Mt Dna 250503

36
 Stage over IVF, vrouwen en runderen. Stagebegeleiders: Petra de Vries, Vrouwenstudies Amâde M’charek, Wetenschapsdynamica Student: Grietje Keller studentnummer: 0063010

Transcript of Mt Dna 250503

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 1/36

Stage over IVF, vrouwen en runderen.

Stagebegeleiders:

Petra de Vries, Vrouwenstudies

Amâde M’charek, Wetenschapsdynamica

Student:

Grietje Keller

studentnummer: 0063010

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 2/36

2

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 3/36

1. Inleiding 3

2. De eicel, het zaad, de bevruchting en het embryo. Praktijken van IVF. 6

3. Goede en slechte ei-, zaadcellen en embryo’s. 10

4. Tijd 13

5. Succespercentages 15

6. Risico’s 17

7. Conclusie 23

Bibliografie 25

Glossary 26

3

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 4/36

1. Inleiding

Deze zomer kondigden de Italiaanse arts Antinori en een Amerikaanse collega aan dat ze

 binnenkort een mens zullen klonen. Er was veel verontwaardiging en naast de ethische

 bezwaren wezen artsen op het risico om op dit moment mensen te gaan klonen. De techniek

zou nog niet veilig genoeg zijn om bij mensen toe te passen. Dit voorjaar publiceerde de

Gezondheidsraad een rapport over humane celkerntransplantatie bij mutaties in het

mitochondriaal DNA, waarbij gebruik gemaakt wordt van kloneertechnieken. In deze

context werd er nauwelijks over risico's gesproken. Het is intrigrerend te zien hoe er in

verschillende contexten gedacht en geschreven wordt over risico’s bij IVF (In Vitro

Fertilisatie).

Bij IVF brengt een laborant een eicel en spermacellen bij elkaar in vitro, oftewel in een glazen

of plastic petrischaaltje. De eicel wordt dan bevrucht buiten het vrouwelijk lichaam en

wanneer het ontstane embryo teruggeplaatst wordt in een baarmoeder kan het een

zwangerschap tot gevolg hebben. Als student Vrouwenstudies heb ik bij de afdeling

Wetenschapsdynamica een onderzoek gedaan naar IVF in drie verschillende contexten:

1. Onvruchtbaarheid. Het gebruik van IVF bij vrouwen die onvruchtbaar zijn.

2. Erfelijke ziekte. Het gebruik van IVF bij humane celkerntransplantatie bij afwijkingen in

het DNA dat zich buiten de celkern bevindt.

3. Runderfoktechniek. Het gebruik van IVF bij runderen.

Ik beschrijf hieronder in deze inleiding kort deze drie verschijningsvormen van IVF.

In hoofdstuk 2 beschrijf ik deze drie verschillende praktijken van IVF uitgebreider, waarna

ik in de volgende hoofdstukken de contexten onderling vergelijk.

Bij mensen vindt IVF sinds de jaren zeventig plaats binnen de medische wereld, het is daar

een veel gebruikte en breed geaccepteerde techniek. IVF werd in eerste instantie toegepast

als oplossing voor ongewenste onvruchtbaarheid. Oorspronkelijk werd IVF gebruikt bij

onvruchtbare vrouwen met geblokkeerde eileiders. Tegenwoordig wordt 25-30% van de

4

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 5/36

IVF-behandelingen uitgevoerd bij vrouwen met eileiderproblemen, de rest van de IVF-

 behandelingen betreffen onbegrepen onvruchtbaarheid, eisprongproblemen, mannelijke

subfertiliteit en verminderde vruchtbaarheid in combinatie met hogere leeftijd van de

vrouw1.

In combinatie met andere technieken opent IVF een groot scala aan nieuwe

toepassingsmogelijkheden. Artsen, onderzoekers en laboranten hebben via IVF toegang tot

eicellen, de bevruchting en het embryo. Daardoor is IVF een onderdeel van een aantal

andere voortplantingtechnieken geworden. Een Duitse onderzoeksgroep noemt deze

voortplantingstechnieken in vitro techniques: "What these in vitro techniques have in common

is that they involve the creation of human embryos in the laboratory by means of  in vitro

fertilisation. Their aim is to achieve a specific genetic constitution for the future child.”2 IVF

is hierbij een techniek die toegang geeft tot de bevruchting waardoor andere handelingen

kunnen plaatsvinden op bevruchte en onbevruchte eicellen: celkerntransplantatie,

genetische diagnose, seksebepaling en in de toekomst wellicht kiembaangentherapie

(genetische manipulatie) en klonen. Op dit moment wordt IVF op zeer kleine schaal

toegepast om erfelijke ziekten te voorkomen met PGD (Pre-implantatie Genetische

Diagnose)3. Celkerntransplantatie bij afwijkingen in het erfelijk materiaal buiten de celkern

is tot nu in Nederland nog nooit toegepast. Een andere naam voor deze techniek is IVONT,

in vitro ovum-nucleus-transplantatie. PGD is tot nu toe de enige in vitro techniek die

regelmatig toegepast wordt. Naar alle waarschijnlijkheid is IVONT na PGD de volgende in

vitro techniek die binnenkort aan de geaccepteerde technieken toegevoegd zal worden.

De kwaliteit van Nederlandse koeien in het buitenland is legendarisch. Naast tulpen,

klompen, Van Gogh en Cruyff, behoren melkkoeien tot de belangrijkste symbolische

exportproducten van Holland. IVF bij runderen vindt plaats binnen de traditie van het

1interview Buitendijk

2

http://www.izew.uni-tuebingen.de/english/ivt.html3Bij PGD worden de embryo's die in vitro zijn gemaakt genetisch getest op een erfelijke ziekte, waarna alleen 'gezonde’

embryo’s teruggeplaatst worden.

5

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 6/36

runderen fokken waarin Nederland uitblinkt. Er is in Nederland één bedrijf dat vanuit

economische motieven IVF bij runderen toepast: Holland Genetics, onderdeel van CR-Delta

(Coöperatie Rundveeverbetering Delta)4. Sinds 1995 maakt Holland Genetics gebruik van

IVF om de foktechniek van melkvee te verbeteren. Met behulp van onder andere IVF

produceert Holland Genetics uit een elitegroep van runderen zo veel en zo snel mogelijk

nakomelingen, waaruit Holland Genetics de runderen selecteert met het meest

hoogwaardige genetische materiaal.5 In plaats van één kalf per negen maanden kan een koe

waarbij gedurende vier maanden eieren worden 'geoogst' zo'n 45 embryo's produceren

welke in vitro bevrucht en ge ï mplanteerd in 'draagkoeien' negen maanden later in zo'n 20 a

25 kalveren kan resulteren.

In dit verslag van mijn onderzoeksstage plaats ik IVF bij mensen, waarbij het gaat om

individuele ‘noden’, naast IVF bij runderen, waarbij het gaat om de verbetering van de

(runder)populatie. Welke vorm krijgt IVF in deze twee situaties? Wat gebeurt er als

technieken gaan reizen? Hoe wordt er over risico’s gesproken in deze verschillende

praktijken?

In het volgende hoofdstuk ga ik verder in op de verschillende praktijken van IVF: een

uitgebreidere beschrijving van de techniek en de sociale context. In het derde hoofdstuk

richt ik mijn blik op de eicellen, embryo’s en zaadcellen zwevend in het petrischaaltje van

het laboratorium. Laboranten beoordelen daar de kwaliteit van ei-, zaadcellen en embryo’s,

hoe komen deze beslissingen tot stand? In hoofdstuk vier behandel ik IVF aan de hand van

het begrip tijd. In het vijfde hoofdstuk ga ik in op het begrip risicomaatschappij van Ulrich

Beck en pas ik dat toe op IVF bij mensen en bij runderen.

4Uit een folder van CR Delta: “De Coöperatie Rundveeverbetering Delta (CR Delta) is een landelijk werkende organisatie die

alle rundveeverbeteringsactiviteiten in haar takenpakket heeft. Zij is op 1 september 1998 ontstaan uit een fusie van 12

regionale/provinciale rundveeverbeteringsorganisaties en de landelijk opererende organisaties Holland Genetics en het

Koninklijk Nederlands Rundvee Syndicaat (NRS).”5

Een andere techniek die hiervoor gebruikt wordt is ET (Embryo Transfer). Met hormonen laat men de koe super-ovuleren. Demeerdere eitjes worden in de baarmoeder bevrucht en voordat ze zich nestelen daar nestelen spoelt men de embryo’s uit de

 baarmoeder en plaatst ze in zoveel draagkoeien als er embryo’s zijn.

6

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 7/36

Bronnen

Mijn onderzoek bestaat uit een korte stage bij het bedrijf Holland Genetics, interviews met

drie personen die elk deskundig zijn op één van de drie gebieden van IVF die ik onderzocht

en literatuuronderzoek (sociaal wetenschappelijke literatuur, internet & krantenartikelen).

Ik ben begonnen met rapport van de Gezondheidsraad Celkerntransplantatie bij mutaties in het

mitochondriale DNA (juli 2001), waarin de technische, ethische en juridische zaken rond

IVONT bij afwijkingen in het DNA buiten de celkern worden onderzocht. Daarnaast las ik

het artikel van Charis Cussins Producing Reproduction: Techniques of Normalization and

Naturalization in Infertility Clinics (1997), dat gaf mij veel informatie over de IVF-praktijk in

Amerika. Cussins heeft een etnografische studie gedaan in een IVF-kliniek daar. Ze keek

naar de “socionatural world of the (re)production of reproduction in infertility medicine as a

part of contemporary culture” (Cussins 1997, 66). Het proefschrift van Irma van der Ploeg

Prosthetic Bodies: Female Embodiment in Reproductive Technologies (1998) behandelt medische

teksten van onder andere de vruchtbaarheidsbehandeling ICSI6.

