New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op...

16
Complaint foreign PhD candidate, hearing in Dutch Biggenonderzoek onder water veroorzaakt ophef bijzonder hoogleraar geneeskunde en gezond- heidsstrafrecht aan de Universiteit Maastricht). “Vinden we een lijk in de open lucht dan weten we waar we op moet letten: verkleuring, is de huid al aan het loslaten of niet, zijn er vliegen of maden te bespeuren, et cetera. Maar zo’n model ontbreekt voor onder water.” Specifiek richt hij zich op zuigelingen. Vandaar ook de keuze voor biggen. “De dieren zijn een natuurlijke dood gestorven en aomstig van een biologische boerderij. De boer stelt ze ter beschikking aan de wetenschap. Anders zouden ze naar een destructiebedrijf zijn gebracht.” Wie de context niet weet, kan geschokt zijn door de vondst van de YouTuber, maar volgens Pot is het overduidelijk dat er forensisch onder- zoek plaatsvindt in de plas. “Bij de kooien staan borden met uitleg en telefoonnummers.” De reacties op sociale media zijn soms rond- uit bedreigend (“We zouden zelf bij die biggen onder water gehouden moeten worden”, zegt Pot), maar de meesten trekken vooral hun neus op vanwege het feit dat het experiment in zwemwater plaatsvindt. “Word je niet vrolijk van in lijkensap zwemmen”, reageert er een op YouTube. Pot: “Het is veilig, je wordt er niet ziek van en we hebben goedkeuring van de Nederlandse A foreign PhD candidate who submitted a complaint about her supervisor to Maastricht University’s ‘Complaints committee for Inappropriate Behaviour’, is invited for a hearing in Dutch. is to her amazement, a language she barely understands, let alone be able to express herself in adequately. An interpreter is permitted to join in, but she has to arrange that herself. English is the prevailing language at Maastricht University. Policy documents and meetings are usually in English. But when it comes to the hearing of the ‘Complaints Committee for Inappropriate Behaviour’, an advisory council that deals with emotional topics such as discrimination, aggression, intimidation and violence, the language is Dutch. Regardless of whether the complainant speaks the language or not. e reason? at is unclear. According to the PhD candidate, the committee is convinced that a proper investigation [hearing the com- plainant and the accused, ed.] will be ensured if such occurs in Dutch. e PhD candidate feels like it is already one-nil against her. In this case - which is confiden- tial (hence the editor cannot mention any names or subject YouTuber Emile Beuker plaatste onlangs een filmpje op zijn videokanaal Finding stuff. Het waren biggen die hij ontdekte tijdens zijn duiktocht in de Noord-Hollandse Stootersplas. Dode biggen in kooien onder water. Wat blijkt? Er wordt forensisch onderzoek gedaan door de Universiteit Maastricht. Sociale media stroomden vol met bedreigingen aan het adres van de wetenschapper. Het was niet de eerste video van gekooide biggen die online werd geplaatst. Een hoge- schoolstudent forensische wetenschappen die in het verleden meehielp aan het onderzoek van buitenpromovendus Marco Pot deelde in de zomer van 2018 al een filmpje op YouTube. Daarin legt ze uit dat de dode biggen model staan voor de ontbinding van zuigelingen en jonge kinderen, zodat exacter kan worden nagegaan wat het tijdstip van overlijden is van lijkjes die in het water worden gevonden. Want dat is nog een groot raadsel, vertelt Pot desgevraagd. Pot, die economie studeerde, brandweerofficier werd en steeds meer inte- resse kreeg in (forensisch) duiken, richtte een eigen forensische duikopleiding op en besloot zich wetenschappelijk te verdie- pen in opsporing in water (hij promoveert bij Wilma Duijst, www.observantonline.nl | Jaargang 40 | 7 november 2019 Lees verder op pagina 3 eng nl Onafhankelijk weekblad/Independent weekly Maastricht University 10 Do you listen to your inner grumpy Bert or to cheerful optimistic Ernie? ‘Bert’ is what coach Jasmijn George calls that critical voice inside our heads that says we can’t do it, we are weak and we will fail. Read more about how this can lead to self-sabotage in the article about the opening event of the Well-being week on PAGE 13 5 Opinie Het conflict tussen de U-raad en het College van Bestuur is een botsing tussen twee werelden 8 Actiegroepen Minder werkdruk, meer inclusiviteit en veiligheid: UM-staf zoekt oplossingen 9 Tans lecture Philosopher Bettina Stangneth on why voters opt for someone who is a brazen liar 16 Style “I cut my long hair off last year. I was basing my femininity on it too much” field) - she is allowed to make use of an inter- preter to prevent any miscommunication. A composite ‘chamber’ of three members, all from outside the UM, is investigating the com- plaint; it will hear both parties, as well as any witnesses and experts, and subsequently advise the Maastricht Executive Board. is is stated in the ‘Collective Complaints Committee Regula- tion for Inappropriate Behaviour’ regulation, an agreement from 2012 by Maastricht University, the Open University, and Zuyd Hogeschool. In addition, the UM has its own regulation. Nei- ther of these two documents mention anything about the language to be used during hearings. e PhD candidate has more doubts about the procedure. e point of departure in cases like this is that the hearing will be with both parties, in one room. But the committee has decided to hear separately. It refers to its “discretion- ary power” to take independent decisions. In addition, the PhD candidate wasn’t given the opportunity to inform the committee on her own preferences about the hearing procedure (separate or not), as had been promised to her in an earlier stage. e secretary of the com- plaints committee was approached for further explanation, but refers to the regulation on the website and gave no other answers. Wendy Degens You can do this! Just take a little break and then go back to studying feeling all refreshed. Sure, go and watch Netflix. You’re going to fail your exam anyway, so why bother? English section P9-16

Transcript of New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op...

Page 1: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

Complaint foreign PhD candidate, hearing in Dutch

Biggenonderzoek onder water veroorzaakt ophef

bijzonder hoogleraar geneeskunde en gezond-heidsstrafrecht aan de Universiteit Maastricht). “Vinden we een lijk in de open lucht dan weten we waar we op moet letten: verkleuring, is de huid al aan het loslaten of niet, zijn er vliegen of maden te bespeuren, et cetera. Maar zo’n model ontbreekt voor onder water.” Specifiek richt hij zich op zuigelingen. Vandaar ook de keuze voor biggen. “De dieren zijn een natuurlijke dood gestorven en afkomstig van een biologische boerderij. De boer stelt ze ter beschikking aan de wetenschap. Anders zouden ze naar een destructiebedrijf zijn gebracht.”Wie de context niet weet, kan geschokt zijn door de vondst van de YouTuber, maar volgens Pot is het overduidelijk dat er forensisch onder-zoek plaatsvindt in de plas. “Bij de kooien staan borden met uitleg en telefoonnummers.” De reacties op sociale media zijn soms rond-uit bedreigend (“We zouden zelf bij die biggen onder water gehouden moeten worden”, zegt Pot), maar de meesten trekken vooral hun neus op vanwege het feit dat het experiment in zwemwater plaatsvindt. “Word je niet vrolijk van in lijkensap zwemmen”, reageert er een op YouTube. Pot: “Het is veilig, je wordt er niet ziek van en we hebben goedkeuring van de Nederlandse

A foreign PhD candidate who submitted a complaint about her supervisor to Maastricht University’s ‘Complaints committee for Inappropriate Behaviour’, is invited for a hearing in Dutch. This to her amazement, a language she barely understands, let alone be able to express herself in adequately. An interpreter is permitted to join in, but she has to arrange that herself.

English is the prevailing language at Maastricht University. Policy documents and meetings are usually in English. But when it comes to the hearing of the ‘Complaints Committee for Inappropriate Behaviour’, an advisory council that deals with emotional topics such as discrimination, aggression, intimidation and violence, the language is Dutch. Regardless of whether the complainant speaks the language or not. The reason? That is unclear. According to the PhD candidate, the committee is convinced that a proper investigation [hearing the com-plainant and the accused, ed.] will be ensured if such occurs in Dutch. The PhD candidate feels like it is already one-nil against her.

In this case - which is confiden-tial (hence the editor cannot mention any names or subject

YouTuber Emile Beuker plaatste onlangs een filmpje op zijn videokanaal Finding stuff. Het waren biggen die hij ontdekte tijdens zijn duiktocht in de Noord-Hollandse Stootersplas. Dode biggen in kooien onder water. Wat blijkt? Er wordt forensisch onderzoek gedaan door de Universiteit Maastricht. Sociale media stroomden vol met bedreigingen aan het adres van de wetenschapper.

Het was niet de eerste video van gekooide biggen die online werd geplaatst. Een hoge-schoolstudent forensische wetenschappen die in het verleden meehielp aan het onderzoek van buitenpromovendus Marco Pot deelde in de zomer van 2018 al een filmpje op YouTube. Daarin legt ze uit dat de dode biggen model staan voor de ontbinding van zuigelingen en jonge kinderen, zodat exacter kan worden nagegaan wat het tijdstip van overlijden is van lijkjes die in het water worden gevonden.Want dat is nog een groot raadsel, vertelt Pot desgevraagd. Pot, die economie studeerde, brandweerofficier werd en steeds meer inte-resse kreeg in (forensisch) duiken, richtte een eigen forensische duikopleiding op en besloot

zich wetenschappelijk te verdie-pen in opsporing in water (hij promoveert bij Wilma Duijst,

www.observantonline.nl | Jaargang 40 | 7 november 2019

Lees verder op pagina 3 engnl

Onafhankelijk weekblad/Independent weekly Maastricht University

10

Do you listen to your inner grumpy Bert or to cheerful optimistic

Ernie? ‘Bert’ is what coach Jasmijn George calls that critical voice

inside our heads that says we can’t do it, we are weak and we

will fail. Read more about how this can

lead to self-sabotage in the article about the

opening event of the Well-being week

on PAGE 13

5 OpinieHet conflict tussen de U-raad en het College van Bestuur is een botsing tussen twee werelden

8 ActiegroepenMinder werkdruk, meer inclusiviteit en veiligheid: UM-staf zoekt oplossingen

9 Tans lecturePhilosopher Bettina Stangneth on why voters opt for someone who is a brazen liar

16 Style“I cut my long hair off last year. I was basing my femininity on it too much”

field) - she is allowed to make use of an inter-preter to prevent any miscommunication. A composite ‘chamber’ of three members, all from outside the UM, is investigating the com-plaint; it will hear both parties, as well as any witnesses and experts, and subsequently advise the Maastricht Executive Board. This is stated in the ‘Collective Complaints Committee Regula-tion for Inappropriate Behaviour’ regulation, an agreement from 2012 by Maastricht University, the Open University, and Zuyd Hogeschool. In addition, the UM has its own regulation. Nei-ther of these two documents mention anything about the language to be used during hearings. The PhD candidate has more doubts about the procedure. The point of departure in cases like this is that the hearing will be with both parties, in one room. But the committee has decided to hear separately. It refers to its “discretion-ary power” to take independent decisions. In addition, the PhD candidate wasn’t given the opportunity to inform the committee on her own preferences about the hearing procedure (separate or not), as had been promised to her in an earlier stage. The secretary of the com-plaints committee was approached for further explanation, but refers to the regulation on the website and gave no other answers.

Wendy Degens

You can do this! Just take a little break

and then go back to studying feeling all

refreshed.

Sure, go and watch

Netflix. You’re going to fail

your exam anyway, so why bother?

