MOTIVERENDE GESPREKSVOERING TRAJECTBEGELEIDERS · MOTIVERENDE GESPREKSVOERING TRAJECTBEGELEIDERS...
Transcript of MOTIVERENDE GESPREKSVOERING TRAJECTBEGELEIDERS · MOTIVERENDE GESPREKSVOERING TRAJECTBEGELEIDERS...
1
MOTIVERENDE GESPREKSVOERING
TRAJECTBEGELEIDERS
Gunter De Kinder
Inhoud 2
� De Geest van MG
� 8 stadia in het leren van MG
� Kwaliteit van motivatie (types)
� Principes in MG
� Technieken binnen MG (ORBS)
� 4 Processen in MG
� De perceptiekloof
� Omgaan met weerstand
Kennismakingsrondje
� Stel jezelf kort voor
� Wat willen jullie weten?
3
2
4
Heropfrissing basis5
Een directieve persoongerichte gespreksstijl waarmee je verandering in gedrag vanuit interne motivatie
en verantwoordelijkheid kunt bevorderen (accepteren)
Dit creëer je door de ambivalentie over de verandering te helpen verhelderen en te helpen
oplossen.
(Britt, 2003 – Emmons, 2001 – Miller, 2004 – Resnicow, 2001- Scales, 2003)
Motiverende gespreksvoering
3
Motiverende gespreksvoering
1. De geest van MI eigen maken
2. Gebruiken van cliënt–gerichte vaardigheden ORBS (open vragen, reflecteren, bevestigingen en samenvatten)
3. Verandertaal herkennen
4. Ontlokken en versterken van verandertaal
5. Omgaan met weerstand
6. Ontwikkelen van een veranderplan
7. Volhouden van ‘commitment’
8. Integratie met andere interventiemethodes
8 stadia in het leren van MG
Gedragsverandering
© Figuur gebaseerd op Prochaska en DiClemente, 1988,1992 (VAD, 2007)
9
4
Gedragsverandering
Voorbeschouwing Geen probleem zien, geen veranderingswensIemand anders is zich van het probleem bewustDruk vanuit de omgeving = last
Beschouwing Ambivalentie – wil veranderen en dan weer nietOverwegen van positieve en negatieve gevolgen
Beslissing De beslissing nemen om te veranderen, doch niet hoe en wat men zal veranderen (of beslissen om niet te veranderen!)Niet zichtbaar voor omgeving
Actieve verandering Er is daadwerkelijke verandering, ook zichtbaar voor omgevingLeerproces – vallen en opstaan
Consolidatie Doel is bereikt, men integreert het nieuwe gedragspatroon in het dagelijks leven
Terugval Men valt terug in vroeger gedragspatroonGeen mislukking, wel een leermoment
10
Vul in…11
� Mensen veranderen pas hun gedrag als ze …. ervaren
� Mensen veranderen hun gedrag liever niet omwille van ….
Gedragsverandering12
Mensen veranderen pas hun gedrag als ze … ervaren.
� Voldoende kennis
� Voldoende lijdensdruk
� Voldoende zelfwaarde
� Voldoende competentie
� Voldoende gevoel zelf te kunnen beslissen
� Voldoende gevoel dat anderen mijn inspanningen waarderen
5
Vijf redenen om niet te veranderen
• Niet zeker weten wat je wilt (je kunt alleen maar verdwalen als je weet waar je naar toe wilt)
• Angst voor het verliezen van (illusoire) voordelen (je weet wat je hebt, niet wat je krijgt…)
• Dissociatie van de nadelen (‘het valt best mee’)
• Genetische predispositie tot luiheid / automatismen: veranderen kost inspanning (voorkeur voor ‘kabbelen’)
• Ziektewinst (korte >> lange termijn)
Oefening : probeer de volgende motiveringen per twee bijeen te plaatsen volgens de soorten motivatie die ze voorstellen en vul voor de onderste uitspraak de mate waarin je akkoord gaat in …
“Een goede reden voor mij om deel te nemen aan deze vorming
is…”
1) …omdat dit is wat anderen (bv. mijn werkgever) van mij
verwachten.
