Nieuwe Veluwe 4 2011

60
Nieuwe Veluwe Special Fraaie buitenplaatsen gemeente Rheden en Vereniging Natuurmonumenten zetten zich in voor behoud en versterking van parken, lanen en cascades Broosheid natuur verbeeld in internationale kunsttentoonstelling Windflower Wildwallen vertellen het verhaal van het vroegere leven op de Veluwe Honderden vrijwilligers brengen heide Gerritsfles op orde Modder aan je broek saai schoolplein in Ermelo omgetoverd tot spannende natuurspeelplaats Losse nummers e 7,50 NATUUR EN CULTUUR 4/11

description

Nieuwe Veluwe gaat over natuur en landschap, kunst en cultuur en biedt een platform voor discussie en opinie. Nieuwe Veluwe beoogt een inhoudelijk, inspirerend en kritisch kwaliteitsmagazine te zijn voor liefhebbers van de Veluwe met een brede interesse. Op en rondom de Veluwe zijn veel ontwikkelingen gaande die meer aandacht verdienen. De Veluwe sprankelt en leeft. Beken worden boven-gronds gehaald en stuifzanden hersteld. Op de flanken van de Veluwe wordt gezocht naar een nieuw evenwicht tussen verstedelijking en behoud van landschappelijke waarden. Landbouw en toerisme staan op gespannen voet met de natuur, maar hebben elkaar ook nodig. Het gebied is een inspiratiebron voor kunst en cultuur. De rijke cultuurhistorie biedt aanknopingspunten voor ruimtelijke ontwikkeling. Op dit soort thema’s wil het nieuwe magazine ingaan. Voor reacties, suggesties en vragen [email protected] of bel 0317 425880. E-mail [email protected].

Transcript of Nieuwe Veluwe 4 2011

Page 1: Nieuwe Veluwe 4 2011

Nieuwe Veluwe

Special

Fraaie buitenplaatsen gemeente Rheden en Vereniging Natuurmonumenten zetten zich in voor behoud en versterking van parken, lanen en cascades

Broosheid natuur verbeeld in internationale kunsttentoonstelling Windflower

Wildwallen vertellen het verhaal van het vroegere leven op de Veluwe

Honderden vrijwilligers brengen heide Gerritsfles op orde

Modder aan je broek saai schoolplein in Ermelo omgetoverd tot spannende natuurspeelplaats

Losse nummers e 7,50

natuur en cultuur

4/11

Page 2: Nieuwe Veluwe 4 2011

De makers van Nieuwe Veluwe doen veel! Voor

u of uw organisatie gaan we ook graag aan de

slag. Bijvoorbeeld voor een huisstijl, folder,

brochure, e-nieuwsbrief, website, (e-)boeken

en nog veel meer.

We ontwerpen, schrijven of redigeren teksten

en fotograferen. Neem eens vrijblijvend

contact met ons op.

Schip van BlaauwGeneraal Foulkesweg 726703 BW Wageningen

T 0317 425880

[email protected]

gaw

ontw

erp +

com

mun

icat

ie Gelders Arcadië€ 24,95 (vanaf 1-1-2012 € 29,95)

Voor deze uitgave en alle andere boeken over de regioJansen & de FeijterEmmastraat 6 Velp 026 - 3628959www.eenpassievoorboeken.nl

Van Lotringen & Goedings Advocaten

www.vlgadvocaten.nl

Adv_VLGadvocaten_NV.indd 1 04-12-11 16:39

Page 3: Nieuwe Veluwe 4 2011

ColofonNieuwe VeluweNummer 3, 2011 Nieuwe Veluwe verschijnt 4 keer per jaar.i www.nieuweveluwe.nl

Nieuwe Veluwe is voor alle mensen die houden van de Veluwe en meer willen weten over het gebied: natuur, landschap, cultuur(historie) en kunst

UitgaveGAW ontwerp en communicatie

AdresGeneraal Foulkesweg 726703 BW Wageningent 0317 418128, f 0317 425886e [email protected]

RedactieRia Dubbeldam (GAW)([email protected]),Cecile van Wezel (GAW),Dick van der Klis,Hans van den Bos,Gerrit Breman

KlankbordgroepDe leden zitten op persoonlijke titel in de klankbordgroep.Thijs Belgers (Gelderse Milieufederatie), Koos Dansen (natuurkenner, publicist), Ad Germing (natuurkenner, fotograaf), Michiel Hegener (publicist, cartograaf), Arne Heineman (Natuurmonumenten Gelderland), Patrick Jansen (Vrienden van de Veluwe), Patrick Jansen (Probos), Henk Kuijpers (gemeente Apeldoorn), Antoon Loomans (KNNV), Frits Storm (IVN), Dirk van Uitert, Gert van Veldhuizen (Vogelbeschermingswacht Noord-Veluwe), Marike Vissers (Staatsbosbeheer), Arjan Vriend (Landschaps-beheer Gelderland), Hans Vulto (gemeente Ede), Marc Mingens (Gelders Erfgoed)

VormgevingCecile van Wezel (GAW)

DrukDrukkerij Modern, Bennekom

BladmanagementJelle de Gruyter (GAW)

Abonnementene [email protected] abonnement: € 29,50 incl. btw.Een abonnement wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij vóór 1 november schriftelijk wordt opgezegd. Losse nummers: € 7,50.

Advertentie-exploitatieEelco Jan Velema (Brickx)t 070 322736, m 06 46291428e [email protected]

OmslagfotoBen ter Mull

© 2011 GAW ontwerp en communicatieOvername van artikelen wordt op prijs gesteld, maar uitsluitend met bronvermelding.

ISSN1879-6001

Inhoud

nieuwe Veluwe 4/11 3

Special Rhedense Buitenplaatsen:Welgestelden streken neer in Rheden. Ze lieten weergaloze

landschappen, natuur en culturele rijkdom na / 19

Forest Fairytales:Als een sprookjesfiguur wandelen door de fantasiewereld

van Apeldoornse kunstenaars / 8

Arne Heineman:De regiodirecteur van Natuurmonumenten pleit voor een

nieuwe omgang met elkaar / 12

Natuurspeelplaats:Een schoolplein waar je lekker vies mag worden en waar je

zorgt voor de natuur. Ermelo heeft het / 52

Lokaal koken:Kok Christian Weij ontdekt dat wat je van dichtbij haalt erg

lekker kan zijn. En duurzaam. Hij neemt zijn gasten mee

op avontuur / 56

Artikelen

4 Wildwallen:eigenaardigelijn-

elementeninhetlandschap

16 Blekerpastvoorstelnatuurwet

ietsaan

44 700extrahandenhoudenheide

Gerritsflesopen

38 Tweedelevenvoorstortplaatsen

48 Windflower:Natuurgekoesterd

52 Natuurterugindewijkenop

school

Rubrieken

18, 54, 58 Actueel

11 ColumnWouterKlootwijk

15 Vraagenantwoord

55 Boeken

Page 4: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/114

Wildwallen: eigenaardige lijnelementen in het landschap

tekst Ria Dubbeldam, foto’s Wim van Hof/gaw.nl

Page 5: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 5

Archeologisch adviesbureau RAAP heeft net een sleuf gegraven dwars door de wildwal op landgoed Hoekelum tussen Bennekom en Ede. De bedoeling is om te kijken in hoeverre met archeologische technieken aanvullende informatie is te krijgen over wal- en greppel-systemen, zegt archeoloog Gerben Zielman van RAAP. Aan deze wildwal is te zien hoe hij in het verleden is opgeworpen. De wal heeft aan beide zijden een greppel, vaak is het er maar één. En wel aan de zijde waar mensen het wild wilden weren. De dieren kwamen eerst voor een diepe greppel te staan en moesten vervolgens over een hoge wal heen. Ook is goed te zien hoe deze wildwal in de loop van de tijd is geërodeerd. Een deel van de grond is in de greppels of van het talud afgeschoven.

Bijzonderheden vastleggenZielman bestudeert de wildwal verder. In het profiel ziet hij geen plaggen. Die werden geregeld gebruikt om een wal te versterken of om te voorkomen dat het talud zou afschuiven. Plaggen werden in lagen in de grond gelegd of als bekleding aangebracht. Inmiddels heeft een collega foto’s van de doorsnede van de Hoekelumse wildwal gemaakt en een tafeltje in de sleuf gezet om het profiel en alle bijzonderheden op schaal na te tekenen. Alles wat ze zien, wordt gedegen vastgelegd: hoe hoog de wal is en hoe diep. Of hij in een keer is opgeworpen of dat hij een aantal keren in verschillende periodes is opgehoogd als

antwoord op een toegenomen wilddruk (zie kader wildwallen). Het wild mocht immers niet de kans krijgen op de akkers te komen. Bedenk dat als dat wel gebeurde en alle gewassen werden opgegeten, de oogst verloren was en de boerenfamilies niks te eten hadden.

Oorspronkelijke begroeiing‘Misschien vinden we nog wortels van de oorspronkelijke begroeiing of paalgaten die verwijzen naar een hekwerk dat bovenop de wal heeft gestaan’, zegt Zielman. Want een drie voet (90 centimeter) hoge wal en een even diepe greppel waren niet altijd afdoende om bijvoor-beeld herten en zwijnen te weren. Van alles werd op een wal gezet als extra barrière. Vooral bomen, hakhout of dicht struikgewas, maar dus ook hekken of rekken (tijdelijke barrières van aan elkaar gebonden palen en takken). In de 18e en 19e eeuw werden wallen vaak beplant met eikenhakhout voor boerengeriefhout, brandhout en voor de toentertijd erg gewilde eikenschors (eek), dat gebruikt werd in de leerlooierij. Ook andere boomsoorten, zoals beuk, werden geplant. Wat we nu aan bomen op wildwallen zien, is dus vaak niet de oorspronke-lijke beplanting.

Langste wildwalDe wildwal op landgoed Hoekelum van Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen is eigenlijk een deel van de langste wildwal van de Veluwe. De 21 kilometer lange wal liep van Wageningen

Wildwallen en andere soorten aarden

boswallen: de Veluwe ligt er vol mee.

Honderden kilometers. Lange tijd was

er maar weinig belangstelling voor. De

laatste jaren ineens wel. Boseigenaren

en -beheerders willen deze merk-

waardige landschapselementen weer

beter zichtbaar maken en daarmee

het verhaal van het vroegere leven op

de Veluwe vertellen. Maar dan moet

je wel weten hoe ze eruit hebben

gezien.

Wildwallen: eigenaardige lijnelementen in het landschap

De wildwal op landgoed Hoekelum wordt onderzocht

door een sleuf te graven.

Wetenswaardigheden over wildwallenVeel wallen in bos, heide en stuifzand lijken sterk op elkaar. Toch konden ze heel verschillende functies hebben: om wild, schapen en koeien uit de (bos)akkers te houden, om vee naar de heide te leiden, om verkeer op wegen te houden, om akker- of eigendomsgrenzen te markeren, om stuifzand te stoppen enzovoort. Probos onderscheidt liefst tien typen wallen die in het bos kunnen voorkomen. Het meest aansprekend is toch wel de wildwal. Vaak had een wildwal tegelijkertijd een functie als begrenzing van een enk, een perceel of eigendom. Wildwallen liggen nu meestal in het bos, maar vroeger lagen ze vaak op de grens tussen landbouwgrond en de leefgebieden van het wild. Er waren ook wildwallen om net aangelegd bos of hakhout om deze te beschermen. Dan zie je vaak een omwalling van een perceeltje in het bos.Wildwallen omwalden vaak percelen maar konden ook grote land-bouwgebieden afschermen van de Veluwe, zoals van Wageningen naar Meulunteren (21 kilometer wal) en van Oosterbeek naar

De Steeg (15 kilometer wal). In het Nationaal Park Veluwezoom is van deze laatste wal een stukje herkenbaar gemaakt. Van wanneer de oudste wildwallen dateren is moeilijk te zeggen. Er wordt wel gezegd 14e eeuw. De wilddruk en de noodzaak om wallen aan te leggen en te onderhouden wisselde nogal sterk in de tijd. Begin zeventiende eeuw tijdens de Tachtigjarige Oorlog bijvoorbeeld was er weinig wild door onder meer stroperij. Er was geen noodzaak om de wildwallen goed te onderhouden. Veel wildwallen raakten daardoor in verval. Die situatie veranderde sterk door stadhouder-koning Willem III (1650-1702). Hij hield nogal van jagen en voerde de wildstand op de Veluwe flink op door stropers te weren en wild uit te zetten. De bewoners konden er niet veel tegenin brengen; ze mochten het wild niet afschieten. De enige manier om zich te verweren was hun eigen akkers beschermen met wallen. Veel nieuwe wallen werden aangelegd en oude wallen werden opnieuw opgehoogd en beplant met bomen en struiken.

Page 6: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/116

De wildwal Wageningen-Meulunteren op het traject

Doesburg (ten noorden van Ede) en Meulunteren

(ten noorden van Lunteren) ligt op de grens van akkerland

en woeste grond. Bron: Topografische kaart, Bonneprojectie 1872.

naar Meulunteren ten noorden van Lunteren en beschermde de akkers ten westen van het Moftbos. De wal is in groepsverband door verschillende buurtschappen aangelegd (zie kader buurtboeken). ‘Enorm veel werk als je bedenkt hoeveel moeite het kost om een kuub grond te graven en te verplaatsen tot een ongeveer 3 voet hoge bult’, zegt Ciska van der Genugten van Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen.Op landgoed Hoekelum liggen nog meer wallen, in totaal ongeveer 6 kilometer. En daar kijkt

Van alle wallen waaraan nu onderzoek wordt gedaan, wil de terreineigenaar op enkele markante plekken laten zien hoe ze eruit hebben gezien en uitleggen wat hun functie was. Het werk moet voor maart 2012 klaar zijn. ‘Het gaat om echt kleine stukjes hoor’, benadrukt Van der Genugten. ‘Volledig herstel van alle wallen is te kostbaar. Jaarlijks onderhoud al helemaal.’

Mislukte aanplantDe gemeenten Epe en Rheden doen ook mee aan het onderzoek. ‘In de bossen van de gemeente Epe liggen, voor zover bekend, maar een paar wallen’, zegt Martijn Boosten van Stichting Probos, de organisatie die het hele project coördineert. ‘Eén ligt tegenwoordig in het bos, maar lag vroeger op de heide. Een wat vreemde plek, zo op het eerste gezicht. Maar oud kaartmateriaal geeft wel wat informatie. Wij denken dat het gaat om bescherming van een jonge bosaanplant die halverwege de 19e eeuw op kaart verschijnt, maar op latere kaarten is verdwenen. Waarschijnlijk is de bosaanplant om de een of andere reden mislukt. Het wild of de schapen konden er toch bij. Of de aanplant is mislukt door bijvoorbeeld droogte.’De situatie bij Epe geeft aan hoe weinig er bekend is over wallen. ‘Dat komt voor een deel omdat er nauwelijks tekeningen, schilderijen en foto’s van zijn’, zegt Boosten. ‘Kunstschilders en

RAAP gelijk ook naar: een wegwal, een perceelswal en een eigendomswal. Het opwerpen van wallen om eigendomsgrenzen te markeren is zo oud als de mensheid. Het adviesbureau graaft op nog eens drie andere terreinen van Geldersch Landschap sleuven. In de enkwal in natuurgebied Bruggelen bij Beekbergen, de wildwal in Zwaluwenburg in ’t Harde en de enkwal rondom Loenen. ‘Die van Loenen is de fraaiste’, zet Van der Genugten. ‘Hij is nog bijna helemaal gaaf en loopt vrijwel om het hele dorp heen.’

Een medewerker van archeologisch adviesbureau RAAP meet alles op: hoe hoog en hoe diep de

wal is en allerlei andere bijzonderheden. Op een tafeltje tekent een collega het profiel en alle

bijzonderheden op schaal na.

Page 7: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 77nieuwe Veluwe 4/11

Snuffelen in oude buurtboekenEen groep vrijwilligers (amateur-)historici heeft alle buurtboeken van buurten in de gemeente Ede getranscribeerd. Dat wil zeggen: de teksten zijn zin voor zin omgezet in goed leesbaar schrift. Dat was een enorme klus, maar daardoor is het doornemen van de boeken een stuk gemakkelijker geworden. ‘Aan 6500 pagina’s moeilijk leesbaar schrift ga je niet eens beginnen als je niet weet of het iets kan op leveren’, zegt historicus Gerrit Breman, die de werkgroep heeft gecoördineerd en ook heeft meegewerkt aan het transcriberen.De wildwal van Wageningen tot Meulunteren bleek belangrijk voor de land-bouwers, blijkt uit de buurtboeken. De buurten Bennekom, Manen, Ede-Veldhuizen, Edese Bos, Doesburg (Ede) en Lunteren werkten er gezamenlijk aan. Breman: ‘In de buurtboeken zijn de notulen van de buurtvergaderingen tussen grofweg 1600 en 1900 vastgelegd. Een belangrijk punt was het sluiten van de hekken in de doorgangen in de wal. Reizigers, schaapherders met hun kudden en boeren met hun karren moesten regelmatig de wal passeren. En wat was er irritanter dan zo’n gesloten hek? Dat kan iedereen begrijpen. Eerst van je kar stappen, hek openen, doorrijden, stoppen en hek sluiten. Toch was het erg belang rijk. Wie zo’n hek niet sloot, kon rekenen op een flinke boete.’ Gelukkig was het niet altijd nodig om hekken te sluiten. Die moesten dicht tot de gewassen op de engen geoogst waren. De hekken werden daarna tijdelijk verwijderd. De buurtschappen legden nog meer regels op. ‘Bijvoorbeeld over het onder-houd van de wal’, zegt Breman. ‘De geërfden waren verantwoor delijk voor een gedeelte van de wal. De lengte daarvan stond in verhouding tot het aantal “morgentallen”, de hoeveelheid grond die ze bewerkten. De conditie van de wal werd goed in de gaten gehouden. Jaarlijks werd de toestand geschouwd, vaak door de buurtrichter of zijn plaatsvervanger, samen met de buurtmeesters, die er nog wel eens een feestje van maakten. De kosten die gedeclareerd werden, waren soms nogal fors.’ Verder waren er allerlei verboden – bijvoorbeeld om schapen op de wal te laten grazen, om erop of erover te klimmen – en plichten als de paarden zo aan te spannen, dat ze niet over de wal konden springen. Dit alles moest schade aan de wallen voorkomen.Het had natuurlijk geen enkele zin om de wildwal weer in orde te maken als de buren dat niet deden. Overleg tussen de buurtschappen was dan ook noodzakelijk. Breman: ‘In 1689 overwoog Ede-Veldhuizen om de grens met Doesburg en Manen te sluiten als die niets aan hun wildwal deden. Doesburg blijkt tegen 1700 best actief met reglemen ten en voorstellen om zijn wal weer in orde te krijgen. Datzelfde geldt voor de Maanderbuurt. Het dreigement van Ede-Veldhuizen had kennelijk effect gehad.’

grondeigenaren vonden wallen kennelijk niet interessant genoeg om op het doek of in tekeningen vast te leggen. Het was immers alleen maar wat opgeworpen grond! Bovendien is van lang niet alle wallen historisch archief-materiaal bekend. Dat is er bijvoorbeeld wel van de wegwallen die in de 18e eeuw in opdracht van de Gelderse rekenkamer zijn aangelegd op de domeingronden om karren en ander verkeer op de weg (en uit de heide of het bos) te houden. Daarvan zijn uitgebreide aanlegbestek-ken bewaard gebleven met gedetailleerde aanwijzingen over de afmetingen en opbouw van de wal voor de aannemer die de wal moest aanleggen.´

Herstel begonnenBoosten en zijn collega’s Patrick Jansen en Mark van Benthem hebben de laatste jaren veel uitgezocht over wallen en andere historische boselementen: over de historie, over hoe je ze herkent en beheert. Twee boekjes zijn inmiddels geschreven, speciaal voor bosbeheerders. ‘Zelfs zij staan er niet altijd bij stil dat die glooiing in het bos wel eens een oude wildwal kan zijn die de akkers beschermde tegen vraat.’Op een aantal plekken is het herstel van wallen begonnen. In een aantal gevallen helpt Probos daarbij door kennis en kunde te leveren. Landgoed Tongeren bijvoorbeeld heeft de wal in het Leemkuilbos opgeknapt en weer zichtbaar gemaakt. Overigens is niet bekend wat voor wal dat is. Op landgoed Klein Boeschoten bij Garderen zijn afgelopen zomer rasters geplaatst om een mix van wildwallen, veewallen en vermoedelijk ook grenswallen. De laatste jaren hebben wilde zwijnen er flink huis gehouden in het bijzondere eeuwenoude wallenstelsel. Ook de schade die de dieren hebben aangericht is hersteld. De gaten in de wallen zijn met aarde en zoden opgevuld. En zo gaan er binnenkort meer herstelprojecten van start. Wordt vervolgd!

De praktijkgids Boswallen, handreikingen voor het beheer is niet alleen interessant voor bos- en terreinbeheerders. Iedereen die geïnteresseerd is in aarden wallen vindt er boeiende informatie in. Het boek van Martijn Boosten, Patrick Jansen, Mark van Benthem en Bert Maes kost € 7,50 (incl. verzendkosten) en is te bestellen via [email protected]

foto’s Gerrit Breman

Page 8: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/118

De bezoeker als sprookjesfiguur

Page 9: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 9nieuwe Veluwe 4/11 9

In het transparante gebouw van CODA werd een intiem hoekje voor de tentoonstelling gevonden: achterin, ietwat verscholen, leiden twee trappen naar Forest Fairytales. Met een beetje verbeelding beland je in een geheimzinnige torenkamer waar van alles staat te gebeuren. Staat er een spinnewiel? Moet je je een weg banen door een takkenbos? Kan je een heks of een trol verwachten, ergens verstopt, die je ineens laat schrikken? Nee, dat allemaal niet.

Pop-upHet sprookjesthema is gelukkig niet al te letterlijk genomen. De tentoonstelling is veel eerder te vergelijken met een pop-up boek. Je bent niet degene die naar de sprookjes kijkt, maar eerder zelf het sprookjesfiguur dat door een decor van kunstwerken beweegt. De tentoonstellingsvormgeving helpt mee aan die ervaring. Met soms ietwat uit het lood geslagen wanden, schuin oplopende vloeren en kruip-door-sluip-door-gangetjes heb je het gevoel tussen de bladzijden door te lopen, een luikje open te trekken en een geheim kabinetje binnen te wandelen. Videoschermen en vitrines zijn

zo in de tentoonstellingsruimte opgenomen, dat ze de samenhang tussen de uiteenlopende kunstwerken en de totale ervaring versterken. Wel is er ook een wat harde, ongemakkelijke tweedeling in de tentoonstelling: in de eerste helft zijn de kunstwerken duister, vaak figuratief en tegelijkertijd wat mystiek, hetgeen ook benadrukt wordt door de zwarte omgeving en de beperkte lichtinval, en dan ineens kom je in een lichte ruimte waar het werk veel grafischer en abstracter is. Curator Guido de Vries heeft er de overgang van bos naar stad mee willen symboliseren.

PaardenbloempluisjesEen foto van Linda Mosterd is verrassend aan het plafond opgehangen, meteen bij de ingang van de expositie. Zijn het vuurvliegjes of paardenbloempluisjes? Het blijft onduidelijk, maar het brengt je wel meteen in een sfeer van elfjes en toverfeeën. Iets dieper de tentoonstelling in stuit je op drie wandkleden van Anke Land, die als kostbaar-heden mooi uitgelicht in een kabinetje hangen. Aardse natuurlijke tinten, waartussen goud-

draden flonkeren. De abstracte patronen doen wat aan boomschorsen denken: een verbeelding van een sprookjesbos? Anke Land laat zich graag inspireren door de bosrijke omgeving van Apeldoorn. Pas in tweede instantie ontwaar je in één van de kleden een doodshoofd, een kleine waarschuwing aan het begin van de expositie. De sieraden van Liesbeth Rommers zijn speciaal voor de tentoonstelling gemaakt. Zij bedient zich vaak van gesmede dierfiguren als onder deel van een sieraad, zo ook hier. Als je je verbeeldingskracht de vrije loop laat, kan je je voorstellen dat deze kleinoden toverkracht bezitten en je helpen bij een belangrijke opdracht waardoor alles toch weer goed komt.

