Nieuwe Tijd - mei 2011

24
nieuwe tijd magazine voor openbare diensten maandblad van ACV Openbare Diensten - mei 2011 v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel Evaluatie witboek interne staatshervorming Studenten: Veel vragen en gemiste kansen

description

Het ledenblad van ACV-Openbare Diensten

Transcript of Nieuwe Tijd - mei 2011

Page 1: Nieuwe Tijd - mei 2011

nieuwetijdmagazine voor openbare diensten

maandblad van ACV Openbare Diensten - mei 2011v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel

Evaluatie witboek interne staatshervorming

Studenten: Veel vragen en gemiste kansen

Page 2: Nieuwe Tijd - mei 2011

In dit nummer

2

COLOFON

15

16

19

20

10

12

11

13

03

04

09

06

161304

bijzondere korpsenfederaal

Bijzondere korpsenTuchtrecht en de plicht tot discretie en loyauteit

100 militairen kunnen overstap zetten naar de Federale Politie

VervoerDe Lijn. CAO-onderhandelingen zijn van start gegaan

Autobus-autocar. CAO 2011-2012: gemeenschappelijk eisenbundel PC 140.01

Lokale & regionale besturen

Tweede pensioenpijler voor contractanten in Limburgse lokale besturen

Engagement in PuursMilitanten aan het woord

POVLT West-Vlaanderen: quo vadis?

FederaalFederaal wetenschapsbeleid Werkgelegenheid staat op de helling

EditoEuropese vakbond zet bakens uit

Focus

Nieuwe regeling studentenwerk: veel vragen en gemiste kansen

Evaluatie witboek interne staatshervorming

Vlaamse overheidVernieuwde functiebeschrijvingen accountmanager binnen het Agentschap Ondernemen

Ter nagedachtenis: Bart Dom

redactie Luc Hamelinck | Amélie Janssens | Chris Herreman | Joris Lermytte | Thomas Vael | Ilse Heylen | Marc Saenen | Frédéric De Gelisseneindredactie Amélie Janssens Vormgeving Gevaert Graphics druk Corelio Printing | www.corelio.be

focus

Page 3: Nieuwe Tijd - mei 2011

edito 3

21

23

21

VerVoer

Meer en meer worden zaken geregeld op Europees niveau. Over de meest verschei-den kwesties vind je vandaag Europese regels: voedselveiligheid, handelsak-koorden, milieunormen, moederschapsbescherming, arbeidstijd, … noem maar

op. Als vakbond hechten we natuurlijk vooral belang aan de sociale kwesties. Om Europa op het goede sociale spoor te houden, werken de vakbonden samen binnen het Europees vakverbond (EVV). Europa geeft ons mooie dingen: de afschaffing van grenscontroles, meer economische vooruitgang, de Euro, … Maar op sociaal vlak moeten we Europa regelmatig stevig tacke-len. Zo zijn we ingegaan tegen de al te liberale vrijmaking van diensten en we moesten de plaats van sociale voorzieningen veilig stellen. Dat is nodig want de ongelijkheid groeit, zo-wel in ons land, als elders in Europa. Men gaat er te gemakkelijk van uit dan mensen maar zelf hun verantwoordelijkheid moeten nemen, zelf hun problemen moeten oplossen. Alsof dat altijd mogelijk is. Een samenleving moet zorgzaam omgaan met de mensen, moet ze helpen, begeleiden en bijstaan. Dat is een kwestie van het behoud van ons sociaal model. Europa geeft erg gemakkelijk voorrang aan economische vrijheid, boven fundamentele sociale rechten. Daar zou nu stilaan toch wel verandering in mogen komen. Soms toont de Europese Commissie haar goede wil: ze zou bereid zijn de so-ciale rechten meer te waarborgen. Als dat gebeurt zou de Europese interne markt een derde pijler krijgen. Niet alleen maar de economische en financiële kant tellen dan mee, maar ook het sociale. Als Europa bijvoorbeeld meer belang zou hechten aan de tewerkstelling en de kwaliteit van het werk, dan ware dat al een mooie stap vooruit. De jongste tijd proberen we te voorkomen dat Eu-ropa overdreven voorrang geeft aan besparingen in de overheidsfinancies. Vakbonden overall in Europa, verwerpen de harde besparingsplannen die regeringen doorvoeren. Denk bijvoorbeeld aan de situatie in Griekenland, Portugal en Ierland. Verschillende regeringen in Europa kappen in de openbare sector: de 3 afgelopen jaren heeft de Franse regering meer dan 120.000 jobs geschrapt in de openbare sector. De Britse wil tegen 2015 zelfs 450.000 jobs snoeien. In het Verenigd Koninkrijk, Italië en Nederland wil men de lonen van overheidspersoneel bevriezen. In Griekeland, Ierland, Spanje en Portugal zijn loondalingen doorgevoerd die oplopen tot 10 à 15%. De vakbond moet er mee voor zorgen dat het sociaal Europa meer inhoud krijgt. Europa mag niet alleen een economisch gegeven zijn. Het moet ervoor zorgen dat het goed leven is voor de mensen.

Luc Hamelinck, Voorzitter

Europese vakbond zet bakens uit

ACV-Openbare Diensten zoekt mee naar oplossingen voor veiligheidsproblemen

in het openbaar vervoer

Pensioenen kort

De ongelijkheid groeit, in ons land

en elders

Page 4: Nieuwe Tijd - mei 2011

focus

4

Vanaf januari 2012 zullen werkgever en

student een overeenkomst voor studentenwerk voor

12 maanden kunnen afsluiten.

Gemiste kansen

Voor 50 dagen studentenwerk moet een be-

perkte socialezekerheidsbijdrage betaald

worden. Deze bijdrage zal vanaf 2012 zelfs

licht verhogen. Jobstudenten bouwen on-

danks deze bijdrage echter geen enkel recht

in de sociale zekerheid op!

De nieuwe regeling zal ook het effect van

verdringing van jonge werkzoekenden door

jobstudenten versterken. De uitbreiding van

het aantal dagen waarop studentenarbeid

mogelijk is en het feit dat deze dagen vol-

ledig buiten de zomervakantie kunnen ge-

presteerd worden, maakt jobstudenten voor

werkgevers zeer interessant. Een jobstudent

de aankondiging van de ministers Milquet en onkelinx dat vanaf januari 2012 studenten 50 dagen aan verlaagd rsz-tarief mogen werken, zorgt voor veel onduidelijkheid bij jobstudenten en hun ouders. Getuige hiervan: de overvolle postbus van enTer, de studentenservice van het acV en de vele vragen op de acV-dienstencentra. jobstudenten die langer, goedkoper en flexibeler kunnen werken, worden ook alsmaar steviger concurrenten voor werkzoekenden en schoolverlaters.

veel vragen en gemiste kansenNieuwe regeling studentenwerk:

Page 5: Nieuwe Tijd - mei 2011

focus 5

is nu immers nog langer, goedkoper en flexi-

beler inzetbaar.

Veel vragen

Vanaf januari 2012 zullen werkgever en stu-

dent een overeenkomst voor studentenwerk

voor 12 maanden kunnen afsluiten. Nu is dat

nog 6 maanden. Of de opzegperiode ook ver-

lengd wordt, is niet duidelijk. En hoe zit het

met de proefperiode? We hebben er het ra-

den naar.

En dan is er de fameuze ‘teller studentenar-

beid’. Deze teller zal het aantal gewerkte da-

gen online bijhouden. Het is de werkgever

die de gegevens moet inbrengen. Maar wat

als de kaap van de 50 dagen overschreden

wordt? Wie is dan verantwoordelijk? En voor-

al, wie krijgt dan welke sanctie? Dit is geen

denkbeeldig gevaar, zeker niet voor een job-

student met meerdere werkgevers.

Ook de regels inzake belastingen en kinder-

bijslag in het nieuwe stelsel zijn nog zeer on-

duidelijk.

Het ACV wil dat deze punten, in overleg met

de sociale partners, snel uitgeklaard worden!

acV heeft een handige bro-chure ontwikkeld met alle info rond studentenwerk. je kan deze brochure downloa-den via de website van enter, het jongeren-lidmaatschap van acV: www.acv-enter.be

Page 6: Nieuwe Tijd - mei 2011

focus

6

tenschoolse kinderopvang tot mobiliteit, van

ruimtelijk beleid tot onroerend erfgoed. Om-

dat vele gemeenten vandaag niet de capaci-

teit hebben om dat allemaal aan te kunnen,

moeten ze versterkt worden. Dat kan ten eer-

ste gebeuren door vrijwillige fusies: een mo-

gelijkheid die al bestond, maar slechts in één

geval – dat van Kruibeke en Beveren – wordt

overwogen. Een tweede mogelijkheid zijn in-

tergemeentelijke samenwerkingsverbanden:

de bestaande vormen (intercommunales, pro-

jectverenigingen,… ) worden geëvalueerd en

versterkt. Een derde alternatief is de samen-

werking of samensmelting van gemeente en

OCMW. Ten slotte wordt het gemeentefonds

herijkt met het oog op de versterking van de

besturen. Verder blijft ook de politiek niet bui-

ten schot. De rol van de gemeenteraad wordt

versterkt en het aantal mandatarissen wordt

verminderd.

Eric: “De focus dient te – blijven - liggen bij

de rechtstreeks verkozen - dus door de kie-

zer gelegitimeerde - besturen. Daar kunnen

de mandatarissen immers periodiek worden

aangesproken op hun beleid”.

lokale autonomie

De Vlaamse overheid engageert zich om in

de toekomst vooral de hoofdlijnen en de be-

leidsprioriteiten te gaan bepalen en zich min-

der te gaan moeien met het dagelijkse beleid

van de gemeenten. De planlasten van de lo-

kale besturen moeten dalen. Dat alles creëert

ruimte voor meer bevoegdheden en autono-

mie voor deze lokale besturen. Die ruimte zou

ondermeer kunnen ontstaan op het vlak van

het personeelsbeleid. Daarbij wordt gepleit

voor een terughoudende houding van de toe-

zichthoudende overheid, meer ruimte voor

lokale regelingen en rechtstreekse onderhan-

delingen tussen werkgevers en vakbonden.

