Kantoren gebouwd voor de toekomst - De NESK kantoren duurzaam ...
NFC Jaarbericht Kantoren 2011 - DuurzamerWerkenNFC Jaarbericht 2011 3 Voorwoord Voor het vierde jaar...
Transcript of NFC Jaarbericht Kantoren 2011 - DuurzamerWerkenNFC Jaarbericht 2011 3 Voorwoord Voor het vierde jaar...
NFC Jaarbericht Kantoren 2011
De mediane kosten per werkplek van facilitaire
voorzieningen in Nederlandse kantoorgebouwen
bedroegen in 2011 h 9.689 exclusief btw
®2012 Netherlands Facility Costs Index Coöperatie u.a.
voor prestatie vergelijk
NFC Jaarbericht 2011 3
Voorwoord
Voor het vierde jaar op rij daalden ook in 2011 de facilitaire
kosten van kantoren in Nederland, in euro’s per werkplek
en per fte. Nooit eerder waren de kosten en daarmee de
NFC Index®kaNtoreN zo laag: krap 85% van de startwaarde in
2003. In de achterliggende acht jaar zijn de kosten met 15%
gedaald terwijl de inflatie voor consumenten in die periode
met 14% toenam. Daarmee is de efficiency van de facili-
taire functie in acht jaar tijd toegenomen met 29%. een
opmerkelijke prestatie van de sectoren facility management,
vastgoed en ICt.
Grootste daler in 2011 was de huisvestingskosten, altijd
goed voor de helft van het gewicht van de index. Deze
kosten daalden met 7%. Niet eerder daalden de huisves-
tingskosten voor kantoren zo fors. Daarbij bleef in 2011
het vloeroppervlak per werkplek nagenoeg gelijk, waar-
schijnlijk onder invloed van verborgen leegstand bij
huurders en eigenaar-gebruikers. Binnen het geheel van
de huisvestingskosten daalden de posten huur of finan-
cieringslasten (-4%), onderhoud (-11%) en energiekosten
(-23%) het sterkst. De eerste wijst op afboekingen en het
gefaseerd omzetten van huurcontracten naar lagere huur-
prijzen. De tweede wijst op het uitstellen of versoberen
van onderhoud. De derde is deels verklaarbaar door de
zachte winter en zomer in 2011.
Van de totale jaarlijkse kosten per werkplek is de helft voor
huisvesting (h 4.451) en een kwart voor ICt (h 2.629). Bij
ICt wordt de stijging veroorzaakt door de toenemende
kosten van servicedesk, werkplekbeheer en telematica.
Hoewel bij de laatstgenoemde kosten de tarieven per een-
heid van bandbreedte onder druk staan, heeft de toegeno-
men behoefte aan capaciteit tot meer volume en daarmee
hogere kosten geleid.
op zich interessant is dat de beweging omlaag, die de index
voor de facilitaire kosten als geheel sinds haar start maakt,
voor een belangrijk deel het gevolg is van kostenverlagingen
van diensten die juist in het afgelopen jaar gelijk zijn gebleven
(catering -2%) of voor het eerst licht zijn gestegen, zoals ICt
(+4%). kleinere kostenposten zoals schoonmaak (+7%) en
receptiediensten zijn in 2011 zelfs opmerkelijk fors gestegen.
Naast kosten per werkplek voorziet NFC Index de laatste
jaren ook in de ratio kosten per fte. Daarmee kunnen ef-
fecten van Het Nieuwe Werken zichtbaar worden. Het blijkt
dat de afname van het vloeroppervlak per werkplek of de
afname van het aantal werkplekken per fte in 2011 nog
niet echt doorzette. De zogenaamde ‘flexfactor’ schommelt
nog rond de 1 werkplek per fte. Waarbij deze fulltime
equivalent overigens steeds vaker wordt ingevuld met
parttimers. Het enorme overschot aan kantoorgebouwen
en de daarmee dalende huurprijzen maken dat er in Ne-
derland geen grote druk zit op een verdere intensivering
van het ruimtegebruik.
Naast indices over kosten biedt NFC Index® ook vergelij-
kende informatie over het gerealiseerde serviceniveau, de
tevredenheid van de kantoormedewerker over de geboden
faciliteiten, en de impact van de organisatie op het milieu.
De resultaten van deze metingen leidden in 2011 nog niet
tot opzienbarende conclusies.
In 2011 brachten we voor de tweede keer een index uit
voor de kosten van de facilitaire dienstverlening voor
onderwijs en voor zorg in ziekenhuizen in Nederland.
Daarover rapporteerden we in sectorale jaarberichten,
waarvan in dit bericht een samenvatting is opgenomen.
Zo krijgt vergelijk met de NFC Index® ook voor andere
sectoren een praktische betekenis.
Op 5 juni 2012 presenteerden we de negende NFC Index®kaNtOreN.
NFC Index®kaNtOreN, 2011 = n 9.689 per werkplek per jaar, exclusief btw en n 10.642 per fte per jaar.
De NFC Index®kaNtOreN, 2011 = 85.
In 2011 daalden de facilitaire kosten met 2% ten opzichte van die in 2010.In 2011 nam het vloeroppervlak per werkplek nauwelijks af tot 19,5 m² vvo.
Rinus Vader,
Voorzitter Bestuur
NFC Jaarbericht 2011 5
NFC Jaarbericht kantoren 2011 is als volgt opgebouwd.
Hoofdstuk 1 presenteert de NFC Index®kaNtoreN, 2011 en licht
deze toe. Hoofdstuk 2 bevat informatie over NFC Index,
haar leden en haar kringen. Daarnaast bevat het hoofdstuk
de light indices voor onderwijs en zorg. Hoofdstuk 3 be-
schrijft de facilitaire kosten in relatie tot serviceniveaus,
klanttevredenheid en duurzaamheid. Hoofdstuk 4 licht de
gebruikte methode toe voor het berekenen van de index.
Leeswijzer
Inhoud
tot slot komt in hoofdstuk 5 de opbouw van de index aan
de orde conform de Nederlandse en europese normen.
In bijlage a wordt de manier van datacollectie en het ver-
gelijk van de gegevens uitgewerkt. De bijlagen B en C geven
een overzicht van de huidige coöpererende
leden en de donateurs van de coöperatie, haar comité van
aanbeveling en haar bestuur. Bijlage D geeft een korte
toelichting op de website van NFC Index, het portal.
Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Leeswijzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
1 NFC Index® 2011 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2 De Coöperatie, Leden en Kringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
3 Niveau van service, klanttevredenheid en duurzaamheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
4 Verantwoording Methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
5 Opbouw NFC Index® conform NEN2748 en EN15221 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Bijlage A Datacollectie werkwijze. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Bijlage B Coöpererende leden en donateurs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Bijlage C Organisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Bijlage D www.nfcindex.nl . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Colofon
NFC Jaarbericht kantoren 2011 is een uitgave van NFC
Index Coöperatie u.a., 9e jaargang, mei 2012, onder ver-
antwoording van: NFC Index, aoS Studley, MetrI en
twynstra Gudde.
Informatie, contactWe nodigen u uit contact op te nemen met ons secretariaat
voor informatie over ontwikkelingen rond kosten, service-
niveaus, klanttevredenheid, duurzaamheid, lidmaatschap,
kringen, portal, database, indices voor kantoren, onderwijs
en zorg:
NFC Index Cooperatie u.a.
Postbus 5135
1411 DC Naarden
t: +31 (0)35 678 39 69
I: www.nfcindex.nl
Vormgeving, lay-out en eindredactieaPPr BV, Naarden
Drukten Brink, Meppel
auteursrechtenZonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het
bestuur van NFC Index Coöperatie u.a. mag niets uit deze
uitgave openbaar worden gemaakt of op welke wijze dan
ook worden vermenigvuldigd.
NFC Jaarbericht 2011 NFC Jaarbericht 20116 7
De NFC Index®kaNtoreN wordt verkregen door de mediaan
van de kosten per werkplek van alle verschillende (sub)
subzaken van de NeN 2748 bij elkaar op te tellen.
In 2011 bedroegen de mediane kosten per kantoorwerk-plek n 9.689 excl. btw.De mediane kosten per fte bedroegen n 10.642 excl. btw. Het gemiddelde serviceniveau over de functies Huis-vesting, Diensten en Middelen en Facility Management conform de NEN 2748 bedroegen respectievelijk 2,7; 2,2 en 2,3 op een schaal van 5. Het gemiddelde duurzaam-heidsniveau bedroeg 2,3 op een schaal van 5.De NFC Index®
kaNtorEN, 2011 komt daarmee op 85 (2003 = 100) en is ten opzichte van 2010 (= 87) met 2 punten gedaald. De NFC Index®
kaNtorEN, 2011 laat een dalende trend zien vanaf 2008 en is de laagst genoteerde index sinds 2003.
In figuur 1 zijn de mediane kosten per kantoorwerkplek in
2011 verdeeld naar de vijf verschillende functies die door
de NeN 2748 worden onderscheiden.
