MOVISIES 10: Wmo & het platteland
description
Transcript of MOVISIES 10: Wmo & het platteland
Algemeen
2011 is het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 3
Kwetsbare groepen
Boerenkans helpt boeren om nieuwe kansen te pakken 5
Leefbaarheid
Gemeente: maak gebruik van de jongerenkeet! 6
Mens en organisatie
Wonen, welzijn en zorg: samenwerken in een kleine gemeente 8
Beroepsontwikkeling
Wat moet een manager in zorg en welzijn in huis hebben? 9
Huiselijk en seksueel geweld
Vrijbuiters uitgebuit: nieuw boek over jongensprostitutie 10
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Maatschappelijke stage op het platteland? Doen! 12
Diversiteit
Homobeleid op het platteland brengt geld in het laatje 15
Agenda, trainingen en publicaties 16
moVisiesRelatieblad over maatschappelijke ontwikkeling * januari 2011 * nr 10
Krimp op het platteland
Ieder half uur slaat de kerkklok in Zijldijk.
Niet dat er nog een kerk is. De klok staat
op het dak van het dorpshuis dat vroeger
een basisschool was. Zijldijk is een lintdorp van
222 inwoners in noordoost Groningen. De twee
basisscholen zijn al lang gesloten, de winkels zijn
woonhuizen geworden, de bushalte is opgeheven
en precies een jaar terug vond ook de allerlaatste
kerkdienst plaats.
Bloeiend En toch is Zijldijk aantrekkelijk om te wonen.
Dat blijkt tijdens een rondwandeling met enkele
enthousiaste leden van de vereniging van
dorpsbelangen. Alle woningen zijn bewoond, er
is een bloeiend verenigingsleven en in één van
de boerderijen zit een particuliere basisschool
op antroposofische basis. “Het liefst willen we
het dorp uitbreiden, maar dat zit er niet in”,
vertelt een bewoner. “We zijn bang voor krimp.
Daarom doen we zoveel aan de leefbaarheid.”
met het dorp. Bewoners lopen binnen voor koffie.
Maar ze laten hier ook hun fietsband plakken.”
Groen gasDie persoonlijke inzet van bewoners is de
kracht van Zijldijk. Een van de deelnemers aan
de werkplaats: “Er wordt hier niet gezeurd.
De Groningse mentaliteit is: schouders eronder
en doorgaan.” Een ander: “Ik vind de mensen
in Zijldijk vernieuwend. Welke vereniging van
dorpsbelangen wil nou een biovergistinginstal-
latie?” En daarmee doelt hij op het plan om
het dorp onafhankelijk te maken van een
energiebedrijf. De initiatiefnemer: “Dit levert
bewoners geld op. In de toekomst zie ik zelfs
een ‘groen’ tankstation voor me waar je groen
gas en elektriciteit kan tanken.”
Bus terugAan het eind van de dag hebben de Zijldijkers
nog een prangende vraag: hoe krijgen we de bus
In dit nummer:
Hoe gaat het platteland om met de bevolkingskrimp? En waar
zit de kracht van dorpen? Op donderdag 9 december 2010
organiseerden MOVISIE en Netwerk Platteland hierover een
Werkplaats Topdorpen in het Groningse Zijldijk. Wat is het
geheim van dit topdorp?
AppelmoesDe bewoners van Zijldijk zitten niet bepaald stil.
Zo hebben ze in de voormalige kerk een woon/
werkproject gerealiseerd voor mensen met een
‘extra zorgvraag’. De directeur van de stichting
Kune, zelf Zijldijkse, laat met trots de werkplaats
zien. In het winkeltje zijn lokale producten te
koop: aardappels uit Zijldijk, appelmoes uit Zijldijk.
“We zoeken bewust contact en samenwerking
Thema: Wmo & platteland
terug? Met een openbaarvervoerverbinding willen
ze de bereikbaarheid plus de aantrekkingskracht
van hun dorp verbeteren. Er komen veel ideeën
los – van een coöperatie met elektrische fietsen
tot het inschakelen van cliënten uit ‘de kerk’ als
chauffeur. Eén van de bewoners: “Deze bijeen-
komst is een eyeopener. Ik ben heel anders tegen
onze problemen aan gaan kijken. Reken maar dat
we hiermee verder gaan.”
Vereniging van dorpsbelangen: www.zijldijk.eu en Stichting Kune: www.kune.nl.
Dit is de eerste in een serie van drie
leerwerkateliers waarin professionals
op zoek gaan naar de kracht van
dorpen. De werkateliers vinden plaats
in de drie krimpgebieden: noordoost
Groningen, Limburg en Zeeland.
MOVISIE tekent de verzamelde kennis
op in een publicatie.
Wmo & het plattelandEr is veel te doen over de krimp op het platteland. Maar wat is het effect op de leefbaar-
heid, burgerparticipatie en zelfredzaamheid? MOVISIE zet in deze editie de spotlights op
het platteland. Wat zijn de problemen en oplossingen?
Meer lezen over de plannen
van MOVISIE in 2011?
Ga naar www.movisie.nl/2011.
Wat is het effect van bevolkingskrimp op het platteland op leefbaarheid en zelfredzaamheid?
regio staan bijvoorbeeld 14.000 woningen
gepland. Maar als je kijkt naar de demografische
ontwikkelingen, dan hebben we er slechts 6.000
nodig. Dus moeten we een streep zetten door
8.000 geplande woningen. Doen we dat niet,
dan krijgen we situaties zoals in Parkstad waar
onlangs een woning van 160.000 euro op een
veilig voor 19.000 wegging. Ontkennen is er niet
meer bij. Het gaat nu razendsnel.”
Krimp remmenAalderink ziet volop kansen in zijn regio. “We
willen de krimp remmen, dus zijn we gaan
kijken waar we goed in zijn. Ik zie in dit gebied
kansen voor innovaties. Er zijn bijvoorbeeld
lege boerderijen. Daar zouden we bedrijven in
kunnen vestigen die investeren in innovatie.”
Over deze en andere kansen praat hij met de
andere plattelandsgemeenten in het netwerk
P10. Maar om die woorden om te kunnen
zetten in daden, is meer nodig. Daarom heeft
Aalderink nog een verzoek aan de minister. “Ga
geen blauwdrukjes maken voor het platteland
of de ruimtelijke ordening regelen. Geef ons de
faciliteiten om het zelf aan te pakken.”
Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke
ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt
gemeenten en lokale organisaties.
Algemeen
Is er in het Europese subsidieprogramma LEADER
aandacht voor de sociale dimensie van leefbaarheid?
Marie Emilie Spevart van Woerden van de
Rijksuniversiteit Groningenzocht het uit, in
opdracht van MOVISIE.
Wmo & platteland
Wat is LEADER ?
LEADER is een Europees subsidiepro-
gramma voor plattelandsontwikkeling.
In Nederland zijn 31 LEADER-gebieden.
In elk gebied wordt een ontwikkelings-
plan opgesteld door een plaatselijke
groep van maatschappelijke vertegen-
woordigers en vertegenwoordigers
van lokale en provinciale overheid.
Vervolgens dienen burgers, organisa-
ties en overheden projectaanvragen
in. Ze worden gehonoreerd als ze
passen in de doelstellingen van het
ontwikkelingsplan.
De meeste projecten blijken een sociaal effect te
hebben. Vooral de bottom-up aanpak van LEADER
draagt fors bij aan de sociale leefbaarheid. Het
leidt tot meer draagvlak, een grotere slaagkans en
een betere borging. Er zijn ook belemmeringen,
zoals de administratieve kosten en het lange
wachten op goedkeuring. Hierdoor worden
ideeën voor kleine sociale projecten, die slechts
een paar duizend euro subsidie nodig hebben,
vaak niet uitgewerkt.
Het volledige onderzoeksrapport Landelijke leven-
digheid, een inzicht in de bijdrage van LEADER
aan de sociale leefbaarheid is te downloaden via
www.movisie.nl/publicaties.
Meer informatie: Jannie Schonewille ([email protected] of 030 789 22 70) en www.movisie.nl/vitaalplatteland.
LEADER onder de loep
Netwerk P10 pakt platteland aanJas uit en mouwen opstropen
Dit is P10P10 is een samenwerkingsverband van de tien grootste plattelandsgemeenten: Aa en
Hunze, Berkelland, Borger-Odoorn, Bronckhorst, Hulst, Ooststellingwerf, Opsterland,
Schouwen-Duiveland, Sluis, Westerveld. Doel is krachtenbundeling om gezamenlijk een
steviger gesprekspartner te kunnen zijn bij het behartigen van de specifieke belangen van
deze plattelandsgemeenten. www.p-10.nl .
Wmo & platteland
Henk Aalderink wil evenwicht tussen stad
en platteland. “Niet evenveel, maar
evenwicht.” Het samenwerkingsverband
P10 dat hij in 2008 persoonlijk oprichtte, doet
daar iets aan. “In het vorige kabinet zag je dat
er heel veel geld naar de stad ging. Er waren
Vogelaarwijken, maar je zag nooit Gerda Verburg
met een varkentje op schoot. Je kon drie keer per
week naar een congres waar je hoorde hoe erg
het gesteld is met het platteland, maar niemand
had het over de kansen. Ik ben gaan googelen
en heb tien plattelandsgemeenten bij elkaar
gebracht die kansen willen creëren voor mensen
in plattelandsgebieden.”
Zomer in NederlandP10 heet het samenwerkingsverband, met
een knipoog naar de G4. Het netwerk heeft
uitgezocht wat er nodig is voor een toekomst-
bestendig platteland. In het boekje ‘Zomer in
Nederland’ staan de oplossingen op een rij.
“Die verschillen per gebied”, legt Aalderink uit.
“Het is belangrijk om de problemen niet per
dorp aan te pakken, maar regionaal. In onze Burgemeester Aalderink van gemeente Bronckhorst
CO
LUM
Nmarijke SteenbergenDirecteur MOVISIE
Nieuw kabinet: ook een nieuwe koers voor sociaal werk?
De mist rond het nieuwe kabinet trekt op, prioriteiten worden gesteld en de toonzetting
van de nieuwe bewindspersonen wordt steeds helderder. Welke consequenties zijn er voor
ons werkterrein?
Als je de voornemens en eerste acties bekijkt, dan lijkt het vooral neer te komen op ‘meer
werk’ voor de sociale sector, vooral op gemeentelijk niveau, maar ‘minder geld’. Informele
zorg is bijvoorbeeld een prachtig model om zorg en sociale samenhang te verbinden, maar
dan moeten gemeenten voldoende ondersteuning en inspiratie kunnen bieden. Veranderen
van een zorgende naar een zelfredzame samenleving gaat niet vanzelf. Belangrijker wordt
ook in de komende periode de focus op effectiviteit van sociale interventies (‘wat werkt’) en
natuurlijk ‘er op af’. Eigenlijk richtingen die door het vorige kabinet reeds zijn ingeslagen.
Tenslotte de constatering dat ook dit kabinet geen aandacht heeft voor de preventieve
werking van sociaal werk. Maar dat is iets waar we al veel langer last van hebben en dat
heeft alles te maken met de geringe onderzoeksinvesteringen rond sociaal werk.
Niet heel veel nieuws onder de zon dus. Opvallend vind ik wel het gezamenlijk optrekken
van linkse en rechtse partijen rond specifieke welzijnsthema’s. Er is weinig debat en discussie.
Iedereen lijkt te willen doorpakken. Zo zet dit kabinet in op veiligheid en kiest daarbij vooral
voor een repressieve aanpak van huiselijk geweld. De ervaring van zowel politie en justitie,
zoals hulpverlening, geeft echter aan dat een gecombineerde aanpak het beste werkt:
hulpverlening aan slachtoffers en daders, in samenhang met gepaste maatregelen als een
tijdelijk huisverbod en maatregelen op het gebied van scholing, werk, huisvesting
en financiën. Waarom zijn deze inzichten niet meegenomen? En waarom geen stevige
discussie hierover?
Het sociaal werk zal zich moeten laten zien en horen, door haar resultaten zichtbaar te
maken en aanwezig te zijn. Als kenniscentrum kunnen wij dat versterken door de resultaten
te presenteren van trajecten als Welzijn Nieuwe Stijl, Effectieve Sociale Interventies en
Professionaliteit Verankerd, maar vooral ook door het debat te stimuleren: met de landelijke
politiek, de overheden en de smaakmakers in ons werkveld. MOVISIE wenst u
een geïnspireerd 2011!
2
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
“Ontkennen is er niet meer bij. We hebben op het platteland
te maken met krimp. Wil je die krimp remmen, dan is
het jas uit en mouwen opstropen”, aldus Henk Aalderink,
burgemeester van Bronckhorst. Aalderink is de oprichter
van P10, een samenwerkingsverband van de tien grootste
plattelandsgemeenten in Nederland. Samen werken ze aan een
toekomstbestendig platteland.
moVISIE-partner aan het woord
Wat doet u met MOVISIE?“MOVISIE is partner in het Netwerk Platteland, een nationaal netwerk
dat zich inzet voor een sterk en aantrekkelijk platteland. Als ministerie
van EL&I zijn wij één van de opdrachtgevers van dit netwerk. Het
netwerk is breed, iedereen die bezig is met plattelandsontwikkeling
kan aanschuiven. Een klein netwerkteam geeft de koers aan. En in dat
netwerk werk ik samen met MOVISIE.”
Waarom werkt u met MOVISIE? “MOVISIE brengt expertise op het gebied van leefbaarheid, sociale vitali-
teit en vrijwillige inzet in. MOVISIE laat ook de goede voorbeelden zien.
Als ministerie van EL&I houden wij ons vooral bezig met de economische
en ruimtelijke aspecten van het platteland. Thema´s als leefbaarheid en
welzijn zitten veel minder verankerd in ons werk. Terwijl dat wel degelijk
belangrijke aspecten zijn als je bezig bent met plattelandsontwikkeling.
Kijk maar eens naar de actuele vraagstukken rondom de krimpgebieden
in Nederland.”
Stel dat u minister bent? “Ik kan wel zeggen dat er meer geld bij moet, maar dat geld is er niet.
Nee, ik zou de eigen kracht van mensen ondersteunen bij het versterken
van het platteland. Er zit heel veel energie, expertise en innovatiekracht
in lokale gemeenschappen en die kracht is allesbepalend, die is goud
waard. Je moet je als rijksoverheid natuurlijk niet gaan bemoeien met
elk individueel initiatief. Laat het waar het thuishoort, bij de mensen
zelf. Wel kun je voorwaarden scheppen en ondersteunen met kennis,
netwerken en soms met wat geld.”
Waar loopt u warm voor? “Mooie voorbeelden waar we bij betrokken zijn, zoals de activiteiten van
de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen rondom actief burgerschap,
het Plattelandsparlement, maar ook een instrument als het Idealenkompas,
een soort wegwijzer voor initiatiefnemers. dat door Greenwish wordt
ontwikkeld. Je ziet dat initiatiefnemers met een goed plan voor duurzame
samenleving de weg vinden naar financiering, kennis en ondersteuning.”