Het moet duidelijk zijn dat hierover het laat-

ste woord nog niet gezegd is. We zullen er in

ieder geval over waken dat de hervormingen

ten bate blijven van het personeel.

provinciale taakstelling

De provincie wordt stevig gepluimd. Daar het

zwaartepunt moet liggen bij Vlaanderen en

de lokale besturen worden tal van provinciale

bevoegdheden tussen die bestuursniveaus

herverdeeld. De provincie kan een belangrijk

analyse

Het witboek herneemt de probleemstel-

ling van het groenboek. De lokale besturen

blijken niet te zijn mee geëvolueerd met de

veranderingen in de omgeving. Daarenboven

hebben gemeenten, provincies en de Vlaam-

se overheid vele tussenniveaus en -structuren

opgericht die niet overzichtelijk en efficiënt

functioneren. Verder trekken hogere overhe-

den soms te veel naar zich toe en kan de ef-

ficiëntie van het beleid en de dienstverlening

soms beter. Men heeft het over ‘bestuurlijke

verrommeling, betutteling en verkokering’.

sterke lokale besturen

Het credo van de interne staatshervorming

is dat de klemtoon meer moet liggen bij de

gemeenten aan de ene kant en bij Vlaanderen

aan de andere kant.

Eric: “de burger/klant hoort centraal te staan.

Transparantie is daarbij een belangrijk uit-

gangspunt. Het is dus positief dat deze bur-

ger, per materie, met een zo beperkt mogelijk

aantal bestuurslagen te maken krijgt, met

andere woorden dat de administratie zo een-

voudig mogelijk gehouden wordt”.

De gemeenten zullen er een pak nieuwe be-

voegdheden bij krijgen. Die gaan van bui-

Joris Lermytte | Marc De Keyser

op 8 april keurde de Vlaamse regering het witboek interne staatshervor-ming goed. Het witboek moet de komende jaren de leidraad zijn voor her-vormingen van de bestuurlijke organisatie in Vlaanderen. We gaven reeds het hiaat mee dat de gevolgen voor het personeel buiten beschouwing blijven. nu houden we het hele witboek, samen met eric boonen en lieven Vergauwen, leden van onze werkgroep provincies verder tegen het licht.

Evaluatie witboek interne staatshervorming

De gemeenten zullen er een pak

nieuwe bevoegdheden bij krijgen.

eric boonen, °1955 is diensthoofd fiscaliteit in de provincie antwerpen.lieven Vergauwen, °1960 werkt op de dienst contracten, overheids-opdrachten en patrimonium van de provincie West-Vlaanderen.

Page 7: Nieuwe Tijd - mei 2011

delijkheid’ zal het belang van deze dienst

allicht nog toenemen binnen het eigen be-

stuur. Niet elke job bij de provincie staat dus

op de helling”.

legitimiteit

In de analyse van het lokale veld stootte men

op een gebrek aan legitimiteit. Nu gaat men

de armslag van het enige rechtstreek demo-

cratisch gelegitimeerde bestuur op interme-

diair niveau drastisch beperken: enige logica

lijkt hier zoek.

Eric: “het inperken of afschaffen van de ini-

tiatiefmogelijkheden van één van deze ge-

legitimeerde besturen kan en zal leiden tot

beleidsverarming op het terrein: er is immers

een ‘vinger aan de pols’ die verdwijnt. Als

dusdanig is een gesloten taakstelling voor de

provincies ook een voorbeeld bij uitstek van

‘teveel detailsturing’, één van de expliciet ver-

melde knelpunten van de Vlaamse bestuur-

lijke organisatie”.

intermediair veld

Om de zogenaamde ‘verrommeling’ op het

intermediaire veld aan te pakken schuift het

witboek het instrument van regioscreening

naar voor. Het is de bedoeling dat per regio

wordt gekeken welke structuren er allemaal

bestaan en dat vervolgens die structuren

worden vereenvoudigd door ze samen te

brengen.

Eric: “Ik vrees dat het witboek kan leiden tot

een verarming van het bestuurlijk landschap,

waarbij de verrommeling op het middenveld

onvoldoende wordt aangepakt. In plaats van

blind te blijven voor de grote expertise en de

schaalvoordelen van de provincies zou Vlaan-

deren hier beter inzetten op de vlakken waar

de provincies goed in zijn: bovenlokale im-

pulsen en coördinatie, nicheondersteuning

en een voortrekkersrol in marginaal of niet

ontgonnen materies. En dit op basis van part-

nership en wederzijds respect voor eigenheid

en knowhow”.

Lieven: “Het invoeren van regio’s, elk met hun

eigen structuur, administratie en zo voort,

kan net leiden naar nog meer versnippering.

Het invoeren van regio’s is volgens mij geen

zaligmaker”.

deel van haar taken verliezen, en moet daar-

bij de ontvangsten uit het Provinciefonds af-

geven. Wat blijft er nog over? De taakstelling

van de provincie wordt verengd tot aangele-

genheden met een grondgebonden karakter.

Persoonsgebonden materies (cultuur, welzijn

en onderwijs) kunnen slechts behouden wor-

den wanneer een decreet per materie daarin

voorziet én mits een bestuursakkoord met de

Vlaamse overheid per bestuursperiode. Voor

de financiering van deze akkoorden worden

de gelden uit de opcentiemen onroerende

voorheffing aangesproken. Verder krijgt de

provinciegouverneur een coördinerende op-

dracht en mag indien gevraagd bemiddelen

tussen kibbelende lokale overheden. Ten slot-

te wordt het aantal gedeputeerden met één

verminderd vanaf 2019. De beslissing tot het

verminderen van het aantal provincieraadsle-

den is overigens al vroeger gevallen.

Lieven: “we mogen de zaken ook niet eenzij-

dig negatief zien. Sommige zaken die minder

van provinciaal belang zijn zoals bijvoorbeeld

ontwikkelingssamenwerking kunnen mis-

schien wel beter voorzien worden op een an-

der niveau”.

Eric: “Mijn dienst staat in voor de inning van

de eigen provinciale belastingen. Ingevolge

het in het witboek geformuleerde principe

van ‘het vergroten van de fiscale verantwoor-

7focus

Eric Boonen Lieven Vergauwen

Niet elke job bij de provincie

staat dus op de helling

Page 8: Nieuwe Tijd - mei 2011

focus

8

personeel

In zijn inleiding bij het witboek schrijft mi-

nister Bourgeois trots dat hij een uitgebreide

overleg- en adviesronde georganiseerd heeft

met de gemeenten, de provincies, de aca-

demische wereld en het “maatschappelijk

middenveld” – daar zijn wij bij. Wij hebben

inderdaad onze opmerkingen en adviezen

gegeven. We vinden er echter niets van terug

in het witboek. Onze bekommernis als vakbe-

weging is nochtans duidelijk: als de interne

hervormingen leiden tot beter bestuur en

betere dienstverlening, dan zijn wij er voor-

stander van, mits ze niet ten koste gaan van

het personeel. In het groenboek stond bij elk

hoofdstuk over de overdracht van bevoegd-

heden het standaardzinnetje “de overdracht

van het personeel zal in kaart worden ge-

bracht”. In het witboek staat nauwelijks een

woord over de gevolgen voor het personeel.

Nochtans zal er een impact zijn op de jobs

van duizenden werknemers, vooral bij de

provincies. Wat gebeurt er met hen als hun

taak overgedragen wordt naar de gemeenten

of naar Vlaanderen? Minister Bourgeois heeft

eerder verklaard dat er niemand zal ontslagen

worden, maar wat met de overdracht van het

ene statuut naar het andere, wat met de ver-

worven rechten, met het pensioenstelsel ?

Eric: “de veranderingen zullen verlopen via

een proces dat vele jaren zal aanslepen en

veel onzekerheden voor het betrokken perso-

neel zal opleveren. Ik vrees dat daartegenover

weinig of geen meerwaarde voor de burger

zal gerealiseerd worden, zeker niet op korte

en middenlange termijn”.

Lieven: “dé zwakte is zeker dat er geen aan-

dacht is besteed aan de gevolgen voor het

personeel”.

ons standpuntWe herhalen het: we zijn niet tegen een inter-

ne staatshervorming, maar als vakbond eisen

we betrokken te worden vooraleer er beslis-

singen genomen worden over het personeel.

Na de goedkeuring van het witboek hebben

we die eis onmiddellijk opnieuw kenbaar ge-

maakt bij minister Bourgeois. Daarbij stelden

we de minister op de hoogte van onze uit-

gangspunten voor het personeel:

• Tewerkstelling behouden voor alle perso-

neel: statutairen en contractanten, zowel

van bepaalde als onbepaalde duur.

• We eisen dat alle rechten worden gevrij-

waard, ook de sociale.

• Er moeten daartoe steeds voldoende

middelen voor het personeel voorzien

worden.

• Er mag niet geraakt worden aan de

rechtspositieregeling, de loopbaanmo-

gelijkheden, het pensioenstelsel - ook de

aanvullende pensioenen van de contrac-

tanten - en de financiering van het perso-

neel!

• Hervormingen mogen nooit resulteren in

het verminderen van het aanbod en de

kwaliteit van de dienstverlening.

Meer informatie: http://binnenland.vlaande-

ren.be/interne-staatshervorming

In het witboek staat nauwelijks

een woord over de gevolgen voor het personeel.

Page 9: Nieuwe Tijd - mei 2011

vlaamse overheid 9

van deze moeilijke opdracht rekent het perso-neel op alle steun van haar administratieve en politieke overheid; zeker als ze ook nog eens in de media onder vuur komt te liggen. Het be-komen van respect en steun bij het vervullen van onze opdracht is duidelijk geen vanzelf-sprekendheid.

respect voor dewerkomstandigheden van het personeelTe hoge werklast, voortdurend bijkomende taken en opdrachten, te beperkte begelei-dingsmogelijkheden, meer complexe proble-matieken, … de werkomstandigheden van administratieve medewerkers en consulen-ten zijn niet benijdenswaardig. Na tien jaar syndicale strijd mochten de consulenten de voorbije maand eindelijk de lang beloofde ‘jeugdzorgtoelage’ ontvangen. Een stap in de goede richting, maar de weg is nog lang. Ad-ministratieve medewerkers werden, ondanks ons onophoudend aandringen, over het hoofd gezien bij het toekennen van deze toelage. Ook de ‘caseload-norm’ (voor de ganse per-soneelsgroep) kwam meermaals op de (on-derhandelings)tafel en werd als principe door zowel de administratieve als politieke overheid weerhouden; doch de uiteindelijke realisatie blijft men op de lange baan schuiven.

respect voor onze sector binnen de nakende hervormingNaast de moeilijkheden in de dagelijkse werk-situatie loopt er al tien jaar het hervormings-project ‘Integrale Jeugdzorg’, welke drastisch ingrijpt op de werkinhoud en –organisatie van onze sector. Al die tijd waren we vragende par-tij om meer informatie en (in)zicht te krijgen in het reorganisatievoorstel. Nu de realisatie van het project stilaan zijn eindpunt lijkt te nade-ren (2014?), is er nog steeds niet veel duide-lijkheid omtrent de hervormde diensten, de inhoud van de opdracht, de personeelsstruc-tuur, het migratiepad van het personeel, … Syndicale waakzaamheid zal in deze overgang meer dan noodzakelijk zijn.

