Nieuwe Tijd - Maart 2014
-
Upload
acv-openbare-diensten -
Category
Documents
-
view
227 -
download
3
Embed Size (px)
description
Transcript of Nieuwe Tijd - Maart 2014

nieuwetijdmagazine voor openbare diensten
maandblad van ACV-Openbare Diensten – maart 2014v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel
Wordt water het nieuwe spanningsveld in Europa?

In dit nummer
2
COLOFON Redactie Luc Hamelinck | Amélie Janssens | Chris Herreman | Joris Lermytte | Thomas Vael | Ilse Heylen | Marc Saenen | Frédéric De Gelissen | Jan MortierEindredactie Amélie Janssens | Luc HamelinckVormgeving Gevaert Graphics Druk Corelio Printing | www.corelio.be
16
17
18
19
03
04
14
13
1005
06
06
07
08
161004
FEDERalE oVERhEiDzoRg
federale overheidKrijtlijnen voor de evaluatie van het burgerpersoneel van defensie
De pop-up school. Opleidingen voor bevorderingsexamens bij de federale overheid zijn groot succes
vlaamse overheidUniversiteit Gent kiest de vertegenwoordigers administratief en technisch personeel voor de Raad van Bestuur
bijzondere korpsenACV Politie sluit sectoraal akkoord
Opleiding Timemanagement en work-life balans voor vrouwelijke militanten
zorg Hoger opgeleide verpleegkundigen = minder overlijdens in ziekenhuizen?
De privatisering van een woonzorgcentrum: zinlozer dan zinloos?
lokale & regionale besturenOpenbare Diensten TE KOOP? Een HARDE realiteit in het Gewest Gent-Eeklo
Lokale en Regionale Besturen, Favela of de basis van onze democratische samenleving?
edito Overheidspensioenen niet te hoog of te duur
focus Wordt water het nieuwe spanningsveld binnen het verenigd Europa?
Een beroepsgerichte opleiding met behoud van loon, zeker iets voor jou?
Openbare diensten te koop?Verkiezingsdebat in Gent
Memorandum voor de openbare sector
Focus

edito 3
Overheidspensioenen niet te hoog of te duur
De minister van Pensioenen heeft een commissie van experten ingesteld die moet nadenken over de toekomst van de pensioenen. De commissie is samengesteld uit kleppers van namen en zal binnenkort haar verslag uitbrengen. Je kan er donder op
zeggen dat op dat ogenblik we opnieuw te maken krijgen met een regelrechte aanval in de media op het stelsel van de overheidspensioenen. Daarom herhalen we het nog maar eens: we zijn het echt niet eens met de kritiek van sommigen als zouden de overheidspensioenen te royaal zijn. We hebben daarvoor goede redenen.
Eén, de overheidspensioenen zijn niet te hoog. In netto termen (na belastingen) valt het gemiddeld overheidspensioen helemaal niet zo hoog uit dan men graag de publieke opi-nie voorhoudt. Berekeningen van professor Berghmans (KU Leuven) leren dat de hoogste pensioenen niet te vinden zijn in de openbare sector. Dat komt omdat de overheidspensi-oenen worden afgetopt. De regeling van de overheidspensioenen kent hierdoor de minste ongelijkheid. Dit geldt ook voor de verdeling tussen mannen en vrouwen. De overheids-pensioenen komen overeen met het Europees gemiddelde. Dat is dus zeker niet te hoog. Contractuelen die enkel kunnen terugvallen op het algemeen werknemersstelsel komen er zelfs bekaaid van af. Precies daarom vragen we een aanvullende regeling voor het contrac-tueel overheidspersoneel.
Twee, de evolutie van de kosten voor de overheidspensioenen is helemaal niet te hoog. De afgelopen tijd heeft VVSG, de vereniging van steden en gemeenten, er blijkbaar een strijd-punt van gemaakt. Zij probeert er bij de publieke opinie in te drammen dat de kosten voor de overheidspensioenen ondraagbaar hoog zijn. Dat is fel over-dreven. Want als de uitgaven toenemen, heeft dat vooral te maken met het feit dat er meer gepensioneerden zijn en door de indexatie. Ook speelt mee dat vrou-wen meer een volledige loopbaan hebben uitge-bouwd. Welnu, pensioenen verminderen louter omdat er meer gepensioneerden zijn, gaat echt niet op. De groei van de uitgaven tot 2030 voor het overheidsstelsel zal minder groot zijn dan in de andere stelsels (werknemers & zelfstandigen). Dat komt omdat de andere stelsels hun achterstand in-lopen. De overheidspensioenen zijn helemaal niet de grote kostendrijver achter de vergrijzing. En wat lokale besturen betreft: de pensioenen lig-gen maar voor 1/24e aan de basis van de toename van de uitgaven! Onbetaalbaar is wat anders…
Drie, bij pensioendiscussies wordt telkens uitgekeken naar de uittredeleeftijd. Want we moeten nu eenmaal allemaal langer werken. Maar zowel op het stuk van de feitelijke uit-tredeleeftijd als het aantal jaren dat mensen effectief gewerkt hebben, scoort overheidsper-soneel beter dan het globaal gemiddelde in ons land.
slotsom: De fundamenten van het stelsel van het overheidspensioen zijn echt wel OK Meer nog, de overheidspensioenen zijn het enige volwaardige wettelijke stelsel in ons land. Waarom zouden we dit laten afbreken?
Vriendelijke groeten
Luc Hamelinck, Voorzitter
Waarom zouden we de
fundamenten van het stelsel laten
afbreken?
Volg ons op twitter.com/acvopenbaar
Like ons op facebook.com/acv-openbarediensten
www. acv-openbarediensten.be
21
23
24
24
PENsioENEN
vervoerAUTOBUS-AUTOCAR Uitvoering van de sociale programmatie 2013-2014! Een stand van zaken
De Lijn: Twijfels!
pensioenenEen evenwichtig pensioenstelsel loopt op twee benen

focus
4
Wordt water het nieuwe spanningsveld binnen het verenigd Europa?
Peter De PaepeEr is voldoende water ter beschikking van de
mensheid. De vraag stelt zich vooral of het
drinkbaar is en hoe de bevolking er toegang
toe heeft. Om ons in deze globale economie
het hele jaar door aardbeien uit Marokko, Ro-
zen uit Ethiopië of Kenia en soja uit andere
ontwikkelingslanden ter beschikking te stellen,
moeten deze landen hun watervoorraden gro-
tendeels verbruiken. Op Valentijn schenken we
duizenden rozen weg. Voor de productie van
één roos heeft men in Kenia 5 liter water nodig.
Jammer genoeg hebben 30% van de Kenianen
geen toegang tot water. De UNO verwacht dat
tegen 2040 het waterverbruik wereldwijd met
30% het aanbod zal overschrijden.
Europees burgerinitiatief gehoord in het parlementOp maandag 17 februari werden de initiatief-
nemers van het burgerinitiatief (EPSU en zijn
deelorganisaties waaronder ACV-Openbare
Diensten) gehoord door het Europese Parle-
ment. Het burgerinitiatief wil van de toegang
tot water en degelijke sanitaire voorzieningen
een mensenrecht maken. Watervoorraden en
-voorzieningen zijn een gemeenschappelijk
goed en geen commercieel product. EPSU
is de eerste organisatie die gebruik gemaakt
heeft van het burgerinitiatief en ook geslaagd
is in zijn opzet.
Het doel was om via de petitie de politieke druk
te verhogen. Uiteraard is het Europees burge-
rinitiatief verre van een wondermiddel, maar
dit is het enige wettelijke mechanisme dat
momenteel bestaat voor het Europese partici-
patief burgerschap. Het geeft de kans om aan
te tonen dat de besluitvorming op Europees
niveau er een is waarin mensen niet langer iets
te zeggen hebben.
De publieke hoorzitting van 17 februari om-
trent het burgerinitiatief is de eerste in zijn
soort. Het was de bedoeling een dialoog te cre-
eren tussen de afgevaardigden van verschillen-
de Europese commissies, het Europese Parle-
ment en de initiatiefnemers. In België haalden
we meer dan veertigduizend handtekeningen,
wat merkelijk meer was dan het vooropge-
stelde aantal. In totaal ondertekenden meer
dan één miljoen achthonderdduizend Euro-
pese burgers de petitie, waarvan er 1.680.172
officieel aanvaard zijn. Na de hoorzitting van
de Europese Commissie en het Europees Parle-
ment van 17 februari, heeft de Commissie tijd
De UNO verwacht dat tegen 2040 het wa-terverbruik wereldwijd met 30% het aanbod zal
overschrijden.
tot 20 maart om mee te delen welk standpunt
ze inneemt en welke acties ze zal ondernemen.
geen privatiseringOm water te beschermen moet men het milieu
beschermen. In België en Europa zijn talloze
woningen niet aansluitbaar op het waterlei-
dingnet en moeten ze zich behelpen met put-
water. Putwater is in vele gevallen bezoedeld
door chemicaliën of afvalwater. Dit bedreigt
de volksgezondheid, want zowel Hepatitis A
als bloederige diarree kunnen hier het gevolg
van zijn.
Naast het verankeren van water als mensen-
recht, moet ook werk gemaakt worden van
twee aansluitende doelstellingen. Zo mogen
de watervoorziening en het beheer van de
voorraden niet aan marktregels worden on-
derworpen en moet men wereldwijd toegang
hebben tot drinkbaar water. Via het liberalise-
ren van de voorzieningen door de Europese
Commissie zullen minderbedeelden de toe-
gang ontzegd worden omdat ze niet over vol-
doende financiële middelen beschikken. Pri-
vate bedrijven leveren enkel als er boter bij de
vis is. Tegengesteld is de overheid verplicht om
aan alle mensen (zowel arm als rijk) te leveren.
Een openbare dienst is verplicht water te leveren
• van een goede kwaliteit.
• tegen kostprijs (in principe is water een pro-
duct uit de natuur dat gratis ter beschikking
wordt gesteld. Het is wel aanvaardbaar dat
de transportkosten en investeringen in re-
kening gebracht worden).
Eerste Europese burgerinitiatief eist toegang tot water en behoorlijke sanitaire voorzieningen

