NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste...

292
T I P O 5 D O O R T I P O S T A T I O N W A G O N G E B R U I K E N O N D E R H O U D

Transcript of NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste...

Page 1: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

T I P O 5 D O O R

T I P O S T A T I O N W A G O N

De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. FCA Italy S.p.A. behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische

of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.

NEDERLANDS

G E B R U I K E N O N D E R H O U D

COP TIPO 5 DOORS UM SW NL.qxp 07/07/16 16:14 Pagina 1

Page 2: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Wij, die uw auto hebben bedacht, ontworpen en gebouwd, kennen daarvan werkelijk elk detail en onderdeel. In de erkende Fiat Service garages vindt u technici die rechtstreeks door ons zijn opgeleid die kwaliteit

en professionaliteit bieden voor alle onderhoudswerkzaamheden. De Fiat garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles

en voor praktische adviezen van onze deskundigen.Met de Originele Vervangingsonderdelen gedistribueerd door MOPAR®, worden de kenmerken

van betrouwbaarheid, comfort en prestaties, waarvoor u uw nieuwe voertuig gekozen heeft, in de loop van de tijd in stand gehouden.

Vraag altijd om Originele Onderdelen van de componenten die wij gebruiken om onze auto’s te bouwen en die wij u aanbevelen omdat die het resultaat zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling

van steeds innovatievere technologieën.Vertrouw om al deze redenen op Origenele Onderdelen:

de enige die speciaal door FCA voor uw auto ontworpen zijn.

VEILIGHEID: REMSYSTEEM

ECOLOGIE: ROETFILTERS, ONDERHOUD AIRCONDITIONING

COMFORT: WIELOPHANGING EN RUITENWISSERS

PERFORMANCE: BOUGIES,INSPUITVENTIELEN EN ACCU'S

LINEACCESSORI: STANGEN IMPERIAAL, VELGEN

WAAROM KIEZEN VOOR ORIGINELE ONDERDELEN

Dit Instructieboek is bedoeld om de bedrijfsomstandigheden van het voertuig te verduidelijken.

Voor de enthousiaste gebruiker die de inzichten, curiositeiten en gedetailleerde informatie over de eigenschappen en functies van het voertuig wil weten, biedt Fiat de gelegenheid om een speciaal gedeelte te raadplegen dat beschikbaar is in elektronisch formaat.

ONLINE INSTRUCTIEBOEK

Het volgende symbool is weergegeven in de tekst van het Instructieboek, naast de onderwerpen waarvoor updates worden verschaft.

Ga naar de website www.mopar.eu/owner en open uw persoonlijke zone.

Op de pagina “Onderhoud en zorg” vindt u alle informatie over uw voertuig en de link om toegang te krijgen tot eLUM, waar u alle details van hetInstructieboek zult kunnen vinden.

Of ga voor toegang tot deze informatie naar de website http://aftersales.fiat.com/elum/.

De eLUM website is gratis en zal u in de gelegenheid stellen, naast heel veel andere dingen, gemakkelijk de boorddocumenten te raadplegen van alleandere voertuigen van de Group.

Veel leesplezier en goede reis!

COP TIPO 5 DOORS UM SW NL.qxp 07/07/16 16:14 Pagina 2

Page 3: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Beste klant,

Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen.

Wij hebben dit boekje opgesteld om u te helpen alle kenmerken van dit voertuig te leren kennen en het op de beste manier te

gebruiken.

Dit boekje bevat informatie, adviezen en belangrijke waarschuwingen voor een juist gebruik van het voertuig, zodat u het

maximum uit de technologische eigenschappen kunt halen.

Het wordt geadviseerd het eerst helemaal te lezen voordat u voor de eerste keer de weg op gaat, om bekend te raken met de

bedieningselementen en met name die elementen die betrekking hebben op de remmen, stuurinrichting en versnellingsbak,

tegelijkertijd kunt u het gedrag van het voertuig op verschillende wegdekken begrijpen.

In dit document vindt u een beschrijving van de speciale kenmerken en tips, evenals essentiële informatie over veilig rijden,

onderhoud van en zorg voor uw voertuig.

Geadviseerd wordt het instructieboek, nadat u het gelezen hebt, in het voertuig te bewaren, zodat u het in de toekomst

gemakkelijk kunt raadplegen en om ervoor te zorgen dat het aan boord van het voertuig blijft indien het verkocht mocht

worden.

In het bijgevoegde Garantieboekje vindt u ook een beschrijving van de Diensten die Fiat haar klanten biedt, het

Garantiecertificaat en de details van de voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden.

Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en de service

van de mensen bij Fiat zult waarderen.

Veel leesplezier gewenst. ... en goede reis!

Dit instructieboekje beschrijft alle voertuigversies. Opties, uitrusting die bestemd is voor bepaalde markten of

versies zijn niet expliciet in de tekst aangegeven: derhalve dient uitsluitend de informatie in beschouwing te

worden genomen die betrekking heeft op het uitrustingsniveau, de motor en de versie die u gekocht hebt.

Bijzonderheden die tijdens de fabricage van het model geïntroduceerd zijn, behalve het speciale verzoek om

opties op het moment van de aanschaf, zullen aangegeven worden met de tekst (waar aanwezig).

Alle in deze publicatie vermelde gegevens zijn bedoeld om u te helpen uw voertuig op de best mogelijke wijze te

gebruiken. FCA Italy S.p.A. streeft naar een constante verbetering van de gefabriceerde voertuigen. Daarom

behoudt zij zich het recht voor wijzigingen aan het beschreven model aan te brengen om technische en/of

commerciële redenen.

Neem voor meer informatie contact op met het Fiat Servicenetwerk.

Page 4: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

AANDACHTIG LEZEN

VULINHOUDENBenzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON die aan de Europese norm EN228 voldoet.

Zie voor nadere details over het gebruik van de correcte brandstof de paragraaf "Tanken" in het hoofdstuk "Starten en rijden".

Dieselmotoren: tank uitsluitend dieselolie voor motorvoertuigen die aan de Europese norm EN590 voldoet. Het gebruik van andere producten

of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en derhalve de garantie voor de veroorzaakte schade ongeldig maken.

Zie voor nadere details over het gebruik van de correcte brandstof de paragraaf "Tanken" in het hoofdstuk "Starten en rijden".

DE MOTOR STARTEN

Versies met handgeschakelde versnellingsbak (benzinemotoren): controleer of de handrem is aangetrokken, zet de versnellingspook in

de vrijstand, trap het koppelingspedaal volledig in zonder het gaspedaal in te trappen, draai de contactsleutel naar AVV en laat de sleutel los

zodra de motor start.

Versies met handgeschakelde versnellingsbak (dieselmotoren): controleer of de handrem is aangetrokken, zet de versnellingspook in de

vrijstand, trap het koppelingspedaal volledig in zonder het gaspedaal in te trappen, draai vervolgens de contactsleutel naar MAR en wacht tot

het lampje uitgaat. Draai de contactsleutel naar AVV en laat deze los zodra de motor start.

Versies met automatische versnellingsbak (waar aanwezig): controleer of de handrem is aangetrokken en of de versnellingspook in P

(Parkeren) of N (Vrijstand) staat, draai vervolgens de contactsleutel naar AVV en laat deze los zodra de motor gestart is.

PARKEREN BOVEN BRANDBAAR MATERIAAL

De katalysator ontwikkelt tijdens zijn werking zeer hoge temperaturen. Parkeer de auto dus niet boven gras, dennennaalden of ander

ontvlambaar materiaal: brandgevaar.

MILIEUBESCHERMING

Het voertuig is uitgerust met een diagnosesysteem dat continu controles uitvoert op de componenten die verband houden met de

uitlaatgasemissie, om het milieu beter te beschermen.

ELEKTRISCHE ACCESSOIRES

Als na aanschaf van het voertuig besloten mocht worden om elektrische accessoires toe te voegen (met het risico dat de accu langzaam

ontlaadt), neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk. Zij kunnen het totale stroomverbruik berekenen en controleren of de elektrische

installatie van het voertuig geschikt is voor het extra stroomverbruik.

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD

Een correct onderhoud van de auto is van essentieel belang om de prestaties en de veiligheid van de auto, zijn milieuvriendelijkheid en lage

bedrijfskosten gedurende langere tijd te garanderen.

HET INSTRUCTIEBOEK BEVAT

... belangrijke informatie, tips en waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en onderhoud van uw auto. Besteed speciale aandacht

aan de symbolen (veiligheid van de inzittenden) (milieubescherming) (toestand van de auto).

Page 5: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

GEBRUIK VAN HET INSTRUCTIEBOEKElke keer als er aanwijzingen over de richting van het voertuig worden gegeven (links/rechts of vooruit/achteruit), dan moetendeze begrepen worden als gezien door een inzittende op de bestuurdersstoel. Speciale uitzonderingsgevallen op deze regelzullen duidelijk in de tekst zijn aangegeven.

De afbeeldingen in het Instructieboek zijn alleen bedoeld als voorbeeld: dit betekent dat sommige details van de afbeelding nietovereen kunnen komen met de daadwerkelijke uitrusting van uw voertuig. Bovendien is het Instructieboek geschrevenuitgaande van voertuigen met het stuurwiel aan de linkerkant; het is dus mogelijk dat bij voertuigen met het stuur rechts,sommige plaatsen of constructie van bedieningselementen niet de exacte afspiegeling is ten opzichte van de afbeelding.

Om het hoofdstuk te vinden met de informatie die u nodig hebt, kunt u de inhoudsopgave achterin dit Instructieboekraadplegen.

Hoofdstukken kunnen gemakkelijk gevonden worden dankzij de speciale grafische tabbladen, aan de zijkant van elke onevenpagina. Enkele pagina's verderop vindt u een verklaring om de volgorde van de hoofdstukken en de bijbehorende symbolen opde tabbladen te leren kennen. Er is in ieder geval een aanwijzing in tekst van het betreffende hoofdstuk aan de zijkant van elkeeven pagina.

Page 6: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN

Tijdens het lezen van dit Instructieboek zult u een reeks WAARSCHUWINGEN aantreffen om handelswijzen te voorkomen dietot schade aan uw voertuig zouden kunnen leiden.

Er zijn ook VOORZORGSMAATREGELEN die zorgvuldig moeten worden opgevolgd om onjuist gebruik van de onderdelenvan het voertuig te voorkomen, die zouden kunnen leiden tot ongevallen of letsel.

Daarom moeten alle WAARSCHUWINGEN en VOORZORGSMAATREGELEN altijd zorgvuldig in acht genomen worden.

WAARSCHUWINGEN en VOORZORGSMAATREGELEN worden in de tekst aangegeven met de volgende symbolen:

veiligheid van de inzittenden;

veiligheid van het voertuig;

milieubescherming.

OPMERKING Deze symbolen zijn, indien nodig, naast de titel of aan het einde van elke regel weergegeven en gevolgd door eengetal. Dat getal heeft betrekking op de overeenkomstige waarschuwing aan het einde van het betreffende hoofdstuk.

VERANDERINGEN/WIJZIGINGEN AAN HET VOERTUIG

BELANGRIJK Elke verandering of wijziging aan het voertuig kan ernstige negatieve invloed hebben op de veiligheid en de

wegligging ervan, hetgeen kan leiden tot ongevallen waarbij de inzittenden zelfs dodelijk gewond kunnen raken.

4

Page 7: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

KENNISMAKING MET DE AUTO

KENNISMAKING MET HETINSTRUMENTENPANEEL

VEILIGHEID

STARTEN EN RIJDEN

NOODGEVALLEN

ONDERHOUD EN ZORG

TECHNISCHE GEGEVENS

MULTIMEDIA

INDEX

Page 8: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben
Page 9: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

KENNISMAKING MET DE AUTO

Grondige kennis van uw nieuwe

voertuig begint hier.

In dit boekje is op eenvoudige en

rechtstreekse wijze beschreven hoe uw

auto gemaakt is en hoe hij werkt.

Daarom adviseren wij u het comfortabel

zittend in uw voertuig te lezen, dan kunt

u met eigen ogen onmiddellijk zien wat

hier beschreven is.

INSTRUMENTENPANEEL . . . . . . . .8

DE SLEUTELS. . . . . . . . . . . . . . .10

CONTACTSLOT. . . . . . . . . . . . . .11

FIAT CODE . . . . . . . . . . . . . . . . .12

PORTIEREN . . . . . . . . . . . . . . . .13

STOELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . .15

HOOFDSTEUNEN . . . . . . . . . . . .19

STUURWIEL . . . . . . . . . . . . . . . .20

ACHTERUITKIJKSPIEGELS . . . . . .21

BUITENVERLICHTING. . . . . . . . . .22

INTERIEURVERLICHTING . . . . . . .25

RUITENWISSERS/

ACHTERRUITWISSER . . . . . . . . .26

KLIMAATREGELING . . . . . . . . . . .29

ELEKTRISCHE RUITBEDIENING . . .33

MOTORKAP . . . . . . . . . . . . . . . .34

ELEKTRISCHE

STUURBEKRACHTIGING

"DUALDRIVE" . . . . . . . . . . . . . . .35

BAGAGERUIMTE . . . . . . . . . . . . .36

IMPERIAAL/SKIDRAGER . . . . . . . .41

VERSIE MET LPG-SYSTEEM . . . . .41

ACTIVE GRILLE SHUTTER . . . . . . .45

ECO-FUNCTIE. . . . . . . . . . . . . . .46

7

Page 10: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

INSTRUMENTENPANEEL

Versie met Uconnect™ Radio, Uconnect™ 5" Live en Uconnect™ 5" Nav Live

1. Verstelbare luchtroosters aan de zijkant 2. Linkerhendel: richtingaanwijzers, grootlicht, knippermodus3. Instrumentenpaneel 4. Bedieningstoetsen op het stuurwiel 5. Rechter hendel: ruitenwisser/-sproeier, achterruitwisser/-sproeier, instelling gevoeligheid regensensor 6. Uconnect™ 7. Bedieningsknoppen 8. Frontairbag passagierszijde9. Verstelbare middelste luchtroosters 10. Dashboardkastje 11. Klimaatregeling 12. Toetsen op de middenconsole:stoelverwarming, USB-poort + AUX-stekkerpaneel, aansluiting/sigarettenaansteker 13. Contactslot 14. Frontairbagbestuurderszijde 15. Bedieningstoetsen op het stuurwiel 16. Bedieningspaneel: mistlampen voor (waar aanwezig),mistlampen achter, hoogteregeling koplampen, iTPMS resetten, ESC UIT (waar aanwezig).

1 P2000085-000-000

8

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 11: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Versie met Uconnect™ 7" HD LIVE en Uconnect™ 7" HD Nav LIVE

1. Verstelbare luchtroosters aan de zijkant 2. Linkerhendel: richtingaanwijzers, grootlicht, knippermodus3. Instrumentenpaneel 4. Bedieningstoetsen op stuurwiel 5. Rechter hendel: ruitenwisser/-sproeier, achterruitwisser/-sproeier, instelling gevoeligheid regensensor 6. Uconnect™ 7. Bedieningsknoppen 8. Frontairbag passagierszijde9. Verstelbare middelste luchtroosters 10. Dashboardkastje 11. Klimaatregeling 12. Toetsen op de middenconsole:stoelverwarming, USB-poort + AUX-stekkerpaneel, aansluiting/sigarettenaansteker 13. Contactslot 14. Frontairbagbestuurderszijde 15. Bedieningstoetsen op stuurwiel 16. Bedieningspaneel: mistlampen voor (waar aanwezig), mistlampenachter, hoogteregeling koplampen, iTPMS resetten, ESC UIT (waar aanwezig).

2 P2000050-000-000

9

Page 12: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

DE SLEUTELS

SLEUTEL ZONDERAFSTANDSBEDIENING

De metalen baard van de sleutel

bedient: het contactslot en het

portierslot aan de bestuurderszijde.

SLEUTEL METAFSTANDSBEDIENING

1)

Met de metalen baard 1 fig. 3 van de

sleutel kunnen de volgende sloten

bediend worden:

het contactslot;

het slot van het bestuurdersportier.

Druk op knop 2 om de metalen baard

in/uit te klappen.

1)

WERKING

Ontgrendeling portieren enbagageruimte

Druk kort op de knop : ontgrendeling

van de portieren en bagageruimte,

tijdgestuurde inschakeling

binnenverlichting en dubbel knipperen

van de richtingaanwijzers (indien

aanwezig).

Portieren en slot van bagageruimtevergrendelen

Druk kort op de knop " FIAT":

vergrendeling van de portieren en de

bagageruimte en eenmaal knipperen

van de richtingaanwijzers (indien

beschikbaar).

Bagageruimte openen

Druk kort op de knop om de

bagageruimte op afstand te openen.

De richtingaanwijzers knipperen twee

maal om aan te geven dat de

bagageruimte geopend is.

BATTERIJ VAN DESLEUTEL METAFSTANDSBEDIENINGVERVANGEN

1)

Ga als volgt te werk om de batterij te

vervangen:

ga te werk op de door de pijltjes

aangegeven punten fig. 4 met behulp

van een platte schroevendraaier en

3 04016J0001EM

4 04016J0003EM

5 04016J0004EM

10

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 13: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

verwijder de achterste behuizing 1

fig. 5;

gebruik een muntstuk om het

inspectiedeksel 2 tegen de klok in te

draaien en te verwijderen;

vervang batterij 3 door een nieuw

exemplaar met dezelfde specificaties,

let op de polariteit;

hermonteer deksel 2 door het

rechtsom te draaien, sluit de achterste

behuizing voorzichtig en zorg ervoor dat

het correct is vergrendeld.

VERZOEK OM EXTRASLEUTELS

Sleutel met afstandsbediening

Het systeem kan maximaal 8 sleutels

met afstandsbediening herkennen.

Duplicaatsleutels

Als een nieuwe sleutel met

afstandsbediening nodig is, ga dan naar

het Fiat Servicenetwerk en neem een

identiteitsbewijs en de

eigendomsdocumenten van de auto

mee.

BELANGRIJK

1) Druk knop 2 alleen in wanneer de sleutel

ver genoeg van het lichaam (vooral de

ogen) en van voorwerpen die snel

beschadigen (bijvoorbeeld kleding) is

verwijderd. Laat de sleutel nooit onbewaakt

achter om te voorkomen dat iemand

(bijvoorbeeld een kind) per ongeluk op de

knop drukt.

BELANGRIJK

1) De elektronische onderdelen in de

sleutels kunnen beschadigen als de sleutel

aan sterke schokken wordt blootgesteld.

Om een correcte werking van de inwendige

elektronische componenten te garanderen,

mag de sleutel nooit aan direct zonlicht

blootgesteld worden.

BELANGRIJK

1) Gebruikte batterijen kunnen schadelijk

zijn voor het milieu als ze niet op de juiste

wijze als afval verwerkt worden. Ze moeten

overeenkomstig de wet in speciale bakken

gedeponeerd worden. Ze kunnen ook

ingeleverd worden bij het Fiat

Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal

zorgen.

CONTACTSLOT

WERKING

De sleutel kan op drie standen worden

gedraaid fig. 6:

STOP: motor uit, sleutel kan

verwijderd worden, stuur geblokkeerd

(met sleutel verwijderd). Sommige

elektrische apparaten (bijv. centrale

portiervergrendeling, enz.) kunnen

blijven werken;

MAR: rijstand. Alle elektrische

apparaten/systemen kunnen werken;

AVV: motor starten.

Het contactslot is voorzien van een

beveiliging: als de motor bij de eerste

poging niet aanslaat, moet de sleutel

teruggedraaid worden naar de stand

STOP om opnieuw te kunnen starten.

Bij versies met automatische

versnellingsbak (indien aanwezig) kan

6 04026J0001EM

11

Page 14: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

de contactsleutel alleen verwijderd

worden als de versnellingspook in P

(Parkeren) staat.

2) 3)

STUURSLOT

Inschakeling

Wanneer de sleutel in de STOP-stand

staat, de sleutel verwijderen en het

stuurwiel verdraaien tot het vergrendelt.

BELANGRIJK Als de contactsleutel van

de stand MAR naar de stand STOP is

gedraaid, kan het stuurslot niet

ingeschakeld worden tot de sleutel uit

het contactslot is verwijderd.

Uitschakelen

Draai het stuur enigszins en draai de

sleutel in de stand MAR.

4) 5) 6) 7)

BELANGRIJK

2) Als er geknoeid is aan het contactslot

(bijv. een poging tot diefstal), dan moet dit

gecontroleerd worden bij het Fiat

Servicenetwerk voordat er verder gereden

wordt.

3) Neem de sleutel altijd mee als het

voertuig wordt verlaten, om te voorkomen

dat iemand onverhoeds gebruik van de

bedieningselementen maakt. Vergeet niet

de parkeerrem in te schakelen. Laat

kinderen nooit zonder toezicht in de auto

achter.

4) After-market werkzaamheden waarbij

wijzigingen van de stuurinrichting of de

stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage

van een alarmsysteem) zijn ten strengste

verboden. Dergelijke werkzaamheden

kunnen de prestaties van het systeem en

de garantie in gevaar brengen en het kan

ook ernstige veiligheidsproblemen

veroorzaken of erin resulteren dat de auto

niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.

5) Verwijder de mechanische sleutel nooit

terwijl het voertuig rijdt. Het stuurwiel zal

automatisch vergrendeld worden zodra

eraan gedraaid wordt. Dit geldt ook voor

auto's die gesleept worden.

6) Alvorens het voertuig te verlaten ALTIJD

de parkeerrem inschakelen, de wielen

draaien, de eerste versnelling inschakelen

bij een helling omhoog en de

achteruitversnelling bij een helling omlaag.

Zet de versnellingspook, bij versies met

automatische versnellingsbak (waar

aanwezig), in P (Parkeren) en druk op de

startinrichting om deze op STOP te zetten.

Als het voertuig op een steile helling wordt

geparkeerd, blokkeer de wielen dan met of

wiggen of stenen. Bij het verlaten van het

voertuig, altijd de portieren sluiten door op

het knopje op de sleutel te drukken.

7) Op versies met automatische

versnellingsbak (waar aanwezig) is het

raadzaam de versnelling in P te zetten, het

rempedaal veilig los te laten en dan de

motor te stoppen om de sleutel zachtjes

los te laten.

FIAT CODE

Het Fiat Code-systeem verhindert

ongeautoriseerd gebruik van het

voertuig, door het starten van de motor

onmogelijk te maken.

Werking

Elke keer dat de motor wordt gestart

door de sleutel naar de stand MAR te

draaien, stuurt de regeleenheid van het

Fiat Code-systeem een

herkenningscode naar de

motorregeleenheid (PCM) om de

startblokkering uit te schakelen.

Deze code wordt alleen verzonden als

de regeleenheid van het Fiat

Code-systeem de door de sleutel

verstuurde code herkent.

Elke keer dat de contactsleutel naar de

stand STOP wordt gedraaid, schakelt

het Fiat Code-systeem de functies van

de motorregeleenheid uit.

Onregelmatige werking

Als de code van de sleutel, tijdens het

starten, niet correct herkend wordt,

wordt het symbool op het

instrumentenpaneel weergegeven (zie

de aanwijzingen in de paragraaf

"Lampjes en berichten" in het

hoofdstuk "Kennismaking met het

instrumentenpaneel"). Deze

12

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 15: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

omstandigheid leidt er toe dat de motor

na 2 seconden wordt uitgeschakeld.

Draai in dat geval de startinrichting naar

STOP en daarna naar MAR; als de

motor geblokkeerd blijft, probeer het

dan met de andere bijgeleverde

sleutels. Neem contact op met het Fiat

Servicenetwerk als de motor nog

steeds niet gestart kan worden.

Inschakeling vanwaarschuwingslampje tijdens hetrijden

Als het symbool tijdens het rijden

wordt weergegeven, betekent dit dat

het systeem een zelfdiagnose uitvoert

(bijv. bij een spanningsval).

Neem, als het probleem aanhoudt,

contact op met het Fiat Servicenetwerk.

PORTIEREN

PORTIERENVERGRENDELEN/ONTGRENDELEN VANBINNENUIT

Automatische vergrendeling tijdensrijden(waar aanwezig)

Als alle portieren goed gesloten zijn

worden ze automatisch vergrendeld

zodra het voertuig de snelheid van

20 km/h overschrijdt (functie

"Autoclose").

Handmatige vergrendeling/ontgrendeling

Druk op de knop getoond in fig. 7 op

het centrale dashboardpaneel.

LED op knop aan: portieren gesloten.

LED op knop uit: portieren geopend.

BELANGRIJK Door het bedienen van

de hendel van de voorportieren worden

alle portieren en de achterklep

ontgrendeld.

PORTIERENVERGRENDELEN/ONTGRENDELEN VANBUITENAF

De portieren vergrendelen vanbuitenaf

Druk, bij gesloten portieren, op de knop

" FIAT" op de sleutel of steek en

draai de metalen baard in het slot van

het bestuurdersportier.

8)

2) 3)

Portieren ontgrendelen van buitenaf

Druk op de knop op de sleutel of

steek en draai de metalen baard in het

slot van het bestuurdersportier.

KINDERSLOT

9) 10)

Dit systeem zorgt ervoor dat de

achterportieren van binnenuit niet

geopend kunnen worden.7 P2000022-000-000

13

Page 16: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Het systeem 2 fig. 8 kan alleen bij

geopende portieren worden

ingeschakeld:

stand A: kinderslot ingeschakeld

(portier vergrendeld);

stamd B: kinderslot uitgeschakeld

(portier kan van binnenuit worden

geopend).

Het kinderslot blijft ook actief bij

inschakeling van de centrale

portierontgrendeling.

BELANGRIJK De achterportieren

kunnen niet van binnenuit worden

geopend als het kinderslot is

ingeschakeld.

Passagierszijde voorportier enachterportiernoodvergrendelingssysteem

Gebruikt om portieren te vergrendelen

wanneer er geen elektrische

stroomvoorziening is. Breng de metalen

baard van de contactsleutel in stand

1 aangeduid in fig. 8 (passagierszijde

voorportier) of 1 fig. 9 (achterportiers)

en draai de sleutel rechtsom en

verwijder hem dan uit stand 1.

Initialisatie mechanisme portieropenen/sluiten

Als de accu is losgekoppeld of als een

zekering is doorgebrand, dan moet het

open-/sluitmechanisme als volgt

opnieuw geïnitialiseerd worden:

sluit alle portieren;

druk op de knop van de

afstandsbediening;

druk op de knop van de

afstandsbediening.

BELANGRIJK

8) Als bij ingeschakeld kinderslot en de

hiervoor beschreven vergrendelingswijze

de binnenhandgreep van een achterportier

wordt bediend, lukt het niet om het portier

te openen, om het portier te openen moet

de handgreep aan de buitenkant gebruikt

worden. Bij inschakeling van de

noodvergrendeling wordt de knop van de

centrale portiervergrendeling/ontgrendeling

niet buiten werking gesteld.

9) Laat kinderen NOOIT zonder toezicht

achter in de auto, laat staan dat u de auto

verlaat met ontgrendelde portieren op een

plaats die gemakkelijk toegankelijk is voor

kinderen. Kinderen kunnen zich ernstig of

zelfs dodelijk verwonden. Zorg er ook voor

dat kinderen de parkeerrem, het rempedaal

of de pook van de automatische

versnellingsbak niet per ongeluk kunnen

bedienen (waar aanwezig).

10) Gebruik dit systeem altijd wanneer er

kinderen worden vervoerd. Controleer na

inschakeling van het kinderslot bij beide

achterportieren of het slot daadwerkelijk is

ingeschakeld door aan de handgreep aan

de binnenzijde van de portieren te trekken.

8 04056J0008EM

9 04056J0007EM

14

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 17: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJK

2) Verzeker u ervan de sleutel mee te

nemen nadat een portier of de achterklep is

vergrendeld, om te voorkomen dat de

sleutel zelf in het voertuig wordt

opgesloten. Als de sleutel binnen is

opgesloten, kan hij alleen teruggekregen

worden met de bijgeleverde tweede sleutel.

3) Als bij ingeschakeld kinderslot en de

hiervoor beschreven vergrendelingswijze de

binnenhandgreep van een achterportier

wordt bediend, lukt het niet om het portier

te openen, om het portier te openen moet

de handgreep aan de buitenkant gebruikt

worden. De knop voor centrale

vergrendeling/ontgrendeling wordt door de

inschakeling van de noodvergrendeling niet

buiten werking gesteld.

STOELEN

De voorstoelen kunnen worden versteld

om een maximaal comfort voor de

inzittenden te garanderen.

Bij het verstellen van de

bestuurdersstoel dient men de

schouders stevig tegen de rugleuning

te houden en moeten de polsen de

bovenkant van het stuurwiel kunnen

bereiken.

Daarnaast moet het mogelijk zijn om

het koppelingspedaal in te trappen met

de linkervoet, voor versies met

handgeschakelde versnellingsbak, of

het rempedaal volledig in te trappen

met de rechtervoet (versies met

automatische versnellingsbak, indien

aanwezig).

VOORSTOELEN METHANDMATIGEVERSTELLING

11)

4)

Afstelling in de lengte

Til hendel 1 fig. 10 omhoog en duw de

stoel naar voren of naar achteren.

12)

BELANGRIJK Voer de verstelling uit

terwijl u op de betreffende stoel zit

(bestuurderszijde of passagierszijde).

Hoogteregeling(indien aanwezig)

Zet hendel 2 omhoog of omlaag om de

gewenste hoogte in te stellen.

BELANGRIJK Voer de verstelling uit

terwijl u op de betreffende stoel zit

(bestuurderszijde of passagierszijde).

Verstelling rugleuning

Verplaats hendel 3 om de hoek van de

rugleuning af te stellen, help daarbij met

de beweging van de romp (bedien de

hendel tot de gewenste stand is bereikt,

laat hem daarna los).

Elektrisch verstelbare lendensteun(indien aanwezig)

Druk, met het contactslot op MAR, op

knop 1 fig. 11 om de steun van de

10 P2000013-000-000

15

Page 18: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

lendenzone te verstellen, tot het

maximale comfort tijdens het rijden is

verkregen.

ELEKTRISCHE

VERWARMINGVOORSTOELEN(indien aanwezig)

14) 15)

Druk met de startinrichting in de stand

MAR op de knoppen fig. 12 op het

dashboard.

Na het selecteren van de

stoelverwarming, moet u twee tot vijf

minuten wachten totdat het effect

wordt gemerkt.

BELANGRIJK Om de acculading te

behouden, kan deze functie niet

ingeschakeld worden als de motor uit

staat.

ACHTERBANK

De bagageruimte kan gedeeltelijk

(1/3 of 2/3) of volledig worden

uitgebreid door de achterbank te

scheiden.

Gedeeltelijke uitbreiding van debagageruimte (1/3 of 2/3)(indien aanwezig)

13)

Bij het uitbreiden van de bagageruimte

aan de rechterkant kunnen er twee

passagiers links op de achterbank

plaatsnemen. Bij het uitbreiden van de

bagageruimte aan de linkerkant kan er

slechts één passagier plaatsnemen.

TIPO 5DOOR versie

Ga als volgt te werk:

zet de hoofdsteunen van de

achterstoelen helemaal naar beneden;

bedien het

ontgrendelingsmechanisme 1 (rechts of

links) fig. 13 om het gewenste gedeelte

van de rugleuning in te klappen;

gebruik het lipje 1 fig. 14 (één aan

elke kant) om de gordel aan de zijkant

van de stoel op te bergen, zodat deze

niet vast komt te zitten als u de

rugleuning inklapt;

BELANGRIJK Zoals wordt

weergegeven in fig. 14, mag de gordel

(aan de zijkant van de stoel

opgeborgen met behulp van het lipje 1)

niet gedraaid raken.

11 P2000012-000-000

12 P2000018-000-000

13 04066J0007EM

14 P2000073-000-000

16

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 19: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

klap het gewenste deel van de

achterbank neer.

TIPO STATION WAGON versie

Ga als volgt te werk:

zet de hoofdsteunen van de

achterstoelen helemaal naar beneden;

trek aan het lipje 1 fig. 15 en laat de

zitting zakken door de achterbank

(rechts of links) vooruit te trekken zoals

is afgebeeld op fig. 15;

breng, na de zitting te hebben

opgeklapt, de linker en centrale

bevestigingsmechanismen 2 fig. 16 van

de veiligheidsgordels aan onder de

desbetreffende elastieken bevestigingen

op de mat.

BELANGRIJK Klap de zitting altijd op

en breng de bevestigingsmechanismen

2 fig. 16 van de veiligheidsgordels altijd

aan onder de elastieken bevestigingen

voordat u de rugleuning neerklapt om

het gevaar voor schade te voorkomen.

bedien het

ontgrendelingsmechanisme 1

fig. 13 (rechts of links) om het gewenste

deel van de rugleuning neer te klappen

als de bevestigingsmechanismen onder

de desbetreffende elastieken

bevestigingen zijn aangebracht);

gebruik het lipje 1 fig. 14 (één aan

elke kant) om de gordel aan de zijkant

van de stoel op te bergen, zodat deze

niet vast komt te zitten als u de

rugleuning inklapt;

BELANGRIJK Zoals wordt

weergegeven in fig. 14, mag de gordel

(aan de zijkant van de stoel

opgeborgen met behulp van het lipje 1)

niet gedraaid raken.

de neergeklapte zitting en rugleuning

zijn aangebracht zoals is afgebeeld op

fig. 17.

15 P2000105

16 P2000139

17 P2000106

17

Page 20: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Volledige uitbreiding van debagageruimte

TIPO 5DOOR versie

Klap de rugleuning van de achterbank

volledig naar voren om over de

maximale laadruimte te beschikken.

Opmerking Als u de laadruimte wilt

vergroten, kunt u de hoedenplank

verwijderen. Zie de volgende paragraaf

voor instructies.

TIPO STATION WAGON versie

Om het laadvolume te vergroten kan de

achterbank volledig op de zitting

worden neergeklapt.

De neergeklapte zittingen en

rugleuningen zijn aangebracht zoals is

afgebeeld op fig. 18.

De hoedenplank verwijderen(TIPO 5DOOR versie)

Ga als volgt te werk om de

hoedenplank te verwijderen:

open de achterklep en maak de twee

koortjes aan de zijkant (één aan elke

kant) los van de haakjes;

til de hoedenplank van de pennen 1

fig. 19 (één aan elke zijde) en houd de

hoedenplank zo plat mogelijk terwijl u

deze via de achterklep verwijdert.

Opmerking De verwijderde

hoedenplank 1 fig. 20 kunt u

desgewenst opbergen achter de

voorstoelen, zoals wordt weergegeven

in de afbeelding.

Terugzetten van de rugleuningen

13)

Til de rugleuningen op en druk de ze

naar achteren zodat beide

vergrendelingen hoorbaar vastklikken.

Controleer visueel of de rode

merktekens van de

ontgrendelingsmechaniek 1 fig. 13 zijn

verdwenen. Het rode merkteken geeft

aan dat de rugleuning niet is

vergrendeld.

Stoel terugplaatsen(TIPO STATION WAGON versie)

Verwijder de bevestigingsmechanismen

van de veiligheidsgordel uit de

elastieken bevestigingen en controleer

of ze kunnen draaien als u de

rugleuning heeft teruggeplaatst.

Controleer of op de zitting geen

voorwerpen zijn achtergebleven.

Beweeg de zittingen naar achter, breng

18 P2000130

19 P1030178-000-002

20 P1030216-000-000

18

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 21: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ze onder de rugleuning aan en druk

erop tot u ze hoort vastklikken.

Controleer visueel of ze weer in de

originele stand terug zijn geplaatst.

BELANGRIJK Haal de

bevestigingsmechanismen van de

veiligheidsgordel altijd los voordat u de

zitting weer terug plaatst zodat de

zitting correct en zonder schade op te

lopen kan worden teruggeplaatst.

BELANGRIJK

11) Voer de aanpassingen alleen uit

wanneer de auto stilstaat.

12) Controleer na het loslaten van de

hendel of de stoel goed geblokkeerd is

door te proberen hem naar voren en naar

achteren te schuiven. Als de stoel niet

geblokkeerd is, kan hij plotseling

verschuiven met mogelijk controleverlies

over de auto tot gevolg.

13) Zorg ervoor dat de rugleuningen aan

beide zijden (niet zichtbare "rode

merktekens) goed zijn vergrendeld om te

voorkomen dat deze bij bruusk remmen

naar voren kunnen klappen en zo eventueel

de passagiers kunnen verwonden.

14) Mensen die geen pijn op de huid

voelen door vergevorderde leeftijd,

chronische ziekten, diabetes, beschadiging

van het ruggenmerg, medicatie, alcohol,

uitputting of andere fysieke condities,

moeten voorzichtig zijn met het gebruik van

de stoelverwarming. Deze kan

brandwonden veroorzaken zelfs bij een

lage temperatuur, in het bijzonder bij

gebruik voor lange periodes.

15) Plaats geen voorwerpen op de stoel of

op tegen de rugleuning die de warmte

kunnen isoleren, zoals een afdekking of een

kussen. Het kan ervoor zorgen dat het

stoelverwarmingssysteem oververhit raakt.

Zitten op een oververhitte stoel kan

ernstige brandwonden veroorzaken door

de toename van de temperatuur op het

oppervlak van de stoel.

BELANGRIJK

4) De bekleding van uw voertuig is

ontworpen om bestand te zijn tegen slijtage

bij normaal gebruik van het voertuig. Er

moeten wel enkele voorzorgsmaatregelen

getroffen worden. Vermijd excessief

schuren tegen kledingaccessoires zoals

metalen gespen en klittenband die, als ze

veel druk uitoefenen in een klein gebied,

zouden kunnen afbreken, met beschadiging

van de bekleding als gevolg.

HOOFDSTEUNEN

16)

HOOFDSTEUNEN VOOR

Verstellen

Deze kunnen op 4 hoogtestanden

worden afgesteld (volledig omhoog /

2 tussenstanden / volledig omlaag).

Omhoog verstellen: breng de

hoofdsteun omhoog tot deze op zijn

plaats vastklikt.

Omlaag verstellen: druk op knop 1

fig. 21 en breng de hoofdsteun omlaag.

Verwijderen

Ga als volgt te werk om de hoofdsteun

te verwijderen:

Klap de rugleuning naar voren (om te

voorkomen dat de hoofdsteun het dak

raakt);

druk op beide knoppen 1 and 2

fig. 21 aan de zijkanten van de twee

steunen, en verwijder de hoofdsteun.

21 04076J0001EM

19

Page 22: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJK Zet de hoofdsteunen

altijd weer op hun plaats als ze

verwijderd zijn alvorens normaal verder

te rijden.

HOOFDSTEUNENACHTER

Verstellen

Twee hoofdsteunen aan de zijkant en

één in het midden (waar voorzien)

kunnen in 3 standen in hoogte worden

versteld (volledig omhoog / tussenstand

/ volledig omlaag) en zijn voorzien voor

de achterbank

Omhoog verstellen: breng de

hoofdsteun omhoog tot deze op zijn

plaats vastklikt.

Het wordt afgeraden om met personen

op de achterbank met de hoofdsteunen

in de ongebruikte (volledig lage) stand

te reizen.Op bepaalde versies herinnert het label

getoond in fig. 22 de achterpassagier

eraan de hoofdsteun correct te

verstellen door het omhoog te brengen

naar een van de mogelijke standen.

BELANGRIJK Voor maximale

zichtbaarheid voor de bestuurder,

worden de hoofdsteunen naar de

ruststand, volledig omlaag, gebracht

indien deze niet worden gebruikt.

Omlaag verstellen: druk op knop 1

fig. 23 en breng de hoofdsteun omlaag.

BELANGRIJK

16) De hoofdsteunen moeten zodanig

versteld worden dat het hoofd en niet de

nek er tegenaan steunt. Alleen op deze

manier oefenen ze hun beschermende

werking uit. Elke verwijderde hoofdsteun

moet weer correct op zijn plaats gezet

worden, om de inzittenden in geval van een

aanrijding te beschermen: volg

bovenstaande aanwijzingen op.

STUURWIEL

17) 18)

INSTELLINGEN

Het stuurwiel kan zowel in hoogte als

axiaal versteld worden.

Verstel de stand door de hendel 1

fig. 24 omlaag te drukken in stand B

waarna het stuurwiel in de gewenste

stand kan worden versteld en daarin

vergrendeld, door de hendel 1 weer in

stand A te brengen.

BELANGRIJK

17) De verstelling mag alleen bij stilstaande

auto en uitgeschakelde motor gebeuren.

22 04076J0002EM

23 P20000009-000-000

24 P2000087-000-000

20

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 23: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

18) After-market werkzaamheden waarbij

wijzigingen van de stuurinrichting of de

stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage

van een alarmsysteem) zijn ten strengste

verboden. Dergelijke werkzaamheden

kunnen de prestaties van het systeem, de

garantie en de veiligheid in gevaar brengen

waardoor de auto niet meer aan de

typegoedkeuring voldoet.

ACHTERUITKIJK-SPIEGELS

BINNENSPIEGEL

Handmatig verstellen

Gebruik de hendel 1 fig. 25 om de

spiegel in twee standen te zetten:

normaal of anti-verblindingsstand.

Elektrisch dimbare spiegel(indien aanwezig)

De elektrisch dimbare spiegel kan

automatisch zijn reflecterende werking

wijzigen verblinding van de bestuurder

fig. 26 te voorkomen.

De elektrisch dimbare spiegel heeft een

ON/OFF-toets om de elektrisch

dimbare anti-verblindingsfunctie in/uit te

schakelen.

Bij inschakeling van de achteruit, wordt

de spiegel automatisch ingesteld op de

dagstand.

BUITENSPIEGELS

19)

Elektrisch verstellen

De spiegels kunnen alleen worden

versteld met de startinrichting in stand

MAR.

Ga als volgt te werk om in te stellen:

kies de te verstellen zijspiegel (links of

rechts) met de schakelaar 1 fig. 27;

stel de spiegel af door schakelaar 2

fig. 27 in de vier richtingen te bewegen.

25 04106J0001EM

26 04106J0002EM

21

Page 24: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Handmatig inklappen

Indien nodig (bijvoorbeeld bij nauwe

doorgangen) kunnen de buitenspiegels

ingeklapt worden door ze van stand A

in stand B te zetten fig. 28.

Verwarmde spiegels

Door op de knop te drukken

(verwarmde achterruit) op het centrale

dashboardpaneel wordt het

ontwasemen/ontdooien van de externe

achterruiten geactiveerd.

BELANGRIJK

19) De buitenspiegel is bolvormig; hierdoor

wordt de afstandswaarneming ietwat

vertekend.

BUITENVERLICHTING

De linkerhendel 1 fig. 29 bedient de

meeste soorten buitenverlichting. De

buitenverlichting schakelt ook in

wanneer de contactsleutel in de MAR

stand staat. Bij inschakeling van de

buitenverlichting, worden het

instrumentenpaneel en verschillende

bedieningselementen op het dashboard

verlicht.

DAGRIJVERLICHTING(DRL)“Dagrijverlichting”

20) 21)

Met de sleutel in de stand MAR en de

ring in de stand gedraaid, gaan de

dagverlichting, de stadsverlichting

automatisch aan; de andere lampen en

de binnenverlichting blijven uit. Als de

dagverlichting wordt uitgeschakeld

27 04106J0003EM

28 04106J0004EM

29 04126J0001EM

22

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 25: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

(voor bepaalde uitvoeringen/markten),

gaat er bij de ring in stand geen

lampje branden.

DIMLICHT

Draai, met de contactsleutel in de stand

MAR, de ring 1 fig. 29 op . Als het

dimlicht ingeschakeld wordt, wordt de

dagverlichting uitgeschakeld en het

stadslicht, dimlicht en

kentekenverlichting worden

ingeschakeld. Het controlelampje

op het instrumentenpaneel gaat

branden.

PARKEERLICHTEN

Deze lichten kunnen worden

ingeschakeld met de contactsleutel in

de stand STOP of verwijderd, door de

linker ring eerst naar de stand en

vervolgens naar de stand .

Het controlelampje op het

instrumentenpaneel gaat branden.

Herhaal dezelfde handeling om ze uit te

schakelen.

AUTOMATISCHE FUNCTIE(Schemersensor)

(waar aanwezig)

Dit is een infrarood-ledsensor die

samen met de regensensor werkt en

die zich op de voorruit bevindt. Deze

kan variaties in het buitenlicht

detecteren op basis van de

lichtgevoeligheid die ingesteld is in het

Menu van het display of het

Uconnect™5" of 7" HD-systeem

(waar voorzien).

Hoe hoger de gevoeligheid, des te

minder buitenlicht er nodig is om de

buitenverlichting automatisch in te

schakelen.

Inschakeling van de functie

Zet de linker ring in stand .

BELANGRIJK De functie kan alleen

worden ingeschakeld met de

startinrichting in stand MAR.

Uitschakeling van de functie

Om de functie uit te schakelen, de

linker ring naar een andere stand dan

draaien.

GROOTLICHT

Duw, met de draaischakelaar in stand

, de hendel naar voren naar het

dashboard (stabiele stand). Het

controlelampje op het

instrumentenpaneel gaat branden. Als

de hendel naar het stuurwiel wordt

getrokken gaan ze uit.

GROOTLICHT

Grootlichtsignaal

Trek hendel 1 fig. 30 naar u toe, in de

stabiele stand; de hendel keert terug

naar de middelste stabiele stand

wanneer de hendel wordt losgelaten.

Wanneer het grootlicht is ingeschakeld,

gaat tegelijkertijd het lampje op het

instrumentenpaneel branden.

HOOGTEREGELINGKOPLAMPEN

De hoogteregeling koplampen werkt

met de startinrichting op MAR en

ingeschakeld dimlicht.

Druk op en op het

bedieningspaneel.

30 04126J0002EM

31 04126J0003EM

23

Page 26: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Het display op het instrumentenpaneel

geeft een visuele indicatie van de

ingestelde stand aan.

Stand 0: een of twee personen op

de voorstoelen;

Stand 1: 4 of 5 passagiers;

Stand 2: 4 of 5 passagiers + bagage

in de bagageruimte;

Stand 3: bestuurder + maximum

toegestane lading uitsluitend in de

bagageruimte.

BELANGRIJK Controleer de afstelling

van de koplampen elke keer als het

gewicht van de te vervoeren lading

verandert.

MISTVOORLICHTEN(indien aanwezig)

Druk op knop 1 fig. 32 om de

mistlampen in te schakelen. Wanneer

de mistlampen zijn ingeschakeld, gaat

het lampje op het

instrumentenpaneel tegelijkertijd

branden. De mistlampen voor worden

ingeschakeld als het dimlicht aan is.

Druk nogmaals op knop 1 om de

lichten uit te schakelen.

Flanklichten

De functie wordt geactiveerd met het

grootlicht ingeschakeld bij een snelheid

lager dan 40 km/h - bij brede hoeken

van de wielomwentelingen of bij het

schakelen van de richtingaanwijzer gaat

er een lampje branden (ingebouwd in

het voorste mistlicht), die naar de zijde

verwijst waarnaar gedraaid wordt en de

zichthoek in het donker verlengt.

MISTACHTERLICHT(indien aanwezig)

Wanneer het dimlicht is ingeschakeld,

kunnen deze worden ingeschakeld

door het indrukken van knop 1 fig. 33.

Bij brandende mistlampen gaat het

waarschuwingslampje op het

instrumentenpaneel branden.

Druk opnieuw op de knop om het uit te

schakelen: het mistachterlicht schakelt

ook automatisch uit bij het uitschakelen

van het dimlicht of de mistlampen voor.

RICHTINGAANWIJZERS

Zet de linkerhendel 1 fig. 30 in de

(stabiele) stand:

omhoog: wordt de richtingaanwijzer

rechts ingeschakeld;

omlaag: wordt de richtingaanwijzer links

ingeschakeld.

Het lampje of gaat op het

instrumentenpaneel knipperen.

De richtingaanwijzers worden

automatisch uitgeschakeld wanneer het

stuurwiel wordt rechtgezet of wanneer

de dagverlichting (DRL) /parkeerlichten

worden ingeschakeld.

32 04126J0008EM

33 04126J0009EM

24

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 27: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

"FOLLOW ME HOME"SYSTEEM

Inschakelen

Zet de startinrichting op STOP.

Binnen 2 minuten de linkerhendel in de

knippermodus van het grootlicht

trekken, elke verplaatsing van de hendel

komt overeen met een toename van

30 seconden vertraging op

uitschakeling van koplampen tot een

maximum van 210 seconden (gelijk aan

7 knipperingen).

Uitschakelen

Laat de linkerhendel een paar

seconden in de stand voor het

grootlicht staan.

BELANGRIJK

20) De dagverlichting is een alternatief voor

het dimlicht in landen waarin het verplicht is

om de lichten overdag in te schakelen,

waar dit niet verplicht is, is het gebruik van

de dagverlichting toegestaan.

21) De dagverlichting mag het dimlicht niet

vervangen tijdens het rijden in het donker

en in tunnels. Het gebruik van de

dagverlichting wordt geregeld door de

wegenverkeerswetgeving van het land

waar u rijdt. Neem de wettelijke

voorschriften in acht.

INTERIEUR-VERLICHTING

PLAFONDVERLICHTINGVOOR

Schakelaar 1 fig. 34 wordt gebruikt om

de plafondverlichting in/uit te schakelen.

Standen schakelaar 1:

middenpositie: lampjes 2 en

5 worden in- resp. uitgeschakeld als de

portieren geopend resp. gesloten

worden;

links ingedrukt (OFF): de lampjes

2 en 5 blijven altijd gedoofd;

rechts ingedrukt ( ): de lampjes

2 en 5 blijven altijd ingeschakeld.

De verlichting gaat geleidelijk aan/uit.

Schakelaar 3 schakelt lampje 2 aan/uit.

Schakelaar 4 schakelt lampje 5 aan/uit.

BELANGRIJK Controleer, voordat het

voertuig verlaten wordt, of de

plafondverlichting uit is; zo wordt

voorkomen dat de accu ontlaadt als de

portieren eenmaal gesloten zijn. Als er

een lampje per ongeluk is blijven

branden, wordt de plafondverlichting in

ieder geval ongeveer 15 minuten na het

uitzetten van de motor automatisch

uitgeschakeld.

Tijdregeling plafondverlichting

Bij sommige versies zijn er om het

in-/uitstappen in het donker en op

slecht verlichte plaatsen te

vergemakkelijken twee tijdregelingen

voorzien.

Tijdregeling bij het instappen

De plafondverlichting schakelt op de

volgende manieren in:

een paar seconden wanneer de

portieren worden ontgrendeld;

ongeveer 3 minuten wanneer een

van de portieren wordt geopend;

een paar seconden wanneer de

portieren worden vergrendeld.

De tijdregeling wordt onderbroken

wanneer de contactinrichting naar MAR

wordt gedraaid.

Tijdschakeling bij het uitstappen

De plafondverlichting gaat aan wanneer

de sleutel wordt verwijderd uit de

ontsteking binnen 2 minuten nadat de

34 04136J0001EM

25

Page 28: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

motor uit is gezet, bij het openen en

sluiten van een portier met de

verwijderde sleutel.

De tijdsregeling stopt automatisch

wanneer de portieren vergrendeld

worden.

RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER

De rechter hendel bedient de

ruitenwissers/-sproeier en de

achterruitwisser en -sproeier.

Deze werken alleen met de

startinrichting in de stand MAR.

RUITENSPROEIER / -WISSER

Werking

22)

5) 6)

Ring 1 fig. 35 kan in de volgende

standen gezet worden:

ruitenwissers uit

langzaam wissen met interval

snel wissen met interval

langzaam continu wissen

snel continu wissen

MIST-functie.

Beweeg de hendel omhoog (onstabiele

stand) om de MIST-functie in te

schakelen: de werking wordt beperkt

tot de tijd dat de hendel in deze stand

wordt gehouden. Bij het loslaten keert

de hendel terug naar de beginstand en

wordt de werking van de ruitenwissers

afgebroken.

"Intelligente" wis-/wasfunctie

Trek de hendel naar het stuur

(onstabiele stand) om de ruitensproeier

in te schakelen.

Als langer dan een halve seconde aan

de hendel wordt getrokken, wordt de

ruitenwisser bewogen met actieve

bediening. Als de bestuurder de hendel

loslaat, maakt de ruitenwisser drie

slagen. Als de bediening daarna in

stand staat, wordt de wascyclus na

een pauze van 6 seconden afgesloten

met één laatste slag.

35 P2000061-000-000

26

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

LOW

HIGH

Page 29: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

In de stand LOW of HIGH wordt de

automatische wis-/wasregeling niet

uitgevoerd.

Functie "Servicestand"

Met deze functie kunnen de

ruitenwissers worden vervangen of

beschermd in omstandigheden van ijs

en/of sneeuw.

Hij kan alleen worden geactiveerd nadat

de motor is uitgeschakeld.

De "Service Position"-functie kan

expliciet worden vereist binnen twee

minuten nadat de motor is

uitgeschakeld, wanneer de

ruitenwissers correct zijn teruggekeerd

in de parkeerpositie.

De functie kan worden ingeschakeld

door de draaischakelaar in stand te

draaien en de hendel meer dan drie

keer naar boven te bewegen, naar de

MIST-stand . De activeringen

worden gebruikt om de ruitenwissers in

de stand te plaatsen die men wil. De

functie wordt gedeactiveerd wanneer

het voertuig ingeschakeld is, met een

wisverzoek of wanneer het voertuig

rijdend is (snelheid boven de 5 Km/h).

BELANGRIJK Zorg ervoor dat wanneer

u de motor inschakelt, de voorruit vrij is

van sneeuw of ijs, voordat u de

contactsleutel omdraait.

REGENSENSOR(indien aanwezig)

7) 8)

Deze bevindt zich achter de

achteruitkijkspiegelfig. 36, raakt de

voorruit, meet de hoeveelheid regen en

schakelt de automatische wisregeling

van de voorruit in aan de hand van de

hoeveelheid water op de ruit (zie de

paragraaf "Automatische wisregeling").

ACHTERRUITWISSER / -SPROEIER

Draaischakelaar 2, weergegeven in

fig. 37, kan in de volgende standen

worden gezet:

achterruitwisser gestopt

wissen met interval

continue werking, zonder pauze

tussen twee slagen.

De achterruitwisser kan op de volgende

manieren worden ingeschakeld:

wissen met interval met een pauze

van 2 seconden tussen twee slagen, als

draaischakelaar 2 in de stand

staat en de ruitenwisser niet is

ingeschakeld;

synchroon (met de halve snelheid

van de ruitenwisser), als

draaischakelaar 2 in de stand

staat en de ruitenwisser is

ingeschakeld of als draaischakelaar 2 in

de stand staat, de

achteruitversnelling is ingeschakeld en

de ruitenwisser is ingeschakeld;

doorlopend, als draaischakelaar 2 in

de stand staat.

Duw de hendel naar het dashboard

(onstabiele stand) om de

achterruitsproeier in te schakelen. Blijf

op de hendel duwen om zowel de

achterruitsproeier als de

36 04146J0003EM

37 P2000062-000-000

27

Page 30: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

achterruitwisser automatisch in te

schakelen met een enkele beweging.

Door de hendel los te laten, maakt de

achterruitwisser drie slagen, zoals

beschreven voor de ruitenwisser. In de

stand (achterruitwisser uit) wordt de

wis-/wascyclus na een pauze van

6 seconden voltooid met een enkele

slag. De automatische wis-/wasregeling

wordt niet uitgevoerd in de stand is

.

BELANGRIJK

22) Als de ruit schoongemaakt moet

worden, controleren of het systeem

uitgeschakeld is en of de sleutel op STOP

staat.

BELANGRIJK

5) Gebruik de ruitenwissers nooit om

opgehoopte sneeuw of ijs van de voorruit

te verwijderen. Onder dergelijke

omstandigheden wordt bij overbelasting

van de ruitenwisser de beveiliging

ingeschakeld, waardoor de ruitenwisser

enkele seconden wordt uitgeschakeld. Als

hierna de ruitenwisser niet meer werkt (ook

niet na de motor opnieuw te hebben

gestart), neem dan contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

6) Schakel de ruitenwissers niet met van de

ruit opgeheven wisserbladen in.

7) Schakel de regensensor nooit in tijdens

een schoonmaakbeurt in een wastunnel.

8) Zorg ervoor dat het systeem is

uitgeschakeld als er ijs op de voorruit zit.

28

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 31: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

KLIMAATREGELING

2)

HANDBEDIENDE KLIMAATREGELING

Bedieningselementen

38 P2000027-000-000

29

Page 32: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1 — draaiknop voor

temperatuurregeling (mengen van

warme en koude lucht):

Rode gebied = warme lucht;

Blauwe gebied = koude lucht.

2 — knop voor inschakeling/regeling

ventilator:

0 = ventilator uitgeschakeld;

1-2-3 = ventilatorsnelheid;

4 = maximum ventilatorsnelheid.

3 — aan/uit-knop interne

luchtrecirculatie;

4 — draaiknop luchtverdeling

luchtstroom uit roosters in het

midden en aan de zijkant

luchtstroom uit roosters in het

midden, aan de zijkant en roosters

beenruimten voor/achter

luchtstroom uit de luchtroosters

beenruimten voor en achter en

tevens een lichte luchtstroom uit de

luchtroosters aan de zijkant op het

dashboard

luchtstroom uit de luchtroosters

beenruimten voor en achter, naar

de voorruit, de zijruiten en tevens

een lichte luchtstroom uit de

luchtroosters aan de zijkant op het

dashboard

luchtstroom naar de voorruit, de

zijruiten en tevens een lichte

luchtstroom uit de luchtroosters

op het dashboard

5 — aan/uit knop compressor

klimaatregeling;

6 — knop voor inschakeling/

uitschakeling ontwaseming/ontdooien

achterruit.

30

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 33: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING

Bedieningselementen

39 P2000028-000-000

31

Page 34: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1 - instellingsknop voor temperatuur

passagierscompartiment; de ingestelde

temperatuur wordt getoond op het

display;

2 - MAX A/C functie op knop;

3 - Aan/uit knop compressor

klimaatregeling;

4 - knop voor activering MAX DEF

functie (snelle ontdooiing/ontwaseming

voorruit);

5 - aan/uit-knop klimaatregeling;

6 - instellingsknop voor

ventilatorsnelheid; de ingestelde

temperatuur wordt getoond op het

display;

7 - Luchtverdeelknoppen;

8 - toets voor inschakeling/

uitschakeling achterruitverwarming;

9 - aan/uit-knop interne

luchtrecirculatie;

10 - inschakelingsknop AUTO-functie

(automatische werking).

Selectie luchtverdeling

Door op de knoppen / / , te

drukken, kan handmatig een van de

5 instellingen voor de luchtverdeling

worden gekozen:

Luchtstroom naar de

uitstroomopeningen van de voorruit

en de voorste zijruiten om deze te

ontwasemen/ontdooien.

Luchtstroom naar de luchtroosters

in het midden en aan de zijkant van

het dashboard om de borst en het

gezicht tijdens het warme seizoen te

verkoelen.

Luchtstroom naar de

uitstroomopeningen voor de

beenruimten voor en achter. Deze

luchtverdeling zorgt voor een snelle

verwarming van het interieur,

waardoor onmiddellijk een

behaaglijk gevoel wordt verkregen.+ Luchtstroomverdeling tussen

uitstroomopeningen

beenruimten (hetere lucht) en

uitstroomopeningen

midden/zijkanten dashboard

(koelere lucht). Deze

luchtverdeling is bijzonder

nuttig op zonnige dagen in het

voor- en najaar.+ Luchtstroom verdeeld over

uitstroomopeningen

beenruimten en luchtroosters

voor voorruit en voorin aan de

zijkanten. Deze luchtverdeling

zorgt voor een snelle

verwarming van het interieur

en voorkomt dat de ruiten

beslaan.

In de AUTO-modus wordt de

luchtverdeling automatisch door de

klimaatregeling geregeld (de leds op de

knoppen 7 zijn uit). Bij handmatige

bediening wordt de ingestelde

luchtverdeling aangegeven door het

aangaan van de leds op de betreffende

knoppen.

Bij de gecombineerde functiemodus,

wordt bij bediening van een knop de

betreffende functie gelijktijdig met de

reeds ingestelde functies geactiveerd.

Als een knop wordt ingedrukt waarvan

de functie reeds actief is, wordt de

werking geannuleerd en gaat de

betreffende led op de knop uit. Druk op

de AUTO-knop om de automatische

regeling van de luchtverdeling na een

handmatige instelling te herstellen.

Start&Stop(waar aanwezig)

De automatische klimaatregeling regelt

het Start&Stop-systeem (motor wordt

afgezet wanneer de voertuigsnelheid

gelijk is aan 0 km/h) om een passend

comfort in het interieur te garanderen.

Wanneer het Start&Stop-systeem is

ingeschakeld (motor uit en voertuig

stilstaand), wordt de automatische

recirculatiefunctie met lucht van

buitenaf uitgeschakeld om de kans op

beslagen ruiten te verminderen

(aangezien de compressor is

uitgeschakeld).

32

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 35: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJK

2) Het systeem gebruikt een koelmiddel dat

compatibel is met de wetten die van kracht

zijn in de landen waar het voertuig wordt

verkocht, R134a of R1234yf. Gebruik voor

het bijvullen alleen het gas dat is aangeduid

op het plaatje in de motorruimte. Het

gebruik van andere koelmiddelen heeft

invloed op de efficiency en de conditie van

het systeem. Het smeermiddel dat voor de

compressor wordt gebruikt, is ook strikt

gekoppeld aan het type koelgas; raadpleeg

het Fiat Servicenetwerk.

ELEKTRISCHERUITBEDIENING

23)

De elektrische ruitbediening werkt met

de startinrichting op MAR en gedurende

ongeveer 3 minuten nadat de

startinrichting op STOP is gezet (of de

sleutel verwijderd is). Wanneer een van

de voorportieren wordt geopend wordt

het systeem buiten werking gesteld.

Bedieningselementenbestuurdersportier

Alle ruiten kunnen bediend worden

vanaf het portierpaneel aan

bestuurderszijde fig. 40.

1: linker voorruit openen/sluiten.

"Continue automatisch" operatie tijdens

het stadium openen/sluiten ruit;

2: rechter voorruit openen/sluiten.

"Continue automatisch" operatie tijdens

het stadium openen ruit;

3: inschakeling/uitschakeling

elektrische bediening achterste zijruiten;

4: rechter achterruit openen/sluiten

(indien aanwezig);

5: rechter achterruit openen/sluiten

(indien aanwezig).

Bediening passagiersportier enachterportier aan passagierszijde

Op het bedieningspaneel op het

voorportier aan passagierszijde zitten

toetsen voor de bediening van de

bijbehorende ruiten.

Op de bekledingen van het achterste

deurpanelen zitten de toetsen voor de

bediening van de bijbehorende ruiten.

BELANGRIJK

23) Oneigenlijk gebruik van de elektrische

ruitbediening kan gevaarlijk zijn. Controleer

voor en tijdens het bedienen altijd of de

passagiers niet kunnen worden verwond

door de bewegende ruiten of door

voorwerpen die door de ruit worden

meegesleept of geraakt. Verwijder altijd de

sleutel uit het contactslot als het voertuig

(voorzien van mechanische sleutel met

afstandsbediening) wordt verlaten om te

voorkomen dat onverwachtse bediening

van de elektrische ruitbediening gevaar

oplevert voor de achtergebleven

passagiers.

40 04166J0001EM

33

Page 36: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

MOTORKAP

OPENEN

Ga als volgt te werk:

trek de hendel 1 fig. 41, die zich in

de passagiersruimte bevindt, in de

richting van de pijl;

trek de hendel 2 fig. 42 in de richting

van de pijl;

til de motorkap op en maak

tegelijkertijd de steunstang 3 fig. 43 los

uit de vergrendeling; steek vervolgens

het uiteinde van de stang in de zitting

4 in de motorkap.

BELANGRIJK Verzeker u ervan, voordat

u de motorkap opent, dat de armen

van de ruitenwissers tegen de ruit

liggen en dat ze niet werken.

24) 25) 26)

SLUITEN

27)

Ga als volgt te werk:

houd de motorkap met één hand

omhoog, verwijder met de andere hand

de stang 3 fig. 43 uit de zitting 4 en zet

hem terug in de vergrendeling;

laat de motorkap tot op ongeveer

40 centimeter van de motorruimte

zakken en laat hem dan vallen.

Controleer of de motorkap volledig

gesloten is en niet alleen met de

beveiliging is vergrendeld door te

proberen hem op te tillen. Als de

motorkap niet perfect gesloten is,

probeer dan niet erop te drukken maar

open hem opnieuw en herhaal de

handeling.

BELANGRIJK Controleer altijd of de

motorkap goed vergrendeld is om te

voorkomen dat deze tijdens het rijden

open gaat.

BELANGRIJK

24) Verricht deze handelingen uitsluitend bij

stilstaande auto.

25) De motorkap kan plotseling omlaag

vallen als de steunstang niet correct

geplaatst is.

26) Gebruik beide handen om de motorkap

op te tillen. Controleer voordat de

motorkap wordt opgetild, of de armen van

de ruitenwissers wel tegen de ruit liggen,

het voertuig stilstaat en de handrem goed

is aangetrokken.

27) Om veiligheidsredenen moet de

achterklep tijdens het rijden altijd goed

gesloten zijn. Controleer dus altijd of de

motorkap goed gesloten en vergrendeld is.

Mocht u tijdens het rijden merken dat de

motorkap niet goed vergrendeld is, stop

dan onmiddellijk en sluit de motorkap op

de correcte manier.

41 04196J0001EM

42 04196J0002EM

43 04196J0003EM

34

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 37: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ELEKTRISCHESTUURBEK-RACHTIGING"DUALDRIVE"

Dit systeem werkt alleen als de

contactsleutel in de stand MAR staat en

bij draaiende motor. Met de elektrische

stuurbekrachtiging kan de benodigde

kracht voor het verdraaien van het

stuurwiel op basis van de

rijomstandigheden geregeld worden.

IN-/UITSCHAKELINGSTUURBEKRACHTIGING

28) 29)

Inschakeling/uitschakeling:

Druk op de fig. 44 knop.

De inschakeling van de functie wordt

gemeld door een visuele weergave

(CITY) op het instrumentenpaneel of,

afhankelijk van de versie, op het display.

Wanneer de CITY-functie is

ingeschakeld, draait het stuur erg licht,

waardoor makkelijker kan worden

geparkeerd: daarom is deze functie

bijzonder geschikt voor het rijden in de

stad.

Als de knop wordt ingedrukt tijdens het

draaien aan het stuur, wordt de

stuurbekrachtiging pas voelbaar

wanneer het stuur in de andere richting

wordt gedraaid of losgelaten. Op deze

manier wordt de stuurervaring niet

abrupt gewijzigd.

BELANGRIJK

28) After-market werkzaamheden waarbij

wijzigingen van de stuurinrichting of de

stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage

van een alarmsysteem) zijn ten strengste

verboden. Dergelijke werkzaamheden

kunnen de prestaties van het systeem en

de garantie in gevaar brengen en het kan

ook ernstige veiligheidsproblemen

veroorzaken of erin resulteren dat de auto

niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.

29) Stop, voordat er

onderhoudswerkzaamheden verricht

worden, altijd de motor en verwijder de

contactsleutel uit het slot om de

stuurkolom te vergrendelen (in het

bijzonder wanneer de wielen van de auto

los van de grond staan). Als dit niet

mogelijk is (bijv. als de contactsleutel in de

stand MAR moet staan of als de motor

moet draaien), de hoofdzekering van de

elektrische stuurbekrachtiging verwijderen.

44 P2000025-000-000

35

Page 38: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BAGAGERUIMTE

BELANGRIJK Leg, tijdens de reis, geen

woorwerpen op de hoedenplank want

deze kunnen passagiers verwonden in

het geval van een aanrijding of

plotseling remmen.

