MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein...

53
Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg Vlaamse Gezondheidsinspectie - domein Gezondheid en Milieu & AMINAL Cel MER MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Gezondheidszorg

Transcript of MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein...

Page 1: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg

Vlaamse Gezondheidsinspectie - domein Gezondheid en Milieu

&

AMINALCel MER

MilieuEffectRapport

Discipline ‘Mens-Gezondheid’

Praktisch

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Administratie Gezondheidszorg

Page 2: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

2

Inhoud

Inhoud ...................................................................................................................................2

I Inleiding..............................................................................................................................4

II Omschrijving discipline ‘Mens-Gezondheid’...................................................................8

II.1 Omschrijving van de discipline ....................................................................................8

II.2 Reikwijdte van de discipline 'Mens-Gezondheid' .........................................................9

II.3 Gezondheidsrisicoanalyse ..........................................................................................11

II.4 Invulling van het luik ‘Mens-Gezondheid’ door de Vlaamse overheid .......................14

III Gebruikswijzer ...............................................................................................................16

III.1 Algemene opbouw praktisch gedeelte .......................................................................16

III.2 Toetsingskader.........................................................................................................17III.2.A Normen en Advieswaarden......................................................................................................................17

III.2.B Parameters ...................................................................................................................................................19

III.2.C Aard van het effect .....................................................................................................................................20

IV Praktische richtlijnen ....................................................................................................22

IV.1 Identificatie van de relevante wijzigingen in het milieu.............................................22IV.1.A Scheikundige agentia ................................................................................................................................23

IV.1.B Fysische agentia .........................................................................................................................................26

IV.1.C Biologische agentia ...................................................................................................................................28

IV.2 Beschrijving van het studiegebied en de risicopopulatie ............................................28IV.2.A Te onderzoeken geografische zones.......................................................................................................29

IV.2.B Fysisch-geografische beschrijving van het studiegebied....................................................................29

IV.2.C Beschrijving van het ruimtegebruik in de omgeving...........................................................................29

IV.2.D Beschrijving van de historiek van het ruimtegebruik ..........................................................................30

IV.2.E Opgave van de blootgestelde groepen....................................................................................................30

IV.2.F Beschrijving van de blootgestelde groepen...........................................................................................31

IV.3 Bepaling van blootstelling en lichaamsbelasting........................................................31IV.3.A Te onderzoeken blootstellingen ..............................................................................................................32

IV.3.B Indeling van de blootstellings-/belastingsbeschrijving........................................................................33

IV.3.C Te onderzoeken blootstellingsperioden .................................................................................................34

Page 3: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

3

IV.3.D Te onderzoeken blootgestelde groepen .................................................................................................34

IV.3.E Methodiekbepaling.....................................................................................................................................35

IV.3.F Karakteristieken van de belasting en de opname ..................................................................................35

IV.3.G Evaluatie risicoperceptie burgers ............................................................................................................36

IV.3.H Synthesetabel..............................................................................................................................................37

IV.4 Identificatie van de relevante gezondheidseffecten in de risicopopulatie ...................38

IV.5 Bespreking van de te verwachten gevolgen; ..............................................................41

determinatie en implementatie van milderende maatregelen. ...........................................41IV.5.A Populatie-effect weging............................................................................................................................42

IV.5.B Milderende maatregelen............................................................................................................................44

IV.5.C Opvolging, monitoring en surveillance..................................................................................................44

Definities .............................................................................................................................45

Referenties...........................................................................................................................48

Auteurs ................................................................................................................................49

Bijlage I ...............................................................................................................................50

Bijlage II..............................................................................................................................52

Page 4: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

4

I Inleiding

Op initiatief van het domein ‘Gezondheid en Milieu’ van de Afdeling Preventieve en

Sociale Gezondheidszorg (APSG) werd een verkenning uitgevoerd die tot doel had de

wensen van APSG inzake de inhoud van de discipline ‘Mens-Gezondheid’ van het

milieueffectrapport (MER) te verwoorden. Dit rapport bundelt de besluiten. Het dient

opgevat te worden als een werkinstrument ter opstelling, advisering en beoordeling van de

discipline ‘Mens-Gezondheid’ in het MER.

De APSG valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister bevoegd voor de

gezondheidszorg, Mieke Vogels. De gezondheidsinspectie binnen deze afdeling kent twee

belangrijke werkdomeinen: ‘Infectieziekten’ en ‘Gezondheid en Milieu’. Beide domeinen

vindt men terug op provinciaal niveau en worden centraal gecoördineerd vanuit Brussel.

De taak van het domein 'Gezondheid en Milieu' is op te treden bij verstoringen van het

leef- en woonmilieu die de gezondheid van de mens in gevaar kunnen brengen, o.a. in het

kader van de Vlaamse milieureglementering.

De Cel MER van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid (Administratie Milieu-,

Natuur-, Land-, en Waterbeheer: AMINAL) van het departement Leefmilieu en

Infrastructuur (LIN) begeleidt de milieueffectenrapportage; elke rapportage leidt finaal tot

een conform verklaard MER. De overige administraties worden ook betrokken bij de

opvolging van de MER’s. Een medisch milieukundige, de domeinverantwoordelijke van

het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met

zijn collega’s adviezen op. De gezondheidsinspectie adviseert zowel de startnota als de

ontwerp-MER. (fig. 1) Als lid van de provinciale milieuvergunningscommissie (PMVC)

beoordeelt zij vervolgens ook de effecten op de mens en het milieu van de activiteit

waarvoor de eigenlijke milieuvergunningsprocedure werd ingezet.

Page 5: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

5

Het rapport verwoordt, binnen de discipline ‘Mens-Gezondheid’, de visie en de

beleidslijnen van de gezondheidsinspectie inzake de inhoud van een MER. Deze vormen

een invulling van de groeiende belangstelling voor de relatie gezondheid-milieu waarvan

ook het strategisch Mira-plan (Mira-S) en het federale plan voor duurzame ontwikkeling

getuigen. APSG wenst via dit rapport eenduidigheid te creëren in de inhoud van een MER

discipline ‘Mens-Gezondheid’. Dit zowel voor externen (de initiatiefnemers van de m.e.r.-

plichtige bedrijven, de studiebureaus, de milieudeskundigen, de geïnteresseerde burger) als

voor internen (de bevoegde adviserende en inspecterende instanties). In die optiek is het

tevens zeer belangrijk de publieke participatie in het m.e.r. te verhogen. De lokale

bevolking moet op basis van het voorliggende MER in staat zijn de voor- en nadelen van

het project eigenhandig in te schatten en te spiegelen aan zijn verwachtingen,

bezorgdheden en ideën. (Bijlage II van dit document omschrijft de inhoud van de niet-

technische samenvatting in een addendum van het MER, discipline ‘Mens-Gezondheid’.)

Vanuit de overheid wordt er op deze manier op een duidelijke en gestructureerde manier

klantvriendelijk werk afgeleverd. Dit rapport geeft praktische, concrete richtlijnen en

aanbevelingen voor het opstellen van een kwalitatief goed MER voor de discipline ‘Mens-

Gezondheid’. In die zin wordt in voorliggend rapport voortgebouwd op het

Richtlijnenboek Milieueffectrapportage.

APSG voorziet voor de implementatie van dit document naar de praktijk het volgende

tijdsschema :

q voorstelling rapport ‘MilieuEffectRapportering Discipline ‘Mens-Gezondheid’:

Praktisch,’ op de Medische Milieudag d.d. 19 april 2001;

q evaluatie van het rapport door de externe deskundigen: dr. Maurits De Ridder

(UG), dr. Koen De Schrijver (APSG/UA), prof. dr. Luc Hens (VUB), prof. dr.

Benoit Nemery (KUL);

q verzamelen en verwerken van kritieken en suggesties ten laatste tegen 1 juli 2001;

q ter validering bezorgen (aan alle erkende deskundigen discipline ‘Mens en

Gezondheid’) + praktijkimplementatie van het definitieve rapport d.d. 1 december

2001. Gedurende de werkingsperiode zullen verdere kritieken en suggesties op het

rapport en zijn werking verzameld worden;

q herziening en aanpassing van het rapport d.d. 1 december 2002;

q implementatie van een gerevalueerde versie d.d. 1 januari 2003.

Page 6: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

6

Zoals uit het bovenstaande tijdsschema blijkt is het de bedoeling een praktisch toepasbaar

en dynamisch rapport te creëren. Dynamisch in die zin dat er periodiek ruimte bestaat voor

aanpassingen ingegeven door de praktijkervaring en eventuele nieuwe

milieuwetenschappelijke inzichten.

Page 7: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

Figuur 1. Stroomdiagram MER-proces

7

30 dagen

termijn onbepaald

termijn onbepaald

15 (30) dagen

initiatief tot m.e.r.-plichtig project

college van deskundigen

mededeling cd niet volledig

voorstudie,

milieueffectnota

of haalbaarheidsMER

kennisgeving :

- summiere omschrijving project

- ruimtelijke situering

- lijst deskundigen

- eventuele startnota

administratie onderzoekt of college van deskundigen (cd) volledig is

mededeling cd volledig

startnota wordt opgesteld

en voorgesteld aan administratie

startnota en verslag van

startvergadering zijn richtlijnen

voor het opstellen van het MER

cd stelt MER op

ontwerp MER wordt ingediend bij administratie

en besproken op vergadering

definitief MER wordt ingediend bij administratie

in drie exemplaren

administratie onderzoekt volledigheid MER

- MER volgens procedure

- informatie volledig

- conform richtlijnen

MER niet volledig MER volledig : conformiteitsattest

procedure vergunningsverlening

Page 8: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

8

II Omschrijving discipline ‘Mens-Gezondheid’

II.1 Omschrijving van de disciplineDe discipline 'Mens-Gezondheid' is de discipline die in het kader van de

milieueffectrapportage instaat voor de studie van de effecten op de volksgezondheid

evenals op de kwaliteitsverandering van de leefomgeving, voor zover deze

kwaliteitsverandering betrekking heeft op de volksgezondheid.

De inhoudsbepaling van de discipline 'Mens-Gezondheid' vertrekt van een ruime

omschrijving :

q somatische gezondheid

q (sociaal)-psychologische aspecten (met inbegrip van de psychosomatiek)

q sociaal-organisatorische aspecten

q sociaal-economische aspecten ~ status

q de milieubeleving

Deze indeling weerspiegelt twee benaderingswijzen. Enerzijds worden de effecten op de

mens als individueel wezen bestudeerd (gezondheid en psychologische aspecten).

Anderzijds beschouwt men de mens en de samenleving als een interactioneel geheel met

sociale, economische en ruimtelijk organisatorische aspecten, de mens als groep binnen

zijn leefmilieu.

