Musea in de nieuwe Zeitgeist

of 77 /77
Musea in de nieuwe Zeitgeist Een onderzoek naar de verschillende toekomstvisies van musea in Nederland en de verschillende visies over de nieuwe Zeitgeist. Tim Sprenger | 100609053 [email protected] 3 juni 2014 bachelorscriptie Cultureel Erfgoed Reinwardt Academie Scriptiebegeleider Paula Assuncao dos Santos

Embed Size (px)

description

Een onderzoek naar de verschillende toekomstvisies van musea in Nederland en de verschillende visies over de nieuwe Zeitgeist. - afstudeerscriptie Reinwardt Academie. - bekroond met Peter van Mensch prijs 2014

Transcript of Musea in de nieuwe Zeitgeist

  • Musea in de nieuwe Zeitgeist Een onderzoek naar de verschillende toekomstvisies van musea in Nederland en

    de verschillende visies over de nieuwe Zeitgeist.

    Tim Sprenger | 100609053 [email protected]

    3 juni 2014

    bachelorscriptie Cultureel Erfgoed

    Reinwardt Academie

    Scriptiebegeleider Paula Assuncao dos Santos

  • 2

  • 3

    Inhoudsopgave Samenvatting 5

    Summary 7

    Voorwoord 9

    Inleiding 11 Methode van onderzoek 12

    1. Een nieuwe Zeitgeist 15 Transitie 15 Drie invalshoeken 17 Een nieuwe Zeitgeist 20 Conclusie 26

    2. Toekomstvisies musea Nederland 29 Agenda 2026. Toekomstverkenning voor de Nederlandse museumsector (2010). Nederlandse Museumvereniging 31 Trendwatch 2014 (2014). Verenigde Staten: American Alliance of Museums 31 Museums 2020 (2012). Verenigd Koninkrijk: Museums Association 32 Ontgrenzen en verbinden (2013). Raad van Cultuur 32 Het disruptieve museum (2011). Arnoud Odding 33 Bespreking 33 Analyse 35 Conclusie 39

    3. Musea in de nieuw Zeitgeist 41 Visies 41 Themas 42 Kloof 45

    Conclusie 47 Zeitgeist 47 Toekomstvisies musea 47 Conclusie 48

    Reflectie 49

    Literatuurlijst 51

    Bijlagen

    1. Interview Michiel Schwarz 10 januari 2014 55 2. Interview Joost Beunderman 30 januari 2014 61 3. Interview Arnoud Odding 8 april 2014 65 4. Interview Max Meijer & Marieke Krabshuis 15 april 2014 69 5. Interview Rutger Wolfson 16 april 2014 71 6. Interview Steph Scholten, UvA 18 april 2014 73 7. Interview Dick Rijken 21 mei 2014 75

  • 4

  • 5

    Samenvatting Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag: wat zijn de verschillen en overeenkomsten in de toekomstvisies voor musea in

    Nederland van de afgelopen vijf jaar en hoe verhouden deze zich tot de huidige toekomstvisies van de nieuwe Zeitgeist

    voor het komende decennium?

    Uit literatuuronderzoek en interviews blijkt dat er sinds het begin van deze eeuw een fundamentele verandering plaatsvindt

    in de maatschappij. Lokale burgerinitiatieven leggen dwarsverbanden aan tussen de verschillende sectoren van de maat-

    schappij. Fysieke en sociale duurzaamheid staan centraal, net als nieuwe waarden zoals lokaal, verbonden, delen en

    proportionaliteit. De oorzaak van het ontstaan van deze beweging lijkt te liggen in het falen van de verschillende

    institutionele systemen. Andere externe (technologische) ontwikkelingen maken het mogelijk dat burgers en ondernemers

    zelf efficint en effectief aan de slag kunnen gaan. De beweging is globaal, maar uit zich lokaal. Er worden verschillende

    namen aan deze beweging gegeven, sustainisme en de civic economy zijn daar slechts twee van.

    In dit onderzoek zijn daarnaast drie kenmerkende toekomstvisies van musea onderzocht: Agenda 2026 van de Nederlandse

    Museumvereniging, Ontgrenzen en verbinden van de Raad van Cultuur en Het disruptieve Museum van Arnoud Odding.

    Uit de analyse van deze stukken en gehouden interviews bleek dat er verschillende brillen zijn waarmee je naar de toekomst

    kan kijken: de toekomst gebaseerd op de werkelijkheid of op de mogelijkheid. Daarnaast kwamen de volgende vijf trends

    voor de toekomst naar voren: de betekenis van het museum, het museum als werkplaats, het centraal stellen van de actua-

    liteit, een zekere urgentie en de collectie (als collectief geheugen).

    De opvallendste conclusie van dit onderzoek is dat de verschillende toekomstvisies niet of nauwelijks spreken over de

    nieuwe Zeitgeist, met uitzondering van Het disruptieve museum. Ook uit de interviews kwam naar voren dat de erfgoed-

    sector onvoldoende op de hoogte is van de veranderingen die gaande zijn in de maatschappij. De themas die centraal

    staan bij de verschillende toekomstvisies bevatten echter wel veel kenmerken die terug te zien zijn in de nieuwe Zeitgeist.

    Dit lijkt een tegenstelling te zijn, maar valt wellicht te verklaren door het feit dat musea wel onderdeel zijn van de nieuwe

    beweging maar zich hier simpelweg nog niet (altijd) bewust van zijn.

    Zouden ze dit wel zijn, dan zouden ze hier wellicht ook veel meer van kunnen profiteren. Dan kunnen ze hier immers actief

    op inspelen, beleid op voeren en experimenten aangaan. Daarnaast zouden ze dan ook meer kunnen worden opgepikt

    door de beschreven stromingen die de nieuwe Zeitgeist kenmerken. Dat is nu niet het geval, terwijl musea wel in bepaalde

    groeiende behoeften zouden kunnen voorzien. Het is dus tijd dat musea zich bewust worden van de ontwikkelingen die

    gaande zijn in de maatschappij, zodat ze een actieve rol kunnen vervullen bij het tot stand brengen van een nieuwe

    toekomst.

  • 6

  • 7

    Summary This thesis answers the question: what are the differences and similarities in the future visions for museums in the

    Netherlands over the past five years and how do they relate to the current visions of the new Zeitgeist for the coming

    decade?

    Literature and interviews shows that a fundamental change is taking place in the society since the beginning of this century.

    Local initiatives of citizens make new connections between the various sectors of society. Physical and social sustainability

    are key, as are new values such as localism, connectedness, sharing and proportionality. The cause of the emergence of this

    movement seems to lie in the failure of the different institutional systems. Other external (technological) developments make

    it possible for citizens and entrepreneurs to efficiently and effectively start projects themselves. The movement is global, but

    is expressed locally. Different names are given to this movement; sustainism and civic economy are only two of them.

    In this thesis three distinctive visions for the future of museums are investigated: Agenda 2026 of the Dutch Museum

    Association, Ontgrenzen en verbinden of the Dutch Council of Culture and Het disruptieve museum from Arnoud Odding.

    The analysis of these documents and conducted interviews revealed several points of view one can use to look at the future:

    the future based on reality or on possibility. In addition, the following five future trends emerged: the significance of the

    museum, the museum as a workplace, the focus on current events, a certain urgency and the collection (as collective

    memory).

    The most striking finding of this study is that the different visions of the future of museums hardly talk about the new

    Zeitgeist, with the exception of Het disruptieve museum. The interviews revealed that the heritage sector is insufficiently

    aware of the changes that are going on in society. However, the themes that are central to the different visions contain a lot

    of features that are reflected in the new Zeitgeist. This seems to be a contradiction, but might be explained by the fact that

    museums have been part of the new movement, but simply have not (always) been aware of that.

    Would they be aware of this, they could probably benefit a lot more, since they can actively respond to this, create policies

    and engage in new experiments. In addition, the movements that characterize the new Zeitgeist could notice them.

    Currently this is not the case. Museums could provide in the growing need of giving meaning to daily life. So now is time for

    museums to become aware of the developments that are happening in society, so they can play an active role in bringing

    about a new future.

  • 8

  • 9

    Voorwoord Ik wil deze plek gebruiken om een aantal mensen te bedanken zonder wie deze scriptie niet tot stand was gekomen.

    Allereerst mijn scriptie begeleider Paula Assuncao dos Santos. Vanaf de start van mijn onderzoek heeft ze vertrouwen gehad

    in mij en het onderwerp van mijn onderzoek. Met veel aandacht en geduld heeft ze mijn proces begeleid en waar dat nodig

    was bijgestuurd (tot het laatste moment nog). Heel erg bedankt daarvoor.

    Daarnaast wil ik op deze plaats de mensen bedanken die ik heb mogen interviewen voor dit onderzoek. Het was ontzettend

    leuk en leerzaam om met hen van gedachten te wisselen over dit onderwerp. Dank jullie wel voor de tijd die jullie hebben

    vrijgemaakt daarvoor.

    Verder wil ik mijn ouders bedanken die mijn studie mogelijk hebben gemaakt. Ze hebben me altijd gestimuleerd tot leren

    en zelf nadenken. Ik hoop dat deze scriptie een mooie afsluiting van deze studietijd is en tegelijkertijd een nieuw begin

    inleidt.

    Tot slot wil ik mijn vriendin bedanken voor de steun en het geduld dat ze mij gegeven heeft het afgelopen jaar. Zonder haar

    had ik deze scriptie niet tot een goed einde kunnen brengen. Dank je wel.

  • 10

  • 11

    Inleiding De toekomst is onzeker. De toekomst verandert continu. De toekomst. Wat kunnen we er eigenlijk over zeggen. Kunnen we

    er iets over zeggen? Dat is een vraag die de mensheid al eeuwen bezighoudt en ook vandaag de dag nog steeds actueel is.

    En zo gek is dat niet. Wie de toekomst immers goed kan voorspellen, kan daar in het heden zijn acties op anticiperen en

    daarmee succesvol in de toekomst zijn. Wie wil dat niet? Dus trekken mensen tarotkaarten en analyseren ze de inhoud van

    hun theekopjes en dromen. Ze lezen dagelijks de horoscopen in de Spits en Metro of bezoeken wellicht een medium.

    Maar dat is niet de enige manier om een uitspraak te kunnen doen over de toekomst. In de loop der jaren zijn er verschil-

    lende wetenschappelijke methoden uitgevonden om de toekomst in kaart te brengen. Een daarvan zijn scenariostudies,

    waarbij een beschrijving wordt gemaakt van een mogelijke toekomst.1 Om deze scenarios te verkrijgen zijn er verschillende

    mogelijkheden. Zo kan je gegevens uit het heden extrapoleren. Je kan een onderzoek doen naar de belangrijkste trends en

    onzekerheden voor de toekomst. Of je kan andersom werken: wat is het gewenste scenario voor de toekomst en vanuit daar

    terugwerken naar het heden.2

    Vorig jaar zomer kwam ik opeens in aanraking met een nieuw toekomstscenario. Een scenario waarin nieuwe waarden cen-

    traal stonden. In de toekomst zou het niet meer draaien om efficintie, productiviteit en winst, maar om delen, lokaal, rela-

    ties en proportionaliteit.3 Daarnaast zou er een andere manier van werken ontstaan. Geen centraal gestuurde grote plannen

    meer, maar kleine grass-roots achtige burgerinitiatieven, op lokaal niveau.4 Such expressions reflect a change in our social

    mindset and in the ways we wish to design our living environments. They herald a change in zeitgeist.5

    Het was een beweging die mij interesseerde, die mijn fantasie prikkelde en mij stimuleerde tot nadenken. Want ik merkte al

    snel dat in het levendige debat dat er werd gevoerd veel verschillende sectoren uit de maatschappij werden genoemd,

    maar de culturele sector steeds afwezig was. 6 Hoe kon het dat er gesproken werd over een fundamentele verandering in de maatschappij, die dus op alle gebieden effect zou hebben, terwijl zon belangrijke sector over het hoofd werd gezien? Ik

    vond dit een schokkende ontdekking en eerlijk gezegd een gemis. Het is een sector die juist van grote relevantie kan zijn op

    het moment dat er zulke grote veranderingen gaande zijn in de maatschappij.7

    Daarom vroeg ik me ook meteen af hoe de culturele sector zelf eigenlijk naar de toekomst keek. Zouden zij weet hebben

    van deze fundamentele verschuiving die op handen leek te zijn? Of hadden zij een heel ander scenario voor de toekomst?