2) …omdat ik dit persoonlijk erg waardevol vind.
3) …omdat anderen me anders dreigen te bestraffen.
4) …omdat ik me schuldig zou voelen als ik het niet zou doen.
5) …omdat ik deze vorming als plezierig ervaar.
6) …omdat ik overtuigd ben dat dit heel erg zinvol kan zijn.
7) …omdat ik door de vorming geboeid ben.
8) …omdat ik mezelf wil bewijzen.
6
WAAROM WE DOEN WAT WE DOEN
Autonome
Motivatie
Gecontroleerde
Motivatie
Verplichting, druk, stress
Intrinsieke
Motivatie
Extrinsieke motivatie
Welwillend, psychologisch vrij
Plezier
passie,
interesse
Persoonlijk
belang,
betekenisvol
Straf,
beloning,
verwachting
Schaamte,
schuld,
zelfwaarde
“Moeten” “Willen”
Motivatiecontinuüm:
Persoonlijke
relevantie,
betekenisvol
Straf,
beloning,
verwachting
Schaamte,
schuld,
zelf-waarde
Extrinsieke motivatie
Autonome
Motivatie
GecontroleerdeMoti
vatie
internalisatieproces
⇒⇒⇒⇒ motivatie wordt meer autonoom i.p.v. gecontroleerd
Behoeftebevrediging ↑ ⇒⇒⇒⇒ internalisatieproces ↑
Ambivalentie18
7
Ambivalentie en verandering
Beslissingsbalans
Kosten van de huidigesituatie
Voordelen van de verandering
Kosten van de verandering
Voordelen van de huidige situatie
Ambivalentie en verandering20
� Motiveren is het oplossen van de ambivalentie ten aanzien van verandering
� Is de huidige situatie in tegenstrijd met de eigen waarden en normen?
� Kan de cliënt voordeel halen uit de verandering?
� Hoe ervaart de cliënt zelf de huidige situatie? Wat is oké en wat is minder oké?
Onderdelen van MG21
Geest van MG
Verander-taal
Principes van MG
Gespreks-technieken
8
Geest van MG22
Samenwerking ↔ confrontatie (de
‘werkelijkheid’ doen inzien)
Evocatie, uitlokken persoonlijke redenen om te veranderen ↔ educatie (ontbrekend inzicht
bijbrengen)
Autonomie, eigen verantwoordelijkheid↔ autoriteit (zeggen wat iemand moet doen)
Principes MG23
1. Druk empathie uit
2. Ontwikkel discrepantie: Versterk het belang van de verandering
3. Beweeg mee met weerstand
4. Versterk het vertrouwen (persoonlijke effectiviteit)
Verandertaal 24
� Verlangen (willen/graag)
� Mogelijkheid (kunnen)
� Redenen
� Noodzaak (moeten, nodig zijn, behoefte hebben…)
� Vastbeslotenheid (besluiten)
� Stappen zetten
9
Oefening:In hoeverre lijk ik op mijn
lastige klanten? Bespreek een eigen kleine gewoonte met je buur…
Als we zelf zo graag blijven-waar-we-zitten,
waarom moeten mensen die klachten hebben,ongezond doen of
afwijkend zijn,dan zo nodig veranderen?
Omdat we ons laten leiden door
opdrachtgevers, verwijzers en eigen of algemeen geldende waarden en normen, en
te weinig door het referentiekader, de motieven en
(on)mogelijkheden van de klant
En dat leidt tot een boel gedoe!
10
Gesprekstechnieken28
4 processen binnen MI
Waarom?30
11
Waarom?31
Waarom?32
Waarom?33
12
Waarom?34
Waarom?35
Wat zou je te horen krijgen als je kon praten met?
