Nationaal Vrijheidsonderzoek 2017 - Nationaal Comité 4 en 5 mei … · 2017-05-01 · Het rapport...

42
Nationaal Vrijheidsonderzoek 2017 Beleving, houding en draagvlak ten aanzien van 4 en 5 mei

Transcript of Nationaal Vrijheidsonderzoek 2017 - Nationaal Comité 4 en 5 mei … · 2017-05-01 · Het rapport...

Nationaal Vrijheidsonderzoek 2017

Beleving, houding en draagvlak ten aanzien van 4 en 5 mei

________________________________________________________________________________________________________________

2

Inhoudsopgave

pagina

1. Achtergrond en doelstelling 3

2. Algemene samenvatting 5

3. De context van 4 en 5 mei 9

4. Het draagvlak voor 4 mei 16

5. Het draagvlak voor 5 mei 29

Bijlage

Onderzoeksverantwoording

Nationaal Vrijheidsonderzoek 2017

Kantar Public

Dieter VerhueBart KoenenAnne Tilanus

Maart 2017 / H3561

Cover: ‘Vrijheid geef je door’ van Hajo de Reijger

________________________________________________________________________________________________________________

3

Achtergrond en doelstelling

Nati

on

aal

Vri

jheid

so

nd

erz

oek 2

016

Nati

on

aal

Vri

jheid

so

nd

erz

oek 2

017

________________________________________________________________________________________________________________

4

Achtergrond en doelstelling

Sinds 2001 voert Kantar Public (voorheen Bureau Veldkamp) in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei het Nationaal

Vrijheidsonderzoek uit. Dit onderzoek is opgezet om de beleving van Nederlanders ten aanzien van 4 en 5 mei te monitoren.

Deze beleving kan in de loop der tijd veranderen, naarmate de Tweede Wereldoorlog verder achter ons ligt en jongere

generaties geen eigen herinneringen meer hebben aan de Tweede Wereldoorlog.

Willen 4 en 5 mei een duidelijke plaats behouden in onze samenleving, dan moeten deze dagen blijven aansluiten bij de

beleving van de burgers. In dit rapport wordt ingegaan op het draagvlak voor de jaarlijkse Nationale Herdenking op 4 mei en de

viering van de Nationale Bevrijding op 5 mei.

Het Nationaal Vrijheidsonderzoek is van 14 februari tot en met 2 maart 2017 uitgevoerd onder een representatieve steekproef

van 896 personen uit het Nederlands publiek van 13 jaar en ouder. Binnen deze steekproef zijn ook niet-westerse allochtonen

vertegenwoordigd (n=101). Een uitgebreide onderzoeksverantwoording is als bijlage in dit rapport opgenomen.

Het rapport is als volgt opgebouwd. Na een algemene samenvatting (hoofdstuk twee) gaan we in het derde hoofdstuk dieper in

op de maatschappelijke context van 4 en 5 mei. In het vierde hoofdstuk staat het draagvlak voor 4 mei centraal en het vijfde

hoofdstuk gaat over het draagvlak en de viering van 5 mei. De titels van figuren en tabellen betreffen (behoudens enkele

uitsplitsingen) de exacte vraagstellingen zoals die aan de respondenten zijn voorgelegd. Bij alle figuren en tabellen is het totale

aantal respondenten weergegeven dat de betreffende vraag heeft beantwoord. Verschillen tussen groepen of meetjaren

worden uitsluitend gerapporteerd als het significante verschillen betreft.

________________________________________________________________________________________________________________

5

Algemene samenvatting

Nati

on

aal

Vri

jheid

so

nd

erz

oek 2

017

________________________________________________________________________________________________________________

6

Algemene samenvatting (1/3)

Groot draagvlak voor 4 en 5 mei

Het draagvlak onder de Nederlandse bevolking voor de herdenking op 4 mei en de viering van de bevrijding op 5 mei is groot, ruim

acht op de tien Nederlanders geven aan de Dodenherdenking op 4 mei (heel) belangrijk te vinden. Een even grote groep

Nederlanders geeft daarnaast aan de viering van Bevrijdingsdag op 5 mei (heel) belangrijk te vinden. De groep Nederlanders die

aangeeft zowel 4 als 5 mei heel belangrijk te vinden, is het afgelopen jaar toegenomen.

Blijvende zorgen om terrorisme en oorlog

Als we kijken naar internationale ontwikkelingen waar mensen zich zorgen over maken, zijn er ten opzichte van vorig jaar een

aantal veranderingen. De zorgen om oorlog zijn het afgelopen jaar sterk gestegen. Maakte in 2016 drie op de tien Nederlanders

zich nog zorgen over oorlog, dit jaar is dat vier op de tien. Ook de zorgen over terrorisme zijn gestegen: ruim zes op de tien

Nederlanders maken zich hier zorgen over, dat is het hoogste niveau sinds 2002. De zorgen over de vluchtelingen die naar

Nederland en Europa komen, is in dezelfde periode juist afgenomen: in 2016 maakte ruim de helft zich hier nog zorgen over, terwijl

dat dit jaar gedaald is tot ruim een derde.

________________________________________________________________________________________________________________

7

Algemene samenvatting (2/3)

Negen op de tien staan stil bij 4 mei

In totaal staan ruim negen op de tien Nederlanders op de één of andere manier stil bij 4 mei. Zo nemen ruim acht op de tien

Nederlanders de twee minuten stilte in acht (85%) en volgen ruim zes op de tien Nederlanders de Nationale Dodenherdenking op

televisie, via de radio of online. Er is net als voorgaande jaren een brede consensus over de betekenis en de invulling van de

Dodenherdenking. Zo zien negen op de tien Nederlanders de herdenking als een moment waarop zij respect tonen voor

oorlogsslachtoffers en zijn acht op de tien van mening dat de herdenking ook in de toekomst door moet gaan. Ook worden alle

onderdelen - zoals de twee minuten stilte en het spelen van het volkslied - door een ruime meerderheid van de bevolking

aansprekend gevonden. Net als voorgaande jaren herdenken vier op de tien Nederlanders alle oorlogsslachtoffers wereldwijd.

Acht op de tien vieren 5 mei

Ruim acht op de tien Nederlanders staan op de één of andere manier stil bij 5 mei. Zo heeft de helft iets van de viering gezien,

gehoord of gelezen op televisie, de radio of online en hebben drie op de tien Nederlanders een activiteit in de eigen plaats bezocht.

Net als bij 4 mei bestaat ook bij 5 mei grote consensus over de betekenis ervan. Zo vinden ruim acht op de tien dat de viering van 5

mei ook in de toekomst door moet gaan en beschouwt een even grote groep 5 mei als een dag waarop zij erbij stilstaan dat vrijheid

niet vanzelfsprekend is. Zes op de tien Nederlanders staan op 5 mei stil bij de Tweede Wereldoorlog.

________________________________________________________________________________________________________________

8

Algemene samenvatting (3/3)

5 mei als vrije dag

Acht op de tien Nederlanders weten dat 5 mei een nationale feestdag is, een even groot gedeelte geeft aan het (zeer) belangrijk te

vinden dat 5 mei een nationale feestdag is. Zeven op de tien Nederlanders vinden dan ook dat 5 mei ieder jaar een vrije dag voor

alle werkende Nederlanders zou moeten zijn. Stel dat 5 mei inderdaad een vrije dag zou worden en men zou daar een andere vrije

dag voor moeten inleveren, kiezen drie op de tien voor Goede Vrijdag.