    Hoe keken zij tegen de toekomst aan? Hoe willen musea relevant blijven in de toekomst?

    Deze vragen leiden tot de hoofdvraag van dit onderzoek:

    Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in de toekomstvisies voor musea in Nederland van de afgelopen vijf jaar en hoe

    verhouden deze zich tot de huidige toekomstvisies van de nieuwe Zeitgeist voor het komende decennium?

    1 Wikipedia, Scenariostudie (versie 7 februari 2014) http://nl.wikipedia.org/wiki/Scenariostudie, geraadpleegd 19 mei 2014 2 Ibidem. 3 Michiel Schwarz en Diana Krabbendam, Sustainist Design Guide. How sharing, localism, connectedness and proportionality are creating a new agenda for social

    design. (Amsterdam: BIS Publishers, 2013), 27 4 Jan Rotmans, In het oog van de orkaan. Nederland in transitie. (Boxtel: Aeneas, 2012), 21 5 Schwarz en Krabbendam, Design Guide, 15. 6 Kasper Verkaik (regie), TransitieNL. Kiemen van het nieuwe Nederland, (VPRO, 2013), uitgezonden 15 april 2013. Geraadpleegd op Uitzending gemist op 20 april

    2013; Alexander Oey (regie), Gaten in de markt, (VPRO, 2013), uitgezonden 28 januari 2013. Geraadpleegd op Uitzending gemist op 12 september 2013; Pakhuis de

    Zwijger. Circulaire stad (versie 10 mei 2013) http://www.dezwijger.nl/85006/nl/de-circulaire-stad, geraadpleegd op 12 september 2013. 7 Michiel Schwarz, co-auteur van Sustainism is the new modernism: a cultural manifesto for the sustainist era genterviewd door Tim Sprenger op 10 januari 2014 op de

    Academie van Bouwkunst in Amsterdam.

  • 12

    Om antwoord te kunnen geven op deze hoofdvraag zijn in eerste instantie de volgende deelvragen geformuleerd:

    - Wat zijn de toekomstvisies van de nieuwe Zeitgeist?

    - Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in de verschillende toekomstvisies van de nieuwe Zeitgeist?

    - Wat zijn de toekomstvisies voor musea in Nederland van de afgelopen vijf jaar?

    - Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in de verschillende toekomstvisies voor musea in Nederland van de

    afgelopen vijf jaar?

    - Wat zijn vijf goede best practices van de nieuwe Zeitgeist uit andere sectoren in Nederland waar de museumsector iets

    van zou kunnen leren?

    Al vrij snel na aanvang van het onderzoek bleek echter dat het niet zo relevant was om de verschillen en overeenkomsten

    tussen de verschillende toekomstvisies van de nieuwe Zeitgeist te beschrijven. Uit de interviews die zijn gehouden met

    Michiel Schwarz en Joost Beunderman, twee belangrijke spelers in deze beweging, kwam duidelijk naar voren dat de ver-

    schillende visies eigenlijk allemaal dezelfde beweging proberen te duiden en dat het niet relevant was om de onderlinge

    verschillen te analyseren.8 Daarom is besloten deze deelvraag te vervangen door de vraag: wat is de nieuwe Zeitgeist. Deze

    vraag wordt vervolgens beantwoord aan de hand van de volgende subdeelvragen:

    - Wat is precies de verandering die plaatsvindt? Wat is er anders of nieuw? - Wat is de oorzaak van deze transitie? Kunnen we daar al iets over zeggen? - Waar vindt deze beweging plaats? - Wanneer is deze beweging begonnen? En over welk tijdsbestek vindt deze verandering plaats? - Wie merkt er iets van de transitie, welke mensen doen mee, wie organiseert de beweging?

    Daarnaast bleek dat er te weinig tijd was om zorgvuldig antwoord te kunnen geven op de laatste deelvraag: Wat zijn vijf

    goede best practices van de nieuwe Zeitgeist uit andere sectoren in Nederland waar de museumsector iets van zou kunnen

    leren?). Deze is daarom afgevallen voor dit onderzoek. Voor wie toch genteresseerd is in voorbeelden van best practices

    zijn de volgende boeken aan te raden:

    - Schwarz, Michiel en Diana Krabbendam, Sustainist Design Guide. How sharing, localism, connectedness and

    proportionality are creating a new agenda for social design. Amsterdam: BIS Publishers, 2013.

    - Ahrensbach, Thimothy, e.a., Compendium for the civic economy. What our cities, towns and neighbourhoods should

    learn from 25 trailblazers. Amersfoort: Wilco, 2011

    - Rotmans, Jan, In het oog van de orkaan. Nederland in transitie. Boxtel: Aeneas, 2012

    Hierin worden veel verschillende voorbeelden genoemd en geanalyseerd. Ze vormen een rijke bron van inspiratie voor

    iedereen die zich meer wil verdiepen in dit onderwerp.

    Methode van onderzoek Het lijkt misschien onmogelijk om een beweging te onderzoeken die op dit moment gaande is. Kan je daar berhaupt

    zinnige uitspraken over doen? En de toekomst, die is sowieso nog niet aanwezig. Dus valt er dan wel iets te onderzoeken?

    Voor dit onderzoek is uitgegaan van een analyse van toekomstscenarios. Toekomstscenarios over de nieuwe Zeitgeist en

    toekomstscenarios van musea. Het is een kwalitatief explorerend onderzoek, waarin getracht wordt iets te peilen van wat er

    momenteel gaande is in de maatschappij en de museumsector. Er is geen grootschalig kwantitatieve enqute gehouden

    8 Michiel Schwarz, co-auteur van Sustainism is the new modernism: a cultural manifesto for the sustainist era genterviewd door Tim Sprenger op 10 januari 2014 op de

    Academie van Bouwkunst in Amsterdam; Joost Beunderman, onderzoeker co-auteur van Compendium for the civic economy genterviewd door Tim Sprenger op 30

    januari 2014 via Skype

  • 13

    onder verschillende musea van Nederland. Maar in plaats daarvan is er een meer filosofische insteek gekozen. Er is vervol-

    gens literatuuronderzoek gedaan en is dit aangevuld en ondersteund door middel van een aantal interviews met belang-

    rijke spelers in de sector. Dit zelfde geldt voor de Zeitgeist-beweging.

    De keuze voor de literatuur en de genterviewden wordt nader toegelicht in de desbetreffende hoofdstukken.

    In het eerste hoofdstuk bekijken we de nieuwe Zeitgeist. Wat zijn de verschillende visies op deze beweging en wat is deze

    beweging berhaupt? In het tweede hoofdstuk kijken we aan de hand van drie kenmerkende stukken naar de verschillende

    toekomstvisies van de museumsector. In het laatste hoofdstuk bekijken we vervolgens de toekomstvisies van de museum-

    sector zich verhouden tot de nieuwe Zeitgeist. Vervolgens wordt in de conclusie een antwoord gegeven op de hoofdvraag

    en sluit de reflectie op het onderzoek deze scriptie af.

    Laten we dan nu beginnen met een blik te werpen op de nieuwe Zeitgeist.

  • 14

  • 15

    1. Een nieuwe Zeitgeist Zeitgeist betekent tijdgeest, de geest van de tijd. Wat is het dat een tijdsperiode kenmerkt en het doen, het denken en de

    cultuur van die tijd benvloedt.9 Het is een dynamisch begrip, in die zin dat elke tijdsperiode zijn eigen Zeitgeist heeft. In dit

    hoofdstuk staan we stil bij de Zeitgeist van deze tijd, van dit moment en wellicht ook die van de nabije toekomst.

    Uiteraard gebeurt er op dit moment heel veel tegelijkertijd. Allerlei stromingen en partijen proberen duiding te geven aan

    dat wat er gebeurt in de wereld. De Tea Party beweging in Amerika heeft een beduidend andere kijk op de werkelijkheid en

    de gewenste toekomst dan de Partij voor de Dieren in Nederland, om maar een simpel voorbeeld te noemen. En ook als je

    mensen op straat vraagt naar de toekomst krijg je een breed scala aan antwoorden. Er bestaan dus altijd heel veel diverse

    toekomstvisies tegelijkertijd naast elkaar. Het zijn er te veel om te kunnen vatten in slechts een beweging.

    De hieronder beschreven beweging is dus ook slechts een van de vele en zij probeert ook niet alles wat er op dit moment in

    de wereld gebeurt te verklaren en te duiden. Maar deze beweging is weldegelijk zichtbaar en voelbaar, zoals later in dit

    hoofdstuk zal blijken. Omdat het daarnaast gaat over een verschuiving van cultuur en waarden, lijkt het een hele relevante

    beweging te zijn voor de culturele sector. Opvallend is echter dat in de literatuur en de debatten die gevoerd worden over

    dit onderwerp, de culturele sector niet of nauwelijks genoemd wordt. Des te meer reden om uitgebreid stil te staan bij deze

    beweging.

    Transitie Nederland is in transitie. De wereld is in transitie. Of tenminste, volgens sommige mensen.

    U denkt misschien: is de wereld/Nederland niet altijd in ontwikkeling? Een goede en terechte vraag waarop het antwoord

    natuurlijk ja is. Maar toch lijkt er nu iets anders aan de hand te zijn. Zoals sociaal geograaf Herman Verhagen het zei: we

    leven niet in een tijdperk van veranderingen, maar in een verandering van tijdperken. 10 In zijn boek De

    duurzaamheidsrevolutie staat hij uitgebreid stil bij de veranderingen die we nu op zoveel vlakken in de maatschappij zien.

    Ook Arnoud Odding, auteur van Het disruptieve museum, beschrijft deze grote verschuivingen in de inleiding van zijn boek:

    Onze wereld verandert razendsnel en ook de museumsector ontkomt niet aan de heftige verstoringen, ofwel disrupties, die

    daarvan het gevolg zijn. Die verstoringen zien we overal; () Nieuwe technieken geven mensen mogelijkheden die voor-

    heen ondenkbaar waren en dat heeft niet alleen gevolgen voor de fysieke wereld maar ook voor ons wereldbeeld. Voor hoe

    we de wereld bekijken; voor wat we belangrijk vinden. We leven midden in een periode waarin alle waarden opnieuw geijkt

    worden; een Umwertung aller werte zoals Nietzsche het noemde. Wat eens belangrijk was hoeft dat vandaag of morgen niet

    meer te zijn. 11

    Er is dus een tijd van waanzinnige verandering gaande in de wereld. Door nieuwe ontwikkelingen en technieken veranderen

    ons wereldbeeld en onze waarden. Alles waarvan we dachten dat het normaal was, is dat morgen misschien niet meer.