De mens leeft in zijn leefruimte, een 'huis' binnen de samenleving. De dimensies van de

leefruimtes van de verschillende groepen van de samenleving zijn verschillend. Daarom is

het noodzakelijk, zeker in de m.e.r., een goed begrip te hebben van de grenzen van die

leefruimte. Ieder effect op de leefruimte beïnvloedt de samenleving, de samenleving blijft

immers afhankelijk van de draagkracht van haar leefruimte. In het MER worden de

interacties nagegaan van verschillende projectparameters die een relevant effect uitoefenen

op de leefruimte en dus ook op de samenleving in casu de mens. Onder de koepel

Page 9: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

9

volksgezondheid worden de verschillende effecten ingedeeld als hoger beschreven in de

inhoudsbepaling van de discipline ‘Mens-Gezondheid’.

De discipline 'Mens-Gezondheid' kan men als volgt omschrijven:

Het deel van de milieueffectrapportage dat zich bezighoudt met het verzamelen, verwerken

en interpreteren van informatie over wijzigingen in de leefomgeving ten einde de gevolgen,

op korte en lange termijn, voor de volksgezondheid in te schatten.

De wijzigingen in de leefomgeving die hier bestudeerd worden omvatten fysische,

scheikundige en biologische agentia: de uitstoot van schadelijke stoffen, geluidsproductie,

ziekteverwekkende organismen en straling. Er wordt eveneens aandacht besteed aan

raadgevingen en maatregelen om schadelijke effecten te vermijden, te milderen of te

saneren. Het is niet alleen de bedoeling de effecten te bespreken maar ook

bevolkingsgroepen die een verhoogd risico lopen te identificeren. Een degelijk uitgewerkte

risicocommunicatie behoort tot de instrumenten om dit proces vlot te laten verlopen.

II.2 Reikwijdte van de discipline 'Mens-Gezondheid'Levende organismen staan in permanente wisselwerking met de omgeving waarin zij zich

bevinden. Het is duidelijk dat het welzijn van deze organismen in belangrijke mate bepaald

zal worden door de kwaliteit van hun leefomgeving. Ook de menselijke gezondheid is

onverbrekelijk verbonden met de leefomgeving. Bij de beoordeling van m.e.r.-plichtige

activiteiten is het dus noodzakelijk een grondige kennis te verwerven over de kwaliteit van

deze omgeving. Dit is ook belangrijk voor de studie van de gezondheidseffecten die in

grote mate afhankelijk is van gegevens die afkomstig zijn uit andere disciplines. Dit houdt

in dat er een fasering plaatsvindt. De gezondheidseffecten kunnen pas efficiënt bestudeerd

worden wanneer de verschillende facetten van het menselijke leefmilieu zijn beschreven.

In het bijzonder ontleent de discipline 'Mens-Gezondheid' nodige en voldoende gegevens

aan de disciplines 'water', 'bodem', 'lucht', 'geluid en trillingen', ‘licht,warmte en straling' en

'fauna en flora' voor zover ze relevant zijn voor het bepalen van de blootstelling en het

inschatten van de gezondheidsrisico's. Conclusies uit de discipline 'Mens-Gezondheid'

kunnen op hun beurt een bron van inzicht betekenen voor de andere disciplines. Er moet

als het ware een interactief netwerk ontstaan tussen de verschillende disciplines onderling.

Page 10: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

10

De wetenschap die zich bezighoudt met de studie van schadelijke effecten van stoffen op

een organisme wordt de toxicologie genoemd, afgeleid van het Griekse woord voor gif

'toxicon'. Het probeert een verband te zoeken tussen de dosis waaraan men wordt

onderworpen en het effect (of de effecten) dat eruit voortkomt. Tevens wordt getracht de

werkingsmechanismen van de toxiciteit te achterhalen. Het is een multidisciplinair

vakgebied gebaseerd op kennis uit de fysiologie en de pathologie. Daarbij gaat men te rade

in o.a. de biochemie, de moleculaire biologie en de genetica.

De milieutoxicologie houdt zich in het bijzonder bezig met de studie van de effecten van

stoffen op de leefomgeving. Zij probeert ondermeer een schatting te maken van de

gezondheidsrisico's die verbonden zijn aan de aanwezigheid van stoffen in lucht, bodem,

water en voeding.

In de discipline ‘Mens-Gezondheid’ is de weging van de gezondheidseffecten gebaseerd

op toxicologisch en epidemiologisch onderzoek. Een eerste stap omvat de bepaling van de

dosis waaraan de inwoners van het studiegebied worden blootgesteld. De grootte van de

blootstelling wordt mede bepaald door de blootstellingswegen, het menselijk gedrag

(beroepsactiviteit, vrijetijdsbesteding, levensstijl), de leeftijd. De opgenomen dosis wordt

vergeleken met de geldende richtwaarden. Vervolgens wordt bepaald welke

gezondheidseffecten door deze dosis veroorzaakt worden. De dosis-effectrelatie is het

resultaat van toxicologisch en epidemiologisch onderzoek op zowel mensen als

proefdieren. De manier waarop men, vertrekkende van blootstelling over belasting, de

gezondheidsrisico's inschat staat in de literatuur bekend als gezondheidsrisicoanalyse.

Milieutoxicologisch en epidemiologisch onderzoek vullen elkaar aan. Het toxicologisch

onderzoek tracht aan de hand van de blootgestelde dosis de effecten te voorspellen. Er

wordt daarbij rekening gehouden met de verspreiding doorheen de verschillende

milieucompartimenten. Epidemiologie bestudeert een populatie en beschrijft welke

effecten voorkomen. Dit gecombineerd onderzoek maakt het mogelijk enkel de relevante

volksgezondheidseffecten in beschouwing te nemen. Aan de hand van deze gegevens kan

het volksgezondheidsrisico in het studiegebied ingeschat worden. Het is verder nodig in

het studiegebied risicogroepen aan te duiden waaraan een verhoogde aandacht dient

besteed te worden. Eens de te verwachten volksgezondheidseffecten zijn omschreven kan

Page 11: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

11

men een evaluatie maken. Er kunnen milderende maatregelen voorgesteld worden. Vanuit

praktisch oogpunt vormen zij zelfs de kern van het MER. Het zijn elementen die zouden

moeten doorwerken in de vergunningen.

Milderende maatregelen kunnen in verschillende fasen van de m.e.r. ingebracht worden:

q de initiatiefnemer bouwt ze in zijn voorstel in.

q de experten geven ze aan in het MER.

q ze vloeien voort uit het openbaar onderzoek.

Vele van de gezondheidseffecten zijn indirect en cumulatief. Sommige effecten zullen

slechts op langere termijn merkbaar zijn. Bovendien zijn deze effecten moeilijk toe te

wijzen aan een welbepaalde, aanwijsbare milieuoorzaak wegens hun multifactorieel

karakter. Het MER als dynamisch en levend document laat een permanente evaluatie toe

van de mogelijke gezondheidseffecten als gevolg van het bestudeerde project. Het m.e.r.-

proces mag niet eindigen bij de conformiteitverklaring van een eerste document.

Regelmatige opvolging en revisie is noodzakelijk.

II.3 GezondheidsrisicoanalyseDe term gezondheid is een veelomvattend begrip.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) omschrijft milieu-gezondheid als volgt:

"Environmental health comprises those aspects of human health, including quality of life,

that are determined by physical, chemical, biological, social and psychosocial factors in

the environment. It also refers to the theory and practice of assessing, correcting and

preventing those factors in the environment that can potentially affect adversely the health

of present and future generations."

(WH0-1993)

Page 12: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

12

Deze definitie is terecht zeer ruim maar laat geen operationele domeinomschrijving toe. De

huidige invulling van de discipline 'Mens-Gezondheid' (toxicologie) beschouwt, in het

kader van de milieueffectrapportage, de psychologische aspecten enkel indien er

lichamelijke effecten te verwachten zijn. In een milieueffectrapport moet ook rekening

gehouden worden met het geestelijk en sociaal welzijn. Dit is met name belangrijk voor die

activiteiten waar sprake is van hinder (geur, lawaai, ... ) of van gepercipiëerde risico’s.

De wijzigingen in de leefomgeving kunnen onder verschillende vormen optreden. In de

eerste plaats is er de aanwezigheid van verontreinigende stoffen. Verder kunnen er ook

fysische agentia, zoals geluid, trillingen en straling, een invloed hebben op de gezondheid.

Sommige ziekteverwekkende organismen zijn in staat toxische bestanddelen uit te

scheiden en op die manier intoxicaties te veroorzaken die beschreven kunnen worden.

Inzake biologische agentia moet men verder rekening houden met specifieke

gezondheidseffecten onder de vorm van infecties zoals een infectie met vrij levende

amoeben ter hoogte van warmwaterlozingen.

De aard en ernst van het effect zijn in de eerste plaats afhankelijk van de mate waarin de

leefomgeving is gewijzigd en in welke mate het organisme hieraan is blootgesteld. Een

tweede bepalende factor is de mate waarin het organisme deze wijzigingen verwerkt.

Gezondheidsrisicoanalyse kan omschreven worden als de studie van de risico's van de

impact van fysische, scheikundige en biologische agentia in de leefomgeving op de

gezondheid. Het doel is deze risico's in een MER te detecteren, te omschrijven en te

kwantificeren. Zodoende kan geanticipeerd worden op de effecten en is men in staat

gezondheidsschade te vermijden of op zijn minst tot een aanvaardbaar minimum te

beperken. De gezondheidsrisicoanalyse gebeurt dan ook in twee stappen. Enerzijds is er de

bepaling van de blootstelling en de opgenomen dosis. Anderzijds is er de schatting van het

risico dat deze dosis vertegenwoordigt door gebruik te maken van de dosis-effectrelatie of

de dosis-responsrelatie.

Vele gezondheidseffecten zijn het resultaat van blootstelling aan een combinatie van

factoren. Sommige factoren zijn additief, andere synergetisch of antagonistisch. Veel

effecten komen pas na een zekere latentieperiode tot uiting. Beide elementen moeten

voldoende aandacht krijgen in een MER.

Page 13: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

13

De beschrijving van de gezondheidseffecten berust op een multidisciplinaire

samenwerking. Om de blootstellingsgraad te kunnen bepalen is het in eerste instantie

noodzakelijk een duidelijke karakterisering van de leefomgeving op te stellen. Zowel

eigenschappen van de omgeving, van de agentia als van de populatie zullen de

blootstelling bepalen. Vanaf de introductie van deze agentia zal een bepaalde weg afgelegd

worden die uiteindelijk bepalend is voor de mate waarin het organisme, in casu de mens,

wordt blootgesteld aan oorspronkelijke agens of aan een afgeleide daarvan. De dosis is niet

gelijk aan de blootstelling. Een groot deel van de agentia waaraan het organisme is

blootgesteld, zal geen identificeerbaar gezondheidseffect kunnen uitoefenen.