Figuur 1. Mediane werkplekkosten 2011, verdeeld naar functies
De onderlinge verhoudingen zijn ten opzichte van 2010
nauwelijks veranderd. De functie Huisvesting blijft hoog
met bijna de helft (46%) van de werkplekkosten. Met res-
pectievelijk 22% en 27% vertegenwoordigen de functies
Diensten en Middelen én ICt ieder rond een kwart van de
werkplekkosten. De Facility Management overheadkosten
blijven net boven de 4% schommelen.
KostentrendsDe ontwikkeling van de index geeft een goed beeld van de
kostenontwikkeling. Na 2003 heeft de index eerst een forse
daling doorgemaakt. Vervolgens zien we een lichte stijging
na enkele stabiele jaren. Na 2009 zien we de index weer
dalen. Figuren 2 (grafisch) en 3 (cijfermatig) laten de ont-
wikkeling vanaf 2003 zien van de mediane kosten, verdeeld
naar de verschillende functies.
Uit de ontwikkeling van de mediane kosten kan het vol-
gende worden afgelezen:
• op alle functies met uitzondering van ICt is een dalende
trend ten opzichte van 2010 waarneembaar
• De huisvestingskosten per werkplek laten na jaren van
stijging, sinds 2009 een daling zien van respectievelijk
-3% en -7%
• De kosten voor Diensten en Middelen dalen sinds 2008
ieder jaar enkele procenten, afgelopen jaar kent een
lichte daling van -1% ten opzichte van 2010
• De dalende trend in de afgelopen jaren van de mediane
kosten voor de functie ICt wordt voor het eerst doorbro-
ken met een stijging van +4% ten opzichte van 2010
• De dalende kosten voor de functie externe voorzieningen
met -9% zet zich door; deze post wordt met h 96 per
werkplek, of te wel 1 procent van de totale werkplekkos-
ten, zo goed als verwaarloosbaar
• De overheadkosten (functie 5) laten ook een dalende trend
zien, met een daling van -8% ten opzichte van 2010 komt
de overhead uit op 4,3%van de totale werkplekkosten.
Gemiddeld Serviceniveau en Duurzaamheid Sinds 2010 wordt bij een groot deel van de NFC leden het
serviceniveau gemeten. Hieruit blijkt dat het serviceniveau
overall gezien als gemiddeld kan worden gekwalificeerd.
De uitkomsten geven aan dat de verschillen in serviceni-
veau tussen de functies Huisvesting, Diensten en Mid-
delen, Facility Management (functie 5) gering zijn. Dat
geldt ook voor het niveau van duurzaamheid.
Gemiddelde VloeroppervlakteVoor de kosten van de werkplek is de gemiddelde vloerop-
pervlakte per werkplek een belangrijke variabele. Indien
namelijk het gemiddelde vloeroppervlakte stijgt of daalt
dan stijgen of dalen de vloeroppervlakte gerelateerde kos-
ten van de index naar rato. De gemiddelde verhuurbare
vloeroppervlakte (vvo) per werkplek bedroeg 19,5m2 vvo in
2011. ten opzichte van 2010 met 19,6m2 vvo betekent dit
een lichte daling van -1%. Wellicht een eerste teken dat het
effect van Het Nieuwe Werken zichtbaar wordt en de vrij-
gekomen m2 beetje bij beetje worden afgestoten.
Functie HuisvestingDe mediane kosten voor de functie huisvesting bedragen
h 4.451 per werkplek, oftewel h 228 per m2 vvo. Dit is een
afname van -7% ten opzichte van 2010. De daling van deze
kosten wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de
1 NFC Index® 2011 in detail
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 ‘10 ‘11 Index
Huisvesting 4.368 4.249 4.038 4.315 4.518 4.922 4.958 4.785 4.451 93% 102
Diensten en middelen 2.578 2.024 1.947 2.109 2.214 2.301 2.176 2.122 2.103 99% 82
ICT 3.308 3.492 3.265 3.036 2.713 2.627 2.558 2.531 2.629 104% 79
Externe Voorzieningen 578 415 112 97 102 105 104 106 96 91% 17
Facility Management 625 438 429 406 454 479 484 447 410 92% 66
Totaal 11.457 10.618 9.791 9.963 10.002 10.434 10.280 9.990 9.689 97% 85
Index 100 93 85 87 87 91 90 87 85
Figuur 3. Ontwikkeling NFC Index®kaNTOrEN en mediane kosten, in euro’s per werkplek
Figuur 5. Ontwikkeling vloeroppervlak per werkplek, in m2 verhuurbaar vloeroppervlak
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 ‘10 ‘11 Index
Omvang werkplek in m2 22,6 20,5 19,4 18,7 18,6 18,5 18,7 19,6 19,5 100% 86
Index 100 91 86 83 82 82 83 87 86
Huisvesting
Diensten en middelen
ICT
Externe voorzieningen
Facility management
46%
22%
27%
1%
4%Figuur 2. Ontwikkeling mediane kosten, in euro’s per werkplek
12000
11000
10000
9000
8000
7000
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0
Facility Management
Externe Voorzieningen
ICT
Diensten enmiddelen
Huisvesting
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 20110
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
10000
11000
12000
Figuur 4. Ontwikkeling omvang werkplek, in m2 verhuurbaar vloeroppervlak
2520151050
0
5
10
15
20
25
0
5
10
15
20
25
0
5
10
15
20
25
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
NFC Jaarbericht 2011 NFC Jaarbericht 20118 9
afnemende kosten van enkele relatief grote posten. Het
gaat hier om Voorzien in huisvesting met een daling van
-4%. Het ligt voor de hand dat de lagere kosten van huis-
vesting veroorzaakt worden door de druk op het verlagen
van de huurprijzen door de hoge mate van leegstand.
Wellicht zijn ook de eerste afboekingen op eigendom-
spanden en daardoor lagere kapitaalslasten zichtbaar in
de dalende huisvestingskosten.
onderhouden van gebouw daalt met -11% en Verbruik
van energie en water laat de grootste daling laat zien met
-23%. Voor dit laatste laten de stijgende energieprijzen
(aardgas met 8% en elektriciteit met 1% volgens het CBS)
een tegenovergestelde verwachting zien. Het CBS verklaart
slechts dat er 7% minder energie is verbruikt in 2011. De
relatief koele zomer, dus minder koelen, en leegstand
worden als verklaring hiervoor genoemd. De lagere on-
derhoudskosten worden vooral gesignaleerd bij de eigen-
domspanden. Hier lijkt het uitstellen van onderhoudsac-
tiviteiten de oorzaak.
Functie Diensten en MiddelenDe mediane kosten voor de functie Diensten en middelen
zijn in 2011 met -1% gedaald tot h 2.103 ten opzichte van
2010. Met uitzondering van Consumptieve Diensten, met
een lichte daling van -2%, laten de overige onderdelen een
zeer sterke stijging of daling zien. De sterke stijgers zijn
risicobeheersen (+23%), Schoonmaak (+7%) en verstrekken
van ruimte en Middelen (+14%). De relatief hoge stijging
bij risicobeheersen wordt voornamelijk veroorzaakt door
de post receptie.
Uit analyse van de onderliggende datasets blijkt een re-
latief groot aantal organisaties decentrale locaties met
receptiediensten te hebben, hetgeen tot hogere kosten
leidt. Daarnaast kan de toename van hospitality-concep-
ten de oorzaak zijn van de hogere kosten. De stijging van
de kosten van ruimte en Middelen lijkt sterk samen te
hangen met de toename van de inrichtingkosten van
meubilair bij de herinrichting van de huisvesting naar het
nieuwe werken.
De sterke dalers voor de functie Diensten en Middelen
zijn Verhuizen (-45%), Documentmanagement (-17%)
en reststoffenmanagement (-57%). De daling van de
verhuiskosten zijn vooral te verklaren door de economi-
sche crises met minder mutaties tussen gebouwen en
de invoering van het nieuwe werken. De daling bij Do-
cumentmanagement wordt vooral veroorzaakt door de
afname van de post Documentcreatie, activiteiten die
afnemen en veelal rechtstreeks onder de core business
vallen. Maar ook de fysieke poststromen nemen af en
daarmee de inzet voor de interne postverwerking.
Functie ICTDe mediane kosten voor de functie ICt zijn in 2011 ten
opzichte van 2010 met 4% gestegen tot h 2.629. Zoals uit
de data blijkt is de trend van dalende ICt-kosten doorbro-
ken. Specifieke posten die de lichte stijging veroorzaken
zijn telematica, Werkplekbeheer en Servicedesk. telema-
ticakosten zijn gestegen (+5%). Hoewel de kosten bij tele-
matica per eenheid (bandbreedte) onder druk staan, heeft
de toegenomen behoefte aan capaciteit tot meer volume
en daarmee kosten geleid. Binnen het Werkplekbeheer
stijgen de kosten (+4%) door verdere implementatie van
locatie onafhankelijk werken. om dit mogelijk te maken
wordt geïnvesteerd in Centrale & Gedistribueerde Diensten
waardoor deze stijgen (+2%). kosten voor externe inzet zijn
weer terug naar het niveau van 2008 waarbij vooral de
tarifering voor lage functieprofielen is gestegen.
