Museum Spakenburg Jaarverslag 2011
-
Upload
arie-ter-beek -
Category
Documents
-
view
226 -
download
0
description
Transcript of Museum Spakenburg Jaarverslag 2011
januari Februari maart
april Mei juni
juli augustus september
oktober november december
JAARVERSLAG MUSEUM SPAKENBURG 2011
Bij de omslag:
De foto’s geven een beeld van de verschillende activiteiten in en rond Museum Spakenburg of van evenementen waarbij het museum was betrokken. Januari De toekenning van het predicaat Geregistreerd Museum werd feestelijk gevierd. Februari De dakpannen van het hoofdgebouw van het museum werden vervangen door meer historisch verantwoorde exemplaren. Maart In 2011 verschenen twee eigen uitgaven van Museum Spakenburg: De Bunschoter Kom over de Grebbelinie naar aanleiding van de reconstructie van de Hongdehemel en Sjoòn! in verband met de gelijknamige jubileumtentoonstelling. April De opening van de jubileumtentoonstelling Sjoòn! in de Watersteeg behorende bij het museum. Mei Het museum was aanwezig op de Bunschoter Boeren- en Beestenboel. Juni Op een veiling in Duitsland kon een kostbaar schilderij van de molen van Bunschoten van de hand van Hans Herrmann worden verworven. Juli Drukte op het terras tijdens de Spakenburgse Dagen. Augustus In samenwerking met de Stichting Bunschoter Botter BU 210 werden in 2011 voor het eerst rondvaarten georganiseerd. September De inrichting van het museum werd gedeeltelijk aangepast om de Zuiderzeevloot van Steven Hopman onder te kunnen brengen. Oktober De woning boven het museumcafé werd verbouwd tot kantoorruimte. November In november werd een cursus aankleden klederdracht georganiseerd. December Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan werden activiteiten voor de schooljeugd georganiseerd in samenwerking met de eveneens jubilerende Stichting Bunschoter botter BU 210. Van de werkstukken werd een tentoonstelling ingericht.
3
Inleiding
2011 was voor Museum Spakenburg een bijzonder jaar. Het was immers precies 25 jaar
geleden, in april 1986, dat het museum werd geopend. Die opening was de kroon op een
periode van eveneens ongeveer 25 jaar waarin vele historische voorwerpen konden worden
verworven die tot een prachtige collectie hebben geleid. Een collectie die nog altijd het hart
en het bestaansrecht van het museum vormt.
Het was in het begin van de jaren zestig dat de plaatselijke kunstschilder Klaas Zwaan furore
maakte met zijn schilderijen van karakteristieke plekjes van Bunschoten, Spakenburg en
Eemdijk. Hij vond het jammer dat zijn schilderijen niet in een verzameling bijeen bleven,
maar werden verkocht aan liefhebbers in en buiten de gemeente. Tijdens een van zijn
exposities sprak hij daarover met het college van burgemeester en wethouders dat een kijkje
kwam nemen. Onbewust zette hij daarmee een proces in gang dat 25 jaar later resulteerde in
een gemeentelijk museum.
Verschillende gezichten van Museum Spakenburg
Voordat het zover was, werd er enorm veel energie en geld gestoken in het opbouwen van de
collectie cultuurhistorische voorwerpen. Het begon in 1964 met een bedrag van fl 2.500,--.
Anno 2011 wordt nog altijd een bedrag beschikbaar gesteld voor aankoop en onderhoud van
de collectie. De cijfers geven tegelijkertijd een beeld van de enorme waarde van dit
gezamenlijke erfgoed van de gemeente Bunschoten. Voor het museum een dure opdracht om
deze unieke verzameling van het verleden van de woongemeenschappen Bunschoten,
Spakenburg en Eemdijk te bewaren, te behouden en te laten zien.
Het museum was in het jaar 2011 regelmatig in het nieuws. Voor een deel door de
jubileumactiviteiten, maar ook omdat actief publiciteit werd gezocht waar dat mogelijk was.
In het Coalitieakkoord 2010-2014 van het college van burgemeester en wethouders is onder
meer opgenomen dat: ‘Bunschoten beschikt over een rijke cultuur die historisch is gegroeid
en een belangrijk onderdeel van onze identiteit uitmaakt. Een cultuur die het waard is om te
koesteren en te bewaren. De coalitie vindt dat er meer gebruik gemaakt kan worden van onze
cultuurhistorie om Bunschoten op de kaart te zetten. Te denken valt aan het uitbreiden van
activiteiten die gericht zijn op nieuwe doelgroepen.’
Als museum onderschrijven wij deze stelling geheel en uiteraard zijn wij bereid mee te
werken aan het uitbreiden van activiteiten. Wij hebben de mogelijkheden en faciliteiten om
ons hiervoor in te zetten, maar alleen als wij hiertoe ook daadwerkelijk in staat worden
gesteld. Bezuinigingen, waarvan we de noodzaak begrijpen en ondersteunen, maar die wel
betekenen wel dat de mogelijkheden om de belangstelling voor cultuurhistorie te vergroten,
worden ingeperkt. De personele formatie van het museum is immers beperkt en in principe al
te klein voor het exploiteren van een museum van deze omvang en ambities.
4
In 2011 is het museum een flinke bezuiniging aangezegd voor de periode vanaf 2012. Een
bezuiniging die extra zwaar drukt op het beschikbare budget omdat een derde deel van het
subsidie aan huur aan de gemeente wordt terugbetaald. Een bedrag waarop op geen enkele
manier invloed kan worden uitgeoefend.
Verschillende gezichten van Museum Spakenburg
Museum Spakenburg staat open voor samenwerking met andere plaatselijke instellingen om
zo gezamenlijk een beter product te kunnen aanbieden. In 2011 heeft de samenwerking met de
Stichting Bunschoter Botter BU 210 meer gestalte gekregen. Een samenwerking waarvan
beide partijen de vruchten plukken. Een voorbeeld hoe samenwerking tot een beter product
kan leiden. Helaas is het (nog) niet gelukt om ook met andere partijen intensiever te gaan
samenwerken. In ieder geval willen wij daar onze medewerking aan verlenen.
Tot slot mag duidelijk zijn dat Museum Spakenburg alleen kan bestaan door de inzet van vele
vrijwilligers, met bijdragen van de gemeente, bijdragen van sponsors, zowel financieel als in
natura, de ondersteuning door de gemeente Bunschoten en met de komst van vele duizenden
bezoekers.
