Milieubewust bouwen en isoleren

33
EPS en het milieu MILIEUBEWUST BOUWEN EN ISOLEREN LOGISCH PROCES: BOUWEN MET EPS.

Transcript of Milieubewust bouwen en isoleren

Page 1: Milieubewust bouwen en isoleren

EPSen het milieu

MILIEUBEWUST

BOUWEN

EN ISOLEREN

LOGISCH PROCES: BOUWEN MET EPS.

Page 2: Milieubewust bouwen en isoleren

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING 3

1. PRODUCTIE VAN EPS-BOUWPRODUCTEN 51.1 Eigenschappen 51.2 Producten en toepassingen 51.3 Bedrijfskolom 51.4 Van aardolie tot expandeerbaar polystyreen (stap 1 en 2) 61.5 Van expandeerbaar polystyreen tot EPS-bouwproducten (stap 3) 71.6 Marktgegevens 7

2. GRONDSTOFFEN EN ENERGIEBESPARING 82.1 Verantwoord grondstoffengebruik 82.2 Energieverbruik bij de productie van EPS 92.3 Energiebesparing en reductie CO2-emissie door EPS-isolatie 92.4 EPN 102.5 Kosten-baten 112.6 Meer comfort bij minder stoken 12

3. MILIEUVRAAGSTUKKEN BIJ DE PRODUCTIE VAN EPS 133.1 (H)CFK’s 133.2 Monostyreen 133.3 Pentaan 143.4 Belasting van lucht, oppervlaktewater en landschap 153.5 Brandvertrager 163.6 Samengestelde bouwproducten met EPS 163.7 Transport en opslag van polystyreenbeads en nieuw EPS 17

4. VEILIGHEID, GEZONDHEID EN WELZIJN 184.1 VGW tijdens de productie van EPS-bouwmaterialen 194.2 VGW gedurende de bouwfase 194.3 VGW gedurende de gebruiksfase, binnenmilieu 204.4 VGW bij sloop en renovatie 21

5. AFVAL, INZAMELING EN HERVERWERKING 225.1 EPS-afval algemeen 225.2 EPS-productieresten 225.3 EPS in bouw- en sloopafval (incl. renovatie) 225.4 Nationale en internationale afspraken 235.5 Afvalpreventie: legplannen 235.6 Inzamelingsproblematiek 235.7 Herverwerkingstechnieken 25

6. MILIEURELEVANTE PRODUCTINFORMATIE (MRPI) 27

7. INTEGRAAL KETENBEHEER 287.1 Belangenafwegingen 287.2 Maatregelen Nederlandse EPS-producenten 287.3 Nationale en internationale samenwerking 30

GEDEPONEERDE HANDELSMERKEN 31

REFERENTIES 32

1

Page 3: Milieubewust bouwen en isoleren

3

INLEIDING

Een van de meest essentiële criteria waarop de hedendaagsebouwproductie wordt beoordeeld is de mate waarin gebruikteproducten/materialen en toegepaste processen meer of minderbelastend zijn voor het milieu. Het begrip ‘milieu’ heeft daarbijeen duidelijk bredere betekenis gekregen dan voorheen het gevalwas. Steeds vaker namelijk wordt een milieuafrekening medegemaakt op basis van veiligheid, gezondheid, welzijn (VGW) enarbeidsomstandigheden in het algemeen. Daarbij worden nietuitsluitend producenten aangesproken op hun milieuverant-woordelijkheid, maar nu ook grondstoffenleveranciers, verwerkersen gebruikers. Samenwerking, communicatie en overleg binnenen buiten de bedrijfskolom zijn dan ook nu en in de toekomstvan groot belang om milieudoelstellingen te realiseren. Niet inde laatste plaats geldt dat voor de bouwsector, waarin productenen materialen immers een lange en veelal complexe levenscycluskennen.

HAALBAARHEID

Bij het hanteren van maatstavenvoor de milieubeoordeling vanmaterialen, producten en processenstaat voorop dat geen enkel product‘milieuvriendelijk’ kan wordengenoemd. Hoe gering ook: waargeproduceerd wordt, wordt hetmilieu belast. In het hedendaagsemilieudenken is niet uitsluitend‘milieuvriendelijk’ de kern, maarook ‘zo milieuverantwoord moge-lijk’. Dit is variabel per product, perbedrijfstak. Opiniëring en beoor-delingsrichtlijnen dienen daaromflexibel te zijn. De mate waarinmilieumaatregelen kunnen wordengenomen is immers afhankelijk vanenerzijds de beschikbaarheid vantechnische en logistieke oplossingenen anderzijds van de economischehaalbaarheid ervan. En deze factorenzijn nu eenmaal niet eenduidig testellen.Overigens nemen isolatiematerialenin deze afweging een unieke positiein. Hoewel ook de productie vanisolatiematerialen het milieu in eenbepaalde mate belast, kan hetenergieverbuik voor verwarmingvan gebouwen door isolatie tot dehelft worden teruggebracht.Daardoor wordt de uitstoot vanschadelijke verwarmingsgassenaanzienlijk beperkt.

gebruik van nieuwe energiebronnenzoals zonne-energie. Tegenwoordigis hierin een kentering te zien viade verankering van duurzaamheids-principes in regelgeving ennormstelling. Duurzaam bouwenwordt nu veel meer gezien alsintegraal onderdeel van het totalekwaliteitsdenken met betrekking totruimtegebruik en het gebruik vangebouwen. De milieubeoordeling isop een ander schaalniveau getild:de constructies, het totale gebouw,de gehele woonwijk. Daarnaast steltde consument steeds duidelijkereisen aan de kwaliteit van eengebouw. Hierbij horen in toe-nemende mate ook de levensduurvan de gebruikte materialen, deonderhoudsvriendelijkheid enzaken op het gebied van comfort engezond wonen. Opvallend is te ziendat er voor de waarborging vancomfort, kwaliteit en gezondheidtegenwoordig geen voorkeur meerwordt uitgesproken voor de‘natuurlijke’ materialen, maar dater een groeiende vraag is naarkunststof producten die aan dezekwaliteitseisen kunnen voldoen.

DUURZAAMHEID, COMFORTEN GEZONDHEID

In de laatste tien jaren is deaandacht voor milieuvraagstukkenin de bouw geëvolueerd van ‘mode-gril’ en ‘afzetten tegen’ tot standaardonderdeel binnen het planologie-,ontwerp- en bouwproces. In dejaren negentig van de vorige eeuwwas duurzaamheid nog veelalgericht op inzet van natuurlijkematerialen, energiebesparing en

Page 4: Milieubewust bouwen en isoleren

Het doel van deze publicatie is vak-lieden en andere geïnteresseerdeneen goed oordeel te laten vormenover het milieueffect van EPS in debouw, zowel tijdens productie alsook in de gehele bouwketen. Inhoofdzaak gaat het hierbij omgegevens over ‘kaal EPS’, dat wilzeggen het op zichzelf staandeisolatiemateriaal EPS zondercacheringen of andere materiaal-toevoegingen. Aangezien echter demeeste geleverde EPS-bouw-producten een samenstelling zijnvan EPS en materialen als hout ofstaal, worden voor zover relevantook daarvan de milieuaspectenbeschreven.

Deze uitgave is de volledig geactu-aliseerde versie van het reedsenkele jaren geleden verschenendocument met dezelfde titel.

4

MILIEU-INFORMATIEBELEIDINDUSTRIE EPS-BOUWPRODUCTEN

De EPS-verwerkende industrie voorde bouw in Nederland, verenigd inde brancheorganisatie Stybenex,ondersteunt het nieuwe, integralemilieudenken en onderneemt reedsjaren de nodige stappen om demilieubelasting van het eigen mate-riaal zo gering mogelijk te latenzijn. Dit deel ‘EPS en het Milieu’uit het ‘Witboek EPS in de Bouw;Informatie voor Bouwprofessionals’geeft een gedetailleerd en volledigoverzicht van alle milieuaspecten inde meest brede zin van het woorddie met de productie en het gebruikvan EPS in de bouw verbondenzijn. Eveneens wordt naar de laatstestand van zaken weergegeven welkemilieumaatregelen genomen zijn ofbinnen afzienbare tijd wordenverwacht.

Page 5: Milieubewust bouwen en isoleren

5

1.1 EIGENSCHAPPEN

De afkorting EPS staat voor‘geëxpandeerd polystyreen’, eenkarakteristieke en vrijwel altijdwitte kunststof, die nu zo’n 50 jaarvoor diverse doeleinden wordttoegepast. Van de totaal in Neder-land geproduceerde hoeveelheidEPS wordt ongeveer eenvijfde deelaangewend voor verpakkings-doeleinden. De resterende 80%krijgt een eindbestemming in dewoning- en utiliteitsbouw en in desector grond-, weg- en waterbouw(GWW).Mede door een efficiënte productie-methode is EPS nog steeds een vande goedkoopste en, dankzij deunieke materiaalstructuur, een vande beste isolatiematerialen. Iederekubieke meter EPS bevat ongeveer10 miljoen bolletjes, ook wel parelsgenoemd. Elke parel telt 3.000gesloten cellen die met lucht zijngevuld. Concreet bestaat EPS quavolume slechts voor 2% uitpolystyreen en voor 98% uit lucht.Deze celstructuur met stilstaandelucht, de beste thermische isolator,maakt EPS bijzonder geschikt alsisolatiemateriaal. Vocht en water-damp tasten EPS niet aan.Mechanische belastingen kunnendankzij de specifieke celstructuurgoed worden opgenomen.

EPS van korrel tot parel: expansieproces metbehulp van stoom, waardoor EPS voormaar liefst 98% uit lucht bestaat.

1. PRODUCTIE VAN EPS®-BOUWPRODUCTEN

Aangezien het voor een goede milieubeoordeling van EPS in debouw van belang is te weten op welke wijze en in welke hoe-danigheden en hoeveelheden het materiaal wordt geproduceerd,wordt dit in de nu volgende paragrafen nader uiteengezet. Meer informatie over EPS-bouwproducten in het algemeen is tevinden in het deel ‘EPS-Basisinformatie’ uit het ‘Witboek EPS inde Bouw; Informatie voor Bouwprofessionals’.

Bovendien zijn EPS-producteneenvoudig te verwerken en tebevestigen.EPS is een ‘monomateriaal’, wat wilzeggen: bestaande uit één mate-riaalsoort, waardoor het bij uitstekvoor recycling in aanmerking komt.Daarnaast is het materiaal veiligvoor de gezondheid. Het leidt niettot klachten aan de luchtwegen,huid- of oogirritaties.

1.2 PRODUCTEN ENTOEPASSINGEN

EPS wordt in alle mogelijke bouw-sectoren gebruikt zoals nieuwbouw,renovatie en na-isolatie, woning- enutiliteitsbouw, industriehallen,agrarische gebouwen, kwekerijen,bewaarplaatsen, koel- en vries-huizen, grond-, weg- en waterbouwen de lichtgewicht betonindustrie.Leveringsvormen en producten-scala zijn dan ook bijzonder uitge-breid (figuur 1).

1.3 BEDRIJFSKOLOM

De bedrijfskolom van EPS-bouw-producten bestaat uit drie delen,zoals ook het productieproces vanEPS-bouwproducten in drieonderdelen is uit te splitsen:

1. Het productieproces ‘van aard-olie tot ruwe chemicaliën’, uit-gevoerd door de petrochemischeindustrie.

2. Het productieproces ‘van ruwechemicaliën tot expandeerbaarpolystyreen’, uitgevoerd door dechemische industrie.

3. De verwerking van expandeer-baar polystyreen tot EPS-bouw-producten, uitgevoerd door deproducenten van EPS-bouw-materialen in Nederland, ver-enigd in de brancheorganisatieStybenex.

Die splitsing is van belang, omdatdaarmee tevens de rijkwijdte van demilieutechnische producentenver-antwoordelijkheid per productie-sector wordt aangegeven. Deze ver-deling binnen de bedrijfskolom iste zien in figuur 2. Ook is in dat-zelfde figuur te zien dat de produc-tie van EPS-bouwproducten uitein-delijk slechts minder dan ééntiendeprocent van de totaal gebruikte hoe-veelheid ruwe olie vertegenwoor-digt. Daarover meer in hoofdstuk 2‘Grondstoffen en Energiebesparing’.

Uitvoeringen Specifieke Toepassingsgebieden EPS-producten

• Losse parels Spouwisolatieproducten Nieuwbouw• Platen of blokken Sandwichpanelen Renovatie en na-isolatie• Verschillende Vlakdakisolatie Woningbouw densiteiten Prefab daksegmenten Utiliteitsbouw• Gecacheerde Lichte scheidingswanden Grond-, weg- en waterbouw producten Prefab binnenspouwbladen Industriehallen• Vormdelen Na-isolatieproducten Agrarische gebouwen• Standaard Vrijhangende plafonds Kwekerijen of SE-kwaliteit Vloerisolatie Bewaarplaatsen

Pannendak-elementen Koel en vrieshuizenTrittschall-geluidsisolatieproducten BetonindustrieSparingsmateriaal betonbouwFunderingsringbalkenVerloren bekistingToeslagstof betonEtcetera

Figuur 1: Voorbeelden van uitvoeringen, specifieke EPS-producten en toepassingsgebieden.

Page 6: Milieubewust bouwen en isoleren

1.4 VAN AARDOLIE TOTEXPANDEERBAARPOLYSTYREEN (STAP 1 EN 2)

Het productieproces ‘van aardolietot expandeerbaar polystyreen’wordt uitgevoerd door respectie-velijk de petrochemische en dechemische industrie. Zoals infiguur 2 is te zien, is het hoofddoelvan de olieraffinage het producerenvan diesel en verwarmingsbrand-stoffen (70%) en het producerenvan motorbrandstoffen (13%).Samen 83% van het totale aardolie-verbruik. Een reststof in de olie-raffinage zijn de ruwe chemicaliën(7%). Uit een fractie hiervan vindtvia katalytisch reformeren (isomeri-satie, cyclisatie en dehydrogenatie)

6 Productgroep Totale markt Marktaandeel EPS in %

Bekisting 1.400.000 m1 100Spouw 14.100.000 m2 14Plat dak 12.530.000 m2 33Hellend dak 6.945.000 m2 54Vloer 2.000.000 m2 95Wand 260.000 m2 15Plafond 2.111.000 m2 15Renovatie 265.000 m2 32Gevelpanelen 3.122.500 m2 3Buitengevelisolatie 600.000 m2 94

Figuur 4: Marktsectoren en marktaandelen EPS, 2001 [ref 4].

