Onze Innovatieve Arbeidsorganisatie. IAO Verbeteren van de werkomgeving.
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden · Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden...
Transcript of Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden · Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden...
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
1
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
Inleiding
Arbeidsorganisaties veranderen continu. Ook overheidsorganisaties. Technologische
ontwikkelingen, veranderingen op de arbeidsmarkt, maar zeker ook het streven optimaal te
reageren op vragen van burgers zorgen daarvoor. Arbeidsorganisaties willen doorgaans
representatief zijn voor de samenleving waarin zij werken. Dat geldt zeker voor de overheid.
Zowel landelijk als provinciaal en gemeentelijk. Daarom is het belangrijk dat overheidsorganisaties
inclusieve arbeidsorganisaties worden. Dat wil zeggen: duurzaam werk bieden aan al het
beschikbare arbeidspotentieel.
Om de stap naar een inclusieve organisatie te maken is een omslag nodig. Een omslag in denken
en in doen. Dat begint al bij het nadenken over bijvoorbeeld invulling van een vacature. Zoeken we
niet te veel van ‘hetzelfde?’ Wie bepaalt de criteria, de eisen? Hoe gaan we die in een
vacaturetekst beschrijven? De vacaturetekst – en het wervingskanaal – vormen al de eerste
selectiecriteria. Veel functies zijn bijvoorbeeld te complex geworden en daardoor vaak ongeschikt
voor mensen met een arbeidsbeperking.
Het doel van deze module
Deze module geeft u inzicht in de vraag wat een inclusieve arbeidsorganisatie is en waarom
organisaties inclusief willen en moeten worden. De module biedt u eveneens inzicht in het
benodigde beleid, welke kenmerken een inclusieve arbeidsorganisatie heeft en welke instrumenten
u kunt gebruiken om een inclusieve organisatie te worden.
Voor wie is deze module bedoeld?
Deze module is bedoeld voor het (top)management dat uiteindelijk verantwoordelijk is voor het
inclusief maken van de organisatie. Maar ook voor projectleiders die in de praktijk vaak
verantwoording dragen om de gestelde doelen te bereiken. Delen van deze module zijn bruikbaar
voor recruiters en direct leidinggevenden.
De raakvlakken tussen alle modules
Deze module maakt deel uit van een totaalpakket aan modules die u ondersteunen in het
toewerken naar een inclusieve arbeidsorganisatie. Het is bij de ontwikkeling van een dergelijk
omvangrijke serie, waarbij alle onderwerpen met elkaar samenhangen en alle informatie het liefst
allemaal tegelijkertijd beschikbaar is, altijd een uitdaging om de inhoud van iedere module te
beperken tot het onderwerp waar de module zich op richt. Dat geldt ook voor deze module.
Deze module heeft raakvlakken met:
de module ‘Participatieproof worden’ die u inzicht geeft in de Participatiewet en de eisen
waaraan uw organisatie volgens deze wet moet voldoen.
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
2
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden ...................................................... 1
Beleid: Wat is een inclusieve arbeidsorganisatie? .................................................... 3
Bouwstenen van een inclusieve arbeidsorganisatie ............................................ 3
Beleid: Waarom wilt u als werkgever inclusief worden? ............................................ 4
Achtergrond ................................................................................................. 4
Waarom zetten organisaties de stap naar inclusiviteit? ............................................ 5
Beleid: Kenmerken van inclusieve organisaties ....................................................... 7
Niet alleen voor arbeidsbeperkten ................................................................... 7
Verschillen tussen Inclusieve arbeidsorganisaties en sociale ondernemingen: ....... 7
Een inclusieve cultuur .................................................................................... 8
Wat zijn de kenmerken van een inclusieve bedrijfscultuur? ................................. 8
Aan de slag: Hoe maakt u een inclusieve cultuur? ................................................... 8
Rol leidinggevende ........................................................................................ 9
Visie op inclusief werkgeverschap .................................................................. 10
Van meten tot weten: hoe inclusief is mijn organisatie? ......................................... 10
Diversiteitsindex ......................................................................................... 11
Maatlat inclusief werkgeverschap .................................................................. 11
Checklist inclusiviteit ................................................................................... 13
Inclusief Herontwerp Werkprocessen ............................................................. 15
Functiecreatie ............................................................................................. 15
Jobcarving .................................................................................................. 15
Meer weten? .................................................................................................... 18
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
3
Beleid: Wat is een inclusieve arbeidsorganisatie?
De meeste arbeidsorganisaties waren tot voor kort voornamelijk exclusief. Dat wil zeggen dat ze
een functiegebouw vormen dat is gebouwd op gezonde werknemers met voldoende, passende
opleidingen, diploma’s en werkervaring. Een inclusieve arbeidsorganisatie is het tegenovergestelde
daarvan en biedt plaats aan een diverse groep van werknemers. In andere woorden: uniformiteit
versus diversiteit. Frans Nijhuis, hoogleraar Inclusieve arbeidsorganisaties aan de Universiteit
Maastricht, omschrijft een inclusieve arbeidsorganisatie als volgt:
“Een inclusieve arbeidsorganisatie is een organisatie die optimaal gebruikmaakt van de diversiteit
van talenten en vermogens op de arbeidsmarkt. Het is een organisatie waarin iedereen in staat
wordt gesteld om naar vermogen bij te dragen aan het bedrijfsresultaat. Een inclusieve
arbeidsorganisatie is daarom ook in staat om mensen met arbeidsbeperkingen op te nemen en
duurzaam in dienst te houden en te voorkomen dat werknemers voortijdig uitvallen met
beperkingen door ziekte of veroudering.”
Bouwstenen van een inclusieve arbeidsorganisatie
Een inclusieve arbeidsorganisatie is gebouwd op een aantal fundamenten en uitgangspunten:
1. Van diversiteit naar inclusief
Bij diversiteit wordt vanwege de historische context doorgaans aan migrantendiversiteit gedacht.
Inclusief zijn gaat over iedereen voor wie barrières bestaan om een plaats op de arbeidsmarkt te
verwerven en/of door te stromen naar regulier werk (bijvoorbeeld vanwege leeftijd, gender of
afkomst). Een inclusieve arbeidsorganisatie is daarom breder dan een organisatie die zich louter
richt op de inzet een bepaalde doelgroep, zoals mensen met een arbeidsbeperking. Dat is een van
de groepen die een plaats in een reguliere arbeidsorganisatie moet krijgen, maar zeker niet de
enige groep.
2. Een internationale ontwikkeling
Niet alleen in Nederland is sprake van de stap naar inclusieve arbeidsorganisaties. In meerdere,
vooral Westerse landen, is er wetgeving op dit terrein en maken werkgevers en werknemers
afspraken over inclusiviteit en (in het verlengde daarvan) diversiteit. Landen hebben ‘eigen’
accenten. In sommige landen ligt de nadruk op bijvoorbeeld migratieachtergrond of gender als
speerpunt. Ook wetgeving kent eigen accenten. Sommige landen kennen, vergelijkbaar met
Nederland, quota voor mensen met een arbeidsbeperking. In andere landen is dat juist niet het
geval1.
