MONITOR WONEN-Z

of 81 /81
voor Provincie Gelderland auteur Henk Nouws, Claasje Reijers Ruimte voor zorg bv Research en advies in wonen en zorg Postbus 2038, 3800 CA AMERSFOORT tel 033 - 465 54 51 fax 033 - 465 34 81 www.ruimtevoorzorg.nl 30 oktober 2013 MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2013 EINDRAPPORT

Embed Size (px)

Transcript of MONITOR WONEN-Z

Postbus 2038, 3800 CA AMERSFOORT
tel 033 - 465 54 51
fax 033 - 465 34 81
www.ruimtevoorzorg.nl
3 Van 2013 naar 2033.......................................................................... 7
3.1 Einde van de ouderdom ........................................................................ 7 3.2 Einde verzorgingshuis als fullservice-concept ........................................ 8 3.3 Einde van de kengetallen wonen en zorg .............................................. 8 3.4 Einde van de AWBZ ............................................................................ 11
4 Bevolkingsprognose 2013 - 2033 .................................................. 13
4.1 Waar vindt de vergrijzing plaats?........................................................ 15 4.2 Verschillen per gemeente ................................................................... 17
5 Prognose verblijf voor mensen met dementie 2013 - 2033 ........ 23
5.1 Prognose dementie............................................................................. 23 5.2 Stad en land....................................................................................... 25 5.3 Gemeenten ........................................................................................ 26 5.4 Behoefte aan verblijf .......................................................................... 29
6.1 Overzicht ........................................................................................... 33 6.2 Regionale capaciteit ........................................................................... 34 6.3 Lokale capaciteit ................................................................................ 35 6.4 Plannen.............................................................................................. 38 6.5 Eigendom vastgoed ............................................................................ 42 6.6 Bekostiging kleinschalig wonen........................................................... 43
7 Vraag versus aanbod zorg voor mensen met dementie............... 45
7.1 Provincie en regio’s ............................................................................ 45 7.2 Gemeenten ........................................................................................ 46 7.3 Witte vlekken ..................................................................................... 48 7.4 Meerzorg in verzorgingshuizen ........................................................... 48
8 Referentiecijfer woonzorg 2013 - 2033 ........................................ 51
8.1 Inleiding............................................................................................. 51 8.2 Behoefte aan geschikte woningen ....................................................... 53 8.3 Behoefte aan woonzorg ...................................................................... 54 8.4 Meerwaarde van woonzorg ................................................................. 57 8.5 Woonzorg versus huidig aanbod ......................................................... 58
9 Het potentieel aan vrijwilligers...................................................... 63
10 Toekomst verzorgingshuizen ......................................................... 67
10.1 Scheiden wonen en zorg? ................................................................... 67 10.2 Investeringen in het gebouw .............................................................. 69 10.3 Slopen of hergebruiken? ..................................................................... 70
11 Verantwoording............................................................................... 75
gemeenten ondersteunen met up-to-date informatie over de ontwikkeling van vraag en
aanbod van wonen met zorg voor ouderen.
“Wonen met zorg” is een samenhangend aanbod van een woning in combinatie met zorg:
verzorgingshuizen, verpleeghuizen, kleinschalige woongroepen, zorgvilla’s. Als bijproduct
is in dit onderzoek ook het aangrenzende aanbod seniorenwoningen geïnventariseerd.
De provincie Gelderland voert een stimulerend beleid voor zelfstandig wonen van oude-
ren. Ouderen willen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen en zelf de
regie houden over hun leven. Zorgaanbieders, woningcorporaties en gemeenten hebben
gezamenlijk de sleutel in handen om te voorzien in die vraag van ouderen.
Informatie
De informatie in de monitor, bestaat uit twee delen: een bevolkingsprognose en daaraan
gekoppelde vraagprognose, en een inventarisatie van het huidige en toekomstige aanbod
van wonen met zorg. De inventarisatie heeft plaatsgevonden door alle zorgaanbieders te
vragen naar hun huidige capaciteit en de plannen die zij hebben voor de komende jaren.
Omdat de onderwerpen scheiden wonen en zorg en transformatie van verzorgingshuizen
actueel zijn, zijn ook vragen gesteld over hoe men aankijkt tegen de toekomst van de
eigen verzorgingshuizen.
De monitor maakt een inschatting van de behoefte aan verpleeghuisplaatsen / kleinscha-
lig wonen voor de periode 2013 – 2033.
Met het verdwijnen van de verzorgingshuizen oude stijl, ontstaat er ruimte voor een
nieuw soort woonzorgvoorziening, een waarbij de bewoners zelf betalen voor hun huur
en de service. De monitor maakt ook een inschatting van deze behoefte aan deze nieuwe
woonzorgvoorzieningen – “woonzorg” - die overigens hun plek kunnen hebben binnen de
muren van het verzorgingshuis.
Deze rapportage wil organisaties en beleidsmakers ondersteunen met cijfers over vraag
en aanbod, en bevat daarom veel tabellen.
De vraag- en aanbodcijfers zijn ook beschikbaar op het niveau van de individuele woon-
kern, dus fijnmaziger dan het gemeenteniveau. Hierdoor kan iedereen die zich bezig-
houdt met wonen en zorg in een bepaalde woonkern over cijfers beschikken.
Waarschuwing
De cijfers zijn met zorg samengeteld. De enquête onder zorgaanbieders heeft een res-
pons van 90% op locatieniveau. De ontbrekende locaties zijn zo goed mogelijk met be-
hulp van openbare informatie aangevuld. De enquête is een momentopname. Plannen
worden gemaakt en weer geschrapt. Cijfers zijn handig, maar vervangen niet de dialoog.
Ruimte voor zorg 2
Ruimte voor zorg 3
Het einde van de ouderdom
Er is geen scheidslijn meer tussen jong en oud. Mensen die stoppen met werken,
vinden zichzelf niet oud. Zij gaan door met hun leven een zinvolle inhoud te geven.
Hun woonwensen kunnen begrepen worden vanuit gewone woningmarktmotieven.
Het verzorgingshuis oude stijl houdt op te bestaan
Zorgaanbieders zijn van plan hun verzorgingshuis op een nieuwe manier aan te bie-
den, om aan de vraag naar wonen met zorg te kunnen voldoen. Deze nieuwe manier
houdt in dat de nieuwe bewoners zelf de huisvesting en de diensten betalen die
voorheen door de AWBZ werden vergoed. Er zal meer maatwerk zijn.
Eenvoudig begrippenkader: wonen, woonzorg, verblijf
De planologische kengetallen wonen en zorg die berekenden hoeveel woon- en zorg-
voorzieningen er nodig zijn, voorspellen de toekomst niet goed doordat de regels en
de voorkeuren van ouderen zijn veranderd. Het is tijd om de terminologie te veran-
deren. Een eenvoudige driedeling volstaat: gewoon wonen, woonzorg en verblijf.
Het overgrote deel van de ouderen zal thuis blijven wonen
Veel meer ouderen – ook niet-vitale 85-plussers – zullen langer thuis blijven wonen.
Weinigen zullen geconcentreerd wonen in woonservicegebieden of woonzorgvoorzie-
ningen. Velen zullen verspreid wonen in alle hoeken van de provincie. Zij zullen thuis
proberen om te gaan met hun beperkingen, met hun chronische ziekten, tot het echt
niet anders kan. Deze grens zal de een verder oprekken dan de ander.
Deze realiteit vraagt van beleidsmakers een nieuwe mindset: minder denken in vast-
goed, meer denken in breed beschikbare flexibele arrangementen, maatwerk, in alle
hoeken van de provincie.
Dit gegeven vraagt samenwerking tussen cure en care, tussen eerste en tweede lijn
en ziekenhuis, tussen wonen, welzijn en zorg, tussen zorgverzekeraar en gemeente.
2.2 BEVOLKINGSONTWIKKELING
Bevolking Gelderland groeit de komende 20 jaar met 50-duizend personen
De bevolkingsgroei van Gelderland is gering: 50-duizend personen op een totaal van
2-miljoen inwoners in twintig jaar.
Het aantal 85-plussers verdubbelt in 20 jaar
In dezelfde periode neemt het aantal 85-plussers – de groep senioren die het meeste
te maken heeft met gezondheidsproblemen en beperkingen – toe van 39-duizend tot
83-duizend. Hun aandeel in de totale bevolking stijgt van 2% naar 4%. Het aandeel
65-plussers stijgt van 17% naar 27%.
Ruimte voor zorg 4
Vooral het platteland en de dorpen vergrijzen
De vergrijzing op het platteland en in de dorpen zal groter zijn dan in de steden en
grotere plaatsen. Het aandeel 75-plussers in de kleine kernen (minder dan 6-duizend
inwoners) groeit van 7% naar 15%. In de steden (Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn)
groeit het van 7% naar 10%.
Voorzieningen voor ouderen zijn voornamelijk beschikbaar in de steden en grotere
woonplaatsen, en niet in de kleine dorpen waar de vergrijzing het grootst is.
De Achterhoek is in 2033 de meest vergrijsde regio
De bevolkingsontwikkeling verschilt van gemeente tot gemeente, regio tot regio. De
Achterhoek zal in 2033 de meest vergrijsde regio zijn als gevolg van een combinatie
van ontgroening en vergrijzing.
Groei van dementie is 86% in 20 jaar
In 2033 zullen er 86% meer mensen met dementie zijn dan in 2013. De groei ver-
schilt van regio tot regio. In Rivierenland neemt het aantal het meest toe in deze
twintig jaar.
Dementie groeit het sterkst in de kleine kernen
De toename van het aantal mensen met dementie is het sterkst in de kleine kernen:
109%, en het minst in de drie grote steden: 63%.
2.4 BEHOEFTE AAN VERBLIJF VOOR MENSEN MET DEMENTIE
In twintig jaar tijd zijn 5-duizend extra plaatsen nodig voor mensen met dementie
De behoefte aan verblijfsplaatsen voor mensen met dementie neemt tussen 2013 en
2033 toe van 6.433 tot 11.969.
Aanbod houdt groei bij
De komende jaren zal het aanbod van plaatsen voor mensen met dementie voldoen-
de zijn voor de stijgende vraag. Tegenover de huidige vraag van 6.433 plaatsen,
staat een capaciteit in verpleeghuizen en kleinschalige projecten van 7.276 plaatsen.
In 2023 is de vraag 8.613 plaatsen, en het aanbod zal zijn gegroeid, als alle plannen
kunnen worden gerealiseerd, tot 8.975 plaatsen. Het is onzeker of al deze plannen
kunnen worden gerealiseerd. Kijken we nog verder in de toekomst, naar 2033, dan
zijn er nog 2.993 plaatsen extra nodig.