OPENEN

30)

Achterklep openen

Wanneer het centrale

vergrendelsysteem ontgrendeld is, kan

de achterklep van buitenaf geopend

worden met gebruik van de elektrische

openingshendel (waar voorzien)

fig. 45 onder de hendel totdat de klik

van het ontgrendelen wordt gehoord.

Het plafondlicht in de bagageruimte

gaat aan wanneer de achterklep wordt

geopend; het plafondlicht gaat

automatisch uit wanneer de achterklep

wordt gesloten (zie ook

"Interieurverlichting").

Als de achterklep open staat, zal de

plafondverlichting automatisch

uitgeschakeld worden om de accu niet

te laten ontladen.

Van binnenuit openen in geval vannood

Ga als volgt te werk:

breng de hoofdsteunen omlaag en

klap de rugleuningen in;

zoek de gele beschermkap A fig. 46,

die op het slot geklemd zit en verwijder

deze met de bijgeleverde

schroevendraaier;

plaats de schroevendraaier zodanig

dat lipje B fig. 47 geactiveerd wordt, om

het slot mechanisch te ontgrendelen.

SLUITEN

Om de achterklep te sluiten, laat u deze

in het slot zakken totdat u een klik

hoort.

BELANGRIJK Controleer of u in het

bezit van de sleutels bent voordat de

achterklep wordt gesloten, deze wordt

namelijk automatisch vergrendeld.

INITIALISATIE

BELANGRIJK Als de accu

losgekoppeld is geweest of als een

zekering is doorgebrand, moet het

mechanisme voor het openen/sluiten

van de achterklep opnieuw worden

geïnitialiseerd. Ga hiervoor als volgt te

werk:

sluit alle portieren en de achterklep;

druk op de knop " FIAT" op de

afstandsbediening;

45 P2000015-000-000

46 P2000092-000-000

47 P2000093-000-000

36

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 39: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

druk op de knop van de

afstandsbediening.

GEREEDSCHAPSHOUDER

(indien aanwezig)

Dit is een voorgevormde bak fig. 48 (bij

TIPO 5DOOR-versie) of fig. 49 (bij TIPO

STATION WAGON-versie) die zich in de

bagageruimte bevindt en waarin

voorwerpen opgeborgen kunnen

worden zodat er een vlakke laadvloer

beschikbaar is.LADING VASTZETTEN

TIPO 5DOOR versie

Er zitten vier haken in de hoeken van de

bagageruimte (twee aan de voorkant

1 en twee aan de achterkant 2 fig. 50 )

om de kabels te bevestigen waarmee

de lading vastgezet kan worden.

TIPO STATION WAGON versie

Er zitten vier ringen in de bagageruimte

(twee aan de voorkant 1 aan twee de

achterkant 2 fig. 51 ) waarmee de

lading vastgezet kan worden.

BAGAGE-AFDEKHOES

TIPO STATION WAGON versie

31)

Volledig sluiten

Trek de bagage afdekhoes fig. 52 met

de specifieke handgreep 1 over de

bagageruimte en zet hem met de

bevestigingen 2 fig. 53 aan de zijden

vast.

48 P2000164

49 P2000165

50 P1030204-000-000

51 P2000118

37

Page 40: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Op deze manier wordt de volledige

sluiting verkregen zoals is afgebeeld op

fig. 54.

Gedeeltelijk sluiten

De bagage afdekhoes kan gedeeltelijk

worden gesloten door deze met de

bevestigingen halverwege fig. 55 vast te

zetten.

Openen

Trek de bagage afdekhoes met de

specifieke handgreep iets naar u toe

om deze uit de bevestigingen los te

halen en verplaats hem met de hand.

Verwijderen

Ga als volgt te werk om de bagage

afdekhoes te verwijderen:

rol hem op zoals hierboven is

beschreven;

trek de ontgrendelhendel 1 helemaal

rechts omhoog en houd hem in deze

stand fig. 57;

til het rechter uiteinde van het

oprolmechanisme 2 omhoog en

verwijder tevens het linker uiteinde.

52 P2000131

53 P2000109

54 P2000111

55 P2000110

56 P2000112

57 P2000113

38

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 41: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Terugplaatsen

Ga als volgt te werk om de bagage

afdekhoes terug te plaatsen:

breng het linker uiteinde van het

oprolmechanisme 2 fig. 57 op de

specifieke plaats aan;

trek de ontgrendelhendel 1 helemaal

rechts omhoog en houd hem in deze

stand;

breng het rechter uiteinde van de

bagage afdekhoes aan en zet het

oprolmechanisme vast.

DUBBELE LAADRUIMTE

TIPO STATION WAGON versie

9)

Het voertuig is voorzien van een

laadvloer met twee verschillende

hoogteverstellingen, zodat de drempel

van de laadruimte kan worden

genivelleerd en het volume van de

bagageruimte kan worden aangepast.

Met de laadvloer in de hoge stand kunt

u de ruimte eronder gebruiken voor het

opbergen van fragiele of kleine

voorwerpen.

Ga als volgt te werk om toegang te

krijgen tot de ruimte onder de

laadruimte:

til de laadvloer 1 op met de

handgreep 2 fig. 58 en laat het op de

twee zijsteunen 3 fig. 59 steunen.

De laadvloer op het lage niveau

plaatsen

Het laadvermogen kan verder worden

uitgebreid door het oppervlak van de

laadruimte als volgt te laten zakken:

til de laadvloer 1 op met de

specifieke handgreep 2 fig. 58;

verwijder de laadvloer uit de

bagageruimte;

breng de laadvloer weer in de

bagageruimte aan en zorg er daarbij

voor dat u het aanbrengt op het lage

niveau fig. 60 en dus niet op het hoge

niveau 1.

Ga als volgt te werk om de laadvloer in

de hoge stand te zetten:

til de laadvloer 1 op met de

specifieke handgreep 2;

verwijder de laadvloer uit de

bagageruimte;

breng de laadvloer weer in de

bagageruimte aan en zorg er daarbij

voor dat u het aanbrengt op het hoge

niveau 1 fig. 60 zodat de drempel van

de laadvloer vlak is fig. 61.

58 P2000114

59 P2000115

60 P2000116

39

Page 42: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ZIJPANELEN

TIPO STATION WAGON versie

Aan de zijden van de laadvloer zijn twee

zijpanelen 1 (één per zijde)

fig. 62 aangebracht.

Verwijder de zijpanelen van hun plaats

door ze omhoog te trekken.

Breng de zijpanelen aan door deel

1 ervan fig. 63 aan de brengen in de

desbetreffende sleuf 2 van de zitting

fig. 64 en schuif het paneel naar

beneden.

BELANGRIJK

30) Let op bij het openen van de

achterklep als er een imperiaal gemonteerd

is.

31) Bij een ongeval of bruusk remmen kan

elk voorwerp dat op het kleed gelegd is in

het interieur geslingerd worden, met gevaar

van letsel van de inzittenden.

BELANGRIJK

9) Dankzij de afmetingen van de laadvloer

kan een maximale capaciteit van 95 kg

verkregen worden: laad geen zwaardere

voorwerpen in de bagageruimte.61 P2000112

62 P2000119

63 P2000120

64 P2000121

40

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 43: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

IMPERIAAL/SKIDRAGER

Het voertuig kan uitgerust zijn met twee

dwarsstangen die, met de toevoeging

van speciale accessoires, gebruikt

kunnen worden om verschillende

voorwerpen (bijv. ski's, surfboards,

fietsen, enz.) te vervoeren.

De voorste koppelingen bevinden zich

op de punten 1 fig. 65.

De achterste koppelingen bevinden zich

op de punten 2.

Punten 1 kunnen worden bereikt met

de portieren open, punten 2 kunnen

worden bereikt met de achterportieren

open.

32)

10) 11)

Voor de installatie wordt verwezen naar

de gebruiksaanwijzingen van de

fabrikant van de dwarsstangen. Neem

voor meer informatie contact op met

het Fiat Servicenetwerk.

BELANGRIJK

32) Verzeker u ervan, voordat u gaat rijden,

dat de dwarsstangen goed gemonteerd

zijn.

BELANGRIJK

10) Overschrijd nooit de maximaal

toegestane belading (zie de paragraaf

"Gewichten" in het hoofdstuk "Technische

gegevens").

11) De wettelijke voorschriften betreffende

de maximale afmetingen moeten altijd in

acht worden genomen.

VERSIE METLPG-SYSTEEM

33) 34)

12) 13) 14) 15)

INLEIDING

De LPG-uitvoering heeft twee

brandstoftoevoersystemen: een voor

benzine en een voor LPG.

PASSIEVE VEILIGHEID /ACTIEVE VEILIGHEID

Passieve veiligheid

De auto heeft dezelfde passieve

veiligheidsspecificaties als andere

uitvoeringen. Met name zijn de

bevestigingen van de tank (die in de

ruimte voor het noodreservewiel zit)

zodanig ontworpen dat ze botsproeven

doorstaan in overeenstemming met de

veiligheidsstandaards van Fiat.

Bij het rijden op LPG stroomt het gas (in

vloeibare staat) afkomstig uit de tank,

via de speciale leiding naar de

drukregelaar. Hierin bevindt zich een

veiligheidsmagneetklep die de

LPG-stroom onderbreekt als de sleutel

uit het contact wordt gehaald of

wanneer de bestuurder overschakelt op

het andere brandstoftoevoersysteem

(keuze van benzinetoevoer).

65 04256J0001EM

41

Page 44: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Samen met de magneetregelklep sluit

een tweede magneetklep, in de tank,

de LPG-pijp bij de uitlaat van de tank

af.

De twee magneetkleppen zijn

aangesloten op het systeem voor

brandstofafsluiting (Fire Protection

System).

De LPG-tank voldoet aan de huidige

wettelijke voorschriften van de landen

waar de auto wordt verkocht.

Actieve veiligheid

De auto heeft dezelfde actieve

veiligheidskenmerken als de andere

versies.

Alhoewel het LPG-systeem talrijke

veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt

geadviseerd als volgt te werk te gaan

als de auto lange tijd niet gebruikt wordt

of als de auto verplaatst wordt in een

noodgeval na pech of een ongeval:

de bevestigingselementen 1

fig. 66los te maken en vervolgens het

deksel 2 te verwijderen;

draai de LPG-kraan dicht door de

ring 1 fig. 67rechtsom te draaien;

zet het deksel terug en draai de

bevestigingen weer vast.

BELANGRIJK Als er gaslucht wordt

waargenomen, schakel dan over van

de werking op LPG naar de werking op

benzine en ga onmiddellijk naar het Fiat

Servicepunt om het voertuig te laten

controleren en eventuele

systeemstoringen uit te sluiten.

LPG-TANK

De auto heeft een onder druk staande

tank voor de opslag van LPG in

vloeibare staat. Deze is toroïdaal en is in

de ruimte voor het reservewiel geplaatst

en is op passende wijze beschermd.

Certificatie LPG-TANK

De LPG tank is gecertificeerd in

overeenstemming met de geldende

voorschriften.

In Italië heeft de tank een levensduur

van 10 jaar vanaf de

kentekenregistratiedatum van de auto.

Als de auto in een ander land dan Italië

is geregistreerd, kunnen de duur en

test- en inspectieprocedures van de

LPG-tank variëren, afhankelijk van de

wettelijke voorschriften die in dat land

van kracht zijn. Ga in ieder geval, als de

tijdslimiet in uw land verstreken is, naar

een Fiat dealer om de tank te laten

vervangen.

LPG-/BENZINESCHAKELAAR

Deze motor loopt normaal op LPG

behalve tijdens het starten, dan werkt

hij op benzine. De omschakeling naar

LPG vindt automatisch plaats. Het

lampje 1 fig. 68 op het

instrumentenpaneel gaat uit.

66 PGL00002

67 PGL00003

42

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 45: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Druk op de knop op het

instrumentenpaneel fig. 69 als u op

benzine wilt rijden. De overschakeling is

correct verricht als de led boven de

knop gaat branden.

Onafhankelijk van het laatst gebruikte

brandstoftoevoersysteem, zal het

systeem bij de volgende keer dat de

motor gestart wordt, na de

aanvankelijke benzinefase, automatisch

overschakelen naar aardgas.

De streepjes 2 fig. 70 op het display

geven het LPG-niveau in de tank aan.

Om te garanderen dat de omschakeling

in volstrekte veiligheid plaatsvindt,

hangt de daadwerkelijke omschakeling

naar het gewenste brandstofsysteem af

van de omstandigheden waaronder de

auto gebruikt wordt, en hoeft dus niet

onmiddellijk te zijn. De omschakeling

wordt bevestigd door het aan-/uitgaan

van het groene lampje op het

instrumentenpaneel.

Opmerking

Wanneer om omschakeling verzocht

wordt kan er een metaalachtig geluid

van de kleppen gehoord worden als

deze het circuit onder druk zetten. Bij

de omschakellogica zoals hierboven

beschreven, is een vertraging tussen

het tikkende geluid van de kleppen en

het uitgaan van het lampje op het

instrumentenpaneel volstrekt normaal.

Bovendien kan, bij het starten bij een

buitentemperatuur van minder dan

ongeveer -10 °C, de omschakeltijd van

benzine naar LPG langer zijn om de

drukregelaar voor te verwarmen.

Druk bij stilstaande auto en met

lopende motor of terwijl u rijdt op de

knop fig. 69 op het

instrumentenpaneel om van de ene

naar de andere brandstof over te

schakelen.

16) 17)

LPG-BRANDSTOFRESERVE

Wanneer de resterende hoeveelheid

LPG onder 1/5 van de tankinhoud

komt:

blijft het eerste streepje op het

display 1 fig. 71 branden;

68 PGL00022

69 PGL00001

70 PGL00023

71 PGL00029

43

Page 46: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

gaat het gele lampje 2 op het

instrumentenpaneel branden;

klinkt er een geluidssignaal.

Het knipperen op het display gaat door

tot de volgende LPG-tankbeurt, ook als

de motor op benzine loopt.

Als de LPG op is, schakelt het systeem

automatisch over naar benzine en gaat

het lampje 1 fig. 68 op het

instrumentenpaneel branden.

MELDING STORING VAN HETSYSTEEM

Bij een storing in het LPG-systeem

wordt het symbool weergegeven en

worden alle peilstreepjes uitgeschakeld.

Neem in dat geval zo snel mogelijk

contact op met een Fiat

Servicenetwerk, en rijd verder op

benzine.

TANKEN

18) 19)

LPG

Maximale vulcapaciteit (inclusief

reserve): 42 liter. Er is bij de waarde

reeds rekening gehouden met de 80%

vullimiet van de tank en de

resthoeveelheid die nodig is voor de

opvoering; deze waarde

vertegenwoordigt de maximum

toelaatbare vulinhoud. Bovendien kan

deze maximuminhoud, na herhaaldelijk

tanken, afwijken wegens verschillen

tussen de toevoerdrukwaarden bij de

tankstations, pompen met verschillende

toevoer-/blokkeringswaarden, of een

tank die niet helemaal leeg is.

BELANGRIJK Om een inconsistente

weergave van de LPG-meter op het

instrumentenpaneel te voorkomen, is

het raadzaam om bij elke tankbeurt

minstens 10 liter te tanken.

BELANGRIJK

33) Let wel dat in sommige landen

(inclusief Italië) wettelijke beperkingen

gelden voor het parkeren/stallen van auto's

die rijden op gas dat dichter is dan

zuurstof; LPG valt onder deze categorie.

34) Als er gaslucht wordt waargenomen,

schakel dan over van werking op LPG naar

werking op benzine en ga onmiddellijk naar

een Fiat Servicepunt om het voertuig te

laten controleren en eventuele

systeemstoringen uit te sluiten.

BELANGRIJK

12) De auto is uitgerust met een gasvormig

LPG inspuitsysteem dat speciaal

ontworpen is voor deze auto: daarom is het

absoluut verboden de configuratie van het

systeem of de componenten ervan te

wijzigen. Het gebruik van andere

componenten of materialen zou kunnen

leiden tot een slechte werking en

verminderde veiligheid; neem dus in geval

van problemen altijd contact op met het

Fiat Servicenetwerk. Volg, om beschadiging

aan onderdelen van het gassysteem te

voorkomen, wanneer het voertuig wordt

gesleept of opgekrikt, de aanwijzingen op

die beschreven zijn in de paragraaf "Slepen

van het voertuig" van het Instructieboek.

13) Het systeem werkt op temperaturen

tussen -20°C en 100°C.

14) Bij gebruik van een lakoven moet de

LPG-tank uit de auto verwijderd worden en

later weer worden gemonteerd bij het Fiat

Servicenetwerk. Alhoewel het LPG-systeem

talrijke veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt

geadviseerd als volgt te werk te gaan als de

auto langere tijd niet gebruikt wordt of als

het voertuig verplaatst wordt in een

noodgeval na panne of een ongeval: draai

de bevestigingselementen van de LPG-tank

los en verwijder de tank. Draai de

LPG-kraan dicht door de ringmoer

rechtsom te draaien (zie "Passieve/actieve

veiligheid"). Zet het deksel terug en draai de

bevestigingen weer vast.

44

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 47: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

15) Wanneer om omschakeling verzocht

wordt kan er een metaalachtig geluid van

de kleppen gehoord worden als deze het

circuit onder druk zetten. Bij de

omschakellogica zoals hierboven

beschreven, is een vertraging tussen het

tikkende geluid van de kleppen en het

uitgaan van het lampje op het

instrumentenpaneel volstrekt normaal.

16) Schakel niet om tussen de twee

werkingsmethodes tijdens het starten van

de motor.

17) In bijzondere gebruiksomstandigheden,

zoals starten en de werking op LPG met

een laag propaangehalte bij lage

buitentemperaturen, kan het systeem

tijdelijk omschakelen naar de werking op

benzine, zonder dat er op het display een

indicatie verschijnt of een lampje gaat

branden. Als het LPG-niveau in de tank

laag is of als er hoge prestaties gevraagd

worden (bijv. inhalen, volgeladen auto, steile

hellingen) kan het systeem automatisch

overschakelen naar werking op benzine om

het vereiste motorvermogen te garanderen;

het groene lampje op het

instrumentenpaneel gaat branden om dit

aan te geven. Wanneer bovengenoemde

omstandigheden niet langer aanwezig zijn,

keert het systeem automatisch terug naar

werking op LPG en gaat het groene lampje

uit. Om bovenbeschreven automatische

omschakeling te verkrijgen, moet u zich

ervan verzekeren dat er altijd voldoende

brandstof in de benzinetank zit.

18) Het strikt verboden is om additieven in

LPG te gebruiken. Het wordt geadviseerd

zo nu en dan (minstens één keer elke zes

maanden), de LPG in de tank volledig op te

maken en bij de volgende tankbeurt te

controleren of de maximuminhoud van

42 liter (inclusief reserve) (met een tolerantie

van 1 liter) niet overschreden wordt. Als het

niveau de 42 liter (inclusief reserve)

overschrijdt, neem dan onmiddellijk contact

op met het Fiat Servicenetwerk.

19) Gebruik uitsluitend LPG voor

motorvoertuigen.

ACTIVE GRILLESHUTTER

(indien aanwezig)

Uw auto kan voorzien zijn van een

Active Grille Shutter. Dit is een

automatisch systeem met beweegbare

panelen dat zich voor het koelsysteem

bevindt. Deze panelen kunnen zich

automatisch openen en sluiten om de

aerodynamische efficiëntie van de auto

te verbeteren en daardoor zowel het

brandstofverbruik terug te dringen als

een optimale bedrijfstemperatuur voor

de motor te bewerkstelligen.

Indien meer lucht nodig is om te koelen

(bijv. tijdens ritten in de stad), zullen de

panelen zich openen, terwijl de grille zal

sluiten bij lage temperaturen of een

toereikende luchtstroom (bijv. tijdens

ritten op snelwegen).

Bij een fout zal op het

instrumentenpaneel het lampje

gaan branden.

45

Page 48: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ECO-FUNCTIE(waar aanwezig)

Druk op de knop ECO fig. 72 om deze

functie in te schakelen.

De ECO-functie werkt alleen in de

automatische modus en zorgt voor een

schakelwijze waarbij de rijstijl zo

brandstofzuinig mogelijk is.

Wanneer de functie actief is, brandt de

LED op de knop. Deze functie wordt

opgeslagen: wanneer het voertuig

opnieuw wordt gestart, behoudt het

systeem de instelling die het vóór het

afzetten van de motor had. Druk

opnieuw op de ECO-knop om de

functie uit te schakelen en de normale

rij-instelling te herstellen.

BELANGRIJK Als de accu wordt

losgekoppeld/aangesloten zal de

ECO-functie worden uitgeschakeld en

zullen de normale rij-instellingen worden

hersteld.

BELANGRIJK Voor versies met

adaptieve Cruise-Control (ACC) werkt

de ECO-functie ook op de

acceleratierespons van de adaptieve

cruisecontrol. Als meer responsief

gedrag gewenst is, kan de ECO-functie

worden uitgeschakeld of het gaspedaal

worden bediend. In dit laatste geval zal

de normale adaptieve Cruise-Control

worden hervat als het pedaal wordt

losgelaten.

72 P2000155

46

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TD

EA

UTO

Page 49: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

In dit deel van het instructieboek vindt u

alle informatie die u nodig hebt om het

instrumentenpaneel goed te begrijpen,

te interpreteren en te gebruiken.

BEDIENINGSPANEEL EN

BOORDINSTRUMENTEN . . . . . . . .48

DISPLAY . . . . . . . . . . . . . . . . . .50

BOORDCOMPUTER . . . . . . . . . . .55

LAMPJES EN BERICHTEN . . . . . . .56

47

KENNISMAKING MET HETINSTRUMENTENPANEEL

Page 50: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BEDIENINGSPANEEL EN BOORDINSTRUMENTEN

HERCONFIGUREERBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY

1. Snelheidsmeter 2. Brandstofmeter met reservelampje 3. Display 4. Digitale koelvloeistoftemperatuurmeter metwaarschuwingslampje oververhitting 5. Toerenteller.

Waarschuwingslampje alleen aanwezig op Dieseluitvoeringen. Bij dieselversies is de volledige schaal van de toerenteller

7000 tpm.

BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.

73 P05016J004

48

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

Page 51: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

MULTIFUNCTIONEEL HERCONFIGUREERDBAAR DISPLAY — LPG-VERSIE

1. Snelheidsmeter 2. Digitale benzinemeter met reservelampje 3. Display 4. Digitale LPG-meter met reservelampje5. Toerenteller.

BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.

74 PGL6J0020

49

Page 52: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

DISPLAY

BESCHRIJVING

Het voertuig is uitgerust met een

display waarop nuttige informatie voor

de bestuurder weergegeven kan

worden tijdens het rijden.

Met de startinrichting in de STOP-stand

en verwijderde contactsleutel, schakelt

het display in en toont enkele seconden

de tijd en de totaalstand van de

kilometerteller (in km of mijlen) wanneer

een portier geopend/gesloten wordt.

SCHAKELINDICATOR

Het GSI-systeem (Gear Shift Indicator)

geeft een melding 4 fig. 75 op het

instrumentenpaneel om de bestuurder

te adviseren wanneer moet worden

geschakeld.

Via de GSI wordt de bestuurder

gewaarschuwd dat een andere

versnelling brandstofbesparing kan

opleveren.

Wanneer het symbool op het display

verschijnt, stelt GSI voor naar een

hogere versnelling te schakelen.

Wanneer het symbool wordt

weergegeven, stelt de GSI voor te

schakelen naar een lagere versnelling.

De aanduiding op het display blijft

branden tot er een versnelling wordt

ingeschakeld of de rijomstandigheden

terugkeren naar een situatie waarin

schakelen niet nodig is om het verbruik

te optimaliseren.

Bij sommige versies worden de

gekozen en de aanbevolen versnelling

weergegeven naast het symbool of

.

Ook kan het symbool getoond

worden, zoals te zien in fig. 75, als het

GSI adviseert twee versnellingen op te

schakelen vanuit de huidige versnelling.

Bij deze versies toont het systeem

alleen de gekozen versnelling als de

rijomstandigheden geen schakeling

vereisen om het brandstofverbruik te

optimaliseren.

De meldingen van de gekozen

versnelling en de aanbevolen

schakeling verdwijnen tijdelijk van het

display tijdens de schakeling en

verschijnen weer zodra de schakeling is

voltooid.

HERCONFIGUREERBAARMULTIFUNCTIONEELDISPLAY

Op het display fig. 75 wordt de

volgende informatie weergegeven:

1: stand hoogteregeling

koplampen,indicatie gebruikte

versnelling, buitentemperatuur, kompas

(waar aanwezig), datum.

2: voertuigsnelheid,

waarschuwingsberichten/alle

storingsindicaties.

3: totaal aantal afgelegde kilometers

(of mijlen) en symbolen van alle

storingsindicaties.

4: indicatie van de schakelsuggestie

(GSI).

75 P2000078-000-000

50

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

Page 53: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BEDIENINGSKNOPPEN

Deze bevinden zich aan de linkerkant

van het stuurwiel fig. 76.

Hiermee kan de bestuurder de opties in

het Hoofdmenu van het display

selecteren en bedienen (zie paragraaf

"Hoofdmenu").

/ : druk de knoppen in en laat

ze los voor toegang tot het hoofdmenu

en om omhoog en omlaag door het

menu en de submenu's te bladeren.

/ : druk op de knoppen en laat

ze los om toegang te krijgen tot de

informatieschermen of de submenu's

van een optie van het hoofdmenu.

OK: druk op deze knop om toegang

te krijgen tot de infoschermen of de

submenu's van een optie van het

hoofdmenu of om deze te selecteren.

Houd de knop 1 seconde ingedrukt om

de weergegeven/geselecteerde functies

te resetten.

HOOFDMENU

Het hoofdmenu bestaat uit een serie

opties die gekozen kunnen worden met

de bedieningskoppen, waarna

verschillende keuze- en

instellingsmogelijkheden, vermeld in de

volgende paragrafen, worden geboden.

OPMERKINGEN

Sommige opties hebben een

submenu.

Bij het Uconnect™ 5" of 7"

HD-systeem worden sommige

menuopties weergegeven en beheerd

op het display van dat systeem en niet

op het display op het

instrumentenpaneel (zie het speciale

Multimedia-hoofdstuk of het

supplement dat online beschikbaar is).

MENUOPTIES

Het menu omvat de volgende opties:

TRIP

GSI

INFO VOERTUIG

DRIVER ASSIST

AUDIO (functie beschikbaar op

versies en markten waar aanwezig)

TELEFOON (functie beschikbaar op

versies en markten waar aanwezig)

NAVIGATIE (functie beschikbaar op

versies en markten waar aanwezig)

AANKONDIGING

VOERTUIGINSTELLINGEN

Trip

Deze menuoptie toont informatie over

de "Trip computer" (zie voor meer

informatie de beschrijving in de

paragraaf "Trip computer" in dit

hoofdstuk).

De informatie die op het display wordt

weergegeven is:

Moment. info: afstand (km of mijlen),

huidig brandstofverbruik (mpg, of

l/100 km of km/l);

Trip A: afstand A (km of mijlen), reistijd A

(uren/minuten/seconden), gemiddeld

verbruik A (mpg, of l/100 km of km/l),

gemiddelde snelheid A (km/h of mph);

Trip B: afstand B (km of mijlen),

gemiddeld verbruik B (mpg, of l/100 km

of km/l), reistijd B (uren/minuten/

seconden), gemiddelde snelheid B

(km/h of mph).

Snelheidsmeter: km of mijlen worden

weergegeven. Druk op OK terwijl de

snelheidsmeter wordt weergegeven om

te schakelen tussen km/h of mph. Als u

dit scherm verlaat, wordt de nieuw

geselecteerde maateenheid van kracht.

GSI

Deze menu-optie maakt het mogelijk de

gear shift indicator te zien, geleverd

door het GSI (gear shift indicator)

systeem op het display.

76 05036J0004EM

51

Page 54: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Info voertuig

Deze menuoptie toont informatie over

de toestand van het voertuig.

Druk op de knop of om de

onderstaande opties te selecteren.

Bandendruk: informatie weergegeven

op het TPMS (waar aanwezig) (zie voor

meer informatie de beschrijving in de

paragraaf "Hulprijsystemen" in het

hoofdstuk "Veiligheid).

Motorolietemperatuur:

motorolietemperatuur weergegeven.

Laat motorolie verversen: indicatie voor

verversing motorolie.

Accuspanning laag: weergave van de

waarde van de accuspanning

(laadniveau).

Service (Geprogrammeerd onderhoud):

Aantal kilometers (of mijlen) en dagen

tot de volgende geprogrammeerde

onderhoudsbeurt.

WAARSCHUWINGEN

In het “Geprogrammeerd

Onderhoudsschema” zijn de

onderhoudsbeurten van het voertuig op

vaste intervallen vermeld (zie het

hoofdstuk "Onderhoud en zorg").

Dit wordt automatisch weergegeven,

met de startinrichting op MAR,

2000 km vóór de onderhoudsbeurt of,

waar aanwezig, 30 dagen vóór de

onderhoudsbeurt. Dit wordt ook

weergegeven wanneer de sleutel naar

MAR wordt gedraaid of, bij bepaalde

versies, om de 200 km. Onder deze

drempelwaarde wordt dit bericht met

kortere intervallen weergegeven. Het

bericht verschijnt in kilometers of mijlen,

afhankelijk van de meeteenheid die is

ingesteld.

Wanneer het onderhoudsinterval bijna is

vervallen en de startinrichting op MAR

wordt gezet, verschijnt het woord

"Service" op het display, gevolgd door

het aantal resterende kilometers/mijlen

of het aantal resterende dagen. Neem

contact op met het Fiat Servicenetwerk

om de werkzaamheden van het

"Geprogrammeerd

onderhoudsschema" te laten verrichten

en het bericht te resetten.

Driver Assist

Met deze menuoptie kunt u de

instellingen van de adaptieve cruise

control (ACC) bekijken of wijzigen op

het display van het instrumentenpaneel.

Audio(functie beschikbaar op versies en

markten waar aanwezig)

Met deze menuoptie kan bepaalde

informatie die op het Uconnect™

systeem wordt weergegeven, herhaald

worden op het display van het

instrumentenpaneel (zie voor meer

informatie het hieraan gewijde

hoofdstuk).

Telefoon(functie beschikbaar op versies en

markten waar aanwezig)

Met deze menuoptie kan bepaalde

informatie die op het Uconnect™

systeem wordt weergegeven, herhaald

worden op het display van het

instrumentenpaneel (zie voor meer

informatie het hieraan gewijde

hoofdstuk).

De weergegeven informatie omvat de

koppelingstoestand van de mobiele

telefoon (gekoppeld of niet gekoppeld),

actieve/inkomende/in de wacht

gesprekken en het beheer van dubbele

gesprekken (eerste inkomend, tweede

in de wacht, enz.).

In het telefoonmenu kunt u de drie

submenu's “SMS-lezer”, “recente

oproep.” en “favoriete nummers”

selecteren (beschikbaar met het

systeem Uconnect™7'' HD). Kies een

submenu met behulp van de pijlen

of . Dit menu kan ook worden

gebruikt om de laatste 10 oproepen of

de laatste 10 SMSjes te selecteren en

beheren met de richtingknopjes op het

stuur.

Navigatie(functie beschikbaar op versies en

markten waar aanwezig)

52

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

Page 55: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Met deze menuoptie kan bepaalde

informatie die op het Uconnect™ 5" of

7" HD-systeem wordt weergegeven,

herhaald worden op het display van het

instrumentenpaneel (zie voor meer

informatie het hieraan gewijde

hoofdstuk).

Aankondiging

Deze menuoptie geeft informatie-/

storingsberichten die door het systeem

zijn opgeslagen weer.

Voertuiginstellingen

Met deze menuoptie kunnen de

instellingen gewijzigd worden voor:

Display;

Meeteenheid;

Klok & Datum;

Veiligheid;

Veiligheid / Hulp;

Lichten;

Portieren+Vergrendeling

Display

Bij selectie van de optie "Display" hebt

u toegang tot de volgende instellingen:

Display-instellingen (display van het

instrumentenpaneel wijzigen): deze

menu-optie maakt het mogelijk om de

weergave van de informatie te wijzigen,

bijvoorbeeld Kompas (waar aanwezig),

Buitentemperatuur, Datum

(dag/maand), Tijd (uren/minuten),

Audio-informatie (waar aanwezig).

Selecteren van "herstellen van

standaardinstellingen" maakt het

mogelijk de standaardinstellingen te

resetten en te herstellen;

Taal: hiermee kan de taal van de

weergave van de informatie/

waarschuwingen geselecteerd worden;

Zie telefoon: wordt gebruikt om het

display van pop-ups op het

instrumentenpaneel in/uit te schakelen

wanneer er binnenkomende oproepen,

uitgaande oproepen, in de wacht

staande oproepen, audioconferences

en binnenkomende sms-berichten zijn

(verkrijgbaar op versies en markten

waar beschikbaar);

Zie navigatie: hiermee kan de

informatie over de navigatiemodus op

het instrumentenpaneel weergegeven

worden (verkrijgbaar op versies en

markten waar beschikbaar);

Automatische Trip B reset: hiermee

kunt u de resetopties voor Trip B

instellen;

Displayhelderheid: deze functie wordt

gebruikt om de helderheidsniveaus

(8 niveaus) voor het display en alle

andere componenten met

achtergrondverlichting in te stellen. De

displayhelderheid kan worden ingesteld

in alle weersomstandigheden, terwijl alle

andere componenten (bijv.

klimaatregeling, radio, dashboard,

knoppen, etc.) alleen 's nachts kunnen

worden aangepast of wanneer de

dimlichten aan zijn. Als u de helderheid

wilt instellen, drukt u kort op de knop

OK. Op het display ziet u het eerder

ingestelde “niveau” van de helderheid.

Druk op de knop of om het

niveau aan te passen. Om terug te

keren naar het vorige scherm, druk kort

op de knop.

Meeteenheid

Hiermee kunnen de meeteenheden

geselecteerd worden voor weergave

van de verschillende waarden.

De opties zijn:

Imperiaal

Metrisch

Gepersonaliseerd

Tijd en datum

Selecteer de optie "Tijd en datum" om

de klok in te stellen.

De opties zijn:

Tijd instellen: regelen van

uren/minuten;

Tijdsformaat: hiermee kan de

tijdnotatie ingesteld worden op "12h"

(12 uur) of "24h" (24 uur);

Datum Instellen: regelen van

dag/maand/jaar.

Veiligheid

Selecteer de optie "Veiligheid" om de

volgende instellingen te maken:

Passagier AIR BAG: zij-airbag

53

Page 56: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

passagier in-/uitschakelen "Off" (om uit

te schakelen) of "On" (om in te

schakelen). Passagiersbescherming

uitgeschakeld: de LED gaat

permanent branden op het

instrumentenpaneel;

Piep snelheid: instelling van de

snelheidslimiet van het voertuig (km/h

of mph). Wanneer deze wordt

overschreden, wordt de bestuurder

gewaarschuwd door een geluids- en

visueel signaal;

Piep veiligheidsgordels: deze functie

kan alleen worden weergegeven nadat

het Fiat Servicenetwerk het

SBR-systeem heeft uitgeschakeld (zie

de paragraaf "SBR-systeem" in het

hoofdstuk "Veiligheid").

Veiligheid / Hulp

Selecteer de optie "Veiligheid / Hulp"

om de volgende instellingen te maken:

Regensensor: inschakeling/

uitschakeling van de automatische

werking van de ruitenwissers in geval

van regen;

Geluidssterkte: selectie van het

volume van de zoemer die de weergave

van de storing/waarschuwing vergezelt;

Brake Control: selectie van de

interventiewijze voor het Full Brake

Control-systeem;

"Gev. Brake Control": selectie van de

"reactiegevoeligheid" van het Full Brake

Control systeem, op basis van de

afstand tot het obstakel;

Park Assist: selectie van het type

waarschuwing dat door het Park

Assist-systeem wordt gegeven;

Vol. Park Assist: selectie van het

volume van de akoestische

waarschuwingen die door het Park

Assist-systeem worden gegeven.

Lichten

Selecteer de optie "Lichten" om de

volgende instellingen te maken:

Welkomstverlicht: selectie helderheid

interieurverlichting;

Dagrijverlichting: inschakeling/

uitschakeling van de dagrijlichten;

Flanklichten: inschakeling/

uitschakeling van de bochtverlichting

(waar aanwezig);

Sensor koplampen: regeling van de

gevoeligheid voor inschakeling van de

koplampen;

Follow me home: instelling van de

vertraging bij uitschakeling van de

koplampen na het afzetten van de

motor.

Portieren+Vergrendeling

Selecteer de optie

"Portieren+Vergrendeling" om de

volgende instellingen te maken:

Autoclose: inschakeling/uitschakeling

van de automatische

portiervergrendeling bij rijdend voertuig;

Lichten bij sluiten: knipperen van de

richtingaanwijzer bij het vergrendelen

van de portieren;

Portier open bij uitstapp.:

automatische ontgrendeling van de

portieren bij het uitstappen.

54

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

Page 57: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BOORDCOMPUTER

De "Trip computer" geeft informatie

over de werking van het voertuig op het

display weer, wanneer de startinrichting

in MAR staat.

Deze functie heeft twee verschillende

geheugens, genoemd "Trip A" en "Trip

B", waar de tripgegevens apart van

elkaar geregistreerd worden.

Beide geheugens kunnen worden

gereset.

“Trip A” en “Trip B” worden gebruikt om

informatie weer te geven over:

Autonomie

Huidig verbruik

Afstand (afgelegde afstand)

Gemiddeld brandstofverbruik

Gemiddelde snelheid

Reistijd (rijtijd)

OPMERKING De weergegeven

gegevens kunnen veranderen

gebaseerd op de versie van het

voertuig.

Om te waarden te resetten, de knop

OK op het stuurwiel ingedrukt houden

fig. 77.

OPMERKING De parameters “Bereik”

en “Huidig verbruik" kunnen niet

gereset worden.

77 05036J0004EM

55

Page 58: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

LAMPJES EN BERICHTEN

BELANGRIJK Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er

klinkt een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun

beknopte karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het

Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. Zie de informatie in dit hoofdstuk in

de gevallen dat een storing wordt gemeld.

BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:

ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden herhaaldelijk en langdurig weergegeven. Minder

ernstige storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën

kan onderbroken worden. De melding op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is verholpen.

OPMERKING De hieronder beschreven waarschuwingslampjes en symbolen zijn indicatief en kunnen afwijken op basis van de

versie of de markt.

56

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

Page 59: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Waarschuwingslampje Betekenis

ONVOLDOENDE REMVLOEISTOF / PARKEERREM INGESCHAKELD

Remvloeistofniveau te laag

Dit lampje gaat branden wanneer het remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het minimumpeil

bevindt, bijvoorbeeld door een lek in het remcircuit. Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna of

het lampje gedoofd is. Als het waarschuwingslampje blijft branden, contact opnemen met het Fiat

Servicenetwerk.

Parkeerrem aangetrokken

Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de parkeerrem is ingeschakeld.

STORING STUURBEKRACHTIGING

Dit waarschuwingslampje (of het symbool op het display) gaat branden wanneer de startinrichting in de

stand MAR wordt gezet, maar het moet na enkele seconden doven. Als het lampje blijft branden (of het

symbool op het display blijft staan), zou de elektrische stuurbekrachtiging niet meer kunnen werken

waardoor aanzienlijk meer inspanning nodig is om het voertuig te besturen. Het sturen blijft echter wel

mogelijk. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

STORING EBD

Wanneer de waarschuwingslampjes (rood) and (geel) bij draaiende motor tegelijk gaan branden,

dan is er een storing in het EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de

achterwielen bij hard remmen plotseling blokkeren waardoor de auto begint te slippen.Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde dealer van het Fiat Servicenetwerk om het systeem

onmiddellijk te laten controleren.

VEILIGHEIDSGORDELS NIET VASTGEMAAKT

Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaande auto de veiligheidsgordel aan bestuurders- en

passagierszijde (voor bepaalde versies/markten) indien een passagier aanwezig is, niet is omgelegd. Het

lampje gaat knipperen en er klinkt een geluidssignaal als het voertuig rijdt en de veiligheidsgordel van de

bestuurder of de passagier voorin (voor bepaalde versies/markten) indien aanwezig niet goed is

vastgemaakt. Maak in dat geval de veiligheidsgordel vast.

57

Page 60: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Waarschuwingslampje Betekenis

TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR

Het lampje op het display gaat branden wanneer de motor oververhit is.

Tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet de motor af en controleer of het

koelvloeistofniveau in het reservoir niet onder het MIN-teken staat. Als dit het geval is, wacht dan tot de

motor is afgekoeld, draai vervolgens langzaam en voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en

controleer of het peil tussen het MIN- en MAX-teken op het reservoir staat. Controleer ook op de

aanwezigheid van vloeistoflekken. Als na het starten het lampje opnieuw gaat branden, neem dan contact

op met het Fiat Servicenetwerk.

Wanneer het voertuig onder zware omstandigheden wordt gebruikt (bijv. wanneer er tijdens het

rijden hoge prestaties worden gevraagd): minder snelheid en, als het lampje blijft branden, breng het

voertuig tot stilstand. Stop gedurende twee of drie minuten met lopende motor en geef een beetje gas

om de circulatie van de koelvloeistof te vergemakkelijken, schakel vervolgens de motor uit. Controleer of

het koelvloeistofpeil correct is, zoals hiervoor beschreven is.

BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware bedrijfsomstandigheden de motor voor het afzetten

enkele minuten te laten draaien met het gaspedaal iets ingetrapt.

STORING AIRBAG

Als het lampje permanent blijft branden, dan is er een storing in het airbagsysteem. 36)

BELANGRIJK

35) Als, wanneer de startinrichting naar MAR is gedraaid, het waarschuwingslampje niet gaat branden of tijdens het rijden blijft branden,

dan is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen. In dat geval kunnen de airbags of gordelspanners mogelijk niet in werking treden bij

een botsing of, in een zeer beperkt aantal gevallen, per ongeluk in werking treden. Laat het systeem controleren door het Fiat Servicenetwerk

alvorens verder te rijden.

36) De storing van het waarschuwingslampje wordt aangegeven door het aangaan van het symbool op het display van het

instrumentenpaneel (of, bij bepaalde versies, door het knipperen van het lampje voor een algemene storing). In dergelijke gevallen kan het

lampje mogelijk geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem controleren door het Fiat Servicenetwerk voordat u

verder gaat te rijden.

58

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

35)

Page 61: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Waarschuwingslampje Betekenis

iTPMS

Storing iTPMS/iTPMS tijdelijk uitgeschakeld

Het waarschuwingslampje knippert ongeveer 75 seconden en blijft daarna permanent branden (er

verschijnt ook een bericht op het display) om aan te geven dat het systeem tijdelijk uitgeschakeld of

defect is. Het systeem gaat weer normaal werken zodra de bedrijfsomstandigheden dat toelaten. Als dat

niet het geval is, de reset-procedure uitvoeren na het herstellen van de normale bedrijfsomstandigheden.

Als de storingswaarschuwing zich blijft voordoen, zo snel mogelijk contact opnemen met een het Fiat

Servicenetwerk.

Lage bandenspanning

Het waarschuwingslampje gaat continu branden om aan te geven dat de spanning van een van de

banden lager is dan de aanbevolen waarde en/of dat de band langzaam leegloopt. Onder deze

omstandigheden kunnen de optimale levensduur van de banden en het brandstofverbruik niet

gegarandeerd worden. Het wordt geadviseerd de juiste bandenspanning te herstellen (zie paragraaf

"Wielen" in het hoofdstuk "Technische gegevens"). Voer de Resetprocedure uit zodra de normale

bedrijfsomstandigheden van het voertuig hersteld zijn.

WAARSCHUWING Rijd niet verder met een of meerdere lekke banden, dit kan de bestuurbaarheid van de

auto in gevaar brengen. Breng het voertuig tot stilstand, voorkom bruusk remmen en sturen.

STORING ABS

Het lampje gaat branden om een storing van het ABS aan te geven. In dat geval blijft het remsysteem

normaal werken, maar met uitsluiting van het ABS-systeem. Rijd zeer voorzichtig wendt u zo snel

mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.

ESC-SYSTEEM

Inschakeling ESC-systeem

Inwerkingtreding van het systeem wordt aangegeven door het knipperen van het waarschuwingslampje: dit

geeft aan dat de stabiliteit en de grip van de auto in kritieke toestand verkeren.

Storing ESC-systeem

Als het lampje niet dooft, of blijft branden terwijl de motor loopt, is er een storing in het ESC-systeem

aangetroffen. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

Storing Hill Hold Control-systeem

Het lampje gaat branden om te wijzen op een storing in het Hill Holder Control-systeem. Neem zo snel

mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

59

Page 62: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Waarschuwingslampje Betekenis

GEDEELTELIJKE UITSCHAKELING VAN ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN

Het lampje gaat branden om aan te geven dat sommige veiligheidssystemen gedeeltelijk zijn

uitgeschakeld. Wanneer de systemen weer worden ingeschakeld, gaat het lampje uit.

MISTACHTERLICHT

Het lampje gaat branden wanneer het mistachterlicht wordt ingeschakeld.

STORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM

Onder normale omstandigheden, wanneer de startinrichting in MAR wordt gezet, gaat het lampje

branden maar dit moet doven zodra de motor is gestart. De verkeerspolitie beschikt over speciale

apparatuur waarmee de werking van het lampje kan worden gecontroleerd. Neem in elk geval de

wettelijke voorschriften in acht van het land waarin u rijdt.

Storing inspuitsysteem

Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden, werkt het inspuitsysteem niet goed. Een

continu brandend lampje duidt op een storing in het inspuit-/ontstekingssysteem die zou kunnen leiden

tot overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte rijeigenschappen en een hoog

brandstofverbruik. Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de storing wordt toch door het

systeem in het geheugen opgeslagen. Onder deze omstandigheden kan met gematigde snelheid verder

gereden worden, maar niet op hoge snelheid en zonder te veel van de motor te eisen. Het langdurig

rijden met brandend lampje kan schade veroorzaken. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

Katalysator beschadigd

Als het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat de katalysator beschadigd kan zijn. Laat het

gaspedaal los om het motortoerental te verlagen tot het lampje stopt met knipperen. Rijd verder met

gematigde snelheid en voorkom rijomstandigheden die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen

van het lampje. Neem zo spoedig mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

BELANGRIJK

20) Als, wanneer de startinrichting op MAR wordt gedraaid, het waarschuwingslampje niet gaat branden of tijdens het rijden continu blijft

branden of gaat knipperen (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), neem dan zo snel mogelijk contact op met het

Fiat Servicenetwerk.

60

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

20)

Page 63: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Controlelampje Betekenis

VOORGLOEIBOUGIES (Dieselversies)

Wanneer de startinrichting naar de stand MAR wordt gezet, gaat dit lampje branden. Het dooft wanneer

de voorgloeibougies de vereiste temperatuur hebben bereikt. De motor kan worden gestart zodra het

lampje gedoofd is.

WAARSCHUWING Bij gemiddelde of hoge buitentemperatuur blijft het lampje zeer kort bijna

onwaarneembaar branden.

STORING VOORGLOEIBOUGIES (Dieselversies)

Het waarschuwingslampje knippert om aan te geven dat er een storing in het voorgloeisysteem is. Neem

in dit geval zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

BRANDSTOFRESERVE / BEPERKTE ACTIERADIUS

Dit lampje gaat branden op het display wanneer er nog ongeveer 5 à 7 liter brandstof in de tank is.

LPG-RESERVE / BEPERKTE ACTIERADIUS

(alleen bij LPG versies)

Dit lampje gaat branden op het display wanneer er nog ongeveer 8 liter LPG in de tank is. Er klinkt een

alarmsignaal en de eerste stip van de LPG-meter blijft branden.

FULL BRAKE CONTROL-SYSTEEM UIT

Het lampje gaat branden als het Full Brake Control-systeem wordt uitgeschakeld door de bestuurder of

automatisch wordt uitgeschakeld als gevolg van een tijdelijke storing in het systeem. Neem zo snel

mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

START&STOP-SYSTEEM HANDMATIG INSCHAKELEN / UITSCHAKELEN

(voor bepaalde versies/markten)

Inschakelen: Er verschijnt een bericht op het display, waar voorzien, wanneer het systeem wordt

ingeschakeld.

Uitschakelen: Er verschijnt een waarschuwingslampje, waar voorzien, op het display wanneer het

Start&Stop-systeem wordt uitgeschakeld.

BELANGRIJK

21) Als het waarschuwingslampje (of het symbool op het display) tijdens het rijden gaat knipperen, neemt u contact op met een Fiat dealer.

61

21)

Page 64: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Controlelampje Betekenis

INSCHAKELING "DUALDRIVE" ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING

De indicatie CITY gaat aan wanneer de elektrische stuurbekrachtiging "Dualdrive" wordt ingeschakeld

door op de bijbehorende bedieningsknop te drukken. Als weer op de knop wordt gedrukt, verdwijnt het

woord CITY.

OVERSCHAKELEN NAAR BENZINE

(alleen bij LPG versies)

Het lampje gaat branden wanneer de motor op benzine werkt.

STADSLICHT EN DIMLICHT

Het lampje gaat branden wanneer het stadslicht en het dimlicht worden ingeschakeld.

Met deze functie kunnen de koplampen gedurende 30, 60 of 90 seconden blijven branden nadat de

startinrichting in de stand STOP is gezet (functie "Follow me home").

MISTVOORLICHTEN

Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen voor worden ingeschakeld.

RICHTINGAANWIJZER LINKS

Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet of, samen met de

rechter richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.

RICHTINGAANWIJZER RECHTS

Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzerhendel omhoog wordt verplaatst of, samen met de

linker richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.

GROOTLICHT

Het lampje gaat branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld.

62

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

Page 65: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

SYMBOLEN OP HET DISPLAY

Symbool Wat het betekent

STORING AUTOMATISCHE TRANSMISSIE / AUTOMATISCHE TRANSMISSIE MET DUBBELE

KOPPELING

(voor bepaalde versies/markten)

Het waarschuwingslampje of -symbool gaat branden om aan te geven dat er een storing is in

de automatische versnellingsbak of in de automatische versnellingsbak met dubbele

koppeling.

Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

PORTIER OPEN

Het symbool gaat branden als een of meer portieren niet volledig gesloten zijn (voor

versies/markten, waar voorzien). Bij geopende portieren en als de auto rijdt klinkt er een

geluidssignaal. Sluit de portieren goed.

STORING DYNAMO

Als dit symbool gaat branden wanneer de motor draait, duidt dit op een storing in het

laadsysteem van de auto. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

MOTORKAP NIET GOED GESLOTEN

Het symbool gaat branden als de motorkap niet volledig is gesloten (voor bepaalde

versies/markten). Sluit de motorkap goed.

ACHTERKLEP NIET GOED GESLOTEN

Het symbool gaat branden als de achterklep niet volledig is gesloten (voor versies/markten,

waar voorzien). Sluit de achterklep goed.

OVERVERHITTING VAN AUTOMATISCHE TRANSMISSIEVLOEISTOF / OVERVERHITTING

VAN VLOEISTOF VAN AUTOMATISCHE TRANSMISSIE MET DUBBELE KOPPELING

(voor bepaalde versies/markten)

Het waarschuwingslampje of -symbool gaat branden bij oververhitting van de koppeling na

bijzonder zwaar gebruik. In dit geval is de motorprestatie/-werking beperkt. Wacht tot het

symbool verdwijnt met de motor uit of stationair.

63

22)

Page 66: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Symbool Wat het betekent

MOTOROLIEDRUK TE LAAG

Het symbool gaat branden bij een te lage motoroliedruk.

BELANGRIJK Gebruik de auto niet tot de storing is verholpen. Het aangaan van het symbool

geeft de hoeveelheid olie in de motor niet aan: het oliepeil moet handmatig gecontroleerd

worden.

STORING MOTOROLIEDRUKSENSOR

Het symbool gaat continu branden en er verschijnt een bericht op het display als er een

storing van de motoroliedruksensor is.

MOTOROLIE VERSLECHTERD

(indien aanwezig)

Dieselversies: het symbool gaat branden en wordt gedurende durende cycli van 3 minuten

weergegeven en met intervallen van 5 seconden tot de olie ververst is.

Het symbool wordt weergegeven tot het probleem is opgelost.

Benzineversies: het symbool wordt weergegeven en verdwijnt nadat de weergavecyclus is

voltooid.

BELANGRIJK Na de eerste waarschuwing zal, bij elke start van de motor, het symbool blijven

aangaan zoals hiervoor is beschreven totdat de olie wordt ververst.

Het knipperen van het symbool moet niet als een storing in de auto worden beschouwd, maar

wil de bestuurder erop wijzen dat de motorolie moet worden ververst vanwege een normaal

gebruik van de auto.

De verslechtering van de motorolie wordt versneld als het voertuig veel gebruikt wordt voor

korte ritten, waardoor de bedrijfstemperatuur van de motor niet bereikt kan worden.

Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk. 25)

STORING REGENSENSOR

Het symbool gaat branden als er een storing van de regensensor is. Neem zo snel mogelijk

contact op met het Fiat Servicenetwerk.

64

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

23)

24)

Page 67: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Symbool Wat het betekent

INWERKINGTREDING BRANDSTOFAFSLUITSYSTEEM

Het symbool gaat branden in geval van de inwerkingtreding van de afsluiter van de

brandstoftoevoer.

Zie, om het brandstofafsluitsysteem weer in te schakelen, de beschrijving in het deel

"Brandstofafsluitsysteem" in het hoofdstuk "Noodgevallen". Neem contact op met het Fiat

Servicenetwerk als de brandstoftoevoer nog steeds niet hersteld kan worden.

STORING AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER

Het symbool gaat branden in geval van een storing van de afsluiter van de brandstoftoevoer.

Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

WATER IN DIESELFILTER (Dieselversies)

Het symbool is continu aanwezig tijdens het rijden (en er verschijnt een bericht op het display)

om de aanwezigheid van water in het dieselfilter aan te geven.

STORING START&STOP SYSTEEM

(voor bepaalde versies/markten)

Het symbool verschijnt om een Start&Stop-storing in het systeem aan te geven. Op het

display verschijnt een bijbehorend bericht. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

STORING FIAT CODE SYSTEEM

Het symbool gaat branden om een storing van het Fiat CODE-systeem aan te geven. Neem

zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

STORING BUITENVERLICHTING

Het symbool gaat branden om een storing van een van de volgende lichten aan te geven:

dagverlichting (DRL); parkeerlichten; stadslicht; richtingaanwijzers; mistachterlicht;

achteruitrijlicht; kentekenverlichting.

De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp doorgebrand, zekering doorgebrand of

elektrische verbinding onderbroken.

STORING BRANDSTOFNIVEAUSENSOR

Het symbool gaat branden als de brandstofniveausensor een storing heeft. Neem contact op

met het Fiat Servicenetwerk.

STORING LPG-NIVEAUSENSOR

Het symbool gaat branden als de LPG-niveausensor een storing vertoont. Neem contact op

met het Fiat Servicenetwerk.

65

26)

Page 68: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Symbool Wat het betekent

KANS OP GLAD WEGDEK

Het symbool gaat branden wanneer de buitentemperatuur tot of onder de 3 °C zakt.

BELANGRIJK Indien er een storing is in de buitentemperatuursensor, worden de cijfers die de

waarde aangeven door streepjes vervangen.

STORING SCHEMERSENSOR

Het symbool gaat branden en er verschijnt een bericht op het display indien er een storing van

de schemersensor is. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

STORING AUDIOSYSTEEM

Het symbool gaat branden om een storing van het audiosysteem aan te geven. Neem zo snel

mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.

DPF REINIGING bezig (Alleen Dieselversies met DPF)

Het symbool gaat continu branden om te waarschuwen dat het DPF-systeem bezig is met het

verwijderen van de opgehoopte vervuilende deeltjes (roet) door middel van regeneratie.

Het symbool zal niet bij elke DPF-regeneratie gaan branden, maar alleen als de

rijomstandigheden van die aard zijn dat de bestuurder hiervan op de hoogte zou moeten zijn.

Het voertuig tot aan het einde van het regeneratieproces in beweging blijven om het symbool

te laten doven. Een regeneratieproces duurt gemiddeld 15 minuten. De optimale

omstandigheden om het proces te voltooien worden bereikt door de voertuigsnelheid op

60 km/h te houden met een toerental van meer dan 2000 tpm.

Als dit symbool gaat branden, wijst dit niet op een storing in de auto en de auto hoeft dus niet

naar een werkplaats te worden gebracht.

STORING PARKEERSENSOREN (PARK ASSIST)

Het gele symbool gaat branden als er een tijdelijke storing van de parkeersensoren is. Als het

probleem nog aanwezig is na het reinigen van de zone van de parkeersensoren, contact

opnemen met het Fiat Servicenetwerk.

Het rode symbool gaat branden als er een permanente storing van de parkeersensoren is. De

uitgebleven werking van het systeem kan te wijten zijn aan onvoldoende spanning van de

accu of andere storingen in het elektrische systeem. Neem zo snel mogelijk contact op met

het Fiat Servicenetwerk.

66

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

27)

Page 69: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Symbool Wat het betekent

STORING FULL BRAKE CONTROL SYSTEEM

De symbolen gaan branden (en er wordt een bericht weergegeven) in geval van storing van

het Full Brake Control-systeem. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

STORING SPEED LIMITER

Het symbool gaat branden als er een storing van het Speed Limiter-systeem is. Neem zo snel

mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen.

STORING ADAPTIEVE CRUISE-CONTROL

Het symbool gaat branden en er verschijnt een bericht op het display als er een storing is met

de Adaptieve Cruise-Control (ACC). Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD (SERVICE)

In het “Geprogrammeerd Onderhoudsschema” zijn de onderhoudsbeurten van de auto op

vaste intervallen vermeld (zie het hoofdstuk "Onderhoud en zorg").

Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen en de startinrichting op MAR wordt gezet,

verschijnt het symbool, gevolgd door het aantal resterende kilometers/mijlen of het aantal

resterende dagen (waar aanwezig).

Dit wordt automatisch weergegeven, met de contactsleutel op MAR, 2000 km vóór de

onderhoudsbeurt of, waar aanwezig, 30 dagen vóór de onderhoudsbeurt. Dit wordt tevens

elke keer dat de sleutel naar MAR wordt gedraaid, weergegeven. Het bericht verschijnt in

kilometers of mijlen, afhankelijk van de meeteenheid die is ingesteld.

Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om de werkzaamheden van het

geprogrammeerd onderhoudsschema te laten verrichten en het bericht te resetten.

Dit symbool gaat branden om aan te duiden dan het koppelingspedaal ingedrukt moet

worden om het starten in te schakelen voor versies met handmatige versnellingsbak. Voor de

automatische versnellingsbak of automatische versnellingsbak met dubbele koppeling

betekent dit dat het rempedaal moet worden ingetrapt.

Dit symbool verschijnt om te adviseren naar een hogere versnelling te schakelen

(opschakelen).

67

Page 70: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Symbool Wat het betekent

Dit symbool verschijnt om te adviseren naar een lagere versnelling te schakelen

(terugschakelen).

Dit symbool verschijnt om te adviseren twee versnellingen op te schakelen vanuit de huidige

versnelling (voor bepaalde versies/markten).

SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN

Het (witte) symbool gaat branden wanneer de via het menu van het display ingestelde

snelheid (bijv. 110 km/h) wordt overschreden (de onderste waarde wordt afhankelijk van de

ingestelde snelheid bijgewerkt).

Bij bepaalde versies/markten gaat het (rode) symbool branden wanneer de via het menu van

het display ingestelde snelheid wordt overschreden: bij deze versies is de waarde ingesteld op

120.

START&STOP-SYSTEEM INSCHAKELEN

(voor bepaalde versies/markten)

Het symbool gaat branden om aan te geven dat de motor is uitgeschakeld door het

START&STOP-systeem.

HOOGTEREGELING KOPLAMPEN

De hoogteregeling koplampen werkt met de startinrichting op MAR en ingeschakeld dimlicht.

Druk op en op het bedieningspaneel.

ELEKTRONISCHE CRUISE-CONTROL

Dit symbool verschijnt wanneer de elektronische Cruise-Control is ingeschakeld.

BELANGRIJK

22) Door blijven rijden terwijl dit symbool brandt kan leiden tot ernstige schade aan de versnellingsbak, waardoor deze defect raakt. De olie

kan ook oververhit raken: contact met hete motor of componenten op hoge temperatuur van het uitlaatsysteem kunnen leiden tot brand.

68

KE

NN

ISM

AK

ING

ME

TH

ET

INS

TR

UM

EN

TE

NP

AN

EE

L

Page 71: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

23) Als het symbool tijdens het rijden gaat branden, zet dan de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.

24) Als het symbool gaat branden, moet de verslechterde motorolie zo spoedig mogelijk worden ververst, maar in ieder geval binnen

500 km nadat het symbool voor het eerst is gaan branden. Het niet naleven van deze instructie kan leiden tot ernstige beschadiging van de

motor en de garantie ongeldig maken. Als dit symbool gaat branden, heeft dit niets te maken heeft met het oliepeil in de motor. Vul dus geen

motorolie bij als het symbool begint te knipperen.

25) Als het symbool tijdens het rijden gaat knipperen, contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.

26) Water in het brandstofcircuit kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor onregelmatig doen draaien. Als het symbool

wordt weergegeven zo snel mogelijk contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk om het systeem af te laten tappen. Als bovenstaande

aanwijzingen onmiddellijk na het tanken verschijnen, kan het zijn dat er tijdens het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor

onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.

27) Pas de rijsnelheid altijd aan de verkeers- en weersomstandigheden aan en houd u altijd aan de verkeersregels. De motor afzetten terwijl

het DPF-symbool brandt is toegestaan, maar het meermaals onderbreken van het regeneratieproces kan leiden tot voortijdig kwaliteitsverlies

van de motorolie. Daarom wordt het aanbevolen om altijd te wachten tot het symbool is gedoofd voordat de motor wordt afgezet, door

bovenstaande aanwijzingen te volgen. Voltooi het DPF-regeneratieproces niet terwijl het voertuig stil staat.

69

Page 72: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

VEILIGHEID

Dit hoofdstuk is bijzonder belangrijk.

Hierin worden de veiligheidssystemen

beschreven waarmee het voertuig is

uitgerust en aanwijzingen over hoe deze

op de juiste wijze gebruikt moeten

worden.

ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN. .71

RIJHULPSYSTEMEN. . . . . . . . . . .75

BESCHERMINGSSYSTEMEN

INZITTENDEN . . . . . . . . . . . . . . .82

VEILIGHEIDSGORDELS. . . . . . . . .82

SBR-SYSTEEM (SEAT BELT

REMINDER) . . . . . . . . . . . . . . . .84

VOORAANSPANNERS . . . . . . . . .86

KINDERZITJES . . . . . . . . . . . . . .88

AANVULLEND VEILIGHEIDS-

SYSTEEM (SRS) - AIRBAGS . . . . . .99

70

VE

ILIG

HE

ID

Page 73: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ACTIEVEVEILIGHEIDS-SYSTEMEN

In het voertuig zijn de volgende actieve

veiligheidssystemen aanwezig:

ABS (Anti-lock Braking System);

DTC-systeem (Drag Torque Control);

ESC (Electronic Stability Control)

(Elektronische Stabiliteitsregeling);

TC (Traction Control) (Tractieregeling);

PBA (Hydraulic Brake Assist)

(Hydraulische remondersteuning);

HHC (Hill Hold Control);

ERM (Electronic Rollover Mitigation);

TSC (Trailer Sway Control).

Zie de volgende beschrijving van de

werking van deze systemen.

ABS (Anti-lock BrakingSystem)

Dit systeem, dat deel uitmaakt van het

remsysteem, voorkomt het blokkeren of

slippen van een of meerdere wielen op

alle soorten wegdek, ongeacht de

kracht van de remwerking, zodat het

voertuig ook tijdens paniekremmen

onder controle gehouden kan worden

en de remweg wordt geoptimaliseerd.

Het systeem grijpt in tijdens het

remmen wanneer de wielen dreigen te

blokkeren tijdens paniekremmen of

onder slechte adhesiecondities, waarbij

blokkering vaker kan voorkomen.

Het systeem verhoogt tevens de

controleerbaarheid en stabiliteit van het

voertuig wanneer op oppervlakken met

verschillende grip voor de wielen aan

rechter- en linkerzijde of in bochten

wordt geremd.

Het geheel wordt aangevuld met het

EBD-systeem (Electronic Braking Force

Distribution) dat voor de verdeling van

de remkracht tussen de voor- en de

achterwielen zorgt.

Inwerkingtreding van het systeem

De bestuurder kan merken wanneer het

ABS in werking treedt omdat het

rempedaal iets pulseert en het systeem

meer geluid maakt: dit is volkomen

normaal wanneer het systeem in

werking treedt.

37) 38) 39) 40) 40) 42) 43)

DTC-SYSTEEM (DragTorque Control)

Het systeem voorkomt dat de

aandrijfwielen mogelijk vergrendelen,

hetgeen kan gebeuren, bijvoorbeeld, als

het gaspedaal plotseling wordt

losgelaten of in het geval van een

plotseling naar een lagere versnelling

schakelen in omstandigheden van

slechte grip op de weg. In deze

omstandigheden zou het

motorremeffect ervoor kunnen zorgen

dat de aandrijfwielen slippen, waardoor

het voertuig zijn stabiliteit verliest. Het

DTC-systeem grijpt in dergelijke

situaties in door het motorkoppel te

regelen om zo de stabiliteit te bewaren

en de veiligheid van het voertuig te

verhogen.

ESC-SYSTEEM(Electronic StabilityControl)

Het ESC-systeem verbetert de

richtingscontrole en stabiliteit van de

auto onder diverse rijomstandigheden.

Het ESC-systeem corrigeert het

onderstuur en overstuur van het

voertuig door de remkracht op de juiste

wijze naar de wielen te sturen. Tevens

kan het door de motor geleverde

koppel verlaagd worden om de controle

over het voertuig te behouden.

Het ESC-systeem maakt gebruikt van

de in het voertuig gemonteerde

sensoren om de baan te bepalen die de

bestuurder wil volgen en vergelijkt deze

met de werkelijke baan van de auto.

Wanneer de werkelijke baan afwijkt van

de gewenste baan, grijpt het

ESC-systeem in om het overstuur of

onderstuur van het voertuig te

corrigeren.

Overstuur: treedt op wanneer de

auto meer draait dan overeenkomstig

de hoek van het stuurwiel zou moeten.

Onderstuur: treedt op wanneer het

71

Page 74: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

voertuig minder draait dan

overeenkomstig de hoek van het

stuurwiel zou moeten.

Inwerkingtreding van het systeem

De ingreep van het systeem wordt

aangegeven door het knipperen van het

lampje op het instrumentenpaneel,

om de bestuurder te waarschuwen dat

de stabiliteit en de grip van het voertuig

kritiek zijn.

44) 45) 46) 47) 48)

TC-SYSTEEM (TractionControl)

Het systeem grijpt automatisch in als

één of meer aandrijfwielen slippen, grip

verliezen op natte wegen (aquaplaning)

en bij het optrekken op glad,

besneeuwd of met ijzel bedekt wegdek.

Afhankelijk van de slipomstandigheden

kunnen twee verschillende

regelsystemen worden geactiveerd:

als beide aangedreven wielen

doorslippen, grijpt het ASR-systeem in

door het door de motor doorgegeven

vermogen te reduceren;

als slechts één aangedreven wiel

slipt, wordt de BLD-functie (Brake

Limited Differential) geactiveerd,

waardoor het wiel dat slipt automatisch

afgeremd wordt (de werking van een

zelfblokkerend differentieel wordt

gesimuleerd). Hierdoor wordt het

motorkoppel dat overgebracht wordt

op het wiel dat niet slipt verhoogt. Deze

functie blijft actief ook als de modi

"Systemen gedeeltelijk gedeactiveerd"

en "Systemen gedeactiveerd"

geselecteerd zijn (zie beschrijving op de

volgende pagina's).

