Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

24
@meestergijs SirPalsrok much, many, (a) little/few veel, weinig, een beetje/paar

Transcript of Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

Page 1: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

@meestergijsSirPalsrok

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Page 2: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Als je het hebt over veel van iets, dan gebruik je:

a lot oflots ofloads of

voorbeelden

He has a lot of homework to do.She has lots of friends abroud.

Page 3: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Als je het tijdens formeel taalgebruik of wanneer je schrijft, hebt over veel, gebruik je niet a lot of maar:

muchmany

voorbeelden

He hasn’t got much homework to do.Does she have many friends abroad?

Page 4: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Als je vraagt naar hoeveelheden/veel of als je het gebruikt in een ontkennende zin, gebruik je:

many / much

voorbeelden

Does he have much homework? He doesn’t have much todo.Have you seen many James Bond movies? No, not thatmany.

Om te weten welke van de twee je kiest, kijk je naar het zelfstandig naamwoord. (zie volgende drie dia’s)

Page 5: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

My brother doesn’t eat many apples.

Did you see how many rings she was wearing?

How many balls are there?

Page 6: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

How many people were there?

Page 7: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

How much coffee did he drink?

There wasn’t much snow left.

How much luggage did she bring?

Page 8: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Wat de linker rij zelfstandige naamwoorden (nouns) gemeen hebben is dat je ze kunt tellen. Ze hebben dus een enkelvoud én een meervoud. Dat geldt niet voor de rechter rij.

many apples much snowmany balls much coffeemany rings much luggage

Page 9: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

many apples much snowmany balls much coffeemany rings much luggage

Het rechter rijtje betreft zelfstandige naamwoorden die ontelbaar zijn. Ze hebben geen enkelvoud en meervoud.

Voor nog meer voorbeelden zie volgende dia..

Page 10: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

many apples much snowmany balls much coffeemany rings much luggage

Als het zelfstandig naamwoord een enkelvoud en een meervoud kent, dan gebruik je many als je het hebt over veel.

Kun je ze niet tellen, dan gebruik je much als je het hebt over veel.Voor nog meer voorbeelden van uncountable nouns zie volgende dia..

!

!

Page 11: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Een aantal bekende uncountable nouns zijn:

adviceairbuttercoffeeeducationelectricityfoodfurnituregoldgrass

homeworkinformationknowledgeliteratureloveluckluggagemeatmilkmoney

musicnewsnoisepepperpowerrainsaltsnowspacespeed

sugarteatoothpasteweatherwinework

Page 12: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Do you have many exercises to do?Do you have much work to do?

No, I don’t have many exercises to do.No, I don’t have much work to do.

I have a lot of exercises to do.I have a lot of work to do.Bij positieve (+) zinnen gebruik je a lot of. Al zijn er een paar

uitzonderingen… (zie volgende dia)

Much en many betekenen allebei veel.

Je gebruik much en many alleen bij vragen (?) en ontkennende (-) zinnen.

(?)

(-)

(+)

De uitleg en regels van de voorbeelden staan eronder.

Page 13: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

My father has a lot of cousins in Belgium.That last Hunger Games book has been sold a lot of times.

There were too many cousins at that family dinner.There is so much work to be done.Very many books have been sold last year.

In bevestigende zinnen gebruik je altijd a lot of / lots of / loads of.

(+)

(+)

De uitzondering op de regel: much/many in bevestigende zinnen (+).

Behalve bij formeel schrijven of zo veel (so), te veel (too) of erg veel (very).

En much en many gebruik je alleen in vragen en ontkenningen, maar…

Page 14: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

De regel voor veel geldt ook bij weinig.

There are very few chairs left.Er zijn heel weinig stoelen over.

He has little money left.Hij heeft weinig geld over.

little en few betekenen dus allebei weinig zoals je ziet.few gebruik je bij telbare zelfstandige naamwoorden, little bij niet telbare zelfstandige naamwoorden..

De uitleg voor a few/few en a little/little volgt op de volgende 2 dia’s.

Page 15: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Verschil a few vs few?We gebruiken a few/few bij telbare zelfstandige naamwoorden.

Fortunately, I still have a few good grades on my report card.a few = positief (betekenis = een paar, een beetje)

I'm very sad, because I have few good grades on my report card.few = negatief (betekenis = weinig, bijna geen)

NIET LERENa few en few hebben onregelmatige vergrotende en overtreffende trappen.

a few – more – the mostfew – fewer – the fewest

Met dank aan speakspeak.com

Page 16: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Verschil a little vs little?We gebruiken a little/little bij niet-telbare zelfstandige naamwoorden.

Can I help you? I speak a little English.a little = positief (betekenis = iets/een beetje, maar niet veel)

I can't help you. I speak little English.little = negatief (betekenis = bijna geen, bijna niets)

NIET LEREN:a little en little hebben onregelmatige vergrotende en overtreffende trappen.

a little – more – the mostlittle – less – the least

Met dank aan speakspeak.com

Page 17: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

TelbaarDollar, chairs, apples, trees, questions, days, etc.

OntelbaarGrass, snow, energy, air, milk, money, salt, love, etc.

veel (?/-) many much

weinig few little

een paar / een beetje a few a little

A lot of = bevestigende zinnen (I have a lot of CDs and DVDs.)Much/many = vragen en ontkenningen (He hasn’t got many CDs or DVDs.)

Page 18: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Exercise 1: Match the uncountable nouns met de countable nouns in de tabel: Wine – furniture – electricity – travel – money – work –advice – information – music – luggage – scenery

euro money

song

suitcase

table

battery

bottle

report

tip

journey

job

view

Page 19: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Exercise 1: Match the uncountable nouns met de countable nouns in de tabel: Wine – furniture – electricity – travel – money – work –advice – information – music – luggage – scenery (ANSWERS)

euro money

song music

suitcase luggage

table furniture

battery electricity

bottle wine

report information

tip advice

journey travel

job work

view scenery

Page 20: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Exercise 2: Maak onderstaande oefening af.

1. We spent ____ money. (weinig)

2. Do you have____ friends? (weinig)

3. There wasn’t ____ traffic this morning. (veel)

4. There are ____ old buildings and just ___ churches. (veel – een paar)

5. The sun is shining, there isn’t ____ snow left. (veel)

6. I know London, I have been there ____times.(paar –veel)

7. You’d better run, you haven’t got ____ time left. (veel)

8. I’m staying ____ longer. (beetje)

9. He has ____ patience. (veel)

10. She’s lucky. She hasn’t got ___ problems. (veel)

Page 21: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

Exercise 2: Maak onderstaande oefening af. (ANSWERS)

1. We spent little money.

2. Do you have few friends?

3. There wasn’t much traffic this morning.

4. There are a lot of old buildings and just a few churches.

5. The sun is shining, there isn’t much snow left.

6. I know London, I have been there a few/a lot of times.

7. You’d better run, you haven’t got much time left.

8. I’m staying a little longer.

9. He has a lot of patience.

10. She’s lucky. She hasn’t got many problems.

Page 22: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

! ExerciseProbeer bij alle 7 varianten een passende zin te bedenken.

Page 23: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar

1) I have a lot of homework to do.

2) Does he have many fans in China?

3) We don’t have much homework for Monday.

4) I’ve invited few friends to come to my birthday party.

5) After the sun had shone, there was little snow left.

6) We borrowed a few books from the library for our research.

7) I can help you. I have a little money left.

Page 24: Much many (a) little/few - veel, weinig, een beetje/paar

@meestergijsSirPalsrok

much, many, (a) little/fewveel, weinig, een beetje/paar