10000

20000

0

30000

40000

50000

60000

1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000

1995 46.0281996 49.0401997 54.7051998 56.0961999 59.4012000 56.210

1989 361001990 363691991 365111992 430751993 440001994 47736

Grondstoffenverbruik van Stybenex-leden

Figuur 5: Grondstoffenverbruik vanStybenex-leden [ref 3].

Ruwe olie

Raffinage

Light petroleumOverige stoffen

Ruwe chemicaliën

Kunststoffen

Ruwe oliet.b.v. bouwproducten

Monostyreen

Polymeriseren

Expandeerbaar polystyreen

EPS-parels

Vorming in vormautomaten

EPS-bouwproducten

Blokvormers Matrijzen Stoom

Materialen voor samengestelde

bouwproducten*

Stoom

Contoursnijders

Voorschuimen

Rijping in silo’s

PentaanWater

Diesel en verwarmings-brandstoffen

Motor-brandstof

Andere chemischeproducten

Overigeproducten

100%

20%

10%

7%

2%

<0,1%

2%

3%

13%

70%

4%

* O.a. spaanplaat, vurenhout, glasvlies, staal, aluminium, masonite, houtwolcementplaat, gipsproducten, etc.

Figuur 2: Van ruwe olie tot EPS-bouwproducten [ref 1, ref 2]

omzetting plaats in onder meeraromaten, waaruit benzeen wordtgedestilleerd, een bouwstof voormonostyreen. Een andere fractievan de ruwe chemicaliën wordt metbehulp van de hydrokraker (kataly-sator/warmte en waterstof) gekraakt

tot kleine koolwaterstofverbindingen.Het aldus gevormde etheen (eenvan de koolwaterstofverbindingen)wordt na fractionatie en destillatietezamen met benzeen gebruikt voorde vorming van monostyreen. Dit gebeurt middels alkylatie en de-hydrogenatie. Door polymerisatie(figuur 3) en het toevoegen van hetblaasmiddel pentaan, dat via eenander proces ook uit de ruwe che-micaliën wordt verkregen, ontstaatde grondstof expandeerbaar poly-styreen: kleine, harde bolletjes(polystyreenbeads) die in verschil-lende grootten aan de EPS-verwer-kende industrie worden geleverd.

De productie van expandeerbaarpolystyreen als grondstof voor EPS(geëxpandeerd polystyreen) komtvrijwel overeen met de productievan de grondstof voor PS (poly-styreen). Polystyreen is een ‘harde’

Page 7: Milieubewust bouwen en isoleren

kunststof, gebruikt voor een grotehoeveelheid industriële en con-sumentenproducten zoals behui-zingen voor videobanden en CD’s,telefoons, plastic bekertjes, was-knijpers enzovoort. Het onder-scheid zit in de toevoeging van hetblaasmiddel pentaan (4 tot 6 ge-wichtsprocent) voor de productievan EPS, dat het polystyreen laatexpanderen tot een volume van 15tot 60 maal de oorspronkelijkegrootte. Voor het overige is deinitiële productie van EPS en PSmin of meer vergelijkbaar.

1.5 VAN EXPANDEERBAARPOLYSTYREEN TOT EPS-BOUWPRODUCTEN (STAP 3)Het opvallende bij het derde pro-ductietraject, de verwerking vanexpandeerbaar polystyreen tot EPS-bouwproducten, is dat er nietsanders wordt toegevoegd dan stoom.Expandeerbaar polystyreen is eenthermoplastisch materiaal, waarineen vloeistof met een laag kookpunt(pentaan) is opgenomen. Stoomvan 100-105 °C verwarmt en ver-zacht het expandeerbaar polystyreentijdens het pre-expansieproces.Daardoor wordt het pentaan internverdampt en zodoende gasvormig,en expandeert de polystyreenbeadzowel onder invloed van het pen-taan als van het diffunderendestoom tot de zogeheten EPS-parel.Hierdoor ontstaat eveneens eengesloten celstructuur in elke geëx-pandeerde EPS-parel, waar bijafkoeling het pentaan en de stoominwendig condenseren en waarbijvervolgens door de ontstane onder-druk 98% volume aan lucht in deparel treedt. Door diffusie verdwijntgedurende en na dit proces het

pentaan uit het EPS. Op de pro-ductielocaties wordt dit pentaanoverigens voor het grootste deelopgevangen (zie par. 3.3). Tijdenshet ‘rijpingsproces’ worden de EPS-parels opgeslagen in grote silo’s.Vervolgens worden de gerijpte EPS-parels met stoom van 115-125 °C invormautomaten aaneengesloten tothet homogene EPS-isolatiemateriaal.EPS wordt op twee manieren aande markt aangeboden:

1. Kaal. Dat wil zeggen: een productvan uitsluitend EPS, zonder toe-voeging van andere materialen.Bijvoorbeeld voor isolatietoepas-singen in de spouw en de vloer, ofproducten voor de GWW-sector.

2. Samengesteld. Dat wil zeggen:EPS als isolatiekern in een pro-duct waarin ook andere mate-rialen zoals hout of metaal zijnverwerkt. Voorbeelden zijn sand-wichpanelen voor het hellend daken staalsandwichpanelen voorgevels van industriële gebouwen.

Met andere woorden: voor de fabri-cage van EPS als isolatiemateriaalwordt door de leden van Stybenextijdens het productieproces nietsanders dan stoom gebruikt.

1.6 MARKTGEGEVENS

EPS is door zijn specifieke iso-lerende kwaliteiten, eenvoudige enveilige hanteerbaarheid, en econo-mische aantrekkelijkheid een vande meest gebruikte isolatiemate-rialen. Afhankelijk van de toepas-sing zijn EPS-bouwproducten inNederland nummer één of num-mer twee. Vooral op daken en

in/onder vloeren krijgt EPS demarktvoorkeur ten opzichte vanandere isolatiematerialen (figuur4). In de GWW-sector wordtjaarlijks tussen de 100.000 en250.000 m3 EPS verwerkt als licht-gewicht funderings- en ophogings-materiaal.Het gebruik van EPS in de bouw isde laatste jaren sterk toegenomen.Ten opzichte van 1994 (48.000ton) is de productie van EPSgegroeid tot een niveau van zo’n56.000 ton in 2000 (figuur 5). Omde groei van de sector aan te geven:in 1983 bedroeg het totale grond-stoffenverbuik nog 16.205 ton.

7

De polymerisatie van monostyreen

polymerisatie

n CH=CH2

(monostyreen)

(CH_CH2)(polystyreen)

n

(n = aantal monostyreen moleculen)

_ _

Figuur 3: De polymerisatie van monostyreen

Page 8: Milieubewust bouwen en isoleren

2.1 VERANTWOORDGRONDSTOFFENGEBRUIK

Geëxpandeerd polystyreen wordtmiddels een aantal chemischeprocessen geproduceerd uit olie,zoals aangegeven in figuur 2 [ziepar. 1.4]. Het gehele proces van‘wieg tot graf’ is voor EPS milieu-hygiënisch nauwkeurig in beeldgebracht, zodat de milieubelasting

van EPS vanaf de productie tot enmet het afvalstadium kan wordenbeoordeeld. Een verdere uitwerkinghiervan is beschreven in hoofdstuk 6.Om het olieverbruik voor deproductie van EPS-bouwproductenin het juiste perspectief te zien ishet belangrijk te weten wat er metdeze natuurlijke energiebrongebeurt. Figuur 6 laat zien dat 35%van de totale aardolieconsumptie in

Europa wordt gebruikt voor verwar-ming, 29% voor transport, 22%voor energie-opwekking, 7% diversen 4% voor kunststoffen. Van het4% kunststoffenaandeel wordt 19%gebruikt in de bouw [ref 5]. Daarvanis weer een fractie bestemd voor deproductie van EPS-bouwproducten.Wordt gesproken over uitputtingvan fossiele grondstoffen, dan kandus worden gezegd dat de aardolie-consumptie voor de EPS-productieuiterst gering is, minder dan 0,1%van het totale aardolieverbruik.

Bovendien bestaat EPS voor slechts2% uit polystyreen en voor 98% uitlucht en heeft het als isolatieproducteen bijzonder lange levensduur. Eris dus weinig materiaal ofwelgrondstof nodig om de product-functie (isolatie) langdurig te ver-vullen. En juist door die isolerendefunctie bespaart EPS enorm veelenergie voor verwarming van ge-bouwen. Berekeningen binnen deEPS-branche laten zien dat 1 kilo-gram olie voor de productie vanEPS-isolatie 150 kilogram olie be-spaart. Hiermee is het grondstoffen-verbruik door EPS méér dan ver-antwoord te noemen.

8

2. GRONDSTOFFEN EN ENERGIEBESPARING

De hedendaagse samenleving kan niet functioneren zonderenergie. Indien echter het huidige energiegebruik geen haltwordt toegeroepen, dan wordt die samenleving ondermijnd. Met als gevolg de uitputting van natuurlijke voorraden en hulp-bronnen, vergaande klimaatverandering, de vernietiging vannatuur en verlies van biodiversiteit. Terecht wordt daarom veelaandacht gegeven aan milieuaspecten rondom het bouwproces.Een van die aspecten is het broeikaseffect, dat bijna volledigwordt veroorzaakt door de consumptie van energie uit fossielebrandstoffen. In het kader van een duurzame samenleving is de aandacht voorandere (alternatieve) energiebronnen groot. Men is echtergeneigd over het hoofd te zien dat een belangrijke oplossing nual voorhanden is: een betere isolatie van woningen en gebouwen.Door gebouwen goed ‘in te pakken’ kunnen energieverliezen toteen minimum worden beperkt. Daarna kan dan worden bepaaldwelke andere energiebesparende maatregelen extra rendementopleveren. Via deze weg kan het energieverbruik voor verwar-ming van gebouwen tot de helft worden teruggebracht, zodat deuitstoot van schadelijke verbrandingsgassen aanzienlijk wordtbeperkt. Dit is een essentiële bijdrage aan een beter milieu dieiedereen kan leveren. Daarbij komt nog het economisch voor-deel. De investering voor isolatie zal snel worden terugverdiendals gevolg van een lagere energierekening. Door goed te isolerenstijgen dus zowel de kwaliteit als de waarde van een bouwwerk.

Tweemaal uw auto voltanken, en uw huis is 50 jaar lang volledig met EPS geïsoleerd.

■ Verwarming 35%■ Transport 29%■ Energie 22%■ Overig 10%■ Kunststoffen 4%

Figuur 6 [ref 6].

35%

29%22%

10%

4%

Toepassing van aardolie-producten in Europa

Page 9: Milieubewust bouwen en isoleren

9

2.2 ENERGIEVERBRUIK BIJ DEPRODUCTIE VAN EPS

De energie-inhoud van EPS zonderrecycling bestaat uit wat hiergenoemd wordt feedstock-energieen productie-energie [ref 8, 9].Feedstock-energie is de energie vande grondstof die als het ware ver-pakt zit in het uiteindelijke EPS.Deze is voor onderstaande bereke-ningen gesteld op een waarde van50 MJ per kilogram EPS (boven-waarde). Productie-energie is deadditionele energie die nodig isvoor het gehele productieproces vanaardolie tot EPS. Dit omvat de win-ning en het transport van ruwe olie,het kraken, het chemisch verwer-kingsproces tot monostyreen, depolymerisatie, het expansieprocesen nabehandeling, het transportnaar de bouwplaats en het verwer-ken van EPS op de bouwplaats. Inde theoretische berekeningen bijdeze paragraaf wordt de productie-energie gesteld op 40 MJ/kg. Dezewaarde geldt voor Westeuropeseproductiebedrijven.Door juiste verbranding wordt circa80% van de feedstock-energieteruggewonnen, dat wil zeggen80% van 50MJ/kg = 40MJ/kg.Hiermee komt het totale energie-

verbruik van ‘de wieg tot het graf’voor de productie van EPS op: 50MJ/kg (feedstock) plus 40 MJ/kg(productie) minus 40 MJ/kg(verbranding) = 50 MJ/kg.Wanneer niet door verbranding,maar mechanisch wordt recycled,komt het energieverbruik nog lagerte liggen. Dit heeft te maken methet feit dat EPS tot zo’n vijfmaalvolledig te recyclen is, met anderewoorden: zo’n vijf levens heeft.Aangezien er altijd wat vervuildEPS tussen het ingezamelde EPS-afval zit en ook de recycling energiekost, is het realistischer bij eenverondersteld verlies van 20% perrecyclingstap het energieverbruikdoor 4 te delen. Het totale energie-verbruik voor de productie van EPSinclusief viermaal mechanischerecycling komt dan op: 50 MJ/kg(feedstock) plus 40 MJ/kg (produc-tie) is 90 MJ/kg gedeeld door 4 =22,5 MJ/kg. Vanuit het gegeven dathet materiaal na vijfmaal recyclingnog eens bij verbranding kanworden benut, zal een nog lagerewaarde ontstaan. Hierbij dient temoeten worden opgemerkt datmechanische recycling dus welis-waar de voorkeur geniet als het gaatom energieverbruik, maar dat vanuitde milieu-optiek ook verbrandingmet warmteterugwinning als goedeoplossing voor EPS-verwerkingwordt gezien.

Het is duidelijk dat ‘energie-inhoud’één van de criteria is voor de totalebeoordeling van bouwmaterialen.Immers, niet alleen moeten anderemilieufactoren worden meegewogenzoals GWP-waarden (Global Warming Potential), emissie-gegevens, gezondheidsaspecten endergelijke, maar ook is de product-toepassing van groot belang bij deafweging van materialen. Zo is bijtoepassing van isolatiematerialenop het vlakke dak een hoge druk-vastheid vereist. Bij de meeste iso-latiematerialen betekent dit eensterk verhoogde densiteit en duseen veel hoger energieverbruik.Aangezien EPS op zichzelf al eenhoge drukvastheid heeft, behoeft dedensiteit in dit soort toepassingenslechts weinig hoger te zijn. Het energieverbruik stijgt daaromslechts in geringe mate.

