MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn...

192
G.L.BOUt MOEDER MARIA RAFOIS EN HAAR NAGELATEN GESCHRIFTEN woi ii ffint e ij 419

Transcript of MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn...

Page 1: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

G.L.BOUt

MOEDER MARIA RAFOIS EN HAAR NAGELATEN GESCHRIFTEN

woi

ii ffinteij

419

Page 2: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 3: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 4: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 5: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

MOEDER MARIA RAFOLS

Page 6: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 7: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

MOEDER MARIA RAFOLS

De Spaansche Jeanne ("Arc

Page 8: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 9: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

De H. Congregatie van de Riten belastte indertijd

Monseigneur Angelo Mercati, de beroemde bibliothe-

caris van de geheime Vaticaansche archieven, de

echtheid van deze geschriften to onderzoeken.

Na nauwgezette studie verklaarde deze vermaarde

geleerde in zijn rapport van 20 April 1932 zoo co-

tegorisch mogelijk, dat hij volkomen overtuigd was en

op zijn voile verantwoording •nam de uitspraak, dat

deze geschriften, aan zijn onderzoek onderworpen,

werkelijk eigenhandig geschreven stukken van Moeder

Maria Rafols waren.

De H. Stoel heeft eveneens Zijn goedkeuring ge-

hecht aan deze geschriften, met name aan de twee

zoo gewichtige documenten, die resp. 2 October 1931

en 29 Januari 1932 gevonden waren.

Tenslotte, ter bekroning van de buitengewone

deugden van Moeder Rafols, gaf Pius XI z.g. het be-

vel, dot het proces van hoar zaiigverklaring zou

worden ingeleid.

Page 10: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

IMPRIMATUR

For. Hadr. 1 Jan. 1941

J. B. W. MOLLER pr.

Censor a. h. dep.

Page 11: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

G. L. BOUt

1)1 R, I L

en haar nagelaten geschriften

MCMXLI

UITGEVERIJ PAX 's-GRAVENHAGE P. A. MATTHIJSSE

Page 12: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 13: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

MARIA RAFOLS

(1781-1853)

Stichteres van de Congregatie der Zusters' van St. Anna.

Page 14: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

R E N O V A REEKS

van dit boek verscheen een kerkelijk goedgekeurde uitgave in het Spaansch, Fransch en Duitsch.

VOOR NEDERLAND BEWERKT DOOR PAUL v. BERKEL

Page 15: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

I N L E I D I N G

F, R bestaat een natuurlijke en ook een bovennatuur- lijke litteratuur. Tusschen die twee zijn meerdere punten van onderscheid. Ik noem er eenige van.

De eerste soort van litteratuur komt hoogstens aan het peil van het natuurlijke; meestal blijft het er onder; de tweede komt nooit onder het natuurlijke peil, maar gaat er wel boven uit. Een ander onderscheid is dit: de eerste hoort men te lezen en wordt ook gelezen, gewoonlijk naarmate ze beneden het peil van het natuurlijke blijft; met de tweede heeft men zich niet in te laten, en het staat zelfs heel goed, als men het niet doet. Een derde verschil bestaat hierin: de eerste wordt geschreven voor tijd- genooten en krijgt al gauw louter historische beteekenis; terwijl de andere soort van litteratuur gedeeltelijk voor tijdgenooten, voor een groot deel echter voor menschen van latere tijden wordt geschreven; met dat laatste gedeelte weten de tijdgenooten geen weg; meestal is het voor hen niet te begrijpen, wat er mede bedoeld wordt.

Tot deze bovennatuurlijke lectuur, niet voor tijdgenoo-

9

Page 16: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

ten geschreven, hooren in bijzondere mate de geschriften van den profeet Isaias en de Openbaringen van Sint Jan. In beide staat heel veel, waarvan nu niemand weet, waar-op het doelt. Eerst later, wanneer het vervuld is, zal men het begrijpen.

Voor het nageslacht geschreven zijn ook de openbarin-gen van Salette en hetgeen de „pelgrim" Brentano uit den mond van Anna Catharina Emmerich vernam. Toch hadden deze beiden ook voor de tijdgenooten wel hun beteekenis.

Dit laatste nu is niet het geval met de nagelaten geschriften van Moeder Maria Rafols. Deze waren uit-sluitend bestemd voor menschen, die ongeveer honderd jaren later zouden leven, voor ons dus.

Daarom dan ook heeft Jezus, die ze haar ingaf, haar opgelegd, die papieren zorgvuldig to verbergen, zoodat niemand ze vinden kon. Hij zelf zou er voor zorgen, dat ze ook niemand in handen vielen voor den tijd, waarvoor ze bestemd waren.

De zuster heeft nauwkeurig aan deze opdracht voldaan; op heel verschillende plaatsen heeft zij ze in de stad Saragossa verborgen. En ze bleven verborgen tot het jaar en den datum, door Jezus zelf aangegeven en in de geschriften opgeteekend.

Waarom deze eigenaardige manier van doen? De reden er van vinden we duidelijk aangegeven. Ongeveer honderd jaar, nadat de zuster deze dingen

I 0

Page 17: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

opschreef, zou er een buitengewoon slechte en gevaar-lijke tijd komen. Dan zouden de menschen voor een groot deel zonder godsdienst zijn en de rest zou er erg in verzwakt wezen. Maar niettegenstaande deze algemeene afdwaling en verwildering zou er van God, en van God dan ook alleen, redding te verwachten zijn. Om nu ons, want wij beleven nu dien treurigen tijd, aan het verstand te brengen, dat we onze hoop niet op menschen, maar op Jezus alleen moeten stellen, dat we niet enkel uitkomst uit de moeilijkheden, maar zelfs een nieuw bloeiend leven van Hem kunnen verwachten, daarom moest die heilige zuster ons, na honderd jaar; komen vertellen, wat zij toen had meegemaakt — en dat was geen kleinigheidi — en hoe Jezus haar telkens was te huip gekomen. De meest positieve beloften moest ze er ook namens Jezus aan toevoegen, dat Hij ook voor ons tot alles bereid is, als we maar op Hem zouden vertrouwen en Hem vragen om Zijn huip.

Tusschen de litteraire producten van de natuurlijke soort bestaat slechts een vaag, meestal heel weinig ver-band: het zijn allemaal menschen, die aan het woord zijn, en tijdgenooten zijn in meerdere of mindere mate met denzelfden tijdgeest behebt; overigens echter volgt ieder zijn eigen wereldopvatting, zoo hij er een heeft....

In de bovennatuurlijke lectuur is dat anders; wat de zaak zelve betreft komt het allemaal uit een en dezelfde bron: van God, voor wien geen tijd bestaat, die zich met

11

Page 18: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

groote tusschenpoozen en op verschillende plaatsen kan uitspreken. En wanneer, waar en aan wie Hij dit ook telkens zegge: alles hangt samen: het hoort bij elkaar. De Apocalyps hoort bij Isaias, en alle latere, ware, open-baringen van God sluiten zich weer bij Isaias en de Apocalyps aan; het eene vult het andere aan en kan het nader verklaren.

Zoo zijn ook de mededeelingen van Moeder Rafols niet als los staand te beschouwen, maar in verband met hetgeen we van elders over diezelfde zaken weten of meenen te mogen aannemen.

Wat nu is het geval? In den tijd, dat de geschriften van Moeder Rafols, overal verspreid, verborgen lagen en toen de toestanden, welke we nu overal zien heerschen, wordende waren, zijn er meerderen geweest, die, even-eens onder inspiratie en onder den drang van God, dingen moesten opschrijven, die in wezen met de ver-borgen geschriften van Moeder Rafols in overeenstem-ming waren.

Van deze geschriften is de korte inhoud dit: Menschen, hoe moeilijk de omstandigheden in uw dagen ook mogen zijn, verliest den moed niet: er is reden voor: Jezus, de mensch-geworden God, kan u helpen en Zijn goedheid is grenzenloos; vraagt Hem maar, en alles komt terecht, beter dan het ooit geweest is.

Welnu, precies hetzelfde hebben — om slechts enkelen te noemen — Melanie (van Salette) en Anna Catharina

12

Page 19: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Emmerich ons moeten zeggen; ook Benigna Consolata Ferrero en Louise Margerite Claret de la Touche en Marie Ste Cecile de Rome.

De hoofdinhoud van hun mededeelingen is dezelfde, maar er bestaat toch weer onderscheid van zending. Voor het verval in de wereld bestaan namelijk twee groote oorzaken: vooreerst het volgen van valsche levensbegin-selen en op de tweede plaats het zelfvertrouwen, zonder iets van God te verwachten.

Tegen beide deze afwijkingen komt God in de boven-natuurlijke geschriften van den laatsten tijd met alle kracht op; maar dit werk verdeelt Hij toch weer over meerderen.

Voor de christenen, die theoretisch den weg door het seven wel weten, maar zich er niet of slecht aan houden, gaf Hij sommigen een zending van praktischen aard, dezen moesten ons herinneren, dat God almachtig is en ons lief heeft en dat Hij zelf, om ons te helpen, mensch werd.

Bij Louise Margerite Claret de la Touche concentreerde Hij het zieleleven en heel haar belangstelling op het woord van Sint Jan: „God is Liefde"; al wat ze schreef — en dit is heel wat! — komt hierop neer: God is Liefde, de Oneindige Liefde; Hij kan niet anders dan liefhebben en weldoen; hoe we ook zijn en wat we ook uitgevoerd hebben.

„God is Liefde, schrijft ze, en zoo wil Hij gekend zijn, en Hij verlangt. dat die kennis zich over heel de wereld

13

Page 20: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

verspreide, ze in vuur zette en vernieuwe. Niet met water van een nieuwen zondvloed wil God nu de wereld reini-gen en tot nieuw leven brengen. De geest en de wil zijn bij den mensch van streek geraakt. De wereld moet weer schoon gemaakt worden, maar vooral de hoofden en de harten. Daartoe gaat God zich van vuur bedienen, maar van een geestelijk vuur: de liefde, de Oneindige Liefde''.

„De heilige wet van God", zegt ze elders, „komt op dit eerie woord neer: hebt lief! Hebt God lief; hebt uw broeders lief; hebt uw vijanden lief; God heeft u lief; Hij wil uw heil".

Eens vroeg ze: „Mijn Jezus, hoe wilt Ge, dat ik U noem?" En Jezus antwoordde: „Noem Mij de Barm-hartigheid!"

Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men zich denken kan, maar alles gaat over de liefde van Jezus' Hart voor de menschen, voor alien zonder onderscheid. Ze komt er niet over uitgepraat en zegt er de meest ver-rassende dingen over. Wie haar aanteekeningen leest, krijgt wel een praktischen kijk op dat woord van Sint Jan: God is Liefde,en hij gaat ook beseffen, dat van Jezus, de Mensch-geworden Liefde, alles te verwachten is.

„Ge kunt u niet voorstellen", zei Jezus haar, „wat een pleizier 1k er in vind, Verlosserswerk te doen. Dat is Mijn hoogste geluk; en Mijn mooiste werk doe Ik juist

14

Page 21: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

in de zielen, die Ik uit de grootste diepte heb opgehaald". Ook dit: „Men heeft een veel te klein idee van Gods

goedheid, van Zijn barmhartigheid en Zijn liefde voor de schepselen: men meet God naar de schepselen af; maar voor God bestaan geen grenzen; ook Zijn liefde is zonder grenzen".

„Schrijf op", zei Jezus, „Mijn Benigna, Apostel van

Mijn barmhartigheid, schrijf op, dat men boven alles dient te weten — hier sta Ik op — dat Ik heel en al

Liefde ben, en dat men Mij geen grooter verdriet kan doen dan met aan de goedheid van Mijn hart te twijfelen".

. . . . „Uw miseries?. . . . Verkoop ze aan Mijn barm-hartigheid!"

Ook in het leven van zuster Marie Sainte Cecile de Rome, een zeer bevoorrechte ziel in Canada, lezen we bij de ontelbare verschijningen van Jezus niet anders dan van liefde, van oneindige liefde voor de verdoolde menschen. Haar devies is: „Heb lief . . . . en laat Jezus en Maria Hun gang gaan".

Het geval-Maria Rafols, de uitzonderlijke geschiedenis van haar geschriften, heeft dus een context, een geeste-lijken samenhang, en daarin dient het gezien te worden, om er de ware beteekenis van te begrijpen.

Van alle eeuwigheid weet God, in wat hopelooze ver-warring de wereld, tengevolge van langdurige en alge-meene afdwalingen zou komen; voor alle kwalen echter,

15

Page 22: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

hoe doodelijk ook, blijft altijd bij Jezus, den Mensch-geworden God, genezing te vinden. Zoo ver kan het ontbindingsproces niet gegaan zijn, dat Jezus niet meer in staat zou wezen, nieuw leven te geven, en dat Hij het niet zou doen, als we het vragen. Maar vragen en naar Hem luisteren, is noodig.

„Wanneer het tijdperk, dat openlijk in het jaar 1931 zal beginnen, zal gekomen zijn, moest Moeder Rafols opschrij-ven, verlang Ik, dat alle menschen, die Me zooveel gekost hebben, hun ziel zullen verheffen en in Mij en in Mijn allerheiligste Moeder al hun vertrouwen zullen gaan stellen. Altijd nog ben Ik dezelfde; Ik ben niet van aard veranderd; dezelfde barmhartigheid en dezelfde liefde beoefen Ik nog, als toen Ik in het sterflijk vleesch op aarde leefde". in dit boek spreekt de almachtige Liefde zelve ons

moed in! DE BEWERKER.

16

Page 23: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

MOEDER MARIA RAFOLS EN HAAR NAGELATEN GESCHRIFTEN

L L meerdere jaren wordt er, ook aan de overzijde van de Pyreneen, veel gesproken over de profetische geschriften van Moeder Maria Rafols, stichteres

van de Congregatie der Liefdezusters van Sint-Anna in Spanje.

In deze papieren, waarvan het eerste in Maart 1926 werd gevonden, richt de Moeder zich op de allereerste plaats tot haar zusters en geestelijke Dochters; ze geeft haar regels voor haar gedrag en vooruitgang, en haalt stichtende voorbeelden aan; ze geeft raad en spreekt moed in, om ze op den weg van de deugd vooruit to helpen. Ook houdt ze er zich in bezig met de leiding van de Congregatie, met de liefde-roeping, het onderricht en met de overige belangen er van.

Zeer vele gedeelten echter van haar geschriften be-perken zich niet daartoe; ze spreken over de belangen van de Kerk zelve en hebben het oog op de toekomst van den godsdienst en van het christelijk geloof.

M.M.R. 2

17

Page 24: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

ook buiten de Spaansche grenzen zijn ze van actueele beteekenis, en al meer en meer wordt er in de katholieke wereld de aandacht op gevestigd.

Door de geloovigen zijn ze met den grootsten geest-drift ontvangen; bij de lauwen en onverschilligen is er wel levendige nieuwsgierigheid door gaande gemaakt, maar niet zonder zekere onrust.

Talrijke katholieken zien er een soort ultimatum, een laatste waarschuwing in van God, die door bemiddeling van Zijn dienares een poging doet, om bij geloovigen en alle anderen in Spanje en over heel de wereld, bij den een de oogen te openen, anderen moed in te spreken en hun een steun te zijn, nu ze staan voor naderende ram-pen, vervolgingen en allerlei naamlooze ellende.

De reeds gepubliceerde geschriften hebben over een aantal voorvallen in en tijdens het leven van Moeder Maria Rafols achtereenvolgens licht doen schijnen; veel werd er door verduidelijkt en menige bijzonderheid uit haar hoogstaand leven is er door bekend geworden. Door deze geschriften is ook weer levend geworden de bijna verloren gegane herinnering aan haar ongemeene en bewonderenswaardige deugden, aan haar diepe nederig-heid, haar naastenliefde, haar opofferingsgezindheid, waardoor ze in volkomen zelfverloochening tot het held-haftige ging. Deze en zoovele andere deugden bracht ze net den grootsten eenvoud in beoefening, als een

18

Page 25: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

natuurlijken plicht, dien men tegenover alle menschen zonder onderscheid te vervullen heeft.

In den dienst van God werd ze beheerscht door een brandende liefde ' voor Jezus' H. Hart en voor Zijn aller-heiligste Moeder. Het is een geheim van God, tot welk een graad van volmaaktheid ze het daarin heeft gebracht, en in welke mate ze hiervoor ook reeds op deze, overigens niet zoo gelukkige, wereld is beloond gewor-den. Het leven immers van deze bijzondere vrouw, die zoozeer Gods liefde wist te winnen, vertoont zich geheel aan ons als een weefsel van tallooze wonderen en won-derbare dingen, wel in staat, om de belangstelling van alle ernstige geloovigen gaande te maken en heilzamen invloed op hen uit te oefenen.

G. L. BOUE.

19

Page 26: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 27: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

EERSTE DEED.

KORTE LEVENSSCHETS VAN MOEDER MARIA RAFOLS.

Eerste jaren.

7 E werd 5 November 1781 geboren te Vilafranca-del- Panades, een vermogende en belangrijke stad van Catalonie, in het bisdom Barcelona; bij het Doopsel,

toegediend door don Miguel Vila Rovira, kapelaan te Vilafranca, kreeg ze de namen Maria Josefa Rosa.

Haar familie was niet rijk; maar haar ouders, zeer godsdienstige menschen, waren toch erg goed voor de armen. Haar vader, CristObal Rafols, was molenaar, ge-lijk zijn voorouders van geslacht op geslacht het ook geweest waren. Hij was geboren in den molen „Del Abadal" te Santa Margarita-del-Panades, een dorp dicht-bij Vilafranca. Haar moeder, Margarita Bruna, had niet ver vandaar het eerste levenslicht aanschouwd, in het huis, dat den naam draagt „Hostal de los Monjos" en dat toebehoorde aan het Dominicanenklooster, waarvan haar ouders pachters waren.

Tengevolge van de nabijheid en de vriendschap tus-schen de families, die beide godsdienstig waren, kwamen

21

Page 28: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

de jongelieden tot een nadere kennismaking, en in 1771 werd het Huwelijk gesloten.

Wat later, in 1773, werd het jeugdige paar door de rijke familie Alcover te Vilafranca aangezocht, zich te komen vestigen in den molen „En Rovira", op nauwelijks een kilometer afstands van de stad gelegen. Deze molen was van een zeer eenvoudige constructie, zonder eenige luxe, maar degelijk gebouwd; hij bestaat nog. Op het oogenblik hoort hij toe aan de Congregatie van Sint-Anna. Hij ligt in een weelderig landschap, bezet met boomgaarden en wijnbergen.

Kort voor ze zich hier kwamen vestigen was Cristobal en Margarita hun eersteling, Juan, geboren. Hierop volg-den drie andere kinderen: CristObal, Maria en Margarita. Toen verscheen de kleine Maria Josefa. Haar eerste negen jaren bracht ze met haar broertjes en zusjes op den molen „En Rovira" door. Omtrent deze eerste jeugd beschikken we over weinig gegevens.

Het meisje was door de natuur bevoorrecht; ze was welgevormd en schoon van bouw, had een mooi gezicht met blauwe oogen; en in haar uiterlijk lag een engelach-tige openheid. Van meer beteekenis waren nog haar geestesgaven, naar hoofd en naar hart; reeds als kind bleek ze een bevoorrechte van God te zijn.

Op een leeftijd, dat de meeste kinderen, onder gebrek-kige leiding, aan niets dan aan spelen en allerlei onbe-duidende dingen denken, was de kleine Maria ingetogen,

22

Page 29: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Geboortehuis van Maria Rafols in En Rovira (links (+) kamer der

Openbaringen).

Page 30: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

stil, altijd bezig, en bovenal viel bij haar de groote vroom-heid op, die door haar heilige moeder in de hand werd gewerkt.

Voor heel haar omgeving was ze vol hartelijkheid; maar haar voorliefde ging naar de armen; deze kwamen bij haar ouders in huis, en hun lompen, wonden en aller-lei miseries maakten grooten indruk op haar.

Haar grootste geluk echter bestond hierin: des Zondags met haar moeder naar de kerk te gaan en daar lang te blijven, om haar hartelijke liefde voor haar God en Ver-losser te toonen, en bijzonder om Zijn H. Hart te ver-eeren. Het kostte soms moeite, haar uit de heilige plaats weg te krijgen.

Een groote devotie had ze ook voor de allerheiligste maagd Maria. Nog geen drie jaar oud, zegt ze ergens zelf, meende ze Haar altijd naast zich te zien, haar waar-schuwend, onderrichtend, en vooral haar brengend tot liefde voor Haar goddelijken Zoon.

Onder toezicht en leiding van haar goede moeder werd de jonge Maria voorbereid op het H. Vormsel, dat ze tegelijk met eenigen van haar broertjes en zusjes ont-ving uit de handen van Monseigneur don Gabirio Areladario y Mesin, bisschop van Barcelona. Dit had plaats einde Mei 1785; ze was toen nog maar vier jaar oud!

Volgens haar eigen getuigenis echter besefte ze, niet-tegenstaande haar jeugdigen leeftijd, wat de beteekenis

24

Page 31: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

was van het Sacrament, dat ze ontving; en tengevolge daarvan zijn dan ook haar buitengewone gaven daarbij toegenomen en heeft haar zieleleven er veel bij gewon-nen aan schoonheid.

In 1790 maakten sterfgevallen op Hostal de los Monjos het noodzakelijk, dat haar vader CristObal de leiding hier op zich nam; er bleven niet anders dan vrouwen over. Met zijn gezin trok hij er heen. Vier jaren zou de jeug-dige Maria daar wonen. Dit was een bittere tijd voor haar; maar haar zieleleven won er bij in heiligheid. Bin-nen korten tijd stierven achtereenvolgens haar laatste broer, Jose, haar oom van vaderszijde, haar grootmoeder van moederskant en tenslotte haar vader, die 10 Juli 1794 stierf als een heilige. Deze laatste slag deed haar de waardeloosheid en ijdelheid van de wereldsche dingen beseffen, verlevendigde nog in haar de liefde voor God, en het verlangen kwam bij haar op, om zich geheel aan de aanbidding en de liefde van het Goddelijk Hart te wij den.

Op haar veertiende jaar, 4 Juni 1795, deed ze, voorbe-reid door haar moeder en door de Dominicanessen, op Sacramentsdag haar eerste H. Communie. Op dien ge-denkwaardigen dag nam ze in haar hart de stem van Jezus waar, die haar vroeg, zich aan Hem en aan Zijn allerheiligste Moeder toe te wijden; iets waartoe ze zich zelve ook reeds getrokken voelde. Bij deze gelegenheid deed ze aan de allerheiligste Maagd de belofte van zui-

25

Page 32: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

verheid en wijdde ze zich aan de liefde voor Jezus' god-delijk Hart toe. Maria leerde haar, bij het ontwaken, met de armen over haar borst gekruist, te bidden; en al spoedig stond Jezus haar toe, aan haar vurig verlangen, om in een klooster te gaan, te voldoen.

26

Page 33: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

MARIA RAFOLS BIJ DE ZUSTERS VAN ST. JAN TE BARCELONA.

(Van einde 1795 tot einde 1804).

HOE smartelijk de scheiding ook mocht vallen, Mar-garita Rafols y Bruna was te groot van ziel en te oprecht christen, om zich ook maar een °wen-

blik tegen de heilige roeping van haar dochter te ver-zetten. Toen het uur gekomen was, bracht ze het offer, slechts denkend aan het geluk en het eeuwig heil van haar kind.

Door bemiddeling van don Manuel de Montoliu, com-mandeur in Vilafranca van de, tegelijk militaire en ver-plegende, orde van Sint Jan te Jerusalem, werd ze opge-nomen bij de „Sanjuanisten" te Barcelona.

Ongeveer negen jaren zou ze in dit huffs blijven, om er zich aan het religieuse leven aan te passen. Daar, in de rust van de eenzaamheid, ver van alle verleiding en wereldsche verstrooling, ging Jezus nog inniger tot haar hart spreken. Tegelijkertijd kreeg ze zware lessen en ook tallooze gunsten en vertroostingen van Hem; over de laatste echter zweeg ze uit bescheidenheid en nederig-

2 7

Page 34: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

heid. Ze beantwoordde er echter aan door toe te nemen in liefde voor God, in toewijding en liefde voor de armen. Gedurende deze jaren van rustig contemplatief leven, van verborgen plichtsvervulling in dienst van armen en onge-lukkigen, kwam het zieleleven van Maria Rafols op steeds hooger peil, kwamen haar geest en haar hart tot ont-wikkeling en maakte ze zich de groote deugden eigen, waardoor ze later in staat zou worden gesteld, haar zen-ding van de Voorzienigheid te vervullen.

Er kwam dan ook een dag, dat een groot verlangen bij haar ontstond, om het klooster van de „Sanjuanisten" te verlaten en een „Congregatie van Liefde" te gaan stich-ten. Ze besloot hiertoe onder invloed van een heilig priester, dien ze in vertrouwen nam, Mossen Juan Bonal, groot vriend van zieken en zwakken in deze wereld.

Pater Bonal werd door de „Sitiada" of directie van het beroemde ziekenhuis „O.L. Vrouw van Genade" te Sara-gossa ontboden; daar heeft hij zijn uiterste best gedaan voor den kloostertucht onder de broeders en zusters, die de zieken, armen en zwakken verpleegden. Van de Over-ste der „Sanjuanisten" kreeg hij gedaan, dat Maria Rafols als verpleegster in het gasthuis van de Genade kwam. Ongeveer twee of drie maanden bleef ze daar. Toen be-sloot ze, op aandringen van Jezus' H. Hart, haar voor-nemen ten uitvoer te brengen. Terug in Barcelona, spreekt ze zich uit bij de Overste van de „Sanjuanisten", en deze stemt in haar vertrek toe. Op den gestelden dag

28

Page 35: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

kwamen, overeenkomstig de belofte, haar door het H. Hart gedaan, twaalf zusters zich ter harer beschikking stellen, om met haar de nieuwe Orde to gaan , stichten, zonder dat ze onder elkander er ooit over gesproken hadden.

29

Page 36: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 37: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

STICHTING VAN DE CONGREGATIE VAN DE „LIEFDEZUSTERS VAN SINT-ANNA".

(Januari 1805).

M ARIA Rafols ging met de zusters, die zich bij haar hadden aangesloten, naar Barcelona, waar pater Bonal ze wilde spreken. Deze stad verlieten ze in

December 1804 en kwamen den 28en te Saragossa aan. Haar eerste bezoek was voor O.L. Vrouw del Pilar. Alle verbinding met Catalonia en de „Sanjuanisten" was nu verbroken.

In den loop van Januari 1805 werd Moeder Maria Rafols tot Overste van de nieuwe Congregatie gekozen, en den eersten Februari begonnen de zusters haar taak, gingen ze armen, zieken en zwakken bezoeken en ver-plegen. Uit nederigheid echter weigerde Maria Rafols den titel van Generaal-Overste van de Congregatie te dragen; ze stond er op, dat hiertoe werd gekozen zuster Maria Romero, een ontwikkelde vrouw met veel onder-vinding in het leven, die reeds in 1808 zou sterven. Pater Bonal echter en de zusters hielden aan, en Moeder Rafols moest zich ten slotte de keuze laten welgevallen.

31

Page 38: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

De „Liefdezusters" werden te Saragossa al spoedig bekend om haar ijver, haar toewijding, haar onuitputte-lijke liefde, die algemeen bewonderd werden. Pater Bonal wist van de gunstige stemming onder het publiek gebruik te maken en kreeg bij de „Sitiada" gedaan, dat het gast-huis van O.L. Vrouw van Genade aan Moeder Rafols en haar zusters werd toevertrouwd. Hier zouden die heilige vrouwen voor haar ijver, haar zelfverloochening, haar behoefte aan opoffering en voor al haar groote deugden een terrein vinden, om zich in het voile licht te out-plooien en grooten invloed uit te oefenen.

Dank zij het wijze en praktische bestuur van Moeder Overste, Maria Rafols, was het gasthuis binnen weinig tijd van gedaante veranderd. Het werd er zindelijk, gezond, vroolijk en, tot groote voldoening van den Raad van Toezicht, kon men het bijna als een aantrekkelijk verblijf voor de arme zieken beschouwen. Voor alle zusters was het tegelijkertijd onder voorbeeldige leiding een praktische leerschool: ze hadden haar godsdienstige oefeningen, haar uren van stilzwijgen en omgang met God.

