Monitor creatieve industrie 2012 - Amsterdam Economic Board...Monitor creatieve industrie 2012 9 1...
Transcript of Monitor creatieve industrie 2012 - Amsterdam Economic Board...Monitor creatieve industrie 2012 9 1...
Monitor creatieve industrie
2012
Eindrapportage
In opdracht van: Amsterdam Economic Board
Projectnummer: 13082
drs. Carine van Oosteren
Marrit Teirlinck
Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300
Postbus 658, 1000 AR Amsterdam www.os.amsterdam.nl
Amsterdam, juli 2013
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
2
___________________________
Foto voorpagina: “Amsterdam EYE film museum 3", fotograaf Rene den Engelsman.
Monitor creatieve industrie 2012
3
Inhoud
Samenvatting 5
1 Inleiding 9
1.1 Beleidsrelevantie 9
1.2 Definitie creatieve industrie 10
1.3 Toespitsing op deelsegmenten 11
1.4 Opzet monitor 11
2 Creatieve industrie Metropoolregio Amsterdam 13
2.1 Inleiding 13
2.2 Metropoolregio Amsterdam en Nederland 13
2.3 Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad 19
2.4 Conclusie 24
3 Creatieve industrie Amsterdam 27
3.1 Inleiding 27
3.2 Effect wetswijziging 27
3.3 Dynamiek 28
3.4 Bedrijfsgrootte creatieve industrie 29
3.5 Zzp’ers in de creatieve industrie 30
3.6 Spreiding creatieve industrie 31
3.7 Conclusie 36
4 Design, digitale media, mode en reclame 37
4.1 Inleiding 37
4.2 Design 38
4.3 Digitale media 42
4.4 Mode 45
4.5 Reclame 49
4.6 Conclusie 53
Bijlage 1: SBI-codes creatieve industrie 55
Bijlage 2: SBI-codes mode 57
Bijlage 3: SBI-codes digitale media 59
Bijlage 4: geïnterviewden 61
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
4
Monitor creatieve industrie 2012
5
Samenvatting
De Monitor Creatieve Industrie 2012 is de zesde uitgave waarin de ontwikkelingen in de
creatieve industrie in kaart worden gebracht. In deze monitor wordt aandacht besteed aan
de creatieve industrie in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) in vergelijking met
Nederland en een vijftal gemeenten: Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en
Zaanstad. De ontwikkelingen zijn onderzocht aan de hand van de toegevoegde waarde
cijfers, het aantal vestigingen en de werkgelegenheid. Voor Amsterdam zijn bovendien de
verschillen tussen de creatieve industrie en de totale economie nader in kaart gebracht. In
het laatste hoofdstuk is er extra aandacht besteed aan vier subsectoren van de creatieve
industrie: reclame, design, digitale media en mode.
Figuur 0.1 Samenvatting belang creatieve industrie (in %)
bron: TNO en LISA
De creatieve industrie in de MRA levert een bijdrage van 5% aan de totale toegevoegde
waarde, een bijdrage van 7% van alle banen en 17% van alle vestigingen. Dit is meer dan
de bijdrage die de creatieve industrie aan de totale Nederlandse economie levert. In
Amsterdam is het aandeel van de creatieve industrie op alle drie de punten nog hoger.
Grote groei
De afgelopen 15 jaar is de creatieve industrie enorm gegroeid. Van 1996-2012 is het
aantal vestigingen van de creatieve industrie in Nederland meer dan verdrievoudigd en in
Amsterdam zelfs vervijfvoudigd, terwijl het aantal vestigingen in de totale economie
verdubbelde. Het aantal banen is daarentegen minder hard gestegen. Deze ontwikkeling
0
5
10
15
20
25
30
Nederland MRA Amsterdam
toegevoegdewaarde
vestigingen
banen
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
6
wordt weerspiegeld in de schaalverkleining van ondernemingen. De opkomst van het
ondernemerschap heeft onder andere bijgedragen aan een verkleining van de
ondernemingsomvang. Dit verschijnsel doet zich in de totale economie voor, maar vooral
in de creatieve industrie. In 2012 bestaat een vestiging in de creatieve industrie van de
MRA gemiddeld uit 2,3 werknemers, terwijl dit voor de totale economie gemiddeld 5,5
werknemers is.
Hoge dynamiek, kleine vestigingen
De creatieve sector is een dynamische sector met relatief veel starters en stoppers. Voor
Amsterdam is dit nader onderzocht. Hier zijn starters een belangrijke drijfveer voor de
banengroei. In de totale economie is met name de groei van bestaande ondernemingen
van belang voor de banengroei. In de creatieve industrie zijn er dan ook niet veel
snelgroeiende bedrijven oftewel ‘gazelles’. De dynamiek van de creatieve sector kan
onder andere worden verklaard door de relatief hoge concurrentie in deze sector.
De creatieve industrie bestaat voornamelijk uit kleine bedrijven. In Amsterdam heeft 84%
van de vestigingen in de creatieve industrie één werknemer. In de rest van de
Amsterdamse economie is het aandeel 1 persoonsvestigingen 65%. Er zijn relatief weinig
grote bedrijven actief in de creatieve sector. Een groot deel van de kleine ondernemingen
zijn zzp’ers. In Amsterdam bestaat twee derde deel van de creatieve industrie uit zzp’ers,
terwijl de totale werkgelegenheid voor 12% uit zzp’ers bestaat.
Tabel 0.2 Ontwikkeling in de toegevoegde waarde van de creatieve industrie per deelsegment
voor MRA en Nederland voor 2007 - 2011 (in %)
MRA gemiddelde
2008 2009 2010 2011 groei 2008-11
kunsten -3,4 3,5 6,9 -2,7 1,1
media en entertainment -0,2 -2,3 -2,8 -5,2 -2,6
creatieve zakelijke dienstverlening 1,7 -7,8 0,5 -2,7 -2,1
totale creatieve industrie -0,5 -2,3 -0,2 -4,2 -1,8
totale economie 3,2 -3,2 3,1 1,2 1,1
Nederland gemiddelde
2008 2009 2010 2011 groei 2008-11
kunsten -1,1 -1,1 -0,3 -1,1 -0,9
media en entertainment -0,1 -4,1 -0,2 -4,0 -2,1
creatieve zakelijke dienstverlening 2,5 -9,5 -2,3 -3,1 -3,1
totale creatieve industrie 0,4 -4,8 -0,7 -3,1 -2,1
totale economie 2,1 -3,3 2,0 1,2 0,5
bron: TNO
Recessie duidelijk effect op de toegevoegde waarde
In zowel de MRA als Nederland kromp de toegevoegde waarde van de creatieve industrie
in de periode 2008-2011, terwijl de toegevoegde waarde van de gehele economie
gemiddeld genomen groeide, ondanks een flinke krimp in 2009. Voor de creatieve
industrie waren 2009 en 2011 de moeilijkste jaren tot nu toe. De recessie heeft dus een
duidelijke impact op de creatieve industrie. De ontwikkelingen per deelsector verschillen in
de MRA en in Nederland. Bepaalde delen van de creatieve industrie blijken conjunctuur
gevoeliger dan andere. In de MRA is de gemiddelde krimp van de toegevoegde waarde
het grootst in de sector media en entertainment. In heel Nederland nam de toegevoegde
Monitor creatieve industrie 2012
7
waarde van de creatieve zakelijke dienstverlening het meeste af, tussen 2008 en 2011.
De afnemende vraag vanuit het bedrijfsleven resulteert in een lagere omzet in deze
sectoren. Vooral in 2009. Daarentegen leek de kunstensector tot 2011 minder gevoelig
voor economisch slechte tijden. Vanaf 2011 is dit aan het veranderen. En met het oog op
de geplande bezuinigen door de overheid in de kunstensector is de echte klap van de
recessie hier nog te verwachten. Van de onderzochte gemeenten is met name in Haarlem
en Hilversum een daling van de toegevoegde waarde van de creatieve industrie zichtbaar.
Afgezien van het bovenstaande deden zich de afgelopen jaren de volgende
ontwikkelingen zich voor:
• Het aantal vestigingen in de creatieve industrie is fors gestegen. Dit komt onder
andere door de Wet op Handelsregister.
• In de MRA en in Nederland stijgt de werkgelegenheid in de creatieve industrie met
name in de kunstensector en in de creatieve zakelijke dienstverlening. In de sector
media en entertainment neemt de werkgelegenheid al jaren af. In alle gemeenten
behalve Hilversum stijgt de werkgelegenheid van de creatieve industrie.
• Het aantal vestigingen en de werkgelegenheid in de deelsector kunsten is in bijna alle
onderzochte regio’s fors gestegen. Dit heeft als gevolg dat in 2012 de sector kunsten
het grootste aandeel in de creatieve industrie in Nederland heeft qua
werkgelegenheid en vestigingen. In de MRA is dit ook zo qua vestigingen, maar wat
werkgelegenheid betreft is media en entertainment nog steeds het grootst.
• De creatieve industrie is een arbeidsintensieve sector: het aandeel van de
toegevoegde waarde van de creatieve industrie in de totale economie is kleiner dan
het aandeel van de creatieve industrie in de totale werkgelegenheid.
• In de creatieve industrie is de afgelopen jaren minder toegevoegde waarde
gegenereerd door meer mensen. Het maatschappelijke en economische belang van
de creatieve industrie uit zich vooral in de groeiende bijdrage die het levert aan het
aantal vestigingen en de werkgelegenheid.
De creatieve industrie is een van de belangrijke en kansrijke regionale clusters waar de
Amsterdam Economic Board zich op richt. Binnen de creatieve industrie ligt de focus op
design, digitale media, mode en reclame. Voor wat betreft deze sub clusters is nog het
volgende te concluderen:
• Zowel design, digitale media, mode en reclame zijn binnen Nederland geclusterd in
de MRA, met Amsterdam als concentratie daarbinnen.
• Voor alle vier de deelsectoren geldt dat het aantal werkzame personen meer gegroeid
is dan de totale creatieve industrie. Dit geldt in elk geval voor Amsterdam.
• Dit betekent dat de concentratie in Amsterdam voor alle vier de deelsectoren
gecontinueerd wordt.
• Er doen zich een aantal overeenkomstige ontwikkelingen voor: de recessie laat haar
sporen na, flexibilisering voert de toon, digitalisering doet zich overal voor en
duurzaamheid begint een grotere rol te krijgen.
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
8
Monitor creatieve industrie 2012
9
1 Inleiding
1.1 Beleidsrelevantie
Sinds vorig jaar behoort Nederland tot de top 5 van de meest concurrerende
kenniseconomieën in de wereld. Kennis en innovatie blijken essentieel te zijn voor de
economische groei van welvarende landen, waaronder Nederland. Vandaar dat het
kabinet streeft deze positie te versterken. Hierbij zijn er meerdere topsectoren benoemd
die de innovatiekracht van Nederland kunnen vergroten, waaronder de creatieve
industrie.1
De creatieve industrie wordt vaak beschreven als jong en dynamisch. Deze dynamiek
hangt samen met de samenstelling van de sector, die grotendeels bestaat uit zzp’ers,
starters en MKB’s. Met het oog op de veranderingen in de mondiale economische
verhoudingen en de complexere maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, wordt het
versterken van de innovatiekracht als noodzakelijk beschouwd.2 In dit kader wordt steeds
vaker het economische en maatschappelijke belang van de creatieve sector benadrukt,
naast het culturele belang. De creatieve sector wordt gezien als een motor van
economische groei. Eén van de doelstellingen van de rijksoverheid is dan ook dat
Nederland de meest creatieve economie van Europa moet worden in 2020.3
In het verlengde van de landelijke doelstellingen heeft de Amsterdam Economic Board
een aantal clusters benoemd om de internationale concurrentiepositie van de
Metropoolregio Amsterdam te versterken. Eén van deze clusters is de creatieve industrie.
De MRA staat in de top 5 van creatieve hotspots in de wereld.4 Desalniettemin staat de
creatieve sector onderdruk door het economische klimaat.5 In deze zesde uitgave van de
Monitor Creatieve Industrie zal aan de hand van de toegevoegde waarde, het aantal
vestigingen en de werkgelegenheid ontwikkelingen in de creatieve industrie in kaart
worden gebracht.
Vergelijking met eerdere publicaties
De cijfers in deze monitor sluiten niet naadloos aan op die van de vorige Monitor creatieve
industrie en op de Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2012.6 Deze
monitor is gebaseerd op de laatst beschikbare cijfers van LISA, het CBS en TNO. LISA en
het CBS passen jaarcijfers met terugwerkende kracht aan. Bovendien heeft TNO in 2012
1 Ministerie van Economische Zaken en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2013) Brief
uitwerking regeerakkoord voor versterking kenniseconomie. 2 Marlet, G., Oort, van F. en Rutten, P.(2011) Creatieve industrie als vliegwiel. Creative Cities Amsterdam Area
3 Advies topteam creatieve industrie (2011) Creatieve industrie in topvorm
4 Clusters Amsterdam Economic Board (2012) www.iamsterdam.com
5 Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2012
6 Monitor creatieve industrie 2010, O+S
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
10
de toegevoegde waarde voor de creatieve industrie voor het eerst berekend op basis van
SBI 2008. Dit pakt gunstig uit voor de creatieve industrie. 7
1.2 Definitie creatieve industrie
Zoals in de eerdere onderzoeken naar de creatieve industrie wordt de definitie van TNO
gebruikt voor een omschrijving van de creatieve industrie:
De creatieve sector is een sector waarin de creatie, productie en exploitatie van
symbolisch materiaal centraal staan. Aan de hand van onderlinge verschillen en
overeenkomsten wordt er binnen de creatieve industrie onderscheid gemaakt tussen drie
deelsegmenten: kunsten, media en entertainment en de creatieve zakelijke
dienstverlening.8
In het deelsegment kunsten staan artistieke motieven hoog in het vaandel en spelen
economische motieven een secundaire rol. Daarnaast hebben kunsten een groot
maatschappelijk en cultureel belang in de samenleving. De kunstensector wordt
grotendeels gefinancierd door de overheid. Onder de kunstensector vallen onder andere
podiumkunsten, scheppende kunsten, cultureel erfgoed en overige kunst en erfgoed.
