Nieuwe Veluwe 1

52
NATUUR EN CULTUUR Wildrasters en hekken staan een grenzeloze natuur in de weg. Diverse initiatieven moeten de Veluwe ontsnipperen Tweede Kamerleden geven hun visie op de Veluwe: troetelkind of stiefkind? Maria Hees 30 jaar tassen en sieraden van opmerkelijke materialen en met opvallende vondsten Klapeksters hebben het moeilijk. Andrea van den Berg volgt deze vogels met grote passie Wereldnatuurhuis in park Berg en Bos maakt indruk, ook al is het nog niet af 1/10 Nieuwe Veluwe

description

Nieuwe Veluwe gaat over natuur en landschap, kunst en cultuur en biedt een platform voor discussie en opinie. Nieuwe Veluwe beoogt een inhoudelijk, inspirerend en kritisch kwaliteitsmagazine te zijn voor liefhebbers van de Veluwe met een brede interesse. Op en rondom de Veluwe zijn veel ontwikkelingen gaande die meer aandacht verdienen. De Veluwe sprankelt en leeft. Beken worden boven-gronds gehaald en stuifzanden hersteld. Op de flanken van de Veluwe wordt gezocht naar een nieuw evenwicht tussen verstedelijking en behoud van landschappelijke waarden. Landbouw en toerisme staan op gespannen voet met de natuur, maar hebben elkaar ook nodig. Het gebied is een inspiratiebron voor kunst en cultuur. De rijke cultuurhistorie biedt aanknopingspunten voor ruimtelijke ontwikkeling. Op dit soort thema’s wil het nieuwe magazine ingaan. Voor reacties, suggesties en vragen [email protected] of bel 0317 425880. E-mail [email protected].

Transcript of Nieuwe Veluwe 1

Page 1: Nieuwe Veluwe 1

natuur en cultuur

Wildrasters en hekken staan

een grenzeloze natuur in de weg.

Diverse initiatieven moeten de Veluwe

ontsnipperen

Tweede Kamerleden geven

hun visie op de Veluwe: troetelkind of

stiefkind?

Maria Hees 30 jaar tassen en

sieraden van opmerkelijke materialen en

met opvallende vondsten

Klapeksters hebben het moeilijk.

Andrea van den Berg volgt deze vogels

met grote passie

Wereldnatuurhuis in park Berg

en Bos maakt indruk, ook al is het nog

niet af

1/10Nieuwe Veluwe

Page 2: Nieuwe Veluwe 1

Generaal FoulkesweG 72 . 6703 Bw . waGeninGen . 0317 425890 . [email protected] . www.uitGeverijBlauwdruk.nl

blauwdruk

BLAUWDRUK

blauwdruk

blauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdruk

blauwdruk

blauwdruk

blauwdrukuitgeverij

blauwdrukUITGEVERIJ

UITGEVERIJ

blauwdrukUITGEVERIJ

blauwdrukuitgeverij

blauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdruk blauwdruk

blauwdrukblauwdrukblauwdruk

blauwdruk

blauwdruk

blauwdrukblauwdrukblauwdrukblauwdruk

Bundel - de nieuwe Hollandse waterlinieISBN 978-90-75271-36-2Prijs 49,90

landscHapsarcHitectuur en stedenBouw in nederland 07-08ISBN 978-90-75271-29-4Prijs 39,90

de avontuurlijke arcHi-tectuur van de scoutinGISBN 978-90-75271-35-5Prijs 26,50

canon van Het nederlandse landscHapISBN 978-90-75271-30-0Prijs 29,50

Het landscHap in de openBare ruimte -stadswandelinGPrijs 7,00

on site - landscHaps-arcHitectuur in europaISBN 978-90-75271-40-9Prijs 49,00

BEVLOGEN LANDSCHAP/SOARING LANDSCAPEPeter van Bolhuis, landschapsarchitect en luchtfotograaf

Nederlands/Engels

Hardcover

32x24 cm, 320 pagina’s, full colour

ISBN 978-90-75271-34-8

Prijs 49,50

April 2010

Landschapsarchitect Peter van Bolhuis koos voor zijn passie en werd luchtfo-

tograaf. Onder de naam Pandion fotografeerde hij het Nederlandse landschap

zoals niemand dat eerder deed: met oog voor samenhang, ontwerp en verande-

ring. Pandion bracht het werk van architecten en planners trefzeker in beeld en

leverde haarscherp studiemateriaal voor onderzoekers. Van Bolhuis reisde naar

Italie, Frankrijk en Engeland om klassieke tuinen, parken en villa’s vast te leggen,

en fotografeerde het stedelijk landschap in Nederland, Europa en Amerika. Van

Bolhuis overleed in 2005 en liet een archief na van ruim 15.000 beelden. Dit

boek laat een ruime selectie zien van zijn mooiste en belangrijkste foto’s.

Page 3: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 3

ColofonNieuwe VeluweNummer 1, 2010 Nieuwe Veluwe verschijnt 4 keer per jaar.i www.nieuweveluwe.nl

UitgaveGrafisch Atelier Wageningen

AdresGeneraal Foulkesweg 726703 BW Wageningent 0317 418128, f 0317 425886e [email protected]

RedactieRia Dubbeldam([email protected]),Agnes Renssen-Schellart, Dick van der Klis, Annemiek SimonsCecile van Wezel

KlankbordgroepDe leden zitten op persoonlijke titel in de klankbordgroep.Marlies Boeker (gemeente Ede), Hans van den Bos (journalist, fotograaf), Gerrit Breman (historicus), Bea Claessens (Bureau Veluwe Vallei, provincie Gelderland), Koos Dansen (natuurkenner, publicist), Ad Germing (natuurkenner, fotograaf), Michiel Hegener (publicist, cartograaf), Arne Heineman (Natuurmonumenten Gelderland), Lex Hoefsloot (Vereniging van Kleine Kernen Gelderland), Patrick Janssen (Vrienden van de Veluwe), Patrick Jansen (Probos), Kim Knoppers (maker van tentoonstellingen hedendaagse kunst en fotografie), Henk Kuijpers (gemeente Apeldoorn), Antoon Loomans (KNNV), Ingrid Regelink (Waterschap Veluwe), Frits Storm (IVN), Dirk van Uitert (Veluwecommissie provincie Gelderland), Gert van Veldhuizen (Vogelbescher-mingswacht Noord-Veluwe), Marike Vissers (Staatsbosbeheer), Arjan Vriend (Landschapsbeheer Gelderland)

VormgevingTibor Balogh, Cecile van Wezel (GAW)

DrukModerndruk b.v., Bennekom

BladmanagementJelle de Gruyter (GAW)

Abonnementene [email protected] jaar abonnement: € 29,50 incl btw. Een abonnement wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij vóór 1 november schriftelijk wordt opgezegd. Losse nummers: € 7,50

Advertentie-exploitatieEelco Jan Velema (Brickx)t 070 322736, m 06 46291428e [email protected]

OmslagfotoNiels Gilissen - Miratio

© 2010 Grafisch Atelier WageningenOvername van informatie mag alleen met voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en onder vermelding van de bron.

ISSN1879-6001

Artikelen

6 Wereldnatuurhuis in opgeknapt

Park Berg en Bos

17 Maria Hees: 30 jaar ontwerper

van tassen en sieraden

20 Op weg naar een grenzeloze

natuur

36 Visie van Tweede Kamerleden

op de Veluwe

Rubrieken

4 Lezersreacties

9, 44, 46, 47, 50 Actueel

26 interview: Andrea van den Berg

29 column Wouter Klootwijk

32 Foto: Veluwe vanuit vogelvlucht

35 Vraag en antwoord

40 Koningsweg Ginkel-Dieren

45 Boeken

48 Beroep: regioarcheoloog

50 Agenda

Meer weten is meer genietenIn december verscheen het kennismakingsnummer van Nieuwe Veluwe. Nu gaan we officieel van start. Voor u ligt nummer 1 van jaargang 1. Voor de mensen die het tijdschrift voor het eerst in handen hebben: Nieuwe Veluwe beoogt een inspirerend tijdschrift te zijn voor liefhebbers van de Veluwe. Het blad geeft inzicht in ontwikkelingen en biedt ruimte aan nieuwe ideeën, bijzondere visies en discussies over de rijke natuur en cultuur. Meer weten is meer genieten. Deel daarom ook uw kennis met anderen. Nieuws kunt u plaatsen op de website www.nieuweveluwe.nl. Suggesties en reacties kunt u mailen naar: [email protected].

De redactie wenst u veel leesplezier.Ria Dubbeldam

Frans Evers:

De natuur verdient beter dan een dreigende loopgraven-

oorlog door Natura 2000 / 10

Lelystad Airport wil uitbreiden:

Op de Noord-Veluwe zien mensen de bui al hangen / 14

Nieuwe trend:

bezoekers van het Kröller-Müller Museum stellen een

tentoonstelling samen / 30

Inhoud

Page 4: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/104

foto Roelof Vermeulen

Onzin over wolven

Als één van de weinige Nederlanders die in het wild aan wolven in verschil-lende landen in Europa maar ook in Azië heeft mogen werken, had het artikel De wolf komt mijn bijzondere belangstelling. Maar wat een teleur-stelling was dit interview met ecoloog Roeland Vermeulen van Free Nature. Hierbij enkele opmerkingen.In Brasov (Roemenië) mocht ik het wolvenonderzoek starten. Ik ken de omgeving daar dus goed. Brasov ligt aan de voet van de Karpaten, waar wolven thuis zijn. Geen wonder dus dat zij ook aan de rand van deze stad worden gesignaleerd om gemakkelijk te vinden voedsel te zoeken. Dat boeren en particulieren met scha-pen en geiten niet bang hoeven te zijn dat de wolf aan hun eigendom komt, is je reinste onzin: dit is juist het grootste probleem! Wolven prederen juist dat wat zij het gemakkelijkst kunnen grijpen, dus schapen en gei-ten (ook wel honden en katten). Wolven krijgen echt niet tijdens hun opvoeding mee dat zij problemen krijgen als zij landbouwhuisdieren verorberen. Ze leren van de andere wolven hoe ze moeten jagen en hun prooi hangt af van de aanwezige dieren in hun leefgebied. Honger is de grootste drijfveer. Ook weten wolven niet dat ze uit de buurt van mensen moeten blijven. Vermeulen zegt zelf dat ze in de stad Brasov komen. Er bestaan wel verschillen in schuwheid. Er zijn er die

heel dicht bij de boerderijen en huizen durven komen, maar er zijn ook wol-ven die menselijke bewoning zo veel mogelijk mijden. Ervaringen spelen hierbij een heel grote rol. Wat nodig is om angst en ongelukken te voorkomen is geen onzin publi-ceren, maar bijtijds werkelijk goede voorlichting geven en herders ervan overtuigen dat zij goede waakhonden bij hun kudden schapen en geiten la-ten meelopen. Er is dus nog heel veel te doen, wanneer het ooit zo ver komt dat hier een wolf over de grens komt en hier wil blijven!

Prof. dr. Jan L. van Haaften, Oosterbeek

De volledige brief van Jan van Haaften plus een reactie van de redactie en Roeland Vermeulen vindt u op www.nieuweveluwe > dossiers.

Een duivels dilemma

De Veluwe is mijn plek. Ik ben er geboren en wil er nooit (denk ik nu) meer weg. Ik ken de Veluwe goed – en dan bedoel ik vooral het landschap. Ik loop iedere week een dag ergens op de Veluwe en doe dit al vanaf be-gin jaren zeventig.Bij de eerste keer doorbladeren en lezen van Nieuwe Veluwe, had ik een nogal boos gevoel. Zo van: blijf van de Veluwe af. Al deze bekendma-kingen geven meer overlast, meer fietsers langs rustgebieden en meer personen die voor een kleine be-keuring toch de regels overtreden.

Waarom zou je van de Veluwe de eerste toeristenattractie van ons land willen maken? Alsjeblieft, laat het hier rustig blijven. Nu al ga ik niet in de weekenden het bos in. Het wild is weg en je komt te veel mensen tegen.In de campagne ‘De Veluwe. Mooi mijn plek’ waarover Nieuwe Veluwe bericht op pagina 39 roept de pro-vincie bewoners op hun mooiste plek prijs te geven, maar moet ik dat vertellen? Want blijft die dan bestaan of is die met het vertellen ten dode opgeschreven? Ik heb een wandel-tocht uitgezet van 350 kilometer over de Veluwe en heb daarna ontzettend lopen twijfelen wat ik ermee wil doen. Je wilt je hoogtepunten graag delen, maar niet met velen. Dit blijft een duivels dilemma.Bij het opnieuw lezen van het tijd-schrift, drong het toch beter tot me door dat in dit blad het belang van de Veluwe voorop staat. Het artikel van Michiel Hegener, waarin hij de status van de Veluwe vergelijkt met die van de Waddenzee, maakt dat zeker duidelijk.

Gerard van Putten, Apeldoorn

Braamkundig oordeel

In het kennismakingsnummer stuitte ik in de column op enkele zaken. Koos Dansen schrijft dat agrarische natuur door bemesting en ontwatering leidt tot overheersing van een beperkt aan-tal algemene stikstofminnende wilde plantensoorten, waaronder brandnetel en braam.Behalve dat braam en brandnetel alli-tereren, moet je ze allebei niet zonder handschoenen aanpakken, maar daarmee houdt de onderlinge over-eenkomst dan ook wel op. Anders dan de laatste editie van Heukels’ Flora van Nederland ons wil laten geloven, bestaat ‘de gewone braam’ niet. Wel is er de grote groep van zo’n 140 soorten zwarte bramen. Die stellen uiteenlopende eisen aan hun milieu, maar het zijn geen stikstofminnaars. Het is dan ook een fabel dat ze door

Lezersreacties

foto bvBeeld

Page 5: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 5

bemesting worden bevorderd. Scha-duwtolerante bramen moet je zoeken in oude bossen, sterk lichtbehoevende soorten in heggen en houtwallen. De laatste groep moet het hebben van agrarische landschappen oude stijl, maar niet omdat ze zo dol zouden zijn op vermesting! In het boeren-land dragen ze niet alleen zelf aan de biodiversiteit bij, maar verschaffen ook een menigte diersoorten voed-sel: stuifmeel en nectar aan insecten, vruchten aan vogels en loof aan grote grazers.Dansen betoogt dat agrarische natuur dus meestal maar weinig bijdraagt aan het behoud en herstel van biodi-versiteit. Dat mag gelden voor veel van de tegenwoordige boerennatuur, maar het neemt het verband niet weg dat in Nederland tussen landbouw en biodiversiteit bestaat. Een belangrijk deel van de Rode Lijstsoorten komt in ons land voor dankzij ‘ouderwetse’ landbouw, namelijk een groot aantal sterk lichtbehoevende planten en die-ren. Die konden hier gedijen doordat de landbouw gebieden openbrak die anders met bos bedekt zouden zijn.Vóór de komst van de kunstmest moesten de boeren zuinig omgaan met stikstof, fosfor, calcium en andere voedingselementen en had de land-bouw een rijk planten- en dierenleven als bijproduct. Toen de schaarste werd opgeheven, verviel die samenhang. ‘Kapitalisten’ zoals de grote brandne-tel gingen er met de buit vandoor. De uitdaging is om nieuwe samenhangen tussen landbouw en natuur (uit) te vinden. Gelukkig worden volop nieuwe coalities gesmeed. Natuurorganisa-ties zijn veel minder bezig om in hun eentje en ten koste van andere te willen schitteren, zoals eind vorige eeuw. Terecht zoeken ze partners: in de landbouw als het om oude cultuur-

landschappen gaat, in onderwijs en monumentenzorg als het om stadsna-tuur gaat. In zulke contacten worden ideeën geboren en mogelijkheden ontdekt.

Eddy Weeda, Zwolle

Eddy Weeda werkt als vegetatie-kundige bij Alterra in Wageningen en is bekend van het standaardwerk Nederlandse Oecologische Flora. Meer over het veranderende veld van natuurbeheer en natuurontwikkeling: Natuur als nooit tevoren (2009), on-der redactie van Joop Schaminée en Eddy Weeda, KNNV Uitgeverij, ISBN 9789050113137, € 19,95.

Pruikzwam (1)

Gefeliciteerd met het eerste exem-plaar van Nieuwe Veluwe. Ziet er goed uit: informatief en verstrooiend. Het bericht op pagina 47 beschrijft de zeldzame pruikzwam en vermeldt ook dat je, om hem te vinden, niet naar de grond moet kijken, maar omhoog langs de stam. Maar de natuur laat zich geen wetten voorschrijven. In het bos De Leuvenhorst groeit de pruikzwam al jaren aan de voet van een beuk, net boven de grond. Zo zie je maar weer dat de natuur enorm varieert en als de omstandigheden gunstig zijn de paddenstoel toch zijn eigen plek zoekt.

Jan Nijendijk, Harderwijk

Pruikzwam (2) Uit het bericht over een waargeno-men pruikzwam in het gebied Planken Wambuis van Natuurmonumenten begreep ik dat dit de eerste waar-neming in dit gebied is. In oktober 2009 heb ik een gelobde pruikzwam (Creolophus cirrhatus) waargeno-men in hetzelfde gebied. Volgens de literatuur die ik erop heb nageslagen, is deze soort nog zeldzamer dan de pruikzwam. Ook deze zwam zat in een oude afgestorven beuk in een van de beukenlanen tussen de N224 en Noord Ginkel. Het opvallende was dat er op één boom wel vier zwammen zichtbaar waren. Maarten van Houten, Oosterbeek

Noot van de redactie: Nieuwe Veluwe heeft Maarten van Houten en de bos-wachter van Planken Wambuis met el-kaar in contact gebracht. Van Houten heeft inmiddels de vindplaats van de gelobde pruikzwam aangewezen.

Pruikzwam aan de voet van een beuk. Gelobde pruikzwam.

foto bvBeeld

Page 6: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/106

tekst Mark Hendriks, foto’s bvBeeld, illustraties RAU en gemeente Apeldoorn

Het ongeveer tachtig jaar oude Park Berg en Bos aan de rand van Apeldoorn

krijgt een opknapbeurt en is straks weer helemaal voor de bewoners.

Een opmerkelijk gebouw is in aanbouw: het Wereldnatuurhuis op de grens

van de Apenheul en het omliggende park.

Icoon van duurzaamheid in opgefrist bospark

Page 7: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 7

Het houten karkas van het Wereldnatuurhuis baant zich een weg tussen de bomen door. ‘Van boven gezien is het net een krokodil die de helling op kruipt’, vertelt directeur Coen de Ruiter van het Wereldnatuurhuis en de Apenheul. De ontwerpers van het Amsterdamse architectenbureau RAU maken ook een treffende vergelijking: een apenstaart.Het Wereldnatuurhuis staat op de grens van de Apenheul en het publieke deel van Park Berg en Bos. Naast kantoren voor het apenpark komen in het gebouw een (ondergronds) auditorium, een expositieruimte en leslokalen voor met name het Apeldoornse Centrum voor Natuur- en Milieu-educatie (CNME). Mensen kunnen er straks ook

een expositie of evenement bezoeken. In juni wordt het Wereldnatuurhuis officieel geopend.

Liefde voor de natuur‘Het gebouw moet een icoon voor duurzaam-heid zijn’, benadrukt De Ruiter. ‘Stichting Apenheul wil mensen liefde voor de natuur bijbrengen. Aan de ene kant is dat de exotische natuur van ver weg, onze apen. Aan de andere kant is dat de natuur van hier, van de Veluwe. Het past niet in onze ideeën om onpersoonlijke kantoorpanden neer te zetten. Vandaar de keuze voor dit bijzondere, duurzame gebouw.’Het langwerpige Wereldnatuurhuis maakt indruk, ook al is het nog niet af. Subtiel is het

Boven: impressie van het bovenaanzicht van het Wereldnatuurhuis. Links: het Wereldnatuurhuis in aanbouw.

Icoon van duurzaamheid in opgefrist bospark

Page 8: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/108

in de bosrijke omgeving geplaatst. Binnen is geëxperimenteerd met duurzame technieken, zoals klimaatbeheersing via lamellen, geluid-demping via gaten in het plafond en isolatie met leemstuc. De achterzijde met platohout tussen gelamineerde spanten vormt een mooie afscheiding met het dierenpark. De voorzijde met hoge ramen – de zonzijde – oogt uitnodi- gend. ‘Dat moet ook, want straks lopen hier jaarlijks 400.0000 bezoekers langs op weg naar de kassa’s van Apenheul’, zegt landschaps-architect Linda Hooijer van gemeente Apeldoorn.

Waardevol parkHet Wereldnatuurhuis is niet het enige project in het circa 200 hectare grote Apeldoornse park. ‘Het is een van de initiatieven om Park Berg en Bos weer glorie te geven’, zegt Hooijer. ‘We maken een heldere ruimtelijke inrichting zodat het park weer voor iedereen waardevol wordt – niet alleen voor degenen die naar Apenheul wandelen.’ Het werd tijd om het park onder handen te nemen. De voorzieningen zijn versleten, het parkbeheer is slecht en er zijn continu wijzigingen in het bestemmingsplan zoals de toevoeging van het Wereldnatuurhuis en een klimbos. Ook kreeg de gemeente te maken met strengere natuurwetgeving, waar- door voor een groot deel van het uitgestrekte bosgebied richting het Veluwemassief de

gebruiksmogelijkheden afnamen. De gemeente besloot een masterplan voor het hele gebied te maken. In dat plan is een zonering aangebracht tussen een gebied dat intensief gebruikt wordt – Apenheul, voetbalclub AGOVV, het klim-bos en de centrale parkzone – en het extensieve, rustiger bosgebied. En wat voor veel mensen prettig is: straks hoeven mensen geen toegang meer te betalen om in het park te wandelen.