Het aantal patienten nam zoodanig toe, dat Moeder Rafols en haar twaalf medezusters onder het werk bezweken. In 1807 werd door de „Sitiada", in overleg met Moeder Overste, het aantal zusters op 21 gebracht. Ook werd goed gevonden, dat een er van het bestuur op

32

Page 39: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

zich zou nemen van het bisschoppelijk gasthuis to Hues-ca; een verzoek hiertoe was van den bisschop uit die stad ingekomen. Het aantal van een en twintig zusters lijkt ons echter zeer gering, met het oog op de verschrikke-lijke gebeurtenissen, die voor de deur stonden en die de heldhaftige deugd bij de zusters van Sint-Anna op een zware proef zouden gaan stellen.

M.M.R. 3

33

Page 40: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 41: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

HELDENMOED VAN MOEDER RAFOLS. HERHAALD BELEG VAN SARAGOSSA.

(Van 13 Juni tot 14 Augustus 1808 en van 19 December 1808 tot 21 Februari 1809).

I ET is bekend, dat Napoleon, in zijn mateloozen hoogmoed en veroveringszucht, besloot, zijn legers naar Spanje te sturen, om daar zijn broer

Josef op den troon te zetten. In heel het land werd alles tegen den indringer gemobiliseerd. Toen, half Juni 1808, de Franschen voor Saragossa verschenen, stond de dap- pere gouverneur Palafox aan het hoofd van een belang- rijk garnizoen en vond steun bij de inwoners, die besloten waren hun haardsteden tot den dood toe te ver- dedigen. Het werd een strijd, een meedogenlooze strijd, met vele wisselingen: artilleriegevechten, aanvallen op de bressen; en de huizen verdwenen een voor een onder het onafgebroken geweervuur. De vijand maakte weinig vorderingen; want de Spanjaarden verdedigden zich met den moed van de wanhoop en ze vielen met levensver- achting. Men zag priesters en monniken hun, met het kruis in de hand, moed inspreken, en, zoo noodig, gingen ze zelf in het vuur. Schoten de mannen te kort, dan

35

Page 42: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

kwamen de vrouwen hun plaats innemen. Zoo vochten

Casta Alvarez en de gravin de Bireta bij den ores; en Augusta Zaragoza, die, op 1 Juli, bij den aanval op de

poort „Portillo" de lont nam uit de hand van den laatsten

canonier, toen deze gesneuveld was, en niet ophield, het canon te bedienen, tot de vijand terug gedreven was.

Als religieusen namen Moeder Rafols en haar mede-zusters geen deel aan den strijd; maar toch toonden ze den grootsten moed: ze liepen over pleinen en door straten, zonder zich aan projectielen en geweervuur te storen, om zieken te helpen en gewonden weg te dragen, te verbinden, te verfrisschen en te troosten. Op elk uur van den dag en van den nacht kon men Moeder Rafols zien, rustig, ongevoelig voor slapeloosheid, voor moe-heid en gevaren.

Het bombardement, steeds toenemend in hevigheid, vernielde alles, zonder ook de heiligdommen te ontzien. Teneinde den belegerden vrees in te boezemen, con-centreerde de vijand, op 3 Augustus, het artillerievuur op het gasthuis „O.L. Vrouw van Genade". De woede van de verdedigers binnen Sarogossa verdubbelde er door. Maar wat 'n afschuwelijk gezicht! Heel het oude gesticht lag in puin! Zieken en zwakken schreeuwden van angst; krankzinnigen liepen huilend door de straten en vluchtten naar het Fransche kamp.

Zonder haar koelbloedigheid te verliezen en de hulp van God inroepend, brachten Moeder Rafols en de zus-

36

Page 43: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

ters, geholpen door pater Bonal, de zieken en gewonden naar de S. Michaelskerk, die nog was blijven staan. Plotse- ling echter merkte Moeder Rafols, dat er nog een zieke , gemist werd; ze ging hem zoeken tusschen het puin. Terwijl ze hem in haar armen droeg, herkende ze er Jezus Christus in: „Hija mia, zei Hij, Bien te mereces esta recom-pensa": „Dit loon verdient ge wel, Mijn dochter"; en enkele oogenblikken er na was Hij verdwenen.

Aileen ging Moeder Rafols toen de krankzinnigen op-zoeken, die uit angst naar het Fransche kamp waren gevlucht. Ze werd er goed ontvangen, kwam terug met eten voor haar zieken, wist de krankzinnigen bijeen te krijgen, en dezen volgden haar gewillig.

Het gasthuis van O.L.V. van Genade was voor de helft verwoest, en daarmee waren een rijke schat archieven en een massa kunstvoorwerpen verloren gegaan. Toch trokken de Franschen er 4 Augustus in en openden vandaar op de stad een verschrikkelijk vuur; echter zonder den tegenstand van de bezetting te breken. Eerst 14 Augustus, bij den aftocht, trok de vijand uit de bouw-vallen van het huis en stak het daarbij in brand. Nu ging alles voor goed verloren: meubelen, kostbaarheden; al het gerei, kleeren, provisie; alleen het linnen, dat in de wasch gedaan was, bleef gespaard. Wat 'n ver-driet voor Moeder Rafols bij het zien van die ruiner daar lag het oude gasthuis, waar haar Congregatie was geboren!

37

Page 44: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

De „Sitiada" wist van Palafox gedaan te krijgen, dat de zieken voorloopig mochten worden ondergebracht in het Gods-huis en op andere plaatsen. Het werk van de zus-ters, die het toch al kwaad genoeg te verantwoorden hadden, werd hiermee nog veel verzwaard. Daarbij kwam nog, dat, al hadden de Franschen het beleg nu opge-broken, Saragossa uitgeput was en zich bij de capitulatie van Bailen in een toestand van uiterste ellende beyond, zoodat er gebrek aan alles was. Aileen door haar vurige liefde voor God en haar onbeperkt vertrouwen in Hem hielden Moeder Rafols en haar Dochters stand bij haar heilig liefdewerk en bleven ze hopen, dat de ongelukkige stad zou gered worden.

Maar wat waren al die beproevingen van nu en vroeger nog vergeleken bij hetgeen binnen zoo korten tijd te wachten stond!

Na een overwinning in de buurt van Tudela in Novem-ber 1808 verschenen de Franschen op 19 December weer voor Saragossa, om het opnieuw te belegeren.

Nauwelijks was men in staat geweest, de schade te herstellen, de bressen te dichten en voorraad op te doen. Palafox was weer in de vesting teruggekeerd, om de ver-dediging te leiden, en talrijke boeren waren samen gestroomd, om het garnizoen te versterken.

De vijand beschikte nu over veel artillerie en hoopte ongetwijfeld, den voorgaanden tegenslag goed te makers; een stortvloed van ijzer en vuur goot hij aanstonds over

38

Page 45: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

de stad uit; onophoudelijk waren er explosies en bran-den; en spoedig er op begonnen de aanvallen en knalden de geweeren; het werd een wild geschreeuw en door-dringend gegil van de vechtende soldaten; gejammer van de gewonden; gerochel van de stervenden, die door de straten strompelden en zich achter een stuk muur tus-schen de puinhoopen en ruinen trachten te verschuilen. Een gruwelijk, ontstellend gezicht zulk een oorlog in de straten tusschen de huizen!

Bij den aanval van 26 en 27 Januari hadden meer dan 50 vuurmonden de stad gebombardeerd: gasthuizen, weg-kruisingen, pleinen en tal van particuliere huizen lagen vol zieken, gewonden en stervenden. Er waren geen handen genoeg, om de dooden te begraven, en er ontstond een ondragelijke stank. Door den oorlog, de besmetting en den honger stierven er 500 a 1000 menschen per dag. Maar in Saragossa werd van geen overgave gesproken. Bij den oorlog in de straten voegde zich nog die onder den grond met behuip van mijnen; en zonder een oogen-blik rust te gunnen, hield de strijd met dezelfde wilde verwoedheid aan. . . .

Sterk door haar toewijding en haar vertrouwen op God, liepen Moeder Rafols en haar liefdezusters overal rond, met kalmte duizendmaal den dood trotseerend. Geen mensch weet, wat heldendaden ze verrichtten; slechts een klein gedeelte er van is tot nu toe tot ons doorgedrongen. Levend van resten en afval, zijn ze nacht

39

Page 46: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

en dag bij de gewonden, de besmetten, de stervenden; ze spreken moed in, verbinden en dragen die mensche-lijk e schaduwen weg . . . .

Tegen het einde van Januari werd de toestand vrijwel hopeloos. In het gasthuis, evenals in de stad, was gebrek aan alles: aan eten, drinken, geneesmiddelen; zieken en gewonden kwamen om van honger, van dorst en uit-putting.

Nu gingen Onze L. Heer Jezus Christus en Zijn aller-heiligste Moeder, op het gebed van Moeder Rafols, een reeks wonderen doers, waarvan men de bijzonderheden in de geschriften van de heilige Moeder vindt. Slechts enkele van de meest bijzondere haal ik hier aan.

Op ingeving van Jezus' H. Hart, waarbij Maria Rafols bij zooveel onmenschelijk lijden en temidden van den dood, om raad ging, trok ze op een goeden dag met haar zusters er op uit, om, niettegenstaande de algemeene hongersnood in de stad, op straat te gaan bedelen. In haar manden brengen ze wat restjes mee; maar ze heeft er genoeg aan, om allen in het gasthuis en velen daar-buiten te verzadigen. O.L. Heer kwam, ten haren be-hoeve, het wonder van de brooden overdoen.

Toen de vijand ook de watertoevoer had afgesneden, werd er in Saragossa hevige dorst geleden. Plotseling viel het Moeder Rafols in, dat er een kruik met wijwater in de kapel werd bewaard. En iedereen rondom haar kon zijn dorst lesschen zonder dat het water verminderde.

40

Page 47: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Niemand echter, ook de zusters niet, had eenig vermoe-den van de wonderen, die er gebeurden; zoo goed wist ze alles te verbergen.

Toen er tenslotte in de stad niets meer te vinden was, besloot ze, onder den drang van het goddelijk Hart, met twee zusters, Tecla en Juliana, bij den vijand hulp te gaan vragen. De belegerden noemden hen dwaas en wilden hen tegen houden; maar vergeefs: de drie religieusen gaan in de richting van den berg Torrero, waar maarschalk Lannes zijn hoofdkwartier heeft. Ze komen langs lijken, langs onnoembaar vuil en ruinen; om haar heen vliegen kogels en projectielen, maar zonder ze te raken; ze komen aan de Fransche voorposten; de soldaten staan verstomd en laten hen door. Ze laten zich bij den maarschalk aan-dienen, die omgeven is van zijn generalen staf, en vallen aan zijn voeten neer. In het Catalaansch 1) vraagt Moeder Rafols genade voor de stad en voor haar zieken. Haar woorden maken zulk een indruk, dat Lannes, die den heldenmoed van Saragossa wel wist te waardeeren, haar alles geeft wat ze vraagt, vooral water en eten voor het gasthuis. Daarenboven gaf hij haar ook een vrijgeleide, om zoo dikwijls ze wilde, in het Fransche kamp te komen. Moeder Rafols kwam met haar zusters in de stad terug, bezwijkend onder den last van hetgeen ze droegen; haar kleeren waren door de kogels doorzeefd, maar niemand was gedeerd. Op de Saragossanen maakte deze buiten-gewone tocht een bijzonderen indruk.

41

Page 48: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Tot den 19den Februari, het einde van het beleg, ging er Been dag voorbij, dat de heldhaftige Moeder niet, duizend dooden trotseerend, naar het Fransche kamp ging, om er levensmiddelen te halen en haar liefdewerk te kunnen voortzetten. Op deze manier hield ze meer dan 6 000 patienten in leven; ze bracht hun vleesch, gevogelte en al wat ze voor hen maar kon bemachtigen.

Voor de liefde van deze bewonderenswaardige vrouw bestond er ook niet het minste verschil tusschen een Franschman en een Spanjaard. Dit werd haar echter gevaarlijk. Waarschijnlijk zonder zich voldoende reken-schap te vragen, had ze de vlucht van krijgsgevangenen in de hand gewerkt. Ze stand op het punt gefusilleerd te worden, toen ze plotseling de geweren uit de handers van de soldaten zag vallen, zoodat ze vrij weg kon loopen.

Meermalen is het ook voorgekomen, dat Moeder Rafols van haar reputatie en haar vertrouwen bij den Franschen chef gebruik maakte, om de bevrijding van gevangenen te verkrijgen of veroordeelden van den dood te redden. Zoo kreeg ze, op aansporen van Jezus' H. Hart, van generaal Lefebre gratie voor vier onschuldigen, die op het punt stonden onrechtvaardig te worden ter dood gebracht.

Na de overgave van Saragossa (20 Februari 1809) besloten de Franschen, ongetwijfeld uit wraak over den geweldigen tegenstand, hun geboden, eenigen van de voornaamste volksmannen, die in hun oogen schuldig

42

Page 49: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

■.•

f

.,;

Bezoek bij den Commandant van het Fransche bezettingsleger voor Saragossa. (1808-'09 ) .

Page 50: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

waren, te straffen. Zes van de aanzienlijken: don Domingo Jimenez, don Federigo Lafuente, don Jose Aznar, don Andres Perales, don Clemente Delgado en don Francisco Lajusticia (een Madrileen), zouden in den ochtend van 6 Maart geexecuteerd worden. Terwijl Moeder Rafols bij het H. Sacrament een bezoek bracht, legde Jezus Chris-tus haar op, bij maarschalk Lannes gratie voor hen te gaan vragen. Ze trof hem aan midden in een groat vreugdefeest. Onmiddellijk kreeg ze gedaan, dat ze gered werden. Zelf ging ze (5 Maart 1809) het hun mededeelen, en vroeg, als dank, niet anders dan dat ze met hun gezin zouden gaan biechten, communiceeren en O.L. Vrouw del Pilar bedanken.

Talrijke zusters van S. Anna zijn tijdens dit tweevou-dig beleg bezweken als slachtoffer van honger, van ziekte, van haar ijver en onweerhouden zelfverlooche-ning, vast besloten hulp te bieden en alles te verduren ten koste van haar leven; ze stierven als heiligen, en men zegt te weinig, als men ze heldinnen noemt. Moeder Rafols heeft over deze zusters aanteekeningen gemaakt (die men hoopt te vinden) met bijzonderheden over hetgeen ze bij dat herhaald beleg deden, en ongetwijfeld ook met gegevens omtrent haar zelve. Meermalen gal Palafox uiting aan zijn bewondering voor haar liefde, haar zelfopoffering en volkomene toewijding; van dit alles schreef Moeder de verdienste aan Jezus toe, aan wien ze haar leven gewijd hadden.

44

Page 51: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Maria Rafols won het van al deze hoogstaande vrouwen in heiligheid; ze gedroeg zich als een kalme heldin, belangeloos, en aanhoudend bracht ze het offer van haar leven; in de gegeven omstandigheden was ze de glorie van heel haar yolk en de eer van haar land; ze was, gelijk koning Alphons XIII haar met zekeren trots noemde, de Spaansche Jeanne d'Arc.

Saragossa is er haar altijd dankbaar voor gebleven; het heeft haar nooit vergeten, hoewel Moeder Rafols haar uiterste best heeft gedaan to verbergen, wat grootsche rol ze in de geschiedenis van de stad had gespeeld en hoe ze in het verborgen met afdoend succes was opgetreden. Niettegenstaande dit alles is haar aandenken bij de inwoners levend gebleven; en haar beeltenis prijkt, in marmer gegrift, op de eereplaats op het monument, dat Saragossa in 1908 op het Portillo-plein ter eere van de dappere Agustina Zaragoza en de overige heldinnen van den vrijheidsoorlog heeft opgericht.

1) Het Catalaansch heeft het meest van het Gasconsch; maar-schalk Lannes was uit Lectoure (Gers).

45

Page 52: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 53: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

FRANSCHE OVERHEERSCHING.

(21 Februari 1809 tot 9 Juli 1813.)

GENERAAL Suchet, die Saragossa innam, was de chef

van het Fransche leger in Aragon. Al spoedig werden de leden van de „Sitiada" van O.L. Vrouw

van Genade afgezet en vervangen door een nieuw bestuur; aan het hoofd hiervan stond pater Miguel Suarez, een Franschgezinde Capucijn uit Santander; hij was een goed predikant en werd niet lang daarna bisschop van Huesca. De Spaansche Patriotten werden geplaagd, vervolgd en gemolesteerd. Pater Bonal werd verboden, den zusters van liefde biecht to hooren en hij verliet Saragossa. Moeder Rafols werd dermate achtervolgd met plagerijen en valsche beschuldigingen, dat ze als Overste van de Congregatie haar ontslag aanbood. Dit ontslag werd door den gouverneur aanvaard, en in haar plaats werd zuster Tecla Canti gekozen (10 Augustus 1812). Met tegenzin echter werd aan haar gehoorzaamd. Deze toestand bleef duren tot den nacht van 9 Juli 1813, toen de Franschen wegtrokken en ook pater Suarez verdween.

47

Page 54: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

De nieuwe gouverneur van Aragon, don Salvador Campillo, zette de Franschgezinde „Sitiada" weer af, en pater Juan Bonal kon als biechtvader en raadsman van de zusters terugkeeren.

Moeder Rafols, die eerst de zorg had gehad voor het linnen van de sacristie, werd nu, op haar verzoek, direc-trice van de „Inclusa", een toevlucht voor vondelin-gen. Tot haar dood heeft ze zich hier met engelenge-duld aan de opvoeding van die ongelukkige kleinen gewijd en vond daarbij gelegenheid, heel den rijkdom van haar liefde en haar zelfverloochening to toonen.

48

Page 55: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

TIJDVAK VAN RUST EN INKEERING. (1813-1816.)

Groote openbaringen worden aan Moeder Rafols gedaan.

NN A dezen tijd van langdurige en wreede beproevin-

gen, die Moeder Rafols nog nader tot God hadden A_

gebracht, ging ze meerdere jaren van kalmte en vrede tegemoet. En in dien tijd vond Jezus er blijkbaar genoegen in, haar met ongehoorde gunstbewijzen te overstelpen. Vooral in het jaar 1815 was de „Sierva de Dios", de dienares van God, gelijk ze zich graag noemde, een voorwerp van ontzaggelijke bovennatuurlijke voor-rechten, waarmede Jezus' H. Hart de ontberingen, het verdriet en de offers van Zijn welbeminde Bruid vergold.

10 April 1815 vroeg Moeder Rafols, in overeenstem-ming met Moeder Overste Tecla, bij den president van de „Sitiada", don Agustin Sevil, twee maanden verlof, ten einde in Catalonia haar broers, zusters en verdere bloedverwanten te bezoeken, die ze sinds tien jaar niet meer gezien had. Den volgenden dag kwam de raad van de „Sitiada" bijeen, en het verlof werd toegestaan. Maria Rafols gaf rekenschap van al haar werkzaamheden en

M.M.R. 4

49

Page 56: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

vertrok met haar zuster Margarita, die haar was komen halen, naar Villafranca.

Eerst in onze dagen, nu die wonderbare geschriften zijn gevonden, zijn de ware beweegredenen van deze reis bekend geworden.

Moeder Rafols immers schrijft daarin: „Den eersten Donderdag van April 1815 tusschen elf en twaalf uur des nachts lag ik voor het Tabernakel te bidden. Mijn lieve Jezus verscheen en zei:

„Dochter, ik verlang, dat ge twee maanden in Vila-franca gaat doorbrengen. Ge hebt rust noodig en uw ziel moet nieuwe krachten opdoen, om niet te bezwijken bij de groote beproevingen, die u te wachten staan. Mijn. allerheiligste Moeder en Ik zullen u komen versterken, en We gaan het huffs, waarin ge geboren zijt, door Onze zichtbare tegenwoordigheid heiligen. Met u en met dit nederig gebouw hebben Wij, de Drie Goddelijke Perso-nen, groote plannen. Een glorierijke plaats zal het warden; van alle kanten zal men er samen komen, om er genezing naar ziel en lichaam te zoeken".

Tengevolge derhalve van deze uitnoodiging ging Moeder Rafols naar den molen En Rovira te Vilafranca. Gedurende de twee maanden, die ze daar doorbracht, verliet ze dit gebouw niet dan om naar de kerk te gaan

50

Page 57: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

en op den Calvarieberg, dicht bij den molen, den kruisweg te bidden.

Ze vertelt er ons dit van: „De genaden, die ik in deze twee maanden ontvangen heb, zijn niet te tellen. Er is echter al zooveel tijd overheen gegaan, dat het moeilijk is, me alle bijzonderheden te binnen te brengen. Ik zal doen wat ik kan, terwille van Jezus' H. Hart, dat ik niet onaangenaam wit zijn, en dat er voortdurend zoo op blijft aandringen, dat ik de verborgen dingen, die zich in mijn ziel hebben afgespeeld, zal opschrijven. Ik begrijp niet, wat mijn lieve Jezus er mee voor heeft, met me te laten schrijven. Maar dit weet ik wel: het verdriet, dat ik bij het ontvangen van dergelijke bevelen heb, is zoo groot, dat al wat ik in mijn leven te verduren heb gehad, er niets bij wordt; zulk een marteling is het voor mij, deze verborgen dingen van mijn leven op te schrijven.

Den eersten nacht, dat ik in Vilafranca was, heb ik in gebed doorgebracht; tegen middernacht verscheen het H. Hart van Jezus me, zoo schoon en zoo schitterend, als ik Het nooit meer gezien heb. Er schoten lichtstralen uit, die de wanden van de kamer rondom in een licht zetten van allerlei kleur, zoodat ze van kristal leken. Die kleuren waren zoo schitterend; zoo mooi, dat ik er geen woorden voor vind; alleen kan ik zeggen, dat die acme, nederige woning een hemel scheen te zijn. Ik beyond me als het ware buiten deze wereld en hoorde de stem van mijn God, die met Zijn gewone liefheid tegen me zei:

51

Page 58: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

„Dochter, Ik heb u in dit huis doen komen, om uw ziel gelukkig te maken en dit eenvoudige gebouw door Mijn tegenwoordigheid te heiligen”.

Vervolgens zei Hij:

„Ik verlang, dat ge dat kruis 2) waaraan ge zoo gehecht zijt, maar dat niet past bij de armoede, die ge beloofd hebt, in dit huis ophangt (zie hierover verder haar ge-schriften blz. 151). Men zal het naar Saragossa in het noviciaat brengen en daar zal het groote vereering yin-den; het zal er blijven totdat uw dochters deze heilige plaats komen bewonen. Dan wil Ik, dat dezelfde zuster, die het van den spijker genomen heeft, het terug borne hangen op dezelfde plaats, waar ze het gevonden heeft". (Zie voor de vervulling blz. 151-154).

Jezus' H. Hart ging voort met steeds nieuwe wonder-bare zaken voor de oogen van Zijn dienares te vertoonen. Hij zei haar, dat dit huis eenmaal Zijn naam zou dragen en in hoog aanzien zou komen te staan, dat in de om-geving er van een gesticht zou komen voor armen en zieken, en dat dit zou heeten „Sint Jozefsgesticht". (Zie voor de vervulling er van blz. 159).

Het H. Hart van Jezus liet haar zien en begrijpen, dat Hij in den tijd, waarop deze opdrachten in vervulling zouden gaan, een heilig prelaat zou geven, vol liefde voor

52

Page 59: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Zijn heilig Hart en voor het zielenheil, om de zusters te helpen, al deze plannen uit te voeren. Deze prelaat is zonder eenigen twijfel de vrome bisschop van Barcelona, bewonderaar van de „Sierva de Dios"; op). Mei 1931 had hij het voorrecht, de uitvoering van Jezus' plannen in te leiden door de eerste-steenlegging voor de kerk van O.L.Vr. del Pilar te Vilafranca. (blz. 159).

Daarop volgde een openbaring aangaande den „ver-laten Christus". Een nacht, zegt Moeder Rafols, dat ik mijn lichaam tuchtigde, verscheen Jezus me erg bedroefd en zei:

„Ga door, Dochter, met uw lichaam te tuchtigen, ten einde eerherstel te geven aan Mijn eeuwigen Vader, die zoozeer vertoornd is over de zonden van Gods-lastering, van Zondagsschending en over alle schandalen en oneer-bare handelingen, die Me de laatste tijden zoozeer ge-krenkt hebben. . . . Hier dichtbij ligt een schat verborgen; als men dien vindt, zal 1k hem bij uw dochters doen bezorgen. De schat, waar 1k u over spreek, is een beeld van Mij; tijdens de laatste oorlogen werd het uit de Dominicanenkerk gestolen (men dacht, dat het van goud was). Toen ze hier langs kwamen, hakten ze met steenen het kruis kapot, om het beeld er of te nemen; ziende, dat het niet was wat ze verwachtten, hebben ze er de af-schuwelijkste heiligschennissen mee uitgehaald; ze vloek-ten tegen Mij, alsof 1k hun ongeluk bracht. Onder gruwe-

5 3

Page 60: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

lijke godslasteringen, spotternijen en de meest onpassen-de grofheden maakten ze een kuil in den grond, om te zorgen, dat geen goede geloovige het ooit meer te zien zou krijgen. 1k wil, dat ge dit alles opteekent tegen den tijd, dat dit beeld van Mij, waarmee zooveel schanddaden zijn uitgehaald, weer in het bezit van uw Dochters zal zijn. Ik wensch, dat ze er eerherstel aan zullen geven; en van dat oogenblik of zullen ze het „De Heilige Verlaten Christus" noemen, die om voldoening vraagt. (El Santo Christo Desamparado).

Degenen, die Mij bij dit beeld met vertrouwen zullen aanroepen, zullen verhoord worden en heel bijzonder zullen ze Mijn barmhartigheid ondervinden; de meest verharde zondaars zullen er door tot berouw worden opgewekt. Ik wensch, dat men na den bouw van de kerk, die op deze plaats ter eere van Mijn allerheiligste Moeder zal worden opgericht, dit beeld zal plaatsen op een plek, waar alle geloovigen het goed kunnen vereeren en er de geschiedenis van lezen". (Zie het verhaal ver-der blz. 76-81).

2) Een kruis, dat ze altijd droeg. „Men had het mij cadeau ge-geven, vertelt ze, het was met zilver belegd. Ik was er erg aan gehecht, doordat ik het gekregen had van een pater Jezuiet, een zeer heilig man".

5 4

Page 61: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

MOEILIJKE ONRUSTIGE TIJDEN.

(1817-1823).

I N de jaren, die op de onafhankelijkheidskrijg volgden, waren de inkomsten en de bronnen van Saragossa heel veel verminderd. Het gasthuis was weer opge-

richt, maar de voorrechten er van waren door bedenke-lijke en heimelijk vijandige overheden gaandeweg be-snoeid. Sinds het jaar 1817 stond de Congregatie van S. Anna voor groote moeilijkheden op stoffelijk gebied; ze ondervond de ondankbaarheid van de menschen, die vergaten, wat onschatbare diensten er hun door bewezen waren, en niet beseften, wat ze er nog voortdurend aan te danken hadden. Gesteund door den heiligen pater Juan Bonal, begonnen de zusters nu in de stad en de omgeving te bedelen, en Moeder Rafols riep de hulp van generaal Palafox in.

Ook de „Sitiada", het bestuur, was jaloersch en heersch-zuchtig, en zocht geregeld de rechten van de Congregatie, die nog geen vasten regel had, te beknibbelen. In datzelf-de jaar 1817 verzette ze zich er tegen, dat de „Liefde-

55

Page 62: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

zusters" elders nieuwe huizen zouden gaan stichten. Zoo moesten dezen er van afzien, zich in Madrid en op de Canarische eilanden te vestigen; en ze leefden in angst, dat ze ook Saragossa zouden worden uitgejaagd.

Tegen 1820 begonnen ook de onlusten en de strijd tusschen de Constitutioneelen en de Absolutisten, een strijd, die in het geheim door de vrijmetselarij met alle macht werd aangewakkerd. Al wat slecht en goddeloos was, kwam in beroering; de Liefdezusters hadden er veel van te lijden en liepen dikwijls groot gevaar.

Op een keer was het personeel van het gagthuis zoo-danig door de misdadigers bewerkt geworden, dat het besloten was, de zusters bij het verlaten van de kapel te vermoorden. Moeder Rafols zag het gevaar aankomen; met ernst en waardigheid kwam zij het eerst voor den dag en zei: „Maak mij nu maar dood, maar laat de zusters met rust". Door zulk een kalmte en heldenmoed waren de moordenaars uit het veld geslagen; ze gingen uiteen en lieten de zusters verder met rust.

