Nieuwe wortels voor uw stamboom - nieuws.kuleuven.be · Geciteerd Binnen, beval-len, buiten het...

20
TIJDSCHRIFT VAN DE K.U.LEUVEN Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X België-Belgique P.B. 2099 Antwerpen X PB 8/1779 erkenning: p303221 Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 2099 Antwerpen X - n° BC 6379 “Universele waarden bestáán” EREDOCTOR ABDULLAHI AHMED AN-NA`IM [5] “Iran is meer dan Sheherazade” EREDOCTOR MARJANE SATRAPI [6] FOTOTENTOONSTELLING IN CENTRALE BIB [4] “Waarheid is geen pakketje dogma’s” EREDOCTOR PAOLO DALL’OGLIO [7] “Zelfs Bambi heeft iets filosofisch” FILOSOFIE VOOR FILMFANS [10] “Minder corruptie is meer vrede” BOEK OVER CORRUPTIE EN INTEGRITEIT [13] Leven na Leuven “Ik lig niet wakker van bling bling” TRUI MOERKERKE, HOOFDREDACTEUR WEEKEND KNACK [14] 28 JANUARI 2009 | NR 5 | 20STE JAARGANG | WWW.KULEUVEN.BE/CK/ (© Rob Stevens) DIRK BLIJWEERT “Genealogen botsen altijd op hetzelfde probleem: op een be- paald moment zijn de archieven uitgeput”, zegt professor Ronny Decorte van het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid. “Hun onderzoek loopt vast en dus blij- ven veel vragen onbeantwoord. Maar dankzij de ontwikkeling van de genetica kunnen we hun speurtocht nieuw leven inbla- zen.” “Het principe is eenvoudig: ieder mens heeft een unieke genetische samenstelling. Het genetisch DNA-onderzoek vertrekt van het mannelijk Y- chromosoom dat van vader op zoon wordt doorgegeven. Het Y- chromosoom bevat op zich rela- tief weinig erfelijke informatie, maar omdat het altijd van de va- der komt, is het Y-chromosoom van de zoon voor bijna honderd procent identiek aan dat van de vader. Het Y-chromosoom is dus geschikt om na te gaan wie de biologische vader is van een mannelijk kind. Meer zelfs: het Y-chromosoom blijft, met uitzondering van enkele kleine mutaties, quasi onveranderd gedurende verschillende gene- raties. Op die manier kan je het gebruiken om naar gemeen- schappelijke mannelijke voor- ouders te zoeken.” De Vlaamse Vereniging voor Fa- miliekunde en het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid hebben dan ook de handen in elkaar ge- slagen voor een bijzonder project. De tandem wil in een eerste fase de voorouderlijke familiebanden van het voormalige hertogdom Brabant in kaart brengen. Profes- sor Decorte maakt zich sterk dat het onderzoek een en ander aan het licht zal brengen. “Het project zelf gaat offici- eel van start midden februari, maar nu al beschikken we over de opmerkelijke resultaten van een proefonderzoek. Bij de tien proefpersonen die we onder- zocht hebben, waren er twee die een sterk gelijkende naam had- den. Tijdens het stamboomon- derzoek was het al duidelijk dat beide families mogelijk eenzelf- de voorvader hadden. Bij de aan- gifte van een geboorte, vier gene- raties geleden, is er bij één van de twee families allicht een schrijf- fout ingeslopen, wat vroeger wel vaker gebeurde. Dankzij on- derzoek van het Y-chromosoom hebben we kunnen aantonen dat de twee hoogstwaarschijnlijk een gemeenschappelijke voorva- der hadden.” “Je kan dus perfect nagaan hoe ver in het verleden mensen ge- meenschappelijke voorouders hebben gehad. Ik verwacht dat ons onderzoek onder meer ook een antwoord zal geven op de vraag of tweeduizend jaar gele- den onze voorouders in België van oorsprong nu eerder Keltisch dan Germaans waren.” VERSCHIJNINGSDATA CAMPUSKRANT 2008-2009 NR. 6 – 25 FEB 2009 NR. 7 – 25 MAA 2009 NR. 8 – 29 APR 2009 NR. 9 – 27 MEI 2009 NR. 10 – 24 JUN 2009 Nieuwe wortels voor uw stamboom Het alleroudste archiefstuk, opgediept uit een stoffige kelder, hoeft niet lan- ger het eindpunt van stamboomonderzoek te zijn. DNA-onderzoekers slagen erin de stamboom van voorouders steeds verder te ontrafelen. Met een sa- menwerkingsproject willen genealogen en genetici nu de voorouderlijke fa- miliebanden van het voormalige hertogdom Brabant in kaart brengen. Scala van emoties Op 24 januari gaven het meisjeskoor Scala en de Kolacny Brothers in Dendermonde een benefietoptreden voor het fonds ‘Jouw Gezondheid’, dat het stamcelonderzoek van professor Verfaillie en haar team ondersteunt. Door het drama in de plaatselijke kindercrèche van de dag ervoor kreeg het concert een bijzonder emotioneel cachet. Er werd beslist om het optreden te laten doorgaan – als “viering van het leven” – maar met een aange- past, ingetogen repertoire, en voorafgegaan door een minuut stilte als eerbetoon aan de slachtoffers. pagina 18: CM steunt fonds Jouw Gezondheid pagina 3

Transcript of Nieuwe wortels voor uw stamboom - nieuws.kuleuven.be · Geciteerd Binnen, beval-len, buiten het...

t ijdschrif t va n de k .u.l eu v en

Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.

Afgiftekantoor2099 Antwerpen X

België-BelgiqueP.B.

2099 Antwerpen XPB 8/1779

erkenning: p303221

TijdschriftToelating gesloten verpakking2099 Antwerpen X - n° BC 6379

“Universele waarden bestáán”eredoCTor ABdull Ahi Ahmed An-nA`im [5]

“Iran is meer dan Sheherazade”eredoCTor mArjAne sATrAPi [6]

foToTenToonsTelling in CenTrAle BiB [4]

“Waarheid is geen pakketje dogma’s”eredoCTor PAolo dAll’oglio [7]

“Zelfs Bambi heeft iets filosofisch”filosofie Voor filmfAns [10]

“Minder corruptie is meer vrede”Boek oVer CorruPTie en inTegriTeiT [13]

leven na leuven

“Ik lig niet wakker van bling bling” Trui moerkerke, hoofdredACTeur Weekend knACk [14]

2 8 jA nuA ri 2 0 0 9 | nr 5 | 2 0 s T e jA A rg A ng | W W W.k ul eu V en.Be /Ck /

(© rob stevens)

dirk Blijweert

“Genealogen botsen altijd op hetzelfde probleem: op een be-paald moment zijn de archieven uitgeput”, zegt professor Ronny Decorte van het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid. “Hun onderzoek loopt vast en dus blij-ven veel vragen onbeantwoord. Maar dankzij de ontwikkeling van de genetica kunnen we hun speurtocht nieuw leven inbla-zen.”

“Het principe is eenvoudig: ieder mens heeft een unieke genetische samenstelling. Het genetisch DNA-onderzoek vertrekt van het mannelijk Y-chromosoom dat van vader op zoon wordt doorgegeven. Het Y-chromosoom bevat op zich rela-tief weinig erfelijke informatie, maar omdat het altijd van de va-der komt, is het Y-chromosoom van de zoon voor bijna honderd procent identiek aan dat van de vader. Het Y-chromosoom

is dus geschikt om na te gaan wie de biologische vader is van een mannelijk kind. Meer zelfs: het Y-chromosoom blijft, met uitzondering van enkele kleine mutaties, quasi onveranderd gedurende verschillende gene-raties. Op die manier kan je het gebruiken om naar gemeen-schappelijke mannelijke voor-ouders te zoeken.”

De Vlaamse Vereniging voor Fa-miliekunde en het Centrum voor Menselijke Erfelijkheid hebben dan ook de handen in elkaar ge-slagen voor een bijzonder project. De tandem wil in een eerste fase de voorouderlijke familiebanden van het voormalige hertogdom Brabant in kaart brengen. Profes-sor Decorte maakt zich sterk dat het onderzoek een en ander aan het licht zal brengen.

“Het project zelf gaat offici-eel van start midden februari, maar nu al beschikken we over de opmerkelijke resultaten van een proefonderzoek. Bij de tien

proefpersonen die we onder-zocht hebben, waren er twee die een sterk gelijkende naam had-den. Tijdens het stamboomon-derzoek was het al duidelijk dat beide families mogelijk eenzelf-de voorvader hadden. Bij de aan-gifte van een geboorte, vier gene-raties geleden, is er bij één van de twee families allicht een schrijf-fout ingeslopen, wat vroeger wel vaker gebeurde. Dankzij on-derzoek van het Y-chromosoom hebben we kunnen aantonen dat de twee hoogstwaarschijnlijk een gemeenschappelijke voorva-der hadden.”

“Je kan dus perfect nagaan hoe ver in het verleden mensen ge-meenschappelijke voorouders hebben gehad. Ik verwacht dat ons onderzoek onder meer ook een antwoord zal geven op de vraag of tweeduizend jaar gele-den onze voorouders in België van oorsprong nu eerder Keltisch dan Germaans waren.”

verschijningsdata campuskrant 2008-2009 nr. 6 – 25 feB 2009 nr. 7 – 25 mAA 2009 nr. 8 – 29 APr 2009 nr. 9 – 27 mei 2009 nr. 10 – 24 jun 2009

Nieuwe wortels voor uw stamboomHet alleroudste archiefstuk, opgediept uit een stoffige kelder, hoeft niet lan-ger het eindpunt van stamboomonderzoek te zijn. DNA-onderzoekers slagen erin de stamboom van voorouders steeds verder te ontrafelen. Met een sa-menwerkingsproject willen genealogen en genetici nu de voorouderlijke fa-miliebanden van het voormalige hertogdom Brabant in kaart brengen.

scala van emotiesop 24 januari gaven het meisjeskoor scala en de kolacny Brothers in dendermonde een benefietoptreden voor het fonds ‘jouw gezondheid’, dat het stamcelonderzoek van professor Verfaillie en haar team ondersteunt. door het drama in de plaatselijke kindercrèche van de dag ervoor kreeg het concert een bijzonder emotioneel cachet. er werd beslist om het optreden te laten doorgaan – als “viering van het leven” – maar met een aange-past, ingetogen repertoire, en voorafgegaan door een minuut stilte als eerbetoon aan de slachtoffers.

pagina 18: CM steunt fonds Jouw Gezondheid

pagina 3

2 Forum campuskrant

colofon Campuskrantmaandelijks tijdschrift van de k.u.Leuven

redaCtieine Van Houdenhove (hoofd- redacteur), Ludo meyvis,reiner Van Hove, WouterVerbeylen

redaCtieadresOude markt 13 - bus 50053000 Leuven016 32 40 18, [email protected]

adresWijzigingen alumni Lovaniensesnaamsestraat 63 - bus 56013000 [email protected]

LOsse medeWerkerssofie Bas, tine Bergen,dirk Blijweert, jelle de mey, régis duqué, Lien Lammar,ines minten, jaak poot,katrien steyaert, Wim troch, Benedict Vanclooster,tim Willekens

grafisCH OntWerpCatapult, antwerpen

Lay-Out en zetWerkWouter Verbeylen

fOtOgrafierob stevens

CartOOnsjoris snaet

reCLameregieWouter Verbeylen t 016 32 41 [email protected]

OpLage33.000 ex.

drukWerkVerheyen graphics, deurne

VerantWOOrdeLijkeuitgeVerronny VandenbroeleOude markt 13 - bus 50053000 Leuven

COpyrigHt artikeLsartikels kunnen overgenomen worden mits toestemming.Het volgende nummer verschijnt op 25 februari. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/

open brief vanhet emeritiforum k.u.leuvenover de rectorevaluatie

Aan de Voorzitter van de Raad van Bestuur

pagina 16

stereotypering van gender: expo en studiedag. Lees het artikel op pagina 10.

Joris steekt de draak

Emeriti dragen uiteraard geen be-roepsmatige verantwoordelijkheid meer binnen de universiteit. Ze wensen zich derhalve niet recht-streeks in te laten met beleidsbe-slissingen, maar als gevolg van hun jarenlange inzet blijft hun gevoel van betrokkenheid bij hun Alma Mater onvervreemdbaar groot. Dit verklaart de wens bij velen om hun bezorgdheid te laten blijken naar aanleiding van de nasleep bij de re-cente rectorevaluatie.

In de zuiver ambtelijke mededeling i.v.m. de in het Organiek Reglement voorziene evaluatie van de zittende rector door de Bijzondere Universi-teitsraad (art. 83), was kennelijk geen plaats voor een korte verantwoor-ding noch voor een woord van dank. Vanuit een lange Leuvense traditie waar dankbetuigingen niet zomaar een academisch ritueel zijn, voelen velen dit aan als ongepast, niet in het minst vanuit hun appreciatie voor wat in de voorbije drie jaren door alle leden van de bestuursploeg al werd gerealiseerd én nog in het voor-uitzicht wordt gesteld. Een universi-teit is toch de gemeenschap bij uit-stek waar mag verwacht worden dat de verschillende geledingen in staat zijn om op basis van argumenten in volle objectiviteit en democratische openheid hun rector te beoordelen, en de nodige verantwoordelijkheids-zin hebben om het gevoerde beleid bij te sturen waar nodig.

Het kan geen verwondering wek-ken dat vooral jongere emeriti die nog betrokken waren bij de rectors-verkiezingen in 2005, maar evenzeer veel oudere emeriti de in voege zijn-de, als weinig democratisch overko-mende evaluatieprocedure in vraag stellen. De weinig genuanceerde manier waarop de evaluatieresul-taten naar buiten werden gebracht, lijkt erop te wijzen dat terecht veel waarde wordt gehecht aan een sterk leiderschap, maar dat er weinig

aandacht werd besteed aan eigen-schappen als luisterbereidheid en overleg, die precies het keurmerk zijn van de huidige rector. Maar het blijft gissen. In een universiteit waar in het bijzonder het academisch personeel een grote academische vrijheid geniet, zijn een sterk samen-horigheidsgevoel tussen basis en be-stuurders en een op overleg gesteund bestuursmodel belangrijke vereisten voor goed bestuur.

De emeriti durven daarom te ho-pen én te verwachten dat op korte termijn binnen de universitaire ge-meenschap een sereen debat wordt opgestart dat kan leiden tot het om-

schrijven van een evenwichtig profiel van rector en het ontwerpen van ver-kiezings-, aanstellings- en evaluatie-procedures die soepel toepasbaar en transparant zijn en ruimte geven aan de participatie van de verschil-lende universitaire geledingen.

em. prof. camiel de ranter voorzitter emeritiforum k.u.leuven

De auteur wenst te benadrukken dat deze reactie werd geformuleerd op 27 december.

http://www.kuleuven.be/ emeritiforum/update/ Doelstellingen.html

In De Standaard van 16 januari reageert ererector André Ooster-linck op de commotie rond de rec-torsevaluatie. Hij wijst erop dat de rector van Leuven leiding geeft aan een instelling met een budget van 1,7 miljard euro, 18.000 per-soneelsleden en 35.000 studenten. “Dat kun je niet louter laten af-hangen van volstrekt open verkie-zingen. Een rector moet vandaag ervaring hebben met het leiding geven aan een megaorganisatie. Alle buitenlandse universiteiten die het beter dan wij doen, bewij-zen dat.”

Leiding geven blijkt het kernar-gument voor de betwiste evalu-atie. In het profiel van de rector waarop de evaluatie zich beroept, lezen we: “Van een kandidaat-rector wordt verwacht dat zij/hij over leidinggevende capaciteiten beschikt en in staat is de universi-taire gemeenschap te motiveren en de samenwerking tussen al haar leden te bevorderen”.

Er zijn verschillende manieren om dit te doen. Meer dan de vorige rector heeft Marc Vervenne ervoor gekozen een teamspeler te zijn in een gemotiveerde en dynamische ploeg. Het bestuur is ook bewust een ploeg omdat de universiteit geopteerd heeft voor een organi-satie in drie grote groepen. Om de dynamiek van die verschillende groepen voluit te kunnen laten spelen is het nodig om niet alleen een sterke leider te hebben, maar vooral te kunnen rekenen op een teamspeler die toelaat dat de vice-rectoren eigen accenten realiseren. Dat dit bestuur zich als ploeg pro-fileert, getuigt zo van een moderne visie op management. Doordat de gevolgde evaluatieprocedure echter focust op leiderschap van soloslim-spelers, hebben de leden van de rectorale ploeg niet eens een eerlijke evaluatie van hun werk gekregen.

Leiding geven in teamverband biedt ook goede garanties tegen uitschuivers. Je hebt daarvoor geen ingewikkelde evaluatiepro-

cedure nodig. Overigens, wanneer iemand gehaaid genoeg is om door zo’n procedure te raken heb je pas echt een probleem. Moderne, soci-aal ingebedde benaderingen zijn veel robuustere oplossingen voor deze problematiek. Neem nu de vorige rectorsverkiezing. De pro-gramma’s van de kandidaat-rec-toren voor de vorige verkiezing bij-voorbeeld waren niet het werk van één man, maar werden samenge-steld na samenspraak met ruime responsgroepen. Het ging ook om uitgebreide programma’s, gedo-cumenteerd en meegedeeld via websites. De bestuursploeg werd ook niet willekeurig samenge-steld, maar na breed overleg. Het is dan ook logisch dat men ach-teraf én programma, én ploeg, én realisatie aan de kiezer voorlegt.

Het feit dat de kiezersgroep zeer ruim is, garandeert ook dat bij de beoordeling individuele verzuch-tingen niet té zwaar doorwegen. Onze democratische verkiezings-traditie was en is dus een hoogst modern gebeuren. We zoeken niet zozeer naar grote ego’s vol zelf-vertrouwen om deze universiteit te leiden, maar naar een ploeg die met een degelijk uitgewerkt pro-gramma naar de kiezer trekt. Dát beantwoordt aan moderne kwali-teitsvereisten. We noemen zoiets openheid, en getuigenissen in een achterkamer horen daar niet bij.

forum

Leiding geven en organisatie

“Er waskennelijk

geen plaats voor een

woord vandank.”

“De evaluatie-procedure focust op

leiderschap van soloslim-

spelers.”

Geciteerd

Binnen, beval-len, buitenhet laatste nieuws, 9.1.2009

Vrijdag bevallen met keizersnede, woensdag weer aan het werk. Vijf dagen na de geboorte van haar eer-ste kind verscheen frans justitie-minister rachida dati (43) al op de eerste franse ministerraad van 2009. (…) professor gynaecologie Bernard spitz: “een keizersnede is een rela-tief grote ingreep, maar ook wij zien sommige vrouwen al na één dag weer rondwandelen. Het verschilt heel erg van vrouw tot vrouw. maar of het psychologisch wenselijk is? ik geloof van niet. Ook niet voor de binding tus-sen moeder en kind. Onze grootmoe-ders stonden óók onmiddellijk weer aan het fornuis en in afrika werken ze uit noodzaak nog dezelfde dag op het veld, maar dan hangt de baby op de rug en heeft die nog huidcontact. Het is een keuze die je maakt. niet aan mij, niet aan de wereld om daar een oordeel over te vellen. ik hoop al-leen dat de minister later geen spijt krijgt, van het gemiste moment.”

Hitchcock op het veldde morGen, 10.1.2009

Waarom is veldrijden zo populair in Vlaanderen? Wim Lagae, hoofd-docent sportmarketing: “er is een sociaal culturele grondlaag die ver-klaart waarom net het veldrijden zo aanslaat. Veldrijden zorgt voor lokale verankering: het is iets van bij ons, een stuk Vlaams cultureel erfgoed. Veldrijden draagt de typisch Vlaamse oerbeelden in zich: de renner die af-ziet, ploegt door de modder, maar toch succesvol is. plus: we leven mo-menteel in een postmoderne samen-leving. We weten niet goed meer wat het is om koude handen te hebben. Het veldrijden brengt een stuk lijfe-lijkheid terug. en elke veldrit heeft bo-vendien een zeker Hitchcockgehalte: nys en Wellens die vallen op het Wk in Hooglede na het incident met de motor, Lars Boom die valt in Loen-hout... Het is een soort volkstheater.”