Kleinschalig wonen voor mensen met dementie in de lift
Het huidige aanbod voor mensen met dementie bestaat voor 59% uit plaatsen in
kleinschalige projecten en voor 41% uit traditionele verpleeghuisplaatsen. De uitbrei-
dingsplannen van de zorgaanbieders zijn overwegend kleinschalig van aard. Als alle
plannen zijn gerealiseerd, zal het kleinschalige aanbod 67% zijn van het totaal.
25 witte vlekken
Ruimte voor zorg 5
In 2018 zijn er 25 woonplaatsen in de provincie waar geen aanbod is en waar be-
hoefte is aan een kleinschalig project van 12 plaatsen of meer (witte vlekken). Daar-
naast zijn er 14 woonplaatsen waar al aanbod is en waar een tekort in het aanbod is
van 12 plaatsen of meer (grijze vlekken).
2.5 WOONZORG
Bijna 6-duizend personen hebben behoefte aan wonen met zorg in 2013
De theoretische behoefte aan woonzorg – woonvormen met een onderscheidende
hoeveelheid extra zorg en zekerheid ten opzichte van gewoon wonen – is 5.847 per-
sonen in 2013. De behoefte groeit tot ruim 11-duizend personen in 2033.
Thuis kan goed alternatief zijn voor woonzorg
Het is niet zeker of ouderen zullen verhuizen naar een woning met zorg. Als zij goede
thuiszorg krijgen, als er een goed sociaal steunsysteem is, en als zij al in geschikte
woningen wonen, dan zal de behoefte om te verhuizen naar woonzorg minder zijn.
Voldoende vastgoed woonzorg
Tegenover de “vraag” naar woonzorg (5.852 plaatsen), staat een aanbod van op dit
moment 8.944 verzorgingshuisplaatsen en 9.036 aanleunwoningen. Daarnaast zijn er
nog 1.066 meerzorgplaatsen in verzorgingshuizen. Bij elkaar is het aanbod 17.980
plaatsen. Cijfermatig is er voldoende vastgoed voor wonen en zorg. Maar kwalitatief
is niet zeker of dit vastgoed past bij de vraag van senioren. De toekomst moet dat
uitwijzen. In 2018 is het aanbod veel lager – 15.211 – door sluiting van verzorgings-
huizen, en de behoefte woonzorg is gestegen naar 6.803 plaatsen.
“Vraag” staat tussen aanhalingstekens omdat het feitelijke gedrag van ouderen sterk
zal worden beïnvloed door de kwaliteit van de thuiszorg, de beschikbaarheid van een
sociaal steunsysteem, en de geschiktheid van de woning waar men nu woont.
Capaciteit verzorgingshuizen daalt van 10-duizend naar 6-duizend
Op dit moment zijn er 10.010 verzorgingshuisplaatsen in Gelderland, inclusief meer-
zorgplaatsen. Dit intramurale aanbod zal de komende jaren dalen tot 6.201 plaatsen,
als alle plannen van de zorgaanbieders worden gerealiseerd. In de jaren daarna kan
deze daling zich doorzetten, afhankelijk van de plannen die zorgaanbieders de ko-
mende tijd ontwikkelen.
Potentieel aan vrijwilligers halveert in 20 jaar
Veel vrijwilligers zijn jonge ouderen, 55-75-jaar. Op dit moment zijn er voor ieder
85-plusser in de provincie 12 mensen beschikbaar tussen de 55 en 75 jaar. Dit vrij-
willigerspotentieel halveert de komende twintig jaar. In 2033 zijn er nog maar 6 55-
75-jarigen voor iedere 85-plusser.
Ruimte voor zorg 6
Zorgaanbieders introduceren scheiden wonen en zorg in verzorgingshuizen
In meer dan 70% van de huidige verzorgingshuizen willen de zorgaanbieders schei-
den wonen en zorg gaan aanbieden. Ouderen kunnen daar komen wonen zonder CIZ
indicatie. Zij betalen de huisvesting en de diensten uit eigen portemonnee, en krijgen
de zorg vergoedt uit de AWBZ.
Sluiting van verzorgingshuizen (nog) niet aan de orde
Nog geen 10% van de verzorgingshuizen denkt op dit moment aan sluiting in ant-
woord op de kabinetsplannen.
Investeringen nodig om verzorgingshuizen klaar te maken voor de toekomst
70% van de verzorgingshuizen denkt dat ingrijpende aanpassingen, sloop en nieuw-
bouw nodig zijn om het huis klaar te maken voor de toekomst.
Verzorgingshuizen in 2018 voor 84% benut voor PG en woonzorg
De verzorgingshuiscapaciteit zal in 2018 voor 84% benut kunnen zijn voor verpleeg-
huiszorg voor mensen met dementie en voor wonen met zorg op basis van het prin-
cipe scheiden wonen en zorg.
Ruimte voor zorg 7
3 VAN 2013 NAAR 2033
Wie anno 2013 kijkt naar vraag en aanbod op het gebied van wonen en zorg, ziet dat
alles in beweging is. De toekomst is onduidelijk, maar zal niet zijn wat het vandaag de
dag is.
3.1 EINDE VAN DE OUDERDOM
De ouderen van nu, zijn niet meer zoals de ouderen van vroeger. En die van de toekomst
vast niet zoals die van vandaag.
Mensen die in onze tijd uit het werkzame leven stappen, vinden zichzelf niet oud. Zij
gaan door met hun leven een zinvolle inhoud te geven. Ziekten en beperkingen zijn be-
lemmeringen die men oplost, maar zijn geen redenen om zich oud te voelen. Het einde
van de ouderdom.
Aan ziekte en zorg kleeft het stigma van uitgerangeerd zijn. Dat is niet wat de meeste
mensen willen. Toegeven aan zorg, aan hulp, wordt vaak gevoeld als het opgeven van de
zelfstandigheid: andere mensen gaan het voor je bepalen; hun verantwoordelijkheid telt
zwaarder dan jouw wens.
Het aantal mensen boven de 85 zal de komende 20 jaar verdubbelen. Velen zullen te
maken hebben met meervoudige chronische ziekten. Deze 85-plussers, met hun ge-
schiedenis van specialistische ingrepen en verpleegkundige nabehandelingen, gaan de
nieuwe toekomst testen: hoe lang gaat het goed, alleen, thuis? Waar trekt de samenle-
ving een grens?
Het besluit om te verhuizen naar een omgeving met veel zorg, is vrijwel altijd een nood-
oplossing, een stap die vaak wordt gezet op aandringen van kinderen en hulpverleners.
Mensen geven zich niet graag over aan hun belemmeringen en gezondheidsproblemen.
Als het even kan, zoeken ze liever een oplossing in de eigen vertrouwde omgeving.
Natuurlijk wordt er ook door senioren veel verhuisd. In deze jaren van crisis misschien
iets minder, omdat het lastig is een woning te verkopen. Als senioren verhuizen, kan dit
het beste begrepen worden vanuit gewone woningmarktmechanismen en verhuismotie-
ven, zoals die voor iedereen gelden, jong en oud. Senioren hebben bepaalde voorkeuren,
natuurlijk: een gelijkvloerse woning bijvoorbeeld, een bepaalde vestigingsplaats, niet te
groot maar ook niet te klein. Men sorteert ook voor op de ouderdom: een geschikte w o-
ning, dicht bij voorzieningen. De diversiteit in woonwensen is enorm, en de afweging
kosten-kwaliteit speelt voor iedereen. Daarin verschillen jongeren en ouderen niet van
elkaar.
Naarmate de leeftijd stijgt en de problemen toenemen, houden mensen sterker vast aan
het bekende, en wordt de drempel om te verhuizen groter. Verhuizen betekent vaak een
streep door de continuïteit van het alledaagse leven, het vertrouwde ritme dat helpt de
eindjes aan elkaar te knopen. De meerwaarde van de verhuizing dient groot te zijn, wil
men dit alles opzij durven zetten.
Ruimte voor zorg 8
3.2 EINDE VERZORGINGSHUIS ALS FULLSERVICE-CONCEPT
Met het einde van het verzorgingshuis – op dit moment worden de lagere indicaties voor
verzorgingshuiszorg afgeschaft - eindigt ook een fullservice-concept. Behalve zorg en
zekerheid, verschafte het verzorgingshuis immers ook allerlei gemakken zoals maaltij-
den, wasservice, activiteiten enzovoorts.
In de toekomst kunnen ouderen nog steeds naar het verzorgingshuis, maar vinden daar
geen collectief betaald fullservice-arrangement. Men zal wonen en diensten uit eigen zak
betalen: scheiden wonen en zorg. Uit dit onderzoek blijkt dat veel organisaties scheiden
wonen en zorg serieus onderzoeken en gaan implementeren. Een fullservice-
arrangement zal voor de meeste mensen te kostbaar zijn en daarom worden omgezet
naar maatwerk.
De vraag is nu wat hiervan het effect zal zijn op het verhuisgedrag van senioren. Stond
bij een verhuizing naar het verzorgingshuis de zorg en de zekerheid voorop? Of de se r-
vice? Stel het eerste, persoonlijke verzorging en zekerheid: dan zullen mensen geen pro-
bleem hebben met het wegvallen van de flankerende diensten en nog steeds willen ve r-
huizen naar het verzorgingshuis. Stel dat het tweede de doorslag gaf, de huishoudelijke
hulp, maaltijden, activiteiten en andere diensten: dan biedt scheiden van wonen en zorg,
waar dit allemaal nog slechts zeer beperkt mogelijk is gegeven iemands bestedingsruim-
te, weinig meerwaarde ten opzichte van thuis blijven wonen.
Het is moeilijk in te schatten hoe ouderen en hun mantelzorgers gaan reageren op het
verdwijnen van het verzorgingshuis. Dit onderzoek heeft een poging gedaan om de om-
vang van de groep ouderen te berekenen die interesse heeft in de combinatie van wonen
mét zorg “woonzorg”. Maar of zij inderdaad gaan verhuizen, is niet gezegd. Het nieuwe
concept moet voldoende meerwaarde hebben, dus meer kunnen bieden dan wat thuis
mogelijk is. Véél meer, want verhuizen is een flinke opgave voor iemand die oud is, de
veranderingen niet kan overzien, de eigen omgeving vaarwel zal zeggen, de continuïteit
van het dagelijks leven zal opgeven; dat doe je niet lichtzinnig. Er zullen ongetwijfeld
ouderen zijn die willen verhuizen naar een omgeving waar wonen en zorg gekoppeld zijn.