1 Zie: Internationale ervaringen met quotum arbeidsgehandicapten, CPB 2013
‘Een ‘inclusieve werkgever’ biedt werkgelegenheid aan werkzoekenden met een grote afstand
tot de arbeidsmarkt. Hij kan omgaan met verschillen tussen mensen en benut de meerwaarde
van diversiteit in zijn bedrijf.
Als u een inclusieve werkgever bent is dit zichtbaar in de wijze waarop u het werk organiseert
en in de inrichting van uw organisatie. Zo maakt u maximaal gebruik van de mogelijkheden
van uw personeel en het potentieel op de arbeidsmarkt.’
Bron: Frans Nijhuis & De Normaalste Zaak
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
4
3. Een inclusieve arbeidscultuur
Een inclusieve arbeidsorganisatie vraagt ook om een inclusieve arbeidscultuur. Het ontbreken van
een inclusieve cultuur is een belangrijke factor in het wel of niet succesvol zijn als inclusieve
organisatie. Alle medewerkers leveren naar vermogen een bijdrage aan de realisatie van de doelen
van de organisatie. Daar zit ook het verschil met een puur sociale organisatie die vooral beschutte
werkplekken biedt.
4. Meerwaarde
Een inclusieve organisatie kent wellicht sociale overwegingen om mensen met een
arbeidsbeperking in te zetten, maar doet dat ook vanuit economische motieven. Mensen met een
arbeidsbeperking zijn ook klanten van je organisatie. Door te werken met mensen met een
arbeidsbeperking word je beter in de dienstverlening aan mensen met een arbeidsbeperking. De
inzet van mensen met een arbeidsbeperking moet ook uit financieel oogpunt verantwoord zijn en
meerwaarde hebben. Dat kan door werk anders te organiseren waardoor specialisten optimaal
ingezet kunnen worden en meer elementaire taken overgedragen worden aan mensen met een
arbeidsbeperking. Voor deze herverdeling van taken is in de afgelopen jaren een aantal
instrumenten en methodes ontwikkeld. Meer weten over methodes die inmiddels met succes bij
diverse organisatie zijn toegepast: zie Inclusief Herontwerp van Werkprocessen (IHW), jobcreation
en jobcarving.
Beleid: Waarom wilt u als werkgever inclusief worden?
Waarom zou u en uw organisatie de stap naar inclusief werkgeverschap zetten? Wat zijn de
argumenten en vanuit welke visie kunt u dat doen?
Achtergrond
De afgelopen jaren is er vooral aandacht geweest voor duurzame inzetbaarheid en voor diversiteit.
Ook in Nederland. Zo is bij de rijksoverheid onder meer door diversiteitprojecten meer aandacht
voor diversiteit en diversiteitsbeleid gegenereerd2.
Inclusiviteit is te zien als een volgende stap in deze ontwikkeling. Ging diversiteit vooral over
migrantendiversiteit en een verbetering van de positie van migranten, inclusiviteit is breder: de
focus hierbij ligt op duurzame werkgelegenheid voor iedereen. Iedereen moet, naar vermogen,
mee kunnen doen. Veel organisaties willen meer ‘inclusief’ worden. Dat wil zeggen dat de
samenstelling van het personeelsbestand representatief moet zijn voor de samenleving waarvoor
en waarin de organisatie werkt.
2 Geen Voorkeursbeleid maar Professionaliteit, Rijk 2005, Groeiboek Diversiteit Rijk (3 delen) 2009-2013
‘In een inclusieve werkomgeving komen alle (toekomstige) werknemers, ongeacht hun leeftijd,
levensfase, functieverblijfsduur, geslacht of herkomst tot hun recht. Alle medewerkers worden
gerespecteerd en verschillen worden gewaardeerd en zelfs gezocht om voor het werk te
kunnen benutten.’
Bron: http://www.aofondsrijk.nl/projecten/leiderschap-professionele-ruimte/twee-
instrumenten-voor-ondersteunen-inclusieve-werkomgeving/
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
5
Staatscommissie De Vries gaf de eerste aanzet voor inclusiviteit met de term ‘werken naar
vermogen’, hoewel hierbij ook een specifieke doelgroep werd beoogd. De Commissie De Vries
bepleitte de inzet van mensen met een arbeidsbeperking in het reguliere arbeidsproces en het
samenvoegen van de Sociale Werkplaats (SW), bijstand en Wajong tot één regeling3. De
Participatiewet bouwt verder op deze lijn. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (WWB), de
Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning
jonggehandicapten (Wajong). Met de Participatiewet wil het kabinet meer mensen met een ziekte
of handicap aan het werk krijgen. Het kabinet en werkgevers hebben daarom afgesproken om
extra banen te creëren. Dit wordt geregeld in de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten.
Sinds 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht.
Charter Diversiteit
Diversiteit en inclusiviteit worden vaak met elkaar verbonden. Een voorbeeld is het Charter
Diversiteit dat veel publieke (alle ministeries) en private werkgevers onderschreven hebben. Het
Charter Diversiteit is een Europees initiatief. Doel van het Charter is het stimuleren van diversiteit
en inclusie op de werkvloer. De ondertekenaars verklaren dat hun arbeidsorganisatie plaats zal
bieden aan iedereen, ongeacht herkomst, seksuele voorkeur, beperking, sekse of gender.
Een divers personeelsbestand maakt het voor werkgevers mogelijk om optimaal in te spelen op
verschillende klantengroepen en om vernieuwingen door te voeren. Instroom, behoud en
doorstroom van werknemers – ongeacht hun leeftijd, gender, seksuele oriëntatie, culturele-,
migratie- of religieuze achtergrond of arbeidsbeperking – bieden, mits goed gemanaged,
bedrijfseconomische voordelen.
Het Charter Diversiteit is een vrijwillige toezegging om diversiteit op de werkvloer te bevorderen op
een of meer dimensies. Hierbij gaat het nadrukkelijk om door de onderneming of organisatie zélf
geformuleerde maatregelen, gekoppeld aan bedrijfseconomische doeleinden. Het Charter is een
initiatief van de Stichting van de Arbeid. Zie www.diversiteitinbedrijf.nl.
Waarom zetten organisaties de stap naar inclusiviteit?
Argumenten waarom het niet kan
Waarom zetten werkgevers de stap naar inclusiviteit? Waarom ook mensen met een
arbeidsbeperking een plek in de organisatie geven? Voor veel werkgevers, maar ook werknemers,
is dat soms nog een stap te ver. Iedereen wordt een plek gegund, maar bij voorkeur bij een ander
bedrijf of organisatie. Argumenten waarom het nu niet kan, zijn vaak:
het werk is te specialistisch
het werk is te hectisch
het werktempo is hoog
we doen al zoveel
het past nu niet: we moeten reorganiseren en er zijn al x personen die wellicht overbodig
zijn
er zijn veel collega’s die bijvoorbeeld vanwege ziekte op dit werk zijn aangewezen.