Arie ter Beek,
directeur Museum Spakenburg
5
Doelstelling
De doelstelling van de stichting Museum Spakenburg is: ‘het inrichten, beheren en
exploiteren van een museum, teneinde het cultuurhistorisch erfgoed van de
woongemeenschappen in de gemeente Bunschoten te bewaren.’ Deze doelstelling vergt
vrijwel dagelijkse inzet en zorg van vrijwilligers en medewerkers.
Dit doel wordt bereikt door het laten beleven van de historie van de gemeente Bunschoten op
een aantrekkelijke wijze. Want het is leuk om te verzamelen en te bewaren, maar het laten
zien en er over vertellen is veel leuker. Dat is en blijft de bedoeling van Museum Spakenburg.
Algemeen
Het jaar 2011 kende een stijging van het bezoekersaantal. Bezochten in het jaar 2010 nog
12.035 bezoekers het museum, in 2011 steeg dat tot 13.029. Een stijging van meer dan acht
procent.
Het jaar 2011 kenmerkte zich over het algemeen door goed ‘museumweer’. Dat heeft zeker
bijgedragen aan het hogere bezoekersaantal. Daarnaast zijn verschillende acties opgezet met
name ook in verband met het 25-jarig bestaan.
Onder de museumbezoekers dit jaar ook hoog bezoek. Rechts minister Melanie Schultz van
Haegen, links staatssecretaris Halbe Zijlstra.
Het Museumcafé kende ook een goede bezetting. Dit jaar kon een Drank- en
Horecavergunning worden verleend waarvoor enkele aanpassingen nodig waren. Halverwege
het jaar konden daardoor aan de bezoekers ook alcoholische versnaperingen worden
aangeboden. Bij mooi weer is het terras voor het museum een mooie publiekstrekker. Een
nieuw zonnescherm zorgt voor een goede ‘afscherming’ van het terras. De omzet van het
restaurant kende in 2011 een aanmerkelijke stijging.
6
‘Verlof’ om drank te schenken
Interne organisatie
Museum Spakenburg gaat uit van de gelijknamige stichting. De stichting wordt bestuurd door
een bestuur bestaande uit de volgende personen:
Naam Functie Aftredend per
H. van Diermen voorzitter 1-5-2013
Th. Koelewijn secretaris 1-5-2015
C. de Jong penningmeester 1-5-2016
Mw. W. Blokhuis-Poort Lid 1-5-2014
Mw. H. Kuis-Koelewijn Lid 1-5-2017
W. Koelewijn Lid 1-5-2014
M. van de Groep Lid n.v.t.
Mw. C. Hagelen Lid 1-5-2015
Voor de uitvoering van dagelijkse werkzaamheden is een personeelsformatie aanwezig. Deze
formatie bestond in het jaar 2011 uit:
Mevrouw Tineke van Diermen
Mevrouw Adriaantje de Jong
Mevrouw Margreet de Jong
De heer Arie ter Beek.
Gedurende de periode van juni tot en met oktober was mevrouw Adriaantje de Jong met
zwangerschapsverlof. Zij werd in deze periode vervangen door Marcella van der Molen.
Vanaf 21 november kwam mevrouw Aafje Hunink in dienst als cultuurcoördinator.
Museumregistratie
In 2010 is gewerkt aan het opnemen van het museum in het Nederlands Museumregister. Het
doel van het Nederlands Museumregister is het zichtbaar maken, bewaken en verbeteren van
de kwaliteit van de Nederlandse musea, en daarmee het verantwoord beheer van het culturele
erfgoed. Musea die op of boven de standaard functioneren, vervullen hun museale taak naar
behoren en worden opgenomen in het Museumregister. Zij ontvangen het Certificaat
Geregistreerd Museum. Het Nederlands Museumregister is een initiatief van de
Museumvereniging en de stichting Landelijk Contact van Museumconsulenten.
Eind 2010 werd de heuglijke mededeling ontvangen dat Museum Spakenburg was
opgenomen in het Nederlands Museumregister. Een erkenning dat Museum Spakenburg
voldoet aan de eisen die aan musea mogen worden gesteld.
7
In januari werd tijdens een feestelijke bijeenkomst aandacht geschonken aan de opname in het
Museumregister. Bij die gelegenheid werd de plaquette behorende bij de opname in het
Museumregister aan de muur bevestigd door Frans ter Maten, directeur van Landschap
Erfgoed Utrecht.
Met het toekennen van het predicaat Geregistreerd Museum wordt geen periode afgesloten.
Het blijft de nodige energie vergen om dit predicaat in de komende jaren te kunnen behouden.
Frans ter Maten bevestigd het logo ‘Geregistreerd Museum’
Vrijwilligers
Vele vrijwilligers stonden in het museum klaar om bezoekers te ontvangen. Alleen door de
inzet van vrijwilligers kan het museum op de bestaande wijze draaiende worden gehouden
tegen relatief geringe kosten. Net als in 2010 werd in het voorjaar een actie gestart om nieuwe
vrijwilligers te werven. Dit resulteerde opnieuw in een aantal nieuwe vrijwilligers die
gemakkelijk hun plaatsje in de kring van vrijwilligers konden innemen. Ook zijn vrijwilligers
geworven voor het verder op orde brengen van de collectie. Niet alleen van de geregistreerde
voorwerpen, maar ook van allerlei andere voorwerpen die voor een museum nodig zijn zoals
rekwisieten, inventaris en dergelijke. Het museum heeft niet alleen behoefte aan vrijwilligers
die als gastheer of gastvrouw optreden, maar ook voor diverse andere werkzaamheden die in
en rond het museum kunnen plaatsvinden. Met elkaar zorgden de vrijwilligers ervoor dat ons
museum door vele duizenden mensen kon worden bezocht.
Tentoonstellingen
Bij de wisseltentoonstelling ‘Museum Spakenburg in het zilver’, die naar aanleiding van het
25-jarig bestaan van het museum in oktober 2010 werd geopend, was er aandacht voor
onderwerpen die de gemeente Bunschoten kenmerken: het boerenleven, de visserij,
klederdracht en de BU 210. De laatste als representant van de Bruine Vloot en omdat het
schip net als het museum in 2011 25 jaar oud is.
8
Museum Spakenburg in het zilver
Na deze tentoonstelling kwam de jubileumtentoonstelling Sjoòn. Een tentoonstelling over de
schoonmaakgeheimen in Bunschoten-Spakenburg.
Aan het einde van het jaar was er een korte tentoonstelling van werkstukken die door de
kinderen van de basisscholen waren gemaakt. In het kader van het 25-jarig bestaan waren
wedstrijden georganiseerd waarbij kleurplaten konden worden ingekleurd, een kraplap kon
worden gemaakt en een vrouw in klederdracht moest worden ‘aangekleed’.
