MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e...

224
177e ANNEE 177e JAARGANG N. 272 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 Le Moniteur belge du 13 septembre 2007 comporte deux éditions, qui portent les numéros 270 et 271. Het Belgisch Staatsblad van 13 september 2007 bevat twee uitgaven, met als volgnummers 270 en 271. INHOUD Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 17 OKTOBER 2006. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 december 2005 tot vaststelling van de voorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert. Duitse vertaling, bl. 48700. 17 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangen van een afschrift van een bestuursdocument of een document met milieu-informatie, bl. 48701. Föderaler O ¨ ffentlicher Dienst Inneres 17. OKTOBER 2006 — Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 15. Dezember 2005 zur Festlegung der Regeln im Bereich der Berufspflichten der Landmesser-Gutachter. Deutsche U ¨ bersetzung, S. 48700. Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 17 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit houdende maatregelen ter omzetting in de interne rechtsorde van Richtlijn 2005/36/EG van 7 september 2005 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, bl. 48702. Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Vlaamse overheid 29 JUNI 2007. — Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2007, bl. 48722. SOMMAIRE Lois, décrets, ordonnances et règlements Service public fédéral Intérieur 17 OCTOBRE 2006. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 15 décembre 2005 fixant les règles de déontologie du géomètre-expert. Traduction allemande, p. 48700. 17 AOUT 2007. — Arrêté royal fixant le montant de la rétribution due pour la réception d’une copie d’un document administratif ou d’un document qui contient des informations environnementales, p. 48701. Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 17 AOUT 2007. — Arrêté royal portant des mesures en vue de la transposition dans l’ordre juridique interne de la Directive 2005/36/CE du Parlement européen et du Conseil du 7 septembre 2005 relative à la reconnaissance des qualifications professionnelles, p. 48702. Gouvernements de Communauté et de Région Communauté flamande Autorité flamande 29 JUIN 2007. — Décret contenant diverses mesures d’accompagne- ment de l’ajustement du budget 2007, p. 48730. 224 pages/bladzijden MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005. Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : www.staatsblad.be Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme Gratis tel. nummer : 0800-98 809 Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005. Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse : www.moniteur.be Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme Numéro tél. gratuit : 0800-98 809

Transcript of MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e...

Page 1: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

177e ANNEE 177e JAARGANGN. 272

VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007

Le Moniteur belge du 13 septembre 2007 comportedeux éditions, qui portent les numéros 270 et 271.

Het Belgisch Staatsblad van 13 september 2007 bevattwee uitgaven, met als volgnummers 270 en 271.

INHOUD

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

17 OKTOBER 2006. — Koninklijk besluit tot wijziging van hetkoninklijk besluit van 15 december 2005 tot vaststelling van devoorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert. Duitsevertaling, bl. 48700.

17 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit tot vaststelling van hetbedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangen van eenafschrift van een bestuursdocument of een document metmilieu-informatie, bl. 48701.

Föderaler Offentlicher Dienst Inneres

17. OKTOBER 2006 — Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 15. Dezember 2005 zur Festlegung der Regeln imBereich der Berufspflichten der Landmesser-Gutachter. Deutsche Ubersetzung, S. 48700.

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

17 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit houdende maatregelen teromzetting in de interne rechtsorde van Richtlijn 2005/36/EG van7 september 2005 van het Europees Parlement en de Raad betreffendede erkenning van beroepskwalificaties, bl. 48702.

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Vlaamse Gemeenschap

Vlaamse overheid

29 JUNI 2007. — Decreet houdende bepalingen tot begeleiding vande aanpassing van de begroting 2007, bl. 48722.

SOMMAIRE

Lois, décrets, ordonnances et règlements

Service public fédéral Intérieur

17 OCTOBRE 2006. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du15 décembre 2005 fixant les règles de déontologie du géomètre-expert.Traduction allemande, p. 48700.

17 AOUT 2007. — Arrêté royal fixant le montant de la rétributiondue pour la réception d’une copie d’un document administratif oud’un document qui contient des informations environnementales,p. 48701.

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie

17 AOUT 2007. — Arrêté royal portant des mesures en vue de latransposition dans l’ordre juridique interne de la Directive 2005/36/CEdu Parlement européen et du Conseil du 7 septembre 2005 relative àla reconnaissance des qualifications professionnelles, p. 48702.

Gouvernements de Communauté et de Région

Communauté flamande

Autorité flamande

29 JUIN 2007. — Décret contenant diverses mesures d’accompagne-ment de l’ajustement du budget 2007, p. 48730.

224 pages/bladzijden

MONITEURBELGE

BELGISCHSTAATSBLAD

Publication conforme aux articles 472 à 478 de laloi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par lesarticles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du20 juillet 2005.

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :www.staatsblad.beBestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42,1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme

Gratis tel. nummer : 0800-98 809

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van deprogrammawet van 24 december 2002, gewijzigd door deartikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diversebepalingen van 20 juli 2005.

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :www.moniteur.beDirection du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42,1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809

Page 2: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

19 JULI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steunaan investeringen in de agrovoedingssector, bl. 48739.

19 JULI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging vanhet besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 tot oprichting ensamenstelling van het toezichtcomité ter implementatie van het VlaamsProgramma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013,bl. 48741.

Franse Gemeenschap

Ministerie van de Franse Gemeenschap

19 JULI 2007. — Decreet houdende instemming met het Samenwer-kingsakkoord gesloten op 1 februari 2007 tussen het Brussels Hoofd-stedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschaps-commissie betreffende de uitrusting die ter beschikking wordt gesteldin het kader van de herwaardering van het kwalificatieonderwijs enbetreffende de samenwerking tussen de centra voor geavanceerdetechnologieën en de professionele referentiecentra, bl. 48749.

27 JUNI 2007. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeen-schap tot toelating van het taalbadonderwijs, bl. 48750.

Gemeinschafts- und Regionalregierungen

Deutschsprachige Gemeinschaft

Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft

19. JUNI 2007 — Erlass der Regierung zur Abänderung des Erlasses der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft vom 8. Januar 2004über das Urlaubsgeld für die Personalmitglieder des Gemeinschaftsunterrichtswesens und des subventionierten Unterrichtswesens, S. 48750.

Duitstalige Gemeenschap

Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap

19 JUNI 2007. — Besluit van de Regering tot wijziging van het besluitvan de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 8 januari 2004betreffende het vakantiegeld toegekend aan de personeelsleden van hetgemeenschapsonderwijs en van het gesubsidieerd onderwijs, bl. 48754.

Waals Gewest

Ministerie van het Waalse Gewest

30 AUGUSTUS 2007. — Besluit van de Waalse Regering betreffendehet maximumbedrag en de voorwaarden tot toekenning van presentie-geld aan de leden van de beheersorganen en van de bezoldiging van devoorzitter en een ondervoorzitter van de raad van bestuur van eenopenbare huisvestingsmaatschappij, bl. 48762.

Wallonische Region

Ministerium der Wallonischen Region

30. AUGUST 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung über den Höchstbetrag und die Gewährungsbedingungen der Anwesenheitsgelderzugunsten der Mitglieder der Verwaltungsorgane, und der Bezüge des Vorsitzenden und eines stellvertretenden Vorsitzenden des Verwaltungsratseiner Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes, S. 48759.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

12 JULI 2007. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringtot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringvan 19 oktober 2000 tot oprichting van de GewestelijkeMobiliteitscommissie, bl. 48764.

19 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand concernantl’aide aux investissements dans le secteur agroalimentaire, p. 48740.

19 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiantl’arrêté du Gouvernement flamand du 27 avril 2007 portant création etcomposition du comité de suivi en vue de l’exécution du Programmeflamand pour le Développement rural pour la période 2007-2013,p. 48742.

Communauté française

Ministère de la Communauté française

19 JUILLET 2007. — Décret portant assentiment à l’Accord decoopération conclu le 1er février 2007 entre la Région de Bruxelles-Capitale, la Communauté francaise et la Commission communautairefrancaise relatif à l’équipement mis à disposition dans le cadre de larevalorisation de l’enseignement qualifiant et à la collaboration entreles Centres de technologies avancées et les Centres de référenceprofessionnelle, p. 48742.

27 JUIN 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Communautéfrancaise autorisant l’apprentissage par immersion, p. 48750.

Communauté germanophone

Ministère de la Communauté germanophone

19 JUIN 2007. — Arrêté du Gouvernement modifiant l’arrêté duGouvernement de la Communauté germanophone du 8 janvier 2004relatif au pécule de vacances octroyé aux membres du personnel del’enseignement communautaire et de l’enseignement subventionné,p. 48752.

Région wallonne

Ministère de la Région wallonne

30 AOUT 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon relatif aumontant maximal et aux conditions d’attribution des jetons de présencedes membres des organes de gestion et des émoluments du présidentet d’un vice-président du conseil d’administration d’une sociétéde logement de service public, p. 48756.

Région de Bruxelles-Capitale

Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale

12 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale modifiant l’arrêté du Gouvernement de la Régionde Bruxelles-Capitale du 19 octobre 2000 portant création de laCommission régionale de la Mobilité, p. 48764.

48694 MONITEUR BELGE − 14.09.2007 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 3: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Andere besluiten

Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole

Personeel. Benoeming, bl. 48766.

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

Personeel. Benoeming, bl. 48766.

Federale Overheidsdienst Justitie

Rechterlijke Orde, bl. 48766. — Rechterlijke Orde, bl. 48767. —Rechterlijke Orde. Erratum, bl. 48767.

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Personeel en Organisatie. Benoemingen in de hoedanigheid vanrijksambtenaar, bl. 48767.

Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten

21 AUGUSTUS 2007. — Ministerieel besluit houdende verlengingvan de erkenning van de Militaire Dienst voor Bloedtransfusie (MDBT)als instelling voor de afneming, de bereiding, de bewaring en deterhandstelling van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong,bl. 48767.

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Vlaamse Gemeenschap

Vlaamse overheid

24 AUGUSTUS 2007. — Ministerieel besluit tot aanpassing van determijn waarbinnen de overeenkomst tussen de niet-professionelesportbeoefenaar en de sportvereniging kan worden beëindigd voor watde Koninklijke Nationale Kaatsbond VZW betreft, bl. 48768.

29 AUGUSTUS 2007. — Ministerieel besluit houdende de samenstel-ling van de commissie belast met de beoordeling van de kandidatenvoor het ambt van inspecteur basisonderwijs, bl. 48769.

Economie, Wetenschap en Innovatie

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek. Benoemingen,bl. 48769.

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

24 AUGUSTUS 2007. — Besluit van de administrateur-generaal toterkenning en wijziging van erkenning van voorzieningen van debijzondere jeugdbijstand, bl. 48770.

Afdeling residentiële en gespecialiseerde zorg, bl. 48785.

Landbouw en Visserij

26 JULI 2007. — Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Omzend-brief nr. 43 over aanpassingen van de VLIF-steunmaatregelen voor deland- en tuinbouwproducenten, bl. 48798.

Personeel. Eervol ontslag. Pensioen, bl. 48805.

Autres arrêtés

Service public fédéral Budget et Contrôle de la Gestion

Personnel. Nomination, p. 48766.

Service public fédéral Mobilité et Transports

Personnel. Nomination, p. 48766.

Service public fédéral Justice

Ordre judiciaire, p. 48766. — Ordre judiciaire, p. 48767. — Ordrejudiciaire. Erratum, p. 48767.

Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie

Personnel et Organisation. Nominations en qualité d’agent de l’Etat,p. 48767.

Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santé

21 AOUT 2007. — Arrêté ministériel portant prolongation del’agrément du Service Militaire de Transfusion sanguine (SMTS) en tantqu’établissement pour le prélèvement, la préparation, la conservationet la délivrance du sang et des dérivés du sang d’origine humaine,p. 48767.

Gouvernements de Communauté et de Région

48695MONITEUR BELGE − 14.09.2007 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 4: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Franse Gemeenschap

Ministerie van de Franse Gemeenschap

Taalbadonderwijs. Toelatingen, bl. 48806.

Communauté française

Ministère de la Communauté française

Apprentissage par immersion. Autorisations, p. 48805.

Région wallonne

Ministère de la Région wallonne

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets FR 063210, p. 48806. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets FR 078381, p. 48807.Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets FR 078382, p. 48807. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets FR 078383, p. 48808. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets FR 078384, p. 48808. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets FR 085965, p. 48809. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets FR 091781, p. 48809. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets FR 091882, p. 48810. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets FR 095567, p. 48810. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets FR 095569, p. 48811. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets FR 096434, p. 48811. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets FR 096437, p. 48812. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets FR 096438, p. 48812. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets FR 096485, p. 48813. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets FR 096487, p. 48813. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets NL 092825, p. 48814. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets NL 114796, p. 48814. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets NL 114798, p. 48815. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets NL 114799, p. 48815. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets NL 114801, p. 48816. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets NL 114802, p. 48816. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets NL 115922, p. 48817. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets NL 115928, p. 48817. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets NL 117014, p. 48818. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets NL 117573, p. 48818. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets NL 119788, p. 48819. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliers

48696 MONITEUR BELGE − 14.09.2007 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 5: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

12 JULI 2007. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringhoudende benoeming van de leden van de GewestelijkeMobiliteitscommissie, bl. 48821.

6 SEPTEMBER 2007. — Besluit van de Brusselse HoofdstedelijkeRegering betreffende de vaststelling van een perimeter van voorkoop« Middaglijn » op het grondgebied van de gemeente Sint-Joost-ten-Node,bl. 48825.

6 SEPTEMBER 2007. — Besluit van de Brusselse HoofdstedelijkeRegering betreffende de vaststelling van een perimeter van voorkoop« Weide » op het grondgebied van de gemeente Sint-Joost-ten-Node,bl. 48828.

Officiële berichten

Grondwettelijk Hof

Uittreksel uit arrest nr. 107/2007 van 26 juli 2007, bl. 48831.

Verfassungsgerichtshof

Auszug aus dem Urteil Nr. 107/2007 vom 26. Juli 2007, S. 48844.

SELOR. — Auswahlbüro der Föderalverwaltung

Auswahl im Wettbewerbsverfahren von deutschsprachigen Sozialassistenten (m/w) (Stufe II+) für die Dienststelle für Personen mitBehinderung (ADD07001), S. 48852.

SELOR. — Selectiebureau van de Federale Overheid

Vergelijkende selectie van Duitstalige maatschappelijke assistenten(m/v) (niveau II+) voor de Dienst voor Gehandicapten van deDuitstalige Gemeenschap (ADD07001), bl. 48852.

Vergelijkende selectie van Franstalige wetenschappelijke mede-werkers in de geestelijke gezondheid (m/v) (niveau A) voor deFOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu(AFG07013), bl. 48853.

Vergelijkende selectie van Franstalige financieel experten inzakegezondheidszorg (m/v) (niveau A) voor het Rijksinstituut voor ziekte-en invaliditeitsverzekering (RIZIV) (AFG07014), bl. 48854.

Vergelijkende selectie van Nederlandstalige planologen (m/v)(niveau A) voor de Afdeling Ruimtelijke Planning en Afdeling Steden-bouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid - Brussel - Vlaamseoverheid (ANV07030), bl. 48855.

Werving. Uitslagen, bl. 48855.

de déchets NL 121069, p. 48819. — Direction générale des Ressourcesnaturelles et de l’Environnement. Office wallon des déchets. Autorisa-tion de transferts transfrontaliers de déchets NL 121827, p. 48820. —Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement.Office wallon des déchets. Autorisation de transferts transfrontaliersde déchets NL 122139, p. 48820.

Région de Bruxelles-Capitale

Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale

12 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale portant nomination des membres de la Commissionrégionale de la Mobilité, p. 48821.

6 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale relatif à l’établissement d’un périmètre de préemp-tion « Méridien » sur le territoire de la commune deSaint-Josse-ten-Noode, p. 48825.

6 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale relatif à l’établissement d’un périmètre de préemp-tion « Prairie » sur le territoire de la commune de Saint-Josse-ten-Noode,p. 48828.

Avis officiels

Cour constitutionnelle

Extrait de l’arrêt n° 107/2007 du 26 juillet 2007, p. 48838.

SELOR. — Bureau de Sélection de l’Administration fédérale

Sélection comparative d’assistants sociaux (m/f) (niveau II+), d’expres-sion allemande, pour l’Office de la Communauté germanophone pourpersonnes handicapées (ADD07001), p. 48852.

Sélection comparative de collaborateurs scientifiques en santémentale (m/f) (niveau A), d’expression française, pour le SPF Santépublique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement(AFG07013), p. 48853.

Sélection comparative d’experts financiers en matière de soins desanté (m/f) (niveau A), d’expression française, pour l’Institut nationald’assurance maladie-invalidité (INAMI) (AFG07014), p. 48854.

Sélection comparative de planologues (m/f) (niveau A), d’expressionnéerlandaise, pour le « Afdeling Ruimtelijke Planning en AfdelingStedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid » - Bruxelles -Administration flamande (ANV07030), p. 48855.

Recrutement. Résultats, p. 48855.

48697MONITEUR BELGE − 14.09.2007 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 6: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Federale Overheidsdienst Financiën

Administratie van de BTW, registraite en domeinen (Vervreemdingvan onroerende domeingoederen), bl. 48856. — Administratie van hetkadaster, registratie en domeinen. Bekendmaking voorgeschreven bijartikel 770 van het Burgerlijk Wetboek. Erfloze nalatenschap, bl. 48857.

Federale Overheidsdienst Justitie

Rechterlijke Orde. Vacante betrekking, bl. 48857. — RechterlijkeOrde. Vacante betrekkingen. Erratum, bl. 48857.

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Vlaamse Gemeenschap

Jobpunt Vlaanderen

Jobpunt Vlaanderen coördineert voor de stad Gent diverse verge-lijkende aanwervingsexamens voor het aanleggen van wervingsreserves.,bl. 48858. — Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van eenonderluitenant brandweer voor de stad Leuven, bl. 48860. — JobpuntVlaanderen coördineert de aanwerving van innovatieadviseurs (voorde nabije toekomst, waarvan 6 voor onmiddellijke indiensttreding),bl. 48860. — Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van eendiensthoofd voor het Vlaams Agentschap voor Personen met eenHandicap, bl. 48861. — Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwer-ving van een maatschappelijk werker sociale dienst en een maatschap-pelijk werker thuisdiensten voor het O.C.M.W.-Leuven, bl. 48862. —Het GO ! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Personeelsbeleid.Decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs, bl. 48862.

Leefmilieu, Natuur en Energie

Agentschap voor Natuur en Bos Aankondiging openbaar onderzoek.Ontwerp van natuurrichtplan voor het Vlaams Ecologisch Netwerk(VEN), de Speciale Beschermingszones (SBZ) en de groene bestem-mingsgebieden van « de Demervallei tussen Diest en Aarschot »,bl. 48863.

Service public fédéral Finances

Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines(Aliénation d’immeubles domaniaux), p. 48856. — Administration ducadastre, de l’enregistrement et des domaines. Publication prescrite parl’article 770 du Code civil. Succession en déshérence, p. 48857.

Service public fédéral Justice

Ordre judiciaire. Place vacante, p. 48857. — Ordre judiciaire. Placesvacantes. Erratum, p. 48857.

Gouvernements de Communauté et de Région

Communauté française

Ministère de la Communauté française

Désignation d’un délégué général de la Communauté francaiseaux droits de l’enfant. Appel public aux candidatures, p. 48864.

Région wallonne

Ministère de la Région wallonne

Promotion par accession au niveau supérieur. Mutation à la demanded’un agent. Appel à candidatures, p. 48865.

Unions professionnelles

Conseil d’Etat

Société centrale pour la Protection de la Pêche fluviale en Belgique,union professionnelle établiée à Bruxelles, p. 48869. — Union profes-sionnelle des Luthiers et Archetiers de Belgique, union professionnelleétablie à Bruxelles, p. 48869. — Union professionnelle des Grossistesen Tubes et Accessoires de Belgique, union professionnelle établie àBruxelles, p. 48870. — Société centrale d’Architecture de Belgique,union professionnelle établie à Bruxelles, p. 48870. — Kennel Clubbelge, Union nationale des Eleveurs de Chiens de Belgique, unionprofessionnelle établie à Bruxelles, p. 48871. — Union des Coiffeursde Liège et Arrondissement, union professionnelle établie à Liège,p. 48871. — Union professionnelle des Diffuseurs de Presse deCharleroi-Namur, union professionnelle établie à Charleroi, p. 48872. —Union des Designers en Belgique - Unie der Designers in België, U.D.B.,union professionnelle établie à Bruxelles, p. 48872. — Union nationale

48698 MONITEUR BELGE − 14.09.2007 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 7: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten wor-den niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich vanbl. 48875 tot bl. 48916.

des Sociétés coopératives exploitant des Pharmacies en Belgique, unionprofessionnelle établie à Verviers, p. 48873. — Association profession-nelle belge des Médecins spécialistes, Anesthésistes-Réanimateurs -Belgische Beroepsvereniging van Geneesheren-Specialisten,Anesthesiologen-Reanimators, - union professionnelle établie à Bruxelles,p. 48873. — Groupement des Patrons Boulangers-Pâtissiers de Bincheet Environs, union professionnelle établie à Binche, p. 48874. —Chambre syndicale des Grossistes en Matériel électrique, « I.C.G.M.E. »- Syndicale Kamer van Groothandelaars in Elektrisch Materiaal,« I.C.G.M.E. », union professionnelle établie à Bruxelles, p. 48874.

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans cesommaire mais figurent aux pages 48875 à 48916.

48699MONITEUR BELGE − 14.09.2007 − BELGISCH STAATSBLAD

Page 8: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTSWETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2007/00803]N. 2007 — 381117 OKTOBER 2006. — Koninklijk besluit tot wijziging van het

koninklijk besluit van 15 december 2005 tot vaststelling van devoorschriften inzake de plichtenleer van de landmeter-expert. —Duitse vertaling

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van het koninklijkbesluit van 17 oktober 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van15 december 2005 tot vaststelling van de voorschriften inzake deplichtenleer van de landmeter-expert (Belgisch Staatsblad van 23 novem-ber 2006).

Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitsevertaling bij de Adjunct-arrondissementscommissaris in Malmedy inuitvoering van artikel 76 van de wet van 31 december 1983 tothervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, vervan-gen bij artikel 16 van de wet van 18 juli 1990 en gewijzigd bij artikel 6van de wet van 21 april 2007.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES

[C − 2007/00803]D. 2007 — 381117. OKTOBER 2006 — Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 15. Dezember 2005zur Festlegung der Regeln im Bereich der Berufspflichten der Landmesser-Gutachter - Deutsche Ubersetzung

Der folgende Text ist die deutsche Ubersetzung des Königlichen Erlasses vom 17. Oktober 2006 zur Abänderungdes Königlichen Erlasses vom 15. Dezember 2005 zur Festlegung der Regeln im Bereich der Berufspflichten derLandmesser-Gutachter.

Diese Ubersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Ubersetzungen beim BeigeordnetenBezirkskommissar in Malmedy erstellt worden in Ausführung von Artikel 76 des Gesetzes vom 31. Dezember 1983 überinstitutionelle Reformen für die Deutschsprachige Gemeinschaft, ersetzt durch Artikel 16 des Gesetzes vom 18. Juli 1990und abgeändert durch Artikel 6 des Gesetzes vom 21. April 2007.

FODERALER OFFENTLICHER DIENST WIRTSCHAFT, KMB, MITTELSTAND UND ENERGIE

17. OKTOBER 2006 — Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 15. Dezember 2005zur Festlegung der Regeln im Bereich der Berufspflichten der Landmesser-Gutachter

ALBERT II., König der Belgier,Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß!

Aufgrund des Gesetzes vom 11. Mai 2003 über den Schutz des Titels und des Berufs eines Landmesser-Gutachters,insbesondere des Artikels 8 § 1;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 15. Dezember 2005 zur Festlegung der Regeln im Bereich derBerufspflichten der Landmesser-Gutachter, insbesondere des Artikels 13 und des Artikels 25 Absatz 1;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 19. August 2006;Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die Tatsache, dass es wegen des fehlenden Ausführungserlasses zur

Festlegung der in Artikel 13 bestimmten grundlegenden allgemeinen Vertragsbedingungen und Mindestgarantien,denen die Versicherungsverträge entsprechen müssen, - was auf die verspätet eingegangene Einwilligung derKammern des Föderalen Rates der Landmesser-Gutachter und das Ausbleiben einer Stellungnahme des Versicherungs-ausschusses, der während der Urlaubszeit nicht zusammengetreten ist, zurückzuführen ist -, unmöglich ist, dasInkrafttreten des Artikels 13 zum 1. Oktober 2006 aufrechtzuerhalten;

Aufgrund des Gutachtens Nr. 41.339/1 des Staatsrates vom 21. September 2006, abgegeben in Anwendung desArtikels 84 § 1 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag Unseres Ministers des MittelstandsHaben Wir beschlossen und erlassen Wir:

Artikel 1 - Artikel 25 Absatz 1 des Königlichen Erlasses vom 15. Dezember 2005 zur Festlegung der Regeln imBereich der Berufspflichten der Landmesser-Gutachter wird durch folgende Bestimmung ersetzt:

«Artikel 13 tritt am 1. März 2007 in Kraft.»

Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 3 - Unser Minister, zu dessen Zuständigkeitsbereich der Mittelstand gehört, ist mit der Ausführung desvorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 17. Oktober 2006

ALBERT

Von Königs wegen:

Die Ministerin des MittelstandsFrau S. LARUELLE

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[C − 2007/00803]F. 2007 — 381117 OCTOBRE 2006. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du

15 décembre 2005 fixant les règles de déontologie du géomètre-expert. — Traduction allemande

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande del’arrêté royal du 17 octobre 2006 modifiant l’arrêté royal du 15 décem-bre 2005 fixant les règles de déontologie du géomètre-expert (Moniteurbelge du 23 novembre 2006).

Cette traduction a été établie par le Service central de traductionallemande auprès du Commissaire d’arrondissement adjoint à Mal-medy en exécution de l’article 76 de la loi du 31 décembre 1983 deréformes institutionnelles pour la Communauté germanophone, rem-placé par l’article 16 de la loi du 18 juillet 1990 et modifié par l’article6 de la loi du 21 avril 2007.

48700 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 9: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2007/00806]N. 2007 — 381217 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit tot vaststelling van het

bedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangen vaneen afschrift van een bestuursdocument of een document metmilieu-informatie

ALBERT II, Koning der Belgen,Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid vanbestuur, inzonderheid op de artikelen 5 en 12;

Gelet op de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van hetpubliek tot milieu-informatie, inzonderheid op artikel 19, § 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 augustus 1996 tot vaststellingvan het bedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangenvan een afschrift van een bestuursdocument;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerdbij de Minister van Binnenlandse Zaken, gegeven op 11 december 2006en 19 februari 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerdbij de Minister van Leefmilieu, gegeven op 26 februari 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting,gegeven op 14 mei 2007;

Gelet op advies 43.177/3 gegeven op 12 juni 2007, met toepassing vanartikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raadvan State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en vanOnze Minister van Leefmilieu,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Het bedrag van de vergoeding wordt berekend voorelke aanvraag per bestuursdocument of per document met milieu-informatie.

Art. 2. Wanneer het afschrift van een bestuursdocument of eendocument met milieu-informatie in zwart/wit-versie wordt verstrektop een formaat dat niet groter is dan formaat A4, wordt de vergoedingvastgesteld op 0,05 euro per bladzijde. De eerste vijftig bladzijden zijngratis.

Wanneer het document echter meer dan honderd bladzijden bevat,wordt de vergoeding teruggebracht tot 0,02 euro per bladzijde vanaf dehonderd en eerste.

Art. 3. Wanneer het afschrift van een bestuursdocument of eendocument met milieu-informatie in zwart/wit-versie wordt verstrektop een formaat dat groter is dan formaat A4 maar niet groter danformaat A3, worden de vergoedingen per bladzijde vastgesteld inartikel 2 verdubbeld.

Art. 4. Wanneer een bestuursdocument of een document met milieu-informatie bladzijden bevat van verschillend formaat als bedoeld inde artikelen 2 en 3, wordt de vergoeding berekend alsof het omtwee aparte aanvragen gaat.

Art. 5. Wanneer het afschrift van een bestuursdocument of eendocument met milieu-informatie geheel of gedeeltelijk in kleur of in eenformaat groter dan A3 wordt gevraagd, is de vergoeding gelijk aan dekostprijs.

Art. 6. Wanneer het afschrift van een bestuursdocument of eendocument met milieu-informatie op een andere drager dan papierwordt gevraagd, is de vergoeding gelijk aan de kostprijs.

Art. 7. Afschriften die via e-mail worden afgeleverd zijn gratis.

Art. 8. De vergoedingen vastgesteld bij dit besluit zijn contantbetaalbaar indien het afschrift door de aanvrager in ontvangst wordtgenomen bij de administratieve overheid of milieu-instantie, die alsbewijs van betaling een ontvangstbewijs afgeeft.

Indien het afschrift per post aan de aanvrager wordt gezonden,worden de vergoedingen vooraleer het afschrift wordt verzonden,betaald door overschrijving of storting op de postrekening van derekenplichtige der ontvangsten van de overheid in kwestie. In dat gevalwordt het bedrag van de vergoedingen vermeerderd met de port-kosten.

Art. 9. Bij ontvangst van de betaling van de vergoeding wordt ermelding van gemaakt in het register bedoeld in artikel 5 van de wet van11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en in artikel 21van de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiektot milieu-informatie.

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[C − 2007/00806]F. 2007 — 381217 AOUT 2007. — Arrêté royal fixant le montant de la rétribution due

pour la réception d’une copie d’un document administratif ou d’undocument qui contient des informations environnementales

ALBERT II, Roi des Belges,A tous, présents et à venir, Salut.

Vu la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration,notamment les articles 5 et 12;

Vu la loi du 5 août 2006 relative à l’accès du public à l’information enmatière d’environnement, notamment l’article 19, § 2;

Vu l’arrêté royal du 30 août 1996 fixant le montant de la rétributiondue pour la réception d’une copie d’un document administratif;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances accrédité auprès du Ministre del’Intérieur, donné le 11 décembre 2006 et le 19 février 2007;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances accrédité auprès du Ministre del’Environnement, donné le 26 février 2007;

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 14 mai 2007;

Vu l’avis 43.177/3, donné le 12 juin 2007 en application de l’article 84,§ 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;

Sur la proposition de Notre Ministre de l’Intérieur et de NotreMinistre de l’Environnement,

Nous avons arrêté et arrêtons :

Article 1er. Le montant de la rétribution est calculé pour chaquedemande par document administratif ou par document qui contient desinformations environnementales.

Art. 2. Lorsque la copie d’un document administratif ou d’undocument qui contient des informations environnementales est fournieen version noir et blanc dans un format qui ne dépasse pas le format A4,la rétribution est fixée à 0,05 euro par page. Les cinquante premièrespages sont gratuites.

Toutefois, lorsque le document comporte plus de cent pages, larétribution est ramenée à 0,02 euro par page à partir de la cent etunième.

Art. 3. Lorsque la copie d’un document administratif ou d’undocument qui contient des informations environnementales est fournieen version noir et blanc, dans un format supérieur au format A4, maisne dépassant pas le format A3, les rétributions par page fixées àl’article 2 sont doublées.

Art. 4. Lorsqu’un document administratif ou un document quicontient des informations environnementales comprend des pages deformats différents de ceux visés aux articles 2 et 3, la rétribution estcalculée comme s’il s’agissait de deux demandes distinctes.

Art. 5. Lorsque la copie d’un document administratif ou d’undocument qui contient des informations environnementales estdemandée en tout ou en partie en version couleur ou dans un formatsupérieur au format A3, la rétribution correspond au prix coûtant.

Art. 6. Lorsque la copie d’un document administratif ou d’undocument qui contient des informations environnementales estdemandée sur un support différent d’un support papier, la rétributioncorrespond au prix coûtant.

Art. 7. Les copies délivrées par e-mail sont gratuites.

Art. 8. Les rétributions fixées par le présent arrêté sont payables aucomptant si la copie est recue par le demandeur auprès de l’autoritéadministrative ou de l’instance environnementale. Celle-ci délivre unrécépissé à titre de preuve de paiement.

Si la copie est transmise au demandeur par la poste, les rétributionssont payées préalablement à cette transmission, par virement ouversement au compte chèque postal du comptable des recettes del’autorité concernée. Dans ce cas, les frais de port s’ajoutent au montantdes rétributions.

Art. 9. Dès réception du paiement de la rétribution, il en est faitmention au registre visé à l’article 5 de la loi du 11 avril 1994 relative àla publicité de l’administration et à l’article 21 de la loi du 5 août 2006relative à l’accès du public à l’information en matière d’environnement.

48701MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 10: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 10. Het koninklijk besluit van 30 augustus 1996 tot vaststellingvan het bedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangenvan een afschrift van een bestuursdocument wordt opgeheven.

Art. 11. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in hetBelgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 12. - Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Ministervan Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering vandit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 augustus 2007.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Binnenlandse Zaken,P. DEWAEL

De Minister van Leefmilieu,B. TOBBACK

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

[C − 2007/11459]N. 2007 — 3813

17 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit houdende maatregelenter omzetting in de interne rechtsorde van Richtlijn 2005/36/EG van7 september 2005 van het Europees Parlement en de Raadbetreffende de erkenning van beroepskwalificaties

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegdheeft tot voorwerp om Richtlijn 2005/36/EG van het EuropeesParlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005betreffende de erkenning van beroepskwalificaties om te zetten in deinterne juridische orde.

Dit koninklijk besluit werd aangepast in functie van de opmerkingengeformuleerd door de Raad van State in zijn advies van 24 mei 2007,met uitzondering van een opmerking, omwille van de volgenderedenen :

Artikel 16 van de richtlijn voorziet, wanneer in een lidstaat detoegang tot of de uitoefening van een van de in bijlage IV vermeldewerkzaamheden afhankelijk wordt gesteld van het bezit van algemenekennis, handels- of vakkennis en –bekwaamheid, dat deze lidstaat hetfeit dat de werkzaamheid in kwestie voorafgaandelijk in een anderelidstaat is uitgeoefend, als een voldoende bewijs van die kennis enbekwaamheid beschouwt.

De Raad van State is van oordeel dat uit deze beschikking niet blijktdat het genoegzaam bewijs noodzakelijkerwijze moet voorgesteldworden onder de vorm van een verklaring uitgaande van de betrokkenlidstaat, zoals bepaald bij artikel 8 van het ontwerp van koninklijkbesluit.

Het lijkt erop dat de Raad van State bijlage VII van Richt-lijn 2005/36/EG uit het oog heeft verloren («documenten en certificatenvereist overeenkomstig artikel 50 § 1»), en vooral punt 1. c) waarinduidelijk bepaald wordt «Voor de gevallen bedoeld bij artikel 16, eenattest over de aard en de duur van de werkzaamheid, afgeleverd doorde autoriteit of de bevoegde instelling van de oorspronkelijke lidstaat ofvan de lidstaat van herkomst».

Artikel 8 van het ontwerp dat ter ondertekening wordt voorgelegdaan Uwe Majesteit, is opgesteld overeenkomstig dit punt 1. c) vanbijlage VII van de Richtlijn 2005/36.

Ik heb de eer te zijn,

Sire,Van Uwe Majesteit,de zeer eerbiedige

en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Middenstand,Mevr. S. LARUELLE

Art. 10. L’arrêté royal du 30 août 1996 fixant le montant de larétribution due pour la réception d’une copie d’un document adminis-tratif est abrogé.

Art. 11. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publicationau Moniteur belge.

Art. 12. Notre Ministre de l’Intérieur et Notre Ministre de l’Environ-nement sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution duprésent arrêté.

Donné à Bruxelles, le 17 août 2007.

ALBERT

Par le Roi :

Le Ministre de l’Intérieur,P. DEWAEL

Le Ministre de l’Environnement,B. TOBBACK

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE

[C − 2007/11459]F. 2007 — 3813

17 AOUT 2007. — Arrêté royal portant des mesures en vuede la transposition dans l’ordre juridique interne de la Direc-tive 2005/36/CE du Parlement européen et du Conseil du 7 septem-bre 2005 relative à la reconnaissance des qualifications profession-nelles

RAPPORT AU ROI

Sire,

L’arrêté royal qui est soumis à votre signature a pour objet detransposer dans l’ordre juridique interne la Directive 2005/36/CE duParlement européen et du Conseil de l’Union européenne du 7 septem-bre 2005 relative à la reconnaissance des qualifications professionnelles.

Cet arrêté royal a été adapté en fonction des observations formuléespar le Conseil d’Etat dans son avis du 24 mai 2007, à l’exception d’uneobservation et pour les raisons suivantes :

L’article 16 de la directive prévoit que lorsque, dans un Etat membre,l’accès à l’une des activités énumérées à l’annexe IV de la directive, ouson exercice, est subordonné à la possession de connaissances etd’aptitudes générales, commerciales ou professionnelles, cet Etatmembre reconnaît comme preuve suffisante de ces connaissances etaptitudes l’exercice préalable de l’activité considérée dans un autre Etatmembre.

Le Conseil d’Etat estime qu’il ne ressort pas de cette disposition quela preuve suffisante doit nécessairement se présenter sous la formed’une déclaration émanant de l’Etat membre concerné, tel que men-tionné dans l’article 8 du projet d’arrêté royal.

Il semble que le Conseil d’Etat ait perdu de vue l’annexe VII de laDirective 2005/36/CE (« documents et certificats exigibles conformé-ment à l’article 50 § 1er »), et plus spécialement le point 1. c), stipulantclairement « Pour les cas visés à l’article 16, une attestation portant surla nature et la durée de l’activité, délivrée par l’autorité ou l’organismecompétent de l’Etat membre d’origine ou de l’Etat membre deprovenance ».

L’article 8 du projet soumis à la signature de votre Majesté est rédigéconformément à ce point 1. c) de l’annexe VII de la Directive 2005/36.

J’ai l’honneur d’être,

Sire,de Votre Majesté

le très respectueuxet très fidèle serviteur,

La Ministre des Classes moyennes,Mme S. LARUELLE

48702 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 11: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

ADVIES 43.051/1VAN DE AFDELING WETGEVING

VAN DE RAAD VAN STATEDe Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 7 mei 2007

door de Minister van Middenstand verzocht haar, binnen een termijnvan dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijkbesluit ″houdende maatregelen ter omzetting in de interne rechtsordevan Richtlijn 2005/36/EG van 7 september 2005 van het EuropeesParlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalifica-ties″, heeft op 24 mei 2007 het volgende advies gegeven :

Rekening houdende met het ogenblik waarop dit advies gegevenwordt, vestigt de Raad van State de aandacht van de regering op het feitdat de ontstentenis van de controle die het Parlement krachtens deGrondwet moet kunnen uitoefenen, tot gevolg heeft dat de regeringniet over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordtevenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in diebeperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdelingwetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevenswelke de regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft ofhet vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

** *

Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de gecoördineerdewetten op de Raad van State, heeft de afdeling wetgeving zichtoegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van dehandeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan devoorgeschreven vormvereisten is voldaan.

Daarnaast bevat dit advies ook een aantal opmerkingen over anderepunten. Daaruit mag echter niet worden afgeleid dat de afdelingwetgeving binnen de haar toegemeten termijn een exhaustief onder-zoek van het ontwerp heeft kunnen verrichten.

** *

Strekking en rechtsgrond van het ontwerp1. Het voor advies aan de Raad van State voorgelegde ontwerp van

koninklijk besluit beoogt de omzetting in de interne rechtsorde vanRichtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van deEuropese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning vanberoepskwalificaties (1).

De nieuwe regeling komt in de plaats van het koninklijk besluit van17 februari 2002 houdende maatregelen ter omzetting in de internerechtsorde van Richtlijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en deRaad van 7 juni 1999 betreffende de invoering van een regeling voor deerkenning van diploma’s betreffende beroepswerkzaamheden die bin-nen de werkingssfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van derichtlijnen houdende overgangsmaatregelen vallen en tot aanvullingvan het algemene stelsel van erkenning van diploma’s, dat door artikel15 van het ontwerp wordt opgeheven.

2. Als rechtsgrond voor het ontwerp wordt in de aanhef deprogrammawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstan-dig ondernemerschap aangewezen, met name de artikelen 3, 4, 5 en 7.

Op grond van artikel 3 van de genoemde programmawet dient onder″ondernemingsvaardigheden″ te worden verstaan, enerzijds, de basis-kennis van het bedrijfsbeheer en, anderzijds, de beroepsbekwaamheid.De betrokken bepaling machtigt de Koning om een en ander te bepalen,maar het is niet duidelijk in welk opzicht voormeld artikel 3 hetontwerp tot rechtsgrond zou kunnen strekken.

Artikel 4, § 3, 1°, van dezelfde wet machtigt de Koning om de aktenaan te duiden die dienen als bewijs van de basiskennis van hetbedrijfsbeheer.

Artikel 5, § 3, 1°, van dezelfde wet geeft een analoge machtiging voorhet bewijzen van de beroepsbekwaamheid die vereist is voor bepaaldeactiviteiten. Wat deze akten betreft, wordt de Koning in artikel 7, § 2,van dezelfde wet gemachtigd om te bepalen onder welke voorwaardenbuitenlandse akten kunnen worden aanvaard.

De voormelde artikelen 4, 5 en 7 strekken de verschillende bepalin-gen van het ontwerp tot rechtsgrond, behoudens artikel 14 datbetrekking heeft op de ″EG-verklaring″.

Wat dat artikel 14 betreft, kan evenwel aangenomen worden dat deKoning op grond van zijn algemene uitvoeringsbevoegdheid (artikel108 van de Grondwet) de nodige bepalingen kan nemen ter uitvoeringvan titel II (″Ondernemersvaardigheden″), hoofdstuk I (″Vestigingsvoor-waarden″), van de programmawet van 10 februari 1998. De bepalingenvan het bedoelde hoofdstuk, in hun geheel genomen, bieden hier danook de vereiste rechtsgrond.

AVIS 43.051/1DE LA SECTION DE LEGISLATION

DU CONSEIL D’ETATLe Conseil d’Etat, section de législation, première chambre, saisi par

la Ministre des Classes moyennes, le 7 mai 2007, d’une demande d’avis,dans un délai de trente jours, sur un projet d’arrêté royal ″portant desmesures en vue de la transposition dans l’ordre juridique interne de laDirective 2005/36/CE du Parlement européen et du Conseil du7 septembre 2005 relative à la reconnaissance des qualificationsprofessionnelles″, a donné le 24 mai 2007 l’avis suivant :

Compte tenu du moment où le présent avis est donné, le Conseild’Etat attire l’attention du gouvernement sur le fait que l’absence ducontrôle qu’il appartient au Parlement d’exercer en vertu de laConstitution, a pour conséquence que le gouvernement ne dispose pasde la plénitude de ses compétences. Le présent avis est toutefois donnésans qu’il soit examiné si le projet relève bien des compétences ainsilimitées, la section de législation n’ayant pas connaissance de l’ensem-ble des éléments de fait que le gouvernement peut prendre enconsidération lorsqu’il doit apprécier la nécessité d’arrêter ou demodifier des dispositions réglementaires.

** *

En application de l’article 84, § 3, alinéa 1er, des lois coordonnées surle Conseil d’Etat, la section de législation a fait porter son examenessentiellement sur la compétence de l’auteur de l’acte, le fondementjuridique et l’accomplissement des formalités prescrites.

Par ailleurs, le présent avis comporte également un certain nombred’observations sur d’autres points. Il ne peut toutefois s’en déduire que,dans le délai qui lui est imparti, la section de législation a pu procéderà un examen exhaustif du projet.

** *

Portée et fondement juridique du projet1. Le projet d’arrêté royal soumis pour avis au Conseil d’Etat vise à

transposer dans l’ordre juridique interne la Directive 2005/36/CE duParlement européen et du Conseil de l’Union européenne du 7 septem-bre 2005 relative à la reconnaissance des qualifications professionnelles(1).

Le nouveau texte vient se substituer à l’arrêté royal du 17 février 2002portant des mesures en vue de la transposition dans l’ordre juridiqueinterne de la Directive 1999/42/CE du Parlement européen et duConseil du 7 juin 1999, instituant un mécanisme de reconnaissance desdiplômes pour les activités professionnelles couvertes par les directivesde libéralisation et portant mesures transitoires, et complétant lesystème général de reconnaissance des diplômes, qui est abrogé parl’article 15 du projet.

2. Le préambule désigne comme fondement juridique du projet laloi-programme du 10 février 1998 pour la promotion de l’entrepriseindépendante, notamment les articles 3, 4, 5 et 7.

Selon l’article 3 de la loi-programme précitée, il faut entendre par″capacités entrepreneuriales″, d’une part, les connaissances de gestionde base et, d’autre part, la compétence professionnelle. La dispositionen question habilite le Roi à les déterminer, mais on n’apercoit pas enquoi l’article 3 précité pourrait procurer un fondement juridique auprojet.

L’article 4, § 3, 1°, de la même loi habilite le Roi à désigner les titresqui servent à prouver les connaissances de gestion de base.

L’article 5, § 3, 1°, de la même loi confère une habilitation similairepour établir la compétence professionnelle qui est requise pourcertaines activités. En ce qui concerne ces titres, l’article 7, § 2, de lamême loi habilite le Roi à déterminer les conditions auxquelles les titresétrangers peuvent être acceptés.

Les articles 4, 5 et 7 précités procurent un fondement juridique auxdifférentes dispositions du projet, sous réserve de l’article 14 qui portesur l’″attestation CE″.

En ce qui concerne cet article 14, il peut toutefois être admis qu’envertu de son pouvoir général d’exécution (article 108 de la Constitu-tion), le Roi peut prendre les dispositions nécessaires pour l’exécutiondu titre II (″Capacités entrepreneuriales″), chapitre Ier (″Conditionsd’établissement″), de la loi-programme du 10 février 1998. Les dispo-sitions du chapitre visé, prises dans leur ensemble, procurent dès lors lefondement juridique requis à cet effet.

48703MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 12: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bevoegdheid

In de mate dat de ontworpen regeling betrekking heeft op devestigingsvoorwaarden inzake toerisme waarvoor de gewesten bevoegdzijn (artikel 6, § 1, VI, laatste lid, 6°, van de bijzondere wet van8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen) (2), kan ze geendoorgang vinden.

Onderzoek van de tekst

Aanhef

1. Gelet op wat over de rechtsgrond is opgemerkt, dient vooraan inde aanhef een nieuw lid te worden toegevoegd, waarin wordtverwezen naar artikel 108 van de Grondwet.

2. In het eerste lid van de aanhef (dat het tweede wordt), dient deverwijzing naar artikel 3 van de programmawet van 10 februari 1998 teworden geschrapt.

Artikel 3

In artikel 3 van het ontwerp wordt de term ″rechtspersoon″ gebruikt,terwijl in artikel 4 in een vergelijkbare context sprake is van ″vennoot-schap″. Ook in artikel 3 van het koninklijk besluit van 17 februari 2002,in welke bepaling dezelfde regeling voorkomt, wordt de term ″ven-nootschap″ gebruikt. De gemachtigde ambtenaar heeft verklaard dathet woord ″rechtspersoon″ in artikel 3 van het ontwerp vervangen moetworden door de term ″vennootschap″.

Artikel 8

In artikel 8 van het ontwerp wordt bepaald dat een verklaring ″vaneen andere Lidstaat van de Europese Gemeenschap of van een andereStaat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de EuropeseEconomische Ruimte″ betreffende de uitoefening op haar grondgebiedvan activiteiten die deel uitmaken van gereglementeerde beroepen,wordt aanvaard als voldoende bewijs van de ondernemersvaardighe-den van dezelfde beroepen, voor zover wordt voldaan aan devoorwaarden bepaald in het ontwerp.

Daarover om toelichting verzocht, heeft de gemachtigde ambtenaarhet volgende verklaard :

« De Richtlijn organiseert geen bewijsvoering, somt alleen devoorwaarden op waaraan moet worden voldaan om de verklaring tekunnen krijgen. Deze verklaring is in het land van bestemming eenvoldoende bewijs van de eventuele bekwaamheidseisen om eenzelfstandig beroep uit te oefenen. Wanneer België (ondernemingsloket-ten) een verklaring ontvangt, moet die verklaring alleen volstaan.België kan zich niet bemoeien met de achterliggende bewijsvoering inhet land van herkomst.

Wanneer België zelf een dergelijke verklaring uitreikt (art. 14), die wijEG-verklaring noemen, zijn alle rechtsgeldige bewijsmiddelen goed.Dit zal meestal de inschrijving als handelaar in de KBO zijn (om dejuiste activiteiten te kennen en de precieze identiteitsgegevens tekunnen vermelden) + een getuigschrift van een sociale verzekeringskasvoor zelfstandigen (om de daadwerkelijke uitoefening van de zelfstan-dige activiteit te checken). Een attest van een werkgever wordt zekerniet uitgesloten, maar kan bezwaarlijk als voldoende bewijs wordenbeschouwd. In dat geval vragen we loondocumenten of een uittrekseluit de pensioenrekening (loopbaanoverzicht)″.

Het is echter de vraag of de ontworpen regeling geheel overeenstemtmet inzonderheid artikel 16 van de richtlijn. Die bepaling van derichtlijn luidt :

« Wanneer in een lidstaat de toegang tot of uitoefening van een vande in bijlage IV vermelde werkzaamheden afhankelijk wordt gesteldvan het bezit van algemene kennis, handels- of vakkennis en-bekwaamheid, beschouwt deze lidstaat als genoegzaam bewijs van diekennis en bekwaamheid het feit dat de werkzaamheid in kwestievoorafgaandelijk in een andere lidstaat is uitgeoefend. Deze werkzaam-heid moet overeenkomstig de artikelen 17, 18 en 19 zijn uitgeoefend″.

Uit die bepaling blijkt immers niet dat het ″genoegzaam bewijs″noodzakelijk de vorm moet aannemen van een verklaring uitgaandevan de betrokken lidstaat of staat. Zoals artikel 16 van de richtlijn isgeredigeerd, is de vorm van de bewijsvoering vrij (3), en dient deontvangende lidstaat te oordelen of het bewijs van de kennis enbekwaamheid dat wordt voorgebracht ″genoegzaam″ is. Op dit puntlijkt artikel 8 van het ontwerp dan ook niet in overeenstemming met derichtlijn (4).

Compétence

Dans la mesure où le régime en projet porte sur les conditionsd’établissement, en matière de tourisme, qui est de la compétence desrégions, (article 6, § 1er, VI, dernier alinéa, 6°, de la loi spéciale du8 août 1980 de réformes institutionnelles) (2), il ne peut être concrétisé.

Examen du texte

Préambule

1. Vu l’observation formulée sur le fondement juridique, il y a lieud’ajouter, au début du préambule, un nouvel alinéa faisant référence àl’article 108 de la Constitution.

2. Au premier alinéa du préambule (qui devient le deuxième), il y alieu de supprimer la référence à l’article 3 de la loi-programme du10 février 1998.

Article 3

Dans le texte néerlandais, l’article 3 du projet utilise le terme″rechtspersoon″, alors qu’il est question à l’article 4, dans un contextesimilaire, de ″vennootschap″. L’article 3 de l’arrêté royal du17 février 2002, qui contient la même règle, fait également usage duterme ″vennootschap″. Le fonctionnaire délégué a déclaré qu’il fautremplacer le terme ″rechtspersoon″ de l’article 3 du projet par le terme″vennootschap″.

Article 8

L’article 8 du projet précise qu’une attestation ″délivrée par un autreEtat membre de la Communauté européenne ou d’un autre Etat qui estpartie à l’Accord sur l’Espace économique européen″, relative àl’exercice sur son territoire dactivités qui font partie des professionsréglementées, est reconnue comme preuve suffisante des capacitésentrepreneuriales des mêmes professions, pour autant qu’il soit satisfaitaux conditions fixées dans le projet.

Des précisions lui ayant été demandées à ce sujet, le fonctionnairedélégué a déclaré ce qui suit :

« De Richtlijn organiseert geen bewijsvoering, somt alleen devoorwaarden op waaraan moet worden voldaan om de verklaring tekunnen krijgen. Deze verklaring is in het land van bestemming eenvoldoende bewijs van de eventuele bekwaamheidseisen om eenzelfstandig beroep uit te oefenen. Wanneer België (ondernemingsloket-ten) een verklaring ontvangt, moet die verklaring alleen volstaan.België kan zich niet bemoeien met de achterliggende bewijsvoering inhet land van herkomst.

Wanneer België zelf een dergelijke verklaring uitreikt (art. 14), die wijEG-verklaring noemen, zijn alle rechtsgeldige bewijsmiddelen goed.Dit zal meestal de inschrijving als handelaar in de KBO zijn (om dejuiste activiteiten te kunnen en de precieze identiteitsgegevens tekunnen vermelden) + een getuigschrift van een sociale verzekeringskasvoor zelfstandigen (om de daadwerkelijke uitoefening van de zelfstan-dige activiteit te checken). Een attest van een werkgever wordt zekerniet uitgesloten, maar kan bezwaarlijk als voldoende bewijs wordenbeschouwd. In dat geval vragen we loondocumenten of een uittrekseluit de pensioenrekening (loopbaanoverzicht)″.

La question se pose cependant de savoir si le régime en projets’accorde tout à fait avec l’article 16 de la directive notamment. Cettedisposition de la directive énonce :

« Lorsque, dans un Etat membre, l’accès à l’une des activitésénumérées à l’annexe IV, ou son exercice, est subordonné à lapossession de connaissances et d’aptitudes générales, commerciales ouprofessionnelles, cet Etat membre reconnaît comme preuve suffisantede ces connaissances et aptitudes l’exercice préalable de l’activitéconsidérée dans un autre Etat membre. Cette activité doit avoir étéexercée conformément aux articles 17, 18 et 19″.

En effet, il ne ressort pas de cette disposition que la ″preuvesuffisante″ doit nécessairement se présenter sous la forme d’unedéclaration émanant de l’Etat membre ou l’Etat concerné. Tel quel’article 16 de la directive est rédigé, la forme de la preuve est libre (3)et il appartient à l’Etat membre d’accueil d’apprécier si la preuveapportée des connaissances et de la compétence est ″suffisante″. Sur cepoint, l’article 8 du projet ne paraît dès lors pas être conforme à ladirective (4).

48704 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 13: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Artikel 16De nieuwe richtlijn, waarvan het ontwerp de omzetting beoogt, trekt

de thans nog geldende Richtlijn 1999/42/EG in met ingang van20 oktober 2007 (zie artikel 62 van Richtlijn 2005/36/EG). Toch bepaaltartikel 16 van het ontwerp dat de nieuwe regeling in werking treedt op1 september 2007. De gemachtigde ambtenaar verklaarde in ditverband het volgende :

« Nous avons décidé de faire entrer en vigueur l’AR le 1er septem-bre 2007 car cette date coincide avec l’entrée en vigueur des nouveauxarrêtés de réglementations relatifs à l’accès à la profession, abrogeant laplupart des arrêtés actuels existants. Les articles 9, § 2 et 11, § 1er duprojet d’AR que vous étudiez font notamment référence à la nouvelledénomination des professions qui se trouvent dans les nouveauxarrêtés de réglementations. L’ancien AR du 17 février 2002 (encore envigueur aujourd’hui) fait référence aux dénominations actuelles desprofessions qui se trouvent dans les AR qui seront abrogés le1er septembre 2007″.

De kamer was samengesteld uit :de heren :M. Van Damme, kamervoorzitter;J. Baert,W. Van Vaerenbergh, staatsraden,M. Tison, assessor van de afdeling wetgeving,Mevr. M. Verschraeghen, toegevoegd griffier.Het verslag werd uitgebracht door Mevr. G. Scheppers, auditeur.

De griffier, De voorzitter,M. Verschraeghen. M. Van Damme.(1) De gemachtigde ambtenaar liet weten dat er geen concordantie-

tabel beschikbaar is. Aldus heeft de Raad van State, afdeling wetgeving,binnen de tijd die hem voor zijn advies is gelaten, niet kunnen nagaanof de richtlijn volledig wordt omgezet in de Belgische rechtsorde. Destellers van het ontwerp wordt ten zeerste aangeraden na te gaan of alleonderdelen van de nieuwe richtlijn zijn omgezet.

(2) Zie bijvoorbeeld de in de bijlage, in verband met de groepen 718en 720 van de ISIC-nomenclatuur, opgenomen verwijzing naar hetorganiseren, aanbieden en verkopen van elementen van een reis ofverblijf.

(3) Zoals dat, volgens de verklaring van de gemachtigde ambtenaar,overigens wordt toegepast voor in België verrichte beroepswerkzaam-heden of activiteiten, waarbij alle rechtsgeldige bewijsmiddelen wor-den aanvaard.

(4) Dat belet evenwel niet dat België een attestering door de overheidorganiseert van op het Belgische grondgebied uitgeoefende beroeps-werkzaamheden en activiteiten (zie artikel 14 van het ontwerp inverband met de ″EG-verklaring″).

17 AUGUSTUS 2007. — Koninklijk besluit houdende maatregelenter omzetting in de interne rechtsorde van Richtlijn 2005/36/EG van7 september 2005 van het Europees Parlement en de Raadbetreffende de erkenning van beroepskwalificaties

ALBERT II, Koning der Belgen,Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;Gelet op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van

het zelfstandig ondernemerschap, inzonderheid op de artikelen 4 en 5,gewijzigd bij de wet van 11 mei 2003 en op artikel 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2002 houdendemaatregelen ter omzetting in de interne rechtsorde van Richtlijn1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning vandiploma’s betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkings-sfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdendeovergangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemenestelsel van erkenning van diploma’s, gewijzigd op 1 juli 2006;

Gelet op de Richtlijn 2005/36/EG van 7 september 2005 van hetEuropees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroeps-kwalificaties;

Article 16La nouvelle directive que le projet vise à transposer, abroge la

Directive 199/42/CE, actuellement encore en vigueur, avec effet à partirdu 20 octobre 2007 (voir l’article 62 de la Directive 2005/36/CE).Pourtant, l’article 16 du projet prévoit que le nouveau régime entrera envigueur le 1er septembre 2007. Le fonctionnaire délégué a déclaré à cetégard ce qui suit :

« Nous avons décidé de faire entrer en vigueur l’AR le 1er septem-bre 2007 car cette date coincide avec l’entrée en vigueur des nouveauxarrêtés de réglementations relatifs à l’accès à la profession, abrogeant laplupart des arrêtés actuels existants. Les articles 9, § 2 et 11, § 1er duprojet d’AR que vous étudiez font notamment référence à la nouvelledénomination des professions qui se trouvent dans les nouveauxarrêtés de réglementations. L’ancien AR du 17 février 2002 (encore envigueur aujourd’hui) fait référence aux dénominations actuelles desprofessions qui se trouvent dans les AR qui seront abrogés le1er septembre 2007″.

La chambre était composée de :MM. :M. Van Damme, président de chambre;J. Baert,W. Van Vaerenbergh, conseillers d’Etat,M. Tison, assesseur de la section de législation,Mme M. Verschraeghen, greffier assumé.Le rapport a été présenté par Mme G. Scheppers, auditeur.La concordance entre la version néerlandaise et la version francaise a

été vérifiée sous le contrôle de M. J. Baert.Le greffier, Le président,M. Verschraeghen. M. Van Damme.(1) Le fonctionnaire délégué a fait savoir qu’un tableau de concor-

dance n’est pas disponible. Le Conseil d’Etat, section de législation, n’adonc pas pu vérifier dans le délai qui lui était imparti pour donner sonavis, si la directive est entièrement transposée dans l’ordre juridiquebelge. Il est vivement conseillé aux auteurs du projet de vérifier sitoutes les parties de la nouvelle directive ont été transposées.

(2) Voir par exemple concernant les groupes 718 et 720 de lanomenclature ISIC, la mention dans l’annexe de l’organisation, laprésentation et la vente d’éléments d’un voyage ou d’un séjour.

(3) Ce qui, selon la déclaration du fonctionnaire délégué, est du rested’application pour les activités professionnelles ou activités effectuéesen Belgique, pour lesquelles tous les modes de preuve valables en droitsont acceptés.

(4) Il n’en demeure pas moins que la Belgique organise la délivrancepar les autorités publiques de l’attestation pour les activités profession-nelles et des activités exercées sur le territoire belge (voir l’article 14 duprojet concernant la ″déclaration CE″).

17 AOUT 2007. — Arrêté royal portant des mesures en vue de latransposition dans l’ordre juridique interne de la Directive2005/36/CE du Parlement européen et du Conseil du 7 septem-bre 2005 relative à la reconnaissance des qualifications profession-nelles

ALBERT II, Roi des Belges,A tous, présents et à venir, Salut.

Vu l’article 108 de la Constitution;Vu la loi-programme du 10 février 1998 pour la promotion de

l’entreprise indépendante, notamment les articles 4 et 5, modifiés par laloi du 11 mai 2003 et l’article 7;

Vu l’arrêté royal du 17 février 2002 portant des mesures en vue de latransposition dans l’ordre juridique interne de la Directive 1999/42/CEdu Parlement européen et du Conseil du 7 juin 1999, instituant unmécanisme de reconnaissance des diplômes pour les activités profes-sionnelles couvertes par les directives de libéralisation et portantmesures transitoires, et complétant le système général de reconnais-sance des diplômes, modifié par l’arrêté royal du 1er juillet 2006;

Vu la Directive 2005/36/CE du Parlement européen et du Conseil du7 septembre 2005 relative à la reconnaissance des qualificationsprofessionnelles;

48705MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 14: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Gelet op advies 43.051/1 van de Raad van State, gegeven op24 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van degecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied en definities

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de activiteiten enberoepswerkzaamheden vermeld in de bijlage bij dit besluit, voor zoverdie worden uitgeoefend in een kleine of middelgrote onderneming,afgezien van het artikel 14 dat van toepassing is op alle ondernemin-gen.

Onder kleine en middelgrote ondernemingen wordt verstaan deKMO’s, in de zin van artikel 2, 1°, van de programmawet van10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.

Art. 2. De in België gereglementeerde beroepswerkzaamheden in dezin van dit besluit, zijn de werkzaamheden waarvoor uitoefeningsvoor-waarden zijn opgelegd krachtens de programmawet van 10 februari 1998tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.

Art. 3. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt onderkleinhandel verstaan, de werkzaamheden verricht door iedere natuur-lijke persoon of vennootschap die er zijn (haar) beroep van maaktgeregeld goederen op eigen naam en voor eigen rekening te kopen enrechtstreeks aan de eindconsument weder te verkopen. De goederenkunnen weder worden verkocht in dezelfde staat of nadat deze op eenin de kleinhandel gebruikelijke wijze zijn bewerkt, behandeld ofopgemaakt.

Als kleinhandel worden eveneens beschouwd :

1° de verkoop in het klein door producenten, die zonder alsproducent in het ontvangende land gevestigd te zijn, daar zelf hunproducten aan de eindconsument verkopen;

2° het verhuren van goederen voor zover deze werkzaamheid niet isuitgesloten in de lijst IV van de bijlage bij dit besluit;

3° de niet-industriële of niet-ambachtelijke ambulante handel, name-lijk de koop en verkoop van goederen :

a) door venters en colporteurs;

b) op overdekte markten anders dan in inrichtingen en op nietoverdekte markten.

§ 2. Ressorteren voor de toepassing van dit besluit niet onder dekleinhandel :

1° de verkoop in het klein van geneesmiddelen en farmaceutischeproducten, van giftige producten en ziekteverwekkende agentia, vantabak en van zout;

2° de werkzaamheden van tussenpersonen die voor rekening vanderden goederen in het klein verkopen op veilingen;

3° het onderzoeken van het gezichts- of gehoororgaan of van andereorganen of delen van het menselijk lichaam met het oog op hetaanpassen, bijstellen en verkopen van apparaten voor het verbeterenvan gebreken in gezichtsvermogen en gehoor, of van orthopedischeapparatuur.

Art. 4. § 1. Wat de activiteiten betreft van restaurants en slijterijen,bedoeld in groep 852 van lijst IV van de bijlage bij dit besluit, is ditbesluit van toepassing op de werkzaamheden verricht door iederenatuurlijke persoon of vennootschap die er zijn of haar beroep vanmaakt op eigen naam en voor eigen rekening geregeld in één of meerdoor hem of haar gehouden bedrijven bereide voedingsmiddelen ofdranken voor gebruik ter plaatse te leveren.

De levering van maaltijden die worden gebruikt buiten het bedrijfwaar zij werden bereid, valt eveneens in de bovenvermelde diensten-groep.

§ 2. Wat de activiteiten betreft van hotels, pensions en dergelijkeinrichtingen en kampeerterreinen, bedoeld in groep 853 van lijst IV vande bijlage bij dit besluit, is dit besluit van toepassing op de werkzaam-heden verricht door iedere natuurlijke persoon of vennootschap die erzijn of haar beroep van maakt op eigen naam en voor eigen rekeninggeregeld :

1° in één of meer door hem of haar gehouden bedrijven aan deklanten gemeubileerde appartementen of gemeubileerde kamers teverschaffen,

2° of op daartoe ingerichte terreinen kampeerplaatsen en -installatiesvoor tijdelijk verblijf ter beschikking te stellen, en, in elk van dezegevallen, bovendien de gewoonlijk daarmee samenhangende, bijko-mende diensten te verstrekken.

Vu l’avis 43.051/1 du Conseil d’Etat, donné le 24 mai 2007, enapplication de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées surle Conseil d’Etat;

Sur la proposition de Notre Ministre des Classes moyennes,

Nous avons arrêté et arrêtons :CHAPITRE Ier. — Champ d’application et définitions

Article 1er. Le présent arrêté est applicable aux activités profession-nelles mentionnées dans l’annexe du présent arrêté et exercées dansune petite ou moyenne entreprise, hormis l’article 14 applicable à touteentreprise.

Par petites et moyennes entreprises, il convient d’entendre les PMEau sens de l’article 2, 1°, de la loi-programme du 10 février 1998 pour lapromotion de l’entreprise indépendante.

Art. 2. Les activités professionnelles réglementées en Belgique ausens du présent arrêté sont les activités pour lesquelles les conditionsd’exercice sont d’application en vertu de la loi-programme du10 février 1998 pour la promotion de l’entreprise indépendante.

Art. 3. § 1er. Pour l’application du présent arrêté, relèvent ducommerce de détail les activités exercées par toute personne physiqueou société qui, à titre habituel et professionnel, achète des marchandisesen son propre nom et pour son propre compte et les revend directementau consommateur final. Les marchandises peuvent être revendues soiten l’état, soit après transformation, traitement ou conditionnement, telsqu’ils sont usuellement pratiqués dans le commerce de détail.

Sont également considérés comme commerce de détail :

1° la vente au détail par les fabricants qui, sans être établis commeproducteurs dans le pays d’accueil, y vendent eux-mêmes leurproduction au consommateur final;

2° la location de marchandises, dans la mesure où cette activité n’estpas exclue de la liste IV de l’annexe au présent arrêté;

3° le commerce ambulant non industriel ou non artisanal, à savoirl’achat et la vente de marchandises :

a) par les marchands ambulants et colporteurs;

b) sur les marchés couverts en dehors d’installations fixées d’unemanière stable au sol et sur les marchés non couverts.

§ 2. Ne relèvent pas du commerce de détail pour l’application duprésent arrêté :

1° la vente au détail de médicaments et de produits pharmaceutiques,de produits toxiques et d’agents pathogènes, de tabac et de sel;

2° les activités des intermédiaires qui effectuent pour le compted’autrui des ventes de détail aux enchères;

3° l’examen des organes de la vue, de l’ouïe ou d’autres organes ouparties du corps humain en vue de l’adaptation, de l’ajustement et dela vente d’appareils correcteurs de défectuosités visuelles ou auditives,ou d’appareils orthopédiques.

Art. 4. § 1er. En ce qui concerne les activités de restaurants et débitsde boissons visées dans le groupe 852 de la liste IV de l’annexe duprésent arrêté, le présent arrêté est applicable aux activités exercées partoute personne physique ou société qui, à titre habituel et professionnel,fournit, en son propre nom et pour son propre compte, dansl’établissement ou les établissements qu’elle exploite, des alimentspréparés ou des boissons destinées à être consommés sur place.

La fourniture de repas à consommer en dehors de l’établissement oùils ont été préparés, tombe également dans le groupe de services viséci-dessus.

§ 2. En ce qui concerne les activités des hôtels meublés etétablissements analogues et terrains de camping, visées au groupe 853de la liste IV de l’annexe du présent arrêté, le présent arrêté estapplicable aux activités exercées par toute personne physique ousociété qui, à titre habituel et professionnel, en son propre nom et pourson propre compte, fournit :

1° dans l’établissement ou les établissements qu’elle exploite, deslogements meublés ou des chambres meublées,

2° ou sur des terrains aménagés, des emplacements et installations decamping destinés à des séjours temporaires, et, dans chaque cas, fourniten outre les services complémentaires habituellement y afférents.

48706 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 15: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 5. § 1. Behalve de activiteiten die overeenkomen met dezebedoeld in de klassen 20A, 20B, 21 en groep 304 van lijst I van de bijlagebij dit besluit, behoren voor de toepassing van dit besluit tot delevensmiddelenindustrie en de vervaardiging van dranken, de verkoop-werkzaamheden van fabrikanten die als zodanig in het ontvangendeland gevestigd zijn en zelf hun productie verkopen, in het groot of inhet klein.

§ 2. Ressorteren niet onder de levensmiddelenindustrie :

1° de vervaardiging van geneesmiddelen en farmaceutische produc-ten;

2° de productie van grondstoffen voor levensmiddelen en drankendoor de landbouw, met inbegrip van de wijnbouw, door de bosbouw,de jacht en de visserij;

3° de visverwerking aan boord van vissersschepen of fabriekssche-pen.

HOOFDSTUK II. — Erkenning van diploma’s

Art. 6. § 1. Een onderdaan van een Lidstaat van de EuropeseGemeenschap of van een andere Staat die partij is bij de Overeenkomstbetreffende de Europese Economische Ruimte, hierna de begunstigdegenoemd, kan zijn ondernemersvaardigheden voor de uitoefening vaneen van de activiteiten of beroepswerkzaamheden bedoeld in artikel 2van dit besluit staven met een certificaat, diploma of andere akte die isbehaald met het oog op de uitoefening van dezelfde activiteit elders inde Europese Gemeenschap of de Europese Economische Ruimte.

§ 2. Wanneer het gaat om een vreemde akte die niet gelijkwaardigwerd verklaard volgens internationale verdragen of door de bevoegdeinstantie met deze bedoeld in § 1, kan de Minister bevoegd voorMiddenstand, of zijn gemachtigde of de Vestigingsraad ingeval vanberoep, die akte erkennen na het vergelijken van de kennis en devaardigheden bevestigd door de akte met deze die zijn vereist door diebepalingen.

Art. 7. Indien uit de vergelijking een wezenlijk verschil tussen debedoelde vaardigheden blijkt, kan de begunstigde een bekwaamheids-proef afleggen voor een centrale examencommissie. Deze proef gaatover de vastgestelde wezenlijke verschillen.

De centrale examencommissies die werden opgericht in uitvoeringvan Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap zijn bevoegd.

HOOFDSTUK III. — Erkenning van beroepskwalificatiesop grond van praktijkervaring

Art. 8. Een verklaring afgegeven door de bevoegde autoriteit ofinstelling van een andere Lidstaat van de Europese Gemeenschap ofvan een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende deEuropese Economische Ruimte, betreffende de uitoefening op haargrondgebied van activiteiten die deel uitmaken van gereglementeerdeberoepen, bedoeld in artikel 2 van dit besluit, wordt aanvaard alsvoldoende bewijs van de ondernemersvaardigheden van dezelfdeberoepen, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden van ditbesluit.

Art. 9. § 1. De uitoefening van de in § 2 van dit artikel genoemdegereglementeerde beroepen moet plaats gevonden hebben :

1° hetzij gedurende zes opeenvolgende jaren als zelfstandig onder-nemingshoofd of als bedrijfsleider;

2° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig onder-nemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijst dathij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding van tenminste drie jaar heeft gevolgd, die met een op nationaal niveau erkendcertificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfs-organisatie als volwaardig is aangemerkt;

3° hetzij gedurende vier opeenvolgende jaren als zelfstandige of alsbedrijfsleider, wanneer de begunstigde aantoont dat hij voor debetrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minstetwee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaatis afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaar-dig is erkend;

4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig onder-nemingshoofd, indien de begunstigde bewijst dat hij de betrokkenactiviteit gedurende ten minste vijf jaar als werknemer heeft uitgeoe-fend;

Art. 5. § 1er. A l’exception des activités correspondant à celles viséesaux classes 20A, 20B, 21 et dans le groupe 304 de la liste I en annexe duprésent arrêté, relèvent des industries alimentaires et de la fabricationde boissons les activités de vente des fabricants qui, établis en tant quetels dans le pays d’accueil, vendent eux-mêmes leur production, soit engros, soit au détail.

§ 2. Ne relèvent pas des industries alimentaires :

1° la fabrication des médicaments et des produits pharmaceutiques;

2° la production primaire de denrées alimentaires et de boissons parl’agriculture, y compris la viticulture, par la sylviculture, la chasse ou lapêche;

3° la transformation du poisson effectuée à bord de navires de pêcheou de navires-usines.

CHAPITRE II. — Reconnaissance de diplômes

Art. 6. § 1er. Un ressortissant d’un Etat membre de la Communautéeuropéenne ou d’un autre Etat qui est partie à l’Accord sur l’Espaceéconomique européen, dénommé ci-après le bénéficiaire, peut établirses capacités entrepreneuriales en vue d’exercer une activité réglemen-tée,visée à l’article 2 du présent arrêté, au moyen d’un certificat,diplôme ou autre titre acquis dans le but d’exercer la même activitéailleurs dans la Communauté européenne ou l’Espace économiqueeuropéen.

§ 2. Lorsqu’il s’agit d’un titre étranger qui n’a pas été déclarééquivalent selon des traités internationaux ou par l’autorité compétenteavec ceux cités au § 1er, le Ministre qui a les Classes moyennes dans sesattributions, ou son délégué ou le Conseil d’Etablissement saisi d’unrecours, peut reconnaître le titre en question après un examencomparatif entre les connaissances et compétences attestées par ce titreet celles qui sont requises par ces dispositions.

Art. 7. Lorsque l’examen comparatif montre une différence substan-tielle entre les compétences attestées et les exigences requises, lebénéficiaire a la possibilité de présenter une épreuve d’aptitude devantun jury central. Cette épreuve porte sur les différences substantiellesqui auront été établies.

Les jurys centraux créés en application du Chapitre Ier du Titre II dela loi-programme du 10 février 1998 pour la promotion de l’entrepriseindépendante sont compétents.

CHAPITRE III. — Reconnaissance des qualifications professionnellessur la base de l’expérience professionnelle

Art. 8. Une attestation délivrée par l’autorité ou l’organisme com-pétent d’un autre Etat membre de la Communauté européenne ou d’unautre Etat qui est partie à l’Accord sur l’Espace économique européen,relative à l’exercice sur son territoire d’activités qui font partie desprofessions réglementées, visées à l’article 2, est reconnue commepreuve suffisante des capacités entrepreneuriales des mêmes profes-sions, pour autant qu’il soit satisfait aux conditions du présent arrêté.

Art. 9. § 1er. L’exercice des activités réglementées énumérées au § 2du présent article doit avoir été effectué :

1° soit pendant six années consécutives à titre de chef d’entrepriseindépendant ou en qualité de dirigeant d’entreprise;

2° soit pendant trois années consécutives à titre de chef d’entrepriseindépendant ou en qualité de dirigeant d’entreprise, lorsque lebénéficiaire prouve qu’il a recu, pour l’activité en question, uneformation préalable d’au moins trois ans sanctionnée par un certificatreconnu par l’Etat ou jugée pleinement valable par un organismeprofessionnel compétent;

3° soit pendant quatre années consécutives à titre indépendant ou enqualité de dirigeant d’entreprise, lorsque le bénéficiaire prouve qu’il arecu, pour l’activité en question, une formation préalable d’au moinsdeux ans sanctionnée par un certificat reconnu par l’Etat membre oujugée pleinement valable par un organisme professionnel compétent;

4° soit pendant trois années consécutives à titre de chef d’entrepriseindépendant, lorsque le bénéficiaire prouve qu’il a exercé à titre salariél’activité professionnelle en cause pendant cinq ans au moins;

48707MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 16: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

5° hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als lid van hetleidinggevend personeel waarvan minstens drie jaar in technischefuncties die de verantwoordelijkheid voor ten minste één afdeling vande onderneming inhouden, indien de begunstigde bewijst dat hij voorde betrokken activiteit een voorafgaande opleiding van ten minste driejaar heeft gevolgd, die is afgesloten met een op nationaal niveau erkendcertificaat of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie alsvolwaardig is aangemerkt.

In de onder 1° en 4° bedoelde gevallen mogen op de datum van deaanvraag van de in artikel 8 bedoelde verklaring sedert de beëindigingvan de activiteit niet meer dan tien jaar zijn verstreken.

§ 2. Dit artikel is van toepassing op de volgende gereglementeerdeactiviteiten of beroepswerkzaamheden :

1° de activiteiten van installateur-frigorist;

2° de activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsookvan de algemene aanneming;

3° de activiteiten van opticien;

4° de activiteiten van broodbakker en van banketbakker;

5° de activiteiten met betrekking tot fietsen en motorvoertuigen.

Art. 10. De uitoefening van de gereglementeerde activiteiten vankapper/kapster moet plaats gevonden hebben :

1° hetzij gedurende zes opeenvolgende jaren als zelfstandig onder-nemingshoofd of als bedrijfsleider;

2° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig onder-nemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijst dathij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding van tenminste drie jaar heeft gevolgd, die met een op nationaal niveau erkendcertificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfs-organisatie als volwaardig is aangemerkt;

3° hetzij gedurende vier opeenvolgende jaren als zelfstandige of alsbedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor debetrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minstetwee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaatis afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaar-dig is erkend;

4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig onder-nemingshoofd, indien de begunstigde bewijst dat hij de betrokkenactiviteit gedurende ten minste vijf jaar als werknemer heeft uitgeoe-fend.

In de onder 1° en 4° bedoelde gevallen mogen op de datum van deaanvraag van de in artikel 8 bedoelde verklaring sedert de beëindigingvan de activiteit niet meer dan tien jaar zijn verstreken.

Art. 11. § 1. De uitoefening van de gereglementeerde activiteiten vanrestaurateur of traiteur-banketaannemer, van dentaaltechnicus, vanvoetverzorg(st)er, van masseur/masseuse, van schoonheidsspecialist(e)en van begrafenisondernemer moet plaats gevonden hebben :

1° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandig onder-nemingshoofd of als bedrijfsleider;

2° hetzij gedurende twee opeenvolgende jaren als zelfstandigondernemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijstdat hij voor de betrokken activiteit een voorafgaande opleiding heeftgevolgd, die met een op nationaal niveau erkend certificaat isafgesloten of die door een bevoegde beroeps- of bedrijfsorganisatie alsvolwaardig is aangemerkt;

3° hetzij gedurende twee opeenvolgende jaren als zelfstandigondernemingshoofd of als bedrijfsleider, indien de begunstigde bewijstdat hij de betrokken activiteit gedurende ten minste drie jaar alswerknemer heeft uitgeoefend;

4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als werknemer, indiende begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken activiteit eenvoorafgaande opleiding heeft gevolgd, die met een op nationaal niveauerkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorga-nisatie als volwaardig is aangemerkt.

§ 2. De uitoefening van de werkzaamheden met betrekking tot dekleinhandel bedoeld in artikel 3 en de groothandel bedoeld in ex groep611 van lijst IV van de bijlage bij dit besluit valt eveneens onder hettoepassingsgebied van dit artikel.

§ 3 In de onder 1° en 3° van § 1 bedoelde gevallen mogen op dedatum van de aanvraag van de in artikel 8 bedoelde verklaring sedertde beëindiging van de activiteit niet meer dan tien jaar zijn verstreken.

5° soit pendant cinq années consécutives dans des fonctions de cadresupérieur, dont un minimum de trois ans dans des fonctions techniquesimpliquant la responsabilité d’au moins un département de l’entre-prise, lorsque le bénéficiaire prouve qu’il a recu, pour l’activité enquestion, une formation préalable d’au moins trois ans sanctionnée parun certificat reconnu par l’Etat ou jugée pleinement valable par unorganisme professionnel compétent.

Dans les cas visés aux points 1° et 4°, cette activité ne doit pas avoirpris fin depuis plus de dix ans à la date du dépôt de la demande del’attestation prévue à l’article 8.

§ 2. Le présent article est applicable aux activités réglementéessuivantes :

1° l’activité d’installateur-frigoriste;

2° les activités dans les métiers de la construction et de l’électrotech-nique, ainsi que de l’entreprise générale.

3° l’activité d’opticien;

4° l’activité de boulanger-pâtissier;

5° les activités relatives aux bicyclettes et aux véhicules à moteur.

Art. 10. L’exercice de la profession réglementée de coiffeur doitavoir été effectué :

1° soit pendant six années consécutives à titre de chef d’entrepriseindépendant ou en qualité de dirigeant d’entreprise;

2° soit pendant trois années consécutives à titre de chef d’entrepriseindépendant ou en qualité de dirigeant d’entreprise, lorsque lebénéficiaire prouve qu’il a recu, pour l’activité en question, uneformation préalable d’au moins trois ans sanctionnée par un certificatreconnu par l’Etat ou jugée pleinement valable par un organismeprofessionnel compétent;

3° soit pendant quatre années consécutives à titre indépendant ou enqualité de dirigeant d’entreprise, lorsque le bénéficiaire prouve qu’il arecu, pour l’activité en question, une formation préalable d’au moinsdeux ans sanctionnée par un certificat reconnu par l’Etat membre oujugée pleinement valable par un organisme professionnel compétent;

4° soit pendant trois années consécutives à titre de chef d’entrepriseindépendant, lorsque le bénéficiaire prouve qu’il a exercé à titre salariél’activité en question pendant cinq ans au moins.

Dans les cas visés aux points 1° et 4°, cette activité ne doit pas avoirpris fin depuis plus de dix ans à la date du dépôt de la demanded’attestation prévue à l’article 8.

Art. 11. § 1er. L’exercice des professions réglementées de restaura-teur ou traiteur-organisateur de banquet, technicien dentaire, pédicure,masseur(-euse), esthéticien(ne) et d’entrepreneur de pompes funèbresdoit avoir été effectué :

1° soit pendant trois années consécutives à titre de chef d’entrepriseindépendant ou en qualité de dirigeant d’entreprise;

2° soit pendant deux années consécutives à titre de chef d’entrepriseindépendant ou en qualité de dirigeant d’entreprise, lorsque lebénéficiaire prouve qu’il a recu, pour l’activité en question, uneformation préalable sanctionnée par un certificat reconnu par l’Etat oujugée pleinement valable par un organisme professionnel compétent;

3° soit pendant deux années consécutives à titre de chef d’entrepriseindépendant ou en qualité de dirigeant d’entreprise lorsque le bénéfi-ciaire prouve qu’il a exercé à titre salarié l’activité en question pendanttrois ans au moins;

4° soit pendant trois années consécutives à titre salarié, lorsque lebénéficiaire prouve qu’il a recu, pour l’activité en question, uneformation préalable sanctionnée par un certificat reconnu par l’Etat oujugée pleinement valable par un organisme professionnel compétent.

§ 2. L’exercice des activités liées au commerce de détail visé à l’arti-cle 3 et de commerce de gros visée à l’ex groupe 611 de la liste IV del’annexe du présent arrêté relève également de cet article.

§ 3. Dans les cas visés aux points 1° et 3° du § 1er, cette activité ne doitpas avoir pris fin depuis plus de dix ans à la date du dépôt de lademande prévue à l’article 8.

48708 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 17: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 12. § 1. De uitoefening van de gereglementeerde beroepswerk-zaamheid van droogkuiser-verver moet plaats gevonden hebben :

1° hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als zelfstandige of alsbedrijfsleider;

2° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandige of alsbedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor debetrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minstedrie jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaatis afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaar-dig is erkend;

3° hetzij gedurende vier opeenvolgende jaren als zelfstandige of alsbedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor debetrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minstetwee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaatis afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaar-dig is erkend;

4° hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandige of alsbedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij debetrokken werkzaamheid gedurende ten minste vijf jaar als werknemerheeft uitgeoefend;

5° hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als werknemer, wan-neer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaam-heid een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeftgevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten ofdie door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;

6° hetzij gedurende zes opeenvolgende jaren als werknemer, wan-neer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaam-heid een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeftgevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten ofdie door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend.

§ 2. In de onder 1° en 4° van § 1 bedoelde gevallen mag dezewerkzaamheid niet meer dan tien jaar vóór de datum van indieningvan de verklaring bedoeld in artikel 8, zijn beëindigd.

Art. 13. De activiteit van bedrijfsleider in de zin van de artikelen 9,10, 11 en 12 wordt geacht te worden uitgeoefend door ieder die in eenonderneming van de bedrijfstak in kwestie werkzaam is geweest :

1° als bedrijfsleider of als leider van een filiaal van een onderneming;

2° of als plaatsvervanger van de eigenaar of van de bedrijfsleiderindien deze functie, wat verantwoordelijkheid betreft, met die van devertegenwoordigde ondernemer of bedrijfsleider overeenstemt;

3° of als lid van het leidinggevend personeel, belast met commerciëleen/of technische taken en verantwoordelijk voor één of meer afdelin-gen van de onderneming.

HOOFDSTUK IV. — De EG-verklaring

Art. 14. § 1. De verklaring, EG-verklaring genoemd, betreffende deuitoefening in een onderneming op het grondgebied van het Koninkrijkvan beroepwerkzaamheden of activiteiten bedoeld in de bijlage bij ditbesluit, wordt uitgereikt door Onze Minister bevoegd voor de Midden-stand of door de daartoe gemachtigde ambtenaar.

§ 2. Voor een EG-verklaring van een of meer van de activiteitenvermeld in lijst I van de bijlage bij dit besluit, gelden de voorwaardenvan artikel 9.

§ 3. Voor een EG-verklaring van activiteiten met betrekking totkapsalons, zoals bedoeld in lijst II van de bijlage, gelden de voorwaar-den van artikel 10.

§ 4. Voor een EG-verklaring van een of meer van de beroepswerk-zaamheden van lijst III van de bijlage gelden de voorwaarden vanartikel 12.

§ 5. Voor een EG-verklaring van een of meer van de activiteitenbedoeld in lijst IV van de bijlage, gelden de voorwaarden van artikel 11.

HOOFDSTUK V. — Opheffings- en uitvoeringsbepalingen

Art. 15. Het koninklijk besluit van 17 februari 2002 houdendemaatregelen ter omzetting in de interne rechtsorde van Richt-lijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning vandiploma’s betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkings-sfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdendeovergangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemenestelsel van erkenning van diploma’s, gewijzigd door het koninklijkbesluit van 1 juli 2006, wordt opgeheven.

Art. 16. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 12. § 1er. L’exercice de la profession réglementée de dégraisseur-teinturier doit avoir été effectué :

1° soit pendant cinq années consécutives à titre indépendant ou enqualité de dirigeant d’entreprise;

2° soit pendant trois années consécutives à titre indépendant ou enqualité de dirigeant d’entreprise, lorsque le bénéficiaire prouve qu’il arecu, pour l’activité en question, une formation préalable d’au moinstrois ans sanctionnée par un certificat reconnu par l’Etat membre oujugée pleinement valable par un organisme professionnel compétent;

3° soit pendant quatre années consécutives à titre indépendant ou enqualité de dirigeant d’entreprise, lorsque le bénéficiaire prouve qu’il arecu, pour l’activité en question, une formation préalable d’au moinsdeux ans sanctionnée par un certificat reconnu par l’Etat membre oujugée pleinement valable par un organisme professionnel compétent;

4° soit pendant trois années consécutives à titre indépendant ou enqualité de dirigeant d’entreprise, lorsque le bénéficiaire prouve qu’il aexercé l’activité en question à titre salarié pendant cinq ans au moins,

5° soit pendant cinq années consécutives à titre salarié, lorsque lebénéficiaire prouve qu’il a recu, pour l’activité en question, uneformation préalable d’au moins trois ans sanctionnée par un certificatreconnu par l’Etat membre ou jugée pleinement valable par unorganisme professionnel compétent;

6° soit pendant six années consécutives à titre salarié, lorsque lebénéficiaire prouve qu’il a recu, pour l’activité en question, uneformation préalable d’au moins deux ans sanctionnée par un certificatreconnu par l’Etat membre ou jugée pleinement valable par unorganisme professionnel compétent.

§ 2. Dans les cas visés aux points 1° et 4° du § 1er, cette activité ne doitpas avoir pris fin depuis plus de dix ans à la date du dépôt del’attestation prévue à l’article 8.

Art. 13. Est considérée comme exercant une activité de dirigeantd’entreprise au sens des articles 9, 10, 11 et 12, toute personne ayantexerce dans une entreprise de la branche professionnelle correspondan-te :

1° la fonction de dirigeant d’une entreprise ou d’une succursale;

2° ou la fonction d’adjoint au propriétaire ou au dirigeant d’uneentreprise si cette fonction implique une responsabilité correspondant àcelle du chef d’entreprise ou du dirigeant représenté;

3° ou la fonction de cadre supérieur chargé de tâches commercialeset/ou techniques et responsable d’un ou de plusieurs services del’entreprise.

CHAPITRE IV. — L’attestation CE

Art. 14. § 1er. L’attestation, dénommée attestation CE, relative àl’exercice dans une entreprise sur le territoire du Royaume d’activitésprofessionnelles reprises dans l’annexe du présent arrêté, est délivréepar Notre Ministre qui a les Classes moyennes dans ses attributions oule fonctionnaire délégué à cet effet.

§ 2. Pour l’obtention d’une attestation CE relative à une ou plusieursactivités figurant sur la liste I de l’annexe du présent arrêté, lesconditions de l’article 9 sont d’application.

§ 3. Pour l’obtention d’une attestation CE relative aux activités dessalons de coiffure figurant sur la liste II de l’annexe, les conditions del’article 10 sont d’application.

§ 4. Pour l’obtention d’une attestation CE relative à une ou plusieursactivités professionnelles figurant sur la liste III de l’annexe, lesconditions de l’article 12 sont d’application.

§ 5. Pour l’obtention d’une attestation CE relative à une ou plusieursactivités figurant sur la liste IV de l’annexe, les conditions de l’article 11sont d’application.

CHAPITRE V. — Dispositions d’abrogation et d’exécution

Art. 15. L’arrêté royal du 17 février 2002 portant des mesures en vuede la transposition dans l’ordre juridique interne de la Direc-tive 1999/42/CE du Parlement européen et du Conseil du 7 juin 1999,instituant un mécanisme de reconnaissance des diplômes pour lesactivités professionnelles couvertes par les directives de libéralisation etportant mesures transitoires, et complétant le système général dereconnaissance des diplômes, modifié par l’arrêté royal du 1er juillet 2006,est abrogé.

Art. 16. Le présent arrêté royal entre en vigueur le 1er septem-bre 2007.

48709MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 18: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 17. Onze Minister bevoegd voor Middenstand is belast met deuitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 augustus 2007.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Middenstand,Mevr. S. LARUELLE

Annexe à l’arrêté royal portant des mesures en vue de la transposition dans l’ordre juridique internede la Directive 2005/36 du 7 septembre 2005 relative à la reconnaissance des qualifications professionnellesLa nomenclature des activités professionnelles mentionnées ci-dessous est celle de la nomenclature des industries

établies dans les Communautés européennes, en abrégé :

NICE

LISTE I

classe 20 AIndustrie des corps gras végétaux et animaux 200

classe 20 B

Industries alimentaires (a l’exclusion de la fabrication des boissons)Abattage du bétail, préparation et mise en conserve de viande 201Industrie du lait 202Fabrication de conserves de fruits et légumes 203Fabrication de conserves de poisson et d’autres produits de la mer 204Travail des grains 205Boulangerie, pâtisserie, biscotterie, biscuiterie 206Industrie du sucre 207Industrie du cacao, du chocolat et de la confiserie de sucre 208Fabrication de produits alimentaires divers 209

classe 21

Fabrication des boissonsIndustrie des alcools éthyliques de fermentation, de la levure et des spiritueux 211Industrie du vin et des boissons alcooliques similaires non maltées 212Brasserie et malterie 213Industrie des boissons hygiéniques et eaux gazeuses 214

classe 23

Industrie textileTransformation de matières textiles sur matériel lainier 232Transformation de matières textiles sur matériel cotonnier 233Transformation de matières textiles sur matériel de soierie 234Transformation de matières textiles sur matériel pour lin et chanvre 235Industrie des autres fibres textiles (jute, fibres dures, etc.), corderie 236Bonneterie 237Achèvement des textiles 238Autres industries textiles 239

classe 24

Fabrication de chaussures, d’articles d’habillement et de literieFabrication mécanique des chaussures (sauf en caoutchouc et en bois) 241Fabrication à la main et réparation des chaussures 242Fabrication des articles d’habillement (à l’exclusion des fourrures) 243Fabrication de matelas et de literie 244Industries des pelleteries et fourrures 245

Art. 17. Notre Ministre qui a les Classes moyennes dans sesattributions est chargée de l’exécution du présent arrêté.

Donné à Bruxelles, le 17 août 2007.

ALBERT

Par le Roi :

La Ministre des Classes moyennes,Mme S. LARUELLE

48710 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 19: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

classe 25

Industrie du bois et du liège (à l’exclusion de l’industrie du meuble en bois)Sciage et préparation industrielle du bois 251Fabrication de produits demi-finis en bois 252Charpente, menuiserie, parquets (fabrication en série) 253Fabrication d’emballages en bois 254Fabrication d’autres ouvrages en bois (à l’exclusion des meubles) 255Fabrication d’articles en paille, liège, vannerie et rotin de brosserie 259

classe 26Industrie du meuble en bois 260

classe 27

Industrie du papier et fabrication des articles en papierFabrication de la pâte, du papier et du carton 271Transformation du papier et du carton, fabrication d’articles en pâte 272

classe 28Imprimerie, édition et industries annexes 280

classe 29

Industrie du cuirTannerie-megisserie 291Fabrication d’articles en cuir et similaires 292

ex classe 30Industrie du caoutchouc, des matières plastiques, des fibres artificielles ou synthétiques et des produits amylacésTransformation du caoutchouc et de l’amiante 301Transformation des matières plastiques 302Production de fibres artificielles et synthétiques 303Industrie des produits amylacés 304

ex classe 31

Industrie chimiqueFabrication de produits chimiques de base et fabrication suivie de transformation plus ou moins élaborée de ces

produits 311Fabrication spécialisée de produits chimiques principalement destines à l’industrie et à l’agriculture (ici à ajouter :

la fabrication de graisses et huiles industrielles d’origine végétale ou animale contenue dans le groupe 312 CITI) 312Fabrication spécialisée de produits chimiques principalement destines à la consommation domestique et a

l’administration (ici a retrancher la fabrication de produits médicinaux et pharmaceutiques (ex groupe 319 CITI) 313

classe 32Industrie du pétrole 320

classe 33

Industrie des produits minéraux non métalliquesFabrication de matériaux de construction en terre cuite 331Industrie du verre 332Fabrication des grés, porcelaines, faïences et produits réfractaires 333Fabrication de ciment, de chaux et de plâtre 334Fabrication de matériaux de construction et de travaux publics en béton, en ciment et en plâtre 335Travail de la pierre et de produits minéraux non métalliques 339

48711MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 20: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

classe 34Production et première transformation des métaux ferreux et non ferreuxSidérurgie (selon le Traite CECA, y compris les cokeries sidérurgiques intégrées) 341Fabrication de tubes d’acier 342Tréfilage, étirage, laminage de feuillards, profilage à froid 343Production et première transformation des métaux non ferreux 344Fonderies de métaux ferreux et non ferreux 345

classe 35

Fabrication d’ouvrages en métaux (à l’exclusion des machines et du matériel de transport)Forge, estampage, matricage, gros emboutissage 351Seconde transformation, traitement et revêtement des métaux 352Construction métallique 353Chaudronnerie, construction de réservoirs et d’autres pièces de tôlerie 354

Fabrication d’outillage et d’articles finis en métaux, à l’exclusion du matériel électrique 355

Activités auxiliaires des industries mécaniques 359

classe 36

Construction de machines non électriques

Construction de machines et tracteurs agricoles 361

Construction de machines de bureau 362

Construction de machines-outils pour le travail des métaux, d’outillage et d’outils pour machines 363

Construction de machines textiles et de leurs accessoires, fabrication de machines à coudre 364

Construction de machines et d’appareils pour les industries alimentaires, chimiques et connexes 365

Construction de matériel pour les mines, la sidérurgie et les fonderies, pour le génie civil et le bâtiment;construction de matériel de levage et de manutention 366

Fabrication d’organes de transmission 367

Construction d’autres matériaux spécifiques 368

Construction d’autres machines et appareils non électriques 369

classe 37

Construction de machines et fournitures électriques

Fabrication de fils et câbles électriques 371

Fabrication de matériel électrique d’équipement (monteurs, générateurs, transformateurs, interrupteurs, appareil-lage industriel, etc.) 372

Fabrication de matériel électrique d’utilisation 373

Fabrication de matériel de telecommunication, de compteurs, d’appareils de mesure et de matériel electromedical374

Construction d’appareils électroniques, radio, télévision, électroacoustique 375

Fabrication d’appareils électrodomestiques 376

Fabrication de lampes et de matériel d’éclairage 377

Fabrication de piles et d’accumulateurs 378

Réparation, montage, travaux d’installation technique (installation de machines électriques) 379

ex classe 38

Construction de matériel de transport

Construction d’automobiles et pièces détachées 383

Ateliers indépendants de réparation d’automobiles, motocycles ou cycles 384

Construction de motocycles, de cycles et de leurs pièces détachées 385

Construction de matériel de transport nda 389

48712 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 21: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

classe 39

Industries manufacturières diversesFabrication d’instruments de précision, d’appareils de mesure et de contrôle 391Fabrication de matériel medico-chirurgical et d’appareilsorthopédiques (à l’exclusion de chaussures orthopédiques) 392Fabrication d’instruments d’optique et de matériel photographique 393Fabrication et réparation de montres et horloges 394Bijouterie, orfèvrerie, joaillerie et taille de pierres précieuses 395Fabrication et réparation d’instruments de musique 396Fabrication de jeux, jouets et articles de sport 397Industries manufacturières diverses 399

classe 40

Bâtiment et génie civilBâtiment et génie civil (sans spécialisation), démolition 400Construction d’immeubles (d’habitation et autres) 401Génie civil : construction de routes, ponts, voies ferrées, etc. 402Installation 403Aménagement 404

LISTE II

ex groupe 855Salons de coiffure (à l’exclusion des activités de pédicure et des écoles professionnelles de soins de beauté)

LISTE III

Ex classe 04

PêchePêche dans les eaux intérieures 043

Ex classe 38

Construction de matériel de transportConstruction navale et réparation des navires 381Construction de matériel ferroviaire 382Construction d’avions (y compris la construction de matériel spatial) 386

Ex classe 71Activités auxiliaires des transports et activités autres que transport relevant des groupes suivants :Exploitation de wagons-lits et de wagons-restaurants; entretien du matériel ferroviaire dans les ateliers de

réparation; nettoyage des wagons Ex 711Entretien des matériels de transport urbain, suburbain et interurbain de voyageurs Ex 712Entretien des autres matériels de transport routier de voyageurs (tels qu’automobiles, autocars, taxis) Ex 713Exploitation et entretien d’ouvrages auxiliaires des transports routiers (tels que routes, tunnels et ponts routiers à

péage, gares routières, parkings, dépôts d’autobus et de tramways) Ex 714Activités auxiliaires relatives à la navigation intérieure (telles qu’exploitation et entretien des voies d’eau, ports et

autres installations pour la navigation intérieure; remorquage et pilotage dans les ports, balisage, chargement etdéchargement des bateaux et autres activités analogues, telles que sauvetage de bateaux, halage, exploitation degarages pour canots) Ex 716

Classe 73

Communications : postes et télécommunications

Ex classe 85

Services personnelsBlanchisseries, nettoyage à sec, teintureries 854Studios photographiques : portraits et photographie commerciale, à l’exception de l’activité de reporter-

photographe Ex 856Services personnels non classés ailleurs (uniquement entretien et nettoyage d’immeubles ou de locaux) Ex 859

48713MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 22: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Exercice ambulant des activités suivantes :a) achat et vente de marchandises :— par les marchands ambulants et colporteurs (ex-groupe 612 CITI),— sur les marchés couverts en dehors d’installations fixées d’une manière stable au sol et sur les marchés non

couverts;b) les activités faisant l’objet de mesures transitoires déjà adoptées qui excluent expressément la forme ambulante

de ces activités ou ne la mentionnent pas Groupes 718 et 720 de la nomenclature CITILes activités visées consistent notamment à :— organiser, présenter et vendre, à forfait ou à la commission, les éléments isolés ou coordonnés (transport,

hébergement, nourriture, excursion, etc.) d’un voyage ou d’un séjour, quel que soit le motif du déplacement;— agir comme intermédiaire entre les entrepreneurs des divers modes de transport et les personnes qui expédient

ou se font expédier des marchandises, ainsi qu’à effectuer diverses opérations annexes :a) en concluant, pour le compte de commettants, des contrats avec les entrepreneurs de transport;b) en choisissant le mode de transport, l’entreprise et l’itinéraire jugés les plus avantageux pour le commettant;c) en préparant le transport du point de vue technique (emballage nécessaire au transport, par exemple); en

effectuant diverses opérations accessoires en cours de transport (en assurant l’approvisionnement en glace des wagonsréfrigérants, par exemple);d) en accomplissant les formalités liées au transport, telles que la rédaction des lettres de voiture; en groupant et

en dégroupant des expéditions;e) en coordonnant les diverses parties d’un transport en assurant le transit, la réexpédition, le transbordement et

diverses opérations terminales;f) en procurant respectivement du fret aux transporteurs et des possibilités de transport aux personnes expédiant

ou se faisant expédier des marchandises;— à calculer les frais de transport, à en contrôler le décompte,— à effectuer certaines démarches à titre permanent ou occasionnel, au nom et pour compte d’un armateur ou d’un

transporteur maritime (auprès des autorités portuaires, des entreprises approvisionnant le navire, etc.).

LISTE IV- les activités professionnelles de l’intermédiaire chargé, en vertu d’un ou de plusieurs mandats, de préparer ou de

conclure des opérations commerciales au nom et pour le compte d’autrui;- les activités professionnelles de l’intermédiaire qui, sans en être chargé de facon permanente, met en rapport des

personnes désirent contracter directement, prépare leurs opérations commerciales ou aide à leur conclusion;- les activités professionnelles de l’intermédiaire qui conclut en son propre nom des opérations commerciales pour

le compte d’autrui;- les activités professionnelles de l’intermédiaire qui effectue pour le compte d’autrui des ventes, aux enchères en

gros;- les activités de prestations de services effectuées à titre professionnel par un intermédiaire salarie qui est au

service d’une ou de plusieurs entreprises, commerciales, industrielles ou artisanales;- activités non salariées relevant du commerce de gros du charbon et des activités d’intermédiaires en matière de

charbon (ex groupe 6112, nomenclature CITI).

ex groupe 611- Les activités d’indépendant dans le commerce de gros (à l’exception de celui des médicaments et produits

pharmaceutiques, de celui des produits toxiques et des agents pathogènes et de celui du charbon)

ex groupe 612 CITICommerce de détail

ex classe 62Banques et autres établissements financiers ex 620Agences en brevet et entreprises de distribution des redevances

ex classe 71

TransportsTransport routier de voyageurs, à l’exclusion des transport effectues au moyen de véhicules automobiles ex 713Exploitation de conduites destinées au transport d’hydrocarbures liquides et autres produits chimiques

liquides ex 719

ex classe 82

Services fournis à la collectivitéBibliothèques, musées, jardins botaniques et zoologiques 827eb

48714 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 23: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

ex classe 84

Services récréatifsServices récréatifs, non classes ailleurs : 843- activités sportives (terrains de sports, organisations de réunions sportives, etc.), à l’exception des activités de

moniteur de sports- activités de jeux (écuries de courses, terrains de jeux, champs de courses, etc.)- autres activités récréatives (cirques, parcs d’attraction, autres divertissements, etc.)

ex classe 85

Services personnelsServices domestiques ex 851Restaurants et débits de boissons 852Hôtels, meublés et établissements analogues, terrains de camping 853Instituts de beauté et activités de manucure, à l’exclusion des activités de pédicure, des écoles professionnelles de

soins de beauté et de coiffure ex 855Services personnels non classes ailleurs à l’exception des activités des masseurs sportifs et paramédicaux et des

guides de montagne, regroupés comme suit : ex 859- désinfection et lutte contre les animaux nuisibles- location de vêtements et garde d’objets- agences matrimoniales et services analogues- activités à caractère divinatoire et conjectural- pompes funèbres et entretien des cimetières- services hygiéniques et activités annexes- guides accompagnateurs et interprètes touristiquesAutres activités de la liste IV- donner en location des wagons ou voitures de chemin de fer pour le transport de personnel ou de marchandises- être intermédiaire pour l’achat, la vente ou la location de navires- préparer, négocier et conclure des contrats pour le transport d’émigrants- recevoir tous objets et marchandises en dépôt, pour le compte du déposant, sous régime douanier ou non

douanier, dans des entrepôts, magasins généraux, garde-meubles, entrepôts frigorifiques, silos, etc.- délivrer au déposant un titre représentant l’objet ou la marchandise recus en dépôt- fournir des parcs, de la nourriture et des emplacements devente pour le bétail en garde temporaire, soit avant la vente,soit en transit à destination ou en provenance du marché- effectuer le contrôle ou l’expertise technique de véhicules automobiles- mesurer, peser, jauger les marchandises- Exercice ambulant des activités suivantes :a) l’achat et la vente de marchandises :— par les marchands ambulants et colporteurs (ex-groupe 612 CITI),— sur les marchés couverts en dehors d’installations fixées d’une manière stable au sol et sur les marchés non

couverts;b) les activités faisant l’objet de mesures transitoires qui excluent expressément la forme ambulante de ces activités

ou ne la mentionnent pas.- Activités exclues de la liste IVlocation de machines agricoles 012affaires immobilières, location 640location d’automobiles, de voitures et de chevaux 713location de voitures et wagons de chemin de fer 718location de machines pour maisons de commerce 839location de places de cinéma et location de films 841location de places de théâtre et location de matériel de théâtre 842Location de bateaux, de bicyclettes et de machines à sous 843Location de chambres meublées 853location de linge blanchi 854Location de vêtements 859Vu pour être annexé à Notre arrêté du 17 août 2007 portant des mesures en vue de la transposition dans l’ordre

juridique interne de la Directive 2005/36/CE du Parlement européen et du Conseil du 7 septembre 2005 relative à lareconnaissance des qualifications professionnelles.

ALBERT

Par le Roi :

La Ministre des Classes moyennes,Mme S. LARUELLE

48715MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 24: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bijlage bij het koninklijk besluit houdende maatregelen ter omzetting in de interne rechtsorde van richtlijn 2005/36/EGvan het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties

De nomenclatuur van de hieronder vermelde beroepswerkzaamheden is die van de systematische indeling van deindustrietakken in de Europese Gemeenschappen, afgekort als :

NICE

LIJST I

klasse 20 AVervaardiging van dierlijke en plantaardige oliën en vetten 200

klasse 20 B

Voedingsmiddelennijverheid (met uitzondering van de vervaardiging van dranken)Slachterijen en vervaardiging van vleeswaren en vleesconserven 201Zuivel- en melkproductenfabrieken 202Groente- en fruitverwerkende industrie 203Visbewerkingsinrichtingen 204Maalbedrijven, meelfabrieken, pellerijen 205Brood-, beschuit-, banket-, koek- en biscuitfabrieken 206Suikerfabrieken en raffinaderijen 207Cacao-, chocolade- en suikerwerkfabrieken 208Overige voedingsmiddelenfabrieken 209

klasse 21

Vervaardiging van drankenEthylalcohol-(fermentatieproduct)fabrieken, gistfabrieken, branderijen en distilleerderijen 211Vervaardiging van wijnen en van moutvrije, alcoholische dranken 212Bierbrouwerijen en mouterijen 213Vervaardiging van mineraalwater en alcoholvrije dranken 214

klasse 23

TextielnijverheidVerwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van wol 232Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van katoen 233Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van zijde 234Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van linnen en hennep 235Verwerking van andere textielvezels (jute en harde vezels-), touwfabrieken 236Tricot- en kousenindustrie 237Textielveredeling 238Overige textielnijverheid 239

klasse 24

Vervaardiging van schoenen, kleding, beddengoed, matrassen e.d.Schoenindustrie (met uitzondering van rubber- en houten schoenen) 241Schoenmakerijen en -reparatiebedrijven 242Vervaardiging van kleding (met uitzondering van bont) 243Bedden- en matrassenmakerijen en dekenstikkerijen 244Pelsbereidingen en bontwerkerijen 245

klasse 25

Verwerking van hout en kurk (met uitzondering van de vervaardiging van houten meubelen)Zagerijen, schaverijen 251Fabrieken van houten halffabrikaten 252Timmer- en parketvloerenfabrieken (seriefabricage) 253Houtemballagefabrieken 254Vervaardiging van andere houtwaren (behalve meubelen) 255Riet-, stro-, kurk- en borstelwarenfabrieken 259

48716 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 25: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

klasse 26Meubelfabrieken en meubelmakersbedrijven 260

klasse 27

Vervaardiging van papier en papierwarenHoutslijp- en cellulosefabrieken; papier- en kartonfabrieken 271Papierwaren- en kartonnagefabrieken (vervaardiging van artikelen uit papierstof, papier en karton) 272

klasse 28Grafische nijverheid, uitgeverijen 280

klasse 29

Vervaardiging van leder en lederwarenLeerlooierijen 291Lederwarenfabrieken 292

ex klasse 30

Rubberfabrieken, asbestfabrieken, kunststofverwerkende industrie,fabrieken van synthetische vezels, zetmeelfabrieken

Rubber- en asbestfabrieken 301Kunststofverwerkende industrie 302Kunstmatige en synthetische continugaren- en vezelfabrieken 303Vervaardiging van zetmeelproducten 304

ex klasse 31

Chemische industrieChemische grondstoffenfabrieken, geïntegreerde fabrieken voor de vervaardiging en verwerking van chemische

producten 311Gespecialiseerde fabrieken voor de vervaardiging van chemische grondstoffen voor industriële of agrarische

toepassing (hieraan moet worden toegevoegd : de vervaardiging van industriële oliën en vetten van plantaardige ofdierlijke oorsprong behoren bij groep 312 ISIC) 312

Gespecialiseerde fabrieken van chemische verbruiksgoederen (wordt hier uitgesloten : de vervaardiging vangeneesmiddelen en farmaceutische producten (ex groep 319 ISIC) 313

klasse 32Aardolie-industrie 320

klasse 33

Verwerking van minerale producten (met uitzondering van metalen)Baksteen- en dakpannenfabrieken ed 331Glas- en glaswarenfabrieken 332Aardewerkfabrieken, vuurvastmateriaalfabrieken 333Cement-, kalk- en gipsfabrieken 334Bouwelementen- en platenfabrieken ed 335Bewerking van natuursteen en van overige niet-metalen mineralen 339

klasse 34

Vervaardiging en eerste bewerking van ferro en non-ferro metalenIjzer- en staalindustrie (volgens het EGKS-Verdrag, met inbegrip van cokesovens verbonden aan hoogovens) 341Stalenbuizenfabrieken 342Trekkerijen en koudwalserijen 343Vervaardiging en bewerking van non-ferro metalen 344Gieterijen (ijzer, staal en non-ferro metalen) 345

48717MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 26: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

klasse 35

Vervaardiging van producten uit metaal (met uitzondering van machines en transportmiddelen)Smederijen (excl. kettingfabrieken, gereedschapsfabrieken en ambachtelijke smeden), vervaardiging van zwaar

pers- en stampwerk 351Fabrieken van licht pers- en stampwerk, facondraaiwerk, sintermetaal, oppervlaktebewerking van metaal 352Constructiewerkplaatsen (vervaardiging en montage ter plaatse) 353Ketel- en reservoirbouw 354Gereedschappen-, ijzer-, staal- en andere metaalwarenfabrieken 355Gereedschapsslijperijen, dorpssmederijen en lasinrichtingen 359

klasse 36

MachinebouwLandbouwmachine- en tractorenfabrieken 361Kantoormachinefabrieken 362Metaalbewerkingsmachinefabrieken, vervaardiging van mechanische hand- en machinegereedschappen 363Textielmachine- en onderdelenfabrieken, naaimachinefabrieken 364Fabrieken voor machines en apparaten voor de voeding engenotmiddelenindustrie, de chemische en verwante industrieen 365Fabrieken voor machines en installaties voor de mijnbouw, demetallurgische industrie en de bouwnijverheid, hijs- en hefwerktuigenfabrieken 366Fabrieken van tandwielen, lagers en andere overbrengingsmechanismen 367Overige fabrieken van machines voor bepaalde bedrijfstakken 368Overige machinebouw 369

klasse 37

Elektrotechnische industrieElektrische draad- en kabelfabrieken 371Fabrieken van elektromotoren, -generatoren en -transformatoren en van schakel- en installatiemateriaal 372Fabrieken van elektrische apparaten en toestellen voor industriele toepassing 373Telecommunicatie en signaalapparatenfabrieken, fabrieken van elektrische meetinstrumenten en medische

apparaten 374Fabrieken van elektronische apparaten, van radio- en televisietoestellen en van elektro-akoestische apparaten375Fabrieken van huishoudelijke elektrische apparaten 376Gloeilampen-, buizen- en verlichtingsartikelen-fabrieken 377Accumulatoren- en batterijfabrieken 378Reparatie, montage en technische installatie van elektrotechnische producten 379

ex klasse 38

TransportmiddelenindustrieAutomobielbouw; auto-onderdelenfabrieken 383Auto- en (motor-)rijwielreparatiebedrijven 384Rijwiel- en motorrijwielfabrieken; fabrieken van rijwiel- en motorrijwielonderdelen 385Overige transportmiddelenindustrie 389

klasse 39

Fijnmechanische en optische industrie; nijverheidsbedrijven; niet elders genoemdFijnmechanische industrie 391Medische en orthopedische artikelfabrieken (met uitzondering van fabrieken van orthopedisch schoeisel) 392Optische artikelenfabrieken; foto- en filmapparaten fabrieken 393Klokken- en uurwerkfabrieken en -reparatiebedrijven 394Goud- en zilversmederijen; diamantnijverheid 395Muziekinstrumentenfabrieken en -reparatiebedrijven 396Speelgoed- en sportartikelenfabrieken 397Overige nijverheidsbedrijven 399

48718 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 27: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

klasse 40

BouwnijverheidAlgemene bouwnijverheid (zonder bepaalde specialisatie); slopersbedrijven 400Burgerlijke en utiliteitsbouw (bouw van woningen en andere gebouwen) 401Water-, spoor- en wegenbouw; cultuurtechnische werken 402Installatiebedrijven 403Bouwbedrijven voor de afwerking van gebouwen 404

LIJST II

ex groep 855Kapsalons (met uitzondering van de werkzaamheden van de pedicure en opleidingsinstituten voor schoonheids-

specialist)

LIJST III

ex klasse 04

VisserijVisserij op de binnenwateren 043

ex klasse 38

TransportmiddelenindustrieScheepsbouw en herstelling van schepen 381Vervaardiging van spoorwegmaterieel 382Vliegtuigbouw (met inbegrip van de bouw van ruimtevaart-materieel) 386

ex klasse 71

Hulpdiensten van het vervoer en andere diensten dan vervoer, vallende onder de volgende groepenExploitatie van slaap- en restauratiewagens; onderhoud van spoorwegmaterieel in de reparatiewerkplaatsen;

schoonmaken van wagons ex 711Onderhoud van materieel voor stads-, voorstads- en interlokaal vervoer van personen ex 712Onderhoud van ander materieel voor personenvervoer over de weg (zoals auto’s, autobussen en taxi’s) ex 713Exploitatie en onderhoud van kunstwerken ten behoeve van het wegvervoer (zoals wegen, tunnels en bruggen met

tolheffing, autobusstations, parkings, autobusgarages en tramremises) ex 714Hulpdiensten van de binnenvaart (zoals exploitatie en onderhoud van waterwegen, havens en andere

kunstwerken voor de binnenvaart; slepen en loodsen in havens, betonning, lossen en laden van schepen en andereovereenkomstige werkzaamheden, zoals berging van schepen, jagen, exploitatie van botenloodsen) ex 716

Klasse 73

Communicatiediensten : posterijen en telecommunicatie

ex klasse 85

Persoonlijke dienstenWasserijen, stomerijen en ververijen 854Fotostudio’s : portretfotografie en fotografie voor handelsdoeleinden, met uitzondering van persfotogra

fie ex 856Persoonlijke diensten, niet elders ingedeeld (uitsluitend onderhoud en schoonmaken van gebouwen of

lokalen) ex 859Ambulante uitoefening van de volgende werkzaamheden wanneer de werkzaamheid als industrieel of

ambachtelijk wordt beschouwd :a) koop en verkoop van goederen- door venters en colporteurs (ex groep 612 CITI)- op overdekte markten anders dan in vaste inrichtingen en op niet-overdekte markten;b) de werkzaamheden waarvoor andere richtlijnen houdende overgangsmaatregelen gelden, waarin de ambulante

vorm van deze werkzaamheden uitdrukkelijk wordt uitgesloten of niet wordt vermeld.

48719MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 28: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Groepen 718 en 720 van de ISIC-nomenclatuurDe bedoelde werkzaamheden bestaan met name in :— het organiseren, aanbieden en verkopen, tegen een forfaitair bedrag of tegen provisie, van de afzonderlijke of

gecoördineerde elementen van een reis of verblijf (vervoer, logies, voeding, excursie enz.), ongeacht de reden van dereis of het verblijf;

— het als tussenpersoon optreden tussen ondernemers van de verschillende takken van vervoer en personen diegoederen verzenden of zich goederen laten toezenden, en het verrichten van verschillende daarmee samenhangendewerkzaamheden door :

a) het sluiten, voor rekening van opdrachtgevers, van de overeenkomsten met de vervoerondernemers;b) het kiezen van de tak van vervoer, de onderneming en de route die voor de opdrachtgever het voordeligst

worden geacht;c) de technische voorbereiding van het vervoer (bijvoorbeeld de voor het vervoer noodzakelijke verpakking); het

verrichten van diverse bijkomende werkzaamheden tijdens het vervoer (bijvoorbeeld het voorzien van koelwagens metijs);

d) het vervullen van de aan het vervoer verbonden formaliteiten zoals het invullen van de vrachtbrieven, hetgroeperen en splitsen van zendingen;

e) het coördineren van de verschillende gedeelten van een transport middels het toezicht op de doorvoer, dewederverzending, de overlading en diverse eindverrichtingen;

f) het bezorgen van respectievelijk vracht aan de vervoerondernemers en vervoergelegenheid aan personen diegoederen verzenden of zich goederen laten toezenden :

— het berekenen van de vervoerkosten, het nazien van de afrekening;— het uit naam en voor rekening van een reder of een ondernemer van transporten over zee permanent of

incidenteel verrichten van bepaalde formaliteiten (bij havenautoriteiten, scheepsleveranciers enz.).

LIJST IV- de werkzaamheden van de tussenpersoon, die op grond van een of meer opdrachten belast is met het inleiden

of afsluiten van handelstransacties op naam en voor rekening van derden;- de werkzaamheden van de tussenpersoon die, zonder hiermee blijvend belast te zijn, personen die rechtstreeks

contracten willen afsluiten met elkaar in contact brengt, of de handelstransacties inleidt, dan wel bij de afsluitingdaarvan zijn diensten verleent;

- de werkzaamheden van de tussenpersoon die op eigen naam voor rekening van derden handelstransactiesafsluit;

- de werkzaamheden van de tussenpersoon die voor rekening van derden groothandelsveilingen houdt;- het beroepshalve verrichten van diensten door een tussenpersoon in loondienst van een of meer ondernemingen

op het gebied van handel, industrie of ambacht;- anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden welke onder de groothandel in steenkool ressorteren en

werkzaamheden van tussenpersonen op het gebied van steenkool(ex groep 6112, ISIC-nomenclatuur).

ex groep 611- de werkzaamheden welke onder de groothandel ressorteren (met uitzondering van die welke ressorteren onder

de groothandel in geneesmiddelen en farmaceutische producten, in giftige producten en ziekteverwekkende agentia enin steenkool)

ex groep 612 CITI

Kleinhandel

ex klasse 62Banken en andere financiële instellingen ex 620Octrooimakelaars en ondernemingen die zich bezighouden met de uitkering van vergoedingen uit licenties

ex klasse 71

VervoerReizigersvervoer over de weg, met uitzondering van vervoer met motorvoertuigen ex 713Exploitatie van leidingen bestemd voor het vervoer van vloeibare koolwaterstoffen en andere vloeibare chemische

stoffen ex 719

ex klasse 82

Diensten tot nut van het algemeenBibliotheken, musea, plantentuinen en dierentuinen 827

48720 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 29: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

ex klasse 84

RecreatieDiensten op recreatief gebied, niet elders ingedeeld 843- sportactiviteiten (sportterreinen, organisatie van sportieve ontmoetingen, enz.), met uitzondering van de

werkzaamheden van sportleraren- spelen (renstallen, speelterreinen, renbanen, enz.)- andere recreatieve activiteiten (circussen, lunaparken en andere amusementsbedrijven enz.)

ex klasse 85

Persoonlijke dienstenHuishoudelijke diensten ex 851Restaurants en slijterijen 852Hotels, pensions en dergelijke inrichtingen, kampeerterreinen 853Schoonheidsinstituten en manicure, met uitzondering van de werkzaamheden van pedicure en opleidingsinsti-

tuten voor schoonheidsspecialist en kapper ex 855Persoonlijke diensten, niet elders ingedeeld, met uitzondering van die van sport- en paramedische masseurs en

van berggidsen, als volgt ingedeeld : ex 859- ontsmetting en bestrijding van ongedierte- verhuur van kleding en bewaring van voorwerpen- huwelijksbemiddeling en soortgelijke diensten- waarzeggerij en soortgelijke werkzaamheden- begrafenisondernemingen en onderhoud van kerkhoven- hygiënische diensten en aanverwante werkzaamheden- reisleiders en toeristentolkenAndere activiteiten van lijst IV- het in huur geven van spoorwegwagons of -rijtuigen voor het vervoer van reizigers of goederen- het als tussenpersoon optreden bij de aankoop, de verkoop of de verhuur van schepen- het voorbereiden van, het onderhandelen over en sluiten van overeenkomsten voor het vervoer van emigranten- het in entrepots, pakhuizen, meubelopslagplaatsen, koelhuizen, silo’s enz., onder douanetoezicht of niet, voor

rekening van de bewaargever in bewaring nemen van alle voorwerpen en goederen- het aan de bewaargever afgeven van een ontvangstbewijs voor het in bewaring ontvangen voorwerp of goed- het verschaffen van verblijfsruimte, voeder en verkoopruimte voor vee dat hetzij voor de verkoop, hetzij

onderweg naar of van de markt in tijdelijke bewaring wordt gegeven- het verrichten van technische controle of expertise van motorrijtuigen- het meten, wegen en ijken van goederenAmbulante uitoefening van de volgende werkzaamheden :a) de koop en verkoop van goederen :- door venters en colporteurs (ex groep 612 ISIC);- op overdekte markten anders dan in vaste inrichtingen en op niet- overdekte markten;b) de werkzaamheden waarvoor reeds aangenomen overgangsmaatregelen gelden, doch waarin de ambulante

vorm van deze werkzaamheden uitdrukkelijk wordt uitgesloten of niet wordt vermeld.Activiteiten uitgesloten uit lijst IVverhuur van landbouwmachines 012onroerende goederen, verhuur 640verhuur van automobielen, rijtuigen en paarden 713verhuur van spoorwegrijtuigen en -wagons 718verhuur van machines voor handelsfirma’s 839plaatsbespreking voor bioscopen en verhuur van films 841plaatsbespreking voor theaters en verhuur van theater uitrusting 842Verhuur van boten, verhuur van rijwielen, verhuur van automaten 843Verhuur van gemeubileerde kamers 853verhuur van gewassen linnengoed 854Verhuur van kleding 859

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 augustus 2007 houdende maatregelen ter omzetting in deinterne rechtsorde van Richtlijn 2005/36/EG van 7 september 2005 van het Europees Parlement en de Raad betreffendede erkenning van beroepskwalificaties.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister belast met Middenstand,Mevr. S. LARUELLE

48721MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 30: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGIONGEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE

VLAAMSE OVERHEID

[C − 2007/36524]N. 2007 — 381429 JUNI 2007. — Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2007 (1)

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :DECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2007

Nota

(1) Zitting 2006-2007.Stukken. — Ontwerp van decreet + Addendum : 1218, nr. 1. — Amendementen : 1218, nr. 2. — Verslag van het

Rekenhof : 1218, nr. 3. — Amendementen : 1218, nrs. 4 tot 7. — Verslag namens de Commissie voor Algemeen Beleid,Financiën en Begroting : 1218, nr. 8. — Verslag namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media : 1218, nr.9. — Verslag namens de Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie : 1218, nr. 10. — Verslag namens deSubcommissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid : 1218, nr. 11. — Verslag namens de Commissie voorLeefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed : 1218,nr. 12. — Verslag namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie : 1218, nr. 13. — Verslagnamens de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie : 1218, nr. 14. — Verslag namens de Commissievoor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin : 1218, nr. 15. — Verslag namens de Commissie voor Wonen, Stedelijk Beleid,Inburgering en Gelijke Kansen : 1218, nr. 16. — Tekst aangenomen door de commissies : 1218, nr. 17. —Amendementen : 1218, nr. 18. — Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1218, nr. 19.