KonijnenvelletjesDrie geassembleerde objecten van Emiel Bruggeman zijn zorgvuldig afgedekt onder glazen stolpen. Wonderlijke wezens zijn het, die objecten. De kunstenaar onthoofdde eerst een aantal heiligenbeelden om ze vervolgens weer een nieuw hoofd te geven, bestaande uit schedels van dieren. Gevoelig over de schouders gedrapeerde konijnenvelletjes en

Er was eens… een curator die de vraag kreeg een tentoonstelling samen te stellen met werk van hedendaagse Apeldoornse kunstenaars, sieradenontwerpers, modeontwerpers, filmers, schilders, beeldhouwers et cetera. Hoe vang je die grote diversiteit onder één hoedje? Denkend aan de bosrijke omgeving kreeg hij een ingeving: sprookjes die zich in het bos afspelen. Zo ontstond de tentoonstelling Forest Fairytales.

tekst Gabrielle de Nijs Bik, foto’s Hans Dijkstra/gaw.nl

Compilatie van diverse

werken, 2010 en 2011,

Emiel Bruggeman

z.t., Jan Freark Wierda, 2001 Laid back, Anke Land, 2010

Page 10: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1110

bungelende kettinkjes maken de assemblages af. De kunstenaar wil ermee zeggen dat bijbelse verhalen niet meer zijn dan sprookjes, waar hij in ieder geval niet meer in gelooft. Met of zonder deze kennis over het werk zijn dit misschien wel de meest verontrustende kunstwerken in de tentoonstelling.

DesoriëntatieDan volgt een aantal kunstwerken waarbij het bos en natuurbeleving overduidelijk inspiratiebron waren: we zien onder andere filmbeelden door Sandrijn van der Horst, opgenomen in de omgeving van Apeldoorn met een 8 mm camera, en schilderijen van Ranko Skenderija, gemaakt vanuit zijn atelier dat midden in het bos ligt. In dit deel van de expositie lijk je letterlijk door het sprookjesbos te lopen. Halverwege de tentoonstelling stap je vanuit de duisternis ineens in een oogverblindende ruimte met de geabstraheerde bomen van Ferry Staverman, gemaakt van gekleurd cardboard en draden. Prachtig zijn ze. Er staan er een stuk of twintig, maar nog liever zou ik als een kleinduimpje willen verdwalen tussen honderden bomen van Staverman. Dan pas zou ik mij écht een sprookjesfiguur wanen. De schuine wanden met gekleurde lijnen van Marije Vermeulen flakkeren, doordat de kleuren

bij elkaar gaan werken. Dit optische effect leidt even tot desoriëntatie. Zouden we dan toch in Wonderland terecht zijn gekomen?Forest Fairytales is een tot de verbeelding sprekende tentoonstelling, met een grote variatie aan disciplines en uitingsvormen. Al zijn het niet allemaal topwerken, toch is het een aardige ervaring. Knap dat deze verscheidenheid toch een eenheid is geworden. Wie het interessant vindt om zich ook na de tentoonstelling een sprookjesfiguur te voelen of wie geraakt is door een van de werken, krijgt vanaf 18 januari de kans een kunstwerk te bemachtigen. Vanaf die datum worden de prijzen van de beschikbare werken bij de tentoonstelling geplaatst voor een ‘Cash and Carry’. Op 22 januari, de slotdag van de expositie, ontvangen de kopers het werk dan van de kunstenaar. Tegen contante betaling, want dan we zijn weer gewoon terug in de werkelijkheid.

Tentoonstelling Forest Fairytales in CODA, Apeldoorn is nog tot en met 22 januari 2012 te zien.

Bomenfonteinen van Ferry Staverman

Breaker, Marije Vermeulen, 2011

Page 11: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 11

Nooit zal het onderweg tussen Garderen en Hoenderloo gebeuren, dat de ene fietser

tegen de andere zegt: kijk, allemaal bomen. Zijn er bomen en waren ze er altijd voor

zover je weet, dan wijs je anderen er niet op. Op het strand van Nederland zeg je ook

nooit: kijk, zand.

Wat de ene dagrecreërende fietser wel tegen de andere zegt, en elk jaar opnieuw,

is dat de bomen van kleur veranderen. Prachtig hè, die herfstkleuren. Ja prachtig.

Stervend blad doet mensen wat.

Hoogzomer haal je het weer niet in je hoofd om je fietsvriend te vervelen met de

opmerking dat de bomen groen zien. Je zwijgt doorgaans over de bomen, behalve

over een enkele, door de bliksem getroffen. Je gaat niet de hele weg op de fiets door

het bos je rijk zitten voelen, om al de bomen die, zeg nou zelf, de jouwe zijn.

Dat is niet overal eender. Zand op het strand is ook niet zo gewoon. Keien eerder.

Ik was op IJsland. Lijnbussen die vanaf Reykjavik het land in trekken, veranderen

onderweg van functie. Ze bezorgen pakjes buiten de stad en brengen passagiers weg

die ergens in de grote leegte wonen. Als dat gedaan is en er toch nog mensen in de

bus zitten, zijn het buitenlandse toeristen die verderop een waterval of een spuitende

geiser moeten zien en vlak daar in de buurt een winkel in willen om aandenkens te

kopen.

De chauffeur is tussen de laatste reguliere bushalte en de souvenirwinkel een Engels

sprekende gids met een microfoon. Hij vertelt over paarden en historische scheuren

in de stenen grond en waar de bisschop woont. De gids achter het stuur verschilt

niet veel van de werkstudent op de rondvaartboot in Amsterdam die vertelt waar de

burgemeester woont.

Maar dan zegt hij iets vreemds. Iets waar eigenlijk niemand in de bus van opkijkt.

Integendeel. Hij zelf is de enige die het opwindt. Hij wijst in de verte, rechts van

de weg en zegt: ‘Daar groeien bomen.’ Hij is dus nooit van zijn eiland af geweest.

Bomen zijn op IJsland iets bijzonders.

Wat een armoedzaaiers daar, dat ze hun bomen tellen. Het maakt je op slag rijk in

Apeldoorn, zou je zeggen. Maar geen Apeldoorner die het beseft. Eerder verveelt

hij zich er stierlijk bij. Zoals natuurdesigners dat hebben. Rusteloos zoeken in oude

boeken hoe het ooit geweest moet zijn en daar zo opgewonden van raken dat ze

het terug willen. Omdat wat er van geworden is, zo het er nu staat en erbij ligt, te

gewoon geworden is en verveelt. De bruine beer moet terug. De wolf is er al.

Ik begrijp het niet. Dat komt mogelijk door een overmaat aan tevredenheid die in

mij huist. Het is goed en er hoeft niks dringend veranderd te worden. Wil de hei

vergrassen, dan mag de hei dat zelf weten. En zo prachtig als ik hei vind zonder het

tegen mijn maat te zeggen, zo zwijg ik over grassen die me bekoren en ontroeren.

Natuurdirigenten moeten we voor een paar jaar naar IJsland verbannen. Komen ze

terug, dan vinden ze het hier goed zo en zijn ze werkloos.

Wouter Klootwijk

Wouter Klootwijk is journalist, columnist en kinderboekenschrijver. Hij is onder meer bekend van de televisie-programma’s De Keuringsdienst van Waarde, Klootwijk aan Zee en De Wilde Keuken.

Column Natuurdirigenten

in de WW

nieuwe Veluwe 4/11 11

Page 12: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1112

Natuur is dé basis van een

duurzame samenleving, zegt

Arne Heineman, regiodirecteur

Gelderland van Vereniging

Natuurmonumenten. Het is

strategisch daarin te investeren,

zeker in tijden van crisis.

Natuurbescherming zou een

verbindend thema moeten

zijn, waarin je mensen

verwondering, fascinatie en

trots voor de eigen omgeving

laat ervaren. Nu het kabinet

gebrek aan een dergelijke

visie etaleert en de rest van

de overheid lijkt mee te

slepen, moeten consumenten,

burgers en ondernemers het

heft in eigen handen nemen.

Mensen zijn daarop zeker

aanspreekbaar. En daarmee is

er hoop. Tijd voor een positieve

wending na het cynisme,

de non-argumenten en de

verslagenheid!

Page 13: Nieuwe Veluwe 4 2011

‘�Ga�bij�jezelf�te�rade:�in�wat�voor�een�land�wil�ik�leven�en�wonen�en�wat�ga�ik�daar�zelf�aan�bijdragen?’

Opinie

Natuurlijk, Nederland moet bezuinigen, maar de bezuinigingen op natuur zijn buiten alle proporties. Op de rijksbegroting nam de post natuur al slechts 0,28 procent in, met de 70 procent korting blijft een schamele 0,1 procent over. Geen enkele andere sector wordt zo zwaar getroffen. Het kabinet zegt hiermee dat het de zorg voor natuur niet belangrijk vindt. De bezuinigingen van het relatief rijke Neder land op natuur zijn ook Europees gezien ongeëvenaard. Er gaat een disrespect van het geheel aan maatregelen uit, waar heel veel mensen zich in toenemende mate beschaamd bij voelen.

De huidige gang van zaken is slechts een symptoom van iets veel wezelijkers, wat je op meer plekken om je heen ziet. Het inzicht groeit dat we op de huidige manier niet verder kunnen. Niet omdat een stel idealisten het anders wil, maar omdat ‘de boel’ opraakt. Niet alleen in termen van grondstoffen, maar ook in menselijke zin. De manier waarop wij met elkaar omgaan – bijvoorbeeld tussen over-heden, individuen en maatschappelijke partners – is vaak ronduit treurig, de innerlijke stress en onderlinge druk is enorm. We zijn allemaal slachtoffer van een werkelijkheid die zich steeds meer beperkt tot ‘ik denk, dus ik besta’. Hierin is ‘ik ervaar, dus ik leef’ goeddeels verloren gegaan. Velen raken terneergeslagen en zelfs vermoeid door een gemis aan innerlijke geraaktheid. Hoeveel vergaderingen en onderhandelingen over de ingezette koers en de bezuinigingen in de natuur- en cultuursector hebben niet het karakter van collectieve energy drains, waar niemand blij van wordt? Hoe komt het dat we volledig vastlopen in politieke krachtpatserij,

non-argumenten en daaruit resulterende oneigenlijke processen en spelletjes? Wie kan zich bij dit alles opgewekt ‘de winnaar’ voelen? In het natuurdossier, maar veel breder in de samenleving zie je processen die louter verliezers opleveren.

Paard van TrojeLaten we eens kijken naar het natuurbeheer. Staatsecretaris Bleker trekt er voortaan jaarlijks 100 miljoen euro voor uit. Dat geld gaat naar de provincies, die de verantwoorde-lijkheid krijgen voor natuurbeheer en de afronding van de Ecologische Hoofdstructuur. Gelders gedepu teerde Van Dijk zegt tevreden te zijn, omdat provincies het natuurbeleid beter, efficiënter en effectiever zouden kunnen uitvoeren, maar beseft hij welk paard van Troje is binnen gehaald? Ongetwijfeld. Provincies, Rijk en terreinbeherende organisaties hebben berekend dat het natuurbeheer – de EHS plus de andere natuur- en landschapscategorieën – jaarlijks 250 miljoen euro kost. Dan heb je het niet over geldsmijterij, maar over gewoon goede zorg. Provincies moeten dus 150 miljoen euro per jaar bijpassen om de natuur op niveau te houden. Onderhoud wordt daarmee het sluitstuk van de provinciale begroting. Het is maar net wat een provincie ervoor over heeft of eraan kan uitgeven. Gelderland is bepaald geen arme provincie, maar de vraag is of GS en PS de waarde van natuur zien en ernaar handelen. Natuur levert veel geld op door toerisme en recreatie, zorgt voor een aantrekkelijk woon-, werk- en dus vestigingsklimaat en is cruciaal als klimaat-buffer. Natuurbeheer moet je niet opofferen aan kortetermijndenken. In de natuur heb je te maken met langetermijnprocessen. Wat we nu

achterwege laten, heeft later zijn prijs. Bovendien is er dan wellicht onherstelbare schade aangericht, omdat waardevolle planten- en diersoorten zijn verdwenen. Nu al tikt Brussel Nederland op de vingers, omdat we internationale verplichtingen niet nakomen. Het houdt een keer op met waarschuwen, miljoenenboetes liggen in het verschiet. Wie betaalt dat straks, nu de overheid de verant-woordelijkheid en het ontoereikende budget naar de provincies heeft doorgeschoven? Nog zo’n potentieel paard van Troje.

Schaamteloos afgewaardeerdDan de ‘groen-blauwe ruggengraat van Nederland’: de EHS. Die wordt ‘herijkt’, lees verkleind, van 725.000 naar 600.000 hectare. Met de eindstreep in zicht, en nu het erop aankomt om natuurgebieden slim met elkaar te verbinden zodat er een netwerk van goed functionerende natuurgebieden ontstaat, houdt dit kabinet ermee op. Wat het niet inziet is dat natuur juist hierdoor een verzameling duur beheerde, ongerelateerde postzegels blijft. Ook voor de klimaatbufferende werking zijn de verbindende zones cruciaal en dat is in het directe belang van heel veel mensen. Voor Gelderland lijkt de beoogde indikking van de EHS niet zo dramatisch. Hier wordt de EHS immers ‘maar’ zo’n 5000 hectare kleiner. Maar door het project niet af te maken en door niet

‘�Respect�en�zorg�voor�natuur�is�dé�verzekering�van�onze�toekomst’

tekst Arne Heineman, foto Wim van Hof/gaw.nl

13nieuwe Veluwe 4/11

Page 14: Nieuwe Veluwe 4 2011

langer agrariërs te verplaatsen naar gebieden waar hun bedrijven vooruit kunnen, blijven de verschillende functies in het landelijk gebied elkaar voor de voeten lopen. Er zijn louter verliezers: boeren, natuur en burgers. Al met al een gemiste kans en een forse vernietiging van energie en publieke middelen die er al zijn ingestoken. Het argument van de staatsecretaris dat er geen geld meer is om de EHS af te maken, valt sterk te betwijfelen. De financiële crisis wordt aan gewend als argument dat de landbouw nu geen schade mag ondervinden van de ‘schaduw werking’ van natuurgebieden. De werkelijke beperkingen voor de landbouw liggen heel ergens anders: internationale ontwikkelingen die leiden tot een rat race van schaalvergroting en bulkproductie met lage marges. Nederland kan op den duur niet mee in die schaal vergroting. Daarvoor zijn we te klein en is uiteindelijk de prijs die we betalen in deze zeer dichtbevolkte delta te hoog.Daarom is dit hét moment om ons te concen-treren op de verduurzaming van de landbouw door ons te richten op kwaliteitsproductie. Daarin kan de Nederlandse landbouw inter-nationaal vooroplopen en uiteindelijk veel meer verdienen. Er is volop ruimte voor de landbouw, zonder dat het ten koste gaat van andere maatschappelijke wensen, waaronder een goed functionerend stelsel van natuurgebieden.

Samenleving aan zetWaar het om gaat is de wil om dit land duurzamer te maken en leefbaar te houden. Omdat dit kabinet deze visie niet deelt, komt het aan op de mensen in de samenleving. De geschiedenis herhaalt zich. Honderd jaar geleden zag onderwijzer en natuurvorser Jac. P. Thijsse – tevens de man van de historische Verkade-albums en medeoprichter van Vereniging Natuurmonumenten – de dringende behoefte om via burgerinitiatieven natuur te gaan beschermen. Ook toen werd natuur bedreigd door gebrek aan visie. Het

Naardermeer moest een Amsterdamse vuil-stort plaats worden, tegenwoordig bezit het een diploma voor Europese topnatuur en is het een oase voor miljoenen Nederlanders. Net als destijds kunnen burgers veel invloed uitoefenen. Om te beginnen: zorg dat je goed en breed geïnformeerd bent en laat je stem horen! Vervolgens gaat het om de keuze in de supermarkt. Leggen we de kiloknallers in ons winkelkarretje of kopen we duurzame(re) producten? Veel boeren willen wat graag meedoen en een bedrijf voeren met een menselijke en dierlijke maat. De consument bepaalt de stap naar een levensvatbare en duurzame landbouw, die in natuur en landschap geen bedreiging ziet maar een partner. Stap drie is een veel grotere betrokkenheid van burgers, consumenten en het bedrijfsleven bij natuur en landschap door natuur- en landschaps organisaties te steunen en door zelf de handen uit de mouwen te steken.

Wereld waar ieder zich thuis voeltUiteindelijk gaat het erom dat we natuur en landschap zien als de basis van een gezonde samenleving. Voldoende natuur en het over-brengen van de interesse erin aan komende generaties is dé verzekering van onze toekomst. Onze kinderen en kleinkinderen zullen ons niet dankbaar zijn als we de natuur verder verkwan selen. Europees gezien zijn we een vies land met een relatief hoge CO

2-uitstoot en veel habitatverlies. We zitten in de statistieken in de buurt van sommige landen die bezig zijn tot de EU toe te treden. Dat is toch niet wat we willen? Een welvarend land als Nederland zou een andere houding en beter gedrag moeten tonen. Momenteel zijn kabinet en provincies vooral bezig met natuur omdat het van Brussel moet. Wat een onzin. Vanuit trots op onze natuur en de biodiversiteit zouden we de afspraken moeten willen halen. De groen-blauwe ruggengraat van ons land (de EHS) moeten we niet zo makkelijk offeren op het cynische hakblok van dit kabinet. Ook moeten we af van de voortdurende tegenstelling tussen natuur- en landbouw-belangen en over elkaar heen rollende personen en organisaties. We hebben elkaar hard nodig voor een mooi, leefbaar en florerend land. Denk na over de negatieve effecten van al die bestuurlijke en ambtelijke krachtpatserij. ‘Ga bij jezelf te rade: in wat voor een land wil ik leven en wonen en wat ga ik daar zelf aan bijdragen?’.

Arne Heineman is regio directeur Gelderland van Vereniging Natuurmonumenten, een landelijke natuur beschermings organisatie die natuur, land schap en cultuurhistorie veiligstelt door gebieden en de daarop aanwezige cultuur historie aan te kopen, te beheren, open te stellen en te beschermen. Heineman promoveerde aan Oxford University op een proefschrift over duurzame landbouw en agro-forestry systemen in Oost-Afrika. Hij werkte in Ethiopië, Kenia en Engeland. Voor hij bij Natuurmonumenten in dienst trad, stond hij onder andere aan de basis van het eerste energiebos in Nederland: wilgen voor de opwekking van groene stroom in een stadsverwarmingcentrale in Flevoland.

14 nieuwe Veluwe 4/11

‘�We�moeten�af�van�de�voortdurende�tegenstelling�tussen�natuur-�en�landbouwbelangen�en�over�elkaar�heen�rollende�personen�en�organisaties’

Page 15: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 15

Mark van Benthem Stichting Probos

‘De hoeveelheid houtoogst die we jaarlijks becijferen, spreekt tegen dat er substantieel meer gekapt wordt. Er wordt circa 55 procent van de bijgroei gekapt. De hoeveelheid hout in het bos neemt dus gemiddeld in Nederland elk jaar toe. Wellicht dat mensen dit anders beleven, mogelijk omdat we enerzijds meer betrokken zijn bij de natuur, maar anderzijds verder af zijn komen te staan van waar producten uit diezelfde natuur vandaan komen. Wie heeft er nu niet graag een houten vloer in de kamer? Wat mensen zich ook niet altijd realiseren, is dat houtkap belangrijk is om bepaalde natuurwaarden veilig te stellen. Dunning – hier en daar in het bos een boom omzagen – gebeurt bijvoorbeeld om bomen met een goede kwaliteit te laten uit-groeien tot prachtige, vitale exemplaren. Laat je alle bomen staan, dan krijg je een dicht bos, waarbij geen enkele boom ruimte heeft en kruid- en struiklagen onvoldoende licht krijgen. Groepen bomen worden verwijderd om zaailingen of licht-minnende plant- en diersoorten kansen te geven, zodat er meer variatie in het bos en een grotere natuurrijkdom ontstaat. Afstervende of dode bomen langs paden en wegen worden gekapt om bijvoorbeeld te voorkomen dat takken onverwachts uit bomen vallen en bomen bij storm omwaaien. Wat ik zeker ook wil belichten, is dat terreinbeheerders en bos-eigenaren met houtoogst noodzakelijke inkomsten genereren. Vooral nu de subsidie op natuurbeheer drastisch vermindert, zijn de inkomsten belangrijk om het terreinbeheer financieel rond te krijgen. Voor wie meer wil weten: lees onze posters over houtoogst en houtproducten op www.probos.nl bij publicaties. U kunt ze ook in het bos aantreffen. Beheerders hangen ze tijdens publieksdagen en excursies geregeld op.’

Erwin Vinkgemeente Renkum

‘We hebben net onze jaarlijkse excursie dunning gehouden. Dit keer naar de Hemelse berg en de Pietersberg. We nemen mensen mee het bos in om uit te leggen waar we bomen gaan kappen en waarom. We doen dit nu al vijftien jaar. We zijn ermee begonnen, omdat we veel gebeld werden door mensen met klachten. De neiging van onze groenwerkers was om de motorzaag op te pakken en naar een andere plek te gaan. Dat was natuurlijk niet de bedoeling. We moeten het beheer goed uitvoeren. Die excursies helpen om meer begrip bij bewoners te krijgen. Het aantal klachten en vragen is beduidend verminderd. We leggen uit dat we aan geïntegreerd bosbeheer doen. Dat betekent dat je niet ineens alle bomen in een bosvak kapt, maar individuele bomen ertussen uit haalt. We organiseren ook dagen voor mensen om mee te gaan als we bomen gaan blessen, ofwel markeren. Dan krijgen ze nog meer inzicht in welke bomen we verwijderen of juist als toekomstbomen blijven staan. Die mogen uitgroeien. Bijplanten doen we niet. De bossen verjongen vanzelf en worden ook gevarieerder. Jonge bomen zoeken vanzelf de plekken waar ze het het beste doen. We sturen er nauwelijks aan. Zo staan er in een bos met tachtig jaar oude eiken nu ook berken en beuken.’

VRAAg eN ANtWooRD‘Het Lijkt WeL oF eR eLk jAAR MeeR

gekApt WoRDt. kLopt DAt?’

foto’s Mark van Benthem/Probos

Page 16: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1116

De Wet natuur, die staatssecretaris Henk Bleker in het voorjaar van 2012 indient bij de Tweede Kamer, wordt de opvolger van drie huidige wetten: de Flora- en Faunawet, de Natuur-beschermingswet en de Boswet. Het idee er-achter is dat de natuurbescherming effectiever, efficiënter en eenvoudiger moet worden. Daar

is op zichzelf niks mis mee, vinden natuur-, landschaps- en dierenwelzijns organisaties, maar het voorstel is zo geformu leerd dat je eigenlijk niet kunt spreken van een natuurwet. De natuur mag volgens het wetsvoorstel de economie niet in de weg zitten. ‘Natuurlijk is economie belangrijk’, reageert Stefan Vreugdenhil van

De nieuwe Wet natuur geeft grote

commotie onder natuur-, landschaps-

en dierenwelzijnsorganisaties,

de oppositie, burgers en diverse

prominenten. Staatssecretaris Bleker

zegt enkele aanpassingen te doen.

De grote bezwaren staan nog recht

overeind.

Bleker past voorstel�Natuurwet�iets aan

tekst Ria Dubbeldam, foto Wieger Wamelink

De zandhagedis heeft twee grote verspreidingskernen: de duinen en de Veluwe. Zijn streng beschermde status

blijft wel behouden.

Page 17: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 17

de Zoogdiervereniging, ‘maar in een aantal gevallen moet bescherming van soorten en natuurgebieden voorrang krijgen om de bio-diver si teit te behouden. Als de wet daar niet in voorziet, mag je het geen natuurwet noemen.’Staatsbosbeheer en vele andere organisaties zijn hier ook duidelijk in. ‘Het wetsvoorstel roept het beeld op dat natuur en economie elkaars vijanden zijn en dat bedrijven vooral belemmerd worden door de natuurwetgeving. Natuur vertegenwoordigt echter een grote economische waarde en genereert enorme inkomsten voor bijvoorbeeld recreatie en toerisme’, luidt het officiële standpunt van Staatsbosbeheer. ‘Het Nederlandse bedrijfsleven profiteert van de natuur en is dan ook gebaat bij een adequate en duurzame bescherming daarvan.’