Enerzijds leveren de meer technische disciplines de nodige gegevens aan de discipline

'Mens-Gezondheid'. Deze integreert de informatie en trekt er de besluiten uit die relevant

zijn voor de gezondheidseffecten. De discipline 'Mens-Gezondheid' kan pas echt beginnen

werken nadat de gegevens uit de relevante andere disciplines beschikbaar zijn. Anderzijds

geeft deze discipline mee richting aan de inhoud van de meer technische disciplines.

Fundamenteel omvat de gezondheidsrisicoanalyse vijf stappen:

I. identificatie van de relevante wijzigingen in het milieu;

II. beschrijving van het studiegebied (fysisch, geografisch, historisch, ...) en

van de populatie;

III. identificatie en kwantificatie van blootstelling en belasting;

IV. identificatie van de relevante gezondheidseffecten in de bestudeerde

populatie;

V. bespreking van de te verwachten gevolgen voor de gezondheid van de

populatie in kwestie plus voorstelling van milderende maatregelen.

De praktische aanpak verschilt sterk van project tot project. Het project wordt in

verschillende stadia opgesplitst. In bovenvermelde vijf fundamentele stappen dient men tot

een beoordeling van de risico’s te komen. Allereerst wordt een beschrijving gegeven van

alle relevante wijzigingen in één of meerdere milieucompartimenten die zich ten gevolge

van de uitwerking van het beschouwde project zullen voordoen. Dit levert een basis om het

studiegebied en de populatie te omschrijven die mogelijk hinder of schade van deze

activiteit kunnen ondervinden. Om de effecten op de mens als individu te kunnen

Page 14: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

14

beschrijven moet eerst de blootstelling aan de verspreide polluenten gekend zijn. In laatste

instantie wordt de risicoanalyse vervolledigd door de gevolgen van de effecten te

bespreken op de gedefinieerde risicopopulatie. Ten slotte worden milderende maatregelen

voorgesteld en eventuele leemten in de kennis aangegeven; deze kunnen betrekking

hebben op de kennis van de activiteit, van de inventarisgegevens of van de methode.

II.4 Invulling van het luik ‘Mens-Gezondheid’ door de Vlaamse

overheidHet richtlijnenboek voor het opstellen en beoordelen van milieueffectrapporten van de Cel

MER (Deel 3: Algemene methodologie Discipline mens-gezondheid ) geeft mooi weer wat

de Vlaamse overheid in een MER verwacht. De punten II.1, II.2 en II.3 in dit voorliggend

werk geven de algemene denkpistes aan. Theoretisch en als achtergronddocument is deze

tekst zeer betekenisvol; dit gedachtegoed in praktijk brengen blijkt een hele opgave maar

ziet de Vlaamse overheid als een noodzaak.

De Vlaamse overheid wenst immers dat voor de discipline ‘Mens-Gezondheid’ een

duidelijkere, striktere en meer wetenschappelijke weg bewandeld wordt dan tot hiertoe het

geval was. Dit zal zich in praktijk moeten vertalen naar een professionelere - meer ‘to the

point’ - behandeling van de verschillende onderwerpen onder de discipline ‘Mens-

Gezondheid’ uit de m.e.r. De verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de m.e.r.-plichtigen en

de studiebureaus. De cel MER en de Vlaamse gezondheidsinspectie wensen hiertoe bij te

dragen door praktische en concrete richtlijnen ter beschikking te stellen. Het resultaat moet

niet alleen voelbaar worden in de m.e.r.-startvergaderingen en de opvolgvergaderingen

maar ook in de advisering van milieuvergunningsaanvragen. Dit zal uiteindelijk moeten

bijdragen tot een kwalitatief betere onderbouwing en verantwoording van het bestaansrecht

van m.e.r.-plichtige inrichting ten aanzien van de Vlaamse bevolking.

Bij de adviserings- en inspectieopdrachten wil de Vlaamse overheid enkele lange

termijnvisies realiseren. Deze kunnen ons inziens verwezenlijkt worden door op korte

termijn de verder in dit rapport uitgeschreven m.e.r.-onderwerpen in toekomstige

milieuvergunningsaanvragen strikt toe te passen.

Page 15: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

15

De lange termijn visies van de Vlaamse overheid inzake gezondheid en milieu en de m.e.r.:

q in een MER verwacht de Vlaamse overheid, voor de toxische en carcinogene

stoffen aanwezig in het bedrijf, een overzicht van de imissieconcentraties. Dit

zowel op de grenzen van het bedrijfsterrein als in de omliggende woonkernen.

Eventueel kan dit initieel gebeuren op basis van berekeningen met gevalideerde

modellen indien meetgegevens ontbreken doch de modelberekeningen dienen

later, wanneer de activiteit plaatsvindt, gevalideerd te worden;

q een MER neemt, voor wat betreft de discipline ‘Mens-Gezondheid’, het bedrijf

in zijn geheel in beschouwing. Dit volgens het gedachtengoed van de in

Vlarem II gestipuleerde definitie van milieutechnische eenheden;

q een MER moet een volledig uitgewerkte weergave bieden van de ingreep-

effecten relaties: opgeslagen stoffen – mens, toegepaste procédés – mens,

emissies-mens, … ;

q er dient zowel een kwantitatieve als kwalitatieve inschatting van de risico’s te

gebeuren, rekening houdende met de bestaande toestand en met het geplande

project in zijn omgeving;

q de discipline ‘mens-gezondheid’ geeft een concreet beeld van de gevolgen van

de beschreven activiteit op de mens. Dit uitsluitend volgens de verschillende

bepalende parameters in de keten milieu-mens-gezondheid, zonder rekening te

houden met eventuele economische, sociale of andere factoren. Deze factoren

worden apart meegenomen in een aanvullend gedeelte;

q een uitgewerkt voorstel tot risicocommunicatie maakt steeds deel uit van het

MER.

Page 16: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

16

III Gebruikswijzer

In het MER dient, voor de discipline ‘Mens-Gezondheid’, steeds van de algemene

beleidslijnen en visies van de Vlaamse overheid (beschreven onder deel II) te worden

uitgegaan.

III.1 Algemene opbouw praktisch gedeelteHet deel Praktische richtlijnen omvat vijf onderdelen, overeenkomstig de vijf

fundamentele stappen van de gezondheidsrisicoanalyse. Elk onderdeel wordt

onderverdeeld in twee delen:

q een omschrijvend gedeelte: waarin de Vlaamse overheid haar verwachtingen

bekend maakt betreffende de in het MER voor dit onderdeel te verwerven

inzichten met betrekking tot de relatie ‘milieu-gezondheid’;

q een praktisch gedeelte: een concretisering van het richtlijnenboek, waarin de

Vlaamse overheid een aantal praktische eisen stelt qua invulling van het MER.

Het praktisch gedeelte behandelt op een zeer concrete wijze de minimaal te

onderzoeken onderwerpen. Indien de exploitant gevraagde elementen niet

expliciet in het MER kan behandelen moet hij steeds motiveren waarom die

bepaalde onderzoeksonderdelen niet relevant zijn.

Een onderwerp moet niet noodzakelijk volledig uitgewerkt worden indien dit reeds

gebeurd is in een andere discipline van het MER. In dit geval wordt, met inbegrip van een

korte conclusie in de discipline ‘Mens-Gezondheid’, op eenduidige wijze verwezen naar

het desbetreffende onderdeel van het MER met behulp van een paginaverwijzing.

De overheid beseft dat het niet altijd mogelijk is om wetenschappelijk correcte gegevens te

verzamelen over immissies, emissies, afstanden, demografie, geologie, toxicologie,

epidemiologie. De wetenschap zelf vertoont nog leemten in haar kennis. Toch wensen we

Page 17: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

17

de lat vrij hoog te leggen. De inspanningen en resultaten van het opgestelde MER zullen

door de medisch milieukundigen van de gezondheidsinspectie beoordeeld worden tijdens

het m.e.r.-proces. Indien correcte wetenschappelijke informatie niet beschikbaar is dient

overgegaan te worden tot gevalideerde modelberekeningen. Daarbij worden steeds de

referenties van het model op zich als de gebruikte vooronderstellingen vermeld.

Van de m.e.r.-plichtige exploitanten wordt verwacht het praktisch gedeelte van dit rapport

volgens de visies van de Vlaamse overheid en de regels der goede praktijk in het MER uit

te werken.

III.2 ToetsingskaderConcentraties worden in het MER steeds vermeld in µg/m³, g/l en ppm (~ ppb).

Vuilvrachten op basis van meer dan een uur worden steeds omgezet (of geschat) naar

effectieve emissie/immissie concentraties.

III.2.A NORMEN EN ADVIESWAARDEN

Gemeten of berekende immissie- of belastingswaarden aan fysische, chemische en

biologische agentia moeten steeds getoetst worden aan zowel een wettelijke norm als aan

een wetenschappelijke advieswaarde, met vermelding van bron, jaartal en doelgroep van

de normering.

Voor vele agentia zijn doelspecifieke wettelijke normen of wetenschappelijke

advieswaarden echter nog niet voorhanden: zo zijn de arbeidsblootstellingsadvieswaarden

zijn niet van toepassing op de bedrijfsexterne bevolking. Wanneer zij nageleefd worden,

beschermen deze waarden bijna alle werknemers, doch niet de potentieel meer gevoelig en

langer blootgestelde algemene bevolking. Bij gebrek aan specifieke milieunormen -en

advieswaarden wordt, voor een uniforme benadering van het gestelde probleem en om alle

mogelijkheden tot vergelijking open te houden toch een beroep gedaan op

arbeidsblootstellingsadvieswaarden, met name op de Threshold Limit Values (TLV) van

ACGIH. De hierbij gebruikte omreken -of veiligheidsfactoren zijn vanuit wetenschappelijk

oogpunt bediscussieerbaar – zoals alle veiligheidsfactoren – maar laten een in de praktijk

Page 18: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

18

aanvaardbare en uniforme aanpak toe. Naarmate er meer wetenschappelijk gefundeerde

agens -en doelspecifieke milieuadvieswaarden het levenslicht zien zal de nood om gebruik

te maken van arbeidsvlaatstellingswaarden ook afnemen.

