Modulewerkboek afstudeerfase 2017-2018informatie & belangrijke data Afstudeerfase voor 3e en 4e...

AERESHOGESCHOOLDRONTEN•ModulewerkboekAPL4•17augustus2017

ModulewerkboekAPL4Persoonlijkeleerfase4-afstudeerfaseDe inlevermomenten zijn (zie BB algemene informatie afstudeerfase, document ‘belangrijke informatie & belangrijke data Afstudeerfase voor 3e en 4e jaars studenten 2017-2018): vóór 30 oktober 2017 , vóór 12 januari 2018, vóór 3 april 2018, vóór 1 juni 2018, uiterlijk 13 augustus 2018.

MatthijsBreel

17augustus2017Definitief

AERESHOGESCHOOLDRONTEN•ModulewerkboekAPL4•17augustus2017 Pagina2van58

Versie Datum Auteur Toelichting0.1 17augustus M.Breel <Tekst>

0.2 29augustus M.Breel Toevoegingbijlage4

Versiebeheer


Voorjeligthetmodulewerkboekvandepersoonlijkeleerlijnindeafstudeerfase(APL4).Indezefasezijnerverschillendeactiviteitenwaarinjejecompetentiesverderontwikkelt.Veelactiviteitenvoerjeuitinhetwerkveldtijdensdeafstudeerstageen/ofafstudeerwerkstukofdooropdrachtenuittevoerenvooreenminor.Aanheteindvanjeopleidingverantwoordje8vande10Aerescompetenties(niveau3/werkveld)injeeindexamengesprekmetdestudieleidereneenexterneuithetwerkveld.Jeeindexa-mendossierisdebasisvanditgesprekenhetlaatsteproductinderodelijnvancompetentiemanage-mentenpersoonlijkeontwikkeling(CMP)tijdensjeopleiding.Hetbewustwordenvanwaarjouwkwali-teitenenvalkuilenliggenisdebelangrijkstedoelstellingvanhetCMPtrajectenkandaarmeehelpeninhetverkrijgenvaneenmooiestartfunctieinhetwerkveld.Namensallementorenvanjaarvierwensikjeeenboeiendeenleerzameafstudeerfase,MatthijsBreel,coördinatormentorenafstudeerfase17augustus2017.

Voorwoord


Inhoud

1 Persoonlijkeleerfase(APL4) 5

2 Verantwoordelijkhedenmentor 6

3 Verantwoordelijkhedenstudent 7

4 CompetentiemanagementenPersoonlijkeontwikkeling(CMP)enbeoordelingen 84.1. APL4-1AfsluitingCMP 84.2. APL4-2Beoordelingberoepsethiek 84.3. APL4-3Beoordelingeindgesprek 8

5 PortfolioopBlackboard 9

6 Startbijeenkomst,trainingenenoverzichtactiviteiten 106.1. Startbijeenkomst 106.2. TrainingBeroepsethiek 106.3. Oriëntatieopdearbeidsmarkt 106.4. Overzichtactiviteiten 106.5. CurriculumVitae(CV) 116.6. Opdrachten 116.6.1. Opdracht1:PlanAfstudeerfase 116.6.2. Opdracht2:Loopbaanoriëntatie 146.7. Gesprekken 156.7.1. Kennismakings/planningsgesprek 156.7.2. Voortgangsgesprek 166.7.3. Functioneringsgesprek 166.7.4. Eindgesprek 166.7.5. Eindexamendossier 18

Bijlage1:uitgevoerdeactiviteitenomhetCMP-trajectaftesluiten. 20

Bijlage2:Beoordelingsformuliereindexamengesprek 21

Bijlage3:Eindexamendossier 22

Bijlage4BeschrijvingvandeAeresHogeschoolcompetenties 40

Inhoud


DemodulecodeisAPL4.Demodule-onderdelenhebbendevolgendecodes:

• CMP: APL4-1

• Beroepsethiek: APL4-2

• Eindexamengesprek: APL4-3

DemodulevoorhetCMP-trajectinhet4ejaarbestaatuit3onderdelenmet3studiepunten.

Tabel 1. Onderdelen module APL4 en verdeling in studiepunten

Code Stpt Modulenaam Omschrijving Code Stpt. Beoordeling

APL4 3Persoonlijkeleerfasejaar4 CMP APL4-1 1 cijfer

Beroepsethiek APL4-2 2 cijfer Eindexamengesprek APL4-3 0 cijfer

BinnenhetCMPwordteenstartbijeenkomstgehouden,tweeopdrachtengemaaktdieondersteunend

zijnaandegesprekkenmetjementor(planningsgesprek,voortgangsgesprekkenenfunctioneringsge-

sprek).Heteindexamengesprekvoerjemetdestudieleidereneenexternediehetwerkveldkent.

1 Persoonlijkeleerfase(APL4)


InhetCMPwordjebegeleiddoorjementor.Inderolvangids,monitorenspiegelisdebelangrijkste

taakvandementor,joutestimulerenbijhetontwikkelenvanderelevantecompetenties.

Dementor…

• isbijstudie,professioneleenpersoonlijkeproblemendeeerstecontactpersoon,maargeenpro-

bleemoplosser,

• kentdepersoonlijkesituatievandestudentophetgebiedvanstudievoortgangprofessioneleont-

wikkelingenenloopbaanwensen,

• gaatmetdestudentdedialoogaan(voertgesprekken),signaleertenmaakt(studie)problemen/be-

lemmeringenbespreekbaarmetdestudent,

• verwijstdoornaar2elijnzorgmochtditnodigzijn(decaan,studentpsycholoog,etc.),

• stimuleertdestudentomeenproactievehoudingaantenemen,enkritischtezijn,

• denktmetjemee,stimuleertjevooralomzelfactiestebedenkenentotoplossingentekomen,

• kangesprekspartnerzijnbijhetformulerenvanjeafstudeerwerkstukenhetopstellenvanjeafstu-

deerstagecontract(voorzoverjeditinhetderdejaarnogniethebtopgesteldvoordeafstudeer-

stageinhetvierdejaar)

• moethetafstudeerstagecontractgoedkeuren.

2 Verantwoordelijkhedenmentor


Destudent…

• vraagtombegeleidingwanneerhijdatnodigacht,

• bereidtzichvooropdeindividuelegesprekkenmetdementordoordeopdrachtuittevoeren

engespreksformulierenintevullenuithetmodulewerkboek,

• kanaantonenaanwelkecompetentieshijwerkt,

• brengtbetekenisvollesituaties/ervaringeninvoorheteindgesprekmetdestudieleider,

• isverantwoordelijkvoorhetuitwerkenvanopdrachtenenvoorbereidenvangesprekken,enis

aanspreekbaaropverantwoordelijkhedendiedaarbijhoren,

• staatopenvoorfeedbackvaneenander.

3 Verantwoordelijkhedenstudent


Doel:

AeresHogeschoolvindthetbelangrijkdatjealsstudentderuimtekrijgtomjeeigenberoepsidentiteitte

ontwikkelen.Doortereflecterenleerjejekwaliteitenenvalkuilenherkennen.Jewordtdoordementor

begeleidomsteedsmeereigenverantwoordelijkheidtenemen,zodatjeuitgedaagdwordtombeslissin-

gentenemenmethetoogopdetoekomstinhetwerkveld.

Inhetvierdejaarwerkjenaarhetstartbekwaamzijnopdearbeidsmarkt.Ookgajebezigmethetuit-

werkenvaneencompetentieprofiel.Devolgendevragenzijnhierbijvanbelang:

Wiebenik,watkanik,watwilik,welkestappenmoetikzettenommijndoeltebereiken?

Inhetvierdejaarspitsjejetoeop‘watwilik’en‘welkestappenmoetikzettenommijndoelteberei-

ken?’Bijwatwilikishetbelangrijkomtewetenwaarjeberoepsperspectiefligt,watjeindetoekomst

wildoenenwatvoorbaanerbijjoupast.Hieruitkomtvoortwelkestappenjehiervoornogmoetzetten

omtekunnenstartenopdearbeidsmarkt.

4.1. APL4-1AfsluitingCMP

Inbijlage1vindjedeactiviteiteninhetafstudeerjaardievoldoendeafgerondmoetenworden.

