Muider Hardzeildagen

8
26

Transcript of Muider Hardzeildagen

Page 1: Muider Hardzeildagen

26

Page 2: Muider Hardzeildagen

SCHEEPSPROFIEL

In Muiden, bakermat van de Nederlandse charter- zeilvaart, worden als afsluiting van het vaarseizoen ieder

najaar de beruchte Muider Hardzeildagen gevaren. Ruim vijftig historische schepen streden dit jaar tegen

elkaar in een oudhollands zeegezicht. Nautique voer mee op klipper De Hoge Wier om te ondervinden dat er met een 115 jaar oud schip anno 2014 nog steeds op het

scherpst van de snede gevaren wordt.

TEKST EN FOTOGRAFIE HANNEKE BEERS

Muider Hardzeildagen 2014

Oude liefde roest niet

27

Page 3: Muider Hardzeildagen

Gracieus glijdt De Hoge Wier in de mist over de rimpel-loze monding van de Vecht. Langs het bordes van de

Koninklijke, voorbij het romantische Muiderslot, langs het houten wrak van de Elisabeth Smit. In de mistflarden die zich om haar scheef hangende ra’s lijken vast te klampen doet ze sterk denken aan de Vliegende Hollander. Tijdens een storm in 2002 sloeg de eens zo heldhaf-tige mijnenveger – waarmee een aantal jaren succesvol gecharterd werd – lek, en ligt er sindsdien, met haar kielbalk in de modder, afgetakeld en zielloos bij.

Rooie GerritGelukkig is de meeste charterschepen van de bruine vloot een beter lot bescho-ren. ‘Oké jongens, hijs het grootzeil!’ roept Sacha Emmerik op het moment dat we het spookschip voorbijvaren. De schipper/eigenaar van “het vlaggenschip van Muiden” is een mooi voorbeeld van iemand met enorme liefde voor dit varende, historische erfgoed. En hij is niet de enige hier. Muiden vormt de ba-kermat van de Nederlandse charterzeil-vaart. De liefde voor oud staal hangt als een warme deken over het historische stadje heen. Het begrip “Bruine Vloot” is in Muiden ontstaan. Hier is het waar eind jaren zestig een groepje schippers van een aantal botters en kwakken voor het eerst op het idee kwam om beta-lende passagiers mee te nemen voor een dagje zeilen op het IJsselmeer. Dit bleek een gouden greep, want het

zeilen met historische schepen, waaron-der later ook tjalken en klippers, nam in de jaren daarop zo’n vlucht, dat steeds meer schippers overstapten van “een paar dagen betalende gasten meene-

men” tot een fulltime bestaan als char-terschipper. Al snel was de Bruine Vloot van Muiden een begrip in Nederland. In de loop der tijd ontstond tussen al die ruige charterschippers een gezonde rivaliteit. Vooral aan de bar van Ome Ko, het beruchtste schipperscafé van Nederland, gelegen aan de Groote Zee-sluis, kwamen er steeds grotere verhalen over welke boot het snelste was. ‘Tja, je kwam elkaar altijd tegen op het IJsselmeer en op die Waddenzee, we waren altijd maar aan ‘t hardzeilen tegen elkaar,’ vertelt Gerrit Portengen, alias “Rooie Gerrit”. Het icoon van de Muidense Bruine Vloot was 36 jaar ge-leden – toen nog gezegend met knalrood haar en baard – een van de initiatief-nemers van de Hardzeildagen. ‘Voor de wind voer je iemand voorbij terwijl je ‘m aan de wind niet voorbij ging, en steeds maar erover praten werd ook verve-lend. Dus toen zei ik: jongens, laten we één keer per jaar, als beroepsmatige schippers, tegen elkaar gaan zeilen. En daar zijn de Muider Hardzeildagen uit gegroeid.’ Rooie Gerrit heeft zijn bestuursfunctie inmiddels neergelegd, maar vaart met zijn tjalk de Jacobs-schelp nog altijd zeer fanatiek mee. Anno 2014 zijn zijn haren zilvergrijs en niet meer rood, de hardzeildagen qua deelnemende schepen misschien niet meer zo groot, maar legendarisch is de beruchte afsluiting van het chartersei-zoen nog steeds. En dat komt niet alleen door het zeilen...

