Nieuwe Tijd - februari 2011
-
Upload
acv-openbare-diensten -
Category
Documents
-
view
220 -
download
3
Embed Size (px)
description
Transcript of Nieuwe Tijd - februari 2011

nieuwetijdmagazine voor openbare diensten
maandblad van ACV Openbare Diensten - februar i 2011v.u.: L. Hamelinck, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel
Moeilijke ritten bij Vlaamse Vervoersmaatschappij?
Rechtspositieregeling OCMW’sIs verlof bij onvoorziene familiale omstandigheden nog mogelijk?

In dit nummer
2
COLOFON
18
19
21
23
11
12
13
14
17
03
04
07
08
0910
191407
bijzondere korpsenfederaal
Bijzondere korpsenCopernicuspremie
Stand van zaken gerechtelijke
procedure
Overgang van militairen naar
operationeel korps federale politie
VervoerMoeilijke (syndicale) ritten bij
Vlaamse Vervoersmaatschappij?
Militanten van privé-exploitanten
krijgen specifieke ondersteuning
Bijzonder geregelde
autobusdiensten
Onregelmatige prestaties
OCMW Zele: 11% of uurtoeslag
AZ Lokeren bespaart op vorming
Je werk behouden met een
arbeidshandicap
De rechtspositieregeling
OCMW’s en het verlof
om dwingende redenen
FederaalDe Neutrale calltakers in actie
Duurzaam leeftijdsbewust
personeelsbeleid
Onverbeterlijke VDB
EditoWaarheen met het
interprofessioneel akkoord?
FocusInterprofessioneel akkoord
2011-2012
Hart aan het werk
Vlaamse overheidAgentschap Ondernemen:
Personeelsplan 2011
Schrijf Sous Chanta vrij!
Lokale & regionale besturenZorgcentrum Lemberge’
in de etalage
redactie Luc Hamelinck | Amélie Janssens | Chris Herreman | Joris Lermytte | Thomas Vael | Ilse Heylen | Marc Saenen | Frédéric De Gelisseneindredactie Amélie Janssens Vormgeving Gevaert Graphics druk Corelio Printing | www.corelio.be
focus

edito 3
23
23
pensioenen
ACV aanvaardt geen gerommel met de index
Om de 2 jaar wordt op het algemene vlak en in de sectoren onderhandeld over so-ciale akkoorden. Dat proces wordt ingezet met het interprofessioneel akkoord, dat van belang is voor alle werknemers. Nadien begint het werk in de sectoren.
De afgelopen maanden was een ontwerp van interprofessioneel akkoord uitgewerkt na maandenlange moeizame onderhandelingen op topniveau. Na interne raadpleging geeft het ACV groen licht aan het interprofessioneel akkoord. Nadien zijn er problemen opgedo-ken bij het ABVV en ACLVB. Het akkoord bevat verschillende onderdelenHet voorziet in de vrijwaring van de index. Van werkgeverszijde wou men de index nochtans doen springen. Het ACV aanvaardt geen gerom-mel met de index. Daarnaast is er een akkoord over het optrekken van een reeks sociale uitkeringen. Het principe van het welvaartsvast maken van sociale uitkeringen is een belangrijke syndicale realisatie die het ACV kon bereiken na een grote betoging in 2004. Maar iedere 2 jaar moet wel worden uitgemaakt hoe dat concreet zal gebeuren. Het akkoord regelt dat. Het interprofessioneel akkoord bevat ook een belangrijk luik over de eenmaking tussen het statuut van arbeiders en bedienden. Dat is ook van belang voor contractueel personeel in de overheidssector. Het ACV wil de discriminaties op dat vlak wegwerken. Het akkoord voorziet bijv. in de afschaffing van de carensdag. Het moeilijkste onderdeel van de kwestie ‘arbeiders – bedienden’ is de ontslagregeling. Een stappenplan is uitgewerkt, lopend over een periode tot 2016, waardoor de 2 regelingen in de toekomst naar elkaar toe groeien door de verschillen stevig te verminderen. De definitieve regeling waarbij dat verschil volledig wordt weggenomen, is nog niet uitge-klaard. Die zal worden uitgewerkt tegen eind 2012. Over dat luik leven er intern veel vragen. Dat is normaal. Want het is een complexe materie en alles is vandaag nog lang niet duidelijk. Bij de afweging van ons standpunt is finaal meer belang gehecht aan de stappen vooruit voor arbeiders, dan aan de vragen en onzekerhe-den. Op die manier houden wij als sociale partners ook greep op de kwestie; doen we dat niet dan krijgen advocatenbureaus en rechters vrij spel en dat is lang niet in het belang van werknemers. De komende tijd zal het ACV nu alles uit de kast halen om te komen tot een goede defini-tieve regeling die de verschillen tussen arbeiders en bedienden volledig wegwerkt. Op dat ogenblik komt er een einde aan een ruim 100 jaar bestaande discriminatie!
Luc Hamelinck, Voorzitter
Waarheen met het interprofessioneel akkoord?
PensioenenDefinitieve lichamelijke
ongeschiktheid

focus
4
2011-2012Interprofessioneel akkoord

focus 5
Meestal is het belangrijkste
element van een IPA de loonnorm.
Een IPA, wat is dat precies?
Een interprofessioneel akkoord wordt afge-
sloten tussen de vertegenwoordigers van
werkgevers en werknemers, en is een sec-
toroverschrijdend akkoord. De afspraken die
in een IPA gemaakt worden, gelden dus voor
alle sectoren. Dat is belangrijk voor de secto-
rale akkoorden en CAO’s die nadien moeten
afgesloten worden, omdat ze op die manier
een kader hebben waarbinnen ze kunnen
werken. Om de twee jaar proberen we met de
werkgevers- en werknemersorganisaties (de
zogenaamde Groep van 10) tot zo’n akkoord
te komen.
En wat wordt daar precies in vastgelegd?
Meestal is het belangrijkste element van een
IPA de loonnorm. Dat is de maximale loon-
stijging voor de komende twee jaar. Maar er
kunnen ook afspraken gemaakt worden over
vorming en opleiding van werknemers, over
arbeidsomstandigheden, enzovoort.
U zegt ‘meestal’, is het IPA 2011-2012
dan bijzonder?
Natuurlijk hebben we ook nu afspraken wil-
len maken over de loonstijgingen, maar een
ander belangrijk element was dit keer het sta-
tuut arbeiders-bedienden. We willen eigenlijk
dat deze statuten naar mekaar toegroeien, en
de verschillen tussen arbeiders en bedienden
verdwijnen. Het gaat bijvoorbeeld om de ver-
schillen op vlak van ontslag en opzegtermij-
nen, de berekening en uitbetaling van jaar-
lijkse vakantie, het tijdstip van het uitbetalen
van lonen, de carensdag of het gewaarborgd
loon bij ziekte.
Op 18 januari bereikte de Groep van 10 een
ontwerp-IPA. Het was een lange weg?
Natuurlijk hadden we te maken met de gevol-
gen van de budgettaire, politieke en sociaal-
economische context. We moesten rekening
houden met een zeer beperkte budgettaire
ruimte om de afspraken te maken. Maar daar-
naast waren het ook erg moeilijke dossiers.
Met name rond het dossier arbeiders-bedien-
den waren de meningen verdeeld. Hier spe-
len natuurlijk verschillende belangen, zowel
bij werkgevers als bij werknemers. Als ACV
hebben we altijd geprobeerd om constructief
verder te werken, met oog voor alle bekom-
mernissen van de verschillende belangheb-
benden. Uiteindelijk is er een bemiddelaar
aan te pas gekomen, de voorzitter van de
Nationale Arbeidsraad, Paul Windey. Hij heeft
over het dossier arbeiders-bedienden een
tekstvoorstel uitgewerkt.
Amélie Janssens
de afgelopen weken was er veel te lezen over het ipa, het interprofessio-
neel akkoord. Werkgevers- en werknemersorganisaties hadden een voor-
stel klaar, maar niet iedereen was het met dit voorstel eens. Gevolg, het ipa
kon niet getekend worden, en de uittredende federale regering werd erbij
gehaald. op het moment dat dit magazine gedrukt werd, was er nog geen
oplossing.
Maar wat is een ipa eigenlijk, wat is het belang ervan en waarover gaat het
concreet? We vroegen het aan luc cortebeeck, voorzitter van acV.

focus
6
belangrijkste zaken: er is de vrijwaring van de
index voor werknemers, ambtenaren en niet-
actieven; er is - een weliswaar kleine - ruimte
bovenop de index voor loonsverhogingen
in sectoren en bedrijven; verschillende soci-
ale uitkeringen (zoals tijdelijke werkloosheid,
langdurige werkloosheid voor alleenstaan-
den, vakantiegeld voor langdurig invaliden)
zouden stijgen; er is de verlenging van de
opzegtermijnen voor arbeiders; de verlen-
ging van de crisispremie voor arbeiders bij
individueel ontslag; er is het behoud van de
mogelijkheden voor brugpensioen voor be-
paalde groepen.
Natuurlijk zijn er nog punten voor verbete-
ring vatbaar, en begrijpen we de bezorgdheid
van arbeiders en bedienden die vinden dat
voorstel te ver of niet ver genoeg gaat. ACV
zal hiermee zeker rekening houden bij even-
tuele verdere onderhandelingen, ook in de
sectoren en/ of bedrijven.
U heeft het over verdere
onderhandelingen?
Het voorstel dat op tafel lag midden januari is
niet door alle organisaties goedgekeurd. ACV
keurde het voorstel met een ruime meerder-
heid goed, net als de werkgeversorganisaties.
Maar onze collega-vakbonden hebben het
voorstel verworpen. In zo’n geval wordt de
federale regering erbij betrokken. Maar ook
daar was het moeilijk om tot een akkoord te
komen. Bepaalde partijen willen het akkoord
uitvoeren zoals het er nu ligt, anderen willen
nog wijzigingen aanbrengen. Het is vandaag
(10 februari) ook voor ons afwachten wat de
regering ons zal voorleggen.
Het is voor ons vooral belangrijk dat men de
positieve elementen behoudt. We hebben die
punten trouwens op een pamflet gezet.
Bedankt, Mijnheer Cortebeeck voor dit ge-
sprek.
Wat houdt het ontwerp-IPA in?
In het ontwerp worden voorstellen gefor-
muleerd op vier verschillende vlakken: wel-
vaartsvastheid, index en loonmarge, het dos-
sier arbeiders-bedienden en de verlenging
van tijdelijke maatregelen.
Voor bepaalde elementen in het IPA spraken
we af om ze meteen uit te voeren, andere ele-
menten zouden in fasen aangepakt worden
en nog verder onderhandeld worden.
Alle voorstellen in detail overlopen zou ons
wat te ver brengen, maar dit zijn voor ons de
Het is voor ons vooral belangrijk dat
men de positieve elementen behoudt.

