Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

24
AMSTERDAM NOIR

description

Amsterdam Noir is de achtste uitgave in de serie Nieuwe Openingen van Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) van de Gemeente Amsterdam. Nieuwe Openingen is een opiniërende reeks waarmee DRO beoogt een inspirerende bijdrage aan het debat in het vakgebied te leveren. De inhoud betreft de persoonlijke mening van de auteurs en kan afwijken van vastgesteld beleid. Amsterdam Noir gaat in op de duistere zijde van de stad. In vijftien verhalen komen thema's als moord en doodslag, criminaliteit, angst en eenzaamheid, vleermuizen, koude oorlog schuilkelders en het nachtleven aan bod.

Transcript of Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Page 1: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

AMSTERDAMNOIR

Page 2: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)
Page 3: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

62 Nieuwe Openingen 8

62

Duistere terreinen Miriam V.

Is het unheimische gevoel dat veel mensen ervaren op een verlaten bedrijventerrein terecht? Cijfers tonen aan van niet; bedrijventerreinen zijn relatief veilig. De kans dat je als burger slachtoffer wordt van een misdrijf op een bedrijventerrein, is stukken kleiner dan in een woonwijk.

Amsterdam beschikt over diverse bedrijven-

terreinen. De gemeente ontwerpt en beheert

deze terreinen, ze verpacht de grond, regelt de

vergunningen en komt in geval van nood de

brand blussen. Als er een duistere zijde is aan

bedrijventerreinen, dan móet de gemeente

daarmee in aanraking komen. Dat bleek inderdaad

tijdens de start van het onderzoek voor dit artikel.

Alleen wilden verschillende ambtenaren, waarvan

werd gezegd dat zij uren konden vertellen over

wat ze op bedrijventerreinen meemaakten, voor

dit artikel niet praten. Ze wilden hun ingrijpende

herinneringen niet oprakelen, hadden bij

nader inzien toch niet zo veel meegemaakt, of

krabbelden terug omdat hun anekdotes enkel

waren gebaseerd op vermoedens. Elke nieuwe

afwijzing maakte mijn eigen unheimische gevoel

over de Amsterdamse bedrijventerreinen groter.

Wat gebeurt daar in godsnaam allemaal?

Page 4: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Amsterdam Noir 63

63

Hier kan het

Onzichtbaarheid, dat is waarschijnlijk de grootste

aantrekkingskracht van bedrijventerreinen op

illegale praktijken. Duistere praktijken worden

het liefst door niemand gezien. Daarom is een

gebied zonder pottenkijkers het aantrekkelijkst.

Het Westelijk Havengebied is wat dat betreft

populair: het is enorm uitgestrekt en heeft

relatief zeer weinig passanten. Bovendien

zorgt de nabijheid van de haven voor

smokkelmogelijkheden. In het gebied gebeuren

daardoor diverse louche dingen. Er zijn

bijvoorbeeld wel eens auto’s met de inzittenden

er nog in in brand gestoken, de politie rolt er

regelmatig wietplantages op en gestolen auto’s

krijgen er een nieuwe, illegale identiteit.

Het meest beruchte deel van het Westelijk

Havengebied is de Heining, het deel waar in

november 1983 Freddy Heineken wekenlang

zat opgesloten in een loods. Die loods is twee

jaar geleden gesloopt. Tot die tijd diende hij

als een minimuseum en als eindpunt van

de toeristische crimitour door Amsterdam.

De cel van Heineken was een doos-in-

doosconstructie, gemaakt van grote betonnen

blokken en geïsoleerd met houtwol. Als je daar

een kanon in afschoot, vlogen de vogels buiten

niet eens op. Niet gek dus, dat van Kooten en de

Bie ten tijde van de ontvoering van Heineken op

hetzelfde terrein geheel onwetend tv-opnamen

voor hun satirische programma maakten.

En dat veroorzaakt nu precies het gevoel dat veel

mensen dus niet geheel onterecht op achteraf

gelegen bedrijventerreinen bekruipt. Als je op

zo’n plek bent, dan weet je gewoon: hier kan het.