Geschokte reactiesHet is wonderlijk dat dit kabinet zo weinig gevoelig is voor de economische argumenten. Bleker zet de natuur, en dus uiteindelijk ook de economie, in de kou. In zijn voorstel verliezen zo’n zestig gebieden hun status als beschermd natuurmonument, raken 149 planten- en dier-soorten hun beschermde status kwijt en wordt de recreatieve jacht uitgebreid. Natuur-, landschaps- en dierenwelzijns-organisaties reageerden geschokt. Het is een tweede dreun na de al eerder aangekondigde drastische bezuinigingen op natuur. Ze gaven dan ook massaal gehoor om uiterlijk 18 november te reageren. Om één lijn te trekken, stuurden 24 organisaties op initiatief van Vereniging Natuurmonumenten een gezamen lijke brief. Ondertekenaars waren onder meer Het Bosschap, Coalitie Dierenwelzijns-Organisaties, De 12Landschappen, Soorten-bescherming Nederland, Vogelbescherming Nederland, Greenpeace, De Natuur en Milieu-federaties, Landschapsbeheer Nederland, Milieudefensie en Wereld Natuur Fonds.Daarnaast vulden 24.000 burgers de publieks-enquête van Natuurmonumenten in. Negen van tien respondenten ziet niets in het voorstel om de recreatieve jacht op ree, edelhert en damhert toe te staan. De opheffing van de bescherming van de das keurt 95 procent af. Eveneens 95 procent vindt dat de wettelijke bescherming van rust, ruimte en weids uitzicht in de natuur niet mag verdwijnen.

Enkele aanpassingenNa lezing van alle reacties zag Bleker een aantal ‘goede argumenten’ om zijn voorstel op enkele punten aan te passen, zei hij in een tv-uitzending

van Moraalridders op 30 november. ‘Eerst zien, dan geloven’, reageert een woordvoerster van Natuurmonumenten Gelderland. ‘Wat Bleker in een tv-uitzending zegt, is geen officiële toezegging.’ Ronald Zollinger van Ravon is wat explicieter: ‘De staatssecretaris zegt wel vaker dingen en maakt deze vervolgens niet waar. Ik wil het eerst zwart op wit zien. Maar zeker is: Bleker maakt een beweging en dat is positief.’ Zo zegt de staatssecretaris wilde orchideeën toch bescherming te willen geven. Niet met een hek eromheen, maar een soort basale bescherming waarvan hij ook nog niet weet hoe die eruit gaat zien. De lijst met diersoorten waarop gejaagd mag worden, breidt hij niet uit van zes naar veertien maar naar dertien soorten. De smient wordt geschrapt. Wel blijven onder meer ree, edelhert en wild zwijn op de lijst. Dit tot genoegen van Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Van deze dieren zijn er op de Veluwe te veel. Ze richten veel schade aan en dwarsbomen planmatig beheer van natuur-gebieden, aldus het park.

De plezierjacht wil de staatssecretaris aan banden leggen. ‘Het is niet de bedoeling dat mensen van ’t Gooi met hun fourwheeldrive naar Drenthe rijden om daar een dagje te gaan knallen’, zegt Bleker, ‘ik wil een jacht die is ingebed in de streek.’ Daarmee bedoelt hij dat de wildbeheereenheden en natuurorganisaties in de regio bepalen hoeveel en waar er geschoten mag worden, en dat plezierjagers in principe uit de streek komen. Bleker denkt dat hierdoor meer sociale controle op de jacht ontstaat: plezierjagers moeten zich verantwoorden op het schoolplein, in de kerk en bij de buren.

SoortenbeschermingEen andere aanpassing is dat bedreigde planten- en diersoorten op de rode lijst een striktere bescherming krijgen. Vreugdenhil: ‘Ik ben erg benieuwd naar de manier hoe de staatssecretaris dit wil doen. Dat is nog onduidelijk. Het is wel mooi dat Bleker de rode lijst kennelijk wil erkennen en in de wet wil opnemen. Die lijst heeft nu geen status en de soorten dus ook niet; dat geldt alleen voor de Flora- en Faunawet. Overigens staan in die wet soorten die wat ons betreft niet beschermd hoeven te blijven, zoals de veldmuis. Maar bijvoorbeeld marterachtigen als de hermelijn en bunzing verliezen straks hun bescherming. Voor deze soorten vinden we bescherming tegen bestrijding juist heel belangrijk. Zij leven vooral buiten beschermde gebieden.’

Henk de Vries van de Vlinderstichting sluit zich hierbij aan. ‘Betere bescherming van bedreigde soorten zou een flinke verbetering zijn. Maar een belangrijk punt blijft: het gaat niet alleen om soortenbescherming, maar ook om leefgebieden. Er is niets gemeld over de opheffing van bescherming van natuur-beschermings gebieden. Blijkbaar gaat dat nog steeds gewoon door.’

ZorgplichtDe staatssecretaris zegt de zorgplicht te willen verbeteren. Was die in het concept van zijn wetsvoorstel beperkt tot het niet opzettelijk mogen doden van dieren, hij wil die nu uitbreiden tot het niet mogen verstoren en aantasten van het leefgebied van dieren. ‘Het lijkt op het eerste gezicht een verbetering, maar je mag kennelijk nog steeds dieren vangen!’, zegt Vreugdenhil. ‘Dat voor veel zoogdieren bescherming van hun leefomgeving nu toch lijkt te blijven, is mooi voor de erg kwetsbare soorten zoals de das, waarmee het eindelijk beter gaat, en de boommarter, waarvan er in Nederland maar zo’n vier- tot zeshonderd leven. Maar deze bescherming is onduidelijk. Nu moet een eigenaar bij bijvoor-beeld bouwplannen een ontheffing aanvragen als er dassenburchten in het geding zijn, waarna oplossingen worden gezocht, zoals verplaatsing van de burcht of aanpassing van de plannen. Bleker stelt nu voor dat dassen burchten gemeld moeten worden bij de provincie, waarna projecten verder kunnen. Wat houdt dit nu eigenlijk in?’ De handreikingen van Bleker zijn onduidelijk. Ook vinden organi-sa ties dat er nog veel te weinig met hun kritiek is gedaan. De grootste bezwaren tegen de natuurwet staan nog overeind.

Dit artikel beschrijft de stand van zaken op 5 december. Het kan goed zijn dat door snelle politieke ontwikkelingen de stand van zaken inmiddels duidelijker of anders is.

‘ De staatssecretaris zegt wel vaker dingen en maakt deze vervolgens niet waar’

Page 18: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1118

Actueel

De Vogelbeschermingswacht Noord-Veluwe is jarig. Vijftig jaar geleden is ze opgericht door een politieman in Harderwijk. Hij had zijn handen vol aan stropers die op grote schaal illegaal trekvogels vingen met lijmstokken, en wilde de vogels op de Noord-Veluwe beter beschermen. Het jubileum is wordt onder meer gevierd met een foto-expositie in het Bezoekerscentrum Veluwe-Noord. De foto’s en de getoonde vogelsoorten hebben altijd een relatie met de activiteiten en/of het werkgebied van de vogelbeschermingswacht en zijn alle op de Noord-Veluwe gemaakt. In de beginperiode van de Vogelbeschermingswacht bestonden de activiteiten vooral uit bescherming, bijvoorbeeld door opsporing van illegale vogelvangsten en voorkomen van stroperij. Ook werden er in de jaren ’60 en ’70 grootschalige wintervoederacties gehouden. In de loop der jaren is de aandacht verlegd naar biotoopbescherming.

Bezoekerscentrum Veluwe Noord, Plesmanlaan 2, Nunspeet. Openingstijden: di t/m zo 10.00–17.00 uur, t 0341 252996.

Van de duizend grafheuvels in Gelderland – met name op de Veluwe – heeft een kwart tot de helft dringend onderhoud nodig. Stichting Landschapsbeheer Gelderland wil samen met Stichting Archeo-logische Monumentenwacht hier wat aan doen door archeologie-wachten op te zetten. Vorige winter is in de gemeente Barneveld voor het eerst een proef gedaan met zo’n wacht. Het streven is om ook voor Ede er één op te richten. Om mensen te interesseren was er op 19 november een velddag. ‘De belangstelling was groot’, zegt Martijn Grievink van Stichting Landschapsbeheer Gelderland. ‘Veertig mensen kwamen op de dag af, waaronder tien jongeren. In ieder geval vijftien mensen hebben zich al aangemeld voor de Archeologiewacht. We verwachten dat nog meer mensen zich zullen aansluiten.’Een ander idee is om scholieren via maatschappelijke stages grafheuvels op te laten knappen.

Interesse om mee te doen aan de Archeologiewacht in Ede of Barneveld? Neem contact op met Martijn Grievink van Stichting Landschapsbeheer Gelderland, t 026 3537444, e [email protected]

Ringmussen met merel. foto Wim Weenink

Zelfportret, 1979. Alphons Freijmuth

Het Museum voor Moderne Kunst Arnhem (MMKA) heeft bij het verzamelen van moderne en hedendaagse beeldende kunst het realisme als rode draad. Ze vindt het tot ‘uitdrukking brengen van de werkelijkheid’ een opgave voor de beeldende kunst, juist in onze huidige cultureel diverse en door beeldcultuur gedomineerde maatschappij.

Het museum wil het publiek inspireren, tot overdenken aanzetten en vragen laten stellen bij de werkelijkheid zoals wij die waarnemen. Kunst doet verwonderen, realisme volgens het MMKA in het bijzonder.Op grote wandvullende depot-rekken worden tot 1 november 2013 meer dan honderd schilderijen in chronologische volgorde getoond van 1900 tot

foto Archeologische Monumentenwacht

heden: van Breitner tot recent werk van de internationaal doorbrekende Melissa Gordon. Vijftien kunstenaars en vormgevers die voor de collectie van bijzonder belang zijn, zijn extra uitgelicht, waaronder Charley Toorop, Carel Willink, Dick Ket en de naoorlogse kunstenaars Reinier Lucassen en Marlène Dumas.

Archeologiewachten ontfermen zich over grafheuvels

Vogelbeschermingswacht Noord-Veluwe jubileert met tentoonstelling

‘Realisme blijft actueel’

Page 19: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 19

Historische buitenplaatsen

Rhedense

Kasteel Middachten

Page 20: Nieuwe Veluwe 4 2011

1 Rozenhage2 Larenstein3 Ommershof4 Daalhuiijzen5 Schoonenberg6 Arva7 Huize Overbeek8 Den Heuvel9 Schoonoord10 Biljoen en Beekhuizen11 Nederhagen12 Overhagen13 Kruishorst14 Snippendael15 Rhederhof16 Den Brink17 Scherpenhof

18 Heuven19 Valkenberg20 Rouwenberg21 Rhederoord22 Middachten23 Avegoor24 Klein Avegoor25 Groot Bergstein26 Bernhalde27 Dalstein28 Hefstetten29 Hof te Dieren30 Carolinapark31 Kerkwijck32 Gelderse Toren33 De Bockhorst34 Laag-Soeren

LandgoederenenbuitenplaatsenindegemeenteRhedenenNationaalParkVeluwezoom

Biljoen

Gelderse Toren

Hof te Dieren

Avegoor

Kruishorst

Heuven (bezoekerscentrum Veluwezoom)

nieuwe Veluwe 4/11 Historische buitenplaatsen20

21 22

20

19

2324 25

26 2728

29

16

1514

13

17

18

1110

12

98

76

541

2 3

30

31

32

33

34

Page 21: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 21

Voorwoord

2012 is het Jaar van de Historische Buitenplaats. Als er een plek is waar het ‘barst’ van de buitenplaatsen, dan is het wel de zuidelijke Veluwezoom, waartoe ook de gemeente Rheden met het Nationaal Park Veluwezoom behoort. Veel van het oude landgoederenlandschap en de landhuizen is hier bewaard gebleven. Dit willen de gemeente en Natuurmonumenten, eigenaar van het Nationaal Park, graag zo houden. Het landschap, de natuur en de landhuizen zijn niet alleen belangrijk voor de ruimtelijke kwaliteit maar ook voor het toerisme en recreatie, en dus de economie. Het is echter een hele opgave voor de eigenaren om hun landgoederen een duurzame toekomst te geven. Daarover gaat het symposium Buitenplaats in bedrijf op 31 mei op kasteel Middachten, georganiseerd door de Stichting Themajaar Historische Buitenplaats 2012, provincie Gelderland en gemeente Rheden.

De gemeente Rheden en Natuurmonumenten vinden behoud van wat er nu is het minimum, we werken vooral ook aan versterking. De gemeente doet dit onder meer via het Actieprogramma Kwaliteitsimpuls Landgoederenzone in samenwerking met de provincie Gelderland. Met dit programma kunnen werkzaamheden worden gesubsidieerd die bijdragen aan de instandhouding van landgoederen en buitenplaatsen. Het gaat dan vooral om activiteiten die net buiten alle bestaande regelingen vallen. Daarnaast heeft Rheden in oktober 2011 samen met de vier andere gemeenten van de Veluwezoom het Convenant Gelders Arcadië ondertekend. Daarmee zeggen de gemeenten toe zich extra in te zetten voor de instandhouding, (her)ontwikkeling en versterking van zowel individuele buitenplaatsen en landgoederen als de gehele landgoederenzone.

Natuurmonumenten heeft voor drie landgoederen in het Nationaal Landschap Veluwezoom – Beekhuizen, Heuven en Rhederoord – met medewerking van omwonenden en andere grondeigenaren een herstelvisie opgesteld. De uitvoering is begonnen; heel toepasselijk in een feestelijk jaar van het Nationaal Park. Honderd jaar geleden, in 2011, kocht Natuurmonumenten namelijk het bedreigde landgoed Hagenau. Dit was het begin van Nationaal Park Veluwezoom. In 1930 staken inwoners van Rheden de vlag uit om hun blijdschap te betonen over de aankoop van het landgoed Beekhuizen en gronden op Herikhuizen en de Rheder- en Wortrhederheide. Samen met een eerdere aankoop van landgoed Rhederoord in 1919, werd hiermee het eerste Nationaal Park in Nederland uitgeroepen.

Vier alle feestelijkheden mee in de speciale gezamenlijke uitgave van gemeente Rheden en Natuurmonumenten over het landschap met haar landgoedhuizen, de natuur, de cultuurhistorie en het moderne ondernemerschap. Wij wensen u veel leesplezier en inspiratie toe.

Harriët Tiemens Arne HeinemanWethouder gemeente Rheden Regiodirecteur Vereniging Natuurmonumenten Gelderland

Inhoud

Hart van gelders Arcadië Eeuwenlang vestigden welgestelden zich in

de Veluwezoom. De natuur profiteerde mee van

de aanleg van beken en parken / 22

Landgoederenwandeling VeluwezoomWandelen over de drie landgoederen van het

Nationaal Park Veluwezoom is een belevenis.

Michiel Hegener voert u mee / 26

Foto: Bezoekerscentrum Nationaal parkBinnen zien wat buiten is te beleven / 30

Middachten: een levend monumentLandgoed Middachten is een dynamisch bedrijf dat

midden in de samenleving staat. Dat is ook nodig

om te overleven / 32

Familie ontfermt zich over De Bockhorst Zeventig familieleden houden De Bockhorst in

stand. Het is waardevol om dit erfgoed een toe-

komst te geven, zegt Adeline van de Kastele / 36

koos van Zomeren / 39

opfrisbeurt voor drie landgoederenDe landgoederen aan de rand van het Nationaal

Park Veluwezoom – Beekhuizen, Heuven en

Rhederoord – worden hersteld en versterkt / 40

Servicepagina / 43

Dit katern is tot stand gekomen met financiering van Vereniging Natuurmonumenten, beheerder en eigenaar van Nationaal Park Veluwezoom, en gemeente Rheden.

Foto’s Erwin Zijlstra/Gelders Genootschap, Ben Fienieg en gaw.nl,

bron kaart: OpenStreetMap-auteurs en Gelders Genootschap

Page 22: Nieuwe Veluwe 4 2011

22

Eeuwenlang was de smalle overgangszone tussen het Veluwemassief en de rivieren Rijn en IJssel zó geliefd bij welgestelden dat velen zich hier vestigden. De nieuwe eigenaren wilden het landschap nog fraaier maken dan het al was. Hun inspanningen leidden tot een schitterend kralensnoer van meer dan honderd buitenplaatsen, waarvan 34 in de gemeente Rheden. Wat zocht de elite in dit arcadië?

�����Rheden:�het hart van gelders Arcadië

22 nieuwe Veluwe 4/11 Historische buitenplaatsen

tekst Hans van den Bos, foto’s Hans van den Bos, Erwin Zijlstra/Gelders Genootschap, Gelders Archief

Page 23: Nieuwe Veluwe 4 2011

Rhederoord, één van de karakteristieke

buitenplaatsen in de gemeente Rheden.

23nieuwe Veluwe 4/11

‘Van die 34 bekende historische landgoederen en buitenplaatsen zijn er inmiddels al heel wat verdwenen’, vertelt landschapscoördinator Dirk van Pijkeren van de gemeente Rheden. ‘Opgeslokt door dorpen of wegenaanleg. Hier in het dorp ligt een aantal parkjes die vroeger bij een landgoed hoorden, zoals bijvoorbeeld bij het politiebureau. Dat moet je maar net weten. Bij Velp vlakbij kasteel Biljoen vind je alleen nog de slotgracht van het verdwenen kasteel Overhagen; Biljoen is gedeeltelijk gebouwd met stenen van Overhagen.’ Toch is er nog steeds heel veel moois. Iconen zijn Biljoen, Middachten, Rhederoord, maar kleinere buitens zijn ook niet mis, zoals Larenstein, De Kruishorst en Laag-Soeren.

Invloed ijstijdenDat hier zoveel buitens zijn gebouwd, heeft alles te maken met het bijzondere landschap. ‘In de voorlaatste ijstijd stuwden ijsmassa’s de ondergrond plaatselijk hoog op. Gletsjers van soms wel 300 meter hoogte modelleerden de rivierafzettingen van zand, klei en leem tot hoge stuwwallen’, vertelt André ten Hoedt van Natuurmonumenten. Toen het daarna warmer werd, zorgde het smeltwater voor erosie: hoge toppen sleten af en dalen vulden zich met bodemmateriaal. In de daarop volgende laatste ijstijd kwamen de gletsjers niet tot onze streken, maar het was hier wel bar koud zodat de ondergrond permanent was bevroren. Jaarlijks ontdooide de met smeltwater doorweekte bovengrond, die daardoor in bewe-ging kwam. Beetje bij beetje vormden zich de dalen zoals ze er nu bij liggen. Ten Hoedt: ‘Dat zie je mooi op Rhederoord, waar de talrijke erosiedalen en zijdalen alle kanten op kronkelen.’ Daarna, in een drogere periode, modelleerde de wind het nog kale, nauwelijks begroeide land-schap. Van grote afstand voerde de wind fijn materiaal aan. De fijnste deeltjes, löss, dwarrel-den vooral bij Rheden in de luwte van de diepe dalen neer. Het leverde vruchtbare grond op. Hoewel het landschap steeds meer begroeide, erodeerde en er bewoning en ontginning kwam, zijn de karakteristieken van de ijstijd nog steeds onmiskenbaar aanwezig. ‘Het stuwwallen- en rivierenlandschap zijn hier op veel plaatsen innig met elkaar verstrengeld geraakt. Het resultaat is een aantrekkelijk

landschap met veel reliëf’, zegt Ten Hoedt. ‘De gigantische hoogteverschillen van sommige plekken zijn indrukwekkend en on-Nederlands.‘ Al is het misschien wel jammer dat je dit niet overal goed kan ervaren. Het landschap is de afgelopen eeuw namelijk meer bebost geraakt. ‘Toen de buitenplaatsen kwamen, was het veel opener: veel eikenhakhout en maar weinig oude boskernen’, benadrukt hij,

Van praktisch naar esthetiekDe eerste vestiging van welgestelden in de gemeente Rheden dateert uit de Middeleeuwen. Een handvol robuuste bouwwerken was het resultaat: Gelderse Toren, Middachten en Biljoen en de verdwenen kastelen Nederhagen en Overhagen. Gebouwd voor de verdediging van het achterland. Dus niet op de stuwwal, maar daar vlak onder, in de riviervlakte, zodat men vrij zicht had én water voor de slotgracht. De kastelen waren in eerste instantie wel verdedigingswerken, maar er was ook aandacht voor tuinaanleg en landschapsverfraaiing. Erik de Jong, hoogleraar Natuur, Landschap en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam: ‘Tot laat in de 17e eeuw bevonden de geo-metrisch aangelegde tuinen en de parken van Middachten zich rondom het huis, in de vlakte. In de heuvels werd bosbouw en jacht bedreven. Een heel functionele scheiding.’

In de laat 18e eeuw kwam het in de mode om de oude parken met geometrische patronen te veranderen in de Engelse landschapsstijl, een stijl met grillige paden, doorkijkjes, bijzondere bomen en bosjes. ’Eigenlijk klopt de naam van die stijl niet’, zegt De Jong, ‘veel van de ideeën ervoor kwamen ook uit Duitsland en Frankrijk.’ Het was in deze tijd dat de gegoede Nederlan-ders hun eigen landschap leerden kennen; tot dan toe woonden ze in steden. De elite ging op zoek naar de arcadische oftewel paradijselijke

schoonheid die landschappen te bieden hadden, zoals in het boek Geldersch Arkadia of Wandeling over Biljoen en Beekhuizen uit 1820 van de Arnhemse schrijver Isaac Anne Nijhoff valt te lezen. Johan Frederik Willem baron van Spaen wilde ‘zijnen landgenooten in zijne valleijen, door boschrijke heuvelen omgeven, door heldere snelvlietende beken besproeid, in zijn Gelders Arkadia, eene verre navolging van het Thessalische Tempe der ouden doen vinden.’ De elite vestigde zich daarom in buitenhuizen. ‘Het omringende landschap moest wél verfraaid worden‘, bena drukt De Jong, ‘met padenstelsels, waterpartijen en cascades. Maar het waren vooral de uitzichten – van hoog naar laag en van laag naar hoog – die de schoonheid van het land schap moesten benadrukken. Hier, in de Veluwe zoom, bood het natuurlijke landschap zelf de voor de esthetiek zo belangrijke hoogte-verschil len aan. Je zou dom zijn om hiervan geen gebruik te maken. Daarom ligt het oude Biljoen nog in de vlakte, maar het jongere Rhederoord op de heuvel.’

Klein ZwitserlandBuitenplaatsen in spectaculaire landschappen kwamen ook elders in Nederland voor maar de hoogte verschillen waar de elite zwaar aan

Historische buitenplaatsen

Huis Rhederhof, één van de parels in de gemeente Rheden,

wordt grondig hersteld.

‘ De gigantische hoogteverschillen van sommige plekken zijn indrukwekkend en on-Nederlands’

Page 24: Nieuwe Veluwe 4 2011

24

‘ De elite verfraaide het land schap met padenstelsels, sprengenbeken en cascades’

hechtte, vond ze maar in weinig streken. ‘Klein Zwitser land’ werd in die tijd een van de meest geliefde toponiemen in Nederland’, vertelt De Jong. ‘In het Klein Zwitserland van landgoed Beekhuizen ging men zelfs zover dat daar twee Zwitserse kaasmakers rondliepen.’ Het ging de vermogende ontwikkelaars om meer dan reliëf, vertelt Ten Hoedt: ‘Ook om water. Van oudsher vestigden landgoederen zich daar waar water was om grachten voor verdediging aan te leggen. De nieuwe buitens wilden water voor verfraaiing: fonteinen, sprengbeken en casca-des, zoals op Beekhuizen. Bij Hof te Dieren ging het vooral om de jacht; de Oranjes kochten hier diverse bossen op, legden een grote wild baan aan waar zij wild uitzetten. Wat de Veluwe zoom ook aantrekkelijk maakte, was de voedselrijke lössbodem: nergens werden de beuken dikker en hoger. Bomen konden zo nog meer importan-tie uitstralen en het landgoed statuur geven.’