Dit zijn begrijpelijke argumenten. Zeker als er sprake is van krimp of een reorganisatie is het lastig
om uit te leggen waarom er ook werk moet komen voor mensen met een arbeidsbeperking.
Vandaar dat het voldoen aan de banenafspraak en op de langere termijn aan de Participatiewet
een belangrijk argument is toch de stap naar inclusiviteit te zetten. Het is nu eenmaal een afspraak
uit het Sociaal Akkoord 2013. Maar alleen ‘moeten’ is onvoldoende. De stap naar inclusiviteit moet
gedragen worden door de organisatie, te beginnen bij de directie. De organisatie moet inclusief
willen worden!
3 Werken naar vermogen. Rapport Commissie Fundamentele Herbezinning Wsw, 2008.
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
6
Je ziet overigens min of meer dezelfde argumenten waar het gaat over andere vormen van
inclusiviteit, zoals migrantendiversiteit. Zie bijvoorbeeld het ‘10 Smoezenboek’ van – het
toenmalige – ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Waarom inclusief zijn loont
Het beleid van de organisatie dient te worden aangepast, maatschappelijk verantwoord
werkgeverschap op meerdere terreinen geïncorporeerd. Werkgevers geven aan dat het financieel
interessant is en dat het ook voor de zittende werknemers voordelen heeft. Door een herschikking
van werkzaamheden kunnen andere werknemers zich meer richten op hun kerntaken en daardoor
effectiever worden ingezet. Zeker als het gaat om bijvoorbeeld technici die nu al schaars zijn en
waarvan de verwachting is dat ze door de vergrijzing en ontgroening schaarser gaan worden. Door
het werk anders te organiseren en elementaire taken bij specialisten weg te halen kunnen
organisaties, ten dele, anticiperen op die schaarste. Ook kunnen ze door analyse van de
Meerjaren- of de Strategische PersoneelsPlanning inschatten wat het natuurlijk verloop zal zijn en
waar zich kansen voordoen om de inclusiviteit te vergroten. Er zijn inmiddels tal van positieve
‘businesscases’ die dit laten zien.
De inzet van mensen met een arbeidsbeperking hoeft geen extra kosten met zich mee te brengen.
Er zijn veel aanvullende regelingen die de risico’s, bijvoorbeeld bij ziekte en arbeidsongeschiktheid,
voor werkgevers afdekken. Zie hiervoor de module Subsidies.
Andere argumenten om mensen met een arbeidsbeperking in te passen in de werkprocessen zijn:
economische argumenten, zoals het anticiperen op demografische ontwikkelingen. Er zal
krapte op de arbeidsmarkt gaan ontstaan als gevolg van de vergrijzing en ontgroening en
op deze manier worden bezettingsproblemen voorkomen. Organisaties die daarop met
strategische personeelsplanning nu al anticiperen hebben straks een grote voorsprong.
Daarbij zijn er geen extra kosten
technische ontwikkelingen, zoals de automatisering, digitalisering en robotisering, die
zorgen voor een nieuwe inrichting en infrastructuur in de werkomgeving van functies en
taken. Bij de herinrichting van de werkprocessen kan ook de inzet van deze groepen
meegenomen worden
nieuwe wet- en regelgeving, zoals de banenafspraak, Participatiewet, social return,
reshoring en internationale wetten, en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Gehoorde argumenten om te komen tot een inclusieve arbeidsorganisatie:
’Maatschappelijk verantwoord werkgeverschap sluit aan bij onze bedrijfswaarden.’ ’Wij hebben behoefte aan gemotiveerde werknemers voor eenvoudig en/of repetitief
werk.’ ’Het heeft een positief effect op het imago naar klanten, leveranciers en
opdrachtgevers.’
’Wij spelen zo in op de huidige of toekomstige krapte op de arbeidsmarkt.’ ’Ik heb persoonlijke ervaringen met iemand uit de doelgroep via familie of vrienden.’
’De werkgever is met dit personeel beter in staat om producten te maken die aansluiten op de wensen van gebruikers met een beperking, en heeft daardoor een grotere afzetmarkt.’
’Ik kom cao-afspraken na.’
’Wij doen het ook voor de financiële organisatiebaten.’
Projectleider Immigratie en Naturalisatiedienst
‘Het inpassen van werknemers met een arbeidsbeperking volgt uit onze ambitie om een
aantrekkelijke werkgever te zijn.’
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
7
Het belang voor de mensen die eerst langs de kant stonden is duidelijk: ze kunnen aan de slag in
een reguliere arbeidsorganisatie. De effecten van participatie op korte en lange termijn zijn voor
werkenden positief. Meer zelfrespect, minder uitval en ziekte, maatschappelijke waardering en
erkenning. Werk loont. En zeker niet alleen financieel.
Beleid: Kenmerken van inclusieve organisaties
Inclusieve organisaties kijken anders naar de werkzaamheden en de mensen die deze taken
moeten of kunnen uitvoeren. Kenmerkend voor een inclusieve organisatie is:
het creëren van functies die aansluiten op het arbeidspotentieel van alle werknemers, dus
ook van werknemers met een beperking
passende ontwikkelingsmogelijkheden bieden die werknemers helpen om bij te dragen aan
de producten of diensten van de organisatie voor alle werknemers
zorgen voor diversiteit en het wegnemen van barrières voor de inzet van verschillende
typen werknemers
flexibel zijn: dat wil zeggen dat de arbeidsverdeling past bij de diversiteit in talenten van
de werknemers om daardoor tot een optimale productieve mix te komen.
Niet alleen voor arbeidsbeperkten
Inclusieve organisaties richten zich niet alleen op mensen met een arbeidsbeperking. In de
Verenigde Staten wordt bijvoorbeeld, mede door wet- en regelgeving, nadrukkelijk gesproken over
de inzet en carrièremogelijkheden van etnische groepen als een van de speerpunten, naast
mensen met een arbeidsbeperking. Vergelijkbare wetten zijn er in Canada, Australië en het
Verenigd Koninkrijk.
De groep arbeidsbeperkten is bovendien zeer divers: de inzet van iemand met een stoornis uit het
autistisch spectrum vraagt om een andere aanpak dan iemand met bijvoorbeeld een fysieke
arbeidsbeperking. Voor duurzame inzet van mensen met een arbeidsbeperking moet de werkgever
oog ontwikkelen voor het potentieel en de mogelijkheden van mensen met een arbeidsbeperking.
Verschillen tussen Inclusieve arbeidsorganisaties en sociale ondernemingen:
een inclusieve private ondernemer heeft primair een financiële doelstelling. De werknemers
met een arbeidsbeperking leveren een bijdrage aan dat doel. Een inclusieve ondernemer
zal dus vanuit een economisch perspectief werknemers ‘naar vermogen’ laten presteren.
