An is naar de tandarts geweest. Als ze thuis komt, vraagt haar moeder: “Deed het pijn?”An zegt: “Ik geloof het wel.” “De tandarts sprong in de lucht toen ik hem in zijn vinger beet.”

Er komt een man bij de dokter en zegt: “Mijn neus is verstopt.”De dokter zegt: “Nou, dan ga je hem toch zoeken.”

Jantje staat voor een spiegel een stuk taart te eten.Moeder: “Wat sta jij voor die spiegel te doen?”Jantje: “Een stuk taart te eten.” “Dan lijkt het alsof ik er 2 heb.

Een groep kinderen bezoekt de dierentuin.Vraagt de leerkracht: “Daar, allemaal zwanen!” “Zouden jullie ook zo’n lange hals willen hebben?”Zegt Theo: “Bij het wassen niet, wel als ik moet afkijken.”

“Leen, kijk eens door het raam.” “Wat voor weer is het?”“Ik kan het niet zien.” “Er is te veel mist.”

Agent: “Ik moet u een bekeuring geven, meneer.” “Hoe is u naam?”Mijn naam is: “Jarinowkan Satnibuto-kransipatski.”“Hoe schrijft u dat?”“D-a-t.”

Sukkel en Ruzie spelen verstoppertje en Sukkel moet zich gaan vertoppen.Hij verstopt zich achter een politie auto. De agent vraagt hoe hij heet. “Sukkel”, antwoordt Sukkel. De agent zegt: “Zoek je soms ruzie?”Sukkel zegt: “Nee, ruzie zoekt mij.”

Oom Kees heeft geprobeerd het alfabet op te drinken. Het is hem alleen gelukt met de twintigste letter.

Jantje vraag aan de meester of hij naar de wc mag. “Nee Jantje, je moet wachten tot de les is afgelopen.”In de loop van de les vraagt Jantje opnieuw of hij naar de wc mag.“Nee Jantje, als de les is afgelopen.”Daarna vraagt de meester aan Jantje: “Waar ligt de grote oceaan?” Jantje: “Onder mijn stoel meester.”

Twee koeien staan in de wei. Één koe is aan het springen. De ene koe zegt tegen de andere: “Waarom sta je zo te springen?”Waarop de andere koe zegt: “Ik klop de slagroom al voor morgen, want dan ben ik jarig.”