Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op...

87
a g e n d a Kenmerk Voor AB-vergadering Datum 20 december 2019 Tijd 9.00 – 10.30 uur Plaats GGD Zeeland, Westwal 37, Goes; vergaderruimte 002 1. Opening 2. Verslagen en besluitenlijst Ter vaststelling a. Verslag AB-vergadering van 11 oktober 2019 Ter kennisname b. Verslag DB-vergadering van 8 november 2019 3. Ingekomen stukken en mededelingen a. Lijst ingekomen stukken E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur over bezoek op 10.12.2019 b. Schriftelijke mededelingen Notubiz Het MT heeft het besluit genomen tot implementatie van Notubiz. Notubiz zal Viadesk in de loop van het kalenderjaar 2020 gaan vervangen. Het Dage- lijks Bestuur is hiermee akkoord gegaan. In eerste instantie wordt gestart met een aantal GGD-medewerkers. In 2020 krijgen AB-, PAO- en BC-leden een Notubiz ac- count. Themabijeenkomst 07.02.2020 Op 05.07.2019 is besloten in het najaar een bestuursconferentie te organiseren in het najaar 2019. Het doel van deze bijeenkomst is om een bestuursagenda 2020-2024 tot stand te brengen. Deze bestuursagenda is een belangrijke leidraad voor het Alge- meen Bestuur. In de AB-vergadering van 11.10.2019 is de omgevingswet als onder- werp voor de themabijeenkomst genoemd. Het Dagelijks Bestuur wil een combinatie bestuursagenda en omgevingswet. Gaat u hiermee akkoord? Kosten Aestate Door een AB-lid is gevraagd om een kosten overzicht van Aestate. Wij stellen voor om deze vraag mee te nemen in informatieverstrekking richting alle gemeenten bij de

Transcript of Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op...

Page 1: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

a g e n d a

Kenmerk

Voor AB-vergadering

Datum 20 december 2019

Tijd 9.00 – 10.30 uur

Plaats GGD Zeeland, Westwal 37, Goes; vergaderruimte 002

1. Opening

2. Verslagen en besluitenlijst

Ter vaststelling

a. Verslag AB-vergadering van 11 oktober 2019

Ter kennisname

b. Verslag DB-vergadering van 8 november 2019

3. Ingekomen stukken en mededelingen

a. Lijst ingekomen stukken

E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie

Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken

Brief inspecteur over bezoek op 10.12.2019

b. Schriftelijke mededelingen

Notubiz

Het MT heeft het besluit genomen tot implementatie van Notubiz.

Notubiz zal Viadesk in de loop van het kalenderjaar 2020 gaan vervangen. Het Dage-

lijks Bestuur is hiermee akkoord gegaan. In eerste instantie wordt gestart met een

aantal GGD-medewerkers. In 2020 krijgen AB-, PAO- en BC-leden een Notubiz ac-

count.

Themabijeenkomst 07.02.2020

Op 05.07.2019 is besloten in het najaar een bestuursconferentie te organiseren in het

najaar 2019. Het doel van deze bijeenkomst is om een bestuursagenda 2020-2024

tot stand te brengen. Deze bestuursagenda is een belangrijke leidraad voor het Alge-

meen Bestuur. In de AB-vergadering van 11.10.2019 is de omgevingswet als onder-

werp voor de themabijeenkomst genoemd. Het Dagelijks Bestuur wil een combinatie

bestuursagenda en omgevingswet. Gaat u hiermee akkoord?

Kosten Aestate

Door een AB-lid is gevraagd om een kosten overzicht van Aestate. Wij stellen voor om

deze vraag mee te nemen in informatieverstrekking richting alle gemeenten bij de

Page 2: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·2·

informatie die we verstrekken over de huisvestingsbusinesscase. Het Dagelijks Be-

stuur is hiermee akkoord gegaan.

Verantwoordingssystematiek IJZ

Zoals aangekondigd in het AB van 11 oktober heeft op woensdag 23 oktober een

gesprek plaatsgevonden tussen alle accountants van de gemeenten in Zeeland om

met name een oplossing voor de verantwoordingssystematiek van het aandeel IJZ in

de gemeentejaarrekeningen vanaf 2020 te verkrijgen.

Conform uw verzoek hebben gesprekken plaatsgevonden met de betrokken accoun-

tants in Zeeland. Hieruit is onderstaand advies opgesteld. Om te komen tot een situa-

tie waarin de gemeentelijke jaarrekeningen tijdig kunnen worden opgesteld stellen we

voor om met ingang van het boekjaar 2020 de verantwoordingssystematiek van het

bepalen van gemeentelijke bijdragen aan te passen naar een vaste bijdrage op basis

van de (herziene) begroting, en in het jaar T+1 bij het vaststellen van de jaarrekening

over jaar T een separaat besluit te nemen over de verdeling en verrekening van kosten

over het voorliggende verslagjaar.

Karin Dieleman kan tijdens de vergadering desgewenst vragen beantwoorden.

WOB verzoek

Op 21 november 2019 heeft GGD Zeeland van Rik Law advocaten te Amsterdam een

informatie-verzoek gekregen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Betreft een 5-tal vragen gelieerd aan de activiteiten die de GGD uitvoert in het kader

van de Wet op de Kinderopvang en waarvoor de DPG als toezichthouder door de ge-

meenten is gemandateerd. Daarnaast 1 vraag waarvan niet de GGD maar de gemeen-

te zelf verantwoordelijk voor is.

De achtergrond van dit verzoek is ons niet bekend. Navraag bij GGD GHOR leerde ons

overigens dat het verzoek bij alle GGD’s in het land is neergelegd. Het geformuleerde

antwoord is dan ook in nauw overleg met GGD GHOR opgesteld zodat de verzoeker

vanuit het hele land identieke beant-woording zal ontvangen.

Namens het bestuur is er tijdig door de GGD bijgaande reactie verzonden. Hierbij zijn

tevens de gemeentelijke beleidsambtenaren op dit vakgebied geïnformeerd.

c. Mondelinge mededelingen

Stand van zaken taakstelling. (Marco Weda)

Stand van zaken Governance GGD (incl IJZ). (Karin Dieleman)

COA: uitvoering JGZ Publieke Gezondheid Asielzoekers en nieuwe opvang-

plekken 2020 in Zeeland. (Joke Gaemers)

4. Terugkoppeling landelijke overleggen

Page 3: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·3·

5. Voordracht nieuwe DPG Zeeland (Notitie wordt nagezonden)

Op 5 december is door de selectiecommissie tot een defenitieve selectie gekomen. Op

11 of 12 december zal een extern bureau een assessment afgenomen op een aantal

specifieke punten die door de selectiecommissie aan dit bureau zijn voorgelegd. Na

het assessment zal pas duidelijk zijn of er een definitieve voordracht kan worden ge-

daan aan het AB. Voorafgaaande aan de AB-vergadering van 20.12.2019 zal u wor-

den geinformeerd over de voordracht d.m.v. een nagekomen notitie.

Voorstel:

Instemmen met de nagekomen notitie en akkoord gaan met de voordracht.

6. Voordracht nieuwe directeur IJZ (Notitie wordt nagezonden)

Voorstel:

Instemmen met de nagekomen notitie en akkoord gaan met de voordracht.

7. Bestuursopdracht samenwerking VRZ / RUD en GGD

Zie bijgaande notitie.

Voorstel:

Instemmen met de bestuurlijke opdracht voor de verkenning van de samenwerking

tussen de drie gemeenschappelijke regelingen en de daarbij te stellen randvoorwaar-

den en kaders zoals verwoord in voorliggend bestuursvoorstel.

8. Aanpassing Gemeenschappelijke Regeling GGD Zeeland en WNRA

In dit kader heeft de VNG op 21.05.2019 haar leden en aangesloten organisaties

geïnformeerd over de voorgenomen oprichting van een werkgeversvereniging voor

gemeenschappelijke regelingen, afgekort WSGO (Werkgeversvereniging Samenwer-

kende Gemeentelijke Organisaties). Het streven is dat er op 01.01.2020 de vereniging

tijdig is opgericht zodat er op 01.01.2020 een CAO SGO is. Of dit betekent dat de

Gemeenschappelijke Regeling moet worden aangepast wordt op dit moment nog on-

derzocht. Zie bijgaande notitie hierover.

Het DB wil een agendacommissie zijn en wil gaan bestaan uit 3 leden (uit de 3 subre-

gio’s, aangevuld door een onafhankelijk voorzitter). Daarnaast heeft het DB ook een

aantal specifieke taken (zie artikel 16 huidige GR). Er wordt een notitie gemaakt voor

het AB in 2020 waarin e.e.a. is uitgewerkt. Dit betekent dat de Gemeenschappelijke

Regeling moet worden aangepast. Onlangs is de GR aangepast (definitieve besluit-

vorming 11.10.2019 en publicatie in de Staatscourant op 20.11.2019). Op de datum

van publicatie in de Staatscourant is de nieuwe GR in werking getreden.

Het AB wordt voorgesteld:

1. Wij verzoeken u te besluiten om de GGD Zeeland per 1-1-2020 aan te laten slui-

ten bij de werkgeversvereniging voor gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen

(WSGO).

Page 4: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·4·

2. Akkoord gaan met aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling in 2020,

waarbij de wijzigingen van de WNRA en de taken van het Dagelijks Bestuur in een

keer aan het Algemeen Bestuur worden voorgelegd.

9. Overhead GGD

Zie bijgaande notitie.

Voorstel:

Instemmen met de wijze van overhead berekening zoals verwoord in bijgaande notitie.

10. Subsidieverordening Inkooporganisatie

Zie bijgaande notitie en verordening.

Voorstel:

Instemmen met bijgaande notitie en verordening.

11. Inspecties Kinderopvang (Notitie wordt nagezonden)

Zie bijgaande notitie.

Voorstel:

Kennis nemen en instemmen met deze notitie

12. AWOZ (Academische Werkplaats Ouderenzorg)

Zie bijgaande notitie.

Voorstel:

Instemmen met bijgaande notitie.

13. Bezoek Staatssecretaris Blokhuis

Zie bijgaande notitie. Staatssecretaris Blokhuis wil, na het bezoek aan de GGD ook

twee werkbezoeken plannen. In overleg met het ministerie is in bijgaande notitie het

programma aangepast / verruimd. Naa het bezoek aan de GGD, wordt in overleg met

het ministerie twee externe locaties bezocht, namelijk een gezonde school en een op-

vang voor dak- en thuislozen.

Voorstel:

1. Instemmen met bijgaande notitie c.q. in de notitie genoemde programma.

2. Een beslissing nemen over wie namens het AB aanwezig is bij het bezoek van de

staatssecretaris.

3. Een beslissing nemen over de te bezoeken locaties (Middelburg in combinatie met

Vlissingen of Terneuzen).

14. DVR (De Vitale Revolutie)

Hieronder een korte update. DVR bevindt zich in een afrondingsfase. Joke Gaemers

heeft contact hierover gehad met Ronald de Meij en het bestuur van DVR. Op

24.10.2019 heeft een DVR vergadering plaatsgevonden waar gevraagd is om een

stand van zaken aan te geven over het ontbinding van de stichting en de financiële

Page 5: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·5·

afwikkeling. Bovendien hebben wij gevraagd om een balans en resultatenrekening.

Zoals u weet moet door een stichting jaarlijks een balans en resultatenrekening wor-

den opgemaakt en worden gedeponeerd bij de KvK. DVR heeft aangegeven deze ba-

lans en resultatenrekening op te maken in het eer-ste kwartaal 2020, als financiële af-

ronding van DVR. Op basis van hiervan zal de ver-dere financiële afwikkeling kunnen

plaatsvinden. Op dat moment zullen wij ook een overzicht maken van alle bijdragen

die de GGD Zeeland vanaf de start (2015) heeft ge-daan aan DVR, zodat u hierover

bent geïnformeerd. DVR heeft aangegeven dat een eventueel positief saldo ten goede

zal komen aan de GGD Zeeland. In de AB vergadering van april 2020 willen wij u na-

der informeren.

Voorstel:

1. Kennis nemen en instemmen met deze korte update.

2. Akkoord gaan met het voorstel om het AB in april 2020 nader te informeren,

aan de hand van o.a. de balans – en resultatenrekening van DVR.

15. Doelen en indicatoren

Zie bijgaande notitie.

Voorstel:

Kennis nemen en instemmen met deze notitie.

16. Begrotingswijziging VT 2019 en structurele begroting VT

In de AB vergadering van 11.10.2019 zijn besluiten genomen. GGD Zeeland heeft op

basis van deze besluiten een notitie opgesteld over het aanwenden van de reserves.

Daarnaast zijn afspraken gemaakt over een zogenaamde ‘startmotor’ (verbetering ke-

tensamenwerking) en het versturen van een brandbrief aan minister De Jonge. Het DB

is akkoord gegaan met deze startmotor en de brandbrief is verstuurd. De besluiten

van het AB 11.10.2019 zijn voor zienswijzen voorgelegd aan de gemeenten. Op 14

en 18 november hebben raadsinformatiebijeenkomsten plaatsgevonden, waarbij de

raadsleden nader zijn geinformeerd en gelegenheid hebben gekregen om vragen te

stellen. De zienswijzen van gemeenten zijn op het moment van verzenden van de AB

stukken nog niet ontvangen. Voorafgaande aan de vergadering onvangt u een over-

zicht en een voorstel voor besluitvorming.

Voorstel:

1. Kennis nemen van de zienswijzen van gemeenten (worden nagezonden)

2. Besluit nemen over de voorgestelde begrotingswijziging VT 2019 en structure-

le begroting VT (wordt nagezonden).

Optioneel: voorstellen ter besluitvorming vanuit de Bestuurscommissie Inkoop Jeugd-

hulp Zeeland

17. Rondvraag

18. Sluiting

Page 6: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

v e r s l a g

Kenmerk

Van openbare vergadering Algemeen Bestuur

Datum 11 oktober 2019

Aanwezig mevrouw S. Suij (Terneuzen), vicevoorzitter;

de dames E. Verhage (Vlissingen), A. Evertz (Kapelle), A. Smit (Schouwen-

Duiveland), M. van de Plasse (Borsele), C. Doorn (Middelburg);

de heren A. van der Reest (Goes en plv. A.P.L.M. Slenter (Noord-Beveland)), B.

van Halderen (Veere), K. Verburg (Reimerswaal), G.J. Harmsen (Tholen), J.

Werkman (Sluis) en R. Ruissen (Hulst, plv. J-F. Mulder);

de dames J. Gaemers (wnd. directeur), K. Dieleman (controller) en M. Schuurhuis

(verslag); de heren H. van Beek (bestuursadviseur) en E. Magnee (wnd. directeur

IJZ);

Afwezig de heer J-F. Mulder (Hulst) en mevrouw A.P.L.M. Slenter (Noord-Beveland)

1. Opening

Mevrouw Suij heet iedereen welkom en opent de vergadering.