focus 7
Ontspannend, maar toch
leerrijk
Het was hierbij erg belangrijk dat de militan-
ten hun ervaringen konden uitwisselen , en
van elkaar konden leren. Bovendien kregen
ze er enkele nuttige tips om te leren omgaan
met stress, emoties en gedachten.
Wat maakt dat jij elke ochtend uit je bed
komt? Hoe hou jij dat vol? Wat drijft jou, wat
zijn jouw motieven? Wat helpt jou om je doel
te realiseren en wat zijn je valkuilen? Allemaal
vragen die bij de vrouwelijke militanten le-
ven.
Als vrouw heb je soms het gevoel dat je ener-
gie niet in balans is.
Tijdens de vorming probeerden de vrouwen
in kaart te brengen wat energie geeft en wat
energie kost. Er werd stilgestaan bij perfecti-
onisme, piekeren, belemmerende overtuigin-
gen, het managen van emoties, het stellen
van prioriteiten. Hoe ga je hiermee om zowel
op persoonlijk vlak, in je organisatie en in je
rol als vakbondsmilitant?
Amélie Janssensin de afgelopen weken kwamen onze vrouwelijke militanten opnieuw sa-men tijdens enkele vormingsdagen. onder begeleiding van de vzw arabel gingen ze op zoek naar hun persoonlijke energiebalans.
Hart aan het werkEens een dag echt weg van de sleur en
de druk
Leuk om andere verhalen te horen,
zodat je weet dat je niet alleen bent
met problemen

vlaamse overheid
8nood aan toekomstperspectief!Op de zitting zelf deelde de directie nog een
aantal documenten uit (personeelsbudget en
overzichtstabel met personeelsaantallen). De
reeds toegestuurde nota is mondeling toe-
gelicht. We bleven toch nog met een aantal
vragen zitten:
• We vroegen een overzicht van de perso-
neelsevoluties (benoemingen-bevorde-
ringen) van 2009 tot januari 2011 en een
organogram. De directie zegde dit toe
• Waarom worden een aantal kerntaken
afgebouwd? Vb. een inspecteur en een
Sofie Moermaneind januari is op het overleg met de directie (eoc agentschap onderne-men) het ontwerp van personeelplan 2011 besproken. acV-openbare dien-sten stelde een hele reeks vragen om een beter totaal overzicht te krijgen en vroeg naar een visie op langere termijn. Het groepscomité en onze leden hebben de voorstellen gewikt en gewogen: de voorziene statutarisering van een grote groep geslaagden van de generieke proeven woog voldoende door om een positief advies te geven, met een aantal opmerkingen. Hieron-der onze belangrijkste vragen, met advies aan de directie.
Personeelsplan 2011Agentschap Ondernemen:

vlaamse overheid 9
Sous Chanta, een Cambodjaanse vakbondsleider in een textielfabriek, werd op 18 novem-
ber vorig jaar gearresteerd onder valse voorwendsels. Chanta ging niet langer akkoord met
de werking van de vakbondskoepel waarbij zijn textielvakbond was aangesloten, omdat
die samenwerkte met de werkgever. De voorzitter van die koepel probeerde Chanta nog
om te kopen met geld van de werkgever, om zijn kritische houding te laten varen. Maar
Chanta aanvaardde dit niet, en stapte met zijn vakbond over naar een andere koepel,
C.CAWDU (een partnerorganisatie van ACV, ACV Metea en Wereldsolidariteit). Amper 2 uur
nadat deze overstap was betekend, werd Sous Chanta gearresteerd op basis van geën-
sceneerd drugsbezit. Hij riskeert nu 2 tot 5 jaar gevangenisstraf. ACV, ACV METEA en We-
reldsolidariteit organiseren een briefschrijfactie voor de onmiddellijke vrijlating van deze
vakbondsman. Op www.acv-online.be vind je (Engelstalige) modelbrieven die je met toe-
voeging van je eigen naam kunt versturen.
adjunct van de directeur worden niet
vervangen. We beschouwen dit nochtans
als kerntaken. De directieraad en het af-
delingshoofd vinden dat er ruimte is bin-
nen de dienst om taken te verschuiven of
anders in te vullen.
In hetzelfde kader vroegen we of de ver-
vanging van een A3 door een A2A Afde-
lingshoofd diensten een nieuwe functie
is en of dit noodzakelijk is in tijden van
besparing? De directie bevestigde dat het
om een nieuwe functie gaat die op korte
termijn wordt opengesteld.
• Inzake het statutair maken van de con-
tractueel ingevulde permanente functies
hebben we volgende vragen gesteld:
− Toevoeging van de aantallen bij de
contractuele functies die niet in aan-
merking komen voor statutarisering.
Daarnaast moeten de bijzondere
opdrachten duidelijker omschreven
worden. De directie zal de aantal-
len bijvoegen en ook een duidelijke
omschrijving van de bijzondere op-
drachten bijvoegen.
Wat is het nut van de passage “naar
behoren functioneert”? Wij vragen
dan ook die passage te schrappen.
De directie is bereid om die passage
te schrappen.
• In verband met de projectleiders hebben
wij het volgende gevraagd:
− Komt de projectleiderstoelage in de
plaats van de reeds beloofde A2 be-
vorderingen in de provincie? Op dit
vlak bleef de directie wat op de vlak-
te. Het is de bedoeling om in 2011
een projectleiderstoelage toe te ken-
nen. Voor de toekomst kon er geen
belofte gemaakt worden.
− Zijn de projectleiders de huidige
werkgroepleiders? Dit is niet noodza-
kelijk. Er worden maximum een 10-tal
projectleiders voorzien. Er zijn nu 16
werkgroepleiders
adviesHet grote pluspunt is voor ons de statutari-
sering van een grote groep personeelsleden.
Hierdoor geven we groen licht, maar met vol-
gende opmerkingen:
• Wij vragen de directie om een lange ter-
mijnvisie te formuleren en zich niet te
beperken tot 2011. Daarenboven ver-
wachten we een antwoord op de door
ons gestelde vragen op het EOC van 26
januari, oa :
− een organogram,
− inzicht in de toekomstige structuur
van de organisatie,
− overzicht van de personeelsevoluties
(2009-2011),
− toevoeging aantallen bij de contrac-
tuele functies die niet in aanmerking
komen voor statutarisering,
− duidelijkere omschrijving van de bij-
zondere opdrachten en schrappen
van de passage “naar behoren functi-
oneert”
• ACV-Openbare Diensten heeft het moei-
lijk met de selectieve afbouw van het
personeel. In het kader van efficiënter
werken kunnen we er nog begrip voor
opbrengen, maar niet als men aan de
kerntaken raakt, zoals de niet vervanging
van een inspecteur.
• We hebben het er moeilijk mee dat men
overgaat tot de aanwerving van een Af-
delingshoofd Diensten in Brussel op het
moment van besparingen binnen de
Vlaamse overheid en er nog geen duide-
lijkheid is over de nieuwe management-
structuur.
• Wij betreuren dat de beloofde A211-be-
vorderingen in de provincies voorlopig
vervangen worden door projectleiders-
toelagen. ACV-Openbare Diensten vraagt
garanties dat, zeker na de benoeming van
de geslaagden generieke testen A, de be-
loofde A-211 functies in de provincie wor-
den gehonoreerd.
schrijf sous cHanta Vrij!

lokale & regionale besturen
10
‘Zorgcentrum Lemberge’ in de etalagePeter Wiemeop 26 januari 2011 voerden we met 120 personeelsleden uit het provin-ciaal zorgcentrum lemberge actie op de provincieraad oost-Vlaande-ren. die wil immers het zorgcentrum privatiseren.
personeel en de afgevaardigden bleven in het
ongewisse tot op het overleg van 25 januari
2011.
Met de neus op de feitenOp het overleg werden we door het bestuur
met de neus op de feiten gedrukt. Ouderen-
zorg is geen taak meer van de lokale (provin-
ciale) overheid! Het was voor de afgevaar-
digden en het personeel een enorme klap,
wetende dat alle personeelsleden zich heel
hard inzetten voor hun zorgcentrum Lem-
berge.
In diezelfde week werd door het bestuur be-
slist om het zorgcentrum Lemberge via een
Europees aanbestedingsbulletin definitief in
de ‘etalage’ te zetten!
Tijdens onze actie op de Provincieraad heb-
ben wij met de voorzitter van de Provin-
cieraad en de bevoegde Deputé een lang
gesprek gehad. Hier hebben we nogmaals
benadrukt dat er voor ons maar één optie is:
het zorgcentrum Lemberge moet openbaar
blijven! Na een gesprek van een uur, stelden
we vast dat men bij het standpunt bleef
Wordt vervolgd We volgen dit dossier op de voet en zullen
niet nalaten verdere initiatieven te nemen om
ons zorgcentrum openbaar te houden!
Als dit een voorbode is van het toekomstig
lokaal beleid, dan geven we nu reeds aan dat
wij ons als ACV-Openbare Diensten zullen
blijven verzetten tegen een uitverkoop van
lokale overheidsdiensten. Naar aanleiding
van dit dossier en de privatiseringsdrang
van het OCMW te Wachtebeke hebben wij
vanuit het Gewest Gent-Eeklo een duidelijk
standpunt ingenomen, ‘handen af van onze
Openbare Sector’! In uitvoering van de con-
gresresoluties van ons nationaal congres van
december 2010, hebben we hierover een dui-
delijk bericht gelanceerd en zijn we hierover
een actieplan aan het uitwerken, om zo tegen
de ‘bollekenskermis in 2012’ (gemeente- &
Provincieraadsverkiezingen) nu reeds heel
duidelijk ons standpunt kracht bij te zetten
en als het moet zullen we dit doen met stra-
tegische acties! Meer informatie kan u vinden
op www.acv-lrb-gent.be
Vakbonden en personeel niet ingelichtOnze actie kwam tot stand na een perso-
neelsvergadering, naar aanleiding van de
Provincieraad van de maand december, waar
door de voltallige Provincieraad werd beslist
om onderhandelingen op te starten met kan-
didaat overnemers!
Wat we heel sterk betreuren is het feit dat de
vakbonden en de personeelsafgevaardigden
op geen enkele manier vooraf officieel inge-
licht werden over de beslissing van de Provin-
cieraad.
Op 26 januari 2011 ging er een overleg door
met als agendapunt de sociale maribel. Hier
werd de beslissing van de Provincieraad van
december 2010 niet eens als agendapunt
vermeld. Maar na onze personeelsvergade-
ring en aankondiging van onze actie, werd
het overleg één dag vervroegd en werden we
uiteindelijk officieel ingelicht van de plannen
van het Provinciebestuur.
Toen we eind 2009 allerhande geruchten
hoorden, hebben we op het overleg van 4
februari 2010 duidelijk gesteld dat het pro-
vinciaal zorgcentrum Lemberge openbaar
moet blijven! We hebben altijd formeel en
informeel dit standpunt aangehouden. Maar
de geruchtenmolen draaide verder en het
Handen af van onze
openbare sector!

