Montessori Magazine

15
montessori MAGAZINE Nummer 1 Jaargang 38 Wat doet het Montessori Kenniscentrum? ‘Kosmische educatie slagader van het montessorionderwijs’ Afscheidscolumn NMV-voorzitter Cor Hoffmans Een eeuw montessori in Nederland Eerste bezoek Montessori aan Nederland Geschiedenis voortgezet montessorionderwijs Conferentie Noordwijk

description

Een eeuw montessori in Nederland, Conferentie Noordwijk en meer artikelen over montessori educatie in Nederland

Transcript of Montessori Magazine

montessoriMAGAZINE Nummer 1

Jaargang 38

Wat doet het Montessori Kenniscentrum? ‘Kosmische educatie slagader van het montessorionderwijs’Afscheidscolumn NMV-voorzitter Cor Hoffmans

Een eeuw montessori in NederlandEerste bezoek Montessori aan Nederland

Geschiedenis voortgezet montessorionderwijs

Conferentie Noordwijk

8444_POM1.indd 1 13/11/14 11:39

1 Inhoud

Van de redactie

Bob Molier

2 Montessoriconferentie

Openingstoespraak Jan Pieter Lokker

4 Impressie Montessoriconferentie

Bob Molier

9 Column

Cor Hoffmans

10 Eerste bezoek Maria Montessori aan Nederland

Maartje Hazenoot

13 Piazza: Irma Pieper trots op het team

Parel: Joke Werver over M.

14 Historie VMO

Wiebe Brouwer

17 Column

Vrijheid in verbondenheid

Femke Cools

18 MKC

Annette de Deken, Debbie van der Burgh,

Martine Lammerts

20 Werkgroep Kosmische educatie

Ton van der Heiden

22 De Kwestie

Wat willen leraren met ICT in het onderwijs bereiken

Gabriël Enkelaar, Tessa Wessels, Els Wasmann-Peters,

Egbert de Jong

24 Colofon

Voorblad: Montessoriconferentie: Glazen Klas op de boulevard

Foto Rolf van Koppen

Inhoud

1

Van de redactieBob Molier

Hoofdredacteur Montessori Magazine

Was Maria Montessori schuw en verlegen, tijdens haar eerste

bezoek aan Nederland? Had zij het te druk om haar visie

op voortgezet montessorionderwijs uit te werken? Maartje

Hazenoot en Wiebe Brouwer geven ons een inkijkje in haar

menselijke kant. Dat de pedagogische en didactische waarden

van Maria Montessori nog steeds springlevend zijn, toonde

burgemeester Jan Pieter Lokker van de kustplaats in zijn ope-

ningsrede op de druk bezochte Montessoriconferentie overtui-

gend aan. Wat organiseerden de NMV en de AMI nog meer

vanwege ‘een eeuw montessori in Nederland’ op 24 septem-

ber? Zie de impressie met foto’s en verhalen over de glazen

klas, zandsculpturen, de Montessorionderwijstentoonstelling,

het Huis aan Zee en niet te vergeten de borrel na afloop.

We hebben ook nieuws van werkgroepen. De leden het

Montessori Kenniscentrum (MKC) stellen zich aan u voor. Zij

beantwoorden vijf vragen aan het kenniscentrum, waaronder:

wat kan ik vragen aan het MKC? De leden van de werkgroep

Kosmische educatie maken een statement: zij vinden kosmi-

sche educatie de slagader van het montessorionderwijs. De

werkgroep schetst haar historie, haar werkzaamheden tot nu

toe en haar plannen, met ‘de leraar als inspirator’.

Een paar vaste rubriekschrijvers keren niet terug in Montes-

sori Magazine. De laatste bijdragen van B@s (Bas Moll,

column) en San Helfferich (De Kwestie) stonden in het

julinummer. De laatste column van Jules (Jansen) verscheen

al eerder en dit keer schrijft voorzitter Cor Hoffmans zijn

afscheidscolumn. Wij danken Bas, Jules, San en Cor voor

hun bijdragen, de afgelopen jaren!

Een paar opvolgers zijn al bekend. Femke Cools (lerares

Montessorischool Nijmegen) schrijft columns en Gabriël

Enkelaar (teamleider onderbouw Pantarijn Wageningen)

reageert op De Kwestie. Een opvolger van Jules stellen wij

later aan u voor en waarschijnlijk is als u dit leest de nieuwe

voorzitter van de NMV bekend. Wij houden u hierover via

montessorinet en de MM-nieuwsbrief op de hoogte.

Tenslotte krijgt u naast het colofon een klein voorproefje van

artikelen over de kracht van het montessorionderwijs en over

de Blue Mountains School in India. Voor de complete artike-

len verwijzen wij naar montessorinet.

Al is ons magazine te klein om alles artikelen te plaatsen, digi-

taal hebben we genoeg ruimte. Dus ook uw bijdragen zijn wel-

kom! Heeft u nieuws of een verhaal? Mail uw idee naar mm@

montessori.nl. Stuur uw verhaal over dat mooie moment van

de dag aan [email protected] of ga op de zeepkist staan

en meld uw dringende boodschap bij [email protected].

Teamleden Montessorischool Hilversum werken aan appel Foto: Bob Molier

Kies voor het andereleerlingvolgsysteem!Het leerlingvolgsysteem van Boom test uitgevers bestaat uit de Schoolvaardigheidstoetsen (SVT’s) Technisch Lezen, Begrijpend Lezen, Hoofdrekenen en Rekenen-Wiskunde. In 2015 wordt dit pakket aangevuld met de Schoolvaardigheidstoets Spelling.

Waarom toetsen met de SVT’s?

1. Beperk uw toetskalenderMet de SVT’s toetst u normaal gesproken één keer per jaar, maar een extra afname op een ander moment in het schooljaar is ook mogelijk. In de onderbouw kan het zinvol zijn om technisch lezen en hoofdrekenen twee keer per jaar te toetsen: de ontwikkeling van deze instrumentele vaardig-heden gaat dan immers erg snel.

2. Bepaal uw eigen toetsmomentDe SVT’s zijn continu genormeerd. Dit betekent dat u de SVT’s op elk mo-ment in het schooljaar kunt afnemen. U bent dus niet gebonden aan vaste toetsmomenten, maar u kunt de afname plannen op het moment dat uw leerlingen eraan toe zijn.

3. Toets wat u wilt wetenMet de SVT’s toetst u precies wat u wilt weten. Dus geen leesvaardigheid als het om rekenen gaat: de SVT Rekenen-Wiskunde bevat voornamelijk kale sommen. En geen meerkeuzevragen als het om spelling gaat: de SVT Spelling is een 100% woorden- en werkwoordendictee.

Bestel dan het gratis informatiepakket op www.boomtestuitgevers.nl/leerlingvolgsysteem of maak een afspraak met ons bij u in huis via [email protected]

De voordelen op een rijtje:• Op elk moment in het jaar af te nemen• Methodeonafhankelijk• Handmatig scoren, snel en gemakkelijk online normeren• Rapportage in Cito A-E en Cito I-V, percentiel en DLE• Basissets met afgepast materiaal voor scholen en RT-praktijken• COTAN-ok• Toegelaten door de Onderwijsinspectie, ook voor de

verantwoording over uw tussenopbrengsten• In te zetten voor indicatiestelling LWOO en PrO

Bent u geïnteresseerd?

Wij komen graag bij u langs!

2

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

Montessorianen

Door u zo aan te spreken lijkt het wel

alsof ik met een kerkgenootschap te

maken heb en een groep gelovigen

toespreek die lid is van de kerk van

Maria Montessori. Ik kwam op deze

gedachte door het lezen van een

opmerkelijke passage uit het boek

van Marjan Schwegman, waar zij

schrijft over de woning van Maria

Montessori in Amsterdam en waar zij

gedurende de laatste jaren van haar

leven regelmatig verbleef. Zij schrijft

daar: “Hier heerst de goddelijke Maria

die als een komeet door het universum

suist en aan elke aardse begrenzing

ontsnapt.” Welnu, u staat gelukkig

met beide benen op de grond om de

opdracht van Maria, in en buiten het

klaslokaal, uit te voeren.

Van harte welkom in Noordwijk.

De plaats waar Maria haar reis is

begonnen naar een voor ons onbekend

universum. Op haar grafsteen lezen wij

de bijzondere woorden:

Io prego i cari bambini, che possono

tutto, di unirsi a me per la costruzione

della pace negli uomini e nel mondo

wat zoveel wil zeggen als dat Maria

Montessori bidt en hoopt dat de

kinderen, die tot zoveel in staat zijn,

zich zullen inzetten voor een wereld

van vrede en gerechtigheid voor alle

mensen. Met deze tekst spreekt zij de

overtuiging uit dat je kinderen serieus

moet nemen, omdat zij - hoe jong

ook - heel goed in staat zijn om mee

te bouwen aan een wereld van vrede

en gerechtigheid. En dan bedoelt zij

alle kinderen, arm en rijk, hele slimme

kinderen, maar ook kinderen met een

beperking.

Vandaag eert u het gedachtegoed van

een bijzondere vrouw. Een vrouw die

het aandurfde om tegendraads te

zijn. Overtuigd als zij was een nieuwe

boodschap te hebben voor de wereld.

Tegendraads en ook tegen de tijdgeest

in. Om als vrouw een leidende positie

in te nemen in een domein dat vooral

door mannen werd gedomineerd.

Bovendien beschouwde zij de hele

wereld als haar domein en werkveld:

om haar idealen uit te dragen reisde

zij de hele wereld af. En dat in een tijd

waarin bekrompen nationalisme en

politiek absolutisme hoogtij vierden.

Niet voor niets ontvluchtte zij het Italië

van Mussolini.

Maar zij was Italiaanse en zij is dat

altijd gebleven. In 1870 geboren en

volwassen geworden tijdens het Fin

de Siècle, heeft zij de Grote Oorlog

meegemaakt. Een van de meest

gruwelijke oorlogen die de wereld ooit

heeft gekend. Een oorlog die tevens het

begin van een nieuwe eeuw markeerde,

maar nog niet van een echt nieuwe

tijd. Want na de moeizame jaren

twintig en dertig brak opnieuw een

wereldoorlog uit die Maria gelukkig

in alle vrede en op grote afstand heeft

gevolgd. Eenmaal teruggekeerd naar

de ruïnes van het oude Europa heeft

zij onvermoeibaar haar strijd voor een

betere wereld voortgezet en het kind

daarin een centrale plaats gegeven.

Zij geloofde heilig in de vitaliteit en

kracht van kinderen. Kinderen die

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

Vereniging

Foto: Rolf van Koppen

Foto: Rolf van Koppen

Openingstoespraak door de burgemeester van Noordwijk, Jan Pieter LokkerMontessoriconferentie 24-09-2014

de innerlijke wil hebben om hun

zelfstandigheid te veroveren. Kinderen

die willen leren om alles zelf te kunnen

doen en van volwassenen niet meer

verwachten dan dat zij hen daarbij

zullen helpen.

Maria Montessori stelde de

mogelijkheden van het kind centraal

en was daarom een typische

vertegenwoordiger van de ‘eeuw van

het kind’. Daarbij stond vooral het

kunnen van het kind centraal. In die

zin is Maria Montessori’s leer actueler

dan ooit. Is de kerngedachte van

de participatiesamenleving niet dat

mensen veel meer zelf kunnen doen? Ja,

zelf moeten doen, omdat de overheid,

haar traditionele ‘vaderlijke’ gezag

en invloed minder wil laten gelden.

Immers, de moderne, mondige mens

weet zichzelf heel goed staande te

houden in onze complexe samenleving.