Ik hield interviews met de heer Bolhuis, secretaris bij de Gezondheidsraad en direct

 betrokken bij het tot stand komen van bovengenoemde rapport en ik interviewde mevrouw

Simone Buitendijk, perinatale epidemiologist bij TNO Prevention and Health. Ze promoveerde

op een kwantitatief onderzoek naar de lange-termijn effecten van IVF op de gezondheid van

IVF-kinderen.

Op 14 september 2001 organiseerde het Rathenau Instituut De Nacht van de Voortplanting. Er

was een IVF- en ICSI-laboratorium nagebouwd waarin laboranten aan de hand van video-

opnames – gemaakt door de microscoop - lieten zien, wat er zich afspeelt in de

petrischaaltjes in hun laboratorium.

6Bij ICSI (Intracytoplasmatische Sperma Injectie) wordt in vitro een spermacel in de eicel ingebracht, wanneer het zaad van de

man onvruchtbaar is.

7

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 8/36

Bij Holland Genetics heb ik het meeste tijd doorgebracht. Na een interview met Lucia Kaal,

teamleider van de afdeling Research & Development (R&D), heb ik een vergadering van de

afdeling R&D bijgewoond. Daarna heb ik een halve dag meegelopen op het IVF-

laboratorium van Holland Genetics, waar ik gesproken heb met Sybrand Merton, hoofd IVF

laboratiorium. Via Holland Genetics ben ik twee keer naar de Veterinaire Faculteit van de

Universiteit Utrecht geweest. Op 19 oktober 2001 was er een studiedag gesponsord onder

andere door Holland Genetics: 'Basic and Applied Aspects of Prenatal Development'. Op die dag

waren er sprekers uit verschillende disciplines: er waren lezingen over onder andere

mensen, kippen, runderen, schapen en vergelijkende embryologie. Een van de sprekers was

P. Hendriksen van de Universiteit van Utrecht, veterinaire faculteit, die enkele weken later

zijn vierjarig onderzoek Bovine embryonic development in relation to oocyte prematuration and

maturation afsloot. Dit onderzoek gaat over de kwaliteit van runder-eicellen en is gedeeltelijk

gefinancierd door Holland Genetics. Samen met twee medewerkers van Holland Genetics en

enkele collega’s van de Universiteit van Utrecht was ik aanwezig bij de evaluatie van dit

onderzoek.

Mijn onderzoek is wat betreft de etnografische methode asymmetrisch. Ik ben op bezoek

geweest bij Holland Genetics en hun IVF-laboratorium, terwijl ik me wat betreft humane

IVF baseer op teksten, vooral het artikel van Cussins. Daarnaast had ik bij Holland Genetics

te maken met de beperkingen van het veldwerk. Alhoewel ik (als dochter van een

dierenarts) mijn kaplaarzen naar Holland Genetics en de veterinaire faculteit in Utrecht mee

had genomen voor een bezoek aan de koeienstal, bleek ik geen koe in levende lijve te zullen

zien. Dit drong pas na mijn bezoeken volledig tot mij door, wat aangeeft hoe

vanzelfsprekendheden van een laboratorium ongemerkt het onderzoek be ï nvloeden. Zoals

M’charek beschrijft over haar veldwerk in een forensisch laboratorium: “(...) a laboratory

environment imposes a specific type of normalisation upon those who work there.” (2000,

14) Zo merkt Sybrand Merton (Holland Genetics) in zijn commentaar op dit verslag hierover

op dat ik geen toegang tot de stallen heb vanwege veterinaire redenen, waarschijnlijk

 besmettingsrisico’s.

8

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 9/36

2. De eicel, het zaad, de bevruchting en het embryo. Praktijken van IVF.

 Humane IVF

Een vrouw die een IVF behandeling ondergaat heeft al een lange weg afgelegd van

onderzoeken om tot een diagnose te komen en eventuele andere

onvruchtbaarheidbehandelingen. Van der Ploeg wijst erop dat alhoewel testen en

onderzoeken heel zwaar en intrusief kunnen zijn, deze als het ware niet ‘meetellen’ omdat

het enkel de diagnose betreft en nog geen behandeling is. “Thus, the concept of ‘diagnosis’

invokes images of mere observation, whereas the image of actual intervention is reserved for

‘therapy’. (...) establishing a diagnosis as a process that (...) involves a growing number of 

interventions in female bodies.” (Van der Ploeg 1998, 62) Cussins wijst er tevens op dat

vrouwen die een IVF behandeling ondergaan in de Verenigde Staten over het algemeen rijk

zijn en een heteroseksuele relatie hebben. De behandeling is duur en zonder verzekering of 

de bevestiging van de patiënt dat zij de behandeling persoonlijk kan betalen, wordt er geen

afspraak gemaakt. Lesbische of alleenstaande vrouwen die telefonisch informeren naar de

spermadonatie beleid worden naar een commerciële spermabank verwezen. (Cussins 1997,

72)

De IVF behandeling begint met een hormoonbehandeling waardoor in het lichaam van de

vrouw meerdere eicellen rijpen (superovulatie)1. Met vaginale echografie en bloedtesten

worden de follikels in de gaten gehouden. Wanneer er verschillende eitjes rijp lijken te zijn,

wordt met een holle naald de eicellen 'geoogst' met behulp van vaginale echografie. In het

laboratorium worden binnen enkele uren in een petrischaal met een medium de eicellen met

de spermacellen van haar partner of een spermadonor samengevoegd. Na drie tot vijf dagen

1Een voorbeeld van hormoonkuur: “Norethisterone tablets, for 7 days.On the third day of taking the tablets start : Buserelin

nasal spray, to be used 5 times each day (to suppress your LH hormone surge, ie. the natural ovulatory trigger). FSH daily

injection for approximately 2 weeks (to stimulate multiple follicular development). Profasi (HCG) injection, single dose (totrigger ovulation at the right time for egg collection).”

http://www.repromed.co.uk/Fertility/EggDonor/outline_treatment_cycle.htm

9

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 10/36

worden één of twee embryo’s teruggeplaatst in de baarmoeder van de wensmoeder.

Wanneer er 'goede' embryo’s over zijn die niet teruggeplaatst worden, worden die

ingevroren en eventueel later teruggeplaatst. Wanneer de ingevroren embryo’s niet meer

teruggeplaatst zullen worden, omdat de vrouw zwanger is geworden of een andere reden,

worden de embryo’s vernietigd of gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.

Bij humane IVF gaat het om het krijgen van een ‘eigen’ kind, een kind dat biologisch

verwant is aan de ouders. Franklin wijst erop dat de keuze voor IVF soms niet alleen de

keuze is voor een ‘biologisch eigen’ kind, maar voor simpelweg een kind, wanneer adoptie

niet mogelijk is voor het paar. (Franklin 1997, 107)

IVONT

Het initiatief voor het rapport van de Gezondheidsraad over celkerntransplantatie bij

mutaties in het mtDNA, kwam voort uit de bezorgdheid van de Nederlandse

Antropogenetische Vereniging die voorzag dat met een wettelijk verbod op klonen, daarmee

IVONT ook niet mogelijk zal kunnen zijn. (Gezondheidsraad 2001, 17) Aangezien het hier

een techniek betreft die in theorie een oplossing zou kunnen bieden om te ontsnappen aan

een erfelijke aandoening, vond de Gezondheidsraad het belangrijk om te adviseren over

deze kwestie.

Tot voor kort was genetische diagnose en vervolgens abortus de enige mogelijkheid om een

erfelijke ziekte te voorkomen bij mensen die een genetisch ‘eigen’ kind willen. PGD (Pre-

implantatie Genetische Diagnose) is sinds enige tijd een nieuwe optie voor paren met een

erfelijke ziekte2. Bij PGD worden de embryo's, die in vitro zijn gemaakt, genetisch getest op

een erfelijke ziekte, waarna alleen ‘gezonde’ embryo’s teruggeplaatst worden in de

 baarmoeder van de vrouw. Wanneer een vrouw afwijkingen heeft in het erfelijk materiaal

 buiten de celkern (mitochondriaal DNA) is PGD nauwelijks een oplossing. Elke lichaamscel

heeft een celkern waarin zich het erfelijk materiaal bevindt (DNA), buiten de cel bevinden

2Andere mogelijkheden zijn natuurlijk onder andere: KID (Kunstmatige Inseminatie met een Donor), adoptie, eiceldonatie of 

afzien van een kind.

10

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 11/36

zich in het cytoplasma mitochondriën. Mitochondriën worden vaak omschreven als de

energiefabriekjes van de cel, zij zetten voedingstoffen om in energie voor de cel. Op deze

mitochondriën bevindt zich ook DNA: mitochondriaal DNA. Afwijkingen in dit

mitochondriaal DNA kunnen allerlei (ernstige) ziekten veroorzaken. Mitochondriaal DNA

erft over van moeder op kind. Bij het samensmelten van eicel en spermatozo ï de, vormen de

celkern van de eicel en de spermacel de nieuwe celkern. Het mitochondriaal DNA van de

spermatozo ï de speelt nauwelijks of geen rol bij de bevruchting, het mitochondriaal DNA

van de bevruchtte eicel is min of meer geheel van de moeder afkomstig. Een vrouw met

afwijkingen in haar mtDNA zou, wanneer ze een kind wil zonder afwijking in het mtDNA,

een beroep kunnen doen op IVONT: in vitro ovum-nucleus-transplantatie oftewel

celkerntransplantatie. Daarbij wordt de celkern van de eicel van de wensmoeder verplaatst

naar de ontkernde eicel van een donor. Vervolgens wordt deze nieuwe eicel bevrucht en

teruggeplaatst in de baarmoeder van de vrouw. Een andere manier om IVONT toe te passen

is om eerst eicel van de wensmoeder te bevruchten en vervolgens de samengesmolten

celkernen naar de ontkernde donoreicel over te brengen. Daarna wordt het embryo

teruggeplaatst in de baarmoeder van de vrouw met mitochondriale afwijkingen. Om deze

techniek toe te kunnen passen wordt dus gebruik gemaakt van een aantal verschillende

technieken, waaronder kloneertechnieken en IVF.

