NA IJE ZORG IN EEN WARM VLAANDEREN Expertisepunt Mantelzorg... · NA IJE ZORG IN EEN WARM...

95
Vlaams Mantelzorgplan 1 NABIJE ZORG IN EEN WARM VLAANDEREN Vlaams Mantelzorgplan 2016 – 2020 Goede zorg maakt deel uit van het dagelijkse sociale leven van mensen. Deze zorg krijgt mee vorm door de inzet van vele mantelzorgers, ze geven zin en kleur aan het leven van de zorgvrager. Professionele zorg ondersteunt die participatie en betrokkenheid. Met dit mantelzorgplan willen we dit enorm maatschappelijk kapitaal dat Vlaanderen rijk is erkennen en inzetten op een goede ondersteuning van mantelzorgers. Inzetten op de kwaliteit van leven van de mantelzorger is ook inzetten op de kwaliteit van leven van de zorgbehoevende. Omwille van de specificiteit van de relatie, impact en benadering, wordt aan jonge mantelzorgers een afzonderlijk deel van dit plan gewijd. Hierin komt de jonge mantelzorger, van kind tot jongvolwassene, aan bod. Inzetten op mantelzorg kan zich niet beperken tot de brede welzijnssector. Het is een maatschappelijke keuze die over de beleidsniveaus en beleidsdomeinen heen gerealiseerd wordt. Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en gezin

Transcript of NA IJE ZORG IN EEN WARM VLAANDEREN Expertisepunt Mantelzorg... · NA IJE ZORG IN EEN WARM...

Vlaams Mantelzorgplan 1

NABIJE ZORG IN EEN WARM VLAANDEREN

Vlaams Mantelzorgplan 2016 – 2020

Goede zorg maakt deel uit van het dagelijkse sociale leven van mensen. Deze zorg krijgt mee vorm

door de inzet van vele mantelzorgers, ze geven zin en kleur aan het leven van de zorgvrager.

Professionele zorg ondersteunt die participatie en betrokkenheid.

Met dit mantelzorgplan willen we dit enorm maatschappelijk kapitaal dat Vlaanderen rijk is

erkennen en inzetten op een goede ondersteuning van mantelzorgers. Inzetten op de kwaliteit van

leven van de mantelzorger is ook inzetten op de kwaliteit van leven van de zorgbehoevende.

Omwille van de specificiteit van de relatie, impact en benadering, wordt aan jonge mantelzorgers

een afzonderlijk deel van dit plan gewijd. Hierin komt de jonge mantelzorger, van kind tot

jongvolwassene, aan bod.

Inzetten op mantelzorg kan zich niet beperken tot de brede welzijnssector. Het is een

maatschappelijke keuze die over de beleidsniveaus en beleidsdomeinen heen gerealiseerd wordt.

Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en gezin

Vlaams Mantelzorgplan 2

Inhoud ..................................................................................................................................................... 2

1 Inleiding ........................................................................................................................................... 6

1.1 Beleidskader ............................................................................................................................ 6

Vlaamse overheid ............................................................................................................ 6

Relatie met andere beleidsniveaus ................................................................................. 8

Onderzoek naar mantelzorg ............................................................................................ 9

1.2 Maatschappelijke trends en ontwikkelingen ........................................................................ 11

Verwachte vraag en beschikbaarheid ........................................................................... 11

Vermaatschappelijking van de zorg ............................................................................... 12

1.3 Definitie en kerngegevens over mantelzorg ......................................................................... 14

Brede benadering .......................................................................................................... 14

Plaats van mantelzorg binnen informele zorg ............................................................... 15

Het aantal mantelzorgers in Vlaanderen ....................................................................... 15

Profiel van de mantelzorger .......................................................................................... 16

Beleving van mantelzorg ............................................................................................... 19

Draagkracht en draaglast .............................................................................................. 24

Kenmerken van de zorgbehoevende ............................................................................. 25

Kennis en gebruik van professionele diensten .............................................................. 26

1.4 Missie en visie van het plan ................................................................................................... 27

Principe van progressiviteit ........................................................................................... 27

Optimaal inzetten van mantelzorg ................................................................................ 29

Generiek mantelzorgplan .............................................................................................. 29

Mantelzorger als zorgdrager en soms zorgvrager ......................................................... 29

Een aanpak op maat van alle mantelzorgers ................................................................ 29

Doelstellingen en thema’s ............................................................................................. 30

2 Maatschappelijke erkenning en waardering van mantelzorgers .................................................. 34

2.1 De plaats van mantelzorg in onze samenleving .................................................................... 34

Identificatie als mantelzorger ........................................................................................ 34

Verenigen van mantelzorgers ....................................................................................... 34

Toegang tot kennis en expertise ................................................................................... 35

Mantelzorgers leveren een menselijke als economische bijdrage aan de samenleving

………………………………………………………………………………………………………………………………….35

Een noodzakelijk evenwicht bij de combinatie van rollen ............................................ 36

Vlaams Mantelzorgplan 3

Financiële ondersteuning .............................................................................................. 39

2.2 Hefbomen voor een betere erkenning en waardering van mantelzorg ............................... 42

Stroomlijnen van expertise, informatie, detectie en ondersteuning ............................ 42

Een afgestemd mantelzorgbeleid .................................................................................. 44

2.3 2.3 Actiedomeinen ............................................................................................................... 46

Vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor mantelzorg .................................. 46

Evalueren en herdefiniëren van opdrachten in functie van betere stroomlijning van

informatie en ondersteuning ........................................................................................................ 47

Ondersteunen van een betere combinatie mantelzorg en werk .................................. 48

Financiële ondersteuning binnen de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB) ................... 50

Verder onderzoek naar leefsituatie en noden van mantelzorgers ............................... 51

3 Ondersteunen van mantelzorgers ................................................................................................. 53

3.1 Een veelheid aan ondersteuningsvormen ............................................................................. 53

Informatie en advies ...................................................................................................... 53

Generieke ondersteuning .............................................................................................. 55

Specifieke ondersteuning .............................................................................................. 56

3.2 Hefbomen voor betere ondersteuning ................................................................................. 60

Informatie over de context van de zorgbehoevende .................................................... 60

Proactief en op maat ..................................................................................................... 60

Een zorgzame omgeving ................................................................................................ 60

3.3 Actiedomeinen ...................................................................................................................... 61

Informeren op maat over van aanbod zorg- en dienstverlening .................................. 61

Werk maken van actief zorgzame buurten ................................................................... 61

Blijvende inzet op de reguliere (thuis)zorg als ondersteuner van mantelzorg ............. 63

Inzetten op digitale zorg en innovatie ........................................................................... 64

Gerichte ondersteuning via lotgenotencontact en psycho-educatie ............................ 64

Detectie en proactieve interventie in risicosituaties..................................................... 65

Onderzoek ..................................................................................................................... 66

4 Samenwerking tussen informele en professionele zorg ............................................................... 67

4.1 Mantelzorger, een volwaardige partner in zorg en ondersteuning ...................................... 67

Mantelzorger als zorgactor ........................................................................................... 67

Mantelzorger als zorgvrager.......................................................................................... 68

4.2 Hefbomen voor een betere samenwerking .......................................................................... 70

Vlaams Mantelzorgplan 4

Triadisch werken ........................................................................................................... 70

Een coachende en luisterende basishouding ................................................................ 70

Holistische benadering .................................................................................................. 70

Sensitief voor diversiteit ................................................................................................ 70

4.3 Actiedomeinen ...................................................................................................................... 71

De bewustwording en vaardigheden van professionele zorgactoren in het (h)erkennen

van de mantelzorgcontext versterken .......................................................................................... 71

Mantelzorgers als zorgactor betrekken en voorbereiden op hun zorg- en

ondersteuningstaak ....................................................................................................................... 72

De mantelzorger tijdig (h)erkennen als potentiële zorgvrager ..................................... 73

5 Jonge mantelzorgers ..................................................................................................................... 74

5.1 De jonge mantelzorger krijgt meer zichtbaarheid en aandacht ........................................... 74

Het begrip jonge mantelzorger ..................................................................................... 74

Inschatting van het aantal jonge mantelzorgers ........................................................... 75

Buitengewone taken en verantwoordelijkheden .......................................................... 75

Identificatie als jonge mantelzorger .............................................................................. 75

Impact op het leven en ontwikkeling ............................................................................ 76

Leeftijdsafbakening ....................................................................................................... 76

Behoud van de opvoedingsrelatie ................................................................................. 77

Genuanceerde beeldvorming ........................................................................................ 77

Aandacht voor risico’s ................................................................................................... 77

5.2 Hefbomen voor een betere ondersteuning van Jonge mantelzorgers ................................. 78

Een brede benadering ................................................................................................... 78

We geven jonge mantelzorgers een plaats ................................................................... 78

Aandacht voor risicofactoren ........................................................................................ 79

We betrekken buitenlandse expertise .......................................................................... 80

Meersporenbeleid, in de breedte en in de diepte ........................................................ 80

5.3 Actiedomeinen ...................................................................................................................... 82

Erkennen en herkennen van jonge mantelzorgers ....................................................... 82

Onderzoek ..................................................................................................................... 85

Het verstrekken van informatie op maat ...................................................................... 86

Ondersteuning van jonge mantelzorgers ...................................................................... 87

Specifieke aandachtsgroepen........................................................................................ 89

Vlaams Mantelzorgplan 5

6 Lijst met afkortingen ..................................................................................................................... 92

7 Bibliografie..................................................................................................................................... 93

Vlaams Mantelzorgplan 6

1 Inleiding

1.1 Beleidskader

Vlaamse overheid

Nabije zorg en ondersteuning wordt in de eerste plaats verleend door de mantelzorger(s). Hun

bijdrage is van onschatbare waarde, zowel op maatschappelijk als economisch vlak.

Met dit mantelzorgbeleidsplan wil de Vlaamse overheid ten volle waardering, erkenning en

ondersteuning geven aan mensen die zorg opnemen voor hun familie, vrienden of mensen uit hun

omgeving. Hiermee geven we uitvoering aan het Vlaams Regeerakkoord 2014 – 2019, dat inzet op

het valoriseren en ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers, als de hoeksteen van de

samenleving. Het is immers onze overtuiging dat mensen die zorg opnemen voor hun familie en/of

vrienden zich meer dan nu het geval is, ondersteund en gewaardeerd moeten weten. Dit kan door

wie zich inzet als mantelzorger, ook de garantie te geven dat hij/zij kan rekenen op ondersteuning

door (lokale) overheden, welzijnsdiensten en zorg wanneer het nodig is. Zo streven we naar een

optimale balans tussen draagkracht en draaglast van de mantelzorger.

We willen zoveel mogelijk mantelzorgers aanspreken en erkennen en kiezen met dit plan dan ook

bewust voor een ruime definitie van het begrip mantelzorger. In het woonzorgdecreet van 2009 is de

mantelzorger omschreven als de natuurlijke persoon die vanuit een sociale en emotionele band een

of meer personen met verminderd zelfzorgvermogen, niet beroepshalve maar meer dan occasioneel,

helpt en ondersteunt in het dagelijkse leven.

Rondom de persoon met een zorgvraag staan veelal meerdere mantelzorgers als mantelzorgnetwerk

samen in voor de informele zorg en ondersteuning1. Waar we spreken over de mantelzorger

bedoelen we waar relevant ook het mantelzorgnetwerk.

Mantelzorgers geven aan nood te hebben aan informatie, persoonlijk advies en begeleiding,

educatie, financiële, praktische en emotionele ondersteuning en contacten met lotgenoten. Ze

wensen als volwaardige partners te worden beschouwd in het zorg- en ondersteuningsproces van de

cliënt/ patiënt. In de Beleidsnota 2014-2019 Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, kondigden we

beleidsmaatregelen aan die hierop een concreet antwoord moeten bieden (Jo Vandeurzen, Vlaamse

Regering):

- De opmaak van een globaal mantelzorgbeleid dat inspeelt op de specifieke noden.

- Blijvende ondersteuning en waar nodig optimaliseren van de werking van de verenigingen

voor gebruikers en mantelzorgers.

- Leren uit dagelijkse ervaringen en zo veel mogelijk rekening houden met de diversiteit aan

mantelzorgsituaties.

1 Met zorg en ondersteuning bedoelen we de acties en middelen die ingezet worden om het welzijn, de

gezondheid en de kwaliteit van leven van de burger te waarborgen en te bevorderen.

Vlaams Mantelzorgplan 7

- Organiseren van een bevraging bij 4.000 mantelzorgers van personen die een

tegemoetkoming van de zorgverzekering ontvangen.

- Investeren in tijdelijke opvangmogelijkheden die het toelaten dat het voor de mantelzorgers

dragelijk wordt.

- De Vlaamse zorgverzekering valideert de inzet van de mantelzorger met een maandelijkse

financiële ondersteuning. Met de invoering van het basisondersteuningsbudget kunnen

vormen van informele zorg en ondersteuning vergoed worden en (een deel van) het

handicapspecifiek persoonsvolgend budget kan ingezet worden om mantelzorgers te

vergoeden. Binnen de vernieuwde zorgregie hebben we bijzondere aandacht voor zorg

waarvoor het gezin al lang een engagement heeft opgenomen maar dat niet langer kan

volhouden.

- De diensten voor oppashulp en gastopvang, die hulpverlening aanbieden met de inzet van

vrijwilligers, zullen op extra ondersteuning kunnen rekenen. Er wordt de komende jaren,

vooral in de tweede fase van deze regeerperiode, een groei van het subsidiabel

urencontingent van deze voorzieningen voorzien.

- Vlaanderen zette reeds belangrijke stappen op het vlak van de respijtzorg. Binnen het

rechtstreeks toegankelijke aanbod voor personen met een beperking is de mogelijkheid tot

respijtzorg voorzien. Maar dat geldt ook breder: denken we bv. aan de initiatieven voor

Collectieve Autonome DagOpvang, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf in de

ouderenzorg. We willen daar verder op inzetten om mantelzorgers de kans te geven op

adem te komen als dat nodig is. In het kader van inclusie gaan we, in samenwerking met de

minister van mobiliteit, na hoe zorgbehoevenden met een beperkte mobiliteit op dit vlak

beter ondersteund kunnen worden.

- We zetten ook verder in op de ondersteunende acties die in het dementieplan Vlaanderen

zijn opgenomen. Het betreft onder meer het versterken van de basiszorgverleners en het

werken met dementie-experten, het faciliteren van de toegang tot de maatschappelijk

werker in complexe of beginnende zorgsituaties,… De psycho-educatie, uitgewerkt door het

Expertisecentrum Dementie Vlaanderen en verspreid via mantelzorg- en

cliëntenverenigingen, moet de mantelzorger helpen om zijn draagkracht te verhogen. We

gaan na hoe we de huisarts, de apotheker en andere zorgverleners beter kunnen betrekken

in dit plan, zo trachten we het ruime publiek van mantelzorgers nog beter te bereiken en te

ondersteunen

Het mantelzorgplan geeft mee uitvoering aan de goedgekeurde resoluties in het Vlaams Parlement

betreffende de verbetering van de ondersteuning van mantelzorgers van 1 februari 2017 en

betreffende de ondersteuning van jonge mantelzorgers van 6 januari 2016.

Vlaams Mantelzorgplan 8

Relatie met andere beleidsniveaus

Federale overheid

Sociale zekerheid, ziekteverzekering en fiscaliteit behoren tot de federale bevoegdheden.

De wettelijke erkenning van de mantelzorger staat hierdoor eveneens geagendeerd bij de federale

regering. De wet betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote

zorgbehoefte bijstaat (BS 6 juni 2014) omschrijft een mantelzorger als ‘ de persoon die doorlopende

of regelmatige hulp en bijstand verleent aan een erkende zwaar zorgbehoevende persoon’. Om

erkend te worden als mantelzorger, moeten volgende voorwaarden vervuld zijn:

- meerderjarig of een ontvoogde minderjarige zijn;

- een vertrouwensrelatie of een nauwe, affectieve of geografische relatie opgebouwd hebben

met de geholpen persoon;

- de bijstand en hulp niet beroepshalve, kosteloos en in samenwerking met ten minste een

professionele zorgverlener verstrekken;

- rekening houden met het levensproject van de geholpen persoon.

Deze wet kent nog geen uitvoeringsbesluiten.

In het kader van dit mantelzorgplan is er overleg met de Federale overheid over deze regelgeving.

Lokale besturen

De vermaatschappelijking van de zorg betekent dat zorgbehoevenden zo veel mogelijk in en door de

vertrouwde omgeving zorg kunnen krijgen. Informele en formele zorg gaan daarbij hand in hand en

moeten elkaar tot op het lokale niveau versterken. Aangezien zij het dichtst bij de burger staan,

kunnen lokale besturen een belangrijke rol spelen in de ondersteuning van zorgbehoevenden en hun

mantelzorgers, en dit op uiteenlopende manieren:

- door het aanbieden van informatie over het lokale aanbod aan informele en formele zorg en

ondersteuning via websites, gemeentelijke brochures of lokale informatiebijeenkomsten;

- door een bijzondere plaats te geven aan mantelzorg in het lokaal sociaal beleid of het

uitwerken van concepten van leeftijdsvriendelijke gemeente;

- door het toekennen van een mantelzorgpremie. Gemeenten zijn vrij om een premie in te

voeren. 78% van de Vlaamse gemeenten koos hier voor2. Op die manier worden

mantelzorgers rechtstreeks gewaardeerd voor hun engagement. Elke gemeente bepaalt zelf

de voorwaarden en het bedrag van vergoeding. De ene gemeente kent een laag bedrag toe

aan een zeer brede groep mantelzorgers, in andere gemeente is gekozen voor een

substantiële tegemoetkoming voor mantelzorgersituaties die aan strikte voorwaarden

voldoen.

2 (Ziekenzorg, 2014)

Vlaams Mantelzorgplan 9

Europese context

Vanuit het besef dat mantelzorgers een onschatbare en onvervangbare bijdrage leveren aan zorg en

ondersteuning , biedt Eurocarers - European association working for carers - een raamwerk voor de

ondersteuning van mantelzorg aan op Europees niveau. Vertrekkend vanuit een multidimensionele

benadering, benoemt het de actiedomeinen die als uitermate relevant worden aangestipt om

informele zorg ook in de toekomst blijvend mogelijk te maken:

- bewustmaking en erkenning;

- sociale inclusie en participatie van mantelzorgers;

- voorkomen van vroegtijdige residentiële opname dankzij vorming en ondersteuning van

mantelzorger;

- toegankelijke en betrouwbare informatie en advies;

- emotionele ondersteuning van mantelzorgers;

- praktische ondersteuning van mantelzorgers;

- respijtzorg, in het bijzonder voor mantelzorgers die dagelijks zorg dragen voor een naaste;

- gezondheidspromotie en bescherming van de mantelzorger via assessment van de draaglast;

- combinatie mantelzorg en arbeid verzekeren;

- maatregelen die mantelzorgers beschermen tegen verlies van inkomen en sociale rechten;

- re-integratie van voormalige mantelzorgers op de arbeidsmarkt ondersteunen;

- training van mantelzorgers voor de uitvoering van (complexe medische) zorghandelingen;

- draaglast verminderen dankzij AAL (Assisted Ambient Living) en ICT (informatie en

communicatie technologie).

Deze actiedomeinen en de voorgestelde strategie om mantelzorgers te ondersteunen, sluiten nauw

aan bij onze Vlaamse visie en doelstellingen op vlak van mantelzorgondersteuning en worden verder

uitgewerkt in dit mantelzorgplan.

Onderzoek naar mantelzorg

Bij de opmaak van dit mantelzorgplan is beroep gedaan op beschikbaar recent onderzoek met

betrekking tot mantelzorg.

Om ons een beeld te kunnen vormen van mantelzorgers in Vlaanderen beroepen we ons in

hoofdzaak op volgende recente onderzoeken3:

- Het onderzoek ‘Duurzame Mantelzorg in Vlaanderen’ – verder aangeduid als DMiV - werd in

2015-2016 uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse overheid. Dit onderzoek naar de

3 Door de gehanteerde selectiecriteria en -methodes blijven bepaalde groepen mantelzorgers in surveyonderzoeken onderbelicht, zoals de oudste groep (+80 jaar), mantelzorgers met migratieachtergrond, mantelzorg aan minder zwaar zorgbehoevenden, mantelzorgers binnen de geestelijke gezondheidszorg en Brusselse mantelzorgers.

Vlaams Mantelzorgplan 10

leefsituatie van mantelzorgers in Vlaanderen baseert zich op een schriftelijke bevraging bij

4.000 geregistreerde mantelzorgers tussen 25 en 79 jaar die hulp bieden aan één of meer

thuiswonende zorgbehoevende(n) die een tegemoetkoming van de Vlaamse zorgverzekering

krijgt/krijgen. Het gaat zodoende om een evaluatie van mantelzorgers die hulp bieden aan

zeer zwaar zorgbehoevende personen.

- De SVR-studies 2014 zijn de rapporten van de jaarlijkse survey naar sociaal-culturele

verschuivingen (SCV) in Vlaanderen, uitgevoerd door de Studiedienst van de Vlaamse

Regering. Deze survey wordt georganiseerd bij een representatieve steekproef van inwoners

uit het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest en omvat op regelmatige basis een module

over informele zorg.

- Ook de Gezondheidsenquête 2013 van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid

(WIV) wijdt een uitgebreid hoofdstuk aan informele zorg. De vragenlijst over informele

hulpverlening volgt de formulering van de Europese Gezondheidsenquête. Gezien deze per

definitie generiek moet zijn – de vraagformulering moet toepasbaar zijn in alle Europese

landen – wordt informele hulp omschreven als “het minstens eenmaal per week niet-

beroepsmatig instaan voor hulp of verzorging van personen met langdurige ziekten,

chronische aandoeningen of handicaps”.

- Voor een positionering ten aanzien van andere Europese landen beroepen we ons op de

rapporten van het Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD). Ook

hier wordt gewezen op de moeilijkheid om internationale vergelijkingen te maken, omwille

van uiteenlopende definities, invullingen en percepties op informele zorg4. De Europese

gegevens over informele zorg zijn gebaseerd op de Survey of Health, Ageing, and Retirement

in Europe (SHARE), ofwel "50+ in Europa", waarin de bevolking van 50 jaar en ouder centraal

staat.

4 (OECD, The Impact of Caring on Family Carers, 2011)

Vlaams Mantelzorgplan 11

1.2 Maatschappelijke trends en ontwikkelingen

Verwachte vraag en beschikbaarheid

De demografische en sociaaleconomische ontwikkelingen die de samenleving van vandaag en

morgen kenmerken, hebben hun weerslag op de inzetbaarheid, verwachtingen, mogelijkheden en

beschikbaarheid van informele hulpverleners zoals mantelzorgers en vrijwilligers.

Er is een stijging van het aantal mensen dat omwille van ouderdom, chronische ziekte of

handicap zorgondersteuning nodig zal hebben:

- De stijgende levensverwachting impliceert een sterke toename van het aantal ouderen en

heeft onvermijdelijk gevolgen voor de nood aan zorg voor de oudere bevolking. De stijging

van de levensverwachting en de vergrijzing van onze samenleving zijn belangrijke factoren in

de toename van het aantal chronisch zieken. Het gevaar van de ontwikkeling van een

comorbiditeit (nevenaandoening) neemt toe naarmate de leeftijd stijgt5.

- Dankzij betere zorg en leefomstandigheden en de voortschrijdende medische en

wetenschappelijke ontwikkelingen is de gezondheidssituatie en levensverwachting van

personen met een aangeboren en niet aangeboren handicap aanzienlijk verbeterd.

- Binnen de chronische ziektes vormen de psychiatrische aandoeningen een belangrijk en

alsmaar groeiend aandeel. Uit de gezondheidsenquête leren we dat één op drie personen

het psychisch zwaar heeft (stress, angst, verdriet, slecht slapen, deprimerende gedachten,

zich grote zorgen maken). Dit is een stijgende trend6.

Factoren die invloed hebben op de beschikbaarheid van mantelzorg:

- Lagere geboortecijfers en gezinsverdunning leiden tot een verschraling van het

mantelzorgnetwerk en verhogen de kans dat slechts één of twee kinderen de zorgtaken op

zich moeten nemen.

- Grotere participatie (van vrouwen) aan de arbeidsmarkt en de verhoging van de

pensioengerechtigde leeftijd remt de beschikbare tijd voor mantelzorg af.

- Door toegenomen mobiliteit worden de fysieke afstanden tussen familieleden groter; ouders

en kinderen wonen steeds minder in elkaars buurt.

- Het verkorten van ziekenhuisopnames en de tendens naar minder residentiële opname doet

de vraag naar mantelzorg en zorgomkadering thuis vergroten.

Uit de SCV survey7 blijkt dat het aantal Vlamingen dat aangeeft voor iemand uit hun nabije omgeving

te zorgen, op enkele jaren tijd is afgenomen van 36% in 2011 naar 28% in 2014. Een sluitende

verklaring is er niet , maar wellicht spelen bovenstaande tendensen hier een rol8.

5 Beleidsnota 2014-2019 Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 6 Psychische stoornissen als oorzaak van arbeidsongeschiktheid neemt aan belang toe : http://www.inami.fgov.be/SiteCollectionDocuments/studie_verklarende_factoren_stijging_invaliden.pdf 7 (Vanderleyden & Moons, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 12

Ook volgende ontwikkelingen hebben hun invloed op de mogelijke vraag naar en

beschikbaarheid van mantelzorg:

- Nieuw samengestelde gezinnen;

- De betere mondigheid van ouderen;

- De tendens van individualisering in de maatschappij;

- De toenemende diversiteit in alle betekenissen van het woord;

- Het zoeken naar verbondenheid met de buurt en vriendenkring als plaatsvervangende

familie.

Vermaatschappelijking van de zorg

De vermaatschappelijking van de zorg, waarbij zorg en ondersteuning geboden wordt in en waar

mogelijk door de vertrouwde omgeving, vindt volop zijn implementatie in de verschillende sectoren

van het Vlaams zorgbeleid. Extramuralisering, empowerment, vraaggestuurde zorg en zorg op maat

… moeten er toe bijdragen dat ouderen, chronisch zieken, personen met een handicap of een

psychische aandoening een volwaardige plaats behouden in onze samenleving en de regie over eigen

leven en zorg maximaal behouden. Goede zorg maakt deel uit van het dagelijkse sociale leven van

mensen, binnen de eigen gezinsverbanden, maar steeds meer ook daarbuiten. Professionele zorg en

ondersteuning heeft ook als opdracht die participatie en betrokkenheid door informele

zorgnetwerken te faciliteren en de sociale cohesie te versterken. De zorg vindt niet langer plaats aan

de rand van, maar in de samenleving, door mensen die dicht bij de zorgbehoevende staan.

Dit wordt weerspiegeld in het Cirkelmodel dat als uitgangspunt van ons zorgbeleid geldt.

8 Opvallend is dat de daling voornamelijk te zien is in het aandeel personen dat informele zorg verleende , maar op moment van de bevraging niet meer (van 14,6% naar 6,6%) , terwijl het aandeel zorgdragers dat op moment van de bevraging effectief nog een naaste hielp beperkt daalde (van 23,4% naar 19,7%).

Vlaams Mantelzorgplan 13

Hierin staat de zorgbehoevende persoon centraal en wordt in overleg met de informele en formele

zorgverleners bepaald welke ondersteunings- en zorgniveaus een bijdrage kunnen leveren aan zijn

gezondheid en welzijn. De verwevenheid van informele en formele zorg geldt in alle schakeringen

van het ondersteunings- en zorgcontinuüm, van sociale activering en participatie van de

zorgbehoevende persoon tot gespecialiseerde zorg.

Vermaatschappelijking van de zorg is de verantwoordelijkheid van de gehele maatschappij. In de

context van een zorgende samenleving hebben zowel de zorgvrager, informele zorg, wijk- en

buurtgerichte initiatieven, verenigingen als de professionele zorg een belangrijke rol te vervullen.

Goede zorg en ondersteuning vereist dan ook de inzet van alle zorgcirkels. Als overheid zetten we

terzelfdertijd in op de versterking van de diverse zorgcirkels.

Het versterken van de mantelzorg houdt met andere woorden geen besparing in, maar in tegendeel

het versterken van het professionele zorg- en ondersteuningsaanbod in, zodat zowel de persoon met

een zorgnood als zijn mantelzorgers optimaal ondersteund worden in hun kwaliteit van leven. We

willen hiermee de persoon met een zorgbehoefte en zijn naaste omgeving, ondersteund door

professionelen, zelfzorg en mantelzorg alle kansen geven.

Vlaams Mantelzorgplan 14

1.3 Definitie en kerngegevens over mantelzorg

Brede benadering

Personen met een nood aan zorg en ondersteuning worden vaak geholpen door personen uit hun

naaste omgeving. Mantelzorgers zorgen langdurig, onbetaald en vanuit een persoonlijke band voor

een zorgbehoevende persoon. Ze spelen een onmisbare en onvervangbare rol in de zorg en

ondersteuning van mensen uit hun sociale omgeving.

In dit plan hanteren we de brede maatschappelijke definitie van het begrip mantelzorg zoals

opgenomen in het Vlaams woonzorgdecreet :

“een mantelzorger is de natuurlijke persoon die vanuit een sociale en emotionele band een of meer

personen met verminderd zelfzorgvermogen, niet beroepshalve maar meer dan occasioneel, helpt

en ondersteunt in het dagelijkse leven”

We willen hiermee zoveel mogelijk mantelzorgers aanspreken en erkennen.

Toekenning van bepaalde rechten of bepaalde vormen van ondersteuning kunnen zich richten tot

een beperkter aantal mantelzorgers. In die zin is de definitie in de Federale regelgeving strikter, we

doen hiermee geen afbreuk aan deze wetgeving.

Deze Vlaamse definitie sluit aan bij de definities die de Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid

Gezin hanteert. Mantelzorg wordt er gedefinieerd als de “onbetaalde zorg die men van familieleden

en/of vrienden krijgt”9 ofwel “de zorg die door een huisgenoot, familielid, kennis of buur wordt

gegeven aan een persoon die zorgbehoevend is omwille van ziekte, handicap of ouderdom. Dit

gebeurt buiten het kader van een beroep en het georganiseerd vrijwilligerswerk”10.

We dienen er ons ook van bewust te zijn dat verschillende mantelzorgers zich niet als “mantelzorger”

identificeren. Hun geboden zorg en ondersteuning wordt als een evidentie beschouwd binnen de

onderlinge relatie met de zorgbehoevende.

De waardering en ondersteuning van mantelzorg is dan ook onvoorwaardelijk. Alle zorg die door het

netwerk aan een naaste wordt verleend, verdient erkenning en waar nodig ondersteuning. Dit mag

niet afhangen van een uitdrukkelijke identificatie of registratie als mantelzorger. Enkel wanneer dit

gepaard gaat met specifieke rechten, voordelen of tegemoetkomingen, kan een registratie als

mantelzorger in functie hiervan aan de orde zijn.

9 BREDA e.a., ‘Het experiment persoonsgebonden budget. Eindverslag van de wetenschappelijke evaluatie.

Uitgevoerd in opdracht van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, Universiteit Antwerpen,

Departement Sociologie, Onderzoeksgroep Welzijn en de Verzorgingsstaat, p. 54.

10 CENTRUM VOOR BEVOLKINGS- EN GEZINSSTUDIE, ‘Mantelzorg in Vlaanderen’, Brussel, p. 2.

Vlaams Mantelzorgplan 15

Plaats van mantelzorg binnen informele zorg

Informele zorg is alle zorg en ondersteuning die door niet-professionelen geboden wordt. Mantelzorg

neemt hierbinnen een bijzondere en belangrijke plaats in, naast occasionele zorg en ondersteuning

en deze geboden door vrijwilligers. Een mantelzorger gaat zorgen als iemand in zijn of haar omgeving

zorg nodig heeft. Vaak kiest hij/zij hier niet bewust voor, het overkomt hem/haar omdat men een

sociale of emotionele band heeft met de zorgbehoevende als partner, ouder, zoon of dochter, vriend

of buur. Als vrijwilliger kiest men ervoor om iemand te helpen, ook los van een sociale band. Deze

zorg of ondersteuning is doorgaans afgebakend in tijd en kan op eigen initiatief van de vrijwilliger

worden beëindigd. Zorgvrijwilligers werken onbezoldigd, onverplicht en in georganiseerd verband.