Natuurlijk blijft de vraag brandend

actueel hoe je kinderen het beste

op die volwassen situatie kunt

voorbereiden. We leven in een tijd

van ongekende welvaart, talrijke

verleidingen en mogelijkheden en

dat allemaal tegen een decor van

onduidelijke of vage normen en

waarden. Veel ouders weten het ook

niet meer. Hun kinderen zijn te dik,

drinken te veel en dan ook nog op veel

te jonge leeftijd. Zij zwerven van jongs

af aan in alle uithoeken van de digitale

wereld, waar zij allerlei avonturen

beleven, maar ook onbeschermd de

meest bizarre ontdekkingen doen. Zij

leven als het ware in een grenzeloze

wereld, waarin onduidelijk is wat

goed is en wat kwaad. Durven wij als

opvoeders de grote uitdaging aan om

in deze nieuwe kinderwereld grenzen

te stellen? Ik denk dat wij geen keuze

hebben, op straffe van de komst van

een generatie die de weg in een steeds

groter wordende en voor een belangrijk

deel, virtuele, wereld is kwijtgeraakt.

Ik ben overigens optimistisch over

die toekomst. Steeds meer ouders en

leraren zijn alerter geworden en durven

leiding en begeleiding te geven. We

zullen dan wel een aantal wezenlijke

aspecten van de leer van Maria

Montessori serieus moeten nemen

en in de praktijk blijven brengen.

Bijvoorbeeld: de toenemende welvaart

heeft de focus van mensen verlegd

van het zijn naar het hebben. Maria

schreef daarover in haar boek Door

het kind naar een nieuwe wereld:

‘Begeerte naar bezit en afhankelijkheid

zijn de voornaamste afwijkingen, die

op een gegeven ogenblik opbouwende

arbeid verhinderen en vaak blijvende

sporen in het karakter nalaten.’ Als

leraren heeft u de dure plicht om

de komende generatie op te voeden

door hen te leren iemand te zijn!

Hen leren dat ik wil zijn meer is

dan ik wil hebben. Het ontdekken

van iemand te zijn, en, niet minder

3

belangrijk…. van betekenis willen zijn

voor andere kinderen, andere mensen.

Dat betekent het verleggen van de

aandacht op uiterlijkheden, kicks,

geld, status en consumptie naar meer

milieubewustzijn, de zorg voor een

gezonde aarde en het welzijn van haar

bewoners, naar zelfontplooiing en

geluk in relatie tot de ander, kortom

het Goede Leven.

Dit zijn voor zover ik heb begrepen de

waarden die Maria Montessori ons heeft

willen bijbrengen en die naast alle andere

belangrijke pedagogische en didactische

waarden in onze tijd nog springlevend

zijn. Ik wens u een buitengewoon

inspirerende conferentie toe.

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38 Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

5Teambuilding

Lachend staan zij om hun fraaie appel,

teamleden van de Montessorischool

Centrum uit Hilversum, in

donkerblauwe overalls en met een

bekertje koffie in de hand. Enkele

collega’s schrapen nog zand van de

sculptuur. Teamlid Mieke Sinkeldam

koos niet alleen voor een appel als

gezond tussendoortje, maar ook

omdat het staat voor actualiteit

(oogsttijd) en de blaadjes aan de steel

van de appel doen haar denken aan de

montessoriwerkjes met bladvormen.

Het team van de Montessorischool

Doesburg kiest, ook montessoriaans,

voor een breukenkegel. Leraren

snijden daar zorgvuldig een kwart

uit weg. De scholen uit Doesburg en

Hilversum behoren tot de tien scholen

die voorafgaand aan de conferentie

hebben gekozen voor teambuilding.

Zes daarvan kozen ervoor om

zandsculpturen te maken op het

strand, maar vanwege het onstuimige

weer zijn de activiteiten verhuisd naar

een botenhuis van de Koninklijke

Nederlandse Reddingsmaatschappij

aan de Bosweg, op twee minuten lopen

vanaf het conferentiepaviljoen. De

reddingsboot is voor de gelegenheid

buiten geparkeerd. Een paar andere

teams gaan met de bus naar het Huis

aan Zee, waar Maria Montessori een

aantal vakanties en de laatste maanden

van haar leven doorbracht. Carolina

Montessori en Fred Kelpin leiden

zestig montessorianen door de villa.

Glazen klas

Inmiddels wappert op de Koningin

Wilhelminaboulevard, voor de Hotels

van Oranje, een rode montessorivlag

broederlijk naast een AMI-vlag, van de

Association Montessori Internationale.

De straffe zuidenwind stuwt ze in

de richting van de Glazen Klas, waar

moeders en vaders hun kinderen van de

Montessorischool Oegstgeest afleveren

bij intern begeleider – vandaag lerares

- Henriëtte Kors. Elf leerlingen in totaal,

van groep 1 tot en met 4. Kors heeft

een kapstok geregeld bij Hotels van

Oranje en ziet de kinderen, ook in deze

vreemde omgeving, een haakje pakken

en hun jas ophangen. De kinderen kijken

gretig naar de gloednieuwe materialen

die Nienhuis Montessori die ochtend

heeft geregeld: huishoudelijk materiaal,

binoom en trinoom, roze trap, de bellen

en taalmaterialen. Kors: ‘Op school

zijn we zuinig op onze spullen, maar

de glans van de nieuwe materialen hier

is extra aantrekkelijk.’ Zij geniet van de

concentratie van de kinderen, die een

uur lang onafgebroken geconcentreerd

werken. Alleen de 2e-groeper die een

toren bouwt van de bruine trap krijgt het

laatste blokje er niet op, daarvoor wiebelt

de vloer onder het kleedje te veel.

Montessori Onderwijstentoonstelling

Stel je neemt een kilo zand mee van

de aarde naar Jupiter, hoeveel weegt

dat daar dan? En op de maan? Wim

van Schie (Geef het kind de wereld)

laat de verschillen voelen en dan

de koker op de afbeelding van het

goede hemellichaam plaatsen. Zijn

kraam van ‘Geef het kind de wereld’

is er een van de 23 op de Montessori

Onderwijstentoonstelling, in de Balzaal

van de Hotels van Oranje. Al na enen

druppelen de eerste bezoekers binnen.

Ook Lies van Santen, met haar 91

jaar de oudste conferentieganger. Zij

draagt een tasje met een Russisch

montessorimagazine. In Rusland

en Oekraïne heeft zij verschillende

montessorischolen helpen oprichten.

Op weg naar Noordwijk moest zij

tientallen minuten op de bus wachten,

maar tijdens de MOT heeft ze geen

stoel nodig. Het aantal bezoekers is

groot. Al een uur na aanvang luidt een

zware koeienbel in de Balzaal. Een

medewerker van Hotels van Oranje

stuurt hiermee de MOT-bezoekers naar

de overkant van de Boulevard, voor de

conferentie.

Conferentie

Vlakbij de Glazen klas hapt een enorme

witte tent de conferentiegangers op.

Gastheer Joris Lutz speelt gitaar, bij de

ingang. Hij kijkt ieder die binnenkomt

even aan, alsof hij montessoriaans een

hand geeft. De tent is ondoorzichtig

aan de zijde van de boulevard en heeft

ramen aan de kant van de ingang

en van het strand. Golven met witte

koppen beuken tegen de kust, forse

buien kletteren op het dak. De frisse

zeewind trekt nu en dan hoorbaar hard

aan de flanken van de tent en wurmt

zich door de kieren van het paviljoen.

De grote projectieschermen schudden.

Op het podium, voor een metershoge

roze toren, leidt Lutz de sprekers in.

De oud-leerling van het Montessori

Lyceum Rotterdam blikt terug op zijn

middelbare schooltijd. Leraar zijn

lijkt hem ‘een leuk beroep, zonder

vergaderen dan’. Met de uitspraak

van zijn vader Luc op diens sterfbed:

‘Blijf verwonderd’ introduceert Joris

de burgemeester van Noordwijk, Jan

Pieter Lokker, die de conferentie opent.

Na zijn speech volgen drie sprekers.

Judi Orion vertelt van over de oceaan,

via skype uit Denver (Colorado, USA),

over opleidingen van de Association

Montessori Internationale (AMI). De

hoofdlijnen uit haar verhaal staan

het artikel van Erica Dirven en Joke

Werver in Montessori Magazine 37-4.

Impressies van de bijdragen van de

twee andere sprekers, Jelle Jolles en

Claire Boonstra, vindt u in het kader.

Leerlingen van de Montessorischool

Noordwijk voeren als fraaie afsluiter

van de conferentie een compilatie op

van de musical Mysterie Montessori.

Borreltijd

En dan is het borreltijd. terug in Hotels

van Oranje, in de warme Balzaal,

komen tussen stomende bitterballen

en verkoelende dranken de tongen los.

Rond een borreltafel staan vijf mannen,

dat trekt de aandacht. Er blijkt zelfs

nog één man te ontbreken van de

Montessorischool Roermond.

Impressie Montessoriconferentie 24 september 2014

Bob Molier

Foto’s: Rolf van Koppen

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38 Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

ThemaThema

Jelle JollesOns brein ontwikkelt zich ons leven lang. De grote veranderingen gaan

bij sommigen door tot wel in het 28e jaar. Wie zich langzaam ontwikkelt

en aanvankelijk laag scoort op toetsen, kan uitstekend terechtkomen. ‘Je

kunt niet op één moment zeggen wat intrinsiek in een kind zit. Naarmate

de groei toeneemt neemt het aantal hersenverbindingen af, ongebruikte

verdwijnen. De verbindingen die stimulans krijgen worden sterker. Een sti-

mulerende omgeving houdt verbindingen in stand en verstevigt die. Een IQ

van 100 kan 140 worden. ‘Neem Paul’, licht Jolles toe. ‘Beweeglijk als klein

kind, lage cijfers als puber maar op allerlei terreinen actief en creatief. Paul

heeft uiteindelijk ver doorgestudeerd en kwam op zijn 25e op zijn top.’ Spe-

len is leren, benadrukt Jolles. Wie van een berg springt zal een keer vallen

en daarna berekenen hoe je dat voorkomt. ‘Paul was een traag groeiende

boom. Hij kreeg de ruimte om goed te wortelen en hoog te worden’.

Jolles benadrukt het belang van persoonlijke groei, waar nu de nadruk te veel

ligt op taal- en rekenscores. Hij pleit voor meer nadruk op executieve functies,

zoals leren plannen, prioriteiten stellen en consequenties van keuzes door-

denken. De foto van voetballers met handtassen is er één uit Jolles’ project

‘DenkPlaten’. Jolles: ‘Leren denken

is bouwen aan het brein. Het gaat

om verwonderen, ver-beelden, en

het maken van logische gevolg-

trekkingen maar ook om het den-

ken buiten gebaande structuren.

De Denk Platen zijn een hulpmid-

del voor gebruik in de klas maar ook thuis.’

De DenkPlaten komen in de loop van dit schooljaar beschikbaar.

Claire Boonstra‘De levensverwachting van kinderen die nu geboren worden is honderd jaar.

Waarvoor moeten wij hen opleiden? Welke beroepen in onze samenleving vind

je waardevol?’ Claire Boonstra daagt de zaal uit. ‘Meestal hoor ik: verzorgenden,

leraren, bouwvakkers. En niet managers, bankiers of consultants.’ En ze is nog niet

klaar met vragen. ‘Waarom heb ik niet aan montessorionderwijs gedacht toen ik een

school zocht voor mijn kinderen? Welke kwaliteiten hebben die nodig in een sterk

veranderende samenleving? Hoe krijgen leraren weer energie?’ Boonstra, ingenieur

civiele techniek en oprichter van het bedrijf Layar, heeft een onderwijsdroom waar zij

de zaal mee inspireert: van iedereen langs dezelfde lat naar iedereen tot volle bloei.