We kunnen twee grote groepen onderscheiden:

q Wettelijke immissie- of belastingsnormen in dalende rangorde van voorkeur:

§ Vlaanderen

§ Europa

§ België

§ Nederland/Duitsland

§ VSA

§ Andere

q Wetenschappelijke advieswaarden voor externe milieublootstelling in dalende

rangorde van voorkeur:

§ WHO – advieswaarden voor blootstelling of inname (TDI)

§ TLV-waarden:

è Voor de algemene bevolking:

• 1/10e van deTLV voor niet carcinogenen

• 1/x van de TLV voor carcinogenen met x die waarde die het

risico terugbrengt tot het niveau 10-6 bij een levenslange

blootstelling. Indien er onvoldoende wetenschappelijke

gegevens zijn om x te bepalen stelt men x gelijk aan 1000.

è voor gedefinieerde risicogroepen:

• 1/200e van de TLV voor niet carcinogenen

• 1/5000e van de TLV voor carcinogenen

§ Advieswaarden uit de peergereviewde internationale wetenschappelijke

literatuur

Page 19: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

19

q Wetenschappelijke advieswaarden voor interne milieublootstelling in dalende

rangorde van voorkeur:

§ WHO–belastingswaarden (body burden, biomerkerconcentratie, …)

§ Advieswaarden uit de peergereviewde internationale wetenschappelijke

literatuur

Bij de bepaling van de geluidshinder worden beoordelingsniveau’s (meetwaarden

aangepast aan de aard van het geluid) en grenswaarden met elkaar vergeleken.

Voor de bepaling van het risicoprofiel van een mogelijk verschillende risicoperceptie

tussen burgers (ervaringsdeskundigen) en experten (themadeskundigen) met betrekking tot

de bestudeerde activiteit, wordt een toetsingskader gebruikt dat gebaseerd is op de door

Bennett (Bennett P, Calman K 1999) naar voor geschoven fright factors, zie verder tabel 4

p36.

III.2.B PARAMETERS

Tabel 1: toetsingsparameters voor de effecten op te nemen in het MER

D/R-curves dosis-respons curves

NOEL no-observed effect level, geen aantoonbaar effect

NOAEL no-observed adverse effect level, drempelwaarde voor geen

gevonden schadelijk effect

LOAEL lowest observed adverse effect level, laagste drempelwaarde

TDI totale dagelijkse inname

LD50 lethale dosis 50, de dosis waarbij de helft van de proefdieren

overlijdt binnen 48 uur na een eenmalige toediening

mutageniteit veranderingen in het genetisch materiaal (DNA)

carcinogeniteit kankerverwekkend vermogen: het aanvaard extra risico van 1 op

106 . Het normale risico op kanker gedurende het leven is 25.104

op 106.

Indeling op basis van het International Agency for Research on

Cancer (IARC) en het Environmental Protection Agency (EPA)

fertiliteit vruchtbaarheid

Page 20: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

20

teratogeniteit verstoring van de foetale ontwikkeling

irritatie prikkeling

asfyxie verstikking

sensibilisatie (over)gevoelig maken van het lichaam voor een bepaalde stof

acute toxiciteit giftigheid na eenmalige blootstelling

chronische toxiciteit giftigheid na langdurige of herhaalde blootstelling

Ook de beoordeling van de effecten dient te gebeuren onder een toetsingskader. De

gebruikte criteria worden ontleend uit de literatuur van de epidemiologie, de toxicologie en

de volksgezondheid. Vanuit deze disciplines vergelijkt het MER op een wetenschappelijk

relevante wijze de impact, in al zijn vormen, van de beschreven effecten via kwantificeren

en toetsen.

Concreet worden in het MER de parameters vermeld in tabel 1, indien relevant

(beargumenteerd) opgenomen.

III.2.C AARD VAN HET EFFECT

De volgende toetsingscriteria geven een weging van de aard en de ernst van het

gedetermineerde effect en zijn impact op de gezondheid van de mens en zijn

gezondheidsbeleving.

q acuut / chronisch: Bij het inschatten van effecten is het belangrijk te weten

wanneer deze kunnen optreden; snel na een blootstelling (uren of dagen) of

slechts na enkele weken of maanden ? Acute effecten zijn meestal het gevolg van

blootstelling aan een relatief hoge dosis.

q lokaal / systemisch: Blijft het effect beperkt tot een plaatselijke werking of is de

werking eerder verspreid over verschillende orgaansystemen, of beiden ? Lokale

effecten komen meestal alleen voor bij blootstelling aan hoge concentraties of aan

erg reactieve stoffen.

q niet stochastisch / stochastisch: Bestaat er voor het al dan niet optreden van

schade een drempeldosis of niet?

Page 21: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

21

q ernst: Wat is de ernst van de blootstellingseffecten? Zowel een kwantitatieve als

kwalitatieve uitwerking van dit gedeelte zal aanleiding geven tot een meer

globaliserende toetsing van de blootstellingseffecten. De omkeerbaarheid van een

effect, door herstelmechanismen van het organisme, is van belang. Mutagene,

carcinogene, teratogene effecten en schade aan het centraal zenuwstelsel worden

beschouwd als onomkeerbaar.

§ sterfte

§ irreversibele gezondheidsschade (ernstig lichamelijk letsel, herstel slechts

binnen enkele weken tot maanden en enige dagen tot weken

ziekenhuisopname, de gezondheid van de blootgestelden komt ernstig in

gevaar)

§ reversibele gezondheidsschade (lichamelijk letsel, herstel binnen de 24 uur

zonder enige blijvende effecten, de gezondheid van de blootgestelden loopt

gevaar)

§ ernstige irritatie (ondraaglijk, maar houdt onmiddellijk op na einde

expositie, de gezondheid van de blootgestelden loopt licht gevaar)

§ lichte irritatie (er blijkt blootstelling aan schadelijke stoffen maar zonder

echt relevante effecten voor de gezondheid, de gezondheid van de

blootgestelden loopt geen merkbaar gevaar)

§ geen effecten (geen aantoonbare effecten na blootstelling aan schadelijke

stoffen, de gezondheid van de blootgestelden loopt geen gevaar)

Page 22: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

22

IV Praktische richtlijnen

IV.1 Identificatie van de relevante wijzigingen in het milieu

In dit gedeelte wordt een overzicht gegeven van de relevante wijzigingen. Met de gegevens

uit de andere disciplines kan worden nagegaan via welke weg agentia zich door de

omgeving bewegen (lucht, bodem, water) en in welke hoeveelheid ze in de verschillende

milieucompartimenten voorkomen. Dit is belangrijk om verspreiding en omvang van de

verontreiniging te bepalen.

Voor de beoordeling van de gezondheidseffecten zullen niet enkel de mogelijke gevolgen

van de lucht-, bodem en waterverontreinigingen worden onderzocht maar ook de effecten

die rechtstreeks hinder met zich meebrengen voor de mens (geurhinder, geluidshinder,

verkeersveiligheid, veiligheidsgevoel, …).

Gemeten of berekende immissiewaarden van fysische, chemische en biologische agentia

zullen steeds getoetst worden aan zowel een wettelijke norm als aan een wetenschappelijke

advieswaarde, met vermelding van bron, jaartal en doelgroep van de normering. Dit

toetsingskader wordt aangereikt onder punt III.2.

Alle onderstaande elementen dienen expliciet in het MER behandeld te worden of er

dient gemotiveerd te worden waarom een bepaald onderzoeksonderdeel niet relevant is.

De wijzigingen in de leefomgeving die hier bestudeerd worden omvatten zowel de

fysische, de chemische als de biologische agentia.

Page 23: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

23

IV.1.A SCHEIKUNDIGE AGENTIA

CHEMISCHE STOFFEN

Identificatie van de chemische stoffen en hun concentraties:

In dit onderdeel wordt een opsomming gegeven van de mogelijke chemische stoffen die in

de verschillende milieucompartimenten geïntroduceerd worden door het project en hun

concentratie in deze compartimenten waarmee mensen in contact kunnen komen, zoals

bodem, binnen- en buitenlucht, recreatie- en drinkwater en voedsel.

De concentratie van elke chemische stof wordt weergegeven voor een biologisch -

klinisch relevante termijn. Deze termijn dient net zoals het percentiel waarin de

concentraties worden uitgedrukt, gemotiveerd te worden.

Tabel 2: Concentraties van de aanwezige chemische stoffen

Chemische

stoffen

Achtergrond-

concentraties

Concentraties

na de

veranderingen

Worst case Normen Advies-

waarden

Page 24: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

24

Standaard kunnen volgende percentielwaarden en gegevensbronnen gehanteerd worden:

q achtergrondconcentraties van de bestaande situatie: 95e percentielwaarde

§ resultaten overheidsmetingen

§ literatuurgegevens over de site-omgeving

andere MER’s

(inter)nationale wetenschappelijke studies en publicaties

§ eigen metingen

q verwachte concentraties na de geplande situatie: 95e percentielwaarde

§ modelberekeningen

§ metingen in vergelijkende situaties elders

q worst case concentraties: 99e percentielwaarde

§ resultaten overheidsmetingen

§ eigen metingen

§ modelberekeningen

§ metingen in vergelijkende situaties elders

q normen en advieswaarden: immissie (zie toetsingskader, punt III.2)

Eigenschappen van de chemische stoffen:

Na de identificatie van de potentieel verontreinigende factoren is het belangrijk te weten in

welke mate deze verontreiniging aanwezig is. De immissie op de plaats van het onderzoek

is afhankelijk van de emissie, het transport, de transformatie tijdens het transport en de

eliminatie. Tussen het moment van uitstoot en de impact kunnen wijzigingen optreden in

concentratie en in aard. Deze wijzigingen zijn afhankelijk van de fysische en scheikundige

eigenschappen van de agentia en van de milieucompartimenten.

Voor elke chemische stof wordt een fiche met eigenschappen toegevoegd (zie bijlage I).

De geraadpleegde referenties moeten steeds worden bijgevoegd.

Iso-contourkaarten van de chemische stoffen:

De verspreiding in het milieu wordt bepaald door de eigenschappen van dit milieu. De

transportwijze, de windrichting en -snelheid, de neerslag, de topografie, de hydrogeologie

en de bodemsamenstelling zijn maar enkele factoren die de verspreiding en de uiteindelijke

immissie beïnvloeden.

Page 25: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

25

Voor elke chemische stof wordt er een iso-contourkaart opgesteld waarop duidelijk wordt

aangegeven welke norm- en advieswaarden (zie toetsingskader) worden gehanteerd.

STOF

Zowel de hinder die de mensen kunnen ondervinden van opwaaiend en zwevend stof als de

neerslag van stof moeten bekeken worden. De efficiëntie waarmee deeltjes worden

opgenomen in het lichaam is afhankelijk van de deeltjesgrootte. De schade die deeltjes

veroorzaken hangt uiteraard ook af van hun samenstelling.