2.3 ENERGIEBESPARING ENREDUCTIE CO2-EMISSIEDOOR EPS-ISOLATIE

Over het algemeen geldt dat debenodigde energie voor het makenvan een bouwwerk slechts 15%bedraagt van de totaal benodigdeenergie om het gebouw vervolgenswarm te houden. Door goed te iso-leren kan juist op deze overige 85%energieconsumptie substantieelworden bezuinigd. De lagere ener-giebehoefte van een goed geïsoleerd

gebouw leidt vervolgens tot eenlagere emissie van CO2, dat verant-woordelijk is voor het broeikas-effect. De huidige warmteweerstand(Rc) van woningen en gebouwen is vastgesteld op minimaal 2,5m2K/W (3,0 voor Vinex-locaties).Dit betekent voor een spouwmuurconform NEN 1068 een isolatie-dikte van 80 mm EPS. In het NMP2 en de vervolgnota Energie-besparing was voor het jaar 2000voor de gebouwde omgeving eenvermindering van de CO2-uitstootvan 23% ten opzichte van 1990afgesproken. Hiervoor zou een Rc-waarde van 4,5 m2K/W voornieuwe woningen en gebouwennoodzakelijk zijn (zie figuur 8). De meerkosten voor extra isolatiezijn bijzonder gering en daardoor alsnel terugverdiend. Dat geldt zowelvoor de meerkosten in geld als voor

Figuur 7 [ref 7].

Figuur 8

Rc = 2,5 m2 K/W

Rc = 4,5 m2 K/W

Lager

energie-

verbruik

23% minder uitstoot van CO2

KunststoffenconsumptieEuropa 1999

ton * 1000 %■ EPS bouw 569 1,6■ EPS verpakkingen 212 0,6■ ABS 646 1,9■ LDPE 5021 14,5■ LLDPE 2290 6,6■ HDPE 4902 14,2■ PVC 5677 16,4■ PP 6722 19,4■ PS 2195 6,3■ PET 2899 8,4■ PA 1294 3,7■ Overige 2141 6,2

Totaal 34568 100,0

1,6%0,6%

1,9% 14,5%

6,6%

14,2%

16,4%19,4%

6,3%

8,4%

3,7%

6,2%

Page 10: Milieubewust bouwen en isoleren

de ‘meerkosten’ in extra feedstocken productie-energie.

Nederland is bepaald nog geenkoploper als het om isolatie gaat.Andere Europese landen met eenvergelijkbaar klimaat isoleren beter.Bijvoorbeeld in Frankrijk, waar hetklimaat beduidend milder is dan in

Nederland (figuur 9) [ref 10]. Dieachterstand van Nederland isopmerkelijk. Zeker omdat ook hierde kennis bestaat dat een betereisolatie van gebouwen niet alleenleidt tot een aanzienlijk lagereuitstoot van CO2, maar ook tot: 1) een lagere EPC met een hoger

rendement,

2) meer comfort bij minder stoken,en

3) lagere lasten bij een lageinvestering.

Momenteel wordt in Nederlandgesproken over Rc-waarden vantenminste 3, en EPC-waarden die alruim onder de 1 liggen. Voor hethuidige woningenbestand is dithelaas niet weggelegd en is hetsoms slecht gesteld. Dit is absoluutonnodig. Eenvoudige berekeningengeven al aan dat er duidelijk winstte behalen is voor slecht of somszelfs niet geïsoleerde huizen.(figuur 10) [ref 11].

2.4 EPN

Na de energiecrisis in de jarenzeventig ontstonden initiatievenvoor het stimuleren van energie-besparing in de woningbouw. In1995 is integrale regelgeving op ditgebied geïntroduceerd door middelvan de Energie Prestatie Normering(EPN). De ontwikkeling van de EPNzorgde ervoor dat het mogelijkwerd de energie-efficiëntie van eenwoning uit te drukken in de zoge-naamde ‘Energieprestatiecoëfficiënt’(EPC).

Werd in 1995 een EPC met dewaarde 1,4 geïntroduceerd, in 1998is deze aangescherpt tot 1,2 en in2000 opnieuw naar 1,0. Dit zalnaar verwachting overigens niet delaatste aanscherping van de eis zijn.Het in het jaar 2000 in opdrachtvan VROM uitgevoerd onderzoekmet betrekking tot de energie-

10

Turkije

Griekenland

België

Italië

Ierland

Engeland

Spanje

Duitsland

Nederland

Frankrijk

Zwitserland

Oostenrijk

Noorwegen

Denemarken

Finland

Zweden

1999 daken 1999 gevels

0 100 200 300 400 500mm

Gemiddelde isolatiedikten in Europa

Cobouw, 23 november 2000.

Figuur 9

Page 11: Milieubewust bouwen en isoleren

zuinigheid in buurlanden [ref 12]heeft uitgewezen dat Nederlandqua energieprestatie-eisen vooroploopt, maar qua isolatie slechts eenmiddenmotor is. Eveneens, zo blijktuit hetzelfde onderzoek, zal verdereaanscherping van de EPC meer aan-dacht kunnen vragen voor de matewaarin isolatieniveau en installatiesuitwisselbaar zijn, gegeven het feitdat installaties een kortere levens-duur hebben dan isolatie.

Nederland is een van de weinigelanden, zo niet het enige land, waarhet derde (hoogste) niveau alsmethode van regelgeving voorenergiebesparing wordt gehanteerd.Daarbij wordt gekeken naar dewarmtebehoefte van een woning ende wijze waarop deze wordt inge-vuld via de keuze van verwarmings-installaties. Dergelijke regelgevingis mogelijk te detaillistisch en lijkteerder contraproductief te zijn. Inhet kader van milieuprestatie-eisenin het Bouwbesluit is hieroverrecent een discussie ontstaan inhoeverre verwarmingsinstallatiesnog wel als ‘gebouwgebonden’moeten worden beschouwd enwelke knelpunten dit kan opleveren.De vraag daarbij is of installatie-maatregelen en echte gebouw-gebonden energiemaatregelen uit-wisselbaar moeten zijn, aangezienbouwkundige maatregelen over hetalgemeen een veel langere levens-duur hebben dan installatietech-nische maatregelen.Duidelijk is in ieder geval dat goedisoleren aanzienlijk lagere EPC-waarden kan opleveren. Uitgaandevan een isolatiedikte van bijvoor-beeld 45 mm, waarmee Rc-waardenvoor vloeren, gevels en daken van1,5 worden gerealiseerd, kunnendoor dikker met EPS te isoleren Rc-waarden tot 5 à 6 bereikt worden.Dikker isoleren (met EPS) loontdus. Zou de isolatiedikte van 45mm nog verder worden verhoogdnaar 105 mm, dan zal de Rc-waardevan 1,5 zelfs stijgen naar 3 en wordtde EPC-waarde met meer dan 0,15punt verlaagd (Figuur 11). [ref 13]

2.5 KOSTEN-BATEN

In Nederland moet een nieuw-bouwwoning voldoen aan een EPCvan 1,0. Alle energieverliezen enenergieopbrengsten door bijvoor-beeld zonne-energie en de beno-digde verwarmingsenergie wordengetoetst aan deze prestatie-eis. Bijhet ontwerp en de keuze vanisolatiemaatregelen en installatieszijn diverse mogelijkheden voor-handen om aan de EPC te voldoen.Helaas ontbreekt daarbij meestaleen goede kosten-batenanalyse. Derentabiliteit van dergelijke inves-teringen hangt namelijk niet alleenaf van de terugverdientijd, maarook van de technische levensduuren de onderhoudsmaatregelen.Wordt hiermee rekening gehouden,

11

3500

3000

2500

2000

1500

1000

500

0’80 ’81 ’82 ’83 ’84 ’85 ’86 ’87 ’88 ’89 ’90 ’91 ’92 ’93 ’94 ’95 ’96 ’97 ’98

jaar

■ ruimteverwarming■ warm water■ koken

EnergieprestatiecoëfficiëntDe energieprestatiecoëfficiënt(EPC) is een maat voor de ener-gie-efficiëntie van een woning,inclusief de installaties. Hoe lagerde EPC, des te beter de energie-efficiëntie. Het Bouwbesluit steltsinds 1995 eisen aan de energie-prestatie van woningen. De be-palingsmethode voor de EPC vaneen woning staat beschreven inhet normblad NEN 5128 van hetNEN. Kort gezegd is de EPC hetkarakteristieke energiegebruik,gedeeld door het genormeerdeenergiegebruik. Het karakteristiekenergiegebruik betreft ruimte-verwarming, tapwaterverwarming,verlichting, eventueel ventilatoren,koeling en bevochtiging. Hetgenormeerde energiegebruik isafhankelijk van de grootte envorm van een woning. Woningenvan verschillende grootte en metgelijke technische maatregelenhebben ongeveer een gelijkeEPC, maar een verschillendenergiegebruik.

0,12

0,1

0,08

0,06

0,04

0,02

02,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5

afname EPC tussen- en galerijwoningafname EPC hoek- en 2/1 kapwoning

Rc-waarde van gevel, dak en vloer [m2K/W]

Afna

me

van

de E

PC to

v Rc

=3.

0 [-]

Figuur 11

Gemiddelde gasverbruik in woningen in Nederland

Figuur 10

Afname van de EPC afhankelijk van Rc-waarde

Page 12: Milieubewust bouwen en isoleren

dan blijkt een goede isolatie van hetcasco van een gebouw de meestkosteneffectieve maatregel te zijnvanwege de volgende redenen:

• De levensduur van isolatie-materiaal is langer dan die van de meeste installaties.

• Isolatie vraagt geen onderhoud.

• Een goed geïsoleerd gebouwheeft een lagere piekwarmte-vraag, waardoor installaties zoalseen verwarmingsketel en leiding-en kleiner kunnen worden gedi-mensioneerd.

• Het rendement van isoleren ishoger dan het rendement vaninstallaties.

Het verdient daarom aanbevelingom eerst te investeren in het cascodoor goede isolatievoorzieningen tetreffen. Vervolgens kan de dan nogbenodigde verwarming zo duur-zaam mogelijk worden bepaald, enkan een afgewogen installatiekeuzeworden gemaakt voor bijvoorbeeldeen zonneboiler, zonnecellen,warmtepomp, gebalanceerde ven-tilatie, enzovoort. Overigens draagtde warmteafgifte van apparaten als verlichting, kooktoestellen eneen computer in een optimaalgeïsoleerde woning ook bij aan hetwooncomfort.

Extra investeren in dikkere isolatieleidt door de lagere stookkosten totduidelijk lagere maandlasten. Deinvestering voor deze extra isolatieis weergegeven in figuur 12. [ref 13].Bij doorberekening op jaarbasis ismet een relatief geringe investeringal gauw een bedrag van tussen de130 en 200 Euro (prijspeil januari2002) op stookkosten te besparen.Als extra stimulans zijn door deoverheid diverse subsidies enfiscale voordelen in het levengeroepen. Onder meer de EPA-regeling, het Programma Energie-besparing in de Gebouwde Omge-ving en Ruimtelijke Aspecten 2001en ‘Groene financiering’. Meerinformatie hierover is te verkrijgenbij NOVEM.Voor EPS geldt verder dat het eengoedkoop isolatiemateriaal is invergelijking met bijvoorbeeldsteenwol (zie figuur 13) [ref 14]. Als het gaat om energiebesparingdoor dikker isoleren én de meest

1212

kostenbewuste wijze om dit terealiseren, is de keuze voor EPSdan ook snel gemaakt.

2.6 MEER COMFORT BIJMINDER STOKEN

De vraag of een gebruiker van eengebouw zich in een vertrek al danniet behaaglijk voelt, wordt medebepaald door de temperatuur vande hem of haar omringendeoppervlakken. Globaal geldt dat desom van de luchttemperatuur en de‘gemiddelde’ wandtemperatuurhiervoor maatgevend is. Dit betekent dat als de oppervlakte-

temperatuur van een wand laag is,de luchttemperatuur moet wordenopgevoerd om dezelfde mate vanbehaaglijkheid te creëren als bij eenhoge wandtemperatuur.Omgekeerd ervaart de gebruikereen goed geïsoleerde woning bijlagere luchttemperatuur als evencomfortabel of zelfs comfortabelerdan een gebouw dat minder goed isgeïsoleerd. Dankzij die lagereluchttemperatuur zullen bovendiende (transmissie)verliezen via derelatief slecht isolerende raam-oppervlakken kleiner zijn.

Variant Tussen- Hoek- 2 onder Galerijwoning woning 1 kap woning

Gevel, dak en vloer met 0 0 0 0een Rc=3,0 m2K/W

Gevel, dak en vloer met 359 537 605 184een Rc=3,5 m2K/W

Gevel, dak en vloer met 731 1083 1222 376een Rc=4,0 m2K/W

Gevel, dak en vloer met 1112 1672 1882 588een Rc=4,5 m2K/W

Gevel, dak en vloer met 1508 2275 2560 811een Rc=5,0 m2K/W

Meerkosten van verhoogde isolatie per woning (€)

EPS 120 mm

Anza

hl F

ässe

r Roh

öl

CHF

EPS 120 mmbessere fenster

EPS 200 mmbessere fenster

Steinwolle 120 mm

350

300

250

200

150

100

50

0

20.000

16.000

12.000

8.000

4.000

0

■■■ Ölheizung■■■ Dämmung

Mehrkosten gegenüber 120 mm EPS

Figuur 12

Figuur 13

Kosteneffizienz von EPS

Page 13: Milieubewust bouwen en isoleren

Ook de classificatie ‘moet beschouwdworden als kankerverwekkend voorde mens’ is volgens de Gezond-heidsraad niet op styreen vantoepassing [ref 16]. Wel zijn MAC-waarden (maximaal aanvaardeconcentratie) aan styreen ver-bonden, die per land verschillendzijn. De MAC-waarde in Nederlandis 107 mg/m3. De actuele niveausvan de styreenconcentratie liggenver beneden deze grens. Recentemetingen op productielocatiesbinnen de Nederlandse EPS-indu-strie hebben aangetoond dat demonostyreenconcentraties, zelfs in‘worst case’ scenario’s ver benedende MAC-waarde liggen. Behalvealgemene beheersmaatregelenzoals goede ventilatie en afzuigingzijn geen specifieke extra maat-regelen nodig. Datzelfde heeft hetonderzoek ook aangetoond voor dechemische componenten vanwaaruit monostyreen wordtgeproduceerd [ref 17].Ook in Duitsland (MAK Kommis-sion) en op Europees niveau (EU-classificatie) wordt styreen in delaagst mogelijke categorieëningedeeld. De Europese styreen-industrie, vertegenwoordigd doorde Styrene Steering Committee(SSC), stelt overigens dat zelfs deindeling in een laagste categorieoverdreven is voor een materiaal

13

3. MILIEUVRAAGSTUKKEN BIJ DE PRODUCTIE VAN EPS

EPS is een materiaal, dat voor 98 volumeprocenten uit luchtbestaat en voor 2 volumeprocenten uit polystyreen. Indienbrandvertragend gemodificeerd EPS wordt geproduceerd, is nog in het uiteindelijke isolatiemateriaal maximaal 0,5 gewichts-procent brandvertrager aanwezig. Het voor het expansieprocesgebruikte blaasmiddel pentaan wordt voor het grootste deel geëmitteerd gedurende het productieproces, en voor het reste-rende deel tijdens transport en opslag. Reststoffen uit voor-gaande productiestadia zijn dermate gering, dat ze niet ofnauwelijks meer te meten zijn. Om volledig te zijn, worden in dit hoofdstuk echter ook die stoffen als tussenproducten op hun milieu-effect beschreven. EPS dient voor wat betreft het productieproces te worden beoordeeld vanuit milieuvraag-stukken over de volgende onderwerpen.