Een toegevoegde sociale doelstelling kan daaraan bijdragen, bijvoorbeeld dat klanten die
toegevoegde doelstelling op prijs stellen en vaker komen
Tip
Een inclusieve werkgever laat werknemers met een arbeidsbeperking ‘naar vermogen’ betaald
werken. Vaak gaat het over werknemers die beperkingen ervaren vanwege een psychische of
fysieke aandoening of vanwege een chronische ziekte. Daardoor kunnen ze niet (direct) alle
activiteiten uitvoeren die horen bij een functie. Een inclusieve werkgever houdt hier rekening
mee en deelt het werk zo in dat de werknemer zijn mogelijkheden optimaal benut en hij er als
werkgever het meeste profijt van heeft.
Projectleider Team Inclusief
‘Tijdelijke contracten brengen extra kosten met zich mee: werven, selecteren, inwerken, vaak
toch een op de kandidaat toegesneden werkpakket samenstellen. Dat zijn voor de organisatie
vaak onzichtbare kosten maar ze worden wel gemaakt.
Medewerkers duurzaam aan het werk helpen en houden is naast andere redenen, ook om
financiële redenen in het belang van de organisatie. Een zaak van welbegrepen eigenbelang.’
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
8
een inclusieve publieke werkgever heeft primair een maatschappelijk doel waarbij
beperking van de kosten een belangrijke rol spelen. Ook hier zal een inclusieve
ondernemer vanuit een economisch perspectief werknemers ‘naar vermogen’ laten
presteren
een sociale onderneming heeft primair een sociaal doel. In dit geval is dat betaald werk
voor mensen met een arbeidsbeperking.
Organisatiecultuur
Organiseren omvat meer dan het verdelen van de taken. Het betekent ook zorgen voor het sociale
verband tussen de mensen in de organisatie. Dit wordt doorgaans aangeduid met
‘organisatieklimaat’. Daaronder valt leiderschapsstijl, de omgang tussen collega’s onderling, het
ontwikkelen van procedures, de wijze waarop er gecommuniceerd wordt en informatie wordt
uitgewisseld, de gesprekken bij het koffieapparaat of tijdens de lunch. Maar ook zaken als kleding
en wijze van aanspreken. Dergelijke aspecten worden in de regel als organisatiecultuur aangeduid,
en zijn cruciaal voor het succes wanneer men leden van ‘kwetsbare groepen’ in de organisatie wil
introduceren en behouden.
Een inclusieve cultuur
Een inclusieve organisatiecultuur is essentieel voor de duurzame inzet van mensen uit kwetsbare
groepen. Een visie vanuit het management en draagvlak op de werkvloer zijn belangrijke
voorwaarden voor een duurzame arbeidsrelatie. Leidinggevenden en collega’s kunnen vooroordelen
hebben of zich ongemakkelijk voelen in de nabijheid van mensen uit kwetsbare groepen. Een
inclusieve bedrijfscultuur houdt rekening met de verschillen tussen werknemers en doet dat
bedrijfsbreed.
Wat zijn de kenmerken van een inclusieve bedrijfscultuur?
1. erkenning van de diversiteit van medewerkers: van de uiteenlopende behoeften en
mogelijkheden
2. passend werk en taken die aansluiten op de mogelijkheden van werknemers
3. volwaardige medewerkers: alle medewerkers hebben toegang tot kennis en mogelijkheden
van de organisatie
4. iedereen heeft maximale ontwikkelkansen
5. ten aanzien van mensen met een arbeidsbeperking: zij werken op alle niveaus en in alle
typen functies, zowel in uitvoerende als in leidinggevende functies. Niet alleen bij facilitaire
diensten.
Aan de slag: Hoe maakt u een inclusieve cultuur?
U kunt zelf aan de slag om uw bedrijfscultuur inclusiever te maken. De cultuur van uw organisatie
is cruciaal voor het worden en het zijn van een inclusieve organisatie. Iedere organisatie is
uiteraard uniek, zo ook de cultuur van uw organisatie. Maar er is ook een aantal overeenkomsten
in het ontwikkelen van een meer inclusieve cultuur. U kunt de volgende 9 stappen zetten:
1. maak inclusiviteit onderdeel van de bedrijfsvisie en zorg voor duidelijkheid vanuit de top:
wij staan voor het werven, in dienst nemen en gelijke behandeling (van mensen met een
beperking)
2. zorg voor gedragen beleid en betrek daarom bij de ontwikkeling daarvan altijd de
werknemers
3. 'meet’ (zie module Waar staan wij nu) hoe het staat met de inclusiviteit van het bedrijf en
formuleer verbeterpunten waar nodig
4. maak ‘het inclusief zijn’ onderdeel van de kritische prestatie indicatoren (KPI’s) op
bedrijfsniveau en bij managers
5. laat zien dat generieke en specifieke aanpassingen voor vrijwel alle medewerkers voordelig
uitpakken
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
9
6. regel de financiering van aanpassingen en andere ‘extra’ kosten bij voorkeur – de eerste
jaren – centraal zodat dit niet de verantwoordelijkheid is van de individuele afdelingen;
7. ondersteun belangengroepen op een manier die bij je bedrijf past
8. laat alle leidinggevenden en medewerkers een training ‘inclusief management’ volgen.
Onderdeel daarvan is leidinggeven aan medewerkers met een beperking
9. blijf actief informatie verzamelen over werk en beperkingen van de eigen organisatie om
vooruitgang te monitoren.
Aandacht voor organisatiecultuuraspecten is essentieel voor het duurzaam ontwikkelen van een
inclusieve arbeidscultuur. U kunt de 9 stappen gebruiken bij het ontwikkelen van een plan van
aanpak voor de inzet van mensen met een arbeidsbeperking in uw organisatie. Vertaal de 9
stappen in concrete doelen voor uw organisatie. Voorbeelden van deze concretisering zijn: werving
en selectiebeleid expliciet richten op kwetsbare groepen, geschikt werk kunnen bieden en kennis
over deze groepen organiseren.
Rol leidinggevende
De leidinggevende heeft een belangrijke rol in het organiseren van een inclusieve cultuur. Op basis
van de ervaringen bij andere organisaties kunnen leidinggevenden bij het vormgeven van een
inclusieve bedrijfscultuur gebruik maken van de volgende 6 tips:
1. voorbeeldgedrag: wees u bewust van uw rol en uw gedrag als leidinggevende op het
functioneren van werknemers uit diversiteitgroepen
2. organiseer het werk ‘naar vermogen’
3. inclusiviteit: draag consequent uit dat inclusiviteit voor u een toegevoegde waarde heeft en
maak dat ook zichtbaar in de keuzes die u maakt en in wat u doet. Dat vermindert de kans
op conflicten vanwege de verschillen
4. realiseer met de werknemer noodzakelijke aanpassingen om een ieders inzet zo optimaal
mogelijk te maken
5. erken de verschillen: inclusief denken gaat uit van diversiteit en verschillen. Bevorder
vanuit diversiteit samenwerking en toon flexibiliteit: het levert uiteindelijk meer op
6. vertrouw op uw eigen inschattingen en handel als u aanvoelt dat een werknemer vanwege
zijn diversiteitachtergrond oneigenlijk behandeld wordt op uw afdeling. Hieronder vallen
ook ‘onschuldige grapjes’. Niet reageren is feitelijk instemmen met en toestaan van gedrag
dat u eigenlijk als onwenselijk beschouwt.