Voorzitter de heer Mulder (Hulst) is afwezig tijdens deze vergadering en de heer Ruissen

(Hulst) treedt op als gemachtigde.

Ook wethouder mevrouw Slenter (Noord-Beveland) is afwezig tijdens deze vergadering waar-

bij wethouder de heer Van der Reest (Goes) als gemachtigde namens de gemeente Noord-

Beveland optreedt.

Aangeschoven bij deze vergadering zijn mevrouw Dieleman, controller van GGD Zeeland en

de heer Magnee (wnd. directeur IJZ).

2. Verslagen

Ter vaststelling

a. Verslag AB-vergadering van 5 juli 2019

De heer Magnee heeft naar aanleiding van pagina 4 enkele opmerkingen. Er moeten twee

zaken duidelijk onderscheiden worden:

1. De oordeelsonthouding bij de jaarrekening van de GGD is mede het gevolg van het

ontbreken van beschikkingen bij een aantal gemeenten en het daardoor niet kunnen

constateren door de accountant van het recht op zorg. Hiervoor worden nu correctie-

ve maatregelen gevraagd aan de gemeenten. Hiervoor is een brief gemaakt voor de

gemeenten. Deze brief zal worden toegezonden. Daarnaast ontvangen de controllers

Page 7: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·2·

20 januari 2

020 G

:\Bedrijfsbure

au\-

secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

02.a

- V

ers

lag A

B 1

1.1

0.1

9_V

3.d

oc

van de gemeenten eveneens deze brief zodat deze kunnen toezien op het uitvoeren

van de acties daarin.

2. De oordeelsonthouding staat los van de verantwoordingssystematiek van de GGD cij-

fers die gekozen wordt in de gemeentejaarrekening. Deze heeft gevolgen voor de da-

tum waarop iedere gemeente zijn jaarrekening gereed kan hebben. Hierover vindt op

23 oktober overleg plaats tussen alle betrokken accountantsorganisaties.

Besloten wordt het verslag verder vast te stellen.

Ter kennisname

a. Verslag DB-vergadering van 13 september 2019

V.k.a

3. Ingekomen stukken en mededelingen

a. Lijst ingekomen stukken

V.k.a

b. Schriftelijke mededelingen

AWOZ

De heer Van der Reest vraagt wat er met de begrotingspost is gedaan en of er een positie is

in de AWOZ. Mevrouw Van de Plasse vult aan het gehele plaatje te willen zien en te willen

weten wat het oplevert.

De heer Van der Reest wenst graag een notitie te zien waarin voorgaande duidelijk wordt

gemaakt.

Besloten wordt om door GGD Zeeland een notitie omtrent het AWOZ op te laten stellen waar-

in voorgaande punten duidelijk worden. Deze notitie zal worden besproken in de AB-

vergadering van 20 december 2019.

c. Mondelinge mededelingen

Gesprek accountant oordeelonthouding

De heer Werkman vertelt dat er op 23 september jl. een gesprek is geweest met de accoun-

tant van Deloitte. Hierin is gesproken over de oordeelonthouding en de verantwoordingssys-

tematiek in de gemeentejaarrekening van de GGD cijfers vanaf 2020. De heer Magnee vult

aan dat de accountant heeft vastgesteld dat er bij het ontbreken van een beschikking bij ge-

meenten dit leidt tot onrechtmatigheid en dus tot oordeelonthouding. Bij enkele gemeenten is

het proces niet goed ingericht en is het ontbreken van de beschikking het probleem.

De heer Werkman vertelt dat het de bedoeling is dat de accountants van de dertien Zeeuwse

gemeenten met elkaar op één lijn gaan zitten. De heer Magnee licht toe dat het aanpassen

Page 8: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·3·

20 januari 2

020 G

:\Bedrijfsbure

au\-

secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

02.a

- V

ers

lag A

B 1

1.1

0.1

9_V

3.d

oc

van ‘beschikkingsvrij werken’ in de gemeentelijke verordening ervoor zorgt dat de accountant

hier rekening mee kan houden en dit dan niet als reden voor oordeelonthouding geldt

Er is een brief opgesteld waarin verzocht wordt controles uit te voeren. Verzoek aan de ge-

meente om deze controles uit te voeren voorafgaand aan de controle van de accountant (ui-

terlijk 1e kwartaal 2020). De brief wordt per e-mail verstuurd aan alle AB-leden.

Op 23 oktober 2019 staat een gesprek ingepland met de accountants van de dertien Zeeuw-

se gemeenten en de heer Werkman, de heer Magnee en mevrouw Dieleman.

Besloten wordt een terugkoppeling van dit gesprek te geven in de AB-vergadering van 20

december 2019.

Bezoek staatssecretaris

De heer Van Beek vertelt dat staatssecretaris Blokhuis een bezoek aan GGD Zeeland zal ko-

men brengen op 19 februari 2019 van 10.30 uur tot 12.00 uur.

Mevrouw Verhage geeft aan niet te vergeten het onderwerp ‘infrastructuur’ mee te nemen

tijdens dit bezoek. De heer Van Beek antwoordt dat dit zal worden meegenomen.

De heer Van Beek gaat intern voorbereidingen treffen en zal tijdens de AB-vergadering van 20

december 2019 kort de stand van zaken mededelen.

Kinderopvang

Mevrouw Gaemers deelt mede dat de inspecties in de kinderopvang in het vierde kwartaal

terug zullen lopen. Dit komt door personeelswisselingen in combinatie met ziekteverzuim. Er

zijn inmiddels enkele oplossingen, waaronder het opplussen van uurcontracten met werkne-

mers en externe GGD-teams bij te laten springen, in gang gezet om de terugloop zoveel mo-

gelijk te beperken. In overleg met de ambtenaren wordt hiervoor een plan opgesteld.

De heer Verburg reageert dat dit een jaarlijks terugkerend onderwerp aan het worden is en

wilt weten hoe dit structureel opgelost gaat worden.

Mevrouw Van de Plasse stelt voor om enkele kinderopvangorganisaties die jaarlijks ‘groen

licht’ hebben over te slaan in de controles en deze steekproefsgewijs te controleren. Me-

vrouw Gaemers reageert dit een goede oplossing te vinden en geeft aan dat dit verder met de

ambtenaren besproken dient te worden. De heer Verburg geeft aan dit een tijdelijke oplossing

te vinden en wilt weten hoe dit op de lange termijn opgelost gaat worden.

De heer Van Beek reageert dat dit onderwerp in de AB-vergadering van 20 december 2019

zal worden besproken met de voorgestelde oplossing van mevrouw Van de Plasse.

Plaatsvervanger van de waarnemend directeur

Mevrouw Gaemers deelt mede dat de heer Marco Weda is aangesteld als plaatsvervanger van

de waarnemend directeur. Dit besluit is om pragmatische redenen i.v.m. snelheid van hande-

len n.a.v. het vertrek van Dhr. Van der Meij genomen tijdens de DB-vergadering van 13 sep-

tember jl. Formeel wordt nu om bekrachtiging gevraagd aan het AB.

Mevrouw Suij vraagt aan de leden van het AB of zij hiermee akkoord gaan en vastgesteld

wordt dat de heer Weda als plaatsvervanger van de waarnemend directeur van GGD Zeeland

zal optreden.

Page 9: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·4·

20 januari 2

020 G

:\Bedrijfsbure

au\-

secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

02.a

- V

ers

lag A

B 1

1.1

0.1

9_V

3.d

oc

DPG piketten

Mevrouw Gaemers deelt mede dat de DPG piketten in verband met het plotselinge vertrek

van de heer De Meij in samenwerking met de heer J. Lassche en de heer J. Rotte worden

voortgezet tot eind 2019. Dit omdat een dergelijk piket niet bij één functionaris kan worden

belegd.

4. Terugkoppeling landelijke overleggen

Mevrouw Smit geeft aan, aan de Bestuurlijke Adviescommissie Publieke Gezondheid (BAC

PG) deel te nemen. Op 3 december 2019 zal tijdens een themabijeenkomst aandacht worden

besteed aan de preventieakkoorden. Er is hiervoor input nodig hoe de preventieakkoorden per

regio aangepakt en ingevuld worden. De heer Van der Reest en de heer Ruissen reageren in

de stuurgroep Wvggz te zitten en adviseren mevrouw Smit contact op te nemen met de heer

Witkam (directeur CZW bureau) voor meer input.

Mevrouw Gaemers vertelt over haar bezoek aan de GHOR tweedaagse waarbij de omge-

vingswet centraal stond. De heer Van Beek voegt toe voornemens te zijn een themabijeen-

komst te willen organiseren voor het AB waarin de omgevingswet centraal staat. Hij stelt

voor om de themabijeenkomst in februari 2020 hiervoor te reserveren. Mevrouw Gaemers

vult aan dat de omgevingswet kansen biedt de samenwerking op te zoeken tussen gemeen-

ten en VRZ, RUD en GGD. In praktijk gebeurt dit al.

5. Vaststelling Gemeenschappelijke Regeling GGD Zeeland

Mevrouw Suij licht toe dat 10 van de 13 Zeeuwse gemeenten hebben ingestemd met de Ge-

meenschappelijke Regeling GGD Zeeland. De gemeente Tholen en Reimerswaal hebben per

brief kenbaar gemaakt niet in te stemmen. Mevrouw Verhage vult aan dat de gemeente Vlis-

singen inmiddels heeft ingestemd.

Mevrouw Suij geeft aan dat gezien de meerderheid heeft ingestemd de vaststelling een ha-

merstuk betreft, echter wilt mevrouw Suij de gemeente Tholen en Reimerswal de gelegenheid

geven alsnog in te stemmen.

De heer Harmsen en de heer Verburg stemmen alsnog in met de Gemeenschappelijke Rege-

ling GGD Zeeland.

Besloten wordt de Gemeenschappelijke Regeling GGD Zeeland vast te stellen.

6. Vaststelling spoorboekje 2020

Mevrouw Verhage vraagt om rekening te houden bij het opstellen van het spoorboekje 2021,

geen vergadering in te plannen op de vrijdag vóór een reces. Hier zal rekening mee worden

gehouden.

Besloten wordt het spoorboekje 2020 vast te stellen.

Page 10: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·5·

20 januari 2

020 G

:\Bedrijfsbure

au\-

secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

02.a

- V

ers

lag A

B 1

1.1

0.1

9_V

3.d

oc

7. RUPS

Mevrouw Ernst van GGD Zeeland schuift aan om dit onderwerp nader toe te lichten.

De GGD Zeeland heeft eind 2014 een tijdelijke subsidie toegekend gekregen in het kader van

de landelijke Regeling uitstapprogramma prostituees (RUPS). Middels een uitstapprogramma

worden prostituees in staat gesteld om, onder persoonlijke begeleiding, uit het vak te stappen

en tot een andere werkomgeving en dagbesteding te komen. Tot nu toe is het project volledig

gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Bij de verlenging van de regeling

(van RUPS II naar RUPS III) zijn de subsidievoorwaarden gewijzigd: het ministerie stelt 25%

cofinanciering als voorwaarde voor de subsidie. In 2020 zal het ministerie ons informeren

over een structurele financiering vanaf 2021. De huidige regeling is een overgangsregeling.

Mevrouw Verhage vraagt hoeveel er gebruik wordt gemaakt van het uitstapprogramma en

wenst graag meer integratie te zien in soortgelijke problematiek. Mevrouw Ernst reageert dat

dit een complexe problematiek betreft. Er wordt al veel samengewerkt in de keten, ook op

dit vlak, echter zal het niet mogelijk zijn dit volledig in het maatschappelijk werk op te nemen.

Mevrouw Verhage vraagt of het Veiligheidshuis hierin betrokken kan worden. Mevrouw

Doorn reageert dat het Veiligheidshuis hier al mee bezig is. De heer Van der Reest vult aan

nog groen licht nodig te hebben vanuit de gemeente Vlissingen omtrent geïntegreerde aan-

pak. Mevrouw Verhage reageert hier intern achteraan te gaan.

Mevrouw Van de Plasse vraagt hoe het RUPS structureel gefinancierd zal worden. Mevrouw

Ernst reageert dat het ministerie voornemens is om voor een structurele financiering te zor-

gen. Dit wordt bekend in 2020. Voor nu geldt een gedeeltelijke financiering vanuit het minis-

terie met een cofinanciering van 25% vanuit de gemeenten.

Besloten wordt (onder voorbehoud van terugkoppeling gemeente Vlissingen);

in te stemmen met 25% cofinanciering van RUPS III. Een mogelijkheid is om het

budget gemeentelijke projecten hiervoor in te zetten. Indien elke gemeente mee doet,

is dit toereikend om RUPS nog een jaar voort te zetten.

8. Verordeningen

Zonder verdere op- of aanmerkingen wordt besloten akkoord te gaan met;

de controleverordening;

de financiële verordening;

het treasurystatuut.

Page 11: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·6·

20 januari 2

020 G

:\Bedrijfsbure

au\-

secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

02.a

- V

ers

lag A

B 1

1.1

0.1

9_V

3.d

oc

9. Tussentijdse evaluatie Rijksvaccinatieplan (RVP)

Mevrouw Suij merkt op dat er in de notitie een datum ontbreekt op pagina 1 in alinea 3, zin

‘in het AB van … is verzocht om een tussentijdse rapportage’. De heer Van Beek zal voor

aanpassing zorgdragen.

Mevrouw Verhage wilt graag dat de overgebleven structurele middelen terug gaan naar de

gemeente. Mevrouw Gaemers reageert dat er volgend jaar een evaluatie zal plaatsvinden

waarin eveneens een voorstel wordt gedaan wat te doen met de overgebleven gelden.

De heer Verburg geeft aan enkel cijfers uit 2018 te zien en wilt graag de cijfers uit 2019 te-

rug zien. Mevrouw Suij vult aan dat de cijfers die in de notitie vermeld staan, niet kloppen.

Mevrouw Gaemers reageert dat de RIVM in het verleden verkeerde cijfers heeft gepubliceerd,

echter zijn deze inmiddels gecorrigeerd door het RIVM.

De heer Verburg wenst graag de tussentijdse cijfers tot en met 2019 te ontvangen. De heer

Van Beek reageert dat deze er zijn.

Mevrouw Van de Plasse wenst graag te weten waarom de vaccinatiegraad in 2016 in orde

was en wat het verschil is met de jaren erna. Wilt dit graag tijdens de evaluatie terug zien.

Mevrouw Suij merkt op dat er een kanttekening niet is meegenomen in de notitie. Tijdens de

DB-vergadering van 13 september jl. heeft mevrouw Suij aangegeven dat de vaccinatiegraad

in Zeeuws-Vlaanderen niet valide is gezien er op scholen in België ook gevaccineerd wordt en

veel Nederlandse kinderen ook in België op school zitten. De heer Werkman beaamt dit. Hier-

voor zou een kanttekening in de notitie worden opgenomen. Mevrouw Gaemers zal hiervoor

een indicatie laten berekenen zal deze cijfers uit de systemen laten halen om de vaccinatie-

graad in Zeeuws-Vlaanderen verder te verklaren.