Plaagschadehet nieuwsblad, 11.1.2009

Bleekscheet! domkop! dikke nek! als het van psychologe erin Heerey afhangt, mogen die scheldnamen gerust over de speelplaatsen schal-len. pesten moet vermeden worden, maar plagen wapent kinderen. Het leert hen te nuanceren en brengt hen sociale normen bij.gie deboutte, wetenschappelijk me-dewerker aan de k.u.Leuven: “Het is beter om jongeren op een positieve manier met elkaar te verbinden, dan via dat zogezegd onschadelijke pla-gen. Voor kinderen tussen 10 en 16 kan dat plagen veel schadelijker zijn dan we vermoeden, juist wegens de fase waarin ze dan zitten.” (…)“dikke! domme! janet! Het kan on-schadelijk lijken, maar voor gekwets-te of gepeste kinderen zijn die scheld-woorden als drupjes vitriool. niet alleen ondermijnt het hun zelfvertrou-wen, uit trauma-onderzoek weten we bovendien dat het kinderen zo diep raakt dat de normale hersenwerking wordt hertekend. die uit zich in over-dreven sociale angst. die kinderen wantrouwen niet alleen zichzelf, maar ook hun omgeving. ze ervaren bijna elk sociaal contact als bedreigend.”

dirk bliJweert

“De voorbije jaren is er goed werk geleverd wat betreft de door-stroom naar het hoger onder-wijs,” zegt Ceysens. “Meisjes heb-ben de weg naar de universiteit vlot gevonden. Ze scoren dus goed qua participatie en behalen bo-vendien mooie resultaten. Toch is er nog een lange weg te gaan, want na de universiteit stokt die doorstroom, een heel markante vaststelling.”

“De verdienste van de gids is dat het thema opnieuw onder de aan-dacht wordt gebracht. Ik denk dat het doorstroomprobleem deels kan opgelost worden met een aangepast HR-beleid van de uni-versiteiten. Transparantie, open-heid en formele structuren zijn daarbij sleutelbegrippen. Neem nu het FWO: geleidelijk aan is men daar geëvolueerd van een gesloten naar een open systeem dat ook meer geobjectiveerd is.

Die kentering heeft vrouwen een enorme boost gegeven. Volgens mij kan deze gids de doorstroom van vrouwen verder bevorderen. De bestaande systemen zijn nog te vaak nadelig voor vrouwen. Met meer openheid en objectivering help je iederéén vooruit: zowel de goede mannen als de goede vrou-wen.”

“De kinderwens is voor veel vrouwen een enorme uitdaging die een academische carrière in de weg kan staan. Ik zie twee be-langrijke elementen: een ruim aanbod van diverse vormen van kinderopvang en het responsa-biliseren van de partner. Het gaat voor een stuk ook om het door-breken van de klassieke rolpatro-nen. Ik herkende mijn persoon-lijke situatie in de getuigenis van Michelle Obama. Die verklaarde dat ze systematisch vroeger de deur uitging, waarbij ze de ver-antwoordelijkheid bij haar part-ner legde. Ik denk dat je als vrouw

inderdaad soms een beetje de ‘forcing’ moet voeren.”

Leren loslaten“Onlangs kwamen er felle reac-ties op de Franse minister van jus-titie, Rachida Dati, die amper vijf dagen na haar bevalling opnieuw aan de slag ging. Waarom niet eigenlijk? Het kan perfect, als je tenminste voldoende vrijheid en flexibiliteit hebt. Je moet je eigen agenda de baas zijn, maar het punt is dat niet elke vrouw zich in die positie bevindt. Wie een paar dagen na de geboorte deeltijds wil werken en zo het bevallingsverlof in de tijd wil spreiden, moet dat kunnen. Als je liever drie maan-den voltijds thuis blijft om daar-na voltijds te herbeginnen: ook prima! Alleen laten onze strakke regimes dat maatwerk niet toe. Nu zijn het standaarden waar mensen zich letterlijk in moeten wringen. Maar de ene situatie is de andere niet.”

“Goede afspraken met je werk-gever en je partner zijn absoluut noodzakelijk. Vanuit mijn eigen ervaring kan ik vrouwen aanra-den om flexibiliteit te vragen, dingen uit te proberen en jezelf constant te herorganiseren. Ook belangrijk: delegeren. Vrouwen hebben het gevoel dat ze alles in handen moeten hebben, maar ik vind dat je je kinderen ook moet leren loslaten. Nog een goede tip: communiceer duidelijk wat je wil, kom er op een assertieve manier voor uit. Mannen pikken de signalen die vrouwen uitzen-den niet altijd even goed op. Al moeten mannen zich van hun kant misschien iets ontvankelij-ker opstellen…”

‘Gids voor Gelijke Kansen: HR-Instrumenten voor Gelijke Kan-sen aan Universiteiten’, Garant, jaar, 320 p.http://www.garant.be/Info: beleid@diversiteit. kuleuven.be

“Als vrouw moet je soms een beetje de ‘forcing’ voeren”Vijf Vlaamse universiteiten werkten vorig jaar een Equality Guide uit, een praktische gids over de do’s en don’ts van een genderneutraal humanrecoursesbeleid aan de universiteit. Op 22 januari werd een Nederlandse vertaling gepresenteerd. Volgens Vlaams minister van Economie, Wetenschap en Innovatie Patricia Ceysens kan de gids de doorstroom van vrouwen helpen bevorderen.

28 Januari 2009 Nieuws 3

sporenonderzoekHet voormalige hertogdom Bra-bant en bij uitbreiding België is door zijn centrale ligging in Euro-pa een bijzonder interessante uit-valsbasis voor genetisch onder-zoek, meent professor Decorte. “België is altijd al een raakvlak ge-weest van verschillende culturen. Men vermoedt bijvoorbeeld dat de Kelten over Belgisch grondge-bied naar de Britse eilanden zijn getrokken. Ons land is ook veel bezet geweest, door Oostenrij-kers, Spanjaarden, Fransen, … De vraag is of al die bevolkingsgroe-pen hier hun genetisch materiaal hebben achtergelaten. Het ge-netisch onderzoek zal hier zeker een nieuw licht op werpen.”

“Ook interessant is de vaststel-ling dat er tussen Nederlanders en Fransen genetisch gezien een substantieel verschil bestaat, wat wijst op een beperkte migra-tie en vermenging. Maar waar precies loopt de scheidingslijn? Sommigen denken dat de taal-grens het onderscheid tussen de twee markeert. Misschien geeft het onderzoek ook hier een ant-woord op.”

De deelname van de onder-zoeksgroep van professor De-corte aan het project is geen ver-rassing. Het gerecht schakelt het laboratorium regelmatig in voor sporenonderzoek. Bovendien heeft de onderzoeksgroep ook

historische ervaring. Ze is betrok-ken bij het archeologisch onder-zoek in Sagalassos, de voormalige Romeinse stad in Turkije (zie ook

artikel op pagina 17 – red.) En ooit ontmaskerde ze de man die pre-tendeerde Lodewijk XVII te zijn. Het bleek om een ordinaire be-

drieger te gaan…http://www.brabant-dna.org/joomla/http://svvf.be/

pagina 1

Genetica blaast stamboomonderzoek nieuw leven in

4 Nieuws campuskrant

Campuskrant XXL Twintig jaar K.U.Leuven in foto’sNaar aanleiding van haar twintigste jaargang organiseert Cam-puskrant een fototentoonstelling in de Galerij van de Centrale Bi-bliotheek, met een ruime selectie van de mooiste en meest intri-gerende beelden uit meer dan driehonderd edities.

Voor de tentoonstelling kon de redactie putten uit een archief dat inmiddels ruim 10.000 foto’s telt. De ‘best of’ toont de K.U.Leuven in al haar gezichten, zoals ook Campuskrant dat doet: van studenten die het rectoraat bezetten tot studenten die zich-zelf bezatten, van proffen in toga tot proffen in motorpak, van Fa-bres kever op het Ladeuzeplein tot de tienduizendste big in het Zoötechnisch Centrum.

BV-watchers kunnen hun hart ophalen aan de soms verrassen-de portretten van bekende oud-studenten. Zo blijkt Kim Gevaert

niet altijd het stijlicoon te zijn geweest dat we vandaag kennen, terwijl het kapsel van nieuwsan-ker Dany Verstraeten wél de tand des tijds heeft doorstaan. Maar de expo heeft ook internationale beroemdheden in petto, zoals de Italiaanse acteur Roberto Be-nigni en de Spaanse koning Juan Carlos, die naar Leuven kwamen om een eredoctoraat in ont-vangst te nemen.

Campuskrant XXL belicht ui-teraard nog meer belangrijke momenten uit twintig jaar universiteitsgeschiedenis, zo-als de rectorverkiezingen, het

protest tegen de semesterexa-mens en de viering van 575 jaar K.U.Leuven.

Enkele van de meest markante foto’s zullen in XXL-formaat aan de voorgevel van de bibliotheek te bewonderen zijn. (rvh)

Campuskrant XXL. Van 14 februari tot 3 april, Galerij Centrale Bibliotheek,Mgr. Ladeuzeplein 21, Leuven. Ma-do 9-20u, vr 9-17u, za 9u30-13u. Gratis toegang. Info: [email protected], (t) 016 32 41 46Met steun van de Commissie Cultuur van de K.U.Leuven

Eredoctor Roger Y. Tsien tijdens het Patroonsfeest 1995. (© Johan Van Cutsem)

Een collega-feestvarken: de tienduizendste big in het Zoötechnisch Centrum, 2006. (© Rob Stevens)

InsulineInsuline redt kinderlevens op de afdeling intensieve zorg. Dat blijkt uit onderzoek van profes-sor Greet Van den Berghe van de Afdeling Intensieve Geneeskun-de van UZ Leuven Campus Gast-huisberg. De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in The Lancet.Kinderen die op intensieve zorg belanden, vertonen vaak ver-hoogde bloedsuikerwaarden. Dat werd lang beschouwd als een gunstige reactie op ziekte en stress. Het lichaam zou die suiker aanmaken als brandstof voor de hersenen en het afweer-systeem. Ondertussen is geble-ken dat hoge bloedsuikerwaar-den ook schadelijke effecten kunnen hebben. Ze verhogen de kans op ontstekingen, or-gaanbeschadiging en overlij-den.Insuline is een hormoon dat de bloedsuikerwaarden verlaagt. De onderzoeksgroep van pro-fessor Van den Berghe volgde 700 kritiek zieke patiëntjes. Of-wel kregen de patiëntjes een in-sulinebehandeling met de be-doeling de bloedsuikerspiegels perfect normaal voor hun leef-tijd te houden, ofwel werden verhoogde bloedsuikerspiegels getolereerd. De kinderen die de intensieve insulinebehan-deling kregen, hadden de helft minder kans om te overlijden, ook al zakte hun bloedsuiker-peil soms even onder de nor-male waarden. Ze hadden ook minder infecties, minder hart-schade en konden de afdeling intensieve zorg iets vroeger ver-laten.“Dit is een effect op korte ter-mijn,’ zegt professor Van den Berghe. ‘We moeten verder on-derzoeken wat de gevolgen zijn van de intensieve insulinebe-handeling op langere termijn, in het bijzonder voor de neu-rocognitieve ontwikkeling van jonge kinderen. De opvolgstu-die is bezig en we verwachten tegen 2011 de resultaten.”

RadiotherapieEind 2008 werd in UZ Leuven de eerste Belgische patiënt met de nieuwe bestralingstechniek RapidArcTM behandeld in de strijd tegen kwaadaardige aandoeningen. Dankzij deze techniek kunnen de gezonde organen nog beter vermeden worden en kan tegelijk een ho-gere dosis toegediend worden aan de tumor. Daardoor daalt het risico op mogelijke bijwer-kingen, terwijl de genezings-kansen van de patiënt stijgen. De RapidArcTM, ontwikkeld door Varian Medical Systems, is tot acht keer sneller dan de snelste behandeling die tot op vandaag wordt toegediend.

SchenkingHet provinciebestuur van Vlaams-Brabant heeft een deel van haar educatieve collectie geschonken aan de bibliotheek van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. De K.U.Leuven zal deze collectie nu verder ontsluiten, actualise-ren en uitbouwen voor een ruim publiek. Ze ontvangt daarvoor een jaarlijkse subsidie.

KoudOnderzoekers van het Laboratori-um voor Ionenkanaalonderzoek hebben het eiwit geïdentificeerd dat zorgt voor het voelen van pijn bij extreme koude, TRPA1. TRPA1 vormt een ionenkanaal, een microscopisch klein sluisje waarlangs geladen deeltjes de cel kunnen in- of uitstromen. De onderzoekers toonden aan dat TRPA1 fungeert als een detector voor extreme koude in nocicepto-ren, de zenuwen die instaan voor het voelen van pijnprikkels. Als de temperatuur in de nocicep-toren onder de 15 graden daalt, wordt TRPA1 actief. Dat leidt tot een elektrisch signaal dat via de zenuwbanen doorgegeven wordt naar de hersenen en een pijnre-flex uitlokt. Muizen waarin het TRPA1-gen werd uitgeschakeld, bleken nog wel in staat om kou-de te voelen maar ondervonden geen pijn als ze blootgesteld wer-den aan vrieskou.De resultaten zijn een belang-rijke fundamentele vooruitgang in het begrijpen van de normale temperatuurdetectie en pijnper-ceptie. Bovendien toont het on-derzoek aan dat geneesmiddelen die inspelen op de werking van TRPA1, gebruikt kunnen worden voor de behandeling van pijnlij-ke overgevoeligheid voor koude, zoals bij zenuwbeschadiging, ontstekingen en tandbederf.

OnvruchtbaarOnderzoekers van het Depar-tement Menselijke Erfelijkheid hebben mogelijk een nieuwe oorzaak van voortplantings-problemen ontdekt. Het gaat om het eiwit Lipoma Preferred Partner, kortweg LPP. De onder-zoeksgroep onder leiding van dr. Marleen Petit schakelde het LPP-eiwit uit in muizen. Die zoge-naamde ‘LPP knockout’-muizen waren springlevend en kernge-zond, maar de vrouwtjes zonder LPP bleken veel minder nako-melingen te produceren dan een doorsnee muis met LPP. De vruchtbaarheid van man-nelijke muizen zonder LPP was wel normaal. Maar in de teel-ballen van de mannelijke ‘LPP knockout’-muizen ontdekten de onderzoekers een verkorte vorm van LPP die ook voorkomt in de teelballen van normale muizen. Omdat de verkorte vorm na-genoeg teelbal-specifiek is en de teelballen het zaad maken, speelt die nieuw ontdekte ver-korte vorm van LPP mogelijk een belangrijke rol in de man-nelijke vruchtbaarheid. Die hy-pothese wordt gesteund door het feit dat het uitschakelen van het PEA3-eiwit, dat samenwerkt met LPP, wél onvruchtbaarheid veroorzaakt bij mannelijke muismodellen.De resultaten maken deel uit van het doctoraatsonderzoek van dr. Hilke Vervenne en wer-den gepubliceerd in het interna-tionale peer-reviewed tijdschrift BBRC.

PetitieOp http://kuleuvenna2008.wordpress.com werd er gestart met een petitie voor rectorver-kiezingen zonder ‘preselectie’. Op 27 januari waren er meer dan 1.000 ondertekenaars.

28 januari 2009 Eredoctores 5

Benedict Vanclooster

Professor An-Na`im is sinds 1995 verbonden aan de rechtsfaculteit van de Emory University in At-lanta. Hij geniet internationale erkenning als specialist van de mensenrechten in de islam. In-tussen bijna een kwarteeuw gele-den zei An-Na`im de universiteit van Khartoem vaarwel. Het wa-ren toen ook al woelige jaren in Soedan, de maatschappij raakte er doordrenkt van moslimfunda-mentalisme. An-Na`im moest op zoek naar een nieuw thuisland om een modernistische, liberale interpretatie van de islam te kun-nen propageren.

“Vanuit een islamperspectief span ik mij in om de mensen-rechten te behartigen en vrede uit te dragen”, zegt hij. “Ik put moed uit dit eredoctoraat van de K.U.Leuven: mijn collega’s uit verschillende academische disciplines zijn kennelijk op de hoogte van mijn werk en schatten mijn bescheiden bijdrage naar waarde. Er bestaan wel degelijk universele menselijke waarden en het is mogelijk om over cultu-rele en religieuze grenzen heen tot onderling begrip en gedeelde engagementen te komen. De on-derscheiding vanuit de Leuvense universiteit levert hiervan de be-vestiging.”

“Ik herinner me dat ik me als jonge moslim rusteloos en ambi-valent voelde. Ik wilde mijn geloof niet opgeven, maar evenmin kon ik de schendingen tegen de men-senrechten in naam van datzelfde geloof accepteren. Ik raakte in de war door de opkomende percep-tie dat het probleem lag bij de is-lam zelf en zijn wet, de sharia. Het was uiteindelijk Mahmoud Moha-med Taha die me hierover in het reine kon brengen met mezelf. Als rechtenstudent aan de univer-siteit van Khartoem sloot ik me in 1968 aan bij zijn islamitische hervormingsbeweging Ustadh en ik bleef eraan verbonden tot ze in december ’84 verboden werd. Islamfundamentalisten namen in die dagen Soedan in een wurg-greep. Toen ik voor het eerst Taha

een publieke voordracht hoorde geven, voelde ik ogenblikkelijk dat ik geen andere keuze had dan het pad te bewandelen dat hij uit-legde. Hij stelde me in staat een moslim te worden uit overtuiging en op een manier die ik moreel kan verdedigen aan de wereld.”

“Vanuit Taha’s denken begon ik te begrijpen hoe complex de oorzaken van mensenrechten-schendingen wel zijn. De islam – en godsdienst in het algemeen – kan onderdeel zijn van het pro-bleem, maar het verband is nooit zo eenvoudig en rechtlijnig. Ik geloof niet dat de verhouding van de islam tot mensenrechten problematischer is dan bij an-dere religies. Alleen is hierover een verkeerde beeldvorming ont-staan. Die komt voort uit het feit dat bijna alle Afrikaanse en Azi-atische landen waar moslims de meerderheid uitmaken – meer dan vijftig in totaal –, kolonies wa-ren onder het gezag van Europese grootmachten, soms eeuwen-lang. Slechts een handvol van die landen was lid van de Verenigde Naties toen de Universele Verkla-ring van de Rechten van de Mens werd aangenomen in 1948. Heel wat problemen zijn ontstaan in de postkoloniale context, door algemene onderontwikkeling: gebrek aan onderwijs, armoede, politieke instabiliteit en cultureel conservatisme. Een andere recen-te oorzaak van de misvatting om-trent de islam en mensenrechten is de opkomst sinds de jaren 70 van militante islamgroeperingen in het Midden-Oosten en Zuid-Azië, die islamstaten willen vesti-gen om de sharia te versterken.”

Steunpilaren“De centrale kwestie draait echter niet om religie in haar abstracte vorm, maar om hoe gelovigen hun godsdienst begrijpen en praktise-ren. Niet de islam op zich is toe aan hervorming, maar wel de in-terpretatie die moslims er de dag van vandaag aan geven. Dat was ook de boodschap die Taha mee-gaf in zijn boek The Second Mes-sage of Islam (1967), waarvan mijn Engelse vertaling is verschenen

in 1987. Hij stelde voorop dat de koran alleen kan begrepen wor-den binnen een specifieke histo-rische context.”

“Wat volgens mij de steunpila-ren zijn van hoe moslims in de 21ste eeuw hun geloof zouden moeten interpreteren en praktise-ren? Gelijkheid voor vrouwen en

niet-moslims, vrijheid van gods-dienst en geloof én de stopzetting van de gewelddadige jihad. Deze krachtlijnen dienen niet alleen vertaald te worden in de grond-wet, maar ook in de dagelijkse omgang van moslims met ande-ren: moslims en niet-moslims, mannen en vrouwen. Meer nog, mensenrechten zouden eerst in

de thuissituatie gerespecteerd moeten worden voor we kunnen verwachten dat ze door de staat wettelijk beschermd worden. Al-leen op die manier zal een breed maatschappelijk draagvlak ont-staan om de strijd aan te binden tegen schendingen van de men-senrechten.”

“Ik wil opmerken dat de meeste islamitische samenlevingen zo’n moderne islaminterpretatie al aanvaard hebben in de praktijk, wat mag blijken uit het grondwet-telijke en juridische systeem van bijvoorbeeld Senegal, Marokko, Bangladesh en Indonesië. Ik no-dig uw lezers uit om te focussen op de ruime meerderheid van

moslims die in vredevolle en de-mocratische landen leven, en niet in de extremistische marge. Afghanistan, Iran, Pakistan, Saoedi-Arabië en Soedan zijn he-lemaal niet representatief voor de moslimwereld op wereldschaal.”

“Ik sta u te woord vanuit Soedan. Sinds 2003 kan ik hier veilig te-rugkeren zonder angst om ver-volgd te worden. Telkens ik mijn familie kom bezoeken, vraag ik me af of ik me niet definitief back home kan vestigen. Het is immers alsof hier altijd een deel van me-zelf is achtergebleven. Tegelijk wil ik ook mijn werk voortzetten rond islam en mensenrechten, en daartoe heb ik veel meer mo-gelijkheden in het buitenland. Hopelijk komt er een dag dat ik ook vrij kan werken in Soedan.”