Betekenisvol wandelenDe Jong: ‘De trek naar buiten van de elite was internationaal en had veel te maken met de ontdekking van de eigen waarneming en het eigen gevoel. Waar het geometrische park een rationeel systeem was, hielp de nieuwe natuur-esthetiek van de landschapsstijl bij de ontdek-king van de eigen gevoelswereld ten opzichte van de natuur. Wandelen in de natuur werd enorm belangrijk gevonden; het was een manier om je te verheffen. Op Beekhuizen en Biljoen hingen langs de wandeling borden met citaten van natuurdichters en filosofen, die bij een bepaald uitzicht of bijzondere boom je gevoel, herinnering of kennis ondersteunden; of aan-leiding gaven tot overdenkingen over natuur en landschap. Wandelen was meer dan onschuldig vermaak. Hele handboeken zijn geschreven over de betekenis van wandelen voor je fysieke, geestelijke en emotionele gezondheid. Eén van de populairste boeken was de Katechismus der Natuur (1779) van Martinet; een beschrijving van een wandeling van een leraar en een jonge man. Samen verkennen ze het landschap. Ze kijken naar de beekdalen, het water, de dieren, de kerktorens, de dorpen, kristallen. Naar alles. Er wordt stevig geobserveerd.’

Juiste natuurbelevingBomen speelden een dominante rol bij de juiste natuurbeleving van het wandelen. Niet alleen inheemse maar ook ingebrachte exotische soorten: voor de variatie in blad, voor de

nieuwe Veluwe 4/11 Historische buitenplaatsen

Page 25: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 25

afwisseling in bloemen en vruchten en vooral voor het bredere kleurenpalet. Het had alles te maken met compositie en contrastwerking: donker naaldbos tegen licht loofbos brengt een andere sfeer, een andere stemming. De Jong: ‘Hierdoor verandert onze beleving voortdurend tijdens een wandeling. De landschaps ont werpers hebben weinig aan het toeval overgelaten.’ De buitens hadden ook een sociale functie. De eigenaar wilde bezoekers ontvangen en was nieuwsgierig naar hun reflectie. Daarom lagen in de huizen van Rhederoord en Biljoen boeken waarin bezoekers hun observaties noteerden – enigszins vergelijkbaar met het hedendaagse gastenboek.

Versmelting natuur met cultuurDe Jong noemt de versmelting van natuur met cultuur de essentie van het landgoed en de buitenplaats: ‘Het park als nieuwe werkelijk-heid, als voorbeeld van samenhang: één plus één is drie.’ Ook Ten Hoedt meent dat op de landgoederen natuur en cultuur elkaar versterkt hebben. ‘Hier, tussen de Veluwe en het rivieren-gebied, zijn talrijke natuurlijke overgangen van woeste grond naar gecultiveerde grond, van arm naar rijk, van droog naar nat. Deze over-gangs zone is door de mens nog eens extra uitgerekt door bijvoorbeeld sprengen te graven.’ De grote afwisseling van open en gesloten begroeiing is een goede biotoop voor veel planten en dieren. Zelfs het beheer van de landgoederen kon goed uitpakken voor de natuur. Door het regelmatig verwijderen van

ideaal’, geeft De Jong toe, ‘maar wel een ideaal dat zowel praktisch als ideëel een bron van inspiratie kan zijn. Het is mogelijk als we het willen - maar dan moeten we de landschappen wel op een integrale wijze benaderen.’Volgens Ten Hoedt geeft Natuurmonumenten hier al concrete invulling aan op de landgoede-ren van het Nationaal Park Veluwezoom. Hij ziet het als een grote uitdaging om bij het herstel van deze landgoederen natuur en cultuur te verenigen (zie pagina 40). ‘Dat is zo bijzonder aan deze landgoederen: er is geen sprake van een tegenstelling tussen mens en natuur, maar juist van samenwerking. Die maakt dat er iets moois kan ontstaan.’

strooisel bijvoorbeeld. ‘Planten kunnen niet door een dikke strooisellaag van beukenblad groeien. Door blad te verwijderen krijgen exclusieve plantensoorten als klaverzuring, zevenster en bosanemoon een kans.’

Romantisch ideaalDe Jong ziet pas heel recent een werkelijke belangstelling voor de parkkwaliteiten van landgoederen in Nederland ontstaan. De heer-sende praktijk is nog steeds om de samenhang tussen natuur en cultuur in het landschap te ontkennen. ‘Wij plukken het landschap uit elkaar. De ecoloog kijkt naar de flora en fauna; de kunsthistoricus naar de vormentaal. Het is zelfs voor deskundigen moeilijk om de samen-hang te waarderen.’ Hij pleit met hartstocht voor een hernieuwde buitenplaatscultuur die alles weer bij elkaar brengt: het is natuur én kunst; het is parknatuur. ‘Dat is een romantisch

Speciaal actieprogramma steunt Rhedense landgoederen Instandhouding en ontwikkeling van landgoederen moet je samen doen, vindt wethouder Harriët Tiemens van gemeente Rheden. De gemeente nam dan ook samen met vijf landgoederen het initiatief voor een Actieprogramma Kwaliteitsimpuls Landgoederenzone. Marjolein Sanderman, beleids medewerker cultuurhistorie, bedacht daarvoor met Bureau Buiting de formule. Inmiddels zijn zeven landgoederen aangesloten. De eigenaren inven-tariseren noodzakelijke werkzaamheden en dienen alle plannen samen met een kosten raming en planning bij de gemeente in. De gemeente bepaalt de prioriteiten en stelt jaarlijks 75.000 euro beschikbaar. De provincie past jaarlijks een wisselend bedrag van tussen de 75.000 en 100.000 euro bij.‘Het is een uniek programma’, zegt Tiemens. ‘Niemand anders in Nederland heeft het. We hebben niet veel geld, maar we kunnen er nu net zaken mee subsidiëren die buiten alle regelingen vallen, zoals een beregenings installatie en herstel van een latwerk voor de

klimrozen in de tuin van Middachten (zie pagina 32), verjonging van lanen en herstel van de jachtpalen op Hof te Dieren of herstel van de oor spronkelijke, sfeerbepalende bestrating van de oprit naar Rhederoord. Landgoed De Bockhorst heeft een herstelvisie opgesteld, waarmee ze een houvast heeft voor toekomstige maatregelen (zie pagina 36). Als tegen prestatie hebben we gevraagd dit landgoed open te stellen tijdens de Open Monumentendagen. Dat was een groot succes.’Dat Rheden het behoud van de land goederen serieus neemt, blijkt ook uit de ondertekening van het convenant Gelders Arcadië in oktober 2011. Samen met vier andere gemeenten langs de Veluwe-zoom – Wageningen, Renkum, Arnhem en Rozendaal – zet ze de schouders onder de landgoederen. ‘Met de overeenkomst maken we ons sterk voor de (her)ontwikkeling en versterking van zowel indivi du ele buitenplaatsen en landgoede ren als de gehele landgoederen zone.’

Weide voor het huis Rhederoord, juli 1906. Wandelen in de natuur en genieten

van het agrarische buitenleven waren omstreeks 1900 geliefde bezigheden voor

eigenaren van landgoederen en buitenplaatsen.

Page 26: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1126

Landgoederenwandeling Veluwezoom

����Een�lappendeken�van natuur en cultuur

Page 27: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 27

Het regent net niet, soms even net wel. Maar mooie natuur is ook mooi bij lelijk weer en sommige landschappen schitteren ook in gedempte kleurstelling onder een grauwe lucht. Nog een voordeel: tijdens twee uur lopen kom ik vrijwel niemand tegen, zelfs niet op een van de hoofdaders van het wandelverkeer in het Nationaal Park Veluwezoom. Mensen zijn leuk, maar ze moeten niet door de natuur gaan lopen als jij dat ook doet.

Als je doorstapt, is het van het Veluwe-transferium Posbank (1) naar de schaapskooi vijf minuten, maar er zijn redenen om stil te staan. Eerst die verbazingwekkend dikke beuken (2) met daarachter de glooiende mix van natuur en cultuur. Links golven de uitlopers van de Veluwe naar het IJsseldal en aan weerszijden van het pad zie je herinneringen aan een landgoed: weitjes tussen hoog loofhout en na een bocht naar rechts links het koetshuis uit 1861 (3), dat res teert van het landgoed Heuven. Alleen te zien in mijn herinnering is het filmpje Afbraak grote huis Landgoed Heuven, te vinden op YouTube: een intrigerend beeldverhaal in bibberend zwartwit uit 1939 van groepen heren, sommigen met hoed, die aan touwen trekken waarna er weer zo’n neoclassisistische zuil in alle stilte neerstort. Waar stond het landhuis eigenlijk? Zoiets valt natuurlijk op te zoeken, maar het antwoord maakt weinig uit, want overal zie je landgoedlandschap, de erfenis van Heuven die

tekst en kaarten Michiel Hegener, foto’s Lars Soerink, Hans Dijkstra/gaw.nl, Koos Dansen, Rein Jansen

Wandelen over de drie landgoederen Beekhuizen, Heuven en Rhederoord van het Nationaal Park Veluwezoom is een belevenis. Michiel Hegener, die al zijn hele leven over de Veluwe zwerft en ruim vijftien jaar ANWB-gidsen schrijft, voert u in twee wandelingen mee. Deze landgoederen op de rand van de Veluwezoom fascineren hem. Steeds meer. Daar rijgt zich alles aaneen tot een lappendeken van natuur en cultuur. Het zijn rijke plekken voor plant, dier en mens.

nog lang bij ons zal blijven. Sinds 1994 schrijf ik Veluwegidsen voor de ANWB en naarmate ik dit wonderbaarlijk grote natuur gebied beter leerde kennen, ben ik meer gaan houden van de randen. Daar rijgt zich van alles aaneen tot een lappendeken van natuur en cultuur. Wandelen gaat vrij langzaam. Om een route boeiend te houden moet er om de paar honderd meter iets anders in beeld komen en dat gaat het best aan de randen, en dan weer extra goed aan de rand van de Veluwezoom waar de accidentatie zo fijn meewerkt.

Na het koetshuis en het verdwenen landhuis kom je bij de schapen weide (4) en de schaaps-kooi. Bij landgoederen, net als bij Veluwse dorpen, hoorden schapen en schaapskooien. De schapen lopen links waar het vrij horizontaal is, rechts glooit een grasveld (5) naar beneden, vol varens op het lage deel en enorme eiken rondom. Veel Veluwse landgoederen bestaan grotendeels uit naaldboomplantages van grove den, douglas, soms fijnsparren en weer wat vaker lariksen. Hier ontbreken naaldboom-akkers, doordat lösspakketten de zanderige stuwwallen bedekken. Löss – in Nederland verder alleen te vinden bij Groesbeek en in Zuid-Limburg – is erg voedzaam en houdt water goed vast: niet zo goed als klei en niet zo slecht als zand, waarin water snel wegzakt. Gevolg: een weelderige vegetatie die weer een rijke fauna op de poten houdt. De löss van de Veluwe ligt allemaal aan de zuidrand, de zuidoostrand

Historische buitenplaatsen

23

45

6

8

9

10

1

Page 28: Nieuwe Veluwe 4 2011

28

vooral, waar westen- en noordwestenwinden het in de laatste ijstijd lieten vallen, aan de lijzijde van de hellingen. Het is niet toevallig dat de Veluwe zoom nog een dassenbolwerk was toen die soort in de jaren tachtig in bijna heel Neder-land was verdwenen. Hier vonden ze en vinden ze nog steeds veel voedsel, veel afwisse ling tussen natuur en cultuur, graslandjes om wurmen te zoeken en hellingen om tunnels in te graven.

Bij landgoederen horen bomenlanen. Nog voor ik de schaapskooi passeer, komen er al een paar in beeld. André ten Hoedt, boswachter bij Natuurmonumenten en kenner van de cultuur-historie van de Veluwezoom, had me iets nieuws verteld: dat die rijen bomen langs lanen nu niet ogen zoals ze ooit waren bedoeld, want nu staat aan weerszijden bos. De bedoeling was door-gaans: open ruimte of laag eikenhakhout en daar doorheen een laan met bomen erlangs. André zegt daarover: ‘Zo kwam een laan veel beter tot zijn recht, kreeg hij een imposanter uiterlijk. Verder konden de bomen in een open ruimte veel beter opgroeien dan in een bos. En in een open ruimte kwam de functie van de laanbomen beter tot uiting: bescherming tegen de zon en markering van de route.’De beukenlaan langs de schapenwei is nog wel aan één kant vrij, een volgende staat weer geheel te midden van bos. Deze voert naar het natuurobservatiepunt bij Herikhuizen (6), een uil- en vleermuisvriendelijke ruïne van een boer-derij, gebouwd in 1957, in het lage centrum van wat weiden. Wildweiden zijn het nu, waar zwijnen graag de zoden keren en herten de beest uithangen. Dat laatste is natuurlijk onzin, herten hebben geen gevoel voor humor en ze

feesten evenmin, maar hier vinden ze wel wat ze in het droge, zanderige hart van de Veluwe erg missen: mals gras. Ik denk aan het mooie overzichtsboek over edelherten van Dick van den Hoorn, Een koning in ballingschap (1996). De titel zegt het goed: ons grootste inheemse dier is verbannen naar het droge hart van de Veluwe en kan bijna nergens naar de vochtige delen waar hij liever zou leven en zeker liever zou laveien.

Tot in de 18e eeuw, mogelijk nog later, graasden herten en ander wild juist aan de sappige randen van de Veluwe, nabij het water van Rijn, IJssel en Zuiderzee en op de flanken waar kwel naar buiten komt. Op de hei hadden ze niks te zoeken, hooguit in de laatste restanten bos – zoals het Oude Hout op het Planken Wambuis en de Soerelse Bossen in de huidige Kroon domei-nen – waar ze dekking vonden en de eiken-bladeren waar ze zo van houden. De topografi-sche kaart van rond 1850 toont rond de hele Veluwe een krans van moerassen. Zo hoort het. Nu leeft de gemiddelde Nederlander met een karikatuur van ons grootste natuurterrein – en het gemiddelde hert leeft in een droge zandbak. Veluwe is synoniem met bos, zandverstuiving en hei, met dank aan de VVV’s die dat beeld veel te lang hebben uitgedragen in hun folders. De grote winst bij het denken over de Veluwe in de laatste decennia is dat die grasgroene, laag-gelegen krans er weer bij hoort. De ideeën zijn er en ze zijn breed geaccepteerd, nu nog even wat politieke daadkracht en doorpakken in het terrein.Veel herstel is nodig: kwelzones moeten weer gaan kwellen, misschien moet er hier of daar

‘ Verder is er veel hei

te zien, gelardeerd

met los verspreide

loofbomen

waaronder IJslandse

pony’s grazen of

voor zich uit kijken’

nieuwe Veluwe 4/11 Historische buitenplaatsen

Page 29: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 29

wel een recreatieterrein weg, en haaks op de rand van de Veluwe van bos en hei moeten ecologische poorten komen, waar dieren en planten van de Veluwe doorheen kunnen naar de uiterwaarden en kwelgebieden. Aan sommige poorten, de Hierdense bijvoorbeeld, wordt al hard gewerkt. De aanleg van enkele wild-viaduct en in 2011 was een fantastische bijdrage aan de nieuwe Veluwe van natte en droge gebieden. Maar er moet ook nog veel gebeuren. Wat zal de Veluwezoom geweldig zijn voor beesten en wandelaars wanneer de Havikerpoort (7) is gerealiseerd!

Lopend in de richting van Velp volg ik de overgang droog-nat eerst over de droge zijde. Late brem (8) bloeit langs de Wildgraaf, de aarden wal die in de 17e eeuw werd opgeworpen om de akkers op de zuidflanken te beschermen tegen wildvraat. Verder is er veel hei te zien, gelar deerd met los verspreide loofbomen waaronder IJslandse pony’s grazen of voor zich uit kijken. Twee kilometer en een eeuwenoude dassen burcht verder, en inmiddels op het landgoed Beekhuizen, volg ik het pad dat 200 meter ten noorden van de autoweg Velp-Rheden loopt, precies langs de onderkant van de Veluwe, op de knik van de heuvels naar de vlakte. Rechts liggen akkers (9), links begint de natuur en op de grens van het bouwland staat een hoog schrik draadhek. Het leuke van dit hek: zodra de oogst binnen is, staat het er niet en mag het wild op de akkers grazen. Het hele jaar door mogen ze op de drie kleine weiden komen die links van het pad liggen, in uitsparingen van het loofbos. Eén van die drie weiden (10) wordt door de pacht boer bemest. Zes koeien ver-dringen zich bij het veehek en laten zien hoe dik ze hier zijn gewor den, op twee hectare Veluwe. Zonder bemesting was hier gras geweest voor een paar koeien minder, maar de dampende dieren hebben niettemin een punt: op een natte Veluwe is meer voedsel, daardoor kan er meer wild lopen, dus krijgen de wandelaars en fietsers meer hert- en zwijnmomenten. Nu houden terrein beheerders de stand op hooguit twee herten en twee zwijnen per vierkante kilometer, met de natte zones erbij kunnen die dichtheden dras tisch omhoog. Dan wordt de Veluwe niet alleen leuker voor het wild maar ook voor de bezoekers, en dat leidt weer tot meer maatschappelijk draagvlak voor de bescherming en de verster king van de Veluwse natuur. Meer bezoekers dragen ook meer geld aan voor de

economie, in het bijzonder de horeca. Ja, een café! Goed idee want het regent inmid-dels vrij hard. Maar ik zie slechts horecaloze landschappen en maak haast op de laatste kilometers terug naar het transferium (waar een brasserie zit).

Drie dagen later schijnt de zon en start ik bij parkeerterrein De Lappendeken (11). Op de kaart van 1850 zie je hier één klein weitje, nu meet het grasland een paar honderd bij een paar honderd meter. Volg de wit gemarkeerde wandelroute en je daalt snel door hoge beuken-bossen richting De Steeg. Die beuken hebben altijd iets paradoxaals: hun uitbundige aanwezig heid getuigt van vrij rijke en niet te droge grond, maar hun dichte bladerdek op de grond houdt haast alle levensvormen tegen. Dertig of honderd lagen dode beukenbladeren en er komt niets meer naar boven. Al dalend verandert het beeld. Steeds meer exoten getuigen van een steeds groter landgoed-gehalte, het bos breekt open en gaat dan rond Rhederoord over in de “landschapsstijl”, precies waar de accidentatie toch al erg on-Nederlands is. Dat landschap met groepjes bomen in

golvend grasland is natuurlijk aangelegd. In de 19e eeuw was dat erg in de mode en nu is het nog steeds prachtig – vooral vanaf een zitbank (12) aan de hoge zijde van het gazon rond Rhederoord, met het respectabele landhuis in de diepte – of vanaf het terras voor het landhuis dat uitzicht biedt op enorme sequoia’s en andere exoten met onderaan in beeld de spoorlijn.Terug bij de Lappendeken ben ik weer bijna in de natuur. Rijke natuur. De stomp van een omgezaagde Amerikaanse eik toont veertig jaarringen bij een stamdikte van een meter. Overal rondom groeien weldadige loofbossen die alleen maar mooier zijn dankzij de onregelmatig gearrangeerde heuvelachtige weiden waar ze omheen staan. Een kudde roodbruine Hereford runderen doorbreekt, gras afscheurend en kauwend, de stilte van de inzettende nacht. Nog een paar uur en ze krijgen misschien gezelschap van herten en reeën die over het zwijnenkerende hek springen. Natuur of cultuurland, het zal ze een zorg zijn en van landgoederen hebben ze nog nooit gehoord. Als het eten maar goed is.

7

11

12

Page 30: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1130

Page 31: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 31

Een wild zwijn kijkt toe hoe kinderen zich vermaken in ‘zijn’ modderpoel. Eerst even binnen vermaken en dan naar buiten om de natuur te beleven. Dat is de insteek van het bezoekerscentrum van Nationaal Park Veluwezoom. Veel volwassenen en kinderen geven daar graag gehoor aan.Het bezoekerscentrum is gevestigd in een moderne uitbouw van een voormalige boerderij van landgoed Heuven, waar nu ook een expositie is over de oude namen van het Nationaal Park. De naam Heuven komt in 1379 al voor als een ‘goet’ of kleine nederzetting..

foto Hans Di jkstra/gaw.nl

Page 32: Nieuwe Veluwe 4 2011

32

Werken aan een levend�monument

Middachten verscheen in 1190 voor het eerst in de boeken, als ‘vrij goed’ van Jacobus de Mithdac.

Al zevenhonderd jaar is het in het bezit van dezelfde familie, nu al de 24e generatie. Geschiedenis, verhalen

en schoonheid hebben zich er opgestapeld. Maar vergis je niet, dit landgoed is geen stoffig statisch museum:

het is een dynamisch en veelzijdig bedrijf dat midden in de samenleving staat. Dat is ook nodig om te

overleven, zegt rentmeester Age Fennema.

tekst Hans van den Bos en foto’s Hans van den Bos, Wim van Hof/gaw.nl, kasteel Middachten

Historische buitenplaatsen

nieuwe Veluwe 4/11 Historische buitenplaatsen

Page 33: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 33

Historische buitenplaatsen

Na de verkeersdrukte op de Middachterallee, de eeuwenoude verbindingsweg tussen Arnhem en Dieren, is het kasteelpark een oase van rust. Het is vroeg, nog geen fietser of wandelaar laat zich zien. Statige beuken- en eikenlanen leiden naar het voorname kasteel. In en rond de bedrijfsgebouwen vlak voor de slotgracht is al wel volop bedrijvigheid. De bosbaas rijdt met zijn groene terreinwagen weg na het werk-overleg; in de werkplaats slijpt een van de tuinmannen het mes van de maaimachine; enkele vrijwilligers lopen met manden en snoei-

scharen naar de rozentuin; een trekker ver-sleept een mobiele zaaginstallatie. En binnen, in het kantoor van de rentmeester, pruttelt het koffiezetapparaat.Age Fennema, de jonge rentmeester, heeft al enige besprekingen achter de rug. Er zullen er die dag nog vele volgen. Het karakteriseert zijn werk: overleg gen, vijftien tot twintig man personeel aan sturen en nog eens overleggen. Voor de vuist weg somt hij een lijstje op van zaken die spelen: het ecoduct onder de snelweg, woning bouw, zandwinning, inrichting van de bibliotheek op het kasteel, discussies met buren over fauna beheer en jacht en natuurlijk het bos-bedrijf. Dat alles met als doel: Middachten voor de volgende generatie bewaren en zo mogelijk nóg mooier doorgeven.

Altijd vernieuwenOm te laten zien hoe het landgoed is opgebouwd, legt Fennema een grote overzichtskaart op tafel. Het oog valt direct op de geometrisch aange-legde kasteeltuin, de omringende waterpartij en en het park. Dit is het hart van het landgoed, strategisch gelegen in de nauwe zone tussen de stuwwal van de Veluwe en de IJssel. Het aan-zienlijke bosbezit ligt grotendeels op de stuw-wal, ten noorden van de spoorlijn Arnhem-Dieren. En het nog grotere landbouwareaal ligt in de kleiige uiterwaard van de Havikerwaard, van het kasteel gescheiden door de snelweg A348. Alles samen meet het landgoed zo’n 1000 hectare. Om dit geheel voor de toekomst te bewaren is een strategie nodig. ‘Ik richt me vooral op de lange termijn’, zegt Fennema, ’en ben altijd op zoek naar nieuwe economische dragers. Bijvoor-beeld toeristische activiteiten en evenementen als het hippische concours Outdoor Gelderland. Ook zoeken we nieuwe functies voor vrijkomen-de gebouwen.’ In de te verbouwen oude appelschuur en bij de voormalige boerderij Oud Middachten komt woonruimte. De meiden-kamers boven de paardenstallen zijn sinds kort ingericht als bed&breakfast. ‘Op dit soort manie-ren generen we extra inkomsten en kunnen bezoekers het landgoed beter beleven.’ Voor het oude squashgebouw, rond 1900 voor de graaf gebouwd, zoekt Fennema nog een nieuwe bestemming.

NatuurontwikkelingDe huidige natuurontwikkeling – vernatting van het Middachter Broek en ecologische ver-bindingen – zou de familie vroeger minder snel ontplooid hebben, weet Fennema. ‘Vroeger was natuur een logisch bijproduct van onze manier van landbouw bedrijven. Maar tegenwoordig is het landgebruik zo intensief, dat het nodig is om de natuur actief te helpen. Trouwens, ook de maatschappij vraagt hier om.’ Soms lukt het om bij een vernieuwing zowel economisch voordeel als ecologische winst te boeken, ervaart Fennema. ‘Door een boerderij te verplaatsen kunnen we onze kwetsbare bronbossen beter beschermen. Op de nieuwe locatie komt de hoeve te midden van de te benutten land bouw-grond te liggen, wat veel gemakkelijker werkt. Bovendien kunnen bij de nieuwbouw van de stallen en schuren de modernste technieken worden toegepast.’Landgoedeigenaren zijn overigens altijd inven-tief geweest. Ze gingen vaak een stap verder dan andere grondbezitters, omdat er op de buitens meer fysieke ruimte was en flexibiliteit. Als voorbeeld van een vroege innovatie op Middachten noemt hij het bosbedrijf. ‘Toen in Nederland geïntegreerd bosbeheer gemeengoed werd – een beheervorm waarbij actief gebruik wordt gemaakt van natuurlijke proces sen – paste de graaf het hier op het landgoed al dertig jaar toe.’

