Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de...

10
•Jij; Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Algemene Rekenkamer t.a.v. drs. S.J. Stuiveling, president Postbus 20015 2500EA Den Haag Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Contactpersoon AC Berghuis Datum 23 januari 2012 Onderwerp Conceptrapport 'Prestaties in de strafrechtsketen' Geachte mevrouw Stuiveling, T 070 370 79 11 F 070 370 79 00 Ons kenmerk 5723069/12 BIJ beantwoording de datum en ons kenmerl< vermeiden. Wilt u siechts één zaak in uw brief behandelen. Met belangstelling en waardering nam ik kennis van uw onderzoek naar de prestaties in de strafrechtsketen. De door u gevraagde reactie op uw bevindingen en aanbevelingen wil ik, bij dezen, gaarne geven. In deze reactie is het commentaar van de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs- generaal van het Openbaar Ministerie meegenomen, genoemde organisaties zullen geen afzonderlijke reactie geven op het rapport [1] Opmerking vooraf U koos ervoor alleen te kijken naar de wijze waarop specifieke delicten door de keten stromen, namelijk gewelds- en vermogensmisdrijven. Voor het verkrijgen van een beeld van de werking van de strafrechtsketen is dat problematisch. De werkstromen in (de onderdelen van) de strafrechtsketen zijn niet per delicttype georganiseerd: zo zijn er niet afzonderlijke werkstromen voor diefstal, fraude, vernieling, mishandeling, drugsdelicten, et cetera. Welke werkstromen er wel zijn, is afhankelijk van de schakel in de keten. Zo is het voor de werkstromen in het openbaar ministerie relevant of het zelf de zaak afdoet of dat die voor de rechter moet worden gebracht, en voor de rechtspraak of een zaak moet dienen voor de kinderrechter, de politierechter of de meervoudige kamer. En voor het CJIB is het niet primair van belang waarvoor een boete geïncasseerd moet worden, maar wel of er nog boetes openstaan bij een veroordeelde. Voor de werking van de strafrechtsketen is het niet functioneel om te sturen op delicttypen. De informatievoorziening is daar dan ook niet op gericht. Daardoor is het niet verwonderlijk dat uw onderzoekers maar moeilijk informatie konden verzamelen die alleen op gewelds- en vermogensdelicten betrekking hadden. Voor zover uw conclusies gebaseerd zijn op uw toespitsing op enkele delictvormen, kan ik die niet delen. Waar u lacunes in de informatievoorziening en dus de mogelijkheid tot sturing constateert op geweld- en vermogensdelicten, blijkt die informatie en sturing er wel degelijk te zijn. Op enkele plaatsen in uw rapport constateert u dat ten aanzien van bepaalde onderdelen zelf ook, maar dit ligt breder: zo is al jaar en dag iedere vier maanden keteninformatie voorhanden. Pagina 1 van 10

Transcript of Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de...

Page 1: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

•Jij; Ministerie van Veiligheid en Justitie

> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Algemene Rekenkamer t.a.v. drs. S .J . Stuiveling, president Postbus 20015 2500EA Den Haag

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Contactpersoon AC Berghuis

Datum 23 januari 2012 Onderwerp Conceptrapport 'Prestaties in de strafrechtsketen'

Geachte mevrouw Stuiveling,

T 070 370 79 11 F 070 370 79 00

Ons kenmerk 5723069/12 BIJ beantwoording de datum en ons kenmerl< vermeiden. Wilt u siechts één zaak in uw brief behandelen.

Met belangstelling en waardering nam ik kennis van uw onderzoek naar de prestaties in de strafrechtsketen. De door u gevraagde reactie op uw bevindingen en aanbevelingen wil ik, bij dezen, gaarne geven. In deze reactie is het commentaar van de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs­generaal van het Openbaar Ministerie meegenomen, genoemde organisaties zullen geen afzonderlijke reactie geven op het rapport

