ en ‘overheid’.

• Voor de energiesector doet ACM de volgende aanbevelingen: (i) gebruik maatschappelijke kosten-baten analyses

om doelmatige keuzes te maken bij de aanleg van nieuwe energie-infrastructuur; (ii) geef aandacht aan effecten van

herziening van transporttariefstructuur voor gebruikers; en (iii) streef naar een marktgerichte en Europese aanpak ten

behoeve van leveringszekerheid.

• In de zorgsector constateert ACM problemen doordat de overheid zelf geen richting geeft bij de belangenafweging,

maar kiest voor zelfregulering. De voorzitter van ACM, Chris Fonteijn, doet op de website van ACM de volgende

oproep aan de overheid: “Kom tot een afweging tussen belangen. Vermijd de situatie waarin ACM een negatief besluit

moet nemen in het belang van de mededinging, omdat ACM de voordelen – die er misschien wel zijn – niet kan

controleren. Dit leidt mogelijk niet tot de beste uitkomst voor patiënt en verzekerde.”

ACM stelt in ‘Het Signaal 2016’ voor dat de overheid heldere kaders opstelt als startpunt voor zelfregulering. Volgens

ACM kan de overheid ook achteraf de zelfregulering bekrachtigen.

TOP

ACM, 23 maart 2016: ACM publiceert prioriteringsbeleid handhavingsverzoeken

Op 23 maart 2016 heeft Autoriteit Consument en Markt (ACM) haar prioriteringsbeleid in de Staatscourant gepubliceerd.

ACM ontvangt meer verzoeken om handhaving en signalen over mogelijke overtredingen dan zij gelet op haar

onderzoekscapaciteit in behandeling kan nemen. In haar prioriteringsbeleid hanteert ACM drie criteria op basis waarvan

zij verzoeken om handhaving of signalen over mogelijke overtredingen beoordeelt:

i. de omvang van de schade voor de consumentenwelvaart;

ii. de omvang van het maatschappelijke belang; en

iii. doeltreffendheid en doelmatigheid van het optreden.

Page 8: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

8

ACM beoordeelt in hoeverre de vermeende overtreding schadelijk is voor de consumentenwelvaart, zowel op korte als

op langere termijn. Ook de potentiële en maatschappelijke schade spelen hierbij een rol. Niet alleen het directe effect op

prijzen, maar ook het effect op kwaliteit en variëteit van het aanbod of de innovatie die een handhavingstraject kan hebben

is van belang. Daarnaast speelt het belang van goed werkende markten en een optimale regulering van monopolies en

consumentenbescherming een rol. Tevens wordt ingeschat of een geschikt handhavingsinstrument op korte termijn een

gewenste situatie kan bereiken. Daarbij weegt ACM beschikbare menskracht en financiële middelen mee.

Een verzoek om handhaving of signaal hoeft niet ‘hoog’ te scoren op alle criteria voordat een handhavingsonderzoek zal

worden opgestart. Vaak is een hoge score op meer dan één criterium genoeg om een handhavingsonderzoek te starten.

Anderzijds is een lage score bij één criterium genoeg om geen volledig handhavingsonderzoek te starten.

TOP

Overige EU-lidstaten

BMa (Be), 15 maart 2016: Fusie van Ahold en Delhaize onder voorwaarden goedgekeurd

Het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMa) heeft de fusie van Delhaize Groep NV en

Koninklijke Ahold NV goedgekeurd onder de voorwaarde dat de door partijen aangeboden remedies worden nageleefd.

De remedies bepalen dat acht Ahold winkels, vijf Delhaize franchise winkels en een aantal nog niet geopende winkels

worden overgedragen aan een koper die beschikt over de financiële middelen, bewezen expertise en nodige stimulans

om die retaillocaties te behouden. Deze supermarkten moeten concurreren met de fusieonderneming. De door BMa

aanvaarde remedies moeten beletten dat de mededinging op de betrokken lokale markten in belangrijke mate wordt

beperkt.