Echte entreeOp het entreeplein wijst Hooijer naar de rommelige kassagebouwtjes van de Apenheul. ‘Dit is de entree van het gigantische park- en bosgebied, maar je ziet het er niet aan af. Daarom gaan we dit plein opnieuw inrichten volgens plan van de Rotterdamse stedenbouw-kundige Franz Ziegler. Rechts komt het pad naar het Wereldnatuurhuis en de kassa’s. Voor ons komt dan de nieuwe entree van het park. Een echt entree zoals in de jaren dertig en vijftig, iets wat zeer belangrijk is voor een park. Ook op andere plekken krijgt het park weer contact met de stad, met de mensen. Dat kan soms door een hek weg te halen, een brug open te zetten of een fietspad door te trekken.’

PragmatischHooijer legt uit dat de hoofdstructuur van het park met haar lanen uit de tijd stamt dat dit gebied nog bestemd was als villawijk. De villa’s zijn er nooit gekomen. De vijver, het eiland, de paden en de cascades zijn van een latere periode, toen dit gebied als werkverschaffings-project diende voor werklozen. Het romantische karakter van het park is nogal pragmatisch tot stand gekomen.Voor het herstel van deze centrale parkzone kiest Hooijer opnieuw voor een pragmatische aanpak. De wandeling rond de vijver moet weer aangenaam worden, zoals in de tijd van de grote bloemententoonstellingen halverwege de vorige eeuw. Om zichtlijnen over het water en het park terug te krijgen zullen paden worden versmald en ontdaan van hekwerken. Taluds worden aangelegd, uitkijkpunten gemaakt, cascades hersteld en overtollige begroeiing weggehaald. Hooijer: ‘De romantische sfeer moet overeind blijven, maar het is zeker niet de bedoeling het park in originele staat terug te brengen. Want welke periode kies je dan?’ ‘Met het Wereldnatuurhuis en de nieuwe looproute voegen we ook nieuwe dingen toe’, mengt De Ruiter zich in het gesprek. ‘Precies’, reageert Hooijer, ‘we noemen dat de laag van 2010.’

‘We voegen ook nieuwe

dingen toe, we noemen

dat de laag van 2010’

Masterplan voor het uitgestrekte Park Berg en Bos

Page 9: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 9

Tunnel voor reptielen en amfibieën

Op de Veluwe zijn al veel ecoducten, maar nog niet eerder was er een tunnel speciaal voor reptielen en amfibieën, ofwel voor herpetofauna. Begin dit jaar is het eerste herpetoduct geopend onder de provinciale weg N310, tussen Elspeet en Nunspeet. Olga van de Veer van de provincie Gelderland legt uit waarin een herpetoduct verschilt van een gewone ecotunnel: ‘Reptielen en amfibieën houden van zonlicht en warmte. Ze zullen dus niet door een donkere tunnel kruipen. Daarom is een tunnel aangelegd die 1,75 meter hoog en 3 meter breed is. Hij is alleen overkapt op de plaatsen waar het wegdek en de fietspaden de tunnel kruisen. Hierdoor is de temperatuur in de tunnel gelijk aan de buitenlucht en durven de amfibieën en reptielen de oversteek aan.’ De ecotunnel is ook groot genoeg voor marters en andere kleine dieren. Zelfs de schaapskudde van de Elspeter Heide kan erdoorheen. De gemeente Nunspeet en provincie Gelderland gaan via sporenonder-zoek en waarnemingen monitoren hoeveel dieren gebruikmaken van het herpetoduct.Op de Ginkelse Hei bij Ede experimenteert de provincie ondertussen verder met het aanleggen van kleinere herpetoducten. Van de Veer: ‘Om te kijken of reptielen ook door een wat kleinere tunnel gaan. Als dat zo is, leggen we bijvoorbeeld dicht bij elkaar vier kleine tunnels aan.’

Een boommarter of vos gezien? Meld het op www.zoogdieratlas.nl. Het project Zoogdieratlas.nl is nu ook in Gelderland van start gegaan. Iedereen kan waarne-mingen van in het wild levende zoogdieren op deze website mel-den. Zo ontstaat een beeld van de verspreiding van de dieren. Tevens laten de waarnemingen zien of leefgebieden van bepaalde soorten groter of juist kleiner zijn geworden. Neeltje Huizenga van de Zoogdier-vereniging: ‘Er is veel interesse naar hoe het staat met bijzondere soorten zoals boommarters, vleermuizen en dassen, maar we zijn ook geïnteresseerd in meer algemene soorten als konijn, haas, ree, vos, egel en mollen of beter gezegd molshopen. Waar worden ze gezien? In natuurgebieden, op het platteland of aan de randen van de stad? Zitten ze overal of slechts in delen van de provincie of van het land? De komende tijd gaan we de witte vlekken in kaart brengen, plekken waar nog weinig waarnemingen zijn gedaan. Daar gaan we dan extra aandacht aan besteden, bijvoorbeeld door excursies te organiseren met vrijwilligers.’ Op deze manier ontstaat een ‘levende atlas’, waarin altijd nieuwe waarnemingen toe te voegen zijn. Huizenga: ‘Met de

waarnemingen is niet direct iets te zeggen over aantallen, maar wel over de leefgebieden en de verspreiding van de verschillende soorten. Overheden kunnen de atlas gebruiken voor het maken van beleid of bijvoorbeeld om te kijken waar wel of niet gebouwd kan worden.’ Uiteindelijk komen alle waarnemin-gen van alle provincies in één grote digitale atlas.

Dit voorjaar wordt er in het Paleispark van Kroondomein Het Loo een zogenoemde folly – een bouwwerk dat nutteloos of bizar is – geplaatst. Het markeert de afronding van de herinrichting van het Paleispark.Het ontwerp van landschapsarchi-tect Michael van Gessel komt aan het eind van de ongeveer vier kilometer lange Koningslaan te staan, die vroeger Paleis Het Loo

en Amersfoort met elkaar verbond. Van Gessel heeft ook de nieuwe inrichting van het park ontworpen. Daarbij zijn enkele dalen meer open gemaakt en is de natuurlijke landschapsstructuur hersteld. Dit sluit aan bij het zogenoemde ‘natuurvolgend bosbeheer’ dat Kroondomein Het Loo hanteert, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van natuurlijke processen.

Actueel Zoogdieren melden op website

Afronding herinrichting Paleispark

artist impression Michael van Gessel

foto Paul Timmerbeil

Het eerste herpetoduct tussen Elspeet en Nunspeet. foto Olga van de Veer

Page 10: Nieuwe Veluwe 1

10 nieuwe Veluwe 1/10

Tien, vijftien jaar voorzichtige

toenadering tussen

natuurorganisaties en

ondernemers lijkt teloor te

gaan. Kern van het probleem:

natuurbeschermers denken

met Natura 2000 eindelijk

het beschermingsinstrument

te hebben waar ze al

jaren naar smachten.

Ondernemers – of dit nu

boeren zijn, campinghouders

of transporteurs – zien alleen

maar nieuwe belemmeringen

voor hun bedrijfsvoering. Ook

op de Veluwe dreigt van alle

positieve energie niet veel over

te blijven. De natuur verdient

beter dan deze dreigende

loopgravenoorlog. De kansen

liggen er.

Page 11: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 11

De Verenigde Naties hebben 2010 uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Daarmee komt in heel veel landen echte aandacht voor het soortenverlies dat ons leefsysteem bedreigt: bescherming en herinrichting van leefgebieden, een sterke rem op de visvangst en wellicht een stop op het kappen van tropisch regenwoud. In Nederland zou dit jaar optimistisch moeten stemmen voor de bescherming van onze natuurparels: de 162 natuurgebieden van Natura 2000 waaronder de Veluwe. Maar ... de praktijk stemt somber.Het Jaar van de Biodiversiteit begon met een rel, toen uitlekte dat premier Balkenende vorig jaar in een brief aan de Europese Commissie vroeg of het een tandje minder kon met Natura 2000. Het zou de uitvoering van projecten die belangrijk zijn voor de economische ontwikkeling in de wielen rijden. Het leek waarachtig of de boeren, recreatieondernemers, bedrijven en omwonenden worden bedreigd in plaats van de planten en dieren. De Neder-landse reactie was tekenend: er ontstond een welles-nietesdiscussie en boosheid over elkaars standpunten. Geen enkele poging om na te gaan of we met elkaar met de Europese verplichtingen kunnen omgaan op een manier die voor alle betrokkenen acceptabel is.

SplijtzwamDe brochures van de Europese Unie laten er geen twijfel over bestaan: Natura 2000 is bedoeld om de meest bijzondere natuur-gebieden van Europa veilig te stellen, zonder dat ze economisch op slot gaan. Dat kan ook niet anders, want miljoenen hectares vallen onder dit Europese beschermingsregime. Daarom luiden de koppen ‘Natura 2000 – deel van een levend landschap’ en ‘Veel Natura 2000-gebieden zijn waardevol voor de natuur,

juist door de manier waarop ze tot nu toe door de mens zijn gebruikt.’ Helaas is de Nederlandse praktijk weer-barstiger. Op sommige plaatsen wordt met de moed der wanhoop naar gezamenlijke oplossingen gezocht, maar het algemene beeld is: niks geen samenwerking, niks geen trots vanwege het toetreden tot de crème de la crème van de Europese natuur. Zo is de Nederlandse Natura 2000-aanpak een eersteklas splijtzwam geworden tussen natuurbeschermers, boeren, recreatiesector en andere ondernemers. De voorzitter van de Europese Commissie Barroso wijst er in zijn antwoord aan onze regering op dat de tegenstelling tussen natuur en economie principieel niet bestaat. Natuurlijk is het mogelijk om regelgeving zo te maken dat die tegenstelling wordt opgeroepen, en dat is precies wat in Nederland is gebeurd. Natuurbeschermers denken met Natura 2000 eindelijk hét beschermingsinstrument te hebben, terwijl ondernemers alleen maar nieuwe belemmeringen zien voor hun bedrijfsvoering.

MaakbaarheidsdenkenEen deel van de oorzaak van de opgelopen spanning ligt aan de Nederlandse invulling van Natura 2000. De minister van LNV heeft gebieden aangewezen en doelen vastgesteld voor de bescherming van soorten in die gebieden. Provincies moeten voor vrijwel alle gebieden beheerplannen maken; Rijkswaterstaat doet dit voor een aantal grotere gebieden, vooral aan de kust. De voorbereiding van die beheerplannen gaat met een technisch-ecologische precisie waar menig ruilverkavelaar uit de jaren zestig zijn vingers bij zou aflikken. Natuur

wordt uitgedrukt in nauwkeurig omschreven ‘habitattypen’ die mijlenver weg staan van de belevingswereld van de gemiddelde burger. Alle activiteiten die maar enigszins verstorend kunnen werken voor de natuur of daarin levende soorten, moeten in detail worden vastgelegd. Dat kan zover gaan dat het bestaansrecht van een fietspad, restaurant of bedrijf dat niet is vastgelegd als ‘bestaand gebruik’, onzeker is. Ze gelden immers als uitbreiding waarvoor een vergunning op basis van de Natuurbeschermingswet vereist is. Dat geldt ook voor activiteiten buiten de aangewezen gebieden. Dat laatste levert de meeste conflictstof op. Het verkrijgen van een vergunning gaat gepaard met een informatieplicht die zonder professionele hulp haast niet te doen is.

Natura 2000 zegt ook dat ieder land bijzondere natuur moet opknappen en uitbreiden. Dat is begrijpelijk. Minder logisch is dat voor elk Natura 2000-gebied exact is aangegeven hoeveel exemplaren van welke aangewezen soort er uiteindelijk moeten leven: honderd lepelaars, dertig roerdompen, twintig wespen-dieven. Dat gaat voorbij aan de essentie van de natuur zelf. Soorten verdwijnen en andere

Natuur verdient beter dan een loopgravenoorlog tekst Frans Evers, foto bvBeeld

‘Het is niemand gelukt om rond

Natura 2000 een gevoel van

oprechte trots te bouwen’

Opinie

Page 12: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1012

komen. De komst van soorten is niet te sturen, zeker niet na een opknapbeurt van een gebied. Natura 2000 toont een maakbaarheidsdenken dat zijn weerga niet kent en dat kan uiteindelijk in veel gevallen alleen maar tot teleurstellingen leiden.

Bureaucratische molenDe extreem technische benadering van de natuuropgave en de soms futiele, breed uitgemeten consequenties daarvan zullen funest zijn voor het draagvlak voor de natuur. Waar natuurorganisaties de laatste jaren aandacht voor de natuur verbonden met aandacht voor de behoeften van de mens, zet Natura 2000 de klok weer jaren terug door planten en dieren centraal te stellen boven de mens. De zorgvuldig opgebouwde vermaatschappelijking die natuurorganisaties hebben doorgemaakt, gaat verloren. Er zijn zelfs boeren die collega’s niet meer aankijken, omdat zij hun nek uitsteken voor een bevredigend natuurresultaat. Het ergste is dat ook de burger er geen hout van begrijpt. Dat leidt bij politici, onder meer bij CDA en VVD, tot een terugval op onderbuikgevoelens uit de jaren zestig: natuur is prachtig maar mag de economische vooruitgang niet in de weg zitten. De brief van Balkenende is daar een schoolvoorbeeld van. De goede voorbeelden (Tweede Maasvlakte, IJmeer/Markermeer, Groene Uitweg e.a.) dreigen ten onder te gaan in een niets oplossende verharding van standpunten van beide zijden. Dat is allereerst slecht voor de natuur zelf, maar ook gewenste ontwikkelingen in en rond natuurgebieden, bijvoorbeeld voor recreatie, dreigen vermorzeld te worden in de bureaucratische molen. Ondernemers, boeren en landgoedeigenaren die de afgelopen jaren natuurbeheer met enthousiasme als onderdeel van hun bedrijfsstrategie hebben omarmd, dreigen teleurgesteld af te haken.

Veluwe 2010Iedereen houdt van de Veluwe en het belang voor de economie is onomstreden. Dat heeft er mede toe geleid dat de provincie Gelderland tien jaar geleden met een ambitieus investeringsplan kwam. In dit plan, Veluwe 2010, is een balans gevonden tussen investeringen in ecologie en economie. De positieve gevolgen zijn al zichtbaar. De bossen en heidevelden worden op zeven plaatsen via de ‘ecologische poorten’ aangesloten op de rivieren en randmeren. Binnenkort start de bouw van zeven ecoducten. Toerisme en recreatie hebben een flinke impuls gekregen.

Van die positieve energie dreigt niet veel over te blijven. Campingeigenaren, boeren en andere ondernemers keren zich tegen de natuur uit angst dat elke groei- of ontwikkelmogelijkheid hun wordt ontnomen. Deze weerstand komt deels uit de regelgeving zelf. Boeren die in de afgelopen jaren keurig hun bouw- en milieuvergunning hebben gekregen, dreigen nu alsnog beperkingen opgelegd te krijgen. Dat is moeilijk uit te leggen, en een onmogelijke opgave voor wethouders die boerenbedrijven moeten sluiten. Ook valt te vrezen voor recreatieve investeringen, zoals het aanleggen of verbeteren van een parkeerplaats.

Perspectief Natuurlijk is het goed dat bijzondere natuur-gebieden de aandacht krijgen die ze verdienen. Dat er geld komt om maatregelen te nemen. Dat is pure winst. De positieve kant van het verhaal sneeuwt echter compleet onder in het geweld waarmee de beheerplannen tot stand komen. Het bewijst dat waar juridische regelneverij en vastgestelde kaders de boventoon gaan voeren, het gezonde verstand het onderspit delft en het bereiken van een volwassen consensus uit beeld raakt. Het ironische is dat een maatregel die bedoeld is om de natuur te beschermen, zijn eigen vijanden creëert en uiteindelijk tot een vervreemding van de natuur leidt in plaats van andersom. Het is niemand gelukt om rond Natura 2000 een gevoel van oprechte trots te bouwen. Hoe kan dat nou wel bereikt worden? Door serieus aandacht te hebben voor elkaars belangen. Door een investeringsopgave voor de natuurgebieden te combineren met een perspectief voor de mensen die er wonen en werken. Door natuurwaarden niet per definitie te koppelen aan nauwkeurig omschreven aantallen of ´habitattypen´, maar door afspraken te maken over wervende eindbeelden waar ook andere partijen zich voor willen inspannen. Door daarover op basis van gelijkwaardigheid met betrokken organisaties in een integraal gebiedsproces te onderhandelen, inclusief het juridisch instrumentarium. Te vaak hoor ik van ondernemerskant dat Natura 2000 een verliesdossier is. Terwijl er met prachtige natuurgebieden ook zoveel te winnen valt, ook voor recreatieondernemers en boeren die hun bron van inkomsten willen verbreden. De natuur verdient beter dan deze loopgravenoorlog die nergens toe leidt.

Reageren? Mail naar [email protected]

Ingrepen op de Veluwe De afgelopen honderd jaar is de Veluwe steeds verder bebost geraakt. Het beheer-plan Natura 2000 wil die tendens stoppen door het areaal heide en stuifzand uit te breiden. Heide en stuifzand zijn gevoelig voor stikstof, en daarom moeten ze een bepaalde afstand hebben tot stikstof-bronnen zoals veehouderijen. Dan kun je twee dingen doen: je legt de nieuwe heidevelden aan op plekken waar dat ecologisch het beste past en neemt op de koop toe dat een deel van de maatschappij vijand van die nieuwe natuur wordt. Of je zoekt een plek waar het ook bijdraagt aan de ecologische doelen zonder dat het anderen erg dwarszit. Dat laatste heeft natuurlijk de voorkeur en is in de praktijk mogelijk. De voorlopige aanwijzing van het Natura 2000-gebied bevatte ook een curieuze tegenstelling. Meerdere soorten die gebaat zijn bij open heide waren aangewezen als kwetsbaar, maar dat gold ook voor de zwarte specht en de wespendief. Als het op juridische haarkloverij aankomt, zou het kappen van bos ten behoeve van de gewenste heide en stuifzand wel eens geblokkeerd kunnen worden door de aanwezigheid van één van beide vogels. Zowel de belangentegenstelling als de interne tegenstrijdigheid in het beheerplan hebben bijgedragen aan de huidige verzuurde stemming. Natura 2000 heeft ervoor gezorgd dat ondernemers het prachtige gebied nu afdoen als ‘een bult zand met een heleboel grove dennen en een paar heipollen erop.’ Over trots gesproken…

Frans Evers was directeur Bestuurs-zaken en plaatsvervangend directeur-generaal Milieubeheer bij VROM (1980-87), directeur-generaal van de Rijksgebouwendienst (1987-1996) en hoofddirecteur van de Vereniging Natuurmonumenten (1996-2002). Tegenwoordig is Evers docent, onafhanke-lijk procesbegeleider en probleemoplosser. Samen met prof. Lawrence Susskind van Massachusetts Institute of Technology bracht hij in 2009 het boek Het kan wel! uit over onderhandelen in ruimtelijke ontwikkelingsprojecten.

Page 13: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 13

De kracht van kijkenOer is een bijzonder en inspirerend boek, dat details van de Nederlandse natuur om de hoek laat zien. Buitenfotograaf Martin Kers en onderwaterfotograaf Willem Kolvoort verwonderen zich dagelijks over de fantastische kleuren en vormen in de natuur. Ze hebben de ‘oerkrachten’ uit die natuur de afgelopen jaren met passie en oog voor detail gefotografeerd. Daarnaast vertellen zeven bekende Nederlandse auteurs, waaronder Jan Terlouw, Hans Dorrestijn en Hans Bouman, op aanstekelijke wijze over hun ‘oergevoel’ in het leven van alle dag.

Cadeau-actieNieuwe Veluwe geeft in samenwerking met Thieme Art een exemplaar van ‘Oer’ cadeau aan de eerste vijf abonnees van Nieuwe Veluwe die een nieuwe abonnee aanbrengen.Stuur een mail met daarin uw eigen naam en adres plus naam en adres (en banknummer in geval van machtiging tot incasso) van de nieuwe abonnee naar [email protected] krijgt bericht als u één van de eerste vijf bent. Bent U bij de eerste vijf dan krijgt u het boek toegestuurd zodra wij het abonnementsgeld van de nieuwe abonnee ontvangen hebben!

VoorjaarsactieHet boek is ook in de boekhandel verkrijgbaar. Van 1 maart t/m 31 mei 2010 extra voordelig: van E 39,95 voor E 29,95.

N.B. Sorry, de cadeau-actie geldt niet in combinatie met andere promotionele acties.

Werf een nieuwe abonnee en krijg ‘Oer, de kracht van kijken’ van Martin Kers & Willem Kolvoort cadeau.

Oer de kracht van kijken

‘Een blad als Nieuwe Veluwe is hard nodig’

Clemens Cornielje CdK Gelderland - januari 2010

De Veluwe: het grootste laaglandnatuurgebied

van Noordwest-Europa. Een boeiende ontmoeting van

natuurlijke schoonheid, verrassende cultuur en een

rijke geschiedenis.