Wat vindt u een interessante ontwikkeling? “De grens tussen vrijwilligerswerk en ondernemerschap schuift op. Wat eerst
vrijwilligerswerk was, wordt nu vaak sociaal ondernemerschap. Hoe kun je
dat ondernemerschap inzetten voor de lokale samenleving? Nu de overheid
zich op een aantal terreinen terugtrekt, wordt het belang van nieuwe
maatschappelijke allianties en financiële arrangementen steeds groter. Dat
vind ik interessant. En dat is iets dat MOVISIE ook kan oppakken.”
Meer informatie: www.netwerkplatteland.nl
“er zit heel veel energie in het platteland.”
Wmo & platteland
Zet vrijwilligers in het zonnetje met de digitale complimentenkaart
Alberthe Papma is senior beleidsmedewerker
bij het ministerie van Economische Zaken,
Landbouw & Innovatie. Ze werkt vanuit de
directie Natuur, Landschap en Platteland.
3
Wat doet MOVISIE?MOVISIE besteedt extra aandacht aan vrijwilligerswerk in 2011. Zo staan
de Toekomstagenda Vrijwillige Inzet en de Onderzoeksdag geheel in het
teken van het Europees jaar. Via onze Europese contacten gaan we Neder-
landse voorbeelden van projecten en initiatieven verspreiden. Andersom
zorgen we ervoor dat vernieuwende voorbeelden en belangrijke Europese
ontwikkelingen zichtbaar worden voor het Nederlandse publiek. En
natuurlijk doet MOVISIE mee met de digitale complimentencampagne. We
twitteren mee op #vrijwilligerswerk en we verzorgen de kennisdossiers op
www.vrijwilligerswerk.nl.
Meer informatie: Else-Marije Boss ([email protected] of 030 789 22 41).
Stuur een complimentVia www.vrijwilligerswerk.nl
kunt u meedoen aan de digitale
complimenten- en verzoekencam-
pagne. U kunt hiermee eenvoudig
complimenten versturen om
mensen in het zonnetje te zetten of
vrijwilligers zoeken als u hulp kunt
gebruiken. Het NCO zorgt ervoor
dat duidelijk wordt hoeveel er te
complimenteren valt. De vrijwilligers
die u een compliment stuurt, maken
bovendien kans om TROS-vrijwilliger
van de week te worden.
Meer dan handen-AwardsAls vrijwilligersorganisatie heeft u
een passie voor vrijwilligerswerk en
grote kans dat u verbinding legt
tussen mensen. Wellicht besteedt
u daarin speciaal aandacht aan
competenties en wilt u graag
innovatie bewerkstelligen. Op deze
thema’s biedt het NCO gemeenten
haar lokale Meer dan handen-
Awards aan. Vraag uw gemeente
ernaar en geef u op!
Week van het ApplausDe week van 11 september 2010 is
de Week van het Applaus. Beloon uw
vrijwilligers, organiseer een applaus en
laat Nederland zien hoeveel vrijwilligers
er in Nederland zijn!
2011 Europees jaar van het Vrijwilligerswerk
2011 is het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Het Nationaal
Coördinatieorgaan (NCO) roept alle vrijwilligersorganisaties op
vrijwilligerswerk zichtbaar te maken. Daarnaast kunt u aansluiten
bij het nationale programma. Doet u mee?
Meedoen aan het Wmo-trendonderzoek?
In 2011 voert MOVISIE voor de derde keer het Wmo-trendonderzoek
uit. Op welke manier bent u bij de uitvoering van de Wmo betrok-
ken? Hoe verloopt de samenwerking met de gemeente? Deze
en andere vragen worden begin 2011 via een digitale enquête
voorgelegd aan welzijnsaanbieders en vrijwilligersorganisaties.
Extra aandacht is er voor de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl
en maatschappelijke ondersteuning op het platteland. Het Wmo-
trendrapport 2012 verschijnt begin 2012. Wilt u meedoen, dan kunt
u contact opnemen met Aletta Winsemius ([email protected]
of 030 789 20 66).
LinkedIn Sluit u aan bij de LinkedIn-groep
EYV2011. Hier kunt u ervaringen, tips
en activiteiten uitwisselen.
Kijk op www.vrijwilligerswerk.nl voor
meer informatie, een toolkit met allerlei
hulpmiddelen, promotiemateriaal, een
agenda om uw evenementen aan te
melden, diverse campagnes en nog
veel meer!
Waarom meedoen?Het Europees jaar van het vrijwil-
ligerswerk is een mooie gelegenheid
om uitgebreid aandacht te besteden
aan het vrijwilligerswerk en het belang
daarvan voor Nederland. Het is een
kans om:
• de kracht van het Nederlandse
vrijwilligerswerk te vieren en te
waarderen;
• de diversiteit van het vrijwilligers-
werk te laten zien;
• een gunstig klimaat voor het
vrijwilligerswerk te behouden.
MOVISIE is door het Ministerie van
VWS aangewezen als het Nationaal
Coördinatieorgaan van het Europees
jaar van het vrijwilligerswerk.
Meer informatie: Petra van Loonof Mark Molenaar via www.vrijwilligerswerk.nl, LinkedIn-groep EYV2011en [email protected].
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
geweldigik vind het
wat je doet!
vrijwilligers makenhet verschil
Algemeen
Het ondersteunen van lokale partners bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke
ondersteuning (Wmo) loopt als een rode draad door onze activiteiten. MOVISIE helpt
gemeenten en lokale organisaties.
"maar toen kreeg mijn vrouw heimwee naar het westen"
Cor Broekharst droomde er altijd
al van om met zijn pensioen
naar Drenthe te verhuizen. Hij
vond op internet een gelijkgestemde
en bouwde in 2007 met zijn huidige
buurman zijn droomhuis: een twee-
onder-een-kapwoning vlakbij een
natuurreservaat en met uitzicht op de
Drentse akkers. Cor dacht spekkoper
te zijn. “Maar toen kreeg mijn vrouw
heimwee naar het westen en naar de
kleinkinderen”, vertelt hij. Inmiddels
staat de woning anderhalf jaar te koop
en is er één serieuze koper geweest.
De gepensioneerden met goedgevulde
portemonnee blijven weg. En de lokale
bevolking vindt de woning te duur.
Wat te doen? Cor is een van de respondenten die
MOVISIE sprak voor een onderzoek naar
de sociale gevolgen van bevolkingskrimp
in de gemeente Borger-Odoorn. Hij is
niet de enige die last heeft van de bevol-
kingskrimp. Met name aan de randen
van Nederland, zoals in noordoost Gro-
ningen, Parkstad Limburg en Zeeuws-
Vlaanderen, slaat de krimp toe. Jonge
mensen trekken naar plaatsen met meer
werkgelegenheid en vertier. En mensen
die het zich kunnen veroorloven, verhui-
zen naar meer aantrekkelijke woongebie-
den met voorzieningen. Vergrijzing speelt
zich er in rap tempo af. Tegelijkertijd
heeft de economische crisis Nederland in
haar greep, waardoor herstructurerings-
en renovatieplannen in de ijskast worden
geschoven en ambities noodgedwongen
worden teruggeschroefd. Gemeenten
waar krimp zich naar verwachting zal
voordoen - de zogenaamde anticipeerge-
meenten - beramen zich op wat te doen.
Sociale gevolgenWat betekent krimp voor bewoners? Aan
de hand van cijfermateriaal en verhalen
van bewoners, beleidsmakers en profes-
sionals laat MOVISIE zien hoe proces-
sen van bevolkingsdaling, vergrijzing,
ontgroening en economische stagnatie
hun neerslag vinden in het dagelijks leven
van bewoners van een krimpgebied. Dat
is een andere focus dan gebruikelijk:
meestal zijn onderzoeken, experimenten
en oplossingsrichtingen gericht op het
terrein van wonen. Voor de sociale struc-
tuur (onderlinge bindingen, vestigings-,
vertrekfactoren) en de sociale infrastruc-
tuur (voorzieningen, de civil society) is
vaak minder aandacht.
EsdorpenDe eerste resultaten van het onderzoek
laten interessante lokale verschillen
zien. Zo woont voormalig onderwijzer
Jan Wijnholds in één van de pittoreske
esdorpen van de gemeente. Met lede
ogen ziet hij aan hoe steeds meer
winkels verdwijnen uit het dorp en
hoe de school en voetbalvereniging
met uitsterven bedreigd worden. “Er is
simpelweg te weinig nieuwe aanwas.”
Het dorp is de laatste jaren steeds meer
bevolkt geraakt door gepensioneerden
die in het mooie dorp komen ‘Dren-
thenieren’. Voor jonge gezinnen zijn
de huizenprijzen in de esdorpen niet
op te brengen, met een snel dalend
geboortecijfer als gevolg. Ondertussen
probeert wethouder Jacob Bruintjes de
krimp het hoofd te bieden. De krimp
stoppen kan niet, weet de gemeente
inmiddels. Oplossingen ontwikkelen
om de leefbaarheid op peil te houden,
is nu de grote uitdaging.
Bevolkingskrimp is een hot item. Veel plattelands-
gemeenten hebben ermee te maken. De gevolgen
zijn ook niet mis: stagnatie op de woningmarkt,
leegstand en het verdwijnen van voorzieningen. Wat
betekent dat voor bewoners? MOVISIE zocht het uit.
LintdorpenIn de minder aantrekkelijke lintdorpen
die in de negentiende eeuw ontstaan
zijn door veenafgravingen, speelt
een ander probleem. Opbouwwerker
Gerrit van Arragon beschrijft hoe
sociaal zwakkere gezinnen uit ‘het
westen’ afkomen op de zeer goedkope
sociale huurwoningen in het gebied.
“In sommige dorpen ontstaat een
concentratie van probleemstraten met
probleemgezinnen.” Dit zijn juist ook
de dorpen die van oudsher al zwakker
zijn en die het meest te leiden hebben
van de economische crisis. Krimp lijkt
dit te versterken. Het zal heel lastig
worden die neerwaartse spiraal te
doorbreken.
Het MOVISIE-onderzoek 'De sociale
gevolgen van krimp' is vanaf eind
februari te bestellen via www.movisie.
nl/publicaties.
Meer informatie: Jannie Schonewille ([email protected] of 030 789 22 70).
er is simpelweg te weinig aanwas.
Wmo & platteland
Hoogleraar Noordegraaf uit Utrecht: “De Wmo heeft drie span-
ningsvelden in zich. Het spanningsveld
tussen publieke belangen en private
uitvoering, tussen collectieve kaders en
individueel maatwerk, en tussen resulta-
ten boeken en politieke ambities waar-
maken. Dat betekent dat de Wmo veel
ruimte laat. Er bestaan geen duidelijke
richtlijnen voor het realiseren ervan.”
De belangrijkste les voor gemeenten: “Gemeenten moeten
eigenwijs zijn en de ‘open en
onbepaalde’ kenmerken van de Wmo
benutten en naar hun eigen hand
zetten. Gemeenten moeten duidelijk
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Iedereen in staat stellen om deel te nemen aan
de samenleving. Dat is de kerngedachte van de
Wmo. Maar hoe organiseer je dat als gemeente?
MOVISIE stelde deze vraag aan enkele experts.
Kom bij de burgers langszij Stil uw honger naar kennis!
maken wat de Wmo voor de gemeente
en wijken betekent. Dat vereist keuzes
en een duidelijk verhaal.”
Wethouder Dannenberg uit Zwolle: “Het is een groot goed dat de Wmo
veel ruimte biedt aan gemeenten, aan
individuele cliënten en aan professionals
en hun organisaties. Verschillende mon-
niken, verschillende kappen. De over-
heid moet bij de burger langszij komen
en hem waar nodig ondersteunen.”
Andere experts: Sandra Kensen (Sioo)
vindt dat burgers zelf deel uit moeten
maken van de vernieuwing. Zij verkent
de mogelijkheden van ‘appreciative
inquiry’, waarbij gekeken wordt naar
positieve ervaringen van burgers. Lilian
Linders (Fontys Hogeschool) ziet een fun-
damentele verandering in de manier van
werken. Zij vindt dat de gemeente hoort
aan te schuiven aan de keukentafel.
Lees de volledige artikelen op
www.movisie.nl/visieopdewmo, eerder
verschenen in het Wmo Magazine.
Bij deze MOVISIES vindt u onze nieuwe
winterse ‘Stil uw honger’-kaart. Vanaf
januari heeft MOVISIE weer een nieuw
trainingsaanbod voor u als sociale
professional, vrijwilliger, gemeen-
teambtenaar, medewerker van een
maatschappelijke organisatie of waar
dan ook actief in het sociale veld.
Wat voor trainingen? MOVISIE biedt trainingen op het
gebied van
• diversiteit
• interactieve beleidsvorming
• kwetsbare groepen
• leefbaarheid en wijkontwikkeling
• maatschappelijke zorg
• beroepsontwikkeling
• mantelzorg
• organisatieversterking
• preventie van huiselijk en seksueel
geweld
• vrijwillige inzet
• werken met competenties
Stil uw honger naar kennis!Ga naar www.movisie.nl/trainingen
Maak kans op een MOVISIE- boekenpakket t.w.v. € 25,-
Drie tips voor gemeenten
• Doe wat werkt. Durf te experimente-
ren, bijvoorbeeld door regels soepel
te hanteren. Het nut en resultaat voor
de doelgroep is het enige dat telt.
• Formuleer een goed doordachte
visie. Maak deze concreet door een
praktisch implementatieplan.
• Ondersteun eerstelijnshulpverleners
bij de omslag in denken: van zelf
hulp bieden naar het benutten van
de eigen kracht van burgers.
TipDoe mee met de boekenactie en
maak kans op één van de tien gratis
boekenpakketten.
Kijk voor trainingen in het open aanbod en maatwerktrainingen op www.movisie.nl/trainingen.
Cor Broekharst kan zijn huis niet kwijt: "Er is simpelweg te weinig nieuwe aanwas."
4
Kwetsbare groepen
Sommige burgers kunnen zich niet op eigen kracht in de
samenleving redden. MOVISIE besteedt veel aandacht aan de
hulpverlening en activering van deze kwetsbare groepen.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
De Vlaamse organisatie Levanto gaat het Participatiewiel van
MOVISIE uittesten. Zo wil België een moeilijk bereikbare groep
mensen met een uitkering in beweging krijgen.
Participatiewiel naar België
Zin werkt!
Wmo & plattelandHet zijn zware tijden voor boeren en tuinders. Het project
Boerenkans helpt boeren en tuinders die zich oriënteren op de
toekomst. Een tuinder uit Woubrugge schetst de situatie in de
rozenhandel.
Tuinder in de knel
December 2010 is de brochure Zin werkt.
Zingeving in de hulp aan dak- en thuislozen
verschenen. De brochure biedt inspiratie aan
hulpverleners die aandacht willen geven aan
zingeving in hun werk met dak- en thuislozen.
Acteur Peter Faber opent de brochure met de
woorden: ‘Zingeving is mooi, door zingeving
krijgen de dingen zin’. Faber was zelf enkele
jaren dakloos. Hij beveelt hulpverleners aan om
met dak- en thuislozen te praten over zingeving.