Hier kan, zonder dat je het weet, van alles gaande

zijn, wat het daglicht niet verdraagt.

Om te starten

Oorspronkelijk was de Heining bedoeld voor

opstartende bedrijven; het lag ver van de stad

vandaan en de huren waren laag. Maar al snel

bleken deze kenmerken ook andere, clandestiene,

bezigheden aan te trekken. De gemeente vond

dat soms ook wel handig; een terrein waar zaken

naar verplaatst konden worden, die elders voor

overlast zorgden. Misschien moeilijker zichtbaar,

maar wel goed te handhaven als dat nodig mocht

zijn. De Heining heeft namelijk maar twee

toegangswegen. Als je die afsluit, kun je het

gebied grondig doorzoeken. Dat heeft de politie

wel eens gedaan en trof toen wapens, drugs en

gestolen auto’s aan.

Tegenwoordig vind je op de Heining onder

andere het Amsterdams straattheater en een

broedplaats voor kunstenaars, grotendeels

beeldhouwers. Op de Heining kunnen

ze het lawaai maken, dat elders in de stad

niet wordt getolereerd. Verder zitten er een

mestoverslagbedrijf, hobbygarages en een goede

autospuiterij. Ook voor uitdeuken is de Heining

een topplek. Je kunt er dus op zaterdagmiddag

met een gerust hart met je auto naartoe.

Toch zegt dat niet alles, want overdag zijn de

meeste bedrijventerreinen veilig. Dat ligt wat

anders tussen drie en zes uur ‘s ochtends. Dat zijn

de meest ‘duistere’ uren. Je kunt er dan naartoe

gaan, maar niet met een chique auto. Want

behalve kunstenaars, schuiven ook criminelen

gemakkelijk de afgelegen hoeken in.

Page 5: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

64 Nieuwe Openingen 8

64

Om te wonen

Naast weinig passanten hebben bedrijventerreinen

nauwelijks bewoners, waardoor de sociale

controle nihil is. Bewoning wordt bijna nooit

toegestaan, want bedrijven hebben ruimte

nodig om te functioneren zonder overlast te

veroorzaken. Als op een onbewaakt moment

toch mensen zijn neergestreken, wordt dat soms

gedoogd. Die bewoners zijn deels hardwerkende

mensen die hun werk dichtbij huis willen hebben

en daar de klok rond aan willen werken. Denk

bijvoorbeeld aan kermisexploitanten die vaak

opslag of pakwagens hebben en hun materialen

en wagens moeten onderhouden. Daarnaast

wonen er ook echte vrijbuiters, mensen die

niet goed passen in de aangeharkte stad. Zij

worden naar afwijkende woonomgevingen

gedreven, zoals de ruige omgeving van een

bedrijventerrein.

Tegelijkertijd leven op bedrijventerreinen ook

mensen die niet helemaal pluis zijn. Iets waar

je rekening mee moet houden als je zo’n gebied

bezoekt. Zo bracht een gemeenteambtenaar eens

de huur- en onderhuurcontracten in kaart op de

Heining. Een onderzoek dat nodig was omdat

het ontbreken van overzicht over wie wat huurt,

criminaliteit in de hand werkt. Tijdens een van

de huisbezoeken lag er bij de huurder een pistool

op tafel. Zo maar, toevallig.

Naast bewoners met pistolen kon en kun je

op bedrijventerreinen ook andere bijzondere

mensen ontmoeten. Vroeger bijvoorbeeld

Willem de Koperbrander. De meest markante

huurder en illegale bewoner van de Heining ooit.

Een notoire boef, die alles deed wat god verboden

had. Het bekendst was hij om zijn gestolen

koperdraden. In de open lucht brandde hij de

huls eraf, daarna verkocht hij het koper door.

Door wildgroei was Willem een markante

verschijning: hij had hij een gigantische

neus en handen. Zo erg, dat hij zelfs

niet in de boeien kon worden geslagen

als hij weer eens werd gearresteerd.