Het kwartaaltijdschrift Nieuwe Veluwe: een, kritisch

en inspirerend magazine voor liefhebbers van de

Veluwe. Het biedt inzicht in ontwikkelingen, kansen

en bedreigingen en geeft ruimte aan nieuwe ideeën,

bijzondere visies en discussies. Meer weten is meer

genieten.

Word nu abonnee. Een jaarabonnement (vier nummers) voor maar € 29,50. Meer informatie en aanmelden via www.nieuweveluwe.nl of via telefoon 0317 418128.

Page 14: Nieuwe Veluwe 1

boven bos en heiLawaai

tekst Hans van den Bos, foto bvBeeld

Page 15: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 15

Lelystad Airport wil uitbreiden. Vakantiegangers kunnen in de toekomst hier opstappen voor een

goedkoop reisje naar de zon. Op de Noord-Veluwe zien mensen de bui al hangen. Niemand zit te

wachten op vliegtuiglawaai boven zijn dorp, camping of natuur. Acties en beroepen bij de Raad

van State zijn dan ook niet van de lucht.

‘In Flevoland was er al langer opwinding over de uitbreidingsplannen van Lelystad Airport. Maar hier op de Veluwe was niemand ermee bezig’, vertelt Evert Jacobs van het actiecomité Herrie boven Hierden. ‘Totdat in 2007 een groepje mensen vond dat ook de Noord-Veluwe in actie moest komen. De gemeenten stonden er op dat moment buiten. Het ging immers over Lelystad, dacht men. Totdat bekend werd dat de vliegroutes pal boven Hierden, Ermelo, Harderwijk en Nunspeet zouden komen. Op zich hebben we niets tegen de uitbreiding van het vliegveld, maar wel tegen grote vliegtuigen die hier op 1000 meter hoogte over komen brullen. Volgens het vliegveld heb je er op die hoogte weinig last van. Van mensen die vlakbij Schiphol wonen, horen we andere geluiden.’

LinksomrouteWat is er eigenlijk aan de hand? Het kabinet wil op Schiphol ruimte creëren door een deel van de Europese vluchten van vooral goedkope vliegmaatschappijen naar Lelystad te verplaatsen. Rond 2020 zou Lelystad Airport, onderdeel van de Schiphol Group, jaarlijks maximaal 17.500 extra vluchten krijgen. Goed voor het vervoer van 4 miljoen passagiers. De discussie spitst zich toe op de vertrekkende vliegtuigen, want de route van de dalende toestellen is een gegeven: dat is een rechte lijn naar de landingsbaan. De route over de Oostvaardersplassen – ‘rechtsomroute’ – die Lelystad Airport voorstelde, zijn door de ministeries van V&W en Vrom afgeschoten. Laagvliegende vliegtuigen boven dit beschermde natuurgebied zou ‘te veel negatieve effecten op de natuur’ geven. Gekozen is voor de ‘linksomroute’ over de randmeren en de Noord-Veluwe, die geen negatieve invloed zou hebben op de natuurgebieden, omdat de toestellen dan al redelijk hoog in het luchtruim zijn.De gemeenten op de Noordwest-Veluwe zijn

niet gelukkig met deze keuze. Wat in 2007 begon als een burgerinitiatief ‘Herrie boven Hierden’, mondde eind 2009 uit in beroepen van gemeenten bij de Raad van State. Ze vinden dat de gevolgen voor de Veluwe onvoldoende zijn onderzocht. Als alternatief voor de routevariant over de dorpen Hierden en Hulshorst stellen ze een meer westelijke route voor richting Nijkerk. Daar is buurgemeente Nijkerk weer niet blij mee. Dus ging die gemeente ook naar de Raad van State. Het steekspel over de wenselijke route heeft een hoog not in my backyard (nimby)-gehalte. Niemand wil vliegtuigen boven zijn dorp of Natura 2000-gebied. Zoek het maar bij de buren, is de reflex.

Stilte in ArnhemIn het provinciehuis in Arnhem is het opvallend stil. Vreemd eigenlijk, want het Nationaal Landschap Veluwe is het troetelkind van het provinciale bestuur. De provincie maakt serieus werk van de Veluwe, bijvoorbeeld via het beleidsplan Veluwe 2010, dat de kwaliteit van dit grootste bos- en natuurgebied van Nederland moet verbeteren. Maakt dan niemand bij de provincie zich zorgen? Gedeputeerde Co Verdaas zucht eens diep. ‘Natuurlijk is het mijn inzet dat er zo min mogelijk overlast is op Gelderse bodem. Met prioriteit voor de Veluwe! Maar formeel is Gelderland geen partij bij de uitbreiding van Lelystad Airport.’ Bovendien, benadrukt hij, zijn er effectievere manieren om invloed uit te oefenen dan een gang naar de rechter. Hij doelt op de Tafel van Hans Alders, die in opdracht van het kabinet in 2009 op zoek ging naar een locatie voor een tweede nationale luchthaven. ‘Daar heb ik bepleit om de Gelderse natuurgebieden terdege mee te nemen in de onderzoeken. Dat is destijds ook toegezegd door het ministerie van V&W.’ Verder is de provincie betrokken bij het Bestuurlijk Overleg

Lelystad Airport en bij de VenW-werkgroep die de routestructuur zal vaststellen.

Overlast overdreven?Is de vrees voor geluidsoverlast wel gerechtvaardigd? Als de plannen doorgaan komen er jaarlijks 17.500 vertrekkende vliegtuigen over de Noord-Veluwe, ofwel dagelijks zo’n 50 vliegtuigen. Daarvan zullen er hooguit zeven grotere toestellen zijn zoals

Boeing 737 en Airbus A320. ’s Nachts wordt er niet gevlogen. Volgens Lex Oude Weernink, directeur van Lelystad Airport, zullen de grotere toestellen boven de Noord-Veluwe op 1500 à 2000 meter hoogte vliegen. ‘In luchtvaarttermen is dit behoorlijk hoog. Bij deze hoogte is er geen sprake van onacceptabel geluid. Of mensen hier last van hebben? Dat is ook een persoonlijke beleving.’ De woordvoerder van het ministerie van Verkeer zegt iets soortgelijks; hij spreekt zelfs over een vlieghoogte van 2.300 meter. Critici beweren dat door het vele Schipholverkeer er zoveel drukte in het luchtruim zal zijn, dat opstijgende toestellen vanaf Lelystad relatief laag moeten vliegen en dus wel degelijk overlast veroorzaken.

Kwaliteit ‘rust’Jasper Kuipers van Staatsbosbeheer is tevreden met het linksomalternatief. De Oostvaarders-plassen worden ontzien en van overlast boven

‘Of mensen hier last van

hebben? Dat is ook een

persoonlijke beleving’

Page 16: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1016

de Randmeren en de Noord-Veluwe is geen sprake, vindt hij. Het actiecomité Herrie boven Hierden lijkt ook gerustgesteld en heeft zich zelfs half februari opgeheven. De reden is onder meer dat hun protest is gehoord. De gemeenten zijn wakker geschud en hebben initiatieven genomen. Maar ook de economi-sche crisis speelt in hun beleving mee. ‘Schiphol gaat op korte termijn niet investeren in Lelystad’, zegt een optimistische Jacobs.De Gelderse Milieufederatie (GMF) is minder gerust. De kwaliteit ‘rust’ loopt wel degelijk serieus gevaar, meent Joost Reijnen. ‘Misschien nog niet op korte termijn, maar hoogstwaarschijnlijk wel later.’ De GMF is niet onder de indruk van rapporten die beweren dat er geen significant negatief effect is op de natuur (zie kader). Reijnen verwacht

zeker negatieve effecten op het vogelrijke Natura 2000-gebied Veluwerandmeren, zoals verstoring van rustende watervogels. Zorgen maakt Reijnen zich bovendien over een mogelijk neveneffect: ‘Uitbreiding van Lelystad Airport kan leiden tot verdringing van kleine vliegtuigen naar Teuge. Vliegveld Teuge probeert nu al meer kleine luchtvaart aan te trekken en veroorzaakt steeds meer overlast.’ Gedeputeerde Verdaas reageert geprikkeld: ‘De milieugebruiksruimte van vliegveld Teuge is strikt begrensd in de huidige Aanwijzing Luchtvaartwet, en wat mij betreft blijft dit zo. Kortom: uitbreiding van Teuge is niet aan de orde!’Ondertussen boekt Lelystad Airport geleidelijk voortgang. In november heeft het kabinet groen licht gegeven voor verlenging van de

start- en landingsbanen tot 2100 meter. Dit is noodzakelijk om in de toekomst grotere passagierstoestellen te ontvangen. Het vliegveld kan niet gelijk met de verlenging beginnen. Eerst moeten de 22 bezwaarschriften van de laatste beroepsmogelijkheid bij de Raad van State tegen het aanwijzingsbesluit worden behandeld. De uitspraak kan nog wel een jaar duren. Wanneer de Raad van State positief oordeelt over de uitbreiding, staat volgens Oude Weernink niets meer een verlenging in de weg. Zijn inschatting is dat Lelystad Airport over zo’n vijf jaar met de werkzaamheden begint.

Zakenluchthaven Wat in de discussie onderbelicht blijft, is dat op de korte termijn – dus met de bestaande baanlengte – Lelystad zich van het kabinet vast mag ontwikkelen tot een volwaardige zakenluchthaven met jaarlijks 11.000 vluchten. Hierbij kunnen vliegtuigen worden ingezet met 50 tot 70 zitplaatsen. Oude Weernink benadrukt dat dit voor de Veluwe voordelen heeft, omdat er dan ook verkeersleiding komt. ‘Dit kan leiden tot instelling van gebieden waar kleine toestellen niet mogen vliegen; toestellen waar mensen op de Veluwe nu last van hebben. De verkeersleiding zorgt dan voor handhaving van de verboden gebieden.’Hoe dan ook, de bedrijvigheid van het vliegveld verandert op korte termijn. In februari is de bouw van twee grote hangars begonnen voor vliegtuigen die nu al van Lelystad gebruik kunnen maken.

Geplande vliegroutes voor grotere vliegtuigen van Vliegveld Lelystad. De rode, bruine en lichtblauwe lijnen zijn de vertrekroutes over Noordwest-Veluwe. De routes die vliegtuigen daadwerkelijk nemen hangt af van de heersende windrichting. Bron: Aanwijzingsbesluit Lelystad, ministerie VenW, nov 2009.

Vliegtuigen en natuurBij de uitbreidingsplannen van Lelystad Airport is gekeken naar mogelijke

negatieve effecten op de natuur. Logisch, want aan alle kanten wordt dit

vliegveld omringd door natuurgebieden.

Nederland hanteert op basis van een rapport van Bureau Waardenburg de

stelregel dat bij minimaal 900 meter vlieghoogte én een horizontale afstand

van meer dan 2 kilometer dieren geen hinder ondervinden. Maar deze con-

clusie is omstreden door de geringe solide basis van het onderzoek. Natuur

en Milieu Flevoland noemt deze hoogtes en afstanden veel te optimistisch:

je moet eerder denken aan een minimumhoogte van 1350 meter en een

afstand van 3 kilometer. Jasper Kuipers van Staatsbosbeheer mist de

nuance: ‘Het maakt veel uit om welke soort, welk seizoen en welke activiteit

van de dieren het gaat.

Ruiende eenden zijn slecht te vergelijken met broedende zangvogels.’ Hij

constateert bovendien dat er nauwelijks iets bekend is over effecten op

grotere dieren zoals herten en paarden. ‘Het wordt tijd dit eens serieus te

onderzoeken.’ Defensie heeft interessante ervaringen met hoe grote zoog-

dieren op militaire terreinen wennen aan lawaai. Het lijkt erop dat de die-

ren eerder last hebben van verrassing dan van lawaai. Dit soort waarne-

mingen verdient ook nadere studie.

Kijkje bij Schiphol en over de grensDat er goede redenen zijn om uitbreidingsplannen van vliegvelden kritisch

te bekijken, leert het verleden van Schiphol en het buitenland. Was het

niet ons eigen Schiphol dat keer op keer ‘harde’ milieugrenzen aangepast

wist te krijgen om uitbreidingsplannen te realiseren? Interessant is ook het

gevecht over milieunormen, dat vorig jaar speelde bij vliegveld Weeze,

net over de grens onder Nijmegen. De belangrijkste gebruiker – het Ierse

Ryanair – legde zich niet neer bij het rechterlijke verbod op nachtvluchten

en dreigde te vertrekken. Binnen de kortste keren bond de Duitse overheid in.

Intussen groeit dit vliegveld, waarop prijsvechters vliegen, als kool. Waren

er in 2003 nog maar net 200.000 passagiers, in recessiejaar 2009 waren

dat er ruim 2,4 miljoen. Het einde van de spectaculaire groei is nog niet in

zicht. Voor consumenten is vlakbij huis goedkoop vliegen naar een vakan-

tiebestemming blijkbaar onweerstaanbaar. Dit is ook precies wat Lelystad

wil verkopen.

Bezoekers van Nationaal Park Maasduinen en inwoners van de Limburgse

gemeente Bergen ondervinden in toenemende mate geluidsoverlast van

het florerende Duitse vliegveld op slechts enkele kilometers afstand.

Page 17: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 17

Architect van micro- landschappen

Met het draadkoffertje en de tuinslang-

armband kreeg ontwerper Maria Hees

in één keer bekendheid. Dertig jaar

later werkt ze nog steeds aan sieraden

en tassen van opmerkelijke materialen

en met opvallende vondsten. Het CODA

Museum in Apeldoorn, dat een groot

aantal werken van Hees in de collectie

heeft, geeft een overzicht van 125 van

haar eigenzinnige ontwerpen.

tekst Viveka van de Vliet, foto’s bvBeeld

Page 18: Nieuwe Veluwe 1

Het is voor het eerst dat het collier binnen ligt. Voordien is het in de buitenlucht tentoonge-steld: in 1998 bij de steenfabriek aan de Rijn in Arnhem, daarna bij Kunst op Kamers in De Rijp en ten slotte tijdens Tuin der Lusten op Land-goed Avergoor in Ellecom, waar ze samen met haar voormalig docent en beeldhouwer Joep Sterman exposeerde. Hier ontwierp ze nog een landschappelijk ornament: een decoratief pa-troon van houtsnippers in het allengs groeiende gras, dat eenmaal opgeruimd nog steeds tus-sen het gemaaide gazon te zien bleef. Maria Hees behoort tot de eerste generatie ontwerpers die besloot niet bij een ontwerp-bureau of in dienst van de industrie te werken, maar zelfstandig een eigen studio te runnen. Zonder opdrachtgevers of vaste afnemers, alles in eigen beheer. Zo kan Hees direct en letterlijk met haar neus op het productieproces werken, waardoor ze te allen tijde kan ingrijpen als er iets mis gaat. Een logisch gevolg van deze am-bachtelijke werkwijze is dat haar tassen slechts in een beperkte oplage gemaakt kunnen worden. Het aantal replica’s hangt af van de beschikbaarheid van het materiaal, de vraag en van haar eigen behoefte om kopieën te maken. Zo is de container een eenling en behoort de smocktas tot een gevarieerde familie.

Luchtige ontwerpenWie het werk van Hees in chronologische volgorde overziet, kijkt niet zozeer naar een ontwikkeling, zoals je bij beeldend kunstenaars vaak wel ziet. Hoogstens besef je dat een ont-werp uit haar beginperiode is omdat de heden-daagse technieken nog niet voorhanden waren, zoals het gieten van latex. Maar je zou net zo goed haar hele oeuvre door elkaar kunnen gooien. Zo actueel en daarmee tijdloos zijn en blijven haar ontwerpen. Of het nu de tuinslang-armband betreft, de vissentas, de met knopen gecapitonneerde kussentas, de wintertas met uitneembare voering van gekleurd bont of de ornamentcolliers van latex. Haar vaak luchtige ontwerpen zijn herkenbaar door hun heldere, soms monumentale of grafische uiterlijk, opval-lende snufjes en verrassende, ongebruikelijke materialen. Accessoires en sieraden interesseerden haar altijd al. Op haar vijfentwintigste gaf ze haar baan als lerares handvaardigheid op om aan de kunstacademie in Arnhem, aan de afdeling Metaal en Kunststoffen te gaan studeren. Hier werden studenten, in tegenstelling tot bijvoor-beeld Eindhoven die studenten klaarstoomde voor de industrie, opgeleid tot zelfstandig ontwerper. Een vruchtbare periode. Het strenge

Ze maakt wat ze zelf leuk vindt. Zonder com-promissen, wars van modes of trends, gaat Ma-ria Hees volstrekt haar eigen weg. Incidenteel komen uit haar handen lampen, en een heel enkele keer een stoel of krukje, maar het zijn toch vooral tassen en sieraden die een onuit-puttelijke bron van inspiratie vormen. Dat gaat gepaard met haar niet-aflatende behoefte om te experimenteren met materialen als rubber, tuinslang, vissenleer, ijzer of porselein. Mate-rialen die ze smockt, waterstraalsnijdt of tuft. Ze is, zoals ze zelf zegt, gek op de structuur van materialen. Wat dat betreft is ze soms een architect van microlandschappen. Haar meest recente tas Marrakech is daar exemplarisch voor: een zwarte leren tas met een gesmockt blauw leren voorkant, ontstaan door een mal met gaatjes waarin later klinknagels gaan. Hierdoor krijgt het leer een Arabisch geome-trisch patroon met reliëf.Haar ontwerpen vervaardigt ze, de laatste twintig jaar althans, op een industrieterrein in Doetinchem. In het lichte, moderne huis annex werkplaats bouwt ze gestaag aan haar oeuvre. Samen met een stikster uit de buurt en af en toe geassisteerd door modestudenten van de Arnhemse kunstacademie waar Hees zelf in de jaren zeventig studeerde. Het is een prettige manier om contact te houden met de jonge lichting ontwerpers.

Ruimtelijk schaduwcollierIn haar werkplaats liggen lapjes vissenleer en colliers van gegoten latex die tijdens de over-zichtsexpositie in CODA om de nekken prijken van speciaal gemaakte silhouetten van mense-lijke figuren. Deze staan opgesteld in de vijftien meter lange vitrine. Hees kreeg er op het laatste moment nog een ruimte bij, waardoor er plek ontstond voor haar ruimtelijke scha-duwcollier. Een reuzenketting, opgebouwd uit in elkaar geschoven en fluorescerend geverfde metalen buizen met daaronder een schaduwlijn van zwarte kolenklompjes.

Opmerkelijk is niet-

aflatende behoefte om

te experimenteren met

uiteenlopende materialen

Marrakech: een zwarte leren tas met een gesmockt blauw leren voorkant.

Page 19: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 19

van docent Gijs Bakker, die haar de basis-principes van vormen leerde, en het speelse, vrolijke en kleurrijke van docent Joep Sterman zijn nog altijd bepalend voor Hees’ manier van ontwerpen. Ze vormden precies de goede combinatie.

Meteen bekendMet haar borstelbroche en de tuinslangarm-banden werd Hees meteen bekend. Eén van haar examenwerkstukken, het draadkoffertje van geplastificeerd draadijzer met een voering van spinnakerdoek (later leer), werd zelfs wereldberoemd. Dat koffertje was geïnspireerd op gebouwen als museum Centre Pompidou, waarbij binnenkant buitenkant is. Maar het is ook een reactie op zowel een eerder ontwerp, een volgens haar te ingewikkeld ‘rolluikkoffer-tje’, als op de bestaande Samsonite-koffers.In een fabriek voor geplastificeerde afdruiprek-jes werd haar draadkoffer in een mal gepuntlast en geplastificeerd. Een metaalwarenfabrikant zorgde voor de scharnieren en het assembla-gewerk en weer een andere fabrikant deed het binnenwerk. In tien jaar tijd zijn zeker duizend van deze koffertjes verkocht en over de wereld uitgewaaierd. En nog steeds is er vraag naar. Ook andere activiteiten zorgden voor een vliegende start. Allereerst de door Gijs Bakker samengestelde en door Europa reizende examententoonstelling Design from the

Netherlands, waaraan ook bekende ontwerpers als Ulf Moritz, Ko Liang I, Bruno Ninaber van Eyben en Friso Kramer deelnamen. Daarna was het Hees’ eindexamengecommitteerde Paul Derrez die haar vroeg te exposeren in zijn Amsterdamse galerie Ra. Dat deed ze met vergrootglasbroches en rimpeltassen van felgekleurde spinnakerstof. In 1993 ontwierp Hees weer een succesnum-mer: de vissentas. Het materiaal, gelooid en geverfd leer van de victoriabaars, werd door een groothandel rechtstreeks uit Kenia geïm-porteerd. Hees maakte van de ruwe, schubbige vissenhuid een rugzakje met drie vakken dat zich door vorm en materiaal onderscheidde. De productie van deze populaire tas stopte toen het materiaal niet meer verkrijgbaar was, maar via via heeft ze na vijftien jaar weer een nieuw adres: de vis komt nog altijd uit het Vic-toriameer maar wordt nu gelooid in IJsland.