‘Zingeving is een fundamentele menselijke
behoefte, juist ook voor dak- en thuislozen. Hun
crisis brengt levensvragen naar boven. Waarom
overkomt mij dit? Wat moet ik met mijn leven?’
Zin werkt bevat concrete tips en praktijkvoor-
beelden voor hulpverleners die het gesprek over
zingeving willen voeren. De brochure is een gratis
uitgave van MOVISIE, in samenwerking met
Hogeschool Utrecht en Bureau Akkermans.
Meer informatie: Petra van Leeuwen-den Dekker ([email protected] of 030 789 20 71).
Dit is Boerenkans
Het project Boerenkans helpt boeren
en tuinders om nieuwe kansen te
pakken. Adviseurs begeleiden de
agrariërs die zich oriënteren op
de toekomst. Boerenkans wordt
uitgevoerd door MOVISIE, CLM, ETC
en De Lynx.
Meer informatie:www.boerenkans.nl
www.movisie.nl/2011
Wouter Rust - manager hulpverlening en activering
Mijn aanrader voor 2011? Sla spijkers met koppen met cliëntenparticipatie! Dit is het moment voor cliëntenraden en Wmo-raden om duidelijk te maken wat je wilt.
in Nederland jagen de regels de kosten op.
Tuinder Nico Koot (63) heeft 29 jaar een
rozenkwekerij gerund. Hij heeft goede
tijden gekend, maar de laatste jaren gaat
het ronduit slecht in de bloemensector. “Kijk, die
kas was vroeger van mij, nu zit de buurman erin”,
wijst Koot. Hij rijdt door het winterse landschap
van Kaag en Braassem, een poldergebied klem
tegen de A4. Links en rechts prijken woonhuizen
met daarachter kassen. Koot schudt zijn hoofd.
“Die huizen staan veel te dicht op elkaar, zo
kun je niet uitbreiden. Moet je die kassen zien,
allemaal gedateerd. Over twintig jaar staat hier
helemaal niks meer.”
Lege kassenKoot komt uit een boerengezin. Hij ging naar de
tuinbouwschool en startte een rozenkwekerij in
Woubrugge. “Ik wilde eigen baas zijn, ruimte,
vrijheid. Maar kijk eens naar deze tuinder.”
Hij rijdt een erf op en wijst naar een paar
enorme kassen, compleet verlaten. “Als je die
lege kassen ziet, weet je dat die vrijheid niets
voorstelt. Deze tuinder heeft zijn bedrijf steeds
verder uitgebreid, maar heeft op het verkeerde
moment de gasprijs vastgezet. Toen die gasprijs
ging dalen, en de rozenprijs ook, is hij over de
kop gegaan.”
FaillietEn zo kan Nico Koot nog wel even doorgaan.
“Die mevrouw daar is een kaasmakerij begonnen.
Ja, dat loopt goed. Maar je kunt niet allemaal een
winkel beginnen.” Midden in de polder ligt een
huisjespark. Lachend: “Dat heeft een projectont-
wikkelaar gebouwd toen het gemeentehuis vier
weken met vakantie was. Er is nog wel geproce-
deerd, maar hij heeft het gewonnen.” Koot heeft
er begrip voor, want boeren en tuinders zitten
compleet klem. “Je bent ondernemer, je maakt
in één dag twee werkdagen. Maar in mijn sector
komen de rozen steeds vaker uit Afrika. Daar zijn
geen regels, hier wel en die jagen de kosten op.
Daar is niet tegenop te werken.”
ZelfhulpgroepNiet alle tuinders en boeren stoppen vanwege
faillissement. “Tachtig procent stopt omdat
er geen bedrijfsopvolging is. Maar vervolgens
komen ze in een heel lastige situatie. Ze willen
de boel verkopen, maar dat lukt niet. Een bedrijf
met kassen is niks waard. Het afbreken van de
kassen alleen al kost meer dan de grond waard
is.” Koot heeft een zelfhulpgroep opgericht
voor bedrijfsbeëindigers vanuit de landelijke
tuinbouworganisatie LTO. Het project Boerenkans
is er voor alle boeren die in de knel zitten.
Hij merkt dat veel bedrijfsbeëindigers moeite
hebben om erover te praten. “Ze schamen
zich ervoor. Het is ook lastig om ander werk te
vinden. Je bent altijd eigen baas geweest. Er zou
een geldpot voor bedrijfsbeëindigers moeten
komen. Mensen die nu stoppen, hebben niks.
Dat is zuur, dat hebben we niet verdiend.”
Voormalig rozenkweker Nico Koot startte een zelfhulpgroep voor tuinders die stoppen met hun bedrijf.
5
Levanto is een organisatie die zich in België
bezighoudt met activering. Voor de groep zeer
moeilijk bemiddelbaren was Levanto op zoek naar
een nieuwe werkwijze. In die zoektocht stuitten zij
in Nederland op het Participatiewiel van MOVISIE
en de door INHOLLAND ontwikkelde methodiek
van activerende zorgcoaching. Een match was snel
gemaakt. De integrale benadering en het en-en
denken van het Participatiewiel sluiten nauw aan
bij de praktijkervaring van Levanto. Zij constateren
dat alleen focussen op zorg of arbeid niet leidt
tot betere resultaten voor deze groep cliënten.
Een brede manier van kijken, ondersteunen en
activeren is vruchtbaarder.
PilootLevanto gaat een werkwijze ontwikkelen die
integratie van zorg en arbeids- of sociale
activering bewerkstelligt en de verschillende
beroepsdisciplines dichter bij elkaar brengt.
Gestart wordt met de aanpassing van het
Participatiewiel aan de Vlaamse realiteit. De
wetgeving in België zit anders in elkaar dan
in Nederland, dus dat behoeft een bijstelling.
Vervolgens wordt een aantal piloottrajecten
uitgevoerd, op z’n Vlaams gezegd. Op basis
van de ervaringen in de pilots in 2011 wordt de
methodiek verder ontwikkeld en uitgeschreven.
Het project wordt gefinancierd met geld van het
Europees Sociaal Fonds, speciaal bedoeld om
transnationaal kennis te delen.
Meer informatie: Marjet van Houten ([email protected] of 030 789 20 74).
Leefbaarheid
MOVISIE mobiliseert alle partijen om samen te werken aan het oplossen van lokale
sociale problemen. Burgers, organisaties en gemeenten kunnen zelf het leefklimaat
van hun eigen buurt, wijk, dorp of stad verbeteren.
Je bent ervaringsdeskundige?“Inderdaad. In mijn middelbare schooltijd bezocht
ik regelmatig een keet in de buurt van Denekamp.
Later ook trouwens, als ik in het weekend thuis-
kwam. Je ontmoet er je vrienden. Lekker bij elkaar
zitten, muziek luisteren, een beetje slap lullen.”
En veel zuipen?“Natuurlijk wordt er gedronken. Maar ik ben zelf
diabeet, dus ik kan geen vijftien biertjes wegzet-
ten. Maar los daarvan klopt het beeld niet dat er
in jongerenketen alleen maar gezopen wordt. Dat
is één van de redenen dat ik er onderzoek naar
heb gedaan.”
Hoe moeten we een keet dan zien? “Het is een plek om los te komen van je ouders.
Dat daar veel gedronken wordt, is toeval. Dat had
ook ergens anders kunnen gebeuren. Een keet is
een plek waar je je vrienden ontmoet. Het is ook
een plek waar jongeren activiteiten organiseren en
leren hun verantwoordelijkheid te nemen. Als er ’s
avonds een feest is, is het je plicht om de andere
dag mee te helpen opruimen. De keet staat dus
voor veel meer dan zuipen en kratjes stapelen.”
Waar zitten die keten?“Je ziet ze op het platteland, vooral in het noord-
oosten van Nederland. Ik heb zelf onderzoek
gedaan naar twaalf keten in Noordoost Twente.
De keet zit in een oude caravan of schaftkeet of
in een schuur op een boerenerf, met instemming
van hun ouders.”
Wat valt jou op? “Keetbezoekers zijn enorm trots op hun regio, ze
verheerlijken het platteland. ‘Die stad is zo druk
en dan al die allochtonen!’ De keet geeft een
wij-gevoel. Buitenstaanders zijn niet snel welkom.
Ze hebben een afkeer van instanties als de politie,
brandweer en gemeente. En in het bijzonder
een afkeer van ‘Den Haag’. In alle twaalf keten
wordt ook negatief gedacht over allochtonen,
met uitzondering natuurlijk van die ene bekende
allochtoon uit het dorp.”
Een doorn in het oog van gemeenten?“Het lastige is dat gemeenten geen zicht hebben
op die jongerenketen. Maar ze krijgen wel
klachten van buurtbewoners dat de jongeren
verkeersborden slopen onderweg naar het dorp.
Ze zijn ook bang dat er brand uitbreekt. Ook
al ligt een keet, vaak een illegaal bouwsel, op
privégebied, de gemeente moet op de een of
andere manier weer een brandveilige situatie
afdwingen. Verwijderen lijkt dan de makkelijkste
oplossing.”
Dus wat kan een gemeente doen?“Niet hard aanpakken, want dan kom je tegenover
elkaar te staan en ben je verder van huis. Ik zou
zeggen: maak gebruik van de organisatiekracht van
die jongeren. Kijk ook naar de functie van zo’n keet:
welke leegte vult het op? Een keet is het sterkste
signaal dat er volgens de jongeren iets niet klopt in
de gemeente.”
Meer informatie: Kitty van den Hoek ([email protected] of 030 789 21 43).
meer dan zuipen en kratjes stapelenJongerenkeet?
Menig plattelandsgemeente zit ermee in haar
maag: de jongerenketen in boerenschuren en oude
caravans. Wordt hier niet veel te veel gedronken?
Onderzoeker Koen Salemink wil het eentonige beeld
in de media doorbreken. “Een jongerenkeet is ook
een plek om los te komen van je ouders.”
Onderzoeker Koen Salemink: "De keet geeft een wij-gevoel."
Maak gebruik van de organisatiekracht van de jongeren.
Wmo & platteland
UitnodigingOp 28 januari 2011 organiseert
MOVISIE een themabijeenkomst over
jongerenketen. Inschrijven kan nog
via www.movisie.nl/vitaalplatteland.
MOVISIE organiseert dit samen met
Plattelands Jongeren Services en
Netwerk Platteland.
Dorpsbewoners maken het dorp
Wilt u met andere bewoners de
leefbaarheid in uw dorp vergroten? In
de publicatie Dorpsbewoners maken
het dorp vindt u vijf methodes om
de leefbaarheid in kaart te brengen:
de Dorpsspiegel, de PALED-methode,
Dorpswaardering, Keukentafelge-
sprekken en Countryside Exchange.
Download de publicatie via
www.movisie.nl/publicaties.
Wmo & platteland
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
De nieuwe methode werkt zo: dorpsbewoners
formuleren zelf een lijst met actiepunten om de
leefbaarheid te verbeteren, zoals het bevorderen
van de verkeersveiligheid, het stimuleren van klein-
schalig toerisme en het organiseren van activiteiten
voor de jeugd. Via de enquête Dorpswaardering
kunnen ze informatie verzamelen over de vragen
en problemen in het dorp. Bij de methode zit een
softwareprogramma waarmee ze de enquête zelf
opstellen, afnemen en analyseren. Vervolgens
zoeken de dorpsbewoners samen met de gemeente
en andere betrokken organisaties naar oplossingen.
De gemeente is vanaf de start partner in dit proces
en ook medeverantwoordelijk voor de uitvoering.
Zij levert echter geen inhoudelijke bijdrage, maar
faciliteert het proces en maakt het opstellen van
een dorpsagenda mogelijk.
Ervaringen?In diverse dorpen is de enquête uitgevoerd en
geëvalueerd. De ervaringen zijn positief. Het
blijkt dat na het toepassen van de enquête de
competenties en inzet van de bewoners beter
zijn benut, de betrokkenheid en het draagvlak
onder de dorpsbewoners is vergroot en er is
Nieuw in de databank Effectieve sociale interventies:
Dorpsagenda met dorpswaardering, een methode om bewoners
stapsgewijs te betrekken bij hun dorp. Handig voor gemeenten
die de leefbaarheid in hun dorpen willen aanpakken.
meer communicatie tussen de partijen. STAMM
heeft een praktisch handboek Dorpsagenda met
dorpswaardering geschreven, waardoor ook
andere gemeenten met de methode aan de slag
kunnen.
De methode Dorpsagenda met dorpswaardering
is vanaf dit voorjaar te vinden in de databank
Effectieve sociale interventies:
www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies.
Meer informatie: Renske van der Zwet ([email protected] of 030 789 22 54) en www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies.
6
www.movisie.nl/2011
Mijn aanrader voor 2011? Kom naar het Kunst en Cultuur voor je WijkFestival op 1 april 2011 in Rotterdam. Dat wordt een fantastisch festival waar je ziet dat kunst en cultuur een heel goede bijdrage kan leveren aan de sociale cohesie in een wijk.
Joost van Alkemade - manager leefbaarheid
Stel ook een dorpsagenda op
Het verhaal van opsterlandWmo & platteland
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Jannie Schonewille en Hilde van
Xanten van MOVISIE zijn net
terug van een tamelijk pittig
gesprek in Opsterland. Het ging over
de nieuwe brochure en, geheel in lijn
met het beleid van Opsterland, waren
ook bewoners uitgenodigd bij het
gesprek. Maar die hadden eerst nog
een hartig woordje met de gemeente
te spreken over een nieuwe visie op de
basisvoorzieningen. Jannie vertelt: “De
gemeente had enkele toekomstscena-
rio’s geschetst over de voorzieningen in
de dorpen. Die scenario’s bleken deze
bewoners iets te letterlijk te nemen.”
DorpsspiegelsDe Friese gemeente Opsterland is een
mooi voorbeeld van een gemeente
die gestructureerd werkt aan burger-
participatie. Het begon allemaal tien
jaar terug. Opsterland wilde bewoners
betrekken bij het beleid en toegroeien
naar gedeelde verantwoordelijkheid.
De eerste stap: samen met bewoners
kijken hoe ze in de dorpen de
leefbaarheid ervaren. Daarvoor zijn
door dorpen en gemeente samen
zogenaamde dorpsspiegels gemaakt,
een stand van zaken van de ‘beleefde
leefbaarheid’. Iedere vier jaar wordt
dit nu herhaald. De uitkomsten
vormen de basis van het dorpenbeleid.
Jannie: “Een dorp kan dorpsspiegels
gebruiken om bij de gemeente iets op
de agenda te zetten. Maar het werkt
ook omgekeerd: de gemeente kan het
gebruiken om bepaalde opvallende
punten bij het dorp onder de aandacht
te brengen.”