• (H)CFK’s (par. 3.1).• Monostyreen (par. 3.2).• Pentaan (par. 3.3).• Belasting lucht, oppervlaktewater en landschap (par. 3.4).• Brandvertrager (par. 3.5).• Samengestelde bouwproducten met EPS (par. 3.6).• Transport en opslag van polystyreenbeads en nieuw EPS (par. 3.7).

3.1 (H)CFK’S

Dit onderwerp kan kort wordenbehandeld: EPS bevat geen(H)CFK’s en heeft het nooit bevat[ref 15].

3.2 MONOSTYREEN

Monostyreen, het materiaal waaruitde grondstof expandeerbaar poly-styreen wordt geproduceerd, wordtsinds meer dan 60 jaar op indus-triële schaal vervaardigd en wordtgebruikt bij de productie van eengrote variëteit aan kunststof enrubberproducten. Monostyreen(ook styreen genoemd) komt voorals een natuurlijk product in voedselzoals aardbeien, bonen, noten, bier,wijn, koffie en kaneel.Uitgebreid onderzoek, gericht op deeffecten van monostyreen op de

gezondheid, heeft aangetoond datmonostyreen bij normaal gebruikvolstrekt veilig is. De Gezondheids-raad oordeelde nog in september1998 dat styreen uitgebreid isonderzocht, maar dat styreen nietals ‘kankerverwekkend voor demens’ moet worden geclassificeerd.

0,1%

EPS was altijd al CFK-vrij.

Page 14: Milieubewust bouwen en isoleren

dat een zo verwaarloosbaar gezond-heidsrisico voor de mens betekent[ref 18].

Van de 2 volumeprocenten poly-styreen, die in EPS voorkomen, ishet monostyreengehalte maximaal0,1%. De Europese kwaliteiten dievoor levensmiddelenverpakkingenworden ingezet, hebben zelfs eenpercentage kleiner dan 0,05 % [ref 19]. Al in 1993 werd via uitge-breid onderzoek vastgesteld dat demigratie van monostyreen vanuitde verpakking naar levensmiddelenverwaarloosbaar klein is. Aanvullend onderzoek in Europa,de Verenigde Staten en Japan in enrond 1998 heeft diezelfde conclusiebevestigd [ref 20, 21, 22]. Gekekenwerd naar monostyreen op zichzelfen de afzonderlijke componenten.Ook eventuele oestrogene effectenvan styreen in contact metlevensmiddelen werdenonderzocht. Voor de studies werdenonder meer normale commerciëlemonsters polystyreen gebruikt enwerd in vrijwel alle gevallen van demeest extreme situaties uitgegaan.De feiten over de gezondheids-kritische levensmiddelenverpak-kingen zijn uiteraard ook vantoepassing op bouwproducten vanEPS. Bovendien geeft recent onder-zoek aan dat de concentratie mono-styreen in polystyreenproducten de

afgelopen jaren verder is gedaald[ref 23].

De conclusies van alle internationalestudies zijn duidelijk: EPS-bouw-producten zijn non-toxisch en vol-komen veilig voor de gezondheid.

3.3 PENTAAN

In de grondstof expandeerbaarpolystyreen (polystyreenbeads)wordt circa 5 tot 6% pentaan alsblaasmiddel cellulair ingebouwd.Pentaan is een verzadigde kool-

waterstof uit de homologe reeksvan de alkanen, waartoe ook het inde natuur voorkomende methaan(aardgas) en de brandstof propaan(LPG) behoren. Pentaan dient niette worden verward met CFK’s. Het is niet toxisch en levert geenbijdrage aan de afbraak van deozonlaag. Vooralsnog gaat dewetenschap ervan uit dat koolwater-stoffen wel een bijdrage leveren aande vorming van het broeikaseffect.De grootste veroorzakers van ditbroeikaseffect zijn echter de doorde natuur zelf gevormde gassen,waaronder methaan en kooldioxide.

In 1991 werd nog circa 2.500 tonpentaan door de Nederlandse EPS-verwerkende industrie geëmitteerd[ref 24]. In 2000 is deze emissie,door de binnen het KWS 2000project afgesproken maatregelen,verlaagd tot minder dan 1.000 tonpentaan (figuur 14). [ref 25]. Om hetjuiste perspectief aan te geven: de koolwaterstofuitworp van detotale Nederlandse EPS-verwer-kende industrie (inclusief verpak-kingen) was in 1998 en 1999 circa0,81% van de belasting door ver-keersmiddelen en 0,08% van detotaalemissie door antropogeneactiviteiten [ref 26]. Het peil ligt nu zelfs nog lager door verbeterdeafzuiginstallaties en verwerkings-technieken.

De productie/consumptie van EPSheeft van 1990 tot 2000 een goedegroei doorgemaakt.

14

Monostyreen komt voor als een natuurlijk produkt in diverse voedingsmiddelen.

Pentaan afvanginstallatie

Page 15: Milieubewust bouwen en isoleren

Normaal gesproken, en zondermaatregelen, zou de pentaan-emissie van het peil van 2,5 ktonper jaar naar 2,9 kton in het jaar2000 zijn toegenomen. Door eenforse inspanning van de EPS-verwerkende industrie is de emissiebinnen 10 jaar echter meer dangehalveerd, zoals ook doorprojectleider KWS 2000 Infomilgerapporteerd [ref 25]. Het door deStybenex uitgevoerde pilotproject

[ref 27] is dan ook regelmatig alsvoorbeeldproject binnen KWS2000 aangehaald. Het projectbetreft een procesgeïntegreerdenaverbrandingstechniek, waarbijhet uit het proces vrijkomendepentaan wordt opgevangen en ver-brand in een ketel met energie-terugwinning. Hierbij snijdt hetmes aan twee kanten. In de eersteplaats wordt de pentaanemissieaanzienlijk gereduceerd, maarbovendien wordt door de energie-terugwinning bespaard op het ge-bruik van fossiele brandstoffen, watweer een reductie van CO2-emissietot gevolg heeft.Een extra reductie van de pentaan-emissie ontstaat door de inmiddelsgrootscheeps toegepaste herver-werking van ingezameld EPS-afvaltot grondstof voor nieuwe EPS-producten. Hierdoor hoeft minderpentaan per productie-eenheid teworden gebruikt. Immers, gere-cycled EPS-afval kan worden ver-werkt zonder het opnieuw met pen-taan te hoeven opschuimen. Vooreen deel van de EPS-productie kanzodoende nieuwe pentaanhoudendegrondstof worden vervangen doorgerecycled materiaal, tot eenaandeel van 20%. Figuur 14 geeftduidelijk aan dat de Nederlandse

EPS-verwerkende industrie uitste-kend in haar doelstelling is geslaagd.

Na de geleverde inspanning van delaatste 10 jaar zal de EPS-branchezich nu sterk maken om op de in-geslagen weg voort te gaan. Zo willen de bedrijven nog groterevolumes EPS-afval gaan herverwer-ken. Daarnaast zullen productie-processen verder worden geoptima-liseerd, zodat opnieuw minder

pentaan zal worden geëmitteerd. Nederland heeft in Europees ver-band een emissieplafond voor 2010geaccepteerd van maximaal 185 kilo-ton VOS. In een intentieverklaringheeft de Rubber- en Kunststof-verwerkende industrie een emissie-reductiedoelstelling voor VOSgesteld van nog eens 30% (!) in 2010ten opzichte van de doelstelling vanKWS 2000. In dit verband wordenin 2001 afspraken met de EPS-producenten gemaakt om nieuwedoelstellingen te formuleren.

3.4 BELASTING VAN LUCHT,OPPERVLAKTEWATER ENLANDSCHAP

De EPS-producenten voeren eensterk milieugericht beleid, watonder meer blijkt uit het feit dat degrotere bedrijven gecertificeerd zijnvolgens de Nederlandse milieu-norm NEN EN 14001. Over hetalgemeen is milieuzorg bij deNederlandse EPS-producentensterk verinnerlijkt. Enerzijds heeftdit te maken met het feit dat demarkt dit vraagt. Aan de anderekant leidt de toepassing van EPS-bouwproducten haast als vanzelf-sprekend tot grote milieuvoordelen,

waaronder een sterke reductie vande CO2-emissie. Bovendien blijktuit officiële LCA-berekenings-methoden dat EPS in vergelijkingtot de meeste isolatiematerialenmilieuhygiënisch beter scoort[ref 28]. Zie verder ook hoofdstuk 6.

Momenteel worden steeds verder-gaande initiatieven door de bijStybenex aangesloten bedrijvengenomen. Een extra stimulansvormt het eind 2000 door degrootste EPS-producenten onder-tekende convenant met de overheid.Als uitvloeisel van de NationaleMilieubeleidsplannen en het doel-groepenbeleid is namelijk eindnegentiger jaren de ‘Intentie-verklaring uitvoering milieubeleidrubber- en kunststoffenverwerkendeindustrie’ tot stand gekomen. Debedrijven die het convenant hebbenondertekend hebben hun milieu-beleid gericht op het behalen vande doelstellingen die beschrevenstaan in de zogenaamde IntegraleMilieu Taakstelling (IMT). Voor deoverige bedrijven is het milieu-beleid gericht op de implementatievan maatregelen en voorzieningenuit het standaard pakket, beschre-ven in een op de branche afgestemdwerkboek.De doelstellingen voor een verder-gaande beperking van de emissiesnaar lucht, bodem en water zullenin 2001 en 2002 worden gefor-muleerd.

Voor wat betreft de verontreinigingvan het landschap nemen de EPS-fabrikanten reeds sinds jaren denodige maatregelen. Het gaat hier-bij vooral om het voorkomen vandoor de wind verspreide deeltjesEPS. Daartoe zijn filters in defabrieken aangebracht en wordende terreinen rond de fabriekenintensief schoon gehouden.Om landschapsvervuiling onderweg(van fabriek naar afnemer) te voor-komen, worden de EPS-productenzorgvuldig getransporteerd, zodatgeen losse EPS-deeltjes in het land-schap verspreid kunnen worden.Het tegengaan van landschaps-vervuiling is feitelijk een kwestievan ‘good housekeeping’, waar nietalleen bij de fabrikant, maar ook bij de afnemers sprake van zoumoeten zijn.

15

Figuur 14

Pent

aane

mis

sie

(kto

n)

3

2

1

01992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000

Pentaanreductie EPS-verwerkende industrie tot 2000

Page 16: Milieubewust bouwen en isoleren

3.5 BRANDVERTRAGER

Op de Nederlandse bouwmarktworden twee varianten EPS aange-boden: met en zonder toevoegingvan een brandvertragend middel.Afgezien van de vraag of het nodig

is een dergelijke brandvertrager toete voegen (deze wordt in het deel‘EPS en Brand’ uit het ‘WitboekEPS in de Bouw; Informatie voorBouwprofessionals’ beargumen-teerd), dient ook dit middel in ditdeel op het milieueffect te wordenbeoordeeld.Bij EPS gaat het om de brand-vertrager hexabroomcyclododecaan(HBCD), die tijdens het polymeri-satieproces wordt toegevoegd en alszodanig is ingekapseld in de poly-styreenmatrix. Het gehalte brand-vertrager in een EPS-parel bedraagtmaximaal 0,5 gewichtsprocent. HBCD is een zogenoemde cyclo-alifatische brandvertrager en is nietvergelijkbaar met de aromatischebrandvertragers (PBB’s en PBBO’s),waarvan het gebruik aan bandenwordt gelegd. Deze PBB’s enPBBO’s vormen bij verbrandingnamelijk de schadelijke dioxines enfuranen. Uit diverse onderzoekenblijkt dat dit voor HBCD niet hetgeval is. Zo concludeerde hetDuitse Umweltbundesamt al in1990, bij verbranding van poly-styreen met een HBCD-gehalte datminstens zesmaal zo hoog alsnormaal was (3 gewichtsprocenten),dat HBCD geen bron is voor devorming van polybroomdibenzo-furanen en -dioxines bij gebruikvan verschillende soorten verbran-dingsovens in een temperatuur-bereik van 400 tot 800 gradenCelsius [ref 29].

Datzelfde was al eerder door hetUmweltbundesamt geconcludeerdin 1989 voor pyrolyse van PS meteen HBCD-gehalte van maar liefst10 procent (in brandvertragendgemodificeerd EPS zit slechts 0,5%)[ref 30]. Een onderzoek in 1992 vanhet bekende Duitse medische insti-tuut Fresenius Institute toonde zelfsaan dat in de HBCD zélf geen ge-bromeerde dioxines en/of furanenaan te tonen waren [ref 31]. Verder noemt het Nederlandseministerie van VROM de brand-vertrager HBCD een mogelijk alternatief voor PBB’s en PBBO’s[ref 32]. Tot slot is HBCD praktischonoplosbaar in water, zodat geenmigratie in water kan optreden [ref 33]. Overigens blijkt uit onder-zoek dat het HBCD in EPS-isolatie,ook bij gebouwen die al meer dan30 jaar bestaan, nog altijd even

effectief is. [ref 34]. Om zicht tekrijgen op waar en in welke hoe-veelheden HBCD in Europa wordttoegepast plus wat de beheers-maatregelen en hun effectiviteitzijn, wordt momenteel door hetZweedse instituut KEMI een Risk Assessment studie uitgevoerd.