Maatschappelijk draagvlakFennema heeft ook voor de nabije toekomst wensen. Zo maakt hij zich sterk voor een bio-massacentrale, die naast eigen materiaal ook groenafval van de gemeente en naburige eigenaren zou kunnen verwerken. Met de opgewekte energie kan het kasteel verwarmd

Kasteel Middachten, het stoere kasteel dat driehonderd jaar geleden is veranderd in een lusthuis. In de

kasteeltuin kon de familie zich, veilig ingesloten door hoge muren en brede grachten, aangenaam verpozen

tussen bloemrijke borders en exotische bomen.

Page 34: Nieuwe Veluwe 4 2011

34

worden. En andere wens is een verdere uitbouw van de verkoop van eigen streekproducten, liefst samen met zijn biologische pachter. Fennema: ‘Een constante vernieuwing is nodig voor een gezonde financiële basis, maar het heeft voor ons ook een maatschappelijke com-ponent: het landgoed krijgt meer draagvlak.’ De banden tussen Middachten en de omgeving zijn inderdaad hecht. Op het landgoed werken wel tachtig vrijwilligers, vooral uit de dorpen Rheden en De Steeg. Zij zijn onmisbaar bij de Kerstopenstelling van het kasteel en andere evenementen en niet te vergeten in de tuin. Zij gidsen de bezoekers, verzorgen de kruiden-tuin, maken het fruit in en verkopen de streek-product en. ‘We overleggen veel met de be-langenvereniging van het dorp’, zegt Fennema, ‘vooral bij nieuwe ontwikkelingen. En ik schijf regelmatig in hun krantje. Vooral de laatste jaren betrekken we de gemeenschap actiever bij het landgoed. Het kan ook niet anders, we hebben elkaar gewoon nodig.’

Exploitatie rond krijgenMiddachten wil namelijk niet te veel van subsi-dies afhankelijk zijn. Dat beperkt de vrijheid en brengt – zeker in deze tijd van overheids-bezuinigingen – grote risico’s met zich mee. Voor een deel is subsidie onontkoombaar. ‘De tuin is zeer kostbaar en zonder subsidie niet in stand te houden’, zegt Fennema. ‘Toch weten we 25 procent van de kosten voor tuinonder-houd uit eigen middelen te betalen. De overige sub sidies gaan vooral naar restauraties.’Van de eigen inkomsten (exclusief subsidie) komt nu ruwweg een derde uit de pacht van de landerijen en 15 tot 20 procent uit de jacht-verhuur en het bosbedrijf. Dat was vroeger wel meer, maar deze inkomsten zijn volgens Fennema nog steeds belangrijk doordat ze

‘De familie maakt

dat dit landgoed

een ziel heeft.

Zij bepaalt het

gezicht en de

uiteindelijke koers’

stabiel zijn. Overige inkomsten komen uit de vele evenementen, zoals de zomerconcerten. Die leveren wel een kwart van het totaal op. Deze post wordt steeds belangrijker. De gebou-wen tenslotte genereren een opbrengst van zo’n 15 procent.

Ziel van het landgoedDe rentmeester krijgt het vertrouwen van de familie om namens hen het landgoed te beheren. Dat is volgens Fennema heel iets anders dan het runnen van een landgoed voor een stichting of een grote natuurorganisatie. ‘De familie maakt dat dit landgoed een ziel heeft. Zij bepaalt het gezicht en de uiteindelijke koers. Zo is er rond 1900 door het echtpaar Bentinck gigantisch veel gedaan aan de tuinen: zij wilden iets fraais met uitstraling maken. Veel later is in het bos volop geëxperimenteerd. De in 2001 overleden graaf Aurel zu Ortenburg en ook zijn schoonvader graaf Bentinck hadden er veel liefhebberij in.’ De huidige eigenaar, graaf Franz zu Ortenburg, legt meer nadruk op een duurzame toekomst van het landgoed, maar heeft ook oog voor cultuurhistorie, merkt Fennema op. ‘Hij wil lanen herstellen, ook al kost het landbouw-grond.’ De gravin heeft weer een andere in vloed. Er staan blauwe hortensia’s in de tuin omdat zij daar ontzettend van houdt. Typisch voor Middachten is de aandacht voor paardensport. Ook dat heeft met de interesse van de gravin te maken. Kortom, elke generatie voegt accenten toe. De familie zet een stempel, daarmee krijgt het bezit iets eigens en onderscheidt het zich van andere landgoederen. Gelukkig komt daar weer meer waardering voor, vindt Fennema. ‘Er is een tijd geweest dat particulier bezit een beetje vies werd gevonden; alles moest van de staat zijn. Die tijd hebben we gehad. Eigenheid voorkomt dat alles hetzelfde wordt.’

Lusthuis met kasteeltuinPas driehonderd jaar geleden is het kasteel uitgebouwd tot lusthuis met kasteeltuin en bijgebouwen. Hier kon de familie zich, veilig ingesloten door hoge muren en brede grachten, aangenaam verpozen tussen bloemrijke borders en exotische bomen. Op het kortgemaaide gazon beoefenden ze sport en in de luwte van de hoge taxushagen genoten ze van muziek en theater. De tuin bracht bovendien nuttige producten als fruit, kruiden en snijbloemen voort. Het was goed toeven in dit miniparadijs.

Overzicht van de geometrisch aangelegde kasteeltuin.

nieuwe Veluwe 4/11 Historische buitenplaatsen

Page 35: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 35

En het leverde vanuit de vertrekken van het kasteel ook nog eens een aantrekkelijk uitzicht op.

TuinbaasSinds begin dit jaar is er sinds lange tijd weer een eigen tuinbaas: Paul Klein Gunnewiek. Een nieuw gezicht is hij niet. Al achttien jaar is hij als inhuurkracht bij de tuin betrokken. Op een hoge verrijdbare steiger staat hij een lange haagbeukenhaag te scheren. Graag komt hij naar beneden om zijn domein te tonen. Met onverholen bewondering beschrijft Klein Gunnewiek het tuinontwerp dat Hugo Poortman in 1901 voor de familie heeft gemaakt. Het ontwerp vormt de basis voor zijn werkzaam-heden. Hij werkt hier met vijf (ingehuurde) tuinarbeiders en heel veel vrijwilligers. Als Klein Gunnewiek rondloopt, ziet hij niet alleen planten, spannende doorkijkjes, zichtassen, fraai onderhouden borders en bijpassend tuinmeubilair; hij ziet vooral de successen van hard werken en dingen die nog beter kunnen. In de rozentuin wordt druk gesnoeid. Klein Gunnewiek vertelt hoe blij hij is met de ploeg van het werkvoorzieningschap én de kweker die de rozen ter beschikking stelt. ‘Rozen zijn heel

bewerkelijk. We moeten bemesten, draineren, spuiten, snoeien, dode bloemen verwijderen. Als je dat niet doet ben je ze binnen vijf jaar kwijt.’ De kruidentuin kan hij gelukkig overlaten aan de kruidendames, zoals hij ze noemt: een vrij-willigersgroep van dames uit het dorp, die dit klassieke tuindeel als het ware geadopteerd hebben. Alles in de tuin is prima voor elkaar. ‘Maar het gaat niet allemaal goed’, roept hij uit bij een zieltogende struik. ‘Deze taxus sterft door de te natte kleigrond. Hier moet nodig iets aan de drainage gebeuren.’ Ook moet hij geregeld ingrijpen op schaduwrijke plekken waar het gras slecht groeit. Bij de strak geschoren gazons vertelt hij over konijnen en dassen die de getemde natuur regelmatig verstoren.

Croquet en krullenDe tuinbaas stopt voor een romantisch tuin-huisje – ook naar ontwerp van Poortman – en geeft uitleg bij de sportattributen die hier hangen: ouderwetse tennisrackets en lange houten croquethamers. Hij slaat de bocht om en is plots verdwenen achter een massieve donker-groene haag. Wat verderop duikt hij met een lachend gezicht tevoorschijn. ‘Welkom in de

kleedruimte van het openluchttheater!’ Trots toont hij het groene theater, dat er sinds een jaar of vijf weer uitziet zoals het ooit is bedoeld. Met zijn uitgestrekte armen op borstbreedte demonstreert hij hoe smal de gang was toen hij het verwilderde taxuslabyrint hier vijftien jaar gelden aantrof. ‘Het was vervallen, ingezakt en uit elkaar gegroeid. We hebben de honderd jaar oude struiken helemaal terug moeten snoeien tot op de stam. Pas na acht jaar zag het er weer toonbaar uit. Dit is de plaats waar we in juli de zomerconcerten organiseren.’Het meest in zijn sas is hij met het leifruit, dat hij zelf heeft opgezet. Tegen de lange westmuur groeien vijgen, appels en vooral heel veel peren: voor elk muursegment een ander ras en een andere groeivorm van de plant. Een bijzon-dere mix van natuur en cultuur. Glunderend raapt de tuinbaas een kolossale peer van de grond. ‘Hier, in de luwte van de muur wordt het snel warm. Het fruit is daarom wel vier weken vroeger.’ Eigenlijk wil Klein Gunnewiek nog meer ver-sieringen uit het ontwerp van Poortman in de tuin terugbrengen. Zo mist hij de krullige buxus hagen op de gazons. Hij weet dat dit finan cieel niet realistisch is. Hij is al dolblij dat de rijkssubsidie voor deze ‘wat sobere’ uitvoering van de tuin voor de komende zes jaar verzekerd is. ‘Ach, zo’n tuin is nooit klaar’, zegt hij terwijl zich naar de poort haast, voor een afspraak met zijn baas, de gravin.

De tuinen van Kasteel Middachten zijn open van 15 mei t/m 15 september. Kijk ook voor andere activiteiten, logeren, trouwen of wonen op Middachten op www.middachten.nl.

Page 36: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1136

‘ onze familie doet waar ze goed in is: pragmatisch denken’

Page 37: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 37

Historische buitenplaatsen

Via een korte oprijlijn kom je bij het landhuis. Al snel wordt duidelijk dat de familie hier niet woont. ‘Dat klopt. Het huis is in tweeën gesplitst, in het ene deel woont de pachter, het andere deel wordt het hele jaar door verhuurd aan familieleden.‘

Wie zijn precies die eigenaren? ‘Dat zijn op dit moment zeventig directe nakomelingen van mijn overgrootvader Pieter Johannes van Voorst Vader. Die kocht het landgoed in 1906 vanuit zijn interesse voor land en landbouw. Na zijn dood werd het huis vermaakt aan zijn kinderen en vervol-gens weer aan de kinderen van de kinderen. Inmiddels hebben we al een grote vijfde generatie die meedenkt over de toekomst.’

Hoe regel je de besluitvorming met zóveel familieleden?‘Een keer per jaar organiseren we een familievergadering over alle lopende zaken, van douchekop tot landgoedvisie, met voorafgaand een lunch. Die vergadering is essentieel om de onderlinge band te versterken en iedereen betrokken te houden bij de beslissingen over het landgoed. Iedere eigenaar vanaf 18 jaar krijgt een uitnodiging. Daarnaast hebben we een commissie van advies, een huis- en een boscommissie. Ook organiseren we twee keer per jaar een werkdag voor onderhoud aan het bos en de tuin. In totaal zijn zo’n vijftien

familieleden actief. De aandelen van het landgoed dienen in de familie te blijven. Als iemand geen erfgenaam achterlaat, wordt het aandeel aangeboden aan de mede-eigenaren.’

Elke eigenaar zal niet even veel betrokken zijn, neem ik aan. ‘Dat is zo, niet iedereen is daartoe in staat. Vanwege het werk, de afstand of gewoon omdat de interesse wat minder is. Toch is de animo om het landgoed in de familie te houden groot. Dat bleek wel uit een enquête die we gehouden hebben bij het opstellen van de landgoedvisie, maar ook uit de opkomst op de jaarlijkse vergade-ring en. Daar komen gemiddeld toch zo’n 35 familieleden. En veel familieleden komen hier regelmatig logeren. Er worden reünies gehouden, bruiloften gevierd. Als kind kwam ik hier weinig, omdat het hele huis in die tijd nog boerderij was. Het zei me destijds dus niet zoveel. Sinds de restauratie in 1989 wordt het huis weer veel gebruikt. Ook voor mij, de kinderen en hun vriendjes was De Bockhorst elk jaar vaste prik. Nu kom ik er natuurlijk veel door mijn taak, maar het blijft heerlijk om hier te logeren.’

Tot hoever gaat de geschiedenis van De Bockhorst terug?Adeline haalt er een boekje bij waarin de geschiedenis van het landgoed beschreven staat. ‘In 1456 wordt De Bockhorst voor het eerst in een koopakte genoemd, dus waarschijnlijk was er toen al sprake van bewoning. Er is ook een akte uit 1535. In dat jaar ruilde Karel van Egmond, hertog van Gelre en toenmalig eigenaar van het goed De Bockhorst, het voor een perceel bos om zijn wildbaan in Leuvenheim te vergroten. Vaststaat ook dat de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1588-1648) flink huisgehouden hebben in Spankeren. Dankzij de toenmalige eigenaar, Daniël van Teuven, is er veel bekend over die tijd. Hij wilde een molen langs de Assenbeek bouwen, waar de molenaars van Laag-Soeren en Dieren het niet mee eens waren; dat heeft veel informatieve processtukken op-geleverd. Daarnaast heeft de Zutphense predikant Baudartius de

tekst Annelies Barendrecht, foto’s Wim van Hof/gaw.nl

De Bockhorst in Spankeren is een landgoed: landhuis, gracht, boerde-

rijen en landerijen. Maar waar bij de meeste landgoederen sprake is van

één eigenaar, zijn dat er bij De Bockhorst zeventig, allen leden van één

familie. gezamenlijk houden ze het erfgoed in stand. De dagelijkse gang

van zaken wordt overgelaten aan drie familieleden, onder wie Adeline

van de kasteele. Ze vertelt openhartig over wat het betekent om als

familie een landgoed te beheren.

‘ onze familie doet waar ze goed in is: pragmatisch denken’

Interview met Adeline van de Kasteele

Page 38: Nieuwe Veluwe 4 2011

38

verwoesting van Spankeren beschreven. Daardoor weten we bij-voorbeeld dat De Bockhorst en de molen op het landgoed in 1624 geplunderd en verbrand zijn. De omvang van het landgoed door de eeuwen heen is niet bekend, maar duidelijk is wel dat het in 1840 is geveild en ongeveer 90 hectare in delen is opgesplitst.’

Hoe ziet de geschiedenis van jouw familie op dit landgoed eruit?‘Mijn overgrootvader, die het huis en park in 1906 kocht, wilde er graag weer een echt landgoed met landerijen van maken. Hij heeft in de eerste twintig jaar het bezit uitgebreid van 6 naar 90 hectare en drie boerderijen. Hij en zijn vrouw overleden in de jaren dertig. De erfgenamen verbouwden het landhuis tot een boerderij om die te kunnen verpachten. In 1989 is met eigen fondsen en subsidie het huis teruggebracht in de oorspronkelijke 19e eeuwse sobere, rechthoekige bouwstijl.’

Wat drijft je om je zo in te zetten voor De Bockhorst?‘Het is mooi om zo’n prachtige plek in stand te houden. Het is waardevol om zoiets met elkaar te beheren en economisch een toekomst te geven. Wat meespeelt, is dat het werk me op het lijf geschreven is. Van huis uit ben ik landbouwkundig ingenieur. Ik ben in Latijns Amerika betrokken geweest bij irrigatieprojecten, maar heb ook bedrijfseconomische en organisatorische ervaring. Op een dag vroeg mijn familie of ik algemeen directeur wilde worden. Ja, dat wilde ik wel. Ik had er op dat moment tijd voor en in dit werk komt alles wat ik in mijn leven heb gedaan samen. In 2007 ben ik mijn broer opgevolgd, die eerder een oudoom had opgevolgd. Nu vormen we met ons drieën de directie. Omdat ik het dichtst bij woon, doe ik in praktische zin het meest.’

Het landgoed ziet er welvarend uit. Hoe krijgen jullie het voor elkaar om het zo goed te onderhouden?‘De laatste jaren hebben we veel subsidie ontvangen. Het huis is een rijksmonument, voor het koetshuis en de garage – een gemeentelijk monument – krijgen we gemeentelijke subsidie. Voor het herstel van de lanen en paden hebben we in het kader van het actieprogramma van Rheden voor landgoederen subsidie gekregen. Door deze subsidies, samen met de inkomsten uit de pacht en de verhuur van het huis, hebben we het tot op heden niet alleen gered maar ook veel achterstallig onderhoud kunnen wegwerken. Voorlopig zitten we goed ‘in de verf’. Hoe de toekomst eruitziet, is koffiedik kijken.’

Van binnen ziet het huis er niet echt ‘vorstelijk’ uit. Niet wat je verwacht van een landhuis. Het woonhuis is vooral ruim en praktisch. Heeft dat een reden?Adeline gaat voor naar de enige kamer in het huis die nog enigszins in originele staat is, de herenkamer. ‘Tijdens de Open Monumenten-dag in september waren we open voor publiek. Het was de eerste keer dat we meededen. Er kwamen wel ruim vijfhonderd mensen op bezoek. De mensen uit de buurt waren nieuwsgierig naar hoe het er hier uitziet. Velen hadden ouder en chiquer verwacht. Dat dat niet zo is, is een erfenis uit de jaren dertig. Het landhuis kon destijds niet uit. Het bracht niets op. Er is toen besloten om het om te bouwen tot een boerderij.’ Ze loopt naar het achtergedeelte van het huis om het te laten zien. ‘Dit was de inpandige stal, daar was de deel. Mijn familie had alleen nog maar de herenkamer en de gang. Ze had zelfs geen keuken. Voor hun maaltijden waren ze afhankelijk van de inwonende boerenfamilie.’ Met een lach: ‘We hebben in de oorlog voordeel gehad van de onpraktische inrichting. De Duitsers hadden er helemaal geen interesse in. Dat bood ons weer de ruimte om onderdak te verschaffen aan familieleden.’

Hoe zien jullie de toekomst?‘Er zijn veel onzekerheden. We zijn afhankelijk van de pachtgelden. Maar wat gebeurt er als de landbouw nog meer onder druk komt te staan? Een tweede ongewisse factor is het subsidiebeleid voor cultuurhistorisch erfgoed, bos en natuur. En wat als de economische draagkracht van onze familieleden afneemt? De centrale vraag is dus: kunnen we als familie het landgoed op den duur nog wel op-brengen? Gelukkig hebben we hebben een goede basis met de 75 hectare pachtgrond en de huurinkomsten, maar tja, of dat genoeg is! De grootste uitdaging is om nieuwe goede economische dragers te vinden. Het zal vast lukken. We gaan uit van waar we goed in zijn: pragmatisch denken. Daarmee hebben we het al een eeuw gered. We moeten er maar op vertrouwen dat het ons blijft lukken.’

Wat is jullie grootste kwetsbaarheid?‘Tot nu toe kennen alle familieleden elkaar; er is een grote onder-linge betrokkenheid. Wel zijn we al met z’n zeventigen en dat aantal groeit alleen maar. De onderlinge verbondenheid kan makkelijk afnemen. En toch heb je de familieleden nodig. Bij veel landgoede-ren zie je dat opvolging een probleem is. Je moet dit echt leuk vinden. Financieel word je er niet wijzer van.’

‘ Het is mooi om zo’n prachtige plek in stand te houden, met elkaar te beheren en economisch een toekomst te geven’

nieuwe Veluwe 4/11 Historische buitenplaatsen

Page 39: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 39

En nu is de sneeuw dus ook terug. Je begint je zo onderhand af te vragen of er ooit een eind aan komt. Busdiensten verstoord, zodat ik vanmorgen moest improviseren. Uiteindelijk met lijn 21 naar Beekhuizen. Langs de beek omhoog. Verder naar de Zijpenberg. Verder naar de brandtoren. Daarboven was het behoorlijk ruig, vooral door de wind. Stoer: al dat wit rond de snuit van Stanley. Die kan zich best verbeeld hebben dat hij met Amundsen op weg was naar de Zuidpool. Kilometers en kilometers onbetreden sneeuw, donkere luchten, het suizen van de wind en hier & daar het montere gepruttel van koolmezen die het zonder vetbollen en pindasnoeren gered hebben – tot nu toe. Geheel alleen. Als je daar ergens je been breekt (oud ijs onder de sneeuw), heb je een goede kans om te ervaren hoe prettig het is om door onderkoeling het leven te laten. [...]

Verder de hei over, de Imbosch in. Daar kwamen ons drie Schotse hooglanders tegemoet, twee koetjes en een kalf. Als je iets van hun conditie wist, zou je kunnen beslissen of ze liepen te sjokken of te slenteren. Ze leken me nogal mager in de heupen. Maar in hun loopspoor lagen enkele gezonde drollen (maar dat zegt weer niks zolang je niet weet hoeveel graastijd erin verwerkt is). Boven het bos riep een raaf. [....]

Dwars over het Rozendaalse veld op huis aan. Zo bleven we misschien wel een halve kilometer verwijderd van de route van veertien dagen geleden. Toch kwamen die twee kraaien meteen aanvliegen. De brutaalste begon nu met me mee te lopen. Net of ik bezig was een kraai uit te laten. Ik heb een paar brokjes voor Stanley apart gehouden en het zakje leeggeschud boven de sneeuw. Pure verspilling, vond Stanley. Ik dacht: volgende keer meer brokjes meenemen. Ik dacht: maar misschien kweek je zo kraaien die mensen aanvallen die hier van ’t voorjaar komen picknicken. Het is niet eenvoudig om goed te doen in de natuur. Vier uur gelopen. Al met al heel bevredigend.

Koos van Zomeren

Dagboek Fragment uit

Naar de natuur

2011

39nieuwe Veluwe 4/11

Page 40: Nieuwe Veluwe 4 2011

40

Bij de vijver van Beekhuizen zie je al hoe het er opknapt. Hier zijn leerling en van de bosbouw-opleiding Helicon aan het werk geweest. Een mooiere plek om het vak in de praktijk te leren is bijna niet denkbaar. Een land goed verderop, op Heuven, wordt de tuinmuur zichtbaar gemaakt. De bedoeling is om ‘m te herstellen en verdwe-nen stukken muur er weer op te metselen. Volgend jaar starten de werkzaamheden op het derde landgoed, Rheder oord, met onder meer het herstel van de vijver. Al dit werk is nodig; de cultuurhistorie werd

Opfrisbeurt voor drie landgoederenDrie landgoederen aan de rand van het Nationaal Park Veluwezoom – Beekhuizen, Heuven en Rhederoord – krijgen een opfrisbeurt. Oude lanen hebben straks hun grandeur terug, zichtlijnen worden hersteld en monumen tale bomen krijgen de ruimte. Herstel, noemt eigenaar Natuurmonumenten dat. Landschapsarchitect en tuinhistoricus Eric Blok heeft het liever over versterking. ‘Want we voegen ook nieuwe elementen toe.’

tekst Ria Dubbeldam, foto Hans Dijkstra/gaw.nl, artist impressions SB4

herstelplan die natuur, recreatie, cultuurhistorie, gebruik en beleving integreren. De omgeving praatte mee. Van Dijk: ‘We hebben voor elk landgoed als start een informa tieavond georganiseerd en vervolgens twee groepen gemaakt. Een klankbordgroep van buurt-bewoners en belangenorganisaties en een projectgroep met deskundigen en andere eigenaren op het betreffende landgoed. Met beide groepen hebben we het hele traject doorlopen.’‘We zijn heel serieus genomen’, reageert Vera Luten, een tevreden bewoner van de klank-bordgroep voor Beekhuizen. ‘Er is zeker naar onze mening geluisterd. In onze groep zaten ook tegenstanders van kappen, maar uiteinde-lijk was bijna iedereen positief. Wanneer je een goede onderbouwing krijgt van de plannen, ga je het snappen. Dan zie je dat er onderhoud nodig is. Ik heb het volste vertrouwen dat ’t prachtig wordt.’