‘Islam, the Secular State,’ avond-lezing en conferentie ter ere van professor Abdullahi Ahmed An-Na im, 30-31 januari (Forum Anne & André leysen, ‘Intercultu-rele verhoudingen’)Info: Universiteitsfonds K.U.Leuven, http://www.kuleu-ven.be/mecenaat/Events2008/indexevents.htm

aBdullahi ahmed an-na`im“De islam verhoudt zich niet problematischer tot de mensenrechten dan andere godsdiensten”, zo stelt Abdullahi Ahmed An-Na im vanuit zijn vaderland Soedan, in het westen beschouwd als het meest radicale moslimland van zwart Afrika.

“Eredoctoraat bevestigt bestaan universele menselijke waarden”

Abdullahi Ahmed An-Na`im (© ingezonden)

Dat onze universiteit op maandag 2 februari haar eredoctoraten uit-reikt, wist u al. Dit jaar is er echter iets bijzonders aan de hand. De uitreiking gebeurt immers samen met de UCL. Prof. dr. Abdullahi A. An-Na`im en prof. dr. Sari Nus-seibeh ontvangen ’s morgens hun epitoga in Leuven, en ’s namiddags valt dezelfde eer te beurt aan me-

vrouw Marjane Satrapi en pater Pa-olo Dall’Oglio in Louvain-la-Neuve.

In dit nummer van Campuskrant laten we de eredoctores aan het woord. Alleen voor professor Sari Nusseibeh, rector van de Al-Quds universiteit in Jeruzalem, was er een probleem. Door de oorlog in Gaza was het niet mogelijk hem op de voorziene manier te intervie-

wen. Campuskrant kon echter te elfder ure beroep doen op een zeer ongewone medewerker: consul-generaal Leo Peeters van het Bel-gisch consulaat in Jeruzalem was bereid een video-interview met professor Nusseibeh te regelen. U kunt dit eerstdaags bekijken in de Dagkrant. U zult professor Nussei-beh daarin leren kennen als een

Eredoctores aan het woordgematigd én realistisch iemand, die het belang van onderhande-lingen en een permanente, vreed-zame oplossing in de Israëlisch-Palestijnse problematiek nooit uit het oog verliest, maar die evenmin nalaat alle betrokkenen met niet mis te verstane duidelijkheid op hun fouten en verantwoordelijk-heden te wijzen. Sari Nusseibeh (© ingezonden)

“Niet de islam op zich is toe aan hervorming, maar wel de interpretatie die moslims er vandaag de dag aan geven.”

6 Eredoctores campuskrant

(© BelgaPictures)

régis Duqué

Marjane Satrapi werd in 1969 geboren in Rasht, aan de Zwarte Zee, en groeide op in Teheran. In 1994 week ze definitief uit naar Frankrijk. Daar verscheen in 2000 bij uitgeverij L’Association het eerste deel van Persepolis. In dat stripverhaal vertelt ze met veel humor over haar kinderjaren en haar jeugd in Iran, over de revo-lutie van 1979 en de geleidelijke invoering van de islamitische re-publiek, over de oorlog tegen Irak en de gevolgen daarvan op het dagelijkse leven van de Iraniërs, en over haar ballingschap in Oos-tenrijk, haar terugkeer naar Iran en haar definitieve vertrek naar Frankrijk. Nadat ze van Persepolis samen met Vincent Parronaud een animatiefilm had gemaakt, werd de stripreeks in een dertig-tal talen vertaald en werden er meer dan één miljoen exempla-ren van verkocht.

Geen CastafioreNochtans was het aanvankelijk geen grote liefde tussen Satrapi en strips: “In Iran las ik af en toe wel een stripverhaal, zoals ieder-een, vertalingen van Asterix of van Kuifje, maar eigenlijk interes-seerde me dat niet echt. Er waren geen vrouwelijke personages met wie ik me kon identificeren. Als jong meisje wil je niet op een oude dame als Bianca Castafiore lijken. Ik beschouwde stripverhalen niet als een uitdrukkingsmiddel. Pas in Frankrijk leerde ik het werk van Art Spiegelman en van de auteurs van L’Association kennen.”

Persepolis krijgt vaak het etiket autobiografisch opgekleefd, maar Satrapi houdt niet van die term: “Daarbij denk ik aan mensen die boeken schrijven over hun pro-blemen met hun omgeving, hun vrienden en hun seksualiteit. Ik wou spreken over wat er rondom mij, in Iran, was gebeurd, en dat kon alleen vanuit mijn eigen sub-jectieve standpunt, als verteller. Anders zou Persepolis een poli-tiek, historisch of sociologisch manifest geworden zijn, terwijl ik net wou vertellen over het leven van normale mensen die met de politieke veranderingen waren geconfronteerd. Iran is meer dan Sheherazade en religieuze fana-tici. Ik wilde tonen wat er bin-nenskamers, in de huizen van de mensen gebeurde.”

“Als je vergeet dat mensen naar muziek luisteren, dat ze dol zijn op ijsjes, dan ontmenselijk je ze.

Ze worden een abstract begrip. Vervolgens kan je ze noemen wat je wilt – fundamentalisten, fa-natici – en bommen op hun kop gooien. Wat ik wil aantonen is dat een individu een individu blijft, om het even waar, en dat ik me – ongeacht de context – met hem of haar kan identificeren.”

Exotisch OostenrijkSatrapi’s gestileerde tekenin-gen dragen bij tot die identifica-tie: Persepolis doet niet exotisch aan. Satrapi: “Ik haat exotisme. Oriëntalisme is een droombeeld dat niets met de werkelijkheid te maken heeft. Teheran is een heel moderne en vervuilde stad, met torengebouwen en autosnelwe-gen, die meer op Los Angeles lijkt dan op een soek. In de film heb-ben we alles wat oriëntaliserend is voor het deel over Wenen voor-behouden. We wilden dat de toe-schouwers dezelfde cultuurschok zouden ervaren als de hoofdrol-speelster van het verhaal toen ze in Wenen aankwam – dat een westerling zich in de plaats zou kunnen stellen van een Iraanse die Oostenrijk exotisch vindt.”

“In de geschiedenislessen zou

men ook altijd aandacht moeten besteden aan het gezichtspunt van de anderen. Voor het Westen is Churchill een grote meneer die Europa heeft gered. Voor de Iraniërs is hij iemand die met de hulp van de Amerikanen in Iran een staatsgreep op het getouw heeft gezet.”

Zou Persepolis tot stand geko-men zijn zonder haar balling-schap? “Het was nodig voor mij om afstand te nemen. Toen ik Iran verliet, zat ik vol opgekropte woede. Ik realiseerde mij dat ik een gewelddadig iemand was ge-worden, en dat ik niet mocht be-ginnen te reageren zoals degenen

die ik veroordeelde. Ik heb dus eerst moeten leren om opnieuw rustig te worden. Pas daarna kon ik beginnen te schrijven.”

“Wanneer je, zoals in Iran, con-stant met stress leeft en niet kunt doen waar je zin in hebt, wanneer vrije meningsuiting niet bestaat en iedereen gemuilkorfd is, dan ben je als verlamd. En als je ver-lamd bent, denk je niet meer na. Zoals de Amerikanen zeggen: het is de angst zelf waar je bang voor moet zijn. In Frankrijk kon ik de luxe van de beschaving leren ken-nen, en voelen dat ik dingen kon doen en zeggen zonder dat het ge-volgen had.”

Satrapi reist regelmatig naar de Verenigde Staten, haar boeken zijn er vertaald en worden aan universiteiten bestudeerd. Had ze vooroordelen tegenover de Ame-rikanen voor ze er naartoe trok? “Toen ik de eerste keer naar de Verenigde Staten reisde, vertrok ik met het idee dat ik de mensen daar zou haten. Ik dacht aan het imperialisme en het kapitalisme. Maar ik ontmoette er mensen die heel open van geest en heel sym-pathiek waren. Op het ogenblik van de Amerikaanse inval in Irak

en van de spanningen met Frank-rijk, was ik het die de Amerikanen tegenover de Fransen verdedigde. De mensen zegden me: ‘Je bent niet goed wijs, hoe kan je dege-nen verdedigen die jullie de as van het kwaad noemen?’ Ik ant-woordde hen dan: ‘Wie zijn dat, zij? Zij, dat is slechts een deel van het land. Een ander deel van de bevolking heeft flink genoeg van dit alles.’ Toen ik in die tijd in Milwaukee was, in het midden van de Verenigde Staten, zag ik niemand Franse wijn in de goot kieperen, French fries heetten nog altijd French fries, en alles was er heel normaal.”

President van FrankrijkBeschouwt Satrapi haar dubbele identiteit als een zegen? “Ik ge-loof niet in een confrontatie tus-sen culturen. Toen ik jong was, dacht ik dat ik het een of het ander moest zijn. Dat denk ik nu niet meer. Ik zeg altijd dat ik tussen twee stoelen zit. Misschien is dat niet echt comfortabel, maar als ik me wil uitstrekken, dan kan ik dat. Mensen die slechts één identiteit hebben, hebben maar één enkele stoel. Ze zitten misschien wel ge-makkelijker, maar ze kunnen niet gaan liggen. Ik zeg altijd: ‘Hoe meer stoelen je hebt, hoe beter’.”

Wellicht kan Satrapi zich dan ook vinden in het thema van de eredoctoraten: multiculturaliteit? “Zeer zeker. Ik ben een Iraanse, die de Franse nationaliteit heeft verworven, een groot deel van haar tijd in de Verenigde Staten doorbrengt en met een Zweed ge-trouwd is. Ik ben trouwens enorm vereerd met het eredoctoraat, en mijn ouders zijn bijzonder fier op mij. In Iran zijn studies immens belangrijk. Toen mijn grootmoe-der van vaderskant overleed, gaf mijn oudoom aan alle kleinkin-deren een bijnaam. Mij noemde hij ‘doctor Marjane’. Mijn vader zei hem: ‘Nu overdrijf je wel, mijn dochter is geen doctor!’ Nu ik echt een doctorstitel krijg, zal mij oudoom ongetwijfeld aan ieder-een vertellen dat ik tot president van Frankrijk ben verkozen!”

Nieuw speelgoedHet succes van de verfilming van

Persepolis was een verrassing voor Satrapi: “Op een bepaald moment heeft men mij geld geboden om iets te doen wat ik nooit eerder had gedaan. Dat is net alsof je een kind een prachtig stuk speelgoed geeft: het zal niet weigeren om ermee te spelen. Ik dacht: in het slechtste geval zal ik een slechte film maken, maar ik zal toch minstens een nieuw vak hebben geleerd. Ik was er eigenlijk zeker van dat het niet goed zou zijn, en misschien net daarom is het een succes geworden.”

“Toen ik met stripverhalen be-gon, wist ik daar ook helemaal niets van. Ik moest dus mijn ei-gen codes uitvinden. Wat ik niet ken, interesseert mij. Zo blijf ik een onbevangen blik bewaren. Zodra ik iets echt heel goed kan, zodra ik weet hoe iets precies in zijn werk gaat, verlies ik mijn in-teresse.”

Betekent dat dat we geen nieu-we stripverhalen van Satrapi moeten verwachten? “Het is een zeer eenzaam werk. Zeven jaar lang heb ik echt amper iemand gezien. Op dit moment zou ik lie-ver opnieuw samen met anderen aan iets werken. In team werken maakt een soort energie vrij die je vooruit doet gaan. Ik werk op dit ogenblik aan een film die met Iran te maken heeft en met Pou-let aux prunes (een ander strip-verhaal van Satrapi –red.), maar deze keer zal het geen animatie-film zijn. Ik wil weten hoe het is om met echte acteurs samen te werken.”

marjane satrapi“Mijn oudoom noemde me al ‘doctor Marjane’. Nu ik echt een doctorstitel krijg, zal hij iedereen ongetwijfeld vertellen dat ik tot president van Frankrijk ben verkozen!” Maar de Iraans-Franse illustrator en striptekenaar Marjane Satrapi is ook zelf vereerd met haar eredoctoraat, te meer omdat ze zich erg kan vinden in het centrale thema multiculturaliteit. “Hoe meer stoelen je hebt, hoe beter.”

“Ik geloof niet in een confrontatie tussen culturen”

“Mensen met slechtséén identiteit, hebben maar één enkele stoel.

Ze zitten misschien wel gemakkelijker, maar ze

kunnen niet gaan liggen.”

(© Rob Stevens)

ines minten

In 1992 stichtte Paolo Dall’Oglio een oecumenische gemeenschap in het sinds eeuwen verlaten klooster van Mar Musa el-Haba-shi, het klooster van de heilige Mozes in Damascus, Syrië. De bewoners van het klooster willen een positieve verstandhouding tot stand brengen tussen islam en christendom.

Dall’Oglio: “Tien jaar eerder had ik het klooster voor het eerst be-zocht. In die periode zag ik voor mezelf drie prioriteiten. Ik wou streven naar een spiritueel leven, geworteld in de islamitische én christelijke tradities. Daarnaast zag ik eenvoud als antwoord op de kwestie van armoede binnen de katholieke kerk, en als antwoord op het consumentisme dat van-daag een reëel globaal probleem is. Een derde en laatste prioriteit moest gastvrijheid zijn. Abraham wordt in de bijbel én in de koran gezien als de vader van de gastvrij-heid, wat haar zowel in het chris-tendom als in de islam tot een erg belangrijke deugd maakt. In het klooster zien we gastvrijheid ook als een politieke stellingname.”

De plaats waar het klooster ligt, bleek ideaal om net die drie ver-langens te realiseren. “Daarom zeg ik eerder dat het klooster mij vond dan omgekeerd”, lacht Dall’Oglio. “Het is een betekenis-volle plaats voor moslims en chris-tenen, het ligt op de weg van het noorden naar het zuiden, op de grens met de woestijn, het is een historische plek voor confrontatie en ontmoeting tussen de Arabi-sche en de westerse wereld.”

Hij noemt het Abrahampad, een initiatief dat hij mee uitwerkte: “Je kunt het vergelijken met de route naar Santiago de Compos-tela, alleen loopt deze van Tur-kije over Jeruzalem tot Hebron, waar Abraham begraven ligt, en is het een expliciet interreligieus en intercultureel pad. Onderweg vinden jonge mensen allerhande haltes die hen kunnen helpen om een overeenkomstige spirituele dimensie in hun leven te ontdek-ken. Het klooster zal er daar één van zijn.”

Aantrekkelijk Paolo Dall’Oglio is erg begaan

met jonge mensen en hun spiri-tuele en culturele ontwikkeling. Daarom doet het hem veel plezier dat zijn eredoctoraat een initiatief is van twee studenten, Benjamin Peltier en Dries Deweer. “Toen ik hoorde dat ik voorgedragen zou worden als eredoctor, was ik erg verbaasd”, vertelt hij. “Maar toen ik vernam dat het initiatief van studenten kwam, begreep ik al beter waarom ze bij mij waren terechtgekomen.”

“In het klooster ontvangen we namelijk veel jongeren. Het ligt op een plek die erg tot de ver-beelding spreekt: op 1.300 meter hoogte, omgeven door bergen en rotsen. Het is er romantisch, mooi en inspirerend. Vandaar dat we zoveel bezoek krijgen van jonge mensen die door het Mid-den-Oosten reizen. Het spreekt jongeren aan dat we ons bekom-meren om de interreligieuze dialoog. Ik hoor hen vaak klagen hoe onmogelijk ze het vinden om nog in een religie te geloven, precies omdat de verscheidene godsdiensten zozeer in de clinch liggen met elkaar. Daarom voelen

jongeren zich aangetrokken tot ons klooster, waar daadwerkelijk interreligieuze ontmoetingen plaatsvinden, waar we elke dag proberen om een interculturele Arabisch-christelijke gemeen-schap op te bouwen. De manier waarop wij leven is betekenis-vol voor jonge mensen, die zich

vaak grote zorgen maken over de toekomst van de samenleving waartoe ze behoren en de wijze waarop die samenleving omgaat met de komst en integratie van andere culturen.”

Eén blik op de actualiteit maakt duidelijk dat de interreligieuze dialoog vandaag een grote uitda-ging betekent. Groter misschien zelfs dan ooit tevoren. Daarmee is Paolo Dall’Oglio het alvast eens. “Na de koloniale tijden kwamen vooral de nationalistische en socialistisch-communistische projecten op de voorgrond. Ze werden in veel landen zo belang-rijk dat religie op een zijspoor te-rechtkwam. Maar toen spatte de socialistische droom uit elkaar en kwamen we meer en meer in een universalistisch systeem terecht. In die context presenteert de is-lam zich bijvoorbeeld als een al-lesomvattende oplossing voor de toekomst van de mensheid. Het hindoeïsme is eveneens alomte-genwoordig en ook de christenen geven hun universele droom niet op. We worden daardoor gecon-fronteerd met een clash van uni-

versalismen. Precies daarom zijn interreligieuze dialoog en inter-actie zo cruciaal.”

En daarom ook is het belangrijk om de eigen tradities te blijven kennen. “Als ze haar betekenis verliest, wordt geschiedenis im-mers gortdroog”, gaat Dall’Oglio door. “Een jongere die door het

prachtige Leuven loopt zonder enige kennis over de middeleeu-wen wordt een vreemde in zijn eigen wereld. Hetzelfde geldt voor jonge moslims. Vervreem-den van de eigen tradities wordt een probleem. Het schept ruimte voor fundamentalistische iden-titeitsvorming. De jongeren van vandaag worden op een ultieme manier geconfronteerd met dit essentiële probleem van cultuur-opbouw.”

“Elke cultuur zoals die vandaag bestaat, is op zichzelf al meervou-dig. Een cultuur is een samen-smelting van elementen uit ver-scheidene tradities. We staan dus steeds maar één stap af van wat we in se altijd al zijn geweest: een zich ontwikkelende menselijke cultuur brengt diversiteit samen en creëert daarmee een schit-terende nieuwe synthese. Wat daarin essentieel is, is kiezen. Wie geen keuzes wil maken, staat nergens.”

HakDrie sleutelwoorden voor Paolo Dall’Oglio zijn geloof, waarheid en rechtvaardigheid. “Ik ben erg blij dat iedereen dat over mij schrijft”, lacht hij. “Ik voel me er vereerd door.” Zoals de Engelse woorden voor geloof – faith – en trouw – faithfulness – heel dicht bij elkaar liggen, zo ziet hij beide woorden ook in realiteit. “Mijn geloof en de trouw daaraan zijn voor mij alles wat waardevol is in mijn traditie en wat me voort-stuwt om dingen te ontdekken die waarachtig, waardevol, be-langrijk en mooi zijn in andere tradities. Op die manier kun je trouw aan je eigen geloof en ge-loof in de interreligieuze dialoog met elkaar verzoenen.”

Rechtvaardigheid is dan weer de noodzakelijke voorwaarde voor die dialoog. “Zonder recht-vaardigheid is de dialoog zin-

loos. Rechtvaardigheid is bo-vendien een begrip dat centraal staat in ieders wereldbeeld, of je nu christen, jood, moslim, on-gelovig of nog iets anders bent. Maar rechtvaardigheid kan niet slagen zonder vergeving, en ver-zoening is onmogelijk zonder rechtvaardigheid. Dat moet dui-delijk zijn.”

Waarheid, ten slotte, is een woord dat refereert aan iets dieps en essentieels en dat heel ver-schillende kanten op kan. “Het Arabische woord voor waarheid is ‘hak’, ”zegt Dall’Oglio. “Maar ‘hak’ betekent tegelijk ook God, rechtvaardigheid en gerechtig-heid. Je kunt er fundamentalis-me, jihad, confrontatie en con-flict mee benoemen, maar het zou het woord moeten worden waarmee we onze passie uitdruk-ken. De toekomst hangt immers af van de keuzes die we maken, de mensen die we ontmoeten, de beslissingen die we in ons le-ven nemen. De waarheid is geen pakketje dogma’s. Het is iets wat gebeurt. De waarheid spreekt ons aan, trekt ons aan, biedt zich aan ons aan. Als we open staan voor elkaar, nieuwsgierig zijn naar el-kaar en bij elkaar willen komen, dan zal de waarheid zich thuis voelen bij ons en onder ons.”

Dall’Oglio hoopt dat zijn eredoc-toraat niet alleen de band tussen zijn klooster en de universiteit zal versterken, maar dat het ook mogelijkheden kan scheppen tot samenwerking met de Syrische universiteiten. “Ik zal met veel plezier helpen om die tot stand te brengen”, besluit hij. “En studen-ten en professoren van Leuven zijn van harte welkom.”

Lezing door Paolo Dall’Oglio, ‘Opening up to Interreligious Encounters. The Experience of the Deir Mar Musa Community in Syria’, 3 februari, 16u, Pauscol-lege, Hogeschoolplein, Leuven

paolo Dall’oglioDe Italiaanse jezuïet Paolo Dall’Oglio zet zich in voor de dialoog tussen christenen en moslims. “Waar ontmoetingen plaatsvinden, kunnen mensen geloven in de toekomst. Dan draait het niet langer om hoe we ons spaargeld kunnen beschermen, maar om hoe we het leven zin en betekenis kunnen geven en dat kunnen doorgeven aan de volgende generaties.”