focus 5
• aan de inwoners van zijn verzorgingsge-
bied.
• water te allen tijde beschikbaar aan de be-
woners van het verzorgingsgebied.
Ecuador als voorbeeld mag voor de ganse we-
reld als model staan hoe men met water om-
gaat. De grondwet voorziet voor elke inwoner
het recht op water.
• Art 3: ….het dagelijks genot voor elke in-
woner van Ecuador van het beschikbaar
hebben van drinkbaar water, ongeacht de
opleiding, gezondheidstoestand en sociale
zekerheidstoestand.
• Art 12: het mensenrecht voor water is fun-
damenteel en onvervreemdbaar. Water is
een strategisch element van belang.
• ...
De watervoorziening is in handen van de staat
en wordt beschouwd als strategisch belang
voor het land en zijn volk.
De waterproblematiek is in het verleden te veel
als een zuiver technisch probleem gecatalo-
geerd. De roofbouw die gepleegd is op de na-
tuur en de watervoorraden verscherpt de strijd
om het beheer van de resterende watervoor-
raden. De diagnose, gemaakt door de Club
van Rome, dat ons Westers model van leven
en productie van goederen de beschikbare
natuurlijke rijkdom opeet, is geen fictie, maar
een realiteit. Het beschikbaar stellen van water
en sanitair dwingt ons dan ook naar een fun-
damentele gedragswijziging. Verspilling van
natuurlijke middelen is uit den boze.
investeringen dringen zich opVele drinkwaternetten zijn aangelegd door de
overheid. De dwang naar privatisering heeft
in sommige regio’s in de wereld een invloed
gehad op het onderhoud en de exploitatie
van deze netten. Gezien water een product
Een beroepsgerichte opleiding met behoud van loon, zeker iets voor jou?Nieuwe oproep voor de kwalifice-rende trajecten thuiszorg en kin-deropvang
Langdurige opleidingen tijdens de arbeids-
tijd met behoud van loon: het klinkt zeer aan-
trekkelijk. Vanaf september 2014 organiseert
Diverscity in samenwerking met het deeltijds
volwassenenonderwijs kwalificerende tra-
jecten, met het oog op het behalen van één
of meerdere van volgende kwalificaties:
• Verzorgende
• Zorgkundige
• Begeleider buitenschoolse kinderopvang
• Begeleider kinderopvang
Vanaf 10 maart kan je je hiervoor kandidaat
stellen. Voor de geïnteresseerde werknemers
zijn er regionale infosessies tussen 24 maart
en 4 april mits inschrijving vooraf. Daar wordt
uitgelegd hoe alles in zijn werk gaat. Dienst-
verantwoordelijken die hun medewerkers
willen ondersteunen zijn ook welkom. De
data en locaties van de infosessies alsook de
brochures met de modaliteiten van de diver-
se opleidingstrajecten vind je op de website
van www.diverscity.be.
Wat is diverscity?Diverscity is een samenwerkingsverband
tussen VVSG (Vlaamse Vereniging van Ste-
den en Gemeenten) en de drie erkende
overheidsvakbonden (ACV-Openbare Dien-
sten, ACOD-LRB en VSOA). Het bevordert en
ondersteunt vernieuwende projecten rond
arbeidsmarktbeleid en HRM-beleid in de sec-
tor lokale besturen.
uit de natuur is en ons door de natuur gratis
ter beschikking gesteld wordt, is de kostprijs
hiervan in principe verwaarloosbaar. De in-
vesteringen gaan voornamelijk naar het aan-
leggen en onderhouden van netten. Vooral
de private bedrijven nemen het niet zo nauw
met het onderhouden van deze netten. Elke
interventie om de leidingen intact te houden
heeft een kostprijs. Herstellingen worden door
de private exploitanten dikwijls genegeerd. De
kostprijs van het verloren lopend water is te
verwaarlozen ten opzichte van de herstelkos-
ten. Dit resulteert op sommige plaatsen (bv. in
Cairo) in een verlies van 40% van het beschik-
bare water. Dit is roofbouw op de natuur.
Ook voor België is dit een belangrijk aandachts-
punt. De netten zijn verouderd en investerin-
gen in het vernieuwen van de netten dringen
zich op. In deze context is de verleiding groot
om te privatiseren of de uitbestedingen van
bepaalde onderdelen van het waterbeheer
te verhogen. Door het huidige economische
klimaat en het bezuinigingsbeleid dat de over-
heden voeren, blijven de nodige investeringen
uit. Hierdoor kan de openbare sector zijn ver-
plichting ten opzichte van de bevolking en de
natuur niet waarmaken. Hopelijk worden we
later als openbare dienst niet met de vinger
gewezen op het niet efficiënt beheer van de
installaties en infrastructuur.
Hoe water en sanitaire voorzieningen als een
mensenrecht erkennen?
• Erkennen dat water geen handelswaar is.
• Erkennen dat water levensnoodzakelijk is
voor alle mensen en levende wezens.
• Erkennen dat water NOOIT mag geprivati-
seerd worden.

focus
6
Openbare diensten te koop?Verkiezingsdebat in GentOp dinsdagavond 25 februari vulde de Gentse
Minard zich met politici en vakbondsmensen
om, naar aanleiding van de verkiezingen op 25
mei, de toekomst en de rol van de openbare
sector te bespreken. De vertegenwoordigers
van de politieke partijen bleven opvallend
mild voor de openbare diensten en de amb-
tenaren. Zowat iedereen bleek bijvoorbeeld
voorstander van het behoud van de statutaire
aanstelling van overheidspersoneel. Het te-
gendeel beweren zou natuurlijk onverstandig
zijn voor de verkiezingen. Voor ACV-Openbare
Diensten nam voorzitter Luc Hamelinck het
woord. Hij vroeg onder meer dat de politiek in
de komende legislatuur werk zou maken van
de wetgeving rond het aanvullend pensioen
van contractueel overheidspersoneel. Daar-
naast klaagde hij ook het gebrek aan overleg
met de vakbonden aan.
Deelnemers aan het debat waren: Chris Re-
niers (Algemeen Secretaris ACOD), Luc Ha-
melinck ( Voorzitter ACV-Openbare Diensten)
en Henk Herman (Algemeen Secretaris VSOA)
voor de vakbonden. Deelnemende politici wa-
ren: Marius Meremans (Vlaams Parlementslid
N-VA), Cindy Franssen (CD&V), Carina Van Cau-
ter (Federaal Parlementslid Open VLD), Kurt
De Loor (Federaal Parlementslid sp.a), Wou-
ter Van Besien (Voorzitter Groen) en Tom De
Meester (PVDA).
Moderator Christophe Callewaert van De We-
reld Morgen leidde het debat in goede banen,
al was dat niet altijd even makkelijk. Vanuit het
publiek klonk duidelijk het ongenoegen over
de standpunten van bepaalde partijen met
betrekking tot de openbare sector.
Memorandum voor de openbare sectorOp 20 februari stelde ACV Openbare Dien-
sten, Overheidsbedrijven en Onderwijs (dat
is het equivalent van FCSOD, het samenwer-
kingsverband tussen de ACV centrales voor
de openbare sector) haar memorandum voor
de openbare sector voor. De voorzitters van
de verschillende centrales presenteerden het
memorandum aan een publiek van politici en
topambtenaren. Ze benadrukten het belang
van een goed georganiseerde openbare sec-
tor in 4 thema’s:
1. Geen terugtrekkende, maar een betere
overheid
2. De overheid moet een aantrekkelijke
werkgever zijn
3. Overheidspensioenen zijn het enige vol-
waardige wettelijke stelsel
4. Goede sociale relaties in de openbare sector
Je kan het memorandum nalezen op
www.acv-openbarediensten.be
Naar aanleiding van het memorandum, ont-
wikkelden we ook enkele video’s om de 4
thema’s te illustreren. De video’s kan je vinden
op het YouTube kanaal van ACV-Openbare
Diensten (via de link op onze site).

7focus
Opleiding Timemanagement en work-life balans voor vrouwelijke militantenHilde De LeeuwDe (vrouwelijke) vakbondsafgevaar-digde ervaart een steeds groter span-ningsveld tussen de functie als amb-tenaar binnen de openbare diensten, het engagement binnen de vakbond, en het behouden van een gezonde werk-privé balans. het in balans hou-den van deze drie afzonderlijke rollen (vakbondsafgevaardigde, ambtenaar en vrouw) is een dagelijkse uitdaging.
Drie zaken maken deze uitdaging des te gro-
ter:
1. Algemeen functioneert de gemiddelde
vakbondsafgevaardigde momenteel bin-
nen een uiterst uitdagende arbeidscon-
text. Openbare diensten moeten meer
doen met minder, de toekomst is op veel
vlakken onzeker en veranderingen volgen
elkaar in sneltempo op. Dit alles maakt dat
de sandwichpositie van de vakbondsaf-
gevaardigde tussen de belangen van de
werkgevers en de vakbond enerzijds, en
de noden en belangen van de collega’s
anderzijds steeds duidelijker voelbaar
wordt. Met andere woorden: de tijd en
energie van de vakbondsafgevaardigde
is een schaars goed en vraagt een goed
persoonlijk timemanagement. Bewust
omgaan met tijd en energie is hierbij on-
ontbeerlijk.
2. Als ambtenaar ervaart de militant een
steeds sneller veranderende werkinhoud
en procedures: meer taken, minder perso-
neel. Slim werken (prioritiseren, begren-
zen, omgaan met tijdsvreters, rekening
houden met energiebalans, …) is hierbij
onontbeerlijk.
3. De vrouwelijke militant heeft ook vaak
een groot takenpakket in te vullen en
verder persoonlijke interesses. Een goede
work-life balans is hierbij onontbeerlijk.
Deze opleiding is dynamisch, interactief en
Solution Focused. Ze bestaat uit een mix van
inhoud, theoretische inzichten en praktische
oefeningen en cases. Theoretische aspecten
worden gekoppeld aan praktijksituaties.
Vrouwelijke militanten die willen deel-
nemen kunnen inschrijven tot 15 april
Timing: De training beslaat telkens één
dag van 9u00 tot 16u30
De trainingen lopen van april 2014 tot
en met juni 2014 en wel op volgende
dagen:
25 april Antwerpen
8 mei Antwerpen
26 mei Gent
27 mei Torhout
2 juni Gent
17 juni Hasselt
24 juni Brussel
(regio Vlaams Brabant)
26 juni Hasselt
De groepen worden beperkt tot maxi-
maal 20 personen. Dus snel inschrijven
is de boodschap.
Tot dan?
De vorige vormingen voor vrouwelijke militanten
werden telkens gesmaakt door de deelneemsters.
Het in balans houden van de drie
afzonderlijke rollen is een dagelijkse
uitdaging.

Pas door een beleid te ontwikkelen dat
teambevorderend is, kan de beste zorg gewaar-
borgd worden
Hoger opgeleide verpleegkundigen = minder overlijdens in ziekenhuizen?ACV-Openbare Diensten heeft sterke vragen bij sloganeske taal van de KU LeuvenJan Mortier“Meer en hoger opgeleide verpleegkundigen betekent minder overlijdens in ziekenhuizen” schrijft de Ku leuven bovenaan haar persbericht naar aan-leiding van een internationaal onderzoek in Europese algemene ziekenhui-zen onder leiding van professor Walter sermeus. als een verpleegkundige een extra patiënt toegewezen krijgt, stijgt het overlijdensrisico van patiën-ten na een routinematige heelkundige ingreep met 7 %. De studie zou daar-enboven uitwijzen dat het risico op overlijden met 7 % daalt bij 10 % meer verpleegkundigen met een bachelor diploma. Eens te meer wordt dit laat-ste aangegrepen om de hBo5-opleiding verpleegkunde in vraag te stellen. Voor acV-openbare Diensten zijn beide opleidingen volwaardige verpleeg-kundige opleidingen en moeten deze worden behouden.
ACV-Openbare Diensten eist al jaren dat de
overheid meer financiële middelen zou vrij-
maken om bijkomend verpleegkundig en ver-
zorgend personeel aan te trekken binnen de
zorginstellingen. Een verhoogde financiering
moet resulteren in extra jobs. Het is daarbij
noodzakelijk dat aan de instellingen striktere
regels worden opgelegd zodat het minimum
aantal verpleeg- en zorgkundigen per shift en
per dienst kan worden gegarandeerd. Naast
correcte loon- en arbeidsvoorwaarden moet
ook worden ingezet op de kwaliteit van de
zorg. Aan (zorg)medewerkers dienen o.a. fa-
ciliteiten te worden toegekend om een haal-
bare combinatie van arbeid en gezin moge-
lijk te maken, zijn ruime mogelijkheden voor
vorming en opleiding aangewezen, moeten
onregelmatige prestaties degelijk worden
vergoed en zullen er op het vlak van ergono-
mie bijkomende inspanningen nodig zijn.
Wij stellen echter vast dat pas na veel aan-
dringen heel sporadisch maatregelen worden
genomen die aan onze eisen wat tegemoet
komen. De werkdruk binnen de instellingen
blijft zeer hoog en nog te veel verpleegkundi-
gen en verzorgenden verlaten vroegtijdig de
sector. Pas afgestudeerde verpleegkundigen
kiezen dan weer niet altijd voor een instelling.
De overheid moet ook binnen de zorgsector
een aantrekkelijke werkgever willen zijn. Al
onderschrijft de federale regering dit mis-
schien wel, toch blijft ze talmen met de uit-
voering van bepaalde dossiers. Zo is bijv. de
invoering van de tweede pensioenpijler voor
het contractueel personeel van de publieke
zorgsector nog steeds niet geregeld hoewel
de middelen werden vrijgemaakt. Dit zint
ACV-Openbare Diensten helemaal niet.
Er kan geen sprake zijn van een nieuwe aanval op de hBo5-opleidingIn Vlaanderen, net zoals in heel wat andere
Europese landen, zijn er twee verpleegkun-
dige opleidingen: de HBO5-opleiding die
ondergebracht werd bij het hoger beroeps-
onderwijs (de vroegere A2-opleiding) en de
bacheloropleiding in het hoger onderwijs
(vroegere A1-opleiding). Beide diploma’s ge-
ven volwaardige toegang tot het verpleeg-
kundig beroep en dat is maar goed ook.
Volgens de studie zou er niet alleen een oor-
zakelijk verband zijn tussen het overlijden
van patiënten en het aantal patiënten per
verpleegkundige maar zou het daarenboven
een rol spelen of de verpleegkundigen een
bachelor of HBO5-opleiding genoten. Als
door professor Sermeus dan nog eens wordt
gesteld dat vanuit het perspectief van patiën-
tveiligheid een grondig debat over de struc-
tuur van het verpleegkundig onderwijs zich
opdringt, dan weten wij eens te meer hoe laat
het is.
Voor ACV-Openbare Diensten is het onaan-
vaardbaar dat deze studie (die trouwens op
dit vlak sterk moet worden genuanceerd)
zorg
8