Een anderen keer had men het alleen op Moeder Rafols, het hoofd en de ziel van de Congregatie, gemunt. De kloosterklok begon, als in uren van groot gevaar, van zelf te luiden. Zonder een oogenblik haar onverstoorbare kalmte te verliezen, verliet Moeder Rafols de zusters, die in doodsangst verkeerden, en zei, dat ze zich naar den wil van God moesten schikken; zij van haar kant gaf graag haar Leven voor haar vervolgers. Bij haar ver-

5 6

Page 63: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

schijning veranderden de moordenaars plotseling in zach-te lammeren en vroegen haar vergiffenis. „Segnora, riep een van hen, ge hebt iets in u, in staat om steenen to vermurwen". Zulk een bovennatuurlijk overwicht had de deugd van deze heilige vrouw, die al haar kracht zocht in haar liefde voor God, in haar vertrouwen op Hem en in haar liefde voor den evenmensch.

57

Page 64: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 65: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

ORGANISATIE VAN DE „LIEFDEZUSTERS".

Tijdperk van betrekkelijke kalmte (1824-1834).

OP deze roerige jaren volgde voor de zusters een rustiger tijdperk. Eindelijk kreeg de Congregatie haar „Constituties" of vaste regels, door twee hoog-

staande kanunniken van Saragossa opgesteld. Bij de gewone geloften, van armoede, gehoorzaamheid en zuiverheid, werd voor de zusters een vierde gevoegd, namelijk die van toewijding aan de ongelukkigen. Op 16 Juli 1825 legden ze den eed van eeuwige trouw af; eerst zuster Maria Rafols en daarna, in volgorde van ancienni-teit, de overige twaalf.

Overeenkomstig de bepalingen van de nieuwe Consti-tuties diende men nu ook over te gaan tot het kiezen van een nieuwe Overste. Op 18 April 1826 werd Moeder Maria Rafols, niettegenstaande haar nederig verzet er tegen, met zoo goed als algemeene stemmen gekozen. Op 24 April legden alle zusters voor haar de plechtige geloften af.

We hoeven wel niet te zeggen, dat Moeder Rafols een

59

Page 66: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

voorbeeldige Overste, een liefdevolle moeder, een ijverig en voorzichtig leermeesteres, een vertrouwde gids, een tegelijk zachte en krachtige bestuurster en een toonbeeld van alle deugden was.

Nadat ze drie jaar het ambt van Overste had uit-geoefend, werd ze in April 1829 opgevolgd door Moeder Teresa Periu. Later werd de Stichteres niet meer her-kozen. Maar al was Moeder Rafols in naam geen Overste, inderdaad was ze het wel gebleven. Alle zusters be-schouwden haar als haar moeder, en gingen naar haar toe om raad, om troost en om leiding. Hieromtrent hebben we wel geen getuigenissen van anderen; maar uit haar eigen optreden en uit haar correspondentie blijkt het duidelijk.

Dit tijdvak en de jaren, die er op volgden tot aan den dood van koning Ferdinand VII, waren betrekkelijk rustig; hierin konden de „Liefdezusters" en ook Moeder Rafols aan het hoofd van de „Inclusa", zonder lastig to worden gevallen, haar liefdewerk uitoefenen.

60

Page 67: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

BURGEROORLOG EN ONLUSTEN. (1834-1841.)

Gevangenneming en verbanning van Moeder Rafols.

TOEN in 1834 tusschen de twee takken van de Spaan-sche monarchie de bloedige burgeroorlog was uit-gebroken, maakten aanstonds alien die op wanorde

en anarchie aasden van deze schoone gelegenheid gebruik om de fundamenten van staat, godsdienst en samenleving te ondergraven. In de groote steden vooral deden ze hun best, onrust te stoken, partijschappen en haat aan te wakkeren, om zoo het yolk tot opstootjes en oproer te krijgen en daarbij dan zelf hun vernielzucht en dierlijke hartstochten bot te vieren. Te Saragossa slaagden die drijvers er in, het gezonde volksdeel bang te maken, en langzamerhand wisten ze het stadsbestuur geheel in hun handen te krijgen. In dien tijd van duivelschen haat tegen den godsdienst, tegen de geestelijkheid en de klooster-lingen waren de zotste en schandelijkste lasterpraatjes voldoende, om iemand in 't verderf te storten. Op huichel-achtige aanbrengerij, op valsche beschuldigingen, zelfs op eenvoudige vermoedens zat men verward in processen,

61

Page 68: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

die eindigden met verbanning, met gevangenis, soms ook met den galg en den dood.

Zoo werd ook Moeder Rafols beschuldigd van geheime actie of van samenzwering — men weet het niet juist —, eerst zochten de vijanden haar in de buurt van Saragossa, waar ze haar zoogenaamd gevangen namen, te vermoor-den. Maar God zette haar midden in den nacht in een zoodanig schitterend licht, dat de bandieten van angst hun wapens weggooiden en haar naar het gasthuis terug brachten. Bijna onmiddellijk daarop werd ze hier vandaan gehaald en in de Predikheerenstraat in de gevangenis gezet (11 Mei 1834). Daar bleef ze drie maanden tusschen de misdadigers, zonder dat er door de „Sitiada" of door al degenen, die zooveel aan haar te danken hadden, een hand werd uitgestoken, om haar te bevrijden. Jezus alleen was haar troost en haar steun.

Eenmaal uit de gevangenis, werd ze in het gasthuis opgesloten gehouden en bewaakt, totdat de rechtbank, niets tegen haar kunnende vinden, haar onschuldig ver-klaarde (April 1835). Maar die rechtbank ontzag zich, uit haat tegen den godsdienst en 'tegen al wat orde is, niet, met zich zelf in tegenspraak te komen en de heldhaftige Moeder naar Huesca te verbannen.

Bedroefd en ziek, vertrok ze 10 Mei 1835, zich over-gevend aan God, haar eenigen beschermer en leids-man, op wien ze nu meer nog dan ooit al haar vertrouwen stelde en aan wien ze heel haar hart gaf. Tijdens dit

62

Page 69: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

:::: •_- - ,...... e.....

r........ ......... .011...

,..'.......,..., 0...

Gevangenis in Saragossa, waarin Moeder Rafols in 1834 gevangen gehouden werd.

Page 70: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

droevig verblijf als balling in het bisschoppelijk gasthuis te Huesca vond Moeder Rafols weinig opbeuring in de omgeving, waarin ze geplaatst was. Misschien herinnert men zich, dat dit gasthuis alleen, evenals dat van Sara-gossa, door de „Liefdezusters" bediend werd. Na verloop van tijd echter namen de ongesteldheden bij Moeder Rafols in aantal en ernst toe. De ondersteuning van de „Sitiada" was zeer schriel; de inkomsten slonken zoo-danig, dat de toestand uiterst gevaarlijk en haast onhoud-baar werd. Verlaten van de menschen, vond ze bij Jezus' H. Hart en Zijn allerheiligste Moeder elk oogenblik haar troost en steun, en de grootste genaden vielen haar ten deel. In opdracht van het H. Hart besloot ze, eenige open-baringen, haar gedaan, op schrift te stellen; en deze zijn voor de kennis van de komende tijden van groote betee-kenis.

64

Page 71: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

TERUG IN SARAGOSSA.

Laatste jaren en dood van Moeder Rafols. (1841-1853.)

T ENSLOTTE werd de „Sitiada" ontbonden verklaard en nam het Comite (Junta) van Weldadigheid haar plaats in het bestuur van het gasthuis te Saragossa

in; dit riep Moeder Rafols na haar langdurige ballingschap terug. 13 Juni 1841 kwam ze te Saragossa aan. Met onuitsprekelijke vreugde, met groote ontroering en ook met droefheid werd ze door haar zusters ontvangen, voor wie het een soort verrijzenis uit den dood was Maar wat was die goede Moeder veranderd! Al aan-stonds merkten ze, dat ze ziek, machteloos en uitgeput was. Het ongeluksjaar 1834, waarin ze zoo onrechtvaardig was vervolgd geworden en in den kerker opgesloten, en daarop de zes harde jaren van ballingschap te Huesca hadden haar lichaamskrachten gebroken en haar kwalen op schrikbarende wijze verergerd; zoodat ze nu herhaal-delijk crisitsen kreeg.

Deze laatste jaren zijn dan ook een lange aaneen-schakeling van lijden, waarbij ze echter haar liefdewerk

M.M.R. 5

65

Page 72: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

bleef volhouden. Tot 1845 stond ze weer aan het hoofd van het gesticht voor vondelingen. Daarna bleef ze in de algemeene leiding van het gasthuis helpen; haar ziel behield al haar vurigheid; haar geest verloor niets aan helderheid.

Haar uren van gedwongen rust besteedde ze dag en nacht met ze aan den voet van het Tabernakel door te brengen en was daarbij in een soort onafgebroken extase; want naarmate haar uitwendige krachten afnamen, scheen haar inwendig leven in diepte toe te nemen.

Niettegenstaande haar zwakheid hield ze dikwijls toe-spraken voor de zusters; dikwijls gaf ze haar onderricht, om te zorgen, dat ze voor haar dood zich den geest van de Congregatie en de deugden, die er in gevorderd wer-den, terdege hadden eigen gemaakt. En daarbij maakte ze nog, in de oogenblikken dat ze vrij was van de pijn-lijke crisissen, een massa schriftelijke aanteekeningen, waarin heel de heiligheid van haar ziel tot uiting komt. Gedurende de laatste drie of vier jaren van haar leven nam het chronisch lijden bij haar op onrustbarende wijze toe. Ze werd ook getroffen door een aanval van beroerte, waardoor haar het gebruik van haar ledematen werd ontnomen. Tot het laatste oogenblik echter bleef haar geest al zijn helderheid en schranderheid bewaren.

In weerwil van de verlamming stelde ze nog meerdere

66

Page 73: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

geschriften samen. „Ik geloof, zei ze den Zen Juni 1840, dat Jezus zelf mijn hand stuurt, want alwat ik schrijf, doe ik met mijn rechterhand, en die is al sinds eenige maanden half verlamd".

30 Augustus 1853 stierf ze een heiligen dood.

67

Page 74: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 75: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

TWEEDE DEEL

GESCHRIFTEN VAN MOEDER MARIA RAFOLS.

Geschrift gevonden den eersten Vrijdag van October (2 October) 1931.

Jezus, Maria, Jozef.

Vilafranca del Panades, 19 April 1815.

MIJN lieve Jezus legt me op, eenige van de buiten-gewone gunsten, die ik van Hem ontvang en nog gedurig ontvang in dit huis, zoo vol herinneringen

voor mijn arme ziel — den molen En Rovira, haar ouder-lijk huis — waar ik me deze dagen, volgens goddelijke opdracht bevind, op te teekenen. Hoezeer het me ook tegenstaat, langer kan ik me niet verzetten tegen de bevelen, die mijn goddelijke Meester Christus Jezus me geeft. Met zachtheid, maar met ernst waarschuwt en berispt Hij me zelf.

Mijn goddelijke Meester leert me, al deze dagen medi-tatie te doen in een houding, waarin ik het nog nooit heb gedaan. Mijn grootste vreugde is altijd geweest te bidden; omdat ik echter overdag erg bezet ben, tracht ik des nachts, wanneer niemand me ziet, aan dit heftig verlangen te voldoen.

Zoo moet ik dus zeggen, dat ik den eersten nacht van

69

Page 76: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

mijn verblijf in dit dierbare huis doorbracht in gebed. Tegen elf uur hoorde ik de stem van mijn goddelijken Meester, die me zei:

„Ziehier, lieve Dochter, de plaats, bestemd voor uw rust en Mijn vreugde. Ik heb u op deze heilige plaats gebracht, waarop 1k bij uw geboorte beslag heb gelegd, evenals op uw wezen, u aldus uitverkiezend voor groote ondernemingen. Dit is de reden, waarom Ik-zelf u onder Mijn bijzondere hoede heb genomen, om, door tusschen-komst van Mijn allerheiligste Moeder, uw leermeester en uw leidsman te zijn. In dit arrne gebouw zult ge groote ge-naden ontvangen. Om te beginnen echter, Dochter, wil 1k u een waarschuwing geven: iederen keer als ge hier onder Mijn ingeving in de nachtelijke uren, zonder door eenig schepsel gezien te worden, gaat bidden... moet ge u op den grond uitstrekken met uw gezicht tegen den vloer; dan zult ge Me aanroepen, Mij, en zonder te vergeten, dat ge aarde zijt en tot aarde zult terugkeeren. In deze houding zult ge blijven totdat ge heel duidelijk merkt, dat Ik u loom bezoeken".

Toen mijn lieve Jezus me dit bevel gaf, heb ik me meteen op den grond uitgestrekt, met mijn gezicht er tegen gedrukt, en voor den eersten keer ging ik in deze houding bidden. Ik was er echter zoodanig van onder den indruk, dat ik mijn gevoel niet anders vermocht te uiten dan door een diep stilzwijgen en veel tranen, die

70

Page 77: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

op den grond vielen. Wat genaden mijn arme ziel in dien gezegenden nacht ontving, daarvan heeft alleen Jezus' H. Hart een begrip. Bij het ontvangen van die zoo zeld-zame begunstiging ging mijn arme ziel gloeien en bran-den van zuivere liefde voor God, zoo erg, dat ik bij wijien meende van liefde te zullen sterven.

Ongeveer tegen middernacht nam ik de stem van mijn lieven Jezus opnieuw waar. Er lagen een zoetheid en een majesteit in, waarvan ik, ellendig schepsel, geen denk-beeld vermag te geven. Toch wil Jezus, dat ik het op-schrijf; en om Hem, Hem, pleizier te doen, zal ik het probeeren, zoo goed als ik kan. Maar o, het is zoo moei-lijk, over goddelijke dingen in menschelijke taal te spreken; ik weet niet, hoe het aan te leggen, want die zaken lijken niet het minst op wereldsche dingen.

Ineens zag ik me heelemaal in het licht, zoo klaar en zoo schitterend en in zoovele en zoo schoone kleuren, dat ik in die oogenblikken niet meer wist, of ik nog op aarde dan wel in den hemel was. Bij dat hemelsch geluk wist ik niet anders te zeggen dan: 0 Heer, wat zijn Uw woonplaatsen vol majesteit! Medelijden, Heer, medelijden met de arme zondaars! Ontzeg hun, o Heer, Uw rijk niet! Ze zijn blind, reken hun wat ze tegen U uithalen niet toe. Ze houden niet van U, Heer, doordat ze U niet ken-nen . . . . En al dien tijd zag ik me omringd van licht, dat van alle kanten toestroomde, en zoozeer voelde ik mijn ellendigheid en nietigheid, dat heel mijn wezen me voor-

7 1

Page 78: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

kwam als een zandkorreltje, ergens verloren liggend in de onmetelijke zee. In dien oceaan van licht bleef ik als vergaan en vernietigd, zonder dat ik ergens mijn Jezus vermocht te onderscheiden.

Midden in dat hemelsche licht verscheen nu plotseling een veel sterker licht in den vorm van een blinkende wolk. Aanstonds scheurde die wolk open, en Jezus werd zichtbaar, die er uit te voorschijn trad. Hij toonde mij Zijn kostbare Wonder', stroomen licht kwamen er uit in heldere, schitterende stralen, die Hij op mij deed vallen. Over zooveel barmhartigheid was ik geheel verlegen. In een oogwenk was dat nederige verblijf in een on-metelijk en waarachtig paradijs veranderd.

0 Heer, wat is Uw barmhartigheid toch groot ten op-zichte van een laag schepsel als ik ben. Wat is het Hart van Jezus groot! Wat heeft Hij een medelijden met ons alien! Wat houdt Hij veel van ons en hoe bedelt Hij om onze liefde, om ons rijkelijk te kunnen bedeelen met Zijn meest kostbare gaven. Dat goddelijk Hart is de bron, waaruit alle genaden vloeien, noodig om onze diepste ellende en al onze onbehoorlijkheden of te wasschen. En hoe meer genaden Hij geeft, des te rijker blijft Hij er zelf bij. Een onuitputtelijke bron is Hij, waaruit alle ware vreugde voortkomt. En wat heeft Hij een onleschbaren dorst naar het heil van de zielen. Daardoor dan ook ver-langt Zijn liefdevol en medelijdend Hart zich aan ons te openbaren en Zijn eindelooze genaden over ons uit te

72

Page 79: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

storten, om ons ,arme menschen, rijk te maken. Wat zijn dan ook onze koudheid, onze ondankbaarheid en ons mistrouwen ten opzichte van Zijn medelijdend Hart Hem pijnlijk! Dit is ook de reden, waarom Hit me zoo dringend vraagt, hetgeen ik te zien krijg en te weten kom op te schrijven, in de hoop, dat de arme zondaars, die in latere tijden deze geschriften te lezen zullen krijgen en die zoozeer aan Zijn barmhartigheid behoefte zullen hebben — ten gevolge van de ondankbaarheid bij zoovelen van Zijn kinderen, die Hem zullen vergeten en de herinnering aan Hem en Zijn gezegenden Naam op de wereld zouden willen uitwisschen — in de hoop, dat die zondaars, hoe verhard ze dan ook mogen wezen, uit hun diepen slaap mogen wakker worden en, van hun blindheid genezen, zonder eenige vrees mogen gaan naar Zijn medelijdend Vaderhart.

Met de hulp van Gods genade, in alle bescheidenheid en zoo goed als ik het in mijn groote onwetendheid doen kan, zal ik dan ook alles vertellen wat de eindeloos barm-hartige Heer me in dien eersten nacht, hier doorgebracht en die me altijd bij zal blijven, heeft doen weten.

Toen ik dus als buiten deze ongelukkige wereld was, hoorde ik voor den tweeden keer de zoo zoete stem van. mijn Heer en Meester, die me met Zijn gewone vriende-lijkheid zei, op mijn knieen te gaan liggen. Ik deed het en, zooals gewoonlijk, legde ik mijn armen over elkander en

73

Page 80: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

drukte mijn kruis tegen mijn borst. Met groote majesteit zei Hij me nu:

„Dochter, ge weet al, dat Ik u in dit huis heb gebracht, om uw ziel te versterken en u vreugde te geven".

Ook dit zei Hij:

„Ik verlang, dat ge in volkomen onthechting zult 'even en dat ge uw hart aan niets ter wereld zult binden. Ook is het Mijn wil, dat ge dit kruis, waarvan ge zooveel houdt en dat niet in overeenstemming is met de armoede, die ge op u hebt genomen, . . . . dat ge dit kruis vastspijkert in ditzelfde huis, waar ge nu zijt. Ik zal zorgen, dat het hier bewaard blijit, en maken, dat niemand in staat zal zijn, het los te krijgen, totdat in latere tijden uw Dochters voor den eersten keer dit heilig huis, door Mijn tegenwoordig-held gezegend, zullen toonen op prijs te stellen en het komen vereeren. Wanneer ze dan deze woning komen bezoeken, zal 1k maken, dat een er van, dit kruis ziende, het als het uwe zal herkennen. Onder Mijn ingeving, zal ze het zonder eenige moeite en zonder zich aan iemand te storen, van den muur los maken en het erg aangedaan van den toekomstigen bezitter van het huis vragen". (Zie biz. 151-154).

Terwiji het Hart van Jezus deze laatste woorden tegen me zei, liet Het me ook heel duidelijk zien, welke groote

74

Page 81: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

plannen Het met dit huis en omgeving had. Al die plannen som ik nu niet op, omdat het me (gezien mijn groote on-waardigheid, om zulke gunsten te ontvangen), stuit en mijn bescheidenheid kwetst, over zoo grootsche dingen, die Jezus' Hart met dit huis voor heeft, te spreken. . . . Hij gaf me te verstaan, dat dit heilige Kruis te Saragossa in het moederhuis zou moeten bewaard en vereerd wor-den, totdat mijn zusters het nederige huis, waar ik nu ben, komen bewonen. Van dat oogenblik of verlangt mijn lieve Jezus, dat men het Kruis in dit gebouw zelf zal vereeren . . . .

Hij zal de dingen en de gebeurtenissen op zulk een opvallende manier leiden, en dat in een tijd, die zich al heel slecht zal leenen voor het uitvoeren van dergelijke ondernemingen, dat dit alleen reeds veel indruk op het yolk zal maken en het er in massa's heen zal trekken. En dank zij den wonderen, die het Hart van Jezus op deze plaats zal doers, zullen vele zondaars met hun verdorven levenswijze breken en hier (in het huis van Jezus' Hart) hun geweten in orde brengen. Hier zullen dingen ge-beuren, dat heel de wereld er over versteld zal staan.

Dat Kruis, waarvan ik zooveel hield, had de familie van een pater Jezulet expres voor me laten maken. Ze wisten niet, hoe ze ons hun dankbaarheid zouden toonen voor hetgeen wij gedaan hadden, om ze tijdens de gruwe-

75

Page 82: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

len van het beleg (van Saragossa) te redden. Deze pater wijdde het en verbond er vele aflaten aan; toen gaf hij het aan mij, om het in mijn kamertje bij me te houden. Ook was ik er aan gehecht doordat het van een persoon kwam, zoo heilig, zoo verstorven en zoo streng-boetvaar-dig, dat alleen al de gedachte hieraan mijn ziel goed deed. Om deze reden droeg ik het Kruis altijd bij me. Des nachts hield ik het tegen mijn hart; zooals de heilige Maagd het mij in mijn jonge jaren geleerd had, legde ik mijn armen over elkaar, en zoo kon ik het goed vast houden. Als ik wakker werd, kuste ik het heel hartelijk en vroeg ik Jezus om vergiffenis en barmhartigheid voor de zondaars, die op dat uur tegen Hem misdeden. Dank zij dit Kruis zijn ook vele zielen bekeerd; ze zeiden me, dat ze er grooten troost in vonden, wanneer ze het vereerden. Eenmaal bekeerd, smeekten ze me, hen te helpen, boetvaardigheid te doen en op een verborgen plek hun zonden te beweenen.

De kleintjes van het gesticht hielden er ook veel van; wat kusten ze het hartelijk, wanneer ik hun zei: „Kijkt eens, lieve kleinen, dit is uw Vader; houdt veel van. Hem; dan zal Hij u nooit in den steek laten". Heel dik-wijls ook sprak ik met hen over de allerheiligste Maagd; ik drukte hun op het hart, veel van Haar te houden, om-dat Ze hun aller Moeder is. De arme kleinen verdrongen zich in hun onschuld en hun liefde om mij en zeiden: „Jij, Jij bent onze moeder"! Arme kindertjes, wat denk ik er

76

Page 83: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

dikwijls aan, en wat heb ik dikwijls om die engeltjes gehuild, wanneer ik de liefde zag, die ze voor me hadden; ook wanneer ze wat grooter zijn, herinneren ze zich me nog, en ze zoeken me op, om me van hun kleine verdriet-jes te vertellen en me raad te vragen.

Ik beveel dan ook al mijn zusters aan, om, als ze ooit uit gehoorzaamheid voor die armen kinderen hebben te zorgen, geen offer te ontzien, veel van hen te houden en hun de grootste hartelijkheid te toonen, want ze hebben op de wereld geen andere moeder dan ons.

Wat nu betreft het Kruis, waarover ik sprak, ziehier wat het Hart van Jezus verlangt: Van den dag af, dat de zuster, door Hem bestemd om al wat ik op Zijn bevel geschreven heb te vinden, het in dezelfde kamer en op dezelfde plaats zal hebben teruggebracht, waar ze het van den muur had losgemaakt, van dien dag af zal men het noemen: el Santo Cristo de la Pureza y del Consuelo (de Heilige Christus van de reinheid en de vertroosting), want heel wat zielen zijn, door het aan te roepen, bekeerd; van zwart en onrein zijn ze wit en rein geworden en kregen van Hem grooten troost en hoop op het eeuwig geluk. En wanneer mijn toekomstige novicen in de „Es-colania" of het voorbereidingsgebouw zullen zijn, moet de zuster, die bij haar aan het hoofd staat, ze elken Vrijdag dit heilig Beeld laten bezoeken. Met al het vuur van haar geloof moeten ze het vragen, tot haar dood toe naar ziel en lichaam zuiver te leven; ze moeten vragen

77

Page 84: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

om nederigheid, zachtzinnigheid, liefde en een grooten afschuw van alle zonden en elke ondeugd, om zelfs niet met de schaduw van een zonde tegen God te misdoen.

Dienzelfden nacht, bij al die heerlijkheid liet Mijn lieve Jezus me met onbetwijfelbare duidelijkheid zien, dat in den tijd, dat deze geschriften van mij zullen gevonden worden, in die omgeving voor het welzijn van de zielen en van het menschdom groote gebouwen zullen verrijzen, zonder andere menschelijke hulpmiddelen dan geloof en blind vertrouwen in Zijn goddelijk Hart. Aan goddelijke ingeving zal het ontstaan van die gebouwen te darken zijn; het voornaamste werktuig daarbij zal in de hoogste mate dierbaar zijn aan het Hart van Jezus; ze zullen voltooid worden door tusschenkomst van den bisschop, die in deze dagen aan het hoofd van het bisdom Barcelona zal staan. Zoo duidelijk mogelijk heeft Hij me ook te verstaan gegeven, dat die werken zouden uitgevoerd worden ongeveer tusschen de jaren 1931 en 1940, en dat Hij zelf, het Hart van Jezus, Zijn trouw werktuig (den bisschop) zou voorlichten en zoo de leiding zelf in handen houden. Langs bovennatuurlijken weg zal Hij bij vele vrijgevige personen van dit dorp en van vele andere plaatsen het hart weten te treffen, zoodat, wanneer men met de uitvoering van deze werken eenmaal is begonnen, men die grootsche plannen van Zijn goddelijk Hart in werkelijkheid en zonder vertraging zal zien ten uitvoer brengen. 3)

78

Page 85: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Kruisbeeld, genaamd „Christus van de Reinheid en van den Troost" door zuster Naya gevon-den 1 September 1924 in de ge-boortekamer van Moeder Rafols.