Handelingen. — Bespreking en aanneming : Middagvergadering van 27 juni 2007.HOOFDSTUK I. — Algemeen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK II. — Onderwijs

Afdeling I. — Hogescholen

Art. 2. In artikel 178, § 1, van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschapwordt het jaartal ″2006″ vervangen door het jaartal ″2007″ en wordt het bedrag ″582.460.832,02″ vervangen door hetbedrag ″584.283.476,81″.

Art. 3. In artikel 209, § 3, van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap,toegevoegd bij het decreet van 22 december 2006, wordt het getal ″207,77″ vervangen door het getal ″208,31″.

Art. 4. In artikel 340sexies van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de VlaamseGemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2003, wordt § 1 vervangen door wat volgt :

« § 1. De Vlaamse Regering kan in de vorm van een jaarlijkse toelage bijdragen in de financiering van de hogereinstituten voor schone kunsten en van instellingen die excellente kunstopleidingen organiseren.

Het totale bedrag van de toelage wordt vastgesteld op 3.202.000 euro vanaf 1 januari 2007.

Dit bedrag wordt vanaf het begrotingsjaar 2008 jaarlijks op de volgende wijze aangepast :

0,8 x (Ln/07) + (Cn/C07) waarbij :

— Ln/L07 gelijk is aan de verhouding tussen de geraamde index van de eenheidsloonkosten op het einde van hetbetrokken begrotingsjaar en de index van de eenheidsloonkosten op het einde van het begrotingsjaar 2007;

— Cn/C07 gelijk is aan de verhouding tussen de geraamde index van de consumptieprijzen op het einde van hetbetrokken begrotingsjaar en de index van de consumptieprijzen op het einde van het begrotingsjaar 2007. »

Afdeling II. — Universiteiten

Art. 5. Artikel 140ter van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschapwordt vervangen door wat volgt :

« Artikel 140ter

§ 1. Het bedrag van de sociale toelage van de universiteiten wordt vanaf 2007 vastgesteld als volgt (in duizendeuro) :

1. Katholieke Universiteit Leuven : 4.955

2. Vrije Universiteit Brussel : 2.021

3. Universiteit Antwerpen : 2.181

4. Katholieke Universiteit Brussel : 185

5. Universiteit Gent : 5.302

6. Universiteit Hasselt : 596

48722 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 31: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

§ 2. Vanaf het begrotingsjaar 2008 worden de in § 1 vermelde bedragen geïndexeerd aan de hand van de volgendeindexformule :

I = 0,50 x (L1/L0) + 0,50 x(C1/C0). I : de indexformule.L1/L0 : de verhouding tussen de geraamde index van de eenheidsloonkosten op het einde van het desbetreffende

begrotingsjaar en de index van de eenheidsloonkosten op het einde van begrotingsjaar 2007.C1/C0 : de verhouding tussen de geraamde index van de consumptieprijzen op het einde van het desbetreffende

begrotingsjaar en de index van de consumptieprijzen op het einde van begrotingsjaar 2007. »Afdeling III. — Instituut voor Tropische Geneeskunde

Art. 6. In artikel 15, § 2, van het decreet van 18 mei 1999 betreffende sommige instellingen van openbaar nut voorpost-initieel onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening, gewijzigd bij het decreetvan 22 december 2006, worden de woorden ″vanaf het begrotingsjaar 2007 vastgesteld op 9.726.000 euro″ vervangendoor de woorden ″vanaf het begrotingsjaar 2007 vastgesteld op 9.776.000 euro″.

Afdeling IV. — Inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur

Art. 7. Artikel 37 van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur wordtvervangen door wat volgt :

« Artikel 37

De Vlaamse Regering is gemachtigd om een gemeenschapswaarborg te hechten aan de leningen aangegaan doorde DBFM-vennootschap voor de realisatie van het DBFM-programma.

De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen, met betrekking tot de voorwaarden of modaliteiten voor hetstellen van deze waarborg. »

HOOFDSTUK III. — Wetenschap en Innovatie

Afdeling I. — Bijkomende academiseringsmiddelen

Art. 8. In artikel VI.9ter, § 1, tweede lid, van het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling vande student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voorsociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen,ingevoegd bij het decreet van 22 december 2006, wordt de tweede zin vervangen door wat volgt :

« De Vlaamse Regering bepaalt, binnen de beschikbare begrotingskredieten, het bedrag dat in het begrotings-jaar 2007 ten behoeve van deze ondersteuningsmaatregel wordt vastgelegd, met dien verstande dat dit bedrag tenminste gelijk is aan 2 miljoen euro, geïndexeerd overeenkomstig artikel 184, § 1, van het decreet van 13 juli 1994betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. »

Art. 9. In artikel VI.9ter, § 2, eerste lid, van het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling vande student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voorsociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen,ingevoegd bij het decreet van 22 december 2006, worden tussen de woorden ″het aantal financierbare studenten″ en dewoorden ″in de academisch gerichte hogeschoolopleidingen″ de woorden ″, ingeschreven op 1 februari 2005″inge-voegd.

Afdeling II. — Herculesstichting

Art. 10. In artikel VI. 10, vierde lid, van het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van destudent, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voorsociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen,toegevoegd bij het decreet van 22 december 2006, worden de woorden ″en houden op uitwerking te hebben op31 december 2008″ geschrapt.

HOOFDSTUK IV. — Rentetoelagen wegens hinder door openbare werken

Art. 11. In artikel 5, § 1, van het decreet van 7 juli 2006 houdende toekenning van een rentetoelage voorondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken wordttussen de woorden ″rentekosten en″ en de woorden ″4 % van het geleende bedrag″ het woord ″jaarlijks″ ingevoegd.

HOOFDSTUK V. — Bekrachtigingen

Art. 12. Bekrachtigd worden met ingang van de dag van hun respectieve inwerkingtreding :

1° het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende de toewijzing van goederen, rechten enverplichtingen van de afdeling Water van de Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van hetdepartement Leefmilieu en Infrastructuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de cel HydrologischOnderzoek van het Instituut voor Natuurbehoud aan het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheidde Vlaamse Milieumaatschappij;

2° het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006 tot wijziging van het besluit van de VlaamseRegering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering vande Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij;

3° het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 houdende toewijzing van de goederen, de rechtenen de verplichtingen aan het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Fonds Jongerenwelzijn.

HOOFDSTUK VI. — Werk en Sociale Economie

Afdeling I. — T-Groep en Werkholding

Art. 13. In artikel 11, § 1, tweede lid, van het decreet van 28 juni 2002 betreffende de oprichting van devennootschappen T-Groep en Werkholding, wordt het cijfer ″5″ vervangen door het cijfer ″8″.

Afdeling II. — VZW ESF-Agentschap

Art. 14. In artikel 2, § 2, van het decreet van 8 november 2002 houdende de oprichting van de VZWESF-Agentschap worden de woorden ″Vlaamse Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen″ vervangen door dewoorden ″Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen″.

48723MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 32: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 15. In artikel 3, § 3, van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :

« De Vlaamse Regering, de verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid van het beleidsdomeinwaartoe de VZW ESF-Agentschap behoort, en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, worden gemachtigd ompersoneelsleden ter beschikking te stellen van de VZW ESF-Agentschap. Gedurende de terbeschikkingstelling blijft ophet betrokken personeel het Vlaams personeelsstatuut of het personeelsstatuut van de instelling die personeelsleden terbeschikking stelt, van toepassing. De nadere regeling betreffende de terbeschikkingstelling van het personeel wordt,ieder wat hem betreft, vastgesteld in een overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, deinstelling, de betrokken personeelsleden, en de VZW ESF-Agentschap. »

HOOFDSTUK VII. — Vlaamse Wooncode

Afdeling I. — Lokaal Woonbeleid

Art. 16. Aan artikel 28, § 2, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, zoals gewijzigd,worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt :

« De Vlaamse Regering kan, binnen de perken van de kredieten die daartoe op de begroting van het VlaamseGewest worden ingeschreven en onder de voorwaarden die ze heeft bepaald, de gemeentelijke en intergemeentelijkewerking met het oog op het realiseren van de opdrachten vermeld in §§ 1 en 2 en het verbeteren van de dienstverleningaan woonbe-hoeftige gezinnen en alleenstaanden, subsidiëren.

De Vlaamse Regering stelt de bijzondere regels vast voor de toekenning en de verdeling van de subsidies. » .

Afdeling II. — Serviceflats

Art. 17. In artikel 64, § 3, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, zoals gewijzigd,worden de woorden ″infrastructuurwerken als vermeld in § 1, 2°″ vervangen door de woorden ″verrichtingen alsvermeld in § 1, 1°, 2° en 3°″.

HOOFDSTUK VIII. — DAB Herstelfonds

Art. 18. De ontvangsten die voortvloeien uit herstelvorderingen, dwangsommen, administratieve geldboetes,recuperatie van de kosten van een ambtshalve uitvoering en alle ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing vanandere handhavingsmaatregelen op grond van :

a) het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten;

b) het decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium;

c) het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg;

worden toegewezen aan de DAB Herstelfonds, bedoeld in artikel 159bis van het decreet van 18 mei 1999 houdendede organisatie van de ruimtelijke ordening.

Onverminderd de toepassing van het derde lid van artikel 159bis van het decreet van 18 mei 1999 houdende deorganisatie van de ruimtelijke ordening kunnen de ontvangsten van de DAB Herstelfonds tevens aangewend wordenvoor het verrichten van uitgaven die betrekking hebben op de handhaving van de in het eerste lid vermelde decreten.

Art. 19. De ontvangsten die voortvloeien uit herstelvorderingen, dwangsommen, de recuperatie van de kostenvan een ambtshalve uitvoering en alle ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van andere hand-havingsmaatregelen op grond van :

a) het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers- en studenten-kamers, inzonderheid artikelen 17bis en 17ter;

b) het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid de artikelen 20bis en 20ter;

worden toegewezen aan de DAB Herstelfonds, bedoeld in artikel 159bis van het decreet van 18 mei 1999 houdendede organisatie van de ruimtelijke ordening.

Onverminderd de toepassing van het derde lid van artikel 159bis van het decreet van 18 mei 1999 houdende deorganisatie van de ruimtelijke ordening kunnen de ontvangsten van de DAB Herstelfonds tevens aangewend wordenvoor het verrichten van uitgaven die betrekking hebben op het toezicht op en de handhaving van de in het eerste lidvermelde decreten.

Art. 20. In artikel 102bis van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, ingevoegd bij hetdecreet van 15 december 2006, worden de woorden ″het Solidariteitsfonds″ vervangen door de woorden ″DABHerstelfonds, bedoeld in artikel 159bis van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijkeordening″.

HOOFDSTUK IX. — Fonds stationsomgevingen

Art. 21. § 1. Bij het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken wordt een intern verzelfstandigd agentschapmet rechtspersoonlijkheid opgericht als bedoeld in artikel 10 van het kaderdecreet. Dit agentschap draagt als naam″Fonds Stationsomgevingen″ en wordt hierna het Fonds genoemd.

§ 2. Het Fonds heeft als opdracht de infrastructurele kosten van de herinrichting van stationsomgevingen tedragen. Onder de infrastructurele kosten worden zowel de studiekosten, eventuele onteigeningskosten en de effectieveuitvoering verstaan.

Art. 22. De Vlaamse Regering regelt de werking van het Fonds.

Art. 23. De middelen van het Fonds zijn :

a) een dotatie lastens de begroting van het Vlaamse Gewest;

b) een dotatie lastens de begroting van de VVM;

c) het gebeurlijke saldo op het einde van het voor gaande begrotingsjaar op het Fonds;

d) de ontvangsten voortvloeiend uit terugvorderingen;

e) opbrengsten van renten en intresten.

Art. 24. Behoudens andersluidende bepalingen, worden de begroting en de rekening opgemaakt en goedgekeurden de controle door het Rekenhof uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 maart 1954 betreffendede controle op de instellingen van openbaar nut van categorie A.

48724 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 33: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 25. De middelen van het Fonds kunnen aangewend voor :

1° infrastructurele kosten voor de herinrichting van stationsomgevingen;

2° de werkingskosten eigen aan het Fonds.

HOOFDSTUK X. — Fonds voor de subsidiëring van zorgvernieuwingsprojecten

Art. 26. Artikel 24 van het decreet van 22 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweedeaanpassing van de begroting 2004, gewijzigd door het decreet van 22 december 2006, wordt vervangen door wat volgt :

« Artikel 24

Een ″Fonds voor de subsidiëring van zorgvernieuwingsprojecten″ wordt opgericht, hierna Fonds te noemen. HetFonds is een begrotingsfonds zoals bedoeld in artikel 45 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit.

Het Fonds wordt gespijsd met de middelen die in uitvoering van punt 6 van het protocol nr. 2 van 1 januari 2003en punt 3 (12 RVT-equivalenten palliatieve dagopvang Vlaamse Gemeenschap) van hoofdstuk 3 van het protocol nr. 3van 13 juni 2005 gesloten tussen de federale regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 vande grondwet over het te voeren ouderenzorgbeleid door de federale overheid aan de Vlaamse Gemeenschap wordentoegekend.

Ten laste van dit Fonds worden alle uitgaven van het agentschap Zorg en Gezondheid aangerekend, voor zoverdeze verband houden met de uitvoering van punt 6 van het protocol nr. 2 van 1 januari 2003 en punt 3(12 RVT-equivalenten palliatieve dagopvang Vlaamse Gemeenschap) van hoofdstuk 3 van het protocol nr. 3 van13 juni 2005 gesloten tussen de federale regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van degrondwet, over het te voeren ouderenzorgbeleid en meer specifiek de zorgvernieuwingsprojecten en de palliatievedagopvang.

De rekenplichtige die de ontvangsten gedaan heeft, beschikt rechtstreeks over de kredieten van het Fonds.

Deze bepaling heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006. »

HOOFDSTUK XI. — Decreet van 2 juni 2006 tot omvorming van het Vlaams Infrastructuurfonds voor PersoonsgebondenAangelegenheden tot een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, en tot wijziging van het decreet van23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden

Art. 27. In artikel 14 van het decreet van 2 juni 2006 tot omvorming van het Vlaams Infrastructuurfonds voorPersoonsgebonden Aangelegenheden tot een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, en totwijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenhedenworden de woorden ″van de financiële instellingen″ geschrapt.

HOOFDSTUK XII. — Oprichting VZW Kazerne Dossin - Memoriaal,Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten

Art. 28. De Vlaamse Regering wordt ertoe gemachtigd om toe te treden als stichtend lid tot de vereniging zonderwinstoogmerk ″Kazerne Dossin - Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten″,met ingang van de datum van oprichting van de VZW.

Art. 29. De vereniging heeft tot doel, op basis van de studie en documentatie over de vervolging van joden enzigeuners in België tijdens de Tweede Wereldoorlog, om in Mechelen op de historische site rond de Kazerne Dossin,een memoriaal, museum en documentatiecentrum uit te bouwen over holocaust en mensenrechten.

Art. 30. De Vlaamse Gemeenschap zal voor de realisatie van deze vereniging samenwerken met de stadMechelen, de provincie Antwerpen en met de VZW Joods Museum van Deportatie en Verzet.

Art. 31. De Vlaamse Gemeenschap kan aan de VZW ″Kazerne Dossin - Memoriaal, Museum en Documentatie-centrum over Holocaust en Mensenrechten″ infrastructuur ter beschikking stellen voor de realisatie van de in arti-kel 28 geformuleerde doelstelling. Het voorwerp en de voorwaarden van die terbeschikkingstelling worden geregeldin een overeenkomst gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VZW ″Kazerne Dossin - Memoriaal, Museum enDocumentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten″.

HOOFDSTUK XIII. — Landbouw en Visserij

Afdeling I. — Overdracht personeelsleden beleidsdomein Landbouw en Visserij

Art. 32. § 1. De Vlaamse Regering bepaalt bij besluit welke personeelsleden, die tewerkgesteld zijn bij hetdepartement Landbouw en Visserij en het Agentschap voor Landbouw en Visserij, en de goederen die verbonden zijnmet hun werking, worden overgedragen naar het Agentschap voor Facilitair Management.

§ 2. De bevoegdheid die in de eerste paragraaf van dit artikel aan de Vlaamse Regering wordt opgedragen, vervaltop de datum van de toewijzing van het personeel en de goederen die verbonden zijn met hun werking.

Art. 33. § 1. De Vlaamse Regering bepaalt bij besluit welke personeelsleden, die tewerkgesteld zijn bij het depar-

tement Landbouw en Visserij, en de goederen die verbonden zijn met hun werking, worden overgedragen naar hetAgentschap voor Landbouw en Visserij, alsook welke personeelsleden, die tewerkgesteld zijn bij het Agentschap voorLandbouw en Visserij, en de goederen die verbonden zijn met hun werking, worden overgedragen naar hetdepartement Landbouw en Visserij.

§ 2. De bevoegdheid die in de eerste paragraaf van dit artikel aan de Vlaamse Regering wordt opgedragen, vervaltop de datum van de toewijzing van het personeel en de goederen die verbonden zijn met hun werking.

Afdeling II. — Fonds Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Art. 34. § 1. Er wordt een ″Fonds Gemeenschappelijk Landbouwbeleid″ opgericht, hierna het Fonds te noemen.Het Fonds is een begrotingsfonds als bedoeld in artikel 45 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit.

§ 2. Aan het Fonds worden toegewezen :

1° het gedeelte dat het Vlaams Betaalorgaan mag inhouden bij inbreuken op de randvoorwaarden;

2° het gedeelte dat het Vlaams Betaalorgaan mag inhouden bij andere vastgestelde onregelmatigheden;

3° het gedeelte van de verschuldigde superheffing in de zuivelsector dat het Vlaams Betaalorgaan mag inhouden;

4° bij debiteuren superheffing geïnde intresten;

48725MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 34: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

5° bij debiteuren geïnde nalatigheidsintresten die betrekking hebben op het Vlaams aandeel van de teruggevor-derde schuld;

6° bij debiteuren gerecupereerde gerechtskosten;

7° toevallige ontvangsten in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

§ 3. De middelen van het Fonds kunnen worden aangewend voor :

1° betalingen die niet voor communautaire financiering in aanmerking komen door overschrijding vanbetalingstermijnen of plafonds;

2° betalingen waarvoor communautaire financiering wordt geweigerd in het kader van de conformi-teitsgoedkeuring;

3° het gedeelte dat het Vlaams Betaalorgaan moet dragen van niet binnen een bepaalde periode plaatsgevondeninvorderingen;

4° financiering van door de Europese Commissie toegestane maatregelen waarvoor de door het VlaamsBetaalorgaan ingehouden superheffing mag worden aangewend;

5° gerechtskosten en nalatigheidsintresten bij juridische geschillen aan de tegenpartij te betalen;

6° teruggave van het gedeelte dat het Vlaams Betaalorgaan mocht inhouden bij vastgestelde onregelmatighedenals de betrokkene na bezwaarschrift niet meer hoeft terug te betalen;

7° teruggave van het gedeelte dat het Vlaams Betaalorgaan mocht inhouden bij inbreuken op de randvoorwaardenals de betrokkene na bezwaarschrift niet meer hoeft terug te betalen;

8° teruggave van bij debiteuren geïnde intresten op het Vlaams aandeel als de betrokkene na bezwaarschrift nietmeer hoeft terug te betalen;

9° uitgaven in het kader van de optimalisering van de werking van het Vlaams Betaalorgaan.

§ 4. Het saldo op 31 december 2006 van de sinds 1 januari 2002 gerealiseerde ontvangsten als bedoeld in § 2, oporderekening 091-2225021-64 van het Vlaams Betaalorgaan ten belope van 1.853.931,58 euro, wordt ingeschreven alstoegewezen ontvangst op het Fonds.

§ 5. De rekenplichtige die de ontvangsten gedaan heeft, beschikt rechtstreeks over de kredieten van het in § 1bedoelde Fonds.

Afdeling III. — Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek

Art. 35. Artikel 38 van het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting2006, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2007,wordt vervangen door wat volgt :

« Artikel 38 Het EV ILVO staat in voor :

1° het verrichten van wetenschappelijk onderzoek, expertises en dienstverlening op het vlak van landbouw envisserij voor derden;

2° het onderzoek en de ontwikkeling naar meer duurzame landbouwsystemen;

3° datacollectie en wetenschappelijke adviestaken ter ondersteuning van het Europees GemeenschappelijkVisserijbeleid;

4° logistieke en operationele ondersteuning van de kwaliteitscontrole in de plantaardige sector. »

Art. 36. In artikel 41, § 1, van het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van debegroting 2006, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting2007, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :

« Ieder jaar stelt de beheerscommissie de begroting vast van de uitgaven en reservefondsen voor het volgendebegrotingsjaar, alsmede de middelen van het EV ILVO om de uitgaven te dekken en reservefondsen aan te leggen. Voorhet indienen van de begroting volgt de beheerscommissie de nadere regelen zoals vastgesteld in de begrotingsinstruc-ties tot de opmaak van de algemene uitgaven- en middelenbegroting. » .

Art. 37. Aan artikel 41 van het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van debegroting 2006, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting2007, worden een § 3 en een § 4 toegevoegd, die luiden als volgt :

« § 3. Het EVILVO legt minstens een reservefonds aan voor zijn sociaal passief en een reservefonds voor devervanging van noodzakelijke investeringen.

Het EV ILVO wordt verplicht zijn beleggingsportefeuille te liquideren ter stijving van deze reservefondsen.

§ 4. Het EV ILVO sluit aan bij het Centraal Financieringsorgaan bij het departement Financiën en Begroting. »

HOOFDSTUK XIV. — Eigen Vermogen van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed

Art. 38. Bij het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, of zijn rechtsopvolger, wordt een Eigen Vermogeningesteld, waaraan rechtspersoonlijkheid is toegekend, onder de benaming ″Eigen Vermogen van het Vlaams Instituutvoor het Onroerend Erfgoed″ afgekort EV VIOE.

Art. 39. Het EV VIOE heeft tot doel het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijkedienstverlening inzake behoud, beheer en ontsluiting met betrekking tot archeologisch, varend, monumentaal enlandschappelijk erfgoed, al dan niet in opdracht van derden; in uitvoering van de volgende wet en decreten :

— wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen, gewijzigd bij de decreten van3 maart 1976, 18 december 1992, 14 juli 1993, 6 juli 1994 en 16 april 1996;

— decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van Monumenten en Stads- en Dorpsgezichten, gewijzigd bij dedecreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001,21 november 2003, 30 april 2004 en 10 maart 2006;

— decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij de decretenvan 18 mei 1999, 28 februari 2003 en 10 maart 2006;

— decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 1999,8 december 2000, 21 december 2001, 19 juli 2002, 13 februari 2004 en 10 maart 2006;

48726 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 35: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

— decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van het varend erfgoed, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006.

Onder derden worden in dit verband verstaan :

a) overheden en openbare instellingen;

b) rechtspersonen die zijn opgezet met het oog op het realiseren van projecten die van belang zijn voor deerfgoedzorg zoals beschreven in dit artikel;

c) private rechtspersonen;

d) natuurlijke personen.

Deze doelstellingen worden bereikt door middel van :

1° het uitvoeren van terreinrealisaties zowel op gronden van het Vlaamse Gewest als op terreinen van derden;

2° het uitwerken en publiceren van onderzoeksresultaten, al dan niet uitgevoerd in opdracht van derden;

3° het verlenen van diensten en het uitwisselen van diensten in coöperatief verband;

4° het participeren in publiek-private samenwerkingsverbanden mits het voorafgaandelijk akkoord van deminister bevoegd voor Onroerend Erfgoed en van de minister van Financiën en Begroting;

5° het ondersteunen van en het uitbaten van bezoekerscentra;

6° het meedingen naar of uitvoeren van opdrachten en projecten waarmee de kennis en ervaring die aanwezig zijnbinnen het agentschap en het EV VIOE kunnen worden ingezet ter ondersteuning van andere publiek- ofprivaatrechtelijk verenigingen, ondernemingen, instellingen of natuurlijke personen.

Art. 40. Het EV VIOE kan voor de verwezenlijking van zijn doel vrij contracten sluiten in het raam van eenaanneming, onderaanneming, tijdelijke vereniging, een consortium, en alle andere geschikt bevonden samenwerkings-verbanden, roerende en onroerende goederen verwerven en vervreemden en in het algemeen alle nuttigerechtshandelingen stellen.

Art. 41. Het EV VIOE kan mits een unanieme beslissing in de beheerscommissie medeoprichter, lid, bestuurderof vennoot zijn van publiek- of privaatrechtelijke verenigingen, ondernemingen of instellingen, op voorwaarde dat hetdoel van die rechtspersonen verband houdt met het doel van het EV VIOE.

Art. 42. Het EV VIOE kan voor de verwezenlijking van zijn doel op contractuele basis personeel aanwerven,tewerkstellen en ontslaan.

De Vlaamse Regering bepaalt de rechtspositieregeling van het personeel van het EV VIOE.

Het EV VIOE kan personeel ter beschikking stellen van de Vlaamse overheid. De wet van 24 juli 1987 betreffendede tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers is opdie terbeschikkingstelling niet van toepassing.

Art. 43. § 1. Het EV VIOE wordt bestuurd door een beheerscommissie.

De volgende personen zijn ambtshalve lid :

1° de leidend ambtenaar van het agentschap VIOE, die de commissie voorzit;

2° drie personeelsleden van het agentschap VIOE;

3° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor Onroerend Erfgoed;

4° de leidend ambtenaar van het departement Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed of zijnafgevaardigde;

5° de leidend ambtenaar van het Agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vlaanderen of zijnafgevaardigde;

6° een ambtenaar, deskundig in financiën en begroting, op voorstel van de Vlaamse minister bevoegd voorFinanciën en Begroting.

§ 2. De Vlaamse Regering wordt gemachtigd de samenstelling van de beheerscommissie te wijzigen op basis vanwijzigingen op het vlak van interne organisatie van het agentschap en op vlak van wijzigingen van bevoegdheden vanministers.

§ 3. De voorzitter kan bevoegde personen uitnodigen om met raadgevende stem aan de bespreking van een puntvan de agenda van een vergadering van de beheerscommissie deel te nemen.

§ 4. De beheerscommissie vergadert minstens tweemaal per jaar, met name voor het vaststellen van de begrotingen de rekening overeenkomstig artikel 9 op uitnodiging van de voorzitter. Twee leden kunnen te allen tijde eisen datde voorzitter een vergadering samenroept binnen de dertig dagen.

§ 5. De beheerscommissie maakt een huishoudelijk reglement op dat ter bekrachtiging aan de Vlaamse Regeringwordt voorgelegd.

§ 6. Het mandaat van lid van de beheerscommissie is onbezoldigd.

Art. 44. Het vermogen van de rechtspersoon, vermeld in artikel 37, wordt gevormd door :

1° de gelden en vergoedingen die werden betaald voor de onderzoeken en studies, ontledingen, proeven,keuringen en andere diensten die voor rekening van derden worden verricht door het VIOE;

2° de inkomsten van het valoriseren van de resultaten van de uitgevoerde activiteiten, waaronder het exploiterenvan intellectuele eigendomsrechten;

3° de inkomsten uit de verkoop van rapporten, brochures, kaarten, plans, foto’s, wetenschappelijke of anderepublicaties, met inbegrip van die producten in elektronische vorm;

4° de giften, legaten, schenkingen, beurzen, prijzen of alle andere giften die zijn aanvaard krachtens de wet van12 juli 1931 betreffende de uitbreiding tot alle rechtspersonen van het voordeel van de voorlopige aanvaarding van bijakten gedane schenkingen onder de levenden;

5° heffingen, retributies, subsidies en dergelijke meer;

6° dotaties;

7° de huurgelden en de inkomsten van het uitbaten van bezoekerscentra;

48727MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 36: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

8° de inkomsten van het beheer en de inkomsten uit de vervreemding van goederen die tot de rechtspersoon vanhet EV VIOE behoren, na goedkeuring van de minister bevoegd voor Onroerend Erfgoed en de minister van Financiënen Begroting;

9° intresten en waardevermeerderingen van het patrimonium;

10°andere inkomsten, na goedkeuring door de minister bevoegd voor Onroerend Erfgoed en de minister vanFinanciën en Begroting.

Art. 45. De Vlaamse Regering kan beslissen onroerende en roerende goederen van het Vlaamse Gewest die nietlanger dienstig zijn voor de strikte overheidstaak van het agentschap met het oog op valorisatie kosteloos in eigendomover te dragen aan het EV VIOE. In die gevallen neemt het EV VIOE de rechten en plichten over van het agentschap.Betrokken onroerende en roerende goederen kunnen niet vervreemd worden dan ten behoeve van de schatkist.

Art. 46. § 1. Ieder jaar stelt de beheerscommissie de begroting vast van de uitgaven voor het volgendebegrotingsjaar, alsmede de middelen van het EV VIOE om die uitgaven te dekken. Voor het indienen van de begrotingvolgt het EV VIOE de nadere regelen zoals vastgesteld in de begrotingsinstructies tot de opmaak van de algemeneuitgaven- en middelenbegroting.

Ieder jaar, voor 15 maart, stelt de beheerscommissie de rekening van het EV VIOE van het vorige begrotingsjaarop.

De begroting en de rekening worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering, samen met het adviesvan de Inspectie van Financiën; elke wijziging ervan wordt na advies van de Inspectie van Financiën ter goedkeuringvoorgelegd aan de minister bevoegd voor Onroerend Erfgoed en de minister van Financiën en Begroting.

Ten minste eenmaal per jaar wordt de boekhouding van het EV VIOE nagekeken door de Vlaamse Regering. Dedaartoe aangestelde ambtenaren beschikken over alle bevoegdheden van onderzoek, kunnen alle stavings- enbewijsstukken laten voorleggen en kunnen zich vergewissen van de toestand van de bewaarde goederen, maar mogenzich niet met beheer bezighouden.

§ 2. Het EV VIOE kan het saldo tijdens het volgende begrotingsjaar vrij aanwenden voor het verwezenlijken vanzijn doel.

Art. 47. Onverminderd de voorgaande bepalingen worden de nadere regelen betreffende het beheer, de werkingen de boekhouding van het Eigen Vermogen VIOE vastgesteld bij besluit van de Vlaamse Regering.

HOOFDSTUK XV. — Strategische Adviesraden

Art. 48. Aan artikel 3 van het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden wordt eenderde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :

« De strategische adviesraden kunnen door de Vlaamse Regering verplicht worden hun financiële rekeningen tehebben en hun beleggingen onder te brengen bij een door de Vlaamse Regering aan te wijzen kredietinstelling. »

Art. 49. Aan artikel 14 van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :

« De met de financiële controle en certificering belaste instantie, kan een toezicht ter plaatse uitvoeren op decomptabiliteit en de verrichtingen van de strategische adviesraad. Ze mogen te allen tijde alle bewijsstukken, staten,inlichtingen of toelichtingen opvragen die betrekking hebben op de ontvangsten, de uitgaven, de activa en deschulden. »

HOOFDSTUK XVI. — Oppervlaktewateren

Art. 50. In artikel 35quinquies, § 1, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewaterentegen verontreiniging, vervangen bij het decreet van 19 mei 2006, wordt tussen de zinsnede ″- tenzij de heffingsplichtigehet bewijs levert dat de reëel geloosde hoeveelheid kleiner is. » en de zinsnede ″a : deze term is gelijk aan 0,825 voorde heffingsjaren 1992, 1993, 1994 en 1995 en is gelijk aan 0,550 met ingang van het heffingsjaar 1996. » de zin ″DeVlaamse Regering stelt de nadere regels hiervan vast. » ingevoegd.

Art. 51. In de bijlage van dezelfde wet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2005, wordt

35 Papierindustrie 1.000 kg papier uit : houtslijpsel ofcelstof ander materiaal

1,6 0,001 0,009

7,8 0,001 0,009

vervangen door

35 Papierindustrie 1.000 kg papier 1,6 0,001 0,009

HOOFDSTUK XVII. — Openbare Werken

Art. 52. In artikel 57, § 2, van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van debegroting 1992 wordt de zin ″Bovendien zal het Fonds, op afzonderlijke rekening, bijdragen tot de dienstverlening aande nationale overheid wat betreft de zeevaartpolitie en douane. » geschrapt.

Art. 53. In artikel 58 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van debegroting 1992 wordt punt 2 geschrapt.

HOOFDSTUK XVIII. — Media

Art. 54. Artikel 97, § 1, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op4 maart 2005, wordt vervangen door wat volgt :

« § 1. De particuliere televisieomroepen erkend door de Vlaamse Gemeenschap of rechtmatig aangemeld bij deVlaamse Regulator voor de Media, zijn gemachtigd reclame, telewinkelen, sponsoring en boodschappen van algemeennut uit te zenden.

De televisieomroep van de Vlaamse Gemeenschap kan enkel reclame brengen met het oog op zelfpromotie. Detelevisieomroep van de Vlaamse Gemeenschap is gemachtigd boodschappen van algemeen nut te brengen.

48728 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 37: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

De televisieomroep van de Vlaamse Gemeenschap is gemachtigd sponsoring te brengen. De sponsorvermeldingenmogen uitsluitend de naam van de sponsor, de handelsnaam, het logo, het product, de naam van het product, de dienstof de naam van de dienst bevatten. Klank- en/of beeldherkenningstekens, van of verbonden aan de sponsor zijntoegestaan, evenals imago-ondersteunende slogans van de sponsor of zijn producten of diensten. De vermelding maggeanimeerd zijn en mag niet langer dan vijf seconden per sponsor en tien seconden in totaal bedragen.

Binnen een tijdsbestek van vijf minuten voor en na kinderprogramma’s op de televisieomroep van de VlaamseGemeenschap mag geen sponsorvermelding plaatsvinden.

De televisieomroep van de Vlaamse Gemeenschap mag geen telewinkelen brengen. »

Art. 55. In artikel 106 van dezelfde decreten wordt na het eerste lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt :

« De sponsorvermelding moet een duidelijke verwijzing naar het gesponsorde programma bevatten, en moetvoldoen aan de bepalingen van artikel 2, 16°. ».

HOOFDSTUK XIX. — Vrijwaringsovereenkomsten

Art. 56. Het Vlaamse Gewest wordt gemachtigd met en ten aanzien van bestuurders die kunnen worden geachthaar als rechtstreeks of onrechtstreeks aandeelhouder te vertegenwoordigen of op haar voordracht zijn benoemd inrechtspersonen, ongeacht of ze van publiek- of privaatrechtelijke aard zijn, al dan niet op individuele basis eenvrijwaringsovereenkomst te sluiten inzake hun aansprakelijkheid als bestuurder met betrekking tot welomschrevenprojecten die binnen die rechtspersonen gerealiseerd worden, houdende tevens omschrijving van de verplichtingen diein dat verband op die bestuurders rusten.

HOOFDSTUK XX. — Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel

Art. 57. In artikel 4 van het decreet van 13 december 2003 houdende de oprichting van de naamloze vennootschapvan publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (NV BAM) wordt in het eerste lid de tweede zin vervangendoor wat volgt :

« BAM sluit met dit doel en met name voor de realisatie van de Masterplanprojecten overeenkomsten af met hetVlaamse Gewest en met de betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen. »

Art. 58. In artikel 6 van hetzelfde decreet wordt § 1 vervangen door wat volgt :

« § 1. Voor zover dit bijdraagt tot de realisatie van het maatschappelijk doel van BAM zijn het Vlaamse Gewest enBAM gemachtigd om onderling of met derden vennootschappen, verenigingen, samenwerkingsverbanden en andereentiteiten, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, op te richten of er rechtstreeks of onrechtstreeks in deel te nemen. ».

Art. 59. Artikel 7, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt :

« Het Vlaamse Gewest, de publiekrechtelijke rechtspersonen die participeren in BAM en de overige publiekrech-telijke rechtspersonen, worden gemachtigd om de roerende en onroerende goederen waarvan respectievelijk hetVlaamse Gewest en de betrokken rechtspersonen eigenaar zijn en die nuttig of noodzakelijk zijn voor de realisatie vande opdrachten van BAM, in BAM in te brengen, haar te verkopen, er zakelijke rechten op toe te staan of in beheer tegeven, ongeacht de juridische aard van de verrichting. »

Art. 60. Aan artikel 9 van hetzelfde decreet, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd,die luidt als volgt :

« § 2. Onverminderd de mogelijkheid voor BAM om op grond van andere wetgeving wijzigingen te bevelen, heeftBAM het recht om voor de uitoefening van haar opdrachten de ligging, het tracé of het plan van aanleg van allegasdistributieleidingen, elektriciteitsdistributieleidingen, waterleidingen, rioleringen en andere leidingen die onder degewestelijke bevoegdheid ressorteren, van welke aard ook, en alle bijbehorende uitrustingen te doen wijzigen naaraanleiding van werken die zij wenst uit te voeren aan het domein dat zij in eigendom heeft, waarop zij een zakelijk rechtheeft of dat zij beheert. Behoudens in het geval van hoogdringendheid, behoort zij hiervan de operator van debetrokken infrastructuur bij ter post aangetekende brief kennis te geven uiterlijk drie maanden voor de uitvoering vande werken wordt aangevat. De kosten wegens wijziging van de ligging, het tracé of het plan van aanleg van voormeldeinfrastructuur zijn ten laste van de operator indien de wijzigingen zijn opgelegd hetzij terwille van de openbareveiligheid, hetzij in het belang van de openbare wegen, het openbaar vervoer of de waterwegen of enige andere methet Masterplan Antwerpen verbonden overweging van openbaar belang. Bij onenigheid mag BAM zelf tot deuitvoering der werken overgaan en de kosten hiervan verhalen op de operator. »

Art. 61. In het hetzelfde decreet wordt een artikel 9bis ingevoegd, dat luidt als volgt :

« Artikel 9bis

Indien BAM voor de gehele of de gedeeltelijke uitvoering van opdrachten voor aanneming van werken als bedoeldin artikel 2 van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken in om heteven welk stadium een beroep doet op aannemers, dient BAM zelf niet te voldoen aan de bepalingen van de wet van20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, doch dienen enkel de aannemers opwie BAM voor de gehele of de gedeeltelijke uitvoering van de werken in om het even welk stadium een beroep doetaan deze bepalingen te voldoen. »

Art. 62. In het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 wordthet opschrift van hoofdstuk XXV ″Organiek fonds ontvangen dividenden uit BAM″ vervangen door wat volgt :

« Organiek fonds ontvangsten uit deelname in de winst van de exploitatie van de Oosterweelverbinding endividenden van BAM. »

Art. 63. In hetzelfde decreet wordt artikel 77, § 2, vervangen door wat volgt :

« § 2. Aan het Financieringsfonds BAM worden alle ontvangsten toegewezen die het Vlaamse Gewest ontvangt uithoofde van deelname in de winst van de exploitatie door BAM van de Oosterweelverbinding, alsook alle dividendendie het Vlaamse Gewest van BAM zal ontvangen. ».

48729MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 38: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

HOOFDSTUK XXI. — Slotbepalingen

Art. 64. Dit decreet treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, metuitzondering van :

— artikel 2, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2007;

— afdeling I - Bijkomende academiseringsmiddelen van hoofdstuk III - Wetenschap en Innovatie, die uitwerkingheeft met ingang van 1 januari 2007;

— hoofdstuk IV - Rentetoelagen wegens hinder door openbare werken, dat in werking treedt op de datum vaninwerkingtreding van het decreet van 7 juli 2006 houdende toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen dielijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken;

— artikel 12, 1°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2007;

— hoofdstuk XIV - Eigen Vermogen van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, dat in werking treedtop de datum bepaald door de Vlaamse Regering;

— artikel 50, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2006, en artikel 51, dat uitwerking heeft met ingangvan het aanslagjaar 1999.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 29 juni 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering,K. PEETERS

De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,Mevr. F. MOERMAN

De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,F. VANDENBROUCKE

De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening,D. VAN MECHELEN

De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel,B. ANCIAUX

De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme,G. BOURGEOIS

De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering,M. KEULEN

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen,Mevr. K. VAN BREMPT

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,S. VANACKERE

De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,H. CREVITS

TRADUCTION

AUTORITE FLAMANDE

[C − 2007/36524]F. 2007 — 3814

29 JUIN 2007. – Décret contenant diverses mesures d’accompagnement de l’ajustement du budget 2007 (1)

Le Parlement Flamand a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit :

DECRET contenant diverses mesures d’accompagnement de l’ajustement du budget 2007

Note

Session 2006-2007Documents. — Projet de décret + Addendum : 1218, n° 1. — Amendements : 1218, n° 2. — Rapport de la Cour des

Comptes : 1218, n° 3. – Amendements : 1218, nos 4 à 7. — Rapport de la Commission de la Politique générale, desFinances et du Budget : 1218, n° 8. — Rapport de la Commission de la Culture, de la Jeunesse, des Sports et des Médias :1218, n° 9. — Rapport de la Commission Economie, Emploi et Economie sociale : 1218, n° 10. — Rapport de laSous-commission de l’Agriculture, de la Pêche et de la Politique rurale : 1218, n° 11. — Rapport de la Commission del’Environnement et de la Nature, de l’Agriculture, de la Pêche et de la Politique rurale, de l’Aménagement du Territoireet du Patrimoine immobilier : 1218, n° 12. — Rapport de la Commission de l’Enseignement, de la Formation, desSciences et de l’Innovation : 1218, n° 13. — Rapport de la Commission Travaux publics, Mobilité et Energie : 1218,n° 14. — Rapport de la Commission Aide sociale, Santé publique et Famille : 1218, n° 15. — Rapport de la CommissionLogement, Politique urbaine, Intégration civique et Egalités des Chances : 1218, n° 16. — Texte adopté par lescommissions : 1218, n° 17. – Amendements : 1218, n° 18. — Texte adopté en séance plénière : 1218, n° 19.

Annales. — Discussion et adoption : Séance de midi du 27 juin 2007.

48730 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 39: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

CHAPITRE Ier. — Généralités

Article 1er. Le présent décret règle une matière communautaire et régionale.

CHAPITRE II. — Enseignement

Section Ire. — Instituts supérieurs

Art. 2. A l’article 178, § 1er, du décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en Communauté flamande,l’année ″2006″ est remplacé par l’année ″2007″ et le montant ″582 460 832,02″ est remplacé par le montant″584.283.476,81″.

Art. 3. A l’article 209, § 3 du décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en Communauté flamande,ajouté par le décret du 22 décembre 2006, le nombre « 207,77 » est remplacé par le nombre ″208,31″.

Art. 4. A l’article 340sexies du décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en Communauté flamande,modifié par le décret du 19 décembre 2003, le § 1er est remplacé par ce qui suit :

« § 1er. Le Gouvernement flamand peut participer au financement de la formation de lauréats, sous forme d’unesubvention annuelle.

Le montant total de cette subvention est fixé à 3 202 000 euros à partir du 1er janvier 2004.

A partir de l’année budgétaire 2008, ce montant est ajusté annuellement de la facon suivante :

0,8 x (Ln/L04)+0,2x(Cn/C04).

- Ln/L07 égale le rapport entre l’indice estimé des coûts salariaux unitaires à la fin de l’année budgétaire concernéeet l’indice des coûts salariaux unitaires à la fin de l’année budgétaire 2007;

- Cn/C07 représente le rapport entre l’indice estimé des prix à la consommation à la fin de l’année budgétaire enquestion et l’indice des prix à la consommation à la fin de l’année budgétaire 2007. »

Section II. — Universités

Art. 5. L’article 140ter du décret du 12 juin 1991 relatif aux universités dans la Communauté flamande, estremplacé par ce qui suit :

« Article 140ter

§ 1er. Le montant de la subvention sociale des universités est fixé, à partir de l’année 2007, comme suit (en milliersd’euros) :

1. Katholieke Universiteit Leuven : 4.955

2. Vrije Universiteit Brussel : 2.021

3. Universiteit Antwerpen : 2.181

4. Katholieke Universiteit Brussel : 185

5. Universiteit Gent : 5.302

6. Universiteit Hasselt : 596

§ 2. A partir de l’année budgétaire 2008, les montants visés au § 1er sont indexés sur base de la formule d’indexationsuivante :

I= 0,50 x (L1/L0) + 0,50 x (C1/C0) I : la formule d’indexation.L1/L0 : le rapport entre l’indice estimé du coût salarial unitaire à la fin de l’année budgétaire en question et l’indice

du coût salarial unitaire à la fin de l’année budgétaire 2007.C1/C0 : le rapport entre l’indice estimé des prix à la consommation à la fin de l’année budgétaire en question et

l’indice des prix à la consommation à la fin de l’année budgétaire 2007Section III. — ’Instituut voor Tropische Geneeskunde’

Art. 6. Dans l’article 15, § 2, du décret du 18 mai 1999 relatif à certains établissements d’intérêt public pourl’enseignement post-initial, la recherche et les services scientifiques, modifié par le décret du 22 décembre 2006, les mots″est fixée à 9.726.000 euros pour l’année budgétaire 2005″ sont remplacés par les mots ″est fixée à 9.726.000 euros à partirde l’année budgétaire 2007″.

Section IV. — Mouvement de rattrapage pour l’infrastructure scolaire

Art. 7. L’article 37 du décret du 7 juillet 2006 relatif au mouvement de rattrapage pour l’infrastructure scolaire estremplacé par la disposition suivante :

« Article 37

Le Gouvernement flamand est autorisé à accorder la garantie de la Communauté aux emprunts contractés par lasociété DBFM pour la réalisation du programme DBFM.

Le Gouvernement flamand fixe les modalités et les conditions auxquelles est soumis l’octroi de cette garantie. »

CHAPITRE III. — Science et Innovation

Section Ire — Moyens d’académisation supplémentaires

Art. 8. A l’article VI.9ter, § 1er, alinéa deux du décret du 19 mars 2004 relatif au statut de l’étudiant, à laparticipation dans l’enseignement supérieur, l’intégration de certaines sections de l’enseignement supérieur depromotion sociale dans les instituts supérieurs et l’accompagnement de la restructuration de l’enseignement supérieuren Flandre, inséré par le décret du 22 décembre 2006, la deuxième phrase est remplacée par ce qui suit :

« Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, le Gouvernement flamand fixe le montant engagé dansl’exercice budgétaire 2007 à l’usage de cette mesure d’aide, étant entendu que ce montant égale au moins 2 millionsd’euros, indexés conformément à l’article 184, § 1er du décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs enCommunauté flamande. ».

48731MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 40: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 9. A l’article VI.9ter, § 2, alinéa premier du décret du 19 mars 2004 relatif au statut de l’étudiant, à laparticipation dans l’enseignement supérieur, l’intégration de certaines sections de l’enseignement supérieur depromotion sociale dans les instituts supérieurs et l’accompagnement de la restructuration de l’enseignement supérieuren Flandre, inséré par le décret du 22 décembre 2006, il est inséré entre les mots « le nombre d’étudiants financables »et les mots « dans les formations d’instituts supérieurs à orientation académique », les mots « inscrits au1er février 2005 ».

Section II. — Herculesstichting

Art. 10. A l’article VI. 10, alinéa quatre du décret du 19 mars 2004 relatif au statut de l’étudiant, à la participationdans l’enseignement supérieur, l’intégration de certaines sections de l’enseignement supérieur de promotion socialedans les instituts supérieurs et l’accompagnement de la restructuration de l’enseignement supérieur en Flandre, ajoutépar le décret du 22 décembre 2006, les mots « cessent de produire leurs effets le 31 décembre 2008.

CHAPITRE IV. — Subvention-intérêt à cause de nuisances suite à des travaux publics

Art. 11. A l’article 5, § 1er du décret du 7 juillet 2006 portant octroi d’une subvention-intérêt aux entreprisessouffrant d’une accessibilité perturbée suite à des travaux publics, il est inséré entre les mots « charges d’intérêt globaleset » et « à 4 % du montant prêté » le mot « annuellement ».

CHAPITRE V. — Sanctions

Art. 12. Sont sanctionnés le jour de leur entrée en vigueur respective :

1° l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 octobre 2006 attribuant les biens, droits et obligations de la Divisiondes Eaux de l’Administration de la Gestion de l’Environnement, de la Nature, du Sol et des Eaux du Département del’Environnement et de l’Infrastructure du Ministère de la Communauté flamande, et de la Cellule de la Recherchehydrologique de l’ » Instituut voor Natuurbehoud » (Institut pour la Conservation de la Nature) à l’agence autonomiséeinterne dotée de la personnalité juridique « Vlaamse Milieumaatschappij » (Société flamande de l’Environnement);

2° l’arrêté du Gouvernement flamand du 10 novembre 2006 modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du4 février 1997 relatif aux cotisations obligatoires affectées à la promotion des produits flamands des secteurs agricole,horticole et de la pêche et de leurs débouchés;

3° l’arrêté du Gouvernement flamand du 15 décembre 2006 attribuant les biens, droits et obligations de l’agenceautonomisée interne dotée de la personnalité juridique « Fonds Jongerenwelzijn ».

CHAPITRE VI. — Emploi et Economie sociale

Section Ire. — T-Groep et Werkholding

Art. 13. A l’article 11, § 1er, alinéa deux du décret du 28 juin 2002 relatif à la constitution des sociétés « T-Groep »et « Werkholding », le chiffre « 5 » est remplacé par le chiffre « 8 ».

Section II. — a.s.b.l. ’ESF-Agentschap’

Art. 14. Dans l’article 2, § 2 du décret du 8 novembre 2002 portant création de l’ASBL ESF-Agentschap, les mots« Vlaamse Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen″ sont remplacés par les mots « ″Vlaams Agentschap voorOndernemersvorming - Syntra Vlaanderen″.

Art. 15. Dans l’article 3, § 1er, du même décret, l’alinéa deux est remplacé par la disposition suivante :

« Le Gouvernement flamand, les agences autonomisées dotées de la personnalité juridique du domaine politiquedont relève l’a.s.b.l. ESF-Agentschap, ainsi que le ’Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen’ (Conseil socio-économique de la Flandre) sont habilités à mettre des personnels à la disposition de l’ASBL ESF-Agentschap. Pendantla mise à disposition, le personnel concerné reste régi par le statut du personnel flamand ou par le statut du personnelde l’organisme qui met des membres du personnel à la disposition. Les modalités de la mise à disposition du personnelsont fixées, chacun en ce qui le concerne, dans une convention entre la Communauté flamande, la Région flamande,l’organisme, les membres du personnel concernés, et l’ASBL ESF-Agentschap. »

CHAPITRE VII. — Code flamand du Logement

Section Ire. — Politique de logement locale

Art. 16. Il est ajouté à l’article 28, § 2 du décret du 15 juillet 1997 portant le Code du Logement flamand, un alinéatrois et un alinéa quatre rédigés comme suit :

« Le Gouvernement flamand peut, dans les limites des crédits inscrits à cet effet au budget de la Région flamande,et aux conditions fixées par lui, subventionner les activités communales et intercommunales visant à réaliser lesmissions définies aux §§ 1er et 2, et l’amélioration des services aux familles et personnes seules nécessitant un logement.

Le Gouvernement flamand fixe les modalités de l’octroi et de la répartition des subventions. ».

Section II. — Résidences-services

Art. 17. Dans l’article 64, § 3 du décret du 15 juillet 1997 portant le Code du Logement flamand, tel que modifié,les mots « travaux d’infrastructure tels que mentionnés au § 1er, 2° » sont remplacés par les mots « opérations telles quementionnées au § 1er, 1°, 2° en 3°″.

CHAPITRE VIII. — SGS Herstelfonds

Art. 18. Les recettes provenant de requêtes de réparation, d’astreintes, d’amendes administratives, de larécupération des frais d’une exécution d’office et toutes les recettes provenant de l’application d’autres mesures demaintien en vertu :

a) du décret du 3 mars 1976 réglant la protection des monuments et des sites urbains et ruraux;

b) du décret du 30 juin 1993 portant protection du patrimoine archéologique;

c) du décret du 16 avril 1996 portant la protection des sites ruraux;

sont attribués au SGS Herstelfonds visé à l’article 159bis du décret du 18 mai 1999 portant organisation del’aménagement du territoire.

Sans préjudice de l’application de l’alinéa trois de l’article 159bis du décret du 18 mai 1999 portant organisation del’aménagement du territoire, les recettes du SGS Herstelfonds peuvent être affectées aux dépenses portant sur lemaintien des décrets visés à l’alinéa premier.

48732 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 41: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 19. Les recettes provenant de requêtes de réparation, d’astreintes, de la récupération des frais d’une exécutiond’office et toutes les recettes provenant de l’application d’autres mesures de maintien en vertu :

a) du décret du 4 février 1997 portant les normes de qualité et de sécurité pour chambres et chambres d’étudiants,notamment des articles 17bis et 17ter;

b) du décret du 15 juillet 1997 portant le Code du Logement flamand, notamment des articles 20bis et 20ter;

sont attribués au SGS Herstelfonds, visé à l’article 159bis du décret du 18 mai 1999 portant organisation del’aménagement du territoire.

Sans préjudice de l’application de l’alinéa trois de l’article 159bis du décret du 18 mai 1999 portant organisation del’aménagement du territoire, les recettes du SGS Herstelfonds peuvent être affectées aux dépenses portant sur lecontrôle et le maintien des décrets visés à l’alinéa premier.

Art. 20. Dans l’article 102bis du décret du 18 mai 1999 portant organisation de l’aménagement du territoire, insérépar le décret du 15 décembre 2006, les mots « Fonds de solidarité » sont remplacés par les mots « SGS Herstelfonds »,visé à l’article 159bis du décret du 18 mai 1999 portant organisation de l’aménagement du territoire ».

CHAPITRE IX. — Fonds Stationsomgevingen

Art. 21. § 1. Il est créé auprès du domaine politique Mobilité et Travaux publics une agence autonomisée internedotée de la personnalité juridique, telle que visée à l’article 10 du décret cadre. Cette agence porte le nom « FondsStationsomgevingen », et est dénommée ci-après le Fonds.

§ 2. Le Fonds a pour mission de supporter les frais infrastructurels du réaménagement des abords de gares. Onentend par frais infrastructurels les frais d’étude, les éventuels frais d’expropriation et la réalisation effective.

Art. 22. Le Gouvernement flamand règle le fonctionnement du Fonds.

Art. 23. Le Fonds dispose des ressources suivantes :

a) une dotation à charge du budget de la Région flamande;

b) une dotation à charge du budget de la VVM;

c) le solde éventuel du Fonds au terme de l’exercice budgétaire précédent;

d) les recettes découlant de recouvrements;

e) les produits des rentes et intérêts.

Art. 24. Sauf stipulations contraires, le budget et les comptes sont rédigés et approuvés, et le contrôle par la Courdes Comptes est effectué conformément aux dispositions de la loi du 16 mars 1954 relative au contrôle des organismesd’intérêt public de la catégorie A.

Art. 25. Les moyens du Fonds peuvent être affectés :

1° aux frais infrastructurels du réaménagement des abords de gares.

2° les frais de fonctionnement propres au Fonds.

CHAPITRE X. — Fonds voor de subsidiëring van zorgvernieuwingsprojecten(Fonds pour le subventionnement de projets novateurs en matière de soins)

Art. 26. L’article 24 du décret du 22 décembre 2004 contenant diverses mesures d’accompagnement du deuxièmeajustement du budget 2004, modifié par le décret du 22 décembre 2006, est remplacé par les dispositions suivantes :

« Article 24

Il est créé un ″Fonds voor de subsidiëring van zorgvernieuwingsprojecten″, ci-après dénommé le Fonds. Le Fondsest un fonds budgétaire tel que visé à l’article 45 des lois coordonnées sur la Comptabilité de l’Etat.

Le Fonds est alimenté par les moyens qui sont accordés par l’autorité fédérale à la Communauté flamande enexécution du point 6 du Protocole n° 2 du 1er janvier 2003 et du point 3 (équivalents RVT accueil de jour palliatifCommunauté flamande) et du chapitre 2 du protocole n° 3 du 13 juin 2005 conclu entre l’Autorité fédérale et lesAutorités visées aux articles 128, 130, 135 et 138 de la Constitution, concernant la politique de santé à mener à l’égarddes personnes âgées.

Sont imputées sur le Fonds, les dépenses de toute nature de l’Administration de la Famille et de l’Aide sociale,dans la mesure où elles ont trait à l’exécution du point 6 du Protocole n° 2 du 1er janvier 2003 et du point 3(12 équivalents RVT accueil de jour palliatif Communauté flamande) et du chapitre 3 du protocole n° 3 du 13 juin 2005conclu entre l’Autorité fédérale et les Autorités visées aux articles 128, 130, 135 et 138 de la Constitution, concernant lapolitique de santé à mener à l’égard des personnes âgées, et plus spécifiquement les projets novateurs en matière desoins et les soins palliatifs de jour.

L’agent comptable ayant percu les recettes, dispose directement des crédits du Fonds.

La présente disposition produit ses effets le 1er janvier 2006. ».

CHAPITRE XI. — Décret du 2 juin 2006 portant transformation du « Vlaams Infrastructuurfonds voor persoonsgebondenAangelegenheden » en agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique, et modifiant le décret du 23 février 1994relatif à l’infrastructure affectée aux matières personnalisables

Art. 27. Dans l’article 14 du décret du 2 juin 2006 portant transformation du « Vlaams Infrastructuurfonds voorpersoonsgebonden Aangelegenheden » en agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique, et modifiantle décret du 23 février 1994 relatif à l’infrastructure affectée aux matières personnalisables, les mots « des établissementsfinanciers » sont supprimés.

CHAPITRE XII. — Création ASBL « Kazerne Dossin - Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocausten Mensenrechten » (Mémorial, Musée et Centre de documentation sur le Holocauste et les Droits de l’Homme)

Art. 28. Le Gouvernement flamand est autorisé à adhérer en tant que membre fondateur à l’association sans butlucratif « Kazerne Dossin - Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten″, à partirde la date de la création de l’ASBL.

48733MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 42: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 29. L’association a pour mission, sur la base de l’étude et de la documentation relatives à la déportation dejuifs et de gitans en Belgique pendant la deuxième Guerre mondiale, de réaliser, sur le site historique de la CaserneDossin, un mémorial, un musée et un centre de documentation sur l’Holocauste et les Droits de l’Homme.

Art. 30. La Communauté flamande coopérera, pour cette réalisation, avec la ville de Malines, la province d’Anverset l’a.s.b.l. « Joods Museum van Deportatie en Verzet ».

Art. 31. La Communauté flamande peut mettre à la disposition de l’ASBL » Kazerne Dossin - Memoriaal, Museumen Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten″ l’infrastructure pour la réalisation de l’objectif formulé àl’article 28. L’objet et les conditions de cette mise à disposition sont réglés dans une convention conclue entre laCommunauté flamande et l’ASBL ″Kazerne Dossin - Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocaust enMensenrechten″.

HOOFDSTUK XIII. — Agriculture et Pêche

Section Ire. — Transfert des membres du personnel du domaine politique Agriculture et Pêche

Art. 32. § 1er. Le Gouvernement flamand détermine par arrêté les membres du personnel occupés au départementde l’Agriculture et de la Pêche et à l’Agence « Landbouw en Visserij », ainsi que les biens liés à leur fonctionnement,qui seront transférés à l’Agence « Facilitair Management ».

§ 2. La compétence qui est assignée au Gouvernement flamand par le premier paragraphe du présent article, expireà la date d’attribution du personnel et des biens qui sont liés à leur fonctionnement.

Art. 33. § 1er. Le Gouvernement flamand détermine par arrêté les membres du personnel occupés au départementde l’Agriculture et de la Pêche ainsi que les biens liés à leur fonctionnement, qui seront transférés à l’Agence« Landbouw en Visserij », et les membres du personnel occupés à l’Agence « Landbouw en Visserij » ainsi que les biensliés à leur fonctionnement, qui seront transférés au département de l’Agriculture et de la Pêche.

§ 2. La compétence qui est assignée au Gouvernement flamand par le premier paragraphe du présent article, expireà la date d’attribution du personnel et des biens qui sont liés à leur fonctionnement.

Section II. — Fonds « Gemeenschappelijk Landbouwbeleid »

Art. 34. § 1er. Il est créé un ″Fonds Gemeenschappelijk Landbouwbeleid″, dénommé ci-après le Fonds. Le Fondsest un fonds budgétaire tel que visé à l’article 45 des lois coordonnées sur la Comptabilité de l’Etat.

§ 2. Sont attribués au Fonds :

1° la part que l’Organisme payeur flamand peut retenir en cas d’infractions à la conditionnalité;

2° la part que l’organisme payeur flamand peut retenir en cas d’autres irrégularités constatées;

3° la part de la redevance complémentaire due dans le secteur laitier, que l’organisme payeur flamand peut retenir.

4° les intérêts percus auprès des débiteurs de la redevance complémentaire;

5° les intérêts moratoires percus auprès de débiteurs, qui concernent la part flamande des dettes recouvrées;

6° frais de justice récupérés auprès de débiteurs;

7° recettes variables dans le cadre de la politique agricole commune.

§ 3. Les moyens du Fonds peuvent être affectés :

1° à des paiements non éligibles à l’aide communautaire à cause du dépassement de délais de paiement ou deplafonds;

2° paiements faisant l’objet de refus d’un financement communautaire dans le cadre de l’approbation conformité;

3° a la part que l’organe payeur flamand est tenu de prendre en charge pour les réclamations non effectuées dansune période déterminée;

4° le financement de mesures autorisées par la Commission européenne auxquelles la redevance complémentaireretenue par l’organisme payeur flamand peut être affectée;

5° aux frais de justice et aux intérêts moratoires à payer à la partie adversaire en cas de litiges en justice;

6° restitution de la part que l’organe payeur flamand était autorisé à retenir en cas d’irrégularités constatées, et quel’intéressé ne doit plus rembourser après réclamation;

7° restitution de la part que l’organe payeur flamand était autorisé à retenir en cas d’infractions à la conditionnalité,et que l’intéressé ne doit plus rembourser après réclamation;

8° restitution d’intérêts percus auprès de débiteurs et que l’intéressé ne doit plus rembourser après réclamation;

9° dépenses dans le cadre de l’optimalisation du fonctionnement de l’organe payeur flamand.

§ 4. Le solde au 31 décembre 2006 des recettes réalisées depuis le 1er janvier 2002, telles que visées au § 2, au compted’ordre 091-2225021-64 de l’organe payeur flamand à concurrence de 1.853.931,58 euros, est inscrit comme recetteaffectée au Fonds.

§ 5. L’agent comptable ayant percu les recettes dispose directement des crédits du Fonds visé au § 1er.

Section III. — Propre Patrimoine de « l’Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek »

Art. 35. L’article 38 du décret du 23 décembre 2005 contenant diverses mesures d’accompagnement du budget2006, modifié par le décret du 22 décembre 2006 contenant diverses mesures d’accompagnement du budget 2007, estremplacé par ce qui suit :

« Article 38

L’EV ILVO est compétent pour :

1° la recherche scientifique, les expertises et services sur le plan de l’agriculture et de la pêche

2° la recherche et le développement de systèmes agricoles durables;

3° la collecte de données et des tâches de conseil scientifique à l’appui de la politique commune européenne de lapêche;

4° l’appui logistique et opérationnel du contrôle de la qualité dans le secteur végétal. ».

48734 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 43: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 36. Dans l’article 41, § 1er du décret du 23 décembre 2005 contenant diverses mesures d’accompagnement dubudget 2006, modifié par le décret du 22 décembre 2006 contenant diverses mesures d’accompagnement du budget2007, l’alinéa premier est remplacé par ce qui suit :

« Chaque année, la commission de gestion fixe le budget des dépenses et des fonds de réserve pour l’annéebudgétaire suivante, ainsi que les moyens de l’EV ILVO en vue de couvrir les dépenses et de constituer des fonds deréserve. Pour la présentation du budget, la commission de gestion suit les modalités telles que fixées dans lesinstructions budgétaires pour l’établissement du budget général des dépenses et du budget des voies et moyens. ».

Art. 37. A l’article 41 du décret du 23 décembre 2005 contenant diverses mesures d’accompagnement du budget2006, modifié par le décret du 22 décembre 2006 contenant diverses mesures d’accompagnement du budget 2007, il estajouté un § 3 et un § 4, rédigés comme suit :

« § 3. L’ EV ILVO constitue au moins un fonds de réserve pour son passif social, pour le remplacementd’investissements nécessaires.

L’ EV ILVO est obligé de liquider son portefeuille en vue de l’alimentation de ces fonds de réserve.

§ 4. L’ EV ILVO se rattache à l’Organe de financement central auprès du département des Finances et du Budget. ».

CHAPITRE XIV. — Propre patrimoine du « Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed »

Art. 38. Auprès du Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed, ou de son ayant cause, il est créé un ProprePatrimoine, auquel est accordée la personnalité juridique, sous la dénomination ″Eigen Vermogen van het VlaamsInstituut voor het Onroerend Erfgoed″, en abrégé ″EV VIOE ».

Art. 39. L’ EV VIOE a pour mission la réalisation de la recherche scientifique et des services scientifiques enmatière de conservation, de gestion et de valorisation du patrimoine archéologique, naviguant, monumental et rural,pour le compte de tiers ou non, en exécution de la loi et des décrets suivants :

— loi du 7 août 1931 sur la protection des monuments et des sites, modifiée par les décrets des 3 mars 1976,18 décembre 1992, 14 juillet 1993, 6 juillet 1994 et 16 avril 1996;

— le décret du 3 mars 1976 réglant la protection des monuments et des sites urbains et ruraux, modifié par lesdécrets des 18 décembre 1992, 22 février 1995, 22 décembre 1995, 8 décembre 1998, 18 mai 1999, 7 décembre 2001,21 novembre 2003, 30 avril 2004 et 10 mars 2006;

— le décret du 30 juin 1993 portant protection du patrimoine archéologique, modifié par les décrets des18 mai 1999, 28 février 2003 et 10 mars 2006;

— le décret du 16 avril 1996 portant la protection des sites, modifié par les décrets des 18 mai 1999,8 décembre 2000, 21 décembre 2001, 19 juillet 2002, 13 février 2004 et 10 mars 2006;

— le décret du 29 mars 2002 portant protection du patrimoine nautique, modifié par le décret du 10 mars 2006;

Par tiers on entend dans ce contexte :

a) les autorités et les institutions publiques;

b) les personnes morales constituées en vue de la réalisation de projets importants pour la protection du patrimoinetelle que définie au présent article;

c) personnes morales de droit privé;

d) personnes physiques.

Ces objectifs sont réalisés par :

1° la mise en œuvre de réalisations de terrains, tant sur des terrains de la Région flamande que sur des terrains detiers;

2° la réalisation et la publication de résultats de recherche, pour le compte de tiers ou non;

3° assurer des services et l’échange de services sous forme de coopération;

4° la participation à des partenariats public-privé, moyennant l’accord préalable du Ministre chargé du Patrimoineimmobilier et du Ministre des Finances et de Budget;

5° l’appui et l’exploitation de centres de visite;

6° concourir à ou exécuter des marchés et projets pour lesquels les connaissances et l’expérience présentes au seinde l’agence et de l’EV VIOE peuvent être engagées à l’appui d’autres associations, entreprises ou institutions de droitpublic ou privé ou de personnes physiques.

Art. 40. L’ EV VIOE peut, en vue de la réalisation de ses objectifs, conclure librement des contrats dans le cadred’un contrat d’entreprise, d’une sous-traitance, d’une association temporaire, d’un consortium et de tout autrepartenariat jugé approprié, ainsi qu’acquérir et aliéner des biens mobiliers et immobiliers et, en général, passer tout actejuridique utile.

Art. 41. L’ EV VIOE peut, moyennant une décision unanime dans la commission de gestion, être co-fondateur,membre, administrateur ou associé d’associations, d’entreprises ou d’institutions de droit public ou privé, à conditionque les objectifs de ces personnes morales correspondent aux objectifs de l’ EV VIOE.

Art. 42. En vue de la réalisation de ses objectifs, l’ EV VIOE peut engager, employer et licencier du personnelcontractuel.

Le Gouvernement flamand fixe le statut du personnel de l’ EV VIOE.

L’EV VIOE peut mettre du personnel à la disposition de l’Autorité flamande. La loi du 24 juillet 1987 sur le travailtemporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d’utilisateurs, ne s’applique pas à cette miseà disposition.

Art. 43. § 1er. L’EV VIOE est administré par une commission de gestion.

Les personnes suivantes sont membres d’office :

1° le fonctionnaire dirigeant de l’agence VIOE, qui préside la commission;

2° trois membres du personnel de l’agence VIOE;

3° un représentant du Ministre flamand chargé du Patrimoine immobilier;

48735MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 44: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

4° le fonctionnaire dirigeant du Département de l’Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et duPatrimoine immobilier ou son délégué;

5° le fonctionnaire dirigeant de l’Agence « Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vlaanderen » ou sondélégué;

6° un fonctionnaire, expert en finances et budget, sur la proposition du Ministre flamand chargé des finances et dubudget.

§ 2. Le Gouvernement flamand est autorisé à modifier la composition de la commission de gestion, sur la base demodifications sur le plan de l’organisation interne de l’agence et de modifications de compétences de Ministres.

§ 3. Le président peut inviter des personnes compétentes à participer avec voix consultative à la discussion d’unpoint inscrit à l’ordre du jour d’une réunion de la commission de gestion.

§ 4. La commission de gestion se réunit au moins deux fois par an, notamment en vue de fixer le budget et lescomptes conformément à l’article 9, sur l’invitation du président. Deux membres peuvent exiger à tout moment, quele président convoque une réunion dans les trente jours.

§ 5. La commission de gestion rédige un règlement d’ordre intérieur qui est soumis à la validation du Ministre.

§ 6. Le mandat de membre de la commission de gestion n’est pas rémunéré.

Art. 44. Le patrimoine de la personne morale visée à l’article 37 se composé :

1° des sommes et indemnités payées pour les recherches et études, analyses, essais, contrôles et autres servicesrendus par le VIOE pour le compte de tiers;

2° des produits de la valorisation des résultats des activités exécutées, dont l’exploitation de droits de propriétéintellectuelle;

3° des revenus provenant de la vente de rapports, de brochures, de cartes, de plans ou d’autres publications,y compris ces produits sous forme électronique;

4° des dons, legs, donations, bourses, prix ou toute autre donation qui sont acceptés en vertu de la loi du12 juillet 1931 portant extension à toutes les personnes morales des bénéfices de l’acceptation provisoire des libéralitésfaites par actes entre vifs;

5° de redevances, rétributions, subventions et similaires;

6° des dotations;

7° des loyers et des recettes provenant de l’exploitation de centres de visite;

8° des recettes de la gestion et des recettes de l’aliénation de biens appartenant à la personne morale de l’ EV VIOE,moyennant l’accord du Ministre chargé du patrimoine immobilier et du Ministre des Finances et du Budget;

9° des intérêts et augmentations en valeur du patrimoine;

10° d’autres recettes, moyennant l’accord du Ministre chargé du patrimoine immobilier et du Ministre des Financeset du Budget.

Art. 45. Le Gouvernement flamand peut décider de céder à titre gratuit des biens immobiliers et mobiliers de laRégion flamande qui n’ont plus d’utilité pour la stricte tâche d’autorité de l’agence en vue de leur valorisation enpropriété de l’ EV VIOE. Dans ces cas, l’ EV VIOE reprend tous les droits et obligations de l’agence. Les biensimmobiliers et mobiliers en question ne peuvent être aliénés qu’au profit du Trésor.

Art. 46. § 1er. Chaque année, la commission de gestion fixe le budget des dépenses pour l’année budgétairesuivante, ainsi que les moyens de l’EV VIOE en vue de couvrir ces dépenses. Pour la présentation du budget,l’ EV VIOE suit les modalités telles que fixées dans les instructions budgétaires pour l’établissement du budget généraldes dépenses et du budget des voies et moyens.

Chaque année, avant le 15 mars, la commission de gestion établit le compte de l’année budgétaire précédente del’EV VIOE ».

Le budget et le compte sont soumis à l’approbation du Gouvernement flamand, avec l’avis de l’inspection desFinances; chaque modification est soumise, sur avis de l’Inspection des Finances, à l’approbation du Ministre chargé duPatrimoine immobilier et du Ministre des Finances et du Budget.

Au moins une fois par an, la comptabilité de l’ EV VIOE est vérifiée par le Gouvernement flamand. Lesfonctionnaires désignés à cet effet disposent de toutes les compétences de contrôle, peuvent se faire présenter toutepièce justificative et s’assurer de la situation des biens conservés, mais ils ne peuvent pas intervenir dans la gestion.

§ 2. L’EV VIOE est libre à utiliser le solde pendant l’année budgétaire suivante pour la réalisation de son objectif.

Art. 47. Sans préjudice des dispositions précédentes, les modalités relatives à la gestion, au fonctionnement et àla comptabilité de l’EV VIOE sont fixées par arrêté du Gouvernement flamand.

CHAPITRE XV. — Conseils consultatifs stratégiques

Art. 48. Il est ajouté à l’article 3 du décret du 18 juillet 2003 réglant les conseils consultatifs stratégiques un alinéatrois, rédigé comme suit :

« Les conseils consultatifs stratégiques peuvent être obligés par le Gouvernement flamand à confier leurs comptesfinanciers et leurs placements à un établissement de crédit que le Gouvernement flamand désigne. ».

Art. 49. L’article 14 du même décret est complété par un alinéa trois, rédigé comme suit :

« L’instance chargée du contrôle financier et de la certification, peut organiser sur place un contrôle sur lacomptabilité et les opérations du conseil consultatif stratégique. Elles peuvent à tout moment se faire communiquertoutes les pièces justificatives, états, informations ou explications concernant les recettes, les dépenses, l’actif et lepassif. ».

CHAPITRE XVI. — Eaux de surface

Art. 50. Dans l’article 35quinquies, § 1er de la loi du 26 mars 1971 sur la protection des eaux de surface contre lapollution, remplacé par le décret du 19 mai 2006, il est inséré entre les mots « à moins que le redevable ne puissedémontrer que la quantité réellement déversée est inférieure » et les mots « a : ce terme est égal à 0,825 pour les annéesd’imposition 1992, 1993, 1994 et 1995, et à 0,550 à compter de l’année d’imposition 1996. » la phrase « Le Gouvernementflamand fixe les modalités y afférentes. ».

48736 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 45: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 51. Dans l’annexe à la même loi, modifiée par le décret du 23 décembre 2005,

35 Industrie du papier 1.000 kg de papier de : 1,6 0,001 0,009

poudre de bois ou cellulose autresmatériaux

7,8 0,001 0,009

est remplacé par

35 Industrie du papier 1.000 kg de papier de : 1,6 0,001 0,009

CHAPITRE XVII. — Travaux publics

Art. 52. Dans l’article 57, § 2 du décret du 25 juin 1992 contenant diverses mesures d’accompagnement du budget1992, la phrase « En outre, le Fonds contribuera, sur un compte séparé, à la prestation de services aux autoritésnationales, pour ce qui est de la police de la mer et des douanes » est supprimée.

Art. 53. Dans l’article 58 du décret du 25 juin 1992 contenant diverses mesures d’accompagnement du budget1992, le point 2 est supprimé.

CHAPITRE XVIII. — Médias

Art. 54. L’article 97, § 1er des décrets relatifs à la radiodiffusion et à la télévision, coordonnés le 4 mars 2005, estremplacé par la disposition suivante :

« § 1. Les télévisions privées agréées par la Communauté flamande ou notifiées légitimement auprès du « VlaamseRegulator voor de Media » sont autorisées à diffuser de la publicité, du télé-achat, du sponsoring et des messagesd’intérêt général.

La télévision de la Communauté flamande ne peut diffuser que la publicité en vue de l’autopromotion. Latélévision de la Communauté flamande est autorisée à diffuser des messages d’intérêt général.

La télévision de la Communauté flamande est autorisée à diffuser du sponsoring. Les mentions de sponsoring nepeuvent contenir que le nom du sponsor, le nom commercial, le logo, le produit, le nom du produit, le service ou le nomdu service. Les signes distinctifs sonores et/ou visuels liés au sponsor sont admis, ainsi que les slogans de promotionde l’image du sponsor ou de ses produits ou services. L’annonce peut être animée et ne peut durer plus de cinqsecondes par sponsor et de dix secondes au total.

Aucune mention de sponsoring ne peut avoir lieu dans un laps de temps de cinq minutes avant et après lesprogrammes pour enfants diffusés à la télévision de la Communauté flamande.

La télévision de la Communauté flamande ne peut pas diffuser du télé-achat. »

Art. 55. Dans l’article 106 des mêmes décrets, un nouvel alinéa est inséré après l’alinéa premier, rédigé commesuit :

« La mention du sponsor doit contenir une référence explicite au programme sponsorisé, et doit répondre auxdispositions de l’article 2, 16°. »

CHAPITRE XIX. — Conventions de garantie

Art. 56. La Région flamande est autorisée à conclure, avec et à l’égard d’administrateurs pouvant être censés lareprésenter en tant qu’actionnaire direct ou indirect ou qui sont nommés au sein de personnes morales, qu’elles soientde droit public ou privé, sur une base privée ou non, une convention de sauvegarde relative à leur responsabilitéd’administrateur en ce qui concerne des projets bien définis réalisés au sein de ces personnes morales, portantégalement définition des obligations qui leur incombent.

CHAPITRE XX. — « Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel »

Art. 57. Dans l’article 4 du décret du 13 décembre 2003 portant création de la société anonyme de droit public″Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel″ (s.a. BAM ), la deuxième phrase de l’alinéa premier est remplacée par ladisposition suivante :

« BAM conclut à cet effet et notamment pour la réalisation des projets du Masterplan, des conventions avec laCommunauté flamande et les personnes morales de droit public concernées. ».

Art. 58. A l’article 6 du même décret, le § 1 est remplacé par ce qui suit :

« § 1. Dans la mesure où cela contribue à la réalisation de l’objet social de la BAM, la Région flamande et la BAMsont autorisées à créer entre elles ou avec des tiers des sociétés, associations, partenariats et d’autres entités, dotées dela personnalité juridique ou non, ou à y participer directement ou indirectement.

Art. 59. L’article 7, § 1er, premier alinéa, du même décret est remplacé par la disposition suivante :

« Le Gouvernement flamand, les personnes morales de droit public qui prennent des participations dans la BAM,et les autres personnes morales de droit public sont autorisés à apporter à la BAM tous les biens meubles et immeublesdont la Région flamande et les personnes morales sont respectivement le propriétaire et qui sont utiles ou nécessairesà la réalisation des tâches de la BAM, à les vendre à la BAM, à accorder des droits réels sur ces biens ou les donner engestion, quelle que soit la nature juridique de l’opération. »

48737MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 46: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 60. A l’article 9 du même décret, dont le texte actuel formera le § 1er, il est ajouté un § 2, rédigé comme suit :

« § 2. Sans préjudice de la possibilité pour la BAM d’ordonner des modifications en vertu d’une autre législation,elle a le droit, pour l’exécution de ses missions, de faire changer la situation, le tracé ou le plan d’aménagement detoutes les canalisations de gaz, des lignes de distribution d’électricité, des conduites d’eau, des égouts et d’autresconduites qui relèvent de la compétence régionale, de quelque nature que ce soit, et de faire modifier tous leséquipements correspondants, à l’occasion de travaux qu’elle souhaite exécuter au domaine qui est sa propriété, surlequel elle détient un droit réel ou dont elle assure la gestion. Sauf en cas d’urgence, elle est tenue d’en informerl’opérateur de l’infrastructure concernée par lettre recommandée à la poste, au plus tard trois mois avant le début destravaux. Les coûts découlant de la modification de la situation, du tracé ou du plan d’aménagement de l’infrastructuresusmentionnée incombent à l’opérateur si les modifications sont imposées soit en raison de la sécurité publique, soitdans l’intérêt des voies publiques, des transports publics ou des voies navigables ou de toute autre considérationd’intérêt public liée au « Masterplan Antwerpen ». En cas de désaccord, la BAM peut procéder elle-même à l’exécutiondes travaux et à récupérer les coûts à charge de l’opérateur. ».

Art. 61. Dans le même décret, il est inséré un article 9bis, rédigé comme suit :

Article 9bis

Si, pour l’exécution intégrale ou partielle de marchés de travaux tels que visés à l’article 2 de la loi du 20 mars 1991organisant l’agréation d’entrepreneurs de travaux, la BAM fait appel à des entrepreneurs, quel que soit le stade, elle nedoit pas répondre elle-même aux conditions de la loi du 20 mars 1991 organisant l’agréation d’entrepreneurs, les seulsentrepreneurs auquel la BAM fait appel pour l’exécution intégrale ou partielle des travaux, quel que soit le stade, sonttenus de répondre à ces conditions. » .

Art. 62. Dans le décret du 23 décembre 2005 contenant diverses mesures d’accompagnement du budget 2006,l’intitulé du chapitre XXV « Fonds organique des dividendes BAM recus » est remplacé par ce qui suit :

« Fonds organique des recettes de la part du bénéfice d’exploitation de la « Oosterweelverbinding » et dividendesBAM »

Art. 63. A l’article 77 du même décret, le § 2 est remplacé par ce qui suit :

« § 2. Toutes les recettes que la Région flamande recoit du chef de la part du bénéfice d’exploitation par la BAMde la « Oosterweelverbinding », ainsi que tous les dividendes que la Région flamande recevra de la BAM sont attribuésau Fonds de Financement BAM. ».

CHAPITRE XXI. — Dispositions finales

Art. 64. Le présent décret entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge, à l’exception :

— de l’article 2, qui produit ses effets le 1er janvier 2007;

— de la section Ire - Moyens d’académisation supplémentaires du chapitre III - Science et Innovation, qui produitses effets le 1er janvier 2007;

— du chapitre IV - Subvention-intérêt à cause de nuisances suite à des travaux publics, qui entre en vigueur à ladate d’entrée en vigueur du décret du 7 juillet 2006 portant octroi d’une subvention-intérêt aux entreprises souffrantd’une accessibilité perturbée suite à des travaux publics;

— de l’article 12, 1 ° qui produit ses effets le 1er janvier 2007;

— du chapitre XIV - Propre patrimoine du Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, qui entre en vigueur àla date fixée par le Gouvernement flamand;

— de l’article 50, qui produit ses effets le 1 janvier 2006, et de l’article 51, qui produit ses effets à partir de l’annéed’imposition 1999.

Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge.

Bruxelles, le 29 juin 2007.

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,K. PEETERS

La Ministre flamande de l’Economie, de l’Entreprise, des Sciences, de l’Innovation et du Commerce extérieur,Mme F. MOERMAN

Le Ministre flamand de l’Emploi, de l’Enseignement et de la Formation,F. VANDENBROUCKE

Le Ministre flamand des Finances et du Budget et de l’Aménagement du Territoire,D. VAN MECHELEN

Le Ministre flamand de la Culture, de la Jeunesse, des Sports et des Affaires bruxelloises,B. ANCIAUX

Le Ministre flamand des Affaires administratives, de la Politique extérieure, des Médias et du Tourisme,G. BOURGEOIS

Le Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Politique des Villes, du Logement et de l’Intégration civique,M. KEULEN

La Ministre flamande de la Mobilité, de l’Economie sociale et de l’Egalité des Chances,Mme K. VAN BREMPT

Le Ministre flamand du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille,S. VANACKERE

La Ministre flamande des Travaux publics, de l’Energie, de l’Environnement et de la Nature,Mevr. H. CREVITS

48738 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 47: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

VLAAMSE OVERHEID

[C − 2007/36555]N. 2007 — 381519 JULI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering

betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector

De Vlaamse Regering,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsont-wikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO);

Gelet op het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994,inzonderheid op artikel 12, § 3, gewijzigd bij het decreet van 24 december 2004;

Gelet op aanbeveling nr. 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine,middelgrote en micro-ondernemingen;

Overwegende dat de noodzaak bestaat om over te gaan tot de uitvaardiging van een organieke regelgeving voorde subsidiëring van investeringen in de agrovoedingssector als gevolg van de reorganisatie van de steunverleningbinnen het beleidsdomein Landbouw en Visserij overeenkomstig de principes van beter bestuurlijk beleid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 mei 2006;Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 19 juli 2006;Gelet op het advies van de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad, gegeven op 8 september 2006;Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 27 april 2007;Gelet op advies 43.284/3 van de Raad van State, gegeven op 2 juli 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste

lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en

Plattelandsbeleid.Na beraadslaging,

Besluit :HOOFDSTUK I. — Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

1° bedrijven uit de agrovoedingssector : de ondernemingen, hetzij als natuurlijk persoon, hetzij als rechtspersoon,die de verwerking en afzet van land- en tuinbouwproducten, opgenomen in bijlage I van de geconsolideerde versie vanhet Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, tot voorwerp hebben, beperkt tot bedrijvigheden,aangewezen door de Vlaams minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid en de Zeevisserij;

2° de kandidaat-begunstigde : een bedrijf als vermeld in punt 1°;

3° de rechtspersoon : een handelsvennootschap als vermeld in artikel 2, § 2, van het Wetboek van vennootschap-pen;

4° kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo’s) :

a) ondernemingen waar minder dan 250 personen werken en waarvan de jaaromzet niet meer bedraagt dan 50miljoen euro of waarvan het balanstotaal niet meer bedraagt dan 43 miljoen euro;

b) een kleine onderneming is een onderneming waar minder dan 50 personen werken en waarvan de jaaromzetof het jaarlijkse balanstotaal niet meer bedraagt dan 10 miljoen euro;

c) een «micro-onderneming» is een onderneming waar minder dan 10 personen werken en waarvan de jaaromzetof het jaarlijkse balanstotaal niet meer bedraagt dan 2 miljoen euro.

5° grote ondernemingen : ondernemingen die niet onder de kmo-bepalingen, vermeld in 4° vallen;

6° oproep : de oproep bij ministeriële omzendbrief aan kandidaat-begunstigden tot indiening van eensteunaanvraag;

7° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij;

8° de steun : een financiële tegemoetkoming in de vorm van een kapitaalpremie voor investeringen.

HOOFDSTUK II. — Steun aan investeringen in de agrovoedingssector

Art. 2. Een kandidaat-begunstigde kan de steun, vermeld in artikel 1, 8°, genieten als hij voldoet aan de volgendevoorwaarden :

1° de maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel ligt in het Vlaamse Gewest;

2° de investeringen die voor steun in aanmerking komen, liggen in het Vlaamse Gewest;

3° de continuïteit van de bedrijvigheid kan voldoende aangetoond worden door middel van een businessplan. Devoorwaarden van dat businessplan worden bepaald door de minister;

4° hij beschikt over de nodige vergunningen die door de minister worden opgegeven bij iedere oproep.

De minister kan aanvullende voorwaarden bepalen.

Art. 3. De steun bedraagt maximaal 20 % van de investeringskosten.

De minister bepaalt binnen de limieten, vermeld in het eerste lid, per oproep de grootte van de kapitaalpremie.

HOOFDSTUK III. — Voorwaarden

Art. 4. De minister bepaalt per oproep, afhankelijk van de budgettaire mogelijkheden, de sectoren, deelsectorenen grootte van ondernemingen die in aanmerking komen om subsidieaanvragen in te dienen.

Art. 5. De minister bepaalt per oproep de investeringen die in aanmerking komen voor steun, rekening houdendmet de grootste noodzakelijkheden binnen de agrovoedingssector. Hij bepaalt tevens de minimale en maximaleinvesteringsuitgaven en de investeringsperiode die in aanmerking wordt genomen.

Art. 6. De steun kan alleen verkregen worden voor investeringen die begonnen zijn na indiening van eensteunaanvraag tengevolge van een oproep.

48739MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 48: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 7. De kandidaat-begunstigde verbindt er zich toe geen andere Vlaamse steun aan te vragen van welke aardook voor de investeringen, vermeld in hoofdstuk II.

Art. 8. De kapitaalpremie wordt uitbetaald in één of meer schijven. De minister bepaalt per oproep deuitbetalingsvoorwaarden.

HOOFDSTUK IV. — Aanvraag

Art. 9. De minister organiseert de toekenning van de steun via een oproep.

De minister bepaalt per oproep de termijn voor indiening van de subsidieaanvragen.

Art. 10. De kandidaat-begunstigde die de steun wil ontvangen, dient een aanvraag in bij het VlaamsLandbouwinvesteringsfonds, sectie Agrovoeding. De minister bepaalt het model van het aanvraagformulier.

HOOFDSTUK V. — Slotbepalingen

Art. 11. § 1. De steun is pas definitief verworven als aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, is voldaan :

1° gedurende tien jaar voor onroerende goederen;

2° gedurende vijf jaar voor roerende goederen.

§ 2. Bij stopzetting van de steun mag de premie behouden blijven naar rato van de verhouding van de actieveperiode ten opzichte van de geplande periode. De termijn tussen de begindatum van de steun en het tijdstip vanstopzetting is de actieve periode. De minimale actieve periode bedraagt één jaar.

Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 juli 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen,Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,

K. PEETERS

TRADUCTION

AUTORITE FLAMANDE

[C − 2007/36555]F. 2007 — 381519 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand

concernant l’aide aux investissements dans le secteur agroalimentaire

Le Gouvernement flamand,

Vu le Règlement (CE) n° 1698/2005 du Conseil du 20 septembre 2005 concernant le soutien au développement ruralpar le Fonds européen agricole pour le développement rural (Feader);

Vu le décret du 22 décembre 1993 contenant diverses mesures d’accompagnement du budget 1994, notammentl’article 12, § 3, modifié par le décret du 24 décembre 2004;

Vu la Recommandation n° 2003/36/CE de la Commission du 6 mai 2003 concernant la définition des micro, petiteset moyennes entreprises;

Considérant qu’il y a lieu d’édicter une réglementation organique pour le subventionnement des investissementsdans le secteur agroalimentaire suite à la réorganisation des aides dans le domaine politique Agriculture et Pêche,conformément aux principes d’une meilleure politique administrative;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 12 mai 2006;Vu l’accord du Ministre flamand chargé du Budget, donné le 19 juillet 2006;Vu l’avis du Conseil flamand de l’Agriculture et de l’Horticulture, émis le 8 septembre 2006;Vu l’accord de la Commission européenne, donné le 27 avril 2007;Vu l’avis 43.284/3 du Conseil d’Etat, donné le 2 juillet 2007, en application de l’article 84, § 1er, alinéa premier, 1°,

des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat;Sur la proposition du Ministre flamand des Réformes institutionnelles, des Ports, de l’Agriculture, de la Pêche en

mer et de la Ruralité;Après délibération,

Arrête :CHAPITRE Ier. — Définitions

Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :

1° entreprises du secteur agroalimentaire : les entreprises, soit en tant que personne physique, soit en tant quepersonne morale, qui ont pour objet la transformation et l’écoulement des produits agricoles et horticoles, repris àl’annexe Ire de la version consolidée du Traité instituant la Communauté européenne, et limitées aux activités désignéespar le Ministre flamand chargé de la Politique agricole et la Pêche en mer;

2° candidat bénéficiaire : une entreprise telle que visée au point 1°;

3° personne morale : une société commerciale telle que visée à l’article 2, § 2 du Code des Sociétés;

4° petites, moyennes et micro-entreprises (PME);

a) les entreprises occupant moins de 250 personnes dont le chiffre d’affaires annuel est inférieur à 50 millionsd’euros ou le total du bilan n’excède pas 43 millions d’euros;

b) une petite entreprise est une entreprise occupant moins de 50 personnes et dont le chiffre d’affaires annuel oule total du bilan annuel n’excède pas 10 millions d’euros;

c) une micro-entreprise est une entreprise occupant moins de 10 personnes et dont le chiffre d’affaires annuel oule total du bilan annuel n’excède pas 2 millions d’euros;

5° grandes entreprises : les entreprises qui ne sont pas régies par les dispositions PME reprises sous 4°;

48740 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 49: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

6° appel : l’appel par circulaire ministérielle aux candidats bénéficiaires pour introduire une demande d’aide;

7° Ministre : le Ministre flamand chargé de la politique agricole et de la pêche en mer;

8° aide : une intervention financière sous la forme d’une prime de capital pour investissements.

CHAPITRE II. — Aide aux investissements dans le secteur agroalimentaire

Art. 2. Un candidat bénéficiaire a droit à l’aide, visée à l’article 1er, 8°, s’il répond aux conditions suivantes :

1° son siège social ou son siège d’exploitation est situé en Région flamande;

2° les investissements éligibles à l’aide sont situés en Région flamande;

3° la continuité des activités peut être suffisamment démontrée à l’aide d’un plan d’affaires. Les modalités du pland’affaires sont prescrites par le Ministre.

4° il dispose des autorisations nécessaires que le Ministre mentionne à chaque appel.

Le Ministre peut arrêter des conditions supplémentaires.

Art. 3. L’aide est plafonnée à 20 % des frais d’investissement.

Le Ministre détermine dans les limités mentionnées à l’alinéa 1er, l’importance de la prime de capital à chaqueappel.

CHAPITRE III. — Conditions

Art. 4. Le Ministre détermine à chaque appel, en fonction des ressources budgétaires disponibles, les secteurs, lessous-secteurs et l’importance des entreprises éligibles à l’aide.

Art. 5. Le Ministre détermine par appel les investissements éligibles à l’aide, compte tenu des plus grands besoinsdans le secteur agroalimentaire. Il détermine également les dépenses d’investissement minimums et maximums et lapériode d’investissement prise en considération.

Art. 6. Sont seulement éligibles à l’aide les investissements dont l’exécution a été entamée après l’introductiond’une demande d’aide suite à un appel.

Art. 7. Le candidat bénéficiaire s’engage à ne pas demander une quelconque autre aide flamande pour lesinvestissements prévus au chapitre II.

Art. 8. La prime de capital est liquidée en une ou plusieurs tranches. Le Ministre fixe les conditions de liquidationpar appel.

CHAPITRE IV. — Demande

Art. 9. Le Ministre organise l’octroi de l’aide par le biais d’un appel.

Le Ministre détermine par appel le délai d’introduction des demandes de subventions.

Art. 10. Le candidat bénéficiaire qui souhaite recevoir une aide, adresse une demande au Fonds flamandd’investissement agricole, section Agroalimentaire. Le Ministre définit le modèle du formulaire de demande.

CHAPITRE V. — Dispositions finales

Art. 11. § 1er. L’aide n’est acquise à titre définitif que s’il est satisfait aux conditions mentionnées à l’article 2.

1° pendant dix ans pour biens immobiliers;

2° pendant cinq ans pour biens mobiliers.

§ 2. En cas d’arrêt de l’aide, la prime est maintenue au prorata du rapport entre la période active et la périodeplanifiée. Le délai entre la date de début de l’aide et la date de sa cessation est la période active. La période activeminimale est d’un an.

Art. 12. Le Ministre flamand qui a la Politique agricole dans ses attributions, est chargé de l’exécution du présentarrêté.

Bruxelles, le 19 juillet 2007.

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Ministre flamanddes Réformes institutionnelles, des Ports, de l’Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité,

K. PEETERS

*VLAAMSE OVERHEID

[C − 2007/36562]N. 2007 — 3816

19 JULI 2007. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van27 april 2007 tot oprichting en samenstelling van het toezichtcomité ter implementatie van het VlaamsProgramma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 3 maart 2004 inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethodenen de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw, gewijzigd bij het decreet van 22 april 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 tot oprichting en samenstelling van hettoezichtcomité ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013;

Overwegende dat de wijziging van de samenstelling van de Vlaamse Regering een aanpassing van het besluit vande Vlaamse Regering van 27 april 2007 tot oprichting en samenstelling van het toezichtcomité ter implementatie vanhet Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013 noodzakelijk maakt;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 juli 2007;

48741MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 50: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij enPlattelandsbeleid;

Na beraadslaging,Besluit :

Artikel 1. In artikel 2, § 2, punt 1° en 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 tot oprichtingen samenstelling van het toezichtcomité ter implementatie van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkelingvoor de periode 2007-2013 worden de woorden « de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw,Zeevisserij en Plattelandsbeleid » vervangen door de woorden « de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen,Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid ».

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 28 juni 2007.

Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 juli 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering,Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,

K. PEETERS

TRADUCTION

AUTORITE FLAMANDE

[C − 2007/36562]F. 2007 — 381619 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 avril 2007

portant création et composition du comité de suivi en vue de l’exécution du Programme flamand pour leDéveloppement rural pour la période 2007-2013

Le Gouvernement flamand,

Vu le décret du 3 mars 2004 relatif au subventionnement de méthodes de production agricole plus durables et àl’agrément de centres pour une agriculture plus durable, modifié par le décret du 22 avril 2005;

Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 avril 2007 portant création et composition du comité de suivi en vuede l’exécution du Programme flamand pour le Développement rural pour la période 2007-2013;

Considérant que la modification de la composition du Gouvernement flamand requiert une adaptation de l’arrêtédu Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 27 avril 2007 portant création etcomposition du comité de suivi en vue de l’exécution du Programme flamand pour le Développement rural pour lapériode 2007-2013;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 10 juillet 2007;Sur la proposition du Ministre flamand des Réformes institutionnelles, des Ports, de l’Agriculture, de la Pêche en

mer et de la Ruralité;Après délibération,

Arrête :

Article 1er. Dans l’article 2, § 2, points 1° et 2° de l’arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté duGouvernement flamand du 27 avril 2007 portant création et composition du comité de suivi en vue de l’exécution duProgramme flamand pour le Développement rural pour la période 2007-2013, les mots ″le Ministre flamand desRéformes institutionnelles, de l’Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité″ sont remplacés par les mots ″leMinistre flamand des Réformes institutionnelles, des Ports, de l’Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité″.

Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 28 juin 2007.

Art. 3. Le Ministre flamand qui a la Politique agricole dans ses attributions, est chargé de l’exécution du présentarrêté.

Bruxelles, le 19 juillet 2007.

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Ministre flamand des Réformes institutionnelles,des Ports, de l’Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité,

K. PEETERS

COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE

[C − 2007/29227]F. 2007 — 3817

19 JUILLET 2007. — Décret portant assentiment à l’Accord de coopération conclu le 1er février 2007 entre la Régionde Bruxelles-Capitale, la Communauté francaise et la Commission communautaire francaise relatif àl’équipement mis à disposition dans le cadre de la revalorisation de l’enseignement qualifiant et à lacollaboration entre les Centres de technologies avancées et les Centres de référence professionnelle (1)

Le Parlement de la Communauté francaise a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce qui suit :

Article 1er. Assentiment est donné à l’accord de coopération du 1er février 2007 conclu entre la Région deBruxelles-Capitale, la Communauté francaise et la Commission communautaire francaise relatif à l’équipement mis àdisposition dans le cadre de la revalorisation de l’enseignement qualifiant et à la collaboration entre les Centres detechnologies avancées et les Centres de référence professionnelle.

48742 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 51: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 2. Cet accord de coopération est annexé au présent décret.

Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge.

Donné à Bruxelles, le 19 juillet 2007.

La Ministre-Présidente du Gouvernement de la Communauté francaise,chargée de l’Enseignement obligatoire et de Promotion sociale,

M. ARENA

La Vice-Présidente et Ministre de l’Enseignement supérieur,de la Recherche scientifique et des Relations internationales,

M.-D. SIMONET

Le Vice-Président et Ministre du Budget et des Finances,M. DAERDEN

Le Ministre de la Fonction publique et des Sports,C. EERDEKENS

La Ministre de la Culture, de l’Audiovisuel et de la Jeunesse,F. LAANAN

La Ministre de l’Enfance, de l’Aide à la Jeunesse et de la Santé,C. FONCK

Note

(1) Session 2006-2007.Documents du Parlement. — Projet de décret, n° 435-1. — Rapport, n° 435-2.Compte-rendu intégral. — Discussion et adoption. Séance du mardi 17 juillet 2007.

Accord de coopération entre la Région de Bruxelles-Capitale, la Communauté francaise et la Commissioncommunautaire francaise relatif à l’équipement mis à disposition dans le cadre de la revalorisation del’enseignement qualifiant et à la collaboration entre les Centres de technologies avancées et les Centres deréférence professionnelle

Vu les articles 1er, 39, 127, 128, 134 et 138 de la Constitution;Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 92bis, § 1er, inséré par la loi

spéciale du 8 août 1988 et modifié par la loi spéciale du 16 juillet 1993;Vu le décret II du Conseil de la Communauté francaise du 19 juillet 1993 attribuant l’exercice de certaines

compétences de la Communauté francaise à la Région wallonne et à la Commission communautaire francaise;Vu le décret III de la Commission communautaire francaise du 22 juillet 1993 attribuant l’exercice de certaines

compétences de la Communauté francaise à la Commission communautaire francaise;Considérant que la Région de Bruxelles-Capitale a fait de l’emploi des jeunes une priorité transversale de sa

politique, tel que traduite par le Contrat pour l’Economie et l’Emploi et opérationnalisée dans le Plan pour l’emploi desBruxellois;

Considérant le Pacte Social pour l’Emploi des bruxellois conclu le 11 juin 2002;Considérant la décision du Comité Bruxellois de Concertation Economique et Sociale du 2 juillet 2003 relatif au

cahier des charges des centres de référence;Considérant que la réussite de cette politique implique notamment la formation optimale des jeunes filles et des

jeunes gens qui suivent les cours de l’enseignement qualifiant (enseignement secondaire technique de qualification etprofessionnel, enseignement en alternance, enseignement spécialisé de formes 3 et 4), de l’enseignement de promotionsociale et de l’enseignement supérieur non universitaire;

Considérant que le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale a fait de la création de centres de référenceune priorité de sa législature, en vue de favoriser l’adéquation entre les besoins des entreprises et les offres deformation, de promouvoir la formation professionnelle des Bruxellois pour les métiers porteurs;

Considérant les engagements de la Communauté francaise, inscrits dans son Contrat pour l’école, de revaloriserl’enseignement qualifiant et de développer une politique cohérente en matière d’investissements en équipements;

Considérant que la Communauté francaise développe, dans le cadre de la Commission communautaire desprofessions et des qualifications (CCPQ), la définition de profils de qualification sur base desquels ont été construits desprofils de formation;

Considérant que la réalisation concrète des profils de formation exige, entre autres, la mise à dispositiond’équipements pédagogiques de qualité ainsi que des efforts complémentaires de formation en cours de carrière desenseignants;

Considérant dès lors qu’il apparaît opportun de conclure un accord de coopération relatif à la revalorisation del’enseignement qualifiant par : d’une part l’ouverture des Centres de référence à l’enseignement qualifiant,l’enseignement de promotion sociale, l’enseignement supérieur non universitaire, aux formateurs de l’EspaceFormation PME, ainsi qu’aux enseignants dans le cadre du projet Cyberclasses, et d’autre part la mise à dispositiond’équipements pédagogiques de qualité permettant d’assurer les synergies les plus efficientes entre la politiquerégionale de l’emploi et les politiques communautaires de la formation professionnelle et de développement del’enseignement qualifiant, de l’enseignement de promotion sociale et de l’enseignement supérieur non universitaire;

Considérant que les objectifs de la Communauté francaise et de la Région de Bruxelles-Capitale convergent versdes outils similaires;

Considérant qu’il convient en conséquence de s’assurer que ces outils soient mis en place de manière cohérente etconcertée, et que des synergies soient réalisées là où cela s’avère possible;

La Communauté francaise, représentée par son Gouvernement, en la personne de sa Ministre-Présidente MarieARENA, en charge de l’Enseignement obligatoire et de l’Enseignement de promotion sociale et de la Ministre del’Enseignement supérieur et de la Recherche scientifique, Marie-Dominique SIMONET;

48743MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 52: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

La Région de Bruxelles-Capitale, représentée par son Gouvernement, en la personne de son Ministre-Président,Charles PICQUE et du Ministre de l’Emploi et de l’Economie, Benoit CEREXHE;

EtLa Commission Communautaire Francaise, représentée par son Collège, en la personne de son Ministre-Président,

Benoit CEREXHE, et de la Ministre de la formation professionnelle et de l’enseignement, Francoise DUPUIS;Ont convenu ce qui suit :Article 1er. Mise à disposition des centres de référence professionnelle (CDR) et création des centres de

technologies avancées (CTA)La revalorisation de l’enseignement qualifiant se fera notamment au travers de deux types d’actions :1) La mise à disposition par les CDR régionaux d’une capacité d’accueil à destination des élèves et des enseignants

de l’enseignement qualifiant du 3e degré (en ce compris le spécialisé de forme 4 et les enseignants du spécialisé deforme 3), de l’enseignement de promotion sociale et de l’enseignement supérieur non universitaire, des formateurs del’Espace Formation PME, ainsi qu’aux enseignants dans le cadre du Plan Multimédia, ainsi que l’organisation d’actionsde sensibilisation et d’information spécifiques à destination des élèves et des enseignants de l’enseignement qualifiantdu 1er et du 2e degré (à l’exception des élèves du spécialisé de forme 3 mais en ce compris le spécialisé de forme 4).

Cette mise à disposition devra être clairement identifiée :a) Globalement au sein de l’inventaire des formations réalisées dans le cadre des CDR ou de leurs plateformes

partenariales.b) Plus spécifiquement, au sein de chaque convention bilatérale passée entre le pouvoir organisateur, qui le cas

échéant peut déléguer sa compétence, de l’établissement d’enseignement dont dépendent les élèves et enseignants etle CDR.

c) Et pour ce qui concerne les formations interréseaux à destination des enseignants de l’enseignement qualifiant,au sein du catalogue de formation de l’Institut de formation en cours de carrière (IFC), de telle manière que les tempsde formation des enseignants soient valorisés dans le cadre de leur formation continue.

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale s’engage à créer, d’ici à 2009, 5 CDR.Pour ce type d’action, l’objectif est d’atteindre à l’échéance 2013, 25 % du volume de la capacité d’accueil des CDR

au bénéfice des élèves et des enseignants. Cette capacité d’accueil tendra à être répartie pour 22,5 % au bénéfice desélèves et des enseignants de l’enseignement qualifiant et 2,5 % de la capacité d’accueil au bénéfice des élèves et desenseignants de l’enseignement de promotion sociale et de l’enseignement supérieur non universitaire, des formateursde l’Espace Formation PME, ainsi qu’aux enseignants dans le cadre du Plan Multimédia.

Pour atteindre cet objectif :Les établissements d’enseignement adaptent l’organisation des cours pour y intégrer l’offre de formation proposée

dans le cadre des CDR ou de leurs plateformes partenariales de telle manière que les temps de formation des élèvessoient valorisés dans le cadre de leurs éventuels stages actuels et de leurs futurs stages professionnalisants.

L’Institut de formation en cours de carrière (IFC) est chargé d’assurer la promotion de ce dispositif auprès desenseignants.

Le Gouvernement de la Communauté francaise, en tant que coordonnateur du réseau des CTA labellisés, est chargéd’assurer la promotion de ce dispositif auprès des établissements d’enseignement qualifiant, sur base notamment desinformations transmises par le Comité de pilotage institué par l’article 6.

2) La création des Centres de Technologies Avancées (CTA) :Un CTA est une infrastructure mettant des équipements de pointe à disposition des élèves et des enseignants, quels

que soient le réseau et le caractère d’enseignement, ainsi que des demandeurs d’emploi et des travailleurs, en vue dedévelopper des formations qualifiantes. Cette offre de formation qualifiante doit être complémentaire, au niveaugéographique et sectoriel, à l’offre de formation des CDR.

Chaque CTA labellisé est placé sous la direction du chef de l’établissement dans lequel il se situe ou du Présidentde l’association sans but lucratif qui en assure la gestion. Le Conseil d’administration des asbl assurant la gestion desCTA devra être composé en inter-réseaux.

Les CTA sont labellisés dans le respect d’un cahier des charges approuvé par le Gouvernement de la Communautéfrancaise.

Ce cahier des charges prévoit notamment les critères d’éligibilité suivants :a) Chaque CTA labellisé accueille sans discrimination les élèves et les enseignants des établissements

d’enseignement qualifiant (à l’exception du spécialisé de forme 3 mais en compris le spécialisé de forme 4),d’enseignement de promotion sociale et d’enseignement supérieur non universitaire sur base de conventions bilatéralesentre, d’une part le Pouvoir organisateur (qui le cas échéant peut déléguer sa compétence) de l’établissementd’enseignement qualifiant au sein duquel se situe le CTA ou le Président de l’asbl qui assure la gestion du CTA etd’autre part les Pouvoirs organisateurs (qui le cas échéant peuvent déléguer leur compétence) des établissementsd’enseignement qualifiant, de promotion sociale et du supérieur non universitaire;

Ces conventions bilatérales doivent prévoir les engagements respectifs des deux parties en matière de modalitésd’accès aux équipements et de programme de formation spécifique.

b) Chaque CTA labellisé accueille également sans discrimination les demandeurs d’emploi et les travailleurs surbase de conventions bilatérales entre, d’une part le Pouvoir organisateur (qui le cas échéant peut déléguer sacompétence) de l’établissement d’enseignement qualifiant au sein duquel se situe le CTA ou le Président de l’asbl quiassure la gestion du CTA et d’autre part Bruxelles Formation dans le cas de demandeurs d’emploi ou, tout acteurpertinent selon des modalités déterminées par un protocole sectoriel dans le cas de travailleurs.

Ces conventions bilatérales prévoient les engagements respectifs des deux parties en matière de modalités d’accèsaux équipements et de programme de formation spécifique.

c) L’implantation des CTA labellisés tient compte de la localisation des CDR ainsi que des infrastructures deformation ou d’enseignement qualifiant développés dans les mêmes secteurs afin d’assurer une couverturegéographique maximale de l’offre de formation qualifiante et de développer une offre de formation adéquate parrapport aux besoins des secteurs concernés.

d) Chaque CTA labellisé s’inscrit dans la mise en oeuvre d’une offre de formation harmonisée, en relation d’unepart avec les pénuries d’emploi constatées par l’ORBEm, et les Fonds sectoriels sur la zone d’enseignement du CTAconcerné ou des zones d’enseignement avoisinantes et d’autre part avec les besoins en équipement constatés au traversdu cadastre des équipements pédagogiques visé à l’article 2.

e) Chaque CTA labellisé s’inscrit dans une politique de formation en cours de carrière des professeurs del’enseignement qualifiant, par exemple en favorisant la formation de ses enseignants dans les CDR.

f) Chaque CTA labellisé s’inscrit dans l’application des profils de formation tels que définis dans le cadre de laCCPQ.

48744 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 53: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Ce cahier des charges prévoit notamment les critères de priorité suivants :a) Une priorité est accordée aux projets de CTA dont les collaborations avec d’autres établissements

d’enseignement sont formalisées.b) Une priorité est accordée aux CTA localisés au sein d’un établissement d’enseignement qualifiant.c) Une priorité est accordée aux projets de CTA dans les secteurs pour lesquels des pénuries d’emploi sont

constatées.d) Une priorité est également accordée aux projets de CTA ayant recu un avis favorable du Conseil de zone de

l’enseignement confessionnel et du Conseil de zone de l’enseignement non confessionnel de la zone concernée.e) Une priorité est enfin accordée aux projets de CTA ayant recu un avis favorable de la part du fonds sectoriel

concerné et des Comités de gestion de l’ORBEm et de Bruxelles Formation tel que visé à l’article 4.Grâce aux moyens prévus à l’article 3, 2°, le Gouvernement de la Communauté francaise s’engage à créer, à

l’échéance 2013, 3 CTA labellisés. Ce nombre de CTA créés à Bruxelles pourra toutefois s’élever à 6 en cas decofinancement FEDER.

L’objectif est d’atteindre à l’échéance 2013, 25 % de la capacité d’accueil des CTA au bénéfice des demandeursd’emploi et des travailleurs.

Les établissements d’enseignement adaptent l’organisation des cours pour y intégrer l’offre de formation proposéepar les CTA de telle manière que les temps de formation des élèves soient valorisés dans le cadre de leurs éventuelsstages actuels et de leurs futurs stages professionnalisants.

Les CTA labellisés adaptent l’organisation des formations en rentabilisant au maximum les plages horaires afin d’yintégrer l’offre de formation à destination des demandeurs d’emploi et des travailleurs.

L’Institut de formation en cours de carrière (IFC) est chargé d’assurer la promotion de ce dispositif auprès desenseignants.

Le réseau des CTA labellisés est coordonné par le Gouvernement de la Communauté francaise.La coordination du réseau des CTA labellisés consiste notamment en :1° L’élaboration du cahier des charges de labellisation;2° L’élaboration et la mise à jour du cadastre des équipements disponibles;3° Le lancement de l’appel à projets inter réseaux;4° L’analyse des projets au niveau administratif et financier;5° La demande d’avis au Comité de gestion de l’ORBEm et aux fonds sectoriels sur base du cadastre des

équipements disponibles;6° La préparation et le suivi des travaux de la Commission de suivi opérationnel visée à l’article 8;7° L’exécution des décisions du Gouvernement de la Communauté francaise;8° La promotion du dispositif auprès des établissements d’enseignement qualifiant en concertation avec l’IFC;9° L’élaboration d’indicateurs et d’outils statistiques permettant la vérification et le contrôle de l’accès aux

équipements à disposition;10° L’évaluation de la mise en oeuvre des actions;11° La centralisation des projets de CTA sur le territoire bruxellois en vue du dépôt de dossiers de candidatures

dans le cadre de l’appel à projet lancé par la Région de Bruxelles-Capitale pour la répartition des moyens financiersissus du FEDER.

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale et le Gouvernement de la Communauté francaise, en tant quecoordonnateur du réseau des CTA labellisés, se concertent périodiquement afin de créer une complémentaritégéographique et sectorielle entre les deux réseaux existants.

3) Modalités de collaboration entre CDR et CTA :Lorsque la création d’un CTA est envisagée soit dans un secteur où existe un CDR soit dans un secteur où la

création d’un CDR est envisagée, le Comité de pilotage visé à l’article 6 évaluera, en fonction des besoins des secteursprofessionnels, les modalités de collaboration entre le CTA et le CDR.

Ces modalités de collaboration comprennent la possibilité de conclure des conventions ou, le cas échéant, de créerune même association regroupant le CDR et le CTA. Ces projets de collaboration seront approuvés par lesGouvernements de la Communauté francaise et de la Région de Bruxelles-Capitale. Ceci sera notamment le cas en vuede rationaliser les besoins en équipements spécifiques.

Article 2. Le cadastre des équipements pédagogiquesAfin d’améliorer la qualité de l’enseignement et de la formation qualifiante et éviter la dispersion des moyens,

l’investissement dans de nouveaux équipements pédagogiques de qualité se fera en phase avec la réalité du monde dutravail et en fonction des équipements et des infrastructures disponibles, notamment en cohérence avec lesinvestissements réalisés dans les CDR.

Ainsi, afin d’entreprendre au mieux les actions décrites à l’article 1er, les ressources existantes seront identifiées.Pour ce faire, et conformément aux décisions du Gouvernement conjoint entre la Communauté francaise et la

Région de Bruxelles-Capitale du 25 novembre 2005 et le Gouvernement conjoint entre la Communauté francaise et laCommission Communautaire Francaise du 25 novembre 2005, la Région de Bruxelles-Capitale, la CommissionCommunautaire Francaise et la Communauté francaise mettent en place et chargent une Task force administrativepermanente d’établir un cadastre des équipements pédagogiques de qualité et des infrastructures de formation etd’enseignement qualifiant actuellement à disposition.

La coordination de cette Task force est assurée par le Gouvernement de la Communauté francaise.Le financement du cadastre des équipements est pris en charge par la Ministre de l’Enseignement obligatoire et la

Ministre de la formation de la Commission Communautaire francaise.Cette Task force rassemble les représentants de la Direction générale de l’enseignement obligatoire, de la Direction

générale de l’enseignement non obligatoire et de la recherche scientifique, des opérateurs de formation qualifiante, etde l’asbl visée à l’article 3.

Ce cadastre est élaboré de manière harmonisée, les informations récoltées devant l’être sur une base commune demanière à pouvoir les comparer et identifier les double emplois ou les carences potentiels.

Ce cadastre s’enrichit des données et ressources disponibles auprès des Centres de formation sectoriels, desCentres de formation privés, des entreprises publiques ou privées, des Hautes écoles et des Universités.

Au-delà du simple inventaire, le cadastre évalue notamment l’accessibilité, la qualité, le coût et l’employabilité deséquipements.

Seul le matériel pédagogique amortissable est pris en considération. Le matériel recensé est réparti par zoned’enseignement (Bruxelles constituant une zone d’enseignement à part entière) et par secteur.

48745MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 54: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Les résultats de ce cadastre sont régulièrement confrontés aux besoins des opérateurs de formation et desétablissements d’enseignement ainsi qu’aux besoins des utilisateurs potentiels.

Ce cadastre constitue également un outil d’évaluation sur lequel peuvent se reposer les Fonds sectoriels pourremettre leurs avis à la Commission visée à l’article 8 concernant la pertinence des investissements dans le cadre de lasélection des équipements pédagogiques des CTA labellisés.

Ce cadastre prend également en compte les infrastructures disponibles et leur accessibilité pour l’ensemble desbénéficiaires.

Afin d’assurer la cohérence entre les projets bruxellois et wallons, les membres de la Task force administrativepermanente mise en place dans le cadre de l’Accord de coopération entre la Communauté francaise et la Régionwallonne relatif à l’équipement mis à disposition dans le cadre de la revalorisation de l’enseignement qualifiant du14 juillet 2006 sont invités à participer aux travaux de la présente Task force administrative permanente.

Article 3. Les moyens1) Afin de réaliser les actions décrites à l’article 1er, 1° :Les crédits régionaux destinés au financement des CDR sont affectés en partie au financement des frais de

fonctionnement des CDR pour leurs actions à destination de l’enseignement.Sous réserve des marges budgétaires disponibles, des crédits seront décidés annuellement par le Gouvernement de

la Région de Bruxelles-Capitale pour les exercices 2007 à 2013. Ceux-ci sont notamment consacrés aux actions àdestination des élèves et des enseignants afin d’atteindre les objectifs décrits à l’article 1er, 1°.

2) Afin de réaliser les actions décrites à l’article 1er, 2° :Les moyens que prévoit le décret de la Communauté francaise du 28 avril 2004 garantissant l’équipement

pédagogique de l’enseignement secondaire technique et professionnel, au profit des écoles situées en Régionbruxelloise, sont affectés, à partir de 2007, pour partie au financement des équipements pédagogiques des CTAlabellisés ainsi qu’au financement de l’aménagement des locaux permettant d’accueillir les équipements pédagogiquesdes CTA labellisés.

Ainsi, le décret du 28 avril 2004 prévoit des moyens jusqu’en 2010 : 5.356.468 S en 2007, 5.652.468 S en 2008,6.197.338 S en 2009 et 6.197.338 S en 2010.

Des crédits supplémentaires seront prévus pour les exercices 2011, 2012 et 2013 sous réserve des margesbudgétaires disponibles.

Une somme de 150.000 euros est prélevée sur les montants précités pour le subventionnement d’une associationsans but lucratif dont l’assemblée générale est composée par les représentants des réseaux d’enseignement qualifiant,issus pour moitié de l’enseignement non confessionnel et pour l’autre moitié de l’enseignement confessionnel, désignéspar le Gouvernement de la Communauté francaise sur proposition du Conseil général de concertation del’enseignement secondaire et d’un représentant de la Ministre de l’Enseignement obligatoire et de promotion sociale.

Elle a pour objet de prospecter les entreprises, les CDR et les Centres de formation régionaux et communautaires,les Universités, les Centres de recherche agréés, les Hautes écoles et les administrations publiques susceptibles de céderdu matériel aux établissements d’enseignement qualifiant et de promotion sociale, de leur faire connaître les besoins enmatériel de ces établissements et de répartir équitablement le matériel entre les établissements des différents réseaux.

La proposition de répartition tient compte des priorités établies par la Commission de suivi visée à l’article 8.Cette proposition se base sur les résultats du cadastre des équipements pédagogiques.A ce titre, cette asbl fait partie de la Task force administrative permanente visée à l’article 2.Une somme de 100.000S peut également être prélevée annuellement sur les montants précités pour la prise en

charge des frais de déplacement des élèves et des enseignants, de l’établissement d’enseignement d’origine vers lesCTA labellisés, ou pour leur hébergement. Cette somme est répartie entre la Région wallonne et la Région deBruxelles-Capitale au prorata de la population scolaire inscrite dans les sections visées par le présent Accord decoopération.