English section P9-16

Page 2: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

2 | Observant 10 | 7 november 2019

nl

Ik lees, jij leest, wij lezenIn het weekend heb ik meestal tijd om uit-gebreid de kranten te lezen en mijn nieuws-achterstand, opgelopen in de werkweek, in te halen. Ik lees nieuws, achtergrondverhalen, interviews en heb een voorliefde voor de boekenbijlages die ik vaak met pen in de hand (welk boek moet ik aanschaffen?) afstruin. Is er tijd over, dan pak ik een roman. Ik lees om op de hoogte te blijven, nieuwe opvattingen te ontdekken, me te laten verrassen en om onder te duiken in een andere wereld. Niets zo ontspannend als dat.En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder jonge-ren wijdverbreid schijnt te zijn. Wij merken dat ook bij Observant. Heb je een interview

en vraag je welke krant/nieuwssite de student in kwestie leest, dan is meer dan eens het antwoord: ik lees geen krant/nieuws-site. Lees je romans? Ook daarop is het antwoord vaak ‘nee’. Hoe verheugd was ik afgelopen maan-dag toen een nieuwe studentjournalist – een masterstudente rechten – onze vergadering bijwoonde en meldde dat ze van lezen houdt. Over recht, media, politiek enzovoort. Ze bestaan nog, en ik mag hopen dat steeds meer studenten het nut en de lol ervan leren inzien.Al bladerend in de Volkskrant kwam ik zondag uit bij een interview met de vroegere hoofdre-dacteur David Jiménez van de grote Spaanse krant El Mundo. Hij schreef het boek El

Director (de hoofdre-dacteur) over de Spaanse journalistiek

die is vergeten waar het woord

‘onafhankelijk-heid’ voor staat.

Ontluisterend is het woord dat valt. Jiménez in de

Volkskrant: “Er zijn geheime afspraken

tussen de traditionele media en de grote bedrijven

van het land. Zij besteden veel meer geld aan advertenties en sponsoring dan gerechtvaardigd is op basis van het publieksbereik van die media. In

ruil daarvoor bieden de media hen bescher-ming tegen onwelgevallige berichtgeving. Ze beschermen ook de reputaties van de

bestuursvoorzitters van die bedrijven. Dat wil zeggen: als ze compromitterende informatie krijgen, stoppen ze die weg in een la.” Wie niet meedoet, ziet de inkomsten zakken en weet dat de krant – vaak al verzwakt na jaren van economische crisis - ontslagen niet meer kan voorkomen. Jiménez hield zijn rug recht, wilde dit spel niet meespelen, en stond na een jaar weer op straat. Gelukkig werken wij bij Observant onder een heel ander en veel comfortabeler gesternte. Wij worden dan wel betaald door de uni-versiteit, maar de enige wederdienst die we daarvoor moeten leveren is het bedrijven van onafhankelijke en fatsoenlijke journalistiek met hoor en wederhoor. En zorgen dat we worden gelezen.

Riki Janssen

Een commissie van kinder-professoren

Op woensdag 6 november verdedigde Liesbeth Tilanus (35), buitenpromo-

venda aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, ten overstaan van een commissie van kinderprofessoren haar proefschrift. Het was de eerste kinder-promotie van Nederland. Tilanus bestu-deerde voor haar promotieonderzoek dyslexie-behandelingen bij kinderen. Ze onderzocht of het bij dyslexie beter is om behandelingen te volgen of om veel te oefenen met lezen. Dat laatste is belangrijkste, blijkt uit haar studie.

Dyslexie gaat nooit over, maar met veel oefenen gaat lezen en spellen steeds beter. Haar proefschrift vertaalde Tilanus in het kinderboek ‘Een kroon voor een kanjer’. Over dat boek vroeg de kindercommissie haar afgelopen woensdag het hemd van het lijf. Na het traditionele ‘hora est’ bepaalde de kindercommissie dat Tilanus de offi-ciële doctorstitel die ze op maandag 4 november kreeg inderdaad verdiende.

Een grappig voorval, een opvallend nieuwtje, iets interessants wat elders in het land gebeurde: het staat in deze rubriek.

“Onze klanten-base groeit”

This account has been suspended: de website van Diploma Nederland is uit de lucht. Of ze door een buitenstaander zijn gedwongen of zelf de stekker eruit hebben getrokken, is onduidelijk. Tot

Heeeeey,.. Biertjeee?

Oud-collegevoorzitter Jo Ritzen pleitte er ruim 10 jaar geleden al voor: een oplei-ding ‘Bierkunde’ in Maastricht. Zijn plan werd destijds weggelachen. Toch was hij zijn tijd ver vooruit, blijkt in 2019. Ande-ren zijn met zijn idee aan de haal gegaan. Maastricht krijgt namelijk een “toonaan-gevende bieropleiding”, kopte 1limburg.

Die opleiding – van Stichting Bieroplei-ding Nederland – bestond al in onder andere Amsterdam, Breda, Groningen Arnhem en het Limburgse Gulpen, maar komt nu dus ook naar Maastricht. De opleiding bestaat uit drie niveaus. De eerste twee niveaus – ‘algemene bierken-nis’ en ‘toegepaste bierkennis’ – geven studenten de titel ‘Bierambassadeur’. Liefhebbers met een diploma van niveau 3 op zak mogen zich zelfs biersommelier noemen. Op 27 november start de eerste Maastrichtse lichting in café De Zwaan aan de Markt.

voor kort beloofde het internetbedrijf in elk geval studieschulden te wissen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Vragen wij ons op de redactie af wie nog in sprook-jes gelooft: welke student is zó goed-gelovig dat zijn of haar lening van 40 duizend voor een opleiding geneeskunde of rechten binnen een paar dagen tot nul kan worden gereduceerd? Het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) struinde ‘de veelgestelde vragen’ af op de site voordat deze werd suspended. Daaruit blijkt dat het een illegale bende is. “Onze diensten zijn absoluut niet legaal”, meld-den ze nota bene zelf. “Desondanks bestaan wij al meer dan 15 jaar en onze klantenbase groeit nog altijd!” Het was De Telegraaf die het bericht over het malafide internetbedrijf vorige week de wereld in hielp. DUO voerde vrijdag een extra veiligheid-scheck uit waaruit bleek dat er tot nu toe geen onrechtmatige transacties hebben plaatsgevonden, schrijft de organisatie op de eigen website. Met de toevoeging: oud-studenten hebben 15 jaar (oud stel-sel) of 35 jaar (leenstelsel) de tijd om hun studieschuld bij DUO af te lossen. Dit mogen zij doen naar draagkracht.

Iedere week schrijft de hoofdredacteur over het leven op de redactie. Eerdere afleveringen op www.observantonline.nl

Page 3: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

7 november 2019 | Observant 10 | 3

nieuws nl

prik; De Grote Ontmoeting die er plaatsvindt in de wachtkamer en de prikkamers van de praktijk. Mensen komen, schuiven aan, voeren gesprekken, rollen de mouw op, babbelen door, vergeten welhaast dat ze ook nog een prik kregen, en socializen weer verder. Vroe-ger stond men al ruim vóór de openingstijd in de rij te wachten voor de praktijk, alsof er schaarse Pinkpopkaarten te koop kwamen. Ik denk eigenlijk dat men stiekem vroeg kwam om meer tijd te hebben om anderen uit de buurt te kunnen treffen. De afgelopen jaren was er in de wetenschap-pelijke literatuur veel discussie over het nut van de jaarlijkse influenzavaccinatie, waarbij het effect op het voorkomen van de griep zelf in dat debat overigens onomstreden is. Men kibbelt vooral over de effecten op sterfte onder ouderen, maar die discussie zal ik jullie hier besparen. Een nooit gemeten uitkomstmaat

van de griepvaccinatie is wat mij betreft de sociale cohesie in de buurt. Wij zien deze woensdag ruim duizend patiënten langsko-men en velen treffen elkaar in de wandelgan-gen. Vorige week bood ik een hoogbejaarde dame aan om de griepprik thuis te komen zetten. Een stuk makkelijker leek me dat, met haar beperkte mobiliteit. Ze wilde er echter niets van weten. ‘Dat wil ik niet missen dokter, ik kom elk jaar. Zó gezellig!’ zei ze met blije stem. ‘En ik heb het alle dames bij het kienen ook aangeraden’ voegde ze eraan nog aan toe. En zo maakte ik kennis met een nieuw fenomeen: de influenza-influencer in het verzorgingshuis.

Jochen Cals, hoogleraar effectieve diagnostiek in de huisartsgeneeskunde en

huisarts in Sittard

Deze column is geschreven op persoonlijke titel

Besmettelijk treffenDe eerste woensdag van november is in onze praktijk al jarenlang dé dag waarop we de jaarlijkse griepvaccinaties doen. Alle patiën-ten met een indicatie voor de griepspuit – op basis van leeftijd of een medische aandoe-ning – krijgen van ons een brief thuis. Dat de befaamde woensdag inmiddels flink in het geheugen van patiënten staat gegrift, bleek dit jaar toen niet alle brieven door de postduiven van PostNL werden bezorgd. Patiënten belden toch redelijk massaal naar de praktijk waar de jaarlijkse brief bleef. Dat kan betekenen dat velen bang zijn om ziek te worden en liever om de jaarlijkse griepgolf heen surfen. En zeker kiest het merendeel van

de patiënten ervoor om de griepspuit te halen om henzelf en anderen te beschermen. Maar velen waarderen ook het sociale aspect van de

Maastrichtse kwaliteitsafspraken goedgekeurd

Voedsel- en Warenautoriteit; we werken op elf meter diepte en honderd meter van de kant af. Daarbij monitoren we onder andere de pH en het zuurstofgehalte, zowel bij de biggen als in de directe omgeving om erachter te komen of er nadelige gevolgen zijn, maar die zijn nog niet geconstateerd.” Twee keer per jaar worden er kooien met biggen geplaatst. “Er is een zomer- en een winterperiode. Wekelijks houden we de ontbinding in de gaten, maken we foto’s en aan-tekeningen.” Wat Pot vooral opvalt is dat sommige dieren gaan drijven en andere op de bodem blijven liggen. “Hoe dat kan? Dat weten we nog niet, maar het is een belangrijke ontdekking, omdat er tot nu toe ‘werk’ wordt gemaakt van aange-spoelde drijvende lichamen. Maar wellicht dat er ook lichamen van vermiste kinderen of baby’s naar de bodem zijn gezonken.” Het onderzoek dient het maatschappelijk belang, onderstreept Pot. Hoe meer kennis, hoe meer kans op opsporing.

Wendy Degens

Tien universiteiten, waaronder de Universiteit Maastricht, en vijf hogescholen kunnen aan-spraak maken op geld uit het nieuwe leenstel-sel. De overige 39 instellingen hebben de eerste horde nog niet genomen.De basisbeurs is afgeschaft in 2015 en dat levert – als het goed is – een slordige 550 miljoen in zes jaar op voor de kwaliteit van het hoger

onderwijs. In Maastricht loopt het bedrag op van 5,2 miljoen in 2019 tot 15,9 miljoen in 2024. Hogescholen en universiteiten moeten plannen indienen om aanspraak te maken op het geld. Drie instellingen zijn door het ijs gezakt en krijgen een herkansing. Hun plannen waren niet helder genoeg, vindt de minister. Van

nog eens zeven instellingen zijn de plannen al afgekeurd door keurmeester NVAO, die de minister adviseert. Maar de minister heeft haar besluit nog niet genomen.Pas vanaf 2021 zijn de plannen cruciaal voor de toekenning van het geld. In 2019 en 2020 wordt de opbrengst van het leenstelsel naar rato over alle onderwijsinstellingen verdeeld en krijgen

zij het geld met de rest van hun overheidsbe-kostiging. Het was nog te vroeg om voor deze jaren concrete ‘kwaliteitsafspraken’ te maken. De onderwijsinstellingen hebben nog een paar maanden om zich van goedkeuring te verze-keren. Uiterlijk in april 2020 zijn alle plannen getoetst.

HOP

Klacht buitenlandse promovenda, hoorzitting in het NederlandsEen buitenlandse promovenda die een klacht heeft ingediend over haar promotor bij de ‘Klachtencommissie Ongewenst Gedrag’ van de Universiteit Maastricht, is uitgenodigd voor een hoorzitting in het Nederlands. Dit tot haar verbijstering, een taal die ze nauwelijks begrijpt, laat staan dat ze zich er fatsoenlijk in kan uit-drukken. Een tolk mag aanschuiven, maar die moet ze zelf regelen.