Besloten wordt;

de notitie voor kennis aan te nemen;

in 2020 een evaluatie te laten plaatsvinden;

n.a.v. de evaluatie een voorstel te doen voor overgebleven gelden ;

de tussentijdse cijfers tot en met 2019 aan te leveren aan het AB;

de vaccinatiegraad Zeeuws-Vlaanderen verder te verklaren.

10. Bestuursrapportage (burap), addendum burap, taakstelling en begrotingswijzigingen

Zonder verdere op- of aanmerkingen wordt besloten akkoord te gaan met;

de bestuursrapportage;

het addendum bestuursrapportage;

de taakstelling;

de begrotingswijzigingen.

Page 12: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·7·

20 januari 2

020 G

:\Bedrijfsbure

au\-

secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

02.a

- V

ers

lag A

B 1

1.1

0.1

9_V

3.d

oc

11. Begrotingswijziging VT 2019 en structurele begroting VT

Mevrouw Van der Graaf van GGD Zeeland sluit aan om dit onderwerp nader toe te lichten.

Mevrouw Suij merkt op dat in de addendum van Veilig Thuis in de eerste zin wordt aangege-

ven dat er een besluit is genomen tijdens de informatiesessie Veilig Thuis van 19 september

jl. Echter betrof dit een informatieve vergadering en geen besluitvormende vergadering. De

consensus betrof vanuit de afstemming binnen het AB de voorgestelde aanpak zoals weerge-

geven in het addendum uit te werken. Graag dit aan te passen in de zin. .

Mevrouw Gaemers licht toe dat de problematiek zich landelijk afspeelt bij de Veilig Thuis or-

ganisaties. Bij enkele organisaties gaat het tot ver boven de miljoen euro. Het is belangrijk dat

gemeenten vanuit VNG een krachtig geluid laten horen aan het Rijk. VWS heeft in overleg

met VNG en in aanwezigheid van het landelijk netwerk Veilig Thuis aangegeven dat indien

onderbouwd wordt dat de gelden niet toereikend zijn er financiële middelen zullen worden

geboden. Echter heeft Veilig Thuis Zeeland de gelden nu nodig om aan de wettelijke taken te

kunnen voldoen.

Mevrouw Suij vertelt over de notitie die vanuit de werkgroep is verstuurd en vraagt of deze

door de AB-leden is ontvangen. Dit is het geval. Mevrouw Suij geeft elk AB-lid de gelegenheid

voor het toelichten van hun standpunt.

Mevrouw Van de Plasse begrijpt de verantwoordelijkheid van GGD Zeeland, echter vraagt

zich af of het niet mogelijk is te kiezen voor een ingroeimodel. Het is lastig om aan personeel

te komen.

Mevrouw Evertz sluit zich aan bij het standpunt van mevrouw Van de Plasse. Zij vraagt zich

af of het niet mogelijk is in 2020 met 5 fte aan de slag te gaan zodat er aan het minimale

wordt voldaan, gezien er momenteel ook het project ‘vaart in veiligheid’ loopt. Daarnaast

maakt zij zich zorgen over de ketensamenwerking.

Mevrouw Verhage maakt zich ook zorgen over de keten en wenst graag Zeeuws breed een

krachtig signaal richting Den Haag af te geven.

Mevrouw Smit wenst graag dat er beter onderzocht gaat worden wat er in 2020 zich gaat

afspelen, wat voor gevolgen dit voor de keten heeft, wat dit voor de samenwerking betekent,

welke werkwijzen en grenzen van de wet er zijn en wenst een melding bij het Rijk te maken.

De heer Werkman geeft aan niet akkoord te zijn met het voorstel van Veilig Thuis.

De heer Harmsen en de heer Verburg wensen graag een reactie vanuit mevrouw Gaemers te

krijgen op het voorstel van Veilig Thuis.

De heer Van Halderen geeft aan niet akkoord te zijn met het voorstel van Veilig Thuis.

Mevrouw Doorn sluit zich aan bij mevrouw Evertz en mevrouw Van de Plasse.

De heer Van der Reest geeft aan tijdens de informatiesessie een compromis te hebben ge-

vonden. Er was consensus om het op deze wijze (conform het addendum) te gaan doen.

Page 13: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·8·

20 januari 2

020 G

:\Bedrijfsbure

au\-

secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

02.a

- V

ers

lag A

B 1

1.1

0.1

9_V

3.d

oc

Daarnaast geeft hij aan een onderbouwing te missen van het bedrag in het voorstel van de

ambtelijke werkgroep. Het is een slag in de lucht en daarop kunnen we niet besturen. De heer

Van der Reest gaat uit van het initiële bedrag dat door Veilig Thuis is onderbouwd, echter

moet nog worden uitgezocht hoe dat gefinancierd gaat worden, of dat deels wordt gefinan-

cierd vanuit de reserves van GGD Zeeland of volledig uit gemeentelijke middelen. Verder gaat

hij akkoord met het afgeven van een signaal richting het Rijk.

De heer Ruissen sluit zich aan bij de heer Van der Reest.

Mevrouw Suij sluit zich aan bij mevrouw Evertz mevrouw Van de Plasse.

Mevrouw Gaemers benoemt de constructieve bespreking met de werkgroep en geeft aan dat

we het eens zijn over veel te nemen of te onderzoeken maatregelen. Een aantal punten loopt

al en anderen zullen we verder onderzoeken. Echter het voorstel van de werkgroep om nu

€300.000 te financieren vindt zij niet realistisch. Dit bedrag is niet onderbouwd. Het bedrag

van €681.000 is wat Veilig Thuis nodig heeft voor goede bedrijfsvoering en de uitvoering van

de opgedragen wettelijke taak. Mevrouw Gaemers vult aan een goed onderbouwd voorstel te

hebben aangeboden, waar bezuinigingsslagen al zijn meegenomen. Daarnaast geeft zij aan

vanuit haar verantwoordelijkheid te benadrukken dat de wettelijke taak, goede bedrijfsvoering

en goed werkgeverschap belangrijke uitgangspunten zijn. Het voorstel dat er nu ligt is de

minimale variant die daaraan voldoet. Mevrouw Gaemers geeft aan dat er de mogelijkheid

bestaat om na te gaan of een deel van het bedrag van €681.000 uit de reserves van GGD

Zeeland gefinancierd kan worden. Daarbij wilt zij wel opmerken dat reserves zijn bedoeld om

incidentele onvoorziene uitgaven te kunnen dekken en dat is hier niet het geval. Tegenover de

reserves staan risico’s met financiële consequenties. Mevrouw Gaemers geeft aan te onder-

zoeken welke reserves kunnen worden aangesproken met inachtneming van bovenstaande.

Dit wordt in een Plan van Aanpak toegelicht in de AB-vergadering van 20 december 2019.

Tot slot benadrukt mevrouw Gaemers dat vanuit VWS de middelen ter beschikking gesteld

moeten worden, gezien de tijdsdruk kan hierop niet worden gewacht.

De heer Harmsen geeft aan genoeg te weten en stelt voor akkoord te gaan met het voorge-

stelde bedrag van €681.000 in 2020, waarbij de GGD wordt gevraagd om kritisch naar de

reserves te kijken en vanuit deze reserves van GGD Zeeland tot een gedeeltelijke incidentele

financiering te komen.

Mevrouw Dieleman adviseert deze problematiek in de risicoparagraaf van GGD Zeeland en

gemeenten op te laten nemen en een signaal richting het ministerie af te geven dat er een

bijdrage vanuit het ministerie verwacht wordt.

Mevrouw Suij maakt zich zorgen over de eventuele gevolgen in de keten. De heer Magnee

reageert dat de veiligheidsketen onder druk staat en er momenteel een pilot ‘verkorten veilig-

heidsketen’ vanuit het ministerie in Zeeland loopt. Er zijn gesprekken gaande vanuit het

jeugddomein en de komende jaren vindt er een herontwikkeling in de keten plaats. In dit ka-

der heeft wethouder Vader een gesprek gevoerd met het ministerie. Het ministerie overweegt

om hiervoor extra financiële middelen in te gaan zetten.

Mevrouw Suij vraagt zich af hoe de gelden het personeelsprobleem gaan oplossen en vraagt

of de inzet van MBO’ers mogelijk is. Mevrouw Van der Graaf reageert dat hier naar gekeken

wordt en alle mogelijkheden omtrent het aannemen van personeel onderzocht wordt.

Page 14: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·9·

20 januari 2

020 G

:\Bedrijfsbure

au\-

secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

02.a

- V

ers

lag A

B 1

1.1

0.1

9_V

3.d

oc

Besloten wordt een voorstel van wethouder Harmsen in stemming te brengen en met de aan-

vullingen uit de vergadering luidt dit als volgt:

1. Instemmen met het voorstel een bedrag van € 681.385,- beschikbaar te stellen in

2020. Hiermee kan voldoende formatie worden ingezet om aan de wettelijke taken te

voldoen. Deze formatie wordt structureel geworven.

2. De GGD krijgt de opdracht om vanuit de reserves van GGD Zeeland incidenteel een

bijdrage te doen ter compensatie van (een deel van) het bovenstaande bedrag van €

681.385,-- .

3. Er wordt in opdracht van de gemeentes een brede werkgroep ingesteld met als op-

dracht om medio 2020 een plan van aanpak op te leveren met structurele verbeterin-

gen over de gehele keten heen. Hierin worden de lopende initiatieven, zoals project

‘Vaart in veiligheid’ en de pilot ‘Preventieve Jeugdbescherming’ integraal meegeno-

men. Veilig Thuis wordt bij de totstandkoming van dit plan van aanpak actief betrok-

ken.

4. Er wordt een actieve lobby opgezet naar het rijk. De gemeentes ondernemen tevens

actie richting VNG, om de urgentie te benadrukken met VWS tot afspraken te komen

over financiering van tekorten. VWS heeft al mondelinge toezeggingen gedaan. Indien

de financiering vanuit VWS niet toereikend is, dan zal in overleg met VWS herover-

weging van de uitvoering van de wettelijke taak plaatsvinden. Voorgesteld wordt om

dit in de risicoparafen van de GGD en de gemeenten op te nemen.

Resultaat stemming

Voor Tegen

Borsele 5

Kapelle 3

Vlissingen 9

Schouwen-Duiveland 7

Sluis 5

Tholen 6

Reimerswaal 5

Veere 5

Middelburg 10

Goes 8

Hulst 6

Terneuzen 11

Noord-Beveland 2

Totaal 44 38

Na stemming is dit voorstel aangenomen.

Mevrouw Gaemers geeft aan het AB op maandag 14 oktober 2019 een schriftelijke indicatie

aan te bieden van de beschikbare reserves GGD Zeeland. Vervolgens zal er een verdere uit-

werking met de gevolgen voor de individuele gemeenten worden verstuurd.

De heer Van Beek licht toe dat er in november raadsinformatiebijeenkomsten zullen plaatsvin-

den zodat de gemeenteraden geïnformeerd worden over Veilig Thuis en gemeenten een

zienswijze kunnen uitbrengen.

Page 15: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·10·

20 januari 2

020 G

:\Bedrijfsbure

au\-

secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

02.a

- V

ers

lag A

B 1

1.1

0.1

9_V

3.d

oc

In de AB-vergadering van 20 december 2019 wordt het onderwerp Veilig Thuis geagendeerd

ter finale besluitvorming.

12. Rondvraag

Mevrouw Verhage geeft aan wat problemen in de ontvangst van de AB-stukken te ondervin-

den. De heer Van Halderen geeft aan dit ook te ervaren. Mevrouw Schuurhuis reageert dit

verder uit te zoeken en proberen op te lossen.

13. Sluiting

Besloten wordt de besloten AB-vergadering te verplaatsen naar een andere datum.

Besloten wordt de AB-vergaderingen te verlengen i.v.m. eventuele tijdnood.

Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur, gehouden op 20 december

2019,

vicevoorzitter plv. secretaris

S. Suij B. van Halderen

Page 16: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

1

Marianne Schuurhuis

Van: Secretariaat-Directie GGD Zeeland

Verzonden: woensdag 20 november 2019 12:32

Aan: A. Evertz ([email protected]); A. Slenter ([email protected]); A. Smit

([email protected]); A. van der Reest ([email protected]);

A.J.M. van Halderen ([email protected]); B. van Halderen - gemeente Veere

([email protected]); '[email protected]';

Bestuurssecretariaat gemeente Sluis (F. Babijn); Bestuurssecretariaat Kapelle

([email protected]); Bestuurssecretariaat Terneuzen

([email protected]); C. Doorn ([email protected]); Christine

Elsing; Els Verhage ([email protected]); G. J. Harmsen

([email protected]); G. J. Harmsen ([email protected]); K. Verburg

([email protected]); Lamers, P.; M. C. J. van de Plasse (mcjvandeplasse-

[email protected]); Miranda van Sabben ([email protected]); Mulder, J-F.;

S. Suij - gemeente Terneuzen ([email protected]); Secreatariaat wethouders

Borsele ([email protected]); Wielemaker, S.;

[email protected]; Jack Gillissen; [email protected];

[email protected]

CC: Annette Wandel; Belzen, K. van ([email protected]); C. Goedhart

([email protected]); Evert de Moor ([email protected]); Hove, J. van;

[email protected]; Joyce Buijze; Karen Mellegers; M. Schild

([email protected]); Naomi de Smit ([email protected]);

Oscar Osendarp ([email protected]); Paul Hopmans; Regt

([email protected]); Regt ([email protected]); s.van.den.beemt

([email protected]); Schriemer, R. ([email protected]); Vincent

Burger - gemeente Tholen ([email protected]); Vriends, K.

([email protected]); Hans van Beek; Joke Gaemers; Karin Dieleman

Onderwerp: Algemeen Bestuur GGD Zeeland - Reactie op advies Begeleidingscommissie |

Begrotingswijziging Veilig Thuis 2020

Bijlagen: 20191120_Reactie advies Begeleidingscommissie_Veilig Thuis.pdf

Geachte lezer,

Als voorzitter van het Algemeen Bestuur stuur ik een reactie op het advies van de Begeleidingscommissie die op 1

november jongsteleden is verstuurd.

Omdat ik vraagtekens had over de status van dit advies, heb ik onlangs met de voorzitter van de

Begeleidingscommissie hierover gesproken. De voorzitter van de begeleidingscommissie refereerde aan de

afspraken die in VRZ verband zijn gemaakt en dat een begeleidingscommissie op ieder gewenst moment gevraagd

en ongevraagd advies kan geven. Dit is m.i. een ongewenste situatie. Ambtenaren geven voorafgaande aan een

bestuursbesluit advies aan een portefeuillehouder / bestuurslid.

Bijgaand treft u een reactie op het advies van de begeleidingscommissie van GGD Zeeland. Tijdens de vertrouwelijke

vergadering van het Algemeen Bestuur van 8 november jongstleden is dit advies van de Begeleidingscommissie kort

aan de orde geweest en werd geconcludeerd dat er vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de status van dit

advies en dat het advies voor verwarring heeft gezorgd.