4 en 5 mei zorgen voor verbinding

Ten opzichte van andere momenten van nationale betekenis voelen Nederlanders zich tijdens de Dodenherdenking op 4 mei en de

viering van de bevrijding op 5 mei het sterkst verbonden met andere Nederlanders. Acht op de tien voelen zich op deze momenten

in (zeer) sterke mate verbonden met elkaar.

________________________________________________________________________________________________________________

9

De context van 4 en 5 mei

Nati

on

aal

Vri

jheid

so

nd

erz

oek 2

017

________________________________________________________________________________________________________________

10

De context van 4 en 5 mei - Samenvatting

Zorgen wereldwijd

Omdat het draagvlak voor 4 en 5 mei niet los staat van andere maatschappelijke ontwikkelingen, is belangrijk om na te gaan hoe deze

ontwikkelingen zich verhouden tot 4 en 5 mei. In het Nationaal Vrijheidsonderzoek worden om die reden al jarenlang de zorgen van het

Nederlands publiek over verschillende wereldproblemen in de tijd gevolgd.

Zorgen over terrorisme en oorlog blijven toenemen

Als mensen met een open vraag wordt gevraagd over welke wereldwijde problemen ze zich zorgen maken, geven drie op de tien

Nederlanders spontaan aan zich zorgen over oorlog te maken. Ruim een kwart maakt zich zorgen over de ontwikkelingen in de

internationale politiek, waarbij vooral de politieke ontwikkelingen in Amerika (Trump), Turkije (Erdogan) en Rusland (Poetin) worden

genoemd. Dezelfde vraag wordt sinds 2002, het jaar na de aanslagen van ‘9/11’, ook gesloten voorgelegd. Dan geven ruim zes op de tien

Nederlanders aan zich zorgen te maken over terrorisme. De zorgen hierover liggen hiermee op het hoogste niveau sinds 2002. Vier op

de tien geven aan zich zorgen te maken over oorlog. De zorgen over oorlog zijn het afgelopen jaar toegenomen en liggen weer op

hetzelfde, hoge niveau als in 2014 toen veel mensen zich zorgen maakten over de oorlog in Oekraïne.

Vluchtelingen

Nieuw in de ‘zorgenlijst’ zijn de zorgen over vluchtelingen naar Europa en Nederland: ruim een derde maakt zich hier zorgen over, dat is

minder dan in 2016 toen de helft zich hier nog zorgen over maakte. Een even groot deel maakt zich net als vorig jaar zorgen over

spanningen tussen religieuze groepen. De zorgen over de economische crisis zijn het afgelopen jaar verder afgenomen: maakte in 2013

de helft van de Nederlanders hier nog zorgen over, in 2017 is dat gedaald naar 11%.

________________________________________________________________________________________________________________

11

De context van 4 en 5 mei - Vier op tien volgen landelijk nieuws

Nederlanders volgen nationaal nieuws intensiever dan internationaal en regionaal nieuws. Men volgt voornamelijk nieuws- en

actualiteitenprogramma’s op televisie, maar ook dagbladen en online nieuwssites worden veel bekeken. Facebook - dit jaar vaak in het nieuws met

‘nepnieuws’ - wordt door vier op de tien Nederlanders als nieuwsbron genoemd.

In welke mate volgt u het [… ] nieuws? (n=896) Om op de hoogte te blijven van nieuws volg ik [… ] (n=709)

Leeftijd: ouderen volgen het nieuws vaker nauwgezet dan jongeren: 13% van de 13- tot en met 17-jarigen en 20% van de 18- tot en met 24-jarigen

volgt het nieuws nauwgezet. Onder 65-plussers is dat 60%. Ouderen volgen het nieuws vaker via actualiteitenprogramma’s op tv en dagbladen, terwijl

jongeren vaker op sociale media kijken. Zo volgt 52% van de Nederlanders onder de 35 jaar het nieuws onder andere via Facebook.

28

28

40

58

64

56

13

8

5

0% 50% 100%

regionaal en lokaal nieuws

internationaal nieuws

landelijk nieuws

nauwgezet op hoofdlijnen niet of nauwelijks

7

10

14

22

39

44

46

59

61

80

0 50 100

opiniebladen

twitter

instagram

andere sociale media

facebook

gratis huis-aan-huis bladen

nieuws en actualiteiten op de radio

online nieuwssites

dagbladen (online en/of papier)

nieuws en actualiteiten op televisie

%

________________________________________________________________________________________________________________

12

Over welke onderwerpen die wereldwijd spelen maakt u zich zorgen? (open vraag; n=832)

Met een open vraag is in kaart gebracht over welke internationale problemen mensen zich zorgen maken. Drie op de tien Nederlanders geven spontaan

aan zich zorgen te maken over oorlogen en conflicten wereldwijd. Ruim een kwart maakt zich (ook) zorgen om de internationale politiek, waaronder vaak

de verhoudingen binnen de EU (Brussel), de Amerikaanse president (Trump), Turkije (Erdogan) en Rusland (Poetin) worden genoemd. Ruim één op de vijf

maakt zich zorgen over klimaatverandering en terrorisme.

De context van 4 en 5 mei - Spontane zorgen

7

5

5

6

13

14

15

15

15

22

22

27

30

0 40 80

geen zorgen

criminaliteit

economie

zorg en welzijn

onverdraagzaamheid, discriminatie

armoede, honger

moslimextremisme

vluchtelingen, immigratie

nederlandse politiek

klimaatverandering

terrorisme

internationale politiek

oorlog

%

________________________________________________________________________________________________________________

1313

Als mensen spontaan gevraagd wordt naar hun zorgen, wordt oorlog het vaakst genoemd. De vraag over welke internationale onderwerpen mensen zich

zorgen maken, is echter ook gesloten voorgelegd waarbij mensen een top-3 kunnen kiezen. Ruim zes op de tien Nederlanders hebben terrorisme in hun

‘zorgen top-3’ staan. De zorg om terrorisme wordt breed gedeeld, want het wordt door jongeren, ouderen, hoger én lager opgeleiden het vaakst

genoemd. Vier op de tien Nederlanders maken zich zorgen om oorlog terwijl ruim een derde zich zorgen maakt over vluchtelingen naar Europa en

Nederland en spanningen tussen religieuze groepen.

De context van 4 en 5 mei - Zorgen over terrorisme blijven toenemen

Over welke van de volgende onderwerpen die wereldwijd spelen maakt u zich

zorgen? (drie antwoorden mogelijk; percentages genoemd in top-3; n=709)

Gesloten: zorgen wereldwijd

3

6

7

9

11

16

17

17

26

35

36

39

63

0 50 100

energievoorziening

migratie

besmettelijke ziektes, epidemieën

honger

economische crisis

schendingen van mensenrechten

milieuvervuiling

armoede

klimaatverandering

spanningen tussen religieuze groepen

vluchtelingen naar Europa en Nederland

oorlog

terrorisme

%

________________________________________________________________________________________________________________

1414

De zorgen over oorlog en terrorisme zijn het afgelopen jaar verder toegenomen. De zorgen over terrorisme zijn het grootst sinds 2002, terwijl de zorgen over

oorlog weer op het niveau liggen van 2014, het jaar waarin Rusland de Krim annexeerde en er een burgeroorlog woedde in Oost Oekraïne. In datzelfde jaar

werd ook het vliegtuig MH17 neergehaald boven Oekraïne waarbij 298 mensen omkwamen, waaronder 196 Nederlanders. Het jaar 2016 werd gekenmerkt

door terroristische aanslagen, bijvoorbeeld in Brussel, Nice en Berlijn. De zorgen over vluchtelingen zijn het afgelopen jaar afgenomen.*

De context van 4 en 5 mei - De zorgen over terrorisme nemen toe

Trend: Ontwikkeling van de drie grootste zorgen door de jaren heen. In de grafiek zijn de

percentages Nederlanders weergegeven die deze drie zorgen noemen in hun top-3.