9zorg
wordt aangegrepen om opnieuw het debat te
voeren over de HBO5-opleiding. Wij weten dat
het voor sommigen helemaal niet gaat om de
inhoud of de kwaliteit van de zorg maar wel
om een finaliteit, m.n. de afschaffing van de
HBO5-opleiding. Blijkbaar een oude droom
die af en toe terug opflakkert.
Maar het is vooral een ziekelijke droom. ACV-
Openbare Diensten meent dat er andere prio-
riteiten zijn in de zorgsector. Het valt nu een-
maal niet te betwisten dat beide opleidingen
competente verpleegkundigen opleiden en
de praktijk wijst uit dat de twee opleidings-
vormen noodzakelijk zijn. De HBO5-opleiding
werd in Vlaanderen daarenboven grondig
hervormd om aan de Europese eisen te vol-
doen.
Maar er is meer. De grafiek hieronder toont
duidelijk aan dat beide opleidingen ook suc-
cesvol zijn. Het aandeel van de bacheloroplei-
ding bedraagt gemiddeld ongeveer 57 %, los
van heel sterke regionale verschillen (78 % in
Brussel versus 38 % in Limburg). En zelfs met
de toename van het aantal studenten in het
verpleegkundig beroep blijft het voor som-
mige instellingen hard zoeken naar verpleeg-
kundigen. De HBO5-opleiding schrappen, zou
pas nefast zijn voor de kwaliteit van de zorg.
Het is niet omdat beide opleidingen toegang
geven tot de uitoefening van het verpleeg-
kundig beroep dat er op de werkvloer geen
verschillen zijn. De jobinhoud, de verloning en
de verantwoordelijkheden zijn meestal ver-
schillend. Zo werden bijv. de bijzondere be-
roepstitels voorbehouden voor de bachelors.
Maar de zorg aan het bed en het sociaal con-
tact met de patiënt of de bewoner blijft een
cruciaal onderdeel van kwaliteitsvolle zorg
0
2012-20132011-2012
2010-20112009-2010
2008-20092007-2008
2006-20072005-2006
2004-20052003-2004
2002-20032001-2002
2000-2001
OR TOTAALBACHEL HBO5
en hier scoren de HBO5-verpleegkundigen
zeer goed. Veel bachelors kunnen dan weer
doorgroeien naar verantwoordelijke functies
binnen de zorg (afdelingsverantwoordelijke,
directeur woonzorgcentrum, dagverzorgings-
centrum…). Ook in het kader van erkenning
van ziekenhuisafdelingen, zorgprogram-
ma’s… worden functies specifiek voorbehou-
den voor bachelors.
alle verpleegkundigen zijn nodig om kwaliteitsvolle zorg te waarborgen Het is aan de instellingen om in overleg met
het personeel na te gaan hoe een verpleeg-
kundige het best kan worden ingezet zodat
efficiënte kwalitatieve zorg kan worden ge-
boden.
Het moet maar eens stoppen om steeds op-
nieuw verpleegkundigen, die dagelijks het
beste van zichzelf geven en die bereid zijn
gedurende hun ganse loopbaan bijscholing
te volgen, te viseren.
Een zorginstelling is een complex raderwerk
waar elke functie bijdraagt tot zorgkwaliteit.
Pas door een beleid te ontwikkelen dat team-
bevorderend is, kan de beste zorg gewaar-
borgd worden. Bakkeleien over de opleiding
is momenteel niet aan de orde en het helpt de
sector helemaal niet vooruit.
Als men dan toch iets nuttigs wil doen, dat men
dan eens zoekt naar de juiste maatregelen om
het verplegend en verzorgend personeel dat
de sector heeft verlaten of er nooit is gestart
terug te winnen. Ook voor hen is er nog plaats.
Evolutie aantal studenten verpleegkunde dagonderwijs
20.0
0015
.000
10.0
005.
000

10
zorg
De privatisering van een woonzorgcentrum: zinlozer dan zinloos?Enkele bedenkingen over het onnut van privatiseringsoefeningen in de zorgJan Mortiersommige ocMW-besturen denken eraan hun woonzorgcentrum over te dra-gen aan de private sector. het privatiseren van woonzorgcentra is nochtans compleet zinloos. het levert geen besparing op en getuigt in de meeste ge-vallen van een gebrek aan langetermijnvisie op ouderenzorg.
De Vlaamse decreetgever heeft de lokale
besturen weliswaar een aantal wettelijke in-
strumenten gegeven om verzelfstandiging
en privatisering mogelijk te maken maar de
besturen die dit laatste in de praktijk wil-
len omzetten, zien “en cours de route” dat
het niet allemaal rozengeur en maneschijn
is. Soms is het dan al te laat, werd veel geld
uitgegeven aan consultancy, maar vooral, het
resulteert niet in een besparing en heeft zelfs
als pervers gevolg dat het de realisatie van
bijkomende bedden en een coherent oude-
renzorgbeleid vertraagt en in de weg staat.
ACV-Openbare Diensten heeft de besturen
hierop herhaaldelijk gewezen. Sommige
besturen zijn overtuigd geraakt en bergen
hun plannen op. Andere besturen zijn hard-
leers en doen gestaag verder. ACV-Openbare
Diensten is zeker dat ook die besturen tot het
besef zullen komen dat ze met veel factoren
geen rekening hebben gehouden waardoor
hun proces zinloos wordt. De huisvesting en
zorg van meestal (zwaar) zorgbehoevende
ouderen, die soms als enig houvast nog het
personeel van de instelling hebben, mag niet
het voorwerp zijn van een lichtzinnige zoek-
tocht naar middelen.
De rol van de publieke zorgsectorACV-Openbare Diensten heeft reeds in vorige
nummers van de Nieuwe Tijd de rol van de
openbare zorgsector in de verf gezet. Open-
bare zorg is voor iedereen toegankelijk, is
pluralistisch en transparant, kwaliteitsvol en
betaalbaar en is een belangrijke prijsregula-
tor. In deze bijdrage willen we stilstaan bij een
aantal valse argumenten die maar al te vaak in
het privatiseringsdebat worden gebruikt.
“De loon- en arbeidsvoorwaarden moeten worden gelijkgeschakeld?”Er zijn politici die stellen dat de noodzaak aan
privatisering het gevolg is van de verschil-
lende loon- en arbeidsvoorwaarden tussen de
private en de publieke zorgsector. Dus moe-
ten ze worden gelijkgeschakeld. Wat willen ze
daarmee bereiken? Dat de loon- en arbeids-
voorwaarden van de private sector omhoog
moeten? Of omgekeerd? Ondertussen wordt
de “fabel van de immense verschillen” verder
gevoed.
“De statutairen zijn te duur en te veel ziek.” Minder dan 1 op 4 medewerkers van het
OCMW is op vandaag statutair. Het overige
personeel heeft een arbeidsovereenkomst,
waarvan vrij veel personeel met een tijdelijk
of vervangingscontract. En voor wie er mocht
aan twijfelen statutairen zijn binnen de zor-
ginstellingen niet meer of minder ziek dan
contractueel personeel.
“De riante verlofregelingen in de woonzorgcentra nekken de ocMW’s”. De meeste OCMW’s hebben voor hun perso-
neel van de woonzorgcentra al een rechtspo-
sitieregeling (RPR) die minder gunstig is dan
deze van het gemeentepersoneel. Het ver-
schil met de private sector is hier quasi nihil.
“het personeel wordt te veel betaald in de openbare zorgsector.” Helemaal niet. Werken in een woonzorgcen-
trum is zwaar werk dat veel energie, zowel fy-
Sommige besturen zijn overtuigd geraakt en bergen hun
plannen op.

11zorg
WZC Sint Jozef te WUUSTWEZEL – MINISTER KEURT PRIVATISERING NIET GOEDEen praktijkvoorbeeld
Kirsten Casteleynin één van de vorige edities brachten we de geplande privatisering van het Wzc sint Jozef te Wuustwezel al onder de aandacht. Dit keer kunnen we melden dat de geplande privati-sering niet alleen uitgesteld is, maar ook door de minister over gans de lijn afgekeurd.
De bestuursmeerderheid van het OCMW
Wuustwezel wenste om zogenaamde bespa-
ringsredenen haar woonzorgcentrum om te
vormen tot een privaatrechtelijke VZW. Een
eerste principiële beslissing werd reeds geno-
men in de raad voor maatschappelijk welzijn
van 2 april 2013.
ACV-Openbare Diensten heeft samen met het
personeel in dit dossier steeds duidelijke stel-
ling ingenomen tegen deze privatisering.
Een aantal argumenten die ACV-Openbare
Diensten in de vele discussies heeft inge-
bracht, worden nu ook door de Minister aan-
gewend ter motivatie van zijn beslissing:
• Het statutair personeel dat wordt gede-
tacheerd naar een VZW kan niet verder in
aanmerking komen voor financiering via
het RIZIV. De nieuwe VZW zou hierdoor
maar liefst 1.000.000 EUR aan ontvang-
sten verliezen. Geen onbelangrijk detail in
een besparingsdossier.
• Het bestuur wenste het aantal statutai-
ren af te bouwen (statutairen worden
niet meer vervangen of alleen nog door
contractueel personeel). Het OCMW van
Wuustwezel houdt geen rekening met het
feit dat hierdoor de responsabiliserings-
bijdragen voor de pensioenen van de sta-
tutairen gevoelig verhogen. Andermaal
van enige besparing geen sprake.
• Om besparingen of saneringen door te voe-
ren is de oprichting van een privaatrechte-
lijke VZW helemaal niet noodzakelijk.
• Overgedragen contractuele personeels-
leden moeten hun huidige loons- en
arbeidsvoorwaarden behouden bij de
nieuwe VZW. Dit levert al evenmin een be-
sparing op.
• De nieuwe personeelsleden die vanaf 1 ja-
nuari 2011 in dienst zijn gekomen bij het
woonzorgcentrum vielen reeds onder de
toepassing van de nieuwe rechtspositiere-
geling en hebben reeds een minder gun-
stige verlofregeling dan voorheen. Het be-
stuur wou doen geloven dat er nog steeds
een verschil was van 12 dagen verlof met
de private zorgaanbieder. In realiteit is dit
slechts 3 dagen.
Hoewel nog een beroep tegen de beslissing
mogelijk is bij de raad van state is deze beslis-
sing alvast een opsteker voor de vele militan-
ten en het personeel die zich steeds tegen
deze privatisering hebben verzet. De verant-
woordelijkheid voor de zorg voor hulpbehoe-
vende ouderen zomaar overdragen naar een
VZW gaat dus nog altijd niet zo makkelijk. Ge-
lukkig maar.
sisch als psychisch, vergt. De loon- en arbeids-
voorwaarden zijn allesbehalve te hoog. Of is
het misschien een schande om medewerkers
die instaan voor de dagelijkse en vaak com-
plexe zorg van zorgbehoevende ouderen
tijdens hun laatste levensjaren correct te ver-
lonen?
“Met te privatiseren daalt de loonkost van de contractuelen?”Enkel met nieuwe werknemers kunnen na de
overdracht afwijkende loon- en arbeidsvoor-
waarden worden bedongen. Nochtans trach-
ten besturen al één jaar na de overdracht de
loon- en arbeidsvoorwaarden van het over-
gedragen personeel terug te schroeven. Dit
is voor ACV-Openbare Diensten onaanvaard-
baar en mochten er dergelijke beslissingen
door een bestuur eenzijdig worden genomen,
dan zullen deze ook juridisch worden aange-
vochten.
Het verschil in de loonkost zit hem eerder
We moeten bijzonder alert blijven want het gaat hier om
de toekomst van de zorg