Door bestuursleden en een gemeente is ook om een reactie gevraagd op het advies, omdat verwacht wordt dat er

vragen kunnen worden gesteld in de raadsvergadering. Tijdens de informatiebijeenkomsten over Veilig Thuis werd

door raadsleden ook al de vraag gesteld welk besluit er nu precies voorligt voor zienswijze.

Bijgaand treft u een reactie op het advies van de Begeleidingscommissie. Het is m.i. zaak om deze situatie nog eens

goed te bespreken / evalueren en goede afspraken over te maken voor de toekomst. Het is immers in ieders belang

Page 17: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

2

dat er heldere afspraken worden gemaakt over de te volgen procedure. Dit is onder meer ook de reden waarom ik

de voorzitter van de VZG (Vereniging van Zeeuwse Gemeenten) betrek.

Deze reactie stuur ik naar de bestuursleden van het Algemeen Bestuur GGD Zeeland, naar de voorzitter van de VZG

(Vereniging van Zeeuwse Gemeenten) en de Begeleidingscommissie.

Namens Jan-Frans Mulder

Voorzitter Algemeen Bestuur GGD Zeeland,

Met vriendelijke groet,

Secretariaat directie en bestuur

E: [email protected] W: www.ggdzeeland.nl

Page 18: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

1

m e m o

Kenmerk -

Van Bestuur GGD Zeeland

Datum 20 november 2019

Onderwerp Reactie op advies Begeleidingscommissie d.d. 01.11.2019

Betreft Begrotingswijziging Veilig Thuis 2020

Op 1 november 2019 is door de Begeleidingscommissie GGD Zeeland een advies verstuurd

naar gemeenten en naar GGD Zeeland. Het bestuur van GGD Zeeland heeft vraagtekens

geplaatst bij de status van dit advies.

Toelichting op het proces

Op verzoek van het Algemeen Bestuur van GGD Zeeland is in de vergadering van 5 juli 2019

geen besluit genomen over de begrotingswijziging Veilig Thuis en gevraagd om meer informatie

in een extra AB-vergadering over dit onderwerp. Daarop is een extra informatiebijeenkomst

georganiseerd voor het Algemeen Bestuur op 19 september 2019. Voor alle ambtenaren die

een advies uitbrengen (werkgroep HGKM, PAO en BC) is hiervoor een extra

informatiebijeenkomst georganiseerd op 2 oktober 2019.

De ambtenaren hebben een advies uitgebracht aan het Algemeen Bestuur voor haar

vergadering op 11 oktober 2019.

Het algemeen Bestuur heeft alle relevante achtergrondinformatie (informatiebijeenkomst op 19

september 2019 en de adviezen van ambtenaren) gewogen en op basis hiervan het volgende

besluit genomen t.a.v. begrotingswijziging 2020:

Besluit Algemeen Bestuur 11 oktober 2019:

1. Instemmen met het voorstel een bedrag van € 681.385,- beschikbaar te stellen in

2020. Hiermee kan voldoende formatie worden ingezet om aan de wettelijke taken te

voldoen.

2. De GGD krijgt de opdracht om vanuit de reserves van GGD Zeeland incidenteel een

bijdrage te doen ter compensatie van (een deel van) het bovenstaande bedrag van

€ 681.385,- .

Page 19: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

2

3. Er wordt in opdracht van de gemeentes een brede werkgroep ingesteld met als

opdracht om medio 2020 een plan van aanpak op te leveren met structurele

verbeteringen over de gehele keten heen. Hierin worden de lopende initiatieven, zoals

project ‘Vaart in veiligheid’ en de pilot ‘Preventieve Jeugdbescherming’ integraal

meegenomen. Veilig Thuis wordt bij de totstandkoming van dit plan van aanpak actief

betrokken.

4. Er wordt een actieve lobby opgezet naar het rijk. De gemeentes ondernemen tevens

actie richting VNG, om de urgentie te benadrukken met VWS tot afspraken te komen

over financiering van tekorten. VWS heeft al mondelinge toezeggingen gedaan. Indien

de financiering vanuit VWS niet toereikend is, dan zal in overleg met VWS

heroverweging van de uitvoering van de wettelijke taak plaatsvinden. Voorgesteld

wordt om dit in de risicoparafen van de GGD en de gemeenten op te nemen.

Na deze vergadering heeft GGD Zeeland op basis van besluit 2 € 256.000,- beschikbaar

gesteld vanuit de bestemmingsreserves GGD Zeeland, zodat de bijdrage van de gemeenten

€ 425.385,- bedraagt. Op 14 oktober 2019 is hiervoor een zienswijze gevraagd.

Vervolgens heeft de Begeleidingscommissie op 1 november 2019 advies uitgebracht, wat

procedureel niet juist is. Immers de ambtenaren hebben voorafgaande aan de AB-vergadering

van 11 oktober 2019 al advies uitgebracht.

Hieronder treft u een reactie aan op het advies van de Begeleidingscommissie.

Reactie op het advies van de begeleidingscommissie (voortaal BC):

Vragen

Wat is de status van dit document? Aan wie is het advies gericht? Ambtenaren hebben

al eerder advies uitgebracht aan het Algemeen Bestuur m.b.t. de vergadering van 11

oktober 2019.

Advies van de Begeleidingscommissie staat haaks op de besluiten van het Algemeen

Bestuur op 11 oktober 2019. In hoeverre zijn bestuurders hierover geïnformeerd?

Constateringen

Er ligt door het Algemeen Bestuur een besluit van 11 oktober 2019 dat nu voor

zienswijze is gestuurd naar de gemeenteraden.

Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en GGD Zeeland om tot

een goede oplossing te komen. Primair ligt de verantwoordelijkheid van deze wettelijke

taak bij gemeenten. GGD Zeeland voert uit.

Page 20: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

3

In het advies van de Begeleidingscommissie wordt geen rekening gehouden met de

veiligheid kinderen / gezinnen. Als er onvoldoende middelen zijn dan komt de uitvoering

van deze wettelijke taak in gevaar. In hoeverre willen bestuurders / gemeenten dit

risico nemen?

In het advies van de Begeleidingscommissie wordt geen rekening gehouden met het

besluit van het Algemeen Bestuur t.a.v. het verbeteren van de ketensamenwerking.

T.a.v. verbetering van ketensamenwerking zal pas in de loop van 2020 meer

duidelijkheid komen, terwijl Veilig Thuis vanaf 1 januari 2020 wel verantwoordelijk is

voor de uitvoering van deze wettelijke taak.

In het advies van de Begeleidingscommissie wordt geen rekening gehouden met het

besluit van het Algemeen Bestuur t.a.v. de lobby naar rijk. T.a.v. eventuele extra

financiële middelen van het rijk zal pas in de loop van 2020 meer duidelijkheid komen,

terwijl Veilig Thuis vanaf 1 januari 2020 wel verantwoordelijk is voor de uitvoering

van deze wettelijke taak.

Het advies van de Begeleidingscommissie is eenzijdig / puur financieel opgebouwd.

Waarbij de financiële risico’s bij de GGD worden gelegd, terwijl de primaire

verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenten.

Inhoudelijk staan er feitelijke onjuistheden in het advies c.q. roept het advies vragen

op. De Begeleidingscommissie heeft het namelijk over het feit dat er onvoldoende

rekening wordt gehouden met alle lopende ontwikkelingen die direct gerelateerd zijn

aan de wettelijke taken van Veilig Thuis. Dit is onjuist. Veilig Thuis is op de hoogte

van en betrokken bij alle relevante ontwikkelingen. Alle relevante ontwikkelingen zijn

onder de aandacht gebracht bij het Algemeen Bestuur ter besluitvorming op 11 oktober

2019.

De Begeleidingscommissie stelt vraagtekens of de formatie uitbreiding in deze

arbeidsmarkt wel te realiseren is en wat de impact is op de formatie van andere

ketenpartners in de veiligheidsketen. Dit zijn o.i. geen valide argumenten. Veilig Thuis

is verantwoordelijk om uitvoering te geven aan de besluiten die door het Algemeen

Bestuur zijn genomen. Tot op heden is het Veilig Thuis gelukt om de formatie op orde

te krijgen.

In een paar gemeenten is letterlijk het advies van de Begeleidingscommissie in een

collegebesluit verwoord, terwijl er een andere zienswijze (namelijk het besluit van het

Algemeen Bestuur van 11 oktober 2019) voorligt voor zienswijze. Door raadsleden zijn

hier inmiddels ook al vragen over gesteld. Is dit wel juist?

Page 21: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur
Page 22: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur
Page 23: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Inspectie Gezondheidszorg en JeugdMinisterie van Volksgezondheid,Welzijn en Sport

> Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen

GGD Zeeland Stadspiateau 13521 AZ Utrecht

T.a.v. mw. J. Gaemers, Postbus 2518Directeur Publieke Gezondheid 6401 DA Heerlen

Postbus 345 T 088 120 5000

4460 AS GOESwww.igj.n

Inlichtingen bijJ. Kok

Per mail: Hans.vanBeekcggdzeeIand,nl [email protected]

Ons kenmerk

2019-2413793/V 2016679/Preventie/MA/jk

Uw kenmerk

Datum 27 november 2019Betreft Bevestiging gesprek tussen DPG en IGJ Uw brief

Bij lage( n)

Geachte mevrouw Gaemers,

In aansluiting op mijn brief van 23 oktober ji. (verzonden per mail), en de hieropaansluitende contacten met uw dienst bevestig ik hierbij de gemaakte afspraak.

Het bezoek van de inspectie aan uw organisatie vindt plaats op:Datum en tijd: Dinsdag 10 december 2019, van 15.00 — 16.30 uurLocatie: GGD Zeeland, Westwal 37, 4461 CM Goes

Behalve uzelf zal hierbij aanwezig zijn de heer Hans van Beek, Bestuursadviseur.Vanuit de inspectie zullen aanwezig zijn:- Dhr. J. Kok, medewerker toezicht- Mw. R. (Manke) Abel — van Nieuwamerongen, coördinerend specialistisch

inspecteur

Ik stel me voor de volgende onderwerpen aan de orde te laten komen; dit lijstje is eencombinatie van de punten die de GGD doorgaf en de onderwerpen die IGJ graag aan deorde wil stellen:• Korte inleiding op het bezoek, korte kennismaking• Interne ontwikkelingen bij uw organisatie, mcl. knelpunten bij de GGD en de

werving van een nieuwe DPG• Governance GGD, intern bestuur• Bestuurlijke structuur Zeeland• Stand van zaken implementatie Wvggz• Stand van zaken uitwerking Preventie Akkoord; preventie in den brede• Actuele thema’s, zoals:

o Veilig Thuis (vervolg van overleg deze zomer).o Ontwikkelingen meldkamer (vervolg van overleg deze zomer).o HIP (Hygiëne Infectie Bestrijding)o Vaccinatie

Met vriendelijke groet,

/-R. AteI-van NieuwamerongenCoördinerend specialistisch inspecteur

Pagina 1 van 1

Page 24: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Pagina 1 van 6

Bestuurlijke opdracht

Onderwerp

Verkenning samenwerking GGD Zeeland, RUD Zeeland en VR Zeeland

Status

Besluitvormend

Gevraagd besluit

De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ worden verzocht om in te stemmen met de bestuurlijke opdracht voor de verkenning van de samenwerking tussen de drie gemeenschappelijke regelingen en de daarbij te stellen randvoorwaarden en kaders zoals verwoord in voorliggend bestuursvoorstel.

Intrekken van eerdere besluitvorming

Niet van toepassing

Bijlagen

Overzicht reacties voorlopige bestuurlijke opdracht.

1. Samenvatting

Inleiding De Algemeen Besturen van GGD, RUD en VRZ hebben in juli 2019, onder voorbehoud van het consulteren van de colleges van burgemeester en wethouders, het college van gedeputeerde staten van provincie Zeeland en het dagelijks bestuur van Waterschap Scheldestromen, ingestemd met de voorlopige bestuurlijke opdracht voor de verkenning van de samenwerking tussen de drie gemeenschappelijke regelingen. De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ worden door middel van voorliggend bestuursvoorstel gevraagd om, met inachtneming van de ontvangen reacties uit het consultatietraject (zie bijlage 1), de bestuurlijke opdracht voor de verkenning van de samenwerking definitief vast te stellen. Aanleiding In de provincie Zeeland werken de gemeenschappelijke regelingen GGD, RUD en VRZ, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, samen voor de dertien Zeeuwse gemeenten. De overkoepelende doelstelling is om ervoor te zorgen dat de inwoners van Zeeland gezond, schoon en veilig leven. Afgelopen periode hebben de drie gemeenschappelijke regelingen geïnvesteerd in meer samenwerking, bijvoorbeeld door gezamenlijke informatieavonden voor gemeenteraadsleden te organiseren. Daarmee hebben de organisaties elkaar beter leren kennen en geconstateerd dat samenwerking op het gebied van zowel het primaire proces als de bedrijfsvoering meerwaarde heeft. Voordelen van samenwerking Samenwerking is geen doel op zich, maar nadrukkelijk een middel om de kwaliteit (van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers), de continuïteit en de slagkracht van de drie gemeenschappelijke regelingen te versterken. Met een grotere en meer diverse organisatie ontstaan tevens meer kansen voor medewerkers en kan een hoogwaardige werkgelegenheid in de provincie worden gewaarborgd. Het wordt tevens beter mogelijk om talentvolle medewerkers te behouden en/of aan te trekken. Gezamenlijk zijn de drie organisaties een aantrekkelijke werkgever in Zeeland.