Claire Boonstra heeft ook een weg naar verwezenlijking van die droom bedacht,

waarin iedereen samenwerkt. Zij nodigt leraren, ouders, schrijvers, designers,

inspecteurs, ministers en alle andere geïnteresseerden uit om te praten over het

doel van onderwijs. Op www.watishetdoelvanonderwijs.nl streeft zij binnen een jaar

tijd naar het antwoord van een miljoen mensen. ‘Doe je mee? Geef zelf antwoord en

vraag het aan tien anderen - aan de ontbijttafel, bij de sportclub, in het café, in de

trein.’ Op de site, waar je ook het boek met de eerste honderd

reacties kunt downloaden, staat: ‘Het is de start van een groter

project, bedoeld om op grote schaal mensen te inspireren om

zelf een antwoord te formuleren. Om vervolgens op basis van

dat eigen en persoonlijke antwoord beslissingen te nemen over

hun eigen leer- en ontwikkelpad en dat van hun kinderen.‘

De twaalf vrouwelijke collega’s staan

elders, waarom wordt niet duidelijk.

Het team van Roermond heeft

tijdens de MOT vooral gekeken naar

leermiddelen voor taal, die helpen

het onderwijs weer meer vanuit de

interesse van de leerlingen te kunnen

geven, vertelt directeur Frits Hoff.

De heren vonden het wel te druk

tijdens de MOT. Dat zeggen meerdere

conferentiegangers: 750 mensen is te

veel voor de Balzaal en de MOT had

langer mogen duren om overal goed

rond te kunnen kijken.

Saskia Bos, Marlies Huijzer en

Frederiek Hugen (Montessorischool

Centrum in Hilversum) hebben

tijdens de conferentie niet het

antwoord gekregen op hun vraag hoe

je in deze tijd montessorionderwijs

goed kunt inpassen. Zij hadden dat

graag op inspirerende wijze van

montessoriaanse sprekers gehoord.

‘Veel wisten we al en we vonden het

een lange zit.’ Lucy Meijer, staflid

in het hoofdkantoor van de AMI in

Amsterdam, waardeert juist de keuze

voor sprekers van buitenaf. ‘Van

een montessoriaan weet je wat die

gaat zeggen, ik ben benieuwd hoe

toonaangevende mensen van buitenaf

tegen het montessorionderwijs

aankijken.’

Joke van Leeuwen (Montessorischool

Doesburg) voelt zich door de sprekers

van de conferentie gesteund in haar

visie dat je onderbouwers lekker

moet laten spelen. Het brengt een

gesprek op gang over hoe je als

school ouders in deze visie kunt

meenemen. ‘Hoe meer die weten

over montessorionderwijs, hoe

meer vertrouwen zij krijgen in de

leerkrachten.’ Collega Anneliese

Brussaard komt terug op de

sculpturen: ‘Ik vond het wel bijzonder

om daar montessoriaans over na te

denken. En het is waardevol om als

montessorianen zo’n dag bij elkaar te

komen, dat geeft een bijzonder gevoel.’

7Fotograaf onbekend

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

9

Column

Een laatste column. Zes jaar lang heb ik met veel plezier het voorzitterschap van de NMV

op mij genomen. Samen met altijd gedreven bestuursleden en leden in werkgroepen en

secties zijn de belangen van de vereniging behartigd.

Terugkijkend is er veel gebeurd,

ook al is het nooit genoeg. In het

radioprogramma Kunststof hoorde ik

het verhaal van een romanschrijfster

die het montessorionderwijs had

gevolgd en daar enthousiast van

vertelde dat daar het begin lag van de

ontdekking van haar schrijverschap.

Enkele maanden geleden was ik

bij de uitreiking van de bul aan

afgestudeerden voor de studie

medicijnen in Maastricht. Een van

de kandidaten bekende dat zij in het

montessorionderwijs haar weg had

gevonden na een mislukking in het

regulier onderwijs. Dit jaar is opnieuw

een montessorileraar de ‘Leraar van het

jaar’. De montessorischolen stonden

vorig jaar in het nieuws als de beste

scholen in Nederland. Ik zou zo door

kunnen gaan: wij maken klaarblijkelijk

mooi en goed onderwijs.

Toch waren leden zes jaar geleden niet

tevreden over de vereniging. Zij hadden

gelijk. De vereniging was een vereniging

in de zin van een sportvereniging: er

gebeurt weinig, maar het houdt zichzelf

in stand. Het bestuur heeft daar de

afgelopen jaren flink achteraan gezeten.

Twee perioden met ambities als basis, een

jaarlijks keurige begroting en jaarrekening

en een herziening van de structuur om

iedereen met een hart voor montessori bij

de vereniging te betrekken.

Er was tegelijkertijd veel achterstallig

onderhoud: in de administratieve

en financiële organisatie, in de sfeer

van het aanbod van opleidingen

en in de kwaliteitsbewaking en de

visitatiesystematieken. Ontwikkelingen

in het onderwijs en het onderwijsbeleid

leken aan de NMV voorbij te zijn

gegaan. Deze scheefgroei is met

de inspanning van velen inmiddels

rechtgetrokken.

De NMV staat er nu goed voor.

Dankzij de passie en activiteiten van

de commissie Communicatie heeft

de NMV een eigentijds gezicht. De

integratie van de websites van de

NMV en montessorinet is daarvan een

recent voorbeeld. Maar ook hoe de

NMV erin is geslaagd om de landelijke

Montessoridag nieuw leven in te blazen

en om een Montessoriconferentie

met 750 bezoekers te organiseren in

Noordwijk. Bravo, en dat moet ieder

jaar kunnen! En dat moeten we ook

willen samen!

Op de conferentie zag ik de resultaten

van de werkgroep Wiskunde montessori

basisonderwijs als één van de mooie

producten van de inspanningen van de

sectie Basisonderwijs. Ik vergeet ook

niet de initiatieven van de sectie Het

jonge kind en Korein om samen met

de NMV de montessoriopvoeding een

impuls te geven en de ontwikkeling van

montessorikindcentra op te pakken. En

wat te denken van de doorvertaling van de

montessorigedachte naar het voortgezet

onderwijs? Ook daar bruist het.

Zoals het past bij een club van

vernieuwers: de agenda blijft vol en de

gedrevenheid even groot. Inmiddels

is het Montessori Kenniscentrum

heringericht en aan de slag. Naast

projecten komen er eigentijdse en

flexibele opleidingstrajecten, in

Cor Hoffmans, voorzitter NMV

Zes jaar NMV: Mooi!

samenwerking met leden van de

sectie Opleiding, ontwikkeling en

begeleiding. De secties Het jonge

kind en Basisonderwijs zijn op weg

naar integratie. En zo zijn er diverse

initiatieven die worden opgepakt.

Bestuurders moeten nooit al te lang

op het pluche blijven zitten. Vanuit

de gedachte dat iedereen unieke

eigenschappen heeft is een andere insteek

voor een bestuur altijd goed. En opfrissen

is altijd goed! Ik heb het voorzitterschap

alle jaren met veel plezier en motivatie

gedaan. Ik kijk er tevreden op terug.

Niet alleen om wat is bereikt – en dat is

veel – maar vooral vanwege de passie en

gedrevenheid die ik heb gevoeld bij alle

leden die ik heb ontmoet.

Ik hoef de NMV en het

montessorionderwijs geen succes te

wensen. Dat ligt namelijk in de genen

van het montessorionderwijs besloten.

Voor het laatst via de column: blijf

zorgen voor goed en mooi onderwijs!

zGroepsverblijven

Samen dichtbij groen• Voor groepen van 14 tot 500

personen• Overnachten in groepsgebouwen, safaritenten en tentenkampen• Voor elk budget een verblijf

mogelijk• Overnachten vanaf € 15,- p.p.p.d. incl. 3 maaltijden per dag

Handig!• Altijd dichtbij de natuur • Altijd als enige in een verblijf• Veel speelmogelijkheden

rondom de verblijven• Catering: standaard drie

maaltijden p.p.p.d. rekening houdend met dieet- en eetwensen

36 groepsverblijven door heel Nederland

Contact:0800 - 400 400 4 (gratis)[email protected]

Bezoek ons tijdens de NOT beurs in hal 8

Alles uit de kastvoor Montessori Onderwijs!

w w w.heutink.nl

Totaalleverancier Montessori Onder wijs

....- Een betrouwbaar alternatief LVS - Geijkt aan de officiële Toetswijzer en referentieniveaus- Rijke informatie op school-, cohort-, klas- en leerlingniveau- Digitaal: direct inzage in de toetsresultaten- Diagnostisch: handvatten voor onderwijs op maat

Gratis LVS-toetsen voor PO? Doe dan mee met een pilot. Bijvoorbeeld de Dia-eindtoets. Meld u nu aan!Meer informatie: kom bij ons langs op de NOT.

WWW.DIATAAL.NL tel. 050 8200 120

voor taal en rekenendia.toetsen

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38 Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

10 11

Thema

Maria Montessori kreeg rond 1912

talloze verzoeken uit de hele wereld om

voordrachten te houden. Zij koos boven

andere uitnodigingen voor Nederland,

omdat zij een ‘innerlijke stem’ had gehoord

in de uitnodiging van Henriëtte Siewertsz

van Reesema-de Graaf. Henriëtte was van

jongs af aan geïnteresseerd in opvoeding en

onderwijs en de wetenschappelijke studie

van het kind, waar zij grote verwachtingen

van had. Na haar huwelijk met Bram

Siewertsz van Reesema, afkomstig uit een

welgestelde Rotterdamse juristenfamilie, en

de geboorte van hun drie kinderen heeft zij

zich daar volledig voor ingezet.

In 1912 richtte Henriëtte de Vereeniging

voor Paedologische Lezingen op.

Zij wilde het Nederlandse publiek

kennis laten maken met in Nederland

nog onbekende wetenschappers en

onderwijshervormers uit binnen- en

buitenland, die zich bezighielden met

de studie van het kind. Henriëtte was

onder de indruk van werk en methode

van Montessori, waarover zij gelezen

‘Innerlijke stem’ trok Maria Montessori naar Nederland

Maartje Hazenoot

Henriëtte van Reesema (1854-1923) kreeg

100 jaar geleden Maria Montessori zover

dat zij naar Nederland kwam. Maartje

Hazenoot beschrijft in dit artikel hoe

Henriëtte Maria Montessori uitnodigde

en hoe het bezoek verliep. HHenriëttes

dochter Cornelia (Kitty) Philippi-Siewertsz

van Reesema speelde daarbij een grote

rol. Het artikel is voor een groot deel

gebaseerd op het proefschrift dat Maartje

Hazenoot publiceerde over Kitty en haar

betekenis voor de ontwikkeling van het

jonge kind in Nederland.

Thema

had in het Amerikaanse blad McClures

Magazine en het tijdschrift The World’s

Work. Zij schreef Montessori een brief

met het verzoek om naar Nederland te

komen en zij hoopte dat Montessori

met haar methodische aanpak en haar

ontwikkelingspsychologische ideeën

ook in Nederland de inzichten over

het jonge kind een nieuwe impuls kon

geven. Dat onderwijs werd tot dan

toe vooral bepaald door een rigide

toepassing van de Fröbelmethode.

Hollands Spoor

Montessori luisterde naar de innerlijke

stem van Henriëtte en kwam naar

Nederland. Op 12 maart 1914

stapte Montessori samen met haar

persoonlijke secretaris miss A. Pyle -

een nichtje van Helen Parkhurst, de

ontwerpster van het Daltononderwijs

– uit de trein op Hollands Spoor in

Den Haag. Daar werd zij verwelkomd

door Henriëttes echtgenoot Bram van

Reesema en hun dochter Kitty, die net

als haar moeder grote belangstelling

had voor de kindkunde, toen ook

wel paedologie genoemd. Zij was

eveneens betrokken bij het werk van de

vereniging.