OPDRACHT
Geef aan hoe ver uw organisatie is met de 9 stappen.
1. is inclusiviteit een onderdeel van de bedrijfsvisie? Zo ja, op welke wijze? Wordt die
ook uitgedragen door de top van uw organisatie?
2. is er een diversiteitbeleid, mede ontwikkeld en gedragen door werknemers, ook uit
de diversiteitgroepen?
3. heeft u inzicht in hoeverre de organisatie inclusief is?
4. zijn de doelen vastgelegd in KPI’s?
5. hoe communiceert u over de doelen om inclusief te worden (waarmee en voor wie)?
6. is de administratie rondom de participatie duidelijk belegd?
7. is er ondersteuning en hoe heeft u deze georganiseerd?
8. volgen medewerkers/leidinggevenden een specifieke cursus Inclusief management?
9. monitort u de voortgang?
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
10
Visie op inclusief werkgeverschap
Het is belangrijk dat de inzet vanuit de diversiteitgroepen geworteld is in een duidelijke visie op
inclusief werkgeverschap. Hoe vormt u een visie op inclusief werkgeverschap die past bij de
organisatie?
Belangrijk is om deze visie te integreren in de bedrijfsvoering, door onder meer:
op te nemen in het jaarplan
maandelijkse managementrapportages
eindverslaglegging.
Maar ook door speeches door het (top)management, bijvoorbeeld tijdens:
nieuwjaarstoespraken
reorganisatie- en inrichtingsplannen
organisatie- en personeelsbeleid.
Zo wordt en blijft het onderwerp van belang, is duidelijk dat het een opdracht is van het
(top)management en kan worden gestuurd op het behalen van de doelen.
Van meten tot weten: hoe inclusief is mijn organisatie?
Hoe inclusief is uw organisatie eigenlijk? Veel managers hebben weinig zicht op de mate waarin de
arbeidsorganisatie wel of niet inclusief is. Hoeveel mensen met een arbeidsbeperking of met een
migrantendiversiteit zijn er bijvoorbeeld nu al werkzaam? Wat is het aantal vrouwen op hogere
managementfuncties? In Raden van Bestuur? Is het personeelsbestand in grote mate
representatief voor de externe arbeidsmarkt? Op alle niveaus? Zijn uw werving- en
selectieprocedures exclusief of inclusief ingericht? Hoe is dat onderzocht? Op welke onderdelen van
uw organisatie kunt u verbeteringen aanbrengen?
Om inzicht te krijgen in de antwoorden op deze vragen zijn er diverse meetinstrumenten die u kunt
gebruiken om uw organisatie door te lichten. Het meten van de mate van inclusiviteit is van
belang. U krijgt inzicht in waar uw organisatie staat en of bijvoorbeeld gestelde doelen wel of niet
gehaald worden.
Sommige organisaties eisen van andere bedrijven, bijvoorbeeld in het kader van aanbesteding van
werk of Social Return of Investment (SROI), dat ze ook werk bieden aan mensen met een
arbeidsbeperking. Ook in die gevallen kunt u meetinstrumenten gebruiken om de mate van inclusie
te bepalen en om criteria te formuleren voor het aanbesteden van werk. Zie voor meer informatie
module SROI.
Het meten van inclusiviteit kent 2 doelen: inzicht krijgen in uw eigen organisatie en inzicht krijgen
in de inclusiviteit van andere organisaties. Sommige meetinstrumenten richten zich op de
cultuuraspecten, andere zijn algemene meetlatten om alle aspecten van inclusiviteit in kaart te
brengen. U maakt in deze module kennis met een aantal meetlatten, namelijk:
diversiteitindex
maatlat inclusief ondernemerschap
checklist inclusiviteit.
Zorg ervoor dat de visie breed wordt gedragen en écht past bij de organisatie en het type
werkzaamheden dat er wordt gedaan: is dit wat we willen, staan we er achter?
Kies vervolgens voor de prioriteitgroep(en) waarop de organisatie als eerste de focus legt:
meestal zal niet alles gelijktijdig mogelijk zijn. En operationaliseer hierna snel: het opnemen
van afspraken in bijvoorbeeld een cao is (vaak) niet afdoende om het doel voor iedereen
levend te maken.
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
11
Diversiteitsindex
Een essentieel instrument om zicht te krijgen op de samenstelling van het personeelsbestand in
organisaties is de Diversiteitsindex. Met behulp van dit instrument kunt u op het niveau van
individuele instellingen kijken naar zowel de omvang (aantal werknemers, fte) van het
personeelsbestand als het aandeel van werknemers naar leeftijd, geslacht en etniciteit. Bovendien
krijgt u inzicht in de mobiliteit (in- en uitstroom) , alsook in de samenstelling (geslacht, leeftijd,
etniciteit) van de top van de organisatie. Het instrument kan helpen om te komen tot een meer
evenwichtig personeelsbestand.
https://www.rijksoverheid.nl/actuemeetinstrument voor diversiteit in organisaties
Maatlat inclusief werkgeverschap
Inclusiviteit is een ‘big issue’ in de Verenigde Staten. Het is daar voor veel bedrijven een speerpunt
vanuit eigenbelang maar ook vanwege de wetgeving over antidiscriminatie van specifieke groepen.
Veel bedrijven hebben in hun jaarplannen specifieke doelen op het terrein van diversiteit en
inclusiviteit opgenomen.
Om zicht te hebben op de realisatie van die doelen en zich ook te kunnen verantwoorden naar de
eigen achterban, aandeelhouders en wetgever, gebruiken veel bedrijven de Checklist inclusief
ondernemerschap, ontwikkeld door de Burton Blatt Institute Syracuse University (bbi.syr.edu).
Deze gevalideerde checklist is ook vertaald en aangepast voor Nederlandse arbeidsorganisaties4 en
betreft inclusiviteit ten aanzien van de doelgroep arbeidsbeperkten. De checklist bestaat uit 32
vragen verdeeld over 4 thema’s. Gezamenlijk geeft de vragenlijst een redelijk compleet beeld,
zowel over kwantitatieve als kwalitatieve doelen.