    Herman Verhagen vergelijkt deze beweging zelfs met de Industrile Revolutie. Volgens hem was dit eenzelfde periode,

    waarin alle systemen in de maatschappij opnieuw uitgevonden werden: () in essentie was het geen technologische maar

    een sociale revolutie, die de samenleving in haar diepste kern veranderde. De binnenkant werd gevormd door nieuwe

    waarden, door nieuwe organisatievormen, nieuw leiderschap en nieuwe competenties.

    9 Wikipedia, Zeitgeist (versie 3 mei 2014) http://en.wikipedia.org/wiki/Zeitgeist, geraadpleegd 19 mei 2014 10 Herman Verhagen De Duurzaamheidsrevolutie. Hoe mensen organisaties en organisaties de wereld veranderen.(Utrecht: Jan van Arkel 2011), 46 11 Arnoud Odding, Het disruptieve museum. (Den Haag: O dubbel d, 2011) 7-8

  • 16

    En zij zijn niet de enige die aangeven dat er een grotere beweging gaande is. Bij Tegenlicht wordt er al geruime tijd aan-

    dacht besteed aan dit onderwerp.12 Ook bij Pakhuis de Zwijger in Amsterdam is de transitie hot topic op de debatagenda.13

    En zelfs in de trendrede 2014 wordt er aandacht aan besteed.14

    Maar waar wordt er dan aandacht aan besteed vraagt u zich misschien af?

    Een voorbeeld. De reclame van Triodos bank waarin ze zeggen The strenght is in the hands of the small. (.) what you do

    everyday does make a difference. () Together we will make small the new big.15 Klinkt als een mooie reclameslogan, maar

    er is meer aan de hand. De waarden die in deze commercial worden genoemd zijn fundamenteel anders dan die van tien

    jaar geleden. Het gaat om klein, om samen, om elke dag het verschil maken voor een betere wereld.

    Nog een voorbeeld: de website Peerby, waarbij buren spullen van elkaar kunnen lenen. Gratis, omdat ze elkaar vertrou-

    wen en elkaar wat gunnen. 16 Of een andere website: thuisafgehaald.nl, waarbij mensen die houden van lekker eten dat

    kunnen kopen bij mensen die houden van lekker eten maken. 17 Of Daan Roosegaarde die bij Zomergasten zegt delen is

    het nieuwe hebben. Waarbij je ziet dat Wilfred de Jong nog niet zo goed snapt wat hij zojuist gehoord heeft en wat voor

    impact dit zal gaan hebben voor de toekomst.18 En schijnbaar is maken het nieuwe denken. Dat is in ieder geval de slogan

    van het nieuwe fenomeen: makersfestival. Een festival waarbij bezoekers worden uitgedaagd zelf weer dingen te gaan

    maken.19

    Ziet u het grotere plaatje al?

    Volgens Jan Rotmans, auteur van In het oog van de orkaan. Nederland in transitie, is Nederland is fundamenteel aan het

    veranderen en bevinden we ons momenteel op een kantelpunt.20 Er raast een orkaan door onze samenleving. Niet alleen in

    Nederland maar wereldwijd. Afhankelijk van waar je staat ervaar je de hevigheid van de storm. In het oog van de orkaan is

    het windstil. Maar 100 meter verderop word je omver geblazen. Veel mensen staan nog in het oog van de orkaan. De ko-

    mende tijd zullen steeds meer mensen uit het oog stappen en de storm in alle hevigheid ervaren.21 Maar deze beweging

    speelt zich zoals Rotmans al zegt, niet alleen in Nederland af, maar over de hele wereld.22 Ook in het buitenland schieten de

    websites uit de grond waarmee spullen van buren kunnen worden geleend, waarmee diensten kunnen worden uitgewisseld

    en mensen hun kamers of huizen kunnen verhuren.23 En ook de initiatieven waarbij buurtcoperaties projecten opstarten

    12 Kasper Verkaik (regie), TransitieNL. Kiemen van het nieuwe Nederland, (VPRO, 2013), uitgezonden 15 april 2013. Geraadpleegd op Uitzending gemist op 20 april

    2013; Alexander Oey (regie), Gaten in de markt, (VPRO, 2013), uitgezonden 28 januari 2013. Geraadpleegd op Uitzending gemist op 12 september 2013 13 Pakhuis de Zwijger. Circulaire stad (versie 10 mei 2013) http://www.dezwijger.nl/85006/nl/de-circulaire-stad, geraadpleegd op 12 september 2013. 14 Christine Boland e.a., Trendrede 2014. (2014), http://www.startplaza.com/pdf/TrendRede2014.pdf, geraadpleegd 12 september 2013. 15 Triodos Bank Nederland, Klein. Het nieuwe groot., YouTube video, 1:42, (1 juli 2012), http://www.youtube.com/watch?v=PV8qKJDt6EI Geraadpleegd op 19

    september 2013. 16 Peerby Leen spullen van mensen in je buurt https://peerby.com/, geraadpleegd op 12 september 2013 17 Thuisafgehaald Maaltijden delen met je buren http://www.thuisafgehaald.nl/, geraadpleegd op 12 september 2013 18 Edith Ruyg (regie) Zomergasten (Daan Roosegaarde), (VPRO, 2013), uitgezonden 7 september 2013. Geraadpleegd op Uitzending gemist op 11 september 2013 19 Rien Floris, Maken is het nieuwe denken (versie 26 mei 2014) http://www.noordhollandsdagblad.nl/stadstreek/metropool/article27081651.ece/Maken-is-het-

    nieuwe-denken?lref=r_regionaal, geraadpleegd op 28 mei 2014. 20 Rotmans, Oog van de orkaan, 6. 21 Ibidem 7. 22 Schwarz en Krabbendam, Design Guide, 15 23 Neighborgoods, share goods with your neighbors and friends (versie 2013) http://neighborgoods.net/, geraadpleegd op 22 mei 2014; Taskrabbit, Your to-do's,

    done. (versie 2014) https://www.taskrabbit.com/how-it-works , geraadpleegd op 22 mei 2014;

    Airbnb, Vind je ideale onderdak. http://airbnb.com/, geraadpleegd op 22 mei 2014

  • 17

    nemen massaal toe.24 Niet alleen in steden zie je deze nieuwe initiatieven terug, maar ook op het platteland, bij arm en rijk,

    bij allochtoon en autochtoon.25 Een voorbeeld hiervan is het project Rural Spark, dat een simpele infrastructuur biedt voor

    dorpen in India om op een duurzame manier energie op te wekken en dus toegang tot verlichting te krijgen.26 Daarnaast

    biedt het inwoners de mogelijkheid om kleine ondernemingen te starten, met meer sociale voordelen van dien.

    Maar wat is deze beweging precies? Waar komt deze vandaan en waar vindt deze beweging plaats? Deze vragen worden in

    de volgende paragrafen beantwoord. Eerst staan we stil bij drie invalshoeken om deze beweging te bekijken.

    Drie invalshoeken Hoe beschrijf je een beweging die nu gaande is, waar we middenin zitten? Dat is waar de professionals waar ik mee sprak

    tegenaan liepen en waar ze zich ook zeker bewust van zijn. Toch vinden zij het de moeite waard om een poging te doen

    deze beweging te beschrijven om op deze manier deze ook meer te kunnen duiden en wellicht te sturen.

    Zodra je gaat zoeken in de literatuur stuit je op een berg met boeken die gaat over deze nieuwe beweging.

    We-Think: The power of mass creativity, The power of just doing stuff, Blessed Unrest: How the largest movement in the world

    came into being and why no one saw it coming en Blue Economy - 10 Years, 100 Innovations, 100 Milion Jobs zijn zomaar

    wat titels die je kan tegenkomen. 27

    Sommige boeken beschrijven flarden, en de schrijvers zijn zich misschien niet eens bewust van het feit dat ze onderdeel

    uitmaken van een nieuwe beweging. Andere auteurs proberen juist wel meer de grote lijnen te duiden, elk vanuit een ander

    perspectief.

    Omdat het voor deze scriptie onmogelijk was om een volledige analyse te geven van alle literatuur die er op dit moment al

    te vinden is over deze relatief nieuwe beweging, is er voor gekozen een beeld te schetsen van de nieuwe Zeitgeist aan de

    hand van een drietal invalshoeken, aangevuld met andere literatuur waar dat nodig is. Het gaat om:

    - Sustainisme: Met hun boek Sustainism is the new modernism. A Cultural Manifesto for the Sustainist Era geven Michel

    Schwarz en Joost Elffers woorden en beelden aan deze nieuwe beweging, die zij vergelijken met het modernisme.28

    Het is volgens hen de nieuwe grote cultuurstroming. De Sustainist Design Guide, geschreven door Michiel Schwarz en

    Diana Krabbendam, geeft vervolgens meer handen en voeten aan deze nieuwe cultuurstroming. 29

    - The civic economy: Een invalshoek die op een concreter niveau naar de beweging kijkt en ook de economische aspec-

    ten erbij betrekt. Het boek Compendium for the civic economy analyseert aan de hand van 25 voorbeelden welke les-

    sen we kunnen leren voor geslaagde projecten in de toekomst.30 Hoewel het boek geschreven is vanuit een Engelse

    invalshoek, is het door de gebruikte internationale voorbeelden duidelijk dat het over een beweging gaat die over de

    grenzen van het Verenigd Koninkrijk reikt.

    - Jan Rotmans: deze hoogleraar transitiekunde en internationale autoriteit op het gebied van transities en duurzaam-

    heid, beschrijft in zijn boek In het oog van de orkaan. Nederland in transitie niet alleen de beweging, maar hij geeft ook

    24 Thimothy Ahrensbach e.a., Compendium for the civic economy. What our cities, towns and neighbourhoods should learn from 25 trailblazers. (Amersfoort: Wilco,

    2011) 6. 25 Joost Beunderman, onderzoeker co-auteur van Compendium for the civic economy genterviewd door Tim Sprenger op 30 januari 2014 via Skype 26 Schwarz en Krabbendam, Design Guide, 82. 27 C.W. Leadbeater, We Think: The Power Of Mass Creativity. (Londen: Profile Books, 2009); Rob Hopkins, The Power of Just Doing Stuff: How Local Action Can

    Change the World. (Cambrigde: UIT Cambridge Ltd., 2013); Paul Hawken, Blessed Unrest: How the largest movement in the world came into being and why no one

    saw it coming. (Londen: Penguin Books 2008); Gunter Pauli, Blue Economy-10 Years, 100 Innovations, 100 Million Jobs. (Taos: Paradigm Pubns, 2010) 28 Michel Schwarz en Joost Elffers, Sustainism is the new modernism. A Cultural Manifesto for the Sustainist Era. (New York: D.A.P., 2010) 29 Schwarz en Krabbendam, Design Guide 30 Ahrensbach e.a., Compendium civic economy

  • 18

    inzicht in de processen die schuil gaan achter de transitie.31 Omdat hij daarnaast ook juist de beweging vanuit

    Nederlands perspectief probeert te duiden, kon dit boek niet ontbreken in de analyse.

    Door deze drie verschillende invalshoeken te gebruiken belichten we de beweging van verschillende kanten en krijgen we

    zo een vollediger beeld van wat er gaande is. Voor de leesbaarheid volgt nu eerst een korte samenvatting van die verschil-

    lende theorien.