4.2. APL4-2Beoordelingberoepsethiek

DebeoordelingvanberoepsethiekvindjeopBBAPL4afstudeerfase/beroepsethiek4.3. APL4-3Beoordelingeindgesprek

Indebijlage2vindjehetbeoordelingsformuliervoorheteindgesprekmetdestudieleiderendeexternediehetwerkveldkent.

4 CompetentiemanagementenPersoon-

lijkeontwikkeling(CMP)enbeoordelin-

gen


Tijdensjestudiejaarwerkjeregelmatigaanjemodulewerkboek.Ditwordtjeportfolio.Hierbinnen

neemjematerialenopdiederolvervullenvanbewijsmateriaalwaarmeejejouwcompetentiesbinnen

jeberoepstakenzichtbaarmaakt.Jehoudtbijaanwelkecompetentiesjewerktofwelkejenogwilt

gaanontwikkelen.Jegebruiktditmodulewerkboekookomanderen(bijvoorbeeldjementor,assessoren

entoekomstigewerkgevers)inzichttegeveninjepersoonlijkeenprofessioneleontwikkeling.

Jegeeftjementorinzichtinjemodulewerkboekdoorhetopblackboardtezetten.Hetisdebedoeling

datjeallevierdeleerjareninzichtelijkmaaktvoorjementor.Naelkeopdrachtwerkjejeportfolioook

bijopBlackboard.DeinstructievoorhetinvoerenvanjemodulewerkboekopblackboardvindjeopIn-

tranet:Help/Blackboard/EenDigitaalPortfoliomaken

JemaaktinjedigitaalportfolioeenmapaanmetLeerjaar4.Hierzetjejouwmodulewerkboekin.

5 PortfolioopBlackboard


6.1. Startbijeenkomst

Dezestartbijeenkomstisvooralbedoeldomhetjaarweersamentebeginnen.Hierbijwordthetpro-

grammavanCMPvoorhet4ejaaringeleid.Ookwordtereenintroductiegegevenophetkennisma-

kings/planningsgesprek.

Belangrijkemededelingenkunnenwordengedaanenmaterialenuitgereikt.

6.2. TrainingBeroepsethiek

DetrainingberoepsethiekisonderdeelvanAPL4.HetleerdoelvanhetmoduleonderdeelBeroepsethiek

isdatjejebezintenjebewustaandeslaggaatomjeeigenwaardenenlevensovertuigingteverwoor-

den(zieapartmodulewerkboekBeroepsethiekopBBAPL4-2).Gedurendeéénsemesterwordtditmo-

duleonderdeelopdewoensdageningeroosterd.Jezultingedeeldwordeningemengdegroepenvan8

studentenuitverschillendeopleidingen.Bijhetindelenwordtrekeninggehoudenmetdedoorjougeko-

zenminors.

6.3. Oriëntatieopdearbeidsmarkt

Infebruari(ondervoorbehoud)wordtereenbedrijvenmarktgeorganiseerdoplocatieDronten.Jekunt

opdezemarktbedrijvenbenaderenvoorverdereloopbaanoriëntatie.

Daarnaastisopdracht2‘deloopbaanoriëntatie’eenaansluitingopdeoriëntatieopdearbeidsmarkt.

Dezeopdrachtisinputvoorhetvoortgangsgesprekmetjementor.Tip:BijAgrojobskunjezonderkos-

teneengesprekeneenagrojobscompetentiescanaanvragenomjekansenopdearbeidsmarktteon-

derzoeken.

6.4. Overzichtactiviteiten

Onderstaandetabelgeefteenoverzichtvandeverschillendeactiviteiten,verdeeldoverde2semesters.

Week

Activiteit Doel Wieneemtactie? Wiebeoor-deelt?

36 Dronten:CentraleinformatiebijeenkomstStartAfstudeerfase,woensdag10.00uurBijeenkomstmentorgroepWoensdagvanaf11.00uur

Gezamenlijkestart,eenduidigecommunicatie

Centraal,Afstudeerfaseteam(OOWenBRM)

Mentor

37 Woensdag:opstartBeroepsethiekvooraantalgroepen

Gezamenlijkestart,eenduidigecommunicatie

Moduleteam(DIJ)enstudent

Moduleteam

37-40 Planningsgesprek(opdracht1planafstudeerfase)

Besprekenplanvoorafstu-deerfase

Mentor Mentor

6 Startbijeenkomst,trainingenenover-

zichtactiviteiten


40-47 Voortgangsgesprek1Bijstageintweedesemester:ge-sprekafstudeerstagecontract

• Competentieontwikkeling• Invullingengoedkeuring

afstudeerstagecontract

Student Mentor

36-26 Dronten:Beroepsethiekopwoensdag.VoordegroepsindelingenvoorhetroosterzieBlackboard(APL4-2)eneventueeldemodulecoördinator(DIJ).

Moduleteamenstu-dent

Moduleteam

7 FebruariBedrijvendagmetmarktinDronten(ondervoorbehoud)

Loopbaanoriëntatie

20-26 FunctioneringsgesprekGesprekarbeidsmarktoriëntatieenevaluatieAfstudeerfase(opdracht2loopbaanoriëntatie)

OriëntatiearbeidsmarktenevaluatieAfstudeerfase

Studentenmentor Mentor

25 Eindexamengesprek

VerdedigingCompetenti-dossier

Student Studieleiderenexternedeskundige

6.5. CurriculumVitae(CV)

EenbelangrijkonderdeelvandeCompetentiemanagementenpersoonlijkeontwikkeling,ishetmaken

enhetup-to-datehoudenvanjeCurriculumVitae,ofteweleenCV.PlaatsjeCVapartinjedigitaalport-

folioindemapLeerjaar4.WanneerjegebruikmaaktvaneencreatiefCV(viapowerpoint,prezi,film)

zorgdanvooreenduidelijkelinknaarhetinternetadreseneenaantalprintscreens(foto’s)diejehier

binnenjeportfoliokunttoevoegen.

6.6. Opdrachten

Injeafstudeerfasemaakjetweekorteopdrachtenvoordiejebespreektmetjementor.Deopdrachten

ondersteunenjeplanningindeafstudeerfaseenjeoriëntatieophetwerkveld.

6.6.1. Opdracht1:PlanAfstudeerfase

MaakeenplanaanhetbeginvandeAfstudeerfase.Ditplanwordtbesprokenmetjementorinhetplan-

ningsgesprek.ZorgervoordatjemeestrecenteversievanjeportfolioinBlackboardstaat.

Gadaarbijuitvanjeafstudeerprogramma(welkejehebtgevormdaanheteindevanleerjaar3)ende

puntendieuithetgespreksverslagkomenn.a.v.hetcompetentiedossiervanafhetpuntconcretiseren

vanleerjaar3.

• Welkecompetentieswiljetoepassenendemonstreren(latenzien)?

• Welkeresultatenwiljijmetdeverschillendeonderdelenvanjouwafstudeerprofielbereiken?

• Watzijnjegewensteeindproducten?

• Welkeactiviteitenmoetenwordenuitgevoerd,metwieenwanneer?

• Watisdeverdelingvandestudiebelastingoverdeverschillendeperioden?

• Waarliggendedeadlinesenwelkemogelijkhedenzijnervoorbijsturen?


•

VANLEERJAAR3 Rooster 8competenties

2keeropniveau3aantonen:Activiteitenkeuzeenkortemotivatie(wordtuitgewerktinhetPlanvanAanpakAfstudeerfase):

Najaar

Najaar

Voorjaar

Voorjaar

1. L

eidinggeven

2. S

amen

werken

3. P

resenteren

4. O

nderzoeken

5. Inn

overen

6. O

rgan

iseren

7. Z

elfsturen

8. O

nderne

men

9. D

uurzaamhan

delen

10. Globa

liseren

Minor1:Naamminorenkortemoti-vatie

MA MA MA MA

DI DI DI DI

DO DO DO DO

VR VR VR VR

Minor2:Naamminorenkortemoti-vatie

MA MA MA MA

DI DI DI DI

DO DO DO DO

VR VR VR VR

Minor(reserve):

Vermoedelijkbedrijfvoordeafstu-deerstageindemajorcontext

Vermoedelijkonderwerpvanhetaf-studeerwerkstukindemajorcontext


Invoegendeelgespreksverslagcompetentiegesprekjaar3ConcretiserenAanwelkecompetentieswiljehetko-mendejaarextraaandachtgeven?Leguit.