Media en entertainment is daarentegen zeer markt-gedreven en maakt onderdeel uit van
de consumentenmarkt. Media en entertainment zijn nauw verbonden met de populaire
cultuur. De sector is relatief kapitaalintensief, omvangrijk en complex in vergelijking met
kunsten en de creatieve zakelijke dienstverlening. Technologie speelt een belangrijke rol.
Bij media gaat het om creatie, productie en exploitatie van informatie voor een algemeen
publiek. Daarnaast heeft de entertainmentindustrie betrekking op het uitgeven van
producties in verschillende vormen, zoals films, muziek, boeken en games. Belangrijke
onderdelen van media en entertainment zijn omroep, persmedia, film, muziekindustrie,
uitgeverijen en live entertainment.
In het deelsegment creatieve zakelijke dienstverlening opereren de bedrijven op de
zakelijke markt. Bedrijven in deze sector leveren producten en/of diensten die een
symbolische waarde toevoegen aan de producten en diensten van de afnemers. Door
middel van het toevoegen van deze symbolische waarde wordt de concurrentiepositie van
7 Uit de Monitor creatieve industrie 2010 bleek dat de creatieve industrie een aandeel van 4% had in de totale
toegevoegde waarde. Volgens de nieuwe berekening van TNO is het aandeel in hetzelfde jaar 6,4%. 8 Koops, O., Roso, M. en Rutten, P. (2010) Creatieve industrie in de SBI 2008 bedrijfsindeling, TNO
“De creatieve industrie is een specifieke vorm van bedrijvigheid die producten en
diensten voortbrengt die het resultaat zijn van individuele of collectieve creatieve
arbeid en ondernemerschap. Inhoud en symboliek zijn de belangrijkste elementen
van deze producten en diensten. Ze worden aangeschaft door consumenten en
zakelijke afnemers omdat ze een betekenis oproepen. Op basis daarvan ontstaat een
ervaring. Daarmee speelt de creatieve industrie een belangrijke rol in ontwikkeling en
onderhoud van levensstijlen en culturele identiteiten in de samenleving.”
Monitor creatieve industrie 2012
11
bedrijven versterkt. In wezen komen er in dit segment kenmerken samen van zowel de
kunsten als media en entertainment, namelijk artistieke en creatieve appreciatie en
marktgerichtheid. Het is een relatief arbeidsintensieve sector. Belangrijke onderdelen van
creatieve zakelijke dienstverlening zijn mode, architectuur, vormgeving en reclame.
Wet op Handelsregister
In 2008 is de Wet op het Handelsregister officieel van kracht geworden. De invoering van
deze wet heeft een aanzienlijk effect gehad op het aantal vestigingen en de
werkgelegenheid. Voor de cijfers van Amsterdam heeft O+S zoveel mogelijk geprobeerd
te corrigeren voor deze wet en zo de reële aantallen en groei in het aantal vestigingen en
banen weer te geven.
1.3 Toespitsing op deelsegmenten
In hoofdstuk 4 wordt er ingezoomd op design, reclame, mode en digitale media. Deze
deelsegmenten zijn interessant om nader te bekijken, omdat ze vaak worden gezien als
de toonaangevende onderdelen van de creatieve industrie in de MRA. Design, reclame en
mode vallen onder de creatieve zakelijke dienstverlening. De Nederlandse design sector
behoort anno 2010 tot de wereldtop. Ook mode en reclame worden regelmatig
beschreven als spraakmakend. Nederland kent een aantal bekende namen in de mode-
industrie, zoals G-star, Mart Visser en Viktor en Rolf.9 Daarnaast zijn er aanwijzingen dat
de digitale media sector in de Metropoolregio een steeds grotere importantie heeft. In
2011 waren 8% van het totaal aantal banen in de MRA in de digitale media sector en dit
was zelfs 9% in Amsterdam.10
Om ontwikkelingen te duiden zijn er interviews gehouden
met experts op het gebied van mode, design, digitale media en reclame. De uitkomsten
van deze interviews zijn samen met de beschikbare data verwerkt in hoofdstuk 4 om zo
meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingen in deze deelsegmenten.
1.4 Opzet monitor
In dit rapport komen de volgende onderwerpen aanbod. In hoofdstuk 2 zullen de
ontwikkelingen in de creatieve industrie in de MRA en Nederland belicht en vergeleken
worden. De toegevoegde waarde, het aantal vestigingen en het aantal banen in de totale
creatieve sector en per deelsegment worden in kaart gebracht voor zover deze gegevens
beschikbaar zijn. Daarnaast wordt er gekeken naar de volgende gemeenten: Amsterdam,
Haarlem, Zaanstad, Hilversum en Almere. Het aantal banen en het aantal vestigingen is
berekend op basis van data van LISA. Voor de toegevoegde waarde is gebruikt gemaakt
van berekeningen van TNO.
In het derde hoofdstuk wordt er nader ingegaan op de creatieve industrie in Amsterdam.
Verder wordt er gekeken naar ontwikkelingen in het aantal zzp’ers in de creatieve
industrie in Amsterdam en wordt de verdeling over de stadsdelen onderzocht. Het
vestigingenregister van O+S is de bron die ten grondslag ligt aan hoofdstuk 3. Voor het
aantal banen worden zowel kleine banen (<12 uur werk per week) en grote banen (>12
uur werk per week) meegeteld.
In hoofdstuk 4 worden 4 deelsegmenten van de creatieve industrie van de MRA onder de
loep genomen: design, reclame, mode en digitale media. Hier worden onder meer de
9 Visie en strategische agenda creatieve industrie, CCAA (2010)
10 Monitor digitale media, O+S, 2012
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
12
cijfers van de toegevoegde waarde (voor zover bekend), het aantal vestigingen en de
werkgelegenheid gepresenteerd, net als in hoofdstuk 2 gebaseerd op LISA en TNO-
cijfers. Interviews met vertegenwoordigers van de verschillende branches worden gebruikt
om deze ontwikkelingen te duiden.
Monitor creatieve industrie 2012
13
2 Creatieve industrie Metropoolregio
Amsterdam
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen in de creatieve industrie van de Metropoolregio
Amsterdam en Nederland in kaart gebracht. Verder wordt er aandacht besteed aan de
gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad. Het eerste deel van dit
hoofdstuk gaat nader in op de ontwikkelingen binnen de creatieve industrie van de MRA
ten opzichte van Nederland aan de hand van de toegevoegde waarde, het aantal
vestigingen en de werkgelegenheid. Het tweede deel beschrijft de ontwikkelingen in de
creatieve industrie van de gemeenten en vergelijkt deze met elkaar. De veranderingen in
het aantal banen en vestigingen worden onderzocht tot en met 2012, voor de
toegevoegde waarde zijn er data beschikbaar tot en met 2011.
2.2 Metropoolregio Amsterdam en Nederland
De Metropoolregio Amsterdam (MRA) is een belangrijke spil in de Nederlandse economie.
In 2010 groeide de totale toegevoegde waarde van de MRA in vergelijking met heel
Nederland 0,5 procentpunt sneller, maar dit verschil is nu aan het afnemen. De
Amsterdam Economic Board heeft een aantal clusters vastgesteld die een gewichtige rol
spelen in het concurrentievermogen van de MRA, waaronder de creatieve industrie. Deze
sector beslaat dan ook een groter aandeel van de economie van de MRA dan in
Nederland als geheel.
2.2.1 Toegevoegde waarde
Om de ontwikkelingen in en het economische belang van de creatieve industrie aan te
tonen, is de toegevoegde waarde een belangrijke graadmeter.11
De toegevoegde waarde
van de creatieve sector van de MRA bedraagt in 2011 ongeveer 4,3 miljard euro. Dit is
5% van de totale toegevoegde waarde ofwel het bruto regionaal product van de MRA.
Bijna 35% van de totale toegevoegde waarde in de Nederlandse creatieve industrie wordt
gerealiseerd in de MRA, bijna twee keer zoveel als het aandeel van de totale economie
van de MRA in de Nederlandse economie (17%). Dit betekent een concentratie van de
creatieve industrie in de MRA.
Tussen 2008 en 2011 heeft de creatieve industrie zich minder gunstig ontwikkeld dan de
totale economie: de toegevoegde waarde van de creatieve industrie daalde in de MRA
met 1,8%, terwijl de toegevoegde waarde van de totale economie met 1,1% groeide. Dit
ligt in lijn met de ontwikkelingen in heel Nederland.
11
De toegevoegde waarde is een maatstaf voor de omvang van de productie. De toegevoegde waarde is gelijk
aan de totaal gerealiseerde omzet verminderd met de kosten voor grondstoffen en halffabricaten. De som van
de toegevoegde waarde van alle sectoren is het bruto binnenlands product (bbp).
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
14
Tabel 2.1 Toegevoegde waarde van de creatieve industrie per deelsegment voor de MRA
en Nederland voor 2007 - 2011 (bedrag in miljoenen euro's)
MRA
2007 2008 2009 2010 2011
kunsten 925 894 925 989 963
media en entertainment 2.817 2.810 2.746 2.669 2.530
creatieve zakelijke dienstverlening 903 919 847 850 828
totale creatieve industrie 4.645 4.623 4.518 4.509 4.321
totale economie 83.503 86.195 83.408 85.983 87.041
aandeel c.i. van totaal in % 5,6 5,4 5,4 5,2 5,0
Nederland
2007 2008 2009 2010 2011
kunsten 3.299 3.265 3.228 3.220 3.184
media en entertainment 6.890 6.886 6.601 6.590 6.326
creatieve zakelijke dienstverlening 3.461 3.549 3.213 3.140 3.041
totale creatieve industrie 13.651 13.700 13.042 12.949 12.551
totale economie 517.162 528.239 510.796 521.126 527.239
aandeel c.i. van totaal in % 2,6 2,6 2,6 2,5 2,4
bron: TNO
Tabel 2.2 Ontwikkeling in de toegevoegde waarde van de creatieve industrie per
deelsegment voor MRA en Nederland voor 2007 - 2011 (in %)
MRA Gemiddelde
2008 2009 2010 2011 groei 2008-11
kunsten -3,4 3,5 6,9 -2,7 1,1
media en entertainment -0,2 -2,3 -2,8 -5,2 -2,6
creatieve zakelijke dienstverlening 1,7 -7,8 0,5 -2,7 -2,1
totale creatieve industrie -0,5 -2,3 -0,2 -4,2 -1,8
totale economie 3,2 -3,2 3,1 1,2 1,1
Nederland Gemiddelde
2008 2009 2010 2011 groei 2008-11
kunsten -1,1 -1,1 -0,3 -1,1 -0,9
media en entertainment -0,1 -4,1 -0,2 -4,0 -2,1
creatieve zakelijke dienstverlening 2,5 -9,5 -2,3 -3,1 -3,1
totale creatieve industrie 0,4 -4,8 -0,7 -3,1 -2,1
totale economie 2,1 -3,3 2,0 1,2 0,5
bron: TNO
Monitor creatieve industrie 2012
15
Media en entertainment genereert nog steeds het grootse aandeel van de toegevoegde
waarde in de creatieve industrie. Tegelijkertijd is de toegevoegde waarde die in de MRA
verdiend wordt in dit deel het meest gedaald. In heel Nederland nam vooral de
toegevoegde waarde van de creatieve zakelijke dienstverlening af. Dit is onder andere te
wijten aan de ontwikkelingen in de reclame. De reclamebranche, een belangrijk onderdeel
van de creatieve zakelijke dienstverlening, heeft de afgelopen jaren te kampen gehad met
een negatieve groei. Ten opzichte van 2008 is de omzet in 2012 gekrompen met 25%.
Het laatste kwartaal van 2012 ondervond ruim 22% van de ondernemers in de reclame
branche een verslechtering van het economische klimaat.12
Figuur 2.3 Ontwikkeling in de toegevoegde waarde van de totale creatieve industrie en per deelsector
voor de MRA in indexcijfers (2007=100)
bron: TNO
12
CBS (2013) Monitor reclamebranche vierde kwartaal 2012
85
90
95
100
105
110
2007 2008 2009 2010 2011
kunsten
media en entertainment
creatieve zakelijke dienstverlening
totale creatieve industrie
totale economie
Uit de daling in de toegevoegde waarde cijfers kan men constateren dat de
recessie een duidelijke impact heeft op de creatieve industrie. De ontwikkelingen
per deelsector verschillen. Bepaalde delen van de creatieve industrie blijken
conjunctuur gevoeliger dan andere. De kunstensector is voor een groot deel door
de overheid gefinancierd en is tot en met 2011 het minst gevoelig voor
economisch slechte tijden. Met het oog op de geplande bezuinigen door de
overheid in de kunstensector zal dit met alle waarschijnlijkheid gaan veranderen.
2011 is daar de voorbode van. De groei in de sectoren media en entertainment
en de creatieve zakelijke dienstverlening is lager dan de gemiddelde groei van de
creatieve industrie in de MRA. De afnemende vraag vanuit het bedrijfsleven
resulteert in een lagere omzet in deze sectoren.