3.6 SAMENGESTELDEBOUWPRODUCTEN MET EPS

Hoewel deze uitgave betrekkingheeft op de milieuaspecten van hetmateriaal EPS op zichzelf, wordtEPS echter vaak toegepast alsisolerende component in samen-gestelde bouwproducten, en moetenook deze ‘branche-vreemde’materialen niet onbesprokenblijven. Het zou echter te ver gaande milieuaspecten bij de productievan deze materialen zoals hout,

metaal en kunststof in extenso tebeschrijven. Dit wordt immersreeds door de fabrikanten in debetreffende branches gedaan. Wat in het kader van deze uitgaveechter wel van belang is, is de vraagwelke ‘vreemde’ materialen bij deproductie van EPS-bouwproductenworden gebruikt en in hoeverre hetEPS in het recyclingstadium vandie materialen te scheiden is. Dit laatste immers mag onder deverantwoordelijkheid van de pro-ducenten van samengestelde EPS-bouwproducten gerekend wordenen wordt daarom elders in dezepublicatie beschreven (par. 5.6).In dit hoofdstuk, de milieuvraag-stukken bij de productie, wordtvolstaan met het noemen van demeest gebruikte ‘vreemde’ compo-nenten in samengestelde EPS-bouwproducten (figuur 15).

16

Samengestelde bouwprodukten met EPS.

Materiaal Toepassing in o.a. Aandeel in volume-%

Spaanplaat Isolatie hellend dak 11Vurenhout Isolatie hellend dak 6Gipsvezelplaat Isolatie hellend dak 8,1Staalplaat Isolatie wand 0,9Staalplaat Vlakdak-isolatie 0,5Bitumen Vlakdak-isolatie 0,7Glasvlies Vlakdak-isolatie 0,3Aluminiumfolie Isolatie hellend dak en o.a. koelcellen 0,01

Gemiddeld aandeel EPS en ‘vreemde’ componenten in samengestelde EPS-bouwproducten in volumeprocenten

Figuur 15

Page 17: Milieubewust bouwen en isoleren

3.7 TRANSPORT EN OPSLAGVAN POLYSTYREENBEADS ENNIEUW EPS

Voor de expansie van polystyreen-bead naar EPS-parel en EPS-verpak-king wordt het blaasmiddel pentaangebruikt, zoals beschreven in par.3.3. Pentaan is een normale kool-waterstof, maar is wel brandbaar.Zowel uit de basisgrondstof polysty-reenbeads als uit het ‘verse’ nieuweEPS-product emitteert pentaangeleidelijk en op natuurlijke wijzeuit het materiaal. Om brandgevaarte voorkomen zijn in het kader vanhet CEFIC (European ChemicalIndustry Council) Responsible CareProgramme door de Europesegrondstoffenorganisatie APMEduidelijke richtlijnen uitgevaardigdvoor het transport en opslag vanpolystyreenbeads en nieuwe EPS-producten. Met behulp van dezeGuidelines for Transport andStorage of Expandable PolystyreneRaw Beads én de brandpreventie-plannen op de productielocatieskunnen incidenten binnen debedrijfskolom beter worden voor-komen [ref 35].

17

Page 18: Milieubewust bouwen en isoleren

18

Daarnaast is ook de aandacht voorgezondheidskwesties tijdens deproductie en verwerking van bouw-materialen sterk achtergebleven tenopzichte van de algemene milieu-eisen die aan die materialen wor-den gesteld. Zo moeten producten

aan een hele reeks van milieu-eisenvoldoen, terwijl eventuele directegezondheidsgevaren soms achte-loos terzijde worden geschoven.Vaak is een belofte van de fabrikantof een ‘beterschapsconvenant’ algenoeg om gezondheidsgevaren en

Met de hijsinrichting worden lichamelijke inspanningen op het dak minimaal.

-verdenkingen weer voor enkelejaren te pareren. Datzelfde gebeurdetijdens de asbest-vezelproblematiek.Pas dertig jaar later, toen ziektes alsmesothelioom zich openbaarden,werd ingegrepen. Wat dat betreftmoet worden geconcludeerd datbouwend en regelgevend Nederlandnog niet erg veel van het verledenheeft geleerd, gezien de huidigediscussie omtrent de mogelijkekankerverwekkendheid van mineralevezelwol. Ook deze discussie sleeptzich maar voort, drijvend op beloftesvan verbetering door de producen-ten, zonder dat daadwerkelijk wordtingegrepen.De EPS-bouwindustrie in Neder-land, verenigd in Stybenex, pleitervoor dat er binnen de kortstmogelijke tijd maatregelen wordengenomen om veiligheid, gezond-heid en welzijn (VGW) tot eenintegraal en verplicht onderdeel temaken van het concept duurzaambouwen. In de ogen van Stybenex ishet onbestaanbaar dat alle aandachtuitgaat naar zaken als ketenbeheeren EPN, terwijl direct levensbedrei-gende kwesties met de mantel dergoedwillendheid worden bedekt.Vanuit deze optiek bevat dit docu-ment duidelijke informatie omtrentEPS in het kader van VGW, alsintegraal onderdeel van de milieu-beoordeling van materialen enconstructies. Dit onderwerp isverder uitgebreid beschreven in hetseperate katern ‘EPS en Gezond-heid, gezond bouwen en isoleren’als onderdeel van het ‘Witboek EPSin de Bouw; Informatie voorBouwprofessionals’, uitgegevendoor en aan te vragen bij Stybenex.

4. VEILIGHEID, GEZONDHEID EN WELZIJN

Nederland staat bekend om een goede bouwkwaliteit. Slim enrelatief goedkoop ten opzichte van de omringende landen. In deNederlandse bouwpraktijk is het vanzelfsprekend geworden ommilieuaspecten in bouwplannen te integreren. De aandacht voorgezondheid blijft echter achter, terwijl bouwen en wonen tocheen essentiële bijdrage leveren aan het welzijn van de mens.Inmiddels komen signalen van diverse kanten dat er toenemen-de zorg moet zijn voor het binnenmilieu in woningen. Hoeweler veel deelactiviteiten op dit terrein worden ondernomen, is dekennis slecht toegankelijk en vindt er zelden een integratieplaats tussen binnenmilieu en andere kwaliteitsthema’s. Eenduidelijk voorbeeld is de tegenstelling tussen de toenemendeluchtdichtheid van woningen in het kader van energiebesparingen de toepassing van de daarbij behorende ventilatieprincipesvoor een goede luchtkwaliteit.

Page 19: Milieubewust bouwen en isoleren

voor het werken met isolatie-materialen tijdens de bouwfase.

Vezels en stof. EPS staat alom bekend als een prettig materiaal ommee te werken. Het veroorzaaktgeen prikkende handen, geïrriteer-de huid en slijmvliezen of anderenadelige gezondheidseffecten. Wel kan stof dat eventueel vrijkomtbij het zagen van EPS wat hinderveroorzaken zoals bijvoorbeeldniezen. Hierbij is echter geen ge-vaar voor de gezondheid aanwezig[ref 36]. Overigens worden tegen-woordig steeds meer apparaten opde bouw gebruikt die het EPS metbehulp van een gloeidraad snijden. Stof door zagen komt dan in zijngeheel niet meer voor en ook dekwaliteit van het werk gaat eropvooruit. [ref 37]

Effecten van bindmiddelen. Bind-middelen worden gebruikt om eenmateriaalsoort stabieler en vaster te maken. Bij het verwerken vanmaterialen op de bouwplaats kun-nen deze bindmiddelen vrijkomenen tot gezondheidsklachten leiden.EPS bevat geen bindmiddelen, integenstelling tot andere isolatie-materialen. De losse EPS-parelsworden immers met stoom aaneen-gesloten tot de bekende EPS-bouw-producten. Zie hoofdstuk 1.

Beschermingsmiddelen. Hetdragen van beschermingsmiddelenwordt over het algemeen door debouwvakker als onprettig en on-handig beschouwd. In de praktijkworden daarom maar weinigbeschermingsmiddelen gedragen,zoals hierboven reeds aangeduid.

19

4.1. VGW TIJDENS DEPRODUCTIE VAN EPS-BOUWMATERIALEN

Voor de gegevens hierover kandeels worden terugverwezen naarhoofdstuk 3. Het werken metchemische stoffen is verantwoord,mits wordt voldaan aan criteriazoals MAC-waarden. In dat hoofd-stuk werd al aangegeven dat deactuele concentraties van mono-styreen voor werknemers bij EPS-verwerkende bedrijven beneden delaagste MAC-waarden in Europaliggen. Ook de koolwaterstof pen-taan vormt geen gevaar voor degezondheid van productiemede-werkers. Datzelfde geldt voor debrandvertrager HBCD die voor debrandvertragend gemodificeerdeEPS-uitvoering wordt gebruikt.Voor het werken met EPS op pro-ductielocaties zijn bovendien geenpersoonlijke beschermingsmidde-len nodig, aangezien het geen irri-tatie of schade aan huid en lucht-wegen veroorzaakt en geen anderegezondheidsrisico’s in zich draagt.Fysiologische en toxische effectenvan EPS zijn dus praktisch geheelafwezig, en nadelige gezondheids-effecten door EPS zullen dan ookniet plaatsvinden. Niet voor niets isEPS als verpakking voor levensmid-delen geaccepteerd.

4.2. VGW GEDURENDE DEBOUWFASE

Binnen productielocaties is ermeestal wel een bepaalde vorm van ‘gezondheidstoezicht’. Op debouwplaats is dit toezicht lastiger. Vaak worden veiligheids- en gezondheidsvoorschriften niet volledig nageleefd, vooral omdatbijvoorbeeld persoonlijke bescher-mingsmiddelen door de bouwvak-ker als hinderlijk worden ervaren.Dit terwijl juist in deze verwerkings-fase, waar mensen direct metbouwproducten in contact komen,gezondheidsbedreigende mate-rialen de meeste schade kunnenaanrichten. Hier ligt dus een rolvoor de industrie, die aan de bronmoet zorgen dat toegeleverdematerialen geen gezondheidsgevaaropleveren. Hierna volgen de specifieke gezondheidskwesties

Page 20: Milieubewust bouwen en isoleren

20

ducenten een zogenoemde hijs-klem ontwikkeld, die behalve VGWook de productiviteit in positievezin beïnvloedt. Met behulp van dehijsinrichting worden nagenoegalle transporthandelingen rond dedakelementen vanaf de grond uit-gevoerd. Het dakelement wordtonder de gewenste hoek opgeno-men, getransporteerd en uitein-delijk op het dak geplaatst. Hetwerken op het dak wordt daardoortot een minimum beperkt, en ookhet moeizame handmatig verplaat-sen van de elementen over de gor-dingen behoort tot het verleden.

4.3. VGW GEDURENDE DE GEBRUIKSFASE, BINNEN-MILIEU

De kwaliteit van de binnenlucht vanwoningen is het resultaat van deinteractie tussen talloze factoren inen buiten de woning. Bouwkundigeuitvoeringen (waaronder isolatie),

Uit het oogpunt van gezondheidlijkt dat onbegrijpelijk, maar hetgebruiken van enkele van deze mid-delen is ook zeer onaangenaam,zeker als het warm is: handschoe-nen, snuitje, overall, veiligheidsbril,p2-masker, p3-masker, crème. Voor het werken met EPS op debouwplaats (en thuis) zijn geen per-soonlijke beschermingsmiddelennodig.

EPS is licht van gewicht. Een andergunstig aspect van EPS met betrek-king tot veiligheid, gezondheid enwelzijn is het bijzonder lichtegewicht van het materiaal. Op debouwplaats is het ‘kale’ EPS daar-door makkelijk te hanteren, zonodig eenvoudig op maat te makenen aan te brengen. Ook verwerkingvan de samengestelde EPS-bouw-producten betekent normaal ge-sproken geen zware arbeid voor debouwvakker. Voor de vanwege hethout doorgaans zwaardere dakele-menten is door de betreffende pro-

installatietechnische kenmerken,de staat van onderhoud, gedrag,stoffering, meubilering, afwerk-materialen en algemene kwaliteitvan de woonomgeving: al dezefactoren en nog veel meer kunnenresulteren in een binnenmilieu datbij bewoners leidt tot aspecifiekeklachten over gezondheid of eenverminderd welbevinden. Zeker nudoor de verhoogde energieprestatie-eisen gebouwen volledig worden‘ingepakt’, groeit de aandacht voorde kwaliteit van het binnenmilieu.Pijnlijk duidelijk wordt nu ook deachterstand die bouwend Neder-land in het denken en handelenhierover heeft opgelopen. Pas nukomt men tot het besef dat allerichtlijnen op het gebied van duur-zaam bouwen rechtstreeks vaninvloed zijn op de gezondheid vangebruikers en bewoners van bouw-werken. Bovendien hebben steedsmeer mensen last van allergieën enastmatische aandoeningen, waarenergiebesparende en milieuvrien-delijke bouwmethoden soms aanbijdragen. Krantenkoppen zoals‘Duurzaam bouwen schaadt gezond-heid’ en ‘Dubo verwaarloost ge-zondheidseisen’ zijn tegenwoordigdan ook niet van de lucht [ref 38,39]. In kantoorpanden komt daarnog een economische factor bij. Uit onderzoek is gebleken dat ge-zondheidsklachten leiden tot eenverminderde productiviteit van 5 tot15 procent. Bij een jaarsalaris van40.000 Euro betekent dat eenkostenpost van zo’n 2.000 tot5.000 Euro per medewerker [ref 40].

Inmiddels is alom bekend dat goedeisolatievoorzieningen (‘dikker iso-leren’) hand in hand moeten gaanmet goede installatietechnischemaatregelen om de twee-eenheidisoleren-ventileren te optimaliseren.De keuze van het isolatiemateriaalis daarbij op zichzelf al van belang,omdat elk type isolatiemateriaalpositieve of negatieve gezondheids-effecten met zich meebrengt.Isolatieproducten kunnen een directe invloed op de kwaliteit van het binnenmilieu hebben. VoorEPS worden de gezondheidseffec-ten hieronder kort besproken.

Vochtgedrag. EPS is nagenoegvochtongevoelig. Zelfs bij lang-

Page 21: Milieubewust bouwen en isoleren

durige onderdompeling neemt hetnauwelijks vocht op. Dat betekentdus ook dat vocht op aangebrachteEPS-bouwproducten vrijwel geenvat heeft. De oorspronkelijke iso-latiewaarde van EPS blijft daardoorlange tijd gegarandeerd. Dat isbelangrijk omdat vochtproblemenin gebouwen kunnen leiden totschimmelvorming en daardoor eenslecht en ongezond binnenmilieuveroorzaken.

Vezels en stof. Zoals ook in hetvorige paragraaf te lezen is, scheidtEPS geen gevaarlijke vezels of stof-deeltjes af. Zelfs het onbedoeld in-nemen van EPS heeft geen nadeligeuitwerking op mens en dier. Het passeert maag en darmen enzal onveranderd worden afgeschei-den [ref 41]. De angst van sommigemensen dat vezels vanuit isolatie-materialen via naden en kierenterecht kunnen komen in hetbinnenmilieu, is voor EPS dan ookongegrond.