    Sustainisme Een term in het leven geroepen door Joost Elffers en Michiel Schwarz in 2010, met hun manifest Sustainism is the new mo-

    dernism. A cultural manifesto for the sustainist era. 32 Later is dit manifest aangevuld en verder uitgewerkt in de Sustainist

    design guide. How sharing, localism, connectedness and proportionality are creating a new agenda for social design, met co-

    auteur Diana Krabbendam.33 Met hun manifest willen Elffers en Schwarz aangeven dat de beweging die zij nu zien in de

    wereld een nieuw soort modernisme [is], een- isme in de cultuur. Een manier van denken, de wereld in kijken, en hoe je

    kijken naar tijd en plaats en naar ruimte en mens en alles modernistisch is anders dan premodernistisch of traditioneel.34

    Het is volgens hen een cultuuromslag. Waarden die centraal staan in het sustainisme zijn delen, lokaal, verbinding en pro-

    portionaliteit. Volgens hen zal deze cultuuromslag verstrekkende gevolgen hebben op vele lagen van de maatschappij.35

    Op de vraag of alle verschillende stromingen eigenlijk dezelfde beweging beschrijven antwoordde Michiel Schwarz: Het

    zijn weldegelijk dezelfde bewegingen die men probeert te duiden, door er verschillende namen aan te geven. Het sustai-

    nisme gaat echter zowel over sociale duurzaamheid als ecologische duurzaamheid. De beste oplossingen in de toekomst

    zullen waarschijnlijk een combinatie van beiden bevatten. Het een kan je alleen niet in het andere gieten, het zijn echt twee

    verschillende aspecten.

    De blue economy, de circular economy, circulaire stad, etc. gaan over fysieke duurzaamheid. Dat gaat over fysieke stromin-

    gen. Maar je hebt ook nog zoiets als sociale cycli, sociale stromen. Circular society. Bij sustainisme zijn ze allebei aanwezig.36

    Het sustainisme gaat dus over meer dan alleen fysieke duurzaamheid. Sociale duurzaamheid is een net zo belangrijk aspect.

    De civic economy The civic economy. What our cities, towns and neighbourhoods should learn from 25 trailblazers. is het resultaat van een

    onderzoek en analyse, uitgevoerd door 00:/, Nesta en de Design Council.37 In dit boek wordt de civic economy beschreven,

    aangevuld met 25 voorbeelden en een lijst met lessen die we hiervan kunnen leren. Joost Beunderman is een van de men-

    sen die heeft bijgedragen aan dit onderzoek. Hij beschrijft de civic economy als volgt: Waar het om gaat rondom de civic

    economy is een aantal kernbewegingen. Het optreden van nieuwe spelers, nieuw type initiatiefnemers, het anders omgaan

    met bestaand grondmateriaal, dus mensen, gebouwen, etc. Nieuwe manieren van werken, dus het gaat om co-creatie, een

    uitnodiging aan mensen om mee te doen. Nieuwe vormen van financiering. Nieuwe vormen van het produceren van grote

    31 Rotmans, Oog van de orkaan 32 Michel Schwarz en Joost Elffers, Sustainism is the new modernism. A Cultural Manifesto for the Sustainist Era. (New York: D.A.P., 2010) 33 Schwarz en Krabbendam, Design Guide 34 Michiel Schwarz, co-auteur van Sustainism is the new modernism: a cultural manifesto for the sustainist era genterviewd door Tim Sprenger op 10 januari 2014 op

    de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. 35 Schwarz en Krabbendam, Design Guide, 14. 36 Michiel Schwarz, co-auteur van Sustainism is the new modernism: a cultural manifesto for the sustainist era genterviewd door Tim Sprenger op 10 januari 2014 op

    de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. 37 Ahrensbach e.a., Compendium civic economy

  • 19

    projecten waar soms minder duidelijk is in het begin hoe een project zich over de lange termijn zal ontwikkelen. 38 Het is

    dus op heel veel vlakken een andere manier om (wellicht andere) projecten aan te pakken

    De civic economy wordt beschreven als open en sociaal. Het is de cultuur van web 2.0 gecombineerd met maatschappelijke

    doelen. Het gaat om collaborative consumption en locale projecten die een globaal effect hebben.39

    De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn dat de civic economy bijdraagt aan innovatie en welvaart en een steeds

    groter onderdeel wordt van het dagelijks leven. Dat iedereen die op wat voor manier dan ook samenwerkt om plekken te

    verbeteren, vruchtbare grond creert voor de civic economy. En tot slot dat locale autoriteiten beter de rol moeten herken-

    nen van maatschappelijk ondernemers en inzicht moeten krijgen in wat zij nodig hebben om veranderingen voor elkaar te

    krijgen. 40

    Jan Rotmans Jan Rotmans is hoogleraar transitiekunde en internationale autoriteit op het gebied van transities en duurzaamheid en

    schrijver van het boek In het oog van de orkaan. Nederland in transitie.41 In zijn boek beschrijft Rotmans de huidige situatie

    van Nederland. Volgens hem zit de samenleving in een overgangsfase en bevinden we ons op een kantelpunt.42 Deze theo-

    rie ondersteunt hij door de verschillende transitieprocessen die gaande zijn in de verschillende sectoren (zorg, bouw, ener-

    gie en voedsel) te benoemen en analyseren. Hij geeft bovendien een stukje achtergrondtheorie over de transitieprocessen

    die gaande zijn. Rotmans benoemt en duidt de beweging die hij ziet plaatsvinden, maar hij geeft er verder geen speciale

    naam aan. Het is een natuurlijk, eigenlijk onvermijdbaar proces, zegt hij, dat eens in de zoveel tijd plaats vindt:

    Elk maatschappelijk systeem baseert zich op een stabiele macht en dominant regime. Dit systeem zet alle middelen in om

    de status quo te handhaven. Daarnaast zijn er niches. Dat zijn radicale, innovatieve en afwijkende culturen, structuren en

    werkwijzen die krachtig genoeg zijn om het bestaande regime binnen te dringen. Veel systemen bereiken het moment dat

    ze los komen te staan van mens en omgeving. Er ontstaat een kantelpunt, ze worden dan vatbaar voor de innovaties en

    impulsen vanuit niches. Vaak proberen ze zich te verdedigen door de eigen routines te perfectioneren, maar de druk blijft

    almaar oplopen. Dat komt door veranderingen in de omgeving (macroniveau) en radicale vernieuwingen van onderop

    (microniveau). Dit is het moment dat de radicale niches stilaan door het heersende systeem worden opgenomen, waardoor

    het regime nog verder afbrokkelt. Uit deze co-evolutie van niches en regime groeien de contouren van een nieuw systeem.

    De kantelfase is bereikt, het oude systeem kiepert om.43

    De nieuwe beweging waar het in dit hoofdstuk over gaat is in de woorden van Jan Rotmans de radicale vernieuwing van

    onderop. Maar ook veranderingen in de omgeving spelen mee en dragen bij aan de beweging, zoals we ook verderop in

    dit hoofdstuk zullen zien.

    38 Joost Beunderman, onderzoeker co-auteur van Compendium for the civic economy genterviewd door Tim Sprenger op 30 januari 2014 via Skype 39 Ahrensbach e.a., Compendium civic economy, 1, 3 40 Ibidem 12. 41 Rotmans, Oog van de orkaan 42 Ibidem, 6 43 Rotmans, Oog van de orkaan, 11

  • 20

    Een nieuwe Zeitgeist Laten we kijken of we met behulp van deze drie theorien de nieuwe Zeitgeist beter kunnen duiden. Dit doen we aan de

    hand van een aantal simpele vragen:

    - Wat is precies de verandering die plaatsvindt? Wat is er anders of nieuw? - Wat is de oorzaak van deze transitie? Kunnen we daar al iets over zeggen? - Waar vindt deze beweging plaats? - Wanneer is deze beweging begonnen? En over welk tijdsbestek vindt deze verandering plaats? - Wie merkt er iets van de transitie, welke mensen doen mee, wie organiseert de beweging?

    Wat? Wat is precies de verandering die plaatsvindt? Wat is er anders of nieuw?

    De voorbeelden uit de inleiding van dit hoofdstuk laten allemaal verschillende fragmenten en uitingen zien van deze nieuwe

    beweging. Maar waar het in de kern om lijkt te gaan is het menselijk maken van de maatschappij, om het herstellen van

    verbroken verbindingen. 44 Jan Rotmans geeft hiervan een duidelijke illustratie bij het beschrijven van het falende zorgsys-

    teem: Het begint bij mensen zelf: verbroken verbindingen tussen lichaam een geest, tussen mensen onderling en tussen

    mensen en hun leefomgeving. We beseffen te weinig het belang hiervan. () De mens is als het ware uit het zorgsysteem

    gedrukt.45 Hij geeft hiermee aan dat de systemen die we hebben gemaakt, om goedkoper, sneller en efficinter te werken

    met een zekere prijs zijn gekomen: belangrijke waarden zoals vertrouwen en kwaliteit zijn uit het systeem geslopen en

    daarmee raken we als mens vervreemd van deze systemen.46

    De beweging die we nu zien lijkt een reactie te zijn op deze vervreemding. Dit uit zich in het ontstaan van talloze nieuwe

    initiatieven, collectieven en samenwerkingsverbanden. Op het gebied van zorg, energie, de bouw- en woningmarkt en de

    voedselindustrie. Voorbeelden hiervan zijn al even genoemd in de inleiding van dit hoofdstuk. Maar andere projecten in

    Nederland die deze beweging goed illustreren zijn Buurtzorg47, TexelEnergie48 en The Beach49.

    De projecten komen weer vanuit mensen zelf, van onderop zogezegd, en niet meer uitsluitend vanuit overheden, organisa-

    ties of bedrijven. Nieuwe projecten worden gestart door en in de buurt zelf. En projecten die wel van boven komen, probe-

    ren steeds dichter te komen tot wie ze willen bereiken. Ze proberen de mensen te betrekken in wat ze willen bereiken, in

    plaats van dat het project zomaar wordt uitgevoerd.50 Dit wordt ook helder beschreven in Compendium for the civic eco-

    nomy:

    This is a trend that goes beyond traditional divides between public, private and third sectors; an attitude that questions all

    aspects of supply chains and makes them more equitable; an approach that enables citizens to be co-producers and inves-

    tors instead of just consumers; an opportunity to unlock and share the resources we have more effectively. 51

    44 Ibidem, 202 45 Rotmans, Oog van de orkaan, 36 46 Ibidem, 35 47 Ibidem,42 48 Ibidem,156 49 The Beach, welcome @ the beach http://www.thebeach.nu/, geraadpleegd op 19 mei 2014 50 Rotmans, Oog van de orkaan, 21 51 Ahrensbach e.a., Compendium civic economy, 12

  • 21

    Hoe dit zich uit is heel divers. Het is immers plaatsspecifiek wat er gebeurd, wat betekent dat elk project uniek is, en toch

    onderdeel is van dezelfde beweging. Maar het gaat over het leggen van verbindingen. Met de plek en de mensen en de

    activiteit waar het over gaat.52

    Dit alles gebeurt op een zo duurzaam mogelijke manier. Maar niet alleen fysiek duurzaam, ook sociale duurzaamheid staat

    hoog op de agenda. Michiel Schwarz geeft aan dat Het sustainisme gaat [over] zowel sociale duurzaamheid als ecologische

    duurzaamheid. De beste oplossingen in de toekomst zullen waarschijnlijk een combinatie van beiden bevatten.

    Wat er precies gaande is in de maatschappij wordt door de verschillende theorien verschillend benoemd en benaderd.

    Rotmans beschrijft de nieuwe Zeitgeist bijvoorbeeld heel abstract en wetenschappelijk: Vanuit de complexe systeemkunde

    () definiren wij een transitie als een fundamentele verandering in de structuur, cultuur en werkwijze van een maatschap-

    pelijk systeem.53 Het gaat daarbij om instituten en systemen die niet meer functioneren en bewegingen van verschillende

    kanten die daar invloed op uitoefenen.54 In zijn boek zet hij heel zorgvuldig uiteen welke processen een rol spelen bij deze

    transities en ook beschrijft hij of en hoe deze te benvloeden zijn.55 Het feit dat dit processen zijn die voor een deel

    onvermijdelijk en niet te sturen zijn, kan voor sommige mensen een geruststelling zijn. Voor anderen is het wellicht juist

    beangstigend. Rotmans geeft echter aan dat ook dit hoort bij het proces waar de maatschappij zich momenteel in bevindt.