Volgende informatie wordt opgenomen in het MER:

q verdeling deeltjesgrootte

q samenstelling van deeltjesfractie

q profiel over dag-avond-nachtcyclus

q concentraties aan PM10 en PM2,5

q normen en advieswaarden

q klachten: zowel de historische en recente klachten in de streek rond het bedrijf als

de algemene klachten rond het project worden genoteerd

Aan de hand van een iso-contourkaart kan worden aangetoond in welke mate de omgeving

schade of hinder kan ondervinden van stof.

GEUR

Geuroverlast kan vele oorzaken hebben. In het project is de volgende informatie van

belang:

q bronnen

q frequentie/ tijdsrange van de geur ~ profiel over dag-avond-nachtcyclus

q afstand bron tot waarnemen hinderlijke geur

q normen en advieswaarden

q klachten

Tevens dient er een geur-contourkaart te worden opgesteld van de omgeving. Hierop kan

duidelijk worden aangetoond welke populatie hinder zal ondervinden. De auteurs geven

aan welk percentage van de bevolking gedurende hoeveel percentage van de tijd gehinderd

wordt. Het percentiel dat gebruikt wordt, moet gemotiveerd worden.

Page 26: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

26

IV.1.B FYSISCHE AGENTIA

De disciplines ‘geluid en trillingen’ en ‘licht, warmte en straling’ leveren informatie over

de mogelijke hinder die de mens kan ondervinden tijdens de verschillende fasen van het

project. Aan de hand van deze gegevens kan worden nagegaan welke invloed een relevant

effect heeft op de volksgezondheid.

GELUID

Geluidsoverlast kan vele oorzaken hebben. In het project is de volgende informatie van

belang:

q bronnen

q geluidssterkte

q profiel over dag-avond-nachtcyclus

q afstand bron tot waarnemen hinderlijk geluid

q normen en advieswaarden

q klachten

Er dient van de omgeving een geluidsdruk-contourkaart opgesteld te worden met

vermelding van de gehanteerde norm- en advieswaarden.

STRALING

q bronnen

q profiel over dag-avond-nachtcyclus

q stralingstypen

q uitwendige / inwendige bestraling

q dosis

q normen en advieswaarden

Page 27: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

27

TRILLINGEN

q bronnen

q profiel over dag-avond-nachtcyclus

q klachten

q normen en advieswaarden

LICHT

q bronnen

q profiel over dag-avond-nachtcyclus

q helderheid van de sterrenhemel op de donkerheidsschaal

q klachten

q normen en advieswaarden

VISUELE HINDER

Visuele hinder is de hinder die de omwonenden ondervinden van het proces waarbij

nieuwe elementen (zoals gebouwen, wegen) gaan disharmoniëren met de bestaande situatie

en als dusdanig negatief worden beleefd.

q hoogte en oppervlakte van de verticale structuren boven het maaiveld

q klachten

VERKEERSVEILIGHEID

Er dient nagegaan te worden welke wegen gebruikt of gekruist worden zowel door

goederenverkeer als door personenvervoer, voornamelijk werknemers en bezoekers. In

functie van het gebruik van deze wegen door vooral zwakke weggebruikers en voor

bewoning enerzijds en de intensiteit van de aan- en afvoer ten gevolge van het project

anderzijds kan men kwantitatief de verkeershinder schatten.

q gevolgde routes

q intensiteit / densiteitprofiel tegenover de tijd ~ over dag-avond-nachtcyclus

q kritische punten inzake bewoners- en schoolverkeer

q klachten

Page 28: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

28

VEILIGEIDSASPECTEN

Om na te gaan met welke veiligheidsaspecten er rekening dient gehouden te worden in het

project, kunnen de besluiten uit het veiligheidsrapport worden overgenomen.

Als geen veiligheidsrapport werd of wordt opgesteld, moet de veiligheid van de

omwonende risicopopulaties worden geëvalueerd aan de hand van een eenvoudige

veiligheidsstudie.

IV.1.C BIOLOGISCHE AGENTIA

De transmissierisico's van bepaalde infectieziekten, via vectoren zoals vliegen, moeten

beschreven worden. Bepaalde projecten kunnen een aantrekkingskracht uitoefenen op

verschillende diersoorten zoals ratten, vliegen, kakkerlakken. De louter fysieke

aanwezigheid van deze dieren kan door de omwonenden als hinderlijk ervaren worden en

kan specifieke ziekterisico’s inhouden. Dit kan een mogelijk ernstige

gezondheidsbedreigende toestand vormen.

q aard van de organismen

q hun voorkomen in de verschillende compartimenten (vooral recreatiewater,

drinkwater en voedsel)

q concentraties

q klachten

IV.2 Beschrijving van het studiegebied en de risicopopulatie

Het doel is een concreet beeld te scheppen van de omgeving, in relatie tot de te verwachten

impact van het project op de mens en zijn gezondheid.

Alle onderstaande elementen dienen expliciet in het MER behandeld te worden of er

dient gemotiveerd te worden waarom een bepaald onderzoeksonderdeel niet relevant is.

Page 29: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

29

IV.2.A TE ONDERZOEKEN GEOGRAFISCHE ZONES

q de afbakening van de grenzen van het studiegebied kunnen afgeleid worden uit de

overige disciplines: 'lucht', 'bodem', 'water', 'geluid en trillingen', 'licht, warmte en

stralingen'.

q in het bijzonder voor de scheikundige agentia geldt als richtlijn voor de bepaling

van de geografische invloedssfeer de contour inzake blootstelling aan

concentraties in lucht, bodem en water waarbinnen 1/10e van de strengste norm

overschreden wordt.

IV.2.B FYSISCH-GEOGRAFISCHE BESCHRIJVING VAN HET STUDIEGEBIED

Dit gebeurt in functie van de blootstellingswijzen aan de fysische, de chemische en de

biologische agentia en in functie van de verwachte hinder (visueel, geluid, trilling, geur,

licht, verkeer, …).

Topografie, kwetsbaarheid grondwater kunnen hier bijvoorbeeld aan bod komen.

IV.2.C BESCHRIJVING VAN HET RUIMTEGEBRUIK IN DE OMGEVING

Het MER doet opgave van het ruimtegebruik in het studiegebied met vermelding van

afstand en windrichting ten opzichte van de bron evenals van de lokaties met gevoelige

populaties (kinderdagverblijven, kleuter-, lagere en middelbare scholen, speeltuinen en -

terreinen, ziekenhuizen, instellingen voor minder-validen, bejaardentehuizen, …).

Teneinde ook de blootstellingsmedia in het studiegebied volledig te beschrijven dient het

MER ook inzicht te geven in:

q water

§ waterwinning

§ putwatergebruik/ aansluitingsgraad op het leidingennet

§ recreatiewater (aanwezigheid)

§ visvangst

• recreatief

• commercieel (kweekvijvers)

Page 30: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

30

q voedingsproductie

§ individueel (volkstuinen)

§ commercieel

• akkerbouw

• veeteelt

• tuinbouw

§ jacht

Voor wat betreft de aspecten bodem en lucht kan naar hoger verwezen worden.

IV.2.D BESCHRIJVING VAN DE HISTORIEK VAN HET RUIMTEGEBRUIK

Het MER beschrijft het gebied en de wijzigingen in ruimtelijk gebruik met het oog op het

detecteren van historisch relevante milieubelasting.

IV.2.E OPGAVE VAN DE BLOOTGESTELDE GROEPEN

Op basis van de procesbeschrijving en aan- en afvoerroutes van grondstoffen en producten

en de mogelijke blootstellingswijzen beschrijft het MER welke functioneel betrokken

doelgroepen van de bevolking aan verontreiniging/hinder kunnen blootgesteld worden.

Gedacht kan worden aan:

q omwonenden

q mensen die op een andere manier van de omgeving gebruik maken (winkelen,

recreatie)

q werknemers van bedrijf

q werknemers van buurbedrijven

q werknemers van transportbedrijven

q omwonenden van de transportwegen

Page 31: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

31

IV.2.F BESCHRIJVING VAN DE BLOOTGESTELDE GROEPEN

Het MER beschrijft algemeen de bevolkingsopbouw. Meer in het bijzonder zullen

volgende risicogroepen geconcretiseerd worden:

q opname door grondgebonden kinderen

§ aantal kinderen ≤ 5 jaar

§ kleuterscholen

§ speeltuinen en -terreinen

q kinderen in de omgeving

§ aantal kinderen 6 jaar – 18 jaar

§ lagere en middelbare scholen

q volwassenen

§ aantal blootgestelden

§ aantal vrouwen in reproductieve leeftijd

q bejaarden

§ aantal ≥ 65 jaar

§ bejaardentehuizen

q agensspecifieke risicogroepen, afhankelijk van de onder IV.3.A geselecteerde

agentia zoals: het aantal nierpatiënten bij cadmiumverontreiniging, het aantal hart-

longlijders bij PM2.5 emissie.

IV.3 Bepaling van blootstelling en lichaamsbelasting

Het is duidelijk dat zonder blootstelling zelfs de meest toxische stof geen risico inhoudt.

Anderzijds kunnen relatief onschuldige stoffen bij massale blootstelling een bijzonder

zware impact hebben. Blootstellinganalyse is dan ook een belangrijke stap in de effect-

voorspelling.

Waar praktisch haalbaar en relevant, moet zoveel mogelijk de interne blootstelling of

belasting bepaald worden. Het is een theoretisch betere maat voor de latere effectbepaling,

Page 32: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

32

voor zover er tenminste belastings-effectrelaties bekend zijn – dat wil zeggen dat er een

toetsingskader bekend is – maar tevens is ze een stuk moeilijker te bepalen.

Soms zal men zich dus tevreden moeten stellen met het kwantificeren van de externe

blootstelling.

Het bepalen van de blootstelling en de belasting gebeurt preferentieel aan de hand van

voldoende en relevante metingen. Indien dat onmogelijk is, kan beroep gedaan worden op

modellen – die uiteraard steeds een vereenvoudiging van de werkelijkheid zijn – voor

zover ze gevalideerd zijn

Gemeten of berekende immissie- of belastingswaarden zullen steeds getoetst worden aan

zowel een wettelijke norm als aan een wetenschappelijke advieswaarde, met vermelding

van bron, jaartal en doelgroep van de normering. Dit toetsingskader wordt aangereikt

onder punt III.2.

Alle onderstaande elementen dienen expliciet in het MER behandeld te worden of er

dient gemotiveerd te worden waarom een bepaald onderzoeksonderdeel niet relevant is.