Willem was naast boef, ook een onofficiële

gesprekspartner van de gemeente. Een collega

met een goed hart bracht hem een tijd lang

iedere week een halve kip van de Febo. Omdat je

via Willem veel te weten kwam, maar ook omdat

zijn ongure activiteiten niet altijd lucratief leken

en hij wel wat extra eten kon gebruiken.

Om te vozen

Omdat wat in de binnenstad voor overlast

doorgaat, vaak niet als zodanig wordt ervaren

op bedrijventerreinen, bedacht de politiek in de

jaren negentig dat het Westelijk Havengebied

een goede plek zou zijn voor een tippelzone voor

aan heroïneverslaafde prostituees. Dit leidde

tot een terrein aan de Theemsweg waarbij de

veiligheid voor de prostituees voorop stond.

De ontwerper van de gemeente had aan alles

gedacht. Een paniekbel kon er bijvoorbeeld voor

zorgen dat het hele terrein vol in het licht stond.

En tussen de schotten van de afwerkplek stond

de vaste prullenbak dicht bij de autodeur van de

klant. Daardoor ging de deur niet ver open en kon

de klant niet snel de auto uit, maar de prostituee

in geval van nood wel.

De huurders van een volkstuinencomplex dat er

pal naast lag vonden de tippelzone trouwens niet

zo’n lumineus idee van de politiek. Op de avond

van de officiële opening waren ze zó boos, dat

ze de verantwoordelijke ambtenaren dwongen

zich terug te trekken in een van de gebouwtjes

Page 6: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Amsterdam Noir 65

65

op het terrein. Die zaten daar een paar uur lang

gegijzeld voor de politie ze kon ontzetten.

Ondertussen ligt het terrein aan de Theemsweg er

verlaten bij. De komst van mobieltjes veranderde

de noodzaak voor het terrein: afspraakjes tussen

klant en prostituee zijn nu snel, en op afstand,

gemaakt. Vandaag de dag kun je na kantoortijd

nog steeds wel een stil plekje vinden op een

Amsterdams bedrijventerrein om je auto te

parkeren en de liefde te bedrijven, betaald of

onbetaald. Maar een paniekbel tref je er niet meer

aan.

Om te verbergen

Duistere zaken geven zich niet zomaar prijs. Dat

zorgt soms voor nare verrassingen. De brandweer

weet bijvoorbeeld niet altijd van tevoren dat een

brandmelding of een melding van wateroverlast

is veroorzaakt door duistere praktijken. Zoals

die keer dat er rook uit een loods kwam. Eenmaal

binnen kon de brandweer de brand vreemd

genoeg niet vinden. Uiteindelijk braken ze een

muur door en vonden daarachter de brand, plus

een hennepkwekerij.

Dat de brandweerlieden de deur naar de

brandende ruimte niet meteen hadden gevonden,

was een geluk bij een ongeluk, want het had

slecht met ze kunnen aflopen. Criminelen zijn

namelijk bang voor elkaar. De kans bestaat

immers altijd dat de concurrent op jouw spullen

uit is. Bij toegangsdeuren neemt een eigenaar

daarom wel eens extra veiligheidsmaatregelen.

Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je, als je de

deurknop aanraakt, direct via een verborgen

camera bent verbonden met die eigenaar. Dan

weet hij tenminste wie zijn wietplantjes jat.

In de loods waar de brandweer die dag bluste,

had de eigenaar een ander foefje gebruikt. De

deurknop stond onder een hoog voltage stroom.

Gelukkig was de deur verstopt achter een

archiefkast en vond de brandweer hem dus pas

nadat ze doorhadden dat de hennepkwekerij

wellicht ‘extra beveiligd’ was.

Page 7: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

66 Nieuwe Openingen 8

66

Om op te rollen

Kun je zelf met een geoefend oog illegale

praktijken op een bedrijventerrein waarnemen?

Soms. Bijvoorbeeld als er opvallende

veranderingen plaatsvinden. Stel, je ziet dat bij

een loods ineens de ramen zijn dichtgeplakt en

dat er een nieuwe airco aan de buitenkant zit

met een grote afvoerpijp eraan. Grote kans dat

het om een wietplantage gaat. Vreemde pijpen

en buizen zijn sowieso een goede aanwijzing.