Occasionele hulp is per definitie sporadisch en zien we buiten een georganiseerd verband. Dit

conceptueel onderscheid is in de praktijk uiteraard soms diffuus. Er zijn ongetwijfeld situaties waarin

de grens tussen ‘vrijwilliger’ en ‘mantelzorger’ niet duidelijk te trekken is. Niettemin willen we ons

met dit plan expliciet richten op de mantelzorger en de beleidsdoelstellingen definiëren die moeten

bijdragen tot een optimalisering van de mantelzorg in Vlaanderen. Dit doet geen afbreuk aan de

uiterst waardevolle rol die vrijwilligers opnemen in de samenleving en zorg, noch aan de behoefte

aan waardering en ondersteuning die ook voor hen essentieel is.

Het aantal mantelzorgers in Vlaanderen

Dat in Vlaanderen en Brussel veel kinderen, familieleden, vrienden en buren klaar staan om hun

naaste te helpen staat buiten kijf. Mantelzorg is alomtegenwoordig, vaak onzichtbaar en omwille van

uiteenlopende definities die bij ramingen worden gebruikt doorgaans moeilijk correct te becijferen.

Bronnen stellen dat één Vlaming op vijf mantelzorg verleent of maken gewag van 600.000

mantelzorgers in Vlaanderen.

De variatie aan scopes, vraagstellingen en onderzoeksmethodieken in verschillende onderzoeken

leiden tot uiteenlopende aantallen:

Volgens het SVR onderzoek heeft iets meer dan een kwart (26,3%) van de volwassen Vlamingen

het afgelopen jaar een ziek, gehandicapt of ouder familielid, vriend, kennis of buur verzorgd of

geholpen11. Omgerekend gaat het om 1.340.000 informele zorgdragers in Vlaanderen. Een op vijf

(19,7%) geeft aan op het moment van de bevraging (nog) zorg of hulp te verlenen. Op die manier

tellen we iets meer dan 1.000.000 informele zorgers in Vlaanderen.

11 (SVR, 2015)

Informele zorg

Vrijwilligers Occasionele

hulp Mantelzorg

Vlaams Mantelzorgplan 16

Uit de gezondheidsenquête van 2013 blijkt dat 9% van de Belgen ouder dan 15 jaar, minstens

eenmaal per week informele zorg levert aan één of meerdere personen met langdurige ziekten,

chronische aandoeningen of handicaps. In Vlaanderen antwoordde 8% positief op deze vraag,

omgerekend ongeveer 413.000 mantelzorgers. In het Brussels Gewest is het percentage

mantelzorgers (18%) meer dan dubbel zo hoog als de percentages in het Vlaams en Waals

Gewest (8%)12.

Volgens het OECD rapport van 201313 verklaart meer dan 20% van de 50-plussers in België

dagelijks of wekelijks in te staan voor zorg of ondersteuning van een persoon uit hun omgeving.

België is daarmee koploper, het OECD gemiddelde bedraagt 16,5%. De intensiteit ligt wel onder

het OECD gemiddelde: iets meer dan 60% biedt dagelijks hulp, ongeveer 40% wekelijks.

Profiel van de mantelzorger

Dé mantelzorger bestaat niet. Elke situatie is uniek en de aard, intensiteit of omstandigheden waarin

mantelzorg, in vele gevallen binnen een netwerk van mantelzorgers, wordt verleend zijn heel

uiteenlopend: een buurman die zich dagelijks bekommerd om een alleenstaande vrouw, een moeder

die haar job heeft opgezegd om te zorgen voor haar gehandicapt kind, een nieuw samengesteld gezin

waar een (stief)papa de diagnose van een chronische ziekte krijgt, een zelfstandige bakker wiens

echtgenote met een zware beperking achterblijft na een hersenbloeding, een zus die voor haar broer

zorgt die lijdt aan een depressie, een 80-jarige die samenwoont met een dementerende partner.

Mantelzorg omvat al deze variaties aan informele zorg en ondersteuning die in gezinnen, families of

bredere netwerken wordt verleend14.

Een genuanceerd beeld van de mantelzorgers is belangrijk willen we strategieën ontwikkelen om de

balans tussen draagkracht en draaglast in evenwicht te houden of te brengen. Daarbij zijn drie

invalshoeken te onderscheiden15:

- De aard van de relatie tussen de mantelzorger en de zorgvrager. Is het familie, een partner of

gaat het om een ouder-kind relatie? Of is er iets meer afstand, bijvoorbeeld tussen vrienden,

buren of collega’s?

- De aard van de aandoening. Met name de zorg voor mensen met niet-aangeboren

hersenletsel (NAH), dementie, een psychiatrische ziekte of een verstandelijke beperking kan

zwaarder doorwegen. Dat is ook zo wanneer de hulpvrager permanent toezicht nodig heeft.

- De context van de mantelzorger, bijvoorbeeld de leeftijd en levensfase, of iemand een gezin

met jonge kinderen heeft, betaald werk heeft, samenwoont met de hulpvrager, en welke

cultureel bepaalde overtuigingen over zorg de persoon heeft.

12 (Demarest, 2015) 13 (OECD, Health at a Glance 2013. Informal carers, 2013) 14 (Gezinsbond, 2015) 15 (Expertisecentrum mantelzorg.nl)

Vlaams Mantelzorgplan 17

Leeftijd en gender

Op mantelzorg staat geen leeftijd: van jong16 tot oud raken mensen vanuit een emotionele band

betrokken bij de zorg voor hun naaste.

De grootste groep mantelzorgers is te vinden in de leeftijdscategorie tussen 45 en 64 jaar.17 Dit is de

generatie die vele rollen opneemt en de zorg voor hun ouder wordende ouders vaak combineren

met hun werkactiviteiten en de zorg voor hun opgroeiende (klein)kinderen. Vaak evolueert de

mantelzorg gradueel en breiden de taken verder uit naarmate de zorgbehoevende meer

zorgafhankelijk wordt. De aandacht voor een goede draagkracht/draaglast balans is voor alle

mantelzorgers belangrijk, en zeker voor mantelzorgers die nog verschillende rollen op zich nemen.

Op een bepaald moment kan het teveel worden en de balans uit evenwicht geraken. De zorg slorpt

te veel aandacht op ten nadele van het sociale leven en de eigen vrije tijd, er is een risico van

onvoldoende quality time voor partner en kinderen, de combinatie met werk wordt moeilijker

haalbaar… Dit evenwicht bewaken en ondersteunen is essentieel met het oog op het emotionele

welzijn en de lichamelijke gezondheid van de mantelzorger18.

Aandeel Vlamingen (+18) dat afgelopen jaar zorgde voor een ziek, gehandicapt of ouder persoon, per

leeftijdsgroep (2014) 19

18 – 44 jaar 22%

45 – 64 jaar 35,2%

65 jaar en ouder 21,1%

Alle leeftijden 26,3%

Ook ouderen zijn sterk vertegenwoordigd in de mantelzorgpopulatie, zeker bij de geregistreerde

mantelzorgers. Meer dan één derde van de mantelzorgers die mantelzorg verlenen aan een zwaar

zorgbehoevende is ouder dan 65 jaar. Een verder onderscheid binnen de groep 65-plussers wordt

meestal niet gemaakt. Toenemende leeftijd houdt algemeen ook een toename van de kwetsbaarheid

in, met een grotere kans om zelf gezondheidsproblemen te krijgen 20.

Ook op zeer hoge leeftijd wordt nog mantelzorg verleend. Het Nederlands expertisecentrum

mantelzorg wijst op de specifieke problematiek en kwetsbaarheid van deze oudste groep. Ze dragen

veelal permanent zorg voor hun partner, mogelijks een persoon met dementie. Zelfs al is deze

mantelzorg in hoofdzaak alert en aanwezig zijn, door deze permanente beschikbaarheid versterkt het

gevoel van onmisbaar te zijn. Ze zullen niet snel ondersteuning vragen en vinden het heel moeilijk de

zorg uit handen te geven. Het eigen sociale netwerk wordt kleiner doordat leeftijdsgenoten

gezondheidsproblemen krijgen of overlijden.

Verdeling mantelzorgers tussen 25 en 79 jaar per leeftijdsgroep (2014)

Vlaamse bevolking Geregistreerde Vlaamse mantelzorgers

16 Hoofdstuk 5 van dit plan is specifiek gewijd aan jonge mantelzorgers, van kind tot jongvolwassene 17 (Anthierens, Willemse, Remmen, & Schmitz, Support for informal caregivers - an exploratory analysis, 2014) 18 (Zorgwijzer, 2014) 19 (Vanderleyden & Moons, 2015) 20 (Expertisecentrum mantelzorg.nl, 2015)

Bron: SVR

Vlaams Mantelzorgplan 18

(SVR) (n = 1257) mantelzorgers (DMiV)

(n = 1970)

(SVR) (n=252)

25 tot 44 jaar 34,9 7,4 22,9

45 tot 64 jaar 41,8 57,7 55,9

65 tot 79 jaar 23,3 35,0 21,2

25 tot 79 jaar 100% 100% 100%

Het gangbare beeld over mantelzorg doet soms afbreuk aan de plaats die ook mannen hebben in de

mantelzorg. Meer dan 4 op 10 mantelzorgers zijn mannen. Ze zorgen voornamelijk voor hun zieke

partner. Wel staan vrouwen meer in voor intensieve zorg van een naaste, zeker wanneer het gaat om

zware mantelzorgsituaties. Hiervan nemen ze bijna 70% van de mantelzorg voor hun rekening.

Verdeling mantelzorgers tussen 25 en 79 jaar per geslacht

25 – 79 jaar Vlaamse bevolking (n = 1257) (SVR)

Geregistreerde mantelzorgers (DMiV) (n

= 1970)

Vlaamse mantelzorgers (SVR) (n=252)

Man 51,4 31,8 42,8

Vrouw 48,6 68,2 57,2

Socio-economische status en migratieachtergrond

Oudere mantelzorgers, mantelzorgers met een lagere socio-economische status en mantelzorgers

met een beperkt sociaal netwerk rapporteren een slechtere psychische en fysieke gezondheid dan

jongere, meer welgestelde mantelzorgers en zij die beroep kunnen doen op een uitgebreid

netwerk21.

Mantelzorgers die instaan voor de zorg aan een zwaar zorgbehoevende, bevinden zich vaker dan de

gemiddelde Vlaming en de andere Vlaamse mantelzorger in een sociaal-economisch kwetsbare

positie. We vinden ze meer terug in de laagste inkomenspositie en één op vijf is lager geschoold. Het

verschil in socio-economische status is meer uitgesproken bij mantelzorgers op beroepsactieve

leeftijd dan bij de oudere leeftijdsgroep. De tewerkstellingsgraad en het opleidingsniveau van de

geregistreerde mantelzorgers is beduidend lager dan deze van de Vlaamse bevolking. De kans is

groter dat mantelzorgers die intensief zorg verlenen een lager opleidingsniveau hebben en niet

economisch actief zijn22.

In het DMiV-onderzoek zijn mantelzorgers van buitenlandse origine ondervertegenwoordigd. We

kunnen hieruit echter zeker niet afleiden dat minder mantelzorg wordt verleend door mensen met

een migratieachtergrond. Door de selectie-effecten bij registratie en/of bevraging werden niet-

Belgische mantelzorgers mogelijks minder bereikt met dit onderzoek. Meer kwalitatieve studies

wijzen erop dat de zorg voor een naaste binnen bepaalde culturele gemeenschappen grotendeels

wordt opgenomen door de familie. Het zijn voornamelijk de vrouwen die de taken op zich nemen.

Mantelzorg wordt als vanzelfsprekend beschouwd. Daartegenover staat dat het uitbesteden van

21 (Demarest, 2015) 22 (Anthierens, et al., 2014)

Bron: DMiV en SVR (2014)

Bron: DMiV en SVR (2014)

Vlaams Mantelzorgplan 19

zorgtaken en inschakelen van professionele zorg minder bespreekbaar is23 of met een groot

schuldgevoel gepaard gaat. Op die manier worden deze mantelzorgers onzichtbaar en extra

kwetsbaar voor overbelasting.

Verdeling mantelzorgers (25-79 jarigen) naar socio-economische status (herkomst, opleiding,

inkomen) (2014)

Vlaamse bevolking Geregistreerde mantelzorgers (DMiV)

Vlaamse mantelzorgers (SVR)

Herkomst

Belg 84,7 93,9 90,3

Buitenland 15,3 6,1 9,7

Opleiding

<= lager onderwijs 14,6 21,3 13,6

(post)secundair 49,0 53,4 48,3

hoger onderwijs 36,5 25,3 38,1

Gezinsinkomen

< 2000 euro 29,0 44,3 30,1

2000 tot 2999 euro 28,1 32,2 25,7

3000 euro en meer 42,9 23,5 44,2

Beleving van mantelzorg

Motieven van mantelzorg

Mantelzorger word je doorgaans niet van de ene dag op de andere en is niet altijd een bewuste

keuze, het is iets waar je geleidelijk aan inrolt en accepteert: van partner, kind of vriend stap je

steeds meer in de rol van verzorger, zonder je daarom te herkennen of te identificeren als

‘mantelzorger’24. De geleidelijkheid van de situatie maakt het ook voor de omgeving moeilijker

zichtbaar welke impact dit heeft.

Het antwoord op de vraag waarom mantelzorgers deze taak op zich nemen, luidt meestal ‘omdat het

vanzelfsprekend is’. Gezien de emotionele band tussen de mantelzorg en de zorgbehoevende zijn

liefde en genegenheid een belangrijke drijfveer. De goede onderlinge relatie met de zorgbehoevende

persoon en het willen voorkomen van een residentiële opname is vooral onder partners sterk aan de

orde.

Ook minder positieve motieven kunnen een drijfveer zijn: omdat het zo hoort, uit schuldgevoel of

omdat niemand anders het doet. Wanneer bij mantelzorg een positieve band ontbreekt, en deze uit

23 (Sara Janssens, 2010) en (EVA vzw, 2012) 24 (Ma-Zo.be)

Vlaams Mantelzorgplan 20

plichtsgevoel plaatsvindt, blijkt uit onderzoek dat de zorg en ondersteuning een grotere belasting

inhoudt die moeilijker vol te houden is.

Het niet beschikbaar zijn van formele of informele zorg en ondersteuning als reden om mantelzorg te

verlenen, geldt minder als motief. Het gebrek aan formele zorg komt wel meer in beeld wanneer er

zorg verleend wordt aan een jongere zorgbehoevende. Het niet beschikbaar zijn van iemand anders

is een reden die sterker voorkomt bij personen met een lichamelijke of motorische handicap, bij

(beginnende) dementie of geestelijke achteruitgang, bij psychische problemen en bij algemene

beperkingen door ouderdom.

Een op drie mantelzorgers die hulp bieden aan een persoon met psychische problemen geeft aan dit

te doen omdat er niemand anders beschikbaar is25. De afwezigheid van alternatieven voor zorg en

ondersteuning weegt bij deze groep zwaar door als motief om mantelzorg te verlenen. Deze

negatieve keuze maakt deze mantelzorgers nog kwetsbaarder en vatbaarder voor depressieve

gevoelens en voor ontevredenheid over hun situatie en sociale contacten. Mensen met psychische

stoornissen of een verslavingsproblematiek kunnen ook veel minder rekenen op sympathie of steun

van de omgeving. Informele steun is hier veel minder aan de orde waardoor de mantelzorger of het

gezin er meer alleen voor staat. De aard van de problematiek zorgt eveneens voor een soms zeer

gespannen relatie tussen de hulpvrager en de mantelzorger. Het stigma en de vooroordelen

tegenover psychisch lijden spelen in het nadeel van de informele steun. Werken rond beeldvorming

is cruciaal om ondersteunend te kunnen handelen ten aanzien van het netwerk rondom deze

kwetsbare zorgbehoevenden.

Inwonende of uitwonende mantelzorger

Mantelzorg speelt zich voornamelijk af binnen de grenzen van het huishouden of de familie. Minder

dan één op de vijf mantelzorgers helpt een buur en/of vriend26. Alleenstaanden en zorgbehoevenden

zonder familie blijven het meest verstoken van mantelzorg. Het versterken van sociale cohesie is

belangrijk om het welzijn van de zorgbehoevende te bevorderen en kan een opstap zijn naar meer

buurtzorg.

Meer dan de helft van de inwonende mantelzorgers is zelf ouder dan 65 en niet meer beroepsactief.

Ze zorgen intensief voor hun zorgbehoevende partner. Naast een ervaren zorgbelasting, het gevoel

permanent beschikbaar te moeten zijn en er soms alleen voor te staan, staat ook een grotere

voldoening en positieve beleving. Een belangrijk motief om intensief mantelzorg te verlenen, is het

vermijden of uitstellen van zorg door professionelen of een residentiële opname. Dit wordt bevestigd

in de vaststelling dat intensieve mantelzorgers minder gebruik maken van professionele zorg. Er kan

een spanningsveld ontstaan tussen het niet uit handen willen geven van zorg of het schuldgevoel dat

er mee gepaard gaat, en het risico op overbelasting door overstijgen van de draagkracht.

Het al dan niet delen van het huishouden met de zorgbehoevende is sterk bepalend voor de

beleving, ervaringen en noden van de mantelzorger. De zorgintensiteit is groter bij inwonende

mantelzorgers, uitwonende mantelzorgers nemen meer zorg op afstand op27. Bij de inwonende

25 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 26 (Demarest, 2015). Dit percentage ligt veel hoger in Brussel (31%) en Wallonië (21%) dan in Vlaanderen (14%) 27 (Vermeulen & Declercq, 2011)

Vlaams Mantelzorgplan 21

mantelzorgers vinden we de meeste ‘zeer intensieve allesdoeners’. Dit zijn mantelzorgers die zeer

frequent een groot aantal verschillende zorg- en ondersteuningstaken opnemen. Meestal gaat het

om de partner van de zorgbehoevende, maar ook ouders van kinderen met een handicap of

inwonende (schoon)kinderen die voor een (schoon)ouder zorgen behoren tot deze groep. De

combinatie van zorg, huishouden en/of werk valt hen vaker zwaar. Ze doen dan ook meer beroep op

professionele hulp en personen uit hun netwerk om de mantelzorg te verlichten28.

Een niet inwonende mantelzorger die de keuze maakt om een zorgbehoevende te laten inwonen,

dienen we hiervoor te respecteren. Het is belangrijk om dit zowel op het fiscale, sociale als

bouwkundige vlak te ondersteunen.

Vanuit een toekomstgerichte visie moeten we oog hebben voor de diversiteit aan zorgvormen en

nieuwe invullingen van inwonende mantelzorg en informele ondersteuning die eigen zijn aan

kleinschalige woonvormen en woongemeenschappen met (zorgbehoevende) ouderen.

Kwaliteit van de relatie

Een goede relatie tussen de mantelzorger en zorgbehoevende is een belangrijke basis om mantelzorg

vol te houden. Wanneer er een warme, hechte band is, voelt de mantelzorger zich minder

(emotioneel) belast. Omgekeerd verhoogt een meer gespannen, conflictueuze relatie de kans op

depressieve gevoelens, sociaal isolement , het stopzetten van thuiszorg of ontspoorde zorg29. Een

goede relatie is als het ware een hefboom voor de thuiszorgsituatie en ondersteunt de draagkracht

van de mantelzorger.

Vaak ligt het probleemgedrag van de zorgbehoevende, zoals apathie, geheugenverlies, onrust of

agressie, mee aan de basis van een vertroebelde relatie. Onbegrip of onvermogen om met het

(veranderde) gedrag om te gaan bemoeilijken de relatie, niet alleen met de mantelzorger maar ook

met de omgeving. Mantelzorgers worden zodoende meer belast en ervaren minder sociale steun.

Zeker bij de zorg aan ouderen met dementie, geheugenproblemen, depressie of een psychische

aandoening, is aandacht voor probleemgedrag en investeren in de kwaliteit van de relatie belangrijk.

Mantelzorgers die in een chronische zorgsituatie terechtkomen, lopen een groter risico sociaal

geïsoleerd te raken. Het verlies van contacten kan een rem zetten op de positieve relatie met de

patiënt. Het verstevigen van het sociaal (mantelzorg)netwerk en preventief optreden tegen sociaal

isolement van mantelzorg zijn een cruciaal onderdeel van een goed mantelzorgbeleid. Contacten met

lotgenoten kunnen als erg ondersteunend worden ervaren, maar het is even belangrijk dat

mantelzorgers deel kunnen blijven nemen aan het gewone sociale leven. Toch blijkt de drempel om

gebruik te maken van respijtdiensten, bedoeld om mantelzorger(s) even te ontlasten en op adem te

doen komen, vaak nog hoog.

Geboden zorg en ondersteuning

Het takenpakket van de mantelzorger varieert van zorgsituatie tot zorgsituatie. Sommige

mantelzorgers nemen enkel een paar huishoudelijke taken over, anderen helpen ook bij de

28 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 29 (Vermeulen, Spruytte, & Declercq, november 2012), (Spruytte, Van Audenhove, & Lammertyn, 2000)

Vlaams Mantelzorgplan 22

persoonlijke verzorging of administratie, nog anderen zijn permanent beschikbaar om waar nodig de

zorgbehoevende bij te staan. Het aantal uren dat men zorg en ondersteuning verleent, is sterk

uiteenlopend van één uur tot bijna continue aanwezigheid. De taken kunnen worden opgedeeld in

vier categorieën30:

- Huishoudelijke taken: poetsen, wassen en strijken, huisdieren verzorgen, boodschappen

doen, klusjes in/buiten het huis opknappen, bereiden van eten, afwassen, organiseren van

het huishouden.

- Persoonsverzorging: wassen, aan- en uitkleden, toezicht houden op medicatie, helpen bij het

eten, helpen bij toiletbezoek en verversen van het incontinentiemateriaal.

- Emotionele ondersteuning bij het verwerken van de ziekte of beperking: aanwezig zijn,

gezelschap houden, luisteren naar problemen, ondersteuning geven bij verdriet,

vervoer/begeleiding naar de dokter.

- Administratieve ondersteuning: helpen bij het verkrijgen van premies, uitkeringen en

hulpmiddelen, opnemen van administratie en soms ook financieel beheer. Ook het regelen

en coördineren van (professionele) zorg en ondersteuning (zorgregie) kan bij de

mantelzorger terechtkomen.

De aard en de omvang van de geboden zorg en ondersteuning door de mantelzorger zijn belangrijke

parameters om de draaglast en de draagkracht in te schatten. Hoe groter de zorgbehoefte, hoe

intensiever de geboden zorg en ondersteuning door de mantelzorger. De duur van de verleende hulp

hangt sterk samen met de zorgbehoefte31.

Vertrouwenspersoon , wettelijk vertegenwoordiger, bewindvoerder

In de wet patiëntenrechten van 22 augustus 2002 kunnen mantelzorgers de rol toebedeeld krijgen

van vertrouwenspersoon en/of vertegenwoordiger. De wet patiëntenrechten voorziet dat de patiënt

de naam van zijn vertrouwenspersoon in zijn patiëntendossier kan opnemen. Een

vertrouwenspersoon is iemand die de patiënt zelf kiest en die de patiënt kan bijstaan bij het

uitoefenen van zijn patiëntenrechten. Dit kan iemand van de familie, een goede vriend of buur zijn.

Met toestemming van de patiënt kan de vertrouwenspersoon informatie krijgen van de zorgverlener

of het patiëntendossier inkijken. Wanneer een patiënt zijn mantelzorger als vertrouwenspersoon

aanduidt, kan de mantelzorger (medische) informatie krijgen die hem kan helpen om zijn rol als

mantelzorger op te nemen. Een patiënt kan meerdere vertrouwenspersonen aanduiden

De wet patiëntenrechten voorziet ook dat de patiënt een vertegenwoordiger kan aanduiden. Een

vertegenwoordiger is iemand die de rechten van een patiënt uitoefent wanneer een patiënt dit zelf

niet meer kan omdat hij wilsonbekwaam is of omdat hij minderjarig is. Een patiënt kiest vrij wie als

zijn vertegenwoordiger mag optreden. Hij kiest iemand die hij ten volle vertrouwt en waarmee hij op

voorhand over zijn wensen heeft gesproken. De mantelzorger kan de rol van vertegenwoordiger

toebedeeld krijgen. De naam van de mantelzorger moet dan in het patiëntendossier opgenomen

worden

30 (Mantelluisteren.be) 31 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016)

Vlaams Mantelzorgplan 23

In de wetgeving over het globaal beschermingsstatuut van 17 maart 2013 is het de vrederechter die

een vertrouwenspersoon kan aanduiden. De taak van de vertrouwenspersoon bestaat erin de

beschermde persoon bij te staan bij het uitdrukken van zijn wil, verbindingspersoon te zijn tussen de

beschermde persoon en de vrederechter en toezicht te houden op de bewindvoerder(s). De

vrederechter kan oordelen of iemand nog bekwaam is om zijn rechten als persoon, waaronder ook

zijn patiëntenrechten, zelf uit te oefenen. Als dit niet zo is, kan hij een bewindvoerder aanstellen. De

bewindvoerder moet steeds de bijzondere toestemming van de vrederechter hebben om de

patiëntenrechten van de beschermde persoon uit te oefenen. De vrederechter kan ook toestemming

geven om slechts bepaalde patiëntenrechten uit te oefenen. De vrederechter kan hiervoor een

mantelzorger mandateren.

Ook in het kader van andere wetgeving zoals in de wet betreffende de euthanasie van 28 mei 2002

kan de mantelzorger een rol als vertrouwenspersoon opnemen.

Zowel de zorgbehoevende als de mantelzorger willen we goed informeren over deze mogelijkheden.

Tijdig de nodige afspraken maken voorkomt problemen bij een onverwachte wijziging van de context

rondom de zorgbehoevende of mantelzorger.

Mantelzorgnetwerk

Mantelzorg is meestal gedeelde zorg, in 7 op 10 gevallen is er nog een andere informele zorgdrager

aanwezig32. Rondom een zorgbehoevende bevindt zich een breder netwerk van informele

zorgactoren en mantelzorgers die allen hun rol hebben in de zorg en ondersteuning van een naaste.

In veel gevallen neemt een centrale mantelzorger het grootste aandeel van taken en de zorgregie op

zich. De aard van en visies op de mantelzorg kunnen binnen het netwerk sterk uiteen lopen, evenals

de intensiteit, beschikbaarheid en daaraan gekoppelde verwachtingen. Dit kan tot spanningen leiden

tussen de mantelzorgers onderling maar ook in de relatie met de zorgbehoevende. Een

betrokkenheid van alle mantelzorgers en goede samenwerking in dit netwerk zijn belangrijk voor de

kwaliteit van de zorgrelatie en de kracht van het mantelzorgnetwerk.

Ontspoorde zorg

Wanneer mantelzorg door onwetendheid, onkunde, onmacht of overbelasting omslaat in inadequate

zorg of verkeerde behandeling, is er sprake van ontspoorde zorg. Dit gebeurt doorgaans niet

moedwillig maar sluipenderwijs en blijft in vele gevallen verborgen voor de buitenwereld. Bij

ontspoorde mantelzorg kan overigens niet gesproken worden van de mantelzorger als ‘de dader’.

Meestal zijn zowel de zorgvrager als de mantelzorger slachtoffer van de situatie.

Met de komst van de hulplijn 1712 “misbruik, geweld en kindermisbehandeling” is een algemeen

nummer geïnstalleerd waar ook vragen en meldingen rond ouderenmisbehandeling van burgers

worden behandeld.

Hulpverleners kunnen hiervoor terecht bij het Vlaams Ondersteuningscentrum

Ouderenmis(be)handeling. In 2012 is een Risico-Taxatie-Instrument ontwikkeld voor hulpverleners.

32 (Vanderleyden & Moons, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 24

Dit instrument meet het risico op ouderenmis(be)handeling. Het instrument is een korte en

praktijkgerichte checklist die gebaseerd is op gekende signalen en risicofactoren van

ouderenmis(be)handeling. Er wordt rekening gehouden met signalen en risicofactoren die

opgemerkt worden bij het slachtoffer, de pleger of de omgeving.. Het instrument geeft een indicatie

dat er in een gezin belastende factoren aanwezig zijn of zich zouden kunnen ontwikkelen. Indien er

sprake is van ouderenmis(be)handeling kan het instrument de hulpverlener helpen dit vlugger te

detecteren en kan het in geval van twijfel een bevestiging van het vermoeden betekenen.

Al gaat om een beperkt probleem, toch moeten we deze realiteit onder ogen durven zien en

beseffen dat niet alleen ouderen, maar ook langdurig zieken, kinderen met een handicap of personen

met psychische problemen het slachtoffer kunnen zijn van ontspoorde zorg en mis(be)handeling.

Draagkracht en draaglast

In het denken over mantelzorg wordt vrij snel de nadruk gelegd op de risico’s van overbelasting en

de noden van de mantelzorger. Een enkel problematiserende benadering doet afbreuk aan de kracht

van de mantelzorger en de positieve belevingen die hij ook ervaart. Mantelzorgers vinden zorg zeker

niet alleen belastend en ervaren de zorg voor een naaste als heel waardevol. Een al te

problematiserende benadering van mantelzorg gaat voorbij aan de realiteit en de veelzijdigheid van

de mantelzorgbeleving, waarbij positieve en negatieve ervaringen hand in hand gaan.

Voor de meesten brengt het verlenen van mantelzorg mooie en verrijkende ervaringen mee. Ze

genieten van de leuke en deugddoende momenten met hun zorgbehoevende naaste, zijn blij dat ze

iets (terug) kunnen doen voor hun geliefde. Voor iemand van betekenis kunnen zijn geeft hen een

goed gevoel en draagt bij aan zingeving. Andere mantelzorgers geven aan dingen geleerd te hebben

door het mantelzorgen waardoor hun zelfvertrouwen werd versterkt33. De overgrote meerderheid

van de mantelzorgers ervaart zorg als zinvol34 en zou in eenzelfde situatie opnieuw mantelzorg

geven35. De persoonlijke band met de zorgbehoevenden is de belangrijkste drijfveer en motivator

waar mantelzorgers hun kracht uit halen.

We willen de mantelzorger benaderen als een volwaardige partner in de zorg en ondersteuning, met

een eigen stem en eigen perspectief op de zorgsituatie. Mantelzorgers zijn vaak sterke mensen die

de regie over de zorg kunnen opnemen en de zorg kunnen coördineren. Door mantelzorgers op hun

kracht aan te spreken voelen ze zich gesterkt en positief gewaardeerd.

Deze positieve kracht vormt de motor van de vermaatschappelijking van de zorg en moet gekoesterd

worden. Door erkenning en waardering voor wat het netwerk rondom een zorgbehoevende doet en

kan, maar ook door er over te waken dat de draagkracht niet overstegen wordt. Het respecteren van

de grenzen aan mantelzorg betekent de mogelijkheid van voldoende zorg en ondersteuning

Naast de positieve ervaring kan het verlenen van mantelzorg - zeker wanneer het gaat om de zorg

aan een zwaar zorgbehoevende - ook een impact hebben op de kwaliteit van leven die samen gaat

met negatieve ervaringen zoals (over)belasting, stress of het gevoel tekort te schieten. Mantelzorger

33 (Expertisecentrum mantelzorg.nl) 34 (Vanderleyden & Moons, 2015) 35 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016)

Vlaams Mantelzorgplan 25

zijn valt soms moeilijk of niet te combineren met het huishouden en/of werk, het kan leiden tot het

verlies aan sociale contacten en tot depressieve gevoelens.

Meerdere vormen van stress kunnen aan de orde zijn: vooreerst is er de zorgstress, als gevolg van de

fysieke belasting, de zorgtaken of het permanent toezicht die alle tijd en energie opslorpen. Voorts

kan er sprake zijn van relatiestress waarbij de spanningen tussen de centrale mantelzorger en de

zorgbehoevende oplopen. Langdurige zorg kan ook leiden tot spanningen in het netwerk tussen de

mantelzorgers onderling, meestal de kinderen. Meer dan eens ervaren centrale mantelzorgers dat ze

de meeste kritiek moeten incasseren terwijl broers of zussen die minder betrokken zijn in de zorg,

gespaard worden36.

Onderzoek wijst uit dat de levenskwaliteit van mantelzorgers algemeen lager ligt dan dat van de

gemiddelde bevolking en dat mantelzorgers meer te kampen hebben met mentale en/of fysieke

gezondheidsproblemen. Wanneer zorg verleend wordt aan zware zorgbehoevenden en de intensiteit

van de zorg toeneemt, worden de mogelijks negatieve gevolgen op de gezondheid en kwaliteit van

leven nog zichtbaarder37.