Page 86: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Een anderen nacht, terwijl ik mijn lichaam tuchtigde, om de goddelijke Rechtvaardigheid te ontwapenen en mijn allerliefsten Jezus te troosten over alle zonden, die in heel deze streek bedreven worden, verscheen Onze L. Heer Jezus Christus me en zei:

,,Ga door, Dochter, ga door met uw lichaam te tuchti-

gen, om aan Mijn Eeuwigen Vader voldoening te geven

voor de vele heiligschennissen, die Ik den laatsten tijd te

verduren heb. Ik wil, Dochter, dat ge de gruwelijke heilig-

schennissen, die tijdens de laatste oorlogen meerdere mis-

dadigers hier vlak bij deze plaats mijn beeltenis hebben

aangedaan, opschrijft. Die ongelukkigen waren drie in

getal. Ziehier wat krenkingen ze Me bij deze heilig-

schennis aandeden: ze sloegen het kruis stuk en braken

er den linkerarm af. Ziende, dat het geen goud was, gelijk

ze meenden toen ze het kruis in het Dominicanenklooster

stalen, zochten ze riet en doode takken (van die uw broer

had opgedaan, om er brood mee te bakken) en maakten

achter dit huffs een groot vuur, om het kruis met Mijn

beeld te verbranden. Maar wat ze ook deden, het lukte

hun niet; alleen het hout verbrandde. Toen het vuur hard

genoeg brandde, gooiden ze Mijn beeld er in; op hetzelfde

oogenblik echter, dat het er in viel, doofden de vlammen plotseling uit. Vergeefs poogden ze het weer aan te

maken; het ging niet, hoewel het hout toch heel droog

was. Dit wonder deed Ik, om te zien, of Mijn ondankbare

80

Page 87: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

kinderen hun oogen zouden openen en zich bekeeren. Zoo verblind waren ze echter, dat ze door dit wonder nog meer verhard werden. Ziende, dat dit mislukte, verzonnen ze een ander middel, om zich van dit kruis te ontdoen. Ze namen het op en gooiden het woedend in den vijver, waarin het water, dat den molen doet loopen, vergaderd is. Ze dachten, daar zal het wel in den modder vergaan. Toen deed 1k voor hun oogen een nieuw wonder, om te zien, of ze zich nu wilden overtuigerz van de macht van Mijn Hemelschen Vader en of ze zich bekeerden; maar alles was vergeefsch. Mijn beeld verzonk niet, zooals ze gehoopt hadden, in de bagger. Het dreef op den stroom in het water mee als een strootje, en het straalde een gloed uit, waardoor heel de omgeving verlicht werd. Een van de roovers werd bang bij het zien van dit nieuwe verschijnsel in dien wonderbaren nacht (het was in den ochtend van 14 September 1809). Hij riep Mijn heilige Moeder in onder de benaming van O.L. Vrouw del Pilar, gelijk men in Spanje zooveel doet, en zei hardop: Vergeef ons, Segnora, wat we uw Zoon hebben aangedaan; ge-zegend en geprezen zij het uur, waarop O.L. Vrouw als menschl) in Saragossa .swam! — Deze lofspraak hoorend werden zijn makkers woest; ze grepen hem aan en gooi-den hem ook in den vijver. In plaats van te verdrinken, lion hij heel gemakkelijk het beeld grijpen; Hij kuste het met liefde en eerbied, verborg het aan zijn borst en kwam zonder hulp flit den vijver. Toen namen zijn makkers het

M.M.R. 6

81

Page 88: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

van dien goeden moordenaar af, om het nieuwe heilig-schennissen aan te doen. Een dikken spijker wilden ze in het hoofd slaan; maar hoe ze het ook aan alle kanten probeerden, het ging niet! Opnieuw hun plannen ver-ijdeld ziende, probeerden ze, de doornen van den kroon Me in het hoofd te slaan; maar in plaats van er in door te dringen, gingen ze stuk. Uitgelaten van woede, spuw-den ze er op en vertrapten ze Me met zulk een uitgelaten-heid, dat ze Me dien nacht alle martelingen van Mijn bitter Lijden weer deden verduren. 2) Nu besloot Mijn me-delijdend Hart nog weer een nieuw en nog opvallender wonder van liefde te doen, om te zien, of die twee roovers de oogen van hun ziel toch niet zouden openen (als tus-schenpersonen stelde Ik Mijn Hemelschen Vader Mijn allerheiligste Moeder voor en dien goeden roover, die, om Mijn beeld uit den vijver te redden, zijn leven ge-waagd had): voor de oogen van alle drie maakte Ik, dat Mijn beeld met een dikke laag bloedig zweet werd bedekt; hiermede wilde Ik hun beduiden, dat Mijn Vaderhart altijd klaar staat, om te vergeven, en bereid zou zijn voor het heil van de arme zondaars opnieuw Mijn bloed te storten; Maar hun verhardheid en hun ver-blinding gingen zoover, dat ze, met eigen oogen dit liefde wonder aanschouwend, zich niet bekeerden — behalve dan dien eerste. Onder bedreiging met den dood verboden die twee hem, iets van hetgeen gebeurd was te vertellen, en, zonder zich ergens aan te

82

Page 89: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

storen, maakten ze een gat in den grond, om er Mijn beeld in te begraven. Voordat Ik er in werd gegooid, Wilde Mijn medelijdend Hart ook nog aan alle drie Mijn stem laten hooren, en op deelnemenden toon zei Ik: 0 kinderen, gelooft ge zelfs niet met zulke wonderen voor oogen? Wat heb Ik u voor kwaads gedaan, Ik, dat ge Me zoo behandeltl Ondankbare kinderen. . . . Ik geef u de ver-zekering, dat andere werklieden in latere tijden Me uit dezen kuil zullen te voorschijn halen. Gij zijt met u beiden, verblind en verhard; zij zullen vier of vijf — een aarzeling van Moeder Rafols, die geruimen tijd na deze openbaring het gebeurde te boek stelde — zijn en getuigen wezen van Mijn miraculeuse vinding, waarbij een wonder zal gebeuren zoo buitengemeen, dat de christenwereld er van verbaasd zal staan. Omdat gij bij deze wonderen van Mijn barmhartigheid onverschillig blijft en omdat ge zoo weinig belangstelling toont voor Mijn kostbaar Bloed, dat ge nu voor uw oogen ziet en niet wilt vereeren, daarom kondig Ik u aan en verzeker Ik u, dat het ijzer en de grond het — Mijn Bloed — zullen eerbiedigen en aanbidden: het zal frisch en rood blijven tot den dag van 15 Novem-ber in het jaar 1929. Dan zal Ik uit barmhartigheid een nieuwen aanval van liefde doen; andere mannen zal Ik op deze plaats brengen, om er eerbaar werk te doen. Onder Mijn invloed zal een van hen, tot zijn groote ver-bazing, het vinden; met „een blind geloof", zonder men-schelijk opzicht, zal hij het ontdaan aan de anderen laten

83

Page 90: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

zien. En dit kostbare Bloed, dat gij ontheiligd hebt, zal in zijn gezegende handen verdwijnen. Vol van dat buiten-gewone wonder, zullen ze oprecht en met een blind geloof de waarheid van het felt blijven verkondigen. Aangetrok-ken door dit wonder, zullen van alle kanten de geloovigen in menigten komen en, bij de vereering van dit beeld, lichamelijk herstel en redding voor hun ziel bekoznen. Zoo zal lk het aanleggen, dat op al deze plaatsen, waar Ik zoo gekrenkt ben geworden, een liefdetroon voor Mij zal worden opgericht; en alle zondaars, die Me met geloof zullen komen aanroepen, zullen vergiffenis krijgen. En een menigte zielen, zuivere en reine, zal Me eerherstel bren-gen, door liefdewerken op alle gebied to beoefenen. (lk heb een hevigen dorst naar de liefde van de menschen; en wat zijn er weinigen, Dochter, die ze Me in waarheid geven1).

Met ontzetting hoorden Mijn zonen dit alles aan; maar hun hart was als van steen en de helsche vijand verblind-de ze zoodanig, dat voorloopig alles vergeefsch was. Met duivelsche woede en onder gruwelijke vloeken smeten ze het beeld in den kuil, gooiden dien dicht en trapten den grond aan, zoodat geen goed christenmensch het zou kunnen vinden. — Zoo, Dochter, hebben Mijn ondank-bare kinderen Me behandeld, en alle liefdebewijzen van Mijn Medelijdend Hart vielen op hun ziel als stralen van een brandende zon, die hun zondig hart als uitdroogde. 4)

De „goede moordenaar" kon het niet van zich gedaan

84

Page 91: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

krijgen, de plaats, waar ze Mijn beeld verstopt hadden,

te verlaten; de anderen joegen hem weg, mishandelden

hem en bedreigden hem met den dood, als hij iets van

hetgeen ze gedaan hadden zou vertellen. Ik zag, hoe hij

Me liefhad en dat hij, van oprecht berouw, niet ophield

to weenen; 1k heb zijn groote berouw beloond door hem

op dien eigen dag uit te noodigen, met Mij in het geluk

van Mijn Rijk te deelen". De mededeeling van al die feiten deden me zooveel

leed, dat ik van dat oogenblik af niet anders meer kan doen dan weenen en met al mijn vermogens Jezus lief hebben voor degenen, die Hem verachten en Zijn lief-hebbend Hart krenken. Ik verdubbelde mijn boetewerken, en van dien dag af ging ik, met mijn twee oudste neven, op al die plaatsen een rozenkrans van eerherstel (diem ik hier laat volgen) bidden. Ik zou willen, dat men, wan-neer dit geschrift gevonden wordt, het in handers gaf van een ontwikkeld en heilig persoon, om van het idee, dat ik in mijn onwetendheid aangegeven heb, een vol-lediger acte van eerherstel te maken.

Rozenkrans of acte van eerherstel, te bidden bij den „Heiligen Verlaten Christus".

(Men bidde vijf tientjes met de volgende lofspraken): Conocido, alabado, querido y reverenciado sea de todo

el mundo el Santo Cristo Desamparado. — Respuesta: Amen.

85

Page 92: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Gekend, geprezen, bemind en vereerd zij door heel de wereld de „Heilige Verlaten Christus". — Antwoord: Amen.

A todos nos perdone con su amor misericordioso y en su amor todos vivamos abrazados. Amen.

Moge Hij, in Zijn barmhartige liefde, ons alien ver-geven, en mochten wij leven, brandend van Zijn liefde. Amen.

(Bij elk tientje zegge men): 1. Otra vez has padecido tan al vivo tu Pasion, que

Sangre tu cuerpo ha sudado, y hasta la tierra ha llegado to copioso del sudor.

Respuesta: Por tu Pasion, Jesus mio, misericordia y perdon.

1. Opnieuw hebt Gij zoozeer naar het leven Uw lijden geleden, dat Uw lichaam bloed heeft gezweet en dat veel zweet op den grond viel.

Antwoord: Om wille van Uw Lijden, o mijn Jezus, barmhartigheid en vergiffenis.

2. Con penetrantes espinas coronaron de nuevo tu cabeza y apretandolas confuerza rompen tus sieves divinas, abriendose asi tus minas del oro de mas valor.

Respuesta: Por tu Pasion, JesiIs mio, abrasadme en vuestro amor.

2. Met scherpe doornen kroonden ze opnieuw Uw Hoofd; ze met geweld er tegen drukkend, doorboorden

86

Page 93: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

ze Uw goddelijke slapen, openend zoo de meest kostbare goudmijnen.

Antwoord: Om wile van Uw Lijden, o mijn Jezus, ont-brand me met Uw liefde!

3. El cuerpo llevas manchado, y las mejillas hermosas con salivas asquerosas, tus hijos te han ensuciado y en la hoguera te han echado y tu rostro denegrido ha que-dado.

Respuesta: Por tu Pasion, Jesus mio, misericordia y perclon.

3. Heel Uw lichaam is verminkt, Uw schoone wangen bevuild met gemeen speeksel; Uw zonen hebben U mis-handeld en in een poel gegooid; Uw gelaat is er zwart van gebleven.

Antwoord: Om wille van Uw Lijden, o mijn Jezus, barm-hartigheid en vergiffenis!

4. Y lo han tirado al estanque con rigor fiero e in-humano, y en vez de hundirse en el cieno, se cubriO de resplandores para convertir ladrones; pero para dos file en vano.

Respuesta: Por tu Pasion, Jesus mio, misericordia y perdon.

4. Hard en onmenschelijk hebben ze het in den vijver gesmeten; maar in plaats van in de bagger te verzinken, werd het in luister gehuld, om de zondaars te bekeeren; voor twee er van echter was het vergeefsch.

87

Page 94: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Antwoord: Om wille van Uw Lijden, o mijn Jezus, barmhartigheid en vergiffenis!

5. Y haced, mi Jesus amado, que mis ojos hechos fuentes lloren lagrimas ardientes de to mucho que he pecado, y pues tanto te he costado, y sois liberal dador.

Respuesta: Perdonanos, Jesus mio, y abrasanos en to amor.

5. En maak, o mijn geliefde Jezus, dat mijn oogen, veranderd in fonteinen, een stroom van tranen schreien over mijn vele zonden en al het leed, dat ik U heb gekost; en wees een vrijgevige weldoener.

Antwoord: Vergeef ons, o mijn Jezus, en ontbrand ons met Uw liefde!

Ten einde mijn lieven Jezus vergoeding te geven voor de vele heiligschennissen, die Hem op deze plaats waren aangedaan, deed ik ook, zoolang ik in Vilafranca was, den kruisweg blootsvoets tot aan den Calvarieberg. Op den terugweg bad ik den rozenkrans van eerherstel — dien ik bijzonder aanbeveel. Gedurende die dagen deed ik al mijn boetewerken met een bepaalde intentie: ik vroeg Hem vergiffenis en zaligheid voor die ondankbare en ongelukkige kinderen Gods, zoo ze nog in leven mochten zijn. Hierop gaf mijn lieve Jezus me dit ten antwoord:

„Ja, Dochter, ze leven nog, vol wroeging; maar de

genade Iran het bij hen nog niet winnen. Mijn barmhartige

88

Page 95: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

liefde hoopt, dat ge voor hen meer boete zult doen en dat ze zich mogen bekeeren".

Terwijl Hij deze troostende woorden tot me sprak, gaf Hij me duidelijk genoeg te verstaan (als ik het me ten-minste nu goed herinner), dat die acme ongelukkige men-schen uit Catalonia waren; sinds ze dien diefstal en die gruwelijke heiligschennissen bedreven hadden, vonden ze nergens meer rust; ze konden dat geschonden Bloed niet vergeten en ook de woorden niet, die Jezus tot hen richtte voordat ze Zijn beeld in den kuil gooiden; onophoudelijk hoorden ze die. Angstig zwierven ze rond, niet wetend, waar zich te verbergen. Ze waren ook nog slechts een schaduw van hetgeen ze vroeger waren en stonden op het punt, dit levee te verlaten.

Ik hield niet op, voor die twee ongelukkige zondaars te bidden en boete te doen; en twee dagen, nadat ik dat alles gehoord had, verscheen Onze Lieve Heer Jezus Christus me heel opgewekt en zei:

„Genoeg, Dochter, genoegl de twee zielen, die 1k u aanbevolen had, zijn gered. . . . 1k kom u vertellen, lieve Dochter, dat ze vol berouw gestorven zijn; hardop vroe-gen ze Me vergiffenis, loofden Mijn naam en Mijn mede-lijdend Hart. Bij het zien van dit heilig afsterven zijn eenigen van hun vrienden en makkers, die slecht oppas-len, bekeerd; zij kregen ook berouw over hun slecht

89

Page 96: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

gedrag, en zonder menschelijk opzicht hebben ze, onder veel tranen, een openbare belijdenis van al hun zonden gedaan. Nu leven ze in Mijn genade".

Hoe gelukkig ik me bij het hooren van dat blijde nieuws in mijn arm.e ziel voelde, weet alleen Jezus, die in ons binnenste ziet.

Mijn lieve Jezus gal me te verstaan, dat de bekeering van die twee zielen zeer veel invloed zou hebben; het geloof zou er door worden opgewekt bij velen van Zijn kinderen, die (in den tijd, dat deze geschriften zouden gevonden worden) over heel de wereld zouden trekken, in een stroom van vuil, geleid door den helschen geest, kerken ontheiligend en verwoestend, beelden vernielend en bovenal het er op toeleggend, Zijn duizendvoudig gezegenden Naam uit alle hoeken en gaten van de wereld te doen veidwijnen.

Zulke dingen hoorend, bleef ik er diep van onder den indruk. Nog erger echter toen het Hart van Jezus en de allerheiligste Maagd me heel bedroefd lieten zien en me nog duidelijker aan het verstand brachten, dat die geest van belled ook in Hun geliefd Spanje zou losbreken en er nog wilder dan in andere landen alles in het werk zou stellen, om uit de harten van het yolk het geloof weg te nemen.

90

Page 97: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

In het bijzonder zou men zich ten doel stellen, Zijn beeld te verwijderen en het niet meer toe te laten onder de oogen van de kinderen, de allerkleinsten, van wie Zijn Hart zooveel houdt; men zou ook verbieden, dat Zijn „christeliike leer" onderwezen werd (alles met het duivel-sche doel, om te maken, dat men Hem, Hem, niet meer zou Mennen).

Ik had zooveel verdriet, zusters, dat ik niets deed dan •weenen. In alle nederigheid en met de grootste liefde bood ik mijn lieven Jezus mijn eigen leven aan, om ons dierbaar Spanje zulke rampen te besparen. Liefdevol en zachtzinnig antwoordde mijn Jezus hierop:

„Wees niet bang: wat middelen en streken Mijn on-gelukkige kinderen ook mogen bedenken, om het geloof in Spanje te vernietigen: ze zullen er niet in slagen. Tot uw troost en voor uw rust geef Ik u de verzekering, dat Ik uit liefde voor de rechtvaardige, reine en kuische zielen, die er altijd in Spanje zullen zijn, op een heel bij-zondere manier er tot het einde van de tijden zal heer-schen en dat Mijn beeld er tot in de straten en op de pleinen zal vereerd worden".

Mijn lieve Jezus heeft me ook te verstaan gegeven, dat, wanneer die zoo onrustige en rampspoedige tijden zullen komen, het krachtigste middel, om aan den Eeuwigen

91

Page 98: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Vader voldoening te geven, zal wezen, Zijn allerheiligste Moeder in te roepen onder den titel van O.L. Vrouw del Pilar, als hoedanig ze de patrones en de beschermster van ons dierbaar Spanje is. En de meest degelijke en O.L. Vrouw del Pilar aangenaamste devotie, om in die dagen van oorlog, pest en vervolging tegen onzen allerheilig-sten godsdienst haar in te roepen, zal het inwendig gebed zijn of het mondgebed (van den rozenkrans) met over-weging van de vijf droevige geheimen. Men bidde deze gebeden niet enkel in de kerk, maar ook thuis; in den regel immers is het bederf van den huiselijken haard de oorzaak geweest van openbare rampen en van verval in het christelijk geloof; en onze gemeenschappelijke vijand legt het dan ook onverdroten aan op de ontkerstening van het familieleven. Is dit eenmaal bereikt, dan staat de overwinning van den helschen vijand vast.

Het grootste ongeluk van deze tijden en van nog slechtere, die gaan komen, is altijd geweest en zal altijd wezen: dat men het bovennatuurlijk leven uit het oog verliest en het niet meer telt, tevreden met te leven voor wereldsche dingen, die tot zonden brengen. En wat zijn de woorden van het Evangelie waar: „De kinderen van deze wereld zijn geslepener dan de kinderen van het licht"! Het meest afdoende middel, om de vrijmetselarij, die zich zoo uitbreidt, te bestrijden is dan ook, het familie-leven christelijker te maken, overeenkomstig het voor-beeld van het huisje en het Gezin te Nazareth. Zeker,

92

Page 99: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

zusters, het is treurig en afschuwelijk, te zien, hoe de heiligdommen, de kerken, de beelden en de kloosters vernield worden . . . . maar erger is toch nog, wat de vijand doet, wanneer hij de christelijke gezinnen moreel ten gronde richt. Uit het gezin moet ook weer de op-leving komen, en daarmee het welzijn van het yolk. Het gezin is de eerste school voor het kind, en als in de huiselijke school de kinderen vergeven worden, dan is het yolk verloren.

Ik smeek u dan ook alien, en in het bijzonder smeek ik mijn medezusters in het kloosterleven, te bidden, zich op te offeren en alle krachten in te spannen, om te be-werken, dat men in alle gezinnen, waar ge voor uw liefdediensten mocht komen, den heiligen Rozenkrans gaat bidden en het H. Hart van Jezus aanroepen. Men kent Het zoo weinig, dat Hart zoo vol liefdel Gevolg daarvan is, dat men er zoo weinig liefde voor heeft; onmogelijk zou het wezen, Het wel te kennen en er toch niet van te houden.

Allen druk ik u ook op het hart, alle vervolgingen altijd in stilte te verdragen, hoezeer onze zwakke natuur er ook tegen in opstand moge komen. We moeten ons aan de Voorzienigheid van Jezus' H. Hart overgeven en ons in alles door Hem laten leiden. Niemand houdt zooveel van ons als Hij. Op den Calvarieberg heeft Hij dit wel getoond; uiterst bezorgd zal Hij wezen, dat we alles krijgen, wat we voor onze tijdelijke en eeuwige behoeften

93

Page 100: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

noodig hebben. Een goed voorbeeld hebben we voor ons: Hem! Geen mensch werd zoo vernederd als Hij, en alles verdroeg Hij in stilte; en uit liefde voor ons verduurde Hij alle mogelijke lijden. Laten wij, zondige menschen, dan ook met kalmte verdragen de vervolgingen, die O.L. Heer ons laat overkomen: want dit is het geld, waar-mee men den hemel koopt; doet men ons Teed, laten we dan onzen mond niet open doen dan om te bidden voor degenen, die het ons moeilijk maken. Zoo deed Onze Lieve Heer Jezus Christus.

Met het voorgaande wil ik niet zeggen, dat ge u angstig moet maken of moet ophouden met als gewone christenen uw gebeden te doen; integendeel, ware kinderen van God moeten, zonder zich aan menschelijk opzicht te storen, doen wat goed is; en al zouden de openbare rampen nog grooter zijn en al zou het geloof zoo goed als verloren zijn gegaan, dan zou men nog zelfs op straat zijn Rozen-krans moeten bidden. Dank zij dit zoo machtige wapen zal het aantal van de echte christenen weer toenemen en zal het geloof in het bovennatuurlijke weer versterkt worden in vele kleinmoedige harten, die op het punt stonden verloren te gaan.

1k was erg bedroefd, toen ik al deze dingen, die mijn lieve Jezus me mededeelde, vernam, en ik voelde veel tegenzin, ze op te schrijven, toen ik ineens de stem van O.L. Heer hoorde, die me zei:

94

Page 101: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

„Dochter, wees niet bang, te doen wat ik opgelegd heb. Wat ge nu opschrijft bunt ge niet heelemaal begrijpen; maar deze geschriften zullen dienst doen, om vele geesten te versterken en zielen te bekeeren; menschen, die aan Mijn medelijdend Hart twijfelen, zullen er moed en voed-sel uit putters. Ook verlang Ik, dat ge om de kinderen van dit yolk, waarvan Mijn allerheiligste Moeder zooveel houdt, te troosten, dit opschrijft: als het, om ze uit helsche kuiperijen te redden, noodig zal zijn, zal Ik dit yolk helper door middel van opzienbarende wonderen, die heel velen duidelijk met eigen oogen zullen zien. En Mijn allerheilig-ste Moeder zal hun zeggen, wat ze te doen hebben, om Mijn Eeuwigen wader te verzoenen en Hem eerherstel te

geven". 5)

Ik weet niet — doordat ik met zooveel tegenzin deze dingen opschrijf en het als een groote straf beschouw —ik weet niet, of ik me in al deze papieren, die ik u nalaat, wel juist uitdruk overeenkomstig de bedoeling en de wenschen van Jezus' H. Hart; ik doe het alleen omdat Hij het wil.

Nadat ik deze laatste regels had opgeschreven, hoorde ik opnieuw de zoete stem van Jezus' Hart, die me onge-veer dit zei:

„De allergrootste plannen heb Ik met u, Dochter. Ge weet heel goed, dat Ik u al in den wieg bijzondere genaden

95

Page 102: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

heb gegeven, dat lk uitnemende zorgen aan u besteed heb en zelf uw leermeester ben geweest".

Gedurende de dagen, die ik hier doorbreng, kan ik over al mijn tijd beschikken, om me heel en al aan het gebed te wijden; en daarbij krijg ik onophoudelijk veel boven-natuurlijke genaden. De liefde, die ik voor O.L. Heer Jezus Christus voel, kan ik niet voor me houden; en ik probeer ze ook mee te deelen aan mijn broers en mijn neefjes, om dit nederig verblijf tot een waren oven van goddelijke liefde te maken.

Zusters. Omdat ik deze dagen, die ik door Gods barm-hartigheid in dit rustige, eenzame huis doorbreng, meer vrijen tijd heb, dringt mijn lieve Jezus er aanhoudend bij me op aan, dat ik al die genaden en belooningen, die Hij me in Zijn eindelooze goedheid heeft willen geven, — terwijl ik me zulke gunsten geheel onwaardig acht — voor u zal opschrijven. Ik doe het dan ook alleen, om Hem, Hem, pleizier te doen en in de hoop, dat gij er alien nut van zult hebben en dat ge me helpen zult, om Hem dank te zeggen voor alle attenties, die mijn Heer en Meester, zooals Hij me zelf verklaard heeft, aan onze nederige Congregatie heeft bewezen, en altijd nog bewijst.

Ook dienen we Hem alien heel dankbaar te wezen, dat wij rondom Hem leven, altijd vertrouwend op Zijn H. Hart, zonder ooit deze liefdeschool te verlaten, en on-

96

Page 103: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

afgebroken met onze stiptheid en liefde Hem voldoening gevend voor de groote ondankbaarheid van Zijn kinde-ren, die Zijn goedheid zoo slecht weten te waardeeren. De school van Jezus' Hart is de beste beschutting tegen de stormen en allerlei aanvallen van onzen gemeenschap-pelijken vijand, die ons in het ongeluk wil storten. Ja, zusters, laten we het H. Hart, dat zooveel van ons houdt, toch dankbaar wezen! Ik hoop, dat al mijn dochters er haar voordeel mee zullen doen, en dat ze echt heilig zullen worden, de groote genaden benuttend, die het H. Hart voor alien en voor ieder van haar in voorraad houdt. Laten ze dus standvastig zijn en aan alle goede ingevingen en innerlijke aansporingen gehoor geven. Het kost moeite, in alle opzichten altijd dezen stelregel te volgen, want het valt de natuur zwaar, zich zelf ten onder te brengen; aanhoudend komt ze er tegen in verzet en weigert ze het lijden met liefde aan te nemen. Maar laten ze zich niet misleiden: zonder lijden en zonder aan alles of te sterven komt men op den weg van de heiliging geen stap vooruit. Toch, zusters, is er geen reden, om den moed op te geven, hoeveel het ook moge kosten; en we moeten ons ook niet in de war laten brengen door het aanhoudend opleven van de hartstochten, die ons zoo dikwijls doen vallen.

Noodig is, ons geweld aan te doen en sterk te zijn in den strijd, zooals ook alle Heiligen waren, die tijdens hun leven met dezelfde ellenden en dezelfde zwakheden te

M.M.R. 7

97

Page 104: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

kampen hadden als wij. En wat ook noodig is: ons niet te laten in slaap wiegen door lauwheid, een pest, die vooral onder God-gewijde personen moorddadige verwoestingen aanricht; altijd echter moet de vijand ons met de wapenen in de hand vinden, bereid om tot onzen laatsten snik toe te strijden; want de kroon is alleen voor de overwinnaars we ggele gd.

Mijn zusters zullen al wel begrijpen, wat moeilijkheden haar in dit leven te wachten staan. Maar het is nood-zakelijk, rusteloos te werken, om er niet bij in te slapen. We dienen ons er toe te dwingen, zonder ophouden ons best te doen, om op den weg van de heiliging vooruit te komen. Laten ze zich er op toeleggen, haar hart leeg te maken en los te maken van alle wereldsche doeleinden; • bij den dag dienen ze toe te nemen in liefde voor de arme zieken, die ze vrijwillig op zich genomen hebben te ver-plegen; bij al wat ze doen moeten ze alleen naar God zien; in eenvoud en oprechte nederigheid moeten ze Hem dienen, met de uiterste inspanning trachtend, Hem alleen te behagen en alles tot Zijn glorie te doen, zonder zich er ooit bezorgd over te maken, om in een goed blaadje te komen bij Moeder Overste, of bij de zusters, en nog veel minder bij anderen, met wie ze bij haar dienstwerk te maken krijgen.

0 zusters, zorgen we toch, dat ons gedrag niet in tegen-spraak zij met de heilige roeping, die we gekozen hebben, en die van ons veel wederzijdsche tegemoetkoming en

98

Page 105: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

veel deugd vraagt. Laten we dan gaan leven als engelen van liefde, om wanneer de schepselen zich aan ORS hech-ten, wij in hen door ons voorbeeld (dat de beste manier van preeken is) het vuur ontsteken van alle deugden, vooral van het geloof, de hoop en de liefde.

Rusteloos zal ik u op het hart blijven drukken, al uw werk te doen alleen voor God, onzen Heer, en tot Zijn glorie. Dan zal in onze dierbare Congregatie altijd de goede geest blijven heerschen, dank zij het levendige geloof, de hoop en de liefde van vele heilige zielen, die er altijd in zullen zijn, als ge uw voordeel weet te doen met de vernederingen, valsche beschuldigingen en ver-volgingen, die u volgens Gods beschikkingen te wachten staan en die ten doel hebben, u nauwer aan Hem te ver-binden. Hij houdt veel van u en verlangt, dat ge uw leven lang de vernederingen zult op prijs stellen en de ijdele toejuichingen van de menschen zult minachten.

Weest niet bang, den weg, dien ik u wijs, op te gaan. Het is de veiligste, om met vasten tred tot heiliging te komen. Zelfs al zou men u onrechtvaardig ter dood willen brengen: tracht niet uw onschuld te bewijzen; blijft kalm; vertrouwt en verlaat u op het Hart van Jezus en op de allerheiligste Maagd. Desnoods zal Jezus u met behuip van echte wonderen van den dood en uit alle gevaren, naar ziel en lichaam, bevrijden. Voor mij heeft Hij er vele en heel groote gedaan. Enkele zal ik er opnoemen:

Bij dat tweevoudig beleg (van Saragossa 1808-1809)

99

Page 106: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

hadden we ontzettend te lijden, heel erg was het op een dag, dat wij, twee zusters en ik, op uitdrukkelijken last van Jezus' H. Hart, naar den berg Torrero gingen, om den generaal van de belegeraars voor heel de stad om eten en water te vragen; het gebrek aan water was immers zoo nijpend, dat het zelfs voor geld niet mogelijk was een glas vol te krijgen voor de zieken, die er het meest behoefte aan hadden. Dien gedenkwaardigen dag deed het H. Hart van Jezus een heel buitengewoon wonder, om me in staat te stellen, den dorst van mijn dierbare zieken eenigermate te lesschen. Een beetje wijwater, dat ik in de kapel had staan, vermenigvuldigde Hij zoodanig, dat ik voor een keer in staat was, wel duizenden van die ongelukkigen te drinken te geven.