Blijven experimenterenHees is een uitvinder. Daarom zijn uitnodi-gingen als die voor een werkperiode in het Europees Keramisch Werkcentrum (EKWC) in Den Bosch welkom om nieuwe technieken uit te proberen. Ze kan er zonder enige invloed van buitenaf geconcentreerd werken. In 2003 experimenteerde Hees er voor het eerst met porselein. Een ingewikkeld materiaal: je moet het op hele hoge temperaturen bakken, het

zakt snel in elkaar. Ze maakte een serie ket-tingen opgebouwd uit porseleinen ringen met pigment die geschakeld worden met ringen van kneedbaar zilver. In 2005 ging ze terug om meer te leren over glazuren. Nu sinds kort het EKWC werkt met een nieuw soort porselein dat geschikt is voor toepassingen in sieraden, is het de moeite waard weer terug te gaan. Ook vruchtbaar was de Artist Residence in Mali afgelopen december. Samen met textielont-werpster Marian Bijlenga werkte ze met de plaatselijke ambachtslieden die hun technieken leerden, zoals het werken met perkament. Het materiaal, waar de Afrikanen louter doosjes van maken, haalde Hees onbehandeld uit het abattoir. Het voordeel van onbehandeld is dat de beenderlijm er nog in zit. Van het perkament maakte ze haar meest recente amulettenkettin-gen: sieraden van perkamenten zakjes met daarin onder andere zaadjes. Ook naar Mali moet ze nodig terug, vindt ze. Als er weer tijd voor is.

Overzichtsexpositie Maria Hees, 30 jaar vorm-gever, CODA Apeldoorn, t/m 20-05-2010. Monografie Maria Hees 30 jaar vormgeven / 30 years of design (zie Boeken).

Links: vissentas. Rechtsboven: ketting van porseleinen ringen, geschakeld met ringen van kneedbaar zilver. Rechtsonder: halssieraad van rubber.

Page 20: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1020

‘Grenzeloze natuur

Kilometers aan hekken en wildrasters doorsnijden de Veluwe en

vormen barrières voor mens en dier. De provincie Gelderland en

diverse terreineigenaren zetten voorzichtige stappen om de Veluwe

te ‘ontsnipperen’. Eenvoudig is het zeker niet, en hoe belangrijk

is een aaneengesloten Veluwe eigenlijk?

tekst Annemiek Simons, foto’s Ton Heekelaar en Hans van den Bos

De Veluwe als een eindeloos, woest natuur-gebied, dat zich uitstrekt van de Veluwe- randmeren tot aan de Rijn en dat robuuste verbindingen vormt met natuurgebieden in Duitsland en België, als groter geheel van een internationaal natuurnetwerk. Waar edelherten en ander wild een bijna onbeperkte bewegings-vrijheid hebben en mensen de natuur intens kunnen beleven. Dit beeld van de Veluwe, dat vele mensen als ideaal voor ogen hebben, staat nog ver af van de realiteit. Want het wild zit min of meer op- gesloten in relatief kleine gebieden, doordat de Veluwe in handen is van veel verschillende landeigenaren, met verschillende doelstel-lingen. Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Geldersch Landschap, Defensie, Het

Kroondomein Het Loo, Het Nationale Park De Hoge Veluwe, landgoederen, zeventien gemeenten en agrariërs: iedere grondbezitter heeft zo zijn eigen motivatie om het terrein te omheinen met hekken of wildrasters. Bijvoor-beeld omwille van het gevoel van veiligheid, entreegelden, verschillende natuurdoelen, bescherming van jonge boomaanplant of landbouwgewassen of het afbakenen van bezit.

Soms onmisbaarWildkerende rasters zijn natuurlijk onmisbaar langs snelwegen en vierbaanswegen om aan-rijdingen met wild te voorkomen. Bij andere drukke verkeerswegen, zoals tussen Hoender-loo en Apeldoorn of tussen Elspeet en Nunspeet, veroorzaakt het ontbreken van rasters veel

aanrijdingen. Ook zwijnenkerende rasters rond de agrarische enclaves in Uddel, Elspeet en Garderen zijn eigenlijk heel vanzelfsprekend. Net als rond plekken met een tere ecologie of op plekken waar bijvoorbeeld een bosperceel tot ontwikkeling moet komen. En dan zijn er nog de militaire terreinen waar in sommige gevallen rasters nodig zijn, onder andere rond munitiedepots. Maar de overige rasters, zeggen voorstanders van een barrièrevrije Veluwe, zijn overbodig. Want, vinden zij, rastervrije natuur is zoveel mooier en ook van groot belang voor het wild. Als dieren zich kunnen voortplanten met soort-genoten in andere leefgebieden, ontstaat er een grotere genetische variatie. En hoe groter de variatie, hoe sterker en gezonder de dieren.

nog ver weg’

Page 21: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 21

Vooral edelherten hebben er behoefte aan om zich over grote afstanden te verplaatsen, maar ook de andere hoefdiersoorten – damhert, ree en wild zwijn – zijn nomadisch en hebben grote aaneengesloten leefgebieden nodig. Bovendien vragen van nature migrerende hertenpopulaties om een verschil tussen winter- en zomergraas-gebieden.

Veluwe 2010Ook de provincie Gelderland vindt dat er iets moet gebeuren aan de versnippering van de Veluwe. Bea Claessens, programmamanager Veluwe 2010 vertelt: ‘In 1999 werd de nota Veluwe 2010 geschreven en vastgesteld. Deze nota ging eens niet over terreinbeheer – laten we dat nou eens aan terreinbeheerders

overlaten – maar over de knelpunten, waar we maar steeds niet mee verder komen.’ De Veluwe was in 1977 al aangewezen als Proefgebied Nationaal Landschap. Eind jaren negentig is deze proef geëvalueerd. Claessens: ‘En daaruit kwamen structurele problemen naar voren. Eén daarvan was de doorsnijding van wegen, sporen en rasters. Wildkerende rasters beperken de vrije wilduitwisseling en het optimaal terreingebruik door grote zoogdieren.’ Met het project Vermindering Rasters van Veluwe 2010 moest dit aangepakt worden. Maar in 2005 stelt de provincie in een tussen-evaluatie van Veluwe 2010 de ambitie wel wat bij. In het rapport staat: ‘De aanvankelijke ambitie om veel wildkerende rasters te verwijderen blijkt niet haalbaar. Er zullen altijd

hekken blijven staan voor de verkeersveiligheid of vanwege eigendomsbescherming bij particu-lieren. Als onderdeel van Veluwe 2010-projecten zal worden gezocht naar mogelijkheden om hekken passeerbaar te maken met in/uitsprongen – waar reeën en herten overheen kunnen springen, maar zwijnen niet – en wildcorridors.’ De provincie doelt hiermee met name op de vier grote particuliere terreinen die de rasters willen handhaven: Het Kroondomein, Het Nationale Park De Hoge Veluwe, landgoed Deelerwoud/Repelaer en landgoed Hoog Deelen (Pelletier). Het Kroondomein was op dat moment al begonnen met het maken van in/uitsprongen en openingen in de rasters (zie kader op pagina 25).

‘Grenzeloze natuur

Page 22: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1022

Situatie van wildrasters op de Veluwe in 2008 Grofwildkerend raster

Zwartwildkerend raster(zwijnen)

Bron: provincie Gelderland

Page 23: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 23

Eerste resultatenEen exacte tussenstand van de aantallen kilometers hek en raster die zijn weggehaald heeft Jan Eising, projectleider van Vermindering Rasters, niet. ‘Maar het project heeft tot nu toe onder meer opgeleverd dat bij Oud Reemst en bij Radio Kootwijk de rasters zijn verwijderd. Tevens zijn in/uitsprongen gemaakt bij landgoed Hoog Deelen en is een wildcorridor aangelegd op het landgoed Deelerwoud/Repelaer van 100 meter breed en zo’n 300 lang, ter hoogte van restaurant Woeste Hoeve, zodat het wild kan migreren tussen het Deelerwoud van Natuurmonumenten en de boswachterij Ugchelen-Hoenderloo. Jonkheer V.G.F. Repelaer van Spijkenisse houdt op het landgoed van 700 hectare de wildstand op circa 150 stuks grofwild. Hij licht toe: ‘De corridor wordt goed gebruikt, aan de sporen in de sneeuw te zien afgelopen winter. Het goede gebruik komt ook doordat op het naastgelegen terrein van Natuurmonumenten, het Deelerwoud, niet aan wildbeheer wordt gedaan, waardoor de wilddruk toeneemt.’ Met het uitvoeringsprogramma Hart van de Veluwe werkt Park De Hoge Veluwe intussen ook mee aan ontsnippering, door onder meer de aanleg van drie wildpassages (in/uitsprongen van 40 meter breed), waardoor een betere noord-zuidroute op de Veluwe ontstaat voor het migrerende wild. Daarnaast moeten snelheidsbeperkende maatregelen de barrièrewerking van omliggende provinciale wegen verminderen en de veiligheid vergroten.

Camera’sDe eerste doorgang in het raster van het park is klaar – maar nog niet in gebruik. Door de verlaging van het raster van 2,20 naar 1,10 meter komen het park en het Deelerwoud van Natuurmonumenten direct in verbinding met elkaar. ‘Uniek’, omschrijft ecoloog Geert Groot Bruinderink van onderzoeksinstituut Alterra in Wageningen de medewerking van het park: ‘Voor het eerst in zeventig jaar komen er openingen in de rasters. Er moest nog wel wat bedacht worden voor de moeflons, die vanwege de exotenstatus het park niet uit mogen. De oplossing is gevonden in een verlaging voor de herten en reeën en poortjes voor de zwijnen, die te zwaar zijn voor de moeflons om doorheen te kunnen.’

Wanneer de eerste insprong opengaat is nog niet duidelijk, ‘omdat door de provincie nog niet voldaan is aan de voorwaarden die het park stelt’, legt Bart Boers van het park uit. ‘Namelijk dat het park zich het recht voorbehoudt de passages al dan niet tijdelijk te sluiten. Bijvoorbeeld in geval van dierziekten of als er te veel wild het park in komt. Het park is namelijk niet bereid meer arbeidsuren en kosten te besteden aan populatiebeheer dan nu. De huidige doelstand in het park is zorgvuldig afgestemd op de ecologische draagkracht van andere aanwezige natuurwaarden.’ Ilse Harmelink, hoofd marketing en communicatie, voegt daaraan toe: ‘Hoewel we meewerken, zien we zelf de noodzaak voor deze passages niet, want onze wildstand is prima en het wild beschikt over voldoende voedsel en bewegingsvrijheid.’De precieze locaties van de passages noemt het park niet en dat kan alles te maken hebben met de entreegelden. Bezoekers kunnen dan ineens wel heel gemakkelijk over het hek klimmen. Camera’s bij de in/uitsprongen moeten dat helpen voorkomen.

Ecologische effectenGroot Bruinderink schreef namens Alterra een voorstel om de ecologische effecten van het verlaagde raster te monitoren: ‘Wat gebeurt er met het wild en met de vegetatie zodra grenzen opgeheven worden? Het stikt van de damherten in het Deelerwoud, want daar is geen wildbeheer. En Park De Hoge Veluwe heeft zo’n tweehonderd edelherten; ook een hoge stand per hectare. Misschien dat de damherten naar het park trekken en de edelherten daar weggaan. Of misschien gaan alle beesten wel naar het Deelerwoud. Maar daar zit niemand op te wachten, want het park is afhankelijk van de

entreegelden en de bezoekers komen vooral om het wild te zien. Ook kan het verlaagde raster consequenties hebben voor het beheer. Jonge boompjes zijn kwetsbaar. Vraat door herten overleven ze niet. Maar we verwachten geen grote ecologische problemen. Het Kroondomein heeft sinds 1999 naast zwijnenpoortjes een tiental openingen voor wandelaars en wild en dat gaat prima.’

Wegen en spoorwegenNaast de vele rasters vormen wegen en spoorlijnen ook grote barrières voor het wild. Met de aanleg van negen wildecoducten tot eind 2012, waarvan zeven op Veluws grondgebied, wil de provincie deze barrières zoveel mogelijk opheffen, zodat verbindingen ontstaan met andere natuurgebieden. Gebiedsontwikkelaar Bea Claessens: ‘De ecoducten zijn bedoeld voor het hele scala aan wild, met als uitgangspunt het edelhert. Als deze eroverheen kan en durft, dan kan en durft de rest ook. De bestaande ecoducten over de A50 – Woeste Hoeve en Terlet – laten zien dat ze werken. Natuurmonumenten houdt het gebruik van die ecoducten al een aantal jaren in de gaten. Het is verbluffend hoeveel sporen er in het zand worden aangetroffen.’ Boeren zijn minder enthousiast over een barrièreloze Veluwe, zegt Ben Lichtenberg, voorzitter van LTO Noord Gelderland: ‘Ik verwacht zeker problemen bij de openstelling van de ecologische poorten. Het is moeilijk te voorspellen wat het veterinair voor gevolgen gaat hebben. We weten dat herten en andere evenhoevigen virussen als Q-koorts en blauwtong kunnen overdragen.’ Natuurlijk geldt het omgekeerde dan ook: de bio-industrie kan ziektes overbrengen op het wild. Lichtenberg: ‘Maar vooral is het moeilijk te voorspellen waar

Bij Terlet, ten westen van het ecoduct over de A50, is in januari een nieuw raster geplaatst, om het zweefvliegveld zwijnenvrij en veilig te houden.

Page 24: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1024

boeren schade gaan oplopen en in welke mate. In het voorjaar kunnen herten jonge planten beschadigen. Ze verplaatsen zich soms in grote roedels. Je kunt je voorstellen dat als zo’n groep op je land komt, dit een grote ravage geeft.’ Lichtenberg wil vooral een goede schade-regeling. ‘Die is er nog steeds niet. Wel is er een conceptregeling voor de pilots Havikerpoort, Soerense Poort en Hierdense Poort. Deze zijn zonder inbreng van de landbouw tot stand gekomen.’ De statenleden hebben op dit punt Gedeputeerde Staten teruggefloten: er moet opnieuw overleg plaatsvinden. Lichtenberg: ‘We vinden het ongelofelijk dat na vijf jaar praten er nog steeds geen werkbare schaderegeling is.’ Lichtenberg merkt daarbij op dat het erg vervelend is voor een boer als zijn arbeid teniet wordt gedaan en hij een beroep moet doen op een schaderegeling. ‘Wat mij betreft zou een regeling er meer uit moeten zien als een betaling voor dienstverlening, te vergelijken met de regeling voor agrarisch natuurbeheer.’

Wildernis belevenNaast alle voordelen die het wild heeft bij een barrièreloze natuur, gaat het natuurlijk ook om beleving voor de mens. Want net als dieren, willen ook mensen liever niet geconfronteerd worden met hekken. Sommigen pleiten voor echte wildernis terug in Nederland: natuur met beesten als de wisent (de Europese bizon) of zelfs de lynx. Tom Bade, van kenniscentrum Triple E voor natuur en economie in Arnhem, vindt die aandacht voor natuurbeleving belangrijk, maar is niet te spreken over hoe de provincie dit aanpakt. ‘Het gaat mij niet om een paar insprongen, maar om de beleving van de mens, de beleving van een aaneengesloten natuurgebied, om wildernis. Nu is het gewoon lelijk, een Gammaschuttingenlandschap. Hekken doen gewoon afbreuk aan de recrea-tieve beleving van het product Veluwe.’ Bade heeft ook aan een oplossing gedacht: ‘Particuliere landgoedeigenaren zouden ver-plicht hun hekken weg moeten halen. Park De Hoge Veluwe loopt dan misschien inkomsten mis, maar dat is bijvoorbeeld op te vangen door via een trustconstructie geld voor het park te genereren. Over dit soort dingen wordt totaal niet nagedacht. Ondertussen blijft de

gehele Veluwe hangen in een jaren vijftig houtproductielandschap, en loopt daardoor vele kansen mis. En het komt de herkenbaarheid van de Veluwe ook niet ten goede. Als je naar het buitenland kijkt, bijvoorbeeld naar gebieden in Canada of de VS, zie je dat ze daar rasters juist om menselijke activiteiten heen plaatsen, bijvoorbeeld om de dorpen, als ze al iets rasteren.’

Rasters teruggeplaatstDe versnippering op de Veluwe neemt alleen maar toe, meent Bade. ‘Kijk naar het Loener-mark van Geldersch Landschap en het Imbosch van Natuurmonumenten. Omdat de één schaap-jes wil laten grazen en de ander niet, is daar het raster teruggeplaatst. Dus op allerlei plekken waar besloten is grazers in te zetten voor beheer, zie je hekken terugkomen. Bijvoorbeeld ook bij Warnsborn en Nationaal Park Veluwezoom.’ Jan Eising ontkent niet dat er nieuwe rasters bij komen. ‘Het gaat ook niet zozeer om hoeveel kilometer hek er is, of is weggehaald, maar hoeveel hectare land ontsloten is door bijvoor-beeld in/uitsprongen. En door de gemaakte insprongen moeten we wegen helemaal uitrasteren. Dus er zijn meer meters hek, maar het wild kan zich beter over de Veluwe ver-plaatsen.’ Wel ziet Eising het probleem van steeds meer particulieren die hun bezit om-heinen. ‘Dat wordt steeds meer een belemme-ring voor dieren, en dat baart me zorgen.’

BewustwordingDirk van Uitert, wethouder van Renkum en lid van de Veluwecommissie die de provincie adviseert, ziet dit ook: ‘Particulieren zetten niet alleen hun erf, maar soms hun hele terrein binnen de hekken. Uit een onderzoek van de Vereniging van Kleine Kernen Gelderland naar het gevoel onder Veluwenaren blijkt ook dat veel bewoners zich steeds meer opgesloten voelen in hun dorpen. Terreinen raken steeds meer afgesloten.’ Van Uitert denkt dat met regelgeving, bijvoorbeeld via bestemmingsplannen, en met voorlichting er veel tegen te doen is. ‘Dus zijn we samen met Landschapsbeheer Gelderland het project Hekken van de Veluwe gestart. Dat staat voor: andere hekken, passende hekken, geen hekken, of duurzame hekken van Veluws

‘Het gaat er niet

zozeer om hoeveel

kilometer hek er is,

maar om hoeveel

hectare land is

ontsloten door

bijvoorbeeld

in/uitsprongen’

Page 25: Nieuwe Veluwe 1

materiaal. Twintig Veluwse gemeenten werken mee. Het project gaat naar verwachting dit jaar van start met geld uit de Subsidieregeling Nationaal Landschap.’Susanne Agterbosch van Landschapsbeheer Gelderland licht het project verder toe: ‘Er is weinig tot geen regelgeving voor het plaatsen van hekken. We moeten uitzoeken wat de juridische mogelijkheden zijn om dit via de ruimtelijke ordening te regelen. Daarnaast moet je mensen verleiden om het anders te doen. Je kunt ook kiezen voor vlechtheggen, houtwallen of een gewone meidoornhaag. Dat heeft gelijk een ecologische functie en het is veel mooier. Daarvoor is bewustwording bij gemeenten nodig en bij de particulieren zelf.’ Beperkt bewegenJan Eising is al aardig tevreden over de ontsnippering van de Veluwe: ‘De belemme-ringen op de Veluwe zijn al redelijk opgelost. Het wild kan nu al goed over de Veluwe trekken. Het is ook niet erg dat er rasters blijven staan. Want nu zorgen de verschillende eigenaren met uiteenlopende doelstellingen voor diverse natuurtypen. Dat heeft zeker een meerwaarde.’ Arne Heineman, regiodirecteur van Natuurmonumenten Gelderland, vindt een verdere ontsnippering en verbinding van de Veluwe met omliggende gebieden nog steeds hard nodig. ‘We moeten gewoon afmaken waar we mee begonnen zijn. Het geeft uit-eindelijk grote meerwaarde aan de Veluwe, voor mens, dier en plant. Dieren kunnen zich heel beperkt bewegen over de Veluwe. Van een groot, ongerept gebied is nog geenszins sprake. Jammer, we zijn nog steeds behoorlijk ver verwijderd van de provinciale doelstelling van een eindeloze Veluwe, die een grote, belangrijke schakel vormt met de Oost-vaardersplassen, Zuidelijk Flevoland en Montferland/Reichswald ten zuidoosten van de Veluwe. Maar het kan wel. Het is een kwestie van met elkaar in gesprek blijven en koersen op een gezamenlijk punt aan de horizon.’

Edelherten op de golfbaan

Op veel plekken zijn in/uitsprongen in rasters gemaakt, waardoor grotere hoefdieren zoals edelherten en reeën zich beter kunnen verplaatsen over een groter gebied. Wat dit kan betekenen voor de omgeving, laat een voorbeeld uit de praktijk bij Het Kroondomein zien.

De rasters van Het Kroondomein waren aan vernieuwing toe. In overleg met de aangrenzende Veluwse Golfclub in Hoog Soeren is besloten rasters te plaatsen met drie insprongen. Twee daarvan grenzen aan de golfbaan. Hoofdgreenkeeper Jan van der Tuin: ‘Bij de golfclub zijn er wel wat mensen die er moeite mee hebben, en ook in het dorp is niet iedereen blij met deze insprongen. Maar in de praktijk valt de overlast wel mee. Je vindt af en toe wat uitwerpselen op de golfbaan. En als de edelherten in volle vaart over de baan rennen, laten ze wat afdrukken in de green achter, maar dat gebeurt niet vaak. Voor de edelherten is het hier een klein paradijs, het voedzame gras kunnen ze goed gebruiken in de winter. Ze worden dan ook regelmatig gesignaleerd. Veel dorpelingen en golfers zijn er dolenthousiast over, maar die roepen minder hard dan de tegenstanders.’ Het heeft ook wel wat om zo maar een hert te kunnen treffen, vindt Van der Tuin. ‘En je moet ook niet vergeten dat we midden in een natuurgebied zitten. Daar hebben we het hartstikke mee getroffen, en dan moet je de nadelen gewoon accepteren.’

