Montagehandleiding Viesmann - viessmann.com · d o4/2 e a C D A B b o4 Afb. 2 A Ketel B Brander C...

20
Montagehandleiding voor de vakman Viesmann Vitomax HS type M73B type M75B Hogedrukstoomketel VITOMAX HS 5775 279 NL 9/2015

Transcript of Montagehandleiding Viesmann - viessmann.com · d o4/2 e a C D A B b o4 Afb. 2 A Ketel B Brander C...

Montagehandleidingvoor de vakman

Viesmann

Vitomax HStype M73Btype M75B

Hogedrukstoomketel

VITOMAX HS

5775 279 NL 9/2015

2

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurigop ter voorkoming van lichamelijk letsel enmateriële schade.

Toelichting bij veiligheidsvoorschriften

GevaarDit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.

! OpgeletDit teken waarschuwt voor materiële schade enschade aan het milieu.

OpmerkingGegevens met het woord "Opmerking" bevatten aan-vullende informatie.

Doelgroep

Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkendeinstallateurs.■ Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen

door erkende en bevoegde installateurs worden uit-gevoerd.

■ Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elek-tromonteurs worden uitgevoerd.

■ De eerste ingebruikneming moet door geïnstrueerden vakkundig personeel worden uitgevoerd op basisvan de bedienings- en servicehandleiding vanViessmann.

In aanmerking te nemen voorschriften

■ richtlijn inzake drukapparatuur■ bedrijfsveiligheidsverordening en aanvullende TRBS

(D)■ nationale veiligheidsbepalingen van de installatie-

plaats■ nationale installatievoorschriften■ de ARBO voorschriften,■ de wettelijke milieuvoorschriften.

Werkzaamheden aan de installatie

■ Brandstofafsluitmechanisme sluiten en tegen onbe-doeld openen beveiligen.

■ Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld metde afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) enop aanwezige spanning controleren.

■ Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen.

Veiligheidsinstructies

5775

279

NL

3

1. Montage-instructies Montagevoorbereiding ........................................................................... 4■ Gebruik conform de regelgeving ........................................................ 4■ Opslag van Viessmann-grootwatervollumeketels ............................... 4■ Transport van een grootwatervollumeketels ....................................... 5

2. Montageverloop Ketel naar binnen brengen en uitlijnen .................................................. 6■ Geadviseerde minimumafstanden ...................................................... 6Overzicht keteluitrusting ........................................................................ 7Aansluitingen ketel ................................................................................. 8Leidingen monteren ............................................................................... 9Meet- en regelinrichtingen monteren (optionele accessoires) ............... 10■ Armaturenstang monteren .................................................................. 10■ De elektroden voor waterniveauregeling en -begrenzing inbouwen ... 11Rookgaszijde aansluiten ........................................................................ 13■ Rookgaskap op ECO monteren (indien voorhanden en bij afzonder-

lijke levering) ....................................................................................... 13■ Rookgasbuis monteren ....................................................................... 13Kijkbuis monteren .................................................................................. 14Brander monteren .................................................................................. 14■ Branderaansluiting voorbereiden ........................................................ 14■ Branderplaat monteren (indien afzonderlijk geleverd) ........................ 15Brander instellen .................................................................................... 15■ Vaststelling van de branderbelasting .................................................. 18Inbedrijfstelling en afstelling ................................................................... 19

Inhoudsopgave57

75 2

79 N

L

4

Let op

Alle afbeeldingen in dit drukwerk zijn schematischeweergaven.

Gebruik conform de regelgeving

Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstal-leerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssys-temen conform EN 12953 en EN 14394, rekening hou-dend met de bijbehorende montage-, service- engebruiksaanwijzingen en met de gegevens in hetgegevensblad. Het is uitsluitend bedoeld voor destoomopwekking en verwarming van water volgensEN 12953 en AGFW-toelichtingenblad FW510(VdTÜV-toelichtingenblad TCh 1466).

Het gebruik in bedrijven of industrie voor een anderdoel als voor de stoomopwekking resp. verwarmingvan water geldt als niet volgens de voorschriften.

Ieder ander gebruik is niet volgens de voorschriften.Daaruit voortvloeiende schade valt niet onder de aan-sprakelijkheid.

Ieder ander gebruik moet door de fabrikant per gevalworden goedgekeurd.

Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impli-ceert dat een stationaire installatie in combinatie metvoor het gebruik toegelaten componenten werd uitge-voerd.

Tot het reglementaire gebruik behoort ook de nalevingvan de onderhouds- en testintervallen.

Opslag van Viessmann-grootwatervollumeketels

Advies om corrosie te vermijdenAlle volgende instructies nauwgezet naleven

Geldigheid van de instructiesOpslag van de ketel tot plaatsing in de installatie

Algemeen■ Viessmann-grootwatervollumeketels in gesloten

ruimtes, beschermd tegen weersinvloeden en droogopslaan.