Treurig was het te zien, wat er in Saragossa omging. Ten gevolge van gebrek. aan water ontstond er een besmetting zoo gruwelijk, dat men ontstelde van de dooden, die aanhoudend bezweken, en van de hopen lijken, die in de straten lagen; want er waren geen men-schen genoeg, om ze te begraven. Het leven werd dan ook in Saragossa boven alle beschrijving onmogelijk. Deze ontzettende epidemie noodzaakte de dappere Sara-gossanen zich over te geven. Er waren immers in alle kringen zooveel dooden, dat men bang was, binnen enkele dagen heel de stad te zien uitsterven.

Het was op dezen zelfden dag, dat ik, gelijk ik verteld heb, zoo gelukkig was (zie blz. 40) toen we ons naar den

100

Page 107: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

berg Torrero begaven, en het H. Hart van Jezus, in de gedaante van het geheim der Eucharistie, nog een ander groot wonder deed, waarvan mijn nederige persoon alleen getuige was. Ik moet er toch bij zeggen, dat die wonder-bare tocht op de inwoners van Saragossa veel indruk maakte; zoowel het feit, dat ons bezoek bij den comman-dant van de belegeraars zulk een succes had gehad, als het feit, dat we drie kwartier door mitrailleurvuur liepen, dat alles rondom ons vernielde, en levend en ongedeerd terug kwamen. Op het oogenblik, dat we binnen de Fransche linies kwamen, begon er een zondvloed van vuur uit beide richtingen neer te komen. Van alle kanten waren we van onmiddellijke doodsgevaren omgeven; er hing zooveel rook, dat het donker was en er niets te onderscheiden viel, zoodat we geen voet konden ver-zetten. Bij al die gevaren bleef ik mijn vertrouwen bewaren, dat de goddelijke Voorzienigheid ons niet in den steek zou laten, en zonder ophouden sprak ik den armen zusters, die te midden van al die doodsgevaren bang werden en terug wilden gaan, moed in. Ik vertrouwde er op, dat mijn lieve Jezus woord zou houden; ik riep voort-durend mijn zusters toe, me achterna te komen en flink door te stappen, om bij den generaal te komen. Op een gegeven oogenblik opende zich midden door het vuur van de belegeraars een pad, zoo licht en zoo schitterend, dat gevaren en soldaten voor ons oog verdwenen; in de lucht zag ik de H. Hostie op een wonderbaar schoonen

101

Page 108: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

troon. Er om heen stond een wacht van een menigte Engelen, die alle projectielen afweerden en me, evenals de ster van de Wijzen, naar den Franschen generaal den weg wezen. Bij een dergelijk wonder en in tegenwoordig-heid van het Sacrament van liefde, vergat ik, dat ik me te midden van gevaren beyond, en tot driemaal toe viel ik op mijn knieen, om met diepen eerbied mijn lieven Jezus in het allerheiligst Sacrament te aanbidden. Zoo bleef ik liggen, totdat de zusters, in angst, me zoo tusschen al die doodsgevaren geknield te zien, me riepen en me tot me zelf brachten; we gingen verder, zonder dat eenig projec-tiel ons raakte. Toen we bij den generaal kwamen en hij ons ongedeerd zag, vroeg hij, verbaasd, wie ons bij hem had gebracht. In het Catalaansch (de taal, die de generaal het best verstond) antwoordde ik hem: „Excellentie, de goddelijke Voorzienigheid waakt over ons; Zij leidt onze schreden". — Erg onder den indruk, gaf hij ons alles wat we vroegen, en nog veel meer. Na hem bedankt te hebben, keerden we naar Saragossa terug, geleid door dezelfde ster, den lichtenden weg, dien onze lieve Jezus door een wonder voor ons baande, en met het H. Sacra-ment als compas en gids.

Wat heb ik niet te danken aan dat Brood der Engelen, het voedsel van mijn ziel en van mijn lichaam! Want op de dagen, dat het me toegestaan was te communiceeren, voelde ik me door dit Sacrament van liefde zoozeer ver-sterkt, dat ik geen ander voedsel meer hoefde te ge-

102

Page 109: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

bruiken. Daarom, zusters, druk ik u op het hart, te zorgen, dat ge steeds in liefde voor dit Sacrament vooruit gaat, en wanneer ge het geluk zult hebben, dagelijks te cora-municeeren en Jezus voortdurend in het noviciaat uit-gesteld te hebben, houdt dan veel van Hem, ook voor degenen, die Hem verachten, en leeft dan onafgebroken met uw gedachten bij Jezus in Zijn dierbaar, heilig Sacra-ment. Dat is de beste manier, om de geestelijke bronnen voor uw ziel rijkelijk te doen vloeien en om in ons het vuur van de reine liefde voor God te ontsteken.

Met dit alles wil ik u echter niet zeggen, dat ge voort-durend bij het Sacrament geknield moet blijven liggen; maar terwijl ge in dit huis, waarvan Jezus' H. Hart zoo-veel houdt, uw werk doet, moet ge Hem in uw binnenste niet uit het oog verliezen; en zonder dat iemand het hoort, kunt ge uw geest bezig houden met de volgende gebeden, of dergelijke (Mij helpen ze veel, om de gedach-ten aan Jezus voortdurend bij me levendig te houden):

O mijn Jezus in de Eucharistie, Gij zijt het heiligdom, waar mijn arme hart rust in vindt.

Gij, o Jezus, zijt mijn troost bij al mijn moeilijkheden; Gij zijt de zoete vreugde en het geluk van mijn ziel.

O mijn ziel, wie zal de schoonheid van mijn God over heel de wereld kunnen bekend maken, opdat alle schep-selen van Hem gaan houden!

O Jezus, leven van mijn ziel, wat zijt Ge toch goed! In plaats van mij, vuilen aardworm, te ontloopen, vindt Ge

103

Page 110: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

er genoegen in, in mijn zoo onwaardig hart te komen wonen.

0 liefde-God, mocht heel de wereld U toch kennen en weten, wat voor Vader Gij zijt, overvol medelijden en hartelijkheid, altijd bereid, ons bij alle dringende nooden ter hulp te komen. Voorzie dan in de behoeften van mijn arme ziel; doe mijn ontbloote hart het kleed van de liefde aan, geweven door Uw vurige liefde; moge het in Uwe vlammen zich reinigen en enkel nog leven in gedachte aan U. En nu het vuur van Uw liefde U er toe heeft gebracht, tot in mijn arm binnenste te komen, maak dan, dat dit vuur ook in mijn hart moge gaan branden en het moge verteren. Heeft Uw liefde er eenmaal beslag op gelegd, dan kunnen de schepselen me vrij in zeeen van moeilijkheden en in stroomen van leed gooien: niemand zal in staat zijn, mij te beletten, uit liefde voor U te leven, en U te beletten, in mij te leven.

Sinds den nacht, dat mijn lieve Jezus me de groote heiligschennissen, die in deze buurt tegen den Verlaten Heiligen Christus zijn uitgehaald, heeft doen kennen, bid of overweeg ik dagelijks na de Communie de volgende gebeden, om Hem eerherstel te geven.

Weet ge wel, mijn ziel, wie die Jezus is, die zoo even in de Eucharistie in uw binnenste kwam? Het is dezelfde Jezus, die stierf op den Calvarieberg; en ze zijn terug gekomen, om den Verlaten Christus de martelingen van Zijn lijden opnieuw aan te doen. Vrijwillig heeft Hij zich

104

Page 111: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

laten stelen, en Hij berustte er in, de gruwelen van Zijn bitter lijden uit liefde voor ons opnieuw te verduren. . . . In den nacht sleepten de dieven Hem weg, sloegen Hem ontelbare keeren met een stuk steen; braken Zijn kruis en Zijn arm stuk; daarna gooiden ze Hem op den grond, sleurden Hem naar links en naar rechts en trapten Hem in hun woede twaalf maal. Daar op den grond hebben ze Hem onmenschelijk mishandeld, Hem bespuwd, en in de dolste uitgelatenheid braakten ze godslasteringen en stroomen verwenschingen tegen Hem uit; onder spotternij en gehoon hadden ze er duivelsch pleizier in, op de dooms te hameren tot ze stuk gingen. Zooveel mishandelingen hebben ze Hem aangedaan, dat Zijn medelijdende liefde er toe kwam, zich aan hen te openbaren: heel het hoofd en een deel van het lichaam van het heilige Beeld werden met een dikke laag bloedig zweet bedekt. Ook hierdoor echter kwamen ze nog niet tot beter gedachten. Zoodanig troffen O.L. Heer die heiligschennissen, dat Hij begon te weenen en, als een medelijdend vader, met zachtheid en hartelijkheid hen ging aanspreken, om te zien, of die dieven geraakt zouden worden en Hem vergiffenis vragen. Maar hun hart was harder dan de steen, waar-mede ze de heiligschennissen gepleegd hadden, en die teekenen van barmhartigheid maakten ze nog woester. Overweeg heel langzaam, o mijn ziel, de krenkingen, die ze den Heiligen Verlaten Christus hebben aangedaan, en ge zult u, wanneer ge Jezus in uw binnenste hebt, niet

105

Page 112: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

kunnen weerhouden, om van aandoening en liefde vele tranen te storten. Kijk goed naar dat Verlaten Beeld, voorwerp van verachting en mishandeling. Kijk, mijn ziel, naar het Gelaat van uw Jezus, en ge zult zien, wat Hij van u verlangt. Kijk dat Beeld op uw gemak aan, en ge zult zien, dat het nog zwart is van den rook uit het brandhout, dat het bloed, het vuil en het bespuwen er nog zichtbaar op zijn. Bekijk eens, hoe het vol bloedige wonden zit. Zie, hoe Zijn arm er of is en stuk geslagen. Zie, hoe ze het op den grond smijten en er met steenen op hakken. Zie het los van het hout en over den grond gesleurd. Luister goed naar de herhaalde slagen er op, om de spijkers er uit te slaan en het van het hout los te krijgen. Bekijk het goed, o mijn ziel, voordat ze het in den put gooien, en ge zult niets meer zien dan bloedige wonden en een open mond, om den „goeden moordenaar" te troosten en Zijn Eeuwigen Vader vergiffenis te vragen voor degenen, die Hem mishandelden. 0 Jezus, leven van mijn ziel, wat een Teed kostte U mijn zaligheid! Vergiffenis en barmhartigheid, o mijn Jezus, met mij en met alle zondaars op deze wereldi Geef me, o Jezus, leven van mijn ziel, licht, om U te kennen; geef me het vuur van Uw reine liefde en stel me in de gelegenheid, om U in de H. Eucharistie te ontvangen. En mocht ik, o mijn Jezus, met de zichtbare hulp van Uw allerheiligste Moeder stervend, mijn laatsten snik geven in Uw armen en met Uw heilige, lieve wonden voor oogen, om eeuwig U in

106

Page 113: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

,,

-1,

x

..;i

,

)

'

Het tweede crucifix, de „Heilige Ver-laten Christus" (gevonden in de nabij-heid van het geboortehuis, volgens open-baring van het H. Hart, 15 Nov. 1931 ) .

Page 114: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Uw rijk lief te hebben! — Deze beschouwingen hebben mijn ziel veel goed gedaan; op een buitengewone manier gaven ze me liefde voor het kruis.

Op een anderen dag was ik in de Lieve Vrouwe Kerk na de H. Communie erg bedroefd over die heiligschennis-sen, en ik verlangde de plaats te weten, waar de Heilige Verlaten Christus zich beyond. Ik vernam nu de stem van Jezus' H. Hart, die me zei:

„Dwaal bij uw meditaties niet of en verlies uw tijd niet met dergelijke kwesties. Mijn Eeuwige Vader wil niet, dat men dit beeld nu zal vinden; op zijn tijd zal het gevon-den worden. Die kinderen van Mij wilden Me voor den tweeden Deer dooden en begraven; maar Mijn Hemelsche Vader zal dit beeld doen verrijzen, wanneer het noodig zal zijn, om het geloof te doen herleven, dat in dien tijd op de wereld door eerzucht en misdadigheid zoozeer zal geschokt zijn". (zie blz. 155-158).

Dienzelfden dag gaf Jezus' H. Hart me duidelijk te ver-staan, dat, wanneer dit Beeld in bezit zal wezen van mijn Dochters, het de Overste de gedachte zal ingeven, het in denzelfden toestand, waarin het zal gevonden zijn, naar Rome te brengen en het aan Zijn vertegenwoordiger op aarde te laten zien, om er een onderzoek naar in te doen stellen en te doen zeggen, wat er gebeuren moet. Ik voor-

108

Page 115: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

zie, dat er met dit Beeld nog al groote dingen zullen plaats hebben.

Zoo vol ben ik van de heiligschennissen, den Heiligen Verlaten Christus aangedaan, dat ik er niet toe kom, over andere dingen te schrijven. Toch verlangt mijn lieve Jezus, dat ik door zal gaan, met nog enkele groote gunsten mede te deelen, die me bij mijn diepe droefenis zijn te beurt gevallen.

Een anderen keer dan, ander de talrijke malen, dat ik den generaal van de belegeraars om eten ging vragen voor mijn zieken, behoedde de allerheiligste Maagd ons voor een wissen dood. Toen we in het Fransche kamp waren gekomen, ontwikkelde zich zulk een geweldige slag, dat we, zoo er geen wonder gebeurde, het leven er bij moesten laten. Dooden en gewonden vielen bij hoopen voor onze voeten; bij dit allergrootste gevaar, viel ik op mijn knieen met mijn gezicht naar de kerk van O.L. Vrouw del Pilar; ik smeekte haar, medelijden met ons te hebben en ons te redden uit die gevaren, waarin we ons uit liefde voor de armen begeven hadden. 0 Moeder, o allerbarm-hartigste Moeder van alien, zei ik, bescherm ons toch allemaal; o Moeder, Gij zijt de troost van de bedroefden en de toevlucht van de zondaars; ofschoon zelf arm en door eigen schuld in ellende, vraag ik U toch, in naam van allen, om vergiffenis en barmhartigheid ten bate van het yolk, waarvan Ge zooveel houdt, o Moeder. Na deze aanroeping verscheen O.L. Vrouw del Pilar me in de lucht

109

Page 116: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

midden in een buitengewoon glanzende wolk. Ineens nam het vuren af, en zonder dat nog iets gebeurde, konden we op de plaats komen, waar de generaal zich beyond. Nadat we voorraad hadden opgedaan, keerden we, gezond en wel, in het heilig gasthuis terug.

Op een anderen dag, dat men niet op straat kon komen zonder zijn leven te wagen ten gevolge van het ont-zettende mitrailleurvuur, dat zonder ophouden aanhield, kwam ik het gasthuis van Coso uit en ging langs de onderaardsche gangen, om de zieke krijgsgevangenen van Castillo te gaan helpen. Ineens ontmoette ik een sterke patrouille Fransche soldaten, die de straten en de huizen in de stad gingen ondermijnen, en die groote verwoestin-gen zouden gaan aanrichten met deze nieuwe methode van oorlogvoeren, die zij hadden uitgevonden. Ik had een kleine lantaarn bij me; toen ik dichtbij de plaats kwam, waar ze aan het werk waren, stortte het dak van de mijn voor een groot gedeelte in. Door een groote gunst van de goddelijke Voorzienigheid raakte ik er niet onder bedol-yen; alleen kreeg ik een lichten slag op mijn rechterhand en mijn lantaarn was kapot, zoodat ik volkomen in 't duis-ter stond. Van dien dag af was het niet meer mogelijk, langs dien weg te gaan, die tot dan toe zoo veilig was geweest en waarlangs men in het gasthuis „Santa Engra-cia" en vandaar aan de Seo, aan Pilar en Castillo kon komen. Daar in het duister staande, riep ik de hulp van O.L. Heer in, en op hetzelfde oogenblik stond ik op een

I10

Page 117: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

grooten afstand van al die Fransche soldaten, zonder dat ze me hadden opgemerkt . . . . en Jezus' H. Hart verlichtte ook op bovennatuurlijke wijze mijn weg. Dit waren echter nog niet de eenige doodsgevaren, welken ik dien dag liep. Nauwelijks was ik er voorbij, of een aantal huizen stortte in, en daarmee werd de weg onbegaanbaar, die zooveel herinneringen bewaarde aan vurige christenen, het on-sterflijke Saragossa tot heilige glorie strekkend. Terwiji die huizen ineen stortten, hoorde men schrikbarend onder-grondsch gerommel.

Wat lijden en beproevingen van allerlei soort we tijdens die oorlogen te verduren hadden, is geen menschelijke taal in staat te beschrijven. Zij, die van dezen ontzetten-den strijd geen getuigen zijn geweest, zullen er nog min-der van begrijpen. Maar, zusters, er zou geen eind aan komen, als ik alle ontelbare gunsten wilde gaan op-sommen, die me door het H. Hart van Jezus en de aller-heiligste Maagd zijn bewezen, terwijl ik toch bij alles en voor alles nooit jets anders gezocht heb dan de glorie van God en het welzijn van mijn evenmensch.

Ge ziet dus, zusters, hoe nauwkeurig ik de groote beproevingen, die we doorgemaakt hebben, voor u be-schrijf. Ik zal voortgaan met nog vele andere aan te teekenen, die ons nog wachten; want het Hart van Jezus wil en dringt er op aan, dat ik al die dingen, niettegen-staande mijn grooten tegenzin, zal opschrijven.

1 1 1

Page 118: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Hij deed me dan weten, dat er in latere tijden in Spanje en over heel de wereld vele vervolgers zullen zijn van den godsdienst en van hun vaderland; ze zullen wat in hun oogen goed is willen doen verdwijnen. Om wille van die tijden verlangt mijn lieve Jezus, dat ik deze voor-beelden van Zijn tusschenkomst opschrijf, opdat dan niemand den moed verlieze, hoe ontzettend de oorlogen en de vervolgingen ook molten zijn. Als men God vreest, hoeft men niets te vreezen. Hij zal de vijanden van Zijn Kerk ten onder brengen, en vele vijanden zullen in ijverige apostelen veranderen en vele zielen voor Hem winnen, gelijk het met Sint Paulus gebeurde.

Veel minder reden nog, om den moed te laten zakken, hebben mijn dierbare zusters. Ze zien toch zoo duidelijk mogelijk, hoe barmhartig God zich elk oogenblik tegen-over mij toont. In al wat ik haar op schrift nalaat zullen ze zien, hoe ik iederen dag de goddelijke Voorzienigheid tastbaar, op een bijzondere manier bij al mijn liefdewerken behulpzaam vind. Laten ze dus altijd, zonder zweem van menschelijk opzicht, de ingevingen van God volgen en niet vergeten, dat Hij een rechtvaardig rechter is en vraagt, dat men Zijn wil zal doen. Mogen alien met deze lessen haar voordeel doen, en moge niemand zijn tijd verspillen. Laten degenen, die zich niet sterk genoeg achten, om rusteloos te strijden en zich met alle kracht aan dit onafgebroken, moeilijke offerleven te wijden, niet

112

Page 119: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

zich geweld aandoen, om in de Congregatie te blijven. Want een klein aantal zal, zoo ze de kracht hebben om het goede werk te doen, meer uitrichten dan een groot aantal, zoo ze slap en zonder vuur zijn. Laten de lauwen en kouden de wereld in gaan; doet men zijn plicht niet goed, dan is men beter niet daar. Overigens geven die slappe zielen maar een slecht voorbeeld en ze steken de anderen ook aan.

Door hetgeen ik hier zeg moeten degenen, die verlangen heilig te worden, zich niet laten ontmoedigen. Ze dienen er rekening mee te houden, dat ze haar leven lang zulke fouten zullen begaan; ze moeten echter haar best doen, dat ze niet vrijwillig zijn, en elken dag rusteloos zich inspannen, dat ze minder worden. Met goeden wil en nederigheid wordt alles dragelijk en gemakkelijk, en wan-neer ze, bezield met een bovennatuurlijk geloof, tot God haar toevlucht nemen, zullen ze zeker altijd verhoord worden. Laten ze allen goeden moed hebben en met vasten tred den weg gaan, dien ze zich gekozen hebben; ze moeten zich niet afvragen, of hetgeen haar opgelegd wordt haar al dan niet aanstaat; alles dienen ze op zich te nemen uit gehoorzaamheid en uit dankbaarheid jegens het H. Hart van Jezus, aan wien we zooveel verschuldigd zijn voor de groote bewijzen van liefde, die Hij ons heeft gegeven. En in het uur van den dood, zusters, zal het een heele troost zijn, te zien, dat Hij zelf ons, wat we uit liefde voor Hem deden, honderdvoudig gaat vergelden.

M.M.R. 8

113

Page 120: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Bemerking. Mijn plan was, in dit schrift er niet meer bij te zetten. Vandaag, den eersten Vrijdag van de maand Mei 1815, heeft het H. Hart van Jezus me onder de H. Mis, nadat ik te Communie was geweest, zoo duidelijk moge-lijk dit gezegd:

„Wanneer in de omgeving van uw huis de gebouwen zullen verrijzen, waarvan lk u gesproken heb, dan is het Mijn verlangen, dat er vlak bij de kerk, maar los er van, twee kostelooze scholen zullen worden opgericht; die voor de jongens moet heeten „Escuela Gratuita de Jesus Obrero" (Kostelooze school van Jezus als werkman) en die van de meisjes: „Escuela Gratuita de nuestra Segnora de Montserrat" (Kostelooze school van O.L. Vrouw van Montserrat)".

En terwijI mijn lieve Jezus me deze opdracht gaf, deel-de Hij me ook mede, dat aan het hoofd van de jongens-school twee ijverige priesters met onderwijs-acte moesten komen te staan, en dat minstens een van hen een paedagoog moest wezen. Ook voor de meisjesschool zouden er twee zusters moeten wezen, die goede studies voor het onderwijs hebben gemaakt, en een van beiden zou gediplomeerd onderwijzeres moeten zijn. Dit om te voorkomen, dat iemand ze in moeilijkheden brenge.

Deze jongens en meisjes zullen daar gehouden kunnen worden tot den leeftijd van dertien of veertien jaar. Ik

114

Page 121: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

verwacht, dat als degenen, die aan het hoofd van deze scholen zullen komen te staan, ijver hebben voor het heil van de zielen, dat het dan twee vruchtbare kweekplaat-sen gaan worden voor religieuse roepingen. Aan de jongens, die uit zich zelf zich geroepen gevoelen tot het priesterschap, zal men in deze school de eerste klassen van het Latijn geven; vandaar zullen ze dan naar het semi-narie in Barcelona kunnen gaan. Op deze manier zal er geen gebrek zijn aan goede roepingen. Wat de meisjes-school betreft: zij, die een natuurlijke neiging hebben, oin zich in dienst van de naastenliefde aan God toe te wijden, zullen zich minstens twee jaar, van veertien tot zestien, op de vorming van het geestelijk leven moeten toeleggen in de „Escolania" (voorbereidingsschool) van O.L. Vrouw del Pilar, en vandaar naar het noviciaat in Saragossa gaan.

Alles tot glorie van God! ZUSTER MARIA RAFOLS.

1) In het Fransch: dans sa chair mortelle. Wat bedoeld wordt is niet duidelijk.. Misschien een gangbare legende in Spanje?

2) Hierbij en bij hetgeen volgt zal eenige verklaring noodig zijn. Vooreerst dan: wat het beeld werd aangedaan beschouwt Christus als Hem zeif aangedaan: niet overeenkomstig het effect, maar overeenkomstig de bedoeling.... Op de tweede plaats : Ook van God spreken we in menschelijke termen: dat Hij ziet, hoort, spreekt, vertoornd wordt enz. Dit is beeldspraak, waarbij God als

1 1 5

Page 122: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

mensch wordt voorgesteld. Het zijn vage aanduidingen, bij gebrek aan beter, en die volstrekt niet letterlijk te verstaan zijn. Op de derde plaats: Christus is werkelijk mensch, ook nu, maar in ver-heerlijkten toestand. Omtrent dezen toestand kunnen we ons niet het geringste denkbeeld vormen. Toch willen we over Christus' innerlijke leven denken en spreken, en zijn dan wel genoodzaakt het op onze gewone manier te doen; we bedienen ons dus ook weer van beeldspraak: Christus denkt, voelt niet z66als we nu! Toch echter is Hij waarachtig mensch: Hij denkt en verlangt, dat het eene gebeure en dat het andere niet gebeure. Hij ziet en doorziet alles: wat goed en wat slecht is. In onzen zin kan Hij er geen ver-driet over hebben, maar onverschillig kan Hij er ook niet tegen-over staan. Spreken wij over Hem in onze taal; wanneer Hij zich met Zijn uitverkorenen in verbinding stelt, zal Hij het ook doen, zonder er telkens een theologisch tractaat bij te geven. (Vertaler).

3) Volgens berichten uit Spanje naderden deze gebouwen in Juni 1933 reeds hun voltooiing.

4) Een ziel, die Gods genade niet benut, wordt koud en hard, droogt als het ware uit. (Vert.).

5) Klaarblijkelijke zinspeling op de verschijningen te Ezquioga en elders.

116

Page 123: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

GESCHRIFT VAN 1 JULI 1836 GEVONDEN 29 JANUARI 1932.

Jezus, Maria, Jozef.

L L vele dagen houdt het H. Hart van Jezus er bij mij op aan, dat ik zal opschrijven, wat Hij wil en graag heeft ter verheerlijking van Zijn goddelijk Hart. Ik

voelde veel tegenzin en heb me erg verzet; zelfs was ik besloten, geen woord meer op papier te zetten; maar dat H. Hart heeft me klaar doen zien, hoezeer deze ongehoor-zaamheid aan Zijn bevelen Het mishaagde. Ik heb Hem gewezen op mijn onwaardigheid en op mijn rampzalig-heid; ik heb Hem gezegd, eens te bedenken, of een zondige en zoo laagstaande ziel als de mijne wel tot iets goeds in staat was. Hierop heeft Jezus me geantwoord:

„Dit is het juist, wat Ik van u verlang, dat ge u ver-nedert, dat ge erkent, niets waard te zijn en ook niet bij machte, lets goeds uit te richten, nu kan Ik beter van u taken wat Ik wil, en nu zal Ik u alles zeggen, wat Ik verlang, dat ge zult opschrijven. Vergeet u zelve vol-komen, en heb enkel maar aandacht voor hetgeen Ik u zeg".

1 1 7

Page 124: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Wat was ik beschaamd, en wat wenschte ik toen, in staat te zijn, om zoo duidelijk als maar denkbaar is de medelijdende goedheid uiteen te zetten, die het H. Hart toont aan een ongelukkig schepsel als ik ben. Ik begrijp maar niet, dat er zielen kunnen zijn, die er tegen op zien, zich geheel aan Hem te geven; want alleen in deze bron van barmhartigheid en liefde kunnen we troost en genezing vinden voor al onze miseries.

Wat heeft dat H. Hart me wel niet laten zien! Maar wat moet ik me geweld aandoen, om het op te schrijven! Ware het niet, om Hem, Hem, genoegen te doen, ik deed het nooit! En ik kan niet doorgaan met te schrijven wat ik wil en elkeen er op te wijzen, dat dit alles niet van mij is, maar van het H. Hart van Jezus; want Hij laat me niet met rust, Hij, en op dit oogenblik is Hij bezig, me het volgende te zeg'gen, dat ik te noteeren heb:

„Dochter, door uw bemiddeling wil Ik aan Mijn kinde-ren, de menschen, een rijken overvloed van genaden geven. Wat ge nu schrijft zal in de maand Januari 1932 gevonden worden door een van uw Dochters, door- haar, die Ik heb aangewezen, om wat ge op Mijn bevel geschre-ven hebt, te vinden. Maar wat ge op het oogenblik zit te schrijven, zal ze vinden na andere stukken, die Ik u later zal doen schrijven tot glorie van Mijn Hart, en tot troost van uw Dochters en van alle schepselen.

Bedenk wel, Dochter, ge kunt alwat Ik u zeg niet be-

1 1 8

Page 125: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

grlipen; en het is niet noodig ook, dat ge het begrijpt, want Ik zeg het u niet voor uzelve, maar voor Mijn andere kinderen, die in latere tijden erg zullen vervolgd worden. Ze zullen geen raad weten en het erg moeilijk hebben bij de aanvallen, waaraan ze bloot staan van den kant van vijanden, die den godsdienst en zelfs Mijn Heiligen Naam uit alle hoeken van de wereld zouden willen verdelgen.