CoproductieElk landgoed is in de loop van de tijd opge-splitst. Zo heeft op landgoed Beekhuizen ook de gemeente Rheden wat grond. Heuven heeft diverse eigenaren, waaronder Stichting Wurf-bains Hof en een aantal particulieren. Op Rhederoord is het huis – in gebruik als hotel-conferentieoord – samen met een deel van het park in bezit van Rhederoord BV.Van Dijk: ‘We wilden bewust een coproductie met andere eigenaren. Als ze in de geest van de visie een plan opstellen en uitvoeren, ontstaat er meer eenheid binnen de landgoederen. Je ziet dan minder dat er verschillende eigena-ren zijn met verschillend beleid. Mooi toch?’ Gemeente Rheden en Natuurmonumenten geven het goede voorbeeld. Er komen dezelfde hekken, bankjes en bruggen, zodat iedereen kan zien: ik ben op Beekhuizen. Voor Erik Hallers en Roelof Bijlsma van Rheder-oord BV geeft de landgoedvisie extra houvast. ‘We hebben het huis Rhederoord met een deel

Historische buitenplaatsen

steeds minder zichtbaar. ‘We hebben onze 500 hectare landgoedterreinen altijd vooral op een natuurlijke manier behandeld’, zegt Hans van Dijk van Natuurmonumenten. ‘Toch vinden we cultuurhistorie ook belangrijk. Uit respect voor het verleden en voor onze bezoekers. De vraag is echter: hoe pakken we het aan? We hebben nooit een cultuurhistorische visie gemaakt.’ Eric Blok van SB4 Bureau voor Historische Tuinen, Parken en Landschappen, mocht het samen met zijn collega’s oppakken. Voor de drie landgoederen kwam een visie en een

Over de Beekhuizense Beek komen nieuwe bruggen, zodat het prettig wandelen is door het

spirituele beekdal van baron Van Spaen.

nieuwe Veluwe 4/11 Historische buitenplaatsen

Page 41: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 41

Historische buitenplaatsen

van het park in 2002 gekocht uit voorliefde voor oude parken. Drie tuinmannen en vele vrijwilligers zijn op de 12 hectare aan het werk. We maken ’t hier weer mooi. We willen bijvoorbeeld de vijver opknappen, een veldschuur bouwen en ook een kunstwerk plaatsen dat in deze tijd geest past. Uiteindelijk willen we zelfs de theekoepel terug. We zijn enthousiast over de coöperatieve houding van de gemeente die ons niet overstelpt met regeltjes maar meedenkt. Daarnaast is het herstelplan van SB4 een mooi document om bij aan te sluiten. Deze mensen hebben de kennis om de huidige park structuren in een historisch

perspectief plaatsen. Zij geven aan hoe we zichtlijnen terug kunnen brengen, hoe we om moeten gaan met de karakteristieke boom-groepen die landschaps architect Petzold heeft laten aanleggen.’

Essentie accentuerenKenmerkend van Rhederoord is dus het gecom-poneerde park. Zo heeft elk landgoed waarvoor een visie is gemaakt zijn eigen historie en karakter. ‘Daarom moet je voor herstel en versterking ze ook verschillend benaderen’, benadrukt Eric Blok van SB4. ‘We hebben voor elk landgoed bekeken wat de essentie is. Voor Beekhuizen is dat de spirituele wandeling door het beekdal en voor Heuven het agrarische landgebruik. Die verschillen gaan we accen-tueren. Niet alleen door oude structuren te herstellen, maar ook door nieuwe elementen toe te voegen. Dat hoort nu eenmaal bij landgoe-deren. Dat gebeurde in het verleden ook.’ Een mooi voorbeeld van zo’n toevoeging komt op Beekhuizen. SB4 heeft in de stijl van het andere meubilair als idee een nieuw plateau ontworpen voor bovenop de 60 meter hoge Keijenberg. Om het uitzicht tot in de IJsselvallei

‘ Elk landgoed heeft zijn eigen historie en karakter. Daarom moet je voor herstel en versterking ze ook verschillend benaderen’

Impressie van de vernieuwde zitplek aan de kop van

de Grote Vijver van Beekhuizen.

Page 42: Nieuwe Veluwe 4 2011

42

terug te krijgen is meer nodig. ‘De heuvel is in de loop van de tijd vol gegroeid met beuk. Dat allemaal kappen kan niet. De bedoeling is om een taartpunt van de heuvel bomen vrij te maken. Als je dan via het spiraalpad dat we gaan her stel len naar boven loopt, kom je enkele malen door die taartpunt en krijg je weer het fantas tische uitzicht dat Johan Frederik Willem baron van Spaen in de 18e eeuw dagelijks kon ervaren. Ik vermoed dat Van Spaen een aanhanger was van het Vrijmetselaarsgilde. Vrijmetselaars zoeken naar het spirituele en het levenspad naar boven. Bij Van Spaen zie je dat ook terug in de wandeling langs de beek naar boven, naar de bron.’

NatuurwaardenDe geplande versterking van Beekhuizen betreft ook meer aardse zaken. Zoals openheid terug-brengen en cultuurhistorische boswallen her-stellen. Van Dijk: ‘Het aardige is dat je met cultuurhistorische maatregelen, meestal ook natuurwaarden versterkt. Een afwisseling van open en dicht geeft meer biodiversiteit. Het is bijvoorbeeld goed voor reptielen. En mensen vinden overgangen van bos naar open ruimtes ook nog eens mooi.’ De voorgestelde aanpak voor Heuven is heel anders. ‘Dit landgoed valt op door het agrari-sche gebruik’, zegt Blok. ‘Aan de ‘voorkant’ van Heuven – tussen het dorp Rheden en de hei – was kleinschalige landbouw. De graanoppers stonden op het veld. Er waren ook stukjes grond die landbouwkundig minder interessant waren. Die overhoekjes en andere landschapselementen zoals steilrandjes vinden we tegenwoordig eco-logisch heel intere ss ant’, zegt Blok. ‘Ze bieden plek aan bijzondere planten en dieren. Op dit landgoed willen we graag de overhoekjes bena-drukken en ver sterken. Het zou mooi zijn om de

landbouwpercelen te verkleinen en weer gewas-sen van vroeger te telen. In ieder geval geen maïs. Dit moet in overleg met de huidige boeren. Het kan zijn dat de één het volgend jaar al ziet zitten en de ander pas over 25 jaar. Dat mag ook; de visie is een plan voor de lange termijn.’

Cultuurhistorisch verhaalDe schaapskooi, één van de trekkers op Heuven, lag vroeger precies op de grens van de akkers met de hei. Logisch: de schapen gingen overdag de hei op en de mest uit de schaaps kooi werd op de akkers gebracht. De schaaps kooi is echter de directe link met de hei kwijt geraakt. ‘Door de bomen iets terug te dringen, krijgt ie weer een directe aansluiting met de hei en wordt het cultuurhistorische verhaal weer duidelijk.’ Al is Heuven grotendeels agrarisch, een aantal sierelementen is er wel. Onder meer een sterrenbos en een laan die het landgoed met het dorp verbond. Blok: ‘Die weg is de oudste verbinding van het dorp naar boven. Dat ervaar je niet meer. Op een aantal punten is de weg doorbroken: bij het bezoekerscentrum, bij restaurant De Ruif/paardenstal Midden Heuven en bij de camping. Met veelal relatief kleine ingrepen zou je die lijn weer zichtbaar kunnen

Hoe Natuurmonumenten zich ontfermde over de landgoederenIn het Nationaal Park Veluwezoom kun je niet om de landgoederen heen. Dat begon zo: in 1911 zette de eigenaar van Hagenau zijn landgoed te koop. Het waren economisch zware tijden. Om snel nog wat extra’s te verdienen, wilde de eigenaar de dikke bomen kappen en verkopen. Bewoners uit de omgeving kwamen in actie en vroegen Natuurmonumenten het landgoed te kopen. Acht jaar later kocht Natuurmonumenten landgoed Rhederoord om ook hier het natuurschoon te redden. Andere aankopen volgden, waaronder landgoed Beekhuizen in 1930. Inwoners van Rheden staken de vlag uit om hun blijdschap over de aankoop te tonen. Het viel ook zo goed bij Jac. P. Thijsse, medeoprichter van Natuur-monumen ten, dat hij het geheel verklaarde tot het eerste Nationaal Park van Nederland. Nog één keer breidde het park uit: in 1967 met de aankoop van landgoed Heuven.

maken, zodat je vanuit het dorp in één beweging naar de heide kunt lopen.’

Paradijselijke parkenWat aan Rhederoord zo fraai is, is het tegen de heuvel aangevleide park. De diverse tuin-architecten die zich hier in het verleden hebben uit geleefd, hebben het reliëf van het landschap steeds als uitgangspunt genomen. Het leverde spannende ont werpen op met fraaie uitzichten vanaf het landhuis naar de uiterwaarden. Het parkontwerp van Carl Eduard Adolph Petzold uit 1868 in landschapsstijl – met slingerpaden, fraaie doorzichten en boomgroepen – vindt Blok het meest bepalend voor Rherderoord. ‘Zijn plan is van grote kwaliteit en hij wist op een interes-sante wijze oudere elementen in zijn ontwerp te integreren. We willen daarom op het terrein van Natuurmonu menten opslag verwijderen om zijn zichtlijnen weer te herstellen en de dichtgegroeide open ruimtes tussen de boomgroepen weer terug te brengen. De tuinbaas van het landhuis Rhederoord doet heel enthousiast mee, dus ook op dat deel van het landgoed gebeurt het een en ander.’

Stap voor stap gaan Natuurmonumenten en de andere eigenaren voor elk landgoed aan de slag. ‘Natuurmonumenten wil eind 2013 groten-deels klaar zijn’, zegt Van Dijk. De andere eigenaren zullen er langer over doen. Dat kan. Het feit alleen al dat de visies er liggen is prachtig’, vindt Blok. ‘Eigenaren hebben nu houvast voor herstel en versterking.’

Op de Keijenberg van Beekhuizen wordt het oude spriaalvormige pad naar de top hersteld en een

‘taartpunt’ hogere beplanting verwijderd. Zo ontstaat er weer uitzicht over het dal van de IJssel en

kasteel Biljoen (rood vierkant).

‘Het zou mooi zijn om de landbouwpercelen te verkleinen en weer gewassen van vroeger te telen’

nieuwe Veluwe 4/11 Historische buitenplaatsen

Page 43: Nieuwe Veluwe 4 2011

Gelders Arcadië – Atlas van een buitenplaatsenlandschapElyze Storms-Smeets (red.), Uitgeverij Matrijs iswm Gelders Genootschap, ISBN 9789053454282, € 24,95

De Veluwezoom heeft door de eeuwen heen een bijzondere aantrekkingskracht uitgeoefend op de welgestelde bevolking. Dit kwam tot uitdrukking in de aanleg van een honderdtal buitenplaatsen en landgoederen sinds de zeventiende eeuw. De landgoederenzone van Wageningen tot Rheden wordt aangeduid als Gelders Arcadië, een naam geïnspireerd op de publicatie van de schrijver Isaac Anne Nijhoff Geldersch Arkadia of Wandeling over Biljoen en Beekhuizen uit 1820.

Naast de atlas is er ook een kansenboek voor Gelders Arcadië met inspirerende voorbeelden voor ontwikkeling van het cultuurhistorische erfgoed.

Veluwezoom – ongewoon Nederland Monica Wesseling, Natuurmonumenten, ISBN 9789070099008, bestellen www.natuurmonumenten.nl/veluwezoom, lid € 9,95, normaal: € 11,95

Veluwezoom, het oudste Nationaal Park van Nederland, is een tot over de grenzen bekend natuurgebied. Ons Serengetti achter de dijken. Groots, uitgestrekt en met nog ruimte voor spontane natuur. Auteur Monica Wesseling voert de lezer mee in haar verwondering over en fascinatie voor de rijke natuur en de planten en dieren die er voorkomen. Natuurfotograaf Lars Soerink verrast u met zijn persoonlijke impressies van sprookjesachtig ochtendlicht, een harige snuit van een Schotse hooglander, struifzand en nog veel meer.

Canon van RhedenJan Jansen e.a. Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal, bestellen: 026 3628959 of [email protected], introductieprijs € 12,50 (excl. verzend kosten), vanaf 1 januari 2012 € 14,50

Hoe zijn de heuvels rondom de Posbank ontstaan? Hoe oud zijn de kerken en kastelen in de gemeente Rheden? Wie liggen in de grafkelders in Spankeren en Ellecom? Wie nam het initiatief om een badhuis in Laag-Soeren te bouwen? Dit zijn enkele vragen waarop deze canon een antwoord op geeft. Veertig verschillende thema’s in de gemeente worden uitgelicht. Hiermee sluit ook Rheden zich aan bij de trend van lokale canons om histori-sche informatie toegankelijk te maken.

Middachten, landgoed in bedrijfAge Fennema, Diepenmaat Uitgeverij & Ontwerpbureau Dieren, bestellen via [email protected], € 12,50 (incl. verzendkosten)

Middachten wordt gewaardeerd om zijn kasteel en zijn tuinen, de Middachter Allee, het oude Middachter bos en de ver-gezichten in de Haviker waard. Al dit moois blijft niet vanzelf in stand. Er wordt heel wat werk verzet door de timmerman, jachtopzichter, boer, metselaar, tuinman en vele anderen. Dit beeldboek geeft inzicht in de vele aspecten en het leven op dit landgoed. De familie ziet zichzelf als tijdelijke eigenaren. Haar drijfveer is om Middachten nog fraaier door te geven aan hun nageslacht. Dit kan alleen met medewerking van de hele omgeving: vrijwilligers, bewoners van de omliggende plaatsen, de gemeente en andere overheden.

Service Historische buitenplaatsenwww.natuurmonumenten.nl/veluwezoom Nationaal Park Veluwezoom is met haar grote afwisseling van bos, heide, zand-verstuivingen en landgoederen een topattractie voor natuur- en cultuurbeleving. Het park bestaat honderd jaar.

www.rheden.nl Gemeente Rheden maakt zich sterk voor de landgoederen en buitenplaatsen op haar grondgebied. Op 31 mei organiseert ze i.s.m. de Stichting Themajaar Historische Buitenplaats 2012 en de provincie Gelderland het symposium ‘Buitenplaats in bedrijf’, een activiteit in het kader van het Jaar van de Historische Buitenplaats 2012.

www.buitenplaatsen2012.nl Jaar van de Historische Buitenplaats 2012: achtergrondinformatie, activiteiten en nieuws.

www.geldersgenootschap.nl Gelders Genootschap adviseert gemeenten en is Initiatiefnemer van het project Nieuw Gelders Arcadië voor behoud en versterking van het landgoederenlandschap.

www.nieuwgeldersarcadie.nl Nieuw Gelders Arcadië: meer dan honderd landgoederen, waarvan 34 in gemeente Rheden, met grote hoogteverschillen, sprengbeken, lanen, panorama’s en fraai vormgegeven landhuizen.

www.oudheidkundigekring.nl Oudheidkundige Kring Rheden-Rozendaal, brengt onder meer minutieus de geschiedenis van landgoederen en buitenplaatsen in kaart en denkt mee bij de opstelling van herstelvisies.

nieuwe Veluwe 4/11 43

Page 44: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/114444

700 extra handen houden heide�Gerritsfles open

Zinvol werk doen op de prachtigste plekken in de natuur. Dat deden 13.000 vrijwilligers tijdens de landelijke Natuurwerkdag in november. Gerritsfles vlak onder Radio Kootwijk was één van de bestbezochte werklocaties. 350 enthousiaste mensen verwijderden jonge dennen om de vochtige hei betere overlevings kansen te bieden. Een arbeidsintensieve klus waar eigenaar Staatsbosbeheer niet meer aan toekomt.

Page 45: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 45

700 extra handen houden heide�Gerritsfles open

En ineens is het stil op de geïmproviseerde verzamelplaats. De tientallen lege opklapbanken en tafels staan wat verloren in het platgelopen gras; het enige geluid komt van de knetterende vlammen in de vuurkorven. De laatste groep vrijwilligers heeft na de werkinstructie zijn hand-schoenen en gereedschap opgehaald en is vertrokken. De gretigheid waarmee de honder-den mensen de hei opgaan en afzakken richting het ven is opvallend. Alsof ze bang zijn dat ze te laat komen, dat de boompjes die ze willen trekken op zijn. Het glooiende terrein van de Gerrritsfles ligt pal tegen het militair schietterrein Harskamp. Omdat eigenaar Staatsbosbeheer de Gerritsfles als veiligheidsbuffer aan Defensie heeft verhuurd, is het niet toegankelijk voor publiek. Vandaag wordt er niet geschoten en zijn de bezoekers meer dan welkom.

Elk jaar meerBoswachter Paul Suurmond is achtergebleven bij de verzamelplaats en zit voor een grote leger tent op een lange houten bank. Eindelijk tijd voor zijn sjekkie. Hij glundert van oor tot oor. Wel 350 vrijwilligers vandaag, waaronder ruim honderd kinderen. ‘We hadden nog veel meer mensen kunnen krijgen, maar we hebben de inschrijving stopgezet. Anders loopt het klem bij de begeleiding.’Het is hem opgevallen dat veel bezoekers van ver komen. Vandaag kunnen ze toch ook dich-ter bij huis in de natuur werken? Dat ze toch kiezen voor de Gerritsfles verklaart hij uit de bekendheid en de goede sfeer die er hier stee-vast is tijdens de landelijke Natuurwerkdag. ‘Men vertelt het door. Elk jaar komen er meer mensen.’Dat het lukt de dag goed geolied te laten ver-lopen, komt door een groot aantal ervaren vrijwilligers, herkenbaar aan de stoere bruin-oranje outdoorkleding. ‘Ik voel me gezegend met zo’n gemotiveerde club’, zegt Suurmond. ‘Zonder hen zou Staatsbosbeheer dit niet kunnen doen. De organisatie van deze dag kan

ik voor een groot deel aan hen overlaten.’ Veel hulp krijgt hij vandaag ook van buurman en co-gastheer Defensie, die heeft gezorgd voor tenten, lunch en live muziek.

Keuzes makenDe hulp van vrijwilligers is belangrijker dan ooit tevoren. Nu het Rijk het budget van Staatsbos-beheer met 60 procent kort, moeten er keuzes worden gemaakt en moet geprobeerd worden zoveel mogelijk mensen te mobiliseren, bij-voorbeeld om open terreinen niet dicht te laten groeien. Suurmond: ‘We hebben bepaald welke terreinen zó belangrijk zijn dat ze beslist open moeten blijven – ook al kost dat geld – en welke terreinen dicht mogen groeien, als het geld ontbreekt.’ Terreinen in deze laatste categorie probeert Staatsbosbeheer nog wel met inzet van vrijwilligers open te houden. Ze heeft landelijk 4500 vrijwilligers, maar wil het vrijwilligers-bestand uitbreiden naar 6000 mensen. ‘Met extra menskracht kunnen we veel meer oppak-ken. Dankzij vrijwilligers kunnen bezoekers van de Veluwe blijven genieten van open gebieden.’Suurmond is er de persoon niet naar om lang te somberen. Hij kijkt om zich heen en wijst op de lange groene strook in de verte: ‘Zie je daar die massale opslag van dennetjes? Aan het eind van de dag zijn de bomen verdwenen en zien we weer hei.’

Juist op deze plekOmringd door een woud van dennenboompjes zit een jonge vrouw op haar knieën geconcen-treerd te werken. Met een handzaag zaagt zij de dennetjes vlak boven de grond af. De hele dag al. Ze werkt snel en geroutineerd. ‘Werken in de natuur deed ik nog nooit’, lacht ze. ‘Ik hoorde van de natuurwerkdag en dacht: ‘Leuk, daar moet ik bij zijn. Juist op deze plek, waar ik anders niet mag komen!’ Ze woont in Apeldoorn en wandelt regelmatig in de bossen in de omgeving. Natuurlijk zag ze wel eens mensen in het bos werken. ’Maar nu pas besef ik hoeveel werk het is om zo’n vlakte kaal te krijgen.

Waarom liggen er dode takken en bomen in het bos en hoe beschermen we de jeneverbes? In de serie Natuurbeheer brengt Nieuwe Veluwe achtergronden van natuurbeheer in beeld. In deze vierde aflevering: de Natuurwerkdag op Gerritsfles.

tekst en foto’s Hans van den Bos

Natuurbeheer

Page 46: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1146

Ik schrik ervan! En als ik dan hoor dat er minder geld voor is, kan ik me voorstellen dat de heide dichtgroeit.’ Verderop sjouwen de tieners Anouk en Natasja samen met een flinke grove den, de jiri-zaag (kleine handzaag) houden ze nonchalant in de vrije hand. Zij behoren tot één van de vele scoutinggroepen die hier vandaag actief zijn. Overal om je heen zie je de frisgroene of lichtbruine kleuren van hun uniformblouses. Deze fanatieke meiden werken vandaag voor het eerst in de natuur – als je tenminste hutten bouwen niet meerekent. Ze vinden het ‘hart-stikke leuk’ met zoveel mensen in dit mooie gebied. ‘Maar het werk is veel zwaarder dan je denkt. We hebben nu al spierpijn van het zagen!’

IJzerhoudende oerbankHet ven de Gerritsfles is een heel bijzonder fenomeen op de droge, waterarme centrale Veluwe. Het 6 hectare grote water ligt op slechts twee kilometer van het Kootwijkerzand, in een groot droog dal dat in de laatste ijstijd ontstaan is. In een laagte vormde zich hier in de bodem een ijzerhoudende oerbank, die geen water doorlaat is. Daardoor hoopt regenwater zich hier op, tientallen meters boven het grondwater. Gerrit de Graaff, één van de coördinerende vrijwilligers, kent dit gebied goed. Jarenlang inventariseerde hij er vogels. Zo herinnert hij

zich nog precies dat hij hier ’s morgens vroeg op 29 maart 1968 zijn schuilhut neerzette. De Graaff: ‘In een heel kaal gebied; er was geen boom te zien.’ Even later had hij korhoenders voor zijn fotocamera. ‘Ik zag wel vijf dieren in één beeld, met het water van de Gerritsfles op de achtergrond.’ Een unieke ervaring noemt hij dit nog steeds. De omgeving is sterk veranderd, zegt hij: ‘Overal zie je nu bomen en bos en de korhoenders zijn verdwenen, maar het meer is nog grotendeels hetzelfde.’ Door het bijzondere biotoop – een meertje in een zeer waterarme omgeving – heeft het gebied nog steeds een bijzondere flora en fauna. Op het ven ziet De Graaff altijd dodaars, de kleinste futensoort. Tegenwoordig broeden er ook grauwe ganzen. In de winter huist hier de klapekster. ‘En het barst hier van de libellen’, zegt De Graaff. ‘Daarom gaan we niet alle bomen weghalen. Want de libel rust graag in de luwte tegen een boomstam.’ Het water en niet te vergeten de rust maakt deze plaats ook bijzonder aantrekkelijk voor de grotere zoogdieren. Volgens Suurmond ‘jeukt het er van het wild: edelherten, reeën, zwijnen; aan de rand zit zelfs een grote dassenburcht.’ Tijdens het werk vandaag laten deze dieren zich niet zien, maar hun sporen zijn niet te missen: over de hei lopen duidelijk wildpaden en overal zijn verse pootafdrukken van zwijnen en herten. Ergens in de hei wordt een zwijnenschedel gevonden en later duikt een hertenpoot op.

Met het hele gezinJudith uit Bennekom is hier met het hele gezin. Het werk – boompjes knippen met een lang gesteelde snoeischaar - bevalt haar prima: ‘We hebben mooi weer, er is een gezellige grote groep en lekker eten.’ Trots kijkt zij terug naar het stuk heideterrein dat ‘haar’ groep boomvrij heeft gemaakt. Dochter Hanneke weet nog niet of ze volgend jaar weer meedoet: ‘Het is wel leuk, maar we hebben op zaterdag altijd veel andere dingen te doen.’ Vrijwilliger Erwin uit Apeldoorn werkt elke maand een dag bij Staatsbosbeheer in de omgeving van Kootwijk. Maar hier was hij nog nooit geweest. ‘Heel apart om met zoveel mensen te werken. Je komt ’s morgens aan en ziet het terrein helemaal volstaan met bomen. Je vraagt je af: gaat het lukken? Maar het vliegt er vanaf met zoveel handen. Vooral het enthou-siasme van de kinderen is heel bijzonder.’ Hij heeft zijn eigen kinderen meegenomen, een zoon van tien en dochter van acht. ‘Echte natuurkinderen, die veel buitenspelen’, zegt hij.