VraatsporenEdelherten die de golfbaan oversteken, komen op het land van agrariër Jan ten Bosch, middenin Hoog Soeren. ‘In september en oktober had ik er suikerbieten staan en ontdekte ik ineens vraatsporen en omgewoelde grond’, vertelt Ten Bosch. ‘Toen ben ik ’s nachts eens gaan kijken en zag maar liefst vijf edelherten op het perceel.’ De akkerbouwer nam gelijk contact op met Het Kroondomein, waarna de insprongen tijdelijk ongedaan zijn gemaakt. ‘Eerst met rood/wit lint. Maar dat hielp niks: ze sprongen er dwars doorheen. Daarna zijn houten balken geplaatst. Nu heb ik met Het Kroondomein afgesproken dat zodra mijn land leeg is, de balken weer weg mogen.’ Ten Bosch was in eerste instantie behoorlijk boos. ‘Ze hebben die insprongen gemaakt zonder mij eerst in te lichten. Maar nu gaat alles in goed overleg met de boswachter van Het Kroondomein. Ik teel bijvoorbeeld ook wel eens wintergraan, en dan is de afspraak dat de insprongen gewoon de hele winter dicht blijven.’ Zelf heeft Ten Bosch dus niet zo’n probleem met de insprongen. Hij denkt dat de dorpelingen het anders gaan ervaren: ‘Er is voor de herten niet veel voedsel in de winter. De dieren gaan op zoek en komen tot in de tuinen van de mensen. En de reactie is dan typisch Nederlands: we vinden het allemaal prachtig, totdat we er zelf schade van ondervinden. De boswachter heeft dan ook gezegd dat als de overlast te groot wordt, de rasters weer dicht gaan.’

Het tijdelijk ongedaan maken van de in/uitsprong met rood/wit lint hielp niet. De herten sprongen er gewoon doorheen. foto Wim van den Berg

Page 26: Nieuwe Veluwe 1

‘Anderen gaan vissen,

ik vang klapeksters’

Page 27: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 27

Weer of geen weer, Andrea van den Berg is van half oktober tot april om de drie weken te vinden op de Veluwe bij Kootwijk of in de Engbertsdijksvenen bij het Overijsselse Kloosterhaar. Telescoop en klapkooien in de aanslag, in de open natuur, want daar heb je kans de klapekster te zien. Van den Berg doet al zeven jaar op eigen initiatief onderzoek naar de klapekster, naast haar baan als ecoloog bij Staatbosbeheer in Deventer. Samen met twee collega-vogelaars, Peter van den Akker en Symen Deuzeman, met wie ze het project heeft opgestart. Voor onderzoek naar de klapekster moet je wel een flinke dosis geduld hebben, als je bedenkt dat ze in zeven jaar tijd slechts veertig vogels hebben geringd.

Waar komt die passie voor de klapekster vandaan?‘Als klein meisje van acht was ik al met de natuur bezig, vooral met vogels. Al snel pakte ik de vogelboeken erbij, om uit te zoeken wat ik in de bomen zag zitten. Ik ging ook bij de Nederlandse Jeugd-bond voor Natuurstudie (NJN) en voelde me daar helemaal op m’n plek. Eindelijk met anderen die ook heel serieus met natuur bezig zijn; de meeste leeftijdsgenoten hadden er helemaal niets mee. We gingen op excursie in het weekend, om de natuur te bestuderen en om soorten te ontdekken. Ook ’s avonds zaten we dan vaak nog met de binoculair insecten te bestuderen. Ja, en die passie voor de klapekster: het is gewoon een heel mooie vogel. Als ik hem zie, denk ik altijd: Yes! Ik heb weer een klapekster gezien!’

Wat is er dan zo bijzonder aan de klapekster?‘De klapekster is een zangvogel met een bescheiden zang met scherpe tonen. Anders dan de naam doet vermoeden, is het hele-maal geen ekster; de klapekster is een soort uit de klauwierenfami-lie, eigenlijk een klein roofvogeltje. Hij heeft dan ook een haak-snavel en een stoer bandietenmaskertje. Vanaf een plek waar hij de omgeving goed kan overzien – vooral boomtoppen – loert hij op levende prooien zoals hagedissen, veldmuizen en kevers. En zelfs op vogels die maar iets kleiner zijn dan hijzelf, zoals de rietgors. Net als andere klauwieren spiest hij zijn prooi als voedselvoorraad vast op scherpe voorwerpen zoals doorns of prikkeldraad.De naam klapekster heeft een bijzondere achtergrond, die terug-voert naar de jacht. In de zeventiende eeuw werden slechtvalken gevangen met een klapekster. Hij zat vast aan een draadje, maar kon wel onrustig rondhuppen en met zijn vleugels klappen als hij de dreigende sikkelvorm van een valk boven zich zag. Zo waarschuwde hij de valkenvanger al voordat deze de slechtvalk zelf had gezien.’

Het vogeltje heeft de status ‘ernstig bedreigd’ op de Nederlandse Rode Lijst. Waarom gaat het eigenlijk zo slecht?‘Tot ruim tien jaar geleden kon je hem nog het hele jaar rond in Nederland zien. Toen broedde hij hier nog, zij het met hooguit vijftien broedparen. Nu komt hij alleen nog maar naar Nederland om te overwinteren, waarna hij terugkeert naar Scandinavië of Oost-Europa. Maar ook de aantallen overwinteraars zijn laag, zo’n tweehonderd maximaal.

‘Anderen gaan vissen,

ik vang klapeksters’ Interview met Andrea van den Berg

Ecoloog Andrea van den Berg is verknocht aan de klapekster. Bijna

verliefd praat ze over het kleine, zeldzame roofvogeltje. Het is voor

haar dan ook geen straf om op zondag in alle vroegte naar de Veluwe

te rijden, om daar met een beetje geluk een klapekster in een boom te

zien. En wie weet ook nog te vangen, want in haar vrije tijd doet ze

onderzoek naar het vogeltje.

tekst Annemiek Simons, foto’s BvBeeld

‘ Het is gewoon een heel mooie vogel.

Als ik hem zie, denk ik altijd: Yes! Ik heb

weer een klapekster gezien!’

Page 28: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1028

Alleen aan een gebrek aan rustige gebieden ligt het niet, want ook in rustige gebieden zie je ze niet meer. Nu overwinteren ze in laagveen-, hoogveen- en heidegebieden in Nederland. Mogelijk ligt het aan bepaalde milieuomstandigheden – bijvoorbeeld door te veel stikstof- en ammoniakuitstoot van verkeer, industrie en landbouw – waardoor hij niet meer succesvol kan broeden. In Duitsland broedt de soort nog wel, maar ook daar zijn de aantallen teruggelopen. Alles wijst er tot nu toe op dat het toch een voedselkwestie is. Voor de volwassen klapekster is er jaarrond ruim voldoende prooi te vangen. Daarom hebben we het vermoeden dat er een tekort is aan kleiner voedsel, dat nodig is voor het grootbrengen van de jongen. Bijvoorbeeld bepaalde grotere keversoorten. We denken dat het probleem vergelijkbaar is met dat van de grauwe klauwier, waar het ook niet zo goed mee gaat, en waar veel onderzoek naar is gedaan.’

Hoe verzamel je gegevens voor je klapeksteronderzoek? ‘Door de vogels te observeren, te tellen en te kleurringen, waardoor we de verschillende vogels later kunnen onderscheiden. Voor het ringen moeten we ze dus vangen. Dat gebeurt met een klapkooi, waarin een tweede kooitje met een levende muis zit. Eerst dach-ten we: die vogel is vast niet zo stom om daar in te trappen. Maar we hebben het toch geprobeerd, en het werkte. We zetten nu vier klapkooien rond enkele bomen waar hij graag zit. Dat is vaak een solitaire den of berk. De gevangen vogel krijgt vier verschillende gekleurde ringen om, zodat hij een unieke combinatie draagt. Voor het vangen en ringen van vogels heb je wel een vergunning nodig. Het Vogeltrekstation in Arnhem geeft deze vergunning af als je een goed onderzoeksvoor-stel indient. Met een telescoop kunnen we vervolgens de kleuren van de ringen aflezen zodra we een klapekster zien. Dan is het: hé, daar is Henkie weer. Want meer dan de helft van de veertig klapek-sters die we met ons drieën hebben gevangen, heeft van ons een naam gekregen. Bijvoorbeeld Valentijn – geringd op 14 februari – of Prins Bernhard. Van elke geringde vogel noteren we de geschatte leeftijd – van dichtbij te zien aan het verenkleed – en de plekken waar de vogel graag zit.’

Wat doen jullie met de verzamelde data?‘We hopen uiteindelijk twee onderzoeksvragen te beantwoorden. Namelijk: strijkt een klapekster iedere winter precies op dezelfde plek of zelfs in hetzelfde boompje neer? En welke invloed heeft begrazing van het terrein door bijvoorbeeld schapen of grote grazers op het menu van de klapekster? Hiervoor zoeken we naar braak-ballen – uitgebraakte onverteerde voedselresten – van klapeksters en pluizen deze uit. Tot nu toe hebben we nog weinig verschillen aangetroffen tussen de braakballen in een begraasd gebied, bijvoor-beeld door Schotse hooglanders, of een onbegraasd gebied. Het is ook lastig om te definiëren wanneer iets een onbegraasd gebied is, want soms lopen er veel edelherten rond, die behoorlijk kunnen grazen. Maar we hebben steeds meer data, dus misschien dat de verschillen straks duidelijker worden. De eerste vraag kunnen we al redelijk beantwoorden. In meer dan de helft van de gevallen zit in de boom jaarlijks een andere vogel. Ze zijn blijkbaar toch niet zo honkvast als de vogels ons doen laten geloven.’

Wanneer is het onderzoek klaar en wat ga je dan doen?‘Het onderzoek naar de klapekster zal nog wel een aantal jaren duren. Er zijn nog zoveel interessante dingen te ontdekken, we moeten onszelf daarin ook een beetje beperken. Als we dat niet doen, gaan we te veel dingen tegelijk onderzoeken en dan wordt het een chaos aan gegevens. Als we klaar zijn, gaan we schrijven. Het zal denk ik leuke artikelen opleveren. Sowieso interessant voor vogelfreaks. Misschien kun-nen we nieuwe kennis leveren. Bijvoorbeeld dat als het sneeuwt, de klapekster in geen velden of wegen te bekennen is bij zijn vaste slaapboompje. Eerder dachten we dat hij was verdwenen en misschien naar Frankrijk was getrokken. Nu denken we dat hij bij sneeuw veel meer in de bosranden en in het bos jaagt en ’s avonds weer terugkeert naar zijn vaste boompje. Je moet een beetje gek zijn voor dit soort vrijwillig onderzoek, maar voor mij is het ook gewoon ontspanning. Anderen gaan vissen, ik vang klapeksters.’

Andrea van den BergLeeftijd: 34Opleiding: Natuur- en landschapstechniek, Hogeschool Larenstein in Velp.Werk: van 1999 tot 2007 ecoloog bij adviesbureau Tauw, vanaf 2007 ecoloog bij Staatsbosbeheer

links: klapekster met kleurringen. rechts: Andrea van den Berg zet een kooi neer om klapeksters te vangen

Page 29: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 29

De regering had me gevraagd een essay* te schrijven over hoe het verder moet.

Om dit samen met voorstellen van andere waarzeggers te bundelen in een kaftje.

Zorgelijk, zo’n verzoek. Ik weet niet hoe het verder moet, de regering dus nog minder.

Hoe Nederland eruit moet zien en wat we met de boeren moeten.

Ik stelde de regering voor om niets te ondernemen met graafmachines en schrik-

draad, maar te gaan wennen aan een on-Nederlandse kijk op de zaak. We wonen

in een welvarende stad met fantastische parken. Zo groot, ons waterrijke parken-

landschap, dat het behalve pret en rust de mensen ook hun voedsel en drinkwater

oplevert. Daartoe hoeft niets wezenlijk te veranderen. De stad strekt zich nu al uit

over een gebied tussen Keulen, Charleroi, Lille, Rotterdam, Hamburg en Hannover.

Een aanwijsbaar begin of eind is er niet.

In de parkenstad heeft iedereen wat omhanden. Nu is het nog zo dat je op een

mooie zondag niet van Klarenbeek naar Barneveld kunt fietsen zonder gevaar voor

gebroken heupen, omdat een miljoen mensen tegelijk dat doen met twee naast

elkaar die het vertikken om uit te wijken voor de miljoen tegenliggers van Barneveld

naar Klarenbeek. Fietsen voor de recreatie is een krankzinnige bezigheid van

mensen die doordeweeks iets doen wat ze werken noemen. Dat gaat vanzelf over.

En CenterParcs gaat failliet, omdat men gaat inzien dat ergens heen gaan waar je

niet hoeft te zijn, leven is zonder leven. Recreatie is een vergissing van de socialisten.

Het heeft zijn nut gehad – gezonde buitenlucht voor de mannen uit de mijnen –

maar is ontaard in lawaai, verdriet en het vervoer van vuil.

In het park waar iedereen tevreden is, moeten mensen altijd ergens nodig naartoe,

als je ze ziet fietsen. Ze moeten eieren halen of iemand heeft hun hulp nodig bij

het omzagen van een boom, het slachten van een wild zwijn of het maaien van

een perceeltje spelt. Allemaal dingen die men doet voor enig nut en waar men enig

plezier aan beleeft. Zaaien, plukken, wegjagen, uitdiepen, aanleggen, er is altijd

iets te doen.

Natuurlijk zijn er die als belangrijkste werk hebben, het besturen van een autobus.

En natuurlijk zijn er postbodes die als hoofdberoep het houden van honderd koeien

of melkschapen hebben, maar het is niet meer strikt gescheiden allemaal. Er zijn

veel mensen halvedagboer en menig boer zit in het onderwijs.

De bulkboer, die veel goedkoops voor verre buitenlanden produceert, is uit het

landschap verdwenen en in de glastuinbouw worden alleen nog de meest aantrek-

kelijke specialiteiten geteeld voor de dertig/veertig miljoen collega’s in de parken-

stad tussen Keulen en Den Helder.

De parkenstad, mevrouw en mijnheer van de regering, voorziet in eigen onderhoud

en exporteert geen kip en ei meer naar ver buitenland, alleen nog kennis. En nooit

meer zondagfiles op de fietspaden tussen Nunspeet en Apeldoorn, terwijl toch echt

iedereen fietst. Met volle fietstassen.

Wouter Klootwijk

Wouter Klootwijk is journalist, columnist en kinderboekenschrijver. Hij is onder meer bekend van de televisieprogramma’s De Keuringsdienst van Waarde en Klootwijk aan Zee. Zijn nieuwste programma De Wilde Keuken gaat over de herkomst van en ontwikkelingen rondom ons eten.

*Het essay ‘Een miljoen burgerboeren en altijd lekker eten’ staat op:www.nieuweveluwe.nl > dossiers

Het

paradijs is al op

aarde

Column

Page 30: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1030

Het lijkt een willekeurige selectie kunstwerken. Cees van der Knaap, burgemeester van Ede, ziet wel een overeenkomst tussen zijn drie favoriete kunstwerken. ‘Alle drie zijn ze – pats – snel op papier gezet, niet tot in detail uitgewerkt. Spannend.’ Hij en nog eens 1200 anderen stelden via de website de eerste interactieve tentoonstelling van het Kröller-Müller Museum samen van werken uit het depot.

tekst Ria Dubbeldam, foto’s Kröller-Müller Museum

Top drie van de burgemeester

Van der Knaap had al eens het genoegen om als burgemeester een rondleiding door het streng beveiligde depot – de schatkamer – van het Kröller-Müller Museum te krijgen. Weinigen krijgen die kans. In het depot zijn circa 20.000 werken opgeslagen die vanwege hun kwetsbaarheid zelden of nooit worden getoond. ‘Prachtig wat daar allemaal ligt. Het is een goed initiatief om een deel daarvan zichtbaar te maken in een expositie.’Hij doet als kunstliefhebber graag mee aan de tentoonstelling De allermooiste werken op papier. Uit honderd aquarellen, collages, pastels, gouaches, tekeningen en grafiek van uiteenlopende kunstenaars – onder andere Jan Toorop, Pablo Picasso en Keith Haring – maakte hij een keuze. Zijn favoriete drie – Ruiter (Marino Marini), Twee vrouwen (George Breitner) en Danseres (Pablo Picasso) – hangen inmiddels tussen de vijftig meest gekozen werken.

Bezit van ons allemaalEvert van Straaten, directeur van het Kröller-Müller Museum, licht toe waarom zijn museum werken uit het depot haalt. ‘We vinden het belangrijk om onze collectie, die gedurende honderd jaar is verzameld, niet alleen voor de eeuwigheid te bewaren, maar ook te tonen. Het is immers bezit van ons allemaal.’ Opvallend is dat meerdere Nederlandse musea dit jaar er zo over denken. Komt het door de economische recessie, zoals Sandra Smallenburg in NRC Handelsblad van 12 februari vermoedt? De eigen collectie uit het depot opdiepen is immers heel wat goedkoper dan werk van buiten halen. Het Van Abbemuseum in Eindhoven, De Lakenhal in Leiden en Het Valkhof in Nijmegen; alle presenteren ze op de een of andere manier hun collectie. En het Kröller-Müller dus ook, maar niet om kosten te besparen, benadrukt Evert van

Straaten. ‘Die museale bezinning hebben we al twintig jaar. Onze financiële middelen hebben ons nooit in staat gesteld een uitgekiende programmering neer te zetten zoals het Boijmans Van Beuningen. We kunnen met onze subsidie maar net op onze collectie passen. Met entreegelden en door het uitlenen van Van Goghs halen we geld binnen voor tentoonstellingen, en die zijn altijd beperkt. We tonen voornamelijk wat we in huis hebben, en worden daar ook om gewaardeerd.’

InspraakNu kan het museum natuurlijk zelf een selectie uit het depot maken, maar ook hier tekent zich een nieuwe trend af: het publiek mag meebeslissen. Van Abbe was het eerste museum dat bezoekers inspraak gaf, het Kröller-Müller Museum doet dat nu. Het museum maakte hiervoor een voorselectie van honderd werken, waarvan er uiteindelijk vijftig zijn opgehangen. Waarom doet een museum dit? Van Straaten: ‘We hebben altijd de discussie gevoerd in hoeverre we het publiek inspraak geven. Want ons stempel is niet meer waard dan wat andere mensen ervan vinden. Het museum wil de betrekkelijkheid van het oordeel van het museum aan de orde stellen. We stralen uit dat er meer manieren zijn om naar kunst te kijken. Mevrouw Kröller-Müller wilde de ongewone werkelijkheid naar voren halen. Realistische kunst, zoals Dirk Scheringa met zijn museum voorhad, doet dat niet, maar is daardoor niet minder waard dan abstracte, lyrische kunst.’

Beproefde kwaliteitDoet het museum zichzelf niet tekort met inspraak geven? Musea dienen toch een hoger doel? Het lijkt misschien wat tegenstrijdig,

Publiek stemt mee in expositie

Page 31: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 31

maar Van Straaten ziet een goede combinatie tussen inspraak geven en een eigen visie tentoonspreiden. ‘Inherent aan een museum voor hedendaagse, moderne kunst is dat we continu zoeken naar het onbekende, het nieuwe’, zegt Van Straaten. ‘De vaak moeilijke kunst moeten we voor het voetlicht brengen, ook al schuurt dat met wat het grotere publiek waardeert. Tientallen jaren later zie je gewenning. Honderd jaar geleden begreep maar een klein publiek echt wat Picasso deed. Nu waardeert een groot publiek zijn werk. En dan is het leuk als je mensen bij de beproefde kwaliteit kunt betrekken. Deze publiekstentoonstelling is een eerste, bescheiden poging om op een andere manier reacties los te krijgen over wat bezoekers van ons museum vinden. Het levert kennis op. Bij deze tentoonstelling valt de voorliefde voor Marini op. Cees van der Knaap heeft ook een werk van hem op 1 staan, zie ik. Als zoveel mensen graag Marini zien, dan kunnen we eens een tentoonstelling aan zijn werk wijden.’

GeëmotioneerdDat in Veluwenaar en burgemeester Van der Knaap een kunst-liefhebber schuilt, is een verrassing. Door zijn militaire loopbaan en zijn voormalige functie als staatssecretaris van Defensie zien velen hem als een ‘harde jongen’. Van der Knaap: ‘Ik beweer niet verstand te hebben van kunst, maar ik hou er erg van. Vooral van schilderkunst, vooral van kleuren. Daar kan ik sterk geëmotioneerd door raken.’Het is niet verwonderlijk dat Vincent van Gogh zijn favoriet is. Sowieso is hij fan van impressionisten. Wat dat betreft kan hij in het Kröller-Müller Museum zijn hart ophalen. En dat doet hij geregeld. ‘Mevrouw Müller had een smaak die overeenkomt met de mijne.’

De expositie De allermooiste werken op papier in het Kröller-Müller Museum is nog tot 14 april te zien.