[1] Opmerking vooraf

U koos ervoor alleen te kijken naar de wijze waarop specifieke delicten door de keten stromen, namelijk gewelds- en vermogensmisdrijven. Voor het verkrijgen van een beeld van de werking van de strafrechtsketen is dat problematisch. De werkstromen in (de onderdelen van) de strafrechtsketen zijn niet per delicttype georganiseerd: zo zijn er niet afzonderlijke werkstromen voor diefstal, fraude, vernieling, mishandeling, drugsdelicten, et cetera. Welke werkstromen er wel zi jn, is afhankelijk van de schakel in de keten. Zo is het voor de werkstromen in het openbaar ministerie relevant of het zelf de zaak afdoet of dat die voor de rechter moet worden gebracht, en voor de rechtspraak of een zaak moet dienen voor de kinderrechter, de politierechter of de meervoudige kamer. En voor het CJIB is het niet primair van belang waarvoor een boete geïncasseerd moet worden, maar wel of er nog boetes openstaan bij een veroordeelde. Voor de werking van de strafrechtsketen is het niet functioneel om te sturen op delicttypen. De informatievoorziening is daar dan ook niet op gericht. Daardoor is het niet verwonderlijk dat uw onderzoekers maar moeilijk informatie konden verzamelen die alleen op gewelds- en vermogensdelicten betrekking hadden. Voor zover uw conclusies gebaseerd zijn op uw toespitsing op enkele delictvormen, kan ik die niet delen. Waar u lacunes in de informatievoorziening en dus de mogelijkheid tot sturing constateert op geweld- en vermogensdelicten, blijkt die informatie en sturing er wel degelijk te zijn. Op enkele plaatsen in uw rapport constateert u dat ten aanzien van bepaalde onderdelen zelf ook, maar dit ligt breder: zo is al jaar en dag iedere vier maanden keteninformatie voorhanden.

Pagina 1 van 10

Page 2: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

onder ander over voorraden In afzonderlijke werkstromen en wordt daar ook op gestuurd (zie verderop). Dit dwingt tot een zekere relativering van uw conclusies.^

[2] De materiële bevindingen

In het bijzonder richt uw aandacht zich op het risico van het weglekken van prestaties aan het begin van de keten bij de politie en de overdracht van verdachten naar het OM, en aan het einde van de keten bij de tenuitvoerlegging van sancties. Dat herken ik. Er zijn dan ook maatregelen genomen om die te verhelpen. Dat behandel ik hieronder, waarna ik in ga op enkele specifieke punten.

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Datum 23 januari 2012

Ons kenmerk 5723069/12

[2a] Opsporing

U constateert dat veel van de misdrijven die ter kennis van de politie komen en die zich in beginsel lenen voor het vinden van de verdachte, op de plank worden gelegd. Dit kenmerkt u als onterecht. Ik ben het met u eens dat hier een probleem ligt. Evenzeer is al eerder van de zijde van de politie en het OM gesignaleerd dat er sprake is van een ongewenst 'plankzakenprobleem'. Ook bleek uit een onderzoek naar de overvallen ten behoeve van de Taskforce Overvallen^ dat de opsporingsprestatie op dat vlak achterblijft. Meer in het algemeen blijkt uit de recent gepubliceerde cijfers van het CBS/WODC dat weliswaar de geregistreerde criminaliteit gestaag Is afgenomen, maar de mate waarin misdrijven worden opgehelderd en verdachten worden gehoord en overgedragen aan het OM nog sterker daalt.^ Eén van mijn ambities In de bestrijding van de criminaliteit, zoals beschreven in de begrotingstukken van Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve uitwerking hebben op slachtoffers {high impact crime') is als beleidsdoel gesteld dat de opheldering op een hoger niveau moet worden gebracht, opdat degenen die zich daaraan schuldig maken daarover publiekelijk tot de orde kunnen worden geroepen. Er zijn dienaangaande concrete afspraken gemaakt over de prestaties ter zake van overvallen, straatroven, inbraken, geweldsdelicten, criminele jeugdbendes en georganiseerde misdaadgroepen. Om deze beleidsambities mogelijk te maken, is een samenstel van maatregelen voorzien. Op deze plaats hoeft dat niet uitvoerig te worden behandeld; ik wijs bij voorbeeld op het vrijspelen van slagkracht door

' De lacunes die ontstaan door de beperking tot specifieke delictvormen staat nog los van de keuze voor een onderzoeksperiode die het niet mogelijk maakte gebruik te maken van inmiddels wel aanwezige gegevens informatie uit het politiesysteem BVH (zie Deel II, p. 13).