4 35 4

7 6 5 4

13

63

4

54

36

42

49 49

61

57

47 46

55

35

32

45

59 57

63

43

67

45

36 3537

40 41

3134

43

30 28

39

0

50

100

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

vluchtelingen naar NL en EU terrorisme oorlog

%

* Voor 2015 werd naar de zorgen over ‘migratie’ gevraagd. Vanaf 2015 naar de zorgen over ‘vluchtelingen naar Nederland en Europa’.

aanslagen Madrid

aanslagen Londen

kredietcrisis

Arabische Lente

oorlog in Irak Oekraïnecrisis

aanslagen Parijs

Aanslagen Brussel

Aanslagen NiceAanslagen Berlijn

________________________________________________________________________________________________________________

Associaties: met uitzondering van de exceptioneel hoge score

in 2014* is de associatie met de Tweede Wereldoorlog in de

periode voor 2014 sterker dan in de jaren erna. Sinds 2015 is de

associatie met de oorlog in Syrië dominant. De associatie met

deze oorlog is sterker dan die met de oorlog in Irak die van

2003 tot en met 2008 duurde.

15

De context van 4 en 5 mei - Associaties bij de term oorlog

Ruim vier op de tien Nederlanders associëren de term oorlog spontaan met de oorlog in Syrië. Net als vorig jaar denkt een op de vijf Nederlanders bij de

term ‘oorlog’ spontaan aan de Tweede Wereldoorlog. Het conflict in Oekraïne werd in 2015 nog door één op de vijf genoemd, in 2016 en 2017 wordt het

conflict nauwelijks meer genoemd.

Als we het over oorlog hebben, welke oorlog komt dan alseerste in uw gedachten op? (open vraag; n=896)*

associaties met de Tweede Wereldoorlog door de jaren heen

12

6

11

17

18

22

19

15

4

9

13

2

20

41

9

5

8

14

2

21

42

0 40 80

diversen

Irak

Midden Oosten

Oorlog tegen Islamitische Staat

Oekraïne conflict

Tweede Wereldoorlog

Syrië

2017 2016 2015

%%

51

4540

5147

37

78

2220 21

36

2823

18

8 8 8 64 4

20

819

41 42

0

50

100

2005 2006 2008 2009 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Tweede Wereldoorlog Irak Syrië%

* De vraagstelling, volgorde in de vragenlijst en codering van de open antwoorden is in 2014 exact hetzelfde gedaan als in de voorgaande jaren. De grote procentuele stijging van de associatie met de Tweede Wereldoorlog is dus niet het gevolg van een verandering van deze drie zaken.

________________________________________________________________________________________________________________

16

Het draagvlak voor 4 mei

Na

tio

na

al V

rijh

eid

so

nd

erz

oek

20

16

Nati

on

aal

Vri

jheid

so

nd

erz

oek 2

017

________________________________________________________________________________________________________________

17

Draagvlak voor 4 mei

Het Nationaal Vrijheidsonderzoek geeft elk jaar een beeld van de beleving van 4 mei en het belang dat mensen aan de herdenking

hechten. Op deze manier kan gevolgd worden in welke mate 4 mei in de tijd blijft aansluiten op de beleving van Nederlandse burgers.

Vanaf 2014 was een geleidelijke afname te zien van het aantal Nederlanders dat 4 mei heel belangrijk vond. Aan deze ontwikkeling lijkt

in 2017 echter een einde te zijn gekomen. Acht op de tien Nederlanders vinden de Dodenherdenking op 4 mei belangrijk, waarbij de

helft van deze groep aangeeft de herdenking heel belangrijk te vinden.

Nieuws en actualiteiten dragen bij aan belang

Van alle mensen die 4 en 5 mei belangrijk vinden, geeft twee derde aan dat het volgen van het nieuws en actualiteiten hieraan heeft

bijgedragen. Daarnaast geeft de helft van de Nederlanders aan dat verhalen van familie en/of vrienden hieraan hebben bijgedragen, net

zoals de helft aangeeft dat boeken, films en/of theaterstukken hebben bijgedragen aan het belangrijk vinden van 4 mei.

Betekenis 4 mei

Bijna negen op de tien Nederlanders zijn het eens met de stelling dat de jaarlijkse Dodenherdenking op 4 mei voor hen respect betonen

aan oorlogsslachtoffers betekent. Men vindt dat de Dodenherdenking in de toekomst moet blijven bestaan en is het er niet mee eens

dat het zijn betekenis verliest naarmate de Tweede Wereldoorlog langer geleden is. Driekwart van de Nederlanders beschouwt de

herdenking als een moment van saamhorigheid, omdat we onze gemeenschappelijke geschiedenis herdenken en stilstaan bij onze

gemeenschappelijke waarden.

Het draagvlak voor 4 mei - Samenvatting

________________________________________________________________________________________________________________

18

Aan wie denkt men?

Bijna vier op de tien Nederlanders denken net als in 2016 bij de nationale Dodenherdenking aan alle oorlogsslachtoffers wereldwijd. Eén

op de vijf denkt aan alle Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogen en vredesoperaties daarna. De helft van de

Nederlanders vindt dat de Jodenvervolging centraal moet staan bij de herdenking van gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Ook

is het volgens een derde van de Nederlanders belangrijk om aandacht uit te laten gaan naar de bombardementen en de hongerwinter

van 1944.

De twee minuten stilte meest aansprekende onderdeel

In totaal besteden ruim negen op de tien Nederlanders aandacht aan 4 mei. Zo geeft 85% aan de twee minuten stilte in acht te nemen

en volgen zes op de tien Nederlanders de herdenking op de Dam via de media. Men vindt de huidige onderdelen van de herdenking

aansprekend. Zo vindt 93% de twee minuten stilte (heel) aansprekend en wordt het spelen van het Nederlandse volkslied door 85%

aansprekend gevonden. Circa acht op de tien Nederlanders geven aan de aanwezigheid van het Koninklijk Huis, de kranslegging en de

militaire aanwezigheid (heel) aansprekend te vinden.

Het draagvlak voor 4 mei - Samenvatting

________________________________________________________________________________________________________________

Leeftijd: Oudere Nederlanders vinden 4 mei net als

voorgaande jaren vaker ‘heel belangrijk’ dan

jongere Nederlanders.

Opleiding: Er zijn geen significante verschillen

tussen opleidingsniveau, terwijl dit vorige jaren

wel het geval was.

19

Het aantal Nederlanders dat de Dodenherdenking op 4 mei belangrijk vindt, is het afgelopen jaar toegenomen. Er is vooral een toename te zien

van mensen die aangeven 4 mei heel belangrijk te vinden. Deze groep werd de afgelopen jaren kleiner, maar deze trend zet zich niet door in 2017.