Welkeactiviteitengajehiervooronder-nemen?

Watvoorbegeleidinghebjenodigomdezeactiviteitenuittevoeren?Welkeleeromgeving?Benoem.

Geefaanwatjegaatdoen,maakeenplanningindebijlage.

Watzoumijnplanningindewegkunnenstaan?

NieuweinzichtenOpgrondvanhetcompetentiegesprekhebikdevolgendenieuweinzichtenge-kregenmetbetrekkingtotmijncompe-tentieontwikkeling:

Nahetgesprek:noteerhierdegemaakteafspraken:

Deuitwerkingvandevragenendeformatsvanleerjaar3zijninputvoorhetplanningsge-sprek,neemdezemee!


6.6.2. Opdracht2:Loopbaanoriëntatie

DezeopdrachtsteljeaanheteindevandeAfstudeerfaseopenwordtbesprokenmetjementorinhet

functioneringsgesprek.OokzetjejebijgewerkteversievanjeportfolioinBlackboard.

PersoonlijkBANEN-plan

Behandeldevolgende4vragen:

1. Welksoortwerkwilikgaandoendirectnamijndiplomering?

2. Hoeisditterealisereninhethuidigeaanbodvanfunctiesengeziendehuidigeenteverwach-

teneconomischeontwikkeling.Welkekansen,mogelijkhedenenbedreigingenziejeopdat

punt?

3. Watwilikervoordoen?Watismijnbijdrage(sollicitatieprocedure,naenbijscholing,etc)?

4. Wathebikdaarvoornodigvan'anderen'?

Advertentieselectie/Sollicitatieplanning

Aanwelkecriteriamoetjouwtoekomstigeeerstefunctievoldoen(sector,bedrijf,plaats,salaris,etc)?

Zetzeookinvolgordevanprioriteit.

Maakopgrondvanhetvacatureaanbodindebladen(bijv.GroeneCarrière)enophetInternet(bijv.

http://www.agriholland.nl/vacaturesofhttp://www.intermediair.nlofhttp://www.agrojobs.nlof

www.aeresagree.nl)eenselectievan3-5advertenties/vacaturemeldingenwaaropjezoureageren.Pas

dusjeeerdergeformuleerde'selectie'-criteriaconcreettoe.

Bedrijventop-3

Maakeentop3vanbedrijven/organisaties,waarjijinde(nabije)toekomstzouwillenwerken.Leguit

waarom,ganawelkeeerste-baan-mogelijkhedenerzijnenhoejeditzoumoetenrealiseren.Treed

daadwerkelijkmetdiebedrijven/organisatiesincontact.Vraaginformatie,waagereentelefoontjeaan

raadpleeghuninternetsite,bezoekvakbeurzenensteljevragenaandestandhouders,snuffelinvakbla-

denetc.


6.7. Gesprekken

Eenaantalkeerinhetjaarhebjeeengesprekmetjementor.Dementorvraagtjeomdezegesprekken

voortebereiden,enaanheteindeeengespreksverslagtoetevoegenaanjeportfolioalserafspraken

zijngemaakt..

6.7.1. Kennismakings/planningsgesprek

Aanhetbeginvanheteerstesemestervoertjementoreenplanningsgesprekmetje.Tervoorbereiding

vanhetgesprekvuljeonderstaandformatin.Jemaaktookgebruikvandegegevensvanhetvorigestu-

diejaar,zoalsjeditgedaanhebtbijdeopdracht‘planafstudeerfase’uitditmodulewerkboek.

VoorbereidingplanningsgesprekDatum:Naam:Klas:Welkepuntenwiljijbespreken?Hoestajeermetjestudievoor?Watgaatgoed?Hebjeachterstanden?Ishetafstudeerprogrammaveranderdmethet3ejaar?Welkecompetentieswiljetoepassenendemonstreren(zieafstudeerprogramma)?Hoegajeaancompetentieswerken?IsdeSTARR-techniekduidelijk?Hoegajejeafstudeerprogrammainrichten?OPDRACHTPLANAFSTUDEERFASEAfsprakenmetmentor:


6.7.2. Voortgangsgesprek

Indeloopvanheteersteentweedesemesterhebje(indiennodig)eenvoortgangsgesprekmetjemen-

tor.Tervoorbereidingvanhetgesprekvuljeonderstaandformatin.Hetkanzijndatdezepuntenvia

mailbesprokenworden.WerkjeportfolioinBlackboardbij.

Voorbereidingvoortgangsgesprek1&2Datum:Naam:Klas:Eigenagendapunten.Welkepuntenwiljijbespreken?Afstudeercontract?Afstudeerdocent?Welkeafsprakenhebjedevorigekeermetjementorgemaakt?Nahetgesprek:Noteerhierdegemaakteafspraken:

6.7.3. Functioneringsgesprek

Aanheteindevanjeafstudeerjaar,planjeeenlaatstegesprekmetdementor,hetfunctioneringsge-sprek.Tervoorbereidingvanhetgesprekleverjeopdracht2(Loopbaanoriëntatie)in,minimaalvieren-twintiguurvoorhetgesprek.Jebespreektjepersoonlijkbanenplanenevalueertkortdeopleiding.

6.7.4. Eindgesprek

Definitie

HeteindexamengesprekiseengesprekwaarindestudieleidervandemajoreneendoorAERESHoge-

schoolgevraagdeexternedeskundigebeoordeeltofdestudentdiplomawaardigis.In feite solliciteert

je als student tijdens het eindexamengesprek naar je HBO diploma!

SolliciterennaarjeHBO-diplomavraagtomeengoedevoorbereiding.

Ditbetreftzoweldeinhoudvanheteindexamendossieralsdevoorbereidingvanheteindexamenge-

sprek(denkaanpresentatie/kleding/enz.)

Toetsing:eindexamengesprek

Inheteindexamengesprekverantwoordtdestudentaandehandvanzijncompetentieprofielzijncom-

petentieniveauenontwikkeling.Daarnaastzijndethema’svandeafstudeerfaseenafstudeerwerkstuk

aandeorde.Hetgesprekzalongeveereenhalfuurduren.


Indienheteindexamenmetgoedgevolgwordtafgelegd,wordtditonderdeel(APL4-3)inallurisingevuld

meteencijfer(0studiepunten).Debeoordelinggeeftaanopwelkniveaujedeafstudeerfaseafsluit:

voldoende,goedofexcellentniveau.

Indiendebeoordelingonvoldoendeis,moetdestudentonderdelenverdiepenenkanzichinschrijven

voordevolgendedatum.Onvoldoendebetekentdatdestudentonduidelijkhedeninzijnreflectieverslag

nietkanophelderenophetgebiedvanverantwoordingvan8vande10competentiesophethoogste

niveauenophetgebiedvandeverschillendesituatieswaarindeberoepstakenzijnuitgevoerd.Eenan-

deremogelijkheidisdatdestudentonvoldoendezijncompetentieprofielkanverdedigen.


6.7.5. Eindexamendossier

Eenbelangrijkonderdeelvandepersoonlijkeleerfaseisjecompetentieontwikkeling.Inhettweedese-

mestervoerjeeeneindexamengesprekmetdestudieleidereniemanduithetwerkveld,naaraanleiding

vanjeeindexamendossier.Bewustzijnvanjekwaliteitenismedebepalendomopdearbeidsmarkteen

baanteverwervenenuittevoeren.

Jeeindexamendossierbestaatuithetvolgende:- Competentieprofiel,eenkortebeschrijvingvanjecompetentieontwikkelingaandehandvande

8AEREScompetentiesdoordevierstudiejarenheen.Watwarenopmerkelijkeontwikkelingen?

Wanneerhebjeveelgeleerd?Waarbenjegoedin(kwaliteiten)?Welkevondjelastig(valkui-

len)?Demanierhoejehetcompetentieprofielinvult,benjevrijin.Hethoeftnietzoalsdeeer-

stedrieleerjareninhetvoorgeschrevenformat.