De omstandigheden waarbinnen de mantelzorg plaatsvindt zijn sterk uiteenlopend.

Profielkenmerken van de mantelzorger, de aard en zwaarte van de aandoening en contextfactoren

beïnvloeden de ervaringen en ondersteuningsnoden van de mantelzorger. Bepaalde aspecten

kunnen eerder stressbevorderend zijn en de draaglast verzwaren, zoals de hoeveelheid en de aard

van de zorg. Wie frequent en intens zorg biedt, voelt zich zwaarder belast dan wanneer dit minder

het geval is38. Andere aspecten zijn mee bepalend voor de draagkracht van de mantelzorger, zoals

het eigen vermogen om met de situatie om te gaan, de ervaren sociale steun of de kwaliteit van de

relatie met de persoon voor wie men zorgt.

Mantelzorgondersteuning zal inzetten op het verminderen van belasting van de mantelzorger en het

versterken van wat goed gaat.

Kenmerken van de zorgbehoevende

Aan het verlenen van mantelzorg ligt altijd een aandoening ten grondslag, die er toe leidt dat een

naaste zorgafhankelijk wordt en ondersteuning nodig heeft. Dit kan uiteenlopende oorzaken hebben

als gevolg van ouderdom, ziekte, handicap, hersenletsel of psychische aandoening.

De beperkingen die met ouder worden gepaard gaan, zijn algemeen de meest voorkomende

oorzaken van zorgbehoevendheid. In 40% van de gevallen is er sprake van een lichamelijke beperking

of handicap terwijl ongeveer één op vijf zorgbehoevende te maken heeft met chronische/terminale

ziekte, acute ziekte/ ongeval of geestelijke achteruitgang/dementie39. Bijna de helft van de zwaar

zorgbehoevenden aan wie mantelzorg wordt verleend, is ouder dan 80 jaar. Een derde is tussen 60

en 80 jaar. Verstandelijke, auditieve of visuele aandoeningen zijn voornamelijk bij de jongere

zorgbehoevenden aan de orde. Meer dan 60% van de zwaar zorgbehoevende personen onder de 40

jaar heeft een mentale handicap, bijna evenveel een lichamelijke handicap. Ook gedragsproblemen

36 (Luyten, Emmery, & Mechels, 2016) 37 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 38 (Vanderleyden & Moons, 2015) 39 (Vanderleyden & Moons, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 26

en psychische problemen zijn voor veel Vlamingen onder 60 jaar een oorzaak van

hulpbehoevendheid, terwijl niet-aangeboren hersenletsel vaker in de leeftijdsgroep tussen 60 en 80

jaar voorkomen40.

Een aandoening staat zelden op zich, meestal is er sprake van meervoudige oorzaken en

beperkingen. Ongeacht de ernst van de aandoening zijn de meeste zorgbehoevenden afhankelijk van

de zorg en ondersteuning van anderen voor activiteiten op het vlak van persoonsverzorging,

beweging en huishoudelijke taken41, 4 op 10 zorgontvangers heeft hulp nodig bij dagelijkse

activiteiten42.

Kennis en gebruik van professionele diensten

De meeste mantelzorgers staan er niet alleen voor. Naast hulp van andere informele zorgdragers,

wordt de helft van de mantelzorgers bijgestaan door gezinszorg en of thuisverpleging43. In situaties

van zware zorgbehoevendheid doen bijna vier op vijf mantelzorgers beroep op minstens één vorm

van professionele zorg of ondersteuning. Het vaakst ingezet zijn hulp bij persoonlijke verzorging,

ondersteuning van het huishouden en medische of verpleegkundige zorgtaken. Ongeveer de helft

van de geregistreerde mantelzorgers maakt gebruik van één van deze zorgvormen. Hulp bij toezicht

’s nachts, zowel thuis als buitenshuis, wordt het minst vaak ingeroepen44.

Het opnemen van mantelzorg kan leiden tot het vervangen, weghouden of uitstellen van

professionele zorg en ondersteuning. Zelfs in situaties van zware zorgafhankelijkheid waar

professionele zorg en ondersteuning wenselijk zijn, geeft één op vijf mantelzorgers aan op geen

enkele professionele dienst beroep te doen. Heel wat factoren spelen mee in het niet-gebruiken van

professionele hulp. Bovenaan staat vooral de vrees om privacy te moeten prijsgeven en

zelfstandigheid te verliezen. Twijfels over de kwaliteit van de zorg en ondersteuning zijn minder aan

de orde. Andere factoren zijn de kostprijs, de weigering van de zorgbehoevende, het (nog) niet nodig

vinden van hulp, de onvoldoende bekendheid of beschikbaarheid van het aanbod of de ingewikkelde

toegang.

Bepaalde groepen van mantelzorgers en zorgbehoevenden zijn extra kwetsbaar voor ondergebruik

van professionele zorg en ondersteuning, overbelasting en ontspoorde mantelzorg. We onthouden

een aantal knipperlichtsituaties die bijzondere aandacht vragen, zoals:

- Samenwonende, hoogbejaarde, intensieve mantelzorgers

- Mantelzorgers van zorgbehoevenden met meervoudige beperkingen

- Mantelzorgers van zorgbehoevenden met psychische problemen en / of probleemgedrag

- Mantelzorgers in een kwetsbare socio-economische positie, waaronder mantelzorgers met

een migratieachtergrond.

40 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 41 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 42 (Vanderleyden & Moons, 2015) 43 (Vanderleyden & Moons, 2015) 44 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016)

Vlaams Mantelzorgplan 27

1.4 Missie en visie van het plan

Principe van progressiviteit

Dé mantelzorger of het mantelzorgnetwerk bestaat niet, evenmin als één aan te pakken nood of een

generieke oplossing. De ondersteuning van mantelzorgers is maatwerk, waarbij elke individuele

situatie vraagt om een eigen oplossing, vertrekkend van een gediversifieerd en geschakeerd

ondersteuningsaanbod.

Ondersteuning van mantelzorgers kan vele vormen aannemen: werken aan beeldvorming en

erkenning, informeren over ziektebeelden, organiseren van respijtzorg, detecteren en ingrijpen in

risicosituaties, voorzien van financiële tegemoetkomingen en verlofstelsels die de combinatie van

arbeid en zorg vergemakkelijken, organiseren van gesprekgroepen met lotgenoten, aanbieden van

praktische hulp bij huishoudelijke en persoonsverzorgende taken… Verschillende actoren hebben

daarin een rol en verantwoordelijkheid: mensen uit het eigen sociaal netwerk, professionele

hulpverleners, middenveldorganisaties, evenals lokale, Vlaamse en federale overheden.

Onderstaand schema brengt de verschillende componenten van het mantelzorgerbeleid samen,

gaande van het meest algemene en generieke, gericht naar de samenleving en alle mantelzorgers,

tot de meest specifieke, individuele begeleiding. Daarbij hanteren we het principe van progressiviteit.

Ondersteuning start bij de erkenning van de mantelzorg in het geheel van de zorg en de context.

Mantelzorgers verdienen hun plaats bij de zorgafstemming en de opmaak van individuele zorg- en

ondersteuningsplannen. Afhankelijk van de voorwaarden om rechten of voordelen toe te kennen zal

ook mantelzorg breder of enger worden omschreven. De toekenning van bepaalde vormen van

ondersteuning zal ook afhankelijk zijn van de registratie van mantelzorgers binnen een bepaalde

context.

Vlaams Mantelzorgplan 28

Generiek

Lotgenotencontac

t

Respijtzorg

Specifiek

Lotgenotencontac

t

Respijtzorg

(H)erkenning Maatschappelijke beeldvorming en bewustwording, brede sensibilisering, niet problematiserend

Combinatie en valorisatie zorg / werk/vervangingsinkomen

Zich kunnen en durven identificeren als mantelzorger, belangenbehartiging

Onderzoek effectiviteit van ondersteuning o.b.v. evidence-based en ervaringsonderzoek

Onderzoek Longitudinaal onderzoek en/of repetitief leefsituatie-onderzoek naar mantelzorg in Vlaanderen

Gericht onderzoek naar doelgroepen die nog onderbelicht bleven

Centraliseren van kennis en methodieken voor professionals

Informatie Opleiden/ondersteunen van professionals en lokale actoren

Gecoördineerd en gecentraliseerd informatieaanbod voor mantelzorgers

Ondersteuning Materiële steun via reguliere diensten en betaalbare thuiszorg

Aandacht voor positieve en negatieve ervaringen, bespreekbaar maken van mantelzorgsituatie

Mantelzorgnetwerk betrekken in de zorg, zorgplanning en zorgcoördinatie

Meer aandacht voor psycho-educatie, ruimer dan zorgtaken

Lotgenotencontact, respijtzorg, lokale zorgnetwerken

Detectie en interventie

Detectie van risicosituaties, ‘knipperlichten’

Mantelzorgers met verhoogd risico op problemen krijgen gericht en tijdig informatie en worden toegeleid naar passende ondersteuning

Care assessment en individuele opvolging van mantelzorgers

Ingrijpen wanneer de situatie ernstig dreigt te worden

Vlaams Mantelzorgplan 29

Optimaal inzetten van mantelzorg

De politieke keuze voor de ondersteuning van mantelzorgers vertrekt vanuit een positieve keuze

voor vermaatschappelijking. Ze wordt geenszins ingegeven vanuit een besparingslogica ten koste van

de professionele zorg- en ondersteuning. Integendeel, we willen versterken wat er bestaat in het

werkveld en de aandacht voor mantelzorgers daarbinnen vergroten.

We zien bij de vergrijzing van de bevolking ook een groeiend potentieel aan valide ouderen, die via

mantelzorg zinvol kunnen participeren aan de samenleving.

Art 4§7 van het Vlaamse woonzorgdecreet stelt bijvoorbeeld dat woonzorgvoorzieningen maximaal

een beroep moeten doen op het zelfvermogen en de zelfredzaamheid van de gebruikers en zijn

mantelzorgers, rekening houdend met hun draagkracht. We blijven de keuze voor de minst

ingrijpende vorm hanteren als uitgangspunt, maar ondersteund door de professionele zorg waar

nodig.

De vele onderzoeken en ervaringen betreffende de draaglast en draagkracht van mantelzorg

overtuigen ons van de noodzaak om mantelzorg naast professionele zorg en ondersteuning

complementair en parallel in te zetten, vanuit een gedeelde zorg en verantwoordelijkheid. Zodoende

komt niet de maximalisatie maar wel de optimalisatie van mantelzorg centraal te staan.

Generiek mantelzorgplan

In dit mantelzorgplan krijgen voornamelijk de generieke aandachtspunten en aanbevelingen een

plaats. Dit doet geen afbreuk aan het belang van meer specifieke inzichten en ondersteuningsnoden

die eigen zijn aan de bepaalde ziektebeelden, aandoeningen en handicaps.

Eén uitzondering hierop is in dit plan gemaakt: de specifieke aandacht voor de jonge mantelzorger

die in een afzonderlijk hoofdstuk wordt behandeld.

Mantelzorger als zorgdrager en soms zorgvrager

Mantelzorgers nemen onmiskenbaar een groot aandeel van de zorg en ondersteuning op zich en zijn

zodoende een evidente partner in de zorg. Hun rol als volwaardige zorgactor moet versterkt worden

door mantelzorgers te erkennen, te waarderen en te stimuleren in hun kracht. Ze zijn, vanuit de

relatie met de zorgbehoevende, het best geplaatst om de noden van hun naaste te begrijpen en

samen met professionele zorgactoren de best passende zorg en ondersteuning te bieden. Dit kan

uiteraard enkel indien de zorgbehoevende zelf hiermee instemt.

Niet elke mantelzorger draagt een risico op overbelasting in zich, maar we onderkennen dat de

balans tussen draagkracht en draaglast soms broos is. Mantelzorgers kunnen naast zorgdrager, ook

zorgvragers zijn met eigen ondersteuningsnoden die gedetecteerd, beluisterd en beantwoord

moeten worden.

Een aanpak op maat van alle mantelzorgers

Het beeld van wie mantelzorg verleent is duidelijk gedifferentieerd. Ons beleid heeft aandacht voor

de verschillende subgroepen van mantelzorgers. Elke mantelzorgsituatie is algemeen én bijzonder en

Vlaams Mantelzorgplan 30

vraagt naar een aanpak die zo veel mogelijk aanleunt bij de specifieke kenmerken en noden.

Verschillende dimensies vereisen daarbinnen onze expliciete aandacht:

De genderdimensie

Het pleidooi voor een betere erkenning, waardering en ondersteuning van mantelzorgers is gericht

op iedereen. Er bestaat een grote diversiteit in de groep mantelzorgers. Zowel mannen als vrouwen

nemen mantelzorg op. De realiteit is echter dat vrouwen meer zorgtaken op zich nemen, zeker

wanneer het gaat om zware mantelzorgsituaties. Zo is de kans reëel dat meer vrouwen hun ambities

en beroepsperspectieven aanpassen om zorg aan een naaste te kunnen verlenen. Dit geldt zeker

voor families uit de sommige gemeenschappen met een migratieachtergrond45. Het doorbreken van

stereotypering en rolpatronen en het anders kijken naar (on)betaalde arbeid zijn nodig om tot de

ontwikkeling en waardering van ieders talenten te komen, zowel mannen als vrouwen46.

Socio-economische dimensie

Een financiële kwetsbare positie en lage socio-economische status van de zorgbehoevende en zijn

mantelzorgers zijn meebepalend voor de ervaren belasting en mogelijkheden om te kunnen rekenen

op professionele hulp op steun van de omgeving. Het informeel netwerk rondom een kwetsbare

zorgbehoevende is zelf vaak ook kwetsbaar, zowel in grootte, kennis, draagkracht als financiële

mogelijkheden. Ook mensen in armoede hebben recht op een zorgzame omgeving en kwaliteitsvolle

ondersteuning. Financiële toegankelijkheid, vindplaatsgericht werken en detectie, vertrouwen en

empowerment zijn hierbij sleutelbegrippen.

Diversiteits- herkomstdimensie

De toenemende etnische diversiteit is een realiteit in onze samenleving. Toch wordt deze nog

onvoldoende weerspiegeld in ons zorg- en ondersteuningsaanbod, ook ten aanzien van

mantelzorgers. Er zijn projecten die aantonen dat mantelzorgers binnen sommige culturen en in het

bijzonder (schoon)dochters van Turkse en Marokkaanse origine, erg zwaar belast worden, terwijl er

nog steeds een taboe rust op het inschakelen van professionele zorg. Met de toenemende vergrijzing

van de eerste generatiemigranten is een gerichte cultuursensitieve aanpak van

(mantel)zorgondersteuning een essentieel aandachtspunt.

Doelstellingen en thema’s

De doelstellingen en thema’s zijn aangegeven vanuit een inclusieve visie op mantelzorg. Deze gaan

dus verder dan enkel het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Ze overstijgen ook de

Vlaamse bevoegdheden.

Vanuit wetenschappelijk onderzoek en de door experten aangereikte inzichten, worden in dit plan

thema’s verder concreet uitgewerkt. Deze uitwerking vereist de nodige afstemming en overleg met

de betrokken beleidsdomeinen en beleidsniveau’s.

45 (Draulans & De Tavernier, 2016) 46 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016)

Vlaams Mantelzorgplan 31

De voorgestelde acties bij deze thema’s worden verder gerealiseerd binnen de budgettaire

mogelijkheden.

De maatschappelijke erkenning en waardering van mantelzorgers

- Werken aan een genuanceerde beeldvorming over mantelzorg rekening houdend met

diversiteit aan mantelzorgers en mantelzorgsituaties.

- Longitudinaal onderzoek naar mantelzorgbeleving.

- Gericht onderzoek naar doelgroepen en aspecten die nog onderbelicht bleven.

- Faciliteren van de combinatie arbeid en mantelzorg. Stimuleren van een

mantelzorgvriendelijk ondernemingsklimaat (zorgverlofstelsels, bespreekbaarheid…).

- Behoud/opbouw sociale rechten tijdens de mantelzorgperiode.

- Financiële tegemoetkomingen (zorgverzekering, basisondersteuningsbudget,

mantelzorgverzekering, …).

De ondersteuning van mantelzorgers zodat de draaglast beperkt wordt en hun

draagkracht vergroot

- Informeren op maat over aandoening, ziektesymptomen en het zorg- en

ondersteuningsaanbod.

- Buurtgericht faciliteren van mantelzorg en mantelzorgondersteuning.

- Een leefbare omgeving en aangepaste woningen als voorwaarde voor goede mantelzorg. Ook

technologie heeft hierin zijn plaats.

- Inzetten op de kwaliteit van de relatie tussen mantelzorger en zorgvrager als hefboom voor

een betere draagkracht.

- Empowerment van mantelzorgers en hen leren omgaan met ziekte en probleemgedrag via

psycho-educatie, vorming, lotgenotencontact…

- Inzetten op respijtzorg (oppashulp, dagopvang, kortverblijf, gastopvang, gezinszorg, …) om

de mantelzorger toe te laten op adem te komen en sociaal relaties te onderhouden .

- Aandacht voor nazorg: de nood aan ondersteuning van de mantelzorger stopt niet bij

beëindiging van de geboden zorg en ondersteuning.

o Omgaan met verlies en leegte wanneer (de zorg voor) een naaste wegvalt

o Valoriseren van de verworven competenties als mantelzorger bij herintreding op de

arbeidsmarkt

- Cultuursensitief werken zodat ook mantelzorgers met migratieachtergrond zich ondersteund

weten

Vlaams Mantelzorgplan 32

Versterken van de samenwerking tussen informele en professionele zorg

- De (toekomstige) professional krijgt nodige inzichten en vaardigheden aangeleerd om

systematisch rekening te houden met mantelzorgers in het gehele zorg- en

ondersteuningsproces (o.a regierol, zorgcoördinatie) en de effectieve ondersteuning van de

mantelzorgers.

- De mantelzorger wordt als volwaardige zorgpartner betrokken in de zorg en ondersteuning

en, bij de opstelling van integrale zorg- en ondersteuningsplannen.

- Het gebruik van methodieken en instrumenten om ondersteuningsnoden van de

mantelzorger in kaart te brengen wordt aangemoedigd zodat in functie hiervan

mantelzorgzorgdoelstellingen worden bepaald.

- Het ondersteunen van de mantelzorg wordt opgenomen in het zorg- en ondersteuningsplan.

- Binnen zorg- en welzijnsvoorzieningen wordt het beleid naar mantelzorgers toe opgenomen

in de kwaliteitscriteria.

De (h)erkenning en ondersteuning van jonge mantelzorgers

- Jonge mantelzorgers worden beter erkend en herkend. Dit start met een brede

bewustmaking over wat het betekent om op te groeien in een gezin met zorg.

- Door een betrouwbaar beeld te krijgen van de prevalentie, leefsituatie en

ondersteuningsbehoeften van jonge mantelzorgers, kunnen we een daadkrachtig beleid

voeren.

- We zetten in op het versterken van informatie op maat van jonge mantelzorgers.

- Ondersteuning van jonge mantelzorgers moet bijdragen tot een beter evenwicht tussen

draagkracht en draaglast:

o Ouders worden meer bewust gemaakt van de impact van de zorgsituatie op de

ontwikkeling van kinderen;

o Jonge mantelzorgers moeten tijd en ruimte krijgen om zich zelf te ontplooien, door

inzet van reguliere zorg, respijtzorg of informele zorgnetwerken;

o Een contextgerichte benadering van de zorg brengt proactief de noden en behoeften

van jonge mantelzorgers mee in beeld zodat risicosituaties tijdig gedetecteerd en

ondersteund kunnen worden;

o Jonge mantelzorgers moeten ‘gewoon’ kind kunnen zijn, maar ook hun ervaringen

kunnen delen met lotgenoten in een omgeving waar ze zich begrepen voelen;

o Kinderen die een zorgrol opnemen in een gezin, moeten als volwaardige partner

gehoord en betrokken worden bij de zorgplanning

- Bepaalde situaties of groepen vragen bijzonder aandacht. De context waarbinnen de zorg in

het gezin plaatsvindt zoals armoede, verslavings- of psychische problematiek,

migratieachtergrond of eenoudergezinnen, maakt deze jonge mantelzorgers extra

kwetsbaar.

Vlaams Mantelzorgplan 33

Vlaams Mantelzorgplan 34

2 Maatschappelijke erkenning en waardering van

mantelzorgers

2.1 De plaats van mantelzorg in onze samenleving

Identificatie als mantelzorger

Dagelijks zien we mensen om ons heen die instaan voor de zorg en ondersteuning van een

zorgbehoevende in hun gezin of directe omgeving. Toch blijft dit nog vaak verborgen. Zorg en

ondersteuning bieden aan een naaste is geen hip thema voor een alledaags gesprek met vrienden of

op het werk. (Mantel)zorg is met andere woorden alom aanwezig maar nog weinig zichtbaar en

bespreekbaar. Mantelzorgers komen er niet gemakkelijk mee naar buiten, willen er anderen niet

mee lastig vallen of als klager overkomen. De drempel is nog groter wanneer men zorgt voor een

(gehandicapt) kind, iemand met een depressie of psychische moeilijkheden of wanneer het verlenen

van zorg als een verplichting wordt ervaren.

De term ‘mantelzorg’ is in onze samenleving ook niet bij iedereen gekend. Onderzoeken kiezen in

hun vraagstelling soms voor een meer situationele formulering zoals ‘regelmatig hulp of zorg bieden

aan en persoon uit het gezin. Een begrijpelijke keuze die het meest kans biedt op herkenning, maar

die er ook toe bijdraagt dat de term mantelzorg moeilijk ingeburgerd raakt.

Zoals eerder reeds vermeld vinden vele mantelzorgers hun ondersteuning als iets vanzelfsprekends,

binnen de goede relatie die ze met de zorgbehoevende hebben.

Doordat mensen zich niet snel als ‘mantelzorger’ identificeren, zijn ze ook niet attent op het aanbod,

de informatie en de ondersteuning die voor hen relevant zijn. Het benoemen van mantelzorg helpt

nochtans voor de erkenning van de eigen positie in het geheel van de zorg en ondersteuning, de

daarbij passende belangenbehartiging en het aanbod van diensten. De meerderheid hoort het woord

mantelzorger pas voor het eerst wanneer men al een tijdje in de zorg staat47.

Verenigen van mantelzorgers

Met dit plan willen we de mantelzorger de volle waardering en erkenning geven die ze verdienen. De

intentie om mantelzorgers een stem te geven en de kans te bieden zich te verenigen is niet nieuw:

sinds het thuiszorgdecreet van 1998 hebben de verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers een

plaats in het Vlaams Welzijnslandschap. De programmatie stelt dat zes verenigingen voor gebruikers

en mantelzorgers kunnen worden erkend, een programmatie die ook effectief is ingevuld.

Ziekenzorg CM, OKRA-zorgrecht, Ons Zorgnetwerk, Steunpunt Thuiszorg (Socialistische

Mutualiteiten), Liever Thuis (Liberale Mutualiteiten) en S-Plus Mantelzorg zijn de huidige erkende

verenigingen in Vlaanderen.

47 (Mantelluisteren.be)

Vlaams Mantelzorgplan 35

Elke vereniging dient een werking te ontplooien die zich uitstrekt over het grondgebied van

Vlaanderen en Brussel. In elke provincie en in Brussel moeten jaarlijks minstens twee activiteiten

worden ontplooid.

Voor 2013 gaven de verenigen aan samen bijna 315.000 leden te tellen48. De gangbare term

mantelzorgvereniging is enigszins misleidend. Zowel gebruikers (zorgbehoevenden) als

mantelzorgers kunnen zich aansluiten. Ongeveer één op tien geregistreerde mantelzorger geeft aan

lid te zijn van een erkende vereniging, ruim driekwart zegt geen lid te zijn. Samenwonende,

intensieve mantelzorgers die zorg dragen voor een oudere of partner, zijn frequenter lid van een

vereniging49.

Eén van de kerntaken van de vereniging is het toesturen van informatie aan alle aangesloten leden.

Een brede benadering van het lidmaatschap, automatisch en gratis, bij sommige verenigingen biedt

het voordeel dat veel (potentiële) mantelzorgers, zorgbehoevenden en hun familie de informatie

ontvangen. Op die manier kan het mantelzorgthema onbewust veel huiskamers binnensluipen en

wordt bijgedragen tot meer zichtbaarheid en bekendheid.

Niet alleen de verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers doen inspanningen om mantelzorgers

te bereiken en hun belangen te behartigen. Heel wat mantelzorgers voelen zich aangesproken door

patiëntenverenigingen en expertisecentra die zich meer toespitsen op informatie aan en

ondersteuning van zorgbehoevenden met een specifieke aandoening of ziekte en hun omgeving.

Thema’s als handicap, dementie, MS of kanker kunnen voor sommigen een makkelijkere

toegangspoort zijn dan het thema ‘mantelzorger’ op zich. Zowel het mantelzorgperspectief als het

gebruikersperspectief zijn noodzakelijk en complementair om mantelzorgers te bereiken en te

valoriseren in hun rol.

Toegang tot kennis en expertise

De ontwikkelingen van de afgelopen jaren en de stijgende aandacht voor de mantelzorgers en hun

ondersteuningsnoden, hebben geleid tot heel wat inzichten en good practices. Ze zijn zowel gericht

naar de mantelzorger zelf als naar de professionals van wie verwacht wordt dat ze meer en beter

rekening houden met de mantelzorger als actor in het zorg- en ondersteuningstraject. De veelheid

van initiatieven komende uit onderzoek, patiëntenorganisaties, verenigingen voor gebruikers en

mantelzorgers, expertisecentra maar ook uit categoriale en kleinschalige initiatieven, leiden tot een

schat aan kennis, gegevens en goede praktijken. Toch vinden ze nog onvoldoende hun weg naar het

bredere werkveld. Een bundeling en centralisatie van deze kennis en expertise kan er toe bijdragen

dat ze beter gevaloriseerd worden.

Mantelzorgers leveren een menselijke als economische bijdrage aan de

samenleving

Door mensen te ondersteunen die zorg nodig hebben, leveren mantelzorgers een wezenlijke bijdrage

aan de vermaatschappelijking van zorg.

48 Antwoord van Jo Vandeurzen op parlementaire vraag nr. 615 van 30 april 2015 49 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016)

Vlaams Mantelzorgplan 36

De emotionele band van de mantelzorger met de zorgbehoevende primeert in de zorgcontext echter

boven het economische. Deze persoonlijke band, de vertrouwde zorg voor elkaar, de nabijheid van

een naaste, het zijn zaken die niet zomaar door professionele zorg kunnen worden vervangen. Deze

warm menselijkheid is niet in economische termen te vertalen.

We geven erkenning aan de mantelzorgers voor het waardevolle werk dat zij verrichten.

Bijna de helft van de mantelzorgers verleent dagelijks informele zorg en 20% van hen besteedt er

zelfs meer dan 20 uur per week aan. Geregistreerde mantelzorgers die hulp bieden aan een zwaar

zorgbehoevende doen dit gemiddeld 27 uur per week en dit gedurende 11 jaar. Het opnemen van

mantelzorg maakt dat (vormen van) professionele zorg vervangen, vermeden of uitgesteld wordt.

Alle mantelzorg vervangen door professionelen zou de maatschappelijk kost van zorg enorm doen

stijgen en onbetaalbaar maken. Voor België en Vlaanderen zijn er geen eenduidige conclusies

geformuleerd naar de economische waarde van mantelzorg en de mogelijke economische ‘return’

van meer investeringen in een mantelzorgbeleid50. Het Wetenschappelijk Instituut voor

Volksgezondheid schat dat het totaal uren mantelzorg in België meer dan 150.000 voltijdse jobs

vertegenwoordigd51. Anderen wijzen op het feit dat niet-werkende mantelzorgers niet economisch

bijdragen aan de samenleving en daardoor ook een kost in zich dragen.

Een noodzakelijk evenwicht bij de combinatie van rollen

Mantelzorger zijn staat niet op zichzelf, maar in combinatie met andere rollen in het gezin, relaties,

werk of hobby’s. Het huishouden gaat verder, de relaties met andere gezinsleden mogen niet

verwaarloosd raken, ook aan kinderen of kleinkinderen moet de nodige aandacht worden

geschonken en in de vrije tijd kunnen eveneens engagementen worden opgenomen.

Naast gezin en huishouden is vooral het al dan niet kunnen combineren met werk een bijkomende

factor die een grote groep van mantelzorgers aanbelangt. De meerderheid van de mantelzorgers

bevindt zich in de beroepsactieve leeftijd. Het verlenen van zorg komt voor hen bovenop de job en

de zorg voor het eigen gezin.

Het blijvend kunnen combineren van rollen is erg belangrijk en draagt bij tot het welzijn van de

mantelzorger. Toch ervaren mantelzorgers het vaak ook als erg belastend. Zo verklaart meer dan één

op twee mantelzorgers die betaald werk verrichten dat de combinatie met mantelzorg (zeer) zwaar

is. Het gevoel van belasting is het meest uitgesproken bij vrouwelijke, inwonende en intensieve

mantelzorgers en, wanneer hulp wordt geboden aan meerdere zorgbehoevenden52.

Combinatie mantelzorg en betaald werk

Een op tien mantelzorgers geeft aan zijn professionele activiteiten te verminderen om mantelzorg te

kunnen verlenen53. Een vijfde van de geregistreerde mantelzorgers met een betaalde job, geeft aan

niet of minder te werken om meer beschikbaar te zijn voor het zorgbehoevend familielid. Het

opnemen van vakantiedagen is een frequent gebruikte manier om tijd te vinden voor mantelzorg.

50 (Kom op tegen Kanker, 2015) 51 (WIV-ISP, 2015) 52 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 53 (Vanderleyden & Moons, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 37

Specifieke formules van zorgverlof en palliatief verlof bieden bijkomende mogelijkheden om hun

arbeid tijdelijk te onderbreken of te verminderen om te zorgen voor een ernstig ziek familielid. België

kent een uitgebreid systeem van flexibele en betaalde zorgverloven en geldt als een van de meest

genereuze landen54. Bijna een kwart van de geregistreerde mantelzorgers neemt een of andere vorm

van verlof op55. In 2012 namen iets meer dan 11.400 werknemers thematisch zorgverlof op56. Voor

de Vlaamse openbare sector kan binnen de regelgeving van het Vlaams zorgkrediet de

arbeidsprestatie worden onderbroken57.

Vlaanderen voorziet in een bijkomende financiële vergoeding voor wie gebruik maakt van

verschillende vormen van zorgverlof.

Ook al zijn de verlofmogelijkheden beschikbaar, toch doen mantelzorgers er niet altijd beroep op.

Een reden is dat de beperkte vergoeding die er tegenover staat, onvoldoende het inkomensverlies

compenseert58. Een andere oorzaak is de voorwaarde om zorgverloven minstens een week op

voorhand aan te vragen. Hoewel dit vrij kort is, is dit in acute situaties van ziekte, ongeval of

palliatieve zorg niet altijd een oplossing.

Ook in geval van langdurige zorgsituaties ervaren mantelzorgers de verlofmogelijkheden als te

beperkt59. De periode dat mantelzorg wordt verleend overschrijdt voor velen de gecumuleerde duur

van het wettelijke verlofstelsel60. Op die manier moeten mantelzorgers soms keuzes maken tussen

mantelzorg en hun beroepsactiviteit.

Om een acute situatie te ondervangen of wanneer de gezondheid van de mantelzorger dreigt te

lijden onder de grote belasting van chronische zorg is het niet ongewoon dat aan de mantelzorger

ziekteverlof wordt toegekend61.

Toch is het voor de meeste mantelzorgers erg belangrijk om (deels) aan het werk te blijven. Niet

alleen de financiële overwegingen spelen hierin mee, maar zeker ook de nood om sociale contacten

te onderhouden, zich op iets anders dan de zorgsituatie te kunnen richten, niet geïsoleerd te raken

en de eigen competenties te kunnen blijven inzetten en ontwikkelen62.