Henriëtte wachtte Montessori thuis

op. De ontmoeting tussen beide

vrouwen was buitengewoon hartelijk,

alsof zij oude bekenden van elkaar

waren. Henriëtte had al voor de eerste

dag een vol programma geregeld:

een interview met Het Vaderland,

bezichtiging van Den Haag en

gesprekken met belangstellenden uit

de onderwijswereld over het oprichten

van een montessorischool. Tijdens

het diner, met ook verschillende

prominente Hagenaars, was

Montessori bijzonder op dreef. Geestig

beantwoordde zij de toespraakjes en

zei bijzonder verheugd te zijn, dat

zij aandacht had geschonken aan ‘de

stem die haar geroepen had’. Andrew

Pierson, een oom van Henriëtte,

was bijzonder onder de indruk

van Montessori. Hij schreef in zijn

bedankbriefje: ‘En dan het zien van

die kinderlijke waardige verschijning

met die prachtige denkende oogen

waaruit het zachte licht schijnt van

den volkomen beheerschte in hooger

dienst gestelde zuidelijke passie, nog

meer getemperd door vleugjes van een

bijna meisjesachtige intimiteit, zoals

dunne wolkjes voorbij de zon trekken.

En hoe kon zij luisteren!’

Kalmeren

Op 13 maart bezocht Montessori de

school van Jan Ligthart, die op dat

moment zelf in Zweden verbleef.

Met belangstelling volgde zij de

lessen. Achteraf gaf zij scherp het

verschil aan met haar eigen methode:

‘Ligthart donne et moi je fais comme

ça’. Daarbij maakte zij een lokkende

beweging met haar hand. Volgens Kitty

wilde Montessori daarmee aantonen

dat zij het kind lokte tot zelf doen.

Er volgde een lange lunch met de

Amerikaanse gezant, een familielid

van Pyle. De dames waren pas om

half zeven thuis. Montessori was moe,

wilde niet eten en aanvankelijk ook

haar avondlezing niet meer houden,

om 20.00 uur in het gymnasium. Het

kostte Henriëtte enorme moeite om

Montessori te kalmeren en over te

halen om toch haar lezing te geven.

Kitty en haar vader gingen vooruit

om de autoriteiten te ontvangen.

Tot grote opluchting van beiden

kregen zij het verlossende telefoontje

van Henriëtte dat Montessori toch

kwam. Maar eenmaal aangekomen

bij het gymnasium weigerde

Montessori opnieuw en wilde zij

het rijtuig niet uitkomen. Het was

weer Henriëtte die met veel geduld

en tact Montessori zover kreeg dat

zij, toen alle genodigden aanwezig

waren, toch uitstapte en haar lezing

hield. De avond begon met zang,

het Wilhelmus en oud Hollandse

liedjes die vierstemmig gezongen

werden door de kinderen van de Jan

Ligthartschool. Montessori hield haar

lezing Discipline door vrijheid en door

zelfontwikkeling in het Frans. Terwijl zij

sprak verdwenen haar vermoeidheid

en angst. Zij maakte grote indruk

met haar voordracht. Ook de tweede

lezing, op 14 maart, was een groot

succes. Montessori was opgelucht en

ontspannen tijdens het soupertje na

deze avond.

Geestelijkheid

Op 15 maart bezocht Montessori het

Doofstommen Instituut in Rotterdam,

waarvoor zij tot ieders verbazing weinig

enthousiasme kon opbrengen. Daarna

was er een lunch bij de consul van

Italië, gevolgd door een boottocht over

de Maas. Montessori genoot zichtbaar.

Kitty had tijdens deze tocht gelegenheid

om met Montessori van gedachten

te wisselen (haar ouders waren niet

meegekomen). Zij schreef daarover

in haar persoonlijke aantekeningen:

‘Montessori vertelde mij over haar

strijd tegen het oude onderwijs en

verouderde begrippen (...). Hoewel

gelovig katholiek, ondervond zij veel

tegenwerking van de geestelijkheid,

die haar niet begreep. Zij zag in

haar werk niet alleen de vernieuwing

van het onderwijs, maar een eerste

poging tot rationele opvoeding van de

mensheid. Haar leermiddelen werden

in Milaan gemaakt, waar zij naar toe

ging om over het patent te spreken,

waarna de uitgave zou volgen. Zij

had er een handleiding in het Engels

bijgeschreven. Deze leermiddelen

zag zij als ”reactiemiddelen”, die de

kinderlijke aandacht opriepen. Om die

reden hechtte zij er daarom zeer grote

fundamentele waarde aan. Binnen

enkele dagen ging haar eerste grote

internationale cursus in Rome van

start. Zij hoopte dat er ook Hollanders

aan zouden deelnemen en vroeg

aan mij om te komen. Ik wilde mijn

kinderen echter niet zo lang alleen laten

en zou met mijn moeder overleggen of

er iemand anders kon gaan.’

Tijdens een van de laatste dagen

van dit bezoek aan Nederland

bezocht Montessori in Amsterdam

de Nederlandse bioloog Hugo de

Vries (1848-1935), voor wie zij grote

bewondering had. Hij liet haar zijn

proeftuin zien en demonstreerde

zijn mutatietheorie aan de hand van

bloemen. Daarmee kwam aan het

eerste bezoek van Montessori in

Nederland een einde. Een gedeelte

van haar honorarium (fl. 300,-) schonk

zij aan de school van Ligthart en het

Doofstommen Instituut. Montessori

liet een onuitwisbare indruk achter in

Nederland. Zo schreef Henriëtte in

haar dagboek: ‘Mijn hart is vol dank.

Terugrijdend nam zij telkens mijn hand

Henriette Siewertsz van Reesema-de Graaf Foto: Gemeente archief, Den Haag

Maartje Hazenoot Foto: H. F. Lunsing Scheurleer

i

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38 Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

12 13

Thema Piazza

Parel

Trots op het team

Afgelopen schooljaar zijn wij, team Montessori kindcentrum de Plotter te

Zutphen, bezig geweest met de keuze voor een nieuwe methode/ metho-

diek om rekenen aan te bieden. Wij werken sinds 2007 met de methode Alles Telt op een montessoriaanse manier.

Waar we eerst nog veel algemene lessen gaven zijn wij steeds individueler gaan werken en hebben veelal ge-

zocht naar de koppeling met onze materialen. Een herkenbaar proces voor veel montessorischolen, denk ik.

Nu moest er iets nieuws komen. Tijdens een studiedag hebben wij de nieuwe methode Alles Telt laten

komen, hadden wij een digitale versie van Math en Rekentuin en de wmbo-rekenkaarten en -mappen.

Dit was een selectie van middelen die zouden kunnen passen bij de uitgangspunten die in een eerdere

vergadering al in kaart waren gebracht.

Het onderzoek kon beginnen. Mijn collega’s gingen aan de slag en pakten de iPad, de computer of onderzoch-

ten de handleiding en wmbo-kaarten. De methode Alles Telt bleef lange tijd onaangeroerd. Voor de vorm werd

op het eind van dit onderzoek ook hier het plastic van afgetrokken en werd ook deze methode doorgebladerd.

Toen alle bevindingen van die ochtend werden uitgewisseld was de conclusie van het team: Laten wij het

zelf weer doen, leer ons het weer zelf te doen! Alles Telt werd ingepakt voor de retourzending en wij gaan

komend schooljaar aan de slag. Het zal niet de makkelijkste weg worden, maar wel één die we samen

gaan bewandelen! Leren van elkaar om rekenen weer zelf te doen. Trots op het team.

1 M. Hazenoot (2011). Want wie blijft zoeken blijft ook vinden. Henriëtte Siewertsz van Reesema-de Graaf

(1854-1923) pionierster der Kindkunde. Historica nr. 2, 12-15.2 M.Hazenoot (2010) In rusteloze arbeid. De betekenis van Cornelia Philippi-Siewertsz van Reesema (1880-1963) voor de ontwikkeling van het onderwijs

aan het jonge kind. Daarnaast werd gebruik gemaakt van de persoonlijke aantekeningen van C. Philippi-Siewertsz van Reesema. Deze bevinden zich in

het Haags gemeentearchief: BNR 255-13 Zie:

http://www.unz.org/Pub/McClures-1911

http://www.unz.org/Pub/McClures-1913

http://en.wikipedia.org/wiki/The_World%27s_Work4 C. Philippi-Siewertsz van Reesema (1918). De voordracht van Dr. Maria Montessori te ‘s Gravenhage. Montessori Opvoeding, nr. 3; 4, 9-12, 17-20.5 J.H. Gunning (1920). Montessori in Nederland. Het Kind, nr. 4.

Zie: ‘Voordracht’ (1920). Verslagen lezingen gehouden door Montessori in de aula van de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Montessori Opvoe-

ding nr. 3; 4; 5, 17-22; 25-31; 33-40.

PiazzaIrma Pieper

Directeur Montessori kindcentrum de Plotter te Zutphen

en zeide: “Vous entendrez de moi; je

ne vous oublierai jamais; je suis venue

pour vous, j’ai entendu votre voix”.

Mijn indrukken van Dr. Montessori zal

ik nooit vergeten (...).’

Spoedcursus

De twee lezingen over Discipline door

vrijheid en door zelfopvoeding die

door Montessori waren uitgesproken

hadden zoveel indruk achtergelaten

dat Henriëtte en Kitty besloten een

particulier schooltje op te richten met

onderwijs volgens de pedagogische

en didactische beginselen van

Montessori. De familie Broese van

Grounou stelde de tuinkamer van hun

villa beschikbaar, een prima ruimte.

Leidster van het schooltje werd J.

Vosmaer-Werker, die in Rome van

16-28 april de internationale cursus

door Montessori volgde. Er was zoveel

enthousiasme dat de school na korte

tijd al uitweek naar een grotere ruimte,

in de Ten Hovestraat. Zij bleef daar een

groot aantal jaren gevestigd.

De opmars van het

montessorionderwijs in Nederland

verliep in een snel tempo.

Op tal van plaatsen in ons land

verschenen montessorischolen en

-klasjes. Daardoor ontstond er grote

behoefte aan onderling overleg en

samenwerking. Om in deze behoefte te

voorzien richtten in 1917 J.J. Werker, E.C.

Prins en J.L. Vleming de Nederlandsche

Montessori Vereniging (NMV) op, en

verscheen vanaf 1918 om de veertien

dagen het tijdschrift Montessori

Opvoeding. Op verzoek van het

hoofdbestuur van de NMV trad Kitty tot

dat bestuur toe. Zij ontwikkelde ook een

opleiding voor montessorileidsters. De

eerste startte in 1918, in 1919 gevolgd

door een spoedcursus in Amsterdam.

Zo werd voorzien in de dringende

behoefte aan opgeleide leidsters. In

1920 bezocht Montessori Nederland

opnieuw. Haar volgelingen hadden

daar enorm naar uitgekeken, zoals

blijkt uit een verslagje in het tijdschrift

Het Kind: ‘Zoo hebben we haar dan in

levenden lijve kunnen zien en hooren,

de beroemde dottoresse naar wie zoo

velen opzien als naar een profetes van

een nieuwe toekomst, de verkondigster

van een nieuw paedagogisch evangelie’.

Parel Joke Werver

M., twee jaar oud, heeft een Nederlands-Duitse

achtergrond.

Hij heeft last van de peuterpuberteit en verkeert

overduidelijk in de nee-fase.

‘Heb je thuis een lekker ontbijt gegeten?’ vraag ik

hem bij binnenkomst.

‘Nee’, zegt hij stuurs.

‘Wil je nog een cracker en wat melk drinken?’ bied

ik aan.

‘Nee.’

‘Wil je dan naar de klas gaan?’

‘Nee.‘

‘Je kan eigenlijk alleen maar nee zeggen hè’, zeg ik.