Drifters, bloopers en blappers‘Val maar op z’n kont voordat hij gegijpt is!’ roept Sacha naar stuurman Luca. ‘Redden we dat?’ klinkt het ietwat aarzelend. ‘Ja, dat redden we,’ luidt het onverstoorbare repliek. ‘Ruimte!’ wordt er naar de 36 meter lange

LOUNGEKLIPPER DE HOGE WIERDe Hoge Wier, die in 1899 als Anna Cornelia gedoopt werd, dankt haar huidige naam aan de zand-plaat onder Ameland, en is een eerbetoon aan de stoutmoedige Adriaan, de 23 jarige Texelaar die vast geloofde in de toekomst van de snelle zeilende vrachtvaart. Hij liet het schip bouwen door een Groninger, Iep Mulder, die in de wijde omtrek grote faam genoot als bouwer van de mooiste en snelste schepen. Mulder bouwde voornamelijk grote zeeschepen, maar zo’n kleine klipper, daar wilde hij wel aan. Toen het vrachtschip klaar was, bleek het inderdaad een van de snelste klippers. Het zeilde in één tij van Texel naar Ameland. Precies voor de eb passeerde het de ondiepe zandplaat De Hoge Wier. Zelfs met weinig wind. Na spannende avonturen in beide wereldoorlogen en vele verbouwingen later is het schip nu in handen van Cleo en Sacha Emmerik, die het de afgelopen jaren een totale metamorfose hebben gegeven. Bovendeks oogt de klipper nog zeer origineel, maar be-nedendeks ziet het interieur eruit als een hippe lounge met strakke grijze banken, metallic kussens, een moderne bar en opengewerkte, industrieel aandoende wanden waar alle klinknagels zichtbaar zijn. Behalve dat het prachtige schip veel voor dagtochten en incentives wordt verhuurd, zeilt Sacha bijna alle klipperwedstrijden op het IJsselmeer en de Waddenzee. En niet zonder succes. Ook deze editie van de Muider Hardzeildagen werd door de De Hoge Wier in haar klasse weer gewonnen. Kijk voor meer informatie op www.muidenmaritiem.nl

Het Markermeer oogt als een oudhollands

zeegezicht van Van Ruisdael

Boven: Het houten wrak van de Elisabeth Smit bij het Muiderslot.

28

Page 4: Muider Hardzeildagen
Page 5: Muider Hardzeildagen

Aldebaran geroepen die schuin aan bakboord van ons richting boei koerst. Dat past nooit, denk ik als ik de luttele meters tussen onze bijligger en de ton inschat. Maar ik heb het mis, want Luca haalt aan het roer en prikt de 25 meter lange klipper alsof het een laser is koelbloedig tussen de veel grotere Aldebaran en de ton. ‘Kort gijpen…! En vast!’ Wow. Dit is wat je noemt scherp zeilen. ‘Zo, wat mij betreft kunnen we stoppen na zo’n manoeuvre.’ Tacticus Ad is tevreden. De ouwe rot in het vak, die al sinds de vijftiger jaren met platbo-dems in de weer is, grijnst. Hier gaat zijn zeemanshart sneller van kloppen. ‘Shit, dat was wel heel krap!’ Alhoewel hij koelbloedig stuurde vond stuurman Luca de loeistrakke manoeuvre zelf blijkbaar ook een tikkie enerverend. ‘Zo, goeie actie!’ Sacha verblikt of verbloost niet. ‘Nu op jacht naar de Vrienden-trouw.’ De Hoge Wier is vanmorgen, met een gemengd gezelschap aan boord, de haven uitgevaren. Het grootste deel vaste bemanning, die al jaren met de wedstrijden meevaren, en die belang-rijke taken als sturen, tactiek, mastlie-ren en het voordek voor hun rekening

manoeuvres lijkt iedereen te weten wat er gedaan moet worden. De start ging anders dan anders. Er wordt tijdens de Hardzeildagen niet strak op het startschot gestart, maar per klasse is hier sprake van een “startraam” van 15 minuten waar binnen gestart moet worden. Eerst starten de botters, kwakken en visserij staal tot 14 meter, dan de kleine en middelgrote tjalken, vervolgens de grote tjalken, skûtsjes/westlanders en visserij staal boven 14 meter, en als laatste de klippers. Per schip worden de starttijden genoteerd. Deze manier van starten wordt gehan-teerd omdat de schepen behoorlijk in lengte en snelheid van elkaar verschillen en om ongelukken te voorkomen. Het varend erfgoed wordt hiermee zoveel mogelijk intact gehouden. Er wordt niet met handicap gevaren, het is gewoon recht toe, recht aan hardzeilen. Daarbij mag iedereen zelf weten met hoeveel zeil er gevaren wordt. Dus de 255 vierkante meter halfwinder van De Hoge Wier is geen enkel punt. Er zijn meer schepen die zo’n enorme halfwinder voeren. Dus groot en veel zeil mag wel, maar wat volgens de wedstrijdcommissie

nemen. En dan is er nog een groepje nieuwe opstappers, die nog niet eerder op dit schip meevoer. Maar die worden wonderbaarlijk snel ingewerkt door de oudgedienden. Al na een paar overstag-

We ronden alle boeien met max. 10 centimeter ruimte

Onder: Stuurman Luca van De Hoge Wier.