Page 25: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Pagina 2 van 6

Als sprake is van een solide organisatie in Zeeland, dan wordt de positie van Zeeland op landelijk niveau versterkt. Hier vanuit is het tevens beter mogelijk om externe fondsen en subsidies aan te trekken. Dit omdat de organisaties overeenkomstige uitdagingen kennen en een gezamenlijke inschrijving voor een extern fonds of subsidie meer kans maakt om gehonoreerd te worden. Voor de gemeenten betekent dit dat we toe kunnen groeien naar een organisatie, waarbij de Zeeuwse grip wordt versterkt en behouden blijft. Dit alles resulteert in: de kwaliteit van de dienstverlening kan - waar nodig - verder worden verbeterd, meer effectiviteit en efficiencywinst (minder meerkosten op termijn, maar niet direct lagere uitgaven), meer grip en regie en een sterkere positie als Zeeuwse regio. Scope van de samenwerking De scope van de verkenning beslaat de samenwerking in het primaire proces, de samenwerking in de bedrijfsvoering en de samenwerking op gezamenlijke ontwikkelingen. Hieronder wordt de beoogde samenwerking op deze onderdelen beknopt toegelicht. Samenwerken in het primaire proces Vanuit de Wet veiligheidsregio’s zijn GGD en VRZ aan elkaar verbonden: de directeur GGD is de Directeur Publieke Gezondheid en verantwoordelijk voor de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR). De uitvoering van de GHOR-taak is belegd bij VRZ. RUD voert namens de gemeenten, de provincie en het waterschap de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu en natuur uit. VRZ is adviseur op het gebied van brandveiligheid, zowel bij de vergunningverlening als bij toezicht en handhaving. Daarmee kennen RUD en VRZ gelijkwaardige processen en hebben te maken met dezelfde wet- en regelgeving. In deze samenwerking kunnen de organisaties elkaar versterken door kennisdeling en procesvereenvoudiging. GGD, RUD en VRZ hebben alle drie een rol als adviseur bij ruimtelijke inrichting, zoals bedoeld in de Omgevingswet. Vanuit meer gezamenlijkheid kunnen gemeenten een beter afgestemd advies van de drie organisaties verwachten. Momenteel worden reeds stappen gezet om de voorbereiding op de uitvoering van de Omgevingswet gezamenlijk op te pakken. Het is de verwachting dat in 2020 een samenwerkingsovereenkomst hieromtrent wordt vastgesteld door de directies van GGD, RUD en VRZ. Samenwerken in de bedrijfsvoering GGD, RUD en VRZ zijn relatief kleine organisaties en kennen een groot en uitgestrekt werkgebied met een relatief laag inwoneraantal. Ter vergelijking: zowel het gebied van Rotterdam-Rijnmond als dat van Midden-en West-Brabant hebben circa drie keer zoveel inwoners in het verzorgingsgebied. Tegelijkertijd dient voor medewerkers en opdrachtgevers dezelfde kwaliteit aan bedrijfsvoering te worden geleverd, bijvoorbeeld op het gebied van personeelsbeleid, financiën en ICT ter ondersteuning van dezelfde primaire processen als in andere regio’s. GGD, RUD en VRZ zijn afzonderlijk kwetsbaar in hun bedrijfsvoering. GGD en VRZ zetten reeds stappen om samen te werken op bedrijfsvoeringsfuncties. Na een eerste verkenning wordt een samenwerkingsovereenkomst voorgelegd aan de besturen van GGD en VRZ. Doelstelling is om in een periode van twee à drie jaar naar een gezamenlijke organisatie voor bedrijfsvoering toe te groeien. Het is goed mogelijk om ook de bedrijfsvoering van RUD op termijn in dit proces mee te nemen. Daarbij is wel de kanttekening, dat RUD tot 2024 zijn ondersteunende functies heeft uitbesteed aan gemeente Terneuzen.

Page 26: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Pagina 3 van 6

Gezamenlijke ontwikkelingen De drie gemeenschappelijke regelingen hebben als uitgangspunt, dat de uitvoering van het primaire proces zo dicht mogelijk bij de inwoners, gemeenten of bedrijven plaatsvindt. Daarnaast kent elke organisatie een hoofdlocatie, waar beleids- en ondersteunende functies zijn ondergebracht. Zowel GGD als VRZ kennen momenteel een huisvestingsvraagstuk voor de hoofdlocatie, waarbij een keuze dient te worden gemaakt over onder andere verbouw of nieuwbouw. Voor RUD gaat huisvesting op termijn spelen. Tot 2024 heeft RUD een contract bij gemeente Terneuzen voor huisvesting. Er zijn kansen om het huisvestingsvraagstuk gezamenlijk op te pakken. Opdracht voor de verkenning De opdracht voor de verkenning van de samenwerking tussen GGD, RUD en VRZ luidt als volgt:

1. Werk een visie uit op samenwerking tussen GGD, RUD en VRZ. Zorg ervoor dat deze ten

minste is gebaseerd op een sterkte- en zwakteanalyse, een omgevingsanalyse en een

krachtenveldanalyse.

2. Ontwikkel scenario’s voor de samenwerking tussen GGD, RUD en VRZ. Werk hierbij ten

minste een nuloptie (geen samenwerking), een minimale variant

(samenwerkingsovereenkomst), een variant waarbij de bedrijfsvoering wordt

samengevoegd en een maximale variant (één organisatie/gemeenschappelijke regeling)

uit. Benoem hierbij de alternatieven voor de governance en de operationele, financiële,

juridische, strategische en bestuurlijke voor- en nadelen.

3. Werk voor de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s een toetsingskader uit. Dit

toetsingskader toetst de scenario’s ten minste op:

a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten;

b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking;

c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid;

d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

4. Beoordeel de samenwerkingsscenario’s in eerste aanleg primair aan de hand van het

geschetste toetsingskader. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het

huisvestingsvraagstuk.

5. Werk voor ieder uit te werken samenwerkingsscenario een model uit op basis waarvan

de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en

waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s)

betrokken worden en blijven.

6. Organiseer medio 2020 een bestuurlijke conferentie waarin de uitkomsten van de

verkenning worden gepresenteerd.

Randvoorwaarden en kaders De verkenning vindt plaats binnen de volgende randvoorwaarden en kaders:

1. De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ zijn de opdrachtgevers voor de

verkenning. Zij zullen na een keuze voor een voorkeursscenario de algemeen besturen

van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) een besluit vragen

over het uiteindelijke voorstel voor samenwerking.

Page 27: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Pagina 4 van 6

2. Er wordt een (bestuurlijke) begeleidingscommissie ingesteld die bestaat uit de

voorzitters en de directeuren van GGD, RUD en VRZ. Deze commissie volgt het proces

van de verkenning (opzet proces en uitvoering verkenning) en bewaakt of deze binnen

de gestelde randvoorwaarden en kaders wordt uitgevoerd.

3. Om de organisaties te ontzorgen en ondersteunen in het complexe proces van de

verkenning is een externe en onafhankelijke procesbegeleider van Adviesbureau

Berenschot aangesteld. De procesbegeleider levert twee producten op aan de drie

algemeen besturen: een procesvoorstel (plan van aanpak) voor de verkenning en een

eindrapport dat de verkenning zelf behelst. Het kader hiervoor is voorliggende

bestuurlijke opdracht.

4. In het procesvoorstel beschrijft de procesbegeleider ten minste een startmoment en

een moment waarop de uitkomst van de verkenning wordt gepresenteerd. In het

procesvoorstel worden ook de belangrijkste processtappen en beslismomenten

benoemd. Hierbij wordt ook nadrukkelijk ingegaan op de positie en rol van de colleges

en gemeenteraden, waarbij rekening wordt gehouden met de vigerende

gemeenschappelijke regelingen. Daarnaast is ook aandacht voor de positie en rol van de

medezeggenschap.

5. Door de procesbegeleider wordt tevens een strategisch communicatieplan opgesteld.

Dit communicatieplan maakt onderdeel uit van het eerder aangehaalde procesvoorstel.

6. Er wordt een ambtelijke klankbordgroep ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers

van de deelnemende partijen (eigen organisaties, gemeenten, provincie en

waterschap), waaronder een gemeentesecretaris en een raadsgriffier. De

klankbordgroep heeft een toetsende en spiegelende rol bij de totstandkoming van de

verkenning.

7. VRZ kent een raadsklankbordgroep die wordt gevraagd om mee te denken over verschillende processen en ontwikkelingen. De procesbegeleider zal bij het opstellen van het procesvoorstel onderzoeken of het instellen van een gezamenlijke ‘raadsklankbordgroep’ (uitgebreid met leden van provinciale staten en leden van de algemene vergadering van het waterschap) helpend kan zijn in het proces van de verkenning.

Daarnaast zijn de volgende randvoorwaarden eveneens van toepassing:

8. Breed bestuurlijk commitment.

9. Draagvlak bij de eigen organisaties, gemeenten (gemeenteraad, college en ambtelijk),

provincie en waterschap voor de verkenning van deze Zeeuwse samenwerking.

10. Financiële middelen voor de uitvoering van de verkenning. De kosten worden evenredig

verdeeld over de drie organisaties.

11. Voorkom vertraging of aanpassing van de reguliere werkzaamheden en/of

dienstverlening van de gemeenschappelijke regelingen als gevolg van de verkenning.

Proces Voor het welslagen van de verkenning is een breed draagvlak belangrijk. Dit maakt het, zoals eerder aangehaald, belangrijk dat een procesvoorstel met processtappen en beslismomenten wordt opgesteld voor de verkenning. De volgende processtappen worden opgenomen in het procesvoorstel:

Page 28: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Pagina 5 van 6

1. Juli 2019: Vastelling voorlopige bestuurlijke opdracht in de drie algemeen besturen

(afgerond).

2. Augustus – medio november 2019: Werving externe en onafhankelijke

procesbegeleider (afgerond).

3. Augustus – november 2019: Consultatietraject onder de colleges ten aanzien van de

voorlopige bestuurlijke opdracht (afgerond).

4. December 2019: Na ontvangst en verwerking van de ontvangen reacties wordt de

bestuurlijke opdracht definitief vastgesteld door de drie algemeen besturen.

5. December2019: Start uitwerking van het proces van de verkenning van de

samenwerking tussen GGD, RUD en VRZ met terugkoppelmomenten van de

procesbegeleider richting de (bestuurlijke) begeleidingscommissie en de drie algemeen

besturen.

6. Februari 2020: Gezamenlijke informatieve bijeenkomst met de drie algemeen besturen

waarin de procesbegeleider de opzet van het procesvoorstel (plan van aanpak) voor de

verkenning presenteert. Hierna wordt het procesvoorstel indien nodig nog bijgesteld.

7. Maart 2020: Vastelling van het procesvoorstel voor de verkenning door de drie

algemeen besturen.

8. Medio 2020: Presentatie, door de procesbegeleider, van de uitkomst van de verkenning

in een bestuurlijke conferentie.

9. Medio 2020: Medewerkers, ondernemingsraden, gemeenten (college en

gemeenteraad), provincie, waterschap en derden informeren over de uitkomst van de

verkenning van de samenwerking en het vervolg.

Op basis van het door de procesbegeleider op te stellen procesvoorstel kan concreet worden aangegeven wanneer in medio 2020 de uitkomsten van de verkenning worden gepresenteerd.

2. Wettelijk kader en of eerdere besluitvorming

In juli 2019 hebben de drie algemeen besturen de voorlopige bestuurlijke opdracht voor de verkenning van de samenwerking, onder voorbehoud van de consultatie van de colleges van burgemeester en wethouders in Zeeland, het college van gedeputeerde staten van provincie Zeeland en het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen, vastgesteld.

3. Financiën

Financiële consequenties (Incidenteel/structureel, investering, exploitatielasten en kapitaallasten)

De financiële consequenties voor de verkenning zijn pas bekend na besluitvorming over het procesvoorstel (plan van aanpak) van de procesbegeleider.

Dekking uit

De kosten worden gelijk verdeeld over GGD, RUD en VRZ. Besluitvorming over de dekking van deze kosten vindt binnen iedere organisatie plaats op de hiervoor gebruikelijke wijze. Uitgangspunt is dat de kosten voor de verkenning worden gedekt uit bestaande middelen en geen extra bijdrage wordt gevraagd aan de deelnemende partijen.

Page 29: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Pagina 6 van 6

4. Consequenties

Operationele consequenties

Geen operationele consequenties

Consequenties voor gemeenten

Bij samenwerking kan de kwaliteit van de dienstverlening - waar nodig - verder worden verbeterd. Daarnaast is sprake van meer effectiviteit en efficiencywinst (minder meerkosten op termijn), meer grip en regie en een sterkere positie als Zeeuwse regio.

5. Communicatie

Er wordt een separaat communicatieplan opgesteld. Dit plan maakt zoals eerder aangehaald onderdeel uit van het procesvoorstel dat wordt opgesteld door de procesbegeleider. Na besluitvorming over de definitieve bestuurlijke opdracht in december 2019 wordt zowel intern als extern gecommuniceerd.

Besluit Algemeen Bestuur:

Registratienummer:

Paraaf secretaris van het Algemeen Bestuur:

Datum:

Page 30: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

1

Organisatie Datum Reactie Reactie GGD, RUD & VRZ

Borsele 13-11-2019 1. Het college stemt in met de aangereikte voorlopige en bijgevoegde bestuursopdracht, waarbij nadrukkelijk wordt aangetekend dat 'samenwerken geen doel op zich is'.

2. Voor de uit te werken samenwerkingsscenario’s wordt verzocht een concreet toetsingskader mee te geven voor de te onderzoeken scenario's: a. Optimaliseren van de kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b. Het verlagen van de kosten voor de deelnemende partijen in de samenwerking; c. Bieden van continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid.

3. Voor ieder uit te werken samenwerkingsscenario wordt geadviseerd een model te vragen op basis waarvan de algemene besturen op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisaties betrokken worden en blijven.

4. De uit te werken samenwerkingsscenario's in eerste aanleg primair te laten beoordelen aan de hand van het geschetste toetsingskader. Een eventueel huisvestingsvraagstuk komt pas daarna aan de orde en is volgend aan het gekozen voorkeursscenario.

5. Mee te geven dat de algemeen besturen van de deelnemende partijen in de samenwerking een besluit wordt gevraagd over het uiteindelijke voorstel.

Vanuit de gemeenteraad zijn geen aanvullende opmerkingen ingekomen c.q. meegegeven.

1. Samenwerking wordt nadrukkelijk niet gezien als een doel op zich, maar als een middel om de kwaliteit (van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers), de continuïteit en de slagkracht van de drie gemeenschappelijke regelingen te versterken.

2. Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten:

a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

3. Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de

algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven.

4. De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk.

5. De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ zullen na een keuze voor een voorkeursscenario de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) een besluit vragen over het uiteindelijke voorstel voor samenwerking.

Kennisgenomen dat vanuit de gemeenteraad geen aanvullende opmerkingen zijn meegegeven ten behoeve van de bestuurlijke opdracht.

Goes 29-11-2019 In de vergadering van 29 oktober 2019 hebben wij besloten in te stemmen met de voorlopige bestuurlijke opdracht voor de verkenning van de samenwerking RUD, GGD en VRZ.

Kennisgenomen van positieve reactie van het college burgemeester en wethouders van gemeente Goes.

Hulst

22-10-2019 Op maandag 21 oktober jl. is uw informatiebrief verkenning samenwerking GGD, RUD en VRZ besproken in de raadscommissie Algemeen Bestuurlijke Zaken. De raadscommissie heeft de volgende zienswijzen besproken en vastgesteld: 1. Instemmen met de opdracht voor een verkenning van de samenwerking tussen de gemeenschappelijke regelingen GGD Zeeland, RUD Zeeland en VR Zeeland, waarbij nadrukkelijk wordt aangetekend dat “samenwerken geen doel op zich is”; 2. Voor de uit te werken samenwerkingsscenario’s een concreet toetsingskader vaststellen, bestaande uit: a. Optimaliseren van de kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b. Het verlagen van de kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c. Bieden van continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid. 3. Voor ieder uit te werken samenwerkingsscenario een model aanreiken op basis waarvan de algemeen besturen op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisaties(s) betrokken worden en blijven; 4. De uit te werken samenwerkingsscenario’s in eerste aanleg primair beoordelen aan de hand van het geschetste toetsingskader. Een eventueel huisvestingsvraagstuk komt pas daarna aan de orde en is volgend aan het gekozen voorkeursscenario; 5. Mee te geven dat de algemeen besturen van de deelnemende partijen in de samenwerking een besluit wordt gevraagd over het uiteindelijke voorstel. De raadscommissie heeft verder besloten dat de genoemde informatiebrief niet meer in de eerstvolgende raadsvergadering dient te worden besproken.