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
16
2.2.2 Vestigingen
In zowel de MRA als in Nederland is het aantal vestigingen in de creatieve industrie
bovengemiddeld gestegen. Dit is onder andere te verklaren door de nieuwe Wet op
Handelsregister:
Tabel 2.4 Aantal vestigingen in de creatieve industrie per deelsegment voor de MRA en
Nederland voor 2008 - 2012 (in aantallen)
MRA
2008 2009 2010 2011 2012
kunsten 7.271 10.757 14.990 16.079 17.008
media en entertainment 7.491 9.146 10.535 10.743 10.917
creatieve zakelijke dienstverlening 7.949 9.251 10.723 11.871 12.387
totale creatieve industrie 22.711 29.154 36.248 38.693 40.312
totaal aantal vestigingen 186.200 202.180 217.260 227.750 233.150
aandeel c.i. van totaal in % 12,2 14,4 16,7 17,0 17,3
Nederland
2008 2009 2010 2011 2012
kunsten 29.918 36.194 43.714 47.426 49.729
media en entertainment 23.577 26.831 29.114 30.958 31.834
creatieve zakelijke dienstverlening 31.193 34.569 38.132 41.834 43.648
totale creatieve industrie 84.688 97.594 110.960 120.218 125.211
totaal aantal vestigingen 1.088.380 1.142.540 1.191.230 1.239.180 1.258.130
aandeel c.i. van totaal in % 7,8 8,5 9,3 9,7 10,0
bron: LISA
In 2008 is de Wet op het Handelsregister officieel van kracht geworden. Dit
houdt in dat iedere economische activiteit moet worden geregistreerd bij de Kamer
van Koophandel. Deze wet heeft een aanzienlijke stijging teweeg gebracht in het
aantal vestigingen en de werkgelegenheid, al is deze stijging de laatste jaren aan
het afnemen. Het positieve effect is ook sterk terug te zien in de groei in het aantal
vestigingen en banen in de creatieve industrie, met name in de kunstensector
(+10.000 vestigingen sinds 2007) en de creatieve zakelijke dienstverlening.
(+4.400). Vooral in 2009 en 2010 zijn de groeipercentages torenhoog, waarna de
groei afvlakt. In deze subsectoren is in verhouding de invloed van de Wet op
Handelsregister sterk terug te zien, aanzien er relatief veel kleine ondernemingen
actief zijn. Deze kleine bedrijven waren voor 2008 niet verplicht zich te registeren.
Monitor creatieve industrie 2012
17
Tabel 2.5 Ontwikkeling in de vestigingen in de creatieve industrie per deelsegment
voor de MRA en Nederland voor 2009 - 2012 (in %)
MRA gemiddelde
2009 2010 2011 2012 groei 2009-12
kunsten 47,9 39,4 7,3 5,8 25,1
media en entertainment 22,1 15,2 2,0 1,6 10,2
creatieve zakelijke dienstverlening 16,4 15,9 10,7 4,3 11,8
totale creatieve industrie 28,4 24,3 6,7 4,2 15,9
totaal aantal vestigingen 8,6 7,5 4,8 2,4 5,8
Nederland gemiddelde
2009 2010 2011 2012 groei 2009-12
kunsten 21,0 20,8 8,5 4,9 13,8
media en entertainment 13,8 8,5 6,3 2,8 7,9
creatieve zakelijke dienstverlening 10,8 10,3 9,7 4,3 8,8
totale creatieve industrie 15,2 13,7 8,3 4,2 10,4
totaal aantal vestigingen 5,0 4,3 4,0 1,5 3,7
bron: LISA
Tabel 2.6 Grootste deelsegmenten in termen van aantal vestigingen in de MRA
deelsegmenten per onderdeel vestigingen groei in %
kunsten 2012 2012
beoefening van podiumkunst 4.457 10,4%
schrijven en scheppende kunst 7.538 6,6%
media en entertainment
productie van films 2.913 1,6%
Fotografie 3.121 3,3%
creatieve zakelijke dienstverlening
Reclamebureaus 6.828 3,7%
industrieel ontwerp en vormgeving 3.345 6,2%
bron: LISA
2.2.3 Werkgelegenheid
In de creatieve industrie is het aantal banen sterker gestegen dan in de totale economie.
Behalve in het deelsegment media en entertainment, waar het aantal banen in de MRA in
2011 en 2012 daalt. Evengoed is het nog steeds het onderdeel van de creatieve industrie
dat de meeste werkgelegenheid biedt (37%).
13
13
CBS (2009) Internet verdringt traditionele mediaproducten
Het deelsegment media en entertainment staat al meerdere jaren onder druk door
de groeiende concurrentie van het internet en door de toenemende automatisering. Het
internet wordt steeds meer gebruikt om bijvoorbeeld naar de radio te luisteren, het
nieuws te volgen en televisieprogramma’s te kijken. Dit gaat ten koste van de
traditionele mediavormen, zoals de uitgeverijenbranche en de productie van televisie.
Digitale media is een sterk groeiende sector, die voor een deel overlapt met de
creatieve industrie. Binnen de creatieve industrie compenseert deze groei momenteel
nog niet de daling in de traditionele media.¹¹
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
18
De creatieve zakelijke diensten zorgt voor 29% van het aantal banen. Een snel groeiende
tak van de creatieve zakelijke dienstverlening is industrieel ontwerp, waarbij het aantal
werkzame personen met gemiddeld 7,8% is toegenomen van 2008 tot en met 2012. De
sterkste groei van de werkgelegenheid deed zich voor in de kunsten, nu goed voor 35%
van het aantal banen.
Tabel 2.7 Werkzame personen in de creatieve industrie per deelsegment voor de MRA en
Nederland voor 2008 - 2012 (in aantallen)
MRA
2008 2009 2010 2011 2012
kunsten 23.134 25.765 30.397 31.170 31.397
media en entertainment 35.202 36.652 34.631 33.762 33.233
creatieve zakelijke dienstverlening 22.649 23.709 24.514 25.298 26.097
totale creatieve industrie 80.985 86.126 89.542 90.230 90.727
totaal aantal banen 1.274.800 1.284.590 1.288.540 1.295.710 1.290.670
aandeel c.i. in % 6,4 6,7 7,0 7,0 7,0
Nederland
2008 2009 2010 2011 2012
kunsten 84.671 89.678 97.408 100.721 100.533
media en entertainment 91.550 93.280 90.155 89.896 89.668
creatieve zakelijke dienstverlening 87.348 89.629 90.193 93.655 94.921
totale creatieve industrie 263.569 272.587 277.756 284.272 285.122
totaal aantal banen 8.109.300 8.139.830 8.101.560 8.141.700 8.084.740
aandeel c.i. van totaal in % 3,3 3,3 3,4 3,5 3,5
bron: LISA
Tabel 2.8 Ontwikkeling in de banen in de creatieve industrie per deelsegment voor de MRA
voor 2009 - 2012 (in %)
gemiddelde
2009 2010 2011 2012 groei 2009-12
kunsten 11,4 18,0 2,5 0,7 8,2
media en entertainment 4,1 0,2 -2,5 -1,6 0,1
creatieve zakelijke dienstverlening 4,7 3,4 3,2 3,2 3,6
totale creatieve industrie 6,3 4,0 0,8 0,6 2,9
totaal aantal banen 0,8 0,3 0,6 -0,4 0,3
bron: LISA
Tabel 2.9 Ontwikkeling in de banen in de creatieve industrie per deelsegment voor Nederland
voor 2009 - 2012 (in %)
gemiddelde
2009 2010 2011 2012 groei 2009-12
kunsten 5,9 8,6 3,4 -0,2 4,4
media en entertainment 1,9 -3,4 -0,3 -0,3 -0,5
creatieve zakelijke dienstverlening 2,6 0,6 3,8 1,4 2,1
totale creatieve industrie 3,4 1,9 2,3 0,3 2,0
totaal aantal banen 0,4 -0,5 0,5 -0,7 -0,1
bron: LISA
Uit verschillende onderzoeken blijkt de opkomst van ondernemerschap en in het bijzonder
het groeiende belang van de kleine ondernemer. In Nederland en in Amsterdam is de
Monitor creatieve industrie 2012
19
groeiende importantie van ondernemerschap terug te zien in het relatief hoge aandeel
ondernemers in de beroepsbevolking in vergelijking met andere West-Europese landen.¹²
Dit heeft consequenties voor de samenstelling van de werkgelegenheid: minder mensen
in loondienst, terwijl het aandeel zelfstandigen (al dan niet met personeel) in de
beroepsbevolking toeneemt.
1415
De verkleining van de gemiddelde ondernemingsomvang is een grotere mate
waarneembaar in de creatieve industrie dan in de totale economie. Dit is terug te zien in
het aantal werkzame personen per vestiging. In de MRA werken er gemiddeld 2,3
personen per vestiging in de creatieve industrie tegenover 5,5 in de totale economie.
Tabel 2.10 Gemiddelde werkzame personen per vestiging voor de creatieve industrie van de MRA
en Nederland, 2008-2012 (in aantallen) gemiddelde werkzame personen per vestiging afname in %
MRA 2008 2009 2010 2011 2012 van 2008 tot 2012
creatieve industrie 3,6 3,0 2,5 2,3 2,3 -36,9
totale economie 6,8 6,4 5,9 5,7 5,5 -19,1
Nederland
creatieve industrie 3,1 2,8 2,5 2,4 2,3 -25,8
totale economie 7,5 7,1 6,8 6,6 6,4 -14,7
bron: LISA
2.3 Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad
In deze paragraaf wordt er ingezoomd op een vijftal, dat onderdeel is van de MRA,
namelijk Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad. Aan de hand van
toegevoegde waarde, het aantal vestigingen en de werkgelegenheid worden
ontwikkelingen in deze gemeenten in kaart gebracht en vergeleken.
14
O+S (2012) Fact sheet: Opmars zzp’ers in Amsterdam 15
Bron (2013), de creatieve sector als inspirator
Het groeiende belang van het ondernemerschap heeft een aantal oorzaken.
Technologische ontwikkelingen hebben bijgedragen aan een reductie in de
opstartkosten van een bedrijf. Daarnaast kunnen activiteiten gemakkelijker worden
uitbesteed, waardoor bedrijven zich meer kunnen focussen op hun ‘core business’. Het
internet speelt ook een rol in het kleiner worden van ondernemingen, het maakt de
productie en distributie van niche producten rendabeler. Veranderingen in institutionele
factoren, zoals de zelfstandigenaftrek en de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie), dragen bij
aan een flexibelere arbeidsmarkt.¹³ De flexibilisering van de arbeidsmarkt maakt het
makkelijker om naast een baan in loondienst een eigen bedrijf te starten. In het kader
van de recessie huren bedrijven vaak liever een klein bureau in voor een opdracht,
aangezien deze vaak flexibeler en goedkoper zijn. Het gevolg van de
schaalverkleining, flexibilisering en digitalisering is dat de kleine bedrijven gezien
worden als de nieuwe groeimotor van de economie.1
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
20
2.3.1 Toegevoegde waarde
In de gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem, Hilversum en Zaanstad wordt in 2011 3,5
miljard euro verdiend in de creatieve industrie. In totaal wordt 27,9% van de toegevoegde
waarde van de creatieve industrie in Nederland gegenereerd in deze vijf gemeenten. De
mate van specialisatie is het grootst in Hilversum. Hier wordt 21,1% van de totale
toegevoegde waarde gegenereerd in de creatieve industrie. Daarna volgen Amsterdam
en Haarlem waarbij de creatieve industrie een bijdrage levert van respectievelijk 6,8% en
4,2% aan de totale toegevoegde waarde.
Figuur 2.11 Aandeel toegevoegde waarde per gemeente in totale toegevoegde waarde van de
creatieve industrie van de MRA voor 2011 (in %)
bron: LISA
In de jaren 2007 tot en met 2011 nam de toegevoegde waarde van de creatieve industrie
in Haarlem, Hilversum en Zaanstad af. De gemiddelde jaarlijkse krimp was respectievelijk
4,3%, 4,9% en 2,3%. De toegevoegde waarde van de totale economie daalde in deze
gemeenten ook in deze periode, maar in mindere mate. In alle gemeenten op Almere na
blijft de groei in de toegevoegde waarde van de creatieve industrie achter bij de groei in
de toegevoegde waarde van de totale economie. In het eerste deel van dit hoofdstuk werd
deze tendens ook geconstateerd in de gehele MRA en in Nederland.
Er zijn grote verschillen in de ontwikkelingen per deelsector in de gemeenten. In
Hilversum is er een afname in de toegevoegde waarde voor alle drie de deelsectoren
kunsten, media en entertainment en de creatieve zakelijke dienstverlening over de jaren
2007 tot en met 2011. In Almere neemt alleen de creatieve zakelijke dienstverlening sterk
af, met 10%. Amsterdam is de enige gemeente met een positieve gemiddelde groei van
de toegevoegde waarde van de creatieve zakelijke dienstverlening.
3%
57%
4%
15%
2%
19%
Almere Amsterdam
Haarlem Hilversum
Zaanstad overig MRA
Monitor creatieve industrie 2012
21
Tabel 2.12 Toegevoegde waarde per gemeente in miljoenen euro's voor de jaren 2007-2011 en de
gemiddelde jaarlijkse groei van de creatieve industrie en de totale economie in %, 2008-2011
toegevoegde waarde aandeel c.i gemiddelde gemiddelde
in % groei % c.i groei % ec.