Zie je daar die massale opslag van dennetjes?

Aan het eind van de dag

zijn de bomen verdwenen en

zien we weer hei’

Page 47: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 47

Gesloten dennenbosOpzichter Willem van Ark, verantwoordelijk voor het terreinbeheer van alle Veluwse gebieden van Staatsbosbeheer, loopt zijn ronde. Hij geeft hier en daar wat aanwijzingen, maar nog vaker spreken mensen hem aan. Van alles willen ze weten. De groengeklede man met de lange baard is zichtbaar populair bij de jonge meiden van de scouting. Terwijl hij over de glibberige bodem met dop- en struikheiplanten wandelt, niet ver van het water, vertelt hij over het beheer van dit vencomplex.‘In 2002 is de monotone grasmat van pijpen-strootje deels gemaaid en geplagd. Door het plaggen – waarbij naast de begroeiing ook de toplaag van de bodem afgevoerd wordt – komt de minerale grond aan de oppervlakte te liggen. Dat is goed voor de kieming van planten die we hier graag zien: dop- en struikhei. Die zijn dan ook massaal teruggekomen. Maar ook grove den vestigt zich gemakkelijk op de kale bodem. Duizenden boompjes. Dat gaat nog steeds door. En kleine boompjes groeien … Zonder de inzet

van vandaag zou het hier over tien jaar een gesloten dennenbos zijn. Dat zien we toch liever niet. Het geld om een aannemer in te huren hebben we tegenwoordig echt niet meer. Het is intensief werk en dus duur.’Plaggen zoals dat hier gedaan is, zou Staatsbos-beheer met de inzichten van nu niet meer doen. ‘We vinden het te grootschalig en het resultaat te eenvormig. We zien liever meer afwisseling, meer structuur in de hei’, zegt Van Ark. ‘Want we willen het graag ook wat natuurlijker. Daarbij horen ook open plekken, grazige stukken, plukjes met braam en hier en daar struiken en bomen: vuilboom, lijsterbes, wat eiken. Vandaag zetten we de bosvorming een stuk terug en we hopen dit natuurlijke proces in de toekomst met begrazing wat te kunnen vertragen.’

AmbassadeursVan Ark is in zijn sas met ‘al die handjes’ die hij er vandaag bij heeft. Maar even belangrijk vindt hij het dat de mensen de natuur beleven. ‘Ik hoop dat deze dag ertoe bijdraagt dat deze

mensen ambassadeurs worden van de natuur in Nederland. Dat zij het gevoel krijgen dat de natuur van ons allemaal is, en dat we daar allemaal een bijdrage aan moeten leveren.‘‘Het is jaren geleden begonnen, toen ik bij de gemeente Apeldoorn werkte’, zegt de vrouw die met haar zoon afgeknipte dennenboompjes naar een grote stapel draagt. ‘Toen zag ik een flyer van de Natuurwerkdag bij Staatsbosbeheer op de Veluwe; het leek me wel wat. We vonden het zo leuk dat we sindsdien elk jaar terugkomen, met zijn zessen: ons gezin en twee vrienden. Bijzonder is de mooie omgeving hier. Rond Utrecht, waar we nu wonen, is het allemaal zoveel voller.‘ Het werk geeft haar veel vol-doening. ‘Vanmorgen keken we daar tegen de bomen aan’, wijst ze naar het meertje, ‘maar nu zie je het water.’ Moeder en zoon verontschul-digen zich, ze willen verder. Nog een uurtje en er staan nog heel wat kniehoge boompjes om te verwijderen.

Page 48: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1148

Een stuk muur van de voormalige fabriek Van Gelder Papier,

die blijft staan als herinnering aan het industriële verleden.

Natuur gekoesterd

Page 49: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 49

IJsblauw en ver weg van de eigenlijke tentoon-stelling, gloeit een klein lichtkunstwerk: Windflower. Het woord hangt in zacht gebogen neonletters hoog aan de muur. Deze sculptuur van Ian Hamilton Finlay (1925-2006) roept, misschien juist door het koel gekleurde lamp-licht, veel meer op dan het beeld van een anemoon. Het woord functioneert eerder als een ultrakorte haiku. Vanuit dit kunstwerk ontsproot Windflower, Perceptions of Nature: een internationale groepstentoonstelling over de broze natuur in een wereld die steeds harder om haar as lijkt te tollen. Individualisme, materieel gewin en jachtigheid jutten niet alleen de mens op, maar bedreigen ook de aarde die haar draagt en voedt. De tentoonstelling reikt perspectieven aan van twaalf beeldend kunstenaars uit alle windstreken die zich elk op een hoogst persoonlijke manier verhouden tot dit onderwerp.

Op zo’n verstilde plek als het Kröller-Müller Museum – in feite een Slow Museum avant la lettre – levert dat een extra scherp perspectief op. Om er te komen moet je moeite doen en er is tijd om de waan van de dag van je af te schudden. Nog voordat je het museum betreedt, heb je al kunnen proeven aan ruimte en buiten-lucht. Dat alleen al zal voor menigeen voelen als een aha-erlebnis. Om je dan tot kunst te verhouden die expliciet gaat over de stoorzenders buiten dit Nationale Park, maakt nieuwsgierig.

Letterlijke commentaren op natuur- en milieu-vraagstukken circuleren zelden in een museum;

dat doet de verbeelding slechts verstommen. Kunstenaars zijn juist als geen ander in staat om wat in de lucht hangt te duiden zonder expliciet te zijn. Toch valt in de catalogus te lezen: ‘Wij beschouwen het als een belangrijke taak van het museum om het bewust-zijn voor de kwetsbaar-heid van de natuur en elke vorm van leven te verhogen en promoten de empathie die nodig is voor het onorthodoxe denken daarover.’ Museumdirecteur Evert van Straten zegt het in sterker verwoordingen dan je misschien zou verwachten in Otterlo; een sereen museum waar de waardigheid van kunst nog altijd voelbaar is en hoog gehouden wordt. Maar hoe doe je dat zonder werkelijk stelling te nemen?

Door het beeld te laten sprekenWillem de Rooij (1969) pareert die netelige vraag met schwung. De Rooij, de enige Neder-landse kunstenaar die gevraagd werd voor dit project, plaatste een griezelig perfect gerang-schikt boeket bloemen in een verder lege museumzaal. Een reusachtige wolk van roze en wit vlamt je tegemoet: de bloemen lijken bijna te zweven. De zware geur van lelies en orchideeën raakt direct de kern. Die te ruiken terwijl het buiten geurt naar aarde, mos en dorre bladeren, werkt vervreemdend. Boeket VII kust werelden wakker: van Hollandse bloem-stillevens en dito welvaren tot de ultieme efficiency van Neerlands onovertroffen kwekers, veilingen en logistiek die het mogelijk maken dat hier in de wintermaanden dag in dag uit te genieten valt van verse bloemen. Is dat decadent of is dat het resultaat van nuchtere koopmansgeest?

Hoe kun je de broosheid van de natuur verbeelden zonder te verzanden in activisme? Het Kröller-Müller Museum verkende de grens tussen engagement en esthetiek.

tekst Manon Berendse en foto’s Kröller-Müller Museum

Natuur gekoesterd

Boeket VII, 2010 van Willem de Rooij

foto Galerie Daniel Buchholz, Keulen/Berlijn

Links: CLOUD PIECE, 1963 spring van Yoko Ono

Page 50: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1150

Door niet eenduidig te zijn, maar wel helderDe Schotse schilder Peter Doig (1959) lijkt bijna antwoord te geven in zijn schilderij Pelican? Op een smalle kuststrook staat een man met niet meer aan dan een lendedoek. Hij valt in het niet bij de palmbomen die hoog boven hem uit torenen. Hij houdt een levenloze pelikaan in zijn hand, achteloos. Doig laat voor- en achtergrond in elkaar oplossen, alsof we nog net een glimp opvangen van een wereld die verdwijnt. Wie overleeft wie: is de man het eiland de baas of is de natuur ten langen leste almachtiger?De Peruaanse Marco Pando Quevedo (1973) en de Amerikaanse Mark Dion (1961) weten met humor een dubbelzinnigheid te bewaren in hun werk waardoor het nergens topzwaar wordt. Pando Quevedo is afkomstig uit Lima, dat kampt met ernstige milieuvervuiling. Hij maakte sprankelende kijkdozen van plastic emmers met daarin restjes aardolie en kraste op oude filmstroken een raadselachtig beeldverhaal dat zich voltrekt aan de rand van een stad. Mark Dion is de man van het grote gebaar. Hij bouwde vier jachthutten op ware grootte waarin de jager zich normaliter stilletjes verschanst. De

hilarische interieurs verklappen de aard van hun gebruikers: van boekenwurm tot gourmand, van dandy tot sloddervos. Dion, zelf jager, natuurliefhebber en bezoeker van vlooien-markten reeg al zijn werelden aaneen in deze grote installatie en bevraagt daarmee de paradox van verzamelen en toe-eigenen én de drang om te willen behouden en bewaren.

Door afstand te nemen van het hier en nuDe Mexicaanse Mario García Torres (1975) stelt zichzelf impliciet dezelfde vraag als Peter Doig in zijn videowerk Carta abierta a Dr. Atl. Hij filmde zwijgend het uitgestrekte berglandschap van Barranca de Oblatos, een adembenemend panorama dat zijn vak- en landgenoot Gerardo Murilo (1875-1964), alias Dr. Atl., even ongerept aantrof begin twintigste eeuw. De beelden gaan gepaard met een brief die als een ondertiteling wordt weergegeven onder het bergpanorama. García Torres uit zijn bezorgdheid over het voornemen van het Guggenheim Museum om op deze nog onaangetaste plek een ‘filiaal’ te bouwen. Dat doet hij ingenieus, meester als hij is in het verweven van filmische beelden, fictie en zijn kritische houding ten opzichte van museumpolitiek. Hij schrijft aan Murillo: ‘Thomas Krens who is the Guggenheims museums director recently said that the Barranca de Oblatos is an “instant postcard”. I don’t really know what he meant by that. It is actually hard to imagine it.’ García Torres maakte in feite alvast een audiovisueel uitklapsetje briefkaarten, terwijl hij zich oprecht afvraagt wat zo’n ingreep zal uitrichten. Moeten we ons straks laven aan Murillo’s schilderijen waarin de grandeur van de bergketen nog naechoot? Of worden we er juist nu pas deelgenoot van, doordat het een plek wordt waar je geweest moet zijn? Net zoiets als het Alhambra, waar ook kosten noch moeite gespaard zijn om bezoekersstromen rimpelloos te leiden tot de beleving van een wereldwonder van formaat?Ook de Chinese Liang Shaoji (1945) neemt afstand van tijd en plaats. Hij relativeert door de cultuur waarin de mens leeft te laten wegzinken in tijdloosheid. De kunstenaar woont in een klein dorp in het Tiantaigebergte in China, een gebied dat in de Chinese natuurbeleving grenst aan het paradijselijke. Juist op die plek buigt Liang

Panoramas, 2010-2011 van Marco Pando Quevido

foto Hans Wijninga en Marjon Gemmeke

Boven: The Bug Man, 2006 (still) van

Marco Pando Quevido

Onder: drawing of The Bug Man, 2006

van Marco Pando Quevido

foto Hans Wijninga en Marjon Gemmeke

Page 51: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 51

Shaoji zich over de nietige rol van de mens. Naast zijn atelier houdt hij een grote kwekerij met zijderupsen; binnen zijn cultuur symbool van generositeit en volharding. Hij wendt de langzaam gesponnen zijdedraden ook aan om tegenwicht te bieden aan alle druk doenerij van de menselijke soort, simpelweg door zijn kunstobjecten te laten omspinnen met ruwe zijde, zoals in Mounting / nature series No. 103. Op de vloer liggen twee kniehoge stapels kranten die stuk voor stuk ingepakt zijn door de zijderupsen. Je kunt zo’n werk lezen als een pleidooi voor de oercultuur waarvan we ons gaandeweg willens en wetens hebben los-gezongen: moeder natuur. Hoe belangrijk is al dat nieuws dat we iedere dag opnieuw wereldkundig willen maken?

Door te verdichtenHet meest verrassende werk dat deze tentoon-stelling brengt, zijn tekstwerken (pieces) van de van origine Japanse Yoko Ono (1933). Met louter tekst zinspeelt zij met de menselijke capaciteit om beelden voor ons geestesoog te laten ontstaan, nog krachtiger dan Windflower van Ian Hamilton Finlay dat doet. Communiceren is voor Ono de kern van haar kunstenaarschap. Het liefst stuurt ze met haar verhalen en instructies aan op het punt waar waarneming en reflectie in elkaar vervloeien. De gekozen tekstwerken zinderen van een sensitiviteit waarmee we allemaal geboren zijn, maar die vaak bedolven raakt onder wat we allemaal denken, willen weten en moeten van onszelf. Ono pleit voor het ruiken, voelen, proeven en gewaarworden van regen, de maan en de aarde. Hoe lichtvoetig of naïef haar teksten ook lijken, ze raken nog altijd aan universele wezenlijke gevoelens.Een zin als Listen to the sound of the earth turning is in Kröller-Müller helemaal op zijn plaats. Lukt het ons nog om ons open te stellen en te verbinden met de natuur? Durven we ons nog over te geven aan het soort van opdrachten dat Ono ons toefluistert? Ono publiceerde in 1963 vijfhonderd vierkante boekjes met daarin compacte teksten die lezen als korte brieven en geïnspireerd zijn door de Japanse dichtvorm van het haiku en de Chinese traditie van koan. Nu bevolken enkele teksten het museum. De traditionele structuur van het

aantal regels en lettergrepen van het haiku liet Ono los, maar de oprechte verwondering, die soms reikt aan een kinderlijke kraakhelderheid ligt haar goed. Ook het feit dat deze teksten anno 2011 misschien nog wel meer tot de verbeelding spreken dan in 1963 – toch de tijd waarin hoop en ongehoorzaamheid in het westen gemeengoed waren – strookt met de tijdloosheid en diepe zeggingskracht van de klassieke dichtvorm. Koan zijn kernachtige dialogen die een enkel aspect van de Boeddhistische leer belichten. Zenmeesters in China en Japan reikten via deze teksten hun leerlingen inzichten aan in de ware aard van de geest. Ono is tot op de dag van vandaag een gedreven kunstenaar en vredesactivist, die ook gelooft dat we door ons te focussen op de kracht van het woord daar uiteindelijk naar handelen en daardoor kunnen verwezenlijken wat ons voor ogen staat. Imagine peace dat ook door haar partner John Lennon werd uitgedragen, heeft nog niets aan kracht ingeboet. Het is in deze tijden van Occupybewegingen en omwentelingen in het

Midden-Oosten juist hyperactueel.De manier waarop de pieces van Ono zijn geïnstalleerd is een meesterlijke zet, ook al kwam het misschien voort uit woekeren met de ruimte. Haar woordtableaus zijn in een vriendelijke schreefletter aangebracht op de immense ramen langs gangen en zalen van het museum. Krijgen we toch nog beelden cadeau: van bomen, bladeren, luchten en licht in volle glorie, zoals Evert van Straten ze ons graag nog lang laat koesteren.

Windflower, Perceptions of Nature, t/m 15 januari, Kröller-Müller Museum, OtterloRondom de tentoonstelling worden in het weekend verschillende activiteiten aangeboden, ook voor kinderen.

Onder de naam Windflower, Perceptions of Naturede is ook een Engelstalige catalogus verschenen, uitgebracht door NAi Publishers, ISBN 9789056628369, € 35.00, te koop bij het Kröller-Müller Museum en te bestellen via www.naibooksellers.nl.

Hunting Blind - The Glutton, 2008 van MarK Dion

foto Adolf Bereuter

‘ Hoe lichtvoetig of naïef de teksten van Yoko Ono ook lijken, ze raken nog altijd aan wezenlijke gevoelens’

Page 52: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1152

Het miezert en druilt. Voor de zesjarige Finn is dat geen belemmering om vanuit een boom zijn gravende vader Peter en juf Rianne aan te moedigen. Hijzelf heeft het niet zo op dat geploeter, hij is meer van het klim- en klauter-werk. Op aanwijzing van uitvoerder Jeroen Charpentier leggen de vrijwillige ‘bouwvakkers’ een pad aan. Eerst de oude tegels eruit, dan het graafwerk en vervolgens opvullen met zand. De route van de paden hebben de leerlingen zelf bepaald, zoals ze eigenlijk alles zelf ontworpen hebben. De klimboom bijvoorbeeld, was een ‘must’. De houtwal als afscheiding ook. ‘Elke week werken hier gemiddeld dertig kinde-ren’, zegt Charpentier. ‘Het gaat niet snel, maar daar gaat het ook niet om. Doordat de kinderen, hun ouders en de leerkrachten zelf aan de speelplek werken, wordt het iets eigens. Als er elke schoolvakantie maar weer iets af is. Het moet wel leuk blijven.’

TumulusEn leuk wordt het. De bijencamping bijvoorbeeld is een behuizing voor solitaire bijen. Charpentier: ‘Zo raken kinderen spelenderwijs bekend met bijen en hun nut voor de bestuiving van planten.’ De riante woning voor de kippen, duiven en konijnen is op een haar na klaar. ‘Die vormt de

begrenzing tussen het speelterrein voor de onder- en de bovenbouw.’ De speelplek krijgt geen zandbak. Natuurlijk niet! Wel een spannende zandheuvel. Charpentier: ‘Tumulus heet hij. Het woord doet aan tuimelen denken. In feite is het een cultuur historische verwijzing naar de grafheuvels (tumuli) van het Klokbekervolk dat hier ooit – van 2600 tot 2100 voor Christus – leefde en waar de school naar vernoemd is. We hebben heel bewust de heuvel Tumulus genoemd om de kinderen ook iets van de cultuurhistorie van hun omgeving mee te geven.’

Zintuigen prikkelenHet allermooiste is het uitzicht op de hei. Het schoolplein gaat bijna ongemerkt over in de Ermelose heide. ‘Dat was wel anders’, mengt directeur André Guijs zich in het gesprek. ‘Je zag de hei niet eens, zoveel bomen en struiken stonden er voor we begonnen. Er was geen verbinding met de natuurlijke omgeving. Ook hadden we een regulier schoolplein, niets bij-zonders. Tot ik op een dag bedacht dat het school plein niet aansloot bij de visie van de school. We vonden altijd al dat je wereld-oriënterende vakken buiten moet beleven. Dat je de zintuigen moet prikkelen. Daar moet

Natuur�terug� in de wijk en op school

Basisschool De Klokbeker in Ermelo mag dan op woensdagmiddag wel dicht zijn, buiten

wordt hard gewerkt. Leerlingen, ouders en leerkrachten veranderen het voormalige

betegelde speelplein in een landschappelijke speelplek, waar kinderen lekker vies

mogen worden. Dat is precies de bedoeling van het project Modder aan je broek.

tekst Annelies Barendrecht, foto Wim van Hof/gaw.nl

Page 53: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 53

je de school op inrichten. Een school zou veel meer een ontdekkingscentrum moeten zijn. We geven daar invulling aan met onder meer een techniekwerk plaats, een laboratorium en we geven natuur onderwijs niet meer uit een boekje, maar werken met projecten. Die betonnen pleinen slaan daarom ook nergens op.’

Natuur naar de kinderenHet toeval wilde dat Jantje Beton en Stichting Landschapsbeheer Gelderland tien scholen zochten die met een subsidie van 50.000 euro hun schoolplein willen veranderen in een natuur-lijke speelplek. Voor veel kinderen is buitenspelen niet vanzelfsprekend en soms gaan ze nooit de natuur in. Als kinderen in hun directe omge ving niet in aanraking komen met de natuur ontstaat vervreemding, vinden beide organisaties. Nu kun je kinderen wel proberen de natuur in te sturen, maar eigenlijk is het veel gemakkelijker de natuur en het landschap naar hen toe te brengen met landschappelijke, avontuurlijke ravotplaatsen.Het plan werd ook door de gemeente, de ouders en de leerkrachten omarmd. Land schaps beheer Gelderland, die gewend is om met vrijwilligers-groepen te werken in het landschap, kwam in beeld als projectleider en heeft het basisontwerp gemaakt. Zij keek hiervoor naar het omliggende landschap en de daarbij behorende cultuur-historie. Witjes: ‘Waar is het zicht op de mooie Ermelose heide’, dacht ik toen ik hier voor het eerst op het oude schoolplein stond. We zijn aan de slag gegaan om het zicht op het heideland-schap te herstellen. Met een super enthousiaste school, geld en pr van Jantje Beton, materiële steun van de gemeente en wij als professionele ondersteuning voor de vrijwilligers en als projectleider en bewaker van het idee. Zo hebben wij samen met de kinderen het definitieve ontwerp gemaakt. Alle bruikbare ideeën van hen nemen we mee. Gaandeweg passen we het ontwerp telkens aan. Het zijn immers de leerlingen die uiteindelijk bepalen hoe hun speelplek eruit gaat zien.’

Nooit afAl is over een tijd het landschappelijke buurt-speelplein ingericht, af is het nooit. Net zoals het in de natuur ook gaat. Voor het landschap moet je zorgen. Je moet het onderhouden, zullen de kinderen met hun buurtspeelplein ook merken. De natuur en het landschap mogen zich ook ontwikkelen tot iets nieuws. De kinderen kunnen altijd weer nieuwe elementen toevoegen. Witjes: ‘Dat alles is nou net het leuke en leerzame van een landschappelijke speelplek. Kinderen leren spelenderwijs het landschap en de natuur kennen en verzorgen.’

Page 54: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1154

IJzertijd in het Wekeromse Zand

In het bos van het Wekeromse Zand ligt in de bodem een origineel akkercomplex van 80 hectare uit de IJzertijd (800 tot 12 v. Chr.): Celtic fields. Een klein stukje is in het veld zichtbaar, maar was aardig overwoe-kerd door begroeiing. Tijdens de Natuurwerkdag van 5 november hebben vrijwilligers de opslag verwijderd. Er gebeurt meer om de sporen van menselijke bewoning in het landschap beter beleefbaar te maken. Aan de rand van het Wekeromse Zand ligt al jaren een reconstructie van akkertjes. Deze zomer zijn daar een boerde-rij en voorraadschuurtje (spieker) bij gekomen. De boerderij is gebaseerd op paalsporen van oorspronkelijke boerderijen die in een aangrenzend perceel zijn ontdekt. Het uitzichtplatform waarvan je over het geheel uitkijkt is herbouwd. Volgend jaar komt er een speciale Celtic field- wandelroute door het gebied.

De ijzertijdboerderij, spieker en Celtic fields zijn dichtbij de Vijfsprong-weg te vinden tussen Lunteren en Wekerom. Ontwikkelingen volgen kan via opzichter Remco Oosterkamp van Het Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen. Hij twittert via @BoswachterRemco.

Hoogveen ook bij klimaatverandering te redden

Levend hoogveen kwam ooit veel voor in Nederland. De sterke teruggang komt vooral door turfwinning. Verdroging bedreigt de laatste restjes: de planten en mossen hebben continu water nodig. Heeft het nog zin om energie te steken in het behoud van hoogveen?, vroeg de Tweede Kamer zich af, nu ook klimaat-verandering een duit in het zakje doet. Hoogveen dreigt verder te verdrogen door de stijgende temperatuur en minder regenval in de zomer.Rienk-Jan Bijlsma van Alterra zocht dit samen met andere onderzoekers uit. Het huidige hoogveen doet het het best waar toevoer is van water uit de directe omgeving en het hoog-veen dus niet alleen afhankelijk is van regenwater. Een mooi voor-beeld is het Mosterdveen bij Vierhouten op de Veluwe, dat gevoed wordt door ijzerhoudend water uit stuifduinen in de omgeving.Bijlsma ziet verder een algemene stabilisatie of zelfs vooruitgang van de flora en fauna van hoog-venen, ook in gebieden waar geen antiverdrogingsmaatregelen zijn genomen. ‘Dat komt door de afgenomen zwavel- en stikstof-

neerslag uit de landbouw en industrie.’Herstelmaatregelen hebben zeker zin, concludeert Bijlsma. ‘Levend hoogveen is te behouden met een goede waterhuishouding. Dus: voldoende hoge grondwater-standen in combinatie met een ondoorlatende laag of toevoer van lokaal water. Op langere termijn zijn meer waterhuishoud-kundige maatregelen nodig, zoals aanleg van bufferzones en een verdere terugdringing van de stikstofneerslag. Anders kunnen we het wel vergeten.’