36
13
Perceptiekloof37
Wat werkt niet? 38
Wat werkt wel? 39
14
Oef. Op acceptatie en empathie40
� Pers. A leeft zich in de voorgeschreven situatie in
� HV engageert zich om ‘zonder oordeel’ door te vragen…
� Persoon C observeert en noteert de interventies (ORBS)
Technieken: opbouw van motivatie (ORBS)
41
1. Reflectief luisteren
� Verbaal
� Non-verbaal
2. Open vragen stellen
3. Samenvatten
4. Bevestiging uitdrukken
Gesprekstechnieken42
� Doel van gebruik technieken � Exploreren van ambivalentie � Uitlokken en versterken van verandertaal
� Door doelgericht:� Het perspectief en de beleving van de andere te begrijpen
(client centered)� In het verhaal te kiezen waar je op ingaat (focus, directief)
� Verandertaal naar voor halen, uit te lokken� Argumenten voor verandering uit te vergroten, te versterken
15
1. Reflecterend luisteren43
� Door verbale en non-verbale communicatie aandacht, interesse en empathie communiceren naar cliënt
� De cliënt stimuleren om zich te uiten en te verdiepen
� Selectief: verandertaal versterken, uitwijding stimuleren
1. Reflecterend luisteren44
� Non-verbaal: � Houding
� Oogcontact
� Inrichting bureau …
� Nauwkeurig gebruik maken van verbale reflecterende technieken:� Papegaaien
� Parafraseren / eenvoudige reflectie
� Gevoelsreflecties
� Dubbelzijdige reflectie
2. Open vragen45
� Beginnen met een vragend voornaamwoord:
� Wie, wat, hoe, welke
� Pas op met waarom vragen
� Beginnen nooit met een werkwoord
� Nodigen de cliënt uit om na te denken
� Bevragen ambivalentie, perspectief cliënt
� Uitlokken verandertaal
16
Vragen stellen naar verandertaal46
� Verlangen (willen/graag): wat wil je?
� Mogelijkheid (kunnen): wat is er mogelijk?
� Redenen: wat kan een reden zijn om te veranderen?
� Noodzaak (moeten, nodig zijn, behoefte hebben…): hoe belangrijk is deze verandering voor je?
� Vastbeslotenheid (besluiten): wat denk je te gaan doen?
� Stappen zetten: wat heb je al gedaan?
3. Bevestigen47
� Uitspraken van waardering voor de cliënt en zijn sterke eigenschappen
� Focus op een sterke eigenschap, niet op het ontbreken van iets
� In jij-termen sterker dan ‘Ik vind dat je…’
� Moeilijkheden kunnen positief herkaderd worden
Technieken: uitlokken verandertaal48
� ORBS
� Doelgerichte vragen
� Uitweiden
� Extremen bevragen
� Terugkijken
� Vooruitkijken
� Doelen verkennen
� Schaalvragen
17
Voorbeelden:
Achteruit kijken: noem 5 boodschappen die je van je ouders hebt meegekregen en die nogsteeds je leven beïnvloeden, welke zijn de boodschappen die je het meest hebbenbeïnvloed?
Vooruit kijken: welke doelstellingen wil je in je leven nog bereiken, welke doelstellingen zijnnog steeds zeer belangrijk
Waar maak je je het meest [minst] zorgen over? Wat vrees je het meest [minst] als je niet verandert? En als je wel verandert?
Maak een lijst van de voor- en nadelen van uw drinken.
Schaalvragen50
Hoe belangrijk is het voor jou om je drinkgedrag te veranderen?
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Hoeveel vertrouwen heb je erin (wanneer je besluit om te minderen) dat je je drinkgedrag kunt minderen en dit volhouden?
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Hoeveel vertrouwen heb je erin dat je (wanneer je besluit om te stoppen) kunt stoppen met drinken en dit volhouden?
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Beslissingsbalans51
Gebruik van …. heeft voor mij de
volgende
Stoppen of minderen heeft voor mij de
volgende :
Voordelen Nadelen Voordelen Nadelen
18
4 processen binnen MI
Oefening: actief luisteren
� Gesprek per 3
� Eén persoon speelt gebruiker en doet een ambivalente uitspraak
� De andere twee proberen door middel van reflecties (open en gesloten) en via open vragen de cliënt echt te begrijpen. Liefst meer reflecties dan vragen!
