n'GO nr 5 oktober 2012

34
Blog-notes... Sylvain Luc: Heldendom, een valkuil Portret Ontmoeting met Omar Ba Instrument Kasàlà: lofzang op de identiteit N r 5 oktober 2012 ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN MENSELIJKE RELATIES Partnerschappen Wie leidt de dans?

description

Deze maand richten we onze blik op partnerschappen, met als leidraad één simpele vraag: hoe van elkaar leren? Het dossier gaat over de partnerrelatie. Hoe zit ze in elkaar? Wat zijn struikelblokken? Hoe kunnen we tot meer harmonie komen? De afwisseling van terreinervaring en analyse biedt een klare kijk. De expert, Sylvain Luc, voert het archetype van de held ten tonele en beschrijft hoe die mythe de relatie tussen ontwikkelingswerker en doelgroep kan beïnvloeden. Het portret zet de spots op Omar Ba, coördinator van het Afrikaans Platform. Hij praat over diversiteit, solidariteit en interculturele relaties. Het instrument van de maand komt uit Congo. Kasàlà is diep geworteld in de mondelinge Afrikaanse traditie, maar gelijk wie kan er zijn zelfvertrouwen mee opkrikken. Tot slot stellen we u de eisen-middelenpiramide voor, een eenvoudige en efficiënte techniek voor projectmanagement en realistische planning. Uitproberen!

Transcript of n'GO nr 5 oktober 2012

Page 1: n'GO nr 5 oktober 2012

Blog-notes...Sylvain Luc :Heldendom,een valkuil

PortretOntmoeting

met Omar Ba

InstrumentKasàlà :

lofzang op de identiteit

Nr5oktober

2012

ON T W IK K ELINGSSA MEN W ER K ING EN MENSELIJK E R EL ATIES

Partnerschappen

Wie leidt de dans?

Page 2: n'GO nr 5 oktober 2012

Het woord partnerschap verbergt een berg leer opportuniteiten. Wederzijds leren. Maar daarvoor moeten een aantal voorwaarden vervuld zijn. Voor eerst een openheid van geest, een bereidheid om het nooit-geziene toe te laten, om anders te denken, anders te doen; om ons te wagen op een domein waar de kansen om ons te vergissen groot zijn, waar we op de grenzen van ons kunnen botsen. Voor een dergelijke inge-steldheid is een omgeving nodig die dit onder-steunt, waar vertrouwen en respect heersen, een omgeving die ons uit onze routine lokt. In ontwikkelingssamenwerking gaan goede partnerschappen-leerscholen ook gepaard met kunnen loslaten en met een omgeving die het leren bevordert: aanvaarden dat de partner niet aan al onze wensen kan beantwoorden, tijd nemen om vertrouwen op te bouwen, de eigen ritmes respecteren, zich bewust worden van de onderlinge afhankelijkheid, persoonlijke relaties opbouwen... allemaal elementen die in dit num-mer aan bod komen. Laat dit voor ons, ngo's in het Noorden en tevens partners, een warme oproep zijn om te durven leren.

Miguel De ClerckDirecteur Echos Communication

Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org

| voorafradar P.3

portret P.8 Omar Ba

agenda P.34

2

Noord-Zuid- partnerschappenEen les in nederigheid

dossier P.14

Weg, die taboes!hoe pak je het aan … realistisch managen P.22

Nr5

instrument P.26 Kasàlà : een

lofzang op de identiteit

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier!

blog-notes P.31 Sylvain Luc

n’GO oktober 2012

Page 3: n'GO nr 5 oktober 2012

Foto van de maandWaar zou de oorsprong van het tellen liggen? Bij de Egyptenaren, de Sumeriërs? Toch niet, hoogstwaarschijnlijk is het in Congo. In 1950 ontdekte de Belgische geoloog Jean de

Heinzelin een eerste Ishango-stok die deze stelling bevestigt. Een tweede stok werd in 1959 gevonden, alweer aan de oever van het Edward-meer in Congo. Deze stokken zouden zowat 20 000 jaar oud zijn. Een telsysteem op basis van 6, 10 of 12? De meningen van specialisten lopen hierover uiteen, maar één ding is zeker: 20 000 jaar geleden

bestond er langs het Edwardmeer een Afrikaans volk dat telde en rekende. Een vaststelling die van Afrika niet enkel de bakermat zou maken van de beschaving, maar ook van het rekenkundig denken.

Op Internet: nl.wikipedia.org/wiki/Ishango-beentje

een andere kijk 3n’GO oktober 2012

Page 4: n'GO nr 5 oktober 2012

© Y

OU

TUB

E

Schande voor één dagHun reacties liegen er niet om: verontwaardiging, ongeloof, revolte. De meisjes van het derde middelbaar in Lokeren en Jette werden op 11 oktober zonder al te veel uitleg de klas uitgestuurd

om aardappelen te gaan schillen en toiletten schoon te maken. Omdat ze meisjes zijn. Daarom. Onbegrip alom. Maar wat zijn enkele uurtjes ongewone activiteit als 75 miljoen meisjes met deze realiteit dagelijks opstaan en gaan slapen... De eerste internationale dag van het meisje heeft zijn intrede niet gemist. En dat dankzij een ludieke, maar tevens

bloedernstige campagnestunt van 68 nationale Plan-organisaties. De boodschap: een geschoold meisje kan haar eigen toekomst en die van haar land veranderen.

Bekijk het filmpje !

een andere kijk 4n’GO oktober 2012

Page 5: n'GO nr 5 oktober 2012

In oktober vond het eerste internationaal forum van de evolutie van het bewustzijn plaats. Een mond vol.De vragen die we ons stellen over ons bewustzijn bewegen zich tussen twee uitersten: een existentialistische vraag enerzijds, die op zoek gaat naar de oorsprong van de mensheid (big bang en derge-lijke) en een veel praktischere benadering anderzijds, ge-baseerd op het geloof dat het menselijk wezen met een an-dere zienswijze positief kan

inwerken op zijn omgeving en kan reageren op de globale problemen. De sprekers op dit forum waren niet van de min-ste: Edgar Morin, Ervin Las-zlo, Marc Luyckx… Zij overgo-ten elk met hun eigen saus de bekende zin van Gandhi: Wees zelf de verandering die je in de wereld wil zien. De evolutionairen hebben zelfs een heuse verklaring,

waarvan hier een uittreksel: “Ik besef dat op dit eigenste ogenblik in de geschiedenis de tijd is aangebroken om samen een nieuwe visie te ontwikkelen die het menselijk potentieel blootlegt, zin geeft aan het leven en ons helpt om de grote uitdagingen van de 21ste eeuw onder ogen te zien. (…) Ik besef dat de toekomst niet vastligt, dat wij vrij zijn

van het verleden, dat we de wereld kunnen veranderen, ons lot in handen kunnen nemen en de loop van de ge-schiedenis kunnen beïnvloe-den door de keuzes die we maken als individuën, als ge-meenschappen, als naties en als menselijk ras.”

| De evolutie van het bewustzijn

Meer info?

© L

AS

SED

ESIG

NEN

- F

OTO

LIA

.CO

M

een andere kijk 5n’GO oktober 2012

Page 6: n'GO nr 5 oktober 2012

Afrika van onder het stof gehaald

Kanyarwunga, J. I.N., Diction-naire biogra-

phique des Africains. Pour comprendre l’évolution et l’His-toire africaines (Le Cri édition, 2012)ISBN 978-2-8710-6567-8

17 jaar werk, 855 bladzijden, 2665 biografieën... de Dictionnaire biographique des Africains neemt de zaak serieus en niet zonder reden.

Want kan u zo voor de vuist tien namen noemen van Afri-kanen die hun voetafdruk hebben nagelaten in de geschie-denis? Moeilijk, en u bent niet de enige. De Afrikaanse geschiedenis is steeds anoniem geweest en de bijdrage van illustere Afrikanen tot de geschiedenis van streek, land, continent of wereld werd systematisch in de marge geveegd. Toch hebben talrijke politici, schrijvers, cineas-ten, acteurs, sportlui, muzikanten, artiesten, religieuzen of gewone burgers een positieve of negatieve rol van betekenis gespeeld. De Congolese historicus Jean I.N. Kanyarwunga geeft journalisten, onderzoekers, studen-ten, leraars en nieuwsgierigen rijkelijk de kost met zijn lijvige dictionnaire. Alle Afrikaanse landen van de 21ste eeuw komen aan bod, ongeacht hun grootte of politieke belang. Zonder onderscheid van ras, taal of religie voert hij ze allemaal ten tonele: de Afrikanen die geschiede-nis maakten of er het slachtoffer van werden. 2665... en ook dit is een selectie.