^ B. Rovers e.a. (2010) Overvallen in Nederland. Een fenomeenanalyse en evaluatie van de aanpak. Den Haag: Boom ^ S.N. Kalidien et al (2011) Criminaliteit en rechtshandhaving 2010. CBS/WODC^ CBS Webmagazine, maandag 29 augustus 2011: Politie registreerde 1,2 miljoen misdrijven in 2010 (cijfers StatLine: Geregistreerde criminaliteit: misdrijven en verdachten)

Pagina 2 van 2

Page 3: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

introductie van andere organisatievormen {frontoffice-backoffice model), het verbeteren van de mogelijkheden om (digitaal) aangifte te doen, met in de bredere context de vorming van een Nationale politie, waarin de professionaliteit en de doeltreffendheid van de organisatie met kracht ter hand kan worden genomen. De opleidingscapaciteit voor opsporing is door recherchekundige zij-instroom in 2011 op het voorgenomen peil gebracht.'' Met dit samenstel aan maatregelen moet worden bereikt dat, waar dat gegeven de opsporingsindicaties ook kan, meer dan nu delinquenten op hun gedrag worden aangesproken.

Een specifiek probleem is dat, indien er een proces-verbaal tegen een verdachte is opgemaakt en wordt aangeboden aan het OM, dit niet zelden ter aanvulling of verbetering wordt teruggezonden. Daarop vindt lang niet altijd hernieuwde inzending plaats. U constateert hieromtrent een lacune in de informatievoorziening, die het zicht verhindert op wat daar nu precies weglekt en daarmee ook niet vanzelfsprekend de bestuurlijke aandacht krijgt die dit verdient. Dat lijkt me inderdaad niet wenselijk, omdat dit gebrek aan inzicht kan bijdragen aan het voortduren van een ongewenste situatie. Primair verdient deze materie aandacht binnen de politieorganisatie, opdat alleen zaken worden ingezonden die voldoende kwaliteit bezitten. Inmiddels wordt In de politieopleiding weer meer aandacht gegeven aan de kwallteitnormen van processen-verbaal, waar eerder de Inspectie OOV vaststelde dat dit niet voldoende werd verzorgd.^ Voorts moet kwaliteitsbewaking binnen de politieorganisatie er voor zorgen dat terugzending door het OM alleen nog plaatsvindt Indien dat functioneel is gegeven de ontwikkelingen in de desbetreffende zaak. Uiteraard zal het OM ook assistentie verlenen in het aangeven welke eisen gesteld moeten worden aan de in te zenden zaken,^ en in de terugkoppeling over de punten die meer dan incidenteel nog mis blijken te gaan. Het blijkt, anders dan uw onderzoekers konden vaststellen, dat het OM wel degelijk de retourzending en de redenen daarvoor registreert in het GPS-systeem. Maar deze informatie wordt niet benut voor beleidsmatige terugkoppeling naar de politieleiding opdat die kan zien hoeveel en waarom er retour gaat. In overeenstemming met uw aanbeveling wordt werk gemaakt van een toereikende koppeling tussen de systemen van OM (GPS) en politie (BOSZ) en de terugkoppeling tussen deze twee instanties.

Voorts is een voortvarende start gemaakt met het gezamenlijk optrekken van politie en OM, samen met andere partners, in het project herontwerp van werkprocessen opdat veel zaken aanzienlijk sneller dan nu kunnen worden afgedaan. In meer dan 10 plaatsen wordt momenteel gewerkt aan het vervangen van bureaucratische mechanismen door scherp ingerichte samenwerkingvormen, uiteraard in de standaardzaken die zich daarvoor uit het oogpunt van zorgvuldige

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Datum 23 januari 2012

Ons kenmerk 5723069/12

Brief TK 16 jan 2012, kenmerk 2012-9388)

^ lOOV (2010) Politieonderwijs, kwaliteit afgestudeerden geborgd?

^ Inmiddels is voor een specifiek soort van zaken een gemengde werkgroep van politie en OM doende de kwaliteit van processen-verbaal te verbeteren. (De zgn. Ketenregiegroep Feitgecodeerde Zaken, ingesteld per februari 2011)

Pagina 3 van 3

Page 4: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

behandeling goed lenen.^ Dit zal een forse stap zijn in het voorkómen van onnodige uitval.