Er is met andere woorden nog heel wat werk aan de winkel!Bart, beste leden, wij zijn er klaar voor !

Twee modellen

Concreet gaat het over twee modellen van functiebeschrij-

vingen. Het eerste is een algemene “accountmanager” die

voor de meesten zal gelden. De tweede functiebeschrijving

is een meer uitgebreide die van toepassing zal zijn op de

werkgroepleiders, de projectleiders en de sectorale account-

manager. De meer uitgebreide functiebeschrijving bevat

een extra resultaatsgebied. Dit gaat dan over het leiden en

coördineren van bepaalde projecten.

ACV-Openbare Diensten is bezorgd over de vernieuwde

functiebeschrijvingen (taakinhoud) die een vertaling zou-

den moeten zijn van de kersverse beheersovereenkomst. De

nieuwe regisseurstaken op het vlak van ondernemerschap

bieden kansen maar langs de andere kant kan je maar een

goede regisseur zijn als je voldoende actor blijft! Het is een

moeilijke evenwichtsoefening en we zullen dit nauwlettend

moeten opvolgen.

Daarnaast zijn er binnen het Agentschap Ondernemen een

groot deel geslaagden voor de generieke proeven niveau A

die we statutair willen maken. De afspraak was dat dit zou

gebeuren zodra er een goedgekeurde functiebeschrijving

zou zijn.

ACV-Openbare Diensten gaf omwille van bovenstaande re-

denen een positief advies maar met volgende voorwaarden

en opmerkingen:

1. Het is niet duidelijk tot welke functiefamilie binnen de

Vlaamse overheid de “accountmanager” behoort: gaat

dit over de familie klantenadviserend (doelgroep or-

ganisatie en maatschappij) of beleidsthemabeheerder

(doelgroep beleidsbepalers of is het een mengeling

van de twee?

2. De tekst is niet makkelijk leesbaar.

3. Wij vragen aanvullingen op een aantal resultaats-

gebieden omdat bepaalde informatie ontbreekt (vb:

dienst inspectie) of niet volledig is.

4. Omwille van de complexiteit en het nieuwe van de

functiebeschrijving vragen we een evaluatie ervan

tegen begin 2012 zodat bij de planning van het vol-

gende jaar de nodige aanpassingen kunnen gebeuren.

Totaal onverwacht kwam er die dinsdagoch-tend 8 maart het bericht dat Bart Dom niet meer onder ons was. Met een schok van ver-bijstering, ongeloof … leek het leven even tot stilstand te komen.

Ruim tien jaar was Bart voorzitter van het Tech-nisch Comité Preventie- en Verwijzersbeleid en al deze tijd leidde hij met grote begeestering en gedrevenheid ‘zijn’ militantengroep. Vanuit een grote maatschappelijke betrokkenheid en engagement ten opzichte van de maat-schappelijk kwetsbare jongeren zette hij zich voortdurend ten volle in voor de sector Jon-gerenwelzijn, zijn zorgenkind. Als consulent stond hij steeds klaar voor zijn jongeren, maar ook zijn collega’s consulenten en administra-tieve medewerkers konden steeds op zijn (be)zorg(dheid) rekenen. Met een onuitputtelijk lij-kend enthousiasme nam hij ons medewerkers op sleeptouw om telkens opnieuw de noden van de sector en personeel bij de bevoegde beleidsmensen en overheden aan te kaarten.

Bart, met je beslissing stel je ons erg op de proef om je keuze te aanvaarden en zonder je motiverende aanwezigheid het syndicaal werk verder te zetten. Toch gaan we dit probe-ren; met in ons achterhoofd jouw motto: een beetje respect aub !

respect voor de opdracht van ‘jongerenwelzijn’Dag in dag uit geven alle medewerkers van het agentschap het beste van zichzelf om jonge-ren in een problematische opvoedingssituatie (en hun omgeving) te ondersteunen en bege-leiden. Een maatschappelijke opdracht welke het personeel vaak confronteert met moeilijke, belastende beslissingen. In het verwezenlijken

Sofie Moermande directie van het agentschap ondernemen (integratie van het vroegere Vlao met het agent-schap economie) legde aange-paste functiebeschrijvingen “accountmanager” aan ons voor.

Vernieuwde functiebeschrijvingen accountmanager binnen het Agentschap Ondernemen

Ter nagedachtenis

Page 10: Nieuwe Tijd - mei 2011

lokale & regionale besturen

10

Het personeel van driekwart van de

besturen geniet van het gunstige stelsel van de

Provincie Limburg.

openbare sector.

• voor intercommunales is het niet vanzelf-

sprekend om een maatregel uit een Sec-

toraal Akkoord in de praktijk om te zetten

(MAREC – Maaslandse recreatiecentra).

Achteraf bekeken was het een goede zaak dat

ACV-Openbare Diensten, als enige vakbond,

verantwoordelijkheid heeft genomen en een

protocol van akkoord heeft afgesloten over

het sectoraal akkoord 2008-2013. Bijna 60%

van het personeel van de lokale besturen is

hier beter van geworden!

Twee systemen

In de provincie Limburg werden we gecon-

fronteerd met twee systemen. Enerzijds het

gemeenschappelijk systeem via de RSZPPO

met een minimale bijdrage van 1% van de

loonmassa van de contractuele personeelsle-

den vanaf ten vroegste 1/1/2010. Anderzijds

het stelsel dat de Provincie Limburg voor haar

eigen personeel heeft ingevoerd en dat werd

opengesteld voor andere besturen.

Door het ontbreken van een verplichte in-

gangsdatum en een verplicht te besteden

percentage van de loonmassa in het secto-

raal akkoord, is er op het terrein een haast

onoverzichtelijke situatie ontstaan: vele ver-

schillende systemen werden ontwikkeld, met

allerlei varianten. Het idee van een eminent

burgemeester van een stad in West-Limburg

om op provinciaal vlak één regeling uit te

werken was nog niet zo gek! Van uniformiteit

is nu immers geen sprake.

fier over resultaat

Als we naar het resultaat kijken mogen we

best fier zijn. 90% Van de contractuele perso-

neelsleden in de lokale besturen van Limburg

kan genieten van een tweede pensioenpijler.

Het personeel van driekwart van de besturen

geniet van het stelsel van de Provincie Lim-

burg.

Jean-Pierre TommissenWe zijn halfweg de looptijd van het sectoraal akkoord 2008-2013. Tijd om een stand van zaken op te maken van de invoering van de aanvullende pen-sioenpijler.

Voor contractanten in Limburgse lokale besturen

Tweede Pensioenpijler

Toch nog knelpunten

Wel blijven we zitten met nog enkele knel-

punten:

• het personeel van de woon- en zorgcen-

tra, en ziekenhuizen wordt soms uitgeslo-

ten in afwachting van een federale rege-

ling. In het Ziekenhuis Oost Limburg is

men gestart met een groepsverzekering.

• het personeel van IGL (Intercommunale

vereniging voor hulp aan gehandicap-

ten in Libmurg) valt uit de boot ook al

is er Vlaams geld vanuit het project VIA

(Vlaanderen in Aktie) geparkeerd voor de

Page 11: Nieuwe Tijd - mei 2011

Militanten aan het woordEngagement in Puurs

Jan DendoovenMilitanten ludo de prins en etienne Vergauwen werken bij de gemeente puurs. ze zijn respectievelijk twintig en zes jaar militant. ze vertellen over hun engagement.

Wat willen jullie in de toekomst veranderen

in Puurs?

Etienne: Vakbondswerk zou zich niet mogen

beperken tot het geformaliseerd vakbond-

overleg alleen. Ik zie kansen in informele

communicatie en overleg met personeelsle-

den, dienshoofden, personeelsverantwoor-

delijke, secretaris, preventieadviseur,… Dit

vraagt wel meer tijd en ruimte.

Ludo: Naar de toekomst toe zou ik graag heb-

ben dat wij een grotere rol zouden kunnen

spelen in onthaal en wegwijs maken van het

nieuwe personeel. Op die manier kunnen wij

ook korter op de bal spelen om de mensen te

overtuigen dat vakbondswerk en lid zijn van

een vakbond echt nog hedendaags en nodig is.

Hoe houden jullie de leden in Puurs op de

hoogte ?

Etienne: Een vier keer in het jaar ontvangen

onze leden de nieuwsbrief ‘De syndicale actu-

aliteit’. De brief is steeds een mix van syndi-

Hoe word je militant?

Ludo: Vanuit een sociale achtergrond: ik was

al bestuurslid van de KWB en heb jaren in

de leiding van Chiro gestaan. Ook vanuit het

aanvoelen dat het nodig was om de belangen

van de werknemer te helpen verdedigen op

de werkvloer.

Etienne: Ook ik kom uit een gezin waar het

verenigingsleven een belangrijke plaats in-

nam en heb me zelf ook vaak sociaal geënga-

geerd.

Wat is er de afgelopen jaren veranderd?

Etienne: In Puurs wordt de lat kwalitatief en

kwantitatief steeds hoger gelegd, maar het

ontbreekt vaak aan een goede coaching om

dit in goede banen te leiden. Dit maakt het

personeel soms onzeker en onrustig. Bij die

continue hervormingsdrang heeft het be-

stuur te weinig aandacht voor de mensen

achter het werk. Zeker voor ‘nieuwkomers’ is

coaching essentieel om er ‘blijvers’ van te ma-

ken. We moeten hier ook als vakbond meer

aandacht voor hebben.

Ludo: De pers is rechtser geworden en de

individualisering neemt toe. Ook de politiek

gaat hierin mee. In de lokale besturen heeft

men het over management en efficiëntie.

Op zich niets verkeerds mee, maar er wordt

te veel gefocust op de privé. Een openbaar

bestuur is er niet om winst te maken. De

laatste jaren is het personeelsbestand sterk

gegroeid. Grootste verandering is de afstand

die er ontstaan is tussen de top (secretaris en

managementteam) en het personeel op de

werkvloer. Een vlotte communicatie is niet

zo eenvoudig. Hoe meer tussentrappen, hoe

moeilijker de communicatie verloopt.

caal nieuws op het federale, Vlaamse of lokale

niveau. Soms maken we ook een verslag op

van het vakbondoverleg. De info wordt opge-

hangen aan de infoborden.