Het kind zal het mitochondriaal DNA van de eiceldonor erven, het DNA uit de celkern is

afkomstig van de intentionele vader en moeder. Wanneer het kind een meisje is zullen al

haar eventuele nakomelingen eveneens het mtDNA van de eiceldonor hebben. Bij IVONT

ligt er een direct alternatief voor het grijpen: IVF met eiceldonatie (zonder

celkerntransplantatie). In dat geval heeft het kind wel de genen van de vader, maar niet van

de draag- en wensmoeder. De vrouwen en mannen die voor IVONT zullen kiezen in de

toekomst, zullen er de voorkeur aan geven dat de genen in de celkern van hun kind van hen

afkomstig zijn. Het nucleair DNA krijgt in tegenstelling tot het mtDNA een belangrijke rol

toegedeeld: “De erfelijke eigenschappen die medebepalend zijn voor de ontwikkeling van

zijn bijzondere persoonskenmerken erft het kind daarentegen via het kern-DNA van de

11

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 12/36

intentionele ouders. In dat opzicht is er een belangrijk verschil met kinderen geboren na

donorinseminatie of na IVF met donorzaad of -eicellen.” (Gezondheidsraad 2001, 43)

Omdat het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd met afwijkingen in het mtDNA slechts

op 160 geschat wordt in Nederland zal het “een optie zijn die in de nabije toekomst een

aantal keren per jaar in Nederland gewenst zou kunnen zijn.” (Gezondheidsraad 2001, 30) In

de Verenigde Staten zou de Nederlander Jacques Cohen van het St. Barnabas Medical

Center in New Jersey deze techniek toegepast hebben, alhoewel de vrouw niet zeker een

afwijking in haar mitochondriaal DNA had. (Hesterlee, oktober1999) Ik vermoed echter dat

het gaat om ‘ooplasma transfer’, waarbij celvocht van een donoreicel wordt ingespoten bij

een eicel van een onvruchtbare vrouw.

IVF bij runderen

Nederland behoort op het gebied van runderfokken tot de top drie in de wereld. Volgens

Lucia Kaal, afdeling R&D van Holland Genetics, heeft vooral de mogelijkheid om embryo’s

 buiten de baarmoeder van de koe te bevriezen en vervolgens over de hele wereld te

vervoeren, bijgedragen aan de hoge positie van Nederland op het gebied van het fokken van

runderen. Het gaf Holland Genetics de mogelijkheid om genetisch hoogwaardige embryo’s

uit vooral de Verenigde Staten te halen en daarmee een snelle kwaliteitsslag te maken. De

reputatie van oudsher van de Nederlandse koeien wordt door Holland Genetics op

publicitair niveau uitgebuit: overal hangen posters van koeien in combinatie met tulpen en

molens en vooral Japanners zouden smullen van de promotievideo van Holland Genetics

vol kaas, klompen, molens en tulpen.

Holland Genetics spreekt over IVP (In Vitro Productie) in plaats van IVF, omdat deze

procedure niet alleen de bevruchting omvat, maar ook het rijpen van de eicel in vitro (IVM,

In Vitro Maturatie) en na de bevruchting het groeien van het embryo zes dagen (IVC, In

Vitro Culture). Bij runderen is het niet noodzakelijk om rijpe eitjes aan te prikken uit de

eierstokken van de koe. IVP wordt toegepast bij runderen die drachtig zijn, tot de vierde

12

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 13/36

maand. De eierstokken worden via het rectum – dat verdoofd is - beetgepakt en met een

holle naald via de buikwand aangeprikt met behulp van mobiele echografie apparatuur.

Daarvoor wordt geen verdoving gebruikt, omdat de koeien meer last leken te hebben van de

verdoving dan van het eitjes prikken. De eitjes rijpen 20-24 uur in vitro in een stoof .

Hormoonstimulatie is bij runderen dus niet nodig om meerdere eitjes te oogsten. Een

elitegroep van koeien wordt twee keer in de week aangeprikt voor eicellen terwijl ze

drachtig zijn tot de vierde maand. Een dag later, als de eitjes in vitro gerijpt zijn worden ze

 bevrucht. Het sperma is hetzelfde soort sperma dat gebruikt wordt voor KI (Kunstmatige

Inseminatie), een techniek die bij koeien sinds het begin van deze eeuw gebruikt wordt. Het

sperma wordt bewerkt en geteld, op basis van een berekening worden er identieke

hoeveelheden sperma bij de eicellen gevoegd. De petrischaaltjes worden in de stoof gezet.

Merton: “Deze stoven zijn het hart van het bedrijf.” Na vier dagen halen de laboranten de

 bevruchtte eicellen uit de stoof om te kijken hoe de bevruchting vordert. Op de achtste dag

worden de embryo's per stuk in rietjes gedaan, die op hun beurt weer in draagbare stoven

worden geplaatst die de embryo's op 25˚C houden. De verplaatsbare stoven, die op de accu

van de auto op temperatuur gehouden worden, worden verspreid over een aantal

distributiepunten in Nederland. Vanuit die distributiepunten brengt een transplanteur de

embryo's naar de boerderijen waar hij/zij ze inbrengt bij de draagkoeien. De boeren geven

aan wanneer hun draagkoe in de goede fase van de cyclus zijn om een embryo te kunnen

ontvangen. De boeren betalen enkele honderden guldens voor een embryo, Holland

Genetics koopt later een gedeelte van de kalveren weer terug, nadat de moeder zich

 bewezen heeft wat betreft melkproductie. Een gedeelte van de embryo’s worden ingevroren

en kunnen zo lang bewaard worden. Holland Genetics exporteert ook embryo’s over de hele

wereld3.

3. Goede en slechte ei-, zaadcellen en embryo’s.

3Zie hiervoor hun website: http://www.hg.nl

13

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 14/36

Eicellen & embryo’s

Eén van de belangrijkste gevolgen van IVF is, dat daardoor eicellen, de bevruchting en

embryo’s buiten het vrouwelijk lichaam in het laboratorium onder de microscoop bekeken

kunnen worden. Zoals de Lee M. Silver1 in zijn ongebreideld enthousiasme over de genetica

karikaturaal uitroept over IVF: “it brings the human embryo out of the darkness of the

womb and into the light of the laboratory day.”2 In het laboratorium worden de eicellen en

embryo’s beoordeelt en op formulieren hun kwaliteit genoteerd.

Bij humane IVF gaat dat op basis van groeisnelheid en vorm. ‘Goede’ embryo’s hebben een

symmetrische, ronde vorm. Embryo’s die onregelmatig zijn van vorm krijgen het predikaat

‘slecht’. In het laboratorium waar Cussins was werden de termen pretty en crud gebruikt.

(Cussins 1997, 93) Het is omstreden of het een verschil maakt in de kans op een

zwangerschap of er ‘goede’ dan wel ‘slechte’ embryo’s teruggeplaatst worden bij de vrouw.

Het is wel bekend dat ‘slechte’ embryo’s het invriezen niet goed overleven, alleen ‘goede’

embryo’s worden dus ingevroren en de ‘slechte’ worden weggegooid. Volgens Cussins

vergemakkelijkt het predikaat ‘slecht’ het voor een laborant om een embryo weg te gooien.

“Only ‘bad’ embryos were ever disposed of while I was at the unit, and the idea of disposing

of a “good” embryo was greeted with moral opprobium. (The) morphological criteria for

saying “good” (life-sustaining) enables the embryologists to deal clinically with potential

life, while also accommodating wastage.” (Cussins 1997, 94)

In Nederland streeft men er tegenwoordig naar om niet meer dan twee embryo’s terug te

plaatsen. Als er meer dan twee embryo’s zijn, bepaalt de vormbeoordeling dus welke terug

geplaatst zal worden. Het is nooit de bedoeling dat alle eitjes zullen uitgroeien tot kinderen,

1Professor at Department of Molecular Biology and Woordrom Wilson School for Public and Internationa Affairs, Princeton

University2Reprogenetics. How do a Scientist’s Own Ethical Deliberations Enter into the Process.

http://www.etiskraad.dk/publikationer/genethics/ren.htm. De beeldspraak van Silver maakt duidelijk dat de auteur gelooftin de vooruitgang van de techniek: het helder verlichte laboratorium staat tegenover de donkere en technisch weinig

geavanceerde baarmoeder.

14

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 15/36

maar dat de kans op één succesvolle (eenling)zwangerschap verhoogd wordt door zo veel

mogelijk eitjes te produceren.

Bij runderen worden alle embryo’s in draagkoeien geplaatst, één embryo per koe. In het IVF-

laboratorium van Holland Genetics kijken de twee medewerkers vier dagen na de

 bevruchting hoe de embryo’s ervoor staan: de hoeveelheid en de kwaliteit. Op een formulier

worden de resultaten genoteerd. Waarom er gemiddeld 'slechts' 1,2 embryo groeit uit 5 tot

20 onrijpe eicellen, is iets waar de afdeling R&D van Holland Genetics zich het hoofd over

 breekt. Met financiële steun van Holland Genetics heeft Peter Hendriksen van de Veterinaire

Faculteit, Universiteit van Utrecht, vier jaar rundereitjes onderzocht. Van de eitjes die bij

runderen geoogst worden groeien 20-25% uit tot embryo; wat maakt een eitje nu tot een

goed eitje? Ligt de oorzaak in de eicel, en valt er iets aan te doen? Is het te voorspellen? De

eitjes werden bewerkt om met verschillende visualiseringtechnieken waarden te

produceren. Fosfor, een SDS-PAGE gel en andere stoffen en technieken worden gebruikt om

eiwitten en mRNA-hoeveelheden in beelden en tabellen te vangen. Op de Universiteit van

Utrecht was ik bij de evaluatie van het onderzoek van Hendriksen, samen met twee

medewerkers van Holland Genetics en enkele collega’s. Tijdens de evaluatie van zijn

onderzoek werd door de aanwezige collega's gespeculeerd over hoe onrijpe eicellen

uitgroeien tot rijpe of afstervende eicellen. Is het als één golf: rijpen en afsterven en

overnieuw beginnen of is het als golven door elkaar: rijpen, sommigen sterven af, sommigen

rijpen de volgende cyclus verder? Waarschijnlijk groeien sommige eicellen niet uit tot

embryo’s omdat ze niet rijp genoeg zijn, maar als je alle eicellen laat rijpen, dan verlies je de

eicellen die al rijp zijn.