[2b] Tenuitvoerlegging

U constateert punten van zorg over de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Inderdaad zijn onzerzijds onvolkomenheden geconstateerd in het inzicht op het presteren van de uitvoeringsketen en aan ketenregie - zie hiervoor de brief die de staatssecretaris op 25 oktober 2011 aan de Tweede Kamer stuurde (2011-2012, 33000 VI, nr. 11). De achtergrond van de gebreken is dat de tenuitvoerlegging van transacties, (straf)beschikkingen, straffen en maatregelen door de jaren ingewikkeld is geworden. Er is een veel stromenland ontstaan waarin veel partijen op uiteenlopende wijze aan elkaar gekoppeld zijn in een diversiteit aan werkprocessen. De vraag kan worden gesteld of de situatie bij de tenuitvoerlegging nog wei zodanig overzichtelijk is dat daarmee het risico van weglekken van prestaties geminimaliseerd is. Uw onderzoek naar de desbetreffende statistische informatie kan daarover geen harde uitspraken doen. Wel laten uw bevindingen zien dat deze vraag niet zonder meer bevestigend kan worden beantwoord. Op grond daarvan meent u dat zwaarder moet worden ingezet op een meer uitgebreide informatievoorziening en daarop geënte besturing van de tenuitvoerlegging van sancties. Dit lijkt me niet voldoende, want dat zou teveel een "kurieren am Symptom" inhouden. Enkele jaren terug is, op grond van een daartoe ingesteld extern onderzoek, vastgesteld dat er inderdaad sprake Is van een lappendeken aan taken en verantwoordelijkheden welke een doeltreffende en doelmatige organisatie van de tenuitvoerlegging binnen de bestaande kaders niet voldoende garandeert. Dit behoeft een herziening van taken en dat is dan ook de inzet van het ook door u al aangeduide Programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen. Binnen het alsdan aangepaste systeem waarin de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen overgaat van het openbaar ministerie naar de minister, en nadrukkelijker een coördinerende rol bij het CJIB word belegd, kan de informatievoorziening en prestatiebewaking efficiënt gestalte krijgen.^ Dit laat onverlet dat ook op kortere termijn al wordt ingezet op het scherper in beeld houden van de prestaties (zie verderop).

[2cJ Enkele specifieke kwesties^

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Datum 23 januari 2012

Ons kenmerk 5723069/12

' Dit betreft de twee elkaar aanvullende pilots van ZSM {^ZoSpoedigMogelijk') en 'Herontwerp Keten Strafrechtelijke Handhaving'. Zie TK 2011-12, 29 279 nr. 125.

° Zie de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dd. 25 oktober 2011 (TK 2011-2012, 33 000 VI, 11) Omwille van de beheersbaarheid richt het Programma Uitvoeringsketen strafrechtelijke beslissingen zich momenteel alleen op de uitvoeringketen voor volwassenen, met betrokkenheid van het openbaar ministerie, het Centraal Justitieel Incassobureau, de Dienst Justitiële Inrichtingen, de Justitiële Informatiedienst, de politie en de drie reclasseringsorganisaties. De verbeteringen op het terrein van jeugd zullen op een later moment worden doorgevoerd, voor zover dit nog niet is gebeurd binnen andere programma's zoals het programma Jeugdcriminaliteit en Jeugdgroepen. In de zomer van 2012 zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over de voortgang van het programma Uitvoeringsketen strafrechtelijke beslissingen.

' Een kleine maar niet onbetekende fout staat op p. 28 (Deel I). Er moet niet worden gesproken van uitstroom bij het gevangeniswezen, maar van uitstroom bij de Dienst

Pagina 4 van 4

Page 5: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

In het bijzonder vanwege de doelmatigheid meent u, dat kwesties die uiteindelijk nergens toe leiden, zo vroeg mogelijk afgevangen moeten worden opdat niet veel energie wordt vermorst. Dat is een stelling die ik onderschrijf. Daarbij wel de kanttekening dat onvoorwaardelijke sepots en niet-schuldigverklaringen kwesties zijn die soms nuttig en nodig zijn. De politie moet ook zaken waarin enige twijfel bestaat over hun vervolgbaarheid Insturen ter beoordeling door de officier van justitie. En de officier van justitie zal soms zaken moeten voorleggen aan de rechter waarin er een kans is op niet-ontvankelijkheid of vrijspraak. De vraag naar onwenselijkheid van sepots en niet-schuldigverklaringen moet dan pas opkomen, indien deze een grotere omvang aannemen. Dat is ook de wijze waarop hier naar wordt gekeken: blijft hun volume binnen redelijke proporties. Daaromtrent bestaat momenteel geen zorg.