zorg
12
in het aantal “bovennorm” personeelsleden
die bij de openbare sector aanzienlijk ho-
ger is dan bij de private non-profit sector en
de commerciële sector. Uiteraard heeft dit
rechtstreekse gevolgen voor de kwaliteit van
de zorg. Vandaar dat de kwaliteit van de zorg
beter is in openbare instellingen en worden
openbare instellingen veel minder geconfron-
teerd met klachten van bewoners en familie.
ACV-Openbare Diensten blijft pleiten voor het
optrekken van de personeelsnormen zodat
ook in de niet-openbare zorgsector voldoen-
de kwalitatieve zorg wordt geboden.
“Bij een overdracht naar een VzW behouden we de financiering van het RiziV?”Besturen denken dat zij bij het overbrengen
van hun woonzorgcentrum naar een VZW ver-
der kunnen genieten van dezelfde financie-
ring van het RIZIV, ook voor de gedetacheer-
den. Dat is helemaal niet zo. Het ministerieel
besluit dat de financiering regelt, is zeer dui-
delijk en het RIZIV houdt er terecht een correc-
te interpretatie op na. Enkel eigen personeel
kan worden betoelaagd en gedetacheerd per-
soneel is geen eigen personeel van de VZW.
“geen probleem voor de middelen van de sociale Maribel?”De middelen vanuit de sociale Maribel zijn
middelen die tot doel hebben bijkomende
tewerkstelling te creëren. Hiervoor moet een
bepaald arbeidsvolume op peil worden ge-
houden. Door de overdracht van personeels-
leden daalt het arbeidsvolume en kan een
bestuur de middelen van de sociale Maribel
kwijtspelen. ACV-Openbare Diensten zal haar
goedkeuring niet geven om afwijkingen op
deze regel te bedingen bij het beheerscomité
van de sociale Maribel.
“Bij privatisering behouden we als bestuur toch de verdere controle want we maken deel uit van de raad van bestuur van de VzW?” OCMW’s die hun dienstverlening willen pri-
vatiseren, verliezen ook de impact op de or-
ganisatie van de residentiële ouderenzorg.
Eenmaal de overdracht is geregeld, kan de
afgestoten instelling haar eigen leven gaan
leiden. Het OCMW zal wel nog mogen beta-
len. De private sector zal de verliezen van het
woonzorgcentrum niet zelf dragen. Men blijft
dus middelen van de gemeenschap, zelfs van
de lokale gemeenschap, aanwenden maar de
democratische controle op deze middelen
wordt ontweken of vermeden.
Een vals debatJuist op het moment dat alle krachten moe-
ten worden gebundeld om meer bedden in
de ouderenzorg te realiseren en nieuwe zorg-
vormen op te richten, steken lokale besturen
geld en tijd in het onderzoeken van een mo-
gelijke privatisering van een woonzorgcen-
trum. Hierbij wordt tijd noch moeite gespaard
maar niets wordt opgelost. Er wordt geen
enkel bijkomend bed gecreëerd, integendeel.
Dergelijke tijd verspillende activiteiten zijn ne-
fast voor een modern ouderenzorgbeleid. Een
bestuur dat vindt dat ouderenzorg geen geld
mag kosten, is hoe dan ook verkeerd bezig en
zet een ganse groep van de bevolking letter-
lijk en figuurlijk op straat.
Openbare besturen moeten in de eerste
plaats bijkomend investeren in ouderenzorg,
moeten bijkomende plaatsen creëren en
daarnaast inzetten op thuiszorg.
De OCMW’s met een woonzorgcentrum heb-
ben de laatste decennia een enorme exper-
tise ontwikkeld op het vlak van ouderenzorg
en hebben hiermee een enorme voorsprong
opgebouwd. Zij gaan die expertise toch niet
verpanden? De besturen moeten deze zelf ge-
bruiken en aanwenden in andere domeinen
van de ouderenzorg, zoals bijv. de realisatie
van woonzorgzones. Dat OCMW’s ook een be-
langrijke coördinatierol hebben, is al evenzeer
een feit maar zonder zelf een voldoende aan-
bod te hebben, is deze rol verwaarloosbaar.
acV-openbare Diensten als sterkhouderWij kunnen natuurlijk maar onze rol volledig
spelen als we sterk staan. Inhoudelijk heb-
ben we de juiste argumenten maar we heb-
ben onze militanten en veel leden nodig om
onze boodschap kracht bij te zetten. Hoog
tijd dat iedereen die tewerkgesteld is binnen
de (zorg)sector aan hetzelfde zeil trekt want
de aanvallen zijn nog moeilijk te overzien en
komen vanuit verschillende hoeken. Het erg-
ste daarbij is dat aanvallen op personeel van
overheidsdiensten bij een bepaalde groep
populair blijken te zijn. Dat tij zullen we keren.
ACV-Openbare Diensten maakt nu reeds het
verschil en heeft al vaak een dam opgewor-
pen tegen privatisering. We moeten met zo-
veel mogelijk bijzonder alert blijven want het
gaat hier om de toekomst van de zorg en dus
ook om onze eigen toekomst. Zorg die uitein-
delijk iedereen, veel of weinig, vroeg of laat,
zal nodig hebben. Dit basisrecht zullen wij als
ACV-Openbare Diensten blijven verdedigen.

13
Openbare Diensten TE KOOP?
We zijn bijna één maand verder en wat het
OCMW-bestuur met de schorsing gaat doen
is ons een raadsel. Nazareth heeft wel een
overleg georganiseerd rond ‘Sociale Maribels’,
het bestuur wil subsidies om zo extra tewerk-
stelling te creëren…
Als ACV-Openbare Diensten hebben we ons
akkoord gegeven, echter wel met opmerkin-
gen. We vermeldden dat we het betreuren
dat er in 2013 in het OCMW Nazareth er 21
personeelsleden werden afgedankt.
gentBij stad gent is het rond de inhoudelijke
cijfers (-435 VTE’s) inzake de meerjarenplan-
ning oorverdovend stil, we zijn drie maand
verder…
EekloOok in Eeklo wil men de DienstenChequeOn-
derneming van het OCMW afbouwen! Con-
creet gaat het hier over een afbouw van 19
Voltijdse Equivalenten. In de praktijk (gezien
de vele deeltijdse contracten) kan het gaan
over 38 personeelsleden van de 66 perso-
neelsleden uit de DienstenChequeOnderne-
ming van het OCMW.
De afbouw moet gerealiseerd moeten wor-
den tegen 2017. Mondeling heeft het bestuur
werkzekerheid gegeven voor 2014-2015-
2016. Dit moet uiteraard nog formeel worden
bevestigd!
Op de personeelsvergadering was de versla-
genheid onder het personeel enorm groot,
zelzateOp de avond van Valentijnsdag ging de
OCMW-raad door in Zelzate. Hier werd beslist
dat het OCMW zal overgaan tot de bouw van
het nieuw WoonZorgCentrum maar dat de
uitbating niet meer zal gebeuren door OCMW
personeel. Ook de lokale kinderopvang zal
niet meer worden uitgebaat door het OCMW.
Kortom, door het jarenlang financieel wanbe-
leid is zorg geen kerntaak meer van het lokaal
bestuur in Zelzate. Geen hart voor het perso-
neel, maar hard voor het personeel!
Wat de bouw van het nieuw WoonZorgCentrum
betreft, hier loopt men het risico dat door de ge-
speelde politieke spelletjes, de mogelijke subsi-
die van 9 miljoen euro in het gedrang komt. We
hebben meermaals een oproep gedaan dat het
personeel niet het slachtoffer mag worden van
de politieke spelletjes in Zelzate! We hopen dat
men dit uiteindelijk eens beseft!
NazarethU zal zich waarschijnlijk ook nog herinneren
dat we maanden geleden in Nazareth sensi-
biliseringsacties hebben gevoerd tegen de
gedeeltelijke privatisering van de Diensten-
ChequeOnderneming van het OCMW. Naast
deze sensibiliseringsacties hebben we ook op
diverse fronten klacht ingediend. Zo dienden
we klacht in bij de Oost-Vlaamse Gouverneur
Briers en bij de bevoegde Minister Bourgeois.
Op 7 februari 2014 werd door de gouverneur
de beslissing van de OCMW-raad van 5 no-
vember 2013 geschorst omdat het ‘gunnings-
verslag’ tekortkomingen vertoont op vlak van
motivering.
Peter Wieme op 25 februari 2014 was de ‘gentse Minardschouwburg’ volgeladen met vakbondsmilitanten uit de openbare sector, dit voor een debat tussen vakbondsleiders en politici over het thema ‘openbare Diensten TE KooP?’. in het gewest gent-Eeklo is dit een zeer toepasselijke vraag.
de personeelsleden zitten met heel veel vra-
gen. Voorlopig voeren we geen acties om de
klanten niet in de kou te laten staan!
Wordt vervolgd!
Meer info over de Gentse meerjarenplanning
online op www.REDgent.blogspot.be en voor de
andere besturen binnen ons gewest Gent-Eeklo
op www.lrbgenteeklo.blogspot.be
lokale & regionale besturen
Een HARDE realiteit in het Gewest Gent-Eeklo
az Jan Palfijn gent: syndicale werking 1 jaar later, het is ‘hartverwarmend’
Peter Wieme 1 jaar geleden (1 maart 2013) is Kim Colman ge-
start als Nieuwe Vast Afgevaardigde AZ Jan Palfijn
Gent – OCMW Gent en ZORGplatform Gent-Eeklo.
Eén van onze doelstellingen was om bij AZ Jan
Palfijn Gent vanuit iedere discipline binnen het zie-
kenhuis een vertegenwoordiging te hebben. We
hadden 10 afgevaardigden voorop gesteld, op 25
februari 2014 hebben we Rudy Van Win (Zorgkun-
dige) aangesteld als onze 10e afgevaardigde.
Bij deze wensen wij de volledige ploeg van AZ
Jan Palfijn Gent (Arlette, Bianca, Carine, Cathy,
Erik, Ghislaine, Kim, Marie-Christine, Rudy, Viviane,
Wendy) van harte te bedanken voor hun dagelijkse
inzet voor het personeel!