La prise en charge de ces frais de déplacement et d’hébergement se fait sur base d’une tarification commune établiepar le Gouvernement de la Communauté francaise.

En fonction des marges budgétaires disponibles, des montants complémentaires pourront être affectés par laCommunauté francaise, si besoin, à la prise en charge de ces frais de déplacements.

Les montants prévus par le décret du 28 avril 2004, dont sont déduites les sommes affectées à l’asbl précitée et auxfrais de déplacement et d’hébergement des élèves et des enseignants vers les CTA sont répartis entre les écoles de laRégion wallonne et de la Région de Bruxelles-Capitale au prorata de la population scolaire inscrite dans les sectionsvisées par le présent Accord de coopération.

S’il s’avère que la part de la Région de Bruxelles-Capitale du montant affecté aux frais de déplacement etd’hébergement des élèves et des enseignants vers les CTA n’était pas utilisée en tout ou en partie, la somme nondépensée serait réaffectée au financement des équipements pédagogiques des CTA ainsi qu’au financement del’aménagement des locaux permettant d’accueillir les équipements pédagogiques des CTA labellisés.

La part des moyens consacrés aux écoles situées en Région bruxelloise permet de financer la création de CTA àpartir de 2007 tout en continuant à consacrer des moyens à la modernisation de l’équipement pédagogique desétablissements d’enseignement qualifiant.

Les moyens que prévoit le Décret du 28 avril 2004 pour l’exercice 2006, afin de moderniser les équipementspédagogiques des établissements d’enseignement qualifiant situés en Région bruxelloise seront maintenus à niveauconstant de 2007 à 2013.

Les moyens consacrés aux CTA labellisés sont affectés exclusivement à l’achat d’équipements pédagogiques dequalité et à l’aménagement des locaux permettant d’accueillir les équipements acquis.

Les équipements et les bâtiments acquis restent la propriété de la Communauté francaise qui peut en reprendrepossession dés lors que la labellisation serait retirée au CTA.

Par ailleurs, la Communauté francaise désigne trois chargés de mission pour assurer la gestion des dossiersadministratifs et financiers des projets de CTA.

Les montants affectés aux actions décrites à l’article 1er, 1° et 2° sont utilisés conformément aux modalités prévuesà l’article 4.

Article 4.§ 1er. Pour les CDR :Les enseignants sont formés par les formateurs actifs dans le cadre des CDR ou de leurs plateformes partenariales.Les élèves sont formés soit par leurs propres enseignants lorsque ces derniers ont été formés préalablement dans

le CDR, soit par les formateurs actifs dans le cadre des CDR en présence de leurs enseignants.

48746 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 55: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Les frais de personnel liés aux formations des élèves et des enseignants sont pris en charge par les opérateurspublics de formation et les fonds sectoriels sur base de convention de partenariat.

Les frais de formation des élèves et des enseignants, tels que les consommables de base, les assurances, visitesmédicales sont pris en charge et de la responsabilité des établissements d’enseignement et des fonds sectoriels sur basede convention de partenariat.

Les engagements respectifs des parties en matière de modalités d’accès aux équipements aux bénéficiairesmentionnés à l’article 1er, 1° sont définis dans le cadre de conventions bilatérales conclues entre les directeurs des CDRd’une part et les Pouvoirs organisateurs (qui le cas échéant peuvent déléguer leur compétence) des établissementsd’enseignement concernés d’autre part.

§ 2. Pour les CTA :

L’accès aux montants présentés à l’article 3 sont conditionnés, pour les CTA labellisés, dans le cadre de l’actionvisée à l’article 1er, 2°, par :

a) Le respect des six critères mentionnés à l’article 1er, 2°.

b) Pour chaque zone, la demande d’un avis au Conseil de zone de concertation de l’enseignement confessionnelet au Conseil de zone de concertation de l’enseignement non confessionnel sur base du cadastre des équipementsdisponibles.

c) La sollicitation d’un avis, auprès du fonds sectoriel concerné et des Comités de gestion de l’ORBEm et deBruxelles formation, sur la pertinence sectorielle et géographique des acquisitions.

Les élèves en formation dans un CTA sont accompagnés par leurs propres enseignants.

Ces derniers doivent avoir recu préalablement une formation adéquate eu égard au matériel mis à disposition parle CTA et devront pouvoir en attester.

Les enseignants peuvent suivre cette formation notamment dans un CDR, dans le CTA concerné ou dans un autreCTA.

Les coûts liés aux formations (à l’exclusion des coûts administratifs qui sont à la charge des CTA) sont pris encharge et de la responsabilité des établissements d’enseignement d’origine sur base d’une tarification commune établiepar le Gouvernement de la Communauté francaise.

L’organisation et le contrôle du transport et de l’hébergement des élèves et des enseignants sont de la responsabilitéde l’établissement d’enseignement d’origine.

Une somme de 100.000S peut être prélevée annuellement sur les montants visés à l’article 3 pour la prise en chargedes frais de déplacement des élèves et des enseignants, de l’établissement d’enseignement d’origine vers les CTAlabellisés, ou pour leur hébergement. Ce montant est réparti entre la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitaleau prorata de la population scolaire inscrite dans les sections visées par le présent Accord de coopération. La prise encharge de ces frais de déplacement et d’hébergement se fait sur base d’une tarification commune établie par leGouvernement de la Communauté francaise.

En fonction des marges budgétaires disponibles, des montants complémentaires peuvent être affectés par laCommunauté francaise, si besoin, à la prise en charge de ces frais de déplacements et d’hébergement.

Les demandeurs d’emploi et les travailleurs sont formés par des formateurs des opérateurs publics de formation.

Les coûts de formation, frais de déplacement et frais de stagiaires des demandeurs d’emploi sont pris en chargepar les opérateurs publics de formation ayant conclu une convention avec le Pouvoir organisateur (qui le cas échéantpeut déléguer sa compétence) de l’établissement d’enseignement qualifiant au sein duquel se situe le CTA ou lePrésident de l’asbl qui assure la gestion du CTA.

La formation des travailleurs est payante sur base d’une tarification commune établie par le Gouvernement de laCommunauté francaise.

Les coûts de formation des travailleurs (à savoir les frais de fonctionnement des équipements mis à disposition)sont pris en charge selon les modalités définies dans le cadre des conventions conclues entre la Ministre del’Enseignement obligatoire et de promotion sociale et les fonds sectoriels ou par les entreprises selon des modalitésdéterminées dans le cadre de protocoles sectoriels.

Article 5. Fonds structurels européens

Des financements complémentaires seront recherchés dans le cadre de l’appel à projet de la programmation2007-2013 du FEDER et auprès des partenaires sociaux dans le cadre des fonds sectoriels.

L’intervention des fonds sectoriels sera déterminée dans le cadre des conventions conclues entre les Ministres dela Formation et de l’Enseignement qualifiant, les opérateurs de formation professionnelle et les fonds sectoriels.

Dés lors qu’il s’agit de formations de demandeurs d’emploi et de travailleurs, les incitants financiers à la formation,qu’ils soient régionaux, provinciaux ou fédéraux pourront être mobilisés.

Article 6. Comité de pilotage

Les Gouvernements mettent en place un Comité de pilotage.

Le Comité de pilotage est composé de :

1° Un représentant du Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale et un représentant du Ministre del’Emploi et de l’Economie pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale.

2° Un représentant de la Ministre de l’Enseignement obligatoire, un représentant de la Ministre de l’Enseignementde promotion sociale et un représentant de la Ministre de l’Enseignement supérieur et la Recherche scientifique pourle Gouvernement de la Communauté francaise.

3° Un représentant de la Ministre de la formation professionnelle et de l’enseignement pour le Collège de laCommission Communautaire francaise.

4° Six représentants des interlocuteurs sociaux bruxellois désignés par le Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale sur proposition du Conseil économique et social de la Région de Bruxelles-Capitale (CESRBC).

48747MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 56: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

5° Trois membres désignés par les organisations syndicales représentatives des membres du personnel del’enseignement organisé ou subventionné par la Communauté francaise.

6° Un représentant de l’ORBEm, avec voix consultative, assurant alternativement le secrétariat.

7° Un représentant de Bruxelles-Formation avec voix consultative.

8° Un représentant de la Direction générale de l’Enseignement obligatoire de la Communauté francaise avec voixconsultative, assurant alternativement le secrétariat.

L’ORBEm et le Gouvernement de la Communauté francaise, en tant que coordonnateur du réseau d’enseignementdes CTA labellisés, sont chargés de fournir au Comité de pilotage un rapport semestriel conjoint contenant lesindicateurs de réalisation et d’impact des actions financées.

La présidence du Comité de pilotage est assurée alternativement, tous les six mois, par le représentant du Ministrede l’Emploi pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale et par le représentant de la Ministre del’Enseignement obligatoire pour le Gouvernement de la Communauté francaise.

Article 7. Missions du comité de pilotage

Le Comité de pilotage est notamment chargé :

1° De superviser la mise en oeuvre du plan d’équipement pédagogique des CTA labellisés et l’ouverture des CDRà l’enseignement.

2° D’évaluer les possibilités de collaboration entre les CTA et les CDR, y compris par le biais d’une associationcommune entre les deux structures, compte tenu du souci de cohérence de la politique d’équipement technique pourl’enseignement et la formation.

3° D’évaluer les actions mises en oeuvre dans le cadre du présent Accord de coopération.

4° D’adresser une évaluation annuelle globale ainsi que tout avis de nature à mieux rencontrer les objectifs définisà l’article 1er aux ministres ainsi qu’à la Commission de pilotage créée par le Décret du 27 mars 2002 relatif au pilotagedu système éducatif de la Communauté francaise. Cette évaluation est transmise pour information au Conseiléconomique et social de la Région bruxelloise.

Le Comité de pilotage prend ses décisions par consensus.

Les Gouvernements arrêtent les modalités de fonctionnement du Comité de pilotage et approuvent son règlementd’ordre intérieur, sur proposition de ce dernier, dans les 3 mois de l’entrée en vigueur du présent Accord decoopération.

Article 8. Commission de suivi opérationnel

Les Gouvernements mettent en place une Commission de suivi opérationnel.

Cette Commission est chargée, suite à un appel à projets interréseaux et sur base du cadastre des équipements etdes besoins de formation identifiés par zone d’enseignement, de :

1° Soumettre au Gouvernement de la Communauté francaise une proposition de sélection des projets de CTA. Surbase de cette proposition, le Gouvernement de la Communauté francaise sélectionne les projets de CTA et leur octroile label « CTA ».

2° Sélectionner les demandes d’équipement pédagogique et d’aménagement des locaux devant accueillir leséquipements des CTA et de les soumettre au Gouvernement de la Communauté francaise.

Cette Commission de suivi opérationnel est composée de :

1° Un représentant de la Ministre de l’Enseignement obligatoire et un représentant de la Ministre del’Enseignement de promotion sociale pour le Gouvernement de la Communauté francaise.

2° Quatre représentants des réseaux d’enseignement, issus pour moitié de l’enseignement non confessionnel etpour l’autre moitié de l’enseignement confessionnel, désignés par le Gouvernement de la Communauté francaise surproposition du Conseil général de concertation de l’enseignement secondaire.

3° Le Directeur général de l’Enseignement obligatoire de la Communauté francaise ou son représentant avec voixconsultative.

4° Un représentant de l’Office régional bruxellois de l’emploi avec voix consultative.

5° Un représentant de la Direction générale de l’Enseignement obligatoire de la Communauté francaise avec voixconsultative, assurant le secrétariat.

6° Un représentant de Bruxelles-Formation avec voix consultative.

La présidence de la Commission de suivi opérationnel est assurée par le représentant de la Ministre del’Enseignement obligatoire pour le Gouvernement de la Communauté francaise.

Cette Commission de suivi opérationnel prend ses décisions concernant les propositions de sélection des projetsde CTA par consensus. Lorsque celui-ci ne peut être atteint, la Commission prend ses décisions à la majorité desmembres présents ayant voix délibérative. En cas de parité, la voix du Président est prépondérante.

Afin d’assurer la cohérence entre les projet bruxellois et wallons, les membres de la seconde Commission de suiviopérationnel mise en place dans le cadre de l’Accord de coopération entre la Communauté francaise et la Régionwallonne relatif à l’équipement mis à disposition dans le cadre de la revalorisation de l’enseignement qualifiant du14 juillet 2006 sont invités à participer aux travaux de la présente Commission de suivi opérationnel.

Article 9. Procédure de labellisation

La procédure de sélection et de labellisation des CTA se déroule de la manière suivante :

1° Approbation du cahier des charges par le Gouvernement de la Communauté francaise sur proposition de lacommission de suivi opérationnel visée à l’article 8;

2° Appel à projets auprès des établissements d’enseignement qualifiant;

3° Réception et traitement administratif des candidatures par la Direction générale de l’Enseignement obligatoire;

4° Pour chaque zone, demande d’un avis au Conseil de zone de concertation de l’enseignement confessionnel etau Conseil de zone de concertation de l’enseignement non confessionnel sur base du cadastre des équipementsdisponibles;

48748 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 57: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

5° Demande d’avis aux Comités de gestion de l’ORBEm et de Bruxelles Formation et aux Fonds sectoriels sur basedu cadastre des équipements disponibles;

6° Proposition de sélection par la Commission de suivi opérationnel visée à l’article 8 sur base des critèresd’éligibilité et de priorité définis à l’article 2;

7° Avis motivé du Comité de pilotage visé à l’article 6;8° Décision de labellisation du Gouvernement de la Communauté francaise sur base des propositions de la

Commission de suivi opérationnel visée à l’article 8 et des avis motivés remis par le Comité de pilotage visé àl’article 6.

Article 10. Le présent Accord de coopération est conclu pour une durée s’étalant du 1er janvier 2007 au31 décembre 2013.

Bruxelles, le 1er février 2007.

Pour la Région de Bruxelles-Capitale :

Le Ministre-Président,Ch. PICQUE

Le Ministre de l’Emploi et de l’Economie,B. CEREXHE

Pour la Commission communautaire francaise :

Le Ministre-Président,B. CEREXHE

La Ministre de la formation professionnelle,F. DUPUIS

Pour la Communauté francaise :

La Ministre-Présidente, chargée de l’Enseignement obligatoire et de Promotion sociale,M. ARENA

La Ministre de l’Enseignement, supérieur et de la Recherche scientifique,M.-D. SIMONET

VERTALING

MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP

[C − 2007/29227]N. 2007 — 381719 JULI 2007. — Decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord gesloten op 1 februari 2007 tussen

het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissiebetreffende de uitrusting die ter beschikking wordt gesteld in het kader van de herwaardering van hetkwalificatieonderwijs en betreffende de samenwerking tussen de centra voor geavanceerde technologieën ende professionele referentiecentra (1)

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Instemming wordt betuigd met het samenwerkingsakkoord gesloten op 1 februari 2007 tussen hetBrusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende deuitrusting die ter beschikking wordt gesteld in het kader van de herwaardering van het kwalificatieonderwijs enbetreffende de samenwerking tussen de centra voor geavanceerde technologieën en de professionele referentiecentra.

Art. 2. Dat samenwerkingsakkoord wordt gevoegd bij dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2007.

De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie,M. ARENA

De Vice-Presidente, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen,M.-D. SIMONET

De Vice-President, Minister van Begroting en Financiën,M. DAERDEN

De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd,F. LAANAN

De Minister van Ambtenarenzaken en Sport,C. EERDEKENS

De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid,C. FONCK

Nota

(1) Zitting 2006-2007.Stukken van het Parlement. — Ontwerp van decreet, nr. 435-1. — Verslag, nr. 435-2.Integraal verslag. — Bespreking en aanneming. Vergadering van 17 juli 2007

48749MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 58: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE

[C − 2007/29229]F. 2007 — 381827 JUIN 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Communauté francaise autorisant l’apprentissage par immersion

Le Gouvernement de la Communauté francaise,

Vu la loi du 19 juillet 1971 relative à la structure générale et à l’organisation de l’enseignement secondaire,notamment l’article 7quater, § 1er, tel que modifié par le décret du 30 juin 2006;

Considérant la demande du Pouvoir organisateur de l’Institut Saint-Albert de Jodoigne et de l’Institut des FrèresMaristes de Mouscron;

Sur proposition de la Ministre-Présidente chargée de l’Enseignement obligatoire et de promotion sociale,

Arrête :

Article 1er. L’Institut Saint-Albert de Jodoigne est autorisé à organiser un apprentissage en immersion en languenéerlandaise en première année de l’enseignement secondaire à partir du 1er septembre 2007.

Art. 2. L’Institut des Frères Maristes de Mouscron est autorisé à organiser un apprentissage en immersion ennéerlandais au deuxième degré de l’enseignement général et au deuxième degré de l’enseignement technique detransition à partir du 1er septembre 2007.

Bruxelles, le 27 juin 2007.

Pour le Gouvernement de la Communauté francaise :

La Ministre-Présidente chargée de l’Enseignement obligatoire et de Promotion sociale,Mme M. ARENA

VERTALING

MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP

[C − 2007/29229]N. 2007 — 381827 JUNI 2007. — Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toelating van het taalbadonderwijs

De Regering van de Franse Gemeenschap,

Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs,inzonderheid op artikel 7quater, § 1, zoals gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2006;

Gelet op de aanvraag van de Inrichtende macht van het « Institut Saint-Albert de Jodoigne » en van het « Institutdes Frères Maristes de Mouscron »;

Op de voordracht van de Minister-Presidente belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Socialepromotie,

Besluit :

Artikel 1. Het « Institut Saint-Albert de Jodoigne » wordt toegelaten vanaf 1 september 2007 taalbadonderwijs teorganiseren in de Nederlandse taal in het eerste jaar secundair onderwijs.

Art. 2. Het « Institut des Frères Maristes de Mouscron » wordt toegelaten vanaf 1 september 2007 taalbadonder-wijs te organiseren in de Nederlandse taal in de tweede graad van het algemeen onderwijs en in de tweede graad vanhet technisch overgangsonderwijs.

Brussel, 27 juni 2007.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap :

De Minister-Presidente belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale promotie,Mevr. M. ARENA

DEUTSCHSPRACHIGE GEMEINSCHAFTCOMMUNAUTE GERMANOPHONE — DUITSTALIGE GEMEENSCHAP

MINISTERIUM DER DEUTSCHSPRACHIGEN GEMEINSCHAFT

[C − 2007/33062]D. 2007 — 381919. JUNI 2007 — Erlass der Regierung zur Abänderung des Erlasses der Regierung der Deutschsprachigen

Gemeinschaft vom 8. Januar 2004 über das Urlaubsgeld für die Personalmitglieder des Gemeinschaftsunter-richtswesens und des subventionierten Unterrichtswesens

Die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft,

Auf Grund des Gesetzes vom 29. Mai 1959 zur Abänderung bestimmter Bestimmungen der Unterrichtsgesetzge-bung, wie abgeändert;

Auf Grund des Gesetzes vom 1. April 1960 über die Psycho-Medizinisch-Sozialen Zentren, wie abgeändert;Auf Grund des Gesetzes vom 22. Juni 1964 über das Statut der Personalmitglieder des staatlichen Unterrichts-

wesens, insbesondere Artikel 1, wie abgeändert;Auf Grund des Protokolls Nr. S5/2007 vom 5. Juni 2007, das die Ergebnisse der in gemeinsamer Sitzung geführten

Verhandlungen des Sektorenausschusses XIX der Deutschsprachigen Gemeinschaft und des in Artikel 17 § 2 Nr. 3 desKöniglichen Erlasses vom 28. September 1984 vorgesehenen Unterausschusses enthält;

Auf Grund des Gutachtens der Finanzinspektion vom 5. Juni 2007;

48750 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 59: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Auf Grund des Einverständnisses des Ministerpräsidenten, zuständig für den Haushalt und das Personal vom13. Juni 2007;

Auf Grund der koordinierten Gesetze über den Staatsrat vom 12. Januar 1973, insbesondere Artikel 3 § 1, ersetztdurch das Gesetz vom 4. Juli 1989 und abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;

Auf Grund der Dringlichkeit;

In der Erwägung, dass die Dringlichkeit dadurch begründet ist, dass die im Basiserlass vom 8. Januar 2004angeführte Formel zur Berechnung des Urlaubsgeldes fehlerhaft ist, da gewisse Personalkategorien ungewolltbenachteiligt werden, und eine Abänderung daher umgehend zu verabschieden ist, damit fortan eine korrekteAuszahlung des Urlaubsgeldes erfolgen kann;

Auf Vorschlag des für das Unterrichtswesen zuständigen Ministers,

Nach Beratung,

Beschließt:

Artikel 1 - Artikel 3 des Erlasses der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft vom 8. Januar 2004 überdas Urlaubsgeld für die Personalmitglieder des Gemeinschaftsunterrichtswesens und des subventionierten Unterrichts-wesens wird durch nachfolgenden Wortlaut ersetzt:

„ Artikel 3 – Berechnung des Urlaubsgeldes

§ 1 Die in Artikel 1 erwähnten Personalmitglieder haben ein Recht auf Urlaubsgeld, das auf Grund folgenderFormel berechnet wird:

B x G x P12

G = indexierte Jahresbruttobesoldung, die dem Personalmitglied für den Monat März des laufenden Jahres beiVollzeitbeschäftigung zusteht. Bezieht das Personalmitglied im Monat März des laufenden Jahres keine Besoldungmehr, da es nicht mehr im Dienst ist, so entspricht «G»der Jahresbruttobesoldung, die dem Personalmitglied für denletzten Monat des laufenden Jahres oder des Vorjahres zustand, in dem es im Unterrichtswesen in der Deutschspra-chigen Gemeinschaft tätig war, multipliziert mit dem Index des Monats März des laufenden Jahres.

P = der Prozentsatz, der für die Personalmitglieder der verschiedenen Stufen wie folgt festliegt:1. Für die Stufen IV und III:

a. 85 % im Jahr 2007b. 92 % ab dem Jahr 2008

2. Für die Stufe II:a. 85 % in den Jahren 2007 und 2008b. 92 % ab dem Jahr 2009

3. Für die Stufe II+:a. 80 % in den Jahren 2007, 2008 und 2009b. 85 % ab dem Jahr 2010

4. Für die Stufe I:

a. 75 % in den Jahren 2007, 2008 und 2009

b. 80 % ab dem Jahr 2010

B = Beschäftigungsverhältnis, das je nach Personalkategorie gemäß folgender Formel berechnet wird:

1. Für die in den von der Deutschsprachigen Gemeinschaft organisierten bzw.

subventionierten Unterrichtseinrichtungen und PMS-Zentren definitiv ernannten

bzw. eingestellten Personalmitglieder, die in den von der Deutschsprachigen

Gemeinschaft organisierten bzw. subventionierten PMS-Zentren zeitweilig

bezeichneten bzw. eingestellten Personalmitglieder sowie das vertraglich

eingestellte Verwaltungs-, Unterhalts-, Fach- und Dienstleistungspersonal:

B= (T: 360) x (S: V)

T = Anzahl effektiv während des Referenzjahres geleisteter Tage, wobei ein vollständig geleisteter Monat30 Tage umfasst und die Anzahl der effektiv während des Referenzjahres geleisteten Tage in keinem Fall360 Tage überschreitet

S = effektiv erbrachte Wochenstundenanzahl

V = zu erbringende Wochenstundenanzahl bei einer Vollzeitbeschäftigung

2. Für die in den von der Deutschsprachigen Gemeinschaft organisierten bzw. subventionierten Unterrichtsein-richtungen zeitweilig bezeichneten oder eingestellten Personalmitglieder:

B = (T: 300) x (S: V)

T = Anzahl effektiv während des Referenzjahres geleisteter Tage wobei ein vollständig geleisteter Monat 30 Tageumfasst und die Anzahl der effektiv während des Referenzjahres geleisteten Tage in keinem Fall 300 Tageüberschreitet.

S = effektiv erbrachte Wochenstundenanzahl

V = zu erbringende Wochenstundenanzahl bei einer Vollzeitbeschäftigung

48751MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 60: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

3. Für die Jungdiplomierten:Bei einem Personalmitglied, das zum Ende des Referenzjahres noch keine 25 Jahre alt ist, wird auf dessen Antrag

hin innerhalb des Referenzjahres ebenfalls die Zeitspanne vom 1. Januar bis zum Dienstantritt berücksichtigt, wenn esseinen Dienst spätestens am letzten Arbeitstag einer Zeitspanne von 4 Monaten antritt, die dem Zeitpunkt folgt, an demdas Personalmitglied seine Studien, die Anrecht auf Kindergeld geben, beendet hat, oder die dem Zeitpunkt folgt, andem der Lehrvertrag des Personalmitgliedes endete. Der entsprechende Antrag ist bis spätestens 31. Mai des laufendenJahres beim Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft einzureichen. Das Beschäftigungsverhältnis wird imFalle der Jungdiplomierten gemäß folgender Formel berechnet:

B = (T: Z) x (S: V) x ((Y + Z):360)T = Anzahl effektiv zwischen dem Dienstbeginn und der Anderung des Dienstverhältnisses geleisteter Tage,

wobei ein vollständig geleisteter Monat 30 Tage umfasst und die Anzahl der effektiv während desReferenzzeitraums September bis Dezember geleisteten Tage in keinem Fall 120 Tage überschreitet.

Z = Anzahl effektiv geleisteter Tage zwischen dem 1. September und dem 31. Dezember des Referenzjahres,wobei ein vollständig geleisteter Monat 30 Tage umfasst und die Anzahl der effektiv während desReferenzzeitraums September bis Dezember geleisteten Tage in keinem Fall 120 Tage überschreitet

S = effektiv erbrachte WochenstundenanzahlV = zu erbringende Wochenstundenanzahl bei einer VollzeitbeschäftigungY = Anzahl Tage zwischen dem 1. Januar des Referenzjahres und dem Dienstantritt des PersonalmitgliedsBei der Berechnung des Urlaubsgeldes werden folgende Zeitspannen berücksichtigt:1. die Zeitspannen, für die ganz oder teilweise eine Besoldung gewährt wird;2. die Zeitspanne eines Elternschaftsurlaubes;3. die Zeitspanne der Abwesenheit im Rahmen einer Geburt, wie in Artikel 39 des Arbeitsgesetzes vom

16. März 1971 vorgesehen;4. die Zeitspanne der Abwesenheit aufgrund einer konzertierten Arbeitsniederlegung;5. die Zeitspanne, während der das Personalmitglied seinen Dienst nicht antreten konnte oder eine

Aussetzung erfolgte aufgrund der am 30. April 1962 koordinierten Milizgesetze oder der koordiniertenGesetze vom 20. Februar 1980 über das Statut der Wehrdienstverweigerer, mit Ausnahme der Wiederein-berufung als Disziplinarmaßnahme.

§ 2 Das in Anwendung von § 1 ermittelte Urlaubsgeld wird gegebenenfalls auf den höheren Eurocent aufgerundet.§ 3 Die Zuordnung der Personalmitglieder zu den in § 1 angeführten Stufen erfolgt in der Anlage zum

vorliegenden Erlass anhand der Dienstpostentabellen.«

Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt mit Wirkung vom 1. Mai 2003 in Kraft, mit Ausnahme der Regelung betreffenddie Jungdiplomierten, die am 1. Mai 2007 in Kraft tritt.

Art. 3 - Der für das Unterrichtswesen zuständige Minister wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlassesbeauftragt.

Eupen, den 19. Juni 2007

Für die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft:

Der Ministerpräsident, Minister für lokale BehördenK.-H. LAMBERTZ

Der Minister für Unterricht und wissenschaftliche Forschung,O. PAASCH

TRADUCTION

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE GERMANOPHONE

[C − 2007/33062]F. 2007 — 3819

19 JUIN 2007. — Arrêté du Gouvernement modifiant l’arrêté du Gouvernement de la Communauté germanophonedu 8 janvier 2004 relatif au pécule de vacances octroyé aux membres du personnel de l’enseignementcommunautaire et de l’enseignement subventionné

Le Gouvernement de la Communauté germanophone,

Vu la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de l’enseignement, telle que modifiée;

Vu la loi du 1er avril 1960 sur les centres psycho-médico-sociaux, telle que modifiée;

Vu la loi du 22 juin 1964 relative au statut des membres du personnel de l’enseignement de l’Etat, notammentl’article 1, tel que modifié;

48752 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 61: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Vu le protocole n° S5/2007 du 5 juin 2007 contenant les conclusions des négociations menées en séance communedu Comité de secteur XIX pour la Communauté germanophone et du sous-comité prévu à l’article 17, § 2, 3°, de l’arrêtéroyal du 28 septembre 1984;

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 5 juin 2007;

Vu l’accord du Ministre-Président, compétent en matière de Budget et de Personnel, donné le 13 juin 2007;

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1, remplacé par la loi du4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996;

Vu l’urgence;

Considérant que l’urgence est motivée par le fait que la formule permettant de calculer le pécule de vacances,prévue dans l’arrêté de base du 8 janvier 2004, est erronée, que certaines catégories de personnels ont dès lorsinvolontairement été lésées, de sorte qu’il faut immédiatement adopter une modification afin que le pécule de vacancespuisse dorénavant être liquidé correctement;

Sur la proposition du Ministre compétent en matière d’Enseignement;

Après délibération,

Arrête :

Article 1er. L’article 3 de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté germanophone du 8 janvier 2004 relatif aupécule de vacances octroyé aux membres du personnel de l’enseignement communautaire et de l’enseignementsubventionné est remplacé par la disposition suivante :

« Article 3 - Calcul du pécule de vacances

§ 1 - Les membres du personnel visés à l’article 1 ont droit à un pécule de vacances calculé selon la formulesuivante :

B x G x P12

G = rémunération brute annuelle indexée du membre du personnel pour le mois de mars de l’année en courslors de prestations complètes. Si, au mois de mars de l’année en cours, le membre du personnel ne percoitplus de rémunération parce qu’il n’est plus en activité de service, « G » correspond alors à la rémunérationbrute annuelle percue par le membre du personnel le dernier mois de l’année en cours ou de l’annéeprécédente où il était occupé dans l’enseignement de la Communauté germanophone, multipliée parl’indice du mois de mars de l’année en cours.

P = pourcentage fixé comme suit pour les membres du personnel des différents niveaux :1° pour les niveaux IV et III

a) 85 % en 2007b) 92 % à partir de 2008

2° pour le niveau IIa) 85 % en 2007 et 2008b) 92 % à partir de 2009

3° pour le niveau II+a) 80 % en 2007, 2008 et 2009b) 85 % à partir de 2010

4° pour le niveau Ia) 75 % en 2007, 2008 et 2009b) 80 % à partir de 2010.

B = Régime de travail par catégorie de personnel, calculé selon la formule suivante :1° Pour les membres du personnel nommés ou engagés à titre définitif dans les établissements d’enseignement et

les centres PMS organisés ou subventionnés par la Communauté germanophone, pour les membres du personneldésignés ou engagés à titre temporaire dans les centres PMS organisés ou subventionnés par la Communautégermanophone ainsi que pour les membres du personnel administratif, du personnel de maîtrise, des gens de métieret de service engagés dans les liens d’un contrat de travail :

B = (T : 360) x (S : V)T = le nombre de jours effectivement prestés au cours de l’année de référence, un mois complet comptant

30 jours et le nombre de jours effectivement prestés au cours de l’année de référence ne pouvant dépasser360;

S = le nombre total d’heures effectivement prestées hebdomadairement;V = le nombre d’heures à prester hebdomadairement pour un emploi à temps plein.2° Pour les membres du personnel désignés ou engagés à titre temporaire dans les établissements d’enseignement

organisés ou subventionnés par la Communauté germanophone :B = (T : 300) x (S : V)T = le nombre de jours effectivement prestés au cours de l’année de référence, un mois complet comptant

30 jours et le nombre de jours effectivement prestés au cours de l’année de référence ne pouvant dépasser300;

S = le nombre total d’heures effectivement prestées hebdomadairement;V = le nombre d’heures à prester hebdomadairement pour un emploi à temps plein.

48753MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 62: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

3° Pour les jeunes diplômés :Lorsqu’il s’agit d’un membre du personnel qui n’a pas encore atteint l’âge de 25 ans à la fin de l’année de référence,

la période allant du 1er janvier de l’année de référence à l’entrée en service est également prise en considération s’ilprend son service au plus tard le dernier jour ouvrable d’une période de 4 mois qui suit la date à laquelle il a terminédes études ouvrant le droit aux allocations familiales ou la date à laquelle son contrat d’apprentissage a pris fin, àcondition qu’il en fasse la demande au cours de l’année de référence. Cette demande sera introduite au plus tard le31 mai de l’année en cours auprès du Ministère de la Communauté germanophone. Le régime de travail est calculécomme suit pour les jeunes diplômés

B = (T : Z) x (S : V) x ((Y + Z) : 360)T = le nombre de jours effectivement prestés entre l’entrée en service et la modification du lien de service, un

mois complet comptant 30 jours et le nombre de jours effectivement prestés pendant la période de référenceallant de septembre à décembre ne pouvant dépasser 120;

Z = le nombre de jours effectivement prestés entre le 1er septembre et le 31 décembre de l’année de référence, unmois complet comptant 30 jours et le nombre de jours effectivement prestés pendant la période de référenceallant de septembre à décembre ne pouvant dépasser 120;

S = le nombre total d’heures prestées hebdomadairement;V = le nombre d’heures à prester hebdomadairement pour un emploi à temps plein;Y = le nombre de jours entre le 1er janvier de l’année de référence et l’entrée en service du membre du personnel.Sont prises en considération pour le calcul du pécule de vacances les périodes pendant lesquelles le membre du

personnel :1° a percu une rémunération totale ou partielle;2° a bénéficié d’un congé parental;3° a été absent dans le cadre d’une naissance, tel que prévu à l’article 39 de la loi sur le travail du 16 mars 1971;4° a été absent pour cessation concertée du travail;5° n’a pu entrer en fonction ou a suspendu ses fonctions en vertu des lois sur la milice, coordonnées le

30 avril 1962, ou des lois portant le statut des objecteurs de conscience, coordonnées le 20 février 1980, àl’exclusion du rappel par mesure disciplinaire.

§ 2 - Le pécule de vacances déterminé en application du § 1 est, le cas échéant, arrondi au centime d’euro supérieur.§ 3 - Le classement des membres du personnel dans les niveaux mentionnés au § 1 s’opère dans l’annexe au présent

arrêté par le biais des échelles des grades du personnel. »

Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1er mai 2003, à l’exception de la règle relative aux jeunes diplômés,laquelle produit ses effets le 1er mai 2007.

Art. 3. Le Ministre compétent en matière d’Enseignement est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Eupen, le 19 juin 2007.

Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone :

Le Ministre-Président, Ministre des Pouvoirs locaux,K.-H. LAMBERTZ

Le Ministre de l’Enseignement et de la Recherche scientifique,O. PAASCH

VERTALING

MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP

[C − 2007/33062]N. 2007 — 381919 JUNI 2007. — Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van de Duitstalige

Gemeenschap van 8 januari 2004 betreffende het vakantiegeld toegekend aan de personeelsleden van hetgemeenschapsonderwijs en van het gesubsidieerd onderwijs

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, zoalsgewijzigd;

Gelet op de wet van 1 april 1960 betreffende de psycho-medisch-sociale centra, zoals gewijzigd;Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut van de personeelsleden van het Rijksonderwijs,

inzonderheid op artikel 1, zoals gewijzigd;Gelet op het protocol nr. S5/2007 van 5 juni 2007 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in een

gemeenschappelijke zitting van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap en van het subcomité bepaaldin artikel 17, § 2, 3°, van het koninklijk besluit van 28 september 1984;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juni 2007;Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting en Personeel, gegeven op 13 juni 2007;Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1,

vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;Gelet op de dringende noodzakelijkheid;Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid door het feit gerechtvaardigd is dat de formule voor de

berekening van het vakantiegeld, zoals opgenomen in het basisbesluit van 8 januari 2004, verkeerd is, dat bepaaldepersoneelscategorieën onopzettelijk benadeeld werden en een wijziging derhalve onverwijld moet worden aangeno-men, zodat het vakantiegeld voortaan correct kan worden uitbetaald;

48754 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 63: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Artikel 3 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 8 januari 2004betreffende het vakantiegeld toegekend aan de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en van hetgesubsidieerd onderwijs wordt vervangen door de volgende bepaling :

« Artikel 3 - Berekening van het vakantiegeld

§ 1 - De personeelsleden bedoeld in artikel 1 hebben recht op een vakantiegeld, berekend op grond van devolgende formule :

B x G x P12

G = geïndexeerde brutojaarbezoldiging van het personeelslid voor de maand maart van het lopende jaar bijvoltijdse betrekking. Verkrijgt het personeelslid in de maand maart van het lopende jaar geen bezoldigingmeer omdat het niet meer in actieve dienst is, dan stemt « G » overeen met de brutojaarbezoldiging die hetpersoneelslid heeft verkregen voor de laatste maand van het lopende jaar of van het voorafgaande jaar waarhet in de Duitstalige Gemeenschap in het onderwijs werkte, vermenigvuldigd met het indexcijfer van demaand maart van het lopende jaar.

P = percentage dat voor de personeelsleden van de verschillende niveaus als volgt is vastgelegd :1° voor de niveaus IV en III

a) 85 % in 2007b) 92 % vanaf 2008

2° voor het niveau IIa) 85 % in 2007 en 2008b) 92 % vanaf 2009

3° voor het niveau II+a) 80 % in 2007, 2008 en 2009b) 85 % vanaf 2010

4° voor het niveau Ia) 75 % in 2007, 2008 en 2009b) 80 % vanaf 2010.

B = arbeidstijdregeling berekend per personeelscategorie op grond van de volgende formule :1° Voor de vastbenoemde of definitief aangestelde personeelsleden van door de Duitstalige Gemeenschap

georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen of PMS-centra, de tijdelijk aangewezen en tijdelijk aangesteldepersoneelsleden van de door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde PMS-centra, alsmede decontractuele leden van het administratief personeel, van het meesters-, vak- en dienstpersoneel :

B = (T : 360) x (S : V)T = aantal tijdens het referentiejaar effectief gepresteerde dagen, waarbij een volledige maand 30 dagen telt en

het aantal tijdens het referentiejaar effectief gepresteerde dagen in geen geval meer dan 360 belooptS = aantal uren die per week effectief gepresteerd wordenV = aantal uren die bij voltijdse betrekking per week moeten worden gepresteerd2° Voor de tijdelijk aangewezen of aangestelde personeelsleden van door de Duitstalige Gemeenschap

georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichtingen :B = (T : 300) x (S : V)T = aantal tijdens het referentiejaar effectief gepresteerde dagen, waarbij een volledige maand 30 dagen telt en

het aantal tijdens het referentiejaar effectief gepresteerde dagen in geen geval meer dan 300 belooptS = aantal uren die per week effectief gepresteerd wordenV = aantal uren die bij voltijdse betrekking per week moeten worden gepresteerd3° Voor de jonggediplomeerden :Gaat het om een personeelslid dat op het einde van het referentiejaar nog geen 25 jaar oud is, dan wordt de periode

tussen 1 januari van het referentiejaar en de indiensttreding eveneens in aanmerking genomen, indien het personeelsliduiterlijk in dienst is getreden op de laatste werkdag van de vier maanden volgend op de datum waarop het studiesheeft beëindigd die het recht op kinderbijslag openen of op de datum waarop zijn leerovereenkomst een einde heeftgenomen, en erom verzoekt in de loop van het referentiejaar. Dit verzoek moet ten laatste op 31 mei van het lopendejaar bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap worden ingediend. Voor de jonggediplomeerden wordt dearbeidstijdregeling op grond van de volgende formule berekend :

B = (T : Z) x (S : V) x ((Y + Z) : 360)T = aantal tussen de indiensttreding en de wijziging van het dienstverband effectief gepresteerde dagen, waarbij

een volledige maand 30 dagen telt en het aantal tijdens de referentieperiode, t.w. tussen september endecember, effectief gepresteerde dagen in geen geval meer dan 120 beloopt

Z = aantal tussen 1 september en 31 december van het referentiejaar effectief gepresteerde dagen, waarbij eenvolledige maand 30 dagen telt en het aantal tijdens de referentieperiode, t.w. tussen september en december,effectief gepresteerde dagen in geen geval meer dan 120 beloopt

S = aantal uren die per week effectief gepresteerd wordenV = aantal uren die bij voltijdse betrekking per week moeten worden gepresteerdY = aantal dagen tussen 1 januari van het referentiejaar en de indiensttreding van het personeelslid

48755MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 64: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Voor de berekening van het vakantiegeld worden in aanmerking genomen de perioden gedurende welke hetpersoneelslid :

1° zijn bezoldiging geheel of gedeeltelijk heeft genoten;2° met ouderschapsverlof was;3° afwezig is geweest in het kader van een geboorte, zoals bepaald in artikel 39 van de arbeidswet van

16 maart 1971;4° afwezig is geweest wegens georganiseerde werkonderbreking;5° niet in dienst kon treden of zijn ambtsverrichtingen heeft geschorst krachtens de dienstplichtwetten,

gecoördineerd op 30 april 1962, of krachtens de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden,gecoördineerd op 20 februari 1980, met uitsluiting van de wederoproeping om tuchtredenen.

§ 2 - Het vakantiegeld bepaald met toepassing van § 1 wordt desgevallend naar de hogere eurocent afgerond.§ 3 - De klassering van de personeelsleden in de niveaus vermeld in § 1 gebeurt in de bijlage bij dit besluit door

middel van de weddeschalen verbonden aan de graden van het personeel. »

Art. 2. Voorliggend besluit heeft uitwerking op 1 mei 2003, met uitzondering van de regeling voor dejonggediplomeerden, welke op 1 mei 2007 uitwerking heeft.

Art. 3. De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 19 juni 2007.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :

De Minister-President, Minister van Lokale Besturen,K.-H. LAMBERTZ

De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek,O. PAASCH

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202796]F. 2007 — 382030 AOUT 2007. — Arrêté du Gouvernement wallon relatif au montant maximal et aux conditions d’attribution

des jetons de présence des membres des organes de gestion et des émoluments du président et d’unvice-président du conseil d’administration d’une société de logement de service public

Le Gouvernement wallon,

Vu le Code wallon du Logement institué par le décret du 29 octobre 1998, notamment l’article 148quater telqu’inséré par le décret du 23 novembre 2006 portant modification du Code wallon du Logement;

Vu le Code de la démocratie locale et de la décentralisation coordonné par l’arrêté du Gouvernement wallon du22 avril 2004, confirmé par le décret du 27 mai 2004, portant codification de la législation relative aux pouvoirs locaux;

Vu le Code des impôts sur les revenus 1992 coordonné par l’arrêté royal du 10 avril 1992 portant coordination desdispositions légales relatives aux impôts sur les revenus;

Vu l’avis du Conseil d’Etat no 43.331/2/V, donné le 18 juillet 2007, en application de l’article 84, alinéa 1er, 1o,des lois sur le Conseil d’Etat;

Considérant qu’il convient d’uniformiser les pratiques de rémunération des membres des organes de gestion dessociétés de logement de service public en application des principes retenus par le Gouvernement wallon en datedu 1er mars 2007 pour les rémunérations afférentes à des mandats dérivés;

Sur la proposition du Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial;Après délibération,

Arrête :

CHAPITRE Ier — DéfinitionsArticle 1er. Pour l’application du présent arrêté, on entend par :1o Code : le Code wallon du Logement;2o Ministre : le Ministre du Logement;3o Société wallonne : la Société wallonne du Logement;4o société : la société de logement de service public.

CHAPITRE II. — Des jetons de présence alloués aux membres du conseil d’administrationet des autres organes de gestion ainsi qu’au président et à un vice-président du conseil d’administration

Section 1re. — Des jetons de présence alloués aux membres du conseil d’administrationet des autres organes de gestion

Art. 2. § 1er. Le montant du jeton de présence à une réunion du conseil d’administration alloué par l’assembléegénérale de la société aux administrateurs ne peut être supérieur au montant du jeton de présence d’un conseillerprovincial en vertu de l’article L2212-7, alinéas 2 et 3, du Code de la démocratie locale et de la décentralisation.

§ 2. Sans préjudice de l’application de l’alinéa 2 du présent paragraphe, aucun avantage en nature ne peut êtreoctroyé aux administrateurs en sus du jeton de présence.

Pour l’application du présent article, ne sont pas considérés comme des avantages en nature l’assurance contractéepar la société pour couvrir la responsabilité civile, y compris l’aide judiciaire, qui vient à charge, à titre personnel, desadministrateurs lors de l’exercice normal de leur fonction ainsi que l’assurance tous risques que la société contractepour couvrir les risques encourus par les membres du conseil d’administration utilisant leur véhicule personnel dansle cadre de leurs fonctions à l’occasion de déplacements autorisés par l’organe compétent.

Art. 3. § 1er. Un jeton de présence peut être alloué par l’assemblée générale aux membres d’un organe de gestionautre que le conseil d’administration, en ce compris aux membres désignés par le conseil d’administration pour fairepartie du comité d’attribution de logements.

48756 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 65: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

§ 2. Le montant de ce jeton de présence ne peut dépasser la valeur du jeton de présence attribué en vertu del’article 2 du présent arrêté.

Art. 4. § 1er. Sous réserve de l’application du § 2 du présent article, un jeton de présence peut être octroyépar réunion à laquelle un administrateur participe.

La présence de chacun des membres est actée au procès-verbal de la réunion.

§ 2. Il ne peut être accordé au même membre qu’un jeton de présence par jour, quels que soient la nature et lenombre de réunions auxquelles il a assisté.

Section 2. — Des jetons de présence alloués au président et à un vice-président du conseil d’administration.

Art. 5. L’assemblée générale de la société peut octroyer des jetons de présence au président et à un vice-présidentdans le respect des articles 2 à 4 et 6 à 8 du présent arrêté.

CHAPITRE III. — Des émoluments et jetons de présence alloués au président

Art. 6. § 1er. Le montant annuel brut des émoluments et jetons de présence alloués par l’assemblée généraleau président du conseil d’administration ne peut dépasser le montant maximal mentionné dans le tableau ci-après.Les montants maxima d’émoluments et jetons de présence résultent de l’addition des points selon les paramètreset la méthode de calcul déterminés à l’annexe du présent arrêté :

Paramètres de la société Montant maximal des émolumentset jetons de présence

de 1 à 1,5 7.141 EUR

de 1,75 à 2,25 10.711 EUR

de 2,5 à 3 14.282 EUR

de 3,25 à 3,75 17.852 EUR

4 21.422 EUR

Les montants maximaux des émoluments et jetons de présence sont liés aux fluctuations de l’indice des prix,conformément aux règles prescrites par la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison à l’indice des prix à laconsommation du Royaume de certaines dépenses du secteur public.

Ils sont rattachés à l’indice pivot 138,01 du 1er janvier 1990. Les émoluments et jetons de présence sont payésmensuellement.

§ 2. Les montants maximaux visés au § 1er comprennent la valeur des avantages de toute nature au sens desarticles 31, alinéa 2, 2o, et 36 du Code des impôts sur les revenus 1992 et de ses arrêtés d’application.

Pour l’application du présent article, ne sont pas considérés comme des avantages en nature l’assurance contractéepar la société pour couvrir la responsabilité civile, y compris l’aide judiciaire, qui vient à charge, à titre personnel, desadministrateurs lors de l’exercice normal de leur fonction ainsi que l’assurance tous risques que la société contractepour couvrir les risques encourus par les membres du conseil d’administration utilisant leur véhicule personnel dansle cadre de leurs fonctions à l’occasion de déplacements autorisés par l’organe compétent.

CHAPITRE IV. — Des émoluments et jetons de présence alloués au vice-président

Art. 7. L’assemblée générale de la société ne peut allouer d’émoluments qu’à un vice-président du conseild’administration de ladite société.

Art. 8. Le montant annuel brut des émoluments et jetons de présence alloués par l’assemblée générale auvice-président ne peut dépasser la moitié du montant des émoluments et jetons de présence octroyés, par cette mêmeassemblée générale, au président du conseil d’administration.

Les dispositions de l’article 6, § 1er, alinéas 2 et 3, et § 2, sont d’application.

CHAPITRE V. — Dispositions communes

Art. 9. Pour la période pendant laquelle le commissaire spécial désigné par le Gouvernement se substitue auxorganes de la société, aucun émolument n’est dû au président et au vice-président.

Art. 10. Dans le cas où un administrateur remplace le président ou le vice-président pour un terme ininterrompud’un mois au moins, il bénéficie des émoluments visés aux articles 6 ou 8 du présent arrêté.

Le président ou le vice-président qui est absent plus d’un mois ininterrompu ne bénéficie pas, par mois d’absenceà partir du deuxième mois, des émoluments lui alloués en application de l’article 6 ou 8 du présent arrêté.

Art. 11. Lorsque par suite de l’octroi des émoluments visés aux articles 6 et 8, ou des jetons de présence visés auxarticles 2 et 3, d’autres rémunérations, indemnités ou allocations légales ou réglementaires sont réduites ou supprimées,l’assemblée générale peut diminuer le montant des émoluments ou jetons de présence de la personne concernée.En cas de changement de sa situation pécuniaire, l’intéressé peut demander à l’assemblée générale la révision de laréduction de ses émoluments ou jetons de présence.

Art. 12. Le présent arrêté entre en vigueur à la date de sa publication au Moniteur belge.

Art. 13. Le Ministre du Logement est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Namur, le 30 août 2007

Le Ministre-Président,R. DEMOTTE

Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial,A. ANTOINE

48757MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 66: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

ANNEXE

Méthode de calcul visée à l’article 5

Pour chaque paramètre, la société obtient des points.Population desservie :• Population de 0 à 75 000 habitants : 0,25• Population de plus de 75 000 à 250 000 habitants : 0,5• Population de plus de 250 000 à 450 000 habitants : 0,75• Population de plus de 450 000 habitants : 1.

Les chiffres de la population considérés sont ceux arrêtés par le Gouvernement wallon conformément àl’article L 1121-3, alinéa 3, du Code de la démocratie locale et de la décentralisation.

Lorsqu’une commune est desservie par plusieurs sociétés, chaque société se voit attribuer fictivement un nombred’habitants en pondérant les chiffres de la population de la commune avec le nombre de logements gérés par chaquesociété.

Exemple : si une commune comporte 1 000 habitants et relève à la fois de la société A (30 logements gérés) et dela société B (20 logements gérés), la société A se verra attribuer fictivement une population desservie de 600 habitantset la société B de 400.

Chiffre d’affaires :• Chiffre d’affaires de 0 à 2.750.000 EUR : 0,25• Chiffre d’affaires de plus de 2.750.000 EUR à 15.500.000 EUR : 0,5• Chiffre d’affaires de plus de 15.500.000 EUR à 55.500.000 EUR : 0,75• Chiffre d’affaires de plus de 55.500.000 EUR : 1.

Le chiffre d’affaires (compte 70) considéré est celui repris dans les derniers comptes annuels déposés à la Banquenationale et validés par la Société wallonne.

En cas de fusion, les chiffres considérés résultent de l’addition des chiffres d’affaires des sociétés concernées.

Personnel occupé :• Moins de 10 personnes occupées : 0,25• De plus de 10 à 40 personnes occupées : 0,5• De plus de 40 à 250 personnes occupées : 0,75• Plus de 250 personnes occupées : 1.

Le nombre de personnes occupées est calculé en équivalents temps plein.Le nombre de personnes occupées considéré est celui figurant dans les indicateurs de gestion les plus récents,

validés par la Société wallonne.En cas de fusion ou de restructuration d’une société postérieure à la date du 31 décembre 2005, le nombre

de personnes occupées pris en référence est celui figurant dans le rapport de fusion ou de restructuration.

Logements gérés :• Moins de 500 logements gérés : 0,25• Entre 500 et 1 000 logements gérés : 0,5• Entre 1 000 et 2 000 logements gérés : 0,75• Plus de 2 000 logements gérés : 1.

Le nombre de logements gérés considéré est celui figurant dans les indicateurs de gestion les plus récents, validéspar la Société wallonne.

En cas de fusion ou de restructuration d’une société postérieure à la date du 31 décembre 2005, le nombre delogements gérés pris en référence est celui figurant dans le rapport de fusion ou de restructuration.

Total des points : les points obtenus par la société en fonction des 4 paramètres sont additionnés. Le résultatpour chaque société, allant de 1 à 4, permet de déterminer le plafond maximal des émoluments et jetons de présenceattaché à la société.

Vu pour être annexé à l’arrêté du Gouvernement wallon du 30 août 2007 relatif au montant maximal et auxconditions d’attribution des jetons de présence des membres des organes de gestion et des émoluments du présidentet d’un vice-président du conseil d’administration d’une société de logement de service public.

Namur, le 30 août 2007.

Le Ministre-Président,R. DEMOTTE

Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial,A. ANTOINE

48758 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 67: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

ÜBERSETZUNG

MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION

[2007/202796]D. 2007 — 3820

30. AUGUST 2007 — Erlass der Wallonischen Regierung über den Höchstbetrag und die Gewährungsbedingungender Anwesenheitsgelder zugunsten der Mitglieder der Verwaltungsorgane, und der Bezüge des Vorsitzendenund eines stellvertretenden Vorsitzenden des Verwaltungsrats einer Wohnungsbaugesellschaft öffentlichenDienstes

Die Wallonische Regierung,

Aufgrund des durch das Dekret vom 29. Oktober 1998 eingeführten Wallonischen Wohngesetzbuches,insbesondere Artikel 148quater, in seiner durch das Dekret vom 23. November 2006 zur Abänderung des WallonischenWohngesetzbuches abgeänderten Fassung;

Aufgrund des durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 22. April 2004 koordinierten Kodex für lokaleDemokratie und Dezentralisierung, bestätigt durch das Dekret vom 27. Mai 2004 zur Kodifizierung der Gesetzgebungbetreffend die lokalen Behörden;

Aufgrund des Einkommensteuergesetzbuches 1992, in seiner durch den Königlichen Erlass vom 10. April 1992 zurKoordinierung der Gesetzesbestimmungen über Einkommensteuern koordinierten Fassung;

Aufgrund des am 18. Juli 2007 in Anwendung von Artikel 84, Absatz 1, 1o der Gesetze über den Staatsratabgegebenen Gutachtens des Staatsrats Nr. 43.331/2/V;

In der Erwägung, dass die Methoden zur Entlohnung der Mitglieder der Verwaltungsorgane der Wohnungsbau-gesellschaften öffentlichen Dienstes in Anwendung der am 1. März 2007 von der Wallonischen Regierungfestgehaltenen Grundsätze für die Entlohnungen betreffend abgeleitete Mandate zu vereinheitlichen sind;

Auf Vorschlag des Ministers des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung;

Nach Beratung,

Beschließt:

KAPITEL I — DefinitionenArtikel 1 - Zur Anwendung des vorliegenden Erlasses gelten folgende Definitionen:1o Gesetzbuch: das Wallonische Wohngesetzbuch;2o Minister: der Minister des Wohnungswesens;3o ″Société wallonne″: die ″Société wallonne du Logement″ (Wallonische Wohnungsbaugesellschaft);4o Gesellschaft: die Wohnungsbaugesellschaft öffentlichen Dienstes.

KAPITEL II — Anwesenheitsgelder, die den Mitgliedern des Verwaltungsrats und der sonstigen Verwaltungsorganesowie dem Vorsitzenden und einem stellvertretenden Vorsitzenden des Verwaltungsrats gewährt werden

Abschnitt 1 — Anwesenheitsgelder, die den Mitgliedern des Verwaltungsratsund der anderen Verwaltungsorgane gewährt werden.

Art 2 - § 1. Der Betrag des von der Generalversammlung einer Gesellschaft den Mitgliedern des Verwaltungsratsgewährten Anwesenheitsgeldes für eine Sitzung des Verwaltungsrats darf den Betrag des Anwesenheitsgelds einesProvinzialratsmitglieds kraft Artikel L2212-7, Absätze 2 und 3, des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierungnicht übertreffen.

§ 2. Unbeschadet der Anwendung des 2. Absatzes vorliegenden Paragraphen darf den Verwaltungsratsmitgliedernzuzüglich zum Anwesenheitsgeld keine Naturalvergütung gewährt werden.

Bei der Anwendung vorliegenden Artikels gelten die Versicherung, die die Gesellschaft zur Deckung derHaftpflicht, einschließlich des juristischen Beistands, die den Verwaltungsratsmitgliedern bei der normalen Ausfüh-rung ihres Amtes persönlich zu Lasten kommt, abgeschlossen hat, sowie die Gesamtversicherung, die die Gesellschaftabschließt, um die Mitglieder des Verwaltungsrats abzudecken, die ihr eigenes Kraftfahrzeug im Rahmen ihres Amtsfür vom zuständigen Organ erlaubten Fahrten benutzen, nicht als Naturalvergütung.

Art. 3 - § 1. Die Generalversammlung kann den Mitgliedern eines anderen Verwaltungsorgans als desVerwaltungsrats, einschließlich der Mitglieder, die vom Verwaltungsrat benannt werden, um dem Ausschuss für dieZuteilung der Wohnungen anzugehören, ein Anwesenheitsgeld gewähren.

§ 2. Der Betrag dieses Anwesenheitsgelds darf den Wert des kraft Artikel 2 vorliegenden Erlasses gewährtenAnwesenheitsgelds nicht übertreffen.

Art. 4 - § 1. Vorbehaltlich der Anwendung von § 2 vorliegenden Artikels kann ein Anwesenheitsgeld pro Sitzung,an der ein Verwaltungsratsmitglied teilnimmt, gewährt werden.

Die Anwesenheit jedes der Mitglieder wird im Sitzungsprotokoll beurkundet.

§ 2. Ein und demselben Mitglied darf pro Tag nur ein Anwesenheitsgeld gewährt werden, was die Art und dieAnzahl der Sitzungen, denen er beigewohnt hat, auch sein mag.

Abschnitt 2 — Anwesenheitsmarken, die dem Vorsitzendenund einem stellvertretenden Vorsitzenden des Verwaltungsrats gewährt werden

Art. 5 - Die Generalversammlung der Gesellschaft kann dem Vorsitzenden und einem stellvertretendenVorsitzenden unter Beachtung der Artikel 2 bis 4 und 6 bis 8 vorliegenden Erlasses Anwesenheitsgelder gewähren.

48759MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 68: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

KAPITEL III — Bezüge und Anwesenheitsgelder, die dem Vorsitzenden gewährt werden

Art. 6 - § 1. Der Bruttojahresbetrag der Bezüge und Anwesenheitsgelder, die die Generalversammlung demVorsitzenden des Verwaltungsrates gewährt, darf den in der nachstehenden Tabelle erwähnten Höchstbetrag nichtüberschreiten. Die Höchstbeträge der Bezüge und Anwesenheitsgelder ergeben sich aus der Summierung der Punktenach den Parametern und der Berechnungsmethode, die in der Anlage zum vorliegenden Erlass festgelegt sind:

Parameter der Gesellschaft Höchstbetrag der Bezüge und Anwesenheitsgelder

1 bis 1,5 7.141 EUR

1,75 bis 2,25 10.711 EUR

2,5 bis 3 14.282 EUR

3,25 bis 3,75 17.852 EUR

4 21.422 EUR

Die Höchstbeträge der Bezüge und Anwesenheitsgelder sind an die Schwankungen des Preisindex gebunden inÜbereinstimmung mit den Regeln, die im Gesetz vom 1. März 1977 zur Regelung der Verbindung gewisser Ausgabendes öffentlichen Sektors mit dem Verbraucherpreisindex des Königreichs vorgeschrieben sind.

Sie sind an den Leitindex 138,01 vom 1. Januar 1990 gebunden. Die Bezüge und Anwesenheitsgelder werdenmonatlich gezahlt.

§ 2. Die Höchstbeträge nach § 1 umfassen den Wert der Vorteile jeglicher Art nach Artikel 31, Absatz 2, 2o, und 36des Einkommensteuergesetzbuches 1992 und seiner Durchführungserlasse.

Bei der Anwendung vorliegenden Artikels gelten die Versicherung, die die Gesellschaft zur Deckung derHaftpflicht, einschließlich des juristischen Beistands, die den Verwaltungsratsmitgliedern bei der normalen Ausfüh-rung ihres Amtes persönlich zu Lasten kommt, abgeschlossen hat, sowie die Gesamtversicherung, die die Gesellschaftabschließt, um die Mitglieder des Verwaltungsrats abzudecken, die ihr eigenes Kraftfahrzeug im Rahmen ihres Amtsfür vom zuständigen Organ erlaubten Fahrten benutzen, nicht als Naturalvergütung.

KAPITEL IV — Bezüge und Anwesenheitsgelder, die dem stellvertretenden Vorsitzenden gewährt werden

Art. 7 - Die Generalversammlung der Gesellschaft kann nur einem stellvertretenden Vorsitzenden desVerwaltungsrats besagter Gesellschaft Bezüge gewähren.

Art. 8 - Der Bruttojahresbetrag der Bezüge und Anwesenheitsgelder, die die Generalversammlung demstellvertretenden Vorsitzenden gewährt, darf die Hälfte der Bezüge und Anwesenheitsgelder, die diese Generalver-sammlung dem Vorsitzenden des Verwaltungsrats gewährt, nicht überschreiten.

Die Bestimmungen von Artikel 6 § 1, Abs. 2 und 3, und § 2 sind anwendbar.

KAPITEL V — Gemeinsame Bestimmungen

Art. 9 - Für den Zeitraum, während dessen der von der Regierung benannte Sonderkommissar an die Stelle derOrgane der Gesellschaft tritt, werden dem Vorsitzenden und dem stellvertretenden Vorsitzenden keine Bezügegeschuldet.

Art. 10 - In dem Fall, wo ein Verwaltungsratsmitglied den Vorsitzenden oder stellvertretenden Vorsitzenden füreinen ununterbrochenen Zeitraum von wenigstens einem Monat ersetzt, hat dieses Anspruch auf die Bezüge, die inArt. 6 oder 8 vorliegenden Erlasses erwähnt sind.

Der Vorsitzende oder stellvertretende Vorsitzende, der während mehr als eines ununterbrochenen Monatsabwesend ist, hat pro Monat Abwesenheit ab dem zweiten Monat keinen Anspruch auf die Bezüge, die ihm inAnwendung von Artikel 6 oder 8 vorliegenden Erlasses gewährt werden.

Art. 11 - Wenn infolge der Gewährung der in Artikel 6 und 8 erwähnten Bezüge oder der in Artikel 2 und 3erwähnten Anwesenheitsgelder, andere gesetzliche oder verordnungsmäßige Entlohnungen, Vergütungen oderZulagen gekürzt oder abgeschafft werden, kann die Generalversammlung den Betrag der Bezüge oder Anwesenheits-gelder der betreffenden Person kürzen. Bei einer Änderung seiner finanziellen Stellung kann der Betreffende bei derGeneralversammlung die Revision der Kürzung seiner Bezüge oder Anwesenheitsgelder beantragen.

Art. 12 - Der vorliegende Erlass tritt am Tage seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 13 - Der Minister des Wohnungswesens wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Namur, den 30. August 2007

Der Minister-Präsident,

R. DEMOTTE

Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung,

A. ANTOINE

48760 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 69: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

ANLAGE

Berechnungsmethode nach Artikel 5

Für jeden Parameter erhält die Gesellschaft Punkte.

Betreute Bevölkerung :

• Bevölkerung von 0 bis 75 000 Einwohnern: 0,25

• Bevölkerung von mehr als 75 000 bis 250 000 Einwohnern: 0,5

• Bevölkerung von mehr als 250 000 bis 450 000 Einwohnern: 0,75

• Bevölkerung von mehr als 450 000 Einwohnern: 1

Die in Betracht kommenden Bevölkerungszahlen sind diejenigen, die von der Wallonischen Regierung inÜbereinstimmung mit Artikel L 1121-3, Abs. 3 des Kodex für lokale Demokratie und Dezentralisierung verabschiedetworden sind.

Wenn eine Gemeinde von mehreren Gesellschaften betreut wird, erhält jede Gesellschaft eine fiktive AnzahlEinwohner durch Gewichtung der Bevölkerungszahlen der Gemeinde mit der Anzahl Wohnungen, die von jederGesellschaft verwaltet werden.

Beispiel: Wenn eine Gemeinde 1 000 Einwohner zählt und von der Gesellschaft A (die 30 Wohnungen verwaltet)und der Gesellschaft B (die 20 Wohnungen verwaltet) betreut wird, so erhält die Gesellschaft A eine fiktiveBevölkerungszahl von 600 und die Gesellschaft B von 400 Einwohnern.

Umsatz:• Umsatz von 0 bis 2.750.000 EUR: 0,25• Umsatz von mehr als 2.750.000 bis 15.500.000 EUR: 0,5• Umsatz von mehr als 15.500.000 bis 55.500.000 EUR: 0,75• Umsatz von mehr als 55.500.000 EUR: 1.

Der in Betracht kommende Umsatz (Konto 70) ist derjenige, der in der letzten bei der Nationalbank hinterlegtenund von der ″Société wallonne″ bestätigten Jahresrechnung erwähnt ist.

Im Falle eines Zusammenschlusses ergeben sich die in Betracht kommenden Zahlen aus der Summierung derUmsätze der betroffenen Gesellschaften.

Beschäftigtes Personal:• Weniger als 10 beschäftigte Personen: 0,25• Mehr als 10 bis 40 beschäftigte Personen: 0,5• Mehr als 40 bis 250 beschäftigte Personen: 0,75• Mehr als 250 beschäftigte Personen: 1.

Die Anzahl der beschäftigten Personen wird in Vollzeiteinheiten berechnet.Die in Betracht kommende Anzahl Personen ist diejenige die in den letzten, von der ″Société wallonne″ validierten

Verwaltungsindikatoren zum Vorschein kommt.Im Falle einer Fusion oder Umstrukturierung einer Gesellschaft, die nach dem 31. Dezember 2005 stattgefunden

hat, entspricht die Anzahl der in Bezug genommenen beschäftigten Personen der Anzahl Personen, die als solche indem Fusionsbericht oder Umstrukturierungsbericht erwähnt werden.

Verwaltete Wohnungen:• Weniger als 500 verwaltete Wohnungen: 0,25• Zwischen 500 und 1 000 verwaltete Wohnungen: 0,5• Zwischen 1 000 und 2 000 verwaltete Wohnungen: 0,75• Mehr als 2 000 verwaltete Wohnungen: 1.

Die in Betracht kommende Anzahl verwalteter Wohnungen ist diejenige die in den letzten, von der ″Sociétéwallonne″ validierten Verwaltungsindikatoren zum Vorschein kommt.

Im Falle einer Fusion oder Umstrukturierung einer Gesellschaft, die nach dem 31. Dezember 2005 stattgefundenhat, entspricht die Anzahl der in Bezug genommenen verwalteten Wohnungen der Anzahl Wohungen, die als solchein dem Fusionsbericht oder Umstrukturierungsbericht erwähnt werden.

Gesamtbetrag der Punkte:Die von der Gesellschaft aufgrund der 4 Parameter erhaltenen Punkte werden summiert. Das Ergebnis für jede

Gesellschaft, zwischen 1 und 4, ermöglicht die Festlegung des mit der Gesellschaft verbundenen Höchstbetrags derBezüge und Anwesenheitsgelder.

Gesehen, um dem Erlass der Wallonischen Regierung vom 30. August 2007 über den Höchstbetrag und dieGewährungsbedingungen der Anwesenheitsgelder zugunsten der Mitglieder der Verwaltungsorgane, und der Bezügedes Vorsitzenden und eines stellvertretenden Vorsitzenden des Verwaltungsrats einer Wohnungsbaugesellschaftöffentlichen Dienstes als Anlage beigefügt zu werden.

Namur, den 30. August 2007

Der Minister-Präsident,R. DEMOTTE

Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung,A. ANTOINE

48761MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 70: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

VERTALING

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

[2007/202796]N. 2007 — 3820

30 AUGUSTUS 2007. — Besluit van de Waalse Regering betreffende het maximumbedrag en de voorwaarden tottoekenning van presentiegeld aan de leden van de beheersorganen en van de bezoldiging van de voorzitter eneen ondervoorzitter van de raad van bestuur van een openbare huisvestingsmaatschappij

De Waalse Regering,

Gelet op de Waalse Huisvestingscode, ingesteld bij het decreet van 29 oktober 1998, inzonderheid opartikel 148quater, zoals ingevoegd bij het decreet van 23 november 2006 tot wijziging van de Waalse Huisvestingscode;

Gelet op het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, gecoördineerd bij het besluit van deWaalse Regering van 22 april 2004, bekrachtigd bij het decreet van 27 mei 2004 houdende codificatie van de wetgevingop de plaastelijke besturen;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 10 april 1992houdende coördinatie van de wettelijke bepalingen betreffende de inkomstenbelastingen;

Gelet op het advies nr. 43.331/2/V van de Raad van State, gegeven op 18 juli 2007, overeenkomstig artikel 84,eerste lid, 1o, van de wetten op de Raad van State;

Overwegende dat de leden van de beheersorganen van de openbare huisvestingsmaatschappijen bezoldigdmoeten worden overeenkomstig de beginselen die de Waalse Regering op 1 maart 2007 aangenomen heeft voor debezoldigingen van afgeleide mandaten;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling;Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. — Begripsomschrijving

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :

1o Code : de Waalse Huisvestingscode;

2o Minister : de Minister van Huisvesting,

3o Waalse maatschappij : de ″Société wallonne du Logement″ (Waalse Huisvestingsmaatschappij);

4o maatschappij : de openbare huisvestingsmaatschappij.

HOOFDSTUK II. — Presentiegeld toegekend aan de leden van de raad van bestuur en van de overige beheersorganen,alsook aan de voorzitter en aan een ondervoorzitter van de raad van bestuur

Afdeling 1. — Presentiegeld toegekend aan de leden van de raad van bestuur en van de overige beheersorganen

Art. 2. § 1. Het bedrag van het presentiegeld dat door de algemene vergadering van de maatschappij aan debestuurders wordt toegekend voor het bijwonen van een vergadering van de raad van bestuur mag krachtensartikel L 2212-7, tweede en derde lid, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie niet hogerzijn dan het bedrag van het presentiegeld van een provincieraadslid.

§ 2. Onverminderd de toepassing van het tweede lid van deze paragraaf, mag bovenop het presentiegeld geenvoordeel in natura aan de bestuurders toegekend worden.

Voor de toepassing van dit artikel worden niet als voordelen in natura beschouwd de verzekering die demaatschappij aangaat ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand inbegrepen, die voor depersoonlijke rekening is van de bestuurders tijdens de normale uitoefening van hun functie, alsook de all-riskverzekering die de maatschappij aangaat ter dekking van de risico’s gelopen door de leden van de raad van bestuurdie in het raam van hun functies hun eigen voertuig gebruiken voor verplaatsingen waarmee het bevoegde orgaaninstemt.

Art. 3. § 1. De algemene vergadering kan presentiegeld toekennen aan de leden van een ander beheersorgaan dande raad van bestuur, met inbegrip van de leden aangewezen door de raad van bestuur om deel uit te maken van hetcomité voor de toekenning van woningen.

§ 2. Dat presentiegeld mag niet meer bedragen dan het bedrag van het presentiegeld toegekend krachtens artikel 2van dit besluit.

Art. 4. § 1. Onverminderd de toepassing van § 2 van dit artikel, kan een presentiegeld toegekend worden pervergadering die een bestuurder bijwoont.

De aanwezigheid van elk lid wordt geacteerd in de notulen van de vergadering.

§ 2. Er kan slechts één presentiegeld per dag aan hetzelfde lid toegekend worden, ongeacht het soort en het aantalvergaderingen die hij bijgewoond heeft.

Afdeling 2 — Presentiegeld toegekend aan de voorzitter en aan een ondervoorzitter van de raad van bestuur

Art. 5. De algemene vergadering van de maatschappij kan presentiegelden aan de voorzitter en aan eenondervoorzitter toekennen overeenkomstig de artikelen 2 tot 4 en 6 tot 8 van dit besluit.

48762 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 71: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

HOOFDSTUK III — Bezoldiging en presentiegeld toegekend aan de voorzitterArt. 6. § 1. Het brutojaarbedrag van de bezoldiging en presentiegelden die de algemene vergadering aan de

voorzitter van de raad van bestuur toekent mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag vermeld in onderstaandetabel. De maximumbedragen van de bezoldiging en presentiegelden resulteren uit de optelling van de punten volgensde berekeningsparameters en -methode die in de bijlage bij dit besluit vastliggen :

Parameters van de maatschappij Maximumbedrag van de bezoldigingen presentiegelden

van 1 tot 1,5 7.141 EUR

van 1,75 tot 2,25 10.711 EUR

van 2,5 tot 3 14.282 EUR

van 3,25 tot 3,75 17.852 EUR

4 21.422 EUR

De maximumbedragen van de bezoldiging en presentiegelden worden gekoppeld aan de schommelingen van hetindexcijfer, overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven inde overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Ze worden gekoppeld aan de spilindex 138,01 van 1 januari 1990. De bezoldiging en presentiegelden wordenmaandelijks betaald.

§ 2. De maximumbedragen bedoeld in § 1 omvatten de waarde van de voordelen in natura in de zin van deartikelen 31, tweede lid, 2o, en 36 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de desbetreffendetoepassingsbesluiten.

Voor de toepassing van dit artikel worden niet als voordelen in natura beschouwd de verzekering die demaatschappij aangaat ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand inbegrepen, die voor depersoonlijke rekening is van de bestuurders tijdens de normale uitoefening van hun functie, alsook de all-riskverzekering die de maatschappij aangaat ter dekking van de risico’s gelopen door de leden van de raad van bestuurdie in het raam van hun functies hun eigen voertuig gebruiken voor verplaatsingen waarmee het bevoegde orgaaninstemt.

HOOFDSTUK IV. — Bezoldiging en presentiegelden toegekend aan de ondervoorzitterArt. 7. De algemene vergadering van de maatschappij mag slechts aan één ondervoorzitter van de raad van

bestuur een bezoldiging toekennen.Art. 8. Het brutojaarbedrag van de bezoldiging en presentiegelden die de algemene vergadering aan de

ondervoorzitter toekent mag niet hoger zijn dan de helft van het bedrag van de bezoldiging en presentiegelden die zeaan de voorzitter van de raad van bestuur toekent.

De bepalingen van artikel 6, § 1, tweede en derde lid, en § 2, zijn van toepassing.

HOOFDSTUK V. — Gemeenschappelijke bepalingenArt. 9. Voor de periode waarin de door de Regering aangewezen bijzondere commissaris de plaats inneemt van de

organen van de maatschappij is geen bezoldiging verschuldigd aan de voorzitter en de ondervoorzitter.Art. 10. Als een bestuurder de voorzitter of ondervoorzitter vervangt gedurende een onafgebroken termijn van

minstens één maand, geniet hij de bezoldiging bedoeld in artikel 6 of 8 van dit besluit.De voorzitter of ondervoorzitter die langer dan een maand onafgebroken afwezig is, komt, per maand afwezigheid

vanaf de tweede maand, niet in aanmerking voor de bezoldiging die hem overeenkomstig artikel 6 of 8 van dit besluittoegekend wordt.

Art. 11. Indien door de toekenning van de bezoldiging bedoeld in de artikelen 6 en 8 of van het presentiegeldbedoeld in de artikelen 2 en 3, andere wettelijke of reglementaire bezoldigingen, vergoedingen of uitkeringen ingeperktof afgeschaft worden, kan de algemene vergadering het bedrag van de bezoldiging of van het presentiegeld vanbetrokken persoon verlagen. In geval van wijziging van zijn geldelijke toestand kan betrokkene de algemenevergadering verzoeken om de herziening van de vermindering van zijn bezoldiging of presentiegelden.

Art. 12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.Art. 13. De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 30 augustus 2007De Minister-President,

R. DEMOTTE

De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling,A. ANTOINE

BIJLAGE

Berekeningsmethode bedoeld in artikel 5

Voor elke parameter krijgt de maatschappij punten.

Bediende bevolking :• Bevolking van 0 tot 75 000 inwoners : 0,25• Bevolking van meer dan 75 000 tot 250 000 inwoners : 0,5• Bevolking van meer dan 250 000 tot 450 000 inwoners : 0,75• Bevolking van meer dan 450 000 inwoners : 1.

48763MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 72: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

De in overweging genomen bevolkingscijfers zijn de cijfers die door de Waalse Regering zijn vastgelegdovereenkomstig artikel L 1121-3, derde lid, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie.

Als een gemeente door verschillende maatschappijen bediend wordt, wordt aan elke maatschappij fictief eenaantal inwoners toegewezen, waarbij de bevolkingscijfers van de gemeente gewogen worden met het aantal woningenbeheerd door elke maatschappij.

Bijvoorbeeld als een gemeente 1 000 inwoners telt en tegelijkertijd ressorteert onder de maatschappij A(30 beheerde woningen) en de maatschappij B (20 beheerde woningen), krijgt de maatschappij A fictief een bediendebevolking van 600 inwoners toegewezen en de maatschappij B een bediende bevolking van 400 inwoners.

Omzetcijfer :• Omzetcijfer van 0 tot 2.750.000 EUR : 0,25• Omzetcijfer van meer dan 2.750.000 EUR tot 15.500.000 EUR : 0,5• Omzetcijfer van meer dan 15.500.000 EUR tot 55.500.000 EUR : 0,75• Omzetcijfer van meer dan 55.500.000 EUR : 1.Het in overweging genomen omzetcijfer (rekening 70) is het omzetcijfer opgenomen in de laatste jaarrekeningen

die bij de Nationale Bank zijn neergelegd en die door de ″Société wallonne″ zijn gevalideerd.In geval van fusie resulteren de in overweging genomen cijfers uit de optelling van de omzetcijfers van de

betrokken maatschappijen.Tewerkgesteld personeel :• Minder dan 10 tewerkgestelde personen : 0,25• Meer dan 10 à 40 tewerkgestelde personen : 0,5• Meer dan 40 à 250 tewerkgestelde personen : 0,75• Meer dan 250 tewerkgestelde personen : 1.Het aantal tewerkgestelde personen wordt in voltijds equivalenten berekend.Het in overweging genomen aantal tewerkgestelde personen is het aantal dat voorkomt in de meest recente

beheersindicatoren die door de ″Société wallonne″ zijn gevalideerd.Als een maatschappij het voorwerp is geweest van een fusie of herstructurering na 31 december 2005, is het in

overweging genomen aantal tewerkgestelde personen het aantal dat opgenomen is in het fusie- of herstructurerings-verslag.

Beheerde woningen :• Minder dan 500 beheerde woningen : 0,25• Tussen 500 en 1 000 beheerde woningen : 0,5• Tussen 1 000 en 2 000 beheerde woningen : 0,75• Meer dan 2 000 beheerde woningen : 1.Het in overweging genomen aantal beheerde woningen is het aantal dat voorkomt in de meest recente

beheersindicatoren die door de ″Société wallonne″ zijn gevalideerd.Als een maatschappij het voorwerp is geweest van een fusie of herstructurering na 31 december 2005, is het in

overweging genomen aantal beheerde woningen het aantal dat opgenomen is in het fusie- of herstructureringsverslag.Puntentotaal :De punten verkregen door de maatschappij op grond van de 4 parameters worden opgeteld. Het maximumbedrag

van de bezoldiging en presentiegelden kan bepaald worden op grond van het resultaat van elke maatschappij(van 1 tot 4).

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 betreffende hetmaximumbedrag en de voorwaarden tot toekenning van presentiegeld aan de leden van de beheersorganen en vande bezoldiging van de voorzitter en van een ondervoorzitter van de raad van bestuur van een openbarehuisvestingsmaatschappij.

Namen, 30 augustus 2007.De Minister-President,

R. DEMOTTE

De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling,A. ANTOINE

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERIEVAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

[C − 2007/31395]N. 2007 — 3821

12 JULI 2007. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringtot wijziging van het besluit van de Brusselse HoofdstedelijkeRegering van 19 oktober 2000 tot oprichting van de GewestelijkeMobiliteitscommissie

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende deorganisatie van het openbaar vervoer in het Brussels HoofdstedelijkGewest, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van4 februari 1993 betreffende de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie;

MINISTEREDE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

[C − 2007/31395]F. 2007 — 3821

12 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale modifiant l’arrêté du Gouvernement de laRégion de Bruxelles-Capitale du 19 octobre 2000 portant créationde la Commission régionale de la Mobilité

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,

Vu l’ordonnance du 22 novembre 1990 relative à l’organisation destransports en commun dans la Région de Bruxelles-Capitale, notam-ment l’article 1er;

Vu l’arrêté de l’Exécutif de la Région de Bruxelles-Capitale du4 février 1993 relatif à la Commission Régionale de Développement;

48764 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 73: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van19 oktober 2000 tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommis-sie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op15 juni 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting;

Overwegende dat het besluit van de regering van 19 oktober 2000spoedig dient te worden gewijzigd, opdat de nieuw samengesteldeCommissie zou kunnen werken;

Op voorstel van de Minister tot wiens bevoegdheid Mobiliteitbehoort,

Besluit :

Artikel 1. Het besluit van de Brusselse Regering van 19 okto-ber 2000 tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie wordtgewijzigd als volgt :

1° in artikel 3, § 1, onder de 5e en de 6e gedachtestreep, wordt hetwoord « Holding » ingevoegd na het woord « NMBS »;

2° in artikel 3, § 1, onder de 19e gedachtestreep, wordt het woord« Vervoerbeleid » vervangen door het woord « Strategie »;

3° artikel 3, § 2 wordt vervangen door de volgende tekst : « Indien deeffectieve leden en de plaatsvervangers dezelfde organisatie vertegen-woordigen, geeft ieder lid die niet kan deelnemen aan de vergaderingwaarvoor hij opgeroepen werd de uitnodiging door aan zijn plaatsver-vanger. Indien zij tot verschillende organisaties behoren, ontvangenbeide de uitnodiging om aan de vergadering deel te nemen. »

4° in artikel 3, § 3, 5°, worden de woorden « Wegen » vervangen doorde woorden « Projecten en Werken inzake Weginrichtingen »;

5° in artikel 3, § 3, 6°, wordt het word « TAXISTOP » vervangen doorde woorden « Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw »;

6° in artikel 10, lid 2, worden de woorden « tweeduizend frank »vervangen door de woorden « vijfenzeventig euro » en de woorden« duizend vijfhonderd frank » door de woorden « vijftig euro ».

Het artikel is aangevuld door alinea 3.

Een jaarlijkse aanpassing is uitgevoerd in de maand juli van elk jaarop basis van de gezondheidsindex.

De hierboven vermelde bedragen zijn berekend op de gezondheids-index van de maand juni 2007 die 105,28 bedraagt.

7° in artikel 11 worden de woorden « van de afdeling 12 » vervangendoor de woorden « van de basisallocatie 12.13.21.12.11 »;

8° het artikel 11 wordt aangevuld met het volgende lid : « De inartikel 10 bedoelde zitpenningen worden aangerekend op de basis-allocatie bedoeld in het eerste lid »;

9° in artikel 12 worden de woorden « de gewestelijke administratie »vervangen door de woorden « de Directie Strategie van het BestuurUitrusting en Vervoer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstede-lijk Gewest ».

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de ondertekeningervan.

De Minister tot wiens bevoegdheid Mobiliteit behoort, is belast metde uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 juli 2007.

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast metPlaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Land-schappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid, Ont-wikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel,

Ch. PICQUE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,belast met Mobiliteit en Openbare Werken,

P. SMET

Vu l’arrêté du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du19 octobre 2000 portant la création de la Commission régionale de laMobilité;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 15 juin 2007;

Vu l’accord du Ministre du Budget;

Considérant qu’il y a lieu de modifier rapidement l’arrêté dugouvernement du 19 octobre 2000 en vue de permettre à la Commissionnouvellement constituée de fonctionner;

Sur la proposition du Ministre ayant la Mobilité dans ses attributions,

Arrête :

Article 1er. L’arrêté du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 octobre 2000 portant la création de la Commissionrégionale de la Mobilité, est modifié comme suit :

1° dans l’article 3, § 1er, 5e et 6e tirets, le mot « Holding » est ajoutéaprès le mot « SNCB »;

2° dans l’article 3, § 1er, 19e tiret, les mots « Politique des Déplace-ments » sont remplacés par le mot « Stratégie »;

3° l’article 3, § 2, est remplacé par le texte suivant « Lorsque lesmembres effectifs et suppléants représentent la même organisation,chaque membre qui ne peut assister à la séance à laquelle il estconvoqué, transmet la convocation à son suppléant. S’ils appartiennentà des organisations différentes, ils recoivent tous deux l’invitation àparticiper à la réunion. »;

4° dans l’article 3, § 3, 5°, les mots « des Voiries » sont remplacés parles mots « Projets et Travaux d’Aménagement des Voiries »;

5° dans l’article 3, § 3, 6°, le mot « TAXISTOP » est remplacé par lesmots « Centre de Recherches routières »;

6° dans l’article 10, alinéa 2, les mots « deux mille francs » sontremplacés par les mots « septante-cinq euros » et les mots « mille cinqcents francs » par les mots « cinquante euros ».

L’article est complété par un alinéa 3.

Une péréquation annuelle est effectuée en juillet de chaque année surbase de l’indice santé.

Les montants ci-dessus sont établi à l’indice santé du mois de juin 2007s’élevant à 105,28.

7° dans l’article 11, les mots « de la division 12 », sont remplacés parles mots « de l’allocation de base 12.13.21.12.11 »;

8° l’article 11 est complété par l’alinéa suivant : « Les jetons deprésence visés à l’article 10 sont imputés sur l’allocation de base viséeà l’alinéa 1er »;

9° dans l’article 12, les mots « l’administration régionale » sontremplacés par les mots « la Direction Stratégie de l’Administration del’Equipement et des Déplacements du Ministère de la Région deBruxelles-Capitale ».

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature.

Le Ministre ayant la Mobilité dans ses attributions est chargé del’exécution du présent arrêté.

Bruxelles, le 12 juillet 2007.

Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Terri-toire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, duLogement, de la Propreté publique, de la Coopération au Dévelop-pement et du Commerce extérieur,

Ch. PICQUE

Le Ministre du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé de la Mobilité et des Travaux publics,

P. SMET

48765MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 74: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENSTBUDGET EN BEHEERSCONTROLE

[C − 2007/03412]Personeel. — Benoeming

Bij koninklijk besluit van 19 juli 2007 wordt Mej. Demay, Laure,stagedoend attaché, met ingang van 1 mei 2007, tot rijksambtenaarbenoemd in de titel van attaché in de vakklasse A1 - « Overheidsbe-groting en Overheidsfinanciën », met terugwerkende kracht vanaf1 mei 2006.

Overeenkomstg de gecoördineerde wetten op de Raad van State kanberoep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendma-king. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende briefaan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel, te wordentoegezonden.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

[C − 2007/14284]Personeel. — Benoeming

Bij koninklijk besluit van 24 augustus 2007, wordt de heer PatrickFleurquin vast benoemd in de klasse A1, met de titel van attaché, in devakrichting « Mobiliteit en Vervoer » bij de Federale OverheidsdienstMobiliteit en Vervoer, in het Franse taalkader, met ranginneming op1 mei 2006 en uitwerking op 1 mei 2007.

Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kanberoep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendma-king. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende briefaan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 Brussel, te wordentoegezonden.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2007/09807]Rechterlijke Orde

Bij koninklijk besluit van 31 augustus 2007, dat in werking treedt op31 augustus 2007, is aan de heer Van Acker, J., op zijn verzoek, ontslagverleend uit zijn ambt van werkend assessor in strafuitvoeringszaken,gespecialiseerd in de sociale reïntegratie, voor het rechtsgebied van hethof van beroep te Brussel.

Bij koninklijk besluit van 3 juli 2007 is de aanwijzing vande heer Rosoux, S., rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Luik, totde functie van jeugdrechter in deze rechtbank, vernieuwd voor eentermijn van vijf jaar met ingang van 1 oktober 2007.

Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten metindividuele strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van deRaad van State worden gebracht binnen zestig dagen na dezebekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende briefaan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), teworden toegezonden.

SERVICE PUBLIC FEDERALBUDGET ET CONTROLE DE LA GESTION

[C − 2007/03412]Personnel. — Nomination

Par arrêté royal du 19 juillet 2007, Melle Demay, Laure, attachéstagiaire, est nommée en qualité d’Agent de l’Etat au titre d’attachédans la classe de métiers A1 - « Budget de l’Etat et Finances publiques »,à partir du 1er mai 2007 avec effet rétroactif au 1er mai 2006.

Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recourspeut être introduit endéans les soixante jours aprés cette publication. Larequête doit êntre envoyée sous pli recommandé à la poste, au Conseild’Etat, rue de la Seience 33, à 1040 Bruxelles.

SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

[C − 2007/14284]Personnel. — Nomination

Par arrêté royal du 24 août 2007, M. Patrick Fleurquin est nommé àtitre définitif dans la classe A1, avec le titre d’attaché, dans la filière demétiers « Mobilité et Transports » auprès du Service public fédéralMobilité et Transports, dans le cadre linguistique francais, avec prise derang au 1er mai 2006 et effet au 1er mai 2007.

Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recourspeut être introduit endéans les soixante jours après cette publication. Larequête doit être envoyée sous pli recommandé à la poste, au Conseild’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles.

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2007/09807]Ordre judiciaire

Par arrêté royal du 31 août 2007, entrant en vigueur le 31 août 2007,est acceptée, à sa demande, la démission de M. Van Acker, J., de sesfonctions d’assesseur en application des peines effectif, spécialisé enréinsertion sociale, pour le ressort de la cour d’appel de Bruxelles.

Par arrêté royal du 3 juillet 2007, la désignation de M. Rosoux, S., jugeau tribunal de première instance de Liège, aux fonctions de juge de lajeunesse à ce tribunal, est renouvelée pour un terme de cinq ans prenantcours le 1er octobre 2007.

Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peutêtre soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etatendéans les soixante jours après cette publication. La requête doit êtreenvoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxel-les), sous pli recommandé à la poste.

48766 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 75: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2007/09808]Rechterlijke Orde

Bij ministeriële besluiten van 11 september 2007 :— blijft aan Mevr. Begon, D., medewerker bij de griffie van de

rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdracht gegeven om tijdelijk hetambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen;

— blijft aan Mevr. Pirlian, A., medewerker op arbeidsovereenkomstbij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Luik, opdrachtgegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank tevervullen.

Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten metindividuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raadvan State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking.Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raadvan State, afdeling bestuursrechtspraktijk, (adres : Wetenschaps-straat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2007/09809]Rechterlijke Orde. — Erratum

In het Belgisch Staatsblad van 10 september 2007, bladzijde 48054,regel 11, Franstalige tekst, lezen : « 13 oktober 2007 » in plaats van« 13 oktober 2006 ».

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE,K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

[2007/11380]Personeel en Organisatie

Benoemingen in de hoedanigheid van Rijksambtenaar

Bij koninklijk besluit van 19 juni 2007 wordt, met ingang van1 februari 2007, de heer Jean-Christophe VANDEROTE, in de hoeda-nigheid van Rijksambtenaar benoemd tot de titel van attaché in deklasse A2, met ranginneming op 1 februari 2006.

Bij koninklijk besluit van 13 juni 2007 wordt, met ingang van1 oktober 2006, de heer Denis GROFILS, in de hoedanigheid vanrijksambtenaar benoemd tot de titel van attaché in de klasse A1.

Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kanberoep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendma-king. Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende briefaan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel te wordentoegezonden.

*

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR GENEESMIDDELENEN GEZONDHEIDSPRODUCTEN

[C − 2007/23300]

21 AUGUSTUS 2007. — Ministerieel besluit houdende verlengingvan de erkenning van de Militaire Dienst voor Bloedtransfusie(MDBT) als instelling voor de afneming, de bereiding, de bewa-ring en de terhandstelling van bloed en bloedderivaten vanmenselijke oorsprong

De Minister van Volksgezondheid,

Gelet op de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivatenvan menselijke oorsprong, inzonderheid op artikel 4;

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2007/09808]Ordre judiciaire

Par arrêtés ministériels du 11 septembre 2007 :— Mme Begon, D., collaborateur au greffe du tribunal de

première instance de Liège, reste temporairement déléguée aux fonc-tions de greffier adjoint à ce tribunal;

— Mme Pirlian, A., collaborateur sous contrat au greffe du tribunalde première instance de Liège, reste temporairement déléguée auxfonctions de greffier adjoint à ce tribunal.

Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peutêtre soumis à la section administration du Conseil d’Etat endéans lessoixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée auConseil d’Etat, section du contentieux administratif (adresse : rue de laScience 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2007/09809]Ordre judiciaire. — Erratum

Au Moniteur belge du 10 septembre 2007, page 48054, ligne 11, textefrancophone, lire : « 13 octobre 2007 » au lieu de « 13 octobre 2006 ».

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE,P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE

[2007/11380]Personnel et Organisation

Nominations en qualité d’agent de l’Etat

Par arrêté royal du 19 juin 2007, M. Jean-Christophe VANDEROTEest nommé en qualité d’agent de l’Etat au titre d’attaché dans laclasse A2 à partir du 1er février 2007, avec prise de rang au1er février 2006.

Par arrêté royal du 13 juin 2007, M. Denis GROFILS, est nommé enqualité d’agent de l’Etat au titre d’attaché dans la classe A1 à partir du1er octobre 2006.

Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recourspeut être introduit endéans les soixante jours après cette publication. Larequête doit être envoyée sous pli recommandé à la poste, au Conseild’Etat, rue de la Science 33, à 1040 Bruxelles.

AGENCE FEDERALE DES MEDICAMENTSET DES PRODUITS DE SANTE

[C − 2007/23300]

21 AOUT 2007. — Arrêté ministériel portant prolongation del’agrément du Service militaire de Transfusion sanguine (SMTS)en tant qu’établissement pour le prélèvement, la préparation, laconservation et la délivrance du sang et des dérivés du sangd’origine humaine

Le Ministre de la Santé Publique,

Vu la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés du sangd’origine humaine, notamment l’article 4;

48767MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 76: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende deafneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloeden bloedderivaten van menselijke oorsprong, gewijzigd door dekoninklijke besluiten van 11 juli 2003, 28 september 2003, 1 februari 2005en 17 oktober 2006, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het ministerieel besluit van 14 januari 2003 houdendeerkenning van de Militaire Dienst voor Bloedtransfusie (MDBT) alsinstelling voor de afneming, de bereiding, de bewaring en de terhand-stelling van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong,

Besluit :

Unieke artikel. De erkenning van de Militaire Dienst voor Bloed-transfusie (MDBT), Bruynstraat, te 1120 Brussel, als Instelling, in de zinvan het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de afneming, debereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed en bloedderi-vaten van menselijke oorsprong wordt verlengd tot 31 december 2007.

Brussel, 21 augustus 2007.D. DONFUT

Voor de Minister van Volksgezondheid, afwezig :

De Minister van Landsverdediging,A. FLAHAUT

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGIONGEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE

VLAAMSE OVERHEID

[2007/36538]

24 AUGUSTUS 2007. — Ministerieel besluit tot aanpassing van de termijn waarbinnen de overeenkomst tussen deniet-professionele sportbeoefenaar en de sportvereniging kan worden beëindigd voor wat de KoninklijkeNationale Kaatsbond VZW betreft

De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel,

Gelet op het decreet van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar,inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden vande Vlaamse Regering, inzonderheid op artikel 3, § 7;

Gelet op het verzoek van de Koninklijke Nationale Kaatsbond VZW op 4 juli 2007 om de date voor de opzeggingvan de overeenkomst aan te passen aan de behoeften van haar sporttak; dat niets zich verzet tegen de inwilliging vandit verzoek,

Besluit :

Artikel 1. De in artikel 3, § 1, derde lid, van het decreet van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van deniet-professionele sportbeoefenaar bepaalde data voor de opzegging van de overeenkomst worden voor de KoninklijkeNationale Kaatsbond VZW, Boechoutlaan 9, te 1020 Brussel, als volgt bepaald :

1 oktober - 31 oktober.

De vrijheidsaanvraag heeft uitwerking op 1 november.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 24 augustus 2007.

B. ANCIAUX

Vu l’arrêté royal du 4 avril 1996 relatif au prélèvement, à lapréparation, à la conservation et à la délivrance du sang et des dérivésdu sang d’origine humaine, modifié par les arrêtés royaux des11 juillet 2003, 28 septembre 2003, 1er février 2005 et 17 octobre 2006,notamment l’article 2;

Vu l’arrêté ministériel du 14 janvier 2003 portant agrément du Servicemilitaire de Transfusion sanguine (SMTS) en tant qu’établissement pourle prélèvement, la préparation, la conservation et la délivrance du sanget des dérivés du sang d’origine humaine,

Arrête :

Article unique. L’agrément du Service militaire de Transfusionsanguine (SMTS), rue Bruyn, à 1120 Bruxelles comme Etablissement, ausens de l’arrêté royal du 4 avril 1996 relatif au prélèvement, à lapréparation, à la conservation et à la délivrance du sang et des dérivésdu sang d’origine humaine, est prolongé jusqu’au 31 décembre 2007.

Bruxelles, le 21 août 2007.D. DONFUT

Pour le Ministre de la Santé publique, absent :

Le Ministre de la Défense,A. FLAHAUT

48768 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 77: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

VLAAMSE OVERHEID

[C − 2007/36557]29 AUGUSTUS 2007. — Ministerieel besluit

houdende de samenstelling van de commissie belast met de beoordeling van de kandidatenvoor het ambt van inspecteur basisonderwijs

De Vlaamse Minister van Werk, Onderwijs en Vorming

Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, DVO en pedagogische begeleidingsdiensten,inzonderheid op de artikelen 22, § 1, en artikel 28;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1991betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten, inzonderheid op artikel 14, 1°;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende invoering van een meer evenwichtige vertegenwoordiging vanmannen en vrouwen in adviesorganen, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden vande Vlaamse Regering, inzonderheid op de artikelen 3, § 4, en artikel 7,

Besluit :

Artikel 1. De commissie belast met de beoordeling van de kandidaten voor het ambt van inspecteurbasisonderwijs wordt samengesteld als volgt :

de heer Luc Van der Auwera, wnd. inspecteur-generaal basisonderwijs, voorzitter;

prof. Ch. Samaey (Vrije Universiteit Brussel);

prof. dr. G. Schuyten (Universiteit Gent);

prof. dr. P. Mahieu (Universiteit Antwerpen);

Mevr. H. Ballon (Personeel Basisonderwijs en Centra Leerlingenbegeleiding - AGODI);

Mevr. D. Declippel (Advies en Ondersteuning Onderwijspersoneel - AGODI);

de heer W. Vermeire, coördinerend inspecteur;

de heer V. Pierlet, coördinerend inspecteur;

Mevr. D. Van Causbroeck, hoofdassistent, secretaris.

Art. 2. De leden van de commissie, die geen ambtenaar zijn, hebben recht op een vergoeding van hun reis- enverblijfskosten, die wordt berekend overeenkomstig artikel 53bis, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling enPedagogische Begeleidingsdiensten. Zij worden in dit opzicht gelijkgesteld met ambtenaren van rang A2. Deadministratieve standplaats is de woonplaats.

Brussel, 29 augustus 2007.

F. VANDENBROUCKE

*

VLAAMSE OVERHEID

Economie, Wetenschap en Innovatie

[C − 2007/36561]

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek. — Benoemingen

De Vlaamse Regering beslist op 8 juni 2007 om, met ingang van 1 juni 2007, de volgende personen te benoemenals lid van de raad van bestuur van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) :

— Mevr. Annick Clauwaert;

— de heer Rudi Verheyen;

— de heer Luc Hens;

— de heer Koen Kennis (ter vervanging van de heer Joost Goris);

— de heer Michel Meeus (ter vervanging van de heer Oger Arkens).

48769MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 78: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

[C − 2007/36520]

24 AUGUSTUS 2007. — Besluit van de administrateur-generaal tot erkenningen wijziging van erkenning van voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand

De administrateur-generaal van het Agentschap Jongerenwelzijn,

Gelet op de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, inzonderheid op deartikelen 31 en 32;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en desubsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugd bijstand, gewijzigd bij de besluiten van de VlaamseRegering van 19 november 1996, 8 december 1998, 7 april 2000, 8 december 2000, 30 maart 2001, 10 juli 2001,14 mei 2004, 31 maart 2006, 28 april 2006, 8 september 2006, 15 december 2006 en 20 april 2007, inzonderheid op deartikelen 21 tot en met 26sexies;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het Intern VerzelfstandigdAgentschap Jongerenwelzijn, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005, 31 maart 2006,19 mei 2006 en 8 december 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden vande Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005,19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 15 juni 2007 en 28 juni 2007;

Gelet op het ministerieel besluit van 1 september 2006 betreffende de programmatie van de voorzieningen van debijzondere jeugd bijstand;

Overwegende dat ingevolge de herhaalde signalen over tekorten of hiaten in het bestaande aanbod, deuitbreidingen voorzien in het Globaal Plan Jeugdzorg versneld moeten worden uitgevoerd; dat de in het besluitopgenomen voorzieningen overeenkomstig de programmatie behoren tot prioritaire arrondissementen, en/of eenaanbod willen installeren dat beantwoordt aan de actuele vraag naar hulpverlening en aan een noodzakelijkedifferentiatie van het hulpverleningsaanbod,

Besluit :

Enig artikel. De in de bijlage bij dit besluit opgenomen voorzieningen worden volgens de naast hun naamvermelde modaliteiten tot 31 december 2009 erkend als voorzieningen van de bijzondere jeugd bijstand.

Brussel, 24 augustus 2007.

Voor de administrateur-generaal van het Intern Verzelfstandigd Agentschap Jongerenwelzijn, afwezig,K. HENDERICKX

Bijlage

ERKENDE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDBIJSTANDLegende(1) CAT is de categorie :1. begeleidingstehuizen2. gezinstehuizen3. onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra4. dagcentra5. thuisbegeleidingsdiensten6. diensten voor begeleid zelfstandig wonen7. diensten voor pleegzorg(2) TOTALE CAP : de totale capaciteit is de capaciteit vermeld naast de naam en adres van de voorziening; de

capaciteiten vermeld naast de afdelingen zijn inbegrepen in de totale erkende capaciteit.(3) CAP + 12J is de erkende capaciteit, inbegrepen in de totale capaciteit, zoals bedoeld in artikel 13, 2° van het

besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor devoorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, gewoonlijk 1-bis capaciteit genoemd.

(4) CAP BZW is de erkende capaciteit, inbegrepen in de totale capaciteit, zoals bedoeld in artikel 20 van het besluitvan de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor devoorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.

(5)-(6) ON/OR is het gedeelte van de erkende capaciteit voorbehouden voor onthaal en oriëntatieOB is het gedeelte van de erkende capaciteit dat kan aangewend worden voor observatie.

(7) OPM zijn modaliteiten inzake de leeftijd en het geslacht van de minderjarigen die de voorziening kan opnemenen of begeleiden.

48770 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 79: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48771MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 80: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48772 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 81: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48773MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 82: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48774 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 83: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48775MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 84: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48776 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 85: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48777MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 86: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48778 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 87: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48779MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 88: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48780 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 89: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48781MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 90: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48782 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 91: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48783MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 92: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48784 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 93: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de administrateur-generaal tot erkenning en wijziging vanerkenning van voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand van 24 augustus 2007.

Brussel, 24 augustus 2007.Voor de administrateur-generaal van het Intern Verzelfstandigd Agentschap Jongerenwelzijn, afwezig,

K. HENDERICKX

*VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

[C − 2007/36552]

Afdeling residentiële en gespecialiseerde zorg

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 126 van het rusthuis « Woon- en Zorgcentrum Sint-Jozef »,Nachtegalenlaan 38, te 8400 Oostende, beheerd door de VZW « Medio-Sociale Instellingen Sint-Jozef », zelfde adres,wordt verlengd met ingang van 1 december 2006 tot en met 30 november 2012 voor maximaal 75 woongelegenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De capaciteitsuitbreiding van het rusthuis « Woon- en Zorgcentrum Ons Geluk », Westlaan 38, te8400 Oostende (Raversijde), uitgebaat door de VZW « Ons Geluk », zelfde adres, met 44 woongelegenheden, komendevan het rusthuis « Royal Midland », Zeedijk 354, te 8400 Oostende, wordt erkend met ingang van 1 juli 2006 tot en met31 augustus 2011 onder nummer PE 1560, zodat de maximale huisvestingscapaciteit van het rusthuis 89 woongele-genheden bedraagt.

Art. 2. Een afwijking op de erkenningsnorm 3.2.1.7., vervat in de bijlage B van het besluit van de VlaamseRegering van 17 juli 1985, voornoemd, met betrekking tot de hoogte van de raamdorpels die zittend een ongehinderdzicht op de buitenwereld mogelijk moet maken, evenwel zonder gevaar voor ongevallen, wordt toegestaan voor deduur van de erkenningstermijn, zoals bepaald in artikel 1.

Art. 3. Het besluit van de directeur-generaal van 20 oktober 2005 houdende de verlenging van de erkenning vanhet rusthuis « Royal Midland », Zeedijk 354, te 8400 Oostende, uitgebaat door de VZW « Ons Geluk », Westlaan 38, te8400 Oostende (Raversijde), wordt opgeheven met ingang van 1 juli 2006.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

48785MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 94: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer CE 800 van het rusthuis « Mijlbeke », Albrechtlaan 119, te 9300 Aalst,beheerd door O.C.M.W. Aalst, Gasthuisstraat 40, te 9300 Aalst, wordt verlengd met ingang van 1 juni 2006 tot en met31 mei 2012 voor maximaal 122 woongelegenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer CE 1376 van het rusthuis « Heilige Familie », Slijperstraat 4, te8840 Staden (Oostnieuwkerke), beheerd door het O.C.M.W. van 8840 Staden wordt verlengd met ingang van 1 juni 2007tot en met 31 mei 2011 voor maximaal 27 woongelegenheden.

Art. 2. Een afwijking op de erkenningsnormen 2.2.15., 3.2.1.7., 3.2.1.5. en 2.2.13., vervat in de bijlage B van hetbesluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 1985, voornoemd, met betrekking tot het beschikbaar zijn van individuelekamers voor bejaarden wier gezondheidstoestand afzondering noodzakelijk maakt, indien niet elkeen over een eigenkamer beschikt; het raamoppervlak van de kamers en de zit- en eetkamers dat 1/6 moet bedragen van de netto-vloeroppervlakte en de hoogte van de raamdorpels die zittend een ongehinderd zicht op de buitenwereld mogelijkmoet maken, evenwel zonder gevaar voor ongevallen; het voorzien van aangepaste wastafels voor rolstoelpatiënten enhet voorhanden zijn van ten minste één lig-, zit- of stortbad per 20 personen, gemakkelijk toegankelijk en uitgerust meteen richtbare waterstraal, wordt toegestaan voor de duur van de erkenningstermijn, zoals bepaald in artikel 1.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 180 van het rusthuis « Sint-Eligius », Sint-Elooistraat 56, te 9080Lochristi (Zeveneken), beheerd door VZW « Zorg-Saam Zusters Kindsheid Jesu », Nederpolder 1, te 9000 Gent, wordtverlengd met ingang van 1 september 2006 tot en met 31 augustus 2012 voor maximaal 135 woongelegenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan het O.C.M.W. van Gent wordt een erkenning als rust- en verzorgingstehuis verleend onder heterkenningsnummer VZB 473 voor 90 bedden in het rusthuis « Campus Zonnebloem », gelegen Prins Hutsepot-straat 29, te 9052 Gent (Zwijnaarde), met ingang van 25 augustus 2005 tot en met 30 juni 2011.

Art. 2. Aan het O.C.M.W. van Gent wordt onder het erkenningsnummer VZB 2227 een aanpassing van erkenningals rust- en verzorgingstehuis verleend voor 25 bedden waardoor het aantal bedden van 25 tot 0 wordt herleid in hetrusthuis « Ons Tehuis », gelegen Gasthuisstraat 21, te 9041 Gent (Oostakker).

Art. 3. De aanpassing van erkenning waarvan sprake in artikel 2 gaat in op 25 augustus 2005, datum waarop hetrusthuis « Ons Tehuis », Gasthuisstraat 21, te 9041 Gent (Oostakker), wordt gesloten, en de exploitatie van de 25 beddenrust- en verzorgingstehuis verhuist naar het rusthuis « Campus Zonnebloem », te Gent (Zwijnaarde).

Art. 4. Aan het O.C.M.W. van Gent wordt een aanpassing van erkenning als rust- en verzorgingstehuis verleendvoor 65 bedden waardoor het aantal bedden van 65 tot 0 wordt herleid in het rusthuis « Jan Palfijn », gelegen HenriDunantlaan 5, te 9000 Gent.

Art. 5. De aanpassing van erkenning waarvan sprake in artikel 4 gaat in op 25 augustus 2005, datum waarop hetrusthuis « Jan Palfijn », Henri Dunantlaan 5, te 9000 Gent, wordt gesloten, en de exploitatie van de 65 bedden rust- enverzorgingstehuis verhuist naar het rusthuis « Campus Zonnebloem », te Gent (Zwijnaarde).

Art. 6. De verdere erkenning als rust- en verzorgingstehuis is mede afhankelijk van de verdere erkenning alsrusthuis.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 31/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « Baronie van Boelare », Kasteeldreef 3, te 9500 Geraardsbergen, wordt een verlenging vanerkenning als rust- en verzorgingstehuis verleend onder het erkenningsnummer VZB 2231 voor 26 bedden in hetrusthuis « Baronie van Boelare », zelfde adres, met ingang van 1 december 2005 tot en met 30 november 2007.

48786 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 95: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 2. De verdere erkenning als rust- en verzorgingstehuis is mede afhankelijk van de verdere erkenning alsrusthuis.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 19/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 351 van het rusthuis « Woon- en Zorgcentrum Sint-Camillus »,Kloosterstraat 21, te 8560 Wevelgem, beheerd door de VZW « Woon- en Zorgcentrum Sint-Camillus », zelfde adres,wordt verlengd met ingang van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2013 voor maximaal 94 woongelegenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 08/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 1043 van het rusthuis « De Linde », Lindestraat 16, te9790 Wortegem-Petegem, beheerd door de VZW « De Linde », zelfde adres, wordt verlengd met ingang van1 oktober 2006 tot en met 30 september 2010 voor maximaal 65 woongelegenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 807 van het rusthuis « Home vijvens », Kloosterstraat 18, te9750 Zingem (Huise), beheerd door de VZW « Vijvens », Ommegangstraat 22, te 9770 Kruishoutem, wordt tijdelijkverminderd met 10 woongelegenheden met ingang van 1 maart 2007. De maximale opnamecapaciteit van het rusthuisbedraagt 80 woongelegenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer CE 1296 van het rusthuis « Het Lindeken », Poelstraat 37, te9820 Merelbeke, beheerd door het O.C.M.W. van 9820 Merelbeke wordt verlengd met ingang van 1 januari 2007 tot enmet 31 december 2009 voor maximaal 136 woongelegenheden.

Art. 2. Er wordt akte genomen van de brief van 4 januari 2007 van het O.C.M.W. van Merelbeke met betrekkingtot de naleving van de geldende brandveiligheidsnormen in de inrichting. Het O.C.M.W. is volledig verantwoordelijkvoor de hierin opgenomen verklaringen en dient het agentschap regelmatig in te lichten omtrent de vordering van dewerkzaamheden inzake brandveiligheid.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 321 van het rusthuis « WZC Huize Vincent », Antwerpsesteenweg 103,te 9140 Temse (Tielrode), beheerd door de VZW « Intercongregationele Vereniging voor Christelijke Bejaardenzorg »,zelfde adres, wordt verlengd met ingang van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2010 voor maximaal 42 woongelegen-heden.

Art. 2. De afwijking op de erkennigsnormen 3.2.1.7. en 3.2.2. in 10 woongelegenheden wordt toegestaan voor deduur van de erkenningstermijn zoals bepaald in artikel 1.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

48787MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 96: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 323 van het rusthuis « Sint-Vincentius », Vrouwstraat 1, te9970 Kaprijke, beheerd door de « VZW Zorg-saam Zusters Kindsheid Jesu », Nederpolder 1, te 9000 Gent, wordtverlengd met ingang van 1 augustus 2006 tot en met 31 juli 2009 voor maximaal 68 woongelegenheden.

Art. 2. De afwijking op de erkenningsnormen 3.2.1.5, 3.2.1.7, 3.2.1.3, 2.2.7 en 3.2.1.10 wordt toegestaan voor deduur van de erkenningstermijn zoals bepaald in artikel 1.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 01/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 872 van het rusthuis « Egmont », Dendermondsesteenweg 190, te2830 Willebroek, beheerd door de VZW « Residentie Vaartland », Overwinningsstraat 133-135, te 2830 Willebroek,wordt verlengd met ingang van 1 juni 2007 tot en met 31 mei 2013 voor maximaal 26 woongelegenheden.

Art. 2. Een afwijking op erkenningsnormen 3.2.1.5. « voor de rolstoelpatiënten moeten er aan hun toestandaangepaste wastafels beschikbaar zijn », 3.2.1.7. « in de kamers en in de zit- en eetkamers van de bejaarden moet hetraamoppervlak ten minste 1/6 bedragen van de nettovloeroppervlakte » en « de hoogte van de raamdorpels moetzittend een ongehinderd zicht op de buitenwereld mogelijk maken, evenwel zonder gevaar voor ongevallen »en 3.2.1.8. : « bij elk bed en in ieder sanitair moet een aan de toestand van de bejaarde aangepast oproepsysteemaanwezig zijn » wordt verleend voor de duur van de erkenningstermijn tot en met 31 mei 2013.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 02/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 1587 van het rusthuis « Woon- en Zorgcentrum Nottebohm Home »,Biartstraat 2, te 2018 Antwerpen, beheerd door de VZW « Nottebohm Home », zelfde adres, wordt verlengd met ingangvan 1 februari 2007 tot en met 31 januari 2013 voor maximaal 75 woongelegenheden.

Art. 2. Afwijkingen op erkenningsnormen 2.2.7. « er is onvoldoende verluchting in het sanitair » en 3.2.1.8.« ontbrekende oproepsystemen » worden verleend, voor zowel de betrokken kamers als de betrokken gemeenschap-pelijke ruimten, totdat de noodzakelijke verbouwingen met VIPA-middelen zijn gerealiseerd.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 06/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 159 van het rusthuis « Woon- en zorgcentrum De Regenboog »,Regenbooglaan 14, te 2070 Zwijndrecht, beheerd door de VZW « Zorg-Saam Zusters Kindsheid Jesu », Nederpolder 1,te 9000 Gent, wordt verlengd met ingang van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 voor maximaal279 woongelegenheden.

Art. 2. Er wordt akte genomen van de brief van 2 februari 2007 van de VZW « Zorg-Saam Zusters KindsheidJesu » met betrekking tot de naleving van de geldende brandveiligheidsnormen in de voorziening. De VZW is volledigverantwoordelijk voor de hierin opgenomen verklaringen en dient het agentschap jaarlijks in te lichten over devordering van de werkzaamheden inzake brandveiligheid.

Art. 3. Een afwijking op erkenningsnorm 2.2.7. : « de sanitaire cellen zijn beperkt toegankelijk voor rolstoelpa-tiënten », wordt verleend voor zowel de kamers als voor de gemeenschappelijke ruimten tot en met 31 december 2008.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 10/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 1737 van het rusthuis voor valide bejaarden « Residentie Avondrust »,Rateaulaan 24A, te 2812 Mechelen (Muizen), beheerd door de « G.C.V. Deswert en Desmedt », zelfde adres, wordtverlengd met ingang van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2010 voor maximaal 16 woongelegenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

48788 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 97: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 14/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer CE 64 van het rusthuis « RVT Vinck-Heymans », Arthur Goemaerelei 18,te 2018 Antwerpen, beheerd door het O.C.M.W. van 2000 Antwerpen, wordt verlengd met ingang van 1 januari 2007tot en met 31 december 2009 voor maximaal 231 woongelegenheden.

Art. 2. Er wordt akte genomen van de brief van 26 februari 2007 van het O.C.M.W. van 2000 Antwerpen metbetrekking tot de naleving van de geldende brandveiligheidsnormen in de voorziening. Het O.C.M.W. is volledigverantwoordelijk voor de hierin opgenomen verklaringen en dient het agentschap jaarlijks in te lichten over devordering van de werkzaamheden inzake brandveiligheid.

Art. 3. Een afwijking op erkenningsnorm zijn er 10 kamers waar de raamdorpels te duur van de erkennings-termijn tot en met 3.2.1.7. : « op de derde verdieping hoog zijn », wordt verleend voor de 31 december 2009.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 13/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 2247 van het rusthuis « Residentie Avondzon », Botermelkbaan 2a, te2900 Schoten, beheerd door de VZW « Residentie Avondzon », zelfde adres, wordt verlengd met ingang van1 november 2006 tot en met 31 oktober 2009 voor maximaal 14 woongelegenheden.

Art. 2. De capaciteitsuitbreiding met twee woongelegenheden van het rusthuis « Residentie Avondzon »,Botermelkbaan 2a, te 2900 Schoten, beheerd door de VZW « Residentie Avondzon », zelfde adres, wordt erkend metingang van 1 mei 2006 tot en met 31 oktober 2009. De totale erkende opnamecapaciteit bedraagt hierdoor16 woongelegenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 15/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer CE 1370 van het rusthuis « Sint-Anna », Floraliënlaan 400, te2600 Berchem (Antwerpen), beheerd door het O.C.M.W. van 2000 Antwerpen, wordt verlengd met ingang van1 januari 2007 tot en met 31 december 2009 voor maximaal 408 woongelegenheden.

Art. 2. Er wordt akte genomen van de brief van 21 februari 2007 van het O.C.M.W. van 2000 Antwerpen metbetrekking tot de naleving van de geldende brandveiligheidsnormen in de voorziening. Het O.C.M.W. is volledigverantwoordelijk voor de hierin opgenomen verklaringen en dient het agentschap jaarlijks in te lichten over devordering van de werkzaamheden inzake brandveiligheid.

Art. 3. Een afwijking op erkenningsnorm 3.2.1.4. : « de tweepersoonskamers op de afdeling ASV beschikken nietover voldoende meubilair », wordt verleend voor de duur van de erkenningstermijn tot en met 31 december 2009.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 16/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer CE 1369 van het rusthuis « Huize Bloemenveld », Klaproosstraat 50, te2610 Wilrijk (Antwerpen), beheerd door het O.C.M.W. van 2000 Antwerpen, wordt verlengd met ingang van1 januari 2007 tot en met 31 december 2009 voor maximaal 135 woongelegenheden.

Art. 2. Er wordt akte genomen van de brief van 23 februari 2007 van het O.C.M.W. van 2000 Antwerpen metbetrekking tot de naleving van de geldende brandveiligheidsnormen in de voorziening. Het O.C.M.W. is volledigverantwoordelijk voor de hierin opgenomen verklaringen en dient het agentschap jaarlijks in te lichten over devordering van de werkzaamheden inzake brandveiligheid.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 19/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan het O.C.M.W. van 2930 Brasschaat wordt een erkenning als rust- en verzorgingstehuis verleendonder het erkenningsnummer VZB 398 voor 90 RVT-bedden in het rusthuis « Woon- en Zorghuis Vesalius » gelegenPrins Kavellei 75, te 2930 Brasschaat, met ingang van 21 september 2005 tot en met 31 augustus 2008.

Art. 2. Aan het O.C.M.W. van 2930 Brasschaat wordt onder het erkenningsnummer VZB 081 een aanpassing vanerkenning als rust- en verzorgingstehuis verleend voor 25 bedden waardoor het aantal RVT-bedden van 25 tot 0 wordtherleid in het rusthuis « Sint-Jozef », Van Hemelrijcklei 90, te 2930 Brasschaat.

48789MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 98: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 3. De aanpassing van erkenning waarvan sprake in artikel 2 gaat in op 21 september 2005, datum waarop hetrusthuis « Sint-Jozef », Van Hemelrijcklei 90, te 2930 Brasschaat, wordt gesloten, en de exploitatie van de 25 beddenrust- en verzorgingstehuis verhuist naar het « Woon- en Zorghuis Vesalius », te 2930 Brasschaat.

Art. 4. Aan het O.C.M.W. van 2930 Brasschaat wordt onder het erkenningsnummer VZB 398 een aanpassing vanerkenning als rust- en verzorgingstehuis verleend voor 33 bedden waardoor het aantal RVT-bedden van 33 tot 0 wordtherleid in het rusthuis « Prins Kavelhof », gelegen Prins Kavellei 35, te 2930 Brasschaat.

Art. 5. De aanpassing van erkenning waarvan sprake in artikel 4 gaat in op 21 september 2005, datum waarop hetrusthuis « Prins Kavelhof », Prins Kavellei 35, te 2930 Brasschaat, wordt gesloten, en de exploitatie van de 33 beddenrust- en verzorgingstehuis verhuist naar het « Woon- en Zorghuis Vesalius », te 2930 Brasschaat.

Art. 6. Aan het O.C.M.W. van 2930 Brasschaat wordt onder het erkenningsnummer VZBZ 583 een aanpassing vanerkenning als rust- en verzorgingstehuis verleend voor 32 bedden waardoor het aantal bedden van 32 tot 0 wordtherleid in het RVT De Vorsch, gelegen Augustijnslei 80, te 2930 Brasschaat.

Art. 7. De aanpassing van erkenning waarvan sprake in artikel 6 gaat in op 21 september 2005, datum waarop hetRVT De Vorsch, Augustijnslei 80, te 2930 Brasschaat, wordt gesloten, en de exploitatie van de 32 bedden rustenverzorgingstehuis verhuist naar het « Woon- en Zorghuis Vesalius », te 2930 Brasschaat.

Art. 8. Ingevolge dit besluit worden de artikelen 1 en 2 van het besluit van de directeur-generaal van11 oktober 2004 houdende verlenging van erkenning en aanpassing van erkenning als rust- en verzorgingstehuis onderhet erkenningsnummer VZB 398 van het rusthuis « Prins Kavelhof », te Brasschaat, met ingang van 21 september 2005opgeheven.

Art. 9. Ingevolge dit besluit wordt het besluit van de directeurgeneraal van 22 maart 2004 houdende verlengingvan erkenning als rust- en verzorgingstehuis onder het erkenningsnummer VZB 081 van het rusthuis « Sint-Jozef », teBrasschaat met ingang van 21 september 2005 opgeheven.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 07/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de administrateur-generaal van 13 februari 2007 houdende de verlengingvan de erkenning en de erkenning van de capaciteitsuitbreiding wordt aangepast als volgt : « De capaciteitsuitbreidingmet 6 woongelegenheden van voornoemd rusthuis wordt erkend met ingang van 1 juli 2006 tot en met 31 juli 2008onder nummer PE 1382, zodat de totale huisvestingscapaciteit van het rusthuis 30 woongelegenheden bedraagt. »

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 31/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Met ingang van 1 april 2007 wordt de erkende opnamecapaciteit van het rusthuis « Rustenborg »,Koolsveldlaan 94, te 2110 Wijnegem, beheerd door het O.C.M.W. van 2110 Wijnegem, verminderd met driewoongelegenheden waardoor de totale erkende opnamecapaciteit 87 woongelegenheden bedraagt.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 920 van het rusthuis « Neo Sanitate », Koningin Elisabethlaan 5-7, te1780 Wemmel, blijft behouden na overname van het beheer ervan met ingang van 23 januari 2007 door deVZW « WZC Flestia », Zijp 157, te 1780 Wemmel, tot 31 augustus 2008 voor maximaal 25 woongelegenheden.