30

Page 6: Muider Hardzeildagen

absoluut not done is, is ‘gebruik maken van felgekleurde bijlappen, spinakers, drifters, bloopers en blappers,’ wat die laatste ook moge zijn. ‘Want deze zeilen horen nu eenmaal niet bij historische zeilschepen.’

De snelste klipper van NederlandZeventien keer deed De Hoge Wier aan de Hardzeildagen mee, en niet minder dan zeventien keer werden de wedstrij-den – in haar klasse – ook gewonnen. Dus de druk om ook deze achttiende keer te winnen is groot. ‘Waar haal jij je uitdaging eigenlijk nog uit?’ vraagt een van de gasten aan Sacha. ‘Vind je dit nog leuk?’ ‘Ja hoor, winnen is toch leuk?’ Die overwinning lonkt ook dit jaar weer, dus wordt er aan boord keihard gewerkt en slimme tactische beslissingen geno-men. Zo besluiten ze om zo laat moge-lijk te starten, aangezien er voorspeld is dat de wind pas later op de dag zal aan-trekken, en dan is iedere minuut meer wind pure winst. Het zuidelijke briesje behelst niet meer dan een knoop of ze-ven. Slechts een paar seconden voordat de 15 minuten van het startraam voorbij zijn, vaart De Hoge Wier uiterst relaxed

Don’t you worry ‘bout a thingInmiddels lukt het de oktoberzon om voorzichtig door de nevel heen te bre-ken, en het volgende moment oogt het Markermeer door de historische botters, tjalken en klippers aan de horizon als een oudhollands zeegezicht van Van Ruisdael. Vooral de houten visserman-botters met hun donkerbruine katoenen zeilen zien er prachtig uit. Hier geen elektrische grootzeillieren met Dynee-ma-schoten, maar zonder poespas, op de hand. Zo ook de Huizer Botters, het enige authentieke overblijfsel van het rijke Zuiderzeeverleden van de vis-sersplaats Huizen. Door de Stichting de Huizer Botters worden ze met een ongelofelijke hoeveelheid tijd en liefde in de vaart gehouden. Een genot om ze onder vol tuig voorbij te zien varen. ‘Fok omhoog, kom op!’ Ondertussen is De Hoge Wier zeer succesvol bezig met de inhaalslag. Ook de Nieuwe Zorg is inmiddels ingehaald. Tijdens een “lang lunchrakje” verschijnen er heerlijke zalmsandwiches aan dek. ‘Heb je nog melk, Sacha?’ ‘Nee, melk is voor kalfjes.’ Dus wordt er thee en sap geschonken, terwijl we ondertussen de Sport K-boei met hoogstens tien centimeter ruimte ronden. ‘Wat denk je, Hanneke? Welke postbestelling kon daar nog tussen, een briefkaartje?’ Tacticus Ad glundert opnieuw. Ik ben onder de indruk van de super-relaxte, maar ondertussen zeer fanatieke wijze waarop er met deze klipper gevaren wordt. Ze maken er een sport van om alle boeien met maximaal tien centimeter ruimte te ronden. ‘Hey jongens, is de volgende boei al

en vol zelfvertrouwen als laatste over de startlijn, die vlak onder Pampus ligt. ‘We durven dit te doen omdat we de grootste bootsnelheid hebben.’ De in 1909 gebouwde klipper Ver-wondering halen we op weg naar onze eerste boei in, de laatste ton van de vaargeul richting Buiten-IJ. Maar dan volgt er een tegenslag, want net als wij de vaargeul willen kruisen koerst een vrachtschip hard op ons af. Stuurman Luca houdt de tanker nauwlettend in de gaten. Ten opzichte van de wal ligt hij nagenoeg stil, maar om geen risico te nemen moeten we enorm afvallen om achter hem langs te steken. Jammer, dat kost zoveel tijd dat de Verwondering weer voor ons ligt. Dan begint de inhaalslag. Die gaat van een leien dakje. Niet alleen wordt er ontzettend goed gevaren en loopt de bediening van de zeilen op rolletjes, het is ook te merken dat dit schip de naam heeft de snelste klipper van Nederland te zijn. De 115 jaar oude klipper komt na een overstag ongelofelijk snel op gang. En wat verassend is: de grootschoot wordt niet alleen elektrisch bediend, maar is ook nog ’ns van het hypermo-derne Dyneema gemaakt, een superster-ke kunststofvezel. ‘Hier varen we al een aantal jaar mee,’ vertelt Sacha, terwijl hij met een druk op de knop het grootzeil naar binnen haalt. ‘Het werkt super. Bij windvlagen kunnen we het grootzeil heel snel even laten vieren, en we halen ‘m ook supersnel weer binnen. Dat scheelt een hoop tijd en snelheid.’ Oké jongens, waterzeil eraf. Kluiver erbij, Peter! En hou die halfwinder vol!’