28 januari 2009 Eredoctores 7

“Waarheid is geen pakketje dogma’s”

“Wie door Leuvenloopt zonder kennis

over de middeleeuwen wordt een vreemde in zijn eigen wereld. Hetzelfde geldt voor

jonge moslims.”

(© Rob Stevens)

Tine Bergen

“De periode na de Tweede We-reldoorlog is op verschillende vlakken een cruciale periode”, zegt Ryckewaert (Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening). “De eco-nomie kent een sterke boom, wat natuurlijk een grote impact heeft op de verstedelijking en de in-frastructuur: er wordt veel meer gebouwd. Bovendien gaat de be-drijvigheid in de jaren vijftig en zestig over van een economie die gericht is op industrie naar een consumptie-economie.”

“Eén van mijn collega’s heeft gekeken naar de huisvesting in deze periode. Ik heb mij, op vraag van mijn promotoren professor Marcel Smets en professor Bruno De Meulder, toegespitst op de economie. Al snel bleek dat ik de infrastructuur daar niet van kon loskoppelen, want die heeft in België een grote impact op de ver-stedelijking. Daarbij heb ik dan vooral gekeken naar de rol die stedenbouw in heel dat proces had: welke visies over stadsont-wikkeling werden gevolgd?”

Usines vertes“Vlak na de oorlog staat steden-bouw vrij zwak, de bestaande structuren worden gewoon zo goed en zo kwaad als dat gaat ingevuld. Vanaf de tweede helft van de jaren vijftig wordt er wel

projectmatig gewerkt, maar het zijn vooral haveningenieurs en wegenbouwers – en niet de ste-denbouwkundigen – die breed denken bij hun aanpak.”

“In de periode na de oorlog tot eind jaren zestig ontstaat er grootschalige industrie in de pe-riferie, bereikbaar via nieuwe in-frastructuurbundels met water-wegen. Een mooi voorbeeld is het Albertkanaal. In de jaren dertig al werd er besloten om Antwerpen met Luik te verbinden via het Al-bertkanaal en ook langs het ko-lenbekken te passeren om daar een industriegebied te ontslui-ten. Eind jaren vijftig komt er een snelweg die eigenlijk parallel met het kanaal loopt. Daardoor ont-staan er heel wat industriezones in de strook tussen de snelweg en het Albertkanaal.”

“In die nieuwe economische ontwikkelingsassen begint ook stedenbouw een rol te spelen. Want de planners en architecten herkennen in wat er gebeurt het concept dat Le Corbusier in de jaren veertig heeft uitgewerkt: de lineaire industriestad, met de zo-genaamde usines vertes. Dat zijn fabrieken met veel daglicht in de gebouwen, tussen het groen.”

“Die industrie vraagt natuurlijk ook arbeiders, die huisvesting moeten hebben. De planners voorzien zogenaamde satelliet-steden. In Genk wordt er een eer-ste satellietwijk gebouwd. Maar

in de jaren zeventig verandert de economie en het project blijft steken in dat eerste fragment. Omdat de stedenbouwkundigen het patroon wel herkennen maar niet expliciet gestuurd hebben, spreek ik over impliciete steden-bouw.”

Nevelstad“In de jaren zestig doen bedrijven zoals IBM en Procter & Gamble hun intrede. Ze richten zich op de consumptie-economie en in-vesteren sterk in de architectuur van hun gebouw, want dat is even goed een manier om hun imago te verkopen. Vandaar dat je langs de nieuwe snelwegen richting Brus-sel en Antwerpen op dat moment pareltjes van architectuur kan aantreffen. Er wordt wel eens ge-sproken van industriële strips.”

“Het wegennet is ondertussen zo sterk uitgebreid dat de econo-mische ontwikkeling losgekop-peld wordt van het water: het flexibelere industriepark doet zijn intrede. Omdat alles zo be-reikbaar is, wordt Vlaanderen snel volgebouwd met industrie-parken en verkavelingen. In die mate zelfs dat men vanaf de jaren negentig ook spreekt over een ‘nevelstad’.”

“Vandaag is de ruimte die we hebben veel beperkter en steden-bouwkundigen moeten er dus ook veel zorgvuldiger mee omgaan. We zullen keuzes moeten maken,

zodat er ook nog lege plekken blijven. De bereikbaarheid neemt bovendien af omdat we zo veel in de file staan. Daarom zullen we ook veel meer aandacht moeten hebben voor openbaar vervoer. Er zijn vrij concrete projecten bij De Lijn en de NMBS. Dat zijn belang-rijke kansen om infrastructuur en stadsontwikkeling op elkaar af te stemmen. Want dat is de voornaamste uitdaging voor de toekomst: opnieuw lijn krijgen in onze nevelstad.”

Blunders? Mogelijkheden!En hoe zit het met Michaels toe-komstplannen? “De geldprijs die ik nu gewonnen heb, ga ik vooral gebruiken voor de publicatie van een boek over mijn onderzoek.

Ik ben uiteraard heel blij met de prijs, want het is een prestigieuze prijs om op je palmares te zetten. Maar ik ben vooral blij dat de jury mijn ‘historisch’ onderzoek heeft bekroond. Het toont aan dat ook zij de maatschappelijke relevan-tie van mijn onderzoek waarde-ren.”

“Het enige boek dat mensen vandaag kennen over de Belgi-sche infrastructuurpolitiek is Blijvende blunders van Douglas De Coninck, waarin hij het heeft over grote nutteloze werken zo-als snelwegen die niet gebruikt worden. Met mijn boek wil ik tonen dat je die werken ook als mogelijkheden kan zien, die in de toekomst waarschijnlijk wel gebruikt worden.”

“We moeten weer lijn krijgen in onze nevelstad”“We zullen keuzes moeten maken, zodat er ook nog lege plek-ken blijven.” Michael Ryckewaert trekt lessen voor de toekomst uit zijn onderzoek naar naoorlogse verstedelijking in België. Daarmee sleepte hij de prijs voor Wetenschap en Technologie van de Academische Stichting Leuven in de wacht.

8 Nieuws campuskranT

Leuven9u, ontvangst van de professoren en prominenten in de Jubileumzaal van de Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven 9u40, vertrek van de stoet van professoren en prominenten naar de Sint-Pieterskerk10u, Eucharistieviering in de Sint-Pieterskerk. Kardinaal Godfried Dan-neels gaat voor en houdt de homilie11u30, uitreiking van de eredoctoraten in aula Pieter De Somer, De Bériotstraat 24, aan Prof. dr. Abdullahi A. An-Na`im en Prof. dr. Sari Nusseibeh13u, receptie in de Jubileumzaal van de Universiteithal14u, vertrek naar Louvain-la-Neuve

Louvain-la-Neuve15u, ontvangst van de togati in de Halles universitaires, Place de l’Université, en geleid bezoek aan de stad16u45, vertrek van de stoet van professoren en prominenten naar de Aula Magna17u, uitreiking van de eredoctoraten in de Aula Magna, Place Ray-mond Lemaire, aan Mevrouw Marjane Satrapi en Pater Paolo Dall’Oglio18u30, receptie met aansluitend multiculturele ontmoeting ‘UCL-K.U.Leuven’

http://www.kuleuven.be/patroonsfeest/2009(© Rob Stevens)

programma paTroonsfeesT 2009

(© Patrick Holderbeke)

sofie Bas

“In co-evolutie zijn gastheren en hun parasieten voortdurend verwikkeld in een soort wapen-wedloop”, aldus Decaestecker, verbonden aan het Laboratorium voor Aquatische Ecologie en Evo-lutionaire Biologie en de subfa-culteit Wetenschappen Campus Kortrijk. “Wanneer de ene part-ner adapteert en evolueert, moet de andere zich namelijk noodge-dwongen mee aanpassen om bij te blijven. Voor de parasiet een kwestie van zich zo efficiënt mo-gelijk te verspreiden binnen de gastheer, voor de gastheer een loutere beperking van de schade. Wie niet evolueert, delft het on-derspit — al haalt geen van beide

partijen uiteindelijk voordeel uit de nieuwe en betere aanvals- of verdedigingstechnieken.”

SlaapeitjesRed Queen is in de evolutionaire biologie algemeen bekend, maar bijzonder moeilijk empirisch waar te nemen. Concreet onder-zochten Ellen Decaestecker en haar collega’s de co-evolutionai-re interactie tussen de watervlo Daphnia magna en haar bacteriële parasiet Pasteuria ramosa – gere-construeerd in de sedimenten van een ondiepe vijver in de Abdij van ’t Park in Heverlee. Decaestecker: “Beide diersoorten kunnen jaren-lang overleven in een soort slaap-toestand — meestal om slechte omgevingsomstandigheden te

overbruggen. Door verschillen-de generaties slaapeitjes van de Daphnia en sporen van de parasiet te vergelijken in kruisingsexperi-menten, konden we de nauwelijks merkbare veranderingen door-heen de tijd in kaart brengen — en de evolutie van zowel gastheer als parasiet reconstrueren.”

“Bleek dat de watervlooien zich na twee tot vier jaar alweer heb-ben aangepast aan de verande-rende parasiet. Daardoor slaagt de parasiet er niet in om meer watervlooien te infecteren. Maar op een ander punt verliest de wa-tervlo wel terrein, want de para-siet leert zich gaandeweg vlotter vermenigvuldigen in de gastheer. Resultaat is dat de infectie op lan-ge termijn constant blijft — een

mooi voorbeeld van Red Queen-dynamieken.”

“De veranderingen zelf zijn waarschijnlijk te verklaren door genetische variatie. Niet alleen door mutaties — dat zijn plotse-linge wijzigingen in het erfgoed — maar vooral ook door de vari-atie die seksuele voortplanting met zich meebrengt.”

Met de 10.000 euro prijzengeld

— waarvan de helft voor verder onderzoek — wil de jonge onder-zoekster haar recent opgestarte onderzoeksgroep op de campus in Kortrijk verder uitbreiden. “En bijvoorbeeld investeren in een in-cubator of microscoop om meer onderzoek mogelijk te maken. De erkenning van de Onderzoeks-raad is alvast een extra stimulans om door te gaan.”

28 januari 2009 Onderzoek 9

De evolutionaire wapenwedloop tussen gastheren en parasieten

sofie Bas

“Visuele waarneming en de leer-processen die daarbij horen — dat is de context van mijn onderzoek”, vertelt Hans Op de Beeck, verbon-den aan het Laboratorium voor Ex-perimentele Psychologie. “Visueel waarnemen — en dan bedoel ik vooral het herkennen van bepaal-de voorwerpen en gezichten—– lijkt een vanzelfsprekende activi-teit die zich automatisch afspeelt in onze hersenen. Maar in werke-lijkheid bestaat die herkenning uit een enorm complex proces van abstraheren en benadrukken. Het bewijs daarvoor is dat niemand er tot nog toe in geslaagd is een com-puterprogramma te ontwikkelen dat dezelfde taak even snel en juist kan oplossen — dat bijvoorbeeld een gezicht kan herkennen als iemands broer of zus. Terwijl op-drachten die op het eerste gezicht veel moeilijker lijken, wel perfect uitgevoerd kunnen worden door een computerprogramma — denk bijvoorbeeld aan een schaakcom-

puter die zelfs de wereldkampioen kan verslaan.”

Blijkt dus dat onze hersenen perfect gevormd zijn voor visu-ele waarneming en objectherken-ning. Op de Beeck: “In feite weten we nog niet exact hoe de menselij-ke waarneming precies verloopt. Al hebben we wel een grondig idee van het basisprincipe. Mensen kunnen bepaalde voorwerpen of personen namelijk herkennen dankzij een verregaande abstrac-tie — belangrijke gegevens worden uit de visuele input geabstraheerd, minder significante herkennings-punten worden automatisch gene-geerd. Op die manier kunnen we figuren die we bijvoorbeeld voor het eerst zittend of van erg ver heb-ben waargenomen, ook herken-nen wanneer we ze later staand of van dichtbij ontmoeten — simpel-weg omdat we van die dimensies abstracties kunnen maken.”

“Tegelijk onthouden mensen ongelooflijk veel details. In prin-cipe heeft elk gezicht natuurlijk twee ogen, een neus en een mond,

Visuele waarneming en leren in de hersenenComputers kunnen schaakkampioenen verslaan, maar snel en accuraat gezichten en voorwerpen herkennen blijkt te complex. Met gedragsonderzoek en hersenscans onderzocht Hans Op de Beeck hoe wij mensen dat wel klaarspelen.

jonge onderzoekers gelauwerdDrie jonge postdoctoraal onderzoekers werden onlangs beloond met een prestigieuze Prijs van de Onderzoeksraad. In deze editie van Campuskrant laten we twee van hen aan het woord, de derde laureaat stellen we u voor in het februarinummer.

maar toch kunnen we verschillen-de personen onderscheiden en later weer herkennen. Belangrijk is nog dat die herkenning is aan-geleerd — jonge kinderen kun-nen doorgaans niet zoveel onder-scheiden en later herkennen.”

OnbekendConcreet onderzocht Op de Beeck de werking van de mense-lijke waarneming via gedragson-derzoek — Wat zien mensen wel en niet? Wat is de invloed van leertaken op de herkenning? —, maar ook via hersenscans om bij-voorbeeld na te gaan welke her-sendelen geactiveerd worden bij het uitvoeren van bepaalde waar-nemings- en herkenningstaken. Op de Beeck: “Gezien de com-plexiteit van de gebruikte tech-nieken en van de vraagstelling vragen die experimenten heel wat tijd — niet elk experiment werkt natuurlijk even goed van bij het begin. Ik heb gelukkig prima be-geleiding gekregen van mijn twee promotoren, de professoren Jo-

han Wagemans en Rufin Vogels, en van mijn medewerkers in het laboratorium, zowel hier in Leu-ven als tijdens mijn verblijf in het buitenland aan het Massachuset-ts Institute of Technology.”

De prijs is voor de onderzoeker een dankbare stimulans: “Het is vanzelfsprekend een niet te on-derschatten erkenning. Al blijf ik een en ander wel in perspec-

tief zien — in Amerika is de Prijs van de Onderzoeksraad volslagen onbekend. Geen reden dus om naast mijn schoenen te gaan lo-pen. Van het deel van de geldprijs dat niet naar onderzoek gaat, wil ik vooral mijn vrouw en kinderen laten meegenieten. Kwestie van de jarenlange overuren wat te compenseren — misschien met een extra lange reis?”

(© Rob Stevens)

In Through the Looking-Glass van Lewis Carroll waarschuwt de Rode Konin-gin dat ‘je zo hard moet rennen als je kunt om op dezelfde plaats te blijven. Als je ergens anders heen wil, moet je nog minstens twee keer zo hard ren-nen.’ Ellen Decaestecker onderzocht een gelijkaardig fenomeen in de evo-lutionaire biologie, de Red Queen-dynamieken, en werd daarvoor beloond met de Prijs voor Wetenschap & Technologie van de Onderzoeksraad.

Wim Troch

Beide auteurs zijn postdocto-raal onderzoeker aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. Pieter: “Vorig jaar werd ik ge-vraagd een collega te vervangen en een groep van enkele hon-derden studenten in te leiden tot de filosofie. Toen heb ik me vaak afgevraagd hoe ik allerlei abstracte problemen en begrip-pen concreter kon brengen. Ik had daarbij de neiging om naar films terug te grijpen. Vandaar het idee om het verband tussen film en filosofie wat grondiger te bekijken.”

“Een andere invalshoek — en dat is waar Bart mee in het ver-haal komt — is de traditie van filmavonden die aan de faculteit bestond. Vorig jaar liet Bart een aantal films inleiden door een fi-losoof, met daarna een discussie over de filosofische relevantie van die film. Dat alles maakte dat het ons wel interessant leek om dat wat systematischer te bekijken en er een filmreeks en een boek rond te maken.”

Bart: “Film en filosofie bunde-len is niet nieuw, maar ons op-zet is wel anders. De bestaande literatuur biedt een filosofische reflectie op het medium film, bij-voorbeeld op het artistiek gehalte of de morele relevantie ervan. Maar wij beoogden een inleiding op alle grote thema’s aan de hand van films, en dat is nieuw voor ons taalgebied. We hebben heel wat mensen van de faculteit, jonge onderzoekers en gevestig-de waarden als Herman De Dijn en Arnold Burms, warm kunnen maken voor ons project. Het uit-gangspunt was dat elke medewer-ker zijn of haar filosofische disci-pline zou voorstellen aan de hand van films.”

Pieter vult aan: “We brengen film en filosofie in verband met elkaar; vanuit scènes uit de film vertellen we het verhaal van de filosofie. Op die manier trachten we een aantal filosofische pro-blemen toegankelijk te maken voor een breder publiek.” Bart: “Ook mensen zonder filosofi-sche achtergrond moeten er wat aan hebben. Als je in de winkel staat, en je bent lichtjes geïnte-resseerd in filosofie, ga je waar-schijnlijk geen boek kopen dat uitsluitend over de inzichten van Kant gaat, maar misschien wel een boek dat vertrekt vanuit be-kende films.”

Plato en BambiIn het boek komen meer dan zestig films aan bod, maar als er dan toch één favoriet moet worden gekozen, dan gaat Pie-ter voor Il conformista, een film van Bernardo Bertolucci uit 1970. “Die film, naar een boek van Alberto Moravia, is niet al-leen visueel vernuftig, het is als het ware een metafoor voor de filosofie zelf. De grotallegorie van Plato krijgt er een figuur-lijke vertaling naar de politieke situatie in het Italië van de jaren

dertig. Daarnaast zijn er nog tal van andere subtiele hints naar Plato. Maar de film kan ook los

van de filosofie staan, en dat op zich is minstens evenzeer de moeite waard.”

Bart: “In ons boek komt echt een heterogene mengeling aan bod; zowel qua genre als in de

tijd. Het gaat van Pantserkruiser Potemkin uit de jaren twintig van vorige eeuw tot Good Bye Lenin uit 2003, van Sergio Leone tot Stanley Kubrick, van een thriller als Psy-cho tot de sciencefiction in Star Wars. We hebben dus niet enkel de zware films geselecteerd voor die hard filosofen, maar echt voor een breed publiek.”

“Elke film heeft wel iets filoso-fisch, zo kun je je zelfs bij Bambi de vraag stellen wat sterfelijk-heid voor ons betekent. Elk personage of elke gebeurtenis biedt aanleiding tot reflectie, maar in het boek klinkt de stem van de filosoof toch luider dan in de film. Ik denk wel dat we een goeie middenweg hebben gevonden tussen enerzijds een makkelijke opstap naar een ge-schiedenis van de filosofie en anderzijds filosofisch relevante beschouwingen.”

Pieter d’Hoine en Bart Engelen (red.), ‘Denkbeelden. Van film naar filosofie’, Pelckmans.https://perswww.kuleuven.be/~u0042398/denkbeelden/

Filosofie voor filmfansJe zou het misschien niet verwachten, maar de filmklassieker Il conformista en de kaskraker The Matrix hebben wel degelijk iets gemeen: Plato! En ze zijn niet de enige films die geënt zijn op filosofie. Dat zeggen Pieter d’Hoine en Bart Engelen, auteurs van Denkbeelden. Van film naar filosofie.

10 Maatschappij campuskranT

De klassieker Pantsercruiser Potemkin (1925) is één van de films die filosofische denkbeelden illustreren. (© ingez.)

sofie Bas

Concreet handelt de tentoonstel-ling in Brussel — georganiseerd door het Archiefcentrum voor Vrouwengeschiedenis (AVG) — over stereotiepe denkbeelden rond mannen en vrouwen door-heen de tijd. Het beeldmateriaal is opgebouwd rond de drie be-langrijke levenssferen gezin, on-derwijs en arbeidsmarkt, waarin volgens professor Leen Van Molle — co-voorzitter van het Archiefcentrum en gastspreker op de studiedag — de gewenste rollen voor mannen en vrouwen gemodelleerd en doorgegeven worden.

Van Molle: “Gendergeschiede-nis is geen vrouwengeschiede-nis. Tot in de jaren 1960 werd in de geschiedschrijving vooral aandacht geschonken aan de prominente actoren in het po-litieke, militaire en kerkelijke leven — oftewel aan mannen. Vrouwen bleven grotendeels bui-ten beeld. Als reactie startte in de maatschappijkritische jaren 1970 de vrouwengeschiedenis, waarin vooral op zoek werd ge-gaan naar de rol van vrouwen in het verleden. Van daaruit ontwik-

kelde zich de gender history, over de evoluerende sociale construc-tie van de begrippen mannelijk-heid en vrouwelijkheid in tijd en ruimte. Dankzij gendergeschie-denis kunnen we beter begrijpen waarom mannen en vrouwen zulke verschillende levenspaden bewandelden.”