Inwerkingtreding van het systeem

De ingreep van het systeem wordt

aangegeven door het knipperen van het

lampje op het instrumentenpaneel,

om de bestuurder te waarschuwen dat

de stabiliteit en de grip van het voertuig

kritiek zijn.

49) 50) 51) 52) 53)

PBA-SYSTEEM (PanicBrake Assist)

Het PBA-systeem is ontworpen om het

remvermogen van het voertuig tijdens

noodremmen te verbeteren.

Het systeem detecteert het

noodremmen door de snelheid en de

kracht waarmee het rempedaal wordt

ingetrapt te controleren en past

vervolgens de optimale remdruk toe. Dit

kan de remweg verkorten en dus vormt

het PBA-systeem een aanvulling op het

ABS.

Er wordt maximale assistentie van het

PBA-systeem verkregen als het

rempedaal zeer snel wordt ingetrapt.

Tevens moet het rempedaal continu,

dus niet intermitterend, ingetrapt

worden tijdens het remmen, om zo veel

mogelijk uit het systeem te halen.

Verminder niet de druk op het

rempedaal zolang geremd moet

worden.

Het PBA-systeem wordt uitgeschakeld

wanneer het rempedaal wordt

losgelaten.

55) 55) 56)

HHC (Hill Hold Control)SYSTEEM

Dit systeem is een integraal onderdeel

van het ESC-systeem en assisteert de

bestuurder bij het wegrijden op

hellingen in de volgende gevallen:

op een helling - als het voertuig auto

stilstaat op een weg met een

hellingsgraad van meer dan 5% met

draaiende motor, ingetrapt rempedaal

en de versnellingsbak in de vrijstand of

met ingeschakelde versnelling (andere

dan achteruit);

op een afdaling: als het voertuig

stilstaat op een weg met een

hellingspercentage van meer dan 5%

met draaiende motor, ingetrapt

rempedaal en de versnellingsbak in de

achteruit geschakeld.

Tijdens het wegrijden houdt de

regeleenheid van het ESC-systeem de

wielen geremd, totdat het nodige

motorkoppel is bereikt om te kunnen

72

VE

ILIG

HE

ID

Page 75: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

wegrijden, of in ieder geval maximaal

2 seconden, zodat de bestuurder de

tijd heeft om de rechtervoet van het

rempedaal naar het gaspedaal te

verplaatsen.

Als na twee seconden niet wordt

weggereden, wordt het systeem

automatisch uitgeschakeld en wordt de

remdruk geleidelijk gereduceerd.

Tijdens deze fase kan een typisch

mechanisch remgeluid gehoord

worden, wat aangeeft dat de auto zich

begint te verplaatsen.

57) 58)

ERM-SYSTEEM(Electronic RolloverMitigation)

Het systeem controleert de neiging van

de wielen om van de grond te komen

als de bestuurder extreme manoeuvres

uitvoert zoals snel bijsturen om een

obstakel te vermijden, met name onder

omstandigheden van een slecht

wegdek.

Als zich dergelijke omstandigheden

voordoen, flitst het

waarschuwingslampje op het

instrumentenpaneel en het systeem

grijpt in op de remmen en het

motorvermogen om de mogelijkheid dat

de wielen van de grond komen te

beperken. Het is niet mogelijk om de

neiging tot over de kop slaan te

voorkomen wanneer dit te wijten is aan

redenen zoals met de wielen aan één

kant op steile hellingen rijden, botsing

tegen voorwerpen of andere voertuigen.

59)

TSC-SYSTEEM (TrailerSway Control)

Het systeem maakt gebruik van een

reeks sensoren die zich op het voertuig

bevinden om excessief slingeren van de

aanhanger te identificeren en de

noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te

nemen om dit op te lossen.

Om het slingereffect van de aanhanger

tegen te gaan, kan het systeem het

motorvermogen verlagen en ingrijpen

op de betrokken wielen. Het

TSC-systeem wordt automatisch

ingeschakeld wanneer buitensporig

slingeren van de aanhanger

gedetecteerd wordt.

Inwerkingtreding van het systeem

Wanneer het systeem ingeschakeld is,

gaat het waarschuwingslampje op

het instrumentenpaneel knipperen, het

motorvermogen wordt beperkt en het

remmen kan gevoeld worden op de

afzonderlijke wielen, na een poging om

het slingeren van de aanhanger te

elimineren.

60) 61)

BELANGRIJK

37) Wanneer het ABS wordt ingeschakeld,

is een trilling aan het rempedaal voelbaar.

Verlaag de remdruk niet en houd het

rempedaal goed ingetrapt; zo zorgt het

systeem voor de kortste remweg op basis

van de wegomstandigheden.

38) Een inrijperiode van circa 500 km is

vereist om het beste uit het remsysteem te

halen: vermijd tijdens deze periode bruusk,

herhaaldelijk of langdurig remmen.

39) Als het ABS-systeem ingrijpt, dan

betekent dit dat de limiet van de grip van

de banden op het wegdek is bereikt:

verlaag de snelheid en pas deze aan de

beschikbare grip aan.

40) Het ABS kan niet de door het wegdek

geboden grip boven de limieten van de

natuurkundige wetten laten toenemen.

41) Het ABS kan geen ongelukken

voorkomen, waaronder ongelukken

wegens overmatige snelheid in bochten,

rijden op wegdek met weinig grip of

aquaplaning.

42) De capaciteiten van het ABS mogen

nooit op onverantwoorde en gevaarlijke

wijze worden uitgetest, waardoor de

persoonlijke veiligheid en die van anderen

in gevaar komt.

43) Voor een goede werking van het ABS

moeten de banden van alle wielen van

hetzelfde merk zijn, in perfecte conditie

verkeren en vooral van het voorgeschreven

type en maat zijn.

44) Het ESC kan niet de door het wegdek

geboden grip boven de limieten van de

natuurkundige wetten laten toenemen.

73

Page 76: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

45) Het ESC-systeem kan geen

ongelukken voorkomen, waaronder

ongelukken wegens overmatige snelheid in

bochten, rijden op wegdek met weinig grip

of aquaplaning.

46) De capaciteiten van het ESC-systeem

mogen nooit op onverantwoorde en

gevaarlijke wijze worden uitgetest,

waardoor de persoonlijke veiligheid en die

van anderen in gevaar komt.

47) Voor de goede werking van het

ESC-systeem moeten de banden van alle

wielen van hetzelfde merk zijn, in perfecte

conditie verkeren en vooral van het

voorgeschreven type en maat zijn.

48) Neem nooit onnodige risico's en

risico's waarvoor geen garantie is, ook al is

het voertuig voorzien van het

ESC-systeem. Uw rijstijl moet altijd

aangepast zijn aan de conditie van het

wegdek, het zicht en het verkeer. De

bestuurder is in elk geval verantwoordelijk

voor een veilige rijstijl.

49) Voor de goede werking van het

TC-systeem moeten de banden van alle

wielen van hetzelfde merk zijn, in perfecte

conditie verkeren en vooral van het

voorgeschreven type en maat zijn.

50) Neem nooit onnodige risico's of risico's

die niet binnen de garantie vallen, ook al is

het voertuig voorzien van het TC-systeem.

Uw rijstijl moet altijd aangepast zijn aan de

conditie van het wegdek, het zicht en het

verkeer. De bestuurder is in elk geval

verantwoordelijk voor een veilige rijstijl.

51) Het TC-systeem kan niet de door het

wegdek geboden grip boven de limieten

van de natuurkundige wetten laten

toenemen.

52) Het TC-systeem kan geen ongelukken

voorkomen, waaronder ongelukken

wegens overmatige snelheid in bochten,

rijden op wegdek met weinig grip of

aquaplaning.

53) De capaciteiten van het TC mogen

nooit op onverantwoorde en gevaarlijke

wijze worden uitgetest, waardoor de

persoonlijke veiligheid en die van anderen

in gevaar komt.

54) Het PBA-systeem kan niet de door het

wegdek geboden grip boven de limieten

van de natuurkundige wetten laten

toenemen.

55) Het PBA-systeem kan geen

ongelukken voorkomen, waaronder

ongelukken wegens overmatige snelheid in

bochten, rijden op wegdek met weinig grip

of aquaplaning.

56) De capaciteiten van het PBA-systeem

mogen nooit op onverantwoorde en

gevaarlijke wijze worden uitgetest,

waardoor de veiligheid van de bestuurder,

de overige inzittenden van het voertuig en

andere weggebruikers in gevaar komt.

57) Het Hill Hold Controlesysteem is geen

parkeerrem; laat het voertuig dus nooit

achter zonder de parkeerrem te hebben

aangetrokken, de motor te hebben

uitgeschakeld en de eerste versnelling te

hebben ingeschakeld, zodat het

geparkeerde voertuig in veilige toestand

verkeert (lees ook de paragraaf "Parkeren"

in het hoofdstuk "Starten en rijden").

58) Er kunnen situaties op kleine hellingen

(minder dan 8%) voorkomen waarin, bij

beladen voertuig, het Hill Hold-

controlesysteem niet in werking treedt en

de auto zich iets naar achteren verplaatst,

waardoor het risico op een botsing met

een ander voertuig of voorwerp toeneemt.

De bestuurder is in elk geval

verantwoordelijk voor een veilige rijstijl.

59) De prestaties van een voertuig met

ERM mogen nooit op onvoorzichtige of

gevaarlijke manier getest worden, met de

mogelijkheid dat de veiligheid van de

bestuurder of andere mensen in gevaar

komt.

60) Bij het slepen van aanhangers, moet

uiterst zorgvuldig worden gereden.

Overschrijd nooit de maximaal toegestane

belading (zie de beschrijving in de

paragraaf "Gewichten" in het hoofdstuk

"Technische gegevens").

61) Het TSC-systeem kan het slingeren

niet voor alle aanhangers voorkomen. Als

het systeem in werking treedt tijdens het

rijden, de snelheid minderen, het voertuig

op een veilige plaats tot stilstand brengen

en de lading correct verdelen om het

slingeren van de aanhanger te voorkomen.

74

VE

ILIG

HE

ID

Page 77: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

RIJHULPSYSTEMEN

FULL BRAKE CONTROLSYSTEEM

62) 63) 64) 65)

28) 29) 30) 31) 32) 33) 34) 35) 36)

Het Full Brake Control-systeem is een

HULPMIDDEL bij het voorkomen van

frontale aanrijdingen.

Het blijft de verantwoordelijkheid van de

bestuurder om een veilige afstand te

houden en de snelheid van de auto aan

te passen aan het verkeer, het zicht en

de weersomstandigheden, ook als het

systeem is ingeschakeld.

Wacht NIET met afremmen totdat u een

waarschuwing van het systeem krijgt.

Als de bestuurder niet ingrijpt door het

rempedaal in te trappen, kan er een

aanrijding ontstaan.

Het Full Brake Control-systeem kan

geen voetgangers, dieren of andere

voorwerpen waarnemen die de

rijrichting doorkruisen, evenmin als

auto's die uit de tegengestelde richting

komen.

Het Full Brake Control-systeem bestaat

uit een radar die zich achter de

voorbumper fig. 78 bevindt.

In het geval van een dreigende botsing

kan het systeem ingrijpen door de auto

automatisch af te remmen om een

botsing te voorkomen of de gevolgen

daarvan te beperken.

Als het systeem het risico van een

botsing vaststelt, krijgt de bestuurder

een geluidssignaal en visuele meldingen

in de vorm van speciale berichten op

het display van het instrumentenpaneel.

De waarschuwingen zijn bedoeld om de

bestuurder tijdig te laten reageren, om

een mogelijke aanrijding te voorkomen

of de gevolgen daarvan te beperken.

Als vervolgens geen actie door de

bestuurder wordt ondernomen, kan het

systeem ingrijpen door automatisch te

remmen en zo de gevolgen van de

aanrijding te beperken. Als wordt

vastgesteld dat de druk die de

bestuurder op het gaspedaal uitoefent

onvoldoende is, kan het systeem

ingrijpen om de reactie van het

remsysteem te verbeteren, zodat de

snelheid van de auto verder wordt

verlaagd (extra assistentie tijdens het

remmen).

Versies uitgerust met Start&Stop

systeem: na afloop van de

automatische remingreep, zal het

Start&Stop systeem gaan werken zoals

beschreven in paragraaf "Start&Stop

systeem" in het hoofdstuk "Starten en

rijden".

Versies met handgeschakelde

versnellingsbak: na afloop van de

automatische remingreep kan de motor

haperen en afslaan, tenzij de bestuurder

het koppelingspedaal intrapt.

Versies met automatische

versnellingsbak: de laatst opgeslagen

versnelling blijft na de remingreep

ingeschakeld. Het voertuig kan na een

automatisch stop van een paar

seconden opnieuw starten.

BELANGRIJK Nadat het voertuig

gestopt is, kunnen de remklauwen

gedurende ongeveer 2 seconden

geblokkeerd worden om

veiligheidsredenen. Zorg ervoor dat u

het rempedaal intrapt als de auto iets

vooruit mocht rijden.

78 P2000076-000-000

75

Page 78: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Aan/Uit

Het Full Brake Control-systeem kan via

het menu op het instrumentenpaneel

worden uitgeschakeld en vervolgens

opnieuw worden ingeschakeld.

Bij het Uconnect™ 5" of 7"

HD-systeem worden sommige

menuopties weergegeven en beheerd

op het display van dat systeem en niet

op het display op het

instrumentenpaneel (zie het speciale

Multimedia-hoofdstuk of het

supplement dat online beschikbaar is).

Het systeem kan ook worden

uitgeschakeld met de contactsleutel in

de stand MAR.

BELANGRIJK De status van het

systeem kan alleen worden gewijzigd bij

stilstaande auto.

Het Full Brake Control-systeem kan

worden ingesteld door een van de drie

menuopties te selecteren:

Systeem actief: het systeem (indien

actief) biedt, in aanvulling op de visuele

en akoestische waarschuwingen,

automatisch remmen en extra

assistentie tijdens het remmen wanneer

de bestuurder onvoldoende hard remt

in het geval van een mogelijke frontale

botsing;

Systeem deels actief: het systeem

(indien actief) geeft geen visuele en

akoestische waarschuwingen, maar

kan automatisch remmen en extra

assistentie bieden tijdens het remmen

wanneer de bestuurder onvoldoende

hard remt in het geval van een

mogelijke frontale botsing;

Systeem niet actief: het systeem

biedt geen visuele en akoestische

waarschuwingen, beperkte remwerking,

automatisch remmen of extra

assistentie tijdens de remfase. Het

systeem geeft dus geen enkele

waarschuwing voor een mogelijk

ongeval.

Inschakelen/uitschakelen

Als het Full Brake Control-systeem

correct is ingeschakeld via het menu,

dan zal het elke keer dat de motor

wordt gestart in werking treden.

Na uitschakeling zal het systeem de

bestuurder niet waarschuwen voor een

mogelijk ongeval met een vooroprijdend

voertuig.

De uitschakelingsstatus van het

systeem wordt niet in het geheugen

opgeslagen wanneer de motor afgezet

wordt: als het systeem wordt

uitgeschakeld wanneer de motor

afgezet is, zal het bij de volgende start

ingeschakeld worden.

Deze functie is niet actief bij een

snelheid lager dan 7 km/h of hoger dan

200 km/h.

Het systeem is alleen actief als:

het correct is ingeschakeld via het

menu;

de contactsleutel op MAR staat;

de rijsnelheid tussen 7 en 200 km/h

ligt;

de veiligheidsgordels van de

voorstoelen zijn omgelegd.

De gevoeligheid van het systeemwijzigen

De gevoeligheid van het systeem kan

gewijzigd worden via het menu, door

een van de volgende drie opties te

kiezen: "Nabij", "Med" of "Ver". Zie voor

het wijzigen van de instellingen de

beschrijving in het supplement

Uconnect™5" of 7" HD.

De standaard optie is "Nabij". Met deze

instelling zal het systeem de bestuurder

voor een mogelijke botsing met het

vooroprijdende voertuig waarschuwen

wanneer dat voertuig zich dichtbij

bevindt. Deze instelling biedt de

bestuurder bij een mogelijke botsing

een kortere reactietijd in vergelijking met

de instellingen "Med" en "Ver", maar

staat een meer dynamische rijstijl van

de auto toe.

Met de gevoeligheid van het systeem

ingesteld op "Ver", zal het systeem de

bestuurder voor een mogelijk ongeval

met het vooroprijdende voertuig

waarschuwen wanneer dat voertuig

zich op een grotere afstand bevindt,

76

VE

ILIG

HE

ID

Page 79: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

waardoor de mogelijkheid wordt

geboden om de remmen lichter en

geleidelijker te bedienen. Deze instelling

biedt de bestuurder de grootst

mogelijke reactietijd om een mogelijk

ongeval te voorkomen.

Als u de instelling wijzigt in "Med",

waarschuwt het systeem de bestuurder

voor een mogelijk ongeval met de

voorligger wanneer dat voertuig zich op

een standaard afstand, tussen die van

de andere twee instellingen, bevindt. De

instelling van de gevoeligheid van het

systeem wordt in het geheugen

bewaard wanneer de motor wordt

afgezet.

Waarschuwing systeemstoring

Als het systeem wordt uitgeschakeld en

een speciaal bericht op het display

wordt weergegeven, dan is er een

systeemstoring aanwezig.

In dit geval kan er nog steeds met de

auto gereden worden, maar wordt toch

geadviseerd zo spoedig mogelijk

contact op te nemen met het Fiat

Servicenetwerk.

Radarwaarschuwing nietbeschikbaar

Als de omstandigheden zodanig zijn dat

de radar niet correct obstakels kan

detecteren, wordt het systeem

uitgeschakeld en verschijnt er een

speciaal bericht op het display. Dit

gebeurt meestal in het geval van slecht

zicht, zoals wanneer het sneeuwt of

zwaar regent.

Het systeem kan ook tijdelijk worden

gedimd door belemmeringen zoals

modder, vuil of ijs op de bumper. In

zulke gevallen wordt een speciaal

bericht op het display weergegeven en

wordt het systeem uitgeschakeld. Dit

bericht wordt soms weergegeven onder

hoogreflecterende omstandigheden (in

bijvoorbeeld tunnels met reflectoren of

ijs of sneeuw). Wanneer de

omstandigheden die de werking van

het systeem hebben beperkt

ophouden, zal het systeem naar een

normale en volledige werking

terugkeren.

In enkele uitzonderlijke gevallen kan dit

speciaal bericht verschijnen als er in het

gezichtsveld van de radar geen voertuig

of object wordt gedetecteerd.

Als weersomstandigheden niet de

echte reden zijn achter dit bericht,

controleer dan of de sensor vuil is. Het

kan nodig zijn belemmeringen te

reinigen of te verwijderen in de zone die

is aangegeven in fig. 78.

Als het bericht vaak verschijnt, zelfs in

afwezigheid van weersomstandigheden

als sneeuw, regen, modder of andere

belemmeringen, neem dan contact op

met het Fiat Servicenetwerk om de

sensoruitlijning te laten controleren.

Bij afwezigheid van zichtbare

belemmeringen, kan het reinigen van

het radaroppervlak, door handmatig de

decoratieve kapbekleding te

verwijderen, vereist zijn. Neem hiervoor

contact op met het Fiat Servicenetwerk.

BELANGRIJK Het wordt aanbevolen

geen toestellen, accessoires of

aereodynamische bevestigingen te

installeren voor de sensor of deze te

verduisteren op enige wijze, omdat dit

de correcte werking van het systeem in

gevaar kan brengen. Aanpassingen van

de geometrie van het voertuig of van de

voorzijde (inclusief reparaties niet

uitgevoerd door het Fiat

Servicenetwerk) kunnen gevolgen

hebben voor de juiste werking van het

systeem.

Alarm frontale botsing met actieveremwerking(indien aanwezig)

Als deze functies zijn ingeschakeld en

de kans op een aanrijding aanwezig is,

kunnen de remmen worden geactiveerd

om de auto af te remmen.

Deze functie oefent extra remdruk uit

als de remdruk die de bestuurder

uitoefent niet volstaat om een potentiële

frontale botsing te voorkomen.

77

Page 80: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

De functie is actief bij snelheden hoger

dan 7 km/h.

Rijden onder bijzondereomstandigheden

Onder bepaalde rijomstandigheden,

zoals bijvoorbeeld:

rijden in de buurt van een bocht;

voertuigen van kleine afmetingen

en/of niet met de rijstrook uitgelijnd;

andere voertuigen die van rijstrook

veranderen;

voertuigen die in dwarsrichting ten

opzichte van het voertuig rijden.

Kan de activering van het systeem

onverwachts of vertraagd zijn. De

bestuurder moet daarom bijzonder

voorzichtig zijn en de controle over de

auto behouden om in alle veiligheid te

blijven rijden.

BELANGRIJK In bijzonder complexe

verkeerssituaties kan de bestuurder het

systeem handmatig uitschakelen via het

menu.

Rijden in de buurt van een bocht

Bij het ingaan of verlaten van een brede

bocht, kan het systeem een voertuig

detecteren dat voor u rijdt, maar niet op

dezelfde rijstrook rijdt fig. 79. In

dergelijke gevallen kan het systeem

geactiveerd worden.

Voertuigen van kleine afmetingenen/of niet met de rijstrook uitgelijnd

Het systeem kan geen voertuigen vóór

de auto detecteren die zich buiten het

bereik van de lasersensor bevinden en

kan dus mogelijk niet reageren op

voertuigen van kleine afmetingen, zoals

fietsen of motoren fig. 80.

Andere voertuigen die van rijstrookveranderen

Voertuigen die plotseling van rijstrook

veranderen, dezelfde rijstrook betreden

als uw auto en binnen het

werkingsbereik van de sensor komen,

kunnen activering van het systeem

veroorzaken fig. 81.

Voertuigen die in dwarsrichting tenopzichte van het voertuig rijden.

Het systeem kan tijdelijk reageren op

een voertuig dat op een rechte hoek

door het werkingsbereik van de

radarsensor rijdt fig. 82.

79 P2000039-000-000

80 P2000040-000-000

81 P2000041-000-000

78

VE

ILIG

HE

ID

Page 81: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Belangrijke opmerkingenHet systeem is niet ontworpen om

botsingen te voorkomen en kan

mogelijke omstandigheden die tot een

ongeval leiden niet van te voren

detecteren. Het niet in acht nemen van

deze waarschuwing kan leiden tot

ernstig of dodelijk letsel.

Het systeem kan in werking treden,

door het traject van het voertuig te

beoordelen, vanwege de aanwezigheid

van reflecterende metalen voorwerpen

die geen voertuigen zijn, zoals vangrails,

verkeersborden, slagbomen voor

parkeerterreinen, tolpoorten,

spoorwegovergangen, poorten,

spoorwegen, voorwerpen in de buurt

van wegwerkzaamheden of voorwerpen

die zich hoger dan de auto bevinden

(bijv. een viaduct). Op dezelfde manier

kan het systeem in werking treden

binnen parkeergarages met meerdere

verdiepingen of tunnels, of wegens een

schittering op het wegdek. Deze

mogelijke activeringen volgen de

normale werkingslogica van het

systeem en duiden dus niet op een

storing.

Het systeem is uitsluitend

ontworpen voor gebruik op verharde

wegen. Als de auto off-road wordt

gebruikt, dan moet het systeem

uitgeschakeld worden om onnodige

waarschuwingen te voorkomen.

Het systeem moet worden

uitgeschakeld wanneer het voertuig in

of op een trein, veerboot of pont wordt

vervoerd, wordt gesleept of op een

rollenbank wordt getest.

iTPMS (indirect TyrePressure MonitoringSystem)

66) 67) 68) 69) 70) 71)

Beschrijving

Het voertuig is uitgerust met het iTPMS

(indirect Tyre Pressure Monitoring

System) dat via de

wielsnelheidsensoren de toestand van

de bandenspanning controleert.

Correcte bandenspanning

Als er geen lekke banden worden

gedetecteerd, wordt de uitlijntekening

van het voertuig getoond op het

display.

Lage bandenspanning

Het systeem waarschuwt de bestuurder

als een of meer banden leeg zijn met

een waarschuwingslampje op het

instrumentenpaneel en een

waarschuwingsbericht op het display,

samen met een geluidssignaal.

In dit geval wordt de uitlijntekening van

het voertuig getoond op het display met

de twee symbolen .

Deze aanduiding wordt ook

weergegeven nadat de motor wordt

afgezet en weer gestart wordt, zolang

de resetprocedure niet wordt

uitgevoerd.

Resetprocedure

Het iTPMS-systeem heeft een

"inleerfase" nodig (met een duur die

afhangt van de rijstijl en de

wegomstandigheden: bij optimale

omstandigheden wordt gereden op een

rechte weg met 80 km/h gedurende

minstens 20 minuten) die begint

wanneer de RESET-procedure wordt

uitgevoerd.

De RESET-procedure moet worden

uitgevoerd:

elke keer dat de bandenspanning

wordt gewijzigd;

wanneer ook maar één wiel

verwisseld wordt;

wanneer de banden worden

gedraaid of omgewisseld;

82 P2000042-000-000

79

Page 82: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

wanneer het ruimtebesparende

reservewiel wordt gemonteerd.

Pomp, voordat de RESET-procedure

wordt uitgevoerd, de banden tot de

juiste bandenspanning op, vermeld in

de bandenspanningstabel (zie de

paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk

"Technische gegevens").

Als de reset niet wordt uitgevoerd in alle

bovenstaande gevallen, kan het

waarschuwingslampje verkeerde

aanduidingen over een of meer banden

geven.

Om de RESET uit te voeren, met

stilstaand voertuig en de motor aan, de

Resetknop ingedrukt houden op het

linker bedieningspaneel

fig. 83 gedurende tenminste

2 seconden.

Wanneer de RESET procedure

uitgevoerd is, en afhankelijk van het

type instrumentenpaneel, klinkt er alleen

een zoemer of het bericht "reset

opgeslagen" verschijnt samen met de

zoemer om aan te duiden dat het

zelfleren is gestart.

BEDRIJFSOMSTANDIGHEDEN

Het systeem is actief bij snelheden van

meer dan 15 km/h.

In enkele situaties zoals sportief rijden,

bijzondere omstandigheden van het

wegdek (bijv. ijs, sneeuw, onverharde

wegen) kan de signalering vertraagd

worden of kan het gelijktijdige

spanningsverlies van meer dan een

band slechts gedeeltelijk gedetecteerd

worden.

Onder speciale omstandigheden (bijv.

voertuig asymmetrisch beladen aan één

kant, trekken van een aanhanger,

beschadigde of versleten band,

montage van het noodreservewiel,

gebruik van de "Fix&Go Automatic"

bandenreparatiekit, gebruik van

sneeuwkettingen, verschillende banden

op de assen gemonteerd) kan het

systeem onjuiste indicaties geven of

tijdelijk uitgeschakeld worden.

Als het systeem tijdelijk uitgeschakeld

is, knippert het waarschuwingslampje

ongeveer 75 seconden en blijft

daarna vast branden; tegelijkertijd

wordt op het display een

waarschuwingsbericht weergegeven.

Deze aanduiding wordt ook

weergegeven na het afzetten en

opnieuw starten van de motor, als de

correcte bedrijfsomstandigheden niet

hersteld worden.

In het geval van abnormale signalen,

wordt het aanbevolen om de

RESET-procedure uit te voeren. Als de

signalen opnieuw verschijnen wanneer

de RESET-procedure al is begonnen,

controleer dan of het type banden dat

wordt gebruikt hetzelfde is op alle vier

de wielen en of de banden niet

beschadigd zijn; als het

ruimtebesparende wiel wordt gebruikt,

plaats dan zo snel mogelijk een band

met normale afmetingen in plaats van

het ruimtebesparende wiel, indien

mogelijk verwijder de sneeuwkettingen,

zorg ervoor dat de lading correct

verspreid is en herhaal de

RESET-procedure, en rijd op een

schoon en verhard wegdek. Als het

probleem aanhoudt, contact opnemen

met het Fiat Servicenetwerk.

83 06056J0001EM

80

VE

ILIG

HE

ID

Page 83: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJK

62) Het systeem is een ondersteuning voor

de bestuurder die altijd zijn volle aandacht

bij het rijden moet houden. De

verantwoordelijkheid ligt altijd bij de

bestuurder, die rekening moet houden met

de verkeersomstandigheden om in alle

veiligheid te kunnen rijden. De bestuurder

dient altijd een veilige afstand tot het

voertuig vóór hem te houden.

63) Als de bestuurder het rempedaal

volledig intrapt of een snelle stuurbeweging

maakt terwijl het systeem in werking is, dan

kan de automatische remingreep gestopt

worden (bijv. om een eventuele manoeuvre

om het obstakel te vermijden mogelijk te

maken).

64) Het systeem werkt voor voertuigen die

op dezelfde rijbaan rijden. Mensen, dieren

en voorwerpen (bijv. kinderwagens) zijn

buiten beschouwing gelaten.

65) Als de auto op een rollenbank

geplaatst moet worden voor

onderhoudswerkzaamheden of als hij

gewassen wordt in een automatische

wastunnel met een obstakel ervoor (bijv.

een ander voertuig, een muur of een ander

obstakel), dan kan het systeem dit

detecteren en geactiveerd worden. In dit

geval moet het systeem uitgeschakeld

worden via in de instellingen van het

Uconnect™5" of 7" HD-systeem.

66) Als het iTMPS-systeem een

spanningsafname van een bepaalde band

aangeeft, wordt geadviseerd om de

spanning van alle vier de banden te

controleren.

67) Het iTPMS ontslaat de bestuurder niet

van de verplichting om de bandenspanning

elke maand te controleren en mag niet

beschouwd worden als een systeem dat

het onderhoud of de veiligheid vervangt.

68) De bandenspanning moet bij koude

banden gecontroleerd worden. Als de

bandenspanning om welke reden dan ook

bij warme banden moet worden

gecontroleerd, dan mag de spanning niet

worden verlaagd, ook wanneer de

gemeten waarde hoger is dan de

voorgeschreven spanningswaarde.

Controleer de bandenspanning nadien

nogmaals bij koude banden

69) Het iTPMS-systeem waarschuwt niet

bij een plotselinge afname van de

bandenspanning (bijv. bij een klapband).

Breng in dergelijke gevallen het voertuig tot

stilstand en voorkom bruuske

stuurbewegingen.

70) Het systeem waarschuwt alleen dat de

bandenspanning laag is: het is niet in staat

om de banden op te pompen.

71) Een te lage bandenspanning verhoogt

het brandstofverbruik, verkort de

levensduur van het loopvlak en kan het

vermogen om de auto op veilige manier te

besturen beïnvloeden.

BELANGRIJK

28) Het systeem kan beperkt of niet werken

vanwege weersomstandigheden zoals

zware regen, hagel, dikke mist, hevige

sneeuw.

29) De sectie van de bumber voor de

sensor mag niet bedekt zijn met stickers,

extra koplampen of enig ander voorwerp.

30) De interventie van het systeem kan

onverwacht of vertraagd zijn wanneer

andere voertuigen ladingen transporteren

die uitsteken vanaf de zijkant, bovenkant of

van de achterkant, in verhouding tot de

normale afmeting van het voertuig.

31) Werking kan in gevaar worden gebracht

door structurele wijzigingen aangebracht

aan het voertuig, zoals modificatie aan de

frontale geometrie, vervanging van wielen

of een zwaardere lading dan de

standaardlading van het voertuig.

32) Incorrecte reparaties verricht op het

voorste deel van het voertuig (bijv. bumper,

chassis) kunnen de positie van de

radarsensor wijzigen en de werking ervan in

gevaar brengen. Ga naar een Fiat

Servicenetwerk om elke operatie van dit

type.

33) Knoei niet met de sensor van de radar

en voer er geen werkzaamheden aan uit.

Neem in geval van een storing van de

sensor contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

34) Bij het slepen van een aanhangwagen

(met modules geïnstalleerd na het kopen

van het voertuig), een ander voertuig of

tijdens laadmanoeuvres op of in een

oprijwagen of autotransporter, moet het

systeem worden uitgeschakeld via het

Uconnect™ 5" or 7" HD systeem.

35) Was niet met hogedrukjets in de

onderste zone van de bumber: in het

bijzonder, niet werken op de elektrische

connector van het systeem.

81

Page 84: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

36) Wees voorzichtig in het geval van

reparaties en nieuwe verf in de zone rond

de sensor (paneel dat de sensor bedekt op

de linkerkant van de bumper). In het geval

van een frontale botsing kan de sensor

automatisch buiten werking worden gesteld

en kan er op het display een bericht

worden weergegeven dat de sensor

gerepareerd moet worden. Ook als er geen

storingsmeldingen worden gegeven, moet

het systeem uitgeschakeld worden als u

denkt dat de plaats van de radarsensor is

gewijzigd (bijv. wegens een frontale

aanrijding op lage snelheid zoals tijdens

parkeermanoeuvres). Ga in deze gevallen

naar een Fiat Servicenetwerk om de

radarsensor te laten uitlijnen of vervangen.

BESCHERMINGS-SYSTEMENINZITTENDEN

Tot de belangrijkste

veiligheidsvoorzieningen van de auto

behoren de volgende

beschermingssystemen:

veiligheidsgordels;

SBR-systeem (Seat Belt Reminder);

hoofdsteunen;

kinderzitjes;

airbags voorin, zij-airbags en omlaag

komende airbags (indien aanwezig).

Lees de informatie vermeld op de

volgende pagina's uiterst aandachtig

door. Het is van fundamenteel belang

dat de beschermingssystemen op de

juiste manier gebruikt worden om het

maximaal mogelijke veiligheidsniveau

voor de bestuurder en de passagiers te

garanderen.

Zie voor de verstelling van de

hoofdsteunen paragraaf

"Hoofdsteunen" in het hoofdstuk

"Kennismaking met het voertuig".

VEILIGHEIDS-GORDELS

Alle stoelen van het voertuig zijn

uitgerust met veiligheidsgordels met

drie verankeringspunten en een

oprolautomaat.

Het mechanisme van de oprolautomaat

werkt door vergrendeling van de gordel

wanneer er heftig geremd wordt of door

een sterke deceleratie wegens een

botsing. Zo kan de gordel vrij schuiven

en kan hij zich aanpassen aan het

lichaam van de inzittende. In het geval

van een ongeval, zal de gordel

geblokkeerd worden waardoor het

risico van impact binnenin het interieur

en het naar buiten geslingerd worden

van een persoon beperkt worden.

De bestuurder moet zich aan alle

plaatselijke wettelijke voorschriften met

betrekking tot de verplichting en de

manier waarop de gordel wordt

gebruikt houden en moet er ook voor

zorgen dat andere inzittenden van het

voertuig deze voorschriften naleven.

Leg de veiligheidsgordel altijd om

alvorens weg te rijden.

82

VE

ILIG

HE

ID

Page 85: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

GEBRUIK VAN DEVEILIGHEIDSGORDELS

De veiligheidsgordel moet omgelegd

worden terwijl men goed rechtop, met

de rug tegen de rugleuning zit.

Om de gordels vast te maken, de gesp

1 fig. 84 vastpakken en deze in sluiting

2 steken, totdat de klik van het

vergrendelen wordt gehoord.

Als tijdens het uittrekken de gordel

blokkeert, laat hem dan een stukje

teruglopen en trek hem vervolgens

langzaam uit.

Om de gordel los te maken, druk op

knop 3 fig. 84 en begeleid de gordel

tijdens het teruglopen met de hand,

zodat hij niet draait.

72) 73)

De oprolautomaat kan blokkeren als het

voertuig op een steile helling staat: dit is

normaal. Bovendien blokkeert de

oprolautomaat als de gordel snel word

uitgetrokken of bij hard remmen,

botsingen en bij bochten die op hoge

snelheid worden genomen.

Eenmaal zittend op de stoel, de

achterste veiligheidsgordels vastzetten

zoals getoond in fig. 85.

HOOGTE VAN DEVEILIGHEIDSGORDELVAN DE VOORSTOELINSTELLEN

74) 75)

Er zijn vier verschillende

hoogteverstellingen mogelijk.

Om de hoogte aan de bovenkant in te

stellen, van boven naar onder, moet

knop 1 fig. 86 worden ingedrukt, en

moet de handgreep naar beneden

geschoven worden.

Om de hoogte aan de kant van de ruit

in te stellen, van boven naar onder,

moet de handgreep verschoven worden

(zonder iets in te drukken).

Stel de hoogte van de veiligheidsgordel

altijd zodanig af dat hij de persoon die

hem draagt goed past: deze

voorzorgsmaatregel kan het risico op

letsel in geval van een aanrijding

aanzienlijk beperken.

De gordel is goed afgesteld als hij

halverwege tussen de nek en het

uiteinde van de schouder ligt.

BELANGRIJK

72) Druk tijdens het rijden nooit op knop 3.

73) Onthoud dat passagiers op de

achterbank die geen gordel dragen bij een

ongeval blootgesteld worden aan een

groot risico en bovendien een gevaar

opleveren voor de inzittenden voorin.

84 06056J0004EM

85 P103FI84-000-000

86 06056J0003EM

83

Page 86: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

74) Stel de veiligheidsgordels af wanneer

de auto stil staat.

75) Controleer na het afstellen van de

hoogte altijd of de grip vergrendeld is in

een van de van te voren ingestelde

standen. Om dit te doen, met knop

1 losgelaten, iets meer druk omlaag

uitoefenen om het

vergrendelingsmechanisme vast te laten

klikken als dit niet in een van de van te

voren ingestelde standen gebeurd is.

SBR-SYSTEEM(SEAT BELTREMINDER)

(voor bepaalde versies/markten)

Het SBR-systeem waarschuwt de

passagiers op de voorstoel en

achterbank (indien aanwezig) als hun

veiligheidsgordel niet is omgelegd.

Het systeem signaleert niet

vastgemaakte veiligheidsgordels met

visuele waarschuwingen

(waarschuwingslampjes op het

instrumentenpaneel en symbolen op

het display) en een geluidssignaal (zie

de volgende paragrafen).

OPMERKING Om het geluidssignaal

permanent uit te laten schakelen naar

een werkplaats van het Fiat

Servicenetwerk gaan. Het

geluidssignaal kan op ieder moment via

het menu van het display opnieuw

worden ingeschakeld (zie paragraaf

"Display" in het hoofdstuk

“Kennismaking met het

instrumentenpaneel”).

Werking van hetwaarschuwingslampjeveiligheidsgordel voorstoel

Wanneer de startinrichting naar MAR

wordt gedraaid, gaat het

waarschuwingslampje (zie fig. 87 )

enkele seconden branden, ongeacht de

status van de veiligheidsgordels voor.

Bij stilstaand voertuig, als de

veiligheidsgordel aan bestuurders- of

passagierszijde (met de inzittende op

de stoel) niet is vastgemaakt, blijft het

waarschuwingslampje permanent

branden.

Zodra de drempel van 8 km/h

gedurende enkele seconden wordt

overschreden terwijl de

veiligheidsgordels aan de bestuurders-

of passagierszijde (met passagier op de

stoel) niet zijn vastgemaakt, klinkt er

een geluidssignaal en gaat het

waarschuwingslampje gedurende

ongeveer 100 seconden knipperen.

Wanneer deze cyclus waarschuwingen

in werking treedt dan blijft hij actief voor

de gehele duur (ongeacht de

87 P2000037-000-000

84

VE

ILIG

HE

ID

Page 87: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

voertuigsnelheid) of tot de

veiligheidsgordels weer worden

vastgemaakt.

Wanneer de achteruitversnelling, tijdens

de cyclus waarschuwingssignalen,

wordt ingeschakeld, wordt het

geluidssignaal uitgeschakeld en gaat

het waarschuwingslampje

permanent branden. De cyclus van

waarschuwingssignalen wordt hervat

zodra de snelheid van 8 km/h weer

overschreden wordt.

Werking van de symbolen voor deveiligheidsgordels achter

De symbolen worden weergegeven op

het display fig. 88 enkele seconden

nadat de startinrichting naar de stand

MAR is gedraaid.

De symbolen geven aan om welke

gordel het gaat en worden minstens

30 seconden weergegeven nadat de

portieren zijn gesloten of nadat de

status van het vastmaken van de

veiligheidsgordels is gewijzigd.

veiligheidsgordel niet vastgemaakt

veiligheidsgordel vastgemaakt.

De symbolen op het display geven het

volgende aan:

A: veiligheidsgordel linksachter;

B: veiligheidsgordel middenachter;

C: veiligheidsgordel rechtsachter.

Als een veiligheidsgordel achter niet is

vastgemaakt, klinkt er een

geluidssignaal (3 "piepjes") en gaat het

bijbehorende symbool op het display

branden.

Bovendien gaan de symbolen weer

30 seconden branden, elke keer als

een van de achterportieren wordt

gesloten.

Het symbool verandert van kleur nadat

de bijbehorende veiligheidsgordel is

vastgemaakt.

Ongeveer 30 seconden na de laatste

indicatie gaan de symbolen voor de

veiligheidsgordels achter uit, ook als de

gordels niet zijn vastgemaakt.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Voor wat betreft de veiligheidsgordels

van de achterbank, zal het

SBR-systeem alleen aangeven of de

veiligheidsgordels niet zijn vastgemaakt

of wel vastgemaakt, niet de

aanwezigheid van passagiers.

De waarschuwingslampjes/symbolen

zijn allemaal uit als alle

veiligheidsgordels (voor en achter) zijn

vastgemaakt wanneer de contactsleutel

in de stand MAR staat.

Voor de achterbank gaan de symbolen

enkele seconden nadat de

startinrichting naar de stand MAR is

gedraaid branden, ongeacht de status

van de veiligheidsgordels (zelfs als de

gordels allemaal zijn vastgemaakt).

Alle waarschuwingslampjes/symbolen

gaan branden als de status van

minstens één gordel verandert van

vastgemaakt naar losgemaakt of

andersom.

88 P2000011-000-000

85

Page 88: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

VOORAANSPANNERS

Het voertuig is uitgerust met

veiligheidsgordels voor met

gordelspanners die bij een heftige

frontale botsing de gordel enige

centimeters aantrekken. Op die manier

worden de inzittenden veel beter op

hun plaats gehouden en wordt de

voorwaartse beweging beperkt.

Het blijkt dat de gordelspanners

hebben gewerkt als de veiligheidsgordel

niet meer opgerold wordt.

Dit voertuig is ook uitgerust met een

tweede gordelspanner (in de zone van

de dorpellijst). De in werkingtreding

ervan wordt aangegeven door het

korter worden van de metalen kabel en

het oprollen van de beschermhuls.

Tijdens de werking van de

gordelspanner kan er wat rook

ontsnappen. Deze rook is niet

schadelijk en duidt niet op brandgevaar.

De gordelspanner behoeft geen

onderhoud of smering: elke verandering

van de oorspronkelijke conditie zal de

werking ervan benadelen.

Als de gordelspanner door

uitzonderlijke natuurlijke gebeurtenissen

(bijv. overstromingen, vloedgolven enz.)

met water en/of modder in contact is

geweest, neem dan contact op met het

Fiat Servicenetwerk om hem te laten

vervangen.

BELANGRIJK Voor een maximale

bescherming door de gordelspanners

moet de veiligheidsgordel zo worden

omgelegd dat hij goed op borst en

bekken aansluit.

KRACHTBEGRENZERS

76)

37)

Voor een nog betere bescherming van

de inzittenden bij een ongeval, zijn de

oprolautomaten van de

veiligheidsgordels van de voorstoelen

voorzien van een krachtbegrenzer die

bij een frontale aanrijding de

piekbelasting op de borst en schouders

beperkt.

ALGEMENEWAARSCHUWINGENVOOR HET GEBRUIK VANDEVEILIGHEIDSGORDELS

77) 78) 79)

Ook zwangere vrouwen moeten de

veiligheidsgordel omleggen: voor

zwangere vrouwen en het ongeboren

kind wordt het risico op verwondingen

bij een ongeval fors ingeperkt als de

gordel wordt gedragen.

Natuurlijk moeten zwangere vrouwen

wel het onderste deel van de gordel

lager omleggen, zodat de gordel over

het bekken en onder de buik

fig. 89 komt. Naar gelang de

zwangerschap verder gevorderd is,

moet de bestuurder zowel de stoel als

het stuurwiel zodanig verstellen dat

volledige controle over het voertuig

mogelijk is (pedalen en stuurwiel

moeten gemakkelijk bereikbaar zijn). De

maximale speling tussen de buik en het

stuurwiel moet aangehouden worden.

Zorg dat de gordelband nooit gedraaid

is. Het bovenste gordelgedeelte moet

over de schouder en schuin over de

borst liggen. Het onderste

gordelgedeelte moet over het bekken

fig. 90 en dus niet over de buik van de

inzittende liggen. Steek nooit

voorwerpen (wasknijpers, klemmen

enz.) tussen de gordel en het lichaam

van de inzittende.

89 F1B0107C

86

VE

ILIG

HE

ID

Page 89: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Elke gordel mag slechts door één

iemand gebruikt worden. Vervoer nooit

kinderen op de schoot van inzittenden

met één veiligheidsgordel voor beiden

fig. 91. Steek geen enkel voorwerp

tussen de gordel en het lichaam van

een inzittende.

ONDERHOUD VAN DEVEILIGHEIDSGORDELS

Volg voor het juiste onderhoud van de

veiligheidsgordels de volgende

aanwijzingen zorgvuldig op:

zorg er altijd voor dat de gordel

goed uitgetrokken en niet gedraaid is;

controleer ook of de oprolautomaat niet

haperend werkt;

controleer de werking van de

veiligheidsgordel als volgt: maak de

gordel vast en trek hard aan de gordel;

vervang de gordels na een ongeval,

ook al lijken ze niet beschadigd.

Vervang de gordels ook altijd als de

gordelspanners in werking zijn

getreden;

zorg dat er geen vocht in de

oprolautomaat komt: de goede werking

ervan is alleen gegarandeerd als ze

droog blijven;

vervang de gordels als ze sporen

van slijtage of beschadiging vertonen.

BELANGRIJK

76) De gordelspanner is voor éénmalig

gebruik bestemd. Neem contact op met

het Fiat Servicenetwerk om de

gordelspanners te laten vervangen nadat

ze in werking zijn getreden.

77) Het demonteren of aanpassen van

onderdelen van de veiligheidsgordel of

gordelspanner is ten strengste verboden.

Werkzaamheden aan deze onderdelen

moeten worden uitgevoerd door

gekwalificeerd en bevoegd personeel.

Wendt u altijd tot het Fiat Servicenetwerk.

78) Voor optimale veiligheid moet de

rugleuning rechtop gezet worden, moet

men goed tegen de rugleuning aanzitten en

moet de gordel goed aansluiten op de

borst en het bekken. Draag altijd

veiligheidsgordels, zowel voor- als achterin!

Rijden zonder veiligheidsgordels doet bij

een ongeval het risico op ernstige

verwondingen toenemen en kan zelfs de

dood tot gevolg hebben.

79) Nadat een gordel aan een ware

belasting is blootgesteld (bijvoorbeeld bij

een ongeval), moet de gordel compleet

met de verankeringen, bevestigingsbouten

en de gordelspanner worden vervangen.

Ook als er geen zichtbare schade is, kan

de gordel toch verzwakt zijn.

BELANGRIJK

37) Werkzaamheden die leiden tot stoten,

trillingen of plaatselijke verhitting in de zone

rondom de gordelspanners (meer dan 100

°C gedurende ten hoogste zes uur) kunnen

de gordelspanners beschadigen of in

werking doen treden. Neem contact op

met het Fiat Servicenetwerk voor eventuele

werkzaamheden aan deze componenten.

90 F1B0108C

91 F1B0109C

87

Page 90: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

KINDERZITJES

KINDEREN VEILIGVERVOEREN

80) 81) 82) 83)

Om een optimale bescherming bij een

ongeval te kunnen garanderen, moeten

alle inzittenden zitten en gebruik maken

van goedgekeurde

beveiligingssystemen, ook

pasgeborenen en kinderen!

Dit is een wettelijke verplichting in alle

EU-landen, conform de Europese

richtlijn 2003/20/EG.

Kinderen met een lengte van minder

dan 1,50 meter en tot de leeftijd van

12 jaar moeten beschermd worden

door geschikte kinderzitjes en moeten

op de achterbank zitten.

Statistieken over ongevallen tonen aan

dat de achterbank een betere

bescherming biedt voor kinderen.

Vergeleken met een volwassene, is het

hoofd van kleine kinderen in verhouding

tot de rest van het lichaam groter en

zwaarder, maar de spieren en de

botstructuur van kinderen zijn nog niet

volledig ontwikkeld. Daarom zijn

correcte beveiligingssystemen, naast

veiligheidsgordels voor volwassenen,

noodzakelijk om het gevaar van letsel in

geval van een aanrijding, remmen of

plotselinge manoeuvres, zo veel

mogelijk te beperken.

Kinderen moeten veilig en comfortabel

zitten. Afhankelijk van de

eigenschappen van de gebruikte

kinderzitjes, wordt geadviseerd om

kinderzitjes zo lang mogelijk tegen de

rijrichting in te monteren (tot het kind

minstens 3–4 jaar oud is), omdat die

stand bij een ongeval de meeste

bescherming biedt.

Het wordt geadviseerd altijd het voor

het kind meest geschikte kinderzitje te

kiezen; raadpleeg daarom altijd de

Gebruiksaanwijzing die bij het

kinderzitje geleverd is, om er zeker van

te zijn dat dit het juiste type is voor de

kinderen waarvoor het is bedoeld.

In Europa vallen de eigenschappen van

kinderzitjes onder de norm ECE-R44,

die ze in vijf gewichtsgroepen indeelt:

Groep Gewichtsgroep

Groep 0 tot 10 kg

Groep 0+ tot 13 kg

Groep 1 9 - 18 kg

Groep 2 15 - 25 kg

Groep 3 22 - 36 kg

Alle beveiligingssystemen moeten

voorzien zijn van de

typegoedkeuringsgegevens en het

keurmerk op een label dat stevig

bevestigd moet zijn op het kinderzitje

en dat absoluut niet verwijderd mag

worden.

In het Lineaccessori MOPAR ®

assortiment zijn kinderzitjes voor elke

gewichtsgroep opgenomen. Deze

kinderzitjes worden aanbevolen,

aangezien ze speciaal voor Fiat

voertuigen ontworpen zijn.

KINDERZITJE MONTERENMET DEVEILIGHEIDSGORDELS

De Universele kinderzitjes die

gemonteerd worden met de

veiligheidsgordels zijn alleen

goedgekeurd op basis van de ECE

R44 norm en zijn ingedeeld in

verschillende gewichtsgroepen.

84) 85) 86) 87)

BELANGRIJK De afbeeldingen zijn

indicatief en dienen slechts ter illustratie

van de montage. Monteer het

kinderzitje overeenkomstig de

aanwijzingen, die bijgesloten moeten

zijn.

88

VE

ILIG

HE

ID

Page 91: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Groep 0 en 0+

Baby's tot 13 kg moeten in kinderzitjes

worden vervoerd die tegen de rijrichting

in worden geplaatst, zoals afgebeeld in

fig. 92; hierbij wordt het achterhoofd

gesteund en wordt bij abrupte

vertragingen de nek niet belast.

Het kinderzitje wordt op zijn plaats

gehouden door de veiligheidsgordels

van het voertuig, zoals afgebeeld en

moet het kind beschermen met de

eigen gordels.

Groep 1

Kinderen met een gewicht van 9 tot

18 kg mogen in een in de rijrichting

gemonteerd kinderzitje vervoerd

worden fig. 93.

Groep 2

Kinderen met een gewicht tussen 15 en

25 kg mogen rechtstreeks de

veiligheidsgordels van de auto

gebruiken fig. 94.

Het kinderzitje is in dit geval nodig om

het kind correct ten opzichte van de

gordels te plaatsen, zodat het diagonale

gordelgedeelte schuin over de borst en

nooit langs de nek ligt; het onderste

gordelgedeelte moet over het bekken

en niet over de buik liggen.

Groep 3

Voor kinderen met een gewicht tussen

22 en 36 kg bestaan er geschikte

beveiligingssystemen om de

veiligheidsgordel correct te kunnen

omleggen.

In de fig. 95 afbeelding is de juiste

plaatsing van het kinderzitje op de

achterstoel weergegeven.

Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de

veiligheidsgordels net zoals

volwassenen dragen.

92 06096J0001EM

93 06096J0002EM

94 06096J0003EM

95 06096J0004EM

89

Page 92: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VANUNIVERSELE KINDERZITJES

In overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van

universele kinderzitjes in de volgende tabel weergegeven:

“Universeel” kinderzitje monteren

Groep Gewichtsgroep

Passagier voor (*) Passagier

achterin in het

midden

Passagiers

achterin aan de

zijkantenAirbag

ingeschakeld

Airbag

uitgeschakeld

Groep 0 tot 13 kg X U X U

Groep 0+ tot 13 kg X U X U

Groep 1 9-18 kg X U X U

Groep 2 15-25 kg U U X U

Groep 3 22-36 kg U U X U

(*)BELANGRIJK: Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de voorstoel als de airbag actief is. Als u een achterstevoren geplaatstkinderzitje op de voorstoel wilt plaatsen, deactiveer dan eerst de betreffende airbag (zie instructies in de paragraaf (Aanvullendveiligheidssysteem (SRS) - Airbag")

X = Ongeschikte zitplaats voor kinderen in deze gewichtscategorie.

U = geschikt voor kinderzitjes van de "Universele" categorie overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven

"Groepen".

90

VE

ILIG

HE

ID

Page 93: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

EEN ISOFIX-KINDERZITJEMONTEREN

88) 89) 90)

De achterstoelen aan de zijkanten van

het voertuig zijn uitgerust met

ISOFIX-bevestigingspunten, voor het

snel, eenvoudig en veilig bevestigen van

kinderzitjes. Met het ISOFIX-systeem

kunt u het ISOFIX-kinderzitje monteren

zonder gebruik van de

veiligheidsgordels van de auto maar

door dit rechtstreeks vast te maken aan

de stoel met behulp van de drie

bevestigingspunten in de auto.

ISOFIX-kinderzitjes en conventionele

kinderzitjes kunnen in hetzelfde voertuig

op verschillende stoelen worden

gemonteerd.

Om een ISOFIX-kinderzitje te installeren,

moet deze worden bevestigd aan de

twee metalen bevestigingspunten 1

fig. 96 achter het kussen van de

achterbank, op het punt waar het tegen

de rugleuning komt, bevestig dan de

bovenste haak van het kinderzitje aan

het speciale bevestigingspunt 2

fig. 97 achter de rugleuning.

Ter illustratie toont fig. 99 een voorbeeld

van een universeel ISOFIX-kinderzitje

voor gewichtsgroep 1.

Voor andere gewichtsgroepen zijn

specifieke ISOFIX-kinderzitjes voorzien,

die alleen gebruikt kunnen worden als

ze speciaal voor dit voertuig zijn getest

(zie overzicht voertuigen met

bijbehorend kinderzitje).

BELANGRIJK De fig. 99 is indicatief en

dient slechts ter illustratie van de

montage. Monteer het kinderzitje

overeenkomstig de aanwijzingen, die

bijgesloten moeten zijn.

96 06096J0008EM

97 P1030218-000-000

98 F1B0117C

91

Page 94: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

OPMERKING Wanneer een Universeel

ISOFIX-kinderzitje wordt gebruikt,

kunnen alleen ECE R44 "ISOFIX

Universal” (R44/03 of latere updates)

typegoedgekeurde kinderzitjes gebruikt

worden (zie fig. 98 ).

99 06096J0007EM

92

VE

ILIG

HE

ID

Page 95: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VANISOFIX-KINDERZITJES

ISOFIX PLAATSEN IN HET VOERTUIG

GewichtscategorieënMaatcategorie Apparaat Passagier voor

Passagiers

achterin aan de

zijkanten

Passagier

achterin in het

midden

Groep 0 tot 10 kg E ISO/R1 X IL X

Groep 0+ (tot 13 kg)

E ISO/R1 X IL X

D ISO/R2 X IL X

C ISO/R3 X IL (*) X

Groep 1 (van 9 tot

18 kg)

D ISO/R2 X IL X

C ISO/R3 X IL (*) X

B ISO/F2 XIUF-IL

X

B1 ISO/F2X XIUF- IL

X

A ISO/F3 XIUF- IL

X

X ISOFIX-plaats niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes in deze gewichts- en/of maatcategorie.

IL Geschikt voor ISOFIX kinderzitjes van de categorieën voor "specifieke voertuigen", "beperkt", of "semi-universeel", goedgekeurd voor dit typeauto.

IL (*) Het ISOFIX-kinderzitje kan worden gemonteerd door de voorstoel te verstellen.

IUF Geschikt voor in de rijrichting geplaatste ISOFIX kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor degewichtsgroep.

93

Page 96: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VAN i-SizeKINDERZITJE

In de volgende tabel is, in overeenstemming met de Europese regelgeving ECE 129, de mogelijkheid voor montage van

i-Size-kinderzitjes aangegeven.

i-Size PLAATSEN IN HET VOERTUIG

Apparaat Passagier voor

Passagiers

achterin aan de

zijkanten

Passagier achterin

in het midden

i-Size kinderzitjesISO/R2 X i-U X

ISO/F2 X i-U X

i-U: geschikt voor Universele i-Size-kinderzitjes, zowel gemonteerd tegen de rijrichting in als in de rijrichting.

X: stoel niet geschikt voor Universele i-Size-kinderzitjes.

94

VE

ILIG

HE

ID

Page 97: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR FIAT VOOR UW AUTO

Lineaccessori MOPAR ® omvat een volledige reeks kinderzitjes die bevestigd moeten worden met de driepuntsveiligheidsgordel

of de ISOFIX-beugels.

BELANGRIJK FCA adviseert het kinderzitje te monteren volgens de aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.

Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes

Groep 0+:

van pasgeboren

tot 13 kg

van 40 cm tot

80 cm

Britax Baby Safe plus

Goedkeuringsnummer type:

E1 04301146

Fiat-bestelcode: 71806415 Universeel ISOFIX-kinderzitje.

Het zitje moet tegen de

rijrichting in gemonteerd

worden, met behulp van alleen

de veiligheidsgordels, of de

speciale ISOFIX-basis (die apart

kan worden aangeschaft) en de

ISOFIX-bevestigingspunten in

het voertuig.

Dit moet gemonteerd worden

op de achterstoelen aan de

zijkanten.

+ +

Britax Baby Safe ISOFIX-basis

Fiat-bestelcode: 71806416

95

Page 98: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes

Groep 1:

van 9 tot 18 kg

van 67 cm tot

105 cm

Fair G0/1S

Goedkeuringsnummer type:

E4 04443718

Fiat-bestelcode: 71807388

Universeel ISOFIX-kinderzitje.

Het kan bevestigd worden met

de veiligheidsgordels van het

voertuig (alleen in de rijrichtinng

geplaatst) of met gebruik van

de ISOFIX verankeringspunten

van het voertuig.

FCA adviseert montage met het

ISOFIX platform (RWF speciaal

"G" type - dat apart

aangeschaft moet worden) voor

montage tegen de rijrichting in

of het Isofix platform (FWF

speciaal "A" type - dat apart

aangeschaft moet worden) voor

montage in de rijrichting, de

starre hoofdsteun (die apart

aangeschaft moet worden) en

de Isofix-bevestigingspunten in

het voertuig.

Dit moet gemonteerd worden

op de achterstoelen aan de

zijkanten.

+ +

Referentie A: Fair ISOFIX

RWF-platform, type "G" voor G 0/1S

Fiat-bestelcode: 71807455

of

Referentie B: Fair ISOFIX RWF

platform, type "A" voor G 0/1S

Fiat-bestelcode: 71805364

+ +

FAIR hoofdsteun

Fiat-bestelcode: 71807387

96

VE

ILIG

HE

ID

Page 99: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes

Groep 2:

van 15 tot 25 kg

van 95 cm tot

135 cm

Takata Maxi Plus

Goedkeuringsnummer type:

E4 0444 4003

Fiat-bestelcode: 50547087

Het kan alleen in de rijrichting

gemonteerd worden, met

behulp van de

driepuntsveiligheidsgordel en de

ISOFIX-bevestigingen, indien

aanwezig.

Fiat beveelt aan om dit

kinderzitje te installeren met

de ISOFIX-bevestigingen van

het voertuig.

Dit moet gemonteerd worden

op de achterstoelen aan de

zijkanten.

Fiat beveelt altijd aan om de

rugleuning te gebruiken voor

kinderen met een lengte tot

135 cm.

Groep 3:

van 22 tot 36 kg

van 136 cm tot

150 cm

Takata Maxi Plus

Goedkeuringsnummer type:

E4 0444 4003

Fiat-bestelcode: 50547087

Het kan alleen in de rijrichting

gemonteerd worden, met

behulp van de

driepuntsveiligheidsgordel en de

ISOFIX-bevestigingen, indien

aanwezig.

Fiat beveelt aan om dit

kinderzitje te installeren met

de ISOFIX-bevestigingen van

het voertuig.

Dit moet gemonteerd worden

op de achterstoelen aan de

zijkanten.

97

Page 100: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Belangrijke aanbevelingen voor het

veilig vervoeren van kinderen

Monteer de kinderzitjes op de

achterbank, omdat die plaats bij een

ongeval de meeste bescherming biedt.Houd kinderen zo lang mogelijk in

kinderzitjes die tegen de rijrichting in

gemonteerd zijn, tot ze 3-4 jaar zijn.Als de passagiersairbag buiten

werking is gesteld, controleer dan of het

speciale lampje op het paneel op het

dashboard brandt om er zeker van te

zijn dat deze airbag daadwerkelijk is

uitgeschakeld.Neem de aanwijzingen die de

producent verplicht bij het kinderzitje

moet leveren zorgvuldig in acht. Bewaar

deze aanwijzingen samen met de

overige documenten en dit

instructieboek in het voertuig. Gebruik

geen gebruikte kinderzitjes waarvan de

gebruiksaanwijzingen ontbreken.Elk kinderzitje is bedoeld voor slechts

één kind: vervoer nooit twee kinderen in

één zitje.Controleer altijd of de gordel niet

langs de nek van het kind loopt.Controleer of de gordel goed is

vastgemaakt door eraan te trekken.Controleer tijdens het rijden of het

kind geen verkeerde houding aanneemt

of de gordels losmaakt.Laat een kind nooit het diagonale

gordelgedeelte onder zijn arm of achter

zijn rug omleggen.

Vervoer kinderen nooit op schoot,

ook geen pasgeborenen. Niemand is in

staat om een kind vast te houden bij

een ongeval.Als de auto betrokken is geweest bij

een aanrijding, vervang het kinderzitje

dan door een nieuwe. Bovendien, en

afhankelijk van het type kinderzitje dat

geïnstalleerd is, moeten de

isofix-verankeringen of de

veiligheidsgordel waarmee het

kinderzitje vastzat ook worden

vervangen.Alle kinderzitjes die in de rijrichting op

de buitenste zitplaatsen achterin

worden gebruikt, ongeacht de

gewichtsgroep, mogen pas worden

gemonteerd nadat de hoofdsteun van

de betreffende zitplaats is verwijderd.

Dit geldt niet voor kinderzitjes die alleen

bestaan uit een zitkussen (zonder

rugsteun): deze zitjes moeten juist

worden gebruikt terwijl de hoofdsteun

van de bijbehorende zitplaats aanwezig

is.

BELANGRIJK

80) ZEER GEVAARLIJK Plaats NOOIT een

kinderzitje tegen de rijrichting in op de

passagiersstoel van auto's met een actieve

passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe

klein ook, kan de airbag ernstig letsel en

zelfs de dood van het kind tot gevolg

hebben. Het is raadzaam kinderen altijd in

kinderzitjes op de achterbank te vervoeren:

bij een ongeval biedt de achterbank de

meeste bescherming.

81) Op de zonneklep is een etiket met

symbolen aangebracht dat eraan herinnert

dat de airbag verplicht uitgeschakeld moet

worden als een tegen de rijrichting in

gemonteerd kinderzitje op de voorstoel

wordt gemonteerd. Neem altijd de

aanwijzingen op de zonneklep aan

passagierszijde in acht (zie de paragraaf

"Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) -

Airbag").

82) Mocht het toch nodig zijn om een kind

in een tegen de rijrichting in gemonteerd

kinderzitje op de passagiersstoel voor te

vervoeren, dan moeten de frontairbag en

zijairbag aan passagierszijde worden

uitgeschakeld via het hoofdmenu van het

Connect-systeem (zie de paragraaf

"Aanvullend Veiligheidssysteem (SRS) -

Airbag"). Controleer de uitschakeling door

te kijken of het lampje op het dashboard

brandt. Bovendien moet de

passagiersstoel zo ver mogelijk naar

achteren zijn geschoven om te voorkomen

dat het kinderzitje eventueel in aanraking

komt met het dashboard.

83) Verplaats de voorste passagiersstoel of

de achterbank niet als er een kind op zit of

als het kind in een geschikt kinderzitje zit

84) Onjuiste montage van het kinderzitje

kan ertoe leiden dat het

beschermingssysteem inefficiënt wordt. Bij

een ongeval kan het kinderzitje loskomen

en kan het kind zelfs dodelijk gewond

raken. Houd u, bij het monteren van

kinderzitjes voor pasgeborenen of kinderen,

strikt aan de aanwijzingen van de Fabrikant.

98

VE

ILIG

HE

ID

Page 101: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

85) Wanneer het kinderzitje niet in gebruik

is, zet het dan vast met de

veiligheidsgordel of met de ISOFIX-

bevestigingen, of verwijder het uit het

voertuig. Laat het kinderzitje niet los in het

interieur liggen. Zo kan het in geval van

abrupt remmen of een ongeval geen letsel

bij de inzittenden veroorzaken.

86) Verplaats de stoel niet als er een

kinderzitje is geplaatst: verwijder altijd eerst

het kinderzitje alvorens de stoel anders in

te stellen.

87) Zorg er altijd voor dat het diagonale

gedeelte van de veiligheidsgordel niet

onder de armen door of achter de rug van

het kind langs loopt. Bij een ongeval zal de

veiligheidsgordel het kind niet vast kunnen

houden, met het risico van zelfs dodelijk

letsel. Daarom moet het kind de

veiligheidsgordel altijd correct omleggen.

88) Gebruik één onderste verankeringspunt

niet voor de installatie van meer dan één

kinderzitje.

89) Als een universeel ISOFIX-kinderzitje

niet aan alle drie de verankeringspunten is

vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind

niet goed kunnen beschermen. In geval

van een aanrijding zou het kind ernstig

gewond kunnen raken of zelfs kunnen

overlijden.

90) Monteer het kinderzitje alleen bij

stilstaande auto. Het kinderzitje is op de

juiste wijze aan de beugels bevestigd als

de vergrendeling hoorbaar vastklikt. De

instructies voor montage, demontage en

plaatsing moeten in elk geval worden

opgevolgd. De fabrikant van het kinderzitje

is verplicht deze instructies bij het

kinderzitje te leveren.

AANVULLENDVEILIGHEIDS-SYSTEEM (SRS) -AIRBAGS

Het voertuig is voorzien van:

frontairbag bestuurderszijde;

frontairbag passagierszijde;

airbags aan passagiers- en

bestuurderszijde ter bescherming van

bekken, borst en schouders (zijairbags);

zijairbags ter bescherming van het

hoofd van passagiers op de voorstoel

en op de achterbank (gordijnairbag).

De plaats van de airbags in het voertuig

is gemarkeerd met het woord

"AIRBAG" in het midden van het

stuurwiel, op het dashboard, op de

bekleding aan de zijkant of met een

sticker die in het gebied waar de airbag

wordt opgeblazen zit.

FRONTAIRBAGS

De frontairbags (bestuurder en

passagier) beschermen de inzittenden

voorin bij middelzware en zware frontale

botsingen, door de airbag tussen de

inzittende en het stuurwiel of het

dashboard op te blazen.

Als de airbags niet worden opgeblazen

bij andere soorten botsingen (botsingen

opzij, achterop, over de kop slaan enz.),

wijst dit niet op een storing van het

systeem.