De werkomgeving en de cultuur van de organisatie zijn erg bepalend voor een goed evenwicht tussen

werk en mantelzorg. Heel wat werkgevers houden vandaag al rekening met de noden van de

werknemer die mantelzorg verleent en maken afspraken op maat van de mantelzorger over

werkflexibiliteit, bereikbaarheid van mantelzorger, thuiswerk… Dat wordt door mantelzorgers

bijzonder geapprecieerd en zorgt voor dankbare en loyale werknemers63. We willen dan ook een

mantelzorgvriendelijk ondernemingsbeleid stimuleren opdat mantelzorgers maximaal werk met zorg

54 (Anthierens, et al., 2014) 55 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 56 (Anthierens, et al., 2014)

57 http://www.werk.be/online-diensten/vlaams-zorgkrediet 58 (Kom op tegen Kanker, 2015) 59 (NHRPH) en (Kom op tegen Kanker, 2015) 60 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 61 (Kom op tegen Kanker, 2015) 62 (Hogeschool Gent), (Kom op tegen Kanker, 2015) 63 (Kom op tegen Kanker, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 38

kunnen combineren, zich gesteund weten, zonder dat de onderlinge werkrelaties hieronder moeten

lijden.

(her)intreding in de arbeidsmarkt

Werkloze mantelzorgers vormen een specifieke en kwetsbare doelgroep. Het (jarenlang) verlenen

van mantelzorg kan een zware belemmering vormen in het vinden van werk. Door het opnemen van

mantelzorg, is het voor hen vaak niet mogelijk om werk te zoeken. Meer dan één geregistreerde

Vlaamse mantelzorger op vijf die niet over betaald werk beschikt, geeft aan dat dit komt omwille van

de mantelzorgsituatie64. Deze keuze heeft ook financiële gevolgen en treft voornamelijk vrouwen.

Werklozen die zorg willen verlenen aan hun naasten en hiervoor een (medisch) attest kunnen

voorleggen worden vrijgesteld van de verplichting om werk te zoeken. Ze hebben recht op maximaal

48 maanden mantelzorg en ontvangen een beperkte maandvergoeding.

Voor mantelzorgers die niet als werkzoekende staan ingeschreven is de situatie nog delicater. Vaak

gaat het hier ook om laaggeschoolde vrouwen die jaren zorg dragen voor het gezin en

(schoon)ouders. Omdat ze nadien niet voldoen aan de voorwaarde van doorstroming of herintreding

op de arbeidsmarkt, kunnen ze hun ervaring en competenties in het verlenen en regelen van zorg en

ondersteuning moeilijk valoriseren.

Zelfstandige mantelzorger

De thematische verloven zijn vooral bekend uit het werknemersstatuut. Dit mag ons niet doen

vergeten dat ook zelfstandigen geconfronteerd worden met de combinatie van gezin, zorg en werk.

Gericht onderzoek naar mantelzorg door zelfstandigen ontbreekt nog, maar een bevraging naar de

combinatie gezin en werk van Unizo i.s.m. de Gezinsbond leert dat er vaak creativiteit en externe

hulp nodig is om beide te combineren.

Het tijdelijk loslaten van de zelfstandige activiteit om meer zorgtaken te kunnen opnemen is ook

mogelijk: zelfstandigen die hun activiteit maximaal 12 maanden onderbreken om voor een partner,

gezins- of familielid te zorgen, hebben recht op een uitkering. In bepaalde gevallen kunnen zij ook

vrijstelling van sociale bijdragen krijgen met behoud van alle rechten in het sociaal statuut.

Mantelzorger op pensioenleeftijd

Tot nog toe besteedden we vooral aandacht aan de mantelzorger op beroepsactieve leeftijd. Ook

wanneer de pensioenleeftijd is bereikt, loopt het mantelzorgen verder. Eén op drie mantelzorgers is

ouder dan 65 jaar. Als gevolg van vergrijzing en langere levensduur neemt de leeftijd van

mantelzorgers jaar na jaar toe. Oudere mantelzorgers geven doorgaans langdurig intensieve zorg.

Meestal gaat het om de zorg voor een oudere partner, maar ook voor een hoogbejaarde ouder of

een volwassen kind met een handicap of psychische aandoening. Genieten van een rustig pensioen is

voor deze mantelzorgers niet altijd aan de orde, ook zonder werk blijft het soms zwaar om rollen te

64 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016)

Vlaams Mantelzorgplan 39

combineren. Met het verstrijken van de jaren neemt bovendien de kans toe dat de mantelzorgers

zelf gezondheidsproblemen krijgen.

Financiële ondersteuning

Het verrichten van mantelzorg brengt in veel gevallen bijkomende uitgaven met zich mee, los van de

kosten die eigen zijn aan de zorgondersteuning zoals hulpmiddelen of medicatie. Extra

verplaatsingen, parkeer- of telefoonkosten zijn maar enkele voorbeelden. De financiële

tegemoetkomingen die vandaag bestaan (mantelzorgpremie, Vlaamse zorgverzekering,

tegemoetkoming aan bejaarden en Basisondersteuningsbudget) worden hoofdzakelijk op naam van

de zorgbehoevende toegekend en kunnen ook ter ondersteuning van de mantelzorger besteed

worden. In sommige gevallen, zeker bij inwonende mantelzorgers, betekenen deze vergoedingen

echt een reële verbetering van de levensomstandigheden van de mantelzorger of wordt er op

gerekend om huishoudelijke uitgaven of zorgdiensten te kunnen betalen. Een vijfde van de

geregistreerde mantelzorgers geeft immers aan financieel (heel) moeilijk rond te komen. Mannelijke,

lager opgeleide en gescheiden mantelzorgers, mantelzorgers die geen betaald werk hebben of over

een laag gezinsinkomen beschikken en intensieve allesdoeners of mantelzorgers die zorgen voor hun

partner, hebben het moeilijker om de financiële balans in evenwicht te houden65.

Mantelzorgpremie

In 8 op 10 Vlaamse gemeenten worden mantelzorgpremies verstrekt. Brusselse gemeenten kennen

deze premies niet. Het KCE telde 30.242 Vlaamse begunstigden in 2012. Welk bedrag in totaliteit

precies besteed werd, is niet geweten, evenmin als het profiel van de mensen die er beroep op

doen66. In 2012 werd nog gesproken van een stijging van het aantal deelnemende gemeenten 67,

maar intussen tekent zich weer een daling af, zowel in aantal gemeenten als in bedrag van

toegekende premie. Meestal gaat het om kleine bedragen, met een gemiddelde van 30 euro per

maand. Elke lokale overheid bepaalt zelf of en op welke manier het een mantelzorgpremie toekent.

Meer dan eens wordt er geen beroep op gedaan omdat het bestaan niet gekend is of de

administratieve procedure te zwaar wordt ervaren. Afhankelijk van de gemeente gaat de premie

naar de zorgbehoevende of rechtstreeks naar de mantelzorgers.

De mantelzorgpremie is niet steeds bedoeld als tegemoetkoming voor extra kosten maar eerder als

een erkenning of waardering voor het werk van de mantelzorgers68. Op die manier worden ze ook

door mantelzorgers ervaren. Het gaat voor hen om een misschien symbolische maar wel belangrijke

erkenning van hun inzet, maar zijn op zich geen motivatie om informele zorg te verlenen.

Er bestaat een maatschappelijk draagvlak voor deze waarderingspremie voor mantelzorgers.

Soepele voorwaarden, een eenvoudige administratie en een betekenisvol bedrag dat rechtstreeks

toekomt aan de mantelzorgers, zijn kwaliteitscriteria die de mantelzorgerpremie tot een krachtige

vorm van waardering maakt69. Het toekennen van een premie en de daarmee gepaarde registratie is

65 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 66 (Anthierens, et al., Ondersteuning van mantelzorgers. Een verkennend onderzoek. Synthese, 2014) 67 (CM, 2014) 68 (KCE, 2014) 69 (CM, 2014)

Vlaams Mantelzorgplan 40

bovendien een uitgelezen hefboom voor lokale besturen om mantelzorgers rechtstreeks te bereiken

en hen te informeren over initiatieven en activiteiten die hen aanbelangen.

Vlaamse zorgverzekering

De Vlaamse zorgverzekering kent een maandelijks forfaitair bedrag van 130 euro toe aan zwaar

zorgbehoevenden als vergoeding van niet medische kosten zowel thuis als in een residentiële

voorziening. Bij verblijf in een woonzorgcentrum of psychiatrisch verzorgingstehuis wordt de

zorgverzekering toegekend ongeacht de zorgzwaarte. Op die manier kan (een deel) van de eigen

bijdragen voor zorg vergoed worden die verleend wordt door voorzieningen, professionele

zorgverleners of andere kosten zoals vervoer, kleinere hulpmiddelen, verzorgingsproducten en kan

ook besteed worden ten behoeve van mantelzorgers. Een minderheid gebruikt de tegemoetkoming

om de centrale mantelzorger te vergoeden.

De zorgverzekering maakt geen onderscheid naar financiële draagkracht van de zorgbehoevende.

Door de inkanteling van de tegemoetkoming hulp aan bejaarden naar de Vlaamse Gemeenschap

zullen in de toekomst sociale correcties mogelijk zijn binnen de Vlaamse sociale bescherming, die de

financiële kwetsbare gebruikers meer slagkracht kunnen geven.

Tegemoetkoming Hulp aan Bejaarden

De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) is een tegemoetkoming die kan aangevraagd

worden door ouderen vanaf 65 jaar, die moeilijkheden ondervinden bij het uitvoeren van dagelijkse

activiteiten zoals verplaatsen, eten bereiden en nuttigen, verzorgen en aankleden, de woning

onderhouden en huishoudelijke taken uitvoeren, gevaar inschatten en vermijden en of contacten

onderhouden met andere personen.

Op basis van het medisch onderzoek wordt het maximumbedrag van de tegemoetkoming

berekend waarop de persoon aanspraak kan maken. De maximale jaarvergoeding bedraagt voor de

hoogste zorgcategorie € 6.589,77. Aan de hand van de gezinssituatie en het inkomen kan deze

tegemoetkoming worden aangepast. Enkel personen met een bescheiden inkomen kunnen een THAB

krijgen.

Met de THAB kunnen ouderen met een beperking en met een beperkt inkomen de bijkomende

kosten van hun handicap deels financieren.

Sinds 1 juli 2014 is de THAB een bevoegdheid van de Vlaamse overheid. Tot eind 2016 bleef de FOD

Sociale Zekerheid de tegemoetkomingen organiseren. Sinds 1 januari 2017 zijn de zorgkassen

bevoegd om deze dossiers te behandelen en de tegemoetkoming uit te betalen.

Basisondersteuningsbudget (BOB) – Persoonsvolgend Budget

Met de invoering van het Basisondersteuningsbudget (BOB) - een forfaitair bedrag van 300 euro per

maand (3.600 euro op jaarbasis) - kunnen volwassen personen met een erkende handicap niet-

medische hulp- en dienstverlening vergoeden. Hoe het bedrag wordt aangewend, hoeft niet

verantwoord te worden. Op die manier wordt het financieel gemakkelijker om verschillende vormen

Vlaams Mantelzorgplan 41

ondersteuning en respijtzorg in te roepen die de mantelzorger kunnen ontlasten. Het budget kan ook

aangewend worden om de mantelzorger rechtstreeks te vergoeden.

Het Basisondersteuningsbudget is voor mensen die:

- een erkende handicap hebben en daarvoor reeds een bestaand attest of bewijs hebben;

- een vastgestelde ondersteuningsnood hebben;

- en geen gebruik maken van bepaalde ondersteuning van het Vlaams Agentschap voor

Personen met een Handicap (VAPH), de zogenaamde ‘niet-rechtstreeks toegankelijke

ondersteuning’.

Het basisondersteuningsbudget wordt trapsgewijs ingevoerd sinds september 2016. In dit traject is

ook voorzien dat minderjarigen met een aangetoonde handicap op het ondersteuningsbudget een

beroep kunnen doen.

Het Persoonsvolgend Budget (PVB) is bedoeld voor personen met een handicap die nood hebben aan

intensieve zorg. Vanaf 2017 wordt dit PVB veralgemeend ingevoerd voor volwassenen. Voor

personen met een handicap die hierop een beroep kunnen doen is binnen het toegekende budget

een bedrag van € 1800 (budgetcategorieën 1 tot 4, jaarbudget tot € 35.000) of € 3600 per jaar

(budgetcategorieën 5 tot en met 12, jaarbudget vanaf € 35.000) vrijgesteld van verantwoording en

mogelijks in te zetten voor ondersteuning van de mantelzorg.

Mantelzorgverzekering

Wie mantelzorger is, neemt daardoor een aantal risico's en specifieke aansprakelijkheden, zoals

lichamelijke ongevallen bij de hulpbehoevende persoon of de mantelzorger en schade toegebracht

aan een derde of aan toestellen gebruikt in het kader van de mantelzorg. We willen dat deze risico's

voor de mantelzorgers (in het bijzonder deze die een gerechtigde op een uitkering in de bestaande

zorgverzekering, een THAB of BOB ondersteunen) zo goed mogelijk door een verzekering gedekt zijn.

We gaan in overleg met de verzekeringsmaatschappijen om, onder andere, na te gaan op welke

manieren deze dekkingsgraad verhoogd zou kunnen worden.

Vlaams Mantelzorgplan 42

2.2 Hefbomen voor een betere erkenning en waardering van

mantelzorg

Stroomlijnen van expertise, informatie, detectie en ondersteuning

Een goed mantelzorgbeleid versterkt en bewaakt de coherentie en complementariteit van het

informatie- en ondersteuningsaanbod, van het individuele micro niveau tot het overkoepelende

macroniveau.

Volgend schema geeft een overzicht van de opdrachten van de verenigingen voor gebruikers en

mantelzorgers, de diensten maatschappelijk werk, de regionale dienstencentra, de lokale

dienstencentra, OCMW’s en de DOP’s in het informeren en ondersteunen van mantelzorgers.

Mantelzorg-verenigingen

Dienst maatschap- pelijk werk

Regionaal diensten centrum

Lokaal diensten centrum

OCMW DOP

t.a.v. ‘gebruikers en

mantelzorgers’

‘Gebruikers en hun

mantelzorgers’

‘Gebruikers, mantelzorgers en

vrijwilligers’

‘Gebruikers’ Elke behoeftige persoon

Personen met een (vermoeden

van) handicap

Min 2 infobijeenkomsten/

jaar in elke provincie en

Brussel (T=18)

Oriënteren zorgvragen van gebruikers of

mantelzorgers

Min 40/ jaar infomomenten

voor mantelzorgers,

vrijwilliger gebruikers (Brussel

= 20)

Min 10 (7 intern) informatieve

activiteiten/jaar (Brussel = 8)

Recht op maatschappelijke dienstverlening In mogelijkheid

stellen een leven te leiden dat voldoet aan de menselijke

waardigheid

Vraagverheldering over wensen,

mogelijkheden en ondersteuningsnoden van de persoon

met een (vermoeden van)

handicap

Min 2x/j infobrochure naar

elk lid (min 4.000/ver)

Maximaliseren toegang tot zorg

door info en advies

Min 30 vormingsactiviteite

n waarop mantelzorgers, vw

of gebruikers fysiek aanwezig zijn

(Brussel = 15)

Min 100 (65 intern) vormende

groepsactiviteiten/jaar (Brussel = 70)

Dienstverlening verzekeren: Lenigende,

curatieve en preventieve hulp,

Bevorderen maatschappelijke

participatie

Opstellen van een ondersteuningsplan

door mantelzorg, het bredere sociale netwerk, reguliere diensten en VAPH

diensten.

Inventarisatie noden en

rapportering aan de overheid

Administratieve en psychosociale ondersteuning

Min 75 (50 intern) recreatieve

groepsactiviteiten/jaar (Brussel = 45)

Belangen behartiging

Proactieve benadering bij

verminderd zelfvermogen

Informatieverstrekking over rechten en

plichten

Langdurige begeleiding complexe

zorgsituaties

Het beter op elkaar afstemmen van dit aanbod en het herformuleren van hun opdrachten vormt de

hefboom naar een coherent en toegankelijk ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers.

Ook andere professionele welzijns- en zorgactoren hebben de opdracht om zorgbehoevenden en hun

omgeving te informeren, te adviseren en te begeleiden. Deze opdracht wordt ook opgenomen in de

projecten geïntegreerd breed en herkenbaar onthaal (Centra voor Algemeen Welzijnswerk, diensten

maatschappelijk werk van ziekenfondsen en OCMW/Sociale Huizen).

Vlaams Mantelzorgplan 43

In uitvoering van de eerstelijnsconferentie van februari 2017 zal verder werk gemaakt worden van de

lokale toegankelijkheid van zorg en relevante informatieverstrekking.

Mantelzorgcontext

Ondersteuning van de concrete mantelzorgercontext moet plaats vinden op het meest nabije, lokale

niveau. Met de toekomstige uitbouw van het geïntegreerd breed en herkenbaar onthaal (GBO), een

samenwerkingsverband tussen minstens OCMW, centra algemeen welzijnswerk en diensten

maatschappelijk werk van de ziekenfondsen, worden alle zorgvragers die niet direct het antwoord op

hun vraag vinden, toegeleid naar het ondersteuningsaanbod dat voor hen het meest passend is.

Mantelzorgers kunnen steeds terecht bij de diensten maatschappelijk werk (DMW) van hun

ziekenfonds en OCMW van de gemeente voor vraagverheldering, informatieverstrekking, individuele

ondersteuning en verdere toeleiding.

Voor kwetsbare groepen en in het bijzonder voor personen in armoede en personen met een

migratieachtergrond is het essentieel dat er vindplaatsgericht wordt gewerkt. Hiermee bedoelen we

dat we actief op zoek gaan naar mantelzorgers die de weg naar zorg en ondersteuning moeilijk op

eigen kracht vinden. Een daadwerkelijke ondersteuning is enkel mogelijk indien actief inspanningen

worden geleverd om het vertrouwen te winnen van de beoogde groep en onbevooroordeeld in

dialoog te treden.

In elke zorgsituatie moet de individuele mantelzorger mee in beeld worden gebracht. Erkenning,

ondersteuning en gerichte doorverwijzing door alle zorgactoren is hier aan de orde. Dit wordt verder

uitgewerkt in delen 3 en 4 (ondersteuning en relatie met professionele zorgactoren).

Lokaal

Naast ondersteuning en begeleiding van de concrete mantelzorgsituatie, blijft het belangrijk om

mantelzorgers lokaal te verenigen en een ondersteunende visie op mantelzorg te realiseren.

Activiteiten en ontmoetingsmomenten voor mantelzorgers worden als minstens even

ondersteunend ervaren als individuele begeleiding. Ook in het kader van buurtzorg moeten

informele zorgdragers en mantelzorgers actief betrokken worden.

Gemeenten kunnen o.a. via het lokaal sociaal beleid inzetten op het ontwikkelen van een ‘zorgzame

gemeente’ waarin ook mantelzorg en informele zorg zijn plaats heeft. Vindplaatsgericht werken en

het opzetten en ondersteunen van lokale netwerken om kwetsbare doelgroepen te bereiken zijn

hierin belangrijk.

Het versterken van buurtzorg kan niet zonder de samenwerking met alle betrokken welzijns- en

zorgactoren en initiatieven die mantelzorgers verbinden. Zij moeten aangemoedigd worden om

lokaal en op maat van diverse buurten en kwetsbare doelgroepen een ondersteuningsaanbod voor

mantelzorgers te ontwikkelen.

Verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers zijn een cruciale partner als belangenbehartiger en

het verenigen van mantelzorgers, ook op (boven)lokaal niveau. Om mantelzorgers lokaal beter te

bereiken en te ondersteunen is een bovenlokale betrokkenheid noodzakelijk. Een sterkere

samenwerking tussen de verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers moet leiden tot een betere

territoriale én doelgroepspecifieke spreiding en van hun kennis, expertise en aanbod. Door samen te

Vlaams Mantelzorgplan 44

werken met welzijns- en zorgactoren, patiëntenverenigingen en expertisecentra op het terrein,

wordt kruisbestuiving en een goede afstemming mogelijk.

De diversiteit aan mantelzorgers en mantelzorgsituaties moet vertaald worden in de uitbouw van de

bovenlokale organisatie van zorg en welzijn over de grenzen van organisaties, disciplines en sectoren

heen. De hertekening van de eerstelijnszorg die in kader van de eerstelijnszorgconferentie van 2017

uitgewerkt wordt, biedt perspectieven op een integrale toegang tot zorg en ondersteuning, binnen

structuren waar mantelzorg evident deel zal van uitmaken.

Vlaams niveau

Er is een onmiskenbare nood aan een centralisatie van kennis en expertise die op de verschillende

beleidsniveaus kan worden ingezet door beleidmakers, professionelen en mantelzorgers. Een vlot

toegankelijk Vlaams expertisepunt mantelzorg dringt zich op. Het toewerken naar een centraal punt

waar inzichten, gegevens, kennis, methodieken, (financiële)ondersteuningsmogelijkheden en

praktische tips omtrent mantelzorg in Vlaanderen gebundeld, digitaal en laagdrempelig ontsloten

worden is tegelijk een uitdaging en prioriteit van dit mantelzorgplan. Hiervoor rekenen we op de

steun, samenwerking en expertise van vele betrokkenen: de verenigingen voor gebruikers en

mantelzorgers, patiëntenverenigingen, onderzoekscentra en middenveldorganisaties.

Een afgestemd mantelzorgbeleid

De erkenning en waardering van mantelzorgers raakt aan veel beleidsdomeinen en beleidsniveaus.

Federale niveau

Het streven naar een betere waardering voor deze onmisbare vorm van zorg, is ook op federaal

niveau aan de orde. Afstemming en overleg met het federale beleidsniveau is daarom onontbeerlijk.

We rekenen op de Federale overheid voor de sociale bescherming van de mantelzorger. De Kamer

van Volksvertegenwoordigers wijst op het belang om in samenwerking met de regio’s en de

gemeenten, na te gaan welke initiatieven het beste aansluiten bij de noden van de mantelzorgers70.

De Vlaamse overheid zal overleg plegen met de Federale overheid om de positie van mantelzorgers

te optimaliseren aangaande de raakpunten met tewerkstelling, fiscaliteit, Volksgezondheid of Sociale

Zekerheid. In het beleidsdomein tewerkstelling is het stimuleren van werkbaar werk ook voor

mantelzorgers een belangrijk gegeven. We nemen initiatief om hierover met de Federale overheid

overleg te plegen. De organisatiecultuur en de ervaren steun van werkgevers en collega’s kunnen het

verschil maken in de draagkracht van de mantelzorger. Dergelijk beleid kan van overheidswege

ondersteund en gestimuleerd worden.

De mantelzorger is een belangrijke partner in het domein van de Volksgezondheid. Een goed

voorbeeld van afstemming zijn de criteria van de projecten “geïntegreerde zorg voor chronisch

zieken” waar de ondersteuning van de mantelzorgers als één van de 18 componenten is opgenomen.

70 (Belgische kamer van Volksvertegenwoordigers, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 45

Vlaams niveau

Op het Vlaamse niveau is waardering van mantelzorg geen zaak van zorgbeleid alleen, het raakt aan

de gehele samenleving en appelleert ook de andere Vlaamse beleidsverantwoordelijken om hier

aandacht aan te besteden. We denken hierbij aan aangepaste huisvesting, de mogelijkheden van

mantelzorgwoningen, het werken aan leeftijdsvriendelijke buurten, de aandacht voor mantelzorg in

het onderwijs en tewerkstelling.

Brussel

De optimalisatie van informatie aan en ondersteuning van mantelzorgers vraagt ook om in gesprek te

gaan met de Brusselse collega’s zodat waar nodig specifieke invulling kan gegeven worden aan de

wijze waarop het bereiken, informeren, adviseren en ondersteunen van mantelzorgers zijn

toepassing kan krijgen. Dit zal gebeuren in overleg met de coördinerend Vlaams minister voor

Brusselse aangelegenheden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Lokaal beleid

Aangezien mantelzorg zich per definitie afspeelt in de onmiddellijke omgeving van de

zorgbehoevende, is het meest nabije, lokale beleidsniveau een cruciale partner in het

mantelzorgbeleid. We betrekken de lokale besturen in het overleg opdat mantelzorg als thema

wordt opgenomen in de lokale beleidsplanning en de heroriëntering van het lokaal sociaal beleid.

Vlaams Mantelzorgplan 46

2.3 Actiedomeinen

Vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor mantelzorg

Het faciliteren van genuanceerde beeldvorming over (mantel)zorg in de samenleving

De term ‘mantelzorger’ moet ruimer bekendgemaakt worden: veel mensen identificeren zich niet als

dusdanig, waardoor informatie aan hen voorbijgaat.

Mantelzorg moet als een ‘vanzelfsprekend’ onderdeel van de samenleving meer zichtbaarheid

krijgen. Niet alleen in gerichte sensibiliseringscampagnes, maar ook in brede mainstream media. Het

erkennen van mantelzorgers betekent immers dat anderen - de overheid, maar in de eerste plaats

gezinnen en buurten - de mantelzorger als dusdanig (h)erkennen en waarderen. Sociale steun is erg

belangrijk. Het huidige beeld dat leeft in de maatschappij over mantelzorg is eerder oubollig. Het is

onze doelstelling werk te maken van een positievere beeldvorming waardoor het draagvlak voor zorg

als onderdeel van de samenleving wordt versterkt. Daarbij wordt aandacht besteed aan de diversiteit

aan (mantel)zorgsituaties en contexten waarin zorg wordt verleend, aan andere gangbare

benamingen voor het verstrekken van mantelzorg en aan de diversiteit in achtergrond, gender en

leeftijd van de mantelzorger.

Voorgestelde acties

We plegen overleg met de media om mantelzorg op een positieve manier zichtbaar te maken.

Er wordt een campagne opgezet om een genuanceerd beeld te brengen over mantelzorg. Het op te richten Vlaams Expertisepunt Mantelzorg (zie punt 2.3.2) krijgt hierin een coördinerende opdracht.

In samenwerking met de verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers zetten we de jaarlijkse Dag van de Mantelzorg meer in de verf.

Zich kunnen identificeren als mantelzorger

Door als lokaal bestuur, vereniging, zorgactor of ziekenfonds de drempel laag te houden kunnen

mantelzorgers gestimuleerd worden zich kenbaar te maken. Op die manier kan algemene informatie

over mantelzorg, activiteiten en lotgenotencontact, rechten en plichten gemakkelijker zijn weg

vinden tot bij de mantelzorger.

Een systematische koppeling van de gegevens over de mantelzorgers in het zorgdossier van de

zorgbehoevende kan de identificatie van mantelzorgers een stuk eenvoudiger maken. Nu gebeurt dit

vrijblijvend, op vraag van de zorgbehoevende. Door de sociale context en gegevens van de

(kern)mantelzorgers op te nemen in zorgenplannen en dossiers, kan informatie op maat proactief en

gericht worden aangeboden.

Vlaams Mantelzorgplan 47

Voorgestelde acties:

We overleggen met de verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers om de registratie als mantelzorger zo eenvoudig mogelijk te maken.

We stimuleren de lokale besturen om mantelzorg op te nemen in hun lokaal sociaal beleid.

We overleggen met VVSG hoe men beste praktijken inzake een gemeentelijk mantelzorgbeleid kan stimuleren en bekendmaken .

We overleggen met de zorgactoren om de sociale en mantelzorgcontext in het zorg- en ondersteuningsplan op te nemen en nemen dit op als een opdracht van de toekomstige eerstelijnszones

We ontwikkelen een sociale module bij de BEL-RAI screener waardoor we ook mantelzorgers in beeld brengen.

Evalueren en herdefiniëren van opdrachten in functie van betere

stroomlijning van informatie en ondersteuning

De toegang tot informatie over en voor mantelzorgers blijft een struikelpunt. Dit moet verbeterd en

eenduidiger kunnen worden gemaakt door het structureren en verbinden van de veelheid aan

beschikbare informatiebronnen. De toegangswegen tot een toekomstig platform blijven veelvuldig

en vertrekken van de vandaag reeds bestaande kanalen. Dit laatste is belangrijk om een groot bereik

te realiseren. Verschillende invalshoeken, mantelzorgspecifiek of aandoeningspecifiek, zijn

noodzakelijk en complementair.

We streven naar meer transparantie over het beschikbare aanbod en naar een afgestemd aanbod en

ondersteuning van mantelzorgers, zowel op lokaal , Vlaams als Federaal niveau. Dit zal het nodige

overleg vragen met de betrokken instanties met oog op afstemming en uitklaring van rollen en de

optimalisering van de huidige regelgeving.

Als leidraad voor de hertekening geldt:

Mantelzorgers moeten weten waar ze terecht kunnen met hun individuele vraag. In elke

zorgsituatie moet de mantelzorgcontext mee in beeld worden gebracht.

Het samenbrengen van mantelzorgers en lotgenotencontacten moet plaatsvinden zowel

dicht bij de mantelzorger, op het lokale (buurt)niveau als bovenlokaal in functie van

specifieke ziektebeelden. Mantelzorgers moeten zich via verenigingen, lotgenotencontacten,

activiteiten voor en met mantelzorgers, gehoord en betrokken kunnen voelen.

In de structuren van zorg en ondersteuning moeten mantelzorgers systematisch hun plaats

krijgen.

De kruisbestuiving tussen het lokale, Vlaamse en Federale niveau is belangrijk. Het micro- en

mesoniveau mogen niet van elkaar worden losgekoppeld. De voeling van de verenigingen

met wat er leeft bij de gebruikers en mantelzorgers aan de basis is heel belangrijk om een

beleidsadviserende en belangenbehartigende rol te kunnen spelen.

De expertise van de mantelzorgers wordt ingeschakeld bij de ontwikkeling van de

actiepunten.

Vlaams Mantelzorgplan 48

Voorgestelde acties:

We integreren vraagverheldering en toeleiding van mantelzorgers met ondersteuningsnoden in de uitwerking van de projecten geïntegreerd breed en herkenbaar onthaal. We zetten hierbij ook in op digitale kanalen zoals websites, sociale media, apps,…

We nemen de mantelzorgondersteuning op als expliciet thema in het geplande traject naar evaluatie en herziening van de erkenningsvoorwaarden voor de lokale dienstencentra.

We nemen het mantelzorgperspectief op in de reorganisatie van de eerstelijnszorg in Vlaanderen. De mantelzorgondersteuning wordt opgenomen in de hierbinnen ontwikkelde sociale kaarten.

We evalueren de huidige werking en reglementering van de verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers op korte termijn en sturen bij in het kader van de realisatie van dit mantelzorgplan en in het bijzonder de realisatie van de ondersteuningsstructuur voor de mantelzorgers. Samen met de verenigingen wordt een Vlaams expertisepunt mantelzorg opgericht waar kennis, methodieken, praktische tips en informatie over mantelzorg gecentraliseerd en laagdrempelig en voornamelijk digitaal ontsloten wordt. Deze uitwerking gebeurt met de betrokken actoren binnen het kader van een gemeenschappelijke ontsluiting van informatie over welzijn en zorg. Dit expertisepunt zal op termijn opgenomen worden in het Vlaamse Instituut voor de Eerste Lijn. Mantelzorgers worden hierbij rechtstreeks als experten betrokken.

Vanuit efficiëntieoverwegingen wordt de mogelijkheid nagegaan om de Regionale dienstencentra op te laten gaan in andere voorzieningen die opgenomen zijn in het woonzorgdecreet.

We overleggen op korte termijn met de coördinerend Vlaams minister voor Brussel over de meest adequate ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers in Brussel

We overleggen met de bevoegde Federale ministers over de uitwerking ven Federale ondersteuningsmaatregelen voor mantelzorgers

Ondersteunen van een betere combinatie mantelzorg en werk

Het belang van de ondersteuning van de combinatie werk/mantelzorg is reeds meermaals in deze

nota geduid. Meer en meer werkgevers staan gelukkig open voor mantelzorg en zijn bereid samen te

zoeken naar oplossingen die voor werkgevers en werknemers haalbaar zijn. Flexibele werkuren,

tijdelijk deeltijds werken of thuiswerk kunnen al heel wat problemen oplossen71.

We overleggen met de betrokken ministers over mantelzorgvriendelijke maatregelen in

hun beleid

De volgende acties zijn door de Federale Minister van Werk vooropgesteld. We gaan hierover verder in dialoog.

Er wordt op korte termijn een grondige analyse gemaakt van het gebruik en effect van thematische verloven.

Er wordt onderzocht hoe de toekenning zorgverlof kan worden geoptimaliseerd opdat het

71 (Ma-Zo.be)

Vlaams Mantelzorgplan 49

beter tegemoet komt aan bepaalde mantelzorgsituaties.