BurenhulpZeven dorpen hebben in Opsterland
dorpssteunpunten opgezet. Vanuit
deze punten geven vrijwilligers
informatie over wonen, welzijn en zorg
en organiseren ze burenhulp. Dorpen
kiezen zelf hoe ze dit organiseren, met
ondersteuning van de Wmo-adviseur
en Timpaan Welzijn. Een aantal dorpen
heeft met ondersteuning van het
opbouwwerk verder een integraal
dorpsontwikkelingsplan gemaakt
vanuit de vraag: hoe wil je dat jouw
dorp er over vijf jaar uitziet? Hilde:
“De kracht van deze gemeente is
dat ze niet top-down communiceert
met bewoners, maar op hetzelfde
niveau wil zitten. Je proeft het als je in
Opsterland bent, deze gemeente doet
het echt samen met de bewoners.”
Scenario’s En zo heeft de gemeente ook een
visie ontwikkeld op voorzieningen, in
samenspraak met bewoners. Dat is
gedaan met behulp van scenario’s. Die
waren bedoeld als voorbeelden maar
zijn door een deel van de bewoners iets
te letterlijk genomen, vertellen Hilde en
Jannie. Wat leren we van Opsterland?
Hilde: “Dat het loont om goed te com-
municeren met bewoners, maar wel
gedoceerd. Niet méér communiceren,
maar beter communiceren.” Jannie:
“De kracht van Opsterland is dat deze
gemeente structureel bezig is met bur-
gerparticipatie, het is niet zomaar een
pilot of project. De bewoners worden
daarin volstrekt serieus genomen.
Verder valt op dat deze gemeente goed
gebruik maakt van maatschappelijke
organisaties, zoals het opbouwwerk.”
Meer informatie: Jannie Schonewille ([email protected] of 030 789 2270)en Hilde van Xanten ([email protected] of 030 789 2167).
Deze gemeente doet het echt samen met bewoners.
Veel gemeenten worstelen met de vraag: hoe
betrek je bewoners bij je beleid? En sterker
nog: hoe maak je ze medeverantwoordelijk? De
gemeente Opsterland heeft dorpenbeleid gemaakt,
in samenspraak met de bewoners uit de zestien
dorpen. Het traject is door MOVISIE opgetekend
in de brochure Burgerparticipatie: het verhaal van
Opsterland.
Gemeenten en bewoners moeten samen een visie ontwikkelen op basisvoorzieningen
7
In 2010 is de Community Art Lab eXtra
Large (CAL XL) gestart, een laboratorium
voor kunst en samenleving. Community
arts is een verzamelnaam voor projecten
van kunstenaars en sociale professionals
die aansluiting zoeken bij de belevings-
wereld van doorsnee Nederlanders
zoals Henk en Ingrid, maar ook Ahmed
en Fatima. Het gaat om projecten
voor mensen die op voorhand weinig
hebben met het gesubsidieerde culturele
aanbod, maar wel behoefte hebben om
betekenis te geven aan hun dagelijkse
werkelijkheid. De projecten draaien alle-
maal om kunst maken in, voor, door en
met lokale gemeenschappen. Bekende
voorbeelden zijn ‘De Verhalenkeuken’
van het 5eKwartier, ‘Zina’ van Adelheid
Roosen, ‘Boerenerfgoed’ in Limburg en
‘Allerzielen Alom’ van Ida van der Lee.
Community artsCommunity arts wint snel aan invloed
en populariteit. Toch hebben overhe-
den en professionele instellingen vaak
moeite om dit op een reguliere en
duurzame manier te ondersteunen.
CAL XL werkt aan een oplossing met
een landelijk gecoördineerd actieplan.
MOVISIE speelt een belangrijke rol
bij de invulling ervan. Zo wordt een
post hbo-leergang ontwikkeld voor
partners in community arts-projecten,
waaronder welzijnsorganisaties
en woningcorporaties. Daarnaast
vormt MOVISIE een netwerk met
de koplopers binnen welzijn om
aan de welzijnsdoelen ontmoeting,
participatie en empowerment te
werken. En op 12 oktober 2010 heeft
MOVISIE in samenwerking met de
Uit een panelonderzoek onder 1973
Nederlandse MKB-bedrijven blijkt dat
meer dan de helft van de kleine en
middelgrote bedrijven in Nederland
een of meer maatschappelijke
organisaties steunt. Bedrijven dragen
vooral bij in de vorm van donaties of
inzet van mensen. De belangrijkste
reden om maatschappelijk betrokken
te ondernemen, is dat het leuk en
inspirerend is (55 procent). Op de
tweede plaats komt ‘omdat het hoort’.
Dertien procent van de bedrijven doet
eraan ‘omdat het loont’.
De eerste resultaten van de
Nationale MBO-monitor, de monitor
voor maatschappelijk betrokken
ondernemen, werden gepresenteerd
tijdens Wereldz op 8 november
2010. Het evenement dat voor de
tweede keer georganiseerd werd,
trok vijfhonderd bezoekers. Mensen
uit het bedrijfsleven, de overheid en
het maatschappelijk veld wisselden
ervaringen over hoe je maatschap-
pelijk betrokken ondernemen in de
praktijk brengt. Tegelijkertijd werd
het digitale meetinstrument van de
Nationale MBO-monitor gepresen-
teerd, waarmee bedrijven zelf in kaart
kunnen brengen wat hun inspan-
ningen op MBO-terrein hun concreet
opleveren. Ga voor meer informatie
naar www.nationalembomonitor.nl.
Meer informatie: Stefanie Lap ([email protected] of 030 789 22 58).
In de media is veel aandacht besteed aan (de
protesten tegen) de bezuinigingen op kunst en
cultuur. Zo vroeg de Eerste Kamer aan de Tweede
Kamer om af te zien van btw-verhoging. Want
kunst en cultuur is belangrijk voor Nederland. En
draagt bij aan onze samenleving. Ook MOVISIE
onderschrijft dat belang.
Kunst en cultuur brengt mensen bij elkaar
landelijke organisatie Kunstfactor een
werkconferentie georganiseerd, waar
de koplopers inspirerende voorbeelden
konden laten zien van community
arts. Lees meer over CAL XL op
www.zimihc.nl/CALXL.
Filmfestival In 2011 organiseert MOVISIE de
tweede editie van het Kunst en
Cultuur voor je Wijk-festival. Dit online
filmfestival brengt kunst- en cultuur-
projecten in beeld die een positieve
invloed hebben op de leefbaarheid
in wijken en buurten. U kunt tot
1 februari 2011 meedoen door online
video’s (op platforms als YouTube en
Vimeo) voor te dragen voor een prijs.
Op 1 april 2011 is de prijsuitreiking in
Theater Zuidplein in Rotterdam. Op
die dag wordt ook een videoworkshop
gegeven door een aantal internationale
topdocumentairemakers over hoe
je een project goed in beeld brengt.
Bezoek het festival op www.kunsten-
cultuurvoorjewijk.nl.
Meer informatie: Saskia van Grinsven ([email protected] of 030 789 21 02) en Harry Mertens ([email protected] of 030 789 20 34).
Helft bedrijven onderneemt betrokken
mens en organisatie
MOVISIE adviseert en ondersteunt maatschappelijke organisaties en
overheden bij vragen op het gebied van organisatieversterking en
organisatieverandering. Uitgangspunt is het vinden van evenwicht
tussen organisatiedoelen, resultaten en de motivatie van mensen.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Als professionals de wijk in gaan dan kennen ze de bewoners beter en kunnen ze beter zien wat voor ondersteuning nodig is.
8
“Dit is een groep om te klankborden.”Marc van Ooyen, gemeente Buren
“Wonen, welzijn en zorg gaat in onze
gemeente heel belangrijk worden.
Wij hebben te maken met vergrijzing,
tegelijk wordt er flink bezuinigd.
Dus wat kun je als gemeente doen?
Met die vraag ben ik de praktijk-
werkplaats ingestapt. We hebben
nu drie bijeenkomsten gehad. Mijn
verwachting was dat ik tips en trics van
andere gemeenten zou krijgen en die
verwachting is uitgekomen. Ik vind het
vooral prettig om als volkshuisvester te
praten met mensen vanuit welzijn en
zorg. Wat voor keuzes maken zij? Hoe
overleggen zij met hun wethouder?
De praktijkwerkplaats is voor mij een
klankbordgroep van mensen die met
dezelfde vragen en ontwikkelingen
bezig zijn.”
“Ik heb ideeën nodig.”Jannie Drenthe, gemeente Pekela
“In onze gemeente gaat de discussie
over de krimp. Hoe gaan we daarmee
om? In de praktijkwerkplaats zitten niet
alleen gemeenten, maar ook mensen
van welzijn en zorg. We zijn allemaal
bezig om de slag naar de wijk te maken.
Niet meer vanuit het gemeentehuis
werken, maar met onze professionals
de wijk in, samen de infrastructuur in de
wijk versterken. Als je in de wijk zit, ken
je de bewoners beter en kun je ze echt
ondersteunen. Hier ligt de sleutel, ook
met het oog op de krimp en vergrijzing.
In de wijk kunnen we immers meer
gebruik maken van sociale netwerken
en vrijwilligers. Ik verwacht dat mensen
daardoor minder gebruik van voorzie-
ningen hoeven te maken. Anders is het
op termijn niet meer op te brengen.
Ik hoop via de praktijkwerkplaats op
ideeën te komen door de voorbeelden
van andere gemeenten en welzijns- en
zorgorganisaties. Ik heb weinig beleids-
overleg met andere gemeenten. Via
zo’n werkplaats kan ik wellicht eens een
collega bellen en vragen: help me even.”
Zonder reclame te maken, ontving
Daan de Bruijn afgelopen maand zo’n
tien aanvragen voor het Vrijwilligers
Tevredenheid Onderzoek, een digitale
onderzoeksmethode van MOVISIE
(www.movisie.nl/vto). Grote organisaties
als FNV Bondgenoten en het Wereld
Natuur Fonds peilen elke paar jaar de
tevredenheid van hun vrijwilligers.
Maar ook poppodium Mezz en Bisdom
Utrecht doen dit. Reden? De Bruijn
schrijft het toe aan kritische vrijwilligers
en kritische gemeenten. “Vrijwilligers
vinden het belangrijk dat een organisatie
aantrekkelijk is en goede begeleiding en
voorzieningen biedt. Vooral jongere vrij-
Sleutelen in praktijkwerkplaatsenOp vijftien plekken in het land zijn gemeenten en
WWZ-organisaties een praktijkwerkplaats gestart.
Ze willen beter samenwerken op het gebied van
wonen, welzijn en zorg. MOVISIE organiseert deze
werkplaatsen samen met Vilans en Aedes-Actiz
Wonen-zorg. Twee deelnemers aan het woord over
hun ervaringen.
Als vrijwilligers tevreden zijnKwaliteit is hot in vrijwilligersland. Steeds meer
vrijwilligersorganisaties realiseren zich dat het
belangrijk is om te blijven werken aan kwaliteit.
Daan de Bruijn, adviseur organisatieversterking bij
MOVISIE, legt uit hoe dit komt.
Dit is W+W+Z
W+W+Z=Maak het samen! is een driejarig ondersteuningsprogramma
voor gemeenten en lokale samenwerkingspartners. Het programma
ondersteunt beide partijen bij de regievoering en samenwerking
op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Op dit moment zijn er
verschillende praktijkwerkplaatsen waar ruim vijftig gemeenten aan
meedoen. Ze worden ondersteund door adviseurs van MOVISIE. Het
programma stopt eind 2011. www.wwzmaakhetsamen.nl.
Hoe pak ik de regierol op?Anita Peters, adviseur bij MOVISIE: “Ja, dat is de belangrijkste vraag
die wij in de praktijkwerkplaatsen horen van gemeenten. Zeker in
tijden van bezuiniging. Gemeenten worden er ook door samenwer-
kingspartners op gewezen: pak die rol toch op! Mijn eerste advies
aan gemeenten is: realiseer je dat dit werk anders is dan je gewend
was. Die regierol vraagt dat je tijd steekt in relatiebeheer, dat je zorgt
dat samenwerkingspartners geïnteresseerd raken en blijven, dat je je
kunt verplaatsen in de bezuinigingsperikelen van betrokken partijen.
Het resultaat is dus niet direct een zichtbare nota. Het vraagt ook om
een visionaire blik. Het gaat erom dat je partijen in beweging krijgt.
In de praktijkwerkplaatsen helpen wij gemeenten hiermee.”
Meer informatie: Anita Peters ([email protected] of 030 789 20 64).
www.movisie.nl/2011
Mijn aanrader voor 2011? Het congres Leden de Baas op 27 januari 2011. Ik kan dit alle professionals binnen verenigingen aan- bevelen. Hier ontdek je hoe je leden op een andere manier bij je vereniging betrekt.
Bernadette Clemens - manager mens en organisatiewilligers willen dat het vrijwilligerswerk
hen wat oplevert voor hun persoonlijke
ontwikkeling.”
AantrekkelijkEn ook gemeenten en andere
subsidieverstrekkers zijn veeleisender.
Zo overweegt Den Haag om de
NOV-kwaliteitsonderscheiding Goed
Geregeld als subsidievoorwaarde te
hanteren (www.nov.nl). “Overigens
gaat dit alleen gelden voor profes-
sionele organisaties die met vrijwilligers
werken en die beschikken over meer
dan drie beroepskrachten”, nuanceert
De Bruijn. Tegelijkertijd ziet hij ook
dat vrijwilligersorganisaties zich van
binnenuit hoe langer hoe profes-
sioneler opstellen. Hij noemt Scouting
Nederland als voorbeeld. “Zij willen
een aantrekkelijke organisatie zijn
voor hun vrijwilligers, een lerende
organisatie waar mensen zich kunnen
ontwikkelen. Zij zijn bijvoorbeeld bezig
met de kwaliteit van het spelaanbod en
van voorzieningen zoals gebouwen en
materialen.”
KwaliteitswerkgroepInmiddels heeft de roep om kwaliteit
geresulteerd in een kwaliteitswerk-
groep binnen de vereniging NOV. Grote
vrijwilligersorganisaties als Scouting
Nederland en natuurorganisatie IVN
doen mee. Daan de Bruijn is verrast
door het enthousiasme.“Ik merk aan
alle kanten dat het uitgangspunt is
dat werken aan kwaliteit leuk moet
zijn.” De werkgroep ontwikkelt een
kwaliteitsmodel dat het mogelijk moet
maken om niet alleen te sturen op
vrijwilligersmanagement maar ook
op de kwaliteit van het aanbod, het
bestuur en de financiën. Komend
jaar wordt de kwaliteitsaanpak verder
ontwikkeld en in de praktijk getest. De
Bruijn: “We hopen dat dit een breed
toepasbare kwaliteitsaanpak oplevert
waarmee lokale vrijwilligersafdelingen
in de toekomst met plezier aan
kwaliteitsverbetering kunnen werken.”
Meer informatie: Daan de Bruijn ([email protected] of 030 789 20 98).
Beroepsontwikkeling
Het werk van de sociale professional verandert permanent, omdat maatschappij en
beleid voortdurend in beweging zijn. MOVISIE vertaalt deze veranderingen naar de
werkvloer in zorg en welzijn.