Emissies tijdens de gebruiksfase.Duits onderzoek in 1987 wees al uitdat de styreenemissie vanuit EPSzeer laag is. Zelfs toen de detectie-grens van 0,05 mg styreen/m3 werdverlaagd naar 0,01 mg styreen/m3,is geen styreen meetbaar gebleken[ref 42]. Verder is bekend dat de insommige EPS-producten toegepastebrandvertrager niet in water oplost.Eventuele emissies vanuit bind-middelen zoals fenol en formalde-hyde, gebruikt voor andere isolatie-

21

materialen, komen bij EPS nietvoor. EPS bevat immers geen bind-middelen.

Ongedierte. Alle isolatiematerialenkunnen door ongedierte wordenaangetast. Uit onderzoek blijkt datcellullair glas hiervoor het minstgevoelig is, minerale vezelwol hetmeest [ref 43]. Muizen en insectenconsumeren het isolatiemateriaalniet, maar gebruiken het vooralvoor beschutting en als nestmate-riaal. Dat neemt niet weg dat onge-dierten ziekten kunnen overbrengen.Bouwkundige voorzieningen en‘good-housekeeping’ zijn maat-regelen om aantasting van isolatie-materialen door ongedierte te be-perken.

4.4. VGW BIJ SLOOP ENRENOVATIE

De vergaande richtlijnen voorasbestverwijdering zijn inmiddelsbekend. Of er, gezien de mogelijkegezondheidseffecten, in detoekomst ook strenge eisen wordengesteld aan het verwijderen vansommige isolatiematerialen, ismoeilijk in te schatten. Duidelijk iswel dat voor het verwijderen vanEPS geen vrees hoeft te bestaan.Selectief slopen is zelfs een interes-sante optie, vanwege de goederecyclingmogelijkheden van EPS.Maar ook bij het grover slopen zalvrijkomend EPS geen nadeligegezondheidseffecten teweeg-brengen.

Page 22: Milieubewust bouwen en isoleren

5. AFVAL, INZAMELING EN HERVERWERKING

Omdat het geheel van afvalverwijdering en hergebruik een veelalcomplexe zaak is, heeft de Nederlandse overheid een eenvoudigeleidraad geformuleerd als voorkeursvolgorde voor de verwijde-ring van afval: de zogenaamde ladder van Lansink. Volgens die ladder is de preventie van afval prioriteit nummeréén. Vervolgens, als het afval eenmaal is ontstaan, genietenrespectievelijk hergebruik, recycling, verbranden met energie-terugwinning en verbranden de voorkeur boven het storten vanafval. Verbranden met energieterugwinning als vorm vanafvalhergebruik wordt, als het materiaal zoals EPS zich ervoorleent, dus als een goede optie beschouwd. Meer over deze vormvan verbranding in paragraaf 5.7.

5.1. EPS-AFVAL ALGEMEEN

Het aandeel EPS in de totale Neder-landse afvalstroom komt vooral voorrekening van EPS-verpakkingen.Als totaal is dit echter relatief wei-nig. Het aandeel EPS-afval van ver-pakkingen bijvoorbeeld in de totaleNederlandse afvalstroom bedraagtslechts 0,01 procent [ref 44]. Ditaandeel zal bovendien snel verderdalen door genomen inzamelings-en herverwerkingsmaatregelen.Het afval, afkomstig van EPS-

bouwproducten wordt momenteelgeschat op circa 660 ton per jaar[ref 45]. Deze hoeveelheid is zo goedals geheel afkomstig vanuitafvalstroom 2: bouw- en sloopafval(inclusief renovatieafval), aangeziende productieresten door defabrikanten zelf direct wordenhergebruikt.

5.2. EPS-PRODUCTIERESTEN

Wanneer er tijdens de fabricage van EPS-producten zogehetenproductieresten ontstaan, wordendeze volledig door de producentenzelf herverwerkt. De productie-resten worden vermalen en toege-voegd aan virgin materiaal voornieuwe EPS-artikelen. Deze afval-stroom kan dus verder wordenverwaarloosd en wordt in bereke-ningen afgerond op 0%.

5.3. EPS IN BOUW- EN SLOOP-AFVAL (INCL. RENOVATIE)

Het afval van EPS-bouwproductenkomt door het hergebruik van deproductieresten nagenoeg uitslui-tend vrij in het bouw- en sloopafval(inclusief renovatie). In 1997, delaatst beschikbare gegevens, is hettotale volume bouw- en sloopafvalin Nederland gestegen naar circa14.500.000 ton [ref 46, 47]. Het aandeel EPS-afval (660 ton) isdus uiterst gering, te weten minderdan 0,005 procent.

22

De gemiddelde technische levens-duur van de meeste EPS-bouw-producten bedraagt circa 75 jaar.Daarmee is een EPS-bouwproducteen duurzaam artikel, dat bij sloopals afval pas vrijkomt nadat hettientallen jaren haar belangrijkeenergiebesparende doel heeftgediend. Dat kan uiteraard van demeeste andere producten nietgezegd worden. Daarnaast ontstaateen geringe hoeveelheid EPS-afval gedurende de productie (EPS-productieresten) en tijdens bouw-werkzaamheden. Drie afvalstromen kunnen wordenonderscheiden, te weten: productie-resten, bouwafval en sloopafval(inclusief renovatieafval). Aange-zien cijfers over de hoeveelhedenbouw- en sloopafval meestal samenworden gegeven en praktisch ookmoeilijk te differentiëren zijn,wordt het aantal afvalstromen ookin dit document teruggebracht tottwee:

1. productieresten, en2. bouw- en sloopafval

(inclusief renovatieafval).

In dit hoofdstuk wordt gekekennaar de omvang en aard van deafvalstromen, de mogelijke maat-regelen voor afvalpreventie, en deactuele mogelijkheden en technie-ken voor inzameling en herverwer-king van ‘kaal’ EPS en samen-gestelde EPS-bouwproducten.

Gebruikt EPS wordt hoogwaardigherverwerkt tot nieuwe EPS-produkten.

Productieresten worden door de producenten zelf vermalen en direct hergebruikt.

Page 23: Milieubewust bouwen en isoleren

23

5.4. NATIONALE EN INTER-NATIONALE AFSPRAKEN

Om enerzijds EPS-afval te voor-komen en anderzijds het ontstaneafval zoveel mogelijk verantwoordte herverwerken, hebben de Neder-landse EPS-producenten reeds opeigen initiatief tal van maatregelenen systemen ontwikkeld. Dit streven naar ‘integraal keten-beheer’ (hoofdstuk 7) wordt doorStybenex en haar leden kracht bij-gezet door de participatie in milieu-projecten en de onderschrijving vanlandelijke en Europese afsprakenop dit gebied.

Convenant KunststofafvalIndustrie. Middels toetreding tothet Convenant KunststofafvalIndustrie, dat het ministerie vanVROM, de Nederlandse Federatievoor Kunststoffen en de Neder-landse Vereniging van Rubber- enKunststoffabrikanten op 4 maart1993 ondertekenden, verplicht ookde Nederlandse EPS-branche zichaan de doelstellingen van hetconvenant. De betrokken bedrijvenworden doorgelicht op de hoeveel-heid afval die ze produceren en detechnische en economische moge-lijkheden om die hoeveelhedendoor preventie en hergebruik tereduceren. De partijen realiserenhiermee dat het storten van kunst-stofafval drastisch zal afnemen enhet hergebruik van deze kunststof-reststoffen toeneemt. De Neder-landse EPS-branche heeft dit doordirect hergebruik van EPS-produc-tieresten (zie paragraaf 5.2) algrotendeels geregeld.

Beleidsverklaring Milieu-taakstellingen Bouw. Stybenex iseen van de brancheorganisaties inde bouw, waarvoor de NVTB(Nederlands Verbond ToeleveringBouw) op 16 juni 1993 de Beleids-verklaring Milieu-taakstellingenBouw 1995 ondertekende, tezamenmet de ministeries van VROM,Economische Zaken, Verkeer enWaterstaat, de Vereniging vanNederlandse Gemeenten en deUnie van Waterschappen. De be-leidsverklaring omvat 15 kwantita-tieve milieutaakstellingen, waarinde bouw aangeeft wat zij in 1995 endaarna ten aanzien van een aantal

milieuaspecten zal hebben bereikt.Op het gebied van afval en grond-stoffengebruik gaat het hierbijondermeer om scheiding, herge-bruik en afname van het bouw- ensloopafval, een zuiniger gebruikvan granulaire grondstoffen, ver-hoogde inzet van secundaire grond-stoffen of reststoffen en gebruikvan minder milieubelastende mate-rialen. De beleidsverklaring wordtals een belangrijke stap voorwaartsbeschouwd om te komen tot verde-re implementatie van het milieu-beleid in de bouwsector. Een nadereuitwerking van deze beleidsverkla-ring is uitgemond in de integralemilieutaakstelling (IMT) voor derubber- en kunststofverwerkendeindustrie, waarvan de onderteke-ning op 22 december 2000 plaats-vond. Zie ook paragraaf 3.4.

Convenant Verpakkingen. Binnenhet Convenant Verpakkingen gaathet niet om EPS-afval, maar omander verpakkingsafval dat bij af-nemers vrijkomt. Sinds eind 1997neemt Stybenex deel aan het Con-venant Verpakkingen II [ref 48].Gecommiteerden aan het convenantzijn leden die meer dan 50.000 kgverpakkingen per jaar gebruiken.De deelnemers rapporteren jaar-lijks aan het ministerie van VROMover hun afvalhoeveelheden en de plannen die zij opstellen c.q. uit-voeren om de hoeveelheid verpak-kingsmateriaal te verminderen.

Europese afspraken en initiatieven.In Europees verband zijn studiesuitgevoerd naar de verdere moge-lijkheden voor de recycling van EPS[ref 49]. Eén van de conclusies is datrecycling van EPS-verpakkings-materiaal zeer goed mogelijk is. InNederland bestaan reeds bijzondergoed werkende inzameling- en re-cyclingsystemen, waarmee grotevolumes EPS worden herverwerkt.Zoals het inzamelsysteem vanStybenex Verpakkingen en hetretoursysteem EPS Gardentraysvoor de tuinbouwsector. Meer over(inter)nationale samenwerking is telezen in paragraaf 7.3.

5.5 AFVALPREVENTIE:LEGPLANNEN

Uiteraard is verreweg de meesteffectieve methode om de hoeveel-heid EPS-afval te beperken hetvoorkomen dat EPS-afval ontstaat.Dit wordt zoals eerder beschrevenal deels bereikt door het directherverwerken van EPS-productie-resten (zie paragraaf 5.2). Eenandere methode is het maken vanzogenoemde ‘legplannen’, die alsservice door de EPS-producentenaan afnemers worden meegeleverd.Op basis van het bouwkundigontwerp plus vereisten wordt eenspecifieke tekening gemaakt vanhoe bijvoorbeeld dakelementen tezagen en te plaatsen om zo minmogelijk materiaalverlies c.q. afvalte veroorzaken. Veelal worden deelementen door de producent zelfal op maat gemaakt. Dit kan resul-teren in besparingen tot zo’n 5%,wat over de hele linie het materiaal-verlies c.q. afval aanzienlijk beperkt.

5.6 INZAMELINGS-PROBLEMATIEK

Om bouw- en sloopafval te kunnenherverwerken, moet men het eerstinzamelen. Een belangrijk gegevendaarbij is dat het begrip afval eengebrek aan economische waardeimpliceert en men het daarom metde inzameling/afvalscheiding vaakniet zo nauw neemt. Voor EPS magdaar echter geen sprake van zijn. Gebruikt EPS is, schoon én vervuild,een opnieuw te gebruiken grond-stof voor tal van producten binnenen buiten de eigen bedrijfskolom.De technieken voor hoogwaardigeherverwerking van EPS zijn voor-handen (zie paragraaf 5.7). Maar zoals bij alle bouwmaterialen,is ook de inzameling van EPS vanafde bouwplaats (bouw- en sloop-afval) complex, en wel vanwege devolgende factoren.1) Logistiek-economische complexi-

teit: de gedifferentieerdheid vande plaatsen waar het EPS- afvalvrijkomt en de kosten dieinzameling met zich meebrengt.

2)Technische complexiteit: devervuilingsgraad van het EPS-afval.

Page 24: Milieubewust bouwen en isoleren

24

zamelpunten EPS wordt samenge-bracht en ter herverwerking door deproducenten wordt ingezameld.Daarmee heeft de EPS-branche eengoede oplossing voor de logistiek-economische complexiteit van deEPS-inzameling gerealiseerd.Momenteel wordt in het kader vanhet Nationaal OnderzoekprogrammaHergebruik van Afvalstoffen (NOH)gestudeerd op de mogelijkheden

voor de ontwikkeling van een natio-naal dekkend inzamelnetwerk. Zieparagraaf 7.2.

Oplossing voor technischecomplexiteit. Tot enkele jaren terugwas het alleen mogelijk schoon EPSte recyclen. Door modificatie van deinstallaties en nieuwe recycling-technieken kan straks ook vervuildEPS (mits niet té sterk vervuild)tegelijkertijd worden herverwerkt.Voor optimaal rendement van degrondstof is het nu nog zaak datschoon en vervuild EPS-afvalgescheiden wordt ingezameld enaangeboden. Dit wordt bereikt doorgoede afspraken te maken met deaanbieders van het EPS-afval,bijvoorbeeld in de vorm van eenkwaliteitscontract, zoals dat somsdoor de EPS-producenten wordtgehanteerd. Hiermee ontstaat eengezamenlijke verantwoordelijkheidbinnen de bedrijfskolom, waarbijgebruikt EPS geen afval meer is,maar grondstof voor nieuwe pro-ducten.

Oplossing voor scheiding samen-gestelde EPS-bouwproducten. Eenderde kwestie waarvoor de EPS-industrie een oplossing heeftgevonden, is de scheiding van ver-schillende materialen vanuit desamengestelde EPS-bouwproducten.In paragraaf 3.6 is reeds beschrevenwelke materialen voor samenge-stelde EPS-bouwproducten wordengebruikt. Het gaat hierbij bijvoor-beeld over dakpanelen, waar EPS deisolerende component is, vervat

3) Scheiding van samengesteldeEPS-bouwproducten: nood-zakelijk voor verantwoordeherverwerking van de afzon-derlijke componenten.