Als er vanuit een gebouwtje veel buizen naar

de bodem lopen, waar de bedrijfsfunctie geen

logische verklaring voor geeft, kan het pand een

drugsfabriekje zijn.

Ook sneeuw kan illegale praktijken aan het licht

brengen. Zo zal het opvallen als er bij een loods

na sneeuwval na verloop van dagen geen enkel

spoor rond de loods is te zien, terwijl er op papier

een bedrijf zit dat nogal intensief gebruik van

de loods zou moeten maken. De kans bestaat

dan dat je bij binnenkomst allerhande gestolen

spullen aantreft, die staan ‘af te koelen’ voordat

ze verder worden verhandeld. Na een diefstal

kan een dief immers beter even wachten. Als het

slachtoffer en de politie de hoop op terugvinden

opgeven, loop je minder snel tegen de lamp

wanneer je je spullen probeert te slijten. Voor

zo’n afkoelperiode is een anonieme loods op

een bedrijventerrein ideaal. Dankzij oplettende

ambtenaren zijn door uitblijvende sporen in de

sneeuw een tijd geleden tien gestolen Peugeots

ontdekt.

Iemand die zich wil oefenen in het opsporen

van illegale praktijken, moet vooral regelmatig

terugkomen, goed rondkijken en gespitst zijn

op veranderingen. Een praatje maken met deze

of gene kan ook wonderen doen. Zorg wel voor

een betrouwbare informant. Toch blijf je ook

dan nog genoeg duistere zaken missen. De

criminelen zijn ook niet gek en worden, net als

de opsporingsbeambten, steeds slimmer.

Om te dumpen

Wat je wel makkelijk kunt waarnemen, maar

meestal als het te laat is, is een andere populaire

duistere praktijk op bedrijventerreinen: illegaal

dumpen. Bijvoorbeeld van gestolen handtasjes,

waar de waardevolle inhoud al is uit gehaald. Het

schijnt dat de bosjes van Overamstel, net over

de Utrechtse brug, vol liggen met handtasjes die

van hun bazinnen zijn ontvreemd. Ga er eens

kijken of er iets van je gading bij is.

Ook vaten met mysterieuze restproducten zijn

criminelen liever kwijt dan rijk. Het destijds

nog onbebouwde terrein tegenover de Volpak

benzineterminal in het Westelijk Havengebied

is daar eens voor gebruikt. In de sloot langs het

spoortalud dreven op een gegeven moment hele

Page 8: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Amsterdam Noir 67

67

Page 9: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

68 Nieuwe Openingen 8

68

rijen vaten. Maar ook op het vlakke bouwterrein

wordt gedumpt. De douane was een keer getuige

van een dump. De criminelen verdwenen als de

wiedeweerga en de verschillende vaatjes die ze

achterlieten lekten en veroorzaakten stoom uit

de bodem. De inhoud, zo bleek na komst van de

brandweer, bestond uit drugschemicaliën.

Dumpen van illegale stoffen is populair, omdat

de vaten meestal een poosje kunnen liggen voor

ze worden ontdekt. De kans op het onverwacht

aantreffen van gevaarlijke stoffen is het grootst

bij de kleine scharrelaars en de oude vervallen

industrieterreinen. Grote moderne bedrijven

hebben bedrijfsdeskundigen of een portier met

kennis van alle gevaarlijke stoffen van het bedrijf.

Zij dragen zorg voor deze stoffen en de correcte

afhandeling ervan. Kleinere bedrijven hebben

dat niet.

Als je verdachte opslag wilt zien kun je je blik

ook richten op legale bedrijfspanden, waar

iedereen per maand een opslagruimte kan huren.

Natuurlijk staat in hun voorschriften dat er

geen brandbare, illegale en gevaarlijke spullen

mogen worden opgeslagen, maar dat is moeilijk

te voorkomen. Daardoor zijn dat soort panden

letterlijk een black box. Je weet nooit wat je er

tegen kan komen.