De frontairbags voor bestuurder en

passagier zijn geen vervanging voor de

veiligheidsgordels, maar een aanvulling

hierop. Draag dus altijd

veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de

wet voorgeschreven is in alle Europese

landen en de meeste landen

daarbuiten.

Bij een botsing worden degenen die

geen veiligheidsgordel dragen naar

voren geworpen en kunnen zo in

contact komen met een airbag die nog

niet volledig opgeblazen is. Onder deze

omstandigheden wordt de inzittende

minder door de airbag beschermd.

In de volgende omstandigheden kan

het voorkomen dat de frontairbags niet

worden opgeblazen:frontale botsingen tegen makkelijk

vervormbare onderdelen, die niet het

front van het voertuig zijn (bijv. spatbord

tegen de vangrail, etc. );de auto schuift onder andere auto’s

of veiligheidsbarrières (bijvoorbeeld

onder vrachtwagens of vangrails).

Als de airbags onder de hierboven

beschreven omstandigheden niet

opgeblazen worden, dan bieden ze

geen aanvullende bescherming ten

opzichte van de veiligheidsgordels,

zodat hun activering geen zin heeft.

99

Page 102: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

In deze gevallen wijst de uitgebleven

activering dus niet op een storing van

het systeem.

De frontairbags voor bestuurder en

passagier zijn ontworpen en afgesteld

om inzittenden voorin met omgelegde

veiligheidsgordels te beschermen.

Wanneer de airbags volledig

opgeblazen zijn, nemen ze bijna alle

ruimte in beslag tussen het stuurwiel en

de bestuurder en tussen het dashboard

en de passagier.

Bij lichte frontale botsingen (waarbij de

bescherming van de omgelegde gordel

volstaat) worden de airbags niet

opgeblazen.

De veiligheidsgordels moeten dus altijd

gedragen worden. Bij een frontale

aanrijding zorgen de veiligheidsgordels

ervoor dat de inzittenden in de juiste

stand worden gehouden.

Frontairbag bestuurderszijde

Deze bestaat uit een onmiddellijk

opblaasbaar kussen dat in een speciale

ruimte in het midden van het stuurwiel

is geplaatst fig. 100.

Frontairbag passagierszijde

Deze bestaat uit een onmiddellijk

opblaasbaar kussen dat in een speciale

ruimte in dashboard fig. 101 is

opgeborgen; deze airbag heeft een

groter volume dan de

bestuurdersairbag.

Frontairbag passagier enkinderzitjes

Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de

rijrichting in op de voorstoel met een

actieve passagiersairbag. Als bij een

botsing de airbag wordt opgeblazen,

kan dit leiden tot dodelijk letsel van het

kind.

Neem ALTIJD de aanwijzingen vermeld

op het label op de zonneklep aan

passagierszijde fig. 102 in acht.

Uitschakeling frontairbag passagieren in de stoel gemonteerdezijairbag ter bescherming vanbekken, borst en schouders

Als een kind in een kinderzitje dat

achterstevoren op de voorstoel is

geplaatst vervoerd moet worden,

schakel dan de frontairbag en de

zijairbag aan passagierszijde uit.

Gebruik het displaymenu voor het

100 06106J0001EM

101 06106J0002EM

102 06106J0003EM

100

VE

ILIG

HE

ID

Page 103: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

uitschakelen van de airbags (zie de

paragraaf "Display" in het hoofdstuk

"Kennismaking met het

instrumentenpaneel").

fig. 103 De LED bevindt zich in het

midden van het instrumentenpaneel.

Als de startinrichting op MAR wordt

gezet, gaat de LED gedurende

ongeveer 8 seconden branden. Als dit

niet het geval is, neem dan contact op

met het Fiat Servicenetwerk. Tijdens de

eerste seconden geeft het branden van

de led niet de werkelijke toestand van

de passagiersbescherming aan, maar

heeft alleen tot doel om de correcte

werking ervan te controleren. Na een

test van enkele seconden zal de LED

de beschermingsstatus van de

passagiersairbag aangeven.

Passagiersbescherming

ingeschakeld: de LED is uit.

Passagiersbescherming

uitgeschakeld: de LED gaat vast

branden.

De LED kan met verschillende

lichtsterkte branden, afhankelijk van de

voertuigcondities. De lichtsterkte kan

tijdens dezelfde sleutelcyclus variëren.

103 P2000023-000-000

101

Page 104: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Frontairbag passagierszijde en kinderzitjes: BELANGRIJK

104 F1B0129C

102

VE

ILIG

HE

ID

Page 105: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ZIJAIRBAGS

Om de bescherming van de inzittenden

in geval van een flankbotsing te

vergroten, is de auto uitgerust met

zijairbags voorin en hoofdairbags.

Zijairbag

Deze bestaan uit twee kussens die zich

in de rugleuning van de voorstoelen

bevinden fig. 105 en die het bekken, de

borst en schouders van de inzittenden

bij middelzware flankbotsingen

beschermen.

De plaats van deze airbags is

gemarkeerd met het etiket "AIRBAG"

bevestigd op de buitenzijde van de

voorstoelen.

Hoofdairbag

Deze bestaat uit twee “omlaag

vallende” kussens, die zich achter de

bekleding aan de zijkant van het dak

bevinden en die afgedekt zijn met

afwerkingselementen fig. 106.

Deze zijn ontworpen om het hoofd van

de inzittenden voorin en achterin te

beschermen bij flankbotsingen, dankzij

het grote oppervlak dat in opgeblazen

toestand wordt beslagen.

Bij lichte flankbotsingen is het opblazen

van de hoofdairbags niet vereist.

Het systeem biedt de beste

bescherming bij een zijdelingse botsing

als de passagier correct op zijn stoel zit,

zodat de hoofdairbag zo goed mogelijk

opgeblazen kan worden.

91) 92) 93) 94) 95) 96) 97) 98) 99) 100) 101) 102) 104) 105) 106)

Belangrijke opmerkingen

Reinig de stoelen niet met water of

stoom onder druk (met de hand of in

een automatisch wasapparaat).

De front- en/of zijairbags kunnen in

werking treden bij heftige botsingen

tegen de onderkant van het voertuig

(bijv. botsing met treden, trottoirbanden,

kuilen of verkeersdrempels, enz.).

Als de airbag geactiveerd wordt,

ontsnapt er een kleine hoeveelheid

poeder: dit poeder is niet schadelijk en

duidt niet op het begin van een brand.

Dit poeder kan echter de huid en ogen

irriteren: was ze in dit geval met

neutrale zeep en water.

De controle, reparatie en vervanging

van de airbags moeten door het Fiat

Servicenetwerk worden uitgevoerd.

Als het voertuig wordt gesloopt, moet

het airbagsysteem buiten werking

gesteld worden bij een werkplaats van

het Fiat Servicenetwerk.

Gordelspanners en airbags worden op

verschillende manieren geactiveerd,

afhankelijk van het type botsing. Als een

of meerdere van deze voorzieningen

niet in werking treden, dan duidt dat

niet op een storing in het systeem.

105 06106J0008EM

106 P2000006-000-000

103

Page 106: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJK

91) Breng geen stickers of andere

voorwerpen op het stuurwiel, op het

dashboard in de zone van de

passagiersairbag, op de zijkant van de

dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats

nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons)

op het dashboard aan passagierszijde,

omdat deze het correct openen van de

passagiersairbag kunnen hinderen en

tevens de inzittenden ernstig kunnen

verwonden.

92) Rijd altijd met de handen op de rand

van het stuurwiel zodat de airbag indien

nodig ongehinderd opgeblazen kan

worden. Rijd niet met voorover gebogen

lichaam. Houd de rug goed rechtop tegen

de rugleuning gedrukt.

93) Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de

rijrichting in op de passagiersstoel van

auto's met een actieve passagiersairbag.

Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de

airbag ernstig letsel en zelfs de dood van

het kind tot gevolg hebben. Daarom moet

de passagiersairbag altijd uitgeschakeld

worden als een kinderzitje tegen de

rijrichting in gemonteerd wordt op de

voorste passagiersstoel. Bovendien moet

de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk

naar achteren zijn geschoven om te

voorkomen dat het kinderzitje eventueel in

aanraking komt met het dashboard.

Schakel de passagiersairbag onmiddellijk

weer in als het kinderzitje is verwijderd.

94) Zie voor het uitschakelen van de

airbags via het menu van het

instrumentenpaneel, de beschrijving in het

hoofdstuk "Kennismaking met het

instrumentenpaneel", paragraaf

"Menuopties".

95) Hang geen harde voorwerpen aan de

kledinghaken of de steunhandgrepen.

96) Steun niet met het hoofd, de armen of

de ellebogen tegen het portier, de ruiten of

in het gebied van de Hoofdairbag om

mogelijke verwondingen tijdens het

opblazen te voorkomen.

97) Steek nooit het hoofd, de armen of

ellebogen uit het raam.

98) Als, wanneer de startinrichting op MAR

is gedraaid, het waarschuwingslampje

niet gaat branden of tijdens het rijden

blijft branden, dan is er mogelijk een storing

in de veiligheidssystemen. In dat geval

kunnen de airbags of gordelspanners

mogelijk niet in werking treden bij een

botsing of, in een zeer beperkt aantal

gevallen, per ongeluk in werking treden.

Laat het systeem onmiddellijk controleren

door het Fiat Servicenetwerk alvorens

verder te rijden.

99) In sommige versies gaat in het geval

van een storing van de led (bevindt zich

op de plaat van het instrumentenpaneel),

het lampje op het instrumentenpaneel

branden en worden de airbags aan de

passagierszijde uitgeschakeld.

100) Bedek bij voertuigen met zijairbags de

rugleuning van de voorstoelen niet met

extra hoezen.

101) Reis niet met voorwerpen op schoot

of voor de borst en houd niets in de mond

(pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig letsel

veroorzaken als de airbag in werking treedt.

102) Laat na diefstal of poging tot diefstal,

vandalisme of overstromingen het

airbagsysteem door het Fiat

Servicenetwerk controleren.

103) Als de contactsleutel in stand MAR

staat, ook wanneer de motor is uitgezet,

kunnen de airbags ook geactiveerd worden

als de auto door een andere auto wordt

aangereden. Daarom mag, wanneer de

passagiersairbag is ingeschakeld, en ook al

staat de auto stil, GEEN tegen de rijrichting

in gemonteerd kinderzitje op de voorstoel

gemonteerd worden. Als bij een botsing de

airbag wordt opgeblazen, kan dit leiden tot

ernstig letsel en zelfs tot de dood van het

kind. Daarom moet de passagiersairbag

altijd uitgeschakeld worden als een

kinderzitje tegen de rijrichting in

gemonteerd wordt op de voorste

passagiersstoel. Bovendien moet de

voorste passagiersstoel zo ver mogelijk

naar achteren zijn geschoven om te

voorkomen dat het kinderzitje eventueel in

aanraking komt met het dashboard.

Schakel de passagiersairbag onmiddellijk

weer in als het kinderzitje is verwijderd.

Onthoud tevens dat als de startinrichting in

de stand STOP staat, bij een ongeval geen

enkel veiligheidssysteem (airbags of

gordelspanners) geactiveerd wordt. In dat

geval duidt de uitgebleven activering niet

op een storing van het systeem.

104

VE

ILIG

HE

ID

Page 107: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

104) Storing van het

waarschuwingslampje wordt aangeduid

door de inschakeling van het symbool

storing airbag en een speciaal bericht op

het display van het instrumentenpaneel (of,

bij bepaalde versies, door de inschakeling

van een knipperend waarschuwingslampje

voor een algemene storing). De

pyrotechnische ladingen zijn niet

uitgeschakeld. Laat het systeem

onmiddellijk controleren door het Fiat

Servicenetwerk alvorens verder te rijden.

105) De activeringsdrempel van de airbag

is hoger dan die van de gordelspanners. Bij

aanrijdingen die tussen deze twee

drempelwaarden liggen, treden alleen de

gordelspanners in werking.

106) De airbag vervangt niet de

veiligheidsgordels, maar verhoogt hun

doeltreffendheid. Omdat de frontairbags

niet worden geactiveerd bij frontale

botsingen bij lage snelheden, zijdelingse

botsingen, botsingen achterop en over de

kop slaan, worden in deze gevallen de

inzittenden uitsluitend door de zijairbags en

de veiligheidsgordels beschermd, die dus

altijd gedragen moeten worden.

105

Page 108: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

STARTEN EN RIJDEN

Laten we eens kijken naar het "hart" van

het voertuig: dan kunt u zien hoe u het

potentieel ervan optimaal kunt

benutten.

We zullen u laten zien hoe u het

voertuig in elke situatie veilig kunt

besturen, zodat het een echt "maatje"

voor u kan zijn, waarbij het comfort en

de portefeuille niet vergeten worden.

DE MOTOR STARTEN . . . . . . . . .107

DE AUTO PARKEREN . . . . . . . . .108

PARKEERREM. . . . . . . . . . . . . .108

HANDGESCHAKELDE

VERSNELLINGSBAK. . . . . . . . . .109

AUTOMATISCHE

VERSNELLINGSBAK. . . . . . . . . .110

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE

MET DUBBELE KOPPELING. . . . .112

STOP/START-SYSTEEM . . . . . . .115

SNELHEIDSBEGRENZER. . . . . . .118

ELEKTRONISCHE

CRUISE-CONTROL. . . . . . . . . . .119

ADAPTIEVE CRUISECONTROL

(ACC). . . . . . . . . . . . . . . . . . . .121

PARKEERSENSOREN . . . . . . . . .129

ACHTERUITRIJCAMERA . . . . . . .131

EEN AANHANGER TREKKEN . . . .134

TANKEN. . . . . . . . . . . . . . . . . .135

106

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 109: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

DE MOTOR STARTEN

Alvorens de motor te starten, de stoel,

achteruitkijkspiegels, buitenspiegels

instellen en de veiligheidsriem correct

vastmaken.

Trap nooit het gaspedaal in om de

motor te starten.

Indien nodig, kunnen berichten met

aanwijzingen voor de startprocedure

weergegeven worden op het display.

PROCEDURE MOTORSTARTEN

107) 108) 109) 110)

38) 39) 40) 41)

Versies met handmatigeversnellingsbak

Ga als volgt te werk:

schakel de parkeerrem in en zet de

versnellingspook in de vrijstand;

trap het koppelingspedaal volledig in

zonder het gaspedaal aan te raken;

alleen voor dieseluitvoeringen: draai

de contactsleutel naar MAR, het

waarschuwingslampje op het

instrumentenpaneel gaat branden,

wacht tot het waarschuwingslampje

uitgaat;

draai de startinrichting naar AVV en

laat deze los zodra de motor start;

als de motor niet binnen

10 seconden start, de contactsleutel

weer naar STOP draaien en

10-15 seconden wachten alvorens de

startprocedure te herhalen;

nadat de manoeuvre herhaald is, en

het probleem zich blijft voordoen,

contact opnemen met het Fiat

Servicenetwerk.

Versies met automatischeversnellingsbak(waar aanwezig)

Ga als volgt te werk:

schakel de parkeerrem in en zet de

versnellingspook in P (Parkeren) of N

(Vrijstand);

draai de startinrichting naar AVV;

als de motor niet start, de

startinrichting weer naar STOP draaien

en 10-15 seconden wachten alvorens

de startprocedure te herhalen;

nadat de manoeuvre herhaald is, en

het probleem zich blijft voordoen,

contact opnemen met het Fiat

Servicenetwerk.

BELANGRIJK

107) Probeer de motor niet te starten door

brandstof of andere brandbare vloeistof in

de luchtinlaat van het gasklephuis te

gieten: dit kan de motor beschadigen en

mensen in de buurt verwonden.

108) Het is gevaarlijk om de motor in

afgesloten ruimten te laten draaien. De

motor verbruikt zuurstof en produceert

kooldioxide, koolmonoxide en andere

giftige gassen.

109) De rembekrachtiging werkt niet zolang

de motor niet is gestart; om die reden is

meer kracht dan normaal benodigd voor de

bediening van het rempedaal.

110) Probeer de motor nooit te starten

door de auto te duwen, te slepen of van

een helling af te laten rijden. Hierdoor kan

de katalysator worden beschadigd.

BELANGRIJK

38) Wij adviseren om gedurende de

beginperiode, of gedurende de eerste

1600 km, niet de maximale prestaties van

de auto te eisen (bijv. snel accelereren,

lange afstanden op topsnelheid, krachtig

remmen etc.).

39) Laat de startinrichting nooit in de stand

MAR staan als de motor is afgezet, zodat

de accu niet onnodig wordt ontladen.

40) Even snel gas geven voordat de motor

wordt uitgezet heeft geen enkel nut, verspilt

brandstof en is, vooral voor motoren met

turbocompressor, schadelijk.

41) Als het waarschuwingslampje na

het starten of na langdurig "aanzwengelen"

gaat knipperen, duidt dit op een defect van

het voorgloeisysteem. Als de motor start,

kan het voertuig normaal gebruikt worden,

maar moet er zo snel mogelijk contact

opgenomen worden met het Fiat

Servicenetwerk.

107

Page 110: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

DE AUTO PARKEREN

Ga bij het parkeren en verlaten van de

auto als volgt te werk:

schakel een versnelling in (1 e

versnelling als op een helling omhoog

wordt geparkeerd en achteruit bij een

helling omlaag) en zet de wielen iets

gedraaid;

zet de motor af en trek de handrem

aan;

verwijder altijd de contactsleutel.

Als de auto op een steile helling wordt

geparkeerd, blokkeer de wielen dan

met wiggen of stenen.

Wacht op versies uitgerust met

automatisch versnellingsbak tot de P

wordt weergegeven, voordat u het

rempedaal loslaat.

BELANGRIJK Verlaat de auto NOOIT

met de versnellingsbak in de vrijstand

(of, bij versies met automatische

versnellingsbak, zonder eerst de

keuzehendel op P te hebben geplaatst).

111)

BELANGRIJK

111) Laat kinderen nooit zonder toezicht in

de auto achter. Verwijder altijd de sleutel uit

het contactslot als de auto wordt verlaten

en neem de sleutel mee.

PARKEERREM

112) 113)

Trek, om de handrem in te schakelen,

de hendel 1 fig. 107 omhoog totdat de

auto blokkeert.

Het waarschuwingslampje op het

instrumentenpaneel gaat branden.

U kunt de handrem weer uitschakelen

door hendel 1 iets omhoog te trekken,

knop 2 in te drukken en de hendel 1 te

laten zakken. Controleer of het lampje

op het instrumentenpaneel uitgaat.

BELANGRIJK

112) Laat kinderen nooit zonder toezicht in

de auto achter. Verwijder altijd de sleutel uit

het contactslot als de auto wordt verlaten

en neem de sleutel mee.

113) Bij auto's met een armsteun voor,

moet deze armsteun worden opgetild om

te voorkomen dat deze de werking van de

hendel in de weg zit.

107 07046J0001EM

108

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 111: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

HANDGESCHAKELDEVERSNELLINGSBAK

114)

42)

Trap, om de versnellingen in te

schakelen, het koppelingspedaal

volledig in en plaats de pook in de

gewenste stand (het schakelschema is

aangegeven op de pookknop).

Om de 6 e versnelling in te schakelen

(indien aanwezig), de pook naar rechts

duwen om te voorkomen dat per

ongeluk de 4 e versnelling wordt

ingeschakeld. Hetzelfde geldt bij het

schakelen van de 6 e naar de 5 e

versnelling.

1.3 Multijet 95 pk versies: Om vanuit

de vrijstand de achteruitversnelling (R)

te kiezen, drukt u het koppelingspedaal

in en verplaatst u tegelijkertijd de

versnellingspook naar rechts en dan

naar achteren.

1.4 95 pk versies: Om vanuit de

vrijstand de achteruitversnelling (R) te

kiezen, trekt u de ring 1 fig. 108 onder

de kop van de versnellingspook

omhoog en verplaatst u tegelijkertijd de

versnellingspook naar rechts en dan

naar achteren.

1.4 T–jet 120 pk / 1.6 Multijet 120 pk/

1.6 Multijet 115 pkversies: Til, om

vanuit de vrijstand de

achteruitversnelling R in te schakelen,

de ring 1 fig. 108 onder de knop op,

verplaats de pook naar links en

vervolgens naar voren.

BELANGRIJK De achteruit kan

uitsluitend bij stilstaand voertuig worden

ingeschakeld.

BELANGRIJK

114) Trap het koppelingspedaal helemaal in

om op de juiste wijze te schakelen. Daarom

is het van fundamenteel belang dat er niets

onder het pedaal ligt: let erop dat de

matten vlak liggen en dat ze de slag van de

pedalen niet hinderen.

BELANGRIJK

42) Rijd niet met de hand op de

versnellingspook aangezien de

uitgeoefende druk, hoe licht ook, na

verloop van tijd kan leiden tot slijtage van

de interne onderdelen van de

versnellingsbak.

108 07056J0001EM

109

Page 112: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

AUTOMATISCHEVERSNELLINGSBAK

VERSNELLINGSPOOK

De pook fig. 109 heeft de volgende

standen:

P = Parkeren

R = Achteruitversnelling

N = Vrijstand

D = Drive, (automatische

vooruitversnelling)

AutoStick: + naar een hogere

versnelling schakelen in sequentiële

rijmodus; – naar een lagere versnelling

schakelen in sequentiële rijmodus.

Het schema voor het inschakelen van

de achteruitversnelling is afgebeeld op

de bekleding naast de

versnellingspook.

De ingeschakelde versnelling wordt op

het display weergegeven.

Om een versnelling te kiezen, de pook

naar voren of naar achteren

verplaatsen.

Om de "sequentiële" modus te

selecteren, de pook van stand D (Drive)

naar links verplaatsen: de stand +

(hogere versnelling) of – (lagere

versnelling) kan bereikt worden; dit zijn

onstabiele standen, hetgeen betekent

dat de pook altijd terugkeert naar de

middelste stand.

Het rempedaal moet worden ingetrapt

en knop 1 fig. 109 op de knop moet

worden ingedrukt om de pook uit de

stand P (Parkeren) te kunnen zetten.

Om van stand N (vrijstand) naar stand D

(vooruit) of R (achteruit) te schakelen,

moet u het rempedaal intrappen.

BELANGRIJK GEEF GEEN gas bij het

schakelen van stand P (of N) naar een

andere stand.

BELANGRIJK Wacht na het selecteren

van een versnelling enkele seconden

alvorens gas te geven. Deze

voorzorgsmaatregel is bijzonder

belangrijk als de motor koud is.

AUTOMATISCHERIJMODUS

Om de automatische rijmodus te

selecteren, zet u de versnellingspook

op stand D (Vooruit); de elektronische

transmissieregeleenheid kiest de beste

overbrengingsverhouding op basis van

rijsnelheid, motorbelasting (stand

gaspedaal) en hellingsgraad van de

weg.

De stand D kan vanuit sequentiële

bediening onder alle rijomstandigheden

geselecteerd worden.

AUTOSTICK -Sequentiële modus

De Autostick-modus (sequentiële

schakeling), waarin de bestuurder kan

beslissen wanneer moet worden

geschakeld, wordt aanbevolen in een

aantal specifieke rijomstandigheden,

zoals rijden met een zwaar belaste auto

op een hellende weg, in sterke

tegenwind of als een zware aanhanger

wordt getrokken.

Onder deze omstandigheden verbetert

het gebruik van een lagere versnelling

de voertuigprestaties en wordt de

gebruiksduur van de versnellingsbak

verlengd door het schakelen te

beperken en oververhitting te

voorkomen.

Het is mogelijk om te schakelen van

109 07076J0002EM

110

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

(waar aanwezig)

115) 116) 117)

43) 44)

Page 113: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

stand D (Drive) naar de sequentiële

modus onafhankelijk van de rijsnelheid.

Inschakeling

Met de versnellingspook in stand D

(Drive) de hendel naar links verplaatsen

om de sequentiële rijmodus in te

schakelen (indicatie – en + op de

bekleding). De ingeschakelde

versnelling wordt weergegeven op het

display.

Schakelen vindt plaats door de

versnellingspook naar voren te

verplaatsen, naar symbool – of naar

achteren, naar symbool +.

Uitschakelen

Om de sequentiële rijmodus uit te

schakelen, de versnellingspook

terugzetten in stand D (Drive),

automatische rijmodus.

Belangrijke opmerkingenSchakel niet naar een lagere

versnelling op gladde ondergronden: de

aandrijfwielen zouden hun grip kunnen

verliezen met het risico dat de auto gaat

slippen. Dit kan leiden tot ongevallen of

persoonlijk letsel.

De auto zal de door de bestuurder

gekozen versnelling handhaven zolang

de veiligheidsomstandigheden dit

toelaten. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat

het systeem zal trachten te voorkomen

dat de motor afslaat, door automatisch

naar een lagere versnelling te schakelen

als het motortoerental te laag is.

WERKINGVERSNELLINGSBAK INEEN NOODGEVAL(waar aanwezig)

De werking van de versnellingsbak

wordt continu bewaakt om elke

eventuele storing te detecteren. Als er

een omstandigheid wordt gedetecteerd

die tot schade aan de versnellingsbak

zou kunnen leiden, wordt de functie

"recovery" geactiveerd.

In deze toestand blijft de

versnellingsbak in de 3 e versnelling

staan, onafhankelijk van de

geselecteerde versnelling.

Standen P (Parkeren), R

(Achteruitversnelling) en N (Vrijstand)

werken nog. Symbool kan op het

display gaan branden.

In het geval van "recovery" werking,

onmiddellijk contact opnemen met de

dichtstbijzijnde werkplaats van de Fiat

Servicenetwerk.

Tijdelijke storing

In het geval van een tijdelijke storing,

kan de correcte werking van de

versnellingsbak voor alle

vooruitversnellingen hersteld worden

door als volgt te werk te gaan:

breng het voertuig tot stilstand;

zet de versnellingspook in P

(Parkeren);

draai de startinrichting naar STOP;

wacht ongeveer 10 seconden, start

daarna de motor weer;

selecteer de gewenste versnelling:

de correcte werking van de

versnellingsbak zou hersteld moeten

zijn.

BELANGRIJK In het geval van een

tijdelijke storing wordt toch geadviseerd

zo spoedig mogelijk contact op te

nemen met het Fiat Servicenetwerk.

UITSCHAKELINGS-VERSNELLING

INSCHAKELEN ZONDERINGETRAPT REMPEDAAL

Dit systeem maakt het onmogelijk de

versnellingspook uit de stand P

(Parkeren) en N (Vrijstand) te zetten als

het rempedaal niet eerst is ingetrapt.

Om de versnellingspook in een andere

stand dan P (Parkeren) of van N

(Vrijstand) in R (achteruit) te zetten,

moet de startinrichting in stand MAR

(motor aan of uit) staan en moet het

rempedaal zijn ingetrapt. Ook moet

knop 1 fig. 109 op de knop van de

versnellingspook worden ingedrukt. Om

van stand N (Vrijstand) naar stand D

(Vooruit, automatische

vooruitrijversnelling) te schakelen, moet

u het rempedaal intrappen.

111

Het is mogelijk om te schakelen van

SYSTEEM

Page 114: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Om parkeermanoeuvres gemakkelijker

te maken, de hendel bewegen van D

naar R (en omgekeerd) zonder de rem

in te drukken als de hendel niet langs

de N stand komt. De hendel blijft

vergrendeld in de P stand in geval van

fouten of lege batterij. Zie de

"Automatische transmissie" in het

hoofdstuk "Noodgevallen" over how de

hendel handmatig los te laten.

BELANGRIJK

115) Gebruik de stand P (parkeren) nooit in

plaats van de parkeerrem. Schakel de

parkeerrem altijd in als het voertuig

geparkeerd wordt om onverwachte

beweging van het voertuig te voorkomen.

116) Als de stand P (Parkeren) niet is

ingeschakeld, zou het voertuig kunnen

bewegen en letsel kunnen veroorzaken.

Controleer, voordat het voertuig verlaten

wordt, dat de versnellingspook in stand P

staat en dat de parkeerrem is

ingeschakeld.

117) Schakel de versnellingspook niet naar

N (Vrijstand) en zet de motor niet af

wanneer heuvelafwaarts wordt gereden.

Deze manier van rijden is gevaarlijk en

beperkt de mogelijkheid om in te grijpen in

geval van wijziging van de verkeerssituatie

of het wegdek. U loopt het risico de

controle over het voertuig te verliezen en

ongevallen te veroorzaken.

BELANGRIJK

43) Zet de startinrichting in de stand MAR

en trap het rempedaal in, voordat u de

versnellingspook uit stand P (parkeren) zet.

Anders kan de versnellingspook

beschadigd raken.

44) Schakel de achteruitversnelling

uitsluitend in als de auto stil staat, de motor

op stationair toerental draait en het

gaspedaal volledig losgelaten is.

AUTOMATISCHETRANSMISSIE METDUBBELEKOPPELING

(waar aanwezig)

118) 119) 120) 121)

45) 46) 47)

VERSNELLINGSPOOK

De pook fig. 110 heeft de volgende

standen:

P = Parkeren

R = Achteruitversnelling

N = Vrijstand

D = Drive, (automatische

vooruitversnelling)

AutoStick: + naar een hogere

versnelling schakelen in sequentiële

rijmodus; – naar een lagere versnelling

schakelen in sequentiële rijmodus.

110 07076J0002EM

112

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 115: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Verplaats de hendel van D (Vooruit) naar

links, om de "sequentiële" modus in te

schakelen. De haalbare standen zijn +

(hogere versnelling) of - (lagere

versnelling). Deze standen zijn

onstabiel: de hendel keert altijd terug

naar de centrale stand.

De pook is voorzien van een knop 1

fig. 110, die ingedrukt moet worden om

de pook van P naar R te verplaatsen.

Met de contactsleutel in de stand MAR

het rempedaal intrappen en de knop 1

fig. 110 gebruiken om de pook van P in

een andere stand te plaatsen.

Druk op de knop 1 fig. 110 bij stationair

draaiende motor om van R naar P te

schakelen.

Om van N naar D te schakelen of van N

naar R moet het rempedaal worden

ingetrapt en de knop 1 op de pook

worden ingedrukt. Aanbevolen wordt

geen gas te geven en ervoor te zorgen

dat de motor stabiel stationair draait.

U kunt vrij van D naar N schakelen,

terwijl u alleen van D naar R of P kunt

schakelen door te drukken op de knop

1 fig. 110.

AUTOMATISCHERIJMODUS

Om de automatische rijmodus te

selecteren, zet u de versnellingspook in

stand D (Drive); de elektronische

transmissieregeleenheid kiest de beste

overbrengingsverhouding op basis van

rijsnelheid, motorbelasting (stand

gaspedaal) en hellingsgraad van de

weg.

De stand D kan vanuit sequentiële

bediening onder alle rijomstandigheden

geselecteerd worden.

“Kick-downfunctie”

Om snel op snelheid te komen moet

het gaspedaal volledig worden

ingetrapt, waarbij de

transmissieregeleenheid een of twee

versnellingen kan terugschakelen

(kick-down-functie).

BELANGRIJK Bij het rijden over wegen

met weinig grip (sneeuw, ijs, enz.) wordt

geadviseerd de kick-down functie niet

te gebruiken.

AUTOSTICK -Sequentiële modus

De Autostick-modus (sequentiële

schakeling), waarin de bestuurder kan

beslissen wanneer moet worden

geschakeld, wordt aanbevolen in een

aantal specifieke rijomstandigheden,

zoals rijden met een zwaar belaste auto

op een hellende weg, in sterke

tegenwind of als een zware aanhanger

wordt getrokken.

Onder deze omstandigheden verbetert

het gebruik van een lagere versnelling

de voertuigprestaties en wordt de

gebruiksduur van de versnellingsbak

verlengd door het schakelen te

beperken en oververhitting te

voorkomen.

Het is mogelijk om te schakelen van

stand D (Drive) naar de sequentiële

modus onafhankelijk van de rijsnelheid.

Inschakeling

Met de versnellingspook in stand D

(Drive) de hendel naar links verplaatsen

om de sequentiële rijmodus in te

schakelen (indicatie – en + op de

bekleding). De ingeschakelde

versnelling wordt weergegeven op het

display. Schakelen vindt plaats door de

versnellingspook naar voren te

verplaatsen, naar symbool – of naar

achteren, naar symbool +.

Uitschakelen

Om de sequentiële rijmodus uit te

schakelen, de versnellingspook

terugzetten in stand D (Drive),

automatische rijmodus.

113

Page 116: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

DE MOTOR STARTEN

De motor mag alleen worden gestart

met de keuzehendel in stand P of N.

Daarom moet het systeem tijdens het

starten in de stand N of P staan (deze

laatste stand komt overeen met de

vrijstand, maar de wielen van de auto

zijn daarbij geblokkeerd).

WEGRIJDEN MET DEAUTO

Trap, om weg te rijden met de auto,

vanuit P het rempedaal in, en druk op

de knop op de versnellingspook om

deze in de gewenste stand (D, R of

sequentieel) te plaatsen. Op het display

verschijnt de ingeschakelde versnelling.

Wanneer het rempedaal wordt

losgelaten, beweegt de auto voor- of

achteruit zodra de manoeuvre is

ingeschakeld ("creeping" effect). In dit

geval hoeft het gaspedaal niet ingedrukt

te worden.

BELANGRIJK Als de ingeschakelde

versnelling (weergegeven op het

display) niet overeenstemt met de stand

van de versnellingspook, wordt dit

gemeld door het knipperen van de

betreffende letter op het paneel (er

wordt ook een geluidssignaal

afgegeven). Deze toestand moet niet

beschouwd worden als een

werkingsfout, maar eenvoudigweg als

een verzoek van het systeem om de

manoeuvre te herhalen.

DEACTIVERINGINSCHAKELINGVERSNELLING

Dit systeem maakt het onmogelijk de

versnellingspook uit de stand P

(Parkeren) of N (Vrijstand) te zetten als

het rempedaal niet eerst is ingetrapt.

Met de startschakelaar in de

MAR-stand (motor aan of uit):

moet om de versnellingspook naar

een andere stand dan P (Parkeren) of

van N of R te schakelen, het rempedaal

worden ingetrapt en de knop 1

fig. 110 op de versnellingspook worden

ingedrukt;

moet om de versnellingspook van

stand N in stand D te zetten, het

rempedaal worden ingetrapt.

In het geval van een fout of als de accu

van de auto leeg is, blijft de pook

vergrendeld in de P-stand. Om de pook

handmatig te ontgrendelen, zie de

paragraaf "Automatische

versnellingsbak met dubbele koppeling

- De pook ontgrendelen" in het

hoofdstuk "In een noodgeval".

AFZETTEN VAN DEMOTOR

Versies uitgerust met sleutel zonder

afstandsbediening: voor deze functie

moet de versnellingspook in stand P

(Parkeren) gezet worden voordat de

sleutel uit de startinrichting wordt

genomen. Als de accu van de auto leeg

is en de contactsleutel is ingebracht, is

de sleutel in het contactslot

geblokkeerd. Om de sleutel handmatig

te verwijderen, zie de paragraaf

"Automatische versnellingsbak met

dubbele koppeling - Contactsleutel

verwijderen" in het hoofdstuk "In een

noodgeval".

Versies met een Stop&Start-

systeem: om de motor uit te

schakelen, moet het voertuig worden

stilgezet door de juiste druk op het

rempedaal uit te oefenen. Als de druk

niet voldoende is, schakelt de motor

niet uit. Dit kenmerk kan benut worden

om te voorkomen dat de motor afslaat

in bepaalde verkeerssituaties.

"RECOVERY" FUNCTIES

Bij een fout in de versnellingspook, zou

het display van het instrumentenpaneel

een speciaal bericht kunnen tonen

waarin de bestuurder wordt aanbevolen

te rijden zonder de pook in de P-stand

te zetten.

In dit geval zal de transmissie de

114

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 117: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

vooruitversnelling (met verminderde

prestaties) behouden, ook al wordt de

hendel in R of N geschakeld. Als de

hendel in de P-stand geschakeld wordt,

of nadat de auto uitgeschakeld is, zal

het niet meer mogelijk zijn om R of

welke vooruitversnelling dan ook te

selecteren. Neem in dat geval contact

op met het Fiat Servicenetwerk.

BELANGRIJK

118) Gebruik de stand P (parkeren) nooit in

plaats van de parkeerrem. Schakel de

parkeerrem altijd in als de auto geparkeerd

wordt om onverwachte beweging van de

auto te voorkomen.

119) Als de stand P (Parkeren) niet is

ingeschakeld, zou de auto kunnen

bewegen en letsel kunnen veroorzaken.

Controleer, voordat de auto wordt verlaten,

dat de versnellingspook in stand P staat en

dat de parkeerrem is ingeschakeld.

120) Schakel de versnellingspook niet naar

N (Vrijstand) en zet de motor niet af

wanneer heuvelafwaarts wordt gereden.

Deze manier van rijden is gevaarlijk en

beperkt de mogelijkheid om in te grijpen in

geval van wijziging van de verkeerssituatie

of het wegdek. U loopt het risico de

controle over uw auto te verliezen en

ongevallen te veroorzaken.

121) Laat kinderen nooit zonder toezicht in

de auto achter. Verwijder altijd de

contactsleutel als de auto wordt verlaten

en neem de sleutel mee.

BELANGRIJK

45) Zet de startinrichting in de stand MAR

en trap het rempedaal in, voordat u de

versnellingspook uit stand P (parkeren) zet.

Anders kan de versnellingspook

beschadigen.

46) Schakel altijd de handrem in als de auto

op een helling staat, VOORDAT u de pook

in P zet.

47) Schakel de achteruitversnelling

uitsluitend in als de auto stilstaat, de motor

stationair draait en het gaspedaal volledig is

losgelaten.

STOP/START-SYSTEEM

(waar aanwezig)

Het Start&Stop-systeem zet

automatisch de motor af wanneer het

voertuig stilstaat en start de motor

zodra de bestuurder weer wil gaan

rijden.

Dit verhoogt de efficiëntie van het

voertuig dankzij een beperking van het

brandstofverbruik, de uitstoot van

schadelijke uitlaatgassen en de

geluidsoverlast.

BEDIENINGSWIJZE

Afzetten van de motor

Versies met handmatige

versnellingsbak

Bij stilstaand voertuig, wordt de motor

afgezet als de versnellingspook in de

vrijstand staat en het koppelingspedaal

niet is ingetrapt.

Versies met automatische

versnellingsbak

Bij stilstaande auto en ingetrapt

rempedaal wordt de motor

uitgeschakeld als de versnellingspook in

een andere stand dan R staat.

Het systeem werkt niet als de

keuzehendel in R staat, om

parkeermanoeuvres makkelijker te

115

In dit geval zal de transmissie de

Page 118: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

maken. Als de auto heuvelopwaarts tot

stilstand wordt gebracht, wordt het

uitschakelen van de motor verhindert

om de "Hill Hold Control"-functie

beschikbaar te houden (die alleen bij

draaiende motor werkt).

Opmerking De motor kan alleen

automatisch worden afgezet na

overschrijding van een snelheid van een

snelheid van ongeveer 10 km/u. Het

lampje op het instrumentenpaneel

gaat branden om aan te geven dat de

motor werd uitgeschakeld.

De motor opnieuw starten

Versies met handmatige

versnellingsbak

Druk op het koppelingspedaal of het

gaspedaal in om de motor weer te

starten.

Als de auto niet start als het

koppelingspedaal wordt ingetrapt, de

versnellingspook in de vrijstand zetten

en de procedure herhalen. Neem, als

het probleem aanhoudt, contact op met

het Fiat Servicenetwerk.

Versies met automatischeversnellingsbak

Laat het rempedaal los om de motor

weer te starten.

Met ingetrapt rempedaal, als de

versnellingspook in automatische

modus - D (Drive) staat - kan de motor

weer gestart worden door de pook naar

R (Achteruit) of "AutoStick" te

verplaatsen.

Met ingetrapt rempedaal, als de

versnellingspook in "AutoStick"-modus

staat - kan de motor weer gestart

worden door de pook naar R (Achteruit)

te verplaatsen.

Wanneer de motor automatisch is

afgezet kan, door het rempedaal

ingetrapt te houden, de rem gelost

worden terwijl de motor uit blijft, door

de versnellingspook snel naar P

(Parkeren) te zetten.

Om de motor weer te starten, de pook

uit stand P halen.

HET SYSTEEMHANDMATIGINSCHAKELEN/UITSCHAKELEN

Druk op de knop fig. 111 in het midden

van het dashboard om het systeem

handmatig in of uit te schakelen.

Inschakeling van het systeem

Inschakeling van het systeem wordt

aangeduid door een brandend

controlelampje en, waar voorzien,

door een bericht op het display.

Uitschakeling van het systeem

Inschakeling van het systeem wordt

aangeduid door het brandende

controlelampje en, waar voorzien,

door een bericht op het display.

GEMISTEAFZETOMSTANDIGHEDENVAN DE MOTOR

48)

Wanneer het systeem actief is, voor

meer comfort en veiligheid, en om de

uitstoot te beperken, wordt de motor in

sommige omstandigheden niet afgezet,

zoals:

nog koude motor;

buitengewoon lage

buitentemperatuur;

111 P2000024-000-000

116

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 119: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

onvoldoende acculading;

bezig met regeneratie van het

roetfilter (DPF) (alleen bij

Dieselmotoren);

bestuurdersportier niet gesloten;

veiligheidsgordel van de bestuurder

niet omgelegd;

ingeschakelde achteruit (bijv. bij het

parkeren);

alleen bij versies met een

automatische klimaatregeling, wanneer

een comfortabele temperatuur in het

interieur moet worden bereikt of bij

ingeschakelde MAX-DEF functie;

tijdens de inrijperiode, als het

systeem wordt geïnitialiseerd.

VOORWAARDENWAARONDER DE MOTORWEER GESTART WORDT

Uit oogpunt van comfort,

emissieregeling en veiligheid kan de

motor automatisch opnieuw worden

ingeschakeld, dus zonder tussenkomst

van de bestuurder. Dit is het geval

wanneer er voor de auto en de

klimaatregeling in de passagiersruimte

aan bepaalde voorwaarden wordt

voldaan, zoals:

Wanneer een versnelling is

ingeschakeld, kan de motor alleen

automatisch weer worden gestart door

het koppelingspedaal helemaal in te

trappen.

VEILIGHEIDSINSTEL-LINGEN

Als het Stop/Start-systeem de motor

heeft afgezet en de bestuurder maakt

zijn veiligheidsgordel los en opent het

bestuurders- of het passagiersportier,

dan kan de motor alleen opnieuw

gestart worden met de startinrichting.

De bestuurder wordt hiervan op de

hoogte gebracht door een

geluidssignaal en een bericht op het

display.

"ENERGY SAVING"FUNCTIE

Als de bestuurder, na een automatische

start van de motor, gedurende enige tijd

(ongeveer 3 minuten) geen enkele

handeling uitvoert, dan schakelt het

Start&Stop-systeem de motor definitief

uit om brandstof te besparen.

In dergelijke gevallen kan de motor

alleen opnieuw gestart worden met

behulp van de startinrichting.

OPMERKING De motor kan in elk geval

draaiende worden gehouden door het

systeem uit te schakelen.

ONREGELMATIGEWERKING

Indien zich een storing voordoet, wordt

het Stop/Start-systeem uitgeschakeld.

Zie voor storingsmeldingen de

paragraaf "Lampjes en berichten" in het

hoofdstuk "Kennismaking met het

instrumentenpaneel".

LANGDURIGE STILSTANDVAN DE AUTO

122)

Als het voertuig enige tijd niet gebruikt

wordt (of als de accu wordt vervangen),

moet speciale aandacht besteed

worden aan het loskoppelen van de

stroomvoorziening van de accu.

BELANGRIJK

122) Laat de accu alleen vervangen door

een dealer van het Fiat Servicenetwerk.

Vervang de accu door een nieuw

exemplaar van hetzelfde type en met

dezelfde specificaties.

BELANGRIJK

48) Als een comfortabele temperatuur

prioritair is, dan kan het Start&Stop-

systeem worden uitgeschakeld zodat de

klimaatregeling kan blijven werken.

117

Page 120: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

SNELHEIDS-BEGRENZER

BESCHRIJVING

Met deze voorziening wordt de snelheid

van het voertuig beperkt tot waarden

die door de bestuurder ingesteld

kunnen worden.

De maximumsnelheid kan zowel bij

rijdend als bij stilstaand voertuig worden

ingesteld. De minimumsnelheid die

ingesteld kan worden is 30 km/h.

Wanneer het systeem actief is, hangt

de snelheid van het voertuig van de

druk op het gaspedaal af, tot de

geprogrammeerde snelheidslimiet

wordt bereikt (zie paragraaf

"Snelheidslimiet programmeren").

HET SYSTEEMINSCHAKELEN

Om het systeem in te schakelen, druk u

op knop 1 fig. 112 op het stuurwiel.

De inschakeling van het systeem wordt

aangegeven met het symbool op

het display, samen met een speciaal

bericht en de laatst opgeslagen

snelheid.

Als de elektronische Cruise-Control

eerder is geactiveerd, moet knop 1

fig. 112 tweemaal worden ingedrukt.

Met de eerste keer indrukken wordt de

eerder ingeschakelde functie

uitgeschakeld; met de tweede keer

indrukken wordt de Snelheidsbegrenzer

ingeschakeld.

SNELHEIDSLIMIETPROGRAMMEREN

De snelheidslimiet kan

geprogrammeerd worden zonder het

systeem in te hoeven schakelen.

Om een hogere snelheidswaarde dan

de weergegeven waarde op te slaan,

kort op de knop SET + drukken. Elke

keer als de knop wordt ingedrukt, wordt

de snelheid met ongeveer 1 km/h

verhoogd, als de knop ingedrukt

gehouden wordt, wordt de snelheid

stapsgewijs met 5 km/h verhoogd.

Om een lagere snelheidswaarde dan de

weergegeven waarde op te slaan, kort

op de knop SET – drukken. Elke keer

als de knop wordt ingedrukt, wordt de

snelheid met ongeveer 1 km/h

verlaagd, als de knop ingedrukt

gehouden wordt, wordt de snelheid

stapsgewijs met 5 km/h verlaagd.

INSCHAKELING/UITSCHAKELINGSYSTEEM

Inschakeling van het systeem: druk bij

een snelheid tussen 30 en 130 km/h op

de knop SET + of SET – om de huidige

rijsnelheid in te stellen als de maximale

snelheid. Druk op de knop RES om de

maximale snelheid in te stellen op de

waarde die wordt weergegeven op het

display. . De inschakeling van het

systeem wordt aangegeven met het

symbool op het display.

Uitschakeling van het systeem: druk op

de knop CANC. De uitschakeling van

het systeem wordt aangegeven met het

symbool op het display.

DE GEPROGRAMMEERDESNELHEIDOVERSCHRIJDEN

Als het gaspedaal volledig wordt

ingetrapt, kan de geprogrammeerde

snelheid overschreden worden, ook als

het systeem is ingeschakeld (bijv. om in

te halen).

Het systeem is uitgeschakeld tot de

snelheid onder de ingestelde limiet zakt,

daarna wordt het weer automatisch

ingeschakeld.

112 P2000034-000-000

118

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 121: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

KNIPPEREN VAN DEGEPROGRAMMEERDESNELHEID

In de volgende gevallen gaat de

geprogrammeerde snelheid knipperen:

wanneer het gaspedaal volledig is

ingetrapt en het voertuig de

geprogrammeerde snelheid heeft

overschreden;

inschakeling van het systeem na het

instellen van een limiet lager dan de

werkelijke snelheid van het voertuig;

wanneer het systeem de

voertuigsnelheid niet kan verlagen

vanwege de hellingshoek van de weg (u

hoort dan ook een geluidssignaal);

bij snelle acceleratie.

HET SYSTEEMUITSCHAKELEN

Druk op knop 1 fig. 112 om het

systeem uit te schakelen.

BELANGRIJK Bij inschakeling van de

elektronische Cruise-Control wordt het

systeem uitgeschakeld.

Automatische uitschakeling van hetsysteem

Het systeem wordt automatisch

uitgeschakeld in geval van een

systeemstoring. Neem in dat geval

contact op met het Fiat Servicenetwerk.

ELEKTRONISCHECRUISE-CONTROL

(waar aanwezig)

Dit is een elektronisch geregeld

hulpsysteem waarmee de gewenste

rijsnelheid gehandhaafd kan worden,

zonder het gaspedaal in te hoeven

trappen. Het systeem kan gebruikt

worden bij een snelheid van meer dan

30 km/h op lange, droge en rechte

wegen met weinig veranderingen in de

rijomstandigheden (bijv. snelwegen).

Het gebruik van de cruisecontrol wordt

dus niet aanbevolen op buitenwegen

met druk verkeer. Gebruik het systeem

niet in de stad.

HET SYSTEEMINSCHAKELEN

123) 124) 125)

Om het systeem in te schakelen op

knop 1 fig. 113 drukken.

Het grijze symbool op het

instrumentenpaneel gaat branden om

aan te geven dat het systeem is

ingeschakeld.

Het systeem kan niet worden

ingeschakeld als het voertuig in de 1 e

versnelling of in de achteruit staat. Het

is raadzaam om het systeem in te

schakelen vanaf de 3 e versnelling of

hoger.

DE GEWENSTESNELHEID INSTELLEN

Ga als volgt te werk:

Om het systeem in te schakelen op

knop 1 fig. 113 drukken;

druk, wanneer het voertuig de

gewenste snelheid heeft bereikt, op

knop SET + (of SET –) en laat de knop

los om het systeem in te schakelen.

Wanneer het gaspedaal wordt

losgelaten, zal het voertuig automatisch

op de geselecteerde snelheid verder

rijden.

Als het systeem is ingesteld, wordt het

symbool ( ) wit weergegeven.

113 07126J0002EM

119

Page 122: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen)

kan de snelheid gewoon verhoogd

worden door het gaspedaal in te

trappen; als het gaspedaal vervolgens

wordt losgelaten, keert het voertuig

terug naar de eerder opgeslagen

snelheid.

Op afdalingen kan de snelheid bij

ingeschakelde cruise-control hoger

liggen dan de opgeslagen snelheid.

SNELHEID WIJZIGEN

Snelheid verhogen

Zodra de elektronische Cruise-Control

is ingeschakeld, kan de snelheid

verhoogd worden door op de knop SET

+ te drukken.

Als de knop ingedrukt gehouden wordt,

zal de ingestelde snelheid verhoogd

worden tot de knop wordt losgelaten,

daarna wordt de nieuwe snelheid

opgeslagen. Voer deze handeling alleen

uit als u de snelheid van de auto wilt

opvoeren met een hoge waarde.

Telkens als de knop SET + wordt

ingedrukt, wordt de ingestelde snelheid

fijnafgestemd.

Snelheid verlagen

Bij ingeschakeld systeem kan de

snelheid worden verlaagd door op de

knop SET – te drukken.

Als de knop ingedrukt gehouden wordt,

zal de ingestelde snelheid verlaagd

worden tot de knop wordt losgelaten,

daarna wordt de nieuwe snelheid

opgeslagen.

Telkens als de knop SET - wordt

ingedrukt, wordt de ingestelde snelheid

fijnafgestemd.

DE SNELHEID WEEROPROEPEN

Bij versies met automatische

versnellingsbak (waar aanwezig) moet

in modus D (Drive - automatisch), om

de eerder ingestelde snelheid op te

roepen, de knop RES (Resume) worden

ingedrukt en losgelaten.

Bij versies met handgeschakelde of

automatische versnellingsbak (waar

aanwezig) moet u in de modus

Autostick (sequentieel), om de eerder

ingestelde snelheid op te roepen,

accelereren tot deze snelheid wordt

benaderd en moet de knop RES

worden ingedrukt en losgelaten.

HET SYSTEEMUITSCHAKELEN

Door het rempedaal een klein stukje in

te trappen of de knop CANC in te

drukken wordt de elektronische

Cruise-Control uitgeschakeld zonder

dat de opgeslagen snelheid gewist

wordt.

De Cruise-Control kan ook worden

uitgeschakeld door de parkeerrem in te

schakelen wanneer het remsysteem

wordt gebruikt (door bijv. gebruik van

het ESC-systeem) of door het

koppelingspedaal in te duwen tijdens

het schakelen.

In de volgende gevallen wordt de

opgeslagen snelheid gewist:

door het indrukken van knop 1

fig. 113 of het afzetten van de motor;

als zich een storing in de

elektronische Cruise-Control voordoet.

HET SYSTEEMUITSCHAKELEN

De elektronische Cruise-Control wordt

uitgeschakeld door het indrukken van

knop 1 fig. 113 of door de

startinrichting op STOP te zetten.

BELANGRIJK

123) Als met actieve cruise-control wordt

gereden, mag de versnellingspook nooit in

de vrijstand worden gezet.

124) In geval van slechte werking of storing

van het systeem, contact opnemen met

het Fiat Servicenetwerk.

125) De elektronische Cruise-Control kan

gevaarlijk zijn als het systeem geen

constante snelheid kan handhaven. In

bepaalde omstandigheden kan de snelheid

overmatig zijn, hetgeen kan leiden tot

verlies van controle over het voertuig en

ongevallen. Gebruik het systeem niet in

druk verkeer of op bochtig, met ijzel of

sneeuw bedekt of glad wegdek.

120

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 123: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ADAPTIEVECRUISECONTROL(ACC)(waar aanwezig)

126) 127) 128) 129) 130) 131)

49) 50) 51) 53) 53) 54) 55)

BESCHRIJVING

Adaptieve Cruise-Control (ACC) is een

hulpmiddel voor de bestuurder waarbij

de functies van een gewone

cruisecontrol worden gecombineerd

met functies om een bepaalde afstand

te houden tot de voorligger.

Het systeem zorgt ervoor dat de auto

met de gewenste snelheid blijft rijden

zonder dat het gaspedaal hoeft te

worden ingetrapt. Daarnaast kan een

bepaalde afstand ten opzichte van de

voorligger worden gehandhaafd (deze

afstand kan door de bestuurder worden

ingesteld).

Adaptieve Cruise-Control (ACC) maakt

gebruik van een radarsensor, die zich

achter de voorbumper fig. 114 bevindt,

om vast te stellen of er een andere auto

te dicht bij uw auto in de buurt komt.

Het systeem zorgt bovendien voor nog

meer rijcomfort via de elektronische

Cruise-Control, die handig is tijdens het

rijden op de snelweg of op wegen met

weinig verkeer.

Het gebruik van het systeem op drukke

wegen buiten de stad of op

stadswegen levert geen voordeel op.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Als de sensor geen voorligger

waarneemt, wordt de ingestelde

snelheid gehandhaafd.

Als de sensor een voorligger

waarneemt, remt het systeem

automatisch om te voorkomen dat de

voorligger dichter dan de ingestelde

afstand wordt genaderd. Wanneer

achter een voertuig wordt gereden, zal

het systeem remmen of accelereren om

de afstand te bewaren zonder de

ingestelde snelheid te overschrijden.

Het is raadzaam om het systeem in de

volgende situaties uit te schakelen:

tijdens het rijden in dichte mist, harde

regen, sneeuw, drukke of afwijkende

rijomstandigheden (bijvoorbeeld als er

wegwerkzaamheden zijn op de

snelweg);

op een weg met veel bochten, ijzige,

besneeuwde of gladde wegen of

wegen met steile beklimmingen en

afdalingen;

op een in- of uitvoegstrook of op een

afrit;

bij gebruik van een aanhanger;

als de omstandigheden het niet

toelaten om veilig te rijden met een

constante snelheid.

Het systeem kan op twee manieren

worden gebruikt:

in de modus “Adaptieve Cruise

Control” om een veilige afstand te

houden tussen voertuigen (een bericht

hierover wordt weergegeven op het

display van het instrumentenpaneel);

in de modus “elektronische

Cruise-Control” om het voertuig

met een vooraf gekozen snelheid te

laten rijden.

U kunt de gewenste modus selecteren

via de knop op het stuur (zie verderop

voor instructies).

De "elektronische Cruise-Control" past

de snelheid niet aan op voorliggers.

114 P2000076-000-000

121

Page 124: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Houd altijd rekening met de

verkeersomstandigheden bij het kiezen

van de snelheid.

ADAPTIEVECRUISECONTROLINSCHAKELEN/UITSCHAKELEN

Inschakelen

Druk kort op de knop fig. 115 om

het systeem in te schakelen.

Als het systeem is ingeschakeld en

klaar is voor gebruik, wordt dit met een

bericht aangegeven op het display. Ook

ziet u een grijs symbool voor het

systeem (zoals weergegeven in

fig. 116 ).

BELANGRIJK Het is gevaarlijk het

systeem ingeschakeld te laten als het

niet wordt gebruikt. Er bestaat een

risico van per ongeluk inschakelen en

de controle over het voertuig te

verliezen vanwege onverwachte

overmatige snelheid.

Uitschakelen

Als het systeem is ingeschakeld, drukt

u kort op de knop om het systeem

uit te schakelen. Op het display

verschijnt een bijbehorend bericht.

DE GEWENSTESNELHEID INSTELLEN

Het systeem kan alleen worden

ingesteld als de snelheid hoger is dan

30 km/h en lager dan 160 km/h. Als de

gewenste rijsnelheid is bereikt, drukt u

op de knop SET + of SET – en de

ingestelde snelheid verschijnt op het

display.

Als het systeem is ingesteld, wordt het

bijbehorende symbool (fig. 116 ) wit

weergegeven.

Haal vervolgens uw voet van het

gaspedaal.

BELANGRIJK Als u het gaspedaal weer

indrukt, kan de ingestelde snelheid

worden overschreden.

Terwijl het gaspedaal is ingedrukt:

ziet u gedurende een paar seconden

een bericht;

kan het systeem de afstand tussen

uw auto en de voorligger niet regelen. In

dit geval wordt de snelheid uitsluitend

bepaald door de stand van het

gaspedaal.

Het systeem treedt weer in werking

zodra het gaspedaal wordt losgelaten.

Het systeem kan niet worden ingesteld:

als het rempedaal is ingetrapt;

als de auto op de handrem staat;

als de remmen oververhit zijn;

115 P2000060-000-000

116 P2000077-000-000

122

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 125: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

als de pook in R (achteruit), vrij of 1

(1e versnelling ingeschakeld) staat

(versies met handgeschakelde

versnellingsbak);

als de pook in P (parkeren), R

(achteruit) of N (vrijstand) staat (versies

met automatische versnellingsbak of

automatische versnellingsbak met

dubbele koppeling);

als het koppelingspedaal is ingetrapt;

als de rijsnelheid niet binnen het

instelbare snelheidsbereik ligt;

als het motortoerental een

maximumdrempel overschrijdt (versies

met handgeschakelde versnellingsbak

en versies met automatische

versnellingsbak/automatische

versnellingsbak met dubbele koppeling)

of onder een minimumdrempel valt

(alleen versies met handgeschakelde

versnellingsbak);

als de ESC (of ABS of een ander

systeem voor stabiliteitsregeling) in

werking is of net in werking is geweest;

bij automatisch remmen door het Full

Brake Control-systeem;

als de Speed Limiter actief is;

als de elektronische Cruise-Control

actief is;

bij een storing van het systeem;

als de motor is uitgeschakeld:

als de radarsensor geen vrij zicht

heeft (in dat geval moet de bumper

worden schoongemaakt bij de sensor).

Als het systeem is ingesteld, kunnen de

bovenstaande omstandigheden ook tot

gevolg hebben dat het systeem wordt

geannuleerd of uitgeschakeld. De

momenten waarop dit gebeurt,

verschillen per situatie.

BELANGRIJK Als het systeem is

ingesteld, kunt u door het intrappen van

het gaspedaal harder rijden dan de

ingestelde rijsnelheid. Het systeem

wordt dan niet automatisch

uitgeschakeld, maar de werking wordt

wel beperkt. U kunt het systeem dan

ook beter uitschakelen.

SNELHEID WIJZIGEN

Snelheid verhogen

Nadat het systeem is ingesteld, kan de

opgeslagen rijsnelheid worden

verhoogd via de knop SET +.

Druk eenmaal op de knop SET + om

de snelheid met 1 km/h te verhogen.

Met elke volgende druk op de knop

wordt de snelheid met 1 km/h

verhoogd.

Houd de knop SET + ingedrukt om

de snelheid in stappen van 10 km/h te

verhogen totdat u de knop loslaat. De

toename van de ingestelde snelheid

wordt op het display weergegeven.

Snelheid verlagen

Nadat het systeem is ingesteld, kan de

opgeslagen rijsnelheid worden verlaagd

door de knop SET – ingedrukt te

houden.

Druk eenmaal op de knop SET – om

de snelheid met 1 km/h te verlagen.

Met elke volgende druk op de knop

wordt de snelheid met 1 km/h verlaagd.

Houd de knop SET – ingedrukt om

de snelheid in stappen van 10 km/h te

verlagen totdat u de knop loslaat. De

afname van de snelheid wordt op het

display weergegeven.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Door het gaspedaal ingedrukt te

houden, kunt u de auto sneller laten

rijden dan de ingestelde snelheid. Druk

in dat geval op de knop SET + (of SET

–) om de huidige snelheid van de auto

op te slaan.

Als u de knop SET – indrukt om de

snelheid te verlagen, wordt automatisch

het remsysteem geactiveerd als de

nieuwe snelheid niet kan worden bereikt

met remmen op de motor alleen.

Het systeem handhaaft de ingestelde

snelheid ook als u een helling of berg

op- of afrijdt. Een lichte schommeling

van de snelheid is dan echter normaal,

zeker bij kleine hoogteverschillen.

Bij versies met een handgeschakelde

123

Page 126: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

versnellingsbak kan worden geschakeld

terwijl het systeem actief is om de

versnelling te kiezen die het best past

bij de ingestelde snelheid en het

systeem ingeschakeld te laten.

Het systeem wordt geannuleerd

wanneer u het koppelingspedaal

ingetrapt houdt of de versnellingspook

langer dan een bepaalde tijd in de

vrijstand zet.

De automatische versnellingsbak (of

automatische versnellingsbak met

dubbele koppeling) kan naar een lagere

versnelling schakelen als een helling

wordt afgereden of geaccelereerd

wordt. Dit is normaal en noodzakelijk

om de ingestelde snelheid te

handhaven.

Het systeem wordt ook uitgeschakeld

tijdens het rijden als de remmen

oververhit raken.

ACCELERATIE BIJINHALEN

Wanneer met een snelheid van meer

dan 50 km/u achter een voertuig wordt

gereden met de adaptieve

Cruise-Control aan, zal bij het

inschakelen van de richtingaanwijzer

extra worden geaccelereerd om sneller

te kunnen inhalen.

Bij auto's met stuur links wordt de

inhaalassistent geactiveerd als de

linkerrichtingaanwijzer wordt

ingeschakeld en bij auto's met stuur

rechts als de rechterrichtingaanwijzer

wordt ingeschakeld.

In landen waar rechts wordt gereden,

werkt de inhaalassistent alleen als de

linker rijbaan wordt gebruikt om een

voorligger in te halen (voor landen waar

rechts wordt gereden, geldt de

tegengestelde activeringslogica).

Het systeem herkent automatisch de

gewijzigde richting van het verkeer op

het moment dat het verkeer niet meer

rechts rijdt maar links. In dat geval

wordt de inhaalassistent alleen

ingeschakeld wanneer het

referentievoertuig aan de linkerkant

wordt ingehaald.

De extra acceleratie vindt plaats op het

moment dat de bestuurder richting naar

links aangeeft.

De inhaalassistent werkt dan niet meer

aan de linkerzijde tot die vaststelt dat

de auto weer links rijdt.

BELANGRIJK Voor versies met

automatische versnellingsbak met

dubbele koppeling werkt de

ECO-functie ook op de

acceleratierespons van de adaptieve

Cruise-Control. Als meer responsief

gedrag gewenst is, kan de ECO-functie

worden uitgeschakeld of het gaspedaal

worden bediend. In dit laatste geval zal

de normale adaptieve Cruise-Control

worden hervat als het pedaal wordt

losgelaten.

DE SNELHEID WEEROPROEPEN

Als de cruisecontrol tijdelijk niet is

gebruikt maar nog wel is ingeschakeld,

kunt u weer gaan rijden met een eerder

ingestelde snelheid door kort op de

knop RES te drukken en even uw voet

van het gaspedaal te halen.

De laatst opgeslagen snelheid wordt

dan hersteld.

Als u wilt terugkeren naar de eerder

ingestelde snelheid, gaat u met

ongeveer die snelheid rijden en drukt u

kort op de knop RES.

BELANGRIJK Gebruik deze functie

alleen als de weg- en

verkeersomstandigheden dit toestaan.

Als u via deze functie een eerder

gebruikte snelheid oproept, moet u er

altijd op bedacht zijn dat het voertuig

ineens harder of zachter kan gaan

rijden. Het niet in acht nemen van deze

voorzorgsmaatregelen kan leiden tot

ernstige ongevallen met fatale afloop.

124

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 127: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

DE AFSTAND TUSSENVOERTUIGEN INSTELLEN

De afstand tussen uw voertuig en uw

voorligger kan worden ingesteld op

1 streepje (kort), 2 streepjes

(gemiddeld), 3 streepjes (lang) of

4 streepjes (maximaal) (zie fig. 117 ).

De gehanteerde afstanden zijn relatief

ten opzichte van de rijsnelheid. De tijd

tussen uw voertuig en de voorligger

blijft constant en varieert tussen

1 seconde (voor de korte afstand van

1 streepje) en 2 seconden (voor de

maximale afstand van 4 streepjes).

De ingestelde afstand wordt met een

symbool op het display weergegeven

bij “Driver Assist”.

Bij het eerste gebruik van het systeem

is de afstand ingesteld op 4 streepjes

(het maximum). Nadat de afstand is

aangepast door de bestuurder, wordt

de nieuwe afstand ook opgeslagen

zodra het systeem is uitgeschakeld en

weer is ingeschakeld.

De afstand verkleinen

Druk kort op de knop om de

ingestelde afstand te verkleinen.

De afstand wordt met elke druk op de

knop één streepje korter.

De ingestelde snelheid wordt

gehandhaafd als er geen voorliggers

zijn. Als de kortst mogelijke afstand is

bereikt, wordt met de volgende druk op

de knop de langste afstand ingesteld.

Als in dezelfde rijbaan een voertuig

wordt waargenomen dat langzamer

rijdt, wordt dit op het display gemeld bij

“Driver Assist”. De snelheid van de auto

wordt dan automatisch aangepast door

het systeem om de ingestelde afstand

te behouden, onafhankelijk van de

ingestelde snelheid.

De ingestelde afstand wordt behouden

totdat:

de voorligger versnelt tot een

snelheid die hoger is dan de ingestelde

snelheid;

de voorligger de rijbaan verlaat of niet

meer binnen het bereik is van de sensor

van de adaptieve cruisecontrol;

de afstand wordt aangepast;

de adaptieve cruisecontrol wordt

uitgeschakeld/geannuleerd.

BELANGRIJK Er gelden beperkingen

voor de maximale remwerking die door

het systeem kan worden toegepast. De

bestuurder kan altijd het rempedaal

intrappen als dat nodig mocht zijn.

BELANGRIJK Als het systeem vaststelt

dat de remkracht onvoldoende is om

de ingestelde afstand te handhaven,

wordt de bestuurder via een bericht

gewaarschuwd dat de voorligger te

dicht is genaderd. Er klinkt ook een

geluidssignaal. In dit geval is het

raadzaam om direct het rempedaal in te

trappen om een veilige afstand tot de

voorligger te behouden.

BELANGRIJK De bestuurder moet erop

toezien dat er zich geen voetgangers,

andere voertuigen of voorwerpen in de

directe omgeving van het voertuig

bevinden. Het niet in acht nemen van

117 P2000094-000-000

125

Page 128: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

deze voorzorgsmaatregelen kan leiden

tot ernstige ongelukken en lichamelijk

letsel.

BELANGRIJK Het is de

verantwoordelijkheid van de bestuurder

om voldoende afstand te houden op

voorliggers en zich hierbij te houden

aan de geldende verkeersregels.