‘Ja’ antwoord hij bars.

‘Hoor ik daar een “ja”?’ vraag ik voorzichtig.

Een klein lachje breekt door op zijn gezicht.

M. zit op de driewieler en kijkt naar de balkons

van de huizen.

‘Buvouw, buvouw, buvouw’, roept hij.

‘Zie je de buurvrouw daar?’ vraag ik.

‘Ja in d’r nakie’, antwoordt hij.

Ik kijk vlug om.

De buurvrouw zit met ontblote schouders.

‘Ja, ze is aan het zonnebaden’, zeg ik opgelucht.

M. heeft het over het zwembad.

‘Wat doe je dan aan?’ vraag ik.

‘Badenhosen.’

‘O ja een zwembroek natuurlijk’, zeg ik.

Parel

Uit Fotocollectie C. Philippi-Siewertsz van Reesema Nationaal Onderwijsmuseum Dordrecht

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38 Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

15

ThemaThema

De eerste aanzet tot voortgezet mon-

tessorionderwijs (vmo) in Nederland

komt van Rosalie Chotzen-Joosten,

hoofd van de Amsterdamse Montes-

sori School in de De Lairessestraat.

In 1927 probeert zij één jaar vmo als

zevende leerjaar aan haar school toe

te voegen, maar dat lukt niet door een

gebrek aan in montessoripedagogiek

opgeleide vakdocenten. Zij laat het

er niet bij zitten. Een jaar later richt

Chotzen-Joosten samen met onder

anderen het hoofd van de kleuter-

school Carolina Tromp en ouder Hilda

de Booy-Boissevain de ‘Stichting voor

Middelbaar en Voorbereidend Hooger

Montessori-Onderwijs’ op. Het be-

stuur van de stichting zoekt docenten

en geld voor de op te richten school.

Er komt geen rijksubsidie, want drie

onderwijsministers op rij weigeren

vrijheid van lesrooster voor het vmo.

Het geld moet komen uit giften en

bijdragen van ouders van aanstaande

leerlingen.

In 1929 stelt het bestuur Alexandrine

(Lex) Osterkamp aan als leidster voor

de op te richten school (de titel rectrix

bestaat nog niet) en Jurrian (Jur) Haak

als leraar wiskunde. Dit tweetal volgt

in 1929 een montessoricursus bij

Rosalie Chotzen-Joosten en hospiteert

op de lagere Amsterdamse Montessori

School. Osterkamp ziet en hoort Maria

Montessori voor het eerst in 1929,

tijdens een montessoricongres in Hel-

singör (Denemarken). Dat congres valt

onder de New Education Fellowship,

een brede pedagogische beweging die

sinds haar oprichting in 1921 pleit voor

child-centered education.

‘Mislukt door desertie’

Ook in 1929 spreken bestuursleden

v Voortgezet montessorionderwijs is mooi laboratorium

In het jubileumnummer van Montessori Magazine bleef de start van het voortgezet montessorionderwijs (vmo) onderbelicht. Wiebe Brouwer vult dit hiaat op.

Wiebe Brouwer

van de stichting in Rome met Ma-

ria Montessori en haar zoon Mario.

Omdat in 1930 het Montessori Lyceum

haar deuren zal openen in Amsterdam,

spreken zij af dat Maria Montes-

sori speciale adviezen ontwikkelt voor

kinderen van twaalf jaar en ouder,

en dat zij materialen ontwerpt voor

geschiedenis, aardrijkskunde, Latijn.

Montessori kan dit dan meegeven

aan Osterkamp, die in 1930 in Rome

een internationale cursus van Maria

Montessori zal bijwonen. En dat doet

zij, maar uitgewerkte ideeën over

de puberjaren en materialen heeft

Montessori niet. De Amsterdammers

voelen zich in de steek gelaten en gaan

zelf aan de slag - zoals het goede mon-

tessorianen betaamt. Zij maken zelf

materiaal en ontwikkelen een systema-

tiek van beoordelen en begeleiden. En

dan, op 10 september 1930 stappen de

eerste vijftien leerlingen de kamer en

suite binnen van het Montessori Ly-

ceum in Amsterdam (MLA) , boven de

lagere Amsterdamse Montessorischool

(AMS) aan de De Lairessestraat 157.

Het team bestaat, naast Osterkamp en

Haak, uit nog acht docenten. De eerste

vmo-school ter wereld is een feit.

Waarom juist in Amsterdam? Mogelijk

omdat er veel montessorikleuterscholen

zijn en al zeven lagere montessorischo-

len. Volgens Fred Kelpin kent Am-

sterdam een ‘unieke situatie met een

netwerk van bijzondere en openbare

montessorischolen, kleuterscholen

zowel als lagere scholen. En door de

wensen van de bevolking, de belangstel-

ling van de lokale overheid, de hulp van

Dr. Montessori.’ Daarbij komt: de over-

heid subsidieert het lager montessori-

onderwijs, door vrijheid van lesrooster

en door de financiële gelijkstelling van

bijzonder onderwijs , zoals geregeld in

de Lager Onderwijswet van 1920. Eind

1930 nodigen de bestuursleden Maria

Montessori opnieuw uit, om naar de

nieuwe school te kijken en ter plekke

aanwijzingen te geven. De leerlingen

hebben voor de gelegenheid een Latijns

toneelstukje ingestudeerd. Het bestuur

heeft een hotelkamer besproken en

stuurt een delegatie naar het station

om Montessori op te halen. Maar die

liet op het laatste moment weten dat

zij verhinderd was. Het bestuur was

niet geamuseerd. De notulen van de

bestuursvergadering van 2 februari 1931

melden: ‘Bezoek Maria Montessori:

mislukt door desertie, genoemd ziekte.’

Begin 1932 bezoekt Montessori alsnog

het MLA. In het gastenboek schreef

zij: ‘Dit is een echt experimenteel

In 1930 opende het Montessori Lyceum

in Amsterdam (MLA) haar deuren. Het

was de eerste vmo-school ter wereld. Ma-

ria Montessori had haar ideeën nog niet

uitgewerkt voor het voortgezet onderwijs.

Wiebe Brouwer, tot voor kort rector van

het MLA, kan er goed mee leven dat

Maria Montessori haar beginselen niet

meteen uitwerkte naar het voortgezet

onderwijs. Het Erdkinderplan, waar

Montessori in 1935 mee kwam, is vooral

utopisch van aard, niet zo bruikbaar als

richtsnoer voor het inrichten van een cur-

riculum. Brouwer: ‘Door de voortdurende

zoektocht naar goed vmo blijven wij alert

en houden wij ons onderwijs actueel. Wij

geven kinderen zelfvertrouwen mee en

leren ze zelfstandigheid aan. Zo blijft het

vmo een mooi laboratorium.’

Wiebe Brouwer vertrok onlangs als rector van het Montessori Lyceum

Amsterdam (MLA), hij werkt nu als bestuurder/algemeen directeur van de

drie vrije scholen voor voortgezet onderwijs in Noord-Holland.

1 Fred Kelpin ‘Het Montessori Prentenboek’ blz 17

14

Groep leerlingen Montessori Lyceum aan de De Lairessestraat in Amsterdam, rond 1932. Staand, met bril, mejuffrouw Osterkamp.

Foto: AMI

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38 Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

16 17

ColumnThema

laboratorium.’ Lex Osterkamp vond

het een hartverwarmend bezoek, maar:

‘Het kwam niet tot een dieper gaand

gesprek over de op het Montessori

Lyceum gevolgde werkwijze of over het

vervaardigde materiaal.’

Erdkinderplan

De Amsterdammers blijven Maria

Montessori bestoken met de vraag

om haar belofte over het vmo waar

te maken. Pas in 1935 komt Maria

Montessori met contouren onderwijs

aan adolescenten, in haar Erdkinder-

plan. Het is een romantische, idyllische

schets van plattelandsschool, waar

pubers zich al werkend ontwikkelen:

biologie op het veld, dierkunde in de

stal. Het is praktijkonderwijs met een

theoretische component.

Osterkamp vindt het Erdkinderplan

onpraktisch en onwerkbaar. Je kan er

niks mee en deze visie van montessori

zou wel eens een luchtkasteel kunnen

zijn. Maar in Amerika tilt David Kahn

als uitvoering van het Erdkinderplan

farmschools (boerderijscholen) van de

grond. Het is kleinschalig onderwijs:

dure privé-internaten met elk rond

de 15 leerlingen. Kahn vindt dat het

MLA en andere Nederlandse vmo-

scholen de naam montessori niet

mogen dragen, omdat wij ons niet

voldoende houden aan de richtlijnen

die Maria Montessori heeft gegeven.

Wat wij doen noemt hij een urban

compromise. Wij, in Nederland en in

Europa, zeggen: de farmschool is geen

antwoord op de behoefte van ouders

van onze leerlingen. Het MLA wil een

praktisch en levensvatbaar vervolg bie-

den voor de massa leerlingen die hier

van de basisscholen komt. Moeten wij

achter Almere een farmschool neerzet-

ten voor vijftien leerlingen? Bovendien:

wat Montessori in de jaren 30 een

boerderij noemt, dat bestaat niet meer.

Boerderijen zijn nu high-tech. Biedt de

farmschool wel een voorbereiding op

real life?

Het Erdkinderplan lijkt te zijn voortge-

komen uit schuldgevoel. Montessori’s

biografe Marjan Schwegmann sug-

gereert dat Montessori zich opgejut en

bedreigd voelde en daarom snel iets in

elkaar had gezet. Schwegmann bedacht

ook hoe Montessori op het idee van

de boerderijschool kon komen. Ze was

zo druk met haar missie dat zij haar

zoon Mario niet kon opvoeden en hem

wegstopte op een boerderij in Noord-

Italië. Daar groeide hij op. Lange tijd

wilde ze hem niet zien (over opvoeden

gesproken), maar toen ze na jaren bij

Mario op de boerderij kwam, ervoer ze

die plek als idylle. Ze leefde met een

dubbel schuldbesef: ze had Amster-

dammers in de steek gelaten en haar

eigen zoon in de steek gelaten. En toen

kwam de boerenidylle in beeld. Maar

uiteindelijk heeft zij ook het Erdkinder-

plan niet concreet uitgewerkt.

Proeftuin

De eerstvolgende school voor vmo na

het MLA startte in 1936 in Rotterdam.

Inmiddels zijn er zestien vmo-scholen,

verspreid door het land. Het MLA

was een proeftuin, een voortgaande

zoektocht vol ontwerpen, evalueren en

toetsen. Verschillende nieuwe scholen

sloten zich aan bij dit experiment. De

scholen buiten Amsterdam tonen veel

elan, zij hebben minder last van tradi-

tie en kunnen makkelijker wat nieuws

bedenken.

Inmiddels is veel uit het montessori-

gedachtegoed algemeen geworden en

daarom krijgen wij het moeilijker om

ons te onderscheiden van mainstream

onderwijs. Toch blijft er een verschil: bij

klassikaal leren kinderen droogzwem-

men. Kinderen op montessorischolen

leren zwemmen, omdat wij ze te water

laten en helpen zelf te zwemmen. Zij

worden zelfstandiger, zoeken wat nodig

is, leren plannen, verantwoordelijkheid

nemen en ontwikkelen zelfvertrouwen.

Anders gezegd: de klassikale school

leidt op tot volwassenheid, montes-

sorionderwijs tot volwassen gedrag.

Het is aan ons om ouders uit te leggen

dat juist in de fase van puberteit en

adolescentie persoonsvorming essen-

tieel is. Het vmo biedt ruimte voor die

ontwikkeling. Concreet voorbeeld? Als

de kinderen van het MLA op werkweek

gaan, dan doen zij boodschappen, ze

koken en ze nodigen hun begeleiders

uit bij de maaltijd.