360° Voor u gelezen

een andere kijk 6n’GO oktober 2012

Page 7: n'GO nr 5 oktober 2012

© G

ENTI

L FR

AN

CO

IS -

FO

TOLI

A.C

OM

D e Diola’s zijn niet zo belust op verandering. Sommige ont-wikkelingsprojecten hebben zeker voor een bepaald wel-zijn gezorgd, maar de meeste

hebben de manier van zijn en doen van de Diola-boer niet echt veranderd. Die boer heeft snel begrepen dat een ontwik-kelingsproject slechts van korte duur is. Daarom is hij gehecht gebleven aan de landbouwtechnieken en -methodes, die voor hem niet alleen productie verzekeren - want hij weet dat het project zal ophou-den en ook de bijhorende geldstroom- , maar ook een soort sociaal contract zijn dat hem bindt met het land van zijn voor-ouders. Dat verklaart waarom de opeen-volgende ontwikkelingsprojecten in de regio niet altijd de beloofde vooruitgang gebracht hebben. Enkele hebben het ver-val van een ecosysteem dat reeds door klimaatgrillen kwetsbaar was geworden, alleen maar versneld. De boeren geven

als voorbeeld het eerste rijstcultuurex-periment van 1965 dat gefinancierd werd door het Europees Ontwikkelingsfonds (EDF) en uitgevoerd werd door de Inter-national Land Development Consultants (ILACO), een Nederlandse organisatie. De exploitatiewerken (constructie van polders,...) door ILACO hebben geen re-kening gehouden met het ontbreken van regenval en lagen dus aan de oorsprong van de verzuring van duizenden hectares verbouwbare grond. Zo hebben ze hier en daar onherstelbare schade aangericht: op bepaalde plaatsen een zoutgraad die twee-enhalf keer hoger ligt dan die van de zee. Deze traumatiserende ervaring heeft de boeren erg argwanend gemaakt voor elk ontwikkelingsproject dat aan hun land raakt. Daarom is voor een Diola de beste vertaling van ontwikkelingsprojecten ‘een opeenvolging van trial and error’. Maar met het leven van een mens test je niet, zo vindt hij.

De onverzettelijke Diola’s en het blanke ontwikkelingsidee

Zoals aangekondigd, ziet in dit nummer de nieuwe rubriek

“Ontwikkeling in woorden” het licht. Elke maand zal Odile Tendeng hier

een taalkundige analyse maken van de interpretatie van het woord

‘ontwikkeling’ in een Afrikaanse taal.

“Ontwikkeling”

in het DiolaDe Diola’s bekijken ontwikkeling als een proces. Ontwikkeling is in de eerste plaats een indivi-duele inspanning om bij te dragen aan het ge-meenschappelijk ideaal. De termen “Eakken” of “Ehanken” betekenen letterlijk “zich in-spannen; de moeite doen om…”. De inspanning die leidt tot ontwikkeling is de som van de in-dividuele inspanningen die als doel hebben het gemeenschapsproject te realiseren: het voortbe-staan van de groep en de vruchtbaarheid van de grond garanderen met groot respect voor het leven. De Diola’s staan bekend als individualis-ten; elke verdienste is persoonlijk. Je bent wie je bent door de kracht van je eigen armen en niet door je geboorte. Ze zijn erg gehecht aan hun cultuur en hun omgeving, die ze zien als deel van zichzelf en ze bekijken ontwikkeling als een proces dat hun overtuigingen en kennis respec-teert. Dat verklaart het verzet van de inwoners van Mangagoulak tegen de ontwikkelingsplan-nen van verschillende ngo’s in Casamance om-dat die haaks staan op hun toekomstvisie. De vissers van het dorp hebben zich verenigd in een actiecomité met de naam “Kawawana”, wat betekent: “het erfgoed van onze voorouders be-waren”. Zij weigeren de inmenging van ngo’s en willen hun project zelf in handen houden.

| op de letter

Ontwikkeling in woorden De Diola’s 7n’GO oktober 2012

Page 8: n'GO nr 5 oktober 2012

“Racisme moet je met mense-lijkheid beant-

woorden”

8portret n’GO oktober 2012

Coördinator van het Platform van Afrikaanse Gemeenschappen

Omar Ba

Page 9: n'GO nr 5 oktober 2012

| bio

1974geboren in Lier (België)

1978verhuist naar Senegal, volgt basisonder-wijs in Mau-retanië

1985verhuist naar Parijs, stu-deert later Geschiedenis

1994vestigt zich in België. Volgt bijkomende technische opleidingen en werkt

1995verblijft kort in Denemar-ken, Italië, Spanje, Sene-gal, Mali

2006lid van de beheerraad van Kif Kif (intercultu-rele beweging voor gelijk-heid en tegen racisme)

2007-9coördina-tor van Vilacabral Antwerpen (11.11.11-initia-tief: N-Z-acti-viteiten buiten klassieke ngo-wereld)

2010-11expert bij de Rondetafels van de Inter-culturaliteit

2011coördinator van het Afri-kaans Plat-form

“Wetenschappelijke mo-dellen en politieke discours hebben de mensheid uit-eengedreven. Ik droom er-van terug te keren naar een eenheid, want er is meer dat ons bindt dan scheidt.” Aan het woord is Omar Ba, die sinds jaren ijvert voor een vreedzaam samenleven van gemeenschappen in België. Een Afrikaan met een verfrissende blik op diversiteit.

portret 9n’GO oktober 2012

Page 10: n'GO nr 5 oktober 2012

O mar Ba staat als coördina-tor van het Vlaams Platform van Afrikaanse Gemeen-schappen (zie inzet p.11) en bestuurslid van Kif Kif met

beide voeten in het diversiteitsdebat. Bij hem is er van een eng identiteitsdenken geen sprake. “Eigenheid en eenheid vor-men in de Afrikaanse wereld een wonder-lijk duo”, verklaart Omar Ba. “Enerzijds is het Afrikaanse continent diverser dan de hele wereld samen, anderzijds voelen Afri-kanen zich op één of andere wijze verbon-den. De conflicten in ons continent worden gestuurd door politieke, economische en militaire belangen, minder door culturele wrijvingen. Zo identificeren Afrikanen van de meeste diverse origines zich met figu-ren als Patrice Lumumba, ook al vertegen-woordigt hij hun volk niet. De gemeen-schap van zwarte Afrikanen hier in Belgë is gebaseerd op twee belangrijke bindings-factoren: ons migratieparcours en de ma-nier waarop naar zwarten wordt gekeken.”

Transculturalisme versus confrontatieAls zoon van een Mauretaanse vader en Senegalese moeder heeft Omar Ba zelf een gemengde identiteit. “Diversiteit is voor mij

“Het is toch absurd te denken dat iedereen van vreemde origine minder begaafd is!”

Olivia U. Rutazibwa, politoloog en journalist voor MO* Magazine« Omar Ba is onvermoeibaar. Zijn energie en passie komen voort uit een diep historisch en actueel besef van de waarde van het Afrikaanse volk. Hij heeft ook een onuit-puttelijke kennis, waarmee hij mensen rond hem inspireert en hun honger naar kennis aanwakkert. Hij weet als geen ander deze kennis in te zetten voor de gewone mensen. Omar deinst er nooit voor terug om tegen schenen te schoppen, ongeacht wie hij tegenover zich heeft. Hij ver-dedigt de waarde en de trots van mensen zoals ze zijn, met hun overtuigingen, gewoon-ten, geschiedenis en visies. »

| getuigenissen

portret 10n’GO oktober 2012

Page 11: n'GO nr 5 oktober 2012

vanzelfsprekend”, zegt hij. “Ik wil mij niet hechten aan één gemeenschap. Ik noem mezelf een wereldburger, een pan-afrika-nist. Ik wil mensen verenigen en kijk door kleuren heen. Mensen hebben zich terug-getrokken in gemeenschappen omdat be-paalde strekkingen ons hebben ingedeeld op basis van kleur of afkomst. Maar in we-zen hebben we meer gemeenschappelijke kenmerken dan verschillen.” De historicus in Omar Ba kent uiteraard de talrijke culturele confrontaties en de historisch gegroeide segregatie, maar als geëngageerd wereldburger ligt zijn droom voorbij de horizon. “Mensen hebben altijd grenzen overgestoken, maar vandaag ge-beurt de mondialisering door de technolo-gische vooruitgang aan een nooit geziene snelheid. Nooit is er zo veel diversiteit ge-weest. Het contact tussen religies en cul-turen zorgt voor wrijvingen, de confron-tatie choqueert. Dat is normaal, maar ik betreur dat men te veel focust op die shock en onvoldoende op het resultaat van die ontmoeting: de interculturalisering. Het contact mag niet beperkt blijven tot een confrontatie waarna ieder zijn eigen weg gaat. We zetten pas een stap vooruit als de culturele ontmoeting ook tot een intel-lectuele en culturele bevruchting leidt. We

Het Platform van Afrikaanse Ge-meenschappen is een sociaal-culturele koepelorganisatie van 104 zwart-Afrikaanse verenigingen in Vlaanderen en Brussel. Het platform behartigt de belangen van de Afrikaanse gemeen-schap en wil via dialoog bijdragen tot een betere samenleving. Ze zijn de geprivilegieerde gesprekspartner van de Vlaamse instellingen over thematie-ken als armoede, onderwijs en gelijke kansen. De interne en externe sensibili-seringsactiviteiten rond beeldvorming en emancipatie door organisaties zoals het Afrikaans Platform vormen de Noordelijke tegenpool van het ontwik-kelingswerk in het Zuiden: de ontwik-kelingseducatie.Info : www.afrikaansplatform.be

| Het Platform voor Afrikaanse Gemeenschappen

“Men focust te veel op de shock tussen culturen en onvoldoende op het resultaat ervan: intellectuele en culturele bevruchting.”