NITATE.23

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 07/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 1690 van het serviceflatgebouw « Senior Hotel Flandria », BaronRuzettelaan 74, te 8310 Brugge (Assebroek), blijft behouden na overname van het beheer ervan met ingang van31 december 2006 door de BVBA « Happy Old People », Torhoutsesteenweg 513, te 8200 Brugge, tot 30 april 2009 voormaximaal 108 wooneenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

48790 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 99: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 1999 van het serviceflatgebouw « Residentie De Gulden Sporen »,Gentsestraat 20, te 8500 Kortrijk, beheerd door de NV « Resitel », zelfde adres, wordt verlengd met ingang van1 mei 2006 tot en met 30 april 2009 voor maximaal 72 wooneenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 1810 van het serviceflatgebouw « Residentie Het Kloosterhof »,Sint-Jorisstraat 5, te 8940 Wervik, beheerd door de VZW « Mater Amabilis Seniorenzorg », Sint-Jorisstraat 3, te8940 Wervik, wordt verlengd met ingang van 1 maart 2007 tot en met 28 februari 2013 voor maximaal21 wooneenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 1638 van het serviceflatgebouw « Residentie Adagio », Nieuw-straat 13-17, te 8700 Tielt, beheerd door de NV « Nieuwe Straete », Patersveld 13, te 9880 Aalter, wordt verlengd metingang van 1 november 2006 tot en met 31 oktober 2009 voor maximaal 29 wooneenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 12/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer PE 1739 van het serviceflatgebouw « Ter Wieke », Sint-Jozefstraat 15, te2222 Heist-op-den-Berg (Wiekevorst), beheerd door de VZW « Rusthuizen Zusters van Berlaar », Markt 13, te2590 Berlaar, wordt verlengd met ingang van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012 voor maximaal30 wooneenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Het serviceflatgebouw « Mimosa », Boomgaardweg 20, te 1640 Sint-Genesius-Rode, uitgebaat door hetO.C.M.W. van Sint-Genesius-Rode, wordt erkend met ingang van 1 oktober 2006 tot en met 30 september 2012, ondernummer CE 2483 voor maximaal 16 wooneenheden.

Art. 2. Een afwijking op erkenningsnorm 3.2.2, vervat in de bijlage A van het besluit van de Vlaamse Regering van17 juli 1985, voornoemd, met betrekking tot de polyvalente ruimte, wordt toegestaan voor de duur van deerkenningstermijn zoals bepaald in artikel 1.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 06/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De erkenning onder nummer CE 1381 van het serviceflatgebouw « Den Blijk », J.P. Dieudonnéstraat 3,te 3090 Overijse, beheerd door het O.C.M.W. van Overijse, wordt verlengd met ingang van 1 mei 2000 tot en met30 april 2010 voor maximaal 14 wooneenheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

48791MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 100: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « O.L.Vrouw Maagd Der Armen », Rozendreef 190, te 9300 Aalst wordt de voorafgaandevergunning verleend voor de capaciteitsuitbreiding met 20 woongelegenheden van het rusthuis « O.L.Vrouw TenRozen », Rozendreef 190, te Aalst, zodat de totale opnamecapaciteit van het rusthuis 110 woongelegenheden kanbedragen.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « Bejaardenzorg Maria Middelares », Pater Lievensstraat 20, te 8890 Moorslede, wordt devoorafgaande vergunning verleend voor het bouwen van een rusthuis met 107 woongelegenheden, ter vervanging vanhet bestaande rusthuis « RVT Maria Middelares », Pater Lievensstraat 20, te 8890 Moorslede.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 19/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « Home Sint-Franciscus », Kwaremontplein 41, te 9690 Kluisbergen, wordt devoorafgaande vergunning verleend voor de capaciteitsuibreiding met 10 woongelegenheden van het rusthuis « HomeSint-Franciscus », zelfde adres, zodat de maximale opnamecapaciteit kan gebracht worden op 97 woongelegenheden.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De voorafgaande vergunning verleend bij besluit van de directeur-generaal van 7 maart 2002 aan hetO.C.M.W. van 9190 Stekene voor de capaciteitsuitbreiding met 34 woongelegenheden van het rusthuis « Zoetenaard »,Kerkstraat 14, te 9190 Stekene, wordt eenmalig verlengd met een periode van drie jaar met ingang van 7 maart 2007.

Art. 2. Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodigzijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 3. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor denietgerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

48792 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 101: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de directeur-generaal van 12 juni 2003 wordt aangepast als volgt : « Aande VZW Heilig-Hart-Tereken’, Tereken 14, te 9100 Sint-Niklaas, wordt de voorafgaande vergunning verleend voor hetbouwen van een rusthuis met 115 woongelegenheden ter vervanging van het bestaand rusthuis « Heilig Hart », zelfdeadres.

Art. 2. De voorafgaande vergunning van 12 juni 2003 geldt tot 12 juni 2008. De geldigheidsduur kan eenmaligverlengd worden met drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bijhet agentschap in te dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor de nietgerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « WZC Mariahuis Gavere », Visitatiestraat 3, te 9040 Gent (Sint-Amandsberg), wordt devoorafgaande vergunning verleend voor het bouwen van een rusthuis met 120 woongelegenheden ter vervanging vanhet bestaande rusthuis « WZC Mariahuis », Kloosterstraat 6, te 9890 Gavere.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 07/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de directeur-generaal van 15 maart 2006 wordt aangepast als volgt : « Aande BVBA « Happy old People », Torhoutsesteenweg 513, te 8200 Brugge, wordt de voorafgaande vergunning verleendvoor het inrichten van een bestaand gebouw als rusthuis met 120 woon- gelegenheden, waarvan 108 woongelegen-heden door de omvorming van het serviceflatgebouw « Senior Hotel Flandria » met 108 wooneenheden tot rusthuis. ».

Art. 2. De voorafgaande vergunning van 15 maart 2006 geldt tot 15 maart 2011 en deze geldigheidsduur kan inovereenstemming met artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 1998, voornoemd, eenmaligverlengd worden met drie jaar op voorwaarde dat, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijkeaanvraag voor het verkrijgen van een verlenging van de verleende voorafgaande vergunning bij het agentschap wordtingediend.

Art. 3. Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodigzijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor denietgerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 15/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan het O.C.M.W. van 2110 Wijnegem wordt de voorafgaande vergunning verleend voor decapaciteitsvermindering met drie woongelegenheden van het rusthuis « Rustenborg », Koolsveldlaan 94, te2110 Wijnegem. De nieuwe opnamecapaciteit zal hierdoor 87 woongelegenheden bedragen.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

48793MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 102: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 07/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De voorafgaande vergunning verleend bij besluit van de directeur-generaal van 13 februari 2002 aan deCommissie van het Intercommunaal Rustoord Sint-Antonius, Rustoordlaan 40, te 3990 Peer, voor het verbouwen vanhet rusthuis met wijziging van de capaciteit door een vermindering met 42 woongelegenheden, waardoor de maximaleopnamecapaciteit 103 woongelegenheden zal bedragen, wordt eenmalig verlengd met een periode van drie jaar metingang van 13 februari 2007.

Art. 2. Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodigzijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 3. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor denietgerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 12/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de directeur-generaal van 19 oktober 2005, zoals aangepast bij besluit vande directeur-generaal van 20 maart 2006, wordt aangepast als volgt : « Artikel 1. Aan de VZW « Rooierheiderust »,Rooierheidestraat 96, te 3590 Diepenbeek, wordt de voorafgaande vergunning verleend voor het bouwen van eenrusthuis met 82 woongelegenheden, gelegen Rooierheidestraat, te 3590 Diepenbeek. ».

Art. 2. De voorafgaande vergunning van 19 oktober 2005 geldt tot 19 oktober 2010. De geldigheidsduur kaneenmalig verlengd worden met drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijkeaanvraag bij het agentschap in te dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor denietgerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 13/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de directeur-generaal van 31 augustus 2001 wordt aangepast als volgt :« Aan het O.C.M.W. van 3590 Diepenbeek, wordt de voorafgaande vergunning verleend voor het verbouwen en hetuitbreiden van het rusthuis « De Visserij », Visserijstraat 10, te 3590 Diepenbeek, tot een maximale huisvestingscapa-citeit van 83 woongelegenheden ».

Art. 2. De voorafgaande vergunning van 31 augustus 2001 geldt tot 31 augustus 2009.

Art. 3. Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodigzijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor deniet-gerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 07/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de directeur-generaal 22 april 2002, zoals aangepast bij besluiten van dedirecteur-generaal van 30 augustus 2002, 30 mei 2003 en 23 juni 2004, wordt aangepast als volgt :« de BVBA « De Bleuk », Endepoelstraat 4, te 3540 Herk-de-Stad, wordt de voorafgaande vergunning verleend voor hetbouwen van een rusthuis met 70 woongelegenheden, Endepoelstraat 4, te 3540 Herk-de-Stad. ».

48794 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 103: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 2. De voorafgaande vergunning van 22 april 2002 geldt tot 22 april 2014.

Art. 3. Als het initiatief op 22 april 2014 slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaandevergunning van rechtswege voor de niet-gerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de administrateur-generaal van 23 oktober 2006 wordt aangepast alsvolgt : « Aan de VZW « Bejaardenzorg Grauwzusters Limburg », Demerstraat 80, te 3500 Hasselt, wordt devoorafgaande vergunning verleend voor het wijzigen van de capaciteit van het rusthuis « Sint-Franciscus »,Wijkstraat 102, te 3700 Tongeren, door uitbreiding met 22 woongelegenheden, zodat de maximale capaciteit van hetrusthuis 107 woongelegenheden zal bedragen. ».

Art. 2. De voorafgaande vergunning van 23 oktober 2006 geldt tot 23 oktober 2011.

De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd worden met drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijkenervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap in te dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor de nietgerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 07/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de administrateur-generaal van 22 juni 2006 wordt aangepast als volgt :« Aan de VZW « Foyer De Lork », Acaciastraat 6/A, te 2440 Geel, wordt de voorafgaande vergunning verleend voorhet bouwen van een rusthuis met 40 woongelegenheden, gelegen op de hoek van de Guffenslaan en de Kunstlaan, te3500 Hasselt. »

Art. 2. De voorafgaande vergunning van 22 juni 2006 geldt tot 22 juni 2011. Deze geldigheidsduur kan inovereenstemming met artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 1998, voornoemd, eenmaligverlengd worden met drie jaar op voorwaarde dat, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijkeaanvraag voor het verkrijgen van een verlenging van de verleende voorafgaande vergunning bij het agentschap wordtingediend.

Art. 3. Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodigzijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor de nietgerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « H. Hartziekenhuis Roeselare - Menen », Wilgenstraat 2, te 8800 Roeselare, wordt devoorafgaande vergunning verleend voor het inrichten van een serviceflatgebouw met 3 wooneenheden in de bestaandeziekenhuisgebouwen van de « Campus Wilgenstraat », Wilgenstraat 2, te 8800 Roeselare.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

48795MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 104: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 23/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de NV « Polyserve », Villalaan 17, te 9320 Aalst (Erembodegem) wordt de voorafgaandevergunning verleend voor de capaciteitsuitbreiding met 6 wooneenheden van het serviceflatgebouw « Eden ParkSeniorie », zelfde adres, zodat de maximale opnamecapaciteit op 46 wooneenheden kan worden gebracht.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 02/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de BVBA « Seaflower Service Palace Knocke », Nieuwstraat 245, te 8300 Knokke-Heist, wordt devoorafgaande vergunning verleend voor het omvormen van het rusthuis « Seaflower Service Palace Knocke »,Kopsdreef 15-17, te 8300 Knokke-Heist, tot het serviceflatgebouw « Seaflower Service Palace Knocke », zelfde adres, met60 wooneenheden.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar en deze geldigheidsduur kan eenmalig verlengdworden met drie jaar op voorwaarde dat, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraagvoor het verkrijgen van een verlenging van de verleende voorafgaande vergunning bij het agentschap wordt ingediend.

Art. 3. Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodigzijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De voorafgaande vergunning verleend bij besluit van de directeur-generaal van 23 januari 2002 aan deVZW « Home Sint-Franciscus », Kwaremontplein 41, te 9690 Kluisbergen, voor het bouwen van een serviceflatgebouwmet 24 wooneenheden, wordt eenmalig verlengd met een periode van 3 jaar met ingang van 23 januari 2007.

Art. 2. Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodigzijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 3. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor denietgerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 11/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan het O.C.M.W. van 9990 Maldegem wordt de voorafgaande vergunning verleend voor het bouwenvan een woningcomplex met dienstverlening van 27 wooneenheden gelegen Adegemdorp, te Maldegem (Adegem).

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

48796 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 105: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 13/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « Compostela », Doolweg 6, te 2150 Borsbeek wordt de voorafgaande vergunningverleend voor het bouwen van een serviceflatgebouw met 30 wooneenheden te 2550 Kontich, Albertlei.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 22/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « Initiatieven voor Welzijnszorg », Kleine Steenweg 77, te 2221 Heist-op-den-Berg(Booischot), wordt de voorafgaande vergunning verleend voor het bouwen van een serviceflatgebouw met60 wooneenheden te 2440 Geel, Drijhoek.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 12/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « Woon- en Zorgcentrum Sint-Jozef », Kloosterhof 1, te 3910 Neerpelt, wordt devoorafgaande vergunning verleend voor het wijzigen van de capaciteit van het serviceflatgebouw « ’t Gangske »,Kloosterhof 3, te 3910 Neerpelt, door uitbreiding met 15 wooneenheden zodat de maximale huisvestingscapaciteit vanhet serviceflatgebouw 30 wooneenheden zal bedragen.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. De geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar door uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan een ontvankelijke aanvraag bij het agentschap inte dienen.

Art. 3. Als binnen de geldigheidsduur de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet zijnaangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 12/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. De voorafgaande vergunning verleend bij besluit van de directeur-generaal van 30 augustus 2002 aande VZW « Sint-Lambertus’ Buren », Dorpstraat 70, te 3545 Halen (Zelem), voor het wijzigen van de capaciteit van hetserviceflatgebouw « Residentie Sint-Lambertus’ Buren », Dorpstraat 70, te 3545 Halen (Zelem), door uitbreiding met13 wooneenheden, zodat de maximale huisvestingscapaciteit van het serviceflatgebouw 43 wooneenheden zalbedragen, wordt eenmalig verlengd met een periode van 3 jaar met ingang van 30 augustus 2007.

Art. 2. Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodigzijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 3. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege voor denietgerealiseerde opnamemogelijkheden.

48797MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 106: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid van 07/03/07 wordtbepaald :

Artikel 1. Aan de VZW « AAA Care », Begijnhoflaan 9, te 9850 Hansbeke, wordt de voorafgaande vergunningverleend voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande infrastructuur, gelegen langs de Halingenstraat, te3806 Sint-Truiden (Velm), tot een serviceflatgebouw (« Velm 2 ») met 60 wooneenheden.

Art. 2. Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar. Deze geldigheidsduur kan eenmalig verlengd wordenmet drie jaar op voorwaarde dat, uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan, een ontvankelijke aanvraag voorhet verkrijgen van een verlenging van de verleende voorafgaande vergunning bij het agentschap wordt ingediend.

Art. 3. Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodigzijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Art. 4. Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing, waarbij de voorafgaande vergunning verleendwerd, slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerdeopnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of eenberoep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen 60 dagen na kennisgeving van dezebeslissing.

*VLAAMSE OVERHEID

Landbouw en Visserij

[C − 2007/36534]

26 JULI 2007. — Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF)Omzendbrief nr. 43 over aanpassingen van de VLIF-steunmaatregelen voor de land- en tuinbouwproducenten

De aandacht van de land- en tuinbouwers, de erkende kredietinstellingen en allen die betrokken zijn bij deadvisering en financiering van land- en tuinbouwbedrijven wordt gevestigd op volgende maatregelen met betrekkingtot de VLIF-regelgeving voor de particuliere land- en tuinbouwers. De maatregelen worden volgens hun oorsprong endoelstelling gerangschikt en hebben betrekking op :

— wijzigingen als gevolg van bepalingen in Verordening 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzakesteun voor plattelandsontwikkeling, de Communautaire Richtsnoeren voor Staatssteun in de landbouw- enbosbouwsector 2007-2013 van 27 december 2006 en Verordening 1974/2006 van 15 december 2006 tot vaststelling vande uitvoeringsbepalingen van de Plattelandsverordening. Het betreft concreet bepalingen met betrekking tot de steunvoor de :

° vestiging van jonge landbouwers;

° tweede fase in de overname van bedrijfsbekleding en aandelen;

° overname van een tweede bedrijf;

° aankoop van dieren;

° vervangingsinvesteringen;

° aankoop van tweedehandse bouwelementen en bedrijfsuitrusting;

— aanvullende verduidelijkingen met betrekking tot:

° de subsidiabiliteit van een personeelsruimte, een kantoor, klein materieel, investeringen gericht op de productieen verkoop van hoeveproducten, installaties voor waterzuivering en –behandeling, investeringen gericht ophoevetoerisme;

° het voortzetten van steun bij de herfinanciering door dezelfde bank;

— de aanvraagprocedure meer bepaald :

° de lay-out en de inhoud van de aanvraagformulieren en de verklaring op erewoord;

° het aantal aanvaardbare aanvragen per aanvrager;

° het minimum investeringsbedrag.

1. Wijzigingen als gevolg van veranderde Europese bepalingen

Wijzigingen als gevolg van bepalingen in Verordening 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steunvoor plattelandsontwikkeling, de Communautaire Richtsnoeren voor Staatssteun in de landbouw- en bosbouw-sector 2007-2013 van 27 december 2006 en Verordening 1974/2006 van 15 december 2006 tot vaststelling van deuitvoeringsbepalingen van de Plattelandsverordening.

Steun aan de vestiging van jonge landbouwers

Op basis van de bepalingen over het maximumbedrag van de vestigingssteun in Verordening 1698/2005 van deRaad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling en de bepalingen over de steun voor devestiging van jonge landbouwers in de Communautaire Richtsnoeren voor Staatssteun in de landbouw- enbosbouwsector 2007-2013 van 27 december 2006 zal de vestigingssteun, dit wil zeggen de vestigingspremievermeerderd met de gekapitaliseerde waarde van de rentesubsidie en eventueel de waarde van overheidswaarborg,nog maximaal 55.000 euro bedragen voor aanvragen vanaf 1 januari 2008.

48798 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 107: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

In het kader van de aanvraag om vestigingssteun mogen tot één jaar na het tijdstip van de aanvraag (= datumregistratie aanvraag om tussenkomst 1e luik) bijkomende vestigingskosten (overname bedrijfsbekleding of aandelen,aanvullende aankopen vee en materieel) en kredieten voor de financiering van die kosten, aangemeld worden. Demelding gebeurt met een gewijzigde aanvraag om tussenkomst die voldoende gedocumenteerd is.

Tevens wordt de steunverlening aan de aanvullende overname (een tweede fase) bij eerste vestiging afgesloten per31 december 2007. De steunintensiteit bedraagt 20 %. Het subsidiabel bedrag wordt vastgesteld op basis van deoorspronkelijke overname-inventaris rekening houdend met de gesubsidieerde eerste schijf en het maximumsubsidiabel bedrag van 250.000 euro. De tweede fase van de overname moet gebeuren binnen een termijn van 10 jaarna het tijdstip van de eerste fase.

Steun aan de investeringen op land- en tuinbouwbedrijven

Op basis van de bepalingen over de subsidiabele investeringen in Verordening 1974/2006 van de Commissie van15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening 1698/2005 inzake steun voorplattelandsontwikkeling uit het ELFPO zijn volgende investeringen niet meer subsidiabel voor aanvragen vanaf1 januari 2007:

— Overname van bedrijfsbekleding en aandelen van een tweede bedrijf.

— Dieren, aangekocht buiten het kader van de vestiging of speciale steunmaatregelen (compensatie van schade nadierziekten).

— Goederen ter vervanging van gesubsidieerde goederen die minder dan tien jaar (onroerende goederen)of vijf jaar (overige) oud zijn.

— Bedrijfsgebouwen die hoofdzakelijk opgetrokken worden met gerecupereerde prefab bouwelementen.

— Tweedehandse bedrijfsuitrusting behalve wanneer de aanvrager op het tijdstip van de aanvraag om steunminder dan 5 jaar gevestigd is als landbouwer en jonger is dan 40 jaar.

Het selectief subsidiëren van investeringen in tweedehandse bedrijfsuitrusting staat los van het verlenen van steunaan de vestiging van jonge landbouwers. In het kader van een vestiging kan geen steun verkregen worden voor hetverwerven van bedrijfsuitrusting.

2. Aanvullende verduidelijkingen met betrekking tot de subsidiabiliteit van een aantal investeringen en hetbehoud van steun bij de herfinanciering door dezelfde bank

Niet-subsidiabele investeringen

Volgende investeringen zijn voortaan niet meer subsidiabel :

— Personeelsruimte of kantoor en de uitrusting ervan wanneer de ruimtes onderdeel zijn van een woning.

— Aankoop van allerlei klein materieel type boormachine, slijpmachine, snoeischaar, betonmolen.

Investeringen gericht op de productie en verkoop van hoeveproducten

Bij investeringen gericht op de productie en verkoop van hoeveproducten worden voortaan volgende beperkendepreciseringen doorgevoerd tegen de achtergrond van de bepalingen terzake in de bijlage bij het besluit van de VlaamseRegering en het ministerieel besluit van het VLIF.

Enkel specifieke investeringen gericht op de vervaardiging en de verkoop van hoeveproducten komen inaanmerking voor 40 % steun.

Voor gebouwen betreft dit een hoevewinkel, een verbruikslokaal en de opslag- of koelruimte bestemd voor hetbewaren van de verkoopsklare voorraad aan hoeveproducten evenals de inrichtingsinvesteringen van gebouwen diedoor hun aard duidelijk bestemd zijn om de productie en verkoop van hoeveproducten mogelijk te maken (afwasbarewanden, antislipvloeren, noodzakelijke niveauverschillen, aangepaste riolering e.d.). Het gebouw zelf, dikwijls typegesloten loods met laad- en losplaats, voor het klaarmaken (sorteren, wassen, versnijden, bereiden, koken en/ofverpakken) van de hoeveproducten wordt gesubsidieerd volgens de gangbare steunintensiteit van 20 %. Proportioneleopsplitsingen worden niet toegepast.

Voor specifieke vaste uitrusting, machines en materieel voor de productie en de verkoop van hoeveproducten,inbegrepen een koel- en marktwagen, wordt 40 % steun verleend.

De investeringen waaronder ook de gebouwen, dienen gedimensioneerd te zijn op basis van de verwerking vande landbouwproducten van het eigen bedrijf.

Semi-industriële productielijnen, ondermeer voor de verwerking van aardappelen, groenten, kruiden e.d. envoertuigen voor het transport van levende dieren komen niet in aanmerking voor 40 % steun, temeer omdat de afzetveelal niet via de korte keten verloopt. Voor dergelijke investeringen wordt onder de algemene voorwaarden, o.m. ookhet verwerken van producten van het eigen bedrijf, 10 of 20 % steun verleend.

Om 40 % steun te genieten dienen de investeringen betrekking te hebben op de vervaardiging en verkoop vanhoeveproducten via een korte keten, d.w.z. :

— op de hoeve zelf;

— in de onmiddellijke omgeving van de hoeve zoals een buurtwinkel;

— op de lokale boerenmarkt door de producenten zelf;

— via voedselteams, groente-abonnementen of coöperaties van hoeveproducten.

Verkoop aan groot- en/of kleinhandel (behoudens buurtwinkel), horeca… e.a. wordt niet (meer) gerangschikt alsrechtstreekse verkoop.

48799MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 108: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Steunintensiteit voor waterzuivering en -behandelingInvesteringen in waterzuivering of -behandeling worden voortaan als volgt gesubsidieerd :— Installaties waarvoor de steunintensiteit 40 % bedraagt :° installaties voor waterzuivering op bedrijfsniveau.° installaties voor conditionering van water, ander dan diep grondwater, voor drinkwater voor het vee of voor

beregenings- of voedingswater in serres.° installaties voor herconditionering van afvalwater voor hergebruik als drinkwater voor het vee of als

beregenings- of voedingswater in serres.Er wordt alleen 40 % steun verleend voor de installatie zelf. Randinvesteringen (leidingen van en naar de

installatie) worden gesubsidieerd naar rato van 20 %.— Installaties waarvoor de steunintensiteit 20 % bedraagt :° beregeningsinstallaties en installaties voor fertigatie (andere dan serre-uitrusting), maar niet op basis van

grondwater.° installaties voor hergebruik van beregeningswater, opvang en hergebruik van hemelwater als beregeningswater

anders dan in serres.° installaties voor beperking of rationeel beheer van afvalwater (opslag van verontreinigd water).Maximum aantal verblijfsentiteiten bij investeringen in hoevetoerismeBij investeringen in hoevetoerisme bedraagt het maximum aanvaardbaar aantal verblijfsentiteiten voortaan 8. De

andere modaliteiten voor het verkrijgen van de steun voor investeringen in hoevetoerisme blijven ongewijzigdbehouden.

Behoud van steun bij een herfinanciering door dezelfde bankBij een herfinanciering door dezelfde bank buiten het kader van financiële moeilijkheden kan de oorspronkelijk

toegekende steun ongewijzigd behouden blijven. Er worden geen herschikkingen van steun (verlenging, andereperiodiciteit…) toegestaan. Het theoretische aflossingsplan m.b.t. de toekenning van de VLIF-steun moet verder striktgevolgd worden.

Deze verduidelijkingen gelden voor aanvragen ingediend vanaf 1 augustus 2007.3. Gewijzigde aanvraagprocedure« Inlichtingsblad » wordt « Aanvraag om tussenkomst 1e luik »Het inlichtingsblad werd geïntroduceerd met als doel een planmatig aangepakt investeringsproject vóór de start

van de uitvoering ter kennis te brengen van het VLIF. In dit stadium van de aanvraagprocedure moet de aanvraag nogniet gedocumenteerd zijn maar de minimumnormen inzake deugdelijkheid moeten gerespecteerd worden.

De aanvraag moet toelaten de aanvrager en het bedrijf ondubbelzinnig te identificeren. De investeringen wordenzo volledig en correct als mogelijk beschreven en het investeringsbedrag wordt realistisch geschat. Er wordt informatieverstrekt over de waarschijnlijke financiering.

Om de deugdelijkheid van de aanmelding te verhogen wordt het inlichtingsblad opgewaardeerd. In bijlage 1wordt het nieuwe modelformulier bijgevoegd waarbij :

— de term inlichtingsblad vervangen wordt door « Aanvraag om tussenkomst 1e luik »;— geïnformeerd wordt naar de correcte benaming van aanvrager en bedrijf om beide ondubbelzinnig te kunnen

identificeren;— geïnformeerd wordt naar de waarschijnlijke financiering van de voorgenomen verrichtingen;— het document gedateerd en ondertekend wordt;— een vak voorzien wordt voor het VLIF-dossiernummer (enkel voor de administratie).« Aanvraag om tussenkomst » wordt « Aanvraag om tussenkomst 2e luik »In bijlage 2 wordt het modelformulier bijgevoegd waarbij :— de term « Aanvraag om tussenkomst » vervangen wordt door « Aanvraag om tussenkomst 2e luik »;— een vak voorzien wordt voor het VLIF-dossiernummer (invullen door de aanvrager of de bank);— de lijst van de voor te leggen documenten (punt 10 van de aanvraag) minimaal gewijzigd wordt. Met het oog

op de controle van de leeftijdsvoorwaarde wordt voortaan kopie van de identiteitskaart aanvaard in de plaats van eenuittreksel uit het geboorteregister.

Verklaring op erewoord wordt aangevuld

In de gewijzigde verklaring op erewoord (bijlage 3) verbindt de aanvrager zich ertoe geen andere aanvraag omsteun te hebben ingediend of te zullen indienen bij het VLIF of bij een andere instantie voor dezelfde investeringen. Hetbetreft vormen van steun waarbij de investering zelf de basis vormt voor het bepalen van de steun.

Minimum aanvaardbaar investeringsbedrag/aantal aanvragen per jaar per aanvrager/relatie tussen 1e en 2e luikvan de aanvraag

Het minimum aanvaardbaar netto- investeringsbedrag per aanvraag bedraagt voortaan 15.000 euro, ongeacht definanciering. De omvang van het minimum kredietbedrag is niet bepaald.

Om te komen tot meer projectmatig aangepakte investeringen wordt nog één aanvraag om steun per jaar peraanvrager aanvaard. De aanvraag om tussenkomst 2de luik staat noodzakelijkerwijze in relatie tot één aanvraag omtussenkomst 1e luik en heeft uitsluitend betrekking op de aangemelde investeringen.

De aanvraag om tussenkomst 1e luik wordt geklasseerd zonder gevolg wanneer zes maanden na deregistratiedatum nog geen aanvraag om tussenkomst 2e luik ingediend werd. De aanvraag om tussenkomst 2e luikmoet vergezeld zijn van de noodzakelijke documenten.

Er wordt abstractie gemaakt van de aanvraag om vestigingssteun.

De bepalingen met betrekking tot de gewijzigde aanvraagprocedure gelden voor aanvragen ingediend vanaf1 september 2007.

K. PEETERS,Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid

48800 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 109: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bijlage 1 bij omzendbrief 43

VLIF-dossiernummer(vak voor administratie)

Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) 1e luik

In tweevoud opsturen naar : VLIF, Ellipsgebouw 4e verd., Koning Albert II-laan 35, bus 41, 1030 Brussel1. Gegevens over de aanvragerDe aanvrager is een natuurlijke persoon

Familienaam en voornaam Naam en voornaam echtgeno(o)t(e)

Straat en huisnummer Telefoon of GSM e-mail adres

Postnummer en deelgemeente Geboortedatum

De aanvrager is een vennootschap

Naam van de vennootschap (volgens statuten) Naam en voornaam van de mandataris

Straat en huisnummer (maatschappelijke zetel) Straat en huisnummer (domicilie mandataris)

Postnummer en deelgemeente (maatschappelijke zetel) Postnummer en deelgemeente (domicilie mandataris)

Telefoon of GSM-nummer e-mail adres

2. Gegevens over ligging en activiteiten van het bedrijf

Straat en huisnummer

Postnummer en deelgemeente

Hoofdactiviteit (landbouw of tuinbouw)

Oppervlakte

Aantal ha of m2 Aantal dieren :

Marktbare teelten : Melkkoeien :

Voedergewassen : Zoogkoeien :

Grasland : Vleesvee :

Groenten in open grond : Zeugen :

Boomkwekerij : Vleesvarkens :

Fruitteelt : Legkippen :

Teelten onder glas : Vleeskippen :

Andere : Andere :

3. Investeringen waarvoor de steun gevraagd wordt

Nr. Aard investering Netto investeringsbedrag (in S)(minimaal 15.000 S)

1

2

3

4

Totaal

4. Financiering van de investeringen waarvoor de steun gevraagd wordt

Nr. Financiering (aankruisen wat past) Verwacht kredietbedrag (in S) Kredietinstelling

Met krediet Zonder krediet

1

2

3

4

48801MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 110: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

5. VerklaringOndergetekende (naam & voornaam) vraagt steun van het VLIF voor de in punt 3 opgesomde investeringen. Hij

of zij :— verklaart dat de uitvoering van de opgesomde investeringen nog niet begonnen is;— heeft er kennis van dat maximaal één aanvraag om tussenkomst per aanvrager per jaar mag ingediend worden.

Een aanvraag om vestigingssteun mag bijkomend ingediend worden.— heeft er kennis van dat de aanvraag om tussenkomst 1e luik geklasseerd wordt zonder gevolg wanneer

zes maanden na de registratiedatum van de aanvraag nog geen aanvraag om tussenkomst 2e luik ingediend werd. Deaanvraag om tussenkomst 2de luik moet vergezeld zijn van de noodzakelijke documenten en verwijst naar het 1e luik.

Gedaan te ……………………………. Handtekening aanvragerDatum ………………………………….

Bijlage 2 bij omzendbrief 43

VLIF-dossiernummer

Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) 2e luik

In drievoud opsturen naar : VLIF, Ellipsgebouw 4e verd.,Koning Albert II-laan 35, bus 41, 1030 Brussel.

Naam en adres kredietinstelling (*) Referte kredietinstelling (*) Datum aanvraag

(*) Invullen indien aanvraag gebeurt door kredietinstelling1. Gegevens over de aanvrager (steeds invullen)De aanvrager is een natuurlijke persoon landbouwer (*)

Familienaam en voornaam Familienaam en voornaam echtgeno(o)t(e)

Straat en huisnummer Hoogste diploma

Postnummer en deelgemeente Datum van vestiging als landbouwer

Telefoon- en faxnummer Jaren ervaring

Geboortedatum Aard hoofdberoep Aard bijberoep

(*) Indien de aanvraag uitgaat van een feitelijke vereniging van personen (ouder en kind) worden de gegevens opanaloge wijze verstrekt voor ieder lid van de vereniging voorafgegaan door a), b), c).

De aanvrager is een rechtspersoon landbouwer

Naam van de rechtspersoon (volgens statuten) Familienaam en voornaam van de bestuurder (*)

Straat en huisnummer (maatschappelijke zetel) Straat en huisnummer

Postnummer en deelgemeente(maatschappelijke zetel) Postnummer en deelgemeente

Telefoon- en faxnummer Hoogste diploma

Oprichtingsdatum Datum van vestiging als landbouwer

Maatschappelijk kapitaal Jaren ervaring

Aard van de deelbewijzen (aankruisen wat past) Aard hoofdberoep Aard bijberoep

Op naam Aan toonder

(*) Gegevens verstrekken voor iedere bestuurder voorafgegaan door a), b), c).

48802 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 111: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

2. Gegevens over ligging en aard van het bedrijf (steeds invullen)

Straat en huisnummer Aard (landbouw, tuinbouw of CV voor verwerking,afzet of dienstverlening)

Postnummer en deelgemeente Totale oppervlakte

3. Investeringen waarvoor de steun gevraagd wordt en financiering3.a. Kredieten (invullen bij aanvraag rentesubsidie)

Nr. Kredietbedrag Duur in periodes Duur 1 periode(in maanden)

Jaarlijkserentevoet

Aantal periodesvrijstelling

1.

2.

3.

3.b. Investeringen (steeds invullen)

Nr. Aard investering Nettobedrag KostenFinanciering van de investering

Zonder krediet(*)

Met kredietKredietnr. Kredietgedeelte

1.2.3.4.5.

(*) Aankruisen indien toepasselijk4. Opgave, waarde en verpanding van de onroerende eigendommen

Omschrijving en waarde van de onroerendeeigendommen (steeds invullen)

Bestaande hypothecaire inschrijvingen(enkel invullen bij financiering met krediet)

Omschrijvinggoederen

Waarde bijvrijwilligeverkoop

Waarde bijgedwongen

verkoop

Instelling die deinschrijving

genomen heeft

Bedrag van deinschrijving

Kredietbedragwaarvoor deinschrijving

genomen werd

5. Opgave, waarde en verpanding van de onroerende eigendommen van de bestuurder van de rechtspersoon-aanvrager

Omschrijving en waarde van de onroerendeeigendommen (steeds invullen)

Bestaande hypothecaire inschrijvingen(enkel invullen bij financiering met krediet)

Omschrijvinggoederen

Waarde bijvrijwilligeverkoop

Waarde bijgedwongen

verkoop

Instelling die deinschrijving

genomen heeft

Bedrag van deinschrijving

Kredietbedragwaarvoor deinschrijving

genomen werd

6. Opgave, waarde en verpanding van de bedrijfsbekleding in eigendom

Omschrijving en waarde van debedrijfsbekleding (steeds invullen)

Bestaande inschrijvingen van het landbouwvoorrecht,het handelsfonds en eventuele andere voorrechten

(enkel invullen bij financiering met krediet)

Omschrijvinggoederen

Inventar i s -waarde

Instelling die deinschrijving genomen

heeft

Bedrag van deinschrijving

Kredietbedragwaarvoor de

inschrijving genomenwerd

DierenMaterieel enmachinesVruchten te velde envoorraden

48803MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 112: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

7. Overzicht van de bestaande leningen (steeds invullen)

Bank Bedrag Doel Datumakte

D u u r(jaar)

RV%

Waarborgen(Hyp, LV, HF)

Huidigsaldo

Jaarlijkseaflossing

(V)LIFnr.

8. Waarborgen gehecht aan het krediet waarvoor de steun gevraagd wordt (invullen bij financiering met krediet)

Kredietbedrag Aard van de gevestigde waarborg Bedrag van de inschrijving

9. Verantwoording van de gevraagde waarborg (invullen bij financiering met krediet en vraag naaroverheidswaarborg)

Indien er VLIF-waarborg gevraagd wordt moet aan de hand van een waardering van de eigen zekerheden,aangetoond worden dat deze ontoereikend zijn voor het krediet of de kredieten.

Berekening waarborgtekort :Gevraagde VLIF-waarborg :

Kredietnr. Kredietbedrag Gevraagd % waarborg Gevraagd bedrag

1.

2.

3.

10. Bijgevoegde documenten (steeds invullen)Een aanvraag om steun moet vergezeld zijn van de documenten die strikt noodzakelijk zijn voor de afhandeling

van het dossier en het mogelijk maken op basis van een administratief onderzoek een eerste beoordeling te doen vande aanvraag om steun. Documenten die samen met een vorige aanvraag om steun opgestuurd werden, moeten nietopnieuw voorgelegd worden.

Hoogste diploma (1) Huwelijkscontract (8)

Kopie identiteitskaart of uittreksel geboorte-akte (2)

Statuten en oprichtingsakte (9)

Attest aansluiting sociale kas zelfst. (3) Stedenbouwkundige vergunning of bouwver-gunning (10)

Overnamecontract + inventaris of verslagover waarde van de aandelen (4)

Milieuvergunning (11)

Contract van samenuitbating (5) Bouwtoelating (12)

Pachtcontract(en) (6) Notarisattest of notariële akte (13)

Informatiefiche van het bedrijf (7) Looncontract (14)

(*) aankruisen wat past1. Het diploma is noodzakelijk voor de beoordeling van de beroepsbekwaamheid.2. Kopie van de identiteitskaart of een uittreksel uit de geboorteakte moet bijgevoegd worden indien

vestigingssteun gevraagd wordt. Op basis hiervan wordt de leeftijdsvoorwaarde gecontroleerd.3. Het attest van aansluiting bij een sociale kas voor zelfstandigen moet voorgelegd worden met het oog op de

controle van het sociaal statuut.4. Bij een overname van bedrijfsbekleding moet een geregistreerd, gedateerd en door de partijen ondertekend

overnamecontract voorgelegd worden. Tevens moet een gedetailleerde inventaris met opgave van de prijs perovergenomen goed, voorgelegd worden. In geval van een gedeeltelijke overname waarna de overnemer en de overlaterhet bedrijf samen zullen exploiteren moet de inventaris van het volledige bedrijf opgemaakt worden. In geval van eengedeeltelijke overname die niet gevolgd wordt door een gezamenlijke exploitatie wordt een inventaris voorgelegd vande reëel overgenomen goederen.

Bij de overname van aandelen als beherend vennoot, zaakvoerder, bestuurder, afgevaardigd bestuurder wordt hetverslag van de bedrijfsrevisor of erkende accountant over de waardebepaling van de aandelen voorgelegd. Dit verslagis gebaseerd op de bedrijfsboekhouding en jaarrekening van het laatste jaar voorafgaand aan de overname vanaandelen.

5. In geval van een gedeeltelijke overname waarna de overnemer en de overlater het bedrijf samen exploiterenmoet een contract van samenuitbating voorgelegd worden.

6. Indien toepasselijk dient de bedrijfszekerheid bewezen met het voorleggen van voldoende pachtcontracten.7. In alle gevallen waarbij steun gevraagd wordt voor investeringen of voor een vestiging moet een informatiefiche

van het bedrijf bijgevoegd worden.8. Bij aanvragen op naam van de echtgeno(o)t(e) waarbij de partner reeds gevestigd is als landbouwer dient het

huwelijkscontract voorgelegd.

48804 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 113: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

9. Bij aanvragen door een rechtspersoon dienen de oprichtingsakte, de statuten en alle latere wijzigingenvoorgelegd.

10. Bij het oprichten van bedrijfsgebouwen en bij het uitvoeren van investeringen die een vergunning vereisen,dient een stedenbouwkundige vergunning of een bouwvergunning voorgelegd.

11. In alle gevallen dient een milieuvergunning voorgelegd.12. Indien gebouwd wordt op grond van derden moeten, naargelang het geval de toelating tot bouwen van de

eigenaar of de vrederechter of de akte over een bekomen recht van opstal voorgelegd worden.13. Bij aankoop van gebouwen is het noodzakelijk een kopie van de notariële akte of een attest van de notaris voor

te leggen waaruit blijkt dat al dan niet van het recht op voorkoop werd gebruik gemaakt. Dit attest dient eveneens deoppervlakte, de aankoopprijs (verdeeld in waarde bedrijfsgebouwen, waarde grond bebouwd en niet-bebouwd,waarde woning) en de koopkosten te preciseren. In geval van uit onverdeeldheid treden, dient melding gemaakt vande ten opzichte van de medegerechtigden verworven goederen evenals de prijs van deze goederen gesplitst alshiervoor.

14. In geval van productie onder contract moet een kopie van het contract voorgelegd worden.

Bijlage 3 bij omzendbrief 43

Aanvraag om steun van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds

Verklaring op erewoord van de aanvragerOndergetekende (naam)wenst steun te verkrijgen van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds voor de investeringen/verrichtingen zoals

weergegeven in bijgevoegd aanvraagformulier en :— bevestigt dat de informatie die in het kader van de aanvraag om steun verstrekt wordt op het aanvraagformulier

of aan zijn kredietinstelling, onder meer over het patrimonium, de activa en de passiva, volledig en juist is;— heeft er kennis van genomen dat onvolledige of onjuiste verklaringen kunnen aanleiding geven tot het geheel

of gedeeltelijk intrekken van de verkregen steun;— gaat akkoord om in voorkomend geval alle bijkomende inlichtingen te verstrekken, hetzij rechtstreeks, hetzij via

zijn kredietinstelling, die noodzakelijk zijn voor het onderzoek van de aanvraag om VLIF-steun;— verklaart geen andere aanvraag om steun te hebben ingediend of te zullen indienen bij het VLIF of bij een

andere instantie voor dezelfde investeringen;— (enkel invullen bij een aanvraag om vestigingssteun)— verklaart dat hij vanaf…… ……………………………….(datum) gestart is of zal starten met de aangifte van

(bruto-)winsten uit de landbouwonderneming bij de aangifte van de personenbelasting en geeft een toelating aan hetVLIF voor het opvragen van de noodzakelijke informatie bij de Administratie der Directe Belastingen met het oog opde controle van deze verklaring.

Het aanvraagformulier is vergezeld van de documenten die strikt noodzakelijk zijn voor de afhandeling van hetdossier.

In voorkomend geval kan de vestigings- en/of investeringspremie gestort worden op rekeningnummer - -op naam van …………………………………………….Gedaan te …………………………….Datum ………………………………….Handtekening aanvrager

*VLAAMSE OVERHEID

Landbouw en Visserij[C − 2007/36559]

Personeel. — Eervol ontslag. — Pensioen

Bij besluit van de administrateur-generaal van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek van28 augustus 2007 wordt aan de heer Willy Dierickx met ingang van 1 november 2007 eervol ontslag verleend uit zijnambt van wetenschappelijk attaché.

De betrokkene wordt ertoe gemachtigd met ingang van diezelfde datum aanspraak op pensioen te doen gelden ende eretitel van zijn ambt te voeren.

COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE

[C − 2007/29230]

Apprentissage par immersion. — Autorisations

Par arrêté du Gouvernement de la Communauté francaise du 27 juin 2007, l’Athénée Maimonide, de Bruxelles, estautorisé à organiser l’enseignement par immersion en langue néerlandaise en première année de l’enseignementsecondaire à partir du 1er septembre 2007.

48805MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 114: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Par arrêté du Gouvernement de la Communauté francaise du 6 juillet 2007, l’Athénée royal Maurice Carême deWavre est autorisé à organiser l’enseignement par immersion en langue anglaise en première année de l’enseignementsecondaire à partir du 1er septembre 2007.

Par arrêté du Gouvernement de la Communauté francaise du 2 juillet 2007, l’Institut Notre-Dame d’Arlon estautorisé à organiser l’enseignement par immersion en langue néerlandaise et en langue allemande en première annéedu 2ème degré de l’enseignement secondaire à partir du 1er septembre 2007.

VERTALING

MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP

[C − 2007/29230]Taalbadonderwijs. — Toelatingen

Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 juni 2007 wordt het « Athénée Maimonide », teBrussel, vanaf 1 september 2007 toegelaten taalbadonderwijs in de Nederlandse taal te organiseren in het eerste jaarsecundair onderwijs.

Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 juli 2007 wordt het « Athénée royal MauriceCarême », te Waver, vanaf 1 september 2007 toegelaten taalbadonderwijs in de Engelse taal te organiseren in het eerstejaar secundair onderwijs.

Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 2007 wordt het « Institut Notre-Dame », teAarlen, vanaf 1 september 2007 toegelaten taalbadonderwijs in de Nederlandse en Duitse taal te organiseren in heteerste jaar van de 2e graad secundair onderwijs.

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202719]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 063210

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernantla surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communautéeuropéenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 063210, de France vers la Région wallonne, des déchets visésà l’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : farines animales de catégorie 3, sans ESB, provenant de l’équarrissage (abatoirs)Code* : 020202Quantité maximum prévue : 4000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/06/2007 - 31/05/2008Notifiant : HOLCIM FRANCE

67960 ENTZHEIMCentre de traitement : HOLCIM BELGIQUE

7034 OBOURG

Namur, le 3 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48806 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 115: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202721]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 078381

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 078381, de France vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Solution acide usagée contenant du zincCode * : 11.01.06Quantité maximum prévue : 300 tonnesValidité de l’autorisation : 13/09/2007 au 12/09/2008Notifiant : GALVANISATION DE L’ARTOIS

62110 HENIN BEAUMONTCentre de traitement : FLORIDIENNE CHIMIE

7800 ATH

Namur, le 3 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202726]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 078382

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 078382, de France vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Solutions acides usagées contenant du zincCode * : 11.01.06Quantité maximum prévue : 300 tonnesValidité de l’autorisation : 01/09/2007 au 31/08/2008Notifiant : SOCIETE NANTAISE DE GALVA

F-44470 CARQUEFOUCentre de traitement : FLORIDIENNE CHIMIE

7800 ATH

Namur, le 9 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48807MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 116: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202727]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 078383

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 078383, de France vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Solutions acides usagées contenant du zincCode * : 11.01.06Quantité maximum prévue : 100 tonnesValidité de l’autorisation : 01/09/2007 au 31/08/2008Notifiant : STEVENIN-NOLLEVAUX

F-08800 HAUTES RIVIERESCentre de traitement : FLORIDIENNE CHIMIE

7800 ATH

Namur, le 12 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202729]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 078384

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 078384, de la France vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Poussières de filtration de fumées contenant du zincCode * : 11.05.03Quantité maximum prévue : 14 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : GALVANISATION DU CAMBRESIS

F-59980 HONNECHYCentre de traitement : FLORIDIENNE CHIMIE

7800 ATH

Namur, le 23 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48808 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 117: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202730]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 085965

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 085965, de la France vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Emballages souillés broyés en mélangeCode * : 15.01.10Quantité maximum prévue : 2 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : SCORI SA LIEU-DIT ″LA CARRIERE″

F-62530 BARLINCentre de traitement : RECYFUEL

4480 ENGIS

Namur, le 24 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202720]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 091781

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernantla surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communautéeuropéenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 091781, de France vers la Région wallonne, des déchets visésà l’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : farines animales de catégorie 1,traitées en conformité avec le règl. no1774/2002Code* : 020202Quantité maximum prévue : 6 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/06/2007 - 31/05/2008Notifiant : HOLCIM FRANCE S.A.S.

F-93962 PANTIN CEDEXCentre de traitement : HOLCIM BELGIQUE

7034 OBOURG

Namur, le 3 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48809MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 118: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202728]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 091882

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 091882, de la France vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Emballages vides contaminésCode * : 15.01.10Quantité maximum prévue : 100 tonnesValidité de l’autorisation : 01/09/2007 au 31/08/2008Notifiant : TRUCK EN TANKCLEANING TACK

8780 OOSTROZEBEKECentre de traitement : REMI TACK & FILS

7730 ESTAIMPUIS

Namur, le 23 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202722]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 095567

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 095567, de France vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Aérosols usagésCode * : 15.01.11Quantité maximum prévue : 60 tonnesValidité de l’autorisation : 20/07/2007 au 19/07/2008Notifiant : SHANKS HAINAUT

7321 BERNISSARTCentre de traitement : SHANKS HAINAUT

7321 BERNISSART

Namur, le 9 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48810 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 119: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202718]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 095569

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 095569, de France vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2

est accordée.Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : déchets contenant des hydrocarburesCode* : 130507Quantité maximum prévue : 300 tonnesValidité de l’autorisation : 25/06/2007 - 24/06/2008Notifiant : SHANKS HAINAUT

7321 BERNISSARTCentre de traitement : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGE

Namur, le 3 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202723]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 096434

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 096434, de France vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Mélange de déchets d’hydrocarburesCode * : 19.12.11Quantité maximum prévue : 1 500 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : SANINORD

F-59121 PROUVYCentre de traitement : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGE

Namur, le 10 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48811MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 120: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202724]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 096437

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 096437, de France vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Eaux + hydrocarburesCode * : 13.05.07Quantité maximum prévue : 3 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/08/2007 au 31/07/2008Notifiant : SANINORD

F-59121 PROUVYCentre de traitement : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGE

Namur, le 10 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202725]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 096438

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 096438, de France vers la Région wallonne, des déchets visés à l’article 2est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Eaux + hydrocarburesCode * : 13.05.07Quantité maximum prévue : 3 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/08/2007 au 31/07/2008Notifiant : SANINORD

F-59121 PROUVYCentre de traitement : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGE

Namur, le 9 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48812 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 121: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202731]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 096485

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 096485, de la France vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Terres et cailloux contaminés en huiles minéralesCode * : 17.05.03Quantité maximum prévue : 5 000 tonnesValidité de l’autorisation : 18/06/2007 au 17/06/2008Notifiant : DMS

59373 LOOS CEDEXCentre de traitement : SOL & VAL

7330 SAINT-GHISLAIN

Namur, le 25 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202732]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets FR 096487

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, FR 096487, de la France vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Terres et bétons contaminés en huiles minéralesCode * : 17.05.03Quantité maximum prévue : 1 000 tonnesValidité de l’autorisation : 06/08/2007 au 05/08/2008Notifiant : WANTY

7330 SAINT-GHISLAINCentre de traitement : SOL & VAL

7330 SAINT-GHISLAIN

Namur, le 25 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48813MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 122: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202711]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 092825

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 092825, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Acide sulfuriqueCode * : 06.01.01Quantité maximum prévue : 450 tonnesValidité de l’autorisation : 01/08/2007 au 31/07/2008Notifiant : BREDOX

NL-6002 SM WEERTCentre de traitement : REVATECH

4480 ENGIS

Namur, le 12 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202705]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 114796

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 114796, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Gâteaux de filtrationCode * : 07.06.10Quantité maximum prévue : 300 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : STOELGROEP

2141 BL VJIFHUIZENCentre de traitement : GEOCYCLE

7181 FAMILLEUREUX

Namur, le 5 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48814 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 123: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202708]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 114798

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 114798, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Boues d’épuration des eaux uséesCode * : 06.05.03Quantité maximum prévue : 1 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : INEOS SILICON NETHERLANDS

NL-6245 AD EIJSDENCentre de traitement : HOLCIM BELGIQUE

7034 OBOURG

Namur, le 9 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202713]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 114799

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 114799, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Gâteaux et terres de filtration + goudrons acidesCode * : 07.06.10Quantité maximum prévue : 1 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : STOELGROEP

2141 BL VJIFHUIZENCentre de traitement : HOLCIM BELGIQUE

7034 OBOURG

Namur, le 23 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48815MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 124: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202704]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 114801

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 114801, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Boues de peinturesCode * : 19.02.05Quantité maximum prévue : 1 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : INTER-CHE-M B.V.

NL-6641 TL BEUNINGENCentre de traitement : GEOCYCLE

7181 FAMILLEUREUX

Namur, le 3 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202703]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 114802

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 114802, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Mélanges hydrocarbures, eaux, sédimentsCode * : 07.01.07Quantité maximum prévue : 600 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : REMAT CHEMIE BV

NL-5705 CL HELMONDCentre de traitement : GEOCYCLE

7181 FAMILLEUREUX

Namur, le 3 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48816 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 125: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202707]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 115922

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 115922, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Eaux contaminées par des sulfatesCode * : 19.02.11Quantité maximum prévue : 2 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : VAN GANSEWINKEL GROEP

NL-5657 GB EINDHOVENCentre de traitement : REVATECH

4480 ENGIS

Namur, le 5 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202702]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 115928

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 115928, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Boues provenant du traitement physico-chimique des eaux usagéesCode * : 19.02.05Quantité maximum prévue : 2 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : VAN GANSEWINKEL GROEP

NL-5657 GB EINDHOVENCentre de traitement : GEOCYCLE

7181 FAMILLEUREUX

Namur, le 3 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48817MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 126: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202715]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 117014

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

décide :Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 117014, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés

à l’article 2 est accordée.Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : acides de bains de galvanisation contenant du fer et du zincCode* : 110105Quantité maximum prévue : 100 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 - 30/06/2008Notifiant : NEDCOAT MOOK

NL-6585 KD MOOKCentre de traitement : REVATECH

4480 ENGIS

Namur, le 23 juillet 2007* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l″A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202714]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 117573

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 117573, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Charbon actif industriel saturéCode * : 07.07.10Quantité maximum prévue : 30 tonnesValidité de l’autorisation : 01/08/2007 au 31/07/2008Notifiant : KEMIRA CHEMICALS B.V.

NL-3198 LS EUROPOORT ROTTERDAMCentre de traitement : CHEMVIRON CARBON

7181 FELUY

Namur, le 23 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48818 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 127: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202709]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 119788

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 119788, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Déchets de boisCode * : 03.01.05Quantité maximum prévue : 1 000 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : SORTIVA

1812 LV ALKMAARCentre de traitement : GEOCYCLE

7181 FAMILLEUREUX

Namur, le 12 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202710]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 121069

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 121069, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Filtres à huileCode * : 16.01.07Quantité maximum prévue : 500 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : VAN GANSEWINKEL NEDERLAND

4782 MOERDIJKCentre de traitement : WOS HAUTRAGE

7334 HAUTRAGE

Namur, le 12 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48819MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 128: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202706]Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchets

Autorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 121827

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 121827, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Solvants résiduairesCode * : 07.01.04Quantité maximum prévue : 800 tonnesValidité de l’autorisation : 01/07/2007 au 30/06/2008Notifiant : VAN GANSEWINKEL GROEP

NL-5657 GB EINDHOVENCentre de traitement : GEOCYCLE

7181 FAMILLEUREUX

Namur, le 5 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

*MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202712]

Direction générale des Ressources naturelles et de l’Environnement. — Office wallon des déchetsAutorisation de transferts transfrontaliers de déchets NL 122139

L’autorité compétente wallonne en matière de transferts transfrontaliers de déchets,

Vu le Règlement 259/93/CEE du Conseil du 1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transfertsde déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du1er février 1993 concernant la surveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortiede la Communauté européenne, et modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2002;

Vu l’arrêté ministériel du 29 janvier 2003 octroyant délégation en application de l’article 3 de l’arrêté duGouvernement wallon du 9 juin 1994, pris en application du Règlement 259/93/CEE du 1er février 1993 concernant lasurveillance et le contrôle des transferts de déchets à l’intérieur, à l’entrée et à la sortie de la Communauté européenne;

Vu la demande d’autorisation de transferts transfrontaliers de déchets, introduite par le notifiant;

Considérant que la demande a été déclarée complète et recevable;

Considérant que les dispositions prévues par les législations précitées sont rencontrées par le demandeur,

Décide :

Article 1er. L’autorisation de transfert, NL 122139, des Pays-Bas vers la Région wallonne, des déchets visés àl’article 2 est accordée.

Art. 2. Les déchets visés respectent les caractéristiques suivantes :

Nature des déchets : Catalyseur Fe-CrCode * : 16.08.02Quantité maximum prévue : 50 tonnesValidité de l’autorisation : 01/08/2007 au 11/07/2008Notifiant : VAN VLIET GROEP MILIEU

NL-3439 NZ NIEUWEGEINCentre de traitement : REVATECH

4480 ENGIS

Namur, le 23 juillet 2007.* A.G.W. du 10/07/97 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’A.G.W. du 24/01/2002.

48820 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 129: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERIEVAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

[C − 2007/31394]

12 JULI 2007. — Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringhoudende benoeming van de leden van de Gewestelijke Mobili-teitscommissie

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 inzake de Brusselseinstellingen, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op de ordonnantie van het Ministerie van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest van 27 april 1995 houdende invoering van eenevenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in deadviesorganen, gewijzigd bij de ordonnantie van 9 april 2002;

Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van19 oktober 2000 tot oprichting van de Gewestelijke Mobiliteitscommis-sie, zoals gewijzigd op 12 juli 2007;

Overwegende dat het noodzakelijk is de nieuwe leden van deGewestelijke Mobiliteitscommissie te benoemen,

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Mobiliteit,

Besluit :

Artikel 1. Dit artikel regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39van de Grondwet gecoördineerd door de wet van 17 februari 1994.

Art. 2. Zijn benoemd als leden van de gewestelijke Mobiliteitscom-missie :

Mevr. Dr. Cathy Macharis (NL) als voorzitster;

De heer Dr. Frédéric Dobruszkes (FR) als ondervoorzitter.

Vertegenwoordiging van de Maatschappij voor IntercommunaalVervoer te Brussel :

Effectieve leden :

De heer Kris Lauwers (NL);

De heer Christian Dochy (FR.)

Plaatsvervangende leden

De heer Olivier Colla (FR);

Mevr. Géraldine Van der Stichele (FR).

Vertegenwoordiging van NMBS Holding :

Effectief lid :

Plaatsvervangend lid :

De heer Erwin Crabbé (NL).

Vertegenwoordiging van de maatschappij ″De Lijn″ :

Effectief lid :

De heer Francy Peeters (NL).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. Esther Nevelsteen (NL).

Vertegenwoordiging van de maatschappij ″TEC″ :

Effectief lid :

De heer Michel Corthouts (FR).

Plaatsvervangend lid :

De heer Bruno Balthazar (FR).

MINISTEREDE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

[C − 2007/31394]

12 JUILLET 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale portant nomination des membres de la Com-mission régionale de la Mobilité

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,

Vu la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutionsbruxelloise, notamment l’article 4;

Vu l’ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 27 avril 1995portant introduction d’une représentation équilibrée des hommes etdes femmes dans les organes consultatifs, modifiée par l’ordonnance du9 avril 2002;

Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du19 octobre 2000 portant création de la Commission Régionale de laMobilité, ainsi que modifié le 12 juillet 2007;

Considérant la nécessité de nommer de nouveaux membres de laCommission régionale de la Mobilité,

Sur proposition du Ministre ayant la Mobilité dans ses attributions,

Arrête :

Article 1er. Le présent arrêté règle une matière visée à l’article 39 dela Constitution coordonnée par la loi du 17 février 1994.

Art. 2. Sont nommés membres de la Commission Régionale de laMobilité :

Mme Dr. Cathy Macharis (NL) en qualité de Présidente;

M. Dr. Frédéric Dobruszkes (FR) en qualité de Vice-Président.

En représentation de la Société des Transports intercommunaux deBruxelles :

Membres effectifs :

M. Kris Lauwers (NL);

M. Christian Dochy (FR).

Membres suppléants :

M. Olivier Colla (FR);

Mme Géraldine Van der Stichele (FR).

En représentation de la SNCB Holding :

Membre effectif :

Membre suppléant :

M. Erwin Crabbé (NL).

En représentation de la Société ″De Lijn″ :

Membre effectif :

M. Francy Peeters (NL).

Membres suppléant :

Mme Esther Nevelsteen (NL).

En représentation de la Société ″TEC″ :

Membre effectif :

M. Michel Corthouts (FR).

Membre suppléant :

M. Bruno Balthazar (FR).

48821MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 130: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Vertegenwoordiging van de Conferentie van Burgemeesters :

Effectieve leden :

Mevr. Anne Dirix (FR);

Mevr. Anne De Canniere (FR);

De heer Pierre Simon (FR);

De heer Jef Van Damme (NL).

Plaatvervangende leden :

Mevr. Myriam Brackelaire (FR);

Mevr. Catherine Noel (FR);

De heer Christian Cumps (FR);

Mevr. Marianne Courtois (FR).

Vertegenwoordiging van de Conferentie van de Korpschefs vanstedelijke politie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :

Effectief lid :

De heer Victor Michaux (NL).

Plaatsvervangend lid :

De heer Philippe Schepers (FR).

Vertegenwoordiging van de Vereniging van de Stad en de Gemeen-ten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :

Effectief lid :

De heer Erik Caelen (NL).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. Barbara Decupere (FR).

Vertegenwoordiging van het Instituut voor Milieubeheer (BIM) :

Effectief lid :

Mevr. Sarah Hollander (NL).

Plaatsvervangend lid :

De heer Benoît Willocx (FR).

Vertegenwoordiging van de Haven van Brussel :

Effectief lid :

Mevr. Geneviève Origer (FR).

Plaatsvervangend lid :

De heer Alfons Moens (NL).

Vertegenwoordiging van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voorBrandweer en Dringende Medische Hulp :

Effectief lid :

De heer Charles De Sneyder (NL).

Plaatsvervangend lid :

De heer Michel Everaert (NL).

Vertegenwoordiging van de Gewestelijke administratie : het Bestuurvoor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting (BROH) en de directieStrategie van het Bestuur voor Uitrusting en Vervoer :

Effectieve leden :

Mevr. Ann Geets (NL);

De heer Thierry Duquenne (FR).

Plaatsvervangende leden :

Mevr. Katya Delacroix (FR);

Mevr. Christel Straetemans (NL).

Vertegenwoordiging van de Brusselse Intergewestelijke van hetAlgemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) :

Effectief lid :

De heer Raymond Birlenbach (FR).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. Myriam Akhalaoui (FR).

En représentation de la Conférences des Bourgmestres de la Régionde Bruxelles-Capitale :

Membres effectifs :

Mme Anne Dirix (FR);

Mme Anne De Canniere (FR);

M. Pierre Simon (FR);

M. Jef Van Damme (NL).

Membres suppléants :

Mme Myriam Brackelaire (FR);

Mme Catherine Noel (FR);

M. Christian Cumps (FR);

Mme Marianne Courtois (FR).

En représentation de la Conférence des chefs de corps de la policeurbaine de la Région de Bruxelles-Capitale :

Membre effectif :

M. Victor Michaux (NL).

Membre suppléant :

M. Philippe Schepers (FR).

En représentation de lAssociation de la Ville et des Communes de laRégion de Bruxelles-Capitale :

Membre effectif :

M. Erik Caelen (NL).

Membre suppléant :

Mme Barbara Decupere (FR).

En représentation de lInstitut bruxellois pour la Gestion de l’Envi-ronnement (IBGE) :

Membre effectif :

Mme Sarah Hollander (NL).

Membre suppléant :

M. Benoît Willocx (FR).

En représentation de la Ssociété du Port de Bruxelles :

Membre effectif :

Mme Geneviève Origer (FR).

Membre suppléant :

M. Alfons Moens (NL).

En représentation du Corps du Service Incendie et de l’Aide médicaleurgente :

Membre effectif :

M. Charles De Sneyder (NL).

Membre suppléant :

M. Michel Everaert (NL).

En représentation des Administrations régionales : Administrationde l’Aménagement du Territoire et du Logement (AATL) et la DirectionStratégie de l’Administration de l’Equipement et des Déplacements :

Membres effectifs :

Mme Ann Geets (NL);

M. Thierry Duquenne (FR).

Membres suppléants :

Mme Katya Delacroix (FR);

Mme Christel Straetemans (NL).

En représentation de la Fédération générale du Travail de Belgique(FGTB) :

Membre effectif :

M. Raymond Birlenbach (FR).

Membre suppléant :

Mme Myriam Akhalaoui (FR).

48822 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 131: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Vertegenwoordiging van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV-verbond Brussel) :

Effectief lid :

De heer Michel Pluvinage (FR).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. Kristel Van Damme (NL).

Vertegenwoordiging van de Algemene Centrale der Liberale Vakbon-den van België (ACLVB) :

Effectief lid :

De heer Xavier Muls (FR).

Plaatsvervangend lid :

De heer Stephan De Muelenaere (NL).

Vertegenwoordiging van de Kamer voor Handel en Nijverheid vanBrussel (KHNB) :

Effectief lid :

Mevr. Nadine Atanasoff (FR).

Plaatsvervangend lid :

De heer Philippe Casse (FR).

Vertegenwoordiging van het Verbond van Ondernemingen te Brussel(VOB) :

Effectief lid :

De heer Pierre Thonon (FR).

Plaatsvervangend lid :

De heer Jean-Christophe Vanderhaegen (NL).

Vertegenwoordiging van de representatieve middenstandsorganisa-ties van de Economische en sociale Raad voor het Brussels Hoofdste-delijk Gewest :

Effectief lid :

Mevr. Francine Werth (NL).

Plaatsvervangend lid :

De heer Pierre Van Schendel (FR).

Vertegenwoordiging van de verenigingen NOMO (Association dePersonnes Non Motorisées en GEBOV (Gebruikers van het BrusselsOpenbaar Vervoer) :

Effectief lid :

De heer Pierre Loozen (FR).

Plaatsvervangend lid :

De heer Michel Hubert (FR).

Vertegenwoordiging van de BTTB-Bond van Trein-, Tram- en Busge-bruikers :

Effectief lid :

Mevr. Katia Van den Broucke (NL).

Plaatsvervangend lid :

De heer Stefan Stynen (NL).

Vertegenwoordiging van de Groupe de Recherche et d’Action desCyclistes Quotidiens (GRACQ) :

Effectief lid :

De heer Bernard Dehaye (FR).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. Sarah Claeys (FR).

Vertegenwoordiging van de Fietsersbond Brussel :

Effectief lid :

De heer Roel De Cleen (NL).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. Ruth Flikschuh (NL).

En représentation de la Fédération bruxelloise des Syndicats Chré-tiens (CSC) :

Membre effectif :

M. Michel Pluvinage (FR).

Membre suppléant :

Mme Kristel Van Damme (NL).

En représentation de la Centrale générale des Syndicats libéraux deBelgique (CGSLB) :

Membre effectif :

M. Xavier Muls (FR).

Membre suppléant :

M. Stephan De Muelenaere (NL).

En représentation de la Chambre de Commerce et d’Industrie deBruxelles (CCIB) :

Membre effectif :

Mme Nadine Atanasoff (FR).

Membre suppléant :

M. Philippe Casse (FR).

En représentation de l’Union des Entreprises de Bruxelles (UEB) :

Membre effectif :

M. Pierre Thonon (FR).

Membre suppléant :

M. Jean-Christophe Vanderhaegen (NL).

En représentation des organisations représentatives des classesmoyennes représentées au Conseil économique et social de la Région deBruxelles-Capitale :

Membre effectif :

Mme Francine Werth (NL).

Membre suppléant :

M. Pierre Van Schendel (FR).

En représentation des Associations NOMO (Association de Person-nes non motorisées) et GUTIB (Groupement des Usagers des Transportsintercommunaux de Bruxelles :

Membre effectif :

M. Pierre Loozen (FR).

Membre suppléant :

M. Michel Hubert (FR).

En représentation de l’Association BTTB-Bond van Trein-, Tram- enBusgebruikers :

Membre effectif :

Mme Katia Van den Broucke (NL).

Membre suppléant :

M. Stefan Stynen (NL).

En représentation du Groupe de Recherche et d’Action des Cyclistesquotidiens (GRACQ) :

Membre effectif :

M. Bernard Dehaye (FR).

Membre suppléant :

Mme Sarah Claeys (FR).

En représentation du Fietsersbond-Brussel :

Membre effectif :

M. Roel De Cleen (NL).

Membre suppléant :

Mme Ruth Flikschuh (NL).

48823MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 132: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Vertegenwoordiging van de verenigingen IEB (Inter EnvironnementBruxelles) en BRAL (Brusselse Raad voor het Leefmilieu) :

Effectief lid :

Mevr. Claire Scohier (FR).

Plaatsvervangend lid :

De heer Ben Bellekens (NL).

Vertegenwoordiging van de verenigingen Ligue des Familles en deBond van Grote en Jonge gezinnen :

Effectief lid :

Mevr. Joëlle Rosenoer (FR).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. Ria Katee (NL).

Vertegenwoordiging van de Adviesraad voor gezondheids-en wel-zijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, afde-ling Commissie voor welzijnszorg :

Effectief lid :

De heer Cleon Angelo (FR).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. M. Van Droogenbroeck (NL).

Vertegenwoordiging van de verenigingen Touring Wegenhulp en deVAB (Vlaamse Automobilistenbond) :

Effectief lid :

Mevr. Danielle Mallinus (FR).

Plaatsvervangend lid :

De heer Geert Popelier (NL).

Vertegenwoordiging van de Adviescommissie voor Taxi’s :

Effectief lid :

De heer Thierry Bompas (FR).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. Michaëla Popescu (FR).

Vertegenwoordiging van de FEBETRA (Koninklijke Federatie vanBelgische Transporteurs) en van de FBAA (Federatie van de BelgischeAutobus- en Autocarondernemers en van reisorganisatoren) :

Effectief lid :

De heer Louis Eloy (NL).

Plaatsvervangend lid :

Mevr. Isabelle De Maegt (NL).

GEASSOCIEERDE LEDENVertegenwoordiging van het directoraat-generaal energie en vervoer

van de Europese Commissie :De heer Jacques Cardon (FR) :Vertegenwoordiging van de internationale vereniging van openbaar-

vervoerbedrijven (International Union of Public Transport – UITP) :De heer André Niemegeers (FR).Vertegenwoordiging van het Belgisch Instituut voor Verkeersveilig-

heid (BIVV) :De heer Benoît Dupriez (FR).Vertegenwoordiging van de Directie infrastructuur voor het Open-

baar Vervoer van het Bestuur Uitrusting en Vervoer, of zijn afgevaar-digde :

De heer Guy Verheulpen (FR.)Vertegenwoordiging voor de Directie Projecten en Werken inzake

Weginrichtingen, of zijn afgevaardigde :De heer Alain Lefebvre (FR).Vertegenwoordiging van het Onderzoekscentrum voor Wegenbouw :Mevr. Wanda Debauche (FR).

En représentation des associations IEB (Inter Environnement Bruxel-les) et BRAL (Brusselse Raad voor het Leefmilieu) :

Membre effectif :

Mme Claire Scohier (FR).

Membre suppléant :

M. Ben Bellekens (NL).

En représentation des associations Ligue des Familles et Bond vanGrote en Jonge Gezinnen :

Membre effectif :

Mme Joëlle Rosenoer (FR).

Membre suppléant :

Mme Ria Katee (NL).

En représentation du Conseil consultatif de la Santé et de l’Aide auxPersonnes de la Commission communautaire commune, Section Com-mission de l’aide aux Personnes :

Membre effectif :

M. Cleon Angelo (FR).

Membre suppléant :

Mme M. Van Droogenbroeck (NL).

En représentation des Associations Touring Secours et le VAB(Vlaamse Automobilistenbond) :

Membre effectif :

Mme Danielle Mallinus (FR).

Membre suppléant :

M. Geert Popelier (NL).

En représentation de la Commission consultative des Taxis :

Membre effectif :

M. Thierry Bompas (FR).

Membre suppléant :

Mme Michaëla Popescu (FR).

En représentation de la FEBETRA (Fédération royale belge desTransporteurs) et de la FBAA (Fédération belge des Exploitantsd’Autobus et d’Autocars et des Organisateurs de Voyages) :

Membre effectif :

M. Louis Eloy (NL).

Membre suppléant :

Mme Isabelle De Maegt (NL).

MEMBRES ASSOCIESEn représentation de la Direction générale énergie et transport de la

Commission européenne :M. Jacques Cardon (FR).En représentation de l’Union internationale des Transports publics

(UITP) :M. André Niemegeers (FR).En représentation de l’Institut belge de la Sécurité routière (IBSR) :

M. Benoît Dupriez (FR).En représentation de la Direction de l’Infrastructure des Transports

publics de l’Administration de l’Equipement et des Déplacements :

M. Guy Verheulpen (FR).En représentation de la Direction Projets et Travaux d’Aménagement

des Voiries de l’Administration de l’Equipement et des Déplacements :M. Alain Lefebvre (FR).En représentation du Centre de Recherches routières :Mme Wanda Debauche (FR).

48824 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 133: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Art. 3. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van8 maart 2001 houdende benoeming van de leden van de GewestelijkeMobiliteitscommissie wordt opgeheven.

Art. 4. De Minister bevoegdheid voor Mobiliteit wordt belast met deuitvoering van dit besluit.

Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de dag van de ondertekeningervan.

Brussel, 12 juli 2007.

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast metPlaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Land-schappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid, Ont-wikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel,

Ch. PICQUE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,belast met Mobiliteit en Openbare Werken,

P. SMET

*

MINISTERIEVAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

[C − 2007/31399]

6 SEPTEMBER 2007. — Besluit van de Brusselse HoofdstedelijkeRegering betreffende de vaststelling van een perimeter van voor-koop « Middaglijn » op het grondgebied van de gemeente Sint-Joost-ten-Node

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de artikelen 1 en 258 tot 274 van het Brussels Wetboek vanRuimtelijke Ordening;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van11 september 2003 houdende het voorkooprecht;

Overwegende dat het krachtens het Brussels Wetboek van Ruimte-lijke Ordening mogelijk is een voorkooprecht tot stand te brengen tengunste van verschillende overheden;

Overwegende dat de aan het voorkooprecht onderhevige perimeterbepaald kan worden door de Brusselse Regering uit eigen beweging ofop aanvraag van een van de voorkooprechthebbende overheden;

Overwegende de beslissing van het College van Burgemeester enSchepenen van de gemeente Sint-Joost-ten-Node van 22 mei 2007;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 259, 1°, 2°, 4° van hetBrussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening het voorkooprecht uitge-oefend wordt in het algemeen belang met het oog op :

— de realisatie van voorzieningen van collectief belang en vanopenbaar nut die onder de bevoegdheden van het Brussels Hoofdste-delijk Gewest vallen;

— de bestrijding van de leegstand en de onbewoonbaarheid vangebouwen;

— de realisatie van woningen van het sociale type;

Overwegende dat de betrokken perimeter opgenomen is in hetWijkcontract «Middaglijn van Brussel» waarvan de doelstellingen erinbestaan sociale woningen te realiseren, de leegstand en de onbewoon-baarheid van gebouwen te bestrijden en voorzieningen van collectiefbelang en van openbaar nut te realiseren op het gelijkvloers van socialewoningen;

Overwegende het gebrek aan voldoende sociale woningen en deaanwezigheid van leegstaande en onbewoonbare gebouwen in de wijk« Middaglijn » te Sint-Joost-ten-Node;

Overwegende dat het lokaliseren van deze wijk in een perimeter vanvoorkoop, het mogelijk zou maken om onroerende goederen aan tekopen en deze te renoveren en om te vormen in sociale woningen;

Art. 3. L’arrêté du Gouvernement de la Région Bruxelles-Capitaledu 8 mars 2001 portant nomination des membres de la CommissionRégionale de la Mobilité est abrogé.

Art. 4. Le Ministre ayant la Mobilité dans ses attributions est chargéde l’exécution du présent arrêté.

Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature.

Bruxelles, le 12 juillet 2007.

Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Terri-toire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, duLogement, de la Propreté publique, de la Coopération au Dévelop-pement et du Commerce extérieur,

Ch. PICQUE

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé de la Mobilité et des Travaux publics,

P. SMET

MINISTEREDE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

[C − 2007/31399]

6 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale relatif à l’établissement d’un périmètre depréemption « Méridien » sur le territoire de la commune deSaint-Josse-ten-Noode

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,

Vu les articles 1er et 258 à 274 du Code bruxellois de l’Aménagementdu Territoire;

Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du11 septembre 2003 relatif au droit de préemption;

Considérant que le Code bruxellois de l’Aménagement du Territoirepermet de créer un droit de préemption au profit de divers Pouvoirspublics;

Considérant que le périmètre soumis au droit de préemption peutêtre établi par le Gouvernement bruxellois, d’initiative ou à la demanded’un des pouvoirs préemptant;

Considérant la décision du Collège échevinal de la Commune deSaint-Josse-ten-Noode du 22 mai 2007;

Considérant que conformément à l’article 259, 1°, 2°, 4° du Codebruxellois de l’Aménagement du Territoire, le droit de préemption estexercé dans l’intérêt général en vue de :

— réaliser des équipements d’intérêt collectif et de service publicrelevant des compétences de la Région de Bruxelles-Capitale;

— lutter contre l’existence d’immeubles abandonnés et insalubres;

— réaliser des logements de type social;

Considérant que le périmètre concerné est repris dans le Contrat dequartier « Méridien de Bruxelles » dont les objectifs sont de réaliser deslogements sociaux, de lutter contre l’existence d’immeubles aban-donnés et insalubres et de réaliser des équipements d’intérêt collectif etde service public au rez-de-chaussée des logements sociaux;

Considérant la pénurie des logements sociaux et la présence dans lequartier d’immeubles abandonnés et insalubres « Méridien » à Saint-Josse-ten-Noode;

Considérant que le placement de ce quartier en périmètre depréemption, permettrait d’acheter des immeubles, de les rénover et deles transformer en logements sociaux;

48825MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 134: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Overwegende dat de gemeente Sint-Joost-ten-Node als voorkooprecht-hebbende overheid het best in staat is om deze doelstellingen teverwezenlijken in het kader van haar stedenbouwkundig beleid;

Overwegende dat in subsidiaire orde het Brussels HoofdstedelijkGewest en de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij dezelfdeoperaties zouden kunnen voeren als de Gemeente, gezien haarmiddelen;

Overwegende dat de maximumtermijn van 7 jaar vastgelegd inartikel 261 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening in eenproject van die omvang een vereiste is;

Op de voordracht van de Minister-President van de BrusselseHoofdstedelijke Regering;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. De aan voorkoop onderhevige perimeter wordt begrensddoor de Gillonstraat (onpare nrs 17 en 19), de Haachtse-steenweg (parenrs 10 tot 62, onpare nrs 1 tot 47), de Molenstraat (pare nrs 2 tot 6,onpare nrs 5 tot 7) en de Middaglijnstraat (pare nrs 60 tot 88, onpare nrs65 tot 85).

Art. 2. De huizenblokken zullen het statuut krijgen van een aan hetvoorkooprecht onderhevige perimeter op het grondgebied van deGemeente Sint-Josse-ten-Node en dat voor een duur van 7 jaar.

Art. 3. De voorkooprechthebbende overheden die in dit kaderaangeduid worden, zijn :

— de Gemeente Sint-Joost-ten-Node als prioritaire voorkooprecht-hebbende overheid,

— het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

— de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij.

Art. 4. De Minister-President, die bevoegd is voor de Grondregie,wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 september 2007.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringbevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monu-menten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Open-bare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,

Ch. PICQUE

De Minister van de BrusselseHoofdstedelijke Regering bevoegdvoor Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en GewestelijkeInformatica,

G. VANHENGEL

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voorTewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek en Brandbe-strijding en Dringende Medische Hulp,

B. CEREXHE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringbevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken,

P. SMET

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringbevoegd voor Leefmilieu, Energie en Waterbeleid,

Mevr. E. HUYTEBROECK

Considérant que la commune de Saint-Josse-ten-Noode est le pou-voir préemptant le mieux à même de réaliser ces objectifs dans le cadrede sa politique urbanistique;

Considérant qu’à titre subsidiaire, la Région de Bruxelles-Capitale etla Société du Logement de la Région de Bruxelles-Capitale pourraientmener les mêmes opérations que celles de la Commune, eu égard à sesmoyens;

Considérant que le délai maximal de 7 ans prévu par l’article 261 duCode bruxellois de l’Aménagement du Territoire s’impose dans unprojet de cette envergure;

Sur la proposition du Ministre-Président du Gouvernement de laRégion de Bruxelles-Capitale;

Après délibération,

Arrête :

Article 1er. Le périmètre soumis à préemption est délimité par la rueGillon (nos impairs 17 et 19), la chaussée d’Haecht (nos pairs 10 à 62,nos impairs 1 à 47), la rue du Moulin (n°s pairs 2 à 6, nos impairs 5 à 7)et la rue du Méridien (nos pairs 60 à 88, nos impairs 65 à 85).

Art. 2. Les îlots seront placés sous statut de périmètre soumis audroit de préemption sur le territoire de la Commune de Saint-Josse-ten-Noode et ce pour une durée de sept ans.

Art. 3. Les pouvoirs préemptants désignés dans ce cadre sont :

— la Commune de Saint-Josse-ten-Noode comme pouvoir préemp-tant prioritaire,

— la Région de Bruxelles-Capitale

— la Société du Logement de la Région de Bruxelles-Capitale.

Art. 4. Le Ministre-Président ayant la Régie foncière dans sesattributions, est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Bruxelles, le 6 septembre 2007.

Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :

Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Terri-toire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, duLogement, de la Propreté publique, du Commerce extérieur et de laCoopération au Développement,

Ch. PICQUE

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé des Finances, du Budget, des Relations extérieures et del’Informatique régionale,

G. VANHENGEL

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique et dela Lutte contre l’Incendie et l’Aide médicale urgente,

B. CEREXHE

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé de la Mobilité et des Travaux publics,

P. SMET

La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau,

Mme E. HUYTEBROECK

48826 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 135: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48827MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 136: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

MINISTERIEVAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

[C − 2007/31398]

6 SEPTEMBER 2007. — Besluit van de Brusselse HoofdstedelijkeRegering betreffende de vaststelling van een perimeter van voor-koop « Weide » op het grondgebied van de gemeente Sint-Joost-ten-Node

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de artikelen 1 en 258 tot 274 van het Brussels Wetboek vanRuimtelijke Ordening;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van11 september 2003 houdende het voorkooprecht;

Overwegende dat het krachtens het Brussels Wetboek van Ruimte-lijke Ordening mogelijk is een voorkooprecht tot stand te brengen tengunste van verschillende overheden;

Overwegende dat de aan het voorkooprecht onderhevige perimeterbepaald kan worden door de Brusselse Regering uit eigen beweging ofop aanvraag van een van de voorkooprechthebbende overheden;

Overwegende de beslissing van het College van Burgemeester enSchepenen van de gemeente Sint-Joost-ten-Node van 22 mei 2007;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 259, 1°, 2°, 4° van hetBrussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening het voorkooprecht uitge-oefend wordt in het algemeen belang met het oog op :

— de realisatie van voorzieningen van collectief belang en vanopenbaar nut die onder de bevoegdheden van het Brussels Hoofdste-delijk Gewest vallen;

— de bestrijding van de leegstand en de onbewoonbaarheid vangebouwen;

— de realisatie van woningen van het sociale type;

Overwegende dat de betrokken perimeter opgenomen is in hetWijkcontract «Middaglijn van Brussel» waarvan de doelstellingen erinbestaan sociale woningen te realiseren, de leegstand en de onbewoon-baarheid van gebouwen te bestrijden en voorzieningen van collectiefbelang en van openbaar nut te realiseren op het gelijkvloers van socialewoningen;

Overwegende het gebrek aan voldoende sociale woningen en deaanwezigheid van leegstaande en onbewoonbare gebouwen in de wijk« Weide » te Sint-Joost-ten-Node;

Overwegende dat het lokaliseren van deze wijk in een perimeter vanvoorkoop, het mogelijk zou maken om onroerende goederen aan tekopen en deze te renoveren en om te vormen in sociale woningen;

Overwegende dat de gemeente Sint-Joost-ten-Node als voorkooprecht-hebbende overheid het best in staat is om deze doelstellingen teverwezenlijken in het kader van haar stedenbouwkundig beleid;

Overwegende dat in subsidiaire orde het Brussels HoofdstedelijkGewest en de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij dezelfdeoperaties zouden kunnen voeren als de Gemeente, gezien haarmiddelen;

Overwegende dat de maximumtermijn van 7 jaar vastgelegd inartikel 261 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening in eenproject van die omvang een vereiste is;

Op de voordracht van de Minister-President van de BrusselseHoofdstedelijke Regering;

MINISTEREDE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

[C − 2007/31398]

6 SEPTEMBRE 2007. — Arrêté du Gouvernement de la Région deBruxelles-Capitale relatif à l’établissement d’un périmètre depréemption « Prairie » sur le territoire de la commune de Saint-Josse-ten-Noode

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,

Vu les articles 1 et 258 à 274 du Code bruxellois de l’Aménagementdu Territoire;

Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du11 septembre 2003 relatif au droit de préemption;

Considérant que le Code bruxellois de l’Aménagement du Territoirepermet de créer un droit de préemption au profit de divers Pouvoirspublics;

Considérant que le périmètre soumis au droit de préemption peutêtre établi par le Gouvernement bruxellois, d’initiative ou à la demanded’un des pouvoirs préemptant;

Considérant la décision du Collège échevinal de la Commune deSaint-Josse-ten-Noode du 22 mai 2007;

Considérant que conformément à l’article 259, 1°, 2°, 4°, du Codebruxellois de l’Aménagement du Territoire, le droit de préemption estexercé dans l’intérêt général en vue de :

— réaliser des équipements d’intérêt collectif et de service publicrelevant des compétences de la Région de Bruxelles-Capitale;

— lutter contre l’existence d’immeubles abandonnés et insalubres;

— réaliser des logements de type social;

Considérant que le périmètre concerné est repris dans le Contrat dequartier « Méridien de Bruxelles » dont les objectifs sont de réaliser deslogements sociaux, de lutter contre l’existence d’immeubles aban-donnés et insalubres et de réaliser des équipements d’intérêt collectif etde service public au rez-de-chaussée des logements sociaux;

Considérant la pénurie des logements sociaux et la présenced’immeubles abandonnés et insalubres dans le quartier « Prairie » àSaint-Josse-ten-Noode;

Considérant que le placement de ce quartier en périmètre depréemption, permettrait d’acheter des immeubles, de les rénover et deles transformer en logements sociaux;

Considérant que la commune de Saint-Josse-ten-Noode est le pou-voir préemptant le mieux à même de réaliser ces objectifs dans le cadrede sa politique urbanistique;

Considérant qu’à titre subsidiaire, la Région de Bruxelles-Capitale etla Société du Logement de la Région de Bruxelles-Capitale pourraientmener les mêmes opérations que celles de la Commune, eu égard à sesmoyens;

Considérant que le délai maximal de 7 ans prévu par l’article 261 duCode Bruxellois de l’Aménagement du Territoire s’impose dans unprojet de cette envergure;

Sur la proposition du Ministre-Président du Gouvernement de laRégion de Bruxelles-Capitale;

48828 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 137: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. De aan voorkoop onderhevige perimeter wordt begrensddoor de Weidestraat (pare nrs 2 tot 42, onpare nrs 1 tot 27), dePlantenstraat (pare nrs 78 tot 84), de Rivierstraat (pare nrs 2 tot 38,onpare nrs 1 tot 25), Sint-Lazarusplaats nr. 1, de Linnéstraat (pare nrs 28tot 90, onpare nrs 37 tot 87) en de Groenstraat (onpare nrs 19, 49 en 51),de terreinen hoek Weide/Brabant (kadasternr. A21M15), hoekWeide/Planten (kadasternrs 106B11 en 106G9) en het terrein Linné/Sint-Lazaruslaan (kadasternr. A109L27).

Art. 2. De huizenblokken zullen het statuut krijgen van aan hetvoorkooprecht onderhevige perimeter op het grondgebied van deGemeente Sint-Josse-ten-Node en dat voor een duur van 7 jaar.

Art. 3. De voorkooprechthebbende overheden die in dit kaderaangeduid worden, zijn :

— de Gemeente Sint-Joost-ten-Node als prioritaire voorkooprecht-hebbende overheid,

— het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

— de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij.

Art. 4. De Minister-President, die bevoegd is voor de Grondregie,wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 september 2007.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringbevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monu-menten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Open-bare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,

Ch. PICQUE

De Minister van de BrusselseHoofdstedelijke Regering bevoegd voorFinanciën, Begroting, Externe Betrekkingen en Gewestelijke Informa-tica,

G. VANHENGEL

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voorTewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek en Brandbe-strijding en Dringende Medische Hulp,

B. CEREXHE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringbevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken,

P. SMET

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regeringbevoegd voor Leefmilieu, Energie en Waterbeleid,

Mevr. E. HUYTEBROECK

Après délibération,

Arrête :

Article 1er. Le périmètre soumis à préemption est délimité par la ruede la Prairie (nos pairs 2 à 42, nos impairs 1 à 27), la rue des Plantes(nos pairs 78 à 84), la rue de la Rivière (nos pairs 2 à 38, nos impairs 1 à25), Place Saint-Lazare n° 1, la rue Linné (nos pairs 28 à 90, nos impairs37 à 87), la rue Verte (nos impairs 19, 49 et 51), les terrains anglePrairie/Brabant (n° cadastre A21M15), angle Prairie/Plantes (n° cadas-tre 106B11 et 106G9) et le terrain angle rue Linné/boulevard Saint-Lazare (n° cadastre A109L27).

Art. 2. Les îlots seront placés sous statut de périmètre soumis audroit de préemption sur le territoire de la Commune de Saint-Josse-ten-Noode et ce pour une durée de sept ans.

Art. 3. Les pouvoirs préemptants désignés dans ce cadre sont :

— la Commune de Saint-Josse-ten-Noode comme pouvoir préemp-tant prioritaire,

— la Région de Bruxelles-Capitale,

— la Société du Logement de la Région de Bruxelles-Capitale.

Art. 4. Le Ministre-Président ayant la Régie foncière dans sesattributions, est chargé de l’exécution du présent arrêté.

Bruxelles, le 6 septembre 2007.

Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale :

Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Terri-toire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, duLogement, de la Propreté publique, du Commerce extérieur et de laCoopération au Développement,

Ch. PICQUE

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé des Finances, du Budget, des Relations extérieurs et de

l’Informatique régionale,G. VANHENGEL

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique et dela Lutte contre l’Incendie et l’Aide médicale urgente,

B. CEREXHE

Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé de la Mobilité et des Travaux publics,

P. SMET

La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale,chargé de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau,

Mme E. HUYTEBROECK

48829MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 138: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

48830 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 139: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN

GRONDWETTELIJK HOF

[2007/202628]Uittreksel uit arrest nr. 107/2007 van 26 juli 2007

Rolnummers 3985 en 3986In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 47sexies, 47septies, 235ter en 235quater van het Wetboek van

strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.Het Grondwettelijk Hof,samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt,

E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffierP.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,

wijst na beraad het volgende arrest :I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleginga. Bij arrest van 25 april 2006 in zake het openbaar ministerie tegen J.L. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie

van het Hof is ingekomen op 11 mei 2006, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Gentde volgende prejudiciële vragen gesteld :

1. « Schendt artikel 235ter Sv. de artikelen 10 en 11 GW, 6 EVRM en 14 IVBPR in die zin gelezen en begrepen datpartijen bij de zuivering van het strafdossier ex art. 131 Sv. bij de regeling van de rechtspleging ex art. 127, 135 en 235bisSv. alle mogelijke tegenspraak kunnen voeren, meer, bij ambtshalve opmerkingen daaromtrent, het debat moet wordenheropend, daar waar art. 235ter, § 5 Sv. met verwijzing naar art. 235bis, 5 en 6 Sv., deze mogelijkheid niet biedt zelfswanneer de rechters gevat door art. 235ter Sv. zulks ambtshalve vaststellen, dit temeer waar de toepassing vanart. 235ter Sv. samen gelezen met art. 189ter of 335bis Sv. een debat ten gronde daarover vrijwel onmogelijk maakt,wat niet het geval is bij toepassing van art. 235bis Sv. ? »;

2. « Schendt art. 235ter Sv. de artikelen 10 & 11 GW., 6 EVRM en 14 IVBPR waar de controle ex art. 235ter Sv.obligaat gebeurt in de onderzoeksfase en juist vóór de regeling van de rechtspleging in die zin begrepen en gelezen datin deze fase van het onderzoek beslissingen worden genomen over een dossier dat vertrouwelijk is, enkel ter kenniskomt van de rechters aan wier oordeel dit vertrouwelijk dossier wordt onderworpen om over de regelmatigheid vande toegepaste techniek te beslissen bij een arrest waartegen geen rechtsmiddel openstaat en zonder eigenlijketegenspraak, rechters die in een latere fase, bij de regeling van de rechtspleging, opnieuw kennis kunnen nemen vanhet strafdossier, eventueel deels gezuiverd door dezelfde rechters, die alsdan, geconfronteerd met de tegenspraak,gebeurlijks ook met betrekking tot de observatie en/of infiltratie, geroepen zijn om zich daarover in de fase regelingvan de rechtspleging opnieuw uit te spreken, met kennis evenwel van de inhoud van een vertrouwelijk dossier datbuiten de tegenspraak wordt gehouden, doch dat de uitspraak na het tegensprekelijk debat kan beïnvloeden. Schendtart. 235ter Sv. in samenhang met de artikelen voornoemd van de strafvordering en de verdragsregels in dezeomstandigheden het recht op een onpartijdige rechter, rechters die bij de gebeurlijke toepassingen van art. 235 en 235bisSv. kennis hebben van het vertrouwelijk dossier ex art. 235ter Sv. zonder eigenlijke tegenspraak, om een beslissing tenemen over de regelmatigheid van het strafdossier en de eraan te verbinden gevolg en in een latere fase, met kennisvan elementen waarover partijen zelf niet beschikken en ook geen tegenspraak kunnen voeren ? »;

3. « Schendt artikel 235ter Sv. de artikelen 10 en 11 GW. en 6 en 8 E.V.R.M. in die zin gelezen en begrepen dat hetin de onderzoeksfase - dus voor de regeling van de rechtspleging, zonder eigenlijke tegenspraak - weze door eenonpartijdige rechtsinstantie, de mogelijkheid biedt een wettigheidscontrole op grond van onder meer art. 8 E.V.R.M.uit te voeren op de technieken van observatie en infiltratie om naderhand, bij de regeling van de rechtspleging toe telaten dat dezelfde rechters, in samenlezing met art. 6 E.V.R.M., kennis nemen van een tegensprekelijk debat overelementen en middelen die gebeurlijk reeds aan hun oordeel onderworpen werden binnen de perken van de eenzijdigetegenspraak ex art. 235ter Sv. en waarover zij zich hebben uitgesproken, doch thans op grond van art. 135, 235 & 235bisSv. en gebonden door hun uitspraak ex art. 235ter Sv. en waarbij zij over een kennis beschikken van de strafinformatiedie partijen zelf niet hebben, en dit alles met betrekking tot bijzondere informatie technieken die niet het voorwerp zijnvan observatie en/of infiltratie doch ook een ernstige inbreuk vormen op de private levenssfeer ex art. 8 E.V.R.M. ? ».

b. Bij arrest van 25 april 2006 in zake het openbaar ministerie tegen J. V.d.B. en anderen, waarvan de expeditie tergriffie van het Hof is ingekomen op 11 mei 2006, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroepte Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld :

1. « Schendt artikel 235ter Sv. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat de kamer vaninbeschuldigingstelling in het kader van de bijzondere niet tegensprekelijke rechtspleging die door dit artikel wordtingevoerd ook vermag te oordelen over discussies betreffende de geldigheid of de regelmatigheid van daden vanobservatie, die niet voortkomen uit het ’ vertrouwelijk dossier ’ in de zin van artikel 235ter Sv., maar wel uit het gewonestrafdossier dat voor alle partijen ter inzage is en waarop de vervolging eigenlijk steunt, nu alsdan :

- aan de inverdenkinggestelden in dat geval ook geen tegensprekelijk debat meer wordt gegeven bij de beoordelingvan de geldigheid of regelmatigheid van deze opsporingsmethode observatie, ook in het geval wanneer dezebeoordeling slaat op een discussie die voortkomt uit het ’ gewone strafdossier ’ dat voor alle partijen ter inzage ligt;

- terwijl aan de inverdenkinggestelden wel een tegensprekelijk debat wordt gegeven bij elke beoordeling van eendiscussie betreffende de geldigheid of regelmatigheid van andere opsporingsmethoden en -handelingen, die steunt opgegevens uit hetzelfde ’ gewone ’ strafdossier;

- én dit terwijl het verschil in behandeling tussen de observatie en infiltratie enerzijds, én andere opsporings-methoden en handelingen hier niet meer kan steunen op enige vereiste geheimhouding van gegevens, maar het inbeide gevallen gaat om een discussie op basis van elementen uit het ’ gewone ’ strafdossier dat voor alle partijen terinzage ligt, en waarvan er dus ook geen noodzakelijke geheimhouding opzichtens de betrokken partijen bestaat ? »;

2. « Schenden art. 47sexies, 47septies en artikel 235ter van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 vande Grondwet voor zover zij personen, die het voorwerp uitmaken van de bijzondere opsporingsmethode van deobservatie, niet toestaan om de regelmatigheid van het bevelen en uitvoeren van deze onderzoeksmethode aan tevechten voor enige rechterlijke instantie in 1) een debat dat op tegensprekelijke wijze wordt gevoerd, 2) waarbij de eneprocespartij akte kan nemen van de argumentatie van een andere procespartij, en daaromtrent ook tegenspraak kanvoeren, 3) aan de hand van alle relevante stukken van het dossier, 4) waarbij de wet aan hem een afdoende termijnvoorziet om zijn verweer voor te bereiden, 5) waarbij niet alle middelen van verdediging zoals bvb oproepen vangetuigen, kan benutten en derwijze niet de juridische mogelijkheid heeft om alle argumenten naar voor te brengen viaalle middelen van bewijs, en 6) geen rechtsmiddel kan aanwenden tegen de uitspraak terzake door de Kamer van

48831MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 140: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Inbeschuldigingstelling, terwijl : de personen die het voorwerp uitmaken van gewone of ’ niet-bijzondere ’opsporingsmethoden wel degelijk zowel de regelmatigheid van het bevelen als het uitvoeren ervan kunnenaanvechten, dit - en dit naar de keuze van de procespartij zowel voor de onderzoeksgerechten als de vonnisgerechten(en soms beide) en wel degelijk in 1) een debat dat op tegensprekelijke wijze wordt gevoerd, 2) waarbij de eneprocespartij akte kan nemen van de argumentatie van een andere procespartij, en daaromtrent ook tegenspraak kanvoeren, 3) aan de hand van alle relevante stukken van het dossier, 4) waarbij de wet aan hem een afdoende termijnvoorziet om zijn verweer voor te bereiden, 5) en hij de juridische mogelijkheid heeft om alle verweermiddelen naarvoor te brengen via alle middelen van bewijs, en 6) ook een rechtsmiddel kan aanwenden tegen de uitspraak van deterzake aangesproken rechter ? »;

3. « Schendt artikel 235ter Sv. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de controle op de bijzondereopsporingsmethoden omschreven in artikel 47sexies Sv. beperkt tot de observatie en infiltratie, met uitsluiting van deinformantenwerking, rekening houdend dat :

- het arrest dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling op grond van artikel 235ter Sv. bindende kracht heeftminstens voor de onderzoeksgerechten,

- het debat naar de regelmatigheid van de informantenwerking in deze stand van de procedure niet kan wordenopgeworpen en gebeurlijk voorwerp is van de regeling van de rechtspleging in een later stadium op grond vanartikel 131 en 235bis Sv.,

- alsdan de raadkamer noch de Kamer van Inbeschuldigingstelling kennis kan nemen van het vertrouwelijk dossieren de gebeurlijk erin verwerkte informantenwerking,

- hoewel artikel 6 EVRM slechts een beperkte toepassing vindt voor de onderzoeksgerechten, art. 235ter Sv. samengelezen met de artikelen 47ter, § 1, artikel 131, 235 en 235bis Sv. het recht op een fair proces in de weg staat gezien detegenspraak met betrekking tot het vertrouwelijk dossier voor deze bijzondere opsporingstechniek onbestaande is ? »;

4. « Schendt artikel 235ter Sv. in zijn samenhang gelezen met artikel 235bis en 235quater Sv., de artikelen 10 en 11Grondwet, 6 EVRM en 14 IVBPR en de artikelen 127, 131, 135, 136, 136ter, 228, 235 en 235bis Sv. in die zin gelezen enbegrepen dat :

- artikel 235ter Sv. geen tegenspraak in de zin van een wederkerig tegensprekelijk debat toelaat wanneer de kamervan inbeschuldigingstelling ambtshalve overgaat tot de zuivering van onregelmatigheden, verzuimen of nietighedendie het gevolg kunnen zijn van het onderzoek/controle van de toegepaste observatie en/of infiltratietechnieken waarin alle andere gevallen waarin de Kamer van Inbeschuldigingstelling een onderzoek/controle doet van hettoegankelijke strafdossier deze zuivering enkel mogelijk is mits het voorafgaandelijk horen van de partijen, zoals volgtuit artikel 235bis, § 3, Sv., waardoor een ongelijke behandeling kan bestaan van partijen, die al naargelang het voorwerpvan het onderzoek en in de mate op hen toegepast, ofwel geen tegenspraak hebben bij een ambtshalve zuivering ex.artikel 235ter Sv., dan wel juist omwille van het ambtshalve opgeworpen middel wel tegenspraak moeten kunnenvoeren (235bis Sv.),

- artikel 235quater Sv. dat zelfde onderzoek/controle mogelijk maakt in geval van toepassing van de techniekenobservatie/infiltratie, tijdens de uitvoering ervan, de Kamer van Inbeschuldigingstelling niet de zuiveringsmogelijk-heden biedt van artikel 235ter Sv. zodat, in voorkomend geval, de Kamer van Inbeschuldigingstelling via de techniekvan de ambtshalve zuivering ex. art. 235bis Sv. het debat moet opentrekken om partijen toe te laten tegenspraak tevoeren, waardoor er een onderscheid ontstaat tussen partijen die het voorwerp waren van de toepassing vanartikel 235quater Sv. en deze die enkel het voorwerp waren van de toepassing van artikel 235ter Sv.,

- artikel 235ter Sv. in de mate de Kamer van Inbeschuldigingstelling overging tot de zuivering vanonregelmatigheden, verzuimen of nietigheden ex. artikel 131 Sv., zonder wederspraak, niet toelaat aan partijen die hetvoorwerp waren van een toegepaste observatie en/of infiltratietechniek daartegen een rechtsmiddel aan te wenden,terwijl andere partijen die het voorwerp waren van al even ingrijpende maatregelen als de informantenwerking dezebeperking niet worden opgelegd,

- de informantenwerking wordt onttrokken, wat het vertrouwelijk karakter betreft, aan het toezicht van de kamervan inbeschuldigingstelling van zowel het vertrouwelijk als toegankelijk dossier, waardoor een ongelijkheid kanontstaan voor partijen die het voorwerp waren van een observatie en/of infiltratietechniek en toepassing kunnen zienmaken van art. 235ter Sv., terwijl diegenen die enkel voorwerp uitmaken van de informantenwerking, die een eveningrijpende techniek kan zijn in de private levenssfeer ex. artikel 8 EVRM geen recht hebben op een dergelijke controlewaardoor de rechten van verdediging in voorkomend geval kunnen geschonden worden zonder enige mogelijkecontrole door een volwaardige en onpartijdige rechter,

- artikel 235ter Sv. de kamer van inbeschuldigingstelling als volwaardige en onpartijdige rechter aanwijst om alsenige, juist voor de regeling van de rechtspleging, de regelmatigheid van de gebeurlijk toegepaste bijzondereopsporingstechnieken observatie en/of infiltratie te onderzoeken aan de hand van het vertrouwelijk dossier en het voorpartijen toegankelijke strafdossier, waar niets eraan blijkt in de weg te staan, behoudens eenieders recht op eenvolwaardige onpartijdige rechter, dat de Kamer van Inbeschuldigingstelling in dezelfde samenstelling oordeelt,in voorkomend geval bij de regeling van de rechtspleging, over het toegankelijk strafdossier op tegenspraak en dit metkennis van de inhoud van het vertrouwelijk dossier dat alleen zij konden inzien en mogelijks aan partijen ontrokkeninformatie kan bevatten met betrekking tot bv informantenwerking, waardoor partijen die niet het voorwerp waren vande techniek observatie en/of infiltratie zich bij de toepassing van artikel 235bis Sv. zich geconfronteerd zien met eenvolwaardige onpartijdige rechter die ingevolge de toepassing van artikel 235ter Sv. mogelijks over meer informatiebeschikt dan de informatie die volgt uit het toegankelijk strafdossier waardoor zijn beslissing kan worden beïnvloedin het nadeel van één of meerdere partijen en dit op een onherstelbare wijze ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3985 en 3986 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

(...)

III. In rechte

(...)

Over de in het geding zijnde bepalingen

B.1.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de artikelen 47sexies, 47septies, 235ter en 235quater van hetWetboek van strafvordering, ingevoegd of gewijzigd bij de wet van 27 december 2005 houdende diverse wijzigingenvan het Wetboek van strafvordering en van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op de verbetering van deonderzoeksmethoden in de strijd tegen het terrorisme en de zware en georganiseerde criminaliteit.

48832 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 141: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

B.1.2. De artikelen 47sexies en 47septies van het Wetboek van strafvordering regelen de bijzondere opsporings-methode van observatie. Artikel 235quater heeft betrekking op de voorlopige controle uitgeoefend door de kamer vaninbeschuldigingstelling tijdens het gerechtelijk onderzoek. Artikel 235ter belast de kamer van inbeschuldigingstellingmet de controle over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie. Uit de analyse vande prejudiciële vragen blijkt dat het Hof uitsluitend wordt ondervraagd over de rechtspleging voor de kamer vaninbeschuldigingstelling, en niet over de observatie als dusdanig. Het Hof beperkt zijn onderzoek derhalve totartikel 235ter van het Wetboek van strafvordering dat, zoals ingevoegd bij artikel 23 van de wet van 27 december 2005,vóór de gedeeltelijke vernietiging ervan bij het arrest nr. 105/2007 van 19 juli 2007, bepaalde :

« § 1. De kamer van inbeschuldigingstelling is belast met de controle over de toepassing van de bijzondereopsporingsmethoden observatie en infiltratie.

De kamer van inbeschuldigingstelling onderzoekt, op vordering van het openbaar ministerie, de regelmatigheidvan de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie bij het afsluiten van het opsporingsonderzoek waarindeze methoden werden toegepast en alvorens het openbaar ministerie tot rechtstreekse dagvaarding overgaat.

De kamer van inbeschuldigingstelling onderzoekt op het ogenblik dat de onderzoeksrechter zijn dossier aan deprocureur des Konings overzendt krachtens artikel 127, § 1, eerste lid, op vordering van het openbaar ministerie, deregelmatigheid van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie die werden toegepast in het kader vanhet gerechtelijk onderzoek of in het daaraan voorafgaande opsporingsonderzoek.

§ 2. De kamer van inbeschuldigingstelling doet uitspraak binnen dertig dagen na ontvangst van de vordering vanhet openbaar ministerie. Deze termijn wordt teruggebracht tot acht dagen indien één van de inverdenkinggesteldenzich in voorlopige hechtenis bevindt.

De kamer van inbeschuldigingstelling hoort, afzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de partijen, deopmerkingen van de procureur-generaal.

Zij hoort, op dezelfde wijze, de burgerlijke partij en de inverdenkinggestelde, na kennisgeving die hen door degriffier ten laatste achtenveertig uur vóór de zitting per faxpost of bij een ter post aangetekende brief wordt gedaan.De griffier stelt hen in dezelfde post eveneens ter kennis dat het strafdossier tijdens deze periode op de griffie inorigineel of in kopie ter inzage ligt.

Zij kan, met betrekking tot de toegepaste bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie, deonderzoeksrechter en de in de artikelen 47sexies, § 3, 6o en 47octies, § 3, 6o bedoelde officier van gerechtelijke politieafzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de partijen horen.

De kamer van inbeschuldigingstelling kan de onderzoeksrechter gelasten de politieambtenaren die belast zijn metde uitvoering van de observatie en infiltratie en de in artikel 47octies, § 1, tweede lid, bedoelde burger te horen mettoepassing van de artikelen 86bis en 86ter. Zij kan beslissen bij het verhoor door de onderzoeksrechter aanwezig te zijnof één van haar leden daartoe af te vaardigen.

§ 3. Het openbaar ministerie legt aan de voorzitter van de kamer van inbeschuldigingstelling het vertrouwelijkdossier voor bedoeld in de artikelen 47septies, § 1, tweede lid, of 47novies, § 1, tweede lid, dat betrekking heeft op hetopsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoek bedoeld in § 1. Enkel de magistraten van de kamer vaninbeschuldigingstelling hebben het recht dit vertrouwelijk dossier in te zien.

De voorzitter van de kamer van inbeschuldigingstelling neemt de nodige maatregelen ter beveiliging van hetvertrouwelijk dossier. Hij bezorgt het vertrouwelijk dossier, na kennisname ervan, onmiddellijk aan het openbaarministerie terug.

§ 4. In het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling mag geen gewag worden gemaakt van de inhoud vanhet vertrouwelijk dossier, noch van enig element dat de afscherming van de gebruikte technische hulpmiddelen en depolitionele onderzoekstechnieken of de vrijwaring van de veiligheid en de afscherming van de identiteit van deinformant, de politieambtenaren die belast zijn met de uitvoering van de observatie of infiltratie en de in artikel 47octies,§ 1, tweede lid, bedoelde burger in het gedrang kan brengen.

§ 5. Er wordt verder gehandeld overeenkomstig artikel 235bis, § § 5 en 6.

§ 6. Tegen de controle van het vertrouwelijk dossier door de kamer van inbeschuldigingstelling staat geenrechtsmiddel open ».

B.1.3. Paragraaf 6 van die bepaling werd bij het voormelde arrest nr. 105/2007 van 19 juli 2007 vernietigd.

B.2.1. Met de invoeging van de artikelen 235ter, 235quater, 189ter en 335bis in het Wetboek van strafvordering heeftde wetgever rekening willen houden met het arrest nr. 202/2004. In dat arrest heeft het Hof vastgesteld dat « mogelijkeonwettigheden waardoor de aanwending van de observatie of de infiltratie zijn aangetast en die uitsluitend zoudenblijken uit de stukken vervat in het vertrouwelijk dossier, niet het voorwerp kunnen uitmaken van een controle dooreen onafhankelijke en onpartijdige rechter, en dat a fortiori die onwettigheden niet kunnen worden afgekeurd » (B.27.9).Het Hof heeft geoordeeld dat « de controle op de wettigheid van de aanwending van bepaalde bijzondereopsporingsmethoden ontoereikend is om na te gaan of de erdoor veroorzaakte inmenging in de grondrechtenverantwoord is, en of niet op onevenredige wijze afbreuk wordt gedaan aan de vereisten van een eerlijk proces,gewaarborgd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens » (B.28).

B.2.2. Artikel 235ter belast de kamer van inbeschuldigingstelling met de controle over de toepassing van debijzondere opsporingsmethoden van observatie en infiltratie. De controle is verplicht en is gesitueerd bij het afsluitenvan het opsporingsonderzoek vooraleer het openbaar ministerie tot rechtstreekse dagvaarding overgaat of op het eindevan het gerechtelijk onderzoek wanneer de onderzoeksrechter zijn dossier aan de procureur des Konings overzendtkrachtens artikel 127, § 1, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering. De kamer van inbeschuldigingstelling kan diecontrole ook voorlopig verrichten, tijdens het gerechtelijk onderzoek, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van deonderzoeksrechter, hetzij op vordering van het openbaar ministerie (artikel 235quater van hetzelfde Wetboek).Die controle kan eveneens worden gelast door het vonnisgerecht (artikel 189ter van hetzelfde Wetboek), of door devoorzitter van het hof van assisen (artikel 335bis van hetzelfde Wetboek) wanneer, na de controle door de kamer vaninbeschuldigingstelling, nieuwe en concrete elementen aan het licht zijn gekomen die zouden kunnen wijzen op hetbestaan van een onregelmatigheid met betrekking tot die bijzondere opsporingsmethoden.

Over het onderwerp van de prejudiciële vragen

B.3.1. Sommige prejudiciële vragen hebben uitsluitend betrekking op de bijzondere opsporingsmethode vanobservatie, terwijl andere vragen artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering in zijn geheel viseren en dus ookbetrekking hebben op de infiltratie. Nu de controle op beide opsporingsmethoden door de in het geding zijnde bepalingop identieke wijze wordt geregeld, dient het Hof bij de beantwoording van de prejudiciële vragen geen onderscheidte maken naargelang alleen de observatie, dan wel ook de infiltratie wordt beoogd.

48833MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 142: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

B.3.2. Het onderwerp van de prejudiciële vragen in beide zaken is deels gelijklopend en deels verschillend.Samenvattend dient het Hof zich uit te spreken over de grondwettigheid van artikel 235ter van het Wetboek vanstrafvordering, in zoverre :

- bij de controle door de kamer van inbeschuldigingstelling over de toepassing van de bijzondere opsporings-methoden van observatie en infiltratie, aan de burgerlijke partij en de inverdenkinggestelde geen inzage wordtverleend in het vertrouwelijk dossier;

- de controle wordt toevertrouwd aan de kamer van inbeschuldigingstelling, die in een latere fase, en mogelijk indezelfde samenstelling, zal moeten oordelen over de regeling van de rechtspleging;

- bij de controle door de kamer van inbeschuldigingstelling de partijen afzonderlijk worden gehoord en derechtspleging dus niet contradictoir is, wat vooral een bezwaar zou doen rijzen indien het onderzoeksgerecht zich nietalleen uitspreekt over de regelmatigheid van het vertrouwelijk dossier maar ook van het strafdossier.

- de termijn waarover de partijen beschikken om hun verweer voor te bereiden te kort zou zijn;

- tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling geen rechtsmiddel openstaat;

- de controle op de regelmatigheid van de bijzondere opsporingsmethoden enkel geldt voor de observatie en deinfiltratie, doch niet voor de informantenwerking.

Ten gronde

B.4.1. De in het geding zijnde bepalingen passen in het kader van het overheidsbeleid dat voorziet in een algeheleaanpak van de georganiseerde criminaliteit en het zware banditisme.

De bestrijding van bepaalde vormen van criminaliteit, in het bijzonder zware misdaden of misdaden die wordengepleegd door criminele organisaties die over aanzienlijke middelen beschikken, kan de overheden die zijn belast methet opsporen van de misdrijven en de vervolging van de daders ervan, ertoe nopen opsporingsmethoden aan tewenden die ten aanzien van de personen tegen wie die onderzoeken worden ingesteld, noodzakelijkerwijze eeninmenging in bepaalde grondrechten tot gevolg hebben. Het staat aan de wetgever om, onder toezicht van het Hof,de bepalingen waarbij de aanwending van die opsporingsmethoden wordt toegestaan en gecontroleerd, op die manierte formuleren dat de erin vervatte inmenging in de grondrechten wordt beperkt tot hetgeen noodzakelijk is om debeschreven doelstelling te bereiken.

B.4.2. De bijzondere opsporings- en onderzoeksmethoden die het voorwerp uitmaken van de in het geding zijndebepalingen, hebben gemeen dat zij een diepgaande inmenging kunnen inhouden in diverse grondrechten. Zowel uithet ingrijpend karakter van die methoden, als uit de zorg waarmee de wetgever het juridisch kader heeft omschrevenvoor de aanwending ervan, volgt dat, in geval van niet-naleving van de essentiële voorwaarden voor de aanwendingvan die methoden, het met overtreding daarvan verkregen bewijs ongeldig is.

Hiermede rekening houdend onderzoekt het Hof de prejudiciële vragen.

a) De onmogelijkheid voor de inverdenkinggestelde en de burgerlijke partij om het vertrouwelijk dossier te raadplegen

B.5.1. Het Hof wordt gevraagd of artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering een schending inhoudt van deartikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat bij de controle door de kamer van inbeschuldigingstelling over detoepassing van de bijzondere opsporingsmethoden van observatie en infiltratie, aan de burgerlijke partij en deinverdenkinggestelde geen inzage wordt verleend in het vertrouwelijk dossier, terwijl de regelmatigheid van andereniet-bijzondere opsporingsmethoden, hetzij voor de onderzoeksgerechten, hetzij voor de vonnisgerechten, kan wordenbetwist aan de hand van alle stukken van het strafdossier.

B.5.2. De artikelen 47septies en 47novies van het Wetboek van strafvordering bepalen dat de procureur des Konings,die machtiging verleent tot een observatie of een infiltratie, of die uitvoert, « een afzonderlijk en vertrouwelijk » dossiermoet bijhouden.

In verband met de observatie en de infiltratie bevat het vertrouwelijk dossier de machtiging van de procureur desKonings of van de onderzoeksrechter om die methoden aan te wenden, een machtiging waarin de aanwijzingenworden vermeld die verantwoorden dat een beroep wordt gedaan op die methode, de redenen waarom die methodeonontbeerlijk is, de naam of de beschrijving van de beoogde personen, de wijze waarop de methode zal wordenuitgevoerd, de periode tijdens welke zij kan worden uitgevoerd en de naam en de hoedanigheid van de officier vangerechtelijke politie die de operatie leidt (artikelen 47sexies, § 3, en 47octies, § 3). Het vertrouwelijk dossier bevat ookde door de procureur des Konings aan de politieambtenaren toegekende machtigingen om strafbare feiten te plegentijdens de uitvoering van de opsporingsmethode (artikelen 47sexies, § 4, en 47octies, § 4), de beslissingen tot wijziging,aanvulling of verlenging (artikelen 47septies, § 2, en 47novies, § 2) en de aan de procureur des Konings door de officiervan gerechtelijke politie uitgebrachte verslagen over elke fase van de uitvoering van de methode (artikelen 47septies,§ 1, en 47novies, § 1).

B.5.3. Het bestaan van een vertrouwelijk dossier impliceert niet dat het strafdossier geen gegevens zou bevattenbetreffende het inzetten van de bijzondere opsporingsmethoden van observatie en infiltratie.

De officier van gerechtelijke politie die de tenuitvoerlegging van de observatie of de infiltratie leidt, is immersermee belast een proces-verbaal op te stellen over de verschillende fasen van de tenuitvoerlegging daarvan,zonder daarbij evenwel elementen te vermelden die de aangewende technische middelen en onderzoekstechnieken,alsmede de waarborg van de veiligheid en de anonimiteit van de betrokken informanten en politieambtenaren in hetgedrang kunnen brengen. Bovendien moet in het proces-verbaal worden verwezen naar de machtiging tot aanwendingvan de observatie of de infiltratie en moeten de in artikel 47sexies, § 3, 1o, 2o, 3o en 5o (in geval van observatie) en dein artikel 47octies, § 3, 1o, 2o, 3o en 5o (in geval van infiltratie) bedoelde vermeldingen worden opgenomen.Die vermeldingen zijn de ernstige aanwijzingen van het strafbaar feit die de observatie of infiltratie wettigen,de redenen waarom het gebruik van die methode onontbeerlijk is om de waarheid aan het licht te brengen, de naamof beschrijving van de persoon of personen waarop de methode betrekking heeft en de periode tijdens welke deobservatie of infiltratie kan worden uitgevoerd.

De bedoelde processen-verbaal worden, samen met de schriftelijke beslissing waarbij de procureur des Konings ofde onderzoeksrechter het bestaan van de door hem verleende machtiging tot observatie of infiltratie bevestigt, bij hetstrafdossier gevoegd, na het beëindigen van de observatie of de infiltratie (artikelen 47septies, § 2, en 47novies, § 2).

B.6. Bij de controle voorgeschreven bij artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering, legt het openbaarministerie aan de magistraten van de kamer van inbeschuldigingstelling het vertrouwelijk dossier voor. De burgerlijkepartij of de inverdenkinggestelde hebben geen recht om het vertrouwelijk dossier in te zien. De onderzoeksrechter heefteen inzagerecht wanneer hij zelf een machtiging tot observatie heeft gegeven of wanneer een gerechtelijk onderzoekwordt gevorderd in een zaak waarin reeds een observatie of infiltratie heeft plaatsgevonden.

48834 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 143: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

B.7.1. De rechten van de verdediging en het recht op een eerlijk proces zijn fundamenteel in een rechtsstaat.Het beginsel van de wapengelijkheid tussen de vervolgende partij en de verdediging, alsook het contradictoir karaktervan het proces, met inbegrip van de procedure, zijn fundamentele elementen van het recht op een eerlijk proces.Het recht op een strafproces op tegenspraak houdt in dat zowel de vervolgende partij als de verdediging demogelijkheid moeten hebben kennis te nemen van en te antwoorden op de opmerkingen en bewijselementen van deandere partij. Hieruit vloeit eveneens de verplichting voor de vervolgende partij voort om in beginsel allebewijselementen aan de verdediging mee te delen.

Het recht om kennis te nemen van alle bewijselementen van de vervolgende partij is evenwel niet absoluut.In sommige strafrechtelijke procedures kunnen tegenstrijdige belangen aanwezig zijn, zoals de nationale veiligheid,de noodzaak om getuigen af te schermen of onderzoeksmethoden geheim te houden, die dienen te worden afgewogentegen de rechten van de beklaagde. In sommige gevallen kan het noodzakelijk zijn om bepaalde bewijselementengeheim te houden voor die partij teneinde de fundamentele rechten van andere personen of een behartenswaardigalgemeen belang te vrijwaren.

De inmenging in de rechten van de verdediging kan echter enkel worden verantwoord indien zij strikt evenredigis met het belang van de te bereiken doelstellingen en indien zij wordt gecompenseerd door een procedure die eenonafhankelijke en onpartijdige rechter in staat stelt de wettigheid van de procedure te onderzoeken (EHRM, 22 juli 2003en 27 oktober 2004, Edwards en Lewis t. Verenigd Koninkrijk).

B.7.2. De doelstelling om de bescherming te verzekeren van de fysieke integriteit van personen die deelnemen aande bijzondere opsporingsmethoden, is legitiem en is dermate belangrijk dat zij verantwoordt dat hun anonimiteit tenaanzien van de procespartijen en het publiek volkomen wordt gewaarborgd. De noodzaak om de doeltreffendheid vande toegepaste methoden te waarborgen voor de toekomst door bepaalde technieken te verhullen, kan eveneensverantwoorden dat zij een vertrouwelijk karakter hebben.