BMa heeft de marktdefinities gehanteerd die ook door de Europese Commissie en andere mededingingsautoriteiten

worden gebruikt. BMa hield rekening met de reële aantrekkingskracht van een supermarkt door te kijken naar het gebied

waarin de winkel 80% van zijn omzet behaalt.

TOP

Bundeskartellamt (Du), 22 maart 2016: Boetes voor kartel in Duitse sanitaire sector gematigd voor relatief kleine spelers

Het Bundeskartellamt, de Duitse Mededingingsautoriteit, heeft in totaal boetes van ongeveer € 21 miljoen opgelegd aan

negen groothandelaren en één natuurlijk persoon werkzaam in de sector van sanitair, verwarming en airconditioning

wegens het sluiten van concurrentiebeperkende afspraken.

De bedrijven, die lid zijn van de vereniging “Mittelstandskreis Nordrhein-Westfalen”, worden ervan beschuldigd dat ze de

vaststelling van hun bruto prijzen en verkoopprijzen gedurende enkele jaren hebben gecoördineerd.

De procedure tegen één van de kartellisten, AGS Verlag AG, Münster, zal worden beëindigd als gevolg van het

faillissement van het bedrijf. Een aantal van de beboete bedrijven waren slecht gedeeltelijk betrokken bij de verweten

gedragingen gedurende de periode 2005-2013.

Page 9: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

9

Bij het vaststellen van de boetes heeft het Bundeskartellamt als een verzachtende omstandigheid meegenomen dat de

bedrijven concurreerden met aanzienlijk grotere spelers op de markt. Daarnaast hebben alle bedrijven samengewerkt

met het Bundeskartellamt in het clementieprogramma. De boetes zijn definitief; alle bedrijven zijn overeengekomen om te

schikken en zo de procedure te beëindigen.

TOP

Bundeskartellamt (Du), 22 maart 2016: Onderzoek naar ticketverkoop voor wedstrijden Duitse nationale team tijdens EK voetbal 2016

Het Bundeskartellamt, de Duitse mededingingsautoriteit, heeft bevestigd dat zij een administratieve procedure is gestart

naar de praktijk van ticketverkoop voor de wedstrijden van het Duitse nationale voetbalteam tijdens het Europese

Kampioenschap in 2016.

De Duitse voetbalbond had de aankoop van tickets verbonden aan een betaald lidmaatschap van de fanclub van het

nationale voetbalteam. Het verkrijgen van een ticket voor het EK is al erg moeilijk. Het bundelen van de ticketprijs aan een

betaald lidmaatschap zal niet alleen de totale ticketprijs verhogen, maar de koper zal ook de fanclub contributie moeten

betalen, zelfs als hij geen ticket kan verkrijgen. Deze vorm van koppelverkoop zou mogelijk misbruik door uitbuiting

opleveren.

Het EK dat deze zomer (2016) in Frankrijk plaatsvindt, wordt georganiseerd door Euro 2016 SAS, een joint venture van

de UEFA en de Franse voetbalbond Federation Francaise de Football (FFF). 19 van de 24 deelnemende landen hebben

de aankoop van een ticket voor hun nationale voetbalteam afhankelijk gemaakt van burgerschap of woonplaats.

TOP

CMA (VK), 15 maart 2016: Britse mededingingsautoriteit maakt haar prioriteiten voor het jaar 2016-17 bekend

De Competition and Markets Authority (CMA), de Britse Mededingingsautoriteit, heeft haar prioriteiten voor het jaar

2016-17 bekend gemaakt. De focus ligt op het leveren van echte voordelen voor consumenten, bedrijven en de Britse

economie.

Om de last voor het bedrijfsleven en de verstoring van markten te minimaliseren is de CMA in het jaar 2015-16 begonnen

met een systematische herziening van bestaande remedies. In het komende jaar zal dit worden voortgezet met verdere

beoordelingen van bestaande fusiemaatregelen.

In het jaar 2016-17 zal een nog grotere nadruk liggen op het uitvoeren van snelle en doeltreffende handhaving van het

mededingings- en consumentenrecht. Via verschillende communicatiemiddelen zal worden geprobeerd de bewustwording

met betrekking tot de mededingingsregelgeving te verhogen, het gedrag te veranderen, de last om aan de wet te voldoen

te beperken en klachten aan te moedigen. Zo zijn bijvoorbeeld 120 advocatenkantoren gevraagd informatie over het

mededingingsrecht te delen met hun MKB-cliënten.