Doel van de vragenlijst is het geven van een objectief beeld over de mate waarin uw organisatie de
doelen realiseert op het terrein van inclusiviteit. Er is geen ‘goede’ of ‘slechte’ uitkomst. Het gaat er
om dat u een beeld krijgt hoe het staat met de verschillende aspecten die te maken hebben met
inclusief beleid. Op basis daarvan kunt u kijken waarmee u aan de slag wilt om met deze doelgroep
inclusief te worden. Laat de vragenlijst door meerdere personen uit uw organisatie invullen en
bespreek de uitkomsten. Op sommige vragen is een eenvoudig antwoord mogelijk (ja of nee, een
aantal). Andere vragen kosten meer tijd, zoals het bevragen van medewerkers met een
arbeidsbeperking.
4 Bron: Burton Blatt Institute, Syracuse University - Disability Casestudy Consortium. Corporate culture /
What is an inclusive culture Appendix B, 2011. De Normaalste Zaak heeft de maatlat laten vertalen.
Tip
Ga actief op zoek naar informatie over het werken bij uw organisatie. Neem ook exitgesprekken
af als het dienstverband wordt beëindigd. Veel organisaties hebben wel een formeel
eindgesprek, dat vaak wordt afgenomen door de direct leidinggevende of een
personeelsmedewerker. De kans is groot dat u sociaal wenselijk antwoorden krijgt. Zorg er
daarom voor dat u het echte verhaal te horen krijgt door enkele weken na het beëindigen van
het dienstverband het gesprek aan te gaan. Bijvoorbeeld door een medewerker van een andere
afdeling of een onafhankelijk onderzoeker.
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
12
MAATLAT INCLUSIEF WERKGEVERSCHAP / medewerkers met een arbeidsbeperking Huidige situatie
1. OVER GETALLEN
1.1. Percentage werknemers met een beperking, uitgaande van fte’s P-wet = 25,5 uur
1.2. Percentage mensen met een beperking in een leidinggevende positie
2. INCLUSIEF BELEID EN PRAKTIJK
2.1. Aannamebeleid, training en groeimogelijkheden
2.1.1. Doelgericht aannamebeleid gericht op mensen met een arbeidsbeperking
2.1.2. Training voor leidinggevende over ‘werknemers met een beperking’
2.1.3. Doelgericht beleid rond de groeimogelijkheden voor werknemers
met een beperking
2.1.4. Trainings- en opleidingsmogelijkheden in de organisatie zijn ‘vergelijkbaar’,
beschikbaar en toegankelijk voor werknemers met een beperking
2.1.5. Mentor- en coachingsmogelijkheid is beschikbaar voor werknemers
met een beperking
2.2. Beleid en praktijk rond aanpassingen
2.2.1. Duidelijke beleidsafspraken en procedures rond aanpassingen voor
werknemers met een beperking
2.2.2. Centrale regeling voor de financiering van aanpassingen
2.2.3. Verzamelen en bewaren van gegevens over aanpassingen
2.2.4. Er is een universeel design-beleid voor het gebouw en de inrichting
van het gebouw
2.2.5. Er is een duidelijk beleid voor de terugkeer naar werk na verzuim door
werknemers vanwege een ziekte of aandoening
2.3. Organisatiecultuur
2.3.1. De mate van commitment van de top om mensen met een beperking in
dienst te nemen
2.3.2. De mate waarin belangengroepen of netwerken van werknemers
met een beperking aanwezig zijn in het bedrijf
2.3.3. De mate waarin het diversiteitsbeleid zich richt op werknemers
met een beperking
3. ATTITUDE EN GEDRAG ALS INDICATOR VOOR EEN INCLUSIEVE
WERKOMGEVING
3.1. Opvattingen van managers
3.1.1. De mate waarin managers en leidinggevenden open staan in houding en gedrag
om een omgeving te creëren waarin diversiteit wordt gewaardeerd
3.1.2. De mate waarin leidinggevenden op een paternalistische manier omgaan met
hun medewerkers met een arbeidsbeperking
3.1.3. De kwaliteit van de relatie van werknemers met een beperking met hun
leidinggevende
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
13
3.2. Opvattingen van personeel over HRM-beleid en de HRM-praktijk
3.2.1. De mate waarin het personeel regelingen en procedures voor werknemers met
een beperking als ‘terecht en rechtvaardig’ ziet
3.2.2. De mate waarin het regelen van aanpassingen door de werknemers met een
beperking als ‘procedureel correct’ wordt ervaren
3.2.3. De mate waarin de werknemer met een beperking het gehele proces van het
regelen van aanpassingen als ‘correct en respectvol’ heeft ervaren.
3.3. Opvattingen over de organisatie als geheel
3.3.1. De waargenomen match tussen iemands vaardigheden en de eisen van het werk
3.3.2. De waargenomen ondersteuning vanuit de organisatie bij ziekte en gezondheid
van personeel
3.3.3. De mate van welbevinden van het personeel
3.3.4. De mate waarin personeel vindt dat de organisatie op een rechtvaardige manier
met werknemers met een beperking omgaat.
3.3.5. De mate waarin het personeel vindt dat de organisatie ‘verschillen’ in de
werkomgeving heeft geaccepteerd
4. BASALE UITKOMSTMATEN
4.1. Arbeidstevredenheid van werknemers met een beperking in vergelijking met de
arbeidstevredenheid van werknemers zonder een beperking
4.2. De mate van betrokkenheid met het bedrijf
4.3. De duur van de aanstelling van werknemers met een beperking
4.4. De mate waarin werknemers met een beperking de intentie hebben om elders te
werken
Sommige vragen kunt u wellicht ook laten opnemen in het jaarlijkse
medewerkerstevredenheidsonderzoek. Er zijn kortom meerdere manieren om de vragen uit de
maatlat te beantwoorden. Bespreek de uitkomsten en stel vast welke onderdelen extra aandacht
vragen. Geef zo nodig prioriteiten aan.
Checklist inclusiviteit
Werken aan een meer inclusieve cultuur- en arbeidsorganisatie is een opdracht voor de gehele
organisatie. Om de dialoog met uw organisatie te voeren en inzicht te krijgen in hoe uw collega’s
de mate van inclusiviteit beoordelen is onderstaande Checklist Inclusiviteit ontwikkeld. De basis
voor de vragen zijn de kenmerken van inclusiviteit. Met deze checklist kunt u in kaart brengen op
welke onderdelen uw organisatie inclusief is. Deze checklist brengt vooral het beleid in kaart.
Gebruiksaanwijzing: laat deze checklist door verschillende personen in uw organisatie invullen,
variërend van management en leidinggevenden tot HR-professionals. Zorg voor diversiteit en
bewaak tegelijkertijd dat degene die de lijst invult, hier ook zicht op heeft.