1. Ruiter (1949), Marino Marini (1901-1980). Een van de belangrijkste Italiaanse beeldhouwers uit de naoorlogse periode. Bracht de klassieke figuratieve beeldhouwkunst tot een nieuw hoogtepunt. Werd vooral bekend door sculpturen van ruiters.

‘Het hoogtepunt, natuurlijk. Heel herkenbaar een Marini. Hoe simpel kun je paard en ruiter weergeven, met als enig detail de broek. Hij heeft maar een paar lijnen nodig. Het beeldhouwwerk zie je al helemaal voor je; het zit er op de tekening al helemaal in.’ (In de tentoonstelling op 27).

2. Twee vrouwen (circa 1890), George Breitner (1857-1923). Nederlands kunstschilder en fotograaf. Beroemd om zijn kijk op het Amsterdamse stadsleven. Werk verwant aan dat van de literaire beweging de Tachtigers.

‘Op een vlotte manier in korte tijd neergezet. Deze keuze heeft vooral te maken met hoe Breitner de vrouwen portretteert. Je ziet dat ze het naar de zin hebben.’ (In de tentoonstelling op 10).

3. Danseres (1901), Pablo Picasso (1881-1973). Lange carrière in diverse stijlen: realisme, kubisme, classicisme, surrealisme en abstracte kunst. Danseres dateert uit zijn blauwe periode, die aansluit bij het impressionisme.

‘Een prachtige schets. Hier staat een sterke, onafhankelijke vrouw. Zij staat voor haar zaak. Pas na mijn keuze zag ik dat het een Picasso is. De kwaliteit verraadt de meester.’ (In de tentoonstelling op 3).

Page 32: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1032

Het Pampelse Zand op De Hoge Veluwe:

begroeide zandverstuivingen en bossen zover

het oog reikt. Het is een van de vele landschappen

die landschapsarchitect en luchtfotograaf Peter

van Bolhuis tijdens zijn leven zo treffend heeft

vastgelegd. Mooi kronkelt het zandpad langs de

rand van het niet-actieve stuifzand naar de drie

staande figuren van Henry Moore. Rechts strekt zich

het massief van de Franse Berg uit met onder de

bomen verscholen restanten van het Grote Museum:

de droom van Helene Kröller-Müller die nooit is

verwezenlijkt.

foto Peter van Bolhuis (1952-2005), Pandion

Page 33: Nieuwe Veluwe 1
Page 34: Nieuwe Veluwe 1

CineMec in Ede is verrassend veelzijdig. Het is dé ontmoetingsplek voor film- en cultuurliefhebbers maar ook de zakelijke markt weet de locatie steeds vaker te vinden voor congressen en bedrijfsevenementen. U bent van harte welkom!

Kaartverkoop: 0900 - 321 0 321 (0,35 ct p.m.)

www.cinemec.nl

CineMec presenteert

CineMecfilm events congres

Page 35: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 35

Jeroen Glissenaar, beheerder Park Sonsbeek in Arnhem

‘Het markeren van bomen – blessen noemen we dat – is een hulpmiddel bij het beheer. In Park Sonsbeek staat een oranje of rode stip voor een ‘wijker’; een boom die weg moet omdat deze bijvoorbeeld ziek is. Bomen die weg moeten voor dunning, markeren we met een rode of oranje stip. Dunning gebeurt rond een ‘toekomstboom’, die een blauwe of groene stip krijgt. Een toekomstboom willen we voor een lange tijd, zeg 180 jaar, behouden. Om te bepalen welke bomen in de weg staan en dus om moeten, kijken we naar de kroon van de toekomstboom, want die heeft de ruimte nodig. Na ongeveer vijf jaar kijken we opnieuw welke bomen in de weg staan. Ook zie je in ons park wel eens gele stippen. Dat waren in eerste instantie rood of oranje gebleste bomen, waar misschien toch wat bijzonders mee aan de hand is; een boom waar toch nog even naar gekeken moet worden. De aannemer weet dan dat hij deze boom moet laten staan.In Sonsbeek staan 75 gemarkeerde vleermuisbomen. Je herkent ze aan de zwarte verf en een rubberen sjabloon in de vorm van een vleermuisje. Soms zie je in plaats van stippen ook wel strepen. De machinist kan zo’n markering vanuit zijn cabine beter zien. Het is natuur-lijk niet echt mooi die verf, maar het werkt wel heel nauwkeurig. Met paaltjes of touwtjes loop je het risico toch de verkeerde boom om te halen.’

Joris Blankena, boswachter Staatsbosbeheer Veluwe

‘In onze bossen betekent een oranje stip ook dat een boom weg moet. Maar met een rode stip markeren we juist een toekomstboom. Er bestaan dus geen universele afspraken over de betekenis van de kleuren. Zelfs binnen Staatsbosbeheer zijn er verschillen in het blessen. Een collega die bijvoorbeeld kleurenblind is, ziet de rode stip nauwelijks, dus die zal met een andere kleur werken.We werken volgens de uitkapmethode: we halen geen hele bosvakken ineens weg, maar kappen in fasen. Sommige collega’s houden niet van de verflucht en blessen nog op de klassieke wijze. Met een mes kerven zij twee of drie verticale strepen in de bast. Alle bomen met holtes en nestbomen laten we met rust. Bijvoorbeeld nesten van buizerds en haviken of bomen met vleermuizen of boommarters. Deze bomen houden we bij op digitale kaarten. Soms zie je ook wel getallen op stammen. Meestal gaat het om een kleine partij aangekocht brandhout. Het nummer is gekoppeld aan de klant. Een boom met een grote V erop en een pijl betekent dat de aannemer de bomen in die richting moet kappen. Dat is makkelijker bij het wegslepen en het voorkomt schade.’

Zelf ook een vraag die gerelateerd is aan de Veluwe? Mail deze naar [email protected]

VRAAG EN ANTWOORDGEKLEuRDE STIPPEN EN

STREPEN OP BOMEN: WAT BETEKENT DAT?

foto’s Hans van den Bos

Page 36: Nieuwe Veluwe 1

Troetelkind of stiefkind?

Page 37: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 37

Troetelkind of stiefkind?

Tweede Kamerleden over de Veluwe

De landelijke politiek laat de Veluwe links liggen en erkent niet de problematiek van

het grootste, maar kwetsbare natuurgebied van Nederland. Dat stelde NRC-journalist

en publicist Michiel Hegener in het kennismakingsnummer van Nieuwe Veluwe.

Is de Waddenzee inderdaad het troetelkind en de Veluwe het stiefkind? Tweede

Kamerleden reageren.

tekst Ria Dubbeldam, foto Hans van den Bos

Een korte weergave van Hegeners opinie: Doordat het publiek de Veluweproblematiek niet oppakt, want te ingewikkeld, is het voor de landelijke politici ongevaarlijk over ons grootste natuurgebied te zwijgen. Dus zwijgen ze. In de Tweede Kamer komt de Veluwe nooit aan de orde. Ja, alleen kleine, vrij irrelevante kwesties zoals het teveel aan zwijnen. En dat terwijl het grootste laaglandgebied van Noordwest-Europa veel bedreigingen kent: snelwegen, honderden kilometers hek, bungalowparken, mountainbikers, plezierjagers, pretparken, versnippering van beheer en beleid en ga zo maar door. Hoe anders is het gesteld met de Waddenzee. Als er maar iets in of rondom de Waddenzee gebeurt, zit de halve Tweede Kamer in de gordijnen. Het wordt tijd het grootste laaglandnatuurgebied van Noordwest-Europa de aandacht en erkenning te geven die het verdient.Nieuwe Veluwe vroeg Tweede Kamerleden, de woordvoerders natuur, om hun standpunt.

Hugo Polderman, SP

‘Nederland onderscheidt zich

internationaal door deltanatuur’

‘Het is verleidelijk om meer aandacht te hebben voor natuur waarmee je vertrouwd bent. Als Zeeuw heb ik vooral binding met de natuur van kustgebieden. Ik was flink actief rondom de verdieping en ontpoldering van de Westerschelde. Maar dat betekent niet dat je daarin mag doorschieten. Het is zeker niet zo dat ik de schoonheid van de Veluwe niet zou inzien, integendeel. Afgelopen zomer heb ik er nog een weekje vakantie doorgebracht. Meer aandacht voor de natuur van de Veluwe is een goede zaak. Wat mij altijd verbaasd heeft, is dat er twee nationale parken zijn: Nationaal Park Veluwezoom en Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Voor het laatste moet je bovendien entreegeld betalen. Dat heb ik nooit begrepen. Het zou goed zijn van beide parken één aaneengesloten nationaal park te maken, zonder toegangsgeld. Dit kan de positie van de

Veluwe als natuurgebied flink versterken.Wel wil ik de waarde van de Veluwse natuur nuanceren. Deze is naar Nederlandse begrippen wel heel mooi, maar in Europees perspectief ook weer niet zo bijzonder. Dit soort natuur tref je ook aan in omringende landen en misschien nog wel meer dan in Nederland. De natuur waarmee Nederland zich internationaal onderscheidt is deltanatuur: kust, Wadden, rivieren, riviermondingen en polders. Het Planbureau voor de Leefomgeving zegt dat we moeten kiezen welke natuur we willen beschermen. In die discussie staat de Veluwe niet het hoogst op de prioriteitenlijst. Dat moeten we onder ogen zien.’

Lutz Jacobi, PvdA

‘Wat voor het Waddengebied

kan, kan ook voor de Veluwe’

‘In 2008 heb ik na gesprekken met veel men-sen op de Wadden een Waddenpuntenplan op-gesteld voor wat het gebied nodig heeft.

Page 38: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1038

Met dit plan ben ik alle Waddengemeenten af-gegaan om hen te bewegen een gezamenlijke visie te ontwikkelen. Zo’n actie moet ik ook maar eens voor de Veluwe opzetten. Het zou goed zijn als álle betrokkenen op de Veluwe de problemen gezamenlijk in kaart brengen en samen één plan maken waarin staat welke ontwikkelingen wel en welke niet wenselijk zijn, waar je natuur, recreatie, wonen en landbouw een plek geeft en welke maatregelen genomen moeten worden om de natuur- en landschaps-waarden te behouden. Hoe dat kan, staat in mijn Natuur- en Landschapsplan. Bij het opstel-len van zo’n plan voor de Veluwe is het enorm belangrijk dat echt iedereen – overheden, grondeigenaren, natuur- en milieuorganisaties, bewonersorganisaties, recreatieondernemers – vanaf het allereerste begin samen optrekken. Alleen dán kom je uit de spaghetti aan proble-men en ontstaat er draagvlak. De problematiek van het Waddengebied is niet minder complex dan die van de Veluwe. Bij de Waddenzee gaat het om een goed evenwicht tussen natuurbehoud, recreatie, leefbaarheid en visserij. Drie provincies, vijf ministeries en negentien gemeenten en vele natuurorganisaties houden zich ermee bezig. Het is met name hun betrokkenheid die maakt dat de Wadden meer aandacht krijgen dan de Veluwe. De Friese Waddeneilanden hebben inmiddels samen een bestuursakkoord opgesteld met het ministerie van Binnenlandse Zaken, om vanuit één mond over de Wadden te praten. Zoiets kunnen de Veluwse gemeenten ook doen.Waarmee de Wadden het wel gemakkelijker hebben is geld. Vanuit het Waddenfonds, waarin het ministerie van VROM 800 miljoen euro heeft gestopt, kunnen twintig jaar lang ecologische en economische projecten worden gefinancierd. De Veluwe mag dan wel aangewezen zijn als Nationaal Landschap, extra financiering heeft het niet opgeleverd.’

Annie Schreijer-Pierik, CDA

‘Weinig aandacht in de Kamer

betekent juist dat er geen echt grote

problemen spelen’

‘Dat in de Tweede Kamer weinig aandacht is voor de Veluwe, is alleen maar een goed teken. Het betekent niet dat de Kamer het gebied links laat liggen, maar juist dat er geen echt grote problemen spelen. De Kamer komt alleen

in actie als er wat aan de hand is. Vanuit het gebied bereiken ons daarover geen signalen. Ja, wel over die wilde zwijnen. Het kwam op de agenda, omdat mensen die er wonen er last van hebben. Landelijk krijgt de Veluwe zeker veel aandacht, alleen al door de vele bezoekers die het gebied trekt. De Veluwe is één van onze kroonjuwelen. Inderdaad het grootste laaglandnatuurgebied van Noordwest-Europa, een prachtig gebied. Het staat niet voor niets op allerlei lijsten en in wetten: Natuurbeschermingswet, Natura 2000, Nationaal Landschap, Flora en Faunawet. De Veluwe wordt goed beschermd. Wat betreft het geld dat naar de Veluwe gaat: dat is voldoende. Voor de natuur maar ook voor het toerisme, want mensen die er wonen moeten er hun inkomen kunnen verdienen. In al de jaren dat ik in de Tweede Kamer zit, sinds 1998, heb ik nooit een vraag om meer geld gekregen.’

Boris van der Ham, D66

‘Het karwei voor de Veluwe is nog

lang niet af’

‘De Nederlandse natuur en in het bijzonder de Veluwe zijn voor D66 belangrijke onderwerpen. Vorig jaar ging fractievoorzitter Alexander Pechtold, zelf woonachtig in Wageningen, op werkbezoek bij Natuurmonumenten om met eigen ogen de uitdagingen op de Veluwe te zien.In Den Haag mengen wij ons actief in dossiers zoals de Ecologische Hoofdstructuur, waar we herhaaldelijk hebben aangedrongen op het realiseren van de verbindende schakels tussen natuurgebieden. Ook zijn we actief in discussies over Natura 2000, de Europese wetgeving ter bescherming van belangrijke natuurgebieden. Maar liefst 91.200 hectaren van de Veluwe vallen onder dat verdrag, dus we moeten zorgen dat die internationale afspraken goed worden ingevuld.Wat D66 betreft is het ‘karwei’ wat de Veluwe betreft dus nog lang niet af! Veel aandacht gaat terecht naar soorten natuur met een bijzondere ecologische waarde, zoals de Westerschelde. Bosrijke omgevingen zoals de Veluwe raken daardoor weleens onderbelicht. Wat D66 betreft ten onrechte, gezien de grote waarde die mensen eraan hechten en hun belangrijke rol als onderdeel van ons groene erfgoed.’

Janneke Snijder, VVD

‘Projecten voor natuurherstel kosten

nu eenmaal tijd’

‘Eerlijk gezegd herken ik niet veel in wat Hegener zegt. Als Kamerlid zou ik de Veluwe links laten liggen? Dat ervaar ik niet zo. Ten eerste heel letterlijk. Vanuit Den Haag naar huis in het noorden, kies ik meestal bewust voor de snelweg over de Veluwe. Een rustpunt. Ik zou ook de route door de polder kunnen nemen. Maar nee. Verder bezoek ik als lid van de Kamerfractie drie, vier keer per jaar de Veluwe op uitnodiging van bijvoorbeeld een VVD-afdeling of natuurorganisatie. Ik heb best een aardig beeld van wat er speelt.Hegener noemt bedreigingen, maar niet de positieve ontwikkelingen die in gang zijn gezet om een aantal bedreigingen het hoofd te bieden. Ik heb me eens een middag rond laten leiden door de Hierdense Poort, die de samenhang tussen de Veluwse bossen met de randmeren moet herstellen. Het is een van de vele projecten voor herstel en versterking van de natuur. Dit soort projecten kost ook tijd, moet Hegener beseffen. Het is niet al morgen klaar.Natuurlijk zijn er ook zorgen. En toch, als ik op de grote landkaart in mijn werkkamer kijk, zie ik in het midden van Nederland een groot gebied met vrijwel alleen natuur. De Veluwe is de groene long van Nederland. Die moeten we in al zijn diversiteit behouden. Maar mensen moeten hier ook van kunnen genieten. Wat hebben we anders aan al die natuur? Degenen die er wonen, moeten een inkomen kunnen verdienen. Het gebied mag economisch niet op slot. Het gaat om het vinden van de goede balans tussen ecologie en economie.’

Ernst Cramer, ChristenUnie

‘De Veluwe is juist een voorbeeld van

robuuste natuur’

‘Als de Tweede Kamer als een bok op de haverkist reageert op kwesties rondom de Waddenzee, komt dat toch vooral omdat het een heel kwetsbaar gebied is. De Veluwe is niet zo kwetsbaar zoals Michiel Hegener beweert. Ik noem de Veluwe juist vaak als voorbeeld van robuuste natuur. De natuur kan er wel tegen een stootje, wat niet wil zeggen dat we er niet

Page 39: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 39

voorzichtig mee om moeten gaan. Mijn grootste bezwaar tegen Hegeners denklijn is dat de mens de grootste bedreiging zou zijn van de natuur. Maar als rentmeester van de schepping heeft de mens juist de belangrijke taak zich ervoor in te zetten. Rentmeesterschap betekent ook dat we gebieden mogen gebruiken. Hegener pleit er daarentegen voor zo ongeveer alle menselijke activiteiten uit de belangrijkste kwelzones aan de randen van de Veluwe te halen, om oorspronkelijke habitats te herstellen en ruimte te bieden aan de dieren op de droge Veluwe om er te eten en te drinken. Zijn gedachte suggereert dat je plaatselijk teruggaat naar de oorspronkelijke natuur, waarvan het maar zeer de vraag is of die er ooit zo uit heeft uitgezien. Hegener heeft een idealistische kijk, ook wat betreft de wilddraagkracht. Door het inrichten van natte kwelzones en door verbinding van de Veluwe met andere natuurgebieden, zoals de Oostvaardersplassen, neemt de wilddraagkracht toe. Maar binnen de kortste keren zitten in ons land de gebieden toch weer vol. Eén opmerking van Hegener vind ik wel grappig. Meer wild betekent volgens hem meer wildzichtbaarheid en dus een grotere wildbeleving. Al heb je een groter gebied en meer wild, de kans om dieren te zien neemt niet toe. De dieren zullen zich toch altijd terugtrekken op rustige stukken.’

Esther Ouwehand, Partij voor

de Dieren

‘De onderbelichting van de Veluwe is

deel van een groter probleem’

‘De onderbelichting van de Veluwe is deel van een groter probleem. Het kabinet heeft structureel te weinig aandacht voor natuur en milieu. Maar al te vaak blijken economische belangen te prevaleren, ten koste van de natuur. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Natura 2000, waar ook de Veluwe toe behoort, zijn belangrijke instrumenten voor natuurbescherming en -ontwikkeling. Helaas wordt de uitvoering vertraagd en gefrustreerd, mede door de ingezette beleidslijn van de minister van LNV. Een tekenend voorbeeld is het verzoek dat premier Balkenende richtte aan de voorzitter van de Europese Commissie Barroso, met als doel de Natura 2000-richtlijnen af te zwakken. Onze partij maakt zich sterk voor het nakomen

van gemaakte afspraken over natuur en milieu en het aanscherpen van de regels. In de Tweede Kamer hebben we een aanjagersfunctie op dit gebied, door het constant rappelleren en aanspreken van bewindslieden op het gevoerde beleid. Specifiek voor de Veluwe hebben we Kamer-vragen en moties ingediend over onder andere het afschieten van wilde zwijnen, het zwijnen-beheer, het houden van vliegoefeningen boven de Veluwe en de drukjacht. Op die manier springen we in de bres voor kwetsbare natuur en zijn daarin in het parlement helaas vaak een uitzondering.’

Tofik Dibi, GroenLinks

‘Ik zal elke gelegenheid aangrijpen

om meer aandacht te vragen voor de

Veluwe’

‘We vinden het belangrijk dat er juist in het dichtbevolkte Nederland plaats is voor rust, ruimte en natuur. De Veluwe, één van de grootste natuurgebieden van Nederland, moet dan ook de aandacht krijgen die het verdient. Helaas is het in Nederland zo dat natuur niet bovenaan het prioriteitenlijstje van veel politieke partijen staat, maar ergens onderaan bungelt. Autowegen, pretparken en bungalowparken; het moet allemaal maar kunnen, want niet de natuur maar de mens staat centraal. Ik vind dat dat moet veranderen, en daarom ben ik blij met het pleidooi dat Michiel Hegener houdt voor meer aandacht voor de Veluwe. Zijn idee om in te zetten op een positief thema over de Veluwe is een aantrekkelijke gedachte, en past ook erg bij GroenLinks. Dat kwelzones de aantrekkelijkheid van de Veluwe kunnen vergroten is nieuw voor mij, maar ik vind zijn verhaal daarover interessant. Onlangs hebben wij in de Tweede Kamer nog uitgebreid gedebatteerd over het wel of niet bijvoeren van wild. Zijdelings kwam ook de discussie over wildbeheer aan de orde. Het wrange is dat partijen die het hardst schreeuwen dat er bijgevoerd moet worden omdat het voor dieren in de winter zo zielig is, in discussies over vergroting en verbetering van natuur- en leefgebieden voor diezelfde dieren niet thuis geven.Ik zal de komende tijd elke gelegenheid aangrijpen om meer aandacht te vragen voor de Veluwe in de Tweede Kamer.’

Bas van der Vlies, SGP

‘Alsof we in Den Haag de Veluwe aan

haar lot overlaten!’