2007 2008 2009 2010 2011 2011 08-11 08-11
Almere 115 127 145 129 115 2,5 0,8 -0,4
Amsterdam 2.380 2.419 2.465 2.530 2.489 6,4 1,1 2,7
Haarlem 222 217 211 213 162 4,3 -4,3 -0,8
Hilversum 804 768 696 683 657 21,1 -4,9 -0,7
Zaanstad 84 88 82 83 76 2,2 -2,3 0,4
bron: TNO
Figuur 2.13 De gemiddelde jaarlijkse groei 2007-2011 in de toegevoegde waarde per deelsegment
en de gemiddelde jaarlijkse groei 2007-2011 van de totale toegevoegde waarde per gemeente
bron: TNO
2.3.2 Vestigingen
Amsterdam heeft ruimschoots de meeste vestigingen van de vijf gemeenten. Daarnaast is
het aandeel van het totaal aantal vestigingen per gemeente het hoogst in Amsterdam,
namelijk 25%. Daaropvolgend hebben Hilversum en Haarlem een aandeel van resp. 18%
en 17%.
In alle vijf gemeenten is het aantal vestigingen in de creatieve industrie bovengemiddeld
toegenomen, behalve in Hilversum. Een groot deel van de creatieve industrie van
Hilversum is onderdeel van het segment media en entertainment, een deel dat al enige
jaren onder druk staat door veranderingen in de markt. Dit blijkt behalve uit het
afgenomen aandeel van de toegevoegde waarde ook uit een daling van het aantal
vestigingen. De Wet op het Handelsregister heeft weinig invloed gehad op het aantal
-12
-10
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
Almere Amsterdam Haarlem Hilversum Zaanstad
kunsten
media enentertainment
creatieve zakelijkedienstverlening
totale economie
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
22
vestigingen in Hilversum, omdat deze gemeente verhoudingsgewijs veel grote
ondernemingen telt, zoals omroepen en commerciële televisiezenders. In Hilversum is het
gemiddelde aantal werkzame personen dan ook een stuk hoger dan in de andere
gemeenten.
Tabel 2.15 Aantal vestigingen in de creatieve industrie per deelsegment per gemeente voor 2012
(in aantallen) en de gemiddelde jaarlijkse groei in % voor 2009-2012
vestigingen
2012 Almere Amsterdam Haarlem Hilversum Zaanstad
kunsten 553 12.267 807 396 428
media en entertainment 463 7.252 427 517 267
creatieve zakelijke dienstverlening 437 7.588 722 341 408
totaal creatieve industrie 1.453 27.107 1.956 1.254 1.103
totaal aantal vestigingen 15.620 107.160 11.690 7.030 12.040
aandeel c.i. in % 9,3 25,3 16,7 17,8 9,2
gemiddelde banen per vestiging 1,8 2,0 2,0 8,2 1,7
gemiddelde jaarlijkse groei
in %, 2009-2012 Almere Amsterdam Haarlem Hilversum Zaanstad
kunsten 19,8 35,8 7,3 3,7 19,6
media en entertainment 7,1 14,1 5,8 -1,3 9.6
creatieve zakelijke dienstverlening 4,9 16,9 6,5 1,4 8,3
totaal creatieve industrie 10,2 22,5 6,7 0,9 12,3
totaal aantal vestigingen 6,0 9,6 1,6 0,2 4,8
bron: LISA
Figuur 2.14 Ontwikkeling in het aantal vestigingen in de creatieve industrie per gemeente, voor
de jaren 2008-2012 (indexcijfers 2008=100)
bron: LISA
80
100
120
140
160
180
200
220
2008 2009 2010 2011 2012
Almere
Amsterdam
Haarlem
Hilversum
Zaanstad
Monitor creatieve industrie 2012
23
2.3.3 Werkgelegenheid
Amsterdam heeft met 55.034 banen het
grootste aantal werkzame personen in de
creatieve industrie van de 5 gemeenten.
Daarna volgt Hilversum met 10.241
banen. De
creatieve industrie van Hilversum beslaat
22% van de totale werkgelegenheid.
In de gemeenten Almere, Amsterdam,
Haarlem en Zaanstad is het aantal banen
in de creatieve industrie bovengemiddeld
toegenomen. Alleen in Hilversum is het
aantal banen in de creatieve industrie
gedaald met gemiddeld -3,3% in de jaren
2008 tot en met 2012. Er is met name een
daling te zien in het aantal, dat behoort tot
de subsectoren televisieomroepen en
facilitaire activiteiten voor film- en
televisieproductie, met uitzondering van
het jaar 2012. Opvallend is dat in 2012 de
deelsector kunsten het grootste aandeel
van de creatieve industrie beslaat in de
gemeenten Almere, Amsterdam, Haarlem
en Zaanstad, al zijn de verschillen in
aandeel per deelsector soms niet heel
groot. In voorgaande monitoren van de
creatieve industrie besloeg de creatieve
zakelijke dienstverlening of media en
entertainment het grootste aandeel in de
werkgelegenheid.
In 2012 beslaat de deelsector
kunsten het grootste aandeel van de
creatieve industrie in de gemeenten
Almere, Amsterdam, Haarlem en
Zaanstad. Ook als men kijkt naar de
creatieve industrie in heel Nederland is
dit het geval. Deze verschuiving komt
onder andere doordat de afgelopen
jaren de sterkste stijging in het aantal
banen heeft plaatsgevonden in de
sector kunsten. Tot en met 2011 lijkt
de kunstensector minder last te
hebben gehad van de recessie. Met
het oog op de door de overheid
geplande bezuinigingen kan deze
sector de klap nog verwachten.
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
24
Tabel 2.17 Aantal banen creatieve industrie per gemeente voor 2008-2012 (in aantallen) en de
gemiddelde jaarlijkse groei werkgelegenheid in % voor de creatieve industrie en de economie
werkgelegenheid aandeel c.i gemiddelde gemiddelde
in % groei % c.i groei % ec.
2008 2009 2010 2011 2012 2012 09-12 09-12
Almere 2.580 3.068 2.883 2.664 2.632 3,2 1,0 0,5
Amsterdam 42.573 47.576 52.148 54.278 55.034 10,1 6,7 1,4
Haarlem 3.893 4.139 4.212 3.838 4.009 6,1 0,9 -1,0
Hilversum 11.734 11.314 10.934 10.627 10.241 21,9 -3,3 -2,2
Zaanstad 1.791 1.893 1.938 1.926 1.915 3,1 1,7 0,3
bron: LISA
2.4 Conclusie
In dit hoofdstuk komt een aantal factoren naar voren die invloed hebben op de omvang
van en de ontwikkelingen in de creatieve industrie. De recessie heeft een duidelijk effect
op de toegevoegde waarde cijfers van de creatieve industrie. In zowel de MRA als
Nederland kromp de toegevoegde waarde van de creatieve industrie in de periode 2008-
2011 terwijl de toegevoegde waarde van de gehele economie gemiddeld genomen iets
groeide. De toegevoegde waarde nam niet in alle gemeenten in de MRA af. Van de vijf
gemeenten die in dit onderzoek uitgelicht zijn, deed de krimp zich voor in drie van de vijf:
in Haarlem, Hilversum en Zaanstad. De deelsectoren media en entertainment en de
creatieve zakelijke dienstverlening bleken tussen 2008 en 2011 het meest
Figuur 2.16 Aandeel van het aantal banen per deelsector in de totale creatieve industrie en het
aandeel van de creatieve industrie in de totale werkgelegenheid, per gemeente voor 2012
bron: LISA
0
5
10
15
20
25
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
aandeel CI in totaal banenaandeel sector in CI
media enentertainment
creatieve zakelijkedienstverlening
kunsten
aandeel CI inwerkgelegenheid
Monitor creatieve industrie 2012
25
conjunctuurgevoelig. De sector kunsten is afhankelijk van overheidsbudgetten. Dit heeft
het effect van de recessie tot 2011 gedempt.
Het aantal vestigingen in de creatieve industrie is fors gestegen. Dit komt onder andere
door de Wet op het Handelsregister. De stijging in het aantal vestigingen overtreft de
stijging in het aantal banen. Hieruit kan worden opgemaakt dat er sprake is van een
schaalverkleining. De opkomst van het ondernemerschap heeft voor een stijging in het
aantal kleine ondernemingen gezorgd. Technologische ontwikkelingen en de lagere
kosten van het ondernemerschap hebben hieraan bijgedragen.
Zowel in de MRA als in Nederland stijgt de werkgelegenheid in de creatieve industrie, met
name in de kunstensector en in de creatieve zakelijke dienstverlening. In de sector media
en entertainment neemt de werkgelegenheid al jaren af. Deze trendmatige ontwikkeling is
ook in eerdere monitoren van de creatieve industrie benoemd. Hierdoor daalt de
werkgelegenheid in Hilversum. In de andere gemeenten neemt de werkgelegenheid in de
creatieve industrie toe tussen 2008 en 2012. In haast alle onderzochte regio’s en
gemeenten is vooral in de deelsector kunsten het aantal banen en vestigingen hard
gestegen. In 2012 heeft de sector kunsten het grootste aandeel in de creatieve industrie
in Nederland qua werkgelegenheid en vestigingen. In de MRA is dit ook zo qua
vestigingen, maar wat werkgelegenheid betreft is media en entertainment nog steeds het
grootst. Media en entertainment levert bovendien nog steeds de belangrijkste bijdrage
aan de toegevoegde waarde, zowel in de MRA als in heel Nederland.
In de creatieve industrie in zowel de MRA, Nederland als de onderscheiden gemeenten
neemt het aantal banen percentueel gezien meer toe dan de toegevoegde waarde in de
jaren 2008 tot en met 2012. In veel gevallen neemt de toegevoegde waarde zelfs af. Er is
dus minder toegevoegde waarde gegenereerd door meer mensen. Vermoedelijk is dit
ook een effect van de recessie. Het maatschappelijke en economische belang van de
creatieve industrie is vooral terug te zien in de groeiende bijdrage die het levert aan het
aantal vestigingen en aan de werkgelegenheid. Het aandeel van de toegevoegde waarde
van de creatieve industrie in de totale economie is kleiner dan het aandeel van de
creatieve industrie in de totale werkgelegenheid in zowel de MRA, Amsterdam en
Nederland. Hieruit kan men constateren dat de creatieve industrie een arbeidsintensieve
sector is, die geconcentreerd is in de MRA en daarbinnen in Amsterdam.
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
26
Figuur 2.18 Aandeel van de toegevoegde waarde, het aantal vestigingen en het aantal banen in de
totale economie voor de MRA, Amsterdam en Nederland in 2011 (in %)
bron: TNO en LISA
0
5
10
15
20
25
30
Nederland MRA Amsterdam
toegevoegdewaarde
vestigingen
banen
Monitor creatieve industrie 2012
27
3 Creatieve industrie Amsterdam
3.1 Inleiding
De creatieve industrie in de MRA is geconcentreerd in Amsterdam. Hier is het aandeel
van de creatieve industrie in de toegevoegde waarde, totale aantal vestigingen en de
werkgelegenheid het hoogst. In dit hoofdstuk wordt er verder ingezoomd op de creatieve
industrie van Amsterdam. Er wordt gekeken naar het effect van de wetswijziging.
Daarnaast worden en aantal eigenschappen van de creatieve industrie onderzocht,
namelijk de dynamiek, de bedrijfsgrootte en het aandeel zzp’ers. In dit hoofdstuk is er
gebruik gemaakt van het vestigingen bestand van O+S, genaamd ARRA.
3.2 Effect wetswijziging
In het vorige hoofdstuk is het belang van het effect van de Wet op het Handelsregister al
belicht. Figuur 3.1 laat zien dat de invoering van de wet een aanzienlijke stijging teweeg
heeft gebracht in het aantal banen in de creatieve industrie. Het aantal geregistreerde
banen neemt in 2009 voor een groot deel toe door de wetswijziging. In 2010 en 2011
neemt het effect van de wetswijziging af.
Figuur 3.1 Effect van de wetswijziging op het aantal banen in de creatieve industrie van Amsterdam (in
aantallen)
bron: O+S
-8000
-6000
-4000
-2000
0
2000
4000
6000
8000
10000
12000
14000
2008 2009 2010 2011
andere toename
toename doorwetswijziging
afname
saldo incl.wetswijziging
saldo excl.wetswijziging
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
28
3.3 Dynamiek
De creatieve sector is een dynamische sector met relatief veel starters en stoppers.
Hiermee onderscheidt de creatieve industrie zich van de totale economie. Uit figuur 3.2
blijkt dat starters, ondernemers die naar Amsterdam zijn verhuisd en de wetswijziging
behoren tot de belangrijkste oorzaken van banengroei in de creatieve industrie van
Amsterdam. Voor de totale economie geldt dat de banengroei in sterkere mate wordt
gegenereerd bij bestaande bedrijven. De verschillen tussen de creatieve industrie en de
totale economie zijn minder groot wanneer men kijkt naar het banenverlies. Wel kan
worden geconstateerd dat de krimp van bestaande ondernemingen in de totale economie
vaker voorkomt dan in de creatieve industrie. Gezien de vele 1 persoonsvestigingen in de
creatieve industrie is dit aannemelijk. Het banenverlies in de creatieve industrie wordt in
sterkere mate veroorzaakt door verhuizing naar een andere regio.