lokale & regionale besturen
14
kenhuis over sociale dienstverlening, bijstand
en zorg op maat tot rusthuis; het OCMW staat
tot uw dienst. Kwaliteit tegen een betaalbare
prijs. Kan dit nog verder aan de modale bur-
ger gegarandeerd worden nu de gemeente-
besturen door budgettaire besognes bijna
gedwongen worden om diensten uit te be-
steden en privatiseren? Ik denk het niet! Tot
nu toe heeft het uitbesteden van openbare
dienstverlening zelden of nooit geleid tot
een betere of beter betaalbare service. De ge-
meentebesturen kunnen, nu het (financieel)
water hen aan de lippen staat, moeilijk weer-
staan aan de lokroep en euro’s van gretige in-
vesteringsmaatschappijen. Als de visie van de
bestuurders (of de portemonnee) niet verder
reikt dan de legislatuur, is het risico niet on-
Natuurlijk is Vlaanderen super belangrijk nu
de 6de staatshervorming een feit is; vanzelf-
sprekend is Europa allesbepalend. Maar waar
wonen, werken en leven de stemgerechtig-
den? Met welke publieke dienstverlening krij-
gen zij dagelijks te maken? Waar is er recht-
streeks contact tussen burger en overheid?
Waar is het vertrouwen in de overheid het
grootst? Juist ja, in steden en gemeenten…
Het is dan ook bijzonder moeilijk om te be-
grijpen - laat staan aanvaarden - dat de poli-
tieke tenoren er blijkbaar op uit zijn om net
dit bestuursniveau te laten bloeden.
zorg…Onder meer via de OCMW’s staan de gemeen-
ten in voor een breed scala van zorg. Van zie-
Lokale en Regionale Besturen, Favela of de basis van onze democratische samenleving?
Christoph VandenbulckeTerwijl iedereen zich warmloopt voor ‘De moeder aller verkiezingen’, leve-ren steden en gemeenten een strijd op leven en dood om budgettair rond te komen. in deze struggle for life komt de dienstverlening al eens zwaar onder druk te staan. afbouw van openingsuren, inkrimpen van de dienst-verlening, afbouw of zelfs ontslag van dienstverleners, etc…
denkbeeldig dat de maatschappij levenslang
zal opdraaien voor de winsten van de privé-
aandeelhouders. En of de kwaliteit van de
zorg en dienstverlening dan nog meespeelt?
Als er al één zekerheid is dan is het dit; ieder-
een is in zijn/haar leven ooit afhankelijk van
de hopelijk goede, menselijke en betaalbare
zorg…
uitbesteden…In de voortdurende zoektocht naar midde-
len laten kortzichtige bestuurders zich nogal
makkelijk verleiden tot de totale uitverkoop.
Snel geld, minder zorgen en de volgende le-
gislatuur zien we wel weer! Voor privé-inves-
teerders, met aandeelhouders die enkel pro-
centueel bevredigd kunnen worden, zijn dit
gouden tijden. Op lange termijn is deze pak-
de-poen-show natuurlijk dramatisch. Je kunt
maar één keer iets te gelde maken. Al te vaak
wordt een publiek monopolie overgenomen
door een private monopolist. En daar spelen
enkel economische belangen en motieven.
Eens een dienst uitbesteed of verkocht, zijn
er nieuwe bazen met andere wetten. Zij zul-
len in de toekomst bepalen welke diensten
tegen welke prijzen verleend zullen worden.
De kwaliteit zal niet bespreekbaar, wel een
gegeven zijn. Te nemen of te laten, als je het al
kan betalen natuurlijk…
En of het nu gaat om zorg, huisvuil, infrastruc-
tuur, informatica, etc… Een verantwoordelijke
overheid zou de uitzonderlijke uitbesteding
van diensten enkel mogen overwegen na
Egoïsme in goede tijden is makkelijk; in slechte tijden heb je
solidariteit nodig.

15lokale & regionale besturen
iedereen is in zijn/haar leven
ooit afhankelijk van de hopelijk goede, mense-
lijke en betaalbare zorg
15lokale & regionale besturen
een grondige kosten/batenanalyse waarbij
de kwaliteit omschreven en gegarandeerd
kan worden, rekening houdend met de soci-
ale last. Als de overheid nog de ambitie heeft
om regulerend en corrigerend op te treden,
dan zal die overheid altijd moeten voorzien
in een volwaardig openbaar alternatief voor
de soms beursgenoteerde marktspelers. Dit
‘behoorlijk bestuur’ is een verantwoordelijke
overheid de burger verschuldigd!
Kwaliteit…Zeker nu er weer eens naar de gunst van de
kiezer moet gehengeld worden, zal geen en-
kel politicus de nood van kwalitatieve dienst-
verlening aan de burger in twijfel durven trek-
ken. Maar koken kost geld; en lekker koken...
Om goede mensen aan te trekken en te be-
houden, die kunnen instaan voor die kwa-
litatieve dienstverlening, moeten er ook
competitieve arbeidsvoorwaarden voorzien
worden. In de openbare sector worden die
behoorlijke arbeidsvoorwaarden normaliter
gegarandeerd door de statutaire benoe-
ming. In de Lokale en Regionale Besturen is
die vaste benoeming eerder de uitzondering
dan regel geworden. Dit ‘voorrecht’ is enkel
nog voorbehouden voor hogere functies of
afhankelijk van de goodwill (lees willekeur)
van de toevallige bestuurders. Waar de vaste
benoeming vroeger de objectiviteit van de
ambtenaar over de politieke legislaturen
moest helpen garanderen, is dit verworden
tot de spreekwoordelijke wortel…
Ondertussen blijft de vaste benoeming tot
nader order wel de regel bij de Vlaamse voog-
dijoverheid en de FOD’s. Is iedere ambtenaar
gelijk voor de wet/de wetgever?
sectoraal akkoordDe afspraken rond arbeidsvoorwaarden wor-
den normaliter om de 2 jaar vastgelegd in een
Sectoraal Akkoord. De gesprekken om tot een
akkoord te komen, lopen moeilijk. Om alsnog
de meubelen te redden, werden de bespreek-
punten door de toeziende Vlaamse overheid
gedevieerd naar werkgroepen. De conclusies
van deze werkgroepen worden medio maart
verwacht. Op korte termijn een eerbaar ak-
koord bereiken zou in de gegeven omstan-
digheden een klein mirakel zijn. De Vlaamse
voogdijoverheid zou moeten beseffen dat het
realiseren van een verbetering van de collec-
tieve arbeidsvoorwaarden quasi onmogelijk is
zonder input. Als er geen specifieke middelen
voorzien worden voor het afsluiten van soci-
ale akkoorden voor het collectief van het per-
soneel van Lokale en Regionale Besturen, dan
organiseer je de onvrede. Bij ontstentenis van
een budget voor sociale akkoorden moeten
de middelen hier en daar bijeengesprokkeld
worden. Een puzzel van middelen uit de Fede-
rale zorg akkoorden, een beetje VIA-middelen,
aangevuld door hier en daar een korting op
sociale zekerheid of Sociale Maribel midde-
len… Een soep!
Bijkomend zijn al die verschillende ‘potjes’ en-
kel inzetbaar voor de omschreven doelgroep,
met eigen criteria en regels. Dit zorgt ervoor
dat voorziene middelen soms niet optimaal
kunnen benut worden en ook - en jammer
genoeg vooral - voor verdeeldheid tussen de
personeelsleden die net wel of net niet onder
het toepassingsgebied (en dus in de prijzen)
vallen. Een voorbeeld van hoe het niet moet,
als alles dan toch efficiënt en effectief moet
verlopen?
Broodnodige overheid…Egoïsme in goede tijden is makkelijk; in slechte
tijden heb je solidariteit nodig. Om iedereen
van minimale rechten en dienstverlening te
verzekeren, is er een goede, efficiënte overheid
nodig. In de eerste plaats een overheid dicht
bij de mensen. Om die rol ten volle en in alle
objectiviteit te kunnen laten opnemen, zijn
er middelen nodig. Dus, Vlaanderen, niet aan
uw ‘peterschap’ verzaken, Nieuwjaar is al een
beetje voorbij, wij (ver)wachten nog steeds…

16
federale overheid
Krijtlijnenvoor de evaluatie van het burgerpersoneel van defensie
Het moet voor iedereen
duidelijk zijn wat het takenpakket
inhoudt.De evaluatie geldt voor het burgerpersoneel
van defensie met uitzondering van het onder-
wijzend personeel van de KMS en Saffraan-
berg, de aalmoezeniers, morele consulenten,
het wetenschappelijk personeel van het
museum en contractuelen die werken voor
derden (bijvoorbeeld Amerikaans Leger). Het
personeel van ACOS IS en het administratief
en technisch personeel van het Museum krij-
gen een aparte regeling.
De leidend ambtenaar(= de voorzitter van de
directieraad) duidt de hiërarchische meerde-
re aan. Deze laatste is ook evaluator en heeft
steeds het statuut van rijksambtenaar.
De functionele chef is de persoon die dage-
lijks met de geëvalueerde werkt. Dit kan een
militair of burger zijn. De functionele chef
heeft als opdracht constructief mee te wer-
ken bij de bespreking van de functiebeschrij-
ving, die een reële weergave is van de huidige
functie van de geëvalueerde. De hiërarchi-
sche meerdere (= de evaluator) ontvangt de
nodige informatie van de functionele chef en
overloopt samen met de geëvalueerde het
takenpakket. Iedereen kan op- of aanmerkin-
gen maken. De hiërarchische meerdere moet
erover waken dat tijdens de hele procedure
de objectiviteit bewaard blijft. Uiteindelijk is
hij eindverantwoordelijke en zal op het einde
van de rit ook hij geëvalueerd worden. Het
moet voor iedereen duidelijk zijn wat het ta-
kenpakket inhoudt.
De evaluator is dus een ambtenaar, aangeduid
door de leidend ambtenaar. Iedere geëva-
lueerde weet wie zijn evaluator is. Dit wordt
hem bij het begin van de evaluatie meege-
deeld. Belangrijke informatie over de evalu-
atie zal via intranet gecommuniceerd worden.
Daar vind je ook bij welke contactpersoon je
terecht kan met je vragen.
Alle evaluatoren kregen vorming om de pro-
cedure in goede banen te leiden. Het is niet
de taak van de directie om een aantal perso-
nen de rekening te presenteren, maar op een
constructieve basis de loopbaan van de me-
dewerker te helpen uitbouwen.
Aangezien defensie pas begonnen is om het
nieuwe systeem uit te werken voorziet de
directie dat men pas eind maart zal rond zijn
met de functiebeschrijving en het plannings-
gesprek.
Tijdens dit gesprek wordt er verwacht dat
men niet alleen de functiebeschrijving goed
definieert maar ook de planning maakt voor
het komende werkjaar. Beide partijen (= eva-
luator en geëvalueerde) ontvangen een
basisdocument dat ze verder
kunnen aanvullen
en door
beiden ondertekend wordt. Dit document en
een duidelijke planning zijn de bouwstenen
voor een goede evaluatie.
De voorzitter van het sectorcomité heeft
duidelijk gesteld dat er geen quota voorop-
gesteld zijn in defensie. Het is vrij duidelijk:
iedereen die een ‘uitzonderlijk’ verdient, zal
dit ook krijgen. Objectiviteit is hier dan ook
nodig. Want de evaluator zal ook zijn evalu-
atie tot een goed einde moeten brengen.
In ieder geval : één ding is duidelijkheid. Bur-
gers evalueren burgers en de ‘uitzonderlijke’
ambtenaar zal beloond worden.
Ondanks alles zal ACV-Openbare Diensten de
evaluatie opvolgen en niet nalaten tussen te
komen waar nodig.
Hilde De Leeuwhet K.B. van 24 september 2013 betreffende de evaluatie van personeel in het federaal openbaar ambt werd besproken in het sectorcomité van defen-sie.