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
14
Indicator Ja/Nee
1 Inclusiviteit is opgenomen als onderdeel van onze bedrijfsvisie
2 Onze bedrijfsvisie is te lezen door/bekend bij iedereen in de organisatie, zodat iedereen in
onze organisatie weet wat wij bedoelen met ‘inclusief werkgeverschap’
3 Onze bedrijfsvisie is toegankelijk voor externen die onze website bezoeken
4 Een van onze directieleden is verantwoordelijk voor de vertaling van onze inclusieve
bedrijfsvisie naar concreet inclusief beleid
5 We hebben een inclusief werving- en selectiebeleid vastgelegd
6 Ons werving- en selectiebeleid is te lezen door iedereen in onze organisatie
7 We gebruiken de checklist voor inclusief werven en selecteren
8 We hebben de gelijke behandeling van mensen met een beperking vastgelegd in beleid
9 We hebben vastgelegd op welke wijze we werknemers met een beperking bij ons inclusief
beleid betrekken
10 Bij ons personeel is bekend op welke wijze wij werknemers met een beperking bij ons inclusief
beleid betrekken
11 We hebben een meetinstrument om de mate van inclusiviteit van ons bedrijf vast te stellen
12 We hebben vastgelegd hoe vaak we ons ‘inclusief beleid’ toetsen en hoe we omgaan met de
resultaten
13 We hebben vastgelegd dat we de voortgang van de verbeterpunten monitoren
14 In ons bouwbeleid is opgenomen dat we bij alle verbouwingen en nieuwbouw uitgaan van
‘inclusief (ver)bouwen’
15 We hebben laten onderzoeken of ‘inclusief (ver)bouwen’ voordelen heeft voor vrijwel alle
medewerkers
16 Bij ons zijn de kosten voor aanpassingen centraal geregeld, de verantwoordelijkheid hiervoor
ligt niet op afdelingsniveau
17 Wij hebben In ons beleid vastgelegd dat wij belangengroepen voor mensen met beperkingen
ondersteunen, op een manier die bij ons past
18 In onze nieuwsbrieven en ons jaarverslag beschrijven wij hoe wij belangengroepen voor
mensen met beperkingen hebben ondersteund
19 In ons beleid is vastgelegd dat al onze leidinggevenden en medewerkers een training over
‘werken met een beperking’ volgen
20 We hebben in ons beleid vastgelegd dat we bij innovaties, nieuwe ontwikkelingen, personele
veranderingen en reorganisaties standaard kijken naar de mogelijkheden om werk in de
onderste loonschalen te creëren, specifiek gericht op medewerkers die niet in staat zijn
zelfstandig het minimumloon te verdienen
21 We hebben ons bedrijf doorgelicht op de mogelijkheden voor het anders indelen van werk en
het terughalen van werk bij externen in binnen- en buitenland en de resultaten daarvan zijn
bij ons bekend
22 De verantwoordelijke in onze directie voor het beleid voor ‘werknemers met een beperking’
koppelt met regelmaat naar het directieteam terug over de stand van zaken in de uitvoering
van ons inclusief beleid
Bespreek met elkaar de uitkomsten. Daar waar u het grotendeels met elkaar eens bent, betekent
dit dat het goed gaat, dat het beter kan of nog beter kan. Daar waar er verschil van mening is, is
er sowieso een punt van aandacht. U kunt wellicht aan de hand van de opmerkingen vaststellen
waar de meningsverschillen uit voortvloeien. U kunt deze verschillen ook bespreken in een
gezamenlijk overleg over ‘hoe een meer inclusieve organisatie te realiseren’. De uitkomsten kunt u
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
15
gebruiken voor het nemen van directe maatregelen of voor het vertalen in beleid en een plan van
aanpak.
Methodieken
Organisaties zijn meestal nog niet geschikt om een grotere diversiteit aan talenten te plaatsen en
vooral te behouden. U kunt diverse instrumenten en methodieken inzetten om de stap naar meer
inclusiviteit te zetten. Voor het creëren van werkzaamheden voor mensen met een
arbeidsbeperking zijn de volgende instrumenten van belang: Inclusief Herontwerp Werkprocessen,
Functiecreatie en Jobcarving.
Inclusief Herontwerp Werkprocessen
De methode Inclusief Herontwerp van Werkprocessen (IHW) is ontwikkeld door de Universiteit van
Maastricht in samenwerking met UWV, met als doel het duurzaam inpassen van mensen met een
arbeidsbeperking in reguliere arbeidsorganisaties. Deze methode werkt aan de ontwikkeling van
een nieuwe vorm van arbeidsverdeling waardoor binnen het bedrijf structureel functies ontstaan
voor werknemers met beperkingen. Nieuwe functies die ook economisch aantrekkelijk zijn voor de
werkgever, omdat alle betrokken werknemers in het bedrijf optimaal worden ingezet naar hun
mogelijkheden.
Functiecreatie
De methode Functiecreatie is het allesomvattende woord voor het, vanuit een bedrijfseconomisch
perspectief, anders inrichten van bedrijfsprocessen en het afsplitsen van taken, waardoor hoger
geschoold personeel beter kan worden ingezet voor het werk waarvoor ze zijn opgeleid. Onderzoek
en de dagelijkse praktijk laten zien dat het dagelijkse werk veel meer omvat dan in de
functieomschrijving is beschreven. Gemiddeld 20 procent van hun tijd zijn werknemers bezig met
taken en klussen waarvoor zij (veel) te hoog zijn opgeleid. Een deel van die eenvoudige taken kan
worden samengevoegd tot functies die geschikt zijn voor mensen die nu buiten de arbeidsmarkt
staan.
Het doel van Functiecreatie is om personeel efficiënter in te zetten, en waar mogelijk goedkoper,
zonder dat dit ten koste gaat van de productie en zelfs leidt tot een hoger rendement. Bij
functiecreatie worden bedrijfsprocessen efficiënter georganiseerd door de werkzaamheden opnieuw
te verdelen. Dit gebeurt door werkprocessen te analyseren, een deel van de relatief eenvoudige
taken af te splitsen en samen te voegen tot nieuwe duurzame banen. Professionals die werkgevers
hierin adviseren noemen we jobcreators.
Jobcarving
Jobcarving is het losknippen van functies of taken om daarmee een nieuwe functie op maat te
creëren voor een persoon met een beperking die moeilijk of niet in staat is om een plek te vinden
op de reguliere arbeidsmarkt. Jobcarving wordt vooral toegepast voor mensen die niet in reguliere
functies passen vanwege hun beperking.
OPDRACHT
Geef aan hoe ver uw organisatie is op de checklist. Kunt u de vragen die u met ‘ja’ beantwoordt
nader toelichten?
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
16
Achtergronden: visies op een inclusieve arbeidsmarkt in relatie tot
de doelgroep banenafspraak
Inclusieve arbeidsorganisaties vragen ook om inclusieve arbeidsmarkten. Dat is niet iets wat een
individuele werkgever of organisatie kan veranderen. Op de arbeidsmarkt bevinden zich nog te
veel barrières die maken dat de arbeidsparticipatie van mensen met een (grote) afstand tot de
arbeidsmarkt achter blijft. Er zijn diverse studies naar deze barrières gedaan. Zie bijvoorbeeld het
rapport van de Commissie De Vries: Werken naar Vermogen.