Tentoonstelling Museum Spakenburg in het zilver
De tentoonstelling Museum Spakenburg in het zilver ging over de volgende karakteristieke
elementen in de gemeente Bunschoten.
Klederdracht
Klederdracht is misschien wel het belangrijkste stijlicoon van de gemeente Bunschoten.
Landelijk is het uniek dat de dracht nog steeds gedragen wordt.
Enkele schilderijen geven een beeld van verschillende stijlperiodes in de dracht. Het
bijzondere daarbij is dat niet alleen de klederdracht op de schilderijen verschillend is, maar
ook dat de gebruikte technieken op de schilderijen steeds anders zijn. Daaruit komt tot uiting
dat de collectie van het museum heel uitgebreid is.
Naast de schilderijen is een tafereeltje uitgebeeld met een naaimachine waaruit blijkt dat de
draagsters van de klederdracht veelal zelf hun kledingstukken maken.
Boerenleven
In Bunschoten draaide het boerenleven vooral om de veehouderij. De schilderijen geven daar
een beeld van. Een landschap met koeien, het maaien van gras en het binnenhalen van het
hooi. Vroeger werkzaamheden die heel gewoon waren in de gemeenschap, maar die
inmiddels alleen nog maar in het museum zijn te zien.
Museum Spakenburg in het zilver
9
Dat geldt bijvoorbeeld voor de hondenkar. Vroeger een vervoermiddel die door veehouders
onder meer werd gebruikt om te gaan melken. De melkbussen en emmer in de hondenkar
completeren het beeld. Een ander voorwerp is een zogenaamde ‘minsenbeul’: een benaming
voor een hark waarmee hooi bij elkaar werd geharkt. Zwaar werk en vandaar de weinig
lovende benaming.
Visserij
De kunstwerken bij de visserij geven vooral een beeld van de spieringvisserij op het ijs,
schepen die de haven binnenvaren na de visvangst en een tafereel van de handel in vis op de
kade. Het laatste is geen schilderij, maar een groot tegeltableau dat tegelijk een beeld geeft
van de klederdracht rond 1915.
Een oude spieringslee geeft weer hoe in de winter geprobeerd werd toch nog wat te vissen
terwijl de zee was bevroren. Een koud en gevaarlijk werk. In het sleetje werden netten
meegenomen, een lamp en een pot met koffie.
BU 210
Decennialang waren er geen nieuwe botters meer gebouwd op de helling in Spakenburg. In
1986 kwam daar verandering in met de bouw van de Bunschoter botter BU 210. Het nummer
210 is gekozen omdat in de tijd van de visserij het nummer BU 209 het hoogste nummer was
dat werd uitgegeven.
Naast een schilderij van de BU 210 op volle zee, is een opengewerkt bottermodel
tentoongesteld. Dit open model geeft een prachtig beeld van hoe een botter en elkaar zit.
Een anker, een blok met touwen en een schepnet (suil) zijn voorwerpen die afkomstig zijn van
de BU 210. Inmiddels moet het schip flink worden gerestaureerd. Enkele restanten getuigen
daarvan.
Jubileumtentoonstelling Sjoòn
De vaat doen, wassen, eten koken en de boel opruimen: huishoudelijk werk is van alle
plaatsen en tijden. Toch neemt het in Bunschoten-Spakenburg een bijzondere plek in. Het
dorp staat sinds jaar en dag bekend om haar properheid. De huisvrouw die haar werk serieus
neemt staat hoog in aanzien en al generaties lang worden de villa’s van notabelen in Baarn,
Blaricum of Laren, door werksters uit Bunschoten-Spakenburg schoongehouden.
Sjoòn! in het museum
Huishoudelijk werk is in de loop van de tijd behoorlijk veranderd. Elektrische apparatuur
zorgde voor verlichting van de voorheen zware werkzaamheden. De wasmachine bijvoorbeeld
10
zorgde ervoor dat de wekelijkse was sneller en eenvoudiger gedaan kon worden. De komst
van de stofzuiger maakte een einde aan geklop en geveeg.
De mentaliteit ten aanzien van schoonmaken veranderde, ook in het ‘Spiekedârrep’. De
oudere generatie zegt dat jonge vrouwen minder worden bevangen door schoonmaakwoede.
Zij zijn wel schoon, maar soppen niet het plafond en schrobben zelden de straat. De
tijdsinvestering die in het huishouden wordt gestoken is dan ook flink afgenomen. Jonge
vrouwen volgen een opleiding en kiezen een werkkring. De maatschappij is veranderd en
daarmee het schoonmaken.
Bij de tentoonstelling verscheen een gelijknamige jubileumuitgave waarin een beeld wordt
gegeven van het huishoudelijk werk toen en nu in Bunschoten, Spakenburg en Eemdijk. Het
geeft in kort bestek de geschiedenis weer van het museum en tegelijk ook van het gegeven dat
schoonmaken een kenmerkend onderdeel was en is van de plaatselijke cultuur.
Collectie
Een museum kan niet zonder collectie. Dat betekent dat veel zorg moet worden besteed aan
dit onderdeel van het museum. In het verleden is daarin al veel energie gestoken en dat blijft
de aandacht houden.
Belangrijk is het ook om de collectie aan te vullen met voorwerpen die nog ontbreken.
Opnieuw konden enkele kunstwerken aan de collectie worden toegevoegd.
Na een tip van een handelaar, slaagde het museum erin om een onbekend schilderij aan te
kopen op een veiling in Duitsland. Het schilderij, de molen van Bunschoten van Hans
Herrmann uit ongeveer 1910, kon tegen een alleszins redelijke prijs worden verworven. Het
werd getoond aan het publiek tijdens de Open Monumentendag in september.
De molen van Bunschoten
Daarnaast konden schilderijen worden aangekocht van Klaas Zwaan (eerste huisje Eemdijk en
de Nieuwe Haven met de kotters BU 39 en BU 55), Simon Stolp (hooiberg in Eemdijk) en
een aquarel van een vrouw in klederdracht.
11
Nieuwe aanwinsten
Ook werd een ingekleurde tekening aangekocht van de J.C. Greive. Deze tekening is te zien
als een studie van het schilderij van de haven van Spakenburg van Greive uit ongeveer 1870
dat in 2010 kon worden aangekocht.
Studie van J.C. Greive
Ter uitvoering van de bruikleenovereenkomst die in 2010 werd gesloten met de heren Steven
en Jan Hopman met betrekking tot hun vloot van modellen van Zuiderzeevissersschepen,
kreeg een deel van deze collectie al een plaats in het museum.