Het is vooral Engels wat de klok slaat aan de Universiteit Maastricht. Er zijn veel buiten-landse studenten en werknemers; beleidsstuk-ken en vergaderingen zijn veelal in het Engels. Maar als het gaat om een hoorzitting van de

‘Klachtencommissie Ongewenst Gedrag’ van deze universiteit – een adviesraad die zich buigt over gevoelige kwesties als discriminatie, agres-sie, intimidatie en geweld – blijkt de voertaal Nederlands te zijn, ongeacht of de klager de taal spreekt of verstaat. De reden? Die is onduidelijk. De commissie is ervan overtuigd dat fatsoenlijk onderzoek [het horen van klager en beklaagde, red.] is gegaran-deerd als dit in het Nederlands gebeurt, zegt de promovenda. Ze heeft het gevoel dat ze al met 1-0 achter staat.In deze casus, die vertrouwelijk is (vandaar dat de redactie geen namen of vakgebied noemt), mag ze wel een tolk inschakelen om miscom-

municatie te voorkomen. Een samengestelde ‘Kamer’ van drie personen, allen van buiten de UM, onderzoekt de zaak; die zal luisteren naar het verhaal van beide partijen, en eventueel getuigen of experts, en vervolgens het Maastrichtse college van bestuur adviseren. Zo staat het in de regeling ‘gezamenlijke klach-tencommissie ongewenst gedrag’, een overeen-komst uit 2012 van de Universiteit Maastricht, de Open Universiteit en Zuyd Hogeschool. Daarnaast heeft de UM nog een eigen regeling. Maar in beide documenten is niks te vinden over de voertaal tijdens de hoorzitting. De promovenda zet nog meer vraagtekens bij de procedure. Hoewel het uitgangspunt bij dit soort

zaken is dat beide partijen in elkaars aanwezig-heid worden ondervraagd, is daar nu toch van afgeweken. De commissie beroept zich op haar “discretionaire ruimte” om zelfstandig beslis-singen te nemen. De promovenda wordt apart gehoord. Bovendien had ze, zoals beloofd in een eerder stadium, haar voorkeur (apart of samen met de promotor) moeten kunnen uitspreken, maar die gelegenheid heeft ze niet gekregen. De secretaris van de klachtencommissie is bena-derd voor nadere uitleg, maar die verwijst naar de regelingen op de website en geeft verder geen antwoord.

Wendy Degens

Vervolg van pagina 1

“Het is veilig, je wordt er niet ziek van”

Foto: Pixabay

Page 4: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

4 | Observant 10 | 7 november 2019

dromennl

Alumni over hun dromen. Zijn ze uitgekomen?

“Mijn studie zag ik toch een beetje als een

noodzakelijk kwaad”“Bent u tevreden met uw uiterlijk? Tsja, ik was liever 10 cm langer en/of 5 kilo

lichter, maar om nou te zeggen dat ik mezelf wanstaltig vind … Kinderwens? ‘Dat is wel het laatste waaraan ik wil denken’, ontbreekt als

antwoordmogelijkheid op deze datingsite. Rookt u? Kak, daar gaat mijn droomvrouw voor wie ik graag de peuken zou

laten liggen.”

Oud-International Business student Jeroen Postma

Zie hier een fragment uit een weke-lijkse column die Jeroen Postma een kleine tien jaar geleden in Observant schreef over (onder andere) zijn eerste schreden – “een sociologisch experiment zal ik maar zeggen” – op datingsites. Het jaar ervoor liet hij in een muziekrubriek zijn schrijftalent al zien, maar ook dat hij kennis van zaken had, zeker als het ging over vernieuwende muziek. Zijn bezoekjes aan de redactie bleven nooit onopgemerkt: met luide stem, veel meningen, een hoop humor en de laatste nieuwtjes uit de studenten-wereld vulde hij de burelen. Inmid-dels is hij 35 en ‘Senior beleidswerker Primair en Voortgezet Onderwijs’ op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in Den Haag. Een mond vol, erkent hij lachend. “Ik had lang over mijn studie gedaan”, vertelt hij aan de telefoon. Veel tijd ging zitten in de studentenroeiver-eniging Saurus waar hij een jaar in het bestuur zat (“ik heb daar heel veel geleerd: hoe je consensus bereikt, hoe je mensen kunt overtuigen, hoe je besluiten neemt die goed zijn voor de club”), en penningmeester van de sociëteit was. Zijn studie International Business zag hij toch vooral “als een noodzakelijk kwaad. Ik vond zeker tijdens mijn bachelor weinig vakken echt boeiend. Ik benijd mensen die rechtsfilosofie of politi-cologie deden, over die onderwerpen

lees ik nu voor mijn plezier. Zo’n studie had beter gepast, maar dan weet ik niet of ik uiteindelijk deze baan had gekregen.”

TorenhoogToen hij in 2010 afstudeerde wist hij eigenlijk niet wat hij wilde. “De verwachtingen bij mezelf en mijn omgeving waren torenhoog, maar tege-lijkertijd had ik twijfels: wat kan ik eigenlijk? Ik was best een beetje bang om te sollici-

teren, met het risico te worden afge-wezen. Je kunt falen en iedereen die het ziet.” En dus dook hij een beetje weg in ‘kleine’ baantjes bij Observant, in de horeca en als huiswerkbege-leider en probeerde in de tussentijd een traineeship te bemachtigen bij de Rijksoverheid. De eerste keer strandde hij vlak voor de finish. Bij de tweede poging was het raak, met dank aan “het vele hard core-rekenen en de accountancy-vakken tijdens mijn IB-master”. In juni 2011 kon hij beginnen als trainee bij het ministerie van Financiën.

GelijkgestemdenHij voelt zich thuis bij de overheid en zit nu op zijn derde ministerie. “De sfeer is goed. Ik kom hier gelijk-gestemden tegen: mensen met een brede interesse, betrokken, gedreven, die wat kunnen, elkaar wat gunnen, en weten dat relativeren soms nodig is. We beseffen immers: wij schrijven een advies, daar denken we goed over na en vinden we ook wat van, maar uiteindelijk zijn het anderen – de minister en het parlement - die beslis-sen of de plannen doorgaan of niet.” Op dit moment buigt hij zich over de toekomst van het basis- en voortgezet onderwijs. Enthousiast: “In oktober is het advies over de herziening van het onderwijscurriculum voor het primair en voorgezet onderwijs naar buiten gekomen. We zijn nu bezig

met de voorbereiding van de politieke besluitvorming. Ik vind het geweldig om dit te doen, je bent bezig met wezenlijke zaken die van invloed zijn op heel veel levens. We doen het voor 230 duizend leraren en 2.4 miljoen leerlingen.” En ja, het is flink aan-poten tot aan Kerst, maar dat vindt hij geen probleem. “Die stereotype ambtenaar die om half vijf naar huis gaat, die kennen wij hier niet.”

MeisjesHij is in de loop van de jaren volwas-sener geworden, zegt hij, meer in evenwicht. Hij woont in Amsterdam (“daar is meer te doen”) en is (weer) single. Hij grinnikt als hij wordt her-innerd aan zijn columns over online daten. Dan serieus: “Ik lag toen niet goed in de markt. Meisjes zijn pas ergens sinds mijn 26ste terug gaan praten. Ik was als student onzeker, overenthousiast, heel druk en anders dan de meeste anderen. Dat schrok af, denk ik. Ik ben nog steeds niet doorsnee, maar lig nu wel beter in de markt.” En kinderen? “Ik kon me daar als student niets bij voorstellen. Ik kon amper voor mezelf zorgen.” Maar daar staat hij nu anders in. Met gevoel voor understatement: “Ik zou het niet vervelend vinden als ik een partner zou tegenkomen en op termijn kinde-ren zou krijgen. Hoeveel? Geen idee. Dat beslis je niet in je eentje, toch?”

RomanOver tien jaar werkt hij nog steeds bij de Rijksoverheid, dat weet hij zeker. “Ik houd me dan bij Onderwijs, Sociale Zaken of Volksgezondheid bezig met relevante vraagstukken. De publieke zaak vind ik tof. En dan hoop ik mijn ambitie om een roman te schrijven te hebben waargemaakt. Ik loop al een tijd rond met een idee, maar of het goed is, dat wil ik niet beweren.”

Riki Janssen

Jeroen Postma als student in 2003

Foto: archief Jeroen Postma

(On)vervulde dromenIn 2003 vroegen we Maastrichtse studenten naar hun toekomstdromen. Hoe staat het daarmee anno 2019? Zijn ze uitgekomen? In dit jubileumjaar (Observant wordt 40!) zoeken we hen, rond de veertig inmiddels, opnieuw op. Niels van der Laan was in 2003 als studentjournalist verantwoordelijk voor het leeuwendeel van de portretten, en ook nu neemt hij een flink aantal voor zijn rekening. Behalve bovengenoemde alumni, vragen we ook oud-studen-tenjournalisten van Observant naar hun (on-)vervulde dromen.

Page 5: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

7 november 2019 | Observant 10 | 5

Analyse/opinie nl

College van bestuur en U-raad:

twee werelden

Waarom loopt de ruzie tussen het college van bestuur en de universiteitsraad over de nieuwe procedure voor de benoeming van faculteitsdecanen zo uit de hand? Omdat het een botsing van twee werelden is, schrijft oud-Observantredacteur Wammes Bos.

Rector Rianne Letschert heeft het keer op keer in Observant benadrukt: ze wilde geen coup plegen, het is helemaal niet waar dat het college van bestuur veel meer invloed krijgt op decaansbenoemingen ten koste van de faculteiten zelf. Aldus de rector. Dat het voltal-lige college in de benoemingsadviescommis-sie (BAC) plaatsneemt en vervolgens zichzelf adviseert welke kandidaat te benoemen, dat was vooral pragmatisch: “Alle leden van het college hebben vanuit hun portefeuilles veel met de decanen te maken, dan is het belang-rijk dat ze ook meteen aan tafel zitten en niet pas in tweede instantie, als na drie maanden alles al zo goed als rond is. (…) Ik vind het geen prettige procedure als het CvB na een volledig doorlopen traject toch nog een kandi-daat zou kunnen afschieten.”Een paar Observantnummers verder maakte ze zich in een groot interview nog eens goed boos (“godsamme”) over de suggestie dat ze een machtsgreep deed.Maar is die boosheid terecht? Is de nieuwe aanpak dan niet centralistisch?Tja, het is moeilijk om er anders naar te kijken. Wie de eerste versie van de nieuwe benoemingsprocedure ziet en leest dat het de rector is die bepaalt welke brieven de BAC onder ogen krijgt, dat het college niet alleen zelf in die commissie plaatsneemt maar ook nog eens de meeste leden ervan aanzoekt, tja, die kan moeilijk ontkennen dat het col-lege dominant wordt in alle fasen van zo’n procedure. En de faculteit navenant minder te zeggen heeft. Niet niks, wel minder.De vraag is: waar komt die houding vandaan? Want dat er intussen onder druk van de uni-versiteitsraad wat concessies zijn gedaan doet niets af aan de intenties waarmee een dergelijk stuk tot stand is gekomen. De interviews met Letschert werpen enig licht op de achterlig-gende gedachtenwereld. Ze spreekt over “een sollicitatieprocedure voor een topfunctie, daar moeten we heel serieus naar kijken. Het is een enorm moeilijke baan”. En later: “… wij zijn eindverantwoordelijk, wij moeten een topma-nagementlaag neerzetten en zorgen dat de UM goed gerund wordt”. (cursief wb)

WoordkeusDie woordkeus spreekt voor zich. De decanen een topmanagementlaag? Is er iemand binnen de faculteiten die er zo tegenaan kijkt? Die deze term in dit verband ooit heeft gebezigd

zelfs? Vast niet. Want een decaan, dat is vooral het boegbeeld van de faculteit. Daar ligt zijn of haar eerste en belangrijkste verantwoorde-lijkheid. Daarnaast, met de nadruk op naast, doet hij of zij collegiaal mee aan het bredere UM-beleid. Ziedaar het perspectief van de universiteitsraad. Maar vanuit het college van bestuur bezien steekt de wereld anders in elkaar. Daar wordt, zeker door een daadkrachtige rector die graag dingen voor elkaar wil krijgen, gekeken hoe de UM-tent het beste gerund kan worden. En dan zijn decanen daar instrumenteel in. Zoiets als divisieleiders bij Philips of Unilever. Nu hoeven we niet te twijfelen aan de demo-cratische inborst van deze rector of dit college als geheel. Hun aanpak valt te verklaren uit hun centraal-bestuurlijke blik: die prevaleert hier. Een kiem daarvan was bij Letschert al langer zichtbaar. Een jaar na haar aantreden verklaarde ze in een interview met de offici-ele UM-site dat ze voorheen als hoogleraar in Tilburg ook alles door een facultaire bril bekeek. Ze had het over de houding van “waarom bemoeit centraal zich hiermee? Dat kunnen we als faculteit toch prima zelf?’ Dus ik begrijp het heel goed en tegelijkertijd vraag ik me sterk af wat die houding ons allemaal oplevert.”Daar wringt het hier echter. Decanen zijn namelijk principieel geen ‘divisieleiders’, ze zijn

volgens de wet niet ondergeschikt aan het col-lege van bestuur. Op het terrein van onderwijs en onderzoek, hun belangrijkste taak zijn zij bevoegd, niet het college. Wel worden ze geacht mee te werken aan het bestuur van de universiteit en te overleggen over het instel-lingsplan en de begroting. Alleen als het over beheer gaat, zeg maar de bedrijfsvoering, bestaat er een gezagsrelatie: daar heeft het college bevoegdheden aan hen gemandateerd. Overigens zijn die taken veelal weer ‘doorge-mandateerd’ naar de directeuren.