leven in een wereld van reizende culturen; mensen worden geprikkeld door allerlei impulsen, niet enkel door hun onmiddel-lijke omgeving. Zo kan een Indiase jon-gere die geboeid is door de Amerikaanse popcultuur, zich in zijn eigen geboortestad ongestoord gedragen als een New Yorker. Dat heet transculturalisme. Deze evolutie verlegt noodgedwongen de grenzen van ons cultureel en identiteitsdenken.”

portret 11n’GO oktober 2012

Page 12: n'GO nr 5 oktober 2012

Geld hebben maar geen huisOmar Ba’s open wereld- en mensbeeld wordt helaas niet gedeeld door brede lagen van de bevolking. De koloniale propagan-da met zijn talrijke filmpjes en publicaties heeft de stereotiepe beelden diep in ons collectieve geheugen gegriefd, waardoor hardnekkige vooroordelen in de 21ste eeuw nog steeds welig tieren. “De Afrikaan is geen werker, is niet ernstig en denkt en-kel aan vertier, de Afrikaan komt nooit op tijd... Ik heb zelf tegen al deze vooroordelen moeten vechten”, zegt Omar Ba. “Hoe frus-trerend is het om de financiële middelen te hebben maar geen toegang te krijgen tot de woonmarkt. Hoe hard moet een zwarte zich bewijzen om op de toch al schaarse arbeidsmarkt zonder netwerk en met de ‘verkeerde’ huidskleur zijn kans te wagen… De zwarte Afrikaan kampt met een enorm minderwaardigheidscomplex, het resul-taat van een langdurige Eurocentrische visie.”

Een plaats voor solidariteit Afrikanen hebben nochtans heel wat te bieden aan de Westerse samenleving, vindt Omar Ba, zoals een aantal typisch Afrikaanse waarden: relativeringsvermo-gen, solidariteit, gastvrijheid, warmte en spontaneïteit. “Voor de Afrikaan gaat de mens vóór op het systeem. In het Westen zijn vele aspecten die vroeger door de sa-menleving werden gedragen overgeheveld naar de instituties. De georganiseerde so-

“Georganiseerde solidariteit is belangrijk, maar ook menselijke warmte is onontbeerlijk voor ontwikkeling.”

© P

OC

O_B

W -

FO

TOLI

A

portret 12n’GO oktober 2012

Page 13: n'GO nr 5 oktober 2012

lidariteit is uiteraard erg belangrijk, maar ook warmte en menselijke verbondenheid zijn onontbeerlijk voor ontwikkeling. In Afrika heb je alleen dat laatste, en dat is ook niet goed.”

Zwart nieuwsankerOmar Ba’s diepste drijfveer is zijn wil om de dualiteit tussen zwart en blank te doorbreken. “Ik wil aanto-nen dat verschillen meer gestuurd worden vanuit beeldvorming dan vanuit de realiteit. Ik geloof niet in sociaal determinisme. Mijn vader leerde mij dat kleur van geen be-lang is. Focussen op huidskleur is een vorm van zwakte, zo vertelde hij mij. Racisme moet je altijd beant-woorden met menselijkheid, want alleen zo kan je je superioriteit aan-tonen. Ook mijn moeder was een sterk geëngageerde vrouw. Zij voer-de als eerste Senegalese de strijd voor onderwijs in de eigen taal om de alfabetiseringsgraad te verhogen. Ook voor het Afrikaans platform is onderwijs één van de belangrijkste emancipatie-instrumenten. Alloch-tone kinderen scoren vaak zwak op school, maar het is toch absurd te denken dat iedereen van vreemde origine minder begaafd is!”“Ik hoop dat we binnen 15 jaar niet langer spreken over gemeenschap-pen, dat mensen ongeacht hun afkomst volwaardig deelnemen aan onze samenleving. Maar eerst

moeten we de toegang tot de in-strumenten van het gelijkekansen-beleid verhogen. Het heeft toch geen zin iemand een supersnelle wagen te schenken als hij niet kan rijden? Ik droom van meer Afrikaanse po-litici, meer populaire Afrikaanse artiesten, een kookprogramma met een zwarte kok, een zwarte woord-voerder van de politie of een zwart nieuwsanker zonder dat dit op zich een nieuwsfeit is… We zijn er nog niet, maar ik zie reeds tekenen van hoop!”

SYLVIE WALRAEVENS

Fauzoua Talhaoui, wetenschappelijk onderzoeker en senator« Onze wegen kruisen elkaar vaak op debatten en andere fora. Omar heeft een heel eigen visie en hij verdedigt die met vuur. Toch zal je hem niet snel op een politieke lijst vinden. Misschien is hij daarvoor iets te anarchistisch... Of wellicht politiek neutraal. Hij is een echte wereldverbeteraar, wil met alles tegelijk bezig zijn en zegt niet graag 'nee'. Bovendien is hij erg belezen en kent hij zijn klassiekers. Een homo universalis: je kan hem niet op één ding vastprikken. »

| getuigenissen

Gert Van Overloop, directeur Aren-bergschouwburg (Antwerpen)« Wij leerden elkaar ken-nen naar aanleiding van de 01.10 concerten, die o.a. door Tom Barman georga-niseerd werden. Omar is een heel open persoon die de gevoeligheden van zowel de Westerse, zwart-Afrikaanse als Maghrebijnse cultuur aanvoelt. Hij overstijgt de verschillen. Omdat hij over een enorm netwerk be-schikt, verspreid over diver-se gemeenschappen, is hij voor iedereen de gedroomde gesprekspartner. »

“Ik droom van een zwart nieuwsanker zonder dat dit op zich een nieuwsfeit is.”

portret 13n’GO oktober 2012

Page 14: n'GO nr 5 oktober 2012

Noord-Zuid-partnerschappenEen les in nederigheid

We willen geen open deuren intrappen: er zitten uiteraard

lichtjaren tussen de tijd dat de alleswetende en vermogende

blanke het arme en achterlijke Zuiden ter hulp kwam, en de hedendaagse, participatieve partnerrelaties. Maar botert

het altijd zo goed? De samenwerking tussen

Noord en Zuid is zo complex dat er nog steeds ruimte is

voor verbetering.

© W

ILLI

AM

87 -

FO

TOLI

A.C

OM

14dossier n’GO oktober 2012

Page 15: n'GO nr 5 oktober 2012

B ehoorlijk opvallend waren de resultaten van de enquête die n’GO in 2011 afnam bij de Belgi-sche ngo’s. Toen gevraagd werd naar de reden van moeilijkhe-

den in de relatie met de Zuidelijke partner, schoof 50% de oorzaak in de schoenen van de partner. Slechts 3% stak de hand in ei-gen boezem. Vooral relationele aspecten zoals communicatie en culturele barrières bleken roet in het eten te gooien, maar ook gebrek aan competentie of het niet respec-teren van deadlines. “Dat beantwoordt perfect aan de klassieke attributietheorie, reageert Marc Craps, onderzoeker aan de HUB. De andere is altijd kop van jut als het fout loopt. Dat heeft te maken

dossier

Noord-Zuid: een achterhaalde breuklijnMarc Craps (HUB) wijst op de achterhaal-de en beperkte term ‘Noord-Zuidpart-nerschappen’. Ontwikkelingssamenwer-king heeft de laatste 20 jaar een enorme evolutie gekend, zegt hij. “In de jaren 90 werden vooral partnerschappen tussen Noordelijke en Zuidelijke ngo's afgesloten. Vandaag ontstaan samen-werkingen veelal vanuit een strategisch denken en komt het veel vaker voor dat alle relevante actoren rond één thema of project worden samengebracht: de ngo’s maar ook lokale overheden, bedrijven en andere betrokken partijen. In die samen-werking is de Noord-Zuidterminologie achterhaald. Er zijn geen twee fronten. Andere breuklijnen zijn vaak veel ster-

ker dan tussen Noord en Zuid. Zo kan de kloof veel dieper zijn tussen stedelijke en plattelands-ngo’s of tussen organi-saties die technische steun verlenen en groepen die eerder sociaal-procesmatige expertise hebben. Sommige Noordelijke ngo’s hebben meer affiniteiten met hun Zuidelijke partners dan met andere Noordelijke organisaties. Hét Zuiden be-staat ook niet. De culturele, economische en politieke situatie van landen op het Zuidelijk halfrond is bijzonder divers, net als in het Noorden. Vandaag zijn som-mige Europese landen noodlijdender dan bepaalde landen in het Zuiden.”

“Partners hebben niet zozeer tegengestelde belangen, als wel verschillende referentiekaders.”

dossier 15n’GO oktober 2012

Page 16: n'GO nr 5 oktober 2012

met onze verwachtingen. We zoeken een partner naar ons beeld en gelij-

kenis. Ofwel creëren we die, ofwel beelden we ons in dat de partner is zoals wij. Als hij zich weerbarstig toont, is het zijn fout. We zien daarbij over het hoofd dat de partner vaak niet kan beantwoorden aan onze verwachtingen, om velerlei re-denen.”