Er wordt onderzocht of de opnamemodaliteiten van tijdskrediet meer flexibel kunnen worden gemaakt in antwoord op de nood aan mantelzorg in omschreven situaties.

Er wordt onderzocht of de RVA reglementering m.b.t. zorgverloven kan geactualiseerd worden in het licht van nieuwe woonvormen ten behoeve van mantelzorg.

In het kader van het plan Werkbaar en Wendbaar Werk worden de bestaande zorgverloven uitgebreid. In het plan is opgenomen om 1 maand bijkomend palliatief verlof voorzien, net als 3 maanden langer verlof voor de verzorging van een zwaar ziek familielid. We blijven met de Federale overheid overleg plegen rond werkbaar en wendbaar werk.

Aan de sociale partners wordt de vraag gesteld om te onderzoeken of verlof om dwingende reden ook toepasbaar kan gemaakt worden voor omschreven mantelzorgsituaties, bijvoorbeeld bij een niet geplande acute zorgsituatie.

De maatregel dat werkloze mantelzorgers tot 48 maanden vrijstelt van de verplichting om beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt zodat ze langdurig voor een zieke naaste kunnen zorgen, wordt verder onderschreven.

We ondersteunen de federale maatregelen die mantelzorg bij zelfstandigen faciliteren.

We ondersteunen in het Vlaamse beleid maatregelen die zorgverloven en mantelzorgvriendelijke personeelsbeleid versterken en plegen hierover overleg met de bevoegde minister. Beste praktijken worden verzameld en ter beschikking gesteld van de werkgevers door het Vlaams expertisepunt mantelzorg.

Stimuleren van een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid

Werken aan een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid biedt ook voordelen aan de werkgever: er is

minder ziekteverzuim, werknemers zijn beter gemotiveerd, er is een grotere loyauteit en minder

kans dat ervaring van werknemers verloren gaat.

We willen werkgevers stimuleren om hun werknemers te ondersteunen in hun rol van mantelzorgers

door het voeren van een mensgericht personeelsbeleid in de onderneming en oog te hebben voor de

individuele noden van werknemers. Het woord ‘mantelzorg’ is hier bewust weggelaten. Het gaat

immers niet om een voorkeursbehandeling van mantelzorgers als ‘speciale’ werknemers, wel om het

creëren van een werkomgeving waarin alle problemen van allerlei aard bespreekbaar zijn. Bijzondere

aandacht moet gaan naar functieniveaus en arbeidsplaatsen waar ogenschijnlijk minder flexibiliteit is

in de werkorganisatie en (urgente) mantelzorg minder gemakkelijk te regelen is.

Het voorziene expertisepunt kan helpen om werknemers – liefst proactief - te informeren over

steunmaatregelen, verlofmogelijkheden, tegemoetkomingen of diensten waar werkende

mantelzorgers beroep op kunnen doen.

Hogeschool West-Vlaanderen ontwikkelde handvaten en richtlijnen voor een mantelzorgvriendelijk

personeelsbeleid. De tools vinden reeds hun weg tot bij de ondernemingen via verschillende kanalen

Zo zet de stichting Innovatie en Werk (SERV) in ‘Werken aan Werkbaar Werk’ het

mantelzorgvriendelijk ondernemen mee in de kijker, als onderdeel van een goede werkprivébalans.

Vlaams Mantelzorgplan 50

Voorgestelde acties

Om werkende mantelzorgers beter te kunnen ondersteunen ontsluiten we zoveel mogelijk op digitale wijze via het voorziene Vlaams expertisepunt mantelzorg informatie over verlofstelsels, tegemoetkomingen en diensten evenals de veelheid aan mogelijke oplossingen, methodieken en praktijken van mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid.

We ondersteunen de bekendmaking van reeds ontwikkelde tools aangaande mantelzorgvriendelijk ondernemen.

We gaan na of het thema mantelzorg toegevoegd kan worden aan de werkbaarheidsmonitor van de SERV

Optimaliseren van de (her)intreding op de arbeidsmarkt na mantelzorg

Na het ‘mantelzorgen’ is de stap naar werk vaak moeilijk. De mantelzorgperiode willen we

maatschappelijk erkennen als een waardevolle periode waarin bepaalde competenties ingezet en

versterkt werden. Daarbij horen niet alleen de zorgende competenties, maar bijvoorbeeld ook

organisatorische vaardigheden. Dit moet een meerwaarde kunnen zijn in het vinden van job.

Voorgestelde acties:

We overleggen met betrokken actoren of en onder welke voorwaarden we de verworven competenties als mantelzorgers kunnen erkennen en valoriseren zodat (laaggeschoolde) niet-werkende mantelzorgers aangemoedigd worden om bijvoorbeeld in de zorgsector aan de slag te gaan.

Met de VDAB gaan we na hoe de werkzoekende (ex) mantelzorger de opgedane competenties bij het mantelzorgen als meerwaarde in de kijker kan zetten bij potentiële werkgevers.

Financiële ondersteuning binnen de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB)

De verdere uitbouw van de Vlaamse sociale bescherming biedt mogelijkheden om zorgbehoevenden

financieel te ondersteunen voor niet-medische zorgkosten. De integratie van de tegemoetkoming

aan bejaarden (THAB) biedt de mogelijkheid om financieel zwakkere ouderen beter te ondersteunen.

De tegemoetkomingen van de Vlaamse zorgverzekering, THAB en basisondersteuningsbudget zijn vrij

te besteden en kunnen ook ingezet worden om de mantelzorger te ondersteunen.

De uitwerking van de VSB voorziet eveneens in een maximale automatische toekenning van

tegemoetkomingen en premies aan wie er recht op heeft. Dit is echter niet in alle gevallen mogelijk.

Voor de verschillende tegemoetkomingen met name de zorgverzekering, het

basisondersteuningsbudget en de tegemoetkoming hulp aan bejaarden, kan men terecht bij de

zorgkas die instaat voor de toekenning, de dossierbehandeling, informatie en advies en de

uitbetaling ervan. Dit heeft als voordeel dat mensen één aanspreekpunt hebben voor de rechten in

het kader van de Vlaamse sociale bescherming en de zorgkas ook proactief tewerk kan gaan.

Daarnaast blijven ook andere eerstelijnsdiensten een belangrijke rol spelen en kunnen ook OCMW

en diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen de personen met een zorgnood en hun

Vlaams Mantelzorgplan 51

mantelzorgers bijstaan in de bekendmaking en het opnemen van rechten. Het voorziene Vlaams

expertisepunt mantelzorg zal ook accurate informatie ontsluiten over financiële

ondersteuningsmogelijkheden voor de zorgbehoevende.

Voorgestelde acties

De THAB(een inkomens gerelateerde tegemoetkoming) wordt in de Vlaamse Sociale Bescherming geïntegreerd.

De uitbouw van de Vlaamse Sociale Bescherming voorziet in een maximale automatische rechtentoekenning.

Waar geen automatische rechtentoekenning mogelijk is, staat o.a. de zorgkas, als uniek loket voor alle vragen over dossiers en rechten met betrekking tot de Vlaamse Sociale Bescherming, zoveel mogelijk in voor de bekendmaking aan wie men kan bereiken. In kader van het proactief benaderen van moeilijk te bereiken, kwetsbare groepen voor rechtentoekenning, zal een belangrijke rol weggelegd zijn voor het geïntegreerd breed en herkenbaar onthaal (OCMW’s, diensten maatschappelijk werk en CAW’s). In functie daarvan zal het GBO ook nauw moeten in contact staan met een waaier van zorg- en welzijnsactoren, waaronder ook met de zorgkassen in kader van de Vlaamse Sociale Bescherming.

We gaan met de betrokken actoren (mantelzorgverenigingen, verzekeringsmaatschappijen,….) na hoe het mantelzorgen op een adequate manier kan worden verzekerd.

Verder onderzoek naar leefsituatie en noden van mantelzorgers

De recente survey onderzoeken naar mantelzorg in Vlaanderen, bieden heel wat inzichten en

hefbomen voor een betere erkenning en waardering van mantelzorg in Vlaanderen. Toch ontbreekt

het ons nog aan meer specifieke inzichten en gegevens die ons moeten toelaten beter vat te krijgen

op de ervaring, beleving en behoeften van mantelzorgers over een langere termijn en in contexten

waar we via survey-onderzoek moeilijker voet aan de grond krijgen.

Een meer continue opvolging van de leefsituatie van mantelzorgers in Vlaanderen en Brussel moet

ons toelaten de impact en effecten van ons mantelzorgbeleid beter te vatten en te evalueren.

Daarnaast is diepgaander kwalitatief onderzoek noodzakelijk, in het bijzonder naar de leefsituatie

van subgroepen die tot nog toe onderbelicht bleven.

Er wordt een verkennend onderzoek gestart vanuit het departement WVG naar kerncijfers over

informele zorg in Vlaanderen. Aandacht gaat daarbij ook uit naar groepen die tot nog toe

onderbelicht bleven in onderzoek zoals jonge mantelzorgers. Bij detectie van kennislacunes

formuleert dit onderzoek concrete voorstellen om deze lacunes in te vullen. Daarnaast willen we op

basis van beschikbare gegevens een beter zicht krijgen op het economisch welzijn van Vlaamse

mantelzorgers en de economische waarde van mantelzorg.

Vlaams Mantelzorgplan 52

Voorgestelde acties:

We bepalen de prioriteiten voor het opzetten van een verder longitudinaal onderzoek en/of repetitief leefsituatie-onderzoek naar mantelzorg in Vlaanderen:

o Gericht onderzoek naar kerncijfers over informele zorg in Vlaanderen

o Onderzoek dat de economische waarde van mantelzorg objectiveert en de kosteneffectiviteit van investeringen in een betere begeleiding en opvang van mantelzorgers onderzoekt.

Vlaams Mantelzorgplan 53

3 Ondersteunen van mantelzorgers

3.1 Een veelheid aan ondersteuningsvormen

In het hoofdstuk ‘erkennen en waardering’ van de mantelzorger lag het accent op de sensibilisering.

We willen zo veel mogelijk mensen bereiken om het thema mantelzorg breed onder de aandacht te

brengen. Een volgende cruciaal onderdeel van een mantelzorgbeleid is de effectieve ondersteuning

van mantelzorgers als antwoord op hun concrete, individuele noden en behoeften. Het verminderen

van de belasting van de mantelzorger en het versterken van wat goed gaat in de mantelzorgsituatie

staan hierin centraal.

Gezien de diversiteit aan mantelzorgsituaties en mantelzorgers is maatwerk en verscheidenheid in

het ondersteuningsaanbod onontbeerlijk. We maken hierbij een onderscheid tussen informatie en

advies, generieke ondersteuning en specifieke ondersteuning zoals lotgenotencontact, educatie en

respijtzorg, wel beseffend dat ook deze ondersteuningsvormen permanent met elkaar in relatie

staan.

Informatie en advies

Goede informatie voor iedere mantelzorger

Het informeren van de mantelzorger is een eerste cruciale stap bij de ondersteuning. Weten dat er

ondersteuning bestaat en waar je informatie kan vinden kan een grote geruststelling zijn en de angst

wegnemen wanneer je met een zorgsituatie geconfronteerd wordt. De informatieoverdracht en

advisering kan op verschillende manieren gebeuren: een persoonlijke brief of mail, een folder of

brochure, digitale kanalen en website, informatiebijeenkomsten of lotgenotencontact, een

persoonlijk gesprek met een zorgprofessional…

De behoefte aan informatie is vooral verbonden met de context van de zorgbehoevende.

Mantelzorgers zoeken in de eerste plaats informatie over de ziekte of aandoening, over het verloop

en de verwachte evoluties en hoe hier mee om te gaan. Pas in laatste instantie gaan mantelzorgers

op zoek naar informatie over financiële tegemoetkomingen en ondersteuningsmogelijkheden als

hulp voor zichzelf 72.

Inzake de kennis van ondersteuningsmogelijkheden wordt een groot verschil vastgesteld volgens de

socio-economische status. De formele zorg is het best gekend. Mantelzorgers die aan het werk zijn

gaan actiever op zoek naar informatie over professionele zorgondersteuning. Anderen aarzelen

meer, onder meer omdat ze vrezen voor de financiële consequenties.

Mantelzorgers die zorg dragen voor een oudere zorgbehoevende blijken algemeen beter

geïnformeerd. Ook wanneer er sprake is van een chronische of langdurige zieke, zijn mantelzorgers

beter op de hoogte van rechten, plichten en ondersteuningsaanbod. Is de zorgbehoevende jonger,

gaat het om gedrags- of psychische problemen of is de oorzaak gelegen in een acute ziekte of

ongeval, dan weten mantelzorgers minder goed waar ze terecht kunnen. Ook de kenmerken van de

72 (KCE, 2014)

Vlaams Mantelzorgplan 54

mantelzorger zelf spelen een rol: hoe ouder de mantelzorger, hoe beter de kennis van voorzieningen

en mogelijke ondersteuning. Mantelzorgers die zich (heel) erg belast voelen en aangeven het (zeer)

moeilijk te kunnen volhouden, zijn relatief gezien het minst goed geïnformeerd en het minst bekend

met het voorzieningenaanbod.73.

De socio-economische eigenschappen van de mantelzorger zoals scholingsgraad, arbeidsparticipatie,

of taalkennis, bepalen mee het vermogen om informatie te vinden en te verwerken. Hoger

opgeleiden blijken beter gewapend dan mensen met een lagere socio-economische status; culturele

en taalbarrières maken dat de informatie nog moeilijker bij gezinnen met een migratieachtergrond

geraakt74.

Mantelzorgers willen meer proactief geïnformeerd worden. De sociale diensten van ziekenhuizen en

diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen worden als belangrijke contactpunten in het

zorgproces vernoemd. Van hen wordt verwacht dat ze cruciale informatie verstrekken of

doorverwijzen naar relevante informatiebronnen75. Ook op de (huis)arts wordt gerekend om

informatie te geven over de gezondheidstoestand van de zorgbehoevende en zo nodig door te

verwijzen76. De sleutelrol van de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen en de

huisartsen blijkt ook uit het DMiV onderzoek: meer dan zes op tien mantelzorgers kreeg informatie

via zijn ziekenfonds en bij meer dan een derde bleek de huisarts en de thuisverpleegkundige een

belangrijke informatiebron. Gezien de situatie van zware en/of langdurige zorg die doorgaans

gespecialiseerde kennis vereist, spelen professionele zorgactoren voor deze mantelzorgers een

prominente rol, maar ook andere zorgverleners, mantelzorgverenigingen, OCMW, gemeente, lokale

dienstencentra, gezinszorg, familie, kennissen of vrienden kunnen een bron van informatie zijn.

Begeleiding naar gepaste ondersteuning

In de lijn van de vraag naar meer informatie, volgt de vraag van veel mantelzorgers naar verdere

begeleiding bij het uitzoeken en aanvragen van de best passende ondersteuning. De aarzeling om

zorg en ondersteuning in te roepen, de neiging om zichzelf op de tweede plaats te zetten en het

gebrek aan kennis over het aanbod en tegemoetkomingen en de weg er naar toe, dragen er toe bij

dat nog te weinig individueel advies op maat wordt gevraagd.

Diverse actoren hebben hierin een rol te vervullen: zorgaanbieders, sociaal werkers, buurtwerkers,

de vertrouwenspersoon van de mantelzorger, de zorgcoördinator,… Zij moeten oog en oor hebben

voor de zorgvrager en zijn mantelzorgers en hen gericht kunnen helpen en toeleiden.

Ten aanzien van personen met een handicap hebben ook de Diensten OndersteuningsPlan (DOP) als

taak om het netwerk rondom de zorgvrager in kaart te brengen en te versterken. Het versterken van

de persoon met een handicap en zijn mantelzorger in het voeren van de regie over zijn zorg behoort

eveneens tot de opdracht van het DOP. Mits goede vraagverduidelijking en begeleiding kunnen de

73 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 74 (KCE, 2014) 75 (KCE, 2014) 76 (KCE, 2014)

Vlaams Mantelzorgplan 55

noden van mantelzorgers worden gedetecteerd en de draaglast worden verlicht door andere

bronnen van ondersteuning in te schakelen77.

Generieke ondersteuning

Reguliere zorg- en ondersteuning

Kwaliteitsvolle reguliere zorg en ondersteuning komt niet alleen de zorgbehoevende maar ook zijn

mantelzorgers ten goede. Weten dat de zorgbehoevende in goede professionele handen is, thuis

maar ook residentieel, biedt de mantelzorger gemoedsrust en vertrouwen.. Naast medische zorg

wordt voor meer dan de helft van de zwaar zorgbehoevenden professionele ondersteuning

ingeroepen voor persoonlijke verzorging, het huishouden of verpleegkundige zorg. In veel gevallen is

er reeds heel wat zorg en ondersteuning geboden vooraleer professionele hulp wordt ingeschakeld.

De aarzeling blijft groot, toegeven dat je externe hulp kan gebruiken is moeilijk. Vaak is het inroepen

een reactie op een achteruitgang in de gezondheidssituatie van de zorgbehoevende, of omwille van

gezondheidsproblemen of overbelasting van de mantelzorger78. Bij mantelzorgers die een job

hebben of niet samenwonen met de zorgbehoevende loopt het inschakelen van professionele zorg

gemakkelijker. Vooral zeer intensieve allesdoeners, samenwonende mantelzorgers en mantelzorgers

met een migratieachtergrond halen minder professionele zorg en ondersteuning in huis79.

Laaggeschoolde en niet-werkende mantelzorgers doen minder beroep op formele diensten en

professionele hulp80. De vrees voor de financiële gevolgen is een remmende factor. Voor

mantelzorgers met een migratieachtergrond kunnen taaldrempels voor bijkomende problemen

zorgen, en zet hun culturele achtergrond mantelzorgers er toe aan de meeste zorg zelf te

verstrekken, ook als professionele zorg beschikbaar is81. Zorgbehoevenden met een

migratieachtergrond en hun mantelzorgers blijven ondervertegenwoordigd in de reguliere zorg en

voorzieningen voor chronisch zieken, ouderen of personen met een handicap82.

Digitale zorg en ondersteuning

Door inzet van technologie kan bepaalde zorg- en ondersteuning op afstand geleverd worden en

meer comfort geboden worden aan de zorgbehoevende en zijn mantelzorger. Zo kan digitale zorg

extra verplaatsingen voorkomen, kunnen zorgbehoevenden en hun mantelzorgers dankzij

technologie soms zelf meer in handen nemen, kunnen zorgbehoevende, mantelzorgers, buurt en

professionele actoren informatie delen en zorg afstemmen, kan buurtzorg worden ondersteund, of

draagt digitale communicatie er toe bij dat de mantelzorger, ook wanneer hij niet in onmiddellijke

buurt is een aantal (zorg)handelingen en activiteiten van een naaste kan opvolgen. Ook deze digitale

ondersteuningsmogelijkheden verdienen aandacht in gesprekken met mantelzorgers. We blijven

inzetten op de ontwikkeling van digitale zorg- en ondersteuningsmogelijkheden en streven naar een

ethisch verantwoord gebruik van deze mogelijkheden binnen de individuele zorgcontext.

77 https://steunpuntwvg.be/images/rapporten-en-werknotas/rapport-evaluatie-diensten-ondersteuningsplan 78 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 79 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 80 (KCE, 2014) 81 (KCE, 2014) 82 (Lancsweert & Janssens, 2010)

Vlaams Mantelzorgplan 56

Zorgzame woon- en leefomgeving

De betaalbaarheid, de kwaliteit en het comfort van de woning, evenals de aangepastheid van de

leefomgeving zijn meebepalend voor het thuis kunnen blijven wonen van een oudere of

zorgbehoevende. Deze aspecten stimuleren niet alleen de zelfredzaamheid van de zorgbehoevende

maar verlichten ook de taken van de mantelzorger. De regionale dienstencentra hebben als opdracht

om hierin advies en begeleiding te verlenen. Toch is ook nog een weg te gaan in het sensibiliseren en

bewustmaken, zeker van ouderen, over het belang en de mogelijkheden van woningaanpassing.

Veranderen is moeilijk en de (mentale) struikelblokken zijn soms groot.

Er moet ook verder gekeken worden dan de eigen woning. Een aangepaste, toegankelijke, veilige en

aantrekkelijke leefomgeving nodigt zorgbehoevenden en hun mantelzorgers er toe uit naar buiten te

gaan, sociale contacten te onderhouden of beroep te doen op voorzieningen en diensten

buitenshuis.

Een samenleving die een volwaardige plaats geeft aan al haar inwoners, ook de zorgbehoevenden en

hun mantelzorgers, heeft niet alleen aandacht voor fysieke infrastructuur, maar ook voor de

betrokkenheid, verbondenheid en sociale interacties. De kwaliteit van de relaties en de ervaren

steun van de omgeving is mee bepalend voor het welzijn van de mantelzorgers en zijn vermogen om

zorg te blijven dragen voor een naaste.

Hierbij hoort ook de plaats die gegund wordt aan zorgbehoevenden om, ondanks mobiliteits-,

cognitieve of andere problemen, te blijven deelnemen aan het sociaal leven en culturele of

sportactiviteiten. Het reguliere verenigingsleven kan actieve deelname aan de samenleving van

zorgbehoevenden en hun mantelzorgers bevorderen door een meer inclusieve aanpak die zich

openstelt voor kwetsbare doelgroepen. Culturele activiteiten binnen de muren van een

woonzorgcentrum, aangepaste sportactiviteiten voor zorgbehoevenden en hun mantelzorgers, het

regelen van vervoer zodat deel kan worden genomen aan een favoriete activiteit… zijn erg

waardevol, ook voor mantelzorgers.

Specifieke ondersteuning

Het ondersteunen van mantelzorgers en versterken van hun draagkracht, vergt ook

ondersteuningsvormen die meer specifiek bedoeld zijn voor mantelzorgers of gericht zijn op mensen

met eenzelfde of herkenbare aandoening of ziektebeeld en hun omgeving83.

Lotgenotencontact en (psycho)educatie

Mantelzorgers zijn niet altijd goed voorbereid om thuis de zorg voor een zorgbehoevende te dragen,

terwijl er toch veel van hen verwacht wordt: opvolgen van medicatie- en therapietrouw, fysieke

verzorging, het monitoren en signaleren van (onverwachte) symptomen en neveneffecten,

psychosociale steun voor de patiënt, coördinatie van de zorg in de thuissituatie, administratie en

papierwerk...

83 (Steyaert, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 57

Naast de zorgaspecten duiken ook andere vragen op die de mantelzorger onzeker of ongerust

kunnen maken: welke impact zal de zorgsituatie hebben op het eigen gezin, partner of omgeving?

Hoe mantelzorg combineren met eigen leven, werk, kleinkinderen…? Hoe omgaan met een

evoluerende situatie? Mantelzorgers komen nog te weinig expliciet met dergelijke vragen voor de

dag.

Steun van mensen die hetzelfde meemaken en elkaar daarom gemakkelijker begrijpen kan

mantelzorgers helpen beter met hun situatie en taken om te gaan. Lotgenotencontact is dan ook

bijzonder waardevol. Ze kunnen ervaringen en tips uitwisselen over hoe je beter met een bepaald

probleem omgaat. Het vormt een belangrijke motor om met problemen om te leren gaan en er

kracht uit te putten.

Mantelzorgers die dat wensen, moeten de kennis en vaardigheden aangeleerd krijgen om hun rol als

informele zorgverlener met de nodige deskundigheid te kunnen opnemen84. Naast informatie en

vaardigheden die nodig zijn om goede zorg te verlenen, moet de aandacht ook gaan naar de

emotionele, relationele en sociale impact, het leren omgaan met de psychosociale gevolgen, het

belang van zelfzorg en de eigen beperkingen, en dit vanuit preventief oogpunt. Dit is de kern van

psycho-educatie. Het gaat om het aanreiken en versterken van de kennis en vaardigheden die nodig

zijn om met een zorgsituatie om te gaan, zowel voor de betrokkene zelf als voor zijn omgeving.

Onder deze algemene noemer vallen verschillende werkvormen, gaande van individuele coaching tot

groepssessies waarbij leren omgaan met de situatie door overdracht van kennis en vaardigheden

steeds de orde is. Daarmee onderscheidt het zich van algemene informatie of lotgenotencontacten,

hoewel deze uiteraard deel kunnen uitmaken van een psycho-educatieprogramma85.

Het belang van en de aandacht voor psycho-educatie is in Vlaanderen steeds meer aan de orde.

Voorbeelden zijn het het Ernah project aangaande het omgaan met een niet-aangeboren

hersenletsel of de psycho-educatieve pakketten van Similes over psychose. Dankzij de

gecentraliseerde aanpak is het psycho-educatiepakket ‘Dementie en nU’ ter ondersteuning van

personen met dementie en hun naasten het best ingeburgerd.

Ontwikkelde programma’s zoals bijvoorbeeld ‘Mantelkracht’ (Vonk 3) bieden praktijkwerkers een

methodiek om de draagkracht van mantelzorgers te verhogen.

E-learning, eventueel aangevuld met online feedback en input van de coaches zijn mogelijke

denkpistes om psycho-educatie toegankelijker te maken86. Het pakket “Dementie en nU” is reeds als

on-line toepassing beschikbaar.

Respijtzorg

Respijtzorg is een tijdelijke en volledige overname van zorg met als doel de mantelzorger een

rustpauze en tijd voor zichzelf te gunnen. Mantelzorgers kunnen zo overbelasting vermijden, de zorg

langer volhouden en zelf nieuwe energie opdoen. Dit kan op verschillende manieren: door reguliere

gezinszorg die zorgtaken overneemt, door dagopvang buitenshuis, door oppas bij de

zorgbehoevende aan huis, door occasionele residentiële opvang, of door een gezamenlijke vakantie

84 (Kom op tegen Kanker, 2015) 85 (Manhaeve, 2015) 86 (Manhaeve, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 58

van de mantelzorger en de zorgbehoevende waarbij een professional de zorgtaken overneemt.

Respijtzorg onder vorm van oppas vindt vooral op informele manier plaats: een buur die even komt

oppassen, een familielid dat bijspringt. Oppashulp wordt in eerste instantie gezocht in het eigen

sociaal netwerk87. Andere mantelzorgers zijn de eersten die gecontacteerd worden88. Buurtzorg en

mantelzorgnetwerken spelen onmiskenbaar hun rol, al blijft het voor veel mantelzorgers moeilijk om

de zorg uit handen te geven en kan niet iedereen rekenen op de steun van een informeel netwerk.

Ondanks het belang geven mantelzorgers aan dat de verschillende vormen van respijtzorg nog

onvoldoende aangereikt worden of gekend zijn89. In een lijst van mogelijke ondersteuningsvormen

worden uiteenlopende vormen van respijtzorg door bijna een vierde van de mantelzorgers als best

passende ondersteuning aangeduid90. Bij mantelzorgers met een migratieachtergrond wordt

vastgesteld dat respijtzorg aan huis problematischer is en het uit handen geven van zorgtaken die ze

zelf nog kunnen aan een professional moeilijk wordt aanvaard91.

De beschikbaarheid van respijtzorg betekent niet altijd dat mantelzorgers er gebruik van zullen

maken92 of dat effectief bereikt wordt dat de mantelzorgers tot rust kan komen. De redenen kunnen

divers zijn: de voorzieningen zijn niet gekend, de mantelzorger of de zorgbehoevende ziet het niet

zitten, fysieke afstand en/of kosten maken het aanbod onaantrekkelijk, mantelzorgers willen de zorg

niet uit handen geven, het gevoel leeft dat men niet dezelfde kwaliteit van zorg kan bieden of het

schuldgevoel steekt de kop op.

De piramide van respijtzorg ontwikkeld door het Expertisecentrum Mantelzorg Nederland toont

duidelijk het onderscheid tussen respijtbehoefte, respijtaanbod en respijteffect. Deze duidt op de

grote kloof de er nog steeds is tussen het aantal mantelzorgers dat aangeeft behoefte te hebben aan

respijtzorg en het aantal dat er daadwerkelijk gebruik van maakt en dit als een adempauze ervaart.

We streven er naar om het gebruik en effect van respijtzorg te verbreden door beter tegemoet te

komen aan de respijtbehoefte van mantelzorgers.

87 (Kom op tegen Kanker, 2015) 88 (KCE, 2014) 89 (Kom op tegen Kanker, 2015) (Vanmechelen, Verté, Teugels, & e.a., 2012) 90 (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016) 91 (KCE, 2014) 92 (KCE, 2014)

Vlaams Mantelzorgplan 59

‘Handreiking Respijtzorg voor gemeenten’ uit: www.expertisecentrummantelzorg.nl

Vlaams Mantelzorgplan 60

3.2 Hefbomen voor betere ondersteuning

Informatie over de context van de zorgbehoevende

De behoefte aan informatie en ondersteuning is vooral verbonden met de context van de

zorgbehoevende. Mantelzorgers gaan zelden op zoek naar informatie of ondersteuning voor zichzelf.

De eerste en voornaamste bekommernis, is het verbeteren van de situatie van hu naaste. Dit zal

steeds hun voornaamste drijfveer zijn. Mantelzorgers worden daarom best benaderd en bereikt

vanuit hun relatie met de zorgbehoevende, door gebruik te maken van plaatsen en kanalen waar ze

al aansluiting mee hebben.

Proactief en op maat

De draagkracht- en last van mantelzorgers is multifactorieel bepaald en zal voor elke mantelzorger

anders zijn. Ondersteuningsoplossingen kunnen bijgevolg niet generiek zijn, maar vergen een

individuele vraagverduidelijking en advies.

De toegang als zorgvrager en mantelzorger tot informatie en de nodige zorg en ondersteuning, mag

niet afhankelijk zijn van het eigen vermogen om gebruik te kunnen maken van het aanbod. Om

kwetsbare mantelzorgers in voldoende mate te kunnen informeren is een proactieve benadering

vereist. Het inschakelen van professionele zorg en ondersteuning, evenals het zoeken en vinden van

de nodige informatie verloopt moeilijker bij zorgbehoevenden en hun omgeving in een socio-

economische kwetsbare positie. Taal en cultuurverschillen evenals onvoldoende kennis van

ziektebeelden en het zorgsysteem maken dat mantelzorgers met een migratieachtergrond nog

moeilijker bereikt worden.

Een zorgzame omgeving

Een zorgzame omgeving is erop gericht om zorgbehoevenden zo lang mogelijk zelfstandig en

comfortabel in hun huis of vertrouwde omgeving te laten wonen. Jong en oud leven er samen,

bewoners kennen en helpen elkaar, zorgbehoevenden en hun mantelzorgers krijgen ondersteuning,

en er is zorggarantie en zorgcontinuïteit.

Werk maken van zorgzame buurten, waar zorgbehoevenden en hun mantelzorgers zich omringd en

gesteund voelen, draagt bij tot meer welzijn en betere zorg. Dit is ook de kern van de

vermaatschappelijking van de zorg. Begrip en hulp van het netwerk wordt als erg ondersteunend

ervaren en draagt bij tot een beter welbevinden, respijt en kwaliteit van leven voor de

mantelzorgers. Vernieuwende concepten van informele buurtzorg waarin wederkerigheid,

solidariteit en vrijwillig engagement ten aanzien van zorgbehoevenden in de gemeenschap

ondersteund en gewaardeerd worden, kunnen helpen om te voldoen aan zorg- en

ondersteuningsbehoeften, aanvullend op mantelzorg en reguliere zorg.

Vlaams Mantelzorgplan 61

3.3 Actiedomeinen

Informeren op maat over van aanbod zorg- en dienstverlening

Verbeteren van de algemene informatievoorziening

We verwijzen hiervoor naar de bespreking en acties opgenomen in punt 2.3.2.

Individueel advies en begeleiding

Ondanks de veelheid aan informatie en ondersteuningsbronnen, vinden mantelzorgers hierin nog

moeilijk hun weg. De informatie is voor velen nog te onsamenhangend. Er is een waaier aan goede

initiatieven, maar in de praktijk moet de mantelzorger te vaak zelf informatie bij elkaar puzzelen .

Nog te veel wordt erop gerekend dat de mantelzorger hiertoe zelf in staat is. Zeker voor kwetsbare

doelgroepen is het actief tijd nemen om de context te bespreken, mantelzorg te duiden en

ondersteuningsmogelijkheden aan te bieden een vereiste. Taal is essentieel om goede informatie te

kunnen verstrekken. Inzet van medewerkers die de taal binnen de zorgcontext beheersen of van

sociaal tolken is dan ook noodzakelijk.