federale overheid
We leveren geen bandwerk af, maar een degelijke
en kwalitatieve opleiding.
De pop-up schoolOpleidingen voor bevorderingsexamens bij de federale overheid zijn groot succes
ben we onlangs een hoofdstuk rond logisch
en abstract denken toegevoegd, omdat we
merkten dat Selor hier meer aandacht voor
had. Onze opleiding is dus continu in ontwik-
keling, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij
het bevorderingsexamen van Selor.
De opleiding wordt aangepast en bijgeschaafd. geldt dat ook voor de lesgevers?De kwaliteit van de lesgevers is zeker een
permanent aandachtspunt. We zijn allemaal
vakbondsmilitanten die zich hebben bijge-
schoold. En we krijgen een grondige opleiding
vooraleer we voor een ‘klas’ gaan staan. Een
opleiding wordt ook altijd gegeven door 2 of
3 lesgevers. Dat zorgt niet alleen voor afwisse-
ling voor de deelnemers. Maar iedere lesgever
heeft ook zijn specialiteit. We zijn trouwens al-
tijd op zoek naar nieuwe lesgevers, maar door
die grondige voorbereiding en opleiding, kun-
nen maar 2 of 3 mensen per jaar instromen.
luc, Mita, zijn de opleidingen ook dit werkjaar weer een succes?Zeker. We hadden tot nu al ongeveer 600
deelnemers aan onze vormingen. Per werk-
jaar kunnen ongeveer 1000 mensen deelne-
men aan de vormingen. Dat is wel het maxi-
mum. We letten erop dat we geen bandwerk
afleveren, maar een degelijke en kwalitatieve
opleiding.
Vanwaar dat succes?Dit jaar organiseert Selor (het selectiebureau
van de federale overheid, nvdr) een bevorde-
ringsexamen naar niveau A voor de federale
overheid. Het is 5 jaar geleden dat dit gebeur-
de, en dus is er veel interesse. Wij organiseren
een opleiding voor het eerste algemene ge-
deelte van het examen. Wie daarvoor slaagt,
mag naar de universiteit of hogeschool om
er een opleiding te volgen op master-niveau.
Merken jullie goede resultaten van de opleiding?Ja. Wie heeft deelgenomen aan onze vor-
ming, heeft duidelijk een streepje voor. We
zien een slaagpercentage van 33%, en dat is
zeker hoger dan wie zonder opleiding aan
het examen deelneemt. We zorgen dan ook
voor een kwaliteitscontrole van onze oplei-
ding. Na iedere lesdag evalueert de lesge-
ver de vorming samen met de deelnemers.
Soms worden enkele zinnetjes aangepast
omdat ze onduidelijk zijn. Soms worden zelfs
nieuwe hoofdstukken toegevoegd. Zo heb-
Mark SaenenacV-openbare Diensten zet al enkele jaren in op vorming van onze leden. Dankzij de opleidingen zijn ze beter voorbereid op de bevordering- of wer-vingsexamens en vergoten hun slaagkansen aanzienlijk. ook bij de fede-rale overheid worden opleidingen georganiseerd. De lesgevers zijn meestal militanten. zij weten hoe de examens worden afgenomen, en kunnen onze leden dus heel gericht begeleiden in hun voorbereiding. luc Jacobs en Mita Van Damme zetten zich dit werkjaar in voor de vorming ter voorbereiding op de bevorderingsexamens bij de federale overheid.
Wat brengt de toekomst?De opleiding voor wervings- en bevorde-
ringsexamens is onze core-business en heeft
veel succes. We zullen dit dan ook niet snel
opgeven. Maar vanaf deze zomer zullen we
ook opleiding geven over evaluaties, zowel
voor geëvalueerden als voor evaluatoren. We
werken via het systeem ‘train-the-trainer’. We
selecteerden een aantal mensen om bij een
externe organisatie (Arabel vzw) de theorie
en de vaardigheden aan te leren om deze
materie goed te kunnen over brengen. Deze
mensen kunnen dan op hun beurt vorming
geven rond evaluatie, op vraag van groepen,
gewesten of instellingen. We hopen natuurlijk
dat dit ook zo’n succes wordt.
Wil je meer informatie over de opleidingen?
Neem dan contact op met cindy.decleene@acv-
csc.be
17

18
vlaamse overheid
Kandidaten voor ACV-Openbare Diensten zijn
Stefanie Vermeire (titularis) en Hilde Dewulf
(vervanger).
stefanie, hilde, waarom is het zo belangrijk
om vertegenwoordigers voor het adminis-
tratief en technisch personeel te hebben in
de Raad van Bestuur?
stefanie: Reeds jaren ben ik actief als vrijge-
stelde voor het ACV en als lid van de ATP raad.
Hierbij staat het belang van het ATP voorop.
Een zitje in de Raad van Bestuur betekent mee
besturen, een stem kunnen uiten, een beleid
kunnen bepalen en uitstippelen.
hilde: Vanuit de Raad van Bestuur worden
verschillende commissies toegewezen, zoals
bijvoorbeeld de begrotingscommissie, com-
missie zelfstandig academisch personeel, com-
missie ATP... In de commissies worden de grote
lijnen uitgezet over het personeelsbeleid, de
financiering, enzovoort. De commissie ATP is
momenteel niet actief, wat we graag veran-
derd zien. Ik vind het belangrijk dat we al van
bij de commissies betrokken zijn bij de bespre-
king van de dossiers.
Universiteit Gent kiest de vertegenwoordigers administratief en technisch personeel voor de Raad van Bestuur
Welke zijn jullie belangrijkste programma-
punten?
Een eerste punt van ons programma is de cor-
recte verloning en duidelijke communicatie over
salariswijzigingen. Geen foutieve inkomstenfi-
ches meer! Er is veel onduidelijkheid rond de
inschaling van de personeelsleden. De verlo-
ning, hieraan gekoppeld, kan daardoor grote
verschillen tonen. Er zijn verdere onderhan-
delingen nodig over de eindejaarspremie! In
2014 krijgen alle personeelsleden een ecoche-
que bovenop de eindejaarspremie...Wij willen
dit op termijn uiteraard verankerd zien in het
loon.
Een tweede punt van ons programma is een
nieuwe functieclassificatie met aandacht voor
experten-loopbanen en bevorderingsmoge-
lijkheden voor iedereen. Onze huidige functie-
classificatie dateert van 2004. Ondertussen zijn
er al heel wat nieuwe functies bijgekomen met
nieuwe profielen. Een nieuwe functieclassifica-
tie dringt zich op. Met meer parameters om de
functie te wegen en meer functiefamilies om
de functies te catalogeren. Momenteel moet
men vaak ad hoc oplossingen invoeren, met
grote ongelijkheid op de werkvloer tot gevolg.
De functieclassificatie moet uitgebreid worden
met experten-loopbanen, opdat personeels-
leden die uitmuntend presteren hiervoor
beloond kunnen worden binnen hun
graad. Bewijzen dat je goed bent via een
rapport van potentieelinschatting is
overbodig als je de functie reeds jaren-
lang uitvoert! Bevorderen naar een ho-
gere graad moet kunnen op basis van
de juiste competenties en eventueel op
basis van een geschiktheidson-
derzoek per functie voor alle
categorieën.
Amélie JanssensTussen 5 en 9 mei kan het administratief en technische personeel (aTP) van ugent zijn stem uitbrengen op hun vertegenwoordigers in de Raad van Be-stuur. Deze vertegenwoordigers zetelen de komende 4 jaar in de Raad van Bestuur van de universiteit en zorgen er voor dat het aTP personeel een stem krijgt.
Een derde punt op het programma is een
uitbreiding van de aanvullende pensioenver-
zekering voor alle contractuelen! De wet op de
aanvullende pensioenen stelt dat er geen dis-
criminatie mag bestaan tussen de contractue-
len bepaalde duur en onbepaalde duur. Daar
de personeelsleden met een contract onbe-
paalde duur beschikken over een aanvullende
pensioenverzekering, is een uitbreiding naar
de contractuelen bepaalde duur een must en
wettelijk verplicht sedert 2003. Als ATP ver-
tegenwoordiger zien we toe op een correcte
uitbreiding en regularisatie van het verleden!
Een afbouw van verworven rechten kan niet
toegestaan worden.
Als laatste punt op ons programma willen we
het beleid rond psychosociaal welzijn nog ver-
der uitbreiden. Momenteel is er centraal één
vertrouwenspersoon. Op termijn dienen er
decentrale vertrouwenspersonen te komen in
alle faculteiten, die de signalen snel kunnen
doorgeven aan de centrale vertrouwensper-
soon. Van daaruit kan dan met toestemming
van het personeelslid een oplossing gezocht
worden. Om deze oplossingen te kunnen reali-
seren, moet er een solidair systeem komen van
beschikbare centrale punten om eventuele
verplaatsingen zo snel mogelijk te kunnen re-
aliseren. Vandaag stellen we vast dat verplaat-
singen over de faculteiten heen zeer moeilijk
zijn, aangezien men als faculteit het contin-
gent aan punten niet graag ziet dalen bij een
vertrek van een statutair personeelslid. Een
centrale vervangingspool met enkele punten
kan op korte termijn heel wat soelaas brengen.
Wat is jullie boodschap aan het administra-
tief en technisch personeel van ugent?
In de eerste plaats: durf stemmen! De stem-
ming is vrij, dus het is belangrijk dat de perso-
neelsleden niet vergeten om hun stem uit te
brengen. Er zal een online een verkiezings-
module beschikbaar zijn. Mensen nemen best
ook een kijkje op onze site www.acv-openba-
redienstenugent.be , daar kan je alle informatie
vinden over de verkiezingen.
durfSTEMMEN
5/5/2014 tot 9/5/2014
Verkiezingen Vertegenwoordigers ATP in de Raad van Bestuur
Stefanie Vermeire
Hilde Dewulf
TITULARIS
VERVANGER