■ De kamertemperatuur moet tussen 0 °C en 50 °Cliggen.

■ Om Viessmann-grootwatervollumeketels te bescher-men tegen het binnendringen van vreemde voorwer-pen, hebben ze bij de levering aan waterzijde blindeflenzen of beschermkappen.

■ Ter verhindering van condenswater op de ketel:– na levering transportverpakking verwijderen. of– Door gebruik van droogmiddel ketel tegen vocht

beschermen.

Opslagduur > 4 weken■ De binnenkant van de grootwatervollumeketels

tegen vocht beschermen. Aan rookgas- en water-zijde een droogmiddel gebruiken, bijv. silicagel.

■ Hoeveelheid droogmiddel afhankelijk van het ketel-volume doseren.

■ Regelmatig de werking van het droogmiddel contro-leren.

■ Contact tussen droogmiddel en ketelmateriaal ver-mijden.

■ Als alternatief voor de vochtonttrekking aan de rook-gaszijde met een droogmiddel kan een droger metluchtcirculatie worden gebruikt.

■ De droge rookgaszijde van de grootwatervollumeke-tels met een dunne laag grafiet of vernis conserve-ren.

OpmerkingDe gegevens van de fabrikant inzake het droogmiddelnaleven.

AdviesGeschikte bakken met droogmiddel vullen en in hetketellichaam hangen.

Montagevoorbereiding

5775

279

NL

5

Transport van een grootwatervollumeketels

GevaarEen ondeskundig keteltransport kan ongevallenveroorzaken. Er bestaat gevaar voor letsels.Uitsluitend de bevestigingspunten gebruiken.Alle geldende voorschriften voor ongevalpreven-tie opvolgen.

F1/2 F1/290° >45°

Afb. 1

1. Hefwerktuigen op de ketel aanbrengen.

Mogelijkheden voor de bevestiging:■ Openingen voor hijsinstallaties A (7 80 mm)■ Krachtoverbrengingsbereik C op de ketelstoel

2. Ketel verplaatsen (geldt enkel bij ketelstoeluitvoe-ring met dwarsdragers)■ Pantserrollen onder dwarsdrager C aanbrengen■ Hijsmiddel aan openingen voor hijsinstallaties B

bevestigen (7 80 mm)

Montagevoorbereiding (vervolg)

5775

279

NL

6

Geadviseerde minimumafstandenc o2

f

o4/2d e

a

C

D

A B

b

o4

Afb. 2

A KetelB BranderC Besturings- en schakelinstallatieD Geluidsabsorberende trillingsdempersa Schakelinstallatie niet gemonteerd

b Diepte schakelinstallatiec Schakelinstallatie gemonteerdd,e,f Overige afstandeno2, o4 Zie maattabellen: max. lengte, max. breedte

a/b/c mm ≥1000/≥500/≥800d/e/f mm ≥500/≥300/≥500Tab. 1

Aanbeveling voor afmeting fVoor een demontage van de wirbulatoren (indien voor-handen) en reiniging van de ketel vanaf de keteldeureen ketellengte (o2) plaats laten.

Voor een eenvoudige montage en onderhoud de aan-gegeven maten aanhouden. Afstanden volgens de op de installatieplaats geldendevoorschriften controleren. Ook rekening houden metuitrusting en accessoires.De installatieplaats moet vlak zijn. De ketel moet hori-zontaal geplaatst worden.

Type M73BKetelafmetingen*1 1 2 3 4 5 6 7 8 9o2 ■ Met ECO 2 mm 2756 2916 3611 3681 3741 3811 4036 4436 4661■ Met ECO 1 mm 2756 2916 3611 3681 3741 3811 4036 4436 4661■ Zonder ECO mm 2556 2707 3566 3636 3696 3766 3916 4316 4616o4 mm 1575 1655 1675 1725 1825 1900 2000 2100 2225Tab. 2

Type M75BKetelafmetingen*1 1 2 3 4 5 6 7 8o2 ■ Met ECO 2 mm 5076 5401 5916 6241 6681 7006 7401 7601■ Met ECO 1 mm 5141 5401 5701 6026 6681 7006 7401 7601■ Zonder ECO mm 5006 5331 5681 6006 6496 6821 7101 7301o4 mm 2350 2400 2500 2600 2725 2900 3075 3275Tab. 3

Type M75B - vervolgKetelafmetingen*1 9 A B C D E Fo2 ■ Met ECO 2 mm 8021 8351 8701 9006 9201 9581 9781■ Met ECO 1 mm 8101 8431 8701 9006 9201 9581 9781■ Zonder ECO mm 7651 8031 8231 8586 8781 9011 9211o4 mm 3325 3475 3525 3625 3725 3800 3915Tab. 4

*1 Laatste cijfer van de typeomschrijving

Ketel naar binnen brengen en uitlijnen

5775

279

NL

7

Geluidabsorberende trillingsdempers

AdviesGebruik voor trillingsisolatie en beperking van contact-geluid

Montage van de geluidsabsorberende tril-lingsdempersMontagehandleiding van de fabrikant

Overzicht keteluitrusting

AZ

OC

rR

1

rZ

Z

AO

C

6 2 wTwZ

rT

4

3wP

wUwI

wWwQqQqW

rE

qPqW

rW rQ

rR

qT

wR

wE

rP

Afb. 3 Orderspecifieke afwijkingen van de leverings-omvang zijn mogelijk.