Op het programma van de stu-diedag, georganiseerd door de Academische Lerarenopleiding Geschiedenis, staan lezingen over de overgang van vrouwen- naar gendergeschiedenis en over scholen als genderfabrieken. “Zelf zal ik het hebben over de arbeidsmarkt, die tot de jaren 80 voor mannen voorbehouden leek”, aldus Leen Van Molle.

“Het stereotiepe beeld van de man als kostwinner en de vrouw als zorgdrager stamt eigenlijk al van in het Scheppingsverhaal. Toen Adam en Eva uit het Pa-radijs werden verjaagd, moest Adam ‘werken in het zweet zijns aanschijns’ om zijn gezin te onderhouden, terwijl Eva de pijnlijke opdracht kreeg om ‘met smart kinderen te baren’. Tijdens de industrialisering in de 19e eeuw werd dat kostwin-nersmodel als dwingend maat-

schappelijk model naar voren geschoven. Mannen voerden de productieve en zware industriële arbeid uit, vrouwen kregen de reproductieve opdracht om de kinderen groot te brengen — niets zo slecht als werken voor de gezondheid van (zwangere) vrouwen.”

Toch maken tentoonstelling en studiedag duidelijk hoe norm en realiteit sterk kunnen afwijken. Van Molle: “Bedoeling van de lezingen is om de geïnte-resseerde leerkrachten geschie-denis kritisch te leren omgaan met historische documenten en met achterhaalde geschied-schrijving.”

“Uit statistieken van de Bel-gische Overheid blijkt bijvoor-beeld dat het aandeel vrouwen op de arbeidsmarkt tot aan de jaren 1960 gestaag daalde – maar in hoeverre waren die vaststel-lingen veeleer wens dan werke-lijkheid? Heel wat huisvrouwen werkten destijds deeltijds of thuis, hielpen in de landbouw, in plaatselijke winkels of am-bachtelijke ateliers – denk maar aan slagerijen of bakkerijen –, voerden administratieve taken uit voor de praktijk van hun man

of werkten ergens in het zwart als het gezinsinkomen niet vol-stond. Minder zichtbare arbeid dus, onregelmatig en vaak bui-ten de wettelijke kaders om. Die vrouwen belandden niet in de volkstellingen omdat zijzelf of hun echtgenoot het etiket arbeid liefst voorbehielden aan man-nen. Werkende vrouwen waren ten slotte geheel tegengesteld aan het ideaal van het kostwin-nersmodel.”

In die zin vullen tentoonstel-ling en studiedag elkaar per-fect aan. Waar geschreven do-cumenten of discours veelal de heersende normen weerspie-gelen, kan beeldmateriaal de meer complexe realiteit letter-lijk zichtbaar maken. “Want de iconografie toont wel degelijk vrouwen die werken, in een op-vallend brede waaier aan jobs”, besluit Van Molle.

‘Jongens en meisjes, bestemming bekend? België 1830-2000’, van 3 februari tot 31 mei, BELvue Museum, Paleizenplein 7, Brus-sel. Studiedag ‘Gendergeschiedenis in de klas’, 9 februari, zelfde locatie. Voor info en inschrijvin-gen: http://www.kuleuven.be/vsc

“Gendergeschiedenis is geen vrouwengeschiedenis”Begin februari opent in het BELvue Museum van Brussel de tentoonstelling ‘Jon-gens en meisjes, bestemming bekend? Over de stereotypering van gender in België van 1830 tot 2000’. Aan de tentoonstelling wordt op 9 februari de studiedag ‘Gender-geschiedenis in de klas’ gekoppeld voor leerkrachten geschiedenis en cultuurwe-tenschappen. “Kwestie van stereotiepen in het geschiedverhaal te ontmaskeren.”

28 januari 2009 Emeritusexamen 11

Belangrijkste bijdrage? “Ze hebben van mij ooit gezegd dat ik Vlaanderen heb leren iso-leren. Dat is wat sterk uitgedrukt, maar ik heb er wel toe bijgedra-gen dat de bestaande technieken erg zijn verbeterd en de uitvoe-ringswijzen zijn aangepast. Het is een fabeltje dat je té goed kan isoleren, waardoor je met je ven-tilatie in de problemen komt. Je kan te duur isoleren, maar nooit te goed. Isolatie en ventilatie zijn twee verschillende dingen.”

Mentor? “Ik heb eerst vier jaar bij een mid-delgroot architectenbureau ge-werkt als stabiliteitsingenieur en werfopzichter. Dan ben ik gaan doctoreren en vlak nadat ik mijn doctoraat had beëindigd, is mijn promotor overleden. Ik was de enige die zijn colleges kon over-nemen, dus ben ik er eigenlijk in-gesmeten. Maar er zijn drie inter-nationale collega’s waar ik zeer veel van geleerd heb. Dat is op de eerste plaats de Duitse Helmut Künzel van het Fraunhofer Insti-tut für Bauphysik. Van hem heb ik geleerd dat je dicht bij de praktijk moet aanleunen, want daardoor heeft wat je doet ook veel meer impact. Van de Nederlander Bob Vos, TNO, heb ik onthouden dat je ook met weinig middelen heel creatief kan zijn. Lars Erik Nevan-der van de TU-Lund uit Zweden, ten slotte, heeft me bijgebracht dat je praktische problemen niet met grote theorieën moet oplos-sen, maar door je gezond ver-stand te gebruiken.”

Onderwijs of onderzoek? “Ik heb heel graag les gegeven. Toen ik van de ene op de andere dag ineens voor een aula werd geplaatst, heb ik snel geleerd dat goede cursussen heel belangrijk zijn. Daar heb ik dan ook veel tijd in gestoken. Daarnaast heb ik al-tijd geprobeerd mijn lessen boei-end te maken door veel aandacht te schenken aan de link met de

dagelijkse praktijk. Die hield ik ook in mijn achterhoofd bij de evaluatie. Ik liet mijn studenten bijvoorbeeld een jaar lang een werf volgen, daarvan een rapport maken op basis van wat ze in de cursus hadden geleerd en dat rapport dan vervolgens aan de anderen voorstellen.”

“Onderzoek heb ik evengoed graag gedaan, op voorwaarde dat het ook weer praktisch gericht bleef. Ik onderzocht problemen die een directe impact hebben op de bouwpraktijk. Dan ervaar je veel sneller appreciatie voor wat je doet en dat is bijzonder plezierig. Ik heb bijvoorbeeld aannemers opgeleid in Nederland. Als je dan ’s avonds samen een pint drinkt en hoort dat ze echt iets hebben bijgeleerd: daar doe je het voor.”

“Ook vandaag help ik ontwer-pers, bouwbedrijven en bouwhe-ren nog verder met de praktische problemen die ze tegenkomen. Het enige wat er eigenlijk veran-derd is, is dat ik geen les meer geef. Verder is er van uitbollen nog niet echt sprake. Al probeer ik nu wel de avonden niet meer te werken, wat ervoor zorgt dat ik al eens samen met mijn vrouw televisie kan kijken. En dat we er samen voor in slaap vallen.”

Onderwijs of onderzoek? “Toen ik begon, werd bij de aca-demische afdeling huisartsge-neeskunde vooral de klemtoon gelegd op onderwijs. Ik kreeg de opdracht om ook wetenschap-pelijk onderzoek te ontwikkelen. Als huisarts kan je vooral bijdra-gen aan het toegepaste onder-zoek, onderzoek dat ook heel dicht bij het onderwijs aanleunt trouwens. Daarin heb ik me de laatste jaren bezig gehouden met gezondheidszorgonderzoek. Hoe kunnen we bijvoorbeeld ef-ficiënt en kwaliteitsvol de diabe-teszorg organiseren? Er zijn een

heT emeriTusexamen Volgens het emeritibeleid van onze universiteit mag elke ZAP’er die minstens vijfentwintig academische dienstjaren heeft, de extra titel van emeritus voeren wanneer hij of zij met pensioen gaat. Campuskrant maakt voor enkele professoren een uitzondering. Als tegenprestatie voor alle examens die ze tijdens hun carrière hebben afgenomen, worden ze door ons nog één keer zelf op de rooster gelegd. Pas dan willen ook wij hen emeritus noemen.

Burgerlijk ingenieur

Hugo Hens

(© Rob Stevens)

(© Rob Stevens)

huisarTs

Jan Heyrman

half miljoen Belgen die daarvoor over lange periodes moeten wor-den opgevolgd. Dat kan het best gebeuren door de huisartsen, omdat die met tienduizend zijn. Maar waar liggen dan de grenzen van wat de huisarts kan doen? Al snel bleek dat we de zorg best per regio organiseerden, er moest ook gekeken worden wat het meest kosteneffectief is … Aan dat onderzoek heb ik de laatste vijf jaar intensief gewerkt en in 2009 wordt het in heel Bel-gië operationeel in zogenaamde zorgtrajecten voor diabetes en nierinsufficiëntie. Op termijn zullen er ook nog trajecten vol-gen voor bijvoorbeeld astma, ter-minaal hartlijden…”

“Ik ben zelf altijd praktijk blij-ven doen, en het evenwicht tus-sen praktijk en academische carrière vond ik veel moeilijker dan dat tussen onderwijs en on-derzoek. Het is belangrijk om dicht bij je patiënten te blijven, hun klachten te horen en hun manier van vragen stellen. Want patiënten veranderen door de jaren heen. Ze zijn vandaag veel mondiger, maar tegelijkertijd ook veel onzekerder. Patiënten nemen nu samen met de arts de beslissing en zijn dus bijzonder bang om de foute beslissing te nemen. En er staat elke dag wel iets in de krant dat een uitspraak van gisteren herroept. Het is voor een huisarts meer dan ooit belangrijk om een rustgevend baken te zijn voor je patiënt. We geven dan ook veel communica-tietraining en doen veel onder-zoek naar relatievorming: hoe kan je omgaan met die onzeker-heid?”

Groepsdier of einzelgänger? “Werken in groep past gewoon het best bij mijn karakter. Ik was de eerste die in de jaren zeven-tig een groepspraktijk opstartte, waar ik in 1975 trouwens de prijs van de Vlaamse huisartsen voor gekregen heb.”

“Natuurlijk brengt het feit dat je een engagement aangaat ook mee dat mensen dingen van je verwachten. Maar een groep geeft je een breder draagvlak en werkt daardoor ook heel verrijkend.”

Gezin of carrière? “Alle artsen hebben problemen met de combinatie, niet alleen de academici. Ik kom uit een gene-ratie die erbij nam dat de keuze voor dit beroep vaak ten koste van het gezin ging. De huidige genera-tie gaat daar heel anders mee om en volgens mij ook veel gezonder. Mijn zoon is ook geneesheer en hij maakt heel andere keuzes tus-sen werk en gezin. Als ik het op-nieuw zou doen, zou ik het ook zo doen, denk ik nu.”

“Ik heb het gevoel dat ik niet één, maar verschillende levens te-

Onderzoek of onderwijs? “Je kan volgens mij geen goed onderwijs geven zonder ook zelf wetenschappelijk onderzoek te doen. Je moet in je onderwijs kunnen tonen hoe wetenschap-pelijk onderzoek gedaan wordt, hoe belangrijk het is en hoe re-latief tegelijkertijd. Ik vind beide even belangrijk.”

“Mijn domein is de politieke en sociale wijsbegeerte, waarbij ik kijk naar heel actuele vragen. Wat is persoon zijn en wat is een samenleving? Wat is het integre-ren van mensen in een volk? De ene groep meent dat je tot de na-tie behoort als je de grondbegin-selen ervan onderschrijft, een ‘contract’ aangaat. De romanti-sche definitie van natie stelt dan weer dat je hier geboren moet zijn en de moedertaal moet spre-ken om tot de natie te behoren. Ik heb verschillende artikels gepubliceerd over nationalisme en multiculturalisme, waarin ik mij buig over de vraag wat inte-gratie in een samenleving zou kunnen betekenen en wat inte-gratie onderscheidt van assimi-latie. Daarbij heb ik gewezen op het belang van participatie aan het publieke leven, het hebben van een stem in het maatschap-pelijke debat als voorwaarde voor integratie. In theorie klinkt dat allemaal logisch, maar de praktijk is uiteraard lang niet zo makkelijk.”

“Ik heb genoten van het on-

poliTiek filosoof

André Van de Putte

derwijzen, want ik leg graag iets uit. Ik doe nu nog onderzoek en soms denk ik dan wel eens: dat ga ik nu nooit meer kunnen uit-leggen aan de studenten. Ik heb meer moeite gehad met het pu-bliceren, omdat ik daar te veel twijfel. Als ik een artikel herlees vind ik altijd wel een aspect dat nog meer onderzoek verdient voor ik het stuk publiceer. Met als resultaat dat ik thuis een hele lade vol heb met aanzetten tot artikels.”

Groepsdier of einzelgänger? “Ik hou van alleen zijn. Dat is voor mij een manier om op te la-den en het is ook zeker niet het-zelfde als eenzaam zijn. Maar ik hou ook van discussiëren, samen iets op poten zetten. Ik heb ook constructief meegewerkt aan de universiteit, onder meer als de-caan. Bij het samenwerken ga ik er bovendien van uit dat er altijd ergens een stukje waarheid zit in wat iemand zegt. Dat stukje waar-heid en de bedoelingen van de ander zal ik dus eerst proberen te begrijpen. Ik ben positief kri-tisch, ik probeer het standpunt van de ander te combineren met mijn standpunt of dat van ande-ren.”

“Een filosoof kan veel thuis wer-ken en dat heb ik ook gedaan. Voor vergaderingen en lesgeven was ik wel op de universiteit, maar het lezen en schrijven heb ik altijd thuis gedaan. Dat heeft er mee toe bijgedragen dat ik nooit problemen heb gehad met het evenwicht gezin – carrière. Al is dat uiteindelijk toch vooral aan mijn vrouw te danken, die er altijd voor gezorgd heeft dat alles bleef draaien.”

Vrije tijd?“Ik heb in mijn carrière geen vrije tijd gehad, ik was altijd aan het studeren. Nu lees ik nog heel veel, maar er is toch wat meer tijd om ook al eens een literair boek te lezen of naar muziek te luisteren. Ik moet ’s avonds niet per se nog in mijn bureau zit-ten — wat dat betreft heb ik nu geen ‘uitvluchten’ meer. Maar voor mij is het ook nog altijd een hobby.”

“Ik ga me de komende maanden bezig houden met het Franse li-beralisme en waarschijnlijk ook wel eens in die la met ‘aanzetten’ kijken. En ik ga terug naar de es-thetica. Daar heb ik mijn thesis over geschreven, maar daarna heb ik me alleen nog op de poli-tiek gericht. Het tragische is een aspect dat me erg interesseert, al van in de humaniora met de Griekse tragedies. Die hadden trouwens ook een duidelijk po-litieke dimensie. Ik ben nu dus volop Shakespeare aan het le-zen.”

(tb)

(© Rob Stevens)

gelijk heb geleefd. Ze zeggen wel eens dat mannen maar één ding tegelijk kunnen, maar wat dat be-treft ben ik dan toch vrij vrouwe-lijk. Vandaar dat ik nu ook zowel met mijn academische functie als met mijn praktijk gestopt ben. Ik wil nu heel bewust tijd maken voor mijn kinderen en kleinkin-deren.”

12 Personeel campuskrant

Wim troch

Vorige keer zagen we dat in de agenda van Ann Van Ermen een afspraak genoteerd stond met Stijn Sanders (28). Deze collega is sinds mei de informatiearchi-tect logistiek en techniek. Op dus naar het informaticacentrum van de universiteit in Heverlee.

Stijn: “Met Ann heb ik regel-matig contact voor de opvolging van de projecten bij de Aankoop-dienst. Mijn verantwoordelijkhe-den hier op de Dienst Adminis-tratieve Informatieverwerking situeren zich op het logistieke do-mein. Ik onderhoud de contacten met de magazijnen, de aankoop, de boekhouding, de technische diensten, … Concreet kan je mijn werk in twee grote blokken opde-len: nieuwe informaticaprojecten opstarten en bestaande toepas-singen en procedures onderhou-den en opvolgen. Ik probeer on-der andere de kleinere vragen of problemen die via de verschillen-de diensten worden aangereikt

te evalueren, en samen met die dienst en ons team tot een oplos-sing te komen.”

“Er werken hier op de Dienst Ad-ministratieve Informatieverwer-king een tachtigtal mensen. De logistieke cel, waar ik als informa-tiearchitect voor werk, bestaat uit zes mensen. Naast de Afdeling Lo-gistiek zijn er ook nog de afdelin-gen Financiën, Studenten, Onder-zoek, Onderwijs en Personeel.”

“Ik heb een opleiding handels-ingenieur gevolgd, dus wat ik nu doe ligt wel in het verlengde van wat ik gestudeerd heb. Dit is mijn eerste job aan de K.U.Leuven, hiervoor heb ik vier jaar voor een internationaal consultancybu-reau gewerkt. Voor die job ver-bleef ik vaak in het buitenland, onder andere in Oekraïne.”

“Ik reis graag, maar wie niet? Ik ga graag af en toe nog eens terug naar Oost-Europa of de Balkanlanden waar ik gewerkt heb. Daarnaast gaat eigenlijk het grootste deel van mijn vrije tijd naar muziek. Ik speel piano en

gitaar in een groepje. We brengen pop-rock met een hoek af, vooral niet te poppy... Toen ik in het bui-tenland werkte, was ik wat min-der bezig met muziek, maar nu spelen we toch opnieuw één keer per week.”

[41] De collega’s

In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.

In het midden van ons gesprek werden we kort onderbroken door een dame die door de open-staande deur Stijn even dag kwam zeggen. Helaas wilde ze liever niet worden geïnterviewd. Dus moest de mailbox maar uitwijzen

wie Collega 42 zou worden. Ons oog valt op Marike Schipper, van de Universitaire Pers. Om uit te zoeken wat de link is tussen haar en Stijn, trekken we voor de vol-gende aflevering naar de Minder-broedersstraat.

“Ik reis graag, maar wie niet?”

luDo meyvis

De centrale diensten van de uni-versiteit produceren veel infor-matie voor het personeel. Dat materiaal werd lange tijd zo goed als uitsluitend per dienst georga-niseerd. Je moest dus de struc-tuur van de administratie ken-nen om je weg naar het gezochte materiaal te vinden. Dat was niet erg gebruiksvriendelijk – of weet u soms voor de vuist weg hoe de Personeelsdienst gestructureerd is, of welke informatie u bij de

Financiële Diensten terugvindt? Bovendien was er het probleem van de vertrouwelijkheid van sommige documenten. “Om daar komaf mee te maken, hebben we vanuit de Stafdiensten Algemeen Beheer vorig jaar het intranet opgezet.” Els Heylen, directeur van de Stafdiensten Algemeen Beheer, en Mariana Gijsen, in-tranetcoördinator, weten er alles over. U ook, over enkele regels.

De hoofdpagina van het intra-net maakt meteen duidelijk wat de bedoeling is. Het is een site

voor het personeel van de univer-siteit, dus niet voor de surfer uit de wijde wereld. Die geraakt niet verder dan het paswoord. Wie ge-autoriseerd is, vindt echter een stortvloed aan informatie, netjes georganiseerd. Je vindt er een rubriek ‘Beleidsinformatie en procedures’ (verplichte info), een rubriek Prikbord (vrijblijvende info), informatie georganiseerd per doelgroep en een reeks links naar de dienstwebsites van de eenheden. Verder tref je er ook een aantal thematisch georgani-

seerde links aan (via de knoppen in de intranetbanner), en een aantal handige toegangen naar veelgebruikte onderdelen van het web van onze universiteit.

Centraal, niet gecentraliseerd“Van meetaf aan hebben we ge-opteerd voor een werkwijze waar-bij de Stafdiensten Algemeen Beheer via de intranetcoördina-tor verantwoordelijk is voor de stroomlijning en de coördinatie van het intranet, maar waarbij de diensten zélf zorgen voor de

informatie en het up-to-date hou-den ervan. Het was niet wenselijk of haalbaar om daarbij centrali-serend te werken. Via maande-lijkse stuurgroepvergaderingen houden we centraal wel zicht op de stand van zaken, eventueel op-gedoken problemen en gewenste ontwikkelingen, maar het zijn de diensten zelf die zorgen voor de inhoud. Op de Stafdiensten Alge-meen Beheer zorgen we voor de organisatie van al dat materiaal, en voor de ‘koepel’, met andere woorden: de thematische struc-

Alleen voor u: het intranetInformatie genoeg. Maar hoe vind je wat je nodig hebt? En hoe bescherm je informatie die niet voor ieders nieuwsgierige ogen bestemd is, terwijl ze toch diegenen bereikt die ze moeten lezen? Hoe help je iemand die beweert ‘iets te zoeken over xyz’, maar verder geen wegwijzers heeft? Je gaat naar het intranet.