Maar anderen zullen die stap niet zetten, omdat de thuiszorg goed is, omdat zij veel
steun ervaren uit hun omgeving, omdat zij al in een geschikte woning wonen nabij voo r-
zieningen.
3.3 EINDE VAN DE KENGETALLEN WONEN EN ZORG
Sinds ongeveer tien jaar wordt er gewerkt met toekomstscenario’s en planologische ken-
getallen wonen en zorg, die de vraag voorspellen. “De planologische kengetallen zijn
bedoeld als hulpmiddel voor woon- en zorgaanbieders, gemeenten en provincies die de
toekomstige behoefte aan woon- en zorgvoorzieningen willen inschatten. Dit is van be-
lang als onderlegger voor een ruimtelijk plan of voor een meerjaren investeringsplan”1.
Deze kengetallen hebben de afgelopen jaren hun waarde bewezen. Ze hebben bijgedra-
gen aan een visie op de markt en het bepalen van de bijbehorende woonvormen en wo-
1 A edes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg: Toekomstscenario’s en planologische kengetallen wonen en zorg’.
Utrecht, mei 2004
ningaantallen. Het aanbod werd beschreven in termen van beschermd wonen, verzorgd
wonen en levensloopbestendig wonen.
Een voorbeeld. Voor de gemeente Doesburg betekenen deze kengetallen (presto scena-
rio) het volgende voor het jaar 2015:
27 plaatsen verzorgingshuis
27 plaatsen kleinschalig groepswonen PG
33 plaatsen beschut wonen voor ouderen
175 plaatsen woonzorgcomplex
Anno 2013 zijn deze kengetallen, vanwege de veranderde omstandigheden, niet langer
bruikbaar.
De voorspellingen voor de vraag naar verblijf zwaar (het verpleeghuis en kleinschalig
groepswonen) zijn nog steeds valide. De voorspellingen voor het verzorgingshuis niet
meer: het verzorgingshuis verdwijnt als fullservice-concept.
De voorspellingen voor het woonzorgcomplex zijn evenmin valide. Het woonzorgcomplex
is een serviceconcept, net als het verzorgingshuis en de serviceflat. In de praktijk zijn
mensen nauwelijks bereid om te betalen voor een collectief aanbod; liever diensten op
maat en betalen wat je afneemt. Daardoor zijn collectieve serviceconcepten, opgebracht
door bewoners zelf lastig te exploiteren, tenzij er voldoende schaalgrootte is.
De voorspellingen voor aanpasbare woningen zijn niet valide. Het bouwen van woningen
voor mensen met beperkingen veronderstelt dat deze mensen naar precies díe woningen
gaan verhuizen die passen bij hun handicap. Maar áls ouderen al willen verhuizen, dan
hebben zij nog wel wat meer noten op hun zang dan alleen de geschiktheid van de wo-
ning: prijs, locatie, uitstraling, vestigingsplaats, etc.. De match tussen mensen met be-
perkingen en woningen met oplossingen is beperkt en het bouwen van specifieke ge-
schikte woningen voor ouderen is als een schot hagel.
De kengetallen voldoen dus niet voor de toekomst. Het is beter om de markt te bezien in
frisse, eenvoudige termen:
Wonen
De meeste ouderen willen gewoon wonen, in alle denkbare vormen en variaties. De
wensen van ouderen zijn net zo divers als die van jongeren. Er is geen apart ou-
derensegment in de woningmarkt. Natuurlijk zijn er woonvormen die beter aanslaan
bij ouderen, net als er woonvormen zijn die beter aanslaan bij jonge gezinnen. Toe-
gankelijkheid en doorgankelijkheid kunnen het beste worden verbeterd (al dan niet
op maat) bínnen de reguliere voorraad. De vraag naar specifieke woonvormen voor
ouderen, gelabeld voor ouderen, is niet vanzelfsprekend.
Woonzorg
Mensen die echt niet meer zelfstandig in de eigen vertrouwde omgeving kunnen wo-
nen (“wie bepaalt dat?”), die toezicht nodig hebben, en hulp bij het organiseren van
het dageijkse leven, zoeken een oplossing die duidelijk meerwaarde heeft boven de
huidige woonsituatie. Woonzorg is een verzamelbegrip voor woonvormen met een
Ruimte voor zorg 10
onderscheidende hoeveelheid extra zorg en zekerheid. Het is onzeker hoe groot deze
behoefte is. In dit onderzoek is een eerste inschatting gemaakt van de behoefte aan
woonzorg: een bovengrens. Verschillende omgevingsfactoren – thuiszorg, vangnet,
kwaliteit huidige woning en woonomgeving - bepalen mede de vraag. woonzorg is
een containerbegrip voor een verder zeer gedifferentieerd aanbod.
Verblijf
Verblijf kan de oplossing zijn voor mensen die vanwege hun ziekte en beperkingen,
vaak in combinatie met een regieprobleem, intensieve zorg nodig hebben. Een goed
voorbeeld is de ziekte Alzheimer en andere vormen van dementie die het in een be-
paalde fase onmogelijk maken om nog langer zelfstandig thuis te wonen.
De indeling in drie segmenten is eenvoudig. Aar het vertalen ervan in concrete bouw- en
aanpassingsopgaven is lastig. Een concrete voorspelling voor het verblijfssegment is mo-
gelijk. Een modelmatige voorspelling voor het woonzorg segment is al een stuk lastiger.
Het modelmatig voorspellen van de behoefte aan woningen voor ouderen is erg ambit i-
eus. Het beste is toch om een onderzoek naar de behoefte lokaal in te steken en dan
rekening te houden met alle lokale variabelen.
De paradox is dat de sterke vergrijzing, de sterke toename van het aantal mensen met
meervoudige chronische ziekten, de toename van behandelmogelijkheden, de verschui-
vingen van tweede lijn naar eerste lijn, niet zullen leiden tot evenredig meer vraag naar
woonzorgoplossingen. Het overgrote deel van de ouderen zal binnen de reguliere wo-
ningvoorraad proberen levensvragen en dromen te blijven verwezenlijken, en verhuizen
naar woonzorg zal een uitzondering blijven, of misschien tragischerwijze de route voor de
laatste maanden van het leven zijn.
Ruimte voor zorg 11
3.4 EINDE VAN DE AWBZ
De transformatie van de AWBZ is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. In
het eerste decennium van de 21e eeuw werd nog verwacht dat marktprikkels en verdere
professionalisering de zorguitgaven zouden kunnen indammen. Dat is niet gelukt. Nu is
het beeld dat de wet zelf op de schop moet.
Op dit moment, anno 2013, is het de bedoeling dat gemeenten een deel van de zorg die
nu in de AWBZ geregeld is, gaan overnemen. De huishoudelijke zorg is al onderdeel van
de WMO, Wet maatschappelijke ondersteuning en begeleiding en verzorging thuis komen
daar waarschijnlijk bij. Het budget wordt begrensd en gemeenten mogen keuzes maken;
zij kunnen in de toekomst dus kiezen voor een brede (iedereen een beetje) of een smalle
(alleen de zwaarste gevallen) aanpak.
Een ander deel van de AWBZ wordt stopgezet, zoals bijvoorbeeld het verzorgingshuis.
Nog weer een deel van de huidige AWBZ zorg kan worden overgeheveld naar de zorgver-
zekeraars zoals revalidatie en wijkverpleging, en dit proces is gaande.
Tot slot blijft een stuk zware intramurale zorg overeind, voor mensen die intensieve zorg
en toezicht nodig hebben. Deze intramurale zorg wordt gezien als een fullservice-concept
– dus wonen, verblijf en zorg als integraal aanbod – maar mogelijk blijft de zorgcompo-
nent ook bereikbaar als PGB, persoonsgebonden budget. Burgers kunnen met een PGB
de zorg vergoed krijgen en huisvesting en verblijf uit eigen zak betalen.
Het systeem krijgt meer prijsprikkels: mensen met een hoger inkomen en vermogen,
betalen een hogere eigen bijdrage. Ook gemeenten mogen hun hulp inkomensafhankelijk
maken. Dit zal het beroep op zorg naar verwachting verder indammen.
Als de plannen in deze vorm doorgaan, zullen gemeenten veel verantwoordelijkheid gaan
dragen voor de zorg. Zij bereiden zich voor op deze nieuwe rol. Belangrijke uitgangspun-
ten van dit moment zijn eigen verantwoordelijkheid, burgerparticipatie, wijkaanpak, inte-
graliteit van de oplossingen. Gemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties tasten af
hoe zij hun rollen de komende jaren, in dit veranderende landschap, kunnen invullen.
Ruimte voor zorg 12
Ruimte voor zorg 13
4 BEVOLKINGSPROGNOSE 2013 - 2033
Provincie Gelderland heeft medio 2013 nieuwe bevolkingscijfers gepubliceerd, gebaseerd
op het Primos model. De cijfers laten zien dat de bevolking van Gelderland de komende
twintig jaar licht blijft groeien, 50-duizend inwoners er bij op een totaal van 2-miljoen.
Tabel 1 Bevolkingsontwikkeling provincie Gelderland 2013 – 2033 (bron: provincie
Gelderland / Primos)
0-4 106.923 104.436 106.523 108.484 108.787
5-9 116.594 108.911 106.537 108.633 110.823
10-14 128.881 117.856 110.222 108.283 110.475
15-19 124.691 129.085 118.059 110.978 109.509
20-24 122.221 121.328 125.459 115.786 110.061
25-29 112.066 118.477 116.867 121.022 112.550
30-34 111.823 113.397 119.009 117.750 122.262
35-39 117.710 113.507 114.605 120.455 119.449
40-44 151.355 118.729 114.108 115.478 121.453
45-49 156.079 150.387 118.594 114.001 115.540
50-54 151.103 154.330 148.828 117.925 113.381
55-59 136.927 148.616 151.761 146.676 116.536
60-64 129.838 133.167 144.680 148.000 143.302
65-69 116.674 123.752 127.380 138.630 142.300
70-74 83.159 108.736 115.797 119.863 130.877
75-79 63.779 73.724 97.727 104.384 108.594
80-84 46.822 51.010 59.846 80.577 86.066
85-89 26.831 30.983 34.390 41.079 56.597
90-94 10.168 12.593 15.212 17.159 20.778
95+ 2.233 3.191 4.072 5.024 5.794
2.015.877 2.036.215 2.049.676 2.060.187 2.065.134
Figuur 1 Bevolkingsontwikkeling provincie Gelderland 2013 – 2033
Ruimte voor zorg 14
In de regio’s Achterhoek, Rivierenland en Stedendriehoek gaat de bevolking in absolute
aantallen achteruit.