Een andere manier om naar een eitje of embryo te kijken is een genetische test. De afdeling

R&D is zich aan het oriënteren op PGD bij runderen. Als eerste zijn ze gaan kijken naar

markers voor melkproductie, uiteindelijk heeft dat niet zo veel praktisch nut voor Holland

Genetics. Melk is zeer erfelijk en de ‘oude’ fokwaardeschatting ‘voorspelt’ ook zeer goed de

melkproductie. Maar melkproductie betekent in verschillende landen iets anders. In Zuid

15

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 16/36

Amerika gaat het alleen over de hoeveelheid liters. In Nederland wordt er niet gekeken naar

de hoeveelheid liters, maar naar de voedingswaarde en wordt er gekort op te veel vet in de

melk.

R&D is zich nu aan het oriënteren op andere genetische eigenschappen, zoals gezondheid,

vruchtbaarheid. Maar er zijn geen kant en klare technieken om gezondheid en

vruchtbaarheid genetisch te bepalen. Lucia Kaal: “Ziekteresistentie en vruchtbaarheid, wat

is dat? Heeft vruchtbaarheid iets met leptine, de vethuishouding te maken? Om die vragen

te beantwoorden moeten we nog veel vertaalslagen maken.” Het is niet alleen de

technologie die zich aanpast en een antwoord probeert te geven op een probleem, maar

vooral een kwestie van het herformuleren van de vragen. “It is the problem itself which is

undergoing various metamorphoses, so that a fit between problem and technology is

reached.” (Van der Ploeg 1998, 43)

Sperma

Sperma van stieren is diepgevroren, samen met een medium, bijvoorbeeld eiwit of melk,

soms met een kleurstof. In het laboratorium scheidt de laborant het sperma van het eiwit of 

melk door ze te centrifugeren in medium van twee verschillende diktes. Het ‘goede’ sperma

zakt naar beneden, de rest (langzaam sperma en melk/eiwit) blijft op de scheiding tussen de

twee media hangen.

ICSI (Intracytoplasmatische Sperma Injectie) is een techniek die in combinatie met IVF

wordt gebruikt, wanneer het zaad van de man extreem onvruchtbaar is. In het laboratorium

wordt het zaad in de eicel geprikt. Welke zaadcel de laborant hiervoor neemt hangt af van

de morfologische eigenschappen van de spermacel. De laborant kijkt onder andere naar hoe

de zaadcel zwemt, de snelheid en richting, naar de vorm van de kop van de zaadcel, hoe de

staart aan de kop vastzit. De laborant heeft waarschijnlijk een mentaal beeld van hoe een

‘normale’ zaadcel eruit ziet, gebaseerd op wat men geleerd heeft van andere laboranten. 3 

3

Zie ook Cussins waarin ze het inwendig onderzoek van de vrouw beschrijft: “It is perhaps feasible that the physician holdssomething like an idealized topographic representation in his or her head that is derived from anatomy class tesxt on women’s

pelvic area.” (Cussins 199, 80)

16

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 17/36

4. Tijd

De hormoonstimulatie in de humane geneeskunde van de eierstokken waardoor de vrouw

in plaats van één rijp eitje per maand, er meerdere produceert, zorgt voor een indikking van

de tijd. Van der Ploeg noemt dit condensation of time. "If in one hormonally stimulated cycle

plus ovum aspirations you manage to get, for example, 12 oocytes (this number is not

uncommon), you have managed to concentrate the chances of fertilization of one year into a

single month. Although this is never mentioned as such in the papers reviewed here, it is an

important principle underlying IVF in general." (Van der Ploeg 1998, 46).

Om veel nieuwe voortplantingstechnieken succesvol te laten zijn, moeten de cycli van

vrouwen gestandaardiseerd worden, zoals bijvoorbeeld bij IUI (Intra Uterine Inseminatie).

IUI wordt toegepast bij verminderd vruchtbaar sperma. Het sperma, dat in het laboratorium

 bewerkt is, wordt in de baarmoeder zelf ingebracht, zodat het een minder lange weg hoeft af 

te leggen naar de eicel. Bij deze behandeling wordt de cyclus van de vrouw met hormonen

gereguleerd, zodat de eisprong beter voorspeld kan worden en daarmee beter ingepast kan

worden in het ziekenhuissysteem.

Ook Cussins beschrijft hoe verschillende tijdschalen op elkaar afgestemd moeten worden:

“These various time scales, bureaucratic, cyclical, and biological, pose several logistical

challenges. Appointments have to be made during working hours, but they also have to be

made on the right day of the cycle.” (Cussins 1997, 92) Aan het einde van de cyclus die

super-geovuleerd is, krijgt de vrouw chorionic gonadotropin. Deze stof wordt toegediend om

de cyclus van de vrouw af te stemmen op de ziekenhuiswerktijden: 35 uur na toediening

(vaak ’s nachts) zijn de follikels gereed voor het oogsten van de eicellen.  (Cussins 1997, 77)

Alhoewel geprobeerd wordt de cyclus aan te passen aan de ziekenhuiswerktijden, is dat niet

altijd mogelijk. “[T]he cycle is nog completely domesticated; midcycle often falls on a

17

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 18/36

weekend. At most clinics, staff membes assume they could be on call on any day of any

weekend.” (Cussins 1997, 92)

In het artikel van Cussins komt ook de IVF behandeling met een 'natuurlijke cyclus' ter

sprake. Dit houdt in dat de vrouw geen hormonen krijgt waarmee ze meerdere eitjes

produceert. In plaats daarvan wordt haar 'natuurlijke' cyclus intensief geobserveerd met

 bloedtesten en echo's via de vagina. Wanneer de follikels optimaal eruitzien op basis van

deze echo's en bloedtesten, krijgt de vrouw chorionic gonadotropin, zoals dat ook gegeven

wordt bij 'gestimuleerde' cycli. (Cussins 1997, 77) Ook bij de ‘natuurlijke’ cyclus wordt deze

stof toegediend om de cyclus van de vrouw voorspelbaar te maken (35 uur later zijn de

follikels gereed voor het oogsten van de eicellen) en af te stemmen op de

ziekenhuiswerktijden. Bij de ‘natuurlijke’ cyclus wordt er dus één eicel geoogst, bevrucht en

teruggeplaatst. Zo'n tien jaar geleden verwachtte menig arts in de Verenigde Staten en

Engeland dat IVF met een natuurlijke cyclus één van de keuzes van vrouwen zou worden bij

 bepaalde diagnoses. Het zou vrouwen meer persoonlijke en biologische autonomie geven en

de succespercentages zouden hoger zijn. Toch blijft men tot op heden met hormonen de

eierstokken stimuleren tot superovulatie.1 De reden hiervan is niet helemaal duidelijk.

Christine Crowe is van mening dat de IVF procedure zo is vormgegeven dat het door

middel van de productie van ‘restembryo’s’ de weg openhoudt voor wetenschappelijk

onderzoekers om te experimenteren met menselijke embryo’s. “Certainly, when one

objective incorporated into the IVF procedure is to secure as many eggs as possible for

fertilisation, the concomitant objective is the production of extra embryos for

experimentation.”(Crowe 1990, 36) Volgens een informant van Cussins is de praktijk van

superovulatie gebaseerd op een omstreden grafiek waarbij succespercentages omhoog gaan

 bij het terugplaatsen van meerdere eitjes. (Cussins 1997, 77-78)

Bij IVONT speelt nog een ander tijdsaspect: de synchroniteit tussen de eiceldonor en de

wensmoeder. De eicellen van beiden moeten in dezelfde fase zijn om succesvol

1In de Verenigde Staten maken sommige gynaecologen reclame voor de mogelijkheid dat bij hen IVF met natuurlijke cyclus

mogelijk is. Zie : http://www.fertilitysolution.com/services.html

18

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 19/36

celkerntransplantatie te kunnen uitvoeren en daarna het embryo terug te kunnen plaatsen

 bij de wensmoeder. Hiervoor worden ook hormonen gebruikt bij de eiceldonor en de

wensmoeder.

Bij mensen is het 'indikken' van de tijd één aspect van IVF tussen andere aspecten, zoals het

omzeilen van een eventuele geblokkeerde eileider of het subfertiel sperma dichter in de

 buurt van een eicel brengen. Bij runderen is het 'indikken' van de tijd de voornaamste reden

om IVP toe te passen. In minder tijd kunnen meer en gevarieerder genetisch hoogwaardige

kalveren 'geproduceerd' kunnen worden.2 Bij elke twee wekelijkse oogst van eicellen kunnen

die eicellen met ander sperma bevrucht worden. Holland Genetics zou zelfs elk eitje met

verschillend sperma kunnen bevruchten, in de praktijk gebeurt dat niet. Hoeveel

nakomelingen een koe kan voortbrengen wordt niet meer beperkt door haar levensduur en

hoe vaak ze drachtig kan worden. De beperking ligt nu in de IVP techniek: hoeveel embryo's

kan het laboratorium maken uit de onrijpe eicellen van deze koe .3 Het aantal eicellen dat tot

embryo’s zou kunnen uitgroeien zou met de huidige stand van zaken verhoogd kunnen

worden door hormoonstimulatie, maar dat wordt niet gebruikt vanwege ethische redenen.