Voorgestelde acties

We nemen mantelzorg op als een expliciet thema in de uitwerking van het geïntegreerd breed en herkenbaar onthaal (GBO) met het oog op individuele vraagverduidelijking en ondersteuningsoplossingen.

We versterken de opdrachten van het maatschappelijk werk als breed onthaal partners, in individuele informatieverstrekking, advisering, psychosociale ondersteuning en begeleiding. We zetten in op een proactieve informatieverstrekking en advisering van kwetsbare doelgroepen. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van digitale mogelijkheden (chat,…).

Gezien de specifieke situatie in Brussel wordt onderzocht en afgestemd met de lokale actoren en het Brusselse beleidsniveau hoe de lokale verankering van informatie- en adviesverlening er kan gerealiseerd worden.

We overleggen met artsenverenigingen om de mantelzorgercontext door de huisartsen beter in beeld te krijgen met tijdige doorverwijzing voor individueel advies en begeleiding.

We faciliteren de toegankelijkheid van (thuis)zorg voor kwetsbare groepen door dit op te nemen als een expliciete opdracht van de toekomstige eerstelijnszones in Vlaanderen. Dit dient te gebeuren in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van de kansengroepen.

We maken afspraken met alle betrokken actoren om de wettelijke mogelijkheden van vertrouwenspersoon of bewindvoerderschap betere bekendheid te geven.

Werk maken van actief zorgzame buurten

Aanmoedigen en ondersteunen van informele zorgnetwerken en sociale cohesie

Veel mensen zijn bereid een ander te helpen. De inzet van occasionele informele zorg en burenhulp

kan er toe bijdragen dat zorgbehoevenden geholpen en mantelzorgers ontlast worden. Toch staan

vraagverlegenheid en handelingsverlegenheid effectieve hulp en ondersteuning meer dan eens nog

in de weg zodat soms eenvoudige ondersteuningsnoden onbeantwoord blijven. Bovendien kunnen

Vlaams Mantelzorgplan 62

niet alle zorgbehoevenden en hun mantelzorgers rekenen op een sterk en uitgebreid netwerk.

Buurtzorginitiatieven tonen aan dat dat goede intenties kunnen omgezet worden in daadwerkelijke

solidariteit en burenhulp. Voor kwetsbare groepen is een duwtje in de rug nodig opdat de

ondersteunende kracht van het informele netwerk versterkt en gevaloriseerd kan worden. We zetten

verder in op sociale participatie en sociale cohesie en informele buurtzorg.

Voorgestelde acties

In het najaar 2016 werden de werkgroepen lokale dienstencentra en buurtzorg opgestart met het oog op de hertekening van het beleidskader, mede in functie van een betere ondersteuning van informele buurtzorgnetwerken en mantelzorgers. We doen daarvoor beroep op de opgedane kennis en ervaring van initiatieven die werk maken van het bevorderen van de sociale cohesie en het ondersteunen van mantelzorgnetwerken en informele buurtnetwerken zoals de projecten ‘Welzijn’ en ‘Stad en Dorp’ van Samenlevingsopbouw Vlaanderen en de Zorgproeftuinen AzoB en Online Buurten . We ontsluiten de opgedane ervaring en kennis.

We ondersteunen concepten van leeftijdsvriendelijke gemeenten. Het faciliteren van deze concepten is opgenomen in de beheersovereenkomst met VVSG in het kader van de ouderenparticipatie.

Het beleidsplan Ruimte Vlaanderen werkt aan een beleidskader ‘Ruimtelijke kwaliteit’ dat een aantal kernkwaliteiten bevat m.b.t. ruimtelijke ontwikkelingen die relevant kunnen zijn in de uitbouw van buurtzorg. Dit wordt als een van de kernprocessen opgenomen in het Witboek Ruimte.

We integreren buurtzorg en mantelzorg in de uitvoering van het nieuw decreet Lokaal Sociaal Beleid.

Middenveldorganisaties sportverenigingen en socio-culturele verenigingen moedigen we aan om hun activiteiten ook maximaal toegankelijk te houden of te maken voor kwetsbare doelgroepen, zodat hun mantelzorgers ontlast worden.

We zetten in op community care en ondersteunen oppas aan huis in het kader van buurtzorg. We spelen in op vernieuwende vormen van informele zorg die zich ontwikkelen op het kruispunt tussen mantelzorg en professionele zorg en ontsluiten de opgedane ervaring en kennis van o.a. Het BuurtPensioen, de Zorgproeftuinen en het lopende KBS onderzoek ‘Naar een continuüm van zorg voor thuiswonende ouderen…’ en andere.

Aanmoedigen van woningaanpassing en een variatie in woon- en zorgvormen

Zorgbehoevenden wensen zo lang mogelijk in eigen huis of de vertrouwde omgeving te kunnen

blijven wonen. Aangepaste woningen zijn belangrijk voor langer en veilig thuiswonen, maar ook een

randvoorwaarde voor goede zorgverlening en mantelzorg. Het gaat niet noodzakelijk om grote en

dure ingrepen, maar ook kleine ingrepen, reorganisaties van het huis en inzet van hulpmiddelen

kunnen daadwerkelijk de context voor zorg en ondersteuning verbeteren.

Kleinschalige woonvormen en een zorgvriendelijke omgeving dragen bij tot een sterker sociaal

netwerk en meer steun van de directe omgeving en het informele netwerk.

Projecten kunnen er ook op gericht zijn om ouderen die in een grote woning wonen te motiveren

voor co-housing.

Indien een niet inwonende mantelzorger samen met de zorgbehoevende de keuze maakt om de

zorgbehoevende te laten inwonen, dienen we hiervoor respect op te brengen. Het is belangrijk om

zowel fiscale, administratieve als bouwkundige belemmeringen te verhelpen. Opgedane ervaring

Vlaams Mantelzorgplan 63

met zorgwonen, resultaten van proeftuinen of projecten rond mantelzorgwoningen zijn hiervoor

richtinggevend.

Voorgestelde acties

In samenwerking met regionale dienstencentra , preventieactoren en zorgactoren blijven we inzetten op het informeren en ondersteunen van en naar een aangepaste woning en veilige woonomgeving.

De opgedane kennis en ervaring uit de pilootprojecten “Onzichtbare zorg” van de Vlaamse Bouwmeester worden als voorbeeld gebruikt.

De verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers nemen initiatieven om mantelzorgers te sensibiliseren over woningaanpassingen, het nut en gebruik van hulpmiddelen…

We ondersteunen de ontwikkeling van vormen van co-housing zoals projecten om studenten en senioren te laten samenwonen.

Bij het opzetten van regelluwe projecten met het oog op nieuwe vormen van zorg- en ondersteuning (bijvoorbeeld “onder 1 dak”) geven we mantelzorg een prominente plaats.

Opmaak van een decretaal kader dat gemeenschappelijk wonen faciliteert. Hiervoor wordt ook gebruik gemaakt van de resultaten van het onderzoek naar gemeenschappelijk wonen van het Steunpunt Wonen.

We overleggen met de betrokken beleidsdomeinen om op basis van ervaringen met zorgwonen en resultaten van lopende projecten en proeftuinen na te gaan hoe we inwonende mantelzorg kunnen faciliteren zowel op fiscaal, administratief als bouwkundig vlak.

In toepassing van het kaderbesluit sociale huur, sensibiliseren we de lokale besturen om in te gaan op de mogelijkheid om, zowel bij het aangeven van de voorkeuren als bij de opmaak van een lokaal toewijzingsreglement rekening te houden met mantelzorgers zowel voor de huurder als voor de verhuurder.

Blijvende inzet op de reguliere (thuis)zorg als ondersteuner van

mantelzorg

Kwaliteitsvolle zorg is gedeelde zorg. De verantwoordelijkheid voor zorg en ondersteuning kan niet

uitsluitend op de schouders van mantelzorgers terecht komen. Ook wanneer het inschakelen van

professionele zorg door financiële kwetsbaarheid, taal- of cultuurverschillen moeilijker verloopt,

moet de inzet van reguliere (thuis)zorg bespreekbaar zijn en mogelijk gemaakt worden,

complementair met en ondersteunend ten aanzien van mantelzorger. Het zo lang mogelijk in de

eigen woonomgeving kunnen op maat verzorgd en ondersteund worden, onder andere door

respijtzorg , is het uitgangspunt. Indien nodig is er een kwalitatief intramuraal zorgaanbod. Ook hier

moet de mantelzorger blijvend zijn rol kunnen opnemen.

De regelgeving gezinszorg voorzien nog een theoretische verplichte aanwezigheid van een ouder bij

zorg voor een minderjarige. Dit wordt aangepast in functie van een optimale ondersteuning.

Vlaams Mantelzorgplan 64

Voorgestelde acties

We blijven, binnen goedgekeurde begroting middelen inzetten op een verdere groei van het thuiszorgaanbod, lokale dienstencentra, dagzorg en kortverblijf en aangepaste residentiële zorg:

o Er is een groeipad voorzien voor de gezinszorg en de diensten voor oppashulp.

o De erkenningskalender voor centra voor kortverblijf en woonzorgcentra voorziet in een groei van het aantal woongelegenheden.

o We werken een aangepast kader voor centra voor herstelverblijf uit.

o Vanuit opgedane projectkennis zijn we in overleg met de sector om een integraal nachtzorgconcept uit te werken.

o Personen met een handicap kunnen beroep doen op rechtstreeks toegankelijke hulp. Deze bestaat in drie vormen: begeleiding, dagopvang en verblijf.

We maken afspraken met de sectoren om mantelzorg en cultuursensitief werken te integreren in het kwaliteitsbeleid van zorgvoorzieningen.

We zetten in op meer flexibiliteit en continuïteit in de gezinszorg en passen de regelgeving aan aangaande de aanwezigheid van de ouder bij zorg voor minderjarige kinderen.

Inzetten op digitale zorg en innovatie

Technologische ontwikkelingen kunnen ook voor mantelzorgers een meerwaarde betekenen. We

denken hier onder andere aan assistieve technologie, E-health-toepassingen of digitale sociale

platformen of zorgenplannen. Ook de zorginnovatieve projecten zoals ontwikkeld in de Proeftuin

Zorginnovatieruimte Vlaanderen kunnen ingezet worden ten behoeve van mantelzorgvriendelijke

zorg en ondersteuning.

Gerichte ondersteuning via lotgenotencontact en psycho-educatie

Ontwikkel lotgenotencontacten op maat

Lotgenotencontacten, praten met mensen die gelijkaardige ervaringen delen, advies en informatie

krijgen van de peergroep, is erg waardevol. Toch blijft het aanbod aan dergelijke bijeenkomsten vaak

ontoegankelijk omwille van tijdsgebrek, verplaatsingsmoeilijkheden of taal- of culturele drempels.

Voorgestelde acties:

We ontsluiten opgedane kennis bij het actieplan Flanders Care waarin diverse innovaties worden ingezet in ondernemerschap die een meerwaarde kunnen zijn voor zorg en ondersteuning van en door mantelzorgers.

We benutten de resultaten van de uit de test- en experimenteerruimte van de Proeftuin Zorginnovatieruimte Vlaanderen rond nieuwe zorgprocessen, -producten en –diensten voor ouderen ten behoeve van mantelzorgers en informele netwerken.

Voorzieningen, zorgverleners, zorgkassen en de mantelzorger, moeten mits toestemming van de zorgbehoevende en rekening houdend met evoluties met betrekking tot de interfederale BELRAI-databank, toegang hebben tot het digitaal platform waarin attesten met betrekking tot zorgbehoevendheid kunnen worden opgevraagd.

Vlaams Mantelzorgplan 65

Door meer variatie in de vorm en inhoud van deze bijeenkomst, krijgen meer mantelzorgers de kans

om aan lotgenotencontacten deel te nemen.

Voorgestelde acties

Om kwetsbare en moeilijker toegankelijke doelgroepen te bereiken worden ervaringsdeskundigen ingezet en wordt een cultuurspecifiek aanbod ontwikkeld door verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers en lokale dienstencentra. Hierbij worden patiëntenverenigingen en verenigingen die de doelgroepen verbinden, betrokken.

We maken afspraken met de verengingen voor gebruikers en mantelzorgers en patiëntenverenigingen om contacten en ervaringsuitwisseling toegankelijker te maken voor mantelzorgers door het gebruik van sociale media, digitale community en ondersteunende applicaties en E-lotgenotencontacten.

Ondersteuning van het aanbod aan psycho-educatie

Psycho-educatie leert mantelzorgers en familieleden omgaan met ziekte, achteruitgang, psychische

problemen of probleemgedrag en de impact hiervan. Dit verdient een vaste plaats in het

ondersteuningsaanbod. Dit geldt niet alleen voor het zorgaspect maar ook in het leren omgaan met

de veranderende situatie en de gevolgen en keuzes voor het eigen leven. De laatste jaren werden

psycho-educatiepakketten ontwikkeld, voorbeelden hiervan zijn “Dementie en nU” gericht op

mantelzorgers van personen met dementie, de ondersteuning van ouders met een zorgenkind

omwille van handicap of chronische ziekte (Magenta) en het coachingprogramma voor

mantelzorgers “Mantelkracht” dat breder kan ingezet worden. Er zijn nog andere beproefde

methodieken voorhanden zoals netwerkgesprekken, Eigen Kracht Conferenties of vroegtijdige

zorgplanningsgesprekken die ook ten behoeve van mantelzorgers kunnen ingezet worden om voor

zichzelf op te komen en keuzes te helpen maken.

Voorgestelde acties:

Het voorziene Vlaams expertisepunt mantelzorg geven we als opdracht de methodieken te centraliseren en een overzicht van het aanbod en hun effectiviteit digitaal en laagdrempelig te bieden.

We ondersteunen binnen beschikbare mogelijkheden de verdere ontwikkeling, gebruik en evaluatie van psycho-educatiepakketten en methodieken.

We ondersteunen binnen beschikbare mogelijkheden lokale projecten die inzetten op e-learning en online coaching.

Detectie en proactieve interventie in risicosituaties

Vanuit preventief oogpunt is het van groot belang dat ondersteuning tijdig wordt ingeschakeld. Vaak

gaan mantelzorgers pas op zoek naar hulp, wanneer zij de situatie niet langer alleen aankunnen.

Mantelzorgers moeten daarom gestimuleerd worden om de zorg te delen met andere formele en

informele hulpverleners, van in de beginsituatie. Een aantal situaties werden eerder al aangestipt als

meer risicovol op overbelasting bij de mantelzorger zoals hoge leeftijd en intense zorg, mantelzorg bij

meervoudige beperkingen, psychische problemen of socio-economische kwetsbare positie.

Te weinig steun of begrip uit het netwerk, onvoldoende kennis van en toegang tot het zorgaanbod-

en systeem, (te) hoge verwachtingen ten aanzien van de mantelzorger, complexe zorgtaken,

Vlaams Mantelzorgplan 66

relationele spanningen en druk, onzekerheid over de toekomst zijn factoren die de draagkracht van

de mantelzorger uit balans kunnen brengen. Toch hoeft het niet zo ver te komen en kunnen

proactieve stappen worden gezet om overbelasting van de mantelzorger te voorkomen.

Samenlevingsopbouw heeft in de strijd tegen onderbescherming het “lokaal proactief kader” als

oplossingsmodel uitgewerkt.

Voorgestelde acties:

Naast eerder voorgestelde acties inzake proactief werken worden nog volgende acties vooropgesteld:

We sensibiliseren binnen de eerstelijnsstructuur zorgactoren om gebruik te maken van (gespreks)technieken om het netwerk rond de zorgbehoevende persoon in kaart te brengen.

We sensibiliseren binnen de eerstelijnsstructuur zorgactoren om gebruik te maken van detectiemethodieken en instrumenten voor draagkrachtmeting bij kwetsbare mantelzorgers. Het op te zetten Vlaams expertisepunt mantelzorg zal hieromtrent ook toegankelijke informatie verschaffen.

In de toekomstige eerstelijnszones wordt de opdracht opgenomen om samen met het lokale beleid vindplaatsgericht werken daadwerkelijk te ondersteunen via buurtwerk, opbouwwerk en gerichte toeleiding.

Onderzoek naar gebruik en effectiviteit van ondersteuningsvormen

De effectiviteit van ondersteuning schuilt in een multi-componentenaanpak, waarbij een maatregel

niet op zichzelf staat, maar verschillende interventies naast elkaar worden aangesproken in functie

van wat nodig is (o.a. praktische steun, emotionele steun, psycho-educatie, respijtzorg).

Zowel het effect op de ervaren belasting als op de kwaliteit van leven en het emotionele welzijn

moeten in rekening worden genomen. De diversiteit aan profielen, coping strategieën en

ondersteuningsbehoeften maakt dat één ondersteuningsvorm niet boven een ander kan worden

gesteld. Niettemin is het belangrijk om het gebruik, het bereik, de effecten, de mogelijke drempels

en verbeterpunten van de verschillende ondersteuningsvormen blijvend te onderzoeken en te

evalueren.

Op vlak van wetenschappelijk onderzoek wordt ingezet op het uitvoeren van een actieonderzoek dat

pistes moet aanreiken voor de verbetering van de samenwerking tussen mantelzorgers en

professionele hulpverleners.

Voorgestelde acties

We ontsluiten kennis ervaring uit de resultaten van de projectoproepen “Mantelzorgers: kostbare schakels voor kwetsbare ouderen” en “Naar een sterker netwerk tussen formele en informele zorgpartners van ouderen in de thuisomgeving” gelanceerd in 2016 door de Koning Boudewijnstichting.

In 2017 zal een actieonderzoek rond samenwerking tussen professionele zorg en mantelzorg worden uitgevoerd door onderzoekers van het steunpunt WVG.

Vlaams Mantelzorgplan 67

4 Samenwerking tussen informele en professionele zorg

De relatie tussen de mantelzorgers en de professionele zorgactoren kent een dubbele invalshoek.

Enerzijds willen we dat de mantelzorger erkend wordt als volwaardige zorgactor binnen een

integrale, afgestemde zorg en ondersteuning rondom de persoon met een zorgvraag. Anderzijds

verwachten we dat de professionele zorgactoren het zorg en ondersteuningsaanbod contextueel

benaderen. De zorg en ondersteuning van de mantelzorgers behoort eveneens tot hun opdracht.

4.1 Mantelzorger, een volwaardige partner in zorg en

ondersteuning

Mantelzorger als zorgactor

Steeds meer is mantelzorg een gedeelde zorg en hebben verschillende mantelzorgers een belangrijke

inbreng in de zorg en ondersteuning van een zorgbehoevende. Dit netwerk is bovendien ook niet

statisch maar evolueert in rollen, dynamiek en verwachtingen.

Actor en regisseur

De regie persoon met een zorgnood – keuze – mogelijkheid mantelzorg context -subsidiariteit

Mantelzorgers kunnen zoals reeds beschreven een veelheid van ondersteunende taken opnemen.

Het coördineren van zorg is een rol die bij voorkeur door de persoon met een zorgnood of zijn

mantelzorger opgenomen wordt. Er is een veelheid aan diensten die gecontacteerd en ingeschakeld

dient te worden, er zijn nog andere personen in het mantelzorgnetwerk die hun aandeel en visie

hebben op de organisatie van de zorg en ondersteuning. Partners, (schoon)kinderen, betrokken

buren… steeds meer is informele zorg gedeelde zorg.

Dit maakt van de mantelzorgers in de eerste plaats een volwaardige actor en gesprekspartner in de

zorg die ook als dusdanig wil benaderd, gerespecteerd en betrokken wil worden. Het is dan ook onze

bedoeling dat mantelzorgers voldoende informatie krijgen over aandoening of behandelingstraject,

rechtstreeks betrokken of uitgenodigd worden bij belangrijke gesprekken met een behandelende

arts en betrokken worden bij de voorbereiding voor ontslag uit een zorgvoorziening. De

mantelzorger maakt dan ook integraal deel uit van het zorgteam. Het opnemen van deze volwaardige

rol in de zorgverlening kan uiteraard enkel indien de zorgbehoevende hiermee instemt.

Het opnemen van mantelzorg en de erkenning van de mantelzorger is niet eigen aan thuiszorg, maar

eveneens toepasselijk binnen residentiële zorg- en welzijnsvoorzieningen.

Mantelzorgers blijven in de thuiszorg nog te vaak uit het zicht van de professionele zorg. Het

effectief, goed geïnformeerd betrekken van de mantelzorger in het zorg- en ondersteuningsplan is

nog geen vaste waarde. Verzorgenden werkend in diensten voor gezinszorg hebben door hun

langdurige en laagdrempelige aanwezigheid een unieke gelegenheid om relaties met cliënt en

mantelzorger(s) op te bouwen en ondersteunend te werken. Het is dan ook essentieel dat de

verzorgenden voldoende competentie opbouwen om dit te kunnen waarmaken.

Vlaams Mantelzorgplan 68

In residentiële zorg blijkt het toekennen van een volwaardige plaats aan mantelzorg minder

vanzelfsprekend. Vaak hebben ouderen al een lang traject van zorgondersteuning, ook door

mantelzorgers, doorlopen vooraleer ze in een woonzorgcentrum worden opgenomen. Toch lijkt het

dat bij opname van een oudere deze informele zorg of mantelzorg nog teveel eindigt zonder hierover

in dialoog te gaan. De geleverde zorg lijkt volledig uit handen te worden gegeven of uit handen te

worden genomen, voor de mantelzorgers is er in dit geval nauwelijks nog aandacht93.

Attest voor uitvoering van verpleegtechnische handelingen door de mantelzorger

Mantelzorg is geen vrijgeleide voor het uitvoeren van verpleegkundige handelingen door een

mantelzorger. Hoewel het in de praktijk zeker gebeurt, is het regelmatig stellen van verpleegkundig-

technische handelingen zoals het toedienen van insuline door een mantelzorger in principe niet

toegestaan. Artikel 38ter van het KB nr. 78 betreffende de gezondheidszorgberoepen voorziet echter

dat verpleegkundigen en artsen verpleegkundige technieken aan mantelzorgers mogen aanleren en

hieromtrent een attest uitschrijven mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De

mantelzorger dient iemand te zijn uit de omgeving van de patiënt en wordt niet vergoed. Het attest

moet de naam van de patiënt, de naam van de mantelzorger en de naam van de

arts/verpleegkundige vermelden, evenals de specifieke verpleegkundige handeling(en), de duurtijd

en de noodzaak aan zorg. Verder dient de mantelzorger een uitgeschreven procedure te ontvangen.

Het Vlaamse decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening is enkel van toepassing voor wie

beroepshalve de zorg- en bijstandsverlening verstrekt. Mantelzorgers zijn door dit decreet niet gevat.

Momenteel is een Federaal traject lopende voor hervorming van de wetgeving op de uitoefening van

de gezondheidsberoepen (KB nr. 78). Deze hervorming kan een grote impact hebben op de verdere

noodzaak van dit attest.

Mantelzorger als zorgvrager

We weten dat iemand die zorg draagt voor een naaste zich niet gemakkelijk als mantelzorger

identificeert maar vooral bekommerd is om het welzijn en de gezondheid van de zorgbehoevende.

In veel gevallen vindt de mantelzorger een goede balans tussen mantelzorg en de opgenomen rollen

in zijn leven. Wanneer zorg dragen echter moeilijker wordt en er een risico is op een te grote

belasting, wordt de mantelzorger naast zorgdrager ook een zorgvrager die nood heeft aan begrip,

zorg en ondersteuning, ook al wordt deze vraag vaak niet expliciet gesteld. Zorg en

ondersteuningsvragen zijn bovendien doorgaans niet eenvoudig, technisch of acuut. De complexiteit

zit hem in de context, de relaties en het samenspel tussen verschillende levensdomeinen94: zijn er

goede contacten binnen het gezin, met familie of buren, of zijn de relaties verstoord? Wat is de

werksituatie van de mantelzorger? Is er hulp nodig bij het regelen van de administratie? Hoe is het

gesteld met de woning? Zijn er financiële moeilijkheden? Dit alles vergt een brede benadering en

oplossingen die niet te vatten zijn in één antwoord op een afgezonderd probleem.

93 (Kardol) 94 (SAR-WGG, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 69

Dit is des te meer aan de orde wanneer er sprake is van psycho-sociale en economische

kwetsbaarheid. Mensen in armoede identificeren zich moeilijker als mantelzorger en hebben minder

aandacht voor de eigen noden. Lotgenotencontacten, respijtzorg of woningaanpassing staan soms

ver van de dagelijkse beleving van kwetsbare doelgroepen. Dit betekent niet dat ze minder

mantelzorger zijn en geen nood hebben aan gepaste ondersteuning om draaglast en draagkracht in

balans te houden. Integendeel. Alleen zal de weg er naar toe intenser en tijdrovender zijn.

Outreaching, vertrouwen scheppen, waken over toegankelijkheid en betaalbaarheid, generalistisch

werken van onderuit en betrekken van sociale en welzijnssectoren zijn daarin onmisbare

componenten.

Kwaliteitsvolle ondersteuning van mantelzorgers en samenwerking met professionals in zorg en

ondersteuning raakt zodoende aan het gehele veld van welzijn-, zorg- en gezondheidsactoren.

Kwaliteit van leven en het maximaliseren van het welzijn en de gezondheid van de zorgbehoevende

en zijn omgeving staan daarbij voorop. Het gaat hierbij niet alleen om zorg en ondersteuning van de

zorgafhankelijkheid maar ook om zorg voor het eigen welzijn en het sociaal functioneren. Ook op

deze domeinen kunnen zorgtekorten worden ervaren waar professionals alert moeten voor zijn95.

De behoefte aan zorgondersteuning eindigt overigens niet bij wijziging of beëindiging van de

mantelzorgsituatie. Omgaan met verlies en veranderende rol als mantelzorger bij opname van de

zorgbehoevende vergt een continuering van de ondersteuning en nazorg.

95 (SAR-WGG, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 70

4.2 Hefbomen voor een betere samenwerking

Triadisch werken

Mantelzorgers verdienen aandacht van alle professionals en inspraak in de zorg en ondersteuning

van hun naasten. De voordelen en winsten zijn legio: het erkennen en waarderen van hun rol heeft

een positieve invloed op de motivatie en het volhoudperspectief van de mantelzorgers. Een goede

samenwerking geeft ook voldoening en arbeidsvreugde aan de professional en leidt tot meer

passende zorg en ondersteuning. De triade mantelzorgers, zorgbehoevende en professional vormt de

kern van integrale en contextgerichte zorg en ondersteuning. Mantelzorgers zijn daarbij zowel actor

in het zorg- en ondersteuningstraject van de zorgbehoevende, als diegenen die zelf zorg en

ondersteuning verdienen.

Een coachende en luisterende basishouding

Het is van belang dat het ontlasten van de mantelzorger op maat gebeurt en men bijvoorbeeld geen

taken ontneemt die de mantelzorger net graag wil blijven doen, ook binnen residentiële zorg. De

mantelzorger moet eigenaar blijven van zijn eigen mantelzorg. Dit is ook vaak de reden waarom

mantelzorgers weerstand hebben tegen de introductie van professionele hulpverlening.

Vraagverheldering en bespreking van mogelijkheden is daarvoor erg belangrijk, en dit vanuit de

concrete zorgcontext waar de zorgbehoevende en de mantelzorger bij betrokken zijn.

Ondersteunende methodieken en instrumenten kunnen professionelen helpen in dit traject, maar

een coachende en faciliterende basishouding is onontbeerlijk.

Holistische benadering

Zorg op maat vraagt om een holistische benadering van complexe problemen waar zelden

standaardoplossingen voor te vinden zijn. Daarbij moet er aandacht zijn voor de volledige

mantelzorgcontext (het netwerk van mantelzorgers), zoals benoemd en ervaren door de

zorgbehoevende. De essentie ligt in het aandacht hebben voor wat echt belangrijk is voor de

persoon met zorgbehoefte en zijn omgeving en in samenspraak en dialoog tot de meest gepaste

oplossing en behandeling komen96. Professionele zorg en ondersteuning omvat alle welzijns-, zorg-

en gezondheidsactoren, die naast en complementair met informele zorgdragers, zorg en

ondersteuning bieden.

Sensitief voor diversiteit

Alle zorgactoren komen in hun werk een steeds grotere diversiteit aan situaties tegen. Deze

diversiteit betreft niet alleen etnisch-culturele achtergrond, maar ook taal, socio-economisch kapitaal

of gendervoorkeuren. Professionelen moeten er zich bewust van zijn dat deze culturele, etnische,

sociale of religieuze achtergronden een rol kunnen spelen in de communicatie met en toegang tot

het zorgsysteem. Werken in andere culturele of socio-economische contexten vergt kennis,

96 (SAR-WGG, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 71

vaardigheden en de juiste attitudes, maar de inzet van aangepaste hulpmiddelen en laagdrempelige

methodieken.

4.3 Actiedomeinen

De bewustwording en vaardigheden van professionele zorgactoren in het

(h)erkennen van de mantelzorgcontext versterken

Elke zorgverlener waarmee een zorgbehoevende in contact komt zou ook de hulpverlener moeten

kunnen zijn die de ondersteuningsnoden detecteert en de mantelzorger verder op weg helpt. De

opbouwwerker van het buurthuis, animator in het dienstencentrum, de maatschappelijk werker van

ziekenfonds of OCMW, de verzorgende die aan huis komt, de arts die de patiënt begeleid… De

verantwoordelijkheid om aandacht te hebben voor de mantelzorgers behoort niet toe aan één actor

of structuur, maar moet gedeeld doorheen het zorg- en ondersteuningstraject gedragen worden. Het

goed kunnen samenwerken met mantelzorgers staat borg voor kwaliteitsvolle zorg en

ondersteuning. Dit vraagt het aanleren van vaardigheden om de diversiteit aan mantelzorgers beter

te bereiken, betrekken en ondersteunen.

Welzijnssectoren dragen een verantwoordelijkheid in het bereiken, betrekken, detecteren en

toeleiden van kwetsbare doelgroepen en zorgbehoevenden. De kennis over en aandacht

voor informele steun en mantelzorg kan verbeterd worden en sterker ingebed worden in de

basiswerking en lokale welzijnsvoorzieningen.

Actoren in de eerstelijnszorg willen we aanmoedigen om ruimte en verantwoordelijkheid op

te nemen om mantelzorg te (h)erkennen en te ondersteunen: betrekken van mantelzorgers

als partners in de zorg, luisteren naar noden en behoeften van de mantelzorgers, herkennen

van signalen die kunnen wijzen op overbelasting, opsporen van risicosituaties en detecteren

van signalen van ontspoorde zorg.

In de tweedelijnszorg hebben mantelzorgers nood aan en recht op een duidelijke communicatie en begrip van artsen, specialisten en verplegend personeel. De behandeling en verzorging van hun patiënten/cliënten mag niet gebeuren over de hoofden van de mantelzorgers heen.

In residentiële voorzieningen verwachten we een betrokken mantelzorgbeleid. Ondanks een tendens om te evolueren naar kleinere wooneenheden waar ook familie betrokken wordt, voelen mantelzorgers zich nog te veel niet betrokken

Vlaams Mantelzorgplan 72

Voorgestelde acties

We overleggen met onderwijs en de betrokken sectoren om mantelzorg als volwaardig thema op te nemen in de opleiding en het nascholingsaanbod van welzijns- en gezondheidsberoepen.

We overleggen met onderwijs en de betrokken sectoren om het thema diversiteit en cultuursensitieve zorg op te nemen in de basisopleiding en het nascholingsaanbod van welzijns- en gezondheidsberoepen.

Het voorziene Vlaams expertisepunt mantelzorg centraliseert het vormingsaanbod en E-tutorials, met het oog op het verbinden van kennis, inzichten en expertise tussen mantelzorgers (ervaringsdeskundigen), welzijnswerkers en (medische) zorgprofessionals.

We maken afspraken met de diensten voor gezinszorg om verzorgenden bewuster te maken van hun mogelijke rol in het versterken van mantelzorg rondom ‘hun cliënten’.

We overleggen met de verschillende koepels over de plaats van de mantelzorger in de voorziening.