    Tegelijkertijd beschrijft hij ook dat de huidige crisis waaruit deze beweging voortkomt een waardencrisis is: De oude waar-

    den zoals op korte termijn economisch rendement, efficiency en groei, hebben de systeemcrisis veroorzaakt. Nieuwe waar-

    den zijn op lange termijn maatschappelijk rendement, kwaliteit, vertrouwen en welzijn.56

    Dit sluit goed aan bij het sustainisme, waarbij de nieuwe Zeitgeist wordt gezien als een nieuwe cultuurstroming, in de breed-

    ste zin van het woord, waarin dus ook nieuwe waarden centraal staan (zoals delen, lokaal, verbinding en proportionaliteit): 57

    The worldwide movement towards more ecologically and socially responsible lifestyles amounts to a cultural movement.

    () It reflects a transition in culture. And by culture we mean the ideas and values we live by as well as our collective

    perceptions. () It can rightly be called a paradigm shift, or a transition from one coherent set of cultural values, ideas, and

    principles to another.58 Dus hoewel de beweging zich onder andere kenmerkt door nieuwe netwerken en initiatieven van

    burgers en bedrijven, geven Rotmans en Schwarz hier aan dat het daaronder gaat om een verschuiving van waarden.

    Waarom? Wat is de oorzaak van deze transitie? Kunnen we daar al iets over zeggen?

    Over time, and despite our collective best intentions, the patchwork design of small procedures and systems have created

    a tightly bound mass of regulation, methods, myths and expectations which is frustrating creative citizenship. We have lost

    all sense of what [effect] continually making small changes might have on the system as a whole and how it influences hu-

    man behaviour. We keep making small changes, when in fact we need to go back to the drawing board and start again.59

    52 Schwarz en Krabbendam, Design Guide ,38 53 Rotmans, Oog van de orkaan, 236 54 Ibidem, 12 55 Ibidem, 10-16, 235-265 56 Ibidem, 21 57 Schwarz en Krabbendam, Design Guide, 27 58 Schwarz en Krabbendam, Design Guide, 15 59 Tessy Britton, Do our local systems need a complete overhaul to enable Open and Creative Citizenship? (versie 13 oktober 2013) https://medium.com/field-

    notes/a218cbbeace1, geraadpleegd 10 april 2014

  • 22

    Hoewel de verschillende deskundigen het soms net iets anders verwoorden, of het accent net een beetje verschuiven,

    geven ze allemaal een duidelijke oorzaak aan van de huidige transitie die gaande is: het systeem dat we hebben gemaakt

    werkt niet meer. En niet n systeem, maar alle systemen. Het economische systeem, het energiesysteem, het voedselsys-

    teem, de natuur en ga zo nog maar even door (zorg, onderwijs, huizen, etc.) En dat maakt het zo complex.60

    Wat het nog complexer maakt is dat de huidige situatie onhoudbaar is: de grondstoffen raken uiteindelijk gewoon op als we

    doorgaan zoals we nu leven. Vandaar dat er in bijna alle genoemde systemen momenteel een crisis gaande is.61 Tegelijker-

    tijd lijkt het onmogelijk om een oplossing vinden voor al deze problemen. Dat geeft behoorlijk wat spanning en die is ook

    voelbaar in de samenleving. Tegelijkertijd zet deze spanning mensen wel in beweging.62 Een van de oorzaken die Jan Rot-

    mans noemt voor de huidige transitie is dan ook burgerlijke ongehoorzaamheid:

    Decentrale initiatieven zijn ook een vorm van verzet. Verzet tegen de centrale overheid met haar falende duurzaamheidbe-

    leid. Ooit was Nederland koploper op het beleidsterrein van milieu en duurzaamheid. Maar de stap van concept naar

    uitvoering bleek lastig, door de stroperige bureaucratie, het eeuwige polderen en de grote invloed van multinationals. Met

    als gevolg dat Nederland nu achter loopt in Europa met duurzaamheidbeleid. Nederland bungelt bijna onderaan in alle

    Europese lijstjes op de gebieden duurzame energie, bodemkwaliteit, luchtkwaliteit en kwaliteit van het oppervlaktewater.

    Deze stilstand ergert mensen steeds meer. Dan ontstaat al snel de houding: we gaan het zelf wel doen. Deze opstandig-

    heid kan zelfs neigen naar burgerlijke ongehoorzaamheid. 63 Mensen zijn dus ontevreden met de huidige gang van zaken

    en komen daardoor in beweging. Ze gaan het zelf wel doen als de overheid problemen niet wil aanpakken.

    Ook de civic economy benoemt het falen van functioneren van de/alle instituten als een oorzaak van de beweging die we nu

    zien (bijvoorbeeld de energie- of de huizenmarkt): () from the banks and their regulators to unconvincing political re-

    sponses to the financial and environmental crises, from ossified interests in (for example) the energy sector to stagnant

    innovation in how we build our homes. 64

    Er is dus behoefte aan nieuwe instituten, die de nieuwe (hierboven al beschreven) waarden meer vertegenwoordigen: open,

    lokaal, duurzaam, verbonden.

    Andere factoren die Jan Rotmans aanwijst als oorzaak voor de transitie, maar die tegelijkertijd de transitie ook mogelijk

    maken, zijn:

    - de glocalisering: mensen zoeken weer verbinding met de lokale cultuur en omgeving als tegenhanger van de globalisering

    - het einde van het hyperindividualisme: mensen zoeken elkaar weer meer op, gewoon omdat het handiger is en ze organiseren zich in groepsverband om bijvoorbeeld samen duurzame energie op te wekken.

    - de opkomst van IT-technologie: deze maakt het mogelijk dat mensen zich snel en effectief kunnen organiseren in gemeenschappen en slimme netwerken. Hierdoor kunnen ze gemakkelijk informatie en ervaringen uitwisselen met

    elkaar.

    - verzet tegen een type samenleving waarin een grote groep burgers zich niet meer herkent: door rationalisering, schaalvergroting, arbeidsdeling en informatisering voelen grote groepen mensen zich ervan vervreemd. Creatieve

    60 Rotmans, Oog van de orkaan, 20 61 Ibidem, 20. 62 Ibidem, 21 63 Ibidem, 206 64 Ahrensbach e.a., Compendium civic economy, 5

  • 23

    jongeren breken uit dit starre systeem. Zij voelen zich niet thuis bij de commercie van de markt, noch bij de

    bureaucratie van de staat. 65

    We zien dus dat de huidige crisissen veroorzaakt door falende systemen een gevoel van onrust veroorzaken bij mensen. En

    dat zij door een aantal andere externe ontwikkelingen zich makkelijk en efficint kunnen organiseren in groepsverband.

    Waar? Waar vindt deze beweging plaats?

    Volgens Rotmans vindt deze beweging niet alleen in Nederlands plaats, maar overal in Europa en ook daarbuiten. Neder-

    land behoort niet tot de koplopers in Europa, dat zijn Duitsland en Engeland. Met 7.500 coperaties en een groei van 50%

    over de laatste vijf jaar, is Nederland wel koploper van het peloton dat daarop volgt.66

    Wat al eerder is genoemd, maar wat in dit kader ook belangrijk is om nog een keer extra te vermelden is dat de nieuwe

    Zeitgeist zich vooral op lokaal gebied afspeelt, maar zich daarnaast over de hele wereld manifesteert: The civic economy is

    inherently local, but its scope is global. It is in this context that we should understand the practices, behaviours and business

    models of the initiatives described in this book - not just as having a tangible impact in their locality, but indicative of a glo-

    bal civic growth. 67

    Ook speelt deze beweging zich niet alleen af in steden, wat je misschien zou verwachten, maar ook in kleine dorpjes en

    minder dicht bebouwde gebieden. Joost Beunderman benadrukte dat nog eens extra:

    () is het een stedelijke beweging? Dat zou ik echt sterk willen ontkennen. Want in Engeland zie je bijvoorbeeld heel veel

    rurale, kleindorpsige initiatieven. Dus het is absoluut niet aan plek of soort van geografische conditie gebonden. Je ziet het

    in arm en rijk, je ziet het in etnisch en autochtoon, je ziet het in stad en land. Dus ik zou dat absoluut niet willen

    benadrukken.68

    Wanneer? Wanneer is deze beweging begonnen? En over welk tijdsbestek vindt deze verandering plaats?

    Het is moeilijk om aan te wijzen wanneer deze verandering in cultuur, deze nieuwe Zeitgeist precies begon. Volgens de

    schrijvers van Compendium for the civic economy since the 1990s at least, the outlines of a profound economic and cultural

    shift have been visible, and chronicled by a wide range of observers ().69

    Jan Rotmans geeft geen duidelijk startpunt aan van de transitie die hij benoemd. Wel beschrijft hij de explosie van lokale

    initiatieven van de afgelopen vijf jaar.70 Aangezien het boek geschreven is in 2012, kunnen we daaruit concluderen dat hij

    meent dat er al sinds 2007 iets aan de gang is, waarschijnlijk nog zelfs iets eerder. Onderstaande tabel ondersteunt dit

    verhaal met cijfers over de opkomst van coperaties in de verschillende sectoren in Nederland.

    65 Rotmans, Oog van de orkaan, 206 66 Ibidem, 24 67 Ahrensbach e.a., Compendium civic economy, 3 68 Joost Beunderman, onderzoeker co-auteur van Compendium for the civic economy genterviewd door Tim Sprenger op 30 januari 2014 via Skype 69 Ahrensbach e.a., Compendium civic economy, 13 70 Rotmans, Oog van de orkaan, 205

  • 24

    Hierin valt goed te zien dat er een enorme toename is in het aantal opgerichte coperaties vanaf de jaren 90 en een tweede

    piek is zichtbaar vanaf 2005.

    Wat daarnaast interessant is om te vermelden is dat zowel Jan Rotmans als ook de schrijvers van Compendium for the civic

    economy benadrukken dat het weliswaar een nieuwe beweging is, maar dat het tegelijkertijd niet helemaal nieuws is. In die

    zin dat de opkomst van burgercollectieven van alle tijden is en zeker in tijden van crisis zie je dat dit soort bewegingen

    ontstaan:

    De modernisering van Nederland (en van Europa) aan het eind van de 19e eeuw is een mooi voorbeeld van een kantelperi-

    ode. Het moderniseringsproces van toen had radicale gevolgen voor het onderwijs, kiesrecht, gezondheidszorg en de

    sociale opbouw van Nederland. Het fundament werd gelegd voor een nieuw type samenleving.71

    En: The civic economy has been part of the UKs economic landscape for a long time (). In the 19th century, it was a pow-

    erful force for good during the rapid changes of the Industrial Revolution, creating independent institutions and coalitions

    that improved peoples lives and made places more resilient. More than a century later, the civic economy is yet again in

    focus.72

    De vorm en de initiatieven zijn dus iets nieuws, maar de beweging zelf lijkt in een grotere golfbeweging te passen. Tine de

    Moor gaat zelfs nog iets verder. In haar oratie Homo Cooperans. Instituties voor collectieve actie en de solidaire samenle-

    71 Rotmans, Oog van de orkaan, 20 72 Ahrensbach e.a., Compendium civic economy, 13

    Tabel 1. Overzicht coperatie-oprichtingen 1719 - 2013. Bron: CO-OP Champions Database

  • 25

    ving, vergelijkt ze de huidige opkomst van burgercollectieven niet alleen met de vergelijkbare trend in de 19e eeuw, maar

    ook met de opkomst van de gilden in de Middeleeuwen.73 Maar zegt ze ook, het zou echter te kort door de bocht zijn te

    stellen dat de geschiedenis zich simpelweg herhaalt zo eenvoudig is het niet. Uit het bovenstaande verhaal valt al te con-

    cluderen dat er op zichzelf niets nieuws onder de zon is: het is in het licht van de zeer langetermijn geschiedenis gezien

    geen revolutie. Maar precies dat gegeven biedt de mogelijkheid om de huidige veranderingen beter te kaderen, te begrij-

    pen, om kansen en mogelijke problemen beter in te schatten.74

    We kunnen dus concluderen dat er wel degelijk een nieuwe beweging gaande is, vanaf wanneer, dat is niet precies duide-

    lijk, maar zeker sinds de jaren 90 lijkt er iets aan de hand te zijn. Met een sterke versnelling vanaf 2005. Daarnaast kunnen

    we deze beweging plaatsen in de grotere lijn van de geschiedenis. Er zijn vaker periodes geweest die zich kenmerken door

    de sterke opkomst van burgerinitiatieven. Deze nieuwe Zeitgeist lijkt daar weer een van te zijn.