4

5. Succespercentages

In al deze praktijken zijn succespercentages belangrijk. Alhoewel celkerntransplantatie nog

te weinig gedaan is om daar succespercentages van te hebben, het is zelfs de vraag in

hoeverre deze techniek ooit succesvol zal worden.

Holland Genetics wil dat er zo veel mogelijk eitjes geoogst, vervolgens bevrucht en daarna

teruggeplaatst worden in draagkoeien en baseren daar hun succespercentage op. Bij mensen

2Met ET (Embryo Transfer) kan elke keer slechts bevrucht worden met het perma van één stier.

3Succespercentages worden ook be ï nvloedt door verschillen tussen runderen: bij sommige koeien kan men nauwelijks onrijpe

eicellen oogsten, bij andere koeien juist heel veel en groeien bijna alle eicellen uit tot embryo's.4Zie: Bovine embryonic development in relation to oocyte prematuration and maturation. In: Basic and Applied Aspects of Prenatal

Development. Symposium 19.10.2001 Platform Voortplantingsonderzoek Landbouwhuisdieren (PVL), Universiteit van Utrecht.

19

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 20/36

is het niet noodzakelijk dat er zo veel mogelijk eitjes uitgroeien tot een embryo. Het echtpaar

wil één kind en meer embryo's zijn in zoverre belangrijk dat het betekent dat dat meer kans

geeft op één kind. Bij mensen zijn succespercentages gebaseerd op het aantal

zwangerschappen per cyclus. IVF bij mensen heeft een succespercentage van ongeveer 15%

per cyclus in Nederland. (Van der Ploeg 1998, 21)1.Wajcman vraagt zich in haar boek

Feminism confronts technology af waarom zo’n ‘onsuccesvolle’ techniek, toch zo belangrijk en

populair is geworden. Ze geeft verschillende redenen, waaronder dat op het terrein van de

medische behandeling er weinig eer te behalen was voor medici totdat IVF om de hoek

kwam kijken. (Wajcman 1991, 72) Daarnaast ziet zij als één van de factoren van het verder

ontwikkelen van IVF procedure de commerciële belangen van de medische biotechnologie.

Wajcman constateert dat het niet de belangen van onvruchtbare vrouwen zijn die op de

eerste plaats staan, maar "resources are systematically channelled into profitable areas that

often have no connection with satifying human needs” (Wajcman 1991, 73)

Bij runderen is er geen sprake van cycli bij IVP, succespercentages worden berekend aan de

hand van hoeveel embryo's uitgroeien uit de eitjes die tweewekelijks worden geoogst. Per

keer worden tussen de 5 tot 20 onrijpe eicellen geoogst, 15-20% daarvan groeit uit tot een

embryo, waarvan weer 50% leidt tot dracht.

Bij IVP op runderen is het succespercentage belangrijk vanuit het oogpunt van efficiëntie.

Men wil met zo weinig mogelijk kosten zoveel mogelijk genetisch hoogwaardige kalveren

produceren. Het Koninklijk Nederlands Rundvee Syndicaat (NRS) - een onderdeel van CR

Delta - doet afstammingsonderzoek, melkproductie-informatie, exterieur gegevens van de

koeien, cijfers met betrekking tot drachtigheid, abortussen, doodgeboren kalveren. De

afdeling Foktechniek van Holland Genetics werkt met fokwaardeschattingen, een

gecompliceerde berekening waarbij een verwachting van de genetische waarde wordt

gegeven op basis van o.a. de melkproductie, het keuren van het exterieur en rekening

1

Er wordt heel wat gegoocheld met succespercentages. Uit gesprekken met twee vriendinnen van mij die IVF en ICSI werdaangeboden, blijkt dat zij als succespercentage 30% te horen kregen, waarbij bij de één zelfs de indruk gewekt werd dat drie

 behandelingen 30+30+30=90% succes zou inhouden.

20

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 21/36

houdend met omgevingsfactoren zoals seizoen en het bedrijf waar de koe zich bevindt. Het

verzamelen van informatie is een alledaagse praktijk bij runderen en in uitgebreide

databases zijn er enorme hoeveelheden gegevens aanwezig over de melkkoeien in

Nederland. Jaarlijks wordt bijvoorbeeld bekend gemaakt welke boer de hoogste

melkproductie heeft per koe. Het bijhouden van succespercentages van IVF en andere

voortplantingstechnieken zoals KI (Kunstmatige Inseminatie) en ET (Embryo Transfer) is

één van de vele data die CR Delta bijhoudt.

Merton betrokken bij de oprichting van het IVP laboratorium van Holland Genetics, werkte

voor 1994 bij een voorloper van dit laboratorium. In dit laatste laboratorium was men in een

experimenteel stadium bezig met het produceren van runderen voor de vleesindustrie via

IVP en celkerntransplantatie met eicellen uit eierstokken van slachtafval.2 Merton beschrijft

deze fase als spannend en leerzaam, maar nu hij in dit IVP laboratorium werkt heeft hij juist

ook veel plezier in het leiden van een productielaboratorium: elke week de uitdaging zoveel

mogelijk embryo’s te maken. Door de constante productie is het hem nu ook duidelijk dat

soms succespercentages nu eenmaal lager of hoger liggen zonder duidelijke oorzaak.

Achteraf gezien vindt hij dat in het eerste laboratorium te veel op de korte termijn naar

successen en tegenvallers gekeken werd, waardoor constant aan troubleshooten werd gedaan.

Cussins beschrijft hoe belangrijk succespercentages zijn voor IVF-klinieken in de Verenigde

Staten, vooral voor privé-klinieken. Naast dat het een verplichting is om volgens bepaalde

richtlijnen succespercentages bij te houden, is het een vorm van reclame en ook een

kwaliteitscontrole middel voor de kliniek. Men probeert zoveel mogelijk vrouwen en

mannen waarvan van te voren duidelijk is dat IVF minder kans heeft, buiten de statistieken

te houden, door ze te weigeren of door ze als aparte groep buiten de reguliere statistiek te

registreren. (Cussins 1997, 86)

2Het is in dit laboratorium niet gelukt om de laborarorium-technieken, de investeerders en de toekomstige markt op tijd met

elkaar op één lijn te krijgen, waardoor het laboratorium als een ‘black box’ vleeskoeien kon produceren.

21

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 22/36

Succespercentages worden ook bij mensen uitgebreid bijgehouden, maar verbazingwekkend

genoeg is de effectiviteit van IVF onbekend. Volgens Buitendijk (TNO) is er geen onderzoek

gedaan naar hoeveel vrouwen die wel en niet IVF ondergaan zwanger worden. Volgens

Buitendijk hebben veel IVF patiënten het idee dat ze niet zwanger waren geworden zonder

IVF, maar dat is de vraag. Er is slechts één onderzoek gedaan waarbij IUI vergeleken werd

met IVF. De twee groepen bleken moeilijk te vergelijken, omdat zowel de IUI als de IVF

klanten recht hadden op zes behandelingen, maar bij de IVF patiënten vielen er veel af 

voordat ze de zes behandelingen gehaald hadden. IVF is blijkbaar toch zo zwaar dat in de

afweging tussen een eventuele vervulling van de kinderwens en de zware medische

 behandeling, de kinderwens niet opweegt tegen de zwaarte van de behandeling.3

Efficiëntie van IVP bij dieren is absoluut bekend, men definieert die als laag. Alhoewel één

van de R&D medewerkers dit wel relativeerde: “Als je nagaat is het een wonder dat het

werkt die hele bevruchting enzo, en dan zijn wij ontevreden over de efficiëntie.”

Concluderend zijn er verschillende manieren om tegen succes, efficië ntie en succespercentages

aan te kijken. Naast de verschillende meetmethodes (per cyclus, per geoogste eicel, per

onvruchtbare vrouw) is ook de definitie of iets succesvol is afhankelijk van de context.

Wajcman definieert de IVF techniek als onsuccesvol vanwege de lage succespercentages,

terwijl IVF-artsen het als succesvol definiëren in vergelijking met niets doen of andere

‘simpeler’ methoden. In tegenstelling tot de wereld van IVP en runderen, waarin vanuit een

traditie om zeer veel data te registreren, te beginnen met de melkproductie, is de statistische

onderbouwing van het succes en de effectiviteit van IVF bij mensen niet aanwezig. Er is

nauwelijks vergelijkend onderzoek gedaan naar de effectiviteit van IVF in vergelijking met

‘niets’ doen of het gebruik van andere technieken.

3Interview Buitendijk

22

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 23/36

6. Risico’s

De Duitse socioloog Ulrich Beck heeft het begrip 'risicomaatschappij' ge ï ntroduceerd.

"Maatschappijen die zich eerst heimelijk, later in de shock van industriële catastrofen

geconfronteerd zien met het wereldhistorische novum van maatschappelijk veroorzaakte,

maar onverantwoorde zelfvernietingsmogelijkheden noem ik risicomaatschappijen. Het

voornaamste kenmerk van dit tijdperk is niet fysisch: de dreigende vernietiging, maar

maatschappelijk: het principiële, haast voortdurende, schandaleuze falen van de instituties

ten aanzien van die dreigende vernietiging." (Beck 1997, 49) Hij wijst erop dat in de moderne

maatschappij er incidenten en ongelukken gebeuren en dat deze ongelukken een integraal

onderdeel uitmaken van dezelfde moderne maatschappij. Als gewone burgers hebben we de

neiging om de vuurwerkramp in Enschede, de Bijlmerramp of de onverwachte bijwerkingen

van het DES-hormoon als eenmalige ongelukkige gebeurtenissen te zien, maar Beck wijst

erop dat dit soort ongelukken een integraal onderdeel vormen en het gevolg zijn van hoe we

onze moderne maatschappij georganiseerd hebben. Hij analyseert hoe dat in zijn werk gaat

en komt dan op een begrip als: georganiseerde onverantwoordelijkheid: "En als je dan vraagt

'wie is verantwoordelijk?' is het antwoord meestal 'niemand'. Vandaar dat we volgens Beck

momentaal leven in een regime van 'georganiseerde onverantwoordelijkheid'. (Hajer &

Schwarz, 1997; 12)" De verantwoordelijkheid is verspreid over verschillende personen en

instituties, zodat er niet één persoon meer aan te spreken is als verantwoordelijke. Als we dit

 begrip toepassen op het gebruik van IVF bij mensen dan zie je dat dat ook hier van

toepassing is: niemand is verantwoordelijk. Er zijn zoveel verschillende technieken en

daarmee personen en instituties betrokken, dat het al moeilijk is te bepalen welk deel van de

techniek voor wat verantwoordelijk is. Daarnaast is er geen instituut, bedrijf of persoon aan

te wijzen als enige verantwoordelijke: de onderzoekers, IVF-artsen, laboranten, overheid,

farmaceutische bedrijven zijn radertjes in een geheel waarbij niemand aan te wijzen is als

‘schuldige’.