B.8.1. Zoals vermeld in B.2.1, heeft het Hof in het arrest nr. 202/2004 evenwel geoordeeld dat afbreuk wordt gedaanaan de vereisten van een eerlijk proces wanneer het vertrouwelijk dossier niet het voorwerp kan uitmaken van eencontrole door een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

Met artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering beoogt de wetgever een volledig en daadwerkelijkonderzoek van de wettigheid van de bijzondere opsporingsmethoden van observatie en infiltratie te waarborgen,zonder daarbij evenwel het noodzakelijk geheim karakter van bepaalde informatie in het vertrouwelijk dossier prijs tegeven.

B.8.2. De gegevens die niet voor de partijen ter inzage zijn, werden door de wetgever strikt en beperkendomschreven. De wet zou niet kunnen worden omzeild door in het vertrouwelijk dossier stukken op te nemen die zichin het strafdossier moeten bevinden (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2055/005, pp. 32, 36 en 66). De gegevensvan het vertrouwelijk dossier kunnen niet als bewijs worden gebruikt ten nadele van de inverdenkinggestelde(ibid., pp. 66-67).

B.8.3. Enkel de inlichtingen die van dien aard zijn dat zij de bescherming van de uitvoerders en de aanwendingzelf van de opsporingsmethoden in het gedrang kunnen brengen, worden aan inzage door de verdediging onttrokken.Alle andere informatie over de aanwending van die opsporingsmethoden moet worden opgenomen in het strafdossier,dat bij de rechtspleging van artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering voor de burgerlijke partij en deinverdenkinggestelde ter inzage ligt. Dat dossier bevat inlichtingen over de aanwending en de aard van de gebruikteopsporingsmethoden, de redenen die dat gebruik verantwoorden en de verschillende fasen van de uitvoering ervan.

In het geval waarin de kamer van inbeschuldigingstelling de onderzoeksrechter hoort en deze inzage heeft in hetvertrouwelijk dossier, beschikken de partijen over de waarborg dat de onderzoeksrechter, die het onderzoek à chargeen à décharge voert, waakt over de wettigheid van de bewijsmiddelen en de loyauteit waarmee ze worden verzameld.

B.8.4. De wil van de wetgever om de zware criminaliteit doeltreffend te bestrijden en de noodzaak om daartoebepaalde gevoelige gegevens geheim te houden, zouden in het gedrang worden gebracht indien, bij dat soort vancriminaliteit, de inverdenkinggestelden, bij de controle van het vertrouwelijk dossier door de kamer van inbeschul-digingstelling, toegang zouden kunnen hebben tot dat dossier. Het is niet onredelijk een rechtspleging te organiserendie verschilt van die waarvoor de geheimhouding niet noodzakelijk is en waarin de partijen inzage kunnen hebben inalle stukken van het strafdossier.

b) De onpartijdigheid van de kamer van inbeschuldigingstelling

B.9.1. Het Hof wordt tevens gevraagd of de toekenning van de controle over het vertrouwelijk dossier aan dekamer van inbeschuldigingstelling afbreuk doet aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen metde artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het InternationaalVerdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, doordat dit onderzoeksgerecht in een latere fase, en mogelijk indezelfde samenstelling, zal moeten oordelen over de regeling van de rechtspleging, waarbij het zal beslissen met kennisvan het vertrouwelijk dossier en dus met kennis van elementen waarover de partijen niet beschikken en waarover geentegensprekelijk debat heeft plaatsgevonden.

B.9.2. De keuze om de controle over de regelmatigheid van de bijzondere opsporingsmethoden observatie eninfiltratie toe te vertrouwen aan de kamer van inbeschuldigingstelling werd door de wetgever als volgt verantwoord :

« Zoals gezegd is het de betrachting van het wetsontwerp aan de gerezen situatie te remediëren door de kamer vaninbeschuldigingstelling aan te duiden als de onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie belast met de controlevan de aanwending van de bijzondere opsporingsmethoden observatie en infiltratie.

De wetgever legde trouwens vroeger reeds in de artikelen 136, 136bis, 235 en 235bis van het Wetboek vanStrafvordering, die de kamer van inbeschuldigingstelling een cruciale rol toebedelen in het toezicht op de gerechtelijkeonderzoeken, de kiem voor deze nieuwe rol die de kamer van inbeschuldigingstelling in de toekomst in het kader vande controle en het toezicht over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden zal vervullen. De keuze voor dekamer van inbeschuldigingstelling als onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke controle-instantie is dan ook logischen voor de hand liggend » (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2055/001, pp. 54 en 55).

B.9.3. De gegevens die aan inzage door de verdediging worden onttrokken, zijn door de wetgever strikt enbeperkend omschreven. De informatie met betrekking tot de aanwending en de uitvoering van de observatie en deinfiltratie, met uitzondering van de gevoelige gegevens, bevindt zich in het strafdossier, dat zowel in het kader van derechtspleging van artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering als bij de regeling van de rechtspleging wel voorde partijen ter inzage ligt.

Het feit dat de verdediging gegevens uit het vertrouwelijk dossier waarvan de kamer van inbeschuldigingstellingkennis heeft genomen niet kan raadplegen, kan niet leiden tot gewettigde twijfel omtrent de onpartijdigheid van datrechtscollege bij de regeling van de rechtspleging.

48835MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 144: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

B.9.4. Het eerlijk karakter van een proces moet worden onderzocht rekening houdend met het hele verloop van deprocedure. De controle van het vertrouwelijk dossier door de kamer van inbeschuldigingstelling wordt uitgeoefend inde voorbereidende procesfase, voordat de zaak aanhangig wordt gemaakt bij de vonnisgerechten, die zelf geen inzagekrijgen in het vertrouwelijk dossier en dus op dat gebied niet anders worden behandeld dan de partijen.Die rechtscolleges zullen dus niet oordelen op grond van gegevens waarvan zij wel en de partijen geen kennis hebben,zodat geen afbreuk wordt gedaan aan de vereisten van het eerlijk proces.

c) Het afzonderlijk horen van de partijen en het niet-contradictoir karakter van de rechtspleging

B.10.1. Het Hof dient nog te onderzoeken of artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering de rechten van deverdediging aantast doordat bij de rechtspleging voor de kamer van inbeschuldigingstelling de partijen afzonderlijkworden gehoord en doordat de termijn waarover ze beschikken om hun verweer voor te bereiden te kort zou zijn.Het gebrek aan tegenspraak zou vooral bekritiseerbaar zijn wanneer de kamer van inbeschuldigingstelling niet alleende regelmatigheid beoordeelt van het vertrouwelijk dossier maar ook van het strafdossier.

B.10.2. Volgens artikel 235ter, § 2, van het Wetboek van strafvordering hoort de kamer van inbeschuldigingstelling,afzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de partijen, de opmerkingen van de procureur-generaal. Ze hoort opdezelfde wijze de burgerlijke partij en de inverdenkinggestelde, na kennisgeving die hun uiterlijk achtenveertig uurvóór de zitting wordt gedaan en waarbij hun ter kennis wordt gebracht dat het strafdossier tijdens die periode op degriffie ter inzage ligt.

De kamer van inbeschuldigingstelling kan ook de onderzoeksrechter horen. Wanneer de onderzoeksrechter demachtiging tot observatie verleende of wanneer een gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd in een zaak waarin reeds eenobservatie of infiltratie heeft plaatsgehad, heeft de onderzoeksrechter inzage in het vertrouwelijk dossier (artikel 56bisvan het Wetboek van strafvordering).

Ten slotte kan de kamer van inbeschuldigingstelling de officier van gerechtelijke politie die de leiding heeft overde uitvoering van de bijzondere opsporingsmethoden, afzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de partijen horenof de onderzoeksrechter gelasten de politieambtenaren die met de uitvoering van de bijzondere opsporingsmethodenzijn belast, en de burgerlijke deskundige te horen met toepassing van de artikelen 86bis en 86ter van het Wetboek vanstrafvordering en beslissen bij dat verhoor aanwezig te zijn of één van haar leden daartoe af te vaardigen.

B.10.3. Artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering verplicht de kamer van inbeschuldigingstelling totcontrole over de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden van observatie en infiltratie bij het afsluiten vanhet opsporingsonderzoek vooraleer het openbaar ministerie tot rechtstreekse dagvaarding overgaat of op het einde vanhet gerechtelijk onderzoek wanneer de onderzoeksrechter zijn dossier aan de procureur des Konings overzendtkrachtens artikel 127, § 1, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering. De controle is dus in beginsel gesitueerd ophet einde van het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk onderzoek, vermits het in zijn voorbereidende faseprincipieel inquisitoriaal en geheim is.

B.10.4. De wetgever kon van oordeel zijn dat een effectieve controle van het vertrouwelijk dossier door de kamervan inbeschuldigingstelling vereist dat zij kan overgaan tot de hoorzittingen vermeld in B.10.2. Teneinde devertrouwelijkheid van de gevoelige gegevens veilig te stellen is het gerechtvaardigd dat een dergelijk onderzoek kanplaatsvinden in afwezigheid van de partijen.

Hoewel het debat voor de kamer van inbeschuldigingstelling niet contradictoir is, biedt de wet de waarborg datalle betrokken partijen worden gehoord zodat het onderzoeksgerecht zo volledig mogelijk wordt geïnformeerdalvorens te beslissen. Aangezien de partijen de mogelijkheid hebben om vooraf inzage te hebben in het strafdossier,dat met uitzondering van de gevoelige gegevens alle informatie over de aangewende opsporingsmethoden bevat,kunnen zij een nuttig verweer voeren (vgl. EHRM, 16 februari 2000, Jasper t. Verenigd Koninkrijk, §§ 55 en 56).

B.10.5. In zoverre de controle bedoeld in artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering betrekking heeft op hetvertrouwelijk dossier, en rekening houdend met het feit dat de stukken uit het vertrouwelijk dossier niet als bewijskunnen worden gebruikt, worden de rechten van de verdediging niet op onevenredige wijze aangetast doordat departijen afzonderlijk worden gehoord.

d) De termijn voor raadpleging van het strafdossier

B.10.6. Vergeleken met de termijnen die van toepassing zijn bij andere verschijningen voor de onderzoeksgerech-ten, blijkt niet dat de termijn van achtenveertig uur voorgeschreven in artikel 235ter, § 2, derde lid, van het Wetboekvan strafvordering, waarover de partijen beschikken om het strafdossier in te zien, als onevenredig kort kan wordenbeschouwd.

e) De procedure voor controle, door de kamer van inbeschuldigingstelling, van het vertrouwelijk dossier en van het strafdossier

B.11.1. De rechtspleging van artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering sluit niet uit dat de kamer vaninbeschuldigingstelling na de controle van het vertrouwelijk dossier overgaat tot de controle van de regelmatigheid vande aanwending van de bijzondere opsporingsmethoden van observatie en infiltratie aan de hand van het strafdossier.Met name kan ze daartoe worden gebracht wanneer na de controle van het vertrouwelijk dossier, op grond vanartikel 235ter, § 5, wordt gehandeld overeenkomstig artikel 235bis, §§ 5 en 6.

B.11.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering een schendinginhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en van het recht op een eerlijk proces indien die bepaling zo wordtgeïnterpreteerd dat alsdan over het strafdossier geen procedure op tegenspraak wordt gevoerd, terwijl in de gevallenwaarin de kamer van inbeschuldigingstelling, met toepassing van artikel 235bis van het Wetboek van strafvordering,uitspraak doet over de regelmatigheid van de aanwending van andere opsporingsmethoden en over de regelmatigheidvan de rechtspleging in haar geheel, een contradictoir debat dat betrekking heeft op de elementen van het strafdossierwordt georganiseerd.

B.11.3. In beginsel gaat het Hof bij de beantwoording van de prejudiciële vragen uit van de ter toetsing voorgelegdenorm in de interpretatie van de verwijzende rechter.

In casu echter heeft het Hof in het arrest nr. 105/2007 (arrest in de zaken nrs. 4003 e.a.) geoordeeld dat deinterpretatie voorgelegd door de verwijzende rechter niet bestaanbaar is met de tekst van de artikelen 235, 235bisen 235ter van het Wetboek van strafvordering.

B.11.4. Indien, ter gelegenheid van de controle van het vertrouwelijk dossier die zij op grond van artikel 235teruitvoert, de kamer van inbeschuldigingstelling beslist over te gaan tot een onderzoek van de regelmatigheid van dehaar voorgelegde procedure met inbegrip van de wettigheid en de regelmatigheid van de observatie en infiltratie aande hand van het strafdossier, dient zij de heropening van de debatten te bevelen, met toepassing van artikel 235bis, § 3,en het contradictoir karakter in acht te nemen van de rechtspleging bedoeld in paragraaf 4 van hetzelfde artikel,volgens hetwelk zij « in openbare terechtzitting indien ze op verzoek van een partij daartoe besluit, de opmerkingenvan de procureur-generaal, de burgerlijke partij en de inverdenkinggestelde » hoort (Cass., 31 oktober 2006,P.06.0841.N en P.06.0898.N en Cass., 5 december 2006, P.06.1232.N).

48836 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 145: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

f) Het verschil tussen de procedure waarin artikel 235ter voorziet en die waarin artikel 235quater voorziet

B.11.5. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over het verschil in behandeling tussen de controleprocedurewaarin artikel 235ter voorziet en die een zuiveringsmogelijkheid bevat, en die waarin artikel 235quater voorziet en dieniet dezelfde mogelijkheid bevat. In tegenstelling tot de controle op basis van artikel 235ter, die verplicht plaatsheefttelkens als de bijzondere opsporingsmethoden van observatie of infiltratie zijn uitgevoerd in het kader van eenopsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek, is de op basis van artikel 235quater uitgevoerde controle facultatief,wordt zij voorlopig uitgevoerd en heeft zij tijdens het gerechtelijk onderzoek plaats.

Die controle gebeurt « onverminderd de uitoefening van de controle bedoeld in artikel 235ter », wat betekent dat,wanneer een observatie of een infiltratie tijdens een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek plaatshad,de kamer van inbeschuldigingstelling na afloop daarvan verplicht een controle uitvoert op basis van artikel 235ter,ook al heeft zij eerder de uitvoering van dezelfde onderzoekstechnieken gecontroleerd op basis van artikel 235quater.Dezelfde zuiveringsmogelijkheid op basis van artikel 235ter bestaat bijgevolg, ongeacht of eerder gebruik is gemaaktvan de controlemogelijkheid die artikel 235quater biedt.

Hieruit vloeit voort dat het verschil tussen de procedures waarin de artikelen 235ter en 235quater voorzien,niet onbestaanbaar is met de in de prejudiciële vraag genoemde bepalingen.

g) De ontstentenis van een beroep tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling

B.12.1. Het Hof wordt verder gevraagd of artikel 235ter, § 6, van het Wetboek van strafvordering de rechten vande verdediging schendt doordat het bepaalt dat tegen de controle van het vertrouwelijk dossier door de kamer vaninbeschuldigingstelling geen rechtsmiddel openstaat. Aldus zou zonder verantwoording een verschil in behandelingworden ingesteld in vergelijking met andere procedures, zoals die van artikel 235bis van het Wetboek vanstrafvordering, waarin tegen de beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling over de regelmatigheid van destrafprocedure wel cassatieberoep mogelijk is.

B.12.2. Vanwege de vernietiging, bij het arrest nr. 105/2007, van artikel 235ter, § 6, van het Wetboek vanstrafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 23 van de wet van 27 december 2005, zijn de prejudiciële vragen zondervoorwerp geworden in zoverre zij betrekking hebben op de ontstentenis van een beroep tegen de controle van hetvertrouwelijk dossier door de kamer van inbeschuldigingstelling.

h) Het gebrek aan controle over de toepassing van de informantenwerking

B.13.1. Ten slotte dient het Hof te onderzoeken of artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering een schendinginhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat een controle over de toepassing van de bijzondereopsporingsmethoden van observatie en infiltratie wordt georganiseerd, doch geen controle over de toepassing van deinformantenwerking.

B.13.2. Met de invoering van artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering wilde de wetgever tegemoetkomenaan een van de bezwaren die het Hof in zijn arrest nr. 202/2004 had vastgesteld ten aanzien van de wetvan 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, doordat hetvertrouwelijk dossier betreffende de observatie en de infiltratie niet het voorwerp kon uitmaken van een controle dooreen onafhankelijke en onpartijdige rechter.

B.13.3. Met betrekking tot de informantenwerking stelt het Hof in dat arrest :

« B.27.2. Het vertrouwelijk dossier in verband met de informanten heeft niet dezelfde draagwijdte, noch dezelfdeinhoud als het vertrouwelijk dossier in verband met de aanwending van een observatie of een infiltratie. Het bevat inprincipe geen bewijsstukken die zullen worden aangewend in een later proces. Die moeten immers het voorwerpuitmaken van het proces-verbaal bedoeld in artikel 47decies, § 6, vierde lid. Daarentegen is het vertrouwelijk dossier vanessentieel belang om de anonimiteit en dus de veiligheid van de informanten te vrijwaren. [...] ».

B.13.4. Weliswaar werd de wettelijke regeling inzake de informantenwerking gewijzigd bij de wet van27 december 2005, doordat artikel 47decies, § 7, van het Wetboek van strafvordering de informanten toeliet om onderbepaalde voorwaarden misdrijven te plegen. In zijn arrest nr. 105/2007 heeft het Hof echter de laatstvermelde bepalingvernietigd. Het Hof stelt hieromtrent :

« B.8.20. In zoverre dat artikel ten slotte de toetsing van de aanwending van artikel 47decies, § 7, niet toevertrouwtaan een onafhankelijke en onpartijdige rechter, schendt het de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhanggelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Het vertrouwelijk dossier bevat voortaan,wat de informanten betreft, elementen die een draagwijdte hebben die analoog is met die in verband met de infiltratie,wat voordien niet het geval was, zoals het Hof had opgemerkt in B.27.2 van zijn arrest nr. 202/2004. Dat dossier moetdus, wat die elementen betreft, het voorwerp uitmaken van een toetsing door een onafhankelijke en onpartijdigerechter.

B.8.21. De middelen zijn gegrond in de hiervoor aangegeven mate.

B.8.22. Artikel 47decies, § 7, van het Wetboek van strafvordering moet worden vernietigd ».

B.13.5. Vanwege die vernietiging, bij het arrest nr. 105/2007 van 19 juli 2007, en op grond van de motievenuiteengezet in het arrest nr. 202/2004 van 21 december 2004, is artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering, doorin geen controle te voorzien ten aanzien van de toepassing van de informantenwerking, niet onbestaanbaar met deartikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Om die redenen,

het Hof

zegt voor recht :

1. De prejudiciële vragen hebben geen voorwerp meer in zoverre zij betrekking hebben op artikel 235ter, § 6,van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 23 van de wet van 27 december 2005.

2. Artikel 235ter, §§ 1 tot 5, van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 23 van de wetvan 27 december 2005, schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met dein de prejudiciële vragen vermelde verdragsbepalingen.

Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wetvan 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 26 juli 2007.

De griffier, De voorzitter,

P.-Y. Dutilleux. A. Arts.

48837MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 146: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

COUR CONSTITUTIONNELLE

[2007/202628]Extrait de l’arrêt n° 107/2007 du 26 juillet 2007

Numéros du rôle : 3985 et 3986En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 47sexies, 47septies, 235ter et 235quater du Code

d’instruction criminelle, posées par la Cour d’appel de Gand.La Cour constitutionnelle,composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot,

L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidéepar le président A. Arts,

après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant :I. Objet des questions préjudicielles et procédurea. Par arrêt du 25 avril 2006 en cause du ministère public contre J.L. et autres, dont l’expédition est parvenue au

greffe de la Cour le 11 mai 2006, la chambre des mises en accusation de la Cour d’appel de Gand a posé les questionspréjudicielles suivantes :

1. « L’article 235ter du Code d’instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, 6 de laConvention européenne des droits de l’homme et 14 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en cesens que, lors de la purge du dossier pénal sur la base de l’article 131 du Code d’instruction criminelle, au cours de laphase du règlement de la procédure sur la base des articles 127, 135 et 235bis du Code d’instruction criminelle,les parties peuvent soulever toute contestation et que, en outre, les débats doivent être rouverts en cas d’observationsd’office, alors que l’article 235ter, § 5, du Code d’instruction criminelle, faisant référence à l’article 235bis, §§ 5 et 6,du Code d’instruction criminelle, n’offre pas cette possibilité, même en cas de constatation d’office de la part des jugessaisis sur la base de l’article 235ter du Code d’instruction criminelle, et ce alors même que l’application de l’article 235terdu Code d’instruction criminelle, combiné avec l’article 189ter ou avec l’article 335bis du Code d’instruction criminelle,ne permet pratiquement pas de mener un débat de fond à ce sujet, ce qui n’est pas le cas lors de l’application del’article 235bis du Code d’instruction criminelle ? »;

2. « L’article 235ter du Code d’instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, 6 de laConvention européenne des droits de l’homme et 14 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ceque le contrôle prescrit à l’article 235ter du Code d’instruction criminelle s’opère obligatoirement au cours de la phased’instruction et juste avant la phase du règlement de la procédure, et qu’au cours de cette phase de l’instruction, desdécisions sont prises concernant un dossier qui est confidentiel, qui est porté uniquement à la connaissance des jugesà l’appréciation desquels ce dossier confidentiel est soumis afin qu’ils statuent sur la régularité de la techniqueappliquée, dans un arrêt contre lequel aucune voie de recours n’est ouverte et sans véritable débat contradictoire, et queces mêmes juges, au cours d’une phase ultérieure, lors du règlement de la procédure, peuvent à nouveau prendreconnaissance du dossier pénal, éventuellement en partie purgé par eux, et sont alors appelés, après un examencontradictoire portant peut-être aussi sur l’observation et/ou l’infiltration, à se prononcer à nouveau à ce sujet au coursde la phase du règlement de la procédure, en connaissant toutefois le contenu d’un dossier confidentiel qui est tenu endehors de la contradiction mais qui peut influencer le prononcé à l’issue des débats contradictoires ? L’article 235ter duCode d’instruction criminelle, combiné avec les articles précités du même Code et les règles conventionnelles, viole-t-il,dans ces conditions, le droit à un juge impartial, en ce que les juges qui, lors de l’éventuelle application des articles 235et 235bis du Code d’instruction criminelle, ont connaissance du dossier confidentiel visé à l’article 235ter du Coded’instruction criminelle, sans véritable contradictoire, en vue de prendre une décision sur la régularité du dossier pénalet sur l’effet à y attacher, ont, dans une phase ultérieure, connaissance d’éléments dont les parties ne disposent paselles-mêmes et au sujet desquels elles ne peuvent pas davantage soulever de contestation ? »;

3. « L’article 235ter du Code d’instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, ainsi que 6 et 8de la Convention européenne des droits de l’homme, en ce qu’au cours de la phase d’instruction - donc avant la phasedu règlement de la procédure, sans véritable débat contradictoire - cet article offre la possibilité d’exercer, fût-ce par uneautorité judiciaire impartiale, un contrôle de légalité des techniques d’observation et d’infiltration, par rapport, entreautres, à l’article 8 de la Convention européenne des droits de l’homme, et permet qu’ultérieurement, lors de la phasedu règlement de la procédure, les mêmes juges connaissent, en combinaison avec l’article 6 de la Conventioneuropéenne des droits de l’homme, d’un débat contradictoire portant sur des éléments et moyens qui ontéventuellement déjà été soumis à leur jugement dans les limites du contradictoire unilatéral de l’article 235ter du Coded’instruction criminelle et au sujet desquels ils se sont prononcés, mais désormais sur la base des articles 135, 235 et235bis du Code d’instruction criminelle, alors qu’ils sont liés par leur décision dans le cadre de l’article 235ter du Coded’instruction criminelle, en ayant connaissance de l’information pénale dont les parties elles-mêmes ne disposent pas,et tout cela en ce qui concerne des techniques particulières d’information qui ne constituent pas l’objet d’uneobservation et/ou d’une infiltration mais qui constituent également une atteinte grave à la vie privée visée à l’article 8de la Convention européenne des droits de l’homme ? ».

b. Par arrêt du 25 avril 2006 en cause du ministère public contre J. V.d.B. et autres, dont l’expédition est parvenueau greffe de la Cour le 11 mai 2006, la chambre des mises en accusation de la Cour d’appel de Gand a posé les questionspréjudicielles suivantes :

1. « L’article 235ter du Code d’instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, dansl’interprétation selon laquelle la chambre des mises en accusation peut également trancher, dans le cadre de laprocédure particulière, non contradictoire, instaurée par cet article, des discussions sur la validité ou la régularitéd’actes d’observation, qui ne résultent pas du ’ dossier confidentiel ’ au sens de l’article 235ter du Code d’instructioncriminelle mais du dossier répressif, consultable par toutes les parties et sur lequel se fonde à proprement parler lapoursuite, dès lors que dans ce cas :

- les inculpés ne se voient plus offrir un débat contradictoire lors du contrôle de la validité ou de la régularité decette méthode de recherche d’observation, y compris dans le cas où cet examen porte sur une discussion résultant du’ dossier répressif ’, consultable par toutes les parties;

- alors que les inculpés se voient offrir un débat contradictoire pour tout examen d’une discussion portant sur lavalidité ou la régularité d’autres méthodes et actes de recherche, qui est fondée sur des éléments résultant du mêmedossier pénal ’ ordinaire ’;

- et ce alors que la différence de traitement entre l’observation et l’infiltration, d’une part, et les autres méthodeset actes de recherche, d’autre part, ne peut plus se fonder ici sur une quelconque exigence de secret des données maisqu’il s’agit dans les deux cas d’une discussion sur la base d’éléments provenant du dossier pénal ’ ordinaire ’,consultable par toutes les parties et pour lequel il n’existe donc aussi aucune exigence de secret à l’égard des partiesconcernées ? »;

48838 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 147: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

2. « Les articles 47sexies, 47septies et 235ter du Code d’instruction criminelle violent-t-il les articles 10 et 11 de laConstitution en ce qu’ils ne permettent pas aux personnes qui font l’objet de la méthode particulière de recherche del’observation d’attaquer la régularité de l’ordre et de l’exécution de cette méthode de recherche devant une quelconqueautorité judiciaire 1) dans un débat mené contradictoirement, 2) où une partie au procès peut prendre acte del’argumentation d’une autre partie au procès et élever une contestation à ce sujet, 3) sur la base de toutes les piècespertinentes du dossier, 4) la loi lui accordant un délai suffisant pour préparer sa défense, 5) tous les moyens de défensecomme, par exemple, la convocation de témoins ne pouvant être utilisés et sans avoir, de cette manière, la possibilitéjuridique de présenter tous les arguments par le biais de tous les moyens de preuve et 6) sans pouvoir utiliser une voiede recours contre la décision prise en l’espèce par la chambre des mises en accusation, alors que : les personnes qui fontl’objet de méthodes de recherche ordinaires ou ’ non particulières ’ peuvent, elles, attaquer aussi bien la régularité del’ordre que son exécution et ce, au choix de la partie au procès, aussi bien devant les juridictions d’instruction quedevant les juridictions de jugement (et parfois devant les deux), 1) dans un débat mené contradictoirement, 2) où unepartie au procès peut prendre acte de l’argumentation d’une autre partie au procès et élever aussi une contestation àce sujet, 3) sur la base de toutes les pièces pertinentes du dossier, 4) la loi lui accordant un délai suffisant pour préparersa défense, 5) en ayant la possibilité juridique de présenter tous les moyens de défense par le biais de tous les moyensde preuve et 6) en pouvant également utiliser une voie de recours contre la décision du juge mis en cause en l’espèce ? »;

3. « L’article 235ter du Code d’instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu’illimite le contrôle des méthodes particulières de recherche définies à l’article 47sexies du même Code à l’observation età l’infiltration, à l’exclusion du recours aux indicateurs, compte tenu du fait que :

- l’arrêt rendu par la chambre des mises en accusation sur la base de l’article 235ter du Code d’instruction criminellea force obligatoire au moins pour les juridictions d’instruction,

- le débat portant sur la régularité du recours aux indicateurs ne peut être soulevé à ce stade de la procédure et feraéventuellement l’objet du règlement de la procédure à un stade ultérieur sur la base des articles 131 et 235bis du Coded’instruction criminelle,

- ni la chambre du conseil, ni la chambre des mises en accusation ne peuvent alors connaître du dossier confidentielet du recours aux indicateurs qui y est éventuellement mentionné,

- même si l’article 6 de la Convention européenne des droits de l’homme ne trouve qu’une application restreintepour les juridictions d’instruction, l’article 235ter du Code d’instruction criminelle, combiné avec l’article 47ter, § 1er,ainsi que les articles 131, 235 et 235bis du Code d’instruction criminelle, s’oppose au droit à un procès équitable, étantdonné que le débat contradictoire concernant le dossier confidentiel est inexistant pour cette technique particulière derecherche ? »;

4. « L’article 235ter du Code d’instruction criminelle, combiné avec les articles 235bis et 235quater du Coded’instruction criminelle, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, 6 de la Convention européenne des droits del’homme et 14 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques ainsi que les articles 127, 131, 135, 136, 136ter,228, 235 et 235bis du Code d’instruction criminelle, lu et interprété en ce sens que :

- l’article 235ter du Code d’instruction criminelle ne permet pas la contradiction au sens d’un débat contradictoireréciproque lorsque la chambre des mises en accusation procède d’office à la purge d’irrégularités, d’omissions ou decauses de nullités qui peuvent être la conséquence du contrôle des techniques d’observation et/ou d’infiltrationappliquées, alors que dans tous les autres cas où la chambre des mises en accusation procède à un contrôle du dossierpénal accessible, cette purge n’est possible qu’à condition que les parties aient été préalablement entendues, comme celadécoule de l’article 235bis, § 3, du Code d’instruction criminelle, ce qui peut entraîner un traitement inégal des parties,lesquelles, en fonction de l’objet du contrôle et dans la mesure où ce contrôle leur est appliqué, soit ne bénéficient pasd’un débat contradictoire dans le cas d’une purge d’office sur la base de l’article 235ter du Code d’instruction criminelle,soit doivent pouvoir mener un débat contradictoire précisément en raison du moyen soulevé d’office (article 235bis duCode d’instruction criminelle),

- l’article 235quater du Code d’instruction criminelle, qui permet le même contrôle en cas d’application destechniques d’observation/infiltration n’offre pas à la chambre des mises en accusation, pendant l’exécution de cestechniques, les possibilités de purge de l’article 235ter du Code d’instruction criminelle, de sorte que, le cas échéant,la chambre des mises en accusation doit rouvrir les débats, par le biais de la technique de la purge d’office sur la basede l’article 235bis du Code d’instruction criminelle, afin de permettre aux parties de mener un débat contradictoire,ce qui fait naître une distinction entre les parties qui ont fait l’objet de l’application de l’article 235quater du Coded’instruction criminelle et celles qui ont uniquement fait l’objet de l’application de l’article 235ter du Code d’instructioncriminelle,

- l’article 235ter du Code d’instruction criminelle, dans la mesure où la chambre des mises en accusation a procédéà la purge d’irrégularités, d’omissions ou de causes de nullités sur la base de l’article 131 du Code d’instructioncriminelle, sans débat contradictoire, ne permet pas aux parties qui ont fait l’objet d’une technique d’observation et/oud’infiltration d’utiliser une voie de recours contre celle-ci, alors que d’autres parties qui ont fait l’objet de mesures toutaussi radicales, tel le recours à des indicateurs, ne se voient pas imposer cette restriction,

- le recours aux indicateurs est soustrait, pour ce qui concerne le caractère confidentiel, au contrôle que la chambredes mises en accusation exerce aussi bien sur le dossier confidentiel que sur le dossier accessible, ce qui peut faire naîtreune inégalité pour les parties qui ont fait l’objet d’une technique d’observation et/ou d’infiltration et qui peuvent voirfaire application de l’article 235ter du Code d’instruction criminelle, alors que celles qui font uniquement l’objet durecours aux indicateurs, qui peut être une technique aussi intrusive dans la vie privée au regard de l’article 8 de laConvention européenne des droits de l’homme, n’ont pas droit à un tel contrôle, ce qui a pour effet que les droits dela défense peuvent, le cas échéant, être violés sans qu’il y ait aucun contrôle possible par un juge à part entière etimpartial,

- l’article 235ter du Code d’instruction criminelle désigne la chambre des mises en accusation comme juge à partentière et impartial pour contrôler seule, juste avant le règlement de la procédure, la régularité des techniquesparticulières de recherche d’observation et/ou d’infiltration éventuellement appliquées, sur la base du dossierconfidentiel et du dossier pénal accessible aux parties, où rien ne semble s’opposer, sauf le droit de toute personne àun juge à part entière et impartial, à ce que la chambre des mises en accusation, dans la même composition, statue lecas échéant, lors du règlement de la procédure, sur le dossier pénal contradictoire accessible, et ce, en ayantconnaissance du contenu du dossier confidentiel qu’elle était la seule à pouvoir consulter et qui peut éventuellementcontenir des informations soustraites aux parties en ce qui concerne, par exemple, le recours aux indicateurs, ce qui apour effet que les parties qui n’ont pas fait l’objet de la technique d’observation et/ou d’infiltration se trouvent,lors de l’application de l’article 235bis du Code d’instruction criminelle, face à un juge à part entière et impartial qui,par suite de l’application de l’article 235ter du Code d’instruction criminelle, dispose éventuellement de davantaged’informations que celles qui résultent du dossier pénal accessible, ce qui peut influencer sa décision au préjudice d’uneou de plusieurs parties, et ce de manière irréparable ? ».

Ces affaires, inscrites sous les numéros 3985 et 3986 du rôle de la Cour, ont été jointes.(...)

48839MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 148: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

III. En droit(...)Les dispositions en causeB.1.1. Les questions préjudicielles portent sur les articles 47sexies, 47septies, 235ter et 235quater du Code

d’instruction criminelle, insérés ou modifiés par la loi du 27 décembre 2005 portant des modifications diverses au Coded’instruction criminelle et au Code judiciaire en vue d’améliorer les modes d’investigation dans la lutte contre leterrorisme et la criminalité grave et organisée.

B.1.2. Les articles 47sexies et 47septies du Code d’instruction criminelle règlent la méthode particulière de recherchede l’observation. L’article 235quater concerne le contrôle provisoire exercé par la chambre des mises en accusationpendant l’instruction. L’article 235ter charge la chambre des mises en accusation du contrôle de l’application desméthodes particulières de recherche d’observation et d’infiltration. L’analyse des questions préjudicielles révèle que laCour est uniquement interrogée au sujet de la procédure devant la chambre des mises en accusation, et non au sujetde l’observation en tant que telle. La Cour limite par conséquent son examen à l’article 235ter du Code d’instructioncriminelle, tel qu’il a été inséré par l’article 23 de la loi du 27 décembre 2005 qui, avant son annulation partielle parl’arrêt no 105/2007 du 19 juillet 2007, disposait :

« § 1er. La chambre des mises en accusation est chargée de contrôler [...] la mise en œuvre des méthodesparticulières de recherche d’observation et d’infiltration.

Dès la clôture de l’information dans laquelle ces méthodes ont été utilisées et avant que le ministère public neprocède à la citation directe, la chambre des mises en accusation examine, sur la réquisition du ministère public,la régularité des méthodes particulières de recherche d’observation et d’infiltration.

Dès le moment où le juge d’instruction communique son dossier au procureur du Roi en vertu de l’article 127, § 1er,alinéa 1er, la chambre des mises en accusation examine, sur la réquisition du ministère public, la régularité desméthodes particulières de recherche d’observation et d’infiltration qui ont été appliquées dans le cadre de l’instructionou de l’information qui l’a précédée.

§ 2. La chambre des mises en accusation se prononce dans les trente jours de la réception de la réquisition duministère public. Ce délai est ramené à huit jours si l’un des inculpés se trouve en détention préventive.

La chambre des mises en accusation entend, séparément et en l’absence des parties, le procureur général en sesobservations.

Elle entend de la même manière la partie civile et l’inculpé, après convocation qui leur est notifiée par le greffierpar télécopie ou par lettre recommandée à la poste au plus tard quarante-huit heures avant l’audience. Le greffier lesinforme également dans cette convocation, que le dossier répressif est mis à leur disposition au greffe, en original ouen copie pour consultation pendant cette période.

Pour les méthodes particulières de recherche d’observation et d’infiltration, elle peut entendre, séparément et enl’absence des parties, le juge d’instruction et l’officier de police judiciaire visé aux articles 47sexies, § 3, 6o, et 47octies,§ 3, 6o.

La chambre des mises en accusation peut charger le juge d’instruction d’entendre les fonctionnaires de policechargés d’exécuter l’observation et l’infiltration et le civil visé à l’article 47octies, § 1er, alinéa 2, en application desarticles 86bis et 86ter. Elle peut décider d’être présente à l’audition menée par le juge d’instruction ou de déléguer unde ses membres à cet effet.

§ 3. Le ministère public soumet au président de la chambre des mises en accusation le dossier confidentiel visé auxarticles 47septies, § 1er, alinéa 2, ou 47novies, § 1er, alinéa 2, qui porte sur l’information ou sur l’instruction visée au § 1er.Seuls les magistrats de la chambre des mises en accusation ont le droit de consulter ce dossier confidentiel.

Le président de la chambre des mises en accusation prend les mesures nécessaires en vue d’assurer la protectiondu dossier confidentiel. Il le restitue immédiatement au ministère public après en avoir pris connaissance.

§ 4. L’arrêt de la chambre des mises en accusation ne peut pas faire mention du contenu du dossier confidentiel,ni du moindre élément susceptible de compromettre les moyens techniques et les techniques d’enquête policière utilisésou la garantie de la sécurité et de l’anonymat de l’indicateur, des fonctionnaires de police chargés de l’exécution del’observation ou de l’infiltration et du civil visé à l’article 47octies, § 1er, alinéa 2.

§ 5. Il est procédé pour le surplus conformément à l’article 235bis, §§ 5 et 6.

§ 6. Le contrôle du dossier confidentiel par la chambre des mises en accusation n’est susceptible d’aucun recours ».

B.1.3. Le paragraphe 6 de cette disposition a été annulé par l’arrêt précité no 105/2007.

B.2.1. En insérant les articles 235ter, 235quater, 189ter et 335bis dans le Code d’instruction criminelle, le législateura voulu tenir compte de l’arrêt no 202/2004. Dans cet arrêt, la Cour a constaté, en B.27.9, que « les éventuelles illégalitésentachant la mise en œuvre de l’observation ou de l’infiltration qui apparaîtraient uniquement des pièces contenuesdans le dossier confidentiel ne peuvent faire l’objet d’un contrôle par un juge indépendant et impartial, et qu’a fortiori,ces illégalités ne peuvent être sanctionnées ». La Cour a jugé, en B.28, que « le contrôle de la légalité de la mise en œuvrede certaines méthodes particulières de recherche est insuffisant pour vérifier si l’atteinte aux droits fondamentauxqu’elles occasionnent est justifiée et s’il n’est pas porté une atteinte disproportionnée aux exigences du procès équitablegaranti par l’article 6 de la Convention européenne des droits de l’homme ».

B.2.2. L’article 235ter charge la chambre des mises en accusation du contrôle de l’application des méthodesparticulières de recherche d’observation et d’infiltration. Le contrôle est obligatoire et a lieu lors de la clôture del’information, avant que le ministère public ne procède à la citation directe, ou à la fin de l’instruction, lorsque le juged’instruction transmet son dossier au procureur du Roi en vertu de l’article 127, § 1er, alinéa 1er, du Code d’instructioncriminelle. La chambre des mises en accusation peut également procéder à ce contrôle de manière provisoire, au coursde l’instruction, soit d’office, soit à la demande du juge d’instruction, soit à la requête du ministère public(article 235quater du même Code). Ce contrôle peut également être ordonné par la juridiction de jugement (article 189terdu même Code) ou par le président de la cour d’assises (article 335bis du même Code), lorsqu’après le contrôle exercépar la chambre des mises en accusation, des éléments concrets et nouveaux apparaissent, lesquels pourraient révélerl’existence d’une irrégularité en ce qui concerne ces méthodes particulières de recherche.

Quant à l’objet des questions préjudicielles

B.3.1. Certaines questions préjudicielles portent exclusivement sur la méthode particulière de recherche del’observation, alors que d’autres questions visent l’article 235ter du Code d’instruction criminelle dans son ensemble etportent donc aussi sur l’infiltration. Dès lors que la disposition litigieuse règle de manière identique le contrôle desdeux méthodes de recherche, la Cour, pour répondre aux questions préjudicielles, ne doit pas établir de distinctionselon que seule l’observation, ou l’infiltration aussi, sont visées.

48840 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 149: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

B.3.2. L’objet des questions préjudicielles dans les deux affaires est en partie analogue et en partie différent.En résumé, la Cour doit se prononcer sur la constitutionnalité de l’article 235ter du Code d’instruction criminelle,en ce que :

- dans le cadre du contrôle exercé par la chambre des mises en accusation sur l’application des méthodesparticulières de recherche d’observation et d’infiltration, la partie civile et l’inculpé ne peuvent consulter le dossierconfidentiel;

- le contrôle est confié à la chambre des mises en accusation, qui devra, au cours d’une phase ultérieure, etéventuellement dans la même composition, se prononcer sur le règlement de la procédure;

- dans le cadre du contrôle exercé par la chambre des mises en accusation, les parties sont entendues séparémentet la procédure n’est donc pas contradictoire, ce qui serait surtout contestable si la juridiction d’instruction se prononcenon seulement sur la régularité du dossier confidentiel, mais également sur celle du dossier répressif;

- le délai dont disposent les parties pour préparer leur défense serait trop court;- l’arrêt de la chambre des mises en accusation n’est susceptible d’aucun recours;- le contrôle de la régularité des méthodes particulières de recherche ne vaut que pour l’observation et l’infiltration,

mais non pour le recours aux indicateurs.Quant au fondB.4.1. Les dispositions litigieuses s’inscrivent dans une politique qui prévoit une approche globale de la criminalité

organisée et du grand banditisme.La lutte contre certaines formes de criminalité particulièrement graves ou qui sont le fait d’organisations

criminelles disposant de moyens importants peut contraindre les autorités chargées de la recherche des infractions etde la poursuite de leurs auteurs à mettre en œuvre des méthodes de recherche qui ont pour nécessaire conséquence uneingérence dans certains droits fondamentaux des personnes qui en font l’objet. Il revient au législateur, sous le contrôlede la Cour, de formuler les dispositions qui autorisent et contrôlent le recours à ces méthodes de recherche de manièretelle que l’atteinte aux droits fondamentaux qu’elles comportent soit limitée à ce qui est nécessaire pour atteindrel’objectif défini.

B.4.2. Les méthodes particulières de recherche et d’enquête qui font l’objet des dispositions en cause ont encommun qu’elles peuvent impliquer une ingérence grave dans divers droits fondamentaux. Il découle tant du caractèreintrusif de ces méthodes que du soin avec lequel le législateur a défini le cadre juridique de leur mise en œuvre qu’encas de non-respect des conditions essentielles prescrites en vue de l’utilisation de ces méthodes, la preuve obtenue eninfraction de celles-ci est viciée.

C’est compte tenu de ce qui précède que la Cour examine les questions préjudicielles.a) L’impossibilité pour l’inculpé et pour la partie civile de consulter le dossier confidentielB.5.1. Il est demandé à la Cour si l’article 235ter du Code d’instruction criminelle viole les articles 10 et 11 de la

Constitution en ce que, dans le cadre du contrôle exercé par la chambre des mises en accusation concernantl’application des méthodes particulières de recherche d’observation et d’infiltration, la partie civile et l’inculpé nepeuvent consulter le dossier confidentiel, alors que la régularité d’autres méthodes de recherche non particulières peutêtre contestée soit devant les juridictions d’instruction, soit devant les juridictions de jugement, sur la base de tous leséléments du dossier répressif.

B.5.2. Les articles 47septies et 47novies du Code d’instruction criminelle imposent la tenue, par le procureur du Roiqui autorise ou qui exécute une observation ou une infiltration, d’un dossier « séparé et confidentiel ».

Concernant l’observation et l’infiltration, le dossier confidentiel contient l’autorisation du procureur du Roi ou dujuge d’instruction de recourir à ces techniques, autorisation qui mentionne les indices qui justifient le recours à laméthode, les motifs pour lesquels elle est indispensable, le nom ou la description des personnes visées, la manière dontla méthode sera exécutée, la période au cours de laquelle elle peut l’être et le nom et la qualité de l’officier de policejudiciaire qui dirige l’opération (articles 47sexies, § 3, et 47octies, § 3). Le dossier confidentiel contient aussi l’autorisationaccordée par le procureur du Roi aux fonctionnaires de police de commettre des infractions lors de l’exécution de laméthode de recherche (articles 47sexies, § 4, et 47octies, § 4), les décisions de modification, d’extension ou deprolongation (articles 47septies, § 2, et 47novies, § 2), et les rapports faits par l’officier de police judiciaire au procureurdu Roi sur chaque phase de l’exécution de la méthode (articles 47septies, § 1er, et 47novies, § 1er).

B.5.3. L’existence d’un dossier confidentiel n’implique pas que le dossier répressif ne contienne aucune donnéerelative à la mise en œuvre des méthodes particulières de recherche d’observation et d’infiltration.

En effet, l’officier de police judiciaire qui dirige l’exécution de l’observation ou de l’infiltration est chargé de rédigerun procès-verbal des différentes phases de l’exécution de celles-ci, en n’y mentionnant toutefois aucun élément denature à compromettre les moyens techniques et les techniques d’enquête utilisés ou la garantie de la sécurité et del’anonymat des indicateurs et des fonctionnaires de police impliqués. En outre, un procès-verbal doit faire référence àl’autorisation de mise en œuvre de l’observation ou de l’infiltration et les mentions visées à l’article 47sexies, § 3, 1o, 2o,3o et 5o (en cas d’observation) ou à l’article 47octies, § 3, 1o, 2o, 3o et 5o (en cas d’infiltration) doivent figurer dans ceprocès-verbal. Ces mentions sont les indices sérieux de l’infraction qui justifient l’observation ou l’infiltration, les motifspour lesquels l’usage de cette méthode est indispensable à la manifestation de la vérité, le nom ou une description dela personne ou des personnes sur lesquelles porte la méthode et la période au cours de laquelle l’observation oul’infiltration peut être exécutée.

Ces procès-verbaux, accompagnés de la décision écrite par laquelle le procureur du Roi ou le juge d’instructionconfirme l’existence de l’autorisation d’observation ou d’infiltration qu’il a accordée, sont joints au dossier répressifaprès qu’il a été mis fin à l’observation ou à l’infiltration (articles 47septies, § 2, et 47novies, § 2).

B.6. Dans le cadre du contrôle prévu par l’article 235ter du Code d’instruction criminelle, le ministère publicsoumet le dossier confidentiel aux magistrats de la chambre des mises en accusation. La partie civile et l’inculpé n’ontpas le droit de consulter le dossier confidentiel. Le juge d’instruction a un droit de consultation lorsqu’il a lui-mêmeautorisé une mesure d’observation ou lorsqu’une instruction est ordonnée dans une affaire dans laquelle il a déjà étéprocédé à une observation ou à une infiltration.

B.7.1. Les droits de la défense et le droit à un procès équitable sont fondamentaux dans un Etat de droit. Le principede l’égalité des armes entre l’accusation et la défense, ainsi que le caractère contradictoire du procès, y compris en cequi concerne la procédure, constituent des aspects fondamentaux du droit à un procès équitable. Le droit à un procèspénal contradictoire implique, pour l’accusation comme pour la défense, la faculté de prendre connaissance desobservations ou éléments de preuve produits par l’autre partie, ainsi que de les discuter. Il en découle égalementl’obligation pour l’autorité de poursuite de communiquer en principe à la défense tous les éléments de preuve.

Toutefois, le droit de prendre connaissance de tous les éléments de preuve de la partie poursuivante n’est pasabsolu. Dans certains procès pénaux, il peut y avoir des intérêts divergents, tels que la sécurité nationale, la nécessitéde protéger les témoins ou de garder le secret sur des méthodes d’enquête, qui doivent être mis en balance avec lesdroits du prévenu. Dans certains cas, il peut être nécessaire de ne pas divulguer certains éléments de preuve à cettepartie en vue de préserver les droits fondamentaux d’une autre personne ou de garantir un intérêt général important.

48841MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 150: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

L’ingérence dans les droits de la défense ne peut toutefois être justifiée que si elle est strictement proportionnée àl’importance des objectifs à atteindre et si elle est compensée par une procédure qui permet à un juge indépendant etimpartial de vérifier la légalité de la procédure (voir CEDH, 22 juillet 2003 et 27 octobre 2004, Edwards et Lewis c.Royaume-Uni).

B.7.2. L’objectif d’assurer la protection de l’intégrité physique des personnes participant aux méthodesparticulières de recherche est légitime et revêt une importance telle qu’il justifie que leur anonymat vis-à-vis des partiesau procès et du public soit absolument garanti. La nécessité de garantir l’efficacité des méthodes mises en œuvre pourl’avenir en occultant certaines techniques peut aussi justifier qu’elles aient un caractère confidentiel.

B.8.1. Ainsi qu’il est mentionné en B.2.1, la Cour a toutefois jugé dans l’arrêt no 202/2004 qu’il est porté atteinteaux exigences d’un procès équitable lorsque le dossier confidentiel ne peut faire l’objet d’un contrôle par un jugeindépendant et impartial.

Par l’article 235ter du Code d’instruction criminelle, le législateur entend garantir un examen complet et effectif dela légalité des méthodes particulières de recherche de l’observation et de l’infiltration, sans toutefois renoncer, ce faisant,au caractère nécessairement secret de certaines informations du dossier confidentiel.

B.8.2. Le législateur a défini de manière stricte et limitative les données que les parties ne peuvent consulter.La loi ne pourrait être contournée en mettant dans le dossier confidentiel des pièces qui doivent figurer dans le dossierrépressif (Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC 51-2055/005, pp. 32, 36 et 66). Les données du dossier confidentiel nepeuvent servir de preuve au détriment de l’inculpé (ibid., pp. 66-67).

B.8.3. Seuls les renseignements qui sont de nature à compromettre la protection des exécutants et la mise en œuvremême des méthodes de recherche ne peuvent être consultés par la défense. Toutes les autres informations relatives àla mise en œuvre de ces méthodes de recherche doivent figurer dans le dossier répressif, qui peut être consulté par lapartie civile et l’inculpé dans le cadre de la procédure visée à l’article 235ter du Code d’instruction criminelle.Ce dossier contient des renseignements concernant la mise en œuvre et la nature des méthodes de recherche utilisées,les motifs justifiant cette utilisation et les phases successives de leur mise en œuvre.

Lorsque la chambre des mises en accusation entend le juge d’instruction et que celui-ci peut consulter le dossierconfidentiel, les parties ont la garantie que le juge d’instruction, qui instruit à charge et à décharge, veille à la légalitédes moyens de preuve et à la loyauté avec laquelle ces preuves sont recueillies.

B.8.4. La volonté manifestée par le législateur de lutter efficacement contre la criminalité grave et la nécessité, pource faire, de garder secrètes certaines données sensibles seraient compromises si, dans ce type de criminalité, les inculpéspouvaient, dans le cadre du contrôle du dossier confidentiel par la chambre des mises en accusation, avoir accès à cedossier. Il n’est pas déraisonnable d’organiser une procédure qui diffère de celles pour lesquelles le secret n’est pasnécessaire et dans lesquelles les parties peuvent consulter toutes les pièces du dossier répressif.

b) L’impartialité de la chambre des mises en accusationB.9.1. Il est également demandé à la Cour si l’attribution du contrôle relatif au dossier confidentiel à la chambre

des mises en accusation porte atteinte aux articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les articles 6 et 8 de laConvention européenne des droits de l’homme et avec l’article 14 du Pacte international relatif aux droits civils etpolitiques, en ce que cette juridiction d’instruction devra statuer, au cours d’une phase ultérieure, et éventuellementdans la même composition, sur le règlement de la procédure, en prenant sa décision en connaissant le dossierconfidentiel et donc en connaissant des éléments dont les parties ne disposent pas et qui n’ont pas fait l’objet d’un débatcontradictoire.

B.9.2. Le choix de confier le contrôle relatif à la régularité des méthodes particulières de recherche d’observationet d’infiltration à la chambre des mises en accusation a été justifié comme suit par le législateur :

« Comme il a déjà été indiqué, le projet de loi tente de remédier à la situation en désignant la chambre des misesen accusation comme instance judiciaire indépendante et impartiale chargée de contrôler l’application des méthodesparticulières de recherche de l’observation et de l’infiltration.

Au travers des articles 136, 136bis, 235 et 235bis du Code d’Instruction criminelle qui attribuent un rôle crucial àla chambre des mises en accusation dans le cadre du contrôle des instructions, le législateur a déjà jeté les bases de cenouveau rôle que la chambre des mises en accusation remplira dans l’avenir dans le cadre du contrôle et de lasurveillance de l’application des méthodes particulières de recherche. Le choix de la chambre des mises en accusationcomme instance de contrôle judiciaire indépendante et impartiale est dès lors logique et évident » (Doc. parl., Chambre,2005-2006, DOC 51-2055/001, pp. 54 et 55).

B.9.3. Le législateur a défini de manière stricte et limitative les données que la défense ne peut consulter.L’information relative à la mise en œuvre et à l’exécution de l’observation et de l’infiltration, à l’exception des donnéessensibles, figure dans le dossier répressif, que les parties peuvent consulter tant dans le cadre de la procédure del’article 235ter du Code d’instruction criminelle que dans le cadre du règlement de la procédure.

Le fait que la défense ne puisse consulter des données du dossier confidentiel dont la chambre des mises enaccusation a eu connaissance ne peut faire naître un doute légitime quant à l’impartialité de cette juridiction lors durèglement de la procédure.

B.9.4. Le caractère équitable d’un procès doit être examiné compte tenu de l’ensemble du déroulement de laprocédure. Le contrôle du dossier confidentiel par la chambre des mises en accusation est exercé au cours de la phasepréparatoire du procès, avant que soient saisies de l’affaire les juridictions de jugement, lesquelles ne peuventelles-mêmes consulter le dossier confidentiel et ne sont donc pas traitées, sur ce point, autrement que les parties.Ces juridictions ne décideront donc pas sur la base de données qu’elles connaîtraient et qui seraient ignorées desparties, de sorte qu’il n’est pas porté atteinte aux exigences du procès équitable.

c) L’audition séparée des parties et le caractère non contradictoire de la procédureB.10.1. La Cour doit encore examiner si l’article 235ter du Code d’instruction criminelle porte atteinte aux droits de

la défense en ce que, dans le cadre de la procédure devant la chambre des mises en accusation, les parties sontentendues séparément et en ce que le délai dont elles disposent pour préparer leur défense serait trop bref. L’absenced’un débat contradictoire serait surtout critiquable lorsque la chambre des mises en accusation se prononce nonseulement sur la régularité du dossier confidentiel, mais également sur celle du dossier répressif.

B.10.2. En vertu de l’article 235ter, § 2, du Code d’instruction criminelle, la chambre des mises en accusation entend,séparément et en l’absence des parties, le procureur général en ses observations. Elle entend de la même manière lapartie civile et l’inculpé, après convocation qui leur est notifiée au plus tard quarante-huit heures avant l’audience etpar laquelle ils sont informés que le dossier répressif est mis à leur disposition au greffe pendant cette période.

La chambre des mises en accusation peut également entendre le juge d’instruction. Si le juge d’instruction aautorisé l’observation ou si une instruction est menée dans une affaire où il a déjà été procédé à une observation ou àune infiltration, le juge d’instruction peut consulter le dossier confidentiel (article 56bis du Code d’instructioncriminelle).

48842 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 151: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Enfin, la chambre des mises en accusation peut entendre l’officier de police judiciaire en charge de la mise en œuvredes méthodes particulières de recherche, séparément et en l’absence des parties, ou charger le juge d’instructiond’entendre les fonctionnaires de police qui sont chargés de la mise en œuvre des méthodes particulières de rechercheou l’expert civil, conformément aux articles 86bis et 86ter du Code d’instruction criminelle, et décider d’assister à cetteaudition ou de déléguer un de ses membres.

B.10.3. L’article 235ter du Code d’instruction criminelle prévoit que la chambre des mises en accusation doitcontrôler la mise en œuvre des méthodes particulières de recherche d’observation et d’infiltration lors de la clôture del’information avant que le ministère public procède à une citation directe ou à la fin de l’instruction lorsque le juged’instruction communique son dossier au procureur du Roi en vertu de l’article 127, § 1er, alinéa 1er, du Coded’instruction criminelle. Le contrôle se situe donc en règle à la fin de l’information ou de l’instruction, celle-ci étant,au cours de sa phase préparatoire, en principe inquisitoire et secrète.

B.10.4. Le législateur a pu estimer qu’un contrôle effectif du dossier confidentiel par la chambre des mises enaccusation exige qu’elle puisse procéder aux auditions mentionnées en B.10.2. Afin d’assurer la confidentialité desdonnées sensibles, il est justifié qu’un tel examen puisse avoir lieu en l’absence des parties.

Bien que le débat devant la chambre des mises en accusation ne soit pas contradictoire, la loi garantit que toutesles parties concernées seront entendues, de sorte que la juridiction d’instruction est informée de la façon la pluscomplète possible avant de décider. Les parties ayant la faculté de consulter au préalable le dossier répressif,qui contient, sauf les données sensibles, toutes les informations relatives aux méthodes de recherche utilisées,elles peuvent présenter une défense utile (comp. CEDH, 16 février 2000, Jasper c. Royaume-Uni, §§ 55 et 56).

B.10.5. En ce que le contrôle prévu par l’articler 235ter du Code d’instruction criminelle porte sur le dossierconfidentiel, et compte tenu de ce que les pièces du dossier confidentiel ne peuvent être utilisées comme moyen depreuve, les droits de la défense ne sont pas affectés de manière disproportionnée par le fait que les parties sontentendues séparément.

d) Le délai de consultation du dossier répressifB.10.6. Comparé aux délais applicables lors d’autres comparutions devant les juridictions d’instruction, le délai de

48 heures, prévu à l’article 235ter, § 2, alinéa 3, du Code d’instruction criminelle pour la consultation du dossierrépressif par les parties, ne peut être considéré comme trop bref.

e) La procédure de contrôle, par la chambre des mises en accusation, du dossier confidentiel et du dossier répressifB.11.1. La procédure de l’article 235ter du Code d’instruction criminelle n’exclut pas que la chambre des mises en

accusation procède, postérieurement au contrôle du dossier confidentiel, au contrôle de la régularité de la mise enœuvre des méthodes particulières de recherche d’observation et d’infiltration sur la base du dossier répressif. Elle peuten particulier y être amenée lorsque, après le contrôle du dossier confidentiel, il est, en vertu de l’article 235ter, § 5,procédé conformément à l’article 235bis, §§ 5 et 6.

B.11.2. Le juge a quo demande à la Cour si l’article 235ter du Code d’instruction criminelle viole les articles 10 et 11de la Constitution ainsi que le droit à un procès équitable si cette disposition est interprétée en ce sens que, dans cettehypothèse, le dossier répressif ne fait pas l’objet d’une procédure contradictoire, alors que, lorsque la chambre des misesen accusation se prononce, en application de l’article 235bis du Code d’instruction criminelle, sur la régularité de la miseen œuvre d’autres méthodes de recherche et sur la régularité de l’ensemble de la procédure, un débat contradictoire quiporte sur les éléments du dossier répressif est organisé.

B.11.3. En principe, la Cour, pour répondre aux questions préjudicielles, se fonde sur le norme soumise à soncontrôle telle qu’elle est interprétée par le juge a quo.

En l’espèce toutefois, la Cour a considéré dans l’arrêt no 105/2007 (arrêt rendu dans les affaires nos 4003 et autres)que l’interprétation proposée par le juge a quo est incompatible avec le texte des articles 235, 235bis et 235ter du Coded’instruction criminelle.

B.11.4. Si, à l’occasion du contrôle du dossier confidentiel qu’elle effectue en vertu de l’article 235ter, la chambredes mises en accusation décide de procéder à un examen de la régularité de la procédure qui lui est soumise, en cecompris de la légalité et de la régularité de l’observation et de l’infiltration sur la base du dossier répressif, elle doitordonner la réouverture des débats, en application de l’article 235bis, § 3, et respecter le caractère contradictoire de laprocédure visé au paragraphe 4 du même article, selon lequel elle entend « en audience publique, si elle en décide ainsià la demande de l’une des parties, le procureur général, la partie civile et l’inculpé en leurs observations »(Cass., 31 octobre 2006, P.06.0841.N et P.06.0898.N, et Cass., 5 décembre 2006, P.06.1232.N).

f) Quant à la différence entre la procédure prévue par l’article 235ter et la procédure prévue par l’article 235quaterB.11.5. Le juge a quo interroge la Cour au sujet de la différence de traitement entre la procédure de contrôle prévue

par l’article 235ter, qui contient une possibilité de purge, et celle qui est prévue par l’article 235quater, qui ne contientpas la même possibilité. Contrairement au contrôle effectué sur la base de l’article 235ter, qui a lieu obligatoirementchaque fois que les méthodes particulières de recherche d’observation ou d’infiltration ont été mises en œuvre dans lecadre d’une information ou d’une instruction, le contrôle effectué sur la base de l’article 235quater est facultatif,il s’exerce à titre provisoire, et il a lieu au cours de l’instruction.

Ce contrôle est prévu « sans préjudice de l’exercice du contrôle visé à l’article 235ter », ce qui signifie que,lorsqu’une observation ou une infiltration a été effectuée au cours d’une information ou d’une instruction, la chambredes mises en accusation effectue obligatoirement un contrôle sur la base de l’article 235ter à l’issue de celles-ci,même si elle a antérieurement effectué un contrôle de l’exécution des mêmes techniques d’enquête sur la base del’article 235quater. Dès lors, la même possibilité de purge, sur la base de l’article 235ter, existe, qu’il ait ou non été faitantérieurement usage de la possibilité de contrôle offerte par l’article 235quater.

Il s’ensuit que la différence entre les procédures qui découle des articles 235ter et 235quater n’est pas incompatibleavec les dispositions citées par la question préjudicielle.

g) L’absence d’un recours contre l’arrêt de la chambre des mises en accusationB.12.1. Il est ensuite demandé à la Cour si l’article 235ter, § 6, du Code d’instruction criminelle viole les droits de

la défense en ce qu’il dispose que le contrôle du dossier confidentiel par la chambre des mises en accusation n’estsusceptible d’aucun recours. Ainsi, il serait établi une différence de traitement injustifiée en comparaison avec d’autresprocédures, comme celle de l’article 235bis du Code d’instruction criminelle, dans lesquelles la décision de la chambredes mises en accusation concernant la régularité de la procédure pénale peut, quant à elle, faire l’objet d’un pourvoi encassation.

B.12.2. En raison de l’annulation, par l’arrêt no 105/2007, de l’article 235ter, § 6, du Code d’instruction criminelle,tel qu’il a été inséré par l’article 23 de la loi du 27 décembre 2005, les questions préjudicielles n’ont plus d’objet en cequ’elles portent sur l’absence d’un recours contre le contrôle du dossier confidentiel par la chambre des mises enaccusation.

h) L’absence de contrôle concernant l’application du recours aux indicateurs

48843MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 152: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

B.13.1. Enfin, la Cour doit encore examiner si l’article 235ter du Code d’instruction criminelle viole les articles 10et 11 de la Constitution en ce qu’un contrôle relatif à l’application des méthodes particulières de recherched’observation et d’infiltration est organisé, mais non un contrôle de l’application du recours aux indicateurs.

B.13.2. En insérant l’article 235ter du Code d’instruction criminelle, le législateur a voulu remédier à l’une desobjections formulées par la Cour dans son arrêt no 202/2004 à l’encontre de la loi du 6 janvier 2003 concernant lesméthodes particulières de recherche et quelques autres méthodes d’enquête, parce que le dossier confidentielconcernant l’observation et l’infiltration ne pouvait faire l’objet d’un contrôle par un juge indépendant et impartial.

B.13.3. Dans cet arrêt, la Cour dit en ce qui concerne le recours aux indicateurs :« B.27.2. Le dossier confidentiel concernant les indicateurs n’a pas la même portée ni le même contenu que le

dossier confidentiel relatif à la mise en œuvre d’une observation ou d’une infiltration. Il ne contient en principe pas depreuves qui seront utilisées dans un procès ultérieur. Celles-ci doivent en effet faire l’objet du procès-verbal visé àl’article 47decies, § 6, alinéa 4. Par contre, le dossier confidentiel est essentiel en vue de sauvegarder l’anonymat et doncla sécurité des indicateurs. [...] ».

B.13.4. Certes, le régime légal concernant le recours aux indicateurs a été modifié par la loi du 27 décembre 2005,en ce que l’article 47decies, § 7, du Code d’instruction criminelle autorisait les indicateurs à commettre des infractionssous certaines conditions. Dans son arrêt no 105/2007, la Cour a toutefois annulé cette dernière disposition. La Cour dità ce propos :

« B.8.20. Enfin, en ce qu’il ne confie pas à un juge indépendant et impartial le contrôle de l’utilisation del’article 47decies, § 7, cet article viole les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l’article 6 de la Conventioneuropéenne des droits de l’homme. Le dossier confidentiel contient désormais, en ce qui concerne les indicateurs,des éléments qui ont une portée analogue à ceux qui concernent l’infiltration, ce qui n’était pas le cas antérieurement,ainsi que la Cour l’avait constaté au B.27.2 de son arrêt no 202/2004. Ce dossier doit donc faire l’objet, quant à ceséléments, d’un contrôle par un juge indépendant et impartial.

B.8.21. Les moyens sont fondés dans la mesure indiquée ci-avant.B.8.22. Il y a lieu d’annuler l’article 47decies, § 7, du Code d’instruction criminelle ».B.13.5. En raison de cette annulation par l’arrêt no 105/2007 du 19 juillet 2007 et sur la base des motifs exposés dans

l’arrêt no 202/2004 du 21 décembre 2004, l’article 235ter du Code d’instruction criminelle n’est pas incompatible avecles articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu’il ne prévoit pas de contrôle concernant le recours aux indicateurs.

Par ces motifs,la Courdit pour droit :1. Les questions préjudicielles n’ont plus d’objet en ce qu’elles portent sur l’article 235ter, § 6, du Code d’instruction

criminelle, tel qu’il a été inséré par l’article 23 de la loi du 27 décembre 2005.2. L’article 235ter, §§ 1er à 5, du Code d’instruction criminelle, tel qu’il a été inséré par l’article 23 de la loi

du 27 décembre 2005, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec les dispositions de droitinternational mentionnées dans les questions préjudicielles.

Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spécialedu 6 janvier 1989, à l’audience publique du 26 juillet 2007.

Le greffier, Le président,P.-Y. Dutilleux. A. Arts.

ÜBERSETZUNG

VERFASSUNGSGERICHTSHOF

[2007/202628]Auszug aus dem Urteil Nr. 107/2007 vom 26. Juli 2007

Geschäftsverzeichnisnrn. 3985 und 3986In Sachen: Präjudizielle Fragen in Bezug auf die Artikel 47sexies, 47septies, 235ter und 235quater des Strafprozess-

gesetzbuches, gestellt vom Appellationshof Gent.Der Verfassungsgerichtshof,zusammengesetzt aus den Vorsitzenden A. Arts und M. Melchior, und den Richtern P. Martens, R. Henneuse,

M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke und J. Spreutels, unter Assistenzdes Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden A. Arts,

verkündet nach Beratung folgendes Urteil:I. Gegenstand der präjudiziellen Fragen und Verfahrena. In seinem Urteil vom 25. April 2006 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen J.L. und andere, dessen Ausfertigung

am 11. Mai 2006 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat die Anklagekammer des Appellationshofes Gentfolgende präjudizielle Fragen gestellt:

1. «Verstößt Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 6 derEuropäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politischeRechte, dahingehend ausgelegt, dass bei der Bereinigung der Strafakte gemäß Artikel 131 des Strafprozessgesetzbucheswährend der Regelung des Verfahrens gemäß den Artikeln 127, 135 und 235bis des Strafprozessgesetzbuches dieParteien jegliche Beanstandung vorbringen können und dass darüber hinaus bei Bemerkungen von Amts wegen dieVerhandlung wiedereröffnet werden muss, während Artikel 235ter § 5 des Strafprozessgesetzbuches unter Bezugnahmeauf Artikel 235bis §§ 5 und 6 des Strafprozessgesetzbuches diese Möglichkeit nicht bietet, auch bei Feststellung vonAmts wegen seitens der aufgrund von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches befassten Richter, zumal dieAnwendung von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 189ter oder 335bis desStrafprozessgesetzbuches eine Verhandlung zur Hauptsache diesbezüglich fast unmöglich macht, was nicht der Fall istbei der Anwendung von Artikel 235bis des Strafprozessgesetzbuches?»;

2. «Verstößt Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 6 derEuropäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politischeRechte, indem die Überprüfung gemäß Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches obligatorisch in der Ermittlungs-phase und gerade vor der Regelung des Verfahrens stattfindet, dahingehend ausgelegt, dass in dieser Phase derErmittlung Entscheidungen getroffen werden bezüglich einer Akte, die vertraulich ist, von der nur die Richter inKenntnis gesetzt werden, deren Urteil diese vertrauliche Akte unterliegt, damit über die Regelmäßigkeit der

48844 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 153: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

angewandten Technik entschieden wird in einem Urteil, gegen das keine Rechtsmittel eingelegt werden können,und ohne echte kontradiktorische Beschaffenheit, wobei die Richter in einer späteren Phase, bei der Regelung desVerfahrens, die ggf. zum Teil von denselben Richtern bereinigte Strafakte erneut zur Kenntnis nehmen können,und dann nach einer kontradiktorischen Untersuchung, ggf. auch in Bezug auf die Observation und/oder dieInfiltrierung, erneut darüber werden befinden müssen in der Phase der Regelung des Verfahrens, jedoch in Kenntnisdes Inhalts einer vertraulichen Akte, die außerhalb der kontradiktorischen Beschaffenheit des Verfahrens gehalten wird,die aber das Urteil nach der kontradiktorischen Verhandlung beeinflussen kann? Verstößt Artikel 235ter desStrafprozessgesetzbuches, in Verbindung mit den vorerwähnten Artikeln des Strafprozessgesetzbuches und denVertragsbestimmungen in diesen Umständen gegen das Recht auf einen unparteiischen Richter, indem die Richter,die während der eventuellen Anwendung der Artikel 235 und 235bis des Strafprozessgesetzbuches in Kenntnis sindvon der vertraulichen Akte gemäß Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches ohne echte kontradiktorischeBeschaffenheit, um über die Regelmäßigkeit der Strafakte sowie über die damit verbundene Folge zu befinden, in einerspäteren Phase in Kenntnis sind von Gegebenheiten, über die die Parteien nicht verfügen und wobei sie auch keineBeanstandung vorbringen können?»;

3. «Verstößt Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung sowie gegendie Artikel 6 und 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, dahingehend ausgelegt, dass er während derErmittlungsphase - somit vor der Regelung des Verfahrens und ohne eigentliche kontradiktorische Beschaffenheit -,sei es durch einen unparteiischen Richter, die Möglichkeit einer Gesetzmäßigkeitskontrolle der Techniken derObservation und der Infiltrierung bietet aufgrund von u.a. Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, umnachher, bei der Regelung des Verfahrens zu ermöglichen, dass dieselben Richter, in Verbindung mit Artikel 6 derEuropäischen Menschenrechtskonvention, über eine kontradiktorische Verhandlung in Bezug auf Elemente undMittel erkennen, die ihnen bereits zur Beurteilung vorgelegt wurden innerhalb der Grenzen der einseitigenkontradiktorischen Beschaffenheit gemäß Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches und worüber sie geurteilt haben,diesmal jedoch aufgrund der Artikel 135, 235 und 235bis des Strafprozessgesetzbuches, und wobei sie durch ihr Urteilgemäß Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gebunden sind, und wobei sie in Kenntnis der Strafinformationsind, über die die Parteien selber nicht verfügen, und dies alles bezüglich der besonderen Informationstechniken, dienicht zur Observation und/oder Infiltrierung gehören, die aber ebenfalls eine gravierende Beeinträchtigung desPrivatlebens gemäß Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention darstellen?».

b. In seinem Urteil vom 25. April 2006 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen J. V.d.B. und andere, dessenAusfertigung am 11. Mai 2006 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat die Anklagekammer des AppellationshofesGent folgende präjudizielle Fragen gestellt:

1. «Verstößt Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahingehendausgelegt, dass die Anklagekammer im Rahmen des durch diesen Artikel eingeführten besonderen, nicht kontradik-torischen Verfahrens ebenfalls über Diskussionen bezüglich der Gültigkeit oder der Regelmäßigkeit von Observati-onshandlungen befinden kann, die nicht aus der ’ vertraulichen Akte ’ im Sinne von Artikel 235ter desStrafprozessgesetzbuches folgen, sondern aus der ordentlichen Strafakte, die von allen Parteien eingesehen werdenkann und auf die die Verfolgung eigentlich zurückzuführen ist, indem

- in diesem Fall den Beschuldigten auch keine kontradiktorische Verhandlung gewährt wird bei der Beurteilungder Gültigkeit oder der Regelmäßigkeit dieser Ermittlungsmethode der Observation, auch im Falle, wo dieseBeurteilung eine Diskussion aufgrund der ’ ordentlichen Strafakte ’, die von allen Parteien eingesehen werden kann,betrifft;

- während den Beschuldigten wohl eine kontradiktorische Verhandlung gewährt wird bei jeder Beurteilung einerDiskussion bezüglich der Gültigkeit oder der Regelmäßigkeit anderer Ermittlungsmethoden und Ermittlungshand-lungen, die auf Daten derselben ’ ordentlichen ’ Strafakte basiert;

- und dies während der Behandlungsunterschied zwischen der Observation und Infiltrierung einerseits und denanderen Ermittlungsmethoden und Ermittlungshandlungen andererseits nicht auf irgendeine erforderliche Geheim-haltung der Daten zurückzuführen ist, angesichts der Tatsache, dass es in beiden Fällen geht um eine Diskussionaufgrund von Elementen aus der ’ ordentlichen ’ Strafakte, die von allen Parteien eingesehen werden kann, und somitauch keine Geheimhaltung den Parteien gegenüber erforderlich ist?»;

2. «Verstoßen die Artikel 47sexies, 47septies und 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 derVerfassung, insofern sie Personen, die Gegenstand der besonderen Ermittlungsmethode der Observation sind,nicht ermöglichen, die Regelmäßigkeit des Anordnens und Durchführens dieser Ermittlungsmethode vor einemGericht anzufechten, während (1) einer kontradiktorisch geführten Verhandlung, (2) wobei die eine Verfahrensparteidie Argumentation einer anderen Verfahrenspartei zur Kenntnis nehmen und diesbezüglich Beanstandungenvorbringen kann, (3) anhand aller relevanten Aktenstücke, (4) wobei ihr das Gesetz eine ausreichende Frist gewährt,um ihre Verteidigung vorzubereiten, (5) wobei nicht alle Verteidigungsmittel eingesetzt werden können, wie z.B. dieLadung von Zeugen, und sie somit nicht über die Möglichkeit verfügt, alle Argumente anhand aller Beweismittel vorGericht zu bringen, und (6) kein Rechtsmittel eingelegt werden kann gegen die diesbezügliche Entscheidung derAnklagekammer, während die Personen, die Gegenstand der gewöhnlichen oder ’ nicht besonderen ’ Ermittlungs-methoden sind, wohl die Regelmäßigkeit des Anordnens sowie des Durchführens dieser Ermittlungsmethodeanfechten können, und dies nach Wahl der Verfahrenspartei sowohl vor Untersuchungsgerichten als vor erkennendenGerichten (manchmal vor beiden) und zwar wohl während (1) einer kontradiktorisch geführten Verhandlung, (2) wobeidie eine Verfahrenspartei die Argumentation einer anderen Verfahrenspartei zur Kenntnis nehmen und diesbezüglichBeanstandungen vorbringen kann, (3) anhand aller relevanten Aktenstücke, (4) wobei ihr das Gesetz eine ausreichendeFrist gewährt, um ihre Verteidigung vorzubereiten, (5) wobei sie über die Möglichkeit verfügt, alle Verteidigungsmittelanhand aller Beweismittel vor Gericht zu bringen, und sie (6) ebenfalls ein Rechtsmittel einlegen kann gegen dieEntscheidung des zur Sache befassten Richters?»;

3. «Verstößt Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er dieÜberprüfung der in Artikel 47sexies des Strafprozessgesetzbuches festgelegten besonderen Ermittlungsmethoden aufdie Observation und Infiltrierung beschränkt, unter Ausschluss der Inanspruchnahme von Informanten, dabeiberücksichtigend, dass

- das Urteil der Anklagekammer aufgrund von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches verbindlich ist,wenigstens für die Untersuchungsgerichte,

- die Verhandlung in Bezug auf die Regelmäßigkeit der Inanspruchnahme von Informanten in diesem Stand desVerfahrens nicht vorgebracht werden kann, und ggf. Gegenstand der Regelung des Verfahrens in einer späteren Phaseaufgrund der Artikel 131 und 235bis des Strafprozessgesetzbuches ist,

- weder die Ratskammer noch die Anklagekammer somit die vertrauliche Akte und die eventuell darin erwähnteInanspruchnahme von Informanten zur Kenntnis nehmen kann,

48845MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 154: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

- obwohl Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention nur beschränkt Anwendung findet auf dieUntersuchungsgerichte, Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches, in Verbindung mit den Artikeln 47ter § 1, 131, 235und 235bis des Strafprozessgesetzbuches das Recht auf ein faires Verfahren verhindert, angesichts der Tatsache,dass eine kontradiktorische Verhandlung in Bezug auf die vertrauliche Akte für diese besondere Ermittlungstechniknicht besteht?»;

4. «Verstößt Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 235bis und 235quater desStrafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 6 der Europäischen Menschenrechts-konvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, und die Artikel 127, 131,135, 136, 136ter, 228, 235 und 235bis des Strafprozessgesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass

- Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches keine kontradiktorische Beschaffenheit im Sinne einer gegenseitigenkontradiktorischen Verhandlung ermöglicht, wenn die Anklagekammer von Amts wegen eine Bereinigung wegenUnregelmäßigkeiten, Versäumnissen oder Nichtigkeitsgründen durchführt, die aus der Überprüfung der angewandtenObservations- und/oder Infiltrierungstechniken folgen können, während in allen anderen Fällen, wo die Anklage-kammer eine Überprüfung der zugänglichen Strafakte durchführt, diese Bereinigung erst möglich ist, nachdem dieParteien gehört wurden, wie aus Artikel 235bis § 3 des Strafprozessgesetzbuches hervorgeht, was somit zu einerungleichen Behandlung der Parteien führen kann, denen je nach dem Gegenstand der Überprüfung und soweit dieseauf sie Anwendung findet, entweder keine kontradiktorische Verhandlung gewährt wird im Falle einer Bereinigungvon Amts wegen gemäß Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches, oder gerade wegen eines von Amts wegenerhobenen Mittels wohl eine kontradiktorische Verhandlung gewährt wird (Artikel 235bis des Strafprozessgesetz-buches),

- Artikel 235quater des Strafprozessgesetzbuches, der dieselbe Überprüfung ermöglicht im Falle der Anwendungder Techniken der Observation/Infiltrierung, während der Durchführung dieser Überprüfung der Anklagekammernicht die Bereinigungsmöglichkeiten von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches bietet, und somit ggf. dieAnklagekammer über die Technik der Bereinigung von Amts wegen gemäß Artikel 235bis des Strafprozessgesetz-buches die Verhandlung eröffnen muss, um es den Parteien zu ermöglichen, eine kontradiktorische Verhandlung zuführen, was zu einem Unterschied zwischen den Parteien, die Gegenstand der Anwendung von Artikel 235quater desStrafprozessgesetzbuches waren, und den Parteien, die nur Gegenstand der Anwendung von Artikel 235ter desStrafprozessgesetzbuches waren, führt,

- Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches, insofern die Anklagekammer eine Bereinigung durchführte wegenUnregelmäßigkeiten, Versäumnissen oder Nichtigkeitsgründen gemäß Artikel 131 des Strafprozessgesetzbuches, ohnekontradiktorische Beschaffenheit, es den Parteien, die Gegenstand einer angewandten Technik der Observationund/oder Infiltrierung waren, nicht ermöglichen, dagegen ein Rechtsmittel einzulegen, während anderen Parteien,die Gegenstand ebenso eingreifender Maßnahmen wie die Inanspruchnahme von Informanten waren, dieseBeschränkung nicht auferlegt wird,

- die Inanspruchnahme von Informanten, was den vertraulichen Charakter angeht, der Überprüfung derAnklagekammer entzogen wird, die sie sowohl für die vertrauliche als für die zugängliche Akte durchführt, und somiteine Ungleichheit entstehen kann für Parteien, die Gegenstand einer Technik der Observation und/oder Infiltrierungwaren und auf die Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches zur Anwendung gebracht werden kann, währenddiejenigen, die nur Gegenstand einer Inanspruchnahme von Informanten sind, wobei diese Technik eine ebenso tiefgreifende Einmischung in das Privatleben im Sinne von Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonventiondarstellen kann, kein Anrecht auf eine ähnliche Überprüfung haben, wodurch ggf. gegen die Rechte der Verteidigungverstoßen werden kann, ohne dass jegliche Überprüfung durch ein vollwertiges und unparteiisches Gericht möglich ist,

- Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches die Anklagekammer als vollwertiges und unparteiisches Gerichtbestimmt, das als einziges gerade vor der Regelung des Verfahrens die Regelmäßigkeit der ggf. angewandtenbesonderen Ermittlungstechniken der Observation und/oder der Infiltrierung anhand der vertraulichen Akte und derfür die Parteien zugänglichen Strafakte untersucht, wobei nichts zu verhindern scheint, es sei denn das Recht einesjeden auf ein vollwertiges unparteiisches Gericht, dass die Anklagekammer in der gleichen Zusammensetzung urteilt,ggf. bei der Regelung des Verfahrens, über die zugängliche Strafakte nach einer kontradiktorischen Verhandlung unddies in Kenntnis des Inhalts der vertraulichen Akte, die nur sie hat einsehen können, und die möglicherweise denParteien entzogene Information enthalten kann in Bezug auf z.B. die Inanspruchnahme von Informanten, wobeiParteien, die nicht Gegenstand der Technik der Observation und/oder der Infiltrierung waren, während derAnwendung von Artikel 235bis des Strafprozessgesetzbuches somit vor einem vollwertigen und unparteiischen Gerichtstehen, das infolge der Anwendung von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches möglicherweise über mehrInformationen verfügt, als diejenigen, die aus der zugänglichen Strafakte folgen, wodurch sein Urteil somit zumNachteil einer oder mehrerer Parteien in irreparabler Art und Weise beeinflusst werden kann?».

Diese unter den Nummern 3985 und 3986 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragenen Rechtssachen wurdenverbunden.

(...)III. In rechtlicher Beziehung(...)In Bezug auf die fraglichen BestimmungenB.1.1. Die präjudiziellen Fragen beziehen sich auf die Artikel 47sexies, 47septies, 235ter und 235quater des

Strafprozessgesetzbuches, eingefügt beziehungsweise abgeändert durch das Gesetz vom 27. Dezember 2005 zurAbänderung verschiedener Bestimmungen des Strafprozessgesetzbuches und des Gerichtsgesetzbuches im Hinblickauf die Verbesserung der Untersuchungsmethoden im Kampf gegen den Terrorismus und das schwere und organisierteVerbrechen.

B.1.2. Die Artikel 47sexies und 47septies des Strafprozessgesetzbuches regeln die besondere Ermittlungsmethodeder Observation. Artikel 235quater bezieht sich auf die vorläufige Kontrolle, die durch die Anklagekammer währendder gerichtlichen Untersuchung ausgeübt wird. Artikel 235ter beauftragt die Anklagekammer mit der Kontrolle überdie Anwendung der besonderen Ermittlungsmethoden der Observation und Infiltrierung. Aus der Prüfung derpräjudiziellen Fragen geht hervor, dass der Hof ausschließlich bezüglich des Verfahrens vor der Anklagekammer undnicht bezüglich der eigentlichen Observation befragt wird. Der Hof begrenzt seine Untersuchung daher aufArtikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches; diese Bestimmung, eingefügt durch Artikel 23 des Gesetzesvom 27. Dezember 2005, lautete vor ihrer teilweisen Nichtigerklärung durch das Urteil Nr. 105/2007 vom 19. Juli 2007:

Ǥ 1. Die Anklagekammer ist damit beauftragt, die Anwendung der besonderen Ermittlungsmethoden derObservation und Infiltrierung zu kontrollieren.

Sobald die Ermittlung, bei der die besonderen Ermittlungsmethoden der Observation und Infiltrierung angewandtworden sind, abgeschlossen ist und bevor die Staatsanwaltschaft die direkte Ladung vornimmt, untersucht dieAnklagekammer auf Antrag der Staatsanwaltschaft die Ordnungsmäßigkeit dieser Methoden.

48846 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 155: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Sobald der Untersuchungsrichter dem Prokurator des Königs aufgrund von Artikel 127 § 1 Absatz 1 seine Akteübermittelt, untersucht die Anklagekammer auf Antrag der Staatsanwaltschaft die Ordnungsmäßigkeit der besonderenErmittlungsmethoden der Observation und Infiltrierung, die im Rahmen der gerichtlichen Untersuchung oder der ihrvorangegangenen Ermittlung angewandt worden sind.

§ 2. Die Anklagekammer befindet binnen dreißig Tagen nach Erhalt des Antrags der Staatsanwaltschaft. Diese Fristwird auf acht Tage herabgesetzt, wenn einer der Beschuldigten sich in Untersuchungshaft befindet.

Die Anklagekammer hört die Ausführungen des Generalprokurators separat und in Abwesenheit der Parteien an.Auf die gleiche Weise hört sie die Zivilpartei und den Beschuldigten an, nachdem diese spätestens achtundvierzig

Stunden vor der Sitzung per Telefax oder per Einschreibebrief vom Greffier vorgeladen worden sind. In der Vorladungteilt der Greffier ihnen ebenfalls mit, dass die Strafakte ihnen während dieses Zeitraums in der Gerichtskanzlei imOriginal oder als Abschrift zur Einsichtnahme zur Verfügung steht.

Die Anklagekammer kann, was die angewandten besonderen Ermittlungsmethoden der Observation undInfiltrierung betrifft, den Untersuchungsrichter und den in den Artikeln 47sexies § 3 Nr. 6 und 47octies § 3 Nr. 6erwähnten Gerichtspolizeioffizier separat und in Abwesenheit der Parteien anhören.

Die Anklagekammer kann den Untersuchungsrichter damit beauftragen, die mit der Durchführung derObservation und Infiltrierung beauftragen Polizeibeamten und die in Artikel 47octies § 1 Absatz 2 erwähnte Zivilpersonin Anwendung von Artikel 86bis und 86ter anzuhören. Sie kann beschließen, der vom Untersuchungsrichter geführtenAnhörung beizuwohnen oder eines ihrer Mitglieder zu diesem Zweck abzuordnen.

§ 3. Die Staatsanwaltschaft legt dem Vorsitzenden der Anklagekammer die in den Artikeln 47septies § 1 Absatz 2oder 47novies § 1 Absatz 2 erwähnte vertrauliche Akte vor, die sich auf die in § 1 erwähnte Ermittlung oder gerichtlicheUntersuchung bezieht. Nur die Magistrate der Anklagekammer haben das Recht, diese vertrauliche Akte einzusehen.

Der Vorsitzende der Anklagekammer ergreift die notwendigen Maßnahmen zur Sicherung der vertraulichen Akte.Nachdem er von der vertraulichen Akte Kenntnis genommen hat, gibt er sie der Staatsanwaltschaft unverzüglichzurück.

§ 4. Im Entscheid der Anklagekammer darf weder der Inhalt der vertraulichen Akte noch irgendein Element,das die verwendeten technischen Mittel und die polizeilichen Untersuchungstechniken oder die Gewährleistung derSicherheit und der Anonymität des Informanten, der Polizeibeamten, die mit der Durchführung der Observation oderInfiltrierung beauftragt sind, und der in Artikel 47octies § 1 Absatz 2 erwähnten Zivilperson gefährden könnte,Erwähnung finden.

§ 5. Im Übrigen wird gemäß Artikel 235bis §§ 5 und 6 vorgegangen.§ 6. Gegen die Kontrolle der vertraulichen Akte durch die Anklagekammer kann kein Rechtsbehelf eingelegt

werden».B.1.3. Paragraph 6 dieser Bestimmung wurde durch das vorerwähnte Urteil Nr. 105/2007 vom 19. Juli 2007 für

nichtig erklärt.B.2.1. Mit der Einfügung der Artikel 235ter, 235quater, 189ter und 335bis in das Strafprozessgesetzbuch wollte der

Gesetzgeber dem Urteil Nr. 202/2004 Rechnung tragen. In diesem Urteil hat der Hof festgestellt, dass «möglicheUngesetzmäßigkeiten bei der Anwendung der Observation oder der Infiltrierung, die ausschließlich anhand der in dervertraulichen Akte enthaltenen Schriftstücke zu erkennen wären, nicht Gegenstand einer Kontrolle durch einenunabhängigen und unparteiischen Richter sein können und dass diese Ungesetzmäßigkeiten a fortiori nicht sanktioniertwerden können» (B.27.9). Der Hof hat erkannt, dass «die Kontrolle der Gesetzmäßigkeit der Anwendung gewisserbesonderer Ermittlungsmethoden unzureichend ist, damit geprüft wird, ob die dadurch verursachte Beeinträchtigungder Grundrechte gerechtfertigt ist und ob nicht auf unverhältnismäßige Weise gegen die Erfordernisse des fairenVerfahrens verstoßen wird, das durch Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention garantiert wird» (B.28).

B.2.2. Artikel 235ter beauftragt die Anklagekammer mit der Kontrolle der Anwendung der besonderenErmittlungsmethoden der Observation und der Infiltrierung. Die Kontrolle ist verpflichtend und findet nach demAbschluss der Ermittlung statt, ehe die Staatsanwaltschaft zur direkten Vorladung übergeht, oder am Ende dergerichtlichen Untersuchung, wenn der Untersuchungsrichter seine Akte dem Prokurator des Königs übermittelt gemäßArtikel 127 § 1 Absatz 1 des Strafprozessgesetzbuches. Die Anklagekammer kann diese Kontrolle auch vorläufigvornehmen im Laufe der gerichtlichen Untersuchung, entweder von Amts wegen oder auf Ersuchen desUntersuchungsrichters oder auf Antrag der Staatsanwaltschaft hin (Artikel 235quater desselben Gesetzbuches).Diese Kontrolle kann ebenfalls durch das erkennende Gericht (Artikel 189ter desselben Gesetzbuches) oder durch denVorsitzenden des Assisenhofes (Artikel 335bis desselben Gesetzbuches) angeordnet werden, wenn nach der Kontrolledurch die Anklagekammer neue und konkrete Elemente ans Licht gekommen sind, die auf das Bestehen einerUnregelmäßigkeit in Bezug auf diese besonderen Ermittlungsmethoden hindeuten würden.

In Bezug auf den Gegenstand der präjudiziellen FragenB.3.1. Einige präjudizielle Fragen beziehen sich ausschließlich auf die besondere Ermittlungsmethode der

Observation, während andere Fragen Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches insgesamt betreffen und sich somitauch auf die Infiltrierung beziehen. Da die Kontrolle über beide Ermittlungsmethoden durch die fragliche Bestimmungauf identische Weise geregelt wird, muss der Hof bei der Beantwortung der präjudiziellen Fragen nicht danachunterscheiden, ob sie sich nur auf die Observation oder auch auf die Infiltrierung beziehen.

B.3.2. Der Gegenstand der präjudiziellen Fragen in beiden Rechtssachen ist teils der gleiche und teilsunterschiedlich. Kurz gefasst muss der Hof zur Verfassungsmäßigkeit von Artikel 235ter des StrafprozessgesetzbuchesStellung beziehen, insofern:

- bei der Kontrolle der Anklagekammer über die Anwendung der besonderen Ermittlungsmethoden derObservation und Infiltrierung der Zivilpartei und dem Beschuldigten kein Einblick in die vertrauliche Akte gewährtwird;

- die Kontrolle der Anklagekammer anvertraut wird, die in einer späteren Phase und möglicherweise in dergleichen Zusammensetzung über die Regelung des Verfahrens urteilen muss;

- bei der Kontrolle durch die Anklagekammer die Parteien getrennt angehört werden und das Verfahren folglichnicht kontradiktorisch ist, was insbesondere in dem Fall kritisierbar wäre, wenn sich das Untersuchungsgericht nichtnur zur Ordnungsmäßigkeit der vertraulichen Akte, sondern auch der Strafakte äußert;

- die Frist, die den Parteien zur Verfügung steht, um ihre Verteidigung vorzubereiten, zu kurz sein würde;- gegen das Urteil der Anklagekammer keine Rechtsmittel möglich sind;- die Kontrolle über die Ordnungsmäßigkeit der besonderen Ermittlungsmethoden nur die Observation und

Infiltrierung betrifft, jedoch nicht die Inanspruchnahme von Informanten.Zur HauptsacheB.4.1. Die fraglichen Bestimmungen sind Bestandteil einer Politik, die darauf abzielt, global gegen die organisierte

Kriminalität und das schwere Verbrechen vorzugehen.

48847MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 156: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Die Bekämpfung gewisser Formen der Kriminalität, insbesondere schwerer Verbrechen oder solcher, die vonkriminellen Organisationen, die über bedeutende Mittel verfügen, begangen werden, kann die mit der Ermittlung vonStraftaten und mit der Verfolgung ihrer Urheber beauftragten Behörden zwingen, Ermittlungsmethoden anzuwenden,die hinsichtlich der Personen, gegen die diese Untersuchungen geführt werden, notwendigerweise einen Eingriff ingewisse Grundrechte zur Folge haben. Es obliegt dem Gesetzgeber, unter der Aufsicht des Hofes die Bestimmungen,die die Inanspruchnahme dieser Ermittlungsmethoden genehmigen und kontrollieren, so zu formulieren, dass diedamit verbundenen Verletzungen der Grundrechte auf das zum Erreichen der beschriebenen Zielsetzung Notwendigebegrenzt werden.

B.4.2. Den besonderen Ermittlungs- und Untersuchungsmethoden, die den Gegenstand der fraglichen Bestim-mungen bilden, ist gemein, dass sie einen schweren Eingriff in gewisse Grundrechte zur Folge haben können. Sowohlaus der durchgreifenden Beschaffenheit dieser Methoden als auch aus der Sorgfalt, mit der der Gesetzgeber denRechtsrahmen ihrer Anwendung festgelegt hat, ist zu schlussfolgern, dass im Fall der Nichteinhaltung derwesentlichen Bedingungen für die Anwendung dieser Methoden der unter deren Übertretung erhaltene Beweisungültig ist.

Der Hof prüft die präjudiziellen Fragen unter Berücksichtigung dieser Darlegungen.

a) Die Unmöglichkeit für den Beschuldigten und die Zivilpartei, die vertrauliche Akte einzusehen

B.5.1. Der Hof wird gefragt, ob Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 derVerfassung verstoße, insofern im Rahmen der Kontrolle der Anklagekammer in Bezug auf die Anwendung derbesonderen Ermittlungsmethoden der Observation und der Infiltrierung der Zivilpartei und dem Beschuldigten keineEinsichtnahme in die vertrauliche Akte gewährt werde, während die Ordnungsmäßigkeit anderer, nicht besondererErmittlungsmethoden entweder vor den Untersuchungsgerichten oder vor den erkennenden Gerichten angefochtenwerden könne anhand aller Elemente der Strafakte.

B.5.2. Die Artikel 47septies und 47novies des Strafprozessgesetzbuches bestimmen, dass der Prokurator des Königs,der die Genehmigung zur Observation oder zur Infiltrierung erteilt oder diese ausführt, «eine getrennte undvertrauliche» Akte führen muss.

In Bezug auf die Observation und die Infiltrierung enthält die vertrauliche Akte die Genehmigung des Prokuratorsdes Königs oder des Untersuchungsrichters, diese Methoden anzuwenden, wobei in dieser Genehmigung die Indizien,die die Inanspruchnahme dieser Methode rechtfertigen, die Gründe für ihre Unentbehrlichkeit, der Name oder dieBeschreibung der betroffenen Personen, die Weise der Durchführung der Methode, der Zeitraum, in dem siedurchgeführt wird sowie der Name und die Funktion des Gerichtspolizeioffiziers, der die Maßnahme leitet, angegebenwerden (Artikel 47sexies § 3 und 47octies § 3). Die vertrauliche Akte enthält auch die dem Polizeibeamten durch denProkurator des Königs erteilten Genehmigungen, während der Durchführung der Ermittlungsmethode strafbareHandlungen zu begehen (Artikel 47sexies § 4 und 47octies § 4), die Entscheidungen der Abänderung, der Ergänzungoder der Verlängerung (Artikel 47septies § 2 und 47novies § 2) sowie die dem Prokurator des Königs durch denGerichtspolizeioffizier vorgelegten Berichte über jede Phase der Durchführung der Methode (Artikel 47septies § 1und 47novies § 1).

B.5.3. Das Bestehen einer vertraulichen Akte bedeutet nicht, dass die Strafakte keinerlei Angaben über dieUmsetzung der besonderen Ermittlungsmethoden der Observation und der Infiltrierung enthalten würde.

Der Gerichtspolizeioffizier, der die Durchführung der Observation oder der Infiltrierung leitet, muss nämlich einProtokoll über die verschiedenen Phasen ihrer Durchführung erstellen, ohne dabei jedoch Elemente anzugeben,die die verwendeten technischen Mittel und die Untersuchungstechniken sowie die Gewährleistung der Sicherheit undder Anonymität der betreffenden Informanten und der Polizeibeamten gefährden könnten. Außerdem muss imProtokoll auf die Genehmigung zur Anwendung der Observation oder der Infiltrierung verwiesen werden und müssendie Vermerke im Sinne von Artikel 47sexies § 3 Nrn. 1, 2, 3 und 5 (im Fall der Observation) und Artikel 47octies § 3Nrn. 1, 2, 3 und 5 (im Fall der Infiltrierung) aufgenommen werden. Diese Vermerke sind die schwerwiegenden Indiziender strafbaren Handlung, die die Observation oder die Infiltrierung rechtfertigen, die Gründe, aus denen dieAnwendung dieser Methode unentbehrlich ist zur Wahrheitsfindung, der Name oder die Beschreibung der Person oderPersonen, auf die sich die Methode bezieht, und der Zeitraum, in dem die Observation oder Infiltrierung ausgeführtwerden kann.

Diese Protokolle werden mit der schriftlichen Entscheidung, mit der der Prokurator des Königs oder derUntersuchungsrichter das Bestehen der von ihm verliehenen Genehmigung zur Observation oder Infiltrierungbestätigt, der Strafakte beigefügt, nach der Beendigung der Observation oder der Infiltrierung (Artikel 47septies § 2und 47novies § 2).

B.6. Bei der durch Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches vorgeschriebenen Kontrolle legt die Staatsanwalt-schaft den Magistraten der Anklagekammer die vertrauliche Akte vor. Die Zivilpartei oder der Beschuldigte sind nichtberechtigt, die vertrauliche Akte einzusehen. Der Untersuchungsrichter hat ein Recht auf Einsichtnahme, wenn erselbst eine Genehmigung zur Observation erteilt hat oder wenn eine gerichtliche Untersuchung in einer Rechtssachegefordert wird, in deren Rahmen bereits eine Observation oder Infiltrierung stattgefunden hat.

B.7.1. Die Rechte der Verteidigung und das Recht auf ein faires Verfahren sind grundlegend in einem Rechtsstaat.Der Grundsatz der Waffengleichheit zwischen der verfolgten Partei und der Verteidigung sowie die kontradiktorischeBeschaffenheit des Prozesses, einschließlich des Verfahrens, stellen grundsätzliche Elemente des Rechtes auf ein fairesVerfahren dar. Das Recht auf einen kontradiktorischen Strafprozess bedeutet, dass sowohl die verfolgte Partei als auchdie Verteidigung die Möglichkeit haben müssen, die Bemerkungen oder Beweiselemente der anderen Partei zurKenntnis zu nehmen und zu beantworten. Daraus ergibt sich ebenfalls die Verpflichtung für die verfolgende Behörde,der Verteidigung grundsätzlich alle Beweiselemente mitzuteilen.

Das Recht auf Einsichtnahme in alle Beweiselemente der verfolgenden Behörde ist jedoch nicht absolut.In gewissen strafrechtlichen Verfahren kann es abweichende Interessen geben, wie die nationale Sicherheit, dieNotwendigkeit des Schutzes von Zeugen oder der Geheimhaltung von Untersuchungsmethoden, die mit den Rechtendes Angeklagten abzuwägen sind. In gewissen Fällen kann es notwendig sein, bestimmte Beweiselemente vor dieserPartei geheim zu halten, um die Grundrechte von anderen Personen oder ein wichtiges Allgemeininteresse zu wahren.

48848 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 157: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Die Einmischung in die Rechte der Verteidigung ist jedoch nur zu rechtfertigen, wenn sie streng verhältnismäßigist zur Bedeutung der zu erreichenden Ziele und durch ein Verfahren ausgeglichen wird, das es einem unabhängigenund unparteiischen Richter ermöglicht, die Gesetzmäßigkeit des Verfahrens zu prüfen (EuGHMR, 22. Juli 2003und 27. Oktober 2004, Edwards und Lewis gegen Vereinigtes Königreich).

B.7.2. Das Ziel des Schutzes der körperlichen Unversehrtheit der Personen, die an den besonderen Ermittlungs-methoden beteiligt sind, ist rechtmäßig und so wichtig, dass es rechtfertigt, dass ihre Anonymität gegenüber denVerfahrensparteien und der Öffentlichkeit vollständig gewährleistet wird. Die Notwendigkeit, die Wirksamkeit derangewandten Methoden für die Zukunft zu gewährleisten, indem bestimmte Techniken verhüllt werden, kann auchrechtfertigen, dass sie eine vertrauliche Beschaffenheit aufweisen.

B.8.1. Wie dies in B.2.1 dargelegt wurde, hat der Hof im Urteil Nr. 202/2004 jedoch erkannt, dass gegen dasErfordernis eines fairen Verfahrens verstoßen wird, wenn die vertrauliche Akte nicht durch einen unabhängigen undunparteiischen Richter geprüft werden kann.

Mit Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches möchte der Gesetzgeber eine vollständige und tatsächlichePrüfung der Gesetzmäßigkeit der besonderen Ermittlungsmethoden der Observation und der Infiltrierung gewähr-leisten, ohne dabei jedoch die erforderliche geheime Beschaffenheit bestimmter Informationen in der vertraulichenAkte preiszugeben.

B.8.2. Die Angaben, die nicht von den Parteien eingesehen werden können, werden vom Gesetzgeber strikt undeinschränkend beschrieben. Das Gesetz könnte nicht umgangen werden, indem in die vertrauliche Akte Elementeaufgenommen würden, die sich in der Strafakte befinden müssen (Parl. Dok., Kammer, 2005-2006, DOC 51-2055/005,S. 32, 36 und 66). Die Angaben der vertraulichen Akte können nicht als Beweis zum Nachteil des Beschuldigtenverwendet werden (ebenda, SS. 66-67).

B.8.3. Nur die Informationen, die den Schutz der Ausführenden und die eigentliche Anwendung derErmittlungsmethoden gefährden können, werden der Einsichtnahme der Verteidigung entzogen. Alle anderenInformationen über die Anwendung dieser Ermittlungsmethoden müssen in die Strafakte aufgenommen werden,die im Rahmen des Verfahrens im Sinne von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches durch die Zivilpartei und denBeschuldigten eingesehen werden können. Diese Akte enthält Informationen über die Anwendung und die Art derangewandten Ermittlungsmethoden, die Gründe, die diese Anwendung rechtfertigen, sowie die verschiedenen Phasenihrer Ausführung.

Wenn die Anklagekammer den Untersuchungsrichter anhört und dieser Einsichtnahme in die vertrauliche Akteerhält, verfügen die Parteien über die Garantie, dass der Untersuchungsrichter, der die Untersuchung à chargeund à décharge führt, die Gesetzmäßigkeit der Beweismittel und die Loyalität, mit der diese gesammelt werden,überwacht.

B.8.4. Der Wille des Gesetzgebers, die schwere Kriminalität wirksam zu bekämpfen, und die Notwendigkeit,hierzu gewisse sensible Angaben geheim zu halten, wären gefährdet, wenn die Beschuldigten bei dieser Art derKriminalität bei der Kontrolle der vertraulichen Akte durch die Anklagekammer Zugang zu dieser Akte erhaltenwürden. Es ist nicht unvernünftig, ein Verfahren zu organisieren, das sich von dem Verfahren unterscheidet, für daseine Geheimhaltung nicht erforderlich ist und in dem die Parteien alle Schriftstücke der Strafakte einsehen können.

b) Die Unparteilichkeit der Anklagekammer

B.9.1. Der Hof wird ebenfalls gefragt, ob die Zuteilung der Kontrolle der vertraulichen Akte an dieAnklagekammer den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 6 und 8 der EuropäischenMenschenrechtskonvention und mit Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische RechteAbbruch tue, indem dieses Untersuchungsgericht in einer späteren Phase und möglicherweise in der gleichenZusammensetzung über die Regelung des Verfahrens werde urteilen müssen, wobei es seine Entscheidung treffenwerde in Kenntnis der vertraulichen Akte und somit nach Kenntnisnahme von Elementen, die den Parteien nichtvorlägen und über die keine kontradiktorische Debatte stattgefunden habe.

B.9.2. Die Entscheidung, die Kontrolle der Ordnungsmäßigkeit der besonderen Ermittlungsmethoden derObservation und der Infiltrierung der Anklagekammer anzuvertrauen, hat der Gesetzgeber wie folgt gerechtfertigt:

«Wie bereits erwähnt, soll mit dem Gesetzentwurf der Situation abgeholfen werden, indem die Anklagekammerals unabhängige und unparteiische richterliche Instanz mit der Kontrolle der Anwendung der besonderenErmittlungsmethoden der Observation und der Infiltrierung beauftragt wird.

Der Gesetzgeber hat im Übrigen bereits früher in den Artikeln 136, 136bis, 235 und 235bis des Strafprozessgesetz-buches, die der Anklagekammer eine entscheidende Rolle bei der Kontrolle der gerichtlichen Untersuchungenzuweisen, die Grundlage dieser neuen Rolle festgelegt, die die Anklagekammer in Zukunft im Rahmen der Kontrolleund der Beobachtung der Anwendung der besonderen Ermittlungsmethoden erfüllen wird. Die Entscheidung für dieAnklagekammer als unabhängige und unparteiische richterliche Kontrollinstanz ist somit logisch und offensichtlich»(Parl. Dok., Kammer, 2005-2006, DOC 51-2055/001, SS. 54 und 55).

B.9.3. Die Elemente, die der Einsichtnahme durch die Verteidigung entzogen werden, hat der Gesetzgeber striktund einschränkend festgelegt. Die Information in Bezug auf die Anwendung und die Durchführung der Observationund der Infiltrierung, mit Ausnahme der sensiblen Daten, befinden sich in der Strafakte, die sowohl im Rahmen desVerfahrens von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches als auch im Rahmen der Regelung des Verfahrens von denParteien eingesehen werden kann.

Der Umstand, dass die Verteidigung Daten aus der vertraulichen Akte, die die Anklagekammer zur Kenntnisgenommen hat, nicht einsehen kann, kann nicht zu einem gesetzmäßigen Zweifel bezüglich der Unparteilichkeit diesesRechtsprechungsorgans bei der Regelung des Verfahrens führen.

B.9.4. Die faire Beschaffenheit eines Prozesses ist unter Berücksichtigung des gesamten Verlaufs des Verfahrens zuprüfen. Die Kontrolle der vertraulichen Akte durch die Anklagekammer wird in der Vorbereitungsphase des Prozessesausgeübt, ehe die Rechtssache bei den erkennenden Gerichten anhängig gemacht wird, die selbst keine Einsicht in dievertrauliche Akte erhalten und somit in dieser Hinsicht nicht anders behandelt werden als die Parteien.Diese Rechtsprechungsorgane entscheiden also nicht auf der Grundlage von Daten, die ihnen, den Parteien jedoch nichtbekannt sind, so dass nicht gegen die Erfordernisse des fairen Verfahrens verstoßen wird.

48849MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 158: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

c) Die getrennte Vernehmung der Parteien und die nichtkontradiktorische Beschaffenheit des VerfahrensB.10.1. Der Hof wird des Weiteren gefragt, ob Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches die Rechte der

Verteidigung beeinträchtige, indem die Parteien bei den Verfahren vor der Anklagekammer getrennt angehört würdenund indem die Frist, über die sie verfügten, um ihre Verteidigung vorzubereiten, zu kurz wäre. Die fehlendekontradiktorische Beschaffenheit sei vor allem kritisierbar, wenn die Anklagekammer nicht nur die Ordnungsmäßigkeitder vertraulichen Akte sondern auch der Strafakte beurteile.

B.10.2. Gemäß Artikel 235ter § 2 des Strafprozessgesetzbuches hört die Anklagekammer die Anmerkungen desGeneralprokurators getrennt und in Abwesenheit der Parteien an. Sie hört auf die gleiche Weise die Zivilpartei und dieBeschuldigten an, nachdem ihnen spätestens achtundvierzig Stunden vor der Sitzung eine Aufforderung notifiziertwurde, in der ihnen mitgeteilt wird, dass die Strafakte während dieses Zeitraums in der Kanzlei des Gerichtes zurEinsichtnahme vorliegt.

Die Anklagekammer kann auch den Untersuchungsrichter anhören. Wenn der Untersuchungsrichter dieGenehmigung zur Observation erteilt hat oder wenn eine gerichtliche Untersuchung in der Rechtssache geführt wird,in der bereits eine Observation oder Infiltrierung stattgefunden hat, hat der Untersuchungsrichter Einsichtnahme in dievertrauliche Akte (Artikel 56bis des Strafprozessgesetzbuches).

Schließlich kann die Anklagekammer den Gerichtspolizeioffizier, der die Durchführung der besonderenErmittlungsmethoden leitet, getrennt und in Abwesenheit der Parteien anhören oder den Untersuchungsrichterbeauftragen, die mit der Ausführung der besonderen Ermittlungsmethoden beauftragten Polizeibeamten und denbürgerlichen Experten in Anwendung der Artikel 86bis und 86ter des Strafprozessgesetzbuches anzuhören,und beschließen, bei dieser Anhörung anwesend zu sein oder eines ihrer Mitglieder damit zu beauftragen.

B.10.3. Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches verpflichtet die Anklagekammer, die Anwendung derbesonderen Ermittlungsmethoden der Observation und Infiltrierung beim Abschluss der Ermittlung zu kontrollieren,ehe die Staatsanwaltschaft die direkte Vorladung vornimmt, oder am Ende der gerichtlichen Untersuchung, wenn derUntersuchungsrichter dem Prokurator des Königs seine Akte übermittelt gemäß Artikel 127 § 1 Absatz 1 desStrafprozessgesetzbuches. Die Kontrolle findet also grundsätzlich am Ende der Ermittlung oder der gerichtlichenUntersuchung statt, da diese in ihrer vorbereitenden Phase grundsätzlich inquisitorisch und geheim ist.

B.10.4. Der Gesetzgeber konnte den Standpunkt vertreten, dass eine effektive Kontrolle der vertraulichen Aktedurch die Anklagekammer es erfordert, dass sie die in B.10.2 erwähnten Anhörungen vornehmen kann. Um dieVertraulichkeit der sensiblen Daten zu gewährleisten, ist es gerechtfertigt, dass eine solche Untersuchung inAbwesenheit der Parteien stattfinden kann.

Obwohl die Debatte vor der Anklagekammer nicht kontradiktorisch ist, bietet das Gesetz die Garantie, dass allebetroffenen Parteien angehört werden, so dass das Untersuchungsgericht möglichst vollständig informiert wird,ehe es entscheidet. Da die Parteien die Möglichkeit haben, vorher die Strafakte einzusehen, die mit Ausnahme dersensiblen Daten alle Informationen über die angewandten Ermittlungsmethoden enthält, können sie sich angemessenverteidigen (vgl. EuGHMR, 16. Februar 2000, Jasper gegen Vereinigtes Königreich, §§ 55 und 56).

B.10.5. Insofern die Kontrolle im Sinne von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches sich auf die vertraulicheAkte bezieht und unter Berücksichtigung des Umstandes, dass die Schriftstücke aus der vertraulichen Akte nicht alsBeweis verwendet werden können, werden die Rechte der Verteidigung nicht auf unverhältnismäßige Weise dadurchbeeinträchtigt, dass die Parteien getrennt angehört werden.

d) Die Frist für die Einsichtnahme in die Strafakte

B.10.6. Im Vergleich zu den Fristen, die bei einem anderen Erscheinen vor den Untersuchungsgerichten anwendbarsind, kann die in Artikel 235ter § 2 Absatz 3 des Strafprozessgesetzbuches vorgesehene Frist von achtundvierzigStunden, die den Parteien für die Einsichtnahme in die Strafakte zur Verfügung steht, nicht als unverhältnismäßig kurzangesehen werden.

e) Das Verfahren für die Kontrolle der vertraulichen Akte und der Strafakte durch die Anklagekammer

B.11.1. Das Verfahren von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches schließt nicht aus, dass die Anklagekammernach der Kontrolle der vertraulichen Akte die Kontrolle der Ordnungsmäßigkeit der Anwendung der besonderenErmittlungsmethoden der Observation und der Infiltrierung anhand der Strafakte vornimmt. Sie kann insbesonderedazu bewogen werden, wenn nach der Kontrolle der vertraulichen Akte aufgrund von Artikel 235ter § 5 gemäßArtikel 235bis §§ 5 und 6 vorgegangen wird.

B.11.2. Der vorlegende Richter fragt den Hof, ob Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10und 11 der Verfassung und das Recht auf ein faires Verfahren verstoße, wenn diese Bestimmung in dem Sinne ausgelegtwerde, dass die Strafakte in diesem Fall nicht Gegenstand eines kontradiktorischen Verfahrens sei, während in denFällen, in denen die Anklagekammer in Anwendung von Artikel 235bis des Strafprozessgesetzbuches über dieOrdnungsmäßigkeit der Anwendung anderer Ermittlungsmethoden und über die Ordnungsmäßigkeit des Verfahrensinsgesamt befinde, eine kontradiktorische Debatte in Bezug auf die Elemente der Strafakte organisiert werde.

B.11.3. Grundsätzlich geht der Hof bei der Beantwortung der präjudiziellen Fragen von der zur Prüfungvorgelegten Norm in der Auslegung des vorlegenden Richters aus.

Im vorliegenden Fall hat der Hof in seinem Urteil Nr. 105/2007 (Urteil in den Rechtssachen Nrn. 4003 u.a.) erkannt,dass die vom vorlegenden Richter unterbreitete Auslegung nicht mit dem Text der Artikel 235, 235bis und 235ter desStrafprozessgesetzbuches vereinbar ist.

B.11.4. Wenn die Anklagekammer anlässlich der Kontrolle der vertraulichen Akte, die sie aufgrund vonArtikel 235ter ausführt, beschließt, eine Untersuchung der Ordnungsmäßigkeit des ihr vorgelegten Verfahrensvorzunehmen, einschließlich der Gesetzmäßigkeit und der Ordnungsmäßigkeit der Observation und der Infiltrierunganhand der Strafakte, muss sie die Wiedereröffnung der Debatten anordnen in Anwendung von Artikel 235bis § 3 unddie kontradiktorische Beschaffenheit des Verfahrens im Sinne von Paragraph 4 desselben Artikels beachten, wonach sie«in öffentlicher Sitzung, wenn sie dies auf Ersuchen einer Partei beschließt, die Anmerkungen des Generalprokurators,der Zivilpartei und des Beschuldigten» anhört (Kass., 31. Oktober 2006, P.06.0841.N und P.06.0898.N, und Kass.,5. Dezember 2006, P.06.1232.N).

f) Der Unterschied zwischen dem Verfahren nach Artikel 235ter und dem Verfahren nach Artikel 235quater

B.11.5. Der vorlegende Richter befragt den Hof nach dem Behandlungsunterschied zwischen dem Kontroll-verfahren, das in Artikel 235ter vorgesehen ist und eine Möglichkeit der Bereinigung vorsieht, und demjenigen, das inArtikel 235quater vorgesehen ist und diese Möglichkeit nicht vorsieht. Im Gegensatz zu der Kontrolle auf derGrundlage von Artikel 235ter, die jedes Mal verpflichtend stattfindet, wenn die besonderen Ermittlungsmethoden derObservation oder Infiltrierung im Rahmen einer Ermittlung oder einer gerichtlichen Untersuchung angewandt werden,ist die auf der Grundlage von Artikel 235quater durchgeführte Kontrolle fakultativ, wird sie vorläufig durchgeführt underfolgt sie während der gerichtlichen Untersuchung.

48850 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 159: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Diese Kontrolle erfolgt «unbeschadet der Ausübung der in Artikel 235ter erwähnten Kontrolle», was bedeutet, dassin dem Fall, wo eine Observation oder Infiltrierung während einer Ermittlung oder einer gerichtlichen Untersuchungstattgefunden hat, die Anklagekammer nach deren Ablauf verpflichtend eine Kontrolle auf der Grundlage von Artikel235ter durchführt, auch wenn sie vorher die Anwendung derselben Untersuchungstechniken auf der Grundlage vonArtikel 235quater kontrolliert hat. Dieselbe Bereinigungsmöglichkeit auf der Grundlage von Artikel 235ter bestehtfolglich ungeachtet dessen, ob zuvor von der durch Artikel 235quater gebotenen Kontrollmöglichkeit Gebrauchgemacht wurde.

Daraus ergibt sich, dass der Unterschied zwischen den Verfahren, die in den Artikeln 235ter und 235quatervorgesehen sind, nicht unvereinbar mit den in der präjudiziellen Frage erwähnten Bestimmungen ist.

g) Das Fehlen eines Rechtsmittels gegen das Urteil der Anklagekammer

B.12.1. Der Hof wird ferner gefragt, ob Artikel 235ter § 6 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Rechte derVerteidigung verstoße, indem er bestimme, dass gegen die Kontrolle der vertraulichen Akte durch die Anklagekammerkein Rechtsmittel möglich sei. So werde ohne Rechtfertigung ein Behandlungsunterschied im Vergleich zu anderenVerfahren eingeführt, wie dasjenige von Artikel 235bis des Strafprozessgesetzbuches, in denen gegen die Entscheidungder Anklagekammer über die Ordnungsmäßigkeit des Strafverfahrens sehr wohl ein Rechtsmittel eingelegt werdenkönne.

B.12.2. Nachdem Artikel 235ter § 6 des Strafprozessgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 23 des Gesetzesvom 27. Dezember 2005, durch das Urteil Nr. 105/2007 für nichtig erklärt wurde, sind die präjudiziellen Fragengegenstandslos geworden, insofern sie sich auf das Fehlen eines Rechtsmittels gegen die Kontrolle der vertraulichenAkte durch die Anklagekammer beziehen.

h) Das Fehlen einer Kontrolle über die Anwendung der Inanspruchnahme von Informanten

B.13.1. Schließlich muss der Hof prüfen, ob Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches einen Verstoß gegen dieArtikel 10 und 11 der Verfassung beinhaltet, indem die Kontrolle über die Anwendung der besonderen Ermittlungs-methoden der Observation und Infiltrierung durchgeführt wird, jedoch keine Kontrolle über die Anwendung derInanspruchnahme von Informanten.

B.13.2. Mit der Einführung von Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches wollte der Gesetzgeber den Einwändengerecht werden, die der Hof in seinem Urteil Nr. 202/2004 in Bezug auf das Gesetz vom 6. Januar 2003 über diebesonderen Ermittlungsmethoden und einige andere Untersuchungsmethoden festgestellt hat, da die vertrauliche Akteüber die Observation und Infiltrierung nicht Gegenstand einer Kontrolle durch einen unabhängigen und unparteii-schen Richter sein konnte.

B.13.3. Bezüglich der Inanspruchnahme von Informanten führt der Hof in diesem Urteil an:

«B.27.2. Die vertrauliche Akte über die Informanten hat weder die gleiche Tragweite noch den gleichen Inhalt wiedie vertrauliche Akte über die Anwendung einer Observation oder einer Infiltrierung. Sie enthält grundsätzlich keineBeweise, die in einem späteren Verfahren verwendet werden. Diese müssen nämlich Gegenstand des Protokolls imSinne von Artikel 47decies § 6 Absatz 4 sein. Die vertrauliche Akte ist hingegen von wesentlicher Bedeutung, damit dieAnonymität und somit die Sicherheit der Informanten gewahrt werden. [...]».

B.13.4. Die gesetzliche Regelung über die Inanspruchnahme von Informanten wurde zwar durch das Gesetzvom 27. Dezember 2005 abgeändert, indem Artikel 47decies § 7 des Strafprozessgesetzbuches es den Informantenerlaubte, unter bestimmten Voraussetzungen Straftaten zu begehen. In seinem Urteil Nr. 105/2007 hat der Hof dieletztgenannte Bestimmung jedoch für nichtig erklärt. Er stellt diesbezüglich fest:

«B.8.20. Insofern dieser Artikel schließlich die Kontrolle der Anwendung von Artikel 47decies § 7 nicht einemunabhängigen und unparteiischen Richter anvertraut, verstößt er gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung inVerbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention. Die vertrauliche Akte über die Informantenenthält fortan Elemente, die eine ähnliche Tragweite haben wie die vertrauliche Akte über die Anwendung einerInfiltrierung, was vorher nicht der Fall war, wie der Hof dies in B.27.2 seines Urteils Nr. 202/2004 festgestellt hat. DieseAkte muss also in Bezug auf diese Elemente durch einen unabhängigen und unparteiischen Richter geprüft werden.

B.8.21. Die Klagegründe sind in dem vorstehend beschriebenen Maße begründet.

B.8.22. Artikel 47decies § 7 des Strafprozessgesetzbuches ist für nichtig zu erklären».

B.13.5. Wegen der Nichtigerklärung durch das Urteil Nr. 105/2007 vom 19. Juli 2007 und aus den im UrteilNr. 202/2004 vom 21. Dezember 2004 dargelegten Gründen ist Artikel 235ter des Strafprozessgesetzbuches, indem erkeine Kontrolle in Bezug auf die Anwendung der Inanspruchnahme von Informanten vorsieht, nicht unvereinbar mitden Artikeln 10 und 11 der Verfassung.

Aus diesen Gründen:

Der Hof

erkennt für Recht:

1. Die präjudiziellen Fragen sind gegenstandslos geworden, insofern sie sich auf Artikel 235ter § 6 desStrafprozessgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 23 des Gesetzes vom 27. Dezember 2005, beziehen.