De nieuwe manier van werken
veroorzaakt een verschuiving in het
werk van de welzijnsprofessional. De
beroepskracht gaat minder zelf doen
en meer tijd besteden aan het coachen
van andere partijen die bij zijn cliënt
betrokken zijn. Hij volgt, voor zover
mogelijk, het initiatief en de keuzes van
de burger. Een nieuwe aanpak dus die
deels vraagt om nieuwe vaardigheden.
MOVISIE helpt managers en beroeps-
Wil de nieuwe professional nu opstaan?Met de komst van Welzijn Nieuwe Stijl heeft de
welzijnsprofessional een nieuwe rol gekregen. Hij
moet eropaf en de wens van de bewoner centraal
stellen. Ga er maar aan staan!
krachten bij de overgang naar het
wijkgericht werken.
AanbodIn mei 2011 verschijnt een publicatie in
de serie Transparant aanbod, speciaal
voor wijkmaatschappelijk werkers en
individuele opbouwwerkers uit kracht-
teams. Hierin wordt een overzicht
gegeven van de werkzaamheden van
het individueel sociaal werk in de wijk
en de werkwijze die hierbij hoort. Verder
biedt MOVISIE verschillende trainin-
gen die ondersteuning bieden bij de
uitvoering van Welzijn Nieuwe Stijl. In
de training Zelfregie versterkend werken
leert de professional om te focussen op
de kracht van zijn cliënt, in plaats van
op de beperkingen. In de training De
vitale beroepskracht gaat het juist om
het welzijn van de professional. Goed
zorgen voor je cliënt begint immers met
goed zorgen voor jezelf.
Wilt u een traject op maat om betere uitvoering te geven aan Welzijn Nieuwe Stijl? Neem contact op met Harry Hens ([email protected] of 030 789 21 19).
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Vitaal werken? Volg ons op www.twitter.com/vitaalwerken
De manager als duizendpoot: coach, innovator, ondernemer, netwerker, inhoudelijk deskundig, resultaatgericht etc.
9
“Bedrijfsmatige kennis is een must.”Jacqueline van Poeteren, manager
bedrijfsvoering Cumulus Welzijn
“Absoluut! Het is een must dat je als
manager een bedrijfsmatige achter-
grond hebt. Ik heb zelf bedrijfskunde
gestudeerd en ik merk dat dit voor deze
baan precies de juiste ondergrond is.
Ik let op geld en dat vind ik het grote
verschil met inhoudelijke managers. Wat
kost het eigenlijk? Waar komt het geld
vandaan? Dat zijn vragen die ik stel als
een medewerker met een voorstel komt.
Zeker in deze turbulente tijd, waarin we
te maken hebben met bezuinigingen,
is bedrijfsmatige kennis een voor-
waarde om te kunnen overleven in de
welzijnssector.”
maar wat is kwaliteit?Met alle roep om vernieuwing van
welzijn is de druk op professionals
om kwaliteit te leveren groot. Maar
wat is nu eigenlijk kwaliteit? Dat leest
u in de Handreiking Professioneel
Ondersteunen voor sociaalagogische
dienstverlening.
De handreiking is een instrument om
de kwaliteit van professionele onder-
steuning onder woorden te brengen.
MOVISIE heeft vijf kwaliteitsstandaar-
den benoemd, samen met vertegen-
woordigers van cliënten, professionals,
managers, beleidsmakers en beroeps-
opleiders. Dit zijn:
• Respectvol bejegenen
• Eigen regie versterken
• Integraal benaderen
• Ontwikkelingsgericht ondersteunen
• Resultaatgericht ondersteunen.
De Handreiking Professioneel Onder-
steunen is ontwikkeld binnen het
project Professionaliteit Verankerd.
Hierin werken brancheorganisaties,
beroepsverenigingen, beroepsonder-
wijs en cliëntorganisaties samen.
Meer informatie: Paul Vlaar ([email protected] of 030 789 21 30) en www.movisie.nl/publicaties.
Zorg en welzijn heeft bedrijfskundige managers nodigMOVISIE herijkt op veler verzoek het competentieprofiel van de manager
in zorg en welzijn uit 1998. Het profiel is voorjaar 2011 klaar. Tijdens
een bijeenkomst met managers is de stelling besproken: zorg en welzijn
heeft bedrijfskundige managers nodig.
www.movisie.nl/2011
Mijn aanrader voor 2011? De portal over professionalisering, speciaal voor instellingen en beroepsopleidingen. Er is genoeg te vinden over professionalisering op internet, maar niet op één plek. Dat gaat dus veranderen.
Harry Hens - manager beroepsontwikkeling
En wat vindt MOVISIE?
De branche zorg en welzijn staat voor een enorme opgave. De
Wmo en de bezuinigingen vragen van managers dat ze met visie en
energie de verandering aangaan, dat ze dit als een uitdaging zien
en als een kans om vernieuwingen en kwaliteitsverbeteringen te
realiseren. De uitdaging zit ‘m erin om innovaties vorm te geven met
en vanuit het vertrouwen in de professionaliteit van de uitvoerende
beroepskrachten. Samen zoeken naar mogelijkheden om met minder
middelen toch kwaliteit te leveren en met plezier te blijven werken.
En dan hebben we het nog niet eens over de kwaliteiten die nodig
zijn om samen te werken met ketenpartners. Eigenlijk heb je een
duizendpoot nodig: een ondernemer en innovator, een coach en
facilitator richting medewerkers, een netwerker, iemand die verstand
heeft van de inhoud van het werk en iemand die resultaatgericht is
en op efficiëntie let. Zodat de onderneming kan voortbestaan - met
behoud van kwaliteit.
inwerkt. Je kunt geen goede weging
maken als je geen verstand van zaken
hebt. Ik heb eens een bedrijfskundige
manager gekend die alleen in kpi’s
dacht, in kritische prestatie-indicatoren.
Maar daarmee mis je de context, je
moet ook begrijpen wat er gebeurt.”
“Het gaat om de inhoud.”Hans de Bruijn, Lumensgroep
“Nee, niet mee eens. Een goede
manager heeft kennis van de inhoud.
Anders mis je de aansluiting bij je
medewerkers. Stel dat er iets gaat ver-
anderen voor mijn medewerkers. Dan
kan ik ze niet overtuigen met alleen
bedrijfsmatige argumenten, daar heb
ik de inhoud voor nodig. Daarnaast is
bedrijfsmatige kennis handig. Ik heb
het heel lang gered met alleen een
inhoudelijke achtergrond. Maar na
een bedrijfsmatige studie zie ik dat de
kwaliteit van mijn werk substantieel is
verbeterd.”
“Manager zijn is een vak apart.”Marguerite Opstelten,
TriviumLindenhof
“Een manager in zorg en welzijn
moet affiniteit hebben met de
doelgroep, waarbij ik denk aan de
hele non-profitsector. Een manager
met een managementopleiding en
“Je moet verstand van zaken hebben.”Ton van Gils, Pris
“Een bedrijfskundige manager is
inderdaad belangrijk voor de sector,
maar alleen als hij of zij zich inhoudelijk
een inhoudelijke achtergrond spreekt
mij daarom aan. Wat niet wil zeggen
dat iedereen met een inhoudelijke
achtergrond ook meteen een goede
manager is. Manager zijn is een vak
apart en past niet bij iedereen. Een
afgeronde studie bedrijfskunde vind ik
echter niet noodzakelijk.”
Meer informatie: Chantal van Arensbergen ([email protected] of 030 789 21 20).
Huiselijk en seksueel geweld
Huiselijk geweld is het meest voorkomende geweldsdelict in
Nederland. MOVISIE ondersteunt overheid en uitvoerders bij
signalering, preventie en het effectief aanpakken van huiselijk
en seksueel geweld.
Toegeven aan de avances van oudere mannen Jongensprostitutie
Vrijbuiters uitgebuit is een nieuw boek over minderjarige
jongensprostitutie. Zijn deze jongens vrijbuiters of worden
ze uitgebuit?
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Wie de codetaal kent, kan gemakkelijk
puberjongens vinden die seks
willen in ruil voor geld. Klanten en
jongens vinden elkaar via internet, in chatrooms
of op speciale escortsites. Maar verder weten
de jongens heel goed hoe ze buiten het blikveld
van politie en hulpverlening kunnen blijven.
In Vrijbuiters uitgebuit komen elf jongens aan
het woord die paydates doen, zoals ze het
zelf noemen. Daarnaast vertellen drie klanten
over hun afspraken met minderjarige escorts.
De gesprekken maken zichtbaar wat meestal
onzichtbaar blijft. Want hoewel de jongens
steevast zeggen dat het hun eigen keuze is en dat
ze geen problemen hebben, blijkt uit hun verhalen
het tegendeel.
JongenswereldDe verhalen van de jongens tonen een wereld
waarin zij, ondanks angst en tegenzin, toegeven
aan de avances van oudere mannen, louter
vanwege de belofte van geld of de wens
‘ingewijd’ te worden in homoseksualiteit. Het
is een wereld waarin jongens leren om de
knop om te draaien als de seks niet prettig
is of de man afstotelijk. Waarin jongens na
jarenlange pesterijen op school blij zijn met de
bewondering en aandacht van klanten, ook al is
die louter seksueel. Een wereld, waarin ze door
toenemend drugsgebruik of gewenning aan een
dure levensstijl niet meer uit eigen beweging
kunnen stoppen met paydates, al zijn ze er
eigenlijk wel klaar mee.
Drie taboesWaarom is er zo weinig bekend over deze
jongens? Lou Repetur, een van de auteurs
en projectleider bij MOVISIE: “Dat komt door
drie taboes in onze samenleving: het taboe op
prostitutie, het taboe op homoseksualiteit en
het taboe op het zien van puberjongens als
mogelijke slachtoffers van seksueel misbruik.
Om met het laatste taboe te beginnen:
slachtofferschap van jongens en mannen wordt
maar moeilijk onderkend. Daarbij komt dat
mannen en jongens niet snel om hulp vragen.
Zonder hulpvraag zal de samenleving een
probleem niet gauw herkennen. Daarnaast
speelt mee dat prostitutie een taboe is.
Jongensprostitutie speelt zich om die reden vaak
af in de anonimiteit van internet, waardoor we
niet weten hoe vaak het voorkomt. Tot slot gaat
het meestal om homoseksuele contacten. En dat
moet voor beide partijen geheim blijven.”
Dure schoenenJandirk Veenstra is senior communicatieadviseur
bij MOVISIE en interviewde de jongens. Hij vult
aan: “Internet is voor homojongens vaak de enige
manier om te experimenteren met hun gevoelens.
Maar in chatboxen komen ze al snel in contact
met mannen die veel ouder zijn. Die bieden geld
en dat is erg verleidelijk als je gevoelig bent voor
dure kleding en mooie schoenen. Het zou goed
zijn als er meer chatboxen komen voor jongens
onder de achttien waar ze veilig leeftijdgenoten
kunnen ontmoeten. Want alle jongeren moeten
kunnen experimenteren met hun gevoelens, maar
wel op een manier die ze niet beschadigt.”
Vrijbuiters uitgebuit, minderjarige jongens in de prostitutie – 11 portretten is te koop in de boekhandel en te bestellen bij www.swpbook.com. Prijs: € 19.90.
Meer informatie: Lou Repetur ([email protected] of 030 789 21 17) en Jandirk Veenstra ([email protected] of 030 789 22 06).
Jongens draaien de knop om als de seks niet prettig is.
Op 9 mei, de eerste dag, is het programma
toegesneden op bestuurders, beleidsmakers en
onderzoekers. Op 10 mei zijn de professionals
uit de praktijk welkom. De avond van de eerste
congresdag kunt u meedoen aan een diner
pensant met het accent op toekomstig beleid.
Dag 1De eerste dag staat in het teken van landelijk en
internationaal onderzoek en regionaal en lokaal
beleid. Bestuurders, beleidsmakers, managers,
maar ook cliëntenbelangenorganisaties en onder-
zoekers komen op deze dag aan hun trekken.
Het programma opent met de presentatie van
een onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte
van jongeren en ouders die te maken hebben
gehad met huiselijk geweld. Verder is er
aandacht voor het prevalentieonderzoek naar
kindermishandeling en het bevolkingsonderzoek
huiselijk geweld. Er zal ook aandacht zijn voor
Europees onderzoek naar de aanpak van geweld
tegen vrouwen, kinderen en homo’s.
Dag 2De tweede congresdag is speciaal voor alle
professionals die werken in de dagelijkse praktijk
van partnergeweld, ouderenmishandeling en kin-
dermishandeling. De nadruk ligt op methodieken
en op de bruikbaarheid van eerder gepresenteerd
onderzoek in de praktijk.
WorkshopsOok dit jaar zijn er ’s middags veel workshops:
over de databank Effectieve sociale interventies,
over de implementatie van de Wet Meldcode,
over verantwoord beslissen en risicotaxatie
voor managers, over de regionale aanpak van
kindermishandeling, over de nieuwe methodiek
Hé kijk mij nou!, over het vlaggensysteem, over
mannelijke slachtoffers en nog veel meer!
InschrijvenHet volledige programma is vanaf voorjaar 2011 te
vinden op www.huiselijkgeweld.nl. Daar kunt u ook
alvast uw belangstelling voor dit congres kenbaar
maken. U ontvangt bericht zodra de inschrijving
geopend is. Het congres wordt georganiseerd door
MOVISIE en het Nederlands Jeugdinstituut.
Meer informatie: Annemiek Goes ([email protected] of 030 789 20 86).
Groot congres op 9 en 10 mei 2011
Huiselijk geweld en kindermishandelingOp 9 en 10 mei 2011 vindt het
jaarlijkse congres over huiselijk
geweld en kindermishandeling
plaats. Dit jaar is het thema:
wat werkt echt voor de cliënt?
Noteer de data in uw agenda.
Het beloven interessante dagen
te worden!
Wie de codetaal kent kan op internet gemakkelijk puberjongens vinden die seks willen in ruil voor geld.
10
www.movisie.nl/2011
Mijn aanrader voor 2011? Het Trendrapport seksueel geweld. Daarin zie je de thema’s die gaan spelen, zoals de invloed van de digitale media en preventie van slachtoffers en plegers van seksueel geweld.
Silvie Janssen - manager huiselijk en seksueel geweld
Dit moet van de daken geschreeuwdGeen huwelijksdwang maar vrije partnerkeuze
Een vertrouwensband tussen leerling en docent kan huwelijksdwang
voorkomen. Dat is de ervaring in Ethiopië en dat is ook in
Nederland nodig, zo bleek uit de conferentie ‘Samen sterk tegen
huwelijksdwang’, op 26 november 2010. Een delegatie uit Ethiopië
legt hun aanpak uit.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
De conferentie trekt opvallend
veel mensen van de politie
en van scholen, zowel
middelbare scholen als ROC’s. Ze zijn
speciaal gekomen voor de presentatie
van de vier experts van de Ethiopische
organisatie TDA, zo blijkt al snel.