11lokale & regionale besturen
Diane Van Cauterop dinsdag 11 januari 2011 zakte het verplegend en verzorgend personeel van het ocMW van zele massaal af naar de ocMW-raad om te protesteren tegen de nieuwe vergoedingsregeling voor onregelmatige prestaties. Hun aanwezigheid heeft er mee voor gezorgd dat een omstreden raadsbeslissing ingetrokken werd.
op de volgende OCMW-raad in het vooruit-
zicht gesteld.
de actieDe OCMW-raad ging niet in op de oproep
in het aangetekend schrijven. We riepen
dan ook op tot protest bij de zitting van de
OCMW-raad, met resultaat: twee derde van
de betrokken personeelsleden zakten af naar
de raadszitting om hun ongenoegen te uiten.
Ze waren gehuld in een vuilzak met daarop
‘solden -11%’: het personeel voelt zich im-
mers als afval behandeld en afgeprijsd!
nieuwe regeling ‘on hold’Doordat CD&V het dossier op de agenda van
de raad had geplaatst, kon de problematiek
onmiddellijk besproken worden in aanwezig-
heid van het personeel. De bespreking mond-
de uit in een voorstel. Dat maakte de voorzit-
ter ons na een schorsing van de raad bekend.
Men stemde toe de nieuwe regeling ‘on hold’
te zetten tijdens de eerste drie maanden van
2011. De nieuwe regeling wordt zo aanvan-
kelijk volledig teruggedraaid. Na maart krijgt
het personeel de keuze tussen de nieuwe en
de oude regeling. Om een overwogen keuze
te kunnen maken, ontvangen de personeels-
leden bij hun loonbrieven van de eerste drie
maanden van het jaar een simulatie van de
verschillende vergoedingsmogelijkheden.
Die informatie moet hen toelaten na maart
een definitieve keuze te maken. Het perso-
neel kan dus kiezen voor het vergoedingsstel-
sel dat hen het best uitkomt!
Hiermee is ons doel bereikt! Proficiat hiervoor
aan alle personeelsleden die deelnamen aan
de acties. Jullie massale aanwezigheid heeft
de doorslag gegeven!
HistoriektIn november 2010 besliste de OCMW-raad
van Zele om vanaf januari 2011 de onregel-
matige prestaties voor het verplegend en ver-
zorgend personeel niet langer via de 11% te
vergoeden, maar met percentages naar ana-
logie met de privésector. De bijhorende tabel
biedt een overzicht van de toeslagen voor on-
regelmatige prestaties voor het verplegend
en verzorgend personeel. Vervolgens organi-
seerde de werkgever in december 2010 per-
soneelsvergaderingen. De betrokken perso-
neelsleden verzetten zich tegen de beslissing.
Hierop organiseerden de syndicale organisa-
ties op hun beurt een personeelsvergadering
op 20 december 2010.
personeelsvergaderingOp de personeelsvergadering werden simula-
ties, op basis van de goedgekeurde uurroos-
ters, voorgelegd aan de personeelsleden.
Hierbij werd het duidelijk dat de meerderheid
van de personeelsleden beduidend min-
der zou gaan verdienen vanaf januari 2011.
Die vaststelling zette aan tot verdere acties.
Onmiddellijk na de personeelsvergadering
stuurden we een aangetekend schrijven naar
de OCMW-raadsleden met de vraag de rege-
ling in te trekken. Bovendien werden acties
11% Voorstel OCMW Privésector
11% maandloon / /
Tussen 19-20 uur 3,104 euro 20% uurloon 20% uurloon
Tussen 20 en 6 uur 3,104 euro 35% uurloon 35% uurloon
Zon- en feestdagen 1,5315 euro 55% uurloon 56% uurloon
Zaterdagen 1,5315 euro 25% uurloon 26% uurloon
Het personeel zal het stelsel kunnen
kiezen dat hen best uitkomt.
11% of uurtoeslagOnregelmatige prestaties OCMW Zele:
Raadsbeslissing ingetrokken door massale opkomst

lokale & regionale besturen
12
recht op vorming om hun functie te kunnen
uitoefenen. Daarenboven bestaat er ook vor-
mingsplicht: het personeel heeft de plicht
om vorming te volgen die nodig is om hun
functie uit te oefenen. Verder moeten zie-
kenhuizen personeelsleden hebben die over
de beroepstitels/bekwaamheden beschikken
voor erkenning van bepaalde diensten. Deze
erkenningnormen voorzien dat de instelling
zelf verantwoordelijk is voor de vorming van
de personeelsleden. Daarenboven komt per-
soneelsvorming de inzetbaarheid van het per-
soneel en de kwaliteit van de dienstverlening
ten goede. Alleen voordelen dus, waarvoor
het ziekenhuis ook nog budgetten ontvangt.
De premies voor het personeel zijn dan weer
bedoeld om de verpleegkundigen te belonen
die extra inspanningen doen om de titels en
bekwaamheden te bekomen én te behou-
den. Wij vinden het dan ook beschamend
dat AZ Lokeren de toekenning van premies
aan het personeel aangrijpt om te besparen
op haar vormingsbudget, dat nota bene voor
haar gefinancierd wordt!
Het ministerieel besluit van 22 juni 2010 zorgt
ervoor dat personeel in de zorgsector ener-
zijds bijkomende vergoedingen krijgt voor
avond- en nachturen vanaf 19 uur en ander-
zijds dat verpleegkundigen die houder zijn van
een erkende beroepstitel of bekwaamheid een
bijkomende premie ontvangen. Voor beide
vergoedingen krijgen de instellingen financie-
ring van de overheid. Verpleegkundigen die
houder zijn van een bijzondere beroepstitel/
bekwaamheid moeten permanente vorming
volgen om hun bekwaamheid of beroepstitel
te kunnen behouden. Zij moeten 60 uur ge-
specialiseerde vorming volgen per 4 jaar.
permanente vorming zelf bekostigenHet AZ Lokeren zegt nu aan de mensen met
een bijzondere beroepstitel/bekwaamheid
dat ze die permanente vorming in de toe-
komst zelf zullen moeten bekostigen. Daar-
enboven zullen ze de vorming in hun vrije tijd
moeten volgen.
Dit is uiteraard tegen alle regels in. Er be-
staat vormingsrecht: het personeel heeft het
Diane Van CauterMinister onkelinx trof in 2010 in navolging van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep een aantal maatregelen ten gunste van het per-soneel in de zorgsector. az lokeren ziet in de maatregelen met betrekking tot beroepstitels en bekwaamheden een kans om te besparen op de vor-mingskosten.
AZ Lokeren bespaart op vorming
Je werk behouden met een arbeidshandicap
Hoe een ziekenhuis de toekenning van premies aangrijpt om te besparen op vorming.
De functie die je uitoefent blijft dezelfde, maar jij verandert!
perking. In de overheidssector heeft men ook
streefcijfers vastgelegd. Zo moet bij lokale en
regionale besturen 2% van het personeel be-
staan uit personen met een arbeidshandicap.
ook voor verandering van functie?In de privésector wordt de Vlaamse onder-
steuningspremie ook toegekend wanneer
een werkgever een nieuwe functie aanbiedt
aan een werknemer die een beperking heeft
opgelopen. In de openbare sector kan dat
momenteel niet. Diverscity heeft hierover een
brief naar de bevoegde minister gestuurd.
Die erkende het probleem. In navolging hier-
van zal er een pilootproject worden opgestart
bij 10 lokale besturen. Welke besturen is mo-
menteel nog niet uitgemaakt.
loopbaanbegeleidingWe willen er ook op wijzen dat iedereen voor
een heroriëntering van de loopbaan een
beroep kan doen op loopbaanbegeleiding.
Leden van ACV-openbare diensten kunnen
hiervoor terecht bij de vzw Arabel (zie: www.
openbarediensten.acv-online.be/Dienstver-
lening/Loopbaan ).
premietSommige mensen worden met een handi-
cap geboren. Zij ondervinden erg vaak pro-
blemen om aan een job te geraken. Talrijke
struikelblokken zoals vooroordelen, fysieke of
mentale beperkingen maken het niet evident
om een toekomstige werkgever te overtuigen
van de capaciteiten die men bezit. Gelukkig
worden werkgevers aangemoedigd door bij-
voorbeeld de Vlaamse ondersteuningspremie
om kansen te geven aan mensen met een be-
Diane Van Cautereen ongeval of een aandoening kan een beperking opleveren die het per-soneelslid ernstig kan hinderen in het verder uitoefenen van de functie. een herplaatsing naar een andere functie kan dan aangewezen zijn.