2. Artikel 235ter §§ 1 bis 5 des Strafprozessgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 23 des Gesetzesvom 27. Dezember 2005, verstößt nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit denin den präjudiziellen Fragen genannten Vertragsbestimmungen.

Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989,in der öffentlichen Sitzung vom 26. Juli 2007.

Der Kanzler, Der Vorsitzende,

(gez.) P.-Y. Dutilleux. (gez.) A. Arts.

48851MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 160: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

SELORAUSWAHLBÜRO DER FÖDERALVERWALTUNG

[2007/202833]Auswahl im Wettbewerbsverfahren von deutschsprachigen Sozialassistenten (m/w) (Stufe II+)

für die Dienststelle für Personen mit Behinderung (ADD07001)

Es wird eine Bewerberreserve erstellt, die zwei Jahre gültig bleibt.

Der Kandidat muss am Datum seiner Einstellung u.a. folgende Bedingung erfüllen: Belgier sein oder Bürger einesStaates sein, der zum Europäischen Wirtschaftsraum oder zur Schweizerischen Eidgenossenschaft gehört.

Zulassungsbedingungen:1. Erforderte Berufserfahrung am 1. Oktober 2007: einjährige Berufserfahrung im Sozialbereich in zumindest

einem der folgenden Bereiche und Aufgabenfelder: Beratung und Begleitung einzelner Personen, Familien oderbestimmter Personengruppen in Problemsituationen, d.h. in der Prävention oder der Hilfestellung bei der Bewältigungund Lösung konkreter (sozialer) Probleme oder der Entwicklung von Strategien für ein selbstbestimmtes Leben.

2. Erfordertes Diplom am 1. Oktober 2007: Sozialarbeiter.Das Diplom und die Berufserfahrung sind eine grundsätzliche Voraussetzung, um an dieser SELOR-Prüfung

teilnehmen zu können.Die Funktionsbeschreibung sowie die Auswahlprozedur werden ausführlich in den Auswahlvorschriften dargelegt, welche Sie

telefonisch unter der Nummer 087-59 63 83 beantragen oder unter www.selor.be einsehen können.Anfangsbruttojahresgehalt ohne vorschriftsmäßige Zulagen: 24.732,84 EUR.Bewerbungen werden bis zum 1. Oktober 2007 einschließlich entgegengenommen.Achtung: Ihre Einschreibung zu dieser Prüfung muss den standardisierten Fragebogen «ADD07001» (+Anhänge)

umfassen und eine Kopie Ihres Diploms. Ansonsten wird Ihre Bewerbung nicht berücksichtigt.Sie bewerben sich ausschließlich per Fax (087-59 64 10) oder per Brief (SELOR c/o Ministerium der Deutsch-

sprachigen Gemeinschaft, z.Hd. von Nicole Dahm, ADD07001, Gospertstraße 1, B-4700 Eupen). Sie können sichebenfalls direkt auf unserer Webseite www.selor.be bewerben. In diesem Fall müssen Sie alle geforderten Unterlageneinreichen (siehe oben) mit der Bemerkung «Internet-Einschreibung».

Sie finden den auszufüllenden standardisierten Lebenslauf auf der Webseite www.selor.be in der Rubrik diesesAuswahlverfahrens oder unter der Telefonnummer 087-59 63 83 oder auf Anfrage unter der [email protected]

SELORSELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

[2007/202833]

Vergelijkende selectie van Duitstalige maatschappelijke assistenten(m/v) (niveau II+) voor de Dienst voor Gehandicapten van deDuitstalige Gemeenschap (ADD07001)

Na deze selectie wordt een lijst met geslaagden aangelegd, dietwee jaar geldig blijft.

Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd te worden - opde datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger van een ander landbehorende tot de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.

Toelaatbaarheidsvereisten :

1. Vereiste ervaring op 1 oktober 2007 : een beroepservaring in desociale sector, in minstens één van de volgende domeinen of functies :begeleiden en ondersteunen van individuen, families of groepen diezich in probleemsituaties bevinden, dat wil zeggen bij het voorkomenof het helpen overwinnen en oplossen van concrete (sociale) proble-men, of bij het ontwikkelen van strategieën voor een autonoom leven.

2. Vereist diploma op 1 oktober 2007 : gegradueerde maatschappelijkassistent.

Het diploma en de relevante ervaring zijn beide absolute vereistenvoor deelname aan deze selectieprocedure bij SELOR.

De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u inhet selectiereglement, dat u kan verkrijgen via het nummer 087-59 63 83of op de SELOR-website.

SELORBUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

[2007/202833]

Sélection comparative d’assistants sociaux (m/f) (niveau II+), d’expres-sion allemande, pour l’Office de la Communauté germanophonepour personnes handicapées (ADD07001)

Une liste de lauréats, valable deux ans, sera établie.

Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la conditionsuivante : être Belge ou citoyen d’un pays faisant partie de l’Espaceéconomique européen ou de la Confédération suisse.

Conditions d’admissibilité :

1. Expérience requise au 1er octobre 2007 : avoir une expérienceprofessionnelle dans le secteur social dans au moins un des domainesou fonctions suivants : guidance et accompagnement d’un individu,de familles ou de groupes de personnes définis dans des situationsproblématiques, c’est-à-dire dans la prévention ou dans l’aide pour ledépassement et la solution de problèmes (sociaux) concrets ou ledéveloppement de stratégies pour une vie autodéterminée.

2. Diplôme requis au 1er octobre 2007 : assistant social.

Le diplôme et l’expérience sont des exigences absolues pourparticiper à cette procédure de sélection de SELOR.

La description de la fonction ainsi que la procédure de sélectionsont plus amplement détaillées dans le règlement complet desélection que vous pourrez obtenir via le numéro 087-59 63 83 ou via lesite web du SELOR.

48852 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 161: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Jaarlijks brutobeginsalaris : 24.732,84 EUR, reglementaire toelagenniet inbegrepen.

Solliciteren kan tot 1 oktober 2007.Opgelet : uw sollicitatie voor deze selectie moet vergezeld zijn van

het gestandaardiseerd CV ADD07001 (+ de bijlagen) en een kopie vanuw diploma. Zo niet wordt er geen rekening gehouden met uwsollicitatie.

U kan dit enkel doen per fax (087-59 64 10) of brief (SELOR c/oMinisterium der Deutschsprachigen Gemeinschaft, z.Hd. von NicoleDahm, ADD07001, Gospertstraße 1, B-4700 Eupen).

U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze website www.selor.be

U dient dan nog wel de vereiste documenten (zie hierboven) op testuren met de vermelding « webinschrijving ».

U vindt het in te vullen gestandaardiseerd CV op de websitewww.selor.be, bij de rubriek van de selectie of u vraagt het aan via hetnummer 087-59 63 83 of via [email protected]

*

SELORSELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

[2007/202831]

Vergelijkende selectie van Franstalige wetenschappelijke mede-werkers in de geestelijke gezondheid (m/v) (niveau A) voor deFOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leef-milieu (AFG07013)

Na deze selectie wordt een lijst met maximum 5 geslaagdenaangelegd, die twee jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning vande laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantalpunten, wordt het maximumaantal geslaagden in hun voordeelverhoogd.

Naast deze lijst van geslaagden wordt een bijzondere lijst opgesteldvan de personen met een handicap die geslaagd zijn. Deze personenworden er enkel in opgenomen op hun vraag en voorzover zij een attesthebben voorgelegd waarin hen de hoedanigheid van persoon met eenhandicap wordt toegekend. De personen met een handicap die zijnopgenomen in de bijzondere lijst blijven hun rangschikking behoudenzonder beperking in de tijd.

Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u- om benoemd teworden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger vaneen ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.

Toelaatbaarheidsvereisten :

1. Vereiste ervaring op 1 oktober 2007 : u beschikt over eenberoepservaring van minstens twee jaar in een functie in de geestelijkegezondheid, die bovendien betrekking heeft op de psychosocialefactoren die een invloed hebben op de gezondheid. Hierdoor heeft ueen algemeen inzicht verworven in de gezondheidsproblemen diegedeeltelijk of volledig verband houden met het gedrag van individuenen groepen alsook met de manier waarop het leven in de maatschappijverloopt.

Deze ervaring moet ten minste twee van de drie volgende aspectenomvatten : risicogedragingen, gedragingen die betrekking hebben opafhankelijkheid van het gebruik van verslavende middelen (alcohol,tabak, drugs...) en verslavingen op bepaalde soorten van gedrag(pathologisch gokken...). De psychosociale factoren die aanleidinggeven tot gezondheidsproblemen, ze onderhouden of verergeren.De kwaliteit van de menselijke relaties op het vlak van de zorgpraktijken het opleiden van zorgverleners, die verband houden met dezekwesties.

2. Vereiste diploma’s op 1 oktober 2007 : licentiaat (basisopleidingvan 2 cycli) in de gezondheidswetenschappen, anthropologie,wetenschappen van de bevolking en de ontwikkeling, sociologie,criminologie, pedagogie of psychologie.

Het diploma en de relevante ervaring zijn beide absolute vereistenvoor deelname aan deze selectieprocedure bij SELOR.

De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u inhet selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR(via de infolijn 0800-505 55) of op de SELOR-website.

Jaarlijks brutobeginsalaris : 30.636,38 EUR, reglementaire toelagenniet inbegrepen.

Solliciteren kan tot 1 oktober 2007.

Traitement annuel brut de début : 24.732,84 EUR, allocationsréglementaires non comprises.

Posez votre candidature jusqu’au 1er octobre 2007.Attention : votre inscription à cette sélection doit être accompagné

du CV standardisé ADD07001 (+ les annexes) et d’une copie de votrediplôme. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise enconsidération.

Vous postulez uniquement par fax (087-59 64 10) ou par lettre(SELOR c/o Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft, àl’attention de Nicole Dahm « ADD07001 », Gospertstraße 1,B-4700 Eupen).

Vous pouvez également poser votre candidature directement surnotre site web www.selor.be

Dans ce cas, vous devez encore envoyer les documents exigés(voyez plus haut) avec la mention « Inscription web ».

Vous trouvez le CV standardisé à remplir sur le site www.selor.beà la rubrique de la sélection concernée ou sur demande via lenuméro 087-59 63 83 ou via [email protected]

SELORBUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

[2007/202831]

Sélection comparative de collaborateurs scientifiques en santémentale (m/f) (niveau A), d’expression française, pour le SPF Santépublique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement(AFG07013)

Une liste de 5 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie.Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de ladernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté enleur faveur.

Il est établi, outre cette liste des lauréats, une liste spécifique despersonnes handicapées lauréates. Celles-ci n’y figurent qu’à leurdemande et pour autant qu’elles aient produit une attestationleur conférant la qualité de personne handicapée. Les personneshandicapées reprises dans la liste spécifique gardent le bénéfice de leurclassement sans limite de temps.

Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la conditionsuivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie del’Espace économique européen.

Conditions d’admissibilité :

1. Expérience requise au 1er octobre 2007 : vous disposez d’uneexpérience professionnelle de minimum deux ans dans une fonctionsituée dans le champ de la santé mentale et des facteurs psychosociauxliés à la santé, vous ayant permis d’acquérir une vision globale desproblèmes de santé liés en tout ou en partie au comportement desindividus, à celui des groupes ou encore à l’organisation de la vie ensociété.

Cette expérience doit se situer dans au moins deux des trois aspectssuivants : des comportements à risque, ceux concernant lesassuétudes par l’usage de substances (alcool, tabac, drogues...) et lesassuétudes liées à des comportements particuliers (jeu pathologique...);des facteurs psychosociaux suscitant des problèmes de santé,les entretenant ou les aggravant; de la qualité des relations humainesdans le domaine de la pratique des soins et de la formation desprofessionnels de la santé, en relation avec ces questions.

2. Diplômes requis au 1er octobre 2007 : licence (diplôme de base de2e cycle) en sciences de la santé publique, anthropologie, sciences de lapopulation et du développement, sociologie, criminologie, sciences del’éducation ou sciences psychologie.

Les diplômes et l’expérience sont des exigences absolues pourparticiper à une procédure de sélection de SELOR.

La description de la fonction ainsi que la procédure de sélectionsont plus amplement détaillées dans le règlement complet desélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR(ligne info 0800-505 55) ou via le site web du SELOR.

Traitement annuel brut de début : 30.636,38 EUR, allocationsréglementaires non comprises.

Posez votre candidature jusqu’au 1er octobre 2007.

48853MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 162: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Opgelet : u sollicitatie voor deze selectie moet vergezeld zijn van hetgestandaardiseerd CV AFG07013 (+ de bijlagen) en een kopie van uwdiploma. Zo niet wordt er geen rekening gehouden met uw sollicitatie.

U kan dit enkel doen per fax (02-788 68 44) of brief (SELOR,AFG07013, Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel).

U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze websitehttp://www.selor.be

U dient dan nog wel de vereiste documenten (zie hierboven) op testuren met de vermelding « webinschrijving ».

U vindt het in te vullen gestandaardiseerd CV op de websitewww.selor.be, bij de rubriek van de selectie of u vraagt het aan via deinfolijn van SELOR (0800-505 55) of via [email protected]

*

SELORSELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

[2007/202832]

Vergelijkende selectie van Franstalige financieel experten inzakegezondheidszorg (m/v) (niveau A) voor het Rijksinstituut voorziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) (AFG07014)

Na deze selectie wordt een lijst met maximum 10 geslaagdenaangelegd, die twee jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning vande laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantalpunten, wordt het maximumaantal geslaagden in hun voordeelverhoogd.

Naast deze lijst van geslaagden wordt een bijzondere lijst opgesteldvan de personen met een handicap die geslaagd zijn. Deze personenworden er enkel in opgenomen op hun vraag en voorzover zij een attesthebben voorgelegd waarin hen de hoedanigheid van persoon met eenhandicap wordt toegekend. De personen met een handicap die zijnopgenomen in de bijzondere lijst blijven hun rangschikking behoudenzonder beperking in de tijd.

Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd teworden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger vaneen ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.

Toelaatbaarheidsvereiste :

Vereiste diploma’s op 1 oktober 2007 : diploma van een basisoplei-ding van 2 cycli (b.v. licentiaat, handelsingenieur,...) uitgereikt inbestuurswetenschappen, economische wetenschappen, toegepasteeconomische wetenschappen of wiskundige wetenschappen door eenBelgische universiteit of een hogeschool.

De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u inhet selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR(via de infolijn 0800-505 55) of op de SELOR-website.

Jaarlijks brutobeginsalaris : 30.636,38 EUR, reglementaire toelagenniet inbegrepen.

Solliciteren kan tot 1 oktober 2007.

U reageert per telefoon (enkel op het nummer 070-66 66 30 - hourijksregisternr. en referentienr. bij de hand !), fax (02-788 68 44) of brief(SELOR, AFG07014, Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel).

U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze websitehttp://www.selor.be

Om geldig te solliciteren, vermeldt u uw naam, voornaam, volledigadres, geboortedatum, rijksregisternummer en het referentie-nummer (AFG07014) van de selectieprocedure. Zo niet zal met uwsollicitatie geen rekening worden gehouden.

Uw sollicitatie zal per brief worden bevestigd.

Attention : votre inscription à cette sélection doit être accompagnéedu CV standardisé AFG07013 (+ les annexes) et d’une copie de votrediplôme. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise enconsidération.

Vous postulez uniquement par fax (02-788 68 44) ou par lettre(SELOR, AFG07013, boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles).

Vous pouvez également poser votre candidature directement surnotre site web http://www.selor.be

Dans ce cas, vous devez encore envoyer les documents exigés(voyez plus haut) avec la mention « inscription web ».

Vous trouvez le CV standardisé à remplir sur le site www.selor.be àla rubrique de la sélection concernée ou sur demande via la ligne infodu SELOR (0800-505 55) ou via [email protected]

SELORBUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

[2007/202832]

Sélection comparative d’experts financiers en matière de soins desanté (m/f) (niveau A), d’expression française, pour l’Institutnational d’assurance maladie-invalidité (INAMI) (AFG07014)

Une liste de 10 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie.Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de ladernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté enleur faveur.

Il est établi, outre cette liste des lauréats, une liste spécifique despersonnes handicapées lauréates. Celles-ci n’y figurent qu’à leurdemande et pour autant qu’elles aient produit une attestationleur conférant la qualité de personne handicapée. Les personneshandicapées reprises dans la liste spécifique gardent le bénéfice de leurclassement sans limite de temps.

Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la conditionsuivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie del’Espace économique européen.

Condition d’admissibilité :

Diplômes requis au 1er octobre 2007 : diplôme de base de 2e cycle(p.ex. licencié, ingénieur commercial...) délivré en sciences de gestion,sciences économique, sciences économiques appliquées, sciencescommerciales ou sciences mathématiques par une université ou hauteécole belge.

La description de la fonction ainsi que la procédure de sélectionsont plus amplement détaillées dans le règlement complet desélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR(ligne info 0800-505 55) ou via le site web du SELOR.

Traitement annuel brut de début : 30.636,38 EUR, allocationsréglementaires non comprises.

Posez votre candidature jusqu’au 1er octobre 2007.

Vous le faites par téléphone (exclusivement au numéro 070-66 66 30 -ayez votre no de registre national et votre no de réf. sous la main !),par fax (02-788 68 44) ou par lettre (SELOR, AFG07014, boulevardBischoffsheim 15, 1000 Bruxelles).

Vous pouvez également poser votre candidature directement surnotre site web http://www.selor.be

Pour que votre inscription soit valable, vous devez indiquer vosnom, prénom, adresse complète, date de naissance, numéro de registrenational et le numéro de référence (AFG07014) de la procédure desélection. Faute de quoi, votre candidature ne sera pas prise enconsidération.

Votre candidature sera confirmée par lettre.

48854 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 163: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

SELORSELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

[2007/202830]Vergelijkende selectie van Nederlandstalige planologen (m/v)

(niveau A) voor de Afdeling Ruimtelijke Planning en AfdelingStedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid - Brussel -Vlaamse overheid (ANV07030)

Na deze selectie wordt een lijst met maximum 30 geslaagdenaangelegd, die twee jaar geldig blijft. Indien er voor de toekenning vande laatste plaats verscheidene geslaagden zijn met een gelijk aantalpunten, wordt het maximumaantal geslaagden in hun voordeelverhoogd.

Als u geslaagd bent voor deze selectie, moet u - om benoemd teworden - op de datum van indiensttreding o.a. Belg zijn of burger vaneen ander land behorende tot de Europese Economische Ruimte.

Toelaatbaarheidsvereisten :Vereiste diploma’s op 1 oktober 2007 : u bent in het bezit van één van

de volgende diploma’s :— licentiaat/master in de stedenbouw en de ruimtelijke ordening;— licentiaat/master in de stedenbouw, ruimtelijke ordening en

ontwikkeling,of— aanvullend diploma of gespecialiseerd diploma in de stedenbouw

en de ruimtelijke ordening, in de ruimtelijke planning, stede(n)bouw,stede(n)bouwkundige, afgeleverd door een Belgische universiteit ofhogeschool behaald op basis van een basisopleiding van de 2e cyclus(bijvoorbeeld licentiaat of master).

Ook laatstejaarsstudenten van het academiejaar 2007-2008 zijntoegelaten tot de selectie.

De gedetailleerde functiebeschrijving en selectieprocedure vindt u inhet selectiereglement, dat u kan verkrijgen bij de diensten van SELOR(via de infolijn 0800-505 54) of op de SELOR-website.

Jaarlijks brutobeginsalaris : 30.944,42 EUR, reglementaire toelagenniet inbegrepen.

Solliciteren kan tot 1 oktober 2007.Opgelet : uw sollicitatie voor deze selectie moet vergezeld zijn van

het gestandaardiseerd CV ANV07030 (+ bijlage) en een kopie van uwdiploma. Zo niet wordt er geen rekening gehouden met uw sollicitatie.

U kan dit enkel doen per fax (02-788 68 44) of brief (SELOR,ANV07030, Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel).

U kan ook rechtstreeks solliciteren op onze websitehttp://www.selor.be

U dient dan nog wel de vereiste documenten (zie hierboven) op testuren met de vermelding « webinschrijving ».

U vindt het in te vullen CV op de website www.selor.be,bij de rubriek van de selectie of u vraagt het aan via de infolijn vanSELOR (0800-505 54) of via [email protected]

*

SELORSELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

Werving. — Uitslagen

[2007/202822]

Vergelijkende selectie van Franstalige ICT-deskundige-ICT-ontwikkelaar-.NETprogrammeur (m/v) (niveau B) voor het Rijks-instituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV)(AFG07810). — Uitslagen

Rangschikking van de geslaagde kandidaten voor toelating totde stage :

1. VITS, FRANÇOIS-XAVIER, 6180 COURCELLES.

2. BAISEZ, CLAUDE-EMMANUEL, 7730 ESTAIMPUIS.

3. FONTAINE, SEBASTIEN, 7500 TOURNAI.

4. THORREZ, PATRICE, 7700 MOUSCRON.

5. KERCKX, BENJAMIN, 1190 FOREST.

6. LEMPEREUR, BENOIT, 4851 PLOMBIERES.

SELORBUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

[2007/202830]Sélection comparative de planologues (m/f) (niveau A), d’expression

néerlandaise, pour le « Afdeling Ruimtelijke Planning en AfdelingStedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid » -Bruxelles - Administration flamande (ANV07030)

Une liste de 30 lauréats maximum, valable deux ans, sera établie.Si plusieurs lauréats sont à égalité de points pour l’attribution de ladernière place, le nombre maximum de lauréats fixé est augmenté enleur faveur.

Le candidat doit remplir, à la date de son affectation, e.a. la conditionsuivante : être Belge ou citoyen d’un autre Etat faisant partie del’Espace économique européen.

Conditions d’admissibilité :Diplômes requis au 1er octobre 2007 : vous êtes en possession d’un

des diplômes suivants :— licencié/master en urbanisme et aménagement du territoire;— licencié/master en urbanisme, aménagement et développement

du territoire,ou— diplôme complémentaire ou diplôme spécialisé en urbanisme et

aménagement du territoire, en planification spatiale, d’urbanisme,d’urbaniste, délivrés par une université belge ou un établissementd’enseignement supérieur belge, obtenus sur base d’une formation debase du 2e cycle (p.ex. licencié, master).

Les étudiants qui au cours de l’année académique 2007-2008 suiventla dernière année des études pour l’obtention du diplôme requis, sontégalement admis.

La description de la fonction ainsi que la procédure de sélectionsont plus amplement détaillées dans le règlement complet desélection que vous pourrez obtenir auprès des services du SELOR(ligne info 0800-505 54) ou via le site web du SELOR.

Traitement annuel brut de début : 30.944,42 EUR, allocationsréglementaires non comprises.

Posez votre candidature jusqu’au 1er octobre 2007.Attention : votre inscription à cette sélection doit être accompagnée

du CV ANV07030 (+ annexe) et d’une copie de votre diplôme. Faute dequoi, votre candidature ne sera pas prise en considération.

Vous postulez uniquement par fax (02-788 68 44) ou par lettre(SELOR, ANV07030, boulevard Bischoffsheim 15, 1000 Bruxelles).

Vous pouvez également poser votre candidature directement surnotre site web http://www.selor.be

Dans ce cas, vous devez encore envoyer les documents exigés(voyez plus haut) avec la mention « inscription web ».

Vous trouvez le CV standardisé à remplir sur le site www.selor.be àla rubrique de la sélection concernée ou sur demande via la ligne infodu SELOR (0800-505 54) ou via [email protected]

SELORBUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

Recrutement. — Résultats

[2007/202822]

Sélection comparative d’experts ICT-développeurs-ICT-program-meurs.NET (m/f) (niveau B), d’expression française, pourl’Institut national d’assurance maladie-invalidité (INAMI)(AFG07810). — Résultats

Classement des lauréats du concours d’admission au stage :

1. VITS, FRANÇOIS-XAVIER, 6180 COURCELLES.

2. BAISEZ, CLAUDE-EMMANUEL, 7730 ESTAIMPUIS.

3. FONTAINE, SEBASTIEN, 7500 TOURNAI.

4. THORREZ, PATRICE, 7700 MOUSCRON.

5. KERCKX, BENJAMIN, 1190 FOREST.

6. LEMPEREUR, BENOIT, 4851 PLOMBIERES.

48855MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 164: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

SELORSELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID

[2007/202823]Selectie van Nederlandstalige ICT-deskundige-ICT-ontwikkelaar.NET-

programmeur (m/v) (niveau B) voor het Rijksinstituut voor ziekte-en invaliditeitsverzekering (RIZIV) (ANG07810). — Uitslagen

Rangschikking van de geslaagde kandidaten voor toelating totde stage :

1. DE GROOTE, CHRISTOPHER, 9402 NINOVE.

2. VANSTAPEL, NICO, 3800 SINT-TRUIDEN.

3. MAERTENS, NICK, 8200 BRUGGE.

4. DE WACHTER, LODEWIJK BENE, 1982 ZEMST.

5. BOETS, SABINE, 2812 MECHELEN.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

[2007/03429]

Administratie van de BTW, registratie en domeinen(Vervreemding van onroerende domeingoederen)

Bekendmaking gedaan ter uitvoering van de wet van 31 mei 1923,gewijzigd door de programmawet van 6 juli 1989

Het Waalse Gewest is voornemens uit te hand te verkopen :

Stad Bergen (vroeger Nimy)

Een perceel grond gelegen rue du Moulin de Nimy, gekadastreerd ofvroeger gekadastreerd Bergen, 9e afdeling, sectie D, deel van num-mer 96/02F, voor een oppervlakte van 17 ca volgens meting. Palend ofgepaald hebbende aan het domein van het Waals Gewest, aan hetdomein van de stad Bergen en aan de maatschappij Nimy-Loisirs.

Prijs : 500 euro, buiten de kosten.

Gewestplan : woongebied.

Eventuele bezwaren of hogere aanbiedingen dienen binnen demaand van dit bericht overgemaakt aan het Aankoopcomité te Bergen,digue des Peupliers 71 (tel. 065/32 75 16, fax : 065/32 74 97).

Contactpersonen : Jean-Marie Duym, administratief assistent; MichelRicour, commissaris.

Verwijzing : 53053/9/2278.

SELORBUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE

[2007/202823]Sélection d’experts ICT-développeurs-ICT-programmeurs.NET (m/f)

(niveau B), d’expression néerlandaise, pour l’Institut nationald’assurance maladie-invalidité (INAMI) (ANG07810). — Résultats

Classement des lauréats du concours d’admission au stage :

1. DE GROOTE, CHRISTOPHER, 9402 NINOVE.

2. VANSTAPEL, NICO, 3800 SINT-TRUIDEN.

3. MAERTENS, NICK, 8200 BRUGGE.

4. DE WACHTER, LODEWIJK BENE, 1982 ZEMST.

5. BOETS, SABINE, 2812 MECHELEN.

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES

[2007/03429]

Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines(Aliénation d’immeubles domaniaux)

Publication faite en exécution de la loi du 31 mai 1923,modifiée par la loi-programme du 6 juillet 1989

La Région wallonne se propose de vendre de gré à gré :

Ville de Mons (ex-Nimy)

Un terrain sis rue du Moulin de Nimy, cadastré ou l’ayant été Mons,9e division, section D, partie du numéro 96/02F, pour une superficie de17 ca selon mesurage. Tenant ou ayant tenu au domaine de la Régionwallonne, au domaine de la ville de Mons et à la société Nimy-Loisirs.

Prix : 500 euros, outre les frais.

Plan de secteur : zone d’habitat.

Les réclamations éventuelles ou les offres plus élevées doivent êtreadressées dans le mois du présent avis, au Comité d’Acquisitiond’Immeubles à Mons, digue des Peupliers 71 (tél. 065/32 75 16,fax : 065/32 74 97).

Personnes de contact : Jean-Marie Duym, assistant administratif;Michel Ricour, commissaire.

Références : 53053/9/2278.

48856 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 165: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines Administratie van het kadaster, registratie en domeinen

Publication prescrite par l’article 770du Code civil

Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 770van het Burgerlijk Wetboek

[2007/54483]

Erfloze nalatenschap van De Vos, Octavie

De Vos, Octavie Angèle, weduwe van Van Cauwenberge, Joseph,geboren te Zottegem op 15 maart 1912, wonende te Monceau-sur-Sambre, Molensestraat 8, is overleden te Montigny-le-Tilleul op 25 okto-ber 2003, zonder bekende erfopvolgers na te laten.

Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van deBTW, registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling vande nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Charleroi, bijbeschikking van 15 februari 2007, de bekendmakingen en aanplakkin-gen voorzien bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen.

Namen, 6 maart 2007.

De directeur der registratie en domeinen,M. de Pierpont.

(54483)

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2007/09806]Rechterlijke Orde. — Vacante betrekking

— werkend assessor in strafuitvoeringszaken, gespecialiseerd in desociale reïntegratie, voor het rechtsgebied van het hof van beroep teBrussel, Nederlandstalige kamer : 1.

Elke kandidatuur moet bij een ter post aangetekend schrijvenworden gericht aan « FOD Justitie, Directoraat-generaal RechterlijkeOrganisatie, Dienst Personeelszaken, ROJ 211, Waterloolaan 115,1000 Brussel », binnen een termijn van één maand vanaf heden.

*

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2007/09813]Rechterlijke Orde. — Vacante betrekkingen. — Erratum

In de bekendmaking, in het Belgisch Staatsblad van 12 september 2007,pagina 48383, van vacante plaatsen van :

- substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent, dienthet cijfer « 2 » te worden vervangen door het cijfer « 3 » en dient de zin« Deze plaatsen vervangen deze gepubliceerd in het Belgisch Staatsbladvan 14 juni 2007 » te worden vervangen door « Deze plaatsenvervangen plaatsen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van15 maart 2007 en 14 juni 2007. »;

- toegevoegd rechter voor het rechtsgebied van het hof van beroep teGent, dient het cijfer 3 te worden vervangen door het cijfer 2.

[2007/54483]

Succession en déshérence de De Vos, Octavie

De Vos, Octavie Angèle, veuve de Van Cauwenberge, Joseph, née àZottegem le 15 mars 1912, domiciliée à Monceau-sur-Sambre, rue duMoulin 8, est décédée à Montigny-le-Tilleul le 25 octobre 2003, sanslaisser de successeur connu.

Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., del’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat,l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instancede Charleroi a, par ordonnance du 15 février 2007, prescrit lespublications et affiches prévues par l’article 770 du Code civil.

Namur, le 6 mars 2007.

Le directeur de l’enregistrement et des domaines,M. de Pierpont.

(54483)

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2007/09806]Ordre judiciaire. — Place vacante

— assesseur en application des peines effectif, spécialisé enréinsertion sociale, pour le ressort de la cour d’appel de Bruxelles,chambre néerlandaise : 1.

Toute candidature doit être adressée par lettre recommandée à laposte au « SPF Justice, Direction générale de l’Organisation judiciaire,Service du Personnel, ROJ 211, boulevard de Waterloo 115,1000 Bruxelles », dans un délai d’un mois à partir de ce jour.

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2007/09813]Ordre judiciaire. — Places vacantes. — Erratum

Dans la publication, au Moniteur belge du 12 septembre 2007,page 48383, de places vacantes de :

- substitut du procureur général près la cour d’appel de Gand, lechiffre « 2 » doit être remplacé par le chiffre « 3 » et la phrase ″Ces placesremplacent celles publiées au Moniteur belge du 14 juin 2007. » doit êtreremplacée par ″Ces places remplacent des places publiées au Moniteurbelge des 15 mars 2007 et 14 juin 2007. »;

- juge de complément pour le ressort de la cour d’appel de Gand, lechiffre 3 doit être remplacé par le chiffre 2.

48857MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 166: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGIONGEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE

JOBPUNT VLAANDEREN

[2007/202824]

Jobpunt Vlaanderen coördineert voor de stad Gent diverse vergelijkende aanwervingsexamensvoor het aanleggen van wervingsreserves

Controleur (bouwtoezicht) (m/v) staf in statutair dienstverbandbij de Dienst Administratie Departement Ruimtelijke Planning, Mobiliteit en Openbaar Domein, niveau B

De Dienst Administratie vormt één van de zes diensten binnen het Departement Ruimtelijke Planning, Mobiliteiten Openbaar Domein van de stad Gent. Dit departement streeft er o.m. naar de ’ruimte’ evenwichtig in te richten enop een duurzame wijze te laten functioneren.

Als controleur (m/v) werkt u binnen de afdeling Bouwtoezicht van de Dienst Administratie. U controleert ofwerken uitgevoerd worden conform de noodzakelijke vergunning, dit zowel in het kader van een systematischecontrole als naar aanleiding van een klacht. U voert indien nodig de politionele bevoegdheid uit die u heeft binnen uwverantwoordelijkheidsgebied. Hiernaast staat u ook in voor de administratieve opdrachten die gekoppeld zijn aanuw dossiers, en verstrekt u informatie en technisch advies aan derden.

Voorwaarden :. U hebt een diploma hoger onderwijs één cyclus bedrijfsmanagement (optie rechtspraktijk), bouw (optie bouw of

optie vastgoed), of administratie.. U bent in het bezit van een rijbewijs B (handgeschakeld).. De overige voorwaarden staan in de inlichtingsbladen vermeld. Deze kan u opvragen bij de Dienst Selectie en

Examens.Voor meer inlichtingen over de functie-inhoud kan u contact opnemen met Annemieke Van Melkebeek,

directeur-manager, of Myriam Claeys, adjunct van de directie, op het nummer 09-266 79 90.Ons aanbod.Wij bieden uitdaging en variatie, de mogelijkheid tot permanente vorming, initiatiefname en diverse interne en

externe contacten. Voor de graad van controleur (m/v) bieden we een brutoaanvangswedde van 2.039,62 EUR permaand en eindmaandwedde van 3.401,32 EUR. Deze wedde (kan) worden verhoogd met reglementaire vergoedingenen bijkomende extralegale voordelen (hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, enz.).

Procedure.Het examen voor controleur (m/v) bestaat uit een schriftelijk, een psychotechnisch en een mondeling deel

(hierin wordt gepeild naar de competenties, motivatie, vakkennis en eventueel de werkervaring).De uiterste inschrijvingsdatum voor deze examenprocedure is 27 september 2007. U kan uw kandidatuur indienen

via een inschrijvingsformulier. U kan dit, samen met de volledige inlichtingsbladen van de selectieprocedure,bekomen bij de Dienst Selectie en Examens.

Wat betreft de gelijkschakeling van diploma’s binnen de nieuwe structuur van het hoger onderwijs wordtverwezen naar het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (4 april 2003,artikel 69).

Indien u uw diploma in het buitenland behaalde, dan dient u in het bezit te zijn van een gelijkwaardigheid/niveaubepaling. U kan dit aanvragen bij :

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, NARIC-VlaanderenH. Consciencegebouw, Toren 7aKoning Albert II-laan 151210 BrusselTel. 02-553 98 17

Consulent (m/v) - lijn

In statutair dienstverband bij de Dienst Boekhouding - Departement Financiën - niveau BDe Dienst Boekhouding ressorteert onder het Departement Financiën van de stad Gent.Als consulent (m/v) binnen de Dienst Boekhouding bereidt u de dossiers voor in het kader van het visum.

U onderzoekt daartoe de wettigheid en de regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen en controleert of deuitgaven conform de richtlijnen worden vastgelegd. U voert boekhoudkundige controle uit, dit betekent dat u zichthebt op zowel de budgettaire, algemene als analytische boekhouding. U coördineert de dagelijkse werking van demedewerkers die onder u ressorteren, zorgt ervoor dat uw cel als één samenwerkend geheel functioneert.

Voorwaarden :. U hebt een diploma hoger onderwijs één cyclus boekhouden-accountancy of rechtspraktijk.. De overige voorwaarden staan in de inlichtingsbladen vermeld. Deze kan u opvragen bij de Dienst Selectie en

Examens.Voor meer inlichtingen over de functie-inhoud kan u contact opnemen met Grete Pallemans, adviseur, op het

nummer 09-266 77 27.Ons aanbod.

48858 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 167: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Wij bieden uitdaging en variatie, de mogelijkheid tot permanente vorming, initiatiefname en diverse interne enexterne contacten. Voor de graad van consulent (m/v) bieden we een brutoaanvangswedde van 2.039,62 EUR permaand en eindmaandwedde van 3.401,32 EUR. Deze wedde (kan) worden verhoogd met reglementaire vergoedingenen bijkomende extralegale voordelen (hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, enz.).

Procedure.Het examen voor consulent (m/v) bestaat uit een schriftelijk, een psychotechnisch en een mondeling deel

(hierin wordt gepeild naar de competenties, motivatie, vakkennis en eventueel de werkervaring).De uiterste inschrijvingsdatum voor deze examenprocedure is 27 september 2007. U kan uw kandidatuur indienen

via een inschrijvingsformulier. U kan dit, samen met de volledige inlichtingsbladen van de selectieprocedure,bekomen bij de Dienst Selectie en Examens.

Wat betreft de gelijkschakeling van diploma’s binnen de nieuwe structuur van het hoger onderwijs wordtverwezen naar het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (4 april 2003,artikel 69).

Indien u uw diploma in het buitenland behaalde, dan dient u in het bezit te zijn van een gelijkwaardigheid/niveaubepaling. U kan dit aanvragen bij :

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, NARIC-VlaanderenH. Consciencegebouw, Toren 7aKoning Albert II-laan 151210 BrusselTel. 02-553 98 17

Ingenieur (m/v) - lijn

In statutair dienstverband bij de Milieudienst - Departement Milieu, Groen en Gezondheid - niveau ADe Milieudienst vormt één van de vier diensten binnen het Departement Milieu, Groen en Gezondheid. De dienst

staat in voor het realiseren van een kwaliteitsvolle leefomgeving bij de ontwikkeling van een duurzame stad.Als ingenieur (m/v) staat u aan het hoofd van de cel Milieuvergunningen en geeft u leiding aan een

5-tal medewerkers. Deze cel staat enerzijds in voor de technische advisering van milieuvergunnings- en andereaanvragen, en anderzijds voor het uitwerken, vormgeven en communiceren van een milieubeleid met betrekking totbedrijfsgerelateerde hinder, i.c. afvalwater, geluid en geurhinder. U zorgt ervoor dat uw medewerkers opdrachtencorrect en efficiënt uitvoeren, en adviseert - of behandelt zelf - de meest complexe dossiers. U werkt ook concretebeleidslijnen en procedures uit op basis van de door het bestuur vastgelegde milieubeleidsplannen en uitvoerings-plannen.

Voorwaarden :. U hebt een universitair diploma diploma bio-ingenieur in de milieutechnologie, of een universitair diploma

ingenieur aangevuld met een diploma GAS in de milieuwetenschappen, of een universitair diploma ingenieuraangevuld met twee jaar werkervaring binnen het domein milieu - als hoofdopdracht - op universitair niveau.

. U bent in het bezit van een rijbewijs B (handgeschakeld).

. U behaalt binnen de vier jaar na uw aanstelling het bekwaamheidsbewijs overeenkomstig artikel 58 van hetVLAREM I.

. De overige voorwaarden staan in de inlichtingsbladen vermeld. Deze kan u opvragen bij de Dienst Selectieen Examens.

Voor meer inlichtingen over de functie-inhoud kan u contact opnemen met Katleen Straetmans, directeur-manager,op het nummer 09-268 23 00.

Ons aanbod.Wij bieden uitdaging en variatie, de mogelijkheid tot permanente vorming, initiatiefname en diverse interne en

externe contacten. Voor de graad van ingenieur (m/v) bieden wij een brutoaanvangswedde van 2.918,26 EUR permaand en eindmaandwedde van 5.513,29 EUR per maand.Deze wedde (kan) worden verhoogd met reglementairevergoedingen en bijkomende extralegale voordelen (hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, enz.).

Procedure.Het examen voor ingenieur (m/v) bestaat uit een schriftelijk, een psychotechnisch en een mondeling deel

(hierin wordt gepeild naar de competenties, motivatie, vakkennis en eventueel de werkervaring). Indien er voor hetexamen van ingenieur (m/v) 25 of meer kandidaten zijn die aan alle voorwaarden voldoen, wordt er eenpreselectieproef georganiseerd.

De uiterste inschrijvingsdatum voor deze examenprocedure is 27 september 2007. U kan uw kandidatuur indienenvia een inschrijvingsformulier. U kan dit, samen met de volledige inlichtingsbladen van de selectieprocedure,bekomen bij de Dienst Selectie en Examens.

Wat betreft de gelijkschakeling van diploma’s binnen de nieuwe structuur van het hoger onderwijs wordtverwezen naar het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (4 april 2003,artikel 69).

Indien u uw diploma in het buitenland behaalde, dan dient u in het bezit te zijn van een gelijkwaardigheid/niveaubepaling. U kan dit aanvragen bij :

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, NARIC-VlaanderenH. Consciencegebouw, Toren 7aKoning Albert II-laan 151210 BrusselTel. 02-553 98 17Ons aanbod.Wij bieden uitdaging en variatie, de mogelijkheid tot permanente vorming, initiatiefname en diverse interne en

externe contacten. Voor de graad van ingenieur (m/v) bieden wij een brutoaanvangswedde van 2.918,26 EUR permaand en eindmaandwedde van 5.513,29 EUR per maand, voor de graad van consulent (m/v) en controleur (m/v)bieden we een brutoaanvangswedde van 2.039,62 EUR per maand en eindmaandwedde van 3.401,32 EUR.Deze weddes (kunnen) worden verhoogd met reglementaire vergoedingen en bijkomende extralegale voordelen(hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, enz.).

48859MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 168: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Procedure.De examens voor ingenieur (m/v), consulent (m/v) en controleur (m/v) bestaan uit een schriftelijk, een

psychotechnisch en een mondeling deel (hierin wordt gepeild naar de competenties, motivatie, vakkennis en eventueelde werkervaring). Indien er voor het examen van ingenieur (m/v) 25 of meer kandidaten zijn die aan alle voorwaardenvoldoen, wordt er een preselectieproef georganiseerd.

De uiterste inschrijvingsdatum voor deze examenprocedures is 27 september 2007. U kan uw kandidatuur vooréén of meer van deze procedures indienen via een inschrijvingsformulier. U kan dit, samen met de volledigeinlichtingsbladen van de selectieprocedures, bekomen bij de Dienst Selectie en Examens.

Wat betreft de gelijkschakeling van diploma’s binnen de nieuwe structuur van het hoger onderwijs wordtverwezen naar het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (4 april 2003,artikel 69).

Indien u uw diploma in het buitenland behaalde, dan dient u in het bezit te zijn van een gelijkwaardigheid/niveaubepaling. U kan dit aanvragen bij :

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, NARIC-VlaanderenH. Consciencegebouw, Toren 7aKoning Albert II-laan 151210 BrusselTel. 02-553 98 17Dienst Selectie en ExamensAdministratief CentrumWoodrow Wilsonplein 19000 Gent (lokaal 326)Tel. 09-266 75 60e-mail [email protected]

*JOBPUNT VLAANDEREN

[2007/202825]Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een onderluitenant brandweer voor de stad Leuven

Leuven ken je vooral als de universiteitsstad in het historische hart van Vlaams-Brabant met zijn schitterendegebouwen, vele pleinen en parken, gezellige terrasjes en rijke biertraditie. Het stadsbestuur is ook een belangrijke lokalewerkgever. We zijn op zoek naar (m/v) :

Onderluitenant brandweerJe hebt de operationele leiding van interventies zoals brandbestrijding, ongevallen met geknelden, ontsnapping

van gas,... Je geeft daartoe leiding aan een ploeg van een 30-tal personen. Je verzorgt opleidingen en je hebt de leidingover taken als onderhoud en herstelling van voertuigen, magazijnbeheer, administratie, enz. Een tweede belangrijkgedeelte van je taak bestaat uit brandpreventieopdrachten.

Dit betekent onder meer dat je controles ter plaatse doet, veiligheidsstudies van bouwplannen maakt,verslagen opstelt en adviezen formuleert.

Je beschikt over een masterdiploma en een rijbewijs B. We verwachten een sterke motivatie, een goede fysiekeconditie en een flexibele ingesteldheid. Voor deze functie is het belangrijk dat je over leidinggevende capaciteitenbeschikt en je kalmte en rust kunt bewaren in alle omstandigheden.

Aanbod :Een boeiende functie waarbij je meewerkt aan de verdere ontwikkeling van de stad Leuven • voor de

onderluitenant brandweer : een statutaire benoeming • ruime opleidings- en ontwikkelingskansen • gunstigeverlofregeling, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding of gratis openbaar vervoer van en naarhet werk.

Interesse :Surf naar www.leuven.be of bel het nummer 016-21 17 53 voor een informatiebrochure en het verplichte

inschrijvingsformulier. We verwachten dat je kandidatuur ten laatste op 24 september 2007 afgestempeld is door depost of geregistreerd op het secretariaat van de stad Leuven.

*JOBPUNT VLAANDEREN

[2007/202826]Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van innovatieadviseurs

(voor de nabije toekomst, waarvan 6 voor onmiddellijke indiensttreding)

Als ruimte bieden aan innovatie voor u een werkwoord is... dan is voor u het IWT (Innovatie door Wetenschap enTechnologie) niet alleen het overheidsagentschap dat als enig aanspreekpunt in Vlaanderen instaat voor deondersteuning van innovatieprojecten en innovatie-initiatieven, maar waarschijnlijk ook een interessant loopbaan-perspectief. Het IWT concretiseert immers het innovatiebeleid van de Vlaamse Regering. Dit gebeurt door financiering,adviesverlening en informatieverstrekking. Het IWT beheert jaarlijks zo’n 300 miljoen euro met een personeelsbestandvan 125 medewerkers, waarvan 60 adviseurs met een hoog competentieniveau.

Onze innovatieadviseurs ?Zij hebben vanuit een doe-perspectief een kijk op de innovatiecontext van bedrijven, onderzoeksinstellingen,

intermediaire innovatieactoren, economie, maatschappij en/of overheid, of op bepaalde aspecten en randvoorwaardendie innovatie mogelijk maken. Ze zien vanuit hun expertise kansen, leveren inzicht in keuzes, evalueren oriëntaties enbrengen samenwerking tot stand. Hun werkterrein is breed en divers, de innovatieadviseur werkt zelfstandig,maar vaak ook samen in teamverband.

Waarom nu kandideren ?

48860 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 169: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Als u nu bezig bent met innovatie of meewerken aan een innoverend Vlaanderen u een uitdaging lijkt, dan isdeelnemen belangrijk voor u.

U kunt zich nu al kwalificeren als potentieel IWT-adviseur, klaar voor ons concreet aanbod in de toekomst.Deze kwalificatie blijft onbeperkt geldig in de tijd. Dit opent voor u perspectieven van loopbaanplanning. Wij zoekenimmers regelmatig innovatieadviseurs voor verdere uitbouw en groei. Momenteel zijn we dringend op zoeknaar (m/v) :

Innovatieadviseurs (voor de nabije toekomst, waarvan 6 voor onmiddellijke indiensttreding)Maar als u daarenboven beantwoordt aan één van de profielen die dit najaar prioritair zijn en nu op zoek bent naar

een andere omgeving zult u wellicht ook al begin 2008 bij ons aan het werk kunnen zijn. Na uw geslaagde voorselectiezult u dan onmiddellijk in aanmerking kunnen komen voor ons openstaand jobaanbod (indiensttreding bij voorkeureinde 2007/begin 2008) als u kunt worden ingezet rond volgende aspecten :

• biomedische aspecten;• protocols voor telecommunicatie en dienstenontwikkeling;• monitoring en analyse van innovatie en innovatieve economie;• intellectuele eigendomsrechten;• innovatief aanbesteden;• internationale technologietransfer met accenten op mechanica, mechatronica, energie- of milieutechnologie

of bouw.Profiel : uw specifieke achtergrondkennis en verworven relevante competenties/ervaring zijn in elk geval

belangrijker dan uw eigenlijk diploma, als dat tenminste van masterniveau (of gelijkwaardig) is. U kunt in aanmerkingkomen, ook als u geen researchervaring hebt, mits de vereiste minimale achtergrondkennis en ervaring van minimumvier jaar. Wat deze ervaring precies kan zijn, kunt u lezen op onze website. We verwachten uiteraard ook van u dat usteeds de evoluties en trends in uw specialisatie blijft volgen. Naast uw specialiteit verwachten we ook dat u uw kennisuitbreidt in de breedte van het werkterrein van het IWT.

Aanbod : het IWT biedt u een contract van onbepaalde duur met op termijn de mogelijkheid tot een statutairebenoeming met extra pensioenvoordelen. Maar IWT biedt vooral ook een boeiende job vol afwisseling en veelzelfstandigheid, een bijzonder stimulerende en collegiale werkomgeving met talrijke externe contacten zowel inbinnen- als in buitenland en de kans om mee te werken aan een innoverend Vlaanderen. Bij vijf jaar nuttige ervaringbedraagt uw salaris 3.716,36 euro bruto per maand. Bij tien jaar nuttige ervaring bedraagt het brutosalaris 5.058,22 europer maand. Vorming, opleiding en training zijn vanzelfsprekendheden. Als overheidsorganisatie bieden wij naastwerkzekerheid ook heel wat doorgroeimogelijkheden. Een stevig pakket verlofdagen, maaltijdcheques, een hospitali-satieverzekering, gratis openbaar vervoer van en naar het werk, enz.

Interesse ? Uiteraard wilt u graag meer informatie. Op onze website www.iwt.be vindt u alvast de uitgebreidefunctieomschrijving met informatie over de kwalificatievereisten en de selectieprocedure. U kunt met al uw vragen ookterecht bij Michel Vandermeulen, personeelsdirecteur, 02-209 09 80, e-mail : [email protected]

Kandidaatstelling : u stelt uw kandidatuur met het formulier dat u samen met de gevraagde bijlagen stuurtnaar IWT, de heer Paul Zeeuwts, directievoorzitter, Bischoffsheimlaan 25, 1000 Brussel, fax 02-223 16 80,e-mail : [email protected]. U doet dit ten laatste op 22 september 2007 (datum van verzending of postdatum).Reeds eerder ontvangen kandidatuurstellingen voor deze functie komen nog steeds in aanmerking. Het generiekeselectiegedeelte voor het aanleggen van de algemene reserve is normalerwijze afgerond tegen 15 november 2007.Nadien volgt een functiespecifiek selectiegedeelte i.f.v. voor wie beantwoordt aan de voor eind 2007/begin 2008gezochte specialisaties op korte termijn.

De Vlaamse overheid wil de samenleving waarvoor zij zich inzet zo goed mogelijk weerspiegelen. Kandidatenworden dan ook geselecteerd op basis van hun kwaliteiten en vaardigheden, ongeacht geslacht, afkomst of handicap.

*JOBPUNT VLAANDEREN

[2007/202827]

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een diensthoofdvoor het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) is een agentschap van de Vlaamse overheid enbehoort tot het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het VAPH wil de participatie, integratie engelijkheid van kansen van personen met een handicap bevorderen in alle domeinen van het maatschappelijk leven.Binnen het VAPH staan de provinciale afdelingen in voor het opmaken van dossiers van de personen met een handicap,hun inschrijving en het toekennen van tussenkomsten voor materiële hulp. Het agentschap telt 322 personeelsleden.In de afdeling Brabant werken een 15-tal personeelsleden. Voor de provinciale afdeling in Leuven zijn we op zoek naareen (m/v) :

Diensthoofd-adjunct van de directie (statutair) met diensthoofdentoelageJouw functie : je bent verantwoordelijk voor de algemene leiding en organisatie van de afdeling en voor de

contacten extern. Je rapporteert naar het centraal niveau. Je levert een actieve bijdrage aan de afstemming van deprocedures en de werking van de verschillende provinciale afdelingen, zodat het voeren van een coherent beleidmogelijk wordt. Je geeft input bij beleidsvragen. Je stelt een efficiënte en vlugge dienstverlening en duidelijke informatievoor de persoon met een handicap voorop.

Jouw profiel : je hebt een licentiaats- of masterdiploma. Je hebt vier jaar ervaring op het vlak van leidinggeven ofinzake de materie VAPH. Je hebt interesse in het gehandicaptenbeleid. Je bent klantgericht en hebt inlevingsvermogent.o.v. de persoon met een handicap. Je bent een goede organisator, kunt zelfstandig beslissingen nemen en hebt eengoed mondeling en schriftelijk uitdrukkingsvermogen. Voor meer info over het VAPH surf je naar www.vaph.be,voor meer info over de functie kun je terecht bij [email protected], tel. 02-225 85 72.

Wij bieden jou : een statutaire benoeming (met een werfreserve van twee jaar) • een dynamische en aangenamewerksfeer • aantrekkelijke en gezinsvriendelijke arbeidsvoorwaarden in een stabiele omgeving, permanente vorming,opleiding en ruimte voor creativiteit • een brutostartsalaris van S 2.578 + 10 % diensthoofdentoelage; aangevuld meteen aantrekkelijke vakantieregeling, gratis woon-werkverkeer met het openbaar vervoer, hospitalisatieverzekering,...

48861MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 170: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Interesse ? Je kunt deelnemen aan de selectieprocedure door de gestructureerde vragenlijst te downloaden opwww.jobpunt.be onder de knop ’downloads’ en ingevuld terug te sturen uiterlijk 24 september 2007 [email protected] of naar Hudson/De Witte en Morel, t.a.v. Ellen Mertens, Moutstraat 56, 9000 Gent.De assessmentproeven gaan door tussen 8 en 19 oktober 2007. De interviews op 30 oktober 2007.

De Vlaamse overheid wil de samenleving waarvoor zij zich inzet zo goed mogelijk weerspiegelen.Kandidaten worden geselecteerd op basis van hun kwaliteiten en vaardigheden, ongeacht leeftijd, geslacht,

afkomst of handicap.

*JOBPUNT VLAANDEREN

[2007/202828]Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een maatschappelijk werker sociale dienst

en een maatschappelijk werker thuisdiensten voor het O.C.M.W.-Leuven

Het O.C.M.W.-Leuven is een moderne overheidsinstelling die een belangrijke sociale doelstelling in een stedelijkeagglomeratie waarmaakt. Met zijn 1 000 personeelsleden realiseert het O.C.M.W. een waaier van diensten :diverse vormen van individuele hulpverlening, thuiszorg, serviceflats, rust- en verzorgingstehuis,... Om de kwaliteitvan de dienstverlening te blijven verzekeren, zijn we dringend op zoek naar een (m/v) :

Maatschappelijk werker sociale dienstJouw functie : bij een vraag naar ondersteuning onderzoek je mogelijke oplossingen en via een sociaal onderzoek

ga je na of de cliënt recht heeft op de hulpverlening van het O.C.M.W. Je maakt een voorbereidend dossier voor hetbijzonder comité. Je maakt een hulpverleningsplan op dat rekening houdt met de behoeften van de cliënt en dewettelijke mogelijkheden. Je evalueert dit regelmatig en stuurt bij waar nodig. Je zet preventieve acties op tervoorkoming van hulpvragen, je werkt mee aan beleidsvoorbereidende activiteiten en je signaleert tekorten in dehulpverleningsaanpak.

Jouw profiel : je beschikt over een diploma maatschappelijk werker of sociaal verpleegkundige en je bent op dehoogte van de relevante wetgevingen. Je kunt zelfstandig werken en je beschikt over goede communicatieve,relationele en administratieve vaardigheden. Je bent bereid wisselende werktijden te presteren.

Maatschappelijk werker thuisdienstenJouw functie : bij een vraag naar ondersteuning onderzoek je mogelijke oplossingen en via een sociaal onderzoek

ga je na of de cliënt recht heeft op de hulpverlening van het O.C.M.W. Je maakt een voorbereidend dossier voor hetbijzonder comité. Je maakt een hulpverleningsplan op dat rekening houdt met de behoeften van de cliënt en dewettelijke mogelijkheden. Je evalueert dit regelmatig en stuurt bij waar nodig. Je geeft bovendien leiding aan een teamvan medewerkers in de schoonmaak en/of medewerkers in de gezinszorg. Je beoogt hierbij een kwaliteitsvolle enklantgerichte dienstverlening.

Jouw profiel : je beschikt over een diploma maatschappelijk werker of sociaal verpleegkundige en je bent op dehoogte van de relevante wetgevingen. Je kan zelfstandig werken en je beschikt over goede communicatieve, relationeleen administratieve vaardigheden. Je hebt een ruime visie op ouderenzorg en leidinggevende capaciteiten.

Aanbod : contract van onbepaalde duur • een minimum brutomaandwedde van 2.039,62 euro, overname vanmaximum tien jaar privéanciënniteit is mogelijk. Een loonsimulatie kan uitgevoerd worden door de loonadministratie(tel. 016-24 82 66) • extralegale voordelen : hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, fietsvergoeding, ruime oplei-dingskansen, 35 dagen verlof en 5 extralegale feestdagen, gratis openbaar vervoer van en naar het werk.

Interesse ? Een inschrijvingsformulier en een volledige brochure met functiebeschrijving, de aanwervings-voorwaarden en het selectieprogramma kun je bekomen op de Personeelsdienst van het O.C.M.W.-Leuven, AndreasVesaliusstraat 47 (1e verdieping), te 3000 Leuven, (tel. 016-24 82 71) [email protected]. De kandidatuur-stelling moet gebeuren via het inschrijvingsformulier, onvolledige kandidaturen kunnen helaas niet aanvaard worden.Je kandidatuur, je curriculum vitae en een kopie van je diploma verwachten we uiterlijk op 26 september 2007 via degewone post en geadresseerd aan de heer Erik Vanderheiden, voorzitter van het O.C.M.W.-Leuven.

*VLAAMSE OVERHEID

[C − 2007/36571]Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

Personeelsbeleid. — Decreet Rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs

Oproep tot de kandidaten voor deelname aan de opleiding voor het behalen van het vormingsattest voor het ambtvan directeur van een centrum voor leerlingenbegeleiding.

Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap informeert geïnteresseerden dat een oproep wordt verspreidvoor deelname aan de opleiding voor het ambt van directeur van een centrum voor leerlingenbegeleiding.

De omzendbrief : « Oproep tot de kandidaten voor deelname aan de opleiding voor het behalen van hetvormingsattest voor het ambt van directeur van een centrum voor leerlingenbegeleiding » zal aan alle instellingenvan het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap worden bekendgemaakt.

Deze omzendbrief bevat onder meer de modaliteiten i.v.m. de kandidaatstelling, een overzicht van de betrokkenscholengroepen en een kandideringsformulier.

De uiterste datum voor inzending van de kandidaturen bij de scholengroep(en) is vastgelegd op 28 septem-ber 2007.

De omzendbrief kan ingekeken worden in iedere instelling van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschapen is ook terug te vinden op de website van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap http://www.g-o.be

Voor meer gedetailleerde informatie over deze oproep kan u terecht bij de centrale administratie van hetGO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, cel opleidingen voor selectie- en bevorderingsambten, EmileJacqmainlaan 20, 1000 Brussel, tel. : 02-790 94 67.

Overzicht van de scholengroepen die screeningen organiseren voor het toekennen van opleidingsplaatsen voorhet ambt van directeur van een centrum voor leerlingenbegeleiding :

48862 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 171: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Scholengroep

Adres van de scholengroep Algemeen directeur

1 Fr. Craeybeckxlaan 24, 2100 Deurne Dirk Van De Vondel

2 Sint-Catharinastraat 10, 2940 Stabroek Carlo Janssens

3 Emile Blangenoisstraat 2, 2900 Schoten Eugene Claes

4 Mortselsesteenweg 54, 2540 Hove Marc Lemmens

5 Vlieghavenlaan 1, 3140 Keerbergen Linda Van Achter

6 Lindestraat 119, 2880 Bornem Luc Van Gasse

7 Grote Markt 52, 2300 Turnhout Jan Michielsen

8 Oudstrijderslaan 200, 1140 Evere Jacques Goris

9 Zijp 18, 1780 Wemmel Geert Frans

10 Waversesteenweg 41, 3090 Overijse Robert Steuts

11 Redingenstraat 88, 3000 Leuven Gunther Degroote

12 Boudewijnvest 1A, 3290 Diest Guy Beckx

13 Oude Kerkhofweg 1, 3700 Tongeren Thijs Lambert

14 Halmstraat 12, 3600 Genk Guy Cleuren

15 Sint-Margrietstraat 13, 3582 Beringen Joep Bullen

16 A. Hertzsstraat 2, 3500 Hasselt Vanhove Willy

17 Theo De Deckerlaan 2, 9140 Temse Guy Vanlancker

18 Zuidlaan 3, 9200 Dendermonde Hans Weyns

19 Welvaartstraat 70, bus 4, 9300 Aalst Firmin Verbrugge

20 Papiermolenstraat 103, 9500 Geraardsbergen Luc De Both

21 Ronseweg 1, 9700 Oudenaarde Jacques Vanhamme

22 Ooievaarsnest 3, 9050 Gentbrugge Jan De Maeyer

23 Beukenstraat 1, 9900 Eeklo Marc Desmidt

24 Polderdreef 42, 9840 Deinze Daniel Deconinck

25 Rijselstraat 3B, 8200 Sint-Michiels-Brugge Philip Vanhaeverbeke

26 Hugo Verrieststraat 68, 8800 Roeselare Marc Casteleyn

27 L. Spilliaertstraat 29, 8400 Oostende Xavier Defrancq

28 Kaaskerkestraat 22, bus 2, 8600 Diksmuide Dirck Defever

*VLAAMSE OVERHEID

Leefmilieu, Natuur en Energie

[C − 2007/36570]

Agentschap voor Natuur en Bos. — Aankondiging openbaar onderzoek. — Ontwerp van natuurrichtplan voor hetVlaams Ecologisch Netwerk (VEN), de Speciale Beschermingszones (SBZ) en de groene bestemmingsgebiedenvan « de Demervallei tussen Diest en Aarschot »

Op 31 augustus 2007 werd het « Ministeriëel besluit tot voorlopige goedkeuring van het ontwerp vannatuurrichtplan voor het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), de Speciale Beschermingszones (SBZ) en de groenebestemmingsgebieden van « de Demervallei tussen Diest en Aarschot » door de Vlaamse minister bevoegd voor hetLeefmilieu en het Natuurbehoud ondertekend.

De minister kondigt hierbij het openbaar onderzoek aan over dit voorlopig goedkeuringsbesluit dat betrekkingheeft op de gemeenten Diest, Scherpenheuvel-Zichem en Aarschot. Vanaf 1 oktober 2007 tot en met 29 november 2007ligt het ontwerp van natuurrichtplan ter inzage in het gemeentehuis van de gemeenten Diest, Scherpenheuvel-Zichemen Aarschot.

Als u bij het ontwerp van natuurrichtplan opmerkingen of bezwaren wilt formuleren, kunt u deze uiterlijk op29 november 2007 per aangetekende brief opsturen naar de betrokken gemeente of afgeven tegen ontvangstbewijs ophet gemeentehuis van de betrokken gemeenten.

Op 15 en 22 oktober 2007 zal de coördinator van het natuurrichtplan voor alle geïnteresseerden eeninformatievergadering houden over de inhoud van dit ontwerp van natuurrichtplan. Deze informatievergaderingenzullen doorgaan op volgende locaties :

— Maandag 15 oktober, van 14 tot 19 uur, in het stadhuis van Scherpenheuvel-Zichem, A. Nihoulstraat 13-15, te3270 Scherpenheuvel-Zichem

— Maandag 22 oktober, van 14 tot 19 uur, in het stadhuis van Aarschot, Ten Drossaerde 1, te 3200 Aarschot.

48863MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 172: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE

[C − 2007/29231]

Désignation d’un délégué général de la Communauté francaise aux droits de l’enfantAppel public aux candidatures

Conformément aux dispositions de l’article 1er du décret du 20 juin 2002 instituant un délégué général de laCommunauté francaise aux droits de l’enfant (Moniteur belge du 19 juillet 2002), il est procédé par le Gouvernement dela Communauté francaise à l’appel public aux candidatures en vue de la désignation d’un délégué général de laCommunauté francaise aux droits de l’enfant.

Description de la fonction :

Le délégué général de la Communauté francaise aux droits de l’enfant, (ci-après délégué général) a pour missionde veiller à la sauvegarde des droits et intérêts des enfants.

a) Missions générales.

Dans l’exercice de sa mission, le délégué général :

1° assure la promotion des droits et intérêts de l’enfant et organise des actions d’information sur ces droits etintérêts et leur respect effectif;

2° informe les personnes privées, physiques ou morales et les personnes de droit public, des droits et intérêts desenfants;

3° vérifie l’application correcte des lois, décrets, ordonnances et réglementations qui concernent les enfants;

4° soumet au Gouvernement, au Conseil et à toute autorité compétente à l’égard des enfants, toute propositionvisant à adapter la réglementation en vigueur, en vue d’une protection plus complète et plus efficace des droits desenfants et fait en ces matières toute recommandation nécessaire;

5° recoit, de toute personne physique ou morale intéressée, les informations, les plaintes ou les demandes demédiation relatives aux atteintes portées aux droits et intérêts des enfants;

6° mène à la demande du Conseil toutes les investigations sur le fonctionnement des services administratifs de laCommunauté francaise concernés par cette mission.

b) Durée de la fonction.

Le délégué général est désigné par le Gouvernement pour une période de six ans, renouvelable une fois.

c) Statut pécuniaire.

II est accordé au délégué général une allocation tenant lieu de traitement, fixée dans l’échelle de traitement 160/1,telle que prévue à l’annexe 1re de l’arrêté du Gouvernement de la Communauté francaise du 22 juillet 1996 portantstatut pécuniaire des agents des Services du Gouvernement de la Communauté francaise.

L’ancienneté résultant de services prestés dans les services de l’Etat, d’autres services publics, dans lesétablissements d’enseignement, ou celle résultant de l’expérience utile reprise à l’article 2, 4°, est prise en considérationdans la fixation de l’ancienneté pécuniaire.

Le délégué général bénéficie des allocations et indemnités prévues par les dispositions réglementaires applicablesau personnel des Services du Gouvernement de la Communauté francaise, en ce compris, le pécule de vacances etl’allocation de fin d’année.

Il est assimilé à un agent titulaire d’un grade de rang 16, pour l’application des dispositions visées au précédentalinéa.

d) Conditions de désignation et incompatibilité.

Le candidat doit remplir, à la date limite de remise des candidatures, les conditions suivantes :

1° être Belge ou ressortissant d’un Etat membre de l’Union européenne;

2° être d’une conduite répondant aux exigences de la fonction et jouir des droits civils et politiques;

3° être porteur d’un diplôme d’études supérieures ou universitaires ou disposer d’un grade de niveau 1 dans uneadministration belge;

4° posséder une expérience professionnelle utile de dix ans au moins dans le domaine juridique, administratif,social, médical ou psychopédagogique.

Le délégué général ne peut exercer aucune autre activité professionnelle pendant la durée de son mandat.

Il ne peut accepter, durant cette période, aucun autre mandat, même à titre gracieux.

e) Comment solliciter ?

Les candidatures doivent être adressées, sous pli recommandé à la poste, à Mme Marie Arena,Ministre-Présidente du Gouvernement de la Communauté francaise, place Surlet de Chokier 15-17, à 1000 Bruxelles auplus tard un mois à dater de la publication du présent appel aux candidatures au Moniteur belge.

48864 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 173: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Les candidatures doivent remplir les conditions suivantes :1. Mentionner tous les renseignements suivants :— Nom.— Prénom.— Date de naissance.— Numéro de Registre national.— La dénomination exacte du diplôme le plus élevé du candidat.2. Etre accompagnées des documents suivants :— un curriculum vitae exhaustif attestant de l’expérience requise;— un dossier de candidature dûment motivé, incluant la vision et les ambitions du candidat quant à la fonction

de délégué général de la Communauté francaise aux droits de l’enfant;— un certificat de résidence et de nationalité;— un extrait de casier judiciaire ou un certificat de bonnes conduite, vie et mœurs,— une copie du diplôme requis s’il échet.f) Procédure de sélection.Dans les vingt jours ouvrables suivant la date ultime de remise des candidatures, le Gouvernement s’assure de la

validité et de la complétude de ces dernières, en accuse réception, informe les soumissionnaires de cet examen préalableet les transmet au Parlement de la Communauté francaise.

Avant toute désignation dans la fonction de délégué général, le Parlement de la Communauté francaise entend lescandidats à la fonction et rend un avis sur les candidatures au Gouvernement dans les trois mois de la communicationde ces dernières au Conseil.

Le Gouvernement de la Communauté francaise désigne le délégué général de la Communauté francaise aux droitsde l’enfant avant le 1er mars 2008.

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

[2007/202795]

Promotion par accession au niveau supérieurMutation à la demande d’un agent. — Appel à candidatures

Conformément aux dispositions du Code de la fonction publique wallonne (article 15, § 2), des emplois de niveau 3déclarés vacants le 30 mars 2007 au Ministère de la Région wallonne et non pourvus dans le cadre des procéduresinternes au Ministère de la Région wallonne, sont proposés à la promotion par accession au niveau supérieur et à lamutation à la demande aux agents n’appartenant pas au cadre organique du Ministère de la Région wallonne.

Les candidatures seront examinées de manière à pourvoir les emplois dans l’ordre des procédures suivantes :

- promotion par accession externe au Ministère de la Région wallonne;

- mutation externe au Ministère de la Région wallonne, à la demande d’un agent.

1. Personnes concernées par le présent appel :

Le présent appel est réservé aux agents statutaires occupés à titre définitif au Ministère wallon de l’Equipementet des Transports ou dans un organisme dont le personnel est soumis au Code de la fonction publique wallonne.

2. Conditions d’accès à l’emploi :

Pour pouvoir prétendre à une promotion ou à une mutation dans le cadre de la présente procédure, l’agent doitsatisfaire aux conditions suivantes qui doivent être réunies le jour de la déclaration de vacance d’emploi, à savoir le30 mars 2007, et le jour de la promotion ou de la mutation.

En vertu de la législation sur l’emploi des langues dans les services du Gouvernement wallon, les agents quipostulent des emplois de langue française doivent disposer de la preuve de la connaissance de la langue française.Cette preuve peut être établie uniquement par la langue du diplôme ou par un certificat délivré par le SELOR/SPR.

a) Conditions pour la promotion par accession au niveau supérieur :

- justifier de l’évaluation favorable;

- ne pas être sous le coup d’une sanction disciplinaire définitive et non radiée;

- être lauréat d’un concours d’accession correspondant au niveau et au métier considéré;

- ne pas se trouver dans une position administrative ne permettant pas de faire valoir ses titres à la promotion(disponibilité pour convenance personnelle...).

48865MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 174: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

La promotion produira ses effets le 1er jour du mois qui suivra la nomination ou la libération du poste.

N.B. : La promotion par accession au niveau supérieur est accordée dans l’ordre de préférence suivant :

1) au lauréat du concours dont le procès-verbal a été clos à la date la plus ancienne.

2) entre lauréats d’un même concours, au lauréat qui a obtenu le meilleur classement.

3) En cas d’égalité des points, le classement se fait sur base de l’ancienneté de service, si une égalité subsiste,c’est le candidat le plus âgé qui est classé le premier.

b) Conditions pour la mutation à la demande de l’agent :

- être titulaire d’un grade du niveau concerné;

- être titulaire du métier exigé pour l’emploi déclaré vacant;

- ne pas se trouver dans une position administrative ne permettant pas de faire valoir ses titres à la mutation(disponibilité pour convenance personnelle...);

- ne pas avoir obtenu une mutation dans les deux ans précédant la demande.

La mutation est accordée à l’agent du rang le plus élevé qui justifie de l’ancienneté la plus grande. Lorsque desraisons sociales ou familiales sont invoquées, l’agent dont les raisons sont reconnues fondées est prioritaire.

Le fonctionnaire qui souhaite invoquer des raisons sociales ou familiales à l’appui de sa demande de mutation doitcocher impérativement la mention prévue à cet effet au point IV de l’acte de candidature. Ce dernier sera alors transmispar le Secrétariat général au Service social. Conformément aux dispositions prévues par le Code de la Fonctionpublique wallonne, l’agent, assisté ou non par une personne de son choix, est ensuite entendu par le Service socialqui émet un avis motivé à l’attention du Secrétaire général dans le mois de la demande.

La mutation produira ses effets le premier jour du mois qui suit la décision ou la libération du poste (C01880occupé jusqu’au 30 septembre 2007).

3) Forme et délais prescrits pour l’introduction des candidatures

L’acte de candidature doit être introduit au moyen d’un des formulaires repris ci-dessous et adressé à :

Monsieur le Secrétaire général

Ministère de la Région wallonne

Secrétariat général

Division du Personnel

Direction de la Gestion administrative

Place de la Wallonie 1

5100 Jambes

Il sera uniquement pris en considération s’il :

- est dûment complété et signé;

- est renvoyé dans son intégralité par pli recommandé à la Poste qui doit être déposé, à peine de nullité, dans undélai de vingt et un jour à compter de la publication de cet appel au Moniteur belge.

Tous renseignements complémentaires peuvent être obtenus au numéro de téléphone : 081/333241

MINISTERE DE LA REGION WALLONNE

ACTE DE CANDIDATURE A LA PROMOTION

NIVEAU 3

I. IDENTITENom :Prénom :Adresse :No de tél. :Date de naissance :

II. EMPLOI ACTUELMinistère/organisme :Pool d’affectation :Division /Direction :Résidence administrative :Métier :Niveau et grade :Rang :

48866 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 175: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

III. EMPLOI POSTULELe candidat qui postule plusieurs emplois doit obligatoirement, à peine de nullité, indiquer son ordre de préférence

en regard des emplois figurant dans la liste, au moyen de chiffres arabes (1, 2, 3 ...) portés dans la colonne prévue àcet effet. Le candidat qui ne postule qu’un seul emploi doit indiquer le chiffre 1 en regard de cet emploi

No emploi Affectation Métier Choix

C00335 SG/ Division du Secrétariat général/ Directionde la CommunicationNamur

74 - Administratif

C00341 SG/ Division du Personnel / Direction de laGestion administrativeNamur

74 - Administratif

C07398 SG/ Division de la trésorerieNamur

74 - Administratif

C00679 DGEE /Division de l’Industrie et du Créditpublic/ Direction de l’IndustrieNamur

74 - Administratif

C00762 DGEE / Division de l’Emploi et de la Forma-tion professionnelle / Direction de la Résorp-tion du ChômageNamur

74 - Administratif

C01949 DGRNE / Direction de la LogistiqueNamur

74 - Administratif

C02177 DGRNE / Division de la Nature et des Forêts /Direction de la NatureNamur

74 - Administratif

C01880 DGRNE / Division de l’Eau/ Direction desCours d’Eau non navigablesMons

77 - Travaux publicset constructions

C02509 DGRNE / Division de la Police de l’Environne-mentLiège

77 - Travaux publicset constructions

C02603 DGPL / Division des Communes / Directiond’ArlonArlon

74 - Administratif

C03261 DGATLP/ Division de l’Observatoire de l’Habi-tat / Direction de la Logistique et de laGéomatiqueNamur

74 - Administratif

C03222 DGATLP/ Division du Logement / Directiondes Subventions aux Organismes publics etprivésNamur

74 - Administratif

C07704 DGATLP/Division du Patrimoine/ Directionde la ProtectionNamur

74 - Administratif

SIGNATUREEn application de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de

données à caractère personnel, veuillez noter que le traitement de ces données est confié à la Division du Personnel.Le maître du fichier est la Région wallonne. Vous pouvez avoir accès aux données qui vous concernent et en obtenirla rectification éventuelle en vous adressant auprès de la Division concernée. Il est possible d’obtenir desrenseignements supplémentaires sur les traitements automatisés auprès de la Commission de la protection de la vieprivée.

ACTE DE CANDIDATURE A LA MUTATION

NIVEAU 3

I. IDENTITENom :Prénom :Adresse :No de tél :Date de naissance :

48867MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 176: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

II. EMPLOI ACTUEL

Ministère/organisme :

Pool d’affectation :

Division / Direction :

Résidence administrative :

Métier :

Niveau et grade :

Rang :

III. EMPLOI POSTULE

Le candidat qui postule plusieurs emplois doit obligatoirement, à peine de nullité, indiquer son ordre de préférenceen regard des emplois figurant dans la liste, au moyen de chiffres arabes (1, 2, 3 ...) portés dans la colonne prévueà cet effet. Le candidat qui ne postule qu’un seul emploi doit indiquer le chiffre 1 en regard de cet emploi

No emploi Affectation Métier Choix

C00335 SG/ Division du Secrétariat général/ Directionde la CommunicationNamur

74 - Administratif

C00341 SG/ Division du Personnel / Direction de laGestion administrativeNamur

74 - Administratif

C07398 SG/ Division de la trésorerieNamur

74 - Administratif

C00679 DGEE /Division de l’Industrie et du Créditpublic/ Direction de l’IndustrieNamur

74 - Administratif

C00762 DGEE / Division de l’Emploi et de la Forma-tion professionnelle / Direction de la Résorp-tion du ChômageNamur

74 - Administratif

C01949 DGRNE / Direction de la LogistiqueNamur

74 - Administratif

C02177 DGRNE / Division de la Nature et des Forêts /Direction de la NatureNamur

74 - Administratif

C01880 DGRNE / Division de l’Eau/ Direction desCours d’Eau non navigablesMons

77 - Travaux publicset constructions

C02509 DGRNE / Division de la Police de l’Environne-mentLiège

77 - Travaux publicset constructions

C02603 DGPL / Division des Communes / Directiond’ArlonArlon

74 - Administratif

C03261 DGATLP/ Division de l’Observatoire de l’Habi-tat / Direction de la Logistique et de laGéomatiqueNamur

74 - Administratif

C03222 DGATLP/ Division du Logement / Directiondes Subventions aux Organismes publics etprivésNamur

74 - Administratif

C07704 DGATLP/Division du Patrimoine/ Directionde la ProtectionNamur

74 - Administratif

IV. INVOCATION DE RAISONS SOCIALES OU FAMILIALES

J’invoque des raisons sociales ou familiales : OUI / NON (Biffer la mention inutile)

SIGNATURE

En application de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements dedonnées à caractère personnel, veuillez noter que le traitement de ces données est confié à la Division du Personnel.Le maître du fichier est la Région wallonne. Vous pouvez avoir accès aux données qui vous concernent et en obtenirla rectification éventuelle en vous adressant auprès de la Division concernée. Il est possible d’obtenir desrenseignements supplémentaires sur les traitements automatisés auprès de la Commission de la protection de la vieprivée.

48868 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 177: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

ANNEXE au Moniteur belge du 14 septembre 2007 − BIJLAGE tot het Belgisch Staatsblad van 14 september 2007

UNIONS PROFESSIONNELLES — BEROEPSVERENIGINGEN

CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38091]Société centrale pour la Protection de la Pêche fluviale en Belgique, union professionnelle établiée à Bruxelles

Statuts - Unions professionnelles : 1911, n° 722Dernière liste publiée : 1995, n° 67

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort des assemblées générales des 8 février 1997,12 février 2000, 8 février 2003 et 7 février 2004 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

VERMEULEN Jean Belge 68 Bruxelles Retraité Effectif Président

DEBROUWER Guillaume Belge 78 Bruxelles Retraité Effectif Vice-Président

HOYOIS Richard Belge 69 Bruxelles Retraité Effectif Secrétaire général -Trésorier

TAEYAERTS Fernand Belge 78 Bruxelles Retraité Effectif Administrateur

SCHAFF Robert Belge 58 Bruxelles Employé Effectif Administrateur

AVAU Michel Belge 52 Bruxelles Employé Effectif Administrateur

CALLENS Pierre Belge 67 Bruxelles Retraité Effectif Administrateur

SMETS Franck Belge 30 Tervuren Employé Effectif Administrateur

VANBRUSSELEN Michel Belge 63 Bruxelles Retraité Effectif Administrateur

GERMIAT Désiré Belge 67 Bruxelles Retraité Effectif Administrateur

THYS Van den AUDENAE-REN René

Belge 67 Gembloux Retraité Effectif Administrateur

GERMIAT Patrick Belge 48 Bruxelles Retraité Effectif Administrateur

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,Greffier.

*CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38092]Union professionnelle des Luthiers et Archetiers de Belgique, union professionnelle établie à Bruxelles

Statuts - Unions professionnelles : 1988, n° 114Dernière liste publiée : 1988, n° 114

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort de l’assemblée générale du 15 avril 1997 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

LOUPPE Gauthier Belge 37 Hotton Luthier Effectif Président

COTMAN Edgard Belge 46 Gand Luthier Effectif Secrétaire

HEUSGHEM Philippe Belge 37 Charleroi Luthier Effectif Trésorier

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIème chambre, le 5 septembre 2007.

Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,

Greffier.

48869MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 178: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38093]Union professionnelle des Grossistes en Tubes et Accessoires de Belgique, union professionnelle établie à Bruxelles

Statuts - Unions professionnelles : 1935, n° 43Dernière liste publiée : 1987, n° 152

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort des assemblées générales des 8 mars 1989, 22 mai 1990,13 mars 1991, 30 mars 1993, 28 mars 1995, 18 mars 1997, 30 mars 1999, 4 avril 2001, 2 avril 2003 et 25 février 2004 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

DEGEY Jean Belge 57 Verviers Négociant Effectif Président

TYTGADT Alain Belge 48 Knokke Négociant Effectif Vice-Président

PARFONRY Jean-Marie Belge 68 Overijse Retraité Effectif Secrétaire

DE BOSSCHER Alain Belge 46 Gent Négociant Effectif Trésorier

BAEKELANT Ronny Belge 44 Beveren Directeur Effectif Membre

BUYSCHAERT Philippe Belge 56 Kortrijk Négociant Effectif Membre

GIVORD Alain Belge 54 Namur Négociant Effectif Membre

KREMER Bernard Belge 60 Kortrijk Négociant Effectif Membre

LAMBRECHTS Baudouin Belge 58 Genk Négociant Effectif Membre

SAEY Bernard Belge 52 Kortrijk Négociant Effectif Membre

VANDEN DAEL Paul Belge 71 Bruxelles Retraité Effectif Membre

VAN ETTRO Peter Néerlandaise 64 Chaudfontaine Négociant Effectif Membre

WAGNER Eelco Néerlandaise 59 Uitgeest NL Négociant Effectif Membre

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,Greffier.

*CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38094]Société centrale d’Architecture de Belgique, union professionnelle établie à Bruxelles

Statuts - Unions professionnelles : 1914, n° 2558Dernière liste publiée : 1990, n° 3

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort des assemblées générales des 26 janvier 1990,28 février 1991, 27 février 1992, 18 février 1993, 27 janvier 1994, 29 septembre 1994, 16 mars 1995, 29 février 1996,30 janvier 1997 et 12 mars 1998 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

KAO Wen Li Belge 62 Bruxelles Architecte Effectif Présidente

BERLAIMONT Alain Belge 59 Ohain Architecte Effectif Vice-Président

DARDENNE Renaud Belge 29 Bousval Architecte Effectif Secrétaire

ANDRE Michel Belge 36 Uccle Architecte Effectif Secrétaire-adjoint

VAN ESSCHE Bernard Belge 35 Grez-Doiceau Architecte-Urb. Effectif Trésorier

GOES Suzanne Belge 64 Bruxelles Architecte Effectif Bibliothécaire

BORGERS Eric Belge 38 Bruxelles Architecte Effectif Conseiller

DEPELSENAIRE Jacques Belge 62 Charleroi Architecte Effectif Conseiller

HOA Jean-Pierre Belge 48 Uccle Architecte Effectif Conseiller

SAINTENOIS Jean-Pierre Belge 65 Mons Architecte Effectif Conseiller

van de PUT Savina Belge 50 Wezembeek Architecte Effectif Conseiller

VAN HUFFLEN Jean Belge 63 Rixensart Architecte-Urb. Effectif Conseiller

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.

Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,

Greffier.

48870 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 179: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38095]Kennel Club belge, Union nationale des Eleveurs de Chiens de Belgique, union professionnelle établie à Bruxelles

Statuts - Unions professionnelles : 1908, n° 1455Dernière liste publiée : 2002, n° 14

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort des assemblées générales des 24 février 2002 et23 février 2003 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

VAN GYZEL Pierre Belge 71 Seilles Retraité Effectif Président

HAMELRIJK Jean-Marie Belge 57 Grimbergen Retraité Effectif Vice-Président

SCHADERON Edith Belge 48 Dion-Valmont Chauffeur Effectif Secrétaire adjointe

VANDEROOST Christo-phe

Belge 38 Bruxelles Indépendant Effectif Secrétaire adjointExposition

LIBERT Marc Belge 50 Havré Entrepreneur Effectif Secrétaire adjointAgility

BOURTON Astrid Belge 49 Havré Employée Effectif Trésorière

BUSSCHOT Léon Belge 71 Horrues Administrateur Effectif Adjoint Journal

DI BELLA Sarina Belge 22 La Hulpe Employée Effectif Commissaire

BUSSCHOT Janine Belge 69 Horrues Administratrice Effectif Commissaire

JORIS Marie-Isabelle Belge 41 Roux Fonctionnaire Effectif Commissaire

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,Greffier.

*CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38096]Union des Coiffeurs de Liège et Arrondissement, union professionnelle établie à Liège

Statuts - Unions professionnelles : 1919, n° 1173Dernière liste publiée : 1983, n° 68

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort de l’assemblée générale du 24 juin 2002 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

DERMOUCHAMPS Emile Belge 62 Liège Coiffeur Effectif Président

HENRION Marie-Louise Belge 48 Housse Coiffeuse Effectif Vice-Présidente

PIRSON Pol Belge 72 Huy Coiffeur Effectif Vice-Président

HUSTINGS Jean Belge 54 Oreye Coiffeur Effectif Vice-Président

MISSORTEN Patricia Belge 34 Grâce- Hollogne Coiffeuse Effectif Secrétaire

HENIXDAEL Carine Belge 40 Amay Coiffeuse Effectif Secrétaire adjointe

COLLETTE Guy Belge 67 Soumagne Coiffeur Effectif Trésorier

LEMESTRE Pol Belge 42 Saint-Georges Coiffeur Effectif Trésorier adjoint

JAROSZ Guinia Belge 55 Seraing Coiffeuse Effectif Commissaire

BOURGUIGNON Elisa-beth

Belge 55 Liège Coiffeuse Effectif Commissaire

CARTIAUX Tamara Belge 29 Grâce-Hollogne Coiffeuse Effectif Commissaire

CAPELEN Jim Belge 57 Fléron Coiffeur Effectif Commissaire

BLUM Marcel Belge 62 Alleur Coiffeur Effectif Commissaire

DEVIVIER Henri Belge 72 Liège Coiffeur Effectif Commissaire

PIRMOLIN Danielle Belge 53 Liège Coiffeuse Effectif Commissaire

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.

Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,

Greffier.

48871MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 180: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38097]Union professionnelle des Diffuseurs de Presse de Charleroi-Namur, union professionnelle établie à Charleroi

Statuts - Unions professionnelles : 1959, n° 400Dernière liste publiée: 2002, n° 18

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort des assemblées générales des 16 avril 2000 et 7 avril 2002 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

SAVIDUK Léon Belge 47 Gilly Libraire Effectif Président

MAC KAY Philippe Belge 54 Montigny-le-Tilleul Libraire Effectif Secrétaire

VAN RIJMENANT Jean-Pierre

Belge 51 Montigny-le-Tilleul Porteur journaux Effectif Trésorier

CARRARO Mario Italienne 50 Charleroi Aide-libraire Effectif Membre

CHARLIER Robert Belge 65 Ransart Libraire Retraité Effectif Membre

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,Greffier.

*CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38098]Union des Designers en Belgique - Unie der Designers in België, U.D.B.,

union professionnelle établie à Bruxelles

Statuts - Unions professionnelles : 1980, n° 358Dernière liste publiée : 2002, n° 27

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort de l’assemblée générale du 23 février 2002 et de la réuniondu comité directeur du 21 mars 2002 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

COPS Johan Belge 50 Hasselt Designer Effectif Président

MEEUS Bruno Belge 46 Gent Designer Effectif Vice-Président

CRAVATTE Michaël Belge 29 Villance Designer Effectif Vice-Président

VAN AEL Kristel Belge 37 Bruxelles Designer Effectif Vice-Président

OLBRECHTS Philippe Belge 58 Bruxelles Designer Effectif Vice-Président

SPRENGERS Karen Belge 26 Antwerpen Designer Effectif Secrétaire

VERVAEKE Hilke Belge 26 Oud-Heverlee Designer Effectif Trésorier

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.

Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,

Greffier.

48872 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 181: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38099]Union nationale des Sociétés coopératives exploitant des Pharmacies en Belgique,

union professionnelle établie à Verviers

Statuts - Unions professionnelles : 1937, n° 575Dernière liste publiée : 1989, n° 38

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort de l’assemblée générale du 20 février 2003 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

NIVELLE Georges Belge 68 Xhoris Retraité Effectif Président

JACQUEMIN Jean-Marie Belge 54 Verviers Employé de banque Effectif Directeur

BREYER Marcel Belge 68 Andrimont Administrateurdélégué

Effectif Secrétaire

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,Greffier.

*CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38100]Association professionnelle belge des Médecins spécialistes, Anesthésistes-Réanimateurs - Belgische Beroeps-

vereniging van Geneesheren-Specialisten, Anesthesiologen-Reanimators, union professionnelle établie àBruxelles

Statuts - Unions professionnelles : 1950, n° 873Dernière liste publiée : 2002, n° 22

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort des assemblées générales des 8 février 2003, 13 mars 2004et 11 février 2006 et des réunions du comité directeur des 31 mars 2003, 30 mars 2004 et 11 février 2006 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

HEYLEN René Belge 50 Genk Médecin spécialiste Effectif Président

VAN OBBERGH Luc Belge 49 Luingne Médecin spécialiste Effectif Vice-Président

HIMPE Dirk Belge 53 S’Gravenwezel Médecin spécialiste Effectif Vice-Président

DEMEERE Jean-Luc Belge 53 Meise Médecin spécialiste Effectif Secrétaire

JAUCOT Joseph Belge 60 Bonnine Médecin spécialiste Effectif Trésorier

DELBROUCK Didier Belge 43 Luingne Médecin spécialiste Effectif Conseiller

VERBEKE Jan Belge 51 Meldert Médecin spécialiste Effectif Conseiller

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.

Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,

Greffier.

48873MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 182: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38101]Groupement des Patrons Boulangers-Pâtissiers de Binche et Environs, union professionnelle établie à Binche

Statuts - Unions professionnelles : 1950, n° 917Dernière liste publiée : 1996, n° 48

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort de l’assemblée générale du 14 janvier 1999 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

VANDERAUWERA José Belge 42 Chapel le - lez -Herlaimont

Boulanger - Pâtissier Effectif Président

ANCIAUX Désiré Belge 62 Haine-Saint-Pierre Boulanger - Pâtissier Effectif Vice-Président

DEKEYSER Jean-Pierre Belge 55 Manage Boulanger - Pâtissier Effectif Vice-Président

DETROYER Marcel Belge 67 Chapel le - lez -Herlaimont

Boulanger - Pâtissier Effectif Secrétaire

HENRY Jacky Belge 46 Binche Boulanger - Pâtissier Effectif Trésorier

VANHELLEPUTTE Michel Belge 66 Houdeng-Aimeries Boulanger - Pâtissier Effectif Membre

MAENE Gustave Belge 66 La Louvière Boulanger - Pâtissier Effectif Membre

VAN LAETEM Alex Belge 61 Fayt-lez-Manage Boulanger - Pâtissier Effectif Membre

DE BAST Alain Belge 37 Carnières Boulanger - Pâtissier Effectif Porte-Drapeau

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,Greffier.

*CONSEIL D’ETAT

[C − 2007/38102]Chambre syndicale des Grossistes en Matériel électrique, « I.C.G.M.E. » - Syndikale Kamer van Groothandelaars in

Elektrisch Materiaal, « I.C.G.M.E. », union professionnelle établie à Bruxelles

Statuts - Unions professionnelles : 1936, n° 91Dernière liste publiée : 1997, n° 143

Article 7 de la loi du 31 mars 1898

Composition du conseil de direction, telle qu’elle ressort des assemblées générales des 20 mars 1997, 25 mars 1998,24 mars 1999, 29 mars 2000, 21 mars 2001 et 20 mars 2002 et des réunions du comité directeur des 19 février 1997,20 octobre 1999, 19 janvier 2000, 21 février 2001, 18 avril 2001, 23 mai 2001 et 15 mai 2002 :

Membres en fonction Nationalité Age Lieu de résidence Profession Qualité du membre Fonction exercéedans l’Union

DE VOS Alain Belge 42 Bruxelles Grossiste Effectif Président

SCHAMP Veerle Belge 38 Bruxelles Grossiste Effectif Vice-Présidente

VAN WALLENDAELChristian

Belge 41 Marcinelle Grossiste Effectif Vice-Président

Mc MILLAN Derek Belge 42 Herentals Grossiste Effectif Secrétaire

VAN BALLAER Guy Belge 39 Brasschaat Grossiste Effectif Trésorier

BREEMANS Jo Belge 41 Zonhoven Grossiste Effectif Membre

CHEYNS Marc Belge 48 Courtrai Grossiste Effectif Membre

DE BRUYN Urbaan Belge 65 Stevoort Grossiste Effectif Membre

DE WINTER Jean Belge 39 Antwerpen Grossiste Effectif Membre

MEERT Jozef Belge 61 Roosdaal Grossiste Effectif Membre

VAN STRATEN Karel Néerlandaise 51 Bruxelles Grossiste Effectif Membre

Entériné par décision du Conseil d’Etat, VIe chambre, le 5 septembre 2007.

Pour le Greffier en chef du Conseil d’Etat,

V. SCHMITZ,

Greffier.

48874 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 183: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

PUBLICATIONS LEGALESET AVIS DIVERS

WETTELIJKE BEKENDMAKINGENEN VERSCHILLENDE BERICHTEN

OVAM

Uitslag van de bijkomende proef op 30 augustus 2007 voor driestatutaire beleidsmedewerkers biologische en organische afvalstoffen(twee ingenieurs en één adjunct van de directeur) bij de OVAM.

Na onderling overleg is de jury tot volgende rangorde van degeslaagden gekomen op basis van een puntenverdeling per vooropge-steld criterium :

Ingenieur :

1. Luc Umans : behaald resultaat 54/60;

2. Kathleen Schelfhout : behaald resultaat 49/60.

Adjunct van de directeur :

1. Kathleen Van den Eynden : behaald resultaat 50/60;

2. Mieke De Schoenmakere : behaald resultaat 49,5/60.De kandidaten moesten minimum 60 % van de punten behalen en

de geldigheid van deze werfreserve bedraagt twee jaar met ingang van30 augustus 2007. (35566)

Decreet van 18 mei 1999houdende organisatie van de ruimtelijke ordening

Stad Torhout

Bekendmaking van openbaar onderzoek voor de gedeeltelijke herzie-ning van B.P.A. Torhout Oosten B.P.A. Station Noord, en voor deherziening van het sectoraal B.P.A. voor zonevreemde gebouwen enterreinen voor sport-, jeugd- en recreatieactiviteiten en het sectoraalB.P.A. voor zonevreemde bedrijven.

Het college van burgemeester en schepenen van de stad Torhout,overeenkomstig de bepalingen van artikel 19 van het decreet betref-fende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 enhaar wijzigingen van latere datum. Brengt ter kennis van de bevolkingdat :

— het ontwerp tot gedeeltelijke herziening van bijzonder plan vanaanleg Torhout Oost, bestaande uit een memorie van toelichting, eenbestemmingsplan en stedenbouwkundige voorschriften;

— het ontwerp tot gedeeltelijke herziening van bijzonder plan vanaanleg « Station Noord », bestaande uit een memorie van toelichting,een grafisch deel met een plan van de bestaande toestand en eenbestemmingsplan, en stedenbouwkundige voorschriften;

— het ontwerp van sectoraal bijzonder plan van aanleg voor zone-vreemde terreinen en gebouwen voor sport-, jeugd- en recreatie-activiteiten 1e uitbreiding, bestaande uit een memorie van toelichtingen een bundel met 3 deelplannen (Wijnendale voetbal, Stoeterij Deloofen Manège Groenhove NV) telkens met een plan van de bestaandetoestand, een bestemmingsplan en stedenbouwkundige voorschriften;

— het ontwerp van sectoraal bijzonder plan van aanleg voor zone-vreemde bedrijven, 1e uitbreiding, bestaande uit een memorie vantoelichting en 1 deelplan genaamd site schrijnwerkerij Deroo, waarin isopgenomen een plan van de bestaande toestand, een bestemmingsplanen bijhorende stedenbouwkundige voorschriften.

De ontwerpen zijn opgemaakt cf. voornoemd decreet en, in voorko-mend geval, cf. de ministeriële omzendbrief RO98/08 van22 september 1998 of de ministeriële omzendbrief RO2000/01 van

29 januari 2000, en voorlopig aanvaard door de gemeenteraad in zittingvan 27 augustus 2007. Ze worden voor een termijn van dertig dagenvanaf maandag 17 september 2007 tot en met dinsdag 16 oktober 2007ter inzage van het publiek gelegd in de burelen van de technischedienst administratie, Oud Huis Bekaert, Markt 23, alwaar eenieder erinzage kan van nemen, alle werkdagen van 9 tot 12 uur en van14 tot 17 uur.

Al wie omtrent voornoemde ontwerpen bezwaren of opmerkingenheeft, kan deze binnen de termijn van het openbaar onderzoek, enuiterlijk op 16 oktober 2007, om 17 uur, schriftelijk laten geworden aanhet college van burgemeester en schepenen van de stad Torhout,Markt 1, 8820 Torhout. (37293)

Annonces − Aankondigingen

SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN

LBC Antwerpen, naamloze vennootschap,Leon Bonnetweg 28, 2030 Antwerpen

RPR/RPM Antwerpen(de « Vennootschap »)

Bijeenroeping van een buitengewone algemene vergaderingvan aandeelhouders te houden d.d. 1 oktober 2007

Na beraadslaging, besliste de raad met eenparigheid van stemmenom overeenkomstig artikel 533 van het W.Venn. een buitengewonevergadering van aandeelhouders samen te roepen op 1 oktober 2007,om 10 uur Brusselse tijd, in de kantore van Clifford Chance LLP,Louizalaan 65, Box 2, 1050 Brussel, met de volgende agenda :

1. Overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van vennoot-schappen, goedkeuring van de bepalingen van, en de verrichtingeningevolge « Finance Documents », en in het bijzonder van alle bepa-lingen die een vroegtijdige opeisbaarheid voorzien in geval van wijzi-ging van controle over de Vennootschap.

2. Een bijzondere volmacht te verlenen aan bepaalde personen omafzonderlijk te handelen met mogelijkheid van indeplaatststelling, methet oog op het vertegenwoordigen van de Vennootschap met betrek-king tot het vervullen van de neerleggingsformaliteiten vervat inartikel 556 van het Wetboek van vennootschappen.

3. Benoeming van een bestuurder. (37544)

Porthus, naamloze vennootschapMaatschappelijke zetel : Duwijckstraat 17, 2500 Lier

Ondernemingsnummer 0467.369.853 — RPR Mechelen

OPROEPING TOT DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING

De aandeelhouders worden hierbij opgeroepen tot de AlgemeneVergadering van de Vennootschap, die zal worden gehouden op9 oktober 2007, om 10 uur, op de maatschappelijke zetel, Duwijck-straat 17, 2500 Lier.

1. AGENDA

1. Bespreking van het jaarverslag van de raad van bestuur envan het verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op30/06/2007.

2. Goedkeuring van de enkelvoudige jaarrekening van het boekjaarafgesloten op 30/06/2007.

Voorstel tot Besluit : De Algemene Vergadering besluit de enkelvou-dige jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 30/06/2007, zoalsopgemaakt door de raad van bestuur, goed te keuren.

48875MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 184: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

3. Bestemming van het resultaat.

Voorstel tot Besluit : de Algemene Vergadering besluit om hetresultaat van het boekjaar over te dragen naar het volgend boekjaar.

4. Kennisname door de Algemene Vergadering van de geconsoli-deerde jaarrekening, het geconsolideerd jaarverslag van de raad vanbestuur en het geconsolideerd verslag van de commissaris over hetboekjaar afgesloten op 30/06/2007.

5. Kwijting aan de bestuurders.

Voorstel tot Besluit : De Algemene Vergadering besluit kwijting teverlenen aan de bestuurders voor alle aansprakelijkheid voortvloeienduit het vervullen van hun mandaat gedurende het afgelopen boekjaar.

6. Kwijting aan de commissaris.

Voorstel tot Besluit : De Algemene Vergadering besluit kwijting teverlenen aan de commissaris voor alle aansprakelijkheid voortvloeienduit het vervullen van zijn mandaat gedurende het afgelopen boekjaar.

7. Bekrachtiging van coöptatie en benoeming van bestuurder.

Het mandaat van de vennootschap Emor BVBA, met administratievezetel te 2540 Hove, Magdalena Vermeeschlaan 20, en ondernemings-nummer 0475.178.056, met als vaste vertegenwoordiger voor het uit-oefenen van deze functie : de heer Francis Rome, gecoöpteerd perbeslissing van de raad van bestuur van 24 april 2007 na het ontslag vande heer Geert Noels als bestuurder van de Vennootschap, neemt eeneinde na deze vergadering.

Voorstel tot Besluit : De Algemene Vergadering neemt kennis van hetontslag van de heer Geert Noels als bestuurder van de Vennootschapen besluit de beslissing van de raad van bestuur van 24 april 2007 omde vennootschap Emor BVBA, met administratieve zetel te 2540 Hove,Magdalena Vermeeschlaan 20, en ondernemingsnummer 0475.178.056,met als vaste vertegenwoordiger voor het uitoefenen van deze functie :de heer Francis Rome, te coöpteren als bestuurder van de Vennootschapna het ontslag van de heer Geert Noels, te bekrachtigen en de vennoot-schap Emor BVBA, met administratieve zetel te 2540 Hove, MagdalenaVermeeschlaan 20, en ondernemingsnummer 0475.178.056, met alsvaste vertegenwoordiger voor het uitoefenen van deze functie : de heerFrancis Rome, definitief als bestuurder te benoemen voor een termijnvan drie (3) jaar. Dit mandaat neemt een aanvang op heden om teeindigen onmiddellijk na de jaarvergadering in 2010.

8. Rondvraag.

2. TOELATINGSVOORWAARDEN EN TERBESCHIKKINGSTEL-LING STUKKEN

Om aan de algemene vergadering te kunnen deelnemen, dienen deeigenaars van aandelen aan toonder, conform artikel 31 van de statutenvan Porthus NV, minstens drie (3) werkdagen vóór de AlgemeneVergadering, meer bepaald uiterlijk op 3 oktober 2007, hun titels aantoonder neer te leggen bij een kantoor van KBC Bank. Zij worden totde algemene vergadering toegelaten op voorlegging van een attestwaaruit blijkt dat de aandelen werden neergelegd.

De houders van gedematerialiseerde aandelen moeten binneneenzelfde termijn bij een kantoor van KBC Bank een door de erkenderekeninghouder of de vereffeningsinstelling opgesteld attest van onbe-schikbaarheid neerleggen op de in de oproeping aangeduide plaats.

Iedere aandeelhouder kan schriftelijk volmacht geven om hem op dealgemene vergadering te vertegenwoordigen. De aandeelhoudersdienen daartoe gebruik te maken van de volmacht die door de raadvan bestuur, overeenkomstig artikel 32 van de statuten van Porthus NV,werd opgesteld. De aandeelhouder kan een exemplaar van de volmachtaanvragen, op elke wijze, op de zetel van de vennootschap. Hetvolmachtformulier zal eveneens ter beschikking zijn op de sectie ‘inves-tor relations’ op de website http://www.porthus.com. Anderevolmachten dan deze zullen niet aanvaard worden. De volmachtendienen minstens drie (3) werkdagen vóór de Algemene Vergadering,meer bepaald uiterlijk op 3 oktober 2007, op de maatschappelijke zetelvan de Vennootschap neergelegd te zijn.

Contactpersoon op de zetel is :

SUFFELEERS INA, Corporate Communications & Investor RelationsManager

Telefoon : +32-3-800 06 00

Fax : +32-3-800 06 01

E-mail : [email protected]

Vanaf 24 september 2007 kunnen de aandeelhouders, de houders vanobligaties, warrants en certificaten met medewerking van de vennoot-schap uitgegeven, tegen voorlegging van hun effect, ter zetel kostelooskennis nemen en een afschrift krijgen van :

1. De jaarrekening;

2. De geconsolideerde jaarrekening;

3. Het jaarverslag en het verslag van de commissarissen.

Alle relevante informatie met betrekking tot deze algemene verga-dering, met inbegrip van de hoger vermelde stukken, is beschikbaar opde website van de vennootschap www.porthus.com.(37294) De raad van bestuur.

RECTICEL, naamloze vennootschap,Maatschappelijke zetel : Olympiadenlaan 2, 1140 Brussel (Evere)

R.P.R. Brussel nr. 0405.666.668

De raad van bestuur nodigt de aandeelhouders uit om deel te nemenaan de BIJZONDERE ALGEMENE VERGADERING van de vennoot-schap die zal gehouden worden op de maatschappelijke zetel te Evere(1140 Brussel), Olympiadenlaan 2, op dinsdag 9 oktober 2007, om15 uur, met de volgende agenda :

1. Voorstel dat het voorwerp van het eerste besluit uitmaakt

Ingevolge de uitgifte, op 11 juli 2007, van 1.150 converteerbareobligaties van elk S 50.000, voor een totaal bedrag van S 57.500.000,goedkeuring, voor de doeleinden van artikel 556 van het Wetboek vanvennootschappen, van de put optie voor de obligatiehouders en deaanpassing van de conversieprijs in geval van een wijziging van decontrole over de Vennootschap.

2. Voorstel dat het voorwerp van het tweede besluit uitmaakt

Benoeming tot bestuurder van de heer Vincent Doumier, wonendeavenue des Statutaires 127, te 1180 Brussel, voor een mandaat van vierjaar dat zal eindigen na de gewone algemene vergadering van 2011.

Om de vergadering te kunnen bijwonen of om er zich te latenvertegenwoordigen, moeten de aandeelhouders de richtlijnen van deartikelen 32 en 33 van de statuten volgen.

In overeenstemming met de statuten en met artikel 536 van hetWetboek van vennootschappen wordt de registratiedatum vastgelegdop vrijdag 5 oktober 2007.

De eigenaars van aandelen aan toonder moeten ten laatste op devoornoemde registratiedatum hun effecten neergelegd hebben op dezetel van de vennootschap, of op de zetel, in de filialen en deagentschappen van de volgende financiële instellingen :

Bank Degroof

Dexia Bank

Fortis Bank

KBC Bank

De eigenaars van aandelen op naam moeten ten laatste op dinsdag2 oktober 2007 schriftelijk laten weten aan de raad van bestuur van deVennootschap voor welk aantal aandelen ze deel wensen te nemen aande vergadering.

Onverminderd de beschikkingen van de artikelen 548 en 549 van hetWetboek van vennootschappen moeten de aandeelhouders, die zichwensen te laten vertegenwoordigen, gebruik maken van het volmacht-formulier hun ter beschikking gesteld op de voormelde plaatsen en hunvolmachten ten laatste op vrijdag 5 oktober 2007 laten toekomen bij deVennootschap.(37295) De raad van bestuur.

48876 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 185: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

RECTICEL, société anonyme,Siège social : avenue des Olympiades 2, 1140 Bruxelles (Evere)

R.P.M. Bruxelles nr. 0405.666.668

Le Conseil d’Administration invite les actionnaires à participer àl’ASSEMBLEE GENERALE SPECIALE de la société qui se tiendra lemardi 9 octobre 2007, à 15 heures, au siège social de la société, avenuedes Olympiades 2, à Evere (1140 Bruxelles), pour délibérer sur l’ordredu jour suivant :

1. Proposition faisant l’objet de la première résolution

Suite à l’émission, le 11 juillet 2007, de 1.150 obligations convertiblesde S 50.000 chacune, approbation, pour les besoins de l’article 556 duCode des sociétés, de l’option put pour les titulaires d’obligations etd’adaptation du prix de conversion en cas de changement de contrôlesur la Société.

2. Proposition faisant l’objet de la deuxième résolution

Nomination comme administrateur de la société de M. VincentDoumier, résidant avenue des Statutaires 127, à 1180 Bruxelles, pour unmandat de quatre ans qui expirera à l’issue de l’assemblée généraleordinaire de 2011.

Pour pouvoir assister à cette assemblée ou s’y faire représenter, lesactionnaires voudront bien se conformer aux dispositions des arti-cles 32 et 33 des statuts.

Conformément aux statuts et à l’article 536 du Code des sociétés, ladate d’enregistrement est fixée au vendredi 5 octobre 2007.

Les propriétaires d’actions au porteur devront, au plus tard à la dated’enregistrement susmentionnée, déposer leur(s) titre(s) auprès dusiège social de la Société ou aux sièges, succursales et agences desorganismes financiers suivants :

Banque Degroof

Dexia Banque

Fortis Banque

CBC Banque

Les propriétaires d’actions nominatives devront, au plus tard le2 octobre 2007, avoir fait connaître par écrit au Conseil d’Administra-tion de la Société, le nombre de titres pour lequel ils entendentparticiper à cette assemblée.

Sans préjudice des dispositions des articles 548 et 549 du Code dessociétés, les actionnaires qui souhaitent se faire représenter doiventfaire usage du modèle de procuration tenu à leur disposition auxendroits précités et faire parvenir leur procuration à la Société au plustard pour le vendredi 5 octobre 2007.(37296) Le conseil d’administration.

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP ″SPECTOR PHOTO GROUP″,in het kort ″SPECTOR″,publieke vennootschap

die een openbaar beroep doet op het spaarwezen,te 9230 Wetteren, Kwatrechtsteenweg 160

Ingeschreven in het rechtspersonenregisterte Dendermonde, onder nummer 0405.706.755

Oproeping tot de buitengewone algemene vergaderingvan aandeelhouders

De raad van bestuur heeft de eer de houders van aandelen, warrantsen obligaties uit te nodigen tot het bijwonen van (i) een eerstebuitengewone algemene vergadering die zal gehouden worden op dezetel van de vennootschap te 9230 Wetteren, Kwatrechtsteenweg 160,op dinsdag 9 oktober 2007, om 10 uur, en indien op deze vergaderinghet door de wet vereiste quorum om geldig te beraadslagen en tebesluiten niet werd bereikt op (ii) een tweede buitengewone algemenevergadering die zal plaatsvinden op dinsdag 6 november 2007, opzelfde plaats en uur, telkens met volgende agenda, houdende tevensde voorstellen tot besluit.

De agenda van de buitengewone algemene vergadering luidt alsvolgt :

1. Aanpassing van de artikelen 8 en 10 van de statuten aan de wetvan 14 december 2005 houdende de afschaffing van effecten aantoonder, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 december 2005.

Voorstel tot besluit : Goedkeuring van het besluit tot aanpassing vande statuten ingevolge de gewijzigde wetgeving met betrekking tot deafschaffing van effecten aan toonder en dematerialisatie van effecten,en dientengevolge aanpassing van de artikelen 8 en 10 van de statutenom de tekst volledig door de volgende tekst te vervangen :

“Artikel 8 – Aard van de effecten

De niet-volstorte aandelen zijn op naam. De volledig volstorteaandelen en de andere effecten zijn op naam, aan toonder of gedema-terialiseerd, binnen de beperkingen voorgeschreven door de wet.

Elke eigenaar van effecten kan op elk ogenblik en op zijn kosten deomzetting vragen van zijn effecten in effecten op naam of in gedema-terialiseerde effecten.

Een gedematerialiseerd effect wordt vertegenwoordigd door eenboeking op rekening op naam van de eigenaar of de houder, bij eenerkende rekeninghouder of bij een vereffeningsinstelling.

Op de zetel van de vennootschap wordt een register bijgehoudenvoor elke categorie van effecten op naam. Elke houder van effecten kaninzage nemen van het register met betrekking tot zijn effecten.

De effecten aan toonder die door de vennootschap zijn uitgegevenen op een effectenrekening zijn ingeschreven, worden op 1 januari 2008van rechtswege omgezet en bestaan vanaf die datum nog uitsluitend ingedematerialiseerde vorm. De andere effecten aan toonder worden,naarmate zij vanaf 1 januari 2008 op een effectenrekening wordeningeschreven, eveneens automatisch gedematerialiseerd.

De effecten aan toonder die zijn uitgegeven voor de bekendmakingvan de wet van 14 december 2005 en die niet zijn ingeschreven op eeneffectenrekening, worden op 1 januari 2014 van rechtswege omgezet ingedematerialiseerde effecten.

De effecten aan toonder die zijn uitgegeven na de bekendmaking vande wet van 14 december 2005 en die niet zijn ingeschreven op eeneffectenrekening, worden op 1 januari 2013 van rechtswege omgezet ingedematerialiseerde effecten.

De effecten kunnen eveneens worden uitgegeven onder de vorm vanéén of meerdere globaalcertificaten. De raad van bestuur beslist overde coupures waarin deze worden uitgegeven.

Artikel 10 - Obligaties en warrants

De vennootschap mag te allen tijde obligaties uitgeven, ongeacht ofdie obligaties door een hypotheek of anderszins zijn gewaarborgd, bijbeslissing van de raad van bestuur, die de voorwaarden van de uitgiftebepaalt.

Het besluit tot uitgifte van converteerbare obligaties en warrantswordt genomen door de algemene vergadering, in overeenstemmingmet het Wetboek van vennootschappen.

Binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal is de raad van bestuurbevoegd converteerbare obligaties of warrants uit te geven.

Binnen de beperkingen van de wet van 14 december 2005 houdendeafschaffing van effecten aan toonder, kunnen deze obligaties enwarrants op naam, aan toonder of gedematerialiseerd worden uitge-geven. De obligaties kunnen eveneens worden uitgegeven onder devorm van een of meerdere globaalcertificaten.

Voor wat betreft de omzetting van de reeds uitgegeven obligaties enwarrants aan toonder wordt verwezen naar de overgangsbepalingenmet betrekking tot de effecten aan toonder, zoals opgenomen in arti-kel 8 van deze statuten.”

2. Hernieuwing van de machtigingen tot verkrijging en vervreem-ding van eigen aandelen.

(i) Hernieuwing van de machtiging tot verkrijging en vervreemdingvan eigen aandelen ter vermijding van een dreigend ernstig nadeelvoor de vennootschap.

Voorstel tot besluit : Goedkeuring van hernieuwing van de statutairebevoegdheid van de raad van bestuur om eigen aandelen van devennootschap te verkrijgen en te vervreemden, rechtstreeks of door een

48877MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 186: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

persoon die handelt in eigen naam maar voor rekening van de vennoot-schap, of door een rechtstreekse dochtervennootschap in de zin vanartikel 627 van het Wetboek van vennootschappen, indien deze verkrij-ging of vervreemding noodzakelijk is ter vermijding van een dreigendernstig nadeel voor de vennootschap. Deze machtiging geldt voor eenperiode van drie jaar.

(ii) Hernieuwing van de machtiging tot vervreemding van aandelen

Voorstel tot besluit : Goedkeuring van machtiging aan de raad vanbestuur om de eigen aandelen in het bezit van de vennootschapopgenomen in de Eurolist by Euronext te vervreemden, zonder dat eenvoorafgaand besluit van de algemene vergadering vereist is.

(iii) Hernieuwing van de machtiging tot verkrijging en vervreemdingvan eigen aandelen.

Voorstel tot besluit : Goedkeuring van machtiging aan de raad vanbestuur om het krachtens artikel 620 van het Wetboek van vennoot-schappen maximum toegelaten aantal aandelen door aankoop of ruil teverkrijgen voor een periode van achttien maanden aan een prijs gelijkaan ten minste vijfentachtig ten honderd (85 %) en ten hoogste honderdvijftien ten honderd (115 %) van de laatste slotkoers waaraan dezeaandelen genoteerd werden op de Eurolist by Euronext op de dagvoorafgaand aan die aankoop of ruil.

(iv) Aanpassing statuten

Voorstel tot besluit : Ingevolge het voorgaande, goedkeuring vanwijziging van artikel 35 van de statuten om de tekst volledig door devolgende tekst te vervangen :

″De algemene vergadering van ... (datum van de buitengewonealgemene vergadering die effectief beslist heeft) heeft de raad vanbestuur uitdrukkelijk gemachtigd om overeenkomstig de bepalingenvan het Wetboek van vennootschappen, haar eigen aandelen of winst-bewijzen te verkrijgen door aankoop of ruil, of te vervreemden, zonderdat een voorafgaand besluit van de algemene vergadering vereist is,rechtstreeks of door een persoon die handelt in eigen naam maar voorrekening van de vennootschap, of door een rechtstreekse dochter-vennootschap in de zin van artikel 627 van het Wetboek van vennoot-schappen, indien deze verkrijging of vervreemding noodzakelijk is tervermijding van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap.Deze machtiging geldt voor een periode van drie jaar vanaf debekendmaking van bovenvermelde beslissing in de Bijlagen tot hetBelgisch Staatsblad en kan, overeenkomstig artikel 620, paragraaf 1, vanhet Wetboek van vennootschappen, worden hernieuwd.

De eigen aandelen in het bezit van de vennootschap opgenomen inde Eurolist by Euronext kunnen door de raad van bestuur vervreemdworden zonder de voorafgaande toestemming van de algemene verga-dering.

De algemene vergadering van ... (datum van de buitengewonealgemene vergadering die effectief beslist heeft) heeft de raad vanbestuur bovendien gemachtigd om het krachtens artikel 620 van hetWetboek van vennootschappen maximum toegelaten aantal aandelendoor aankoop of ruil te verkrijgen aan een prijs gelijk aan ten minstevijfentachtig ten honderd (85 %) en ten hoogste honderd vijftien tenhonderd (115 %) van de laatste slotkoers waaraan deze aandelengenoteerd werden op de Eurolist by Euronext op de dag voorafgaandaan die aankoop of ruil. Deze machtiging geldt voor een periode vanachttien maanden te rekenen vanaf de bekendmaking van deze beslis-sing in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad en kan, overeenkomstigartikel 620, paragraaf 1, van het Wetboek van vennootschappen,hernieuwd worden.″

3. Hernieuwing van de machtiging inzake toegestaan kapitaal enmachtiging tot wijziging van de respectievelijke rechten van debestaande soorten aandelen en effecten.

(i) Machtiging toegestaan kapitaal

Voorstel tot besluit : Hernieuwing van de machtiging van de raadvan bestuur om voor een geldigheidsduur van vijf jaar, het geplaatstmaatschappelijk kapitaal in één of meerdere malen te verhogen, metmogelijkheid tot het beperken of opheffen van het voorkeurrecht en hetvragen van een uitgiftepremie, evenals de mogelijkheid om in het kadervan de uitgifte van effecten binnen het toegestaan kapitaal de respec-tievelijke rechten te wijzigen van de bestaande aandelen. Onderhavigebeslissing impliceert de annulatie van het nog niet aangewende saldovan het huidig toegestaan kapitaal. De algemene vergadering beslist

tot verlenen van een machtiging aan de raad van bestuur tot kapitaal-verhoging binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal in geval vankennisgeving door de Commissie voor het Bank-, Financie- enAssurantiewezen van een openbaar overnamebod op aandelen van deVennootschap.

(ii) Aanpassing statuten

Voorstel tot besluit : Aanpassing van artikel 34 der statuten om teluiden als volgt :

De raad van bestuur is gemachtigd om gedurende een termijn vanvijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van de beslissing van dealgemene vergadering van … (buitengewone algemene vergadering dieeffectief beslist heeft) in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad, binnende wettelijke beperkingen, het geplaatst maatschappelijk kapitaal inéén of meerdere malen te verhogen, zowel door inbreng in speciën alsdoor inbreng in natura evenals door incorporatie van reserves en/ofvan uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe maatschap-pelijke aandelen, alsook om in één of meerdere malen in aandelenconverteerbare obligaties, obligaties met warrants of warrants die aldan niet verbonden zijn aan een ander effect uit te geven, dit alles tenbelope van een maximum globaal bedrag van VIERENZESTIGMILJOEN HONDERDDRIEENNEGENTIGDUIZEND NEGENHON-DERD VIJFTIEN euro TWEEENZEVENTIG cent (S 64.193.915,72).

Dit plafond van VIERENZESTIG MILJOEN HONDERDDRIEEN-NEGENTIGDUIZEND NEGENHONDERD VIJFTIEN euro TWEEEN-ZEVENTIG cent (S 64.193.915,72) is van toepassing voor wat betreft deuitgifte van in aandelen converteerbare obligaties, obligaties metwarrants of warrants die al dan niet verbonden zijn aan een andereffect, op het bedrag van de kapitaalverhogingen die zouden kunnenvoortvloeien uit de conversie van die obligaties of uit de uitoefeningvan die warrants.

De raad van bestuur wordt hierbij door de algemene vergaderinggemachtigd, op grond van een beslissing genomen overeenkomstig debepalingen van artikel 560 van het Wetboek van vennootschappen, omin het kader van de uitgifte van effecten binnen het toegestaan kapitaal,de respectievelijke rechten te wijzigen van de bestaande soorten vanaandelen of effecten die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen.

Deze machtiging geldt in zoverre dit conform is met de wettelijkebepalingen terzake. De raad van bestuur zal deze machtiging in geengeval aanwenden op een wijze die een benadeling van de rechten vande bestaande aandeelhouders als doel of als gevolg zou hebben.

De raad van bestuur is uitdrukkelijk gemachtigd om gedurende driejaar vanaf de bekendmaking van de beslissing van de algemenevergadering van ... (buitengewone algemene vergadering die effectiefbeslist heeft) in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad, de door dehuidige bepaling toegestane machtiging te gebruiken om het kapitaalte verhogen, in de gevallen, onder de voorwaarden en binnen debeperkingen van artikel 607 van het Wetboek van vennootschappen.

De raad van bestuur bepaalt de data en de voorwaarden van dekapitaalverhogingen die hij beveelt in toepassing van de voorgaandealinea’s, erin begrepen de eventuele betaling van de uitgiftepremies. Hijstelt de voorwaarden van de obligatieleningen vast waartoe hij beslistingevolge de vorige alinea’s.

Wanneer gebruik gemaakt wordt van de voorgaande alinea’s, bepaaltde raad van bestuur overeenkomstig artikelen 592 en verder van hetWetboek van vennootschappen de termijn en de andere voorwaardenvan de uitoefening door de aandeelhouders van het recht van voorkeurwanneer de wet hen dat recht toekent. Hij kan tevens, overeenkomstigzelfde artikelen 592 en verder, in het belang van de vennootschap enonder de voorwaarden door de wet vastgesteld, het voorkeurrecht vande aandeelhouders beperken of opheffen, ten gunste van één ofmeerdere bepaalde personen die hij kiest, ongeacht of deze personenbehoren tot het personeel van de vennootschap of haar dochter-vennootschappen.