De stijging doet zich voor onder alle leeftijdsgroepen.

Herdenken - Het belang van 4 mei neemt weer toe

Hoe belangrijk vindt u de jaarlijkse Dodenherdenking op 4

mei? (percentages (heel) belangrijk; n=896) belang per leeftijdsgroep

41

35

37

45

42

50

49

48

46

47

48

45

48

45

48

52

40

40

42

40

42

35

37

32

40

38

34

35

32

36

30

34

0 50 100

2017

2016

2015

2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003

2002

heel belangrijk belangrijk

%

24 2537 34

54 50

4653

40 45

32 36

13 – 17 jaar

18 – 24 jaar

25 – 34 jaar

35 – 49 jaar

50 – 64 jaar

65-plus

heel belangrijk belangrijk

________________________________________________________________________________________________________________

20

Gedurende de afgelopen 15 jaar is het aantal Nederlanders dat de jaarlijkse Dodenherdenking heel belangrijk vindt, geleidelijk afgenomen. Dit jaar is

dat aantal echter weer toegenomen. De stijging is het sterkst onder de groep 13- tot 17-jarigen en 50- tot en met 64-jarigen.

Herdenken - Het belang is onder alle leeftijdsgroepen gestegen

Trend: Hoe belangrijk vindt u de jaarlijkse Dodenherdenking op 4 mei?

(percentages heel belangrijk; n=896)

Jaar 13-17

jaar%

18-24jaar%

25-34jaar%

35-49 jaar%

50-64jaar%

65-plus

%

2017 24 25 37 34 54 50

2016 18 24 32 33 36 48

2015 16 23 30 37 43 51

2014 20 39 52 46 59 53

2013 31 27 38 47 45 46

2012 35 40 41 44 62 65

2011 30 30 49 48 53 65

2010 29 47 35 52 54 54

2009 36 28 47 50 41 58

2008 42 43 46 50 47 50

2007 34 36 45 54 57 61

2006 38 33 46 42 46 61

2005 44 45 40 48 52 55

2004 28 43 43 36 47 66

2003 25 42 47 50 47 59

2002 39 43 49 48 55 68

Leeftijd: Ten opzichte van 2016 zijn 50-

tot en met 64-jarigen meer belang aan 4

mei gaan hechten: vond in 2016 39% 4

mei heel belangrijk, in 2017 is dat 54%.

Onder de 13- tot en met 17-jarigen is

hetzelfde het geval en is dat aantal

gestegen van 18% in 2016 naar 24% in

2017.

Trends per leeftijdsgroep

________________________________________________________________________________________________________________

2121

Nieuws en actualiteiten dragen relatief vaak bij aan het belangrijk vinden van Dodenherdenking op 4 mei. Zowel jongeren als ouderen noemen het nieuws

het vaakst. Ten opzichte van vorig jaar is er één verandering, toen noemden jongeren (tot en met 17 jaar) films nog als belangrijkste ‘ervaring’. Verhalen

van familie en/of vrienden en het lezen of zien van films, boeken, theater en/of musicals wordt door ruim de helft van de Nederlanders genoemd.

Herdenken - Nieuws en actualiteiten dragen bij aan het belang van 4 mei

U gaf aan dat u de jaarlijkse Dodenherdenking belangrijk vindt. In welke

mate hebben de volgende ervaringen hieraan bijgedragen? (Basis: degenen

die 4 mei belangrijk vinden; meer antwoorden mogelijk; n=717)

Binding 4 mei en het

nieuws

95% van de Nederlanders die de Dodenherdenking (heel) belangrijk vinden, geeft aan dat het volgen van het nieuws en actualiteiten hieraan heeft bijgedragen.

16

20

16

9

4

49

35

38

29

8

29

31

33

38

7

5

15

13

25

81

0% 50% 100%

nieuws en actualiteiten

verhalen van familie en/of vrienden

films, boeken, theater en/of musicals

school of opleiding

eigen oorlogservaringen

zeer sterk sterk enigszins nauwelijks of niet

________________________________________________________________________________________________________________

22

Herdenken - Dodenherdenking betekent respect tonen voor oorlogsslachtoffers

Bijna negen op de tien Nederlanders zijn het eens met de stelling dat de Dodenherdenking op 4 mei respect tonen voor oorlogsslachtoffers is. Acht op de tien

vinden dat de Dodenherdenking ook in de toekomst door moet gaan en driekwart vindt dat de Dodenherdenking actueel blijft zolang er oorlog en

onderdrukking bestaan. Een even grote groep Nederlanders ervaart de herdenking als een moment van saamhorigheid, vooral omdat een gemeenschappelijke

geschiedenis wordt herdacht en omdat men stilstaat bij onze gemeenschappelijke waarden.

Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende

stellingen. De jaarlijkse Dodenherdenking op 4 mei […] (n=896)

Saamhorigheid

Driekwart van de Nederlanders ervaart de Dodenherdenking als een moment van saamhorigheid. Met een gesloten vraag is in kaart gebracht waarom men de Dodenherdenking als een moment van saamhorigheid beschouwt. Ruim de helft geeft als reden hiervoor dat we dan onze gemeenschappelijke geschiedenis herdenken (54%) en dat iedereen stilstaat bij onze gemeenschappelijke waarden (46%). Een derde vindt dat het feit dat miljoenen Nederlanders 2 minuten met hetzelfde bezig zijn, zorgt voor saamhorigheid (35%).

Een (ruime) meerderheid is

het eens

Een (ruime) meerderheid is

het oneens

3

3

3

4

23

29

29

39

44

46

6

6

7

15

41

40

48

37

36

43

10

13

11

16

23

19

14

13

10

7

20

23

22

26

5

6

4

4

5

2

59

52

54

36

3

2

2

4

2

2

3

3

4

2

4

3

3

3

3

1

0% 50% 100%

zegt me helemaal niets

is niet meer van deze tijd

mag worden afgeschaft als de laatste mensen die deoorlog hebben meegemaakt, zijn overleden

heeft steeds minder betekenis naarmate de tweedewereldoorlog verder achter ons ligt

draagt bij aan de Nederlandse identiteit

moet blijven zoals het nu is

is een moment van saamhorigheid

blijft actueel zolang oorlog en onderdrukking bestaan

moet ook in de toekomst doorgaan

is respect tonen voor oorlogsslachtoffers

helemaal mee eens mee eens eens, noch oneens mee oneens helemaal niet mee eens weet niet

________________________________________________________________________________________________________________

23

In tegenstelling tot voorgaande jaren is er een leeftijdsbrede consensus over de betekenis van 4 mei. Slechts op twee aspecten wijkt de mening van 13- tot en

met 17-jarigen af van die van oudere Nederlanders. Zij vinden minder vaak dat Dodenherdenking actueel blijft zolang oorlog en onderdrukking bestaan en

ervaren de herdenking minder vaak als een moment van saamhorigheid. Voorgaande jaren waren er veel meer verschillen tussen de leeftijdsgroepen.