Oplossing voor logistiek-econo-mische complexiteit. Op vrijwelelke Nederlandse bouwplaats komtwel een bepaalde hoeveelheid EPS-afval vrij in de vorm van bouw- ofsloopafval. Eerder (paragraaf 5.3) isal beschreven dat het aandeel EPSin het totale bouw- en sloopafval inNederland minder dan 0,005%bedraagt. Dat betekent dat gemid-deld per bouwplaats een evenrediggering aandeel EPS vrijkomt. Uiteconomisch en milieutechnischoogpunt is het duidelijk niet verant-woord met vrachtwagens de bouw-plaatsen af te gaan om het materiaalin te zamelen. Inzameling kan indie zin alleen succesvol zijn alsgrotere hoeveelheden EPS op eenbeperkt aantal inzamelplaatsenopgehaald kunnen worden. In dit kader hebben enkele EPS-producenten een recyclingsysteemontwikkeld, waarbij met behulp vangrote zakken en containers op in- Samengestelde EPS-bouwprodukten: gloeidraden scheiden EPS van 'vreemde' materialen.

EPS: schoon èn vervuild 100% recyclebaar.

Page 25: Milieubewust bouwen en isoleren

tussen spaanplaat en vurenhout. In het recyclingstadium is het vanbelang dat het EPS van deze compo-nenten wordt gescheiden. Hiertoezijn 4 technieken voorhanden,waarvan de eerste twee de meestgebruikelijke zijn.

1) Gloeien: op een zogenoemdegloeihelling snijden twee gloei-draden vlak langs de overigecomponenten door het EPS enscheiden zodoende de EPS-kernvan de andere materialen.

2)Pellen: de materiaallagen aanweerszijden van de isolatiekernworden van het EPS afgetrokken(‘gepeld’).

3) Windziften: de EPS-bouwproduc-ten worden gebroken en ver-malen, waarna de materialen ineen windtunnel op basis van het soortelijk gewicht worden ge-scheiden.

4)Waterziften (‘jiggen’): hetzelfdeprincipe als windziften, maar nu op basis van het drijvend ver-mogen van de materialen.

Het EPS wordt volledig gerecycled.De overige materialen wordenherverwerkt, voorzover de betref-fende branche daar afdoende tech-nieken voor beschikbaar heeft. In sommige gevallen vormen deherverwerkte vreemde componen-ten direct of indirect zelfs de grond-stof voor dezelfde toepassing inEPS-bouwproducten.

5.7 HERVERWERKINGS-TECHNIEKEN

Technisch gezien is EPS uitstekendte recyclen. Schoon materiaal voor100% en vervuild materiaal, mitsniet te sterk gedegenereerd, even-eens volledig. Ingezameld EPSkrijgt zo zonder noemenswaardigextra energieverbruik nieuwebestemmingen binnen en buiten deeigen bedrijfskolom. Hiermee isgebruikt EPS over vrijwel de gehelelinie niet meer te beschouwen alsafval, maar als waardevolle grond-stof voor nieuwe producten. De volgende recyclingtechniekenworden gebruikt (zie ook figuur 16).

A. Herverwerking van productie-afval (niet in figuur opgenomen)De tijdens de productie vrijgekomenEPS-productieresten (zie par. 5.2)wordt door de producenten zelfsinds jaren vrijwel volledig her-

verwerkt. Het wordt via vermalingverkleind en toegevoegd aan virginmateriaal voor de fabricage vannieuwe EPS-bouwproducten.

B. Terug naar de grondstof:feedstock-recycling (niet in figuuropgenomen)Feedstock-recycling omvat eenreeks methoden, waarbij gebruiktEPS wordt afgebroken tot elemen-taire grondstoffen, de oorspron-kelijke chemische bestanddelen. Deze kunnen weer worden gebruiktin raffinaderijen of bij de productievan chemicaliën.

25

Figuur 16

Verwerking van rest-EPS

Smelten Vermalen

Ingezamelde EPS-bouwproducten

Scheiden

Nieuwe EPS-bouwproducten

Nieuwe EPS-verpakkingen

Granuleren

Blokvormers

Contoursnijders

Toevoeging EPS aan lichtgewicht beton

Isolatiestenen

Producten voorbodemverbetering

Hardpolystyreengranulaat

Anders

Matrijzen

Verbranden met energieterugwinning

Recycling of verwijdering ‘vreemde’ componenten

Stoom

VirginmateriaalVorming in vormautomaten

Page 26: Milieubewust bouwen en isoleren

Voor schoon en licht vervuild EPSis het momenteel eveneens mogelijkom het materiaal door middel van de‘depolymerisatietechnieken’ tot deoorspronkelijke grondstof terug tevoeren.

C. Herverwerking tot nieuwe EPS-productenMits niet te sterk vervuild, wordeningezamelde EPS-bouwproductenen verpakkingen vermalen en toe-gevoegd aan virgin materiaal voornieuwe EPS-bouwproducten.

D. Herverwerking tot Styromull®

Gebruikte EPS-bouwproducten,schoon of vervuild, worden ver-malen tot korrels van 3 mm grootte.Deze worden onder de naam Styro-

mull ingezet ter verluchtiging vande bodem (substraten, composteer-hulpmiddel, drainagedoeleinden).Daarnaast gebruikt de lichtbetonbaksteenindustrie vermalen EPS alshulpstof voor de fabricage van iso-lerende bakstenen.

E. Opnieuw smelten en granulerenSchone en licht vervuilde EPS-bouwproducten laten zich als

thermo-monoplastic eenvoudigsmelten en granuleren tot de basis-grondstof polystyreen. Dit extrusie-proces, waarbij eventuele vervuilingmiddels filtratie tijdens de extrusiewordt verwijderd, leidt tot eenhoogwaardig PS-granulaat waarvannieuwe PS-spuitgietartikelenworden gemaakt.

F. Verbranden metenergieterugwinningDoor de hoge calorische waarde van EPS leent het materiaal zichuitstekend voor de vervanging vanfossiele brandstoffen in vuilverbran-dingsinstallaties. Bij een juiste ver-branding wordt circa 80% van defeedstock-energie uit EPS terug-gewonnen (zie ook par. 2.2). Het materiaal ontleedt zich in kool-dioxide en water en kan daardoorzonder problemen worden ver-brand. Afhankelijk van het land van herkomst en de densiteit bespaart één kilogram EPS zo-doende bijna één kilogram stook-olie (1,2 - 1,4 liter) [ref 50].

26

Gebruikt EPS geëxtrudeerd tot PS-granulaat voor spuitgietprodukten.

Page 27: Milieubewust bouwen en isoleren

• Een bereikte consensus ten aan-zien van de wijze waarop de‘milieuvriendelijkheid’ wordtbepaald. De bouwtoeleverendeindustrie heeft hiertoe een proto-col opgesteld, van waaruit eenhandleiding met rekenmethodeen handelwijze is ontwikkeld.

• Het uitbrengen van de resultatenvan dergelijke milieustudiesvolgens een vaststaand format.Fabrikanten die milieu-informa-tie naar buiten willen brengen,doen dit volgens de algemeenaanvaarde MRPI-handleiding ende fabrikanteigenverklaring of viade certificerende instellingenmiddels de KOMO-kwaliteitsver-klaring.

• Er is een duidelijke behoefte ont-staan om de milieu-informatieover bouwproducten niet meer opmateriaalniveau te gebruiken,maar in de toepassing.Momenteel is een aantal model-len in ontwikkeling, waarmee de‘milieuvriendelijkheid’ van eengebouw kan worden bepaald. Deinvoergegevens komen voort uitde milieu-informatie van de af-zonderlijke bouwproducten.

• Er is een duidelijk besef ontstaandat thermische isolatieproductenzich van andere bouwproductenonderscheiden, doordat ze in degebruiksfase een positieve invloedop het milieu hebben. Door goeden dikker te isoleren wordt eenaanzienlijke besparing op verwar-mingsenergie bereikt. Voor meerinformatie zie hoofdstuk 2.

Door deze ontwikkelingen heeft demilieubeoordeling van isolatie-materialen een andere wendinggekregen. Alom wordt erkend datde milieubelasting bij het produ-ceren en aanbrengen van isolatie-materialen in geen enkele verhou-ding staat tot de enorme energie-besparing tijdens het gebruik vande isolatie. De onderlinge milieu-verschillen tussen isolatiematerialenzijn daardoor veel minder interes-sant geworden, en verschuiven zichnaar onderwerpen als:

• De kwaliteit in relatie tot delevensduur van het materiaal.

• De arbeidsomstandighedentijdens het aanbrengen of ver-wijderen van de isolatie.

27

6. MILIEURELEVANTE PRODUCTINFORMATIE (MRPI)

Samen met de normen voor energieprestatie, geluidwering, dein ontwikkeling zijnde stralingsprestatienorm, de waterprestatie-norm en normen voor gezondheidsaspecten, is het materiaal-gebonden milieuprofiel van een gebouw (mmg) een volgendestap op weg naar een integrale milieubeoordeling van een bouw-werk. ‘Materiaalgebonden’ betekent dat het alleen te makenheeft met de milieueffecten van het totaal aan materialen dat ineen gebouw is toegepast. Dit in tegenstelling tot niet-materiaal-gebonden milieueffecten zoals energieverliezen of water-besparing in de gebruiksfase van een gebouw. Op het terrein van de bouw is een algemeen tendens tot milieu-vriendelijk bouwen waarneembaar. Hierbij gaat het niet om deindividuele bouwmaterialen maar om het totale bouwwerk. Opverzoek van VROM wordt nu dan ook door de ‘Normcommissiemateriaalgebonden milieuprofiel van een gebouw’ een methodeontwikkeld voor het bepalen van het materiaalgebonden milieu-profiel van een gebouw.Om tot een dergelijke berekeningsmethode te komen dientmilieurelevante informatie te worden aangeleverd van de ver-schillende bij de bouw toegepaste materialen. Was voorheen dezogenaamde SEV-lijst een eerste handreiking ten aanzien van‘milieuvriendelijk’ bouwen, op het ogenblik zijn meer objectievemethoden ontwikkeld om bouwmaterialen te beoordelen opmilieuaspecten. Ontwikkelingen die aan dit nieuwe inzichthebben bijgedragen zijn:

• De invloed van isolatie op hetbinnenmilieu van de woning:comfort en gezondheid.

Stybenex heeft niet geaarzeld omzich te conformeren aan de MRPI-werkwijze en heeft de noodzakelijkeLCA-studies laten uitvoeren omvervolgens de MRPI-gegevens vastte stellen voor de standaard EPS-producten. Met behulp van dezeinformatie blijkt onder meer datvan het totale energieverbruik vaneen gebouw 15% tijdens de bouwwordt verbruikt, en maar liefst 85%voor verwarming tijdens de levens-duur van het gebouw. Volop redendus om een gebouw goed en dik teisoleren om deze 85% te reduceren.

Alle MRPI-gegevens voor EPS-bouwproducten vindt u in de brochure ‘EPS Milieurelevante Productinformatie’, aan te vragenbij Stybenex.

Page 28: Milieubewust bouwen en isoleren

7.1 BELANGENAFWEGINGEN

Figuur 17 toont het kringloopmodelvan EPS-bouwproducten volgens dehuidige situatie. In het kader vanketenbeheer bestaat een aantal

momenten waarop de industrie viamaatregelen de kringloop kanbeïnvloeden: de zogenoemde‘kranen’ (1 t/m 5).Het ‘draaien aan de kranen’ is eenintensieve activiteit, waarbij een

aantal factoren tegen elkaar dient teworden afgewogen. De balans dientonder alle omstandigheden in eenzeker evenwicht te zijn. Zo dienenmaatregelen immer te wordengetoetst aan de economische haal-baarheid ervan. Reeds nu hebbende Nederlandse EPS-producentengrote investeringen gedaan insystemen om de kranen regelbaarte maken, waaronder het ontwikke-len van nieuwe herverwerkings-technieken, -installaties en inzamel-structuren. Hiermee hebben zijinmiddels laten zien dat zij (veelalop eigen initiatief) bereid zijn ominvesteringen voor het milieu teplegen, wanneer deze in relatie totde economische draagkracht van debedrijfstak en de functionaliteit vanhet EPS-bouwproduct realistisch enhaalbaar zijn.

7.2 MAATREGELEN NEDER-LANDSE EPS-PRODUCENTEN

Het voorgaande beschouwend, kansamenvattend worden beschrevenwelke maatregelen de Nederlandseproducenten van EPS-bouwproduc-ten in het regelen van de kranen

inmiddels hebben genomen enwelke maatregelen voor de nabijetoekomst zijn voorzien.

28

7. INTEGRAAL KETENBEHEER

Het op het milieu gerichte systeem van (integraal) ketenbeheervormt een uitbreiding op het concept van bedrijfsinterne milieu-zorg. Ketenbeheer is in feite de officiële benaming voor de drie-eenheid ‘milieuverantwoord produceren, milieuverantwoordproductgebruik en milieuverantwoord handelen na gebruik’,welke door de voorgaande hoofdstukken heen is behandeld.

Ketenbeheer betekent in dit kader het zoveel mogelijk sluitenvan stofkringlopen en het binnen aanvaardbare grenzen houdenvan emissies en afvalstromen. Hierbij dient de keten van grond-stof > halffabrikaat > productieproces > product > afval en emis-sies integraal te worden bekeken. Het concept van (integraal)ketenbeheer, zoals door de overheid in opeenvolgende NMP’s isneergelegd, is bedoeld om de milieubelasting door (productie-)processen en de milieubelasting van een product in al zijn faseste reduceren. Concreet betekent dit dat de producerende indus-trie haar verantwoordelijkheid uitgebreid ziet over de totalelevenscyclus van een product. Dit vraagt om ‘productenbeleid’,waarbij iedereen verantwoordelijk wordt geacht voor dat deel vande keten waarvoor die verantwoordelijkheid gedragen kan wor-den, waarmee ook de consument wordt bedoeld.Productenbeleid is een preventief beleid en richt zich op hetgrondstoffen- en energieverbruik, de levensduur van producten,en een beperking van emissies en afvalstromen gedurende degehele productlevensloop.Het bovenstaande leidt tot een situatie waar de Nederlandse pro-ducenten van EPS-bouwproducten gedurende de gehele levens-cyclus hun producten moeten monitoren en maatregelenmoeten nemen op die plaatsen waar dat in de zin van verant-woordelijkheid en productenbeleid mag worden verwacht.