� Nadien wisselen van rol
53
4 processen binnen MI
19
Evocatieve vragen
Evocatieve vragen zijn open vragen die zelfmotiverende uitspraken uitlokken. De hulpverlener is hier méér directief en tracht iets uit te lokken opdat een stap zou genomen worden in de richting van een beslissing.De cliënt zelf zegt dat er een probleem is en niet de hulpverlener.
Speeddating56
� Kies een eigen casus en leef je in
� Oefenen in engagement, focus en evocatie
� Via een speeddatingsysteem
Omgaan met weerstand57
20
Bespreking in groep 58
� Wat roept het woord weerstand allemaal bij jullie op?
� Krijgen jullie vaak te maken met weerstand?
� Welke vormen van weerstand komen jullie tegen?
� Hoe uit die weerstand zich? Waaraan merk je weerstand?
� Wat werkt wel/niet?
Weerstand: vormen59
� In discussie gaan
� Onderbreken
� Ontkennen
� Negeren
Weerstand: omgaan met 60
� Weerstand hoeft niet te worden bestreden
� De cliënt is de primaire bron van antwoorden en oplossingen: welke waarde, behoefte zit er achter de weerstand?
� Nieuwe perspectieven worden uitgelokt, maar niet opgelegd
� Weerstand is een signaal voor de noodzaak van een andere reactie
21
Weerstand: omgaan met61
� Status quo � veranderen
� Motiverende gespreksvoering lokt verandertaal uit en reduceert weerstand (i.t.t. confronterende hulpverlening)
Weerstandtaal
• Weerstandtaal• Voordelen huidige
situatie• Nadelen verandering• Doel om niet te
veranderen• Pessimisme over
verandering
Veranderen
• Verandertaal• Nadelen huidige
situatie• Voordelen verandering• Doel om wel te
veranderen• Optimisme over
verandering
Weerstand: omgaan met62
� Reflectieve reacties:
� Gewone reflectie
� Versterkte reflectie
� Dubbelzijdige reflectie
� Andere reacties:
� Blikrichting veranderen
� Herkaderen / positief herstructureren
� Keuzevrijheid en controle bevestigen
Weerstand: omgaan met
� Reflecteren� Gewone reflectie
� “Wie ben jij wel om mij te adviseren? Je hebt waarschijnlijk nog nooit een joint gerookt!”
� “Je kan je moeilijk voorstellen hoe ik je kan begrijpen.”
� Versterkte reflectie� “Hulpverlening heeft geen enkele zin.”
� “U vindt dat de hulpverlening beter afgeschaft wordt.”
� Tweezijdige reflectie� “Ik smoor niet meer dan mijn vrienden. Wat is er mis met het af en
toe eens een jointje roken?”
� “Ik snap dat dit verwarrend is voor je. Aan de ene kant heb ik de indruk dat je je zorgen maakt, aan de andere kant rook je niet meer dan je vrienden.”
63
22
Weerstand: omgaan met
� Aandacht verleggen� “Oké, ik heb misschien wel problemen met alcohol
maar ik ben geen alcoholist!”
� “Ik denk niet dat het er om gaat of je al dan niet een alcoholist bent. Ik ben wel bezorgd over de impact van je alcoholgebruik op een aantal zaken, zoals je rijgedrag.”
� Persoonlijke keuze en controle bevestigen� “Niemand kan je drinken in jouw plaats veranderen,
dat is jouw keuze.”
64
Weerstand: omgaan met65
� Herkaderen / positief herstructureren� Cliënt kan info hierdoor in een ander licht / perspectief
zien
� Negatieve betekenis ombuigen
� Ll “Mijn vader klaagt altijd over mijn alcoholgebruik. Dat is alles waarover hij nog kan praten…”
� Lk: ik kan mij goed voorstellen dat de manier waarop hij dit zegt je kwaad maakt. Het komt bij mij wel over alsof hij werkelijk bezorgd is over jou. Zou het kunnen dat hij er daarom steeds op terugkomt volgens jou? Wat denk je?