lokale & regionale besturen 13
• een aan- of bloedverwant in de eerste
graad die niet met de werknemer onder
hetzelfde dak woont, zoals een ouder,
een schoonouder, een kind of schoon-
kind van de werknemer
Verder kunnen dwingende redenen bestaan
uit:
• ernstige materiële beschadiging aan de
bezittingen van de werknemer, zoals
schade aan de woning door een brand of
een natuurramp;
• het bevel tot verschijning in persoon in
een rechtszitting wanneer de werknemer
partij is in het geding;
• andere gebeurtenissen vastgesteld in
onderling akkoord tussen de werkgever
en de werknemer die als een dwingende
reden moeten beschouwd worden.
ocMW’s hebben eigen interpretatieIn de praktijk stellen we vast dat een aantal
OCMW’s hun eigen interpretatie aan het
voorgaande geven. Zo zou volgens sommige
besturen het verlof om dwingende reden niet
langer toegekend mogen worden. Of menen
zij onterecht dat op basis van het Vlaamse
rechtspositiebesluit de dagen sociaal verlof
reeds vanaf 1 januari 2011 automatisch ver-
vallen.
Deze redenering gaat voor beide interpre-
taties echter niet op. Door de hiërarchie van
rechtsbronnen, waaruit voortvloeit dat een
wet - en meer specifiek dus de arbeidsover-
eenkomstenwet van 3 juli 1978 - zwaarder
doorweegt dan een besluit van de Vlaamse
regering, kunnen de OCMW’s de 10 dagen
onbetaald verlof om dwingende redenen
voor contractuelen niet weigeren. Tevens be-
horen de dienstvrijstellingen zoals het verlof
wegens overmacht niet tot de artikelen die
reeds vanaf 1 januari dwingend in werking
traden. Ze kunnen bijgevolg maar verdwijnen
bij de invoering van de nieuwe plaatselijke
rechtspositieregeling.
nieuwe verlofregelsEind vorig jaar werd het besluit van de Vlaam-
se Regering over de minimale voorwaarden
voor de rechtspositieregeling van bepaalde
personeelsgroepen van de OCMW’s goed-
gekeurd. Vanaf 1 januari 2011 traden een
aantal regels in werking met betrekking tot
het jaarlijks vakantieverlof en de feestdagen
voor het OCMW-personeel. Besturen moeten
hun rechtspositieregeling aanpassen voor 1
juli 2011. De nieuwe verlofregels zullen gel-
den voor het volledig personeelsbestand van
OCMW-instellingen die verzorging, verple-
ging of specifieke diensten aanbieden of die
in concurrentie staan met private organisaties.
Na de aanpassing van de plaatselijke rechtspo-
sitieregeling vervalt de mogelijkheid om vier
dagen dienstvrijstelling te ontvangen omwille
van onvoorziene familiale omstandigheden
(zgn. verlof voor overmacht). Voor contractu-
elen willen we echter wijzen op een andere
regeling die voor dergelijke omstandigheden
bestaat. In artikel 30 van de arbeidsovereen-
komstenwet en middels het koninklijk besluit
van 29 oktober 1991 wordt het recht op 10 da-
gen onbetaalde afwezigheid per kalenderjaar
omwille van dwingende redenen voor con-
tractuelen in overheidsdienst gewaarborgd.
Het gaat onder meer over afwezigheden we-
gens ziekte, ongeval of hospitalisatie overko-
men aan:
• een met de werknemer onder hetzelfde
dak wonende persoon: bijvoorbeeld de
echtgeno(o)t(e) of de persoon, die met
hem (haar) samenwoont, een ascendant,
een descendent evenals een adoptie- of
pleegkind, een tante of een oom van de
werknemer, van zijn (haar) echtgeno(e)
t(e) of van de persoon die met hem (haar)
samenwoont.
Sven De Smetde nieuwe rechtspositieregeling voor de ocMW’s voorziet niet langer expli-ciet de mogelijkheid om vier dagen dienstvrijstelling omwille van onvoor-ziene familiale omstandigheden op te nemen. is verlof bij onvoorziene fami-liale omstandigheden dan nog mogelijk?
De rechtspositieregeling OCMW’s en het verlof om dwingende redenen

federale overheid
14
onderbemandEerst en vooral is er het probleem van de
onderbemanning. Dit was altijd al een hei-
kel punt van de calltaking, maar de laatste
twee jaar loopt het echt de spuigaten uit.
Onbemande telefoons betekenen dat de
hulpoproepen van het publiek niet beant-
woord worden. En dit gebeurt de laatste tijd
meer en meer. Dit is niet de schuld van de
calltakers: de werkdruk ligt er zo hoog dat
werkweken van 60 uur en het kloppen van
33 weekends per jaar eerder regel dan uit-
zondering aan het worden zijn. We willen
dat er uiteindelijk werk gemaakt wordt van
een proatieve aanwervingspolitiek door het
kader in te vullen en het uit te breiden daar
waar het nodig is. Het argument van ‘we wil-
len wel werven maar we vinden niemand’
wordt niet meer aanvaard!
beroep aantrekkelijk makenIndien Binnenlandse Zaken fatsoenlijk wil
werven, moet men in de eerste plaats er-
voor zorgen dat het beroep aantrekkelijk
gemaakt wordt. Dag en nacht werken, in
het weekend en op feestdagen en dit in
stresserende omstandigheden vereist een
aangepaste loopbaan.
Maar ook betere arbeidsomstandigheden,
aandacht voor voortgezette vorming, een
degelijke begeleiding en goed uitgeruste
lokalen passen in dit plaatje.
actie geslaagdBinnenlandse zaken erkent dat er proble-
men zijn bij de calltakers. Daarom wil zij
overgaan tot het aanwerven van ex-mili-
tairen om de rangen van de calltakers te
versterken. Maar vooraleer men dit doet wil
men de onderhandelingen over een mu-
tatiereglement afronden. Daarom worden
deze onderhandelingen met een maand
vervroegd zodat deze reeds eind februari
achter de rug moeten zijn.
Al bij al een geslaagde actie dus in deze tijd
van ‘lopende zaken’!
Mark Saenende neutrale calltakers deelden op 18 januari, in gemeenschappelijk vak-bondsfront, aan de deuren van de fod binnenlandse zaken een pamflet-je uit. daarmee eisten ze aandacht voor talrijke aanslepende problemen. natuurlijk weten ze dat een regering in lopende zaken geen diepgaande hervormingen kan doorvoeren, maar dit neemt niet weg dat het hoog tijd wordt dat het management van de fod binnenlandse zaken in actie schiet.zo niet zal de spanning in de meldkamers toenemen, en stakingen die de bevolking in gevaar brengen is het laatste wat we willen.
De Neutrale calltakers in actieLast call voor Binnenlandse Zaken

federale overheid 15
Duurzaam leeftijdsbewust personeelsbeleidGeert Dewulftijdens het sectorcongres van acV-openbare diensten op 8 december 2010 werd het thema “duurzaam leeftijdsbewust personeelsbeleid” druk bespro-ken en afgetoetst met de deelnemers in de zaal. Maar wat is nu de ware aard van het beestje? in elk geval is het meer dan alleen de discussie over langer werken.
gen in een in-, door- en uitstroomprincipe van
het personeelsbeleid. Zo onderscheiden wij:
• Instroom
Selectie en werving van nieuwe perso-
neelsleden op basis van competenties
(kennen, kunnen en kunnen zijn), zonder
leeftijdsdiscriminatie
• Doorstroom
Dit is meestal het langste traject waarbij het
beleid geconfronteerd wordt met: levens-
lang leren, loopbaanbegeleiding, bevor-
dering, mobiliteit, jobrotatie, evaluatie en
beloning. De employability (inzetbaarheid)
van het personeelslid moet op proactieve
wijze worden aangepakt. Zo kan er worden
gezorgd dat het personeelslid gemotiveerd
en in staat is om langer actief te blijven.
• Uitstroom
Een leeftijdsfasenbewust personeelsbe-
leid zal voorkomen dat personeelsleden
al dan niet vrijwillig de organisatie verla-
ten omdat ze niet langer inzetbaar ofwel
te oud zouden zijn. Outplacement voor
diegenen die het nodig hebben en het
voorbereiden van oudere personeelsle-
den op het einde van de loopbaan via zo-
genaamde landingsbanen alsook een op-
leiding ‘voorbereiding op het pensioen’
zijn elementen van een leeftijdsbewust
uitstroombeleid.
MaatwerkDe implementatie van leeftijdsfasenbewust
personeelsbeleid vergt een individuele aan-
pak en er bestaat in feite geen geschreven
handleiding. Het blijft maatwerk dat via het
Hoe het groeideIn feite waren de vergrijzing van onze samen-
leving en de pensioenproblematiek de aan-
leiding om ook bij de overheid na te denken
over een manier om personeelsleden langer
aan het werk te houden.
Uit de literatuur blijkt dat er intussen een evo-
lutie is binnen leeftijdsbewust personeelsbe-
leid. Waar het oorspronkelijk gericht was om
oudere personeelsleden langer in dienst te
houden (ouderenbeleid of seniorenbeleid)
is het nu gericht op alle leeftijdscategorieën.
Leeftijdsbewust personeelsbeleid begint dus
bij de instroom, heeft een impact op de door-
stroom en sluit af met de uitstroom op het
einde van de loopbaan.
Wat?De economische levensduur van een perso-
neelslid wordt beïnvloed door de inhoud en
de omstandigheden van de arbeid, de wijzi-
gende private levenssfeer en/of het perso-
neelslid zelf.
Elke organisatie die leeftijdsbewust perso-
neelsbeleid wenst te voeren moet rekening
houden met de veranderingen in de inzetbaar-
heid en met de individuele verschillen tussen
de personeelsleden uit alle levensfasen. Zo’n
personeelsbeleid heeft een duurzame inzet-
baarheid van alle werknemers tot doel waarbij
hun beperkte inzetbaarheid wordt aanvaard
en daarmee ook nog flexibel wordt omgegaan.
theoretisch modelDe meeste modellen die in de literatuur zijn be-
schreven vormen een basis en zijn terug te bren-