UITSCHAKELEN

In de volgende gevallen wordt de

functie uitgeschakeld en de ingestelde

snelheid geannuleerd:

de knop van de adaptieve

cruisecontrol wordt ingedrukt;

de knop van de elektronische

cruisecontrol wordt ingedrukt;

de knop voor de snelheidsbegrenzer

wordt ingedrukt;

de startinrichting wordt in de stand

STOP geplaatst.

In de volgende gevallen wordt de

functie geannuleerd (de ingestelde

snelheid en afstand worden

opgeslagen):

de knop CANC wordt ingedrukt;

als de voorwaarden uit de paragraaf

“De gewenste snelheid instellen” van

toepassing zijn;

als de rijsnelheid lager is dan de

minimale snelheid waarbij de

cruisecontrol werkt (bijvoorbeeld bij een

file).

Als deze voorwaarden optreden terwijl

het systeem de auto langzamer laat

tijden om afstand te houden met een

voorganger, bestaat de kans dat de

auto indien nodig verder wordt

afgeremd, ook nadat het systeem is

geannuleerd of uitgeschakeld vanwege

het bereiken van de minimale snelheid

voor de cruisecontrol.

WAARSCHUWINGBEPERKTESYSTEEMWERKING

Als het speciale bericht op het display

wordt weergegeven, kan er sprake zijn

van een beperking van de werking van

het systeem.

Deze beperking kan veroorzaakt

worden door een fout of belemmering

van de radarsensor.

Wanneer er een belemmering wordt

aangegeven, maak dan de sensorzone

in de bumper, aangegeven in fig. 114,

schoon en controleer of het bericht is

verdwenen.

Wanneer de omstandigheden die de

werking van het systeem hebben

beperkt ophouden, zal het systeem

naar een normale en volledige werking

terugkeren. Neem, als het probleem

aanhoudt, contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

VOORZORGSMAATREGELENTIJDENS HET RIJDEN

Het systeem werkt mogelijk niet goed

onder bepaalde rijomstandigheden (zie

hieronder). De bestuurder moet het

voertuig daarom altijd onder controle

hebben.

Bij gebruik van een aanhanger

Het wordt afgeraden om het systeem in

te schakelen als er een aanhanger is

aangekoppeld.

Voertuig niet uitgelijnd

De mogelijkheid bestaat dat het

systeem een voertuig over het hoofd

ziet dat op dezelfde rijbaan rijdt maar

dat niet langs dezelfde rijrichting is

uitgelijnd, of een voertuig dat ineens

van rijbaan verandert. In deze

omstandigheden kan niet worden

gegarandeerd dat er voldoende afstand

tot de voorliggers wordt behouden.

Het niet-uitgelijnde voertuig kan

afwisselend de rijrichting betreden of

verlaten, waardoor de auto

onverwachts gaat remmen of

versnellen.

Sturen en bochten

Als het systeem is ingeschakeld terwijl u

bochten fig. 118 instuurt, bestaat de

kans dat de snelheid en acceleratie

worden beperkt om de stabiliteit van

het voertuig te garanderen, zelfs als er

126

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 129: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

geen voorliggers in de buurt zijn. Zodra

u de bocht uit bent, wordt de eerder

ingestelde snelheid hersteld.

BELANGRIJK Bij hele nauwe bochten

kunnen de prestaties van het systeem

afnemen. In dat geval is het beter om

het systeem even uit te schakelen.

Het systeem gebruiken inheuvelachtig terrein

Als u rijdt in heuvelachtig of bergachtig

gebied, is het mogelijk dat voertuigen

op dezelfde rijbaan niet worden

waargenomen. De prestaties van het

systeem kunnen minder zijn afhankelijk

van snelheid, belading,

verkeersomstandigheden en

hellingsgraad.

Veranderen van rijbaan

Het is mogelijk dat de aanwezigheid

van een voertuig pas wordt vastgesteld

nadat het voertuig de andere rijbaan

volledig heeft verlaten.

In een dergelijke situatie kan niet

worden gegarandeerd dat er voldoende

afstand wordt gehouden tot het

voertuig dat van rijbaan verandert. Het

is dan ook raadzaam om altijd zeer

goed op te letten, zodat u indien nodig

zelf kunt remmen.

Kleine voertuigen

Bepaalde smalle voertuigen (zoals

fietsen en motoren fig. 120 ) die aan de

zijkant van de rijbaan rijden of die de

rijbaan vanaf de zijkant betreden,

worden pas waargenomen op het

moment dat ze de rijbaan volledig

hebben betreden.

In deze omstandigheden kan niet

worden gegarandeerd dat er voldoende

afstand tot de voorliggers wordt

behouden.

Stilstaande voorwerpen envoertuigen

Het systeem kan alleen bewegende

voertuigen of voorwerpen waarnemen.

Zo grijpt het systeem bijvoorbeeld niet

in als de voorligger de rijbaan verlaat en

het voertuig daarvoor stilstaat.

Het is daarom zeer belangrijk dat u altijd

heel goed oplet en altijd het rempedaal

kunt intrappen als dat nodig is.

Voorwerpen en voertuigen die zichin tegengestelde of kruiselingserichting verplaatsen

Het systeem kan niet de aanwezigheid

vaststellen van voorwerpen of

voertuigen die zich in tegengestelde of

kruiselingse richting verplaatsen

118 P2000043-000-000

119 P2000045-000-000

120 P2000044-000-000

127

Page 130: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

fig. 121 en wordt dan ook niet

geactiveerd in die situaties.

MODUS ELEKTRONISCHECRUISE-CONTROL

De modus Electronic Cruise Control is

beschikbaar om met een constante

snelheid te rijden, in aanvulling op de

modus Adaptive Cruise Control (ACC).

Als het voertuig is uitgerust met de

functie Adaptieve cruisecontrol (ACC),

werkt de elektronische Cruise-Control

op dezelfde manier als de ACC

(namelijk door het indrukken van de

knop van de Cruise-Control), met

deze verschillen:

de afstand tussen het voertuig en het

voertuig ervoor wordt niet gehandhaafd;

de functie werkt ook als de sensor

van de radar is bedekt.

Als u wilt terugkeren naar de eerder

ingestelde snelheid, gaat u met

ongeveer die snelheid rijden en drukt u

kort op de knop RES.

BELANGRIJK

126) Het is belangrijk dat u altijd zeer goed

blijft opletten tijdens het rijden en altijd het

rempedaal kunt intrappen als dat nodig is.

127) Het systeem is een ondersteuning

voor de bestuurder die altijd zijn volle

aandacht bij het rijden moet houden. De

verantwoordelijkheid ligt altijd bij de

bestuurder, die rekening moet houden met

de verkeersomstandigheden om in alle

veiligheid te kunnen rijden. De bestuurder

dient altijd een veilige afstand tot het

voertuig vóór hem te houden.

128) De functie wordt niet geactiveerd bij

aanwezigheid van voetgangers, voertuigen

die tegemoetkomen in de tegengestelde

rijrichting of die in kruiselingse richting

bewegen en stilstaande voorwerpen (zoals

een voertuig dat voor een stoplicht staat of

langs de weg staat met pech).

129) De functie kan geen rekening houden

met de weg-, verkeers- en

weersomstandigheden, en

omstandigheden die slecht zicht

veroorzaken (zoals mist).

130) De functie kan geen rekening houden

met de weg-, verkeers- en

weersomstandigheden, en

omstandigheden die slecht zicht

veroorzaken (zoals mist).

131) De functie kan niet de maximale

remkracht uitoefenen: de auto wordt niet

volledig tot stilstand gebracht.

BELANGRIJK

49) Het systeem kan beperkt of niet werken

vanwege weersomstandigheden zoals

zware regen, hagel, dikke mist, hevige

sneeuw.

50) De sectie van de bumber voor de

sensor mag niet bedekt zijn met stickers,

extra koplampen of enig ander voorwerp.

51) Werking kan in gevaar worden gebracht

door structurele wijzigingen aangebracht

aan het voertuig, zoals modificatie aan de

frontale geometrie, vervanging van wielen

of een zwaardere lading dan de

standaardlading van het voertuig.

52) Incorrecte reparaties verricht op het

voorste deel van het voertuig (bijv. bumper,

chassis) kunnen de positie van de

radarsensor wijzigen en de werking ervan in

gevaar brengen. Ga naar een Fiat

Servicenetwerk om elke operatie van dit

type.

53) Knoei niet met de sensor van de radar

en voer er geen werkzaamheden aan uit.

Neem in geval van een storing van de

sensor contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

54) Was niet met hogedrukjets in de

onderste zone van de bumber: in het

bijzonder, niet werken op de elektrische

connector van het systeem.

121 P2000046-000-000

128

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 131: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

55) Wees voorzichtig in het geval van

reparaties en nieuwe verf in de zone rond

de sensor (paneel dat de sensor bedekt op

de linkerkant van de bumper). In het geval

van een frontale botsing kan de sensor

automatisch buiten werking worden gesteld

en kan er op het display een bericht

worden weergegeven dat de sensor

gerepareerd moet worden. Ook als er geen

storingsmeldingen worden gegeven, moet

het systeem uitgeschakeld worden als u

denkt dat de plaats van de radarsensor is

gewijzigd (bijv. wegens een frontale

aanrijding op lage snelheid zoals tijdens

parkeermanoeuvres). Ga in deze gevallen

naar een Fiat Servicenetwerk om de

radarsensor te laten uitlijnen of vervangen.

PARKEERSENSOREN

(waar aanwezig)

SENSOREN

132)

56) 57) 58)

De parkeersensoren, die zich in de

achterbumper fig. 122 bevinden,

detecteren de aanwezigheid van

obstakels achter het voertuig.

De sensoren waarschuwen de

bestuurder over aanwezigheid van

obstakels met een intermitterend

geluidssignaal en, afhankelijk van de

versie, ook met visuele aanwijzingen op

het display van het instrumentenpaneel.

Inschakelen

De sensoren worden automatisch

ingeschakeld zodra de

achteruitversnelling wordt geselecteerd.

Naarmate de afstand tot het obstakel

achter het voertuig korter wordt, wordt

de frequentie van het geluidssignaal

hoger.

Geluidssignaal

Wanneer de achteruitversnelling is

ingeschakeld en er zich een obstakel

achter het voertuig bevindt, klinkt er een

geluidssignaal met een frequentie die

varieert op basis van de afstand van het

obstakel ten opzichte van de bumper.

De frequentie van het geluidssignaal:

neem toe naarmate de afstand

tussen het voertuig en het obstakel

afneemt;

klinkt ononderbroken als de afstand

tussen het voertuig en het obstakel

minder is dan ongeveer 30 cm;

is constant als de afstand tussen het

voertuig en het obstakel onveranderd

blijft. Als deze situatie de sensoren aan

de zijkant betreft, zal het signaal na

ongeveer 3 seconden stoppen om,

bijvoorbeeld, aanwijzingen te

voorkomen tijdens manoeuvres langs

een muur.

stopt onmiddellijk wanneer de

afstand ten opzichte van het obstakel

toeneemt.

122 P2000007-000-000

129

Page 132: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Wanneer het systeem het geluidsignaal

laat horen, wordt het volume van het

Uconnect™ systeem (waar voorzien)

automatisch verlaagd.

Meetbereik

Wanneer de sensoren meerdere

obstakels signaleren, dan wordt alleen

rekening gehouden met het

dichtstbijzijnde obstakel.

Aanwijzingen op het display

De aanwijzingen met betrekking tot het

Park Assist-systeem worden alleen

weergegeven als de optie

"Geluidssignaal en weergave" in het

menu "Instellingen" van het

Uconnect™ 5" of 7" HD-systeem

(waar voorzien) eerder werd

geselecteerd (zie voor meer informatie

de beschrijving in het betreffende

hoofdstuk).

Het systeem geeft de aanwezigheid van

een obstakel aan met de weergave van

een enkele boog in een van de

mogelijke zones, in overeenstemming

met de afstand van het voorwerp en de

plaats ten opzichte van het voertuig. Als

het voorwerp gedetecteerd wordt in de

zone middenachter, dan wordt er een

enkele boog weergegeven wanneer het

voorwerp genaderd wordt, eerst

permanent, vervolgens knipperend, in

aanvulling op een geluidssignaal.

STORINGSMELDING

Storingen van parkeersensoren, indien

aanwezig, worden aangegeven

wanneer de achteruitversnelling wordt

ingeschakeld door het aangaan van het

symbool op het

instrumentenpaneel en er verschijnt een

bericht op het display (zie paragraaf

“Lampjes en berichten” in het

hoofdstuk "Kennismaking met het

instrumentenpaneel").

WERKING MET EENAANHANGER

De werking van de sensoren wordt

automatisch uitgeschakeld zodra de

elektrische stekker van de aanhanger in

het stopcontact van de trekhaak van

het voertuig wordt gestoken.

De sensoren worden weer ingeschakeld

zodra de elektrische stekker van de

aanhanger wordt verwijderd.

BELANGRIJKEOPMERKINGEN

Let tijdens parkeermanoeuvres met

name op obstakels die zich boven of

onder de sensoren kunnen bevinden.

Onder bepaalde omstandigheden

kunnen voorwerpen in de buurt van het

voertuig niet gedetecteerd worden en

kunnen zo schade aan het voertuig

veroorzaken of zelf beschadigd raken.

De volgende omstandigheden kunnen

de werking van het parkeersysteem

beïnvloeden:

verminderde gevoeligheid van de

sensoren en vermindering van de

prestaties van het parkeerhulpsysteem

kunnen te wijten zijn aan de

aanwezigheid van ijs, sneeuw, modder,

lak op het oppervlak van de sensoren;

de sensoren kunnen een

niet-bestaand voorwerp detecteren

("echo-interferentie) dat te wijten is aan

mechanische interferentie, bijvoorbeeld

tijdens het wassen van het voertuig, in

geval van regen (sterke wind), hagel;

de door de sensor verzonden

signalen kunnen ook gewijzigd worden

door ultrasoonsystemen (bijv.

pneumatisch remsysteem van

vrachtwagens of pneumatische hamers)

in de buurt van het voertuig;

de werking van het

parkeerhulpsysteem kan tevens

beïnvloed worden door de plaats van

de sensoren, bijvoorbeeld wegens een

verandering in de geometrie (door

slijtage van de schokdempers,

wielophanging) of als de banden

verwisseld worden, het voertuig te

zwaar beladen is, of als er speciale

afstellingen uitgevoerd worden

waardoor de auto lager gezet moet

worden;

130

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 133: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

de aanwezigheid van een trekhaak

zonder aanhanger, die kan interfereren

met de juiste werking van de

parkeersensoren;

de aanwezigheid van stickers op de

sensoren. Zorg er dus voor dat er geen

stickers op de sensoren worden

aangebracht.

BELANGRIJK

132) De verantwoordelijkheid voor het

parkeren en andere mogelijk gevaarlijke

manoeuvres ligt echter altijd bij de

bestuurder. Controleer tijdens deze

manoeuvres altijd of er geen andere

mensen (vooral kinderen) of dieren

aanwezig zijn op het parcours dat u af wilt

leggen. De parkeersensoren dienen als

hulp voor de bestuurder, die echter nooit

zijn aandacht mag laten verslappen tijdens

potentieel gevaarlijke manoeuvres, ook al

worden ze met lage snelheden verricht.

BELANGRIJK

56) Voor een correcte werking van het

systeem mogen de sensoren nooit bevuild

zijn met modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg

ervoor dat ze tijdens het reinigen niet

gekrast of beschadigd worden. Vermijd het

gebruik van droge, ruwe of harde doeken.

De sensoren moeten met schoon water

worden gewassen, waaraan eventueel

autoshampoo is toegevoegd. Wanneer

speciale reinigingsapparaten worden

gebruikt, zoals stoomreinigers of

hogedrukreinigers, reinig dan de sensoren

zeer snel en houd de straal op minstens

10 cm afstand.

57) Voor werkzaamheden aan de bumper

in de buurt van de sensoren, dient u zich

uitsluitend tot het Fiat Servicenetwerk te

wenden. Werkzaamheden aan de bumper

die niet goed worden uitgevoerd kunnen de

werking van de parkeersensoren in gevaar

brengen

58) Voor het overspuiten van de bumpers

of eventueel bijwerken van de laklaag in de

zone van de sensoren, dient men zich

uitsluitend tot het Fiat Servicenetwerk te

wenden. Het verkeerd opbrengen van de

lak kan de werking van de parkeersensoren

negatief beïnvloeden.

ACHTERUITRIJ-CAMERA

(waar aanwezig)

BESCHRIJVING

De achteruitkijkcamera 1

fig. 123 bevindt zich op de achterklep.

133)

59)

Camera inschakelen/uitschakelen

Elke keer dat de achteruitversnelling

wordt ingeschakeld, toont het display

fig. 124 het gebied rondom het

voertuig, zoals gezien door de

achteruitrijcamera.

123 P2000016-000-000

131

Page 134: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

De afbeeldingen worden op het display

weergegeven samen met een

waarschuwingsbericht.

Als de optie voor vertraagde

uitschakeling van de camera actief is,

wordt na het kiezen van de

achteruitversnelling het beeld van de

achteruitrijcamera na het uitschakelen

van de achteruitversnelling nog

maximaal 10 seconden weergegeven,

tenzij de rijsnelheid hoger is dan

13 km/h of:

- de versnellingspook in de stand P

(Parkeren - versies met automatische

versnellingsbak (waar aanwezig)) of de

vrijstand (versies met handgeschakelde

versnellingsbak) staat;

- de startinrichting in de stand STOP

staat.

Wanneer de versnellingspook niet meer

in de achteruit staat, verschijnt er een

knop om de weergave van de

afbeelding van de camera uit te

schakelen op het display van het

Uconnect™5" of 7" HD-systeem. Ook

worden de beelden van de zone achter

het voertuig getoond als de optie voor

vertraagde uitschakeling van de camera

is ingeschakeld op het Uconnect™ 5"

of 7" HD-systeem.

Opmerking Het weergegeven beeld

kan er iets vervormd uitzien.

124 07186J0002EM

132

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 135: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

SYMBOLEN EN BERICHTEN OP HET DISPLAY

Als het systeem is ingeschakeld, kunt u via de instellingen van het Uconnect™ 5" of 7" HD de hulplijnen op het display

weergeven. Indien geactiveerd, wordt het rooster over de afbeelding geplaatst om de breedte van het voertuig te markeren en

het te verwachten traject in overeenstemming met de stand van het stuurwiel.

Een er overheen geplaatste onderbroken middenlijn geeft het midden van het voertuig aan om parkeermanoeuvres of het

uitlijnen van een sleepoog te vergemakkelijken. De verschillende gekleurde zones geven de afstand aan vanaf de achterkant

van het voertuig.

In de volgende tabel worden de afstanden bij benadering voor elke zone getoond fig. 124:

Zone Afstand vanaf de achterkant van het voertuig

Rood (1) 0-30 cm

Geel (2) 30-100 cm

Groen (3) 1 m of meer

133

Page 136: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJKEOPMERKINGEN

BELANGRIJK Onder bepaalde

omstandigheden, zoals bij ijs, sneeuw

of modder op het oppervlak van de

camera, kan de gevoeligheid van de

camera afnemen.

BELANGRIJK Let tijdens

parkeermanoeuvres in het bijzonder op

obstakels die zich boven of onder het

bereik van de camera kunnen

bevinden.

BELANGRIJK

133) De verantwoordelijkheid voor het

parkeren en andere mogelijk gevaarlijke

manoeuvres ligt echter altijd bij de

bestuurder. Controleer tijdens deze

manoeuvres altijd of er geen mensen

(vooral kinderen) of dieren in het

betreffende gebied aanwezig zijn. De

camera dient als hulp voor de bestuurder,

die echter nooit zijn aandacht mag laten

verslappen tijdens potentieel gevaarlijke

manoeuvres, ook al worden ze met lage

snelheden verricht. Houd altijd een lage

snelheid aan, zodat meteen geremd kan

worden in geval van obstakels.

BELANGRIJK

59) Voor een correcte werking is het van

extreem belang dat de camera altijd

schoon en vrij van modder, vuil, sneeuw of

ijs wordt gehouden. Zorg ervoor dat de

camera tijdens het reinigen niet gekrast of

beschadigd wordt. Vermijd het gebruik van

droge, ruwe of harde doeken. De camera

moet met schoon water worden gewassen,

waaraan eventueel autoshampoo is

toegevoegd. In wasstraten met

stoomreinigers of hogedrukreinigers

moeten de camera snel gewassen worden

door de spuitmond op minstens 10 cm van

de sensoren te houden. Breng geen

stickers op de camera aan.

EEN AANHANGERTREKKEN

BELANGRIJKEOPMERKINGEN

134) 135)

Voor het trekken van caravans of

aanhangers moet het voertuig voorzien

zijn van een goedgekeurde trekhaak en

een geschikte elektrische installatie.

Een eventuele aftermarket-installatie

moet zijn uitgevoerd door specialisten.

Monteer eventuele speciale en/of extra

buitenspiegels conform de

wegenverkeerswetgeving.

Vergeet niet dat het klimvermogen van

de auto door het gewicht van een

aanhanger of caravan wordt

gereduceerd. Ook de remafstand wordt

langer en er is meer tijd nodig om in te

halen.

Schakel een lage versnelling in bij een

helling omlaag om een continu gebruik

van de rem te voorkomen.

Op de trekhaak rust het gewicht van de

aanhanger waardoor het laadvermogen

van het voertuig in dezelfde mate

afneemt. Om er zeker van te zijn dat het

maximum toelaatbaar getrokken

gewicht (op het kenteken van het

voertuig vermeld) niet wordt

overschreden, moet er rekening mee

134

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 137: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

gehouden worden dat deze waarde

betrekking heeft op het toelaatbaar

gewicht van de volgeladen

aanhangwagen, inclusief accessoires

en bagage.

Neem de snelheidsbeperkingen van het

land waar u bent voor auto’s met

aanhanger in acht. Rijd in geen geval

harder dan 100 km/h.

Elke elektrische rem moet rechtstreeks

vanaf de accu worden gevoed, met een

kabel met een diameter van minimaal

2,5 mm 2.

Naast de elektrische aansluitingen die

op het schakelschema zijn aangegeven,

kan de elektrische installatie alleen

aangesloten worden op de

voedingskabel voor een elektrische rem

en op de kabel voor een interne

gloeilamp van niet meer dan 15 W voor

de aanhanger. Voor de aansluitingen

dient de daarvoor bestemde

regeleenheid te worden gebruikt met

een accukabel met een doorsnede van

minstens 2,5 mm 2.

BELANGRIJK Het gebruik van extra

belastingen anders dan de

buitenverlichting (bijv. elektrische rem)

moet met draaiende motor gebeuren.

MONTAGE VAN DETREKHAAK

Neem contact op met het Fiat

Servicenetwerk voor de montage van

de trekhaak.

BELANGRIJK

134) Het ABS waarmee de auto is

uitgerust heeft geen controle over het

remsysteem van de aanhanger. Wees dus

bijzonder voorzichtig op gladde wegen.

135) Probeer nooit de remwerking van de

aanhanger te beïnvloeden door wijzigingen

aan het remsysteem van het voertuig uit te

voeren. Het remsysteem van de aanhanger

moet volledig onafhankelijk zijn van het

hydraulisch systeem van de auto.

TANKEN

136) 137) 138)

Controleer het type brandstof alvorens

te tanken.

Zet ook de motor af alvorens te tanken.

BENZINEMOTOREN

Gebruik alleen 95 R.O.N. loodvrije

benzine (EN 228 specificaties).

DIESELMOTOREN

60)

Gebruik alleen diesel voor

motorvoertuigen (EN590-specificatie).

Als het voertuig gedurende een lange

periode in de bergen of in koude zones

wordt gebruikt of geparkeerd, wordt

geadviseerd om met de plaatselijk

beschikbare Dieselolie te tanken. In dit

geval wordt tevens geadviseerd om de

tank meer dan 50% gevuld te houden.

TANKCAPACITEIT

Om de tank volledig te vullen, kan men

twee keer bijvullen nadat het tankpistool

is afgeslagen.

Meer bijvullen kan storingen in het

brandstoftoevoersysteem veroorzaken.

135

Page 138: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TANKPROCEDURE

Diesel- en benzineversies

Het "Capless Fuel" systeem is een

apparaat bij de vulopening van de

brandstoftank dat zich automatisch

opent en sluit wanneer het

brandstofvulpistool wordt

geplaatst/verwijderd.

Het "Capless Fuel" systeem is uitgerust

met een blokkeersysteem dat het

tanken van het onjuiste type brandstof

voorkomt.

Het klepje openen

Ga als volgt te werk om te tanken:

ontgrendel klepje 1 fig. 125 door op

het aangegeven punt te drukken en

open het;

steek het vulpistool in de vulopening

en tank;

wacht na het tanken minstens

10 seconden alvorens het vulpistool te

verwijderen zodat de brandstof in de

tank kan vloeien;

neem het vulpistool uit de

vulopening en sluit het klepje 1.

Het klepje is voorzien van een stofkap

2 die, wanneer het klepje gesloten is,

de rand van de vulopening beschermt

tegen de afzetting van vuil en stof.

Tanken in een noodgeval

Ga voor het tanken als volgt te werk als

er geen brandstof in de tank meer is of

als het brandstofcircuit volledig leeg is:

open de bagageruimte en neem

adapter 3 fig. 126, uit de

gereedschapshouder of uit de houder

van de Fix&Go kit (afhankelijk van de

versie);

open klepje 1 fig. 125, zoals eerder

is beschreven;

steek de adapter in de vulopening

zoals aangegeven en tank;

verwijder de adapter na het tanken

en sluit de klep;

leg tenslotte de adapter terug in de

bagageruimte.

125 07206J0001EM

126 07206J0002EM

136

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 139: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Versies met LPG-systeem

De vulopening voor het gas zit naast de

benzinevuldop. Hij heeft een

terugslagklep, die in het feitelijke

vullichaam zit.

Om toegang te krijgen tot vulopening 2

fig. 127, het toegangsklepje 1 openen.

Neem de volgende

voorzorgsmaatregelen in acht tijdens

het tanken:

schakel de motor uit;

trek de handrem aan;

contactsleutel op de stand OFF

gedraaid;

rook niet;

geef het speciale verloopstuk aan het

personeel dat LPG tankt.

BELANGRIJK Afhankelijk van het land

zijn er verschillende soorten adapters

voor tankstations. Adapter 1 fig. 128,

wordt bij de auto in een speciaal doosje

geleverd, is speciaal ontworpen voor

het land waarin de auto verkocht is. Als

u in een ander land rijdt, moet u

uitzoeken welke soort adapter hier

gebruikt wordt.

BELANGRIJK Voordat de tank met LPG

gevuld wordt, dient het gekwalificeerde

personeel te controleren of de adapter

correct op de vulopening is geschroefd.

BELANGRIJK Bewaar uw LPG-adapter

zorgvuldig zodat hij niet beschadigd

raakt.

BELANGRIJK Gebruik uitsluitend LPG

voor motorvoertuigen.

Brandstof - Grafischsymbool voor deidentificatie van decompatibiliteit van hetvoertuig voorconsumenten inovereenstemming metEN16942

De onderstaande symbolen

vereenvoudigen de herkenning van het

correcte type brandstof dat u in uw

voertuig moet gebruiken.

Controleer, alvorens te tanken, de

symbolen aan de binnenkant van het

brandstofklepje (waar voorzien) en

vergelijk ze met de symbolen op de

pomp (waar voorzien).

Symbolen voor voertuigen opbenzine

E5: Ongelode benzine met maximaal

2,7% (m/m) zuurstof en maximaal 5,0%

(V/V) ethanol overeenkomstig EN228

E10: Ongelode benzine met maximaal

3,7% (m/m) zuurstof en maximaal

10,0% (V/V) ethanol overeenkomstig

EN228

127 PGL000017

128 PGL000018

137

Page 140: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Symbolen voor voertuigen op diesel

B7: Diesel met maximaal 7% (V/V)

FAME (Fatty Acid Methyl Esters)

overeenkomstig EN590

B10: Diesel met maximaal 10% (V/V)

FAME (Fatty Acid Methyl Esters)

overeenkomstig EN16734

Symbolen voor voertuigen opbenzine/LPG

E5: Ongelode benzine met maximaal

2,7% (m/m) zuurstof en maximaal 5,0%

(V/V) ethanol overeenkomstig EN228

E10: Ongelode benzine met maximaal

3,7% (m/m) zuurstof en maximaal

10,0% (V/V) ethanol overeenkomstig

EN228

LPG: Auto-LPG overeenkomstig

EN589

BELANGRIJK

136) Monteer geen voorwerp/dop op de

rand van de vulopening die niet geschikt is

voor het voertuig. Het gebruik van

voorwerpen/doppen van het verkeerde

type kan de druk in de tank doen

toenemen, waardoor gevaarlijke situaties

kunnen ontstaan.

137) Breng geen open vuur of brandende

sigaretten in de buurt van de vulopening

van de tank: brandgevaar. Kom niet te

dicht met het gezicht bij de vulopening, om

geen schadelijke dampen in te ademen.

138) Maak geen gebruik van een mobiele

telefoon in de buurt van de benzinepomp:

brandgevaar.

BELANGRIJK

60) Gebruik voor dieselmotoren uitsluitend

dieselbrandstof voor motorvoertuigen

conform de Europese norm EN 590. Het

gebruik van andere producten of mengsels

kan de motor onherstelbaar beschadigen

en derhalve de garantie, door de

veroorzaakte schade, ongeldig maken. Als

per ongeluk andere brandstofsoorten

worden getankt, mag de motor niet gestart

worden. Ledig de tank. Als de motor ook

maar heel kort heeft gewerkt, moet behalve

de tank het complete

brandstoftoevoercircuit geledigd worden.

138

STA

RTE

NE

NR

IJD

EN

Page 141: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

NOODGEVALLEN

Een lekke band of een doorgebrand

lampje?

Soms kan een probleem uw reis in

gevaar brengen.

De pagina's over noodsituaties kunnen

u helpen om op zelfstandige en kalme

wijze kritieke situaties op te lossen.

Wij adviseren u om in een noodsituatie

het gratis telefoonnummer te bellen dat

in het garantieboekje is vermeld.

U kunt ook het gratis landelijke of

internationale universele

telefoonnummer bellen om het

dichtstbijzijnde Fiat Servicepunt te

vinden.

ALARMKNIPPERLICHTEN . . . . . .140

LAMP VERVANGEN . . . . . . . . . .140

ZEKERINGEN VERVANGEN . . . . .150

EEN WIEL VERVANGEN. . . . . . . .156

FIX&GO AUTOMATIC KIT . . . . . . .161

STARTEN MET HULPACCU . . . . .163

AFSLUITER VAN DE

BRANDSTOFTOEVOER . . . . . . . .165

AUTOMATISCHE

VERSNELLINGSBAK. . . . . . . . . .167

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE

MET DUBBELE KOPPELING . . . .169

SLEPEN VAN HET VOERTUIG . . . .170

139

Page 142: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ALARMKNIPPER-LICHTEN

CONTROLE

Druk op de knop fig. 129 om de lichten

aan of uit te zetten.

Wanneer de alarmknipperlichten

werken, knipperen de controlelampjes

en .

BELANGRIJK Het gebruik van de

alarmknipperlichten wordt geregeld

door de wegenverkeerswetgeving van

het land waar u rijdt: neem de wettelijke

voorschriften in acht.

Noodremmen

Bij het remmen in noodsituaties gaan

de alarmknipperlichten automatisch

branden, evenals de controlelampjes

en op het instrumentenpaneel.

De lichten gaan automatisch uit

wanneer het noodremmen ophoudt.

LAMP VERVANGEN

139) 140) 141)

61)

ALGEMENE INSTRUCTIESControleer alvorens een lamp te

vervangen of de contacten zijn

geoxideerd;

vervang doorgebrande lampen door

exemplaren van hetzelfde type en

vermogen;

controleer na vervanging van een

gloeilamp in de koplamp altijd of de

koplampafstelling goed is;

als een lamp niet werkt, controleer

dan of de betreffende zekering is

doorgebrand alvorens de lamp te

vervangen. Om de zekeringen te vinden

wordt verwezen naar de paragraaf

“Zekeringen vervangen” in dit

hoofdstuk.

BELANGRIJK Bij koude of vochtige

weersomstandigheden of na hevige

regen of een wasbeurt, kan de

binnenzijde van de koplampen of

achterlichten enigszins beslagen zijn

en/of kunnen er condensdruppels

aanwezig zijn. Dit is geen defect maar

een natuurlijk verschijnsel dat

veroorzaakt wordt door de

temperatuur- en

luchtvochtigheidsverschillen tussen de

binnen- en buitenzijde van het glas, en

dat geen negatieve invloed heeft op de

normale werking van de lichten. Deze

aanslag verdwijnt geleidelijk aan (van

het midden tot de randen) zodra de

lichten worden ingeschakeld.

129 P2000021-000-000

140

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 143: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TYPEN LAMPEN

Het voertuig is voorzien van de volgende lampen

Volglas lampen (type 1): klemmontage. Trek om te verwijderen.

Lamp met bajonet-sluiting (type 2): druk de lamp ietwat in en draai

linksom om hem uit de houder te verwijderen.

Halogeenlampen (type 3): om de lamp te verwijderen, aan de

stekker trekken en deze uitnemen.

Halogeenlampen (type 4): draai de lamp linksom om hem uit de

houder te verwijderen.

141

Page 144: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Lampen Type VermogenReferentieafbeelding

Dagverlichting (versies met polyelliptische koplampen) LED – –

Zijverlichting voor/dagverlichting) (versies met bi-parabolische

koplampen)H15 15W 4

Lampen grootlicht (versies met polyelliptische koplampen) H7 55W 3

Lampen grootlicht (versies met bi-parabolische koplampen) H15 55W 4

Dimlicht H7 55W 3

Richtingaanwijzers voor PY21W 21W 2

Richtingaanwijzers zijkant WY5W 5W 1

Kentekenverlichting W5W 5W 1

Stadslicht achter / remlichten P21W 21W 2

Richtingaanwijzers achter PY21W 21W 2

Achteruitrijlicht W16W 16W 1

Extra remlicht LED – –

Mistlampen H11 55W 4

Mistachterlicht W16W 16W 1

Plafondverlichting voor C5W 5W 1

Plafondverlichting voor (zonnekleppen) C5W 5W 1

Plafondverlichting achterin C5W 6W 1

Verlichting bagageruimte W5W 5W 1

Dashboardkastverlichting W5W 5W 1

142

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 145: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

LAMPBUITENVERLICHTINGVERVANGEN

Versies met polyelliptischekoplampen

Voorste lamp positie

1. Dimlicht

2. Mistlampen

3. Grootlicht

4. Dagrijverlichting (DRL)

5. Richtingaanwijzers

142)

Dimlicht

Ga als volgt te werk om lamp 1

fig. 130 te vervangen:

Werkend vanuit de binnenkant van

de motorruimte, verwijder rubberen

afdekkap 1 fig. 131;

maak eerst de stekker los en

vervolgens de borgklem;

vervang lamp 2;

sluit de stekker weer aan en plaats

de lamp terug in de behuizing;

maak de borgklem goed dicht;

monteer de rubber kap 1 weer.

Grootlicht

Ga als volgt te werk om lamp 3

fig. 130 te vervangen:

Werkend vanuit de binnenkant van

de motorruimte, verwijder rubberen

afdekkap 2 fig. 132;

verwijder de stekker van de lamp;

maak de stekker 3 los en vervang de

lamp 4 ;

plaats de lamp terug in de behuizing

en zorg dat deze goed vastzit.

Richtingaanwijzers voor

Ga als volgt te werk om lamp 5

fig. 130 te vervangen:

gebruik de schroevendraaier die bij

de auto is geleverd om de vijf

bevestigingen te verwijderen die

worden aangegeven met de pijlen

fig. 133 en verwijder de afdekking 1;

draai de lamp/lamphouder 2 een

kwartslag linksom en trek hem naar

buiten;

vervang lamp 3 door er zachtjes op

te drukken (bij de as) en gelijktijdig

linksom te draaien (bayonetsluiting);

plaats de lamp/lamphouder terug in

de behuizing en draai het geheel

2 rechtsom, verzeker u ervan dat hij

130 P1030127-000-000

131 P1030234-000-000

132 P1030234-000-001

143goed vergrendeld is.

Page 146: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Mistkoplampen

Ga als volgt te werk om lamp 2

fig. 130 te vervangen:

draai de wielen van het voertuig naar

binnen;

draai de schroef 1 fig. 134 met de

geleverde schroevendraaier los en

verwijder het inspectieklepje 2;

draai de lamp/lamphouder 3 een

kwartslag linksom en trek hem naar

buiten;

maak de stekker los en vervang het

geheel als unit;

sluit de stekker aan op de nieuwe

lamp/lamphouder;

plaats de unit in de behuizing, draai

het geheel rechtsom en zorg dat hij

goed vastzit;

plaats ten slotte de inspectieklep

1 terug.

Dagrijverlichting (DRL)

De lampen van de dagverlichting 4

fig. 130 zijn LED-lampen om hun

levensduur te verlengen. Vervanging

zou daarom niet nodig moeten zijn.

Neem contact op met het Fiat

Servicenetwerk als er problemen zijn.

Zijrichtingaanwijzer

Ga als volgt te werk om de lamp te

vervangen:

druk op het lampenglas 1

fig. 135 om de inwendige borgveer 2 in

te drukken en trek de lichtunit naar

buiten; ga voorzichtig te werk om de lak

niet te beschadigen;

draai de lamphouder 2 linksom,

verwijder de lamp 3 en vervang hem;

plaats de lamphouder 2 terug in het

lampenglas en draai hem rechtsom;

monteer de lichtunit zodat de

inwendige borgveer op zijn plaats

vastklikt.

Versies met bi-parabolischekoplampen

Voorste lamp positie

1. Dimlicht

2. Mistlampen

133 P1030194-000-000

134 P2000135

135 P1030251-000-000

136 08026J0002EM

144

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 147: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

3. Grootlicht/dagverlichting

(DRL)/posities

4. Richtingaanwijzer.

Grootlicht/dagverlichting(DRL)/posities

Ga als volgt te werk om lamp 3

fig. 136 te vervangen:

Werkend vanuit de binnenkant van

de motorruimte, verwijder rubberen kap

1 fig. 137;

draai de lamphouder linksom en trek

hem naar buiten;

sluit de elektrische connector af en

vervang de lamp/ lamphouder 2;

sluit de elektrische connector aan op

de nieuwe montage;

plaats vervolgens de samenstelling in

hun zitting en draai deze rechtsom,

verzeker u ervan dat hij goed

vergrendeld is;

monteer de rubber kap 1 weer.

BELANGRIJK Vervang de lamp alleen

wanneer de motor uit is. Controleer ook

of de motor koud is, om het risico op

brandwonden te voorkomen.

Dimlicht

Rechterkoplamp

Ga als volgt te werk om lamp 1

fig. 136 te vervangen:

draai de wielen van het voertuig

helemaal naar binnen;

pas de tabs aangeduid in

fig. 138 aan en verwijder de klep;

verwijder de rubberen dop;

maak de stekker los;

haal de lamp uit de houder door

deze van uit de borgveren los te

maken;

plaats de nieuwe lamp en voer de

eerder beschreven procedure in

omgekeerde volgorde uit.

Linkerkoplamp

werkend van binnen uit de

motorruimte, verwijder de rubberen kap

van de lamp van het dimlicht 1 fig. 136;

haal de lamp uit de houder door

deze van uit de borgveren los te

maken;

koppel de stekker los en vervang de

betreffende lamp 1 fig. 136;

sluit de elektrische connector aan op

de nieuwe lamp;

herplaats de samenstelling in de

zetel;

monteer de rubberen dop weer.

BELANGRIJK Vervang de lamp alleen

wanneer de motor uit is. Controleer ook

of de motor koud is, om het risico op

brandwonden te voorkomen.

Richtingaanwijzers voor

Ga als volgt te werk om lamp 4

fig. 136 te vervangen:

gebruik de schroevendraaier die bij

de auto is geleverd om de

bevestigingen te verwijderen die

worden aangegeven met de pijlen

fig. 139 en verwijder de afdekking 1;

137 08026J0025EM

138 08026J0004EM

145

Page 148: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

draai de lamp-lamphouderunit

linksom;

vervang de lamp met de

"bajonetsluiting";

plaats vervolgens de lamp/

lamphouder in zijn zitting en draai deze

rechtsom, verzeker u ervan dat hij goed

vergrendeld is;

plaats de kap terug en blokkeer hem

door de bevestigingen terug te

plaatsen.

Mistvoorlichten

Ga als volgt te werk om de lampen te

vervangen:

draai de wielen van het voertuig

helemaal naar binnen;

draai de schroeven 1 fig. 134 los met

de geleverde schroevendraaier en

verwijder de inspectieklep 2;

draai de lamp- lamphouderunit 1

fig. 140 linksom en verwijder hem dan

door hem naar buiten de schuiven;

maak de stekker los;

sluit de stekker aan op de nieuwe

unit: breng hem dan in, draai hem

rechtsom, en zorg dat hij correct sluit;

tot slot het inspectiedeksel

herplaatsen.

Zijrichtingaanwijzer

Ga als volgt te werk om de lamp te

vervangen:

druk op het lampenglas 1

fig. 141 om de inwendige borgveer 2 in

te drukken en trek de lichtunit naar

buiten;

draai de lamphouder 3 linksom,

verwijder de lamp 4 en vervang hem;

hermonteer de lamphouder 3 in het

lampenglas en draai hem rechtsom;

monteer de lichtunit zodat de

inwendige borgveer 2 op zijn plaats

vastklikt.

Achterste lamp positie

1. Posities

2. Achterlichten/remlichten

139 08026J0011EM 140 08026J0016EM 141 08026J0005EM

142 P1030154-000-000

146

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 149: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

3. Richtingaanwijzer

4. Achteruitrijlicht

Lichtunit op achterklep

Rem- en achteruitrijlichten

Ga als volgt te werk om een of meer

lampen te vervangen:

open de achterklep en gebruik de

schroevendraaier van de auto om de

inspectieklep 1 fig. 143 te verwijderen;

maak de middelste stekker los;

gebruik de L-vormige sleutel 1

fig. 144 en de juiste inbussleutel 2 om

de drie bevestigingsmoeren 3 los te

draaien en verwijder de unit uit de

achterklep;

draai de vier schroeven 4 fig. 144 los

en verwijder de lamphouder;

vervang achterlicht 1 fig. 145 door er

zachtjes op te drukken (bij de as) en

gelijktijdig linksom te draaien

(bayonetsluiting);

vervang achteruitrijlicht 2 door lamp

uit de houder te trekken;

plaats de houders met de nieuwe

lampen in de lampunit en draai de

schroeven 4 fig. 144 vast;

plaats de unit in de achterklep en

gebruik de bijgeleverde L-vormige

sleutel 1 en de juiste inbussleutel 2 om

de drie bevestigingsmoeren 3 stevig

vast te draaien;

plaats ten slotte de inspectieklep 1

fig. 143 terug zen zorg dat deze goed

vastzit.

Lichtunit op carrosserie

Achterlicht/remlicht en

richtingaanwijzers

Ga als volgt te werk om een of meer

lampen te vervangen:

open de achterklep en verwijder de

sierlijst op de carrosserie door deze

omhoog A en dan naar binnen B te

bewegen zoals in fig. 146;

gebruik de meegeleverde L-vormige

sleutel 1 fig. 144 om de twee schroeven

1 fig. 147 los te draaien en verwijder de

lichtunit;

143 P1030161-000-000

144 P1030165-000-000

145 P1030169-000-000

146 P2000068-000-000

147

Page 150: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

maak de stekker los, draai de twee

schroeven 2 fig. 148 los en verwijder de

lamphouder 3;

druk licht op de lamp die u wilt

vervangen (bij de as) en draai gelijktijdig

linksom (bayonetsluiting); 4 -

achterlichten/remlichten, 5 -

richtingaanwijzers;

plaats de houders met de nieuwe

lampen in de lampunit en draai de twee

schroeven 2 vast;

sluit de stekker aan, plaats de unit op

de carrosserie en draai de twee

schroeven 1 fig. 147 vast met de

L-vormige sleutel 1;

plaats de sierlijst door er zachtjes op

te drukken totdat u voelt dat hij vastzit

en sluit vervolgens de achterklep.

Lampjes 3 e remlicht

De lampen van het derde remlicht zijn

LED-lampen om hun levensduur te

verlengen. Vervanging zou daarom niet

nodig moeten zijn. Neem contact op

met het Fiat Servicenetwerk als er

problemen zijn.

MistachterlichtenGa als volgt te werk om de mistlampen

achter te vervangen:

gebruik de meegeleverde

schroevendraaier op de met pijlen

aangegeven punten om de

bevestigingen 1 en 2 te verwijderen, en

verwijder vervolgens de klep 3 fig. 149;

demonteer de defecte lamp door de

opening die is ontstaan door het

verwijderen van klep 3 fig. 150;

plaats de nieuwe lamp;

147 P1030171-000-000

148 P1030172-000-000

149 P2000079-000-000

150 P2000080-000-000

148

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 151: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

plaats klep 3 terug, evenals de

bevestigingen 1 en 2.

Neem contact op met het Fiat

Servicenetwerk als de lamp niet kan

worden vervangen.

Kentekenverlichting

Ga als volgt te werk om de lampen te

vervangen:

gebruik de meegeleverde

schroevendraaier om de lampunit 1

fig. 151 te verwijderen;

draai de lamphouder 2

fig. 152 linksom, verwijder de lamp 3 en

vervang hem;

plaats de unit terug door er zachtjes

op te drukken.

OPMERKING Breng, alvorens het

lampenglas te verwijderen, een

bescherming (bijv. een doek) aan op de

punt van de schroevendraaier, om te

voorkomen dat het lampenglas

beschadigd raakt.

BELANGRIJK

139) Wacht tot de uitlaatleidingen zijn

afgekoeld alvorens de lamp te vervangen:

GEVAAR VOOR BRANDWONDEN!

140) Wijzigingen of reparaties aan het

elektrisch systeem die niet correct zijn

uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt

gehouden met de technische

systeemgegevens, kunnen storingen in de

werking en zelfs brand tot gevolg hebben.

141) In halogeenlampen bevindt zich gas

onder druk. Als ze breken, kunnen er

glassplinters wegschieten.

142) Vervang lampen alleen wanneer de

motor uit is. Controleer ook of de motor

koud is, om het risico op brandwonden te

voorkomen.

BELANGRIJK

61) Raak alleen het metalen gedeelte van

halogeenlampen aan. Het aanraken van de

bol met de vingers kan de lichtopbrengst

en de levensduur van de lamp reduceren.

Als de bol per ongeluk toch wordt

aangeraakt, moet hij worden

schoongewreven met een doekje

bevochtigd met alcohol en laat hem

vervolgens drogen.

151 P1030157-000-000

152 08026J0026EM

149

Page 152: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ZEKERINGENVERVANGEN

ALGEMENE INFORMATIE

143) 144) 145) 146)

62)

De elektrische installatie wordt beveiligd

door zekeringen: bij een storing of bij

oneigenlijk gebruik van de installatie

brandt de zekering door.

Tang voor het verwijderen vanzekeringen

Gebruik het tangetje dat in het deksel

van de zekeringenkast in de

motorruimte geklemd is, om een

zekering te vervangen (zie fig. 153 ).

De tang heeft twee uiteinden, speciaal

ontworpen (zie) om de verschillende

types zekeringen die aanwezig zijn in

het voertuig te verwijderen.Berg, na gebruik, het tangetje weer op,

waar hij hoort.

PLAATS VAN DEZEKERINGEN

De zekeringen zijn gegroepeerd in vier

regeleenheden: op het dashboard,

onder het dashboard, in de

motorruimte en in de laadruimte.

MOTORRUIMTEZEKERINGENKAST

63)

De zekeringenkast bevindt zich naast

de accu fig. 154.

Ga als volgt te werk om een zekering te

vervangen:

draai schroef 1 fig. 155 volledig vast

met behulp van de bijgeleverde

schroevendraaier;

153 08036J0002EM

154 08036J0005EM

150

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 153: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

draai tegelijk de schroef langzaam

linksom tot weerstand wordt ervaren

(niet te vast draaien);

draai de schroef langzaam los;

het openen wordt aangegeven als

de kop van de schroef volledig uit zijn

zitting is gekomen;

verwijder deksel 2 door het op de

zijgeleiders naar boven te schuiven,

zoals aangegeven in de afbeelding.

Op het deksel zijn de

identificatienummers van de elektrische

onderdelen die met de zekeringen

overeenkomen aangegeven.

Zodra de zekering vervangen is, als

volgt te werk gaan:

plaats het deksel 2 weer in de

zijgeleiders van de kast;

schuif het deksel van bovenaf weer

volledig naar beneden;

draai schroef 1 volledig vast met

behulp van de bijgeleverde

schroevendraaier;

draai tegelijk de schroef langzaam

rechtsom tot weerstand wordt ervaren

(niet te vast draaien);

draai de schroef langzaam los;

het sluiten wordt aangegeven als de

kop van de schroef volledig in zijn zitting

zit.

ZEKERINGENKAST INDASHBOARD

De zekeringenkast fig. 157 bevindt zich

aan de linkerkant van de stuurkolom.

Om toegang tot de zekeringen te

krijgen, moet u de klikdeksel,

weergegeven in fig. 156, verwijderden,

door deze naar u toe te trekken.

155 08036J0006EM

156 06106J0005EM

157 08036J0009EM

151

Page 154: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ZEKERINGENKAST IN DEBAGAGERUIMTE

Open de achterklep, verplaats de sectie

van de binnenste kap fig. 159 (TIPO

5DOOR-versie) of fig. 160 (TIPO

STATION WAGON-versie) en ga naar

de zekeringen in zekeringenkast 2

fig. 161.

158 P2000083-000-000

159 P1030208-000-000

160 P2000136

161 08036J0011EM

152

NO

OD

GE

VA

LLE

N REGELEENHEID ONDERDASHBOARD

De regeleenheid fig. 158 bevindt zich

aan de linkerkant onder het dashboard.

Page 155: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

REGELEENHEID MOTORRUIMTE

fig. 154

GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE

Tweetonige claxon F10 15

Spiegelverwarmer F88 7,5

Achterruitverwarming F20 30

Active Grille Shutter F84 5

153

ZEKERINGENKAST IN DASHBOARD

fig. 157

GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE

Elektrische ruitbediening voor (bestuurderszijde) F47 25

Elektrische ruitbediening voor (passagierszijde) F48 25

Levering voor Uconnect™ systeem, klimaatregeling, EOBD

systeem, USB/AUX poort, stuurbedieningen.F36 15

Dead Lock-systeem (Ontgrendeling portier bestuurderszijde voor

bepaalde versies/markten)/Portierontgrendeling/Centrale

vergrendeling/Elektrische ontgrendeling achterklep

F38 20

Ruitensproeierpomp F43 20

Elektrische ruitbediening linksachter F33 25

Elektrische ruitbediening rechtsachter F34 25

Page 156: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

REGELEENHEID ONDER DASHBOARD

fig. 158

GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE

Ontgrendelen voorportier (bestuurderszijde) 1 7,5

Ontgrendelen voorportier (passagierszijde) 2 7,5

Ontgrendelen achterportier (links) 3 7,5

Ontgrendelen achterportier (rechts) 4 7,5

154

NO

OD

GE

VA

LLE

N

ZEKERINGENKAST IN DE BAGAGERUIMTE

fig. 161

GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE

12 V Stopcontact achter F97 15

Stoelverwarming voor bestuurderszijde F99 10

Stoelverwarming voor passagierszijde F92 10

Verstelbare lendensteun voor bestuurderszijde F90 10

Page 157: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJK

143) Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.

144) Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een grotere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.

145) Als er een zekering wordt gebruikt die niet wordt aangeduid in deze of in de vorige pagina, neem dan contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

146) Voordat u een zekering vervangt, zorg ervoor dat de startinrichting op STOP staat, dat de sleutel, indien mechanisch, verwijderd is en

dat alle apparatuur uit is geschakeld en/of afgesloten is.

BELANGRIJK

62) Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen draden of ander materiaal.

63) Als de motorruimte moet worden gewassen, zorg er dan voor dat de waterstraal niet rechtstreeks op de zekeringenkast en de motor van

de ruitenwissers terechtkomt.

155

Page 158: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

EEN WIELVERVANGEN

KRIK

Het is nuttig om het volgende te weten:

de krik weegt 2,15 kg;

de krik niet kan worden gerepareerd:

in geval van een defect moet de krik

door een origineel exemplaar worden

vervangen;

Afgezien van de slinger mag geen

enkel ander gereedschap op de krik

gemonteerd worden.

ServiceVoorkom dat er vuil op de

“wormschroef” terechtkomt;

Zorg ervoor dat de "wormschroef"

altijd gesmeerd is;

Breng nooit wijzigingen aan de krik

aan.

Omstandigheden om niet bij tegebruiken

Temperatuur onder -40°C;

Op zanderige of modderige grond;

Op ongelijke ondergrond;

Op steile wegen;

Onder extreme

weersomstandigheden: onweer,

tyfonen, orkanen, sneeuwstormen,

stormen, enz.

Bij directe aanraking met de motor of

voor reparaties onder het voertuig;

Op schepen.

VERVANGINGS-PROCEDURE

147) 148) 149) 150) 151) 152)

64) 65)

Ga als volgt te werk:

stop het voertuig op een plek die niet

gevaarlijk is voor het verkeer en waar

het wiel op veilige wijze vervangen kan

worden. De grond moet zo mogelijk

vlak en voldoende compact zijn;

zet de motor af, schakel de

noodknipperlichten en de parkeerrem in;

schakel de eerste of

achteruitversnelling in of, voor versies

met automatische versnellingsbak (waar

aanwezig), zet de pook in stand P

(Parkeren);

trek het reflecterende veiligheidsvest

aan voordat u uit de auto stapt (houd u

in elk geval aan de wettelijke

voorschriften van het land waarin u

rijdt);

open de bagageruimte; als de auto is

uitgerust met een laadbak (uitsluitend

bij TIPO 5DOOR-versie), verwijdert u

deze zoals is beschreven in de

paragraaf “Laadbak” in het hoofdstuk

“Kennismaken met de auto” (uitsluitend

voor benzine- en dieselversies);

til de mat op en zet deze met het

lipje vast aan de haak van de

hoedenplank fig. 162 (uitsluitend bij

TIPO 5DOOR-versie);

draai de moer 1 fig. 163 (bij TIPO

5DOOR-versie) of fig. 164 (bij TIPO

STATION WAGON-versie) met het

gereedschap 4 uit de

gereedschapshouder los;

162 P2000069-000-000

163 P2000059-000-000

156

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 159: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Neem de gereedschapshouder 3 uit

en plaats deze naast het te verwisselen

wiel;

neem het reservewiel of de

thuiskomer 2 (uitsluitend bij TIPO

5DOOR-versie) uit;

voor versies met stalen velg:

verwijder het wieldeksel 1 fig. 165 met

gebruik van het specifieke gereedschap

2 fig. 166, dat zicht bevindt in de

gereedschapscontainer: pak het

gereedschap met twee vingers vast,

breng de gesp tussen de band en het

wieldeksel en trek naar u toe loodrecht

op het wiel;

pak de wig 1 fig. 167 en klap deze

uit zoals aangegeven op het schema;

leg de wig 1 achter het wiel

diagonaal tegenover het wiel dat

vervangen moet worden (zie fig. 168 )

om te voorkomen dat het voertuig

onbedoeld gaat bewegen als het wordt

opgekrikt;

draai de bout van het wiel dat

vervangen moet worden ongeveer één

slag los met de bijgeleverde sleutel 1

fig. 169; schud het voertuig om de velg

164 P2000125 165 08046J0012EM

166 08046J0013EM

167 08046J0007EM

168 08046J0004EM

157

Page 160: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

makkelijker van de wielnaaf te kunnen

verwijderen;

gebruik de voorziening 1 fig. 170 om

de krik te verlengen tot de bovenkant

van de krik 2 in de chassisbalk 3 van

het voertuig, naast het symbool op

de chassisbalk;

waarschuw alle omstanders dat de

auto wordt opgekrikt; zorg dat niemand

in de buurt van de auto komt tot deze

weer helemaal op grond staat;

Monteer de slinger om de krik 1

fig. 170 (rechtsom) om de krik te

bedienen en hef de auto op totdat het

wiel enkele centimeters van de grond is.

maak de wielbouten compleet los en

verwijder het lekke wiel;

zorg dat de raakvlakken van het

reservewiel of de thuiskomer (uitsluitend

bij TIPO 5DOOR-versie) en de velg

schoon zijn om het losraken van de

wielbouten te voorkomen;

monteer het reservewiel of de

thuiskomer (uitsluitend bij TIPO

5DOOR-versie) door de eerste wielbout

twee slagen aan te draaien in het gat

dat zich het dichtst bij het ventiel

bevindt en vervolg op dezelfde wijze

met de andere bouten;

draai de bevestigingsbouten goed

vast met sleutel 1 fig. 169;

draai aan de slinger van de krik 1

fig. 170 (linksom) om het voertuig te

laten zakken en verwijder de krik;

gebruik de meegeleverde sleutel om

de bouten volledig vast te draaien op

een zich kruisende manier in fig. 172;

voor versies met stalen velgen: plaats

het wieldeksel op het reservewiel: zorg

dat groef 1 fig. 173 op het wieldeksel

en gemarkeerd door symbool

2 overeenkomt met het ventiel;

169 08046J0005EM

170 08046J0006EM

171 08046J0001EM 172 F1B0225C

158

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 161: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

plaats het interne deel van het

wieldeksel op de velg;

zet het wieldeksel vast met een

axiale kracht op verschillende punten

zoals getoond in fig. 174 om de

correcte koppeling tussen wieldeksel en

wiel mogelijk te maken.

OPMERKING: Het wieldeksel is niet

geschikt voor de thuiskomer (uitsluitend

bij TIPO 5DOOR-versie).

OPMERKING Als er een wiel moet

worden vervangen met lichtmetalen

velgen, plaats deze dan tijdelijk in de

reservewielruimte met de cosmetische

zijde naar boven gericht.

BELANGRIJKEOPMERKINGEN

Banden met éénrichtingsloopvlak

kunnen herkend worden aan de pijlen

op de zijkant van de band, die de

draairichting aangeven. Deze richting

dient absoluut te worden

gerespecteerd. Alleen op die manier

kunnen de banden hun eigenschappen

behouden in termen van grip, lawaai,

weerstand tegen slijtage en drainage op

natte oppervlakken.

Indien het, na een lekke band,

noodzakelijk zou zijn een dergelijke

band omgekeerd te monteren, moet er

toch uiterst voorzicht verder gereden

worden, aangezien de prestaties van de

band in deze omstandigheden beperkt

zijn. Deze voorzorgsmaatregel moet

altijd in acht genomen vooral wanneer

het wegdek nat is.

Om volledig te kunnen profiteren van

het eenrichtingsloopvlak, wordt

geadviseerd alle wielen zo spoedig

mogelijk terug te brengen in de correcte

draairichting.

BELANGRIJK

147) Indien het wiel met de lege band en

de krik in het interieur worden

achtergelaten dan vormen ze een ernstig

risico voor de veiligheid van de inzittenden

in geval van ongevallen of bruusk remmen.

Daarom moeten de krik en het wiel met de

lege band altijd in de speciale behuizing in

de laadruimte geplaatst worden.

148) Het is extreem gevaarlijk een wiel te

proberen te vervangen aan de zijkant van

het voertuig vlak naast een rijbaan: zorg

ervoor dat het voertuig op een voldoende

afstand van de weg staat, om te vermijden

overreden te worden.

149) Waarschuw de andere weggebruikers

voor de stilstaande auto conform de

plaatselijke wettelijke voorschriften:

alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.

Alle inzittenden moeten de auto verlaten,

vooral als de auto zwaar beladen is.

Passagiers moeten op een veilige afstand

van het verkeer wachten terwijl het wiel

wordt verwisseld.

173 08046J0010EM

174 08046J0011EM

159

Page 162: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

150) De krik is een gereedschap dat

ontwikkeld en ontworpen is voor het

vervangen van een wiel, als een band lek of

beschadigd raakt, op het voertuig waarbij

de krik is geleverd of bij voertuigen van

hetzelfde model. Elk ander gebruik, bijv. om

andere modellen voertuigen of andere

dingen op te krikken, is ten strengste

verboden. Gebruik hem nooit voor

onderhoud of reparaties onder het voertuig

of om winterbanden te verwisselen voor

zomerbanden of andersom: wij adviseren u

om contact op te nemen met een Fiat

Servicenetwerk. Zorg dat u zich nooit

onder een opgekrikt voertuig bevindt:

gebruik de krik alleen in de aangegeven

standen. Gebruik de krik niet voor

zwaardere lasten dan is aangegeven op

het plaatje op de krik. Start de motor nooit

wanneer het voertuig opgekrikt is. Als het

voertuig meer dan noodzakelijk is

opgekrikt, kan alles onstabieler worden,

met het risico dat het voertuig met een

harde klap omlaag komt. Krik daarom het

voertuig alleen op zover als nodig is, om

toegang te krijgen tot het reservewiel.

151) Voer nooit werkzaamheden aan het

ventiel uit. Steek nooit gereedschap, van

welk type ook, tussen de velg en de band.

Controleer regelmatig de spanning van

zowel de banden als het ruimtebesparende

reservewiel, in overeenstemming met de

spanningswaarden die zijn aangegeven in

het hoofdstuk “Technische gegevens”.

152) Volg de volgende aanwijzingen op als

de auto is uitgerust met een kleiner

reservewiel dan normaal (een 16”

reservewiel wordt geleverd bij 17" banden)

of een noodreservewiel. Het

ruimtebesparende reservewiel (voor

bepaalde versies/markten) is specifiek voor

de auto; monteer het niet op andere auto’s

en monteer ook geen ruimtebesparende

reservewielen afkomstig van andere auto’s.

Gebruik het noodreservewiel of reservewiel

alleen in noodgevallen. Gebruik het nooit

langer dan strikt noodzakelijk en rijd nooit

harder dan 80 km/u. Op het

noodreservewiel zit een oranje sticker met

de belangrijkste waarschuwingen over de

beperkingen van het gebruik van het wiel.

Deze sticker mag nooit verwijderd of

afgedekt worden. Op de sticker staan de

volgende aanwijzingen in vier talen:

“Waarschuwing! Alleen voor tijdelijk

gebruik! max. 80 km/h! Vervang het

noodreservewiel zo snel mogelijk door het

standaard wiel. Dek deze aanwijzingen niet

af." Plaats nooit een wieldop op een

noodreservewiel of een reservewiel. De

rijeigenschappen van de auto veranderen

als een noodreservewiel of een reservewiel

is gemonteerd. Vermijd bruusk optrekken

en remmen, scherpe stuurbewegingen en

snelle bochten. De totale levensduur van

het ruimtebesparende reservewiel is

ongeveer 3000 km. Hierna moet de band

vervangen worden door een nieuw

exemplaar van hetzelfde type. Monteer

nooit een standaard band op de velg van

een ruimtebesparend reservewiel. Zorg

ervoor dat het verwisselde wiel zo snel

mogelijk wordt gerepareerd en

gemonteerd.

Het gelijktijdige gebruik van twee of meer

noodreservewielen of reservewielen is

verboden. Smeer de schroefdraad van de

wielbouten niet met vet voordat ze

gemonteerd worden: ze kunnen hierdoor

losraken.

BELANGRIJK

64) Zorg voor voldoende werkruimte bij het

draaien van de slinger om schaafwonden

aan uw hand door contact met de grond te

voorkomen. Ook de bewegende delen van

de krik ("wormschroef" en gewrichten)

kunnen verwondingen veroorzaken: raak

deze delen niet aan. In geval van

accidenteel contact met smeervet, het

betreffende deel zorgvuldig schoonmaken.

65) Neem zo snel mogelijk contact op met

het Fiat Servicenetwerk om het correcte

aanhaalkoppel van de wielbouten te laten

controleren.

160

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 163: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

FIX&GO AUTOMATICKIT

(waar aanwezig)

153) 154)

66)

BESCHRIJVING

De Fix&Go snelle bandenreparatiekit

fig. 175 bevindt zich in de

bagageruimte, in een specifieke doos,

en omvat:

een busje 1 met afdichtmiddel,

voorzien van: een transparante

vulleiding voor het inspuiten van het

afdichtmiddel 4 en een sticker 3 met

daarop het opschrift “Max. 80 km/h”

die na reparatie van de band op een

goed zichtbare plaats moet worden

aangebracht (bijv. op het dashboard);

een compressor 2;

een folder met aanwijzingen voor het

gebruik van de kit;

een paar handschoenen in het

compartiment van de vulleiding van het

flesje 4.

REPARATIEPROCEDURE

Ga als volgt te werk:

stop de auto op een plek die niet

gevaarlijk is voor het verkeer en waar de

procedure op veilige wijze uitgevoerd

kan worden. De grond moet zo mogelijk

vlak en voldoende compact zijn;

zet de motor af, schakel de

noodknipperlichten en de parkeerrem

in;

trek het reflecterende veiligheidsvest

aan voordat u uit de auto stapt (houd u

in elk geval aan de wettelijke

voorschriften van het land waarin u

rijdt);

Plaats het busje 1 met afdichtmiddel

in de daarvoor bestemde ruimte in de

compressor 2 en druk het hard omlaag

fig. 175. Verwijder de sticker met de

indicatie van de snelheid 3 en plak deze

op een duidelijk zichtbare plaats

fig. 176;

doe de handschoenen aan;

verwijder de dop van het ventiel van

de lekke band en sluit de transparante

leiding voor de afdichtingsvloeistof

4 aan en maak deze goed vast fig. 175.

Indien een busje van 250 mm aanwezig

is, is de behuizing van de transparante

leiding voorzien van een verwijderbare

ring om het uitnemen te

vergemakkelijken. Zorg ervoor dat de

AAN-UIT-knop 5 fig. 177 in de uit-stand

staat (knop niet ingedrukt);

175 P2000158 176 P2000162

161

Page 164: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

steek de stekker 6 fig. 178 in het

12 V-stopcontact van de auto;

schakel de compressor in door te

drukken op de AAN-UIT-knop 5

fig. 177. Zodra de in het Instructieboek

of het daarvoor bestemde label

vermelde spanning op de meter

7 verschijnt, schakel de compressor

dan weer uit met de AAN-UIT-knop 5;

verwijder het busje 1 van de

compressor door op knop 8 te drukken

en het busje 1 voorzichtig omhoog te

trekken fig. 179.

Als de meter 7 fig. 177 een spanning

van minder dan 1,8 bar / 26 psi

weergeeft 15 minuten nadat de

compressor ingeschakeld werd,

schakel dan de compressor uit,

ontkoppel de vulleiding 4 van het ventiel

van de band en verwijder het busje

1 van de compressor fig. 179.

Verplaats de auto circa 10 m om het

afdichtmiddel te verdelen; stop de auto

op een veilige wijze, schakel de

handrem in en herstel de spanning met

de zwarte vulleiding 9 fig. 180 tot de

vereiste waarde is bereikt. Als ook dan

na 15 minuten de spanning minder dan

1,8 bar / 26 psi is, rij dan niet verder,

maar neem contact op met het Fiat

Servicenetwerk.

Na ongeveer 8 km / 5 mijl gereden te

hebben, het voertuig op een veilige en

geschikte plaats zetten, met de

handrem ingeschakeld. Neem de

compressor en herstel de spanning met

de zwarte vulleiding 9 fig. 180.

Als de weergegeven spanning hoger is

dan 1,8 bar / 26 psi, herstel dan de

spanning en rij voorzichtig zo snel

mogelijk naar een dealer van het Fiat

Servicenetwerk. Indien de spanning

echter lager is dan 1,8 bar / 26 psi, rij

dan niet verder, maar neem contact op

met het Fiat Servicenetwerk.