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Datum 23 januari 2012

Ons kenmerk 5723069/12

Ernstiger lijkt uw conclusie dat een in volume niet omvangrijk maar toch niet te verwaarlozen deel van de vonnissen uiteindelijk niet ten uitvoer blijkt te kunnen worden gelegd binnen de wettelijke verjaringstermijn. Dan is sprake van 'executieverjaring' (artt. 76-77 WvSr). Voor zover dat onvermijdelijk is, zo meent u, lijkt het niet efficiënt om voor niets veel werk te verrichten. De reden voor dit verschijnsel was voor u met het verouderde OPS-systeem niet te herleiden. Met u ben ik van mening dat zicht hierop zeker van belang is om vast te kunnen stellen of inderdaad sprake is van onwenselijke uitval. In het door u benoemde verschijnsel is inmiddels wel meer inzicht verkregen via het in 2008 gestarte Programma Versterking Executie Strafvonnissen. Daarin is gericht gekeken naar -en geacteerd op - het op het oog omvangrijk geheel aan openstaande strafvonnissen.^° Daaruit kwam naar voren dat ook na zeer forse inspanning en inzet van alle beschikbare instrumenten en samenwerkingvormen, er toch een restant overblijft van zaken die definitief niet ten uitvoer kunnen worden gelegd en die om die reden uit het opsporingsregister moeten worden verwijderd. Dit omvat niet zelden lichte zaken (overtredingen) met een relatief korte verjaringstermijn. De reden voor het niet ten uitvoer leggen van een vonnis is vaak dat de veroordeelden niet vindbaar zijn (in eigen land maar vooral als men weer in het buitenland zit) of niet bereikbaar zijn (een 'juridisch onbereikbaar' buitenland waarmee geen rechtshulpverdrag bestaat). Daarmee is de kous niet af: registratie in het OPS houdt in dat men ons land een tijd lang niet zomaar meer in kan, of dat men is uitgesloten van sociale uitkeringen en het verkrijgen van reisdocumenten. Uiteraard zullen de lessen uit het gevoerde programma leiden tot een blijvende inspanning opdat maximaal is verzekerd dat veroordeelden hun straf niet ontlopen.

Justitiële Inrichtingen. Ter vermijding van misverstand - en ter nadere illustratie van de moeite om eenduidige eenheden 'in de keten' te construeren - gaat het steeds om personen die één of meer opeenvolgende vonnissen hebben ondergaan dan wel een vervangende hechtenis hebben ondergaan voor het niet betalen van een boete of het niet volbrengen van een taakstraf. °̂ Zie TK 2008-2009, 31 700 VI, 111, TK 2010-2011, 32 123 VI, 110 en TK 2011-2012, 33

000 VI, nr. 11, p. 4. De desbetreffende inspanningen zullen worden voortgezet in het al genoemde bredere Programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen. Als gezegd zal medio 2012 de Tweede Kamer over dat programma nader worden geïnformeerd.

Pagina 5 van 5

Page 6: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

U constateert dat in de gehele rechtspraak sprake is van 'lange doorlooptijden' en 'te late aanlevering'. Hoewel de snelheid van het rechtspreken in ons land er in internationaal perspectief bepaald niet slecht lijkt af te komen", onderschrijf ik de noodzaak om onnodige wachttijden verder terug te dringen. Binnen de rechtspraak is het bekorten van doorlooptijden al langer een speerpunt, mede omdat uit enquêtes onder burgers en juridische professionals blijkt dat de inhoudelijke kwaliteit van de rechtspraak hoog wordt gewaardeerd maar meer snelheid in de zaaksbehandeling gewenst wordt. Zo zijn de doorlooptijden nu ook voor de uitwerking van appelzaken genormeerd. Hier wordt binnen de rechtspraak op gestuurd gesteund door systematische monitoring, evaluatie en herijking.

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Datum 23 januari 2012

Ons kenmerk 5723069/12

[3] Besturing en informatievoorziening

[3a] Ketenregie

Terecht stelt u, dat het nodig is om niet alleen te bezien hoe de afzonderlijke schakels van de strafrechtsketen presteren, maar dat het voor de samenleving van belang is hoe het totaal van de ketenprestatie er uitziet in termen van doeltreffendheid en doelmatigheid. Waar de leiding van de afzonderlijke daarbij betrokken organisaties primair aan zet zijn om het eigen werk goed in te richten, is het aan mij als minister om het geheel van de inspanningen goed op elkaar te laten aansluiten. Deze stelselverantwoordelijkheid kan beter worden ingevuld nu meer en meer aan enkele belangrijke randvoorwaarden wordt voldaan. Waar eerder al diverse justitiële instanties een landelijk bestuur kregen (waaronder openbaar ministerie en rechtspraak), is dat bij de politie met de vorming van de Nationale Politie onderweg; daarmee ontstaat er een landelijke leiding die het politiewerk in de samenhang van de keten kan organiseren. Voorts is de nieuwe indeling waarin politie, OM en rechtspraak in 10 regionale eenheden één-op-één naast elkaar zijn georganiseerd, behulpzaam bij het efficiënt aan elkaar koppelen van werkprocessen. En met de vorming van een ministerie van Veiligheid en Justitie is er een bestuursdepartement gevormd dat het geheel van de keten omspant en dat onder één politiek gezag positioneert. Deze bestuurlijke verhelderingen maken het beter mogelijk om de door u gesignaleerde noodzaak tot heldere besturing op samenhang in de keten vorm te geven.