Tunnel of panoramaVolgens Patrick Develtere, ACW-voorzitter en professor Ontwikkelingssamenwerking aan de KULeuven, komt veel onbegrip voort uit het tunnelperspectief dat we han-teren. We stappen in de wagen, onze koffer volgeladen met kennis en middelen, en we rijden door de donkere tunnel zo snel mo-gelijk op het lichtende einddoel af. Omdat het donker is, is ons zicht op de omgeving beperkt, maar dat is geen hindernis, want de lichtbaken op het einde van de tunnel geeft de richting aan. “Gelukkig evolueert de ontwikkelingssamenwerking de laat-ste jaren van een tunnel- naar een pano-ramaperspectief, weet Develtere. Velen beseffen dat we ontwikkeling in een heel complexe omgeving met veel onverwach-te factoren moeten plaatsen: de mensen, de steeds veranderende omgeving, het bestuur,… Sommigen komen dan tot het terechte besef dat in een omgeving die hun nooit helemaal eigen wordt, je beter iemand van ter plaatse aan het stuur zet. Iemand die de mensen kent en feilloos de juiste omgangsvorm kiest. Dat bereidt de bodem voor een relatie van gelijk-waardigheid en dialoog.”

“Ontwikkelingssamen-werking kan maar slagen als echt alles gezegd kan

worden.”

Het potentieel van de vierde pijlerIn de hedendaagse ont-wikkelingssamenwer-king maakt een nieuw soort partnerschappen steeds meer opgang: de samenwerking tus-sen gelijkaardigen of het model van de vierde pijler. Experten uit één of ander professioneel domein delen hun ken-nis en ervaring met mensen uit dezelfde sector in het Zuiden. Wie de bancaire sector als zijn broekzak kent of een

jarenlange ervaring in een technische materie of in vakbondswerking heeft opgebouwd, heeft een beter begrip van de complexiteit van de ma-terie. Patrick Develtere (KUL) pleit voor kennis-verwerving in plaats van kennistransfer: wie een kennisbehoefte heeft, moet de vrijheid krijgen om die kennis te verwer-ven en ze aan te passen aan de eigen behoefte. “Een tekort aan boek-

houdkundige ken-nis kan misschien opgelost worden in de eigen hoofdstad, in een buurland of via het internet. Niet iedereen moet het Belgische of Franse systeem opgelegd krijgen. Maar wie durft te zeggen dat hij reeds een ander mo-del onderwezen heeft gekregen, met het risico dat de partner zich terugtrekt?”

Patrick Develtere

dossier 16n’GO oktober 2012

Page 17: n'GO nr 5 oktober 2012

Naar een gedeelde vraagstelling

Als het Noorden niet langer in de driver’s seat plaatsneemt, ligt ook het initiatief en de formu-lering van de ontwikkelingsdoelstelling niet meer in hun handen. In een moderne samenwerking gaan meerdere actoren samen op zoek naar hun gedeelde vraagstelling rond een thema. “Een ab-solute basisvoorwaarde, vindt Marc Craps, want jouw probleem is niet noodzakelijk dat van de an-dere en wat voor de één een oplossing is, is voor de ander het probleem. Het gaat niet zozeer om tegengestelde belangen, als wel om verschillende referentiekaders. Door de vraagstelling van alle betrokkenen te verenigen, vul je helaas niet ieders agenda, maar het is de enige duurzame weg. Een weg die traag en stapsgewijs loopt, want ver-trouwen tussen partners kan je maar langzaam opbouwen. Je moet zoeken naar wat je bindt en vertrekken van heel concrete vragen, niet de gro-te ideologische kwesties, die vaak polariseren.”

In goede en kwade dagenTijd, veel tijd dus, en dat in een wereld waar uren in dollars worden geteld… De idee dat een project maximaal 4 à 5 jaar mag duren won in de vroege jaren 80 veld. Vandaag zijn de meeste ontwik-kelingspartners het erover eens dat een partner-schap een langetermijnopdracht is, die tijd moet krijgen om te rijpen, hoewel de evaluatie- en mo-nitoringplicht die goede intenties vaak doorkruist. Patrick Develtere: “Noord-Zuidpartnerschappen zijn zoals gemengde huwelijken: er zijn de onver-mijdelijke culturele botsingen of onbegrip, maar de beste partnerschappen zijn langdurige rela-ties waarbij we blijven samenwerken in goede en kwade dagen. There is no shortcut to deve-lopment. Tijd geven kan je op verschillen-

“Ik aanvaard geen rol als pure financier.”

Hanneke Renckens (Regionaal verantwoordelijke Andes, Vredeseilanden).

Hanneke Renckens werkt sinds 23 jaar in Ecuador. “Ik geloof dat samenwerken vanuit het besef dat we cultureel gelijk-waardig zijn de meeste kansen geeft op een horizontale uitwisseling, zegt ze. Culturen zijn evenwaardig en overstijgen daarom gemakkelijker het ondergeschikt-heidsdenken dat steeds weer opduikt in financiële afhankelijkheidsrelaties. Het vervlechten van cultuurexpressies zoals muziek, taal, maar ook consumptiepa-tronen is daarom heel belangrijk in het opbouwen van partnerrelaties.Die afhankelijkheid kan ook beperkt blijven als de Zuidelijke partner alter-natieve inkomstenbronnen heeft. Onze Peruviaanse partner Junta Nacional del Café bevindt zich bijvoorbeeld in die

situatie en kan daardoor zelf bepalen met wie ze in zee willen en steun vragen voor wat zij als prioriteiten definiëren. Duidelijkheid in afspraken vind ik even essentieel voor het welslagen van een partnerrelatie. Het belang van een nauwgezet contract mag niet over het hoofd gezien worden, een contract waar beide partners aan moeten voldoen. Vre-deseilanden is een grote voorvechter van horizontale relaties en zodra ik in een rol wordt geduwd van zuivere financier, probeer ik dat te doorbreken. Samen na-denken en op zoek gaan naar gedeelde verwachtingen, geeft de beste garanties. Die piste openhouden via uitwisselingen, zodat mensen van het Zuiden een zicht krijgen op de brede werking en visie die verder gaat dan hun project, is daarvoor een interessant mecha-nisme.”

© E

LNU

R -

FO

TOLI

A.C

OM

dossier 17n’GO oktober 2012

Page 18: n'GO nr 5 oktober 2012

Ownership en alignment, een dubbelzinnige alliantieDimitri Renmans onder-zoekt aan de KUL het buitenlands beleid van de Europese Unie, vooral in Congo. “Ownership is een centraal begrip in de hedendaagse ontwikke-lingssamenwerking, zegt hij. Op het niveau van de samenwerking tussen de EU en de partnerlan-den betekent dit dat elk land zelf zijn ontwikke-lingsstrategie uitwerkt. De donoren moeten vervolgens hun steun afstellen op wat in het partnerland besloten is en de lokale uitvoerings-organen gebruiken. Dat noemen we alignment. Maar vaak loopt het daar fout. Veel donoren komen graag met eigen plannen. Als die niet met volle overtuiging worden uitgevoerd en de evaluatie nega-

tief uitvalt, wordt de lo-kale partner met de vin-ger gewezen. Nochtans is na een iets grondigere analyse de situatie dui-delijk: alignment gebeurt al te vaak op basis van strategieën die niet echt lokaal werden beslist. Je kan geen wereldvreemde structuren opleggen. Het Noorden moet leren accepteren dat de dingen elders anders zijn.”

de manieren. Tussendoelstellingen kunnen heel wat druk van de ketel

halen. Maar tijd geven is ook de ritmiek van ter plaatse respecteren. Een ngo mag dan een vijfjarenplanning aanhouden, de lokale organisatie heeft haar eigen ritme van vergaderingen, congressen en andere mijlpalen. Ons tijdskader opleggen is geen oplossing.”

Dimitri Renmans, KUL-onderzoeker over het EU-buitenlandbeleid in Congo, stelt vast dat het Westen niet erg vertrouwd is met langetermijnprojecten. “We zetten ons vast op een periode van 4-5 jaar en fo-cussen eenzijdig op resultaten. Nochtans heeft het Westen zijn eigen ontwikkeling bereikt met vallen en opstaan en gespreid over vele jaren. Het proces is belangrij-ker dan het resultaat. De mate van lokale participatie in een project is een veel in-teressantere indicator van succes dan het beoogde resultaat. Men kan op een slechte manier een goed resultaat halen en ander-zijds kan een groep bijzonder goed wer-

ken, maar door omstandigheden niet het verhoopte resultaat bereiken."