‘De Veluwe bevat schitterende natuur en ook cultuur. Het is niet voor niets één van onze nationale landschappen. Al meer dan 25 jaar brengen we onze jaarlijkse gezinsvakantie in Elspeet door. Michiel Hegener prikkelt me een beetje. Twee belangrijke, elkaar overlappende beschermingsregimes voor de Veluwe zijn de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Natura 2000. Voor de uitvoering van het EHS-beleid is een belangrijke rol toegekend aan de provincies. In de Tweede Kamer debatteren we regelmatig over de algemene kaders. Niet zozeer over de regionale invulling, omdat dit, en terecht, aan provincies is.Voor het gros van de Natura 2000-gebieden is de provincie de eerst verantwoordelijke. Zij stellen de beheerplannen op om bescherming van natuurwaarden en menselijke activiteiten een plek te geven. Voor enkele gebieden, bijvoorbeeld de Waddenzee en de Westerschelde, ligt de verantwoordelijkheid bij de landelijke overheid. Dat kan verklaren waarom deze gebieden meer specifieke aandacht krijgen in de Tweede Kamer. Ik vermoed dat de Veluwse gemeenten en de provincie er blij mee zijn dat niet het Rijk, maar zijzelf de lakens kunnen uitdelen op de Veluwe. Tot slot. Wij zijn kritisch over zogenaamde wensnatuur en terugkeer naar de oorspronke-lijke natuur, de ‘oernatuur’. Daar moest ik aan denken bij de passages in Hegeners artikel over (her)ontwikkeling van natte randzones. Er moet een goede balans zijn tussen menselijke acti-viteiten, waaronder landbouw en dagrecreatie, en natuurontwikkeling en -bescherming. Met name in het Natura 2000-regime vinden wij dat de balans doorslaat naar het laatste. Dat kan funest zijn voor het gewenste draagvlak.’

Op www.nieuweveluwe.nl > dossiers reageert Michiel Hegener op de bijdragen van de Tweede Kamerleden. Ook kunt u de volledige opinie van Hegener uit het kennismakingsnummer nalezen.

Page 40: Nieuwe Veluwe 1

Koningsweg Ginkel-Dieren

over De Hoge Veluwe

In vier etappes loopt historicus Gerrit Breman van Herberg Zuid Ginkel naar het landgoed Hof te

Dieren, een voormalig buitenverblijf van de Oranjes. Op zoek naar de ongeveer 25 kilometer lange

koningsweg die stadhouder-koning Willem III er ruim drie eeuwen geleden liet aanleggen ten behoeve

van de koninklijke jacht. In hoeverre is deze weg – vrijwel in een rechte lijn van west naar oost – nog

herkenbaar? En hoe ziet het landschap er nu uit? Breman koppelt zijn waarnemingen aan oude en

nieuwe kaarten, Google Earth en GPS, en doet ontdekkingen. Deze tweede etappe voert hem over

Het Nationale Park De Hoge Veluwe.

nieuwe Veluwe 1/1040

Page 41: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 41

Om de koningsweg verder te volgen moet ik eerst de Harderwijkerweg (N310) over en dat is een stevige barrière. Eerst is er bij waypoint RD 184264 449876 het hek van het natuurgebied Planken Wambuis, dat Natuurmonumenten heeft geplaatst om de grote grazers binnen het terrein te houden, en dan bij RD 186359 449837 het hek van Het Nationale Park. Er zit niets anders op dan een stuk verderop bij de ingang Rijzenburg het park binnen te gaan. Maar dat is geen straf. Een rondje door het zuidwestelijk deel is heel erg de moeite waard, alleen al omdat daar heel weinig mensen komen. Ik aarzel dan ook om het interessante cultuurgebied hier te beschrijven, want ik zou het vervelend vinden als het te veel aandacht zou trekken. Eerst loop ik terug naar de plek waar ik de koningsweg weer wil oppikken. Vanaf de grens van het park voert de voormalige koningsweg dwars door ruig buntgras in een licht heuvelachtig terrein naar een gebiedje dat Het Dal heet. Die heuvels worden gevormd door de zuidelijke helling van de stuwwal van Oud Reemst. De route is merkwaardig goed te volgen op de kaart van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN): een kaarsrechte lijn vanaf de bocht in de weg naar het oosten. In de oostelijke rij heuvels tref ik allerlei diepe sporen aan, die de koningsweg kruisen. Het zijn sporen van de Harderwijkerweg. Dat lijkt vreemd, want ik heb net nog beweerd dat ik die al gepasseerd ben, maar toch klopt het. Oorspronkelijk was de Harderwijkerweg meer een route dan een aangelegde weg zoals nu. Door zandverstuivingen en wateroverlast was hij lang niet altijd overal even goed begaanbaar en had de route daardoor tot in de 19e eeuw meerdere tracés waarover het verkeer – handelaren met hun karren, notabelen in hun koetsen en voetvolk – zijn weg zocht. De diepe sporen in de helling op deze plek zijn veroorzaakt door het ‘vrachtverkeer’ dat de helling beschadigde en door de erosie die daarop volgde. De beroemde kaartenmaker Van Geelkercken heeft de sporenbundels al in 1629 vastgelegd. Op de kaart heet het tracé De Hoogen Harderwijcker wegh.

Het Dal is zo’n merkwaardige plek. Wie erheen gaat ziet waarom de plek zo heet. Het Dal komt uit in het Papendal. Hier loopt de gemeentegrens tussen Ede en Arnhem met zijn mooie grenspalen. Hier liep ook het zogenaamde ‘Bommenlijntje’ dat in de Tweede Wereldoorlog is aangelegd voor de bouw van vliegveld Deelen en alles wat daarbij hoorde. Hier was ook van ongeveer 1830 tot in de dertiger jaren van de vorige eeuw een keuterboerderij.

tekst Gerrit Breman

Hemelsbreed een kleine vier kilometer deze keer, maar wat voor kilometers! Geen mens kom ik tegen tijdens mijn wandeling. Wel een ree in het ruige buntgras van Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Ze zag me strompelen over de koningsweg, keek me aan met een meewarige blik en verdween met een paar elegante sprongen.

Boven: Vanaf de westelijke grens van De Hoge

Veluwe voert de voormalige koningsweg dwars

door ruig buntgras. Onder: Gerrit Breeman

toont op een hoogtekaart het heuveltje dat

op de achtergrond is te zien is. Over de

heuvel loopt een oud karrenspoor van de

Harderwijkerweg.

Kaart van Van Geelkercken (1629) met de bundels

karrensporen van De Hoogen Harderwijcker wegh.

Achtergrondafbeelding: kadastrale kaart, 1832.

Page 42: Nieuwe Veluwe 1

De vroegst bekende bewoner, A. Takken, had het piepkleine stukje grond in bezit. Het laatst werd het bewoond door Jan Aalderink, die het boerderijtje rond 1936 verliet en verkaste naar Wolfheze. Vrijwel op het tracé van de koningsweg, juist ten zuiden van de beukenrij, zijn nog bakstenen van het boerderijtje te vinden. De boerderij is ook te zien op de topografische kaart van 1845. Bij het perceeltje eindigt een lange, rechte weg, komend uit het oosten.

Inderdaad, dat is de koningsweg. Kennelijk was die weg tot dat punt toen nog goed te zien. Maar hij liep zoals we weten door naar het westen in de richting van de Ginkel. We moeten dus in het veld zoeken naar de plaats waar de koningsweg Het Dal doorsnijdt.

Op Google Earth is goed te zien waar de weg naar het oosten verder gaat. In het veld valt het niet mee om sporen te ontdekken. Bij RD 185232 449867 ligt een strookje heide middenin een veld met geel buntgras. Dat strookje ligt op de plaats van de weg en ook nog in de juiste richting. Een snelle conclusie ligt voor de hand, maar met conclusies moet je voorzichtig zijn weet ik uit ervaring. Bij RD 185736 449841 komt de route uit bij een breed pad. Jaren geleden liep ik eens met Bert Snijders, destijds adjunct-directeur van het park, op een van de paden aan de overkant van die weg. Daar ergens in dat bosgebied sprak Bert, die in 2006 is overleden, op zijn eigen wijze: ‘Pet af heren, we naderen

Topgrafische kaart van 1845 met linksonder

(zie pijl) de keuterboerderij van Het Dal.

nieuwe Veluwe 1/1042

Page 43: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 43

de koningsweg.’ Dat was zo, maar hij doelde niet op de koningsweg tussen Ginkel en Dieren, maar op die van Doorwerth naar Het Loo. Dat is dat brede pad dat we juist zijn overgestoken. Bert wist veel van het park en had grote belangstelling voor de cultuurhistorie ervan. Hij had een heel eigen manier om iemand te prikkelen om zijn kennis te spuien. Toen we terug gingen naar het centrum van het park, viel me de scherpe bocht in de Wildbaanweg weer eens op. Ik zei tegen hem, dat ik wel wist waarom die bocht daar lag: de stuivende zanden van De Pollen hebben ervoor gezorgd dat de weg naar het oosten werd gedwongen. Bert zweeg en keek me even kort aan. ‘Ik zie nog de shovels voor me die de heuvel maakten om de snelheid uit de weg te halen.’ Chapeau Bert, een goede les voor iedereen die zich met landschapsgeschiedenis bezighoudt. Een levend bewijs dat je inderdaad niet te snel conclusies moet trekken. Een paar honderd meter lang vanaf het vorige waypoint is het spoor niet te volgen in het dichte bos, behalve voor degenen die nergens voor terugschrikken. Het bos heeft daar de merkwaardige naam Autobos. Bij RD 186198 449849 heb ik een pad te pakken dat precies in de juiste richting loopt. Laten we maar aannemen dat dit weer de route is. Tot het volgende punt, RD 187531 449878, ga ik weer over gebaande wegen. Dan is het weer mis. Bij RD 188078 449887 weer een hek. Al die hekken, wat maakt het uit. Het wild gaat zijn weg wel een keer vinden en voor de mens kan een ommetje helemaal geen kwaad. Aan de andere kant is een pad te zien, met een bordje ‘verboden toegang’. Toch moet ik de volgende keer die kant uit. Misschien heb ik dan gelegenheid om de vraag op te werpen waarom de N311 Koningsweg wordt genoemd. Nog 15 kilometers te gaan.

Het tracé van de koningsweg Ginkel-Dieren door De Hoge Veluwe ingetekend

op de topografische kaart. De dikkere delen van de rode lijn geven aan waar

sporen van de voormalige koningsweg nog zichtbaar zijn.

Boven: Een strookje heide middenin een veld

met geel buntgras. Hier liep hier vroeger de

koningsweg. Onder: De grenspaal die de grens

tussen gemeente Arnhem en Ede markeert is

met de hand gehouwen.

Page 44: Nieuwe Veluwe 1

Een vrijwilliger van Staatsbosbe-heer heeft in februari dennenwolfs-klauwen gevonden, vlakbij Hoog Buurlo langs de A1. Het gaat om een zeldzame soort die op de Rode Lijst van planten staat. Eén van de oorzaken van de sterke achteruitgang van de plant is zijn gevoeligheid voor luchtverontreini-

ging. De laatste jaren gaat het beter met de dennenwolfsklauw in Europa. Opmerkelijk is dat dit voornamelijk is te danken aan de aanleg van skipistes en snelwegen. Door verstoring van de bodem kan de wolfsklauw zich namelijk gemakkelijker vestigen. Blijkbaar weegt dit op tegen luchtverontrei-niging langs snelwegen.Zo’n 400 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste wolfsklauw-achtige planten. Ze groeiden uit tot echte bomen en vormden de allereerste bossen op aarde. Vroeger gebruikten mensen wolfsklauw als wondpoeder en om te voorkomen dat pillen vochtig werden.

De Eerbeekse Beek is in de loop van de tijd dichtgeslibd en stroomde niet meer. De bedoeling is om van de beek weer een landschappelijk aantrek-kelijk en ecologisch waardevol water te maken. Waterschap Veluwe is begonnen met het herstel van het bovenstroomse deel, dat ook wel Coldenhovense Beek wordt genoemd. De beek is versmald en zand en slib zijn verwijderd. Om wroetende wilde zwijnen tegen te gaan zijn rasters langs de beek geplaatst. Duikers zijn vervangen en op sommige plaatsen is er een leemlaag aangebracht op de bodem om te voorkomen dat beekwater wegzakt. De sprengkoppen waar het water uit de grond komt op zo’n 7 meter diepte, zijn hersteld. Nu dit voorbereidende werk bijna klaar is, begint later dit jaar het grote werk. Bij papierfabriek Coldenhove zal de beek bovengronds worden gehaald en langs de fabriek worden geleid, zegt projectleider Maarten Veldhuis van het waterschap. Nu gaat het beekwater op het fabriekster-rein nog door rioolbuizen. Behalve kans op vervuiling van het beekwater bij hevige regenval, is de stroomsnelheid in de rioolbuizen voor vissen te hoog om ertegenin te zwemmen. Veldhuis: ‘Door de beek om de fabriek heen te leggen kunnen vissen straks wel tegen de stroom in zwemmen. We hopen dat het stekelbaarsje en vooral de beekprik, die allebei alleen in het benedenstroomse deel voorkomen, zich hierdoor over de hele beek gaan verspreiden.’

De A50 ten zuiden van Wolfheze te voet oversteken tezamen met het wild? Grote kans dat dat in 2011 kan. Tussen de passage voor dieren en het wandelpad voor de mensen komt een afscheiding. De gemeente Renkum heeft voor de combinatie wandelbrug/ecoduct over de te verbreden A50 een bedrag van 20.000 euro vrijgemaakt. Rijkswater-staat stelt 100.000 euro beschikbaar. De provincie Gelderland legt er nog 100.000 euro bij, waardoor de brug gerealiseerd kan worden. De gekozen oplossing is stukken goedkoper dan de aanvankelijke plannen voor een aparte recreatiebrug ten zuiden van het geplande ecoduct. Over de inrichting vindt momenteel overleg plaats tussen Rijkswater-staat, en de beheerders en eigenaren van de nabij gelegen gronden (De Gelderse Roos en Natuurmonumenten).

Anatomie van de boom is een van de beelden van Emile van der Kruk, die Beeldengalerij Het Depot in Wageningen exposeert. Dit beeld gemaakt uit een taxus heeft alles in zich wat het werk van Van der Kruk typeert.

De beeldhouwer werkt hoofdzake-lijk met hout; levend materiaal waaraan is af te lezen hoe het gegroeid is. Dat laat hij ook in zijn beelden zien: de sporen van de groeiwijze van het hout blijven zichtbaar. Van der Kruk bewerkt het hout op een onorthodoxe manier: hij zet er een kettingzaag in, waardoor de beelden een wat grof en ruw uiterlijk krijgen. Dit effect wordt versterkt omdat hij het oppervlak van het materiaal, behalve met verf, niet verder afwerkt. De eigenzinnige werkwijze resulteert in beelden met een uitgesproken expressief, fantasie-rijk en humoristisch karakter.

De solotentoonstelling is tot en met zondag 6 juni te zien in Beeldengalerij Het Depot, Wage-ningen, www.hetdepot.nl.

Actueel Herstel Eerbeekse Beek op streek

Wandelbrug naast ecopassage over A50

Wolfsklauwen bij Hoog Buurlo

Kunst met de motorzaag

Anatomie van de boom, 2010, taxus, 130x100x40 centimeter. foto Het Depot.

De bodem van de beek krijgt een leemlaag zodat het water in de Eerbeekse beek niet meer wegzakt. foto Waterschap Veluwe

foto Stefanie Jegerings

nieuwe Veluwe 1/1044

Page 45: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 45

Boeken

De langste boswandeling van Nederland/deel 1Ad Snelderwaard en Menno Faber, Uitgeverij Gegarandeerd Onregel-matig, ISBN 13 9789078641162, € 14,95

‘We wilden onze route zo afwis-selend mogelijk maken en hebben daarom de boorden van de Velu-we opgezocht. De Veluwe eindigt waar de ‘natuur’ ophoudt en de weilanden of akkers beginnen. Op sommige stukken gaat de route de Veluwe in om een zandverstui-ving, heideveld of andere bijzon-derheid te zien. Het voordeel van het wandelen langs bosranden is het uitzicht op het omliggende land. Vaak kom je ineens het bos uit en denk je: wauw!’ Op deze manier weten de makers van het wandelboek je warm te maken voor de eerste 142 kilometer lange wandeltocht van Hattem naar Wageningen. Voor de kilometervreters onder de wandelaars is er een opsomming van eet- en overnachtingsmoge-lijkheden. In het najaar van 2010 volgt deel 2 van het boek. Dit beschrijft de route over het westelijke deel van de Veluwe van Wageningen terug naar Hattem. Daarmee wordt het ‘rondje’ van 240 kilometer om de Veluwe heen compleet. De splitsing in twee delen heeft een praktische reden. Het boek zou anders te dik worden om gemak-kelijk mee te nemen.

Maria Hees 30 jaar vormgeven / 30 years of designLotte Menkman, Joep Sterman, Threes Moolhuysen-Coenders en Maria Hees, Uitgeverij Jap Sam Books, ISBN 9789490322120, € 28,50

De monografie over Maria Hees (Bergeijk, 1948) toont het om-vangrijke oeuvre van een gedre-ven ontwerpster van (vaak) kleine gebruiksvoorwerpen en objecten. Sinds 1979 is ze vooral bekend van haar bijzondere sieraden en tassen. Af en toe produceert ze landschappelijke ornamenten. Haar ontwerpen onderscheiden zich door hun bijzondere detaille-ring en de eigenzinnige en unieke toepassing van zeer uiteenlo-pende materialen. Al haar werk is het resultaat van zorgvuldig nadenken over de mogelijkheden van de te gebruiken materialen. Geregeld resulteert dit in geheel nieuwe vindingen. Ontwerpen van Hees zijn in diver-se museumcollecties opgenomen, onder meer in collecties van het Stedelijk Museum (Amsterdam), het Museum of Modern Art (New York) en het Tassenmuseum Hen-drikje (Amsterdam). Daarnaast is haar werk in stock bij een aantal galleries, waaronder Galerie Mar-zee (Nijmegen), Galerie Beeld en Aambeeld (Enschede) en Lesley Craze (Londen). Meer over Maria Hees: zie pagina 17, 18 en 19.

De heilzame bedoelingen van Koning Willem IMartin J.Hijink, Historische Be-richten Ede, gemeente Ede, ISBN 9789079623051, € 5,50

De belangstelling voor stuifzan-den groeit. Alle beheerders van natuurgebieden hebben weer hun eigen woestijn. Dat past in het beleid om dit bijzondere landschapstype te behouden. In de tijd van Koning Willem I wilde men nog van de grote verstui-vingen af. Door de ‘heilzame bedoelingen’ van de koning kwam in 1820 de eerste 5000 gulden op de begroting van de provincie Gelderland voor stuifzandbestrij-ding. Er kwamen verordeningen die de verantwoordelijkheid voor maatregelen bij de eigenaren van de zanden legden. Nalatig-heid kon fors worden bestraft. In 1867 gingen bijvoorbeeld twee buurtmeesters, verantwoordelijk voor het Harskamperzand, zeven dagen de gevangenis in. Het provinciale beleid heeft zeker bijgedragen aan het tot rust bren-gen van de meeste zanden. Met de neveneffecten hebben we nog steeds te maken. Windkerende dennensingels, die rond de zanden werden aangelegd, leverden spon-tane dennenbossen op, doordat zaden uit de singels zich uitzaai-den over de heiden. Het Otterlose Buurtbos bijvoorbeeld is groten-deels op deze wijze ontstaan.

Meer lezen over dit boek: www.nieuweveluwe.nl > dossiers

Het Edelhert – Observeren en herkennenRob Borst, IPC Groene Ruimte, ISBN 9789074481427, € 39,00, bestellen: www.ipcgroen.nl of 026 3550100

Het edelhert: koning van de bos-sen, hoofdpersonage in films, sagen en legenden, uiteenlopend van Bambi tot de jagerslegende van Sint-Hubertus. Maar ook boegbeeld van robuuste natuur, bijzonder onderwerp voor natuur-fotografie, toeristische trekpleis-ter en ga zo maar door.In dit boek komt vooral al-les aan bod wat je moet weten om edelherten goed te kunnen observeren en te herkennen. De makers van dit boek, Rob Borst, Hans Bulder, Paul Borst en René Borst, hebben allen ruim dertig jaar ervaring met het observe-ren en herkennen van edelher-ten. Uitgebreid gaan ze in op de leefwijze van edelherten en aan welke eisen hun leefgebied moet voldoen. Het boek geeft aanwij-zingen hoe en waar je het hele jaar door edelherten kunt obser-veren en welk gedrag ze vertonen. Het herkennen van de dieren op basis van lichaamskenmerken is tot in groot detail uitgewerkt en in beeld gebracht. Fotografie wordt afgewisseld met illustraties, waarvan de stijl doet denken aan Rien Poortvliet.

Page 46: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1046

Typische beekvissen zoals bermpje en rivierdonderpad verschuilen zich graag in donkere plaatsen zoals holle oevers. Dit soort overhellende oevers ontstaat in bochten van snelstromende beken waar het water vooral bij de bodem de oever uitslijt. Maar op veel plaatsen kunnen beken door bewoning en (agrarisch) gebruik niet meer vrijelijk hun gang gaan en is een harde oeverbescherming van bijvoorbeeld paaltjes en planken aangelegd. Er zijn nog wel bochten in beken maar de holle oevers zijn verdwenen.Om bodemvissen weer schuilplaatsen te geven en de visstand te verbeteren heeft Waterschap Veluwe als proef enkele kunstmatige schuilplaatsen gemaakt in de Smallertse beek bij Emst. Binnenkort komen er ook zulke kunstmatige holle oevers in de Beekbergse beek bij Lieren, zegt Romeo Neuteboom Spijker van het waterschap. De kunstma-tige oever is een uit Amerika afkomstige vondst. Hij wordt gemaakt door de onderste plank van de beschoeiing weg te laten. Hierdoor ontstaat een opening waarachter een houten framewerk wordt geplaatst.De komende tijd volgt het waterschap het effect van de kunstmatige oever op de visstand. Wanneer de ervaringen positief zijn, komen mogelijk ook in andere beken en stadsvijvers kunstmatige holle oevers.