19bijzondere korpsen
Jan AdamOp 26 februari 2014 heeft ACV Politie een
sectoraal akkoord afgesloten. Er waren drie
uitgangspunten om tot dit akkoord te komen:
• Het uitvoeren van eerdere akkoorden
ofwel reeds gepubliceerd en van
kracht
ofwel in finale fase voor publicatie in
het Belgisch Staatsblad:
- Valorisatie geldelijke anciënniteit
- Bevordering loonschaal AA4 -
A4A
- Het in aanmerking nemen van de
competentietoelage voor de be-
rekening van het pensioen
- …
• Realistisch cahier gelet de korte tijdspan-
ne en de budgettaire krapte
• Eerder kwalitatieve maatregelen
coNclusiEs VaN DE oNDERhaNDEliNgENVoor wat betreft de sectorale onderhande-
lingen 2012 – 2013 werd een akkoord be-
reikt tussen de overheid en de representa-
tieve vakbonden ACV-Politie en NSPV over
de volgende items:
Zichtbaar maken van de anciënniteitTer aanvulling en verfijning van de actuele
HRM-concepten die van toepassing zijn bin-
nen de geïntegreerde politie, zal de opge-
bouwde anciënniteit gevisualiseerd worden
door de toevoeging van het kwalificatief “eer-
ste” bij de graad en dit na het verwerven van
13 jaren graadanciënniteit. Het vereiste aantal
jaren graadanciënniteit zal verminderd wor-
den met het aantal jaren dat het betrokken
personeelslid is aangesteld in de betrokken
graad.
Met het oog op het bepalen van de graadan-
ciënniteit, wordt rekening gehouden met de
sinds 01/04/2001 opgebouwde graadanciën-
niteit. Voor de Calog’ers die evenwel pas op
01/01/2002 werden ingeschaald en nu nog
steeds diezelfde graad hebben, zal het vereis-
te aantal jaren graadanciënniteit verminderd
worden met 9 maanden.
Deze maatregel is van toepassing op het ge-
hele personeel van de geïntegreerde politie
(Ops en Calog, statutair en contractueel). De
visualisering op het uniform gebeurt door
middel van een graadsymbool dat zal worden
aangebracht op het uniformstuk dat de graad
weergeeft.
Deze erkenning genereert geen bijkomende
geldelijke valorisering en behelst een auto-
noom concept.
OGP/HPK-bevoegdheid voor INP-RECHOm de werking van de recherchediensten te
optimaliseren, zullen de inspecteurs aange-
wezen voor de lokale recherche en voor een
ambt binnen DGJ, de OGP/HPK-bevoegdheid
verkrijgen. Daartoe zal de functionele oplei-
ding worden aangepast. De actuele leden van
de lokale recherche en DGJ zullen die oplei-
ding ook volgen met uitsluiting van zij die op
1 januari 2014 reeds 50 jaar zijn tenzij zij hier-
toe vrijwilliger zijn.
Op basis van vrijwilligheid kan een inspecteur
met 6 jaar kaderanciënniteit zich ook inschrij-
ven voor de opleiding OGP/HPK (geen evalu-
atie onvoldoende en, bij weigering, een gemo-
tiveerd advies van de korpschef ).
De alzo verworven hoedanigheid van OGP/
HPK beoogt de uitvoering van de daaraan ver-
ACV Politie sluit sectoraal akkoord
Over deze items werd een
akkoord bereikt tussen de overheid en de
vakbonden
bonden bijzondere bevoegdheden, niet de
verantwoordelijkheid van omkadering door
een lid van het middenkader (HINP).
Het verwerven van deze hoedanigheid zal in
aanmerking genomen worden voor de verde-
re loopbaanontwikkeling; dit zal in de ontwik-
keling van een concept van “EVC” (eerder ver-
worven competenties) opgenomen worden.
Verminderde prestaties wegens medische redenenNa uitputting van de duur van het voorziene
stelsel van verminderde prestaties wegens
ziekte, kan het betrokken personeelslid de
verminderde prestaties verlengen overeen-
komstig de in het statuut van het federaal
openbaar ambt voorziene verlengingen in
het raam van het stelsel van de verminderde
prestaties wegens een langdurige medische
ongeschiktheid.
Proeven sociale promotie CalogDe overheid engageert er zich toe die proe-
ven op een regelmatige basis te organiseren,
te weten om de twee jaar, beginnende in 2014
met een duidelijke examenkalender.
Geldigheidsduur brevetten Sociale promotie CalogVoormelde brevetten verkrijgen een geldig-
heidsduur van onbepaalde duur. Dit is ook het

20
bijzondere korpsen
geval voor de reeds behaalde brevetten.
Ter zake zal een navolgend debat worden ge-
voerd m.b.t. de andere brevetten.
Frequentie directiebrevetDe overheid engageert er zich toe die proe-
ven op een regelmatige basis te organiseren,
te weten om de twee jaar tenzij de kaderbe-
hoeften voldaan zijn.
Concept en inhoud van die opleiding zullen
met de sociale partners worden geëvalueerd
in 2014.
Arbeidsongevallen – hernemingEen personeelslid dat na een arbeidsongeval
gedeeltelijk tijdelijk arbeidsongeschikt blijft,
kan aanspraak maken op de schadeloosstel-
ling voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid (cfr.
GPI 36).
Er valt aan te stippen dat die schadeloosstel-
ling ook een forfait bevat ter vergoeding van
de niet genoten toelagen voor dienstpresta-
ties uitgevoerd op een zaterdag, een zondag,
een feestdag of tijdens de nacht. Indien het
deeltijds tewerkgestelde personeelslid even-
wel in het raam van zijn deeltijdse werkhervat-
ting dienstprestaties levert op een zaterdag,
een zondag, een feestdag of tijdens de nacht,
gelden de volgende regels:
• indien de toelagen die verschuldigd zijn
voor de reële dienstprestaties op een za-
terdag, een zondag, een feestdag of tij-
dens de nacht gelijk of groter zijn dan het
forfait → het personeelslid ontvangt de
reëel verschuldigde toelagen
• indien de toelagen die verschuldigd zijn
voor de reële dienstprestaties op een za-
terdag, een zondag, een feestdag of tij-
dens de nacht kleiner zijn dan het forfait
→ het personeelslid ontvangt het forfait.
Deze maatregel maakt onderdeel uit van het
globaal actieplan tegen geweld op politie-
ambtenaren.
Reglementair kader voor ordemaatregelenDe overheid en de representatieve vakbon-
den zijn het eens over de noodzaak om een
reglementair kader te scheppen betreffende
de ordemaatregelen. Dit moet de geldigheid
van de procedures alsmede de eerbiediging
van de wederzijdse rechten en plichten ten
goede komen. Onderhandelingen daartoe
zullen worden aangeknoopt.
Sociale maatregelen bij optimalisatieEen Change-team zal de optimalisa-
tiebeweging van de federale poli-
tie alsmede bepaalde delen van de
opdrachtbrief van de commissaris-
generaal en het NVP faciliteren. Via
programma’s en projecten zullen er
voorstellen ontwikkeld worden voor
validatie op het directiecomité. Het
change-team houdt het overzicht,
waakt over de coherentie van de
programma’s en het integreren van
welzijnsaspecten en begeleidende maatrege-
len. Dit team zal ook regelmatig en proactief
feedback geven aan de vakorganisaties. Het is
tijdens deze vergaderingen dat de specifieke
sociale maatregelen aan bod zullen komen.
Die maatregelen zullen vervolgens, zo nodig,
worden voorgelegd aan het hoog overlegco-
mité dan wel aan het onderhandelingscomité.
Deze aanpak zal model staan voor andere re-
organisaties en fusies.
Syndicaal statuut - omzendbriefTen behoeve van de werkgevers en de syndi-
cale organisaties zal een omzendbrief worden
uitgevaardigd (reeds onderhandeld) met be-
trekking tot de toepassing van het syndicaal
statuut binnen de geïntegreerde politie. Het
doel van die verduidelijkingen is bij te dragen
tot het optimaliseren van de sociale dialoog
en de werking van de diensten alsmede het
verhogen van het welzijn, de veiligheid en de
hygiëne op het werk.
Het uitzonderlijk verlof voor de begeleiding van bepaalde personenDe bepalingen die dienaangaande van toe-
passing zijn binnen het federaal openbaar
ambt, zullen worden opgenomen in het RPPol.
Geweld tegen politieambtenarenDe overheden bevestigen hun respectieve
engagementen vervat in het protocol nr 309.
De vier werkgroepen en de overkoepelende
ministeriële stuurgroep zetten hun werkzaam-
heden en vergaderingen verder en het item
zal geregeld worden geagendeerd op het
onderhandelingscomité. Om de vooruitgang
te kunnen meten, wordt een geactualiseerde
stand van zaken van de werkzaamheden bin-
nenkort op onze website www.acvpolitie.be
gepubliceerd.

21vervoer
Hierover werden een reeks cao’s afgesloten.
Bij de ‘openbare diensten’ verwijzen wij naar
de cao van 21 november 2013 en naar de cao
van 13 februari 2014. De cao’s voor de sec-
toren ‘speciale diensten’ en ‘autocardiensten’
werden getekend op 13 februari 2014.
Een kort overzicht:
openbare autobusdiensten• Niet-recurrente bonus:
In de cao van 21 november 2013 werd af-
gesproken dat een niet-recurrente bonus
van 140 euro (bruto) wordt uitbetaald. In
de cao van 13 februari wordt het toeken-
ningsplan, ons opgelegd door de wet,
opgenomen.
In de maand augustus 2014 zal een bo-
nus van 140 euro bruto (niet-recurrent)
worden uitbetaald aan de voltijdse werk-
nemers van de sector die tijdens de refer-
teperiode tewerkgesteld waren. Het be-
drag van de bonus wordt geproratiseerd
in functie van de arbeidsprestaties. Voor
werknemers die in dienst zijn getreden in
de loop van de referteperiode wordt de
bonus berekend pro rata van 1/181ste per
gepresteerde (of gelijkgestelde) dag.
Deze bonus kan slechts worden uitbe-
taald indien de algemene doelstelling
wordt gehaald. Het betreft een verhoging
van de ontvangsten van de VVM tijdens
AUTOBUS-AUTOCARUitvoering van de sociale programmatie 2013-2014! Een stand van zaken
de periode van 1 januari 2014 tot en met
30 juni 2014 (referteperiode) ten opzichte
van de periode van 1 januari 2013 tot en
met 30 juni.
• Fietsvergoeding: met ingang van 1 janu-
ari 2014 is deze vergoeding opgetrokken
naar 0,21 euro/kilometer;
• anciënniteitsverlof: met ingang van 1
januari 2014 wordt een dag anciënniteits-
verlof ingevoerd voor alle leden van het
rijdend personeel met vier jaar anciën-
niteit. De toekenning ervan gebeurt op
basis van de dienstanciënniteit verwor-
ven op 1 juli van het toekenningsjaar. Bij
deeltijdse tewerkstelling wordt het anci-
enniteitsverlof geproratiseerd in functie
van het arbeidsregime;
• geldelijke loopbaan: het einde van de
geldelijke loopbaan wordt vanaf 1 janu-
ari 2014 verlengd met de toekenning van
een halve biënnale na 2 jaar.
• uniform: de werkgevers die werkkledij
ter beschikking stellen betalen een jaar-
lijkse vergoeding voor het onderhoud van
de kledij van 26,88 euro per jaar. De werk-
gevers die geen werkkledij ter beschik-
king stellen betalen een maandelijkse
vergoeding van 8,05 euro per maand. De
sjaal, de muts, het thermisch ondergoed
en de fleece worden aan de kledijmassa
toegevoegd.
Jan Coolbrandtop het einde van 2013 werd in de verschillende sectoren ‘openbare auto-busdiensten’, ‘speciale diensten’ en ‘autocardiensten’ een akkoord afgeslo-ten over de sociale programmatie ‘2013-2014’.
Het besef groeit dat het openbaar
vervoer niet stopt aan de gewestgrenzen.