- Reflectieverslagafstudeerfase:bewijsdatdestudent8vande10AEREScompetentiesinmini-

maaltwee(maximaal5)verschillendeberoepssituatiesopniveau3heeftverworven.DeSTARR

methodewordtalsrichtlijngebruiktomd.m.v.concretesituatiesdeverworvencompetenties

tebewijzen.Debewijslastkomtvanexterneneneigenbeoordelingvanervaringenenpro-

ducten.Hetreflectieverslagbevato.a.eencompetentiematrixwaarbijderelatietussenactivi-

teitentegenoverdeAEREScompetentiesstaanenookdecijferszijningevuld(zieonderstaande

tabel).

- Samenvattingafstudeerstageenbeoordelingsformulierenafstudeerstage(stagebiederenafstu-

deerdocent)(indienbeschikbaar,andersvermeldentijdenshetgesprek)

- Samenvattingafstudeerwerkstuk(indienbeschikbaar,andersvermeldentijdenshetgesprek)

Tabel:heteindexamendossierbestaatuitdevolgendeonderdelen:Aantalpagina’s Onderwerp OpmerkingVoorpagina Naam,opleiding,datum,

plaats,enz.

Maximaal2pagina’s Competentieprofiel Hoofdstuk1Beschrijfkortjecompetentieontwikke-linga.d.h.v.de8AEREScompetenties.Bekijkjeontwikkelingdoordejarenheen.Wanneerhebjeveelgeleerd?Waarbenjegoedin?Welkecompetentievondjelastig?

Mijncompetentieontwikke-ling

Hoofdstuk2BespreekdeAEREScompetentiesaandehandvanmaximaal5situaties.Leguit(bewijs)datje8vande10AEREScompetentiesintweeverschillendebe-roepssituatiesopniveau3hebtverwor-ven.DeSTARRmethodekunjealsricht-lijngebruikenomd.m.v.concretesitua-tiesdeverworvencompetentiestebewij-zen.Debewijslastkomtvanexterneneneigenbeoordelingvanervaringenenpro-ducten.

1pagina Samenvattingafstudeer-stage

Hoofdstuk3


1pagina Samenvattingafstudeer-werkstuk

Hoofdstuk4

1pagina Competentiematrixmetbe-haaldecijfers(voorzoverbekend)(zietabel)

Hoofdstuk5

4pagina’s Beoordelingsformulierenaf-studeerstage(stagebiederenafstudeerdocent)(zieMWBAfstudeerstagebijlage4en5)

Hoofdstuk6

2pagina’s Beoordelingsformulierafstu-deerwerkstuk(zieMWBAf-studeerwerkstukbijlage4)

Hoofdstuk7

1pagina Showcase! Hoofdstuk8Watwasjouwmooisteproductofleer-momentvandeafgelopenvierleerjaren?Watisjemooisteherinneringvandeho-geschool?Laatzienenbeschrijf!(voegbijv.foto’s,websites,korteverslagenin)

Inlevereneindexamendossier

Heteindexamendossier(éénexemplaarinhard-copyapartvanmodulewerkboek)wordtingeleverdbij

decoördinatorafstudeerfase(W.Oosterhoff).

• Deinlevermomentenzijn:vóór30oktober2017,vóór12januari2018,vóór3april2018,vóór1

juni2018,uiterlijk13augustus2018(zieBBalgemeneinformatieafstudeerfase,document‘belang-

rijkeinformatie&belangrijkedataAfstudeerfasevoor3een4ejaarsstudenten2016-2017)

• Indienhetafstudeerwerkstukonvoldoendewordtbeoordeeld,moeteenaangepasteindexamen-

dossierwordeningeleverd.Alsditnadeuitersteinlevertermijnwordtgeconstateerd,gaatdestu-

dentautomatischdoornaardevolgendediplomeringstermijn.

Alseenstudentmoetherkansenvoorheteindexamengesprek:

• Loopthijvertragingop.

• Moethijactiviteitenontplooienwaarinhijtoontdathijtochoverdecompetentiesbeschikt(datzul-

lenveelalbuitenschoolseactiviteitenzijn).

• Moethijvóórhetvolgendeinlevermomenteennieuweindexamendossieraanleveren.


OverzichtvanactiviteitenCMPvanstudentinafstudeerfase checklist1.Studentisaanwezigopstartbijeenkomst:PPpresentatieCMPjaar4centraal

Ja/Nee

2.Studentheeftplanvanafstudeerfaseopgestuurdminimaal24uurvoortaakgesprek(opdracht1,planafstudeerfase)

Ja/Nee

3.Studentheefttaakgesprekgevoerdmetmentor(20min)(opdracht1,bij-lage1,planafstudeerfase)

Ja/Nee

4.Studentheeftafstudeerstagecontractcompleetingeleverd,inclusiefonder-tekening(digitaal)

Ja/Nee

5.Studentneemtinitiatief,zodatmentoreenafstudeerdocenttoewijst.

Ja/Nee

6.Studentheeftalduidelijkeideeënoverafstudeerwerkstuktijdenstaakge-sprek.(Besprekingenbegeleidingafstudeerstageen–werkstukdoorafstu-deerdocent.)

………..

7.Indiennodig:Studentheeftvoortgangsgesprekgevoerd:metnameomaf-studeeronderwerpduidelijktekrijgen.

………..

8.Studentheeftopdrachtloopbaanoriëntatieopgestuurdminimaal24uurvoorfunctioneringsgesprek(opdracht2,loopbaanoriëntatie)

Ja/Nee

9.Studentheeftfunctioneringsgesprekgevoerdmetmentor(eindgesprekmetdementor)(20min)/(opdracht2,loopbaanoriëntatie)

Ja/Nee

TotaalbeoordelingCMPAfstudeerfase(1studiepunt):Beslismodel:1=éénofmeeronderdelennietuitgevoerd;6=alleonderdelenoptijduitgevoerdenopdracht1en2matiguitgevoerd;7=alleonderdelenoptijduitgevoerdenopdracht1en2voldoendeuitgevoerd;8=alleonderdelenoptijduitgevoerdenopdracht1en2goeduitgevoerd;9=alleonderdelenoptijduitgevoerdenopdracht1en2excellentuitgevoerd.

DementorvoerthetcijferCMPafstudeerfaseininAlluris.

Bijlage1:uitgevoerdeactiviteitenomhet

CMP-trajectaftesluiten.


Beoordelingsformuliereindexamengesprek‘solliciterennaarjediploma’

Naamstudent:Naamassessor(teamleideropleiding/major)Naamco-assessor(externe)Datum:Opleiding/major:Resultaat-/pro-ductindicatoren

Kwaliteitseis/criterium/maatstafDestudentheeft:

Beoor-deling

Opmerkingen

Examendossier

• examendossieropgesteldconformformat(compe-tentieprofiel,STARR,sa-menvatting-stageenaf-studeerwerkstuk,bewijs-stukken)

3-5-7-9

Destudentkan: Eindexamengesprek

• zijn/haarniveauvandecompetentiesuitleggena.d.h.v.concretesituatiesuithetafstudeerjaar

• zijnvisieverwoordenover

denabijetoekomstvandesector

3-5-7-93-5-7-9

Eindbeoordelingexamendossierenverdedigingingesprekdoorassessorinsamenspraakmetco-assessor

3-5-7-9

Handtekeningassessor: Handtekeningco-assessor: Beslismodel:jebentgeslaagdindienaanallecriteriameteenvoldoenderesultaatisvoldaan.DitiseindcijferCMPafstudeerfase(1studiepuntwordttoegekendalsookandereactiviteitenvoorCMPaf-studeerfase(APL4-1)voldoendezijnafgerond

Feedbackn.a.v.eindexamengesprek

Bijlage2:Beoordelingsformuliereindexamen-

gesprek


Eindexamendossier

Naam:

Klas:

Datum:

Plaats:

Bijlage3:Eindexamendossier


Hoofdstuk 1 Competentieprofiel

Beschrijfkortjecompetentieontwikkelinga.d.h.v.de10AEREScompetenties.Bekijkjeontwikkelingdoordejarenheen.Wanneerhebjeveelgeleerd?Waarbenjegoedin?Welkecompetentievondjelas-tig?Jekrijgthieronderderuimteomopmaximaal2pagina’steverwoordenhoejouwcompetentiepro-fieleruitziet.


Hoofdstuk 2 Mijn competentie-ontwikkeling

Situatie1

Titelsituatie

Periodewaarindesituatieheeftplaats-gevonden:

Beschrijvingvandesituatie:

Taak:-Wathadjejezelfvoorgenomentedoen?-Watwasjedoel?-Welkerolhadjejezelftoebedeeld?