Datzelfde geldt voor veel loodsen. In 2011 zocht

de politie rond oud en nieuw op Amsterdamse

bedrijventerreinen naar illegaal vuurwerk. Ze

vond een loods vol, waar ook los kruit op de grond

lag. Vanwege brandgevaar werd de brandweer

erbij gehaald. Behalve het vuurwerk stonden

in de loods twee grote kuubcontainers benzine.

Daarmee kun je een motorboot laten varen, maar

een crimineel kan er ook cocaïne mee wassen.

Dat werkt zo: in Colombia wordt de kleding in

een hoge concentratie cocaïne gedompeld en

daarna gedroogd aan de waslijn. Die kleding gaat

in een doodgewone koffer, die een zogenaamde

toerist meeneemt naar Nederland. In Nederland

wast de crimineel de cocaïne er dan weer uit met

oplosmiddelen zoals spiritus, aceton, alcohol of

benzine. Dat heeft één nadeel: het zijn hartstikke

brandbare goedjes. Zo komt de brandweer ze

vaak tegen als het uit de hand is gelopen.

Om te eindigen

Stille bedrijventerreinen trekken helaas ook

wanhopige mensen. Dat is een belangrijke

reden om toch niet met een wijde bocht om een

auto op een afgelegen plek heen te lopen. Ook

al stuit je voor hetzelfde geld op vissers, zware

criminelen of de liefde bedrijvende types, je

redt misschien een leven. Want een regelmatig

gebruikte zelfmoordmethode is het mengen

van chemicaliën in de kleine afgesloten ruimte

van een auto. Als de inzittende de giftige gassen

inhaleert die daaruit ontstaan, duurt het leven

niet lang meer. Ook daarvoor kiezen mensen

soms Amsterdamse bedrijventerreinen uit.

Verlaten van alles en iedereen.

Page 10: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)
Page 11: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

111

Amsterdam Noir 111

In

het

hol

st v

an d

e n

ach

t

Tekst: Maurits de H. Beeld: Jepke van H.

Page 12: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

112 Nieuwe Openingen 8

112

In de globaliserende economie is 24/7 een gevleugeld begrip: werk- en openingstijden zijn fluïde geworden, nachttreinen rijden volgens een vaste dienstregeling, financiële specialisten zijn permanent alert, ons teken- en rekenwerk wordt aan de andere kant van de wereld voortgezet als het hier nacht is.

Steeds meer mensen werken ’s nachts in deze 24-uurseconomie.Toch is dat minder nieuw dan het lijkt. De Hoogovens en de Hemcentrale waren altijd al volcontinubedrijven met een ploegendienst; het vuur moet immers aan blijven. Ook in de haven wordt dag en nacht doorgewerkt. En denk eens aan wegwerkers, die juist ’s nachts aan de tramrails werken, schoonmakers op Schiphol, chauffeurs die groente en fruit afleveren bij het Foodcenter. Ook bij veel andere bedrijven en instellingen wordt ’s nachts doorgewerkt, al gebeurt dat als vanouds op een lager pitje, zoals in de zorg, hotels en in gevangenissen.

Tegelijkertijd kennen we nog steeds zoiets als ‘het holst van de nacht’. Rond vijf uur ’s ochtends is het stil in Amsterdam. Maar dé nacht, die bestaat niet meer.

Page 13: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Amsterdam Noir 113

113

Donny werkt bij het Afval Energie Bedrijf..

Page 14: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

114 Nieuwe Openingen 8

114

In Zuidoost heeft het Leger des Heils een begeleid- wonenproject voor jongeren van 18 tot 25 jaar. Dennis is nachtwacht en registreert of iedereen thuiskomt, gaat achter jongeren aan.

Page 15: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Amsterdam Noir 115

115

Labib werkt bij de Persgroep. Als rond middernacht de redactie sluit, wordt eerst nog de laatste hand gelegd aan de opmaak

en vervolgens starten de persen. Om een uur of vijf komen de vrachtwagens de kranten ophalen voor distributie.

Page 16: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

116 Nieuwe Openingen 8

116

Page 17: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Amsterdam Noir 117

117

Anton en Linda zijn politieagenten op de Wallen.