Daarnaast werden enkele kleinere voorwerpen en klederdrachtstoffen aan het museum
geschonken. Altijd fijn om te zien dat de bevolking aan het museum denkt bij het opruimen
van voorwerpen. Spullen die vaak geen grote waarde vertegenwoordigen, maar die
cultuurhistorisch gezien zeer waardevol zijn.
12
Jubileumactiviteiten
In verband met het 25-jarig bestaan van het museum zijn het hele jaar door extra activiteiten
georganiseerd. Dat begon aan het einde van het jaar 2010 met de tentoonstelling Museum
Spakenburg in het zilver. Daarbij werd met schilderijen en voorwerpen een beeld gegeven van
enkele karakteristieken van de gemeenschap. Dat waren de klederdracht, het boerenleven en
de visserij. Ook is er aandacht voor een specifieke botter en wel de BU 210. Een schip dat in
1986 in de vaart kwam een dus ook een zilveren jubileum vierde. Deze tentoonstelling was tot
medio maart in het museum te bekijken.
Na deze tentoonstelling was tot half december de jubileumtentoonstelling Sjoòn! ingericht.
Over de schoonmaakgeheimen in de gemeente Bunschoten. In deze tentoonstelling werden
wetenswaardigheden over schoonmaakgeheimen voor het voetlicht gehaald. Vrouwen uit
Bunschoten-Spakenbug staan sinds jaar en dag bekend om hun properheid. Ook ver buiten de
dorpsgrenzen zetten zij zich in voor deze taak. Zo werkten vrouwen uit Spakenburg zelfs in
de huishoudelijke dienst op Paleis Soestdijk.
Schoonmaakgeheimen
Waarom is Spakenburg zo schoon? Hoe wordt de klederdracht schoongehouden? Welke
vlekkenmiddeltjes gebruiken de dames? Wat zijn de verschillen, vroeger en nu? Het waren
vragen waarop de antwoorden waren te ontdekken in Museum Spakenburg.
De tentoonstelling zorgde voor veel publiciteit, niet alleen regionaal, maar ook landelijk in
kranten, op radio en tv.
Schrijfwedstrijd
Een andere jubileumactiviteit was het organiseren van een schrijfwedstrijd. Een wedstrijd met
als onderwerp de historie van de gemeente Bunschoten in het algemeen en Museum
Spakenburg in het bijzonder. Voor de schrijfwedstrijd konden gedichten worden ingeleverd of
korte verhalen en anekdotes.
In het juryrapport werd gemotiveerd beschreven welke inzendingen in de prijzen vielen:
‘1-ste plaats
Over de 1-ste plaats kon de jury na enige beschouwingen unaniem zijn, een prachtig gedicht
dat hier als een overdenking opgeschreven is. Krachtige gelaagde beelden die ons een blik
gunnen in de alledaagse beleving van de verschillende personen die dit gedicht maken,
13
aaneengesmeed tot een zeer evenwichtig geheel waarbij toch meerdere interpretaties mogelijk
zijn:
Pieter de Vos
Gedeelde 2-de plaats
Een verhaal dat ons een inkijk gunt in de kindertijd die goed was omdat alles nog nieuw was
en alles wat we nog moesten leren onontgonnen land. Een verhaal dat vol liefde spreekt van
die tijd en de rustige gang van zaken toen. De verwachting van het kind magisch beschreven:
Pea Bast
Nog een verhaal, dat als je het leest waar gebeurd lijkt te zijn, verteld door iemand die er
daadwerkelijk bij was. De verteller neemt ons mee door de nacht van de watersnood van 1916
met een heldere verhalende schrijfwijze waar menigeen jaloers op mag zijn, laat staan als je
bedenkt dat het geschreven is door een meisje van 10 jaar, met recht een talent in de dop:
Anna Hop
3-de plaats
Een gedicht dat zich vanaf het begin op een mooie manier naar het einde toeschrijft, met
duidelijke beelden die een mooi verleden aan een nog mooiere toekomst binden. Rijke taal
met goed gevonden vergelijkingen, een gedicht in evenwicht:
Henk van Diermen’
De schrijfwedstrijd inspireerde jurylid Gijs ter Haar tot het maken van een gedicht over het
jarige museum:
Alles vergaat maar niets gaat verloren
De grote foto op de muur
loop er eens langs van links
naar rechts en stel je voor
dat alles daar zich afspeelt
in het zelfde uur, en dat
zou zo maar kunnen
tussen de sporen van ’t verleden
waan je jezelf in een andere tijd
van haast bevrijdt, een tijd van vlijt
en simpeler aangelegenheden
‘t kamergemak om luxe te kakken
baadjes, jakjes, merklappen
mutsenhangers, koperpotten
totjes blauw en kiespijnwatten
kabinetten, Friese klokken
dikketons en pieje rokken
maar meer nog dan wat have en goed
vind je hier een tijdsgeest die nu
nog door ieders aderen gaat
van arbeid in saamhorigheid
rood of blauw, het maakt niet uit
dit dorp is altijd al geweest
wat hier nog te aanschouwen staat.
14
Activiteiten voor de schooljeugd
Bij de planning van de activiteiten werd ook aan de plaatselijke basisscholen gedacht. In
samenwerking met de scholen werden enkele activiteiten ontwikkeld die in de maand
november op de scholen worden uitgevoerd. Vanwege het feit dat de BU 210 ook 25 jaar
bestond, werd dit schip hierin ook betrokken.
Dit waren de volgende activiteiten:
Voor de groepen 1 t/m 4
Kleurplaten, gericht op de jongste leerlingen, met als thema ‘Museum
Spakenburg 25 jaar’, op A4-formaat.
Voor de groepen 5 en 6
Eén ‘mensfiguur’ van 40 cm hoogte moest als vrouw ‘aangekleed’ met
klederdracht, bijvoorbeeld met stofjes (rood/witte stof of eventueel witte
stofjes een kleur geven, enzovoorts
Voor groep 7
Kraplap. De leerlingen van groep 7 kregen een blanco kraplap die ze moeten
bewerken en/of inkleuren.
Te maken werkstukken
Voor elk van de scholen waren er drie prijzen beschikbaar gesteld en de winnende ontwerpen
werden in het museum tentoongesteld. De prijsuitreiking op een woensdagmiddag leverde een
enorme toeloop op naar het museum. Waarschijnlijk waren niet eerder zoveel mensen tegelijk
in het museum aanwezig.
Voor de groepen 8 werd een fietstocht door de gemeente georganiseerd.