1 Ketelbedieningsbordes met ladder (optioneel)2 Schakelkast (zie aparte documentatie)3 Geïntegreerde ECO (optioneel)4 Verbindingsleiding ECO - ketel6 BranderqP Niveau-elektrode (WR: waterniveauregelaar)qQ Niveau-elektrode (HW: hoogste waterpeil)qW Niveau-elektrode (NW: laagste waterpeil)qT GeleidbaarheidselektrodewP Veiligheidsklep*2

wQ Afsluitklep ontluchting (optioneel)wW Afsluitklep stoom

wE Afsluitklep voedingswaterwR Terugslagklep voedingswaterwT Afsluitklep slibwZ SpuikraanwU Afsluitklep ontzoutingwI OntzoutingsregelkleprP Waterniveau-indicator*2

rQ ManometerrW MaximumdrukbegrenzerrE DrukomvormerrR Doorgangsafsluitklep met kap (optioneel)

*2 Aantal kan per land verschillen.

Ketel naar binnen brengen en uitlijnen (vervolg)

5775

279

NL

8

rT Temperatuurindicatie voor voedingswaterrZ Monsterkoeler

OpmerkingWeergave van de armaturenstang geldt voor de modu-lerende werking. Voor getrapte werking in plaats vande drukomvormer het vereiste aantal drukregelaarsvoorzien (zie pagina 10).

Aansluitingen ketel

Type M73BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9Stoomaansluiting Voor toegel. werkings-druk

6 bar PN16 DN 65 65 80 100 100 125 125 150 150

8 bar PN16 DN 50 65 65 80 100 100 100 125 150 10 bar PN16 DN ― 50 65 65 80 80 100 125 125 10 bar PN40 DN 40 ― ― ― ― ― ― ― ― 13 bar PN40 DN 32 40 50 65 65 80 80 100 100 16 bar PN40 DN 32 40 50 50 65 65 80 80 100 18 bar PN40 DN 32 32 50 50 65 65 65 80 100 20 bar PN40 DN 32 32 40 50 50 65 65 80 80Aansluiting veiligheidsklep Voor toegel. werkings-druk

6 bar PN40 DN 20 20 25 32 32 40 40 50 50

8 bar PN40 DN 20 20 25 25 32 32 40 40 50 10 bar PN40 DN 20 20 20 25 25 32 32 40 40 13 bar PN40 DN 20 20 20 20 25 25 32 32 40 16 bar PN40 DN 20 20 20 20 20 25 25 32 32 18 bar PN40 DN 20 20 20 20 20 20 25 32 32 20 bar PN40 DN 20 20 20 20 20 20 25 25 32Voedingswateraanslui-ting

PN40 DN 25 25 32 32 32 32 32 32 32

Spui-aansluiting PN40 DN 25 25 25 25 25 25 25 25 25Ontzoutingsaanslui-ting PN40 DN 20 20 20 20 20 20 20 20 20

Tab. 5

Type M75BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8Stoomaansluiting Voor toegel. werkings-druk

6 bar PN16 DN 200 200 200 250 250 250 300 30

8 bar PN16 DN 150 150 200 200 250 250 250 250 10 bar PN16 DN 125 150 150 200 200 200 250 250 13 bar PN40 DN 125 125 150 150 ― ― ― ― 13 bar PN25 DN ― ― ― ― 200 200 200 200 16 bar PN40 DN 100 125 125 125 150 150 ― ― 16 bar PN25 DN ― ― ― ― ― ― 200 200

Overzicht keteluitrusting (vervolg)

5775

279

NL

9

Ketelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8 18 bar PN40 DN 100 125 125 125 150 150 150 200 20 bar PN40 DN 100 100 125 125 125 150 150 150Aansluiting veiligheidsklep Voor toegel. werkings-druk

6 bar PN40 DN 65 65 65 80 80 100 100 100

8 bar PN40 DN 50 65 65 65 65 80 80 100 10 bar PN40 DN 50 50 50 65 65 65 80 80 13 bar PN40 DN 40 50 50 50 65 65 65 80 16 bar PN40 DN 40 40 40 50 50 65 65 65 18 bar PN40 DN 32 40 40 40 50 50 65 65 20 bar PN40 DN 32 40 40 40 50 50 65 65Voedingswateraanslui-ting