Ontdek eenvoud, begin bij uw administratie

www.kuleuven.be/kufka

Stijn Sanders (© Rob Stevens)

28 januari 2009 Publicatie 13

jaak poot

Met de regelmaat van de klok publiceren kranten verhalen over corruptie: omkoping, getru-keerde benoemingen, gesjoemel met kredietkaarten, verduiste-ring van publieke fondsen, be-langenvermenging … “Corruptie veroorzaakt onvrede”, zegt pro-fessor Johan Verstraeten. “Het is een vorm van diefstal, al dan niet van publieke goederen. Het gaat gepaard met oneerlijkheid en dwang, het is een uitholling van ‘vertrouwen’ als sociaal kapitaal. Precies daarom publiceren we in samenwerking met Pax Christi Vlaanderen een ‘Witboek over corruptie en integriteit’. Minder corruptie is meer vrede.”

“Internationale onderzoeken wijzen uit dat er meer corruptie is in de zuidelijke landen”, voegt professor Johan De Tavernier er-aan toe. “Dan moet je er wel reke-ning mee houden dat die corrup-tie heel vaak gerelateerd is aan Westerse bedrijven. Studenten en docenten uit Afrikaanse en Azia-tische landen zeggen ons keer op keer: ‘Spreek toch uw bedrijven aan. Zeg dat ze geen deals meer mogen sluiten met krijgsheren, geen smeergeld meer mogen be-talen.’ Het zijn precies die ‘kolo-niale’ technieken die de corruptie creëerden en in stand houden.”

Minder bij protestantenVerstraeten: “Het is natuurlijk zo dat armoede corruptie indu-ceert. Als ambtenaren niet of heel slecht betaald worden, gaan hun handen gemakkelijker open. Stij-gende welvaart lost het probleem dus voor een deel op. Maar vaak zit corruptie verweven in struc-turen. Italië bijvoorbeeld kent complexe netwerken van onder-nemers, ambtenaren en politici waar omkoperij van generatie op generatie voortwoekert. De vraag

is: hoe doorbreek je dat?”“Onderzoek leert ons dat corrup-

tie minder voorkomt in overwe-gend protestantse landen – zoals Nederland of Noorwegen – dan in katholieke. Is daar een verband?” vraagt De Tavernier zich af. “Het

is zeker zo dat protestanten een strengere opvatting hebben over de persoonlijke verantwoorde-lijkheid van het individu tegen-over God. Corrupt gedrag blijft dus op hen wegen. Katholieken koesteren hun traditie van ver-

trouwen, eerlijker hun belasting betalen, hun bijdrage leveren tot het sociale welzijn. Het zijn inte-gere burgers.”

Deugdenethiek“Het begrip ‘integriteit’ komt uit het Latijn en betekent letterlijk ‘niet aanraken (tangere)’. Het ver-wijst naar iemand die onbesmet, ongekreukt of ongeschonden is”, stelt professor Jeroen Maes-schalck (Rechtsfaculteit) in zijn pleidooi voor ambtelijke inte-griteit. “De maatschappij moet natuurlijk regulerend optreden”, zegt De Tavernier. “Je hebt tucht-procedures nodig, een regeling voor klokkenluiders, procedures voor aanbestedingen, een effi-ciënte auditstructuur. Maar dat alleen is onvoldoende. Ook de positieve aanpak is noodzakelijk. Geef ambtenaren integriteitstrai-ning, leer ze de grenzen van inte-griteit uitspitten. Confronteer ze in een trainingssetting met inte-griteitsdilemma’s en laat ze die uitklaren.”

“Sterker nog: we moeten werk maken van een echte deug-denethiek”, stelt Verstraeten. “We moeten kinderen van jongs af attitudes aanleren om het goede te doen. Daar ligt een be-langrijke taak voor de levensbe-schouwelijke gemeenschappen: kerken, scholen, jeugdbewegin-gen, kortom iedereen die bezig is met vorming. Ethiek is een leer-proces. Veel normen en regels zijn een resultaat van dat leerpro-ces. Maar ook goede praktijkvoor-beelden boeken resultaten. Onze samenleving heeft behoefte aan goede rolmodellen van integer handelen.”

Roger Burggraeve, Johan De Tavernier, Didier Pollefeyt en Jo Hanssens (red.), ‘Witboek over corruptie en integriteit’, Davids-fonds Leuven, jaar, 163 p., 19,95 euro

Integriteitsopvoeding wapent tegen corruptieHoe kan de samenleving zich wapenen tegen corruptie? Een aantal professoren van het Centrum voor Vredes-ethiek schreven er samen met Pax Christi een boek over.

tuur en de ontsluitingsmogelijk-heden.”

“In juni vorig jaar werd de thuis-pagina van het intranet gelan-ceerd, en in november volgden de themapagina’s. Momenteel wor-den zowat 2.500 pagina’s door die ene toegang van het intranet overkoepeld. Uiteraard past die aanpak mooi in de bedoeling van Kufka om onze administratie en de toegang ertoe te vereenvoudi-gen.”

“Vereenvoudiging betekent ook streven naar eenvormigheid en herkenbaarheid van de opmaak. We begeleiden mensen die lokaal hun pagina’s afstemmen op vor-melijke eenheid. Daardoor zullen ‘pagina’s van het intranet’ in een oogopslag als zodanig herken-baar zijn.”

“Naast thematische toegang wil-len we ook zorgen voor een doel-groepgerichte aanpak. Het gaat

daarbij momenteel nog groten-deels om handwerk. Dat luik is dus nog lang niet volledig, maar we werken eraan om die doelgroe-pen dit jaar nog uit te breiden. Het is bijvoorbeeld de bedoeling dat iemand van het ZAP of BAP of welke doelgroep dan ook op één pagina alle informatie vindt die voor hem of haar als lid van die doelgroep relevant is.”

“Een belangrijk instrument voor de verspreiding van het intranet-nieuws is de wekelijkse mail, die op woensdag verstuurd wordt naar alle personeel, samen met nieuws uit de Dagkrant. De impact van die mail is onmisken-baar: we stellen een duidelijke toename van het bezoekersaan-tal vast kort nadat die mail ver-stuurd is. In die mail wordt alle nieuwe info van het intranet op-genomen. We maken dus geen onderscheid tussen ‘belangrijk’

en ‘minder belangrijk’, en we ne-men àlle berichten op die nieuw zijn sinds de vorige verzending. ‘Verplichte informatie’, die ieder-een gelezen zou moeten hebben, krijgt natuurlijk extra aandacht. We geven in de mail duidelijk aan wat ‘verplicht’ is in de rubriek ‘Zeker te lezen door’ samen met de aanduiding van de doelgroep waarvoor het bericht bestemd is. En verder kan je dan alleen maar hopen dat die info ook daadwer-kelijk gelezen wordt…”.

Plannen“Op korte en middellange ter-mijn staat er nog heel wat op sta-pel. Het universiteitsbrede Con-tent Management System (CMS), bijvoorbeeld, dat nog dit jaar uit-gerold zal worden, zal het onder-houd van de pagina’s sterk ver-eenvoudigen. Dat CMS zal zowel voor de lokale beheerders van de

pagina’s als voor de coördinatie het werk heel wat vereenvoudi-gen, iets waar ook de informatie-zoeker alleen maar baat van zal ondervinden.”“Verder streven we naar de uit-bouw van een Engels intranet. Vooral bij het BAP is de nood aan Engelse pagina’s zeer groot, en in het kader van de internationali-sering van de universiteit is voor ons die Engelse afdeling dan ook een prioriteit.”

“Het Nederlandse intranet wil-len we nog uitbreiden met meer informatie vanuit de diensten Onderzoeks-, Onderwijs- en Stu-dentenbeleid en later ook vanuit de groepen. Strikt intern bedoel-de informatie voor studenten zal binnenkort vanuit het intranet op Toledo aangeboden worden.”

“En dan is er natuurlijk nog de Associatie. Die is op dit ogenblik nog niet erg aanwezig in het intra-

net, maar het is logisch dat dit een belangrijke groeipool wordt.”

“Boven alles willen we voortzet-ten wat al aan de gang is, namelijk de uitbouw van een kwalitatief hoogstaand intranet, met duide-lijke en begrijpbare informatie, waar zoveel mogelijk mensen zich heel erg bij betrokken voe-len, om zo snel en zo handig mo-gelijk een maximale hoeveelheid informatie op de juiste manier bij de juiste persoon te brengen. We stellen de input van elke collega dus ten zeerste op prijs.”

De intranetcoördinator Mari-ana Gijsen is erg benieuwd naar uw ervaringen met, opmerkin-gen over of suggesties voor het intranet: [email protected] . Op https://www.kuleuven.be/intranet/, in de rubriek ‘In de kijker’, kan u een rondleiding op het intranet terugvinden.

geving, de spons gaat erover. Er is alleszins een duidelijke band tussen geloof en integriteit. Een onderzoek bij de ongeveer twin-tig procent kerksen in Nederland toonde aan dat gelovige mensen het politieke systeem meer ver-

14 Leven na Leuven campuskrant

katrien steyaert

Wolkjes blazend in de schemer wacht ik op Trui Moerkerke, die slechts lichtjes gehinderd door de avondspits op de plaats van de afspraak arriveert. ’s Ochtends is ze al kunnen gaan zwemmen met het klasje van haar zesjarige dochter. Maar niet elke dag is zo’n goede dag. “Elke morgen breng ik mijn kinderen naar school, maar ’s avonds zie ik ze soms niet meer. Zoals voor veel werkende vrouwen blijft de balans tussen werk en gezin een probleem. De ene dag wordt het me te veel, de andere maak ik heel leuke dingen mee. Je krijgt nooit een eenduidig antwoord, en daar kan ik mee le-ven.”

De vrijheid van het studenten-leven is in ieder geval vervlogen. “Eventueel tot ’s middags slapen en je dan afvragen of je een film zou bekijken of een grote discus-sie zou houden op café, … dat was super! Maar in de tijd die ik op een leuke manier verkwanseld heb, had ik me meer kunnen ver-diepen in mijn studies. Omdat ik niet goed georganiseerd was, hoorden megastress en nachtjes doordoen erbij. Nu zou ik het be-ter doen”, gelooft ze.

Al bij al houdt de jonge Wevel-gemse het netjes. Aan bacchana-len neemt ze niet deel, aan het ge-zellige kotleven des te meer. Ze is zichtbaar blij dat ze vandaag nog vriendinnen ziet uit die tijd. Half-weg de jaren tachtig ruilt Moer-kerke haar studies rechten in voor communicatiewetenschap-pen. “De licenties rechten waren lang niet zo open als de kandida-turen. Alleen maar recht, ik werd er compleet … gek van”, bekent ze. Dat ze tijdens haar enige kan-didatuur pol & soc statistiek moet inhalen, heeft ze graag voor haar omschakeling over. “Communi-

catiewetenschappen was een be-wuste keuze.”

“Het meest heb ik geleerd van mijn werk voor Veto. Opdrachten zoals een reeks over de fakbars waren echt fun.” Ik zie de prille journaliste voor me: nieuwsgierig, enthousiast en met een ontwape-nende charme. Dat laatste werkte niet bij iedereen. “Bij mijn Veto-reportage over de Campus Kor-trijk, waar ik mijn kandidaturen had doorgebracht, plaatsten col-lega’s West-Vlaamse onderschrif-ten bij de foto’s . Daarmee trapten we blijkbaar op zere tenen”, lacht ze geamuseerd. Ook bij haar la-tere werkgever, Knack, was het niet meteen grote liefde. “Nadat ik een debat met Frans Verleyen had bijgewoond, schreef ik een kritisch stukje in Veto. Dat vond de organisator van het debat, die hoopte bij Knack te gaan werken, niet zo leuk”, giechelt ze. Die or-ganisator heet Jan Van den Bulck, is nu prof communicatieweten-schappen aan de K.U.Leuven en getrouwd met Trui Moerkerke, toen een jaargenote van zijn zus.

Gouden lettersBij een koffie in Brasserie Voltaire, op een boogscheut van haar he-renhuis, bekent Moerkerke dat ze nooit grootse ambities heeft gekoesterd. De bekende West-Vlaamse nuchterheid? “Op de vraag wat ik later wilde worden heb ik als dertienjarige blijkbaar geantwoord: ‘Ik wil journalist worden en verre reizen maken’. Ik was dat compleet vergeten, tot mijn ouders op mijn dertig-ste verjaardag dat papier weer opdiepten. Journalistiek leek me wel een fijn beroep maar ik had geen groot carrièreplan.”

Terwijl ze met haar loon van hos-tess in Kinepolis haar huur betaalt, neemt ze na haar studies vertalin-gen over van een freelancer met

teveel werk. “Printers, jenever, het kwam allemaal aan bod. Ik wilde het goed doen, had ambitie in wat ik deed. Mijn geluk was dat ik zo terechtkwam bij Roularta Publishing, dat me niet veel later een vast contract aanbood. Het is allemaal lang geleden”, mijmert ze. “Elke week ging ik met een klein hartje mijn stukje voor de rubriek Carrière afgeven aan de grote mannen van Knack. Soms belde ik of het iets later mocht.”

Ze imiteert een brommende ‘ja’ en lacht. “Ze communiceerden niet zo goed.”

Het is Tessa Vermeiren die Moerkerke, niet voor het laatst, wegplukt voor Weekend Knack. “Ik werkte heel geleidelijk, dat kan nu niet meer. Ik sta er soms van versteld wat onze jonge re-dactieleden allemaal al kunnen.

Bij Weekend Knack, toen uniek als lifestyleblad, deed ik jaren eindre-dactie en was ik vijf jaar beauty- en twee jaar moderedactrice. Met de metro heel Milaan doorkruisen in de modeweek, snel je stukken inleveren en doorreizen naar Pa-rijs, daar moet je jong genoeg voor zijn.” Toch glimt ze bij de herin-nering aan die reizen of een vroeg interview met de eigenzinnige Anita Roddick van The Body Shop. “Vijftien jaar geleden zette zij al

thema’s als ethisch ondernemen op de agenda. Fantastisch dat je zo iemand kan spreken! En de eer-ste keer dat ik mijn naam in gou-den letters zag op een stoel voor een défilé van Chanel, daar heb ik een fotootje van genomen”, lacht ze bijna verontschuldigend.

Bezorgt de realiteit haar prille bewondering geen deuk? “Nee, ik

ben een redelijk nuchter mens. Ik lig eigenlijk niet wakker van bling bling. Er lopen overal blaaskaken rond, hoewel het in de modewe-reld misschien wat meer uitge-sproken is.” Ze draait met haar ogen. “Ik noem geen namen maar onlangs had ik het nog … zo irri-tant. Maar ik wil niet denigrerend klinken. Er zijn veel vakmensen, zoals onze Man van het Jaar Dries van Noten, die het boeiend hou-den.”

Tessa bisEen tijdelijke overdosis glitter, goud en uithuizigheid dwingen Moerkerke in 2001 tot een inter-mezzo als communicatieverant-woordelijke voor Estée Lauder in de Benelux. “Veel meer dan mode biedt beauty een soort haalbare luxe, dat heeft me altijd gefasci-neerd. Maar ik keerde terug naar de journalistiek, die toch crea-tiever is.” Het is weer Tessa Ver-meiren die een uitweg biedt. “In 2002 vroeg ze me hoofd van het nieuwe blad Nest te worden. Dat ik zwanger was van Sofie was voor Tessa geen bezwaar; er kwam net geen nummer uit rond de tijd van mijn bevalling”, lacht ze. “Toen enkele maanden later de functie van hoofdredactrice bij Weekend Knack vrijkwam, heb ik niet ge-twijfeld. Ik heb er wel bijgezegd dat ik nog een tweede kind wou.”

“Het was geweldig om terug te zijn! Met uitzondering van die

(© Rob Stevens)

communicatiewetenschapper en hoofdredacteur weekend knack

trui moerkerkeOoit trok ze met een klein hartje naar ‘de gro-te mannen van Knack’, nu is Trui Moerkerke (44) zelf de grote dame van Weekend Knack. “Als hoofdredacteur moet je een groot ego hebben”, lacht ze, “maar niet zo groot dat je team niet meer kan schitteren.” Een gesprek met een slechte student, koorddansende mama, filehater en liefhebber van Friends.

“Ik lig niet wakker van bling bling”

pagina 15

“Er lopen overalblaaskaken rond,

hoewel het in de mode-wereld misschien watmeer uitgesproken is.”

28 januari 2009 Kamerbreed 15

kleine onderbreking werk ik nu zeventien jaar voor Weekend Knack; ik ken het blad vanbinnen en vanbuiten. Het enige lastige aan de job zijn de files, die ben ik zo beu”, zucht ze. “Ik overweeg de trein en de fiets – we wonen nu toch vlakbij Heverlee station – want ik heb al een paar keer over de pechstrook willen scheuren om op tijd de crèche te halen.” Toen ze nog in Waals-Brabant woonden, zorgde een Oekraïense au pair voor de kinderen, maar die zijn ondertussen zes en vier. “Mijn dochter vindt het geweldig dat mama een boekje maakt. Sa-men kijken we naar De designers, waar ik in de ultieme aflevering in de jury zetel. Ook heel ontspan-nend vind ik series bekijken, of films, zoals het geweldige Aanrij-ding in Moscou. Ik blijf nog altijd plakken aan de 20.000ste heruit-zending van Friends. Ik loop dus niet elke dag megagestresseerd rond. Stilaan nemen we ons soci-aal leven terug op en op zaterdag-ochtend ga ik lopen of lees ik de krant terwijl de kinderen spelen. De keuken lijkt dan wel ontploft maar de chaos neem je erbij.”

Buitenshuis maakt de hoofdre-dactrice een stijlvolle indruk. Ze is gekleed met oog voor detail, lijkt altijd een glimlach klaar te heb-ben maar staat ongetwijfeld haar mannetje. “Onze wereld wordt steeds competitiever. Er zijn ka-pers op de kust en we moeten ons schrap zetten om exclusiviteiten en internationale interviews te versieren. Met inhoudelijke en cijfermatige argumenten pro-beer ik mijn contacten in de life-stylewereld te tonen dat we het verschil maken.” Dat schrijft ze niet alleen op haar conto. “Ik zeg altijd dat je als hoofdredacteur een groot ego moet hebben”, lacht ze. “Je gaat ervan uit dat de richting die je het blad uitstuurt de juiste is. Je zet de lijnen uit. Tegelijk mag je geen te groot ego hebben; je moet de mensen van je team kunnen laten schitteren. Het is Tessa’s verdienste dat ik een fantastisch team van comple-mentaire en zelfstandige mensen heb geërfd. Tessa is net met pen-sioen maar haar vertrek is heel geleidelijk gegaan. En we houden contact.”

“Nee, zelf schrijven mis ik niet zo. Er komt zoveel voor in de plaats. Elke avond ga ik door een grote map met de afgewerkte pa-gina’s en zie ik het blad groeien. Bepalen wat erin komt, hoe een verhaal opgebouwd moet zijn, discussiëren over titels en vorm-geving, de cover kiezen, en be-trokken worden bij de marketing en evenementen, … Elke week is het een boeiend proces!”

kamerbreed

(© Rob Stevens)

de kamerAdReSResidentie Thomas Morus,Tervuursevest 115-119, Heverlee

LiGGinGeerste verdieping

GRooTTe12 m²

HuuRpRijS325 euro per maand

AAnTAL STudenTenop deze verdieping een twintigtal

inboedeLbed, boekenkast, bureau, compu-tertafel, bureaustoel, comfortabele stoel, kleerkast, lavabo, koelkistje, microgolfoven, foto’s van nadia

de bewonernAAMVincent de bruyne

LeefTijd19

STudieRicHTinGderde bachelor burgerlijk ingeni-eur, optie computerwetenschap-pen en elektrotechniek

WoonpLAATSninove

Liefja: de portugese nadia

GeSLAAGd?/!omdat ik in de middelbare school al geboeid was door wetenschap-pen en wiskunde, was het voor mij wel duidelijk dat ik aan een ingeni-eursstudie zou beginnen. Het liefst wou ik net als mijn broer burgerlijk ingenieur studeren. bio-ingenieur heb ik ook nog wel overwogen, maar plant- en dierkunde trok me toch niet zo aan. ik besloot daarom aan de studie burgerlijk ingenieur te beginnen, met industrieel inge-nieur als alternatief als ik niet zou slagen. dat bleek uiteindelijk niet nodig: voorlopig ben ik elke keer al in eerste zit geslaagd.Het is wel hard werken, maar dat wist ik vooraf. de eerste jaren krijgen we erg veel theorie, maar tijdens de examens moeten we die

toch vooral toepassen in oefenin-gen. nu volg ik computerweten-schappen en elektrotechniek, maar volgend jaar zal ik voor mijn master één van beide opties moeten kie-zen.