Functie Externe VoorzieningenDe functie externe voorzieningen lijkt met een daling van
-9% tot h 96 en slechts 1% van de totale werkplekfunctie zo
goed als verwaarloosbaar te zijn. Deze kosten lijken sterk
af te nemen maar ook direct voor rekening van de business
te komen en daarmee uit het zicht en kostenbeeld van de
facilitaire organisatie te liggen.
Functie Facility ManagementDe overheadkosten van de facilitaire organisatie zijn ten
opzichte van 2010 met 8% gedaald tot h 410. Dit is 4,3% van
de totale facilitaire kosten. De daling wordt vooral veroor-
zaakt door daling van managementkosten (-26%). krimp
en efficiencymaatregelen bij de core business hebben ook
consequenties voor lagere overheadkosten als gevolg van
minder inhuur en krimpende facilitaire (regie)organisaties.
NFC Portalop het deel van de leden op de website van de coöperatie
(www.nfcindex.nl) zijn mediane kengetallen op zaakniveau
beschikbaar. Voor leden die hun eigen data aanleveren kent
de NFC Database een verdere specificatie, inclusief de markt-
conforme bandbreedte. Leden die in NFC kringen partici-
peren, kunnen daarmee ook onderling hun faciliteiten ver-
gelijken. De kringen beschikken over een onderbouwing van
waargenomen verschillen die, in gesprek met elkaar en met
ondersteuning van de begeleidende adviseur, aanzienlijk
verder gaat dan wat hierboven in algemene zin is beschreven.
Case benchmarken is meer dan ooit vooruitkijken TenneT Mariëndaal Centre of Excellencetennet waakt als elektriciteitstransporteur over de be-
trouwbaarheid en de continuïteit van de elektriciteitsvoor-
ziening in Nederland en een deel van Duitsland: 24 uur per
dag, 365 dagen per jaar. Doel van de organisatie is de
elektriciteitsmarkt verder te ontwikkelen en goed te laten
functioneren. Daarnaast stimuleert tennet de martktwer-
king en ontwikkeling van duurzame energievoorziening.
om de core-businessactiviteiten te ondersteunen betrekt
tennet in 2013 het Mariëndaal Centre of excellence
(MCe) in arnhem. Ze huren het voor hen ontwikkelde
pand ter vervanging van drie bestaande panden, waarvan
er twee worden gehuurd en een in eigendom is, op de-
zelfde locatie in arnhem.
al enige jaren benchmarkt tennet de facilitaire kosten
op werkplekniveau, in 2011 ook op fte als reactie op trends
in de markt van Het Nieuwe Werken. Daarbij wilde tennet
ook inzicht krijgen in het te verwachten kostenniveau
voor het MCe, een pand dat nog in aanbouw is, om zo
beter de toekomstige uitgaven beheersbaar en inzichte-
lijk te maken. een benchmark kijkt doorgaans terug. Door
echter de resultaten van benchmarks uit het verleden te
gebruiken in relatie tot gekozen uitgangspunten voor de
nieuwbouw, was de organisatie in staat om de te ver-
wachten kosten te voorspellen. Zo ontstond inzicht in de
impact op het facilitaire budget voor 2013 en wordt waar
mogelijk nu al ingespeeld op deze prognose.
Daarbij koos tennet de volgende uitgangspunten
• twee scenario’s van bezetting: de eerste met een
scherpe flexfactor (werkplek per fte), een tweede met
een hogere factor, maar nog wel onder de 1. De huidige
factor van tennet in arnhem ligt iets boven de 1. Met
andere woorden: tennet zal in haar nieuwe pand ook
Het Nieuwe Werken toepassen, wat een betere benutting
van de beschikbare oppervlakte oplevert dan de hui-
dige situatie.
• De verwachte kosten van de huur en afschrijvingen van
het inbouwpakket zijn bekend en mede gebruikt voor
het bepalen van de toekomstige kosten.
• Gewenste kwaliteitsniveaus voor het nieuwe pand zijn
gekozen en doorgerekend naar verwachte kosten voor
beide scenario’s
• economische en Facilitaire trends uit NFC Index® en
CBS-cijfers zijn meegenomen als factoren bij het bepa-
len van de verwachte kosten.
• Zo ook de impact op het gebouw en haar dienstverle-
ning op het intensiever benutten van elke m² in het
nieuwe pand.
• om een vergelijking van het huidige met het toekom-
stige budget te maken zijn de huidige drie panden sa-
mengevoegd.
• Bij een aantal kostenposten wordt rekening gehouden
met besparingen door het gebruik van nieuwe ener-
giezuinige installaties en het terugdringen van ver-
huisbewegingen.
als gevolg van de gemaakte keuzes voor het MCe daalt in
beide bezettingsscenario’s de verwachte kostprijs per fte
drastisch. In het scenario met de lagere flexfactor zelfs
met 22% ten opzichte van de huidige situatie, ruim onder
het niveau van NFC Index®kaNtoreN, 2011. Bij de hogere flex-
factor is de daling nog altijd 7%. Het loont om efficiënt
met ruimte om te gaan. Door cijfers uit het verleden te
gebruiken in combinatie met uitgangspunten voor de
toekomst was tennet prima in staat een goede inschatting
van de verwachte impact te maken. Uiteraard geven re-
sultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst,
maar wel een gevoel en inzicht aan welke knoppen er
gedraaid kunnen worden om de kosten te sturen en - be-
langrijker nog - onder controle te houden.
Klaas Bakker, Manager Facilities & Real Estate TenneT
Programmamanager Nieuwbouw MCE
NFC Jaarbericht 2011 11
ratie zelf te benchmarken. Voor dat laatste wil het bestuur
van de coöperatie de markt, waaronder de (adviseur)le-
den, alle ruimte geven.
DoelNFC Index is een autoriteit op het terrein van facility ma-
nagement in Nederland wanneer het gaat om het aanbieden
van kengetallen en het jaarlijks presenteren van de NFC
Index®. NFC Index® is de referentie voor de kostenontwik-
keling van facilitaire voorzieningen voor kantoorhoudende
Nederlandse overheidsinstanties en het bedrijfsleven. Deze
inzichten leveren relevante informatie voor mogelijkheden
in kostenefficiëntie aan het management.
Leden en adviseursledenSteeds meer bedrijven en organisaties vinden hun weg
naar NFC Index. Belangrijke beslissingen in kosteneffi-
ciëntie worden meer en meer getoetst aan de NFC Index®.
De beschikbaarheid van haar onafhankelijke webportal,
waardoor een directe en adequate gegevensuitwisseling
plaatsvindt, is een voorbeeld van haar meerwaarde. Daar-
naast is voor de leden vooral de coöperatieve gedachte
een drijfveer om data en kennis te delen. adviseurleden
kunnen de leden hierbij helpen de data en kennis verder
te interpreteren.
NFC KringenNFC Index is gebaseerd op de gegevens van de individu-
ele leden. De kracht van de coöperatie is dat de leden actief
informatie delen. Hiervoor bestaan de NFC kringen. een
Netherlands Facility Costs Index Coöperatie u.a.Netherlands Facility Costs Index Coöperatie u.a., kortweg
NFC Index, opgericht in 2001, is een onafhankelijke or-
ganisatie. Zij voorziet de Nederlandse markt van het
objectieve en actuele ijkpunt (benchmark) voor de faci-
litaire kostenontwikkeling. er is bewust gekozen voor de
coöperatievorm. Wezenlijk hierbij is dat de leden actief
informatie delen: een samenwerkingsverband waarbij
brengen en halen de rode draad vormt. De gegevens,
waarop de index jaarlijks wordt gebaseerd, zijn beschik-
baar voor benchmarks waaraan leden van de coöperatie
deel kunnen nemen. Het is een bewuste keuze om in
coöperatieverband wèl de index en de daarvoor noodza-
kelijke database beschikbaar te stellen en niet als coöpe-
NFC Index kent de volgende NFC Kringen
NFC kring DemandmanagersDSM, enexis, kPMG Staffing & Facility Services B.V., kPN,
NS Poort, Nuon energy, Shell
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Rinus Vader.
NFC kring Financiële instellingenaBN aMro Bank NV, achmea Facilitair Bedrijf, aeGoN,
ING Facility Management, Nationale-Nederlanden,
rabobank Nederland, SNS reaal
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Sander ten Have.
NFC kring Banken en VerzekeraarsaSr Nederland, CZ Verzekeringen, LeasePlan
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Sander ten Have.