GegoochelTot slot: er is nog iets zorgwekkends. In de brief die het college van bestuur op 22 oktober naar de U-raad heeft gestuurd, goeddeels opgesteld door de afdeling Juridische Zaken, wordt naar hartelust gegoocheld met wet- en regelgeving. Dat gaat als volgt: de U-raad vindt dat het plan van het college in strijd is met het bestuurs- en beheersreglement BBRUM? Ze zijn het niet eens met de invulling van de BAC? Geen nood, dan grijpt het college gewoon terug op de hoger-onderwijswet WHW. Die staat boven al deze regels. En daar valt te lezen dat het col-lege de decanen benoemt. Punt. Wat men vergeet is dat het college (althans zijn institutionele voorgangers, maar college is college) eigenhandig het BBRUM heeft

vastgesteld (de WHW vereist dat ook), dat dit met instemming van de U-raad is gebeurd en dat de raad van toezicht er zijn fiat aan heeft gegeven. Zo’n reglement is dus een serieus document. Waarin paragrafen over de BAC te vinden zijn die allemaal door het college zijn onderschreven. Maar nu er onenigheid is wordt dat BBRUM kennelijk niet meer zo serieus genomen. Wil de U-raad geen drie collegeleden in een BAC? Niets mee te maken. Staat er in het BBRUM dat er slechts één collegelid lid is van een BAC, dan leest het college daar gewoon twee of drie, want: de wet zegt dat wij de decanen benoe-men en hoe we dat doen, dat maken we zelf wel uit. Het zijn cirkelredeneringen van het ergste soort. Bovendien gepresenteerd met veel misplaatst triomfalisme: de U-raad moet niet zo zeuren, die zit er gewoon op alle fronten naast en mag blij zijn dat het college de BAC’s überhaupt instelt en de faculteiten invloed geeft op het selectieproces van de decanen. Dat is “een gebaar”.Het is nu aan de raad van toezicht om te bemiddelen in het conflict. Misschien verdient het aanbeveling om de bedrijfsjuristen van de UM daarbij maar even thuis te laten.

Wammes Bos

opinie

pointof view

Illustratie: Pixabay

Page 6: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

6 | Observant 10 | 7 november 2019

terugblik op 40 jaar Observant

cultuurnl

zonder wederhoor

Film: And Then We Danced

Een verboden liefde in de Georgische danswereld

tussen de jongens voelbaar.

Een diepe kniebuiging:• Regisseur Levan Akin – een in Zweden geboren dertiger met Georgische ouders – kreeg het idee voor deze film toen hij beel-den zag van een Gay Pride parade in Tbilisi. Daarbij werden deelnemers aangevallen door troepen die door de Orthodoxe Kerk waren

geronseld. Akin besloot zich in de Georgische LGBT-gemeenschap te verdiepen, aanvanke-lijk zonder te weten of hij een documentaire of een film zou gaan maken. Het werd een speelfilm, maar met een authenticiteit die je eerder met documentaires associeert.• Akin vond zijn hoofdrolspeler – een engel-achtige danser zonder acteerervaring – via Instagram: het profiel van Levan Gelbakhiani

Still uit And Then We Danced

Voorlichting in Observant, hier in de vorm van UM-nieuws

Het verhaal: Merab (Levan Gelbakhiani), een jonge Georgiër uit een familie van dansers, traint al jarenlang met zijn danspartner Mary (Ana Javakishvili) voor een positie in het Nationaal Georgisch Dansensemble. Wanneer Irakli (Bachi Valishvili) zich bij het gezelschap aansluit, heeft Merab er een stevige concurrent bij. Vanaf hun eerste oog-contact is er echter ook een andere spanning

dook op bij de suggesties. Akin mag het Insta-gram-algoritme op zijn blote knieën danken, want Gelbakhiani is een sensatie. Het verhaal van deze film kun je van het geweldig expres-sieve gezicht van deze Georgische Timothée Chalamet aflezen; dialogen zijn amper nodig. • Dat deze film de wereld van het volksdansen – voor veel Georgiërs een essentieel onderdeel van hun identiteit – in verband brengt met de LGBT-gemeenschap, is tegen het zere been van veel Georgiërs. Het maken van de film was niet risicovrij: de lokale autoriteiten werden om de tuin geleid door hen wijs te maken dat de crew een film draaide over een toerist die verliefd werd op de Georgische cultuur.• De scène waarin Merab getooid met een witte papacha – een traditionele wollen hoed uit de Kaukasus – danst op Honey van Robyn zou ik eindeloos herhaald willen zien. De verliefdheid en levenslust knallen van het scherm.

Valt er dan niets te klagen?• Het scenario van And Then We Danced bewandelt behoorlijk platgetreden paden, met zeer stereotiepe rollen voor Mary en Merabs broer David.• Onbegrijpelijk dat Akin op een van de mooiste momenten van de film – de eerderge-noemde dansscène op de muziek van Robyn – zo bruusk naar een andere handeling snijdt.

Het salomonsoordeel: Call Me By Your Name, 120 BPM, God’s Own Country, Moonlight, Girl, Portrait de la Jeune Fille en Feu en nu And Then We Danced: de hedendaagse Queer Cinema bruist en spettert: Come get your honey.

Mark Vluggen

Mark Vluggen is senior docent bij SBE en hoofdre-dacteur bij Lumière

‘Namens de dienst voorlichting’In de allereerste nummers van Observant, begin jaren tachtig, moest je nog echt goed kijken wie een stuk geschreven had. Was dat wel iemand van de redactie zelf? Soms stond er bijvoorbeeld J.O. onder, en die kwam je dan niet tegen in het colofon met de namen van de redactieleden. Wie was J.O.? Dat was Joep Offermans, hoofd van de dienst voorlichting. En ja, die schreef stukken in Observant, stuk-ken die op geen enkele manier te onderschei-den waren van de redactionele verhalen. Geen aparte opmaak, geen ander lettertype, niets. En doodnormale onderwerpen. Ook zijn collega’s leverden artikelen. Daar stond dan ‘Dienst Voorlichting’ bij, maar niet altijd. Hoe kon dat in godsnaam? Was Observant niet redactioneel onafhankelijk? Ja en nee. In 1980 lagen er statuten en een huishoudelijk regle-ment, en daar staat het gewoon met zoveel woorden in: de dienst voorlichting krijgt, naast de pagina’s met dienstmededelingen, ruimte in de krant voor gewone artikelen. “De redactie is verplicht deze kopij te plaatsen”, heet het. Die artikelen hoorden er net zo uit te zien als alle andere, ook dat werd expliciet vermeld. Jacques Herraets, de eerste hoofdredacteur van dit blad en de eerste professionele journa-list in de gelederen, heeft er een zware dobber aan gehad. Want hoe zat het nou? We hadden een blad dat informatie moest verstrekken

jaren volgehouden. Ik heb het zelf nog wel meegemaakt, de aanvaringen met Joep Offer-mans en zeker ook met leden van het college van bestuur, waar Herraets wit van woede de puntjes even héél duidelijk op de i zette. Met succes, want al die malle artikelen zijn uit de officiële reglementen verdwenen. Maar dat betekende natuurlijk niet dat de opeenvolgende bestuurders en voorlichters en communicatiebazen tevreden waren over het blad. Dat immers geld van de universi-teit krijgt, en je hebt bestuurders die dan het gevoel hebben dat ze het uit eigen zak betalen en dat daar wel enige invloed tegenover mag staan. Maar als je niet meer formeel toegang hebt tot de kolommen, hoe pak je dat dan slim aan? In 2006 hadden ze er iets op gevonden: van tijd tot tijd kochten ze een dubbele pagina, in een andere opmaak dan de redactionele kolommen, en met een opvallende blauwe steunkleur: tweetalig Universiteit Maastricht Nieuws. En daar vind je dan verhalen onder koppen als: ‘De UM leidt op voor de arbeids-markt van de toekomst’. Of: ‘Graduate Schools, een noodzakelijke stap’. Ze hebben het volgehouden tot in 2008. Toen stopte het. Naar verluidt omdat geen mens die pagina’s las.

Wammes Bos

In deze serie blikken we terug op 40 jaar Obser-vant. Met verhalen zoals ze door de redactie zijn beleefd. Zonder wederhoor deze keer.

zonder loopjongen of spreekbuis te zijn van welk orgaan dan ook, inclusief het college van bestuur; dat stond destijds ook al in de statuten. Wil je een beetje geloofwaardig zijn,

dan kun je daar natuurlijk geen verhalen in plaatsen die letterlijk door de loopjongens van het college worden geschreven. De hoofd-redacteur ging dus de strijd aan en heeft dat

Page 7: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

7 november 2019 | Observant 10 | 7

nl

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder

Foto: Loraine Bodewes

Wat er vandaag in mijn lunchtrommel zat… Niks! Voor de kinderen maak ik de avond van tevoren de boterhammen klaar, maar ik vergeet mijzelf. Ik heb gelukkig het voordeel dat ik in de binnenstad werk. Ik loop bij Cato by Cato binnen, bij Coffeelovers of Deli Belge, of ik haal voor drie dagen lunch bij de Albert Heijn en stop het hier in de frigo. Ik ben niet zo goed in het nemen van een lunchpauze, ik eet net zo makkelijk tus-sendoor, achter de computer. Ik behoor tot de BV’ers van Vlaanderen. Haha, nee hoor. Of bedoel je Bekende Volleyballers? Dat wel. Binnen die wereld heb ik een hele reputatie opgebouwd. Ik deed tot mijn negende aan ballet, nou ja, nogal houterig. Toen de ballet-school ermee stopte, kwam ik via achternichtjes in de volley-balwereld terecht. Ik weet nog dat ik tijdens een van de eerste trainingen mijn pink verstuikte en mijn moeder riep: ‘Als we zo gaan beginnen… Dat gaan we niet lang doen hè?’ Op mijn veertiende zat ik al bij de grote kern, de eerste ploeg. Een jaar later was ik er vaste speelster. Ik vond het heel leuk, was ook ambitieus. Ik heb er vervolgens driekwart jaar uit gelegen. Ik maakte op mijn 17e een verkeerde beweging, knie kapot. Ik had alles afgescheurd wat mogelijk was. Ik was net begonnen aan een psychologiestudie aan de Universiteit Maastricht – ik zie mezelf nog lopen met krukken op de loopbrug. Ik had de studie als back-up gekozen, voor het geval het niet zou lukken met volley. Ik studeerde hard, was gedreven, met minder dan een acht was ik niet tevreden. Ik ging ’s ochtends trainen, naar de universiteit en vervolgens weer trainen. Uiteindelijk ben ik doorgegaan met volley, meermaals Belgisch kampioen gewor-den, naar Italië verhuisd en weer terug naar België gekomen om beachvolley te spelen. Daarmee heb ik de Olympische Spelen in Peking gehaald, in 2008. We werden negende. Het was een onvergetelijke belevenis. Inmiddels heb ik een punt gezet achter de topsport. Mijn man is assistent-trainer van een professioneel volleybalteam in Aken, dus die is al veel weg. Alles ligt nu bij mij, dus ‘even’ trainen of een midweek weg voor een wedstrijd is niet te doen. Het is oké zo. Ik ben op de eerste plaats moeder, op de tweede plaats pas atleet. IJdel op een schaal van 1 tot 10. Een 7. Ik wil er verzorgd uitzien, maar ik ben er niet heel veel mee bezig. Vroeger schaamde ik me voor mijn lichaam. Als zestienjarige kreeg ik van de trainster te horen dat ik moest afvallen. Ik was dikke maatjes met een andere meid. Ik was meer het leiderstype, zij een volger. Mijn trainster had bedacht dat als ik zou afvallen, mijn teamgenoot – die nog wat flinker was – zou volgen. We moesten speciale verbrandingsloopjes doen, dagelijks zestig minuten, naast de reguliere drie uur trainen. Achteraf gezien denk ik: ‘Ik dik? Wat een onzin’. Bovendien was ik een goede speelster. Maar ik had me ingeprent dat ik beter zou zijn met minder gewicht. Ik heb jarenlang elk dieet geprobeerd dat er was, ik hield me streng aan alle regels tot ik het op een gegeven moment niet meer uithield en alles at wat ik tegenkwam. En dat herhaalde zich steeds opnieuw. Toen ik voor mijn psycho-logiestudie een scriptie schreef over boulimia besefte ik dat ik op het randje zat, maar ik kon niet stoppen. Dat lukte pas toen Ella en later Lou werden geboren. De kijk op mijn lichaam veranderde volledig, zo van: ‘Kijk eens wat mijn lijf heeft klaargespeeld’.