    Wie? Wie merkt er iets van de transitie, welke mensen doen mee, wie organiseert de beweging?

    De transitie die we momenteel zien is volgens Rotmans een brede beweging, geen klassieke beweging met een duidelijke

    richting en een duidelijke leider, maar een pluriforme versie daarvan, met vele netwerken die ogenschijnlijk weinig samen-

    hang vertonen.75 Schwarz geeft precies ditzelfde aan. Hij zegt hierover: Het [sustainisme] is nu een wereldwijde beweging

    die zich heel erg lokaal manifesteert. De optelsom van alle lokaliteiten is de nieuwe beweging. Het is heel anders dan een

    beweging met een leider en een ding, die steeds groter wordt en dan heb je een wereldbeweging. Er is geen leider, met

    volgers en een manifest. Het is wel een wereldwijde beweging, maar geen wereldbeweging.76 Beide schrijvers geven dus

    aan dat deze beweging andere kenmerken vertoont dan vorige stromingen en wereldbewegingen. Het is weldegelijk een

    wereldwijde beweging, maar er is geen leider, geen kerngroep die voor de troepen vooruit loopt. De beweging organiseert

    zich blijkbaar door middel van losse netwerken die gezamenlijk een nieuwe beweging vormen.

    Ook Paul Hawkens benoemt deze beweging in zijn boek Blessed unrest. How the Largest Movement in the World Came into Being and Why No One Saw It Coming op dezelfde manier. Hij schrijft: This movement , however, doesnt fit the standard

    model. It is dispersed, inchoate, and fiercely independent. It has no manifesto, no doctrine, no overriding authority to check

    with. Its taking shape in schoolrooms, farms, jungles, villages, companies, deserts, fisheries, slums - and yes, even fancy New

    York hotels. 77 Het is dus een beweging die niet voldoet aan het standaardbeeld dat we hebben van bewegingen.

    Hoewel uit bovenstaande literatuur dus blijkt dat de beweging overal gaande is, lijkt het tegendeel tegelijkertijd ook aan de

    orde te zijn. Er zijn genoeg mensen die de transitie niet zien of geen weet hebben van de nieuwe initiatieven. Volgens Jan

    Rotmans klopt dit met het proces dat gaande is: Uit wetenschappelijk oogpunt blijkt dat een systeem op een kantelpunt zelf

    signalen afgeeft die echter lang niet door iedereen worden herkend. Het is vergelijkbaar met het oog van de orkaan: in het

    oog is het windstil en vaak onbewolkt, buiten het oog raast de storm. Afhankelijk van waar je staat, ervaar je de stilte of de

    storm. Veel mensen zien nog niet de storm die door de samenleving raast en staan als het ware in het oog van de orkaan.

    73 Tine de Moor, Homo Cooperans. Instituties voor collectieve actie en de solidaire samenleving (Utrecht, 2013) http://www.collective-

    action.info/sites/default/files/webmaster/_PUB_Homo-cooperans_NL.pdf, geraadpleegd 22 mei 2014, 12-15 74 Ibidem, 20 75 Rotmans, Oog van de orkaan, 26 76 Michiel Schwarz, co-auteur van Sustainism is the new modernism: a cultural manifesto for the sustainist era genterviewd door Tim Sprenger op 10 januari 2014 op

    de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. 77 Hawken, Blessed Unrest, 3

  • 26

    Het is een kwestie van tijd voordat ze het gaan inzien en ervaren. 78 Volgens hem is het dus een kwestie van geduld voordat

    meer mensen de grote beweging gaan zien die op dit moment gaande is.

    De vraag is dan natuurlijk hoe het uiteindelijk verder gaat lopen. Uiteindelijk zullen de verschillende stromingen en partijen

    in de samenleving met elkaar botsen en de vraag is wat er dan gaat gebeuren.79 Ook Michiel Schwarz onderkent dit pro-

    bleem. Sommige mensen zeggen wel tegen mij je bent naef, en t is allemaal leuk en aardig, maar is dat sustainisme niet

    een beetje wishful thinking? Want de grote bouwbedrijven en de overheid zullen nooit mee doen. Maar Heijmans werkt nu

    al samen met Daan Roosegaarde en DUS architecten heeft ook de grote industrie achter zich die fab-lab achtige construc-

    ties aan het bouwen is. Maar de vraag is ook bij de energie hoe het gaat lopen, zolang de oliemaatschappij nog het heft in

    handen heeft.

    Conclusie Wat zijn de verschillende stromingen?

    Als we kijken naar de verschillende invalshoeken die deze nieuwe Zeitgeist proberen te duiden zien we dat:

    - het sustainisme de huidige beweging vergelijkt met het modernisme van de vorige eeuw. We moeten het zien als de

    nieuwe grote cultuurstroming.

    - de civic economy de beweging meer benadert vanuit de initiatieven die vanuit de samenleving ontstaan en focust op

    de verschillende dwarsverbanden die worden doorbroken door de opkomende burgerbeweging.

    - Jan Rotmans een invalshoek op de revolutie die gaande is in de maatschappij heeft vanuit de transitiekunde. Hij be-

    noemt de verschillende processen die schuil gaan achter de transitie en geeft ook aan hoe deze te sturen is.

    Wat is de nieuwe Zeitgeist?

    In alle bewegingen die naast elkaar gaande zijn in de wereld hebben we in dit hoofdstuk gekeken naar een specifieke stro-

    ming. Mensen proberen er verschillende namen aan te geven (sustainisme, civic economy, of een kanteling van het sys-

    teem), maar ze zijn het er tegelijkertijd over eens dat ze eigenlijk dezelfde beweging beschrijven. Michiel Schwarz: Het zijn

    weldegelijk dezelfde bewegingen die men probeert te duiden, door er verschillende namen aan te geven.80

    De beweging wordt gekenmerkt door lokale initiatieven die door de verschillende sectoren in de maatschappij dwarsver-

    banden leggen. Het gaat om fysieke en sociale duurzaamheid en nieuwe waarden komen daarbij centraal te staan.

    De oorzaak van deze beweging lijkt te liggen in het falen van de verschillende institutionele systemen. Ondersteund door

    andere externe (technologische) ontwikkelingen, geven burgers en ondernemers uiting aan de frustraties die deze crisissen

    veroorzaken, door het zelf te doen.

    Het is lastig om aan te wijzen wanneer deze beweging precies is ontstaan. Als je kijkt naar het ontstaan van coperaties is er

    wel een enorme toename te zien vanaf 2004. Daarnaast blijkt dat men deze beweging in een grotere lijn kan zetten in de

    geschiedenis. Er zijn al eerder periodes geweest die zich kenmerkten door de opkomst van de burgerinitiatieven, zoals aan

    het begin van de 19e eeuw en ook de opkomst van de gilden in de Middeleeuwen.

    De beweging organiseert zich anders dan vorige wereldbewegingen. Er is geen leider, geen manifest, geen groot plan.

    Maar alle lokale initiatieven bij elkaar vormen wel degelijk een nieuwe netwerkstructuur. Daardoor is er wel degelijk sprake

    78 Rotmans, Oog van de orkaan, 20 79 Ibidem, 24 80 Michiel Schwarz, co-auteur van Sustainism is the new modernism: a cultural manifesto for the sustainist era genterviewd door Tim Sprenger op 10 januari 2014 op

    de Academie van Bouwkunst in Amsterdam.

  • 27

    van een globale ontwikkeling. Het is niet zo dat de beweging zich alleen in stedelijke gebieden manifesteert. Ook op het

    platteland ontstaan nieuwe collectieven.

    Voordat we kunnen kijken naar wat deze nieuwe Zeitgeist voor impact kan hebben op de museumsector, is het goed om

    eerst te kijken hoe de musea zelf tegen de toekomst aankijken. Daarover gaat het volgende hoofdstuk.

  • 28

  • 29

    2. Toekomstvisies musea Nederland De maatschappij verandert continu en ook de positie van de kunst- en cultuursector in Nederland verandert daarmee tel-

    kens. De afgelopen jaren heeft deze sector het zwaar te verduren gehad en flinke bezuinigingen, discussies en kritiek moe-

    ten ondergaan.81 De sector heeft flink naar binnen moeten kijken om te zoeken naar een antwoord op de legitimeringsvraag

    die werd gesteld. Cultuur was opeens een linkse hobby en alleen voor rijke mensen.82 Erfgoedinstellingen worstelden net

    zo hard als andere culturele instellingen om een antwoord te kunnen formuleren op vragen die gesteld werden vanuit de

    maatschappij. 83

    Inmiddels lijkt de sector in rustiger vaarwater te zijn gekomen. De bezoekersaantallen van musea groeien en de positie van

    musea in Nederland lijkt weer veilig te zijn gesteld.84 Al strijden veel erfgoedinstellingen nog steeds om de subsidies en

    proberen zij zo goed en zo kwaad mogelijk hun hoofd boven water te houden. 85

    Het lijkt haast onmogelijk om in tijden van zon crisis te kijken naar de toekomst. De waan van de dag vraagt immers alle

    aandacht en als je als instelling in het heden bedreigd wordt om de deuren te moeten sluiten, dan is er simpelweg geen tijd

    en aandacht om na te denken over een toekomstvisie.

    Toch kan het soms juist goed zijn om in deze tijden van crisis en onrust een stap terug te nemen, je te orinteren op wat er

    gaande is en vanuit daar een nieuwe route uit te stippelen. En gelukkig zijn er ook verschillende partijen geweest die daar

    de afgelopen jaren wel de rust en ruimte voor wisten te vinden, zowel in binnen- als buitenland.