Page 10: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

10

Het jaar 2016-17 zal daarnaast een jaar van afronden zijn. Het eindrapport van onderzoek naar de energiemarkt zal naar

verwachting in juni 2016 worden gepubliceerd, het eindrapport van het onderzoek naar de bancaire sector in augustus

2016 en het eindrapport van de marktstudie juridische dienstverlening eind 2016. In de loop van dit jaar zullen nieuwe

projecten worden gelanceerd, waaronder een analyse van prijs vergelijkende websites.

TOP

CMA (VK), 17 maart 2016: Advocaten gevraagd om te helpen meer aandacht te krijgen voor mededingingsrecht

De Competition and Markets Authority (CMA), de Britse mededingingsautoriteit, zal meer dan 120 advocatenkantoren in

noordwest Engeland benaderen en uitnodigen om informatie over mededingingsrecht te delen met hun MKB-cliënten.

Deze informatie is bedoeld om de MKB-bedrijven te helpen om de mededingingsregels na te leven, inbreuken op het

mededingingsrecht te herkennen en vermoedens van inbreuken te melden.

Deze benadering is onderdeel van de campagne van CMA om meer aandacht te krijgen voor het mededingingsrecht door

middel van verstrekking van informatiepakketten. Het noordwesten is als derde regio van het land gekozen, aangezien

onderzoek heeft aangetoond dat slechts 48% van de ondernemingen daar wist dat het maken van prijsafspraken kan

leiden tot gevangenisstraf, slechts 49% wist dat bid-rigging niet is toegestaan en dat slechts 29% van de ondernemingen

wist dat verticale prijsbinding niet is toegestaan. Ook het feit dat maar 15% wist dat er boete immuniteit mogelijk is bij het

melden van een kartel vond CMA reden om dit gebied als doelgroep aan te wijzen voor haar campagne.

TOP

Internationaal

The United States Department of Justice (VS), 10 maart 2016: Gevangenisstraffen voor Rabobankmedewerkers wegens het manipuleren van de LIBOR rente

Het voormalige hoofd van de afdeling liquidity and finance en een senior handelaar van de Rabobank in Londen zijn tot

24 respectievelijk 12 maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens het manipuleren van de LIBOR rente.

LIBOR was de benchmark waartegen verschillende banken voor korte termijn van elkaar lenen. Het LIBOR

rentepercentage werd daarnaast ook gebruikt als referentievoet voor veel financiële producten, zoals hypotheken,

creditcards, studentenleningen en contractuele rentes. De LIBOR werd vastgesteld op basis van toezeggingen van een

panel van zestien banken, waaronder Rabobank, en werd gepubliceerd door de British Banker’s Association.

In de periode 2005 – 2009 hebben de betrokkenen deelgenomen aan de manipulatie van de US Dollar ten opzichte van

de Japanse Yen om zo hun eigen handelspositie te verbeteren. Zij gaven bijvoorbeeld een te hoge of te lage koers om

hier zelf voordeel mee te behalen. Een aantal andere medewerkers van de Rabobank zijn eveneens beschuldigd van

manipulatie van de LIBOR rente en zullen nog worden berecht. De Rabobank heeft inmiddels een schikking van USD 325

miljoen betaald aan de Department of Justice.

TOP

Page 11: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

11

Jurisprudentie

Europese Unie

Gerecht, 29 februari 2016: Gerecht wijst beroepen tegen boetes in vrachtvervoerkartel af

De Europese Commissie heeft op 28 maart 2012 een boete opgelegd aan Schenker wegens deelname van haar

dochtermaatschappij Bax Global aan een internationaal vrachtvervoerdiensten kartel in de periode 2002 tot 2007

(COMP/39462 – Vrachtvervoer). De betrokken kartellisten hebben aan vier verschillende inbreuken deelgenomen,

waarbij het in deze uitspraak gaat over de mededingingsregeling inzake het New Export System (NES). Het NES is een

in 2002 door de Britse autoriteiten ingevoerd systeem van voorafgaande uitklaring voor goederen die vanuit het Verenigd

Koninkrijk buiten de Europese Economische Ruimte (EER) worden geëxporteerd. Een groep expediteurs had tijdens een

bijeenkomst afgesproken om een toeslag in te voeren voor de NES- aangiften. Na deze afspraak is er per e-mail contact

gehouden om toe te zien op de naleving hiervan.