1. Samenwerking wordt nadrukkelijk niet gezien als een doel op zich, maar als een middel om de kwaliteit (van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers), de continuïteit en de slagkracht van de drie gemeenschappelijke regelingen te versterken.

2. Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten:

a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

3. Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de

algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven.

4. De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk.

5. De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ zullen na een keuze voor een voorkeursscenario de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) een besluit vragen over het uiteindelijke voorstel voor samenwerking.

Kennisgenomen van het besluit van de raadscommissie om de informatiebrief niet te bespreken in de gemeenteraad.

Kapelle

29-10-2019 Wij delen de algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ mee dat wij instemmen met de bestuurlijke opdracht voor de genoemde verkenning en de daarbij te stellen randvoorwaarden en kaders zoals verwoord in het voorstel. Evenals de Kring van secretarissen adviseren we voor de uit te werken samenwerkingsscenario’s een compleet toetsingskader vast te stellen bestaande uit:

Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten:

a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen

Page 31: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

2

Organisatie Datum Reactie Reactie GGD, RUD & VRZ

- optimaliseren van de kwaliteit van de te leveren producten en diensten; - het verlagen van de kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; - het bieden van continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid. De mening dat voor ieder uit te werken samenwerkingsscenario een model moet worden aangereikt op basis waarvan de algemeen besturen op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven we delen met de Kring van secretarissen. Evenals het standpunt de uit te werken samenwerkingsscenario’s in eerste aanleg primair te beoordelen aan de hand van het geschetste toetsingskader. Een eventueel huisvestingsvraagstuk komt, volgens ons, pas daarna aan de orde.

Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven. De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk.

Middelburg

10-10-2019 Allereerst merken wij op dat in onze ogen de nu voorliggende opdracht is verbeterd ten opzichte van het concept van voor de zomer. Wij hebben in die periode in de algemene besturen van de GGD, RUD en VRZ verschillende aandachtspunten ingebracht die gericht waren op het verduidelijken van het onderzoek, de betrokkenheid van de raden, het nastreven van lagere kosten als doel en de verwevenheid met het traject waarin de Zeeuwse samenwerking in het sociaal domein. Een aantal van die punten zien wij terug in de bestuurlijke opdracht, toch is er nog een aantal opmerkingen dat wij willen meegeven. 1. Wij stemmen in met de aangereikte voorlopige bestuursopdracht, waarbij wij nadrukkelijk aantekenen dat "samenwerken geen doel op zich is";

2. Wij stellen voor een concreet toetsingskader op te stellen voor de te onderzoeken scenario’s. Wij denken hierbij aan de volgende criteria, waaraan de alternatieven getoetst kunnen worden: a) Optimaliseren van de kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) Het verlagen van de kosten voor de deelnemende partijen in de samenwerking; c) Bieden van continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid. 3. Wij vragen u voor ieder uit te werken samenwerkingsscenario een model op te stellen waarin de algemeen besturen van de deelnemende partijen op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisaties(s) betrokken worden en blijven; 4. Wij stellen voor dat u de uit te werken samenwerkingsscenario’s in eerste aanleg primair beoordeelt aan de hand van het geschetste toetsingskader (onder 2). Een eventueel huisvestingsvraagstuk dat u schetst in uw opdracht komt wat ons betreft pas daarna aan de orde omdat het volgend zal zijn aan het gekozen scenario; 5. Ten aanzien van de besluitvorming over een te kiezen scenario zijn wij van mening dat de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) in de samenwerking een besluit moet worden gevraagd over het uiteindelijke voorstel. Dat doen wij omdat bij (eventueel) groeiende samenwerkingsverbanden de democratische legitimiteit en de grip op het verlengd lokaal bestuur aan de orde zijn. Die aspecten zijn voor ons en de Middelburgse gemeenteraad van groot belang.

1. Samenwerking wordt nadrukkelijk niet gezien als een doel op zich, maar als een middel om de kwaliteit (van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers), de continuïteit en de slagkracht van de drie gemeenschappelijke regelingen te versterken.

2. Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten:

a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

3. Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de

algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven.

4. De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk.

5. De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ zullen na een keuze voor een voorkeursscenario de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) een besluit vragen over het uiteindelijke voorstel voor samenwerking.

Noord-Beveland

2-11-2019 Onze raad heeft kennisgenomen van de brief en besloten geen zienswijze of advies uit te brengen over de voorgenomen verkenning op de samenwerking. Wel wil de raad als aanbeveling meegeven een klankbordgroep in te stellen welke is samengesteld uit raadsleden, statenleden en leden vanuit het Algemeen bestuur van het waterschap, zodat er een breed draagvlak gecreëerd kan worden.

Kennisgenomen dat de gemeenteraad geen zienswijze of advies uitbrengt. De onafhankelijke procesbegeleider zal bij het opstellen van het procesvoorstel onderzoeken of het instellen van een gezamenlijke ‘raadsklankbordgroep’ (samengesteld uit raadsleden, leden van provinciale staten en leden van de algemene vergadering van het waterschap) helpend kan zijn in het proces van de verkenning.

Reimerswaal

9-10-2019 Op 30 augustus 2019 hebben wij uw verzoek ontvangen voor een reactie op de voorlopige bestuursopdracht voor het uitvoeren van een verkenning voor samenwerking tussen uw organisaties. Op zich wordt onderkend dat de talrijke (maatschappelijke) ontwikkelingen die

Samenwerking wordt nadrukkelijk niet gezien als een doel op zich, maar als een middel om de kwaliteit (van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers), de continuïteit en de slagkracht van de drie gemeenschappelijke regelingen te versterken.

Page 32: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

3

Organisatie Datum Reactie Reactie GGD, RUD & VRZ

zich ook in de richting van de drie gemeenschappelijke regelingen aandienen een verkenning, zoals voorgesteld, rechtvaardigen. Daarbij wordt evenwel aangetekend, dat een samenwerking –in welk scenario dan ook- geen doel op zich kan zijn. In de voorlopige bestuursopdracht wordt daarover al het een en ander opgemerkt. Gesproken wordt o.a. over het versterken van de kwaliteit, continuïteit en slagkracht. In de definitieve versie van genoemde bestuursopdracht zien wij graag dat de volgende punten worden opgenomen. Toetsingskader scenario’s Voorgesteld wordt om de aan een eventuele samenwerking te verbinden doelen meer concreet en expliciet te benoemen en als ‘toetsingskader’ voor de genoemde uit te werken scenario’s te hanteren. Op deze wijze kunnen de uitkomsten van de scenario’s langs de lat van de geformuleerde doelen worden beoordeeld. Daarbij worden als doelen van de samenwerking onderscheiden: - Het optimaliseren van de kwaliteit van de te leveren producten en diensten. - Het verlagen van de kosten voor de deelnemende partijen in de samenwerking. - Het bieden van continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid. Wij verwachten dat de nader uit te werken scenario’s, zoals omschreven, zo concreet als mogelijk langs het toetsingskader van de hierboven omschreven doelen worden beoordeeld. Huisvesting Onderkend wordt dat de vraag hoe en waar de samenwerkende organisatie(s) gehuisvest zijn of worden een aanzienlijke (bestuurlijke) impact kan hebben. In de voorlopige bestuurlijke opdracht staat daarover opgenomen, dat zowel de GGD als VRZ momenteel een huisvestingsvraagstuk kennen voor de hoofdlocatie, waarbij een keuze dient te worden gemaakt over onder andere verbouw of nieuwbouw. Voor de RUD gaat huisvesting op termijn spelen. Geadviseerd wordt om de uit te werken samenwerkingsscenario’s in eerste aanleg primair te beoordelen aan de hand van het hierboven geschetste toetsingskader. Immers, de individuele scenario’s kunnen hun eigen specifieke invloed hebben op een bijbehorende optimale huisvestingsstrategie. Hierdoor wordt tevens voorkomen dat een objectieve beoordeling van de scenario’s bij aanvang van het proces wordt ‘vertroebeld’ door een mogelijk huisvestingsvraagstuk. Het structureel in positie brengen van de algemeen besturen In de voorlopige bestuursopdracht wordt -terecht- tevens aandacht besteed aan de positie en betrokkenheid van de algemeen besturen, meer bepaald de gemeenteraden, provinciale staten en de algemene vergadering van het waterschap, bij de processtappen en beslismomenten in deze. Daarbij wordt een verwijzing gemaakt naar de raadsklankbordgroep van de VRZ, die wordt gevraagd om hierin mee te denken. Wij onderkennen het belang in deze om de algemeen besturen tijdig en op een uniforme wijze te informeren, als ook in de gelegenheid te stellen om op actieve wijze inbreng te leveren in het proces. Echter, de betrokkenheid vanuit de algemeen besturen moet verder reiken. Nadrukkelijk wordt voorgesteld om reeds bij het uitwerken en beoordelen van de diverse samenwerkingsscenario’s na te denken en daarover voorstellen aan te reiken, over de wijze waarop de algemeen besturen ook na de eventuele keuze voor een samenwerkingsscenario op actieve wijze structureel bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken blijven. Wij onderkennen dat hieraan binnen de algemeen besturen een grote behoefte bestaat. Het is ons bekend dat hiermee binnen de gemeenschappelijke regeling Samenwerking De Bevelanden goede ervaringen zijn opgedaan. Het toetsingskader is daarbij tevens benut om de samenwerking gestructureerd te evalueren en te beoordelen.

Toetsingskader scenario’s Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten:

a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen

Huisvesting De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk Het structureel in positie brengen van de algemeen besturen Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven. Samenstelling (bestuurlijke) voorbereidingscommissie De huidige voorbereidingscommissie (gevormd door de voorzitters en directeuren van de drie gemeenschappelijke regelingen) gaat na vaststelling van de bestuurlijke opdracht verder als de begeleidingscommissie voor de producten die de onafhankelijke procesbegeleider oplevert aan de drie algemeen besturen. De begeleidingscommissie volgt het proces van de verkenning en bewaakt of deze binnen de gestelde randvoorwaarden en kaders wordt uitgevoerd door de externe en onafhankelijke procesbegeleider. Het eindrapport blijft het product van de procesbegeleider. De procesbegeleider zal de uitkomst van de verkenning presenteren aan de drie algemeen besturen. Naast de begeleidingscommissie wordt een ambtelijke klankbordgroep ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemende partijen (eigen organisaties, gemeenten, provincie en waterschap), waaronder een gemeentesecretaris en een raadsgriffier. Deze ambtelijke klankbordgroep heeft een toetsende en spiegelende rol bij de verkenning van de samenwerking.

Page 33: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

4

Organisatie Datum Reactie Reactie GGD, RUD & VRZ

Samenstelling (bestuurlijke) voorbereidingscommissie De voorgestelde samenstelling van de (bestuurlijke) voorbereidingscommissie kan ertoe leiden dat de objectiviteit van de resultaten van de verkenning in twijfel wordt getrokken. Wij doen de suggestie om de samenstelling om die reden te heroverwegen.

Schouwen-Duiveland

21-11-2019 1. In te stemmen met de aangereikte voorlopige bestuursopdracht, waarbij nadrukkelijk wordt aangetekend dat “samenwerken geen doel op zich is”;

2. Voor de uit te werken samenwerkingsscenario’s een concreet toetsingskader mee te geven voor de te onderzoeken scenario’s:

a) Optimaliseren van de kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) Het verlagen van de kosten voor de deelnemende partijen in de samenwerking; c) Bieden van continuïteit door het verminderen van de organisatorische

kwetsbaarheid. 3. Voor ieder uit te werken samenwerkingsscenario een model te vragen op basis waarvan

de algemeen besturen op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisaties(s) betrokken worden en blijven.

4. De uit te werken samenwerkingsscenario’s in eerste aanleg primair te laten beoordelen aan de hand van het geschetste toetsingskader. Een eventueel huisvestingsvraagstuk komt pas daarna aan de orde en is volgend aan het gekozen voorkeursscenario.

5. Mee te geven dat de algemeen besturen van de deelnemende partijen in de samenwerking een besluit wordt gevraagd over het uiteindelijke voorstel.

1. Samenwerking wordt nadrukkelijk niet gezien als een doel op zich, maar als een middel om de kwaliteit (van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers), de continuïteit en de slagkracht van de drie gemeenschappelijke regelingen te versterken.

2. Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten: a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

3. Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de

algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven.

4. De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk.

5. De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ zullen na een keuze voor een voorkeursscenario de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) een besluit vragen over het uiteindelijke voorstel voor samenwerking.

Sluis

7-11-2019 Wij kunnen ons op hoofdlijnen vinden in de voorlopige bestuurlijke opdracht, maar willen deze graag op een aantal onderdelen aangescherpt zien. De samenwerking kan en mag geen doel op zich zijn. Vanzelfsprekend moet zijn dan de inhoudelijke meerwaarde van een mogelijke samenwerking tussen de drie gemeenschappelijke regelingen leidend moet zijn. We stemmen daarom in met de aangereikte voorlopige bestuursopdracht onder de voorwaarde dat aan de opdracht voor de verkenning en de randvoorwaarden enkele onderdelen worden toegevoegd. - Voor de uit te werken samenwerkingsscenario’s dient een concreet toetsingskader vastgesteld te worden, waarin de volgende hoofdoelstellingen verwerkt moeten zijn: a. Optimaliseren van de kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b. Het verlagen van de kosten van de producten die opgeleverd wordt voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c. Bieden van continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid. - Voor ieder uit te werken samenwerkingsscenario dient een model aangereikt te worden op basis waarvan de algemeen besturen op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven; - De uit te werken samenwerkingsscenario’s dienen in eerste aanleg primair beoordeeld te worden aan de hand van het geschetste toetsingskader. Een eventueel huisvestingsvraagstuk komt pas daarna aan de orde en is volgend aan het gekozen voorkeursscenario; - Van de Algemeen Besturen van de deelnemende partijen wordt een besluit over het uiteindelijke voorstel gevraagd wat genomen is in samenwerking tussen de deelnemende besturen. In de bestuurlijke opdracht worden ook randvoorwaarden en kaders genoemd. We gaan er van uit dat de reguliere werkzaamheden en dienstverlening van de drie gemeenschappelijke regelingen niet ten koste gaat van de werkzaamheden die verband houden met de uitwerking van het voorstel.

Samenwerking wordt nadrukkelijk niet gezien als een doel op zich, maar als een middel om de kwaliteit (van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers), de continuïteit en de slagkracht van de drie gemeenschappelijke regelingen te versterken. - Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen

samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten: a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

- Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de

algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven.