Naam: Liesbeth Mouha (Tongeren, 1983) * In het dagelijks leven: projectleider student well-being, UM-studentenpsycholoog sinds oktober 2017 * Burgerlijke staat: getrouwd met Bart, dochter Ella (6) en zoon Lou (3) * Woonplaats: Tongeren (B)

Wachten is niet mijn sterkste eigenschap. Klopt, ik ben erg ongeduldig. Niet met mijn kinderen of de studenten overigens, maar als ik iets wil, dan vind ik het moeilijk als het niet lukt of langzaam gaat. Omdat ik bijvoorbeeld op een antwoord van anderen moet wachten. Ik ben wel altijd enthousiast. En ik heb een groot empathisch vermogen. Daarin lijk ik sterk op mijn moeder, zij is nu parochieassistente. Als ik met haar door Tongeren loop, waar we wonen, doen we er altijd twee keer zo lang over omdat ze de een na de ander ontmoet met wie ze een praatje maakt. Ze had vroeger een geschenkenwinkel, maar zo’n twintig jaar terug heeft ze de deuren gesloten. Het werd steeds moeilijker om te overleven met de komst van concur-renten als de Casa en Blokker. Praat je weleens tegen je huisdier? Ja altijd, ook tegen mijzelf. Dan sta ik wat te bazelen. Onze Sky is een adoptiehond uit Spanje, een kortharige Bretonse Spaniël. Ze is van de zomer met de vrachtwagen naar ons toegekomen. ’t Is een zeer aanwezige ‘hevige’ pup, zeg maar. Ik wilde iets goed doen, een beestje een tweede kans geven. Bovendien moest ’t een jonge hond zijn die ik zelf nog kon trainen. De huidige studenten hebben het zwaar. In mijn werk spreek ik regelmatig met studenten, en ja, ze moeten veel en hebben het zwaar, maar hé, je moet er ook iets voor doen, je krijgt een universitair diploma! Als het gemakkelijk zou zijn, kon iedereen het doen. Bovendien moeten we niet vergeten dat een groot deel van de studenten het gewoon goed doet. In mijn tijd aan de UM was er wel een psycholoog, maar de meesten

hadden er geen weet van. Nu wordt het veel meer uitgedragen, is well-being een topic, en dat is goed. Er wordt bewustzijn gecreëerd. Ik bid nooit (meer). Tot m’n 28e bad ik iedere avond, iets in de trant van ‘Dank voor de mooie dag, help me om morgen …’. Het is een dankbaarheidsritueel, niet gericht op God, maar op iets groters, op het universum, de engeltjes. Ik geloof wel in God, maar niet de God of Jezus zoals de kerk dat voorschrijft, daar ben ik te nuchter voor, er moet meer zijn. Aan welk voorwerp ben je het meest gehecht? Poeh, aan niets geloof ik. Mijn bekers en medailles heb ik weggedaan. ‘t Enige wat ik nog heb, zijn de plaatjes die op de bekers waren beves-tigd. Mijn ouders hebben mijn medaille van Speelster van het Jaar bewaard – dat werd ik in 2004. Als ik iets materieels moet redden bij een brand dan is het mijn gsm vanwege de foto’s.Wat ik zoek in een partner: Bart is heel knap, grappig en attent. Hij heeft net als ik een enorm doorzettingsvermogen. Ik ontmoette hem op mijn 28e. Hij was ‘derde’ trainer van het team. ‘Wat gooien ze hier naar binnen’, dacht ik. Ik vond hem zo knap met z’n felblauwe ogen. Hij had een relatie, was verbo-den terrein, dus hield ik me op afstand. Toen het later uit ging met zijn ex, kwamen we bij elkaar. Hij vond me leuk, en dat in een tijd dat ik dat helemaal niet van mezelf vond. Hij heeft me wel geholpen dat in te zien.

Wendy Degens

Het is oké zo. Ik ben op de eerste plaats moeder,

op de tweede plaats pas atleet

Eerdere afleveringen op www.observantonline.nl

Page 8: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

8 | Observant 10 | 7 november 2019

achtergrondnl

Minder werkdruk, meer inclusiviteit en veiligheid: UM-staf zoekt oplossingen

“Ik zie zaken binnen de UM die zorgwekkend zijn”

Hoe pakken we de hoge werkdruk aan? Hoe zorgen we voor een veilige werksfeer? De afgelopen weken bogen achttien groepen medewerkers (zo’n 180 personen) zich over deze en andere vragen. In het voorjaar komen de oplossingen naar buiten.

De meeste medewerkers aan de Universiteit Maastricht zijn tevreden over hun werk, bleek afgelopen februari uit de Duurzame Inzetbaarheidsmonitor waaraan eind 2018 meer dan 2800 medewerkers deelnamen. Maar de verschillen tussen individuen zijn groot. Werkdruk, leeftijd en de balans tussen werk en privé spelen een grote rol in de mate van tevredenheid. En ook het gevoel of iemand erbij hoort, heeft invloed, net als een veilige sfeer op het werk.De Taskforce Sustainable Employability (voorheen Taskforce Workload and Career) onder leiding van prof. Albert Scherp-bier, decaan van de faculteit Health Medicine and Life Sci-ence, besloot medewerkers te vragen om mee te denken over mogelijke oplossingen. Bottom up dus. De in totaal achttien groepen (de zogenoemde “actiegerichte reflectiegroepen”) brainstormen nu onder leiding van een externe deskundige. Dit laatste om de discussie zo vrij mogelijk te laten verlopen, aldus Scherpbier. Het ondersteunend- en beheerspersoneel (obp) van een faculteit of servicecentrum zit bij elkaar, net als

het wetenschappelijk personeel (wp). Iedere groep gaat voor zijn faculteit of servicecentrum - immers: wat bij rechten werkt, hoeft niet bij psychologie te werken - op zoek naar het ei van Columbus. Het uiteindelijk doel: het huidige algemene HR-beleid verder te ontwikkelen.

ZorgwekkendAd van Doesum, hoogleraar belastingrecht, schoof onlangs aan bij een wp-groep van de rechtenfaculteit. Hij had tot voor kort nog nooit van de ‘actiegerichte reflectiegroepen’ gehoord, maar zei vrij snel ja tegen de uitnodiging. “Ik kan de zaken van twee kanten bekijken, want ik ben niet alleen hoogleraar aan de UM, maar ook hoofd van het Knowledge Centre van PwC (een internationaal accountants- en belas-tingadviseurbedrijf, red.). Bij PwC wordt ook veel onderzoek gedaan naar de tevredenheid van werknemers.” Hij ziet verschillen en overeenkomsten tussen de twee orga-nisaties: “Inclusiviteit speelt bij beide, maar duurzame inzet-baarheid is meer iets van de universiteit. Voor een flink aantal stafleden is de toekomst binnen de UM onzeker, bijvoorbeeld als je docent bent en (nog) niet gepromoveerd. Dan kun je hier uiteindelijk niet voort.” Niets wat in de groepen gezegd is, komt naar buiten, zo is afgesproken. Maar Van Doesum wil op eigen titel wel wat zeggen als het gesprek op tevredenheid van werknemers komt. “Ik zie zaken binnen de UM die zorgwekkend zijn. Kijk hoe wij gehuisvest zijn, onze werkruimtes. Ik deel een kamer met drie-vier anderen, dat is niet zo erg. Maar mijn promovendi delen een werkruimte met veel meer collega’s. Ook als slechts de helft aanwezig is, kunnen ze daar niet werken. Het is te warm en te rumoerig, ik vind dat schanda-lig.” En dan heeft hij het nog niet gehad over het tekort aan onderwijsruimten en collegezalen: “Dat is nog erger. In de onderwijsruimten is het zomers niet te harden, de IT-voor-zieningen zijn minimaal. Ik geef college in een bioscoop. Stu-denten zitten achterover in fauteuils, dat bevordert de actieve leerhouding niet. Ze kunnen geen aantekeningen maken. Het contact met de zaal is minder, het is er te donker. Dit raakt het welbevinden van een docent, van de student en het raakt ook de kwaliteit van het onderwijs. Ik ben een bevlogen docent en onderzoeker, maar ik kan mijn werk zo niet goed uitvoeren. Tijdens de bijeenkomst hebben we gekeken wat we aan de problemen kunnen doen. Steeds kom je terug bij het

geld, daaraan is een groot tekort en dat is het probleem.” Gaat het om werkdruk, dan ziet hij kansen. “We hebben veel repe-terende taken, denk aan reisdeclaraties. Kost je snel een half uur tot drie kwartier. Bij PwC gebruiken we een app waarin je een foto van je bonnetjes en treinkaarten kunt plakken. De afdeling Finance handelt het vervolgens af.”

EmotioneelEind vorige week was Jill Lobbestael, universitair hoofddo-cent bij de faculteit psychologie en neurowetenschap en lid van de Maastricht Young Academy, een van de deelnemers van een FPN-groep. Ook zij is gevraagd om deel te nemen. “Ik heb eind 2018 de Duurzame Inzetbaarheidsmonitor inge-vuld. De resultaten van dat onderzoek zijn vrij algemeen, het is belangrijk dat we nu gesprekken voeren over de oorzaken en oplossingen. Werkdruk, carrièreperspectief, het zijn thema’s die ook vaak in de Jonge Akademie van de UM aan bod komen.” Ze had geen idee wat haar te wachten stond afgelopen week, was bevreesd dat het gesprek te algemeen zou blijven. “We waren met een kleine groep van zes, zeven mensen en gingen gelukkig de diepte in. Er was veel ruimte voor persoonlijke verhalen. Voor sommige deelnemers was het heel emotioneel, dat had ik niet verwacht.” Ze denkt dat de invoering van een mentorschap voor alle leden van het wetenschappelijk personeel een flinke bijdrage kan leveren aan het welbevinden. “Ik vind het een gemis dat we niet standaard een mentor hebben. Je wordt universitair docent, moet zoveel artikelen per jaar publiceren, onder-zoeksgeld binnenhalen, onderwijs geven. Maar hoe doe je dat? Welke keuzes moet je maken, wat zijn valkuilen, hoe ga je met promovendi om, met studenten? Het zou goed zijn om daarover te sparren met een collega, die hoeft wat mij betreft niet per se hoger op de ladder te staan, als die maar vaker met het bijltje heeft gehakt. Ik loop hier al tien jaar rond en zie veel mensen worstelen of zelfs stranden. Het zou mooi zijn als zo’n systeem universiteitsbreed zou worden ingevoerd. Je hoeft elkaar echt niet wekelijks te zien, als je maar weet dat er een mentor is.” Zelf is ze actief op zoek gegaan naar een mentor. Met succes. “Het helpt echt.” Om te besluiten: “Er gaan ook veel dingen goed aan de UM, maar nu is ons gevraagd om te kijken naar de zaken die minder zijn.”