Hobby’SVroeger heb ik negen jaar lang slagwerk gespeeld, maar sinds ik hier in Leuven zit, heb ik daar nog maar weinig tijd voor. Hoewel ik veel les heb en vaak vroeg moet opstaan, probeer ik toch tijd vrij te maken om af en toe eens uit te gaan. daarnaast kan je me in de lente en de zomer ook regelmatig op een golfterrein vinden. Vroe-ger speelde ik samen met mijn broer en mijn ouders, maar jam-mer genoeg spelen ze niet zo vaak meer.

Hoezo diT koT?ik heb een kamer in deze residentie genomen omdat ook mijn broer hier op kot zit. ik woon hier inmiddels al voor het derde jaar op rij en heb dus nog geen ander kot gehad.

koTLeVendit jaar staat het kotleven hier op een laag pitje. de vorige jaren was er een echt presidium dat activi-teiten organiseerde en was er ook een heuse voetbal- en basketbal-competitie. Maar dit jaar zijn er re-latief veel eerstejaarsstudenten en bleken er geen kandidaten te zijn om zo’n presidium te vormen. in het begin van het academiejaar heb-

ben we op onze gang wel allemaal even samen gezeten om kennis te maken. ik eet altijd in de keuken, en daar kom je meestal ook wel kotge-noten tegen.

uiTGAAnSLeVenMomenteel heb ik niet heel veel tijd om echt uit te gaan. ik ga wel graag eens met vrienden iets drinken op de oude Markt of in onze fakbar elixir, hier vlakbij aan de Leuvense ring.

poSTeRSMijn vriendin nadia is de dochter van portugese vrienden van mijn ouders. Toen mijn vader, die nog belgisch zwemkampioen is ge-weest, eens een wedstrijd moest zwemmen in Mallorca, is hij daar met nadia’s moeder bevriend ge-raakt. ze hebben nog een tijdlang per brief contact gehouden, maar door de portugese dictatuur on-der Salazar is dat contact stilaan verwaterd. een paar jaar geleden is mijn vader naar portugal gegaan om haar op te zoeken, maar toen bleek ze net op vakantie te zijn. Vo-rig jaar is nadia’s moeder dan eens naar belgië gekomen, en in de zo-mer zijn wij op onze beurt bij hen op bezoek geweest. Tussen nadia en mij klikte het meteen. in oktober was ze nog in belgië, en toen had ze deze foto’s voor me bij. ik hoop na-tuurlijk snel ook nog eens bij haar op bezoek te kunnen gaan!

(tw)

om de vier weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens – of kortrijks – studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een gron-dig onderzoek. deze keer hielden we halt in de Ter-vuursevest, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn ter-rein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan!

pagina 14

Open lesweek www.kuleuven.be/openlesweek

Kom langs tijdens de krokusvakantie (23-27 februari 2009)

Overnachten tijdens de open lesweek?Ontdek het blijf-bij-de-les

-arrangement van Toerisme Leuven

AgendA Alumninos iungit AcAdemiA•1februari:Misvoordeoverledenleden,gevolgddooretentjeinhetclublokaal(30euro)•11u30,Sint-Jozefkerk,Boogaar-denstraat72,3000Leuven.Graageenseintjevóór25januari.•[email protected],(t)016254280•6februari:Causerie‘Karakterentemperament,positiefinbalans’,doorGreetVanDenBroek•20februari:‘Muzikaleenhistorischeverkenningvandeklassiekegitaar-kunst’,doorAntoonVanderborght•6maart:Causerie‘DeHertogenvanBourgondië’,doorEdwardDeMaesschalck•20maart:Causeriein‘tLeives‘DeKruidtuinvanLeuven’,doorJanStaes•Telkensom20u30,Clublokaal,KoningLeopoldI-straat18,Leuven•AnnemieWollants,[email protected],(t)016251164http://www.niaclub.tk

VilVForumavonden:•10februari:Socialenetwerken19u30,AuditoriumArenbergkasteel•17maart:GPSenGalileo19u30,AuditoriumArenbergkasteel•IrisDeCoster/AnnemieCaproens,[email protected],(t)016321394•http://www.vtk.be/alumni/activiteiten/forumavonden/

AlfAgenInfo-avondenmedischepraktijk-voering:erelonenbinnendefinan-cieringvandegezondheidszorg;Socialebeschermingvandearts•11februari,20-22u,Herestraat49,O&N2,BMW4•[email protected],(t)016337476,(f)016337436•http://www.vesaliusonline.be

VRg-Alumni16eVRG-Alumnidag,‘RechtinBeweging’,metinfosessieenvoordrachten.Alledeelnemersont-vangeneenverslagboek.TijdensdeacademischezittingwordtdeVRG-AlumniprijsuitgereiktaanIvoMechels(Test-Aankoop)•6maart,11u30,CollegeDeValk,Tiensestraat41,3000Leuven•JacquelinevanHal,[email protected],(t)016499497•http://www.law.kuleuven.be/alumni/dag16.html

chemici leuVenvoorjaarslezing‘Kokenenchemie’•6maart,16-19u,Celestijnenlaan200F,lokaal00.09,3001Heverlee•[email protected],(t)016327439,(f)016327990

16 Forum cAmpuskRAnt

WinnAARsEindoktobergingCampuskrantvanstartmeteenlezersenquête.Meerdan1.700vragenlijstenwerdeningevuldenteruggestuurd.Daar-meekonjeeendinervoortweebijComme chez SoiwinnenofeenweekendjeRome.Uitderespon-dententrokeenonschuldigehandtweewinnaars.Deoud-studentmetcodeHD0501568530winthetetentje,deoud-studentmetcodeSV0804753111mageenbonkomenafhalenvooreentripnaarRome.Deprijzenkunnen,naafspraak,wordenopgehaaldopderedactie.

[email protected],(t) 016 32 40 18

foRum

Leiding geven en organisatieOrganisaties die duurzaam

willen opereren hebben er ove-rigens belang bij zich niet blind te staren op persoonlijkheden maar uit te kijken naar meer genetwerkte managementmo-dellen. Leiderschap hoeft geen romantische notie te zijn. Het getuigt van weinig kritische zin om aan te nemen dat de huidige managementcultuur in grote be-drijven de vanzelfsprekend juis-te is. In de theorievorming rond sociale netwerken probeert men leiderschap niet uitsluitend op

te hangen aan persoonlijkheids-kenmerken van deze of gene, maar als iets wat kan groeien door heldere, gedocumenteerde afspraken en vlotte communi-catie. Binnen zo’n netwerk zul-len gemotiveerde personen hun verantwoordelijkheid opnemen vanuit hun competentie. Het is een meer gedistribueerd, kennis-gestuurd, bottom-up beleidsmo-del. Een model ook dat organi-saties intrinsiek behoedt voor te dominant leiderschap. Zo wordt een megaorganisatie geen mega-

lomane organisatie. Nu wil ik dit gedistribueerd model ook niet overschatten, maar er zijn goede voorbeelden dat dit werkt. Men vindt deze moderne aanpak ook terug in maatregelen van de hui-dige bestuursploeg, zoals de res-ponsabilisering en het verster-ken van de onderzoekseenheden, om een belangrijk voorbeeld te noemen.

De universiteit moet inderdaad innoverend nadenken over ma-nagement. Maar dan volgens de regels van de kunst en niet vanuit

voorkritische opvattingen. Een sterk profiel met een zwak pro-gramma en een ploeg zonder bin-ding met de basis lijkt me eerder een recept voor ongelukken.

fRed tRuyendocent infoRmAtiekunde fAculteit letteRen

Een kortere versie verscheen op het blogforum ‘Le(u)ven na de rectorevaluatie’:http://kuleuvenna2008. wordpress.com:80/

pagina2

Rector-evaluatie

Als Alumnus Lovaniensis wil ik nog aansluiten op het forumstuk van professor Bart De Strooper in Campuskrant van 17 december.Als ik terugkijk op mijn carrière met verschillende CEO’s (alléén al die macho terminologie!) dan hoop ik vanuit de grond van mijn hart en met mijn liefde voor de K.U.Leuven dat het toch niet waar moge zijn dat externe heren een persoonlijkheid als rector Verven-ne mogen be(ver)oordelen op iets waarvoor hij helemaal niet staat.Deze heren-senior managers, managing directors and the like staan hiervoor zelf model maar ontsnappen vaak aan een eigen beoordeling en blijven zo lekker in de waan dat zij belichamen wat ze voor anderen stellen; cij-fers, lean and mean ... Tot de dag des oordeels ook over hen komt; zie de Fortis-top. Er zit bovendien iets héél schi-zofreens in dit verhaal; de ma-nagers naar Amerikaans model

zouden ook de ’shared values’ van hun organisatie moeten schragen, maar daar zijn zij pre-cies héél slecht in. Vele studies hebben namelijk aangetoond dat dergelijke topmanagers een pathologisch-narcistische kant vertonen, waarvan één van de psychologische aspecten be-staat in het zich omringen met ‘yes-people’ (zie het Belgacom verhaal). De rest is cognitive dis-sonance; het niet meer horen van de tegen-geluiden.Kritische mensen worden letter-lijk en figuurlijk uit de zon van de topmanagers geweerd, en dat is nu net wat een universiteit als de K.U.Leuven kan missen.

ludo Veuchelen Alumnus fAculteit RechtsgeleeRdheid

In één nacht grijs

In Campuskrant van 17 decem-ber lees ik dat het volgens dr. Sara Huygens zeer onwaarschijnlijk is

dat je op één nacht tijd grijs haar kan krijgen. Mijn moeder vertelde (en dat werd door buren bevestigd) dat de Ges-tapo tijdens de Tweede Wereld-oorlog bij de overburen de jongste zoon kwam weghalen. Hij bleek tot een verzetsbeweging te beho-ren. Dit gebeurde ‘s nachts en toen ze de moeder ‘s anderdaags zagen was haar haar wit geworden. Het kan dus onder invloed van extre-me angst blijkbaar wel.Mijn moeder was nooit een vrouw van grote of overdreven verhalen, en ze vertelde steeds dat ze dit zelf gezien had. Ik neem dus aan dat het verhaal klopt.

Rozemie steyAeRt Alumnus fAculteit letteRen (modeRne geschiedenis)

ScriptieprijsIn verband met de aangekondigde tweede thesis in het artikel ‘Scrip-tieprijs voor thesis over Ostalgie en Ostidentität’ in Campuskrant (17 december 2008):

Als iemand internationale poli-tiek studeert en in 2009 een thesis voorbereidt die een vergelijking zou maken tussen de Apartheid in Zuid-Afrika en de toestand van de mensenrechten in Palestina, stel ik me wel enkele vragen.Bedoelt die student nu met het woord ‘Palestina’- het Palestina van vóór 1948, dan was de houding van de toenma-lige groot-moefti van Jeruzalem t.o.v. de Joden niet onbelangrijk, of bedoelt hij- de huidige Palestijnse gebieden, dan is het oogmerk van Hamas niet te verwaarlozen, namelijk de vernietiging van Israël, of bedoelt hij- het sinds 1948 bestaande Is-raël?Indien de student de laatste moge-lijkheid bedoeld, namelijk Israël, geeft alléén al het gebruik van het woord ‘Palestina’ de éénzijdige benadering aan, die gaat gevolgd worden. Veel succes.

constAnt AndRies Alumnus fAculteit ingenieuRs-WetenschAppen

twintig jaar k.u.leuven in foto’svan zaterdag 14 februari tot vrijdag 3 april 2009GalerijCentraleBibliotheekK.U.Leuven,Mgr.Ladeuzeplein21,3000Leuvenma-do:9-20u/vr:9-17u/za:9u30-13u/Gratistoegang

lezeRsbRieVen

Jelle de mey

De verloren Turkse stad Sagalas-sos ligt op een hoogte van 1.600 meter in een onherbergzaam en moeilijk toegankelijk gebied. Zo bleef ze beschermd tegen eigen-tijdse vijanden en latere plunde-raars. De stadaanleg in terrassen beschermde de overblijfselen langs de rand van de bergflank door ze te bedekken met meters dikke afzetting ten gevolge van erosie. Eén van de best bewaarde sites ter wereld, vonden westerse geleerden die Sagalassos in de negentiende eeuw herontdekten. Toch geraakte de stad nadien nogmaals voor een eeuw in de vergetelheid.

Tot de Turkse overheid in de jaren tachtig startte met de ont-sluiting van de ‘Turkse Riviera’, het zuidwesten van het land dat belangrijke toeristische troeven heeft. Daardoor werden nieuwe, goede wegen aangelegd in het Merendistrict, in de oudheid Pi-sidië genoemd, de regio waarin ook Sagalassos ligt. Het Britse Ar-cheologisch Instituut in Ankara haastte zich na te gaan wat er ter plaatse precies bewaard gebleven was. Zo werd vanaf 1982 onder de leiding van de Britse historicus Stephen Mitchell begonnen met het Pisidia Project. De bedoeling

was een algemene prospectie van de verschillende antieke steden van Pisidië, het opmeten en in kaart brengen van alle archeolo-gische resten zichtbaar aan de oppervlakte.

“Als lid van deze ploeg bezocht ik Sagalassos voor het eerst in 1985. Het was liefde op het eerste gezicht. Hoewel ik al twintig jaar actief was in Turkije, maar onder andere ook in Syrië en Grieken-land, had ik nog nooit een site ge-zien met zoveel potentieel”, ver-telt de 61-jarige professor Marc Waelkens. “De Britten wilden het bij prospectie houden. Ik kreeg tot mijn eigen verbazing van Tur-kije de toelating om te graven en vanuit België, via projectwerving, de middelen om in Sagalassos met het archeologisch onderzoek te beginnen.”

VeelzeggendevisrestenGeleidelijk groeide het project uit tot een Belgische onderneming, weliswaar in samenwerking met studenten en wetenschappers van tientallen nationaliteiten. Nu zijn er bijna tweehonderd men-sen bij een campagne betrok-ken, die telkens 10 tot 12 miljoen euro kost. “Veel van mijn tijd gaat dan ook naar fondsenwerving”, verklaart Waelkens, die nog een laatste keer een FWO-project kan

aanvragen voor hij met emeritaat gaat. “Er kan daar nog honderd jaar gegraven worden”, schat hij. “We hebben slechts 5 à 10 pro-cent blootgelegd. Hopelijk neemt één van de medewerkers de fak-kel van mij over.”

Onder die medewerkers bevin-den zich naast archeologen ook cartografen, geologen, geomor-fologen, antropologen, archeo-zoölogen, paleobotanici, conser-vators, ingenieurs en architecten. “Dankzij onze interdisciplinaire aanpak kennen we nu bepaalde aspecten van het dagelijkse leven tot in het detail”, meent Wael-kens. “Voor de afgelopen tiendui-zend jaar hebben we de klimaat-veranderingen, de wisselingen in vegetatie, fauna, nederzettings-patronen, de exploitatie van de aanwezige grondstoffen, evenals het dieet van de bevolking be-schreven.”

Waelkens en zijn teamleden hebben veel aandacht voor pol-len (stuifmeel) en voedselresten. Binnen de archeologie hebben ze pionierswerk verricht door DNA te halen uit visresten. “Zo hebben we ontdekt dat in Sagalassos vis-sen uit de Nijl werden ingevoerd.” Voorts werden nog nieuwe isoto-pentechnieken uitgewerkt om de herkomst van grondstoffen voor glasproductie en voor metallur-gie te achterhalen. Recentelijk werden de mooiste en rijkste pol-lenprofielen van Voor-Azië aange-boord.

“In twintig jaar hebben we een tijdperk van tienduizend jaar beschreven waarover amper iets bekend was”, aldus Waelkens. Concreet werden op de site drie gebouwen gereconstrueerd en vijf fonteinen blootgelegd, waar-van één uit de late eerste eeuw

voor Christus gerestaureerd werd en weer actief is. De twee andere monumenten zijn een tempelvor-mig eremonument uit de tijd van Keizer Augustus en een pronkfon-tein van 28 meter lang.

TrendsettersDe archeologen onder leiding van Waelkens hebben in Sagalassos enkele internationale topvondsten gedaan, die wereldwijd de media haalden. De bekendste was in 2007 de vondst van het hoofd van een vijf meter hoog beeld van de Ro-

meinse keizer Hadrianus (117-138 n. Chr.), dat recent het pronkstuk vormde van een drukbezochte ten-toonstelling over deze keizer in het British Museum in Londen.

Deze zomer nog kwamen in de-zelfde galerij van de thermen de resten van drie andere beelden aan de oppervlakte: de kolos-sale voeten van keizer Antoninus Pius (138-161 n. Chr.), de voeten, één arm en het perfect bewaarde hoofd van zijn echtgenote kei-zerin Faustina de Oudere en ten slotte de nog rechtopstaande be-nen, de armen en het hoofd van keizer Marcus Aurelius (161-180 n. Chr.). Al deze beelden zijn op-vallend fijn afgewerkt.

Belangrijker is dat Sagalassos internationaal geldt als een mo-

delopgraving voor de klassieke archeologie, vindt Waelkens. “We willen de vondsten niet lou-ter kunsthistorisch beschrijven, maar werken over de grenzen van de verschillende wetenschapsdo-meinen heen. Die aandacht voor de kleinste resten is kenmerkend voor het prehistorisch onderzoek. Dat maakt ons trendsetters, zeker in Turkije waar toch zo’n 200 ar-cheologische projecten lopen.”

Tot slot wordt ook nagedacht over het beheer van de site. “Hoe kunnen we de vindplaats aan het

publiek presenteren? Hoe hou-den we het natuurgebied intact? Daarvoor werken we nauw samen met de Turkse lokale bevolking, door hen te informeren en actief te betrekken bij het project”, be-sluit Waelkens.

Voor zijn bijdrage aan de ar-cheologie en de popularisering ervan werd Marc Waelkens in de adelstand verheven.

Professor Marc Waelkens geeft vier lezingen over de vondsten in Sagalassos: op 12 februari, 24 februari en 4 maart, telkens om 20u in Aula Pieter De Somer in Leuven en op donderdag 19 februari om 20u in Tongeren. De lezingen zijn gratis – reserveren kan op http://www.sagalassos.be of op (t) 016 32 48 62.

28 JAnuARi 2009 Onderzoek 17

Sagalassos geldt wereldwijd als modelopgraving Met topvondsten als een enorm hoofd van keizer Hadrianus kan professor Marc Waelkens internationaal op veel belangstelling rekenen. Maar daar is het hem en zijn team niet om te doen bij de opgravingen in het Turkse Sagalassos. “Door interdisciplinair te werken kunnen we het dagelijkse leven reconstrueren en tienduizend jaar geschiedenis overspannen.”

HetAntonijnsNymphaeum (©BrunoVandermeulen)

BeeldvanMarcusAurelius (©DannyVeys)

“In twintig jaar hebben we een tijdperk van tienduizend

jaar beschreven waarover amper iets bekend was.”

Lien Lammar

In mei 2008 richtten Bart Cool, Wim Moonen en Stefaan Van de Perre het fonds ‘Jouw Gezond-heid’ op, met als doel het stam-celonderzoek van professor Ca-

therine Verfaillie en haar team te bevorderen en te ondersteunen. Eén van de partners van het fonds is de Christelijke Mutualiteit.

“Als ziekenfonds is het altijd al onze ambitie geweest — vandaag misschien zelfs nog meer dan

18 Mecenaat campuskrant

Het Scala-optreden bracht 12.546 euro op voor het fonds. (© Rob Stevens)

“Dit fonds verdient onze steun”Het vorig jaar opgerichte fonds ‘Jouw Gezondheid’, dat het stamcelonderzoek van wetenschapster Catherine Verfaillie wil bevorderen, kan rekenen op de steun van de Christelijke Mutualiteit. CM-voorzitter Marc Justaert vertelt over dit unieke partnerschap.