De impasse van het geldTijd dus, maar ook geld. Het hoge woord is eruit. Want hoe bouw je in ’s hemelsnaam een evenwichtige relatie uit als de partner in een financiële afhankelijkheidsrelatie zit? Ellen Tijkotte, trainer in partnerschap-pen en Management for Development Re-sults bij MDF Training & Consultancy, legt de vinger op de wonde: “Het Noorden zit in een verschrikkelijke tweestrijd. Het wil aan capaciteitsopbouw doen in het Zui-den en streeft naar ownership. Dat bete-kent dat ze de controle deels uit handen moeten geven en aan de Zuidpartners moeten vragen hoe ze hen kunnen assis-teren. Het ultieme doel is immers dat ze zelf overbodig worden. Anderzijds willen de geldschieters weten wat er precies met hun geld gebeurt en dus belanden we toch weer in een situatie waarin eenzijdige verantwoording het ownership in het Zuiden overschaduwt. De gedwon-

“De eenzijdige ver-antwoording door de financieel afhankelij-ke partner overscha-

duwt het ownership.”Ellen Tijkotte

dossier 18n’GO oktober 2012

Page 19: n'GO nr 5 oktober 2012

Jan Goossensdirecteur AZV

“Onze vrijwilligers worden streng geselecteerd.”

“Wij schuiven tijdelijk horizon-taal in in de lokale organisatie en werken onder de verant-woordelijkheid van de lokale directie, zegt directeur Jan Goossens. Dat impliceert reeds een groot respect voor de lokale gemeenschap. Wij dringen erop aan dat wie als vrijwilliger vertrekt, zich niet baseert op de normen van hier, maar werkt volgens de gebruiken van ter plaatse en met de lokale mid-delen. Het beginuur van een operatie hangt bijvoorbeeld af

van de lengte van de regenbui waardoor de lokale verpleegster zich moet verplaatsen. Wij moe-ten niet eisen dat zij om 8 uur starten omdat onze ploeg daar toevallig aanwezig is. Zo zijn er talrijke culturele verschillen, vaak door de leefomstandighe-den ingegeven. Verpleegkunde heeft bij ons nog vaak een con-notatie van roeping, bij hen is het een job. Als een moeder een kind verliest, is het verdriet niet minder, maar het wordt anders beleefd vanwege hun sterke geloof in het transcendente. Res-pect voor de lokale bevolking is voor ons erg belangrijk. Daar-om worden nieuwe vrijwilligers steeds vergezeld van ervaren collega’s. Jonge avonturiers worden geweerd. Wij zoeken ervaren specialisten met een zekere talenkennis om het per-soonlijke contact te vergemak-kelijken. De wil om je kennis te delen en een gezonde interesse voor Afrika zijn andere criteria. Wij springen niet lichtzinnig om met onze selectie, want de persoonlijke relaties met het

lokale personeel en de bevolking wegen minstens even zwaar door als wat wij daar technisch realiseren.”

Maria MassonDirectrice van Bureau Diocésain des Œuvres Médicales, Bukavu

“Zij komen in functie van onze noden.”

“Met de Artsen zonder Vakantie hebben wij een relatie op voet van gelijkheid. Zij komen op onze vraag en op die van de me-dische diensten van Zuid-Kivu, niet met vooraf vastliggende programma’s. Ze werken binnen onze structuren en vragen wat onze vormings- en materiële noden zijn. Wanneer andere or-ganisaties het gevaar ontvluch-ten, blijven zij aan onze zijde. Ze logeren ter plekke en blijven ’s avonds informeel napraten. Dit is een menselijke relatie op alle niveaus, een echt partnerschap, met respect voor de cultuur en waarden van de bevolking.”

Artsen zonder vakantiegen focus op verantwoording brengt vele Noordelijke orga-

nisaties in een impasse: het dilemma tussen duurzame resultaten behalen en voldoen aan verantwoordingsver-plichtingen.” Patrick Develtere noemt dit een Catch 22.1 “De ontvanger kan niet zeggen dat een voorstel onzin-nig is, want dan stopt de geldstroom. Daarom spreekt hij de taal van de schenker. Ontwikkelingspartners staan vaak voor een Samaritaans di-lemma. Onderzoek toont aan dat zo-dra de ene de wil toont om te helpen (en zijn doelstellingen te bereiken), de andere zich in die verhouding nestelt en onbewust een suboptimaal gedrag toont. Hij werkt slechts als instrument van de Samaritaan en in functie van diens doelstellingen. Als de Samari-taan in zijn opzet slaagt, zal hij bereid zijn een volgend project te steunen. Zo zijn er talrijke voorbeelden van ab-surde projecten in het Zuiden, maar er wordt wijselijk gezwegen. Ontwik-kelingssamenwerking kan maar sla-gen als echt alles gezegd kan worden.”

ZelfoverschattingOm deze impasse te vermijden, pleit Marc Craps voor een bewustzijn van interdependentie. Samenwerking is geen waarde op zich, stelt hij, want het is niet altijd de meest efficiënte werkwijze. We werken samen omdat het Noorden en het Zuiden op elkaar aangewezen zijn. Velen hebben in het verleden hun autonomie en au-tarchie overschat, maar botsten

AZV stuurt vrijwillige artsen en verpleegkundigen voor perioden van minimaal twee à drie weken naar Afrika om tijdens hun vakantie hun kennis te delen in lokale ziekenhuizen.

dossier 19n’GO oktober 2012

Page 20: n'GO nr 5 oktober 2012

op hun grenzen van middelen en tijd. Ze konden hun werk niet altijd be-

stendigen na hun vertrek. Een Noordelijke ngo is totaal afhankelijk van de Zuiderse partner, anders krijgt hij op het terrein geen voet aan de grond. Niemand contro-leert het gebeuren eenzijdig, elk heeft zijn eigen inbreng: geld, expertise, contacten, lokaal prestige, terreinkennis enzovoort. Enkel het besef van wederzijdse afhanke-lijkheid kan tot een gelijkwaardigheidsre-latie leiden.Patrick Develtere ziet het meeste heil in samenwerkingen met lokale partners die reeds voor de samenwerking bestonden en een missie en strategie hebben. Zij staan in de beste positie om aan Noordelijke ngo’s te vragen om in hun doelstellingen een eind mee te gaan. Voorbeelden zijn de landloze-boerenbeweging in Brazilië of de Self Employed Women’s Association in In-dia.

Vrienden onder elkaarPartnerparticipatie staat centraal in het beleid van Oxfam Wereldwinkels. “Ox-fam heeft ietwat aparte partnerrelaties omdat we handel drijven met het Zuiden en geen geld of expertise exporteren, ver-klaart Leo Ghysels (Zuiddienst/Partnerre-laties). “Onze relatie is dus evenwichtig: wij hebben elkaar nodig. Toch maakt de manier waarop je die handelsrelatie in-vult het verschil. Informele contacten zijn

van het grootste belang. Alleen door lange gesprekken kom je te weten wat er écht aan de hand is, zoals machtsrelaties of corruptie. Door onze langetermijnrelatie bespreken onze partners hun problemen openlijk, als onder vrienden. Onze men-sen logeren bij de partners en wanneer zij ons bezoeken hebben wij een bed voor hen klaarstaan. Toch staat die persoon-lijke band het professionalisme niet in de weg. Wij spreken zeer duidelijke taal bij commerciële meningsverschillen, maar omwille van die langetermijn- en vriend-schapsband, breken we daarmee geen potten.”

Lees eens een boekWie relaties zegt, zegt communicatie; wie communicatie zegt, zegt cultuur. Een wes-pennest waar menig beginner zich op ver-kijkt. “Jonge collega’s hier in België zetten we vaak aan om de telefoon te nemen in plaats van zich achter tien veilige email te verschansen, zegt Isabel Vertriest (Oxfam Zuiddienst/Partnerschappen). Veel Zui-derse landen hebben immers geen sterke emailcultuur en een oplossing voor een probleem kan dan lang op zich laten wach-ten. Ik vind het bovendien heel belangrijk om mensen regelmatig in levende lijve te ontmoeten. Ook bij face to face-contacten is veel voorzichtigheid en maturiteit ge-boden. Je kan mensen gemakkelijk beledigen, zonder kwaad opzet. Om

Isabel Vertriest

“Om de volksaard écht te leren kennen, lees ik regelmatig lokale romans.”

dossier 20n’GO oktober 2012

Page 21: n'GO nr 5 oktober 2012

de volksaard écht te leren kennen, lees ik regelmatig lokale romans. Ik werkte jaren-

lang in Nicaragua. Hun mystieke gevoeligheid of de subtiliteiten van hun taalgebruik komen heel sterk naar voren in hun literatuur. Ook enige historische kennis over het land is geen overbodigheid. Heel wat thema’s liggen bijzon-der gevoelig en worden beter vermeden of met zachtheid benaderd. Maar ook tussen schijn-baar verwante volkeren vormen kleine verschil-len soms de grootste barrières. In Zuid-Afrika spelen tribale verschillen heel sterk en tussen sommige Latijns-Amerikaanse landen zit er een haar in de boter omwille van vroegere twisten. Tussen Nicaragua en Costa Rica bijvoorbeeld, of tussen Ecuador en Peru.” Ook Leo Ghysels heeft na jarenlange Zuidervaring geleerd om de zaken met de bril van de andere te bekijken. “Dat leidt tot vaak confronterende inzichten, zegt hij. Een Palestijnse partner verdedigde ooit Sadam Hoessein. Ik had daar enorm veel moeite mee, maar door de zaken vanuit zijn situatie te be-kijken, kon ik meer begrip opbrengen voor zijn standpunt, zonder het evenwel goed te keuren. Je verplaatsen in de schoenen van de andere maakt je milder en helpt je om een persoonlijke visie over een land te ontwikkelen. De grote po-litieke lijnen zijn slechts een leidraad.” Of hoe het perspectief van de andere steeds weer de sleutel voor samenwerking blijkt.