De start is schuin tegenover het museum en wel bij ‘De Bunschoter Botter BU
210’. Aan boord van de botter werd uitleg geven over het schip en de visserij
en kon het schip in groepjes worden bekeken. Daarna begon de fietstocht. Aan
het eind van het fietstochtje werd een rondleiding door het museum gegeven.
De verschillende activiteiten werden door de jeugd en het onderwijzend personeel bijzonder
gewaardeerd. Heel enthousiast werkten de leerlingen aan de werkstukken. Ook de fietstocht
door de gemeente met het bezoek aan het museum en de bezichtiging van de BU 210 vielen in
de smaak.
15
Uitleg over de BU 210
Voor deze activiteiten was aanvankelijk een subsidie door de gemeente Bunschoten
toegekend. Helaas werd het subsidie uiteindelijk niet toegekend vanwege formele redenen.
Bijzonder jammer vanwege het feit dat dit onderdeel van de jubileumactiviteiten een groot
bereik kende en tegelijkertijd ook relatief kostbaar was.
Overige jubileumactiviteiten
Naast de hiervoor genoemde activiteiten, waren er in de loop van het jaar nog andere
activiteiten in het kader van het jubileum. Zo was er tijdens de Spakenburgse Dagen gratis
toegang voor 25-jarigen en echtparen die in 2011 25 jaar waren getrouwd. Verder was er eind
augustus een avondopenstelling met een optreden van plaatsgenoot Gijs ter Haar. Helaas was
de animo om het museum ’s avonds te bezoeken, zeer gering.
In het vierde kwartaal werd tot slot een cursus aankleden klederdracht georganiseerd. Een feit
is dat met het verdwijnen van de klederdracht, ook de kennis hoe men zich moet aankleden
verloren gaat. Om te voorkomen dat deze kennis helemaal gaat verdwijnen, werd deze cursus
georganiseerd.
Cursus klederdracht aankleden
16
Er werden vier cursusavonden gehouden waarop werd geleerd waaruit de klederdracht bestaat
en hoe men zichzelf, of een ander aan moet kleden. De eerste twee avonden werd aandacht
geschonken aan de ‘oude’ klederdracht (1900-1930). Daarna was er aandacht voor de huidige
klederdracht en tot slot werd de laatste avond het geleerde in praktijk met uw eigen kleding of
eventueel kleding van het museum.
De cursus was snel volgeboekt en was voor de deelnemers bijzonder waardevol. Een activiteit
die wellicht voor herhaling vatbaar is.
Samenwerking algemeen
Een belangrijk uitgangspunt van het museum is om met zoveel mogelijk partijen binnen het
culturele veld samen te werken. Samenwerken heeft het voordeel dat over en weer van elkaars
kennis, kunde en mogelijkheden gebruik kan worden gemaakt.
In 2011 werd op verschillende terreinen samengewerkt met de gemeente Bunschoten. Onder
meer in het kader van de Open Monumentendag. Daarnaast werd er in het Museumcafé
regelmatig een archeologisch spreekuur gehouden. Ook was het museum de plaats waar door
de gemeente de Naturalisatiedag werd gehouden. In verband met de herinrichting van de
Hongdehemel werd het museum gebruikt als vergaderlocatie voor de bouwvergaderingen. Ter
gelegenheid daarvan werd door Museum Spakenburg het boekje De Bunschoter Kom
uitgegeven.
Uitgave van Museum Spakenburg
Op de Open Monumentendag trok het museum 431 bezoekers. Het museum was op die dag
gratis geopend.
Een bijzondere vorm van samenwerking met de gemeente Bunschoten betrof het sluiten van
de ‘Uitvoeringsovereenkomst cultuurcoördinator en budget cultuurparticipatieprojecten 2011-
2013’. De gemeente vindt het belangrijk dat de samenhang in de culturele sector en de actieve
cultuurparticipatie van de gemeente Bunschoten wordt versterkt. Museum Spakenburg
ondersteunt de hieruit voortkomende doelstellingen en vormt een sterke en gewaardeerde
partner van de gemeente om deze te bereiken. Vandaar dat deze overeenkomst tot stand kon
komen. Op basis van deze overeenkomst kon worden overgegaan tot de aanstelling van een
cultuurcoördinator in de persoon van Aafje Hunink. Door de uitbreiding van de kantoorruimte
was het museum in staat een goede werkplek te bieden en uitvalsbasis voor de verschillende
activiteiten.
Samen met de basisscholen is het project Aaltje en Bort gecontinueerd. Tot slot liepen enkele
leerlingen in het museum een maatschappelijke stage.
In samenwerking met Kunst Centraal werden twee projecten voor de basisscholen
ontwikkeld. Deze gaan in het jaar 2012 van start.
17
Samenwerking met de BU 210
In 2010 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Stichting Bunschoter Botter BU
210. In het verslagjaar is daaraan meer gestalte gegeven. De boekingen voor de verhuur
worden via het museum afgewikkeld en er is een arrangement bestaande uit een
museumbezoek voor of in aansluiting op een tocht met de BU 210. Daarnaast is in 2011 een
proef gestart met het aanbieden van rondvaarten. Een proef die volledig geslaagd mag worden
genoemd. De rondvaarten stelden veel mensen, zowel inwoners als toeristen, in staat om
kennis te maken met het varen op een botter. En ook te ervaren hoe het is om de Oude Haven
van Spakenburg in en uit te varen en zo te beleven hoe Spakenburg er vanaf het water uitziet.
De samenwerking wordt van beide kanten als prettig ervaren en is een voorbeeld hoe
gezamenlijk een beter product kan worden aangeboden.
Rondvaart van met de BU 210
Museumcomplex
Aan het begin van het jaar bleek het mogelijk om de enigszins storende paarse betonpannen
op het dak van het museumcafé te vervangen door een meer passende rode dakpan. De bij de
sloop van de rokerij van Muijs aan de Oostmaat vrijkomende dakpannen, bleken hiervoor
goed geschikt. Deze renovatie vond plaats in nauwe samenwerking met de gemeente, een
sponsor van het museum en het museum zelf.
Een nieuw ‘historisch’ dak
18
Intern werd een van de ruimten in het museum geschikt gemaakt voor het tentoonstellen van
de modellen van de Zuiderzeevloot van Steven Hopman. Aan de ene zijde van deze ruimte
werd een kast en een bedstede hiervoor ingericht, terwijl aan de andere kant een geheel
nieuwe vitrine werd gemaakt.
Hiervoor werden extra bijdragen verstrekt door de gemeente Bunschoten, de Stichting HEKO
en het Rabobank Randmeren Stimuleringsfonds.
Interne verbouwing
In 2011 werd de huur van de woning boven het museumcafé door de huurder opgezegd.