Wanneer dit tijdperk gekomen is, dat in het openbaar zal losbreken in het faar 1931, verlang Ik, dat al Mijn kinderen, de menschen, die Me zooveel gekost hebben, hun hart zullen verheffen en al hurt vertrouwen zullen stellen in Mij en in Mijn allerheiligste Moeder. Altijd ben Ik nog dezelfde; Ik ben niet van wezen veranderd. Nog altijd oefen Ik dezelfde barmhartigheid uit en heb 1k de-zelfde liefde als toen Ik als sterflijk mensch op aarde leefde. Mijn Evangelie is ook nog hetzelfde. Maar, Doch-ter, de menschen kennen het niet meer, en velen min-achten en krenken Mij. Ik echter van Mijn kant, Ik Mil altijd bereid, om alles te vergeten, om met hun beleedi-gingen geen rekening te houden, zoo ze maar, vol berouw en met onbeperkt vertrouwen, hun toevlucht nemen tot Mijn medelijdend en barmhartig Hart. Als het noodig was, dat Ik, om ze te redden, alle martelingen van Mijn lijden en Mijn dood opnieuw onderging, geloof me, Dochter, Ik zou het doen. Mijn liefde voor hen is zoo groot, dat Ik voor den enkele ziel weer Mijn leven zou geven. Ik vergeet ze niet, Dochter; en om te maken,

119

Page 126: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

dat ze weer goeden moed krijgen en sterk zullen staan, spreek Ik door uw bemiddeling weer tot hen.

Ik ben bereid, groote genaden uit te deelen in Mijn geliefd Spanje, dat door de vrijmetselarij zoo vinnig ver-volgd wordt. Ik wil, dat Mijn trouwe kinderen niet zullen bezwijken; bij al hun strijd zal Ik hun bijstaan, en met Mij zullen ze zonder twijfel de overwinning behalen. Mijn Evangelie is uitermate schoon; als ze een goed geloof had-den, zou het niet noodig wezen, ze opnieuw te waar-schuwen, om in den strijd stand te houden. Maar Ik heb medelijden met hen, en omdat Ik zooveel van hen houd, laat Ik hun door uw bemiddeling weten, dat Ik hen alien zal helpen, dat Ik een voorliefde heb voor Mijn dierbaar Spanje, waarvan ook Mijn Moeder zooveel houdt; en voordat Ik er het geloof in liet ten onder gaan, zou 1k eer de volken doen verdwijnen. Dit geschrift zal gevonden worden, wanneer het uur van Mijn Rijk in Spanje nabij is; maar te voren zal Ik zorgen, dat het van alle schandelijke onreinheden gereinigd wordt.

Mijn liefde voor dit land, Dochter, moet wel onbegrensd zijn, want Ik zou alle reden hebben, om het aan zijn lot over te laten. Heel wat krenkingen zijn Me aangedaan en heel wat staan Me nog te wachten, vooral van den kant van de vrouw met haar onzedige kleeding, haar ontbloo-tingen, haar lichtzinnigheid en perverse bedoelingen. Daarmee brengen ze het bederf in de gezinnen en beder-yen ze ook de rnannen; en dat bederf zal voor een groot

120

Page 127: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

gedeelte de oorzaak zijn, waardoor de toorn van Mijn eeuwigen Vader wordt opgewekt. Hij zal zich genood-zaakt zien, de menschen te straffen, omdat ze al te veel vervreemden van Hem, van Mijn katholieke Kerk, van de voorschriften van Mijn plaatsbekleeder op aarde en van de goddelijke wetten. Onder alle klassen van de maat-schappij zal er zooveel bederf zijn en zooveel onkuisch-held zal er bedreven worden, dat Mijn Eeuwige Vader zich genoodzaakt zal zien, om, zoo men zich na deze waarschuwing van Zijn barmhartigheid niet bekeert, heele volken uit te roeien; want het bederf zal zoodanige afmetingen aannemen, dat men zich niet zal ontzien, on-schuldige kinderen, zelfs heel kleinen, zoo dierbaar aan Mijn Hart, ergernis te geven en ze te bederven.

Niet alleen in Spanje, maar over heel de wereld zullen deze zonden algemeen heerschen in den tijd, dat deze geschriften gevonden zullen worden. Het meest echter grieven Me de beleedigingen, de nalatigheid en de min-achting van de zielen, die Me zijn toegewijd. Wat heb Ik niettnliefdevoorMijn priesters en religieusen en wat doers ze weinig moeite, om liefde met liefde te vergelden! Op hen alien, Dochter, doe Ik dit beroep; Ik verlang, dat Mijn priesters het zout van de aarde zullen zijn, dat ze heilig zullen wezen, dat ze bij Mijn Taber-nakel zullen komen, waar de meesten Me altijd alleen laten, zonder te bedenken, dat Ik toch op de allereerste plaats voor hen in dien liefdekerker zit opgesloten. Velen

121

Page 128: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

van hen nemen niet de minste notitie van Mij; ze ver-geten, dat Ik de oneindige Wijsheid ben, dat Ik tot het dwaze toe van hen houd, en Ik zou willen, dat ze bij al wat ze doen aan Mijn tegenwoordigheid dachten. In alle opzichten heb 1k hun een voorbeeld gegeven; laten ze wel beseffen, dat ze zonder Mij niets kunnen doen. Met het grootste vertrouwen moeten ze bij Mijn Tabernakel komen; Ik wacht ze daar, om ze voor te lichten, om hun goede gedachten in te geven, om Hun Mijn Geest mede te deelen. . . . en laten ze dan het leven naar de zielen brengen. Ik verlang, dat ze waarachtig nederig zullen zijn, volkomen rein en kuisch; Mijn wensch is, dit moeten ze nooit vergeten, dat ze van elkander houden, zooals Ik van den beginne of aan van hen heb gehouden, en dat de fouten tegen de liefde aan Mijn Hart het zwaarst vallen. Elkanders onvolmaaktheden dienen ze met den mantel van de liefde te bedekken, om het yolk geen ergernis te geven. De H. Mis moeten ze met grooten eerbied en groote liefde opdragen. Wat moet Ik 'n genaden bij de H. Mis ont-houden aan Mijn dierbare priesters, die slecht voorbereid beginnen. En wat zouden ze 'n genaden krijgen, zoo ze Me dikwijls in Mijn Tabernakel bezochten. Veel ook krenken

ze Me met hun onverschilligheid en hun oneerbiedig-

heden, wanneer ze de kerk doorkomen of daar zijn. Wat

zijn er weinigen, Dochter, die werkelijk van Me houden! Mijn Hart zou het goed doen, als Ik vreugde bij hen vond. Ik zou er pleizier in hebben, met Mijn dierbare priesters

122

Page 129: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

een intiemen omgang te hebben, hun licht te geven in Mijn Evangelie; want al wie er in lezen begrijpen het nog nietl En ik zou willen, dat alien beantwoordden aan de groote zendingen, die Ik hun heb toevertrouwd. Ik heb ze aangesteld, om het licht van de wereld en Mijn plaatsbekleeders op aarde te zijn, en om ten opzichte van de zielen eenzelfde taak te vervullen als Ik weleer: de taak van vredestichters, van bemiddelaars bij Mijn Eeuwi-gen Vader, en van zielenveroveraars. Teeken goed aan, Dochter, dat Ik voor alle menschen een barmhartige Vader ben, vol medelijden, mar dat Ik dit heel bijzonder voor Mijn priesters ben. Ze moeten echter niet vergeten, dat Ik op den laatsten dag strenge rekenschap zal vragen van hun eigen ziel en van die, welke Ik hun had toe-vertrouwd. Voor elkander moeten ze een broederlijke liefde hebben, en zonder ophouden moeten ze Mijn kin-deren, de menschen, op hun plicht van liefde wijzen.

Dan wil Ik ook, Dochter, dat er in Mijn dierbaar Spanje geen provincie, geen dorp, geen gehucht, geen mensch zal zijn, waarin Mijn H. Hart niet heerscht. Spanje zal het eerste land zijn, dat zich aan Mijn goddelijk Hart toe-wijdt; met deze algemeene toewijding ben ik echter niet tevreden. Ik wil de eerste plaats innemen in de huizen, in de gezinnen, op de preekstoelen, in de bureaux, in de jongensscholen, op de werkplaatsen, onder de kerk-gewelven en overal; overal wil Ik, dat Mijn dierbare kinderen Mijn beeld zullen zien en het vereeren. Tot in

123

Page 130: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

het gebergte, langs de voetpaden, moet Mijn beeld staan. Er mag geen gezin worden gevormd, waar Mijn Hart niet bij komt inwonen. Heel veel genaden wil Ik geven, maar Ik sta er op, dat die Me met een onbeperkt vertrouwen zullen gevraagd worden. Ik verlang, dat bij Me zullen komen alwie te lijden hebben, alwie in nood verkeeren, al Mijn ongelukkige kinderen en de arme zondaars. Ik van Mijn kant heb een veel vuriger verlangen, hun Mijn genaden te geven, dan zij toonen om ze Me te vragen. Ik wensch, Dochter, over allen en over ieder in het bij-zonder te heerschen: over de prelaten, over de priesters, over de kloosters en over allen, die er op gesteld zullen ziin.

Ook verlang Ik, Dochter, dat het feest van Mijn Hart in alle katholieke kerken met de grootste plechtigheid en met den grootsten luister gevierd worde, dat het een geboden feestdag worde, en dat alle geloovigen er op te Communie gaan. 1k wensch veel Communies tot eer-herstel. Insgelijks verlang Ik, dat het feest van Christus-Koning, dat te zijner tijde onder Mijn invloed door Mijn plaatsbekleeder op aarde, Mijn geliefden zoon Pius XI, zal worden ingesteld, Ik verlang, dat ook dit feest met de grootste plechtigheid en alien mogelijken luister zal wor-den gevierd. Ik verlang, dat Mijn Rijk over heel de wereld zal verspreid worden. Maar in Mijn dierbaar Spanje moet dat goddelijk vuur het krachtigst ontbranden en van daar uit zal het zich over heel de wereld uitbreiden.

124

Page 131: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Mijn heilige Moeder heeft een voorliefde voor Spanje, en beiden worden We gedrongen, het te redden; als zijn zonen nu maar aan onze genaden beantwoorden! Uit louter medelijden, Dochter, doe Ik hun, door uw bemid-deling deze mededeelingen, slechts luisterend naar Mijn groote liefde voor hen en naar de herhaaldelijke beden van Mijn allerheiligste Moeder, aan wie Ik niets zou kun-nen weigeren. Ik verlang ook, dat men Mij alle genaden door haar tusschenkomst zal vragen; aan niemand zal Ik genaden geven, als het verzoek niet eerst langs Mijn allerheiligste Moeder is gegaan. 2).

Veel krenken de menschen Mij ook, Dochter, door hun gebrek aan liefde ten opzichte van elkander: de rijke wil den arme uitbuiten; de arme maakt oproer tegen den rijke. Dit is een stelsel, dat Ik hun niet heb geleerd. Ik verlang, dat ze met elkander in vrede zullen leven en elkander groote liefde zullen toonen. Velen zijn er, die weigeren te gehoorzamen aan de uit-spraken van de H. Kerk, van Mijn plaatsbekleeder op

aarde; talrijken zijn er, die ze vervolgen en ze ten gronde will en richten. Men heeft geen eerbied meer voor de priesters en de religieusen, die de keurbende in Mijn Kerk zijn. En al die beleedigingen treffen Mij; want Mij worden ze aangedaan. lk verlang, dat alien zich zullen bekeeren, en van Mijn pant, Dochter, zal Ik Me dan ook niet onbetuigd laten. Oneindige barmhartigheid zullen ze bij Mij vinden; maar Ik verlang ook, dat ze veel acten

125

Page 132: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

van eerherstel zullen doen, om voldoening te geven aan de goddelijke Rechtvaardigheid van Mijn Eeuwigen Vader, die gebelgd is, en om, met Mijn verdiensten, ver-giffenis en erbarming te verkrijgen.

Vervolgens is het Mijn verlangen, dat de paters Jezilieten zich met alle seminaries zullen belasten, en dat ze hun uiterste krachten zullen inspannen, voor geen offers terugdeinzen, en den grootsten ijver zullen aan-wenden voor de opleiding van de jongelieden, opdat ze, eenmaal priester, waarachtige Apostelen voor Mij zullen zijn en in alle zielen het licht van het geloof mogen brengen door hun woord, door hun voorkomen, door hun voorbeeld en de heiligheid van hun leven. De paters Jeztfieten zullen ze, vooral gedurende de eerste drie studiejaren, langdurig nagaan, om te zien, of ze werkelijk priesterroeping hebben. En dit zullen ze gemakkelijk kunnen uitmaken, als ze, gelijk hun plicht is, altijd bij hen zijn: in de klas, in de recreatie en overal elders. Van Mijn kant zal het hun overigens niet aan hulp en mede-werking ontbreken. lk wensch, dat de priesters een leveed beeld van Mij zullen zijn, en dat ze alien voor de devotie van Mijn H. Hart zullen ijveren. lk verlang een hervor-ming onder de priesters; wanneer ze klaar zijn met hun studie en het seminarie hebben verlaten, moeten ze, tel-kens als ze raad noodig hebben of in moeilijkheden ver-keeren, vrijen toegang hebben bij de paters JezuIeten; en dezen moeten hun in alles bijstaan. De paters van de

126

Page 133: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Societeit van Jezus moeten altijd toonbeelden zijn van nederigheid en eenvoud; ze moeten vol liefde zijn voor de armen en altijd vertrouwen op Mijn goddelijke Voor-zienigheid.

Mettertijd zullen heel wat zielen de devotie van Mijn goddelijk Hart helpen verspreiden, en dit zal Me zeer aangenaam zijn. Maar het meest zullen zich daarvoor moeten inspannen de zonen van Mijn Societeit, die Ik bovenal voor dit werk, dat Me zoozeer ter harte gaat, heb aangesteld. Om wille van Mijn Naam en voor Mijn zaak zullen ze op alle tijden en op alle plaatsen veel te verduren hebben, zooals Ik zelf bij Mijn sterfelijk leven. De vijand zal zelfs zijn best doen, ze te verdelgen, zoo woedend zal hij zijn om het nut, dat ze in de zielen stich-ten. Maar Ik geef u, Dochter, de verzekering, en door u aan alle menschen, dat ze, hun vijanden ten spijt, tot het einde van de tijden zullen standhouden. Den landen en volken, die ze welwillend en met oprechte bedoeling op-nemen, zullen groote zegeningen van Mij ten deel vallen; en Ik verlang, dat een van die volken Mijn dierbaar Spanje zal wezen.

Ik wensch, dat alle menschen insignes van Mijn mede-lijdend Hart zullen dragen; en aan degenen, die ze met devotie dragen, beloof Ik groote genaden, om hun eeuwig heil te verzekeren. Ik verlang, dat de voorstelling van die beeltenis overal in eere zal zijn, zelfs op den vlag van

127

Page 134: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Mijn dierbaar Spanje. Dit hebben ze te beschouwen als een van de grootste gunsten, die Ik hun bewijzen kan, en als een teeken, dat Ik Spanje altijd groot wil zien. En dit zal het zijn, zoo het zich onwrikbaar vast houdt aan het geloof, dat Mijn Apostel Sint Jacobus er verkondigde; en het symbool van dat geloof is en zal altijd blijven het heilige Beeld van Mijn allerheiligste Moeder „del Pilaf '. Ik wensch, dat ze door alle geloovigen worde ingeroepen met het bidden van den heiligen Rozenkrans, en dat men van alle kanten naar hoar heilige kapel zal trekken, door Mijn Apostel Jacobus te Saragossa gesticht. De grootheid en de adel van het yolk zullen van het geloof en den katholieken godsdienst er in afhankelijk zijn. Laat het den godsdienst tengronde gaan, dan gaat ook het yolk te niet. Dit druk Ik hun, door uw bemiddeling, op het hart, opdat niemand spreke van noodlot en opdat alien goed den weg zullen weten, dien ze hebben te gaan, zoo ze het Mij naar den zin willen maken en zich het eeuwig geluk ver-zekeren".

Ik leef in een onafgebroken martelaarschap. Alleen het H. Hart van mijn lieven Jezus weet, met wat 'n tegenzin ik al deze groote dingen opschrijf, en ook, dat ik er de voorkeur aan zou geven, alle mogelijke pijnigingen te ondergaan, dan een enkel woord op papier te zetten. Van den anderen kant echter dringt Hij zoo bij me aan en gebruikt Hij zulk een, zij het zacht, geweld tegen me,

128

Page 135: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

dat ik het niet laten kan, aan Zijn bevelen te voldoen, al kost het me duizend kwellingen. Hij zegt me voor al wat ik opschrijf, zonder te weten, wat Hij er mede bedoelt, en zonder het te willen weten. Maar mijn verlangen is, elk oogenblik van mijn leven Hem aangenaam te zijn en nooit iets te doen, dat Hem niet aanstaat. Ik vraag Hem, me liever duizendmaal te laten sterven dan me dit ongeluk te laten overkomen, het grootste, dat er voor mij op de wereld bestaan kan. Het H. Hart weet dan ook wel, dat ik dit alles doe, enkel om Hem, Hem alleen, pleizier te doen. . . .

„Dochter, schrijf op! Al dengenen, die Me met devotie aanroepen en vereeren, zal 1k bij al hun nooden ter hulp komen. Wie in korten tijd een groote heiligheid wen-schen te bereiken, zullen dit gedaan krijgen, als ze het Me met vertrouwen vragen, door bemiddeling van Mijn allerheiligste Moeder. Dengenen, die hun best doen, al tijd in de wonde van Mijn zijde te leven en daarmee ge-broken hebben met de wereldsche dingen en, door aan-houdende versterving, dood zijn voor zich zelven, dien zal 1k al in dit leven deel geven in het geluk van Mijn H. Hart. Wie hun werk en ondernemingen met succes wenschen bekroond te zien, moeten het Mijn barmhartig Hart aanbevelen. Wie de bekeering van zondaars willen bewerken, zullen het van Mijn medelijdend Hart gedaan krijgen, als ze het vragen door tusschenkomst van Mijn

M.M.R. 9

129

Page 136: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

allerheiligste Moeder.... Alwie Me lets met een groot geloof en een vurig gebed vragen door tusschenkomst van Mijn allerheiligste Moeder, zullen het van Mijn mede-lijdend Hart verkrijgen. Nooit zal 1k een genade weigeren, die Me door tusschenkomst van Mijn allerheiligste Moeder gevraagd wordt. 1k ben de toevlucht van de zondaars en de bedroefden; telkens, als ze met liefde en vertrouwen bij Me komen, zullen ze door Mijn mede-lijdend en liefdevol Hart ontvangen worden.

Wantrouwen aan Mijn barmhartigheid is een van de fouten, waar 1k het meeste leed van r heb. Alwie met devotie Mijn insignes dragen, zullen in het uur van hun dood Mijn bijzondere bescherming ondervinden.

Wees niet bang, Dochter, al wat 1k u zeg op to schrijven. Voor u hebben, op Mijn bevel, ook anderen van mijn dierbare kinderen geschreven: Margaretha Alacoque, Agustin Cardaveraz en Bernardo de Hoyos. Door uw bemiddeling wil 1k de vervulling van Mijn beloften ten bate van Mijn kinderen, de menschen, bespoedigen".

Wat vernederen me die ontzaggelijke gunsten van

Jezus' H. Hart voor een arme zondares als ik ben. Ik

begrijp er dit van: op de eerste plaats is het 't werk van

Zijn oneindige barmhartigheid; maar ook: Zijn groote

voorliefde voor deze Congregatie, die Hem zoo lief is,

gaat uit naar de heilige en nederige zielen, die, gelijk het

H. Hart van Jezus me verzekert, er altijd geweest zijn en

ook altijd zullen wezen:

130

Page 137: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

„Ja, Dochter, lk geef u de verzekering, dat er in deze Congregatie, waar Ili van houd, zeer reine, zeer heilige en zeer nederige zielen zijn en zullen zijn. Door de oogen van de schepselen, ook van de zusters zelf, met wie ze

leven, worden ze heel niet opgemerkt. Nooit wordt er iets van hen opgenoemd; maar ze zullen beloond worden voor zooveel nederigheid en zooveel Heide, die ze voor Mij hebben en zullen hebben zonder ander doel, dan Mij in alles te behagen en zich in niets aan wereldsche dingen te hechten. Het is waar, wanneer men al wat ge op Mijn bevel opschrijft zal vinden, zullen uw toekomstige Doch-ters over geen gegevens beschikken omtrent de heilig-heid van Mijn Dochters, die trouw zijn geweest, om ze

met moed te kunnen navolgen; daarom wil III u de deug-den opnoemen, die Ili ze wil zien beoefenen; die zult ge aanteekenen en ze wijzen op Mijn medelijdend Hart, op-

dat ze van Mijn Hart de deugden en de heiligheid van leven leeren, die ook de anderen er in gevonden hebben".

Ik was erg bang, dat dit geschrift iemand in handen zou vallen. Want ik hoop dit alles voor alle oogen

verborgen te houden en het volkomen ter beschikking van Jezus' H. Hart te stellen. Wil Hij, dat het ontdekt worde, goed dan! Maar gaat het zonder door iemand

gezien te zijn, verloren, dan zou ik er erg blij om wezen. Mijn grootste verlangen is, bij mijn leven en na mijn dood van alle menschen vergeten te zijn en me te be-

131

Page 138: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

graven alleen in het Hart van mijn lieven Jezus. Op mijn verzoek hiertoe heeft Jezus geantwoord:

„Dochter, heb Been angst. Het is Mijn bedoeling niet, dat hetgeen Ik u heb laten opschrijven nu gelezen worde; en zelfs na uw dood zullen er heel wat jaren verloopen voor men er iets van te weten komt. Wanneer echter het uur er voor gekomen is, zal Ik den van uw Dochters het verlangen ingeven, er in de archieven van het ziekenhuis te Saragossa — waar Ik wil, dat ge ze weg stopt — naar te gaan zoeken. Het zal er verborgen blijven tot het oogenblik, dat Ik u al heb aangegeven".

Ontelbaar zijn de weldaden, die het H. Hart me ge-durende de veertig dagen retraite, die ik op zijn bevel moest maken, bewezen heeft. Ze zijn een groote ver-nedering voor me; ik weet, wat een ellendige zondares ik ben, en het H. Hart houdt maar niet op, me al die genaden te geven. Alleen Zijn oneindige barmhartigheid is er, om het te verklaren.

In den loop van deze retraite heeft Jezus zich meer-malen aan mij vertoond, bedroefd over de krenkingen, die Hem voortdurend door de menschen warden aan-gedaan en over de heiligschennissen, die in de kerken gebeuren en die zullen gebeuren in den tijd, dat men deze geschriften zal vinden, en eveneens over de koudheid in Zijn dienst bij degenen, die zich nog christenen noemen.

132

Page 139: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Ik heb me aangeboden, om alle martelingen te verduren, die Hij me wil laten aandoen, een eenige verlichting te geven aan Zijn zoo goed Hart, en om te voorkomen, dat de menschen er tegen misdoen. Dit offer van mezelve beviel Hem erg; en Hij voorspelde me, dat heel mijn leven bezaaid zou wezen met zware en pijnlijke kruisen, maar Hij zou me helpen, ze met vreugde te dragen; Hij ver-langde ook, zei Hij, in mijn hart te rusten, omdat velen voor Hem de deur gesloten houden en weigeren Hem binnen te laten. Met een zeer bedroefd gezicht zei Hij:

„Als 1k nu tenminste de zielen, die Mij zijn toegewijd,

maar goed gestemd vond. Maar, Dochter, velen laten zich

niet met Mij in; ze zoeken liever hun pleizier, de vol-

doening van hun eigenliefde en hun eigen glorie. Ze leiden een echt wereldsch leven en hun hart houdt zich

met allerlei armzaligheden bezig; voor Mij is er geen

toegang".

Het H. Hart van Jezus heeft me ook Zijn uitdrukkelijk verlangen te kennen gegeven, dat wanneer men in latere tijden de Escolania (voorbereidingsschool) zal stichten, dat men dan vlak er naast een terrein moet vrij houden, afgescheiden van dat der school, om er zusters onder te brengen, die zich geroepen voelen, om naar de missies te gaan (bieden er zich niet vrijwillig aan, dan zal de generale Overste een beroep doen op degenen, die God

133

Page 140: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

haar als geschikt voor dit werk zal aanwijzen). De paters Jezuleten moeten haar eene degelijke opleiding geven, ze onderrichtend in geestelijke en in stoffelijke Bingen; en ze dienen van beproefde deugd te zijn. Met dit doel zal men ze minstens een jaar in dat opleidingshuis houden, eer ze voor de missie bestemd worden, opdat ze bij dat apostel-leven den moed en den ijver niet verliezen, die alle leden van deze Broederschap als erfdeel moeten bezitten.

Ik hoop en bid al mijn zusters, van wie het H. Hart van Jezus zooveel houdt, toch met alle macht haar best te doen, om Hem altijd tevreden te stellen; zich zelf dienen ze te vergeten en alleen nog te leven voor het H. Hart van Jezus. Ik heb een voorgevoel, dat, wanneer men dit geschrift zal vinden, er, evenals nu, een groote gods-dienstvervolging zal wezen. Laten ze dan over het gedrag van de vervolgers geen oordeel uitspreken, er met andere personen niet over praten en er zich niet over beklagen, ze moeten haar hart naar God verheffen, haar gebeden en offers verdubbelen, en het H. Hart van Jezus vragen om de bekeering van de godsdienstvervolgers, om den triomf van de Kerk, om zielskracht voor den plaats-bekleeder van Christus, die veel zal te verduren hebben, en om veel geduld en standvastigheid voor alle christe-nen, priesters en religieusen, opdat ze geen oogenblik mogen bezwijken en, zoo noodig, den dood ondergaan,

134

Page 141: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

om den Naam van Christus te verdedigen. Ze moeten trachten, dien tijd van beproeving zich ten nutte te maken; het is een tijd van genaden en zegeningen; en ze moeten het als een groote eer beschouwen, voor den heiligen Naam van Jezus Christus en voor Zijn zaak ver-volging te lijden. Op deze manier zullen ze al in dit leven op Hem lijken, en dan zullen ze ook in het eeuwig leven bij Hem zijn. In die omstandigheden moeten mijn Dochters haar best doen, om Hem meer liefde te toonen en Hem meer fijngevoelige attenties te bewijzen bij aiwat ze doen, ook bij dingen, die op zich zelf onverschillig zijn; zoo zullen ze eenige vergoeding geven voor de liefdeloosheid en de vervreemding, waarin het grootste deel van de menschen ten opzichte van Hem leeft.

Wanneer ze dat leed, door mij pier aangekondigd, zullen zien komen, moeten ze zich niet beangst maken. De Heer is almachtig en, als Hij wilde, zou Hij in een oogenblik al onze vijanden te schande kunnen maken. Doet Hij dit niet, dan is het om ons welzijn; want altijd zoekt Hij ons geestelijk voordeel, ook al zou het ons juist het tegendeel voorkomen; daarbij komt, dat door de bezoekingen en het lijden van de rechtvaardige zielen de goddelijke rechtvaardigheid, door de zonden en wan-ordelijkheden van de menschen uitgedaagd, verzoend wordt. Mogen alien dus goeden moed houden en al haar vertrouwen stellen op het H. Hart van Jezus en op de allerheiligste Maagd, die ze nooit aan haar lot zullen

135

Page 142: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

overlaten, als ze trouw haar toevlucht tot Hen blijven nemen. Wij van onzen kant hebben ook heel wat van de schepselen te verduren gehad; maar doordat we goed staan met God is niemand in staat, ons den zielevrede te ontnemen, of ons met eenige voorbijgaande plagerij te ontmoedigen. Al ons vertrouwen vestigen we op het H. Hart van Jezus, en we zijn er zeker van: alwat ons overkomt, gebeurt met Zijn toelating en voor onze voor-uitgang in heiligheid. Ze moeten zich niet ongerust maken, wanneer ze stoffelijk bezit kwijt raken; dat heeft ten slotte toch geen waarde; wel moeten ze bang wezen, de geestelijke dingen te verliezen: daarmede moeten we onze zaligheid bewerken, en daaraan alleen moeten we groote waarde hechten. Laten ze vol vertrouwen zijn: alles gaat voorbij; en al lijkt O.L. Heer te slapen, Hij, houdt toch onafgebroken de wacht. Zegt Hij eenmaal: Genoegi dan zullen alle vijanden beschaamd staan.

Het machtigste wapen, om de overwinning te behalen r zal de hervorming van de zeden, de overweging en het

gemeenschappelijk gebed zijn. Laten de geloovigen samen komen, om openbare gebeden te doen en andere devoties, met gestrekte armen. Een ander zeer krachtig middel is het Rozenkransgebed in het huisgezin.

Dat Jezus' H. Hart ze moge zegenen en ze moge leiden bij alwat ze doen, en dat ze zeer heilig mogen worden, dat bidt elken dag

Zuster Maria Rafols.

136

Page 143: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Huesca, 1 Juli 1836.