Gedwongen huwelijken en kindhuwe-
lijken zijn in Ethiopië verboden, legt
één van de genodigden uit. De meeste
scholen werken daarom met de GEAC-
methodiek, door UNICEF erkend als
good practice. De GEAC is een commis-
sie van docenten, leerlingen en ouders
die zeer alert is om kindhuwelijken en
gedwongen huwelijken te voorkomen.
Per school worden absentielijsten
bijgehouden. De commissie gaat langs
bij meisjes die niet op school komen en
overlegt met de familie. De commissie
werkt nauw samen met de scholen,
de politie, vrouwenverenigingen, de
overheid, de rechter en invloedrijke
leiders uit de gemeenschap.
MohammedHuwelijksdwang komt ook in Nederland
voor, hoewel er geen cijfers beschikbaar
zijn. Salima Belhaj, Fractievoorzitter van
D66 in Rotterdam: “Er praten weinig
mensen in Nederland over huwelijks-
dwang, maar ik vind dat het van de
daken geschreeuwd moet worden dat
vrije partnerkeuze mag in Nederland.
Mijn ouders waren redelijk progres-
sief, maar toch verwachtten ze dat ik
met een Mohammed thuis zou komen.
Op de middelbare school had ik een
Nederlands vriendje. Als ik mijn dagboek
teruglees, zie ik wat een spanning dat
gaf. Ik had hoofdpijn, was vaak moe. Ik
heb uiteindelijk twee jaar geen contact
gehad met mijn ouders.”, maar gelukkig
is dat goed gekomen.
School en thuisBelangrijk onderdeel van de conferentie
is de paneldiscussie, waar ook de zaal
actief aan meedoet. Want wat kunnen
we leren van deze methodiek? “Het
succes van deze methodiek zit in een
sterke vertrouwensband tussen leerlin-
gen en docenten. Scholen zijn de juiste
plek om gedwongen huwelijken te sig-
naleren, ook in Nederland”, aldus Leyla
Çinibulak, projectleider bij MOVISIE.
Garip Özcan, sociaal-cultureel werker in
Den Haag: “Die vertrouwensband zoals
in Ethiopië is er niet in Nederland. Hier
zie je een gat tussen school en thuis.
Ouders zijn weinig betrokken bij de
school.” Mürvet Dogan, docente op het
ROC, beaamt: “De meisjes vertrouwen
mij wel, maar ze willen dat ik mijn mond
houd tegenover hun ouders. Anders
mogen ze niet meer naar school.”
LuisterenMarianne Vorthoren van SPIOR: “In
Ethiopië zien ouders de leden van
de GEAC-commissie als hun eigen
mensen. In Nederland zien ouders
de school als iets van de overheid.
Het is beter om mensen vanuit de
eigen groep in te zetten om ouders te
overtuigen. En we moeten de discussie
niet los zien van het maatschappelijke
klimaat. Migrantenouders horen
alsmaar: jullie doen het niet goed.”
Het debat eindigt met de vraag: wat
kun je doen voor mogelijke slachtof-
fers? Luisteren is vaak al voldoende,
concluderen de panelleden. “Geef
leerlingen het gevoel dat je er voor
hen bent.” Een andere tip: verwijs
door naar het Zorg Advies Team van de
school, mits je zeker weet dat het team
voldoende kennis heeft en echt hulp
kan bieden.
Meer informatie? Kijk op www.movisie.nl/huwelijksdwang of neem contact op met Bert Groen ([email protected] of 030 789 20 96) en Leyla Çinibulak ([email protected] of 030 789 22 04).
Lesmateriaal voor scholen
MOVISIE heeft lesmateriaal
ontwikkeld voor scholen:
YOUR RIGHT 2 CHOOSE. Het
materiaal bestaat uit een
handleiding en kaartenset.
Te bestellen via www.
movisie.nl/huwelijksdwang.
Hé kijk mij nou!
in Nederland is er een gat tussen school en thuis.
Als docenten investeren in de vertrouwensrelatie met meisjes uit de risicogroepen, horen ze eerder signalen over gedwongen huwelijken.
11
Hé kijk mij nou! helpt kinderen en
hun moeder om de geweldsspiraal te
doorbreken en hun pijn te verwerken.
De methodiek gaat uit van een
kindergroep en een moedergroep. Er
wordt gebruik gemaakt van visualisa-
ties, tekeningen en werkbladen.
Patroon doorbrekenMarijke Lammers, senior projectleider
bij MOVISIE: “Hé kijk mij nou!
voorziet in een leemte. Het is
afgestemd op het ontwikkelingsniveau
en de belevingswereld van kinderen
met een licht verstandelijke beperking
en hun moeders. De kinderen worden
door het geweld geschaad in hun
sociale, emotionele, lichamelijke en
cognitieve ontwikkeling. De moeders
worstelen met hun eigen problemen
en komen er niet aan toe om hun
kinderen te ondersteunen. Hé kijk mij
nou! helpt dit patroon te doorbreken.
De moeders leren hun verantwoorde-
lijkheid als ouder weer op te pakken
en te werken aan herstel van de
vertrouwensrelatie. De kinderen leren
hun ervaringen een plek te geven
waardoor blijvend trauma wordt
voorkomen.”
Gratis regionale bijeenkomstenMOVISIE organiseert in 2011 vier
regionale kennismakingsbijeenkomsten
voor professionals van MEE, zorginstel-
lingen, het speciaal basisonderwijs en
andere intermediairs en verwijzers.
7 februari 2011: regio Noord:
Groningen, Friesland, Drenthe
14 februari 2011: regio Midden:
Overijssel, Gelderland, Flevoland
14 maart 2011: regio West:
Utrecht, Noord- en Zuid-Holland
21 maart 2011: regio Zuid:
Brabant, Zeeland, Limburg.
Aanmelden kan tot vier weken voor
aanvang via het aanmeldformulier op
www.movisie.nl/hekijkmijnou.
TipsDownload de methodiek op het Hé
kijk mij nou!-gebruikersplatform op de
MOVISIE Academie.
Op 23 mei 2011 is er een train-de-
trainer voor hulpverleners die met de
methodiek aan de slag willen.
Meer informatie: www.movisie.nl/hekijkmijnou of Marijke Lammers ([email protected] of 030 789 20 88) en Wendela Wentzel ([email protected] of 030 789 20 94).
Effectieve methoden huiselijk geweld in databank
Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in onze samenleving.
Een effectieve aanpak vraagt om goede samenwerking, simpelweg omdat expertise
van veel organisaties op diverse beleidsterreinen nodig is. Daarom werkt MOVISIE in
opdracht van het ministerie van Justitie aan de ontwikkeling van methodebeschrij-
vingen voor de preventie en aanpak van huiselijk geweld. De eerste stap is gezet: het
selecteren en beschrijven van tien goed onderbouwde methoden.
Dit is gebeurd op basis van een expertmeeting en een digitale enquête met
professionals uit het veld. Begin 2011 zijn de eerste vijf methodebeschrijvingen
al te vinden in de databank Effectieve sociale interventies van MOVISIE:
www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies en op www.huiselijkgeweld.nl.
Tijdens de landelijke conferentie over huiselijk geweld en kindermishandeling op
9 en 10 mei 2011 zullen meer goede methoden worden gepresenteerd.
Meer informatie: Nonja Meintser ([email protected] of 030 789 20 89).
Huiselijk geweld heeft een enorme impact op
kinderen, zeker als zij een licht verstandelijke
beperking hebben. Hé kijk mij nou! is een nieuwe
methodiek om deze kinderen te helpen.
Vrijwillige inzet en mantelzorg
In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers.
Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning
nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteits-
verbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
12
Vanaf 2011 zijn alle middelbare
scholieren verplicht om een
maatschappelijke stage te
doen. Zo leren jongeren dat zij iets voor
de mensen en hun omgeving kunnen
betekenen. Een maatschappelijke stage
biedt ook kansen voor het platteland.
Er ontstaat immers binding als jongeren
in hun eigen gemeente actief worden,
mensen ontmoeten en daarmee een
sociaal netwerk opbouwen.
Pak die kansIn gemeenten zonder school voor
voortgezet onderwijs zijn vaak weinig
maatschappelijke stageplekken.
Herkenbaar? MOVISIE heeft voor
plattelandsgemeenten een traject
ontwikkeld om dit te verbeteren.
Samen met u inventariseert MOVISIE
welke maatschappelijke stages
bijdragen aan de binding van
jongeren met de gemeente en welke
rol jongeren kunnen hebben bij het
stimuleren van de leefbaarheid. En
wellicht zijn er andere vraagstukken
binnen de gemeente waarbij een
maatschappelijke stage een oplossing
kan bieden.
Eigen jeugdNa deze inventarisatie ontwikkelt
MOVISIE maatschappelijke stageconcep-
ten die u kunt aanbieden aan scholen en
maatschappelijk makelaars in de regio.
Het resultaat: meer maatschappelijke
stages in de gemeente waar de leerling
woont en daarmee meer inzet van eigen
jeugd in de gemeente. Uiteindelijk zullen
jongeren zich meer binden aan de eigen
gemeente en kan hun inzet gebruikt
worden voor de verbetering van de
leefbaarheid.
Meer informatie: Fraukje van Dijk ([email protected] of 030 789 20 51) en Jannie Schonewille ([email protected] of 030 789 22 70).
In Beek-Ubbergen kan men nog
bouwen op traditionele sociale
(familie)structuren: er is een rijk
verenigingsleven, men kent elkaar en
helpt elkaar als vanzelfsprekend. Op
korte termijn worden geen problemen
verwacht, maar niet overal ziet de
toekomst er zo rooskleurig uit. Veel
gemeenten hebben te maken met
krimp en daardoor verschraling van
voorzieningen. Openbaar vervoer,
winkels en gezondheidszorg raken
steeds meer op afstand. Dat vergroot
de druk op mantelzorgers, met name
voor ouderen. Daarnaast zorgen
kleinere gezinnen en veranderende
familiesamenstellingen - door
scheiding en hertrouw - voor kleinere
netwerken van mantelzorgers binnen
de familiekring. Door deze ‘krimp
achter de voordeur’ zal er komende
jaren meer en meer een beroep
gedaan moeten worden op vrienden,
bekenden en buren.
Overbelasting Vrienden, bekenden en buren
besteden echter vaak veel minder
tijd aan mantelzorg dan directe
familieleden. Voor mantelzorg dreigen
partners in de toekomst vooral op
elkaar aangewezen te zijn, zonder
de back-up van kinderen of andere
familie. Hierdoor ligt overbelasting op
de loer met bijbehorende risico’s als
sociaal isolement en ontsporing van
de zorg. Recente cijfers van het SCP
tonen aan dat het aantal zwaar- en
overbelaste mantelzorgers afgelopen
zeven jaar al met vijftig procent is
toegenomen. Geen geruststellende
cijfers in het licht van de sociale en
Hoe tevreden zijn mijn klanten? Nieuw voor steunpunten vrijwilligerswerk: het klanttevredenheidsonderzoek (KTO).
Dit is een digitaal doe-het-zelfinstrument waarmee u zowel vrijwilligersorganisaties
als individuele klanten eenvoudig kunt bevragen over de diensten die u biedt.
Om vervolgens met de resultaten de diensten gericht te verbeteren. Handig: het
onderzoek levert nuttige informatie op voor de verantwoording aan financier(s) en
gebruikers van het steunpunt. De eindrapportage laat zien welke verwachtingen
klanten van de ondersteuning hebben, van welke diensten gebruik is gemaakt,
hoe de klanten de verschillende diensten beoordelen en welke verbetersuggesties
klanten hebben. Door het klanttevredenheidsonderzoek vaker uit te voeren,
kunnen steunpunten vrijwilligerswerk de klanttevredenheid structureel volgen.
Meer informatie: www.movisie.nl/kto en Vanessa Zondag ([email protected] of 030 789 22 59).
Geen school, geen maatschappelijke stage?
Doen scholieren in uw plattelandsgemeente nog
geen maatschappelijke stage? Een gemiste kans!
MOVISIE helpt om jongeren deze stage te laten
lopen in hun eigen woonplaats.
Wmo & platteland
Wmo & platteland
Boodschappendienst
Scholieren uit Panningen doen in het kader van maatschappelijke stage boodschappen voor mensen die dat
zelf niet meer kunnen. Door iets kleins (boodschappen doen) doen zij maatschappelijk gezien iets groots. De
boodschappendienst heeft diverse maatschappelijke doelstellingen: contact tussen jong en oud, contact met
mensen met een beperking en ontlasting van mantelzorgers.
Krimp achter de voordeur
demografische ontwikkelingen die
ons komende decennia te wachten
staan.
Praat meeIn de trendstudie Mantelzorg
beschrijft MOVISIE de gevolgen
van deze sociale en demografische
ontwikkelingen voor de toekomst van
de mantelzorg. Er wordt met name
gekeken vanuit het perspectief van
mantelzorgers van ouderen. Hoeveel
rek zit er nog in de informele zorg? U
kunt hierover mee debatteren via de
LinkedIn-groep ‘MOVISIE: Informele
zorg’.
Meer informatie: Anita Peters ([email protected] of 030 789 20 64).
De plattelandsgemeente Beek-Ubbergen bestaat uit
acht kerkdorpen met ruim 9300 inwoners. “Als het om
mantelzorg gaat, loopt het in deze gemeente redelijk
goed”, concludeert beleidsambtenaar Lion Boeijen.
En dat wil de gemeente zo houden.
www.movisie.nl/2011
Maatschappelijke stage! Maatschappelijke organisaties kunnen er veel meer meedoen.
Wouter Rust - manager vrijwillige inzet
Enquête onder vrijwilligersorganisaties Wilt u weten hoe het vrijwilligersveld er in uw gemeente uit ziet?
Maak gebruik van Digimon, het digitale monitorinstrument van
MOVISIE. Met Digimon kunt u vrijwilligersorganisaties op eenvoudige
wijze over verschillende onderwerpen enquêteren. U maakt gebruik
van een basisvragenset die u kunt aanvullen met specifieke vragen die
in uw gemeente spelen. Digimon is een doe-het-zelfinstrument.
Voor 150 euro per jaar kunt u het systeem, de basisvragenset en de
telefonische helpdesk gebruiken. Kijk op www.movisie.nl/digimon.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
www.movisie.nl/2011
Mijn aanrader voor 2011? De studiedagen voor vrijwilligers-coördinatoren. Daarin gaan we aan de slag met methodieken voor het inzetten van vrijwilligers ter ondersteuning van mantelzorgers.
Trudy Schreuder Goedheijt - manager informele zorg
“mensen met een
beperking hebben, net
als iedereen, talenten en
kwaliteiten die zeer waardevol zijn voor
het vrijwilligerswerk. Als beleidsme-
dewerkers de vrijwilligersorganisaties
hierin stimuleren, slaan ze twee vliegen
in één klap. Méér mensen doen
in de gemeente mee, en de lokale
vrijwilligersorganisaties verbreden hun
horizon en boren nieuwe bronnen van
vrijwilligers aan.”