Page 18: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

118 Nieuwe Openingen 8

118

Op de Wallen is het misschien wel het langst druk op straat. Matthijs werkt bij Shelter Christian Hostels.

Page 19: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Amsterdam Noir 119

119

Page 20: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Zwart Omrand

Omgaan met duisternis

122 Nieuwe Openingen 8

122

Als het donker wordt, doe je het licht aan; dat

vinden we volstrekt normaal. Hoe anders was

dat in de eerste 98 van de 100 eeuwen dat

er steden zijn: als de avond viel bepaalde de

bewolking en de maanstand of je de volgende

zeven tot zestien uur in je huis en op straat

nog iets kon zien. Een rijke bovenlaag kon zich

onbeperkt kaarsen of olielampen veroorloven,

de armen hadden heel wat minder te kiezen.

Velen moesten bij een klein lichtje van een

houtspaander of in het duister doorwerken, om

vervolgens niet al te lang na zonsondergang

naar bed te gaan. Dat gold al helemaal tijdens

de koudere seizoenen in onze contreien; in

bed kon je jezelf en je naasten immers het

voordeligst warm houden.

Omgaan met duisternisOver de duistere periode voor de openbare

verlichting bestaat verrassend weinig literatuur,

terwijl het de helft van een mensenleven donker

is. Zonder lampen is het in Amsterdam zo’n

4.380 uur per jaar donker.1 Die uren zijn ongelijk

verdeeld over het jaar. En wat nog lastiger is, is

dat de duur van de nacht alleen in mei, juni en

juli min of meer samenvalt met de menselijke

slaapduur; in driekwart van het jaar is de nacht

eigenlijk te lang.

Die variatie vangen we tegenwoordig

moeiteloos op met verlichting, vroeger ontbrak

die. Voor de meeste Amsterdammers duurde

de duistere tijd lang en eindigde eigenlijk pas

echt nadat alle woningen – en alle ruimten in

die woningen – op het elektrische ‘lichtnet’

waren aangesloten. Dat was pas na de Tweede

Wereldoorlog het geval.

De historicus E. Roger Ekirch2 heeft uniek

onderzoek gedaan naar de nacht. Hij ontdekte

bijvoorbeeld dat tot in de 19e eeuw mensen de

eigen woonomgeving zo goed in het geheugen

prentten dat ze ook zonder licht de weg konden

vinden. Heel bijzonder is dat hij in tal van pre-

industriële bronnen bewijzen vond dat in de tijd

voor de invoering van de straatverlichting anders

met de slaap werd omgegaan. Destijds was niet

de aaneengesloten slaap van acht uren de norm.

Men vond het heel normaal om gesegmenteerd

te slapen: kort na zonsondergang ging je naar

bed voor een ‘eerste slaap’ van een uur of vier

om tegen middernacht weer wakker te worden.

Na een uur van bidden, contemplatie en/of

vrijen begon de ‘tweede slaap’ van opnieuw

vier uur. Ekirch merkt op dat de nacht zo ook

een tijd werd van reflectie en rust in een vorm

van privacy die overdag niet bestond.

De dagelijkse herhaling van het donker worden

had vanzelfsprekend grote invloed op het

gewone leven en de cultuur. In onze vooral

christelijke traditie wordt de nacht vaak als

negatief gezien en veelal geassocieerd met

‘slechte’ zaken. Je ziet het terug in spreekwoorden

en metaforen, zoals de term ‘levensavond’ voor

de laatste levensjaren die impliceert dat daarna

Epiloog

Zwart omrandHans T.

Page 21: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

De verlichte stad

Amsterdam Noir 123

123

de nacht van de dood volgt. Eigenlijk is alleen

de Kerstnacht een voorbeeld van een ‘goede’

nacht. In andere religies is de omgang met

de nacht genuanceerder, bij de joden maakt

bijvoorbeeld de avond en daarmee de nacht al

deel uit van de erop volgende feestdag. Bij de

moslims is er zelfs een hele maand, Ramadan,

waarin je pas na zonsondergang mag eten

en drinken, een periode van gezelligheid en

saamhorigheid.

De verlichte stadSinds het begin van openbare verlichting in 1669

is Amsterdam nooit meer in duisternis gehuld.