Zijn jonge mensen nog geïnteresseerd zijn

in de vakbond?

Ludo: Jonge mensen hebben zeker nog inte-

resse in de vakbond. Het is wel moeilijker om

hen te overtuigen om lid te worden. Iedereen

kijkt te veel naar zijn direct persoonlijk voor-

deel en het begrip solidariteit verschuift hier-

door naar de achtergrond. Het is van belang

om hen te overtuigen van de macht van het

getal, wat de sterkte van een vakbond uit-

maakt. Alleen als we met velen zijn kunnen we

iets bereiken. Door acties zoals de dag van het

personeel en veel persoonlijk contact kunnen

wij jonge mensen nog over de streep krijgen.

Wil je mee bouwen aan ACV-Openbare

Diensten door zelf militant te worden? Je

bent welkom! Laat ons snel iets weten!

11lokale & regionale besturen

Page 12: Nieuwe Tijd - mei 2011

lokale & regionale besturen

12

ACV-Openbare Diensten heeft altijd gesteld

dat het provinciepersoneel geen nadeel mag

ondervinden van deze constructie. Daarnaast

hebben we ook geijverd dat het personeel re-

gelmatig zou geïnformeerd worden.

personeelsvergaderingACV-Openbare Diensten heeft daarom ook

een personeelsvergadering georganiseerd

op 19 april in het POVLT. Er werd informatie

uitgewisseld en geluisterd. Een aantal vragen

nemen we mee naar de onderhandelingen

over het personeelsstatuut van de vzw EVA.

Positief is alvast dat men de tijd wil nemen

om een personeelsstatuut uit te werken. Men

voorziet de overdracht van personeel pas

tegen het einde van het jaar. ACV-Openbare

Diensten wil in ieder geval verder volop be-

trokken worden bij de opmaak van het per-

soneelsstatuut. We zullen waakzaam blijven

om te zorgen dat de beloofde garanties voor

het personeel ook daadwerkelijk zullen toe-

gepast worden.

personeel van de provincie hebben we aan-

gedrongen op garanties voor het in dienst

zijnde provinciepersoneel.

Het provinciebestuur heeft hierover meer uit-

leg gegeven:

• Voor het statutair personeel verandert in

principe niets. Zij zijn statutair en blijven

de rechtspositieregeling voor het provin-

ciepersoneel volgen.

• De contractuele personeelsleden van de

provincie krijgen een nieuw contract met

de vzw EVA, met behoud van rechten. Er

zal uiteraard gekeken worden in welke

mate dit kan ingepast worden binnen de

wettelijke regelingen die van toepassing

zijn binnen het paritair comité waaronder

de vzw EVA zal ressorteren.

• Voor de personeelsleden van de vzw’s

zal gestreefd worden naar een maximale

gelijkschakeling met de rechtspositiere-

geling van het provinciepersoneel. Dit

zou voor de meeste personeelsleden een

verbetering van de loon- en arbeidsvoor-

waarden moeten inhouden.

oprichting van eVaDaar sta je dan met je nieuw contract: 26 daS-

inds de oprichting werden, omwille van ver-

schillende Vlaamse of Federale subsidiërin-

gen en erkenningen, tal van VZW’s opgericht.

Momenteel bestaat het POVLT uit een aantal

afdelingen, met daarnaast 10 vzw’s. In het PO-

VLT werken zowat 65 personeelsleden, in de

vzw’s 105 personeelsleden.

Om de structuur van het centrum in overeen-

stemming te brengen met het provinciede-

creet werd gekozen voor een integratie tot één

extern verzelfstandigd agentschap (EVA) in

privaatrechterlijke vorm. Belangrijkste motiva-

tie vormt de noodzaak van een vzw-structuur

voor een reeks Vlaamse erkenningen en subsi-

diëring. De provincieraad van 27 januari 2011

heeft de oprichting van de EVA goedgekeurd.

Garanties voor personeelSinds we op de hoogte zijn van de voorne-

mens van de Provincie, heeft ACV-Openbare

Diensten op het syndicaal overleg herhaal-

delijk gevraagd naar meer informatie. Die

kregen we maar met mondjesmaat, tot de

uiteindelijke beslissing van de provincieraad

op 27 januari 2011.

Als ACV-Openbare Diensten zijn we uiter-

aard in eerste instantie bekommerd om het

personeel: het provinciepersoneel, maar ook

het personeel van de betrokken vzw’s. Op het

onderhandelings- en overlegcomité voor het

Johan BeernaertHet provinciaal onderzoeks- en voorlichtingscentrum voor land- en tuin-bouw (poVlT) werd opgericht in 1956 door de provincie West-Vlaanderen. Het centrum biedt ondersteuning van land- en tuinbouw, vooral via onder-zoek en voorlichting. Tegen het einde van het jaar zal het centrum verzelf-standigd worden. acV-openbare diensten volgt de zaak op de voet.

POVLT West-Vlaanderen: quo vadis?

De regering van lopende zaken zal de looptijd

van de strategische veiligheids- en preventie-

plannen opnieuw met zes maand verlengen.

Dit maal tot het einde van het jaar. Het per-

soneel dat gesubsidieerd wordt in het kader

van deze plannen verkeert al lange tijd in on-

zekerheid. De beslissing biedt het personeel

alvast werkzekerheid tot 2012.

ACV-Openbare Diensten ijveren al maanden

voor een verlenging van de bestaande vei-

ligheidscontracten. De verlening is een must

voor de continuïteit van het beleid én voor

de werkzekerheid en motivatie van het perso-

neel. We drongen aan op een verlenging tot

na de gemeenteraadsverkiezingen in 2012.

Helaas wenst de regering minder ver te gaan.

Veiligheidscontractenworden opnieuw met

zes maand verlengd

Page 13: Nieuwe Tijd - mei 2011

federale overheid 13

Federaal wetenschapsbeleid

Werkgelegenheid staat op de hellingGeert Dewulfomwille van het uitblijven van een nieuwe regering dreigen tegen het eind van dit jaar zo’n 500 wetenschappers hun job te verliezen. Het gaat vooral om wetenschappers die betrokken zijn bij federale onderzoeksprojecten die afhangen van de interuniversitaire attractiepolen (iuap’s). een twintigtal van hen zijn werkzaam in de federale we-tenschappelijke instellingen. er is nog geld voorzien voor de iuap’s tot eind 2011. in principe is een nieuwe regering is nodig om de beleidsbeslissing te nemen voor een verlenging.

de federale wetenschappelijke instellingen (fWi)De federale wetenschappelijke instellingen

zijn opgenomen in het KB van 30 oktober

1996 tot aanwijzing van de federale weten-

schappelijke instellingen.

Er is onderscheid gemaakt als volgt :

1 De wetenschappelijke instellingen van de

Staat die ressorteren onder de Minister

bevoegd voor het Wetenschapsbeleid,

met name:

• Het Algemeen Rijksarchief (AR) en het

federaal Wetenschapsbeleid: bevoegdhedenNiettegenstaande er al een groot deel van

het wetenschapsbeleid naar de gefedereerde

entiteiten is overgegaan blijft er nog een be-

langrijke federale bevoegdheid. Zo zijn er de

tien federale wetenschappelijke instellingen

die afhangen van de Programmatorische

Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (Bel-

spo), een bevoegdheid van de federaal minis-

ter Sabine Laruelle, en de wetenschappelijke

instellingen die horen bij Volksgezondheid,

Justitie, Economie en Defensie.

Rijksarchief in de Provinciën (RAP);

• De Koninklijke Bibliotheek van België

(KBR);

• Het Belgisch Instituut voor Ruimte-

aëronomie (BIRA);

• Het Koninklijk Belgisch Instituut voor

Natuurwetenschappen (KBIN) ;

• Het Koninklijk Instituut voor het

Kunstpatrimonium (KIK);

• Het Koninklijk Meteorologisch Insti-

tuut van België (KMI);

• Het Koninklijk Museum voor Midden-

Afrika (KMMA);

• De Koninklijke Musea voor Kunst en

De kans is dus reëel dat wetenschappers eieren kiezen voor hun geld en hun heil in het

buitenland gaan zoeken…

Page 14: Nieuwe Tijd - mei 2011

federale overheid

14

het eerst in 1987 door de federale overheid in

het leven geroepen. Het heeft zich intussen in

6 fasen van telkens 5 jaar ontwikkeld.

Een IUAP-netwerk bestaat uit:

• minstens vier teams van verschillende in-

stellingen (universiteiten of federale we-

tenschappelijke instellingen);

• minstens één van de teams is afkomstig

uit één van de beide grote taalgemeen-

schappen van ons land.

De promotor van één van de teams staat in

voor de algemene coördinatie zowel op orga-

nisatorisch, wetenschappelijk als administra-

tief vlak.

Belspo verzekert de operationele leiding en

het administratieve en financiële beheer van

de netwerken.

beter geen versnipperingVandaag zijn de IUAP uitgegroeid tot een vas-

te waarde in het Belgische wetenschapsland-

schap. Daarom heeft de federale overheid in

2006 een zesde IUAP-fase goedgekeurd voor

de periode 2007-2011. Hier zijn 44 netwerken

en 324 teams bij betrokken (waarvan 74 niet-

Belgische Europese teams). Die periode loopt

dit jaar af. Wat na 2011? De IUAP vormen

zowat de laatste structurele band tussen Ne-

derlandstalige en Franstalige teams waarbij

wetenschappers uit de beide gemeenschap-

pen de kans krijgen om samen te werken.

Daarom is de federale overheid initiatiefne-

mer. De andere financieringspijlers van het

fundamenteel wetenschappelijk onderzoek

in ons land zijn aan de gemeenschappen

toevertrouwd. Koninklijk bemiddelaar Johan

Vande Lanotte kreeg reeds weerwerk van een

aantal academici met betrekking tot zijn nota

waarin de bevoegdheid voor de IUAP’s naar

de regio’s werd verwezen. De wetenschap-

pers vinden dit een verlies omdat de regio’s

meestal kleinschaliger werken en Europa

heeft het vooral begrepen op prestigieuze in-

ternationale projecten. Als deze materie niet

meer federaal blijft mist ons land dit internati-

onaal forum want verschillende landen zetten

in die context internationale netwerken op

en de federale overheid speelt hier de rol van

aansprekingspunt. Versnippering van de be-

voegdheden staat haaks op de consolidatie

die de internationale netwerken nastreven.