Besloten werd om niet opnieuw tot verhuur over te gaan omdat dit voor de goede gang van
zaken in het museum niet altijd optimaal was. Daarnaast werd al langer gezocht naar
mogelijkheden om de kantoorruimte uit te breiden en een magazijn te creëren. De ruimte in de
bovenwoning was hiervoor uitermate geschikt. Om die reden is een plan gemaakt waarbij de
bovenwoning bij het museum werd getrokken. Tevens ontstond hier de noodzakelijke tweede
vluchtweg die tot dat moment bij het kantoor ontbrak.
Dicht maar toch open!
19
Tijdelijke voorziening
In de periode vanaf oktober tot en met december is de verbouwing gerealiseerd en juist voor
het einde van het jaar kon de nieuwe kantoorruimte in gebruik worden genomen. De
bestaande kantoorruimte wordt ingericht als vergaderruimte zodat ook vergaderingen van
externen in het museum mogelijk zijn. Gedacht wordt aan het aanbieden van
vergaderarrangementen waarbij een bezoek aan het museum is inbegrepen.
In 2011 is er regelmatig en uitvoerig overleg met de gemeente Bunschoten geweest om de
toegang aan de achterzijde van het museum meer ‘waterdicht’ te maken. De bestaande hekken
waren niet afdoende waardoor het museum op een ongewenste manier toegankelijk was. Dat
is in eerste instantie verbeterd door het plaatsen van een nieuwe poort met enkele
bouwhekken. Dit laatste in afwachting van een beslissing om het terrein van het museum uit
te breiden. Na veel overleg werd hiervoor toestemming verkregen. Daarna konden plannen
worden gemaakt om het terrein zodanig geschikt te maken dat het past bij het
museumcomplex. In 2012 gaat dit meer gestalte krijgen en wordt onder meer een taanketel
met een bijbehorende mast voor het drogen van de netten gerealiseerd.
De uitbreiding geeft het museum meer mogelijkheden om de expositie van grotere
voorwerpen in de openlucht gestalte te geven.
Sponsorwerving
In 2011 waren enkele nieuwe sponsors bereid hun naam aan het museum te verbinden. Het is
verheugend dat ondanks de economisch gezien wat mindere tijden, veel bedrijven hun steun
aan het museum gestand doen. Het is belangrijk om de sponsors bij het museum betrokken te
houden. Daarvoor worden dan ook enkele bijeenkomsten georganiseerd.
20
Sponsors hebben hart voor het museum
De naam van de sponsors wordt vermeld op de website, draait mee in een van de presentaties
van het museumcafé en voorts waar dat mogelijk is in publicaties van het museum.
De steun van sponsors is belangrijk, zeker in een situatie waarin het museum wordt gekort op
het jaarlijkse subsidie. Door de bijdragen van sponsors is het mogelijk zaken te realiseren die
normaal gesproken niet mogelijk zijn. Vanaf deze plaats dan ook onze hartelijke dank aan
onze sponsors.
Nieuwe sponsors in het museum
In een van de bijlagen zijn de logo’s van de sponsors vermeld.
Museum in het nieuws
Publiciteit is belangrijk om de werkzaamheden en activiteiten van het museum onder de
aandacht te brengen en daarmee draagvlak te creëren. Er zijn actief persberichten uitgegeven
over allerlei nieuwswaardige feiten in het museum. Ook is enkele malen een bijeenkomst voor
de pers georganiseerd. In de loop van het jaar is een afspraak gemaakt over een structureel
overleg met de Bunschoter over mogelijke nieuwsfeiten rond het museum.
Het resulteerde in een flink aantal berichten in de plaatselijke pers, kabelkranten en lokale
TV-uitzendingen. Enkele malen heeft een opname plaatsgevonden voor programma’s van
RTV Utrecht. Een voorbeeld hiervan was een item over het aanbrengen van het schildje met
de aanduiding ‘Rijksmonument’ op de vishangen. Hierin werd aandacht geschonken aan de
geschiedenis van de vishangen en de betekenis ervan voor het museum.
21
Wethouder Koops brengt het schildje van rijksmonument aan op de vishangen
Voor het draagvlak in de gemeenschap en de naamsbekendheid van het museum is dit zeer
belangrijk. Het zorgt ervoor het museum op de kaart te zetten en dat mensen de weg naar het
museum weten te vinden.
Sjoòn! in De Telegraaf
22
Bijlagen
Kort overzicht van 25 jaar Museum Spakenburg
Het is in april 2011 precies 25 jaar geleden dat Museum Spakenburg haar deuren. Een
zilveren jubileum. Maar de geschiedenis van het museum gaat bijna 25 jaar verder terug. Het
was in het begin van de jaren zestig dat de plaatselijke kunstschilder Klaas Zwaan furore
maakte met zijn schilderijen van karakteristieke plekjes van Bunschoten, Spakenburg en
Eemdijk.
Langzamerhand namen de plannen voor het inrichten van een museum meer concrete vormen
aan. Halverwege de jaren zeventig werd het monumentale pand De Korporaal aangekocht met
de bedoeling daarin het museum te vestigen. Toch bleek het pand daarvoor minder geschikt te
zijn. Voordat die conclusie werd getrokken, waren de nodige (politieke) discussies gevoerd.
Er werd omgezien naar een alternatieve locatie. Die werd gevonden in het winkelpand
‘Planken Wammes’ aan de Oude Schans. Na de aankoop duurde het nog enige tijd voordat in
april in 1986 het museum kon worden geopend. Het kreeg de naam Museum ’t Vurhuus. Een
naam die verwees naar het voorste gedeelte van een boerderij waarin de mooiste voorwerpen
werden geplaatst.
Op deze tentoonstelling werd de basis voor Museum Spakenburg gelegd
Overigens was daarvoor al een paar jaar een expositie verzorgd in het Klederdracht- en
Visserijmuseum. Nadeel daarvan was de beperkte openingsduur en de beperkte ruimte. Die
beperkte ruimte was er ook in het nieuwe museum. Er moest worden gewoekerd met de
ruimte waardoor er op een te kleine ruimte veel werd getoond.
23
Gelukkig kon het museum in de loop van de tijd flink worden uitgebreid. In 1991 eerst met de
schuin achter het museum gelegen historische visrokerij. Het pand werd ternauwernood van
de slopershamer gered. Het werd volledig gerestaureerd en enkele jaren later zelfs
aangewezen als rijksmonument. Het was de opmaat voor een enorme uitbreiding van het
museum die in de jaren 1996-1997 zijn beslag kreeg. Aan de achterzijde, langs de Watersteeg,
werd de historische bebouwing gereconstrueerd. Er werden twee ‘visserswoningen’ en een
complete boerderij met hooiberg aan het museum toegevoegd.