Herdenken - Bredere consensus over de betekenis van 4 mei

Totaal2017

%

13-17jaar

%

18-24jaar

%

25-34jaar

%

35-49 jaar

%

50-64jaar

%

65-plus

%

is respect tonen voor oorlogsslachtoffers 88 83 85 88 87 91 90

moet ook in de toekomst doorgaan 80 76 76 76 79 85 82

blijft actueel zolang oorlog en onderdrukking bestaan 76 ▼67 ▼69 76 77 76 80

is een moment van saamhorigheid 76 ▼67 76 72 71 82 81

moet blijven zoals het nu is 70 69 70 64 64 74 75

draagt bij aan de Nederlandse identiteit 64 56 66 63 66 66 62

heeft steeds minder betekenis naarmate WO II verder achter ons ligt 19 22 15 21 16 20 20

Mag worden afgeschaft als de laatste mensen die WO II hebben

meegemaakt, zijn overleden10 7 13 11 9 11 8

is niet meer van deze tijd 9 9 11 11 5 13 7

zegt me helemaal niets 8 6 6 10 8 10 6

Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende stellingen. De jaarlijkse Dodenherdenking op 4 mei […] (percentages (helemaal) eens; n=896)

▲ = significant vaker ▼ = significant minder vaak

________________________________________________________________________________________________________________

Trend: Vanaf 2011 zijn steeds minder

Nederlanders het eens zijn met de stelling

dat 4 mei minder betekenis krijgt

naarmate de oorlog verder achter ons ligt.

In 2011 vond 39% nog dat 4 mei minder

betekenis kreeg naarmate de oorlog

langer achter ons ligt. In 2015 is dat met

22 procentpunten gedaald tot 17%.

Leeftijd: deze ontwikkeling doet zich

onder alle leeftijdsgroepen voor.

2424

De dodenherdenking op 4 mei blijft voor een ruime meerderheid zijn relevantie behouden. Sinds 2002 is het aantal Nederlanders dat vindt dat de

betekenis van 4 mei afneemt naarmate de oorlog verder achter ons ligt, afgenomen.

Herdenken - 4 mei blijft zijn betekenis behouden

Trend: Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende stelling.

De dodenherdenking op 4 mei heeft steeds minder betekenis naarmate de Tweede

Wereldoorlog verder achter ons ligt (percentages (helemaal) mee eens; n=969)

36

4137 37 36

3329

39

33

22

2117

20

19

0

40

80

2002 2003 2004 2004 2007 2008 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

%

________________________________________________________________________________________________________________

25

Net als in 2016 denken bijna vier op de tien Nederlanders bij de Dodenherdenking aan alle oorlogsslachtoffers uit de hele wereld van alle oorlogen. Alle

Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en alle oorlogen en vredesoperaties daarna worden door een vijfde van de Nederlanders

herdacht. Deze groep slachtoffers wordt minder vaak door jongeren genoemd.

Herdenken - Men denkt het vaakst aan alle oorlogsslachtoffers wereldwijd

totaal2017

%

totaal 2016*

%

13-17 jaar

%

18-24 jaar

%

25-34 jaar

%

35-49 jaar

%

50-64 jaar

%

65-plus

%

alle oorlogsslachtoffers uit de hele wereld van alle

oorlogen37 39 35 42 41 37 33 35

alle Nederlandse slachtoffers van de Tweede

Wereldoorlog en oorlogen en vredesoperaties daarna20 18 ▼9 ▼11 14 25 22 26

alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog van alle

landen17 16 18 18 18 11 19 21

alle Nederlandse slachtoffers van de Tweede

Wereldoorlog12 11 13 9 12 11 15 9

diversen 4 8 ▲9 4 3 3 5 4

geen van deze groepen / weet niet 10 6 16 16 12 13 6 6

Aan wie denkt u zelf op 4 mei? Op 4 mei herdenk ik […] (n=896)

▲ = significant vaker ▼ = significant minder vaak* Voor 2016 kon men meer antwoorden op deze vraag invullen, nu kan men nog meer één antwoord kiezen.

________________________________________________________________________________________________________________

26

Toekomst herdenken - Aandacht voor de Jodenvervolging moet blijven

Net als voorgaande jaren vindt circa de helft van de Nederlanders dat tijdens de Dodenherdenking aandacht moet zijn voor de Jodenvervolging.

Bombardementen op Nederlandse steden en de hongerwinter van 1944 worden door ongeveer een derde genoemd, al werd de hongerwinter

voorgaande jaren vaker genoemd. Vergeleken met 2016 worden de Japanse kampen in Nederlands Indië en het leven van gewone burgers in

oorlogstijd minder vaak genoemd.

Voor welke van de volgende nationale gebeurtenissen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gebeurd, zou aandacht moeten zijn tijdens de Dodenherdenking, vindt u?(n=896)

Opleiding: Laagopgeleiden vinden minder

vaak dat er aandacht moet gaan naar het

buiten werking stellen van de rechtsstaat

(11%), terwijl hoogopgeleiden dit vaker

vinden (26%) dan gemiddeld. Hetzelfde zien

we voor de Februaristaking (laag: 9%, hoog:

17%).

Leeftijd: 65-plussers noemen vaker dan

gemiddeld de hongerwinter van 1944

(45%), het buiten werking stellen van de

rechtsstaat (25%) en de Japanse kampen in

Nederlands Indië (38%). Jongeren van 13

tot 17 jaar (20%) en van 18 tot 24 jaar

(23%) geven vaker aan het niet te weten.

6

12

10

11

14

19

20

20

26

28

30

37

34

51

6

12

10

11

14

19

20

20

26

28

30

37

34

51

6

13

12

12

13

17

17

19

22

26

26

32

34

48

0 50 100

geen van deze

weet niet

diversen

het leven buiten de kampen in Nederlands Indie

de Februaristaking in 1941

het buiten werking stellen van de rechtsstaat

Operatie Market Garden (slag bij Arnhem)

het verhaal van Anne Frank

de Japanse kampen in Nederlands Indie

de Duitse aanval op Nederland op 10 mei 1940

het leven van gewone mensen

de hongerwinter van 1944

de bombardementen op Nederlandse steden

de Jodenvervolging

2017 2016 2015

%

________________________________________________________________________________________________________________

27

Rituelen - Merendeel houdt twee minuten stilte

Ruim negen op de tien Nederlanders hebben het afgelopen jaar op de één of andere manier stilgestaan bij de Dodenherdenking. Net als vorig jaar

geeft een ruime meerderheid aan twee minuten stilte gehouden te hebben. Ruim zes op de tien Nederlanders hebben de Nationale Herdenking via

de media gevolgd. Bijna drie op de tien Nederlanders hangen de vlag halfstok op 4 mei. Er zijn geen veranderingen ten opzichte van 2016.

Leeftijd: in totaal heeft 91% van de Nederlanders

stilgestaan bij 4 mei. Naar leeftijd zijn er enkele

verschillen op de wijze waarop men stilstaat. Zo

hangen 65-plussers vaker de Nederlandse vlag

halfstok (38%). Nederlanders van boven de 35 jaar

volgen de Dodenherdenking vaker via de media

dan Nederlanders onder 35 jaar (49% versus 67%).

De groep 18- tot en met 24-jarigen staan relatief

vaak niet stil bij de Dodenherdenking (14%).