Tekort Ruim zestig procent van de
vrijwilligersorganisaties ervaart een
tekort aan vrijwilligers. Dat blijkt
uit landelijke cijfers van Digimon,
het digitaal monitorinstrument van
MOVISIE waar meer dan vierduizend
vrijwilligersorganisaties aan meedoen.
Vanessa Zondag voorspelt dat dit
tekort komende jaren alleen maar
groter wordt omdat meer dan de helft
van de huidige vrijwilligers ouder is
dan vijftig jaar. “Alleen al met het
oog op de toekomst is diversiteit van
het vrijwilligersbestand dus nodig. Het
lastige is dat vrijwilligersorganisaties
gewend zijn om in bekende vijvers
te vissen. Nog niet één procent van
de vrijwilligersorganisaties denkt aan
mensen met een beperking als ze
zoeken naar nieuwe vrijwilligers.”
Wat kunt u doen? Vanessa Zondag raadt beleidsmede-
werkers aan om de vrijwilligersorga-
nisaties in de gemeente bewust te
maken van deze blinde vlek. “Vaak is
het geen onwil maar pure onbekend-
heid. Vrijwilligersorganisaties gaan op
zoek naar het type vrijwilligers dat
ze al in huis hebben, maar dan tien
jaar jonger. Vraag lokale vrijwilligers-
organisaties eens hoe toegankelijk ze
zijn. En dan heb ik het niet zozeer
over de fysieke toegankelijkheid,
ook belangrijk, maar vooral over de
figuurlijke toegankelijkheid: staat
de deur open voor een nieuw type
vrijwilliger?”
KenniscaféWe kennen ze niet, is een veelgehoorde
opmerking van vrijwilligersorganisaties.
Zondag is niet onder de indruk. “Ook
daar kan je als gemeente een rol in
spelen door samenwerking te facili-
teren. Organiseer een beurs of ander
evenement waar de verschillende
partijen elkaar kunnen ontmoeten en
nodig daarbij ook dagbestedingscentra,
woonvormen en sociale werkplaatsen
uit. Regel een kenniscafé of lunchmee-
ting waarbij de gemeente insteekt op
de vraag: hoe toekomstbestendig is
uw organisatie eigenlijk? Stel meteen
een subsidiepotje beschikbaar voor
vernieuwende ideeën om mensen met
een beperking bij het vrijwilligerswerk te
betrekken. Wedden dat de zaal vol zit?”
Dit is het tweede artikel in een serie
over vrijwilligers met een beperking.
Het eerste artikel ging in op de rol van
vrijwilligersorganisaties.
Meer informatie: Vanessa Zondag ([email protected] of 030 789 22 59).
Gewetensvraag voor gemeenten: stimuleert u
vrijwilligersorganisaties om mensen met een
beperking bij het vrijwilligerswerk te betrekken?
Vanessa Zondag van MOVISIE kan het iedere
gemeente aanbevelen. “Laat zien waar de kansen
liggen voor vrijwilligersorganisaties in uw
gemeente. Elke gemeente heeft goede voorbeelden,
waarom zou u die niet in de etalage zetten?”
Staat de deur in uw gemeente open?
Vrijwilligers met een beperking
Bij het zoeken naar vrijwilligers wordt zelden gedacht aan mensen met een beperking.
13
Op een willekeurige dag zie je op
een zorgboerderij de zorgboer, soms
medewerkers, natuurlijk deelnemers
en af en toe vrijwilligers. Steeds meer
zorgboeren stellen zich de vraag: waar
kan ik vrijwilligers voor inzetten en
waar moet ik rekening mee houden?
Vrijwilligers kunnen de zorgboer
ontlasten. De zorgboer zorgt
samen met zorgprofessionals voor
de zorgbegeleiding, vrijwilligers
kunnen een belangrijke rol spelen in
ondersteunende taken. Zij kunnen
bijvoorbeeld deelnemers in de
groentetuin begeleiden, ondersteunen
bij het klaarmaken van de lunch en
het vervoer van cliënten van en naar
de zorgboerderij verzorgen.
Omdat de vrijwilliger een zelfstandig
werkend persoon is met specifieke
taken, is het van belang vrijwilligers
Vanuit prestatieveld 4 van de Wmo
hebben gemeenten de taak mantelzor-
gers en vrijwilligers te ondersteunen.
Kunt u hier wel wat hulp bij gebruiken?
MOVISIE heeft 23 prestatieveld@4
kaarten gemaakt. Deze kaarten geven
op één A4-tje praktische informatie
over onderwerpen als: de basisfunctie
verankeren, ontspoorde mantelzorg,
bezuinigen en het goed vormgeven
van mantelzorg- en vrijwil-
ligersbeleid, de rol van gemeenten
richting vrijwilligerswerkorganisaties
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
en administratieve lastenverlichting.
In 2011 wordt dit rijtje aangevuld met
onderwerpen waarvan gemeenten
hebben aangegeven er meer over
te willen weten. De prestatieveld@4
kaarten zijn te downloaden op
www.prestatieveld4.nl.
Meer informatie: www.prestatieveld4.nl en Matthijs Terpstra ([email protected] of 030 789 20 61).
Hulp voor de zorgboerOp een zorgboerderij zijn vaak vrijwilligers actief.
Hoe ga ik daarmee om, vragen steeds meer
zorgboeren zich af. MOVISIE begeleidt enkele
zorgboerderijen op dit punt.
op te nemen in de bedrijfsvoering.
Anders gezegd: het is verstandig
als zorgboerderijen een plan maken
waarin staat hoe omgegaan wordt
met vrijwilligers en wat er van hen
verwacht wordt. Vrijwilligersbeleid
dus.
MOVISIE begeleidt enkele zorg-
boerderijen bij het opzetten van
vrijwilligersbeleid. Dat gebeurt
binnen het project Zorg Beter met
vrijwilligers. Uit deze trajecten blijkt
dat vrijwilligers weliswaar steeds
meer aandacht krijgen, maar nog
meer aandacht nodig hebben. Kijk
op www.zorgbetermetvrijwilligers.nl.
Meer informatie: Mariëlle Meeuwsen ([email protected] of 030 789 21 11).
Wmo & platteland
Prestatieveld@4 kaarten
In Nederland zijn ruim 5 miljoen (zorg)vrijwilligers en 1,5 miljoen mantelzorgers.
Zij en hun organisaties hebben goede randvoorwaarden en ondersteuning
nodig om hun werk te kunnen blijven doen. MOVISIE zet zich in voor kwaliteits-
verbetering van de infrastructuur rond vrijwilligerswerk en mantelzorg.
Vrijwillige inzet en mantelzorg
Met een karavaan door OverijsselUw achtertuin is groter dan u denkt, is het
motto van Landschap Overijssel. Jessica Winter,
hoofd communicatie en vrijwilligers, doet daar
graag een schepje bovenop. “Overijssel is
een prachtige groene provincie met een grote
verscheidenheid aan natuur en landschap.”
En hoewel ze zelf geen geboren natuurmens
is, heeft Jessica ‘zeker wel iets met buiten’,
maar vooral met de vrijwilligers buiten. En die
vrijwilligers, daar gaat het om in 2011. “We
hebben vierduizend groene vrijwilligers die we
in het zonnetje gaan zetten. Het zijn mensen
die kappen en knippen, knotten en zagen,
plaggen en steken. Ze vervullen een sleutelrol
in ons natuurbeheer en in onze natuurbeleving.
We kunnen gewoon niet zonder ze.” Dus wat
is het plan? “In 2011 en 2012 trekken we
met een karavaan door de provincie. We doen
natuurgebieden aan waar we steeds twee
maanden neerstrijken. De karavaan is een soort
werkkeet met een tentoonstelling van waaruit
we activiteiten gaan ondernemen. Natuureve-
nementen, cursussen, een fotoworkshop. Ja,
we gaan de natuur stevig aanzetten. Dat is
juist nu belangrijk, nu de natuur in de politiek
een marginale rol speelt en er idiote termen
als natura 2000 en ecologische hoofdstructuur
Europees Jaar van het vrijwilligerswerkWat doet u in 2011?
2011 is het Europees Jaar
van het vrijwilligerswerk.
Een mooie kans om het
vrijwilligerswerk een push
te geven, vindt menig
vrijwilligersorganisatie.
MOVISIE polste twee
organisaties wat zij concreet
gaan doen.
worden gebruikt.”
Landschap Overijssel
trekt de karavaan
samen met Natuur-
monumenten,
Staatsbosbeheer
en Natuur en
Milieu Overijssel.
Doel? “We hopen
dat mensen vaker
naar buiten gaan
en vaker vrijwil-
ligerswerk gaan
doen in de natuur. Vooral jonge mensen willen
we hiermee trekken. Want zeg zelf, de meeste
vrijwilligers in het groen hebben een zilveren
dot haar op het hoofd. En het kan toch niet zo
zijn dat alleen ouderen inzien dat de natuur de
aandacht waard is?”
www.landschapoverijssel.nl.
Vrijwilliger 2.0 in Den Haag Er is geen tekort aan vrijwilligers, er is behoefte
aan inspirerende organisaties. Dat is de stellige
overtuiging van Rein van Baar van de Haagse vrijwil-
ligerscentrale HOF. “Maatschappelijke instellingen
doen er goed aan zich aan te passen aan vrijwil-
ligers in plaats van andersom. Geef vrijwilligers de
ruimte om te doen wat ze willen doen en pluk daar
de vruchten van.” De nieuwe vrijwilligers doen
vrijwilligerswerk om hun identiteit te bevestigen.
Ze willen vrijheid en flexibiliteit, ze willen aange-
sproken worden op hun kwaliteiten.” Rein noemt
het ‘de vrijwilliger 2.0’. HOF heeft elke maand een
andere activiteit in petto om die nieuwe vrijwilligers
zichtbaar te maken. “In januari openen we ons ver-
bouwde pand met een debat over vrijwillige inzet.
Op 3 februari is er een congres MovedBy over maat-
schappelijk betrokken ondernemen. Daar willen we
Haagse bedrijven enthousiast maken voor vrijwil-
ligerswerk.” En zo kan hij nog wel even doorgaan.
Er komen een talentenbeurs, een wekelijkse column
in de Haagse Courant en een experiencecentrum
in een winkelpand in de binnenstad van Den Haag
waar zichtbaar
wordt gemaakt wat
er allemaal gebeurt
op het gebied van
vrijwilligerswerk.
En of dat nog niet
genoeg is, opent
HOF het jaar met een
community waarbij
elf ambassadeurs de
social media gaan
bestoken. “Eind
van het jaar zitten
we op 2012 ambassadeurs”, belooft Rein. Zelf zal
hij het jaar tevreden afsluiten als de boodschap is
overgekomen. “Dus als vrijwilligersorganisaties de
vrijwilliger als klant ziet, niet als oplossing
voor bezuinigingen.”
www.movedby.org en www.hofnet.nl.
Kijk verder op www.vrijwilligerswerk.nl.
“De politiek gebruikt idiote termen als natura
2000.”
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * ** * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Rein van BaarJessica Winter
Vrijwilligers vormen bij Landschap Overijssel een sleutelrol in natuurbeheer en natuurbeleving
14
In januari 2011 verschijnt al het zevende Trendrap-
port vrijwillige inzet. In de zes eerdere rapporten
werden trends als individualisering, diversiteit,
geleid vrijwilligerswerk, informatisering, globali-
sering en lokalisering besproken. In dit zevende
trendrapport bekijken we wat er van deze trends
terecht is gekomen en bespreken we de nieuwe
trends. De belangrijkste trend is dat er komende
jaren een groot beroep gedaan wordt op vrijwil-
lige inzet, uit nut en noodzaak. De gevolgen van
de bezuinigingen zullen gedeeltelijk opgevangen
moeten worden door vrijwilligers, bijvoorbeeld
Nederland scoort wereldwijd hoog als het gaat om
vrijwillige inzet. Maar zitten we ook nog zo goed
in 2020? Dat is maar de vraag. De voorspellingen
wijzen erop dat de vrijwillige inzet even groot blijft,
mede dankzij maatschappelijke stages, re-integratie
en sociale activeringsprogramma’s. Maar achter-
overleunen is er niet bij. Hoe kunnen we blijven
inspelen op maatschappelijke trends in de samen-
leving? Begin 2010 organiseerde MOVISIE enkele
expertmeetings om de mening van betrokken
partijen hierover te horen. Belangrijkste conclusie:
iedereen kan bijdragen aan het werven en behou-
Ken uw trendsop het gebied van leefbaarheid en informele
zorg. Tegelijkertijd wordt vrijwilligerswerk meer
en meer ingezet als participatie-instrument voor
kwetsbare burgers. Het trendrapport eindigt met
de uitdagingen voor alle betrokkenen: burgers,
vrijwilligersorganisaties, ondersteuningsorga-
nisaties, bedrijfsleven en overheid. Iets om uw
voordeel mee te doen!
Meer informatie: Wiebe Blauw ([email protected] of 030 789 20 47).
den van vrijwilligers: overheden door het creëren
van ontmoeting, organisaties door het werven
onder nieuwe doelgroepen en ondersteuners door
zich meer te richten op ongebonden vrijwillige
inzet. Tijdens het Europees Jaar van het vrijwilligers-
werk wordt in oktober 2011 een debat georgani-
seerd waarin de partijen over hun eigen en elkaars
rollen in discussie gaan.
Meer informatie: Ronald Hetem ([email protected] of 030 789 20 52).
Achteroverleunen is er niet bij
Diversiteit
De samenleving kent een grote verscheidenheid aan mensen. MOVISIE wil bijdragen
aan het verbinden van mensen en aan de participatie en het welzijn van burgers in
al hun diversiteit.
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Wmo & platteland
We hebben veertig jaar gedacht dat een instelling beter is.
op vrijdagmiddag is er in wijk 5
in Deventer Potje van Otje.
Vier buurtbewoners met
een verstandelijke beperking en vier
kinderen uit de buurt koken samen
een maaltijd in de kinderboerderij.
Iedere week nodigen ze een andere
buurtbewoner aan tafel uit: de huisarts,
de groepsbegeleider, hun ouders, de
leerkracht… “En dat werkt”, vertelt
een trotse Lia van Nimwegen van Raster
Welzijn. Met het project ‘Onbeperkt
Actief’ sleepte ze eind 2010 de MOVISIE
Diversiteitsprijs 2010 in de wacht.
KenniscaféPotje van Otje is één van de
buurtactiviteiten die onder de vlag
van ‘Onbeperkt Actief’ worden
georganiseerd. “We hebben dit project
gekanteld opgepakt. Dat wil zeggen
dat we zijn uitgegaan van de vraag van
buurtbewoners. Tijdens een kenniscafé
Deventer noemt het ‘buurt maken’ Winnaar MOVISIE Diversiteitsprijs 2010
Activiteiten die buurtbewoners met en zonder
verstandelijke beperking met elkaar doen om
kennis te maken: samen eten, theater maken,
samen wandelen en elkaar optutten in een ‘tutclub’.