Actie:Watgebeurdeer?Watdeedjij?Hoere-ageerdenanderendaarop?

Resultaat:-Watwashetresultaatvanjeactie?-Hoeliephetaf?-Welkefeedbackkreegje?

Reflectie:-Hoekijkjeeropterug?-Hoetevredenbenje?-Wathebjegeleerd?-Watdoejedevolgendekeeran-ders/beter-ofjuistniet:watdoejedevolgendekeerprecieshetzelfde?

Welkecompetentieshebjeontwikkeldindezesituatie?

Geefpercompetentieaanhoejebinnendesituatiedezecompetentiehebtontwikkeld.


(Tip:maakgebruikvandegedragsindicatoren.Ziedebijlagevanhetmodulewerkboekvande‘handleidinginhoudcompetentiedossier’voorbuitenschoolseactiviteitenomdegedragsindicatorenzelfteformule-ren.)Competentie1:

Competentie2:

Competentiex:

Bewijsstukken:Competentie1:

Competentie2:

Competentiex:

Leerpunten:-Waargajeverderaanwerken?-Hoegajedaarverderaanwerken?FormuleerditSMART


Situatie2Titelsituatie




Actie:Watgebeurdeer?Watdeedjij?Hoereageerdenanderendaarop?




Geefpercompetentieaanhoejebinnendesituatiedezecompetentiehebtontwikkeld.(Tip:maakgebruikvandegedragsindicatoren.Ziedebijlagevanhetmodulewerkboekvande‘handleidinginhoudcompetentiedossier’voorbuitenschoolseactiviteitenomdegedragsindicatorenzelfteformule-ren.)Competentie1:


Competentie2:

Competentiex:


Competentie2:

Competentiex:



Situatie5(indiennodig)Titelsituatie










Competentie2:

Competentiex:


Competentie2:

Competentiex:



Hoofdstuk 3 Samenvatting afstudeerstage


Hoofdstuk 4 Samenvatting afstudeerwerkstuk


Hoofdstuk 5 Competentiematrix

8competenties1keeropniveau3aantonen:

Activiteiten(vuldeactiviteitenin) 1.

Leidinggeven

2. S

amen

werken

3. P

resenteren

4. O

nderzoeken

5. Inn

overen

6. O

rgan

iseren

7. Z

elfsturen

8. O

nderne

men

9. D

uurzaamhan

delen

10. Globa

liseren

Eind

cijfe

rvan

ond

erde

el:

Minor1:

Minor2:

Beroepsethiek:

Afstudeerwerkstuk

Onderwerp:

Afstudeerstage

Bedrijf:

Anders:(activiteitenbinnenofbuitenschool)

Nietvantoe-passing


Hoofdstuk 6 Beoordelingsformulieren afstudeerstage


Hoofdstuk 7 Beoordelingsformulier afstudeerwerkstuk


Hoofdstuk 8 SHOWCASE!

Watwasjouwmooisteproductofleermomentvandeafgelopenvierleerjaren?Watisjemooisteherin-

neringvandehogeschool?(voegbijv.foto’s,websites,


Dit document bevat twee onderdelen (A en B):

Onderdeel A. overzicht van de 10 Aeres Hogeschool competenties met groei indicatoren in drie niveaus Onderdeel B. de scorekaarten voor de 10 Aeres Hogeschool competenties. In de scorekaarten worden de gedragsindicatoren in drie niveaus con-creet beschreven. De gedragsindicatoren in B moeten gezien worden als een vertaling van de groei-indicatoren uit A.

Bijlage4BeschrijvingvandeAeresHoge-schoolcompetenties


A: Overzicht 10 Aeres competenties met groei indicatoren in drie niveaus 1. Leidinggeven: Coacht de ontwikkeling van medewerkers en vertoont voorbeeldgedrag; houdt in complexe situaties het overzicht, neemt het initiatief om op strategische momenten richting aan veranderingsprocessen te geven en gebruikt daarvoor de passende leider-schapsstijl. Het bepalen van duidelijke doelstellingen en zorgdragen dat medewerkers bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen. Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

coördineren

niveau 2, hoofdfase, stimuleren en motiveren op ei-gen initiatief

niveau 3, afstudeerfase, strategische besluitvorming

verantwoordelijkheid gedelegeerde verantwoordelijkheid medeverantwoordelijkheid eindverantwoordelijkheid

zelfstandigheid externe sturing eigen risico en initiatief eigen risico, eigen initiatief

publiek bekende collega's en contacten binnen eigen werkveld

nieuwe doelgroep binnen eigen sector

onbekende of deskundige doel-groepen

veranderen aandragen, initiëren, richting geven sturing geven, vorm geven proactief handelen, voorop lopen, ontwerpen


2. Samenwerken: Zorgt voor een goede sfeer, gaat zorgvuldig om met de belangen van anderen, kan weerstanden en conflicten overwinnen en benut de kwaliteiten van alle teamleden om gezamenlijk het gestelde doel te bereiken. Draagt bij aan een gezamenlijk resultaat door een optimale afstemming tussen de eigen kwaliteiten en belangen en die van de groep / de andere. Samenwerken geldt zowel voor met collega’s als andere stakeholders. Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

meewerken en informeren van anderen

niveau 2, hoofdfase, op eigen initiatief met anderen werken aan een gezamenlijk re-sultaat

niveau 3, afstudeerfase, stimuleren van samenwerking

rollen vakman, bedrijfsleider, onderne-mer MKB

specialist, operationeel manager, ondernemer

onderzoeker adviseur, strategisch manager, innovatief ondernemer


tijdshorizon 1 jaar 1-5 jaar 5-10 jaar

3. Presenteren: Kan aan een kritische doelgroep een boodschap over een complex onderwerp begrijpelijk en overtuigend overbrengen en kiest daarvoor bewust de meest doeltreffende vorm. Brengt ideeën en informatie, zowel mondeling als schriftelijk helder en duidelijk over, zoda-nig dat de essentie wordt begrepen, met een effectief gebruik van de bestaande communicatiemiddelen. Gebruikt afhankelijk van de situatie of het doel een geschikte vaardigheid of een passende wijze van communiceren (mondeling, schriftelijk etc.) Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

luisteren en overbrengen niveau 2, hoofdfase, effectief en efficiënt zenden en ontvangen

niveau 3, afstudeerfase, zorgdragen voor een goed com-municatieklimaat




kennis & inzicht feiten, methoden en principes achtergronden, verklaringen, inter-

pretaties integraties en discussies

bereik transfer binnen sector transfer binnen verwante sectoren transfer over sectoren heen


4. Onderzoeken: Signaleert en beschrijft een probleem of ontwikkeling, formuleert een praktijkgerichte onderzoeksvraag en beantwoordt deze met een geschikte onderzoeksmethode. Ziet verbanden; trekt gegronde conclusies en schat consequenties in. Deelt complexe problemen op in onderdelen en onderscheidt hoofd- en bijzaken. Maakt gebruik van logica. Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

de essentie van het probleem zien

niveau 2, hoofdfase, verbanden leggen en oorzaken zien

niveau 3, afstudeerfase, zelfstandig een onderzoek opzet-ten, uitvoeren en er verslag over uitbrengen


procedures aanpassen en verbeteren ontwikkelen voortdurend innoveren

kennis en inzicht feiten, methoden en principes achtergronden, verklaringen, inter-pretaties

integraties en discussies

5. Innoveren: Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in de praktijk bruikbaar zijn. Heeft en stimuleert nieuwe, originele ideeën, werkwijzen en toepassingen. Richt zich met een onderzoekende en nieuwsgierige geest op toekomstige vernieuwing van (onderzoek)methodes, toepassingen, strategie, producten, diensten en markten. Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

ideeën aandragen

niveau 2, hoofdfase, voorstellen van creatieve alterna-tieven

niveau 3, afstudeerfase, stimuleren van vernieuwing


kennis & inzicht feiten, methoden en principes achtergronden, verklaringen, inter-pretaties

integraties en discussies

veranderen aandragen, initiëren, richting ge-ven

sturing geven, vorm geven pro-actief handelen, voorop lopen, ontwerpen


6. Organiseren: Plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de voortgang, stuurt zo nodig bij en bereikt het beoogde resultaat. Bepaalt op een effectieve wijze doelen, prioriteiten en benodigde tijd. Zet activiteiten en middelen in om bepaalde doelen te bereiken. Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