Schenker vordert nietigverklaring van het besluit danwel nietigverklaring of verlaging van de geldboete. Hiertoe voert zij

aan dat (1) het bewijsmateriaal en de inlichtingen van het verzoek om immuniteit door Deutsche Post niet ontvankelijk

waren; (2) dat de Commissie niet bevoegd was ten aanzien van de NES-regeling een besluit vast te stellen, aangezien

deze regeling de vervoersector betrof en deze was vrijgesteld; (3) dat de Commissie onterecht heeft vastgesteld dat

de NES-regeling het handelsverkeer tussen lidstaten merkbaar ongunstig kan beïnvloeden; (4) dat het onredelijk is

dat alleen Schenker aansprakelijk is gesteld voor het gedrag van Bax Global; (5) dat de Commissie door het bedrag

van de geldboete te bepalen aan de hand van een omzetcijfer dat hoger is dan het theoretisch maximum haalbare

onder de NES-regeling, artikel 23, leden 2 en 3, Vo. nr. 1/2003, het evenredigheidsbeginsel, het beginsel dat de straf

in verhouding moet staan tot het strafbare feit, het beginsel geen straf zonder schuld en het beginsel van behoorlijk

bestuur heeft geschonden, de richtsnoeren van 2006 niet in acht heeft genomen en beoordelingsfouten heeft gemaakt;

(6) bij beoordeling van de verzoeken om clementie en boetevermindering sprake is van schending van het beginsel

van gelijke behandeling en dat hierbij beoordelingsfouten zijn gemaakt en (7) dat dat de Commissie artikel 23, lid 2, Vo.

nr. 1/2003 en het beginsel van gelijke behandeling heeft geschonden en een beoordelingsfout gemaakt door te weigeren

schikkingsgesprekken te voeren.

Alle grieven zijn door het Gerecht van de hand gewezen. Zo oordeelde de rechter dat het bewijsmateriaal wel degelijk

ontvankelijk is, ook al zou er een fiduciaire verplichting kunnen zijn geschonden bij het verkrijgen van het bewijs door

de indiener van het clementieverzoek. De Commissie mag deze informatie gewoon meenemen in haar besluitvorming.

Ook was de Commissie bevoegd te oordelen ten aanzien van de NES-regeling en heeft zij ook terecht vastgesteld dat

de regeling het handelsverkeer ongunstig kon beïnvloeden. Er was sprake van grensoverschrijdend handelsverkeer en

het is voldoende waarschijnlijk dat de NES-regeling een weerslag kon hebben op het gedrag van expediteurs in andere

lidstaten waarmee zij in concurrentie stonden. De Commissie mag zich beperken tot het aantonen van waarschijnlijkheid.

Ook de mogelijkheid om de voormalige moedermaatschappij aansprakelijk te stellen neemt niet weg dat de Commissie

de vrijheid Schenker volledig aansprakelijk te stellen voor het gedrag van haar dochter. De opgelegde geldboete gaat de

strekking en ernst van de NES-regeling niet te buiten. Bij berekening van het basisbedrag is terecht uit gegaan van de

waarde van de verkopen van vrachtvervoersdiensten. Het aangevallen besluit alsmede de opgelegde boete blijft dan ook

in stand.

Page 12: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

12

In dit kartel heeft het Gerecht tevens arrest gewezen in de zaken van Panalpina World Transport (T-270/12), Deutsche

Bahn (T-267/12), Uti Worldwide (T-264/12), Kuhne + Nagel International (T-254/12) en EGL (T-251/12).