Het federaal Wetenschapsbeleid in cijfersBelspo of het federaal Wetenschapsbeleid be-

schikt over een budget van een kleine 500 mil-

joen euro. Hiervan wordt meer dan 40 % aan

internationale ontwikkeling en onderzoek van

de ruimtevaart besteed. Dit vloeit voort uit de

internationale verbintenissen van België. Een

ander deel, circa 23%, gaat naar de financie-

ring van de federale wetenschappelijke instel-

lingen. Zo’n 25% is voorzien voor nationale

ontwikkelings- en onderzoeksprogramma’s,

waaronder de IUAP’s. Gedurende de periode

1987-2006 heeft het Belgische Federale We-

tenschapsbeleid in de eerste vijf fases van het

IUAP-programma ongeveer 370 miljoen euro

in fundamenteel onderzoek geïnvesteerd.

Met de financiering van de zesde IUAP-fase

is voor de periode 2007-2011 een bedrag van

143 miljoen euro gemoeid, wat jaarlijks een

budget van 28 miljoen euro betekent.

Wetenschappers kiezen eieren voor hun geldZo’n 500 wetenschappers worden recht-

streeks betaald met de budgetten van de

IUAP’s. Ook al slaagt deze regering van lopen-

de zaken erin de budgetten voor de UIAP’s

met één jaar te verlengen door dezelfde vast-

leggingen te doen zoals in 2011, dan blijft dit

zorgen baren voor de wetenschappers. In-

derdaad, de meeste onderzoeken hebben op

die manier weinig werkzekerheid want ook

inzake onderzoek zou er voor hen een per-

spectief van ongeveer vijf tot zes jaar moeten

zijn gewaarborgd. Ook het verlengen met

één jaar wordt stilaan precair omdat het uit-

bouwen van een netwerk sowieso al een jaar

tijd vraagt.

De kans is dus reëel dat wetenschappers ei-

eren kiezen voor hun geld en hun heil in het

buitenland gaan zoeken en dat de samenwer-

king met de gemeenschappen en het bui-

tenland door verdere regionalisering in een

negatieve spiraal terecht komt. Wetenschap

is immers grensoverschrijdend en geen com-

munautaire of taalgebonden aangelegen-

heid. Immers, het Engels is de gebruikelijke

voertaal van de wetenschappers. ACV-Open-

bare Diensten wil een signaal geven aan onze

politici opdat ze wijs genoeg zouden zijn om

tijdig de juiste beslissingen te nemen.

Geschiedenis (KMKG);

• De Koninklijke Musea voor Schone

Kunsten van België (KMSKB);

• De Koninklijke Sterrenwacht van Bel-

gië (KSB).

2 De wetenschappelijke instellingen van de

Staat die ressorteren onder de Minister

bevoegd voor de Volksgezondheid, met

name:

• Het Wetenschappelijk Instituut Volks-

gezondheid (WIV);

• Het Centrum voor Onderzoek in

Diergeneeskunde en Agrochemie

(CODA).

3 De wetenschappelijke instellingen van de

Staat die ressorteren onder de Minister

bevoegd voor de Landbouw, met name:

• De Nationale Plantentuin van België

(NPB).

4 De wetenschappelijke instellingen van de

Staat die ressorteren onder de Minister

bevoegd voor de Justitie, met name:

• Het Nationaal Instituut voor Crimina-

listiek en Criminologie (NICC).

5 De wetenschappelijke instellingen van de

Staat die ressorteren onder de Miister be-

voegd voor Defensie, met name:

• Het Koninklijk Museum van het Leger

en de Krijgsgeschiedenis (KLM).

Het Europees ruimtevaartagentschap ESA

aanvaardt als lid enkel nationale staten. ESA

is een belangrijke partner van de zogenaam-

de “Pool Ruimte” op het plateau van Ukkel,

met het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëro-

nomie (BIRA), het Koninklijk Meteorologisch

Instituut (KMI) en de Koninklijke Sterrenwacht

van België (KSB). Deze instellingen zetten

sterk in op onderzoek en ruimtevaart

Een andere bevoegdheid die federaal is zijn

de nationale onderzoeksprogramma’s met in-

begrip van de IUAP’s (interuniversitaire attrac-

tiepolen). De IUAP’s bestaan uit netwerken

van “centres of excellence” inzake fundamen-

teel onderzoek. De bedoeling is een duurza-

me en gestructureerde samenwerking te be-

vorderen tussen teams die aan de spits staan

van universitair onderzoek in beide gemeen-

schappen. Het IUAP-programma werd voor

Page 15: Nieuwe Tijd - mei 2011

bijzondere korpsen 15

Politie

Tuchtrecht en de plicht tot discretie en loyauteitJames Vandenbusschede tuchtrechtspraak werd van oudsher beschouwd als een soort “familiale” rechtspraak, die zich afspeelde binnen de “familie” van de betrokken rechts-groep. discretie en de plicht tot eerlijkheid en loyauteit tegenover de tucht-overheid waren de regel.de vraag kon worden gesteld hoe deze principes verenigbaar waren met het “recht van verdediging”.

dit gegeven een verzwarende omstandigheid

mag uitmaken, noch dat de leugen aanlei-

ding mag geven tot het opleggen van een

tuchtstraf geldt evenwel niet voor degene

die wordt opgeroepen als getuige. Voor zover

deze getuige zichzelf niet moet beschuldigen

is hij gehouden loyaal mee te werken aan het

onderzoek en is zodoende verplicht de waar-

heid te spreken. De loyauteitsplicht geldt a

fortiori voor de onderzoekende overheid.

de plicht tot discretie of geheimhouding

Volgens de traditionele rechtsleer had de

tuchtrechtelijk vervolgde persoon in het ver-

leden het recht om, in het kader van zijn ver-

dediging, geheimen bekend te maken aan de

tuchtoverheid aan wie het eerlijkheid en lo-

yaliteit was verschuldigd krachtens de plich-

de plicht tot loyauteitEen arrest van het Grondwettelijk Hof 25 ja-

nuari 2001 (nr. 4/2001) heeft een einde ge-

steld aan deze discussie door te stellen dat

het m.b.t. het verloop van de tuchtprocedure

niet verantwoord is om betrokkene in alle

omstandigheden – ook wanneer hij zelf er

het voorwerp van uitmaakt – te verplichten

loyaal mee te werken aan het tuchtonderzoek

en nauwgezet te antwoorden op elke vraag

en de stukken in zijn bezit te overhandigen.

Het zwijgen en stilzitten van de betrokkene in

de eigen zaak kan op zich niet leiden tot een

tuchtsanctie of een verzwaring ervan.

Kort daarop stelde de Raad van State op 24

januari 2005 (nr. 139.674) dat evenmin het feit

een andere versie te geven van de feiten aan-

leiding kon geven tot het verzwaren van een

tuchtsanctie.

Uiteindelijk stelde het hoogste administra-

tief rechtscollege op 18 februari 2009 (nr.

190.617) dat in zoverre een tuchtoverheid het

afleggen van leugenachtige verklaringen, dus

de wijze waarop de betrokkene zijn verweer

voert, als een tuchtrechtelijk strafbaar feit of

minstens als een verzwarende omstandig-

heid beschouwt, zij het recht van verdediging

van betrokkene miskent.

Het gegeven dat een persoon die tuchtrech-

telijk vervolgd wordt mag liegen zonder dat

tenleer van het beroep. Deze tuchtoverheid

stond dan in voor het beroepsgeheim en was

er tezelfdertijd zelf door gebonden. De ver-

plichting om de waarheid te spreken, vond

een noodzakelijke tegenhanger in het abso-

luut verbod om het tuchtdossier of de beslis-

sing van het tuchtorgaan mee te delen aan de

klager, het openbaar ministerie of welke bui-

tenstaander ook. Een dergelijke mededeling

zou een schending van de rechten van de ver-

dediging uitmaken, omdat daaruit een straf-

rechtelijke of burgerlijke veroordeling zou

kunnen volgen, in een geding aangespannen

wegens dezelfde feiten als die waarvoor de

betrokkene disciplinair terechtstond, geba-

seerd op verklaringen, die hij verplicht was af

te leggen voor zijn tuchtoverheden, maar die

hij wettig zou mogen inhouden voor de straf-

rechter of de burgerlijke rechter.

Eén en ander impliceerde dan ook dat de

tuchtoverheid de stukken uit het tuchtrech-

telijk onderzoek niet van ambtswege mocht

toezenden aan de gerechtelijke overheden.

Daar het Grondwettelijk Hof komaf heeft

gemaakt met de fictie van “familiale recht-

spraak”, waar de plicht tot rechtschapenheid

tegenover de tuchtoverheid centraal stond,

is het hoogst twijfelachtig dat de plicht tot

geheimhouding zal standhouden. Immers, de

tuchtrechtelijk vervolgde persoon is niet ver-

plicht mededeling te doen van feiten die hij

geheim wil houden.

Het zwijgen en stilzitten van de betrokkene in de eigen zaak kan op zich

niet leiden tot een tuchtsanctie of een verzwaring ervan.

Page 16: Nieuwe Tijd - mei 2011

bijzondere korpsen

16nomen worden in de getalsterkte bij binnen

defensie.

Welke selectieproeven moet de militair doen?

• Cognitieve vaardigheden en de fysieke

geschiktheid

De cognitieve vaardigheidsproef bestaat

uit verschillende testen:

• Psychotechnische testen die dienen

om na te gaan of de militair met suc-

ces de basisopleiding kan afronden

• Kennis van de moedertaal

• Rapportagevaardigheid en geheu-

gentest

De sportproef omvat een functioneel par-

cours dat bestaat uit twee afzonderlijke

onderdelen die de kandidaat na elkaar

moet uitvoeren:

• Een parcours bestaande uit een reeks

hindernissen

• Een krachtproef

• Persoonlijkheid

Een persoonlijkheidsproef heeft als doel

na te gaan of het psychologisch profiel

van de kandidaat overeenstemt met de

persoonlijkheidskenmerken die vast-

gesteld zijn voor de uitoefening van de

functie. Deze proef omvat:

• Een biografische vragenlijst

• Een geïnformatiseerde persoonlijk-

heidsvragenlijst

• Één of meerdere groepsproeven

• Een gestructureerd interview met

een psycholoog

Welke militairen?