PN40 DN 40 40 40 50 50 50 65 65

Spui-aansluiting PN40 DN 40 40 40 40 40 40 40 40Ontzoutingsaansluiting PN40 DN 20 20 20 20 20 20 20 20Tab. 6

Type M75B - vervolgKetelafmetingen 9 A B C D E FStoomaansluiting Voor toegel. werkingsdruk 6 bar PN16 DN 350 350 350 400 400 450 450 8 bar PN16 DN 300 300 300 350 350 400 400 10 bar PN16 DN 250 250 300 300 300 300 350 13 bar PN25 DN 250 250 250 250 250 300 300 16 bar PN25 DN 200 200 250 250 250 250 250 18 bar PN25 DN 200 200 250 250 250 250 250 20 bar PN40 DN 200 200 200 200 ― ― ―

Aansluiting veiligheidsklep Voor toegel. werkingsdruk 6 bar PN40 DN 100 125 125 125 150 150 150 8 bar PN40 DN 100 100 100 125 125 125 125 10 bar PN40 DN 80 100 100 100 100 100 125 13 bar PN40 DN 80 80 80 100 100 100 100 16 bar PN40 DN 65 80 80 80 80 80 100 18 bar PN40 DN 65 65 80 80 80 80 80 20 bar PN40 DN 65 65 65 80 ― ― ―

Voedingswateraansluiting PN40 DN 65 65 65 80 80 80 80Spui-aansluiting PN40 DN 40 40 40 40 40 40 40Ontzoutingsaansluiting PN40 DN 20 20 20 20 20 20 20Tab. 7

Leidingen monteren

GevaarGevaar voor letsels bij het openen van ketelaan-sluitingen die onder druk staan.Ketelaansluitingen enkel in drukloze, afgekoeldetoestand openen.

1. Installatie grondig spoelen (vooral bij aansluitingvan de ketel op een bestaande installatie).

2. Leidingaansluitingen maken.

Aansluitingen ketel (vervolg)

5775

279

NL

10

Als een ECO voorhanden is:

1. verbindingsleiding tussen de uitlaataansluiting opde ECO en de voedingswateraansluiting op deketel monteren.*3.

2. Verbindingsleiding met het meegeleverde isolatie-materiaal isoleren*3.

3. Thermometer op de verbindingsleiding monteren*3.

OpmerkingAlle leidingen zonder belasting en spanning aanslui-ten.

Meet- en regelinrichtingen monteren (optionele accessoires)

Selectiecriteria voor meet- en regelinrichtingen:■ hoogte van de werkingsdruk van de ketel■ Ketelmodus:

– met continu toezicht– zonder continu toezicht

Montage van de inrichtingMontagehandleiding van de fabrikant

Elektrische aansluiting van de inrichtingAansluit- en bedradingschema

Armaturenstang monteren

D

CA B

E

Afb. 4

A Vereist aantal drukregelaars of drukomvormers(optioneel met kapventiel)

B 1 manometer met testklep en 1 aftapklepC 1 veiligheidsdrukbegrenzer (max.) (optioneel met

kapventiel)D 1 extra aansluitingE Aansluitbuis armaturenstang

OpmerkingU-buis E voor de montage op de aansluiting voor dearmaturenstang met water vullen.

*3 Indien niet al in de fabriek gemonteerd.

Leidingen monteren (vervolg)

5775

279

NL

11

De elektroden voor waterniveauregeling en -begrenzing inbouwen

Aansluiting voor waterniveaubegrenzing

a

d

Afb. 5

A HW-begrenzingselektrodeB NW-begrenzingselektrodeC Laagste waterniveau (LWL)D Regelingselektrode voor waterniveau

Let op:■ elektroden op de schakelpunten uit tabel 6 aanpas-

sen en instellen.■ Bij installaties met meerdere ketels de elektroden

niet verwisselen.■ In elke aansluiting voor de waterniveauregelaar en -

begrenzer mag telkens maar één elektrode voor dewaterniveaubegrenzing worden gemonteerd.

Aansluiting voor waterniveauregeling en -begrenzing

a b cd

Afb. 6

a Referentie-elektrode tot laagste waterniveau (LWL)b Pomp aanc Pomp uitd Hoogste waterniveau (HW)

Waterniveauregeling en -begrenzing mogen wordengecombineerd.

Montagehandleidingen van de elektroden voorwaterniveauregeling en -begrenzing

OpmerkingDe meegeleverde elektroden zijn af fabriek aan dedesbetreffende ketel aangepast.