Heeft u het afgelopen jaar op één van de onderstaande manieren stilgestaan bij de Dodenherdenking op 4 mei? (n=896)

3

1

6

9

30

60

83

1

1

3

5

8

27

62

85

0 50 100

anders, namelijk

ik was op vakantie en heb niet bij deDodenherdenking stilgestaan

ik was op vakantie, maar heb wel bij deDodenherdenking stilgestaan

een herdenking bijgewoond, namelijk in

ik heb niet stilgestaan bij de Dodenherdenkingop 4 mei

de Nederlandse vlag halfstok gehangen

de Nationale Dodenherdenking op radio oftelevisie of online gevolgd

twee minuten stilte gehouden

2017 2016

%

________________________________________________________________________________________________________________

2828

Rituelen - Twee minuten stilte meest aansprekend bij herdenking op de Dam

De meeste Nederlanders vinden de twee minuten stilte het meest aansprekende onderdeel bij de herdenking op de Dam. Daarnaast vindt men ook het

spelen van het volkslied aanspreken. Het minst aansprekend zijn het voordragen van gedichten en een lezing door een belangrijk persoon, al worden deze

door meer dan de helft van de Nederlanders aansprekend gevonden.

De Nationale Dodenherdenking op de Dam bestaat uit verschillende onderdelen. In welke mate vindt u deze onderdelen aansprekend? (n=896)

Leeftijd: 65-plussers vinden de twee minuten stilte,

het spelen van het volkslied, de aanwezigheid van het

Koninklijk Huis, de kranslegging en het voordragen van

gedichten aansprekender dan het gemiddelde

Nederlandse publiek. 13- tot en met 17-jarigen en 24-

tot en met 35-jarigen vinden de gedichten en de

kranslegging minder aansprekend dan het gemiddelde

Nederlandse publiek. Daarnaast vinden de jongsten de

lezing minder aansprekend.

Opleiding: Laagopgeleiden vinden de kranslegging en

de militaire aanwezigheid aansprekender dan

hoogopgeleiden.

61

43

35

32

29

16

13

32

42

45

48

50

44

41

4

10

12

14

16

28

34

3

4

6

4

5

10

10

2

2

0% 50% 100%

de twee minuten stilte

spelen van het Nederlandse Volkslied

aanwezigheid van het Koninklijk Huis

de kranslegging

militaire aanwezigheid

voordragen van gedichten

lezing door een belangrijk persoon

heel aansprekend aansprekend niet zo aansprekend helemaal niet aansprekend ik ken dit onderdeel niet

________________________________________________________________________________________________________________

29

Het draagvlak voor 5 mei

Nati

on

aal

Vri

jheid

so

nd

erz

oek 2

017

________________________________________________________________________________________________________________

Draagvlak voor 5 mei

Net als bij 4 mei wordt de beleving van de viering op 5 mei ook in de tijd gevolgd. Onder Nederlanders is al jaren een groot draagvlak

voor de viering van 5 mei: 80% vindt de viering (heel) belangrijk. Dit draagvlak was de laatste jaren minder groot, maar is het afgelopen

jaar toegenomen. Vooral de groep die aangeeft 5 mei heel belangrijk te vinden is toegenomen: vond in 2016 33% 5 mei heel belangrijk,

in 2017 is dat 38%. Men vindt 5 mei vooral belangrijk door nieuws en actualiteiten (71%) en verhalen van vrienden en/of familie (57%).

5 mei moet ook in de toekomst doorgaan

Acht op de tien Nederlanders vinden dat 5 mei ook in de toekomst door moet gaan. Dat is een toename ten opzichte van vorig jaar toen

driekwart aangaf dat 5 mei ook in de toekomst door moet gaan. Ruim driekwart vindt dat 5 mei actueel blijft zolang er oorlog en

onderdrukking bestaan. Een even groot deel staat stil bij het feit dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.

Acht op de tien Nederlanders staan stil bij 5 mei

In totaal staan ruim acht op de tien Nederlanders op de één of andere manier stil bij 5 mei. Bijna de helft volgt de viering via de media

(online, televisie) en een derde bezoekt een activiteit in de eigen gemeente. Ruim één op de tien bezoekt een Bevrijdingsfestival. Er zijn

hierbij geen veranderingen ten opzichte van 2015 en 2016 toen deze vraag ook werd gesteld. De viering van 5 mei geeft bijna acht op de

tien Nederlanders het gevoel verbonden te zijn met andere Nederlanders.

30

Het vieren van 5 mei - samenvatting

________________________________________________________________________________________________________________

Men viert vooral dat we nu in vrijheid leven

De groep Nederlanders die op 5 mei viert dat we nu in vrijheid leven is de afgelopen jaren gegroeid van 61% in 2012 naar 71% in 2016.

Dit jaar is de groep die viert dat we nu in vrijheid leven kleiner geworden (68% viert dit) terwijl de groep die de Bevrijding van Nederland

viert ten opzichte van 2016 is gegroeid van 9% naar 13%. Dit neemt niet weg dat deze laatste groep de afgelopen vijf jaar fors geslonken

is, want in 2012 gaf 27% nog aan de bevrijding van Nederland te vieren.

5 mei een vrije dag voor alle Nederlanders?

Acht op de tien Nederlanders weten dat 5 mei een nationale feestdag is, een even grote groep vindt dit (heel) belangrijk. Ruim zeven op

de tien Nederlanders vinden dat 5 mei ook echt een vrije dag zou moeten zijn voor alle werkende Nederlanders. En als daar een vrije

dag voor moet worden ingeleverd, noemen drie op de tien net als in 2016 Goede Vrijdag.

31

Het vieren van 5 mei - samenvatting

________________________________________________________________________________________________________________

Leeftijd: jongeren van 13- tot en met 24 jaar geven net

als ander jaren minder vaak aan de viering op 5 mei

‘heel belangrijk’ te vinden dan andere leeftijdsgroepen.

Opleiding: er zijn – in tegenstelling tot voorgaande

jaren – geen verschillen tussen hoger en lager

opgeleiden.

32

Acht op de tien Nederlanders vinden de jaarlijkse viering van 5 mei belangrijk. Het aantal mensen dat 5 mei heel belangrijk vindt, is sinds 2011 niet meer

zo hoog geweest. Vooral in de jaren vanaf 2013 (met uitzondering van 2014) was het aantal Nederlanders dat 5 mei heel belangrijk vond lager dan

voorheen. De stijging van het aantal Nederlanders dat 5 mei heel belangrijk vindt doet zich voor onder alle leeftijdsgroepen.

Vieren - Het belang van 5 mei neemt verder toe

In hoeverre vindt u het belangrijk dat

jaarlijks 5 mei wordt gevierd? (n=896) belang per leeftijdsgroep

38

33

32

36

30

37

38

41

34

40

39

42

43

38

40

43

42

42

42

41

36

39

40

39

43

39

33

35

32

38

31

38

0 50 100

2017

2016

2015

2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

2003

2002

heel belangrijk wel belangrijk

%

29% 28% 32%39% 42% 38%

43% 45%45%

40% 39%44%

13 – 17 jaar

18 – 24 jaar

25 – 34 jaar

35 – 49 jaar

50 – 64 jaar

65-plus

heel belangrijk belangrijk

________________________________________________________________________________________________________________

Trend: in de bovenstaande trendgrafiek zijn vanaf 2002 de

percentages weergegeven van de mensen die 5 mei heel

belangrijk vinden. Na een daling in 2014 is er de afgelopen

drie jaar weer sprake van toename van het aantal mensen dat

5 mei heel belangrijk vindt.