IV.3.A TE ONDERZOEKEN BLOOTSTELLINGEN

De mens in het omschreven studiegebied wordt blootgesteld aan diverse invloeden. Ze

worden opgesomd onder punt IV.1.

Afhankelijk van de beschouwde activiteit kan de waaier aan polluerende agentia en

hinderaspecten zeer groot zijn. Om het MER niet uit zijn voegen te laten barsten en om

“belangrijke” blootstellingen niet te verdrinken in een veelheid van niet relevante

gegevens, vraagt de Vlaamse overheid om enkel de relevante blootstellingen aan fysische,

chemische en biologische agentia te karakteriseren. Dit levert vervolgens de basis voor de

latere effectschatting. Tabel 3 geeft aan voor welke van de in punt IV.1 gedetecteerde

agentia de blootstelling verder gekarakteriseerd moet worden. Blootstelling aan of het

initiëren van psychische druk door de bestudeerde activiteit zal hoe dan ook steeds

onderzocht worden. Deze gehanteerde percentages hebben de bedoeling rekening te

houden met oa. het feit dat de beschouwde activiteit nooit de alleenvervuiler is, of zal

Page 33: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

33

blijven, in een bepaalde regio, het begrip “substantiële bijdrage” tot de totale of

aanvaardbare polutieniveau’s, de beleidsnota’s betreffende cumulatieve effecten (zowel op

gemeentelijk – milieubeleidsplannen – provinciaal, gewestelijk – Mira S, als globaal

niveau Kyoto), fluctuaties op de meetwaarden (oa. maximumwaarden boven de norm of

advieswaarde), foutmarges van de meetwaarden (statistische spreiding).

Tabel 3: selectiecriteria voor verder te karakteriseren blootstellingen aan fysische, chemische enbiologische agentiaBlootstelling verder

onderzoeken indien:

Wettelijke

norm

Wetenschappelijke

advieswaarde

Huidige

toestand

Achtergrondimmissie ≥ 8O% OF ≥ 80 % / /

OF

Bijdrage door de

beschouwde activiteit

≥ 1 % OF ≥ 1 % OF ≥ 1 %

OF

Reeds bestaande klachten

OF

Reeds bestaande onrust bij

de bevolking

IV.3.B INDELING VAN DE BLOOTSTELLINGS-/BELASTINGSBESCHRIJVING

Bepaling en motivering relevante blootstellings- of belastingsparameter

Al naargelang het type agens zal de blootstellings- of belastingsparameter die het best een

effectvoorspelling toelaat, verschillen. Dit kan ondermeer zijn:

q de over welbepaalde tijd uitgemiddelde immissieconcentratie in één of meerdere

milieumedia (lucht, bodem, drinkwater, oppervlaktewater, voeding) in het

studiegebied (cf. punt IV.1)

q totale ingenomen dosis

q geaccumuleerde dosis (body burden of lichaamsbelasting)

q blootstellingsbiomerker

Page 34: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

34

Voor iedere te onderzoeken blootstelling wordt de meest geschikte blootstellings- of

belastingsparameter gekozen en gemotiveerd. Het is mogelijk dat voor eenzelfde agens

meerdere blootstellingsparameters van essentieel belang zijn (zoals piek en continu niveau

voor geluid)

Interacties bij blootstelling en belasting

Het is mogelijk dat agentia die vrijgesteld worden bij de bestudeerde activiteit met elkaar,

of met andere agentia aanwezig in het studiegebied, interageren op blootstellings-,

belastings- of effectniveau. In het MER dient de opsteller dit aspect na te gaan en te

beschrijven.

Opsporen en inventariseren van immissies, uitgemiddeld naar biologisch gemotiveerde

blootstellingstermijn1, van agentia met:

q gelijkaardig werkingsmechanisme

q gekende synergetische werking

q gelijk targetorgaan of -systeem

zowel reeds in het milieu aanwezige agentia als agentia die geëmitteerd worden bij de

bestudeerde m.e.r.-plichtige activiteit.

IV.3.C TE ONDERZOEKEN BLOOTSTELLINGSPERIODEN

q niet accumuleerbare stoffen: relevante en in het MER gemotiveerde perioden voor

effect

q persistente stoffen: aanrijking milieumedia op 20 jaar (= klassieke

vergunningstermijn)

q biologisch accumuleerbare stoffen: inschatting extra body burden na 20 jaar

IV.3.D TE ONDERZOEKEN BLOOTGESTELDE GROEPEN

De blootstelling en/of belasting wordt in relatie gebracht met de algemene bevolking en

met de specifieke gedetecteerde risicogroepen, beschreven onder punt IV.2.

1 Korte termijn voor vooral acuut werkende agentia; lange termijn voor vooral chronisch werkendeagentia

Page 35: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

35

Bij het berekenen van de belasting zullen steeds de randveronderstellingen vermeld

worden. We denken hierbij aan het ademvolume, standaardgewichten van personen,

inname van zwemwater bij recreatie, grootte van de groenteconsumptie, inname van stof

via hand-mond bewegingen.

IV.3.E METHODIEKBEPALING

Voor iedere blootstellings- of lichaamsbelastingswaarde wordt aangegeven hoe ze bepaald

werd:

q metingen overheid

q eigen metingen

q gevalideerde modelberekening

q interview

q afgeleid uit analoge situaties

IV.3.F KARAKTERISTIEKEN VAN DE BELASTING EN DE OPNAME

Per agens worden volgende aspecten aangegeven:

q voornaamste blootsellingsroute voor de mens

q bijdrage van de bestudeerde activiteit aan de voornaamste blootstellingsroute

q bijdrage van de bestudeerde activiteit aan de totale blootstelling/opname van het

agens

q targetorgaan

q halfwaardetijd (t1/2)

q opslagorgaan

Page 36: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

36

IV.3.G EVALUATIE RISICOPERCEPTIE BURGERS

Tabel 4: Evaluatiemethode voor de risicoperceptie van de burger

EvaluatieRisicokarakteristieken Toelichting

Aanwezig Afwezig

Onvrijwillig pollutie versus roken

Onevenredig verdeeld sommigen de baten, anderen de risico’s

Onontkoombaar geen persoonlijke impact op risicobeheersing

Onvertrouwde bron

Irreversibele schade

Initieel onzichtbare schade lange latentie tussen blootstelling en ziekte

Antropogeen industrie versus storm

Gevaar voor kinderen

Gevaar voor volgende generaties

Specifieke schade bijvoorbeeld kanker

Tegenstrijdige berichten

Wetenschappelijk onzeker

Beschrijvende eindbeoordeling:

Page 37: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

37

IV.3.H SYNTHESETABEL

Immissie in voornaamste

milieumedium

Opname Andere stoffen in milieumedia in het

studiegebied met

Voor

accumuleerbare

stoffen

Voor persistente

agentia

Agens Risico

groep

Blootstellings

route

Totale

concentratie

Wetenschap

pelijke

advieswaarde

TDI Ingeschatte

dagelijkse

opname

Target

orgaan

Gelijkaardig

werkings-

mechanisme

Synergetische

werking

Gelijkaardig

targetorgaan

Opslag

orgaan

t1/2 Body-

burden

na 20

jaar

Aangerijkt

milieu-

medium

Aanrijking

na 20 jaar

Page 38: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

38

IV.4 Identificatie van de relevante gezondheidseffecten in de

risicopopulatie

Aan de hand van blootstelling en/of belasting worden de effecten voorspeld van de

verschillende agentia op de gezondheid van de blootgestelde populatie (gezondheidsrisico-

analyse). Een knelpunt is echter het feit dat veel effecten indirect of cumulatief optreden of

eventueel later in tijd optreden.

Belangrijk is vooral welke schadelijke effecten relevante gevolgen zijn van de

blootstelling. Uitgaande van een normaal blootstellingsscenario (95e percentiel), het worst

casescenario met maximale expositiedosis vanuit de verschillende milieucompartimenten

en toegangswegen worden in het MER met alle mogelijke effecten op het fysisch,

psychisch en sociaal welzijn omschreven, gekwalificeerd en zo mogelijk gekwantificeerd.

epidemiologisch onderzoek ~ methodiek

Binnen de epidemiologie worden gezondheidseffecten op groepsniveau en niet vanuit

individueel niveau opgezocht. Naast een kwantitatieve beschrijving wordt vooral inzicht

gezocht in de mechanismen of de pathogenese van blootstellingsfactoren met een

onbekend (determinant) of bekend (oorzakelijke factor) werkingsmechanisme. Men

beschrijft directe, indirecte, secundaire en cumulatieve effecten op korte, middellange en

lange termijn, permanent of tijdelijk, positief of negatief door het bestaan van het project,

het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, de lozing van verontreinigende stoffen, het

ontstaan van milieuhinder en de eliminering van afvalstoffen. Ook de gebruikte methode

moet worden beschreven.

(bijlage 4, info overeenkomstig art. 5, lid 1 van Vlarem I)

Psychosociale stoornissen (geluidshinder, geurhinder, visuele hinder) en risicoperceptie

mogen in dit concept niet worden vergeten.

toxicologisch onderzoek ~ methodiek

De toxiciteit van stoffen is afhankelijk van de dosis. Op basis van de LD50 worden stoffen

klassiek onderling vergeleken. Uiteraard gaat in het kader van een m.e.r. echter de meeste

Page 39: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

39

aandacht naar de effecten van langdurige blootstelling aan lage dosis waarvoor de LD50

geen goede maatstaf is. Chronische toxiciteit wordt benaderd via de toegediende

hoeveelheid per lichaamsgewicht per dag. De wijze van toediening is veelal in grote mate

bepalend voor de uitwerking. De mortaliteit als gezondheidseffect is niet echt aan de orde

in een m.e.r. Een effect treedt meestal pas op vanaf een bepaalde dosis. Belangrijk in de

toetsing is hier dan ook vooral dosis waaronder geen effecten worden waargenomen

(NOEL) of waaronder geen schadelijke effecten worden waargenomen (NOAEL).

Het toetsingskader i.v.m. de identificatie van de relevante gezondheidseffecten in de

risicopopulatie wordt aangereikt onder punt III.2.

Alle onderstaande elementen dienen expliciet in het MER behandeld te worden of er

dient gemotiveerd te worden waarom een bepaald onderzoeksonderdeel niet relevant is.