federale overheid
16
management van communicatie, informatie,
prestatie en competentie binnen de bestaan-
de organisatiecultuur moet gestalte krijgen.
Daarbij blijft de leidinggevende een belang-
rijke rol spelen
Waarom?De laatste jaren worden de overheidsdiensten
meer en meer geconfronteerd met verande-
ringen: nieuwe vormen van dienstverlening,
samenwerking met andere overheden, ver-
betering van de efficiëntie en de toenemende
invloed van de kennis- en informaticamaat-
schappij. Belangrijk is dat de personeelsleden
de nieuwe competenties verwerven om op
die manier gemotiveerd, met arbeidsvreugde
en met (zelf )vertrouwen met deze verande-
ringen te kunnen omgaan.
Met inzetbaarheid wordt bedoeld: de mate
waarin personen in staat zijn en bereid zijn
betaald werk te vinden en te behouden.
Duurzame inzetbaarheid vergroot de kans
dat de veranderingen binnen de openbare
diensten door de personeelsleden begrepen,
gedragen en uitgevoerd worden. De functies
en competenties die de openbare diensten
nodig hebben veranderen snel en voortdu-
rend en daarom moeten de personeelsleden
in staat zijn mee te veranderen en zich con-
tinu te blijven ontwikkelen. De ontwikkeling
van medewerkers is een investering die leidt
tot groei van elke overheidsorganisatie en de
personeelsleden zelf die op hun beurt een
hogere (arbeids)marktwaarde verwerven.
Het is verkeerd te denken dat investeren in
oudere medewerkers leidt tot verspilling van
middelen. Integendeel, niet (meer) investe-
ren leidt tot verspilling van menselijk kapitaal.
Oudere medewerkers hebben binnen hun
loopbaan meestal nog vijf, tien of vijftien jaar
te gaan. Ze moeten kansen krijgen om bij te
blijven in hun vak, dan kunnen zij hun kennis
en ervaring inzetten en overdragen. Boven-
dien is veroudering niet per definitie afhanke-
lijk van de leeftijd van het personeelslid. Ook
kennis en vaardigheden kunnen verouderd
zijn. Ook dit valt onder levensfasebewust per-
soneelsbeleid.
Leeftijdsbewust personeelsbeleid is maat-
werk in het personeelsbeleid om ervoor te
zorgen dat alle personeelsleden beter en
met arbeidstevredenheid werken. Dit leidt
ongetwijfeld tot meer productiviteit, minder
ziekteverzuim, minder verloop en een beter
welzijn van de personeelsleden.
levensfasenDe leeftijd op zich speelt hierbij niet zozeer
een rol, het gaat om de levensfase waarin ie-
mand zit. De levensfase is dus een gegeven
factor die er sowieso is en die zich moeilijk
laat beïnvloeden.
Motivatie, behoeften, interesses van verschil-
lende leeftijdsgroepen kunnen nogal uiteen-
lopen. Dit hangt nauw samen met het loop-
baanverloop. De levensfase bepaalt heel sterk
hoe een personeelslid tegenover zijn of haar
werk staat. Als organisatie moet men daar op
een wijze manier mee omgaan. Het werken
in sommige levensfasen kan een zware be-
lasting betekenen voor een personeelslid dat
tegelijkertijd moet zorgen voor kinderen of
ouders.
In grove lijnen kunnen een aantal generaties
of fasen worden onderscheiden.
• De starter (tussen 20 en 30 jaar)
Werken is een manier om gestalte te ge-
ven aan hun identiteit. Een proces met
vallen en opstaan, grenzen verleggen en
afbakenen. Ze “zappen” graag naar een
andere werkgever en voelen zich niet
gebonden aan een organisatie. Ze wil-
len een antwoord op vragen als: “Wat wil
ik nu?, “Wat zijn mijn competenties?” en
“Wat vind ik best leuk?”.
• Op het spitsuur (tussen 30 en 40 jaar)
Dertigers zijn volop actief. Huisje, tuin-
tje, kinderen en dies meer. Ze beslissen
over belangrijke loopbaanstappen (vb.
promotie en een nieuwe woonplaats). Ze
staan onder hoge druk en moeten een
evenwichtsoefening maken tussen wer-
ken en het privé-leven.
In die levensfase kiezen meestal de vrou-
welijke personeelsleden om deeltijds te
werken.
• Stabilisatiefase (tussen 40 en 50 jaar)
Tijd voor meer stabiliteit en rust. Veerti-
gers kijken even achterom en oordelen of
het goed was en kijken ook naar de toe-
komst, die lang niet meer oneindig lijkt.
Ze bepalen wat ze nog zouden willen
bereiken. Soms wordt gefocust op “nu of
nooit” waarbij het werk een manier wordt
voor zingeving en niet om zichzelf te pro-
fileren. De kinderen zijn wat ouder en er is
tijd voor een nieuwe start. Soms volgen
personeelsleden een herinstapcursus om
weer voltijds met het werk te beginnen
na een loopbaanonderbreking.
• De senior-experten
(tussen 50 en 60 jaar)
De drang naar zingeving en verdieping
wordt nog belangrijker. Vijftigers hebben
een grote expertise en veel ervaring maar
daarnaast worden zij ook met hun fysieke
kwaaltjes en grenzen geconfronteerd. Ze
zijn daardoor minder gericht op prestatie,
maar willen wel nog uitgedaagd worden.
Ze hebben ook behoefte om aan ken-
nisoverdracht te doen. Wanneer hier niet
wordt op ingespeeld is er gevaar voor de-
motivatie.
Naast de betekenis van de leeftijd in dit ver-
haal zijn ook nog andere factoren van belang
zoals: het soort werk, de mate van fysieke en
mentale belasting (vb. werken in ploeg), de
duur van de functie (hoe langer iemand een
bepaalde functie uitoefent, hoe meer kans
op routinematig werken, zogenoemde erva-
ringsconcentratie), de werkstijl en de leefge-
woonten (vb. preventief gebruik van bescher-
mingsmiddelen) en de leefgewoonten (vb.
voeding en bewegingspatroon).
rol van het personeelsbeleidNaargelang een personeelslid ouder wordt en
in een andere levensfase is terechtgekomen
zal dit gevolgen hebben voor de wijze waar-
op men omgaat met werk en de arbeidsvoor-
waarden. Het personeelsbeleid moet daarom
zijn afgestemd op drie inhoudelijke doelstel-
lingen:
• het behoud en verbetering van het wel-
De functies en competenties die de
openbare diensten nodig hebben veranderen
snel

federale overheid 17
onverbeterlijke
VdbNummer 100 van FEDRA, het magazine
van de ambtenaren, publiceert de galerij
van de vijf laatste federale Ministers van
Ambtenarenzaken alsook hun commenta-
ren bij opmerkelijke voorvallen tijdens hun
“regeerperiode”.
Luc Van den Bossche heeft zijn zin voor
provocatie niet verloren…
Het mislukken van Copernicus is te wijten
aan de vakbonden want “jammer genoeg
ontbrak het die vakbeweging grotendeels
aan visie op de nodige ontwikkeling in een
snel evoluerende wereld”.
Sta ons toe, Mijnheer VdB, u twee beoorde-
lingsfouten te laten opmerken waarbij u de
ambtenaren in het harnas heeft gejaagd.
Vooreerst deze van gedurfd te hebben te
zeggen dat u als u jong was zou verkozen
hebben om werkloze te zijn in plaats van
ambtenaar. Vervolgens deze die u heeft
toegelaten te bevestigen dat er geen be-
kwame leidinggevende ambtenaren zijn
om de diensten binnen de administratie te
managen…
Copernicus had er zonder twijfel heel an-
ders uitgezien indien de hervorming was
tot stand gekomen in samenwerking met
de federale ambtenaren.
zijn (arbeidstevredenheid);
• het behoud en de verbetering van de
functionele inzetbaarheid van de perso-
neelsleden volgens een duurzame aan-
pak;
• de belasting en de belastbaarheid van de
personeelsleden in balans brengen: wat
heeft iemand te bieden en wat verwacht
de organisatie?
Dit zal tastbare resultaten opleveren voor de
personeelsleden: een beter evenwicht tussen
werken en privé-leven, minder ziekteverzuim,
meer welzijn op het werk en een betere ar-
beidstevredenheid.
De werkgever zal moeten werk maken van:
telewerk en thuiswerk, teamwerk, opleiding
en training tot inzetbaarheid (employability)
die rekening houdt met ieders leerstijl, duo-
banen, kinderopvang, flexibele arbeidstijd en
flexibiliteit in de arbeidsovereenkomsten met
betrekking tot arbeidstijden, mantelzorgver-
lof, kennisoverdracht senior-junior, enz.
nieuwe invalshoekBinnen het personeelsbeleid zorgt het inzicht
in de levensfasen voor een nieuwe dynamiek.
Het is duidelijk dat elke levensfase een eigen
identiteit ontwikkelt bij het personeelslid. De
personeelsleden die zich in eenzelfde levens-
fase bevinden zullen vlot met elkaar commu-
niceren. Maar het personeelsbeleid moet ook
de communicatie tussen verschillende gene-
raties stimuleren. Diversiteit is een kracht en
daarom moet het personeelsbestand uit ver-
schillende generaties zijn samengesteld.
Het helpt als personeelsleden gestimuleerd
worden regelmatig stil te staan bij heden,
verleden en toekomst. Daarom zijn er in
sommige CAO’s afspraken gemaakt over per-
soonlijke ontwikkelingsgesprekken en is er
op verzoek van het personeelslid recht op
een loopbaanadvies na pakweg elke periode
van vijf jaar. Personeelsleden hebben in hun
privéleven bepaalde verantwoordelijkheden
die zij goed en zelfstandig aankunnen. Dat
verwacht de organisatie ook binnen het werk,
de personeelsleden moeten zelf aan hun ont-
wikkeling werken. Toch blijkt aanvullende
coaching vaak nodig om personeelsleden te
stimuleren hun loopbaan en leven daadwer-
kelijk in eigen hand te nemen.
Naast elementen van coaching en vorming
zijn loopbaanontwikkeling, gerichte werving,
selectieve vervanging en mobiliteit ook be-
langrijk binnen het personeelsbeleid. Vaak
stelt ACV-Openbare Diensten vast dat de jon-
gere generaties die de meeste aandacht krij-
gen. Er moet in feite gestreefd worden naar
een aangepast personeelsbeleid en er moet
in de tweede loopbaanhelft evenveel worden
geïnvesteerd in de human resources als in het
eerste loopbaantraject. Daar wil ACV-Open-
bare Diensten werk van maken!
Maar het personeelsbeleid moet ook de communicatie tussen verschillende
generaties stimuleren.