SYLVIE WALRAEVENS

1 In Catch 22 maakt het personage Os deel uit van een gevechtseenheid. Hij zou bij zijn oversten willen aangeven dat hij krankzinnig is, maar door dit te verklaren weten ze meteen dat hij het niet is.

How Do We Help? The Free Market in Development AidPatrick Develtere (met Huib Huyse en Jan Van Ongevalle): Leuven (2012).

The process of partnership con-struction: anticipating obstacles and enhancing the likelihood of successful partnerships for sus-tainable developmentBarbara Gray in P. Glasbergen, F. Biermann & A. Mol, Partner-schips, Governance and Sustain-able Development. Reflections on Theory and Practice (2007).

Making partnerships work. A prac-tical guide for the public, private, voluntary and community sectorsA. Wilson en K. Charlton.

Ellen Tijkotte: Communicerende vaten: gedeeld ownershipMo* paper: Waarover gaat de toenemende Zuid-Zuidsamenwer-king? Ontwikkeling, niet hulp

| meer weten…

| meer surfen…

“Je verplaatsen in de schoenen van de andere maakt je milder.”

Leo Ghysels

dossier 21n’GO oktober 2012

Page 22: n'GO nr 5 oktober 2012

Weg, die taboes!

Opgebrand, burn-out. De cijfers

van uitgetelde werknemers nemen

een hoge vlucht, en niet alleen in

bedrijven met een meedogenloze

reputatie. Ook ngo’s krijgen de bal in

het gezicht. Te veel moeten en te weinig kunnen… een ziekte

van de tijd.

© N

OM

AD

_SO

UL

- FO

TOLI

A.C

OM

hoe pak je het aan… managen met zin voor realisme 22n’GO oktober 2012

Page 23: n'GO nr 5 oktober 2012

W e moeten steeds een tandje bijsteken, krijgen niet noodzakelijk extra hulp, maar moeten toch producten of diensten af-

leveren die aan de hoogste eisen voldoen. En op een dag geraken we niet meer uit de startblokken…Waarom slaan we tilt, ter-wijl de doelstellingen zo uitdagend zijn, de plannen zo veelbelovend?

Elke zichzelf respecterende organisatie stapt bewust of onbewust in de tredmolen: ze legt de lat steeds hoger en elk jaar overstijgen de nieuwe doelstellingen de oude.

1. Maak de eis concreetGeef een gedetailleerde beschrijving van de doelstelling: tegen wanneer, hoeveel enzovoort.

2. Breng de middelen in kaart

Maak een overzicht van de middelen (tijd, geld, mensen, materiaal) die je ter beschik-king hebt.Vaak zal duidelijk worden dat de verhou-ding tussen eisen en middelen ontwricht is.

3. Zoek naar oplossingenGa op zoek naar bijkomende middelen: tijd (uitstel vragen), hulp, materiaal, … Een

brainstorming over alle mogelijke, ook niet-realistische oplossingen helpt om taboes te ontmaskeren en de deur te openen voor onvoorziene, haalbare alternatieven (bij-voorbeeld: externen inschakelen, reserves aanboren, …). Kies vervolgens uit de brain-storming de oplossingen die je effectief kan uitvoeren.

4. Meet je stressniveauHoe voel je je bij de nieuwe situatie? Heb-ben de extra beschikbare middelen rust gebracht? Vaak blijkt een voortzetting van de oefening nodig.

Hoe eisen en middelen in evenwicht brengen

Eisen

Middelen

STRESS

Eisen

Middelen

RUST

© S

TEFA

N S

CH

UR

R -

FO

TOLI

A.C

OM

hoe pak je het aan… managen met zin voor realisme 23n’GO oktober 2012

Page 24: n'GO nr 5 oktober 2012

Delicaat evenwichtOm de eenvoudige reden dat we ons-

zelf zaken opleggen of opgelegd krijgen waarvoor we niet voldoende middelen in-zetten of aangereikt krijgen: tijd, personeel, kennis, materiaal of geld. Geen wonder dat stress de kop opsteekt. Stress is een signaal dat we niet op de meest adequate wijze aan het handelen zijn. Onze doelstellingen zijn vaak op zich niet onhaalbaar, maar ze vra-gen een alternatieve managementmethode, een manier om het delicate evenwicht tus-sen eisen en middelen veilig te stellen. Dat is alvast geen luxe in ontwikkelingssamen-werking, waar meer dan in welke sector ook het (on)bedekte verlangen sluimert om de wereld te verbeteren, terwijl de middelen erg schaars zijn, de uitdagingen bijzonder groot en het aantal uren in een dag schrij-nend beperkt.

Eisen en middelen in de weegschaalEen heel eenvoudige, maar uiterst doel-treffende methode om onze ambities en de beschikbare middelen realistisch in te schatten, is de eisen-middelenpiramide. Het is een praktische oefening die ons leert om onze obsessie voor het resultaat te la-ten evolueren naar een focus op het hoe. De eisenmiddelenpiramide berust op de volgende kernidee: wanneer de basis van middelen te smal is om het gewicht van de eisen te dragen, is de piramide wankel. De eisen-middelenpiramide keert de verhou-dingen om, zodat onze doelstellingen gedragen worden door een brede ba-

“Veel ngo’s willen onrealistisch veel doen omdat de nood nu eenmaal erg hoog is.”

5. Stel je eisen in vraagIn vele gevallen zal het inzetten van extra middelen beperkt blijven. Dan dringt zich een volgende stap op: de eisen bijstellen. Je hoeft je doelstellingen niet overboord te gooien, maar hou er rekening mee dat ze misschien niet 100% gehaald worden. Worden de eisen opgelegd door een hiërarchisch hogere? Onderhandel dan met een duidelijke situatieschets voor extra middelen: een dagje meer, een helpende collega,…

6. Meet opnieuw je stressniveauEvenwicht tussen de ingezette middelen en de voor-opgestelde doelstelling brengt rust. Zodra het stress-niveau gedaald is, kan tot actie overgegaan worden.

7. Maak een actieplanWerk een gedetailleerd plan uit om je doelstelling te realiseren, met inbegrip van middelen en timing.

Hoe eisen en … [vervolg]

© F

RA

NC

OIS

DO

ISN

EL -

FO

TOLI

A.C

OM

hoe pak je het aan… managen met zin voor realisme 24n’GO oktober 2012

Page 25: n'GO nr 5 oktober 2012

sis van middelen. Dat brengt rust, een absolute voorwaarde

om tot actie te kunnen overgaan.

Een dosis realismeMaar wat als de middelen veelal vastliggen en bovendien beperkt zijn, zoals maar wat vaak het geval is in ontwikkelingssamenwerking? Dan is het evenwicht herstellen niet zomaar een kwestie van extra mid-delen inzetten. In de ngo-realiteit zal de eisen-middelenpiramide pas stabiel zijn wanneer we ook onze eisen bijstellen. Heel wat ontwik-kelingsorganisaties zijn immers in hetzelfde bedje ziek: onrealistisch veel willen doen omdat de nood nu eenmaal erg hoog is.

Uit de impasseVelen die de oefening toepasten, in groepsverband of individueel, ont-dekken de eisen-middelenpiramide als een ware eye-opener. Wat tevo-ren een onoverkomelijke opdracht

lijkt, wordt nu toch haalbaar en bevattelijk. En dit geldt voor de meest simpele tot de meest com-plexe uitdagingen. Toch valt of staat het succes van de oefening met de bereidheid van de deelnemers om de uitdaging aan te gaan. Wanneer mensen opgesloten zitten in een vastgeroest kader (‘dat hebben we allemaal al geprobeerd en het haalt niets uit’), is het aangeraden eerst met andere oefeningen een mentale opening te bewerken.

SYLVIE WALRAEVENS

“Wanneer de basis van middelen te smal is om het gewicht van de eisen te dragen,

is de piramide wankel.”

De eisen-mid-delenpiramide

is een oefening die voorkomt in de mo-dule ‘sturing van de mentale modi’ van de basisopleiding ‘Neurocognitieve en Gedragsmatige Methode’.

Wijzer van stress Jacques Fradin. Éditions Eyrolles (2008).

| meer weten

© S

ERG

EJ R

AZ

VOD

OVS

KIJ

- F

OTO

LIA

.CO

M

hoe pak je het aan… managen met zin voor realisme 25n’GO oktober 2012

Page 26: n'GO nr 5 oktober 2012

Kasàlà is het bejubelen van iemands identiteit. Deze kunst uit de Afrikaanse mondelinge traditie houdt in dat men iemand anders of zichzelf bewierookt. De bloem strelitzia is het symbool van Kasàlà: een innerlijke vlam die oplaait, een verscheidenheid aan kleuren en een opheffing van de grenzen.