Riki Janssen

Volle kantoren zijn van alle tijden, dat er alleen mannen zitten niet Foto: Flickr, Wystan

Page 9: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

7 november 2019 | Observant 10 | 9

tans lecture eng

Minder werkdruk, meer inclusiviteit en veiligheid: UM-staf zoekt oplossingen

“Ik zie zaken binnen de UM die zorgwekkend zijn”

english sectionTans lecture

by German philosopher Bettina Stangneth

Voting for a lying politician

is like “buying a gun”

Why do people vote for a leader who does not even try to look credible? It is the main question that philosopher and historian Bettina Stangneth raised in the Tans lecture ‘Celebration of Lying’, organised by Studium Generale.

January 2017. “A president of a country that must not be named, claimed that he had the biggest inauguration party of all times. Pic-tures, movies, and numbers showed otherwise.” There are few things more confusing today, Stangneth (1966, Lübeck) argues, than the admiration for liars. “How can someone pos-sibly recruit followers by presenting a white sheet of paper but claiming it is black?”A highly topical and interesting question, but the answer only comes at the end of the lecture, after a tough philosophical lecture on lying, liars and the believers. Studium Generale had impressed upon her: please, not too compli-cated! Nevertheless, last Tuesday evening, in the lecture hall on the Tongersestraat, utmost concentration was required, also because Stangneth read from paper with a somewhat soft and monotonous voice. Lies are “not growing on trees like apples,” Stangneth says. “Lies are only there, because someone wants them to be. Someone who wants to hide an uncomfortable or unwanted truth and to present an alternative. (…) Lying is a tool that humans are able to use. All of us are potential liars, real liars from time to time, I guess.”And liars need believers. “Becoming the victim of a liar is completely different to becoming the

victim of a murderer. To get killed, it’s enough to be in the wrong place at the wrong time. To be lied to, one has to think for oneself. (…) One has to open the door first.”And that is what millions do by voting for a leader who clearly and shamelessly lies. Voting for a liar seems to be nothing but stupid, Stangneth reasons. But not if you regard voting as protesting, as buying a gun. “You vote not for a politician, but acquire a weapon against politicians, against politics, against a system that you want to destroy. Enfants terribles, the blighters, are unbelievably useful to unsettle democracy, much more powerful than any kind of terrorism could be.”It’s a well-known phenomenon on social media: the sponsored troll. Or as Stangneth puts it: “A professional troublemaker who is able to blast every community.” Back to the president of that country that must not be named: “While the community is still confused by his bad manners, others are electing him because of those manners. To say it frankly: They vote for Grab ‘em by the pussy.”Stangneth ends her lecture somewhat cryp-tically: “Don’t feed the trolls, but never stop asking yourself why you still want to.”

Maurice Timmermans

Who is Bettina Stangneth?In 2011, philosopher and historian Bettina Stangneth (1966, Lübeck) gained much praise for her book Eichmann before Jerusalem. In it, she argues that the architect of the Holocaust knew exactly what he was doing. He was not a subordinate bureaucrat only trying to do his work as well as possible, not the personification of the ‘banality of evil’, as the famous phi-losopher Hannah Arendt labelled him during the trial in Jerusalem. Eichmann lied, posed and in the meantime completely endorsed the Nazi ideology.In 2016, Thinking Evil was published, in which the philosopher from Hamburg states that evil does not stem from reason with shortcomings, as the Enlightenment philosophers believed. Given sufficient freedom for thought, debate and education, a reasonable world would automatically emerge. Not the case, according to Stangneth: thinking is an instru-ment, a knife that can be used for good and evil. Just like evil is not the result of defective thinking, the lie is not the result of ignorance. To be able to lie, knowledge of the truth is indispensable, she writes in Deciphering lies (2017). Lying is not easy; it requires fantasy and imagination. Last year, Hässliches Sehen was pub-lished, in which she analyses our visual culture.All very interesting fare, but be aware: Stangneth may be an original thinker, but she is not very accessible. Newspaper reviews often quote single sentences to show how complicated her writing is.

Bettina Stangneth Photo: Joey Roberts

Page 10: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

10 | Observant 10 | 7 november 2019

backgroundeng

Less workload, more inclusivity, and safety: UM staff seeks solutions

“I see things within the UM that worry

me”

How can we tackle the problem of a heavy workload? How can we ensure a safe working environment? Eighteen groups of employees (approximately 180 people) pondered these questions the last few weeks. Solutions will be presented in spring.

Most of the employees at Maastricht University are satisfied about their work, showed the ‘Sustainable Employability Monitor’ last February, based on a survey held at the end of 2018, in which more than 2,800 employees participated. But the differences among individuals are great. Workload, age and the balance between work and private life play a major role in the degree of satisfaction. As does the feeling of belonging and a safe working environment.The ‘Taskforce Sustainable Employability’ (previously ‘Taskforce Workload and Career’) led by professor Albert Scherpbier, dean of the Faculty of Health Medicine and Life Sciences, decided to ask employees to think about possible solutions, adopting a bottom-up approach. The total of eighteen groups (the so-called “action-oriented reflection groups”) are now brainstorming under the guidance of an external expert. This external guidance allows the discussion to be as free as possible, says Scherpbier. The administrative and support staff of a faculty or service centre sit together, just like the academic staff. Each group searches for a solution for its own faculty or service centre - after all, what works for Law need not necessarily work for Psychology. The ultimate aim is to further develop the present general HR policy.

WorrisomeAd van Doesum, professor of Tax Law, recently participated in one of the academic staff group meetings at the Faculty of Law. Until recently, he had never heard of the ‘action-oriented reflection groups’, but quickly accepted the invitation. “I can look at the matter from both sides, because I am not just a professor at the UM, but also head of the Knowledge Centre for PwC (an international accountants and tax advisory company, ed.). PwC also does a lot of research into employee satisfaction.” He sees differences and similarities between the two organisations: “Inclusivity plays a role in both, but sustainable employability plays a greater role at the university. The future within the UM is uncertain for a considerable number of staff members, for example, if you are a lecturer and have not (yet) got a PhD. Then ultimately you cannot stay here.” It has been agreed that nothing that is men-tioned in the groups, will be made known. But Van Doesum doesn’t mind saying something off the record when the interview touches on

employee satisfaction. “I see things within the UM that worry me. Just look at our working conditions, our workspaces. I share a room with three to four other people, which is not so bad. But my PhD students share a work-space with many more colleagues. Even if only half are present, the rest still can’t work there. It is too warm and too noisy, I think that is a disgrace.” And he hasn’t even started on the shortage of classrooms and lecture halls: “That is even worse. During the summer it is unbearable in the classrooms, IT facilities are minimal. I give lectures in a cinema. Stu-dents are slouched in armchairs, which isn’t conducive to an active learning attitude. They can’t take notes. Contact with the hall is less and it is too dark. This affects the well-being of lecturers and students and also affects the quality of education. I am an inspired lecturer and researcher, but I can’t do a good job under those conditions. During the meeting, we looked at what we could do about these problems. It always comes back to money, of which there is a huge shortage, and that is the problem.” When it comes to workload, he sees possibilities. “We have a lot of repetitive tasks, things like claiming travelling expenses.

This takes anything from half an hour to three quarters of an hour. At PwC, we use an app that allows you to take pictures of your receipts and train tickets and save them. The Finance department takes care of the rest.”

EmotionalAt the end of last week, Jill Lobbestael, Associ-ate Professor at the Faculty of Psychology and Neurosciences and a member of the Maas-tricht Young Academy, was one of the par-ticipants of an FPN group. She has also been asked to join in. “I completed the ‘Sustainable Employability Monitor’ at the end of 2018. The results of that survey are pretty general, it is important that we now discuss the problems and solutions. Workload and career perspec-tives are themes that often crop up in the UM’s Young Academy too.” She had no idea what lay before her last week; she feared that the discussion would be too general. “We were a small group of six, seven people and fortunately the discussion was in depth. There was room for personal stories. For some participants, it was very emotional, I had not expected that.” She thinks that the introduction of a men-

torship for all academic staff members will contribute greatly towards well-being. “I feel it is a pity that not having a mentor is the standard. You become an Associate Professor, have to publish an X number of articles each year, acquire research funding and teach. But how do you do that? What choices do you make, what are the pitfalls, how to you deal with PhD candidates, with students? It would be good to discuss that with a colleague, and as far as I’m concerned, that person need not necessarily be higher ranking than I am, as long as he or she has more experience. I have been here for ten years now and I have seen people struggle or even fall by the wayside. It would be great if such a system were intro-duced across the university. You don’t need to see each other every week, as long as you know there is a mentor.” She herself actively went looking for a mentor, and was success-ful. “It really helps.” To conclude: “A lot of things do work well at the UM, but we have now been asked to look at matters that are not working so well.”

Riki Janssen

Illustration: Simone Golob

Page 11: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

7 november 2019 | Observant 10 | 11

This column reflects the personal views of the author

richness that has forsaken our planet. Ancient mariners describe how the ocean would churn for days as fish migrated along its coast. Colo-nisers arriving in the Americas were awed when billions of passenger pigeons blotted out the sun. Too much has been lost and forgotten.Humans were born in the crucible of these ecosystems. The plants and creatures we lived with – still live with – are our distant relatives. We have common ancestors and share much of our DNA. They too have endured the joys and struggle of survival on earth.Yet we treat them as disposable, unthinking and inert. We exploit them like we exploit each other for individual gain. We deny our kinship to nature like we deny the people who make our clothes, empty our trash, clean our streets and produce our food. This way of thinking sentences us to loneliness and mental isolation. We forget that we are our environment, so we become disassociated

from our selves and the world around us. We feel lost and no amount of education, wealth or careerism can fill this void within.This emptiness is not inevitable. It is a cultural pathology that enables our unsustainable society to take from the environment without giving back. We will feel better if we rewild our society, reconnect with life around us and adapt our technology and industry to natural symbio-sis. This will require ambitious, large-scale projects like bringing back the European Amazon. Incredibly enough, this will even help us fight escalating global crises such as climate change, biodiversity loss and land degradation. Isn’t that more rewarding than the never-end-ing pursuit of wealth, fame and power?

Constantijn van Aartsen, PhD Candidate, Private Law

Bring back the European AmazonDid you know that Europe was once covered in rainforests? Towering trees, a thousand years old, wide as an elephant and over 70m tall, dotted the landscape. They were con-nected, able to share information and nutri-ents with their large and small neighbours through fungal networks. They competed, col-laborated, and used sophisticated chemicals to warn of pests, visitors and changing weather conditions. Their shared presence anchored the soil and shielded them from extreme tem-peratures and harsh weather. Their transpira-tion produced clouds, invited steady rains and helped transport water into the depths of the continent.

These forests were home to countless species, including lions, elephants, rhinoceroses, mam-moths and more. Generations of creatures lived, died and evolved together, gradually shaping and adapting to their environment. These communities are but one example of the

Underwater piglet experiment creates a fussDutch YouTuber Emile Beuker recently posted a short film on his video channel Finding stuff. It showed piglets that he had discovered during a dive in the Stootersplas in North Holland. Dead piglets in cages under water. What appeared to be the case? Forensic research is being carried out by Maastricht University. Social media were swamped with threats directed at the scientist.