22
vervoer
speciale dienstenOp 13 februari 2014 is in het paritair comité
een cao afgesloten over de toekenning van
een ecocheque van 125 euro. De ecocheque
wordt elk jaar uitbetaald uiterlijk voor 30 juni
van het betreffende toekenningsjaar. Een eer-
ste keer dus in 2014.
Chauffeurs die minimum vijf opeenvolgende
jaren tewerkgesteld zijn in hetzelfde bedrijf
hebben recht op deze ecocheque. De duur
van de prestaties speelt geen rol. Aan deze
voorwaarde moet voldaan worden in de loop
van de maand januari van het betreffend jaar.
Voor het bepalen van het bedrag (volledig of
gedeeltelijk) wordt zoals bij de berekening van
de eindejaarspremie rekening gehouden met
volgende elementen: de berekening gebeurt
over een referteperiode van 12 maanden.
Voor diegenen die geen 12 maanden tewerk-
gesteld zijn geweest wordt het bedrag prorata
het aantal maanden berekend. Een effectieve
prestatie van 10 dagen geldt voor een volle-
dige maand. De wettelijke vakantiedagen en
de afwezigheidsdagen als gevolg van ziekte of
arbeidsongeval worden gelijkgesteld met da-
gen arbeidsprestaties met een maximum van
zes maanden.
Deeltijdse chauffeurs krijgen het bedrag van
125 euro prorata hun wekelijkse arbeidsduur.
Chauffeurs die tussen januari en het tijdstip van
de uitbetaling uit dienst treden behouden hun
rechten. De uitbetaling gebeurt uiterlijk op 30
juni van elk jaar. In ons geval dus 30 juni 2014.
Vanaf 1 januari 2014 wordt de nachtvergoe-
ding verhoogd tot 1 euro per uur.
autocardienstenOok in deze sector moeten de chauffeurs mi-
nimum 5 opeenvolgende jaren bij dezelfde
werkgever hebben gewerkt om het recht te
‘openen’. De duur van de prestaties speelt
geen rol. Ook de aard van de arbeidsovereen-
komst speelt geen rol.
Op het moment dat het recht is geopend,
wordt voor het vaststellen van het bedrag
(volledige of gedeeltelijk) teruggrepen naar
de toepassingsmodaliteiten van de einde-
jaarspremie ‘autocar’.
In tegenstelling tot de speciale diensten wordt
nog een voorwaarde opgelegd. Chauffeurs
die in 2013 geen zes maanden hebben ge-
werkt hebben geen recht.
Chauffeurs die in 2013 in dienst zijn getre-
den krijgen het bedrag pro rata het aantal
gewerkte maanden. Chauffeurs die in 2013
ziek of arbeidsongeschikt zijn geweest krij-
gen het bedrag prorata het aantal maanden
arbeidsprestaties. Een effectieve prestatie van
10 dagen geldt voor een volledige maand.
Wettelijke vakantiedagen en ziektedagen (en
arbeidsongeval) worden gelijkgesteld met da-
gen arbeidsprestaties met een maximum van
6 maanden.
Deeltijdse chauffeurs krijger het bedrag van
125 euro prorata hun wekelijkse arbeidsduur.
Chauffeurs die uit dienst treden tussen januari
en 30 juni 2014 behouden hun rechten.
De uitbetaling gebeurt uiterlijk op 30 juni van
elk jaar. In dit geval: 30 juni 2014.
Voor meer informatie kan u altijd op onze
website www.acvbuscar.be terecht. Voor in-
formatie over de ecocheques verwijzen wij
naar www.ecocheques.be
uitbetaling van de vakbondspremieBegin maart starten wij met de uitbeta-
ling van de vakbondspremie 2013 (uitbe-
taald in 2014).
Voor een voltijdse werknemer bedraagt
de premie 135 euro. Voor een deeltijdse
werknemer 67,50 euro.
Wat moet je hiervoor doen? Je bezorgt
je legitimatiekaart, dat je per post werd
bezorgd, aan uw vakbondsafgevaardigde
van je bedrijf of je bezorgt dit attest aan
uw ACV-secretariaat.
Nieuwe uurlonen garagepersoneelDe nieuwe uurlonen van het garageper-
soneel (vanaf 1 januari 2014) vinden jullie
op onze website www.acvbuscar.be

vervoer 23
Jan CoolbrandtEerst het goede nieuws. Tijdens de bijeenkomst van het paritair comité van 4 februari jl. werd onze cao ‘brugpensioen’ verlengd tot eind december 2016. het gaat hier over het brugpensioen op 55 jaar met een loopbaan van 38 jaar, en op 58 jaar voor werknemers met een loopbaan van 25 jaar.
De Lijn:Twijfels!
ReorganisatieEr valt niet zo veel (goed?) nieuws te vertel-
len over de fameuze reorganisatie ‘De Lijn
van de toekomst’. Medewerkers hebben
ondertussen hun persoonlijke brief ontvan-
gen en weten waar ze staan. Alhoewel! Heel
wat medewerkers tasten nog in het duister,
ondanks het feit dat het jobcenter op volle
toeren draait. Het is nog te vroeg om hier-
over een definitief oordeel te vellen. Toch
hopen we dat onze vrees niet zal worden
bevestigd. Deze reorganisatie heeft alles in
zich om heel wat trouwe en goede mede-
werkers teleur te stellen. Sommigen onder
hen zullen zich ondergewaardeerd voelen,
anderen overbodig. Van verspilling van ta-
lent gesproken. Net op het moment dat
men wil inzetten op talentmanagement…
Medewerkers zullen nieuwe functies, an-
dere taken toegewezen krijgen. In de mate
dat zij hierin begeleid en gesteund en on-
dersteund kan dit lukken. Hopelijk wordt
ook geen ‘talent’ verkwist. Hier ligt ook een
grote verantwoordelijkheid bij het hoge en
middenkader.
Medewerkers zullen ook anders moeten
gaan werken. De transitieperiode voor de
implementatie van de reorganisatie is van
start gegaan. De eerste afdelingen verdwij-
nen in de entiteiten en de centrale diensten.
De nieuwe gemeenschappelijke diensten
worden in de entiteiten opgestart. Onder-
tussen is men ook volop bezig aan de voor-
bereiding van de implementatie van ERP.
Kwaliteit We kunnen natuurlijk niet op de zaken voor-
uit lopen maar ook hier moeten we de vrees
uitdrukken, dat ondanks de goede intenties
en inzet van iedereen, de kwaliteit van onze
dienstverlening aan onze medewerkers er,
zeker in eerste instantie, niet zal op voor-
uit gaan. We hebben steeds gezegd dat het
succes van deze reorganisatie staat of valt
met een goeie dienstverlening naar o.a.
onze werknemers. Als het moet zullen wij
De Lijn hierop ook appelleren.
Voor wat de directie ‘Techniek’ betreft,
hebben wij tijdens het paritair comité van
februari de gelegenheid gehad om onze
vragen, verzuchtingen en opmerkingen
aan de directie over te maken. Het betreft
de organisatiestructuur, de organogram-
men, de invulling van de nieuwe organisa-
tiestructuur, de functies(-beschrijvingen),
de inschaling van bepaalde functies. Bij
het ter perse gaan, hadden wij nog geen
concrete antwoorden vanwege de directie.
Vreemd, want deze plannen liggen nu toch
al een tijdje op tafel. Mogen wij hier toch
een pleidooi houden voor duidelijkheid en
continuïteit? Mogen wij onze zorg uiten
over ‘onze’ technische diensten’? En mogen
wij de directeur-generaal geloven wanneer
hij zegt dat het net de bedoeling is om onze
technische diensten sterker, performanter
te maken? Waarom geloven wij, en de me-
dewerkers, dat nog niet?
Uiteraard worden in het licht van de verkiezingen politieke spelletjes
gespeeld
Binnenkort wil De Lijn de gesprekken op-
starten over de harmonisatie van de loon-
en arbeidsvoorwaarden. Het zogenaamde
‘regelset’-dossier. De Lijn wil omwille van
het gelijkheidsprincipe – laten we daar nu
eventjes van uitgaan –, en omwille van SAP
àlle regels onder de loep nemen en ‘gelijk
trekken’. Dit is geen simpele oefening en
raakt ook aan wezenlijke elementen van
onze loon- en arbeidsvoorwaarden. We zul-
len hier omzichtig te werk moeten gaan.
En voor de duidelijkheid. De Lijn zal moeten
beseffen dat wij ook lokale afspraken niet
met een vingerknip ongedaan zullen ma-
ken. Deze lokale en andere afspraken zor-
gen er met name voor dat de kern, de mo-
tor van onze activiteiten, t.t.z. de exploitatie
en de technische diensten blijven draaien.
Houden zo!
Nu wij toch onze twijfels uiten, kunnen
wij er niet onderuit dat De Lijn de laatste
tijd ook extern onder druk staat. Uiteraard
worden in het licht van de verkiezingen
politieke spelletjes gespeeld en worden re-
keningen vereffend. Trouwens een treurig
schouwspel, als je ons vraagt!
Dit is alvast geen goed nieuws show. Wij
durven er alvast aan twijfelen dat hierachter
goede bedoelingen schuil gaan!

Joris Lermytteom mensen aan te zetten tot langer werken pleiten veel partijen er vandaag voor om meer nadruk te leggen op de lengte van de loopbaan. leeftijds-grenzen worden dan minder belangrijk. Te veel nadruk op de loopbaanduur dreigt evenwel onze pensioenstelsels uit evenwicht te brengen.
Een evenwichtig pensioenstelsel looptop twee benen
leeftijd en loopbaanLanger werken blijft hoog op de agenda
staan. Wie langer werkt, betaalt immers
langer bijdragen en ontvangt minder lang
een pensioen, zo luidt de redenering. Dat
komt de financiën ten goede. De huidige
pensioenhervorming verstrengt reeds de
loopbaanvoorwaarden voor vervroegd
pensioen, waardoor we reeds langer aan de
slag moeten blijven. Vervroegd pensioen op
62 jaar, na een loopbaan van 40 jaar wordt
nu de norm. Na een lange loopbaan van
42 jaar is het mogelijk om vanaf 60 jaar te
vertrekken. Na een loopbaan van 41 jaar op
61 jaar. Wie aan geen van deze voorwaar-
den voldoet kan pas met pensioen vanaf
de pensioenleeftijd. Die ligt op 65 jaar. De
pensioenleeftijd is dus de leeftijd vanaf
wanneer iedereen met pensioen kan, on-
geacht de lengte van de loopbaan. Voor de
aanvang van het pensioen spelen loopbaan
en leeftijd dus beide een cruciale rol. Dat is
overigens niet het geval bij de berekening
van het pensioenbedrag. Dat wordt bepaald
door de loopbaan en het inkomen.
loopbaanduurVandaag pakken de partijen uit met voor-
stellen om de loopbaaneis voor vervroegd
pensioen op te trekken tot 42 jaar of zelfs 45
jaar. Op die manier zouden we met z’n allen
langer aan de slag blijven. Daarenboven zou
dit ook een vereenvoudiging betekenen. De
lat zou voor iedereen gelijk komen te liggen.
Het grote gevaar bij dit soort voorstellen is
dat ze aantrekkelijk lijken omwille van hun
schijnbare logica en eenvoud, maar dat ze
in de praktijk heel wat mensen uitsluiten.
Meer nadruk op de loopbaanduur betekent
dat iedereen die niet voldoet aan een loop-
baaneis langer zal moeten gaan werken.
Loopbaankeuzes uit het verleden zullen
hierdoor een grotere impact gaan krijgen.
In de praktijk betekent dit vooral dat wie in
het verleden bepaalde periodes niet heeft
gewerkt, zonder daarvoor een vervangings-
inkomen te krijgen, in de toekomst langer
zou moeten gaan doorwerken. Wie recht
had op een vervangingsinkomen heeft im-
mers recht op een gelijkstelling, waardoor
die periode meetelt voor het pensioen.
De vraag is dan wie langer zal moeten
gaan werken. Op de eerste plaats zullen dat
vrouwen zijn. We weten dat tien jaar gele-
den slechts 1/3e van de vrouwen bij hun
pensioen een loopbaan van 40 volle jaren
of langer konden voorleggen. Slechts 1/4e
haalde 42 volle jaren. Bij de mannen bereik-
te slechts 1 op 6 geen 40 loopbaanjaren, en
1 op 4 geen 42 loopbaanjaren. De illusie dat
Langer werken blijft hoog op
de agenda staan.
alleen de wereldreizigers het gelach zullen
betalen, kunnen we beter achterwege laten.
solidariteit en verzekering Vandaag wordt het evenwicht tussen de
twee benen van ons pensioenstelsel, het
verzekeringsprincipe en het solidariteits-
principe bereikt door belang te hechten aan
zowel de loopbaan, als de leeftijd. Enerzijds
bepaalt de loopbaan de omvang van het
pensioen. Wie minder lang gewerkt heeft,
krijgt dan ook op de eerste plaats een la-
ger pensioen. Het pensioenbedrag wordt
zo gestuurd door het verzekeringsprin-
cipe. De leeftijdgrenzen voegen dan weer
solidariteit toe. De pensioenleeftijd is voor
iedereen gelijk en waarborgt dat iedereen
op een bepaald moment recht heeft op
een pensioen. De loopbaanvereisten voor
vervroegd pensioen dalen met de leeftijd.
Op die manier is het pensioenstelsel niet
uitsluitend een verzekering, maar zorgt het
ook voor een sociale correctie. Daarmee is
het stelsel in evenwicht. Wie meer nadruk
wil gaan leggen op het verzekeringsaspect
zal ons pensioenstelsel uit balans brengen.
De sociale rekening zal dan betaald worden
door zij die vandaag op mededogen kun-
nen rekenen.