Een lofzang op de identiteit

© M

ISS

ING

35M

M -

ISTO

CK

PH

OTO

26instrument Kasàlà n’GO oktober 2012

Page 27: n'GO nr 5 oktober 2012

© A

UD

IOS

LAVE

- F

OTO

LIA

.CO

M

V oor een Cartesiaans denkend persoon is het moeilijk te begrijpen wat men verstaat onder ontwaken van het po-tentieel, in gang zetten, of

innerlijke rijkdommen. En als deze con-cepten in de praktijk worden toegepast, zorgen ze voor nog meer onduidelijkheid. Jean Kabuta, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Gent en stichter van de vzw Kasàlà, toont ons hoe we onze inner-lijke krachten kunnen doen ontwaken. Al meer dan 20 jaar bestudeert hij één van de centrale elementen van de Afrikaanse retoriek.

OorsprongIn zijn traditionele vorm wordt de tekst opgesteld rond de naam van een persoon. In eerste instantie de eigennaam van een persoon, maar ook plaatsnamen worden gebruikt, of namen die naar de voorou-ders, cultuur of bevolkingsgroep verwij-zen. Sommige kunstenaars halen er zelfs voorwerpen of flora en fauna bij.

De persoonIn zijn meer universele vorm verbindt Kasàlà voordelen aan karaktertrekken, individuele prestaties en intermenselijke relaties, aan alle kenmerken die de identiteit van een persoon vormen. De bedoeling is vooral om kwaliteiten op te sommen.

Uitvergroten en bejubelenHet basisprincipe is dat men de eigenschappen die men ontdekt benadrukt door te overdrijven of ze zelfs buiten proportie voor te stellen. Door zich sterk uit te drukken geeft men meer gewicht aan wat gezegd wordt. Door de bejubelde persoon te bewonderen, geven we hem een centrale plaats.

EffectenDeze geconcentreerde dosis vriendelijkheid, deze erkenning van de persoon geeft bijna automatisch een boost aan het zelfvertrouwen en versterkt de daadkracht.

| hoe werkt het?

Van Senegal tot Zuid-Afrika, heel Sub-Saharisch Afrika kent en beoefent deze kunst. In Congo wordt ze Kasàlà genoemd. Kasàlà zet iemands kwaliteiten, geschiedenis en banden met de anderen en zijn omgeving in de verf.

instrument Kasàlà 27n’GO oktober 2012

Page 28: n'GO nr 5 oktober 2012

Zelfrespect“Ik gebruik Kasàlà als instrument voor ontwikkeling. Het is een uiting van lof voor iemand anders of voor jezelf in ge-schreven of gesproken vorm. Als vertrek-punt gaat men ervan uit dat iedereen in meer of mindere mate beschadigd is. In Afrika hebben de slavenhandel, de kolo-nisatie en dictaturen diepe sporen nage-laten in de identiteit. Deze opeenvolgende gebeurtenissen hebben voor een negatief zelfbeeld gezorgd. Ik vroeg mij af hoe ik dit beeld kon omkeren. Hoe kan ik men-sen hun zelfrespect vergroten en hen hun eigen toekomst in handen laten nemen?”Jean Kabuta vond inspiratie in de wortels van zijn cultuur. “Ik werd me bewust van de kracht die Kasàlà met zich meebrengt. Het is ongelooflijk om te zien wat voor een effect het teweegbrengt als mensen hun eigen krachten begrijpen, en als je ze op

– Het instrument is uitermate efficiënt. De reacties zijn innerlijk voelbaar en uiterlijk

zichtbaar.

– Het lokt een verantwoordelijkheidsgevoel uit. Het fatalisme verdwijnt en een besef

van verantwoordelijkheid voor toekomstige levensplannen komt in de plaats.

– Door zijn universele karakter kan het instrument overal ingezet worden en zonder

materiële investering.

– Kasàlà gebeurt meestal in het openbaar. Daardoor wordt het instrument makkelijk

verspreid. Bovendien zorgt het publieke karakter voor een sociale controle, waardoor de

duurzaamheid van de actie verzekerd wordt.

| de sterktes

– In sommige gevallen zet Kasàlà enkel het pro-ces in gang. Daarom is individuele begeleiding

aangewezen, wat een grote persoonlijke investe-ring vereist.

– Al beweert het instrument universeel te zijn, toch moet het aan de context worden aangepast.

Het gaat altijd om iemands sterktes, maar afhan-kelijk van de omgeving en de gangbare manier

van doen kan het wat moeilijker liggen.

| de beperkingen

“Hoe kan je mensen hun toekomst zelf in handen laten nemen?’’

instrument Kasàlà 28n’GO oktober 2012

© J

GH

OS

TSTO

NE

- FO

TOLI

A.C

OM

Page 29: n'GO nr 5 oktober 2012

een positieve manier een nieuwe plaats geeft in hun omgeving. We hebben bij-voorbeeld heel wat vernederde vrouwen kunnen helpen door hen te leren of eraan te herinneren dat ze waardevol zijn, dat ze iets betekenen. Ook hebben we gemerkt dat er op de plaatsen waar we de methode hebben toegepast, een aantal handelin-gen, zoals bedelen, verdwenen.”

Van Zuid naar NoordDe initiatieven van Jean Kabuta en zijn team hebben het instrument een univer-sele dimensie gegeven. Onlangs was hij nog aanwezig op de top van de Franstalige gemeenschappen in Kinshasa. Ook buiten de Afrikaanse context werden al sterke resultaten vastgesteld. “Onze organisatie

wil deze kunst verspreiden zodat er zo veel mogelijk mensen voordeel uit kun-nen halen. Zelfrespect verhogen is een meerwaarde voor iedereen. Deze bood-schap is goed aangekomen. Zo geven we binnenkort een opleiding aan 800 mede-werkers van een groot Bel20-bedrijf. Ook in Canada zijn specialisten in de peda-gogie van de Universiteit van Québec in Rimouski nieuwe instrumenten aan het ontwikkelen die nog gebruiksvriendelij-ker zijn.” Natuurlijk wordt ook het ont-wikkelingswerk niet vergeten. “Als ngo’s ervoor openstaan en bescheiden genoeg zijn om te erkennen dat er ook efficiënte technieken uit Afrika kunnen komen, wil-len wij graag onze ervaringen delen.”

Roger Kabeya, Jurist en Expert1

« Dit instrument zou veel meer verspreid moeten worden en ingepast in onze dagelijkse gewoonten. In Congo ontbreekt er duidelijk een middenklasse: ofwel ben je rijk, ofwel ben je arm. Kasàlà overtuigt iedereen ervan dat hij waardevol is en dat de gemeenschap op hem mag rekenen. We hebben allemaal redenen om te geloven dat we iets kunnen bijdragen aan de maatschappij of dat we tot meer in staat zijn dan we al hebben laten zien. Het is een andere manier om naar het leven te kijken, via de eigen cultuur. Ik zou zelfs durven stellen dat Kasàlà een instrument kan zijn in dienst van de veiligheid en de vrede waaraan de regio van de Grote Meren zo nood heeft. »

| getuigenissen

1 In het Regionaal Onderzoeks- en Documentatiecentrum over Vrou-wen, Geslacht en Vredesopbouw in de Streek van de Grote Meren.

instrument Kasàlà 29n’GO oktober 2012

© J

EAN

KA

BU

TA

Jean Kabuta

Page 30: n'GO nr 5 oktober 2012

Een nieuwe mensUiteindelijk is de grootste troef van dit in-strument zijn indrukwekkende slaagper-centage. “Ik gebruik het al meer dan 20 jaar en het werkt nog altijd! De emoties die vrijkomen liegen er niet om. Het geloof dat de mens in essentie de macht heeft om zijn eigen leven te leiden, doet won-deren. Wat ik eigenlijk wil bereiken is niet de ontwikkeling van Afrika of een ander deel van de wereld. Ik wil meehelpen aan de ontwikkeling van een nieuwe mens, onafhankelijk van nationaliteit, status of rijkdom. Ik geloof dat we andere manie-ren kunnen vinden om samen te leven, in een grotere mensheid.”

RENAUD DEWORST

Ik ben

KASÀLÀ

Ik verenig vrouwen en mannen

Die het woord van het hart spreken.

Ze bevrijden en verspreiden de Kasàlà,

Deze scheppende adem

Van Afrikaanse inspiratie

Transformeert in de diepte

Het magma van onze schaduwen

In creatief en warm licht.

Mijn verlangen, mijn bestaansreden?

Dat overal en bij iedereen

Waardigheid op de voorgrond komt

Verbindt, zich verheft en zich verspreidt.

Martine Dory

| de Kasàlà van Kasàlà

Laurence Delperdange, Animatrice« Ik gebruik Kasàlà in de gevangenis van Nijvel. De bedoeling is dat de gevangenen hun zelfbeeld kunnen opbouwen met de hulp van zelfbejubeling. De binding met het 'zelf' is heel sterk bij Kasàlà en dat is niet altijd eenvoudig in een gevangeniscontext: ze hebben niet de gewoonte om over zichzelf te spreken. Maar beetje bij beetje laten de positieve resultaten zich voelen. Voor hen die de workshop volgen, is het een klein moment van geluk waarin ze zichzelf terugvinden.»

| getuigenissen

U kent een interessant werk- instrument dat waardevol

is in een context van ontwikkelingssamenwerking?