NFC kring GemeentenGemeente almere, gemeente amsterdam - DFM, ge-
meente Den Haag Facilitaire Dienst, Drechtsteden, ge-
meente Maastricht, gemeente Groningen, gemeente
Utrecht - FD, gemeente rotterdam servicedienst
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Bas Stam.
NFC kring Hogescholenavans Hogeschool, Fontys Hogescholen, Haagse Hoge-
school, Hogeschool van arnhem en Nijmegen (HaN),
Hanzehogeschool. Hogeschool INHoLLaND, Hoge-
school rotterdam, Hogeschool Utrecht, Hogeschool
Windesheim, Hogeschool van amsterdam, Saxion
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Ineke Veenstra.
NFC kring Universiteitenerasmus Universiteit rotterdam, radboud Universiteit
Nijmegen, rijksuniversiteit Groningen, tU eindhoven,
tU Delft, Universiteit van amsterdam, Universiteit Lei-
den, Universiteit Maastricht, Universiteit tilburg, Uni-
versiteit twente, Universiteit Utrecht, Vrije Universiteit
amsterdam, Wageningen Universiteit
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Antoine Fraaij.
NFC kring rijksoverheidMinisterie van algemene Zaken, Ministerie van Binnen-
landse Zaken en koninkrijksrelaties, Ministerie van
Buitenlandse zaken, Ministerie van Defensie, Ministerie
van economische zaken, Landbouw en Innovatie, Mi-
nisterie van Financiën, Ministerie van Infrastructuur en
Milieu, Ministerie van Veiligheid en Justitie, Ministerie
van onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Ellen Viergever.
NFC kring Multibedrijven Ialbert Heijn B.V., aNWB B.V., DSM Nederland B.V., He-
ijmans Facilitair Bedrijf, kPN, NeN, PGGM, Prorail BV
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Bas Stam.
NFC kring Multibedrijven IIatos origin Nederland B.V., aPG groep N.V., a.P. Møller
Mærsk, IBM Nederland BV, Logica Nederland B.V., rabo
Vastgoedgroep, randstad/Diemermere B.V., Siemens
Nederland N.V.
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Bas Stam.
NFC kring Multibedrijven IIINuon energy, koninklijke Bam groep, Douwe egberts,
koninklijke Boskalis Westminster N.V., Wolter en Dros,
USG People
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Bas Stam.
NFC kring Multibedrijven IVDeloitte, DHV, GDF SUeZ, kPMG Staffing & Facility
Services B.V. Nationale-Nederlanden, WML
Contactpersoon namens NFC Bestuur: Bas Stam.
2 De coöperatie, leden, kringen en sectoren
10 NFC Jaarbericht 2011
platform waarin jaarlijks de benchmarks worden opgele-
verd, besproken en geanalyseerd. ook worden gemeen-
schappelijke actuele onderwerpen besproken. Binnen de
diverse kringen zijn in 2011 naast de benchmark actuele
onderwerpen aan de orde geweest zoals onder andere
duurzaamheid, Het Nieuwe Werken, regieorganisaties en
uitbestedingsprojecten. Zo worden met de kringleden
kennis en ervaring gedeeld - naast de kostenanalyses en
het benchmarken. In 2011 zijn de kringen Hogescholen,
Demandmanagers en Multibedrijven IV opgericht.
SectorvergelijkingUit het linker overzicht blijkt dat de NFC kringen sectoraal
zijn ingedeeld. Zo kent de coöperatie een groot aantal
kringen van kantoorhoudende organisaties. Daarvan zijn
een aantal samengesteld uit gelijksoortige organsaties,
zoals gemeenten of financiële instellingen. Bij deze kringen
ligt het accent op vergelijk met sectorgenoten (‘peers’).
andere leden kiezen er juist voor zich in de kringen ‘multi-
bedrijven’ te vergelijken met minder gelijksoortige organi-
saties, op zoek naar de best practise in een zo breed moge-
lijk spectrum.
Wanneer processen en faciliteiten onderling onvergelijk-
baar worden, verliezen ratio’s en kengetallen hun beteke-
nis. Daarom brengt de coöperatie jaarlijks voor drie
sectoren separate kengetallen en sectorale indices uit:
naast de sector kantoorhoudende organisaties zijn dat de
secotoren zorg en onderwijs. Bij zorg gaat het tot nog toe
uitsluitend om ziekenhuizen. Bij onderwijs gaat het om
roC’s, HBo’s en universiteiten.
NFC Jaarbericht 2011 NFC Jaarbericht 201112 13
Sector OnderwijsIn december 2011 presenteerden we onze tweede NFC
Index®oNDerWIJS.
NFC Index®oNDerWIJS, 2010 = is h 173 per m² bruto vloeropper-
vlak (bvo) per jaar, inclusief btw, voor de facilitaire kosten
(huisvesting, diensten en middelen, facility management).
In 2010 stegen de facilitaire kosten met 7% ten opzichte van
die in 2009.
Met het samenstellen van de tweede NFC Index®oNDerWIJS
(door NFC, aoS en Fier.fm) is gekozen voor een aantal
nieuwe uitgangspunten:
• De index wordt voortaan weergegeven per m² bvo in
plaats van per student. De kosten per student voor de
verschillende onderwijssectoren kunnen onderling ver-
schillen. Dit wordt ondermeer veroorzaakt door een
groter gebruik van vierkante meters bij onderwijsinstel-
lingen die ook gebruikmaken van onderzoek- en/of
specifieke onderwijsfaciliteiten.
Verdere verdieping wordt gegeven in de afzonderlijke on-
derzoeken die per onderwijssector worden uitgevoerd.
Daarnaast is op het ledendeel van de NFC Index een uit-
splitsing tot op activiteitenniveau zichtbaar.
De facilitaire dienstverlening in relatie tot Het Nieuwe WerkenDe veranderende vraag naar facilitaire dienstverlening
door Het Nieuwe Werken is schematisch weergegeven in
het onderstaand ontwikkelmodel voor facilitaire dienst-
verlening.
Voor beschouwers en beginners van Het Nieuwe Wer-
ken ligt de nadruk op het afbouwen van klassieke
facilitaire diensten (post en reprografie) en het weg-
nemen van obstakels voor tijd- en plaatsonafhankelijk
werken, zoals het digitaliseren van het werkarchief.
Het HNW-concept is in deze stadia in de kern een
fysiek concept dat zich voornamelijk richt op het
flexibiliseren van de kantooromgeving. thuiswerken
is mogelijk, maar wordt niet nadrukkelijk facilitair
ondersteund. Gevorderden ontwikkelen nieuwe faci-
litaire diensten, zoals hospitality, informatiediensten
en thuiswerkdiensten en realiseren veranderingen in
cateringconcepten, onderhoudsconcepten, mobili-
teitsconcepten en openstellingstijden. Deze diensten
worden door experts verder geprofessionaliseerd.
Daardoor ervaren klanten in dat stadium nieuwe
toegevoegde waarde van de facilitaire dienstverlening,
zoals betrouwbaarheid, zekerheid en empathie. Deze
nieuwe toegevoegde waarden illustreren de verschui-
ving van een fysiek naar een mentaal concept.
In aanvang wordt het besluit om Het Nieuwe Werken
in te voeren voornamelijk op basis van bedrijfsspeci-
fieke factoren (zoals werknemerstevredenheid) geno-
men, terwijl gevorderden en experts doorgaans beslui-
ten om Het Nieuwe Werken in te voeren vanwege
omgevingsfactoren zoals maatschappelijke of econo-
mische trends. Verder lijkt er voor de marketing van
facilitaire concepten weinig aandacht te zijn, en worden
kostendoorbelastingssystemen aangepast of volledig
afgeschaft. ook valt op dat alle onderzochte facilitaire
organisaties van mening zijn dat de facilitaire kosten
in absolute zin als gevolg van Het Nieuwe Werken zul-
len toenemen. als reden wordt hiervoor de vraag naar
een hoger serviceniveau gezien, zoals inrichting, in-
tensivering van de dienstverlening, verlengde openstel-
lingstijden en meer maatwerk.
Bron: Whitepaper ‘Het Nieuwe Werken en de facilitaire dienstverlening’
van Twynstra Gudde en FMN. De volledige whitepaper is te downloaden
op www.fmn.nl/publicaties
Beschouwend
Beginnend
Gevorderd
Expert
Obstakels wegnemen
Katalyseren/stimuleren
Faciliteren
Employee Benefitrealiseren
HNW-concept
Afbouw traditionele diensten
Nieuwe huis vestingsdiensten
Combinatie van huisvesting en services
Integraal Concept (FM, HR, ICT)
Facilitair concept
Figuur 10. Ontwikkelmodel voor facilitaire dienstverlening
Index onderwijs per m2 bvo Huisvesting Diensten en middelen
Facility management
Totaal
Onderwijsindex H 103 H 63 H 7 H 173
Figuur 6. Mediane facilitaire kosten onderwijsinstellingen 2010, in euro’s per m²
4%
60%
36%
Facility management
Huisvesting
Diensten en middelen
Figuur 7. Mediane kosten verdeeld naar functie, onderwijsinstellingen 2010.