It wasn’t the first time that a video of caged pig-lets was put online. A university of applied sci-ences student of forensic sciences who had in the past participated in the research of external PhD candidate Marco Pot, shared a short video on YouTube in the summer of 2018. In it, she explained that the dead piglets were used to model the decomposition of infants and young children, so that it would become possible to establish the time of death of small bodies found in water with greater accuracy.Because until now, this is still a great mystery, says Pot, who studied Economics, became an officer for the fire department and grew more and more interested in diving. He set up his own forensic diving programme and decided to do further research on an academic level in underwater forensics (he is doing his PhD with Wilma Duijst, appointed to the endowed chair of Forensic Medicine and Criminal Health Law at Maastricht University). “If we find a body in the open air, we know what we have to look for: discolouration, has the skin started to loosen or not, can you detect flies or maggots, et cetera. But there is no such model for under water.” He focuses specifically on infants. “That is why we chose piglets. The animals died a natural death and are from an organic farm. The farmer donates them to science. Otherwise they would be taken to a carcass destructor plant.”People who are not familiar with the context, may be shocked by the find made by the You-

Tuber, but according to Pot it is absolutely clear that forensic research is being done in the pond. “The cages are accompanied with signs with explanations and telephone numbers.” The reactions on social media were at times downright threatening (“We ourselves should be held under water with the piglets,” says Pot), but most people were scornful because of the fact that the experiment is taking place in water used for swimming. “Swimming in bodily juices is not something to be happy about,” was one reaction on YouTube. Pot: “It is safe, it won’t make you ill and we do

have the approval of the Netherlands Food and Consumer Product Safety Authority; we work at a depth of eleven metres and a hun-dred metres from the shore. We monitor such things as the pH and oxygen levels, both by the piglets and in the immediate environment, to see whether there are adverse consequences; as of yet, such have not been found.” Cages with piglets are lowered into the water twice a year. “There is a summer and a winter period. We monitor decomposition twice a week, and take photographs and notes.” What strikes Pot in particular is the fact that

some animals float and others remain on the bottom. “How is that possible? We don’t know yet, but it is an important discovery, because until now ‘work’ was done on floating bodies that washed ashore. But there are possibly bodies of missing children and babies that have sunken to the bottom.” The research is socially important, Pot empha-sises. The more knowledge, the greater the chances of detection.

Wendy Degens

Maastricht quality agreements approvedTen universities, including Maastricht University, and five universities of applied sciences may claim money from the new student loan system. The other 39 institutes have not yet taken the first hurdle.

The basic grant was abolished in 2015 and – if all goes well – this will release approximately 550 million of euros in the coming six years to

be spent on the quality of higher education. In Maastricht, the amount goes up from 5.2 mil-lion in 2019 to 15.9 million in 2024. Univer-sities of applied sciences and universities must submit plans in order to be able to claim fun-ding. Three institutes failed and will get a second chance. The minister felt that their plans were not clear enough. Another seven institutes

have had their plans already rejected by accre-ditation organisation NVAO, which advises the minister. But the minister has not yet taken her decision.The plans will only become crucial from 2021 for the awarding of funds. In 2019 and 2020, funds from the student loan system will be divided proportionally among the education institutes, which will receive the money along

with the rest of their government funding. It was too soon to make definite ‘quality agree-ments’ for those years. The educational institutes still have a few months to ensure approval. All plans will be checked no later than April 2020.

HOP

news eng

Photo: Pixabay

Page 12: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

12 | Observant 10 | 7 november 2019

dreamseng

Alumni about their dreams: did they come true?

“Studying kind of felt like a necessary evil to me”

“Are you happy with the way you look? Well, I’d rather be 10cm taller and/or 5 kilos lighter, but I wouldn’t necessarily say I think I’m hideous…

Do you want children? ‘That’s just about the last thing I want to think about’ isn’t included as an option on this dating site.

Do you smoke? Shoot, there goes my chance of meeting the woman of my dreams I’d quit smoking for.”

Former International Business student Jeroen Postma

Above is an excerpt from a weekly column Jeroen Postma wrote some ten years ago in Observant on his first time venturing into the world of online dating (“let’s call it a sociological experiment”), among other things. He’d already showcased his writing talent in the music section the year before, as well as the fact that he knew what he was talking about – especially when he was talking about innovative music. His visits to the Observant headquar-ters never went unnoticed: he filled the offices with his loud voice, lots of opinions, a lot of humour and the latest news from the student community. He’s 35 now, working as a ‘Senior Policy Advisor Primary and Secondary Educa-tion’ at the Netherlands Ministry of Education, Culture and Science in The Hague. It’s quite a mouthful, he admits with a laugh. “I took a long time to complete my studies,” he says over the phone. He devoted much of his time to student rowing club Saurus, where he sat on the board for a year (“I learnt so much there – how to reach consensus, how to convince people, how to make decisions that benefit the club”) and served as treasurer of the club. To him, studying International Business felt mostly like “a necessary evil. Many of the courses, especially the ones I had to take during my bachelor’s degree, didn’t really interest me. I envy people who studied philosophy of law or political

science; those are subjects I now read about for fun. Those kinds of programmes would’ve been a better fit for me, but then I’m not sure I would’ve ended up in my current job.”

Sky-high expectationsHe didn’t really know what he wanted to do when he gradu-ated in 2010. “My own expec-tations and those of the people around me were sky-high, but at the same time I was doubt-ful: what am I even good at?

I was actually quite afraid to apply for jobs and risk rejection. I didn’t want everyone to see me fail.” So he hid away in ‘small’ jobs – at Observant, in the food service industry and as a tutor. In the meantime, he applied for a traineeship at the Government of the Netherlands. He almost made it on the first try. He succeeded the second time around, thanks to “the hard-core maths and accountancy courses I took during my Master in International Business”. Postma started his traineeship at the Ministry of Finance in June 2011.

Like-minded peopleThe government turned out to be the right employer for him. By now, he’s worked at three different ministries. “There’s a good atmosphere. I meet like-minded people here: people with varied interests who are committed, driven, capable and generous and know that it’s necessary to put things into perspective sometimes. After all, we write policy advice here. We think it through and we have opinions about it, but other people – the minister and the Dutch Parliament – ultimately decide whether or not to imple-ment our plans.” His current project involves the future of primary and sec-ondary education in the Netherlands. Enthusiastically, he says, “The advice on the reform of the curriculum for primary and secondary education was

published in October. We are now pre-paring the political decision-making process. I love doing this. I’m dealing with very relevant issues that affect many people. We’re doing this for 230 thousand teachers and 2.4 million pupils.” He doesn’t mind the fact that he’ll have to work hard until the end of the year. “We don’t fit the stereotype of the public servant who clocks out at 4:30 pm.”

Dating marketHe’s become more mature over the years, he says – more balanced. He lives in Amsterdam (“there’s more to do here”) and is single (again). He chuckles when he’s reminded of his columns on online dating. Then, seri-ously: “I had a hard time in the dating market back then. Girls didn’t start talking to me until I was about 26. As a student, I was insecure, overly enthu-siastic, hyperactive and different from most people. I think it had a deterrent effect. I’m still not an average guy, but I do have an easier time in the dating market now.” What about children? “As a student, I couldn’t even imagine wanting kids. I could barely take care of myself.” He’s changed his mind about this, though. With a sense of understatement: “I wouldn’t mind meeting a partner and eventually having children. How many? I don’t know. That’s not a deci-sion you make by yourself, is it?”

NovelHe’s certain he’ll still be working at his current employer ten years from now. “I’ll be tackling relevant issues at the Ministry of Education, Social Affairs or Health. I’m very interested in public issues. And I hope to have achieved my goal of writing a novel by then. I’ve had an idea for quite some time, but I wouldn’t necessarily claim it’s a good idea.”

Riki Janssen

Jeroen Postma as a student in 2003

Photo: archive Jeroen Postma

(Un)fulfilled dreamsIn 2003 we interviewed UM students about their dreams for the future. Now, in 2019, it’s time to check in with them and see where they’re at. They’re about forty years old now; did their dreams come true? We’re using this special year (Observant is celebrating its 40th birthday!) as an opportunity to find out. Former student journalist Niels van der Laan, who wrote the majority of the interview articles in 2003, is writing a fair share of this year’s articles as well. In addition to the previously interviewed alumni, we’re interviewing former Observant student journalists about their fulfilled and unfulfilled dreams.

Page 13: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

7 november 2019 | Observant 10 | 13

engbackground

Let’s talk about stress and burnout

“We are human beings,

not human doings”

The audience looks slightly doubtful. At the beginning of the evening, discussion leader Rob van Duijn, head of Studium Generale who organised the event together with nine FHML honours students, asked who had the feeling that work or study and private life were not balanced. Practically everybody did.

In answer to the question who suffers from a lot of stress from time to time, all hands are raised too. “Symptoms to such an extent that you thought: if this continues I will suffer a burnout?” One third of the audience keeps their fingers in the air.And now George is claiming that it is all very

simple. She explains her statement later that evening. “It is all about discovering what you want. If you aspire to that instead of doing what you think you should be doing, you will experience much less stress.” It is important that people regularly listen to themselves. “Which emotions have you experienced in the

last twelve hours? How does your body feel? How stressed are you? How happy are you with yourself?” Another point is self-sabotage. George: “Why do you watch Netflix when you know you should really be studying for an exam? Do you take a break - which is fine - or do you listen to that inner voice that tells you that you won’t pass anyway, so why would you do your best?” She calls this voice ‘Bert’, after the grumpy half of the Sesame Street duo Bert and Ernie. “Everyone has an inner Bert, become aware of yours.”Then you can exercise control over it and that is very important, said Fred Zijlstra, professor of Work and Organisation Psychology, earlier in the evening. “Things go wrong when we can’t deal with our stress, when we feel that we are losing control.” Stress in itself, says Ange-lique de Rijk, professor of Work and Health, is not a bad thing. “We are human, and humans feel stress. But we often forget to take the time to rest and recover.” Zijlstra understands that, a lot is asked of modern students. “They have to always work efficiently, because the study can only last four years. There is a tremendous amount of possi-bilities to choose from, so social life is always hectic too.” Filippo Om, student at University College Venlo and yoga instructor, recognises that. “I even see it in my younger brothers and sisters, who have just started secondary school. We are not taught to deal with that kind of thing. We need to realise that we are human beings, not human doings. Sometimes you just have to be.” De Rijk nods. “The chal-lenge is to plan this. Develop healthy habits. Go to bed on time, say ‘no’ on occasion to a social activity if it is not going to relax you.”De Rijk asks the audience what the univer-sity can do to make students more resilient, to enable them to recover more easily from a stressful period. “Give us more empathic supervisors,” someone says. Another stu-dent criticises exams with multiple-choice questions. “It determines exactly what you have to learn, there is no room for autonomy.” Zijlstra agrees with the students, but doesn’t see change happening soon. “In the end, it’s all about money. Twenty years ago, the lecturer-student ratio was 1 to 5, today it is 1 to 10.”So, can anything be done about it? Or are we doomed to live in a stressed society? Om is positive. “I think that if we collectively want change, we will see change.” He closes the evening with a breathing exercise, which is his start with change. The fact that most cannot concentrate on their breathing is not a pro-blem. “That is the very moment you are trai-ning, by bringing your attention back. When you are at the gym, you don’t move your arms up and down unless you are holding onto a weight.”

Cleo Freriks

Well-being week 2019This is the third time that Well-being Week (from 4-7 November) is being organised by Maastricht University. What started off as a small project at UCM and the Faculty of Psychology and Neuroscience, has by now grown into an event with forty activities and almost 1,100 participants. From mind-fulness workshops to lectures about the stress that comes from comparing yourself with others.

“You are your own boss, you have the power to do what you want. It sounds simple, and it is simple,” says Jasmijn George, a consciousness coach who helps people discover what they really want. She is one of the panel members for Let’s Talk about stress and burnout, the opening event of the Well-being Week, in the SNS Community Room on Monday evening.