Alle onderofficieren en vrijwilligers (in bezit

van een diploma hoger secundair onderwijs)

van het beroeps- of aanvullingskader kunnen

zich kandidaat stellen om over te gaan naar

het operationeel korps van de Federale Politie

op voorwaarde dat de militair:

• Minstens 29 jaar oud is en de leeftijd van

40 jaar niet heeft bereikt op 31 oktober

2011.

• Minstens 10 jaar dienstanciënniteit telt

als militair van het actief kader.

• Geen functie binnen de krijgsmacht uit-

oefent waarvoor een specifiek compe-

tentieprofiel vereist is zoals bijvoorbeeld

verpleegkundige, informaticus, preven-

tieadviseur, piloot, …

Hoe verloopt de selectie?

De militair die zich wenst kandidaat te stellen

moest zijn kandidatuur indienen bij HRG voor

18 april 2011. Na het bekomen van een po-

sitief advies van HRG zal de kandidaat opge-

roepen worden door Federale Politie om deel

te nemen aan de selectieproeven die georga-

niseerd werden vanaf 3 mei 2011. Aangezien

deze proeven doorlopend georganiseerd

worden (ook in juli en augustus) is het van

belang dat de kandidaat zijn onbeschikbaar-

heden doorgeeft.

De kandidaten die de selectieprocedure suc-

cesvol doorlopen zullen hiervan in kennis

gesteld worden op 16 september 2011. In

de loop van de maand oktober 2011 starten

deze militairen met een opleiding van één

jaar in een politieschool. Tijdens deze oplei-

dingsperiode blijft de militair zijn statuut van

militair behouden en kan hij op zijn verzoek

de opleiding stopzetten en terug heropge-

100 militairen kunnen overstap zetten naar de Federale PolitieWalter Van den Broeck

Page 17: Nieuwe Tijd - mei 2011

bijzondere korpsen 17

De deliberatiecommissie

beslist of de kandidaat-inspecteur al dan niet

geschikt wordt verklaart voor het geheel van de

selectieketting.

van een job als politieman. Om hiervan

zeker te zijn, vindt een onderzoek naar

de antecedenten en naar de omgeving

plaats.

Na het doorlopen van deze proeven wordt

een advies voorbereid dat aan de deliberatie-

commissie wordt voorgelegd en besproken.

De deliberatiecommissie beslist of de kan-

didaat-inspecteur al dan niet geschikt wordt

verklaart voor het geheel van de selectieket-

ting. De beslissing wordt aan de kandidaat-

inspecteur meegedeeld.

de opleiding

De basisopleiding is de beroepsopleiding die

de “aspirant” moet volgen en waarvoor hij

moet slagen met het oog op het uitoefenen

van een eerste betrekking als inspecteur. De

rode draad doorheen de volledige opleiding

is evenwel dat je een beroep aanleert waar-

bij je jezelf ten dienste stelt van de gemeen-

schap. Als politie inspecteur werk je immers

ten voordele van alle burgers en van de diver-

se bestuurlijke en gerechtelijke overheden.

De basisopleiding heeft vier doelstellingen:

• Het verwerven van basiskennis van de

wettelijke en reglementaire bepalingen

• Het aanwenden van specifieke politie-

technieken

• Het toepassen van tactische principes en

uitvoeringsregels voor politieacties

• Het zich eigen maken van gedragsweten-

schappelijke en relationele eigenschap-

pen passend voor het politieambt

In de loop van het jaar zal de kandidaat vrij

hard en regelmatig moeten studeren want er

worden regelmatig toetsen en overhoringen

afgenomen die meetellen voor het opmaken

van het eindresultaat. Op het einde van de

opleiding moet de kandidaat een examen

afleggen waarin de professionele kennis en

vaardigheden worden getoetst aan de hand

van schriftelijke testen, mondelinge onder-

vragingen en praktische oefeningen. Gedu-

rende het opleidingsjaar wordt de kandidaat

beoordeeld op zijn persoonlijk functioneren.

Als aspirant-inspecteur zal je onderwezen

worden in het verkeersreglement, sport, ge-

weldbeheersing, het strafwetboek, EHBO, or-

dehandhaving, communicatievaardigheden,

De opleiding is opgedeeld in 2 periodes. In de

eerste periode van ongeveer 5 maanden zal

de aspirant deelnemen aan 2 stages, één ge-

wenningsstage van 3 dagen en een operatio-

nele stage van 10 dagen. De tweede periode

van ongeveer 7 maanden bevat meer praktijk

• Medisch

De medische proef moet nagaan of de

militair voldoet aan de medische voor-

waarden die nodig zijn voor de uitoefe-

ning van de politiefunctie.

• Gesprek met het selectiecommissie

De selectiecommissie, samengesteld uit

een psycholoog en twee politieambtena-

ren, vult de evaluatie opgesteld door de

psychologen tijdens de persoonlijkheids-

proef verder aan.

• Milieu- en antecedentenonderzoek

Doorheen het selectieproces wordt even-

eens gepeild of de kandidaat van onbe-

sproken gedrag is. Dit wil zeggen dat de

politie nagaat of het gedrag van de kandi-

daat in overeenstemming is met de eisen

Page 18: Nieuwe Tijd - mei 2011

bijzondere korpsen

18

Verloning

Tijdens de terbeschikkingstelling (het jaar

opleiding) blijft de militair zijn rechten als mi-

litair behouden. Hij ontvangt zijn wedde van

BFA-R, heeft recht op het verlofkrediet van

Defensie, behoudt zijn rechten op medische

zorgen en hospitalisatieverzekering, ligt de

opvolging van de AGR bij Defensie en heeft

de militair de mogelijkheid terug te keren

naar Defensie.

Na het jaar opleiding wordt de militair be-

noemd tot inspecteur van Politie en gaat hij

definitief over naar de politie. De inspecteur

wordt ingeschaald in de barema B1 van de fe-

derale politie met zijn bekomen anciënniteit

bij Defensie. Na 6 jaar dienst kan hij overgaan

naar de barema B2.

De verloning bij de federale politie bestaat

uit:

• Basiswedde

• Toelage Brussels Hoofdstedelijk Gewest

• Eventueel tweetaligheidstoelage

• Vergoeding telefoonkosten

• Vergoeding voor onderhoud van kledij.

einde loopbaan

Als inspecteur van politie (ex militair) kan je

een pensioen op aanvraag bekomen vanaf de

leeftijd van 58 jaar. Op 65 jarige leeftijd wordt

je verplicht met pensioen gestuurd. Voor de

pensioenberekening worden dezelfde tanti-

èmes gebruikt als bij defensie, zijnde 1/50ste

per dienstjaar.

ons standpunt en bemerkingen

ACV-Openbare Diensten is reeds lange tijd

vragende partij om deze overgang van mili-

tairen naar het operationeel korps van de Fe-

derale Politie mogelijk te maken. De huidige

overgangsbepalingen zijn voor de beroeps-

vrijwilligers van Defensie zeker aantrekkelijk.

De beroepsvrijwilliger die ingeschaald is in

het niveau D kan postuleren voor een job als

inspecteur van politie (niveau C). Toch vinden

we dat de Federale Politie te weinig rekening

heeft gehouden met de door de militair reeds

opgebouwde competenties: kunnen omgaan

met wapens, discipline, contacten met bevol-

king van ander culturen, conflictbeheersing,

bemiddeling,…

Het is dan ook spijtig te moeten vaststellen

dat dit project heel wat beperkingen ver-

toont:

• Beperking doelgroep

Enerzijds hebben we de beperking op de

niveaus (niet opengesteld voor het ni-

veau A), anderzijds wordt de kandidatuur

slechts opengesteld voor dertigers.

• Beperking verloning

De militair moet ook starten in de laag-

ste schaal van de minimumloonschalen-

groep, enkel de geldelijke anciëniteit

wordt in rekening gebracht. Dit in tegen-

stelling tot de overgang van militairen

naar het CALOG personeel.

• Beperking voor vrijwilligers

Vrijwilligers zonder studiegetuigschrift

van hoger secundair onderwijs worden

uitgesloten. Onze vrijwilligers hebben in

hun militaire loopbaan reeds vele com-

petenties opgebouwd en wij betreuren

dat de vrijwilligers niet de mogelijkheid

krijgen om via een overgangstest (naar

analogie met de agenten van de politie

die de stap naar inspecteur willen zetten)

hun kandidatuur in te dienen.

Een mooi project van mobiliteit wordt op-

nieuw in de kiem gesmoord. ACV-Openbare

Diensten betreurt dat er een manifeste onwil

bestaat om erkenning te geven aan wat mi-

litairen opdoen aan ervaring en wat zij mee

hebben aan skills en vorming.

en ook een operationele stage van 6 weken.

Tijdens deze stages wordt de theorie in de

praktijk getoetst.

Tewerkstelling als inspecteur van politie

Na het met succes beëindigen van de oplei-

ding wordt de militair op 1 oktober 2012 be-

noemd en gaat de militair definitief over naar

de Federale Politie. Hij wordt gedurende een

periode van minimum 5 jaar aangeduid bij

het interventiekorps van de Federale Politie

van het gerechtelijk arrondissement Brussel

(DIRCO).

Zijn opdrachten bestaan uit:

• Inzet hypothecaire capaciteit (niet enkel

te Brussel)

• Steun verkeersveiligheid

• Opdrachten federale reserve (in de week

van 20u tot 06u – in het weekend en op

feestdagen gedurende 24/24 u)

• Nationale transfer van gedetineerden

• Justitiepaleis

• Vaste posten (vb. Wetstraat, NAVO, Am-

bassades, Europees Parlement, …)

De dienst wordt georganiseerd in teams be-

staande uit 2 hoofdinspecteurs van politie en

een 20 tal inspecteurs van politie. Er wordt

gewerkt in een 6 dagen rotatie met als dienst-

rooster:

• Dag 1: Opdracht van 07utot 19u

• Dag 2: Hangt af van het evenement

• Dag 3: Nacht van 19u tot 07u

• Dag 4: wacht af

• Dag 5: rust

• Dag 6: rust

Als inspecteur van politie

(ex militair) kan je een pensioen op aanvraag

bekomen vanaf de leeftijd van 58 jaar

Page 19: Nieuwe Tijd - mei 2011

vervoer 19

De Lijn

CAO-onderhandelingen zijn van start gegaanJan Coolbrandteind april hebben wij de besprekingen aangevat. de lijn becijferde de kost-prijs van ons eisenbundel (zie hieronder). alhoewel voor de lijn alles be-spreekbaar was, zullen er toch keuzes moeten worden gemaakt.