TOP

Nationaal

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 8 maart 2016: Hof oordeelt dat maatregel ‘geborgde dierenarts’ naar strekking mededingingsbeperkend is

Het geschil dat de partijen verdeeld houdt betreft de levering van zogenaamde URA-middelen aan rundveehouders.

URA-middelen zijn diergeneesmiddelen die per 1 juli 2008 ter uitvoering van de Europese richtlijn 2004/28/EG uitsluitend

door een dierenarts mogen worden voorgeschreven. Voorheen waren deze diergeneesmiddelen vrij verhandelbaar. De

levering van deze URA-middelen mag volgens de nieuwe regelgeving op recept van een dierenarts plaatsvinden door

apothekers, leveranciers van diergeneesmiddelen die een vergunning hebben en dierenartsen. Agib BV (totaal leverancier

voor melkveehouders) heeft, met het oog op deze receptplicht, per 1 juli 2008 een dierenarts in dienst genomen, die

recepten voor URA-middelen kon uitschrijven, zodat Agib URA-middelen kon blijven leveren aan rundveehouders.

De Stichting “Geborgde Dierenarts” (SGD) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD)

hebben in hun richtlijnen een maatregel opgenomen dat URA-middelen alleen door een “geborgde dierenartsen” (één-op-

één dierenarts) mogen worden uitgeschreven. Dit is een dierenarts die naast dat hij/zij moet voldoen aan alle richtlijnen

van deze organisaties, een één-op-één-overeenkomst met een melk(rund)veehouder heeft. De dierenarts van Agib

voldoet niet aan de reglementen en protocollen opgesteld door de KNMvD en SGD. Hierdoor kan Agib niet meer leveren

op basis van het recept van haar eigen dierenarts. Er bestaat volgens Agib geen rechtvaardiging voor de door KNMvD

en SGD gehanteerde regel. De één-op-één relatie wordt door de wet alleen voorgeschreven ten aanzien van antibiotica,

maar niet ten aanzien van URA-middelen. Door het hanteren van de regel dat URA-middelen alleen mogen worden

voorgeschreven door de één-op-één dierenarts maken KNMvD en SGD inbreuk op het voorschrift van artikel 6 lid 1 Mw.

De maatregel, kwaliteitseisen en modelcontracten van KNMvD en SGD tezamen genomen kwalificeren als besluiten

van een ondernemersvereniging. Het hof komt vervolgens tot het oordeel dat de voormelde maatregelen van KNMvD en

SGD evident schadelijk zijn voor de goede werking van de normale mededinging en er daadwerkelijk toe strekken dat de

mededinging op de Nederlandse markt merkbaar wordt verstoord. Agib heeft dit, volgens het hof, voldoende bewezen.

Voor zover KNMvD en SGD met hun betoog over de objectieve rechtvaardiging van hun besluiten, te weten de door

hen toegelichte kwaliteitssystemen in het kader van de volksgezondheid, een beroep doen op de beperking van de

mededinging inherent aan een legitieme doelstelling, wordt dit beroep verworpen omdat vooralsnog niet aannemelijk

is geworden dat de besluiten van KNMvD en SGD ertoe strekken de kwaliteit van de volksgezondheid te waarborgen.

Aan art. 6 lid 3 Mw komt het hof niet toe, nu KNMvD en SGD, op wie de stelplicht en de bewijslast rusten dat aan

de voorwaarden van deze uitzonderingsbepaling is voldaan, onvoldoende hebben toegelicht waarom aan de vier in dit

artikellid geldende cumulatieve voorwaarden is voldaan.

TOP

Page 13: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

13

CBb, 24 maart 2016: Boetes in het zilveruienkartel terecht gebaseerd op omzet uit gehele EU

Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft in 2012 boetes opgelegd aan de telers en verwerkers van zilveruien in

verband met kartelafspraken. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) heeft op 24 maart 2016 geoordeeld

dat ACM deze boetes terecht heeft opgelegd en dat de Rechtbank Rotterdam die in beroep terecht in stand heeft gelaten.