Standing: Rob van Duijn, sitting from left to right: Angelique de Rijk, Jasmijn George, Filippo Om and Fred Zijlstra Photo: Joey Roberts

Page 14: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

14 | Observant 10 | 7 november 2019

Heb jij belangstelling, stuur dan een mail met motivatiebrief en Curriculum Vitae naar de voorzitter, prof. Harald Merckelbach: [email protected]

Wie meer informatie wil kan contact opnemen met prof. Harald Merckelbach.

paarltjesVoor hetzelfde geld staan de paarltjes

iedere week ook op internet:

www.observantonline.nlcolofon

PaarltjesDownload het paarltjesrooster op www.observantonline.nl

Vóór dinsdag 16.00 uur ingeleverde Paarltjes verschijnen de donderdag

daarop in de krant. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud

van de Paarltjes en behoudt zich het recht voor om zonder opgaaf

van reden Paarltjes te weigeren.

RedactieadresSt. Servaasklooster 32

Postbus 616

6200 MD Maastricht

(volg routebordjes)

T 043 - 38 85 390

E [email protected]

W www.observantonline.nl

StichtingsbestuurHarald Merckelbach (vz), Hanneke Ramakers,

Catharien Kerkman

RedactieraadPiet Eichholtz (vz), Birsen Erdogan, Silvia

Evers, Stephanie Meeuwissen, Thomas

Vaessen, George Vogelaar

RedactieRiki Janssen

(hoofdredacteur) 043 - 38 85 384

Wendy Degens 043 - 38 85 382

Cleo Freriks 043 - 38 85 386

Yuri Meesen 043 - 38 85 385

Maurice Timmermans 043 - 38 85 381Redactie-assistentMarion Janssens 043 - 38 85 390

Aan dit nummer werkten verder mee: Constantijn van Aartsen, Wammes Bos, Jochen

Cals, Mark Vluggen, Sjoertje Vos

FotografieLoraine Bodewes, Joey Roberts

Illustraties/Opmaak/BasisontwerpSimone Golob, www.sgiv.nlVertalingeno.a. door B. Wall & P. Nekeman, Maud BovelanderDrukJanssen/Pers GennepMededelingenVoor het inleveren van mededelingen ziewww.observantonline.nl/Mededelingen of www.observantonline.nl/English/AnnouncementsAdvertentiesVoor regionale en interne adverteerders: Marion Janssens, 043 - 38 85 390, [email protected] overige adverteerders:Bureau Van Vliet, 023 - 57 14 745,[email protected]: www.bureauvanvliet.com(Voor Paarltjes zie info bij Paarltjes)AbonnementenObservant wordt gratis verspreid op de universiteit en op diverse locaties in Maastricht.Belangstellenden kunnen Observant thuisgestuurd krijgen voor € 37,00 per academisch jaar.HOPObservant is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau© Stichting ObservantNiets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur geheel of gedeeltelijk worden overgenomen

Op zoek naar een leuke bijbaan met hele fijne uren en een mooi salaris!!! Mail voor meer info [email protected]

Vaeshartelt zoekt toppers voor de bediening en de afwas! App +31644719379 als jij bij een vernieuwend bedrijf op een prachtige locatie wilt werken.

TAXI NELISSEN zoekt weekendchauffeurs voor contractvervoer Kijk op www.taxinelissen.nl

PERSONEEL GEZOCHT VOOR DE BEDIENING OP HET VRIJTHOF. BIJ INTERESSE 0654775134

We are looking for you! StAmorsplein 4 is reopening her doors! Student jobs in service/dishwashing. Whatsapp at: +31641319992

Kijken naar de stad van Uit een ander perspectief lezingen 17.10 14&28.11 Jv.Eyckacademie 20.00 uur http://toposmaastricht.nl

EUROBED MAASTRICHT:*beds-mattresses-boxsprings-bedlinen-duvets-pillows-and more!*BEST PRICE GUARANTED in stock-delivery possible CHECK:WWW.EUROBED.NL

Begeleiders gezocht voor het programma INZET, intensieve zelfstandigheidstraining voor jongeren met een beperking info [email protected]

Op zoek naar een leuke bijbaan met hele fijne uren en een mooi salaris!!! Mail voor meer info [email protected]

GEZOCHT: StudentbestuurslidStichting ObservantHet stichtingsbestuur van Observant, is per direct op zoek naar een studentbestuurslid voor de periode van minimaal één jaar.Observant is het onafhankelijke weekblad van de Universiteit Maastricht. Het bestuur van de Stichting Observant is verantwoordelijk voor het personeelsbeleid en de financiën (begroting, jaarverslag). Het bestuur bestaat momenteel uit drie leden en vergadert een paar keer per jaar. Het gaat om een onbezoldigde functie.

NEED SOME STUDY FUEL?

Enjoy our freshly baked baguettes!

ALL BAGUETTES

€3

NEED SOME NEW

Page 15: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

7 november 2019 | Observant 10 | 15

paarltjes

agenda academische zittingenAula Minderbroederberg 4-607-11, 10.00 u: mw. Magdolna Nagny, MSc.

07-11, 14.00 u: mw. Judy Chalabi, MSc.

07-11, 16.00 u: mw. Marie Agnès F. Delgrove,

MSc.

08-11, 10.00 u: dhr. Juan F. Palacios Tem-

prano, MSc.

08-11, 12.00 u: mw. Aniek Heldens, MSc.

08-11, 14.00 u: dhr. Bastiaan M.M. Didden,

LL.M.

08-11, 16.30 u: Inauguratie van Prof.dr. Rik

M.M. Crutzen

11-11, 14.30 u: mw. Vijayashree H. Yellappa,

MSc.

13-11, 16.00 u: mw Chiara F. Sironi, MSc.

14-11, 14.00 u: dhr. Simone M. Crivelli, MSc.

15-11, 09.30 u: mw. Natasha Pahuja

15-11, 11.00 u: mw. Pooja Khamar Mayur

Raksha

15-11, 12.00 u: mw. Marjolein M.E. Muskens,

MSc.

15-11, 14.00 u: dhr. Niels Janssen, MSc.

15-11, 16.30 u: Inauguratie van Prof.dr. Dick

T.H.M. Sijm

18-11, 16.00 u: mw. Fernanda Assunção

Soares, MA.

19-11, 16.00 u: dhr. Michal Kazimierczak,

MA.

20-11, 16.00 u: mw. Shellie Solomon, MSc.

21-11, 10.00 u: dhr. Nicolas Echarti, MSc.

21-11, 16.00 u: mw. Wai Yan Liu, MSc.

22-11, 10.00 u: mw. Danielle D.P. Berghmans,

MSc.

22-11, 12.00 u: dhr. Jorijn van Duijn, MA.

22-11, 14.00 u: dhr.drs. Henricus G. Wein-

berg

22-11, 16.30 u: Inauguratie van Prof.dr. Luc

J.M. Smits

26-11, 11.45 u: dhr. Giovanni Mansueto,

MSc.

27-11, 12.00 u: mw. Charlotte Guillard, MSc.

27-11, 14.00 u: mw. Linda P.M. Op het Veld,

MSc.

27-11, 16.00 u: mw. Estelle C. Nijssen, MSc.

28-11, 12.00 u: mw. Lindsay C. Hewitt

28-11, 14.00 u: mw. Joke Debruyne, MSc.

29-11, 10.00 u: mw. drs. Britt J.P. Hupkens

29-11, 12.00 u: dhr. Ruud W.M. Pijls, MSc.

29-11, 14.00 u: mw.drs. Mareye Voortman

29-11, 16.30 u: Inauguratie van Prof.dr. Bram

Van Hofstraeten

The announcements of the university, faculties, service centres and student organisations can be found on www.observantonline.nl

De mededelingen van de universiteit, faculteiten, servicecentra en studentenorganisaties zijn te vinden op www.observantonline.nl

Interne vacatures • Postdoc aangeboren afwijkingen en milieufactoren, FHML, 18-20 uur Vacaturenummer: AT2019.364 • PhD candidate Molecular metabolic differences at the basis of gender- specific cardiac pressure overload disorders, FHML, 36-40 hours Vacancy number: AT2019.365 • Medewerker Studentenzaken, FHML, 36-40 uur Vacaturenummer: AT2019.366 • Assistant Professor in Optimization (tenure track), FSE, 38 hours Vacancy number: AT2019.367 • Postdoctoral research in the field of Innovation in Supply Chain Management and Logistics, SBE, 38 hours Vacancy number: AT2019.368 • Associate professor in Modern European History in a Global Context at the FASoS, Department History, 2-year tenure track UHD and directly there after a 4 year track HL, 38 hours Vacancy number: AT2019.369 • Assistant Professor in Food Psychology, FSE, 30.4 hours Vacancy number: AT2019.370 • 2 fully funded PhD candidate positions in Knowledge Graphs at Scale, FSE, 38 hours Vacancy number: AT2019.371 • Post-doctoral researcher on application of data science to food and agriculture, FSE, 38 hours Vacancy number: AT2019.372 • Master student recruiter, FSE, 38 hours Vacancy number: AT2019.373 • Innovator Collecties, UB, 38 uur Vacaturenummer: AT2019.374 • Informatiespecialist, UB, 38 uur Vacaturenummer: AT2019.375 • Technician in biochemistry and molecular biology FHML, School for MHeNs, 20-32 hours Vacancy number: AT2019.376 Voor uitgebreide informatie, raadpleeg de website www.maastrichtuniversity.nl. Klik op de link “Werken bij de UM” en vervolgens op “Vacatures”. Schriftelijke sollicitaties o.v.v. vacaturenummer op brief en envelop (of elektronisch solliciteren via de vacaturewebsite) richten aan de afdeling HRM van de betreffende faculteit of beheerseenheid (Postbus 616, 6200 MD Maastricht).

www.maastrichtuniversity.nl

Page 16: New | Jaargang 40 | 7 november 2019 · 2019. 11. 6. · En dan stuit ik in die weekendkrant weer op een column over leeshaat (het woord van 2019 wat mij betreft) die met name onder

Anna Rakas (18), first-year student of European Public Health, describes her style as ‘masculine with feminine details’

Text: Sjoertje Vos Photo: Joey Roberts

“I wear lots of my mother’s and father’s

clothes from the time when they were in their teens

and twenties”

Masculine and feminine‘I combine two silhouettes: leaning more towards a masculine style with feminine details. For example, a jacket with shoul-der pads and a belt around the waist, or a dress with sturdy shoes. Black is my basic colour and it is in all my outfits. In addition, I wear colours that suit my hair and skin colour, such as purple and green tones. You will never see me in neon-coloured animal prints; you may see me in either neon colours or animal prints. I work from one item or colour that is striking and I create the rest of my outfit around that. I keep my make-up neutral: foundation and mascara, or no make-up at all.”

Second-hand“Traders Pop is my favourite shop in Maastricht, espe-cially for inspiration. I prefer to buy my clothes second-hand: I love vintage and I want to alleviate the burden on the environment. Only If there is really no other way, will I go to off-the-rack shops. I shop two to three times a month. I give away clothes that I am tired of, to my sister or to friends, or it is returned to a second-hand shop or donated to a good cause. That way I can buy something new and still respect the environment.”

Young Thug “I wear lots of my mother’s and father’s clothes from the time when they were in their teens and twenties. I love that style from the seventies and eighties, as well as the grunge period in the nineties. I often look at my parents’ old photographs for style inspiration. For example, I have a photo-graph of my mother in which she is wearing a dress combined with bulky sports shoes. The American rapper Young Thug also inspires me. He experiments with cross-gender outfits and sometimes even wears dresses. It looks good on him too. I don’t follow trends to be hip, but if I like a trend, I will incorporate it in my style. ”

Perfectionist

“My accessories are usually simple: a pair of earrings, a bracelet and a watch. Much of my jewellery came from my grandmother and she only wore silver. I am very perfectionistic and won’t mix gold and silver. That is why I now only buy silver jewellery and buttons. With con-spicuous accessories, like large earrings, I wear a neutral outfit so that the accessories are the eye-catchers.”

Skater

“When I was a teenager I dressed boyishly with baggy trousers and hooded sweaters, a bit like a skater. Then I became more confident and started to experiment with shapes and materials and to accentuate my body more. I cut my long hair off last year. I was basing my femininity on it too much. I want my outfits to radiate that feminin-ity, like now: leather trousers and a hooded sweater, but combined with a tailored blazer and jewellery. I change my hair colour every couple of months, but I always choose subtle red or purple tones.”