31 Juli. — Na mijn H. Communie en mijn dankzegging mediteerde ik volgens gewoonte over de vele mishande-lingen, die ze den Heiligen Verlaten Christus hebben aangedaan, en met al het vuur van mijn hart bood ik me mijn lieven Jezus aan, om alles, wat Hij maar wilde, te ondergaan, onder voorwaarde, dat mijn lijden diende, om Hem eenigermate vergoeding te geven voor het leed, dat Hem toen was aangedaan en dat Hij feitelijk elken dag te verduren heeft van zoovele zondaars, die Hem zoo krenken. En met de meest mogelijke duidelijkheid zei het H. Hart van Jezus me het volgende, dat ik op moest schrijven:

„Dochter, in latere tijden, wanneer dit Beeld van Mij ter vereering zal zijn uitgesteld, zal men Mij groote heilig-schennissen hebben aangedaan; aan zeer vele beelden van Mij, van Mijn allerheiligste Moeder en van de Heili-gen zullen ze zich vergriipen. Maar zooveel houd 1k van de menschen en zoozeer verlang 1k naar hun zaligheid, dat 1k dit Beeld van Mij uit den grond zal doen verrijzen, om ze in staat te stellen, Me daarin vergoeding te geven voor zooveel beleedigingen en heiligschennissen. 1k wensch veel acten van eerherstel, en vooral die, welke men voor dit Beeld zal brengen, zullen Me zoo aangenaam wezen, dat 1k veel genaden zal uitstorten over alien, die

137

Page 144: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

met geloof, nederig en met een oprecht berouw tot Mij hun toevlucht zullen nemen. Mijn Eeuwige Vader vindt er al tijd veel vreugde in, wanneer men Hem aanbidt en vereert met innerlijke acten van berouw voor zich zelf en voor de arme zondaars".

Dienzelfden dag gaf mijn lieve Jezus me ook te ver-staan, dat die heiligschennende diefstal in den vroegen ochtend van dien gedenkwaardigen dag, 14 September 1809 plaats had en dat de Dominicanen er met niemand over spraken, uit vrees, dat er nog grootere diefstallen en heiligschennissen zouden gebeuren; in dien tijd immers kwamen er heel veel kerkdiefstallen voor. Jammer genoeg zijn die er heel veel gebeurd en gebeuren ze nog. Het verlies van dit Beeld viel den Dominicanen erg zwaar, want ze waren er erg aan gehecht en hadden er veel devotie voor, doordat ze het gekregen hadden van een persoon, die een groot dienaar van God en een vriend van de Dominicanenorde was.

Mijn Jezus verlangt ook, dat men bij den bouw van de kerk te Vilafranca een kapel aan dit Beeld zal toewijden, en dat men het er middenin op een groot kruis zal plaat-sen, zoodat er geen gelegenheid meer is, om een ander kruis op het altaar te zetten; men moet het echter zoo plaatsen, dat de geloovigen het goed kunnen zien, om het te vereeren. De relikwiekast moet zoodanig gemaakt zijn, dat men er met de hand niet bij kan komen; want het H.

138

Page 145: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

• firf

4,1

,

it

Bezoek bij „Onze Lieve Vrouw ter Zuil" (nostra Senora del Pilar) Saragossa.

s' •

tii

t t

Page 146: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Hart van Jezus geeft me de gedachte in, dat de gods-dienstvervolgers, de opvallende wonderen ziende, die door bemiddeling van dit Beeld geschieden, opnieuw zul-len probeeren het te stelen. Men moet het dan ook goed vast zetten en er sterk cristalglas ter beveiliging voor doen. Men zal het uit die kast kunnen nemen elken Goeden Vrijdag, 14 September, 15 November en alle dagen, dat Monseigneur de bisschop van Barcelona het voor het zielenheil dienstig zal achten, bij voorbeeld ten tijde van retraiten, bij bedevaarten, enz.

Wanneer men dit eerbiedwaardige Beeld voor de ven-eering uit zijn kast neemt, dient men het geknield te vereeren, en de geestelijkheid zal er goed over waken.

Ook het beeld van O.L. Vrouw del Pilar moet zoo geplaatst worden, dat de geloovigen het, evenals dat van Saragossa, kunnen vereeren.

Laten alien toch bidden en medewerken, ieder in zijn kring, dat het rijk van Jezus' H. Hart spoedig in Spanje moge gevestigd worden, zoo spoedig als Hij zelf het wenscht. En laten alle bewoners van dit land trachten samen te werken, om zoo spoedig mogelijk Zijn rijk over heel de wereld tot heerschappij te brengen. Zij, die waar-achtige liefde voor God hebben, moeten zich niet tevreden stellen, met Hem. voor zich alleen lief te hebben; ze moeten hun best doen, te zorgen, dat er, zoo mogelijk, geen ziel meer is, die niet tot kennis van Hem en tot liefde voor Hem komt. Op deze manier zal heel de wereld de

140

Page 147: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

vruchten plukken van de verlossing door onzen godde-lijken Heiland.

Het meest verlangt Zijn H. Hart, dat men Het in het allerheiligste Sacrament van Zijn liefde zal aanbidden. Om alle geloovigen daartoe in staat te stellen, zou het zeer gewenscht zijn, dat in de parochiekerken en in de kloosters op feestdagen, en nog vaker, een uur uitstelling van het H. Sacrament werd gehouden. Alle geloovigen zouden daarbij gezamenlijk een hymne ter eere van het H. Sacrament moeten zingen; dit zou het vuur van de goddelijke liefde in hun ziel aanwakkeren; voor dat het H. Sacrament wordt weggeborgen, zou men den geloovigen den zegen moeten geven. Deze gewoonte zou Jezus erg bevallen, want het is Zijn grootste vreugde, te midden van de menschen te leven. Overigens: er gaat dikwijls genoeg een uur van onzen tijd verloren; wanneer het er echter om gaat, bij Jezus in het H. Sacrament een bezoek te brengen (waar toch voor al hun nooden een hulp-middel te vinden is) dan vergeten de meesten het bijna altijd en doen het niet.

Alleen het H. Hart van Jezus weet, wat 'n uiterst ge-weld ik me heb moeten aandoen, om Hem te gehoor-zamen en op te schrijven, wat Hij gezegd heeft. En die marteling is nog niet ten einde, want op dit oogenblik zegt Hij me, dat ik gedurende dezen tijd van mijn balling-schap meer dan anders vrij ben van wereldsche beslom-meringen en ik me dus meer met Hem kan bezig houden;

141

Page 148: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

daarom verlangt Hij dan ook, dat ik in de oogenblikken, dat mijn gezondheid mij er toe in staat stelt (gewoonlijk ben ik ziek) een kleine verhandeling zal opstellen voor religieusen, op de eerste plaats voor mijn medezusters in de Congregatie.

Bij het vernemen van deze, voor mij zoo vernederende, nieuwe opdrachten van Jezus' H. Hart heb ik me voor-genomen, me zelve totaal weg te cijferen en me er wel rekenschap van te geven, dat ik niet anders dan een vol-komen onbruikbaar werktuig in Zijn hand ben, maar dat Hij van me kan maken wat Hij wil. Ik vraag alleen om Zijn goddelijke liefde en verlang slechts, dat alles tot Zijn glorie moge strekken.

Heel duidelijk heeft het H. Hart van Jezus me als Zijn verlangen kenbaar gemaakt, dat dit geschrift, wanneer het gevonden zal zijn, aan den heiligen Vader zal getoond worden.

Zuster Maria Rafols.

1) In bovennatuurlijken zin. Sine Me nihil potestis facere. Zonder Mij kunt ge niets doen. (Joannes 15,5) (Vert.).

2) Hier is sprake van bijzondere, gevraagde genaden. We zouden er echter ook een zinspeling in kunnen zien op hetgeen wordt aan-geduid met den officieel door de H. Kerk erkenden titel van Maria „Mediatrix gratiae", „Middelares van de Genaden". (Vert.).

142

Page 149: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

ANDERE GESCHRIFTEN.

I ET bovenstaande is de nauwkeurige en trouwe ver- taling van die twee buitengewone documenten, met een tusschenpooze van meer dan twintig jaren

geschreven. Het is echter niet alles, wat Moeder Maria. Rafols geschreven heeft. Nog heel vele andere geschrif- ten heeft ze nagelaten, die sedert de maand Maart 1926 achtereenvolgens gevonden zijn, zonder to spreken van hetgeen zonder twijfel nog zal gevonden worden. In de overige geschriften, tot op dit oogenblik bekend, houdt de Moeder zich bijna uitsluitend bezig met de geestelijke leiding en de vorming van haar Dochters, met haar liefde- werk, haar onderricht, enz.. . . . vervolgens ook met de algemeene belangen van de Sint-Anna-Congregatie; ze zet haar opvattingen uiteen, geeft raad en voorlichting met het oog op de toekomst. Onder het opzicht van voor- spelling aangaande de groote gebeurtenissen, die in de toekomst de wereld zouden moeten in beslag nemen en onderste boven keeren, zijn ze dus van veel minder be-

143

Page 150: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

lang. Alleen terloops zullen we er dan ook melding van maken.

Geschrift van 2 Juni 1849, gevonden 2 Januari 1931.

Toch is een van de geschriften, gedateerd 2 Juni 1849 en tachtig jaar later in het archief van het ziekenhuis „O.L. Vrouw van Genade" gevonden, wel van bijzondere be-teekenis. Naar datum en inhoud moet het, in volgorde het laatste schrift van Moeder Rafols zijn en is het te beschouwen als haar geestelijk testament ten bate van haar Dochters.

Ze begint met, zooals altijd, te verklaren, dat ze niet met vollen zin schrijft, dat ze heel groot inwendig verzet heeft te overwinnen, maar heeft te gehoorzamen aan een hoogere Macht, het H. Hart. „Mijn lieve Jezus legt me op, talrijke bijzonderheden uit mijn verborgen leven op te teekenen, wat het vervullen van deze opdracht me ook moge kosten; want ik wilde me uit de herinnering van de schepselen, van nu en later, uitgewischt zien. Maar Jezus' H. Hart legt het me op, en, hoe het me ook tegen-staat, ik moet schrijven!"

Wat verder komt ze nog op deze zaak terug: „Al wat ik opschrijf zou ik nooit geschreven hebben,

als het H. Hart van Jezus en de allerheiligste Maagd het me niet hadden opgelegd. Zij alleen kennen mijn marte-ling, als ik zulke dingen moet vertellen, ik, die de on-volmaaktste van alle schepselen ben. Mijn eenige troost

1 44

Page 151: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

bij het schrijven is, dat dit werk een echt lijden voor me is, en dat lijden het beste en degelijkste voedsel voor de ziel is". Dan heeft ze het weer over de beproevingen in haar tijd en over de openbaringen, die haar over de moeilijkheden in de toekomst gegeven zijn; ze verklaart: het H. Hart van Jezus wil, dat ze al die aanteekeningen zal nalaten, omdat ze bij den druk van de komende tijden voor haar Dochters moeten dienen tot „troost en leiding". In tijden van vrede en voorspoed, maar ook in uren van vervolging en verdriet dienen ze grooten moed te houden en nooit iemand verwijten te doen. Ze moeten zich in-tegendeel overtuigen, dat O.L. Heer zulke rampen nooit toelaat dan omdat het voor Zijn glorie en voor het gees-telijk hell van de zielen noodig is".

Terloops brengt Moeder Rafols een groot aantal buiten-gewone gunsten in herinnering, die ze van Jezus Christus heeft ontvangen, en ook haar profetische aankondigingen met de openbaringen over den Christus van de Reinheid en den Heiligen Verlaten Christus. -Maar daarvOor komt ze nog weer eens met nadruk zeggen, wat een moeite het haar kost, die wonderbare dingen mede te deelen: „Ik begrijp maar niet, wat mijn lieve Jezus er mee voor heeft, met me te laten schrijven. Wel kan ik zeggen, dat de angsten, die ik doorsta, wanneer ik dergelijke opdrachten krijg, zoodanig zijn, dat aiwat ik in den loop van mijn lange leven te verduren heb gehad, me niets lijkt tegen-over de gruwelijke kwellingen, die ik doorsta, terwijl ik

M.M.R. 10

145

Page 152: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

die aanteekeningen van zoo intiemen aard opschrijf". Opnieuw echter ook dringt het H. Hart er op aan, dat ze zal doen wat Het vraagt:

„Ili verlang, dat ge al wat lk u zeg, zult opschrijven en dat ge het heel zorgvuldig gaat verbergen. In latere tijden zal alles bekend worden, en heel wat zielen zullen door het terug vinden van deze geschriften gered wor-den".

Eindelijk komt er aan het martelaarschap van Moeder Rafols toch een einde. In het laatste gedeelte van dit ingegeven geschrift verklaart ze, dat ze zich nu geen geweld meer zal hoeven aan te doen, om, op last van O.L. Heer buitengewone gunsten, haar gegeven, of ge-heimzinnige gebeurtenissen in de toekomst aan te teeke-nen: „Het is gelukkig gedaan! Ik heb het gevoel, dat mijn lieve Jezus me niet meer zal laten schrijven. Hij alleen weet, wat verschrikkelijke offers Hij van me gevraagd heeft, met me al die dingen te laten opschrijven. Sedert vier of vijf jaar voel ik in het diepst van mijn ziel een ontzaggelijke behoefte aan verborgen, geminacht, arm leven; ik verlang uitsluitend met God in de meest ver-borgen eenzaamheid te praten; en dit heb ik altijd ge-wenscht. Mijn goddelijke Meester heeft me echter voort-durend geleid langs een weg, die volkomen met mijn aanleg in strijd was . . . . Gelijk men kan zien, heeft O.L..

146

Page 153: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Heer me aanhoudend opgelegd wat ik allerminst wilde; nooit heb ik er genoegen in gevonden, met de wereld in contact te staan; evenmin in te schrijven; en toch heb ik me heel mijn leven moeten opofferen. Dingen van zoo intiemen aard te moeten opschrijven, was de allergroot-ste kwelling voor me. Toch heb ik dat kruis gelaten op me genomen, zonder me of te vragen, wat Jezus' H. Hart er mee voor kon hebben, me zooveel te laten schrijven. Ik geloof ook, dat Hij zelf op dit oogenblik mijn hand bestuurt, want dit heele stuk heb ik met mijn rechterhand geschreven, die al meerdere maanden verlamd is. In alles zij de Heer gezegend! Ik omhels dat kruis en alle andere, die Hij me nog mocht overzenden, met veel liefde en blijdschap, overtuigd, dat, zoo ik een oogenblik zonder lijden was, ik zou gelooven, dat mijn lieve Jezus zeker niet meer van me hield.

Het spijt me erg, dat ik deze geschriften moet nalaten, die betrekking hebben op het streven naar volmaaktheid; ik ben bang, dat mijn zusters en andere eenvoudige zielen, wanneer zij ze vinden en er in lezen, er mee in zullen loopen en te veel goeds van me gaan denken. Zoo degenen, die ze zullen lezen, er eenig nut van mochten hebben, dan hebben ze er Jezus' H. Hart voor te bedan-ken; er is niets van mij bin

Aan het slot van deze bewonderenswaardige regels, waarin de nederigheid, de liefde, de fijngevoeligheid en de heiligheid van haar ziel nogmaals uitkomen, richt ze

147

Page 154: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

een gloedvolle opwekking tot haar lieve Dochters, ze herinnerend aan de aandoenlijke woorden van Jezus, toen Hij afscheid nam van Zijn leerlingen: „Ik dank mijn lieven Jezus, die me op dit oogenblik zegt, dat Hij me niet meer zal opleggen te schrijven; ik neem afscheid van mijn zusters en druk haar voor den laatsten keer nog eens op het hart, veel liefde te hebben voor het H. Hart van Jezus en deze devotie met alle kracht en naar alle kanten te i/erspreiden. 0, zusters, ik bid u alien, maar heel bij-zonder de Oversten, om, wanneer men deze geschriften zal gevonden hebben, alien het goede, dat ik er u in aanbeveel, in beoefening te brengen; want dit is klaar-blijkelijk de bedoeling er bij van mijn lieven Jezus.

Ik weet niet, zusters, of ik in deze geschriften, die ik u met zooveel tegenzin nalaat, niet lets veranderd heb in de voizinnen, die mijn goddelijke Meester me gezegd had. Want bij enkele mededeelingen, die ik heb aangeteekend, waren er zoovele jaren verloopen, sinds ze me waren gedaan, dat het niet zoo gemakkelijk was, ze letterlijk in mijn geheugen terug te roepen. Wat de zaak echter be-treft is alles wat ik zeg overal zeker juist.

Mocht het het H. Hart van Jezus behagen, dat dit geschrift, met zooveel tegenzin opgemaakt, in uw handen gerake en dat gij alien zult weten te beantwoorden aan de groote plannen, die Hij met ieder van u heeft. Zij, die voor den laatsten keer u op het hart drukt, van elkander te houden, zooals wij tot nu toe (zeer enkele uitzonderin-

148

Page 155: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

gen daargelaten) van elkander gehouden hebben, zij zegent u en bemint u in het H. Hart van Jezus. Datzelfde zal ik ook alle dagen van mijn leven aan het H. Hart van Jezus en aan de allerheiligste Maagd blijven vragen". Dezen tweeden Juni 1849.

Zuster Maria Rafols.

149

Page 156: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 157: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

DERDE DEEL.

ONTDEKKING VAN DE GESCHRIFTEN.

Echtheid er van.

0 OK in de geschiedenis van deze geschriften, die men voor uittreksels uit een of andere middeleeuw-sche legende zou kunnen houden, is alles wonder-

baar. Sinds de maand Maart 1926, toen het eerste ontdekt werd, zijn er talrijke geschriften van de „Sierva de Dios" achtereenvolgens to voorschijn gekomen uit de schuil-hoeken, waar de nederige schrijfster ze, in opdracht van het H. Hart, opzettelijk had verborgen. In verschillende gebouwen van Saragossa werden ze gevonden, maar meest toch in het gasthuis „O.L. Vrouw van Genade", en dikwijls op de meest onwaarschijnlijke plaatsen: som-mige opgerold tusschen bundels nude papieren, die in het archief van het ziekenhuis bewaard worden; andere boven op een kast onder een laag stof en spinrag; sommige midden in een hoop afgedankte beddelakens. Jaren en jaren lang waren die handschriften daar blijven liggen, vergeten en onzichtbaar; want gewoonlijk komt er nie-mand in die afgelegen hoeken van het gasthuis; en de

151

Page 158: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

enkele keeren, dat men een of ander stuk noodig had, haalde men uit de map de papieren, die men zocht, zonder zich met de rest te bemoeien. En zoo was dat gebleven tot den dag. . . . dien O.L.Heer had aangegeven.

Men zal zich herinneren, dat het H. Hart de Moeder gerust stelde, als ze bang was, dat die geschriften te vroeg aan het licht zouden komen; meermalen had Het de verzaering gegeven, dat ze verborgen en onvindbaar zouden blijven tot den dag, door Hem en Zijn Eeuwigen Nader bepaald. (blz. 128).

Dan zou een van haar Dochters, op Zijn ingeving, ze, wanneer het uur gekomen zou zijn, zonder eenige moeite weten te vinden. In September 1853, daags na den dood van Moeder, meldt de zeereerwaarde pater Oliver (de rector, die den laatsten tijd, toen Moeder Rafols ziek was en niet meer schrijven kon, haar openbaringen op-teekende), dat het H. Hart nogmaals aan Zijn dienares de belofte hernieuwde: „Ik zal zorgen, dat al wat ge op Mijn bevel hebt opgeschreven, te zijner tijd zal gevonden worden door een van uw Dochters, die Mijn Hart zeer dierbaar zal zijn". Dit voorrecht nu is te beurt gevallen aan de nederige en ijverige religieuse, zuster Maria Naya; deze heeft ook den „Cristo de la Pureza", den „Christus van de Reinheid" in den molen En Rovira op het oude kamertje van Moeder Rafols herkend. (zie blz. 151).

Het is aandoenlijk, het eenvoudige verhaal van de goede zuster te hooren, hoe ze al die ontdekkingen deed.

152

Page 159: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Nu eens kwam er een vreemde drang om te gaan zoeken, en ze ging snuffelen in het archief van het gasthuis, in een of andere verre kast, en vond daar dan een geschrift van Moeder, dat tot nu toe nog niet was opgemerkt. Een anderen dag komt het idee bij Naar op, een rol papier, die andere zusters al zonder resultaat hadden nagezien, nog eens op te nemen, en ze vindt er bij den eersten oog-opslag dit of dat document van Moeder stichteres in. De eerste *Wden, dat die wonderbare en sensationeele ont-dekkingen gedaan werden, gingen, zooals te begrijpen is, de zusters van Sint Anna ijverig op onderzoek uit, en dat zoo zorgvuldig mogelijk en met het grootste ge-duld; sommigen zochten uren en uren achtereen, zelfs heele dagen, maar zonder een schaduw van eenig docu-ment te ontdekken. Ten slotte ging men begrijpen, dat alleen aan zuster Naya het buitengewone voorrecht was gegeven, op het uur, door Gods wil vastgesteld, alle papieren te vinden.

Gelijk te verwachten was, werd de echtheid van deze handschriften al spoedig in twijfel getrokken. De on-geloovigen en de lasteraars verklaarden ze voor roman-tische verzinselen of vroom bedrog. Zelfs oprechte en niet bevooroordeelde menschen aarzelden te gelooven, dat zooveel voorspellingen, met zulke nauwkeurige bij-zonderheden over personen en omstandigheden, alleen uit de pen van Moeder stichteres zouden gekomen zijn. Nu spreek ik nog niet van degenen, die, verblind door

153

Page 160: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

partijdigheid of hartstocht, met die texten aanstonds begonnen te lachen en ze bespottelijk te maken.

Om aan al die valsche geruchten, leugens en laster-praatjes een einde te maken, bracht de generale Overste van de zusters van Sint Anna bij het begin van dit jaar (1932) de tot nu toe gevonden geschriften van Moeder Rafols naar Rome, om ze door de beste calligrafen, schrift-kundigen en oorkonden-deskundigen te laten onder-zoeken. De H. Congregatie van de Riten wees voor deze studie den beroemden bibliothecaris van de geheime Vaticaansche archieven, Monseigneur Angelo Mercati, aan. Het is bekend, dat zijn uitspraken in de geleerde wereld gezag hebben, als het gaat om de echtheid en het vaderschap van een of ander geschrift. Welnu, na acht dagen nauwgezette studie heeft Monseigneur Mercati in zijn rapport van 20 April 1932 zoo categorisch mogelijk verklaard, dat hij volkomen overtuigd was en op zijn voile verantwoording nam de uitspraak, dat de geschriften, aan zijn onderzoek onderworpen, werkelijk autografen (eigen-handig geschreven stukken) van Moeder Rafols waren.

Hiermede was dus de kwestie van de authenticiteit opgelost, zonder dat er daaromtrent nog eenige twijfel bestaan kan.

154

Page 161: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

VERVULLING VAN AANKONDIGINGEN.

DEZE bladzijden zouden al te zeer in gebreke blijven, zoo we niet met enkele voorbeelden aantoonden, hoe sommige van de voorspellingen of practische

aankondigingen van Moeder Rafols op het aangegeven uur zijn in vervulling gegaan. Het is waar, voor eenigen er van is de tijd, die sinds verliep, te kort, om op volledige vervulling te kunnen wijzen; dit zal slechts na korteren of langeren duur mogelijk zijn geworden. Maar de feiten, die we gaan mededeelen, zijn toch een ontwijfelbaar bewijs, dat Moeder Rafols bijzonder door God begenadigd is geweest; en er zal ook zoo klaar mogelijk uit blijken, dat God haar met verheven en heilige ingevingen begun-stigd heeft.

De „Christus van de Reinheid" ontdekt.

(Dit kruisbeeld van Moeder Rafols, door haar zelf in haar kamer aan den muur gespijkerd, zou eenmaal door

155

Page 162: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

een van haar Dochters gevonden en herkend, naar Sal a-gossa gebracht en later op zijn eerste plaats weer op-gehangen worden. (Zie blz. 50).

Den eersten September 1924 ging de stad Vilafranca hulde brengen aan Moeder Rafols, wier aandenken al te lang in vergetelheid was geweest, en wel door een ge-denksteen haar ter eer op te richten bij den molen En. Rovira. Het bestuur van Saragossa had naar deze plech-tigheid een delegatie afgevaardigd; ook de vertegen-woordigers van de Sint-Anna-Congregatie waren er bij aanwezig. In plaats van de algemeene Overste, Pabla Bescos, die op dat oogenblik ziek was, verscheen haar „vicaria" de vice-superieure Felisa Guerri met zuster Maria Naya op het feest te Vilafranca. Na de H. Mis en den preek begaven de autoriteiten en de genoodigden, met een grooten toeloop van yolk, zich naar den molen En Rovira. Na de wijding van den steen wilde ieder het geboortehuis van Moeder Rafols zien. Toen de groote massa van het yolk was afgetrokken, maakten ook de beide religieusen zich klaar, om op haar beurt het huis overal goed op te gaan nemen. Dit was de eerste keer, dat leden van de broederschap er kwamen. Het huis onder leiding van de boerin, niet zonder aandoening, door-wandelend, kwamen ze op de bovenverdieping aan een kleine kamer. Al op den drempel merkte zuster Maria aan den muur een witgekalkt kruis en riep aanstonds uit: „Dat is het kruis van onze Moeder!" Toen de boerin die

156

Page 163: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

„Christus van Reinheid en Troost” tin de geboortekamer van Moeder Rafols) .

Page 164: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

woorden hoorde, zei ze: ze had dat kruis daar altijd al gezien, maar ze konden het niet los krijgen en wegnemen; zoo kwam het, dat er een laag kalk op gekomen was; de vorige pachters waren er overigens niet beter in geslaagd. Na dit verhaal vroeg zuster Naya verlof, om op een ledikant te mogen klimmen, dat daar stond, en te probeeren, of ze het kruis er of kon nemen. Zoodra ze met haar hand bij het beeld kwam, kon ze het heel ge-makkelijk, zonder de minste inspanning en zonder breken van den muur los waken; heel blij toonde ze het aan wie om haar heen waren, en herhaalde, dat dit kruis van. Moeder stichteres moest zijn en ook was. Beneden ge-komen, ontmoette de zuster den eigenaar van de boer-derij, Don Enrique Alcover; ze liet hem het kruis zien, dat ze los had gemaakt en vroeg hem, het naar Saragossa te mogen meenemen. Deze stond haar dit heel graag toe en bevestigde later zijn gift in een brief, waarin hij sprak over de traditie in drie geslachten, die het heilig kruis-beeld niet van den muur hadden kunnen nemen.

Het grootste gedeelte van deze voorspelling is dus tot in bijzonderheden in vervulling gegaan; voor de ver-werkelijking van het laatste deel zal nog een tijdverloop van meerdere jaren noodig zijn. Dan zullen er, heeft Moeder Rafols gezegd, (zie blz. 71 enz.) op deze plaats zoodanige dingen gebeuren, dat de christenwereld er over verbaasd zal staan.

158

Page 165: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Het vinden van den „Heiligen Verlaten Christus" (Gelijk men reeds weet, had het H. Hart Moeder Rafols

geopenbaard, dat dit verminkte en ontheiligde Christus-beeld zou worden terug gevonden, bedekt met bloed, op 15 November 1929; maar Het had niet willen zeggen, waar het lag. (zie blz. 155-158 en 104).

In 1928 kwam de molen En Rovira, het geboortehuis van Moeder Rafols, met aangrenzend terrein in het bezit van de Sint-Anna-Congregatie; donna Teresa Marimon, de erfgename van don Enrique Alcover, had er welwillend afstand van gedaan. Toen de zusters het bescheiden bezit in eigendom hadden, besloten ze er eenige werken te laten uitvoeren voor afrastering van het terrein, en om er een tuintje aan te gaan leggen. Bij het uitzetten echter van de grenzen kregen ze moeilijkheden met de vrouw van de boerderij er naast. Ten slotte liet deze toch iets van haar eischen vallen en stond ze een hoekje van haar grond af, waardoor de grenslijn eenigszins verlegd werd. En deze omstandigheid was oorzaak, dat men den „Heiligen Chris-tus" ging vinden.