OPPOMPEN

Ga als volgt te werk:

stop de auto op een veilige manier,

zoals hierboven beschreven, en schakel

de handrem in;

neem de zwarte vulleiding 9

fig. 180 uit en schroef deze stevig op

177 P2000160

178 P2000159

179 P2000161

180 P2000163

162

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 165: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

het ventiel van de band. Volg de

aanwijzingen in fig. 178 en fig. 180.

Druk op de ontluchtingsknop 10

fig. 177 om eventuele overmatige

bandenspanning weg te nemen.

VERVANGINGFILTERELEMENT

Ga als volgt te werk:

gebruik alleen originele

Fix&Go-filterelementen die kunnen

worden aangeschaft bij het Fiat

Servicenetwerk.

om het busje 1 te verwijderen

fig. 175, druk op de knop 8 fig. 179 en

trek het omhoog.

BELANGRIJK

153) De informatie die vereist is door het

voorschrift dat van toepassing is, staat

vermeld op het etiket van de verpakking

van de Fix&Go kit. Lees het etiket op het

busje vóór gebruik, vermijd oneigenlijk

gebruik. De kit dient gebruikt te worden

door volwassenen en mag niet gebruikt

worden door kinderen.

154) BELANGRIJK: Overschrijd de

snelheid van 80 km/h niet. Vermijd abrupt

accelereren of remmen. De Fix&Go-kit

voorziet in een tijdelijke reparatie, daarom

moet de band zo snel mogelijk onderzocht

en gerepareerd worden door een

specialist. Alvorens de kit te gebruiken,

controleren of de band niet buitensporig

beschadigd is en dat de velg in goede

conditie is, gebruik de kit anders niet en bel

pechverhelping. Verwijder vreemde

voorwerpen niet uit de band. Laat de

compressor niet langer dan 20 minuten

achter elkaar aan staan -

oververhittingsgevaar.

BELANGRIJK

66) Het afdichtmiddel werkt bij

buitentemperaturen tussen -40°C en

+55°C. Het afdichtmiddel heeft een

houdbaarheidsdatum. Banden met een

beschadiging van het bandoppervlak tot

een maximale diameter van 6 mm kunnen

hersteld worden. Toon het busje en het

etiket aan het personeel dat de band zal

behandelen die hersteld werd met de

bandenreparatiekit.

STARTEN METHULPACCU

155) 156) 157) 158)

67)

Als de accu leeg is, kan de motor

gestart worden met startkabels en de

accu van een ander voertuig, of met

een hulpaccu. In elk geval moet de

gebruikte accu een capaciteit hebben

die gelijk is aan of enigszins groter is

dan de lege accu.

Starten net een hulpaccu kan gevaarlijk

zijn als dit niet correct wordt uitgevoerd:

volg onderstaande procedures

zorgvuldig.

STARTEN METHULPACCU

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Gebruik geen hulpaccu of enige andere

externe voedingsbron met een

spanning hoger dan 12 V: de accu, de

startmotor, de dynamo en het

elektrische systeem van het voertuig

kunnen hierdoor worden beschadigd.

Probeer niet te starten met een

hulpaccu als de accu bevroren is. De

accu kan kapot gaan en ontploffen!

Wanneer men met een hulpaccu moet

starten, mag de minkabel (–) vanaf de

hulpaccu nooit in verbinding worden

163

Page 166: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

gebracht met de minpool 1 fig. 181 van

de accu in de auto. Sluit de minkabel

aan op een massapunt op de motor of

op de versnellingsbak.

68)

Ga als volgt te werk om de auto te

starten met een hulpaccu :sluit een uiteinde van de pluskabel

(+) aan op de plusklem (+) van het

voertuig met de lege accu;

sluit het andere uiteinde van de

pluskabel (+) aan op de plusklem (+)

van de hulpaccu;

sluit een uiteinde van de minkabel (–)

aan op de minklem (–) van de hulpaccu;

Sluit het andere uiteinde van de

minkabel (–) aan op de massa op de

motor (een zichtbaar metalen deel

van de motor of de versnellingsbak van

het voertuig met lege accu) uit de buurt

van de accu en het inspuitsysteem;

start de motor van het voertuig met

de hulpaccu, laat de motor enkele

minuten stationair draaien. Start de

motor van het voertuig met lege accu.

Maak de kabels in de omgekeerde

volgorde los als de motor is gestart.

Als de motor na enkele pogingen niet

start, blijf dan niet proberen maar neem

contact op met het Fiat Servicenetwerk.

ROLLEND STARTEN

Probeer de motor nooit te starten door

de auto te duwen, te slepen of van een

helling af te laten rijden.

BELANGRIJK

155) Controleer alvorens de motorkap te

openen of de motor is afgezet en of de

contactsleutel in de stand STOP staat. Volg

de aanwijzingen op die op het plaatje

onder de motorkap staan. Wij adviseren

om de contactsleutel te verwijderen als er

zich nog inzittenden in het voertuig

bevinden. Alle inzittenden moeten uit het

voertuig stappen nadat de contactsleutel is

uitgenomen of naar de STOP-stand is

gedraaid. Controleer bij het tanken of de

motor is afgezet (en of de contactsleutel in

de stand STOP staat).

156) Kom niet te dicht bij de koelventilator

van de radiateur: de elektrische ventilator

kan inschakelen; gevaar voor

verwondingen. Sjaals, dassen of andere

loszittende kleding kunnen door de

bewegende onderdelen worden

meegetrokken.

157) Verwijder alle metalen voorwerpen

(bijv. ringen, horloges, armbanden), die

zouden kunnen leiden tot een onbedoeld

elektrisch contact en daardoor ernstig

letsel.

158) De batterijen bevatten een zuur dat de

huid of de ogen kan verbranden. Accu's

produceren waterstof, dat uiterst

brandbaar en explosief is. Houd ze daarom

uit de buurt van vlammen of apparaten die

vonken kunnen afgeven.

181 08066J0001EM

182 08066J0003EM

164

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 167: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJK

67) Gebruik nooit een accusnellader om de

motor te starten, aangezien deze de

elektronische systemen kan beschadigen,

met name de regeleenheden van de

ontsteking en de brandstoftoevoer.

68) Verbind de startkabel niet met de

minpool (–) van de lege accu. De

afgegeven vonk kan explosie van de accu

tot gevolg hebben en ernstige schade

veroorzaken. Gebruik alleen het specifieke

massapunt; gebruik geen andere

blootgestelde metalen onderdelen.

AFSLUITER VAN DEBRANDSTOF-

BESCHRIJVING

Diesel- en benzineversies

Deze grijpt bij een botsing in en

veroorzaakt het volgende:

onderbreking van de

brandstoftoevoer met uitschakeling van

de motor als gevolg;

automatische ontgrendeling van de

portieren;

inschakeling van de

interieurverlichting;

uitschakeling van de ventilatie van

de klimaatregeling;

inschakeling van de

alarmknipperlichten (om de lichten uit te

schakelen op de knop op het

dashboard drukken).

Wanneer het systeem wordt

ingeschakeld, verschijnt er bij sommige

versies een bericht op het display. Op

dezelfde manier wordt de bestuurder

met een speciaal bericht op het display

gewaarschuwd als het systeem niet

correct werkt.

BELANGRIJK Controleer het voertuig

zorgvuldig op brandstoflekkage,

bijvoorbeeld in de motorruimte, onder

het voertuig of in de buurt van de tank.

Draai na een botsing de contactsleutel

naar STOP om te voorkomen dat de

accu leegloopt.

LPG-versies

Naast het bovenstaande sluit het

brandstofafsluitsysteem bij LPG-versies

onmiddellijk de benzinetoevoer en de

LPG-veiligheidsmagneetklep en stopt

de inspuiting en dus slaat de motor af.

165

TOEVOER

Page 168: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

RESET AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER

Om de correcte werking van het voertuig te herstellen, de volgende procedure uitvoeren (deze procedure moet binnen 1 minuut

gestart en voltooid worden):

159)

Uit te voeren handelingen Display

Met richtingaanwijzer in neutrale stand de startinrichting op STOP

zetten

Zet de startinrichting naar MAR Rechter richtingsaanwijzer knippert

Schakel de rechter richtingaanwijzer inLinker richtingaanwijzer knippert; rechter richtingaanwijzer brandt

continu

Schakel de linker richtingaanwijzer inRechter richtingaanwijzer knippert; linker richtingaanwijzer brandt

continu

Schakel de rechter richtingaanwijzer inLinker richtingaanwijzer knippert; rechter richtingaanwijzer brandt

continu

Schakel de linker richtingaanwijzer in Beide richtingaanwijzers blijven continu branden

Schakel de linker richtingaanwijzer uit Beide richtingaanwijzers worden uitgeschakeld

Zet de startinrichting op STOP

Zet de startinrichting naar MAR Het systeem is gereset en de motor kan weer gestart worden

BELANGRIJK

159) Als na een botsing een brandstoflucht wordt geroken of brandstoflekkage wordt geconstateerd, dan mag het systeem niet opnieuw

ingeschakeld worden om brand te voorkomen.

166

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 169: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

AUTOMATISCHEVERSNELLINGSBAK

Loslaten hendel

Ga in geval van storing als volgt te werk

om de versnellingspook uit P (Parkeren)

te zetten:

zet de motor af;

schakel de parkeerrem in;

door zorgvuldig te werken in het punt

aangeduid met de pijl, verwijder de

stofkap 1 fig. 183 (zie ook fig. 184 );

trap het rempedaal volledig in en

houd het ingetrapt;

steek de bijgeleverde

schroevendraaier haaks in opening 2

fig. 185 en beweeg de

ontgrendelingshendel;

zet de versnellingspook in N

(Vrijstand);

zet de stofkap weer goed op zijn

plaats;

start de motor.

Sleutel verwijderen

69)

De contactsleutel (voor versies met

sleutel zonder afstandsbediening) kan

alleen verwijderd worden als de pook in

stand P (parkeren) staat.

Als de accu van het voertuig leeg is en

de contactsleutel is ingebracht, is de

sleutel in het contactslot geblokkeerd.

Ga als volgt te werk om de sleutel

handmatig te verwijderen:

breng het voertuig in veilige

omstandigheden tot stilstand, schakel

een versnelling en de parkeerrem in;

draai met de bijgeleverde sleutel 1

fig. 186 (die zich in de houder met de

boorddocumenten of in het

gereedschapsgedeelte in de

begageruimte bevindt), de

bevestigingsbouten 2 fig. 187 van het

onderste deksel 3 los;

183 08106J0001EM

184 08106J0002EM

185 08106J0003EM

186 08106J0004EM

167

Page 170: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

verwijder de onderste afdekking

3 van het stuurwiel door deze uit zijn

zitting te halen;

trek lipje 4 fig. 188 omlaag met één

hand en verwijder met de andere hand

de sleutel, door deze naar buiten te

trekken;

als de sleutel eenmaal verwijderd is,

onderste afdekking 3

fig. 187 terugzetten, controleren of deze

goed vastzit en de bevestigingsbouten

2 stevig vastdraaien.

BELANGRIJK

69) Het wordt geadviseerd contact op te

nemen met het Fiat Servicenetwerk om

deze hermontageprocedure te laten

uitvoeren. Indien u zelfstandig te werk wilt

gaan, dient u vooral op te letten op de

juiste bevestiging van de borgklemmen.

Anders kan een verkeerde bevestiging van

de onderste en bovenste afdekking lawaai

veroorzaken.187 08106J0005EM

188 08106J0006EM

168

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 171: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

AUTOMATISCHETRANSMISSIE METDUBBELEKOPPELING

Loslaten hendel

Ga in geval van storingen of een lege

accu als volgt te werk om de

keuzehendel te ontgrendelen:

zet de motor af;

schakel de parkeerrem in;

ga voorzichtig te werk op het met de

pijl aangegeven punt, verwijder de

sierlijst 1 fig. 189 (compleet met

stofkap) door deze omhoog te tillen (zie

ook fig. 190 );

trap het rempedaal volledig in en

houd het ingetrapt;

steek de bijgeleverde

schroevendraaier haaks in opening 2

fig. 190 en beweeg de

ontgrendelingshendel;

zet de versnellingspook in N

(Vrijstand);

zet stofkap en paneel weer goed op

hun plaats;

start de motor.

Contactsleutelverwijderen

70)

De contactsleutel kan alleen worden

uitgenomen als de versnellingspook in

P (Parkeren) staat. Als de accu van de

auto leeg is en de contactsleutel is

ingebracht, is de sleutel in het

contactslot geblokkeerd.

Ga als volgt te werk om de sleutel

handmatig te verwijderen:

stop de auto veilig en trek de

parkeerrem aan;

draai met de bijgeleverde sleutel 1

fig. 192 (die zich in de houder met de

boorddocumenten bevindt), de

bevestigingsbouten 2 fig. 193 van het

onderste deksel 3 los;

verwijder de onderste afdekking 3

fig. 193 van de stuurkolom door deze

van zijn plaats te nemen;

189 08106J0001EM

190 08106J0002EM

191 08106J0003EM

192 08106J0004EM

169

Page 172: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

trek lipje 4 fig. 194 omlaag met één

hand en verwijder met de andere hand

de sleutel, door deze naar buiten te

trekken;

als de sleutel eenmaal verwijderd is,

onderste afdekking 3

fig. 193 terugzetten, controleren of deze

goed vastzit en de bevestigingsbouten

2 stevig vastdraaien.

BELANGRIJK

70) Het wordt geadviseerd contact op te

nemen met het Fiat Servicenetwerk om

deze hermontageprocedure te laten

uitvoeren. Indien u zelfstandig te werk wilt

gaan, dient u vooral op te letten op de

juiste bevestiging van de borgklemmen.

Anders kan een verkeerde bevestiging van

de onderste en bovenste afdekking lawaai

veroorzaken.

SLEPEN VAN HETVOERTUIG

BEVESTIGING VAN HETSLEEPOOG

160) 161) 162)

Het bijgeleverde sleepoog bevindt zich

in de gereedschapstas in de

bagageruimte.

Voor

Ga als volgt te werk:

maak de beschermende dop los en

verwijder hem;

neem sleephaak 1 fig. 195 en draai

het helemaal vast op de voorste pen

met schroefdraad .

Achter

Ga als volgt te werk:

maak de beschermende dop los en

verwijder hem;

neem sleephaak 1 fig. 196 en draai

193 08106J0005EM

194 08106J0006EM

195 08116J0001EM

170

NO

OD

GE

VA

LLE

N

Page 173: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

hem helemaal vast op de achterste pen

met schroefdraad.

BELANGRIJK

160) Alvorens te slepen, moet de

contactsleutel naar MAR en vervolgens

naar STOP worden gedraaid, zonder hem

uit het contactslot te nemen. Als de sleutel

uit het contactslot wordt genomen, wordt

automatisch het stuurslot ingeschakeld

waardoor het voertuig niet kan worden

bestuurd. Controleer ook of de

versnellingsbak in de vrijstand staat (bij

versies uitgerust met automatische

versnellingsbak (indien aanwezig)

controleren of de pook in de N-stand

staat).

161) Onthoud dat tijdens het slepen de

rembekrachtiging en de elektrische

stuurbekrachtiging niet werken. Om die

reden is meer kracht benodigd voor de

bediening van het rempedaal en het stuur.

Gebruik voor het slepen geen soepele

kabels en vermijd bruuske bewegingen.

Zorg tijdens het slepen dat er geen

onderdelen door de sleepverbinding

kunnen worden beschadigd. Neem bij het

slepen in elk geval de wettelijke

voorschriften in acht van het land waarin

wordt gereden en pas uw rijgedrag aan.

Start de motor niet wanneer de auto wordt

gesleept. Maak voor de montage van het

sleepoog de schroefdraad zorgvuldig

schoon. Controleer of het sleepoog

volledig op de schroefdraadpen is gedraaid

alvorens de auto te slepen.

162) Gebruik de sleepogen voor en achter

alleen voor noodgevallen op de weg. Het is

toegestaan het voertuig over korte

afstanden te slepen m.b.v. geschikte

middelen conform de

wegenverkeerswetgeving (starre stang),

om het voertuig over de weg te verplaatsen

om hem gebruiksklaar te maken voor het

slepen of voor transport met takelwagen.

Sleepogen MOGEN NIET worden gebruikt

om voertuigen off-road (d.w.z. op het

terrein) te slepen of waar hindernissen zijn

en/of voor het slepen met kabels of andere

niet-starre hulpmiddelen. In

overeenstemming met bovengenoemde

voorwaarden, moeten er voor het slepen

twee voertuigen worden gebruikt (een

slepend en een gesleept voertuig), die zich

beide zo veel mogelijk op één lijn bevinden.

196 P1030149-000-000

171

Page 174: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ONDERHOUD EN ZORG

Dankzij correct onderhoud kunnen de

prestaties van het voertuig, evenals

beperkte bedrijfskosten en het behoud

van de efficiëntie van de

veiligheidssystemen gedurende langere

tijd gegarandeerd worden.

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe.

GEPROGRAMMEERD

ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . . .173

MOTORRUIMTE. . . . . . . . . . . . .184

ACCU OPLADEN . . . . . . . . . . . .195

ONDERHOUDSPROCEDURES . . .196

HET VOERTUIG OPKRIKKEN . . . .199

WIELEN EN BANDEN . . . . . . . . .200

CARROSSERIE . . . . . . . . . . . . .201

INTERIEUR . . . . . . . . . . . . . . . .202

172

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 175: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

GEPROGRAMMEERDONDERHOUD

Juist onderhoud is essentieel voor een

lange levensduur van het voertuig onder

optimale omstandigheden.

Daarom heeft Fiat een reeks controles

en onderhoudsbeurten opgesteld die

op vaste afstandsintervallen uitgevoerd

moeten worden en, voor bepaalde

versies/markten, op vaste tijdstippen,

zoals beschreven in het

Geprogrammeerd Onderhoudsschema.

Ongeacht het bovenstaande is het altijd

noodzakelijk de aanwijzingen in het

Geprogrammeerd Onderhoudsschema

zorgvuldig op te volgen (bijv.

regelmatige controle van de

vloeistofniveaus, bandenspanning,

enz.).

Geprogrammeerde Onderhoudsbeurten

worden door alle werkplaatsen van het

Fiat Servicenetwerk uitgevoerd op basis

van de vaste intervallen in tijd of

kilometers/mijlen. Eventuele reparaties

die nodig blijken tijdens het uitvoeren

van de diverse inspecties en controles

van het geprogrammeerd onderhoud,

mogen uitsluitend worden uitgevoerd

na uitdrukkelijke toestemming van de

eigenaar. Als het voertuig dikwijls

gebruikt wordt voor het trekken van

aanhangers, dan moet een korter

interval tussen de onderhoudsbeurten

worden aangehouden.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

De onderhoudsbeurten van het

Geprogrammeerde Onderhoud zijn

door de fabrikant voorgeschreven. Het

niet uitvoeren ervan kan het vervallen

van de garantie tot gevolg hebben.

Het is raadzaam het Fiat

Servicenetwerk onmiddellijk te

informeren over eventuele kleine

defecten en niet te wachten tot de

volgende onderhoudsbeurt.

173

Page 176: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (benzineversies — LPG-versies)

De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch

herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150

Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op

spanning brengen. Vervaldatum/toestand lading snelle

bandenreparatiekit controleren (waar aanwezig)

Werking verlichtingssysteem (koplampen,

richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,

interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,

enz.) controleren

De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen (1)

Inspecteer visueel de staat van: LPG-leidingen en

stekkers, bevestiging LPG-tank (1.4 T-Jet 120 pk

LPG-versies)

Uitlaatgasemissie controleren

Gebruik de diagnoseaansluiting om de werking van het

motormanagementsysteem te controleren; emissies en (

waar aanwezig) de verslechtering van de motorolie

Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van

carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en

leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber

elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)

(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.

174

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 177: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150

Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Stand/conditie van wisrubbers van ruitenwissers

voor/achter controleren

Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem

controleren en zo nodig de sproeiers afstellen

Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van

vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren

Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen

Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor en

achter visueel controleren en de werking van

remblokslijtagesensor controleren

Visueel de conditie controleren van de zuurstofsensor

(1.4 16V 95 pk E4-versies, 1.6 E.TorQ E4-versies) (8)

Visueel de conditie controleren van de verschillende

aandrijf- en distributieriemen (1.4 16V 95 pk E6-versies /

1.4 T-jet 120 pk-versies / 1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)

Visueel de conditie controleren van de getande

distributieriem (1.4 16V 95 pk E4-versies)

Visueel de conditie controleren van de verschillende

distributieriemen en aandrijfriemen van hulporganen

(1.4 16V 95 pk E6-versies / 1.4 T-jet 120 pk-versies /

1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)

(8) Deze handeling moet uitgevoerd worden als het voertuig in een van de volgende landen wordt gebruikt: Afghanistan, Algerije, Angola,Armenië, Congo, Ethiopië, Ghana, Iran, Irak, Jordanië, Malawi, Mali, Mozambique, Nigeria, Senegal, Syrië, Zimbabwe.

175

Page 178: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150

Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Visueel de conditie controleren van de getande

distributieriem(en) (1.4 16V 95 pk E4-versies)

Visueel de conditie controleren van de verschillende

distributieriem(en) (1.6 E.TorQ E6-versies/1.6 E.TorQ

E4-versies)

De spanning controleren van de aandrijfriem van het

hulporgaan (versies zonder automatische riemspanner)

(1.4 16V 95 pk E6-versies / 1.4 T-jet 120 pk-versies /

1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)

De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen

(versies zonder automatische riemspanner) (1.4 16V 95 pk

E4-versies)

De spanning controleren van de aandrijfriem van

hulporganen (versies zonder automatische riemspanner)

(1.6 E.TorQ E6-versies, 1.6 E.TorQ E4-versies)

Motorolie verversen en oliefilter vervangen (1.4 16V 95 pk

E6-versies / 1.4 T-jet 120 pk-versies / 1.4 T-jet 120 pk

LPG-versies) (2) (o) (●)

Motorolie verversen en oliefilter vervangen (1.4 16V 95 pk

E4 / 1.6 E.TorQ E6-versies / 1.6 E.TorQ E4-versies)

Bougies vervangen (1.4 16V 95 pk E6-versies)

(2) Als het voertuig jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt, moeten de motorolie en het filter elk jaar vervangen worden.

(o) Aanbevolen werkzaamheden

(●) Verplichte werkzaamheden

176

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 179: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150

Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Bougies vervangen (1.4 T-jet 120 pk versies / 1.4 T-Jet

120 pk LPG-versies) (3)

Bougies vervangen (1.4 16V 95 pk E4-versies /

1.6 E.TorQ E6-versies / 1.6 E.TorQ E4-versies) (4)

Getande distributieriem vervangen (1.4 16V 95 pk

E6-versies / 1.4 16V 95 pk E4-versies / 1.4 T-jet

120 pk-versies / 1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)

(5)

Aandrijfriem(en) van hulporganen vervangen (1.4 16V

95 pk E6-versies / 1.4 16V 95 pk E4-versies / 1.4 T-jet

120 pk-versies / 1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)

(5)

Aandrijfriem(en) van hulporganen vervangen (1.6 E.TorQ

E6-versies / 1.6 E.TorQ E4-versies)

(3)Voor T-Jet versies zijn de volgende zaken zijn van vitaal belang om de correcte werking te verzekeren en om ernstige schade aan de motor tevoorkomen: gebruik uitsluitend bougies die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren; alle bougies moeten van hetzelfde type en merkzijn (zie de paragraaf “Motor” in het hoofdstuk “Technische gegevens”); houd u strikt aan de vervangingsintervallen die vermeld zijn in hetGeprogrammeerde Onderhoudsschema; het is raadzaam om de bougies te laten vervangen door een Fiat Servicenetwerk.

(4) Deze handeling moet iedere 15.000 km uitgevoerd worden als het voertuig in een van de volgende landen wordt gebruikt: Afghanistan,Algerije, Angola, Armenië, Congo, Ethiopië, Ghana, Iran, Irak, Jordanië, Malawi, Mali, Mozambique, Nigeria, Senegal, Syrië, Zimbabwe.

(5) Niet-stoffige gebieden: aanbevolen maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht deafgelegde afstand. Stoffige omgevingen en/of veeleisend gebruik (koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor):aanbevolen maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.

177

Page 180: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150

Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Luchtfilterelement vervangen (1.4 16V 95 pk E6-versies /

1.4 16V 95 pk E4-versies / 1.4 T-jet 120 pk-versies /

1.4 T-jet 120 pk LPG-versies) (6)

Luchtfilterelement vervangen (1.6 E.TorQ E6-versies /

1.6 E.TorQ E4-versies) (6)

Zuurstofsensor vervangen (1.4 16V 95 pk E4-versies /

1.6 E.TorQ E4-versies) (8)

Remvloeistof verversen (7)

Filter in drukregelaar vervangen (1.4 T-Jet 120 pk

LPG-versies)

Papieren filter vervangen (LPG in gasvorm) (1.4 T-Jet

120 pk LPG-versies)

Interieurfilter vervangen (6) (o) (●)

(6) Als het voertuig in stoffige gebieden gebruikt wordt, wordt geadviseerd dit filter om de 15.000 km te vervangen.

(8) Deze handeling moet uitgevoerd worden als het voertuig in een van de volgende landen wordt gebruikt: Afghanistan, Algerije, Angola,Armenië, Congo, Ethiopië, Ghana, Iran, Irak, Jordanië, Malawi, Mali, Mozambique, Nigeria, Senegal, Syrië, Zimbabwe.

(7) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.

(o) Aanbevolen werkzaamheden

(●) Verplichte werkzaamheden

178

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 181: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (Dieselversies)

De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/6 jaar, cyclisch

herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.

km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200

Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op

spanning brengen. Vervaldatum/toestand lading snelle

bandenreparatiekit controleren (waar aanwezig)

Werking verlichtingssysteem (koplampen,

richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,

interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,

enz.) controleren

De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen (1)

Uitlaatgasemissie controleren

Gebruik de diagnoseaansluiting om de werking van het

motormanagementsysteem te controleren; emissies en

(indien aanwezig) verslechtering van de motorolie

Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van

carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en

leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber

elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)

Stand/conditie van wisrubbers van ruitenwissers

voor/achter controleren

(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.

179

Page 182: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200

Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren

en zo nodig de sproeiers afstellen

Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van

vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren

Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen

Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor en

achter visueel controleren en de integriteit van

remblokslijtagesensor controleren

Visueel de conditie controleren van de getande

distributieriem (1.6 Multijet 120 pk / 115 pk versies)

Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel

controleren

De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen

(uitvoeringen zonder automatische riemspanner)

Controleren van het oliepeil van het elektrohydraulisch

systeem en zo nodig bijvullen (1.6 Multijet 120 pk-versies

met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling/115 pk-versies met automatische versnellingsbak met

dubbele koppeling) (2)

(2) Jaarlijks uit te voeren controle voor auto's in landen met zeer strenge klimaten (koude landen).

180

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 183: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200

Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Motorolie verversen en oliefilter vervangen (versies met

DPF)(3)

Getande distributieriem vervangen (versie 1.6 Multijet

120 pk / 115 pk)(4)

Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen (4)

Brandstoffilterelement vervangen (versies 1.3 Multijet

95 pk) (5)

Brandstoffilterelement vervangen (versies 1.6 Multijet

120 pk / 115 pk) (5)

Luchtfilterelement vervangen (6)

Remvloeistof verversen (7)

(3) Het werkelijke interval voor de vervanging van de olie en het motoroliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto enwordt aangegeven met een brandend lampje of een bericht (waar aanwezig) op het instrumentenpaneel. Het mag echter nooit meer dan2 jaar bedragen. Wanneer het voertuig voornamelijk gebruikt wordt voor stadsritten, dan moet het motoroliefilter elk jaar vervangen worden.

(4) Niet-stoffige gebieden: aanbevolen maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht deafgelegde afstand. Stoffige omgevingen en/of veeleisend gebruik (koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor):aanbevolen maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.

(5) In geval van tanken van diesel van een lagere kwaliteit dan vereist door de Europese Specificaties, adviseren wij u dit filter om de 20.000 kmte vervangen.

(6) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden.

(7) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.

181

Page 184: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

km x 1000 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200

Jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Interieurfilter vervangen (6) (o) (●)

(6) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden.

(o) Aanbevolen werkzaamheden

(●) Verplichte werkzaamheden

182

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 185: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

PERIODIEKECONTROLES

Elke 1.000 km of vóór een lange reis

controleren en eventueel bijvullen:

niveau motorkoelvloeistof;

remvloeistofpeil;

ruitensproeiervloeistofpeil;

conditie en spanning banden;

werking verlichting (koplampen,

richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,

etc.);

werking ruitenwisser/-

sproeiersysteem en stand/slijtage van

wisserbladen.

Elke 3000 km controleren en eventueel

bijvullen: motorolieniveau.

ZWAAR GEBRUIK VAN DEAUTO

Als het voertuig vooral onder de

volgende omstandigheden wordt

gebruikt:

het rijden op stoffige wegen;

talrijke korte ritten (minder dan

7-8 km) en bij buitentemperaturen

onder het vriespunt;

de motor vaak stationair draait of

lange afstanden worden gereden bij

lage snelheden of als de auto lang niet

wordt gebruikt;

de volgende controles dienen vaker te

worden uitgevoerd dan aangegeven in

het Geprogrammeerd

onderhoudsschema:

remblokken van schijfremmen voor

op conditie en slijtage controleren;

sloten van motorkap en achterklep

op aanwezigheid van vuil controleren,

mechanismen reinigen en smeren;

visueel de toestand controleren van:

motor, versnellingsbak, transmissie,

slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-

en remsysteem) en rubber elementen

(hoezen/slangen /bussen enz.);

laadtoestand accu en niveau

accuvloeistof (elektrolyt) controleren;

conditie van aandrijfriemen van

hulporganen visueel controleren;

motorolie en oliefilter controleren en

zo nodig vervangen;

pollenfilter controleren en zo nodig

vervangen;

luchtfilter controleren en zo nodig

vervangen.

183

Page 186: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

MOTORRUIMTE

NIVEAUS CONTROLEREN

163) 164)

71)

1.4 16V 95 pk E6 versie

1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok6. Motorolie dop/vulopening

197 09026J0001EM

184

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 187: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1.4 16V 95 pk E4 versie

1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok6. Motorolie dop/vulopening

198 P09026J002

185

Page 188: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1.4 T-Jet 120 pk versie

1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok6. Motorolie dop/vulopening

199 P1030198-000-000

186

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 189: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1.4 T-Jet 120 pk LPG versie

200 PGL000021

187

1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok6. Motorolie dop/vulopening

Page 190: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1.6 E.Torq E6 versie

1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok6. Motorolie dop/vulopening

201 09026J0004EM

188

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 191: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1.6 E.Torq E4 versie

1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok6. Motorolie dop/vulopening

202 P09026J001

189

Page 192: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1.6 16V Multijet / 1.6 16V Multijet ECO versie

1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok6. Motorolie dop/vulopening

203 09026J0003EM

190

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 193: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1.3 Multijet 95 pk versie

204 09026J0002EM

191

1. Remvloeistof 2. Accu 3. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 4. Motorkoelvloeistof 5. Motoroliepeilstok6. Motorolie dop/vulopening

Page 194: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

MOTOROLIE

165)

72)

Controleer ongeveer 5 minuten na het

uitzetten van de motor het oliepeil met

het voertuig op een horizontale

ondergrond.

Controleer of het oliepeil tussen de

referentietekens MIN en MAX op de

peilstok staat.

Als het oliepeil vlakbij of onder het

MIN-teken staat, olie toevoegen via de

vulopening totdat het MAX-teken wordt

bereikt.

Trek de oliepeilstok naar buiten, maak

hem schoon met een niet-pluizende

doek en zet hem terug. Neem de

peilstok weer uit en controleer of het

peil zich tussen het MIN- en MAX-teken

op de peilstok bevindt.

Motorolieverbruik

73)

3)

Gewoonlijk ligt het maximale

motorolieverbruik op 400 gram per

1000 km. Tijdens de eerste

gebruiksperiode van de auto, moet de

motor worden ingereden. Daarom is het

motorolieverbruik pas stabiel na de

eerste 5000 - 6000 km.

BELANGRIJK Laat na het bijvullen of

het verversen van motorolie de motor

enkele seconden draaien alvorens hem

uit te zetten en wacht enkele minuten

alvorens het oliepeil te controleren.

MOTORKOELVLOEISTOF

166)

74)

Draai, als het niveau te laag is, de

reservoirdop 4 los en vul de vloeistof bij

zoals vermeld in het hoofdstuk

"Technische gegevens".

VLOEISTOF VOORRUITENSPROEIERS /ACHTERRUITSPROEIER

167) 168)

Verwijder, als het niveau te laag is, de

reservoirdop 3 en vul de vloeistof bij

zoals vermeld in het hoofdstuk

"Technische gegevens".

REMVLOEISTOF

169) 170)

75)

Controleer of de vloeistof op het

maximumniveau staat.

Draai, als het vloeistofniveau te laag is,

de reservoirdop 1 los en vul de vloeistof

bij zoals vermeld in het hoofdstuk

"Technische gegevens".

BELANGRIJK Reinig zorgvuldig de

reservoirdop en het omliggende

oppervlak van de vulopening. Zorg er

goed voor dat er geen verontreinigingen

in het reservoir terechtkomen als de

dop geopend wordt.

Gebruik voor het bijvullen altijd een

trechter met fijne zeef van maximaal

0,12 mm.

BELANGRIJK Remvloeistof is

hygroscopisch (d.w.z. trekt water aan).

Daarom moet bij overwegend gebruik

van het voertuig in gebieden met grote

luchtvochtigheid, de vloeistof vaker

worden vervangen dan is aangegeven

in het “Geprogrammeerd

onderhoudsschema”.

OLIE VOORAUTOMATISCHETRANSMISSIE /AUTOMATISCHETRANSMISSIE METDUBBELE KOPPELING(waar aanwezig)

4)

Het oliepeil van de versnellingsbak mag

uitsluitend gecontroleerd worden bij een

werkplaats van het Fiat Servicenetwerk.

192

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 195: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ACCU

171) 172) 173)

75)

5)

Het elektrolyt van de accu hoeft niet te

worden bijgevuld met gedestilleerd

water.

Een periodieke controle bij het Fiat

Servicenetwerk is echter noodzakelijk

om de efficiëntie te verifiëren.

De accu vervangen

Vervang indien nodig de accu door een

andere originele accu met dezelfde

specificaties. Volg de aanwijzingen van

de fabrikant van de accu voor het

onderhoud.

NUTTIG ADVIES OM DELEVENSDUUR VAN DEACCU TE VERLENGEN

Nuttig advies om de levensduur vande accu te verlengen

Neem de volgende aanwijzingen in acht

om het snel ontladen van de accu te

voorkomen en de levensduur te

verlengen:

wanneer de auto wordt geparkeerd,

controleer dan of de portieren, de

motorkap en de achterklep goed

gesloten zijn. Hiermee wordt

voorkomen dat de interieurverlichting

blijft branden;

schakel de interieurverlichting uit: de

auto is in ieder geval uitgerust met een

systeem voor automatische

uitschakeling van de interieurverlichting;

houd accessoires (bijv. autoradio,

alarmknipperlichten, enz.) niet te lang

ingeschakeld wanneer de motor is

uitgezet;

maak voordat werkzaamheden aan

de elektrische installatie worden

uitgevoerd, de kabel van de minpool op

de accu los.

Als men na aanschaf van het voertuig

elektrische accessoires wil monteren

die constante voeding vereisen (alarm

enz.), of accessoires die de elektrische

installatie zwaar belasten, wordt

geadviseerd contact op te nemen met

het Fiat Servicenetwerk; het

gekwalificeerde personeel zal dan het

totale stroomverbruik beoordelen.

77)

BELANGRIJK Als de accu werd

losgekoppeld moet de

stuurbekrachtiging worden

geïnitialiseerd. Het

waarschuwingslampje op het

instrumentenpaneel gaat branden (of

het symbool verschijnt op het display)

om dit aan te geven. Ga hiervoor als

volgt te werk: draai het stuurwiel van

het ene uiteinde naar het andere terwijl

op een rechtlijnig traject van ongeveer

honderd meter wordt gereden.

BELANGRIJK Als het laadniveau

gedurende langere tijd onder 50% blijft,

raakt de accu door sulfatering

beschadigd. Hierdoor verminderen de

capaciteit en het startvermogen. De

accu is in dit geval ook gevoeliger voor

bevriezing (dit kan reeds bij

temperaturen van -10°C gebeuren). Als

het voertuig langere tijd niet gebruikt

wordt, zie dan "Langdurige stilstand

van het voertuig” in het hoofdstuk

"Starten en rijden".

BELANGRIJK

163) Rook nooit tijdens het uitvoeren van

werkzaamheden in de motorruimte: er

kunnen ontvlambare gassen en dampen

vrijkomen die brand kunnen veroorzaken.

164) Wees erg voorzichtig bij het uitvoeren

van werkzaamheden in de motorruimte

wanneer de motor nog warm is: gevaar

voor brandwonden. Kom niet te dicht bij de

koelventilator van de radiateur: de

elektrische ventilator kan inschakelen;

gevaar voor verwondingen. Sjaals, dassen

of andere loszittende kleding kunnen door

de bewegende onderdelen worden

meegetrokken.

193

Page 196: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

165) Wacht voor het bijvullen van de

motorolie tot de motor is afgekoeld

alvorens de vuldop los te maken. Dit geldt

in het bijzonder voor voertuigen met een

aluminium vuldop (waar aanwezig).

WAARSCHUWING: gevaar voor

brandwonden!

166) Het koelsysteem staat onder druk. Als

de dop vervangen moet worden, doe dit

dan alleen door een origineel exemplaar;

anders kan dit de werking van het systeem

negatief beïnvloeden. Draai bij warme

motor de dop van het reservoir niet los:

gevaar voor brandwonden.

167) Rijd nooit met een leeg

ruitensproeierreservoir: ruitensproeiers zijn

van fundamenteel belang voor een goed

zicht. Herhaaldelijke werking van het

systeem zonder vloeistof kan leiden tot

schade aan of snelle verslechtering van

sommige systeemcomponenten.

168) Sommige in de handel verkrijgbare

ruitensproeiervloeistoffen zijn ontvlambaar.

De motorruimte omvat warme onderdelen

die bij contact met de vloeistof brand

kunnen veroorzaken.

169) Remvloeistof is giftig en uiterst

corrosief. Als er per ongeluk remvloeistof

gemorst wordt, moeten de betrokken delen

onmiddellijk worden gewassen met water

en neutrale zeep. Vervolgens met veel

water afspoelen. In geval van inslikken

onmiddellijk een arts raadplegen.

170) Het symbool , op het reservoir van

de remvloeistof geeft aan dat een

remvloeistof een synthetische of op

mineralen gebaseerde vloeistof is. Het

gebruik van minerale vloeistoffen kan de

speciale rubberen pakkingen in het

remsysteem onherstelbaar beschadigen.

171) Accuvloeistof is giftig en corrosief.

Vermijd contact met huid en ogen. Houd

open vuur en vonkvormende apparaten uit

de buurt van de accu: brand- en

explosiegevaar.

172) Als de accu met onvoldoende

vloeistof werkt, kan dit de accu

onherstelbaar beschadigen en een explosie

veroorzaken.

173) Bij werkzaamheden aan de accu of in

de buurt van de accu, moeten de ogen

altijd met een speciale bril beschermd

worden.

BELANGRIJK

71) Let erop dat de verschillende types

vloeistoffen tijdens het bijvullen niet

verwisseld worden: ze mogen absoluut niet

onderling gemengd worden! Bijvullen met

een ongeschikte vloeistof kan leiden tot

ernstige schade aan het voertuig.

72) Het olieniveau mag nooit boven het

MAX-teken komen.

73) Vul motorolie bij met dezelfde

kenmerken als de motorolie waarmee de

motor reeds is gevuld.

74) Het motorkoelsysteem moet worden

gevuld met PARAFLU UP antivries. Vul

koelvloeistof bij met dezelfde kenmerken als

de koelvloeistof waarmee het koelsysteem

reeds is gevuld. PARAFLU UP mag niet met

andere typen vloeistoffen worden

gemengd. Mocht dit toch gebeuren, start

de motor dan in geen geval en neem

contact op met het Fiat Servicenetwerk.

75) Vermijd elk contact tussen de uiterst

corrosieve remvloeistof en de gelakte

delen. Spoel bij contact onmiddellijk uit met

rijkelijk water.

76) Als de auto langdurig gestald moet

worden bij zeer lage temperaturen,

verwijder dan de accu en breng deze naar

een verwarmde plek, om bevriezing te

voorkomen.

77) Onjuiste installatie van elektrische en

elektronische apparatuur kan leiden tot

ernstige schade aan de auto. Als men na

aanschaf van het voertuig accessoires wil

monteren (diefstalbeveiliging, mobiele

telefoon enz.), ga dan naar een werkplaats

van het Fiat Servicenetwerk, die de meest

geschikte apparaten zal aanraden en zal

controleren of een accu met een grotere

capaciteit gemonteerd moet worden.

BELANGRIJK

3) De uitgewerkte motorolie en het

vervangen motoroliefilter bevatten stoffen

die schadelijk zijn voor het milieu. Het

verdient aanbeveling de olie en de filters te

laten vervangen door het Fiat

Servicenetwerk.

4) Gebruikte versnellingsbakolie bevat

stoffen die schadelijk zijn voor het milieu.

Het wordt geadviseerd contact op te

nemen met het Fiat Servicenetwerk om de

vloeistof te laten vervangen.

5) Accu’s bevatten stoffen die zeer

gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem voor

het vervangen van de accu contact op met

het Fiat Servicenetwerk.

194

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 197: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ACCU OPLADEN

BELANGRIJKEOPMERKINGEN

BELANGRIJK De procedure voor het

opladen van de accu is uitsluitend

bedoeld ter informatie. Neem contact

op met het Fiat Servicenetwerk om

deze handeling te laten uitvoeren.

BELANGRIJK Wacht, nadat de

startinrichting op STOP is gezet en het

bestuurdersportier is gesloten,

minstens één minuut alvorens de

elektrische voeding naar de accu los te

koppelen. Wanneer de elektrische

voeding weer op de accu wordt

aangesloten, controleer dan of de

startinrichting in de stand STOP staat

en of het bestuurdersportier gesloten is.

BELANGRIJK Het verdient aanbeveling

de accu langzaam en met een laag

amperage gedurende ongeveer 24 uur

op te laden. De accu langer opladen,

kan de accu beschadigen.

BELANGRIJK De kabels van het

elektrische systeem moeten weer

correct worden aangesloten op de

accu, d.w.z. de pluskabel (+) op de

plusklem en de minkabel (–) op de

minklem. De accuklemmen zijn

gemarkeerd met de symbolen plus (+)

en min (–), en zijn weergegeven op het

deksel van de accu. De kabelklemmen

moeten ook corrosievrij zijn en stevig

aan de klemmen bevestigd worden. Als

een acculader van het "snelle" type

wordt gebruikt terwijl de accu in het is

voertuig gemonteerd, moeten eerst

beide kabels van de accu losgemaakt

worden alvorens de acculader aan te

sluiten. Gebruik geen "snellader" voor

de levering van startspanning.

VERSIES ZONDERSTOP/START-SYSTEEM

Ga als volgt te werk om de accu op te

laden:

maak de klem van de minpool van

de accu los;

sluit de kabels van de acculader aan

op de accupolen; let daarbij op de

polariteit;

schakel de acculader in;

schakel na het opladen eerst de

acculader uit voordat deze wordt

losgekoppeld van de accu;

sluit de klem weer op de minpool van

de accu aan.

VERSIES MET STOP/START-SYSTEEM(indien aanwezig)

Ga als volgt te werk om de accu op te

laden:

Koppel de stekker 1 fig. 205 los van

de accusensor 3 op de minklem 4 (–)

van de accu los (door op de knop 2 te

drukken);

sluit de pluskabel (+) van de

acculader aan op de plusklem 5 van de

accu en de minkabel (–) op de klem van

de sensor 4 zoals aangegeven in de

figuur;

schakel de acculader in. Schakel na

het opladen de acculader uit;

sluit na de acculader te hebben

afgekoppeld de stekker 1 terug op de

sensor 3 aan zoals aangegeven in de

figuur.

205 09036J0001EM

195

Page 198: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ONDERHOUDS-PROCEDURES

78) 79) 80)

De volgende pagina's bevatten de

voorschriften voor het vereiste

onderhoud die voorzien zijn door het

technische personeel dat het voertuig

heeft ontworpen.

In aanvulling op deze specifieke

onderhoudsinstructies die

gespecificeerd zijn voor het

geprogrammeerde routine-onderhoud,

zijn er andere componenten die

reparatie of vervanging vereisen tijdens

de gebruikscyclus van het voertuig.

MOTOROLIE

Motorolieniveau controleren

81)

Om een juiste smering van de motor te

garanderen, moet de olie altijd op het

voorgeschreven niveau worden

gehouden (zie "Motorruimte" in dit

hoofdstuk).

MOTOROLIEFILTER

Het motoroliefilter vervangen

Het motoroliefilter moet elke keer dat de

motorolie ververst wordt vervangen

worden.

Het is raadzaam om het te vervangen

door een origineel onderdeel, speciaal

ontworpen voor dit voertuig.

LUCHTFILTER

174)

Luchtfilter vervangen

Zie het "Geprogrammeerd

onderhoudsschema" voor de juiste

onderhoudsintervallen.

Het is raadzaam om het te vervangen

door een origineel onderdeel, speciaal

ontworpen voor dit voertuig.

ONDERHOUDAIRCONDITIONING

82) 83)

Om de beste prestaties te garanderen,

moet de airconditioning gecontroleerd

en onderhouden worden bij een

werkplaats van het Fiat Servicenetwerk,

bij het begin van de zomer.

RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER

175)

Maak de voorruit en de achterruit en

het rubber profiel van de

ruitenwisserbladen voor en achter

regelmatig schoon met behulp van een

spons of een zachte doek en een

niet-schurend reinigingsmiddel. Zo

wordt het zout of de onzuiverheden die

verzameld worden tijdens het rijden

verwijderd.

Langdurige werking van de

ruitenwissers op droog glas leidt tot

verslechtering van de wisrubbers,

alsook tot schuurplekken op het glazen

oppervlak. Om de verontreinigingen van

de droge ruit te verwijderen, moeten

altijd de

ruitensproeiers/achterruitsproeier

worden bediend.

Controleer als de buitentemperatuur erg

laag is (onder 0 °C) of de wisrubbers

niet aan de ruit zijn vastgevroren

voordat u de ruitenwissers bedient.

Gebruik zo nodig een antivriesmiddel

om de wissers vrij te maken.

Gebruik de wisserbladen nooit om

opgehoopte sneeuw of ijs te

verwijderen.

Vermijd bovendien dat de rubberen

wisserbladen in contact komen met

petroleumderivaten zoals motorolie,

benzine, enz.

BELANGRIJK De te verwachten

gebruiksduur van de wisserbladen van

de voorruit en de achterruit varieert

afhankelijk van de gebruiksfrequentie.

Het is in elk geval raadzaam de

wisserbladen ongeveer jaarlijks te

vervangen. Wanneer de wisserbladen

versleten zijn, kunnen ze lawaai gaan

maken, vlekken op het glas of

waterstrepen veroorzaken. Als dat het

196

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 199: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

geval is, de wisserbladen schoonmaken

of, indien nodig, vervangen.

BELANGRIJK Rijden met versleten

wisserbladen is bijzonder gevaarlijk,

omdat het zicht onder slechte

weersomstandigheden wordt beperkt.

De wisserbladen van deruitenwisser omhoog zetten (functie"Service Position")

Dankzij de functie "Service Position"

kan de bestuurder de wisserbladen

eenvoudiger vervangen, door ze tegen

sneeuw te beschermen.

Inschakeling van de functie

Schakel, om deze functie in te

schakelen, de ruitenwissers uit

(draaischakelaar 1 fig. 206 in stand )

voordat u de startinrichting op STOP

zet.

Deze functie kan alleen binnen

2 minuten nadat de startinrichting op

STOP is gezet ingeschakeld worden.

Beweeg, voor inschakeling van deze

functie, de hendel minstens een halve

seconde omhoog (onstabiele stand).

Elke keer dat de functie correct

ingeschakeld wordt, bewegen de

bladen om de goede ontvangst van het

commando aan te geven.

Dit commando kan maximaal drie keer

herhaald worden. Bij de vierde herhaling

van het commando wordt de functie

uitgeschakeld.

Indien, na gebruik van deze functie, de

startinrichting teruggezet wordt op MAR

met de wisserbladen in een andere

stand dan de ruststand (onderaan op

de voorruit), dan zullen ze alleen

terugkeren naar de ruststand na een

commando afkomstig van de hendel

(hendel omhoog, naar onstabiele stand)

of wanneer een snelheid van 5 km/h

wordt overschreden.

Uitschakeling van de functie

De functie wordt uitgeschakeld als:

2 minuten verstreken zijn nadat de

startinrichting op STOP werd gezet;

de startinrichting op MAR wordt

gezet en de wisserbladen in ruststand

staan;het commando voor de functie

viermaal herhaald is.

Wisserbladen voorruit vervangen

Ga als volgt te werk:

hef de wisserarm op, druk op knop

1 fig. 207 van de springveer en

verwijder het wisserblad van de arm;

monteer het nieuwe wisserblad door

het lipje in de speciale zitting op de

wisserarm te blokkeren;laat de wisserarm voorzichtig op de

ruit zakken.

BELANGRIJK Schakel de ruitenwissers

niet met van de ruit opgeheven

wisserbladen in.

Wisserblad achterruit vervangen

Ga als volgt te werk:

zet de twee lipjes uit elkaar, zoals

aangegeven door de pijlen, en draai

206 P2000063-000-000

207 09046J0002EM

197

Page 200: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

afdekking 1 fig. 208 naar buiten;

draai moer 2 los en verwijder arm

3 van de middelste pin;

lijn de nieuwe arm goed uit;

draai moer 2 helemaal vast en plaats

afdekking 1 terug.

Vloeistof voor ruitensproeiersvoor/achter

De ruitensproeiers fig. 209 en

fig. 210 zijn niet verstelbaar. Als de

ruitensproeiers niet werken, controleer

dan eerst of er ruitensproeiervloeistof in

het reservoir zit (zie paragraaf

“Motorruimte” in dit hoofdstuk). Gebruik

alleen de voorgeschreven vloeistof,

gebruik niet alleen water.

Controleer vervolgens of de

sproeigaatjes niet verstopt zijn. Gebruik

zo nodig een naald om ze te

ontstoppen.

UITLAATSYSTEEM

176) 177)

84)

Passend onderhoud van het

motoruitlaatsysteem is de beste

bescherming tegen lekkage van

koolmonoxide in het interieur.

BELANGRIJK

174) Het luchtinlaatsysteem (luchtfilter,

rubber slangen, enz.) kan als bescherming

fungeren in geval van terugslag van de

motor. VERWIJDER dit systeem NIET, tenzij

u reparatie- of onderhoudswerkzaamheden

moet uitvoeren. Controleer, alvorens de

motor te starten, dat het systeem niet

verwijderd is: het niet in acht nemen van

deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot

ernstig letsel.

175) Rijden met versleten wisserbladen is

bijzonder gevaarlijk, omdat het zicht onder

slechte weersomstandigheden wordt

beperkt.

176) Uitlaatgassen zijn uiterst gevaarlijk, en

kunnen dodelijk zijn. Ze bevatten

koolmonoxide, een kleurloos en reukloos

gas dat bij inademing bewustzijnsverlies en

vergiftiging kan veroorzaken.

177) Het uitlaatsysteem kan zeer hoge

temperaturen bereiken en kan leiden tot

brand als het voertuig geparkeerd wordt op

ontvlambaar materiaal. Droog gras of

bladeren kunnen ook vlam vatten als ze in

contact komen met het uitlaatsysteem.

Parkeer of gebruik het voertuig niet op een

plaats waar het uitlaatsysteem in contact

kan komen met ontvlambaar materiaal.

BELANGRIJK

78) Het wordt geadviseerd het voertuig te

laten onderhouden bij een werkplaats van

het Fiat Servicenetwerk. Bij het persoonlijk

uitvoeren van normale periodieke

208 P103190A-000-000

209 09046J0003EM

210 P1030145-000-000

198

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 201: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

werkzaamheden en

onderhoudshandelingen wordt geadviseerd

gebruik te maken van geschikte

gereedschappen, originele

vervangingsonderdelen en de noodzakelijke

vloeistoffen. Voer geen enkele ingreep uit

als u niet over de noodzakelijke ervaring

beschikt.

79) Onjuist onderhoud van het voertuig of

het niet uitvoeren van

reparatiewerkzaamheden (indien nodig) kan

leiden tot duurdere reparaties, schade aan

andere onderdelen of een negatieve

inwerking op de prestaties van het voertuig.

Laat elke storing onmiddellijk controleren bij

een werkplaats van het Fiat

Servicenetwerk.

80) Het voertuig is uitgerust met

vloeistoffen die geoptimaliseerd zijn of die

de prestaties en levensduur beschermen

en de onderhoudsintervallen groter maken.

Gebruik geen chemische middelen voor het

wassen van deze onderdelen omdat deze

de motor, de versnellingsbak of de

klimaatregeling kunnen beschadigen. Deze

schade wordt niet gedekt door de garantie

van het voertuig. Als er een onderdeel

gewassen moet worden omdat het niet

goed werkt, gebruik dan uitsluitend

speciale vloeistof om dat te doen.

81) Een overtollige of onvoldoende

hoeveelheid olie in het motorblok leidt tot

ernstige beschadiging van de motor. Zorg

ervoor dat de olie altijd op een geschikt

niveau staat.

82) Vraag altijd om het gebruik van

uitsluitend goedgekeurde koel- en

smeermiddelen voor de compressor die

geschikt zijn voor het specifieke

klimaatregelsysteem dat op het voertuig

gemonteerd is. Sommige niet

goedgekeurde koelmiddelen zijn brandbaar

en kunnen exploderen, met risico op

verwondingen. Het gebruik van

niet-goedgekeurde koelmiddelen of

smeermiddelen kan de werking van het

systeem negatief beïnvloeden, wat tot dure

reparaties leidt.

83) Het airconditioningssysteem bevat

koelmiddel onder hoge druk: om letsel aan

mensen of schade aan het systeem te

voorkomen moet bijvullen van koelmiddel of

reparatie waarbij de kabels losgekoppeld

moeten worden, uitgevoerd worden bij een

werkplaats van het Fiat Servicenetwerk.

84) Voertuigen uitgerust met katalysator

mogen uitsluitend getakt worden met

loodvrije benzine. Loodhoudende benzine

kan de katalysator permanent beschadigen

en de werking om vervuilende emissies te

beperken teniet doen, waardoor de

prestaties van de motor in gevaar komen,

die hierdoor onherstelbaar beschadigd kan

raken. Als de motor niet goed werkt, in het

bijzonder bij moeizaam starten of bij

prestatieverlies, ga dan onmiddellijk naar

het Fiat Servicenetwerk. Langdurige en

onjuiste werking van de motor kan leiden

tot oververhitting van de katalysator en, als

gevolg, mogelijke schade aan de

katalysator en het voertuig.

85) Het gebruik van een

versnellingsbakvloeistof anders dan de

goedgekeurde kan de kwaliteit van het

schakelen in gevaar brengen en/of leiden

tot trilling van de versnellingsbak zelf.

HET VOERTUIGOPKRIKKEN

Als het voertuig opgeheven moet

worden, ga dan naar een werkplaats

van het Fiat Servicenetwerk die is

uitgerust met een garagekrik of een

hefbrug.

De hefpunten van het voertuig zijn op

de zijskirts gemarkeerd met de

symbolen (zie de afbeelding in

fig. 211 ).

211 P2000005-000-000

199

Page 202: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

WIELEN EN BANDEN

178) 179) 180) 181) 182)

SNEEUWKETTINGEN

86)

Op 205/55 R16 en 195/65 R15 banden

kunnen 9 mm sneeuwkettingen

gemonteerd worden.

Er kunnen 7 mm-kettingen gemonteerd

worden op 225/45 R17 banden.

Belangrijke opmerkingen

Het gebruik van sneeuwkettingen moet

aan de plaatselijke voorschriften in elk

land voldoen. In bepaalde landen

worden banden gemarkeerd met de

M+S (Mud and Snow) beschouwd als

winteruitrusting; het gebruik hiervan is

gelijkwaardig aan dat van de

sneeuwkettingen.

Sneeuwkettingen mogen alleen op de

voorwielen gemonteerd worden.

Controleer de spanning van de

sneeuwkettingen na enkele tientallen

meters rijden.

BELANGRIJK Het gebruik van

sneeuwkettingen met banden met

niet-originele afmetingen kunnen het

voertuig beschadigen.

BELANGRIJK Het gebruik van

verschillende maten of typen (M+S,

winter-, enz.) banden op de voor- en

achterassen kan de bestuurbaarheid

van de auto benadelen, met het risico

van controleverlies over het voertuig en

bijgevolg ongevallen.

BELANGRIJK

178) De wegligging van de auto is in grote

mate afhankelijk van een juiste

bandenspanning.

179) Als de bandenspanning te laag is, kan

de band oververhit raken en als gevolg

daarvan ernstig beschadigd raken.

180) Als de banden van het

"eenrichtingstype" zijn, geen banden van

de rechterkant van het voertuig verwisselen

naar de linkerkant, en omgekeerd. Dit type

banden kan alleen aan dezelfde zijde van

het voertuig, d.w.z. van de vooras naar de

achteras en vice versa, worden verwisseld.

181) Voer bij lichtmetalen velgen nooit

spuitwerkzaamheden uit die een

temperatuur vereisen boven 150°C. Dit kan

de mechanische eigenschappen van de

wielen in gevaar brengen.

182) Rijden met geheel of gedeeltelijk

leeggelopen banden kan gevaarlijk zijn en

de band onherstelbaar beschadigen.

BELANGRIJK

86) Beperk uw snelheid wanneer er

sneeuwkettingen gemonteerd zijn;

overschrijd de 50 km/h niet. Vermijd

putdeksels, rijd niet over treden of trottoirs

en rijd geen lange afstanden over wegen

zonder sneeuw, om beschadigingen aan

zowel het voertuig als het wegoppervlak te

voorkomen.

200

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 203: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

CARROSSERIE

TIPS VOOR HET BEHOUDVAN DE CARROSSERIE

Lak

87)

6)

Werk beschadigingen van de laklaag,

zoals krassen en schuurplekken,

onmiddellijk bij om roestvorming te

voorkomen.

Het normale onderhoud van de lak

beperkt zich tot het wassen van de

auto: de frequentie is afhankelijk van het

gebruik van de auto en van de

omgeving. Zo is het bijvoorbeeld

raadzaam het voertuig vaker te wassen

in gebieden met sterke

luchtverontreiniging of bij het rijden over

wegen met strooizout.

Sommige delen van het voertuig

kunnen zijn voorzien zijn van een matte

lak die, om intact te blijven, speciale

zorg vereist: zie de aanwijzingen in de

waarschuwing aan het eind van deze

paragraaf. 88)

Volg onderstaande aanwijzingen om het

voertuig correct te wassen:

verwijder de antenne van het dak

wanneer het voertuig gewassen wordt;

als voor het wassen van het voertuig

hogedrukreinigers worden gebruikt,

houd dan een afstand van minimaal

40 cm t.o.v. de carrosserie aan om

beschadiging of aantasting te

voorkomen. Stagnerend water kan op

lange termijn leiden tot schade aan het

voertuig;

maak de carrosserie, indien

mogelijk, eerst nat met een waterstraal

onder lage druk;

was de carrosserie met een zachte

spons met een lichte zeepoplossing en

spoel de spons regelmatig uit;

spoel goed af met schoon water en

droog met een luchtstraal of een

zeemleren lap.

Droog de minder zichtbare delen (bijv.

randen van portieren, motorkap,

koplampranden) zorgvuldig, aangezien

in deze zones water makkelijker kan

stagneren. Was de auto nooit als hij in

de zon heeft gestaan of als de

motorkap nog warm is: de glans van de

lak kan afnemen.

De kunststof carrosseriedelen moeten

op dezelfde wijze als de rest van het

voertuig gewassen worden.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Parkeer de auto zo min mogelijk onder

bomen; de hars die uit de bomen

druppelt, maakt de lak mat en vergroot

de kans op roestvorming.

Vogelpoep moet zo snel en zo goed

mogelijk verwijderd worden, omdat

hierin bijzonder agressieve zuren

aanwezig zijn.

Ruiten

Gebruik specifieke

schoonmaakmiddelen en schone,

zachte doeken om krassen en

beschadigingen te voorkomen.

BELANGRIJK Veeg het

binnenoppervlak van de achterruit

voorzichtig met een doek af, en volg

hierbij de richting van de elektrische

weerstandsdraden om de

achterruitverwarming niet te

beschadigen.

Koplampen

Gebruik een zachte, vochtige doek die

in water met een specifiek

autowasmiddel is gedrenkt.

BELANGRIJK Gebruik nooit

aromatische stoffen (bijv. benzine) of

ketonen (bijv. aceton) om de kunststof

lampenglazen van de koplampen te

reinigen.

BELANGRIJK Als de auto met een

hogedrukreiniger wordt gewassen,

moet de straal op minstens 20 cm van

de koplampen worden gehouden.

201

Page 204: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Motorruimte

Spuit de motorruimte na het

winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag

de waterstraal niet rechtstreeks op de

elektronische regeleenheden of op de

motoren van de ruitenwissers worden

gericht. Laat deze werkzaamheden

uitvoeren door een gespecialiseerd

bedrijf.

BELANGRIJK Voor het uitspuiten van

de motorruimte moet de startinrichting

in de stand STOP staan en de motor

koud zijn. Controleer na het reinigen of

de verschillende beschermingen (bijv.

rubberen doppen en kappen) niet

verwijderd of beschadigd zijn.

BELANGRIJK

87) Om de esthetische eigenschappen van

de lak te behouden, mogen er geen

schuur- en/of polijstmiddelen voor het

reinigen van het voertuig worden gebruikt.

88) Niet wassen met rollen en/of borstels in

autowasstraten. Was het voertuig

uitsluitend met de hand en gebruik

pH-neutrale reinigingsmiddelen; droog af

met een vochtige leren zeem. Schuur- en/of

polijstmiddelen mogen niet gebruikt worden

om het voertuig schoon te maken.

Vogelpoep moet zo snel en zo goed

mogelijk verwijderd worden, omdat hierin

bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.

Vermijd (indien mogelijk) om het voertuig

onder bomen te parkeren; verwijder

plantaardige harsen onmiddellijk omdat

deze, als ze drogen, alleen verwijderd

kunnen worden met schuur- en/of

polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden

worden omdat ze de karakteristieke

matheid van de lak kunnen aantasten.

Gebruik geen onverdunde

ruitensproeiervloeistof om de voorruit en

achterruit te reinigen; verdun dit met

minstens 50% water. Gebruik alleen

onverdunde ruitensproeiervloeistof wanneer

de buitentemperaturen dit vereisen.

BELANGRIJK

6) Schoonmaakmiddelen verontreinigen het

milieu. Was het voertuig daarom op een

plaats waar het afvalwater direct wordt

opgevangen en gezuiverd.

INTERIEUR

183) 184) 185)

Controleer regelmatig of het interieur

schoon is, ook onder de matten, om

roesten van het plaatwerk te

voorkomen.

STOELEN EN STOFFENBEKLEDING

Verwijder stof met een zachte borstel of

een stofzuiger. Het is raadzaam een

vochtige borstel te gebruiken voor het

reinigen van bekleding die niet van stof

is. Reinig de stoelen met een spons

bevochtigd met een oplossing van

water en neutrale zeep.

LEDEREN STOELEN(waar aanwezig)

Verwijder het droge vuil met een

zeemleren lap of een iets vochtige

doek, zonder al te veel druk uit te

oefenen.

Dep vloeistoffen of vetvlekken op met

een absorberende, droge doek zonder

hierbij te wrijven. Reinig vervolgens met

een zachte doek of een zeemleren lap

bevochtigd met water en neutrale zeep.

Als de vlek nog niet verwijderd is,

gebruik dan een speciaal

reinigingsmiddel en volgt de

aanwijzingen strikt op.

202

ON

DE

RH

OU

DE

NZ

OR

G

Page 205: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol.

Controleer of de gebruikte

reinigingsproducten geen alcohol of

alcoholderivaten, zelfs niet in kleine

hoeveelheden bevatten.

KUNSTSTOF ENGECOATEINTERIEURDELEN

89)

Reinig kunststof interieurdelen met een

vochtige doek (bij voorkeur een

microvezeldoek) en een oplossing van

water en een neutraal, niet-schurend

reinigingsmiddel.

Gebruik voor het reinigen van

olieachtige of hardnekkige vlekken

speciale producten zonder

oplosmiddelen die het originele

voorkomen en de kleur van de

interieurdelen niet veranderen.

Verwijder stof met een microvezeldoek,

eventueel bevochtigd met water. Het

gebruik van papieren doekjes wordt

afgeraden, aangezien deze resten

achterlaten.

ONDERDELEN VAN ECHTLEDER(waar aanwezig)

Gebruik uitsluitend water en neutrale

zeep om deze delen schoon te maken.

Gebruik nooit alcohol of producten op

basis van alcohol.

Controleer alvorens een specifiek

product voor interieurreiniging te

gebruiken, of het geen alcohol en/of

stoffen op basis van alcohol bevat.

BELANGRIJK

183) Gebruik nooit ontvlambare producten

zoals petroleum of wasbenzine voor het

reinigen van het interieur van de auto. De

elektrostatische lading die door het wrijven

tijdens het reinigen ontstaat, kan brand

veroorzaken.

184) Bewaar geen spuitbussen in de auto:

ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen

niet blootgesteld worden aan temperaturen

boven 50°C. Wanneer het voertuig in de

zon staat, kan de binnentemperatuur deze

waarde ruim overschrijden.

185) Er mogen geen voorwerpen op de

vloer onder de pedalen liggen; verzeker u

ervan dat de matten altijd vlak liggen en

geen contact met de pedalen maken.

BELANGRIJK

89) Gebruik nooit alcohol, benzine en

hiervan afgeleide producten om het

dashboard en het glas van het

instrumentenpaneel te reinigen.

203

Page 206: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TECHNISCHE GEGEVENS

Alles dat u nuttig kunt vinden om te

begrijpen hoe uw voertuig is gemaakt

en hoe het werkt is in dit hoofdstuk

vermeld en wordt toegelicht met

gegevens, tabellen en grafieken. Voor

de liefhebbers en de monteurs, maar

ook gewoon voor degenen die elk detail

van hun voertuig willen kennen.

IDENTIFICATIEGEGEVENS . . . . . .205

MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . .206

WIELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . .209

AFMETINGEN . . . . . . . . . . . . . .216

GEWICHTEN . . . . . . . . . . . . . . .218

TANKEN. . . . . . . . . . . . . . . . . .222

VLOEISTOFFEN EN

SMEERMIDDELEN . . . . . . . . . . .225

PRESTATIES . . . . . . . . . . . . . . .228

BRANDSTOFVERBRUIK . . . . . . .229

CO2-EMISSIE . . . . . . . . . . . . . .232

RICHTLIJNEN VOOR DE

BEHANDELING VAN HET

VOERTUIG AAN HET EINDE

VAN DE LEVENSDUUR . . . . . . . .234

204

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 207: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

IDENTIFICATIE-GEGEVENS

PLAATJE VOERTUIG-INDENTIFICATIENUMMER(VIN)

Dit bevindt zich op de stijl van het

bestuurdersportier. Het kan gelezen

worden als het portier open staat en

hierop zijn de volgende gegevens

vermeld fig. 212:

A Naam van de fabrikant

B Nummer typegoedkeuring voertuig

C Voertuigidentificatienummer

D Technisch toegestaan max. gewicht

met volledige belading

E Technisch toegestaan max. gewicht

voor gecombineerd voertuig

F Technisch toegestaan max. gewicht

op as 1

G Technisch toegestaan max. gewicht

op as 2

H Motoridentificatie

I Versie typevariant

L Kleurcode lakwerk

M Absorptiecoëfficiënt rook

(Dieselversies)

N Nadere instructies.