ACM heeft bewezen dat de zilveruienproducenten van 1998 tot en met mei 2010 afspraken hebben gemaakt met

betrekking tot de teelt- en productiecapaciteit van zilveruien. Er werd onder andere afgesproken welk aantal hectares

(arealen) zilveruien iedere onderneming mocht inzaaien (areaal- of quoteringsafspraken). Daarnaast werden gezamenlijk

stakende concurrenten opgekocht en werd er onderling prijsinformatie uitgewisseld. Volgens ACM gaat het om één

langdurige, complexe voortdurende overtreding van artikel 6 Mw en artikel 101 VWEU, omdat de gedragingen een

samenstel van afspraken met een gemeenschappelijk doel zijn, te weten het prijspeil op de markt van zilveruien op een

niveau brengen dat hoger is dan wanneer de normale mededingingscondities zouden gelden.

Het CBb oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is. Wat betreft de hoogte van de boete oordeelt het CBb dat deze

afhangt van de betrokken omzet, waarbij het ACM tevens is toegestaan de omzet die in andere EU-lidstaten is behaald

mee te tellen; daar is een wettelijke grondslag/bevoegdheid voor, die niet wordt beperkt.

TOP

Rb Rotterdam, 7 april 2016: ACM oordeelt terecht dat geen vergunning vereist is voor fusie sanitair ondernemingen

Ucosan is in beroep gegaan bij de rechtbank Rotterdam tegen het besluit van ACM dat voor de overname van Sanitec

door Geberit geen vergunning vereist is. Geberit is actief op het gebied van de productie en verkoop van sanitaire

techniek. Sanitec en Ucosan zijn actief op het gebied van de productie en verkoop van keramisch sanitair. ACM heeft

deze fusie beoordeeld aan de hand van de Europese richtsnoeren voor niet-horizontale concentraties.

De rechtbank moet beoordelen of ACM terecht heeft geconcludeerd dat sprake is van een fusie met een

conglomeraatkarakter waarbij géén sprake is van mogelijke marktafscherming door middel van bundelingsstrategieën. De

rechtbank concludeert dat ACM op basis van voldoende gegevens de relevante markt heeft afgebakend en de gevolgen

van de concentratie op correcte wijze heeft vastgesteld. ACM overweegt dat Geberit mogelijk over een aanzienlijke mate

van marktmacht beschikt. Desalniettemin heeft ACM volgens de rechtbank terecht geconcludeerd dat partijen niet de

mogelijkheid en prikkel hebben om door middel van bundelingsstrategieën de mededinging te beperken.

De rechtbank verwerpt de klacht van Ucosan dat ACM er ten onrechte van uitgegaan is dat een bundelingsstrategie

slechts leidt tot beperking van de mededinging indien concurrenten zodanig gemarginaliseerd worden dat zij gedwongen

worden de markt te verlaten en geen mogelijkheden bestaan voor herintreding. Eenzelfde lot treft ook de klacht dat ACM

er niet zonder nadere motivering vanuit had mogen gaan dat (1) concurrenten ook dergelijke bundels zouden kunnen

aanbieden en (2) dat er relevante concurrentiedruk bestaat van zogenoemde private labels.

TOP

Page 14: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

14

Rb Rotterdam, 7 april 2016: Boetes voor handelaren executieveilingen in beroep verlaagd

In deze zaak heeft ACM boetes opgelegd aan handelaren die in de periode van 2000-2009 actief waren op

executieveilingen. ACM stelde op basis van het vergaarde bewijs vast dat er sprake was van een inbreuk op het

kartelverbod. De gedragingen van de handelaren zijn, in onderlinge samenhang bezien, als één enkele inbreuk met een

mededingingsbeperkende strekking te kwalificeren. Dat eisers aangaven niet betrokken te zijn geweest bij de veiling van

één of meerdere specifieke panden deed daar niets aan af.