Tabel 2 Toename / afname bevolking, 75-plus, 85-plus, tussen 2013 en 2033
totaal 75+ 85+
abs % abs % abs %
De Vallei 33.936 14% 16.849 97% 5.536 122%
Noord-Veluwe 13.805 7% 13.233 88% 5.280 136%
Rivierenland -733 0% 15.903 109% 5.032 139%
Stadsregio 19.193 3% 44.648 83% 14.832 106%
Stedendriehoek -4.462 -1% 20.812 77% 7.496 101%
De bewoners van Gelderland krijgen niet zoveel kinderen, de jonge bevolking krimpt. De
naoorlogse geboortegolf zorgt voor een forse toename van het aantal ouderen. Op dit
moment is 17% van de Gelderse bevolking ouder dan 65 jaar. Over twintig jaar zal dit
aandeel zijn gestegen tot 27%.
In diezelfde periode neemt het aandeel 75-plussers toe van 7% tot 13%, van 150.000
naar 280.000 personen. Het aantal 85-plussers verdubbelt ruimt: van 39.000 tot 83.000
personen.
Figuur 2 Aandeel ouderen in de bevolkingsontwikkeling provincie Gelderland 2013 –
2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 149.833 171.501 211.247 248.223 277.829
Achterhoek 22.160 25.147 30.126 34.881 38.711
De Vallei 17.410 20.466 25.601 30.200 34.259
Noord-Veluwe 15.096 17.563 21.748 25.288 28.329
Rivierenland 14.594 17.139 22.376 27.050 30.497
Stadsregio 53.715 61.060 74.410 87.684 98.363
Stedendriehoek 26.858 30.126 36.986 43.120 47.670
Tabel 4 Ontwikkeling aantal 85-plussers, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 39.232 46.767 53.674 63.262 83.169
Achterhoek 5.859 6.953 7.858 9.163 11.620
De Vallei 4.536 5.406 6.243 7.598 10.072
Noord-Veluwe 3.883 4.915 5.865 6.997 9.163
Rivierenland 3.608 4.315 5.031 6.217 8.640
Stadsregio 13.946 16.544 18.961 21.965 28.778
Stedendriehoek 7.400 8.634 9.716 11.322 14.896
Tabel 5 Aandeel 65-plus, 75-plus, 85-plus op totale bevolking, 2013 - 2033
2013 2033
Provincie 17% 7% 2% 27% 13% 4%
Achterhoek 19% 8% 2% 31% 15% 5%
De Vallei 16% 7% 2% 23% 12% 4%
Noord-Veluwe 18% 8% 2% 26% 13% 4%
Rivierenland 16% 6% 2% 26% 13% 4%
Stadsregio 17% 7% 2% 26% 13% 4%
Stedendriehoek 20% 9% 2% 30% 15% 5%
4.1 WAAR VINDT DE VERGRIJZING PLAATS?
De vergrijzing vindt voor het belangrijkste deel plaats op het platteland en in de kleine
kernen. Deze kernen krimpen in inwonersaantal, maar de ouderen blijven: ontgroening
en vergrijzing. In de grote kernen en steden wast de jonge bevolking nog enigszins aan,
wat zorgt voor een lichte bevolkingsgroei. Enkele middelgrote kernen hebben de komen-
de jaren ruimte voor woningbouw, waardoor ook daar de bevolking kan blijven groeien.
Ruimte voor zorg 16
Quintielen
Om het bovenstaande te illustreren, zijn de 270 Gelderse woonkernen / steden in vijf
groepen verdeeld die ongeveer gelijk zijn in bevolkingsomvang (2013).
Tabel 6 Verdeling van de kernen in Gelderland in vijf even grote groepen
groter of gelijk aan kleiner dan aantal Populatie 2013
Kleine kernen 76 5.879 192 396.820
Middelkleine kernen 5.879 13.008 43 397.652
Middelgrote kernen 13.008 27.873 22 393.430
Grote kernen 27.873 138.523 10 372.580
Steden 138.523 166.452 3 455.876
Het resultaat is te zien in onderstaande tabel. Zowel in de kleine kernen als in de grote
kernen en steden neemt het aantal 75-plussers toe. De toename is in de kleine kernen
groter.
2013 2033
75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel
Provincie 149.833 7% 39.232 2% 277.829 13% 83.169 4%
Achterhoek 22.160 8% 5.859 2% 38.711 15% 11.620 5%
De Vallei 17.410 7% 4.536 2% 34.259 12% 10.072 4%
Noord-Veluwe 15.096 8% 3.883 2% 28.329 13% 9.163 4%
Rivierenland 14.594 6% 3.608 2% 30.497 13% 8.640 4%
Stadsregio 53.715 7% 13.946 2% 98.363 13% 28.778 4%
Stedendriehoek 26.858 9% 7.400 2% 47.670 15% 14.896 5%
Doordat het aantal ouderen in de kleinere kernen sneller toeneemt, zal over 20 jaar een
groter deel van het aantal 75-plussers in deze kleine kernen wonen.
Tabel 8 Bevolkingsgroei en vergrijzing naar type kern, 2013 - 2033
2013 2033
75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel
Kleine kernen 28.986 7% 6.985 2% 59.118 15% 17.680 4%
Middelkleine kernen 32.284 8% 8.310 2% 59.217 15% 18.622 5%
Middelgrote kernen 32.074 8% 8.297 2% 58.314 15% 17.594 4%
Grote kernen 26.160 7% 7.140 2% 50.373 13% 14.620 4%
Steden 30.345 7% 8.505 2% 50.853 10% 14.665 3%
Daar waar de komende decennia de vergrijzing het meest toeslaat, is in het verleden de
minste capaciteit aan woonzorgvoorzieningen gebouwd.
Ruimte voor zorg 17
4.2 VERSCHILLEN PER GEMEENTE
Hierboven is aangegeven dat de regio’s in Gelderland zich verschillend ontwikkelen. De
Achterhoek zal over 20 jaar de meest vergrijsde regio zijn. Hier daalt het aantal inwoners
met 12-duizend. Het aantal ouderen in de Achterhoek stijgt niet eens zo snel: minder
snel dan in de andere regio’s. Maar juist de bevolkingskrimp zorgt er voor dat er relatief
veel ouderen op het totale inwonertal zullen zijn.
Een regio als De Vallei ontwikkelt zich omgekeerd. De totale bevolking groeit met 34-
duizend personen. De groei van het aantal ouderen is ook fors, maar doordat ook de
jongere bevolking groeit, wordt deze vergrijzing als het ware geabsorbeerd.
De verschillen per gemeente zijn nog veel uiteenlopender. We zullen dit in de komende
tabellen op drie manieren illustreren. Allereerst de ontwikkeling van de totale bevolking
per gemeente. Daarna het aandeel van de oudere bevolking in het totaal. En tot slot de
absolute en percentuele toename van het aantal ouderen.
Ruimte voor zorg 18
Tabel 9 Ontwikkeling totale bevolking 2013 – 2033, absoluut
2013 2018 2023 2028 2033 Aalten 27.350 27.531 27.860 28.140 28.063 Apeldoorn 156.995 157.380 157.460 157.342 156.790 Arnhem 150.902 157.569 162.456 166.192 168.084 Barneveld 53.977 56.240 58.531 60.673 62.295 Berkelland 44.758 43.807 42.833 41.732 40.662 Beuningen 25.467 25.196 24.872 24.374 24.076 Bronckhorst 37.282 36.522 35.802 35.150 34.344 Brummen 21.258 20.688 20.347 20.065 19.891 Buren 26.020 26.297 26.284 26.211 25.997 Culemborg 27.637 27.496 27.065 26.691 26.582 Doesburg 11.560 11.141 10.906 10.724 10.652 Doetinchem 56.437 56.793 56.531 55.936 54.940 Druten 18.169 18.216 17.920 17.699 17.431 Duiven 25.533 25.177 24.439 23.976 23.881 Ede 109.233 111.861 115.476 118.930 122.110 Elburg 22.523 22.778 22.562 22.526 22.455 Epe 32.427 32.032 31.682 31.378 31.136 Ermelo 26.163 26.146 26.522 27.352 28.387 Geldermalsen 26.359 26.064 25.777 25.382 25.129 Groesbeek 18.798 18.359 17.962 17.729 17.526 Harderwijk 46.014 48.697 50.338 52.351 54.102 Hattem 11.774 11.855 12.053 12.242 12.514 Heerde 18.269 18.363 18.373 18.207 18.022 Heumen 16.353 16.238 16.064 15.856 15.695 Lingewaal 10.945 11.179 11.424 11.787 12.041 Lingewaard 45.903 46.758 47.857 48.781 48.962 Lochem 33.291 33.149 33.036 32.942 32.894 Maasdriel 24.122 24.300 24.257 24.265 24.119 Millingen aan de Rijn 5.879 5.796 5.722 5.603 5.475 Montferland 34.882 34.235 33.357 32.396 31.466 Neder-Betuwe 22.974 23.083 22.945 22.657 22.574 Neerijnen 11.955 12.091 12.361 12.678 12.912 Nijkerk 40.351 42.091 43.489 44.669 45.903 Nijmegen 166.451 171.323 175.300 178.076 178.541 Nunspeet 26.715 26.991 27.137 27.197 27.293 Oldebroek 22.755 23.181 23.535 23.765 23.915 Oost Gelre 30.011 29.684 29.097 28.683 28.347 Oude Ijsselstreek 39.761 39.075 38.337 37.627 37.048 Overbetuwe 46.585 47.299 47.647 47.963 47.997 Putten 23.998 24.050 24.164 24.624 25.328 Renkum 31.626 31.788 31.961 31.901 31.959 Rheden 43.436 43.342 43.389 43.402 43.671 Rijnwaarden 10.954 10.829 10.808 10.771 10.764 Rozendaal 1.497 1.433 1.362 1.321 1.339 Scherpenzeel 9.461 9.651 9.955 10.301 10.729 Tiel 41.444 41.554 41.393 41.260 41.267 Ubbergen 9.359 9.277 9.057 8.760 8.630 Voorst 23.667 23.569 23.647 23.730 23.691 Wageningen 36.620 37.915 39.618 41.237 42.541 West Maas en Waal 18.321 18.005 17.731 17.509 17.293 Westervoort 15.249 14.756 14.383 14.074 13.827 Wijchen 40.838 40.502 39.922 39.036 38.258 Winterswijk 28.904 28.749 28.701 28.725 28.617 Zaltbommel 26.864 27.725 27.930 27.982 27.994 Zevenaar 32.485 32.568 32.725 32.920 32.885 Zutphen 47.316 47.821 47.314 46.687 46.090