Binnen de totale economie van Amsterdam wordt een groter deel van de stijging en daling
in het aantal banen dus bepaald door reeds bestaande ondernemingen. In de creatieve
industrie zijn relatief weinig snelgroeiende bedrijven oftewel ‘gazelles’. De banengroei
wordt met name bepaald door startende ondernemingen, die daarna niet veel meer
groeien. Het aantal werkzame personen per vestiging is dan ook relatief laag in de
creatieve industrie. De dynamiek van de creatieve sector is te verklaren door de relatief
hoge concurrentie, wat ook wordt weerspiegeld in de relatief lage overlevingskansen van
ondernemers in de creatieve industrie.16
Figuur 3.2 Uitsplitsing van de banengroei in 2007-2011 naar verschillende categorieën voor de creatieve
industrie en de totale economie (aandeel in %)
bron: O+S
16
Bron (2013), de creatieve sector als inspirator
0
20
40
60
80
100
creatieve industrie totale economie
overig
groei bestaande ondernemingen
wijziging activiteit
wetswijziging
starters
verhuisd
Monitor creatieve industrie 2012
29
Figuur 3.3 Uitsplitsing van de dynamiek in 2007 -2011 naar verschillende categorieën voor de creatieve
industrie en de totale economie (aandeel in %)
bron: O+S
3.4 Bedrijfsgrootte creatieve industrie
De creatieve industrie bevat voornamelijk kleine bedrijven. In Amsterdam bestaat 84%
van de vestigingen in de creatieve industrie uit 1 persoonsvestigingen. In de rest van de
economie beslaat het aantal 1 persoonsvestigingen 65% van het totale aantal
vestigingen. Zo’n kleine ondernemingsomvang heeft zijn voordelen, het zorgt onder
andere voor meer flexibiliteit.17
De keerzijde is dat creatieve industrie weinig grote ondernemingen kent: 4% van het
aantal vestigingen in de creatieve industrie van Amsterdam heeft meer dan 5
werknemers, voor de totale economie is dit 15%. Er zijn niet veel bedrijven waarvoor het
belangrijk is om schaalvoordelen te behalen, met uitzondering van facilitaire
ondersteuners van tv en distribiteurs van films en televisie producten. Met name in
Hilversum zijn er relatief veel facilitaire ondersteuners van tv gevestigd: 11% van het
totale aantal vestigingen in de creatieve industrie. In Amsterdam maken facilitaire
ondersteuners van tv en distribiteurs van films en televisie maar 2,6% uit van het totaal
aantal vestigingen in de creatieve industrie. Dit verklaart onder andere de relatief grote
ondernemersomvang van de creatieve industrie in Hilversum, die al aan de orde kwam in
hoofdstuk 2. Middelgrote bedrijven in de creatieve industrie zijn bijvoorbeeld musea,
omroepen en bibliotheken.
17
Bron (2013), de creatieve sector als inspirator
0
20
40
60
80
100
creatieve industrie totale economie
overig
krimp bestaande onderneming
wijziging activiteit
failliet
verhuisd
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
30
Figuur 3.4 Verdeling van de vestigingen naar categorie bedrijfsgrootte (werkzame personen per
vestiging) voor de creatieve industrie en de rest van de Amsterdamse economie in 2012
bron: O+S
3.5 Zzp’ers in de creatieve industrie
De afgelopen jaren is het aandeel zzp’ers in de werkgelegenheid sterk gegroeid: in
Amsterdam is het aandeel toegenomen van 4,4% in 2006 naar 12,2% in 2012. Voor de
creatieve industrie spelen zzp’ers nog een veel grotere rol in de werkgelegenheid. Het
aandeel zzp’ers in de werkgelegenheid is voor de creatieve industrie ruim 66% en in de
kunstensector zelfs ruim 70%.
Deze groeiende importantie van zzp’ers is onder andere te verklaren door de toenemende
flexibilisering van de arbeidsmarkt, die meer ruimte schept voor ondernemerschap.
Daarnaast is het makkelijker om verschillende banen te combineren. Met name in de
creatieve industrie zijn er veel kleine banen (<12 uur per week), waarnaast men vaak nog
een baan in loondienst heeft. In de totale economie van Amsterdam heeft 11% van de
zzp’ers nog een baan in loondienst ernaast.18
Voor de creatieve industrie zijn deze
gegevens niet beschikbaar. De flexibilisering van de arbeidsrelaties brengt ook nadelen
met zich mee, waaronder minder zekerheid en een lager loon. Zzp’ers verdienen
gemiddeld minder dan wat mensen in loondienst verdienen.19
Aangezien een zeer groot
deel van de creatieve industrie bestaat uit zzp’ers is het niet verwonderlijk dat er in deze
sector relatief weinig verdiend wordt.
18
Meestal gaat het dan om een deeltijdbaan. Het merendeel besteedt meer dan 33 uur aan de eigen
onderneming. Bron: zie noot 17 19
O+S (2012) Fact sheet opmars zzp’ers in Amsterdam
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
1 wp
2-4 wp
5-9 wp
10-19 wp
20-49 wp
>= 50 wp
overige Amsterdamse economie
creatieve industrie
%
Monitor creatieve industrie 2012
31
Figuur 3.5 Het aandeel zzp’ers in de werkgelegenheid per sector van de creatieve industrie en
voor de totale werkgelegenheid in Amsterdam in 2012 (in %)
bron: O+S
3.6 Spreiding creatieve industrie
De creatieve industrie blijkt in toenemende mate geclusterd te zijn in de stad. Het aantal
vestigingen van de creatieve industrie van Amsterdam is van 2000 tot 2010 flink
gestegen, met 18%, tegenover een stijging van 5% van alle vestigingen. In deze 10 jaar is
er ook het een en ander veranderd in de spreiding over de stad van de ondernemers in de
creatieve industrie. De werkgelegenheid in de creatieve industrie was in 2000 met name
geconcentreerd in de grachtengordel, in het westelijk deel van het oude centrum en rond
het Vondelpark. In 2010 heeft het centrum haar positie versterkt als vestigingsplaats voor
de creatieve industrie en bevindt zich hier een concentratie van creatieve vestigingen. 20
Deze ontwikkeling is ook terug te vinden in andere sectoren, waaronder de zakelijke
dienstverlening, de financiële sector, de toeristische sector en de horeca. Daarnaast
verspreidt de creatieve industrie zich over de stad.21
20
O+S (2013), Postindustriële buurten, een onderzoek naar gentrification en spreiding van sectoren ICT,
creatieve industrie, zakelijke diensten, horeca en detailhandel in Amsterdamse buurten tussen 2000-2010 21
Monitor creatieve industrie 2010
0
20
40
60
80
100
kunsten media en
entertainment
creatieve zakelijke
dienstverlening
creatieve
industrie
totale
werkgelegenheid
zzp geen zzp
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
32
Figuur 3.6 Ontwikkeling aandeel banen creatieve industrie 2000-2010 (verschil op basis van
procentpunten)
bron: O+S
In Amsterdam is de creatieve industrie met name geconcentreerd in het stadsdeel
Centrum, West en Zuid en in mindere mate in stadsdeel Oost. Zowel de kunsten als
media en entertainment en de creatieve zakelijke dienstverlening zijn in deze drie
stadsdelen geconcentreerd. Wel zijn er een aantal onderlinge verschillen waarneembaar.
Zo blijkt uit figuur 3.8 dat de grotere vestigingen van de deelsector kunsten met name zijn
gevestigd in het stadsdeel Centrum en in de buurtcombinaties het Museumkwartier en de
Oude Pijp, terwijl grote vestigingen van de deelsector media en entertainment vooral
gevestigd zijn om het Centrum en om de A10 heen. Van de creatieve zakelijke
dienstverlening zijn er relatief veel grote vestigingen gevestigd in stadsdeel Zuid.
Monitor creatieve industrie 2012
33
Figuur 3.7 De creatieve industrie in Amsterdam per deelsector in 2012
bron: O+S
Figuur 3.8 De deelsector kunsten in Amsterdam in 2012
bron: O+S
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
34
Figuur 3.9 De deelsector media en entertainment in Amsterdam in 2012
bron: O+S
Figuur 3.10 De deelsector creatieve zakelijke dienstverlening in Amsterdam in 2012
bron: O+S
Monitor creatieve industrie 2012
35
Per bedrijfstak (SBI-code) is er weinig variatie in concentratie: de vestigingen bevinden
zich voornamelijk in de stadsdelen Centrum, Zuid, West en Oost. Slechts bij enkele
bedrijfstakken is een andere verdeling waarneembaar. Galerieën zijn met name te vinden
in het westelijke en zuidelijke deel van het Centrum. De musea, theaters en
schouwburgen, beide onderdeel van de sector kunsten, zijn veelal gevestigd in het
Centrum, het Museumkwartier en de Oude Pijp. Ook de uitgeverijen van boeken zijn
geconcentreerd in het Centrum en stadsdeel Zuid, terwijl de uitgeverijen van kranten
geconcentreerd zijn aan de rand van of buiten het Centrum.
De verdeling van de deelsegmenten design en mode ligt in lijn met de verdeling van de
gehele creatieve industrie. Met name in het deelsegment digitale media zijn veel grote
bedrijven, die gelokaliseerd zijn in het Centrum van Amsterdam en om de A10 heen. De
reclamebureaus zijn redelijk verspreid over de stad. De grotere bureaus zijn voornamelijk
gevestigd buiten het Centrum, terwijl de kleinere bureaus in sterkere mate geconcentreerd
zijn in en om het stadsdeel Centrum.
Figuur 3.11 Verdeling vestigingen design, digitale media, reclamebureaus en mode in Amsterdam, 2012
design (industrieel ontwerp en vormgeving) digitale media (creatie)
reclamebureaus mode (creatie)
bron: O+S
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
36
3.7 Conclusie
De Nederlandse creatieve industrie is geconcentreerd in de MRA en daarbinnen in
Amsterdam. Amsterdam is dan ook de gemeente met het grootste aandeel in de totale
creatieve industrie van de MRA in termen van banen, vestigingen en de toegevoegde
waarde. In tegenstelling tot de krimp van de toegevoegde waarde van de creatieve
industrie in de hele MRA is de toegevoegde waarde van de sector in Amsterdam tussen
2008-2011 gemiddeld met 1,1% toegenomen per jaar. Dit ligt onder de gemiddelde
jaarlijkse groei van de totale economie, die 2,7% bedraagt.
De nieuwe Wet op het Handelsregister heeft een aanzienlijk effect gehad op de omvang
van de creatieve industrie van Amsterdam. In 2009 was er sprake van een grote toename
in het aantal banen. Het effect is hierdoor nu aan het verminderen.
De creatieve industrie onderscheidt zich van de totale economie, door de omvang van de
bedrijven en door de dynamiek. De creatieve industrie is een dynamische sector, met veel
starters en stoppers. Starters zijn een belangrijke oorzaak voor de banengroei. De
creatieve industrie van Amsterdam bestaat voornamelijk uit kleine bedrijven: 84% van de
vestigingen telt 1 werknemer.
In Amsterdam is de creatieve industrie met name geconcentreerd in het stadsdeel
Centrum, West en Zuid en in mindere mate in stadsdeel Oost. Over het algemeen zijn er
geen grote verschillen waarneembaar in de verdeling van de drie deelsegmenten over de
stad, behalve in de locaties van de grotere vestigingen per deelsegment. De grotere
vestigingen van de kunstensector bevinden zich met name in het Centrum en in de
buurtcombinaties het Museumkwartier en de Oude Pijp, terwijl grote vestigingen van de
deelsector media en entertainment vooral gevestigd zijn om het Centrum en om de A10
heen. Van de creatieve zakelijke dienstverlening zijn de grote vestigingen merendeels
gevestigd in stadsdeel Zuid.
Monitor creatieve industrie 2012
37
4 Design, digitale media, mode en
reclame
4.1 Inleiding
De creatieve industrie is een van de belangrijke en kansrijke regionale clusters waar de
Amsterdam Economic Board zich op richt. Binnen de creatieve industrie ligt de focus op
design, digitale media, mode en reclame. In hoofdstuk 3 is al aangegeven hoe deze
deelsegmenten over de stad verdeeld zijn. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de
beschikbare cijfers over deze deelsectoren, aangevuld met informatie uit een gesprek per
deelsector.22
Er zijn gesprekken gevoerd met deskundigen om zicht te krijgen op de
ontwikkelingen die zich in dit specifieke deelsegment voordoen. De namen van de
geïnterviewden zijn opgenomen in de bijlage.
Overlappende deelsegmenten
Vestigingen en werkzame personen zijn voor alle vier de deelsegmenten bekend, de
toegevoegde waarde alleen voor mode en digitale media, op de manier zoals de
toegevoegde waarde voor de creatieve industrie is berekend. Dit zijn tevens
deelsegmenten die weliswaar raken aan de creatieve industrie, maar strikt genomen niet
tot de definitie van creatieve industrie horen. De definitie is opgenomen in bijlage 1.
Figuur 4.1 Relatie tussen creatieve industrie en deelsegmenten
Feitelijk maakt alleen reclame integraal deel uit van de creatieve industrie, zoals
gedefinieerd in bijlage 1. Voor de andere deelsegmenten geldt dat ze weliswaar raken
22
Voor digitale media is gebruik gemaakt van de interviews die zijn gehouden voor de Monitor digitale media,
O+S, 2012
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
38
aan de creatieve industrie, maar veel groter zijn en elkaar onderling overlappen (zie
bijlagen 2 en 3 voor een afbakening in SBI-codes van mode en digitale media). Zo omvat
design in volle breedte bezien zowel reclame, modeontwerp en een stuk digitale media.
Toch is in dit hoofdstuk geprobeerd om de verschillende onderdelen zo goed mogelijk
afzonderlijk in kaart te brengen.
4.2 Design
4.2.1 Design in cijfers
Design is een ruim begrip. Het wordt vaak als synoniem gebruikt voor vormgeving.
Vormgever is geen beschermde beroepsgroep, hetgeen betekent dat iedereen zich
vormgever kan noemen. In 2011 is de positie en het economisch belang van de creatieve
industrie en vormgeving in kaart gebracht.23
De sector wordt op twee manieren benaderd,
vanuit de kant van de vormgevers: welke typen vormgevers zijn er, hoeveel zijn er in
Nederland, en hoe zijn ze over het land verdeeld, en vanuit de kant van de bedrijven. In
welke bedrijfstakken werken de meeste vormgevers? In beide gevallen komt TNO tot zo’n
62.000 vormgevers in heel Nederland, waarvan het grootse deel actief is in de
communicatievormgeving. Productvormgeving en ruimtelijke vormgeving komen veel
minder vaak voor, deze vormen samen ongeveer een kwart van alle vormgevers.