Het zal dan beter mogelijk zijn stelselmatig aandacht aan het mogelijk weglekken van prestaties te geven. Wel wil ik wijzen op de noodzaak tot een zekere begrenzing van de aandacht vanuit het ministerie. We kunnen geen al te hoge pretenties koesteren over wat vanuit het macroperspectief van 'Den Haag' overzien en zinvol op detailniveau geadresseerd kan worden. Dat hoeft ook niet, waar de besturen van de ketenorganisaties een eigen verantwoordelijkheid dragen om in eigen huis orde op zaken te stellen, inclusief de bewaking en bevordering van de directe aansluiting met partnerorganisaties. Dat betreft het landelijke niveau zowel als op regionaal vlak, waar voorzieningen voor zijn

" Zie bijvoorbeeld de cijfers van de European commission for the Efficiency of Justice over de doorlooptijd bij overvallen (European judicial systems -edition 2010 (data 2008): Efficiency and quality of justice. Straatstburg: Council of Europe)

Pagina 6 van 6

Page 7: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

getroffen. Dit maakt het mogelijk de ministeriële aandacht toe te spitsen op de gehele breedte van de strafrechtsketen met vooral aandacht voor de koppelvlakken tussen de schakels in de keten. Daar is, zo indiceert ook uw onderzoek, het weglekrisico het grootst. De aandacht vanuit het ministerie is dan geconcentreerd op de hoofdlijnen en vooral op koppelvlakken. Een dergelijke focus behoeft een informatievoorziening die daarbij past.

[3b] Informatievoorziening

U merkt op dat het ministerie, door gebrek aan een totaaloverzicht, onvoldoende en geen stelselmatige sturing geeft aan het voorkómen en bestrijden van wat u als onterechte of ongewenste uitval uit de strafrechtsketen aanduidt. Een dergelijk overzicht, dat vooral is gericht op de koppelvlakken tussen die organisaties en minder op de interne werkprocessen van de partners in de strafrechtsketen, wordt momenteel verder ontwikkeld. Al langer bestaat voor de keteninformatievoorziening een methode waarin ketenpartners eens per vier maanden samen de ontwikkelingen in de keten analyseren. Dit is destijds opgezet om de vinger aan de pols te houden van de capaciteitsbehoefte in het gevangeniswezen, toen vooral daar nog schaarste heerste. Later is dit uitgebreid om de doorstroming in de strafrechtsketen breder te kunnen volgen.^-' Momenteel vindt een verdere structurering van de gegevenaanlevering, -opslag en -analyse plaats in de zogenoemde 'strafrechtsketenmonitor' van het WODC.^"* Niet alleen komen de gegevens van de politie dan ook in beeld, tevens worden specifieke prestatie-indicatoren uitgewerkt (i.h.b. voor de executieketen). Uiteraard is daarbij aandacht voor'onverklaarbare verschil len' opdat duidelijk wordt welke verschillen in definities of registratiemanieren daaraan ten grondslag liggen, en hoe dus ontwikkelingen moeten worden geïnterpreteerd. Op grond van de verrichte analyses wordt steeds een bestuurlijk advies opgesteld, waarin de leiding van het departement wordt geïnformeerd over de actuele ontwikkelingen in de keten en zich eventueel voordoende knelpunten, en waarop mogelijke acties worden gesuggereerd. Hiermee wordt het meer en meer mogelijk op macroniveau tijdig spanningen binnen de strafrechtsketen te adresseren, zoals door het oplopen van instroom van zaken en voorraden of het wegvallen van werkaanbod. Deze ontwikkeling correspondeert met de door u aanbevolen richting om de informatievoorziening en de daarop geënte ketenbesturing te versterken, naast de specifieke voorzieningen die bestaan om

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Datum 23 januari 2012

Ons kenmerk 5723069/12

Voor dit laatste zijn al tien jaar de Arrondissementale Justitiële Beraden werkzaam, waarin de justitiële partners plus politie en soms ook het openbaar bestuur deelnemen, met als doel de onderlinge afstemming van werkzaamheden. Met de indeling naar 10 regio's zal ook de schaal waarop de AJB's functioneren, worden aangepast. Dit maakt de onderlinge afstemming beter mogelijk maken.