We blijven inzetten op de bekendmaking van de hulplijn 1712 en het Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling voor hulpverleners. We stimuleren de verdere implementatie van het Risico-Taxatie-Instrument ontwikkeld voor hulpverleners

Mantelzorgers als zorgactor betrekken en voorbereiden op hun zorg- en

ondersteuningstaak

De (centrale) mantelzorger biedt niet alleen zorg en steun maar is expert en (mede)-regisseur van het

zorgtraject. Om die zorgtaken en de coördinatie naar behoren te vervullen moet de mantelzorger

inspraak krijgen en als medehulpverlener in het zorgproces betrokken en voorbereid worden. Dit

alles in de veronderstelling dat de zorgbehoevende akkoord gaat met de opgenomen rol van de

mantelzorger. In welomschreven situaties kan de mantelzorger bijkomende verantwoordelijkheden

opnemen als wettelijk vertegenwoordiger of vertrouwenspersoon van de zorgbehoevende.

Professionele zorgactoren willen we stimuleren om mantelzorgers te betrekken enondersteunen in

hun regierol, mits akkoord van de zorgbehoevende.

Voorgestelde acties :

Aanvullend op eerder beschreven acties worden volgende acties voorgesteld:

We overleggen met de zorgactoren om mantelzorgers, mits akkoord van de zorgbehoevende, hun volwaardige plaats te geven bij de zorgplanning en geboden ondersteuning.

We sensibiliseren artsenverenigingen om de mantelzorgers tijdig te betrekken in de gesprekken met de zorgbehoevende, indien deze hiermee instemt.

Vlaams Mantelzorgplan 73

De mantelzorger tijdig (h)erkennen als potentiële zorgvrager

Mantelzorgers kampen met onzekerheden, hebben nood aan steun en informatie en lopen soms

tegen hun grenzen aan. Ook al komen ze er niet spontaan mee voor de dag, toch moeten ze ook

benaderd worden als zorgvrager met eigen ondersteuningsnoden en behoeften, rekening houdend

met de complexiteit en uniciteit van elke situatie en de interactie met andere levensdomeinen.

In sommige gevallen blijven de ondersteuningsnoden van de mantelzorger nog onderbelicht en is

meer proactief handelen noodzakelijk:

voor kwetsbare groepen die moeilijk toegang vinden tot het professional zorg- en

ondersteuningsaanbod: hiervoor zijn outreachende acties nodig, in nauwe samenwerking

met maatschappelijk werkers en lokale welzijnsactoren. Kwetsbare mantelzorgers en

mensen in kansarmoede missen soms de nodige weerbaarheid en mondigheid om zich als

mantelzorger te identificeren en hun zorgvragen te uiten.

Wanneer gekende parameters, bijvoorbeeld bij indicatiestelling van de zorgbehoevende,

wijzen op zware zorgafhankelijkheid en een mogelijk risico op overbelasting van de

mantelzorgers: Deze informatie moet aangewend worden om tijdig in gesprek te gaan met

de mantelzorgers en antwoorden te vinden op hun ondersteuningsnoden.

Voorgestelde acties

We sensibiliseren de betrokken zorgactoren om in het kader van de zorgplanning de draagkracht van de mantelzorgers te bevragen en mee in rekening te brengen en waar nodig mogelijkheden voor verdere ondersteuning aan te reiken.

We reiken via het Vlaams expertisepunt mantelzorg methodieken en tools aan om de communicatie te verbeteren en (kwetsbare) mantelzorgers te bereiken.

Bij uitwerking van zorgcoördinatie en case management wordt uitgegaan van de zorgcontext waardoor ook de mantelzorgers mee betrokken en ondersteund worden inclusief toegang tot het zorg- en ondersteuningsplan.

We sensibiliseren de betrokken actoren op het belang van nazorg van mantelzorgers ook al is de rol als zorgactor gewijzigd (bvb bij residentiële opname) of beëindigd (bvb bij overlijden).

Vlaams Mantelzorgplan 74

5 Jonge mantelzorgers

Het mantelzorgplan is vertaalbaar naar de brede groep van mantelzorgers. De jonge mantelzorgers

worden omwille van hun specificiteit in dit afzonderlijk hoofdstuk behandeld.

5.1 De jonge mantelzorger krijgt meer zichtbaarheid en aandacht

In het denken over mantelzorg beperkt het beeld zich veelal tot dat van een volwassene die zorgt

voor een bejaarde ouder, zieke partner of kind met een handicap. Aan jonge mantelzorgers wordt

nog te weinig aandacht besteed. Een aanzienlijk aantal jongeren in Vlaanderen groeit op in een gezin

waar één van de gezinsleden, ouder, broer of zus, zorg of ondersteuningsnoden hebben. Zij worden

jonge mantelzorger genoemd. Jongeren die opgroeien in een zorgcontext ervaren hierdoor een

impact op het eigen leven en de ontwikkeling. Deze ervaring kan enerzijds de jongere versterken

maar kan anderzijds een belasting betekenen voor het kind of jongere, mee door het opnemen van

zorgtaken of verantwoordelijkheden die normaal door een volwassene worden opgenomen. Het is

onze uitdrukkelijke bekommernissen dat de ontplooiingskansen van de jonge mantelzorgers

maximaal gegarandeerd blijven of worden.

Het begrip jonge mantelzorger

Onderzoek en rapporten over jonge mantelzorgers, grotendeels gebaseerd op buitenlandse studies,

wagen zich zelden aan een eensluidende, afgelijnde definitie van het begrip jonge mantelzorger.

Daar zijn ook redenen voor: de grote diversiteit aan situaties, ervaringen en contexten maakt dat dé

jonge mantelzorger niet bestaat. De keuze voor een omschrijving hangt ook af van de doelstelling die

men voor ogen heeft. Een brede benadering, waarbij de nadruk vooral ligt op het opgroeien in een

gezin met zorg is zinvol indien men wil werken aan een brede bewustmaking, sensibilisering en

betere (h)erkenning van zorg door en bij jongeren.

Willen we met het beleid ook aandacht besteden aan het evenwicht tussen draagkracht en draaglast,

dan moet er eveneens gekeken worden naar de impact die het daadwerkelijk opnemen van zorg- en

ondersteuningstaken heeft op de jongere en op de risico- en beschermende factoren voor het welzijn

en de draagkracht van deze jongeren. Het behouden of versterken van de kwaliteit van leven van de

jonge mantelzorger verdient de nodige aandacht.

Mantelzorg is zelden een statisch gegeven. De mate waarin beroep gedaan wordt op kinderen in een

gezin fluctueert mee met de leeftijd van de kinderen en met de gezondheidstoestand van het

familielid. Een zorgsituatie kan kortstondig maar heel intensief zijn. De hulp van kinderen kan

sporadisch ingeroepen worden bij crisismomenten of hoge nood. Maar het kan ook een langdurige

vraag zijn, die toeneemt gedurende het ziekteproces.

Een te statische definitie die objectieve criteria hanteert, zou voorbij gaan aan deze dynamiek en de

diversiteit aan mantelzorgsituaties.

Als definitie van jonge mantelzorger baseren we ons op een gangbare omschrijving van jonge

mantelzorger in Nederland : kinderen en jongeren tot 24 jaar die opgroeien met een zieke ouder,

broer, zus of een ander gezinslid die bijzondere zorgen nodig heeft. Het kan gaan om chronische

ziekte of fysieke handicap, een psychische ziekte, verslavingsproblematiek of mentale handicap.

Meestal gaat het om thuiswonende kinderen die onder één dak wonen met het zieke gezinslid.

Vlaams Mantelzorgplan 75

Inschatting van het aantal jonge mantelzorgers

In Vlaanderen zijn nog weinig gegevens gekend aangaande de prevalentie, leefsituatie en aard van de

zorgtaken van jonge mantelzorgers. Dit bemoeilijkt een juiste afbakening van de doelgroep en een

correcte inschatting van hun ondersteuningsnoden. Afhankelijk van de gehanteerde selectiecriteria

zoals leeftijdsafbakening, aard van de zorg- en ondersteuningsnood of de gebruikte methode zoals

rechtstreekse bevraging of via een gezinslid, lopen de aantallen sterk uit elkaar. Meestal gaat het om

onrechtstreekse indicaties, gebaseerd op het aantal gezinsleden met een (chronische) ziekte) of een

beperking. Zo lezen we bij het VAPH97 dat er 550.000 Vlaamse kinderen zijn van ouders met een

psychisch probleem. Dit cijfer loopt op tot 800.000 als men de psychische problemen van andere

gezinsleden zoals broers en zussen meetelt. Kind en Gezin stelt op basis van NIS-SILC-rapporten dat

2,8% van de kinderen (0 tot 12 jaar) een moeder en 1,8% een vader heeft die kampt met (zeer)

slechte gezondheid. Het Kinderrechtencommissariaat spreekt van 2,5% van de jongeren tussen 11 en

18 jaar met een werkloze vader omwille van gezondheidsproblemen en 4% met een werkloze

moeder om dezelfde redenen.

Enkel het rapport van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid98 baseert zich op een

rechtstreekse bevraging bij jongeren en jongvolwassenen vanaf 15 jaar. Uit de gezondheidsenquête

2013 blijkt dat 2,5% van de Vlaamse jongeren tussen 15 en 24 jaar minstens eens per week niet-

beroepsmatig instaat voor hulp of verzorging van één of meerdere personen met langdurige ziekten,

chronische aandoeningen of handicaps. Brussel vertoont een heel ander beeld: hier verleent 18% van

de jongere regelmatig mantelzorg.

Uitgaande van een voorzichtige schatting, kunnen we stellen dat 2 tot 4 % van de 5 tot 18-jarigen

mantelzorger zijn. Voor Vlaanderen wordt het aantal jonge mantelzorgers aldus geraamd op 20.000

tot 40.000 kinderen en jongeren tussen 5 en 18 jaar. Het percentage en het aantal stijgt wanneer ook

de jongvolwassenen tot 25 jaar in rekening worden genomen.

Buitengewone taken en verantwoordelijkheden

De situatie van jonge mantelzorgers is op zich bijzonder omdat deze kinderen en jongeren in grote

mate geconfronteerd worden met zorgnoden van een gezinslid. Ze nemen ook taken op zich die

normaal gezien door volwassenen worden opgenomen99.

Het gaat niet noodzakelijk enkel om instrumentele zorg zoals taken in het huishouden, verzorgen van

een ziek gezinslid, geven van medicatie, begeleiding bij verplaatsingen. Vaak geven jonge

mantelzorgers ook emotionele steun aan de zieke ouder, zorgen ze voor jongere broers of zussen of

verzekeren ze oppas thuis.

Identificatie als jonge mantelzorger

Het feit dat jonge mantelzorgers en hun problematiek niet herkend wordt, speelt een grote rol voor

een goede ondersteuning van jonge mantelzorgers100.

97 (www.vaph.be/vlafo/view/nl/6883600-Jonge+mantelzorgers.html) 98 (Demarest, 2015) 99 (Vanthuyne, Moyson, & Coone, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 76

Jonge mantelzorgers blijven nog vaak onder de radar en zijn om verschillende redenen dikwijls

onzichtbaar. Ze zien zichzelf niet als mantelzorgers omdat de zorg- en ondersteuningstaken die ze

opnemen door henzelf of hun omgeving als normaal worden beschouwd, ze maken zich niet graag

kenbaar uit schaamte of schrik voor de mogelijke gevolgen voor het gezin of uit angst om niet

begrepen of gepest te worden. Er wordt nog een taboe ervaren om als jongere (psychische) ziektes

en zorg bespreekbaar te maken. Jonge mantelzorgers schermen hun privacy af en hebben de neiging

om hun situatie geheim te houden.

De jonge mantelzorger komt ook binnen de gehele samenleving weinig in beeld: opgroeien in een

gezin met zorg komt nog nauwelijks in beeld in de media, op school, in het jeugdwerk of de

zorgverlening.

Impact op het leven en ontwikkeling

Opgroeien in gezin met zorg kan het leven en welzijn van jongeren op uiteenlopende vlakken

beïnvloeden. De effecten kunnen positief zijn, zoals het gevoel iets te betekenen en zinvols te doen,

ervaring op te doen, vroeger zelfstandig zijn of sterker in het leven te staan. Maar het opnemen van

zorgtaken heeft ook een invloed op de vrije tijd, leiden tot moeilijkheden en onbegrip op school of

gevolgen hebben voor verdere studies.

Wanneer de zorg langdurig is en niet in verhouding staat met de leeftijd of de maturiteit van het kind

dreigt ook het welzijn van het kind te worden aangetast. Negatieve effecten of gevoelens zoals te

vroege maturiteit, laag zelfbeeld, zich geïsoleerd voelen, conflicten, angst en onzekerheid, kunnen

overheersen en ook op latere leeftijd blijvende gevolgen hebben.

Leeftijdsafbakening

Bij een brede benadering van het begrip “jonge mantelzorger” geldt geen ondergrens op vlak van

leeftijd. Opgroeien in een gezin met bijzondere zorgnoden kan vanaf de geboorte. De impact of

invulling is weliswaar anders voor elke leeftijdscohorte: peuter, kind, tiener, jongvolwassene… Zo

zullen baby’s en peuters uiteraard nog geen effectieve zorgtaken verrichten. Het opgroeien in een

gezin met (zware) zorg kan echter vanaf de jongste leeftijd reeds een impact hebben, zoals

hechtingsproblemen ten gevolge van een psychische problematiek bij (één van) de ouders.

Ook jongvolwassenen boven 18 jaar behoren tot de doelgroep van jonge mantelzorgers. Ze bevinden

zich in een levensfase die nog sterk beïnvloed wordt door de opvoedingsrelatie. Ze staan aan de

vooravond van ingrijpende beslissingen die door de zorgsituatie kunnen worden beïnvloed of

uitgesteld: kiezen tussen thuis blijven of zelfstandig wonen, tussen studies aanvatten of gaan werken,

tussen zorg dragen en op eigen benen willen staan. Hoewel officieel volwassen, herkennen ze zich

ook vaak niet in het ondersteuningsaanbod dat zich richt naar volwassen mantelzorgers. Uit analyse

van het lidmaatschap bij verenigingen van gebruikers en mantelzorgers blijkt dat er zo goed als geen

leden jonger zijn dan 30 jaar .

100 (Jeeninga, 2013)

Vlaams Mantelzorgplan 77

Behoud van de opvoedingsrelatie

De relatie tussen de jonge mantelzorger en zijn ouder is, ongeacht de leeftijd, fundamenteel anders

dan de relatie tussen volwassen zorgvrager en mantelzorger. Het kind groeit op in een zorgsituatie

maar kijkt in de eerste plaats naar de zorgbehoevende ouder als een ‘gewone’ mama of papa. De

loyauteit ten aanzien van de ouder is heel sterk. De wederkerigheid waarbij de ouder ook een

zorgende rol blijft hebben, ondanks zijn eigen zorgbehoefte, blijft gelden. Dit is anders dan bij

volwassen mantelzorg waar er vaker een meer uitgesproken rolverdeling is van ‘zorgdrager’ versus

‘zorgbehoevende’. De specificiteit van de kind - ouderrelatie en de context waarbinnen de jongere

opgroeit zijn bepalend binnen het begrip “jonge mantelzorger”.

Genuanceerde beeldvorming

Lang niet alle jonge mantelzorgers komen in problemen terecht. Het leven in een gezin met zorg kan

uiteraard zwaar zijn. Dat dit gepaard gaat met verdriet, angst of zich zorgen maken over de toekomst

is evident. Het opnemen van verantwoordelijkheden past in een normaal proces van groeiende

wederkerigheid tussen ouders en kinderen. Zelfs als door de zorgsituatie in het gezin een sterk

beroep wordt gedaan op de kinderen kunnen deze ervaringen waardevol zijn. Jonge mantelzorgers

benaderen als een risicogroep kan er toe leiden dat ze onterecht gelabeld worden als slachtoffers of

probleemgeval. Toch gaat het om kinderen en jongeren die het meestal goed zullen doen in hun

verdere leven, ook al hebben ze te maken met een extra uitdaging101. Jonge mantelzorgers zijn in de

eerste plaats kind of jongere. We moeten ons behoeden voor een negatieve of stigmatiserende

connotatie van de jonge mantelzorger als held of slachtoffer.

Aandacht voor risico’s

Niettemin hebben ook jonge mantelzorgers, soms de neiging om hun eigen zorgbelasting te

minimaliseren of kan het evenwicht tussen draagkracht en draaglast grondig uit balans raken en

mogelijks toekomstige ontwikkelingen negatief beïnvloeden.

Als de jonge mantelzorger moeilijkheden ervaart, ligt dit meestal niet enkel aan de zwaarte van de

zorgtaken. Het is de combinatie van deze risicofactor met andere risicofactoren die de jonge

mantelzorger extra kwetsbaar maakt. Vaak gaat het niet om doorsneegezinnen maar om multi-

probleemsituaties waar een combinatie van persoonlijkheidskenmerken van de jongere, het

functioneren van de ouders, de gezinssituatie of de context waarin het kind opgroeit tot bijkomende

moeilijkheden leiden.

Buitenlandse studies, onder meer uit Nederland en Groot-Brittannië, stellen dat een laag financieel

inkomen uitermate bepalend is, maar dat ook eenoudergezinnen, gezinnen met migratieachtergrond

en gezinnen met een ouder die lijdt aan een psychische stoornis of verslavingsproblematiek extra

kwetsbaar zijn. De ervaringen binnen de Vlaamse geestelijke gezondheidzorg onderschrijven de

vaststelling dat kinderen van ouders met een psychische of verslavingsproblematiek vaak

moeilijkheden ervaren. Het taboe, de schaamte en het ontkennen van problemen bij de ouders zelf

hebben en grote impact op de weerbaarheid en bespreekbaarheid voor jonge mantelzorgers.

101 (Hermanns, 2011)

Vlaams Mantelzorgplan 78

5.2 Hefbomen voor een betere ondersteuning van Jonge

mantelzorgers

Een brede benadering

Zoals eerder verwoord hanteren we in dit plan een breder definitie waarbij we jonge mantelzorger

kinderen en jongeren tot 24 jaar aanzien die opgroeien met een zieke ouder, broer, zus of een ander

gezinslid die bijzondere zorgen nodig heeft. Het kan gaan om chronische ziekte of fysieke handicap,

een psychische ziekte, verslavingsproblematiek of mentale handicap. Meestal gaat het om

thuiswonende kinderen die onder één dak wonen met het zieke gezinslid.

We kiezen voor een benadering van jonge mantelzorg vanuit de gezinscontext, als ‘opgroeien in een

gezin met een ernstige en langdurige zorgproblematiek’. Daarbij gaat het in de eerste plaats om het

kerngezin, ouder, broer, zus -en bij uitbreiding ook de bredere familiecirkel wanneer sprake is van

een sociaal of emotionele band en meer dan occasionele zorg of ondersteuning.

We geven jonge mantelzorgers een plaats

Het is een feit dat een deel van de kinderen en jongeren te maken krijgen met een langdurige

zorgnood binnen het gezin. Rekening houdend met maatschappelijke evoluties valt te verwachten

dat het aantal kinderen en jongeren met een hulpbehoevend familielid en de druk op jonge

mantelzorgers de komende jaren eerder zal toenemen102. Mogelijke redenen zijn:

- Dankzij een betere gezondheidszorg leven meer mensen langer, ook met chronische ziekten

of handicaps. Ook kinderen krijgen op latere leeftijd zorgt voor meer kans dat je als kind een

ouder hebt met ernstige medische problemen.

- Door de gezinsverdunning kunnen de zorglast en verantwoordelijkheden van de kinderen

minder gedeeld worden met broers of zussen.

- De vermaatschappelijking van de zorg en betere zorgmogelijkheden thuis dragen er toe bij

dat mensen langer thuis en door hun directe omgeving – waaronder hun kinderen – verzorgd

kunnen worden. Ook ouderen blijven langer thuis wonen en inwonende kleinkinderen

kunnen mee ingeschakeld worden in de zorg.

- Er zijn steeds meer eenoudergezinnen waardoor zorgtaken bijna automatisch op de kinderen

terecht komen. Mogelijks kunnen nieuwe partnerschappen en nieuw samengestelde

gezinnen de gedeelde zorg weerom positief beïnvloeden.

- Het aandeel kinderen dat leeft in een gezin in armoede is al enkele jaren stijgend. Gezinnen

met minder financiële mogelijkheden vinden minder gemakkelijk toegang tot betalende

professionele ondersteuning en hebben veelal een minder sterk sociaal netwerk waarop ze

beroep kunnen doen. Ook dit draagt bij tot een grotere belasting van deze kinderen.

102 (Vanthuyne, Moyson, & Coone, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 79

Het beleid wil er op gericht zijn de risico’s van het opgroeien in een gezin met zorg gepast te

ondersteunen, zonder de jonge mantelzorger een problematiserende, stigmatiserende ‘stempel’ op

te spelden.

Door jonge mantelzorgers een expliciete plaats te geven in ons beleid, willen we hen erkennen in hun

rol en het mogelijk maken om zich als mantelzorger te identificeren. Tegelijk willen we er over waken

dat het benoemen van jonge mantelzorgers hen niet vastzet in hun rol of aangevoeld wordt als een

medicaliserend, problematiserend of stigmatiserend etiket.

Daartoe dringt een differentiatie in de benadering zich op in functie van de doelstelling, gaande van

bewustmaking en sensibilisering, over ondersteuning en informatie tot preventie en remediëring.

Aandacht voor risicofactoren

We kiezen voor een aanpak waarbij we jonge mantelzorgers niet benaderen als een risicogroep. De

specifieke situatie van jonge mantelzorg houdt wel enkele risico’s in die we willen ondervangen.

Mantelzorg is op zich niets erg of problematisch en hoort bij het leven. Soms kan dit zwaar zijn, maar

ook andere gebeurtenissen of omstandigheden kunnen het leven van jongeren minder rooskleurig

maken. Het is belangrijk dat alle jongeren en ouders als ze het moeilijk hebben, om welke reden dan

ook, kunnen rekenen op steun en begrip. Goed geïnformeerd worden, een luisterend oor vinden,

gehoord worden en met hen rekening houden zijn daarin sleutelbegrippen.

Goede familiale relaties, een (ondersteunend) professioneel netwerk en zorgverleners die rekening

houden met de volledige gezinscontext zijn voorbeelden van beschermende factoren die kinderen

helpen om veerkrachtig te handelen en om te gaan met de situatie. Als beleid kunnen we hiertoe

bijdragen door in te zetten op contextuele zorg en ondersteuning, die toegankelijk en vraaggestuurd

is, en waarbij alle gezinsleden en het volledig mantelzorgnetwerk betrokken worden.

Doorgaans is het een samenloop van omstandigheden die bepaalt welke rol het kind opneemt in een

zorgbehoevend gezin en of dat kind overbelast geraakt of niet. Verschillende clusters van factoren

kunnen deze balans bij jonge mantelzorgers beïnvloeden. Het gaat om kenmerken bij het kind zelf

(leeftijd, karaktereigenschappen, omgang met de situatie…), kenmerken van het zieke gezinslid (aard,

duur en omvang van de ziekte, coping stijl, relatie tot de jonge mantelzorger), gezinskenmerken

(samenstelling, financiële situatie, etnische achtergrond) en de context waarin de opvoeding

plaatsvindt (directe omgeving, sociaal vangnet, professioneel netwerk) .

Buitenlands onderzoek geeft aan dat factoren zoals een laag inkomen, gebrek aan financiële

middelen of migratie achtergrond er voor zorgen dat minder beroep wordt gedaan op professionele

zorg of ondersteuning. In deze omstandigheden worden kinderen en jongeren vaker in een zorgende

rol geplaatst die boven hun mogelijkheden gaat en een negatieve impact heeft. Daarnaast zijn

eenoudergezinnen en gezinnen met een ouder die lijdt aan een psychische stoornis, extra kwetsbaar.

Vlaams Mantelzorgplan 80

We betrekken buitenlandse expertise

Om meer te weten over ondersteuningsmogelijkheden voor jonge mantelzorgers valt inspiratie te

halen in het buitenland. In het verkennend onderzoek naar jonge mantelzorgers103 worden heel wat

ondersteuningsprogramma’s als voorbeelden aangehaald, waaronder:

- Het respite programm (Australië) met vormen van directe en indirecte respijtzorg die de

jonge mantelzorger in zijn zorgtaken ontlast, ruimte biedt om hun

onderwijsverantwoordelijkheden op nemen en er voor zorg dat er tijd vrij komt om deel te

nemen aan buitenschoolse activiteiten. Dit kan verschillende vormen aannemen zoals hulp in

het huishouden, vervoer, tutoring, materiële ondersteuning (zoals de aankoop van

schoolmateriaal) , het ontwikkelen van basisvaardigheden (bvb omgaan met budget), het

voorzien in peer support met andere jonge mantelzorgers…

- Carer’s assessment (CA) in UK: mantelzorgers hebben er de mogelijkheid om aan te geven

aan de (lokale) sociale diensten wat de mantelzorg dragelijker kan maken. Sociale diensten

zijn er verplicht om mantelzorgers te informeren over het recht dat zij hebben om een CA te

ondergaan. Daaraan gekoppeld zijn deze sociale diensten ook verplicht om rekening te

houden met de kinderen die deel uitmaken van het gezin waar er een zorgsituatie

plaatsvindt; zij moeten de impact van mantelzorg op zijn welbevinden, welzijn, ontwikkeling

en onderwijskansen nagaan.

- In sommige landen zoals UK kunnen jonge mantelzorgers financiële ondersteuning krijgen,

als onderdeel van een ruimere ondersteuning, zoals extra hulp in het huishouden, respijtzorg,

psychologische ondersteuning e.d.

Meersporenbeleid, in de breedte en in de diepte

Onderstaand schema duidt de verschillende thema’s die beleidsmatig opgenomen worden. De

driehoek bepaalt de doelgroep, van de brede samenleving tot op het niveau van de individuele

zorgcontext.

103 (Vanthuyne, Moyson, & Coone, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 81

(H)erkenning Maatschappelijke bewustwording rond gezinnen met zorg, plaats geven aan zorg (door jongeren) in de samenleving

Zich kunnen en durven identificeren als jonge mantelzorger

Onderzoek Via systematisch onderzoek zicht krijgen op prevalentie van jonge mantelzorg in Vlaanderen

Inzicht in de leefsituatie van jonge mantelzorgers, in de aard van de zorgtaken die ze opnemen en in hun ondersteuningsbehoeften

Informatie Bewustmaking van ouders en het beter leren inschatten wat de zorgsituatie betekent voor het kind.

Informatiekanalen en tools aangepast aan leeftijd van het kind of jongere

Ondersteuning Materiële ondersteuning via reguliere diensten en betaalbare thuiszorg

Aandacht en begrip voor de zorgsituatie op school. Bespreekbaar maken tijdens individuele contacten met vertrouwenspersoon

Kans bieden aan jonge mantelzorg om hun verhaal te vertellen en lotgenoten te ontmoeten

Detectie en interventie

Detectie van risicosituaties i.s.m. jeugdwelzijn en jeugdhulpverlening

Jongeren met verhoogd risico op problemen, krijgen gericht en tijdig informatie en worden toegeleid naar passende ondersteuning

Care assessment en individuele opvolging van jonge mantelzorgers

Whole Family approach, gesprekken van professionals met kinderen over zorgsituatie, niet enkel bij opname

Ingrijpen wanneer de situatie ernstig dreigt te worden

Vlaams Mantelzorgplan 82

5.3 Actiedomeinen

De ethische vraag rijst of het wenselijk is om jonge mantelzorgers te benaderen als zorgdragers. Is

het maatschappelijk verantwoord dat we verwachten dat kinderen en jongeren een actieve rol

opnemen in de zorg? Kinderen en jongeren moeten vooral alle kansen krijgen om zich te ontplooien.

De samenleving moet er over waken dat de zorgsituatie hun ontwikkeling niet negatief beïnvloedt.

Het gaat om gewone gezinnen met zorgnoden, waar de verantwoordelijkheid niet enkel op het

opvoedingsniveau gelegd wordt maar een maatschappelijk draagvlak krijgt. De vraag wordt niet

meer gesteld of het kan dat kinderen ook mantelzorg opnemen, maar wel hoe we hen kunnen

versterken in hetgeen ze doen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat hun draagkracht gerespecteerd

wordt, hun levenskwaliteit behouden blijft en de mantelzorg geen bedreiging vormt voor een

optimale ontwikkeling. De samenleving heeft de verantwoordelijkheid om een aanbod en

keuzemogelijkheid te voorzien, zodat voldoende respijt kan gegarandeerd worden. De boodschap

van gedeelde zorg en verantwoordelijkheid tussen het gezin, de directe omgeving en de brede

samenleving wordt ook uitgedragen bij de voorgestelde sensibiliseringsacties.

Erkennen en herkennen van jonge mantelzorgers

Het ondersteunen van jonge mantelzorgers start met het erkennen dat heel wat kinderen en

jongeren een actieve bijdrage leveren in de zorg. Bewustwording is daarom cruciaal, en dit zowel bij

de brede bevolking, alle kinderen en jongeren, de jonge mantelzorgers zelf, het onderwijs, de

jeugdhulpverleners, de zorgactoren en de overheid. Het gaat om aandacht voor wat het betekent om

op te groeien in een gezin met zorg en de mogelijke impact ervan.

Maatschappelijke bewustwording en identificatie als jonge mantelzorger

Ondersteuningsinitiatieven kunnen jongeren pas bereiken wanneer mantelzorg zichtbaar en

bespreekbaar wordt. Onbegrip voor ziekte en handicap maakt het voor jongeren die in een gezin

leven met een ziekte of handicap moeilijk om over hun situatie te spreken, hulp en ondersteuning te

zoeken en om erkenning te krijgen104.

Ook houden jongeren niet van de term 'mantelzorger' en willen ze liever zo niet worden gezien. Voor

hen is de situatie gewoon deel van hun leefwereld. Vertrekken vanuit de situatieschets, zoals spreken

over het opgroeien in een gezin met zorg, kan reeds de toegankelijkheid voor dit thema bevorderen.

Bewustmakingscampagnes kunnen er voor zorgen dat jonge mantelzorgers zich als dusdanig

herkennen en eventueel hulp of steun zoeken. Dit engageert ons omgekeerd ook om daadwerkelijk

een ondersteuningsaanbod voor hen te voorzien.

Wil men tijdig de noden van jonge mantelzorgers kunnen detecteren en voorkomen dat hun

zorgende rol een negatieve impact heeft op hun opvoeding, scholing, gezondheid of welzijn, dan is

het belangrijk dat ouders zich bewust zijn van de invloed van de zorgsituatie op het welzijn van hun

kind en dat jonge mantelzorgers zich kunnen identificeren als mantelzorger.

104 (Lauwers, 2013)

Vlaams Mantelzorgplan 83

Voorgestelde acties

Door het verspreiden van genuanceerde informatie over leven als jongere in een gezin met ziekte of handicap willen we de jonge mantelzorger zichtbaar maken in het maatschappelijk leven:

o Het geplande expertisepunt mantelzorg zal alle informatie in dit verband bundelen.

o We voorzien een sensibiliserende campagne in de brede media

o We maken gebruik van bestaande expertise en goede voorbeelden om de campagnes op te zetten

In samenwerking met verenigingen voor gebruikers en mantelzorgers, patiëntenverenigingen en familieverenigingen worden jonge mantelzorgers mee betrokken om een genuanceerde beeldvorming te brengen door hun verhaal te brengen.

We stimuleren het gebruik van een herkenbare terminologie die niet enkel focust op het begrip jonge mantelzorg(er) maar, die vertrekt van situatieschetsen waarbij uiteenlopende (zorg)contexten in beeld worden gebracht;

We stimuleren de ontwikkeling van een mobiele zelf-assesment app, afgestemd op de leeftijd, die jonge mantelzorgers er toe aanzet om zich te identificeren en om beroep te doen op de voor hen wenselijke steun.

Bekendheid van jonge mantelzorg in het onderwijs

Onderwijs heeft een sleutelfunctie in de erkenning en ondersteuning van jonge mantelzorgers.

Sensibilisering en bewustmaking moet ook gericht zijn naar de onderwijssector, van basis tot hoger

onderwijs. Dit zijn de professionals waarmee kinderen en jongeren hoofdzakelijk in contact komen.

Onderwijzend personeel moet er zich bewust van zijn dat mantelzorgsituaties de onderwijskansen

beïnvloeden. Scholen spelen daarnaast een belangrijke rol in het verspreiden van informatie en

bespreekbaar maken van zorg bij en door jongeren.