bijzondere korpsen
18
nister van Binnenlandse Zaken niettemin ho-
ger beroep heeft ingesteld tegen dit vonnis.
Het voorwerp van de door ons ingestelde
procedure behelst het invorderen van de be-
faamde premie vanaf 2002 tot en met 2010
voor zover de betrokken politiemensen uiter-
aard voldoen aan de gestelde voorwaarden.
De ingestelde burgerlijke vordering zal wor-
den afgehandeld zoals elke andere burger-
lijke vordering voor de Rechtbank van eerste
aanleg van de diverse gerechtelijke arron-
dissementen. Dit impliceert onder meer dat
er tussen de procespartijen besluiten zullen
worden gewisseld zodat de Rechtbank dan
met al onze argumenten geconfronteerd zal
worden.
Het is moeilijk te voorspellen wanneer de eer-
ste resultaten bekend zullen zijn. Wij zullen u
onmiddellijk informeren wanneer de eerste
vonnissen worden verwacht. Eenmaal er een
uitspraak is gedaan, impliceert dit niet auto-
matisch het einde van de procedure, vermits
de verliezende partij steeds hoger beroep kan
aantekenen. Zover zijn we echter nog niet.
Wij zullen uw belangen zo goed mogelijk be-
hartigen teneinde een volledige gelijkschake-
ling te bekomen met de CALOG- personeels-
leden, die wel de Copernicuspremie hebben
ontvangen.
rechtshulpAls gevolg van onze syndicale eisencahier is
sedert 2007 de rechtshulp van toepassing
op alle statutaire leden van de geïntegreerde
politie, ongeacht of ze behoren tot het opera-
tionele- of tot het administratief en logistiek
kader.
De wet van 29 december 2010 (B.S. 31 de-
cember 2010) schaft de voorwaarde af dat,
om te kunnen genieten van rechtsbijstand
als slachtoffer van een schadelijk feit, deze
daad minstens een dag afwezigheid om ge-
zondheidsredenen heeft veroorzaakt. Vanaf
nu voltstaat het materiële schade te hebben
gelden om van de rechtsbescherming te kun-
nen genieten..
Indien echter louter morele schadevergoe-
ding wordt nagestreefd kan de rechtshulp
worden geweigerd. De overheid beschikt hier
over een appreciatiebevoegdheid met de
bedoeling een evenwicht na te streven tus-
sen de procedurekosten en de theoretisch te
bekomen schadevergoeding. Ook revanchis-
tische vorderingen moeten worden geme-
den. Bij weigering moet het personeelslid, op
zijn vraag, gehoord worden door de overheid
die de beslissing neemt tot toekenning van
rechtshulp.
Ten slotte is de regeling inzake zaakschade
gewijzigd in die zin dat niet enkel de zaak-
schade “in” zijn functie, maar ook zaakschade
Wie zich hiervoor heeft ingeschreven zal op
geregelde tijdstippen op de hoogte worden
gehouden van de actuele stand van zaken.
Deze communicatie zal onder meer verspreid
worden in de Nieuwe Tijd, op onze website
en door middel van Flash berichten verspreid
door onze militanten.
ACV-Openbare Diensten heeft kosten noch
moeite gespaard om uw belangen optimaal
te behartigen. Zo hebben wij alle betrokken
werkgevers gedagvaard, dus niet alleen de
Belgische Staat, maar ook alle betrokken po-
litiezones en dit in tegenstelling tot andere
vakorganisaties.
Zoals u vernomen heeft, werd op verzoek
van Sypol een gunstig vonnis bekomen van
de rechtbank van eerste aanleg te Brussel dd.
28.09.2010 lastens de Belgische Staat (en niet
lastens de politiezones). Tot op heden werd
aan dit vonnis geen uitvoering verleend. Op
basis van de laatste berichtgeving werd dit
vonnis zelfs nog niet betekend. Ondertussen
werden we op de hoogte gesteld dat de Mi-
Jan AdamacV-openbare diensten heeft beslist om een collectieve vordering in te stel-len namens het operationeel kader van de politiediensten teneinde de be-faamde “copernicuspremie” te bekomen.
Stand van zaken gerechtelijke procedureCopernicuspremie

19bijzondere korpsen
“ingevolge” zijn functie vergoed wordt. Hier-
bij wordt in eerste instantie gedacht aan
wraakacties van derden waarbij schade wordt
aangebracht aan privégoederen van een per-
soneelslid omwille van zijn hoedanigheid van
personeelslid of omwille van handelingen die
hij heeft gesteld tijdens de uitoefening van
zijn functie.
uitbesteding schoonmaak gebouwen federale politieOp het hoog overlegcomité van woensdag
19-01-2011 werd het ‘uitbesteden van de
schoonmaak van de gebouwen van de Fede-
rale Politie’ besproken met de representatieve
vakbonden. Het uitbesteden aan externe
firma’s zou progressief gebeuren.
De Kroontuinen te Brussel worden vooropge-
steld als een eerste proefproject. Afhankelijk
van dit resultaat zal de overheid verder gaan
met ‘outsourcing’.
ACV is fel gekant tegen het uitbesteden van
deze taken naar de privé. Het is alom gewe-
ten dat het privatiseren kadert in het liberaal
gedachtengoed en geen garantie biedt op
betere dienstverlening of kwaliteit. ACV heeft
zich dan ook verzet tegen de privatisering van
de schoonmaak van de gebouwen van de Fe-
derale Politie.
examens sociale promotie calogACV heeft de DG DGS bevraagd omtrent het
organiseren van de volgende examens soci-
ale promotie voor het CaLog. Zodra we meer
info verkrijgen omtrent data of examenstof
laten we dit weten.
Het uitbesteden aan externe firma’s zou progressief
gebeuren.
Overgang van militairen naar operationeel korps federale politie
Ilse Heylensinds lange tijd wordt binnen defensie geijverd voor projecten van mobi-liteit. externe mobiliteit wel te verstaan. concreet gaat het om een zoek-tocht naar mogelijkheden om militairen een alternatieve professionele mogelijkheid aan te bieden buiten defensie. dit alles kan alleen maar wan-neer de militair dit zelf ook wil wel te verstaan. om deze projecten uit de grond te kunnen stampen werd binnen de diensten van Human resources een speciale cel opgericht, de cel externe mobiliteit. zij zoeken naar mo-gelijke partners, mogelijke pistes of programma’s, al dan niet structureel.
ups and downsDeze zoektocht loopt niet van een leien
dakje. Tal van projecten passeerden al de
revue, met wisselend succes. Zo was er de
overgang naar het veiligheidskorps, een van
de eerste projecten, de overgang naar het
Openbaar Ambt, die structureel werd opge-
vat met de nodige wetgeving, de overgang
naar Justitie, partnerschappen, mogelijkhe-
den tot beroepsomschakeling, de overgang
naar het administratief en logistiek kader
van de politie,…
Positieve noot is wel dat voor militairen die
defensie willen verlaten mogelijkheden
worden gecreëerd.
Geluk van korte duurVanuit ACV-Openbare Diensten zijn we al
zeer lang vragende partij om de overgang
naar het operationeel kader van de politie
mogelijk te maken. Het gaat hier immers
om een job in dezelfde lijn als deze waarin
de militair ervaring heeft opgedaan. Denk
maar aan omgang met wapens, discipline,
fysieke conditie, sommige technieken,… .
Bovendien kunnen militairen zich echt laten
valoriseren. Denk maar aan al de vrijwilli-
gers die als inspecteur zouden kunnen star-
ten. Er zijn reële perspectieven op vlak van
loopbaanverloop. Ze zullen immers kunnen
overgaan van een niveau D als vrijwilliger