De Tilburgse hoogleraar Ton Wilthagen ziet 5 stappen om te komen tot een meer inclusieve
arbeidsmarkt. Als achtergrond kunnen deze stappen organisaties helpen bij het nadenken over een
meer inclusieve arbeidsorganisatie.
1. In de eerste plaats moeten alle wegen die tot werk(en) kunnen leiden, ten volle worden
bewandeld. Doel is dat mensen de gelegenheid vinden en krijgen om te werken. De vorm
waarin zij werken moet veel minder bepalend zijn dan nu. Wilthagen stelt dat de focus op
een vaste baan bij een werkgever voor onbepaalde tijd onvoldoende werkgelegenheid voor
de groep mensen met een arbeidsbeperking zal opleveren. Hij bepleit experimenten met
verschillende nieuwe vormen van bijvoorbeeld arbeidspools en gezamenlijk
werkgeverschap waardoor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt voor
meerdere bedrijven tegelijkertijd kunnen werken. Daarmee wordt continuïteit van werk
bevorderd, flexibiliteit geboden en risico-aversie onder werkgevers tegengegaan. Dergelijke
pools kunnen ook binnen grote bedrijven opgezet worden.
2. De tweede stap is het uniformeren van de verschillende uitkeringsregimes. Met de
Participatiewet zijn wel stappen gezet voor meer eenheid, maar er zijn ook nog verschillen
die onnodige barrières kunnen opleveren.
3. De derde stap is om van de grote, vaak latente vraag naar arbeid en inzet ook betaald
werk te maken. Als de koek niet groter wordt, zal het niet lukken om grotere aantallen
mensen aan het werk te helpen. Mede als gevolg van de vergrijzing zal bijvoorbeeld de
vraag naar persoonlijke zorg en dienstverlening alleen maar groeien. Tegelijkertijd zijn er
veel mensen die graag in hun eigen omgeving dit soort werkzaamheden willen en kunnen
uitvoeren. Dat hoeft dus niet in loondienstverband. Denk aan het Belgische systeem van
dienstencheques dat mensen in staat stelt om tegen een aantrekkelijk tarief zowel diensten
af te nemen als diensten te leveren.
4. Dit leidt naar een vierde ombuiging: de prijs van arbeid. De hoeveelheid werk die zal
worden aangeboden, vooral aan de zogenoemde onderkant van de arbeidsmarkt, zal sterk
worden bepaald door de prijs die voor die arbeid moet worden betaald. Ook de
demografische ontwikkelingen zullen niet verhinderen dat er veel mensen zijn die zich
letterlijk uit de (arbeids)markt blijven prijzen als voor hun inzet op of boven het
minimumloon moet worden betaald. Die prijs kan ook naar beneden, zoals tegelijkertijd de
uitkeringslast naar beneden kan. Nu laten we mensen met een volledige uitkering lange
tijd thuis zitten, terwijl dat geld goed te gebruiken is om minder productieve arbeid minder
duur te maken. Het bevorderen van werken naar vermogen vereist juist ook het faciliteren
van werkgeven naar vermogen.
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
17
Het uitkeringssysteem moet veel flexibeler worden gebruikt, zodat mensen ook voor een
klein deel een uitkering kunnen krijgen (‘deeltijd-bijstand’). Verreken elk gewerkt uur x
tarief met de uitkering. Zo lang mensen een fatsoenlijk inkomen overhouden, en er wat op
vooruitgaan in vergelijking met de uitkering, hoeven er geen belemmeringen te zijn. Voor
gemeenten is op die manier veel geld te verdienen. Dan ontstaat een businessmodel.
5. Ten vijfde: zorg dat mensen op systematische wijze hun competenties en vaardigheden in
kaart brengen, zodat veel transparanter wordt wat zij kunnen en kúnnen kunnen.
Systemen als ePortfolio en EVC (ervaringscertificaat) zijn daarvoor geschikt en kunnen
mensen met een beperkte opleiding en werkervaring op de juiste manier in de etalage
zetten.
Module Een inclusieve arbeidsorganisatie worden
18
Meer weten?
Literatuur
Commissie Arbeidsparticipatie, Naar een toekomst die werkt. Den Haag 2008.
Horssen. C.P., F.J.N. Nijhuis en L. Mallee. Meer werkplekken bij werkgevers. Literatuuronderzoek in
het kader van de evaluatie en monitoring van de pilots Werken naar Vermogen, Amsterdam 2010
Irvine, A. en J. Lupart (2008). Into the workforce: Employers’ perspectives on inclusion. In:
Developmental Disabilities Bulletin, jg. 36, nr. 1-2, p. 225-250.
Lammerts, R. en F. Dekker (2011). Wajongers op de werkvloer: Onderzoek naar ervaringen in 31
bedrijven. In: Gids voor Personeelsmanagement, jg. 90, nr. 4, p. 40-42.
Mor-Barak, M. E. M. (1999). Beyond Affirmative Action – Toward a Model of Diversity and
Organizational Inclusion. In: Administration in Social Work, jg. 23, nr. 3, p. 47-68.
Frans Nijhuis. Werken naar Vermogen, Vermogen om te werken. Inaugurele rede bij de
aanvaarding van het hoogleraarschap Inclusieve arbeidsorganisatie. Maastricht, 2011.
Rapport ‘Acceptatie en waardering-Benchmark diversiteit en respect’
Zijlstra, F.R.H, H. Mulders en F.J Nijhuis. Inclusieve organisaties: op weg naar duurzame
arbeidsparticipatie, 2011. Beschrijft de IHW-methode
Websites
http://www.aofondsrijk.nl/projecten/leiderschap-professionele-ruimte/twee-instrumenten-voor-
ondersteunen-inclusieve-werkomgeving/
http://disabilitytoolkit.edi.cornell.edu
Informatie voor werkgevers over onder meer inclusief worden, werken met de doelgroep, voor
Nederlandse werkgevers meer achtergrondinformatie, inspiratie en tips.
http://sbcm.nl
Om meer zicht te krijgen op de cultuur van een bedrijf om daarmee een betere match tussen
werkgever en werknemer te realiseren, is een Quick Scan Organisatiecultuur ontwikkeld door
SBCM. Een tool bedoeld om de werkgever te leren kennen.
https://werkgeversgaaninclusief.nl/nl
Bestaat uit 3 vragenlijsten (ik, organisatie en omgeving) en is bedoeld om werkgevers te
ondersteunen bij het in praktijk brengen van inclusief ondernemen. Naast de vragenlijst bevat de
site ook tips en aanvullende informatie. Werkgevers die de vragenlijst invullen ontvangen een
rapportage.
https://www.audit-diversiteit.nl/meer-informatie/links/
Met dit instrument kunt u het veranderingsproces in uw organisatie inzichtelijk maken en
tips krijgen om een stap verder te komen met diversiteitsbeleid. De audit bestaat uit 23 stellingen
verdeeld over vijf categorieën (Visie en strategie, Leiderschap, Personeel, Organisatiecultuur
Borging).