Tien Gelderse schaapskuddes krijgen in 2012 een eenmalige subsidie van ruim 260.000 euro. Dat hebben Gedeputeerde Staten besloten. Ze vinden de schaaps-kuddes belangrijk voor het beheer van natuur. De meeste kuddes trekken op de Veluwe rond. De financiering dreigde in de problemen te komen. Sinds 1994 krijgen diverse schaapskuddes in Nederland subsidie. Eerst deed het Rijk dat, maar ze draagt nu taken voor natuur en natuur-

beheer over aan provincies, zonder daar voldoende budget aan te koppelen. De komende maanden bepaalt de provincie hoe ze in de komende jaren wil omgaan met natuur en natuur-beheer. Daarmee komt er ook helderheid over de subsidie aan schaapskuddes na 2012. Om te voorkomen dat in de tussen-liggende periodes schaapskuddes zouden verdwijnen, is besloten om eenmalig deze tien kuddes te subsidiëren in afwachting van het nieuwe beleid

Actueel

Schaapskuddes kunnen door

foto Het Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen

foto Harry van Oosterhout/gaw.nl

foto Rienk-Jan Bijlsma

Page 55: Nieuwe Veluwe 4 2011

Boeken

De Meester van WolfhezeRedactie Ton Pelkmans, Ulbe Anema en Leo Kok, uitgeverij Van Grutting, ISBN 9789075879575, te bestellen via www.vangrutting.nl en te koop in Kasteel Doorwerth, € 24,00.

Niet alleen de grondlegger van de Oosterbeekse School, Johan-nes Barnardus Bilders, was een belangrijk schilder van deze romantische schilderstroming. Ook de Arnhemmer Hendriks schilderde idealistische Veluwse landschappen. Het is voor het eerst dat zijn schilderijen en teke-ningen in een boek zijn bijeenge-bracht. Hendriks is opgeleid aan de tekenschool van Kunstoefening in Arnhem en vervolgens door de schilder Hendrik Jan van Amerom. Hij vestigde zich in 1841 met zijn gezin in Oosterbeek. Hendriks wilde dicht bij het Veluwse landschap zijn, vooral bij het nog ongerepte Wolfheze. Hendriks kreeg met name be-kendheid door zijn subtiele rang-schikking van boompartijen, open plekken, vergezichten, figuren en dieren. Een reis naar Noorwegen maakte grote indruk en legde hij vast op doeken en tekenin-gen met rotspartijen en bergen. Hendriks’ werk vond vooral aftrek in Amsterdam, Rotterdam en daarnaast Arnhem. Hendriks heeft veel jongeren onderwezen. Dit boek laat ook werk van zijn leerlingen zien. De bekendste is de Veluweschil-der Jacob J. Cremer.

Bloemen voor bijenRia Dubbeldam, John Bouwmees-ter en Henk Rozie, uitgave Imkervereniging Brummen e.o., te bestellen via 0575 562854 of [email protected], € 7,50 excl. verzendkosten

Imkervereniging Brummen geeft 260 voorbeelden van bloeiende planten waar bijen, hommels, vlinders en andere insecten dol op zijn. Het is belangrijk om met deze zogenoemde drachtplan-ten deze en andere bestuivende insecten te helpen. Wereldwijd neemt het aantal bijen namelijk af, onder andere door verstening van steden, door een eentoniger landschap en door ziekten. Met dit boekje krijgt u handrei-kingen hoe u zelf heel gemak-kelijk kunt bijdragen aan een betere bijenstand. De planten staan gegroepeerd per seizoen. Voor bijen en andere insecten is het vooral belangrijk om in de nazomer, de herfst en het vroege voorjaar bloemen te vinden. Naast de planten geeft het boekje leuke wetenswaardigheden over het leven van de bij en andere bestuivende insecten, over het werk van de imker, hoe u uw tuin verder bijvriendelijk kan inrichten en wat de gemeente, boeren en natuurorganisaties kunnen doen.Het boekje is een resultaat van het project Levend Landschap Veluwe van Stichting Landschaps-beheer Gelderland, waarover Nieuwe Veluwe onlangs een serie artikelen heeft afgesloten.

Naar de natuurKoos van Zomeren, De Arbeiderspers, ISBN 9789029576086, € 24.95

Met deze bundeling in de vorm van een dagboek sluit Koos van Zomeren zijn natuurbeschouwin-gen af. Al meer dan dertig jaar schrijft hij over de natuur. Zijn eerste natuurverhaal ging over huismussen. Die zijn intussen bijna zeldzaam geworden, maar met de ooievaar en de grauwe klauwier gaat het verrassend goed. Voor weidevogels is de situ-atie dramatisch, voor riviervissen daarentegen florissant. Vlinders zitten nog steeds in de hoek waar de klappen vallen, maar das en zeehond, die toch op uitsterven stonden, zijn gered. Al met al lijkt de natuur in Nederland er beduidend beter voor te staan dan dertig jaar geleden. En toch - onverklaar-baar, maar onmiskenbaar - is er een gevoel van verlies. Over die ambivalentie gaat dit boek, waar-voor hij anderhalf jaar lang een natuurdagboek bijhield, aanvan-gend op 1 juli 2009 en eindigend in oktober 2010, afgewisseld met columns die hij voor NRC Handelsblad schrijft. Hij beschrijft zijn praatjes voor het radiopro-gramma Vroege Vogels en hoe zijn bijdragen aan De Groene Amsterdammer tot stand komen. Hoogstpersoonlijke notities die tezamen een journaal vormen.

Tijd is niks. Plaats bestaatSamenstelling Adinda Krans e.a AFdH/Natuurmonumenten, ISBN 9789072603159, via de webshop van www.natuurmonumenten.nl en boekhandels, € 10,- voor leden van Natuurmonumenten en € 12,- voor niet-leden

Het landschap van de Zuidweste-lijke Veluwe heeft al vele kunste-naars geïnspireerd, waaronder de schilders van de Oosterbeekse School. Natuurmonumenten wilde een nieuwe kunstzinnige invul-ling geven aan natuurbeleving. Ze riep professionele en amateur-dichters met een poëziewedstrijd op een gedicht te maken over de natuur van Otterlo, Ede, Wageningen en Oosterbeek. Uit de inzendingen koos Natuur-monumenten 38 gedichten van amateur- en bekende nationale dichters en bundelde ze in een boekje mét een fietstocht. Eva Gerlach opent de bundel met het gedicht Ginkelse Heide, waaruit de titel van het boekje is gedestil-leerd: ‘Stunt met de vlieger die je boven de hei oplaat. Wat kan je zien, wat zie je. Tijd is niks, plaats bestaat.’ Op de fietskaart staan alle plek-ken met gedichten. De poëzie-fietsroute loopt langs bestaande fietsknooppunten, zodat u uw tocht makkelijk zelf kunt samen-stellen. De gedichten zijn ook te downloaden vanaf de website www.natuurmonumenten.nl/poezie, waarbij de ingesproken gedichten te horen zijn.

Het is voor het eerst dat schilderijen en tekeningen van Frederik Hendrik Hendriks (1808-1865) in

een tentoonstelling en een begeleidende publicatie zijn bijeengebracht. Experts presenteren in deze

uitgave de bestaande en nieuwe gegevens over de kunst van Hendriks, diens relatie met de (kerke-

lijke) afgescheidenen en het Wolfheze ten tijde van Hendriks. Voorts zijn een biografie van Hendriks

en korte biografieën van zijn leerlingen opgenomen. Het boek bevat ruim tachtig afbeeldingen waar-

onder vijfentwintig schilderijen van Hendriks.

F.H. Hendriks is opgeleid aan de tekenschool van Kunstoefening in Arnhem en vervolgens door de

schilder Hendrik Jan van Amerom. Hij vestigt zich in 1841 met zijn gezin in Oosterbeek, hetzelfde

jaar dat de bekende schilder J.W. Bilders er komt wonen. Hij wil dicht bij het Veluwse landschap zijn,

vooral bij het nog ongerepte Wolfheze. Hendriks krijgt met name bekendheid door zijn romantische

landschapsschilderijen. Met een subtiele rangschikking van boompartijen, open plekken, vergezich-

ten en klein gehouden figuren en dieren weet hij een bijna religieuze sfeer op te roepen. Een reis

naar Noorwegen maakt grote indruk op hem en hij legt dit vast op zijn doeken en tekeningen met

rotspartijen en bergen. Hendriks’ werk vindt vooral aftrek in Amsterdam, waar hij ook gewerkt heeft,

in Rotterdam en daarnaast Arnhem. Hij wordt ‘de meester van Wolfheze’ genoemd.

F.H. Hendriks heeft veel jongeren in de schilderkunst onderwezen. Dit boek laat ook werk van deze

leerlingen zien. De bekendste van hen is de Veluweschilder Jacob J. Cremer – de latere literator –,

die Hendriks na zijn dood in 1865 herdacht in een ontroerend gedenkschrift. Andere leerlingen zijn

Corstiaan de Swart, Pieter Oerder, Marinus Harting, Frederik Johan Rosa en Sara Hendriks, dochter

van de schilder.

isbn 97890 75879 575

bloemen voor bijenDit boekje geeft ruim 200 voorbeelden van bloeiende planten waar bijen, hommels, vlinders en andere insecten dol op zijn. Het is belangrijk om deze bestuivende insecten te helpen. Maar bloemen in de tuin, op het balkon, in het gemeenteplantsoen en op de boerderij zijn ook gewoon mooi. Blader het boekje eens door of neem het mee wanneer u planten gaat kopen. Voor bijen en andere insecten is het vooral belangrijk dat ze in de nazomer, de herfst en het vroege voorjaar bloemen vinden. voorU kunt bijdragen aan een betere bijenstand in uw tuin

bloemenbijen

omslag bijenboekje.indd 1 29-09-11 12:16

55nieuwe Veluwe 4/11

Page 56: Nieuwe Veluwe 4 2011

56

BeroepCulinair en duurzaam ondernemer

nieuwe Veluwe 4/11

Page 57: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/11 57

Edenaar Christian Weij bruist van de ideeën. Het pop-up restaurant Puur-e, waarmee hij en zijn partner Petra Busser hun gasten naar geheime locaties voert, is een groot succes. De ene keer staat de tafel met duurzame gerechten gedekt in een fabriekshal, de andere keer schuif je aan bij een biologische boer. Weij heeft meer idealen: een culinaire werkplaats in een aarden woning.

Christian Weij en Petra Busser zitten op een bankje bij de Doesburger molen tussen Ede en Lunteren. Ze komen even bij van een drukke middag. Hun lunchgasten genoten zo van het programma, het eten en elkaars gezelschap dat de lunch geen drie maar vijf uur duurde. De laatste gasten zijn nog even met de molenaar mee om de oudste Nederlandse standaardmolen (1469) te bezichtigen. Terug naar twaalf uur ’s middags. De genodigden druppelen binnen bij fiets- en wandelrustpunt In goede aarde. Uit Ede en De Glind komen ze, maar ook uit Den Haag, Utrecht en Amsterdam. Aanbevelingen via twitter doen kennelijk hun werk. Weij en Busser heten de gasten welkom in de theetuin met regionale, biologische bessensap of wijn, geserveerd in biologisch afbreekbare bekers van aardappelzetmeel. Niemand die weet wat hem te wachten staat. In de mail een dag eerder adviseerde Weij wel om stevige schoenen mee te nemen.

Onverwachte locaties‘Eindelijk is het mooi weer en eten we buiten’, begint Weij. ‘Dat is de hele zomer niet gelukt. Vanmiddag trakteren we jullie op een lunch op vijf onverwachte locaties. We maken nieuwe gerechten; jullie zijn onze proefkonijnen. Ook gaan jullie zelf aan de slag. We hebben nog ingrediënten nodig uit de natuur.’ In de theetuin hoeven de gasten nog niet in actie te komen. Kruidenkenner Annemarie Wolferink heeft al gehaald wat Weij nodig heeft: venkelbloemen en ananaskruid met heel kleine rode bloemetjes. ‘Wrijf de blaadjes maar eens tussen je vingers’, zegt Wolferink. Het voorgerecht wordt geserveerd in afbreekbare schaaltjes van palmbladeren: krieltjes en venkel in een yoghurtdressing. De net geplukte venkelbloemetjes en ananaskruid liggen erop als garnering.Weij’s culinaire avontuur begon in Italië. ‘Om aan prachtige regionale en biologische producten voor mijn catering te komen, reisde ik er geregeld naartoe’, zegt de Edenaar. ‘Maar je wordt ouder en rustiger. Je leert beter te kijken naar je eigen omgeving en krijgt er steeds meer waardering voor. Ook hier hebben we prachtige producten. Wij Nederlanders timmeren er alleen niet zo mee aan de weg. Om mensen van dit alles te laten doordringen, zijn we april dit jaar met Puur-e begonnen. Naar Italiaans voorbeeld: lange tafels met lekker eten op een bijzondere locatie.’

Plukken uit de natuurHet voorgerecht is met smaak verorberd. De gasten wandelen over de zandpaden van de Doesburger eng richting landgoed Kernhem. Bij enkele pollen bijvoet blijft Wolferink staan. ‘Kunnen jullie jonge

blaadjes plukken, voor straks?’ Als de gasten bij het landhuis van Kernhem arriveren, staat Weij al klaar. In de beslotenheid van de kruidentuin heeft hij de mobiele keuken geïnstalleerd. De bijvoet wordt gewassen voor de kruidensalade met boerenhangop en dahliablaadjes. Bij de volgende eetplek – biologische zorgboerderij Makandra – koopt Weij gewoonlijk veel groente en fruit in. De vrijwel laatste shiitakes van dit jaar bakt Weij voor de vegetariërs onder zijn gasten. Hij serveert ze op een bord van bananenblad met koolraappuree, blokjes pompoensoep, pepinakomkommer, walnoten en appel-kweepeergelei gegarneerd met appelchips. Voor de vleeseters is er kalfswang van biologische kalverhouderij Ecofields uit Wekerom met peterseliedressing en gepofte knoflook. ‘Het vlees is gegaard in de hooikist’, licht Weij toe. ‘De temperatuur blijft uren op rond de 70 graden. Ideaal om mals vlees te krijgen en het bespaart enorm veel energie.’ Als wijn wordt gelauwerde rode Regentwijn geserveerd. Ook van Ecofields.

Food FactoryHet pop-up restaurant is een opmaat naar zijn echte droom: een culinaire werkplaats in een volledig zelf voorzienende aardewoning waar alles draait om duurzame voeding. ZZP’ers – van koks, fotografen en tuinders tot verpakkingsontwerpers – moeten hier kunnen samenwerken en experimenteren. Bezoekers moeten er kunnen eten, koken, wandelen en voedsel plukken. ‘We willen mensen leren hoe ze zelf de voedselindustrie kunnen veranderen door duurzamer en regionaler te consumeren. We willen ook overbrengen dat het leuk is om zelf voedsel te verbouwen en te verwerken’, zegt Weij. Zijn partner voegt tijdens een wandeling door een mooi laantje op Kernhem hieraan toe: ‘De gemeente is zo enthousiast over onze droom, dat planologen kijken waar we onze Food Factory kunnen realiseren.’ Ze heeft er alle vertrouwen in dat het gaat lukken.Vlak voor de aankomst bij biologische melkveehouderij Brandrood zoeken de gasten nog even wat beukennootjes. De kok roostert ze op het erf in een grote zwarte koekenpan, en serveert ze naast blokjes Brandroodkaas met pompoenchutney. Nog maar vier jaar houdt de boer Brandrode koeien, een zeldzaam Oost-Nederlands ras. Nu al wint hij prijzen met zijn smaakvolle kaas.

KookboekOp naar de laatste plek. In het bos raakt de groep even de weg kwijt. Bij de Doesburgermolen staat even later het dessert te wachten: crème van appeltaart en slagroom, amandelschuim in een stroop met kaneel, geroosterde hazelnootkruim en basilicum. Als afsluiter wordt Veluwse likeur geschonken. De fotograaf die de hele dag al meeloopt, zet het dessert op een molshoop. ‘Mijn broer Maarten. Hij fotografeert alle gerechten en locaties’, legt Weij uit. ‘We gaan er een speciaal kookboek van maken. Het is de bedoeling dat mensen ermee aan de slag gaan en duurzaam en lekker gaan koken. Want daar gaat het uiteindelijk om: een betere wereld.’

tekst Ria Dubbeldam, foto Hans Dijkstra/gaw.nl

‘Onze eigen omgeving heeft zoveel lekker en duurzaam voedsel’

Page 58: Nieuwe Veluwe 4 2011

nieuwe Veluwe 4/1158

Tulpen en klompen, haring, Delfts blauw. Zestien kunste-naars geven in de expositie Typisch Hollands van 21 januari tot en met 7 april in het Veluws Museum Nairac in Barneveld hun persoonlijke, vaak speelse en ironische kijk op het cliché-

beeld van Nederland. Ze variëren op de uitspraak van Máxima dat de Nederlander en dus de Nederlandse cultuur niet bestaat. Veel van wat als typisch Hollands ervaren wordt, komt van ver. Nasi goreng is Indonesisch en tulpen komen uit Turkije. En toch? Een weids landschap, een houtsnede van Vincent van Ojen, hangt naast een gigantisch spruitje van Mario ter Braak. De schilderijen en tekeningen van Erica Schepers doen denken aan de films van Alex van Warmerdam. In een vierluik van Delftsblauwe tegels toont Parick Bergsma naast het gezellige ‘bakkie doen’ onaangename onderwerpen zoals comazuipen en voetbalhooligans.

Actueel Stuifzand verdwijnt door stikstof, mos en bos

Speelse en ironische kijk op clichés

foto Wieger Wamelink

Politieauto Typisch Hollands 1.

Patrick Bergsma

Het beheer van de afgelopen twintig jaar was net genoeg om het verlies aan stuifzanden te compenseren. Komt er minder beheer, waar het naar uitziet, dan zullen stuifzanden ver-dwijnen. Zonder enig beheer is het zand al in 2035 verdwenen en rest aan het einde van deze eeuw slechts nog bos. Deze voorspelling doen BLWG (vereniging voor onderzoek aan mossen en korstmossen), Universiteit van Amsterdam en Wageningen Universiteit op basis van vijf jaar onderzoek. Het oppervlak kaal, stuivend zand is sinds 1950 is gehal-veerd. In provincies met weinig luchtvervuiling, zoals Friesland en Drenthe, zijn zandverstui-vingen stabieler dan op de Veluwe, waar meer intensieve veehouderij is. Door stikstofneerslag neemt ook de kwaliteit van het resterende

stuifzand af. De oorspronkelijke korstmossenbegroeiing met bedreigde soorten als IJslands mos, hamerblaadje en gebogen rendiermos verdwijnt. In plaats hiervan komen dikke tapijten van het invasieve grijs kronkel-steeltje – een mossoort die rond 1960 naar Nederland is geko-men – en grassen. Hierdoor verdwijnen ook kenmerkende dieren zoals de zandoorworm en de lentevuurspin.

DO 9 FEB 20.00 uur ZO 12 FEB - n.t.b.

Screen Event uit LondenToneel: Travelling Light

Film Event in CineMecCineKidz: Tony 10

ZO 18 DEC 16.00 uur DO 22 DEC 20.30 uur ZA 21/ZO 22 JAN

Stage Event live in CineMecKerstconcert Oleta Adams + JOC

Screen Event uit New YorkOpera: The Enchanted Island

Screen Event uit MoskouBolshoi ballet: De Notenkraker

Stage Event live in CineMecJazzconcert met Gino Vannelli

WO 25 JAN 20.30 uur

CineMec haalt de wereld in huis

Beleef een werelds avondje uit in Ede. Met Screen Events via satelliet brengt CineMec u opera uit New York, ballet uit Moskou, toneel uit Londen én internationale pop- of klassieke concerten. Bij de Stage Events kunt u genieten van spetterende jazzconcerten met o.a. Oleta Adams, Gino Vannelli en Madeline Bell live op het podium in CineMec. Verder organiseert CineMec voor verschillende doelgroepen Film Events zoals Ladies Night, CineKidz, CineBoek en CineTeenz. Ook is ons Arthouse filmprogramma gestart.Hieronder vindt u een greep uit ons programma. Alle informatie over CineMec Events op www.cinemec.nl of bel 0900 – 321 0 321 (35 ct p.m.)

CineMec Events

Tip: de CineMec Cadeaubon voor alle films en events!

Adv_CM NV_dec2011_v2.indd 1 05-12-11 14:35

Page 59: Nieuwe Veluwe 4 2011

Generaal FoulkesweG 72 . 6703 Bw . waGeninGen . 0317 425890 . [email protected] . www.uitGeverijBlauwdruk.nl

blauwdruk

BLAUWDRUK

blauwdruk

blauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdruk

blauwdruk

blauwdruk

blauwdrukuitg

ever

ij

blauwdrukUITG

EVER

IJ

UITGEVERIJ

blauwdrukUITGEVERIJ

blauwdrukuitg

ever

ij

blauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdruk blauwdruk

blauwdrukblauwdrukblauwdruk

blauwdruk

blauwdruk

blauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdruk

mooi GlaslandschapISBN 978-90-75271-48-5Prijs 24,90

Groot apeldoorns landschapskookBoekISBN 978-90-75271-44-7Prijs 24,90

de avontuurlijke archi­tectuur van de scoutinGISBN 978-90-75271-35-5Prijs 26,50

landschappelijk wonen34 voorbeelden in en om de stadEen studie van Faro Architecten, Palmbout Urban Landscapes, H+N+S Landschapsarchitecten

met foto’s van Karel Tomeï, Daniel Nicolas en Hans Peter Föllmi en tekstbijdragen van Koos

Bosma, Martine Bakker, Mark Hendriks en Annemiek Simons

Gebonden, hard cover, 24x32 cm, 384 pagina’s, full colour

ISBN 978-90-75271-49-2, Prijs € 59,90,

Landschappelijk wonen werd mede mogelijk gemaakt dankzij financiële bijdragen van het Stimu-

leringsfonds voor Architectuur en de EFL-stichting.

Landschappelijk wonen is een omvangrijk voorbeeldenboek dat 34 aantrekkelijke groene

woonmilieus analyseert en illustreert. In een tijd waarin de Vinex-opgave vrijwel is inge-

vuld, plaatselijk krimp optreedt, naoorlogse wijken worden aangepakt en landbouwgebie-

den vrijkomen voor woningbouw, brengen de voorbeelden in het boek de ambities voor

groen wonen dichterbij. Het boek bevat een selectie van bekende en onbekende, oude en

nieuwe, grote en kleine Nederlandse voorbeelden, zowel buiten de stad, als erbinnen. Het

laat zien hoe de buurtjes en wijkjes in elkaar zitten: slim, zorgvuldig en met liefde voor het

landschap gecomponeerd.

canon van het nederlandse landschapISBN 978-90-75271-30-0Prijs 29,50

peter van Bolhuis: BevloGen landschap / soarinG landscapeISBN 978-90-75271-34-8Prijs 49,50

Page 60: Nieuwe Veluwe 4 2011

Beeldengalerij Het Depot

Locatie Villa HinkeloordGeneraal Foulkesweg 646703 BV Wageningen

T 0031 (0)317 424 420F 0031 (0)317 420 780E [email protected] www.hetdepot.nl

Openingstijdendonderdag t/m zondag van 11.00 tot 17.00 uur

Tentoonstellingen

Staand meisje1998, brons, 114 cm

EJA SIEPMAN VAN DEN BERG

Permanente tentoonstelling Villa Hinkeloord

LUUT DE GELDER 5 februari – 3 juni 2012 Villa Hinkeloord TOSCANA EN VENETO IN HET DEPOT FINOTTI, ROCCHI & TRAMONTIN 25 maart – 16 september 2012 Het Depot STUDIO SEM 25 maart – 16 september 2012 Het Depot

ARBORETA DE DREIJEN & HINKELOORD vanaf 25 maart 2012 Het Depot

Permanente en wisselende tentoon-stellingen van ruim 350 torsen en fragmenten van hedendaagse beeld-houwers. De stichting Het Depot ondersteunt beeldhouwers van torsen en fragmenten, waarbij de ontplooiingskans van de kunste-naar centraal staat. Een deel van de collectie is te koop.

permanente tentoonstellinglocatie Villa Hinkeloord