Figuur 8. Gemiddelde ratio’s onderwijsinstellingen 2010, per sector
studenten m2 bvo m2/student
mbo 15.421 100.716 6,53
hbo 20.032 108.943 5,44
universiteit 17.641 316.323 17,93
Gecombineerde, gewogen cijfersGewogen
gemidelde
H /m2 bvo
Gewogen
gemidelde
H / PEH
NEN ZaakNIVEau
1.1 Gebouwen/stallingen/terreinen 155,30 27,92
1.2 & 1.3 Belastingen/heffingen/comp.+ verzekeren gebouw 7,38 1,28
1.4 Onderhouden van gebouwen 25,77 5,48
1.5 Muteren
1.6 Verbruiken van energie en water 25,65 5,53
1.7 Beheren van gebouwen 0,55 0,17
2.1 Consumptieve diensten 41,17 9,03
2.2 risicobeheersing 17,71 3,76
2.3 Schoonmaak 28,25 5,98
2.4 Verhuizen 0,86 0,27
2.5 Documentmanagement 10,40 2,38
2.6 reststoffenmanagement 4,16 0,91
2.7 Verstrekken van ruimte en benodigdheden 55,70 17,34
2.7.3 & 2.8 kleding + Linnenvoorziening totaal 23,31 4,84
2.7.5 Medische gassen 5,16 1,61
2.9 Managen van gebruiksgoederen totaal 11,10 3,46
3.1 Voorzien in ICT 85,78 26,71
3.2 Ondersteunen ICT 21,37 6,65
5.1 & 5.2 Facility management totaal 9,66 2,27
Totaal 529,30 125,60
Figuur 9. Gewogen gemiddelde kosten ziekenhuizen 2010, in euro’s per m² bvo en euro’s per patiënteneenheid
Sector ZorgDe 2e NFC Light Index®
ZorG, 2010 werd in augustus 2011 ge-
presenteerd Deze geeft inzicht in de kosten van de activi-
teiten van Huisvesting, Diensten en middelen, ICt en Fa-
cility management (NeN 2745, rubriek 1, 2, 3 en 5).
De 2e NFC Light Index®ZorG, 2010 is in samenwerking met
Hospitality Consultants en twynstra Gudde samengesteld.
Hospitality Consultants en twynstra Gudde begeleiden de
facilitaire benchmarks van een groot aantal ziekenhuizen.
De facilitaire kosten voor de ziekenhuissector worden
weergegeven als kengetallen op basis van gerealiseerde
jaarkosten inclusief btw, in euro’s per Patiënten eenheid
(PeH) en euro’s per m2 bvo.
De index is nog niet volledig en wordt daarom als Light
gepresenteerd. Zij geeft nog geen volledige inzage in alle
rubrieken die in de NeN 2745 zijn voorzien en heeft nog
niet voldoende onderliggende en stabiele data (voor alle
activiteiten) om als index gepresenteerd te kunnen worden.
ondanks dit voorbehoud geeft de 2e NFC Light Index®ZorG,
2010 in vergelijk met de 1e NFC Light Index®ZorG, 2009, al meer
inzicht in de kosten die gemaakt worden in de zorgomgeving
(met name algemene ziekenhuizen).
NFC Jaarbericht 2011 NFC Jaarbericht 201114 15
taire producten- en dienstenassortiment van uw
organisatie.
Stap 2: Ga met de klant in gesprek over gelijkschakeling
van serviceniveaus als een vorm van standaardi-
satie. Vraag daarbij of één of meerdere serviceni-
veaus kunnen worden verlaagd (versobering) of
misschien zelfs moeten worden verhoogd (ver-
ruiming). Hierbij is het zinvol te beschikken over
kostprijsinformatie per product: dienstverlener en
klant moeten weten welke financiële gevolgen
verruiming, verlaging of gelijkschakeling van een
serviceniveau met zich meebrengt.
Stap 3: overweeg met de klant producten met relatief hoge
kosten en een hoog bedrijfsbelang hanteerbare
intervallen af te stemmen op de klantgroepen die
het nodig hebben.
Stap 4: Vergelijk met derden de kosten en klanttevreden-
heid van diensten en producten op hetzelfde
serviceniveau (benchmarken). Door de kosten van
producten en dienstverlening af te zetten tegen de
mediane kosten per werkplek, per vvo m² of per
fte van uw NFC kringleden of de mediane waarden
van NFC Index, zal duidelijk worden hoe u pres-
teert ten opzichte van anderen. Deze benchmar-
kresultaten kunt u vervolgens als terugkoppeling
delen met uw klant.
Stap 5: als laatste stap communiceert u met de eindge-
bruikers de met de klant overeengekomen service-
niveaus (Service Level agreements, SLa’s). Met het
opnemen van deze overeengekomen afspraken in
een Dienstverleningsovereenkomst voor het ko-
mende jaar sluit zich de regelkring van plannen,
realiseren, vergelijken, bijsturen en terugkoppelen.
ConclusieDoor toepassing van serviceniveaus beschikt de facili-
taire dienstverlener over een krachtig instrument om
impliciete en expliciete verwachtingen van de klantorga-
nisatie af te stemmen op zijn producten- en dienstenaan-
bod. De klant wordt meegenomen in keuzes in het as-
sortiment, het niveau en de kosten van te leveren
producten en diensten. De facilitaire dienstverlener levert
conform afspraak en de klant beoordeelt de facilitaire
dienstverlener periodiek op nakoming van afspraken met
een verwachting die aansluit bij wat hij krijgt, zolang
wordt geleverd wat is afgesproken.
Frans van Rijn, Hoofd bedrijfsbureau cluster serviceplein,
Intern Dienstencentrum gemeente Den Haag
seerde kosten en serviceniveaus van facilitaire producten
in onderlinge samenhang te vergelijken. Per product zijn
vijftien vragen geformuleerd waaraan een gradatie wordt
toegekend. Hierbij staat niveau 1 voor het wettelijk mini-
mum, dan wel het laagst mogelijke serviceniveau. Niveau
5 staat voor het hoogst haalbare serviceniveau. De vragen
en antwoorden hebben per faciliteit een onderlinge weging,
wat leidt tot een serviceniveau per faciliteit. Deze methode
is opgenomen in de europese richtlijn voor benchmarken
NeN-eN 15221-7 die eind 2012 van kracht wordt. In de
europese normen wordt met producten en diensten het-
zelfde bedoeld.
NFC Index heeft met haar adviseurleden tevens een weging
ontwikkeld van de gerealiseerde serviceniveaus voor alle
faciliteiten per object of organisatie. Daarmee is uiteindelijk
het gerealiseerde serviceniveau voor het geheel te bepalen
en te vergelijken in relatie tot het gerealiseerde kostenniveau.
In 2011 zijn op een schaal van 1 tot 5 gemiddeld de vol-
gende serviceniveaus gerealiseerd: voor huisvesting 2,7; voor
diensten en middelen 2,2; voor facility management 2,3.
kosten per faciliteit, uitgedrukt in euro’s per werkplek,
fulltime equivalent of m² vloeroppervlak vormen krach-
tige ratio’s om te vergelijken. toch zeggen kosten niet alles.
Daarom streeft NFC Index ernaar haar index van gereali-
seerde facilitaire kosten te relateren aan gerealiseerde
serviceniveaus, klantwaardering en mate van duurzaam-
heid. Dat leidt tot een rijker inzicht in de prestaties van de
facilitaire functie. Inzicht dat niet automatisch uit de cijfers
en figuren rolt, daar is aanvullende analyse van adviseur-
leden van de coöperatie bij nodig.
3 Niveau van service, klanttevredenheid en duurzaamheid
Case serviceniveaus in de praktijkIntern Dienstencentrum gemeente Den Haag (IDC)De ‘gemeentelijke fruitmand’ aan producten en diensten
die het IDC de gemeente Den Haag leverde moest worden
bezien. De diversiteit aan met onderdelen van de ge-
meente afgesloten overeenkomsten legde een forse druk
op de dienstverlening van het IDC. Naast versobering als
bezuiniging is ingezet op vereenvoudiging van het as-
sortiment. Behalve efficiencyvoordelen levert het aanbie-
den van de dienstverlening in een verplicht pakket op een
beperkt aantal eenduidige serviceniveaus ook meer
structuur op voor de door het IDC uit te voeren taken en
de verwachtingen van de gemeentelijke organisatie. Het
IDC heeft hierbij gebruik gemaakt van de serviceniveaus
op activiteitenniveau 2 van de NeN 2748, vertaald vanuit
de europese norm eN-NeN 15221-7.
Klantverwachtingof een klant tevreden is over de dienstverlening wordt
bepaald door de verwachting die bij hem is gewekt in
relatie tot hetgeen hij op basis van de levering heeft erva-
ren. Invoering van overeen te komen serviceniveaus leidt
dus niet automatisch tot een hogere klanttevredenheid,
maar helpt wel om vooraf te bepalen wat de klant geleverd
krijgt. Hierop zal de klant zijn verwachtingen afstemmen.