Dit ging onder de naam van 'Early warning'-systeem, onder auspiciën van het Landelijk Executie Overleg. Later is dat verbreed tot een 'rookmelderssysteem', waarin ook meer informatie zicht o.a. van rechtspraak en CJIB, recent ook van de politie.

*̂ Daarbij is er vanzelfsprekend aandacht voor analyse van 'onverklaarbare verschillen' tussen opgaven van verschillende instanties zoals die ook in het onderzoek worden aangetroffen. Doorgaans leidt dat tot inzicht welke verschillen in functionele categorisering en definiëring hiervoor een verklaring bieden.

Pagina 7 van 7

Page 8: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

beleidsprioriteiten te bewaken^^, in het bijzonder waar het gaat om volgen van het nakomen van de prestatieafspraken zoals ten aanzien van de overvallen en de criminele jeugdgroepen, en meer algemene voorzieningen van ketenramingen ten behoeve van begroting, beleid en wetgeving.

Het streven is er op gericht om een bestuurlijke informatievoorziening te creëren die voldoet aan de door uw genoemde eisen van volledigheid, actualiteit, tijdigheid, toegankelijkheid, eenduidigheid, vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid, validiteit, ordelijkheid en controleerbaarheid. Dit zal echter nooit 100% te bereiken zijn, omdat iedere schakel in de keten een informatiehuishouding kent die efficiënt is toegesneden op de ondersteuning van de eigen taak, welke indelingen en definities vereist die niet per se volledig moeten of kunnen overeenkomen met die in andere s c h a k e l s . V o o r z i c h t i g h e i d moet worden betracht met het invoeren van extra registratieverplichtingen alleen ten behoeve van de vergelijkbaarheid in de bestuurlijke informatievoorziening. Daaraan kleven hogere kosten en extra administratieve lastendruk. Dit vraagt om een afweging met inachtneming van het risico dat wordt gelopen als bepaalde informatie niet maximaal vergelijkbaar beschikbaar is. In de kwalitatieve informatieverzameling van uw onderzoek zou aandacht zijn gegeven aan een dergelijke risicotaxatie. Het had kunnen helpen als dat perspectief ook in uw conclusies en aanbevelingen zou zijn betrokken.

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Datum 23 januari 2012

Ons kenmerk 5723069/12

[3c] Financiële prikkels

Op enkele plaatsen wijst u naar het risico dat verschillen in bekostigingssystemen tot problemen aanleiding kunnen geven. Zo zou 'een groot deel ' van aanhoudingen van terechtzittingen worden veroorzaakt doordat het OM niet op het afdoen van zaken wordt gefinancierd: het zou geen belang hebben bij het tijdig en compleet indienen van zaken, waar de rechtspraak als zaaksgefinancierde organisatie daar wel belang bij zou hebben. Nog afgezien van gerede twijfel of deze stelling wel juist is (denkelijk van niet^^), moet inderdaad

Waarover met de desbetreffende ketenorganisatie specifieke afspraken worden gemaakt over beleidsinspanningen en bijbehorende informatievoorziening in het verband van planning en control.

Dat zijn de Prognoses Justitiële Ketens van het WODC, en de gehanteerde methodiek van de systeemdynamische simulatiemodellen (bijvoorbeeld ter taxatie van de effecten van invoering voorwaardelijke invrijheidstelling. Van jeugdinterventies, van invoering forensisch assistenten, invoering strafbeschikking ...)

Terzijde zij opgemerkt, dat voor operationele doeleinden in de keten met de Justitiële Informatiedienst een keteninformatievoorziening is geschapen waarmee het beeld van de in de strafrechtspleging betrokken personen juist ('integer') en volledig ('integraal') is.

Zo sluiten de gegevens van de dienst Justitiële Inrichtingen niet vanzelfsprekend aan op die van het Centraal Justitieel Incassobureau. DJI weet (en registreert dus) niet welk vonnis uiteindelijk wordt opgelegd aan personen die voor vonniswijzing uit voorlopige hechtenis zijn ontslagen, waar het CJIB niet kan en hoeft te zien welke vrijheidsstraffen aansluitend op voorlopige hechtenis ten uitvoer worden gelegd. Daarmee hebben beide instanties een verschillend maar overlappend beeld van tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen.