Ook bij hogere studies of overstap naar werk moet er aandacht zijn voor de jonge mantelzorger. Als

jongvolwassenen bevinden ze zich in een bijzondere positie bij de overgang naar en het ontwikkelen

van een zelfstandiger volwassen leven.

Voorgestelde acties

In samenspraak met de Vlaamse minister van onderwijs zijn volgende acties vooropgesteld:

De benadering van jonge mantelzorgers wordt ingepast binnen de brede, integrale en laagdrempelige zorgbenadering in de scholen, op maat van elke jongere.

We sensibiliseren inzake:

o het belang van flexibele omgang met zorgsituaties

o de aandacht voor zorg in het gezin in het nascholingsaanbod van de scholen;

o het bespreekbaar maken van een zorgsituatie tijdens ouder- en kindcontacten met de school.

o Het bespreekbaar maken van een zorgsituatie voor jonge mantelzorgers met als doel het verhogen van hun participatiekansen in het hoger onderwijs.

We onderzoeken hoe de competenties die jonge mantelzorgers hebben opgebouwd kunnen gevalideerd worden bij hun zoektocht naar werk of opleiding.

Vlaams Mantelzorgplan 84

Bekendheid van de jonge mantelzorger in het jeugdwerk

Opgroeien in een gezin met zorg is nog te weinig bekend binnen het jeugdwerk. Het is essentieel dat

jonge mantelzorgers ook lid kunnen zijn van jeugdverenigingen. Tevens kunnen deze

jeugdverenigingen door hun normale werking ook bijdragen tot ondersteuning en genuanceerde

beeldvorming.

Voorgestelde acties

We gaan na hoe we aspecten en situaties die te maken hebben met ‘zorg of verantwoordelijkheden in het gezin dragen’, bekend kunnen maken via communicatiekanalen uit het jeugdwerk, zoals folders en websites, om de herkenbaarheid voor jonge mantelzorgers te vergroten.

We sensibiliseren de gemeenten om een plaats te geven het thema jonge mantelzorg als onderdeel van een lokaal sociaal beleid.

Bekendheid van de jonge mantelzorger binnen de jeugdhulp

Kinderen, jongeren en hun gezinnen kunnen bij probleemsituaties terecht binnen de brede instap en

de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. We streven ernaar dat jonge mantelzorg ook bespreekbaar

is binnen de jeugdhulpverlening. (Mantel)zorgsituaties blijven er echter vaak nog onderbelicht.

Bijzondere aandacht moet gaan naar maatschappelijk kwetsbare kinderen. Zij vormen immers een

risicogroep waar mantelzorg op jonge leeftijd problematisch kan worden

Voorgestelde acties

We voegen aspecten en situaties die te maken hebben met ‘zorg of verantwoordelijkheden in het gezin dragen’, toe aan bestaande communicatiekanalen binnen de jeugdhulp, zoals folders en websites, om de herkenbaarheid voor jonge mantelzorgers te vergroten.

De context van kinderen en jongeren, met hun krachten en moeilijkheden, is een sleutelgegeven in de jeugdhulp. Jonge mantelzorg wordt hierin opgenomen. De actoren en sectoren betrokken bij rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening worden hierbij minimaal betrokken.

o Huisartsen, leerkrachten, zorgactoren, sociale huizen, kinderopvang …

o De inloopteams en preventieteams van Kind en Gezin;

o Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB);

o Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) en Jongeren Adviescentra (JAC).

o Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG);

o Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG);

o Rechtstreeks toegankelijke thuisbegeleiding en Diensten Ondersteuningsplan (DOP) van het VAPH.

De 2.0-aanpak binnen de jeugdhulp heeft meer aandacht aan de zorgvragen van ouders en omgeving. Deze verbinding met de volwassenhulp is een essentieel onderdeel van de jeugdhulp

Vlaams Mantelzorgplan 85

Aandacht voor jonge mantelzorg in opleiding en bijscholing

Aandacht voor en leren omgaan met de zorgdimensie begint in de opleiding van toekomstige

professionals. De impact van het opgroeien in een gezin met zorg moet een evidente plaats krijgen in

de opleiding en navorming van leerkrachten, jeugdwerkers, jeugdhulpverleners en zorgprofessionals.

Voorgestelde acties

We overleggen met onderwijs en de betrokken sectoren om het globale thema van jonge mantelzorg op te nemen in het vast curriculum van de opleidingen en het nascholingsaanbod.

We overleggen met de betrokken sectoren om gerichte modules of nascholingen voor specialistische competenties of kennis die nodig zijn in het zorg- en ondersteuningstraject van jonge mantelzorgers (afname van assessments, omgaan met dementie, … ) te voorzien.

jonge mantelzorgers binnen de zorgcontext

We kiezen voor een brede benadering van het begrip jonge mantelzorg. We opteren niet om de

erkenning of het algemeen beeld op jonge mantelzorg te laten afhangen van een algemene, centrale

registratie.

Het is wel essentieel dat jonge mantelzorgers mee in beeld gebracht worden in het zorg- en

ondersteuningsplan van de zorgbehoeven. Registratie en ondersteuning van de context van

mantelzorg maakt zodoende evident deel uit van een individueel zorg- en ondersteuningstraject van

de zorgbehoevende en zijn gezin waar jonge mantelzorger deel van uitmaakt. Deze registratie van de

zorgsituatie brengt inherent de handelingen van de jonge mantelzorger in beeld. De diensten voor

gezinszorg zijn vanuit hun gezinsondersteunende rol bij uitstek geplaatst om de jonge mantelzorger

bij te staan.

Voorgestelde acties:

We overleggen met de zorgactoren om gezinsleden en jonge mantelzorgers op te nemen als een vanzelfsprekend onderdeel van een integraal zorgplan en hierbij aandacht te hebben voor de nood aan zorg- en ondersteuning van jonge mantelzorgers.

We overleggen met onderwijs om jonge mantelzorg te registreren in het kader van de zorgbenadering op school.

We overleggen met de jeugdhulpverlening om de zorgsituatie van en binnen het gezin mee te bevragen naar aanleiding van een aanmelding.

Onderzoek

Verder onderzoek naar de prevalentie, leefsituatie en de ondersteuningsbehoeften van jonge

mantelzorgers in Vlaanderen is nodig. Dit zal zowel de bewustwording bij de professionelen en het

brede publiek versterken maar vooral ondersteunen om een daadwerkelijk beleid voor deze groep te

ontwikkelen.

De uitdaging bestaat er steeds in om de groep jonge mantelzorgers te bereiken en een betrouwbaar

beeld te krijgen. We geven daarvoor de voorkeur aan een mixed method aanpak die kwantitatieve en

kwalitatieve aspecten combineert:

Vlaams Mantelzorgplan 86

- Om een beter zicht te krijgen op het aantal jonge mantelzorgers in Vlaanderen, is een

kwantitatief survey onderzoek aangewezen. Dergelijke bevraging moet doordacht gebeuren,

om risico’s op onder- of overrapportering te verkleinen.

- Om de beleving van jonge mantelzorgers en de impact op hun leefsituatie en

ondersteuningsnoden te vatten, is een kwalitatieve methode ( interviews, focusgroepen,…)

meer aangewezen.

Voorgestelde acties

Binnen mogelijkheden en bepaalde prioriteiten zetten we in op het opzetten van een ‘mixed method’ onderzoek waarbij een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek wordt gehanteerd. Beide onderzoeksmethodes op een zelfde steekproef zorgen ervoor dat het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek naar zorg- en ondersteuning in het gezin elkaar versterkt.

Het verstrekken van informatie op maat

De basisstap in de ondersteuning is het informeren. De behoefte aan informatie is groot en handelt

breed over het leven en opgroeien in een gezin met zorg: kennis rond jonge mantelzorg, de beleving

van jonge mantelzorgers, informatie over ziektebeelden, de behandeling en de mogelijke gevolgen

ervan voor het gezin, de ondersteuningsmogelijkheden…

Kinderen, jongeren en hun ouders moeten kunnen beschikken over informatie en ondersteuning die

bereikbaar, betaalbaar, betrouwbaar, bekend en begrijpelijk is. Het gaat ook om specifieke

informatie en advies over waar ze voor zichzelf of hun gezin ondersteuning kunnen vinden,

aangepast aan de leeftijd en concrete situatie.

We streven ernaar dat de informatie laagdrempelig beschikbaar is op die plaatsen waar kinderen en

jongeren ook informatie voor andere onderwerpen halen. Leerlingenbegeleiding,

opvoedingsondersteuning, jeugdwelzijn en de jeugdhulpverlening moeten beter gewapend en

ingezet worden om jongeren de kans te bieden om zich te informeren en vragen te stellen over

zorgsituaties en zorg (en voor iemand) in het gezin

Hiervoor wordt maximaal gebruik gemaakt van bestaande structuren, zowel bovenlokaal als lokaal,

en laagdrempelige informatietools die aansluiten bij de leefwereld van de jongere en hun gezin.

Voorgestelde acties:

Het voorziene Vlaams expertisepunt mantelzorg zal ook alle nodige informatie bevatten over jonge mantelzorg.

We maken gebruik van bestaande structuren en lokale antennes van opvoedingsondersteuning, jeugdwerk en jeugdhulpverlening (Kind en gezin, CLB, JAC’s, Huizen van het Kind…) om lokaal gerichte informatie en ondersteuningsaanbod beschikbaar te stellen.

We zetten bij mogelijke projecten in op het op het ontwikkelen van instrumenten en communicatietools die aansluiten bij de leefwereld van de jongeren, zoals websites, sociale media, app’s…

Vlaams Mantelzorgplan 87

Ondersteuning van jonge mantelzorgers

Ondersteuning van jonge mantelzorgers moet zorgen voor een evenwicht tussen de draagkracht en

draaglast. Enerzijds door hen te versterken en anderzijds door druk van hun schouders weg te

nemen.

Ondersteuning van de ouders in hun rol als opvoeder binnen de zorgcontext van het gezin

We opteren voor een veerkrachtversterkend model waarin de ouders de eerst te betrekken partners

zijn. Ouders moeten bewust gemaakt worden van de impact die de zorgsituatie kan hebben op de

kinderen. Uit het onderzoek van Lauwers blijkt dat zowel ouders als kinderen elkaar proberen te

ontzien waardoor ze elkaars perspectief niet goed kennen. In specifieke zorgsituaties binnen de

geestelijke gezondheid is dit soms problematisch, omdat psychisch zieke ouders het moeilijk hebben

om hun eigen problemen te onderkennen. Het project “KOPP OP” heeft positieve ervaringen met de

bewustmaking van ouders en het beter leren inschatten wat de zorgsituatie betekent voor het kind.

Het ondersteunen naar een goede onderlinge communicatie is een eerste belangrijke stap.

Voorgestelde acties

We verspreiden ruime informatie voor ouders over het perspectief van mantelzorg via brede bestaande kanalen ( Huizen van het Kind, ziekenfondsen, sociale huizen, CLB,…)

Via dezelfde kanalen worden opvoedingstips gegeven die ouders helpen in het vinden van het juiste evenwicht.

We zorgen voor een laagdrempelige melding bij ondersteuningsnoden, bij Huizen van het Kind en het geïntegreerd breed en herkenbaar onthaal.

We sensibiliseren binnen de jeugdhulp over dit onderwerp

Tijd en ruimte aan de jonge mantelzorgers om zich als jongere te kunnen ontplooien

We streven naar het versterken van de jonge mantelzorger. We willen voorkomen dat mantelzorg

een negatieve impact heeft op de ontwikkeling van de jongere. Mogelijke risico’s hiervoor zijn:

gezinsrelaties die onder druk komen te staan, te weinig tijd voor vrienden en vrijetijdsbesteding,

schoolprestaties of werk die lijden onder de zorgsituatie , te weinig tijd voor sociale contacten en

activiteiten.

Zoals eerder beschreven is de ondersteuning een breed gegeven die contextueel bepaald wordt. De

ondersteuning door grootouders, familie, buurt, vrijwilligers zal belangrijk zijn naast een

noodzakelijk aanbod van de reguliere diensten voor zorg- en ondersteuning die materiële steun,

taakontlasting, schoonmaakhulp of gezinszorg bieden. Het is essentieel dat de reguliere zorg ingezet

wordt overeenkomstig de noden van zowel de zorgbehoevende als mantelzorger. Het erkennen van

deze ondersteuningsnood door de reguliere zorgactoren speelt een belangrijke rol in het wegnemen

van zorgbelasting bij de jonge mantelzorger.

Voorgestelde acties

De noden van de jonge mantelzorgers wordt ook opgenomen bij de zorgplanning en geboden ondersteuning

Vlaams Mantelzorgplan 88

Beschikbare respijtzorg wordt door zorgactoren en informatiepunten voorgesteld en ingezet ter ondersteuning van de jonge mantelzorger.

We stimuleren binnen de opzet van informele, buurtzorg en sensibiliseren om ook de jonge mantelzorger te herkennen en ondersteunen.

Tijdige detectie indien de draagkracht dreigt overschreden te worden

Ook wanneer kinderen en jongeren voldoening halen uit de zorg en steun die ze verlenen moet er

een evenwicht zijn tussen de draagkracht en de draaglast. Jonge mantelzorgers komen er niet altijd

voor uit dat hun draagkracht soms tekort schiet. Ze laten hun eigen zorgen of klachten amper

merken. Een belangrijk argument is dat ze hun ouders niet nog meer willen belasten. Ze willen geen

hulp voor zichzelf vragen. Daarbij weten ze ook niet altijd waar ze terecht zouden kunnen voor extra

steun105. Professionele zorgactoren hebben een belangrijke rol in detectie, ondersteuning en

toeleiding naar verdere begeleiding van jonge mantelzorgers.

Voorgestelde acties

De tijdige detectie van overschrijding van de draagkracht/draaglast van de jonge mantelzorgers wordt mee opgenomen in vormingspakketten voor zowel zorg, onderwijs als jeugdhulpverlening.

We stimuleren binnen onze kanalen de methodiek van een whole family approach waarbij de behoeften van de hele familie van de zorgbehoevende worden doorgelicht en kinderen en jongeren ervan worden weerhouden om te zware of ongepast zorg op te nemen. Een assessment zorgt dat ondersteuningsbehoeften van de jonge mantelzorgers worden geïdentificeerd en er informatie en advies kan voorzien worden.

Jonge mantelzorgers kunnen hun verhaal doen en ervaringen delen

Jonge mantelzorgers vinden het moeilijk om ervaringen te delen met hun directe en bredere

omgeving. Ze verwachten onbegrip of weinig interesse voor hun situatie of vrezen dat het geen

effect zal hebben of, omgekeerd, dat ze ‘speciaal’ behandeld zullen worden en zelf geen verdere

invloed hebben op de gevolgen voor hun persoonlijk leven. Toch wordt het delen van ervaringen

(met lotgenoten) als zeer ondersteunend ervaren106. De reeds geformuleerde acties moeten er ook

te bijdragen dat jongeren sneller hun verhaal brengen.

Het is belangrijk dat jonge mantelzorgers ‘gewoon’ jong kunnen zijn, maar ook dat er specifieke

activiteiten zijn waar ze elkaar als lotgenoten kunnen ontmoeten en ervaringen delen in een

omgeving waar ze zich begrepen voelen. Dit kan met een leeftijdsspecifieke benadering en meer

jeugd gebonden werking.

Binnen de geestelijke gezondheidszorg is hier reeds ervaring mee zoals de groepsbijeenkomsten van

KOPP OP in Limburg. We willen patiëntenverenigingen en ziekte-specifieke organisaties verder

aanmoedigen om aangepaste methodieken naar jongeren toe te ontwikkelen, om een

jongerenwerking, contactgroepen voor kinderen en jongeren,… (verder) te organiseren.

105 (Lauwers, 2013)

106 (Lauwers, 2013)

Vlaams Mantelzorgplan 89

Voorgestelde acties

We sensibiliseren opdat binnen de zorgcontext vrijblijvend een volwassen vertrouwensfiguur, liefst buiten het eigen netwerk of gezin, ter beschikking is, bij wie jonge mantelzorgers zonder angst hun verhaal kwijt kunnen.

We stimuleren de organisatie van lotgenotencontact, ontmoetingsmogelijkheden waar jonge mantelzorgers ervaringen kunnen delen zoals:

o Via website: sociale media, webfora , chatfora

o Aanbod van patiënten verenigingen, familieverenigingen

o Overleggen met Awel om ook zorg gerelateerde thema’s op te nemen

o Overleggen met lokale actoren, onderwijs en v.z.w. Formaat over de mogelijkheid van het opzetten van gespreksgroepen in de buurt, op school, in jeugdhuizen,…

o Aanbod van Brussen – http://www.broersenzussen.be/project/

De jonge mantelzorgers als volwaardige informele zorgactor

Professionele zorgverleners moeten ook aandacht hebben voor jonge mantelzorgers als volwaardige

zorgactoren. Kinderen uit het gezin die deze rol opnemen moeten gehoord en betrokken worden bij

de zorgplanning en als volwaardige partner erkend worden binnen de zorg- en ondersteuning.

Voorgestelde acties

De jonge mantelzorgers worden volwaardig betrokken als zorgactor, rekening houdend met hun draagkracht, bij het opstellen van het zorg- en ondersteuningsplan.

Specifieke aandachtsgroepen

Bepaalde zorgsituaties of groepen van kinderen en jongeren blijken moeilijker te bereiken107 en/of

bijzondere aandacht te vragen. Vaak gaat het om problematieken die verder gaan dan het louter

opnemen van zorgtaken. Verder onderzoek over de specifieke kwetsbaarheid van deze jonge

mantelzorgers is aangewezen.

Kinderen van ouders met verslaving- of psychische problemen

Het taboe of stigma rond psychische problemen en verslaving zorgt er voor dat deze kinderen zich

nog moeilijker kenbaar willen maken of identificeren als jonge mantelzorger en

ondersteuningsmaatregelen hen minder bereiken. Daarnaast brengen verslaving en psychische

107 Zie (Vanthuyne, Moyson, & Coone, 2015) en (Lauwers, 2013). De auteurs van dit belevingsonderzoek naar jonge mantelzorgers geven zelf aan dat kinderen en jongeren uit eenoudergezinnen, allochtone gezinnen of gezinnen waarbinnen een ouder kampt met een psychische of verslavingsproblematiek ondervertegenwoordigd waren.

Vlaams Mantelzorgplan 90

problemen van ouders ook andere problemen met zich mee die kinderen uit hun evenwicht kunnen

brengen bovenop de mantelzorg op zich108.

De geestelijke gezondheidszorg besteedt al langer aandacht aan kinderen maar deze richt zich eerder

naar de emotionele en psychische belasting, de onvoorspelbaarheid, de schaamte voor de

buitenwereld en de angst om zelf ‘gek’ te worden. Vanuit het mantelzorgperspectief kan dit zich

uitbreiden tot de gezinsleden met niet-psychische aandoening en de aspecten van het zorgen, de

taakbelasting en de mogelijke gevolgen109.

Voorgestelde acties

We zetten verder in op het ondersteuningsaanbod van KOPP-Vlaanderen dat zich richt naar kinderen en jongeren met een ouder met psychische problemen, zoals:

o Groepssessies, individuele gesprekken of rondleidingen voor kinderen van opgenomen patiënten en op de locatie van de psychiatrische voorziening zelf;

o Gespreksfora voor jongeren en kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP) of afhankelijkheidsproblemen (KOAP) om ervaringen en vragen uit te wisselen met lotgenoten. (www.similes.be ).

o Het Familieplatform GGZ is intensief bezig rond de sensibilisering en deskundigheidsbevordering m.b.t. het thema KOPP/KOAP. Via vorming en opleiding van hulpverleners en studenten die een zorgopleiding volgen, streeft men naar deskundigheidsbevordering en systematische aandacht voor het perspectief van de kinderen. Er werd een werkmap ontwikkeld: “KOPPzorg(en): Werken rond kinderen van ouders met een kwetsbare geestelijke gezondheid”. Deze wordt permanent aangevuld via een online platform.

Kinderen in armoede , eenoudergezinnen , kinderen met een migratieachtergrond

Een beperkt financieel inkomen lijkt uitermate bepalend voor kinderen en jongeren om over te gaan

tot zwaardere mantelzorgtaken. Gezinnen in armoede doen om uiteenlopende redenen minder

beroep op diensten en professionele ondersteuning. Ook kinderen van alleenstaande ouders zijn

extra kwetsbaar wanneer ze geconfronteerd worden met zorg voor een zieke ouder: de jonge

mantelzorger staat er vaker alleen voor aangezien de andere ouder ontbreekt. Bovendien kampen

deze gezinnen vaker met financiële problemen waardoor de toegankelijkheid van professionele hulp,

respijt of ontspanning nog belangrijker wordt.

In sommige culturen wordt het ook vanzelfsprekend geacht dat kinderen en jongeren mee zorg

opnemen, waardoor deze jonge mantelzorgers nog sterker onzichtbaar zijn. Voor hen is het soms

extra lastig om zich openlijk als jonge mantelzorger kenbaar te maken. Het is ook minder de

gewoonte om beroep te doen op professionele thuiszorg. Ook hebben deze kinderen van vreemde

herkomst en nieuwkomers, vaak nog bijkomende taken als tolk of administratie waardoor het risico

op overbelasting bij deze jonge mantelzorger nog toeneemt.

108 (Hermanns, 2011) 109 (Vanthuyne, Moyson, & Coone, 2015)

Vlaams Mantelzorgplan 91

Voorgestelde acties

De aandacht en acties die we in het geheel van dit mantelzorg vragen en voorzien voor personen in armoede en personen met een migratieachtergrond, in het bijzonder de proactieve en vindplaatsgerichte benadering gelden in het bijzonder voor de jonge mantelzorgers.

Vlaams Mantelzorgplan 92

6 Lijst met afkortingen

BOB Basisondersteuningsbudget

CAW Centra Algemeen Welzijnswerk

DMiV Onderzoek naar duurzame mantelzorg in Vlaanderen (“Sporen naar duurzame mantelzorg: hoe perspectief bieden aan mantelzorgers”)

DMW Dienst Maatschappelijk Werk van de ziekenfondsen

DOP Diensten OndersteuningsPlan

GBO Geïntegreerd Breed en herkenbaar Onthaal

KCE Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidzorg

NAH Niet-aangeboren hersenletsel

OECD Organisation for Economic Co-operation and development - Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)

PAB Persoonlijk Assistentiebudget

PVB Persoonsvolgend Budget

SERV Sociaal Economische Raad Vlaanderen

SVR Studiedienst Vlaamse regering

THAB Tegemoetkoming hulp aan bejaarden

VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

VIVO Vlaams instituut voor vorming en opleiding in de social profit

VLOCO Vlaams ondersteuningscentrum Ouderenmi(be)handeling

VSB Vlaams Sociale Bescherming

Vlaams Mantelzorgplan 93

7 Bibliografie

(sd). Opgehaald van Expertisecentrum mantelzorg.nl:

http:..www.expertisecentrummanteleorg.nl/em/Positieve-ervaringen-van-mantelzorgers.html

(sd). Opgehaald van Mantelluisteren.be:

http://www.mantelluisteren.be/index.php/zorgverleners/wat-is-mantelzorg/het-takenpakket-

van-de-mantelzorger

(sd). Opgeroepen op maart 2016, van Expertisecentrum mantelzorg.nl:

http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/em/gemeente-wie-zijn-mantelzorgers.html

(sd). Opgehaald van Ma-Zo.be: http://www.ma-zo.be/mazopedia/impact-op-verschillende-

levensdomeinen/

(sd). Opgehaald van Mantelluisteren.be.

(sd). Opgehaald van www.vaph.be/vlafo/view/nl/6883600-Jonge+mantelzorgers.html.

(2015). Opgehaald van Expertisecentrum mantelzorg.nl:

http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/Site_EM/docs/pdf/20150619-Oudere-

mantelzorgers-Toekomstagenda.pdf

Anthierens, S., Willemse, E., Remmen, R., & Schmitz, O. (2014). Support for informal caregivers - an

exploratory analysis. Brussel: Health Services Research KCE.

Anthierens, S., Willemse, E., Remmen, R., Schmitz, O., Macq, J., & Declercq, A. (2014). Ondersteuning

van mantelzorgers. Een verkennend onderzoek. Synthese. Brussel: KCE.

Belgische kamer van Volksvertegenwoordigers. (2015, november 12). Algemene beleidsnota Sociale

Zaken en Gezondheidszorg.

Benedicte De Koker, L. d. (2013). Het instrument 'Zicht op mantelzorg' als leidraad voor de

behoefteanalyse bij mantelzorgers van thuiswonende ouderen. Hogeschool Gent, faculteit Mens

en Welzijn.

Bronselaer, J., Vandezande, V., Vanden Boer, L., & Demeyer, B. (2016). Sporen naar duurzame

mantelzorg: hoe perspectief bieden aan mantelzorgers? Brussel: Departement Welzijn,

Volksgezondheid & Ggezin.

CM, Z. (2014). Een mantelzorgpremie in elke gemeente. Brussel: Ziekenzorg CM.

Criel, B., & B. De Koker, V. V. (2010-39). Mantelzorg in Vlaanderen. Uitdagingen en perspectieven.

Huisarts nu, 15.

Dedry, A. (2016) Zorg zonder naam. Mantelzorgwijzer, Lannoo

Demarest, S. (2015). Informele hulp. In S. R. Charafeddine, Gezondheidsenquête 2013. Rapport 4:

fysieke en sociale omgeving. Brussel: WIV-ISP.

Draulans, V., & De Tavernier, W. (2016). Vanaf mijn tiende een sandwichkind. Intergenerationele zorg

en samenwonen in de gankse Turkse gemeenschap. In K. E. Dirk Luyten, Zoals het klokje thuis

tikt. Samenwonen van volwassen kinderen met hun ouders. Antwerpen: Garant.

Vlaams Mantelzorgplan 94

Eurocarers. (2006). EUROCARERS, een Europese belangenorganisatie die zich inzet voor

mantelzorgers. Opgehaald van Movisie: https://www.movisie.nl

EVA vzw. (2012). Mieux soutenir les aidants proches d'origine migrante: une approche à l'échelle d'un

quartier!

Gezinsbond. (2015, januari). Tot je recht komen in de zorg. Standpunt van de gezinsbond.

Haest, L. (2010). Opgroeien met zorg. Bunnik: Mezzo en AJN.

Hermanns, J. (2011). Jonge Mantelzorgers: slachtoffers of helden? Jeugdbeleid,5, nr3, 165-180.

Hogeschool Gent. (sd). Kennispunt Mantelzorg.be.

Jan Steyaert, K. K. (2016, 03 24). Mantelzorg: over wat is en zou kunnen zijn. Opgehaald van

Sociaal.net: http://sociaal.net/analyse-xl/mantelzorg-is-en-zou-kunnen/

Jeeninga, W. (2013). Jonge Mantelzorgers. Omvang, behoeften en ondersteuning in de regio Land van

Cuijk. Tilburg: AWPG Brabant.

Jo Vandeurzen, Vlaamse Regering. (sd). Beleidsnota 2014 - 2020 Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Kardol, T. (sd). Loslaten en vasthouden. Ervaringen van mantelzorgers in verzorgingshuizen in drie

zorgcentra in de provincie Noord‐Brabant. VUB en HoGent.

Katrien Schryvers, P. P. (2015, 10 14). Voorstel van resolutie betreffende de ondersteuning van jonge

mantelzorgers - 501. Vlaams Parlement.

KCE. (2014). Ondersteuning van mantelzorgers. Een verkennend onderzoek. Synthese. Brussel: KCE.

Kenniscentrum Woonzorg Brussel. (2012). Zorgnoden- en behoeften: de kijk van de Brusselaar.

Brussel: Kenniscentrum Woonzorg Brussel.

Kom op tegen Kanker. (2015). Onzichtbaar maar onmisbaar. welke knelpunten ervaren mantelzorgers

van kankerpatiënten?

Kwekkeboom, J. S. (2010). Op zoek naar duurzame zorg. Vitale coalities tussen formele en informele

zorg. Movisie.

Lancsweert, T., & Janssens, S. (2010, september 29). Allochtone mantelzorg in België. MO.

Lauwers, H. (2013). Jonge mantelzorgers? Kinderen van ouders met een chronische ziekte of

handicap. Een belevingsonderzoek. Brussel: Kind en Samenleving.

Linders, L. (2010). Meer buurtcohesie bevordert echt geen burenhulp. Tijdschrift voor sociale

vraagstukken 5, 8-11.

Luyten, D., Emmery, K., & Mechels, E. (2016). Zoals het klokje thuis tikt. Samenhuizen van volwassen

kinderen met hun ouders. Antwerpen: Garant.

Manhaeve, D. (2015). Psycho-educatie voor familieleden en mantelzorgers. Opgehaald van Ernah

Euregionaal project niet aangeboren hersenletsels: http://ernah.be/eindrapport

Neefs, H. (2015). Onzichtbaar maar onmisbaar. Welke knelpunten ervaren mantelzorgers van

kankerpatiënten? Brussel: Kom op tegen Kanker.

OECD. (2011). The Impact of Caring on Family Carers. In Help Wanted? Providing and Paying for Long-

Term Care. OECD.

Vlaams Mantelzorgplan 95

OECD. (2013). Health at a Glance 2013. Informal carers. Opgehaald van OECD ILibrary:

http://www.oecd-

ilibrary.org/docserver/download/8113161ec076.pdf?expires=1461918625&id=id&accname=gue

st&checksum=918A35BA179A7145B5BB55CB8EDAFB5E

Renske J Hoefman, A. E. (2015). We ondersteunen onze naasten graag, maar liever niet met douchen

of toedienen medicatie. Utrecht: NIVEL. Opgehaald van NIVEL.nl.

Sara Janssens, T. L. (2010). Allochtone mantelzorgers in België. Opgehaald van MO.be:

http://www.mo.be/fr/node/11808

SARWGG. (2015). Visienota Nieuw professionalisme in zorg en ondersteuning als opgave voor de

toekomst. Brussel.

Spruytte, N., Van Audenhove, C., & Lammertyn, F. (2000). Als je thuis zorgt voor een chronisch ziek

familielid. Onderzoek over mantelzorg voor dementerende ouderen en voor psychiatrische

patiënten. Leuven: Garant.

Steyaert, J. (2015). Psycho-educatie. In J. S. Meeuws, Langer thuis met dementie · De

(on)mogelijkheden in beeld. EPO.

SVR. (2015). Informele zorg in Vlaanderen in dalende lijn? Vlaams Overheid.

Vanderleyden, D., & Moons, L. (2015). Informele zorg in Vlaanderen opnieuw onderzocht. Opgehaald

van SVR Webartikel:

http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/afbeeldingennieuwtjes/welzijn/bijlagen/2016-05-24-

svrwebartikel2015-4-informele-zorg.pdf

Vanderleyden, L., & Moons, D. (2013). Zorgverwachtingen en zorgpatronen in Vlaanderen naar

herkomst. Opgehaald van SVR-webartikel.

Vanmechelen, O., Verté, D., Teugels, H., & e.a. (2012). Zorgnoden en -behoeften: de kijk van de

Brusselaar. Brussel: Kenniscentrum Woonzorg brussel.

Vanthuyne, T., Moyson, T., & Coone, A. (2015). Verkennend onderzoek naar de leefsituatie en

ondersteuningsbehoeften van jonge mantelzorgers. Gent: Hogeschool Gent.

Vermeulen, B., & Declercq, A. (2011). Mantelzorg vanzelfsprekend!? Over zorgervaringen en noden

van mantelzorgers van kwetsbare ouderen. SWVG.

Vermeulen, B., Spruytte, N., & Declercq, A. (november 2012). Zorgen voor een kwetsbare,

thuiswonende oudere: warmte en conflict in de relatie tussen mantelzorgers en ouderen.

Tijdschrift voor Welzijnswerk nr 327, 12-21.

WIV-ISP. (2015). Mantelzorg vertegenwoordigt meer dan 150.000 jobs in België. Opgehaald van

www.wiv-isp.be: https://www.wiv-

isp.be/news/Pages/Mantelzorgvertegenwoordigtmeerdan150000jobsinBelgi%C3%AB.aspx

Ziekenzorg, C. (2014). Een mantelzorgpremie in elke gemeente. Opgehaald van

http://www.ziekenzorg.be/cmz/nl/100/cmz/nl/100/Resources/12_025_broch_MZ_Premie_DEF

_tcm272-69582.pdf

Zorgwijzer. (2014). Sandwichgeneratie onder druk. Zorgwijzer, 26-27.