23

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 24/36

Van de risico's van IVF bij mensen weet men weinig. Simone Buitendijk is één van de

weinige onderzoekers die op langere termijn (zwangerschap tot en met baby's van 2 jaar)

heeft onderzocht wat de effecten van IVF voor de kinderen is. 1 S. Buitendijk probeert haar

eerdere onderzoek voort te zetten met dezelfde kinderen die nu 7 jaar zijn, maar geen enkel

 bedrijf of instituut is bereid daar geld in te steken. Subsidieorganisaties zoals ZON, NWO,

VWS en SVZ zijn niet (meer) bereid om geld te geven met het argument dat zulk onderzoek

niet leidt tot preventieve interventies (ZON), het niet doelmatig is (NWO), dat er geen geld

is (VWS), en dat het niet beleidsrelevant is (SVZ). Buitendijk klopte ook tevergeefs aan bij de

farmaceutische industrie, maar haar onderzoek levert geen interessante gegevens op voor

verdere marktperspectieven.

Buitendijk vindt dat de verantwoordelijkheid om veiligheid te bieden ligt bij de overheid. Zij

zou graag een verantwoordelijke bij de overheid zien die de centrale regie heeft met

 betrekking tot nieuwe voortplantingstechnieken. Iemand met visie die over departementen

heen kan kijken, iemand die niet alleen naar de medische kant van de zaak kijkt, maar ook

naar de sociale factoren. Bijvoorbeeld betere kinderopvang waardoor vrouwen vroeger

kinderen kunnen krijgen en minder een beroep hoeven te doen op medische interventies als

ze kinderen willen. Buitendijk heeft veel kritiek op de geringe verplichtingen die de

overheid de farmaceutische industrie oplegt. Het College ter Beoordeling van

Geneesmiddelen verplicht farmaceutische bedrijven gegevens bij te houden van nieuwe

medicijnen, maar volgens Buitendijk laat het college het erbij zitten. Wat er genoteerd wordt

geeft geen goed overzicht van eventuele bijwerkingen van hormonen en andere medicijnen.

Buitendijk noemt als voorbeeld hormonen bij een IVF-behandeling. Daarbij moet aangaande

congenitale afwijkingen op een formulier alleen maar “ja” of “nee” ingevuld worden. Het

kan dus zeer ernstige tot minimale afwijkingen betreffen. Het percentage dat uit zo'n

notering volgt is volgens haar nietszeggend. "Wat zegt dat 8% congenitale afwijkingen, is

dat veel of weinig? Er is geen controlegroep. Die hele veiligheid is fop". Beck analyseert in

overeenstemming met Buitendijk dat de "officiële politiek steeds meer haar toevlucht neemt

1In hoeverre hormonale superovulatie kankerverwekkend zou kunnen zijn wordt op dit moment onderzocht door een

onderzoek in het Anthonie van Leeuwenhoek ziekenhuis, waarvoor Buitendijk ook data verzamelde.

24

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 25/36

tot vormen van symbolische politiek om op zijn minst de indruk te kunnen blijven wekken

dat de zaak onder controle is." (Hajer & Schwarz 1997, 13) Terwijl Buitendijk blijft vinden

dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen, is Beck van mening dat van die

kant weinig te verwachten valt. "[D]e coalitie van een relatief in zichzelf gekeerde overheid

die nauw samenwerkt met de industrie, de werkgevers- en werknemersorganisaties en de

 belangrijke politieke partijen die, ieder met eigen motieven, de kern van de

maatschappelijke en economische structuur koste wat kost verdedigen. Deze coalitie weet

zich ondersteund door een essentieel netwerk van adviseurs en experts. Gezamenlijk

legitimeren ze het voortbestaan van een systeem dat volgens Beck selectief zijn ogen sluit

voor de effecten van het beleid en steeds minder greep heeft op ontwikkelingen." (Hajer &

Schwarz 1997, 16)

Beck wijst ons erop dat in wezen politieke beslissingen steeds vaker in laboratoria en in

wetenschappelijke gremia genomen worden of via de maatschappelijke definitie van

 bepaalde 'issues', en noemt dit ‘subpolitiek’. Dit is een andere manier om naar ‘politiek’ te

kijken dan Buitendijk doet, die naar de traditionele plaatsen kijkt wanneer ze over politiek

praat: de overheid en beleidsmakers. Buitendijk en Beck spreken over verschillende versies

van politiek.Buitendijk kijkt naar de politiek zoals die in de industriële

maatschappijfunctioneert en waarover het journaal bericht: de politiek van de overheid, de

politieke partijen of de Tweede Kamer. Beck, met zijn begrip 'subpolitiek', is van mening dat

genetisch onderzoek en biotechnologie in de huidige risicomaatschappij niet meer vanuit

een politiek 'centrum' gereguleerd kan worden. Politiek wordt bedreven "bij ons bezoek aan

de supermarkt, in onze werksituatie, bij een besluite om in een laboratorium een bepaald

experiment al dan niet uit te voeren, of in een bedrijf een bepaalde productlijn te

ontwikkelen." (Hajer & Schwarz 1997, 13-14) Volgens Beck is er meer inzicht over risico's bij

de mensen die direct met de risico's te maken hebben: in sommige gevallen wetenschappers,

in andere gevallen burgers of consumenten. Deze kennis wil Beck mobiliseren en gebruiken

om subpolitiek uit te voeren. Beck ziet de beperkte mogelijkheden van de overheid om

controle te houden over nieuwe ontwikkelingen niet als iets negatiefs. (Hajer & Schwarz

25

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 26/36

1997, 13-14) Maar Becks sterkste kant ligt naar mijn mening niet in een praktische invulling

van het begrip ‘subpolitiek’. Hoe en door wie er wel op een verantwoordelijke manier

omgegaan kan worden met risico's blijft onduidelijk. Volgens hem zouden we meer moeten

kijken naar de kennis die aanwezig is in ontwikkelingslaboratoria omdat men daar beter in

staat is om risico's in te schatten (H&S 1997, 16) Maar als je naar Buitendijk luistert valt er

van de mensen die in laboratoria werken juist weinig te verwachten: "Die

laboratoriummensen hebben zo'n ander blikveld, zeer beperkt. Die zijn met spannende

dingen bezig. Het boek over Steptoe (IVF-pionier, GK) heeft mijn ogen geopend. Steptoe

was een muizenman en hij dacht: laat ik het ook eens met mensen doen. Niet vanuit de

gedachte: er is in Engeland zo'n probleem met onvruchtbaarheid. De moeder van Louise

Brown (eerste IVF –baby, GK) wist bijvoorbeeld niet dat het zo'n experimentele behandeling

was, daar kwam ze pas achter toen de pers zich erop stortte "

Uit het eerste onderzoek van Buitendijk kwamen geen verontrustende resultaten met

 betrekking tot de gezondheid en ontwikkeling van de IVF-kinderen gedurende de eerste

twee jaar. Daarentegen blijkt uit vooral dieronderzoeken dat wat rond de bevruchting en het

 begin van de zwangerschap gebeurt, grote invloed heeft wanneer de nakomelingen

volwassen zijn. In de lezing van dr. Jan Vermeiden (IVF-centrum VU, Amsterdam) op de

studiedag 'Basic and Applied Aspects of Prenatal Development' (19 oktober 2001,

Veterinaire Faculteit van de Universiteit Utrecht) benadrukte Vermeiden dat gebeurtenissen

in de eerste dagen van de bevruchting en zwangerschap invloed kunnen hebben op de

gezondheid op latere leeftijd. Hij noemde een aantal voorbeelden bij mensen en dieren.

Bijvoorbeeld bij muizen blijkt dat IVF-nakomelingen die ontstaan zijn uit een onrijpe eicel op

volwassen leeftijd ongezond zijn. Ze zijn onder meer onvruchtbaar en hebben diabetes.

Vermeiden noemde een ander onderzoek bij muizen2 waarbij het bewaren op ijs van eicellen

of embryo's de nakomelingen op volwassen leeftijd onder andere dikker waren en minder

leerden. Uit de humane geneeskunde noemde hij alleen met name een onderzoek van TNO

naar de gevolgen van de hongerwinter tijdens de zwangerschap op de nakomelingen op

2Vermeiden verwees naar E. Dulious et al (1995)

26

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 27/36

latere leeftijd. Deze groep mensen blijkt op middelbare leeftijd meer last te hebben van

diabetes en hart- en vaatziekten, terwijl ze als baby normaal leken op basis van hun gewicht

en gezondheid. Daarnaast schreef Vermeiden: "It is known from sheep, cattle and mice that

embryo culture affects permanently imprinted genes." (Vermeiden 2001) Wat betreft

humane (voortplantings)geneeskunde bevestigt Vermeiden dat er relatief weinig onderzoek

is gedaan naar de gezondheid van kinderen geboren via IVF. Desondanks ziet Vermeiden

op dit moment bij de bestaande technieken niet veel problemen. Tijdens zijn lezing was zijn

centrale stelling: "We have been very lucky, we don't know what we are doing. Don't

challenge your luck, be careful with the introduction of new technology."