naar een niveau C als inspecteur (mits diplo-
ma-vereisten).
De problematiek bij de Brusselse politie gaf
kansen: ze kampte met personeelstekort en
Defensie was op zoek naar projecten van ex-
terne mobiliteit. Een politiek akkoord werd
wel bereikt in het voorjaar 2010 maar pas
in november kondigde de ministerraad de
goedkeuring aan van de overstap van 100 mi-
litairen naar de federale politie. Doelstelling is
dat 100 militairen vrijwillig kunnen overstap-
pen naar de federale politie. De betrokkenen
zullen worden toegewezen aan de directeur-
coördinator van Brussel, die een soort link is
tussen de federale en de lokale politie. Alle
Brusselse politiezones zouden dan beroep
kunnen doen op de nieuwe agenten.
Het project voorziet een overgang voor
militairen van niveau D en C, met andere
woorden vrijwilligers en onderofficieren. Zij
kunnen allemaal de graad van inspecteur
ambiëren. Hiervoor moeten ze wel de ganse
vorming doorlopen mar dat is geen onover-
komelijke drempel. We kennen immers al tal
van vrijwilligers die Defensie verlieten en op
eigen houtje de stap waagden, en met succes.
een project met mooie perspectieven, maar…
Al gauw wordt het project minder aantrek-
kelijk:
• De doelgroep is enorm beperkt. Ener-
zijds is er de beperking tot niveau’s C en
D, anderzijds is de overgang enkel voor
dertigers. Nochtans kan iedereen van
minimum 17 jaar bij de politie starten.
Waarom sluit men de militairen vanaf 40
jaar dan uit?
• Bovendien moeten militairen, ondanks
hun achtergrond en hun ervaring, gans
de vorming doorlopen. Op zich te begrij-
pen en aanvaardbaar, vele professionele
vaardigheden zullen ook nieuw zijn.
• Maar de militair moet ook starten in de
laagste schaal van de minimum loon-
schalengroep, enkel de geldelijke anci-
enniteit wordt in rekening gebracht. Dit
terwijl de inschaling voor de overgang
naar het administratief en logistiek kader
wel degelijk rekening hield met kaderan-
ciënniteit om ingeschakeld te worden in
de volgende schalen van de minimum
loonschalengroep. Deze laatste manier
van werken is veel correcter tegenover
de verworvenheden in Defensie en is
dan ook een voorstel van ACV-Openbare
Diensten geweest op het overleg bij de
politie op 24 november jongstleden.
Een beschermingswedde moet wel vrijwa-
rend zijn voor de opgebouwde rechten, maar
de militair moet in dit geval , gezien de jonge
doelgroep, toch zo snel mogelijk in kunnen
pikken op het nieuwe statuut. Een periode
van vijf tot zes jaar vastgepind zijn in de be-
schermingswedde zal allicht een drempel
zijn voor geïnteresseerde onderofficieren.
Dit gegeven duidt opnieuw aan hoe belang-
rijk het is om voortgezette vorming te valide-
ren!
In het verlengde hiervan kunnen ook enkel
die vrijwilligers meedingen die een diploma
of studiegetuigschrift hebben dat ten minste
evenwaardig is met die welke in aanmerking
worden genomen voor de aanwerving in de
betrekkingen van niveau C bij de federale
rijksbesturen. Ook hier heeft men geen oor
naar een overgangstest, conform deze van
de agenten van de politie wanneer zij de stap
naar inspecteur willen zetten.
Wat een mooi en eerlijk project van mobili-
teit zou kunnen zijn, wordt omwille van enge
geesten en onwil opnieuw in de kiem ge-
smoord. Uiteraard kan dit project voor som-
mige militairen alsnog een mooie nieuwe
uitdaging betekenen. Het is ook hier vooral
een persoonlijke afweging die gemaakt moet
worden. Toch betreuren wij als ACV-Open-
bare Diensten dat er een manifeste onwil
bestaat om de ervaring, de vorming en de
competenties van de militairen te erkennen
en dat niet wordt ingegaan op onze construc-
tieve voorstellen.
20
bijzondere korpsen
Bovendien moeten militairen, ondanks hun
achtergrond en hun ervaring, gans de
vorming doorlopen

vervoer 21
bij Vlaamse Vervoersmaatschappij?Moeilijke (syndicale) ritten
Jan Coolbrandtom maar meteen een open deur in te trappen: 2010 was een moeilijk jaar voor de lijn. de pas benoemde directeur-generaal,roger kesteloot, werd onmiddellijk geconfronteerd met een aantal belangrijke beslissingen over onder andere opeenvolgende besparingsrondes en een nieuwe beheers-overeenkomst in een moeilijk budgettair kader.
beheersovereenkomst 2011-2015We komen hier nog kort op terug, omdat de
besprekingen hierover in de laatste fase zit-
ten. Het goede nieuws is dat enkele cruciale
politieke keuzes rond openbaar vervoer in
het huidig ontwerp van beheersovereen-
komst overeind blijven. Men raakt niet aan de
basismobiliteit.
We stellen ook vast dat de grote meerderheid
van de Vlaamse parlementsleden het typisch
Vlaams organisatiemodel met de fameuze
50/50 – verhouding (De Lijn enerzijds en de
privé-exploitanten anderzijds) willen be-
houden. Tot onze tevredenheid is men ook
overtuigd van de noodzaak van het verder af-
stemmen van het loon- en arbeidsvoorwaar-
denbeleid van De Lijn met haar exploitanten.
Geen sociale dumpingToch moeten we zeer alert blijven over de
roep om de ‘efficiëntere’ inzet van onze (bel)
bussen. De druk om taxi’s in te schakelen
wordt vanuit bepaalde (politieke) hoek steeds
groter. Wij betreuren dat de Minister hier op
bepaalde punten te enthousiast in mee gaat,
zonder de mogelijke consequenties voor de
toekomst van (het personeel van) het open-
baar vervoer in te schatten. Gelukkig zijn alle
partijen het er over eens dat sociale dumping
in geen geval het gevolg kan zijn.
Een aantal critici verwijten De Lijn en de Mi-
nister eveneens een gebrek aan ambitie. Het
is inderdaad zo dat slechts een beperkt aantal
projecten – snelbus en sneltram – in de be-
heersovereenkomst zijn opgenomen. Men
kan stellen dat vele concrete voorstellen uit
mobiliteitsvisie 2020 niet meer relevant zijn
Gelukkig zijn alle partijen het er over eens
dat sociale dumping in geen geval het gevolg
kan zijn.

vervoer
22
bij de uitstippeling van ‘nieuw’ beleid. Net als
in andere beleidsdomeinen, moeten ook de
spelers in het openbaar vervoer zich immers
neerleggen bij het feit dat de beschikbare
budgetten niet meer dezelfde zijn dan enkele
jaren geleden.
blijven investerenEn toch zal men blijvend moeten investeren
in meer en beter openbaar vervoer! Dit is de
enige oplossing om een mobiliteitsinfarct af
te wenden. In dat verband verwijzen wij bij-
voorbeeld naar de oproep van het provincie-
bestuur van Vlaams-Brabant, gesteund door
een aantal Vlaamse parlementairen, om snel
werk te maken van een ‘STARTplus-project’.
Enkel een toegankelijk en omvattend open-
baar vervoer kan de mobiliteit voor alle lagen
van de samenleving blijven garanderen in
de toekomst. Deze publieke opdracht kan en
mag –tot spijt van diegenen die De Lijn steeds
afschilderen als een subsidieverslindend mon-
ster- nooit uit het oog verloren worden. Er
werd desondanks heel wat voortgebakkeleid
over hoe efficiënt De Lijn kan of moet zijn met
als steeds weerkerende vraag op welke manier
de kostendekkingsgraad naar omhoog kan, al
te vaak in een asociaal discours. De streefcijfers
die het ontwerp van beheersovereenkomst nu
vooropstelt (0,5% verhoging op jaarbasis, zon-
der de tarieven te verhogen) zijn volgens ons
mogelijk. Toch zijn wij benieuwd hoe De Lijn
dit kan realiseren zonder maatregelen die het
publiek karakter en de werksituatie van onze
werknemers aantasten. De bevoegde politici
hebben hier tot onze tevredenheid wel dege-
lijk oog voor. Het is ooit anders geweest!
krappe budgettenUiteraard wordt 2011 dus duidelijk een jaar
vol uitdagingen en moeilijke budgettaire
evenwichtsoefeningen. Alhoewel wij bij het
ter perse gaan nog geen informatie hadden
over de afloop van het IPA ontwerp,, moeten
wij dit jaar hoe dan ook onderhandelen over
een sociale programmatie 2011-2012. Hier
zullen wij nauwlettend de mogelijke gevol-
gen van een nieuw IPA voor al de personeels-
groepen in onze sector in het oog houden.
ACV-Openbare Diensten vindt alvast dat het
personeel voldoende inspanningen heeft ge-
leverd! Met het besef dat de Vlaamse regering
verder de knip op de beurs wil houden, wil-
len we in 2011-2012 de koopkracht van onze
werknemers zeker niet zien afnemen.
de technische diensten in het vizierNa de reorganisaties in de exploitatie het
afgelopen jaar (een debat dat uiteraard nog
lang niet afgelopen is), staan momenteel de
technische diensten in het vizier van de be-
sparingsplannen.
Wanneer wij in december nog aankondigden
dat de onderhandelingen snel zouden aan-
vangen, moeten wij eind januari vaststellen
dat deze nog moeten beginnen. Wij staan
erop dat de vakbonden sterk betrokken wor-
den wanneer De Lijn haar organisatie bij de
technische diensten hertekent. We willen
onderhandelen over het aantal personeels-
leden dat De Lijn nodig heeft in haar nieuwe
organisatiestructuur en over het maximale
behoud van het aantal arbeidsplaatsen. Wij
willen garanties over een verbetering van het
geldelijk statuut van het technisch personeel
en hebben al voorstellen geformuleerd. Tot
slot, willen wij duidelijk afspreken hoe wij bin-
nen De Lijn omgaan met de uitbesteding van
activiteiten. Uiteraard is het essentieel voor
het welslagen van deze reorganisatie dat de
technische diensten ook gemoderniseerd
worden. U merkt het, 2011 heeft zowel op
beleids- als op organisatievlak nog veel uitda-
gingen in petto. Zoals steeds zullen wij onze
uiterste best doen om hier realistische oplos-
singen aan te reiken die het personeel zo min
mogelijk treffen.
Militanten van privé-exploitanten krijgen specifieke ondersteuningZoals we tijdens het congres hebben benadrukt, besteden we bijko-mende aandacht aan de privé-exploitanten van onze openbare ver-voersmaatschappijen. Omdat de syndicale- en werksituatie bij deze privé-exploitanten vaak grondig verschilt, werken we een vorming op maat uit. In eerste instantie was er grote nood aan informatie-uitwisseling en het ontdekken van gemeenschappelijke problemen. Er blijkt een grote nood aan het verhelderen van loonberekenings-wijzen en het respecteren van rij- en rusttijden. We nemen dit uiter-aard mee in onze werking voor dit jaar. Ook het ‘militant-zijn’ in deze ondernemingen is verschillend van de openbare diensten. Kansen en hindernissen werden aangekaart, en dit voorjaar volgt een com-municatietweedaagse.
De komende jaren zal dit vormingsprogramma verder uitgebouwd worden op maat van de militanten. Centraal wordt ook de commu-
nicatie en informatie naar de privé-exploitanten gestroom-lijnd. Met onze magazines voor de groepen Veolia, Keolis, Waas-landia,…en de website www.acvbuscar.be. Alle informatie/artikels/foto’s die hierin kunnen worden opgenomen, kan door-gegeven worden aan uw secre-taris of op [email protected]
bijzonder geregelde autobusdienstennieuwe uurlonen vanaf 1 december 2010
Door de overschrijding van de spilindex worden de lonen van het personeel van de speciale autobusdiensten vanaf 1 december 2010 verhoogd met 2%!
Anciënniteit Uurlonen € Zondagwerk
(basisloon +
100 %
toeslag)
Nachtwerk
+ € 0,50/u
0 - 2 11,0209 22,0418 11,5209
3 - 5 11,0830 22,1660 11,5830
6 - 10 11,1432 22,2864 11,6432
11 - 15 11,2663 22,5326 11,7663
16 - 20 11,4467 22,8934 11,9467
21 jaar en meer 11,5099 23,0198 12,0099
De ARAB - vergoeding blijft ongewijzigd. Deze bedragen zijn terug te vinden in ons bericht 10/13 van 7 juli jl.