Wanneer een uitgiftepremie wordt betaald ingevolge huidige bepa-ling, dan wordt deze van rechtswege overgedragen naar een onbeschik-bare rekening genaamd ″uitgiftepremies″ waarover slechts kan beschiktworden onder de voorwaarden vereist voor de kapitaalvermindering.De premie kan echter steeds ingelijfd worden bij het maatschappelijkkapitaal; deze beslissing kan door de raad van bestuur overeenkomstigde eerste alinea worden genomen.

48878 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 187: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Het recht om deel te nemen aan de buitengewone algemene verga-dering van aandeelhouders zal worden verleend, hetzij op grond vande inschrijving van de aandeelhouder in het register van de aandelenof obligaties of warrants op naam van de vennootschap en na medede-ling aan de raad van bestuur per brief, telegram, telex, telefax of op eenandere schriftelijke wijze van hun inzicht om aan de vergadering deelte nemen; hetzij op grond van de neerlegging van aandelen of obligatiesof warrants aan toonder op de zetel van de vennootschap, of ingevalde aandelen of obligaties of warrants vertegenwoordigd zijn door eenglobaalcertificaat dat gedeponeerd is bij een vereffeningsinstelling, opgrond van de neerlegging van een attest opgesteld door de houder vanhet globaalcertificaat of door de financiële tussenpersoon waarbij deaandeel- of obligatie- of warranthouder zijn of haar aandelen respec-tievelijk obligaties of warrants op een effectenrekening aanhoudt,waarbij de onbeschikbaarheid van de desbetreffende aandelen ofobligaties of warrants tot op de datum van de buitengewone algemenevergadering van aandeelhouders wordt vastgesteld, zulks ten minstedrie werkdagen en ten hoogste zes werkdagen vóór de datum bepaaldvoor de bijeenkomst van de buitengewone algemene vergadering vanaandeelhouders; hetzij op grond van de neerlegging van een door deerkend rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling opgesteldattest waarbij de onbeschikbaarheid van de gedematerialiseerdeaandelen of obligaties of warrants tot op de datum van de buitenge-wone algemene vergadering van aandeelhouders wordt vastgesteld,zulks tenminste drie werkdagen of ten hoogste zes werkdagen vóór dedatum bepaald voor de bijeenkomst van de buitengewone algemenevergadering van aandeelhouders.

Indien een houder van financiële instrumenten zich wenst te latenvertegenwoordigen door een lasthebber, dient een schriftelijkevolmacht (per brief, telegram, telex, telefax of op een andere schrifte-lijke wijze) te worden opgesteld en dient deze volmacht minstens drievrije werkdagen vóór de datum van de buitengewone algemenevergadering van aandeelhouders te worden neergelegd op de maat-schappelijke zetel van de vennootschap.

Teneinde een vlotte registratie mogelijk te maken, worden deaandeel-, obligatie- en warranthouders verzocht minstens vijftienminuten voor de aanvang van de buitengewone algemene vergaderingvan aandeelhouders aanwezig te zijn.(37296) De raad van bestuur.

AEDIFICA,naamloze vennootschap,

openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht,Louizalaan 331-333, 1050 Brussel

RPR Brussel : 0877.248.501

Daar de buitengewone algemene vergadering van 14 september 2007niet het vereiste quorum heeft gehaald, worden de aandeelhoudersuitgenodigd om de buitengewone algemene vergadering bij te wonendie zal plaatsvinden voor Notaris James DUPONT, te 1040 Brussel,Guimardstraat 18, op 9 oktober 2007, om 14 uur, met de volgendeagenda :

A/ WIJZIGING VAN HET ARTIKEL EEN VAN DE STATUTEN

1. Voorstel om de vermelding “openbare” toe te voegen aan demaatschappelijke benaming, overeenkomstig het artikel 20 van de wetvan 20 juli 2004 met betrekking tot bepaalde vormen van collectiefbeheer van beleggingsportefeuilles.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

2. Ingevolge de beslissing bedoeld onder punt 1 hierboven, voorstelom de eerste zin van de derde alinea van het eerste artikel in zowel deFranstalige als de Nederlandstalige versie van de statuten te vervangendoor de volgende tekst :

“De maatschappelijke benaming van de bevak en het geheel van dedocumenten die van haar uitgaan, bevatten de vermelding “openbarevastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgischrecht” of “openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht” of wordenonmiddellijk gevolgd door deze woorden”.

3. Voorstel om de derde alinea van het artikel één van de statutenvan de vennootschap die de toekomstige tijd gebruikt te vervangendoor de tegenwoordige tijd teneinde te bevestigen dat de vennootschapmomenteel een publiek beroep op het spaarwezen doet.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

4. Ingevolge de beslissing bedoeld onder punt 3 hierboven, voorstelom de vierde alinea van artikel 1 in zowel de Franstalige als deNederlandstalige versie van de statuten te vervangen door de volgendealinea :

“De vennootschap doet een openbaar beroep op het spaarwezen inde zin van artikel 438 van het Wetboek van vennootschappen”.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

B/ HERNIEUWING VAN DE TOELATING VAN DE VERKRIJGINGVAN EIGEN AANDELEN

1. Voorstel tot schrapping in de statuten van alle verwijzingen naarde voorwaarden die van toepassing zijn op de verkrijging en vervreem-ding van eigen aandelen en die zijn voorzien zolang de aandelen vanvennootschap niet beursgenoteerd zullen zijn.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

2. Voorstel om de toelating tot verkrijging van eigen aandelen vooreen nieuwe periode van achttien maanden te hernieuwen aan dezelfdevoorwaarden dan deze voorzien in de statuten.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

5. Ingevolge de beslissingen bedoeld onder punten 1 en 2 hierboven,voorstel om het artikel 6.2., zowel in de Franstalige als in de Neder-landstalige versie van de statuten te vervangen door de volgende tekst :

“De vennootschap kan haar eigen aandelen verwerven dooraankoop, of ze in pand nemen, in overeenstemming met de voor-waarden voorzien in het Wetboek van vennootschappen, mits medede-ling van de verrichting aan de Commissie voor het Bank- Financie- enAssurantiewezen.

Ingevolge een beslissing van de Algemene Vergadering van veer-tien september tweeduizend en zeven of, indien het quorum niet zouzijn bereikt, van negen oktober tweeduizend en zeven, is het de raadvan bestuur toegestaan eigen aandelen te verwerven, met eenmaximum van tien procent (10 %) van het totaal aantal uitgegevenaandelen, aan een eenheidsprijs die niet lager zal mogen zijn dannegentig procent (90 %) van het gemiddelde van de koers van de laatstedertig dagen van de notering van het aandeel op Euronext Brussels,noch hoger dan honderd en tien procent (110 %) van het gemiddeldevan de koers van de laatste dertig dagen van de notering van hetaandeel op Euronext Brussels, ofwel een maximale stijging of dalingvan tien (10 %) procent ten opzicht van de vermelde gemiddelde koers.

Deze toelating is verleend voor een periode van achttien maandenhernieuwbaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen van hetBelgisch Staatsblad van het proces-verbaal van de buitengewone alge-mene vergadering van veertien september tweeduizend en zeven of,indien het quorum niet zou zijn bereikt, van negen oktober tweedui-zend en zeven.

De vennootschap mag haar eigen aandelen vervreemden, in of buitenbeurs, aan de voorwaarden vastgesteld door de raad van bestuur,zonder voorafgaandelijke toelating van de Algemene Vergadering, mitshet respecteren van de toepasbare marktreglementeringen.

De toelatingen hiervoor vermeld zijn eveneens van toepassing op deverwerving en vervreemding van aandelen van de vennootschap dooréén of meerdere rechtstreekse dochterondernemingen van deze, in dezin van de wettelijke bepalingen betreffende de verwerving vanaandelen van de moedervennootschap door haar dochterondernemin-gen.”

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

C/ AANPASSING VAN DE CLAUSULE IN DE STATUTEN BETREF-FENDE DE AARD VAN DE EFFECTEN

1. Voorstel om de clausule betreffende de aard van de effectenvoorzien in artikel 8 van de statuten te wijzigen om deze in overeen-stemming te brengen met de bepalingen van de wet vanveertien december twee duizend en vijf tot afschaffing van effecten aantoonder.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

48879MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 188: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

2. Ingevolge de beslissing bedoeld onder punt 1 hierboven, voorstelom artikel 8 in zowel de Franstalige als de Nederlandstalige versie vande statuten te vervangen door de volgende tekst :

“De aandelen zijn op naam, aan toonder of gedematerialiseerd naarkeuze van de aandeelhouder en binnen de door de wet voorzienegrenzen. Echter, vanaf één januari 2008 zullen de aandelen enkel mogenworden uitgegeven in nominatieve of gedematerialiseerde vorm.

De aandeelhouder kan, op elk moment en kosteloos, de conversievragen van zijn aandelen aan toonder in aandelen op naam of gede-materialiseerde aandelen.

Elk gedematerialiseerd aandeel wordt vertegenwoordigd door eenboeking op rekening op naam van de eigenaar of houder bij eenerkende rekeninghouder of bij een vereffeningsinstelling.

Op de zetel van de vennootschap wordt een register gehouden vanaandelen op naam, in voorkomend geval in electronische vorm. Elkeaandeelhouder kan kennisnemen van het register met betrekking totzijn aandelen.

De aandelen aan toonder ingeschreven op een effectenrekening opéén januari tweeduizend acht zullen van rechtswege worden omgezetin gedematerialiseerde aandelen vanaf deze datum, zonder kosten voorde aandeelhouder.

De aandelen aan toonder die worden gehouden in fysieke vorm opdatum van één januari tweeduizend acht en die werden ingeschrevenop een effectenrekening op een latere datum zullen van rechtswegeworden omgezet in gedematerialiseerde aandelen op de datum vaninschrijving, zonder kosten voor de aandeelhouder.

De aandelen aan toonder die niet zullen zijn ingeschreven op eeneffectenrekening op datum van eenendertig december tweeduizenddertien zullen van rechtswege worden omgezet in gedematerialiseerdeaandelen op één januari tweeduizend veertien, zonder kosten voor deaandeelhouder.”

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

D/ VEREENVOUDIGDE FUSIE DOOR OPSLORPING VAN DENAAMLOZE VENNOOTSCHAP “INVESTERINGEN EN VERZEKE-RINGEN” DOOR DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP AEDIFICA.

1. Voorstel en voorafgaande verklaringen.

1.1. Lezing van het fusievoorstel opgesteld door de raden vanbestuur van de opslorpende vennootschap en van de op te slorpenvennootschap, conform artikel 676, 1° en 719 van het Wetboek vanvennootschappen, en neergelegd voor elke vennootschap op de griffievan de rechtbank van koophandel van Brussel op twee augustus twee-duizend en zeven, dat de fusie door opslorping voorziet in de zin vanartikel 676, 1° Wetboek van vennootschappen van de naamlozevennootschap “INVESTERINGEN EN VERZEKERINGEN”, afgekort″I&V″, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Louizalaan 331-333,BTW 0449.119.304 RPR Brussel (hierna genoemd “I&V”) door AEDI-FICA, die alle aandelen die het kapitaal van I&V vertegenwoordigenzal aanhouden op de datum van de fusie door opslorping, fusievoorstelvolgens hetwelk I&V aan AEDIFICA, ten gevolge van haar ontbindingzonder vereffening met effect op boekhoudkundig vlak opéén juli tweeduizend en zeven, haar volledige vermogen overdraagt,zowel de rechten als de verplichtingen.

Elke aandeelhouder kan zonder kosten, op de maatschappelijke zetelvan de vennootschap, een kopie verkrijgen van bovenvernoemd docu-ment. Elke aandeelhouder die de toelatingsformaliteiten tot de alge-mene vergadering heeft vervuld zal bovendien zonder verwijl eenkopie ontvangen van bovenvernoemd document, onverminderd hetrecht van elke aandeelhouder om overeenkomstig artikel 720, § 2 en§ 3 van het Wetboek van vennootschappen de jaarrekeningen van deeerste twee boekjaren van AEDIFICA en van de drie laatste boekjarenvan I&V, van een boekhoudkundige staat van I&V opgemaakt binnende drie maanden die de datum van het fusievoorstel voorafgaan,evenals van de op de jaarrekeningen betrekking hebbende beheers- encontroleverslagen te ontvangen.

1.2. Mededeling van de eventuele wijzigingen in het vermogen vande opslorpende vennootschap, en in het vermogen van de op te slorpenvennootschap, tussengekomen sinds de datum van de opstelling vanhet bovenvermelde fusievoorstel.

1.3. Beschrijving van het door de opgeslorpte vennootschap aan deopslorpende vennootschap overgedragen vermogen.

2. Fusie

2.1. Voorstel om de fusie, conform het hiervoor genoemde fusie-voorstel, van AEDIFICA, opslorpende vennootschap, met I&V, opge-slorpte vennootschap, door middel van opslorping van het gehelevermogen van I&V, goed te keuren.

Conform artikel 726 van het Wetboek van vennootschappen zal geenenkel nieuw aandeel van AEDIFICA worden uitgegeven en toegekendin ruil voor de zevenhonderd vijftig (750) aandelen I&V die zullenworden aangehouden door AEDIFICA op de dag van de fusie dooropslorping; door het effect van de fusie zullen deze aandelen wordeningetrokken.

Conform artikel 727 van het Wetboek van vennootschappen zullende jaarrekeningen van I&V afgesloten op dertig juni tweeduizend enzeven worden opgemaakt door de raad van bestuur van I&V en zullendeze ter goedkeuring worden voorgelegd aan de volgende gewonealgemene vergadering van AEDIFICA.

De datum vanaf welke de handelingen van de opgeslorpte vennoot-schap boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekeningvan de opslorpende vennootschap is één juli tweeduizend en zeven.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

E/ VEREENVOUDIGDE FUSIE DOOR OPSLORPING VAN DENAAMLOZE VENNOOTSCHAP “RING” DOOR DE NAAMLOZEVENNOOTSCHAP AEDIFICA.

1. Voorstel en voorafgaande verklaringen.

1.1. Lezing van het fusievoorstel opgesteld door de raden vanbestuur van de opslorpende vennootschap en van de op te slorpenvennootschap, conform artikel 676, 1° en 719 van het Wetboek vanvennootschappen, en neergelegd voor elke vennootschap op de griffievan de rechtbank van koophandel van Brussel op twee augustus twee-duizend en zeven, dat de fusie door opslorping voorziet in de zin vanartikel 676, 1° Wetboek van vennootschappen van de naamlozevennootschap “RING″, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel,Louizalaan 331-333, BTW 0452.057.018 RPR Brussel (hierna genoemd“RING”) door AEDIFICA, die alle aandelen die het kapitaal van Ringvertegenwoordigen zal aanhouden op de datum van de fusie dooropslorping, fusievoorstel volgens hetwelk RING aan AEDIFICA, tengevolge van haar ontbinding zonder vereffening met effect op boek-houdkundig vlak op één juli tweeduizend en zeven, haar volledigevermogen overdraagt, zowel de rechten als de verplichtingen.

Elke aandeelhouder kan zonder kosten, op de maatschappelijke zetelvan de vennootschap, een kopie verkrijgen van bovenvernoemd docu-ment. Elke aandeelhouder die de toelatingsformaliteiten tot de alge-mene vergadering heeft vervuld zal bovendien zonder verwijl eenkopie ontvangen van bovenvernoemd document, onverminderd hetrecht van elke aandeelhouder om overeenkomstig artikel 720, § 2 en§ 3 van het Wetboek van vennootschappen de jaarrekeningen van deeerste twee boekjaren van AEDIFICA en van de drie laatste boekjarenvan RING, van een boekhoudkundige staat van RING opgemaaktbinnen de drie maanden die de datum van het fusievoorstel vooraf-gaan, evenals van de op de jaarrekeningen betrekking hebbendebeheers- en controleverslagen te ontvangen.

1.2. Mededeling van de eventuele wijzigingen in het vermogen vande opslorpende vennootschap, en in het vermogen van de op te slorpenvennootschap, tussengekomen sinds de datum van de opstelling vanhet bovenvermelde fusievoorstel.

1.3. Beschrijving van het door de opgeslorpte vennootschap aan deopslorpende vennootschap overgedragen vermogen.

2. Fusie

2.1. Voorstel om de fusie, conform het hiervoor genoemde fusie-voorstel, van AEDIFICA, opslorpende vennootschap, met RING, opge-slorpte vennootschap, door middel van opslorping van het gehelevermogen van RING, goed te keuren.

Conform artikel 726 van het Wetboek van vennootschappen zal geenenkel nieuw aandeel van AEDIFICA worden uitgegeven en toegekendin ruil voor de driehonderd (300) aandelen RING die zullen wordenaangehouden door AEDIFICA op de dag van de fusie door opslorping;door het effect van de fusie zullen deze aandelen worden ingetrokken.

48880 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 189: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Conform artikel 727 van het Wetboek van vennootschappen zullende jaarrekeningen van RING afgesloten op dertig juni tweeduizend enzeven worden opgemaakt door de raad van bestuur van RING enzullen deze ter goedkeuring worden voorgelegd aan de volgendegewone algemene vergadering van AEDIFICA.

De datum vanaf welke de handelingen van de opgeslorpte vennoot-schap boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekeningvan de opslorpende vennootschap is één juli tweeduizend en zeven.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

F/ VEREENVOUDIGDE FUSIE DOOR OPSLORPING VAN DENAAMLOZE VENNOOTSCHAP “EUROPEAN COMPANY OFINVESTMENTS” DOOR DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP AEDI-FICA.

1. Voorstel en voorafgaande verklaringen.

1.1. Lezing van het fusievoorstel opgesteld door de raden vanbestuur van de opslorpende vennootschap en van de op te slorpenvennootschap, conform artikel 676, 1° en 719 van het Wetboek vanvennootschappen, en neergelegd voor elke vennootschap op de griffievan de rechtbank van koophandel van Brussel op twee augustus twee-duizend en zeven, dat de fusie door opslorping voorziet in de zin vanartikel 676, 1° Wetboek van vennootschappen van de naamlozevennootschap “EUROPEAN COMPANY OF INVESTMENTS”, afge-kort ″E.C.I.″, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Louiza-laan 331-333, BTW 0452.565.277 RPR Brussel (hierna genoemd “E.C.I.”)door AEDIFICA, die alle aandelen die het kapitaal van E.C.I. vertegen-woordigen zal aanhouden op de datum van de fusie door opslorping,fusievoorstel volgens hetwelk E.C.I. aan AEDIFICA, ten gevolge vanhaar ontbinding zonder vereffening met effect op boekhoudkundig vlakop één augustus tweeduizend en zeven, haar volledige vermogenoverdraagt, zowel de rechten als de verplichtingen.

Elke aandeelhouder kan zonder kosten, op de maatschappelijke zetelvan de vennootschap, een kopie verkrijgen van bovenvernoemd docu-ment. Elke aandeelhouder die de toelatingsformaliteiten tot de alge-mene vergadering heeft vervuld zal bovendien zonder verwijl eenkopie ontvangen van bovenvernoemd document, onverminderd hetrecht van elke aandeelhouder om overeenkomstig artikel 720, § 2 en§ 3 van het Wetboek van vennootschappen de jaarrekeningen van deeerste twee boekjaren van AEDIFICA en van de drie laatste boekjarenvan E.C.I., van een boekhoudkundige staat van E.C.I. opgemaaktbinnen de drie maanden die de datum van het fusievoorstel vooraf-gaan, evenals van de op de jaarrekeningen betrekking hebbendebeheers- en controleverslagen te ontvangen.

1.2. Mededeling van de eventuele wijzigingen in het vermogen vande opslorpende vennootschap, en in het vermogen van de op te slorpenvennootschap, tussengekomen sinds de datum van de opstelling vanhet bovenvermelde fusievoorstel.

1.3. Beschrijving van het door de opgeslorpte vennootschap aan deopslorpende vennootschap overgedragen vermogen.

2. Fusie

2.1. Voorstel om de fusie, conform het hiervoor genoemde fusie-voorstel, van AEDIFICA, opslorpende vennootschap, met E.C.I., opge-slorpte vennootschap, door middel van opslorping van het gehelevermogen van E.C.I., goed te keuren.

Conform artikel 726 van het Wetboek van vennootschappen zal geenenkel nieuw aandeel van AEDIFICA worden uitgegeven en toegekendin ruil voor de honderd (100) aandelen E.C.I. die zullen wordenaangehouden door AEDIFICA op de dag van de fusie door opslorping;door het effect van de fusie zullen deze aandelen worden ingetrokken.

Conform artikel 727 van het Wetboek van vennootschappen zullende jaarrekeningen van E.C.I. afgesloten op eenendertig juli tweedui-zend en zeven worden opgemaakt door de raad van bestuur van E.C.I.en zullen deze ter goedkeuring worden voorgelegd aan de volgendegewone algemene vergadering van AEDIFICA.

De datum vanaf welke de handelingen van de opgeslorpte vennoot-schap boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekeningvan de opslorpende vennootschap is één augustus tweeduizend enzeven.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

G/ VEREENVOUDIGDE FUSIE DOOR OPSLORPING VAN DENAAMLOZE VENNOOTSCHAP “SOCIETE EUROPEENNED’INVESTISSEMENT MOBILIER ET IMMOBILIER” DOOR DENAAMLOZE VENNOOTSCHAP AEDIFICA.

1. Voorstel en voorafgaande verklaringen.

1.1. Lezing van het fusievoorstel opgesteld door de raden vanbestuur van de opslorpende vennootschap en van de op te slorpenvennootschap, conform artikel 676, 1° en 719 van het Wetboek vanvennootschappen, en neergelegd voor elke vennootschap op de griffievan de rechtbank van koophandel van Brussel op twee augustus twee-duizend en zeven, dat de fusie door opslorping voorziet in de zin vanartikel 676, 1° Wetboek van vennootschappen van de naamlozevennootschap “Société européenne d’Investissement mobilier et immo-bilier″, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Louizalaan 331-333,BTW 0437.900.857 RPR Brussel (hierna genoemd “SEIMI”) door AEDI-FICA, die alle aandelen die het kapitaal van SEIMI vertegenwoordigenzal aanhouden op de datum van de fusie door opslorping, fusievoorstelvolgens hetwelk SEIMI aan AEDIFICA, ten gevolge van haar ontbin-ding zonder vereffening met effect op boekhoudkundig vlak opéén augustus tweeduizend en zeven, haar volledige vermogen over-draagt, zowel de rechten als de verplichtingen.

Elke aandeelhouder kan zonder kosten, op de maatschappelijke zetelvan de vennootschap, een kopie verkrijgen van bovenvernoemd docu-ment. Elke aandeelhouder die de toelatingsformaliteiten tot de alge-mene vergadering heeft vervuld zal bovendien zonder verwijl eenkopie ontvangen van bovenvernoemd document, onverminderd hetrecht van elke aandeelhouder om overeenkomstig artikel 720, § 2 en§ 3 van het Wetboek van vennootschappen de jaarrekeningen van deeerste twee boekjaren van AEDIFICA en van de drie laatste boekjarenvan SEIMI, van een boekhoudkundige staat van SEIMI opgemaaktbinnen de drie maanden die de datum van het fusievoorstel vooraf-gaan, evenals van de op de jaarrekeningen betrekking hebbendebeheers- en controleverslagen te ontvangen.

1.2. Mededeling van de eventuele wijzigingen in het vermogen vande opslorpende vennootschap, en in het vermogen van de op te slorpenvennootschap, tussengekomen sinds de datum van de opstelling vanhet bovenvermelde fusievoorstel.

1.3. Beschrijving van het door de opgeslorpte vennootschap aan deopslorpende vennootschap overgedragen vermogen.

2. Fusie

2.1. Voorstel om de fusie, conform het hiervoor genoemde fusie-voorstel, van AEDIFICA, opslorpende vennootschap, met SEIMI, opge-slorpte vennootschap, door middel van opslorping van het gehelevermogen van SEIMI, goed te keuren.

Conform artikel 726 van het Wetboek van vennootschappen zal geenenkel nieuw aandeel van AEDIFICA worden uitgegeven en toegekendin ruil voor de vierhonderd (400) aandelen SEIMI die zullen wordenaangehouden door AEDIFICA op de dag van de fusie door opslorping;door het effect van de fusie zullen deze aandelen worden ingetrokken.

Conform artikel 727 van het Wetboek van vennootschappen zullende jaarrekeningen van SEIMI afgesloten op eenendertig juli tweedui-zend en zeven worden opgemaakt door de raad van bestuur van SEIMIen zullen deze ter goedkeuring worden voorgelegd aan de volgendegewone algemene vergadering van AEDIFICA.

De datum vanaf welke de handelingen van de opgeslorpte vennoot-schap boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekeningvan de opslorpende vennootschap is één augustus tweeduizend enzeven.

De raad van bestuur nodigt u uit dit voorstel goed te keuren.

H/ SPECIALE MACHTEN – COORDINATIE VAN DE STATUTEN

Machten toe te kennen aan twee bestuurders samen handelend enmet de mogelijkheid van indeplaatsstelling, voor de uitvoering van devoorafgaandelijke besluiten en voor de uitvoering van alle formali-teiten die voortvloeien uit de te nemen beslissingen waarvan sprakehierboven, en aan de ondergetekende Notaris met het oog op decoördinatie van de statuten.

Daar de algemene vergadering van 14 september 2007 niet hetvereiste quorum heeft gehaald, zal de algemene vergadering mogenbeslissen over de voorstellen van statutenwijzigingen en van fusie,ongeacht het aantal van de aanwezige of vertegenwoordigde aandelen.

48881MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 190: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Om te worden aangenomen, vereisen de hierboven genoemde voor-stellen een stemming bij meerderheid van drie vierde van de op devergadering uitgebrachte stemmen vereisen.

Om deze algemene vergadering bij te wonen of er zich te latenvertegenwoordigen, dienen de aandeelhouders te voldoen aan debepalingen van de artikelen 23 en 24 van de statuten.

De effecten aan toonder moeten uiterlijk op 4 oktober 2007 wordenneergelegd en dit uitsluitend :

op de maatschappelijke zetel, 1050 Brussel, Louizalaan 331-333, of

bij KBC BANK, 1080 Brussel, Havenlaan 2, en haar zetels, agent-schappen en kantoren, of

bij DEXIA BANK, 1000 Brussel, Pachecolaan 44, en haar zetels,agentschappen en kantoren, of

bij BANK DEGROOF, 1040 Brussel, Nijverheidsstraat 44.

De houders van effecten op naam moeten uiterlijk op 4 oktober 2007ofwel hun certificaten op naam neerleggen in de maatschappelijkezetel, ofwel de raad van bestuur per alle schriftelijke communicatiemid-delen in kennis stellen van hun voornemen om de vergadering bij tewonen.

De aandeelhouders die de formaliteiten om toegelaten te worden totde buitengewone algemene vergadering uiterlijk zeven dagen voordeze vergadering hebben uitgevoerd, hetzij op 2 oktober 2007,ontvangen onmiddellijk de documenten bedoeld in artikel 535 van hetWetboek van vennootschappen.

Deze documenten worden op de maatschappelijke zetel ter beschik-king gesteld van de

aandeelhouders die de hiervoor vermelde formaliteiten na die datumhebben vervuld.(37297) De raad van bestuur.

AEDIFICA, société anonyme,sicaf immobilière publique de droit belge

avenue Louise 331-333, 1050 Bruxelles

R.P.M. Bruxelles 0877.248.501

L’Assemblée générale extraordinaire du 14 septembre 2007 n’ayantpas recueilli le quorum de présence légalement requis, les actionnairessont invités à se réunir devant le Notaire James DUPONT, à1040 Bruxelles, rue Guimard 18, le 9 octobre 2007, à 14 heures, enassemblée générale extraordinaire, pour délibérer sur l’ordre du joursuivant :

A/ MODIFICATION DE L’ARTICLE PREMIER DES STATUTS

1. Proposition d’ajouter la mention « publique » dans la dénomina-tion sociale, conformément à l’article 20 de la loi du 20 juillet 2004relative à certaines formes de gestion collective de portefeuilles d’inves-tissement.

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

2. En conséquence de la décision visée au point 1 ci-dessus, propo-sition de remplacer, dans la version francaise et néerlandaise desstatuts, la première phrase du troisième alinéa de l’article premier, parle texte suivant :

« La dénomination sociale de la sicaf et l’ensemble des documentsqui en émanent, contiennent la mention ″société d’investissementimmobilière publique à capital fixe et de droit belge ou ″sicaf immobi-lière publique de droit belge″ ou sont suivis immédiatement de cesmots. »

3. Proposition de remplacer le quatrième alinéa de l’article premierdes statuts de la société qui utilise le futur par un alinéa qui utilise leprésent afin de confirmer que la société fait actuellement appel publicà l’épargne.

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

4. En conséquence de la décision visée au point 3 ci-dessus, propo-sition de remplacer, dans la version francaise et néerlandaise desstatuts, le quatrième alinéa de l’article premier, par le texte suivant :

« La société fait appel public à l’épargne au sens de l’article 438 duCode des sociétés ».

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

B/ RENOUVELLEMENT DE L’AUTORISATION DE PROCEDER ADES RACHATS D’ACTIONS PROPRES

1. Proposition de supprimer dans les statuts toutes les références auxconditions applicables à l’acquisition et à l’aliénation d’actions propreset qui sont prévues tant que les actions de la société ne seront pascotées.

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

2. Proposition de renouveler pour une période de dix-huit moisl’autorisation de procéder à des rachats d’actions propres aux mêmesconditions que celles qui sont prévues dans les statuts.

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

3. En conséquence des décisions visées aux points 1 et 2 ci-dessus,proposition de remplacer, dans la version francaise et néerlandaise desstatuts, l’article 6.2, par le texte suivant :

« La société peut acquérir par voie d’achat ou prendre en gage sespropres actions dans les conditions prévues par le Code des sociétés,moyennant communication de l’opération à la Commission bancaire,financière et des Assurances.

Par décision de l’assemblée générale du quatorze septembre deuxmille sept ou, en cas de carence, du neuf octobre deux mille sept, leconseil d’administration est autorisé à acquérir des actions propres àconcurrence de maximum dix pour cent (10 %) du total des actionsémises, à un prix unitaire qui ne peut être inférieur à nonante pour cent(90 %) de la moyenne des cours des trente derniers jours de cotation del’action sur Euronext Brussels ni supérieur à cent dix pour cent (110 %)de la moyenne des cours des trente derniers jours de cotation de l’actionsur Euronext Brussels, soit un écart maximal de dix pourcent (10 %)vers le haut ou vers le bas par rapport au dit cours moyen. Cetteautorisation est accordée pour une durée renouvelable de dix-huit moisà compter de la publication aux annexes du Moniteur belge du procès-verbal de l’assemblée générale extraordinaire duquatorze septembre deux mille sept ou, en cas de carence, duneuf octobre deux mille sept.

La société peut aliéner ses propres actions, en bourse ou hors bourse,aux conditions fixées par le conseil d’administration, sans autorisationpréalable de l’assemblée générale, moyennant le respect des règles demarché applicables.

Les autorisations visées ci-dessus s’étendent aux acquisitions et alié-nations d’actions de la société par une ou plusieurs filiales directes decelle-ci, au sens des dispositions légales relatives à l’acquisitiond’actions de leur société mère par des sociétés filiales. »

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

C/ ADAPTATION DE LA CLAUSE DES STATUTS RELATIVE A LANATURE DES TITRES.

1. Proposition d’adapter la clause relative à la nature des titres prévueà l’article 8 des statuts pour la mettre en concordance avec lesdispositions de la loi du quatorze décembre deux mille cinq portantsuppression des titres au porteur.

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

2. En conséquence de la décision visée au point 1 ci-dessus, propo-sition de remplacer, dans la version francaise et néerlandaise desstatuts, l’article 8, par le texte suivant :

« Les actions sont nominatives, au porteur ou dématérialisées auchoix de l’actionnaire et dans les limites prévues par la loi. Toutefois, àcompter du premier janvier deux mille huit, les actions ne pourront êtreémises que sous la forme nominative ou dématérialisée.

48882 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 191: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

L’actionnaire peut, à tout moment et sans frais, demander la conver-sion de ses actions au porteur en actions nominatives ou dématéria-lisées.

Toute action dématérialisée est représentée par une inscription encompte au nom de son propriétaire ou détenteur auprès d’un teneur decompte agréé ou d’un organisme de liquidation.

Il est tenu au siège social de la société un registre des actionsnominatives, le cas échéant sous la forme électronique. Les titulairesd’actions pourront prendre connaissance du registre relatif à leursactions.

Les actions au porteur inscrites en compte-titres aupremier janvier deux mille huit seront automatiquement converties enactions dématérialisées à partir de cette date, sans frais pour l’action-naire.

Les actions au porteur détenues sous forme physique à la date dupremier janvier deux mille huit et qui sont inscrites en compte-titres àune date ultérieure seront automatiquement converties en actionsdématérialisées à leur date d’inscription, sans frais pour l’actionnaire.

Les actions au porteur qui n’auront pas été inscrites en compte-titresà la date du trente et un décembre deux mille treize seront automati-quement converties en actions dématérialisées au premier janvier deuxmille quatorze, sans frais pour l’actionnaire. »

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

D/ FUSION SIMPLIFIEE PAR ABSORPTION DE LA SOCIETEANONYME « INVESTERINGEN EN VERZEKERINGEN » PAR LASOCIETE ANONYME AEDIFICA.

1. Projet et déclarations préalables.

1.1. Lecture du projet de fusion établi par les conseils d’administra-tion de la société absorbante et de la société à absorber, conformémentaux articles 676, 1° et 719 du Code des sociétés et déposé, pour chaquesociété, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles le deux aoûtdeux mille sept, lequel prévoit la fusion par absorption, au sens del’article 676, 1° du Code des sociétés, de la société anonyme « INVES-TERINGEN EN VERZEKERINGEN », en abrégé « I&V », ayant sonsiège social à 1050 Bruxelles, avenue Louise 331-333, TVA BE0449.119.304 RPM Bruxelles (ci-après dénommée « I&V ») par AEDI-FICA, qui détiendra toutes les actions représentatives du capital de I&Và la date de la fusion par absorption, projet de fusion selon lequel I&Vtransfère à AEDIFICA, par suite de sa dissolution sans liquidation aveceffet, sur le plan comptable, au premier juillet deux mille sept, l’inté-gralité de son patrimoine, tant les droits que les obligations.

Tout actionnaire peut obtenir sans frais, au siège social de la société,une copie du document ci-dessus. Tout actionnaire ayant accompli lesformalités d’admission à l’assemblée générale, recevra en outre sansdélai une copie du document ci-dessus, sans préjudice au droit desactionnaires d’obtenir communication, par application de l’article 720,§ 2 et 3 du Code des sociétés, des comptes annuels des deux premiersexercices comptables de AEDIFICA et des trois derniers exercicescomptables de I&V, d’un état comptable de I&V arrêté dans les troismois précédant la date du projet de fusion ainsi que des rapports degestion et de révision afférents aux comptes annuels.

1.2. Communication des modifications éventuelles du patrimoine dela société absorbante, et de celui de la société à absorber, intervenuesdepuis la date de l’établissement du projet de fusion susmentionné.

1.3. Description du patrimoine transféré par la société absorbée à lasociété absorbante.

2. Fusion

2.1. Proposition d’approuver la fusion conformément au projet defusion précité, d’AEDIFICA, société absorbante, avec I&V, sociétéabsorbée, par voie d’absorption de l’intégralité du patrimoine de I&V.

Conformément à l’article 726 du Code des sociétés, aucune nouvelleaction de AEDIFICA ne sera émise et attribuée en échange des sept centcinquante (750) actions I&V qui seront détenues par AEDIFICA le jourde la fusion par absorption; par l’effet de la fusion, ces actions serontannulées.

Conformément à l’article 727 du Code des sociétés, les comptes deI&V arrêtés au trente juin deux mille sept seront établis par le conseild’administration de I&V et seront soumis à l’approbation de laprochaine assemblée générale ordinaire d’AEDIFICA.

La date à partir de laquelle les opérations de la société absorbéeseront considérées du point de vue comptable comme accomplies pourle compte de la société absorbante est le premier juillet deux mille sept.

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

E/ FUSION SIMPLIFIEE PAR ABSORPTION DE LA SOCIETEANONYME « RING » PAR LA SOCIETE ANONYME AEDIFICA.

1. Projet et déclarations préalables.

1.1. Lecture du projet de fusion établi par les conseils d’administra-tion de la société absorbante et de la société à absorber, conformémentaux articles 676, 1° et 719 du Code des sociétés et déposé, pour chaquesociété, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles le deux aoûtdeux mille sept, lequel prévoit la fusion par absorption, au sens del’article 676, 1° du Code des sociétés, de la société anonyme «RING»,ayant son siège social à 1050 Bruxelles, avenue Louise 331-333,TVA BE 0452.057.018 RPM Bruxelles (ci-après dénommée « RING ») parAEDIFICA, qui détiendra toutes les actions représentatives du capitalde RING à la date de la fusion par absorption, projet de fusion selonlequel RING transfère à AEDIFICA, par suite de sa dissolution sansliquidation avec effet, sur le plan comptable, au premier juillet deuxmille sept, l’intégralité de son patrimoine, tant les droits que lesobligations.

Tout actionnaire peut obtenir sans frais, au siège social de la société,une copie du document ci-dessus. Tout actionnaire ayant accompli lesformalités d’admission à l’assemblée générale, recevra en outre sansdélai une copie du document ci-dessus, sans préjudice au droit desactionnaires d’obtenir communication, par application de l’article 720,§ 2 et 3 du Code des sociétés, des comptes annuels des deux premiersexercices comptables de AEDIFICA et des trois derniers exercicescomptables de RING, d’un état comptable de RING arrêté dans les troismois précédant la date du projet de fusion ainsi que des rapports degestion et de révision afférents aux comptes annuels.

1.2. Communication des modifications éventuelles du patrimoine dela société absorbante, et de celui de la société à absorber, intervenuesdepuis la date de l’établissement du projet de fusion susmentionné.

1.3. Description du patrimoine transféré par la société absorbée à lasociété absorbante.

2. Fusion

2.1. Proposition d’approuver la fusion conformément au projet defusion précité, d’AEDIFICA, société absorbante, avec RING, sociétéabsorbée, par voie d’absorption de l’intégralité du patrimoine de RING.

Conformément à l’article 726 du Code des sociétés, aucune nouvelleaction de AEDIFICA ne sera émise et attribuée en échange des troiscents (300) actions RING qui seront détenues par AEDIFICA le jour dela fusion par absorption; par l’effet de la fusion, ces actions serontannulées.

Conformément à l’article 727 du Code des sociétés, les comptes deRING arrêtés au trente juin deux mille sept seront établis par le conseild’administration de RING et seront soumis à l’approbation de laprochaine assemblée générale ordinaire d’AEDIFICA.

La date à partir de laquelle les opérations de la société absorbéeseront considérées du point de vue comptable comme accomplies pourle compte de la société absorbante est le premier juillet deux mille sept.

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

F/ FUSION SIMPLIFIEE PAR ABSORPTION DE LA SOCIETEANONYME « EUROPEAN COMPANY OF INVESTMENTS » PAR LASOCIETE ANONYME AEDIFICA.

1. Projet et déclarations préalables.

1.1. Lecture du projet de fusion établi par les conseils d’administra-tion de la société absorbante et de la société à absorber, conformémentaux articles 676, 1° et 719 du Code des sociétés et déposé, pour chaquesociété, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles le deux aoûtdeux mille sept, lequel prévoit la fusion par absorption, au sens de

48883MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 192: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

l’article 676, 1° du Code des sociétés, de la société anonyme « EURO-PEAN COMPANY OF INVESTMENTS », en abrégé « E.C.I. », ayantson siège social à 1050 Bruxelles, avenue Louise 331-333,TVA BE 0452.565.277 RPM Bruxelles (ci-après dénommée « E.C.I. ») parAEDIFICA, qui détiendra toutes les actions représentatives du capitalde E.C.I. à la date de la fusion par absorption, projet de fusion selonlequel E.C.I. transfère à AEDIFICA, par suite de sa dissolution sansliquidation avec effet, sur le plan comptable, au premier août deux millesept, l’intégralité de son patrimoine, tant les droits que les obligations.

Tout actionnaire peut obtenir sans frais, au siège social de la société,une copie du document ci-dessus. Tout actionnaire ayant accompli lesformalités d’admission à l’assemblée générale, recevra en outre sansdélai une copie du document ci-dessus, sans préjudice au droit desactionnaires d’obtenir communication, par application de l’article 720§§ 2 et 3 du Code des sociétés, des comptes annuels des deux premiersexercices comptables de AEDIFICA et des trois derniers exercicescomptables de E.C.I., d’un état comptable de E.C.I. arrêté dans les troismois précédant la date du projet de fusion ainsi que des rapports degestion et de révision afférents aux comptes annuels.

1.2. Communication des modifications éventuelles du patrimoine dela société absorbante, et de celui de la société à absorber, intervenuesdepuis la date de l’établissement du projet de fusion susmentionné.

1.3. Description du patrimoine transféré par la société absorbée à lasociété absorbante.

2. Fusion

2.1. Proposition d’approuver la fusion conformément au projet defusion précité, d’AEDIFICA, société absorbante, avec E.C.I., sociétéabsorbée, par voie d’absorption de l’intégralité du patrimoine de E.C.I.

Conformément à l’article 726 du Code des sociétés, aucune nouvelleaction de AEDIFICA ne sera émise et attribuée en échange des cent(100) actions E.C.I. qui seront détenues par AEDIFICA le jour de lafusion par absorption; par l’effet de la fusion, ces actions seront annu-lées.

Conformément à l’article 727 du Code des sociétés, les comptes deE.C.I. arrêtés au trente et un juillet deux mille sept seront établis par leconseil d’administration de E.C.I. et seront soumis à l’approbation dela prochaine assemblée générale ordinaire d’AEDIFICA.

La date à partir de laquelle les opérations de la société absorbéeseront considérées du point de vue comptable comme accomplies pourle compte de la société absorbante est le premier août deux mille sept.

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

G/ FUSION SIMPLIFIEE PAR ABSORPTION DE LA SOCIETEANONYME « SOCIETE EUROPEENNE D’INVESTISSEMENT MOBI-LIER ET IMMOBILIER » PAR LA SOCIETE ANONYME AEDIFICA.

1. Projet et déclarations préalables.

1.1. Lecture du projet de fusion établi par les conseils d’administra-tion de la société absorbante et de la société à absorber, conformémentaux articles 676, 1° et 719 du Code des sociétés et déposé, pour chaquesociété, au greffe du tribunal de commerce de Bruxelles le deux aoûtdeux mille sept, lequel prévoit la fusion par absorption, au sens del’article 676, 1° du Code des sociétés, de la société anonyme « Sociétéeuropéenne d’Investissement mobilier et immobilier », ayant son siègesocial à 1050 Bruxelles, avenue Louise 331-333, TVA BE 0437.900.857RPM Bruxelles (ci-après dénommée « SEIMI ») par AEDIFICA, quidétiendra toutes les actions représentatives du capital de SEIMI à ladate de la fusion par absorption, projet de fusion selon lequel SEIMItransfère à AEDIFICA, par suite de sa dissolution sans liquidation aveceffet, sur le plan comptable, au premier août deux mille sept, l’inté-gralité de son patrimoine, tant les droits que les obligations.

Tout actionnaire peut obtenir sans frais, au siège social de la société,une copie du document ci-dessus. Tout actionnaire ayant accompli lesformalités d’admission à l’assemblée générale, recevra en outre sansdélai une copie du document ci-dessus, sans préjudice au droit desactionnaires d’obtenir communication, par application de l’article, 720§ 2 et 3 du Code des sociétés, des comptes annuels des deux premiersexercices comptables de AEDIFICA et des trois derniers exercicescomptables de SEIMI, d’un état comptable de SEIMI arrêté dans lestrois mois précédant la date du projet de fusion ainsi que des rapportsde gestion et de révision afférents aux comptes annuels.

1.2. Communication des modifications éventuelles du patrimoine dela société absorbante, et de celui de la société à absorber, intervenuesdepuis la date de l’établissement du projet de fusion susmentionné.

1.3. Description du patrimoine transféré par la société absorbée à lasociété absorbante.

2. Fusion

2.1. Proposition d’approuver la fusion conformément au projet defusion précité, d’AEDIFICA, société absorbante, avec SEIMI, sociétéabsorbée, par voie d’absorption de l’intégralité du patrimoine deSEIMI.

Conformément à l’article 726 du Code des sociétés, aucune nouvelleaction de AEDIFICA ne sera émise et attribuée en échange des quatrecents (400) actions SEIMI qui seront détenues par AEDIFICA le jour dela fusion par absorption; par l’effet de la fusion, ces actions serontannulées.

Conformément à l’article 727 du Code des sociétés, les comptes deSEIMI arrêtés au trente et un juillet deux mille sept seront établis par leconseil d’administration de SEIMI et seront soumis à l’approbation dela prochaine assemblée générale ordinaire d’AEDIFICA.

La date à partir de laquelle les opérations de la société absorbéeseront considérées du point de vue comptable comme accomplies pourle compte de la société absorbante est le premier août deux mille sept.

Le conseil d’administration vous invite à approuver cette proposi-tion.

H/ POUVOIRS SPECIAUX - COORDINATION DES STATUTS

Pouvoirs à attribuer à deux administrateurs agissant conjointementet avec possibilité de subdélégation, pour l’exécution des résolutionsqui précèdent et pour l’accomplissement de toutes les formalités consé-quentes aux décisions à prendre dont mention ci-avant, et au Notairesoussigné en vue de la coordination des statuts.

L’assemblée du 14 septembre 2007 n’ayant pas recueilli le quorum deprésence légalement requis, l’assemblée générale pourra statuer sur lespropositions de modifications des statuts et de fusions quel que soit lenombre d’actionnaires présents ou représentés et quel que soit lenombre de titres présents ou représentés.

Pour pouvoir être adoptées, les propositions précitées requièrent unvote à la majorité des trois quarts des voix émises à l’assemblée.

Pour assister à cette assemblée générale ou s’y faire représenter, lesactionnaires voudront bien se conformer aux dispositions des articles23 et 24 des statuts.

Le dépôt des titres au porteur doit se faire au plus tard le4 octobre 2007 et exclusivement :

au siège social, 1050 Bruxelles, avenue Louise 331-333, ou

auprès de KBC BANK, 1080 Bruxelles, avenue du Port 2, et en sessièges, agences et bureaux, ou

auprès de la BANQUE DEXIA, 1000 Bruxelles, boulevard Pacheco 44,et en ses sièges, agences et bureaux, ou

auprès de la BANQUE DEGROOF, 1040 Bruxelles, rue de l’Indus-trie 44.

Les titulaires des titres nominatifs doivent, au plus tard le4 octobre 2007, soit déposer leurs certificats nominatifs au siège social,soit prévenir le conseil d’administration par tout moyen de communi-cation écrit de leur intention d’assister à l’assemblée générale.

Les actionnaires qui ont effectué les formalités pour être admis àl’assemblée générale extraordinaire au plus tard sept jours avant latenue de celle-ci, soit le mardi 2 octobre 2007, recevront sans délai lesdocuments visés à l’article 535 du Code des sociétés.

Ces documents seront mis à disposition, au siège social, des action-naires qui auront effectué les formalités susdites après cette date.(37297) Le conseil d’administration.

48884 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 193: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

AEDIFICA, naamloze vennootschap,openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht

Louizalaan 331-333, 1050 Brussel

R.P.R. Brussel : 0877.248.501

De aandeelhouders worden uitgenodigd deel te nemen aan degewone algemene vergadering die zal worden gehouden te1040 Brussel, Guimardstraat 18, op 9 oktober 2007, om 15 uur, met devolgende agenda :

1. Beheersverslag betreffende het statutair en het geconsolideerdboekjaar afgesloten op 30 juni 2007

2. Verslag van de commissaris betreffende de statutaire jaarrekeningafgesloten op 30 juni 2007 en verslag van de commissaris betreffendede geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 30 juni 2007

3. Geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 30 juni 2007

4. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening afgesloten op30 juni 2007 en resultaatsverwerking

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening afgesloten op30 juni 2007, met inbegrip van de resultaatsverwerking zoals daarinvoorgesteld. Dienvolgens, voorstel tot toekenning van een bruto divi-dend van S 1,48 aan de aandeelhouders.

5. Kwijting aan de bestuurders van de vennootschap

Voorstel om kwijting te verlenen aan de bestuurders van de vennoot-schap voor de uitoefening van hun bestuurdersmandaat voor hetstatutair boekjaar afgesloten op 30 juni 2007

6. Kwijting aan de commissaris van de vennootschap

Voorstel om kwijting te geven aan de commissaris voor de uitoefe-ning van zijn mandaat gedurende het statutair boekjaar afgesloten op30 juni 2007

7. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Medimmo »,vennootschap opgeslorpt door Aedifica op 17 augustus 2006, voor deperiode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van «Medimmo » voor de periode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

8. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « Medimmo »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « Medimmo » voor de uitoefening van hun mandaat gedurende deperiode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

9. Kwijting aan de commissaris van « Medimmo »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van «Medimmo » voor de uitoefening van zijn mandaat gedurende deperiode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

10. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Cledixa »,vennootschap opgeslorpt door Aedifica op 17 augustus 2006, voor deperiode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Cledixa», voor de periode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

11. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « Cledixa »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « Cledixa » voor de uitoefening van hun mandaat gedurende deperiode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

12. Kwijting aan de commissaris van « Cledixa »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van « Cledixa »voor de uitoefening van zijn mandaat gedurende de periode van1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

13. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Tracoma »,vennootschap opgeslorpt door Aedifica op 17 augustus 2006, voor deperiode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van« Tracoma », voor de periode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

14. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « Tracoma »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « Tracoma » voor de uitoefening van hun mandaat gedurende deperiode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

15. Kwijting aan de commissaris van « Tracoma »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van « Tracoma »voor de uitoefening van zijn mandaat gedurende de periode van1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

16. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « ChateauChenois », vennootschap afgesplitst op 17 augustus 2006, voor deperiode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van« Chateau Chenois », voor de periode van 1 januari 2006 tot17 augustus 2006

17. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « ChateauChenois »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « Chateau Chenois » voor de uitoefening van hun mandaatgedurende de periode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

18. Kwijting aan de commissaris van « Chateau Chenois »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van « Chenois »voor de uitoefening van zijn mandaat gedurende de periode van1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

19. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Hotel CentralCafé Central », vennootschap afgesplitst op 17 augustus 2006, voor deperiode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « HotelCentral Café Central », voor de periode van 1 januari 2006 tot17 augustus 2006

20. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « Hotel CentralCafé Central »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « Hotel Central Café Central » voor de uitoefening van hunmandaat gedurende de periode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

21. Kwijting aan de commissaris van « Hotel Central Café Central »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van « HotelCentral Café Central » voor de uitoefening van zijn mandaat gedurendede periode van 1 januari 2006 tot 17 augustus 2006

22. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Palace 62 »,vennootschap opgeslorpt door Aedifica op 17 april 2006, voor deperiode van 1 januari 2006 tot 17 april 2007

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van« Palace 62 », voor de periode van 1 januari 2006 tot 17 april 2007

23. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « Palace 62 »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « Palace 62 » voor de uitoefening van hun mandaat gedurende deperiode van 1 januari 2006 tot 17 april 2007

24. Kwijting aan de commissaris van « Palace 62 »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van« Palace 62 » voor de uitoefening van zijn mandaat gedurende deperiode van 1 januari 2006 tot 17 april 2007

25. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « dHDb »,vennootschap opgeslorpt door Aedifica op 17 april 2007, voor deperiode van 1 januari 2006 tot 31 december 2006 en voor de periodevan 1 januari 2007 tot 17 april 2007

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van« dHDb », voor de periode van 1 januari 2006 tot 31 december 2006 envoor de periode van 1 januari 2007 tot 17 april 2007

26. Kwijting aan de vertrekkende zaakvoerders van « dHDb »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende zaakvoerdersvan « dHDb » voor de uitoefening van hun mandaat gedurende deperiode van 1 januari 2006 tot 31 december 2006 en voor de periodevan 1 januari 2007 tot 17 april 2007

48885MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 194: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

27. Kwijting aan de commissaris van « dHDb »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van « dHDb »voor de uitoefening van zijn mandaat gedurende de periode van1 januari 2007 tot 17 april 2007

28. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Legrand CPI »,vennootschap opgeslorpt door Aedifica op 17 april 2007, voor deperiode van 1 april 2007 tot 17 april 2007

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van« Legrand CPI », voor de periode van 1 april 2007 tot 17 april 2007

29. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « Legrand CPI »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « Legrand CPI » voor de uitoefening van hun mandaat gedurendede periode van 1 april 2007 tot 17 april 2007

30. Kwijting aan de commissaris van « Legrand CPI »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van « LegrandCPI » voor de uitoefening van zijn mandaat gedurende de periode van1 april 2007 tot 17 april 2007

31. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Ring »,vennootschap opgeslorpt door Aedifica op 9 oktober 2007, voor deperiode van 1 oktober 2006 tot 30 juni 2007

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Ring »voor de periode van 1 oktober 2006 tot 30 juni 2007

32. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « Ring »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « Ring » voor de uitoefening van hun mandaat gedurende deperiode van 1 oktober 2006 tot 30 juni 2007

33. Kwijting aan de commissaris van « Ring »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van « Ring »voor de uitoefening van zijn mandaat gedurende de periode van1 oktober 2006 tot 30 juni 2007

34. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « I&V », vennoot-schap opgeslorpt door Aedifica op 9 oktober 2007, voor de periode van1 juni 2007 tot 30 juni 2007

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « I&V »,voor de periode van 1 juni 2007 tot 30 juni 2007

35. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « I&V »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « I&V » voor de uitoefening van hun mandaat gedurende deperiode van 1 juni 2007 tot 30 juni 2007

36. Kwijting aan de commissaris van « I&V »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van I&V voorde uitoefening van zijn mandaat gedurende de periode van 1 juni 2007tot 30 juni 2007

37. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Société Euro-péenne d’Investissement Mobilier et immobilier », vennootschap opge-slorpt door Aedifica op 9 oktober 2007, voor de periode van1 janurai 2007 tot 31 juli 2007

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « SociétéEuropéenne d’Investissement Mobilier et immobilier», voor de periodevan 1 januari 2007 tot 31 juli 2007

38. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « Société Europ-éenne d’Investissement Mobilier et immobilier »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan de « Société Européenne d’Investissement Mobilier et immobilier »voor de uitoefening van hun mandaat gedurende de periode van1 januari 2007 tot 31 juli 2007

39. Kwijting aan de commissaris van « Société Européenned’Investissement Mobilier et immobilier »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van « SociétéEuropéenne d’Investissement Mobilier et immobilier » voor de uitoe-fening van zijn mandaat gedurende de periode van 1 januari 2007 tot31 juli 2007

40. Goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « EuropeanCompany of Investments », vennootschap opgeslorpt door Aedifica op9 oktober 2007, voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 juli 2007

Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening van « Euro-pean Company of Investments », voor de periode van 1 januari 2007tot 31 juli 2007

41. Kwijting aan de vertrekkende bestuurders van « EuropeanCompany of Investments »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de vertrekkende bestuurdersvan « European Company of Investments » voor de uitoefening vanhun mandaat gedurende de periode van 1 januari 2007 tot 31 juli 2007

42. Kwijting aan de commissaris van « European Company of Inves-tments »

Voorstel om kwijting te verlenen aan de commissaris van « EuropeanCompany of Investments » voor de uitoefening van zijn mandaatgedurende de periode van 1 januair 2007 tot 31 juli 2007

43. Varia.

Om deze algemene vergadering bij te wonen of er zich te latenvertegenwoordigen, zullen de aandeelhouders willen voldoen aan debepalingen van de artikelen 23 en 24 van de statuten.

De effecten aan toonder moeten uiterlijk op 4 oktober 2007 wordenneergelegd en dit uitsluitend :

op de maatschappelijke zetel, 1050 Brussel, Louizalaan 331-333, of

bij KBC BANK, 1080 Brussel, Havenlaan 2, en haar zetels, agent-schappen en kantoren, of

bij DEXIA BANK, 1000 Brussel, Pachecolaan 44, en haar zetels,agentschappen en kantoren, of

bij BANK DEGROOF, 1040 Brussel, Nijverheidsstraat 44.

De houders van effecten op naam moeten uiterlijk op 4 oktober 2007ofwel hun certificaten op naam neerleggen in de maatschappelijkezetel, ofwel de raad van bestuur middels alle schriftelijke communica-tiemiddelen in kennis stellen van hun voornemen om de vergaderingbij te wonen.

De aandeelhouders die de formaliteiten om toegelaten te worden totde buitengewone algemene vergadering uiterlijk zeven dagen voordeze vergadering hebben uitgevoerd, hetzij op 2 oktober 2007,ontvangen onmiddellijk de documenten bedoeld in artikel 535 van hetWetboek van vennootschappen.

Deze documenten worden op de maatschappelijke zetel ter beschik-king gesteld van de aandeelhouders die de hiervoor vermelde forma-liteiten na die datum hebben vervuld.(37298) De raad van bestuur.

AEDIFICA, société anonyme,sicaf immobilière publique de droit belge

avenue Louise 331-333, 1050 Bruxelles

R.P.M. Bruxelles 0877.248.501

Les actionnaires sont invités à assister à l’assemblée générale ordi-naire qui se tiendra à 1040 Bruxelles, rue Guimard 18, le 9 octobre 2007,à 15 heures, avec l’ordre du jour suivant :

1. Rapport de gestion sur l’exercice social et consolidé clôturé au30 juin 2007

2. Rapport du commissaire sur les comptes sociaux clôturés au30 juin 2007 et rapport du commissaire sur les comptes consolidésclôturés au 30 juin 2007

3. Comptes annuels consolidés clôturés au 30 juin 2007

4. Approbation des comptes annuels sociaux clôturés au 30 juin 2007et affectation du résultat

Proposition d’approuver les comptes annuels sociaux clôturés au30 juin 2007, en ce compris l’affectation du résultat qui s’y trouveproposée. En conséquence, proposition d’attribuer un dividende de1,48 euro brut aux actionnaires.

48886 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 195: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

5. Décharge aux administrateurs de la société

Proposition de donner décharge aux administrateurs de la sociétépour l’exécution de leur mandat pour l’exercice social clôturé au30 juin 2007

6. Décharge au commissaire de la société

Proposition de donner décharge au commissaire pour l’exécution deson mandat au cours de l’exercice social clôturé au 30 juin 2007

7. Approbation des comptes sociaux de « Medimmo », sociétéabsorbée par Aedifica le 17 août 2006, pour la période du1er janvier 2006 au 17 août 2006

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « Medimmo », pourla période du 1er janvier 2006 au 17 août 2006

8. Décharge aux administrateurs sortants de « Medimmo »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« Medimmo » pour l’exécution de leur mandat au cours de la périodedu 1er janvier 2006 au 17 août 2006

9. Décharge au commissaire de « Medimmo »

Proposition de donner décharge au commissaire de « Medimmo »pour l’exécution de son mandat au cours de la période du1er janvier 2006 au 17 août 2006

10. Approbation des comptes sociaux de « Cledixa », société absorbéepar Aedifica le 17 août 2006, pour la période du 1er janvier 2006 au17 août 2006

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « Cledixa », pour lapériode du 1er janvier 2006 au 17 août 2006

11. Décharge aux administrateurs sortants de « Cledixa »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« Cledixa » pour l’exécution de leur mandat au cours de la période du1er janvier 2006 au 17 août 2006

12. Décharge au commissaire de « Cledixa »

Proposition de donner décharge au commissaire de « Cledixa » pourl’exécution de son mandat au cours de la période du 1er janvier 2006 au17 août 2006

13. Approbation des comptes sociaux de « Tracoma », sociétéabsorbée par Aedifica le 17 août 2006, pour la période du1er janvier 2006 au 17 août 2006

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « Tracoma », pour lapériode du 1er janvier 2006 au 17 août 2006

14. Décharge aux administrateurs sortants de « Tracoma »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« Tracoma » pour l’exécution de leur mandat au cours de la période du1er janvier 2006 au 17 août 2006

15. Décharge au commissaire de « Tracoma »

Proposition de donner décharge au commissaire de « Tracoma » pourl’exécution de son mandat au cours de la période du 1er janvier 2006 au17 août 2006

16. Approbation des comptes sociaux de « Château Chenois », sociétéscindée le 17 août 2006, pour la période du 1er janvier 2006 au17 août 2006

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « ChâteauChenois », pour la période du 1er janvier 2006 au 17 août 2006

17. Décharge aux administrateurs sortants de « Château Chenois »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« Chateau Chenois » pour l’exécution de leur mandat au cours de lapériode du 1er janvier 2006 au 17 août 2006

18. Décharge au commissaire de « Château Chenois »

Proposition de donner décharge au commissaire de « ChâteauChenois » pour l’exécution de son mandat au cours de la période du1er janvier 2006 au 17 août 2006

19. Approbation des comptes sociaux de « Hotel Central CaféCentral », société scindée le 17 août 2006, pour la période du1er janvier 2006 au 17 août 2006

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « Hotel Central CaféCentral », pour la période du 1er janvier 2006 au 17 août 2006

20. Décharge aux administrateurs sortants de « Hotel Central CaféCentral »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« Hotel Central Café Central » pour l’exécution de leur mandat au coursde la période du 1er janvier 2006 au 17 août 2006

21. Décharge au commissaire de « Hotel Central Café Central »

Proposition de donner décharge au commissaire de « Hotel CentralCafé Central » pour l’exécution de son mandat au cours de la périodedu 1er janvier 2006 au 17 août 2006

22. Approbation des comptes sociaux de « Palace 62 », sociétéabsorbée par Aedifica le 17 avril 2007, pour la période du1er janvier 2006 au 17 avril 2007

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « Palace 62 », pourla période du 1er janvier 2006 au 17 avril 2007

23. Décharge aux administrateurs sortants de « Palace 62 »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« Palace 62 » pour l’exécution de leur mandat au cours de la périodedu 1er janvier 2006 au 17 avril 2007

24. Décharge au commissaire de « Palace 62 »

Proposition de donner décharge au commissaire de « Palace 62 »pour l’exécution de son mandat au cours de la période du1er janvier 2006 au 17 avril 2007

25. Approbation des comptes sociaux de « dHDb », société absorbéepar Aedifica le 17 avril 2007, pour la période du 1er janvier 2006 au 31décembre 2006 et pour la période du 1er janvier 2007 au 17 avril 2007

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « dHDb », pour lapériode du 1er janvier 2006 au 31 décembre 2006 et pour la période du1er janvier 2007 au 17 avril 2007

26. Décharge aux gérants sortant de « dHDb »

Proposition de donner décharge aux gérants sortants de « dHDb »pour l’exécution de leur mandat au cours de la période du1er janvier 2006 au 31 décembre 2006 et pour la période du1er janvier 2007 au 17 avril 2007

27. Décharge au commissaire de « dHDb »

Proposition de donner décharge au commissaire de « dHDb » pourl’exécution de son mandat au cours de la période du 1er janvier 2007 au17 avril 2007

28. Approbation des comptes sociaux de « Legrand CPI », sociétéabsorbée par Aedifica le 17 avril 2007, pour la période du 1er avril 2007au 17 avril 2007

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « Legrand CPI »,pour la période du 1er avril 2007 au 17 avril 2007

29. Décharge aux administrateurs sortants de « Legrand CPI »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« Legrand CPI » pour l’exécution de leur mandat au cours de la périodedu 1er avril 2007 au 17 avril 2007

30. Décharge au commissaire de « Legrand CPI »

Proposition de donner décharge au commissaire de « Legrand CPI »pour l’exécution de son mandat au cours de la période du 1er avril 2007au 17 avril 2007

31. Approbation des comptes sociaux de « Ring », société absorbéepar Aedifica le 9 octobre 2007, pour la période du 1er octobre 2006 au30 juin 2007

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « Ring », pour lapériode du 1er octobre 2006 au 30 juin 2007

32. Décharge aux administrateurs sortants de « Ring »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« Ring » pour l’exécution de leur mandat au cours de la période du1er octobre 2006 au 30 juin 2007

48887MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 196: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

33. Décharge au commissaire de « Ring »

Proposition de donner décharge au commissaire de « Ring » pourl’exécution de son mandat au cours de la période du 1er octobre 2006au 30 juin 2007

34. Approbation des comptes sociaux de « I&V », société absorbéepar Aedifica le 9 octobre 2007, pour la période du 1er juin 2007 au30 juin 2007

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « I&V », pour lapériode du 1er juin 2007 au 30 juin 2007

35. Décharge aux administrateurs sortants de « I&V »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« I&V » pour l’exécution de leur mandat au cours de la période du1er juin 2007 au 30 juin 2007

36. Décharge au commissaire de « I&V »

Proposition de donner décharge au commissaire de « I&V » pourl’exécution de son mandat au cours de la période du 1er juin 2007 au30 juin 2007

37. Approbation des comptes sociaux de « Société Européenned’Investissement Mobilier et immobilier », société absorbée par Aedi-fica le 9 octobre 2007, pour la période du 1er janvier 2007 au31 juillet 2007

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « Société Euro-péenne d’Investissement Mobilier et immobilier », pour la période du1er janvier 2007 au 31 juillet 2007

38. Décharge aux administrateurs sortants de « Société Européenned’Investissement Mobilier et immobilier »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« Société Européenne d’Investissement Mobilier et immobilier » pourl’exécution de leur mandat au cours de la période du 1er janvier 2007au 31 juillet 2007

39. Décharge au commissaire de « Société Européenne d’Investisse-ment Mobilier et immobilier »

Proposition de donner décharge au commissaire de « Société Euro-péenne d’Investissement Mobilier et immobilier » pour l’exécution deson mandat au cours de la période du 1er janvier 2007 au 31 juillet 2007

40. Approbation des comptes sociaux de « European Company ofInvestments », société absorbée par Aedifica le 9 octobre 2007, pour lapériode du 1er janvier 2007 au 31 juillet 2007

Proposition d’approuver les comptes sociaux de « EuropeanCompany of Investments », pour la période du 1er janvier 2007 au31 juillet 2007

41. Décharge aux administrateurs sortants de « European Companyof Investments »

Proposition de donner décharge aux administrateurs sortants de« European Company of Investments » pour l’exécution de leur mandatau cours de la période du 1er janvier 2007 au 31 juillet 2007

42. Décharge au commissaire de « European Company of Invest-ments »

Proposition de donner décharge au commissaire de « EuropeanCompany of Investments » pour l’exécution de son mandat au coursde la période du 1er janvier 2007 au 31 juillet 2007

43. Divers.

Pour assister à cette assemblée générale ou s’y faire représenter, lesactionnaires voudront bien se conformer aux dispositions des arti-cles 23 et 24 des statuts.

Le dépôt des titres au porteur doit se faire au plus tard le4 octobre 2007 et exclusivement :

au siège social, 1050 Bruxelles, avenue Louise 331-333, ou

auprès de KBC BANK, 1080 Bruxelles, avenue du Port, 2, et en sessièges, agences et bureaux, ou

auprès de la BANQUE DEXIA, 1000 Bruxelles, boulevard Pacheco 44et en ses sièges, agences et bureaux, ou

auprès de la BANQUE DEGROOF, 1040 Bruxelles, rue de l’Indus-trie 44.

Les titulaires des titres nominatifs doivent, au plus tard le4 octobre 2007, soit déposer leurs certificats nominatifs au siège social,soit prévenir le conseil d’administration par tout moyen de communi-cation écrit de leur intention d’assister à l’assemblée générale.

Les actionnaires qui ont effectué les formalités pour être admis àl’assemblée générale ordinaire au plus tard sept jours avant la tenue decelle-ci, soit le 2 octobre 2007, recevront sans délai les documents visésà l’article 535 du Code des sociétés.

Ces documents seront mis à disposition, au siège social, des action-naires qui auront effectué les formalités susdites après cette date.(37298) Le conseil d’administration.

“ACCENT PENSION FUND”Pensioenspaarfonds naar Belgisch recht

Beheervennootschap Beursfondsen-Beheer NVte 2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 178

Oproepingsbericht aan de aandeelhouders

De aandeelhouders worden uitgenodigd op de buitengewone alge-mene vergadering die zal plaatsvinden op de maatschappelijke zetelop 28 september 2007, om 14 uur.

De vergadering zal er beraadslagen over de volgende agenda :

1) Voorstel aan de buitengewone algemene vergadering omBEURSFONDSEN-BEHEER NV te bestendigen als BEHEERVEN-NOOTSCHAP overeenkomstig art. 43, § 1, van de Wet van 20 juli 2004betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggings-portefeuilles, én voorstel om haar vergoeding binnen de statutairegrenzen vast te leggen. De aanstelling gebeurt in het kader van het zichconformeren van het pensioenspaarfonds aan deze wet van 20 juli 2004.

Voorstel van besluit : ″Goedkeuring van de aanstelling vanBeursfondsen-Beheer NV als beheervennootschap overeenkomstigart. 43, § 1, van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormenvan collectief beheer van beleggingsportefeuilles, én voorstel om haarvergoeding binnen de statutaire grenzen vast te leggen.″

2) Voorstel aan de buitengewone algemene vergadering om SGPrivate Banking (voorheen SG Bank De Maertelaere) te vervangen alsBEWAARDER door Bank Delen, Jan Van Rijswijcklaan 184,2020 Antwerpen.

Voorstel van besluit : ″Goedkeuring van de aanstelling van BankDelen NV als bewaarder van Accent Pension Fund.″

3) Voorstel aan de buitengewone algemene vergadering om VDKSpaarbank aan te stellen om de Financiële Dienst te verlenen. Wegenseen toenemende administratie met betrekking tot de uitkering aan dedeelnemers, en voor de uitgifte en inkoop van de rechten van deelne-ming, wordt er voortaan een vergoeding van 0,30 % op de netto-inventariswaarde tot 35.000.000 euro en 0,40 % op denetto-inventariswaarde boven 35.000.000 euro toegekend aan VDKSpaarbank.

Voorstel van besluit : ″Goedkeuring van de aanstelling van VDKSpaarbank als Financiële Dienst van Accent Pension Fund.″

4) Voorstel aan de buitengewone algemene vergadering tot enkelewijzigingen in het Beheerreglement van ACCENT PENSION FUND :

artikel 2 : toevoeging secundaire markten waarop belegd magworden

artikel 3 : toevoeging taken en kosten Beheervennootschap

artikel 4 : vermelding dat Bank Delen bewaarder is + toevoegingkosten bewaarder

48888 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 197: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

artikel 7 : toevoeging periodiciteit inventarisberekening + verwijzingwaarderingsregels naar koninklijk besluit van 10/11/2006

artikel 8 : toevoeging data van toetreding/uittreding + toevoegingverwijzing naar de Wet

artikel 12 : geschrapt

artikel 14 : toevoeging wettelijke regels bij vereffening

artikel 16 : nieuwe tekst ″algemene vergadering″

hernummering artikelen 13 t.e.m. 17 worden 12 t.e.m. 16.

Voorstel van besluit : ″Goedkeuring van het nieuwe beheerreglementvan Accent Pension Fund.″

5) De aandeelhouders van de deelbewijzen van ACCENT PENSIONFUND die niet akkoord gaan met de voorgestelde wijzigingen krijgen,tot één maand na datum van publicatie van deze wijziging in tweedagbladen die landelijk of in grote oplage worden verspreid, demogelijkheid om kosteloos in te schrijven op rechten van deelnemingin een ander pensioenfonds.

De wijzigingen zijn van kracht één maand na de buitengewonealgemene vergadering.

6) Machtiging coördinatie.

Om te kunnen deelnemen aan of zich te kunnen laten vertegenwoor-digen op deze vergadering, dient elke aandeelhouder

aan toonder uiterlijk 5 werkdagen voor de datum van de vergaderingzijn aandelen neer te leggen bij SG Private Banking.

De aandeelhouders op naam moeten binnen dezelfde periode, deBeheervennootschap Beursfondsen-Beheer NV (Jan Van Rijswijck-laan 178, 2020 Antwerpen) schriftelijk op de hoogte te brengen van hunintentie om de vergadering bij te wonen en van het aantal effectenwaarvoor ze van plan zijn aan de stemming deel te nemen.

Bericht aan de aandeelhouders van ACCENT PENSION FUND

Als gevolg van de agenda van deze buitengewone algemene verga-dering van 28 september 2007 stelt de raad van bestuur vast dat ondervoorwaarde van goedkeuring door de buitengewone algemene verga-dering Beursfondsen-Beheer NV zal worden bestendigd als beheer-vennootschap van het pensioenspaarfonds ACCENT PENSION FUND.

Het beheerreglement zal worden aangepast op volgende punten :

artikel 3 : de totale beheerprovisie wordt verhoogd van 0,75 % naar0,80 % .

artikel 4 : de bewaardersvergoeding wordt verlaagd van 0,10 % naar0,085 %.

Voor de financiële dienstverlening wordt er voortaan ook een kostvan 0,30 % op de netto inventariswaarde tot 35.000.000 euro, én 0,40 %op de netto inventariswaarde boven 35.000.000 euro aangerekend.

De houders van de rechten van deelneming van het pensioenspaar-fonds ACCENT PENSION FUND krijgen, tot één maand na de goed-keuring door de buitengewone algemene vergadering, de mogelijkheidom kosteloos in te schrijven op rechten van deelneming van een anderpensioenspaarfonds tengevolge van de verhoging van de kosten.

De wijziging van vergoedingen en beheerreglement zullen effectiefzijn één maand na de goedkeuring op de buitengewone algemenevergadering.(37299) De raad van bestuur.

LEASINVEST REAL ESTATE,commanditaire vennootschap op aandelen,

openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht,Tervurenlaan 72, 1040 Brussel

Ondernemingsnummer 0436.323.915

BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERINGVAN AANDEELHOUDERS

De zaakvoerder heeft het genoegen de aandeelhouders van Leasin-vest Real Estate Comm. VA uit te nodigen op de buitengewonealgemene vergadering die zal gehouden worden op maandag15 oktober 2007, om 15 uur, op de maatschappelijke zetel van dezaakvoerder, Mechelsesteenweg 34, 2018 Antwerpen.

De agendapunten betreffende een wijziging van de statuten werdenopgemaakt onder voorbehoud van goedkeuring door de CBFA.

AGENDA EN VOORSTELLEN TOT BESLUIT BETREFFENDE DEMET FUSIE DOOR OVERNEMING GELIJKGESTELDE VERRICH-TING CFR. ART. 719 W.VENN. :

1. a) Kennisname, bespreking en goedkeuring van het fusievoorstelde dato 28 augustus 2007 neergelegd ter griffie van de bevoegderechtbanken van koophandel te Brussel en te Antwerpen in de respec-tieve vennootschapsdossiers van de bij de met fusie door overneminggelijkgestelde verrichting zoals bedoeld in artikel 719 W.Venn.betrokken vennootschappen op 30 augustus 2007 respectievelijk op31 augustus 2007.

b) Mededeling ten informatieve titel van de reële waarde per30 september 2007 van de onroerende goederen die zich bevinden inde Over te Nemen Vennootschappen en die ingevolge de fusie zullenovergaan naar de Overnemende Vennootschap.

c) De aandeelhouders kunnen vanaf 14 september 2007 op de zetelkennis nemen en, voorzover de wet dat voorschrijft, kosteloos eenafschrift verkrijgen van de volgende stukken :

1° het in het vorige lid bedoelde fusievoorstel;

2° de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren van elk van de bijde fusie betrokken vennootschappen;

3° de verslagen van de statutaire zaakvoerder van de OvernemendeVennootschap en van de raden bestuur van de Over te NemenVennootschappen evenals de verslagen van de commissarissen van elkvan de bij de fusie betrokken vennootschappen over de laatste drieboekjaren;

4° de halfjaarcijfers per 31 december 2006 en de jaarcijfers per30 juni 2007 van de Overnemende Vennootschap evenals de cijfers per30 juni 2007 van elk van de Over te Nemen Vennootschappen.

Voorstel tot besluit :

Na voorafgaandelijke lezing en bespreking van het fusievoorstel ende in agendapunt 1 sub littera b) bedoelde mededeling, keurt devergadering het fusievoorstel integraal goed.

2. a) Besluit tot de met fusie door overneming gelijkgestelde verrich-ting zoals bedoeld in artikel 719 W.Venn. ingevolge vereniging van alleaandelen in één hand zoals voorgesteld in voormeld fusievoorstel, dooroverneming door de commanditaire vennootschap op aandelen“LEASINVEST REAL ESTATE”, openbare bevak naar Belgisch recht dieeen openbaar beroep doet op het spaarwezen, RPRBrussel 0436.323.915, met maatschappelijke zetel te 1040 Brussel (Etter-beek), Tervurenlaan 72 (de “Overnemende Vennootschap” of ook de“Vennootschap” of de “Bevak”), van het gehele vermogen - zowel derechten als de verplichtingen - van de hierna genoemde vennoot-schappen die deelnemen aan deze fusie, te weten :

1° de naamloze vennootschap “DE LEEWE”, RPRAntwerpen 0457.482.583, met maatschappelijke zetel te2018 Antwerpen, Mechelsesteenweg 34; en

2° de naamloze vennootschap “WAREHOUSE FINANCE”, RPRAntwerpen 0419.819.463, met maatschappelijke zetel te2018 Antwerpen, Mechelsesteenweg 34; en

3° de naamloze vennootschap “LOGISTICS FINANCE I”, RPRAntwerpen 0418.979.325, met maatschappelijke zetel te2018 Antwerpen, Mechelsesteenweg 34;

48889MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 198: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

(de “Over te Nemen Vennootschappen” of ook de “OvergenomenVennootschappen”).

b) Beschrijving van de onroerende goederen en andere zakelijkerechten en vaststelling van de overgangsvoorwaarden.

c) Vaststelling van de realisatie van de fusie.

Voorstel tot besluit :

a) Besluit tot fusie :

De vergadering beslist vervolgens tot de fusie (door vereniging vanalle aandelen in één hand) van de voornoemde commanditairevennootschap op aandelen “LEASINVEST REAL ESTATE”, de Over-nemende Vennootschap, met de voornoemde naamloze vennoot-schappen “DE LEEWE”, “WAREHOUSE FINANCE” en “LOGISTICSFINANCE I”, de Over te Nemen of Overgenomen Vennootschappen,door de overgang van het gehele vermogen, zowel de rechten als deverplichtingen, van de Overgenomen Vennootschappen naar de Over-nemende Vennootschap overeenkomstig het voormelde fusievoorstel.

Al de verrichtingen gedaan door de Overgenomen Vennootschappenvanaf 1 juli 2007, zijn voor rekening en risico van de OvernemendeVennootschap.

Voor het overige worden de voorwaarden vastgesteld, zoals voorge-steld in het voormelde fusievoorstel.

b) Beschrijving van de vermogensbestanddelen die overgaan :

Algemene omschrijving van de over te gane vermogensbestanddelen

Er zal worden vastgesteld dat het gehele vermogen van de Overge-nomen Vennootschappen overgaat naar de Overnemende Vennoot-schap onder algemene titel, met alle rechten en verplichtingen.

Bijzondere beschrijving van de overgang van de onroerendegoederen en andere zakelijke rechten waarvoor bijzondere publiciteits-voorschriften gelden

Verder zullen de onroerende goederen en andere zakelijke rechtenonderworpen aan bijzondere publiciteitsvoorwaarden wordenbeschreven en behandeld met het oog op de naleving van de bijzonderepubliciteitsvoorwaarden terzake; tegelijk zullen ook hun overgangs-voorwaarden worden vastgesteld en zullen eventuele verklaringen inhet kader van de decretale wetgeving inzake bodemsanering wordenvastgesteld.

c) Vaststelling realisatie fusie :

Verder zal worden vastgesteld dat de opschortende voorwaardenvervat in de processen-verbaal van de respectieve buitengewone alge-mene vergaderingen van aandeelhouders van de OvergenomenVennootschappen, die voordien worden gehouden, zijn vervuld zodatde fusie een voldongen feit is.

3. Volmachten.

Voorstel tot besluit :

Bij deze wordt aan de heer VAN OSSELAER, Geert en Mevr.VANSTRAELEN, Caroline, elk afzonderlijk bevoegd en met recht vanindeplaatsstelling, een bijzondere volmacht gegeven om de Vennoot-schap te vertegenwoordigen bij één of meer erkende ondernemings-loketten teneinde daar alle verrichtingen te doen, verklaringen af teleggen, documenten te ondertekenen en neer te leggen, nodig voor deinschrijving, wijziging of doorhaling van de inschrijving van deVennootschap als handelsonderneming bij de Kruispuntbank vanOndernemingen, en in het algemeen, alles te doen wat nodig of nuttigis voor de uitvoering van deze opdracht, en dit zowel naar aanleidingvan onderhavige fusieoperatie als naar aanleiding van vroegere beslis-singen en akten uitgaande van het bestuursorgaan of de algemenevergadering van aandeelhouders van de Vennootschap, alsook eenbijzondere volmacht om de Vennootschap te vertegenwoordigen tegen-over alle belastingadministraties, waaronder de “BTW”.”

AGENDA EN VOORSTELLEN TOT BESLUIT BETREFFENDEDIVERSE MACHTIGINGEN EN STATUTENWIJZIGINGEN ONAF-HANKELIJK VAN DE FUSIE :

4. Wijziging van het statutaire beleggingsbeleid.

Voorstel tot besluit :

Artikel 5 van de statuten wordt gewijzigd en luidt voortaan alsvolgt :

“ARTIKEL 5. BELEGGINGSBELEID

Het collectief beleggen in onroerende goederen door middel vankapitalen bijeengebracht door het openbaar beroep op het spaarwezenin België of in het buitenland zal gebeuren zoals hierna vermeld.

Sinds de oprichting bestaat de portefeuille van de vennootschap vooreen groot deel uit kantoorgebouwen en in mindere mate uit semi-industriële gebouwen, logistiek en retail.

Er wordt naar een verdere risicospreiding gestreefd zowel naar typevan gebouwen als geografisch.

Desalniettemin zal de portefeuille naar de toekomst toe wellicht vooreen groot deel uit kantoren blijven bestaan. Het type van gebouwenwaarin geïnvesteerd kan worden zijn : kantoorgebouwen,semi-industriële en logistieke gebouwen, retail en, in bijkomende orde,eventueel andere institutionele vastgoedtypes.

De nadruk wordt steeds gelegd op strategisch goed gelegengebouwen, met een goede zichtbaarheid, voldoende parkingmogelijk-heden, adequate bereikbaarheid en mogelijkheid tot meerwaarde-potentieel op termijn.

Verder wordt ieder investeringsobject geanalyseerd naar zijn poten-tiële (weder)verhuurbaarheid dat gedragen wordt door ligging, poli-valentie, flexibiliteit en technische duurzaamheid van het gebouw.

Naar geografische spreiding toe zal de vennootschap overwegendbeleggen in België en in het Groothertogdom Luxemburg. Investe-ringen in andere landen zullen overwogen worden als het gebouwenbetreft waardoor een dynamisch beheer mogelijk blijft.

De continue verbetering van de kwaliteit van de technische opvol-ging met inbegrip van de eventuele (her)ontwikkeling van bestaandepanden en van de dienstverlening aan de huurders verzekeren eenextra toegevoegde waarde aan de portefeuille.”

5. a) Intrekking van de bestaande machtiging van de zaakvoerderaangaande het toegestane kapitaal.

b) Voorafgaandelijk lezing en bespreking van het verslag van dezaakvoerder cfr. artikel 604 W.Venn. juncto artikel 657 W.Venn.

c) Toekenning aan de zaakvoerder van een nieuwe bevoegdheid omgedurende vijf jaar te rekenen van de bekendmaking van dezebevoegdheid het kapitaal van de vennootschap in één of meerderemalen te verhogen met S 44.128.326,64, in geld of in natura, en dit ookdoor omzetting van de reserves of uitgiftepremies.

De zaakvoerder kan onder dezelfde voorwaarden overgaan totuitgiften van converteerbare obligaties en warrants als voorzien inartikel 7 van de statuten.

d) Wijziging van artikel 7 van de statuten.

Voorstel tot besluit :

De bestaande machtiging van de zaakvoerder aangaande het toege-stane kapitaal wordt ingetrokken met ingang van het in voege gaan vande nieuwe machtiging hierna.

Na voorafgaandelijke kennisname en goedkeuring van het verslagvan de zaakvoerder opgesteld cfr. artikel 604 W.Venn., worden agenda-punten 5, c en d goedgekeurd.

De 1e en 2e alinea in artikel 7 van de statuten worden dienovereen-komstig aangepast en luiden voortaan respectievelijk als volgt :

“De zaakvoerder is gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal teverhogen op de data en tegen de voorwaarden die hij zal vaststellen, inéén of meerdere keren, ten belope van vierenveertig miljoen honderd-achtentwintigduizend driehonderd zesentwintig euro vierenzestig cent(S 44.128.326,64) in de gevallen als voorzien in het desbetreffendeverslag.

48890 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 199: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Deze machtiging is geldig voor een duur van vijf jaar vanaf debekendmaking van de notulen van de algemene vergadering vanvijftien oktober tweeduizend en zeven.”

6. Intrekking van de bestaande machtiging en toekenning van eennieuwe bevoegdheid aan de zaakvoerder aangaande de inkoop vaneigen effecten in geval van dreigend ernstig nadeel. Wijziging vanartikel 9, punt 2, van de statuten.

Voorstel tot besluit :

De zaakvoerder wordt gemachtigd voor een nieuwe periode van driejaar te rekenen van de bekendmaking van onderhavige statuten-wijziging om over te gaan tot de verkrijging van eigen effecten zondervoorafgaandelijk besluit van de algemene vergadering wanneer deverkrijging noodzakelijk is om te voorkomen dat de vennootschap eendreigend ernstig nadeel zou lijden.

De bestaande machtiging in de statuten wordt dan ingetrokken metingang van het in voege gaan van de nieuwe machtiging hiervoorbedoeld.

Artikel 9, punt 2 van de statuten wordt dienovereenkomstig aange-past en luidt voortaan als volgt :

“2. Het is de zaakvoerder toegelaten om over te gaan tot de verkrij-ging van eigen effecten waarvan sprake sub 1 zonder besluit van dealgemene vergadering van aandeelhouders wanneer deze verkrijgingnoodzakelijk is om de vennootschap te vrijwaren tegen een dreigendernstig nadeel. Deze toelating is drie jaar geldig vanaf de bekendma-king van de statutenwijziging de dato vijftien oktober tweeduizend enzeven en is voor een gelijke periode hernieuwbaar.”

7. Bevestiging van de bestaande machtiging van de zaakvoerder totvervreemding van eigen effecten in het kader van artikel 622, § 2, 1°W.Venn., alsmede intrekking van de bestaande machtiging en toeken-ning van een nieuwe bevoegdheid aan de zaakvoerder tot vervreem-ding van eigen effecten in het kader van artikel 622, § 2, 2° W.Venn.Wijziging van artikel 9, punt 3 van de statuten.

Voorstel tot besluit :

De vergadering bevestigt de bestaande bevoegdheid van de zaak-voerder om eigen effecten te vervreemden als voorzien in artikel 622,§ 2, 1° W.Venn. en verleent aan de zaakvoerder een nieuwe bevoegd-heid om eigen effecten te vervreemden als voorzien in artikel 622, § 2,2° W.Venn. voor een periode van drie jaar te rekenen vanaf debekendmaking van onderhavige statutenwijziging.

De bestaande machtiging in de statuten om eigen effecten tevervreemden als voorzien in artikel 622, § 2, 2° W.Venn. wordt daningetrokken met ingang van het in voege gaan van de nieuwe machti-ging hiervoor bedoeld.

Artikel 9, punt 3 van de statuten wordt gewijzigd en luidt voortaanals volgt :

“3. De voorwaarden voor de vervreemding van eigen effectenverworven door de vennootschap worden naargelang het geval vast-gesteld overeenkomstig het artikel 622, § 2, van het Wetboek vanvennootschappen door de algemene vergadering of door de zaak-voerder. De zaakvoerder is gemachtigd om eigen effecten tevervreemden als voorzien in artikel 622, § 2, 1° van het Wetboek vanvennootschappen alsmede, voor een periode van drie jaar te rekenenvanaf de bekendmaking van de statutenwijziging de datovijftien oktober tweeduizend en zeven, in artikel 622, § 2, 2° van hetWetboek van vennootschappen.”

8. Intrekking van de bestaande machtigingen en toekenning van eennieuwe bevoegdheid aan de zaakvoerder en de rechtstreekse dochter-vennootschappen aangaande de inkoop en verkoop van eigen aandelencfr. artikel 620, § 1, 5e lid W.Venn. respectievelijk artikel 622, § 2, 1e lidW.Venn. Bepaling van maximum aantal te verkrijgen aandelen, mini-male en maximale vergoeding per aandeel en duur van de machtiging.

Voorstel tot besluit :

Aan de zaakvoerder wordt een nieuwe machtiging verleend om metinachtneming van de door de wet bepaalde voorwaarden, met beschik-bare middelen in de zin van artikel 617 W.Venn., gedurende een periodevan achttien maanden vanaf de datum van de algemene vergaderingdie dit voorstel heeft aangenomen, via de beurs, maximum 10 % vanhet aantal bestaande aandelen van de Vennootschap in te kopen,waarbij alle door de Vennootschap en haar rechtstreekse dochter-vennootschappen reeds ingekochte aandelen van de Vennootschap

cumulatief in rekening dienen gebracht te worden. Deze inkoop dientte geschieden tegen een eenheidsprijs gelijk aan het gemiddelde van detwintig laatste slotkoersen van het aandeel van de Vennootschap opEuronext Brussel vóór de verwervingsdatum, en vermeerderd met 10 %maximum of verminderd met 10 % maximum.

De zaakvoerder wordt tevens opnieuw gemachtigd om met inacht-neming van de door de wet bepaalde voorwaarden, gedurende eenperiode van achttien maanden vanaf de datum van de algemenevergadering die dit voorstel heeft aangenomen, via de beurs, inge-kochte aandelen van de Vennootschap te verkopen tegen eeneenheidsprijs gelijk aan het gemiddelde van de twintig laatste slot-koersen van het aandeel van de Vennootschap op Euronext Brusselvóór de verwervingsdatum, en vermeerderd met 10 % maximum ofverminderd met 10 % maximum.

De raden van bestuur van de rechtstreekse dochtervennootschappenvan de Vennootschap worden tevens gemachtigd om aandelen in deVennootschap te kopen en te verkopen binnen de grenzen van demachtigingen hiervoor.

De bestaande machtigingen die bij beslissing van de algemenevergadering de dato 16 oktober 2006 werden verleend, worden daningetrokken met ingang van het in voege gaan van de nieuwe machti-gingen hiervoor bedoeld.

9. Onder opschortende voorwaarde van de goedkeuring door deCBFA, aanpassingen en wijzigingen aan de statuten in overeenstem-ming met de Wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen vancollectief beheer van beleggingsportefeuilles en andere financiëlewetgeving, waaronder zowel aanpassing van de verwijzingen naar deoude bepalingen van de Wet van 4 december 1990 op de FinanciëleTransacties en de Financiële Markten door verwijzing naar de huidigerespectievelijke wetsartikels van de voormelde wet van 20 juli 2004 enandere financiële wetgeving, als terminologische aanpassingen.

Voorstel tot besluit :

Agendapunt 9 wordt goedgekeurd en de statuten worden, onderopschortende voorwaarde van de goedkeuring van de CBFA, dienover-eenkomstig aangepast als volgt :

a) in artikel 1, alinea 3 wordt “artikel 118 van de Wet vanvier december negentienhonderd negentig op de Financiële Transactiesen de Financiële Markten” vervangen door “artikel 19 van de Wet van20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer vanbeleggingsportefeuilles”;

b) in artikel 1, alinea 4, wordt tweemaal het woord “openbare”toegevoegd zodat de twee begrippen tussen aanhalingstekens voortaanrespectievelijk luiden “openbare beleggingsvennootschap met vastkapitaal naar Belgisch recht” en “openbare Bevak naar Belgisch recht”;

c) in artikel 1, alinea 5 wordt “artikel 122, paragraaf 1, alinea 1, 5°(onroerende goederen) van de Wet van vier december negentienhon-derd negentig voormeld” vervangen door “artikel 7, eerste lid, 5°(vastgoed) van de Wet van 20 juli 2004 voormeld”;

d) in artikel 1, laatste alinea wordt “boek 3 van de Wet vanvier december negentienhonderd negentig voormeld” vervangen door“de Wet van 20 juli 2004 voormeld” en wordt “zoals gewijzigd bij hetkoninklijk besluit van tien juni tweeduizend en één tot wijziging vanhet koninklijk besluit van tien april negentienhonderd vijfennegentigmet betrekking tot vastgoedbevaks” vervangen door “zoals nadiengewijzigd”;

e) in artikel 4, alinea 1 wordt “artikel 122, paragraaf 1 eerste lid, 5°van de Wet van vier december negentienhonderd negentig op deFinanciële Transacties en Financiële Markten” vervangen door “arti-kel 7, eerste lid, 5° van de Wet van 20 juli 2004 betreffende bepaaldevormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles”;

f) in artikel 4, alinea 2, punt 4 wordt “artikel 120, paragraaf 1, tweedelid of artikel 137 van de Wet van vier december negentienhonderdnegentig op de Financiële Transacties en Financiële Markten”vervangen door “artikel 31 of artikel 129 van de Wet van 20 juli 2004voormeld”;

g) in artikel 4, alinea 2, punt 5 wordt “artikel 106 van de Wet vanvier december negentienhonderd negentig op de Financiële Transactiesen Financiële Markten” vervangen door “artikel 5, § 4, eerste lid van deWet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggings-instrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot deverhandeling op een gereglementeerde markt”;

48891MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 200: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

h) in artikel 4, alinea 2, punt 7 wordt “Wet van vier december negen-tienhonderd negentig op de Financiële Transacties en FinanciëleMarkten” vervangen door “wetgeving van toepassing op openbarecollectieve beleggingsinstellingen investerend in vastgoed”;

i) in artikel 10, alinea 2 wordt “artikel 125 van de Wet vanvier december negentienhonderd negentig” vervangen door “artikel 75van de Wet van 20 juli 2004 voormeld”;

j) in artikel 12, voorlaatste en laatste alinea in fine wordt “artikel 134van de Wet van vier december negentienhonderd negentig” vervangendoor “artikel 92 van de Wet van 20 juli 2004 voormeld”;

k) in artikel 12, laatste alinea worden “artikel 19 van de Wet vantweeëntwintig maart negentienhonderd drieënnegentig betreffende hetstatuut van en het toezicht op de kredietinstellingen” en “artikel 19 vande Wet van tweeëntwintig maart negentienhonderd drieënnegentig”vervangen door “artikel 39 van de Wet van 20 juli 2004 voormeld”;

l) in artikel 14, alinea 5 wordt “wet van vier december negentienhon-derd negentig en haar uitvoeringsbesluiten” vervangen door “Wet van20 juli 2004 en haar uitvoeringsbesluiten”;

m) in artikel 14, alinea 8 wordt “artikel 133, zesde lid van het Wetboekvan vennootschappen” vervangen door “artikel 133, paragraaf 6, 1° vanhet Wetboek van vennootschappen”.

10. Onder opschortende voorwaarde van de goedkeuring door deCBFA, wijziging van de bepalingen van artikel 12, punt 2 van destatuten aangaande onder meer de effectieve leiding van de bevakovereenkomstig de huidige wetgeving terzake en schrapping van delaatste alinea van punt 3 in hetzelfde artikel 12.

Voorstel tot besluit :

De 2e alinea in artikel 12.2 van de statuten wordt gewijzigd inintegraal vervangen door volgende tekst :

“Is de statutaire zaakvoerder een rechtspersoon, dan zullen devolgende voorwaarden vervuld moeten worden :

a) ten minste twee leden van het bestuursorgaan van de statutairezaakvoerder-rechtspersoon zijn natuurlijke personen die zullen gelastworden met gezamenlijk het toezicht waarnemen over het dagelijksbestuur in overeenstemming met artikel 4, paragraaf 1, 5° van hetkoninklijk besluit van tien april negentienhonderd vijfennegentig, ditvoorzover en tot zolang voormelde reglementaire bepaling in voege is.Daarna zal onderhavige bepaling sub a) voor ongelezen wordengehouden;

b) de effectieve leiding van de bevak moet overeenkomstig artikel 38van de Wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectiefbeheer van beleggingsportefeuilles worden toevertrouwd aan tenminste twee natuurlijke personen of eenhoofdige besloten vennoot-schappen met beperkte aansprakelijkheid, met als vaste vertegenwoor-diger in de zin van artikel 61, § 2, van het Wetboek van vennoot-schappen hun enige vennoot en zaakvoerder, van wie minstens één liddient te zijn van het bestuursorgaan van de statutaire zaakvoerder-rechtspersoon;

c) één van de sub b) bedoelde personen die bovendien tevens lid isvan het bestuursorgaan van de statutaire zaakvoerder-rechtspersoon,wordt aangeduid als vaste vertegenwoordiger van de statutairezaakvoerder-rechtspersoon in de zin van artikel 61, § 2, van hetWetboek van vennootschappen die belast wordt met de uitvoering vanhet mandaat van zaakvoerder in de Bevak in naam en voor rekeningvan de statutaire zaakvoerder-rechtspersoon en die inzonderheidbevoegd is om alleen handelend de Bevak ten aanzien van derden tevertegenwoordigen en te verbinden maar zonder afbreuk te doen aande bepalingen van artikel 18 van het koninklijk besluit vantien april negentienhonderd vijfennegentig met betrekking tot Vast-goedbevaks, voor zover en tot zolang voormelde reglementaire bepa-lingen in voege zijn, noch aan enige andere bepaling toepasselijk op deinstellingen voor collectieve beleggingen. De statutaire zaakvoerder-rechtspersoon mag zijn vertegenwoordiger niet ontslaan zonder tege-lijk een opvolger te benoemen. Voor de benoeming en beëindiging vande opdracht van de vaste vertegenwoordiger gelden dezelfde regelsvan openbaarmaking alsof zij deze opdracht in eigen naam en vooreigen rekening zouden vervullen;

d) de leden van het bestuursorgaan van de statutaire zaakvoerder-rechtspersoon en hun eventuele vaste vertegenwoordiger, evenals desub b) bedoelde personen (respectievelijk hun vaste vertegenwoordi-gers), andere dan leden van het bestuursorgaan van de statutaire

zaakvoerder-rechtspersoon, moeten over een noodzakelijke professio-nele betrouwbaarheid en over de voor die functies passende ervaringbeschikken en moeten het autonome beheer van de Bevak kunnenverzekeren. Ze mogen niet onder toepassing vallen van een verbodbepaald door artikel 39 van de Wet van 20 juli 2004 voormeld.

De leden van het bestuursorgaan van de statutaire zaakvoerder-rechtspersoon en hun eventuele vaste vertegenwoordiger leven deartikelen 24 en 26 van het koninklijk besluit van tien april negentien-honderd vijfennegentig met betrekking tot Vastgoedbevaks na voorzover en tot zolang voormelde reglementaire bepalingen in voege zijn;daarna zal onderhavige bepaling voor ongelezen worden gehouden.”

De laatste alinea van artikel 12.3 van de statuten wordt geschrapt.

11. Machtiging aan de zaakvoerder tot vaststelling van de vervullingvan de opschortende voorwaarde bedoeld in de agendapunten 9 en 10hiervoor.

Voorstel tot besluit :

Aan de zaakvoerder wordt een machtiging verleend om de vervul-ling van de in de agenda bedoelde opschortende voorwaarde vangoedkeuring door de CBFA notarieel vast te stellen evenals de daaruitvoortvloeiende wijziging van de statuten en de coördinatie van destatuten.

12. Wijziging van artikel 8 van de statuten aangaande de aard van deaandelen en analoog van artikel 22 van de statuten aangaande detoelatingsvoorwaarden tot algemene vergaderingen.

Voorstel tot besluit :

Artikel 8 van de statuten wordt gewijzigd en luidt voortaan alsvolgt :

“ARTIKEL 8. AARD VAN DE AANDELEN

De aandelen zijn op naam, aan toonder of gedematerialiseerd, binnende beperkingen voorzien door de wet.

Elke aandeelhouder kan te allen tijde en op zijn eigen kosten, deomzetting van zijn aandelen in aandelen op naam of gedemateriali-seerde aandelen vragen.

Voor de aandelen op naam blijkt de eigendom ervan uitsluitend uitde inschrijving in het register van aandelen dat wordt gehouden op dezetel van de vennootschap.

De gedematerialiseerde aandelen worden vertegenwoordigd dooreen boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bijeen vereffeningsinstelling.

De aandelen aan toonder die zijn uitgegeven door de vennootschapen die zich op een effectenrekening bevinden op 1 januari 2008, bestaanin gedematerialiseerde vorm vanaf die datum. De andere aandelen aantoonder worden, naarmate zij vanaf 1 januari 2008 op een effecten-rekening worden ingeschreven, eveneens automatisch gedemateriali-seerd.”

Artikel 22 van de statuten wordt gewijzigd en luidt voortaan alsvolgt :

“ARTIKEL 22. TOELATINGSVOORWAARDEN TOT ALGEMENEVERGADERINGEN

Om tot de algemene vergadering te worden toegelaten, moeten dehouders van effecten op naam, minstens drie werkdagen voor devergadering, bij gewone brief te richten aan de zetel van de vennoot-schap hun voornemen meedelen om aan de algemene vergadering deelte nemen, indien dat in de oproeping wordt vereist.

Indien dat in de oproeping wordt vereist, moeten de houders vangedematerialiseerde effecten binnen dezelfde termijn een door devereffeningsinstelling opgesteld attest van onbeschikbaarbeid neer-leggen op de in de oproeping aangeduide plaats.

Indien dat in de oproeping wordt vereist, moeten ook de houdersvan aandelen aan toonder binnen dezelfde termijn hun aandelen of eendoor de betrokken financiële instelling opgesteld attest vanonbeschikbaarbeid neerleggen op de in de oproeping aangeduideplaats. Voormelde bepaling houdt op te bestaan en wordt voor onge-lezen gehouden vanaf het ogenblik dat er geen aandelen aan toondermeer bestaan of wettelijk kunnen bestaan.”

13. Wijziging van artikel 29 van de statuten aangaande de winst-bestemming overeenkomstig de vigerende wetgeving terzake.

48892 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 201: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Voorstel tot besluit :

Artikel 29 van de statuten wordt gewijzigd en integraal vervangendoor volgende tekst :

“ARTIKEL 29. BESTEMMING VAN DE WINST

Als vergoeding van het kapitaal doet de vennootschap minstens eenuitkering overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van21 juni 2006 op de boekhouding, de jaarrekening en de geconsolideerdejaarrekeningen van openbare vastgoedbevaks en tot wijziging van hetkoninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbe-vaks.”

14. Wijziging van artikel 31 van de statuten aangaande de benoemingvan de vereffenaars.

Voorstel tot besluit :

De eerste zin in artikel 31 van de statuten wordt gewijzigd en luidtvoortaan als volgt :

“In geval van ontbinding van de vennootschap om welke reden enop welk ogenblik ook, geschiedt de vereffening door een vereffenaar ofdoor een college van vereffenaars, daartoe aangesteld door de alge-mene vergadering in overeenstemming met de wettelijke voorschriftenterzake. Is daaromtrent niets beslist, dan wordt de in functie zijndezaakvoerder ten aanzien van derden als vereffenaar beschouwd.”

JAARVERGADERING

De zaakvoerder heeft het genoegen de aandeelhouders van Leasin-vest Real Estate Comm. VA uit te nodigen op de gewone algemenevergadering die zal gehouden worden op maandag 15 oktober 2007,om 16 uur, op de maatschappelijke zetel van de zaakvoerder, Mechel-sesteenweg 34, 2018 Antwerpen.

AGENDA EN VOORSTELLEN TOT BESLUIT

Lezing jaarverslag van de statutaire zaakvoerder met betrekking totde enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening per 30 juni 2007.

Lezing verslag van de commissaris met betrekking tot voormeldeenkelvoudige jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening per30 juni 2007.

Goedkeuring van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningafgesloten op 30 juni 2007.

Voorstel tot besluit : Na voorafgaande lezing van het jaarverslag enhet verslag van de commissaris en mededeling van de enkelvoudige engeconsolideerde jaarrekening afgesloten per 30 juni 2007, worden deenkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening per 30 juni 2007goedgekeurd. Deze goedkeuring omvat een aanpassing van de bezol-diging van de commissaris als gevolg van een toename van de doorhem gepresteerde diensten in het kader van zijn wettelijke controle-opdracht, m.n. een verhoging ten bedrage van 10.000 EUR.

Bestemming van het resultaat.

Voorstel tot besluit : De te bestemmen winst van het huidig boek-jaar 2006/2007 bedraagt S 17.046.902,54. Rekening houdend met deovergedragen winst van het voorbije boekjaar van S 7.810.240,87 levertdit een te bestemmen winst op van S 24.857.143,41.

De raad van bestuur van de statutaire zaakvoerder stelt aan degewone algemene vergadering van aandeelhouders voor om de tebestemmen winst van S 24.857.143,41 als volgt te bestemmen :

S 9.608.381,81 over te dragen naar volgend boekjaar en

S 15.248.761,60 uit te keren als dividend

Het voorgesteld dividend bedraagt 126 % van het enkelvoudigverplicht uit te keren resultaat (t.o.v. 114 % verleden jaar), en isaanzienlijk hoger dan de minimale 80 % van het gecorrigeerd resultaatzoals opgelegd door het K.B. van 21 juni 2006 op de boekhouding, dejaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van openbare vast-goedbevaks.

Aldus bedraagt het dividend bruto S 3,80 ten opzichte van S 3,75 inhet boekjaar 2005/2006 en netto, vrij van roerende voorheffing, S 3,23ten opzichte van S 3,19 in het boekjaar 2005/2006 volgens de dividend-gerechtigdheid van alle 4.012.832 aandelen.

Onder voorbehoud van goedkeuring door de gewone algemenevergadering zal de betaling van het dividend gebeuren tegen afgiftevan coupon n° 8 vanaf 22 oktober 2007 aan de loketten van ING Bank,Dexia Bank, Fortis Bank en Bank Degroof.

5. Kwijting te verlenen aan de statutaire zaakvoerderVoorstel tot besluit : de algemene vergadering verleent bij afzonder-

lijke stemming kwijting aan de enige en statutaire zaakvoerder voor deuitoefening van zijn mandaat gedurende het voorbije boekjaar.

Kwijting te verlenen aan de commissaris :Voorstel tot besluit : de algemene vergadering verleent kwijting aan

de commissaris voor zijn mandaat uitgeoefend gedurende het afge-lopen boekjaar.

7. Kennisname van de jaarrekening en het jaarverslag van derespectievelijke raden van bestuur van de naamloze vennootschappenWAREHOUSE FINANCE, LOGISTICS FINANCE I en DE LEEWE ende respectievelijke commissarisverslagen en goedkeuring van de jaar-rekeningen van voormelde vennootschappen.

Voorstel tot besluit : Na voorafgaande lezing van het jaarverslag enhet verslag van de commissaris en mededeling van de jaarrekeningafgesloten per 30 juni 2007 van de naamloze vennootschappen WARE-HOUSE FINANCE, LOGISTICS FINANCE I en DE LEEWE, wordt dejaarrekening per 30 juni 2007 van de respectievelijke vennootschappenWAREHOUSE FINANCE, LOGISTICS FINANCE I en DE LEEWE,goedgekeurd.

Tevens wordt de bestemming van het resultaat zoals voorgesteld inde respectievelijke jaarverslagen goedgekeurd.

8. Kwijting te verlenen aan de bestuurders van de naamloze vennoot-schappen WAREHOUSE FINANCE, LOGISTICS FINANCE I en DELEEWE.

Voorstel tot besluit : de algemene vergadering verleent bij afzonder-lijke stemming kwijting aan de bestuurders van de naamloze vennoot-schappen WAREHOUSE FINANCE, LOGISTICS FINANCE I en DELEEWE

Kwijting te verlenen aan de commissaris van de naamloze vennoot-schappen WAREHOUSE FINANCE, LOGISTICS FINANCE I en DELEEWE.

Voorstel tot besluit : de algemene vergadering verleent kwijting aande commissaris voor zijn mandaat uitgeoefend gedurende het laatsteboekjaar van de naamloze vennootschappen WAREHOUSE FINANCE,LOGISTICS FINANCE I en DE LEEWE.

10. Verhoging van de bezoldiging van de commissaris.Voorstel tot besluit : de algemene vergadering verleent goedkeuring

aan de verhoging van de bezoldiging van de commissaris voor deuitoefening van diens wettelijke controleopdracht ten bedrage vanS 10.000.

11. Varia.ToelatingsvoorwaardenOm de algemene vergaderingen te kunnen bijwonen, dienen de

eigenaars van aandelen aan toonder uiterlijk drie werkdagen voor dedatum van de vergadering hun effecten neer te leggen op de zetel vande vennootschap of bij een zetel of een kantoor van Dexia Bank, BankDegroof, ING Bank of Fortis Bank en dienen het bewijs van neerleg-ging te vertonen (art. 22 statuten). Binnen dezelfde termijn moeten dehouders van aandelen op naam of hun vertegenwoordigers kennisgeven van hun voornemen om aan de algemene vergaderingen deel tenemen per gewone brief, te richten aan de zetel van de vennootschap(art. 22 statuten). Elke aandeelhouder mag zich op de algemenevergaderingen laten vertegenwoordigen door een gevolmachtigde. Devolmachten moeten schriftelijk gegeven worden en moeten wordenneergelegd op de zetel van de vennootschap uiterlijk drie werkdagenvoor de vergadering (art. 23 statuten).

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN DE JAARDOCUMENTENDe aandeelhouders kunnen minimaal 15 dagen voor de gewone

algemene vergadering kosteloos een kopie bekomen van de enkelvou-dige en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag van de zaak-voerder, en het verslag van de commissaris over de jaarrekening, op dezetel van de vennootschap.

De jaarbrochure, die de geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslagen het verslag van de commissaris omtrent het boekjaar 2006/2007omvat, alsook de enkelvoudige jaarrekening omtrent het boek-

48893MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 202: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

jaar 2006/2007 met het bijhorend jaarverslag en het verslag van decommissaris, zijn beschikbaar op de website vanaf 28/09/07 en kunnenop eenvoudige aanvraag en kosteloos worden bekomen op volgendadres :

Leasinvest Real Estate Comm. VA

Mechelsesteenweg 34 (administratieve zetel)

2018 Antwerpen

T +32-3-238 98 77

F +32-3-237 52 99

E investor.relationsleasinvest-realestate.com

W www.leasinvest-realestate.com

Investor Relations contact

Jean-Louis Appelmans (37410)

ACHILLE, société anonyme,place des Carabiniers 10, 1030 Bruxelles

Numéro d’entreprise 0866.885.238

Convocation à l’assemblée générale ordinaire du 28/9/2007, à11 heures, qui se tiendra dans les bureaux de la société anonyme BSF,quai du Commerce 50, à 1000 Bruxelles. Ordre du jour : Démission etnomination d’administrateurs. Approbation des comptes annuels au31/3/2007 et 2007. Décharge aux administrateurs. Divers.

(AOPC1710448/14.09) (37416)

ADIMAR, naamloze vennootschap,Groene Dreef 37, 8510 ROLLEGEM

Ondernemingsnummer 0425.186.929 — RPR Kortrijk

Algemene vergadering op de zetel op 05/10/2007, om 20 uur.Agenda : 1. Verslag raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaar-rekening per 30/6/2007. 3. Bestemming resultaat. 4. Beraadslagingart. 96, 6°, W. Venn. 5. Beslissing art. 633 W. Venn. 6. Kwijting aanbestuurders. 7. Diversen. Zich richten naar de statuten.

(AOPC-1-7-09967/14.09) (37417)

ANTWERP STADION, naamloze vennootschap,De Burburestraat 6, 2000 ANTWERPEN

Ondernemingsnummer 0404.682.713 — RPR Antwerpen

Jaarvergadering op 04/10/2006, om 18 uur, op de zetel. Agenda :1. Jaarverslag. 2. Goedkeuring jaarrekening per 30/6/2007. 3. Bestem-ming van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Statutairebenoemingen/ontslagen. 6. Varia. De aandeelhouders gelieven zich tegedragen naar de statuten. Om deel te nemen aan de algemenevergadering, dienen de aandelen gedeponeerd te worden in een filiaalvan de KBC-bank.

(AOPC-1-7-10425/14.09) (37418)

ANYLESA, naamloze vennootschap,Lageweg 60, 8930 MENEN

Ondernemingsnummer 0445.403.709

Algemene vergadering op de zetel op 03/10/2007, om 15 uur.Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening.Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.

(AOPC-1-7-09686/14.09) (37419)

Au Clos des Freesias, société anonyme,

rue de l’Eglise 129, 6230 PONT-A-CELLES

Numéro d’entreprise 0428.096.335

Assemblée ordinaire au siège social le 01/10/2007, à 14 heures. Ordredu jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation descomptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administra-teurs. Divers.

(AOPC-1-7-10198/14.09) (37420)

AXEL, naamloze vennootschap,

Markt 42/B1, 1780 WEMMEL

Ondernemingsnummer 0464.264.863

Algemene vergadering op de zetel op 29/9/2007, om 19 uur.Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening.Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutairebenoemingen. Diversen.

(AOPC-1-7-10442/14.09) (37421)

LEDERWAREN J. DE WIT, naamloze vennootschap,

Roeveld 10-12, 9320 EREMBODEGEM

Ondernemingsnummer 0417.760.786

Algemene vergadering op de zetel op 01/10/2007, om 14 uur.Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening.Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.

(AOPC-1-7-09645/14.09) (37422)

BELTEX BVBA - GRIBOMONT,commanditaire vennootschap op aandelen,

Doorniksesteenweg 23, 9600 RONSE

Ondernemingsnummer 0439.387.729

Algemene vergadering op de zetel op 01/10/2007, om 10 uur.Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening.Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutairebenoemingen. Diversen.

(AOPC-1-7-10215/14.09) (37423)

GODDEERIS ENGINEERINGS, naamloze vennootschap,

Pieter de Coninckstraat 19, 8800 ROESELARE

H.R. Kortrijk 124075 — Ondernemingsnummer 0444.173.589

De aandeelhouders worden in jaarvergadering bijeengeroepen op demaatschappelijke zetel op woensdag 03/10/2007, om 18 uur. Agenda :1. Verslaggeving door het bestuursorgaan. 2. Goedkeuring van de jaar-rekening afgesloten per 30/6/2007. 3. Resultaatsbestemming. 4. Kwij-ting aan de bestuurders. 5. Rondvraag. Om geldig aanwezig of verte-genwoordigd te zijn dienen de wettelijke en statutaire bepalingennageleefd te worden. Neerlegging van de aandelen geschiedt op demaatschappelijke zetel.

De raad van bestuur.

(AOPC-1-7-09537/14.09) (37424)

48894 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 203: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

GRANDIS, société anonyme,square Vergote 19, 1200 Bruxelles

Numéro d’entreprise 0456.784.480

Assemblée ordinaire au siège social le 08/10/2007, à 16 heures. Ordredu jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation descomptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administra-teurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers.

(AOPC-1-7-10162/14.09) (37425)

IMMOBILIERE COMMERCIALE BELGE, NORAL,société anonyme,

rue de Termonde 208, 1083 GANSHOREN

Numéro d’entreprise 0401.973.146

Assemblée ordinaire au siège social le 02/10/2007, à 11 heures. Ordredu jour : Rapport du conseil d’administration et du commissaire révi-seur. Approbation des comptes annuels. Affectation des résultats.Décharge aux administrateurs. Nominations statutaires éventuelles.Divers.

(AOPC-1-7-10250/14.09) (37426)

MES, naamloze vennootschap,Industrieweg 9, 9200 DENDERMONDE

Ondernemingsnummer 0446.938.980

Algemene vergadering op de zetel op 29/9/2007, om 11 uur.Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening.Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.

(AOPC-1-7-10433/14.09) (37427)

MOVE, naamloze vennootschap,J. Anthierenslaan 35, 9840 DE PINTE

Ondernemingsnummer 0460.243.026

Algemene vergadering op de zetel op 01/10/2007, om 11 uur.Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening.Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutairebenoemingen. Diversen.

(AOPC-1-7-10430/14.09) (37428)

NEVATO RENTING, société anonyme,rue Ernest Laude 51, 1030 Bruxelles

Numéro d’entreprise 0429.157.395

Assemblée ordinaire au siège social le 01/10/2007, à 19 heures. Ordredu jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation descomptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administra-teurs. Divers.

(AOPC-1-7-10424/14.09) (37429)

RODHEUDT, société anonyme,route de Herbesthal 158, 4700 EUPEN

Numéro d’entreprise 0420.797.579

Assemblée ordinaire au siège social le 03/10/2007, à 17 heures. Ordredu jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation descomptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administra-teurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers.

(AOPC-1-7-09657/14.09) (37430)

SEGINVEST, société anonyme,chaussée d’Alsemberg 1235, 1180 Bruxelles

Numéro d’entreprise 0447.099.823

Assemblée ordinaire au siège social le 01/10/2007, à 10 heures. Ordredu jour : Rapport du conseil d’administration. Approbation descomptes annuels. Affectation des résultats. Décharge aux administra-teurs. Nominations statutaires éventuelles. Divers.

(AOPC-1-7-10344/14.09) (37431)

SELECT DELFORGE, naamloze vennootschap,Rozenlaan 17, 9111 BELSELE

Ondernemingsnummer 0407.428.902

Algemene vergadering op de zetel op 09/10/2007, om 16 uur.Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening.Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Diversen.

(AOPC-1-7-09779/14.09) (37432)

STEVENS VEEVOEDERS, naamloze vennootschap,Bampstraat 12, 3789 RIEMST-VALMEER

Ondernemingsnummer 0416.789.895

Algemene vergadering op de zetel op 01/10/2007, om 18 uur.Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening.Bestemming resultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutairebenoemingen. Diversen.

(AOPC-1-7-10350/14.09) (37433)

TRANSPORT LUX, naamloze vennootschap,Sint-Truidersteenweg 305, 3840 BORGLOON

Ondernemingsnummer 0406.853.335

Algemene vergadering op de zetel op 01/10/2007, om 15 uur.Agenda : Beraadslaging i.v.m. art. 523 W. Venn. Verslag raad vanbestuur. Goedkeuring van de jaarrekening per 30/6/2007. Bestemmingresultaat. Kwijting aan bestuurders. Eventuele statutaire benoemingen.Diversen.

(AOPC-1-7-10326/14.09) (37434)

Gaba, naamloze vennootschap,Grote Markt 23, 2500 Lier

0411.557.142 RPR Mechelen

Jaarvergadering ten maatschappelijke zetel, op 8/10/2007, om18 uur. Agenda : 1. Verslag raad van bestuur. 2. Goedk. jaarrek. per31/05/2007. 3. Bestemming resultaat. 4. Kwijting en herbenoemingbestuurders. (37411)

Jodiko, naamloze vennootschap,Antwerpsesteenweg 74, 2660 Hoboken

0438.502.554 RPR Antwerpen

Jaarvergadering op 9/10/2007, om 14 uur, op de zetel. Agenda :Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007.Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Bespreking art. 523, § 1tegenstrijdige belangen. Varia. (37412)

48895MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 204: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

R.B. Management & Consultancy, naamloze vennootschap,Hasseltsesteenweg 306, 3800 Sint-Truiden

0449.950.732 RPR Hasselt

Algemene vergadering op de zetel, op 24/09/2007, om 19 uur.Agenda : Verslag raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening.Bestemming resultaat. Kwijting aan de bestuurders. Diversen. (37413)

Studiebureau voor Bouwkunde en Expertises,naamloze vennootschap,

Slachthuisstraat 71, 9100 Sint-Niklaas

0418.373.470 RPR Dendermonde

Jaarvergadering op 9/10/2007, om 20 uur, op de zetel. Agenda :1. Tegenstrijdige belangen toepassing art. 523 W. venn. 2. Jaarverslagraad van bestuur. 3. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2007.4. Bestemming resultaat. 5. Emolumenten bestuurders. 6. Kwijtingbestuurders. 7. Benoemingen en ontslagen. 8. Varia. Zich Schikken naarde statuten. (37414)

Texim Belgium, naamloze vennootschap,Industrieweg Noord 1151, 3660 Opglabbeek

0415.576.704 RPR Tongeren

Jaarvergadering op 8/10/2007, om 20 uur, op de zetel. Agenda :Verslag raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening 31/05/2007.Bestemming resultaat. Decharge, ontslag en benoeming bestuurders.Varia. Zich richten naar de statuten. (37415)

Van De Keere, naamloze vennootschap,Hoogstraat 16, 9620 Zottegem

0411.674.829 RPR Oudenaarde

De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de buitengewone alge-mene vergadering van 01/10/2007, om 11 uur, bij notaris Eric Goeder-tier, te Zottegem, Meerlaan 17, met agenda : 1. Omzetting kap. in EUR;2. Verhoging kap. met 26,62 EUR door incorp. reserves, zonder uitgifteaandelen. 3. Wijziging of aanpassing van art. 8, lid 4, 11, 15, lid 3, 17,lid 2, 22, lid 2-4, 31, lid 2, 33, 35, lid 2 en 40 v.d. stat. 4. Wijziging art. 19waarbij ″de gedelegeerd bestuurder alleen kan optreden″ i.p.v. ″tweebestuurders″. 5. Invoegen in art. 21 : mogelijkheid benoeming directie-comité. 6. Aanpassen terminologie volgens Wetb. venn. 7. Volmacht aanraad van bestuur. Zich schikken naar de statuten.(37416) De raad van bestuur.

Administrations publiqueset Enseignement technique

Openbare Besturen en Technisch Onderwijs

PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN

Ville d’Andenne

La ville d’Andenne lance un appel public en vue du recrutementd’un capitaine-chef du Service régional d’incendie professionnel.

Les conditions à remplir sont les suivantes :

1. compter une ancienneté de service en qualité d’officier profes-sionnel de 3 ans au moins dans un service d’incendie;

2. être titulaire du brevet de technicien en prévention de l’incendie;

3. être titulaire du brevet de chef de service;

4. être titulaire du grade de capitaine ou à défaut du grade delieutenant.

Toute candidature devra être adressée à M. Claude Eerdekens,Bourgmestre, place des Tilleuls 1, 5300 Andenne, par lettre recom-mandée à la poste pour le 3 octobre 2007 au plus tard, accompagnéedes pièces justificatives, à savoir :

brevet de technicien en prévention de l’incendie;

brevet de chef de service;

attestation d’ancienneté et de grade signée par le chef de service ouà défaut par le Bourgmestre du service d’incendie ou de la communedans laquelle le candidat est employé.

Pour tous renseignements complémentaires nous vous invitons àprendre contact avec le Service du Personnel, place du Chapitre 7,5300 Andenne - Tél. : 085-84 96 08 - 620 - 621 - 623 — Mail :[email protected]. (37300)

Gemeente Koksijde

Het gemeentebestuur van Koksijde werft aan Koksijde is een dyna-mische kustgemeente met als troef de combinatie van cultuur, recreatie,natuur en een aantrekkelijke leefomgeving. Het gemeentebestuur vanKoksijde zet zich in voor het algemeen welzijn en de socio-cultureleontplooiing van haar 21 000 inwoners en haar talrijke bezoekersKoksijde is een groeiende, vernieuwende en bloeiende gemeente metaandacht voor een duurzame toekomst.