33

Het draagvlak voor de viering van 5 mei is met name onder 13- tot en met 17-jarigen en 50- tot en met 64-jarigen gestegen. Onder beide

leeftijdsgroepen is namelijk een toename te zien van het aantal dat 5 mei heel belangrijk vindt. Bij 4 mei zagen we dezelfde stijging van het

draagvlak onder 13- tot en met 17-jarigen en 50- tot en met 64 jarigen.

Vieren - Het belang van de viering op 5 mei per leeftijd

Trend: Hoe belangrijk vindt u de jaarlijkse viering van 5 mei? (percentages

heel belangrijk; n=896)

ontwikkelingen en trends

Jaar 13-17

jaar%

18-24jaar%

25-34jaar%

35-49 jaar%

50-64jaar%

65-plus

%

2017 29 28 32 39 42 38

2016 20 27 33 35 33 36

2015 24 25 32 36 35 31

2014 25 20 29 30 29 32

2013 20 11 30 27 36 25

2012 28 20 28 24 41 42

2011 22 28 37 35 43 48

2010 32 40 40 40 46 51

2009 27 18 38 42 28 38

2008 27 35 39 40 47 42

2007 34 33 39 45 40 46

2006 29 41 47 37 44 53

2005 36 41 38 45 48 43

2004 23 38 40 34 36 50

2003 27 39 42 36 42 48

2002 37 42 44 38 29 54

4340 38

43 42 39 40

34

41 38 37

3036

3233

38

0

50

100

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

%

________________________________________________________________________________________________________________

3434

Ruim zeven op de tien Nederlanders die 5 mei belangrijk vinden, geven aan dat het volgen van nieuws en actualiteiten hieraan heeft bijgedragen.

Verhalen van familie en/of vrienden wordt door meer dan de helft van de Nederlanders genoemd. Boeken, films en theater worden door zes op de tien

als reden genoemd. Er zijn naar leeftijd en opleidingsniveau net als vorig jaar geen verschillen.

Vieren - waardoor men 5 mei belangrijk vindt

U gaf aan dat u 5 mei belangrijk vindt. In welke mate heeft het

volgende hieraan bijgedragen? Basis: alleen gevraagd aan

mensen die 5 mei (heel) belangrijk vinden (n=719)

Verhalen en de binding met 5 mei

Mensen die 5 mei heel belangrijk vinden, geven relatief vaak aan dat verhalen van vrienden familie en/of vrienden daaraan hebben bijgedragen (37% versus 23% van de Nederlandse bevolking). Binnen deze groep geeft 30% aan dat ze 5 mei heel belangrijk vinden door het volgen van het nieuws.

18

23

17

10

5

53

34

42

37

9

22

27

28

33

10

7

16

13

20

76

0% 50% 100%

volgen van het nieuws, actualiteiten

verhalen van familie en/of vrienden

lezen of zien van films, boeken,theater en/of musicals

ervaringen tijdens school ofopleiding

eigen oorlogservaring

zeer sterk sterk enigszins nauwelijks of niet

________________________________________________________________________________________________________________

35

Vieren - de betekenis van 5 mei voor Nederlandse burgers

Ruim acht op de tien Nederlanders vinden dat de jaarlijkse viering van de bevrijding op 5 mei ook in de toekomst door moet gaan. Een even grote groep

beschouwt 5 mei als een dag waarop men stilstaat bij het feit dat vrijheid niet vanzelfsprekend is en vindt dat 5 mei actueel blijft zolang er oorlog en

onderdrukking bestaan. Ruim zeven op de tien Nederlanders vinden dat 5 mei jaarlijks een vrije dag voor alle Nederlanders zou moeten zijn en bijdraagt

aan saamhorigheid. Driekwart geeft aan dat 5 mei niet mag worden afgeschaft als de laatste mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt

overleden zijn.

Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende stellingen. De

jaarlijkse viering van de bevrijding op 5 mei […] (stellingen; n=896)

Een (ruime) meerderheid is

het eensw

Een (ruime) meerderheid is het oneensw

2

2

3

3

17

20

20

23

25

24

39

35

33

38

5

6

6

10

40

37

42

41

46

48

33

43

45

44

12

10

14

20

30

26

22

23

18

17

17

13

14

10

24

23

28

26

6

10

8

6

6

4

5

5

5

3

52

56

46

39

4

3

4

3

2

3

3

2

2

2

4

3

3

3

2

4

2

3

3

3

3

3

2

3

0% 50% 100%

mag worden afgeschaft als de laatste mensen die WOII hebbenmeegemaakt, zijn overleden

zegt me helemaal niets

is niet meer van deze tijd

heeft steeds minder betekenis naarmate WOII verder achter onsligt

is een dag om te feesten

is een dag waarop ik me solidair voel met mensen die nu niet invrijheid leven

is voor mij een dag om stil te staan bij WOII

moet blijven zoals het nu is

is stilstaan bij mensenrechten, democratie en rechtsstaat

draagt bij aan saamhorigheid

5 mei zou ieder jaar een vrije dag voor alle werkendeNederlanders moeten zijn

blijft actueel zolang er oorlog en onderdrukking bestaan

een dag waarop ik er bij stilsta dat vrijheid niet vanzelfsprekend is

moet ook in de toekomst doorgaan

helemaal mee eens mee eens eens, noch oneens mee oneens helemaal niet mee eens weet niet

________________________________________________________________________________________________________________

36

In de onderstaande tabel zijn de stellingen weergegeven waarop de verschillen ten opzichte van 2016 én tussen de leeftijdsgroepen het grootst zijn. Ten

opzichte van 2016 vinden meer Nederlanders dat de viering van de Bevrijding ook in de toekomst door moet gaan, dat het een dag is waarop men zich solidair

voelt met mensen die niet in vrijheid leven en waarop men stilstaat bij het niet vanzelfsprekend zijn van vrijheid. Ook zien meer mensen dan in 2016 5 mei als

een dag om stil te staan bij de Tweede Wereldoorlog. Voor al deze stellingen geldt dat jongeren (tot en met 24 jaar) het er minder vaak mee eens zijn en 65-

plussers juist vaker.

Vieren - De betekenis van 5 mei voor Nederlandse burgers

Totaal2017

%

Totaal2016

%

13-17 jaar

%

18-24 jaar

%

25-34 jaar

%

35-49 jaar

%

50-64 jaar

%

65-plus

%

moet ook in de toekomst doorgaan 82▲ 76 72▼ 75▼ 80 82 84 87▲

is een dag waarop ik mij solidair voel met mensen die niet in vrijheid leven 57▲ 52 43▼ 52 52 55 57 70▲

is een dag waarop ik er bij stilsta dat vrijheid niet vanzelfsprekend is 78▲ 73 61▼ 69▼ 75 78 80▲ 87▲

is voor mij een dag om stil te staan bij de Tweede Wereldoorlog 63▲ 54 51▼ 48▼ 57 59 70▲ 75▲

Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende stellingen. De jaarlijkse viering van de Bevrijding op 5 mei[…] (alleen de percentages helemaal eens zijn weergegeven; n=896)

*In de tabel zijn alleen stellingen opgenomen waarbij het verschil tussen de leeftijdscategorieën het grootst bleek ▲ = significant vaker ▼ = significant minder vaak

________________________________________________________________________________________________________________

37

Vieren - wat viert men op 5 mei: de vrijheid of de bevrijding?