effectief plannen en organiseren van eigen werk

niveau 2, hoofdfase, coördineren van eigen werk en dat van anderen

niveau 3, afstudeerfase, sturen op hoofdlijnen

verantwoordelijkheid gedelegeerde verantwoordelijk-heid

medeverantwoordelijkheid eindverantwoordelijkheid


werk enkelvoudige taak verschillende taken samengestelde taken

bereik transfer binnen sector transfer binnen verwante sectoren transfer over sectoren heen 7. Zelfsturen: Heeft inzicht in eigen gedrag en geeft richting aan de eigen ontwikkeling zodat het eigen functioneren en de werkomgeving op elkaar aansluiten. Durft beslissingen te nemen- knopen door te hakken- en daarnaar handelen, ook wanneer de informatie beperkt is, zaken onzeker zijn en/of risico’s inhouden. Stelt het nemen van beslissingen niet onnodig uit. Legt zich vast door het uitspreken van de eigen mening; doet expliciete uitspraken; neemt duidelijk stelling. Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

pro-actief werken

niveau 2, hoofdfase kennen van eigen sterktes & zwaktes en omzetten van leer-punten in acties

niveau 3, afstudeerfase, kan objectief reflecteren en anti-cipeert met inachtneming van ei-gen sterktes en zwakten

verantwoordelijkheid gedelegeerde verantwoordelijk-heid

medeverantwoordelijkheid eindverantwoordelijkheid


onzekerheid situaties met onbekende factoren situaties met onvoorspelbare om-standigheden

voortdurend veranderende omstan-digheden


sturing geven, vorm geven pro-actief handelen, voorop lopen,


8. Ondernemen: Ziet kansen en zet deze voor eigen risico om in acties - veelal niet gebaande wegen - die bijdragen aan betere resultaten van de organisatie.

Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

signaleren van kansen

niveau 2, hoofdfase actief kansen benutten en verta-len

niveau 3, afstudeerfase, stimuleren van ondernemer-schap



onzekerheid situaties met onbekende factoren situaties met onvoorspelbare om-standigheden

voortdurend veranderende omstan-digheden


9. Duurzaam handelen: Verantwoordt eigen handelen met respect voor waarden, normen en gericht op het evenwichtige gebruik van beschik-bare bronnen (balans People, Planet, Profit). Ontwikkelt en draagt een duurzaam toekomstbeeld uit. Neemt afstand van de dagelijkse praktijk. Onderkent feiten, trends en ontwikkelingen en plaatst deze in een ruimere context en lange termijn perspectief van eigen werkterrein, vakge-bied en/of organisatie(-onderdeel). Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

vooruitkijken niveau 2, hoofdfase vertalen van feiten, trends en ont-wikkelingen naar (beleids)voor-stellen

niveau 3, afstudeerfase, ontwikkelen en uitdragen van het toekomstbeeld

verantwoordelijkheid gedelegeerd verantwoordelijk medeverantwoordelijk eindverantwoordelijk




10. Globaliseren: ziet de wereld als werkterrein en functioneert in een internationale omgeving. Bouwt en onderhoudt contacten en samenwer-king met collega’s, klanten en overige potentiële relaties die van belang zijn voor de doelen van de organisatie en/of het –onderdeel. Groei indicatoren niveau 1, propedeuse,

weten wat er op internationaal terrein gebeurt

niveau 2, hoofdfase leggen en onderhouden van (in-ternationale) contacten

niveau 3, afstudeerfase, uitbouwen professioneel en in-vloedrijk netwerk




onzekerheid situaties met onbekende factoren situaties met onvoorspelbare om-

standigheden voortdurend veranderende omstan-digheden


sturing geven, vorm geven pro-actief handelen, voorop lopen, ontwerpen


B: De scorekaarten voor de 10 Aeres Hogeschool competenties Bij de beoordeling van de gedragsindicatoren wordt bedoeld het gedrag wat je bij jezelf of de student waarneemt: dit gedrag is heel moei-lijk, moeilijk, makkelijk of heel makkelijk voor de student of het gedrag wordt niet waargenomen bij de student (niet gezien).

1. Competentie: leidinggeven Definitie: Coacht de ontwikkeling van medewerkers en vertoont voorbeeldgedrag; houdt in complexe situaties het overzicht, neemt het initiatief om op strategische momenten richting aan veranderingsprocessen te geven en gebruikt daarvoor de passende leiderschapsstijl. Het bepalen van duidelijke doelstellingen en zorgdragen dat medewerkers bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen.

• Niveau 1, propedeuse, coördineren

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel mak-

kelijk

niet gezien

Aandachtspunten

§ delegeert en draagt zorg voor een goede werkverdeling § zorgt voor naleving van afspraken, regels, procedures en kwaliteitseisen § vraagt naar en waardeert de inbreng van medestudenten § bewaakt de voortgang in het realiseren van doelstellingen § (h)erkent prestaties en spreekt medestudenten aan op geleverde bijdragen/resultaten

• Niveau 2, hoofdfase, stimuleren en motiveren op eigen initiatief

§ stimuleert en motiveert om zich in te zetten voor het behalen van de projectdoelstellingen en biedt waar nodig ondersteuning

§ kiest passende motivatiemiddelen (bijv positieve feedback geven, SMART-afspraken maken) en weet de juiste snaar te raken (kan inspelen en omgaan met de verschillende karakters van projectleden)

§ bevordert een productieve en plezierige werkomgeving § draagt de visie en missie van de projectgroep uit en stimuleert anderen dit ook te doen § geeft ruimte en verantwoordelijkheid aan projectleden voor individuele en gezamenlijke behaalde resultaten

• Niveau 3, afstudeerfase, strategische besluitvorming

§ geeft leiding aan discussies en kan in korte-termijn én lange-termijn doelstellingen denken § creëert draagvlak voor zijn of haar ideeën in de organisatie (of het organisatieonderdeel) door een aanspre-

kende visie neer te zetten, plannen en doelen te stellen en hier consequent naar toe te werken § onderneemt gerichte actie ten behoeve van de competentieontwikkeling van anderen § heeft oog voor en anticipeert op relevante ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie en vertaalt deze

op een passende manier


Aangepast voor Aeres Hogeschool op basis van www.123management.nl

2. Competentie : samenwerken Definitie: Zorgt voor een goede sfeer, gaat zorgvuldig om met de belangen van anderen, kan weerstanden en conflicten overwinnen en benut de kwaliteiten van alle teamleden om gezamenlijk het gestelde doel te bereiken. Draagt bij aan een gezamenlijk resultaat door een optimale afstem-ming tussen de eigen kwaliteiten en belangen en die van de groep / de andere. Samenwerken geldt zowel voor met collega’s als andere sta-keholders.

• Niveau 1, propedeuse, meewerken en informeren van anderen

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel m

akkelijk

niet gezien

Aandachtspunten

§ toont belangstelling voor medestudenten en biedt op verzoek hulp aan § komt afspraken na § deelt informatie en ervaringen met anderen § geeft eigen mening en vraagt mening van medestudenten en houdt hier rekening mee § draagt bij aan het gemeenschappelijke doel

• Niveau 2, hoofdfase, op eigen initiatief met anderen werken aan een ge-zamenlijk resultaat

§ biedt gevraagd en ongevraagd hulp aan en vraagt waar nodig zelf om hulp § maakt heldere en meetbare afspraken § wisselt op eigen initiatief informatie / kennis en ideeën, plannen en werkwijzen uit in het kader van het gemeen-

schappelijke doel § verwerkt meningen van anderen in eigen ideeën, plannen en werkwijzen

• Niveau 3, afstudeerfase, stimuleren van samenwerking

§ moedigt anderen aan om samen te werken en hun ideeën te uiten § zet anderen, ook in complexe situaties, aan tot het nemen van beslissingen § komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren § stimuleert medewerkers / collega’s om periodiek met elkaar informatie / kennis te delen § bevordert de goede verstandhouding en geeft opbouwende kritiek en feedback



3. Competentie: presenteren Definitie: Kan aan een kritische doelgroep een boodschap over een complex onderwerp begrijpelijk en overtuigend overbrengen en kiest daar-voor bewust de meest doeltreffende vorm. Brengt ideeën en informatie, zowel mondeling als schriftelijk helder en duidelijk over, zodanig dat de essentie wordt begrepen, met een effectief gebruik van de bestaande communicatiemiddelen. Gebruikt afhankelijk van de situatie of het doel een geschikte vaardigheid of een passende wijze van communiceren (mondeling, schriftelijk etc.)