Bij het streven naar integraal ketenbeheer dienen alle belangen zorgvuldig tegen elkaar afgewogen te worden.

Page 29: Milieubewust bouwen en isoleren

1: productie basisgrondstoffenDeze kraan wordt geregeld door dechemische industrie, die de grond-stof expandeerbaar polystyreenfabriceert en levert aan de ledenvan Stybenex. Deze industrie staatin Nederland onder strenge con-trole van de provinciale overheid,maar participeert eveneens innationale overheidsprojecten alsKWS 2000. Vooral procesgeïnte-greerde technieken hebben er delaatste jaren toe geleid dat deemissie van stoffen vanuit dechemische industrie sterk is gere-duceerd. Daarnaast is de chemischeindustrie een van de bedrijfstakkenwaar de hoogste investeringen ophet gebied van milieubeschermingworden gedaan.

2: productie EPS-bouwproducten(eindproducten)De reductiedoelstellingen en -verwachtingen van het door de EPS-verwerkende industrie geëmitteer-de blaasmiddel pentaan hebbenertoe leiden dat in het kader van hetproject KWS 2000 de VOS-uitstootuit deze bedrijfstak sterk is geredu-ceerd. Bij ongewijzigd beleid zoude pentaan-emissie zijn uitgegroeid

tot 2,9 kton in het jaar 2000. Dooremissiebeperkende maatregelen iseen niveau behaald van minder dan1 kton in het jaar 2000, waarmeede VOS-uitstoot is teruggebracht tot onder het niveau van 1981 (zieparagraaf 3.3).Het energieverbruik bij de produc-tie van EPS-verpakkingen is over dehele linie de laatste jaren afgeno-men. De laatste tien jaar is bij hetvoorschuimingsproces een reductievan 50% gerealiseerd, en voor destoomopwekking zelfs 75% [ref 51].Door de verbranding van pentaanconform de NeR is een nog groterereductie gerealiseerd.Zowel kwalitatieve als kwantitatievepreventie wordt door Stybenex alsbranchevereniging en door de af-zonderlijke leden binnen hun eigenbedrijf nagestreefd. Dit uit zichondermeer in de introductie vanlegplannen en de ontwikkeldesystemen voor scheiding van hetEPS van de overige materiaalcom-ponenten.

3: systemen herverwerkingIn korte tijd heeft de EPS-industriegoede resultaten geboekt op hetgebied van (hoogwaardige) herver-

werking. Ondanks de logistiek-economische complexiteit (inzame-ling) en technische complexiteit(schoon/vervuild afval) blijkt hetmogelijk een groot deel van het inNederland vrijkomende EPS-afvalop een milieuverantwoorde manierte herverwerken. Schoon EPS wordtal sinds jaren hergebruikt. Doornieuwe recyclingtechnieken is hetnu ook mogelijk vervuild EPS terecyclen tot PS-granulaat, basis-grondstof voor de polystyreen-verwerkende industrie. Zelfs kan alworden gesproken over feedstock-recycling, waarbij EPS zal kunnenworden teruggebracht tot elemen-taire grondstof. Daarmee, en metde vele toepassingen van het ver-malen gebruikte EPS (Styromull), isde bedrijfskolom en kringloop vanEPS-bouwproducten in sterke mateuitgebreid. Verbranding van ge-bruikte EPS-bouwproducten voorstoomproductie en energie-opwek-king mag, vanwege de hoge calori-sche waarde van EPS, eveneens alseen vorm van hoogwaardige her-verwerking worden beschouwd.De EPS-branche beoogt de herver-werkingskraan voor gebruikte EPS-bouwproducten in de toekomstblijvend verder open te kunnendraaien door de optimalisering vanbestaande en de ontwikkeling vantotaal nieuwe inzamel- en verwer-kingsstructuren, e.e.a. in interna-tionaal verband. Hiervoor zijn nietalleen de bereidheid en financiëlemiddelen van de branche zelf nodig,maar spelen ook het milieubewust-zijn en de discipline van afnemersen beslissers/ beïnvloeders eencruciale rol.

29

Bij het voorschuimingsproces is reeds eenenergiebesparing van 50% gerealiseerd.

Isolerende poroton-baksteen met gebruikt EPS.

1

23

4

5

DeponieProductie eindproductenProductie grondstoffen

Overig

TransportAardolieverbruik

Kunststoffen (waaroner EPS)

Verwarming

Energie

Eindproducten

Feedstockrecycling

Energieterugwinning (AVI)

Rest EPS

Productieresten

Afval

Figuur 17

Kringloopmodel EPS-bouwproducten in Nederland

Page 30: Milieubewust bouwen en isoleren

4: onderwerp van studie/onderzoekStudie en onderzoek naar haalbareinzamel- en verwerkingsmethodiek-en blijft een speerpunt van de EPS-bouwbranche voor de komendeperiode. Momenteel lopen diversegrote en kleinere projecten, diemoeten resulteren in het formule-ren en toetsen van logistieke con-cepten ten behoeve van de inzame-ling en herverwerking van EPS-bouwproducten. Deze studies zul-len de EPS-producenten moetensturen in het nemen van verderemaatregelen om gebruikt EPS intoenemende mate hoogwaardig teherverwerken. Eén van die studiesis het door bureau Intron verrichteonderzoek in het kader van het

Nationaal OnderzoekprogrammaHergebruik van Afvalstoffen (NOH)naar de meest ideale logistiekeoptie voor het inzamelen (en her-verwerken) van EPS-afval vanaf deNederlandse bouwplaatsen [ref 52].Daaruit is een ‘gewenste situatie’voortgekomen, die momenteel viaproefprojecten wordt onderzocht.Het gewenste systeem is voorzienvan een ‘prognosemodel’ voor ener-zijds het materiaalzuinig ontwer-pen van constructies met EPS, enanderzijds het verkrijgen van opti-maal inzicht in de hoeveelheid ende aard van het vrijkomend EPS(zie figuur 17).

Daarnaast blijft de EPS-branchenauw betrokken bij de nieuwsteontwikkelingen op het gebied vanfeedstock-recycling.

5: deponieWanneer de Nederlandse EPS-bouwbranche slaagt in haar strevenkraan 3 verder open te draaien, kan kraan 5 conform de nationaleafspraken vrijwel worden dichtge-draaid.

7.3 NATIONALE EN INTER-NATIONALE SAMENWERKING

In Nederland werkt Stybenex nadrukkelijk samen met anderebranche-/belangenorganisaties enoverige instanties zoals de federatieNederlandse Rubber- en Kunststof-industrie (NRK), Nederlands Ver-bond Toelevering Bouw (NVTB) en Nederlandse Isolatie Industrie

(NII). Uitwisseling van informatieen ideeën, gezamenlijk onderzoek,voorlichting naar de markt, consu-ment en overheid vormen daarbijde kernactiviteiten. Aangezien deNederlandse EPS-bouwbranchedoor intensieve import- en export-activiteiten al lang niet meer uit-sluitend nationaal is te beschouwen,

heeft Stybenex eveneens frequenten diepgaand overleg met haarzusterorganisaties in het buiten-land. Dit overleg is geformaliseerd via destichting EUMEPS (EuropeanManufacturers of EPS). De samen-werking bestaat uit het uitwisselenvan wetenschappelijke en tech-nische informatie en het delen vanelkaars know-how en research, metals speerpunt het onderwerp milieu.Vervolgens ondernemen zij inEUMEPS-verband activiteiten voorde bevordering van een eenduidigenormering van EPS-bouwproductenmet betrekking tot de materiaal-naam, gehanteerde symbolen entype-omschrijvingen. Ook werkenzij samen op het gebied van voor-lichting aan de markt, het publieken de overheden. Tenslotte onder-houden zij middels EUMEPS contacten met andere EPS-branche-verenigingen in de wereld enoverige relevante instanties.

30

Gebruikt EPS zien we in de samenleving invele vormen terug.

Figuur 18: Gewenste logistieke inzamelstructuur voor EPS-bouwproducten

Page 31: Milieubewust bouwen en isoleren

GEDEPONEERDEHANDELSMERKENEPS® is een gedeponeerd handels-merk van Stybenex, vereniging vanfabrikanten van EPS-bouwproduc-ten en van Stybenex Verpakkingen,vereniging van fabrikanten vanEPS-verpakkingen, Zaltbommel,Nederland.

Styromull® is een gedeponeerdhandelsmerk van BASF Aktien-gesellschaft, Ludwigshafen/ Rh.,Duitsland.

31

Page 32: Milieubewust bouwen en isoleren

REFERENTIES

1. Expandable polystyrene and the

environment, Shell Chemicals, 1994

2. Expanded polystyrene and the

environment, APME, 1998

3. Branche-productieanalyse Stybenex,

mei 2001

4. Cijfers via Unidek

5. Plastics consumption data,

www.apme.org, 2001

6. Expanded polystyrene and the

environment, EPS International

Taskforce, 1998

7. Information system on plastic waste

management in Europe, APME,

januari 2001

8. ‘Energie-inhoud van isolatie-

materialen’, Stybenex, 130994/Tpr

9. ‘Eco-profiles of the European Plastics

Industry, Report 4: polystyrene’,

dr. Ian Boustead, PWMI, mei 1993

10. Thermal Insulation Thicknesses in

Housing in Europe, Eurima MC

Project-55, september 1999

11. Basisonderzoek Aardgasverbruik

Kleinverbruikers 1998, EnergieNed

12. Veldonderzoek energiezuinigheid

woningbouw in buurlanden, Damen

Consultants, projectnr. 10/435/102,

juli 2000

13. Onderzoek effecten van thermische

isolatie op de energieprestatie,

DGMR Rapport K.01.1149.A,

augustus 2001

14. Ökologische Beurteilung von EPS

Dämmstoffen, Arbeitsgemeinschaft

S-E-E.ch Studie, EMPA geprüft,

september 2000

15. Beoordeling van de productie van

EPS op het gebruik van CFK’s,

TNO, 21 april 1988

16. Styrene evaluation of the carcino-

genicity and genotoxicity,

Gezondheidsraad, september 1998

17. Blootstellingsonderzoek EPS-

bewerking, Arbo Unie, 2001

18. The MAK Commission classification

for styrene, International Styrene

Industry Forum ISIF, 28 september

1999

19. The polystyrene industry answering

your questions, APME, 1992

2o. Residual ethylbenzene in styrene and

styrene polymers, International

Styrene Industry Forum ISIF,

28 september 1999

21. Styrene & mouse lung tumours,

International Styrene Industry

Forum ISIF, 28 september 1999

32

22. Styrene oligomers and the safety of

styrene polymers in contact with

food, International Styrene Industry

Forum ISIF, 28 september 1999

23. Styrene Producers Association,

2596/200.04, 17 januari 2000

24. Actieplan Taakgroep Rubber- en

Kunststoffen 1992-1993, augustus

1992, en Aanbevelingen actualisering

actieplan Taakgroep Rubber- en

Kunststoffen voor 1993-1994,

26 augustus 1993

25. KWS 2000 Jaarverslag 1999/2000

Infomil, maart 2001

26. Emissies en afval in Nederland 1998

en 1999, Van Harmelen, VROM,

november 2000

27. Infomil, D21

28. DHV rapport, 26 juli 1995

29. Forschungsbericht nr. 104-03-362,

Untersuchung der möglichen

Freisetzung von polybromierten

Dibenzodioxinen und Dibenzo-

furanen beim Brand flamm-

geschützter Kunststoffe, Umwelt-

bundesamtes, april 1990

30. Hoechst, informatie aangaande

HBCD, 19 mei 1992, met bijlage

‘Sachstand polybromierte Dibenzo-

dioxine (PBDD) polybromierte

Dibenzofurane, Umweltbundesamt,

februari 1989

31. Eurobrom bv, informatie aangaande

FR-1206 HBCD/milieuaspecten en

bijlage Bromine Ltd. FR-1206,

Hexabromocyclododecane HBCD,

4 juni 1992

32. Evaluatierapport organobroom-

brandvertragers: polybroombifenyl-

en polybroombifenyloxide-

verbindingen, Ministerie van

VROM, mei 1990

33. Lebenswegbilanz von EPS-Dämm-

stoff, Interdisziplinäre Forschungs-

gemeinschaft Info - Kunststoff e.V.,

Berlin, 1 september 1993

34. APME document Long Time

Behaviour, februari 1999

35. Guidelines for Transport and Storage

of Expandable Polystyrene Raw

Beads, APME, juni 1998

36. Arbo-jaarverslag en jaarplan Unidek

37. Het betere werk, Arbouw november

2000

38. Duurzaam bouwen schaadt

gezondheid, Cobouw 230998

39. Dubo verwaarloost gezondheidseisen,

Cobouw 021298

40. Management Team, Kantoorziek,

4 mei 2001

41. IVH, Biologische Verträglichtkeit

von Styropor, 1995

42. Untersuchungen zu Polystyrol-

Emission in mit Polystyrol-Hart-

schaumstoff wärmegedämmten

Wohnräumer, H. Voss, Kunststoffe

nr. 77, Heft 1, 1987

43. Die Hausmaus ist ein Risikofactor

für Dämmstoffe, M. Süss,

Der Praktische Schädlingsbekämpfer,

juli 1983

44. Position Paper,

Stybenex Verpakkingen, 2001

45. Novem Rapportage

‘Gesloten kringloop van EPS uit

bouwtoepassingen’, juni 1997

46. VROM-enquête 1997,

De hoeveelheden Bouw- en sloopafval

bewerkt door breekbedrijven in 1997,

Eerland Recycling Services,

14 januari 1999

47. VROM-enquête 1997, De hoeveel-

heden afval bewerkt door sorteer-

bedrijven in 1997, Eerland Recycling

Services, 22 januari 1999

48. Ministeriële Regeling Verpakkingen

en Verpakkingsafval, Stcrt 197,

nr. 125, 4 juli 1997

49. Best practices for the mechanical

recycling of post-user plastics,

TNO, februari 2000

50. Technische Information Styropor,

BASF

51. Analyse fabricagegegevens leden

Stybenex

52. Novem Rapportage ‘Gesloten kring-

loop van EPS uit bouwtoepassingen’,

juni 1997

Page 33: Milieubewust bouwen en isoleren

LOGISCH PROCES: BOUWEN MET EPS.

EEN UITGAVE VAN STYBENEX

Vereniging van Fabrikantenvan EPS®-bouwprodukten

Postbus 21085300 CC Zaltbommeltel. 0031 418 51 34 50fax 0031 418 51 38 88e-mail: [email protected]: www.stybenex.nl

02

-0

2/3