Boven: De bedie-ning van de zeilen loopt op rolletjes.

Page 7: Muider Hardzeildagen

in zicht?’ vraagt stuurman Luca, turend over de horizon. Sacha pakt de verre-kijker erbij om de boei te spotten. Door de klassen die eerder gestart zijn wordt het zicht erop ietwat bemoeilijkt. ‘Wow. Die windshift daar is gigantisch! Ze zitten daar onwijs te knoeien! Hou ‘m maar lekker hoog!’ Sacha ruikt zijn kans. ‘Iedereen die niets te doen heeft: naar lij toe!’ roept hij, met de geur van overwin-ning in zijn neus. ‘Eh, en daar hoor ik zelf ook bij toch?’ grijnst hij, terwijl hij bij de rest van de bemanning aan lij gaat zitten. Doordat wij zo hoog sturen heb-ben we geen last van de windshifts die de andere schepen teisteren, en zeilen we na de boei in één slag richting finishlijn. We hebben alle klippers ingehaald. In de buurt van Pampus klinkt plotseling het Wilhelmus uit de speakers, en op het moment dat we de finish passeren staan we allemaal in de houding in de richting

van het finishschip. Hilariteit alom. Vervolgens is het tijd voor een feestje, en klinkt er Bob Marley’s ‘Don’t you worry ‘bout a thing’ over het dek. ‘Nou jongens, laat de pretsigaretten maar doorkomen, haha!’ roept een van de bemanningsleden, terwijl achter ons een enorme zwerm aalscholvers laag over het water vliegt. Ondertussen is de rest van het veld volop aan het kruisen, want na onze finish draait de wind. Twintig minuten later is nog niemand gefinisht. ‘Ha, voordat zij binnen zijn, zijn wij al-

lang dronken!’ Ruim een half uur na ons finisht nummer twee. Sacha is tevreden. Behalve dat de weergoden ons zeer gunstig gestemd waren heeft ook zijn bemanning zich weer van hun beste kant laten zien. Morgen is er nog een dag, maar die achttiende overwinning is weer een stuk dichterbij gekomen. Dan houden de weergoden het voor gezien. Ineens verdwijnt de zon en is het grijs en koud najaarsweer. ‘Oef, ik zou wel zin hebben in een pikketanus-sie, die gaat er altijd in!’ zegt een van de vrouwen. En ze wordt op haar wenken bediend, want even later komt oudge-diende Bert naar boven met een blad Schipperbitter. Die er inderdaad bij iedereen vlot ingaat.Met de Jordaanwals van Johnny Jor-daan als sfeermaker op de achtergrond, zeilen we onder vol tuig de haven van Muiden binnen. Alsof het een dinghy

‘Ik zou wel zin hebben in een pikketanussie’

Rechts:Bert (links) klinkt met schipper Sa-cha (rechts) op de over-winninging.

32

Page 8: Muider Hardzeildagen

is wordt de 25 meter langer klipper koelbloedig en in alle rust weer langs het spookschip gestuurd, langs het Mui-derslot en de Koninklijke. We passeren de tientallen tjalken, skûtsjes, visserman- aken en botters, waarop iedereen gezellig aan de borrel zit. Pas een paar meter voor de Groote Zeesluis gaat het zeil naar beneden. Als we even later hebben afgemeerd genieten we met de hele be-manning met een biertje aan dek na van deze prachtige dag, en leggen we met een stevige schippersmaaltijd in de hippe lounge benedendeks een goede bodem voor het feest die avond in de historische kazerne. De band draait al warm, dus we moeten opschieten. Want de Muider Hardzeildagen zouden de Muider Hard-zeildagen niet zijn zonder de beruchte feesten tot vroeg in de morgen. Want feesten kunnen ze, die bruine jongens. Dat blijkt ook dit keer weer…

33