    Literatuuronderzoek leverde verschillende interessante bronnen op. Zo dacht Rutger Wolfson in 2007 al na over de rol die

    het (kunst)museum in de huidige samenleving kan vervullen. 86 Ook de recent georganiseerde tentoonstelling Museum

    Minutes en het daarbij behorende symposium laten zien dat de museumsector aan het zoeken is naar andere antwoorden

    op nieuwe vragen die worden gesteld.87 Ook zijn er twee onderzoekscommissies geweest die zich hebben gebogen over

    de vragen die het heden en de toekomst stellen aan de musea van Nederland.88

    Om echter een goede en scherpe analyse te kunnen maken is er voor gekozen om niet al deze toekomstvisies te onderzoe-

    ken, maar een paar toonaangevende stukken uit te zoeken en die met elkaar te vergelijken. In de veronderstelling zo meer

    81 Harmen Bockma, Advies over bezuinigingen van Raad voor Cultuur oogst kritiek (versie 2 mei 2011)

    http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/1883379/2011/05/02/Advies-over-bezuinigingen-van-Raad-voor-Cultuur-oogst-kritiek.dhtml,

    geraadpleegd 10 april 2014 82 Japke-D. Bouma, Weet jij nog een linkse hobby? (versie 24 november 2010) http://www.nrcnext.nl/blog/2010/11/24/weet-jij-nog-een-linkse-hobby/,

    geraadpleegd 10 april 2014 83 DSP-groep en de Nederlandse Museumvereniging, Meer dan waard. De maatschappelijke betekenis van musea. (Amsterdam, 2011)

    http://www.museumvereniging.nl/Portals/0/Meer%20dan%20waard.pdf, geraadpleegd 1 april 2014 84 Jet Bussemaker, Reactie op advies 'Ontgrenzen en verbinden' van de Raad voor cultuur (versie 31 januari 2013) http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-

    publicaties/toespraken/2013/01/31/reactie-op-advies-ontgrenzen-en-verbinden-van-de-raad-voor-cultuur.html, geraadpleegd 1 april 2014 85 Daan van Lent, Rijksmuseum Twente is wel van nationaal belang (versie 13 september 2012)

    http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2012/september/13/rijksmuseum-twenthe-is-wel-van-nationaal-belang-1150965, geraadpleegd 1 april 2014 86 Rutger Wolfson, Het museum als plek voor ideen. (Amsterdam: Valiz, 2007) 87 Jannet de Goede en Johan Idema, Museum Minutes (versie 4 maart 2013) https://www.cultuurmarketing.nl/wp-content/uploads/2013/03/Publicatie-Museum-

    Minutes-04-03-13.pdf, geraadpleegd op 19 september 2013 88 Asscher-Vonk, I, e.a., Musea voor morgen (versie 30 september 2012) http://www.museumvereniging.nl/Portals/0/museavoormorgen-17okt.pdf geraadpleegd op

    12 september 2013; Asscher-Vonk, I, e.a., Proeven van partnerschap (versie 4 oktober 2013) http://www.museumvereniging.nl/Portals/0/1-

    DeVereniging/Bestanden/rapport_proevenvanpartnerschap.pdf geraadpleegd op 20 januari 2014

  • 30

    te kunnen zeggen over wat er nu aan de hand is. Het zijn drie totaal verschillende stukken, die ieder op zich een andere

    manier van de toekomst benaderen representeren:

    - Agenda 2026. Toekomstverkenning voor de Nederlandse museumsector89

    Een stuk geschreven in 2010 door de Nederlandse Museumvereniging. Het is een omgevingsscan waarin zes belang-

    rijke trends worden benoemd (onder andere op demografisch, sociaal en economisch gebied) en het verwachtte ef-

    fect hiervan op de museumsector.

    o Om dit stuk in een breder kader te kunnen plaatsten komen ook de toekomstvisies geschreven door de Engelse en Amerikaanse museumverenigingen kort aan bod. Hierbij valt op dat de American Alliance of Museums redelijk

    dezelfde lijn volgt als de Nederlandse Museumvereniging. Ook hier worden zes belangrijke trends voor de toe-

    komst besproken en de manier waarop musea hierop kunnen inspelen. De Engelse Museums Association kiest

    echter een radicaal andere lijn: na een interne analyse kijken ze wat zij als sector kunnen bijdragen aan een betere

    toekomst.

    - Ontgrenzen en Verbinden90

    Dit is het meest recente advies van de Raad van Cultuur (2013). Hierin lijkt een aanzet te worden gegeven om een

    nieuwe weg in te slaan met de museumsector.

    - Het disruptieve museum91

    Een boek van Arnoud Odding, die door middel van een vijftiental interviews met diverse mensen uit de erfgoedsector

    een radicaal antwoord probeert te geven op de vraag naar het bestaansrecht van musea. Het boek onderzoekt wat het

    museum in de toekomst voor instelling is en hoe deze instelling relevant kan blijven voor de maatschappij.

    Na een korte beschrijving van bovenstaande visies volgt een analyse. Wie zegt wat, wie zegt wat niet? Wat zeggen ze nu

    eigenlijk? Kortom: we proberen meer grip te krijgen op de zaak. Daarbij zal ook gebruik worden gemaakt van gesprekken

    die zijn gehouden met belangrijke spelers uit het veld:

    - Max Meijer & Marieke Krabshuis. Mede-auteurs van Agenda 2026 van de Nederlandse Museumvereniging

    - Arnoud Odding. Directeur van Rijksmuseum Twente en auteur van Het disruptieve museum.

    - Rutger Wolfson. Directeur van Filmfestival Rotterdam en auteur van Het museum als plek voor ideen.

    - Stef Scholten. Directeur van UvA-Erfgoed.

    - Dick Rijken. Directeur STEIM en lector aan de Haagse Hogeschool. Dick Rijken was een van de genterviewden uit Het

    disruptieve museum.

    In de gesprekken waar een directe link was met een document (Max Meijer en Marieke Krabshuis, Arnoud Odding) stond de

    visie daaruit centraal. De achtergrond van de totstandkoming van het stuk werd besproken en ook de eventuele verande-

    ringen ten opzichte van het moment van uitkomen. Daarnaast stond bij alle gesprekken de toekomst en de veranderingen

    in de maatschappij centraal. Net als hoe de culturele sector daar wel of niet op reageert. Dit heeft voor verduidelijking en

    verdieping gezorgd van de verschillende standpunten die drie besproken stukken innemen. Waar dit mogelijk was is bij de

    analyse zo veel mogelijk geput uit de rijke gesprekken die gevoerd zijn.

    89 Siebe Weide e.a., Agenda 2026. Toekomstverkenning voor de Nederlandse museumsector (versie september 2010)

    http://www.museumvereniging.nl/Portals/0/Assets/Over%20de%20vereniging/Agenda%202026%20PDF%20def.pdf, geraadpleegd op 19 september 2013 90 Raad voor Cultuur, Ontgrenzen en verbinden. Naar een nieuw museaal bestel (versie 31 januari 2013)

    http://www.cultuur.nl/upload/documents/adviezen/Ontgrenzen-en-Verbinden-21032013.pdf, geraadpleegd op 19 september 2013 91 Odding, disruptieve museum

  • 31

    Agenda 2026. Toekomstverkenning voor de Nederlandse museumsector (2010). Nederlandse Museumvereniging De Nederlandse Museumvereniging heeft Agenda 2026 in 2010 geschreven om grip te krijgen op de toekomst. Het stuk is

    in eerste instantie geschreven als denkoefening voor intern gebruik, maar door de hoge bruikbaarheid die uit het document

    bleek is besloten het document extern te verspreiden en uit te zetten in het erfgoedveld. Dit hebben ze niet alleen gedaan

    door het document te verspreiden, maar ook door regiosessies te houden met museumdirecteuren en -medewerkers. Het

    document is bij verschillende instellingen gebruikt als inspiratiebron om hun eigen beleid uit te werken. 92

    Agenda 2026 bespreekt in totaal zes trends en de effecten daarvan op de erfgoedsector. Dit zijn demografische, economi-

    sche en sociale ontwikkelingen, geordend op voorspelbaarheid en relevantie voor de sector. Als belangrijkste trend voor de

    komende jaren wordt de groep babyboomers genoemd die binnenkort met pensioen gaan. Dit is een interessante doel-

    groep voor musea en instellingen kunnen hier zeker van profiteren als ze deze groep goed weten te bedienen. Andere

    trends die worden genoemd zijn groeiend internationaal cultuurtoerisme en de terugloop van subsidies bij de overheid.

    Daarnaast wordt de ontwikkeling van de Randstadmetropool als interessant beschouwd voor de erfgoedsector. Ook de

    gedigitaliseerde samenleving gaat de komende jaren een rol spelen. Als laatste trend wordt de groeiende invloed van de

    Europese Unie genoemd.

    Het beeld dat wordt geschetst in de conclusie van Agenda 2026 is diffuus. Aan de ene kant lijkt er een grote groei mogelijk

    te zijn voor de grote vooral Randstedelijke musea. Deze zouden in 2026 meer en meer betekenis hebben in de internatio-

    nale positionering van de regio, het land en zelfs Europa. 93 Voor de kleine musea geldt echter een heel ander verhaal. Deze

    groep musea wordt waarschijnlijk uitgedund en de toekomst vraagt van hen veel zelfinzicht, doorzettingsvermogen en

    creativiteit. En ook voor de middelgrote musea geldt dat er tijden van ingrijpende veranderingen aankomen: In dit segment

    zijn [in 2026] functies veranderd, fusies aangegaan en musea gesloten. In aantal zal dit segment afnemen, in betekenis

    toenemen.94

    De verschillende stappen die gezet zijn om te komen tot de zes trends worden duidelijk beschreven. Via deskresearch is

    een eerste selectie gemaakt in trends en ontwikkelingen in de samenleving. In brainstormsessies met mensen uit de erf-

    goedsector is deze selectie getoetst en aangescherpt, waardoor de trends konden worden ingedeeld in vier categorien op

    basis van relevantie en voorspelbaarheid. De uitkomst van de brainstormsessie is vervolgens getoetst door deskundigen om

    zodoende tot de definitieve indeling te kunnen komen.

    Trendwatch 2014 (2014). Verenigde Staten: American Alliance of Museums Trendwatch is een jaarlijkse uitgave van Center for the Future of Museums (een initiatief van de American Associations of

    Museums). Elke week geven zij een nieuwsbrief uit met daarin artikelen, trends en ontwikkelingen die relevant kunnen zijn

    voor de erfgoedsector. In Trendwatch geven ze een samenvatting en analyse van wat het afgelopen jaar de revue is gepas-

    seerd.95

    92 Max Meijer en Marieke Krabshuis, co-auteurs van Agenda 2026 van de Nederlandse Museumvereniging, genterviewd door Tim Sprenger op 15 april 2014 op het

    kantoor van de Nederlandse Museumvereniging in Amsterdam. 93 Siebe Weide e.a., Agenda 2026. Toekomstverkenning voor de Nederlandse museumsector (versie september 2010)

    http://www.museumvereniging.nl/Portals/0/Assets/Over%20de%20vereniging/Agenda%202026%20PDF%20def.pdf, geraadpleegd op 19 september 2013 94 Ibidem 95 American Alliance of Museums Trendwatch 2014 (versie 2014) http://www.aam-us.org/docs/default-source/center-for-the-future-of-

    museums/2014_trendswatch_lores-with-tracking-chip.pdf?sfvrsn=0, geraadpleegd op 2 april 2014

  • 32

    De trends en ontwikkelingen die in Trendwatch 2014 worden genoemd zijn ook van demografische, economische en soci-

    ale aard. Daarnaast lijkt er iets meer aandacht te zijn voor technische ontwikkelingen. Belangrijke trends die genoemd wor-

    den zijn de opkomst van maatschappelijke ondernemers, de ontwikkeling van multizintuigelijke ervaringen, de exponentile

    groei van data en de bijbehorende privacyvragen, de opkomst van de deeleconomie en robots. De trends zijn verder niet

    op enige manier (voorspelbaarheid, belangrijkheid, etc.) gerangschikt.

    Per trend worden de effecten besproken voor de maatschappij en voor musea. Daarnaast worden er suggesties gegeven

    hoe musea actief kunnen inspelen op deze ontwikkelingen. Een eindconclusie over de toekomst van de museale sector

    wordt echter niet gegeven.