• Niveau 1propedeuse, luisteren en overbrengen

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel m

akkelijk

niet gezien

Aandachtspunten

§ brengt een heldere en logische structuur aan in de informatie, door vorm en opbouw; to-the-point, wijdt niet on-nodig uit

§ gebruikt taal die aansluit bij de boodschap en doelgroep (medestudenten en contacten binnen eigen werkveld), gebruikt geen onnodig vakjargon

§ mondeling: spreekt rustig en duidelijk verstaanbaar (snelheid, volume, articulatie); maakt hierbij effectief ge-bruik van woord, gebaar en hulpmiddelen

§ schriftelijk: schrijft helder, beknopt en foutloos (woordkeuze, spelling, grammatica) § toont belangstelling en betrokkenheid en luistert actief naar anderen; vraagt de ander naar zijn mening, advies

en welbevinden § is in uitleg rustig en zeker

• Niveau 2, hoofdfase, effectief en efficiënt zenden en ontvangen

§ presenteert zich gemakkelijk en legt contacten § bouwt een betoog logisch op en houdt de aandacht vast (legt verbanden binnen eigen sector) § toetst of een boodschap is overgekomen op de doelgroep (in eigen sector) § stelt zich open voor overleg en feedback § onderkent (non) verbale communicatie

• Niveau 3, afstudeerfase, zorgdragen voor een goed communicatiekli-maat

§ heeft aandacht voor andermans behoefte, belangen, emoties en opvattingen en anticipeert hierop door verbale en non-verbale communicatiestijl aan te passen

§ maakt complexe onderwerpen begrijpelijk voor anderen (transfer over sectoren heen) § stimuleert anderen tot helder communiceren § bevordert de onderlinge communicatie



4. Competentie: onderzoeken Definitie: Signaleert en beschrijft een probleem of ontwikkeling, formuleert een praktijkgerichte onderzoeksvraag en beantwoordt deze met een geschikte onderzoeksmethode. Ziet verbanden; trekt gegronde conclusies en schat consequenties in. Deelt complexe problemen op in onderde-len en onderscheidt hoofd- en bijzaken. Maakt gebruik van logica.

• Niveau 1, propedeuse, de essentie van het probleem zien

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel m

akkelijk

niet gezien

Aandachtspunten

§ stelt gerichte vragen om een probleem helder te krijgen § gaat systematisch en gestructureerd te werk in het analyseren van het probleem § verzamelt relevante informatie § onderscheidt hoofd- en bijzaken in de aangeleverde informatie § kan vanuit de probleembeschrijving een praktijkgerichte onderzoeksvraag formuleren

• Niveau 2, hoofdfase, verbanden leggen en oorzaken zien

§ benadert een probleem vanuit verschillende invalshoeken en komt tot een genuanceerd oordeel § weet wanneer de verzamelde informatie voldoende is voor het trekken van conclusies; maakt onderscheid tus-

sen feitelijke informatie en interpretatie/ veronderstellingen § legt verbanden tussen verschillende soorten informatie § trekt conclusies over oorzaken en gevolgen (symptomen) van problemen

• Niveau 3, afstudeerfase, zelfstandig een onderzoek opzetten, uitvoeren en er verslag over uitbrengen

§ overziet gevolgen op lange termijn § heeft inzicht in (onderliggende) belangentegenstellingen § plaatst het probleem in een ruimere context dan zijn/haar eigen vakgebied § ziet grote lijnen en tilt vraagstukken op een hoger abstractieniveau § brengt complexe, soms tegenstrijdige informatie terug tot de kern



5. Competentie: innoveren Definitie: Gebruikt creativiteit om nieuwe producten, diensten of toepassingen te ontwikkelen die in de praktijk bruikbaar zijn. Heeft en stimu-leert nieuwe, originele ideeën, werkwijzen en toepassingen. Richt zich met een onderzoekende en nieuwsgierige geest op toekomstige ver-nieuwing van (onderzoek)methodes, toepassingen, strategie, producten, diensten en markten.

• Niveau 1,propedeuse, ideeën aandragen

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel m

akkelijk

niet gezien

Aandachtspun-ten

§ bedenkt creatieve oplossingen voor vraagstukken § staat open voor ideeën van anderen § kan improviseren § kan een goed alternatief bedenken als de gangbare methode niet werkt

• Niveau 2, hoofdfase, voorstellen van creatieve alternatieven

§ signaleert belangrijke ontwikkelingen en trends en speelt daar adequaat op in § bedenkt (nieuwe) oplossingen voor complexe problemen § genereert, ook samen met anderen, nieuwe ideeën voor de ontwikkeling van de sector

• Niveau 3, afstudeerfase, stimuleren van vernieuwing

§ maakt zich los uit bestaande denkkaders § creëert een stimulerende leeromgeving § stimuleert anderen tot innovatief gedrag



6. Competentie: organiseren Definitie: Plant en voert activiteiten uit, zet daarbij mensen en middelen effectief in, bewaakt de voortgang, stuurt zo nodig bij en bereikt het be-oogde resultaat. Bepaalt op een effectieve wijze doelen, prioriteiten en benodigde tijd. Zet activiteiten en middelen in om bepaalde doelen te bereiken.

• Niveau 1, propedeuse, effectief plannen en organiseren van eigen werk

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel m

akkelijk

niet gezien

Aandachtspunten

§ weet wat hij moet doen en neemt (binnen kaders) initiatief § stelt doelen en prioriteiten in het eigen werk § rond het werk op tijd af § komt afspraken na

• Niveau 2, hoofdfase, coördineren van eigen werk en dat van anderen

§ genereert de middelen die voor het bereiken van de doelstellingen benodigd zijn § heeft overzicht over de uit te voeren taken en voert deze taken ook binnen het gestelde kader uit § geeft aan hoe het werk efficiënt effectief kan worden ingedeeld en uitgevoerd; maakt duidelijke afspraken en

geeft verwachtingen aan (wie, wat, wanneer) § stelt doelen en prioriteiten en komt deze afspraken na § kan binnen een projectgroep prioriteiten stellen en kan deze waar nodig tijdig bijstellen

• Niveau 3, afstudeerfase, sturen op hoofdlijnen

§ ziet toe op een efficiënte en effectieve besteding van middelen (zoals tijd, geld en bemensing) § stuurt de planning en organisatie van werkzaamheden aan en ondersteunt anderen daarbij § anticipeert op relevante ontwikkelingen die van invloed zijn op de doelen van de organisatie en past plannin-

gen en doelstellingen hierop aan § doet meerdere zaken gelijktijdig, kan daarbij snel schakelen van het een naar het ander en houdt de hoofdlij-

nen in het vizier Aangepast voor Aeres Hogeschool op basis van www.123management.nl


7. Competentie: zelfsturen Definitie: Heeft inzicht in eigen gedrag en geeft richting aan de eigen ontwikkeling zodat het eigen functioneren en de werkomgeving op elkaar aansluiten. Durft beslissingen te nemen- knopen door te hakken- en daarnaar handelen, ook wanneer de informatie beperkt is, zaken onzeker zijn en/of risico’s inhouden. Stelt het nemen van beslissingen niet onnodig uit. Legt zich vast door het uitspreken van de eigen mening; doet ex-pliciete uitspraken; neemt duidelijk stelling.