Al bleven de lantaarns wel uit tijdens volle

maan, ongeacht of er wolken waren. Historici

en economen zien Amsterdam vaak als een van

de eerste ‘moderne’ samenlevingen, de eerste

informatiesamenleving zelfs volgens Dr. Clé

Lesger. In zijn prachtige Handel in Amsterdam

ten tijde van de Opstand, ca. 1550 - ca. 1650

illustreert hij de onstuitbare modernisering in

die jaren. De snelle en omvangrijke invoering

van de straatverlichting in Amsterdam lijkt

Lesger gelijk te geven: in 1682 telde de stad

ongeveer tweehonderdduizend inwoners en

zo’n 2.380 straatlantaarns. Aan de openbare

verlichting werd in dat jaar 24.011 gulden

uitgegeven3, omgerekend naar de koopkracht

van vandaag is dat meer dan 550.000 euro4.

Dat bedrag is vermoedelijk niet toereikend

voor de openbare verlichting in het Amsterdam

van vandaag met 123.000 lichtmasten, 138.000

armaturen en 145.000 lampen.

In 1826 kreeg de stad haar eerste (steenkolen)

gasfabriek en werd begonnen leidingen voor

gasverlichting naar en in de woningen van

de rijkere Amsterdammers aan te leggen.

De uitrol duurde langer dan voorzien en de

kosten waren hoger. De eerste Amsterdamse

aandeelhouders waren dan ook blij dat de

Engelse Imperial Continental Gas Association

(ICGA) hun aandelen wenste op te kopen.

De rest van de negentiende eeuw bleek het

bedrijf zo overheersend in de Amsterdamse

gemeentelijke politiek dat men grapte dat de

afkorting ICGA stond voor ‘Ik Commandeer

Geheel Amsterdam’.

Het bedrijf stelde tot dan toe ongekende

eisen. Zo mocht je pas na zonsondergang de

hoofdkraan open zetten, de lamp(en) vervolgens

slechts gebruiken volgens de geabonneerde

uren en verder mocht de vlam niet hoger zijn

dan acht tot tien centimeter. Om dat allemaal

te controleren diende je de inspecteurs van

de ICGA vrije toegang tot je huis te verlenen,

ongeacht het tijdstip. De hoofdkraan vergeten

dicht te draaien was weinig minder dan een

doodzonde. De strijd tegen het duister had de

stad een externe – en moderniserende – macht

gebaard. Andere private ‘nutsbedrijven’ zoals

de waterleiding van Van Lennep & Co of het

Bell-telefoonmonopolie maakten dankbaar

gebruik van de door ICGA gebaande weg.

De ergernis over de private monopolies

mondde uit in een jarenlange juridische en in

de media uitgevochten strijd. Een stijd die pas

eindigde toen de gemeente in 1897 onder

leiding van wethouder Treub de verschillende

Page 22: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Het schimmenrijk

124 Nieuwe Openingen 8

124

concessies introk, onder andere ICGA en de

eigen gemeentelijke gas-, telefoon, water en

vervoersbedrijven opkocht. Ondertussen waren

in de verschillende gasfabrieken ongekende

hoeveelheden koolteer verwerkt, met als gevolg

vervuilingen die later de herinrichting van de

betreffende gebieden aanzienlijk duurder

zouden maken. Overigens was het na Treub de

beroemde wethouder Wibaut die ervoor zorgde

dat nieuwe gemeentelijke bedrijven werden

omgevormd tot goedlopende en winstgevende

organisaties.

Het schimmenrijk De invoering van openbare verlichting

weerhield mensen er niet van het nachtelijke,

criminele pad te bewandelen, al is het aantal

ultieme misdaden van nu, zoals moord en

doodslag, niet meer te vergelijken met de

aantallen in de onverlichte Middeleeuwen. In

Utrecht stierven toen jaarlijks zo’n 6,4 mensen

per tienduizend inwoners een niet-natuurlijke

dood.5 Omgerekend waren dat zo’n vijfhonderd

onnatuurlijke sterfgevallen per jaar in onze stad,

heel wat meer dan de gemiddeld minder dan

21 in het Amsterdam van 2007 tot en met 2011.