Een flink deel van de collectie kon in de uitbreiding tentoon worden gesteld. Wat ontbrak,
was een ontvangstruimte. In 2007 deed zich de gelegenheid voor om twee panden aan de
Watersteeg aan te kopen. Na de aankoop werd in een ervan het Museumcafé met
informatiepunt over de Grebbelinie gevestigd. Tegelijk werd het mogelijk om tijdens de
openingsuren de hele Watersteeg bij het museum te trekken. Daardoor werd het een binnen-
en buitenmuseum met een totale oppervlakte van ongeveer 1.500 m2. Een oppervlakte die
niet meer paste bij de naam van het museum. De naam werd gewijzigd in Museum
Spakenburg. Tegelijkertijd werd het museum heringericht naar de huidige maatstaven.
Naast de groei van de omvang van het museum, wijzigde ook de organisatie. Het initiatief
voor de oprichting van het museum, kwam van de gemeente. Wel werd het ondergebracht in
een stichting, maar de band met de gemeente bleef nauw. Pas met de verzelfstandiging van
het museum met ingang van 2005, werd de band losser. In de loop van de tijd werd de
organisatie versterkt met de komst van vele tientallen vrijwilligers, later aangevuld met vaste
krachten. Het draagvlak van het museum werd ook verbreed doordat een flink aantal sponsors
hun naam aan het museum wilde verbinden. Dankzij hen kon het museum zich steeds verder
ontplooien.
Museum in 1986
Het museum heeft zich de afgelopen decennia een vaste plaats verworven in de gemeenschap.
Een plaats die het in de toekomst wil behouden en zo mogelijk uitbreiden. Het museum heeft
de intentie om verder uit te groeien als een van de belangrijkste spelers binnen het culturele
veld van de gemeente Bunschoten. Het feit dat het museum eind 2010 werd gecertificeerd als
Geregistreerd Museum, is daar een voorbeeld van. Wat de toekomst brengt, is onduidelijk,
maar geprobeerd wordt om steeds te blijven inspelen op ontwikkelingen die zich voordoen.
24
Winnende inzendingen schrijfwedstrijd
Eerste prijs: Pieter de Vos te Spakenburg
1886
Overdenking bij een foto.
fotograaf
Daar sta je dan. Stil en wachtend.
Wanneer? Je roept, stil!
En neemt de schuif weg, houdt je adem in. Een diepe zucht.
Een kijkje over de lens. Het is gelukt.
Alles is naar wens.
vrouwen
Daar sta je dan. Wachtend op een vlot. Kijkend over het water Naar de nieuwe trots.
In je zondags goed op vrijdag Je denkt, je droomt
Het is gelukt Alles is naar wens.
25
ontwerper
Daar sta je dan. Een haven heb je gemaakt
Naar beste kunnen en kennis Met papier met pen
Een leven lang gewerkt Gekeken en berekend
Je bent trots Het is gelukt
Alles is naar wens
visser
Daar sta je dan Vanmorgen nog op zee
Later op zoek naar de ree Een nieuw schip heb je net
Het gaat goed Nu een nieuwe plek
Het is gelukt Alles is naar wens
burgemeester.
Daar sta je dan vader van 't volk De pijp in de zak Een strijd was het
een haven in het land Het is gelukt
Alles is naar wens
wij, nu
Daar staan wij dan 125 jaar later
Met een nieuw plan Een burgervader gaat weer staan
trots en tevreden Van tros naar eendracht
Wat is het dat ons wacht? Het gaat zeker lukken
Dat is de wens.
2011
26
Gedeelde tweede prijs: Pea Bast te Spakenburg
Museum Spakenburg,
Al verschillende keren ben ik bezoeker geweest van het museum en al zo vele keren ben ik er
trots op een Spakenburger te mogen zijn. Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat het ene
onderwerp me meer aanspreekt dan het andere, maar daar zal ik niet verschillen van de eerste
de beste bezoeker.
Al slenterend door het museum kom ik aan bij de winkel van “Nelemeut”. Daar kan ik dan
een half uur blijven staan. Herinneringen gieren door m’n keel. Sjulekrupen in de Hoekstraat
en Havendijk. Rennen door het steegje langs de winkel. Mooie verstopplekjes bij de winkel in
kleine nisjes. Een gelukkige blije jeugd welt op. Door het steegje achterop de rug van je vader
met de friesjes onder je laarsjes op weg naar de Haven om de schaatskunst machtig te worden.
Wat vooral op die plek ook naar boven komt is het weer even kind zijn. Ik zie me staan in de
winkel van Nelemeut, een fantastische vrouw. De bruine en witte bonen liggen gebroederlijk
naast mekaar in de schepbakken. De stukken sunlight zeep op het schap naast de blikken met
koffie en thee. De toffees kijken me verleidelijk aan. Het eau de cologne-tankje staat op de
toonbank en achter me de grote petroleumtank. Ik moet bruine bonen halen en ik mag
meehelpen de bonen in de zak te scheppen, daarna het gewicht op de weegschaal zetten en dat
heeft even tijd nodig. Nelemeut heeft engelengeduld. Haar winkel is haar passie en dat merk
je overal aan. Voor oma moet ik het eau de cologneflesje laten vullen en ook daarbij mag ik
assisteren. Met een minuscuul trechtertje sijpelt de `ruuk` het flesje in. Ik voel me groot en
trots.
Het is normaal om alles op te laten schrijven en vrijdags wordt de hele boel betaald. Het is
altijd een feest op pad te worden gestuurd om dat klusje te klaren. Nelemeut telt alles wat in
een schrift genoteerd staat met een potlood op. Af en toe maakt ze het potlood even nat langs
haar lippen. Ja hoor, het is zover, er kan betaald worden. En dan gebeurt het….. na betaling
pakt ze een papieren puntzak waarin ze heerlijke `kauwballetjes` alias toffees stopt. Blij
huppel ik de winkel uit. Wat ben ik gelukkig. Wat een fijne vrouw is dat toch, denk ik.
Staande voor de vitrine waarin een groot deel van haar winkel tentoongespreid staat, denk ik
nog steeds; “wat een geweldige vrouw”.
Ook nu nog kan ik en met mij heel Spakenburg genieten van haar levenswerk.
“Het leven is versjrikkuluk zeut als ik denk an de tied van Nelemeut”. Gedeelde tweede prijs: Anna Hop te Spakenburg
13 januari 1916
Ik lag in mijn bedstee te bibberen van de kou en hoorde de wind buiten waaien..