Meet- en regelinrichtingen monteren (optionele… (vervolg)

5775

279

NL

12

Type M73B - Elektrode-schakelpunten voor ketels met WSA-ME*4 = 360 mmKetelafmetin-gen

1 2 3 4 5 6 7 8 9

6 tot 13 bar Schakelpunt a mm 492 517 463 488 533 562 587 592 637 b mm 452 477 423 448 493 522 547 552 597 c mm 412 437 383 408 453 482 507 512 557 d mm 347 372 318 343 388 417 442 447 49216 tot 25 bar Schakelpunt a mm 472 497 453 478 523 552 577 582 627 b mm 432 457 413 438 483 512 537 542 587 c mm 392 417 373 398 443 472 497 502 547 d mm 327 352 308 333 378 407 432 437 482Tab. 8

Type M75B - Elektrode-schakelpunten voor ketels met WSA-ME*4 = 400 mmKetelafmetin-gen

1 2 3 4 5 6 7 8

6 tot 13 bar Schakelpunt a mm 717 717 727 737 767 792 827 842 b mm 657 657 667 677 707 732 767 782 c mm 597 597 607 617 647 672 707 722 d mm 512 512 522 532 562 587 622 63716 tot 25 bar Schakelpunt a mm 707 707 717 727 757 782 817 832 b mm 647 647 657 667 697 722 757 772 c mm 587 587 597 607 637 662 697 712 d mm 502 502 512 522 552 577 612 627Tab. 9

Type M75B - vervolgKetelafmetingen 9 A B C D E F6 tot 13 bar Schakelpunt a mm 817 867 867 882 912 917 1002 b mm 757 807 807 822 852 857 942 c mm 697 747 747 762 792 797 882 d mm 612 662 662 677 707 712 79716 tot 25 bar Schakelpunt a mm 807 857 857 872 902 907 992 b mm 747 797 797 812 842 847 932 c mm 687 737 737 752 782 787 872 d mm 602 652 652 667 697 702 787Tab. 10

*4 WSA-ME = gemiddelde afstand waterniveau-indicator

Meet- en regelinrichtingen monteren (optionele… (vervolg)

5775

279

NL

13

Rookgaskap op ECO monteren (indien voorhanden en bij afzonderlijke levering)

GevaarAls giftige gassen uit de installatie lekken,bestaat gevaar voor vergiftiging.Dichtheid van ongebruikte ketelopeningen engasvoerende leidingen controleren.

A

C

C

B

D

Afb. 7

1. Pakking D monteren.

2. Rookgaskap A op ECO B plaatsen en in hetmidden richten.

3. Rookgaskap gasdicht vastschroeven.

4. Vrije ruimte tussen isolatie van de kap en ECO metisolatiematten dichtstoppen.

5. Isolatieplaten monteren.

OpmerkingDe optionele leveringsomvang omvat isolatiematten enisolatieplaten, afdichtingsmateriaal en schroefelemen-ten.

OpmerkingRookgaskanalen belastingvrij en spanningsvrij aanslui-ten. Aansluitpunten van de rookgasbuis en de rook-gaskap moeten gasdicht zijn.

Rookgasbuis monteren

ØD

Ø10

2-3xØD

Afb. 8

1. Rookgasaansluiting met rookgasinstallatie metbehulp van rookgasbuis stromingstechnisch zogoed mogelijk aansluiten.

2. Meetopening (circa 10 mm 7) op een afstand vantwee- tot driemaal de doorsnede van de rookgas-buis achter de rookgasaansluitingen maken.

3. Rookgasbuis afdichten.

4. Rookgasbuis isoleren.

OpmerkingRookgasflens met tegenflens is optioneel verkrijg-baar.

Rookgasdiameter

Type M73BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9■ Binnen-7*5 mm 152 192 216 242 272 307 346 392 442■ Buiten-7*5 mm 160 200 224 250 280 315 354 400 450Tab. 11

*5 waarden zijn dezelfde voor ECO en zonder ECO.

Rookgaszijde aansluiten57

75 2

79 N

L

14

Type M75BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8Binnen-7 ■ Met ECO mm 442 442 490 550 620 620 700 790■ Zonder ECO mm 492 550 620 620 700 790 790 890Buiten-7 ■ Met ECO mm 450 450 500 560 630 630 710 800■ Zonder ECO mm 500 560 630 630 710 800 800 900Tab. 12

Type M75B - vervolgKetelafmetingen 9 A B C D E FBinnen-7 ■ Met ECO mm 790 890 890 890 990 990 990■ Zonder ECO mm 890 990 990 1110 1110 1110 1240Buiten-7 ■ Met ECO mm 800 900 900 900 1000 1000 1000■ Zonder ECO mm 900 1000 1000 1120 1120 1120 1250Tab. 13

Opmerking over condensaatafvoer■ De terugstroom van condensaat dat in het rookgas-

systeem in de ketel ontstaat, moet door passendemaatregelen (door installateur) worden vermeden(condensaatval).