Het verschil in financiële prikkels wordt slechts als één der factoren gezien waardoor men zich laat leiden (Afstemming zittingscapaciteit OM en ZM. Raad voor de rechtspraak en Parket-generaal, november 2010). Bovendien zijn - tenzij dit recent aan verandering

Pagina 8 van 8

Page 9: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

worden voorkomen dat verschillen in bekostigingsmethodiek de onderlinge afstemming van werkprocessen en in te zetten capaciteit bemoeilijken. In dit verband kan worden opgemerkt dat gewerkt wordt aan een gewijzigde manier van bekostiging van het openbaar ministerie, welke net als bij de rechtspraak voor een fors deel zaaksgebonden zal zi jn, naast een niet-zaaksgebonden component onder andere voor het overleg met politie en burgemeesters, en met meerdere partners in de zgn. 'programmatische aanpak' van criminaliteitsfenomenen. Terzijde kan worden opgemerkt dat iedere bekostigingssystematiek, ook of misschien zelf juist een 'gelijkgeschakelde' het risico loopt zijn eigen perverse uitwerking op te roepen - er is dan specifiek aandacht nodig voor dergelijke effecten die mogelijk afbreuk doen aan het presteren.

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Datum 23 januari 2012

Ons kenmerk 5723069/12

[3dJ Rapportage

Jaarlijks publiceren CBS en WODC een omvangrijk statistisch overzicht van het functioneren van de strafrechtsketen in Criminaliteit en rechtshandhaving. De uitkomsten van de ketenramingen, met inbreng van de ketenpartners, liggen ten grondslag aan de informatie in de begrotingstukken. Hiernaast komt in de reguliere cyclus van planning en control informatie op tafel over de gemaakte afspraken. Onder de erkenning dat - zoals aangegeven - nog een en ander valt te winnen in de ontwikkeling van de betrokken instrumenten, lijkt het creëren van nog meer rapportage- en verantwoordingsverplichtingen - zoals u lijkt te suggereren - al snel te leiden tot een teveel van het goede. Wel lijkt het een goede suggestie het ketenperspectief nadrukkelijker te betrekken bij het periodiek informeren van de Tweede Kamer - dit kan logisch plaats vinden in het al bestaande instrument van het jaarlijkse jaarverslag. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de genoemde Strafrechtsketenmonitor.

onderhevig was - aanhoudingen voor het merendeel niet verbonden aan incomplete dossiers maar aan factoren als het alsnog moeten horen van getuigen, afwezigheid van verdachte, tolk of raadsman, of juridische complicaties. (TK 26 325, 34, 2000). Dit laatste kan leiden tot nieuwe onderzoekswensen ter zitting, waarmee is aangegeven dat een (fors) deel van de aanhoudingen onvermijdelijk is en daarmee een begrenzing bestaat aan de terechte pogingen aanhoudingen van de zitting terug te dringen.

Pagina 9 van 9

Page 10: Ministerie van Veiligheid en Justitie · Veiligheid en Justitie, is dan ook het verbeteren van de opsporingsprestatie van de politie. In het bijzonder bij delicten die een forse negatieve

[4] Conclusie

De bij dezen gegeven reactie op uw conclusies en aanbevelingen is nogal omvangrijk. U geeft aan da t 'de kernpunten' van mijn reactie in uw rapport zal worden opgenomen. Ik neem aan dat dit, voor zover ze voor u geen aanleiding vormen tot wijziging van het voorliggende conceptrapport, zowel de door mij voorziene maatregelen zal betreffen, als de aantekeningen die ik maakte bij de door u opgestelde conclusies en aanbevelingen. Ik vertrouw er op dat u mijn inzet zo begrijpt, dat ik in uw onderzoek een aansporing zie om met volle kracht voort te gaan op de ingeslagen weg om nog sterker dan voorheen uit te gaan van de prestaties in de strafrechtsketen als geheel. Ik hoop in deze reactie op uw rapport duidelijk te hebben gemaakt dat daartoe bepaald al het een en ander gebeurt, zoals u mij duidelijk maakte dat er nog veel te doen valt.

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding SB

Datum 23 januari 2012

Ons kenmerk 5723069/12

Hoogachtend

De Ministetf v

Pagina 10 van 10