Op 5 mei viert de meerderheid van de Nederlanders de vrijheid waarin we leven. Deze groep is ten opzichte van 2016 kleiner geworden, terwijl de

groep die de bevrijding van Nederland viert juist iets groter is geworden. Iets meer dan één op de tien Nederlanders viert op deze dag de

bevrijding van het Koninkrijk der Nederlanden. Jongeren van 13- tot en met 17 jaar vieren relatief vaak geen van beiden, terwijl 65-plussers

relatief vaak vieren dat we nu in vrijheid leven.

13 -17 jaar

%

18 - 24 jaar

%

25 - 34 jaar

%

35 - 49 jaar

%

50 - 64 jaar

%

65-plus

%

totaal 2017

%

totaal 2016

%

totaal 2015

%

totaal 2014

%

totaal2013

%

totaal2012

%

dat we nu in vrijheid leven 58▼ 70 67 70 64 74▲ 68▼ 71 70 69 66 61

de bevrijding van het Koninkrijk der Nederlanden 14 7▼ 10 11 18▲ 13 13▲ 9 9 16 22 27

diversen 5 4 4 4 2 5 3 1 3 3 2 3

geen van deze 24▲ 19 19 15 17 8 16 18 19 11 16 -*

Trend en leeftijd: wat viert u zelf op 5 mei? (n=896)

*In 2012 is de categorie ‘geen van deze’ niet gevraagd*In 2015 is de categorie ‘anders’ vervangen met ‘diversen’

▲ = significant vaker ▼ = significant minder vaak

________________________________________________________________________________________________________________

38

Vieren - 5 mei als vrije dag

Acht op de tien Nederlanders weten dat 5 mei een nationale feestdag is. Eerder zagen we al dat zeven op de tien Nederlanders vinden dat 5 mei een vrije dag

voor alle werkende Nederlanders zou moeten zijn. Tot slot is gevraagd hoe belangrijk men het vindt dat 5 mei een nationale feestdag is. Ruim acht op de tien

Nederlanders vinden dit belangrijk. Als 5 mei een vrije dag zou worden en men moet daar een dag voor inleveren, dan kiest net als in 2016 een derde voor

Goede Vrijdag.

Stel dat 5 mei een vrije dag zou worden en stel dat u daar een

andere dag voor zou moeten inleveren. Welke van de volgende

dagen zou u dan daarvoor willen inleveren?(n=896)

Hoe belangrijk vindt u het dat 5 mei

een nationale feestdag is? (n=896)

43%

41%

11%3%

2%

zeer belangrijk belangrijk niet belangrijk of onbelangrijk onbelangrijk zeer onbelangrijk 33

1

5

6

11

13

13

15

31

30

1

6

2

4

6

13

11

28

0 40 80

geen van deze

Nieuwjaarsdag

diversen

Tweede Kerstdag

Tweede Paasdag

Hemelvaartsdag

Koningsdag

Tweede Pinksterdag

Goede Vrijdag

2017 2016

%

Is 5 mei een nationale feestdag

volgens u? (n=896)

80%

20%

ja nee

________________________________________________________________________________________________________________

17

6

9

10

24

49

19

6

6

12

29

48

16

6

9

13

30

48

0 50 100

ik heb niet bij 5 mei stilgestaan

ik was op vakantie en heb bij 5 mei stilgestaan

diversen

ik heb een Bevrijdingsfestival bezocht

ik heb een activiteit in de eigen gemeentebezocht

ik heb de viering op televisie/ radio/ onlinegevolgd

2017 2016 2015

%

39

Ruim acht op de tien Nederlanders staan stil bij de viering op 5 mei. De helft staat stil bij 5 mei door de viering op de televisie, radio of online te volgen.

Een derde bezoekt een activiteit in de eigen gemeente en ruim één op de tien bezoekt een Bevrijdingsfestival op deze dag.

Vieren - op welke manier staat men stil bij de viering op 5 mei?

Heeft u het afgelopen jaar aandacht besteed aan de viering van Bevrijdingsdag op 5 mei? (n=896)

Leeftijd: 16% van de Nederlandse

bevolking staat niet stil bij de

viering op 5 mei. Met name

jongeren tussen de 13 en de 17

jaar geven aan geen aandacht te

besteden aan deze gebeurtenis

(25%). Dit aantal is gedaald ten

opzichte van 2016 toen 35% van

de jongeren aangaf niet stil te

staan bij 5 mei.

In totaal staat 84% van de Nederlanders op één of meer van de volgende manieren stil bij 5 mei.

________________________________________________________________________________________________________________

40

Nederlanders voelen zich het sterkst verbonden met andere Nederlanders tijdens de Dodenherdenking op 4 mei en Bevrijdingsdag op 5 mei.

Hiernaast voelen mensen zich sterk verbonden met elkaar tijdens Koningsdag. Tijdens Prinsjesdag en verkiezingen voelen Nederlanders zich

nauwelijks met elkaar verbonden. De uitkomsten zijn hetzelfde als in 2016.

4 en 5 mei met elkaar vergeleken - 4 en 5 mei zorgen voor verbinding

In welke mate geven onderstaande dagen of evenementen u het gevoel verbonden te zijn met andere Nederlanders? ( n=896)

32

28

25

20

14

18

5

5

48

50

39

36

45

37

21

17

11

14

23

24

26

29

46

46

6

6

10

18

11

14

25

29

2

2

2

2

3

2

3

2

0% 50% 100%

Dodenherdenking op 4 mei

Viering Bevrijding op 5 mei

Koningsdag (27 april)

Nederland op WK en EK voetbal

Nationale herdenking slachtoffers MH17

Nederland op Olympische Spelen

Verkiezingen

Prinsjesdag (3de dinsdag in september)

in zeer sterke mate in sterke mate in niet zo'n sterke mate helemaal niet weet niet

Leeftijd: 65-plussers voelen zich op

5 mei vaker dan gemiddeld

verbonden met andere

Nederlanders (86% versus 78% van

het Nederlands publiek). Dat geldt

ook voor 4 mei, hetzij in iets

mindere mate (86% versus 80%).

Jongeren tot en met 24 jaar voelen

zich relatief vaak verbonden als

Nederland speelt op een WK of EK

(68% versus 56% van het

Nederlands publiek)

________________________________________________________________________________________________________________

41

Onderzoeksverantwoording

Nati

on

aal

Vri

jheid

so

nd

erz

oek 2

017

________________________________________________________________________________________________________________

42

Onderzoeksverantwoording

De beleving, houding en draagvlak ten aanzien van 4 en 5 mei is in kaart gebracht met een online enquête onder n=896 burgers van 13

jaar en ouder. Het veldwerk voor deze enquête is uitgevoerd in de periode van 14 februari tot en met 2 maart 2017. Er is gebruik

gemaakt van de steekproefbron TNS NIPObase. De respondenten in dit panel zijn geworven door Veldkamp en TNS NIPO, dus niet via

zelfaanmelding. Voor deelname aan het onderzoek zijn in totaal 1.500 respondenten benaderd. De respons lag op 60%. De steekproef

is gestratificeerd getrokken, zodat er ongeveer even veel waarnemingen zijn gedaan per leeftijdscategorie. Op die manier kunnen per

leeftijdsgroep uitspraken worden gedaan. Om ook over de bevolking als geheel uitspraken te kunnen doen, is een herweging

uitgevoerd op de kenmerken sekse, leeftijd, opleiding, grootte huishouden en regio.