Met dit concept 'buurt maken' won Raster Welzijn
de MOVISIE Diversiteitsprijs 2010.
hebben buurtbewoners met en zonder
beperking met elkaar kennisgemaakt
en zijn drie buurtwerkgroepen al
snel met heel veel ideeën gekomen.
Een meisje van negentien wilde een
theatervoorstelling maken, dat is met
behulp van stagiairs, vrijwilligers en
ondersteuning van welzijn en zorg
gelukt. Een ander wilde gaan wandelen
met buurtbewoners en weer een
ander wilde een burendag. Bij al die
activiteiten ben ik organisaties gaan
zoeken. Zo is het balletje gaan rollen.
Belangrijk is ook dat je ervan uitgaat
dat ook mensen met een beperking
tijd, talenten en ambitie hebben om in
te zetten in de buurt. Ook hen zien we
nu als vrijwilliger aan de slag gaan.”
Beetje engInmiddels spreekt Lia van Nimwegen
van een methodiek. “Andere
welzijnsorganisaties kunnen het idee
zo overnemen. Het is eenvoudig op te
pakken en het kost niet veel geld. Ik
werk hier twaalf uur per week aan en
de meeste tijd zit in het aanjagen van
alle betrokkenen en het aan elkaar
knopen van al die organisaties. Verder
is het een kwestie van samen doen en
een kwestie van volhouden. Denk niet
dat zoiets snel van de grond komt.
Mensen met en zonder beperking zijn
niet gewend om als vanzelfsprekend
met elkaar om te gaan. Maar ook
organisaties vinden het niet altijd
gewoon om met elkaar samen te
werken. We hebben veertig jaar
gedacht dat het wonen in een instelling
voor iedereen de juiste keuze is. Je kunt
niet verwachten dat we gewoon weer
meedoen als je mooie woonvormen
in de wijk maakt en je elkaars buren
wordt. Dan moet je buurt maken.”
WinnaarDe jury van de MOVISIE Diversiteitsprijs
2010 roemt de aanstekelijkheid en
eenvoud van het project. “Nederland
mist het buurtgevoel en dat krijgt vorm
in Deventer met buurt maken”, prijst
juryvoorzitter Jetta Klijnsma. “De vraag
van mensen met een verstandelijke
beperking is leidend en de buurtbewo-
ners doen mee. Het project heeft een
grote reikwijdte, inmiddels wordt het
project ook in andere wijken in Deventer
uitgevoerd.” De MOVISIE Diversiteits-
prijs bekroont jaarlijks een project dat
invulling geeft aan diversiteit op lokaal,
regionaal of landelijk niveau. Dit jaar
was het thema: leven met beperkin-
gen: meedoen voor mensen met een
chronische ziekte of een psychische,
verstandelijke of lichamelijke beperking.
VSBfonds was financier van de MOVISIE
Diversiteitsprijs 2010.
www.movisie.nl/diversiteitsbeleid.
Meer informatie: Paul van Yperen ([email protected] of 030 789 22 35).
Jetta Klijnsma met de prijswinnaars en juryleden. Foto: Daan Stringer.
15
Hebben mensen met homosek-
suele gevoelens het op het
platteland moeilijker dan in de
stad? Peter Dankmeijer van MOVISIE
aarzelt. “De problemen zijn anders.
Het is in kleine dorpen moeilijker om in
contact te komen met gelijkgestemden,
eenvoudigweg omdat er minder homo’s
zijn dan in de stad. Bovendien komen
Wmo & platteland
Homobeleid is niet zo moeilijkDrie procent van de plattelandsbevolking is homo
of lesbisch. Kleine gemeenten hebben vrijwel
nooit expliciet beleid voor deze groep. “Onterecht”,
meent Peter Dankmeijer van MOVISIE. Het hoeft
helemaal niet veel te kosten om de acceptatie en
zichtbaarheid van homo’s te vergroten. En het
resultaat mag er zijn!
mensen op het platteland minder vaak
openlijk uit voor hun homoseksualiteit.”
Prettig wonenEn juist die onzichtbaarheid van
homo’s op het platteland is één van de
factoren om niet expliciet gemeentelijk
homo-emancipatiebeleid te formuleren.
Toch wil hij het belang ervan benadruk-
ken: “Het gaat om de kwaliteit van
de lokale samenleving. Een gemeente
waarin homoseksualiteit geaccepteerd
wordt, is voor iedereen die anders is
veilig en prettig om te wonen.” Hij
voegt daaraan toe dat homoseksuele
inwoners vaak ook in economisch
opzicht een aanwinst zijn voor een
dorp. “Uit Amerikaans onderzoek blijkt
dat homo-emancipatiebeleid zorgt voor
een grotere economische aantrek-
kingskracht van de regio.”
Alert op pestenAl met al genoeg reden voor kleine
gemeenten om homobeleid te
ontwikkelen. Maar hoe doen plat-
telandsgemeenten met een kleine
portemonnee dat? Dankmeijer: “Ga
allereerst alert om met incidenten
van homodiscriminatie of pesterijen.
Juist in kleine gemeenten is het voor
een burgemeester of voor de politie
gemakkelijker om rechtstreeks naar
de betrokkenen toe te stappen en het
conflict snel de wereld uit te helpen.”
Sensitief voor homo’sDaarnaast adviseert hij gemeenten om
preventief beleid te voeren. “Het gaat in
de eerste plaats om het verbeteren van
de ‘sensitiviteit’ voor homoseksualiteit.
Is er in verzorgingscentra oog voor (ver-
borgen) homoseksualiteit? Bespreekt de
onderwijswethouder het thema in zijn
overleg met schooldirecteuren? Staat er
in de lokale bibliotheek een rijtje boeken
over homoseksualiteit? Ook met relatief
kleine inspanningen kan een kleine
gemeente iets bereiken”, concludeert
Dankmeijer.
Meer informatie: Peter Dankmeijer ([email protected] of 030 789 21 09).
www.movisie.nl/2011
Mijn aanrader voor 2011? De uitreiking van de Lantaarnprijs. Deze prijs gaat naar de meest homovriendelijke gemeente in Nederland. Die uitkomst gaat verrassend worden!
Wil Verschoor - manager diversiteit
Meer lezen?Homo in de hooiberg
(MOVISIE, 2007) beschrijft
een project in Deurne waarin
sociaal-cultureel werkers een
homowerkgroep opzetten.
In het voorjaar van 2011
verschijnt er bij MOVISIE
een uitgave over homo-
emancipatiebeleid in kleine
gemeenten.
Quick wins voor kleine gemeenten
• Heb aandacht voor diversiteit op de gemeentelijke website.
• Zorg dat er boeken in de bibliotheek zijn over homoseksualiteit.
• Ga in gesprek met schooldirecteuren, ouderenadviseurs,
directeuren van verzorgingsinstellingen.
• Maak hen sensitief voor diversiteit.
• Grijp bij incidenten onmiddellijk in en bespreek deze in het
driehoeksoverleg.
• Geef welzijnsorganisaties de opdracht om een groep te starten
voor homo’s en lesbo’s.
moVISIE kort
colofon© MOVisie, Utrecht 2011
Jaargang 5, januari 2011, nummer 10
MOVisies is de relatiekrant van MOVisie
en verschijnt drie keer per jaar.
eindredactie:
Afdeling Communicatie MOVisie,
Tekstburo Gort.
Teksten:
Diverse auteurs MOVisie,
Tekstburo Gort.
Vormgeving en productie:
suggestie & illusie, Utrecht.
Fotografie:
Thomas Heere, istock, Redmar Kruithof,
Herman engbers, Markus Bollingmo, Hollandse
Hoogte, Daan stringer
Overname van (delen van) artikelen is met
bronvermelding toegestaan.
issN: 1876-0422
MOVisie
Postbus 19129, 3501 DC Utrecht
Catharijnesingel 47, 3511 GC Utrecht
T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11
www.movisie.nl * [email protected]
inhoudelijke vragen:
[email protected] of 030 789 21 12.
Gratis abonnement op MOVISIES?
Ga naar Mijn MOVISIE op www.movisie.nl.
Wilt u MOVisies niet meer ontvangen, een adres-
wijziging doorgeven of heeft u behoefte aan extra
exemplaren? Mail naar [email protected].
Over MOVisie:
MOVisie is hét landelijke kennisinstituut en advies-
bureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We
bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen
bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein
van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid.
in ons werk staan vijf actuele thema’s centraal:
huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen,
leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet.
MOVisie verzamelt en verspreidt bruikbare
en actuele kennis in de vorm van:
* adviestrajecten * methodieken
* projecten * onderzoek * evaluaties
* monitoren * protocollen * beroepsprofielen
* competentieweb * best practices
* (internationale) kennisnetwerken
* themawebsites * publicaties
* trainingen * congressen
16
Publicaties Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl/publicaties.Prijzen zijn exclusief een bijdrage van € 2,50 in de verzendkosten.
Open aanbod
10 maart 2010 – 2 dagenErkenning Verworven Competenties bij vrijwilligerswerk In deze training leert u uw vrijwilligers te begelei-
den in het toepassen van de EVC-methode en de
resultaten te verspreiden binnen uw organisatie.
Voor begeleiders van vrijwilligers.
17 of 31 maart 2011 – 1 dagdeelWorkshop Zingeving in de hulpverlening Wilt u als hulpverlener beter in leren spelen op
zingevings-/levensvragen van cliënten? Meld
u dan aan. Deze workshop is in het bijzonder
geschikt voor werkers in de maatschappelijke en
vrouwenopvang.
NIEUW!
18 maart 2011 – 1 dagdeelSterk aan het werk: voorkomen van secundaire traumatiseringProfessionals die vaak geconfronteerd worden
met huiselijk geweld en kindermishandeling
kunnen vanwege frustratie en machteloosheid
klachten krijgen die lijken op die van de cliënt.
Deze training onderkent secundaire traumatise-
ring en pakt deze aan.
24 maart 2011 – 1 dagJuridische aspecten van huiselijk geweldAls hulpverlener bij huiselijk geweld krijgt u
ongetwijfeld juridische vragen over procedures en
de rechten van de slachtoffers en/of plegers. Na
deze training kunt u uw cliënten beter adviseren
en doorverwijzen.
27 januari 2011 - UtrechtConferentie Leden de baas? Hoe verenigingen vormgeven aan democratie
9-10 mei 2011 - Ede Landelijk Congres Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 'Wat werkt voor de cliënt?'
Agenda
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Sturing van welzijn
Tomislav Tudjman Wiebe de Jong Erik Snel Gezinsbegeleiding
achter de voordeur
Een evaluatie volgens de methode
Theory of Change
Het experiment Vernieuwend Welzijn
Waarderen, versterken en profileren van welzijnswerk
Kwaliteitskenmerken van dienstverlening in de Wmo
Versie 2.0
Handreiking Professioneel Ondersteunen
MBO in bedrijfZes betrokken bedrijven maken verschil
Zin werkt
Zingeving in de hulp aan dak- en thuislozen
Ellen Grootoonk
Catelijne Akkermans
Jola Brocaar
Petra van Leeuwen-den Dekker
Vormen van participatie uitgelicht
Participatie ontward
Pa
rticipa
tie on
twa
rd
Marjet van Houten en
Aletta Winsemius (red.)
Participatie is hot: de term wordt veelvuldig gebruikt door politici, beleidsmakers
en vertegenwoordigers van burgers. Door de komst van de Wmo is aandacht voor
participatie een noodzaak voor gemeenten geworden. Iedereen telt mee én iedereen
moet meedoen: daarover lijken vriend en vijand het eens. In arbeid, in ondersteuning
van kwetsbare groepen, in vrijwilligerswerk, in het meedenken over beleid.
Wat bedoelen we nu eigenlijk als het over participatie gaat? Achter het begrip gaan
verschillende werelden en idealen schuil. Het begrip participatie wordt zo vaak en
divers gehanteerd dat het tot spraakverwarring leidt. Is het streven naar participatie
voor en door iedereen wel realistisch? Wat vindt de burger er eigenlijk zelf van?
Participatie ontward zet verschillende invullingen van participatie op een rij, legt
verbindingen en toont hoe gemeenten integrale participatiebevordering kunnen
stimuleren. Vertrekpunt is het Participatiewiel dat door MOVISIE is ontwikkeld.
Participatie ontward is geschreven door specialisten op het gebied van participatie
en biedt 13 goede voorbeelden uit de praktijk.
Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 * www.movisie.nl * [email protected]
Hendrik Wagenaar
& Corine Balder-van Seggelen Inzicht in eigen kracht
De werking van empowerment in
Maatschappelijke Activeringscentra
Burgerparticipatie: het verhaal van Opsterland Hoe stimuleer je de
participatie van de burger?
In deze publicatie worden
bruikbare methoden en suc-
cesfactoren gepresenteerd
aan andere gemeenten.
Gratis downloaden
Competentieprofiel OpbouwwerkDe komst van de Wmo en
de grote aandacht voor
integrale wijkontwikkeling,
maken dat de rol en de
positie van het opbouwwerk
is veranderd.
€ 17,50
Sturing van welzijn Hoe gemeenten de sturing
op de kwaliteit van het
welzijnswerk kunnen
verbeteren.
€ 11,-
Gezinsbegeleiding achter de voordeur Wanneer werkt de ‘Achter
de voordeur’ methode
om de thuissituatie van
achterstandsgezinnen te
verbeteren?
€ 17,50
Hé kijk mij nou!Handleiding voor psycho-
educatie aan kinderen met
een licht verstandelijke
handicap (LVG) die getuige
zijn (geweest) van geweld in
relaties. Voor LVG-kinderen
en hun LVG-moeder.
Gratis downloaden.
Het experiment Vernieuwd Welzijn Verbeterpunten voor
gemeenten, welzijnsorga-
nisaties en de landelijke
overheid op basis van vijf
pilots.
€ 11,-
Handreiking Professioneel Ondersteunen Kwaliteitskenmerken van
dienstverlening in de Wmo.
€ 7,-
MBO in bedrijfInspiratie voor bedrijven om
aan de slag te gaan met
maatschappelijk betrokken
ondernemen (MBO).
Gratis downloaden.
Zin werkt Handzame en informatieve
brochure over zingeving
in de hulpverlening aan
dak- en thuislozen.
Gratis downloaden
of bestellen tegen
verzendkosten.
Vrijbuiters uitgebuitMinderjarige jongens in de
prostitutie – 11 portretten.
Waarom worden ze niet
gezien in de hulpverlening?
Zijn het slachtoffers of
avonturiers?
€ 19,90
Participatie Ontward Participatie Ontward zet de
verschillende invullingen
van het begrip participatie
op een rij, legt verbindingen
en toont hoe gemeenten
integrale participatiebevor-
dering kunnen stimuleren.
€ 25,-
Inzicht in eigen krachtHoe krijg je mensen die
langdurig afhankelijk zijn
van bijstand weer aan het
werk?
€ 17,50
Zet vast in je agenda!
Kijk voor meer informatie en het volledige trainingsaanbod op www.movisie.nl/trainingen.
Trainingen
Verschijnt binnenkort
Kijk voor meer informatie en onze volledige agenda op www.movisie.nl.