In (Groot-) Amsterdam wonen er bijna 10.000 vormgevers.
BNO, de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers, houdt het aantal vormgevers op
jaarbasis bij.24
De organisatie beperkt zich daarbij tot de ontwerpers met een door BNO
erkende opleiding, minimaal op HBO-niveau. Dit resulteert in 2.500 organisaties die actief
zijn in heel Nederland, waar in totaal zo’n 7.000 mensen werken. Van de bureaus is twee
derde deel gevestigd in de Randstad, 45% in een van de G4. Een kwart van alle BNO-
leden is in Amsterdam gevestigd. Veel vormgevers werken als zzp’er.
23
Vormgeving verder op de kaart, Premsela, TNO, 2011 24
Branchemonitor BNO, 2013
Monitor creatieve industrie 2012
39
Figuur 4.2 Gemiddelde jaarlijkse groei in de werkgelegenheid van de totale economie, de creatieve
industrie en design voor Nederland, MRA en Amsterdam voor 2009-2012 (in %)
bron: LISA
In dit onderzoek wordt design benaderd door de SBI-code industrieel ontwerp en
vormgeving. Dit is een onderschatting van de totale subsector, maar op deze manier kan
er gebruik gemaakt worden van dezelfde bron als die in de rest van de monitor creatieve
industrie is gebruikt. Tegelijkertijd is het een overschatting van het onderdeel industrieel
design omdat de SBI-code ook andere vormen van ontwerp omvat, zoals modeontwerp.
Figuur 4.2 is daarom identiek aan figuur 4.9.
De afgelopen jaren lag de gemiddelde groei van de werkgelegenheid in design ver boven
die van de creatieve industrie en was nog hoger dan die van de totale economie. De groei
in Amsterdam en de MRA was iets lager dan die in heel Nederland.
-2
0
2
4
6
8
10
12
totale economie creatieve industrie design
Nederland
MRA
Amsterdam
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
40
Tabel 4.4 Ontwikkelingen in het aantal banen en vestigingen in industrieel ontwerp en
vormgeving en de gemiddelde jaarlijkse groei, 2008-2012 (in %)
vestigingen gemiddelde
2008 2009 2010 2011 2012 groei
Nederland 15,0 16,5 19,8 17,5 9,8 15,7
MRA 11,6 19,9 22,8 12,2 6,2 14,6
Amsterdam 13,1 24,4 28,3 11,9 7,7 17,1
banen gemiddelde
2008 2009 2010 2011 2012 groei
Nederland 15,2 4,7 12,3 13,8 8,8 11,0
MRA 16,1 -2,0 17,6 8,9 6,7 9,5
Amsterdam 18,2 -7,6 22,3 9,4 6,6 9,8
bron: LISA
4.2.2 Ontwikkelingen in design
De vele kanten van design
Design kent vele toepassingen. Men associeert design vaak met
`dingetjes’ gaat en met name met ‘mooie dingetjes’. Het heeft een
veel bredere betekenis en heeft betrekking op vele verschillende
sectoren. Zo gaat industrieel ontwerp ook over het bouwen van
een verbeterd ziekenhuisbed, nieuwe machines etc. Daarom is
het lastig om het als een aparte sector te zien. Tegelijkertijd is dit
tevens de reden waarom design onderscheiden wordt: het werkt
overal in door. Wat voor design geldt, geldt in feite voor de totale
creatieve industrie. Dit heeft zowel voordelen als nadelen, zoals
blijkt uit het citaat hiernaast. Onlangs is onderzocht wat goed
design bijdraagt aan de omzet van een bedrijf. De inzet van
Tabel 4.3 Banen en vestigingen in industrieel ontwerp en vormgeving voor Amsterdam, de MRA en
Nederland en het gemiddelde aantal werkzame personen (wp) per vestiging, 2007-2012 (in aantallen)
vestigingen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 5.479 6.303 7.344 8.797 10.339 11.357
MRA 1.707 1.905 2.285 2.806 3.149 3.345
Amsterdam 997 1.128 1.403 1.800 2.014 2.169
banen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 9.219 10.621 11.125 12.491 14.211 15.458
MRA 2.898 3.365 3.297 3.876 4.221 4.505
Amsterdam 1.886 2.230 2.060 2.519 2.756 2.937
w.p.
per vestiging 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 1,7 1,7 1,5 1,4 1,4 1,4
MRA 1,7 1,8 1,4 1,4 1,3 1,3
Amsterdam 1,9 2,0 1,5 1,4 1,4 1,4
bron: LISA
“Eigenlijk is het niet
handig dat de
creatieve industrie een
eigen topsector is.
Natuurlijk helpt dat wel
aan het verbeteren
van het imago, maar
de crossovers met
andere sectoren
worden hierdoor
bemoeilijkt.”
Rob Huisman, BNO
Monitor creatieve industrie 2012
41
hoogwaardig design levert een verhoging van de omzet op met 20%.25
Recessie en flexibilisering
Het heeft even geduurd voordat de recessie de designsector raakte. 2009 was weliswaar
een slecht jaar, maar daarna leek de hoeveelheid werk weer aan te trekken. Vanaf 2012
is de situatie veranderd. Ontwerpbureaus krimpen nu. Hier staat tegenover dat zzp’ers en
kleine bureaus het drukker dan ooit hebben: zij zijn vaak wat
flexibeler en goedkoper dan de grotere bureaus.
Door de recessie is de onzekerheid voor ontwerpers
toegenomen. Flexibiliteit is raadzaam. Ontwerpers die relatief
veel last hebben van de recessie zijn diegenen die veel voor de
culturele sector en voor de publieke omroepen doen.
Communicatie vormgevers hebben minder last van de recessie.
Ook industriële ontwerpers hebben het moeilijk, maar
tegelijkertijd biedt het huidige tijdsgewricht ook kansen.
De design sector bestaat zowel uit grote namen, veelal grotere
bureaus (productdesign en ruimtelijk design) die zich vaak niet
beperken tot de Nederlandse markt, en daarnaast uit een grote
hoeveelheid kleine bedrijfjes, veelal zzp’ers.
Digitalisering
Het proces van digitalisering beïnvloedt design in hoge mate. Het eindproduct is steeds
minder papieren print. Dit betekent niet dat er minder geproduceerd wordt, slechts anders.
Een voorbeeld hiervan is de 3D-printer. Digitalisering heeft bovendien de verhouding
tussen opdrachtgever en opdrachtnemer veranderd: de accenten in de
driehoeksverhouding kwaliteit, professionaliteit en autoriteit zijn verschoven.
Duurzaamheid
Duurzaam ontwerpen is zo langzamerhand geen keuze meer, maar een noodzakelijkheid.
Het heeft zowel betrekking op de productieketen (wie doet wat, waar en wanneer) en de
materiaalkeuze als op maatschappelijke veranderingen zoals de vergrijzende
samenleving.
Duurzaamheid levert niet alleen werk op, soms zorgt het ook voor bewustere keuzes en
daardoor minder werk. Bijvoorbeeld minder snel switchen van huisstijl.
De vraag om duurzame ontwerpen maakt het werk van ontwerpers veelomvattender en
creatiever: voortdurend wordt gezocht naar nieuwe oplossingen voor oude en nieuwe
vraagstukken. Naar het oordeel van de geïnterviewde experts spelen de huidige
opleidingen hier nog onvoldoende op in.
Amsterdamse mentaliteit
Amsterdam ziet zichzelf als de designstad van Nederland, als gevolg van de
oververtegenwoordiging van ontwerpers in Amsterdam. De experts zijn van mening dat
Amsterdam veel kansen laat liggen om de stad aantrekkelijker te maken als
vestigingsplaats. Ze vinden dat er weliswaar veel gepraat wordt over de creatieve
25
Effectiviteit van design, RSM en Erasmus Universiteit Rotterdam
“De ‘survivors’ zijn niet
de sterksten maar
degenen die zich
weten aan te passen.”
“Een “grand challenge”
als de vergrijzing doet
een permanent appel
op vernieuwende
benaderingen.”
Madeleine van
Lennep, BNO
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
42
industrie, maar dat er te weinig actie wordt ondernomen en dat vooral de ‘onzichtbare’
kant van design, zoals industrieel ontwerp, te weinig gekoesterd wordt. De experts
denken dat mede hierdoor een aantal organisaties in andere steden zijn gevestigd, zoals
designprijzen en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Ze vinden dat Eindhoven
inmiddels meer reden heeft om zich de designstad van Nederland te noemen. Toch
vestigen ontwerpers zich nog steeds in Amsterdam, met name communicatie ontwerpers.
Vermoedelijk komt dit door het imago, de culturele rijkdommen/voorzieningen en omdat er
al veel creatieve industrie aanwezig is.
Afgezien van de al genoemde schaalverkleining en de opkomst en specialisatie van
communicatie design in Amsterdam, doen zich de volgende ontwikkelingen voor:
• De export van de sector is aan het toenemen. Nederland is te klein als afzetgebied.
• Het traditionele verschil tussen commercieel en niet commercieel is aan het
verdwijnen.
• De rol van de ontwerper is aan het veranderen. De ontwerper wordt geacht meer
allround te zijn dan voorheen, mee te denken met de opdrachtgever, soms in een
permanente dialoog
• Er komen nieuwe verdienmodellen (samen risico nemen) en werkmodellen (andere
relatie opdrachtgever-opdrachtnemer)
• Opleidingen sluiten nog niet goed aan op de veranderende vraag van opdrachtgevers
4.3 Digitale media
4.3.1 Digitale media in cijfers
Net als andere jonge sectoren als ‘de crossmediasector’ en ‘de multimediasector’ behelst
de digitale mediasector een verzameling bedrijven waarvan een precieze definitie en
afbakening ontbreekt. Digitale media suggereert een coherent productiesysteem, maar
omvat in feite meerdere groepen ondernemers en economische actoren uit uiteenlopende
(en soms losstaande) branches zoals gaming, software, developers en internetbouwers,
naast ondernemers uit ‘oude’ mediasectoren, zoals de televisie-industrie en de gedrukte
media. Tevens zijn ondernemers uit de speelfilm- en
commercialsector actief in de digitale mediasector evenals
diverse reclame- communicatie- en marketingbureaus. In feite
is het eindproduct (een game, een app, een website, een
televisieprogramma, een communicatiestrategie, een
merkstrategie) niet relevant voor de afbakening van de sector,
maar eerder het proces eromheen, dat grotendeels digitaal
verloopt. Dit betekent dat de digitale mediasector uiteenlopende
bedrijfsculturen en visies omvat die uitmonden in verschillende
organisatiestructuren en innovatie- en concurrentiestrategieën
die bovendien aan verandering onderhevig zijn.
O+S heeft recentelijk twee onderzoeken gedaan naar de
digitale media in de MRA. Het eerste onderzoek was exploratief
van aard en was gebaseerd op de bedrijven die voorkomen in
de relatiebestanden van de Amsterdamse Innovatie Motor. Uit
“De gamesector lijkt
op die van de
filmindustrie maar is
gezonder omdat men
minder afhankelijk is
van subsidies en meer
verschillende business
modellen kent. De
meeste
gamebedrijven starten
zonder lening van een
bank. Starten met
uitsluitend eigen uren
zorgt voor veel
flexibiliteit.”
Digitale Media in de
regio Amsterdam
Monitor creatieve industrie 2012
43
dit onderzoek blijkt dat de MRA een belangrijke positie inneemt in Nederland, door de
clustering van digitale mediabedrijven, en dat daarbinnen Amsterdam een opvallende
positie inneemt.26
Het tweede onderzoek had tot doel om de digitale media in te kaderen
op basis van SBI-codes.27
Op deze manier is het mogelijk om de sector van jaar op jaar te
monitoren. Het resultaat is een definitie die bestaat uit een aantal schakels: creatie,
exploitatie, distributie en retail. In dit onderzoek wordt alleen naar de digitale media in
enge zin gekeken, door te focussen op de creatie. Dit onderdeel heeft de meeste overlap
met de creatieve industrie.
Figuur 4.5 Gemiddelde jaarlijkse groei in de werkgelegenheid van de totale economie, de creatieve
industrie en digitale media voor Nederland de MRA en Amsterdam voor 2009-2012 (in %)
bron: LISA
Uit figuur 4.5 blijkt dat de digitale media zich wat werkgelegenheid betreft het meest
voorspoedig heeft ontwikkeld in Amsterdam, tussen 2009 en 2012. De gemiddelde groei
van de toegevoegde waarde was eveneens het hoogst in Amsterdam. In heel Nederland
nam de toegevoegde waarde zelfs iets af. Dit onderschrijft de conclusie uit het eerder
genoemde onderzoek Digitale media in de regio Amsterdam, dat Amsterdam een
belangrijke positie inneemt als concentratiepunt van digitale media. De afgelopen jaren is
dit toegenomen.