Het MER dient een omschrijving te geven van de mogelijke schade in of aan een bepaald

orgaansysteem. Dit als beschrijving van de effecten op de mens als individu; oorzakelijk

het gevolg van de onder punt IV.3 bepaalde blootstelling en lichaamsbelasting.

q somatisch:

§ ademhalingstelsel

§ spijsverteringstelsel

§ cardiovasculair stelsel

§ lever

§ nier

§ huid

§ spierstelsel

§ zenuwstelsel, zowel de aantasting van het zenuwstelsel zelf als de functies

ervan

§ reproductietoxicologie, inbegrepen teratogene effecten

§ immuunsysteem, inbegrepen allergische reacties

§ andere

q psychosociaal: Effecten als ongemak, welbehagen of milieubeleving zijn soms

minder duidelijk omschrijfbaar, maar zeker niet minder belangrijk. De schatting van dit

soort effecten kan niet louter in termen van blootstelling en dosis worden uitgedrukt. Dit

Page 40: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

40

mag niet verhinderen mogelijke psychologische gevolgen in het MER op te nemen.

Daarenboven kunnen fysieke gezondheidsproblemen volgen uit psychische. Beide kunnen

tevens aan de sociale aspecten van het mens-zijn gelinkt worden. Verstoring van onze

leefomgeving kan ook ons sociaal gedrag beïnvloeden door de wijziging van onze

leefomstandigheden. Verpaupering van buurten, doorsnijden van sociale netwerken en

criminaliteit kunnen een gevolg zijn van het project.

De bespreking van de psychosociale effecten gebeurt onder de vorm van een textuele

samenvatting + reflexie gebaseerd op de interpretaties en conclusies van de onder puntje

IV.1 besproken polluerende agentia (stof – geur – geluid – straling – trillingen – licht –

visuele hinder – verkeersveiligheid ).

In het bijzonder is het belangrijk aandacht te geven aan chronobiologische effecten, met

name deze die de dag-nacht cycli van de mens kunnen beïnvloeden.

Tevens geven de opstellers op een gemotiveerde wijze aan welke reactie er vanuit de

bevolking verwacht kan worden (geen reactie, sporadische klachten, algemene klachten,

dreiging met actie, krachtige gemeenschapsactie).

Bij het evalueren van gezondheidseffecten, ergo bij het maken van keuzes, binnen het

project is het nodig de impact op de gezondheidsbeleving van de blootgestelde populatie in

te schatten: hoeveel gezonde levensjaren gaan verloren, hoeveel ziektedagen worden

geïnduceerd, wat met de levenskwaliteit? Er kan een analyse gemaakt worden van de

verschillende gezondheidseffecten in functie van verschillende factoren zoals het

functioneren van de blootgestelden op fysisch, psychisch en sociaal vlak; de resterende

levensduur, gezondheidsbeleving. Dit kan worden weergegeven aan de hand van QALY’s,

"Quality Adjusted Life Years"2, de resterende levensduur gecorrigeerd voor verschillen in

welzijn of kwaliteit van leven. Andere methoden kunnen meer geschikt zijn, dit afhankelijk

van het project en de situatie ter studie.

2 Deze kwaliteit wordt uitgedrukt op een schaal van 0 tot 1, waarin 0 dood betekent en 1 een perfecte

gezondheid. Iemand die nog 10 jaar te leven heeft, met een levenskwaliteit 0,5, dat wil zeggen halfweg

tussen perfecte gezondheid en overlijden, heeft dan nog 5 QALY’s voor de boeg. . QALY-gewichten worden

afgeleid voor gezondheidstoestandbeschrijvingen. De aard van de onderliggende ziekte maakt weinig uit

voor de waardering van de gezondheidstoestand.

Page 41: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

41

Kwantitatieve, leeftijdsspecifieke beschrijvingen van de meeste betrokken ziekten en

aandoeningen zijn beschikbaar samen met ziektespecifieke wegingsfactoren in het Global

Burden of Disease-concept van de WHO. In het MER is een omschrijving, samen met de

gevolgde methodiek, van de effecten op de levenskwaliteit een must.

schadelijke concentratieniveaus (toxische belasting, minimale infectieuze dosis)

De letale dosis is voor de beoordeling van langdurige, lage blootstelling ongeschikt. Op

basis van toxicologisch en epidemiologisch onderzoek wordt de relatie bepaald tussen

dosis en effect. Belangrijk is de preventie van gezondheidseffecten, dit wordt uitgedrukt in

een advieswaarde of gezondheidsnorm. Een goede gids zijn de WHO-advieswaarden.

IV.5 Bespreking van de te verwachten gevolgen;

determinatie en implementatie van milderende maatregelen.

Het doel van de discipline ‘Mens-Gezondheid’ in een MER is het determineren,

categoriseren, inschatten en beoordelen van de risico’s die het geplande project met zich

zal meebrengen, op de gezondheid - in de brede zin van het woord - van de risicopopulatie.

Deze risico’s zijn, zowel direct als indirect, onder de vorm van gevolgen extraheerbaar uit

de beschrijving van de relevante gezondheidseffecten.

Theoretisch dient een m.e.r.-plichtig project gescreend te worden op alle mogelijke

‘oorzaak → gevolg reacties’. Deze relatie laat de vertaling toe van alle mogelijke oorzaken

naar de reële gevolgen, door middel van de kwantitatieve en kwalitatieve beschrijving van

de relevante effecten. Deze effecten worden onder punt IV.4 uitgebreid behandeld. De

door het beschouwde project mogelijke oorzaken, voor zowel positieve als negatieve

effecten op de volksgezondheid, worden door de opsteller van het MER behandeld in punt

IV.1. Uiteindelijk dienen deze effecten, eerder beschreven op de mens als individu,

geïmplementeerd te worden op de onder punt IV.2 afgebakende risicopopulatie.

Uiteindelijk geeft het resultaat van deze oefening een inschatting van de mogelijke

Page 42: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

42

gevolgen. Deze moeten steeds beschouwd worden vanuit een duale tijdsperspectief: lange

termijn - de gebruikelijke vergunningstermijn van 20 jaar - versus korte termijn.

Belangrijk is te vermijden in de valkuil van de fragmentatie van gegevens te trappen; men

dient de totale gevolgen te beschouwen. Bijvoorbeeld beschouwt men alzo het cumulatief

effect van een bepaalde polluent, de reeds aanwezige polluent plus de door het project

veroorzaakte verandering. Er dient een inschatting te gebeuren van de gevolgen van het

totale project in zijn omgeving.

De aard van de milderende maatregelen is sterk afhankelijk van het gestelde probleem. Een

duidelijke omschrijving van de risico’s is dus noodzakelijk. De noodzaak en eventuele

omvang van de maatregelen wordt rechtstreeks bepaald door de ernst van de

gezondheidsrisico’s. De maatregelen hebben in de eerste plaats een preventief karakter. Dit

sluit echter niet uit dat er ook aan remediërende maatregelen kan gedacht worden.

Alle onderstaande elementen dienen expliciet in het MER behandeld te worden of er dient

gemotiveerd te worden waarom een bepaald onderzoeksonderdeel niet relevant is.

IV.5.A POPULATIE-EFFECT WEGING

Concreet wordt voor ieder effect op de mens als individu, zoals beschreven onder punt

IV.4, een weging gegenereerd ten opzichte van de bestaande volksgezondheidstoestand.

Waar het moeilijk is om deze risico’s te kwantificeren zullen deze kwalitatief verduidelijkt

moeten worden naar de onder punt IV.2 gedefinieerde risicopopulaties toe. We verlaten

dus het domein van de mens als individu. Praktisch worden er per effect (zie deeltje IV.4)

volgende vier punten uitgewerkt:

q incidentie: welke incidenties van de aandoeningen waarvan het voorkomen

potentieel bevorderd wordt door het project zijn aanwezig in de totale en

gedefinieerde risicopopulatie. Zo geeft een stijging van de benzeenconcentraties

met 1 µg/m³ een vermeerdering van het aantal leukemiegevallen of geeft het eten

van met cadmium gecontamineerde groenten uit eigen kweek een mogelijke

verhoging van het aantal nierziekten. In hoeverre betreft het

gezondheidsproblemen waarvoor Vlaamse of WHO-gezondheidsdoelstellingen

Page 43: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

43

bestaan en vormt preventie van deze aandoeningen hier een prioriteit voor de

overheid?

q generatie-overdracht van effecten: de onder punt IV gedetermineerde effecten

dienen binnen de beschreven risicopolulatie geëvalueerd, voor generatie-

overdraagbare effecten. Zo deze er zijn worden zij kwalitatief beschreven,

rekening houdende met een termijn van 25 jaar (eerste generatiewissel) en 50 jaar

(tweede generatiewissel). Zijn er mutaties te verwachten in het menselijke

genoom of in deze van lagere soorten die mogelijks gevolgen kunnen hebben voor

de volksgezondheid? Is er ten gevolge van het beschouwde project een cumulatie

te verwachten van vb. carcinogene stoffen in een milieucompartiment of in het

lichaam? Zijn er gevoelige bevolkingsgroepen? Indien deze informatie niet

beschikbaar is (leemten in de kennis) geeft de opsteller van het MER een voorstel

tot invulling van deze leemten. Zo kan de uitwerking van een

biomonitoringsproject een oplossing zijn.

q trends: In hoeverre kaderen verwachte volksgezondheidseffecten in op

populatievlak waarneembare trends inzake incidentie? Is de trend van de

potentieel door het project bevorderde aandoening of gezondheidseffect - zie

definitie gezondheid - dalend of stijgend in de totale populatie en in de

gedefinieerde risicogroepen? De te verwachten trends inzake de effecten van het

project en eventueel toekomstige uitbreidingen, alsmede de te verwachten trends

in immissies van de oorzakelijke polluenten worden hier behandeld. Dit kan

gebeuren onder de vorm van statistisch relevante extrapolaties van de huidig

beschreven effecten, concentraties, demografische parameters., …

q ernst: in het kader van de gedefinieerde risicopopulatie, rekening houdend met het

gezondheidsprofiel van de onder punt II beschreven risicopopulaties, moet een

inschatting gebeuren betreffende de ernst van de te verwachten effecten en

gevolgen (zie toetsingskader). Deze inschatting dient bij voorkeur te gebeuren aan

de hand van de effectieve risicobepaling via de formule 'OMVANG × KANS =

RISICO'.

Page 44: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

44

IV.5.B MILDERENDE MAATREGELEN

Finaal worden er milderende maatregelen voorgesteld, voorzien van de nodige

commentaar betreffende de uitwerkingstermijn, de haalbaarheid en de impact op emissies,

immissies en gezondheidseffecten. Onder milderende maatregelen worden nog te nemen

maatregelen verstaan die de risico’s van de implementatie van het project kunnen

reduceren. Dit zowel bekeken in een korte- als in een langetermijns visie.

Dit alles geldt voor ieder onder punt IV.4 uitgewerkt effect.