Ruimte voor zorg 19
Tabel 10 Ontwikkeling 75+ en 85+, absoluut en aandeel op totaal, 2013 – 2033
2013 2023 2033 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel
Aalten 2.228 8% 585 2% 3.106 11% 738 3% 3.930 14% 1.162 4% Apeldoorn 12.649 8% 3.500 2% 17.158 11% 4.380 3% 22.225 14% 6.736 4% Arnhem 8.848 6% 2.622 2% 11.117 7% 2.812 2% 14.747 9% 4.144 2% Barneveld 3.441 6% 863 2% 5.238 9% 1.174 2% 6.927 11% 1.973 3% Berkelland 3.686 8% 945 2% 5.094 12% 1.306 3% 6.258 15% 1.965 5% Beuningen 1.538 6% 329 1% 2.475 10% 503 2% 3.878 16% 890 4% Bronckhorst 3.561 10% 1.002 3% 4.668 13% 1.395 4% 5.757 17% 1.880 5% Brummen 1.909 9% 471 2% 2.794 14% 775 4% 3.425 17% 1.148 6% Buren 1.468 6% 304 1% 2.575 10% 404 2% 3.652 14% 816 3% Culemborg 1.685 6% 458 2% 2.486 9% 591 2% 3.377 13% 982 4% Doesburg 886 8% 197 2% 1.509 14% 354 3% 1.988 19% 640 6% Doetinchem 4.410 8% 1.146 2% 5.918 10% 1.583 3% 7.843 14% 2.317 4% Druten 1.104 6% 223 1% 1.775 10% 414 2% 2.565 15% 733 4% Duiven 1.545 6% 314 1% 1.898 8% 549 2% 2.623 11% 668 3% Ede 8.063 7% 2.087 2% 11.153 10% 2.771 2% 15.280 13% 4.316 4% Elburg 1.571 7% 372 2% 2.424 11% 595 3% 2.961 13% 990 4% Epe 3.173 10% 838 3% 4.271 13% 1.216 4% 5.057 16% 1.758 6% Ermelo 2.524 10% 749 3% 3.665 14% 1.376 5% 4.743 17% 2.046 7% Geldermalsen 1.639 6% 366 1% 2.650 10% 509 2% 3.521 14% 933 4% Groesbeek 1.911 10% 548 3% 2.546 14% 802 4% 3.302 19% 1.136 6% Harderwijk 3.009 7% 776 2% 4.342 9% 1.071 2% 6.057 11% 1.691 3% Hattem 1.058 9% 258 2% 1.533 13% 365 3% 1.899 15% 601 5% Heerde 1.578 9% 429 2% 2.511 14% 655 4% 3.349 19% 1.148 6% Heumen 1.285 8% 262 2% 2.032 13% 419 3% 2.680 17% 719 5% Lingewaal 689 6% 182 2% 1.154 10% 302 3% 1.612 13% 514 4% Lingewaard 2.896 6% 683 1% 4.698 10% 901 2% 7.083 14% 1.668 3% Lochem 3.619 11% 975 3% 5.035 15% 1.280 4% 6.246 19% 1.978 6% Maasdriel 1.586 7% 401 2% 2.315 10% 536 2% 3.362 14% 904 4% Millingen aan de Rijn 433 7% 113 2% 693 12% 218 4% 945 17% 329 6% Montferland 2.884 8% 625 2% 4.322 13% 1.112 3% 5.403 17% 1.741 6% Neder-Betuwe 1.300 6% 319 1% 2.018 9% 471 2% 2.659 12% 781 3% Neerijnen 716 6% 193 2% 1.232 10% 270 2% 1.592 12% 526 4% Nijkerk 2.585 6% 555 1% 4.135 10% 846 2% 5.380 12% 1.472 3% Nijmegen 10.426 6% 2.786 2% 12.937 7% 3.463 2% 16.773 9% 4.734 3% Nunspeet 2.099 8% 576 2% 2.756 10% 713 3% 3.515 13% 1.051 4% Oldebroek 1.508 7% 317 1% 2.155 9% 518 2% 2.943 12% 787 3% Oost Gelre 2.300 8% 552 2% 3.211 11% 879 3% 4.326 15% 1.309 5% Oude Ijsselstreek 3.378 8% 900 2% 4.841 13% 1.096 3% 6.350 17% 1.744 5% Overbetuwe 2.707 6% 573 1% 4.397 9% 804 2% 5.801 12% 1.426 3% Putten 1.749 7% 406 2% 2.362 10% 572 2% 2.862 11% 849 3% Renkum 3.849 12% 1.288 4% 4.612 14% 1.719 5% 5.699 18% 2.396 7% Rheden 5.284 12% 1.469 3% 6.429 15% 1.821 4% 7.215 17% 2.399 5% Rijnwaarden 777 7% 186 2% 1.219 11% 342 3% 1.716 16% 499 5% Rozendaal 204 14% 49 3% 231 17% 91 7% 222 17% 85 6% Scherpenzeel 670 7% 182 2% 1.117 11% 397 4% 1.308 12% 637 6% Tiel 2.488 6% 661 2% 3.569 9% 897 2% 4.834 12% 1.466 4% Ubbergen 987 11% 252 3% 1.320 15% 353 4% 1.663 19% 570 7% Voorst 2.143 9% 597 3% 2.973 13% 850 4% 4.061 17% 1.295 5% Wageningen 2.651 7% 849 2% 3.958 10% 1.055 3% 5.364 13% 1.674 4% West Maas en Waal 1.376 8% 336 2% 1.922 11% 558 3% 2.658 15% 866 5% Westervoort 803 5% 168 1% 1.383 10% 225 2% 2.366 17% 456 3% Wijchen 2.705 7% 670 2% 4.560 11% 1.065 3% 6.219 16% 1.829 5% Winterswijk 2.597 9% 729 3% 3.288 11% 861 3% 4.247 15% 1.243 4% Zaltbommel 1.647 6% 388 1% 2.455 9% 493 2% 3.230 12% 852 3% Zevenaar 2.643 8% 589 2% 4.257 13% 994 3% 5.475 17% 1.716 5% Zutphen 3.365 7% 1.019 2% 4.755 10% 1.215 3% 6.656 14% 1.981 4%
Ruimte voor zorg 20
totaal 75+ 85+ abs % abs % abs %
Aalten 713 3% 1.702 76% 577 99% Apeldoorn -205 0% 9.576 76% 3.236 92% Arnhem 17.182 11% 5.899 67% 1.522 58% Barneveld 8.318 15% 3.486 101% 1.110 129% Berkelland -4.096 -9% 2.572 70% 1.020 108% Beuningen -1.391 -5% 2.340 152% 561 171% Bronckhorst -2.938 -8% 2.196 62% 878 88% Brummen -1.367 -6% 1.516 79% 677 144% Buren -23 0% 2.184 149% 512 168% Culemborg -1.055 -4% 1.692 100% 524 114% Doesburg -908 -8% 1.102 124% 443 225% Doetinchem -1.497 -3% 3.433 78% 1.171 102% Druten -738 -4% 1.461 132% 510 229% Duiven -1.652 -6% 1.078 70% 354 113% Ede 12.877 12% 7.217 90% 2.229 107% Elburg -68 0% 1.390 88% 618 166% Epe -1.291 -4% 1.884 59% 920 110% Ermelo 2.224 9% 2.219 88% 1.297 173% Geldermalsen -1.230 -5% 1.882 115% 567 155% Groesbeek -1.272 -7% 1.391 73% 588 107% Harderwijk 8.088 18% 3.048 101% 915 118% Hattem 740 6% 841 79% 343 133% Heerde -247 -1% 1.771 112% 719 168% Heumen -658 -4% 1.395 109% 457 174% Lingewaal 1.096 10% 923 134% 332 182% Lingewaard 3.059 7% 4.187 145% 985 144% Lochem -397 -1% 2.627 73% 1.003 103% Maasdriel -3 0% 1.776 112% 503 125% Millingen aan de Rijn -404 -7% 512 118% 216 191% Montferland -3.416 -10% 2.519 87% 1.116 179% Neder-Betuwe -400 -2% 1.359 105% 462 145% Neerijnen 957 8% 876 122% 333 173% Nijkerk 5.552 14% 2.795 108% 917 165% Nijmegen 12.090 7% 6.347 61% 1.948 70% Nunspeet 578 2% 1.416 67% 475 82% Oldebroek 1.160 5% 1.435 95% 470 148% Oost Gelre -1.664 -6% 2.026 88% 757 137% Oude Ijsselstreek -2.713 -7% 2.972 88% 844 94% Overbetuwe 1.412 3% 3.094 114% 853 149% Putten 1.330 6% 1.113 64% 443 109% Renkum 333 1% 1.850 48% 1.108 86% Rheden 235 1% 1.931 37% 930 63% Rijnwaarden -190 -2% 939 121% 313 168% Rozendaal -158 -11% 18 9% 36 73% Scherpenzeel 1.268 13% 638 95% 455 250% Tiel -177 0% 2.346 94% 805 122% Ubbergen -729 -8% 676 68% 318 126% Voorst 24 0% 1.918 90% 698 117% Wageningen 5.921 16% 2.713 102% 825 97% West Maas en Waal -1.028 -6% 1.282 93% 530 158% Westervoort -1.422 -9% 1.563 195% 288 171% Wijchen -2.580 -6% 3.514 130% 1.159 173% Winterswijk -287 -1% 1.650 64% 514 71% Zaltbommel 1.130 4% 1.583 96% 464 120% Zevenaar 400 1% 2.832 107% 1.127 191% Zutphen -1.226 -3% 3.291 98% 962 94%
Ruimte voor zorg 21
De toekomst zal worden gekleurd door heel veel heel oude mensen. Het straatbeeld
kleurt grijs. Het is voor een inschatting van de behoefte aan wonen en zorg van belang
hoe we deze omvangrijke groep oudere mensen gaan helpen. Wonen zij thuis? Kunnen
zij dat zelfstandig? Hoe ziet hun leven er uit? Wie zijn er nog om hen te helpen?