Tegelijkertijd hadden mensen vroeger een

ander begrip van criminaliteit. Veel handelingen

die in het verleden volstrekt normaal werden

gevonden, worden tegenwoordig geheel

anders, als buitengewoon ‘noir’ gezien. Denk

aan de slavenhandel van de West-Indische

Compagnie of de door de VOC goedgekeurde

verovering en het platbranden van het Javaanse

Jakatra of het uitmoorden van de inheemse

bevolking van Banda. Toen heldendaden van

de VOC, nu iets wat we verbinden aan de meest

afzichtelijke dictators.

Stad en criminaliteit zijn, los van het duister,

onlosmakelijk met elkaar verbonden: in grote

steden komen ernstige misdrijven als moord

en doodslag vaker voor. Het dan ook volstrekt

logisch dat men juist in steden alle aandacht

heeft voor het terugdringen van criminaliteit.

De paradox is dat veel repressieve maatregelen

zowel vandaag als in het verleden maar beperkt

werken. Uiteindelijk kan niet in iedere straat een

blauw geklede bewaker lopen en evenmin wil je

overal permanente camera’s. De belangrijkste

bijdrage aan een laag criminaliteitsniveau wordt

wellicht geleverd door een goed ontworpen en

goed functionerende openbare ruimte, een

waarin voortdurend menselijke ogen aanwezig

zijn. Deze door wetenschappers onderbouwde

constatering dwingt, nog meer dan toch al bij

DRO gebruikelijk, tot intense aandacht bij het

ontwerpen van nieuwe wijken en de inzet van

onze kennis bij het aanpassen van de bestaande

stad.

Ook de komende eeuwen zal in Amsterdam

het licht de helft van de tijd niet van de

zon komen. We zullen die uren doorkomen

met zelf opgewekt licht, steeds meer met

behulp van duurzame energie. We zullen de

huidige en nieuwe duistere aspecten van de

stad zoveel mogelijk aanpakken, door een

nog betere ruimtelijke indeling en gerichte

maatregelen. Dat doen we als DRO in een stad

die wij Amsterdammers al 800 jaar met recht

de mooiste van de wereld vinden. Daaraan en

daarin te mogen werken is mij zowel een eer als

een dagelijks genoegen.

Page 23: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)

Amsterdam Noir 127

127

Bijdragen

Anneke Blokker

Viktor Bos

Niek Bosch

Paco Bunnik

Remco Daalder

Toine van Goethem

Bart van der Heijden

Zef Hemel

Jepke van Hengst

Maurits de Hoog

Hans Tijl

Geert Timmermans

Rick Vermeulen

Miriam Verrijdt

Bart Vlaanderen

Koos van Zanen

Herman Zonderland

Redactie

Karin Borst

Juultje Joosten

Herman Zonderland

Fotografie

Jepke van Hengst

m.u.v.

pagina 16-17

Wolfgang Josten

pagina 70-72

Doriann Kransberg

pagina 76-77

Edwin van Eis

pagina 89-93

Maarten Nauw

Vormgeving

Herman Zonderland

Kaarten

Bart de Vries

met dank aan O+S

Drukwerk

Calff & Meischke,

Amsterdam

COLOFON

Nieuwe Openingen is een uitgave van de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) van de Gemeente Amsterdam. Nieuwe Openingen is een opiniërende reeks waarmee DRO beoogt een inspirerende bijdrage aan het debat in het vakgebied te leveren. De inhoud betreft de persoonlijke mening van de auteurs en kan afwijken van vastgesteld beleid.

[email protected]

Dienst Ruimtelijke Ordening

Postbus 2758

1000 CT Amsterdam

www.dro.amsterdam.nl

isbn 9789075077001

Nieuwe Openingen, nr. 8, december 2012

zdh
Doorhalen
zdh
Doorhalen
zdh
Doorhalen
zdh
Doorhalen
zdh
Doorhalen
Page 24: Nieuwe Openingen 8: Amsterdam Noir (teaser)