■ De aftapaansluitingen voor het condensaat (KOA)(zie afb. 7 positie C) sluiten als deze niet gebruiktworden. Ze dienen om in de opstarttoestand hetoptredende condensaat af te voeren.

Kijkbuis monteren

Afb. 9

Kijkbuis zonder afdichtmiddel op de nippel schroeven.Het aanraken van de schuifhendel mag het kijkglasniet bewegen.

! OpgeletHete oppervlakken kunnen brandwonden ver-oorzaken.Schuiver in de kijkbuis slechts openen om devlam even te bekijken.Denk om uw veiligheid, evt. geschikte bescher-mende kleding dragen.

Brander monteren

Branderaansluiting voorbereiden

Als de meegeleverde branderplaat in de fabriek niet isvoorbereid, de vlampijpopening en bevestigingsgatenin de meegeleverde blindplaat aanbrengen.

Voor een correcte werking van de brander de vereistelengte van de vlambeker instellen.

Rookgaszijde aansluiten (vervolg)

5775

279

NL

15

Branderplaat monteren (indien afzonderlijk geleverd)

A BAfb. 10

Gebruiks- en servicehandleiding brander

Brander instellen

Randvoorwaarden

Tabelwaarden en gegevens hebben betrekking op devolgende randvoorwaarden:■ O2-gehalte

– bij aardgas 3,0 %– olie HBO I/II 3,0 %

■ Voedingswatertemperatuur 102 °C

■ 100 % Last■ Opstelhoogte < 500 m boven zeeniveau■ Verbrandingsluchttemperatuur 25 °C

Type M73BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9Nominale stoomcapaciteit*6 t/h 0,5 0,7 1,0 1,3 1,7 2,0 2,5 3,2 4,0Afmetingen vlampijp Diameter ■ gladde buis 7 bin-

nen min. d1 mm 468 508 556 581 631 656 706 756 806■ Lengte vlampijp a mm 1350 1500 2100 2170 2230 2300 2450 2850 3150Diepte keerkamer b mm 250 500Branderaansluitingen ■ Maximale vlambe-

ker7c mm 240 240 240 240 290 370 370 420 470

■ Min. vlambekerlengte e mm 315 360Volume vuurhaard(gemiddeld) ■ Vlampijp m³ 0,24 0,31 0,51 0,58 0,70 0,78 0,96 1,28 1,61■ Lengte vlampijp a en keerka-

mer b m³ 0,29 0,37 0,63 0,71 0,85 0,95 1,15 1,50 1,86Max. rookgasweerstand metaardgas*7

■ Met ECO 2 mbar 3,4 4,1 7,4 8,9 9,6 10,8 10,1 11,5 14,0

*6 De feitelijke stoomcapaciteit kan door de installatiespecifieke werkingsomstandigheden afwijken.*7 Bij 11 bar werkingsdruk

Brander monteren (vervolg)

5775

279

NL

16

Ketelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9■ Met ECO 1 mbar 3,5 4,0 7,4 8,8 9,4 10,0 9,8 10,9 12,3■ Zonder ECO mbar 3,7 4,2 9,1 10,8 11,4 12,7 13,1 14,2 13,8Max. rookgasweerstand metlichte huisbrandolie HBO I/II*7

■ Met ECO 2 mbar 3,1 3,8 6,8 8,2 9,0 8,0 9,4 10,7 13,2■ Met ECO 1 mbar 3,2 3,7 6,8 8,0 8,6 9,4 9,2 10,3 11,7■ Zonder ECO mbar 3,3 3,7 8,2 9,6 10,2 11,4 11,8 12,8 12,4Tab. 14

Type M75BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8Nominale stoomcapaciteit*6 t/h 5 6 7 8 10 12 14 16Afmetingen vlampijp Diameter ■ gladde buis 7 binnen

min. d1 mm 856 906 956 1006 1056 1206 1306 1406■ Ribbelbuis 7, binnen

min. d1 mm ― 900 950 1000 1050 1200 1300 1400Toepassingsgrens ■ gladde buis bar ― 16 16 13 13 10 10 8■ Lengte vlampijp a mm 3450 3775 4075 4400 4800 5125 5325 5525Diepte keerkamer b mm 500Branderaansluitingen ■ Maximale vlambeker7 c mm 520 520 590 590 590 710 810 910■ Min. vlambekerlengte e mm 360Volume vuurhaard(gemiddeld) ■ Vlampijp m³ 1,99 2,43 2,93 3,50 4,20 5,85 7,13 8.58■ Lengte vlampijp a en keerkamer