VOERTUIG-IDENTIFICATIENUMMER

Het Voertuigidentificatienummer (VIN) is

gestanst op een plaatje afgebeeld in

fig. 213, het bevindt zich in de linker

bovenhoek van de dashboardbekleding

en is zichtbaar vanaf de buitenkant van

het voertuig door de voorruit.

Dit nummer is ook op de vloer van het

interieur gestanst, vóór de rechter

voorstoel.

Om toegang te krijgen tot het plaatje,

klepje 1 fig. 214 in de door de pijl

aangegeven richting schuiven.

Dit nummer bevat de volgende

gegevens:

type voertuig;

chassisnummer.

MOTORCODE

Deze is op het cilinderblok ingeslagen

en vermeldt het type en het

motorserienummer.

212 P2000048-000-000

213 10016J0001EM

214 P2000047-000-000

205

Page 208: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

MOTOR

186)

Versies 1.4 16V 95 pk E6 1.4 16V 95 pk E4 1.6 E.TorQ E6 1.6 E.TorQ E4

Typecode 843A1000 843A1000 55268036 55268036

Cyclus Otto Otto Otto Otto

Aantal en opstelling

cilinders4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn

Boring en slag zuigers

(mm)72 x 84 72 x 84 77 x 85,8 77 x 85,8

Cilinderinhoud (cm³) 1368 1368 1598 1598

Compressieverhouding 11:1 11:1 11:1 11:1

Maximum vermogen

(EG) (kW)70 70 81 81

overeenkomstig

motortoerental (tpm)6000 6000 5500 5500

Maximum koppel (EG)

(Nm)127 127 152 152

overeenkomstig

motortoerental (tpm)4500 4500 4500 4500

Bougies NGK DCPR7E-N-10 NGK DCPR7E-N-10 NGK - ZKR7BI – 10 NGK - ZKR7BI-10

Brandstof

Loodvrije benzine met

R.O.N. niet lager dan 95

(EN228-specificaties)

Loodvrije benzine met

R.O.N. niet lager dan 95

(EN228-specificaties)

Loodvrije benzine met

R.O.N. niet lager dan 95

(EN228-specificaties)

Loodvrije benzine met

R.O.N. niet lager dan 95

(EN228-specificaties)

206

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 209: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Versies 1.4 T-jet 120 pk 1.4 T-jet 120 pk LPG

Typecode 940B7000 940B7000

Cyclus Otto Otto

Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn

Boring en slag zuigers (mm) 72 x 84 72 x 84

Cilinderinhoud (cm³) 1368 1368

Compressieverhouding 9,8:1 9,8:1

Maximum vermogen (EG) (kW) 88 88

overeenkomstig motortoerental (tpm) 5000 5000

Maximum koppel (EG) (Nm) 215 215

overeenkomstig motortoerental (tpm) 2500 2500

Bougies NGK IKR9J8 NGK IKR9J8

BrandstofLoodvrije benzine met R.O.N. niet lager dan

95 (EN228-specificaties)

LPG voor motorvoertuigen

(EN589-specificatie)

207

Page 210: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Versies 1.3 MultiJet 95 pk1.6 Multijet 120 pk /

1.6 Multijet 120 pk ECO

1.6 Multijet 115 pk /

1.6 Multijet 115 pk ECO (*)

Typecode 55266963 55260384 55260384

Cyclus Diesel Diesel Diesel

Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn

Boring en slag zuigers (mm) 69,6 x 82 79,5 x 80,5 79,5 x 80,5

Cilinderinhoud (cm³) 1248 1598 1598

Compressieverhouding 16,8:1 16,5:1 16,5 : 1

Maximum vermogen (EG) (kW) 70 88 84,4

overeenkomstig motortoerental (tpm) 3750 3750 3750

Maximum koppel (EG) (Nm) 200 320 320

overeenkomstig motortoerental (tpm) 1500 1750 1750

BrandstofDiesel voor motorvoertuigen

(Specificatie EN 590)

Diesel voor motorvoertuigen

(Specificatie EN 590)

Diesel voor motorvoertuigen

(Specificatie EN 590)

(*) Versie voor specifieke markten

BELANGRIJK

186) Wijzigingen of reparaties aan het brandstoftoevoersysteem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met

de technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.

208

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 211: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

WIELEN

WINTERBANDEN

187)

De winterbanden moeten dezelfde

maat hebben als de standaard

geleverde banden.

Het Fiat Servicenetwerk kan u

adviseren over de meest geschikte

band voor elk gebruik.

Voor het type, de bandenspanning en

de specificaties van de winterbanden

de instructies volgen die worden

gegeven in dit hoofdstuk.

De specifieke eigenschappen van

winterbanden verminderen drastisch

wanneer de profieldiepte minder is dan

4 mm. Vervang ze in dat geval.

Door hun specifieke eigenschappen zijn

de prestaties van winterbanden onder

normale omstandigheden of wanneer

lang op de snelweg wordt gereden,

lager dan die van de standaard

gemonteerde banden.

Beperk het gebruik van winterbanden in

overeenstemming met de

omstandigheden waarvoor ze zijn

goedgekeurd; houdt u altijd aan de

specifieke plaatselijke voorschriften met

betrekking tot het gebruik van

winterbanden.

Monteer op de vier wielen dezelfde

banden (zelfde merk en profieldiepte)

voor meer veiligheid tijdens het rijden en

het remmen en voor een betere

bestuurbaarheid. Denk eraan dat de

draairichting van de banden niet

omgedraaid mag worden.

209

Page 212: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

STANDAARD VELGEN EN BANDEN

188)

Lichtmetalen of geperste stalen velgen. Tubeless radiaalbanden.

Alle typegoedgekeurde banden zijn op het kentekenbewijs vermeld.

BELANGRIJK Als de gegevens in het instructieboek afwijken van die van het kentekenbewijs, dient men zich altijd aan de

gegevens van het kentekenbewijs te houden. Voor de rijveiligheid moeten alle wielen zijn voorzien van banden van hetzelfde

merk en type.

BELANGRIJK Monteer geen binnenbanden in tubeless-banden.

Versies Wielen Gemonteerde banden Reservewiel(*)

1.4 16V 95 pk /

1.3 Multijet 95 pk

6J X 15 H2 ET38 195/65 R15 91H 195/65 R15 91H

6.5J X 16 H2 ET39 205/55 R16 91H (**) 205/55 R16 91H

7J X 17 H2 ET41 225/45 R17 91V (**)205/55 R16 91H

189)

1.4 T-jet 120 pk /

1.6 E.TorQ /

1.6 Multijet

120 pk /

1.6 Multijet

115 pk(***)

6J X 15 H2 ET38 (****) 195/65 R15 91H (****) 195/65 R15 91H (****)

6.5J X 16 H2 ET39 205/55 R16 91H (**) 205/55 R16 91H

7J X 17 H2 ET41 225/45 R17 91V (**)205/55 R16 91H

189)

1.4 T-jet 120 pk

LPG

6.5J X 16 H2 ET39 205/55 R16 91H (**) —

7J X 17 H2 ET41 225/45 R17 91V (**) —

(*) Een noodreservewiel van 135/70 R16 kan besteld worden als alternatief voor het reservewiel voor TIPO 5DOOR-versies.

(**) M+S Goodyear Vector 4Seasons Gen-2 of gelijkwaardige banden van dezelfde maat zijn optioneel verkrijgbaar voor bepaaldeversies/markten

(***) Versie voor specifieke markten

(****) Voor TIPO 5DOOR-versies

210

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 213: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Versies Wielen Gemonteerde banden Reservewiel(*)

1.6 Multijet

120 pk ECO /

1.6 Multijet

115 pk ECO(***)

6.5J X 16 H2 ET39205/55 R16 91H Goodyear

EfficientGrip Performance (**) (*****)205/55 R16 91H Goodyear

EfficientGrip Performance (*****)

(*) Een noodreservewiel van 135/70 R16 kan besteld worden als alternatief voor het reservewiel voor TIPO 5DOOR-versies.

(***) Versie voor specifieke markten

(**) M+S Goodyear Vector 4Seasons Gen-2 of gelijkwaardige banden van dezelfde maat zijn optioneel verkrijgbaar voor bepaaldeversies/markten

(*****) Voor bepaalde versies/markten. Als alternatief kunnen banden gebruikt worden die gelijkwaardige prestaties bieden.

Opmerking Bij versies met 195 / 65 R15 en 205 / 55 R16 banden, sneeuwkettingen met smalle schakels gebruiken, die

maximaal 9 mm uitsteken buiten het bandprofiel.

Opmerking Sneeuwkettingen met een onopvallend profiel die maximaal 7 mm buiten het bandprofiel uitsteken kunnen

gemonteerd worden op versies met 225/45 R17 banden.

211

Page 214: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)

Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de aanbevolen waarde. Controleer de bandenspanning

nogmaals als de banden koud zijn.

Als het voertuig opgekrikt moet worden, raadpleeg dan de paragraaf "Opkrikken van het voertuig" in het hoofdstuk

"Noodgevallen".

TIPO 5DOOR versie

Versies Banden

Onbelast/gemiddelde

belastingVolledige belasting

Reservewiel

Nood-

reservewiel

(**)Voor Achter Voor Achter

1.4 16V

95 PK

195 / 65 R15

2,2 2,1 2,6 2,5

(*) 4,2

205 / 55 R16

225 / 45 R17

1.4 T-jet

120 pk /

1.6 E.TorQ /

1.3 Multijet

95 pk

195 / 65 R15

2,3 2,1 2,6 2,5205 / 55 R16

225 / 45 R17

1.4 T-jet

120 pk LPG

205 / 55 R162,3 2,1 2,6 2,5 — —

225 / 45 R17

(**) Indien gemonteerd

(*) Indien het reservewiel in een noodgeval wordt gebruikt, controleer dan de bandenspanning en lijn het wiel uit volgens de voorschriften diegelden voor de band van de as waarop het wordt gemonteerd.

212

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 215: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Versies Banden

Onbelast/gemiddelde

belastingVolledige belasting

Reservewiel

Voor Achter Voor Achter

1.6 Multijet

120 pk /

1.6 Multijet

115 pk(****)

195 / 65 R15

2,4 2,1 2,6 2,5

(*) 4,2

205 / 55 R16

225 / 45 R17

1.6 Multijet

120 pk ECO/

1.6 Multijet

115 pk

ECO(****)

205/

55R16 91H

Goodyear

EfficientGrip

Performance

(***)

2,8 2,5 2,6 2,5

(**) Indien gemonteerd

(****) Versie voor specifieke markten

(*) Indien het reservewiel in een noodgeval wordt gebruikt, controleer dan de bandenspanning en lijn het wiel uit volgens de voorschriften diegelden voor de band van de as waarop het wordt gemonteerd.

(***) Voor bepaalde versies/markten. Als alternatief kunnen banden gebruikt worden die gelijkwaardige prestaties bieden.

213

Nood-

reservewiel

(**)

Page 216: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TIPO STATION WAGON versie

Versies BandenOnbelast/gemiddelde belasting Volledige belasting

ReservewielVoor Achter Voor Achter

1.4 16V 95 pk /

1.3 Multijet

95 pk

195 / 65 R152,3 2,3

2,5 2,7 (*)

205 / 55 R16

225 / 45 R17 2,3 2,2

1.4 T-jet

120 pk /

1.6 E.TorQ

205 / 55 R16 2,3 2,3

225 / 45 R17 2,3 2,2

1.4 T-jet

120 pk LPG

205 / 55 R16 2,3 2,32,5 2,7 —

225 / 45 R17 2,3 2,2

1.6 Multijet

120 pk /

1.6 Multijet

115 pk(***)

205 / 55 R16 2,5 2,3

2,5 2,7 (*)

225 / 45 R17 2,4 2,2

1.6 Multijet

120 pk ECO /

1.6 Multijet

115 pk

ECO(***)

205/55R16 91H

Goodyear

EfficientGrip

Performance

(**)

2,8 2,5

(*) Indien het reservewiel in een noodgeval wordt gebruikt, controleer dan de bandenspanning en lijn het wiel uit volgens de voorschriften diegelden voor de band van de as waarop het wordt gemonteerd.

(***) Versie voor specifieke markten

(**) Voor bepaalde versies/markten. Als alternatief kunnen banden gebruikt worden die gelijkwaardige prestaties bieden.

BELANGRIJK

187) De maximumsnelheid voor winterbanden met de indicatie “Q” is 160 km/h; 190 km/h voor winterbanden met de indicatie “T” en

210 km/h voor winterbanden met de indicatie"H". De snelheidsbeperkingen moeten echter altijd worden gerespecteerd.

188) Als winterbanden met een lagere snelheidscategorie dan die op het kentekenbewijs is aangegeven worden gebruikt, overschrijd dan niet

de maximumsnelheid die overeenkomt met de snelheidscategorie van de gebruikte banden.

214

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 217: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

189) Volg de volgende aanwijzingen op als de auto is uitgerust met een kleiner reservewiel dan normaal (een 16” reservewiel wordt geleverd

bij 17" banden) of een noodreservewiel. Het ruimtebesparende reservewiel (voor bepaalde versies/markten) is specifiek voor de auto; monteer

het niet op andere auto’s en monteer ook geen ruimtebesparende reservewielen afkomstig van andere auto’s. Gebruik het noodreservewiel of

reservewiel alleen in noodgevallen. Gebruik het nooit langer dan strikt noodzakelijk en rijd nooit harder dan 80 km/u. Op het noodreservewiel

zit een oranje sticker met de belangrijkste waarschuwingen over de beperkingen van het gebruik van het wiel. Deze sticker mag nooit

verwijderd of afgedekt worden. Op de sticker staan de volgende aanwijzingen in vier talen: “Waarschuwing! Alleen voor tijdelijk gebruik! max.

80 km/h! Vervang het noodreservewiel zo snel mogelijk door het standaard wiel. Dek deze aanwijzingen niet af." Plaats nooit een wieldop op

een noodreservewiel of een reservewiel. De rijeigenschappen van de auto veranderen als een noodreservewiel of een reservewiel is

gemonteerd. Vermijd bruusk optrekken en remmen, scherpe stuurbewegingen en snelle bochten. De totale levensduur van het

ruimtebesparende reservewiel is ongeveer 3000 km. Hierna moet de band vervangen worden door een nieuw exemplaar van hetzelfde type.

Monteer nooit een standaard band op de velg van een ruimtebesparend reservewiel. Zorg ervoor dat het verwisselde wiel zo snel mogelijk

wordt gerepareerd en gemonteerd. Het gelijktijdige gebruik van twee of meer noodreservewielen of reservewielen is verboden. Smeer de

schroefdraad van de wielbouten niet met vet voordat ze gemonteerd worden: ze kunnen hierdoor losraken.

215

Page 218: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

AFMETINGEN

TIPO 5DOOR versie

De afmetingen zijn uitgedrukt in mm en hebben betrekking op een voertuig met standaard bijgeleverde banden. De hoogte

heeft betrekking op een onbeladen auto. Kleine variaties met betrekking tot de weergegeven waarden zijn mogelijk afhankelijk

van de afmetingen van de velgen.

A B C D E F G H I

893 2638 837 4368 1495 1542 1543 2002 1792

Inhoud bagageruimte: 440 liter.

215 P2000008-000-000

216

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 219: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TIPO STATION WAGON versie

De afmetingen zijn uitgedrukt in mm en hebben betrekking op een voertuig met standaard bijgeleverde banden. De hoogte

heeft betrekking op een onbeladen auto. Kleine variaties met betrekking tot de weergegeven waarden zijn mogelijk afhankelijk

van de afmetingen van de velgen.

A B C D E F G H I

893 2638 1040 4571 1512 1542 1543 2002 1792

Inhoud bagageruimte: 550 liter.

216 P2000108

217

Page 220: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

GEWICHTEN

Gewichten (kg) 1.4 16V 95 pk E6 1.4 16V 95 pk E4 1.6 E.TorQ E6 1.6 E.TorQ E4

Leeggewicht (met alle

vloeistoffen,

brandstoftank 90%

gevuld en zonder opties)

1195 / 1205(*) 1195 / 1205(*) 1310 / 1320 (*) 1310 / 1320(*)

Nuttig laadvermogen

inclusief de bestuurder

(**)500 / 550(*) 500 / 550(*) 500 / 550(*) 500 / 550(*)

Maximum toelaatbare

belastingen (***)

– vooras 1050 1050 1050 1050

– achteras 900 / 950(*) 900 / 950(*) 900 / 950(*) 900 / 950(*)

– totaal: 1695 / 1755(*) 1695 / 1755(*) 1810 /1870(*) 1810 / 1870(*)

Trekgewichten

– geremde aanhanger 1200 1200 800 800

– ongeremde aanhanger 500 500 500 500

Max. toelaatbare

kogeldruk (geremde

aanhanger):

60 60 60 60

Max. dakbelasting (****) 55 / 75(*) 55 / 75(*) 55 / 75(*) 55 / 75(*)

(*) TIPO STATION WAGON

(**) Als er speciale uitrustingen zijn gemonteerd, dan stijgt het leeggewicht, waardoor het laadvermogen daalt.

(***) Belastingen die niet overschreden mogen worden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker de goederen zodanig in debagageruimte en/of op het laadplatform te verdelen, dat de maximum toelaatbare belastingen niet worden overschreden.

(****) De gegeven waarde is inclusief het gewicht op de dakdragers

218

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 221: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Gewichten (kg) 1.4 T-jet 120 pk 1.4 T-jet 120 pk LPG

Leeggewicht (met alle vloeistoffen,

brandstoftank 90% gevuld en zonder

opties)1275 / 1305(*) 1310 / 1320(*)

Nuttig laadvermogen inclusief de bestuurder

(**)500 / 550(*) 500 / 550(*)

Maximum toelaatbare belastingen (***)

– vooras 1050 1050

– achteras 900 / 950(*) 900 / 950(*)

– totaal: 1775 / 1855(*) 1810 / 1870(*)

Trekgewichten

– geremde aanhanger 1200 1200

– ongeremde aanhanger 500 500

Max. toelaatbare kogeldruk (geremde

aanhanger):60 60

Max. dakbelasting (****) 55 / 75(*) 55 / 75(*)

(*) TIPO STATION WAGON

(**) Als er speciale uitrustingen zijn gemonteerd, dan stijgt het leeggewicht, waardoor het laadvermogen daalt.

(***) Belastingen die niet overschreden mogen worden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker de goederen zodanig in debagageruimte en/of op het laadplatform te verdelen, dat de maximum toelaatbare belastingen niet worden overschreden.

(****) De gegeven waarde is inclusief het gewicht op de dakdragers

219

Page 222: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Gewichten (kg) 1.3 MultiJet 95 pk

1.6 Multijet 120 pk / 1.6 Multijet 120 pk

ECO / 1.6 Multijet 115 pk(*****) /1.6 Multijet 115 pk ECO(*****)

Leeggewicht (met alle vloeistoffen,

brandstoftank 90% gevuld en zonder

opties)1290 / 1300(*) 1295 / 1320(*)

Nuttig laadvermogen inclusief de bestuurder

(**)500 / 550(*) 500 / 550(*)

Maximum toelaatbare belastingen (***)

– vooras 1050 1050

– achteras 900 / 950(*) 900 / 950(*)

– totaal: 1790 / 1850(*) 1795 / 1870(*)

Trekgewichten

– geremde aanhanger 1200 1200

– ongeremde aanhanger 500 500

Max. toelaatbare kogeldruk (geremde

aanhanger):60 60

Max. dakbelasting (****) 55 / 75(*) 55 / 75(*)

(*****) Versie voor specifieke markten

(*) TIPO STATION WAGON

(**) Als er speciale uitrustingen zijn gemonteerd, dan stijgt het leeggewicht, waardoor het laadvermogen daalt.

(***) Belastingen die niet overschreden mogen worden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker de goederen zodanig in debagageruimte en/of op het laadplatform te verdelen, dat de maximum toelaatbare belastingen niet worden overschreden.

(****) De gegeven waarde is inclusief het gewicht op de dakdragers

220

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 223: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Gewichten (kg)

1.6 Multijet 120 pk / 1.6 Multijet 120 pk

ECO

automatische transmissie met dubbele

koppeling

1.6 Multijet 115 pk(*****) / 1.6 Multijet115 pk ECO(*****)

automatische transmissie met dubbele

koppeling

Leeggewicht (met alle vloeistoffen,

brandstoftank 90% gevuld en zonder

opties)1320 / 1350(*) 1320 / 1350(*)

Nuttig laadvermogen inclusief de bestuurder

(**)500 / 550(*) 500 / 550(*)

Maximum toelaatbare belastingen (***)

– vooras 1050 1050

– achteras 900 / 950(*) 900 / 950(*)

– totaal: 1820 /1900(*) 1820 /1900(*)

Trekgewichten

– geremde aanhanger 1000 1000

– ongeremde aanhanger 500 500

Max. toelaatbare kogeldruk (geremde

aanhanger):60 60

Max. dakbelasting (****) 55 / 75(*) 55 / 75(*)

(*****) Versie voor specifieke markten

(*) TIPO STATION WAGON

(**) Als er speciale uitrustingen zijn gemonteerd, dan stijgt het leeggewicht, waardoor het laadvermogen daalt.

(***) Belastingen die niet overschreden mogen worden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker de goederen zodanig in debagageruimte en/of op het laadplatform te verdelen, dat de maximum toelaatbare belastingen niet worden overschreden.

(****) De gegeven waarde is inclusief het gewicht op de dakdragers

221

Page 224: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TANKEN

1.4 16V 95 PK 1.4 T-jet 120 pk 1.6 E.TorQ

Voorgeschreven

brandstof en originele

smeermiddelen

Tankinhoud (liter) 50 50 50 Loodvrije benzine met

R.O.N. niet lager dan 95

(EN228-specificaties) (*)inclusief een reserve van

(liter)7 7 7

Motorkoelsysteem (liter) 4,6 5,2 5,4

Mengsel van 50%

gedestilleerd water en

PARAFLU UP(**)

Carterpan (liter) 2,8 2,8 4,4SELENIA K P.E. (1.4 16V

95 pk versie, 1.4 T-jet

120 pk versie) /

SELENIA DIGITEK P.E.

(1.6 E.TorQ versie)Carterpan en filter (liter) 2,95 3,4 4,7

Versnellingsbak-/

differentieelhuis (liter)1,76 1,8 6,2

TUTELA

TRANSMISSION

GEARFORCE (1.4 16V

95 pk versie, 1.4 T-jet

120 pk versie) / TUTELA

TRANSMISSION GI/VI

(1.6 E.TorQ versie)

Hydraulisch remsysteem

(kg)0,74 0,74 0,74 TUTELA TOP 4/S

Ruitensproeiervloeistofreservoir

(liters)3 3 3

Mengsel van water en

vloeibare PETRONAS

DURANCE SC 35

(*) Het maximale motorvermogen en de prestaties van de auto kunnen alleen worden gegarandeerd bij gebruik van loodvrije benzine met eenoctaangehalte van 95 of hoger.

(**) Wanneer het voertuig onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een mengsel van 60% PARAFLUUP en40% gedemineraliseerd water.

222

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 225: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1.4 T-jet 120 pk LPGVoorgeschreven brandstof en originele

smeermiddelen

Tankinhoud (liter) 50 / 42(*) Loodvrije benzine met octaangetal van

minstens 95 RON (specificatie EN 228)/LPG

(specificatie EN589)(**)inclusief een reserve van (liter) 7 / 8(*)

Motorkoelsysteem (liter) 5,2Mengsel van 50% gedestilleerd water en

PARAFLU UP(***)

Carterpan (liter) 2,8SELENIA MULTIPOWER GAS 5W-40

Carterpan en filter (liter) 3,4

Versnellingsbak-/differentieelhuis (liter) 1,8 TUTELA TRANSMISSION GEARFORCE

Hydraulisch remsysteem (kg) 0,74 TUTELA TOP 4/S

Ruitensproeiervloeistofreservoir (liters) 3Mengsel van water en vloeibare PETRONAS

DURANCE SC 35

(*) LPG-Tank

(**) Het maximale motorvermogen en de prestaties van de auto kunnen alleen worden gegarandeerd bij gebruik van loodvrije benzine met eenoctaangehalte van 95 of hoger.

(***) Wanneer het voertuig onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een mengsel van 60% PARAFLUUP en40% gedemineraliseerd water.

223

Page 226: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

1.3 MultiJet 95 pk

1.6 Multijet 120 pk /

1.6 Multijet

115 pk(***)

Voorgeschreven brandstof en originele

smeermiddelen

Tankinhoud (liter) 50 50Diesel voor motorvoertuigen (Specificatie EN 590)

inclusief een reserve van (liter) 7 7

Motorkoelsysteem (liter) 6,1 6,1Mengsel van gedestilleerd water en PARAFLU

UP

50% (**)

Carterpan (liter) 3,7 4,4SELENIA WR FORWARD

Carterpan en filter (liter) 3,9 4,8

Versnellingsbak-/differentieelhuis

(liter)2,0 1,8 TUTELA TRANSMISSION GEARFORCE

Hydraulisch remsysteem (kg) 0,74 0,74 TUTELA TOP 4/S

Ruitensproeiervloeistofreservoir

(liters)3 3

Mengsel van water en vloeibare PETRONAS

DURANCE SC 35

(***) Versie voor specifieke markten

(**) Wanneer het voertuig onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een mengsel van 60% PARAFLUUP en40% gedemineraliseerd water.

224

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 227: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN

Het voertuig is voorzien van een motorolie die grondig ontwikkeld en getest is om aan de vereisten van het Geprogrammeerd

Onderhoudsschema te kunnen voldoen. Constant gebruik van de voorgeschreven smeermiddelen garandeert de specificaties

van brandstofverbruik en emissies. De kwaliteit van het smeermiddel is cruciaal voor de werking en de levensduur van de

motor.

Als er geen smeermiddelen beschikbaar zijn die voldoen aan het specifieke verzoek, kunnen voor het bijvullen producten

gebruikt worden die voldoen aan de aangegeven specificaties; in dat geval wordt de optimale prestatie van de motor niet

gegarandeerd.

90)

PRODUCTSPECIFICATIES

Gebruik Eigenschappen SpecificatieOriginele vloeistoffen

en smeermiddelenVerversingsinterval

Smeermiddel voor

benzinemotoren

(1.4 16V 95 pk, 1.4 T-jet

120 pk-versies)

SAE 5W-40

ACEA C3 / API SN9.55535-S2

SELENIA K P.E.

Contractual Technical

Reference N° F603.C07

Volgens

onderhoudsschema

Smeermiddel voor

benzinemotoren

(1.6 E.TorQ-versies)

SAE 0W-30

ACEA C2 / API SN

9.55535-GS1 of

MS.90048

SELENIA DIGITEK

P.E.

Contractual Technical

Reference N° F020.B12

Volgens

onderhoudsschema

Smeermiddel voor

dieselmotoren

SAE 0W-30

ACEA C2

9.55535-DS1 of

MS.90047

SELENIA WR

FORWARD

Contractual Technical

Reference N° F842.F13

Volgens

onderhoudsschema

Smeermiddelen voor

benzine-/LPG-motoren

SAE 5W-40

ACEA C3 / API SN9.55535-T2

SELENIA

MULTIPOWER GAS

5W-40

Contractual Technical

Reference N° F922.E09

Volgens

onderhoudsschema

225

Page 228: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Gebruik Eigenschappen SpecificatieOriginele vloeistoffen

en smeermiddelenToepassingen

Smeermiddelen en

vetten voor

krachtoverbrengingen

SAE 75W synthetisch

smeermiddel.9.55550-MZ6

TUTELA

TRANSMISSION

GEARFORCE

Contractual Technical

Reference N° F002.F10

Handgeschakelde

versnellingsbak en

differentieel

Smeermiddel ATF

AW-1 automatische

versnellingsbak

9.55550-AV2

TUTELA

TRANSMISSION GI/VI

Contractual Technical

Reference N° F336.G05

Smeermiddel voor

versies met

automatische

versnellingsbak

Volledig synthetisch

smeermiddel met

speciaal additief

9.55550-SA1

TUTELA CS SPEED

Contractual Technical

Reference N° F005.F98

Smeermiddel voor

elektro-hydraulisch

systeem (versies met

automatische

transmissie met dubbele

koppeling)

Vet met een lage

wrijvingscoëfficiënt voor

homokinetische

koppelingen. N.L.G.I.

0-1 consistentie

9.55580 – GRASS II

TUTELA STAR 700

Contractual Technical

Reference N° F701.C07

Homokinetische

koppeling

differentiaalzijde

Vet met

molybdeendisulfide, voor

gebruik op hoge

bedrijfstemperaturen.

N.L.G.I. 1-2 consistentie

9.55580-GRAS II

TUTELA ALL STAR

Contractual Technical

Reference N° F702.G07

Homokinetische

koppelingen aan

wielzijde

226

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 229: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Gebruik Eigenschappen SpecificatieOriginele vloeistoffen

en smeermiddelenToepassingen

Remvloeistof

Synthetische vloeistof

voor rem- en

koppelingssystemen.

Overtreft specificaties:

FMVSS nr. 116 DOT 4,

ISO 4925 SAE J1704 -

9.55597 of MS.90039

TUTELA TOP 4/S

Contractual Technical

Reference N° F005.F15

Hydraulisch remsysteem

en hydraulische

koppelingsbediening

Beschermingsmiddel

voor radiateurs

Beschermingsmiddel

met antivrieswerking en

organische formule.

CUNA NC 956-16,

ASTM D

3306 specificaties.

9.55523 of MS.90032

PARAFLU UP(*)

Contractual Technical

Reference N° F101.M01

Gebruiksverhoudingen

koelcircuits: 50% water

50% PARAFLU UP(**)

Additief voor dieselolie

Antivriesadditief voor

dieselolie voor de

bescherming van

dieselmotoren

PETRONAS

DURANCE DIESEL

ART

Contractual Technical

Reference N° F601.L06

Te mengen met diesel

(25 cc per 10 liter)

Ruitensproeiervloeistof

Mengsel van alcoholen

en oppervlakteactieve

stoffen. Overtreft CUNA

NC 956-11 specificaties

9.55522 of MS.90043

PETRONAS

DURANCE SC 35

Contractual Technical

Reference N° F001.D16

Verdund of onverdund

gebruiken voor

ruitenwissers/

ruitensproeiers

(*) Niet bijvullen of mengen met andere vloeistoffen die andere specificaties hebben dan de beschreven vloeistoffen.

(**) Wanneer het voertuig onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een mengsel van 60% PARAFLU UP en

40% gedemineraliseerd water.

BELANGRIJK

90) Het gebruik van producten met andere dan de hierboven aangegeven specificaties kan leiden tot beschadigingen van de motor die niet

door de garantie worden gedekt.

227

Page 230: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

PRESTATIES

Topsnelheden na de inrijperiode van de auto.

Versies km/h

1.4 16V 95 PK 185

1.4 T-jet 120 pk / 1.4 T-jet 120 pk LPG 200

1.6 E.TorQ 192

1.3 MultiJet 95 pk 180

1.6 Multijet 120 pk / 1.6 Multijet 120 pk ECO 200

1.6 Multijet 120 pk / 1.6 Multijet 120 pk ECO (*) 200

1.6 Multijet 115 pk / 1.6 Multijet 115 pk ECO (**) 197

1.6 Multijet 115 pk / 1.6 Multijet 115 pk ECO (*) (**) 197

(*) Versies met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling

(**) Versie voor specifieke markten

228

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 231: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BRANDSTOFVERBRUIK

De gegevens over het brandstofverbruik die vermeld zijn in onderstaande tabel zijn bepaald op basis van de

typegoedkeuringstests in overeenstemming met specifieke Europese Richtlijnen.

De volgende procedures worden gebruikt om het brandstofverbruik te meten:

stadscyclus: koude start gevolgd door een gesimuleerde testrit in stadsverkeer;

cyclus op buitenwegen: gevolgd door een simulatie van een rit op buitenwegen met frequent accelereren in alle

versnellingen: de snelheid varieert tussen 0 en 120 km/h;

gecombineerd brandstofverbruik: hierbij telt de waarde van de stadscyclus voor 37% en de cyclus op buitenwegen voor

63% mee.

BELANGRIJK Het type route, de verkeerssituatie, weersomstandigheden, rijstijl, algemene conditie van de auto,

uitrustingsniveau/accessoires, gebruik van de klimaatregeling, lading van de auto, imperiaal op het dak en andere situaties die

de aerodynamica kunnen beïnvloeden, leiden tot andere verbruikscijfers dan de hier vermelde cijfers.

BELANGRIJK Het brandstofverbruik wordt pas regelmatiger als de eerste 3000 km zijn gereden.

229

Page 232: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BRANDSTOFVERBRUIK VOLGENS GELDENDE EUROPESE RICHTLIJNEN (liter/100 km)

TIPO 5DOOR versie

Versies Stadsverkeer Buiten de stad Gecombineerd

1.4 16V 95 pk E6 7,7 4,5 5,7

1.4 16V 95 pk E4 7,6 4,4 5,6

1.4 T-jet 120 pk 7,7 5,0 6,0

1.4 T-jet 120 pk LPG 11,4 (**) / 8,2 (***) 6,5 (**) / 5,2 (***) 8,3 (**) / 6,3 (***)

1.6 E.TorQ E6 9,2 4,6 6,3

1.6 E.TorQ E4 9,0 4,5 6,2

1.3 MultiJet 95 pk 4,5 3,3 3,7

1.6 MultiJet 120 pk 4,4 / 4,4 (****) 3,3 / 3,4 (****) 3,7 / 3,8 (****)

1.6 Multijet 120 pk ECO(*) 4,0 / 4,0 (****) 3,0 / 3,1 (****) 3,4 / 3,4 (****)

1.6 Multijet 115 pk (*****) 4,4 / 4,4 (****) 3,3 / 3,4 (****) 3,7 / 3,8 (****)

1.6 Multijet 115 pk ECO(*) (*****) 4,0 / 4,0 (****) 3,0 / 3,1 (****) 3,4 / 3,4(****)

(**) Op LPG

(***) Rijden op benzine

(****) Versie met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling

(*) De vermelde emissie- en verbruikswaarden kunnen afwijken bij gebruik van andere bandenspanningen of typen banden dan is aangegeven.

(*****) Versie voor specifieke markten

230

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 233: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TIPO STATION WAGON versie

Versies Stadsverkeer Buiten de stad Gecombineerd

1.4 16V 95 pk E6 7,7 4,5 5,7

1.4 16V 95 pk E4 7,6 4,4 5,6

1.4 T-jet 120 pk 7,7 5,0 6,0

1.4 T-jet 120 pk LPG 11,4 (**) / 8,2 (***) 6,5 (**) / 5,2 (***) 8,3 (**) / 6,3 (***)

1.6 E.TorQ E6 9,2 4,6 6,3

1.6 E.TorQ E4 9,0 4,5 6,2

1.3 MultiJet 95 pk 4,5 3,3 3,7

1.6 MultiJet 120 pk 4,4 / 4,5 (****) 3,3 / 3,5 (****) 3,7 / 3,9 (****)

1.6 Multijet 120 pk ECO(*) 4,0 / 4,1 (****) 3,0 / 3,2 (****) 3,4 / 3,5 (****)

1.6 Multijet 115 pk (*****) 4,4 / 4,5 (****) 3,3 / 3,5 (****) 3,7 / 3,9 (****)

1.6 Multijet 115 pk ECO(*) (*****) 4,0 / 4,1 (****) 3,0 / 3,2 (****) 3,4 / 3,5 (****)

(**) Op LPG

(***) Rijden op benzine

(****) Versie met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling

(*) De vermelde emissie- en verbruikswaarden kunnen afwijken bij gebruik van andere bandenspanningen of typen banden dan is aangegeven.

(*****) Versie voor specifieke markten

231

Page 234: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

CO2-EMISSIE

De CO2 emissieniveaus in de volgende tabel hebben betrekking op het gecombineerde verbruik.

TIPO 5DOOR versie

VersiesCO2

-EMISSIE

VOLGENS DE GELDENDE EUROPESE RICHTLIJN (g/km)

1.4 16V 95 pk E6 132

1.4 16V 95 pk E4 132

1.4 T-jet 120 pk 139

1.4 T-jet 120 pk LPG 135 (**) / 146 (***)

1.6 E.TorQ E6 146

1.6 E.TorQ E4 146

1.3 MultiJet 95 pk 99

1.6 MultiJet 120 pk 98 / 99 (****)

1.6 Multijet 120 pk ECO(*) 89 / 90 (****)

1.6 Multijet 115 pk (*****) 98 / 99 (****)

1.6 Multijet 115 pk ECO(*) (*****) 89 / 90 (****)

(**) Op LPG

(***) Rijden op benzine

(****) Versie met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling

(*) De vermelde emissie- en verbruikswaarden kunnen afwijken bij gebruik van andere bandenspanningen of typen banden dan is aangegeven.

(*****) Versie voor specifieke markten

232

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 235: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TIPO STATION WAGON versie

VersiesCO2

-EMISSIE

VOLGENS DE GELDENDE EUROPESE RICHTLIJN (g/km)

1.4 16V 95 pk E6 132

1.4 16V 95 pk E4 132

1.4 T-jet 120 pk 139

1.4 T-jet 120 pk LPG 135 (**) / 146 (***)

1.6 E.TorQ E6 146

1.6 E.TorQ E4 146

1.3 MultiJet 95 pk 99

1.6 MultiJet 120 pk 98 / 101 (****)

1.6 Multijet 120 pk ECO(*) 89 / 92 (****)

1.6 Multijet 115 pk (*****) 98 / 101 (****)

1.6 Multijet 115 pk ECO(*) (*****) 89 / 92 (****)

(**) Op LPG

(***) Rijden op benzine

(****) Versie met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling

(*) De vermelde emissie- en verbruikswaarden kunnen afwijken bij gebruik van andere bandenspanningen of typen banden dan is aangegeven.

(*****) Versie voor specifieke markten

233

Page 236: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AANHET EINDE VAN DE LEVENSDUUR

(voor bepaalde versies/markten)

Al jaren zet FCA zich volledig in voor de bescherming van het milieu via de continue verbetering van de productieprocessen en

de realisatie van producten die steeds "eco-compatibeler" zijn. Om de klanten de best mogelijke service te garanderen in

overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen

aan het einde van hun levensduur, biedt FCA haar klanten de mogelijkheid hun auto aan het einde van zijn levensduur zonder

extra kosten in te leveren. De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten voor de

laatste houder of eigenaar als het voertuig geen of een negatieve marktwaarde heeft.

Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u als u een andere auto gaat aanschaffen,

zich tot een van onze dealers of tot een door FCA goedgekeurd inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn

zorgvuldig geselecteerd en bieden kwaliteitsservice voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte auto’s met

respect voor het milieu.

Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot een FCA Servicepunt, het

telefoonnummer in het garantieboekje bellen of naar de websites van de verschillende merken van FCA gaan.

234

TE

CH

NIS

CH

EG

EG

EV

EN

S

Page 237: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

MULTIMEDIA

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste

functies beschreven van de

infotainmentsystemen

Uconnect™Radio, Uconnect™5"

LIVE, Uconnect™5" Nav LIVE,

Uconnect™ 7" HD LIVE of

Uconnect™7" HD Nav LIVE

waarmee het voertuig kan zijn uitgerust.

TIPS, BEDIENING EN ALGEMENE

INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . .236

Uconnect™ Radio . . . . . . . . . . .238

Uconnect™ 5" LIVE -

Uconnect™ 5" Nav LIVE . . . . . . .248

Uconnect™ 7" HD LIVE -

Uconnect™ 7" HD Nav LIVE . . . . .261

235

Page 238: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TIPS, BEDIENING ENALGEMENEINFORMATIE

VERKEERSVEILIGHEID

Zorg ervoor dat u weet hoe de

verschillende systeemfuncties gebruikt

moeten worden voordat u gaat rijden.

Lees de gebruiksaanwijzingen van het

systeem zorgvuldig door voordat u gaat

rijden.

190) 191)

ONTVANGSTOM-STANDIGHEDEN

Tijdens het rijden veranderen de

ontvangstomstandigheden

voortdurend. De ontvangst kan

gestoord worden door de aanwezigheid

van bergen, gebouwen of bruggen,

vooral wanneer u ver verwijderd bent

van de zender.

BELANGRIJK Het volume kan

toenemen wanneer verkeersinformatie

of nieuws wordt ontvangen.

ONDERHOUD EN ZORG

Neem de volgende

voorzorgsmaatregelen in acht zodat het

systeem optimaal blijft werken:

het glas van het display mag niet in

contact komen met scherpe of harde

voorwerpen die het oppervlak ervan

kunnen beschadigen; gebruik een

zachte, droge anti-statische doek om

het schoon te maken en oefen hierbij

geen druk uit.

gebruik nooit alcohol, benzine en

afgeleide producten om het glas van

het display te reinigen.

voorkom dat vloeistoffen in het

systeem komen: dit kan het systeem op

onherstelbare wijze beschadigen.

91) 92)

DIEFSTALBEVEILIGING

Het systeem is uitgerust met een

diefstalbeveiliging die gebaseerd is op

informatie-uitwisseling met de

elektronische regeleenheid (Body

Computer) in het voertuig.

Dit garandeert maximale veiligheid en

voorkomt dat elke keer dat de

stroomvoorziening uitvalt, de geheime

code opnieuw ingevoerd moet worden.

Als de controle een positief resultaat

oplevert, dan begint het systeem te

werken. Als de codes bij de vergelijking

echter niet overeenkomen of als de

elektronische regeleenheid (Body

Computer) wordt vervangen, dan zal

het systeem de gebruiker vragen om de

geheime code in te voeren op de

manier die in de volgende paragraaf is

beschreven.

De geheime code invoeren

Wanneer het systeem wordt

ingeschakeld, toont het display, als de

code wordt gevraagd, het opschrift

"Anti-diefstalcode invoeren", gevolgd

door een scherm met een toetsenbord

waarmee de geheime code kan worden

ingevoerd.

De geheime code bestaat uit vier

tekens van 0 tot 9.

Uconnect™ Radio:

Om het eerste teken van de code in

te geven draai aan de "BROWSE/

ENTER" rechter knop en druk om te

bevestigen.

Na het invoeren van het vierde cijfer,

de cursor op "OK" zetten en de rechter

"BROWSE ENTER" knop indrukken: het

systeem begint te werken.

Uconnect™ 5" en 7" HD:

Gebruik de grafische toetsen op het

display om de codetekens in te geven.

Als er een verkeerde code is ingevoerd,

geeft het systeem "Code verkeerd"

weer om de gebruiker te laten weten

dat de juiste code ingevoerd moet

worden.

Na 3 mislukte invoerpogingen,

verschijnt op het display "Code

verkeerd. Radio vergrendeld

30 minuten wachten a.u.b.". Als dit

opschrift is verdwenen, kan de code

opnieuw worden ingevoerd.

236

MU

LTIM

ED

IA

Page 239: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Paspoort autoradio

Dit document is het eigendomsbewijs

van het systeem. In het paspoort van

de autoradio staan het model, het

serienummer en de geheime code

aangegeven.

Neem, in geval van zoekraken van het

paspoort van de autoradio, contact op

met het Fiat Servicenetwerk, neem uw

identiteitsbewijs en de

eigendomsdocumenten van uw auto

mee.

BELANGRIJK Bewaar dit

autoradiopaspoort op een veilige plek,

zodat bij diefstal van het systeem de

betreffende informatie aan de bevoegde

instanties gegeven kan worden.

BELANGRIJKEOPMERKINGEN

Kijk alleen naar het scherm wanneer dit

nodig en veilig is. Als u langere tijd naar

het scherm moet kijken, ga dan de weg

af en parkeer op een veilige plek, zodat

u niet tijdens het rijden wordt afgeleid.

Stop onmiddellijk met het gebruik van

het systeem in geval van een storing.

Anders kan het systeem beschadigd

raken. Neem zo snel mogelijk contact

op met het Fiat Servicenetwerk om het

systeem te laten repareren.

BELANGRIJK

190) Volg onderstaande

veiligheidsvoorschriften, want anders

kunnen de inzittenden ernstig gewond

raken of kan het systeem beschadigd

raken.

191) Als het volume te hoog staat, kan dat

gevaarlijk zijn. Stel het volume zo af dat

omgevingsgeluiden (bijv. claxons,

ambulances, politievoertuigen enz.) nog

hoorbaar zijn.

BELANGRIJK

91) Maak het glas van het voorpaneel en

display alleen schoon met een zachte,

schone, droge, anti-statische doek.

Reinigings- en polijstmiddelen kunnen het

oppervlak beschadigen. Gebruik nooit

alcohol, benzine en afgeleide producten.

92) Gebruik het display niet als basis voor

steunen met zuignappen of kleefmiddelen

voor externe navigatiesystemen,

smartphones of dergelijke apparaten.

237

Page 240: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Uconnect™ Radio

BEDIENINGSELEMENTEN OP HET FRONTPANEEL

217 11016J0001EM

238

MU

LTIM

ED

IA

Page 241: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL

Toets Functies Modus

Inschakelen Toets kort indrukken

Uitschakelen Toets kort indrukken

Volumeregeling Knop rechtsom/linksom draaien

Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Toets kort indrukken

Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Toets kort indrukken

BROWSE ENTER

Door de lijst bladeren of op een radiostation

afstemmen of vorig/volgend nummer selecterenKnop rechtsom/linksom draaien

Op display weergegeven optie bevestigen Toets kort indrukken

INFO Keuze weergavemodus (Radio, Media) Toets kort indrukken

TELEFOON(*)Toegang tot Telefoonmodus (of versies/markten waar

voorzien)Toets kort indrukken

AUDIO(*) Toegang tot audio-instelling en instelfuncties Toets kort indrukken

MENUToegang tot het menu Infotelematica Instellingen/

SysteemToets kort indrukken

MEDIA Bronselectie: USB/iPod of AUX Toets kort indrukken

RADIO Toegang tot de radio-modus Toets kort indrukken

1-2-3-4-5-6Huidige radiostation opslaan Toets lang indrukken

Opgeslagen radiostation oproepen Toets kort indrukken

A-B-CSelectie van de groep voorkeuzestations of selectie

van de gewenste letter in elke lijstToets kort indrukken

(*) (voor bepaalde versies/markten)

239

Page 242: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Toets Functies Modus

Zoeken naar vorig radiostation of selectie van vorig

nummer USB/iPodToets kort indrukken

Scannen van lagere frequenties tot loslaten/snel terug

van USB/iPodToets lang indrukken

Zoeken naar volgend radiostation of selectie van

volgend nummer USB/iPodToets kort indrukken

Scannen van hogere frequenties tot de toets wordt

losgelaten/Snel vooruitspoelen nummer van USB/iPodToets lang indrukken

Willekeurige volgorde van USB/iPod nummers Toets kort indrukken

USB/iPod nummer herhalen Toets kort indrukken

240

MU

LTIM

ED

IA

Page 243: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL

De bedieningselementen voor de belangrijkste functies van het systeem bevinden zich op het stuurwiel, om het systeem

gemakkelijker te kunnen bedienen. De inschakeling van de gekozen functie is in sommige gevallen afhankelijk van hoelang de

knop wordt ingedrukt (kort indrukken of ingedrukt houden) zoals in onderstaande tabel is aangegeven.

218 11026J0005EM

241

Page 244: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP STUURWIEL

Toets (voor bepaalde

versies/markten);Interactie

Inkomend gesprek aannemen

Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten

Inkomend gesprek weigeren

Lopend telefoongesprek beëindigen

242

MU

LTIM

ED

IA

Page 245: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BEDIENINGSELEMENTEN ACHTER HET STUURWIEL

Toetsen Interactie

Toets 1 (linkerzijde stuurwiel)

Bovenste toets

Toets kort indrukken: zoeken naar volgend radiostation of selectie van volgend

nummer USB/iPod.

Toets langer indrukken: scannen van hogere frequenties tot de toets wordt

losgelaten/snel vooruitspoelen nummer van USB/iPod.

Middelste toetsBij elke keer indrukken worden de bronnen AM, FM, USB/iPod, AUX doorlopen.

Alleen de beschikbare bronnen worden geselecteerd.

Onderste toets

Toets kort indrukken: zoeken naar vorig radiostation of selectie van volgend

nummer USB/iPod.

Toets langer indrukken: scannen van lagere frequenties tot de toets wordt

losgelaten/snel vooruitspoelen nummer van USB/iPod.

Toets 2 (rechterzijde stuurwiel)

Bovenste toets

Volume verhogen

Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verhogen

Toets langer indrukken: volume snel verhogen

Middelste toets In-/uitschakelen van Mute-functie

Onderste toets

Volume verlagen

Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verlagen

Toets langer indrukken: volume snel verlagen

243

Page 246: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

SYSTEEM IN-/UITSCHAKELEN

Het systeem wordt in-/uitgeschakeld

door het indrukken van de

toets/knop.

Draai de toets/knop respectievelijk

rechtsom/linksom om het radiovolume

te verhogen/verlagen. De elektronische

volumeregeling kan continu (360°) in

beide richtingen, zonder stopposities,

worden gedraaid.

RADIO (TUNER) MODUS

Het systeem is voorzien van de

volgende tuners: AM, FM en DAB (voor

bepaalde versies/markten).

Selectie radio-modus

Druk op de RADIO-toets op het

voorpaneel om de radio in te schakelen.

Keuze golfband

De verschillende tunerfuncties kunnen

gekozen worden door de RADIO-toets

op het voorpaneel in te drukken.

Aanwijzingen op het display

Nadat het gewenste radiostation op het

display is gekozen, wordt de volgende

informatie getoond (INFO-functie

ingeschakeld):

In het bovenste gedeelte: het

voorkeuzestation, de tijd en de overige

actieve radio-instellingen worden

aangegeven.

In het middelste gedeelte: de naam van

het huidige station, de frequentie en

tekstinformatie (indien aanwezig)

worden weergegeven.

Lijst FM-stations

Druk op de toets/knop BROWSE

ENTER om de volledige lijst van de

FM-stations die ontvangen kunnen

worden weer te geven.

Opslaan van AM/FM-radiostations

De voorkeuzestations zijn in alle

systeemmodi beschikbaar en kunnen

gekozen worden door een van de

voorkeuzetoetsen 1-2-3-4-5-6 op het

frontpaneel aan te raken. Als op een

radiostation is afgestemd dat

opgeslagen moet worden, druk dan op

de betreffende voorkeuzetoets en houd

deze ingedrukt totdat ter bevestiging

een geluidssignaal wordt afgegeven.

Selectie AM/FM radiostation

Om het gewenste radiostation te

zoeken, op de toetsen of

drukken of aan het wieltje van de

bedieningselementen op het stuurwiel

draaien, of aan de knop "BROWSE

ENTER" draaien.

Vorige/volgende radiostationzoeken

Druk kort op de toetsen of op

het display: wanneer de toets wordt

losgelaten, wordt het volgende of vorige

radiostation getoond.

Snel vorige/volgende radiostationzoeken

Houd de toets of ingedrukt

om het snel zoeken te starten: wanneer

de toets wordt losgelaten, hoort men

het eerste radiostation waarop

afgestemd kan worden.

MEDIA-MODUS

Interaction modi voor AUX, USB/iPod

werking.

Audiobron selecteren

Om de gewenste audiobron onder de

beschikbare bronnen te selecteren:

AUX of USB/iPod, druk op de MEDIA

knop.

Druk op de toets BROWSE ENTER en

selecteer mappen dan kaart, om

muzieknummers op de cd-kaart (waar

de telefoon het toestaat) van de

mobiele telefoon te selecteren en af te

spelen.

BELANGRIJK Sommige

multimediaspelers zijn mogelijk niet

compatibel met het Uconnect™.

Wijziging nummer (volgende/vorige)

Druk kort op de toets om het

volgende nummer af te spelen of druk

kort op de toets om terug te keren

na het begin van het gekozen nummer

244

MU

LTIM

ED

IA

Page 247: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

of naar het begin van het vorige

nummer als deze minder dan

3 seconden is afgespeeld.

Nummers snel vooruit-/terugspoelen

Houd de knop ingedrukt om het

gekozen nummer snel vooruit te

spoelen of de knop om het

nummer snel achteruit te spoelen.

Nummer kiezen (browse)

Gebruik deze functie om door de

nummers op het actieve apparaat te

bladeren en een nummer te selecteren.

De beschikbare keuzes hangen af van

het apparaat dat aangesloten is. Bij een

USB/iPod-apparaat kunt u bijvoorbeeld

door de lijst beschikbare artiesten,

genres en albums bladeren afhankelijk

van de informatie die aanwezig is op de

nummers met behulp van de

toets/knop BROWSE ENTER.

Gebruik binnen elke alfabetisch

geordende lijst de toets A-B-C op het

frontpaneel om naar de gewenste letter

in de lijst te springen.

Opmerking OPMERKING: Deze knop

kan voor bepaalde Apple®-apparatenuitgeschakeld zijn.

Druk op de toets BROWSE ENTER om

deze functie te activeren voor de bron

die afgespeeld wordt. Draai aan de

toets/knop BROWSE ENTER om de

gewenste optie te kiezen en druk

vervolgens op deze toets/knop om de

keuze te bevestigen. Druk op de toets

om de functie te annuleren.

Opmerking De toets BROWSE ENTER

staat geen enkele handeling op een

AUX apparaat toe.

Weergave nummerinformatie

Druk op de toets INFO om de

informatie die weergegeven wordt

tijdens het afspelen (Artiest, Album,

Genre, Naam, Map, Bestandsnaam) te

selecteren. Druk op de toets om

het scherm af te sluiten.

Willekeurige volgorde

Druk op de toets om de nummers

op de USB/iPod in willekeurige

volgorde af te spelen. Nogmaals

indrukken om de functie uit te

schakelen.

Herhalen

Druk, om het nummer weer af te

spelen, opnieuw op de toets.

Nogmaals indrukken om de functie uit

te schakelen.

USB/iPod BRON

Om de USB/iPod modus te activeren

moet het betreffende apparaat (USB of

iPod) in de USB-poort in het voertuig

worden gestoken.

Als een USB/iPod apparaat bij

ingeschakeld systeem wordt

ingebracht, zullen de nummers die op

het apparaat aanwezig zijn afgespeeld

worden.

BELANGRIJK Bij het aansluiten van een

apparaat (USB of iPod) op de

USB-poort, controleren of dit de

bediening van de handrem niet hindert.

AUX-BRON

Breng, om de AUX-modus in te

schakelen, een geschikt apparaat in de

AUX-aansluiting in de auto in (zie de

afbeelding in paragraaf "USB/iPod

Modus").

Als een apparaat wordt ingebracht met

een AUX-stekker, dan begint het

systeem de aangesloten AUX-bron af te

spelen als deze reeds op weergave is

ingesteld.

Stel het volume in met de toets/knop

op het voorpaneel of met de

volume-instelknop op het aangesloten

apparaat.

Zie voor wat betreft de functie "Selectie

audiobron", het hoofdstuk "Media".

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

De functies van het apparaat dat

aangesloten is op het AUX-stopcontact

worden rechtstreeks geregeld door het

apparaat zelf; het is niet mogelijk om

nummer/map/playlist te veranderen of

245

Page 248: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

start/einde/pauze te bedienen met de

bedieningstoetsen op het voorpaneel of

die op het stuurwiel.

Laat de kabel van uw draagbare speler

niet in de AUX-aansluiting zitten om

mogelijk geruis van de luidsprekers te

voorkomen.

BELANGRIJK Bij het aansluiten van een

apparaat op de AUX-aansluiting,

controleren of dit de bediening van de

handrem niet hindert.

TELEFOONMODUS(waar aanwezig)

Activering telefoonmodus

Druk op de knop PHONE op het

voorpaneel om de Telefoonmodus in te

schakelen.

De beschikbare commando's kunnen

gebruikt worden voor:

het draaien van het gewenste

telefoonnummer;

de contacten in het telefoonboek van

de mobiele telefoon weergeven en

bellen;

de contacten uit de registers van

vorige gesprekken weergeven en

bellen;

een maximum van 8 telefoons

koppelen om de toegang en de

verbinding eenvoudiger en sneller te

maken;

gesprekken van het systeem naar de

mobiele telefoon en andersom

overzetten en het geluid van de

microfoon uitschakelen bij

privégesprekken.

Het geluid van de mobiele telefoon

wordt over het audiosysteem van het

voertuig uitgezonden: het systeem

schakelt automatisch het geluid van de

autoradio uit wanneer de

Telefoonfunctie wordt gebruikt.

Mobiele telefoon koppelen

Ga als volgt te werk voor het koppelen

van de mobiele telefoon:

schakel de functie Bluetooth® in opde mobiele telefoon;

druk op de knop PHONE op het

voorpaneel;

als er nog geen telefoon aan het

systeem gekoppeld is, toont het display

een speciaal scherm;

selecteer "Telefoon aansluiten" om

de koppelingsprocedure te starten en

zoek vervolgens het Uconnect™

apparaat op de mobiele telefoon (als

"Nee" wordt geselecteerd, wordt het

hoofdscherm van de Telefoon getoond);

voer, als de mobiele telefoon hierom

vraagt, de PIN-code getoond op het

display van het systeem in op het

toetsenbord van uw telefoon of

bevestig de op de mobiele telefoon

getoonde PIN;

vanuit het menu "Instellingen" kan

altijd een mobiele telefoon gekoppeld

worden door "Telefoonmenu/Telefoon

toevoegen" te selecteren, ga daarna te

werk zoals hierboven is beschreven;

tijdens de koppelingsfase verschijnt

een scherm dat de voortgang van het

proces toont.

Opmerking Na het updaten van de

telefoonsoftware wordt het voor een

correcte werking aanbevolen de

telefoon te verwijderen uit de lijst

apparaten gelinkt aan de radio en ook

de koppeling van het vorige systeem uit

de lijst met Bluetooth®-apparaten opde telefoon te verwijderen en eennieuwe koppeling te maken.

Een nummer bellen

De hieronder beschreven procedures

zijn alleen toegankelijk indien ze door de

gebruikte mobiele telefoon worden

ondersteund.

Een nummer kan op de volgende

manieren gebeld worden:

door het selecteren van "Contacten"

(Telefoonboek ......);

door het selecteren van "Recente

oproep.";

door het selecteren van

"Toetsenbord".

246

MU

LTIM

ED

IA

Page 249: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Het telefoonnummer kiezen met het"toetsenbord" op het display

Voer het telefoonnummer in met behulp

van het toetsenbord op het display.

Ga als volgt te werk:

druk op de knop PHONE op het

voorpaneel;

selecteer "Toetsenbord" op het

display en gebruik de rechtertoets

"BROWSE/ENTER" om het nummer in

te voeren;

selecteer het pictogram om te

bellen.

Kiezen van het telefoonnummermet de mobiele telefoon

Het is mogelijk om bij ingeschakeld

systeem een telefoonnummer met de

mobiele telefoon te kiezen (zorg er altijd

voor dat u nooit wordt afgeleid tijdens

het rijden).

Wanneer een telefoonnummer wordt

gebeld met het toetsenbord van de

mobiele telefoon, wordt het geluid van

de oproep over het geluidssysteem van

het voertuig weergegeven.

247

Page 250: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Uconnect™ 5" LIVE - Uconnect™ 5" Nav LIVE

BEDIENINGSELEMENTEN OP HET FRONTPANEEL

219 11086J0002EM

248

MU

LTIM

ED

IA

Page 251: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL

Knop Functies Modus

Inschakelen Knop kort indrukken

Uitschakelen Knop kort indrukken

Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien

Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken

Display aan/uit Knop kort indrukken

Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken

Instellingen Knop kort indrukken

BROWSE ENTER

Lijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen;

ander nummer kiezen binnen mediabronKnop naar links/rechts draaien

Op display weergegeven optie bevestigen;

in de radiomodus de lijst met radiostations weergeven;

in de mediamodus door inhoud bladeren

Knop kort indrukken

APPS

Toegang tot de aanvullende functies (weergave Tijd,

Kompas, Buitentemperatuur, Media, Radio en

UConnect™LIVE services)

Knop kort indrukken

TELEFOON Weergave telefoongegevens Knop kort indrukken

TRIP (*) Toegang tot het Trip menu Knop kort indrukken

NAV (**) Toegang tot Navigatie (kaart) Knop kort indrukken

MEDIAOndersteuningsselectie: USB/iPod, AUX,

Bluetooth®Knop kort indrukken

RADIO Toegang tot de radio-modus Knop kort indrukken

(*) Alleen UConnect™5” LIVE

(**) Alleen UConnect™5” Nav LIVE

249

Page 252: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL

De bedieningselementen voor de belangrijkste functies van het systeem bevinden zich op het stuurwiel, om het systeem

gemakkelijker te kunnen bedienen.

De inschakeling van de gekozen functie is in sommige gevallen afhankelijk van hoelang de knop wordt ingedrukt (kort indrukken

of ingedrukt houden) zoals in onderstaande tabel is aangegeven.

220 11026J0006EM

250

MU

LTIM

ED

IA

Page 253: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP STUURWIEL

Knop Interactie

Inkomend gesprek aannemen

Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten

Op het instrumentenpaneel wordt een lijst met de laatste 10 gesprekken weergegeven (functie

beschikbaar op versies en markten waar aanwezig)

Spraakherkenning inschakelen

Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven

Spraakherkenning onderbreken

Inkomend gesprek weigeren

Lopend telefoongesprek beëindigen

De laatste oproepen worden alleen op het instrumentenpaneel weergegeven als het bladeren door

oproepen actief is (beschikbaar voor versies en markten waar aanwezig)

Kort indrukken (telefoonmodus): selectie van volgende/vorige oproep of tekstbericht (alleen met

bladeren door oproepen actief) op het instrumentenpaneel (functie beschikbaar op versies en markten

waar aanwezig)

251

Page 254: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BEDIENINGSELEMENTEN ACHTER HET STUURWIEL

Toetsen Interactie

Toets 1 (linkerzijde stuurwiel)

Bovenste toets

Toets kort indrukken: zoeken naar volgend radiostation of selectie van volgend

nummer USB/iPod.

Toets langer indrukken: scannen van hogere frequenties tot de toets wordt

losgelaten/snel vooruitspoelen nummer van USB/iPod.

Middelste toetsBij elke keer indrukken worden de bronnen AM, FM, DAB, USB/iPod, AUX

doorlopen. Alleen de beschikbare bronnen worden geselecteerd.

Onderste toets

Toets kort indrukken: zoeken naar vorig radiostation of selectie van vorig nummer

USB/iPod.

Toets langer indrukken: scannen van lagere frequenties tot de toets wordt

losgelaten/snel vooruitspoelen nummer van USB/iPod.

Toets 2 (rechterzijde stuurwiel)

Bovenste toets

Volume verhogen

Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verhogen

Toets langer indrukken: volume snel verhogen

Middelste toets In-/uitschakelen van Mute / Pauze-functie

Onderste toets

Volume verlagen

Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verlagen

Toets langer indrukken: volume snel verlagen

252

MU

LTIM

ED

IA

Page 255: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

SYSTEEM IN-/UITSCHAKELEN

Het systeem wordt in-/uitgeschakeld

door het indrukken van de

toets/knop.

Draai de toets/knop respectievelijk

rechtsom/linksom om het radiovolume

te verhogen/verlagen. De elektronische

volumeregeling kan continu (360°) in

beide richtingen, zonder stopposities,

worden gedraaid.

RADIOMODUS

Als u de radiomodus wilt activeren,

drukt u op de knop RADIO op het

voorpaneel. U ziet nu de volgende

informatie op het display:

Bovenaan: de lijst van opgeslagen

(preset) radiostations wordt

weergegeven; het station dat

momenteel beluisterd wordt, is

gemarkeerd.

In het midden: weergave van de naam

van het huidige radiostation en de

knoppen om het vorige of het volgende

radiostation te selecteren.

Onderaan: weergave van de volgende

toetsen:

"Browse": lijst van beschikbare

radiostations;

"AM/FM", "AM/DAB", "FM/DAB":

selectie van de gewenste golfband

(herconfigureerbare toets al naar gelang

de geselecteerde golfband: AM, FM of

DAB);

"Afstem.": handmatige afstemming

op het radiostation (niet beschikbaar

voor DAB-radio's);

"Info": aanvullende informatie over de

beluisterde bron;

"Audio": toegang tot het scherm

"Audio-instellingen".

Audiomenu

Om toegang te krijgen tot het menu

"Audio", drukt u op de knop "Audio"

op het voorpaneel of op de knop

voor het menu "Audio" onder aan het

display.

Via het menu "Audio" kunnen de

volgende regelingen worden gemaakt:

"Equalizer" (voor bepaalde

versies/markten);

"Balans / Fade" (om de audiobalans

rechts/links en voor/achter te regelen);

"Speed / Volume" (automatische

snelheidsafhankelijke volumeregeling);

"Loudness" (voor bepaalde

versies/markten, waar aanwezig);

"Auto-On Radio";

Druk op de toets /Gereed om het

menu "Audio" af te sluiten.

MEDIA-MODUS

Druk op de toets "Bron" om de

gewenste audiobron onder de

beschikbare bronnen te selecteren:

AUX, USB, iPod en Bluetooth®.

Toepassingen die worden gebruikt op

draagbare apparaten zijn mogelijk niet

compatibel met het Uconnect™-

systeem.

Nummer kiezen (Browse)

Gebruik deze functie om door de

nummers op het actieve apparaat te

bladeren en een nummer te selecteren.

De beschikbare keuzes hangen af van

het apparaat dat aangesloten is.

Bij een USB/iPod-apparaat kunt u

bijvoorbeeld door de lijst beschikbare

artiesten, genres en albums bladeren

afhankelijk van de informatie die

aanwezig is op de nummers met

behulp van de toets/knop BROWSE

ENTER.

Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst

om naar de gewenste letter in de lijst te

springen.

OPMERKING Deze toets kan voor

bepaalde Apple® apparatenuitgeschakeld zijn.

OPMERKING De toets BROWSE

ENTER staat geen enkele handeling op

een AUX apparaat toe.

Druk op de toets BROWSE ENTER om

253

Page 256: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

deze functie te activeren voor de bron

die afgespeeld wordt.

Draai aan de toets/knop BROWSE

ENTER om de gewenste optie te kiezen

en druk vervolgens op deze toets/knop

om de keuze te bevestigen.

Druk op de knop op het

voorpaneel om de functie te annuleren.

Bluetooth® BRON

Deze functie wordt geactiveerd door

een Bluetooth® apparaat metmuziekstukken aan het systeem tekoppelen.

EEN Bluetooth®AUDIOAPPARAATKOPPELEN

Ga als volgt te werk om een

Bluetooth® audioapparaat tekoppelen:

schakel de functie Bluetooth® inop het apparaat;

druk op de toets MEDIA op het

voorpaneel;

als de "Media" bron actief is, druk

dan op de knop "Bron";

selecteer de mediabron

Bluetooth®;druk op de knop "Toestel toev.";

zoek Uconnect™ op het

Bluetooth® audioapparaat (tijdens dekoppelingsfase verschijnt op hetscherm de voortgang van het proces);

voer, als het audioapparaat hierom

vraagt, de PIN-code in die wordt

getoond op het display van het systeem

of bevestig de op het apparaat

getoonde PIN;

als de koppelingsprocedure met

succes is afgesloten, wordt een scherm

getoond. Als "Ja" op de vraag wordt

geselecteerd, wordt het Bluetooth®audioapparaat als favoriet gekoppeld(het apparaat heeft voorrang op alleandere apparaten die later wordengekoppeld). Als "Nee" wordtgeselecteerd, wordt de prioriteit opbasis van de volgorde van verbindingbepaald. Het laatst verbonden apparaatheeft de hoogste prioriteit;

een audioapparaat kan ook

gekoppeld worden door te drukken op

de toets PHONE op het voorpaneel en

door "Instellingen" te selecteren of door,

vanuit het menu "Instellingen",

"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.