Verder is de rechtbank van oordeel dat ACM in de leeftijd en/of gezondheid van eisers dan wel in de gestelde media-

aandacht geen reden heeft hoeven zien om de boete te matigen. Echter, de rechtbank acht een matiging van de boete

met 10% wel passend aangezien eisers privé en zakelijk behoorlijk financiële gevolgen hebben ondervonden van de

boetebesluiten. Bovendien zijn de boetes verlaagd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. Voor handelaren

die in de 2e tranche zijn beboet zijn de boetes verlaagd met 10% tot een maximum van € 10.000,- en met 5% tot een

maximum van € 5.000,- voor handelaren die in de 3e tranche zijn beboet. In alle gevallen heeft de rechtbank de boetes op

een lager bedrag vastgesteld.

TOP

Rb Rotterdam, 7 april 2016: ACM hoefde geen onderzoek te openen inzake de ‘geborgde dierenarts’ omdat het naar effect niet mededingingsbeperkend is

Op 7 april 2016 heeft de rechtbank Rotterdam een beroep tegen het niet nader onderzoeken van een klacht door ACM

ongegrond verklaard. Op respectievelijk 7 februari en 13 maart 2012 hebben klagers, beiden dierenarts, een klacht

ingediend over gedragingen van bepaalde marktpartijen met betrekking tot het Reglement ‘geborgde rundveedierenarts’

van de Stichting Geborgde Rundveedierenarts (SGD) en de daarin verplicht voorgeschreven één-op-één-overeenkomst

tussen dierenarts en melk(rund)veehouder.

Het door het Reglement in het leven geroepen certificeringsstelsel van de ‘geborgde rundveedierenarts’ komt er kort

gezegd op neer dat dierenartsen die veterinaire diensten willen verlenen aan (melk)rundveehouders aan bepaalde

kwaliteitseisen moeten voldoen op het gebied van opleiding en kwaliteit van de dienstverlening, waarna zij zich kunnen

laten inschrijven in het register.

Om vast te stellen of sprake was van een effectbeperking, heeft ACM het Reglement getoetst aan het in de Richtsnoeren

Samenwerking Ondernemingen neergelegde beoordelingskader voor erkenningsregelingen. En aan de door de Europese

Commissie opgestelde criteria voor standaardiseringsovereenkomsten als bedoeld in de Richtsnoeren horizontale

samenwerkingsovereenkomsten. ACM concludeerde dat geen sprake is van een mededingingsbeperkende strekking.

Bij de rechtbank voeren eisers aan dat uitsluitingseffecten optreden wegens de kosten van de inschrijving, wegens de

verplichte één-op-één-relatie –een second opinion zou hierdoor onmogelijk zijn– en wegens de gedwongen uitwisseling

van concurrentiegevoelige gegevens via het computersysteem. Bovendien zou het stelsel door misbruik van machtspositie

van Friesland Campina tot stand zijn gekomen.

Page 15: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

15

De rechtbank volgt eisers niet in deze argumenten. De kosten zijn niet zodanig hoog dat sprake is van uitsluitingseffecten.

Evenmin is aannemelijk geworden dat vervangende of spoeddierenartsen geen second opinion kunnen geven, mits dit

is afgesproken. Dat sprake zou zijn van uitwisseling van concurrentiegevoelige informatie via het computersysteem is

evenmin gebleken. Tot slot hebben eisers onvoldoende aangevoerd om hun laatste stelling te staven. Het beroep wordt

ongegrond verklaard.

TOP

Overige EU-lidstaten

CAT (VK), 9 februari 2016: Sainsbury krijgt geen inzage in stukken Commissie-dossier Mastercard

Na de beslissing van de Europese Commissie dat Mastercard de hoogte van haar interbancaire afwikkelingsprovisies

moet verlagen, zijn meerdere private partijen in actie gekomen om een schadevergoeding af te dwingen. Eén daarvan

is de grote Engelse supermarktketen Sainsbury’s. Recent is de zaak door the High Court doorverwezen naar the

Competition Appeal Tribunal (CAT). Op 9 februari 2016 is een tussenuitspraak gedaan omtrent de openbaarmaking van

bepaalde informatie.

Het ging hier om een tweetal verzoeken van Sainsbury’s Supermarkets tot openbaarmaking van (i) commentaar van

de Commissie op het zogenaamde Maestro Scenario, met name met betrekking tot de visie van de Commissie op de

oorzaak van het 90% marktverlies van Maestro tussen 2001 en 2011, en (ii) de bij de Commissie ingediende stukken van

Mastercard.