Ruimte voor zorg 22
Ruimte voor zorg 23
5 PROGNOSE VERBLIJF VOOR MENSEN MET DEMENTIE 2013 - 2033
De vergrijzing zal tot gevolg hebben dat de vraag naar zorg toeneemt. In dit hoofdstuk
kijken we naar een specifiek deel van deze vraag: mensen met dementie en de behoefte
aan opname in een kleinschalig project of verpleeghuis.
De hedendaagse opvatting is dat ouderen die zorg nodig hebben in toenemende mate
thuis kunnen en zullen blijven wonen. De ene oudere gaat daar verder in dan de ander.
Factoren als woning, mantelzorg, omgeving spelen daarbij een rol. Minstens zo belangrijk
zijn persoonlijke keuzes, iemands karakter, persoonlijkheid en incasseringsvermogen.
Hoe is het anders te verklaren dat de ene oudere al opgeeft wanneer de partner overlijdt,
en de andere oudere nog niet opgeeft bij zware lichamelijke afhankelijkheid? De vaak
gehoorde opvatting is dat de grens is bereikt als ouderen geen regie meer hebben over
hun leven, maar feit is dat de ouderen in kwestie daar zelf meestal anders over denken
en zich vaak afschermen tegen de druk van de omgeving om te verhuizen. Er is geen
sterk verband tussen gezondheid en de behoefte om te verhuizen. Daarom is de vraag
naar woonzorgvoorzieningen op langere termijn moeilijk te voorspellen.
Er is echter een type problematiek dat in vrijwel alle gevallen niet opgelost kan worden in
de thuissituatie: dementie. Natuurlijk zijn er mensen die met hun dementie thuis overlij-
den. Maar als de dementie een bepaalde verstoring van het functioneren veroorzaakt,
dan is een verhuizing naar groepswoning of verpleeghuis vrijwel onvermijdelijk. Om een
inschatting te kunnen maken van de benodigde opvangcapaciteit, is het nodig om te
weten hoeveel mensen met dementie er in de toekomst zullen zijn. Dat valt te bereke-
nen, en dat is het onderwerp van dit hoofdstuk.
Er zijn allerlei factoren die een hogere of lagere opvangcapaciteit tot gevolg kunnen heb-
ben, zoals een langere duur van de periode dat mensen met flinke problemen thuis kun-
nen blijven wonen (minder capaciteit nodig) of een betere levensverwachting van men-
sen die opgenomen zijn (meer capaciteit nodig). Deze kwalitatieve factoren komen ver-
derop in dit hoofdstuk aan de orde.
5.1 PROGNOSE DEMENTIE
Het aantal mensen met dementie is te berekenen op basis van de prevalentie van de-
mentie onder verschillende leeftijd-sexe-groepen. De gehanteerde prevalentiecijfers gaan
terug op onderzoek in de 90-er jaren. De aanname is dat de mate waarin dementie voor-
komt onder de bevolking, niet verandert door de jaren heen. Nieuw onderzoek lijkt aan
te geven dat er wel degelijk een verandering plaatsvindt: minder dementie. Ander onder-
zoek weerlegt dat.
Voor het begrip is het goed om te beseffen dat de prevalentiecijfers een statistische in-
schatting is, en niet een optelling van feitelijke diagnoses. Sterker: veel mensen die
waarschijnlijk een vorm van dementie onder de leden hebben, weten dat nog niet, omdat
de symptomen licht of onduidelijk zijn.
Een handige vuistregel is dat één-derde van de mensen die statistisch gezien aan de-
mentie lijden, het eenvoudigweg nog niet weten, één-derde is opgenomen in een verzor-
gings- of verpleeghuis, en één-derde woont zelfstandig.
Ruimte voor zorg 24
De prevalentie is sterk afhankelijk van leeftijd en geslacht van de persoon:
Figuur 4 Prevalentie van dementie, naar leeftijdsgroep en geslacht (bron: ERGO be-
volkingsonderzoek 1990 – 1993)
Dementie in Gelderland
De komende twintig jaar zal de groei van het aantal mensen met dementie in de provin-
cie Gelderland 86% bedragen. Het aantal neemt toe van ruim 29-duizend naar ruim 54-
duizend.
Het is mogelijk om de toename van het aantal mensen met dementie uit te drukken in
een indexcijfer. In onderstaande tabel is het startpunt – 2013 – gelijk gesteld aan 100:
Tabel 12 Toename van het aantal mensen met dementie 2013 - 2033, 2013 = 100
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 100 115 134 159 186
Achterhoek 100 114 130 152 175
De Vallei 100 116 138 166 196
Noord-Veluwe 100 119 140 166 195
Rivierenland 100 117 140 173 207
Stadsregio 100 115 133 156 183
Stedendriehoek 100 113 129 152 178
De dementie in Gelderland stijgt van 100 naar 186. In de regio Achterhoek neemt de
dementie index minder toe: 175. In het vorige hoofdstuk is gezien dat het aandeel oude-
ren op de totale Achterhoekse bevolking juist sneller toeneemt dan in andere regio’s. Dit
lijkt met elkaar in tegenspraak, maar is het niet. Het relatieve aandeel van de ouderen
heeft in de Achterhoek vooral te maken met de ontgroening. Vooral in Rivierenland
Ruimte voor zorg 25
neemt het aantal mensen met dementie in absolute cijfers toe. In twintig jaar tijd een
verdubbeling. Hieronder volgen de absolute cijfers.
Tabel 13 Ontwikkeling aantal mensen met dementie, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 29.243 33.687 39.149 46.393 54.405
Achterhoek 4.329 4.939 5.649 6.574 7.584
De Vallei 3.380 3.937 4.661 5.623 6.641
Noord-Veluwe 2.919 3.466 4.082 4.851 5.692
Rivierenland 2.851 3.332 4.003 4.928 5.898
Stadsregio 10.449 12.005 13.868 16.315 19.136
Stedendriehoek 5.316 6.008 6.883 8.105 9.454
Tabel 14 Aandeel aantal mensen met dementie op totale bevolking, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 1,5% 1,7% 1,9% 2,3% 2,6%
Achterhoek 1,6% 1,9% 2,2% 2,6% 3,0%
De Vallei 1,4% 1,5% 1,7% 2,0% 2,3%
Noord-Veluwe 1,5% 1,7% 2,0% 2,3% 2,7%
Rivierenland 1,2% 1,4% 1,7% 2,1% 2,5%
Stadsregio 1,4% 1,6% 1,8% 2,1% 2,5%
Stedendriehoek 1,7% 1,9% 2,2% 2,6% 3,0%
5.2 STAD EN LAND
In sommige gemeenten neemt het aantal mensen met dementie sneller toe dan in ande-
re gemeenten. Hierboven is aangegeven dat omvangrijke naoorlogse nieuwbouw een
verklaring kan zijn (“50 jaar na de babyboom volgt de Alzheimerboom”).
Toch blijkt uit de analyse dat juist de plattelandsgebieden het meest te maken zullen
krijgen met een groeiend aantal mensen met dementie, en de steden het minst.
Tabel 15 Toename van het aantal mensen met dementie 2013 – 2033, 2013 = 100
2013 2018 2023 2028 2033
Kleine kernen 100 120 145 175 209
Middelkleine kernen 100 117 137 162 188
Middelgrote kernen 100 116 135 158 184
Grote kernen 100 114 133 160 189
Steden 100 108 121 140 163
Ruimte voor zorg 26
Tabel 16 Aandeel aantal mensen met dementie op totale bevolking, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Kleine kernen 1,4% 1,7% 2,0% 2,4% 2,9%
Middelkleine kernen 1,6% 1,8% 2,2% 2,6% 3,0%
Middelgrote kernen 1,6% 1,8% 2,1% 2,5% 2,9%
Grote kernen 1,4% 1,6% 1,8% 2,1% 2,5%
Steden 1,3% 1,4% 1,5% 1,8% 2,0%
5.3 GEMEENTEN
De variatie tussen gemeenten is groot. In gemeenten die al sterk vergrijsd zijn - ge-
meenten als Rheden, Bronckhorst, Rozendaal – zal het aantal mensen met dementie
minder stijgen dan in gemeenten die de grootste vergrijzingsgolf nog gaan doormaken.
In steden als Arnhem en Nijmegen neemt het aantal mensen met dementie ook relatief
“weinig” toe, omdat deze gemeenten al een veel evenwichtiger leeftijdsopbouw kennen.
Er zijn dus meerdere oorzaken te benoemen voor de verschillen tussen de gemeenten.
De tabel op de volgende bladzijden laat de ontwikkeling zien van het aandeel mensen
met dementie op de totale bevolking tussen 2013 en 2033. De figuur op de bladzijde er
na zet de gemeenten in volgorde van groeisnelheid.