IV.5.C OPVOLGING, MONITORING EN SURVEILLANCE

Naast de karakterisatie van mogelijk te nemen milderende maatregelen is het noodzakelijk

een zeer concrete planning te voorzien met voorstellen betreffende de opvolging van de

beschreven gezondheidseffecten alsook de evolutie van de milieueffecten (oa. via

meetcampagnes), beschreven in dit document. Het is aangewezen om na een aantal jaren

de vergelijking te maken tussen de volgens het MER verwachtte effecten en de effectief

voorkomende effecten. Elementen van deze planning zijn milieumetingen,

gezondheidsregistraties, klachtenregistratie -en behandeling, bevraging van de bevolking,

organisatie van (risico)communicatie, opvolging van wetenschappelijke literatuur,

samenwerking overheidsdiensten, …

Page 45: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

45

Definities

MER: Het MilieuEffectRapport is een rapport dat, afhankelijk van de categorie van de

beschouwde inrichting, door de initiatiefnemer bij de milieuvergunningsaanvraag gevoegd

moet worden. Het bevat minstens de volgende elementen:

1) een beschrijving en een verantwoording van het voorgestelde project en van de

vestigingsplaats

2) een beschrijving van de bestaande toestand van de lucht, het water, het

geluidsniveau, de flora en de fauna in de gebieden die door de inrichting of door

de daarbij horende werken kunnen worden getroffen

3) de analyse van de weerslag van de voorgenomen activiteiten en de voorgestelde

alternatieven op de buurt met betrekking tot de luchtverontreiniging, de

geluidshinder, de trillingen, de afvalwaters, de afvalstoffen, stralingen en andere

hinder of ongemakken voor de mens

4) een analyse van de gevolgen op het leefmilieu, meer in het bijzonder op de

landschappen en dorpsgezichten, de fauna, de flora, de natuurgebieden en op het

biologisch evenwicht

5) de maatregelen die de aanvrager en/of de bouwheer zal nemen om de schadelijke

gevolgen van de voorgenomen activiteit op te heffen of te verminderen of op

enige wijze te compenseren

6) een tewerkstellingsrapport, de voorziene investering, de aard en de hoeveelheid

van de geproduceerde goederen

7) een niet-technische samenvatting van de gegevens

m.e.r.: het proces waarbij een MER tot stand komt

gezondheid : toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en niet

slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek. (WHO-definitie)

volksgezondheid: het geheel van gezondheidsdeterminanten, gezondheids- en ziekte-

outcome van de volledige bevolking of van gedefinieerde subpopulaties ervan.

Page 46: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

46

gezondheidsdeterminanten: de factoren die de mate van gezondheid van individuen of

populaties bepalen.

gezondheidszorg: zowel de preventieve maatregelen om gezondheidsproblemen te

voorkomen als de medische handelingen om ze te verhelpen (gezondheidszorg in enge

zin). De gezondheidsbescherming die vooral gericht is op de fysieke omgeving maakt deel

uit van de preventieve aanpak.

exogene factoren: (milieu in relatie tot de menselijke gezondheid)

fysieke omgeving : (milieu in enge zin) omvat de compartimenten lucht, water en bodem

met hun biologische, fysische en chemische agentia. De scheiding tussen omgeving en

menselijk lichaam is de huid, het maag-darmstelsel en de ademhalingsstelsel.

leefstijl : persoonlijk gedrag

sociale omgeving : woon- werkomgeving, sociaal-economische status (SES), sociale

netwerken

endogene factoren: persoonsgebonden kenmerken, erfelijk bepaald (geslacht) of

verworven (leeftijd, lichaamsgewicht).

streefwaarden of richtwaarden: een niveau dat is vastgesteld om schadelijke effecten

voor de gezondheid van de mens en/of voor het milieu in zijn geheel op lange termijn te

vermijden, en dat zoveel mogelijk binnen een gegeven periode moet worden bereikt.

grenswaarde: een niveau dat op basis van wetenschappelijke kennis is vastgesteld

teneinde schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mens en/of voor het milieu in

zijn geheel te voorkomen, te verhinderen of te verminderen en dat binnen een bepaalde

termijn moet worden bereikt en, als het eenmaal is bereikt, niet meer mag worden

overschreden.

percentiel : cumulatieve frequentie op een schaal met 100 rangnummers, waar alle

meetwaarden werden gerangschikt in stijgende volgorde.

95e percentiel (P95): dit is de waarde die 5 % van de tijd wordt overschreden.

Page 47: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

47

99e percentiel (P5): dit is de waarde die 1% van de tijd wordt overschreden.

worst case: de voor het milieu en gezondheid ergst mogelijke toestand/waarde ten gevolge

van de uitvoer van het beschouwde project, soms uitgedrukt als 99e percentielwaarde.

PM10 (particulate matter): De concentratie van alle zwevende stofpartikels met een

maximum aërodynamische doorsnede van 10 µm.

TDI (total daily intake): dit is de aanvaardbare dagelijkse hoeveelheid die mag

opgenomen worden. Deze waarde wordt uitgedrukt in mg van de stof per kg

lichaamsgewicht.

MAC (maximal allowable concentration) en TLV (threshold limit value): dit is de

maximale waarde voor de concentratie van een stof in de werkomgeving. Het is gebaseerd

op een blootstellingsduur van 40 jaar, een werkweek van 40 uur met een werkdag van 8

uur. Het is een waarde die specifiek rekening houdt met chronische blootstelling.

LD50: dosis (concentratie) die bij 50 % van de proefdieren binnen 48 uur de dood tot

gevolg heeft.

Page 48: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

48

Referenties

AMINABEL-Cel MER. Richtlijnenboek voor het opstellen en beoordelen van

milieueffectrapporten – Deel 3: Algemene methodologie discipline mens : Ministerie van

de Vlaamse Gemeenschap, AMINAL, afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, 1997

AMINAL. Milieueffectrapportage in het Vlaamse Gewest : Ministerie van de Vlaamse

Gemeenschap, AMINAL, afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, 1999

BEIRENS F, SCHOETERS G, VERSCHAEVE L ET AL. Gevolgen voor de mens: in

Milieu- en natuurrapport Vlaanderen 1996 - Wetenschappelijk rapport: VMM – Afdeling

Meetnetten en Onderzoek, 1997

BENNETT P, CALMAN K. Understanding responses to risk: some basic findings in Risk

communications and public health : Oxford University Press, 1999

CALLAN JC, THOMAS JM. Environmental economics and management : Dryden Press,

1996

COPIUS PEEREBOOM JW. Basisboek milieu en gezondheid : Boom, Amsterdam, 1994

DEKETELAERE K, DEKETELAERE M. Codex Milieurecht Vlaams Gewest : Die Keure,

1999-2000

JANSSENS P, HENS L. Mens en Milieu, Onze gezondheid bedreigd? : Monografieën

Stichting Leefmilieu, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 1997

STUMPEL ARJ, VAN DEN DOEL R. Medische milieukunde : Bohn, Scheltema & Holkema

BV, Utrecht, 1989

Page 49: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

49

Auteurs

Bart Bautmans

Geert Pillu

Gerrit Tilborghs

Liesbet Van Rooy

Dirk Wildemeersch

Frank Noorts

Page 50: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

50

Bijlage I

Fiche met eigenschappen van de chemische stoffen

Naam:

CAS-nr.:

Fysische en chemische eigenschappen

§ chemische formule:§ molecuulgewicht:§ uitzicht:§ kookpunt:§ smeltpunt:§ dampdruk:§ dichtheid:§ vluchtigheid:§ oplosbaarheid:§ geurdrempel:§ smaakdrempel:§ 1 ppm in lucht:§ 1 mg/m³:

Toxiciteit

§ LD50:§ NOEL:§ LOEL – NOAEL:

Carcinogeniteit

§ IARC:§ EPA:

Mutageniciteit:

Teratogeniciteit:

Ontvlambaarheid:

Ontplofbaarheid:

Advieswaarden of normen (met bronverwijzing)

Page 51: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

51

Persistentie in het milieu

§ t1/2 in de verschillende milieucompartimenten:

§ t1/2 in de mens:

Bodemadsorptie-coëfficiënt (KOC):

Wateroplosbaarheid (S):

Bioconcentratiefactor (BCF):

Partitiecoëfficiënt vast-vloeibaar (KSW):

Partitiecoëfficiënt octanol-water (KOW):

Parachor (PCH):

Accumulatie in biota:

Speciatie:

Page 52: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

52

Bijlage II

Praktische richtlijnen voor de niet-technische samenvatting

discipline ‘Mens-Gezondheid’.

Het hoofdstukje niet-technische samenvattingen in een MER geeft voor geïnteresseerde

burgers een begrijpbare en interpreteerbare omschrijving van het beschouwde project, en

het effect ervan op de omgeving en zijn bewoners, ten opzichte van de referentiesituatie.

De auteur maakt daarbij minimaal gebruik van technische of wetenschappelijke

terminologie. De toch gebruikte jargonwoorden worden in een verklarende woordenlijst

toegelicht.

De conclusies i.v.m. het risico van het project worden integraal herhaald en zijn volledig

terug te vinden in de niet-technische samenvatting. Het publiek verwacht voor de

discipline ‘Mens-Gezondheid’ een risico-analyse. De centrale vragen hierin: ‘Wat zijn de

eventuele gevolgen voor mij, mijn gezin en mijn omgeving ? Hoe omstreden is deze

inschatting ? Hoe zal de opvolging zijn ? Waar kan ik terecht met vragen en

ongerustheden ?’ Het antwoord inzake verwachte effecten kan zowel positieve als

negatieve elementen bevatten.

In dit gedeelte van het MER moeten minimaal 3 delen terug te vinden zijn:

q Een globale voorstelling van de onderneming, met situering van het

beschouwde project in globale onderneming en in de ruime omgeving.

q Een bespreking van de te verwachten gevolgen, met aangeven van de mate van

zekerheid, voor de gezondheid van de populatie in kwestie. Hier wordt de

terugkoppeling van de mogelijke effecten gemaakt naar de gedefinieerde

populatie, met zijn subpopulaties. Mensen verwachten een eenduidige

opsomming van wie welk risico kan lopen; een bespreking waarin men zichzelf

kan plaatsen en herkennen.

Page 53: MilieuEffectRapport Discipline ‘Mens-Gezondheid’ Praktisch · 2009. 7. 13. · het domein milieu en gezondheid, stelt op uitnodiging van de cel MER in samenspraak met zijn collega’s

53

q Een opsomming – met inbegrip van een tijdsplanning – van de maatregelen die

het bedrijf wenst te nemen ter reductie en opvolging van de eerder

gedefinieerde risico’s.