Geertje! Geertje! Kom snel!
Het was moeders stem.
Snel klom ik uit mijn koude bedstee. Wat is er moeder?!
Ik zag mijn broer Jaap en mijn zussen Albertje en Jannetje een greep doen in de broodmand.
De dijken zijn doorgebroken! Trek snel warme kleren aan, en doe wat kleren in je tas!
Mijn zusje kwam huilend op Albertjes schoot zitten.
Vader zat onrustig naar de krakende radio te luisteren.. We hoorden niet veel goed nieuws..
Moeder had gelijk: De dijken waren echt doorgebroken en het water was al op weg hierheen!
Toen besefte ik, Geertje Koelewijn, 11 jaar, pas dat we niet veel tijd hadden!
Vliegensvlug pakte ik wat kleren bij elkaar.
Snel trok ik mijn hoge kousen aan met daarop mijn warme schooljurk en een vest.
Jaap trok zijn kiel aan.
Moeder had ondertussen al een mand met eten en drinken ingeslagen.
27
Vader had daarbij nog niet veel gedaan, maar toen kwam hij in actie, hij vroeg of we alles
hadden en stuurde ons naar de stal.
Vader en moeder bleven in huis nog wat dingen inpakken.
De paarden hinnikten nerveus: Ze wisten dat er wat ging gebeuren..
Wij helaas ook. Ik aaide zachtjes over de neus van Bles, mijn eigen prachtpaard.
Al snel kwamen vader en moeder de stal ingelopen.
Wat gaan we doen? Vroeg de oudste, Jaap.
We klimmen op het dak tot er hulp komt.
Wat?! Van schrik begon Machteltje te huilen.
De kleine Machteltje van 6 hield mijn hand en die van Jannetje stevig vast.
We hadden geen tijd om er langer over na te denken, want vader trok ons mee richting de
zolder.
Met z’n allen liepen we de oude trap op.
En Bles dan?! Riep ik huilend.
Het moet nu eenmaal… zei vader verdrietig.
Ook de zolder kraakte verschrikkelijk. Vader deed samen met Jaap het raam open.
Wacht Jan, laten we hier op de zolder blijven tot het water in huis komt! Riep moeder.
Vader bromde wat en deed uiteindelijk toch het raam dicht.
Daar zaten we dan, de familie Koelewijn…
Na ongeveer 2 uur hoorden we het al: Het water!
Met een snelle beweging deed vader het raam open.
En daar gingen we, de ijzige kou in, op het dak.
Alle weilanden stonden onder water.
Zover ik kijken kon, overal zag ik water!
Het was te verschrikkelijk om naar te kijken!
Met grote ogen keek ik naar de stal, maar hij stond helemaal onder water..
Een traan gleed over mijn wang, ik kon ze niet meer inhouden, bange tranen gleden over
beide wangen.
Ik was niet de enige, Albertje, Jannetje, Machteltje en ook moeder hadden tranen in hun
ogen..
Vader keek verdrietig naar het onder water gelopen land.
Hij hield zich in, maar ik wist dat hij ook wel een potje zou willen brullen.
Machteltje hield Wimmie, haar teddybeer stevig vast.
M-mag ik wat e-eten? Bibberde Albertje.
Moeder haalde een klein stuk brood uit haar sjullek.
Iedereen kreeg wat brood, maar het was niet veel.. Want we wisten dat we misschien wel snel
gered konden worden, maar dat we hier ook nog dagen zouden kunnen zitten! Ik kreeg een
brok in mijn keel… Al had ik barstende honger, ik kreeg geen hap door mijn keel, want het
grote brok zat in de weg.
Volgens mij zaten we er al een dag toen we geschreeuw hoorden.
Hee! Jullie daar! Jan! Klaasje!
Van blijdschap viel moeder bijna van het dak af.
Er was hulp!! Weer kreeg ik tranen in mijn ogen van blijdschap!
Maar gelijk kwam het brok in mijn keel weer terug toen ik keek naar ons onder gelopen
vissersdorp…
We werden van het dak geholpen, en stapten wankelend in de boot van de hulpverleners.
Gelukkig zat er een bekende in de boot: Klaas de Graaf. Een goede vriend van mijn ouders.
We voeren door het dorp, langs Aaltjes Kruidenwinkel, langs de Koren Molen die ook onder
water stond…
Na een paar uur varen kwamen we bij Harderwijk.
de hulpverleners zetten ons af bij een Opvang Ruimte voor de slachtoffers van deze ramp.
We werden hartelijk ontvangen en kregen te eten.
Alles kwam toch nog goed!
Einde.
28
Derde prijs: Henk van Diermen te Voorthuizen
Museum Spakenburg
In Spakenburg, in d’ Oude Haven,
de botters van de vissersvloot,
door afsluitdijk aan lager wal geraakt,
als in een zeemansgraf bijeen in Hongdehemel,
sterfstukken uit een ver verleden.
Geen netten meer in mast,
de vangst is opgedroogd,
zee is niet meer.
De visafslag, ooit boordevol bedrijvigheid,
losplaats waar werd bepaald,
hoe duur vis werd betaald,
is nu museum, monument,
want visserij is ver verleden tijd.
Museum ’t Vurhuus aan de Oude Schans
zag al wat was, wat werd en wat kon worden;
men wierp het anker ver vooruit,
vormde een brug van toen naar nu en later,
Spakenburg werd meer dan zijn geschiedenis.
Op botterwerf herstelde men de vissersvloot
tot bruine vloot, erfstukken voor het heden.
De masten weer door zeil verrast
vliegen als uit de as herrezen vogels de haven uit
en recreëren over ’t zoete water,
daar vaart men nu en nog veel later.
Na vissersvloot de Hongdehemel en het Spui herschapen
tot de oude kern, waar waterloop en levensloop tezamen stromen;
herleefd verleden, nieuwe glorie.
Niet langer ligt de vissersvloot verdronken,
museumschepen van de Bruine vloot, ze pronken
in hofvijver van Spakenburgs museum,
thuishaven voor ’t verleden,
ligplaats voor nu met rust en levenslust,
veilige haven voor de toekomst.
Museum Spakenburg toont tijdens 25-jarig jubileum:
Spakenburg is meer dan een museum.
29
De werkzaamheden van Museum Spakenburg werden in 2011 mede
mogelijk gemaakt door:
30
JAAR VERSLAG
2011 MUSEUM SPAKENBURG
Oude Schans 47-63 3752 AH Bunschoten-Spakenburg Tel. 033 - 298 33 19 www.museumspakenburg.nl [email protected]