    Museums 2020 (2012). Verenigd Koninkrijk: Museums Association Museums 2020 is een heel ander document dan de hierboven besproken stukken. In tegenstelling tot de vorige twee do-

    cumenten beschrijft het slechts minimaal de trends die in de omgeving te zien zijn. Wat ze wel doen is het lanceren van een

    toekomstplan voor het museum als instituut. Hoe ziet (de rol van) het museum er uit in 2020? Om hier antwoord op te geven

    behandelen ze verschillende lagen waarop het museum impact kan hebben: op individueel niveau, in gemeenschappen,

    voor de maatschappij en voor het milieu. Vervolgens beschrijven ze helder welke implicaties en implementaties dit tot ge-

    volg heeft.96

    Hoewel dit niet letterlijk wordt beschreven blijkt uit de literatuurlijst dat er uitvoerig onderzoek is gedaan om te komen tot

    het artikel, zowel door literatuuronderzoek als door het houden van interviews.

    Ontgrenzen en verbinden (2013). Raad van Cultuur In januari 2013 verscheen het advies Ontgrenzen en verbinden van de Raad van Cultuur. In dit advies pleit de raad voor een

    nieuw museaal bestel, waarbij samenwerkingsverbanden worden aangegaan tussen verschillende (interdisciplinaire) instel-

    lingen en waarbij over de grenzen van het (traditionele) museum wordt gekeken.97

    Het advies beschrijft een complete hervorming van de huidige indeling van musea: waar het nu individuele instellingen zijn,

    zijn het als het aan de Raad van Cultuur ligt vanaf 2017 verschillende ketens met kerninstellingen. Daarnaast wordt er de

    Kerncollectie Nederland benoemd: dat deel van de Collectie Nederland dat extra zorg en aandacht verdiendt. Dit alles

    wordt vastgelegd in een erfgoedwet, waarbij er ook ruimte is voor musea (in tegenstelling tot nu, waarbij alleen de archief-,

    bibliotheek- en monumentenzorg en archeologie wettelijk geregeld is). Het Rijk is verantwoordelijk voor de kwaliteitswaar-

    borging van dit nieuwe bestel.98

    In het advies worden verder de obstakels genoemd die er nu liggen. In dit lijstje staan zowel interne obstakels (aanwezig in

    de erfgoedsector zelf) als externe obstakels (veranderingen/trends in de samenleving). Maar ook de kansen en een visie op

    ontgrenzen en verbinden worden benoemd. Hierbij geven ze eigenlijk puntsgewijs weer hoe het museum en de Collectie

    Nederland in hun ogen in de toekomst relevant en toegankelijk kan blijven.

    96 Museums Association, Museums 2020 Discussion Paper (versie juli 2014) http://www.museumsassociation.org/download?id=806530, geraadpleegd 18 september

    2013 97 Raad voor Cultuur, Ontgrenzen en verbinden. Naar een nieuw museaal bestel (versie 31 januari 2013)

    http://www.cultuur.nl/upload/documents/adviezen/Ontgrenzen-en-Verbinden-21032013.pdf, geraadpleegd op 19 september 2013 98 Ibidem

  • 33

    Het disruptieve museum (2011). Arnoud Odding Dit boek is geschreven in opdracht van Stichting Doen. Zij wilden naar aanleiding van de subsidieaanvragen die zij ontvin-

    gen meer inzicht krijgen in de maatschappelijke vernieuwing van musea.99 Door middel van een vijftiental interviews heeft

    Arnoud Odding hier meer zicht op proberen te krijgen. Hierdoor leest het boek niet alleen als de visie van Odding, maar

    van veel meer betrokken en visionaire mensen werkzaam in de museumsector.

    Het disruptieve museum beschrijft veranderingen in het culturele landschap. Grote veranderingen. Er vinden verschuivingen

    plaats die vergeleken worden met aardbevingen. We (de culturele sector) moeten ons opnieuw orinteren op dit nieuwe

    landschap. De wereld zoals die was bestaat niet meer lijkt de boodschap te zijn.100

    Verschuivingen die Odding noemt zijn onder andere de grote bezuinigingen op cultuur in 2010, een veranderende hou-

    ding van musea ten opzichte van de samenleving en bezoekers, maar ook een verandering in de manier waarop we de

    wereld ervaren en waarderen. Het zijn dus niet alleen sociale, demografische en economische trends. Maar ook meer filoso-

    fische verschuivingen worden genoemd.

    In de tweede helft van zijn boek probeert Odding een radicaal nieuw antwoord te geven op de vraag naar het bestaans-

    recht van het museum. Volgens hem is dat het disruptieve museum. Het disruptieve museum is een netwerkmuseum, dat

    onderdeel is van een gemeenschap. Het kent geen leken, het kiest perspectieven, het heeft urgentie, het schept nieuwe

    waarden en het toont visie.101

    Bespreking In de vorige paragraaf hebben verschillende documenten de revue gepasseerd. Het vergelijken van deze documenten lijkt

    voor de hand te liggen en tegelijkertijd onmogelijk. Wordt het geen appels met peren vergelijken? De documenten zijn

    zeer verschillend van aard, qua vorm en ontstaansvorm. Is het wel mogelijk om hier een vergelijkende uitspraak over te

    doen?

    Maar zoals in de inleiding van dit hoofdstuk al is aangegeven gaat het bij dit onderzoek niet zozeer letterlijk om de verschil-

    lende documenten, als wel om het feit dat ze verschillende manieren representeren waarop je naar de toekomst kunt kijken.

    Laten we met die bril op eens zien wat we over de verschillende documenten kunnen zeggen.

    Agenda 2026 bespreekt verschillende trends die de komende jaren invloed zullen hebben op de museumsector. De ge-

    noemde trends en het verwachte effect op musea komen logisch en plausibel over. De gekozen strategie om te komen tot

    deze keuzes is begrijpelijk. Het is een beproefde methode om op deze manier meer grip te krijgen op de toekomst: het in

    kaart brengen van de te verwachten trends en ontwikkelingen, gebaseerd op gegevens uit het heden.

    Maar wie goed leest vraagt zich misschien ook af wat de visie op de toekomst is van de Nederlandse Museumvereniging.

    Welke betekenis heeft het museum straks en wat is diens plek in de maatschappij? De genoemde trends lijken wel te vragen

    om deze duiding, maar de duiding zelf is in dit document niet terug te lezen.

    Trendwatch 2014 lijkt van hetzelfde laken en pak te zijn als Agenda 2026. Hoewel er andere trends worden beschreven en

    het stuk daardoor actueler overkomt, lijkt het ook hier zo dat de musea als instelling passief reageren op de trends: het

    instituut museum lijkt niet als zodanig te veranderen, de rol van het museum in de maatschappij blijft hetzelfde als dat deze 99 Odding, disruptieve museum, 7 100 Ibidem, 12 101 Ibidem, 5

  • 34

    de afgelopen jaren is geweest. Toch proef je in dit stuk meer van verandering dan bij Agenda 2026. Waar zit m dat in?

    Waarschijnlijk in het feit dat er concretere voorbeelden worden genoemd, waardoor je de verandering letterlijk meer voor

    je ziet.

    Een heel ander verhaal is het bij de Engelse Museums Association. Daar is er nauwelijks sprake van het beschrijven van

    trends, maar juist een interne analyse en uitkomst domineert het stuk. Ze lanceren in de introductie al een behoorlijk boute

    stelling: (.) every museum can do more to improve peoples lives and play a part in meeting societys needs.102 Maar ze

    realiseren zich ook terdege dat ze hiermee nogal wat vragen van de museumsector: () many museums are cautious about

    actively and explicitly contributing to the creation of a civil and civilised society. The challenge is to move on from a general-

    ised sense that a museum provides public benefit by merely existing, to identifying how it can best make a defined and

    explicit contribution.103

    Dit is heel anders dan we hebben gelezen bij Agenda 2026 of Trendwatch 2014. In dit document wordt nauwelijks aandacht

    besteed aan de omgeving, maar wel aan de rol die het museum kan (ja, bijna moet) vervullen in de maatschappij van de

    toekomst. Ze hanteren dus duidelijk een andere bril bij het kijken naar de toekomst. In het stuk zetten ze vooral uiteen hoe

    zij de toekomst graag zouden zien. Dat is beduidend anders dan de toekomst die je verwacht te zien, gebaseerd op gege-

    vens uit het heden.

    Dan de Raad van Cultuur. Met hun advies Ontgrenzen en verbinden geven ze een richting aan die de museumsector vol-

    gens hen in dient te gaan. Van een visie is dus zeker sprake. Ze pleiten voor de herinrichting van het museale bestel, de

    benoeming van een Kerncollectie Nederland en de invoering van een erfgoedwet. Er staat nogal wat op het wensenlijstje.

    Maar ze geven ook aan waarom dit volgens hen van belang is: het bevorderen van een vitale samenleving waarbij de ver-

    beeldingskracht van kunst en cultuur uit heden en verleden een prominente, verbindende rol speelt.104

    Dit stuk hanteert een middenweg tussen het benoemen van trends (intern en extern) en het poneren van een visie. Beiden

    worden benoemd, de visie lijkt hier uiteindelijk net iets belangrijker te zijn. Maar dat is niet zo gek gezien de aard van het

    document.

    Tot slot het boek Het disruptieve museum van Arnoud Odding. Ook hij bespreekt trends die hij ziet in de maatschappij.

    Maar deze zijn van een andere orde dan die in Agenda 2026 worden beschreven. Hij probeert grip te krijgen op de onder-

    stroom die niet altijd zichtbaar is maar wel vaak voelbaar. Het levert minder concrete trends op dan die uit Agenda 2026,

    maar ze zijn zeker niet minder waar. De grote herkenbaarheid van de benoemde trends die blijkt uit de interviews geeft dit

    wel aan.

    Naast het bespreken van trends geeft Het disruptieve museum een hele duidelijke visie op de toekomst van het museum. Of

    op het museum van de toekomst. Het boek is bijna een stappenplan met punten waaraan deze nieuwe instelling moet

    voldoen. Want dat het een nieuwe, een andere instelling is dan het museum dat we nu kennen is wel duidelijk. Toch lijkt het

    niet zo simpel te zijn als een afvinklijstje. Want Odding benoemt ook dat het telkens zoeken is, zoeken naar waarde, zoeken

    naar betekenis. En dat zal voor elke instelling telkens anders zijn. Het vraagt dus een actieve houding in een veranderende

    maatschappij.105 102 Museums Association, Museums 2020 Discussion Paper (versie juli 2014) http://www.museumsassociation.org/download?id=806530, geraadpleegd 18

    september 2013 103 Ibidem 104 Raad voor Cultuur, Ontgrenzen en verbinden. Naar een nieuw museaal bestel (versie 31 januari 2013)

    http://www.cultuur.nl/upload/documents/adviezen/Ontgrenzen-en-Verbinden-21032013.pdf, geraadpleegd op 19 september 2013 105 Odding, Disruptieve museum, 178

  • 35

    Analyse Verschillende visies Wie goed naar de drie stukken kijkt ziet een duidelijk verschil. Het is een verschil in de bril die de schrijvers op hebben gezet

    bij het kijken naar de toekomst. De ene bril is niet beter dan de andere, maar het zijn wel andere brillen en het is goed om je

    daar bewust van te zijn.

    Michiel Schwartz zegt hierover het volgende: Als musea nadenken over hun rol in de maatschappij, maakt het veel uit of je

    de huidige situatie als gegeven neemt of dat ze veel meer denken in termen van nieuwe mogelijkheden die in kunnen gaan

    op veranderingen in de omgeving. Zoals Robert Musils het heeft over t