Het is opvallend dat over de risico’s van IVF voor de vrouwen die de behandeling

ondergaan niet of nauwelijks gesproken wordt, terwijl wanneer de eiceldonor aan de orde

komt, er wel expliciet over risico’s gesproken wordt. “Celkerntransplantatie is alleen

mogelijk als er vrouwen zijn die als donor van de benodigde eicellen willen optreden. Dit

 betekent meestal dat de donor zelf ook de meest belastende en riskante onderdelen van een

IVF-behandeling moet ondergaan.” (Gezondheidsraad 2001, 43) In de rest van het rapport

wordt niet genoemd dat er aan de IVF-behandeling risico’s kleven voor de vrouw. Het

verschil tussen de eicel-donor en de wens-moeder is, dat de eerste als ‘gezond’ en de laatste

als ‘ziek’ gedefinieerd wordt, waardoor bij de wens-moeder medisch ingrepen noodzakelijk

lijkt. Daarnaast concludeer ik hieruit dat er een onuitgesproken redenatie is dat als je als

vrouw met kinderwens echt een kind wilt, dat je dat de risico’s vanzelfsprekend op de koop

toe neemt.

Naar aanleiding van het onderzoek van Buitendijk lijkt het erop dat er iets in de IVF-

procedure aanwezig is dat voor lichtere baby's zorgt. Bij runderen blijken de kalveren 10%

groter te worden door IVP, dit noemt men LOS (Large Offspring Syndrome). Holland

Genetics heeft hier een paar jaar geleden onderzoek naar verricht: de kalveren bleken

inderdaad gemiddeld een aantal kilo's zwaarder te zijn, de geboorteafwijkingen lagen iets

hoger en er waren meer geboortemoeilijkheden. Men vermoedt dat LOS te maken heeft met

27

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 28/36

het rijpen en het bevruchten van het eitje in vitro en dat het eitje niet 'in fase' is. Nu gebruikt

Holland Genetics een medium met minder 'voeding' erin, dat lijkt betere resultaten te geven.

Lange termijn onderzoek is om verschillende redenen 'makkelijker' bij runderen dan bij

mensen. Een generatie bij mensen is 20-25 jaar, bij koeien drie jaar. Daarnaast wordt er –

zoals ik al eerder beschreef - al heel erg veel genoteerd en in databases bijgehouden van

koeien in het algemeen en deze elitegroep runderen in het bijzonder. Bij mensen heb je te

maken met privacywetgeving, bij koeien niet. Een derde reden waarom er naar mijn mening

relatief veel aandacht is voor lange termijn onderzoek bij de runderen van Holland Genetics

ligt in hoe Holland Genetics en runderfokken voor melk in Nederland georganiseerd is.

Holland Genetics zal namelijk zelf de eerste zijn die de problemen op haar bordje krijgt: de

IVP-koeien komen bij Holland Genetics in de stal te staan en wanneer die koeien

gezondheidsproblemen hebben is Holland Genetics zelf een van de eerste gedupeerden.

Daarnaast is Holland Genetics een coöperatie, dus niet alleen gericht op korte termijn winst,

maar vooral het belang van de eigenaren van CR Delta, de boeren, staat voorop. Het bestuur

van CR Delta bestaat uit boeren. Volgens de afdeling R&D zijn deze behoudend en bekijken

ze veel nieuwe ontwikkelingen met argusogen.

In het rapport Celkerntransplantatie bij mutaties in het mitochondriale DNA van de

Gezondheidsraad wordt de meeste ruimte ingeruimd voor de ethische en juridische

kwesties rond deze nieuwe techniek. Dat is niet vreemd als je kijkt naar de

ontstaansgeschiedenis van dit rapport, die ik eerder beschreef. Net zoals het hele rapport

wordt opgesplitst in een technisch en een juridisch/ethisch gedeelte, zo worden ook de

risico’s verdeeld over die categorieën.

Een voorbeeld van een ethisch risico is ‘het argument van het hellend vlak’: “als we aan dit

soort nieuwe technieken beginnen leidt dat misschien tot bijvoorbeeld zoiets verwerpelijks

als eugenetica.” Het rapport splitst het hellend-vlak-argument op in tweeën:

1. is het wettelijk niet meer mogelijk om andere, moreel onaanvaardbare toepassingen van

dezelfde technieken te verbieden als we deze technieken in deze context toelaten?

28

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 29/36

2. zal er een moreel, maatschappelijk klimaat ontstaan dat langzaam verglijdt naar

praktijken die wie nu moreel onaanvaardbaar vinden, zoals klonen en eugenetische

toepassingen? (Gezondheidsraad 37-38).

Wat betreft de eerste vraag is de Gezondheidsraad van mening dat er de mogelijkheid blijft

om moreel onwenselijke praktijken die technisch verwant zijn aan IVONT wettelijk te

verbieden. Wat betreft de tweede kwestie vindt het rapport van de Gezondheidsraad dat het

moeilijk is te bewijzen dat het zo zal gaan, maar dat het toch belangrijk is de bezorgdheid in

de samenleving te erkennen. (Gezondheidsraad 37-38).

Toch zijn dit soort ethische vragen niet alleen terug te vinden onder het hoofdstukje

‘Ethische aspecten’. Tussen het hoofdstuk ‘Celkerntransplantatie’ en ‘Ethische aspecten’ is er

een hoofdstuk met de naam ‘Kiembaangentherapie en embryoklonering’. De titel suggereert

dat dit hoofdstuk net zoals het hoofdstuk ervoor een technische uitleg is van de begrippen

genoemd in de titel. Het is echter een mengeling tussen het uitleggen van deze begrippen en

tegelijkertijd aangeven dat het in IVONT om iets anders of om een bijzondere variant van

kiembaangentherapie en embryoklonering gaat. Wat betreft kiembaangentherapie zegt het

rapport dat IVONT inderdaad generatieoverschrijdende gevolgen heeft en daarmee een

vorm van kiembaantherapie is, maar omdat het niet een wijziging in het erfelijk materiaal

van de kern betreft, is men van mening dat het niet om kiembaanmodificatie gaat. Wat

 betreft klonen zegt het rapport, omdat er geen individu gecreëerd wordt dat genetisch

identiek is aan een ander individu, dat deze techniek niet hetzelfde is als ‘reproductief 

klonen’. (Gezondheidsraad, 31-33) De ethische bezwaren die betrekking hebben op

‘reproductief klonen’ en kiembaangentherapie zijn daarmee niet van toepassing op deze

vorm van celkerntransplantatie. Alhoewel dit hoofdstuk lijkt te gaan over het technisch

definiëren van technieken, is het een hoofdstuk dat ethische kwesties behandelt door

technieken en termen nauwgezet te (her)definiëren.

De technische risico’s uit het eerdere hoofdstuk worden in het rapport doorverwezen naar

het laboratorium: er is veel niet duidelijk maar dat zal met verder onderzoek opgelost

29

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 30/36

moeten worden. Zo schrijft het over het wassen van de eicel en het injecteren van de kern in

de donoreicel: “Deze technische factoren dienen nader onderzocht te worden alvorens van

een veilige toepassing van IVONT of verwante procedures sprake kan zijn.”

(Gezondheidsraad, 29) Over mogelijke problemen die kunnen ontstaan uit de combinatie

van donoreicel en de ge ï njecteerde celkern erkent het rapport dat er niets bekend is, maar de

schrijvers verwachten dat die niet groter zijn dan bij een ‘natuurlijke’ bevruchting.

(Gezondheidsraad 29-30) Ze baseren dit op proefdieronderzoeken met muizen en op de

voortplantingstechniek ooplasmic transplantation. Dit laatste is opmerkelijk. Bij ooplasmic

transplantation wordt een beetje celvocht uit een donoreicel ingespoten bij de eicel van een

onvruchtbare vrouw. De Volkskrant schrijft hierover: “Een verjongingskuur met een beetje

vers celvocht van een eicel van een jonge vrouw zou de onvruchtbare vrouwen kunnen

helpen.” (12.5.2001) De techniek is ontwikkeld en toegepast door dezelfde dr. Jacques Cohen

in New Jersey die IVONT volgens Hesterlee heeft toegepast. In het artikel in de Volkskrant

worden een aantal deskundigen ge ï nterviewd over deze techniek en staat men er zeer

kritisch tegenover. Prof. Dr. Paul de Sutter, Universitair Ziekhuis te Gent: “Wij hebben

 besloten het niet te doen. (...) ook omdat er gevaren kleven aan het overbrengen van

mitochondriën en hun DNA.” In hetzelfde krantenartikel over ooplasmic transplantation

wijzen artsen in eerste instantie op de ethische bezwaren. Een onderzoeksvoorstel op dat

vlak van De Sutter is door de ethische commissie afgewezen en Dr. Roel Schats, medisch

hoofd van het IVF-centrum van de Vrije Universiteit Amsterdam, roept uit: “Ik vind het

 belachelijk. Het zou niet door de ethische commissie komen, want je bent bezig met

genetische manipulatie van de eicel.” Prof. Dr. Van Ommen, hoogleraar humane genetica

Leiden, spreekt in Trouw niet over ethische bezwaren en vindt krantenkoppen zoals: Een

kind van twee moeders overdreven: “[Mitochondriaal DNA heeft] niets te maken met wat de

mens uniek maakt, zijn uiterlijke kenmerken en zijn brein. Dat is het werk van het genetisch

materiaal uit de kern, wat ook deze kinderen van hun echte moeder meekrijgen.” (Trouw,

7.5.2001)

30

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 31/36

7. Conclusie

In deze stage heb ik gekeken naar hoe de nieuwe voortplantingstechniek IVF in

verschillende contexten tot stand komt. Bij mensen is IVF een techniek die uitgevoerd wordt

in een medische setting en gaat over individuele wensen: een genetisch ‘eigen’ en gezond

kind. Bij runderen vindt IVP plaats in de economische sfeer binnen een traditie van het

fokken van runderen. In plaats van individuen is er sprake van een populatie: een elite

groep van koeien.