• Niveau 1, propedeuse, pro-actief werken

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel m

akkelijk

niet gezien

Aandachtspunten

§ staat open voor feedback

§ wil leren in werksituaties; zoekt en benut kansen voor eigen ontwikkeling § is pro-actief in het organiseren van eigen werk. § houdt in afweging rekening met alle relevante aspecten en beslist vervolgens snel en slagvaardig § handelt naar genomen beslissingen en voelt zich er verantwoordelijk voor

• Niveau 2, hoofdfase, kennen van eigen sterktes & zwaktes en omzetten van leerpunten in acties

§ kan genomen acties verantwoorden en met argumenten onderbouwen

§ zet eigen ontwikkelpunten om in acties; past opgedane inzichten en kennis direct in de praktijk toe. Ontwikkelt tools om eigen valkuilen te voorkomen (valkuilen kunnen bijvoorbeeld zijn de lat te hoog leggen of te weinig zelfdiscipline hebben)

§ probeert eigen grenzen te verleggen; gaat uitdagingen aan § is open en transparant over eigen sterktes en zwaktes naar zijn/haar omgeving toe

• Niveau 3, afstudeerfase, kan objectief reflecteren en anticipeert met in-achtneming van eigen sterktes en zwakten

§ anticipeert op eigen valkuilen die mogelijk een belemmering binnen het professionele werkveld kunnen zijn § deelt zijn/haar sterke punten met collega’s, opdrachtgevers en benut deze optimaal § zorgt voor draagvlak voor genomen beslissingen § houdt eigen voortgang in de gaten en stuurt zonodig bij.



8. Competentie: ondernemen Definitie: Ziet kansen en zet deze voor eigen risico om in het beoogde resultaat. Signaleert kansen en kan deze omzetten in acties- veelal niet gebaande wegen- die bijdragen aan betere resultaten van de organisatie

• Niveau 1, propedeuse, signaleren van kansen

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel m

akkelijk

niet gezien

Aandachtspunten

§ staat open voor verandering, verbetering en vernieuwing § ziet problemen als uitdagingen § speelt in op de wensen van de klant of de opdrachtgever

• Niveau 2, hoofdfase, actief kansen benutten en vertalen

§ houdt zich actief bezig met de toekomst en de continuïteit van de organisatie of project § zoekt kansen en neemt initiatief binnen eigen vakgebied; vertaalt naar praktische producten, toepassingen of

diensten § speelt in op signalen vanuit de omgeving en koppelt hier acties aan, laat kansen niet liggen § durft (verantwoorde) risico’s te nemen om bestaande oplossingen en aanpakken te verbeteren § neemt beslissingen ook als er nog geen volledige informatie beschikbaar is en de gevolgen nog niet bekend

zijn § commercieel ingesteld § laat zich niet uit het veld slaan als een initiatief of actie mislukt, maar ziet het als leermoment § herdefinieert en concretiseert de vraag op basis van de wensen van de klant met behulp van eigen kennis en

vaardigheden & met inachtneming van beschikbare middelen.

• Niveau 3, afstudeerfase, stimuleren van ondernemerschap

§ vertaalt ontwikkelingen in de omgeving naar andere dan de gebruikelijke plannen, ook buiten het eigen vakge-bied

§ student weet hoe hij/zij een project/initiatief moet managen § kan resultaten omzetten naar concrete en toepasbare adviezen voor het werkveld § stuurt vernieuwende activiteiten aan en enthousiasmeert hierbij anderen; kan succes verkopen § start activiteiten en stimuleert anderen tot verbetering en vernieuwing



9. Competentie: duurzaam handelen Definitie: Verantwoordt eigen handelen met respect voor waarden, normen en gericht op het evenwichtige gebruik van beschikbare bronnen (balans People, Planet, Profit). Ontwikkelt en draagt een duurzaam toekomstbeeld uit. Neemt afstand van de dagelijkse praktijk. Onderkent fei-ten, trends en ontwikkelingen en plaatst deze in een ruimere context en lange termijn perspectief van eigen werkterrein, vakgebied en/of organi-satie(-onderdeel).

• Niveau 1, propedeuse, vooruitkijken

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel m

akkelijk

niet gezien

Aandachtspunten

§ kent missie en strategie van eigen organisatieonderdeel t.a.v. duurzaam handelen § legt een relatie tussen duurzaam handelen binnen eigen vakgebied en eigen activiteiten § toont respect voor mens & milieu § heeft geen vooroordelen en stelt zich neutraal op § onderneemt zelf acties en zet anderen aan tot acties om zijn/haar ecologische footprint te verkleinen § weet wat duurzaamheid betekent en kan dit uitdragen

• Niveau 2, hoofdfase, vertalen van feiten, trends en ontwikkelingen naar (beleids)voorstellen

§ kan eigen rol & functie binnen een project of stage in maatschappelijk perspectief plaatsen § kan zijn/haar bijdrage aan een duurzamere wereld verwoorden privé of in zijn/haar rol als professional § onderkent trends en ontwikkelingen in het vakgebied en vertaalt deze naar de aanbevelingen bij stages en/of pro-

jecten, komt met concrete ideeën en doet voorstellen § gaat zorgvuldig en discreet om met vertrouwelijke of gevoelige informatie van anderen § voorkomt belangenverstrengeling of heft deze (zo mogelijk) tijdig op. Maakt eigen positie en belangen duidelijk in

(zakelijke) conflictsituaties

• Niveau 3, afstudeerfase, ontwikkelen en uitdragen van het toekomst-beeld

§ schat het belang in van (maatschappelijke) ontwikkelingen, onderkent trends en vertaalt deze (1) naar strategi-sche keuzen en acties voor de organisatie of (2) naar nieuwe inzichten voor het vakgebied

§ stimuleert en faciliteert anderen om duurzaam te handelen, hij/zij creeërt “awareness” § laat voorbeeldgedrag zien in respect, eerlijkheid en betrouwbaarheid en richting milieu § signaleert niet integer gedrag en onderneemt actie



• 10. Competentie: globaliseren Definitie: Ziet de wereld als werkterrein en functioneert in een internationale omgeving. Bouwt en onderhoudt contacten en samenwerking met collega’s, klanten en overige potentiële relaties die van belang zijn voor de doelen van de organisatie en/of het –onderdeel.

• Niveau 1, propedeuse, weten wat er op internationaal terrein gebeurt

heel m

oeilijk

moeilijk

makkelijk

heel m

akkelijk

niet gezien

Aandachtspunten

§ houdt belangrijke (internationale) ontwikkelingen in het netwerk en het vakgebied bij § onderhoudt makkelijk contacten in uiteenlopende situaties en met verschillende sociale/culturele achtergron-

den § respecteert waarden, geloof en rituelen van anderen § kent eigen plek binnen nationale schaal/mondiale netwerk § kan in het Engels communiceren (zowel schriftelijk als mondeling)

• Niveau 2, hoofdfase, leggen en onderhouden van (internationale) con-tacten

§ speelt goed in op belangrijke (internationale) ontwikkelingen in het netwerk § spreekt eigen (internationale) netwerk aan als hij specifieke kennis of informatie nodig heeft § brengt mensen met elkaar in contact, stelt hen aan elkaar voor en stimuleert informatie uitwisseling § voelt zich op zijn gemak tussen (on)bekenden, kan achtergronden en relaties inschatten, stapt zelf op mensen

af, maakt een afspraak voor een nieuw contactmoment § kan de consequenties van handelingen en beslissingen in eigen land vertalen naar consequenties op mondi-

ale schaal § kan een professionele sollicitatiebrief en CV in het Engels opstellen § is niet bang om contact op te nemen (o.a. bellen) met onbekende organisatie, persoon uit het vakgebied § is bereid zich te verdiepen in andere culturen en kan functioneren in een internationaal team/internationale

context

• Niveau 3, afstudeerfase, uitbouwen professioneel en invloedrijk net-werk

§ anticipeert op belangrijke internationale ontwikkelingen in het netwerk § wendt het eigen (internationale) netwerk aan om anderen te ondersteunen § stimuleert anderen hun interne en externe contacten te onderhouden en nieuwe contacten te leggen, geeft tips


©Copyright2016,StichtingAeresGroep.Allerech-

tenvoorbehouden.Nietsuitdezeuitgavemagwor-

denverveelvoudigd,opgeslagenineengeautomati-

seerdgegevensbestand,en/ofopenbaargemaaktin

enigevormofopenigewijze,hetzijelektronisch,

mechanisch,doorfotokopieën,opnamen,ofenige

anderemanier,zondervoorafgaandeschriftelijke

toestemmingvanAeres.

Postbus374,8250AJDronten

DeDrieslag4,8251JZDronten

0880206000

www.aereshogeschool.nl/dronten

[email protected]

Modulewerkboek afstudeerfase 2017-2018informatie & belangrijke data Afstudeerfase voor 3e en 4e...

Documents

Transcript of Modulewerkboek afstudeerfase 2017-2018informatie & belangrijke data Afstudeerfase voor 3e en 4e...