26
Digitale media in de regio Amsterdam, AIM, 2012 27
Digitale media in de MRA, O+S, 2013
-2
0
2
4
6
8
10
totale economie creatieve industrie digitale media (creatie)
Nederland
MRA
Amsterdam
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
44
Tabel 4.6 Toegevoegde waarde van het onderdeel creatie van digitale media (in miljoenen euro's)
en de ontwikkelingen in de toegevoegde waarde en de gemiddelde jaarlijkse groei (in %)
toegevoegde waarde
2007 2008 2009 2010 2011
Nederland 14409 14902 14228 14059 14244
MRA 3606 3717 3690 3672 3620
Amsterdam 1455 1596 1694 1804 1816
groei gemiddelde
2008 2009 2010 2011 groei
Nederland 3,4 -4,5 -1,2 1,3 -0,2
MRA 3,1 -0,7 -0,5 -1,4 0,1
Amsterdam 9,7 6,1 6,5 0,6 5,8
bron: TNO
Tabel 4.7 Banen en vestigingen in de subsector digitale media (creatie) voor Amsterdam, de MRA
en Nederland en het gemiddelde aantal banen per vestiging, 2007-2012 (in aantallen)
vestigingen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 74.789 81.336 91.655 100.722 107.550 110.717
MRA 18.955 20.499 25.292 29.865 31.526 32.643
Amsterdam 9.229 10.138 14.150 18.139 19.199 20.092
banen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 230.713 245.916 254.666 256.672 263.310 264.900
MRA 57.883 61.500 66.648 68.551 68.479 69.391
Amsterdam 23.857 26.782 31.763 35.411 36.458 37.240
w.p.
per vestiging 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 3,1 3,0 2,8 2,5 2,4 2,4
MRA 3,1 3,0 2,6 2,3 2,2 2,1
Amsterdam 2,6 2,6 2,2 2,0 1,9 1,9
bron: LISA
Tabel 4.8 Ontwikkelingen in het aantal banen en vestigingen in de subsector digitale media (creatie)
en de gemiddelde jaarlijkse groei, 2008-2012 (in %)
vestigingen gemiddelde
2008 2009 2010 2011 2012 groei
Nederland 8,8 12,7 9,9 6,8 2,9 8,2
MRA 8,1 23,4 18,1 5,6 3,5 11,7
Amsterdam 9,8 39,6 28,2 5,8 4,7 17,6
banen gemiddelde
2008 2009 2010 2011 2012 groei
Nederland 6,6 3,6 0,8 2,6 0,6 2,8
MRA 6,2 8,4 2,9 -0,1 1,3 3,7
Amsterdam 12,3 18,6 11,5 3,0 2,1 9,5
bron: LISA
Monitor creatieve industrie 2012
45
4.3.2 Ontwikkelingen in digitale media28
In tegenstelling tot de traditionele media bedrijven, die al jaren te maken hebben met een
daling van hun omzet en daardoor noodgedwongen inkrimpen, lijkt het met de meeste
digitale mediabedrijven vrij goed te gaan. De vraag naar games, apps, andere software, al
dan niet white label, lijkt onbegrensd. De bedrijven in de sector kenmerken zich door een
grote mate van dynamiek. Deze komt onder andere tot uiting in de verschillende namen
die de bedrijven voeren, al dan niet als gevolg van fusies en overnames en verder in de
grote verschillen in het aantal mensen in dienst, van jaar tot jaar.
Uitzonderingen daargelaten is het niet de tijd voor grote overnames. Voor een bedrijf in
een meer traditionele omgeving is het veel moeilijker om zich staande te houden in de
vluchtige digitale wereld dan voor bedrijven die grotendeels bestaan uit creatieve IT-ers
en een enkel commercieel brein. De combinatie van IT-kennis, creativiteit en commercie
lijkt cruciaal. De meeste bedrijven zijn nu nog vooral afhankelijk van de Nederlandse
markt.
Die invloed van digitale media bedrijven strekt zich ook uit naar andere sectoren. Zij
leveren bijvoorbeeld producten en diensten aan de gezondheidszorg, de transport- en
logistieke sector, de financiële sector, de onderwijssector en de vastgoedsector. De
digitale mediasector zorgt dan voor een spillover effect, ofwel een positief extern effect,
naar de rest van de economie. Net zoals computertechnologie de luchtvaart in de jaren
zestig en zeventig en de financiële sector in de jaren tachtig veranderde, zo is het nu de
beurt aan digitale media om sectoren te veranderen.
4.4 Mode
4.4.1 Mode in cijfers
De totale modesector in de MRA is goed voor 30.000 banen, verdeeld over bijna 10.000
vestigingen. De toegevoegde waarde van de totale modesector bedraagt €1,2 miljard. Dit
is 1,4% van de totale toegevoegde waarde van de MRA.
28
Zie voor een uitgebreider overzicht Digitale Media in de regio Amsterdam, O+S in opdracht van AIM, 2012
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
46
De modeketen bestaat uit een viertal schakels: ontwerp, productie, groothandel en
detailhandel. Voor de creatieve industrie is ontwerp het belangrijkste onderdeel. Ontwerp
zorgt voor 4.500 banen, waarvan 3.000 in Amsterdam. In Amsterdam kwamen er vooral
meer modeontwerpers bij, zowel in vestigingen en banen.29
In 2011 zijn er 1.640
vestigingen van modeontwerpers in Amsterdam die voor 2.360 arbeidsplaatsen zorgen.30
Uit eerder onderzoek blijkt dat de meeste Amsterdamse modeontwerpbedrijven kleine
bedrijven zijn en dat meer dan de helft van de modeontwerpers minder dan een modaal
inkomen verdient.31
De andere schakels van mode horen niet tot de creatieve industrie,
zoals gedefinieerd in bijlage 1.
Detailhandel is de grootste schakel, qua vestigingen en banen, zowel in de MRA als in
Amsterdam. Voor de MRA komt groothandel op de tweede plaats, wat banen betreft.
Productie is met 1.500 banen in de MRA een relatief klein onderdeel. Er wordt nog maar
weinig kleding in Nederland gemaakt.
29
De groei van het aantal ontwerpers is het gevolg van een wijziging in de SBI-code. In SBI 2008 maken
modeontwerpers deel uit van een grotere groep ontwerpers. De werkelijke groei is kleiner maar de precieze
omvang is onbekend. 30
Factsheet Taskforce Innovatie regio Utrecht, 2012 31
Wenting, Atzema en Frenken, 2006
Figuur 4.9 Gemiddelde jaarlijkse groei in de werkgelegenheid van de totale economie, de creatieve
industrie en mode voor Nederland Amsterdam, de MRA en Amsterdam voor 2009-2012 (in %)
bron: LISA
-2
0
2
4
6
8
10
12
totale economie creatieve industrie mode (ontwerp)
Nederland
MRA
Amsterdam
Monitor creatieve industrie 2012
47
Tabel 4.10 Toegevoegde waarde van de subsector mode (in miljoenen euro's) en de
ontwikkelingen in de toegevoegde waarde en de gemiddelde jaarlijkse groei (in %)
toegevoegde waarde
2007 2008 2009 2010 2011
Nederland 5489 5610 5262 5501 5650
MRA 1120 1195 1140 1205 1239
Amsterdam 563 630 594 634 659
groei gemiddelde
2008 2009 2010 2011 groei
Nederland 2,2 -6,2 4,5 2,7 0,8
MRA 6,7 -4,6 5,7 2,8 2,7
Amsterdam 11,8 -5,7 6,8 4,0 4,2
bron: TNO
Tabel 4.11 Banen en vestigingen in mode (ontwerp) voor Amsterdam, de MRA en Nederland en het
gemiddelde aantal banen per vestiging, 2007-2012 (in aantallen)
vestigingen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 5.479 6.303 7.344 8.797 10.339 11.357
MRA 1.707 1.905 2.285 2.806 3.149 3.345
Amsterdam 997 1.128 1.403 1.800 2.014 2.169
banen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 9.219 10.621 11.125 12.491 14.211 15.458
MRA 2.898 3.365 3.297 3.876 4.221 4.505
Amsterdam 1.886 2.230 2.060 2.519 2.756 2.937
w.p.
per vestiging 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 1,7 1,7 1,5 1,4 1,4 1,4
MRA 1,7 1,8 1,4 1,4 1,3 1,3
Amsterdam 1,9 2,0 1,5 1,4 1,4 1,4
bron: LISA
Tabel 4.12 Ontwikkelingen in het aantal banen en vestigingen in mode (ontwerp) en de
gemiddelde jaarlijkse groei, 2008-2012 (in %)
vestigingen gemiddelde
2008 2009 2010 2011 2012 groei
Nederland 15,0 16,5 19,8 17,5 9,8 15,7
MRA 11,6 19,9 22,8 12,2 6,2 14,6
Amsterdam 13,1 24,4 28,3 11,9 7,7 17,1
banen gemiddelde
2008 2009 2010 2011 2012 groei
Nederland 15,2 4,7 12,3 13,8 8,8 11,0
MRA 16,1 -2,0 17,6 8,9 6,7 9,5
Amsterdam 18,2 -7,6 22,3 9,4 6,6 9,8
bron: LISA
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
48
Dominantie van Amsterdam
Amsterdam domineert de modesector in de MRA, met een aandeel van 50%, zowel in
vestigingen en banen. Wat vestigingen en banen betreft is Amsterdam de belangrijkste
modestad van Nederland, zo wijst de vergelijking met Utrecht en Arnhem uit.32
Tussen
1995 en 2011 nam de totale werkgelegenheid in de modesector in Amsterdam slechts
beperkt toe (5%), het aantal vestigingen groeide meer, met 14%.
De mode-experts denken dat de populariteit van Amsterdam als vestigingsplaats voor
modebedrijven een aantal redenen kent:
• Internationaal karakter/ veel Engels gesproken;
• Dichtbij haven, vliegveld, goed treinverkeer: gemakkelijk bereikbaar;
• Gunstig belastingklimaat (maar dit geldt ook voor de rest van Nederland);
• Kosmopolitisch gevoel, maar toch behapbaar.
4.4.2 Ontwikkelingen in mode
De modesector heeft last van de recessie, maar tot en met 2011 in mindere mate dan de
rest van de creatieve industrie. Dit is met name terug te zien in de toegevoegde waarde
cijfers (figuur 4.10). Door de recessie is er nu meer leegstand van winkels. Dit biedt
mogelijkheden voor pop-up stores. Ontwerpers hebben het moeilijk omdat het nu nog
lastiger is dan anders om hun collecties te laten voorfinancieren.
Online shopping
Het online kopen van kleding is een groeiend fenomeen en verklaart de afname van
verkooppunten. Veel mensen nemen niet meer de tijd om te gaan winkelen en online
winkelen biedt dan uitkomst. Het is te verwachten dat in de toekomst het aantal winkels
verder zal afnemen. Een deel van de consumenten zal nog wel behoefte hebben om
kleding eerst te passen, waardoor de winkels een andere functie krijgen.
Beginnende aandacht voor duurzaamheid
Er is veel betaalbare mode beschikbaar voor een groot publiek. Deze kleding wordt vaak
in China, Bangladesh, of andere landen geproduceerd onder vaak slechte
arbeidsomstandigheden. Tot voor kort was hier nog niet veel aandacht voor.
Langzamerhand worden meer consumenten zich bewust van de arbeidsomstandigheden
en de relatie met de prijs.
Red light fashion
In het kader van een herontwikkelingsproject van het centrum van Amsterdam zijn een
aantal prostitutiepanden opgekocht. Deze zijn tijdelijk beschikbaar gesteld aan een groep
modeontwerpers en een modefotografie-duo. Zij mochten een jaar lang op anti-kraak
basis wonen, werken en etaleren op de Wallen. Het project loopt nu af. Het heeft mode in
Amsterdam tijdelijk veel aandacht gegeven.
32
Factsheet Taskforce Innovatie regio Utrecht, 2012
Monitor creatieve industrie 2012
49
4.5 Reclame
4.5.1 Reclame in cijfers
De reclamebranche maakt een belangrijk onderdeel uit van de creatieve zakelijke
dienstverlening. Voor de hele MRA geldt dat 58% van de banen en 55% van de
vestigingen in de creatieve zakelijke dienstverlening toe te wijzen zijn aan de
reclamesector. Binnen de MRA is reclame geconcentreerd in Amsterdam en Amstelveen
Fashion Council
In Nederland is een Fashion Council in oprichting. Het doel is een platform te
fungeren voor de modesector, om verschillende belanghebbenden te koppelen en
zo nieuwe ideeën te stimuleren. Eén van de aandachtspunten is onderwijs. Mode-
opleidingen sluiten nu te weinig aan bij de vraag van bedrijven. De laatste jaren is
er een toenemende vraag naar afgestudeerden met kennis van productie, van het
ambacht/handwerk. Nu landen zoals China steeds duurder beginnen te worden en
er meer wordt gekeken naar duurzaam produceren, wordt productie in Europa
aantrekkelijker en lijkt er ook behoefte te komen aan een kleinschalige
maakindustrie in Nederland. Ook met het oog op sample productie voor
ontwerpers. Verder missen ontwerpers zelf vaak ondernemersvaardigheden en
ontbreekt het in Nederland aan goede fashion managers waarmee kan worden
samengewerkt. Dit zou meer aandacht moeten krijgen in de mode-opleidingen. De
Fashion Council wil zich er hard voor maken dat het Stimuleringsfonds van de
Creatieve Industrie wordt uitgebreid met een mogelijkheid om geld te lenen, met
name voor ontwerpers. Zo kunnen zij hun nieuwe producties voorfinancieren.
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
50
De reclamebranche heeft te kampen met de gevolgen van de recessie. Dit blijkt onder
andere uit figuur 4.13. De gemiddelde groei van de werkgelegenheid ligt in de reclame
onder die van de totale creatieve industrie, met uitzondering van Amsterdam. In
Amsterdam groeide het aantal vestigingen zelfs nog meer dan het aantal banen (zie tabel
4.15).