Op 27 mei e.k., worden de onderhandelingen verder gezet. Het is de intentie om snel klaarheid

te scheppen. Of anders gezegd: eind mei zouden wij moeten weten of de CAO-onderhandelin-

gen de goede kant opgaan.

Wij komen er zeker in ons volgend nummer op terug.

✔ Het behoud van de werkze-

kerheid en het vrijwaren van

het personeelsstatuut en van

de verworven rechten (ook de

lokale)

✔ Een CAO voor de duurtijd van 2

jaar

✔ Maximale algemene recurrente

koopkrachtverhoging vanaf

1 januari 2011, de perequatie

voor de niet-actieven, verho-

ging zaterdagvergoeding naar

150% en optrekken vergoeding

gesplitste diensten in dezelfde

verhouding als de zaterdagver-

goeding, nachtwerk

• Fietsvergoeding vanaf de

eerste kilometer, en optrekken

tot 0,20€/km. Ontstentenis

openbaar vervoer, toepassings-

modaliteiten, realistische km.

woon/werk

✔ Versnelde doorgroei:

• technische diensten naar

bis en terbarema (6 jaar

i.p.v. 8 jaar) en snellere

doorstroming naar hoger

barema (3 naar 2 jaar)

• bedienden (vlakke

loopbaan 4 en 8 jaar, i.p.v. 6

en 10 jaar)

✔ Anciënniteitsverlof: toepas-

singsmodaliteiten aangaande

proratisering

✔ Optrekken van syndicaal fonds

tot niveau van de andere open-

baar vervoerbedrijven, + auto-

matische indexering voor de

toekomst

✔ Borstvoedingsverlof: toepas-

sing wettelijke modaliteiten

✔ Recht op werkgerelateerde

opleidingen bij De Lijn voor alle

personeelscategorieën

✔ Verbetering toegang en pro-

motiekansen hogere functie

voor iedereen

Gemeenschappelijk eisenbundel sociale programmatie 2011-2012

Page 20: Nieuwe Tijd - mei 2011

vervoer

20

jan coolbrandtHieronder vinden jullie het gemeenschappelijk eisenbundel van de vakbon-den. Het ‘cahier’ werd eind april aan de werkgevers overgemaakt. ook de werkgevers hebben ons eind april hun eisenbundel bezorgd. Wij komen hier in een volgend nummer op terug.

de start van de onderhandelingen is bij het ter perse gaan nog niet bekend.

Autobus-autocarCAO 2011-2012: gemeenschappelijk eisenbundel PC 140.01

alGeMeen

✔ Verlenging CAO ‘brugpensioen;

✔ Verlenging CAO ‘risicogroepen’;

✔ Tussenkomst van de werkgever inge-

val van brugpensioen op 56 jaar

(met een loopbaan van 40 jaar);

✔ Een recurrente loonsverhoging;

✔ Een verhoging van de werkgeverstus-

senkomst in het ‘aanvullend pensioen’;

✔ Een tussenkomst van de werkgever

ingeval van het gebruik van het

privé-vervoer ( woon-werkverkeer of

ingeval van onderbroken diensten);

✔ Het afleveren van werkkledij of het

verhogen van de kledijvergoeding;

✔ Het verbeteren van het overleg door

het aanpassen van het KB betref-

fende de vakbondsafvaardiging, de

toekenning van vakbondsverlof,…

✔ Het verhogen van de vakbondspre-

mie (voltijds en deeltijds);

✔ De berekening van de eindejaars-

premie in functie van het werkelijk

gepresteerde loon;

✔ Het verhogen van het bedrag van de

maaltijdcheques;

✔ De berekening van een betaalde feest-

dag op basis van het gemiddeld loon;

✔ Rechts- en psychologische bijstand

voor de chauffeurs;

✔ Indexatie van de vergoedingen

(ARAB,…).

✔ De fietsvergoeding (aanpassen van

de modaliteiten en verging van de

vergoeding);

✔ De problematiek van de nachtarbeid

(toeslag en modaliteiten).

GereGeld VerVoer

✔ Een verhoging van de premies

(zaterdagvergoeding, onderbreking,

arab,…)

✔ De betaling van alle prestaties ‘bel-

bus’ (Vlaams Gewest);.

✔ De afschaffing van de carensdag

(Waalse Gewest);

✔ De toekenning van een dag verlof

t.g.v. de feestdag van het Waalse Ge-

west of de Duitstalige Gemeenschap

bijzonder GereGeld VerVoer

✔ De invoering van een zaterdagver-

goeding;

✔ De verhoging van de ARAB-vergoe-

ding;

✔ Een geldelijke loopbaan met meer

biënnales ( meer dienstjaren);

✔ De bespreking van de problematiek

van de schorsing van de AO tijdens

de schoolvakanties.

onGereGeld VerVoer

✔ De invoering van een zaterdagver-

goeding;

✔ De aanpassing van de regeling ‘zon-

dagarbeid’;

✔ Een vergoeding voor nachtarbeid;

✔ Een loonstelsel op basis van een

uurloon ( herziening van het ampli-

tudestelsel);

✔ Een CAO-regeling betreffende de

overnachtingmodaliteiten;

✔ De invoering van een anciënniteit-

toeslag

Page 21: Nieuwe Tijd - mei 2011

vervoer 21

respect en een aangename sfeer in het voer-

tuig,… tot agressiereacties van passagiers.

Statistieken kunnen deze risico’s objectief mi-

nimaliseren, maar elk agressiegeval is er één

te veel, en leidt op alle lijnen tot een verho-

ging van het subjectief onveiligheidsgevoel

bij het personeel. Gelukkig erkennen onze

drie Belgische openbare vervoersmaatschap-

pijen steeds meer de dringendheid van de

situatie. Tijdens onze studiedag getroostten

ze zich dan ook de moeite om hun sociale vei-

ligheidsexperts af te vaardigen om hun visie

te presenteren aan onze militanten.

Veilig op wegDe Lijn presenteerde de update van haar vei-

ligheidsplan ‘Veilig Op Weg’, dat in 2006 werd

ingevoerd naar aanleiding van een dodelijk

incident. Het startpunt van dit plan is een

betere registratie van feiten. De zogeheten

‘veiligheidsbarometer’ brengt zowel inciden-

ten als het subjectief onveiligheidsgevoel in

kaart. Verbale agressie en beledigingen tel-

den vorig jaar voor bijna de helft van de regis-

traties. Maar ook vandalisme, verkeersagres-

sie, bedreigingen, diefstal, intimidatie en

het vernielen van bussen vinden regelmatig

plaats. Men brengt dit alles buurt per buurt

in kaart. Voor probleembuurten voorziet men

naast technische middelen (camera’s, nood-

pedaal,…) ook extra controles, lijnspotters en

beter uitgebouwde dispatching tijdens risico-

momenten. Als een chauffeur er alleen voor

staat -wat meer wel dan niet het geval is- zal

hij of zij zich moeten behelpen met de eigen

inschatting en koelbloedigheid. Hiervoor

heeft De Lijn ook extra inspanningen gedaan

(‘hoe omgaan met klanten?’), net als voor de

nazorg van slachtoffers als er zich een agres-

sie voordeed. Wij hopen dat de theoretische

ketting uit ‘Veilig Op Weg’ (monitoring-pro-

actie-preventie-preparatie-repressie-nazorg),

ook in realiteit steeds beter aansluit bij de

noden van diegenen die dagelijks openbare

ritten tot een veilig einde willen brengen. Het

aanvoelen van onze mensen is dat dit in de

praktijk nog al te vaak ‘too little too late’ is.

MiVbDe problematische agressiesituatie op het

Brusselse openbare vervoersnet duurt even-

eens onverminderd voort. MIVB stelt dat vorig

jaar bijna 1.000 keer tussenbeide werd geko-

men voor gevallen van fysieke agressie, een

stijging van ruim 50% ten opzichte van 2009.

Door sinds 2008 het specifiek veiligheidsthe-

ma centraal te stellen in het paritair comité

voor de veiligheid, kan men in geval van een

incident effectiever begeleiden, kanaliseren

en informeren. Net als bij De Lijn werd de laat-

ste jaren werd zwaar ingezet op het opvang-

aspect. Wat betreft technische uitrusting en

procesmatige aanpak van het veiligheidspro-

bleem, benadrukte de verantwoordelijken

van de Brusselse vervoersmaatschappij dat

men hier al vroeger stappen heeft gezet dan

de Vlaamse en Waalse vervoersmaatschap-

pijen. Het specifiek grootstedelijk karakter

van zowel Brussel als haar vervoersnet dwong

hiertoe. Zo werd er overgegaan tot al volle-

incidentenIncidenten in de Brusselse metrostations,

problematische ritten naar recreatiedomei-

nen, bussen die uit het niets bekogeld of

afgebroken worden in ‘wild west’ stijl,… De

krantenberichten van de afgelopen maanden

erop nagaan volstaat om vast te stellen dat

we niet meer kunnen spreken van occasio-

nele agressie- of vandalismegevallen, maar

dat chauffeurs en veiligheidsmensen hier

steeds vaker mee geconfronteerd worden.

Op enkele plaatsen kan men spreken van

een permanent risico op incidenten, maar

desondanks blijft het openbaar vervoer alle

bestemmingen bedienen. De chauffeurs zijn

hierbij geïsoleerd in hun voertuig, en naast

het rijden ook belast met taken die verband

houden met de veiligheid en noden van de

reizigers. Meer en meer leidt de controle van

geldige vervoersbewijzen, de aandacht voor

Thomas Vaelop 28 april organiseerde de sector vervoer een studiedag rond veiligheid in het stads- en streekvervoer. een vijftigtal van onze militanten verzamelde in de Trierstraat in brussel. Het werd snel duidelijk dat deze problematiek inderdaad topprioriteit behoeft in onze syndicale werking.

ACV-Openbare Diensten zoekt mee naar oplossingen voor veiligheidsproblemen in het openbaar vervoer

Page 22: Nieuwe Tijd - mei 2011

vervoer

22

samenwerking met politiediensten is op som-

mige probleemlijnen de enige oplossing. De

eigen veiligheidsdiensten van de openbare

vervoersmaatschappijen kunnen en mogen

hierbij nooit de politionele rol overnemen,

maar kunnen wel een belangrijke aanvulling

zijn om de (objectieve en subjectieve) veilig-

heid te verhogen. In het namiddaggedeelte

van de studiedag werd hierover uitgebreid

van gedachten gewisseld.