Wanneer technieken gaan reizen veranderen de uitvoering van de techniek en de

toepassingsmogelijkheden. Maar IVF in één context verandert ook door toepassingen uit

andere situaties die zich verplaatsen. Bijvoorbeeld: PGD wordt gebruikt in het kader van het

voorkomen van een erfelijke ziekte, maar op dit moment onderzoekt men in hoeverre PGD

gebruikt kan worden om het succespercentage van IVF te verhogen. “De baby take home

rate kan omhoog als embryo's die toch in een miskraam zullen eindigen niet meer worden

teruggeplaatst. De meeste miskramen zijn het gevolg van chromosoomafwijkingen.” (NRC

9.6.2001)

De wereld van IVP bij koeien en IVF bij vrouwen wisselen ervaringen en kennis met elkaar

uit. Vermeiden werkt op het IVF-centrum aan het VU ziekenhuis in Amsterdam en gebruikt

de ervaringen van muizen en andere beesten in zijn lezing over humane embryologie aan de

Veterinaire Faculteit van Utrecht. Holland Genetics is op de hoogte van het onderzoek van

Buitendijk over IVF-kinderen. Het rapport van de Gezondheidsraad tast af in hoeverre er

een goed proefdiermodel is waarmee controle-experimenten kunnen worden gedaan om de

veiligheid van IVONT te kunnen voorspellen. (Gezondheidsraad 2001, 30)

Het common sense idee over de humane medische praktijk is dat er eerst uitgebreid

dierproeven en andere testen worden gedaan en zodra een nieuwe techniek ‘veilig’ is

 bevonden, het toegepast wordt bij mensen. Maar in het debat ‘Barsten in het buisje’ over de

31

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 32/36

risico’s en veiligheid van de voortplantingstechnologie tijdens De Nacht van de

Voortplanting wees Irma van der Ploeg erop dat technieken als IVF en ICSI ontwikkeld

worden tijdens de medische behandelingen op (in het geval van voortplantingstechnieken)

vrouwen. Zoals één van de R&D medewerkers van Holland Genetics zich erover verbaasde:

“Mensen zijn daarin gewoon proefdieren.”

Met het begrip risicomaatschappij van Ulrich Beck heb ik gekeken naar hoe er met risico’s

wordt omgegaan bij IVF. Bij IVF is er ook sprake van ‘georganiseerde

onverantwoordelijkheid’: de verantwoordelijkheid is over zoveel personen, technieken,

instanties en bedrijven verdeeld dat er niemand aan te wijzen zal zijn als ‘schuldige’ mocht

er iets fout gaan. TNO-onderzoeker Buitendijk vindt dat de overheid hierin het heft in

handen zou moeten nemen. Beck vindt het belangrijk dat men erkent dat er in laboratoria

politiek gemaakt wordt. Hij geeft er de voorkeur aan dat er van hun expertise meer gebruik

gemaakt wordt.

Alhoewel mijn onderzoek natuurlijk te kort is om hier definitieve uitspraken over te doen,

lijkt het toch dat in een coöperatie als Holland Genetics een betere structuur is om om te

gaan met de risico’s van IVF, dan ons huidige gezondheidsstelsel, met commerciële

farmaceutische bedrijven, een halfslachtig regulerende overheid en artsen die niet

aanspreekbaar zijn op de lange termijn effecten van hun handelingen.

32

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 33/36

Bibliografie

Beck, Ulrich. De wereld als risicomaatschappij. Essays over de ecologische crisis en de politiek van de

vooruitgang. Amsterdam, De Balie 1997

Crowe, Christine. Whose Mind Over Whose Matter? Women, In Vitro Fertilisation and the

Devolopment of Scientific Knowledge. In: The New Reproductive Technologies, ed. McNeil, M. et

al; Macmillan Londen, 1990

Cussins, Charis. Producing Reproduction: Techniques of Normalization and Naturalization in

Infertility Clinics. in: Reproducing reproduction: kinship, power, and technological innovation, ed.

Sarah Franklin & Helena Ragoné. University of Pennsylvania Press, Philadelphia 1997.

Franklin, Sarah. Making Miracles: Scientific prgress and the Facts of Life. In: Reproducing

reproduction: kinship, power, and technological innovation. ed. Sarah Franklin & Helena Ragoné.

University of Pennsylvania Press, Philadelphia 1997.

Franklin, Sarah. What we know and what we don't know about cloning and society. In: New

Genetics and Society Vol 18 (April 1999): 111-120.

Gezondheidsraad, Celkerntransplantatie bij mutaties in het mitochondriale DNA (Gr: Den Haag,

2001).

Hajer, Maarten & Michiel Schwarz. Contouren van de risicomaatschappij. In: De wereld als

risicomaatschappij. Essays over de ecologische crisis en de politiek van de vooruitgang. Ulrich Beck.

De Balie, Amsterdam 1997

Hesterlee, Sharon. Mitochondrial myopathy: an energy crisis in the cells. In: Quest, volume 6,

number 4, August 1999

http://www.mdausa.org/publications/Quest/q64mito.html

http://www.mdausa.org/publications/Quest/q64mito2.html

Hesterlee, Sharon. Mitochondrial disease in perspective. Symptoms, Diagnosis and hope for the

 future. In: Quest, volume 6, number 5, October 1999.

http://www.mdausa.org/publications/Quest/q65mito.html

http://www.mdausa.org/publications/Quest/q65mito2.html

Amâde M'charek, Technologies of Similarities and Differences: On the interdependence of nature

and technology in the Human Genome Diversity Project (Thesis: Amsterdam, 2000).

Ploeg, Irma van der, Prosthetic Bodies: Female Embodiment in Reproductive Technologies (Thesis:Maastricht, 1998).

33

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 34/36

Vermeiden, Jan PW. Short term versus long term culture of human embryos. In: Basic and Applied

 Aspects of Prenatal Development. Symposium 19.10.2001 Platform Voortplantingsonderzoek

Landbouwhuisdieren (PVL), Universiteit van Utrecht.

Wajcman, Judy. Feminism confronts technology; Polity Press Oxford, 1991

34

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 35/36

Glossary

ET:

Embryo Transfer. Met hormonen laat men de koe super-ovuleren. De meerdere eitjesworden in de baarmoeder bevrucht en voordat ze zich nestelen daar nestelen spoelt men de

embryo’s uit de baarmoeder en plaatst ze in zoveel draagkoeien als er embryo’s zijn.

ICSI:

Intracytoplasmatische Sperma Injectie is een techniek die in combinatie met IVF wordt

gebruikt wanneer het zaad van de man extreem onvruchtbaar is. De bevruchting wordt tot

stand gebracht doordat in vitro het zaad door de laborant in de eicel geprikt wordt.

IVF:In Vitro Fertilisatie. Procedure waarbij in het laboratorium een eicel en spermacellen bij

elkaar in vitro, oftewel in een glazen of plastic petrischaaltje, worden gebracht. De eicel

wordt bevrucht buiten het vrouwelijk lichaam en na enkele dagen wordt het ontstane

embryo teruggeplaatst in een baarmoeder en kan het een zwangerschap tot gevolg hebben.

IVONT:

in vitro ovum-nucleus-transplantatie. Celkerntransplantatie. Techniek waarbij de celkern

van de eicel van de wensmoeder verplaatst wordt naar de ontkernde eicel van een donor.

Vervolgens wordt deze nieuwe eicel bevrucht en teruggeplaatst in de baarmoeder van de

vrouw. Een andere manier om IVONT toe te passen is om eerst eicel van de wensmoeder te

 bevruchten en vervolgens de samengesmolten celkernen naar de ontkernde donoreicel over

te brengen. Daarna wordt het embryo teruggeplaatst in de baarmoeder van de vrouw. Om

deze techniek toe te kunnen passen wordt dus gebruik gemaakt van een aantal verschillende

technieken, waaronder kloneertechnieken en IVF.

IVP:

Bij runderen spreekt men over IVP (In Vitro Productie) in plaats van IVF, omdat deze

procedure niet alleen de bevruchting omvat, maar ook het rijpen van de eicel in vitro (IVM,

In Vitro Maturatie) en na de bevruchting het groeien van het embryo zes dagen (IVC, InVitro Culture).

MtDNA/Mitochondriaal DNA.

Mitochondriën worden vaak omschreven als de energiefabriekjes van de cel, zij zetten

voedingstoffen om in energie voor de cel. Op deze mitochondriën bevindt zich ook DNA:

mitochondriaal DNA. Afwijkingen in dit mitochondriaal DNA kunnen allerlei (ernstige)

ziekten veroorzaken. Mitochondriaal DNA erft over van moeder naar kind. Bij het

samensmelten van eicel en spermatozo ï de, vormen de celkern van de eicel en de spermacel

de nieuwe celkern. Het mitochondriaal DNA van de spermatozo ï de speelt nauwelijks of 

35

5/16/2018 Mt Dna 250503 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/mt-dna-250503 36/36

geen rol bij de bevruchting, het mitochondriaal DNA van de bevruchtte eicel is min of meer

geheel van de moeder afkomstig.

Ooplasmic transplantation:

Bij ooplasmic transplantation wordt een beetje celvocht uit een donoreicel ingespoten bij deeicel van een onvruchtbare vrouw. De Volkskrant schrijft hierover: “Een verjongingskuur

met een beetje vers celvocht van een eicel van een jonge vrouw zou de onvruchtbare

vrouwen kunnen helpen.” (12.5.2001)

PGD:

Pre-implantatie Genetische Diagnose. Bij PGD worden de embryo's die in vitro zijn gemaakt

genetisch getest op een erfelijke ziekte, waarna alleen 'gezonde’ embryo’s teruggeplaatst

worden.

36