Figuur 4.13 Gemiddelde jaarlijkse groei in de werkgelegenheid van de totale economie, de creatieve
industrie en reclame voor Nederland, MRA en Amsterdam voor 2009-2012 (in %)
bron: LISA
Tabel 4.14 Banen en vestigingen in de reclame bureaus voor de MRA, Nederland en Amsterdam
en het gemiddelde aantal banen per vestiging, 2007-2012 (in aantallen)
Vestigingen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 18.999 20.125 22.078 23.254 24.295 24.713
MRA 4.448 4.762 5.706 6.302 6.586 6.828
Amsterdam 2.144 2.360 3.182 3.699 3.863 4.056
Banen
2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 53.919 56.266 56.905 55.658 56.610 57.049
MRA 13.670 14.142 14.795 14.948 14.645 15.139
Amsterdam 6.449 6.735 7.895 8.322 8.708 9.228
gemiddelde w.p.
per vestiging 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Nederland 2,8 2,8 2,6 2,4 2,3 2,3
MRA 3,1 3,0 2,6 2,4 2,2 2,2
Amsterdam 3,0 2,9 2,5 2,2 2,3 2,3
bron: LISA
-2
0
2
4
6
8
10
totale economie creatieve industrie reclame
Nederland
MRA
Amsterdam
Monitor creatieve industrie 2012
51
4.5.2 Ontwikkelingen in reclame
Reclamebureaus hebben sinds de tweede helft van 2008 last van de recessie. De
budgetten van hun klanten zijn verlaagd en verschoven. De totale omzet van de bureaus
is tussen 2008 en 2012 met een kwart gedaald. Figuur 4.16 laat zien hoe de maand op
maand ontwikkeling is geweest voor heel Nederland.
De verschuiving was al voor de recessie aan de gang en betreft de verandering van print
en radio/tv naar online. Reclamebureaus worden minder vaak ingehuurd dan voorheen
omdat internetgedrag al zoveel informatie geeft over consumentenvoorkeuren en -gedrag.
De meer traditionele bureaus, die zich vooral op print en radio/tv richten, hebben het nu
zwaar. De toegevoegde waarde van de reclamesector is niet bekend. De sector is niet
groot genoeg om dit betrouwbaar te kunnen bepalen. De omzet van de branche is wel
bekend, voor heel Nederland, maar het CBS publiceert slechts de veranderingen in de
omzet, niet de absolute waarde.33
Ook het aandeel van de MRA en van Amsterdam in de
totale omzet is niet bekend.
Figuur 4.16 Omzet reclamebureaus en zakelijke dienstverlening, verandering t.o.v. dezelfde maand een
jaar eerder
:
33
De omzet is grofweg twee keer zo groot als de toegevoegde waarde.
Tabel 4.15 Ontwikkelingen in het aantal banen en vestigingen van de reclamebureaus en de
gemiddelde jaarlijkse groei, 2008-2012 (in %)
vestigingen gemiddelde
2008 2009 2010 2011 2012 groei
Nederland 5,9 9,7 5,3 4,5 1,7 5,4
MRA 7,1 19,8 10,4 4,5 3,7 9,1
Amsterdam 10,1 34,8 16,2 4,4 5,0 14,1
banen gemiddelde
2008 2009 2010 2011 2012 groei
Nederland 4,4 1,1 -2,2 1,7 0,8 1,2
MRA 3,5 4,6 1,0 -2,0 3,4 2,1
Amsterdam 4,4 17,2 5,4 4,6 6,0 7,5
bron: LISA
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
52
Gemiddelde omvang bureaus slinkt
Figuur 4.13 toont de concentratie van de Nederlandse
reclamebureaus in Amsterdam aan. Amsterdam heeft
weinig grote reclamebureaus, slechts 19 bureaus hebben
meer dan 50 werknemers in dienst. Terwijl vooral de grote
bedrijven last hebben van de recessie, is het totale aantal
vestigingen en de werkgelegenheid bij de bureaus in
dezelfde periode toegenomen. Mensen die hun baan kwijt
raakten zijn voor zichzelf begonnen. Het gevolg is een
daling van de gemiddelde omvang van een reclamebureau:
in 6 jaar tijd van gemiddeld 3 naar 2 werkzame personen
per vestiging. Bij acht van de tien vestigingen die onder de
categorie reclamebureaus staan ingeschreven bij de Kamer
van Koophandel werkt één persoon. Dit zijn vermoedelijk
vooral freelancers. De groep reclamebureaus met tussen
de 2 en 4 werknemers is daarna het grootst, met een aandeel van 14%.
Zoals uit hoofdstuk drie blijkt is de geringe gemiddelde omvang en het grote aandeel
vestigingen waar maar 1 persoon werkt, in de rest van de creatieve industrie net zo.
Flexibilisering en digitalisering
De kleinere, meer flexibele bureaus draaien beter, al is er voor hen ook wel wat
veranderd. Het systeem van een vaste financiële relatie met grote klanten, een
zogenoemde retainer fee per maand, is veranderd in werken op projectbasis. Er wordt nu
minder personeel in vaste dienst genomen. Soms worden er tijdelijke bureaus
geformeerd. Het gevolg hiervan is minder overhead, minder vaste kosten en meer
flexibiliteit. Mogelijke nadelen van deze ontwikkelingen zijn dat bureaus minder kritisch
durven te zijn tegen hun klanten en dat de kwaliteit van het werk achteruit kan gaan.
Digitale bureaus, zoals MediaMonks in Hilversum, groeien momenteel het hardst. Een
aantal van dit type bedrijven, heeft voor een locatie in Amsterdam gekozen. De
geïnterviewde ondernemer denkt dat ze dit gedaan hebben vanwege de naam die
Amsterdam heeft, het aanwezige talent en het decor, in de vorm van de grachtengordel.
Duurzaamheid
De ondernemer met wie gesproken is, is ervan overtuigd dat commercie en duurzaamheid
samen kunnen gaan. Sterker nog, hij denkt dat als iets niet commercieel is en op lange
termijn afhankelijk van subsidies is, het dan ook niet duurzaam is. Een voorbeeld hiervan
is Return to Sender. Een stichting zonder winstoogmerk maar opgezet als een
commercieel bedrijf met producten waar mensen commerciële prijzen voor moeten
betalen. De winst vloeit terug naar de producenten en educatieve projecten in de armste
regio's van de wereld. Inmiddels biedt Return to Sender werkgelegenheid aan meer dan
3.000 mensen bij de aangesloten producenten en coöperaties.
Advies aan de gemeente
Volgens de geïnterviewde ondernemer zou de gemeente moeten durven kiezen in haar
beleid gericht op de creatieve industrie. Denim is volgens hem de enige niche van de
creatieve industrie, die met bemoeienis van de gemeente gelukt is. Dus maak heel
duidelijk keuzes. Probeer niet een gehele industrie te stimuleren maar juist specifieke
‘Change the world,
change corporate life.
Change it from the
inside.’
‘Ik mis de vrijheid in de
stad, die essentieel is
voor de creatieve
industrie.’
Maarten van Huijstee,
Delight Agency
Monitor creatieve industrie 2012
53
bedrijven of onderdelen in een sector en zorg dat deze extreem succesvol worden. Dit
succes kan nieuw talent en bedrijven aantrekken. Focus. Ook al lijkt dit in beginsel
oneerlijk, uiteindelijk profiteert iedereen daar van.
4.6 Conclusie
Op basis van een wat kunstmatig onderscheid geeft dit hoofdstuk een beeld van de
omvang en ontwikkelingen die zich voordoen bij een aantal deelsectoren van de creatieve
industrie. Wat blijkt?
• Zowel design, digitale media, mode en reclame zijn binnen Nederland geclusterd in
de MRA, met als brandpunt Amsterdam.
• Voor alle vier de deelsectoren geldt dat het aantal werkzame personen meer gegroeid
is dan de totale creatieve industrie. Dit geldt in elk geval voor Amsterdam.
• Dit betekent dat de concentratie in Amsterdam voor alle vier de deelsectoren
gecontinueerd wordt.
• Er doen zich een aantal overeenkomstige ontwikkelingen voor: de recessie laat haar
sporen na, flexibilisering voert de toon, digitalisering doet zich overal voor en
duurzaamheid begint een grotere rol te krijgen.
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
54
Monitor creatieve industrie 2012
55
Bijlage 1: SBI-codes creatieve industrie
SBI2008 kunsten
7990 Informatieverstrekking op het gebied van toerisme
9002 Dienstverlening voor uitvoerende kunst
9003 Schrijven en overige scheppende kunst
9103 Monumentenzorg
90011 Beoefening van podiumkunst
90012 Producenten van podiumkunst
90041 Theaters en schouwburgen
91011 Openbare bibliotheken
91012 Kunstuitleencentra
91019 Overige culturele uitleencentra en openbare archieven
91021 Musea
91022 Kunstgalerieën en -expositieruimten
94993 Steunfondsen (niet op het gebied van welzijnszorg)
94994 Vriendenkringen op het gebied van cultuur, fanclubs
SBI2008 media en entertainment
5811 Uitgeverijen van boeken
5813 Uitgeverijen van kranten
5814 Uitgeverijen van tijdschriften
5819 Overige uitgeverijen (niet van software)
5821 Uitgeverijen van computerspellen
5829 Overige uitgeverijen van software
5912 Facilitaire activiteiten voor film- en televisieproductie
5913 Distributie van films en televisieproducties
5914 Bioscopen
5920 Maken en uitgeven van geluidsopnamen
6010 Radio-omroepen
6020 Televisieomroepen
6321 Persagentschappen
6329 Ov. dienstverlenende activiteiten op het gebied van info
59111 Productie van films (geen televisiefilms)
59112 Productie van televisieprogramma’s
74201 Fotografie
90013 Circus en variété
93211 Pret- en themaparken
93212 Kermisattracties
SBI2008 creatieve zakelijke diensten
7021 Public relations bureaus
7111 Architecten
7311 Reclamebureaus
7312 Handel in advertentieruimte en -tijd
7410 Industrieel ontwerp en vormgeving
8230 Organiseren van congressen en beurzen
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
56
Monitor creatieve industrie 2012
57
Bijlage 2: SBI-codes mode
ontwerp34
7410 Industrieel ontwerp/vormgeving
productie
1411 Vervaardiging van kleding van leer
1412 Vervaardiging van werkkleding
1413 Vervaardiging van overige bovenkleding
1414 Vervaardiging van onderkleding
1419 Vervaardiging van baby-/sportkleding
1310 Bewerken en spinnen van textielvezels
1320 Weven van textiel
1330 Textielveredeling
1392 Vervaardiging van geconfectioneerde
artikelen van textiel
1394 Vervaardiging van koord, bindgaren, touw
1395 Vervaardiging van gebonden textielvlies
1396 Vervaardiging Van technisch en industrieel textiel
1399 Vervaardiging van overige textielproductie n.e.g.
1520 Vervaardiging van schoenen
groothandel
46421 Groothandel in bovenkleding
46422 Groothandel in werkkleding
46423 Groothandel in onderkleding
46429 Groothandel in textielwaren algemeen assortiment
4616 Handelsbemiddeling in textiel, kleding
46424 Grooth. in schoenen
46425 Groothandel in modeartikelen
detailhandel
47711 Winkels in herenkleding
47712 Winkels in dameskleding
47713 Winkels in bovenkleding
47714 Winkels baby- en kinderkleding
47716 Winkels onderkleding
47718 textielsupermarkten
4782 Markthandel textiel, kleding
74717 Winkels in modeartikelen
47721 Winkels in schoenen
47722 Winkels lederwaren en reisartikelen
34
Voor hoofdstuk 4 is het onderdeel ‘ontwerp’ gebruikt om het deelsegment mode als onderdeel van de
creatieve industrie te benaderen.
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
58
Monitor creatieve industrie 2012
59
Bijlage 3: SBI-codes digitale media
creatie35
9003 Schrijven en overige scheppende kunst
6321 Persagentschappen
6329 Overige dienstverlenende activiteiten op het gebied van info
74201 Fotografie
1813 Prepress- en premedia-activiteiten
1814 Grafische afwerking en overige verwante activiteiten
59111 Productie van films (geen televisiefilms)
59112 Productie van televisieprogramma’s
5912 Facilitaire activiteiten voor film- en televisieproductie
5920 Maken en uitgeven van geluidsopnamen
7311 reclamebureaus
7021 Public relations bureaus
6201 Ontwikkelen, produceren en uitgeven van software
6202 Advisering op het gebied van informatietechnologie
exploitatie
5811 Uitgeverijen van boeken
5813 Uitgeverijen van kranten
5814 Uitgeverijen van tijdschriften
5819 Overige uitgeverijen (niet van software)
6010 Radio-omroepen
5821 Uitgeverijen van computerspellen
5829 Overige uitgeverijen van software
distributie
5913 Distributie van films en televisieproducties
6110 Draad gebonden telecommunicatie
6120 Draadloze telecommunicatie
6130 Telecommunicatie via satelliet
6190 Ov. telecommunicatie
1820 Reproductie van opgenomen media
7312 Handel in advertentieruimte en -tijd
6203 Beheer van computerfaciliteiten
6209 Ov. dienstverl. activiteiten o.g.v.
informatietechnologie
retail
5914 Bioscopen
6311 Gegevensverwerking web hosting en aanverwante
activiteiten
6312 web portals
35
Voor hoofdstuk 4 is het onderdeel ‘creatie’ gebruikt om het deelsegment digitale media als onderdeel van de
creatieve industrie te benaderen.
Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
60
Monitor creatieve industrie 2012
61
Bijlage 4: geïnterviewden
Design
Madeleine van Lennep, BNO
Rob Huisman, BNO
Mode
Liesbeth in ’t Hout, Dutch Fashion Council
Rachid Maas, Dutch Fashion Council
Reclame
Maarten van Huijstee, Delight Agency