Is er een aparte veiligheidsdienst? Wat kan

en mag het personeel hier wettelijk doen?

Strookt de regelgeving met de opdracht en

situaties waarvoor men wordt ingezet? Wat

zijn de noden van het personeel dat wordt

ingezet om de (mogelijke) onveiligheid en

agressie te voorkomen? Allemaal vragen

waar het betrokken personeel meer dan ooit

mee in de knoop ligt. Verduidelijking werd

gevraagd aan de verantwoordelijken van de

maatschappijen.

De invalshoeken van De Lijn, MIVB en TEC ver-

schilden ook op dit punt. De Lijn verbreedde

de opdracht van haar controleurs met enkele

bijzondere bevoegdheden, zonder dit als

dusdanig te benoemen (lijncontroleur wordt

in bepaalde gevallen ‘lijncontroleur plus’?).

MIVB heeft een eigen veiligheidsdienst (met

de afdelingen controle, interventie en pre-

ventie) en zoekt permanent naar een goede

afstemming van de taken van de eigen dien-

sten met de politionele taken, wat zeer vaak

een moeilijke oefening blijkt. De herkenbaar-

heid van veiligheidsdiensten is een belang-

rijke vraag van het veiligheidspersoneel van

MIVB, net als een uitbreiding van de bevoegd-

heden.Bij TEC hangt wat hun veiligheidsper-

soneel doen af van het gebied waarin men

opereert, en de mankracht die daar ter be-

schikking is,…

Er bestaat in alle maatschappijen – bij zowel

passagiers, chauffeurs als bij veiligheidsper-

soneel zelf – verwarring over wat het eigen

personeel mag en kan doen. Verschillende

opdrachtbepalingen en interpretaties wor-

den nog versterkt omdat bepaalde trajecten

gewestoverschrijdend zijn. Ook de vraag of

extra bevoegdheden en politionele instru-

menten, de veiligheidsdiensten sterker of

net kwetsbaarder maken, bleek zeer moeilijk

te beantwoorden. De kernopdracht van een

openbare vervoersmaatschappij is immers

personen vervoeren. Maar op verscheidene

trajecten blijkt dat de politie al te vaak de

noodzakelijke randvoorwaarden niet altijd

kan verzekeren. De vraag van maatschap-

pijen om de veiligheid van het personeel en

de reizigers zelf te kunnen verzekeren, is dus

zeker relevant. Maar de voorgestelde oplos-

singen zijn in de praktijk niet eenvoudig in te

voeren en niet zonder risico’s voor het perso-

neel. Bijzondere bevoegdheden vragen om

meer mensen en een aangepast recruterings-

beleid. Een realistische overeenstemming van

het aantal lijncontroleurs/veiligheidsagenten

(en hun middelen) met de gevraagde extra

opdrachten is een absolute noodzaak. Verder

is een uniforme en duidelijke communicatie

onontbeerlijk voor het welslagen van veilig-

heidsinitiatieven. Momenteel is dit zeker niet

overal en altijd het geval.

ACV Openbare Diensten zal dit probleem en

mogelijke oplossingen van zeer nabij blijven

opvolgen, en de alarmbel luiden als nodig.

Welzijn op de werkvloer is immers niet alleen

een congreskrachtlijn, het is een fundamen-

teel recht van elke werknemer. Ook al is zijn

of haar werkvloer een bus, tram of metro die

probleembuurten bedient. Voldoende pre-

ventieve middelen, geschikt en voldoende

personeel om bijstand te leveren, en een zeer

goede afstemming met de politiediensten

zijn meer dan ooit noodzakelijk. Als er nazorg

moet geboden worden door een agressiege-

val, beschouwen wij dit steeds als een tekort-

koming van de veiligheidsplannen, de interne

organisatie en politionele ondersteuning van

onze openbare vervoersmaatschappijen. We

vragen bovendien met aandrang dat er meer

aandacht komt voor de problematische situ-

atie, zowel vanuit politieke hoek, sociaal mid-

denveld, pers, enzovoort,… Er moet absoluut

respectvoller omgegaan worden met onze

chauffeurs!

dig cameratoezicht op het rollend materieel,

en zijn ook de eigen veiligheidsdiensten al

sterker uitgebouwd. De betaalcontrole wordt

verder geautomatiseerd in de metro. Men

probeert eveneens de samenwerking met

politiediensten (bvb. wie doet wat in een be-

paald risicostation) steeds te verbeteren. Toch

geeft men toe dat deze maatregelen verre

van sluitend zijn, en dit terwijl de veiligheids-

uitdagingen steeds groter worden. De ver-

deeldheid binnen de 19 Brusselse gemeenten

is ook in deze problematiek een rem op een

geïntegreerde aanpak.

TecDe directeur veiligheid van TEC kon aankon-

digen dat er de afgelopen 10 jaar steeds min-

der incidenten geregistreerd werden. Toch is

ook in bepaalde Waalse steden als Charleroi

en Luik de veiligheid op het net steeds min-

der gegarandeerd, en ontbreekt er hier een

duidelijk en eenduidig veiligheidsplan.

de rol van de veiligheidsdiensten ter discussieWe kunnen ons de vraag stellen waar de

veiligheidsopdracht van de vervoersmaat-

schappij eindigt, en de verantwoordelijk-

heid van de algemene samenleving begint.

Samenwerkingsverbanden met scholen en

jeugdverenigingen in probleembuurten zijn

al te vaak een doekje voor het bloeden. Alge-

mene beschikbaarheid van en doorgedreven

We kunnen ons de vraag stellen waar de

veiligheidsopdracht van de vervoersmaatschappij eindigt,

en de verantwoordelijkheid van de algemene samenleving

begint.

Page 23: Nieuwe Tijd - mei 2011

pensioenen 23

Overschrijding spilindex Door de overschrijding van de spilindex in

april worden de pensioenen vanaf eind mei

verhoogd met twee procent. Het verhogings-

coëfficiënt bedraagt nu 1,5460. De overschrij-

ding van de spilindex is er gekomen doordat

de stijging van de olieprijzen zorgt voor een

toename van het algemeen prijzenpeil. Het

planbureau verwacht dat na de zomer de

olieprijs zal stabiliseren waardoor de inflatie

zal afnemen. De volgende indexoverschrij-

ding wordt verwacht in februari 2012.

Minister Daerden heeft in de Kamercommissie sociale zaken van 27 april verklaard dat de ka-

derwet die de aanvullende pensioenen in de overheidssector moet regelen ver gevorderd is. De

minister heeft zich ook bereid verklaard om het dossier verder vooruit te helpen. We blijven in

ieder geval aandringen de de kaderwet er zo snel mogelijk komt!

joris lermyttePensioenenkort

Verhogingen werknemerspensioenenIn het kader van het interprofessioneel

akkoord werden een aantal verhogingen

van de werknemerspensioenen afgespro-

ken. De regering heeft nu een ontwerp KB

goedgekeurd met de volgende belangrij-

ke verhogingen:

• een verhoging van het loonplafond

met 0,7%

• een verhoging van de minimumpen-

sioenen met 2% op 1 november 2011

• een verhoging met 2% van het mi-

nimumrecht per loopbaan jaar op

1 november 2011

• een verhoging met 1,25% van de

niet-minimumpensioenen jonger dan

15 jaar op 1 december 2011

• verhoging met 2,25% niet minimum-

pensioenen van 15 jaar en ouder op 1

november 2011

Daerden bevestigt engagement aanvullend pensioen

Vakantiegeld gepensioneerdenIn mei hebben heel wat gepensioneerden opnieuw recht

op vakantiegeld. Enkel gepensioneerden met een pensioen

lager dan het grensbedrag ontvangen vakantiegeld. Dat va-

kantiegeld verschilt naargelang de gezinssituatie. Wie een

minimumpensioen ontvangt kan rekenen op een supple-

ment. Hieronder een overzicht.

Ombudsdienst PensioenenBij de Ombudsdienst Pensioenen kunt u terecht indien u een probleem

hebt met een pensioendienst dat niet opgelost raakt. In 2010 ontving de

ombudsdienst 1689 klachten. Evenveel als in 2009. 537 hadden betrek-

king op de Rijksdienst voor pensioenen (RVP), 130 op de Pensioendienst

voor de overheidssector (PDOS) en 54 op de Centrale Dienst der Vaste

Uitgaven (CDVU). Bij 84% van de gegronde klachten resulteert de bemid-

deling van de ombudsdienst in een positief resultaat voor de verzoeker.

Wie een ontvankelijk klacht indient kan gemiddeld na 90 dagen een re-

sultaat verwachten.

Ombudsdienst Pensioenen: WTC III, Simon Bolivarlaan 30 - bus 5,

1000 Brussel - 02 274 19 80 - [email protected]

www.ombudsmanpensioenen.be

opmerkingen: het vakantiegeld voor een rustpensioen

wordt enkel uitbetaald vanaf 60 jaar. Het vakantiegeld

voor een overheidspensioen wordt verminderd met het

vakantiegeld voor een werknemerspensioen indien beide

gecumuleerd worden. Bij een pensioen wegens lichame-

lijke ongeschiktheid gelden bijkomende voorwaarden. Het

vakantiegeld voor een werknemerspensioen wordt niet

uitbetaald in het jaar waarin het pensioen ingaat en het

daaropvolgende jaar wordt het vakantiegeld toegekend in

verhouding tot het aantal maanden dat het pensioen werd

uitbetaald tijdens het jaar waarin het is ingegaan.

Vakantiegeld gepensioneerden 2011Overheidspensioen Werknemerspensioen

Bedragen (alleenstaande / gehuwd)Basisbedrag € 240,53 / € 320,70 € 591,75 / € 739,70

Toeslag minimum-pensioen + € 363,63/ + € 436,02

Voorwaarden (rustpensioen/overlevingspensioen)Grens pensioenbedrag € 2 087,1 / € 1 669,68

Geen resultaat16%

Positief84%

Resultaat bemiddeling Ombudsdienst Pensioenen gegronde klachten 2010 (bron: jaarverslag 2010 Ombudsdienst Pensioenen).

Page 24: Nieuwe Tijd - mei 2011

Deze militanten namen op 6 mei deel aan de jongeren militantendag van ACVWil jij aansluiten bij dit team van jonge, enthousiaste en geëngageerde mensen? en je inzetten voor de rechten van jonge werknemers?

neem dan contact op met de verantwoordelijken van onze jongerenwerking: [email protected]@[email protected]@[email protected]