Laat het ons weten!

© F

OTO

WER

K -

FO

TOLI

A.C

OM

De vzw Kasàlà geeft overal in

België opleidingen en workshops.

Voor meer info, contacteer het

team via [email protected]

instrument Kasàlà 30n’GO oktober 2012

Page 31: n'GO nr 5 oktober 2012

blog-notes

I n het kader van een ontwikkelingsprogramma in Burkina Faso besloot een westerse organisatie enkele jaren geleden om de reis naar school van kleine

kinderen te verlichten. Voordien moesten ze minstens anderhalf uur per dag lopen om in de dichtstbijzijnde school te geraken. Om hun reistijd te verkorten besloot een vereniging deze kinderen te

voorzien van fietsen. De kleintjes deden er in het begin dan wel maar een half uur over om op school te geraken, toch had het project desastreuze gevolgen. De vereniging had met de beste wil van de wereld fietsen opgestuurd, maar was vergeten om ook het nodige gereedschap mee te geven om ze te herstellen. Gevolg: lekke banden door de aarden wegen, vervormde wielen, losse kettingen

Sylvain Luc

| stem van de expert

Sylvain Luc is lector aan de Universiteit van Namen, gastprofessor aan de KU Leuven en hoofdassistent in de Master in Sociale Engineering en Actie aan HELHa-HENALLUX. Zijn wetenschappelijk werkveld is organisatorisch gedrag, met name individueel en collectief gedrag binnen organisaties.Hij is ook partner van AKAWA, opleidingscentrum en consultancy in organisatieaspecten.

Heldhaftigheid in ontwikkelingssamen-werking. Een noodzakelijk kwaad?

enzovoort. Al snel maakte de vreugde van de kinderen plaats voor een gevoel van vernedering: “Zij zijn van zo ver gekomen om ons te helpen, en wij zijn niet eens in staat om wat ze ons gegeven hebben te onderhouden…”Het is een schoolvoorbeeld, en iedere ontwikkelingswerker kan er zo tientallen geven. Het voornaamste probleem hierbij is dat men te weinig vooruitziet,

blog-notes 31n’GO oktober 2012

Page 32: n'GO nr 5 oktober 2012

onvoldoende nadenkt of gewoonweg zijn gezond verstand niet gebruikt. Dergelijke voorbeelden worden in elk opleidingsprogramma in de context van ngo’s gegeven om te tonen hoe het niet moet, om stil te staan bij de duurzaamheid van oplossingen voor “mensen in nood”, en om niet op korte maar op lange termijn te denken.

Volgens mij gaat het hier niet alleen om kleine vergeetachtigheden in het proces, maar om een heuse afwijking, een uiting van het onbewuste. Vanuit die invalshoek is het niet langer de vraag of er op lange of korte termijn is gedacht. De vraag is eerder welke psychologische elementen ertoe hebben geleid dat men de mogelijkheid van een lekke band over het hoofd kon zien. Iets wat iedereen zelfs op verharde wegen al eens heeft meegemaakt. Met andere woorden, hoe komt het dat ontwikkelingswerkers in sommige gevallen voorbijgaan aan evidenties?

De analytische psychologie van Carl Gustav Jung, en in het bijzonder het

concept van het archetype ‘de held’, geeft ons naar mijn mening een gepast interpretatiekader voor dit fenomeen. Het archetype van de held is potentieel aanwezig in ieder van ons en kan geactiveerd worden als we geconfronteerd worden met ongeluk. Het kan ons bevrijden uit beangstigende situaties en drijft ons tot actie en zelfoverstijging. In ontwikkelingswerk duwt het ons in de rol van een strijder voor het goede doel. Het archetype van de held bindt ons aan de ander door empathie, geeft ons een sterk gevoel van medeleven en zet ons aan tot actie. Vanuit het standpunt van het collectief bewustzijn is het een ideaal gedragstype. In mythes, film en literatuur is dit archetype schering en inslag.

Een van de grootste problemen van dit archetype is dat het kinderlijke fantasieën kan oproepen, wat ten koste gaat van bewustzijn en gezond verstand. Kortom, het archetype van de held wakkert een

“Als jij de held bent, wordt de ander als een slacht-offer beschouwd. Door het slachtoffer te redden krijgt je ego een boost, wat dan weer onbewust kan leiden tot een relatie van afhankelijkheid.”

© B

OW

IE15

/123

RF

blog-notes 32n’GO oktober 2012

Page 33: n'GO nr 5 oktober 2012

kinderlijk narcisme aan. Als jij je als held opwerpt, reduceer je de ander tot slachtoffer. Door het slachtoffer te redden krijgt je ego een boost, wat dan weer onbewust kan leiden tot een relatie van afhankelijkheid. De rol van slachtoffer is eveneens een vorm van kinderlijk narcisme, aangezien men aanvaardt dat de ander zich over hem ontfermt.Uiteindelijk raken ontwikkelingswerkers, zonder dat ze zich daarvan bewust zijn, vervreemd van deze relatie en wordt dit pervers systeem van afhankelijkheid bestendigd.Dat men vergeet gereedschap mee te geven om fietsen te herstellen, betekent ook dat de afhankelijkheid in stand wordt gehouden, doordat de slachtofferrol wordt versterkt en men opnieuw zijn ego kan bevredigen. Uiteindelijk komt de relatie in een vicieuze cirkel terecht, met afhankelijkheid in plaats van zelfoverstijging als doel.

Deze valstrikken vermijden is geen sinecure omdat de heersende beeldvorming over ontwikkelingswerk zowel ontwikkelingswerkers als hun doelgroep doen denken in een relatie van “held versus slachtoffer”. Dit beeld doorbreken is zonder twijfel de eerste stap naar een verstandige relatie en zinvolle acties die niet als doel hebben het ego te bevestigen. En zoals de mythologie ons leert, is de held niets zonder zijn oude leermeester…

“Het archetype van de held bindt ons aan de ander door empathie, geeft ons een sterk gevoel van medeleven en zet ons aan tot actie.”

Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos CommunicationRue Coleau, 301410 WaterlooBelgië +32(0)2 387 53 55

Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck miguel.declerck(at)echoscommunication.org

HoofdredacteurPierre Biélande pierre.bielande(at)echoscommunication.org

RedactieRenaud Deworst renaud.deworst(at)echoscommunication.org

Sylvie Walraevens sylvie.walraevens(at)echoscommunication.org

VormgevingBertrand Grousset

LayoutThierry Fafchamps

Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier!

blog-notes 33 n’GO oktober 2012

Page 34: n'GO nr 5 oktober 2012

MO*-debatten MO*Magazine organiseert een aan-tal debatten rond ontwikkelingsthe-ma’s, diversiteit en samenwerking.Bij de thema’s van november o.a.:

– Latijns-Amerika, een continent in verandering

– The (non)sense of a Financial Transaction Tax as an innovative development financing instru-ment

– Africa on the rise, the beginning of a Golden Age for Africa?

– Gekleurd talent – South-South cooperation: on whose terms?

Wie? MO* Wanneer? Meerdere data in november Waar? Brussel, Antwerpen en GentInfo: www.mo.be/agenda

Symposium over (post-)ont-wikkelingEen dagprogramma waarin de in-terventiewijzen en visies op ontwik-keling voorgesteld of bediscussieerd door een mooi geheel van experten. Wie? Africa Platform van de Universiteit Gent Wanneer? 7 dec. 2012 Waar? Gent Info: http://www.gap.ugent.be/GAPSYM6en

Afrikadag in NederlandAfrikadag is het grootste evenement over Afrika in Nederland. Afrikanen nemen er zelf het woord, in het pu-bliek of op het podium. Wie? Evert Vermeer Stichting Wanneer? 17 nov. Waar? Amsterdam Info: http://www.afrikadag.nl/index

Opleiding: Interculturele communicatieDrie dagen intensieve vorming rond het TOPOI -model, ontwikkeld door Edwin Hoffman. De (inter-)persoonlijke, situationele en culturele factoren worden beschreven en geanalyseerd. Wie? CIMICWanneer? 12, 13 en 27 novemberWaar? MechelenInfo: www.cimic.be

© LIRAVEGA - FOTOLIA.COM

© O

XYG

EN6

4 -

FO

TOLI

A.C

OM

Nieuwe Noord-Zuidtrends in mondialiseringDeze vorming wil de deelnemers kriti-sche analyse-instrumenten aanreiken m.b.t.recente tendensen die de Noord-Zuidrelaties (opnieuw) vormgeven. In een multipolaire wereld in crisis kan dit nuttig zijn! Wie? CETRI met de steun van FUCID Wanneer? vijf woensdagen tussen 17 oktober en 21 november Waar? Namen Info: www.cetri.be

agenda 34n’GO oktober 2012