- De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk.

- De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ zullen na een keuze voor een voorkeursscenario de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) een besluit vragen over het uiteindelijke voorstel voor samenwerking.

Uitgangspunt bij de verkenning van de samenwerking is dat reguliere werkzaamheden en dienstverlening van de drie gemeenschappelijke regelingen niet ten koste gaan van de werkzaamheden die verband houden met de uitwerking van de bestuurlijke opdracht.

Page 34: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

5

Organisatie Datum Reactie Reactie GGD, RUD & VRZ

Terneuzen

29-10-2019 Wij kunnen ons op hoofdlijnen vinden in de voorlopige bestuurlijke opdracht, maar willen deze graag op een aantal onderdelen aangescherpt zien. De inhoudelijk meerwaarde van een mogelijke samenwerking tussen de drie gemeenschappelijke regelingen is leidend. We stemmen daarom in met de aangereikte voorlopige bestuursopdracht onder de voorwaarde dat aan de opdracht voor verkenning en de randvoorwaarden enkele onderdelen worden toegevoegd. Opdracht voor verkenning We vragen u aan de 3 genoemde onderwerpen de volgende onderdelen toe te voegen: 1.a. stel voor de uit te werken samenwerkingsscenario’s (zoals verwoord in de opdracht voor verkenning) een concreet toetsingskader op, gebaseerd op de volgende hoofddoelstellingen: - optimaliseren van de kwaliteit van de te leveren producten en diensten; - reductie van de kosten voor de te leveren producten en diensten; - bieden van continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; 1.b. beoordeel de nader uit te werken scenario’s, zoals omschreven, zo concreet als mogelijk aan het toetsingskader. Een eventueel huisvestingsvraagstuk is volgend aan het gekozen voorkeursscenario en komt daardoor pas in een later stadium aan de orde. 2. reik voor ieder uit te werken samenwerkingsscenario een model aan op basis waarvan de gemeenteraden op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven. Randvoorwaarden en kaders In de bestuurlijke opdracht worden ook randvoorwaarden en kaders genoemd. We vragen u hieraan toe te voegen dat de verkenning niet leidt tot vertraging of aanpassing van de reguliere werkzaamheden en dienstverlening van de drie gemeenschappelijke regelingen.

Opdracht voor verkenning 1a. Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten:

a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; a) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; b) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; c) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

1b. De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk. 2. Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven. Randvoorwaarden en kaders Uitgangspunt bij de verkenning van de samenwerking is dat reguliere werkzaamheden en dienstverlening van de drie gemeenschappelijke regelingen niet ten koste gaan van de werkzaamheden die verband houden met de uitwerking van de bestuurlijke opdracht.

Tholen

17-9-2019 1. In te stemmen met de aangereikte voorlopige bestuursopdracht, waarbij nadrukkelijk wordt aangetekend dat “samenwerken geen doel op zich is”; 2. Voor de uit te werken samenwerkingsscenario’s een concreet toetsingskader meet te geven voor de te onderzoeken scenario’s, namelijk: a. Optimaliseren van de kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b. Het verlagen van de kosten voor de deelnemende partijen in de samenwerking; c. Bieden van continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid. 3. Voor ieder uit te werken samenwerkingsscenario een model te vragen op basis waarvan de algemeen besturen op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betroken worden en blijven; 4. De uit te werken samenwerkingsscenario’s in eerste aanleg primair te laten beoordelen aan de hand van het geschetste toetsingskader. Een eventueel huisvestingsvraagstuk komt pas daarna aan de orde en is volgend aan het gekozen voorkeursscenario. 5. Mee te geven dat de algemeen besturen van de deelnemende partijen in de samenwerking een besluit wordt gevraagd over het uiteindelijke voorstel; 6. De aangereikte “Informatiebrief verkenning samenwerking GGD, RUD en VRZ” aan de raad voor te leggen. Enkele aandachtspunten betreffende het proces die wij als college eveneens onderkennen willen wij door middel van deze brief onder uw aandacht brengen: - Wij vinden het een goede zaak dat de verkenning plaatsvindt, echter, de hierboven genoemde randvoorwaarden achten wij essentieel; - Afhankelijk van de uitkomsten van de verkenning kan wellicht de samenwerking in de toekomst verbreed worden;

1. Samenwerking wordt nadrukkelijk niet gezien als een doel op zich, maar als een middel om de kwaliteit (van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers), de continuïteit en de slagkracht van de drie gemeenschappelijke regelingen te versterken.

2. Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten: a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

3. Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de

algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven.

4. De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk.

5. De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ zullen na een keuze voor een voorkeursscenario de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) een besluit vragen over het uiteindelijke voorstel voor samenwerking.

6. Kennisgenomen dat de informatiebrief over de verkenning van de samenwerking aan uw gemeenteraad is voorgelegd.

Kennisgenomen van de aanreikte aandachtspunten voor het proces. Deze zullen worden meegegeven aan de procesbegeleider bij het opstellen van het procesvoorstel.

Page 35: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

6

Organisatie Datum Reactie Reactie GGD, RUD & VRZ

- Qua omvang wordt het een forse organisatie, die vanuit de eigenaren i.c. de gemeenten, wel bestuurbaar moet blijven. Dat moet goed bezien worden en daardoor moete de juiste voorwaarden worden gecreëerd.

Veere

30-10-2019 We staan aan de vooravond van grote (maatschappelijke) ontwikkelingen. We vinden het goed dat de GGD, RUD en VRZ een verkenning willen uitvoeren naar een verder gaande samenwerking. Samenwerking vinden wij overigens geen doel op zich. In de aanleiding noemt u een doelstelling. Wij zouden de doelstelling graag concreet uitgewerkt en vertaald in een toetsingskader zien, waaraan de op te stellen scenario's gewogen kunnen worden: De doelen bevatten wat ons betreft dan in ieder geval: -Het optimaliseren van de kwaliteit van te leveren producten en diensten; -Het verlagen van de kosten voor de deelnemende partijen in de samenwerking; -Het verlagen van de kwetsbaarheid door het bieden van continuïteit; -Het verhogen van de grip op de drie samenwerkingsverbanden. De afgelopen jaren lieten rapporten van de VZG en de rekenkamer zien dat de governance van de gemeenschappelijke regelingen beter moet. Grip wordt minder, omdat de taakuitvoering steeds verder weg komt te staan. Over grip wordt in de bestuursopdracht wel gesproken, maar wel extern gericht, doordat een grotere Zeeuwse organisatie in het land een serieuzer gesprekspartner kan zijn. Het gaat dan niet om de grip waar gemeenteraden om vragen. In de bestuursopdracht staan de drie GR-en centraal en de voordelen die daarbij zijn te behalen. Er is weinig tot geen aandacht voor de positie van de deelnemende gemeenten, al werken de voordelen indirect door naar de gemeenten, zeker als de samenwerking leidt tot lagere kosten. Voor de samenwerking in de bedrijfsvoering kan ook gekeken worden naar een variant met een constructie waarin de bedrijfsvoeringstaken bij (samenwerkende) gemeenten wordt ondergebracht. Graag aandacht voor een dergelijk scenario. U stelt dat zowel de GGD als de VRZ op dit moment een huisvestingsvraagstuk hebben. Wij vinden dat de opdracht en uit te werken scenario's primair over de samenwerking moet gaan. Het huisvestingsvraagstuk is een ander vraagstuk (weliswaar met raakvlakken). Het gevaar dreigt dat huisvesting leidend wordt en dat beïnvloed de verkenning naar samenwerking. U kunt (nog) geen inschatting maken van de kosten, maar deze worden evenredig verdeeld onder de drie gemeenschappelijke regelingen. Wij gaan ervan uit dat u de kosten om dit onderzoek uit te voeren dekt uit bestaande middelen. Een extra bijdrage van de gemeenten is voor ons geen optie. Tot slot. In de opdracht staan de gezamenlijke ontwikkelingen wel benoemd, maar niet de ontwikkelingen waar de afzonderlijke organisaties mee te maken hebben. Onderzoek uitvoering Sociaal Domein, Toekomstbestendige brandweerzorg bij de VRZ, etc. Ondanks dat deze ontwikkelingen de onderzoeksopdracht niet vereenvoudigen is het van belang dat de actoren in die processen ook op de hoogte zijn. Op enig moment komen deze verschillende trajecten immers allemaal tot besluitvorming.

Samenwerking wordt nadrukkelijk niet gezien als een doel op zich, maar als een middel om de kwaliteit (van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers), de continuïteit en de slagkracht van de drie gemeenschappelijke regelingen te versterken. Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten:

a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

In de bestuursopdracht wordt aandacht besteed aan de voordelen voor de deelnemende partijen. Bijvoorbeeld het door samenwerking kunnen versterken van de kwaliteit van de producten en diensten ten behoeve van de deelnemende partijen en burgers. Door het toevoegen van het toetsingskader worden alle scenario’s ook getoetst op de mate waarop de gemeenteraad grip houdt en heeft op de drie gemeenschappelijke regelingen. Bij de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een variant betrokken waarbij de bedrijfsvoering wordt samengevoegd. De manier waarop de bedrijfsvoering wordt samengevoegd dan wel waar de bedrijfsvoering wordt ondergebracht wordt hierbij onderzocht. De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het geschetste toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk De kosten worden gelijk verdeeld over GGD, RUD en VRZ. Besluitvorming over de dekking van deze kosten vindt binnen iedere organisatie plaats op de hiervoor gebruikelijke wijze. Uitgangspunt is dat de kosten voor de verkenning worden gedekt uit bestaande middelen en geen extra bijdrage wordt gevraagd aan de deelnemende partijen. De procesbegeleider zal bij de uitvoering van zijn opdracht rekening houden met de ontwikkelingen waar de afzonderlijke organisaties mee te maken hebben.

Vlissingen 11-10-2019 Ons college kan instemmen met het verkennende onderzoek, maar heeft daarbij wel een aantal voorwaarden, wensen, kanttekeningen en overwegingen die wij u graag meegeven.

Page 36: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

7

Organisatie Datum Reactie Reactie GGD, RUD & VRZ

Allereerst spreken wij onze nadrukkelijke verwachting uit dat dit onderzoek zorgvuldig wordt doorlopen. Een eventueel huisvestingsvraagstuk kan pas worden opgepakt en beoordeeld als de verkenning naar de samenwerking is afgerond. Een huisvestingsvraagstuk is op dit moment dan ook niet aan de orde. In uw verkenning worden verschillende scenario’s uitgewerkt. Hierbij hoort een concreet toetsingskader aan de hand waarvan de scenario’s kunnen worden beoordeeld. Het toetsingskader moet toetsen op: kwaliteit van de te leveren producten en diensten, het verlagen van de kosten voor de deelnemende partijen in de samenwerking en het bieden van continuïteit door het verminderen van organisatorische kwetsbaarheid. Daarnaast vragen we aandacht voor de kwaliteit van de dienstverlening voor onze inwoners, waarbij de nabijheid van en toegang tot de diensten nadrukkelijk betrokken wordt. In de aangekondigde omgevingsanalyse en krachtenveldanalyse moet nadrukkelijk de relatie gelegd worden met de ‘Zeeuwse samenwerking sociaal domein’ en de ontwikkelingen omtrent de DCMR. De uitkomsten van deze trajecten zijn input voor uw verkenning. Niet omgekeerd. We vragen u niet alleen te kijken naar ontwikkelingen en samenwerkingspartners binnen Zeeland: kijk ook over de provinciegrens heen. Wij gaan ervanuit dat zusterorganisaties buiten provinciegrenzen in beeld gebracht worden en betrokken worden bij de te onderzoeken scenario’s. De wijze waarop de algemeen besturen actief en structureel betrokken worden en blijven is nadrukkelijk een aandachtspunt. Per samenwerkingsscenario willen we dat hiervoor een model wordt uitgewerkt. We zijn blij met de aandacht voor de rol en positie van raden en staten. Niet alleen betrokkenheid en draagvlak is hierbij van belang. Daarbij is ook aandacht nodig voor de formele rol van raden en staten. In het proces dient rekening gehouden te worden met een formeel besluit van alle deelnemende partijen over het uiteindelijke voorstel. Bij de te onderzoeken scenario’s dient ook expliciet stilgestaan te worden bij de haalbaarheid vanuit wet- en regelgeving. De aanbestedingsrechtelijke aspecten kunnen per scenario verschillend zijn en moeten dus integraal worden meegenomen in dit onderzoek. We vertrouwen erop dat de verkenning bijdraagt aan een zorgvuldige besluitvorming. En dat bij deze besluitvorming altijd het belang van de klant (onze inwoners!) op de eerste plaats komt.

De samenwerkingsscenario’s worden primair aan de hand van het toetsingskader beoordeeld. Bij de uitwerking van de scenario’s is ook aandacht voor het huisvestingsvraagstuk Er is een toetsingskader toegevoegd aan de bestuurlijke opdracht die de te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s toetst aan de hand van de volgende punten:

a) kwaliteit van de te leveren producten en diensten; b) kosten voor de deelnemende partijen binnen de samenwerking; c) continuïteit door het verminderen van de organisatorische kwetsbaarheid; d) grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen.

In de bestuurlijke opdracht wordt vermeld dat samenwerking onder andere tot doel heeft om de kwaliteit van de producten en diensten voor de deelnemende organisaties en burgers te versterken. Daarnaast wordt ook vermeld dat dat de uitvoering van het primaire proces zo dicht mogelijk bij de inwoners, gemeenten of bedrijven plaatsvindt. De procesbegeleider zal bij de uitvoering van zijn opdracht rekening houden met de ontwikkelingen waar de afzonderlijke organisaties mee te maken hebben. Bijvoorbeeld: de ‘Zeeuwse samenwerking sociaal domein’ en de ontwikkelingen omtrent de DCMR. In de bestuurlijke opdracht wordt aangegeven dat met het versterken van de samenwerking een solide organisatie in Zeeland wordt beoogd, waarmee de positie van Zeeland op landelijk niveau wordt versterkt. Tijdens de verkenning worden ook ontwikkelingen binnen omliggende regio’s/ zusterorganisaties betrokken en gekeken wat de invloed hiervan is op de scenario’s. Voor alle te ontwikkelen samenwerkingsscenario’s wordt een model uitgewerkt op basis waarvan de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) op actieve wijze en op structurele basis bij de samenwerkingsorganisatie(s) betrokken worden en blijven. De algemeen besturen van GGD, RUD en VRZ zullen na een keuze voor een voorkeursscenario de algemeen besturen van de deelnemende partijen (gemeenten, provincie en waterschap) een besluit vragen over het uiteindelijke voorstel voor samenwerking. Bij het ontwikkelen van de samenwerkingsscenario’s wordt ook aandacht besteed aan de juridische consequenties c.q. haalbaarheid. De aanbestedingsrechtelijke aspecten worden hier ook bij betrokken.