b m³ 2,27 2,76 3,28 3,89 4,64 6,43 7,80 9,35Max. rookgasweerstand metaardgas*7 ■ Met ECO 2 mbar 13,7 18,0 15,7 16,8 17,0 19,3 16,4 15,3■ Met ECO 1 mbar 11,4 16,1 17,2 18,5 15,2 17,2 14,9 13,5■ Zonder ECO mbar 14,9 18,2 18,4 19,1 17,8 17,6 16,9 16,8Max. rookgasweerstand met lich-te huisbrandolie HBO I/II*7 ■ Met ECO 2 mbar 12,8 16,9 14,5 15,6 15,9 17,9 15,2 14,2■ Met ECO 1 mbar 11,2 15,3 16,4 17,7 14,4 16,2 14,0 12,8■ Zonder ECO mbar 13,3 16,3 16,4 17,1 15,9 15,6 14,9 14,9Tab. 15

Type M75B - vervolgKetelafmetingen 9 A B C D E FNominale stoomcapaciteit*6 t/h 18 20 22 24 26 28 30Afmetingen vlampijp Diameter ■ gladde buis 7 binnen

min. d1 mm 1456 1556 1606 ― ― ― ―*7 Bij 11 bar werkingsdruk*6 De feitelijke stoomcapaciteit kan door de installatiespecifieke werkingsomstandigheden afwijken.

Brander instellen (vervolg)

5775

279

NL

17

Ketelafmetingen 9 A B C D E F■ Ribbelbuis 7 binnen

min. d1 mm 1450 1550 1600 1675 1750 1800 1830Toepassingsgrens ■ gladde buis bar 8 6 6 ― ― ― ―■ Lengte vlampijp a mm 5875 6175 6375 6640 6835 7025 7225Diepte keerkamer b mm 500Branderaansluitingen ■ Maximale vlambeker7 c mm 910 1010 1010 1100 1100 1200 1200■ Min. vlambekerlengte e mm 360Volume vuurhaard(gemiddeld) ■ Vlampijp m³ 9,78 11,74 12,91 14,63 16,44 17,88 19,00■ Lengte vlampijp a en keerkamer b m³ 10,61 12,69 13,93 15,73 17,64 19,15 20,32Max. rookgasweerstand met aard-gas*7

■ Met ECO 2 mbar 14,8 16,3 16,4 17,5 18,5 18,5 17,6■ Met ECO 1 mbar 14,3 15,6 15,6 16,5 17,5 17,7 16,8■ Zonder ECO mbar 17,4 17,7 18,0 16,8 17,4 17,9 17,0Max. rookgasweerstand met lichtehuisbrandolie HBO I/II*7

■ Met ECO 2 mbar 13,7 15,0 12,6 11,0 9,9 8,5 7,0■ Met ECO 1 mbar 13,1 13,8 11,3 9,9 8,9 7,7 6,3■ Zonder ECO mbar 15,4 14,1 11,7 8,8 7,8 6,9 5,6Tab. 16

d1

d2d1

c e

ba

Afb. 11 Afmeting vlampijp

OpmerkingGrootste gas-/oliedebiet van de brander op het ver-eiste max. nominale thermische vermogen van deketel instellen. Te berekenen aan de hand van hetketelrendement-diagram in de gegevensfiche

Type M73BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9Inhoud ketelwater ■ Totaal met ECO 2 m³ 1,79 2,18 3,25 3,90 4,47 5,02 5,79 7,22 8,75■ Totaal met ECO 1 m³ 1,78 2,17 3,24 3,88 4,45 5,00 5,77 7,20 8,74■ Totaal zonder ECO m³ 1,77 2,16 3,23 3,87 4,44 4,99 5,75 7,18 8,71■ Tot NW met ECO 2 m³ 1,54 1,76 2,80 3,35 3,73 4,18 4,74 6,02 7,09■ Tot NW met ECO 1 m³ 1,53 1,75 2,79 3,33 3,71 4,16 4,72 6,00 7,08■ Tot NW zonder ECO m³ 1,52 1,74 2,78 3,32 3,70 4,15 4,70 5,98 7,05Tab. 17

Type M75BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8Inhoud ketelwater ■ Totaal met ECO 2 m³ 10,61 11,78 13,64 15,80 18,45 21,39 24,60 28,59■ Totaal met ECO 1 m³ 10,58 11,76 13,59 15,75 18,41 21,35 24,54 28,52*7 Bij 11 bar werkingsdruk

Brander instellen (vervolg)

5775

279

NL

18

Ketelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8■ Totaal zonder ECO m³ 10,55 11,72 13,55 15,71 18,35 21,29 24,45 28,43■ Tot NW met ECO 2 m³ 8,73 9,73 11,27 13,51 15,29 17,03 19,45 23,63■ Tot NW met ECO 1 m³ 8,70 9,71 11,22 13,46 15,25 16,99 19,39 23,56■ Tot NW zonder ECO m³ 8,67 9,67 11,18 13,42 15,19 16,93 19,30 23,47Tab. 18