Vijf werklieden waren geregeld met dit karwei bezig: Juan Arnau, Teodoro Pascual Piamo, Juan Llopart, Ven-tura en Pedro Albiac. Op 15 November 1929 maakte de werkman Arnau, tusschen tien en elf uur, een kuil voor de grensafscheiding; hierbij stootte hij met zijn houweel tegen een hard voorwerp. Hij zag een Christusbeeld, nam het er uit en zag meteen, dat er frisch, rood bloed aan zijn

159

Page 166: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

hand zat. Denkend, dat dit kwam van een wondje of schram, die hij misschien opgeloopen had, veegde hij zijn hand aan zijn broek af; maar tot zijn verbazing merkte hij, dat het geen bloed van hem zelf was, want hij had nergens eenig letsel opgedaan. Toen riep hij een van zijn kameraden, die vlak bij hem stond, en zei: „Kijk eens, ik heb, toen ik dien heiligen Christus aanraakte, bloed aan mijn hand gekregen". Samen bekeken ze toen Arnau's handen, om te zien, of het bloed misschien van een worm kwam; maar dat kiopte niet. Ze riepen de andere werk-lieden er bij; en allemaal waren ze het er over eens, dat het bloed van het beeld moest komen; wat ze heel vreemd vonden. Aanstonds vertelden ze wat hun was overkomen aan den man, die in den molen de wacht hield en die dicht bij hen stond. De vrouw, donna Teresa Puig Rafols, aan wie ze het gevondene ter hand stelden, zag zelf ook bloed, en wel op het linkerbeen van Christus; ze bewaarde het beeld in het geboortehuis van Moeder Rafols.

Dit wonderbaar voorval werd door de werklieden ver-der verteld, en heel veel yolk stroomde uit Vilafranca en uit de naburige dorpen naar den molen En Rovira. Som-migen kwamen uit louter nieuwsgierigheid, anderen uit een godsdienstig gevoel, om den Heiligen Christus te zien en te vereeren. De toeloop werd spoedig zoo groot, dat de vrouw het noodig oordeelde, de zusters te waar-schuwen; dezen brachten toen het beeld naar het novi-ciaat in Saragossa. Daar hangt het nu nog uitgesteld voor

160

Page 167: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

de vereering van de geloovigen, en nacht en dag houden twee novicen, gehuld in een langen witten sluier, er de wacht bij; ze hebben er lief en bidden er. Overeenkomstig de opdracht van het H. Hart, door bemiddeling van Moeder Rafols overgebracht, zullen de zusters het beeld eenmaal boven de deur van den molen En Rovira moeten plaatsen; deze zal dan van gedaante veranderd zijn en in het vervolg „Casa del Sagrada Corazon de Jesus", ,,Huis van Jezus' H. Hart", heeten. Nog later zal het op een altaar in de kapel del Pilar komen.

Deze Heilige Christus is een klein beeld van Christus aan het kruis; het is van brons en lijkt verguld te zijn geweest. De linkerarm, die door de dieven was afgeslagen is door een andere vervangen; de rechterarm, verwrongen en geschonden, werd hersteld en met een ring aan het kruis bevestigd; het kruis, waar het beeld aan vast zit, is van ebbenhout. Bij een profetische bezieling heeft Moeder Rafols aangekondigd, dat men bij dit beeld groote dingen zal zien gebeuren.

De generale Overste, Felisa Guerri, die in Februari 1932 met zuster Naya naar Rome was gegaan, werd in de gelegenheid gesteld, den „Heiligen Verlaten Christus" aan Paus Pius XI te laten zien (zie biz: 104). Langen tijd hield de Paus het Beeld in zijn handen en bekeek hij het met de grootste aandacht. Nadat hij nu met ontroering het verhaal van de „Sierva de Dios", de dienares van God, had gelezen, verbond hij aan dit wonderdadige beeld alle

M.M.R. 11

161

Page 168: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

)

I 'Intl 111.3 4,14..r, ikod r wiz h t v..0 %. vie% tot" -

'Jfits4f141412ttqf a sotto,

De „Heilige Verlaten Christus" na herstelling, zooa Is de geloov igen het thans vereeren.

Page 169: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

aflaten en alle voorrechten, waarover hij in zijn aposto-lische volmacht beschikte.

Insgelijks heeft de H. Stoel zijn goedkeuring gehecht 1) aan de geschriften van Moeder Rafols, met name aan de twee zoo gewichtige documenten, die respectievelijk op 2 October 1931 en 29 Januari 1932 gevonden waren, documenten, die volledig in dit boekje staan afgedrukt. Ten slotte — ter bekroning van de buitengemeene deug-den van Moeder Rafols — heeft de heilige Vader het bevel gegeven, dat het proces van haar zaligverklaring zou worden ingeleid. 2)

Bouw van een kerk ter eere van O.L. Vrouw del Pilar, van een Sint Jozef-ziekenhuis, scholen enz. bij den molen

En Rovira.

(Dit werk moest worden uitgevoerd ongeveer tusschen 1931 en 1940, met behulp van den bisschop van Barcelona. Zie biz. 50 e.a.).

In 1931 is inderdaad aan de uitvoeting van die werken begonnen: op 1 Mei van dat jaar heeft Monseigneur don Manuel Irurita 3), bisschop van Barcelona, vurig bewon-deraar van de „Sierva de Dios", den eersten steen gelegd voor de kerk van O.L. Vrouw del Pilar, die vlak bij den molen En Rovira zou verrijzen. Onmiddellijk na deze plechtigheid schonk een persoon, afkomstig uit Vila-franca, voor de uitvoering van deze werken de som van

163

Page 170: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

150.000 peseta's; anderen volgden spoedig met belang-rijke bijdragen of toezeggingen ten bate van deze onder-neming. Sinds dien tijd blijven grootere en kleinere giften toevloeien. Elkeen kent overigens de groote vereering van den Bisschop van Barcelona voor Moeder Rafols; men weet, welk een belangstelling hij, al lang voor October 1931, getoond heeft tenopzichte van alles wat deze ge-bouwen betrof. Er is wel geen twijfel, dat hij de tusschen-persoon moet zijn, door het H. Hart aangeduid, om de grootsche plannen, die Het met den molen En Rovira had, uit te voeren, en dit niettegenstaande de moeilijkheden en de ongunstige tijdsomstandigheden. Volgens gegevens uit het jaar 1937 naderden deze werken toen hun voltoofing.

Profetie over den godsdienstigen en moreelen toestand in

Spanje in de nabije toekomst. Het jaar 1931 is aangegeven

als opening van het tijdperk van godsdienstvervolging.

(Heerschappij van den duivel: heiligschenissen en ver-woestingen; verbod van godsdienstonderricht; pogingen om den godsdienst uit de harten van de burgers weg te nemen, om God overal te verjagen, enz.).

De gebeurtenissen, die zich sinds April 1931 in Spanje hebben afge5peeld, hebben de aankondigingen van April 1815 wel in het gelijk gesteld: sectarische maatregelen tegen den godsdienst; verbod van processies en andere openbare geloofsmanifestaties, overal waar men het aan-

1 64

Page 171: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

gedurfd heeft; verwijdering van kruisen uit de scholen, onder voorwendsel van neutraliteit, niet anders dan een vermomd atheisme, dat op de gelegenheid wachtte, om zich in het openbaar te vertoonen; verbod van godsdienst-onderricht; oprichting en groote vermeerdering van bon-den voor spel, gymnastiek en zoogenaamde sportfeesten enz., om er de kinderen en jongelui mee uit de kerk te houden. Sedert 11 Mei 1931 brak aan alle kanten een wild fanatisme los; men ging kerken en kloosters plunderen en in brand steken; men sloeg beelden van Christus, van Maria en de Heiligen stuk, verjoeg, mishandelde (en erger) priesters en religieusen. Dit spelletje, eenmaal ergens (in Sevilla, Valence, Madrid) begonnen, herhaalde zich in vele Spaansche steden, tot zelfs in gehuchten op het platte land. Later werd het besluit afgekondigd, dat directeuren van colleges en de leden van het onderwijs-personeel academische titels in hun yak moesten hebben; een maatregel, gericht tegen de onderwijs-ordes, voor wie het vrijmetselaarsgouvernement wel zorgde, dat deze titels onbereikbaar bleven, door ze partijdig te weigeren. Dan volgde in 1931 en 1932 de verbanning van zekere ordes en Congregaties, op de eerste plaats van de Jezuieten, op wier bezit het gouvernement beslag wilde leggen, — pure, simpele diefstal, met hoop op meer . . . 4)

Aan alle kanten gaat er, onder duivelschen invloed, een stroom van vuil, die alles dreigt te bedekken en te ver-stikken. Waar het op uit loopt, zal de toekomst leeren.

165

Page 172: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Maar we dienen te onthouden, dat het H. Hart Moeder Rafols heeft beloofd, Spanje, dat Hem zoo lief is en waar-van Zijn allerheiligste Moeder zooveel houdt, te bescher-men. Ondanks de Joodsch-maconnieke woede, ondanks alle duivelsche kuiperijen weten we toch, dat de gods-dienst er niet zal worden ten gronde gericht. God zal er blijven heerschen en zelfs de Jezuleten-orde zal er tot het einde der tijden zijn. (blz. 123).

Beloften van het H. Hart aan Moeder Maria Rafols op haar sterfbed, beloften, die bezig zijn nauwkeurig in vervulling te gaan. Ze werden opgeteekend door den rector van de zusters, don Agustin Oliver, op verzoek van

de zieke, die niet meer in staat was te schrijven, mar er voor zorgde, dat ook dit document, evenals de andere,

verstopt werd (Augustus 1853).

(Het H. Hart deed aan Zijn trouwe dienares de volgen-de mededeelingen en beloften:

1. Altijd zou Het over de Congregatie, door haar ge-sticht, blijven waken.

2. Altijd zouden er in deze Congregatie zielen zijn, waarbij Het rust en vreugde kon vinden.

3. Deze Congregatie, die bij haar stichting eenige overeenkomst toonde met het college van de 12 Aposte-len, zou tot het einde van de tijden blijven voortbestaan en vele zielen voor Jezus winnen.

166

Page 173: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

4. Hieromtrent kon ze gerust zijn: onder de twaalf zusters van de stichting was geen Judas; alien waren ze trouw geweest in het vervullen van haar plicht.

5. Zoo er zusters zouden zijn, die niet aan het doel van de Congregatie beantwoordden, zou het H. Hart zorgen, dat ze in de wereld terug keerden.

6. Alle huizen, waar men de vermaningen, door Hem ingegeven en door haar op schrift gesteld, zou naleven, zouden tot eigen voordeel en dat van hun omgeving rijkelijk bloemen en vruchten van heiligheid voort-brengen; maar wee, daartegenover, den huizen, die ze niet zouden opvolgen; want daar zou Hij, Hij, niet heerschen.

7. „Ik zal zorgen, dat al wat ge op Mijn bevel ge-schreven hebt, to zijner tijd zal gevonden worden door een van uw Dochters, die aan Mijn Hart zeer dierbaar zal wezen".

Mooi noviciaat met eeuwigdurende aanbidding in de kapel.

De laatste beloften van het H. Hart hebben betrekking op de oprichting van het noviciaat met een kapel, waar dag en nacht het allerheiligste Sacrament zou worden uitgesteld en aanbeden.

8. „Ik zal uw Dochters een mooi noviciaat geven, en daar zal Ik in het Sacrament van Mijn liefde tot het einde van de tijden uitgesteld blijven".

167

Page 174: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

9. „Ik zal maken, dat de Moeder, die dan Generale Overste zal zijn, het verlangen krijgt, om deze uitstelling van het Sacrament van Mijn liefde te laten beginnen op 30 Augustus van hetzelfde jaar, waarin men uw geschrif-ten zal vinden".

Tot de oprichting van het noviciaat werd overgegaan in de jaren, die volgden op den dood van Moeder Stich-teres. Te midden van zware beproevingen en ongehoorde moeilijkheden werd het voortgezet. Het succes was schit-terend. Geloof en gebed speelden bij den bouw van dit noviciaat grooter rol dan menschelijke arbeid; de muren, heeft meermalen Moeder Pabla BescOs getuigd, waren gemetseld met wonderen. Toen in 1930 het gebouw klaar was, Wilde de tegenwoordige Generale Overste, Moeder Felisa Guerri, het niet betrekken, zonder dat het H. Sacra-ment er alle dagen, en Donderdags ook des nachts, uit-gesteld was. In Augustus werd aan Monseigneur den bisschop van Saragossa daartoe vergunning gevraagd; deze stelde echter voor, een verzoekschrift er toe aan den H. Stoel te richten; en hij zelf stelde de plechtige inwijding van het noviciaat en de uitstelling van het H. Sacrament op den 30en Augustus. 5) Maar de tijd was, erg kort; het pauselijk schrijven kwam echter op tijd, zoodat alles kon doorgaan gelijk men afgesproken had. Op den avond van dienzelfden dertigsten Augustus vond zuster Naya het interessante document, geschreven door don Agustin Oliver, en waarin de beloften stonden, door

168

Page 175: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

Graf van Moeder Rafols in de Noviciaatskerk to Saragossa.

Page 176: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

het H. Hart aan Moeder Rafols gedaan. Men was erg onder den indruk, en alien, die het geschrift te lezen kregen, stonden verbaasd over de wonderlijke omstan-digheden, waaronder de goddelijke belofte, punt voor punt, was vervuld geworden.

Gelijk men zal hebben opgemerkt, vindt men nog een menigte andere voorspellingen en aankondigingen zoo-wat overal verspreid in de verschillende geschriften van Moeder Stichteres. Maar ze zijn niet alle zoo duidelijk en zoo nauwkeurig als die, welke we hier nu hebben besproken, en het valt ook niet gemakkelijk altijd de juiste vervulling er van na te gaan. Voor een groot aantal er van is dit overigens nog volkomen uitgesloten, door-dat ze betrekking hebben op een toekomst, die onzen naspeuringen ontgaat. Om te eindigen, zullen we alleen nog de openbaringen aanhalen, die betrekking hebben op de Broederschap van Sint-Anna; dit zal ons tegelijk ook in staat stellen, een blik te werpen op de ontwikke-ling van deze bewonderenswaardige Congregatie, aan het H. Hart van Jezus zoo dierbaar en op het oogenblik in heel Spanje zoo populair.

Voorspelling betreffende de ontwikkeling van de Congregatie van de liefdezusters van Sint Anna.

(Het H. Hart van Jezus had de Stichteres doen weten, dat zij haar Congregatie geen grooten vlucht zou zien

170

Page 177: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

nemen; een aantal jaren zou ze blijven kwijnen, weinig in tel zijn en zelfs miskend worden. Maar als de religieu-sen de vermaningen, die Het door haar bemiddeling had gegeven, in praktijk brachten, zou er een dag komen, dat de Congregatie, onder bewonderenswaardige leiding van een Moeder Overste, zelf een volmaakt toonbeeld van een liefdezuster, zich over de wereld zou gaan ver-spreiden).

Zoolang Moeder Rafols leefde, maakte de Congregatie van de zusters van Sint-Anna, verbonden aan het gasthuis Santa Engracia, onophoudelijk crisis op crisis door. Tijdens het verschrikkelijke beleg van 1808 en dat van 1809 bezweken bijna alle zusters ten gevolge van over-spanning, gebrek en ziekten. Daarna kwam de strijd tegen de „Sitiada", het bestuur van het gasthuis, dat den zusters belette, zich naar buiten uit te breiden; ze hadden nog slechts een huis te Huesca en haar aantal kwam niet boven de twaalf. Nauwelijks had de Broederschap enkele jaren rust genoten, toen, in 1834, de godsdienstvervolging uitbrak: de zusters hadden veel te lijden en werden be-dreigd; Moeder Rafols ging naar de gevangenis en daarna in ballingschap naar Huesca (1835). Haar afwezigheid was voor de Congregatie een zware beproeving; haar terug-keer naar Saragossa was voor haar arme Dochters dan ook een verlichting (1841). Maar nu was ze door ziekten en wederwaardigheden gebroken; ze moest zich tevreden stellen, met zich in het vervolg aan het gebed en in-

171

Page 178: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

wendige beschouwingen te wijden; lichamelijk was haar leven tot haar dood toe niet veel meer dan een weg-kwijnen (ze stierf 30 Augustus 1853).

Twee jaar daarna heerschten in Aragon de cholera en andere epidemien. Bij deze gelegenheid werd het den zusters van Sint-Anna toegestaan, haar liefdewerk ook in de dorpen rondom Saragossa uit te oefenen. De civiele gouverneur Cardero begreep toen, dat hij de uitbreiding van de Congregatie niet moest tegenliouden en stond toe, nieuwe huizen te stichten en zich overal te verspreiden. In dien tijd had ze in Aragon wel wortels geschoten, maar het aantal zusters was gering en dat van de huizen zeer klein.

In werkelijkheid dateert de opleving uit het langdurige bestuur van Moeder Pabla BescOs (1894-1929), die meer-malen achtereen aan het hoofd van de Congregatie stond en, op meer dan tachtigjarigen leeftijd in 1929 gestorven is. Ze was een superieure vrouw van ongemeene deugd; ze wist in haar bestuur kracht en zelfverloochening te doen samengaan met heldhaftige liefde, nederigheid, in-getogenheid en een grenzenlooze liefde voor het H. Hart. Dat was werkelijk het toonbeeld van de zuster, door O.L. Heer aan de eerbiedwaardige Stichteres beloofd. Onder haar bekwame leiding nam het aantal huizen van Sint-Anna overal in Spanje toe, en tot in Amerika kwam een nederzetting.

Op dit oogenblik (1937) telt de Congregatie van de

172

Page 179: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

%

Noviciaathuis van de Barmhartige Zusters van de H. Anna in Saragossa, tevens grafkerk van Maria Rafols.

Page 180: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

liefdezusters van Sint-Anna 130 huizen met 2500 religieu-sen. Dezen hebben in ziekenhuizen en toevluchtsoorden de zorg voor ongeveer 12.000 zieken en zwakken; ze geven onderricht aan weer dan 15.000 opgeschoten en jonge meisjes in gestichten, die onder haar leiding staan, en verplegen in de kampen van Maracaibo (Venezuela) ten naaste bij duizend melaatschen.

Deze prachtige opbloei van de Congregatie is te be-schouwen als belooning voor zooveel zelfverloochening, toewijding en liefdewerken van den kant dier bewonde-renswaardige zusters; maar bovenal en in den vollen omvang is het een glorievolle vervulling van de beloften, door het H. Hart aan haar heilige Stichteres gedaan. En dit is niet het geringste onder de vele wonderbare dingen, die haar „Lieve Jezus", van wien Moeder Rafols zooveel hield, zich heeft gewaardigd te doen, tot loon voor de hooge deugd van Zijn nederige, o zoo nederige, Dienst-maagd. Debellavit superbos et exaltavit humiles.

174

Page 181: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

EN VERDER . . . .

SEDERT de „Nagelaten geschriften" van Moeder Rafols in het publiek verschenen, zijn er heel wat stormen over losgebroken, gelijk ook over Spanje en heel

de wereld. Hierover dient men zich niet te verwonderen; in den

loop van de eeuwen immers treft men talrijke personen en ondernemingen aan, die een zending van God te ver-vullen hadden, maar, eer ze door de Kerk erkend werden, door een vagevuur van tegenspraak en beproeving had-den te gaan.

Noch aan tegenspraak, noch aan beproeving heeft het de laatste jaren den geschriften van de eerbiedwaardige Moeder ontbroken. Niettegenstaande het hooge gezag, waardoor de authenticiteit er van is gewaarborgd, heeft men toch getracht, deze in twijfel te trekken of te looche-nen; meer nog: in verband hiermede zijn de grove woor-den gebruikt van vervalsching, van bedrog, van mysti-ficatie, en wat al niet. Rivaliteit, persoonlijke wrok,

1 75

Page 182: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

afgunst en andere min gunstige aandoeningen hebben hun valsche noten er aan toegevoegd. Deze twisten kregen hun echo niet alleen in tal van religieuse bladen en tijd-schriften, maar zelfs aan de deur van het H. Officie, waar men bezwaren inbracht en alarm maakte en zoo, onver-wacht, aan de zaligverklaring van de nederige „Sierva de Dios" nog moeilijkheden in den weg legde.

Daarbij ging de religieuse en politieke toestand van Spanje zienderoogen hard achteruit en bij den dag werd het duidelijker, dat elke poging, om tot een beteren tijd te geraken, nog te vroeg kwam en tot mislukking gedoemd was.

Ondertusschen echter gaan de voorspellingen van de eerwaarde Moeder Stichteres voort met zich op wonder-lijke wijze te vervullen, zoowel op haar geboortegrond te Vilafranca-del-Panades als in het noviciaat te Sara-gossa. Rond den molen En Rovira verrezen of voltooiden zich de grootsche gebouwen, door het H. Hart van Jezus gevraagd 6) ; buitengewone dingen vielen herhaaldelijk voor bij het beeld van den „Heiligen Verlaten Christus", dat, gelijk men weet, voorloopig bij de liefdezusters te Saragossa was ondergebracht. Van den eersten dag of werd door de Manantial de Vida, maandschrift van de zusters van Sint-Anna, nauwkeurig aanteekening gehou-den van bekeeringen, genezingen, giften, en bijzondere of merkwaardige mededeelingen, om ze naar Rome op te

1 76

Page 183: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

sturen. Op andere tijden dan de onze zou dit alles ruim-schoots genoeg zijn geweest, om voor aller oogen het geinspireerde en goddelijk karakter van de „Nagelaten Geschriften" duidelijk te maken.

Er is echter een weer afdoend bewijs voor dit karakter, een bewijs, dat Been oprecht christen zou kunnen ver-werpen, doordat het in de Kerk alle eeuwen door erkend is geworden als een onafwijsbaar onderscheidingsteeken van echte en valsche voorspellingen. Dit onderscheidings-teeken bestaat hierin, dat de echte, vroeg of laat, altijd uitkomen, terwijl de valsche voor rekening blijven van hun uitvinders of ingevers. Verbum Dei manet in aeter-num. Gods woord houdt eeuwig stand.

Mijn bedoeling is niet, in dit kleine boekje te laten zien, hoe de aankondigingen van Moeder Rafols bij de gebeurtenissen in vervulling zijn gegaan, of hoe ze in de dagen, die we nu doorgemaakt hebben en nog doormaken, bewaarheid worden.

Voor elkeen, die te goeder trouw is en zijn verstand gebruikt, zal het niet moeilijk zijn, dit zelf te doen, als hij sommige texten van de geschriften overweegt en ze in verband brengt met de droevige gebeurtenissen, die zich den laatsten tijd in Spanje en elders hebben afgespeeld en nog afspelen.

M.M.R. 12

177

Page 184: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

De lezer lette vooral, in de wonderbare, vertrouwelijke mededeelingen van het H. Hart aan Zijn toegewijd en. gehoorzaam Slachtoffer, op de dringende waarschuwin-gen en aandoenlijke smeekingen, die het H. Hart tot heel het Spaansche yolk richt: tot Zijn verdwaalde en blinde zonen; tot Zijn dochters, die, verleid door den duivel van het vleesch, met haar onheilig vuur zelf weer anderen verleiden; ook tot Zijn lauwe, onnadenkende of ontrouwe dienaars, die Hij met vaderliefde weer tot hun plicht terug roept. Zeg eens: hoort men in die liefdevolle vermanin-gen, in die barmhartige waarschuwingen en die droevige kreten niet opnieuw de stem van den God van liefde en rnedelijden, die in den loop van alle eeuwen, in het Oude zoowel als in het Nieuwe Verbond, altijd Zijn ondankbare en schuldige kinderen, alvorens ze te straffen, heeft ge-waarschuwd?

Men vergete ten slotte vooral deze zeer ernstige be-dreiging niet, in het bijzonder tegen Spanje gericht, dat O.L. Heer, om er het geloof in te bewaren, niet zal aar-zelen, heele volken er voor te doen verdwijnen. . . .

Men weet, de waarschuwingen en de vaderlijke ver-maningen van den Zoon van God, ook de tusschenkomst van Zijn allerheiligste Moeder (in Fatima, Portugal en Ezquioga, Baskisch Spanje), zijn vergeefsch geweest. Het yolk in zijn geheel is, met het hoofd omlaag, naar den

178

Page 185: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

afgrond blijven loopen, totdat het strafgericht het deed stilstaan. . . . en God heeft Zijn rechtvaardigen toorn doen voelen.

Maar het H. Hart heeft in Zijn oneindige goedheid en barmhartigheid de bewonderenswaardige Moeder woor-den van troost en hoop doen hooren, en aangekondigd, dat Zijn heerschappij in Spanje spoedig zou komen, en dat deze zich van hier uit over de heele wereld zou uit-breiden (zie blz. 119).

Het is duidelijk, dat er voor de verwezenlijking van een groot deel der „Nagelaten Geschriften" nog een aan-merkelijke tijd zal moeten verloopen. In dien tusschentijd moeten Spanje en heel de wereld gewasschen worden van hun „schandelijke onreinheden" en door lijden en boetvaardigheid een grondige verandering ondergaan.

Gelijk Moeder Rafols ons zoo dikwijls door haar voor-beeld heeft voorgehouden, blijft ons, in onze benauwenis slechts een ding over: we hebben onze blikken op O.L. Heer te vestigen, om Hem te smeeken, de harde beproe-vingen te bekorten en ons spoedig gelukkige dagen te doen zien ,waarin de zon van Waarheid, Recht en Vrede in het Rijk van Jezus' H. Hart zal schijnen.

En we mogen ook hopen, dat in die uren van vreugde en geluk voor heel de wereld de dankbare H. Kerk aan de goede Moeder Maria Rafols, zoo dierbaar aan Jezus'

179

Page 186: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

H. Hart, de eer zal geven, welke bij Naar bestemd zijn voor de nederigste en trouwste dienaars van God, voor de zielen, die altijd luisteren naar Zijn stem en Zijn inspraken.

G.—L. B.

1) Het decreet van de H. Congregatie der Riten is van 30 Maart 2) Decreet van 4 Aug. 1931, door den Paus onderteekend 6 Aug. 3) Mgr. Irurita stond in Spanje bekend als een „heilige". In den

Spaanschen burgeroorlog is hij door de „republikeinen" vermoord geworden. (Vert.).

4) Ziehier de nieuwe aanslagen van het offensief tegen den gods-dienst sinds Oct. 1932 in de Cortes: Ontbinding van religieuse or-den, die „gehoorzaamheid beloven aan een ander gezag dan dat van den staat". Alle Ordes en alle Congregaties zijn beroofd van het recht, om onderwijs te geven in alle takken ervan. De Kerk wordt van alle bezit, van welken aard ook, beroofd: van bissehop-pelijke paleizen, pastorieen, kloosters, religieuse inrichtingen, ker-ken en van alle religieuse bouwwerken; dat alles is tot „publiek en nationaal eigendom" verklaard. Sommige maatregelen tegen de trouwe katholieken zijn zoo hatelijk, gaan zoo ver, zelfs het toe-dienen van de Sacramenten aan stervenden te beletten en gods-dienstige begrafenissen van dooden te verbieden, als dit niet te voren is aangevraagd, enz.

5) Sterfdag van Moeder Rafols. s) Bij het begin van den burgeroorlog, in Juli 1936, waren de

gebouwen nog ongeschonden. Ze hadden den onlusten en oproeren van de voorgaande jaren weerstaan, terwijl de overige kerken en religieuse gebouwen in Vilafranca-del-Panades zoo goed als ver-nield waren (volgens de plaatselijke pers, was er een schade van vijf millioen peseta's).

180

Page 187: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 188: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

I N H 0 U D

Biz.

Inleiding .. .. . • • • • • • • • • • • • • 9

Voorwoord van den schrijver . • • • .. .. 17

Ie Deel: Korte levensschets van Moeder Maria Rafols 21

Maria Rafols bij de Zusters van St. Jan to Barcelona 27

Stichting van de Congregatie van de „Liefdezusters

van Sint-Anna" • • • • • • • • • • . • • . 31

Heldenmoed van Moeder Rafols .. . • • • • . 35

Fransche overheersching .. .. • • • • • . • . 47

Tijdvak van rust en inkeering .. .. • • 49

Moeilijke onrustige dagen . • . • • • • • .. .. 55

Organisatie van de „Liefdezusters" .. • . .. 59

Burgeroorlog en onlusten .. . . . . 61 . • • •

Terug in Saragossa . • • • • • • • • . .. 65

IIe Deel: Geschriften van Moeder Maria Rafols .. 69

Geschrift gevonden 29 Januari 1932 . . . . . • 117

Andere geschriften . • • • • • • • • • • • 143

Me Deel: Ontdekking van de geschriften .. .. 151

Vervulling en aankondiging .. . • .. .. 155

En verder? • • • . • . . • • • .. .. .. 175

Page 189: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men

DRUKKERIJ BROUWER & Co. -- DELFT

Page 190: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 191: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men
Page 192: MOEDER MARIA RAFOIS · Benigna Consolata Ferrero stelde Jezus aan tot het „secretaresje van Zijn goddelijk Hart". Heel wat kreeg ze op te schrijven en van het schoonste, dat men