Leider zijn in het onderwijs: Wie ben je

en waar sta je voor? Waarom doen we

de dingen die we doen? Waartoe doen

we die dingen? Hoe weten we dat ze

goed zijn? Mooie, essentiële vragen

die aan de orde kwamen tijdens de

conferentie van het NIVOZ 24 septem-

ber jl. Een conferentie over leidingge-

vende zíjn, in plaats van het hebben of

verkrijgen van allerlei competenties. Ik

ben als leerkracht ook leidinggevende.

Ik geef leiding aan mijzelf en aan mijn

kinderen.

Het zijn gaat over moed, vertrouwen,

authenticiteit en integriteit en is altijd

in verbondenheid. Zonder verbonden-

heid is er in wezen niets. Dan heeft een

thema als vertrouwen geen betekenis.

Maria Montessori zag ook alles in ver-

binding: onze kosmos in haar geheel,

maar ook de delen onderling. En dan

vooral ook de mensen onderling. Ik

ben wie ik ben in relatie tot de ander.

Maar wíe ben ik dan en hóe ben ik

dan? Emeritus hoogleraar Onderwijsin-

novatie en leiderschap Dolf van den

Berg noemt het van fundamenteel be-

lang dat wij onszelf kennen en telkens

onze roeping vinden. Mijn roeping als

een duurzaam verhaal met als doel:

volledig in mijn kracht komen om voor

de ander beschikbaar te zijn. Deze zin

zou Maria prachtig hebben gevonden.

Want wat voelt de leidster zich krachtig

als zij erin slaagt zonder woorden de

handeling te laten overnemen door het

kind, als zij erin slaagt het kind de vier-

trap te laten beklimmen, als zij haar

voorbereide omgeving tot bloei ziet

komen door de levendige betrokken-

heid en leergierigheid van de kinderen

en als haar aanbiedingen als zinvol en

betekenisvol worden ervaren.

En dat is, in mijn ogen, de missie van

het onderwijs. Het moet ertoe doen,

waardevol zijn, zinvol zijn, betekenis-

vol en samenhangend. Onze missie

moet ook zijn dat we het samen doen:

ouders, leerlingen, leerkrachten en

directeuren. We moeten zorgen dat

we in verbinding staan met elkaar,

want willen we niet allemaal in wezen

hetzelfde? Goed onderwijs, voor ieder-

een? Kinderen de kans geven zich te

ontwikkelen, in hun kracht te staan en

te ontdekken wie ze zelf zijn en willen

zijn? Het lijkt zo simpel. Gewoon goed

onderwijs verzorgen.

Maar het is zo complex, ons vak. Want

wat is goed onderwijs dan? Balanceren

moeten we in ieder geval, elke dag.

Balanceren tussen aandacht voor de

onderwijsinhouden (wat doen we en

waartoe?), de onderwijsvormen (hoe

doen we dit en met wie?) en de leer-

ling (wat heeft het kind nodig?). Ik

observeer en signaleer. Dan beslis ik:

ingrijpen of juist even laten? Afwegen,

keuzes maken, van minuut tot minuut.

Complex ja, en vermoeiend soms,

maar prachtig.

Prachtig, want we mogen leren. Alleen

of samen, elke dag. Leren van nieuwe

situaties, van kinderen, van collega’s.

En zolang ik bewust regelmatig stilsta

en blijf nadenken over het waartoe ik

Vrijheid in verbondenheidFemke Cools

de keuzes maak die ik op bepaalde

momenten maak, zolang ik mijn eigen

ontwikkeling op peil houd en de sterke

professional blijf, zolang ik in dialoog

blijf met mijn leerlingen, ouders,

collega’s en leidinggevenden en ik

mij openstel voor feedback, nieuwe

kansen en leermomenten, geef ik goed

onderwijs. Dat geloof ik. En wat ik

als leerkracht dan vooral nodig heb?

Vertrouwen. Vertrouwen hebben in

mijzelf en in de ander én vertrouwen

krijgen van mijn leidinggevenden.

Want ik heb mijn leidinggevende

nodig, zoals een kind zijn leerkracht

nodig heeft. En dat betekent naast ver-

trouwen ook vrijheid kunnen geven.

Vrijheid in gebondenheid én vrijheid in

verbondenheid. En ook dát zou Maria

mooi gevonden hebben.

2 J.S. Calff ‘Van pionier tot mammoet, Het Amsterdams Montessori Lyceum 1930-1980’, blz 323 J.S. Calff ‘Van pionier tot mammoet, Het Amsterdams Montessori Lyceum 1930-1980’, blz 334 Marjan Schwegmann ‘Maria Montessori 1870-1952’ …

v

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38 Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

19

Vereniging

Annette de Deken, Debbie van der Burgh en Martine Lammerts

Wat kan ik vragen aan het MKC?

Van alles. Een paar voorbeelden:

Wilt u in contact komen met een

montessorischool die al werkt met

materialen waar u nieuwsgierig

naar bent? Wilt u meer weten over

montessoriopleidingen? Heeft u

materialen ontwikkeld waar andere

scholen gebruik van kunnen maken?

Heeft u een goede onderzoeksvraag

voor het montessoriveld? Heeft

u een ontwikkelwens voor het

montessorionderwijs namens een sectie?

Wat doet het MKC?

Het MKC richt zich op zes verschillende

taakvelden: kwaliteit, professionaliteit,

internationalisering, ontwikkeling,

onderzoek en helpdesk. Het MKC helpt

verbinding te leggen tussen scholen

onderling, tussen de werkgroepen

van de NMV en tussen scholen

en werkgroepen. Zij bewaakt en

actualiseert de montessorivisie en is

eerste aanspreekpunt voor externe

onderzoekers, opleiders en organisaties

op het terrein van alle taakvelden.

Zij coördineert alle activiteiten op de

diverse taakvelden en draagt zorg voor

verantwoording van de activiteiten

aan het bestuur van de Nederlandse

Montessori Vereniging en aan alle

secties. Zij ontwikkelt beleid op de

taakvelden en adviseert het bestuur

hierover. Het MKC ontwikkelt zelf geen

materialen. Wel geeft zij gestalte aan

ontwikkelwensen van de secties en de

leden. Het MKC voert overleg met alle

secties. En om te zorgen voor kwalitatief

goede opleidingen voert zij overleg met

opleidingen en opleiders. Indien gewenst

initieert en ontwikkelt het MKC cursussen

voor het veld. Het MKC ontwikkelt en

coördineert wetenschappelijk onderzoek.

Een belangrijke taak bij onderzoek is het

verzamelen van de nieuwste inzichten

op het gebied van montessorionderwijs.

Verder zetten de medewerkers

zich in bij de organisatie van grote

montessori-evenementen, zoals de

Montessoriconferentie.

De medewerkers gaan het nieuws

vanuit het MKC vermelden in een vaste

bijdrage aan Montessori Magazine. U

vindt het MKC ook op montessori.nl

onder ‘Kenniscentrum’ en u kunt het

volgen op twitter:

@NMV_ambassadeur.

Waar zit het MKC?

Het MKC heeft nog geen vaste

werkplek. De medewerkers onderzoeken

momenteel samen met het bestuur

van de NMV de mogelijkheid tot het

inrichten van een geschikte locatie die

gebruikt kan worden als vaste werkplek

en als vergaderruimte.

Wie werken er bij het MKC?

Het MKC wordt momenteel gevormd

door drie medewerkers die parttime

werken binnen de verschillende

taakvelden. Zij beschikken over diverse

ervaring in het montessorionderwijs

vanuit hun verschillende functies.

Zij stellen zich hieronder graag aan

u voor. Voor de invulling van een

vierde medewerker, die zich binnen de

taakvelden vooral richt op het voortgezet

onderwijs, staat een vacature uit.

Hoe kom ik in contact het MKC?

Stuur uw e-mail aan

[email protected]. Elke

medewerker heeft ook een eigen

e–mailadres, zie onder. De MKC-

medewerkers stemmen onderling vlot

af wie uw vraag beantwoordt.

Het team van het MKC stelt zich voor

Annette de [email protected]

(het jonge kind,basisonderwijs)

Een jaar

geleden

stelde ik mij

aan u voor

als nieuwe

medewerker

bij het MKC.

Inmiddels ben

ik gestopt als

directeur van Montessorischool De

Schakel en werk ik als coach bij de

stichting LeerKRACHT.

Kort nadat ik in november 2013 bij het

MKC begon, nam Michael Rubinstein

het besluit om te stoppen. Dat

betekende dat ik in maart 2014 als enige

medewerker overbleef. Mede door deze

ontwikkeling werd er in het bestuur

weer eens goed gesproken over de

organisatiestructuur binnen de NMV en

de rol van het MKC daarin. Resultaat: zie

de vijf vragen over het MKC. Het bestuur

besloot om meer vaste medewerkers aan

te trekken, dat vind ik prettig werken.

Na een sollicitatieronde zijn Martine,

Debbie en ik sinds 1 oktober samen aan

de slag en de procedure voor een vierde

medewerker is in volle gang.

Toen ik mij vorig jaar aan jullie

voorstelde, sprak ik over ‘verbinding

leggen tussen alle montessorianen’.

Met trots kijk ik dan ook terug op de

conferentie in Noordwijk. Natuurlijk

heeft het MKC meer werk verricht en

ik nodig jullie van harte uit om het

Feitschrift te lezen dat binnenkort naar

alle scholen wordt gestuurd. π

Debbie van der [email protected]

(het jonge kind, basisonderwijs)

Anderhalf jaar

geleden kreeg

ik als project-

medewerker

voor het

Montessori

Kenniscentrum

de opdracht

om in het

basisonderwijs verbinding te leggen

tussen de NMV-werkgroepen en

‘het veld’. Een jaar lang bezocht ik

verschillende regiobijeenkomsten van

directeuren en daar vertelde ik waar

de werkgroepen Mkvs, Wmbo, Taal

(beginnende en gevorderde geletterdheid)

en Kosmische educatie mee bezig zijn.

Inmiddels heb ik een MKC-routeboekje

ontwikkeld dat een dezer dagen op onze

websites komt. Het geeft aan wat er

onder de vlag van het Kenniscentrum

allemaal ontwikkeld wordt, door wie en

wat de stand van zaken is. Wij willen

doorgaan op deze lijn: informatie

uitwisselen tussen de regio’s en de

werkgroepen. Twee keer per jaar komen

de werkgroepen en het MKC bij elkaar en

elk jaar krijgt elke regio een lid van het

MKC op bezoek. Zo blijven we goed op

de hoogte van elkaars behoeften.

Naast mijn werk voor het MKC ben

ik directeur op Montessorischool

Maassluis, onderdeel van Stichting

MONTON. Ons team heeft de

afgelopen vier jaar een grote

ontwikkeling doorgemaakt om als

‘zeer zwakke school’ weer in het

basisarrangement te komen. Dit is ons

na 2 jaar gelukt. Het is nog niet zover,

maar het MKC wil er aan werken om

scholen die onverhoopt in eenzelfde

proces terechtkomen, te kunnen

ondersteunen. In oktober heeft de

visitatiecommissie van de NMV onze

school weer voor 5 jaar erkend.

Het is fijn om binnen het MKC nu met

een team te kunnen werken en ik heb

er heel veel zin in. π

Martine Lammerts [email protected]

(het jonge kind, basisonderwijs,

opleidingen)

Ik ben

directeur van

de montessori-

school

Wassenaar en

hoofd van de

montessori-

opleiding

van de

Haagse Hogeschool. Per 1 oktober

ben ik begonnen als medewerker bij

het MKC. In dit nieuwe team wil ik

graag mijn bijdrage leveren aan de

verschillende taakvelden die vallen

onder het MKC op gebied van onder

meer kwaliteit, professionaliteit

en profilering. Het is goed om

vanuit de NMV de verschillende

ontwikkelingen in het primair en

voortgezet montessorionderwijs en

montessoriopleidingen te volgen

en af te stemmen. Er gebeurt veel

moois in montessoriland, het is rijk

aan initiatieven van vele mensen. Een

belangrijke opdracht van het MKC vind

ik het coördineren, bewaken en verder

gestalte geven aan ontwikkelwensen

en noodzakelijkheden van de

verschillende secties en de leden.