Doctoraten

GodGeleeRdHeid3 oktober - Virginia Rajakumari San-diyaguThe galilean women in the redaction of luke: An exegetical study of luke 8:1-322 oktober - Emmanuel WabanhuConfronting Corporate Corruption. A Virtue ethics Approach6 november - Johny ThachuparambanJesus and the law in the Mathean community: A source - and redaction - critical study of Mt 5, 38-4825 november - Devassikutty Joseph MadathummuriyilTowards a Sacramental Hermeneutics of giveness. A Pneumatological and Phenomenological Approach

HoGeR inSTiTuuT VooR WiJSbeGeeRTe30 september - Anne TopolskiA Political ethics of intersubjectivity: between Hannah Arendt, emmanuel levinas and the Judaic19 november - Benjamin HoweThe History of Arne naess’s environ-mental Philosophy and its Reception21 november - Darian MeachamPhenomenological Approaches to the Political in Patocka and Merleau-Ponty

ReCHTSGeleeRdHeid17 november - Charlotte Declerckliteraire en artistieke eigendom in het familiaal vermogensrecht22 november - Frederik Naertinternational law Aspects of the eu’s Security and defence Policy, with a particular focus on the law of armed conflict and human rights

eConoMie enbedRiJfSWeTenSCHAPPen16 oktober - Kris Aertsessays on the economics of evaluation: public policy and corporate strategies in innovation27 november - Kris Boudtestimation of financial risk under non-normal distributions

SoCiAle WeTenSCHAPPen28 oktober - Konrad PedziwiatrThe new Muslim elites in european Cities: Religion and Active Social Citizenship Amongst Young organized Muslims in brussels and london30 oktober - Yve De WeerdtJobkenmerken en collectieve depriva-tie als verklaring voor de band tussen de sociale klasse en de economische attitudes van werknemers in Vlaan-deren31 oktober - Nadia FadilSubmitting to God, submitting to the Self. Secular and religious trajectories of second generation Maghrebi in belgium17 november - Eva BeuselinckShifting public sector coordination and the underlying drivers of change: a neo-institutional perspective

leTTeRen10 oktober - Violet SoenVerzet en verzoening. Vredehandel tijdens de nederlandse opstand (1564-1598)28 oktober - Joris SnaetReformatie versus Contrareforma-tie. de religieuze architectuur in de noordelijke en Zuidelijke nederlanden gedurende de 16de en 17de eeuw31 oktober - Gijs Coucke

filosofie tussen tekst en traditie. de re-ceptie van Aristoteles’ Problemata, iV in de Middeleeuwen: Pietro d’Abano’s expositio problematum14 november - Elke Van Steendameffective instructional strategies in collaborative revision in efl24 november - Kateryna KovalchukCelebrating the encaenia of St. Sophia in Constantinople: liturgical Context, literary Associations, and ideological Significance of the byzantine diegesis26 november - Julian Richardde ‘nymphaea’ in het Griekse oosten als getuigenissen van het religieuze en sociale leven, en van stedelijke profilering in de oostelijke Romeinse provincies

PSYCHoloGie en PedAGoGi-SCHe WeTenSCHAPPen6 oktober - Wilfried CoolsMultilevel design efficiency using Simulation20 november - Ann Meuldersunpredictability induces context conditioning and interferes with sub-sequent learning: A human associative learning approach

WeTenSCHAPPen30 september - An Van den BogaertSynthese van pyridodiazepinedionen en oxazolonaftyridinonen uitgaande van 2-hydroxynicotinezuur en syn-these van probes voor ‘targeted drug delivery’1 oktober - Wim SmetsSynthese van homochirale aminopi-peridinoncarboxylaatsystemen en homologen uitgaande van optisch zuivere vinyl en allyl gesubstitueerde aminozuren

3 oktober - Sofie VanlaerSynthese van spirocyclische pyrido-azepines en gebrugde tetrahydronaf-tyridines, analoga van acetylcholines-terase-inhibitoren13 oktober - Philippe Van Marckedevelopment of a pore network model to perform permeability computations on X-ray computed tomography images17 oktober - Kurt BoonenPeptidomics of Mus musculus: To-wards a Systems biology Approach of intercellular Signalling22 oktober - Dries Kimpeon the scalable parallelization of unstructured mesh applications27 oktober - Denis Ermolat’evnew approaches to 2-aminoimidazoles and their derivatives29 oktober - Nele SchildermansRectificatie-effecten en nucleatie van supergeleiding in supergeleidende nanostructuren31 oktober - Koen SchoutedenTunneling microscopy and spectrosco-py of metallic and magnetic nanoclus-ters on atomically flat surfaces31 oktober - Bart Van Meerbergenneuro-electronic hybrid devices: a study of biointerfacial processes promoting cell adhesion on nanostruc-tured surfaces7 november - Anton Van de Putteecology and evolution of fishes in the Southern ocean, with a special focus on Electrona antarctica17 november - Romain MeyerMantle crustal interactions during continental breakup, the ne Atlantic19 november - Joachim FritzscheManipulation of superconductivity by orthoferrite magnetic templates25 november - Klaartje Pellens

development and use of a yeast model system to study the cellular toxicity of human alpha-synuclein

inGenieuRSWeTenSCHAPPen30 september - Shashank Guptanumerical Modelling of Subway induced Vibrations30 september - Xin Jienergy efficient Video Transmission over Multi-user Wireless network30 september - Els De Vos“Hoe zouden we willen wonen?” Woonvertogen en -praktijken in de jaren 1960-70 in Vlaanderen1 oktober - Carla Oporto Pereyraorigin, bioavailability and Risk of Cad-mium in Agricultural Soils of Chayanta basin (Potosi - bolivia)7 oktober - Geert Cornelisuitloogmechanismen van oxyanion-vormende metalen en metalloïden in alkalisch vast afval8 oktober - Wim Vereeckenimpulsgebaseerde radiosystemen: betrouwbaar communiceren over een breedbandig kanaal10 oktober - Kai ChengMetal organic Vapour Phase epitaxy of iii-nitrides on Silicon (111)13 oktober - Kathleen VunckxHoge kwaliteitsbeeldvorming van kleine dieren door middel van emis-sietomografie15 oktober - Marian Verhelstenergie-efficiëntie gedreven ontwerp van een flexibel communicatie- en localisatie-systeem20 oktober - Yves MolsMetamorfe inGaP/inGaAs multijunctie-zonnecellen op Ge-substraten21 oktober - Jan DesmetStudie en analyse van de verliezen in

vroeger — om meer te zijn dan al-leen maar een uitbetalingsinstel-ling”, zegt Marc Justaert, voorzitter van de CM. “Met dit partnerschap geven we een signaal dat weten-schappelijk onderzoek ook van-uit een sociale invalshoek onder-

steund moet kunnen worden. Het is onze rol om mee te werken aan een goed gezondheidsbeleid in dit land. Stamceltherapie zal voor heel wat nieuwe mogelijkheden zorgen en een grote stap vooruit betekenen in de behandeling van verschillende ziektes. Het is een ernstige wissel op de toekomst dat je zoiets promoot.”

duwtje in de rugDat het om een onderzoek van de universiteit gaat, heeft de mutua-liteit zeker en vast mee overtuigd om zijn naam aan het fonds te verbinden, zegt Justaert. “De CM heeft altijd al een goeie band gehad met de K.U.Leuven. We geloven heel erg dat dit onder-zoek een meerwaarde betekent voor het gezondheidssysteem in ons land. We mogen fier zijn dat professor Verfaillie dit in Leuven komt doen. Ik kan onbetwist zeg-gen: dit verdient onze steun.”

“We bieden een bescheiden fi-nanciële ondersteuning — wat zeker nodig is bij dit soort weten-schappelijk onderzoek — maar geven ook op andere manieren een duwtje in de rug. In ons le-denblad Visie hebben we de wer-king van het fonds toegelicht en onze leden opgeroepen een gift te doen. We geven ook aandacht

aan activiteiten die het fonds op poten zet. Met succes: het concert van Scala in Dendermonde op 24 januari was volledig uitverkocht. Daarnaast is het natuurlijk voor ons ook fijn dat het fonds ken-baar maakt dat wij dit doen.”

Wil de CM met dit unieke part-nerschap een voorbeeld zijn voor andere mutualiteiten? “Absoluut. We willen onze verantwoordelijk-heid opnemen. Het is de eerste keer dat een mutualiteit een part-nerschap aangaat met een fonds en daar zijn we fier op. Het zorgt voor een verbreding van ons eigen gezichtsveld. Komt er op het einde van dit jaar een positieve evaluatie uit de bus, dan zullen we de sa-menwerking zeker verder zetten.”

Meer info over het fonds op http://www.jouwgezondheid.beU kan steeds het onderzoek steunen via rekeningnummer 734-0194177-89 van K.U.Leuven giften met vermelding “voor kredietnummer ETH-FOGZH1-P3610” (fiscaal attest voor giften vanaf 30 euro)

nieuwe leerstoeldelta lloyd life leerstoel Pen-sioenbeleid, titularis: prof. Jos berghman (faculteit Sociale Wetenschappen)

28 januari 2009 Ad Valvas 19

recHtgezet Torst Atlas de wereld op zijn schouders?

[ConCluSie] Atlas is geen wereldstut maar een hemelheffer.

reiner Van HoVe

Als wij hier ten kantore met een titanenklus opgezadeld zitten, hoeven we ter relativering van ons lot maar uit het raam te kij-ken, naar de overkant van de Oude Markt: op het dak van café De Weerelt zit de arme Atlas ge-knield met een bol in zijn nek. Het woord Weerelt lijkt ons niet volledig juist gespeld, maar is de mythologische verwijzing wél correct?

Voor het antwoord bollen we naar professor Peter Van Deun van de Eenheid Griekse Studies. “Atlas was één van de Titanen”, vertelt hij, “een oud godenge-slacht dat in opstand kwam te-gen de olympische goden Zeus en Jupiter. De reuzen moesten het onderspit delven en kregen elk een straf. De oudste bronnen, zoals Homerus en Hesiodus, schrijven dat Atlas in een weste-lijke uithoek van de aarde het he-melgewelf – Uranus – moest dra-gen. En dus niet de aarde zelf. Bij latere klassieke auteurs zie je de verwarring ontstaan: in een tra-gedie van Aischylos bijvoorbeeld moet Atlas de hemel én de aarde

torsen.”“Maar het misverstand is waar-

schijnlijk vooral ontstaan omdat er twee verschillende Atlas-fi-guren zijn – of twee interpreta-ties van de Atlas-figuur. Naast de mythologische is er ook een – vermeende – historische At-las, een astronoom die als eer-ste een hemelbol gemaakt zou hebben. En Mercator zou naar dié Atlas verwezen hebben toen hij zijn verzameling kaarten zo noemde.”

De mythologische Atlas onder-nam trouwens – hoe zou je zelf zijn – wel nog een poging om van zijn last af te geraken. Van Deun: “Atlas speelt een rol in de mythe van de twaalf werken van Hera-kles. Als één van zijn opdrachten moet Herakles de gouden appels van de Hesperiden roven. Atlas weet hoe hij aan die appels kan geraken en vraagt Herakles om het hemelgewelf van hem over te nemen. Wanneer Atlas terugkeert met de appels, weigert hij de last weer op zich te pakken, maar met een list krijgt Herakles hem toch zover. Atlas bleef dus alsnog met de gebakken peren zitten. (lacht)”

Professor Jacques Tybergheinemeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskundegeboren op 11 november 1925en overleden op 21 november 2008

Professor Karel Heirweghemeritus hoogleraar aan de Faculteit Geneeskundegeboren op 8 mei 1928en overleden op 25 november 2008

Professor Gabriël Forrezemeritus hoogleraar in de Faculteit Geneeskundegeboren op 14 oktober 1926en overleden op 11 december 2008

Professor Eduard Smetserehoofddocent aan de Faculteit Ingenieurswetenschappengeboren op 23 april 1935en overleden op 11 december 2008

in memoriam

De universitaire gemeenschap neemt afscheid van:

laagspanningskabels onder harmoni-sche belasting3 november - Yves Reymen3d discontinue Galerkin methoden voor simulatie in het tijdsdomein van de voortplanting van stromingsgeluid5 november - Leslie De Koninckuitvoeringscontrole voor Constraint Handling Rules7 november - David CheynsWerking en architecturen van organi-sche bilaag fotovoltaische cellen17 november - Wim Van de Vijverontwikkeling van een hoognauwkeurig en snel piëzo-elektrisch positioneer-systeem 18 november - Tom FrancartPerceptie van binaurale lokalisatie-cues met gecombineerd elektrisch en akoestisch gehoor21 november - Dieter Segherslokale graafgebaseerde probabilisti-sche representatie van beeldobjecten voor modelgebaseerde segmentatie van medische beelden24 november - Jon Sneyersoptimaliserende compilatie en compu-tationele complexiteit van beperkings-afhandelingsregels28 november - Jean-Baptiste PoulletQuantification and Classification of Magnetic Resonance Spectroscopic data for brain Tumor diagnosis

bio-inGenieuRSWeTen-SCHAPPen3 oktober - Joost JanssensChemical synthesis of n-acyl homoser-ine lactone analogues and brominated furanones, and their biological activi-ties with Salmonella enterica serovar Typhimurium and Vibrio spp.6 oktober - Jeroen De Temmermandevelopment of a drying model for the moisture concentration in pasta with control design of the drying air properties8 oktober - Hans Van Calstereffects of changing management re-gimes on understorey plant communi-ties in former coppice systems14 oktober - Isabelle FrançoisVis/niR spectroscopy as a tool for quality control in the production chain of fruit and vegetables20 oktober - Maria Jimenez Feijooeffect of the nutritional status of banana (Musa spp.) on leaf disease infestation by Mycosphaerella fijiensis Morelet in ecuador27 oktober - Pieter Levecqueintroduction of (heterogeneous) ca-talysis in Sugar Chemistry14 november - David De SchutterThe influence of thermal load during wort boiling on the flavour stability of beer24 november - Karen VancampenhoutSoil organic matter chemistry as a proxy for climate and vegetation in present-day ecosystems and last-interglacial palaeosols27 november - Hibru Kelemu MebatsionComputer generation of virtual pome fruit parenchyma tissue

GeneeSkunde30 september - Lukas Van OudenhovePsychobiological mechanisms in func-tional dyspepsia. Converging evidence from psychophysiology & functional brain imaging?3 oktober - Luk CoxThe Role of Smad5 in Cardiovascular development8 oktober - Harlinde De SchutterHypoxia, microsatellite alterations and promoter hypermethylation in HnSCC: interplay and biomarker potential10 oktober - Armand Van Deunoptimization of smear microscopy for acid-fast bacilli in Tuberculosis control programs13 oktober - Jorina GeysToxicity of nanoparticles. Cytotoxicity

- development of an in vitro pulmonary translocation model - in vivo toxicity and tissue distribution17 oktober - Katrien BusschotsCharacterization of the interaction of HiV-1 integrase and its cellular cofac-tor ledGf/p7522 oktober - Karen ZwaenepoelPhysiological function of the PR130 b” subunit of protein phosphatase 2A22 oktober - Dirk VlasselaersTight glycemic control with intensive insulin therapy: effects on inflam-mation, endothelial and myocardial function and the facilitation of clinical implementation24 oktober - Jianghai Chenin search of pituitary stem cells using sphere formation and ‘side population’ phenotype28 oktober - Koen Van den Heedenurse-staffing levels and patient safety in acute hospitals: analyzing adminis-trative data at the nursing-unit level29 oktober - Renate ZeevaertAdvances in Congenital disorders of Glycosylation type ii30 oktober - Hilke VervenneA search for the in vivo function of the lPP protein4 november - Helga Blockxeffect of noS-Compartmentalisation on Cerebral Perfusion and oxygen Metabolism in Physiological and Pathological Conditions4 november - Liesbet HenckaertsGenetic variability in genes involved in pattern recognition and epithelial bar-rier integrity and their role in suscep-tibility to inflammatory bowel disease and immune-mediated disorders5 november - Sébastien Kindtinflammation-mediated neuronal dysfunction in the upper gastrointes-tinal tract5 november - Stephaan Bartholomeeu-senMorbidity research in primary care, using semi-automatic data collection from electronic medical records in general practices in flanders24 november - Wouter Meerssemaninvasive fungal infections in critically ill patients24 november - Katrien Janssensidentification and characterization of eVl-i as a new physiological Pkd substrate

fARMACeuTiSCHeWeTenSCHAPPen30 oktober - Elien VandermarliereArabinoxylan breakdown: structural insights in xylanolytic enzymes and a xylanase inhibitor

beWeGinGS- en ReVAlidA-TieWeTenSCHAPPen30 september - Jacqueline RomkesGait in hemiplegic cerebral palsy: effects of ankle foot orthoses21 oktober - An Windelinckxfine-mapping and SnP-analysis of putative QTls in human muscle strength: the leuven Genes for Mus-cular Strength Study20 november - Gunther De MarsWhole genome scan and candidate-gene study in human muscular performance: The leuven Genes for Muscular Strength Study

BenoemD ofonDerscHeiDendr. Liesbet geris, verbonden aan de Afdeling biomechanica & Grafisch ontwerpen van het departement Werktuigkunde, ontving in november 2008, tijdens de vierde European Congress on Medical and Biomedical Engineering in Antwerpen, de IFMBE Young Investigator Award voor haar onderzoek naar de wiskundige model-lering van breukheling.

Professor geert molenberghs, verbonden aan het interuniversitair instituut voor biostatistiek en Statis-tische bioinformatica, ontvangt een binnenlandse Francqui-leerstoel van de universiteit Antwerpen, voor de periode 2008-2009, onder promotor-schap van prof. Joost Weyler van de faculteit Geneeskunde van de universiteit Antwerpen.

Professor Bernd nilius, verbonden aan het departement Moleculaire Celbiologie, werd op 24 oktober 2008 benoemd tot Official Guest Professor aan de Medical University Chongqing, China.

op 23 oktober 2008 ontving dr. Dries smeets, verbonden aan het instituut voor kern- en Stralingsfysica, in Marseille de tweejaarlijkse Prijs Pa-trick Gas & François d’Heurle van het Institut Matériaux, Microélectronique et Nanosciences de Provence. Hij kreeg deze onderscheiding voor zijn doctoraatsproefschrift ‘nucleation, diffusion and texture during growth of Coni-silicides’ (promotor Prof. André Vantomme).

we er eentje bij een ouder koppel uit Blanden, vlakbij Leuven. Zij hadden net een week ervoor be-slist om de auto toch maar weg te doen. Het is een degelijk autootje uit 1985. Samen met een garage en de afdeling automechanica van het VTI in Leuven hebben we hem vertrekkensklaar gemaakt. De afgelopen maanden hebben we één en ander opgestoken over automechaniek, zodat we kleine problemen nu wel zelf zullen kunnen oplossen. De eenvou-dige mechaniek en de bijna to-tale afwezigheid van elektronica is daarbij een groot voordeel. Als we in zacht zand terechtkomen, zal het nu en dan wat trekken en duwen zijn, maar ik heb er toch goede moed op dat de auto heel-huids Marrakech zal bereiken. Ik heb vernomen dat gemiddeld tachtig procent van de wagentjes het haalt.”

“We hebben al heel wat tijd in het project gestoken, al liggen de voorbereidingen nu wat stil door de examens. Mensen en bedrij-ven overtuigen om ons te steu-nen vroeg het meeste werk, maar was een erg nuttige ervaring. We moesten een goed dossier kun-

Ines MInten

“Vorig jaar volgde Matthias een aanvullende masteropleiding in de school die de rally mee orga-niseert. Hij zag daar elke dag die R4’tjes passeren en begon er stil-aan van te dromen om zelf ook mee te doen. Mij leek het ook een erg leuk en lovenswaardig initia-tief, dus hebben we dit jaar een team gevormd.”

“Op 19 februari vertrekken we met zo’n duizend andere studen-tenteams uit Parijs. Vervolgens reizen we door Frankrijk en Span-je om helemaal in het zuiden de boot te nemen naar Marokko. Via het Atlasgebergte en het be-gin van de Sahara rijden we tot in Marrakech. Elk team neemt min-stens vijftig kilo school- en sport-spullen mee, om het onderwijs in de vaak achtergestelde woestijn-gebieden te ondersteunen. Wij doen daar nog een zonnepaneel bovenop. Het leek ons een goed idee om het te schenken aan een dorpje waar momenteel nog geen elektriciteit is.”

“De R4 wordt al wat zeldzamer, maar nadat we het halve land hadden afgeschuimd, vonden

nen voorleggen, naar bedrijven stappen, de media aanspreken... Het project aan de man brengen, kortom. Gelukkig zijn daar toch

“In een R4’tje door de woestijn”Laatstejaarsstudent rechten Michael Cerulus vormt samen met zijn beste vriend Matthias Lefèvre het rallyteam M&M. In een piepklein Renault R4’tje rijden ze van Parijs naar Marrakech, als deelnemers aan de ‘4L Trophy’, een Frans initiatief dat solidariteit en vrijgevigheid vooropstelt.

Flou photographiqueDe mooiste beelden van onze tentoonstelling Campuskrant XXL zomaar haarscherp weggeven op deze pagina? We zouden wel gek zijn. Maar met deze vertroebelde selectie is uw nieuws-gierigheid hopelijk geprikkeld: vanaf 14 februari kunt u er zich in de Centrale Bibliotheek van komen vergewissen dat onze fotografen wel degelijk uitstekend kunnen scherpstellen. Meer info op pagina 4.

20 Buitenkant caMpuskrant

enkele goede sponsors uitgeko-men. Zo steunt de universiteit ons met een enorm aantal balpennen en heeft de nieuwe radiozender

MNM ons beloofd om de luiste-raars op de hoogte te houden van onze vorderingen.”

http://www.woestijnrally.be

Een geslaagde ruitenwissersimitatie van Michael Cerulus (links) en teamgenoot Matthias Lefèvre. (© Rob Stevens)