Serviceniveaus helpen daarbij als volgt: Ze maken het mo-
gelijk om met de klant eenduidig te communiceren over
producten en diensten. Ze bieden inzicht over het niveau
van dienstverlening tijdens gesprekken tussen facilitaire
dienstverlener en klant. Ze geven inzicht voor mogelijkhe-
den tot besparing op de kosten. Ze maken het vergelijken
met de markt mogelijk op kosten en kwaliteit.
VoorbeeldVoor het product Sanitaire voorzieningen (Gebouw, NeN
2748, zaakniveau 1.1.10) wordt gevraagd naar het aantal
toiletten dat aanwezig is binnen een pand. Door hier voor
een pand een score aan toe te kennen tussen het laagste en
wettelijke minimum niveau 1 en maximaal denkbare niveau 5,
wordt hiervan het serviceniveau bepaald, gebaseerd op het
aantal feitelijk aanwezige toiletten.
Toepassing in vijf stappenStap 1: Inventariseer de serviceniveaus binnen het facili-
Duiding serviceniveauIn 2010 heeft NFC Index met haar adviseurleden aoS
Studley, Fier.fm, Hospitality Consultants en twynstra
Gudde en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en ko-
ninkrijksrelaties een Nederlandse standaard vragenlijst
ontwikkeld voor het duiden en meten van service in vijf
onderscheiden niveaus. Daarmee is een set van uniforme,
objectieve serviceniveaus geïdentificeerd, een nieuw pro-
duct dat de leden van NFC Index wordt aangereikt. Door
middel van deze methodiek is het mogelijk om gereali-
Product/dienst Vraagstelling Wettelijk minimum
of service niveau
Gemiddeld service
niveau
Hoogste service
niveau
1 2 3 4 5
Sanitaire voorzieningen Hoeveel toiletten zijn er
binnen een pand
Minder dan 1 toilet per
100 medewerkers
Minder dan 1 toilet per
50 medewerkers
Meer dan 1 toilet per
50 medewerkers
Meer dan 1 toilet per
25 medewerkers
Meer dan 1 toilet per
10 medewerkers
Figuur 11. Serviceniveau aanwezigheid product sanitaire voorzieningen
NFC Jaarbericht 2011 17
4 Verantwoording methode
Weging & stabilisatie NFC Index®
De NFC Index® wordt vastgesteld op basis van jaarlijks in-
gebrachte data van de leden. Die dataverzameling vormt
niet ieder jaar een nauwkeurige afspiegeling van de verde-
ling van kantoorvoorraad in Nederland naar sectoren. Dat
zou onbedoelde schommelingen in de index kunnen ver-
oorzaken. Daarom wordt als stabilisatie een weging toege-
past om schommelingen in de index, die het gevolg zouden
zijn van een wisselende samenstelling van de dataverzame-
ling, te voorkomen. alle verzamelde data worden gewogen
op basis van de verdeling van de kantorenvoorraad naar
bedrijfstakken zoals deze in Nederland voorkomen, en
vermeld staan in figuur 13.
Financiële indexDe NFC Index® beperkt zich tot kosten (exclusief btw) die
betrekking hebben op het betreffende boekjaar. NFC
Index®kaNtoreN betreft alleen organisaties, of onderdelen van
organisaties, die gehuisvest zijn in kantoorgebouwen en
derhalve een overwegend administratief karakter hebben.
Aard van de databaseNFC Index®
kaNtoreN, 2011 is gebaseerd op 235 gebouwen of
gebouwcomplexen met een totale oppervlakte van
2.184.572 m² vvo, en datasets voor ICt-voorzieningen van
meer dan 250 organisaties.
Gegevensverzameling en validatieten behoeve van het bepalen van subindices, die ten
grondslag liggen aan de index, is het van groot belang dat
de data waarmee gerekend is betrouwbaar zijn. Het han-
teren van de NeN 2748 biedt hiervoor een solide basis. De
data worden tweemaal gevalideerd, alvorens deze worden
toegelaten in de indexcalculatie. De eerste validatie vindt
plaats door een gecertificeerd adviseurlid, vervolgens wordt
deze nogmaals gecontroleerd en gevalideerd door de
‘poortwachter’ van NFC Database. Die voert een tweede
validatie uit door de ontvangen data te vergelijken met de
data die reeds in NFC Database zijn opgenomen, en door
realiteitstoetsen uit te voeren. Grote niet verklaarbare en
verrassende afwijkingen, worden direct gesignaleerd en
teruggekoppeld. afwijkende data, waarvoor geen of onvol-
doende verklaring kan worden gegeven, worden niet op-
genomen in de NFC Database.
Methodiek bandbreedte en mediaan per kostregelDe NFC Index® drukt de kostenindices op (sub)zaakniveau,
zoals beschreven in NeN 2748, uit in marktconforme band-
breedten. Voor de berekening van de definitieve band-
breedte per faciliteit worden alle waarnemingen gerang-
schikt van laag naar hoog. Van deze reeks worden
disproportioneel grote en kleine waarnemingen uit de reeks
gehaald. op de resterende waarden wordt een kwartielbe-
rekening toegepast om de marktconforme bandbreedte
vast te stellen. De laagste 25% van de gegevens vormt daar-
bij het eerste kwartiel en hoogste 25% van de gegevens
vormt het vierde kwartiel. De marktconforme bandbreedte
wordt gevormd door het tweede en derde kwartiel. Waar-
nemingen in het eerste en vierde kwartiel vallen buiten de
marktconforme bandbreedte bij de bepaling van NFC In-
dex® (zie figuur 14).
De middelste waarnemingDe mediaan is de waarde die voor een (sub)zaak wordt
gevormd door de bovenkant van het tweede kwartiel, de
‘middelste waarneming’ dus. De totalen van de medianen
voor alle (sub)zaken vormen NFC Index®. De marktcon-
forme bandbreedte in combinatie met de mediaan vor-
men de basis voor een vergelijking van kosten (bench-
mark) met NFC Index®.
1 Industrie, bouw, handel en transport 20%
2 Financiële dienstverlening 17%
3 Zakelijke dienstverlening 24%
4 Openbaar bestuur 20%
5 Overig 19%
Totaal 100%
Figuur 13. Verdeling voor weging bedrijfstakken in de NFC Index®
Bron
: drs.
r.L.
Bak,
Prope
rty re
searc
h & Co
nsult
ancy,
mei
2012
REFERENTIEGROEp
25% Duur
50% MarkT CONFOrM
25% GOEDkOOP
KOsTEN
Mediaan
Figuur 14. Bandbreedten subindices op (sub) zaakniveau
Duiding klanttevredenheidIn samenwerking met de stichting Facility Performance
Standard (FPS), een initiatief van Hospitality Consultants,
kPN en Planon, is gewerkt aan de totstandkoming van een
standaard voor het klanttevredenheidsonderzoek (kto).
Deze standaard bestaat uit een uitgebreide vragenlijst voor
eindgebruikers van kantoren. De vragen zijn gerelateerd aan
facilitaire producten. Hieruit kunnen de NFC Index leden
selecties maken, bijvoorbeeld om mee te laten lopen met
algemene tevredenheidsonderzoeken onder werknemers.
Daarbij kunnen de geënquêteerden per onderdeel hun
waardering aangeven op een schaal van vijf of tien. ook deze
methode is opgenomen de europese richtlijn voor bench-
marken NeN-eN 15221-7, die eind 2012 van kracht wordt.
klanttevredenheid is een belangrijke parameter om de
belevingskwaliteit van gebruikers van gebouwen en an-
dere facilitaire producten te kunnen duiden. Met de uit-
komsten van een volgens deze methode uitgevoerd klant-
tevredenheidsonderzoek is de actuele klantwaardering te
relateren aan het gerealiseerde serviceniveau en het gere-
aliseerde kostenniveau. In 2011 is deze relatie nog niet
onderzocht.
Duiding duurzaamheidIn 2010 heeft NFC Index met haar adviseurleden, aoS
Studley, Corporate Facility Partners, DHV en DtZ Zadelhoff
een standaard vragenlijst vastgesteld om de gerealiseerde
impact van de organisatie op het milieu te duiden, meetbaar
te maken en te kunnen vergelijken in relatie tot de gereali-
seerde facilitaire kosten. Daarbij gaat het behalve om
energieconsumptie over tal van andere thema’s. Gekozen
is voor een verzameling onderwerpen die aansluit bij de
elementen die de Building research establishment envi-
ronmental assessment Method (BreeaM) identificeert als
aspecten van duurzaamheid van gebouwen in gebruik. De
20.000
15.000
10.000
5.000
0Gebouw a Gebouw B Gebouw C Gebouw D Gebouw E
Koste
n pe
r wer
kplek
Kosten i.r.t. ServiceniveausFacilitaire kostenMediaanMarktconforme bandbreedte service niveau
Figuur 12. Voorbeeld rapportage gerealiseerde kosten vergeleken met andere objecten uit NFC
Database bij vergelijkbare serviceniveaus. Biedt inzicht ter terugkoppeling over de gerealiseerde
kosten gerelateerd aan het gekozen serviceniveau, per gebouw (voorbeeld) en op subfaciliteit niveau.