Ik verwacht samen met Debbie van

der Burgh en Annette de Deken een

waardevolle bijdrage te leveren aan de

bekendheid van de diensten en kennis

van het Montessori Kenniscentrum.

Mijn passie ligt in het uitdragen van het

montessorigedachtegoed waarbij ik een

kwalitatieve bijdrage wil leveren op allerlei

niveau. Ik ben sinds 2007 directeur van

montessorischool Wassenaar en hier geef

ik met veel plezier leiding aan mijn team

om samen het montessorionderwijs voor

de kinderen goed neer te zetten. Daarbij

ligt een uitdaging om in gesprek te

blijven met de ouders, kinderen, bestuur

en externe partijen om zo optimaal

mogelijk kansen te kunnen bieden voor

ieders ontwikkeling. Ik vind het waardevol

om de groei te zien wanneer kosmisch

onderwijs en opvoeding binnen een

school gestalte krijgen en wanneer de

peutergroep officieel erkend wordt als

montessoripeutergroep. Als je uitgaat

van ieders kwaliteiten en initiatieven

binnen gestelde kaders, creëer je ruimte

om te groeien.

Als montessori-ouder ben ik betrokken

bij de montessorischool van mijn

dochter in Noordwijk. Daar denk ik

graag mee in de ouderraad. En het is

uiteraard heerlijk om te zien hoe je

eigen kind kan en mag groeien in het

voor haar geschikte tempo in een fijne

montessoriaanse leeromgeving.

In mijn werkzaamheden als hoofd

montessoriopleiding (verbonden

aan de Haagse Hogeschool sinds

2002) stel ik de cursisten centraal

in de positie die zij hebben om

schoolontwikkeling te kunnen

bewerkstelligen. De leerkracht doet er

toe. Inspiratie, verantwoordelijkheid

en groei zijn ook hier sleutelwoorden

voor zowel de cursist als het

montessoriteam van de opleiding.

Ik kijk uit naar een inspirerende

samenwerking bij het MKC. π

Vijf vragen over het Montessori Kenniscentrum (MKC)

Vereniging

v18

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38 Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

20 21

Inhoud?Vereniging

OorsprongIn 2011 nam Geerte van de Groep, destijds lid van het Montessori Kenniscentrum (MKC), het initiatief om een landelijke

werkgroep Kosmische opvoeding en onderwijs (KOO) in te stellen. De opdracht was om in beeld te brengen welke be-

hoeften er leven bij leraren over kosmische opvoeding en onderwijs, wat de praktijk is en wat opleidingen kunnen bieden.

De werkgroep kosmische educatie bestond aanvankelijk uit vier en inmiddels uit vijf leden (zie foto’s) met uiteenlopende

achtergrond, betrokkenheid en functies binnen het montessorionderwijs: leraar basisonderwijs, opleider, uitgever, materi-

aalontwikkelaar en onderwijsadviseur.

Van werkgroep KOO naar werkgroep Kosmische educatieDe werkgroep KOO heet sinds dit voorjaar werkgroep Kosmische educatie. Waarom? De essentie van kosmische educatie

is de samenhang tussen opvoeding en onderwijs, terwijl opvoeding en onderwijs bij KOO aparte betekenissen hadden.

Internationaal hebben montessorianen het altijd over cosmic education. De NMV-werkgroep Kosmische educatie heeft

inmiddels een nieuwe koers ingezet. Zij beschrijft als essentie van kosmische educatie: onderwijs in samenhang waarin

de totaliteit van de tijd en de ruimte wordt aangeboden en onderzocht. Het woord educatie geeft de samenhang aan.

‘Kosmische educatie slagader van het montessorionderwijs’

Ton van der Heiden, lid werkgroep Kosmische educatieDe NMV-werkgroep Kosmische edu-

catie is ervan overtuigd dat kosmische

educatie de basis is voor het montes-

sorionderwijs en daarom de slagader

van het montessorionderwijs.

Die visie zou in montessorischolen terug

te vinden moeten zijn op websites, in

brochures en in het kindvolgsysteem.

Onze werkgroep wil de scholen hierbij

ondersteunen. Wij denken dan niet aan

een methode, maar aan vaardigheden

van de leraar die te maken hebben met

het bevragen van tijd en ruimte, met

als kernvragen: Wie ben ik? Waar kom

ik vandaan? Waar ga ik naartoe? Wij

vinden: wie consequent vanuit deze

kernvragen werkt en kinderen stimuleert

tot onderzoek, geeft kosmisch onderwijs.

Leraar als inspirator

In Montessori Magazine nr 37-3 (juni

2014) verwees Paula Leideritz in haar

artikel ‘Wij zijn het materiaal’ naar

uitspraken van Daan Lockhorst in

diens proefschrift ‘Leraar en leerling

in samenspraak’. Hij laat de leraar zelf

model van leren zijn, een stimulans

voor de activiteit van de leerling door

te laten zien hoe hij een probleem zou

onderzoeken, analyseren, onderbouwen

etc. Hoe hij zelf geboeid raakt. De

onderbouwing die Paula Leideritz

aanhaalt van Daan Lockhorst is heel

mooi. Denkvaardigheden komen niet uit

het kind zelf, maar zijn cultuurbezit en

het is een geweldige taak als leraar daarin

te leiden en hulp te bieden aan de leerling.

Vanuit deze visie, gecombineerd met

de kernvragen, wil onze werkgroep

aanvullende scholing ontwikkelen,

inspiratiemiddagen organiseren,

praktische kwaliteitskaarten uitwerken

naar het model van School Aan Zet

en bronnen verzamelen waar leraren

materiaal kunnen vinden.

Wij willen dat samen doen met een

andere NMV-werkgroep. Denkend aan de

beeldspraak van kosmische educatie als

slagader van het montessorionderwijs: die

moet aangedreven worden door het hart.

In dat hart zitten opleiding, begeleiding

en ontwikkeling. Daarom heeft onze

werkgroep samenwerking gezocht met de

NMV-werkgroep Opleiding, begeleiding

en ontwikkeling (Obo). De essentie bij

deze samenwerking is dat wij leraren

willen ondersteunen om hun eigen

kosmische educatie te ontwikkelen.

Wij zullen daarover in dit schooljaar in

Montessori Magazine meer publiceren.

Hieronder beschrijf ik de voorgeschiedenis

van deze ontwikkelingen.

Niet stapelen maar weven

Hoe heeft kosmische educatie zich op

de Nederlandse scholen ontwikkeld?

Ooit opperde Mario Montessori jr. over

dat er in Nederland geen voortgezet

montessorionderwijs kon bestaan omdat

er toen geen kosmische educatie was.

Van begin jaren zeventig begonnen de

Nederlandse montessorischolen aan een

inhaalslag en groeide er een grote diversiteit

aan invullingen van kosmische educatie.

De werkgroep vroeg via een enquête de

montessoribasisscholen hoe zij kosmische

educatie vormgeven en wat hun vragen en

behoeften zijn. Het leverde de werkgroep

een schat aan informatie op, en vooral

zicht op de enorme diversiteit. Veel leraren

basisonderwijs gaven aan te ‘zwemmen’

en basisvaardigheden te missen. Duidelijk

werd dat kosmische educatie niet

vanzelfsprekend is. Leraren vragen om

steun. Zij willen voorbeelden, steuntjes,

scholing en soms vragen ze een methode

voor kosmische educatie. De werkgroep

heeft nagedacht over mogelijkheden,

daarbij gebruik makend van ideeën vanuit

de enquête. Er is een proefballonnetje

opgelaten in de vorm van kwaliteitskaarten

en met een inspiratiemiddag in 2012

op een montessorischool in Apeldoorn.

Een succesvolle middag, vonden de

deelnemers en de leden van onze

werkgroep.

Wij hebben ons nog verder

georiënteerd, internationaal over

bijvoorbeeld het werk van Michael en

D’Neil Duffy (Uitgave Children of the

Universe, Cosmic Education in The

Montessori Elementry Classroom) en

de beweging Big History om de blik en

Vereniging

vooral de mogelijkheden te verbreden.

In een tijd dat internet maakt dat de

wereld de klas binnenkomt zijn ook die

hulpmiddelen een prachtige aanvulling.

Websites als montessorinet.nl, kosmisch-

concreet.nl en bighistoryprimaironderwijs.

nl bieden ruimte voor een nieuwe koers.

En ze nodigen uit tot direct contact

tussen leraren.

Kosmische educatie omvat werken

vanuit de context, de samenhang,

verwondering, bewondering en een

eyeopener. Het geeft de leraar een

veel breder zicht en perspectief op

onderwijsinhouden. Deze structuur

stelt de leraar in staat om nieuwe

ontwikkelingen en eisen te integreren

in het eigen onderwijsaanbod (weven)

in plaats van overbelasting te ervaren

(stapelen): ‘Verdorie, krijg ik weer wat

nieuws op mijn bordje.’ k

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38 Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

22 23

ICT-vaardigheden horen bij de 21e eeuw. Het doel van het onderwijs in de 21e eeuw

is kinderen voor te bereiden op het leven. Computers en tablets horen bij het leven

van nu en zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. ICT is daarom ook een

onmisbaar onderdeel in de educatie voor de huidige generatie kinderen.

Door gebruik te maken van ICT in het onderwijs is er meer variatie mogelijk. Denk hier-

bij aan de verschillende leerstijlen van kinderen. Kennis wordt toegankelijker gemaakt.

Onderwerpen kunnen door informatieve filmpjes meer tot leven worden gebracht. En

er kan rekening worden gehouden met leren vanuit de context.

Een tablet kan heel aantrekkelijk zijn omdat leren als laagdrempelig wordt ervaren. Een

tablet is gemakkelijk in gebruik, daagt uit om te onderzoeken en je kan hem overal mee

naar toe nemen.

Het is belangrijk voor kinderen om te leren veilig, effectief en efficiënt gebruik te

maken van ICT. Daar ligt een taak voor de leraar. Maak kinderen mediawijs. Leer ze hoe

je gebruik kan maken van internet en sociale media. Kijk wat kinderen in een bepaalde

leeftijdsfase aankunnen. Betrek ouders ook in dit proces.

Kan een tablet materiaal vervangen en zijn montessorimaterialen overbodig? Nee, werken

met concrete materialen is nog steeds belangrijk omdat je beter leert waar te nemen en te

onthouden door te handelen. Door handelen begrijp je wat je doet. En vanuit die basis kan je

de kennis toepassen in allerlei situaties. Een tablet zou dan een geschikt middel kunnen zijn.

Kortom: leraren willen volgens mij met ICT in het onderwijs bereiken dat onderwijs

veelzijdig en aantrekkelijk is en zij willen kinderen mogelijkheden bieden om het opti-

male leereffect te bereiken.

Els Wasmann-Peters

Montessoriopleider aan de

Hogeschool van Arnhem en

Nijmegen

‘We serve the future by protecting the present’. Deze uitspraak van Maria Montessori

is de eerste zin van de ‘Verklaring van Lund’. Ook ik heb mijn handtekening hieronder

gezet als afronding van het boeiende Montessori Europe Congress met als thema

‘21st-century-skills, The challenge for the montessori Teacher’. Montessorianen laten

zich niet mee sleuren in ICT-hypes alsof goed onderwijs vanzelf vorm krijgt door elke

leerling een iPad te geven. Liever een Hannah Arendtschool dan een Steve Jobsschool.