De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) afdeling Wageningen en omstreken bestaat honderd jaar. Tegen de landelijke trend in groeit de natuurvereniging nog jaarlijks. ‘Ons succes ligt in de combinatie van aandacht voor gezelligheid en maatschappelijk nut’, zegt Bart Heijne die de publiciteit rond het jubileum organiseert. ‘Het aantal leden ligt nu ongeveer op 420.’De afdeling heeft een grote soortenkennis in huis. Terreinbe-heerders vragen geregeld KNNV’ers om te inventariseren welke planten en dieren op hun natuurterreinen voorkomen. Heijne: ‘Soms vinden we soorten waarvoor de beheerders geld krijgen

van het ministerie. Pure winst.’ Hun kennis komt gemakkelijk terecht bij Wageningen Universiteit en Researchcentrum, omdat veel leden daar werken. Heijne geeft een voorbeeld: ‘Als vrijwilliger ben ik actief met vlinders. In mijn werk als fruitteeltonderzoeker komt de expertise die ik opdoe goed van pas. Want voor de fruitteelt ben ik bezig om plagen op natuurlijke manier met nuttige insecten te beheersen.’ Zo krijgt kennis die KNNV’ers opdoen, een brede verspreiding.

Op 18 april viert KNNV Wagenin-gen e.o. een natuurfestival op kasteel Hoekelum in Bennekom, www.knnv.nl/wageningen

Museum Elburg viert zijn honderdjarig bestaan met onder meer een beeldententoonstelling Geloven in Beeld. Religie is van oudsher erg belangrijk voor de stad en directe omgeving, en is daarom gekozen als thema. Ook het gebouw waarin het museum gehuisvest is, verwijst naar religie. In de vijftiende eeuw was hier namelijk het Agnietenconvent gevestigd. Het vrouwenklooster was een van de eerste stenen

gebouwen van Elburg. Voor de expositie is gekozen voor ruimtelijk werk van vijf kunste-naars dat past binnen het thema in de ruimste zin van het woord. Sommigen hebben religie als rode draad door hun oeuvre lopen, anderen pakken het thema af en toe op. De deelnemende kunste-naars zijn Joseph Semah, Bert Nijenhuis, Tineke Smith, Kees Hoogendam en Roel Teeuwen. Hun werk wordt geëxposeerd in

de kloostertuin en in de kapel.De expositie in de kloostertuin loopt tot en met 16 januari 2011 en de expositie in de kapel tot en met 29 mei 2010.

Actueel Natuurvereniging groeit

Kunstmatige schuilplaatsen voor vissen

Tentoonstelling voor 100 jaar Museum Elburg

Het kunstwerk The Foundation Stone van Joseph Semah. foto Museum Elburg

De KNNV organiseert activiteiten voor jong en oud. foto KNNV Wageningen e.o.

Tekening van de kunstmatige visschuilplaats.

Page 47: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 47

De provincie Gelderland wil de Stichting Triënnale ondersteunen met 400.000 euro. Ondanks deze toezegging is het nog niet hele-maal zeker dat de tweede editie van het tuin- en landschapscul-tuurevenement er daadwerkelijk komt. Daarvoor is het nodig dat de stichting erin slaagt voldoende financiële steun te verwerven. Vooralsnog is een meerderheid in de gemeenteraad tegen. In juni presenteert de stichting de plannen voor 2011 aan de raad. ‘Lokaal was er wel kritiek op de eerste editie van de Triënnale in

2008’, vertelt projectbureaudirec-teur Xander de Bruine. ‘Het evenement was niet zichtbaar genoeg voor de inwoners van Apeldoorn. Ook was er kritiek op de kosten van het evenement, zo’n 7 miljoen euro. De tweede editie zal meer een investering zijn in de stad met een binnenstedelijk programma dat Apeldoorn als duurzame stad op de kaart zet’, aldus De Bruine. Als de gemeente-raad akkoord gaat in juni, zal de tweede editie plaatsvinden van juni tot september 2011, met als thema Het Landschap & De Stad.

Nieuwe grond voor Veluwemeerkust

Doorgang Triënnale nog onzeker

Waarschijnlijk Q-koorts bij grofwild

Het is aannemelijk dat het Nederlandse grofwild – reeën, wilde zwijnen, edelherten en damherten – geïnfecteerd is met de Q-koortsbacterie Coxiella burnetii. Dat zegt het Centraal Veterinair Instituut (CVI) in Lelystad, die er samen met de Faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht onderzoek naar doet. Medio dit jaar zal het onderzoek definitief uitsluitstel

geven. De verwachting dat Nederlands grofwild besmet is, is gebaseerd op buitenlandse studies die melden dat in Zuid- en Oost-Europa zo’n 30 procent van het grofwild de bacterie heeft.Het CVI acht de kans klein dat mensen door contact met wild Q-koorts oplopen. Dat risico is veel groter bij melkgeiten en melkschapen. Daarom is het van belang te weten of het wild al dan niet besmet is, vindt het onderzoeksinstituut. Wild kan de ziekte mogelijk overdragen op geiten en schapen.Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vraagt jagers om bij het onderzoek te helpen en adviseert voorzorgsmaatregelen als ze wild hebben geschoten. Ook is voorzichtigheid geboden bij het vinden van doodgeboren jongen. Een belangrijk symptoom van Q-koorts bij dieren zijn misgeboorten.

Natuurmonumenten heeft 35 hectare grasland in beheer erbij gekregen om tot natuur te ont-wikkelen in de Veluwemeerkust. Het is een belangrijke stap in de realisatie van dit natuurgebied, dat onderdeel is van de Hierdense Poort. Natuurmonumenten heeft daar nu al 230 hectare in beheer. Er is nog ongeveer 170 hectare nodig om een robuust netwerk te maken dat de Veluwe verbindt met de Randmeren, als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Eddie Nijenhuis, beheerder van Natuurmonumenten vertelt: ‘De nieuwe grond is agrarisch gras-land, dat boeren op vrijwillige basis hebben verkocht of geruild. Het zijn ontbrekende schakels voor het natuurgebied in wording. De bedoeling is dat er veel natte natuur en moeras komt. Dat sluit mooi aan op de antiverdrogings-maatregelen die de overheid wil uitvoeren in een deel van het

gebied. Maar ook zullen er bloemrijke graslanden komen. Enkele weilanden zijn al met succes veranderd in natuurlijker graslanden. Er zijn bijzondere soorten te vinden zoals de grote keizerlibel en de bruine vuurvlin-der. En langs de beken zijn meervleermuizen, ijsvogels en af en toe een visarend te zien.’ Natuurmonumenten gaat de gronden extensief beheren, met maaien van het gewas en met grazers, en zeker zonder kunst-mest en bestrijdingsmiddelen.

Bruine vuurvlinder. foto Kars Veling, De Vlinderstichting

foto Rein Jansen

Dwars door Gelderland, dat is de naam van een nieuwe wandelrou-te. De 165 kilometer lange route loopt vooral over de Veluwe. Bewust is gekozen voor natuurge-bieden die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De bedoeling van de EHS is om allerlei grote en kleine natuurge-bieden in Nederland te verbinden, zodat deze samen gaan functione-ren als één groot natuurgebied. Daardoor krijgen niet alleen veel dier- en plantsoorten meer ruimte en overlevingskansen, maar kunnen ook recreanten meer van de natuur genieten. De wandeling start aan de rand van het Veluwemeer, voert door Veluwse natuurgebieden, slingert

over landgoederen, gaat door kleinschalige landschappen en kronkelt langs de Oude IJssel om te eindigen in ’s-Heerenberg. De route is te downloaden van www.wandelnet.nl. Op www.dwarsdoor-gelderland.nl zijn wetenswaardig-heden over de route te vinden. De wandeling is samengesteld door Wandelplatform-LAW, Omroep Gelderland en Natuurmonumenten.

Sytske Jellema van het natuurpro-gramma BuitenGewoon en Laurens Tijink van Omroep Gelderland wandelen 25 etappes en doen hier tot eind juni iedere zaterdag tussen 10.00 tot 13.00 uur verslag van in het radioprogramma Van Spijk tot Spijk van Omroep Gelderland.

Uitzicht over Planken Wambuis. foto Natuurmonumenten

Wandelen door EHS-natuur

Page 48: Nieuwe Veluwe 1

BeroepRegioarcheoloog

Molshopen zijn archeologische schatkisten, vindt Maarten Wispelwey.

Page 49: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/10 49

Maarten Wispelwey is een man met passie voor sporen uit het verleden. Regelmatig geeft hij voorlichting op scholen om jonge mensen te vertellen over die ‘verrassende Veluwe’. Dat doet hij met aanstekelijk enthousiasme en de allure van een rasverteller.

Acht jaar lang was hij gemeentearcheoloog bij de gemeente Apel-doorn, sinds 1 april 2009 is hij regioarcheoloog. Een gloednieuwe functie, waarbij hij verantwoordelijk is voor de archeologische acti-viteiten in zeven gemeenten op de Noord-Veluwe. Zijn voornaamste opdracht, vindt hij zelf, is mensen bewust maken van hun leefom-geving en het ontstaan ervan. Zo ook deze morgen. Uitkijkend over het Uddelermeer met de rug naar de Hunneschans, een overslag-plaats van ruw ijzer uit de vroege Middeleeuwen, vertelt hij waarom de Veluwe archeologisch zo interessant is. ‘We beseffen niet genoeg hoe uniek de Veluwe is. Het is één grote stuwwal gevormd in de voorlaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden. De Veluwe is zó anders dan de rest van Nederland. Het is zo’n spannend landschap en de bodem is zó rijk aan informatie. Met kennis van het landschap begrijp je veel beter de ontwikkelingen die in de geschiedenis heb-ben plaatsgevonden.’

Aarden walWe blijken niet voor niets aan de rand van het Uddelermeer te staan. Het meertje dat tot enkele jaren terug nog in gebruik was als openluchtzwembad – mestlozingen maakten daar een eind aan – vindt zijn oorsprong in de laatste ijstijd die circa 15.000 jaar ge-leden eindigde. Hij wijst op de aarden wal rond het meer, een bron van informatie voor archeologen. ‘Heel Nederland was bevroren. Op een diepte van zo’n zeventien meter kwam kwelwater vrij dat zich een weg naar het oppervlak zocht. Daar kwam het in aanraking met de bevroren ondergrond en bevroor. Door de voortdurende aanwas van het water ontstond een ijslens die op den duur boven het maai-veld uit begon te steken. De ijspegel duwde de bodem voor zich uit, daardoor is er een ronde aarden wal rond het meer ontstaan. Het meer is nooit schoongemaakt. Nu is het een bodemarchief, een grote archiefkast met ecologisch zeer waardevol materiaal. Zaden, pollen, bladeren. We kunnen aan de hand daarvan met grote mate van nauwkeurigheid vaststellen hoe het landschap er in verschil-lende periodes uitzag.’

Serieuze tak van sportGemeente- en regioarcheologen hebben tot taak streekgebonden cultuurhistorisch erfgoed te beschermen. Wispelwey: ‘Archeologie is een serieuze tak van sport sinds de Europese ministers van cultuur in 1992 het verdrag van Malta sloten. Ze maakten zich ernstig zor-gen over het voortbestaan van het Europese cultureel en archeolo-gisch erfgoed. We grijpen in om erger te voorkomen, spraken ze af. Het verdrag had effect. Archeologen worden niet langer beschouwd als wereldvreemde schatzoekers. Sterker nog, ze spelen bijvoor-beeld een serieuze rol bij planologische ontwikkelingen en initiatie-ven. Er wordt niet zomaar gebouwd, zonder een vorm van archeolo-gisch onderzoek. De gemeente is immers verantwoordelijk voor het archeologisch erfgoed op haar gemeentebodem!’Veel gemeenten nemen hun taak serieus. De grote gemeenten in de provincie Gelderland hebben een eigen gemeentearcheoloog,

en dan zijn er nog drie regioarcheologen. Die fungeren vaak als kritische partners van politici, ambtenaren en projectontwikkelaars. ‘Ik bespaar veel onnodige kosten door als expert kritisch naar plan-nen te kijken. Wegen de kosten van een onderzoek wel op tegen de informatie die het mogelijk oplevert? Je gaat niet een boerenwoning uit de twaalfde eeuw opgraven als je al een aantal soortgelijke hui-zen gedocumenteerd hebt. Onderzoek moet nieuwe kennis opleve-ren. Bovendien is het zo dat ‘de verstoorder’ betaalt. Die moet niet onnodig op hoge kosten gejaagd worden. We gaan niet graven om het graven.’

SchatkistenAls regioarcheoloog is Wispelwey betrokken bij tal van gemeente-lijke initiatieven. Zoals in de gemeente Ermelo waar een project-groep zich sterk maakt voor de totstandkoming van de Stichting Pakhuis, centrum voor erfgoed, natuur en milieu. Deze dag staat het schetsontwerp van het te bouwen Pakhuis op het programma. In het bouwconcept is veel ruimte gereserveerd voor streekgebon-den archeologie. Grafheuvels, wolharige neushoorns, lijksilhouetten, mammoettanden, veel passeert de revue. Voor Wispelwey is werk aan de winkel, want de informatie moet wel kloppen. Of hij het maar wil uitzoeken!

Het liefst verdeelt de regioarcheoloog zijn tijd tussen ‘buiten en binnen’, tussen kantoor en veldwerk. Als het maar even kan, gaat hij toch even zoeken of graven. Bijvoorbeeld op de Elspeetsche Hei. ‘Daar zijn de konijnenholen archeologische schatkisten. De bodem van de hei is nooit ontwikkeld, er zit dus nog heel veel in de grond. Overal vind je nog scherven, bijlen, vuurstenen voorwerpen, vooral in de omgewoelde aarde die de konijnen, en mollen, naar buiten hebben gegooid.’

Hij had graag nog véél meer willen laten zien, zegt hij aan het eind van de middag. Hij kan het niet laten. Toch nog even door het Speulder- en Sprielderbos met zijn ‘dansende bomen’. Een laatste vraag: wat drijft hem ten diepste? ’Mensen enthousiast maken voor hun leefomgeving en hoe die ontstaan is. Wat betreft de gemeenten, die probeer ik een gevoel van trots te geven. Een trotse gemeente doet meer dan alleen het uitvoeren van een ge-meentelijke taak, is mijn insteek.’ Toch knaagt de onrust af en toe. Dat hij afhankelijk is van de politiek. ‘Het wettelijk minimum van de gemeentelijke taak wat betreft archeologie kan dan wel geborgd zijn, maar de politiek kan gevoeliger zijn voor andere belangen dan de archeologie. Ik probeer dan ook zoveel mogelijk draagvlak te creëren door ‘het verhaal’ publiek te maken. Het is zaak politici én gewone burgers te doen inzien dat archeologie geen belemmering is, maar een meerwaarde heeft voor het welzijn van de bewoners van de gemeenten. En daar draait het toch om?’

‘ Archeologen worden niet langer

beschouwd als wereldvreemde

schatzoekers’

tekst Annelies Barendrecht, foto bvBeeld

Page 50: Nieuwe Veluwe 1

nieuwe Veluwe 1/1050

Agenda

Kunst & cultuur

10-11 april

Diverse Veluwse musea

Museumweekend

Gratis of met korting naar o.a. Kröller-Müller Museum,

Stadsmuseum Harderwijk, CODA Museum, Paleis Het Loo,

Museum Elburg.

www.museumweekend.nl

t/m 15 mei

Voerman Museum Hattem

Uit de schaduw

Tentoonstelling met werken van Jan Voerman sr die lange tijd

niet te zien zijn geweest.

www.voermanmuseumhattem.nl

t/m 30 mei

CODA Museum, Apeldoorn

Moments in time

Een ruime selectie glassculpturen van Menno Jonker. Ook

lezingen en rondleidingen.

www.coda-apeldoorn.nl

24 april t/m 12 september

Kröller-Müller Museum

Het scheppen van een blijvend monument – Van landgoed

tot nationaal park De Hoge Veluwe

Tentoonstelling gewijd aan de bijzondere ontstaansgeschiedenis

van het park.

www.kmm.nl

Landschap & natuur

3 april

Epe

Zie, de Veluwe leeft

Wildspeurtocht door het Kroondomein.

www.vvvepe.nl

Iedere zondag in april, mei en juni. Ook op 5 april (Tweede

Paasdag) en 24 mei (Tweede Pinksterdag)

Bezoekerscentrum Het Nationale Park De Hoge Veluwe

Zwerven door het bos en over de vlakte

De natuurgids neemt u mee op zijn zwerftocht.

www.hogeveluwe.nl

10 en 11 april

ABK-huis, Hall (bij Eerbeek)

Open Veluwe dagen

Beeldenroute, natuurorganisaties rondom natuurvriendenhuis.

www.hethallsehull.eu

13 april – 8 juni

Het Natuurhuis, Apeldoorn

Groencursus

Maak kennis met de natuur rondom Apeldoorn.

www.ivn.nl/gelderland

17 en 28 april

Natuurcentrum Veluwe, Ede

Wildkanseltocht

Oog in oog staan met edelherten, reeën, wilde zwijnen.

www.natuurcentrumveluwe.nl

7, 14 en 21 mei

Nationaal Park Veluwezoom

Zoogdierontdektocht

Op zoek naar sporen van hert, ree, wild zwijn en andere

zoogdieren.

www.natuurmonumenten.nl

t/m 5 september

Paleis Het Loo

Door de lens van prof. mr. Pieter van Vollenhoven

Tentoonstelling van ruim 100 natuuropnames van Van

Vollenhoven voorzien van commentaar.

www.paleishetloo.nl

Meer agenda op www.nieuweveluwe.nl

De internationaal bekende glaskunstenaar Menno Jonker werkt aan een Herinneringsmonu-ment 30 april, dat op 29 april wordt onthuld in aanwezigheid van koningin Beatrix en haar familie. Een ruime selectie sculpturen is nu al te zien in het Apeldoornse CODA Museum. Jonker heeft zich voor

deze sculpturen laten inspireren door de onderzeewereld en door autobiografische gebeurtenissen in zijn leven. Zondag 28 maart en zondag 16 mei geeft hij een lezing met rondleiding door de tentoonstel-ling. Zondag 25 april verzorgt drs. Hélène Besançon, conservator van het Nationaal Glasmuseum in Leerdam, een lezing over ‘Hedendaagse glaskunst in Nederland’. Moments in Time van Menno Jonker is tot met 30 mei te zien in het CODA Museum, www.coda-museum.nl

Het ecoduct over de A50 bij Heerde is in aanbouw. Het krijgt de naam Het Tolhuis. Begonnen is met het kappen van bomen en de aanleg van een afrit voor bouwverkeer op de vluchtstrook. De toekomstige veilige oversteekplaats voor dieren maakt deel uit van de Hattemerpoort, een

ecologische verbindingszone tussen de Veluwe en Salland. Het Tolhuis is de eerste van de negen ecoducten, die de komende twee jaar in Gelderland worden aangelegd. Na de bouwvak beginnen de werkzaamheden voor enkele andere ecoducten.De ecoducten vallen onder het project Negen Ecoducten, waarin Rijkswaterstaat, ProRail en provincie Gelderland samenwerken. Zes ecoducten komen op de Veluwe, twee op de Utrechtse Heuvelrug en een op de Sallandse Heuvelrug. Het project is bedoeld om de versnippering van natuurgebieden terug te dringen en de ecologische hoofdstructuur te verbeteren. Vanaf 25 maart is er in het Aardhuis in Hoog-Soeren een tentoonstelling over de toekomstige ecoducten op de Veluwe.

Actueel Aanleg ecoduct bij Heerde begonnen

Glaskunst in Apeldoorn

foto CODA Museum

Illustratie provincie Gelderland

Page 51: Nieuwe Veluwe 1

Generaal Foulkesweg 64 • 6703 BV Wageningen

T 0031 (0)317 424 420 • F 0031 (0)317 420 780 • [email protected] • www.hetdepot.nl

Architectuur

Beeldhouwkunst

Arboretum

Naast de diverse tentoonstellingen van ruim 300 torsen en fragmenten van hedendaagse beeldhouwers bieden de arboreta een prachtige collectie fl ora. Bewonder de prachtige bomentuinen rondom Beeldengalerij Het Depot. Arboretum Villa Hinkeloord, De Dreijen arboretum & Botanische tuin Belmonte.

Openingstijden: donderdag t/m zondag van 11.00 tot 17.00 uur

Tentoonstellingen in Het Depot

Emile van der Kruk t/m zondag 6 juni 2010Gerrit Offringa 13 juni 2010 t/m 6 februari 2011Petra Boshart 13 februari 2011 t/m 5 juni 2011

Arboreta

Page 52: Nieuwe Veluwe 1

studio voor landschapsarchitectuur

Amsterdamseweg 21 6814 GA Arnhem

026 4420766 | 026 4426650

[email protected] | www.landlab.nl