Ruimte voor zorg 27
Tabel 17 Aandeel mensen met dementie op totale bevolking, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033 Aalten 1,6% 1,8% 2,0% 2,4% 2,7% Apeldoorn 1,6% 1,8% 2,0% 2,4% 2,8% Arnhem 1,2% 1,2% 1,3% 1,5% 1,7% Barneveld 1,2% 1,4% 1,6% 1,9% 2,1% Berkelland 1,6% 1,9% 2,2% 2,6% 3,1% Beuningen 1,1% 1,4% 1,8% 2,3% 2,9% Bronckhorst 1,9% 2,2% 2,5% 2,9% 3,4% Brummen 1,7% 2,1% 2,6% 3,1% 3,5% Buren 1,1% 1,2% 1,6% 2,1% 2,5% Culemborg 1,2% 1,4% 1,7% 2,0% 2,5% Doesburg 1,4% 1,9% 2,5% 3,1% 3,7% Doetinchem 1,5% 1,7% 2,0% 2,3% 2,8% Druten 1,1% 1,4% 1,8% 2,3% 2,8% Duiven 1,1% 1,4% 1,6% 1,7% 2,0% Ede 1,4% 1,6% 1,8% 2,1% 2,4% Elburg 1,3% 1,6% 1,9% 2,3% 2,7% Epe 1,9% 2,2% 2,5% 3,0% 3,3% Ermelo 1,9% 2,5% 2,9% 3,3% 3,8% Geldermalsen 1,2% 1,4% 1,7% 2,2% 2,7% Groesbeek 2,0% 2,4% 2,8% 3,3% 3,8% Harderwijk 1,3% 1,4% 1,6% 1,9% 2,1% Hattem 1,7% 1,9% 2,2% 2,7% 3,0% Heerde 1,7% 2,0% 2,5% 3,1% 3,8% Heumen 1,4% 1,7% 2,2% 2,6% 3,2% Lingewaal 1,3% 1,5% 1,9% 2,2% 2,7% Lingewaard 1,2% 1,4% 1,7% 2,1% 2,6% Lochem 2,1% 2,4% 2,8% 3,3% 3,8% Maasdriel 1,3% 1,5% 1,7% 2,1% 2,6% Millingen aan de Rijn 1,4% 1,9% 2,4% 2,9% 3,5% Montferland 1,5% 2,0% 2,4% 2,9% 3,5% Neder-Betuwe 1,1% 1,3% 1,6% 1,9% 2,3% Neerijnen 1,2% 1,4% 1,7% 2,2% 2,5% Nijkerk 1,2% 1,4% 1,6% 2,0% 2,2% Nijmegen 1,2% 1,3% 1,4% 1,6% 1,8% Nunspeet 1,5% 1,7% 1,9% 2,2% 2,5% Oldebroek 1,2% 1,4% 1,7% 2,0% 2,3% Oost Gelre 1,5% 1,8% 2,1% 2,6% 3,0% Oude Ijsselstreek 1,7% 1,9% 2,3% 2,7% 3,2% Overbetuwe 1,1% 1,3% 1,6% 1,9% 2,3% Putten 1,4% 1,6% 1,8% 2,0% 2,2% Renkum 2,5% 2,8% 3,1% 3,4% 4,0% Rheden 2,4% 2,6% 2,8% 3,1% 3,3% Rijnwaarden 1,4% 1,8% 2,2% 2,6% 3,1% Rozendaal 2,4% 3,1% 3,5% 3,7% 3,7% Scherpenzeel 1,4% 1,9% 2,3% 2,6% 2,9% Tiel 1,2% 1,4% 1,6% 1,9% 2,3% Ubbergen 2,0% 2,4% 2,7% 3,4% 4,0% Voorst 1,8% 2,1% 2,4% 2,9% 3,4% Wageningen 1,5% 1,6% 1,9% 2,2% 2,5% West Maas en Waal 1,5% 1,8% 2,1% 2,6% 3,1% Westervoort 1,0% 1,3% 1,6% 2,2% 2,9% Wijchen 1,3% 1,6% 2,1% 2,6% 3,2% Winterswijk 1,8% 2,0% 2,2% 2,5% 2,9% Zaltbommel 1,2% 1,3% 1,5% 1,9% 2,2% Zevenaar 1,5% 1,9% 2,3% 2,8% 3,3% Zutphen 1,5% 1,6% 1,9% 2,3% 2,8%
Ruimte voor zorg 28
Figuur 5 Toename van het aantal mensen met dementie tot 2023 /2033 (2013 = 100)
Ruimte voor zorg 29
5.4 BEHOEFTE AAN VERBLIJF
De afgelopen jaren is steeds ongeveer 22% van het aantal mensen met dementie opge-
nomen geweest in een kleinschalig woonproject of verpleeghuis. Dit is een ervaringsge-
geven. Als we dit percentage constant houden, dan neemt de behoefte toe van 6.433 in
2013 tot 11.969 in 2033. Dus in 20 jaar ruim 5.000 plaatsen (kleinschalige) verpleeg-
huiszorg er bij.
Een belangrijke vraag is in hoeverre mensen met dementie langer thuis blijven wonen.
Als dat zo is, is minder capaciteit nodig in de toekomst dan deze 12-duizend plaatsen.
Overwegingen die betekenen dat er minder capaciteit nodig is:
Mensen met dementie wonen langer thuis dankzij betere informatie, opleiding, etc;
Sommige onderzoeken wijzen uit dat dementie minder voorkomt onder ouderen dan
vroeger. Andere onderzoeken spreken dit tegen;
De eigen bijdrage AWBZ stijgt en het vermogen gaat meetellen. Mensen met hogere
inkomens of een eigen woning stellen opname uit of gaan op zoek naar alternatieven.
Overwegingen die betekenen dat er juist meer capaciteit nodig is:
Groepsverzorging voor zelfstandig wonende mensen met dementie - een van de be-
langrijkste voorzieningen waardoor mantelzorgers de zorg vol kunnen houden -
staat onder druk.
Als mensen met dementie langer blijven leven in kleinschalige voorzieningen, dan is
de behoefte aan verblijfscapaciteit navenant groter. Gemiddeld verblijven mensen
met dementie anderhalf à twee jaar in een verpleeghuis.
Verzorgingshuizen nemen nu mensen met dementie op. Als er geen verzorgingshui-
zen meer zijn, zal de druk op verpleeghuizen toenemen.
Ouderen hebben minder kinderen die voor hen zorgen. Er komen meer ouderen zon-
der vaste levenspartner. Er zal minder mantelzorg beschikbaar zijn.
Tabel 18 Behoefte aan verblijfsvoorzieningen in kleinschalige groepswoningen en ver-
pleeghuizen voor mensen met dementie, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 6.433 7.411 8.613 10.206 11.969
Achterhoek 952 1.085 1.244 1.446 1.668
De Vallei 743 866 1.026 1.237 1.461
Noord-Veluwe 642 765 898 1.068 1.251
Rivierenland 627 732 880 1.082 1.299
Stadsregio 2.299 2.642 3.051 3.589 4.209
Stedendriehoek 1.170 1.321 1.514 1.784 2.080
2013 2018 2023 2028 2033
Kleine kernen 1.220 1.467 1.767 2.140 2551
Middelkleine kernen 1.377 1.613 1.885 2.229 2593
Middelgrote kernen 1.368 1.591 1.840 2.163 2511
Grote kernen 1.139 1.299 1.516 1.817 2147
Steden 1.331 1.442 1.607 1.860 2170
Ruimte voor zorg 30
ge wonen en verpleeghuizen), per gemeente, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033 Aalten 95 106 123 146 168 Apeldoorn 551 610 695 819 961 Arnhem 397 416 459 535 630 Barneveld 146 170 204 248 293 Berkelland 157 181 209 241 275 Beuningen 63 78 97 124 154 Bronckhorst 156 180 200 226 256 Brummen 80 97 117 136 154 Buren 61 72 92 119 145 Culemborg 74 86 100 120 145 Doesburg 37 48 59 73 87 Doetinchem 187 216 247 288 336 Druten 44 57 71 88 108 Duiven 61 76 84 92 107 Ede 343 392 454 541 641 Elburg 65 80 95 115 134 Epe 136 158 178 204 229 Ermelo 112 143 171 199 236 Geldermalsen 68 80 99 124 147 Groesbeek 84 99 112 129 148 Harderwijk 128 151 177 213 255 Hattem 44 51 60 72 84 Heerde 69 83 102 126 150 Heumen 51 62 77 92 109 Lingewaal 30 37 47 58 71 Lingewaard 124 147 179 230 283 Lochem 155 175 203 240 273 Maasdriel 68 78 92 114 140 Millingen aan de Rijn 18 24 30 36 43 Montferland 116 148 177 208 239 Neder-Betuwe 57 67 79 95 114 Neerijnen 32 37 47 61 72 Nijkerk 105 128 156 192 226 Nijmegen 450 492 543 614 708 Nunspeet 91 101 112 131 149 Oldebroek 61 73 87 103 121 Oost Gelre 97 117 137 161 187 Oude Ijsselstreek 146 162 191 227 264 Overbetuwe 111 132 163 203 238 Putten 72 83 94 109 122 Renkum 177 197 215 239 279 Rheden 226 248 269 294 322 Rijnwaarden 33 42 52 62 73 Rozendaal 8 10 11 11 11 Scherpenzeel 29 40 50 59 68 Tiel 108 123 146 177 212 Ubbergen 42 48 55 65 75 Voorst 94 110 126 149 177 Wageningen 120 136 162 197 233 West Maas en Waal 59 72 84 100 119 Westervoort 34 41 51 67 88 Wijchen 115 143 181 224 268 Winterswijk 114 123 137 157 182 Zaltbommel 70 80 94 114 134 Zevenaar 108 134 166 203 239 Zutphen 154 171 195 236 286
Ruimte voor zorg 31
Ruimte voor zorg 32
Ruimte voor zorg 33
6 ONTWIKKELING AANBOD VERPLEEGHUISZORG
In de periode juni – september zijn alle zorgaanbieders in de provincie Gelderland ge-
vraagd mee te doen aan een inventarisatie. Gevraagd is naar de huidige capaciteit op
hun Gelderse zorglocaties, zowel het aantal plaatsen verzorgingshuiszorg, als verpleeg-
huiszorg. Ook is gevraagd naar het aantal ouderenwoningen op en naast het eigen zorg-
terrein. Vervolgens is gevraagd naar de lopende plannen die men heeft rondom deze
capaciteit: uitbreiding, inkrimping, stopzetting en nieuwe initiatieven.
De verpleeghuiscapaciteit is als volgt ingedeeld:
1. Traditionele verpleeghuizen:
Plaatsen PG
Plaatsen somatiek
6.1 OVERZICHT
De monitor wijst uit dat de totale capaciteit verpleeghuiszorg de komende jaren toe-
neemt, mits de plannen van de zorgaanbieders allemaal kunnen worden gerealiseerd.
Hieronder een overzicht, waaruit blijkt dat de totale capaciteit voor mensen met demen-
tie stijgt van 7.276 plaatsen naar 8.975 plaatsen. Deze groei vindt vooral plaats in klein-
schalige capaciteit, niet in de traditionele verpleeghuizen. De somatische capaciteit groeit
van 3.108 plaatsen naar 3.514 plaatsen. Ook deze groei wordt gerealiseerd binnen klein-
schalige capaciteit.
provincie Gelderland 2013)
Kleinschalig wonen 163 4.284 854 206 5.989 1.354
Totaal 261 7.276 3.108 305 8.975 3.514
Huidig Toekomstig
Kleinschalig wonen 100% 100% 100% 126% 140% 159%
Totaal 100% 100% 100% 117% 123% 113%
Huidig Toekomstig
Ruimte voor zorg 34
Figuur 8 Ontwikkeling capaciteit PG en somatiek
De termijn waarbinnen de plannen worden gerealiseerd, valt niet exact te bepalen. De
organisaties geven aan dat 33% van de locaties dit en volgend jaar gereed komen. 67%
van de locaties zal in 2015 of later gereed zijn.
Zekerheid dat al deze plannen doorgaan, en deze groei dus daadwerkelijk gerealiseerd
wordt, is er niet. Een groot deel van de plannen is een idee of is in onderzoek: 41%. Van
7% liggen de plannen klaar. En 48% is in voorbereiding of in uitvoering.