Het belang van reflectie, discussie en een goed onderwijsleergesprek lijkt mij veel

groter dan een overoptimistische focus op high-tech leermiddelen.

Ik wil echter mijn ogen niet sluiten voor alle moderne communicatiemogelijkheden en

deze al helemaal niet buitensluiten. Natuurlijk zie ik al die meiden, die in de pauzes (en

vaak ook in de les) helemaal in de ban zijn van de berichten op hun smartphones. En

de jongens, die - vaak in groepjes - heftig met elkaar aan het gamen zijn. Net zoals we

kleine kinderen leren hun plas op te houden, hebben we een taak om pubers te leren om

‘hun communicatieve behoefte even op te houden’. Een taak voor elke docent en ouder.

Aanleren van ‘nettiquette’, hoe bestrijden we digipesten? Tijdens de workshop ‘pubers en

sociale media’ hoorde ik in Lund afschuwelijke verhalen over wat pubers overkomt en wat

ze elkaar aandoen op platforms als ask.fm, chatroulette etc. Heerlijk als ik dan op ‘mijn

Pantarijn’ hoor dat die ene klojo, die anoniem foute foto’s van leerlingen op Instagram

zet, al honderden mails van andere leerlingen heeft gekregen met als boodschap; ‘hou

hier nou eens mee op!’ Dat sterkt mijn vertrouwen in mijn eigen leerlingen, maar ook

mijn overtuiging dat het belangrijk is om hierover vooral in gesprek te blijven met leerlin-

gen en de oplossing niet te snel te zoeken in ‘regels over het gebruik van sociale media’.

Gabriël Enkelaar

Teamleider onderbouw (havo-

vwo) scholengemeenschap

Pantarijn in Wageningen

De Kwestie De Kwestie

ICT moet enerzijds gebruikt worden als ondersteuning van het leerproces, ander-

zijds moeten kinderen de gelegenheid krijgen om zelf mogelijkheden van ICT te

exploreren. In het onderwijs zijn veel te veel kaders vastgelegd als het gaat om wat

kinderen moeten leren en hoe ze het moeten leren. Ik denk meteen aan de stichters

van Google, Larry Page en Sergei Brin, die constateerden dat hun succes niet te

danken is aan hersenen maar aan het feit dat ze allebei een montessorischool

bezochten. Ze vonden het zelf gedreven leerproces, waar ze aangemoedigd zijn

om alles in de wereld te bevraagtekenen en te onderzoeken, de voornaamste reden

voor hun succes. Dit uitgangspunt moeten wij handhaven binnen ons onderwijs.

Computers zijn onderdeel van onze wereld en kinderen moeten de kans krijgen om

hiermee te werken. Ik wil één zeer belangrijke voorwaarde stellen: beperk gebruik

van computers en televisie bij jonge kinderen onder de zes jaar zoveel mogelijk, die

moeten met al hun zintuigen leren. En gebruik van computers en televisie beperkt

ook de motorische ontwikkeling. Laat kinderen van 6 jaar en ouder de computer

gebruiken om presentaties te maken, te benutten als zoekmachines en ga een stap

verder en leer ze te programmeren met een computer. Natuurlijk moeten leerkrach-

ten op korte termijn ook bijgeschoold worden.

Kan computergebruik het leren van basisvaardigheden ondersteunen? Jonge kin-

deren, van wie de motoriek nog niet goed ontwikkeld is, kunnen sneller teksten op

de computer schrijven dan op papier. Ze kunnen woorden formeren en met behulp

van een computer dus goed middels schriftelijke taal communiceren. Dit is geen

alternatief voor het ontwikkelen van het handschrift.

ICT- biedt ook geweldige mogelijkheden in automatiseringsprocessen. Als het kind

abstract rekenen toepast, kunnen computerprogramma’s kinderen bij het automa-

tiseren ondersteunen. Ten slotte zou ICT een belangrijke rol moeten vervullen in

de zogenaamde ‘zeker weet momenten’: kinderen moeten te allen tijde hun kennis

kunnen toetsen op de computer en de informatie moet het kind en de begeleider

ondersteunen in vervolgstappen.

Ik denk dat we ongeveer 6 jaar geleden allemaal begonnen zijn met het neerzet-

ten van digitale schoolborden in de school, want we konden niet achterblijven. De

school naast ons had het immers ook en het was een duidelijk bewijs van zichtbare

nieuwe ontwikkelingen in de school.

Ongeveer een jaar later werden de eerste klassen voorzien van verduisteringsscher-

men zodat kinderen het bord ook konden zien als dit aan stond. En het bord dat

meestal uit staat, gaat aan voor een algemene les en bij het kijken van school-tv.

Het zelfde staat ons te wachten bij de tablets. De buren hebben het dus waarom wij

nog niet.

Hierboven staat de juiste vraag: wat willen we nu eigenlijk. Ooit was ICT in het

onderwijs bedoeld om ervoor te zorgen dat de jeugd om leerde gaan met ICT-

toepassingen. Dat is geen doel meer, nu zou ICT een middel kunnen zijn. Wat

mij betreft een welkome afwisseling in werkvormen, maar vooral een middel. Een

middel om kinderen op verschillende manieren hun informatie te laten verwerken

en gebruiken.

Ik vind dat we eerder over de vraag ‘Wat willen we hier nou mee?’ moeten praten en

niét denken vanuit de spullen. Denken vanuit de visie. Op welke manier verwachten

we dat we in de toekomst gebruik zullen maken van ICT toepassingen en wat is dan

belangrijk dat kinderen leren op school? En dat we ons niet gek laten maken door

Maurice de Hond met zijn iPad-school.

Tessa Wessels

Medeoprichter Tweetalige

Montessorischool Casa in

Pijnacker

Egbert de Jong

Algemeen directeur

Montessorivereniging

Haarlemmermeer

k Wat willen leraren met ICT in het onderwijs bereiken?

Montessori Magazine nummer 1 | jaargang 38

24

Thema

ColofonMontessori Magazine is een uitgave van de Nederlandse Montessori

Vereniging en verschijnt vier keer per jaar.

RedactieErica Dirven, Joke Werver, Paula Leideritz, Bob Molier (eindredactie)

De redactie heeft een vacature (basisonderwijs)

Redactieadres (voor artikelen en inhoudelijke mededelingen)

E-mail: [email protected]

[email protected]

[email protected]

Roghorst 184, 6708 KS Wageningen

Telefoon: (070) 331 52 82

Grafische vormgeving en advertentieverkoop E Media Groep B.V.

Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk

Postbus 18, 1720 AA Broek op Langedijk

Telefoon: (0226) 331600

Fax: (0226) 331601

E-mail: [email protected]

Website: www.elma.nl

AbonnementenLeden van de NMV ontvangen Montessori Magazine gratis.

De kosten van een gewoon lidmaatschap bedragen € 31,91. De

abonnementsprijs voor niet-leden bedraagt € 20,26. Reductie is

mogelijk voor studenten.

Aanmelding:

Per fax: (070) 381 42 81

Per e-mail: [email protected]

Men ontvangt na aanmelding een acceptgirokaart.

Losse nummers zijn verkrijgbaar bij het secretariaat.

Centraal Secretariaat NMV (voor informatie over abonnementen)

Bezuidenhoutseweg 251-253

2594 AM ’s Gravenhage

Telefoon: (070) 331 52 82

E-mail: [email protected]

Websites NMV:

www.montessori.nl

www.montessorinet.nl

Sluitingsdatum kopij Montessori Magazine 38-2 (februari 2015):

15 december 2014

Kopij aanleveren: [email protected]

Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uitsluitend na

schriftelijke toestemming van de uitgever.

De redactie tracht bij alle gebruikte foto’s de eigenaar te achterhalen. Waar

dit niet is gelukt, vragen wij de rechthebbende om contact op te nemen.

ISSN nummer Koninklijke Bibliotheek: ISSN 2352-2623

Artikelen op montessorinet.nl Het aanbod van artikelen is groter dan Montessori

Magazine kan plaatsen. Gelukkig is er plaats op

montessorinet. U kunt de artikelen vinden via de

QR-code of via de zoektermen op montessorinet.

Annemarie Roël-Looijenga: Recent onderzoek

bevestigt kracht montessorimethode

Zoektermen op montessorinet:

montessorimethode, onderzoek

Uit recent onderzoek

blijkt dat wie volgens de

montessorimethode werkt,

betrokken en gemotiveerde

leerlingen ‘kweekt’. Ander

onderzoek toont aan dat de

didactiek met kleine demonstraties heel sterk is om

kinderen makkelijker te laten leren. Ik vind het steeds

weer ongelooflijk, zo rijk als de montessorimethode

is. Niet voor het eerst toont wetenschappelijk

onderzoek aan dat dit honderd jaar oude concept vele

elementen bevat om kinderen makkelijk te laten leren.

Ik beschrijf de essentie uit de recente onderzoeken

en benoem daarna de elementen die helpen om

betrokken en gemotiveerde

leerlingen te krijgen en

te houden. Ook ICT kan

hierin een rol spelen.

Annemarie Roël-Looijenga is

leerkracht op de Christelijke

Montessorischool in den

Haag en als onderzoeker

(PhD) verbonden aan de

vakgroep Science Education

& Communication van de

TU Delft

Greetje Hoekstra: Montessori en Krishnamurti

inspireren Blue Mountains School in India

Zoektermen op montessorinet:

India, “Blue Mountains”

Internaat ‘Blue Mountains School’ ligt idyllisch in de

bergen van Ooty in Tamil

Nadu, Zuid India. De werkwijze

is gebaseerd op de ideeën

van J. Krishnamurti en Maria

Montessori. Greetje Hoekstra

bezocht het internaat en sprak

het hoofd van de school, haar

vriendin Amukta Mahapatra. Tien jaar geleden leerden

de vrouwen elkaar kennen tijdens een reis van Hoekstra

door India en sindsdien zien zij elkaar bijna jaarlijks.

Greetje Hoekstra is groepsleerkracht van de

Montessorischool Stad in Almere

Fotobureau Jense & de Rijter

Nienhuis Montessori. Th e global standard.Industriepark 14, 7021 BL Zelhem, Nederland T 0314 62 71 10 F 0314 62 71 28 E [email protected]

www.nienhuis.nl

Het positiewaardekleed

De Haagse Hogeschool verzorgt in de avonduren een

montessori opleiding voor het primair onderwijs

Wij verzorgen op de dinsdagavond een tweejarige cursus die opleidt tot het montessori-

diploma. De opleiding is modulair opgezet. De cursist kan naar keuze beginnen met de

pedagogiek en didactiek van het jonge kind of die van het oude(re) kind.

De opleiding besteedt aandacht aan:

de theorie achter het montessori-concept;

de methodiek van het werken in een montessori-groep;

de didactiek van de verschillende montessori-werkvormen in onder-, midden- en

bovenbouw;

kosmische opvoeding en kosmisch onderwijs.

Desgewenst kunnen we de cursisten ook begeleiden in de (eigen) praktijk, zodat na

afronding een volledig diploma wordt verworven.

Ook degenen die al in het bezit zijn van een montessori-diploma, maar hun kennis willen

verdiepen of het werken in hun groep willen verbreden, kunnen losse modulen volgen. Zij

ontvangen een certificaat.

Voor inlichtingen en inschrijvingen:

Haagse Hogeschool:

Sector Onderwijs, Sport en Talen, PABO

Johanna Westerdijkplein 75

Postbus 13336

2501 EH Den Haag

Telefoon: (070) 445 86 30

PABO

Coördinator nascholing:

W.F.J. de Looze

[email protected]

Telefoon: 06 28911156

Montessori Coördinator:

M. Lammerts

[email protected]

Telefoon: 06-45 626 070