Wens je deel uit te maken van ons team van gemotiveerde medewer-kers, solliciteer dan voor de volgende vacante functies :

Afdelingshoofd administratie (m/v)

niveau A4a-A4b in statutair dienstverband

Doel van de functie :

Coördineren, inspirerend adviseren en opvolgen van de diensten vande afdeling administratie, teneinde een verhoogde synergie tussen ende aanwending van personeel en materiële middelen te bereiken, ditmet het oog op de realisatie van de dienstverlening en de gemeentelijkebeleidsobjectieven.

Diplomavoorwaarden :

Houder zijn van een van de volgende diploma’s :

licentiaat in de rechten;

licentiaat administratieve wetenschappen;

licentiaat bestuurswetenschappen;

licentiaat politieke wetenschappen;

licentiaat economische wetenschappen;

licentiaat handelwetenschappen;

licentiaat toegepaste economische wetenschappen.

Stafmedewerker P.R. Vrije Tijd en Externe Communicatie (m/v)

niveau A1a-A2a in statutair dienstverband.

Doel van de functie :

Opzetten en coördineren van de interne en externe communicatie,inclusief publicitaire acties als promotie voor de gemeente Koksijde.Hierbij een gekend en herkenbaar gezicht vormen dat derden met degemeente Koksijde vereenzelvigen.

Diplomavoorwaarden :

Houder zijn van een diploma van het universitair onderwijs of vanhet hoger onderwijs van het lange type gelijkgesteld met universitaironderwijs.

Hoofd dienst Ruimtelijke Ordening en Planning (m/v)

niveau A1a-A2a in statutair dienstverband.

48896 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 205: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Doel van de functie :

Leiding geven aan de dienst Ruimtelijke Ordening en Planning.Uitvoeren van de functie van stedenbouwkundig ambtenaar en hetbeleid adviseren m.b.t. beslissingen inzake ruimtelijke ordening.

Diplomavoorwaarden :

Houder zijn van het diploma van architect, industrieel ingenieur,bio-ingenieur of gelijkwaardig diploma.

N.B. : De definitieve benoeming van de op proef benoemde kandi-daat wordt afhankelijk gesteld van het behalen binnen de 4 jaar na deindiensttreding, van het diploma van stedenbouwkundig ambtenaarzoals bepaald in het ministerieel besluit van 13/07/2000 tot bepalingvan diploma’s van een opleiding ruimtelijke ordening.

Conservator Visserijmuseum (m/v)

niveau B1-3/C4-5 in statutair dienstverband

Doel van de functie :

Organiseren en leiden van de werkzaamheden van het NationaalVisserijmuseum met als algemeen doel : verwerven, beheren, bewaren,beveiligen van het maritieme erfgoed en historisch informeren over hetthema.

Diplomavoorwaarden :

Niveau B1-B3 :

houder zijn van een diploma van het Hoger Onderwijs van het KorteType (HOKT).

Niveau C4-C5

houder zijn van een diploma of getuigschrift van Hoger SecundairOnderwijs (HSO) of daarmee gelijkgesteld onderwijs.

Voorwaarden m.b.t. werkervaring :

het bewijs leveren van 10 jaar ervaring in openbare dienst in eenadministratieve of technische functie in een museum.

Algemene voorwaarden voor alle vacatures :

1. Een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van debeoogde betrekking.

2. De burgerlijke en politieke rechten genieten.

3. Lichamelijk geschikt zijn.

4. De leeftijd van 18 jaar bereikt hebben.

5. De Belgische nationaliteit bezitten.

6. Slagen in een gewoon aanwervingsexamen.

Selectieprocedure :

De kandidaten worden schriftelijk (aangetekend) uitgenodigd tot deschriftelijke proeven. Enkel de geslaagde kandidaten in dit onderdeelkunnen deelnemen aan de mondelinge proef.

Kandidatuurstelling :

De kandidaturen, vergezeld van een kopie van het vereiste diploma,getuigschrift van goed zedelijk gedrag en een curriculum vitae moetenuiterlijk op 3 oktober 2007 per aangetekende zending toekomen opvolgend adres :

Gemeentebestuur Koksijde - dienst Personeel - Zeelaan 303, te8670 Koksijde.

Een uitgebreide infobrochure en functiebeschrijving kunnen ook opdit adres verkregen worden of aangevraagd worden via e-mail :[email protected]

Voor meer informatie kunt u telefonisch terecht op de personeels-dienst : 058-53 34 41. (37301)

Gemeente Wetteren

De gemeente Wetteren is op zoek naar gedreven kandidaten voorvolgende voltijdse functies (contractueel onbepaalde duur) :

1. Deskundige Personeel & Organisatie (B1-B3)

Profiel : Je behaalde een bachelor of een diploma HOKT

2. Jeugdbeleidscoördinator (B1-B3)

Profiel : Je behaalde een bachelor of een diploma HOKT (bij voorkeuruit een sociale of pedagogische richting)

3. Adviseur lokale economie en huisvesting (A1a-A3a)

Profiel : Je behaalde een universitair diploma of een diploma HOLT(licentiaat/master)

Interesse ?

Inlichtingen over de functie, toelatings- en aanwervingsvoorwaardenvindt u op www.wetteren.be (via nieuws of openstaande vacatures).

Voor de functie van deskundige personeel en organisatie richt je jekandidatuur uiterlijk 28 september 2007 naar RRS governmentrand-stad.be of naar Randstad Recruitment & Selection, t.a.v. IsabelVanwijnsberghe, Verlorenbroodstraat 120, 9820 Merelbeke(09-272 65 78).

Voor de functie van jeugdbeleidscoördinator en adviseur lokaleeconomie en huisvesting richt je je kandidatuur samen met een afschriftvan uw diploma uiterlijk 28 september 2007 aan het college vanburgemeester en schepenen, Markt 1, 9230 Wetteren of [email protected] (tel. 09-369 34 15). (37302)

Gemeente Berlare

De gemeente Berlare heeft momenteel volgende voltijdse statutairebetrekkingen voor (m/v) :

Controleur van werken, ambtenaar nood en interventie (B1-B3)

Diplomavoorwaarden : een diploma van professioneel bachelor tech-nisch onderwijs.

Administratief medewerker sportdienst (C1-C3)

Diplomavereisten : een diploma van hoger secundair onderwijs ofdaarmee gelijkgesteld onderwijs.

De eigenhandig geschreven kandidatuur, met curriculum vitae enafschrift van het diploma, dient per aangetekend schrijven gericht teworden aan het college van burgemeester en schepenen, Dorp 22,9290 Berlare, ten laatste gepost op 5 oktober 2007.

Alle inlichtingen kunnen bekomen worden bij de personeelsdienst,Dorp 22, 9290 Berlare, op het nummer 052-43 23 40. www.berlare.be.

(37303)

Gemeente Maldegem

Maldegem is een levendige landelijke gemeente met een dynamischetoekomstvisie. Ter versterking van ons gemotiveerd personeelsteamzoeken wij :

2 administratieve medewerk(st)ers in statutair dienstverband38 uren per week (m/v)

Je bent in het bezit van een diploma van hoger secundair onderwijsof hiermee gelijkgesteld.

Er wordt een wervingsreserve aangelegd, geldig voor de duur van2 jaar.

Interesse ?

Stuur dan ten laatste op vrijdag 5 oktober 2007, je kandidatuur(samen met een afschrift van je diploma), naar het college van burge-meester en schepenen, Marktstraat 10, 9990 Maldegem.

Je kan je kandidatuur ook steeds afgeven tegen ontvangstbewijs opde gemeentelijke personeelsdienst, gemeentehuis, Marktstraat 7,9990 Maldegem. Ook hier geldt vrijdag 5 oktober 2007 als uiterstedatum.

Kwaliteiten bij mensen zijn belangrijker dan leeftijd, geslacht, etni-sche afkomst, handicap en nationaliteit. (37304)

48897MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 206: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Gemeente Balen

De gemeente Balen is op zoek naar een :

Technisch medewerker - magazijnier(niveau C - statutair - m/v)

Je functie : je bent verantwoordelijk voor het dagelijks beheer ende vlotte en efficiënte werking van het gemeentelijk magazijn.

Je profiel : je bezit een diploma hoger secundair onderwijs ofgelijkwaardig; kennis en juist gebruik van werktuigen, materialen enproducten; kennis van informaticatoepassingen (windows XP, Word enExcel); kunnen voorleggen en samenwerken; verantwoordelijk-heidszin; zin voor orde, netheid en hygiëne; je bezit een rijbewijs BE ofje bezit een rijbewijs B en behaalt rijbewijs BE vóór het verstrijken vande proefperiode (= 6 maanden).

Onze troeven : boeiende en afwisselende job in vast dienstverband;interessante verlofregeling; maaltijdcheques; hospitalisatieverzekering;ruime vormingskansen.

Interesse ? Je kandidatuur moet je samen met je CV, een kopie vanhet vereiste diploma, een kopie van je rijbewijs en een uittreksel uit hetstrafregister :

— aangetekend verzenden aan het college van burgemeester enschepenen, Vredelaan 1, 2490 Balen, uiterlijk gepost op 4 oktober 2007;

— afgeven tegen ontvangstbewijs ten laatste op donderdag4 oktober 2007, om 20 uur, tijdens de openingsuren op de personeels-dienst van het gemeentehuis van Balen (Vredelaan 1).

De volledige functiebeschrijving, aanwervingsvoorwaarden en solli-citatieprocedure en sollicitatieprocedure kan je op eenvoudig verzoekbekomen op de personeelsdienst (tel. 014-81 99 23) of www.balen.be. Erwordt een wervingsreserve aangelegd voor drie jaar. (37305)

Gemeente Wevelgem

Een functie van technieker bji de ploeg begraafplaatsen (m/v) wordtopen verklaard bij wijze van werving.

De betrekking van technieker is toegankelijk voor vrouwen enmannen.

De technieker moet :

— de Belgische nationaliteit of een nationaliteit als onderdaan vaneen lidstaat van EU bezitten;

— de burgerlijke en politieke rechten genieten;

— van goed zedelijk gedrag zijn;

— lichamelijk geschikt zijn, de lichamelijke geschiktheid wordtvastgesteld door de arbeidsgeneeskundige dienst waarbij de gemeenteis aangesloten;

— de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben;

— slagen in een aanwervingsexamen, zoals vastgesteld door degemeenteraad in zitting van 14 mei 2004;

— de technieker bij de ploeg begraafplaatsen zal gehouden zijnprestaties te leveren op onregelmatige tijdstippen, evenals op zaterdag,zon- en feestdagen;

— voor zover ze niet strijdig zijn met hoger genoemde bepalingenzijn alle bepalingen van het administratief statuut, d.d. 14 mei 2004, eneventuele wijzigingen op deze aanwerving van toepassing.

Naar aanleiding van het openverklaren van bovengenoemde functie,zal een wervingsreserve aangelegd worden een geldigheidsduur van2 jaar te rekenen vanaf de eerste van de maand die volgt op de datumwaarop het proces-verbaal van het laatste examengedeelte is afgesloten.

De aanvragen dienen bij ter post aangetekende brief gestuurd teworden aan de heer burgemeester, te 8560 Wevelgem.

De uiterste inschrijvingsdatum is 10 oktober 2007, de postdatum opde briefomslag dient als bewijs.

De kandidaten dienen volgende bewijsstukken over te maken uiter-lijk op de dag van het afsluiten van de inschrijvingen (10 oktober 2007) :

— uittreksel uit de geboorteakte;

— een getuigschrift van goed zedelijk gedrag, dat getuigschrift magniet ouder zijn dan drie maanden.

Alle verdere inlichtingen, evenals de functieomschrijving zijn tebekomen bij de personeelsdienst, de heer Claude Verrote,tel. 056-43 34 31. (37306)

Gemeente Knokke-Heist

Bent u klaar voor een nieuwe start ?

Wij hebben een vacature voor

Brandweerman, te Knokke-Heist.

Lid zijn en werken bij de brandweer van Knokke-Heist is een wareuitdaging. De diversiteit aan tussenkomsten zoals hulp bieden bijbrand, ongevallen, stormschade, wateroverlast en tal van andere tech-nische hulpverleningen maken van elke interventie een spannendegebeurtenis. De ingrijpende momenten die je meemaakt als brand-weerman worden gecompenseerd door de bijzondere sfeer encollegaliteit die bij de brandweer bestaat.

Vrijwillige brandweermannen (m/v), aanleg van een werfreserve

Bijzondere wervingsvoorwaarden voor brandweerman bij devrijwilligersafdeling :

Houder zijn van een diploma of getuigschrift dat tenminste gelijk-waardig is aan minimum hoger secundair onderwijs.

Houder zijn van een rijbewijs B of dit verwerven tijdens de stage-periode.

1 beroepsbrandweerman beroepsafdeling (m/v), met aanleg werf-reserve

Bijzondere wervingsvoorwaarden voor brandweerman bij deberoepsafdeling :

Houder zijn van een diploma of getuigschrift dat tenminste gelijk-waardig is aan minimum hoger secundair onderwijs.

Houder zijn van een rijbewijs C of dit verwerven tijdens de proef-periode.

Voorwaarden voor beide functies :

De Belgische nationaliteit bezitten of een nationaliteit als onderdaanvan de Europese Unie.

De hoofdverblijfplaats hebben binnen een straal van 13 km rond dekazerne, uiterlijk binnen het jaar na de effectieve aanwerving volgendop de stagetijd (voor de vrijwilligers) of proeftijd (voor beroeps-brandweerlui).

De volle leeftijd van 18 jaar bereikt hebben op de datum van afsluitenvan de kandidaatstelling.

Gestalte = minimum 1,60 m, gemeten zonder schoeisel.

Wij bieden jou :

Naast een verloning krijg je ook maaltijdcheques en gratishospitalisatieverzekering.

Voor elke tussenkomst, elke oefening, waar uw medewerking wordtgevraagd, wordt een vergoeding uitbetaald aangepast aan een dag,nacht, zon- of feestdagregeling.

Bijkomende opleidingen.

Een dynamische werkomgeving met aandacht voor personeels-begeleiding.

Interesse ?

Online-solliciteren kan uiterlijk tot en met 21 september 2007, [email protected] of schriftelijk gericht aan het college vanburgemeester en schepenen, t.a.v. Inge Gheleyns, A. Verweeplein 1,8300 Knokke-Heist.

48898 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 207: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Voeg bij uw sollicitatie onderstaande tekst, een kopie van het vereistediploma en kopie van het gevraagde rijbewijs.

Vermeld duidelijk in uw sollicitatiebrief voor welke functie(s) usolliciteert !

Meer info : Inge Gheleyns, 050-63 01 67 of per [email protected]

Bijkomend kunt u het wervingsbericht met alle voorwaarden, hetexamenprogramma en de functiebeschrijving opvragen.

Als u zich kandidaat stelt voor de vacature vrijwillige brandmeermanmoet u in uw sollicitatiebrief volgende tekst vermelden :

« Ik ben bereid : de nodige opleidingslessen voor het brevet vanbrandweerman en het brevet van hulpverlener ambulancier te volgen;op verzoek van het gemeentebestuur opleidingen of cursussen tevolgen die noodzakelijk zijn voor een effeciënter uitvoeren van defunctie en voor het behalen van de brevetten vereist voor de bevorde-ring tot onderofficier en officier; op verzoek van het gemeentebestuur,eenmaal per week in de kazerne op dienst te komen ter versterkingvan de beroepsafdeling (wachtbeurt van 15-tal uren op weekdagen,wachtbeurt van 24 uren tijdens weekends en op feestdagen.) » (37307)

BTC — CTB

BTC is het Belgisch agentschap voor ontwikkelingssamenwerking.Als openbare dienstverlener steunt BTC, in opdracht van de Belgischefederale regering, en meer bepaald van de FOD Buitenlandse Zaken,Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de ontwikke-lingslanden in hun strijd tegen armoede. Dankzij haar expertise op hetterrein voert BTC ook opdrachten uit voor rekening van anderenationale en internationale organisaties die werken aan duurzamemenselijke ontwikkeling.

BTC is sinds april 1999 operationeel en beheert meer dan200 projecten in 30 landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Met eenomzet in 2006 van 160 miljoen euro stelt BTC momenteel 350 perso-neelsleden te werk, van wie 140 in het hoofdkantoor in Brussel en 210 inde landen waar projecten en programma’s worden uitgevoerd. In24 landen heeft BTC een eigen vertegenwoordiging.

In het kader van de verdere ontwikkeling van haar activiteiten, zoektBTC een (M/V) :

BURUNDI – Programme Officer (M/V); Assistent van de afgevaar-digde voor het medebeheer van het urgentieprogramma in Burundi –BDI/07/PU2

Geïnteresseerd ?

Solliciteer uiterlijk tegen 20/09/2007, bij voorkeur via onze websiteof stuur uw sollicitatiebrief en CV (in Nederlands, Frans of Engels) [email protected]. Vermeld duidelijk de functie waarvoor u sollici-teert en het referentienummer.

Voor de gedetailleerde beschrijvingen en profielen van deze functiesverwijzen wij naar onze website www.btcctb.org. (37308)

CTB — BTC

La CTB est l’agence belge de coopération au développement. Presta-taire de services publics, elle soutient, pour le gouvernement fédéralbelge et, plus précisément, pour le SPF Affaires étrangères, Commerceextérieur et Coopération au Développement, les pays en développe-ment dans leur lutte contre la pauvreté. Grâce à son expertise de terrain,la CTB exécute également des prestations pour le compte d’autresorganisations nationales et internationales contribuant à un développe-ment humain durable.

La CTB est opérationnelle depuis avril 1999 et gère plus de200 programmes répartis dans 30 pays en Afrique, Asie et Amériquelatine. Avec un chiffre d’affaires de 160 millions d’euros en 2006, la CTBemploie aujourd’hui 350 membres du personnel dont 140 au siège àBruxelles et 210 répartis dans les pays dans lesquels elle met en œuvredes projets et des programmes. Elle dispose d’une propre représenta-tion dans 24 pays.

Dans le cadre du développement de ses activités, la CTB rechercheun (H/F) :

BURUNDI – Chargé(e) de programme; Adjoint au délégué à laco-gestion pour le programme d’urgence au Burundi – BDI/07/PU2

Intéressé(e) ?

Postulez au plus tard le 20/09/2007, de préférence via notre site Webou adressez votre lettre de motivation ainsi que votre curriculum vitae(francais, néerlandais ou anglais) en mentionnant clairement la fonctionpour laquelle vous posez votre candidature ainsi que le numéro deréférence, en envoyant un courriel à l’adresse [email protected].

Les descriptions de fonctions et les profils détaillés sont disponiblessur notre site Internet www.btcctb.org. (37308)

Hogeschool Gent

De Vlaamse Autonome Hogeschool Gent verklaart volgende betrek-kingen extern vacant

Departement Technologie

Betrekking TECH E 107

Lector in het vakgebied landmeten – 75 % van een voltijdse betrek-king

Kandidaatstelling

Het formulier voor kandidaatstelling (onderwijzend personeel), detoelatingsvoorwaarden en de profielbeschrijving, zijn beschikbaar opde website van de Hogeschool Gent http://www.hogent.be/vacature,of kunnen worden afgehaald op het secretariaat van de sector Personeelvan de Hogeschool Gent, J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent. De kandi-daatstelling met vermelding van het refertenummer, samen met hetcurriculum vitae en een kopie van het diploma dient uiterlijk op27 september 2007 verstuurd te worden aan de Hogeschool Gent, t.a.v.de sector Personeel, J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent, of tegen ontvangst-bewijs afgegeven te worden op het secretariaat van de sector Personeel.Kandidaturen ingediend buiten de voorziene periode zijn ongeldig.Enkel tijdige schriftelijke kandidaatstellingen op papier wordenaanvaard. Kandidaatstellingen die per e-mail worden gedaan, moetenworden bevestigd door een tijdige, schriftelijke kandidaatstelling oppapier. Bij gebreke hiervan is de kandidaatstelling per e-mail nietgeldig. (37309)

Katholieke Hogeschool Leuven

De Katholieke Hogeschool Leuven wenst aan te werven voor hetdepartement Gezondheidszorg en Technologie :

1. Voltijds Lector (m/v) (Referentienummer : KHLeuven/2007-39/OP)

Opdracht : doceren van de opleidingsonderdelen OO programmeren,Besturingssystemen en Geavanceerde technieken voor webapplicatiesin het eerste en tweede jaar van de opleiding Toegepaste informaticaen het begeleiden van oefeningen bij deze opleidingsonderdelen.

Diploma : academisch diploma of diploma van academisch niveauin de informatica.

Aard van de betrekking : voltijds tijdelijk lid van het onderwijzendpersoneel in het ambt van lector.

Salarisschaal : salaris van lector : barema 502.

Datum van indiensttreding : zo snel mogelijk.

2. Voltijds lector (m/v) (Referentienummer : KHLeuven/2007-40/OP)

Opdracht :

1) Doceren van de opleidingsonderdelen Meet- en regeltechnieken,Reactorkunde en Toegepaste mechanica in het derde jaar van deopleiding Chemie.

2) Verzorgen van oefeningen en begeleiden van labowerk in deopleidingen Chemie en Voedings- en dieetkunde.

48899MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 208: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

3) Instaan voor het beheer van de chemische laboratoria van hetdepartement.

Diploma : Industrieel ingenieur in Chemie.

Aard van de betrekking : voltijds tijdelijk lid van het onderwijzendpersoneel.

Salarisschaal : salaris van lector : barema 502.

Datum van indiensttreding : zo snel mogelijk.

3. Voltijds lector (m/v) (Referentienummer : KHLeuven/2007-41/OP)

Opdracht : doceren van de opleidingsonderdelen Computersys-temen, Besturingssystemen, Computernetwerken en Technieken voordatamodellering in het eerste jaar van de opleiding Toegepaste infor-matica.

Diploma : Burgerlijk ingenieur.

Aard van de betrekking : voltijds tijdelijk lid van het onderwijzendpersoneel.

Salarisschaal : salaris van lector : barema 502.

Datum van indiensttreding : zo snel mogelijk.

3. Deeltijds lector (m/v) (Referentienummer : KHLeuven/2007-42/OP)

Opdracht : doceren van de opleidingsonderdelen Basisbegrippenchemie in het eerste jaar van de opleiding Voedings- en dieetkunde,Laboratorium analytische chemie in het eerste jaar van de opleidingChemie, Keuzemodule Chemie : Moleculaire architectuur en Nanotech-nolgie, Projectwerk : Wetenschappelijk Bronnenonderzoek in hettweede jaar van de opleiding Chemie.

Diploma : Doctor in de Wetenschappen (Scheikunde).

Aard van de betrekking : Deeltijds (25 %) tijdelijk lid van hetonderwijzend personeel. Salarisschaal : salaris van lector : barema 502.

Datum van indiensttreding : 17 september 2007.

4. Deeltijds lector (m/v) (Referentienummer : KHLeuven/2007-43/OP)

Opdracht : doceren van de cursussen Farmacologie en Biochemie aanhet tweede jaar van de opleiding Voedings-en dieetkunde, Farmaceu-tische wetgeving en tarificatie aan het derde jaar van de opleidingBiomedische laboratoriumtechnologie.

Diploma : Apotheker.

Aard van de betrekking : deeltijds (30 %) tijdelijk lid van hetonderwijzend personeel.

Salarisschaal : salaris van lector : barema 502.

Datum van indiensttreding : 17 september 2007.

Voor alle vacatures geldt :

Plaats van tewerkstelling : KHLeuven, departement Rega, Sint-Maartensstraat 55d, 3000 Leuven.

Solectiemethode : Preselectie op basis van een vergelijking van deingestuurde sollicitatiedossiers, gevolgd door een interview in verbandmet de opdracht.

Kandidaatstelling met CV sturen naar : Mady Van Cauteren,departementshoofd Rega, Sint-Maartensstraat 55d, 3000 Leuven, metvermelding van het referentienummer binnen drie dagen na publicatiein het Belgisch Staatsblad. (37310)

Hogeschool Antwerpen

De Hogeschool Antwerpen is op zoek naar :

Onderwijzend personeel

Departement Bedrijfskunde, Lerarenopleiding en Sociaal Werk

A. AMBTEN :

Codenummer : BLS-2007-07 BIS Externe Vacature

Opleiding Bachelor Bedrijfskunde, opleidingen Toegepaste Informa-tica en Bedrijfskunde

Deeltijds lector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten

Barema 502 - 70 %

Diploma- en toelatingsvoorwaarden :

voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het hogescholendecreetd.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten;

een diploma van de tweede cyclus van het academisch onderwijs ofeen diploma van de tweede cyclus van het hoger onderwijs vanacademisch niveau (Licentiaat/Master) in een relevante specialisatie,bij voorkeur : Elektronica - ICT;

wanneer u uw diploma heeft behaald buiten de Vlaamse Gemeen-schap en u heeft nog geen gelijkwaardigheid van uw diplomaverkregen, dan dient u – om te kunnen deelnemen aan deze selectie-procedure – in het bezit te zijn van de academische gelijkwaardigheids-verklaring van uw studiegetuigschriften met het vooropgesteldevereiste diploma (afgeleverd door de Vlaamse Gemeenschap) en dit tenlaatste op de datum van het selectiegesprek.

Aanstellingskenmerken :

tijdelijke aanstelling in een vacant ambt m.i.v. 1 oktober 2007 ofaansluitend, t.e.m. 30 september 2008, verlengbaar na positieveevaluatie;

nuttige beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkendworden via de toekenning van een geldelijke anciënniteitsbijslagconform het ‘Reglement Nuttige Beroepservaring” (B201/19/16.12.96).

Codenummer : BLS-2007-22 BIS Externe Vacature

Opleiding Bachelor Bedrijfsmanagement

Praktijklector, voornamelijk belast met onderwijsactiviteiten (econo-mische wetenschappen, logistiek management, marketing)

Barema 316 - 100 % - opdeelbaar

Diploma- en toelatingsvoorwaarden :

voldoen aan de bepalingen van art. 89 van het hogescholendecreetd.d. 13 juli 1994 inzake toegang tot de ambten;

een diploma van een opleiding van het hoger onderwijs van ééncyclus (HOKT/Professionele Bachelor) in een relevante specialisatie, bijvoorkeur : een diploma met een ruime ervaring op het vlak van logis-tiek en marketing. Een getuigschrift van pedagogische bekwaamheidstrekt tot aanbeveling;

wanneer u uw diploma heeft behaald buiten de Vlaamse Gemeen-schap en u heeft nog geen gelijkwaardigheid van uw diplomaverkregen, dan dient u – om te kunnen deelnemen aan deze selectie-procedure – in het bezit te zijn van de academische gelijkwaardigheids-verklaring van uw studiegetuigschriften met het vooropgesteldevereiste diploma (afgeleverd door de Vlaamse Gemeenschap) en dit tenlaatste op de datum van het selectiegesprek.

Aanstellingskenmerken :

tijdelijke aanstelling in een vacant ambt m.i.v. 1 oktober 2007 ofaansluitend, t.e.m. 30 september 2008, verlengbaar na positieveevaluatie;

nuttige beroepservaring buiten het onderwijs kan eventueel erkendworden via de toekenning van een geldelijke anciënniteitsbijslagconform het ‘Reglement Nuttige Beroepservaring” (B201/19/16.12.96).

B. KANDIDAATSTELLINGSVEREISTEN :

Kandideren kan u uitsluitend via een aangetekend schrijven of tegeneen ontvangstbewijs en dit tot en met 20 september 2007. U richt uwkandidatuur tot Hogeschool Antwerpen, t.a.v. de heer Jacques Peeters,algemeen directeur, Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen.

Uw kandidaatstelling bevat een gemotiveerde sollicitatiebrief (metvermelding van het ambt en het bijbehorend codenummer), eencurriculum vitae, een kopie van het gevraagde diploma én – indien op uvan toepassing – een gelijkwaardigheidsverklaring van uw diploma.Het diploma is een absolute vereiste voor deelname aan de selectiepro-cedure.

48900 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 209: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Indien u niet aan deze sollicitatievereisten voldoet, stuurt de Hoge-school Antwerpen u hierover geen herinnering, maar wordt met uwkandidatuur geen rekening gehouden.

De gedetailleerde functiebeschrijvingen vindt u op de website vande Hogeschool.

Antwerpen : www.ha.be/vacatures. (37409)

Actes judiciaireset extraits de jugements

Gerechtelijke aktenen uittreksels uit vonnissen

Publication faite en exécution de l’article 490du Code pénal

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 490van het Strafwetboek

Infractions liées à l’état de failliteMisdrijven die verband houden met de staat van faillissement

Rechtbank van eerste aanleg te Ieper

Bij vonnis van 8 februari 2007 van de rechtbank van eerste aanleg teIeper, zevende correctionele kamer, werd Leyn, Geert Cyriel Karel,tuinbouwarbeider, geboren te Roeselare op 7 september 1964, wonendete 8620 Nieuwpoort, Franslaan 172/807, als bestuurder van de BVBAGematrans, HR Ieper 33462, failliet verklaard bij vonnis van derechtbank van koophandel te Ieper, d.d. 8 juli 1999, en als bestuurdervan de BVBA Somitra, HR Ieper 39098, failliet verklaard bij vonnis vande rechtbank van koophandel te Ieper, d.d. 27 mei 2002,

op tegenspraak veroordeeld tot :

een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan tien maandenmet uitstel van tenuitvoerlegging gedurende vijf jaar, en een geldboetevan 1.000 euro, te verhogen met 45 opdeciemen en alzo gebracht op5.500 euro of een vervangende gevangenisstraf van drie maanden;

op grond van de samengevoegde feiten (A (1-2), B (1-2), C (1-2), D(1-2-3), E (1-2), F (a-b-c), G, H en I (a-b), zoals hieronder omschreven :

Bij toepassing van artikel 1 en 1bis van het koninklijk besluit nr. 22van 24 oktober 1934 werd hem hiernavolgend beroepsverbod opgelegdvoor de duur van 6 jaar :

namelijk het verbod om persoonlijk of door een tussenpersoon defunctie van bestuurder, commissaris of zaakvoerder in een vennoot-schap op aandelen, een besloten vennootschap met beperkte aanspra-kelijkheid of een coöperatieve vennootschap enige functie waarbijmacht wordt verleend om één van die vennootschappen te verbinden,de functie van persoon belast met het bestuur van een vestiging inBelgië bedoeld in artikele 198, § 6, eerste lid, van de gecoördineerdewetten op de handelsvennootschappen of het beroep van effectenma-kelaar of correspondent-effectenmakelaar en persoonlijk of door eentussenpersoon een koopmansbedrijf uit te oefenen.

Hij werd tevens veroordeeld tot een bijdrage tot de financiering vanhet Slachtofferfonds van 25 euro, na verhoging opdeciemen gebrachtop 137,50 euro; zes negende van de kosten, in totaal begroot op6.963,34 euro; en een vergoeding van 25 euro.

Tegen dit vonnis is op heden geen enkele akte van hoger beroep ofberoep in cassatie bekend.

Voor echt verklaard uittreksel afgeleverd aan de heer procureur desKonings te Ieper om te laten publiceren in het Belgisch Staatsblad,overeenkomstig artikel 490 van het Strafwetboek, zoals vervangen bijart. 124 van de wet van 8 augustus 1997, zoals bevolen bij voormeldvonnis.

Ieper, 5 juli 2007.De eerstaanwezend adjunct-griffier : (get.) A. Van den Neste. (37311)

Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er

du Code civil

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1van het Burgerlijk Wetboek

Désignation d’administrateur provisoireAanstelling voorlopig bewindvoerder

Justice de paix du canton de Braine-l’Alleud

En vertu d’une ordonnance du juge suppléant à la justice de paix ducanton de Braine-l’Alleud du 30 août 2007, Mme Yvonne Rosalie MarieVan Cotthem, Belge, née le 12 novembre 1923 à Saint-Gilles,pensionnée, veuve, domiciliée boulevard de la Cense 70, à1410 Waterloo, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a étépourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Luc VanMalderen, avocat, à 1420 Braine-l’Alleud, place Saint-Sébastien 64,bte 23.

Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Lebrun,Michèle. (69234)

Justice de paix du canton de Fléron

Suite à la requête déposée le 21 août 2007, par ordonnance du jugede paix du canton de Fléron, rendue le 29 août 2007, Mme Lancel,Henriette, épouse Van Helden, domiciliée rue de la Paix 12,4610 Beyne-Heusay, résidant « L’Air du Temps », rue des Haisses 60,4032 Chênée, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a étépourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Frère,Damien, avocat, domicilié boulevard Jules de Lamine 1, 4000 Liège.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth.(69235)

Suite à la requête déposée le 21 août 2007, par ordonnance du jugede paix du canton de Fléron, rendue le 29 août 2007, M. Van Helden,Jean, né le 27 mai 1931 à Wandre, domicilié rue de la Paix 12,4610 Beyne-Heusay, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a étépourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Frère,Damien, avocat, domicilié boulevard Jules de Lamine 1, 4000 Liège.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth.(69236)

Justice de paix du canton de Grâce-Hollogne

Par ordonnance du juge de paix du canton de Grâce-Hollogne,rendue le 21 août 2007, M. Charlier, Didier Alain Jean Fabien, denationalité belge, né le 17 janvier 1967 à Ougrée, domicilié rue PaulJanson 64, à 4460 Grâce-Hollogne, a été déclaré incapable de gérer sesbiens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne deMe Haenen, Anne-Françoise, avocate-juge de paix suppléant, dont lecabinet est établi avenue Blonden 74-76/012, à 4000 Liège.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Clebant, Colette. (69237)

48901MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 210: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Justice de paix du canton d’Hamoir

Suite à la requête déposée le 28 août 2007, par ordonnance du jugede paix du canton d’Hamoir, rendue le 6 septembre 2007,Mme Demarteau, Antoinette, née le 6 mars 1937, pensionnée, domici-liée rue Volders 4, à 4100 Seraing, résidant au centre neurologique,Champ des Alouettes 30, à 4557 Fraiture, a été déclarée incapable degérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en lapersonne de M. Hansen, Marc, né à Angleur le 18 septembre 1955,domicilié rue Simonon 19, à 4000 Liège.

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Simon, Maryse.(69238)

Justice de paix du canton de HuyII-Hannut, siège de Hannut

Suite à la requête déposée au greffe le 27 août 2007, par ordonnancede Mme le juge de paix du canton de HuyII-Hannut, siège de Hannut,en date du 6 septembre 2007, Maraponte, Michele, né à Watermael-Boisfort le 15 août 1982, célibataire, domicilié à Hannut, rue Coquia-mont 8, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’unadministrateur provisoire en la personne de sa mère : Mme Castelein,Géraldine, née à Bruxelles le 20 mars 1954, épouse de Maraponte,Vincenzo, domiciliée à Hannut, rue Coquiamont 8.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) J. Rycken. (69239)

Justice de paix du troisième canton de Liège

Suite à la requête déposée le 6 août 2007, par décision du juge depaix du troisième canton de Liège, rendue le 4 septembre 2007,M. Deprez, Paul, né le 28 juillet 1950 à Liège, éducateur, domicilié rueSainte Marguerite 251, 4000 Liège, a été déclaré incapable de gérer sesbiens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne deM. Boiret, Ghislain, domicilié boulevard de l’Est 4, 4020 Liège.

Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé)Marzée, Christiane. (69240)

Justice de paix du canton de Vielsalm, La Roche-en-Ardenne,Houffalize siège de La Roche-en-Ardenne

Suite à la requête déposée le 13 juillet 2007, par ordonnance du jugede paix du canton de Vielsalm, La Roche-en-Ardenne, Houffalize, siègeLa Roche-en-Ardenne, rendue le 4 septembre 2007, M. Annet, AlainHubert Joseph Ghislain, né le 7 mai 1964 à Bastogne, domicilié etrésidant à Ortho 31, 6983 La Roche-en-Ardenne, a été déclaré incapablede gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en lapersonne de Mme Annet, Francine, domiciliée rue de la VieilleEglise 1a, à 6970 Tenneville.

Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Lefebvre,Véronique. (69242)

Vredegerecht van het vijfde kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het vijfde kanton Antwerpenverleend op 28 augustus 2007, werd Deyaert, Emma, weduwe vanCorremas, August, geboren te Kemzeke op 18 januari 1920, huisvrouw,wettelijk gedomicilieerd in het R.V.T. « De Eeckhof », te2000 Antwerpen, Oever 14, niet in staat verklaard haar goederen tebeheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : VanReempts, Bart, advocaat, kantoorhoudende te 2000 Antwerpen,Vrijheidstraat 30-32, bus 14.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op9 augustus 2007.

Antwerpen, 7 september 2007.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) François Huys-mans. (69244)

Vredegerecht van het tiende kanton Antwerpen

Bij vonnis van de vrederechter van het tiende kanton Antwerpenverleend op 30 augustus 2007, werd Smet, Marie-Louise Gustaaf,geboren te Antwerpen op 25 september 1944, wonende te2170 Merksem (Antwerpen), Nieuwdreef 119/30, niet in staat verklaardhaar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewind-voerder : Quant, Cornelius Jozef Louis, geboren te Merksem op28 juli 1944, wonende te 2170 Merksem (Antwerpen), Nieuw-dreef 119/30.

Merksem (Antwerpen), 5 september 2007.

De adjunct-griffier, (get.) Taekels, Eric. (69245)

Vredegerecht van het twaalfde kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen verleend op 4 september 2007, werd Roeyers, André JeanneMarie Florent Joseph, echtgenoot van Mevr. Vera Crosby Hammond,geboren te Antwerpen op 4 september 1924, wonende te2100 Antwerpen (Deurne), R.V.T. « Atlantis », Bisschoppenhof-laan 365/367, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreegtoegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Roeyers, Linda Marie José,uit het echt gescheiden, geboren te Vilvoorde op 9 september 1949,wonende te 3080 Tervuren, Brusselsesteenweg 22/4.

Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 17 augustus 2007.

Antwerpen (Deurne), 4 september 2007.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Richard Blendeman, hoofdgrif-fier. (69246)

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen verleend op 4 september 2007, werd Legrand, Maria LouisaJosephina, weduwe van de heer Petrus Franciscus Potz, geboren teMerksem op 30 maart 1927, wonende te 2100 Antwerpen (Deurne),R.V.T. « Huis Vandecruys », De Gilmanstraat 32-34, niet in staatverklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopigbewindvoerder : Van Den Bosch, Chantal, geboren te Deurne op3 augustus 1963, advocaat, kantoorhoudende te 2100 Antwerpen(Deurne), August Van de Weilelei 348.

Het verzoekschrift werd neergelegd ter griffie op 17 augustus 2007.

Antwerpen (Deurne), 4 september 2007.

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Richard Blendeman, hoofdgrif-fier. (69247)

Vredegerecht van het kanton Schilde

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Schilde verleendop 6 september 2007, werd Sels, Monique, geboren te 20 juni 1952,wonende te 2970 Schilde, Oude Baan 101, niet in staat verklaard haargoederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoer-der : Van Gelder, Patricia, advocaat te 2650 Edegem, Mechelse-steenweg 210.

Schilde, 7 september 2007.

De adjunct-griffier, (get.) Verhamme, Inge. (69248)

48902 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 211: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Mainlevée d’administration provisoireOpheffing voorlopig bewind

Vredegerecht van het achtste kanton Antwerpen

Bij beschikking van de plaatstvervangend vrederechter van hetachtste kanton Antwerpen, verleend op 6 september 2007, werd :

De Backer, Ludo, geboren te Sint-Amandsberg op 25 augustus 1960,wonende te 2640 Mortsel, Cogelslei 4, opnieuw in staat verklaard zelfzijn goederen te beheren vanaf heden, zodat het vonnis verleend doorde vrederechter van het achtste kanton Antwerpen, verleend op1 februari 2006 (rolnummer 06A21 - Rep. R. 389) ophoudt uitwerkingte hebben en er met ingang van heden een einde komt aan de opdrachtals voorlopig bewindvoerder van De Backer, Johan.

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op31 juli 2007.

Berchem (Antwerpen), 6 september 2007.Voor eensluidend uittreksel, de hoofdgriffier (get.) Arthur

Jespers. (69249)

Vredegerecht van het twaalfde kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen verleend op 5 september 2007, werd een einde gesteld aanhet voorlopig bewind over : Geens, Steve Maria Gerard, geboren teBorgerhout op 26 oktober 1971, ongehuwd, wonende te2100 Antwerpen (Deurne), Alfons Schneiderlaan 214/2, en werd devoorlopig bewindvoerder : Van Den Bosch, Chantal, geboren te Deurneop 3 augustus 1963, advocaat, kantoorhoudende te 2100 Antwerpen(Deurne), August Van de Wielelei 348, (gepubliceerd in het BelgischStaatsblad d.d. 9 februari 2007, blz. 6756, nr. 61482), ontslagen van zijnopdracht.

Verklaart de heer Steve Geens, voornoemd, vanaf heden terug instaat zelf zijn goederen te beheren.

Antwerpen (Deurne), 5 september 2007.Voor eensluidend uittreksel, (get.) Richard Blendeman, hoofdgrif-

fier. (69250)

Vredegerecht van het kanton Boom

Bij beschikking van de heer vrederechter van het kanton Boom,verleend op 7 september 2007, werd : Leenaerts, Angèla Adrienne,geboren te Schelle op 9 december 1947, wonende te 2620 Hemiksem,Rode-Kruisplein 8, aangewezen bij beschikking verleend door devrederechter van het kanton Zandhoven, op 9 oktober 2003,(rolnr. 03B104 - Rep. V. 3397/2003), tot voorlopig bewindvoerder overScholiers, Sandra Maria, geboren te Wilrijk op 19 december 1966,wonende te 2620 Hemiksem, Rode-Kruisplein 8, gepubliceerd in hetBelgisch Staatsblad, van 16 oktober 2003, onder nr. 68992), met ingangvan 20 augustus 2007, ontslagen van haar opdracht, ingevolge hetoverlijden van de beschermde persoon op voormelde datum.

Boom, 7 september 2007.De griffer, (get.) Schippers, Chantal. (69251)

Vredegerecht van het kanton Heist-op-den-Berg

Bij beschikking van de vrederechter, van het kanton Heist-op-den-Berg, verleend op 5 september, werd vastgesteld dat : Witters, Danielle,geboren te Lier op 26 mei 1962, in leven wonende te 2580 Beerzel, Beer-zelstraat 1, over wie als voorlopig bewindvoerder werd aangesteld bijbeslissing van de vrederechter van het kanton Heist-op-den-Berg, op11 mei 2004, (rolnummer 04A285 - Rep.R. 762/2004) : Laeveren, Filip,

advocaat, kantoorhoudende te Heist-op-den-Berg, Broekstraat 21, over-leden is op 2 augustus 2007, en aan de opdracht van de voorlopigebewindvoerder een einde is gekomen op datum van het overlijden.

Heist-op-den-Berg, 5 september 2007.

Bij uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Ooms, Wim. (69252)

Vredegerecht van het kanton Hoogstraten

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Hoogstraten,verleend op 5 september 2007, werd : Buys, Leo Joannes Mathilda,geboren te Vlimmeren op 20 maart 1949, wonende te 2275 Lille,Nachtegalenstraat 4, aangewezen bij vonnis verleend door de vrede-rechter van het kanton Hoogstraten, op 30 maart 2007,(rolnummer 07A342 - Rep.R. 803/2007), tot voorlopig bewindvoerderover zijn vader : Buys, Albert Cornelis, geboren te Rijkevorsel op28 september 1915, gepensioneerde, weduwnaar van Segers, Maria,wonende te 2310 Rijkevorsel, RVT Prinsenhof, Helhoekweg 18, (gepu-bliceerd in het Belgisch Staatsblad, van 12 april 2007, blz. 20390 en ondernr. 63923), ontslagen van zijn opdracht ingevolge het overlijden van debeschermde persoon op 25 augustus 2007.

Hoogstraten, 7 september 2007.

De hoofdgriffier, (get.) Van Gils, Herman. (69253)

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Hoogstraten,verleend op 5 september 2007, werd : Peeraer, Theophiel Constantia,geboren te Merksplas op 13 september 1938, wonende te 2330 Merks-plas, Gezellestraat 21, aangewezen bij beschikking verleend door devrederechter van het kanton Hoogstraten, op 21 juni 2002(rolnummer 02B43 - Rep.R. 775/2002), tot voorlopig bewindvoerderover zijn moeder : Van Dyck, Amelia Antonia, geboren te Merksplas op19 april 1925, gepensioneerde, weduwe van Peeraer, Jan, gedomici-lieerd te 2330 Merksplas, Kleiryt 3, en verblijvende te 2310 Rijkevorsel,Den Brem, Bremstraat 26 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van5 juli 2002, blz. 30393 en onder nr. 65507), ontslagen van zijn opdrachtingevolge het overlijden van de beschermde persoon op26 augustus 2007.

Hoogstraten, 7 september 2007.

De hoofdgriffier, (get.) Van Gils, Herman. (69254)

Remplacement d’administrateur provisoireVervanging voorlopig bewindvoerder

Vredegerecht van het twaalfde kanton Antwerpen

Bij beschikking van de vrederechter van het twaalfde kantonAntwerpen, verleend op 5 september 2007, werd een einde gesteld aanhet mandaat van voorlopig bewindvoerder van de heer Pierre Van DerSchueren (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad d.d. 29 november 2001,blz. 4113, nr. 68325), over de goederen van : Armirotto, Maria AnnaDésiderius, weduwe van de heer Franciscus Josephus Van DerSchueren, geboren te Borgerhout op 6 december 1919, wonende te2100 Antwerpen (Deurne), RVT Europasquare, Ruggeveldlaan 26, enwerd als nieuwe voorlopig bewindvoerder toegevoegd : Van DerSchueren, Gina, echtgenote van de heer Bart Walter Lode Bertels,geboren te Deurne op 1 oktober 1965, wonende te 2980 Zoersel,De Knod 21.

Antwerpen (Deurne), 5 september 2007.

Voor eensluidend uittreksel, (get.) Richard Blendeman, hoofdgrif-fier. (69256)

48903MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 212: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Justice de paix du canton d’Arlon-Messancy, siège de Messancy

Par ordonnance rendue par le juge de paix du canton de Messancy,le 5 septembre 2007, Me Didier Postal, avocat, dont les bureaux sontétablis rue du Dispensaire 4/0.1.1., à 6700 Arlon, a été désigné enqualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Stillen, Maria,née à Fauvillers le 29 juin 1912, domiciliée rue de la Lisière 10, à6790 Aubange, en remplacement de M. Guillaume, Jacques, domiciliérue de la Lisière 10, à 6790 Aubange.

Pour certifié conforme : le greffier, (signé) Cop, Nadia. (69241)

Publication prescrite par l’article 793du Code civil

Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793van het Burgerlijk Wetboek

Acceptation sous bénéfice d’inventaireAanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving

Suivant acte n° 07-1618 établi au greffe du tribunal depremière instance de Bruxelles, le 5 septembre 2007 :

M. Patrick Nedergedaelt, avocat à 1180 Bruxelles (Uccle), avenueCoghen 244, bte 19, agissant en qualité d’administrateur provisoire desbiens de :

Mlle Véronique Jacques, née à Leuven le 21 août 1974, domiciliée à1180 Bruxelles (Uccle), rue Boetendael 93,

a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de feueMme Françoise Jacques, née à Etterbeek le 21 août 1936, de son vivantdomiciliée à 1180 Bruxelles (Uccle), rue des Carmélites 116, et décédéeà Uccle le 29 juillet 2007.

Fait à Bruxelles, le 10 septembre 2007.

(Signé) P. Nedergedaelt, avocat. (37312)

En date du 22 août 2007, par déclaration faite au greffe du tribunalde première instance de Bruxelles :

M. Bernard Martin, domicilié à 7830 Silly, ex-Thoricourt, rue deSilly 2, agissant en qualité d’administrateur provisoire de sa mère,Mme Ghislaine Laute, veuve Martin, domiciliée à 7063 Soignies,ex-Neufvilles, Grand Chemin 61 et;

dûment autorisé à cette fin, par ordonnance rendue le 15 juin 2007,par M. le juge de paix du canton de Soignies,

a accepté, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Mme GabrielleMarie Hortense Laute, née à Bruxelles le 8 mai 1925, veuve deM. Maurice Delveaux, domiciliée à 1150 Woluwe-Saint-Pierre, avenueEdmond Parmentier 171, décédée à Woluwe-Saint-Lambert le10 janvier 2007.

(Signé) G. Dessilly, notaire. (37313)

Suivant déclaration faite au greffe du tribunal de première instancede Huy, le 27 août 2007 :

Mme Mauguit, Katty Simone Ghislaine, née à Namur le 4 décem-bre 1964, domiciliée à 5100 Wépion, rue de Brimez 200, agissant en saqualité de mère et représentante légale de ses enfants mineurs :

1) Miers, Julie Marie Alice, née à Woluwe-Saint-Lambert le4 juillet 1991, célibataire et;

2) Miers, Marie-Anne-Sophie Léna Joséphine, née àWoluwe-Saint-Lambert le 16 septembre 1996, célibataire;

toutes deux domiciliées à 5100 Wépion, rue de Brimez 200,

a accepté, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Mme Tilman,Mina Germaine, née à Rotheux-Rimière le 12 avril 1932, de son vivantdomiciliée à Héron, rue de la Maison Blanche 6, décédée à Frigiliana(Malaga, Espagne) le 9 mars 2007.

Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 duCode civil, il est fait élection de domicile en l’étude du notaireJean-Paul Declairfayt, à 5330 Assesse, rue Jaumain 9, où les créancierset légataires sont invités à faire valoir leurs droits, par avis recom-mandés, dans les trois mois de la présente publication.

(Signé) J.-P. Declairfayt, notaire. (37314)

Op 16 februari 2006, heeft de heer Potoms, Stéphane Joseph, geborente Ukkel op 19 juli 1964, namens zijn minderjarige dochter :Mej. Potoms, Stephanie, geboren te Mechelen op 7 juli 1990, ter griffievan de rechtbank van eerste aanleg te Brugge de nalatenschap van deheer Verbruggen, Willy Theresia, geboren te Londerzeel op10 september 1948, laatst wonende te 8450 Bredene, Kapelstraat 58/103,aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving.

Voor gelijkluidend uittreksel namens de verzoekers : (get.)Mr. E. Spruyt, geassocieerd notaris. (37315)

Bij akte nr. 07-1450, voor de griffier van de rechtbank van eersteaanleg Brussel, d.d. 3 augustus 2007, werd door Mevr. Hilda VanGerwen, geboren te Mollem op 6 november 1946, wonende te2018 Antwerpen-1, Filomenastraat 14, handelend in haar hoedanigheidvan voorlopige bewindvoerder van de heer Antoon Delmoitie, geborente Asse op 13 maart 1915, wonende te Asse (Mollem), Voorstehoeve 111,en hiertoe gemachtigd bij vonnis, d.d. 25 april 2007, van het vredege-recht te Meise, verklaard te aanvaarden onder voorrecht van boedelbe-schrijving, de nalatenschap van wijlen Mevr. Maria Ludovica Van DeVelde, geboren te Mollem op 5 september 1916, laatst wonende te Asse(Mollem), Voorstehoeve 111, overleden te Opwijk op 16 maart 2007.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht hun rechten te doenkennen, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van dezebekendmaking, bij aangetekend schrijven te richten aan Mr. Jean-Jacques Boel, notaris, kantoorhoudende te 1730 Asse, Gemeente-plein 13.

(Get.) Hilda Van Gerwen, voorlopig bewindvoerder. (37316)

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teTongeren op 21 augustus 2007, heeft Voets, Odulphe, ere-notaris,wonende te 3740 Bilzen, Parklaan 15A, handelend in zijn hoedanigheidvan volmachtdrager krachtens een onderhandse volmacht,d.d. 5 juni 2007, door de heer Jaäfouri, Ahmed Mohamed Mezian,gepensioneerde, geboren te Beni Touzine (Marokko) in 1935, weduw-naar van Mevr. Boudraa, Fatima, van Marokkaanse nationaliteit,wonende te 3740 Bilzen, Gansbeekstraat 142, handelend in zijn hoeda-nigheid van vader en drager van het ouderlijk gezag over zijn minder-jarige dochter : Jaäfouri, Nasiha, geboren te Bilzen op 9 februari 1992,ongehuwd, wonende te 3740 Bilzen, Gansbeekstraat 142, daartoegemachtigd door beschikking van de vrederechter van het kantonBilzen van 10 mei 2007, verklaard de nalatenschap van wijlen haarmoeder, Mevr. Boudraa, Fatima, geboren te Midar (Marokko) in 1948,met laatste woonplaats te 3740 Bilzen, Gansbeekstraat 142, overledente Genk op 2 april 2006, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbe-schrijving.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen dedrie maanden, te rekenen van de datum van opneming van deze aktein het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doenkennen ter studie van notaris Xavier Voets, te 3740 Bilzen, Station-laan 36.

Bilzen, 7 september 2007.

(Get.) Xavier Voets, notaris. (37317)

48904 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 213: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teTurnhout op 11 juni 2007, heeft Sofie Roefflaer, geboren te Turnhout op25 november 1975, wonende te Turnhout, de Merodelei 83, ingevolgeonderhandse volmacht van Mevr. van den Bos, Kim Louise, geboren teBerkel-Enschot (Nederland) op 28 maart 1977, ongehuwd, wonende te2380 Ravels, Gilseinde 13, handelend ingevolge de machtiging van devrederechter bij beschikking, d.d. 31 mei 2007, in haar hoedanigheidvan wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon, te weten :jongeheer Snels, Giano, ongehuwd, geboren te Tilburg (Nederland) op9 december 2006, wonende te 2380 Ravels, Gilseinde 13, verklaardonder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaardenvan wijlen de heer Snels, Dennis Antonius Henricus, ongehuwd,geboren te Goirle (Nederland) op 29 januari 1976, in leven laatstwonende te 2380 Ravels, Gilseinde 13, en overleden te Turnhout op27 februari 2007.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen dedrie maanden, te rekenen vanaf de datum van opneming in het BelgischStaatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op hetkantoor van notaris Filip Segers, te Weelde (gemeente Ravels), Molen-einde 14.

(Get.) F. Segers, notaris. (37318)

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teTurnhout op 11 juli 2007, heeft Sofie Roefflaer, geboren te Turnhout op25 november 1975, wonende te Turnhout, de Merodelei 83, ingevolgeonderhandse volmacht van de heer Wijnants, Johannes Pieter VictorJacob, geboren te Poppel op 15 februari 1945, wonende te 2350 Vosse-laar, Ericalaan 2, handelend ingevolge de machtiging van de vrede-rechter te Turnhout bij beschikking, d.d. 21 juni 2007, in zijn hoedanig-heid van voorlopig bewindvoerder, hiertoe aangewezen bij beschikkingvan de vredrechter van het kanton Turnhout van 15 februari 2006, over :

Mevr. Cooremans, Augusta Maria Josepha, geboren te Poppel op6 juli 1926, weduwe van de heer Wijnants, Johannes, wonende te2300 Turnhout, Albert Van Dyckstraat 39,

verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap teaanvaarden van wijlen Mevr. Van Rooy, Josephina Carolina, geboren teBaarle-Nassau (Nederland) op 10 april 1913, weduwe van de heerJonkers, Ludovicus Josephus, in leven laatst wonende te 2382 Poppel(gemeente Ravels), Beekseweg 3, en overleden te Turnhout op19 januari 2007.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen dedrie maanden, te rekenen vanaf de datum van opneming in het BelgischStaatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op hetkantoor van notaris Filip Segers, te Weelde (gemeente Ravels), Molen-einde 14.

(Get.) F. Segers, notaris. (37319)

Rechtbank van eerste aanleg te Gent

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teGent, op 6 september 2007, hebben Tack, Daniel Eugène Théophile,geboren te Gent op 9 juli 1943, wonende te 9000 Gent, Ganzendries 115,handelend in eigen naam, Dunn, Deidre Annmarie, geboren te ParkRoyal (Groot-Brittanië) op 10 december 1969, wonende te CostonsAvenue 39, Greenfords Middlesex, handelend in eigen naam.

Verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschapte aanvaarden van wijlen Bennet, Cynthia Elaine, geboren te Jamaicaop 28 december 1950, in leven laatst wonende te 9000 Gent, Ganzen-dries 59, en overleden te Middlesex op 28 april 2007.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen dedrie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen terstudie van Mr.

Gent, 6 september 2007.

De adjunct-griffier (get.) F. Fermont. (37320)

Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk

Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg teKortrijk, op 6 september 2007, heeft verklaard :

De Wintere, Severine Jeannine, geboren te Waregem op 22 mei 1977en wonende te 8791 Waregem-Beveren-Leie, Sprietestraat 68;

handelend in haar hoedanigheid van langstlevende ouder over haarminderjarige zoon : Seynaeve, Jelle Maxim, geboren te Waregem op10 december 2001, bij haar inwonend.

Handelend in haar gezegde hoedanigheid, onder voorrecht vanboedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlenSeynaeve, Eric Nic Bart Kristof, geboren te Kortrijk op 31 januari 1974,in leven laatst wonende te 8791 Beveren (Leie), Sprietestraat 68, enoverleden te Leuven op 2 juli 2007.

Tot staving van haar verklaring heeft de comparante ons een afschriftvertoond van de beschikking van 30 juli 2007 van de vrederechter vanhet kanton Waregem, waarbij zij gemachtigd werd om in naam vanhaar voornoemde minderjarige zoon de nalatenschap van wijlenSeynaeve, Nic Bart Kristof, te aanvaarden onder voorrecht van boedel-beschrijving.

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen dedrie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het BelgischStaatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op hetkantoor van Mr. Marc De Gomme, notaris met standplaats te8792 Waregem-Desselgem, Liebaardstraat 74.

Kortrijk, 7 september 2007.

De griffier, (get.) Marc Audoor. (37321)

Rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde

Op 29 augustus 2007, is voor ons, B. Steurbaut, adjunct-griffier bij derechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde, ter griffie verschenen :Rens, Jean-Louis François Ghislain, ere-notaris, wonende te9500 Geraardsbergen, Wijngaardstraat 19, handelend als gevolmach-tigde van Mevr. Vercraeye, Kathleen, advocate, kantoorhoudende te1050 Brussel, Waterloosesteenweg 612, handelend in haar hoedanigheidvan voorlopig bewindvoerder, hiertoe aangesteld bij beschikkingverleend door de vrederechter van het kanton Grimbergen op3 mei 2007 (rolnummer 07A400, rep. Nr. 1068/2007), over de persoonen goederen van Mevr. Van Muylen, Arianne, geboren te Meerbeke op26 augustus 1944, wonende te 9200 Dendermonde, Kerkstraat 115,opgenomen in de instelling Sint-Alexiustinstituut, Grimbergsesteen-weg 40, te 1850 Grimbergen.

Welke komparant ons verklaart, handelend in zijn voormelde hoeda-nigheid te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving, denalatenschap van wijlen Vlassenbroek, Marie-José, geboren teZandbergen op 25 november 1920, laatst wonende te9500 Geraardsbergen, Middenstraat 31, en overleden te Aalst op12 mei 2007.

Ten einde deze wordt keuze van woonst gedaan ten kantore vanMr. Laurent Rens, notaris, te 9500 Geraardsbergen, Wijngaardstraat 21.

De voormelde akte volmacht van 30 juli 2007 van Mr. Vercraeye,Kathleen, wordt aan onderhavige akte gehecht.

Een voor eensluidend verklaard afschrift van de voormelde beslis-singen van 3 mei 2007 en van 10 juli 2007 van de vrederechter van hetkanton Grimbergen wordt aan onderhavige akte gehecht.

Waarvan akte, opgemaakt op plaats en datum zoals voormeld en navoorlezing ondertekend door de komparant en ons adjunct-griffier.

(Get.) J.-L. Rens; B. Steurbaut.

Voor eensluidend verklaard afschrift : de adjunct-griffier,(get.) B. Steurbaut. (37322)

48905MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 214: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Tribunal de première instance de Bruxelles

Suivant acte n° 07-1637 passé au greffe du tribunal depremière instance de Bruxelles, le 7 septembre 2007, par :

Me Crousse, Philippe, avocat à 1200 Woluwe-Saint-Lambert, avenueHerbert Hoover 180;

en qualité de : mandataire en vertu d’une procuration, sous seingprivé, ci-annexée, datée du 6 septembre 2007, et donnée parMme Pierlot, Agnès Marie L., demeurant à 1200 Woluwe-Saint-Lambert, clos Sirius 16, bte 1,

a déclaré acceptater, sous bénéfice d’inventaire, la succession deMme Dury, Madeleine Marie Emilie, née à Soignies le 5 juillet 1911, deson vivant domiciliée à Woluwe-Saint-Pierre, avenue Baron AlbertD’Huart 45, et décédée le 5 octobre 2006 à Woluwe-Saint-Pierre.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avisrecommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois, à compter de laprésente insertion à Me Indekeu, Gérard, notaire à 1050 Ixelles, avenueLouise 126.

Bruxelles, le 7 septembre 2007.

Le greffier, (signé) Philippe Mignon. (37323)

Tribunal de première instance de Charleroi

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du3 septembre 2007, aujourd’hui le 3 septembre 2007, comparaissent augreffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, provincede Hainaut, et par-devant nous, Vandercappelle, Myriam, greffieradjoint principal :

Mme Cornelis, Christiane, domiciliée rue Charbonnel 7, à6043 Charleroi, agissant en sa qualité d’administrateur légal de sonenfant mineur :

Firenze, Luca, né à Gosselies le 21 juillet 1995, domicilié à Ransart,rue Charbonnel 7;

à ce, dûment autorisée, en vertu d’une ordonnance du juge de paixdu troisième canton de Charleroi, du 23 août 2007,

laquelle comparante déclare, en langue française, accepter mais, sousbénéfice d’inventaire seulement, la succession de Firenze, Francesco, deson vivant domicilié à Ransart, rue Charbonnel 7, et décédé le20 mars 2007 à Ransart.

Dont acte, dressé, à la demande formelle de la comparante, qu’aprèslecture faite, nous avons signé avec elle.

Cet avis doit être adressé à Me Delmarche, François, notaire derésidence à 6043 Ransart, rue Gillard 32.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits,par avis recommandé, dans un délai de trois mois, à compter de la datede la présente insertion.

Charleroi, le 3 septembre 2007.

Le greffier adjoint principal, (signé) Myriam Vandercappelle. (37324)

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du30 août 2007, aujourd’hui le 30 août 2007, comparaît au greffe civil dutribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut,et par-devant nous, Vandercappelle, Myriam, greffier adjoint principal :

Mlle Paluch, Alicia, domiciliée à 6224 Wanfercée-Baulet, rue LéonCrappe 24, agissant en nom personnel,

laquelle comparante déclare, en langue française, accepter mais, sousbénéfice d’inventaire seulement, la succession de Ryszkowski, Hilde-garde, de son vivant domiciliée à Châtelet, rue de la Révolution 11, etdécédée le 9 mai 2007 à Châtelet.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits,par avis recommandé, dans un délai de trois mois, à compter de la datede la présente insertion.

Cet avis doit être adressé à M. Debray, Charles, notaire de résidenceà 6200 Châtelet, rue de la Vallée 51.

Charleroi, le 30 août 2007.

Pour le greffier chef de service, le greffier adjoint principal, (signé)Myriam Vandercappelle.

(37325)

Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du31 août 2007, aujourd’hui le 31 août 2007, comparaît au greffe civil dutribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut,et par-devant nous, Vandercappelle, Myriam, greffier adjoint principal :

Mme Guiot, Fabienne, domiciliée à 6230 Pont-à-Celles, rue duCimetière 25, agissant en qualité de détentrice de l’autorité parentalesur :

M. Schieja, Thomas, né le 26 juin 1990 à Charleroi, domicilié à6230 Pont-à-Celles, rue du Cimetière 25;

Mme Schieja, Aurore, née le 3 avril 1992 à Charleroi, domiciliée à6230 Pont-à-Celles, rue du Cimetière 25;

et ce, en vertu d’une ordonnance donnée par le juge de paix ducanton de Seneffe, en date du 21 août 2007,

laquelle comparante déclare, en langue française, accepter mais, sousbénéfice d’inventaire seulement, la succession de Schieja, Bertrand, deson vivant domicilié à Pont-à-Celles, rue du Cimetière 25, et décédé le7 juin 2007 à Montignies-sur-Sambre.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits,par avis recommandé, dans un délai de trois mois, à compter de la datede la présente insertion.

Cet avis doit être adressé à Mme Gigot, Geneviève, notaire derésidence à 5650 Walcourt, rue de la Station 67.

Charleroi, le 31 août 2007.

Pour le greffier chef de service, le greffier adjoint principal, (signé)Myriam Vandercappelle.

(37326)

Tribunal de première instance de Namur

L’an 2007, le 7 septembre, au greffe du tribunal de première instancede Namur, et par-devant nous, Jacqueline Tholet, greffier, a comparu :

Mlle Remy, Daphné (sans aucun lien de parenté avec la défunte),domiciliée à 6250 Presles, rue de la Rochelle 6/1,

laquelle comparante a déclaré, en langue française, accepter, sousbénéfice d’inventaire, tant la succession que le bénéfice du testamentauthentique dicté au notaire Véronique Massinon, de résidence àFosses-la-Ville, en date du 13 octobre 2006, attribué à Mme Massinon,Marie-Thérèse, domiciliée en son vivant à 5640 Biesme, rue de laMarchauderie 7/000A, et décédée à Mettet, en date du 21 mai 2007.

Dont acte, requis, par la comparante, qui après lecture, signe avecnous, Jacqueline Tholet, greffier.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avisrecommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois, à compter de ladate de la présente insertion.

Cet avis doit être adressé à Mes Véronique Massinon, et Barbara,Tonglet, notaires associés à 5070 Fosses-la-Ville, rue de Vitrival 4.

Namur, le 7 septembre 2007.

Le greffier, (signé) Jacqueline Tholet. (37327)

48906 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 215: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Tribunal de première instance de Tournai

Par acte n° 07-424 dressé au greffe du tribunal de première instancede Tournai, province de Hainaut, le 10 septembre 2007 :

Wallez, Bertrand, né à Leuze-en-Hainaut le 6 octobre 1980, domiciliéà 7500 Tournai, quai du Luchet d’Antoing 6/12, agissant en qualitéd’administrateur provisoire de :

Wallez, Yves, né à Kain le 1er février 1952, domicilié à 7620 Brunehaut,« Le Val de Brunehaut », rue de Rongy 10;

autorisé, par ordonnance prononcée le 11 mai 2007, par M. le juge depaix du second canton de Tournai,

lequel comparant, agissant comme dit ci-dessus, a déclaré vouloiraccepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Wallez, CharlesAchille Rémy, né le 18 septembre 1923 à Kain, en son vivant domiciliéà Tournai, rue du Logis 34, décédé à Tournai le 25 novembre 2005, et dePesin, Marie Louise, née à Armentières (France) le 21 février 1930, deson vivant domiciliée à Tournai, « Home Saint-Jean », et décédée le22 avril 2006 à Tournai.

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits,par avis recommandé, au domicile élu, dans les trois mois, de laprésente insertion.

L’élection de domicile est faite chez Me Bruno Vandenberghe, notairede résidence à Tournai, rue du Curé du Château 7.

Tournai, le 10 septembre 2007.

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Cl. Verschelden. (37328)

Publication faite en exécution de l’article 803bisdu Code civil

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 803bisvan het Burgerlijk Wetboek

Par ordonnance de M. le président du tribunal de première instancede Charleroi, Me Eric Herinne, avocat à 6000 Charleroi, rueTumelaire 23, bte 18, a été désigné en application de l’article 803bis duCode civil, en qualité d’administrateur provisoire de la succession deMme Ledoux, Hélène, en son vivant domiciliée à Lodelinsart, rue del’Etang 152, décédée à Montignies-sur-Sambre le 18 novembre 2005.

Charleroi, le 6 septembre 2007.

(Signé) Me E. Herinne, administrateur succession Ledoux, Hélène.(37329)

Publication faite en exécution de l’article 805du Code civil

Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 805van het Burgerlijk Wetboek

(Cet avis remplace le texte paru au Moniteur belge du 5 septembre 2007,page 46348, sous le n° 36530).

Par ordonnance prononcée le 28 août 2007, par M. le président dutribunal de première instance de Dinant, Me Christine Dufour, avocateà 5500 Dinant, rue des Orfèvres 7, bte 10, est désignée administrateurprovisoire avec pouvoir de liquider la succession de M. Freddy Ravet,né à Namur le 13 mai 1959, en son vivant domicilié à Yvoir, rued’Evrehailles 19, et décédé à Godinne le 2 avril 2007.

Les créanciers sont invités à faire connaître leurs droits auprès del’administrateur, dans les trois mois, de la présente publication.

L’administrateur provisoire, (signé) C. Dufour. (37330)

Concordat judiciaire − Gerechtelijk akkoord

Rechtbank van koophandel te Leuven

Bij vonnis, van de rechtbank van koophandel te Leuven, d.d.7 september 2007, werd aan de BVBA Rens, met maatschappelijke zetelte 3294 Molenstede, Reppelsebaan 59, KBO nr. 0415.591.649, een voor-lopige opschorting van betaling toegestaan, eindigend op 4 maart 2008.

Als commissarissen inzake opschorting werden aangesteld de herenDewael, Marc en Vanstipelen, Karl, beiden advokaat te 3400 Landen,Stationsstraat 108A.

De schuldenares zal geen daden van beschikking stellen zondermachtiging van de commissarissen inzake opschorting.

De schuldeisers dienen hun aangifte van schuldvordering te doen tergriffie van deze rechtbank vóór 9 oktober 2007.

De eventuele betwistingen die uit voornoemde schuldvorderingenzouden voortvloeien, zullen behandeld worden door deze rechtbankter zitting van 4 december 2007, te 14 uur.

Ter zitting van 26 maart 2008, te 16 u. 30 m., zal in de gehoorzaal vandeze rechtbank worden geoordeeld over de toekenning van de defini-tieve opschorting.

Het herstel- of afbetalingsplan dient ter griffie worden neergelegduiterlijk op 15 januari 2008.

De griffier, (get.) W. Coosemans (37331)

Faillite − Faillissement

Avis rectificatif

Tribunal de commerce de Dinant

Il y a lieu de lire dans l’avis n° 36826, publié le 10 septembre 2007,que la faillite de la SPRL « Daniel Platel et Cie », dont le siège social estétabli à 5650 et non 6431 Pry (Walcourt), immatriculée à la B.C.E. sousle numéro d’entreprise 0422.969.587 et non 0422.696.587, a été clôturéepar liquidation et non pour insuffisance d’actif.

Le greffier, (signé) V. Fournaux. (37332)

Il y a lieu de lire dans l’avis n° 36827, publié le 10 septembre 2007,que la faillite de la société coopérative « J.R.Bois », a été clôturée parliquidation et non pour insuffisance d’actif.

Le greffier, (signé) V. Fournaux. (37333)

Tribunal de commerce de Charleroi

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a reporté la date de cessation des paiementsde Mme Christelle Hardat, domiciliée à 6200 Châtelineau, rue deBrabant 182, et l’a fixée au 23 octobre 2006.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37334)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a reporté la date de cessation des paiementsde M. André Richard, faisant le commerce sous la dénomination« Bureau ADS », né le 7 août 1955, domicilié à 6060 Gilly, rue de laDuchère 7, et l’a fixée au 20 décembre 2006.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37335)

48907MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 216: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a reporté la date de cessation des paiementsde la SA Bwood Construction, dont le siège social est sis à 6220 Lambu-sart, rue Martinroux 32, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprisessous le numéro 0460.191.160, et l’a fixée au 23 octobre 2006.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37336)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a reporté la date de cessation des paiementsde la SA Haddex-Trans, dont le siège social est sis à 6040 Jumet, rueLambillotte 9C, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous lenuméro 0456.834.564, et l’a fixée au 11 décembre 2006.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37337)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a reporté la date de cessation des paiementsde la SPRL Danacar, dont le siège social est sis à 6120 Ham-sur-Heure-Nalinnes (Nalinnes), rue de Philippeville 3, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0475.583.773, et l’a fixée au25 décembre 2006.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37338)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a reporté la date de cessation des paiementsde la SPRL Les Olympiades, dont le siège social est sis à 6220 Heppi-gnies, rue du Bas 128, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprisessous le numéro 0445.379.854, et l’a fixée au 18 octobre 2006.

Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37339)

Tribunal de commerce de Charleroi

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite dela SPRL Charleroi Produits frais, dont le siège social est sis à 6060 Gilly,rue de la Duchere 45, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprisessous le n° 0458.152.477.

Curateur : Me Geoffroy Lemaire, avocat à 6000 Charleroi, boulevardP. Mayence 21.

Juge-commissaire : Freddy Soblreux.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au3 septembre 2007.

Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe dutribunal de commerce avant le 2 octobre 2007.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plustard le 31 octobre 2007, le premier procès-verbal de vérification descréances.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Le pro deo a été ordonné.Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37340)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite dela SA Prime Invest, dont le siège social est sis à 6221 Saint-Amand, rueLucien Spilette 3, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous len° 0450.210.652.

Curateur : Me Guy Houtain, avocat à 6220 Fleurus, chaussée deCharleroi 231.

Juge-commissaire : Benoît Hardy.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au3 septembre 2007.

Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe dutribunal de commerce avant le 2 octobre 2007.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plustard le 31 octobre 2007, le premier procès-verbal de vérification descréances.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Le pro deo a été ordonné.Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37341)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite dela SA Build Corporate, dont le siège social est sis à 7120 Estinnes-au-Val, rue Grande 135, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sousle n° 0871.705.643.

Curateur : Me Michel Ghislain, avocat à 6041 Gosselies, avenue Fr.Roosevelt 4.

Juge-commissaire : Pierre Degesves.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au3 septembre 2007.

Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe dutribunal de commerce avant le 2 octobre 2007.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plustard le 31 octobre 2007, le premier procès-verbal de vérification descréances.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Le pro deo a été ordonné.Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37342)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite dela SPRL Van Thielen Luc, dont le siège social est sis à 6010 Couillet, ruede la Liaison 13 bte 2, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprisessous le n° 0474.963.369.

Curateur : Me Philippe Delvaux, avocat à 6240 Farciennes, rueGrande 30.

Juge-commissaire : Eric Cals.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au3 septembre 2007.

Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe dutribunal de commerce avant le 2 octobre 2007.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plustard le 31 octobre 2007, le premier procès-verbal de vérification descréances.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Le pro deo a été ordonné.Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37343)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur citation, la faillite dela SPRL Transports Durieux Fabrice, dont le siège social est sis à7180 Seneffe, avenue Nouvelle 2, inscrite à la Banque-Carrefour desEntreprises sous le n° 0471.140.678.

Curateur : Me Christine Noel, avocat à 6000 Charleroi, rue deDampremy 67/32.

Juge-commissaire : André Collart.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au3 septembre 2007.

48908 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 217: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe dutribunal de commerce avant le 2 octobre 2007.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plustard le 31 octobre 2007, le premier procès-verbal de vérification descréances.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Le pro deo a été ordonné.Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37344)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur aveu, la faillite de laSCRL La Chimacienne, dont le siège social est sis à 6464 Baileux, ZoneIndustrielle 31, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous len° 0438.881.250 (activité commerciale : fabrication et commercialisationde charcuterie - dénomination commerciale : néant).

Curateur : Me Philippe Delvaux, avocat à 6240 Farciennes, rueGrande 30 et Me Thierry L’Hoir, avocat à 6210 Frasnes-les-Gosselies,rue Reine Astrid 62.

Juge-commissaire : Jean-Jacques Cloquet.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au31 août 2007.

Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe dutribunal de commerce avant le 2 octobre 2007.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plustard le 31 octobre 2007, le premier procès-verbal de vérification descréances.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Le pro deo a été ordonné.Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37345)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur aveu, la faillite de laSPRL SCG Company, dont le siège social est sis à 6000 Charleroi,boulevard Bertrand 3 bureau 3, inscrite à la Banque-Carrefour desEntreprises sous le n° 0876.755.185 (activité commerciale : horeca -dénomination commerciale : « La Brasserie de l’Eden »).

Curateur : Me Alexandre Gillain, avocat à 6000 Charleroi, boulevardDevreux 28.

Juge-commissaire : Bernard Delaisse.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au31 août 2007.

Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe dutribunal de commerce avant le 2 octobre 2007.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plustard le 31 octobre 2007, le premier procès-verbal de vérification descréances.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Le pro deo a été ordonné.Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37346)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur aveu, la faillite de laSC The New Cambrinus, dont le siège social est sis à 6060 Gilly,chaussée de Lodelinsart 197, inscrite à la Banque-Carrefour des Entre-prises sous le n° 0873.857.954 (activité commerciale : horeca - dénomi-nation commerciale : néant).

Curateur : Me Isabelle Vausort, avocat à 6061 Montignies-sur-Sambre, rue Paul Janson 48.

Juge-commissaire : Franz Dutrifoy.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au31 août 2007.

Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe dutribunal de commerce avant le 2 octobre 2007.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plustard le 31 octobre 2007, le premier procès-verbal de vérification descréances.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Le pro deo a été ordonné.Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37347)

Par jugement du 3 septembre 2007, la première chambre du tribunalde commerce de Charleroi a déclaré ouverte, sur aveu, la faillite de laSCRL S.O.S. Concept, dont le siège social est sis à 6460 Chimay, Grand-Place 23, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous len° 0430.773.634 (activité commerciale : sonorisation et éclairage despectacles et vente (magasin) - dénomination commerciale : néant).

Curateur : Me Philippe Mathieu, avocat à 6000 Charleroi, quai deBrabant 12.

Juge-commissaire : Roland Lemaitre.

La date provisoire de cessation des paiements est fixée au3 septembre 2007.

Les créanciers sont invités à déposer leurs créances au greffe dutribunal de commerce avant le 2 octobre 2007.

Le curateur déposera, au greffe du tribunal de commerce, au plustard le 31 octobre 2007, le premier procès-verbal de vérification descréances.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément àl’article 72ter de la loi du 8 août 1997 sur les faillites.

Le pro deo a été ordonné.Pour extrait conforme : la greffière, (signé) C. Page. (37348)

Tribunal de commerce de Liège

Par jugement du 10 septembre 2007, le tribunal de commerce deLiège a prononcé, sur aveu, la faillite de M. Orban, Jean-Marie Georges,de nationalité belge, né à Liège le 25 mai 1953, domicilié à 4041 Herstal(Milmort), rue Massuy 4, ayant pour activités : plafonnage, inscrit à laBanque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0876.466.462.

Curateur : Olivier Evrard, avocat à 4020 Liège, quai Marcellis 13.

Juge-commissaire : M. Pierre Neuray.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège, à 4000 Liège, îlot Saint-Michel, rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au mercredi 24 octobre 2007.

Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) J. Tits.(37349)

Par jugement du 7 septembre 2007, le tribunal de commerce de Liègea prononcé, sur aveu, la faillite de la SPRL Oliver Jones, établie et ayantson siège social à 4000 Liège, rue de l’Université 6, ayant pour activités :l’exploitation d’un salon de coiffure - salon de beauté sous la dénomi-nation « Oliver Jones », inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprisessous le n° 0475.649.396.

48909MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 218: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Curateurs : Pierre Henfling et Raphaël Davin, avocats à 4000 Liège,rue Charles Morren 4, ces derniers ayant le pouvoir d’agir chacunséparément.

Juge-commissaire : Mme Christiane Legros.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège, à 4000 Liège, îlot Saint-Michel, rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au mercredi 17 octobre 2007.

Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) J. Tits.(37350)

Par jugement du 7 septembre 2007, le tribunal de commerce de Liègea prononcé, sur aveu, la faillite de la SPRL Company Smeyers, établieet ayant son siège social à 4430 Ans, rue du Centre 4, ayant pouractivités : impression sur textile, inscrite à la Banque-Carrefour desEntreprises sous le n° 0884.535.575.

Curateur : Claude Philippart de Foy, avocat à 4020 Liège, quai desTanneurs 24/011.

Juge-commissaire : M. Henri Freson.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège, à 4000 Liège, îlot Saint-Michel, rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au mercredi 17 octobre 2007.

Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) J. Tits.(37351)

Par jugement du 7 septembre 2007, le tribunal de commerce de Liègea prononcé, sur rejet de sursis définitif, la faillite de la SPRL Carolinede Jonathan Création, établie et ayant son siège social rue Libeau 36, à4682 Oupeye, ayant pour activité : la fabrication de parties et acces-soires pour véhicules à moteur, inscrite à la Banque-Carrefour desEntreprises sous le n° 0438.611.927.

Curateur : Alain Bodeus, avocat, rue du Limbourg 50, à 4000 Liège.

Juge-commissaire : M. Philippe Henry.

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunalde commerce de Liège, à 4000 Liège, îlot Saint-Michel, rue Joffre 12,endéans les trente jours du jugement déclaratif de faillite.

Les personnes physiques qui se sont constituées sûreté personnelledu failli ont le moyen d’en faire la déclaration au greffe conformémentà l’article 72ter de la loi sur les faillites.

Le dépôt au greffe du premier procès-verbal de vérification descréances est fixé au mercredi 17 octobre 2007.

Pour extrait conforme : le greffier chef de service, (signé) J. Tits.(37352)

Tribunal de commerce de Marche-en-Famenne

Par jugement du 3 septembre 2007, le tribunal de commerce deMarche-en-Famenne, a ordonné la clôture, par liquidation, de la faillitede M. Jean-Marc Masset, né à Nivelles le 6 septembre 1964.

Le même jugement dit que le failli n’est pas excusable.Pour extrait conforme : le curateur, (signé) Benoit Chamber-

land. (37353)

Tribunal de commerce de Tournai

Par jugement rendu le 6 septembre 2007, par le tribunal de commercede Tournai, a été ouverte, sur aveu, la faillite de Versaille, Jacques, ayantson siège social à 7912 Saint-Sauveur, place de Saint-Sauveur(SS) 0005,inscrit à la B.C.E. sous le n° d’entreprise 0671.305.524, et ayant pouractivité commerciale l’exploitation d’un débit de boissons sous ladénomination « L’Insolite ».

Les créanciers sont tenus de produire leurs créances au greffe dutribunal de commerce de Tournai, rue des Filles Dieu 1, à 7500 Tournai,dans un délai de trente jours (8 octobre 2007).

Pour bénéficier de la décharge, les personnes physiques qui, à titregratuit, se sont constituées sûreté personnelle du failli sont tenues dedéposer au greffe du tribunal de commerce une déclaration attestantque leur obligation est disproportionnée à leurs revenus et à leurpatrimoine, les pièces dont question à l’article 72ter de la loi sur lesfaillites devant être jointes à cette déclaration.

Le premier procès-verbal de vérification des créances sera déposé augreffe du tribunal de commerce de Tournai le 29 octobre 2007.

Curateur : Me Van Malleghem, Franz, route d’Hacquegnies 3,7911 Frasnes-lez-Buissenal.

Juge commissaire : B. Degauquier.

Tournai, le 7 septembre 2007.Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) G. Lavennes.

(37354)

Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge

Bij vonnis van de eerste kamer bis van de rechtbank van koophandelte Brugge, afdeling Brugge, d.d. 3 september 2007, werd het faillis-sement van Vernieuwe, Marc, wonende te 8370 Blankenberge, Kerk-straat 337, afgesloten.

De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier, (get.) R. Becue.

(Pro deo) (37355)

Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende

Bij vonnis van de tijdelijke derde kamer bis van de rechtbank vankoophandel te Brugge, afdeling Oostende, werd op 6 september 2007,op bekentenis, het faillissement uitgesproken van Kyano VOF, met zetelte 8450 Bredene, Derbeylaan 84, bus 5, en met handelsuitbating te8450 Bredene, Duinenstraat 373, gekend onder het ondernemings-nummer 0885.836.860, en met als handelsactiviteit restaurant van hettraditionele type, fastfoodzaak, snackbar, frituur en dergelijke, café,catering, uitzendkoks en verzorgen van feesten en recepties onder debenaming « Ter Duinen ».

De datum van staking van betaling is vastgesteld op6 september 2007.

Tot curator werd aangesteld : Mr. Johan Herpelinck, advocaat, te8400 Oostende, Prinsenlaan 2.

De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden tergriffie van de rechtbank van koophandel te 8400 Oostende, Canada-plein, vóór 6 oktober 2007.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefail-leerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan tergriffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail. W.

Het eerste proces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen zaldienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank uiterlijk op12 oktober 2007.

Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier-hoofd van dienst,(get.) A. Toune. (37356)

48910 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 219: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Rechtbank van koophandel te Gent

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d.5 september 2007 - op bekentenis - vierde kamer, werd het faillissementvastgesteld inzake : de gewone commanditaire vennootschap Khaibar,fastfoodzaken, snackbars, frituren en dergelijke, met maatschappelijkezetel te 9000 Gent, Hofstraat 219, en hebbende als ondernemings-nummer 0875.226.743.

Rechter-commissaris : de heer Hugo Van Hoecke.

Datum staking der betalingen : 5 maart 2007.

Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel,Opgeëistenlaan 401e, 9000 Gent, vóór 3 oktober 2007.

Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht deringediende schuldvorderingen : 17 oktober 2007.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefail-leerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld)kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis enart. 72ter F.W.).

De curator : Mr. Jeroen Leaerts, advocaat, kantoorhoudende te9052 Zwijnaarde, Hutsepotstraat 16.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.)R. Van de Wynkele. (37357)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d.5 september 2007 - op bekentenis - vierde kamer, werd het faillissementvastgesteld inzake : DS Cars BVBA, onderhoud en reparatie van auto’s,detailhandel in motorvoertuigen, met maatschappelijke zetel gevestigdte 9920 Lovendegem, Lostraat 68, en hebbende als ondernemings-nummer 0425.412.997.

Rechter-commissaris : de heer Koen Batsleer.

Datum staking der betalingen : 4 september 2007.

Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel,Opgeëistenlaan 401E, 9000 Gent, vóór 3 oktober 2007.

Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht deringediende schuldvorderingen : 17 oktober 2007.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefail-leerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld)kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis enart. 72ter F.W.).

De curator : Mr. Sylvie Kempinaire, advocaat, kantoorhoudende te9051 Sint-Denijs-Westrem, Putkapelstraat 105.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.)R. Van de Wynkele. (37358)

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d.5 september 2007 - op bekentenis - vierde kamer, werd het faillissementvastgesteld inzake : Rots, Susy Ivette, geboren te Aalter op 6 juni 1968,kapsalons, voorheen wonende te 9880 Aalter, Bellemstraat 24, sedert21 augustus 2007 zonder vaste verblijfplaats, en hebbende alsondernemingsnummer 0648.329.588.

Rechter-commissaris : Mevr. Dorine Aneca.

Datum staking der betalingen : 5 maart 2007.

Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel,Opgeëistenlaan 401E, 9000 Gent, vóór 3 oktober 2007.

Neerlegging ter griffie van het eerste proces-verbaal van nazicht deringediende schuldvorderingen : 17 oktober 2007.

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefail-leerde (zoals onder meer de personen die zich borg hebben gesteld)kunnen hiervan een verklaring ter griffie afleggen (art. 72bis enart. 72ter F.W.).

De curator : Mr. Christian Lardinoit, advocaat, kantoorhoudende te9000 Gent, Gouvernementstraat 20.

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.)R. Van de Wynkele. (37359)

Rechtbank van koophandel te Leuven

In het faillissement, Humblet, Alain, 3010 Kessel-Lo, Tiensevest 21,wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven, Oude Baan 224,curator, aangesteld bij vonnis van 2 mei 2000, vervangen doorMr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestsesteenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot.(37360)

In het faillissement, Wijers, Hubertus, 3001 Heverlee, Lodewijk deVochtlaan 9, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven, OudeBaan 224, curator, aangesteld bij vonnis van 14 mei 1996, vervangendoor Mr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestsesteenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37361)

In het faillissement, BVBA Emm, met zetel te 3053 Haasrode, Vinken-bosstraat 26, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven, OudeBaan 224, curator, aangesteld bij vonnis van 2 mei 2000, vervangen doorMr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestsesteenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37362)

In het faillissement, Van Stekelenburg, Robert, handel drijvende te3060 Bertem, Nijvelsebaan 118, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te3000 Leuven, Oude Baan 224, curator, aangesteld bij vonnis van23 september 1997, vervangen door Mr. Jordens, L., advocaat, te3010 Kessel-Lo, Diestsesteenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37363)

In het faillissement, E.V.S. NV, met zetel te 3210 Lubbeek, Dellen-hofweg 1, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven, OudeBaan 224, curator, aangesteld bij vonnis van 24 september 1999,vervangen door Mr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestse-steenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37364)

In het faillissement, Beeldhuis NV, met zetel te 3210 Lubbeek, Dellen-hofweg 1, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven, OudeBaan 224, curator, aangesteld bij vonnis van 24 september 1999,vervangen door Mr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestse-steenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37365)

In het faillissement, S.I.M. BVBA, met zetel te 3390 Tielt, Beurt 35b,wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven, Oude Baan 224,curator, aangesteld bij vonnis van 30 april 1998, vervangen doorMr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestsesteenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37366)

In het faillissement, Bon Bon Bien BVBA, met zetel te 3000 Leuven,Bondgenotenlaan 89, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te3000 Leuven, Oude Baan 224, curator, aangesteld bij vonnis van7 september 1999, vervangen door Mr. Jordens, L., advocaat, te3010 Kessel-Lo, Diestsesteenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37367)

In het faillissement, Aqualitex BVBA, met zetel te 3390 Tielt, Beurt-straat 38, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven, OudeBaan 224, curator, aangesteld bij vonnis van 23 februari 2000, vervangendoor Mr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestsesteenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37368)

48911MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 220: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

In het faillissement, Imania BVBA, met zetel te 3010 Kessel-Lo,Koetsweg 122, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven,Oude Baan 224, curator, aangesteld bij vonnis van 17 juni 1997,vervangen door Mr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestse-steenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37369)

In het faillissement, De Rijck, Julien, 3000 Leuven, Tervuurse-straat 62a, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven, OudeBaan 224, curator, aangesteld bij vonnis van 14 september 1999,vervangen door Mr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestse-steenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37370)

In het faillissement, Pool Planet BVBA, met zetel te 3140 Keerbergen,Haachtsebaan 3, wordt Mr. Vanosmael, H., advocaat, te 3000 Leuven,Oude Baan 224, curator, aangesteld bij vonnis van 14 november 1997,vervangen door Mr. Jordens, L., advocaat, te 3010 Kessel-Lo, Diestse-steenweg 325.

Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) C. Piot. (37371)

Faillite rapportée − Intrekking faillissement

Bij vonnis d.d. 10 juli 2007 van de rechtbank van koophandel teBrussel, vakantiekamer, werd het faillissementsvonnis van EBVBAAlcon, met zetel te 1060 Brussel, Jourdanstraat 127, bus 1, KBOnr. 0478.557.913, uitgesproken op 22 mei 2007 door de vijfde kamer vande rechtbank van koophandel te Brussel, op verzet herroepen en werdaldus voornoemd faillissement ingetrokken.

(Get.) B. Vanhoutte, advocaat. (37372)

Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel

Par décision en date du 6 août 2007, le tribunal de première instanceséant à Liège a homologué l’acte de mon ministère du 12 octobre 2006contenant modification du régime matrimonial entre les épouxKrawczyk, Ginius et Olowska, Miroslawa, portant apport d’un bienpropre à M. Krawczyk, Ginius, sis à 4602 Cheratte (Visé), rue de laRésistance 62, au patrimoine commun des époux.

(Signé) Olivier Jacques, notaire associé. (37373)

Suivant jugement prononcé le 30 juillet 2007 par le tribunal depremière instance de Charleroi, l’acte modificatif au régime matrimo-nial entre M. Saelens, Joseph Robert Edouard Jules, né à Ouwegem le19 août 1935, et son épouse, Mme Gelade, Georgette Albertine Marie,née à Stevoort le 2 février 1932, domiciliés à 6111 Landelies, rue del’Espinette 43, reçu par le notaire Emmanuel Lambin, à Fontaine-l’Evêque, le 16 février 2007, et contenant apport au patrimoine communde biens propres appartenant à M. Joseph Saelens, a été homologué.

(Signé) E. Lambin, notaire. (37374)

Par requête du 22 août 2007, M. Preiser, Jean-Charles Emile AlfredMarcel, né à Uccle le 5 juin 1962, numéro national 620605.497-18, et sonépouse, Mme Richet, Isabelle Marie Léa Richilde, née à Mouscron le25 juin 1964, numéro national 640625 106-45, domiciliés à Forest,avenue des Sept Bonniers 184, ont introduit devant le tribunal depremière instance de Bruxelles une demande en homologation ducontrat modificatif de leur régime matrimonial, dressé par acte reçu parle notaire Gérard Indekeu, à Bruxelles, le 16 juillet 2007.

Par cet acte, les époux Preiser-Richet ont déclaré faire un apport d’unbien immeuble à la communauté légale existante entre les époux, sansadopter pour autant un nouveau régime matrimonial.

Extrait dressé par le notaire Gérard Indekeu, notaire associé résidantà Bruxelles, avenue Louise 126, le 6 septembre 2007.

(Signé) G. Indekeu, notaire associé. (37375)

A été rendu le 25 juillet 2007 par le tribunal de première instance deNivelles, sous le numéro 07/648/B du rôle des requêtes, un jugementcontenant homologation pure et simple de l’acte portant modificationdu régime matrimonial de M. le Baron de Witte de Haelen, BrunoCharles Antoine Léon, né à Etterbeek le 1er février 1930, et son épouse,Mme la Baronne de Vinck, Claudine Henriette, née à Zonnebeke le1er août 1937, domiciliés et demeurant à Braine-l’Alleud, square duValcq 7, acte reçu par le notaire associé Luc Barbier, à Braine-l’Alleud,le 30 janvier 2007, et dans lequel 1/ lesdits époux ont déclaré modifierl’article septième de leurs conventions originaires, et 2/ M. le Baron deWitte de Haelen a apporté à la communauté d’acquêts la pleinepropriété des immeubles suivants lui appartenant en propre : 1/ d’unimmeuble sis à Braine-l’Alleud, square du Valcq 7, et 2/ Braine-l’Alleud, lieu dit « Bosquet du Valcq », cadastrée selon cadastre récentsection G, numéro 102A.

Pour extrait conforme : (signé) Luc Barbier, notaire. (37376)

Suivant jugement prononcé le 27 juin 2007, par la douzième chambredu tribunal de première instance de Bruxelles, le contrat modificatif durégime matrimonial entre M. Spoden, August, et son épouse,Mme Barbé, Martine Marie Joseph, domiciliés ensemble à Molenbeek-Saint-Jean, rue du Korenbeek 214, dressé par acte reçu par Me YvesRuelle, notaire associé à Bruxelles, le 5 décembre 2006, par lequel ilsont déclaré adopter le régime de la séparation des biens, a étéhomologué.

Pour les époux Spoden-Barbé : (signé) Me Yves Ruelle, notaire associéà Bruxelles. (37377)

En date du 15 mars 2007, M. Delvaux, Paul Léon Evans, né àLa Louvière le 4 avril 1950 (NN 50.04.04 147-35), de nationalité belge, etson épouse, Mme Demoulin, Christiane Andrée Ghislaine, née à Gouy-Lez-Piéton le 14 novembre 1951 (NN 51.11.14 106-40), de nationalitébelge, tous deux domiciliés à 7100 Haine-Saint-Paul, Chaussée 172, ontdéposé une requête en homologation du contrat modificatif de leurrégime matrimonial reçu le 15 mars 2007 par le notaire Marcel Bruyère,de résidence à La Louvière (ex Haine-Saint-Pierre), aux termes duquelles époux Delvaux, Paul Léon Evans et Demoulin, Christiane AndréeGhislaine, ont délcaré maintenir leur régime matrimonial de la commu-nauté légale et supprimer l’ameublissement de biens propres àM. Delvaux, Paul Léon Evans, étant les biens immeubles sis à7100 Haine-Saint-Paul, chaussée de Mons 172, cadastrée section B,numéro 74 W, pour 3 ares 10 ca, et Sentiers des Bourdons, deux garagescadastrés section B, numéros 79 R 5 et 79 S 5 pour 40 ca, et une parcellede terrain cadastrée section B, numéros 79 A2 partie et 79 N 2 partiepour 30 ca 25 dca, constitué lors de la passation de leur contrat demariage.

La Louvière, ex Haine-Saint-Pierre, le 15 mars 2007.

(Signé) M. Bruyère, notaire. (37378)

Suivant ordonnance prononcée le 22 avril 2002 par la deuxièmechambre civile du tribunal de première instance séant à Mons, lamodification du patrimoine commun intervenue entre les épouxCharniaux, Ghislain Augustin Jean-Baptiste, né à La Louvière le29 septembre 1950 (NN 500929 07769), et son épouse, Vanderwaele,Gisèle Rosa Colette, née à Haine-Saint-Paul le 14 juillet 1954(NN 540714 09685), demeurant ensemble à La Louvière, sectionHoudeng Goegnies, rue de la Barette 3, intervenue aux termes d’un actereçu par le notaire Pierre-Philippe Debauche, résidant à La Louvière,en date du 29 octobre 2001.

Pour extrait analytique : (signé) P.-Ph. Debauche, notaire. (37379)

48912 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 221: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Par requête en date du 21 aout 2007, déposée au greffe du tribunalde première instance de Namur, M. Carlier d’Odeigne, StéphaneCharles Valentin Marie Ghislain, né à Bruxelles le 4 août 1942, et sonépouse, Mme Pouppez de Kettenis de Hollaeken, Chantal GenevièveFernande Rita Joseph Marie Ghislaine, née à Schaerbeek le 30 avril 1947,demeurant à 5380 Fernelmont (Marchovelette), rue du Parc 45, ontdemandé l’homologation de l’acte modificatif de leur régime matrimo-nial reçu le 21 août 2007, par Me Georges Laisse, notaire à la résidencede Noville-les-Bois (Fernelmont).

Cet acte contient maintien du régime régissant actuellement leurunion étant le régime de la séparation de biens avec adjonction d’unesociété d’acquêts aux termes de leur contrat de mariage reçu par lenotaire Werner Regout, à Bruxelles, le 28 juillet 1969, sous réserve del’apport à la société d’acquêts existant entre eux des biens immeublessuivants, appartenant à Mme Chantal Pouppez de Kettenis de Hollae-ken :

Commune d’Overijse, première division

Une maison sise Schuttershof 7, cadastrée section M, suivant titrenuméro 582W et suivant extrait cadastral récent numéro 582 E 2 pourdix-huit ares septante-cinq centiares (18 a 75 ca).

Commune de Lier, première division

Une maison sise Eikelstraat 4, cadastrée suivant titre et extrait cadas-tral récent section K, numéro 360 G, pour septante-six centiares (76 ca).

Noville-les-Bois, le 10 septembre 2007.

Pour les requérants : (signé) Me Georges Laisse, notaire à Noville-les-Bois (Fernelmont). (37380)

Par jugement du 30 juillet 2007, le tribunal de première instance deCharleroi, chambre civile des vacations, a homologué l’acte modificatifde régime matrimonial reçu par le notaire Olivier Lebrun, à Courcelles,le 27 février 2007, entre les époux, Van Wichelen, Jean-François Jacques,né à Charleroi le 25 avril 1976, et Berlingin, Christel, née à Charleroi le19 octobre 1980, domiciliés ensemble à Courcelles (ex Courcelles), rueBois du Sart 1.

L’acte ne comporte pas de modification de leur régime matrimonialmais constitution d’une société d’acquêts accessoires dans laquelleM. Van Wichelen, Jean-François, apporte le bien suivant qui lui estpropre : commune de Courcelles (ex Courcelles), deuxième division,une maison d’habitation avec toutes dépendances, garage et jardin, siserue Bois du Sart 1, paraissant cadastrée ou l’avoir été section C,numéros 448 H 12 (maison) et 353 H (jardin), pour une contenancerespective de trois ares quarante centiares (maison), et un are cinquantecentiares (jardin).

Pour les époux Jean-François Van Wichelen-Berlingin Christel :(signé) Me Olivier Lebrun, notaire à Courcelles. (37381)

Bij verzoekschrift van 8 augustus 2007, hebben de heer Olbrechts,Jozef Antoon, geboren te Beigem op 27 september 1948, nationaalnummer 480927 435 20, en zijn echtgenote, Mevr. Bogaerts, Rita Caro-lina Ludovica, geboren te Malderen op 4 juli 1953, nationaalnummer 530704 294 69, samenwonende te 1852 Grimbergen (Beigem),Daalstraat 124, de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, verzocht tothomologatie van de akte van regeling der wederzijdse rechten enwijziging van hun stelsel der wettelijke gemeenschap ingevolge huwe-lijkscontract verleden voor notaris Paul Grootjans, te Grimbergen,verbleven hebbende op 22 april 1974. Deze wijziging werd verledenvoor notaris Andrée Verelst, te Grimbergen, op 8 augustus 2007,inhoudende behoud van de wettelijke gemeenschap, maar met inbrengdoor de heer Olbrechts, Jozef, in de gemeenschap van volgend onroe-rend goed :

Gemeente Grimbergen, vijfde afdeling, deelgemeente Beigem.

Een woonhuis op en met grond en aanhorigheden gelegen Daal-straat 124, gekadastreerd of het geweest, volgens titel en kadaster sectieA, nummer 37/E/3 en 37/F/3, met een oppervlakte volgens titel enkadaster van negen are negentien centiare (9 a 19 ca).

Voor de echtgenoten Olbrechts-Bogaerts : (get.) A. Verelst,notaris. (37382)

Bij verzoekschrift van 8 augustus 2007, hebben de heer Van Roy, BartKarel, geboren te Vilvoorde op 17 januari 1975, nationaalnummer 750117 339 54, en zijn echtgenote, Mevr. Decourt, LiesbethPetra Clara, geboren te Vilvoorde op 7 november 1979, nationaalnummer 791107 270 92, samenwonende te Grimbergen, Poddegem-straat 162, de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, verzocht tothomologatie van de akte van regeling der wederzijdse rechten enwijziging van hun huwelijksstelsel. Deze wijziging werd verleden voornotaris Andrée Verelst, te Grimbergen, op 8 augustus 2007, inhoudendebehoud van de wettelijk stelsel, maar met inbreng 1) doorMevr. Decourt, Liesbeth, in de gemeenschap van aanwinsten vanvolgend onroerend goed :

Gemeente Grimbergen, tweede afdeling.

Een woonhuis op en met grond en aanhorigheden gelegen Podde-gemstraat 162, gekadastreerd of het geweest, sectie D, volgens titelnummer 286/V voor vier are veertig centiare en deel van 286/f/2 voortwee are twaalf centiare en volgens kadaster nummer 286/H/2, meteen oppervlakte van zes are tweeënvijftig centiare (6 a 52 ca);

2) door de heer Van Roy, Bart van de som van honderdachtentwintig-duizend euro (S 128.000,00) voortkomende uit de verkoop van dewoning te Neerijse, Beekstraat 43, door overschrijving op een gemeen-schappelijke rekening 839-1179241-47.

Voor de echtgenoten Van Roy-Decourt : (get.) A. Verelst,notaris. (37383)

Ingevolge vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg teGent op 7 juni 2007, werd de akte verleden voor notaris Roel Monde-laers, te Aalter, op 12 februari 2007, gehomologeerd.

In die akte hebben de heer Bral, Maurice, geboren te Bellem op12 februari 1943, en zijn echtgenote, Mevr. Adams, Annie Maria Gode-lieve, geboren te Bulles (Frankrijk) op 26 juni 1943, wonende te9880 Aalter, Bierweg 53, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd doorinbreng in het gemeenschappelijk vermogen door Mevr. Adams, Annie,voornoemd, van de volle eigendom van het onroerend goed gelegen teAalter, Bierweg 47, gekadastreerd onder de sectie H, nummer 744/W,groot 611 m2.

Opgemaakt en namens de verzoekers getekend door voornoemdenotaris Roel Mondelaers.

(Get.) Roel Mondelaers, notaris. (37384)

Ingevolge vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg teGent op 14 juni 2007, werd de akte verleden voor notaris Roel Monde-laers, te Aalter, op 23 februari 2007, gehomologeerd.

In die akte hebben de heer Vandaele, Wim Roger Richard, geboren teGent op 7 mei 1967, en zijn echtgenote, Mevr. Van Poelvoorde, Ann,geboren te Tielt op 1 juni 1972, samenwonende te 9880 Aalter,Bosstraat 35, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd door 1) inbrengdoor de heer Vandaele, Wim, voornoemd, in het gemeenschappelijkvermogen van een handelszaak en van eigen onroerende goederengelegen te Aalter, Bosstraat 35, en 2) de inlassing van een keuzebedingbetreffende de toebedeling van het gemeenschappelijk vermogen bijontbinding van het huwelijksvermogensstelsel door overlijden.

Opgemaakt en namens de verzoekers getekend door voornoemdenotaris Roel Mondelaers.

(Get.) Roel Mondelaers, notaris. (37385)

48913MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 222: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Ingevolge vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg teGent op 21 december 2006, werd de akte verleden voor notaris RoelMondelaers, te Aalter, op 13 oktober 2006, gehomologeerd.

In die akte hebben de heer De Keyser, Emmanuel Emile Julia Marie,geboren te Gent op 29 augustus 1946, en zijn echtgenote, Mevr. VanDen Heede, Germaine Gabrielle Maria, geboren te Aalter op17 januari 1946, wonende te 9880 Aalter (Lotenhulle), Lomolen-straat 117, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd door 1) inbreng inhet gemeenschappelijk vermogen door de heer De Keyser van het eigenonroerend goed gelegen te Aalter (Lotenhulle), Lomolenstraat 117,gekadastreerd onder de sectie C, nummer 582/B, en door 2) detoevoeging van een beding tot een afwijking van de gelijke verdelingvan het gemeenschappelijk vermogen.

Opgemaakt en namens de verzoekers getekend door voornoemdenotaris Roel Mondelaers.

(Get.) Roel Mondelaers, notaris. (37386)

Bij verzoekschrift, d.d. 6 september 2007, hebben de heer Denoo,Roger Andreas Edmond Hendrik, landbouwer op rust, geboren teVeldegem op 26 april 1932, en zijn echtgenote, Mevr. Jonckheere,Violette Cecile, zonder beroep, geboren te Eernegem op 22 januari 1935,samenwonende te 8210 Zedelgem (Veldegem), Boudewijn Hapkens-straat 34, bij de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, een aanvraagingediend tot homologatie van de akte verleden voor notaris PaulLommee, te Zedelgem, op 6 september 2007, houdende wijziging vanhun huwelijksvermogensstelsel door wijziging van de samenstellingvan het gemeenschappelijk vermogen wegens inbreng van onroerendegoederen door de heer Denoo, Roger en van het inlassen van eenverblijvingsbeding.

Voor de echtgenoten Denoo-Jonckheere : (get.) Paul Lommee,notaris. (37387)

Bij verzoekschrift van 31 augustus 2007, neergelegd ter griffie van derechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, hebben de echtgenoten DimitriSandrap - Indra Vantournhout de homologatie aangevraagd van eenakte houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel verledenvoor geassocieerd notaris Alfons Loontjens, te Izegem, op datum van31 augustus 2007, inhoudende inbreng van een onroerend goed in degemeenschap door één der echtgenoten samen met de hypothecaireinschrijving die het onroerend goed bezwaard en aanneming van eenkeuzebeding in geval van vooroverlijden van één der echtgenoten.

Voor de partijen : (get.) Bernard Loontjens, geassocieerdnotaris. (37388)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, uitge-sproken op 16 augustus 2007, werd de akte van wijziging huwelijks-vermogensstelsel verleden voor notaris Christine Van Haeren, te Turn-hout, op 14 juni 2007, gehomologeerd.

In deze akte hebben de heer El Kaddouri Jusef, geboren te Dender-monde op 13 juli 1983, en zijn echtgenote, Mevr. Zagoudi Samija,geboren te Helmond (Nederland) op 1 augustus 1982, samenwonendete 2300 Turnhout, Renier Sniedersstraat 22 bus 2, het stelsel van zuiverescheiding van goederen aangenomen.

Voor de echtgenoten El Kaddouri-Zagoudi : (get.) Christine VanHaeren, notaris. (37389)

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, de dato21 juni 2007, werd gehomologeerd de notariële akte, de dato26 maart 2007, verleden voor notaris Marc Cuypers, te Heist-op-den-Berg, en houdende wijziging van het huwelijkscontract verleden voornotaris Marc Cuypers, te Heist-op-den-Berg, op 7 april 1999, tussen deheer Goovaerts, Gert, zelfstandige, en zijn echtgenote, Mevr. Geens,Sofie, zelfstandige, samenwonende te Heist-op-den-Berg, Stations-straat 86/2, en inhoudende :

behoud van het stelsel van zuivere scheiding van goederen;

inbreng in het beperkt gemeenschappelijk vermogen van een perceelgrond te Heist-op-den-Berg, aan de Lostraat.

Heist-op-den-Berg, 10 september 2007.

Voor de echtgenoten Goovaerts-Geens : (get.) Marc Cuypers,notaris. (37390)

Bij verzoekschrift van 24 augustus 2007, gericht aan de rechtbank vaneerste aanleg te Kortrijk, hebben de heer Jurgen Belaen, mekanieker, enzijn echtgenote, Mevr. Charlene Tytgat, bediende, samen verblijvendete Lendelede, Izegemsestraat 28, verzocht om de homologatie van dewijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, akte verleden voornotaris Christine Callens, te Lendelede, op 24 augustus 2007, eninhoudende een inbreng door de heer Jurgen Belaen in het gemeen-schappelijk vermogen van een eigen tegenwoordig onroerend goed metvoor het overige behoud van hun bestaande huwelijksvermogens-stelsel.

(Get.) Chr. Callens, notaris. (37391)

Bij verzoekschrift van 17 augustus 2007, hebben de heer Cossaer,Michel Irma Henri, geboren te Antwerpen op 28 oktober 1934, en zijnechtgenote, Mevr. Henrotin, Josette Alfreda Louise, geboren te Saint-Brévin-les-Pins (Frankrijk) op 23 juni 1944, samenwonende te9031 Drongen, Keuzekouter 60, gehuwd onder het stelsel der scheidingvan goederen blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris JeanDepuydt, destijds te Brugge, op 13 september 1982, welk huwelijks-stelsel werd gewijzigd zonder wijziging aan te brengen aan het stelselzelf bij akte verleden voor ondergetekende notaris op 29 oktober 1998.

Aan de rechtbank van eerste aanleg te Gent, homologatie gevraagdvan de akte verleden voor notaris Bernard Maertens, te Brugge, op16 augustus 2007, waarbij zij het wettelijk stelsel van gemeenschap enwaar de heer Michel Cossaer, inbreng gedaan heeft in de gemeenschapvan een onroerend goed gelegen te Gent, zevenentwintigste afdelingDrongen, Keuzekouter 60, zijnde een woonhuis, en waarbij de echtge-noten inbreng gedaan hebben in de gemeenschap van het appartementvier (4) gelegen op de vierde verdieping in de Residentie Eglantier,gelegen te Middelkerke, Zeedijk 49 (volgens titel Zeedijk 103) en inlas-sing van een keuzebeding en tevens van een wederzijdse gifte, zoalsbepaald bij artikel 1394 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.

De echtgenoten Cossaer Michel - Henrotin Josette hebben één nog inleven zijnde meerderjarig kind.

(Get.) Bernard Maertens, notaris. (37392)

Bij vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg te Hasseltop 26 juni 2007 werd de akte gehomologeerd verleden voor notarisRené Van Kerkhoven, te Broechem (Ranst) op 1 februari 2007, waarbijde heer Marcours, Antonius Gerardina Theophilus, gepensioneerde, enzijn echtgenote, Mevr. Nijs, Maria Adriana, gepensioneerde, beidenwonende te 3980 Tessenderlo, Eersels 7, hun huwelijksvermogensstelselwijzigden.

Bij gezegde wijziging hebben de echtgenoten de samenstelling en deverdeling van het gemeenschappelijk vermogen gewijzigd.

(Get.) R. Van Kerkhoven, notaris. (37393)

Bij verzoekschrift van 10 september 2007, dienen de heer Decat,Antoine Emile Gilbert, geboren te Attenhoven op 11 februari 1941, enzijn echtgenote, Mevr. Frérart, Gilberte Marie Josée, geboren te Niel-bij-Sint-Truiden op 12 november 1948, samenwonende te3890 Gingelom (Niel-bij-Sint-Truiden), Oude Katsei 40, voor de recht-bank van eerste aanleg te Hasselt, een aanvraag in tot homologatie vande wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, blijkens akte verledenvoor notaris Frank De Wilde, te Gingelom, op 10 september 2007,houdende inbreng door Mevr. Frérart, Gilberte Marie Josée, van eenpersoonlijk onroerend goed in het intern gemeenschappelijk vermogen.

Voor de verzoekers, (get.) Frank De Wilde, notaris, teGingelom. (37394)

48914 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 223: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij verzoekschrift van 7 september 2007, neergelegd ter griffie van derechtbank van eerste aanleg te Hasselt, op 10 september 2007, hebbende echtgenoten, Konings, Bart, advocaat, geboren te Hasselt op13 mei 1962, en zijn echtgenote, Mevr. Janssen, Patricia Valerie CarolineSandrina, advocate, geboren te Bree op 20 juli 1966, beiden wonende te3530 Houthalen-Helchteren, Herebaan West 120, voor de rechtbank vaneerste aanleg te Hasselt een vraag ingediend tot homologatie van deakte wijziging van hun huwelijksstelsel, verleden voor Mr. JanLambrecht, notaris, te Lummen, op 10 augustus 2007, inhoudende dewijziging van het stelsel der scheiding van goederen naar het stelselder scheiding van goederen met een intern gemeenschappelijkvermogen.

Namens de echtgenoten Konings-Janssen, (get.) Mr. Jan Lambrecht,notaris, te Lummen. (37395)

Bij verzoekschrift van 30 maart 2006, hebben de echtgenotenVervarcke, Emile Constant René, geboren te Brugge op 17 februari 1946,en zijn echtgenote, Mevr. Pattyn, Anne Marie Jean, geboren te Bruggeop 27 februari 1954, wonende te 8300 Knokke, Zeedijk 507, bij deburgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Brugge, een verzoekschriftingediend tot homologatie van het contract na huwelijk houdendeinbreng van de eigendom van de onroerende goederen in de gemeen-schap gelegen te 8300 Knokke, Leopoldlaan 30 en Lippenslaan 207,opgemaakt bij akte verleden voor notaris Yves De Ruyver, met stand-plaats te Liedekerke, op 5 september 2007.

(Get.) Y. De Ruyver, notaris. (37396)

Bij verzoekschrift van 7 september 2007, hebben Van Houwenhove,Jan Stefaan Leonard, zelfstandige, en zijn echtgenote, De Bruycker,Marjan Maria Edgard, bediende, samenwonende te Wetteren, Veld-straat 33, aan de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, dehomologatie gevraagd van de akte verleden voor notaris Christiaan DeSmet, te Wetteren, op 7 september 2007, inhoudende een wijziging vanhun huwelijksvermogensstelsel, zijnde de overgang van het wettelijkstelsel bij afwezigheid van een huwelijkscontract naar het stelsel vanzuivere scheiding van goederen.

Voor de verzoekers, (get.) Christiaan De Smet, notaris, teWetteren. (37397)

Bij verzoekschrift d.d. 7 augustus 2007, verzoeken de heer Pierrart,Patrick Maurice Victor, bediende, geboren te Halle op 20 januari 1962,met de Belgische nationaliteit, wonende te Asse (Zellik), Brusselse-steenweg 485, en zijn echtgenote, Mevr. Mathys, Noëlla Gustavine,veiligheidsagent, geboren te Geraardsbergen op 28 december 1957, metde Belgische nationaliteit, wonende te Asse (Zellik), Brusselsesteen-weg 485, de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, de akte tehomologeren verleden voor notaris Jean-Jacques Boel, te Asse, op9 juli 2007, inhoudende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel,te weten een inbreng door Mevr. Mathys, in het gemeenschappelijkvermogen van een eigen onroerend goed, meer bepaald een woonhuis,gestaan en gelegen Brusselsesteenweg 485, te Asse (Zellik).

Voor de verzoekers, (get.) Jean-Jacques Boel, notaris, te Asse. (37398)

Verbeterend bericht

In het Belgisch Staatsblad van 18 juli 2007, bl. 38859, akte nr. 33343,moet gelezen worden : « Bij verzoekschrift van 29 juni 2007 hebben deheer Le Comte, Etienne Marcel,... », in plaats van : « Bij verzoekschriftvan 29 juni 2007 hebben de heer Le Compte, EtienneMarcel,... ». (37399)

Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen

Op 21 augustus 2007, hebben de heer Marckx, Jan Leopold Louis,architect, en zijn echtgenote, Van Schoor, Veerle Agnes Arnold, bouw-kundig tekenaar, samenwonende te 2630 Aartselaar, Lelielaan 1, tergriffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, een verzoek-schrift d.d. 25 april 2007 neergelegd strekkende tot homologatie van deakte, verleden voor notaris Johan Rooms, te Boom, op 25 april 2007,waarbij zij hun huwelijksvermogensstelsel wijzigden.

Antwerpen, 28 augustus 2007.

De griffier-hoofd van dienst, (get.) M. Van Herwegen. (37400)

Succession vacante − Onbeheerde nalatenschap

Rechtbank van eerste aanleg te Brugge

Bij vonnis, in raadkamer uitgesproken op 4 september 2007, door dezevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, wordtMr. Pintelon, Roland, advocaat te 8400 Oostende, E. Beernaertstraat 58,aangewezen als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlende heer Gilson, Georges Adelin Jules, geboren te Haine-Saint-Paul op9 juli 1934, laatst wonende te 8400 Oostende, Henegouwenstraat 3,overleden te Oostende op 14 juli 2006 en op wiens nalatenschapniemand aanspraak maakt.

Brugge, 7 september 2007.

De hoofdgriffier van de rechtbank : (get.) G. De Zutter. (37401)

Bij vonnis, in raadkamer uitgesproken op 4 september 2007, door dezevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, wordtMr. De Maesschalck, Christian, advocaat te 8310 Sint-Kruis (Brugge),Dampoortstraat 5, aangewezen als curator over de onbeheerde nalaten-schap van wijlen Mevr. Samper, Anna Gerarda Josephina Cornelia,geboren te Ieper op 21 december 1909, destijds wonende te 8020 Oost-kamp, Sint-Jozefsdreef 5, overleden te Oostkamp op 9 september 2005,op wiens nalatenschap niemand aanspraak maakt.

Brugge, 6 september 2007.

De hoofdgriffier van de rechtbank : (get.) G. De Zutter. (37402)

Bij vonnis, in raadkamer uitgesproken op 4 september 2007, door dezevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, wordtMr. Verroken, Renée, advocaat te 8310 Assebroek, Engelendalelaan 92,aangewezen als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlende heer Lefevre, François Roger, geboren te Elsene op 24 april 1927,destijds wonende te 8300 Knokke-Heist, Elisabethlaan 108/001, over-leden te Knokke-Heist op 4 maart 2002, op wiens nalatenschapniemand aanspraak maakt.

Brugge, 7 september 2007.

De hoofdgriffier van de rechtbank : (get.) G. De Zutter. (37403)

Bij vonnis, in raadkamer uitgesproken op 4 september 2007, door dezevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, wordtMr. Pintelon, Roland, advocaat te 8400 Oostende, E. Beernaertstraat 58,aangewezen als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlende heer Masure, Daniel Ylysse Aimé, geboren te Luik op31 januari 1932, destijds wonende te 8400 Oostende, Albert I-Prome-nade 44/0015, overleden te Oostende op 6 oktober 2006 op wiensnalatenschap niemand aanspraak maakt.

Brugge, 7 september 2007.

De hoofdgriffier van de rechtbank : (get.) G. De Zutter. (37404)

48915MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD

Page 224: MONITEUR BELGISCH BELGE STAATSBLADeuropam.eu/data/mechanisms/FOI/FOI Laws/Belgium/Belgium...177e ANNEE N. 272 177e JAARGANG VENDREDI 14 SEPTEMBRE 2007 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 2007 Le

Bij vonnis, in raadkamer uitgesproken op 4 september 2007, door dezevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, wordtMr. Pintelon, Roland, advocaat te 8400 Oostende, E. Beernaertstraat 58,aangewezen als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlende heer Roete, Maurice Albert, geboren te Sint-Amandsberg op2 september 1927, destijds wonende te 8430 Middelkerke, Koningin-nelaan 91/301, overleden te Oostende op 15 september 2006 op wiensnalatenschap niemand aanspraak maakt.

Brugge, 7 september 2007.De hoofdgriffier van de rechtbank : (get.) G. De Zutter. (37405)

Bij vonnis, in raadkamer uitgesproken op 4 september 2007, door dezevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, wordtMr. Vandierendonck, Chris, advocaat te 8210 Zedelgem-Veldegem,Koning Albertstraat 190, aangewezen als curator over de onbeheerdenalatenschap van wijlen de heer D’Hulst, Gustaaf Louis, geboren teOudenburg op 27 april 1935, destijds wonende te 8480 Eernegem,Biezestraat 15, overleden te Torhout op 27 januari 2006, op wiensnalatenschap niemand aanspraak maakt.

Brugge, 7 september 2007.De hoofdgriffier van de rechtbank : (get.) G. De Zutter. (37406)

Bij vonnis, in raadkamer uitgesproken op 4 september 2007, door dezevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, wordtMr. De Maesschalck, Christian, advocaat te 8310 Sint-Kruis (Brugge),Dampoortstraat 5, aangewezen als curator over de onbeheerde nalaten-schap van wijlen de heer Rondelez, Robert, geboren te Aartrijke op7 april 1947, destijds wonende te 8820 Torhout, Oostende-straat 95 V 003, overleden te Torhout op 25 april 2006, op wiens nalaten-schap niemand aanspraak maakt.

Brugge, 7 september 2007.De hoofdgriffier van de rechtbank : (get.) G. De Zutter. (37407)

Bij vonnis, in raadkamer uitgesproken op 4 september 2007, door dezevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, wordtMr. Pintelon, Roland, advocaat te 8400 Oostende, E. Beernaertstraat 58,aangewezen als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlenMevr. Peers, Maria Victorine, geboren te Leopoldsburg op12 november 1922, destijds wonende te 8400 Oostende, Westlaan 38,woon- en verzorgcentrum « Ons Geluk », overleden te Oostende op3 februari 2007, op wiens nalatenschap niemand aanspraak maakt.

Brugge, 7 september 2007.De hoofdgriffier van de rechtbank : (get.) G. De Zutter. (37408)

Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel.Conseiller/Adviseur : A. VAN DAMME

48916 MONITEUR BELGE — 14.09.2007 — BELGISCH STAATSBLAD