De verzoeken zijn afgewezen. Voor beide verzoeken geldt ten eerste dat ze reeds maanden geleden ingediend hadden

kunnen worden, maar dit niet gebeurd is. Het toewijzen van de verzoeken zou zo tot een vertraging leiden die eenvoudig

voorkomen had kunnen worden. Alleen al deze reden is voor CAT voldoende reden om de verzoeken af te wijzen.

Daarnaast geldt, wederom voor beide verzoeken, dat de relevantie voor het onderzoek in het onderhavige proces niet als

voldoende wordt aangemerkt. CAT geeft aan te oordelen op grond van de informatie die haar voorhanden is gesteld en

niet op grond van informatie die aan een andere rechter voorhanden is gesteld. Voor zover de uitkomst van een ander

proces relevant is, moet de informatie hieromtrent afkomstig zijn uit de uitspraken in het betreffende proces, en niet uit de

informatie die partijen in dat proces ter beschikking hebben gesteld.

TOP

Court of Appeal (VK), 23 maart 2016: Overeenkomst gebaseerd op gemanipuleerde LIBOR rente is niet nietig volgens de Britse rechter

Unitech Limited (Unitech) heeft twee vorderingen tot schadevergoeding jegens Deutsche Bank en verscheidene andere

banken, ingesteld wegens geleden schade door het gebruik maken van de gemanipuleerde LIBOR rente in leen- of

swap overeenkomsten. De banken hadden overeenkomsten gesloten met Unitech Global Limited (UGL), en haar

moedermaatschappij Unitech. De rente op deze overeenkomsten zou worden vastgesteld aan de hand van de LIBOR

rente.

Page 16: Nieuwsbrief Mededingingsrecht · PDF file• EC, 6 april 2016: Boete van € 5,2 miljoen voor het Spaanse Riberebro • EC, 8 april 2016:

www.loyensloeff.com

Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden Loyens & Loeff N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam ‘Loyens & Loeff’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.

De Nieuwsbrief Mededingingsrecht is een uitgave van de praktijk-groep Mededinging & Overheid van Loyens & Loeff. Deze praktijkgroep bundelt de specialistische kennis op de deelgebieden mededingings- en aanbestedingsrecht, bestuursrecht, het grensvlak van publiek- en privaatrecht en het overheidsaansprakelijkheidsrecht. De Nieuwsbrief Mededingingsrecht wordt uitsluitend verzonden aan relaties van Loyens & Loeff.

ContactpersonenMaurice Essers en Gert Wim van de Meent

Disclaimer

In dit tussenvonnis oordeelt het Court of Appeal over het beroep van Unitech op nietigheid van de overeenkomsten,

aangezien een aantal van de banken betrokken waren bij de manipulatie van de LIBOR rente die in de contracten tussen

de partijen was opgenomen. Daarnaast vormden de banken die de LIBOR manipuleerden een kartel. Een dergelijke

overeenkomst tussen de kartelleden is van rechtswege nietig. Unitech stelt dat een overeenkomst tussen een kartellist en

een afnemer/derde, in dit geval Unitech, gebaseerd op hetgeen tussen de kartelleden is afgesproken, eveneens nietig is.

De rechter neemt aan dat het manipuleren van de LIBOR in strijd is met het mededingingsrecht. De vraag is dan

vervolgens of hierdoor ook verticale overeenkomsten nietig zijn naar Engels recht. Hier kan een analogie getrokken

worden met het Courage/Crehan arrest van het Hof van Justitie, waar werd geoordeeld dat de vraag of een inbreuk op

het mededingingsrecht al dan niet leidt tot nietigheid van andere overeenkomsten die daarop gebaseerd zijn, een vraag

van nationaal recht is. In het geval van Unitech concludeert de rechter dan ook dat, naar Engels recht, een inbreuk op het

mededingingsrecht niet kan leiden tot nietigheid van een overeenkomst die op deze inbreuk is gebaseerd (ro. 41 e.v.).

TOP