6.2 REGIONALE CAPACITEIT
De huidige en toekomstige capaciteit per regio is terug te vinden in onderstaande tabel-
len. Naast de verblijfscapaciteit PG en somatiek, is ook aangegeven hoe groot de capaci-
teit voor revalidatie is.
Provincie 2.992 2.986 4.284 5.989 7.276 8.975 23%
Achterhoek 236 265 781 968 1.017 1.233 21%
De Vallei 541 507 518 746 1.059 1.253 18%
Noord-Veluwe 365 316 293 452 658 768 17%
Rivierenland 242 217 432 803 674 1.020 51%
Stadsregio 864 978 1.732 2.079 2.596 3.057 18%
Stedendriehoek 744 703 528 941 1.272 1.644 29%
verpleeghuis pg kleinschalig pg PG capaciteit
Ruimte voor zorg 35
verpleeghuis som revalidatie zvw revalidatie awbz kleinschalig som
nu toekomst nu toekomst nu toekomst nu toekomst
Provincie 2.254 2.160 500 607 257 221 854 1.354
Achterhoek 311 341 74 89 45 45 60 124
De Vallei 279 270 90 110 30 34 103 155
Noord-Veluwe 224 180 51 44 10 6 99 137
Rivierenland 244 216 59 86 36 42 118 186
Stadsregio 766 771 133 185 74 34 380 612
Stedendriehoek 430 382 93 93 62 60 94 140
6.3 LOKALE CAPACITEIT
De capaciteit per gemeente is ook bekend. Let wel: de respons van het onderzoek was
90% (van de locaties), en de gegevens van de overige locaties zijn ingevuld aan de hand
van openbare databestanden. Ook de opgave van de deelnemende organisaties zelf kan
fouten bevatten. De opgave is een momentopname. De cijfers van bepaalde gemeenten
kan daardoor afwijken van de realiteit.
Op de komende bladzijden volgen cijfers per gemeente: de huidige en toekomstige
ver(op basis van 100% doorgang van de plannen) pleeghuiscapaciteit.
Ruimte voor zorg 36
Tabel 23 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit PG
nu toekomst nu toekomst nu toekomst groei Aalten - - 104 104 104 104 0% Apeldoorn 583 583 278 490 861 1.073 25% Arnhem 152 223 425 465 577 688 19% Barneveld 87 6 134 230 221 236 7% Berkelland 20 32 115 149 135 181 34% Beuningen 64 64 24 24 88 88 0% Bronckhorst 18 18 55 103 73 121 66% Brummen 56 77 8 10 64 87 36% Buren 23 - 43 93 66 93 41% Culemborg 16 16 86 118 102 134 31% Doesburg - 50 24 24 24 74 208% Doetinchem 123 140 86 117 209 257 23% Druten - - 36 36 36 36 0% Duiven - - 72 72 72 72 0% Ede 174 236 201 233 375 469 25% Elburg 62 44 - 44 62 88 42% Epe 13 13 - 108 13 121 831% Ermelo 12 12 54 66 66 78 18% Geldermalsen 30 30 - 102 30 132 340% Groesbeek 32 32 84 84 116 116 0% Harderwijk 130 130 118 118 248 248 0% Hattem 16 16 - - 16 16 0% Heerde 90 35 12 12 102 47 -54% Heumen 20 30 - 12 20 42 110% Lingewaal - - 15 32 15 32 113% Lingewaard 90 90 42 54 132 144 9% Lochem 62 - 103 130 165 130 -21% Maasdriel - - 104 104 104 104 0% Millingen aan de Rijn - - - 24 - 24 Montferland 58 25 47 107 105 132 26% Neder-Betuwe 22 - 16 77 38 77 103% Neerijnen 24 24 - 25 24 49 104% Nijkerk 80 - 6 106 86 106 23% Nijmegen 203 199 329 395 532 594 12% Nunspeet 55 55 25 75 80 130 63% Oldebroek - - 54 62 54 62 15% Oost Gelre 75 75 80 104 155 179 15% Oude Ijsselstreek - - 245 295 245 295 20% Overbetuwe 20 55 57 75 77 130 69% Putten - 24 30 75 30 99 230% Renkum 18 31 68 63 86 94 9% Rheden 163 135 213 259 376 394 5% Rijnwaarden - - 51 51 51 51 0% Rozendaal - - - - - - Scherpenzeel - - 15 15 15 15 0% Tiel 127 147 55 55 182 202 11% Ubbergen 44 44 - - 44 44 0% Voorst 30 30 16 80 46 110 139% Wageningen 200 265 162 162 362 427 18% West Maas en Waal - - 72 87 72 87 21% Westervoort - - 36 52 36 52 44% Wijchen - - 120 162 120 162 35% Winterswijk - - 96 96 96 96 0% Zaltbommel - - 41 110 41 110 168% Zevenaar - - 104 120 104 120 15% Zutphen - - 123 123 123 123 0%
verpleeghuis pg kleinschalig pg PG capaciteit totaal
Ruimte voor zorg 37
Tabel 24 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit somatiek en revalidatie
nu toekomst nu toekomst nu toekomst nu toekomst Aalten 10 10 - - - - 12 12 Apeldoorn 324 324 73 73 20 20 6 44 Arnhem 174 183 30 30 50 10 60 145 Barneveld 34 13 31 32 - - 51 67 Berkelland - 39 - - - - 10 18 Beuningen 64 64 - 44 22 22 - - Bronckhorst 12 36 - - - - - - Brummen 20 10 - - - - 35 33 Buren 5 - - - - - 14 30 Culemborg 12 34 - 8 - - 65 65 Doesburg - - - - - - - - Doetinchem 135 102 25 40 - - 14 48 Druten - - - - - - - - Duiven - - - - - - 38 38 Ede 146 198 - 15 30 34 - - Elburg 31 31 31 24 4 - - - Epe - - - - - - - 12 Ermelo - - - - - - - - Geldermalsen 30 30 - - - - - - Groesbeek 39 39 - - - - - - Harderwijk 76 76 - - - - 76 76 Hattem - - - - - - - - Heerde 87 35 20 20 6 6 - - Heumen 20 40 - - - - - 12 Lingewaal 6 6 - - - - - - Lingewaard 29 29 24 24 - - 12 12 Lochem 38 - - - 2 - 4 14 Maasdriel 22 - 14 14 4 4 10 24 Millingen aan de Rijn - - - - - - - - Montferland 48 78 - - - - 20 20 Neder-Betuwe - - - - - - - - Neerijnen - - - - - - - - Nijkerk 40 - 30 34 - - - 36 Nijmegen 165 160 8 8 2 2 89 162 Nunspeet 30 30 - - - - - 30 Oldebroek - - - - - - 6 6 Oost Gelre 30 30 - - 24 24 - 12 Oude Ijsselstreek 74 74 34 34 6 6 - 10 Overbetuwe 30 15 35 35 - - - - Putten - 8 - - - - 17 25 Renkum 35 44 - - - - 16 15 Rheden 78 40 20 20 - - 31 31 Rijnwaarden 17 15 - - - - 32 32 Rozendaal - - - - - - - - Scherpenzeel - - - - - - 11 11 Tiel 74 44 45 45 10 10 25 55 Ubbergen 48 40 16 24 - - - - Voorst - - - - - - - - Wageningen 59 59 29 29 - - 41 41 West Maas en Waal 76 76 - - 22 22 - - Westervoort - 24 - - - - - 30 Wijchen - - - - - - - 10 Winterswijk 50 50 15 15 15 15 24 24 Zaltbommel 19 26 - 19 - 6 4 12 Zevenaar 19 - - - - - 82 105 Zutphen 48 48 20 20 40 40 49 37
verpleeghuis somatiek revalidatie zvw revalidatie awbz kleinschalig somatiek
Ruimte voor zorg 38
6.4 PLANNEN
Zorgaanbieders maken volop plannen. In beeld is gebracht welke groei verwacht mag
worden als alle plannen worden gerealiseerd. Onderstaande tabel en grafiek brengt de
plannen in beeld voor PG en somatiek, zowel traditionele als kleinschalige.
Tabel 25 Type plannen, PG en somatiek, verpleeghuis en kleinschalig wonen
aantal capacitet PG capaciteit
blijft hetzelfde / nvt 56 1.745 1.271 56 1.742 1.261
stopzetting 8 114 94
Kleinschalig wonen
blijft hetzelfde / nvt 130 3.550 756 130 3.538 742
stopzetting 5 150 14 1 24 -
totaal 163 4.284 854 206 5.989 1.354
Totaal
blijft hetzelfde / nvt 186 5.295 2.027 186 5.280 2.003
stopzetting 13 264 108 1 24 -
totaal 261 7.276 3.108 305 8.975 3.514
Huidig Toekomstig
Uit de twee figuren hieronder valt afzonderlijk de ontwikkeling van de capaciteit in de
verpleeghuizen en in de kleinschalige woonprojecten af te lezen.
Figuur 9 Type plannen, PG en somatiek, verpleeghuis
Ruimte voor zorg 39
Huizen maken zowel plannen voor krimp als voor groei. De krimp zit hem vooral in de
traditionele verpleeghuiscapaciteit. Bijvoorbeeld: 13 huizen maken plannen om te krim-
pen, en hun capaciteit neemt af van 655 plaatsen tot 390 plaatsen.
Ook zijn er huizen die stoppen, ook enkele kleinschalige locaties. En er komen nieuwe
locaties bij, die in het overzicht zijn opgenomen onder “uitbreiding capaciteit”.
In het geval van zorgaanbieders die niet hebben meegedaan aan de enquête, is de toe-
komstige capaciteit gezet op “blijft hetzelfde / nvt”.
Figuur 10 Type plannen, PG en somatiek, kleinschalig wonen
Status van de plannen
Een belangrijk deel van de plannen is “zacht”: een idee, of een onderzoek. Afgezet tegen
de capaciteit die het gevolg zou zijn van deze plannen, gaat het om ruim 50%.
Tabel 26 Status plannen, PG en somatiek, verpleeghuis en kleinschalig wonen
aantal capacitet PG capaciteit
in onderzoek 45% 53% 51% 36% 47% 42%
plan uitgewerkt 11% 5% 5% 10% 7% 5%
in voorbereiding 24% 18% 23% 27% 22% 22%
in uitvoering 16% 19% 14% 22% 19% 23%
Huidig Toekomstig
Een deel van de plannen is redelijk “hard”: de werkzaamheden zijn in voorbereiding of
uitvoering. Het gaat om ruim 40% van de toekomstige capaciteit. Er is nog een klein