45
32
5
mate van impact op het milieu wordt vastgelegd door op
een vragenlijst per faciliteit de milieu-impact aan te geven
op een schaal van 1 tot 5. Hierbij staat niveau 1 voor het
wettelijk minimum, dan wel het slechtst mogelijke niveau
van duurzaamheid, en staat niveau 5 voor het hoogst haal-
bare niveau van duurzaam faciliteren. Het gekozen aantal
vragen per facilitair product leidt bij invulling tot een uit-
komst die een bruikbare indicatie geeft voor de score van
een scan volgens de methode BreeaM-In Use. ook deze
methode is opgenomen in de europese richtlijn voor ben-
chmarken NeN-eN 15221-7, die eind 2012 van kracht wordt.
Daarmee is het gerealiseerde niveau van duurzaamheid te
bepalen en te vergelijken in relatie tot het gerealiseerde
kostenniveau. In 2011 is op een schaal van 1 tot 5 als gemid-
deld niveau van duurzaamheid 2,3 gerealiseerd.
16 NFC Jaarbericht 2011
NFC Jaarbericht 2011 NFC Jaarbericht 201118 19
Bijlage A Datacollectie werkwijze
Vloeroppervlak genormaliseerd in NederlandWanneer NFC Index spreekt over vloeroppervlak wordt
daarmee verhuurbaar vloeroppervlak (vvo) bedoeld, zoals
gedefinieerd in NeN 2580 Oppervlakten en inhouden van
gebouwen - Termen, definities en bepalingsmethoden.
Facility management genormaliseerd in EuropaInmiddels is op europees niveau een set normen voor facility
management ontwikkeld die de Nederlandse zullen vervangen.
Deze set heet NeN-eN 15221. Vijf van de zes zijn reeds van
kracht: Facility management – Deel 1, Termen en definities en
Deel 2, Leidraad voor het opstellen van Facility Management
overeenkomsten. Part 3, Guidance how to achieve/ensure qua-
lity in Facility Management; Part 4, Taxonomy of Facility Ma-
nagement - Classification and Structures; Part 5, Guidance on
the development and improvement of processes en Part 6, Area
and Space Measurement. eind 2012 volgt als sluitstuk Part 7,
Guidance Performance Benchmarking.
Belangrijk voor vergelijk zijn de delen 4, 6 en 7.
Deel 4 definieert gedetailleerd de duiding, scope en samen-
hang van de facilitaire producten, de zogenaamde product-
map die de kern van NeN 2748 vervangt. Figuur 15 laat zien
dat de Nederlandse indeling in voornoemde vijf functies
vervangen is door een hoofdindeling naar Space & Infra-
structure enerzijds en People & organisation anderzijds.
Deel 6 definieert ondermeer het verhuurbaar vloeroppervlak
anders dan in de nationale normen van europese landen
zoals NeN 2580 het geval was.
Deel 7 beschrijft hoe de prestaties van facilitaire producten
kunnen worden vergeleken op het gebied van kosten, ser-
viceniveau, klanttevredenheid en duurzaamheid (milieu-
impact). Voor ieder van de in deel 4 geclassificeerde pro-
ductgroepen wordt voor deze aspecten een set van vragen
en antwoorden in vijf niveaus aangereikt. Dat maakt het
mogelijk bijvoorbeeld de mate van duurzaamheid bij een
gegeven service- en kostenniveau te vergelijken.
NFC Index klaar voor EuropaHet bestuur van NFC Index was actief betrokken bij de
totstandkoming van deze normen. Daarom was NFC Index
in staat om bij de inrichting van haar portal en database
rekening te houden met de wijzigingen die omschakeling
naar europese normen met zich meebrengen. Voor een
soepele overgang heeft NFC Index transitietabellen ontwik-
keld die op haar website beschikbaar zijn. Hiermee kunnen
productcodes en daarmee kosten worden omgezet van NeN
2748 naar eN 15221-4 en vice versa. rond 2013 zal dit ook
gevolgen hebben voor de grondslag van de index en de
daaraan gerelateerde kengetallen.
Aanleveren data voor NFC Index®
Wanneer een organisatie lid is van de NFC Index kunnen
de gegevens afkomstig van de organisatie, geschikt te wor-
den gemaakt voor vergelijking met de NFC Database. De
aanlevering van de data gebeurt via de online portal van de
coöperatie of via het adviseurlid.
Routes datacollectieDe coöperatie kent verschillende categorieën leden: gebrui-
kersleden, adviseurleden en maincontractorleden. Voor elke
categorie is een eigen route uitgestippeld voor het aanleve-
ren van de gegevens voor, en het vergelijk met NFC Database.
Maincontractorleden dienen een bevestiging van herkenning
van kosten door hun opdrachtgever te overleggen.
Validatie van de gegevensZodra de data online is aangeboden aan de NFC Database,
wordt deze door een zelf gekozen gecertificeerd adviseurlid
gevalideerd. Na deze eerste validatie wordt de data opge-
nomen in de database. NFC Index kan zowel adviseurleden
maincontractors certificeren om zelfstandig data te kunnen
collecteren. Daarvoor dient men over aantoonbare ervaring
met benchmarking te beschikken. De criteria daarvoor en
een overzicht van gecertificeerde leden is op de website
beschikbaar.
Kosten datacollectieDe kosten voor het gebruik van NFC Portal en NFC Data-
base, de validatie door een gecertificeerd adviseurlid en de
vergelijkende rapportage zijn voor de eerste vijf datasets
(gebouwen) per lid, onderdeel van de contributie. eventu-
ele assistentie bij de invoer van gegevens en advies naar
aanleiding van de rapportage kan tegen aanvullende beta-
ling worden verkregen bij adviseurleden van NFC Index.
5 Opbouw NFC Index® conform NEN2748 en NEN-EN15221
Facility management genormaliseerd in NederlandIn 2001 is facility management uniform gedefinieerd in de
Nederlandse norm NeN 2748 Termen voor facilitaire voor-
zieningen – Rubricering en definiëring. Daarmee is met de
Nederlandse kennis van toen een indeling ontwikkeld om
facilitaire activiteiten eenduidig te definiëren en te rubri-
ceren en de daarmee samenhangende kosten te registreren.
Deze norm vormt daarmee in Nederland al ruim een decen-
nium de grondslag voor het genereren van relevante infor-
matie en cijfermateriaal, op basis waarvan facilitaire kosten
kunnen worden vergeleken. NFC Index heeft deze indeling
tot nog toe aangehouden voor de inrichting van haar data-
base en de berekening van haar indices. In NeN 2748 wor-
den de facilitaire activiteiten, processen en diensten geru-
briceerd naar de volgende vijf functies:
I. Huisvestingzoals voorzien in gebouw en terreinen, verzekeringen,
onderhoud, verbouwingen, energie en water, rente en be-
heer (in termen van huur, koop en lease) van vastgoed. In
afwijking op de norm is NFC Index® exclusief compensatie
niet-opteerbare btw.
II. Diensten en middelenzoals voorzien in consumptieve diensten (bedrijfsrestau-
rant, catering, drankenautomaten), risicobeheersing (be-
waking, beveiliging en receptie), schoonmaak, verhuizingen,
het managen van documenten (creatie, verwerking in de
postkamer, reproductie, beheer en archivering), het mana-
gen van reststoffen, het verstrekken van ruimte, kantoor-
artikelen, groenvoorziening, kunst en bewegwijzering,
alsook bedrijfskleding.
III. Informatie- en communicatietechnologieICt management en advies, servicedesk ICt, werkplekbe-
heer, centrale en gedistribueerde diensten, telematica en
training eindgebruikers.
IV. externe voorzieningenzoals voorzien in extern verblijf (vergaderaccommodaties
en thuiswerkplekken) en personenvervoer (dienstreizen en
woon-werkverkeer, per vliegtuig, openbaar vervoer). In
afwijking op de norm is NFC Index® exclusief de kosten van
lease-auto’s.
V. Facility managementIntegrale sturing van voornoemde rubrieken zoals voorzien
in facilitair beleid, marketing en innovatie van facility ma-
nagement, het voorzien in een bedrijfsbureau voor admi-
nistratie, planning en control, secretariële ondersteuning
en de personeelszaken van de facilitaire functie, het voor-
zien in een helpdesk, het voorzien in beleid inzake het
milieu en de arbeidsomstandigheden, als ook het managen
van risico’s, inkoop, informatie en kwaliteit.