pensioenen 23
Definitieve
lichamelijke ongeschiktheidJoris Lermyttestatutaire ambtenaren die langdurig ziek zijn kunnen definitief lichame-lijk ongeschikt worden bevonden. ze verkrijgen dan een rustpensioen. Het voordeel van dat pensioen is ongetwijfeld de rechtszekerheid: het pensioen is definitief. een vroegtijdig pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid heeft echter ook tal van nadelen.
basisbedragDe berekening van het rustpensioen wegens
lichamelijke ongeschiktheid is dezelfde als
dat van het ‘gewone’ rustpensioen. Het pen-
sioenbedrag is dus de resultante van de aan-
neembare diensten, de referentiewedde en
de tantième of pensioenbreuk. Het vroegtij-
dige karakter van het pensioen zorgt er voor
dat zowel de aanneembare diensten, als de
referentiewedde veelal een pak lager uitval-
VaststellingLangdurige ziekte kan er voor zorgen dat men
de opgebouwde ziektedagen uitput. Bij uit-
putting van de ziektedagen kan een bestuur
beslissen om de ambtenaar te laten oproepen
voor een medische instantie met het oog op
de beoordeling van diens geschiktheid. De
meest gekende van deze instanties is de cel
pensioenen van het Bestuur medische experti-
se van de FOD Volksgezondheid, beter gekend
als MEDEX. Militairen worden beoordeeld door
de Militaire Commissie voor Geschiktheid en
Reform (MCGR). Politiepersoneel kan worden
opgeroepen voor de Commissie voor geschikt-
heid van het personeel van de politiediensten.
Pensioen volgt na de vaststelling van definitie-
ve of tijdelijke ongeschiktheid. Ook wanneer
geen wedertewerkstelling kon plaatsvinden of
wanneer die niet succesvol bleek volgt ambts-
halve pensioen. Voor ambtenaren ouder dan
60 jaar bestaat nog een bijkomende regeling.
Zij worden ambtshalve gepensioneerd wan-
neer ze vanaf hun 60e verjaardag 365 dagen
afwezig zijn wegens ziekte.
laagdrempeligHet pensioen wegens lichamelijke onge-
schiktheid is laagdrempelig: voor het recht op
het pensioen bestaat in principe geen enkele
voorwaarde qua leeftijd of aantal dienstjaren.
Enkel wie een bijambt uitoefende gedurende
minder dan tien jaar kan dit pensioen niet ont-
vangen. Ondermeer die lage drempel vertaalt
zich in een vrij ruim gebruik. Het Rekenhof
becijferde dat in de periode 2003-2008 jaar-
lijks gemiddeld 2408 of 14% van totaal aantal
nieuwe pensioenen toegekend werden in het
kader van lichamelijk ongeschiktheid.
len dan wanneer men zou hebben doorge-
werkt tot wanneer men een pensioen wegens
leeftijd zou kunnen verkrijgen. Bijgevolg
valt ook het basisbedrag van het pensioen
meestal een pak lager uit. Het basisbedrag
kan evenwel soms aangevuld worden met
een minimumsupplement, waardoor men
redelijk inkomensniveau kan behouden. Het
Rekenhof stelde vast dat in de periode 2003-
2008 een gemiddeld nieuw pensioen wegens
Vele vroegtijdig gepensioneerden kunnen evenwel niet of slechts
gedeeltelijk op de minimumsupplementen
terugvallen.

pensioenen
24
wordt het minimum vermenigvuldigd met de
verhouding tussen de deeltijdse duur van de
loopbaan en de voltijdse duur van de loop-
baan. Wie bijvoorbeeld slechts halftijds heeft
gewerkt en dat minder dan 40 jaar, heeft
slechts recht op de helft van de minimumbe-
dragen.
Op de tweede plaats wordt het verkregen
supplement verminderd met andere eigen
bruto beroeps- of vervangingsinkomens
of renten boven de 920,92 euro per jaar. Bij
gehuwden wordt daarbij ook het bruto-in-
komen van de partner afgetrokken, mits een
vrijstelling van de helft van het bedrag onder
de 613,95 euro per maand. Gehuwden vallen
dan ook vaak terug op het basisminimum van
682,01 euro per maand. Dat bedrag wordt
niet verminderd met de inkomsten van de
partner. Het ligt echter zo laag dat het vaak
niet als financieel leefbaar wordt beschouwd.
Te meer omdat het basisminimum nog steeds
verloren gaat indien men eigen bijkomende
inkomsten verwerft boven de 920,92 euro per
jaar. Ook wordt soms een discriminatie erva-
ren tegenover niet-gehuwden van wie het
inkomen van een partner niet in mindering
wordt gebracht.
definitiefHet rustpensioen wegens lichamelijke onge-
schiktheid is definitief: het basisbedrag zal
nooit meer herberekend worden. Ook na de
pensioenleeftijd behoudt men dus hetzelfde
basisbedrag. De periode van vervroegde
pensionering levert dus op geen enkele ma-
nier pensioenrechten op. Enkel indexering,
perequatie, cumulatie en eventuele aanpas-
singen van minimum- of maximumpensioe-
nen kunnen het pensioen nog wijzigen. We
merken echter op dat de minimumbedragen
enkel onderhevig zijn aan indexatie en niet
aan perequatie. Het definitieve karakter zorgt
er ten slotte ook voor dat men het pensioen
nooit kan verliezen, uitgezonderd bij een cri-
minele veroordeling. De uitbetaling kan enkel
geschorst worden omwille van de cumulatie
met andere inkomsten.
WerknemerspensioenHet verkrijgen van een overheidspensioen
wegens lichamelijke ongeschiktheid opent
op geen enkele manier rechten op het verkrij-
gen van een werknemerspensioen. Wie voor-
afgaandelijk aan de loopbaan in de overheids-
sector in de privésector heeft gewerkt, kan
meestal slechts op de pensioenleeftijd aan-
spraak maken op het werknemerspensioen.
Bij de het ingaan van het pensioen wegens
lichamelijke ongeschiktheid voor de leeftijd
van 60 jaar is er geen enkele aanspraak op
een werknemerspensioen mogelijk. Voor een
vervroegd werknemerspensioen vanaf 60 jaar
moet men een loopbaan van 35 jaar kunnen
voorleggen. Dat laatste is vaak niet mogelijk
aangezien men de loopbaan afgebroken zag
en er ook hier geen gelijkstelling van de pe-
riode van vervroegde pensionering bestaat.
cumulatieHet pensioen wegens lichamelijke onge-
schiktheid kan beperkt verhoogd worden
met de inkomsten uit een nieuwe beroepsac-
tiviteit. Wie een pensioen ontvangt wegens li-
chamelijke ongeschiktheid kan dat pensioen
– afgezien van het eventuele minimumsup-
plement - cumuleren met beperkte beroep-
sinkomsten. Beneden de leeftijd van 65 jaar
kan men jaarlijks 7570,41 euro bijverdienen
als werknemer en 6056,01 euro als zelfstandi-
ge. Met kinderen ten laste worden die bedra-
gen verhoogd tot 11355,02 euro en 9084,01
euro. Telkens gaat het om brutobedragen.
contractantenHet pensioen wegens lichamelijke onge-
schiktheid bestaat niet voor contractanten.
Bij langdurige ziekte vallen zij onder de inva-
liditeitsregeling van de ziekteverzekering en
dat tot de normale (eventueel vervroegde)
pensioenleeftijd. De jaren invaliditeit worden
daarbij gelijkgesteld en dus meegeteld voor
de berekening van het pensioen.
lichamelijke ongeschiktheid 1705 euro bruto
per maand bedroeg. Dat is 27,5% lager dan
het gemiddelde nieuw rustpensioen wegens
leeftijd.
MinimumpensioenHet gewaarborgd minimumpensioen wegens
lichamelijke ongeschiktheid zorgt er voor dat
wie een basispensioen heeft dat onder de
minimumgrenzen valt, een supplement kan
ontvangen dat het pensioen tot die grenzen
optrekt. De minimumgrens voor een alleen-
staande bedraagt 50% van de gemiddelde
wedde van de laatste vijf jaar, waarbij het
equivalent maandbedrag ten minste 1212,69
euro moet bedragen en ten hoogste 1705,04
euro. Een gehuwde gepensioneerde heeft
recht op 62,5 % van de gemiddelde wedde
van de laatste vijf jaar, waarbij equivalent
maandbedrag niet lager mag zijn dan 1515,86
euro en niet hoger dan 2131,30 euro. Wie een
bijambt uitoefende kan geen aanspraak ma-
ken op een minimumpensioen.
beperkingenOp zich zouden de voorgaande supplemen-
ten een redelijke levensstandaard moeten
kunnen waarborgen. Vele vroegtijdig gepen-
sioneerden kunnen evenwel niet of slechts
gedeeltelijk op de minimumsupplementen
terugvallen. Verschillende redenen spelen
hierbij een rol.
Op de eerst plaats kan er een belangrijke
beperking uitgaan van deeltijdse prestaties.
Zolang men geen twintig volle jaren heeft ge-
werkt worden de minimumbedragen immers
verminderd bij deeltijdse prestaties. Daarbij
De periode van vervroegde pensionering
levert dus op geen enkele manier
pensioenrechten op.