Type M75B - vervolgKetelafmetingen 9 A B C D E FInhoud ketelwater ■ Totaal met ECO 2 m³ 29,81 34,04 35,35 38,50 41,37 43,84 47,95■ Totaal met ECO 1 m³ 29,74 33,98 35,24 38,39 41,26 43,71 47,81■ Totaal zonder ECO m³ 29,63 33,86 35,13 38,27 41,14 43,57 47,66■ Tot NW met ECO 2 m³ 24,06 27,06 28,10 30,53 32,50 34,52 36,27■ Tot NW met ECO 1 m³ 23,99 27,00 27,99 30,42 32,39 34,39 36,13■ Tot NW zonder ECO m³ 23,88 26,88 27,88 30,30 32,27 34,25 35,98Tab. 19

Type M73BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9Rookgasvolume ■ Met ECO 2 m³ 0,58 0,72 1,43 1,60 1,89 2,11 2,56 3,18 4,00■ Met ECO 1 m³ 0,59 0,73 1,40 1,57 1,87 2,09 2,59 3,21 3,97■ Zonder ECO m³ 0,49 0,63 1,29 1,45 1,72 1,91 2,33 2,94 3,73Tab. 20

Type M75BKetelafmetingen 1 2 3 4 5 6 7 8Rookgasvolume ■ Met ECO 2 m³ 5,03 5,90 7,16 7,83 9,78 12,95 15,95 19,08■ Met ECO 1 m³ 5,04 5,90 7,01 7,67 9,85 13,02 16,06 19,19■ Zonder ECO m³ 4,66 5,53 6,61 7,24 9,16 12,27 14,96 18,00Tab. 21

Type M75B - vervolgKetelafmetingen 9 A B C D E FRookgasvolume ■ Met ECO 2 m³ 22,02 24,98 27,55 30,46 31,41 36,24 39,68■ Met ECO 1 m³ 22,13 25,08 27,73 30,64 33,60 36,46 39,92■ Zonder ECO m³ 20,70 23,50 25,80 28,60 31,40 33,90 36,90Tab. 22

Vaststelling van de branderbelasting

Vaststelling van de branderbelasting*8 met stoomcapaciteit en werkingsdrukGemiddelde waarden van alle ketels

*8 De branderbelasting voor werking met lichte huisbrandolie is vanaf ketelafmeting A zonder ECO en ketelafmeting B metECO 1 of ECO 2 beperkt tot 14 MW.

Brander instellen (vervolg)

5775

279

NL

19

Bepaling factor f

0,6655 7 9Werkdruk [bar]

B

C

A

11 13 15 17 19

Fact

or f

0,6750,6850,6950,7050,715

0,7350,7450,7550,765

0,725

Afb. 12 M75B

A Met ECO 2B Met ECO 1C Zonder ECO

Berekening van de branderbelasting

Branderbelasting in kW = factor f x stoomcapaciteit in kg/u

Voorbeeld:Stoomcapaciteit: 10000 kg/h M75B

1. Werking met ECO 2Factor f = 0,689 geeft een branderbelasting = 6890 kW, curve A bij 12 bar

2. Werking met ECO 1Factor f = 0,701 geeft een branderbelasting = 7010 kW, curve B bij 12 bar

3. Werking zonder ECOFactor f = 0,747 geeft een branderbelasting = 7470 kW, curve C bij 12 bar

Werkingsdruk: 12 bar

Volgens de eisen van EN 12953-3 en de afspraak stoomketel 003 (VDK 003) is in de volgende omstandighedeneen temperatuurbewaking van de vlampijp nodig:■ vrije diameter vlampijp bij gladde buizen resp. gemiddelde diameter vlampijp bij ribbelbuizen > 1800 mm■ Branderbelasting bij lichte huisbrandolie > 14 MW resp. bij aardgas > 18,2 MW

Voorts is een extra controle van de werkingsomstandigheden vereist als de vrije diameter van de vlampijp bijgladde buizen resp. de gemiddelde diameter van de vlampijp bij ribbelbuizen > 1433 mm is.

Inbedrijfstelling en afstelling

Servicehandleiding van de ketel en afzonderlijkedocumentatie

Brander instellen (vervolg)

5775

279

NL

20

Fabricant: Viessmann Industriekessel Mittenwalde GmbHBerliner Chaussee 3D-15479 MittenwaldeTelefoon: +49 33764 83-0Telefax: +49 33764 83-202www.viessmann.com

Vertegenw. door: Viessmann Nederland B.V.Lisbaan 82908 LN Capelle aan den IJsselTelefoon: +31 10-4584444Telefax: 31 10-4587072www.viessmann.nl 57

75 2

79 N

LTe

chni

sche

wijz

igin

gen

voor

beho

uden

.