Space & Infrastructure (real estate support management)
Facility Management (Total support costs)
People & Organisation (Business support management)
Central FunctionsHousing NEN 2748 Ch 1
lEGENd
Services & Means NEN 2748 Ch 2
ICT NEN 2748 Ch 3
External MeansNEN 2748 Ch 4
FMNEN 2748 Ch 5
Not inherent to NEN 2748
Space (accommodation)
Build
ing in
ital p
erform
ance
asse
t rep
lacem
ent,
refurb
ishme
nt
Enha
ncem
ent in
itial p
erform
ance
Prope
rty ad
minis
tratio
n
Portf
olio d
evelo
pmen
t
Maint
anan
ce an
d ope
ration
utilit
ies
Outdo
ors
Clean
ing
Workp
lace
Prima
ry ac
tivity
spec
ific
Healt
h, sa
fety,
secu
rity, e
nviro
nmen
t
Hosp
itality
ICT Logis
tics
Busin
ess s
uppo
rt (M
anag
emen
t sup
port)
Orga
nisati
on sp
ecific
Susta
inabil
ity
Quali
ty sta
ndard
s and
guide
lines
risk p
olicy
Identi
ty, in
nova
tion
Figuur 15. Facility Products, schema Europese structuur FM vanaf 2012, gerelateerd aan Nederlandse structuur tot 2012
NFC Jaarbericht 2011 NFC Jaarbericht 201120 21
Bijlage B Coöpererende leden en donateurs
• aBN aMro Bank NV
• achmea Facilitair Bedrijf
• aegon Nederland NV
• albert Heijn B.V.
• alliander N.V.
• amsterdam - Dienst Milieu & Bouwtoezicht
• amsterdam - Dienst ruimtelijke ordening
• aNWB B.V.
• aPG algemene Pensioen Groep NV
• a.P. Moller - Maersk Group
• aSr Nederland
• atos origin Nederland B.V.
• avans Hogeschool
• Centraal Bureau voor de Statistiek
• CZ
• Deloitte
• De Nederlandsche Bank
• DSM Nederland B.V.
• enexis
• equens Se
• erasmus Universiteit rotterdam
• eXaCt
• Fontys Hogescholen
• Friesland Bank NV
• Gasterra B.V.
• Gemeente Utrecht
• Gemeente almere
• Gemeente amsterdam - DFM
• Gemeente Brunssum
• Gemeente Den Haag
Facilitaire Dienst
• Gemeente Drechtsteden
• Gemeente Groningen
• Gemeente Haarlem
• Gemeente Maastricht
• Gemeente rotterdam
Servicedienst
• GDF SUeZ
• Haagse Hogeschool
• Hanzehogeschool
• Heijmans Facilitair Bedrijf
• Hogeschool van amsterdam
• Hogeschool van arnhem en Nijmegen
• Hogeschool Inholland
• Hogeschool rotterdam
• Hogeschool Utrecht
• Hogeschool Windesheim
• IBM Nederland BV
• ING Facility Management
• Joulz
• kadaster Facilitair Bedrijf
• kPMG Staffing & Facility Services B.V
• kPN
• koninklijke BaM Groep
• koninklijke Boskalis Westminster N.V.
• LeasePlan Nederland
• Logica Nederland B.V.
• Ministerie onderwijs, Cultuur & Wetenschap
• Ministerie van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties
• Ministerie Volksgezondheid, Welzijn & Sport
• Ministerie v. economische Zaken, Landbouw en
Innovatie
• Ministerie van algemene Zaken
• Ministerie van Buitenlandse Zaken
• Ministerie van Defensie
• Ministerie van Financiën
• Ministerie van Infrastructuur & Milieu
• Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
• Ministerie van Veiligheid & Justitie
• Ministerie van VroM
rijksgebouwendienst
• Nationale-Nederlanden
• Nederlandse Gasunie N.V.
• NeN
• NS Poort
• Nuon energy
• PGGM
• Politieacademie
• Prorail BV
• rabo Vastgoedgroep
• rabobank Nederland
• radboud Universiteit Nijmegen
• randstad / Diemermere B.V.
• regiopolitie amsterdam-
amstelland
• rIF Facility Management
• rijksuniversiteit Groningen
• rijkswaterstaat Corporate Dienst
• Sanoma Uitgevers
• Sara Lee
• Saxion
• Shell International exploration Prod. BV
• Siemens Nederland N.V.
• SNS reaal
• tauw bv
• tNo Bouw en ondergrond
• tU Delft
• tU eindhoven
• UMC St radboud Servicebedrijf
• Universiteit amsterdam
• Universiteit Leiden
• Universiteit Maastricht
• Universiteit tilburg
• Universiteit twente
• Universiteit Utrecht
• USG People
• Voedsel en Waren autoriteit
• Vrije Universiteit amsterdam
• Wageningen Universiteit
• Waterleidingmaatschappij Limburg
• Wolter & Dros
Adviseurleden• aoS Nederland NV1
• assist Zorgfacilities
• Corporate Facility Partners B.V.1
• DHV BV2
• DtZ Zadelhoff
• Fier.fm1
• HeVo bv
• Hospitality Consultants B.V.1,3
• Integron BV3
• Metri4
• VFM Facility experts
• twynstra Gudde1
Maincontractorleden• aaFM Facility Management
• Facilicom Facility Solutions
• Sodexo altys
• Strukton Worksphere BV
Donateurs• Facility Management Nederland (FMN)
• ISS Facility Services
• Planon B.V.
1 NFC Index gecertificeerd voor kosten, serviceniveau en
duurzaamheid op FM gebied2 NFC Index gecertificeerd voor duurzaamheid op
FM gebied3 NFC Index gecertificeerd voor klanttevredenheid4 NFC Index gecertificeerd voor kosten en serviceniveau
op ICT gebied
NFC Jaarbericht 201122
Bijlage C Organisatie
Bijlage D www.nfcindex.nl
Comité van AanbevelingDhr. ir. H.F.C. van den Berg Partner DtZ Zadelhoff
Dhr. Mr M.W.I. Hillenaar Directeur Informatisering rijk (CIo rijk) Ministerie van Binnenlandse Zaken en
koninkrijksrelaties
Dhr. ing. P.a.J. Guelen algemeen Directeur Planon BV
Mw. a. Jorritsma-Lebbink Burgemeester gemeente almere
Dhr. r.M.G. Verbeek algemeen directeur Facilicom Facility Solutions
Dhr. ir. J.a Wesseldijk algemeen directeur NeN
Bestuur• Dhr. ing. M.C. Vader MFM
Voorzitter, werkzaam bij DHV
• Dhr. W.I. toele MPM
Penningmeester, werkzaam bij de
Gemeente amsterdam
• Dhr. ir. drs. a.N. Fraaij
Bestuurslid, werkzaam bij radboud
Universiteit Nijmegen
• Dhr. ir. a.P.a. ten Have
Bestuurslid, werkzaam bij aBN aMro
• Dhr. ing. W.M. Munter
Bestuurslid, werkzaam bij Facilicom
Facility Solutions B.V.
Management en secretariaatDhr. B. Stam MM Coöperatie Manager
Mevr. k. van der Hall Secretaresse
www.nfcindex.nl is de relevante portal in de financiële en fa-
cilitaire sector voor facilitaire kengetallen. Hier vindt u onaf-
hankelijke en adequate informatie over ontwikkelingen in
facilitaire kosten, serviceniveaus, klantwaardering en duur-
zaamheid, bijeengebracht door gebruikers en toonaange-
vende adviseurs in het vakgebied. Daarom een korte toelichting
op de toegankelijkheid en informatie die deze website biedt.
Algemeen toegankelijk deelNaast relevante algemene informatie over onder meer cer-
tificering van leden en toegepaste normen wordt in dit ge-
deelte de jaarlijkse index getoond, met opbouw naar mediaan
per functie zoals aangegeven in bijlage a van dit jaarbericht.
Sinds 2010 is de portal, naast de index voor kantoorhou-
dende organisaties, uitgebreid met indices voor onderwijs
en zorg.
Voor leden toegankelijke deelNaast notulen en presentaties van algemene ledenverga-
deringen, interne overeenkomsten wordt hier onder meer
de opbouw van de mediane jaarlijkse indices per functie
op zaakniveau getoond.
Informatie op maatDoor portal techniek kunnen leden online hun data aan-
bieden en online rapportages ontvangen.
V.l.n.r.: Bas Stam, Wim Munter, antoine Fraaij, rinus Vader, Werner Toele, Ellen Viergever en
Sander ten Have. Niet op de foto: Ineke Veenstra.
• Mw. J. Veenstra
Bestuurslid, werkzaam bij de Uva en Hva
• Mw. drs. H.C. Viergever
Bestuurslid, werkzaam bij Ministerie van BZk
NFC Index Cooperatie u.a.Postbus 51351411DC NaardenT: +31 (0)35 678 39 69 E: [email protected]: www.nfcindex.nl
voor prestatie vergelijk