WAARSCHUWING Raadpleeg het

instructieboekje van de mobiele

telefoon als de Bluetooth® verbindingtussen mobiele telefoon en systeemwordt verbroken.

USB/iPod BRON

Om de USB/iPod modus te activeren

moet het betreffende apparaat (USB of

iPod) in de USB-poort worden

gestoken, die zich op de tunnelconsole

bevindt.

Wanneer een USB/iPod-apparaat wordt

ingebracht met de radio aan, begint het

de nummers af te spelen op het

apparaat als de “AutoPlay”-functie is

ingesteld op ON in het “Audio”-menu.

AUX-BRON

Om de AUX-modus in te schakelen,

een geschikt apparaat aansluiten op de

AUX-aansluiting in het voertuig.

Als een apparaat wordt ingebracht met

een AUX-stekker, dan begint het

systeem de aangesloten AUX-bron af te

spelen als deze reeds op weergave is

ingesteld.

Stel het volume in met de toets/knop

op het voorpaneel of met de

volume-instelknop op het aangesloten

apparaat.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

De functies van het apparaat dat

aangesloten is op het AUX-stopcontact

worden rechtstreeks geregeld door het

apparaat zelf; het is niet mogelijk om

nummer/map/playlist te veranderen of

start/einde/pauze te bedienen met de

bedieningstoetsen op het voorpaneel of

die op het stuurwiel.

Laat de kabel van uw draagbare speler

niet in de AUX-aansluiting zitten om

mogelijk geruis van de luidsprekers te

voorkomen.

254

MU

LTIM

ED

IA

Page 257: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

TELEFOONMODUS

ACTIVERING TELEFOONMODUS

Druk op de knop PHONE op het

voorpaneel om de Telefoonmodus in te

schakelen.

OPMERKING Als u de lijst met mobiele

telefoons en ondersteunde functies wilt

te raadplegen, gaat u naar de website

www.DriveUconnect.eu.

Met de knoppen op het display kan

men:

het telefoonnummer kiezen (met

behulp van het grafische toetsenbord

op het display);

de contacten in het telefoonboek van

de mobiele telefoon weergeven en

bellen;

de contacten uit de registers van

vorige gesprekken weergeven en

bellen;

een maximum van 10 telefoons/

audioapparaten koppelen om de

toegang en de verbinding eenvoudiger

en sneller te maken;

gesprekken van het systeem naar

de mobiele telefoon en andersom

overzetten en het geluid van de

microfoon uitschakelen bij

privégesprekken.

Het geluid van de mobiele telefoon

wordt over het audiosysteem van het

voertuig uitgezonden: het systeem

schakelt automatisch het geluid van de

autoradio uit wanneer de

Telefoonfunctie wordt gebruikt.

MOBIELE TELEFOON KOPPELEN

BELANGRIJK Voer deze handeling uit

bij stilstaand voertuig en onder veilige

omstandigheden; deze functie is

uitgeschakeld wanneer het voertuig

rijdt.

Hieronder wordt de

koppelingsprocedure van de mobiele

telefoon beschreven: raadpleeg in elk

geval ook de handleiding van de

mobiele telefoon.

Ga als volgt te werk voor het koppelen

van de mobiele telefoon:

schakel de functie Bluetooth® in opde mobiele telefoon;

druk op de knop PHONE op het

voorpaneel;

als er nog geen telefoon aan het

systeem gekoppeld is, toont het display

een speciaal scherm;

selecteer "Ja" om het

registratieproces te starten, zoek

daarna naar de Uconnect™-

voorziening op de mobiele telefoon (als

daarentegen "Nee" geselecteerd wordt,

ziet u het hoofdscherm van de

telefoon);

voer, als de mobiele telefoon hierom

vraagt, de PIN-code getoond op het

display van het systeem in op het

toetsenbord van uw telefoon of

bevestig de op de mobiele telefoon

getoonde PIN;

vanuit het scherm "Telefoon" kan de

mobiele telefoon altijd gekoppeld

worden door op de knop "Instelling." te

drukken: druk op de knop “Toestel

toev." en ga verder zoals hierboven

beschreven;

tijdens de koppelingsfase verschijnt

een scherm dat de voortgang van het

proces toont;

als de koppelingsprocedure met

succes is voltooid, wordt een scherm

getoond: als "Ja" op de vraag wordt

geselecteerd, wordt de mobiele

telefoon als favoriet gekoppeld (de

mobiele telefoon heeft voorrang op alle

andere mobiele telefoons die later

worden gekoppeld). Als geen andere

apparaten worden gekoppeld, zal het

systeem het eerst gekoppelde apparaat

als favoriet beschouwen.

Opmerking Na het updaten van de

telefoonsoftware wordt het voor een

correcte werking aanbevolen de

telefoon te verwijderen uit de lijst

apparaten gelinkt aan de radio en ook

de koppeling van het vorige systeem uit

de lijst met Bluetooth®-apparaten opde telefoon te verwijderen en eennieuwe koppeling te maken.

255

Page 258: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

EEN NUMMER BELLEN

De hieronder beschreven procedures

zijn alleen toegankelijk indien ze door de

gebruikte mobiele telefoon worden

ondersteund.

Raadpleeg de handleiding van de

mobiele telefoon om alle beschikbare

functies te kennen.

Een nummer kan op de volgende

manieren gebeld worden:

selectie van het pictogram

(telefoonboek van mobiele

telefoon);

selectie van "Recente oproep.";

selectie van het pictogram ;

drukken op de toets "Opnieuw

bellen".

SMS-LEZER

Het systeem kan de SMS-berichten die

de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.

Om deze telefoonfunctie te gebruiken,

moet de mobiele telefoon de

SMS-uitwisseling via Bluetooth®ondersteunen.

Als de bewerking niet wordt

ondersteund door de telefoon, wordt de

bijbehorende grafische toets

uitgeschakeld (wordt grijs).

Bij ontvangst van een tekstbericht,

toont het display een scherm waarop

de opties "Luisteren", "Bellen" of

"Negeer" gekozen kunnen worden.

U kunt toegang krijgen tot het overzicht

SMS-berichten die door de telefoon zijn

ontvangen door op de grafische toets

te drukken (in het overzicht worden

maximaal 60 ontvangen berichten

weergegeven).

Uconnect™ LIVESERVICES

Druk op de APPS-knop om toegang te

krijgen tot de apps van

Uconnect™LIVE.

De beschikbare services hangen af van

de configuratie van de auto en de

markt.

Om de services van Uconnect ™LIVE

te gebruiken, moet u de Uconnect

™LIVE-app downloaden van Google

Play of de Apple Store en registreren

met gebruik van de app of op

www.DriveUconnect.eu.

Eerste toegang tot het voertuig

Als u de Uconnect™ LIVE-app hebt

gestart en uw gegevens hebt

ingevoerd, kunt u in de auto

gebruikmaken van de services van

Uconnect™ LIVE door uw

smartphone en de radio via

Bluetooth® te koppelen, zoals wordtbeschreven in het hoofdstuk "Hetkoppelen van een mobiele telefoon."

Als het koppelen is voltooid, zijn de

verbonden services beschikbaar door

te drukken op het pictogram

Uconnect™LIVE op de radio.

Voordat u de verbonden services kunt

gebruiken, moet u de

activeringsprocedure voltooien door de

instructies te volgen die verschijnen in

de Uconnect™LIVE-app nadat de

koppeling via Bluetooth® is afgerond.

Instellingen van de Uconnect™LIVE services die via de autoradiokunnen worden beheerd

In Uconnect™LIVE kunt u naar

"Instellingen" gaan door op het

pictogram te drukken. In deze sectie

kan de gebruiker de systeemopties

controleren en naar eigen voorkeur

wijzigen.

Systeemupdates

Als een update voor het

Uconnect™LIVE systeem beschikbaar

is terwijl de Uconnect™LIVE services

worden gebruikt, dan wordt de

gebruiker hiervan op de hoogte

gebracht via een bericht op het

radioscherm.

Aangesloten services die kunnenworden geraadpleegd op hetvoertuig

De apps eco:Drive™ en my:Car zijn

ontwikkeld om de rijervaring van de

klant te verbeteren, en daarom zijn ze

verkrijgbaar op alle markten waar de

services van Uconnect™LIVE

256

MU

LTIM

ED

IA

beschikbaar zijn.

Page 259: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

beschikbaar zijn.

Als het navigatiesysteem in de

autoradio wordt geïnstalleerd, dan

wordt bij toegang tot de

Uconnect™LIVE services het gebruik

van de "Live" services geactiveerd.

eco:Drive™

Met de eco:Drive™ applicatie kan uw

rijgedrag in realtime worden weergeven,

zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor

wat betreft brandstofverbruik en

uitstoot.

Daarnaast kunnen de gegevens worden

opgeslagen op een USB-flashdrive en

kan een gegevensanalyse worden

gemaakt op uw pc dankzij de

eco:Drive™ desktopapplicatie,

beschikbaar op www.fiat.it of

www.DriveUconnect.eu.

Het rijgedrag wordt geëvalueerd door

middel van vier indexen die de volgende

parameters controleren: acceleratie,

deceleratie, schakelen, snelheid

Weergave van de eco:Drive™

Druk op de toets eco:Drive™ om van

deze functie gebruik te maken.

Er wordt een scherm weergegeven op

de radio met de 4 indexen: Acceleratie,

deceleratie, snelheid en schakelen.

Deze indexen zijn grijs totdat het

systeem genoeg gegevens heeft om de

rijstijl te analyseren. Zodra voldoende

gegevens beschikbaar zijn, nemen de

indexen op basis van de beoordeling

5 kleuren aan: donkergroen (zeer goed),

lichtgroen, geel, oranje en rood (zeer

slecht).

Na langdurige stilstand toont het

display de gemiddelde van de indexen

tot dat moment (de "Gemiddelde

index"), waarna de indexen in realtime

opnieuw kleuren zodra het voertuig

opnieuw gestart wordt.

Opnemen en overzetten vanreisgegevens

De reisgegevens worden opgeslagen in

het systeemgeheugen en overgebracht

door middel van een geschikt

geconfigureerde USB-geheugenstick of

via de app Uconnect™LIVE. Op die

manier kunt u de geschiedenis van de

verzamelde gegevens, met een

volledige analyse van de routegegevens

en van uw rijstijl, weergeven.

Ga voor meer informatie naar

www.DriveUconnect.eu.

my:Car

Met my:Car kunt u de "gezondheid"

van uw voertuig bewaken.

my:Car kan storingen in realtime

detecteren en de gebruiker informeren

wanneer het onderhoudsintervalverlopen is. Druk op de knop " my:Car"

om van deze toepassing gebruik te

maken.

Op het display verschijnt een scherm

met de "care:Index" sectie, waarin alle

gedetailleerde informatie over de status

van het voertuig wordt getoond. Druk

op de knop "Actieve waarschuwingen"

om de informatie (indien aanwezig) over

de storingen van het voertuig te tonen

die het branden van een

waarschuwingslampje tot gevolg

hadden.

INSTELLINGEN

Druk op de toets op het voorpaneel

voor de weergave van het menu

"Instellingen".

OPMERKING De weergegeven

menu-items hangen van de versie af.

Het menu omvat de volgende opties:

Display;

Meeteenheid;

Spraakopdrachten;

Klok & Datum;

Veiligheid / Assistentie;

Lichten;

Portieren+Vergrend.;

Opties voertuig uit;

Audio;

Telefoon / Bluetooth;

Configurat. SiriusXM (waar

aanwezig);

Configur. Radio;

257

Instellingen resetten

Page 260: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Veiligheid/Hulp(waar aanwezig)

Met deze functie zijn de volgende

instellingen mogelijk:

"Rear View Camera" (waar

aanwezig): met deze functie zijn de

volgende instellingen mogelijk:

"Richtlijnen actief" (waar aanwezig):

hiermee kunnen de dynamische

roosters die de route van het voertuig

op het display aangeven ingeschakeld

worden.

- "Rit. cam. "Vertr. cam Rear View"

(waar aanwezig): hiermee kan de

verdwijning van beelden van de camera

vertraagd worden als de

achteruitversnelling wordt ingeschakeld.

"Front. botsing "Waarschuwing"

(waar aanwezig): hiermee kunt u de

"reactiegevoeligheid van de

interventiewijze van het LaneAssist-

systeem kiezen.

De beschikbare opties zijn:

- "Off": het systeem is uitgeschakeld;

- "Alleen berichten": het systeem grijpt

alleen in door de bestuurder een

geluidssignaal ter waarschuwing te

geven (waar aanwezig);

- "Alleen remmen actief": het systeem

grijpt in door de automatische

remwerking te activeren (waar

aanwezig);

- "Alarm+ remmen actief": het systeem

grijpt in door de bestuurder een

geluidssignaal ter waarschuwing te

geven en de automatische remwerking

te activeren.

"Front. botsing Sensitivity" (waar

aanwezig) met deze functie kan de

"reactiegevoeligheid" van het systeem,

op basis van de afstand tot het

obstakel, geselecteerd worden.

De beschikbare opties zijn "Nabij",

"Med", "Ver".

"Park Assist" (waar aanwezig):

hiermee kunt u het type waarschuwing

dat door het Park Assist-systeem wordt

gegeven selecteren.

De beschikbare opties zijn:

- "Alleen geluid": het systeem

waarschuwt de bestuurder alleen met

geluidssignalen dat er een obstakel

aanwezig is, via de luidsprekers in het

voertuig.

- "Geluid en Scherm": het systeem

waarschuwt de bestuurder dat er een

obstakel aanwezig is met

geluidssignalen (via de luidsprekers in

het voertuig) en visuele

waarschuwingen (op het

instrumentenpaneel).

"Front Park Assist vol." (waar

aanwezig): deze functie kan gebruikt

worden om het volume van de

geluidssignaal dat door het voorste

Parkassist-systeem wordt afgegeven te

selecteren.

"Rear Park Assist vol." (waar

aanwezig): deze functie kan gebruikt

worden om het volume van de

geluidssignaal dat door het achterste

Parkassist-systeem wordt afgegeven te

selecteren.

"Park Assist vol." (waar aanwezig):

deze functie kan gebruikt worden om

het volume van de geluidssignaal dat

door het Parkassist-systeem wordt

afgegeven te selecteren.

"Lane Assist Waarschuwing" (waar

aanwezig): hiermee kunt u de

"reactiegevoeligheid" van de

interventiewijze van het LaneAssist-

systeem kiezen.

"Lane Assist Strength" (waar

aanwezig): deze functie kan gebruikt

worden om de kracht te selecteren die

uitgeoefend moet worden op het

stuurwiel om het voertuig terug te laten

keren in de rijbaan via de elektrische

stuurinrichting, in geval van een ingreep

van het Lane Assist-systeem.

"Blind Spot Alert" (waar aanwezig):

deze functie kan gebruikt worden om

het type waarschuwing te selecteren

("Alleen geluid" of "Geluid en

weergave") om de aanwezigheid van

258

MU

LTIM

ED

IA

voorwerpen in de blinde hoek van de

buitenspiegel aan te geven.

Page 261: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

"Regensensor" (waar aanwezig):

deze functie kan gebruikt worden om

de automatische werking van de

ruitenwissers in geval van regen in/uit te

schakelen.

"Brakes" (waar aanwezig): met deze

functie kunnen de volgende submenu's

geselecteerd worden:

- "Remservice" (waar aanwezig):

hiermee kunt u de procedure activeren

om het onderhoud van het remsysteem

uit te voeren;

- "Autom. Parkeerrem" (waar

aanwezig): hiermee kunt u de

inschakeling van de automatische

parkeerrem in- of uitschakelen.

NAVIGATIE(Alleen UConnect™ 5" Nav LIVE)

Een route plannen

WAARSCHUWING In het belang van de

veiligheid en om afleiding tijdens het

rijden te beperken, kunt u het beste

altijd uw route plannen voordat u op

weg gaat.

Met de functie bestemming zoeken

kunt u uw bestemmingen vinden en

bereiken op verschillende manieren:

door te zoeken op specifiek adres,

gedeeltelijk adres, specifiek type locatie

(bijv. een tankstation of een restaurant),

een postcode of een POI (Point of

Interest) nabij uw huidige positie (bijv.

een restaurant met het zoektype

ingesteld op "dichtbij"), een paar lengte-

en breedtegraadcoördinaten, of door

het selecteren van een punt op de

kaart.

Selecteer "Zoeken" in het hoofdmenu

en stel de zoektocht in naar een

bestemming.

Terwijl u de informatie ingeeft, toont de

lijst de overeenkomende adressen en

POI's in twee verschillende lijsten. Het

overeenkomende adres en plaats

worden weergegeven in de

Adressenlijst en de POI, het type van

POI's en de locaties worden

weergegeven in de Point of Interest-lijst.

Om een route te plannen naar de

bestemming, de "Gids" knop

selecteren.

Er wordt een route gepland en u wordt

dan naar uw bestemming geleid aan de

hand van gesproken instructies en

aanwijzingen op het scherm.

Kaart update

Voor optimale prestaties moet het

navigatiesysteem regelmatig worden

geüpdatet. Daarom biedt de dienst

Mopar Map Care eens per drie

maanden een nieuwe kaartupdate.

De updates kunnen worden

gedownload van de website

maps.mopar.eu en rechtstreeks in het

navigatiesysteem van uw auto worden

geïnstalleerd. Alle updates zijn gratis

gedurende 3 jaar na de datum waarop

de garantie van de auto ingaat.

Het navigatiesysteem kan ook worden

geüpdatet door het Fiat

Servicenetwerk.

Opmerking De dealer kan kosten in

rekening brengen voor het updaten van

het navigatiesysteem.

SPRAAKOPDRACHTEN

Opmerkingen Voor talen die niet door

het systeem worden ondersteund, zijn

geen spraakopdrachten beschikbaar.

Om gebruik te maken van

spraakopdrachten, op de toets op

het stuurwiel drukken (toets "Spraak")

en de spraakopdracht die u wilt

activeren uitspreken.

Algemeen

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Help

Annuleren

Herhalen

Spraakbegeleiding

259

Telefoon

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Bel

Kies

Page 262: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Opnieuw kiezen

Bel terug

Recente gesprekken

Uitgaande oproepen

Gemiste oproepen

Inkomende oproepen

Telefoonboek

Zoek

SMS tonen

Stuur een SMS

Toon tekstberichten

Radio

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Afstemmen op FM "frequentie"

Afstemmen op AM "frequentie"

Afstemmen op "naam radio" FM

Afstemmen op "naam radio"

Media

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Speel muziekstuk…

Speel album…

Speel artiest...

Speel genre...

Speel afspeellijst...

Speel podcast...

Speel luisterboek...

Selecteer de bron...

Bekijk...

Navigatie (alleen Uconnect™ 5" NavLIVE)

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Zoom in

Zoom uit

2d-modus

3D-modus

Deze positie toevoegen

Navigeer naar huis

Navigeren via huis

Annuleer de route

260

MU

LTIM

ED

IA

Page 263: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Uconnect™ 7" HD LIVE - Uconnect™ 7" HD Nav LIVE

BEDIENINGSELEMENTEN OP HET VOORPANEEL

221 P2100020

261

Page 264: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL

Knop Functies Modus

Ontsteking Knop kort indrukken

Uitschakelen Knop kort indrukken

Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien

Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken

Display aan/uit Knop kort indrukken

Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken

BROWSE ENTER

Lijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen;

ander nummer kiezen binnen mediabron

radiostationwijziging wanneer in tunermodus

Knop naar links/rechts draaien

Op display weergegeven optie bevestigen;

geeft de lijst stations weer indien in Radiomodus;

doorloop de inhoud van de bronnen indien in

Media-modus;

open de bladeren-lijst indien in Radio- of Media modus

Knop kort indrukken

262

MU

LTIM

ED

IA

Page 265: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

OVERZICHTSTABEL DISPLAY-KNOPPEN

Knop Functies Modus

Radio Toegang tot de radio-modus Druk op de knop

Media Bronselectie: USB/iPod, AUX, Bluetooth® Druk op de knop

Telefoon Toegang tot de Telefoonmodus Druk op de knop

UconnectToegang tot de systeemfuncties (Audio, Media,

Telefoon, Radio, etc)Druk op de knop

Nav(*) Toegang tot de navigatiefunctie Druk op de knop

Instellingen Toegang tot het menu Instellingen Druk op de knop

Trip Toegang tot het Trip menu Druk op de knop

(*) Alleen versies met Uconnect™7" HD Nav LIVE

263

Page 266: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL

De bedieningselementen voor de belangrijkste functies van het systeem bevinden zich op het stuurwiel, om het systeem

gemakkelijker te kunnen bedienen.

De inschakeling van de gekozen functie is in sommige gevallen afhankelijk van hoelang de knop wordt ingedrukt (kort indrukken

of ingedrukt houden) zoals in onderstaande tabel is aangegeven.

222 11026J0006EM

264

MU

LTIM

ED

IA

Page 267: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL

Knop Interactie

Inkomend gesprek aannemen

Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten

Op het instrumentenpaneel wordt een lijst met de laatste 10 gesprekken weergegeven (functie

beschikbaar op versies en markten waar aanwezig)

Spraakherkenning inschakelen

Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven

Spraakherkenning onderbreken

Lang indrukken: interactie met Siri, Apple CarPlay en Android Auto

Inkomend gesprek weigeren

Lopend telefoongesprek beëindigen

De laatste oproepen worden alleen op het instrumentenpaneel weergegeven als het bladeren door

oproepen actief is (beschikbaar voor versies en markten waar aanwezig)

Kort indrukken (telefoonmodus): selectie van volgende/vorige oproep of tekstbericht (alleen met

bladeren door oproepen actief) op het instrumentenpaneel (functie beschikbaar op versies en markten

waar aanwezig)

265

Page 268: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BEDIENINGSELEMENTEN ACHTER HET STUURWIEL

Toetsen Interactie

Toets 1 (linkerzijde stuurwiel)

Bovenste toets

Toets kort indrukken: zoeken naar volgend radiostation of selectie van volgend

nummer USB/iPod.

Toets langer indrukken: scannen van hogere frequenties tot de toets wordt

losgelaten/snel vooruitspoelen nummer van USB/iPod.

Middelste toetsBij elke keer indrukken worden de bronnen AM, FM, DAB, USB/iPod, AUX

doorlopen. Alleen de beschikbare bronnen worden geselecteerd.

Onderste toets

Toets kort indrukken: zoeken naar vorig radiostation of selectie van vorig nummer

USB/iPod.

Toets langer indrukken: scannen van lagere frequenties tot de toets wordt

losgelaten/snel vooruitspoelen nummer van USB/iPod.

Toets 2 (rechterzijde stuurwiel)

Bovenste toets

Volume verhogen

Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verhogen

Toets langer indrukken: volume snel verhogen

Middelste toets In-/uitschakelen van Mute / Pauze-functie

Onderste toets

Volume verlagen

Toets kort indrukken: volume in afzonderlijke stappen verlagen

Toets langer indrukken: volume snel verlagen

266

MU

LTIM

ED

IA

Page 269: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

SYSTEEM IN-/UITSCHAKELEN

Het systeem wordt in-/uitgeschakeld

door het indrukken van de

toets/knop.

Draai de toets/knop respectievelijk

rechtsom/linksom om het radiovolume

te verhogen/verlagen. De elektronische

volumeregeling kan continu (360°) in

beide richtingen, zonder stopposities,

worden gedraaid.

RADIOMODUS

Nadat het gewenste radiostation is

gekozen, wordt de volgende informatie

op het display weergegeven:

Bovenaan: de lijst van opgeslagen

(preset) radiostations wordt

weergegeven; het station dat

momenteel beluisterd wordt, is

gemarkeerd.

In het midden: de naam van het

station waar naar geluisterd wordt,

wordt weergegeven.

Links: de knoppen "AM", "FM", "DAB”

(voor bepaalde versies, markten) om de

gewenste frequentieband te selecteren,

worden weergegeven (de

overeenkomende knop met de

geselecteerde band wordt gehighlight);

Rechts: de volgende knoppen:

"Info": aanvullende informatie over de

beluisterde bron;

"Kaart": navigatie met kaartweergave

(alleen versies met Uconnect™7" HD

Nav LIVE).

Onderaan: weergave van de volgende

toetsen:

"Bladeren": lijst van beschikbare

radiostations;

/ selectie van het

volgende/vorige radiostation;

"Afstemm.": handmatige afstemming

op het radiostation;

"Audio": toegang tot het scherm

"Audio-instellingen".

Audiomenu

Om toegang te krijgen tot het "Audio"

menu, op de toets "Audio" drukken aan

de onderkant van het display.

Via het menu "Audio" kunnen de

volgende regelingen worden gemaakt:

"Balance & Fade" (om de

audiobalans rechts/links en voor/achter

te regelen);

"Equalizer" (waar aanwezig);

"Snelheidsafhankelij. volumeregeling"

(automatische, snelheidsafhankelijke

volumeregeling);

"Loudness" (waar aanwezig);

“Compensatie AUX volume” (alleen

actief als een AUX-apparaat wordt

ingebracht);

“AutoPlay”-functie;

"Auto-On Radio".

MEDIA-MODUS

Druk op de knop Media om de

gewenste audiobron onder de

beschikbare bronnen te selecteren:

USB/iPod, Bluetooth®, AUX.

BELANGRIJK Toepassingen die worden

gebruikt op draagbare apparaten zijn

mogelijk niet compatibel met het

Uconnect™-systeem.

Nadat de media-modus is

geselecteerd, wordt de volgende

informatie op het display weergegeven:

Bovenaan: informatie over het nummer

dat wordt afgespeeld en de volgende

grafische knoppen:

"Herhalen": het huidige nummer

opnieuw afspelen;

"Shuffle": de nummers in willekeurige

volgorde afspelen;

Voortgang en duur van het nummer.

In het midden: informatie over het

nummer dat wordt afgespeeld.

Links: weergave van de volgende

knoppen:

Geselecteerd apparaat of audiobron;

"Bron selecteren": de gewenste

audiobron selecteren.

Rechts: de volgende knoppen:

"Info": aanvullende informatie over

het nummer dat wordt afgespeeld;

"Tracks": een lijst met de beschikbare

tracks of nummers.

267

Page 270: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

"Kaart": navigatie met kaartweergave

(alleen versies met Uconnect™7" HD

Nav LIVE).

Onderaan: informatie over het nummer

dat wordt afgespeeld en de volgende

grafische knoppen:

“Bluetooth”: voor een Bluetooth(R)

audiobron, opent de lijst apparaten;

“Bladeren” naar een USB-bron,

opent bladeren;

/ : vorig/volgend nummer

selecteren;

: het afgespeelde nummer

pauzeren;

"Audio": toegang tot het scherm

"Audio-instellingen".

Nummer selecteren

Met de “Tracks”-functie kunt u een

venster openen met de lijst van

nummers die afgespeeld worden.

De beschikbare keuzes hangen af van

het apparaat dat aangesloten is. Bij een

USB/iPod-apparaat kunt u bijvoorbeeld

door de lijst beschikbare artiesten,

genres en albums bladeren, afhankelijk

van de informatie die over de nummers

aanwezig is. Dit kan met behulp van de

toets/knop BROWSE/ENTER of de

grafische knoppen en .

Gebruik de toets "ABC" binnen elke lijst

om naar de gewenste letter in de lijst te

springen.

Opmerking OPMERKING: Deze knop

kan voor bepaalde Apple®-apparatenuitgeschakeld zijn.

Opmerking De toets BROWSE ENTER

staat geen enkele handeling op een

AUX apparaat toe.

Bluetooth® BRON

Deze functie wordt geactiveerd door

een Bluetooth® apparaat metmuziekstukken aan het systeem tekoppelen.

EEN Bluetooth®AUDIOAPPARAATKOPPELEN

Ga als volgt te werk om een

Bluetooth® audioapparaat tekoppelen:

schakel de functie Bluetooth® in ophet apparaat;

druk op de knop “Media” op het

display;

druk op de knop "Toestel toev.";

selecteer de Bluetooth®Mediabron;

druk op de knop "Toestel toev.";

zoek Uconnect™ op het

Bluetooth® audioapparaat (tijdens dekoppelingsfase verschijnt op hetscherm de voortgang van het proces);

voer, als het audioapparaat hierom

vraagt, de PIN-code in die wordt

getoond op het display van het systeem

of bevestig de op het apparaat

getoonde PIN;

als de koppelingsprocedure met

succes is afgesloten, wordt een scherm

getoond. Als "Ja" op de vraag wordt

geselecteerd, wordt het Bluetooth®audioapparaat als favoriet gekoppeld(het apparaat heeft voorrang op alleandere apparaten die later wordengekoppeld). Als "Nee" wordtgeselecteerd, wordt de prioriteit opbasis van de volgorde van verbindingbepaald. Het laatst verbonden apparaatheeft de hoogste prioriteit;

een audioapparaat kan ook

gekoppeld worden door te drukken op

de toets "Telefoon" op het display en

door "Instellingen" te selecteren of door,

vanuit het menu "Instellingen",

"Telefoon/Bluetooth" te selecteren.

BELANGRIJK Raadpleeg het

instructieboekje van de mobiele

telefoon als de Bluetooth® verbindingtussen mobiele telefoon en systeemwordt verbroken.

USB/iPod BRON

Om de USB/iPod modus te activeren,

moet het betreffende apparaat (USB of

iPod) worden gestoken in de

USB-poort die zich op de

tunnelconsole bevindt.

Wanneer een USB/iPod-apparaat wordt

ingebracht met de radio aan, begint het

de nummers af te spelen op het

268

MU

LTIM

ED

IA

Page 271: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

apparaat als de “AutoPlay”-functie is

ingesteld op ON in het “Audio”-menu.

Opmerking De radio kan het nummer

dat wordt gespeeld veranderen door

het wijzigen van het naam-apparaat in

de Bluetooth-instellingen van de

telefoon (waar voorzien), als het

apparaat is aangesloten via USB na de

bluetooth-verbinding.

AUX-BRON

Om de AUX-modus in te schakelen,

een geschikt apparaat aansluiten op de

AUX-aansluiting in het voertuig.

Als een apparaat wordt ingebracht met

een AUX-stekker, dan begint het

systeem de aangesloten AUX-bron af te

spelen als deze reeds op weergave is

ingesteld.

Stel het volume in met de toets/knop

op het voorpaneel of met de

volume-instelknop op het aangesloten

apparaat.

De functie “Compensatie AUX volume"

kan alleen worden geselecteerd in de

Audio-instellingen als de AUX-bron atief

is.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

De functies van het apparaat dat

aangesloten is op het AUX-stopcontact

worden rechtstreeks geregeld door het

apparaat zelf; het is niet mogelijk om

nummer/map/playlist te veranderen of

start/einde/pauze te bedienen met de

bedieningstoetsen op het voorpaneel of

die op het stuurwiel.

Laat de kabel van uw draagbare speler

niet in de AUX-aansluiting zitten om

mogelijk geruis van de luidsprekers te

voorkomen.

TELEFOONMODUS

ACTIVERING TELEFOONMODUS

Druk op de knop "Telefoon" op het

display om de telefoonmodus in te

schakelen.

OPMERKING Als u de lijst met mobiele

telefoons en ondersteunde functies wilt

te raadplegen, gaat u naar de website

www.DriveUconnect.eu.

Met de knoppen op het display kan

men:

het telefoonnummer kiezen (met

behulp van het grafische toetsenbord

op het display);

de contacten in het telefoonboek van

de mobiele telefoon weergeven en

bellen;

de contacten uit de registers van

vorige gesprekken weergeven en

bellen;

een maximum van 10 telefoons/

audioapparaten koppelen om de

toegang en de verbinding eenvoudiger

en sneller te maken;

gesprekken van het systeem naar de

mobiele telefoon en andersom

overzetten en het geluid van de

microfoon uitschakelen bij

privégesprekken.

Het geluid van de mobiele telefoon

wordt over het audiosysteem van het

voertuig uitgezonden: het systeem

schakelt automatisch het geluid van de

autoradio uit wanneer de

Telefoonfunctie wordt gebruikt.

MOBIELE TELEFOON KOPPELEN

BELANGRIJK Voer deze handeling uit

bij stilstaand voertuig en onder veilige

omstandigheden; deze functie is

uitgeschakeld wanneer het voertuig

rijdt.

Hieronder wordt de

koppelingsprocedure van de mobiele

telefoon beschreven: raadpleeg in elk

geval ook de handleiding van de

mobiele telefoon.

Ga als volgt te werk voor het koppelen

van de mobiele telefoon:

schakel de functie Bluetooth® in opde mobiele telefoon;

druk op de knop “Telefoon” op het

display;

als er nog geen telefoon aan het

systeem gekoppeld is, toont het display

een speciaal scherm;

Ga naar “Instellingen” en selecteer

"Toestel toev." om het koppelen te

269

Page 272: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

starten en zoek dan naar het

Uconnect™-toestel op de mobiele

telefoon;

voer, als de mobiele telefoon hierom

vraagt, de PIN-code getoond op het

display van het systeem in op het

toetsenbord van uw telefoon of

bevestig de op de mobiele telefoon

getoonde PIN;

tijdens de koppelingsfase verschijnt

een scherm dat de voortgang van het

proces toont;

als de koppelingsprocedure met

succes is voltooid, wordt een scherm

getoond: als "Ja" op de vraag wordt

geselecteerd, wordt de mobiele

telefoon als favoriet gekoppeld (de

mobiele telefoon heeft voorrang op alle

andere mobiele telefoons die later

worden gekoppeld). Als geen andere

apparaten worden gekoppeld, zal het

systeem het eerst gekoppelde apparaat

als favoriet beschouwen.

OPMERKING Na het updaten van de

telefoonsoftware voor eigen bediening

wordt het aanbevolen de telefoon te

verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt

aan de radio, verwijder de koppeling

van het vorige systeem uit de lijst met

Bluetooth® apparaten op de telefoonen maak een nieuwe koppeling.

EEN NUMMER BELLEN

De hieronder beschreven procedures

zijn alleen toegankelijk indien ze door de

gebruikte mobiele telefoon worden

ondersteund. Raadpleeg de handleiding

van de mobiele telefoon om alle

beschikbare functies te kennen.

Een nummer kan op de volgende

manieren gebeld worden:

selecteer "Telefoonboek";

selecteer "Recent";

selecteer "Kies";

selecteer "Opnieuw bellen".

FAVORIETEN

U kunt tijdens een gesprek een nummer

of een contact (indien al aanwezig in

Contacten) toevoegen aan de lijst met

favorieten door boven aan het display

op een van de vijf grafische knoppen

"Leeg" te drukken. Favorieten kunnen

ook worden beheerd via de

Telefoonboekopties.

SMS-LEZER

Het systeem kan de SMS-berichten die

de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.

Om deze functie te gebruiken, moet de

mobiele telefoon de uitwisseling van

SMS via Bluetooth® ondersteunen.

Als deze functie niet door de telefoon

wordt ondersteund, kan de knop

"Tekst" niet worden gekozen (is grijs).

Bij ontvangst van een SMS-bericht, ziet

u op het display een scherm waarop de

opties "Lees", "Weergave", "Bel" of

"Negeer" gekozen kunnen worden.

Druk op de grafische knop "Tekst" voor

toegang tot de lijst van SMS-berichten

die door de mobiele telefoon zijn

ontvangen (de lijst toont een maximum

van 60 ontvangen berichten).

NIET STOREN-FUNCTIE

Indien ondersteund door de verbonden

telefoon, krijgt de gebruiker door "Niet

storen" in te drukken, geen meldingen

voor binnenkomende oproepen of

SMS-berichten. De gebruiker kan

reageren met een standaard- of

aangepast bericht, dat via de

instellingen is opgegeven.

Uconnect™ LIVESERVICES

Druk op de knop Uconnect™ om

toegang te krijgen tot de services van

Uconnect™LIVE.

De beschikbare services hangen af van

de configuratie van de auto en de

markt.

Om de services van Uconnect ™LIVE

te gebruiken, moet u de Uconnect

™LIVE-app downloaden van Google

Play of de Apple Store en registreren

met gebruik van de app of op

www.DriveUconnect.eu.

270

MU

LTIM

ED

IA

Page 273: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Eerste toegang tot het voertuig

Als u de Uconnect™ LIVE-app hebt

gestart en uw gegevens hebt

ingevoerd, kunt u in de auto

gebruikmaken van de services van

Uconnect™ LIVE door uw

smartphone en de radio via

Bluetooth® te koppelen, zoals wordtbeschreven in het hoofdstuk "Hetkoppelen van een mobiele telefoon."

Als het koppelen is voltooid, zijn de

verbonden services beschikbaar door

te drukken op het pictogram

Uconnect™LIVE op de radio.

Voordat u de verbonden services kunt

gebruiken, moet u de

activeringsprocedure voltooien door de

instructies te volgen die verschijnen in

de Uconnect™LIVE-app nadat de

koppeling via Bluetooth® is afgerond.

Instellingen van de Uconnect™LIVE services die via de autoradiokunnen worden beheerd

In Uconnect™LIVE kunt u naar

"Instellingen" gaan door op het

pictogram te drukken. In deze sectie

kan de gebruiker de systeemopties

controleren en naar eigen voorkeur

wijzigen.

Systeemupdates

Als een update voor het

Uconnect™LIVE systeem beschikbaar

is terwijl de Uconnect™LIVE services

worden gebruikt, dan wordt de

gebruiker hiervan op de hoogte

gebracht via een bericht op het

radioscherm.

Aangesloten services die kunnenworden geraadpleegd op hetvoertuig

De apps eco:Drive™ en my:Car zijn

ontwikkeld om de rijervaring van de

klant te verbeteren, en daarom zijn ze

verkrijgbaar op alle markten waar de

services van Uconnect™LIVE

beschikbaar zijn.

Als het navigatiesysteem in de

autoradio wordt geïnstalleerd, dan

wordt bij toegang tot de

Uconnect™LIVE services het gebruik

van de "Live" services geactiveerd.

eco:Drive™

Met de eco:Drive™ applicatie kan uw

rijgedrag in realtime worden weergeven,

zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor

wat betreft brandstofverbruik en

uitstoot.

Daarnaast kunnen de gegevens worden

opgeslagen op een USB-flashdrive en

kan een gegevensanalyse worden

gemaakt op uw pc dankzij de

eco:Drive™ desktopapplicatie,

beschikbaar op www.fiat.it of

www.DriveUconnect.eu.

Het rijgedrag wordt geëvalueerd door

middel van vier indexen die de volgende

parameters controleren: acceleratie,

deceleratie, schakelen, snelheid

Weergave van de eco:Drive™

Druk op de toets eco:Drive™ om van

deze functie gebruik te maken.

Er wordt een scherm weergegeven op

de radio met de 4 indexen: Acceleratie,

deceleratie, snelheid en schakelen.

Deze indexen zijn grijs totdat het

systeem genoeg gegevens heeft om de

rijstijl te analyseren. Zodra voldoende

gegevens beschikbaar zijn, nemen de

indexen op basis van de beoordeling

5 kleuren aan: donkergroen (zeer goed),

lichtgroen, geel, oranje en rood (zeer

slecht).

Na langdurige stilstand toont het

display de gemiddelde van de indexen

tot dat moment (de "Gemiddelde

index"), waarna de indexen in realtime

opnieuw kleuren zodra het voertuig

opnieuw gestart wordt.

Opnemen en overzetten vanreisgegevens

De reisgegevens worden opgeslagen in

het systeemgeheugen en overgebracht

door middel van een geschikt

geconfigureerde USB-geheugenstick of

via de app Uconnect™LIVE. Op die

manier kunt u de geschiedenis van de

verzamelde gegevens, met een

271

Page 274: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

volledige analyse van de routegegevens

en van uw rijstijl, weergeven.

Ga voor meer informatie naar

www.DriveUconnect.eu.

my:Car

Met my:Car kunt u de "gezondheid"

van uw voertuig bewaken.

my:Car kan storingen in realtime

detecteren en de gebruiker informeren

wanneer het onderhoudsinterval

verlopen is. Druk op de knop " my:Car"

om van deze toepassing gebruik te

maken.

Op het display verschijnt een scherm

met de "care:Index" sectie, waarin alle

gedetailleerde informatie over de status

van het voertuig wordt getoond. Druk

op de knop "Actieve waarschuwingen"

om de informatie (indien aanwezig) over

de storingen van het voertuig te tonen

die het branden van een

waarschuwingslampje tot gevolg

hadden.

Apple CarPlay enAndroid Auto(waar aanwezig)

Met de applicaties Apple CarPlay en

Android Auto kunt u uw smartphone

veilig en intuïtief in de auto gebruiken.

U kunt deze gebruiken door gewoon

een compatibele smartphone op de

USB-aansluiting aan te sluiten, waarna

de content van de telefoon automatisch

op het display van het Uconnect™-

systeem verschijnt.

Informatie over de compatibiliteit van

uw smartphone is te vinden op de

volgende websites:

https://www.android.com/intl/it_it/auto/

and http://www.apple.com/it/ios/

carplay/.

Als de smartphone correct via de

USB-aansluiting met de auto is

verbonden, zal het symbool van Apple

CarPlay of Android Auto getoond

worden in plaats van de knop in

het hoofdmenu.

Android Auto – app-configuratie

Download eerst de applicatie Android

Auto op uw smartphone vanuit de

Google Play Store.

De applicatie is compatibel met Android

5.0 (Lollipop) en latere versies.

Om Android Auto te kunnen gebruiken,

moet de smartphone via een

USB-kabel met de auto zijn verbonden.

Bij de eerste verbinding die tot stand

wordt gebracht, moet u de

instellingsprocedure op de smartphone

doorlopen. Deze procedure kan alleen

worden uitgevoerd als de auto stilstaat.

Apple CarPlay – app-configuratie

Apple CarPlay is compatibel met de

iPhone 5 of recentere modellen en het

besturingssysteem iOS 7.1 of nieuwere

versies hiervan.

Voordat Apple CarPlay kan worden

gebruikt, moet Siri worden

ingeschakeld via Instellingen

Algemeen Siri op de

smartphone.

Om Apple CarPlay te kunnen

gebruiken, moet de smartphone via een

USB-kabel met de auto zijn verbonden.

Interactie

Na de instellingsprocedure zal de

applicatie automatisch op het

Uconnect™-systeem draaien als uw

smartphone met de USB-aansluiting in

de auto is verbonden.

U kunt Apple CarPlay en Android Auto

bedienen met de bedieningstoetsen op

het stuur (de knop lang indrukken),

met de (draai)knop BROWSE ENTER

om te selecteren en te bevestigen of

met het touchscreen van het

Uconnect™-systeem.

Navigatie

Met Apple CarPlay en Android Auto kan

de gebruiker ervoor kiezen het

navigatiesysteem op zijn smartphone te

gebruiken.

Als de modus "Nav" van het systeem al

is ingeschakeld, zal een

waarschuwingspop-up op het display

272

MU

LTIM

ED

IA

Page 275: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

van het Uconnect™-systeem

verschijnen als een apparaat op de auto

wordt aangesloten waarop een

navigatiesessie wordt uitgevoerd. De

pop-up biedt de gebruiker de

mogelijkheid te kiezen tussen de

systeemnavigatie en navigatie met de

smartphone.

De gebruiker kan zijn keuze altijd

wijzigen door het gewenste

navigatiesysteem te openen en een

nieuwe bestemming te kiezen.

Instelling "AutoShow

smartphonedisplay bij verbinding"

Via de Uconnect™-

systeeminstellingen kan de gebruiker

ervoor kiezen het scherm van de

smartphone weer te geven op het

display van het Uconnect™-systeem,

zodra de smartphone via de

USB-aansluiting wordt aangesloten. Als

deze functie is ingesteld, zal de

applicatie Apple CarPlay of Android

Auto, telkens als via USB een

verbinding wordt gemaakt, automatisch

op het radioscherm worden gedraaid.

De optie "AutoShow

smartphonedisplay bij verbinding"

is te vinden in het "Display"-submenu.

Standaard is deze functie ingeschakeld.

OPMERKINGEN

Bluetooth® is uitgeschakeld alsApple CarPlay wordt gebruikt

Bluetooth® blijft ingeschakeld alsAndroid Auto wordt gebruikt

De dataverbinding hangt af van het

abonnement voor de smartphone.

Deze informatie kan aan wijzigingen

onderhevig zijn afhankelijk van het

besturingssysteem van de smartphone.

Apple CarPlay en Android Auto

verlaten

Als de applicatie CarPlay is

ingeschakeld, hebt u nog steeds

toegang tot de inhoud van het

Uconnect™-systeem door de

bediening te gebruiken die op het

display beschikbaar en zichtbaar is. Om

terug te keren naar de inhoud van het

Uconnect™-systeem als de applicatie

Android Auto is ingeschakeld, moet de

laatste optie op de systeembalk van

Android Auto worden geselecteerd en

daarna "Terug naar Uconnect".

Om de sessie van Apple CarPlay of

Android Auto te beëindigen, moet de

smartphone fysiek van de

USB-aansluiting worden losgemaakt.

INSTELLINGEN

Druk op de toets Instellingen op het

display om het hoofdmenu Instellingen

weer te geven.

OPMERKING De weergegeven

menu-items hangen van de versie af.

Het menu omvat de volgende opties:

Taal;

Display;

Meeteenheid;

Spraakopdrachten;

Klok & Datum;

Veiligheid & Hulp;

Lichten;

Portieren+Vergrend.;

Opties voertuig uit;

Audio;

Telefoon/Bluetooth®;Configur. Radio;

Terug naar Stand.inst.;

Persoonl. gegevens wissen.

Veiligheid / Hulp(indien aanwezig)

Met deze functie zijn de volgende

instellingen mogelijk:

"Brake Control" (waar aanwezig):

hiermee kunt u de interventiewijze van

het remcontrolesysteem kiezen.

De beschikbare opties zijn:

- "Off": het systeem is uitgeschakeld;

- “Alleen waarsch.”: het systeem grijpt

in door het inschakelen van

automatisch remmen;

- “Waars + Act. Rem.": het systeem

grijpt in door de bestuurder een

geluidssignaal ter waarschuwing te

geven en de automatische remwerking

te activeren.

" Afstelling Brake Control” (waar

aanwezig): met deze functie kan de

273

Page 276: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

"reactiegevoeligheid" van het Brake

Control systeem, op basis van de

afstand tot het obstakel, geselecteerd

worden. De beschikbare opties zijn

"Nabij", "Med", "Ver".

"Park Assist" (voor bepaalde

versies/markten): hiermee kunt u het

type waarschuwing dat door het Park

Assist-systeem wordt gegeven,

selecteren.

De beschikbare opties zijn:

- “Alleen waarsch.”

- “Waarsch. + afbeelding”

“ Front Park Assist”

De beschikbare opties zijn: "Laag",

"Medium", "Hoog".

“ Rear Park Assist”

De beschikbare opties zijn: "Laag",

"Medium", "Hoog".

" Vertraging Rear View Camera”

(waar aanwezig): hiermee kan de

verdwijning van beelden van de camera

vertraagd worden als de

achteruitversnelling wordt ingeschakeld.

“Richtlijnen actieve Rear View

Camera” (waar aanwezig): activeert de

dynamische roosters die het traject van

het voertuig op het display aanduiden.

"Regensensor" (waar aanwezig):

deze functie kan gebruikt worden om

de automatische werking van de

ruitenwissers in geval van regen in/uit te

schakelen.

NAVIGATIE(Alleen Uconnect™ 7" HD Nav LIVE)

Druk op de knop "Nav" om de kaart

voor navigatie weer te geven op het

display.

OPMERKING: Het volume van het

navigatiesysteem kan alleen worden

aangepast tijdens de navigatie als er

gesproken aanwijzingen zijn

ingeschakeld.

Navigatiehoofdmenu

Tik in de kaart- of navigatieweergave op

de knop voor het hoofdmenu om het

menu te openen fig. 223 en fig. 224:

“Zoeken”: selecteer deze knop

om te zoeken naar een adres,

een plaats of een POI (Point Of

Interest), en plan vervolgens

een route naar de locatie.

“Huidige route”: selecteer deze

knop om de geplande route te

annuleren of aan te passen.

“Mijn plaatsen”: selecteer deze

knop om een verzameling

handige of favoriete adressen

te maken. De volgende items

zijn altijd beschikbaar in "Mijn

plaatsen": “Thuis” en “Recente

bestemmingen”.

“Parkeren”: selecteer deze

knop om te zoeken naar

parkeerplaatsen.

“Weer”: selecteer deze knop

om weerberichten te

ontvangen.

OPMERKING De functie “Weer” is

alleen actief als TomTom Services is

geactiveerd. Anders wordt de knop grijs

weergegeven en is de functie niet

beschikbaar.

“Tankstation”: selecteer deze

knop om te zoeken naar

tankstations.

“TomTom services”: selecteer

deze knop om toegang te

krijgen tot de volgende

services (abonnement nodig):

“Verkeersinformatie”, “Flitsers”,

“Weer”, “Online zoeken”.

"Meld flitser": tik op deze knop

om een nieuwe flitser te

melden.

OPMERKING De "Meld flitser"-functie is

alleen actief als TomTom Services is

geactiveerd. Anders wordt de knop grijs

weergegeven en is de functie niet

beschikbaar.

Druk op deze knop om het

menu “Instellingen” te openen;

274

MU

LTIM

ED

IA

Page 277: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Selecteer deze grafische knop

om het menu “Help” te

openen. Het menu "Hulp"

bevat informatie over het

Uconnect™-systeem, zoals

de kaartversie, het

serienummer van het apparaat

en juridische kennisgevingen.

Selecteer deze knop om terug

te gaan naar het vorige

scherm.

Selecteer deze knop om terug

te gaan naar de kaart- of

navigatieweergave.

Selecteer deze knop om

gesproken aanwijzingen uit te

schakelen. U hoort nu geen

gesproken aanwijzingen meer,

maar u krijgt nog wel

informatie zoals verkeersinfo

en waarschuwingen. Tip: u

kunt de waarschuwingen

uitschakelen door “Instellingen”

te selecteren en vervolgens

“Geluiden en

waarschuwingen”.

Selecteer deze knop om

gesproken aanwijzingen in te

schakelen.

Selecteer deze knop om de

helderheid van het scherm te

verlagen en de kaart met

donkerdere kleuren weer te

geven. Als u in het donker rijdt

of in een tunnel, is het scherm

beter te zien en leiden de

kleuren minder af als er

donkerdere kleuren worden

gebruikt. Tip: het systeem

schakelt automatisch tussen

een dag- en nachtweergave,

afhankelijk van het tijdstip. U

kunt dit uitschakelen door

“Uiterlijk” te selecteren in het

menu “Instellingen” en de optie

"Schakel naar nachtkleuren" uit

te schakelen als het donker is.

Selecteer deze knop om de

helderheid van het scherm te

verhogen en de kaart met

lichteren kleuren weer te

geven.Kaart update

Voor optimale prestaties moet het

navigatiesysteem regelmatig worden

geüpdatet. Daarom biedt de dienst

Mopar Map Care eens per drie

maanden een nieuwe kaartupdate.

De updates kunnen worden

gedownload van de website

maps.mopar.eu en rechtstreeks in het

navigatiesysteem van uw auto worden

223 P2100014

224 P2100013

275

Page 278: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

geïnstalleerd. Alle updates zijn gratis

gedurende 3 jaar na de datum waarop

de garantie van de auto ingaat.

Het navigatiesysteem kan ook worden

geüpdatet door het Fiat

Servicenetwerk.

Opmerking De dealer kan kosten in

rekening brengen voor het updaten van

het navigatiesysteem.

SPRAAKOPDRACHTEN

Opmerkingen Voor talen die niet door

het systeem worden ondersteund, zijn

geen spraakopdrachten beschikbaar.

Om gebruik te maken van

spraakopdrachten, op de toets op

het stuurwiel drukken (toets "Spraak")

en de spraakopdracht die u wilt

activeren uitspreken.

Algemeen

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Help

Annuleren

Herhalen

Spraakbegeleiding

Telefoon

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Bel

Kies

Opnieuw kiezen

Bel terug

Recente gesprekken

Uitgaande oproepen

Gemiste oproepen

Inkomende oproepen

Telefoonboek

Zoek

SMS tonen

Stuur een SMS

Toon tekstberichten

Radio

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Afstemmen op FM "frequentie"

Afstemmen op AM "frequentie"

Afstemmen op "naam radio" FM

Afstemmen op "naam radio"

Media

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Speel muziekstuk…

Speel album…

Speel artiest...

Speel genre...

Speel afspeellijst...

Speel podcast...

Speel luisterboek...

Selecteer de bron...

Bekijk...

Navigatie (alleen Uconnect™ 7" HDNav LIVE)

De volgende spraakopdrachten kunnen

gegeven worden na het indrukken van

de toets op het stuurwiel:

Vind <<categorie/merk>>

Rijd naar <<adres>>

Rijd naar <<Stad_naam>>

stadscentrum

Navigeer naar een adres

Rijd naar een stadscentrum

Navigeer naar huis

Rijden via thuis

Annuleer de route

Voeg deze positie toe aan “Mijn

plaatsen”

Toon “Mijn plaatsen”

Navigeer via een bewaarde locatie

Recente bestemmingen

Navigeer via een recente

bestemming

Zoom in/Zoom uit

2D-weergave/3D-weergave

Meld flitser

Meld risicogebied

276

MU

LTIM

ED

IA

Page 279: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

BELANGRIJKE INFORMATIE EN AANBEVELINGEN

BELANGRIJK

INTERIEURUITRUSTING

Rijd nooit met open dashboardkastje: bij een ongeval kunnen de inzittenden voorin hierdoor verwond raken.

De aansteker wordt zeer heet. Wees voorzichtig en zorg dat hij niet wordt gebruikt door kinderen: brandgevaar en/of gevaar

voor brandwonden.

Gebruik de asbak niet als prullenbak: de inhoud kan door sigarettenpeuken in brand raken.

SYSTEMEN VOOR DE BESCHERMING VAN HET MILIEU

Onder normale gebruiksomstandigheden worden de katalysator en het dieselroetfilter (DPF) erg warm. Parkeer het voertuig

dus niet boven licht ontvlambaar materiaal (bijv. gras, droge bladeren, dennennaalden enz.): brandgevaar.

VOEDING

Wijzigingen of reparaties aan het brandstoftoevoersysteem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt

gehouden met de technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.

WIELEN

Indien op de stalen velgen met integrale wieldeksels (met veerbevestiging) aftersales-banden met velgbeschermers worden

gemonteerd, dan mogen de wieldeksels NIET worden gemonteerd. Het gebruik van ongeschikte banden en wieldeksels kan

leiden tot een plotselinge afname van de bandenspanning.

277

Page 280: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben
Page 281: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben
Page 282: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben
Page 283: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Mopar® Vehicle Protection biedt een reeks serviceproducten die speciaal zijn ontworpen om al onze klanten tekunnen laten genieten van een probleemloze en zorgenvrije rijervaring met hun auto.

Onze productportefeuille bestaat uit Extra Garantie, Easy Care Onderhoudsprogramma’s en de ServicePlusPas, met een ruime keuze voor de klant om looptijd en kilometer limiet naar behoefte te kiezen.

Mopar® Vehicle Protection producten zijn opgesteld door deskundigen die ieder onderdeel van uw auto kennenen met het doel uw auto in topconditie te houden. Onze kennis en passie bij het ontwikkelen van deze

servicecontracten zorgen voor een “zorgeloze rijervaring”.Door het kiezen van een Mopar® Vehicle Protection serviceproduct kunnen alle onderhoudswerkzaamheden

uitgevoerd worden bij erkende FCA-reparatiefaciliteiten in heel Europa door gekwalificeerde engespecialiseerde monteurs, met gebruik van het juiste gereedschap, FCA diagnose apparatuur en met uitsluitend

originele onderdelen en aangepaste motorolie.Vraag gerust bij uw dealer welk Mopar® Vehicle Protection serviceproduct het best bij u past.

Raadpleeg uw plaatselijke Servicepunt voor nadere informatie.

HOUD UW VOERTUIG INTOPCONDITIE MET

Page 284: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

NOTITIES

Page 285: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben
Page 286: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben
Page 287: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

ALFABETISCHREGISTER

ABS (systeem) . . . . . . . . . . . . . .71

Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .193

Accu opladen. . . . . . . . . . . . . . .195

Achterbank . . . . . . . . . . . . . . . . .16

Achteruitkijkcamera . . . . . . . . . . .131

Achteruitkijkspiegels . . . . . . . . . . .21

Actieve veiligheidssystemen. . . . . . .71

Active Grille Shutter . . . . . . . . . . . .45

Adaptieve cruisecontrol . . . . . . . .121

Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . .216

Afsluiter van de brandstoftoevoer . .165

Airbag (SRS aanvullendveiligheidssysteem) . . . . . . . . . .99

Airbags

Frontairbags . . . . . . . . . . . . . .99

Zijairbags . . . . . . . . . . . . . . .103

Alarmknipperlichten . . . . . . . . . . .140

Noodremmen . . . . . . . . . . . . .140

Automatische inschakelingverlichting . . . . . . . . . . . . . . . .23

Automatische klimaatregeling. . . . . .31

Automatische transmissie metdubbele koppeling. . . . . . .112 ,169

Automatische versnellingsbak .110 ,167

AUX-bron . . . . . . . . . . . . . .254 ,269

Bagage afdekhoes (TIPO

STATION WAGON-versie) . . . . . .37

Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . .36

Bagageruimte (uitbreiding). . . . . . . .16

Banden (bandenspanning). . . . . . .212

BEDIENINGSELEMENTEN

Bedieningselementen op hetvoorpaneel . . . . . . . . . . . . . .248

Bedieningselementen op hetvoorpaneel . . . . . . . . . . . . . . .261

Bedieningsknoppen. . . . . . . . . . . .51

Bedieningspaneel enboordinstrumenten. . . . . . . . . . .48

Bedieningstoetsen op stuurwiel . . .264

Belangrijke informatie enaanbevelingen. . . . . . . . . . . . .277

Beschermingssystemeninzittenden . . . . . . . . . . . . . . . .82

Bluetooth® bron . . . . . . . . .254 ,268

Boordcomputer . . . . . . . . . . . . . .55

Brandstofverbruik . . . . . . . . . . . .229

Buitenverlichting . . . . . . . . . . . . . .22

Carrosserie (reiniging en

onderhoud) . . . . . . . . . . . . . .201

CO2-emissie . . . . . . . . . . . . . . .232

Contactsleutel verwijderen(automatische versnellingsbakmet dubbele koppeling) . . . . . . .169

Contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . .11

Dagrijverlichting (DRL) . . . . . . . . . .22

Dagverlichting (DRL) (lampvervangen) . . . . . . . . . . . . . . .144

De auto parkeren . . . . . . . . . . . .108

De motor starten. . . . . . . . . . . . .107

Derde remlicht (lamp vervangen) . . .148

Dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23

Dimlicht (lamp vervangen) . . . . . . .143

Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50

DTC (systeem) . . . . . . . . . . . . . . .71

Dubbele laadruimte (TIPOSTATIONWAGON-versie) . . . . . . .39

ECO-functie . . . . . . . . . . . . . . . .46

Een aanhanger trekken . . . . . . . . .134

Een lamp vervangen . . . . . . . . . .140

Een wiel vervangen . . . . . . . . . . .156

Elektrische ruitbediening . . . . . . . . .33

Elektrische stuurbekrachtiging . . . . .35

Elektrische verwarmingvoorstoelen . . . . . . . . . . . . . . .16

Elektronische Cruise-Control . . . . .119

ERM (systeem) . . . . . . . . . . . . . . .73

ESC (systeem) . . . . . . . . . . . . . . .71

Fiat Code (systeem) . . . . . . . . . . .12

Fix&Go Automatic kit . . . . . . . . . .161

Full Brake Control (systeem) . . . . . .75

Gebruik van het Instructieboek . . . . .3

Gebruik van het voertuig onderzware omstandigheden(geprogrammeerdonderhoudsschema) . . . . . . . . .183

Geprogrammeerd onderhoud. . . . .173

Geprogrammeerdonderhoudsschema . . . . . . . . .174

Page 288: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Gereedschapshouder . . . . . . . . . .37

Gewichten . . . . . . . . . . . . . . . . .218

Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . .23

Grootlicht (lamp vervangen) . . . . . .143

Grootlichtsignaal . . . . . . . . . . . . . .23

GSI (Gear Shift Indicator) . . . . . . . .50

Handbediende klimaatregeling . . . .29

Handgeschakelde versnellingsbak .109

Hendel loslaten (automatischeversnellingsbak met dubbelekoppeling) . . . . . . . . . . . . . . .169

Herconfigureerbaarmultifunctioneel display . . . . . . . .48

Het voertuig opkrikken . . . . . . . . .199

HHC (systeem) . . . . . . . . . . . . . . .72

Hoofdairbag. . . . . . . . . . . . . . . .103

Hoofdmenu . . . . . . . . . . . . . . . . .51

Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . .19

Hoogteregeling koplampen . . . . . . .23

Identificatiegegevens

chassisnummer . . . . . . . . . . .205

motorcode . . . . . . . . . . . . . .205

typeplaatje metidentificatiegegevens . . . . . . . .205

Imperiaal/skidrager . . . . . . . . . . . .41

Interieur (reiniging) . . . . . . . . . . . .202

Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . .25

ISOFIX-kinderzitje (montage) . . . . . .91

iTPMS (indirect Tyre PressureMonitoring System) . . . . . . . . . .79

Kentekenverlichting (lamp

vervangen) . . . . . . . . . . . . . . .149

Kinderen veilig vervoeren . . . . . . . .88

Kinderslot . . . . . . . . . . . . . . . . . .13

Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . .88

Klimaatregeling. . . . . . . . . . . . . . .29

Koplampen (reiniging) . . . . . . . . . .201

Lakwerk (reiniging en onderhoud) . .201

Lamp buitenverlichting vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .143

Lampen

typen lampen . . . . . . . . . . . . .141

Lampjes en berichten. . . . . . . . . . .56

Loslaten hendel (automatischetransmissie) . . . . . . . . . . . . . .167

Media-modus . . . . . . . . . . . . . .267

Mistlamp voor (lamp vervangen) . . .144

Mistvoorlichten . . . . . . . . . . . . . . .24

Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .206

code . . . . . . . . . . . . . . . . . .205

Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . .34

Motorolie (niveau controleren) . . . . .192

Motorolie (verbruik) . . . . . . . . . . .192

Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . .184

Motorruimte (uitspuiten) . . . . . . . .202

Multimedia

Uconnect™ LIVE-Services .256 ,270

Niveaus controleren . . . . . . . . . .184

Onderhoudsprocedures. . . . . . . .196

Overzichtstabelbedieningselementenfrontpaneel . . . . . . . . . . . . . . .262

Parkeerlichten . . . . . . . . . . . . . . .23

Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . .108

Parkeersensoren . . . . . . . . . . . . .129

Passieve/actieve veiligheid(LPG-systeem) . . . . . . . . . . . . .41

PBA (systeem) . . . . . . . . . . . . . . .72

Periodieke controles(geprogrammeerdonderhoudsschema) . . . . . . . . .183

Plafondverlichting voor . . . . . . . . . .25

Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . .13

Prestaties (topsnelheid) . . . . . . . . .228

Radiomodus . . . . . . . . . . . . . . .267

Regensensor . . . . . . . . . . . . . . . .27

Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . .24

Richtingaanwijzers zijkant (lampvervangen) . . . . . . . . . . . . . . .144

Richtlijnen voor de behandelingvan het voertuig aan het eindevan de levensduur . . . . . . . . . .234

Rijhulpsystemen . . . . . . . . . . . . . .75

Ruiten (reinigen) . . . . . . . . . . . . .201

Ruitenwisser

wisserbladen vervangen . . . . . .197

Ruitenwissers/-sproeiers voorruit . . .26

"Intelligente" wis-/wasfunctie . . . .26

Ruitenwissers/achterruitwisser . . . . .26

ALFA

BE

TIS

CH

RE

GIS

TE

R

Page 289: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

SBR (Seat Belt Reminder) . . . . . . .84

SBR-systeem (Seat BeltReminder) . . . . . . . . . . . . . . . .84

Slepen van het voertuig . . . . . . . .170

Sleutel verwijderen (automatischeversnellingsbak) . . . . . . . . . . . .167

Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10

sleutel met afstandsbediening . . .10

Sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . .200

Snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . .118

SRS (aanvullendveiligheidssysteem) . . . . . . . . . .99

Starten met hulpaccu . . . . . . . . . .163

Stoelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15

Stop/Start-systeem . . . . . . . . . . .115

Stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12

Stuurwiel. . . . . . . . . . . . . . . . . . .20

Tabel met . . . . . . . . . . . . . . . . .222

Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . .135

Tankprocedure . . . . . . . . . . . . . .136

Tanken in een noodgeval . . . . . .136

TC (systeem) . . . . . . . . . . . . . . . .72

Technische gegevens . . . . . . . . . .205

TSC (systeem) . . . . . . . . . . . . . . .73

Uconnect™ 5” LIVE —

Uconnect™ 5” Nav LIVE . . . . . .248

Uconnect™ 7" HD LIVE -Uconnect™ 7" HD Nav LIVE. . . .261

Uconnect™ Radio . . . . . . . . . . . .238

Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . .82

Velgen en banden (afmetingen) . . . .210

Veranderingen/wijzigingen aan hetvoertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . .4

Versie met LPG-systeem . . . . . . . .41

Vloeistoffen en smeermiddelen . . . .225

Vooraanspanners . . . . . . . . . . . . .86

Krachtbegrenzers . . . . . . . . . . .86

Voorstoelen (handmatigverstelbaar) . . . . . . . . . . . . . . .15

Wielen. . . . . . . . . . . . . . . . . . .209

Wielen en banden . . . . . . . . . . . .200

Zekeringen (vervangen) . . . . . . . .150

Zekeringenkasten . . . . . . . . . . . .150

Zijairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . .103

Zijpanelen (TIPO STATIONWAGON versie) . . . . . . . . . . . . .40

Page 290: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Largo Senatore G. Agnelli, 3 - 10040 Volvera - Torino (Itali )

Editie

FCA Italy S.p.A. - MOPAR - Technical Services - Service Engineering

Druknummer 603.91.282NL- 02/2017 - 1

ë

Page 291: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

Wij, die uw auto hebben bedacht, ontworpen en gebouwd, kennen daarvan werkelijk elk detail en onderdeel. In de erkende Fiat Service garages vindt u technici die rechtstreeks door ons zijn opgeleid die kwaliteit

en professionaliteit bieden voor alle onderhoudswerkzaamheden. De Fiat garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles

en voor praktische adviezen van onze deskundigen.Met de Originele Vervangingsonderdelen gedistribueerd door MOPAR®, worden de kenmerken

van betrouwbaarheid, comfort en prestaties, waarvoor u uw nieuwe voertuig gekozen heeft,

in de loop van de tijd in stand gehouden.

Vraag altijd om Originele Onderdelen van de componenten die wij gebruiken om onze auto’s te bouwen en die wij u aanbevelen omdat die het resultaat zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling

van steeds innovatievere technologieën.Vertrouw om al deze redenen op Origenele Onderdelen:

de enige die speciaal door FCA voor uw auto ontworpen zijn.

WAAROM KIEZEN VOOR

ORIGINELE ONDERDELEN

VEILIGHEID:

REMSYSTEEM

ECOLOGIE: ROETFILTERS,

ONDERHOUD AIRCONDITIONING

COMFORT: WIELOPHANGING

EN RUITENWISSERS

PERFORMANCE: BOUGIES, INSPUIT-

VENTIELEN EN ACCU'S

LINEACCESSORI:

STANGEN IMPERIAAL, VELGEN

Page 292: NEDERLANDS TIPO ST A TION W AGON - Fiataftersales.fiat.com/eLumData/NL/00/357_TIPO5P/00...Beste klant, Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen. Wij hebben

De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. FCA Italy S.p.A. behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische

of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.

NEDERLANDS