Provincie Zeeland

24-9-2019 Wij kunnen instemmen met deze verkenning. We willen hierbij wel aandacht vragen voor het feit dat de GGD ook wordt betrokken bij een voorgenomen onderzoek van de gezamenlijke Zeeuwse gemeenten naar versterking van de Zeeuws brede governance op het sociaal domein. Ook dient rekening te worden gehouden met de speciale positie die wij als provincie hebben in dit proces. Naast deelnemer in de RUD Zeeland zijn wij namelijk ook financieel toezichthouder op de GGD en de VRZ, en heeft de Commissaris van de Koning een toezichthoudende taak bij de VRZ.

De procesbegeleider zal bij de uitvoering van zijn opdracht rekening houden met de ontwikkelingen waar de afzonderlijke organisaties mee te maken hebben. Bijvoorbeeld het voorgenomen onderzoek van de gezamenlijke Zeeuwse gemeenten naar versterking van de Zeeuws brede governance op het sociaal domein. Bij de uitvoering van de verkenning zal aandacht zijn de ‘speciale’ positie van de provincie en de cvdK.

Page 37: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

8

Organisatie Datum Reactie Reactie GGD, RUD & VRZ

Voorts zijn wij benieuwd of er in den lande al voorbeelden van samenwerking van deze drie gemeenschappelijke regelingen bestaan. En als dat het geval is of daaruit leerpunten te halen zijn. Verder hebben wij nota genomen van het voornemen dat de procesbegeleider gevraagd wordt om bij de processtappen en beslismomenten nadrukkelijk stil te staan bij de positie en rol van de gemeenteraden, provinciale staten en de algemene vergadering van het waterschap. In de informatiebrief staat verder dat de raadsklankbordgroep van VRZ wordt gevraagd om mee te denken over het proces van de verkenning en de betrokkenheid van de gemeenteraden hierbinnen en dat indien gewenst de raadsklankbordgroep voor dit specifieke onderwerp wordt aangevuld met andere gemeenteraadsleden en/of leden van Provinciale Staten en de algemene vergadering van het waterschap. Wij vertrouwen erop dat gedurende het proces Provinciale Staten bij gelegenheid tijdig in staat worden gesteld deel te nemen in de raadsklankbordgroep. Wij hebben de informatiebrief doorgeleid aan Provinciale Staten.

In den lande zijn voorbeelden van samenwerking tussen veiligheidsregio’s en GGD-en. Leerpunten hieruit worden betrokken bij de verkenning. De onafhankelijke procesbegeleider zal bij het opstellen van het procesvoorstel onderzoeken of het instellen van een gezamenlijke ‘raadsklankbordgroep’ (samengesteld uit raadsleden, leden van provinciale staten en leden van de algemene vergadering van het waterschap) helpend kan zijn in het proces van de verkenning.

Waterschap Scheldestromen

21-11-2019 Samenwerking tussen Zeeuwse overheidsorganisaties, zowel ambtelijk als bestuurlijk, juichen wij van harte toe. Niet alleen schept het mogelijkheden voor een betere inhoudelijke afstemming in het primaire proces en efficiencyvoordelen in de bedrijfsvoering, maar ook is te voorzien dat dit leidt tot een meer intensieve samenwerking en kruisbestuiving tussen diverse actoren. Wellicht leidt dit tot nieuwe ideeën en mogelijkheden in de toekomst. Maar samenwerking is niet per sé gemakkelijk. Het vraagt begrip, tolerantie voor diversiteit, vertrouwen en breed draagvlak voor het gezamenlijke doel. Dit zijn zaken die niet van de een op de andere dag gerealiseerd zijn en vergen vaak een lange adem. Het is goed om u hier bewust van te zijn voorafgaand aan de verkenning. Meer concreet hebben wij de volgende aandachtspunten cq. aanbevelingen ten aanzien van de verkenning samenwerking GGD, RUD en VRZ. -Voor een kansrijke samenwerking zijn de volgende voorwaarden noodzakelijk; een gezamenlijke ambitie, oog voor elkaars belangen, aandacht voor de relatie tussen de partners, een strakke en lichte organisatie en een continue aandacht voor het samenwerkingsproces. Wij adviseren u deze voorwaarden mee te nemen in uw verkenning; -Uit het oogpunt van kostenbesparing zou ons inziens de optie opengehouden moeten worden om diensten af te nemen van de partners, bijvoorbeeld op het vlak van de PIOFACH; - Ongeacht de vorm die eventuele samenwerking gaat aannemen, is de juridische verankering van afspraken van belang, onder andere ten aanzien van de financiering en de governance; - Bij de samenwerking tussen de gemeenschappelijke regelingen dienen de tekst en de doelstellingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in acht te worden genomen. Let hierbij op de op stapel staande wijziging van de Wgr. Voorkomen dient bijvoorbeeld te worden, dat de afstand tot de bestuursorganen van de deelnemende overheidsorganisaties (gemeenten, provincie en waterschap) vergroot wordt; - De samenwerking mag er niet toe leiden dat er vervlechting van kosten optreedt, op een zodanige manier dat kosten niet meer kunnen worden toegerekend aan de afzonderlijke gemeenschappelijke regelingen. Transparantie is hierbij van groot belang; - Het is verstandig vooraf een plafondbedrag voor het onderzoek op te nemen en afspraken te maken over wat te doen bij (dreigende) overschrijding van dit bedrag.

De onafhankelijk procesbegeleider zal bij het opstellen van het procesvoorstel, maar ook tijdens de verkenning, aandacht besteden aan aspecten zoals begrip, tolerantie voor diversiteit, vertrouwen en breed draagvlak voor het gezamenlijke doel. - De onafhankelijk procesbegeleider zal deze voorwaarden betrekken bij de verkenning van de samenwerking. - Er worden verschillende scenario’s voor samenwerking onderzocht. Hierbij wordt ook gekeken naar een variant waarbij de bedrijfsvoering (PIOFACH-taken) van de drie gemeenschappelijke regelingen wordt samengevoegd. - Bij de te ontwikkelen scenario’s voor samenwerking is onder meer aandacht voor de governance en de financiële en juridische aspecten. - Bij de verkenning en te ontwikkelen scenario’s voor samenwerking wordt rekening gehouden met juridische aspecten van de mogelijke samenwerking. Daarnaast worden de scenario’s aan de hand van een toetsingskader getoetst op diverse aspecten, waaronder: grip van de deelnemende partijen op de drie gemeenschappelijke regelingen. - Bij de te ontwikkelen scenario’s voor samenwerking wordt de financiering uitgewerkt. - Na besluitvorming over het procesvoorstel van de onafhankelijk procesbegeleider zijn de financiële consequenties voor de verkenning bekend.

Page 38: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

n o t i t i e

Kenmerk Van Joke Gaemers

Datum 27-11-2019 Aan AB

Onderwerp

Aansluiten bij werkgeversverening WSGO

Op 21 mei 2019 heeft de VNG een ledenbrief verstuurd over de oprichting van de werkgevers-

vereniging voor gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen. Aanleiding is de invoering van

de Wnra (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren) per 1-1-2020. De oprichting en moge-

lijkheid tot aansluiten heeft op zich laten wachten, maar het ziet ernaar uit dat aanmelding

mogelijk is medio december.

Wij verzoeken u te besluiten om de GGD Zeeland per 1-1-2020 aan te laten sluiten bij de

werkgeversvereniging voor gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen.

Argumenten:

Het is wenselijk dat GGD Zeeland de gemeentelijke rechtspositie volgt. Aansluiting bij

de werkgeversvereniging voor gemeenschappelijke regelingen is hiervoor noodzakelijk,

als gevolg van de Wet Normalisering Rechtpositie Ambtenaren.

De VNG heeft de huidige aansluitingsovereenkomst met de GGDZeeland voor de CAR-

UWO opgezegd per 31 december 2019. Wij willen de rechtspositie van de gemeenten

voor GGD medewerkers behouden. Dit pas het best bij de GGD als een nauw aan ge-

meenten verbonden organisatie.

De VNG ziet de oprichting van een werkgeversvereniging als beste manier om dit te

regelen voor (gemeentelijke) gemeenschappelijke regelingen. Zo kunnen de huidige aan-

geslotenen na de normalisering (Wnra) hun medewerkers dezelfde arbeidsvoorwaarden

blijven bieden als in de cao Gemeenten.

Wanneer de GGD niet zou aansluiten, moet er een eigen cao opgesteld en afgesloten

worden door de GGD, in overleg met de vakbonden, wat uiteraard onwenselijk en bo-

vendien onrealistisch is.

Financiën:

De kosten van aansluiting bij de werkgeversvereniging bedraagt ongeveer € 2.500,-- per jaar,

deze bedragen zijn opgenomen in de begroting.

U vindt nadere informatie in de bijlagen bij deze notitie.

- Ledenbrief VNG over de oprichting van de werkgeversvereniging voor gemeentelijke gemeenschappelijke re-

gelingen en Ledenbrief VNG Aansluiting CAO Gemeenten

Datum Vergadering Besluit Vervangt notitie nr:

Page 39: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

U201900419 PROD

Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Nassaulaan 12 Den Haag | Postbus 30435 | 2500 GK Den Haag

070 - 373 83 93 | [email protected]

Samenvatting

Met deze ledenbrief informeren wij u over een aantal zaken betreffende de oprichting van de

werkgeversvereniging voor gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen (niet-gemeenten).

Op 18 april 2019 heeft het VNG bestuur besloten een werkgeversvereniging voor gemeentelijke

gemeenschappelijke regelingen op te richten. De aanleiding is de Wet normalisering

rechtspositie ambtenaren (Wnra) waarbij ambtenaren op 1 januari 2020 verhuizen van het

ambtenarenrecht naar het ‘normale’ private arbeidsrecht. Door de oprichting van deze

werkgeversvereniging kunnen de huidige aangesloten organisaties na de normalisering (Wnra) hun

medewerkers dezelfde arbeidsvoorwaarden blijven bieden als in de Cao Gemeenten.

De VNG is voor de gemeenten de werkgeversvereniging. De nieuwe werkgeversvereniging is de

vereniging voor de gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen met als doel om dezelfde

arbeidsvoorwaarden vast te stellen als in de Cao Gemeenten. Door de Wet normalisering

rechtspositie ambtenaren werkt het systeem van aangesloten organisaties bij de VNG niet meer

goed onder het private recht dat met ingang van 2020 van toepassing is.

VNG kent ongeveer 170 aangesloten organisaties, veelal gemeentelijke gemeenschappelijke

regelingen. Het betreft onder andere volledig gefuseerde en/of samenwerkende ambtelijke

organisaties, maar ook samenwerkingsverbanden van gemeenten op het vlak van sociaal domein,

werk en inkomen, sociale dienst, HR, ICT en sociale werkvoorziening. Daarnaast ook

omgevingsdiensten en GGD’en.

Brief aan de leden

T.a.v. het college en de raad

Datum

21 mei 2019

Ons kenmerk

TAZ

/U201900419/

Lbr: 19/039

Telefoon

070-3738393

Bijlage(n)

-

College voor Arbeidszaken

Onderwerp

Oprichting werkgeversvereniging voor gemeentelijke

gemeenschappelijke regelingen (niet-gemeenten)

Page 40: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

U201900419 PROD

Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Nassaulaan 12 Den Haag | Postbus 30435 | 2500 GK Den Haag

070 - 373 83 93 | [email protected]

Geacht college en gemeenteraad, bestuur aangesloten organisatie,

Inleiding

Op 1 januari 2020 treedt de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking. Met het

oog daarop heeft het VNG bestuur op 18 april jl. besloten een werkgeversvereniging voor

gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen op te richten.

Van de VNG kunnen alléén gemeenten lid worden. Organisaties die de CAR UWO volgen, niet

zijnde gemeenten, kunnen géén lid worden van de VNG. In de ledenbrieven van 27 juli 2018, 3

september 2018 en 22 november 2018 is aangegeven dat deze niet-gemeenten zich bij de

genormaliseerde Cao Gemeenten kunnen aansluiten met een zogenaamde

aansluitingsovereenkomst bij de VNG.

Door de oprichting van de werkgeversvereniging voor organisaties in de gemeentelijke sector

(verder: niet-gemeenten) komt het systeem van aansluitingen aan het einde van dit jaar te

vervallen. Organisaties die hun medewerkers dezelfde arbeidsvoorwaarden willen blijven bieden als

in de Cao Gemeenten, kunnen lid worden van de nieuwe werkgeversvereniging.

In deze brief informeren wij u over:

• de oprichting van de nieuwe werkgeversvereniging voor niet-gemeenten;

• de voordelen van de werkgeversvereniging;

Aan de leden

Datum

21 mei 2019

Ons kenmerk

TAZ

/U201900419/

Lbr: 19/039

Telefoon

070-3738393

Bijlage(n)

-

College voor Arbeidszaken

Onderwerp

Oprichting werkgeversvereniging voor gemeentelijke

gemeenschappelijke regelingen (niet-gemeenten)

Page 41: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 3/6

• wat het betekent voor de huidige CAR UWO en Cao Gemeenten volgers;

• praktische informatie over de werkgeversvereniging, en

• de uitzondering voor Veiligheidsregio’s.

Oprichting werkgeversvereniging gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen

Het VNG bestuur heeft besloten een werkgeversvereniging voor gemeentelijke gemeenschappelijke

regelingen op te richten. De VNG is voor zijn leden, de gemeenten, de werkgeversvereniging. De

nieuwe werkgeversvereniging is de vereniging voor de gemeentelijke gemeenschappelijke

regelingen met als doel om in een aparte cao dezelfde arbeidsvoorwaarden vast te stellen als in de

Cao Gemeenten.

VNG heeft hiertoe besloten omdat door de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren het

systeem van aangesloten organisaties bij de VNG niet meer goed werkt onder het private recht dat

met ingang van 2020 van toepassing is (zie: Waarom een werkgeversvereniging).

Daarnaast is bij de VNG bekend dat veel werkgevers van niet-gemeenten het systeem van de

aansluitingsovereenkomst met de Cao Gemeenten suboptimaal vinden. Zij geven de voorkeur aan

binding via lidmaatschap of algemeen verbinden verklaring. De VNG heeft in de bijlage van de

ledenbrief van 3 september 2018 aangegeven dat de VNG andere mogelijkheden zou verkennen

waarmee ook niet-gemeenten directer aan de cao gebonden konden worden.

De afgelopen maanden heeft die verkenning plaatsgevonden met als uitkomst dat het verstandig is

om voor niet-gemeenten een aparte werkgeversvereniging op te richten met een aparte cao die

inhoudelijke identiek is aan de Cao Gemeenten.

De VNG kent ongeveer 170 aangesloten gemeentelijke organisaties, veelal gemeentelijke

gemeenschappelijke regelingen. Het betreft onder andere volledig gefuseerde en/of

samenwerkende ambtelijke organisaties, maar ook samenwerkingsverbanden van gemeenten op

het vlak van sociaal domein, werk en inkomen, sociale dienst, HR, ICT en sociale werkvoorziening.

Daarnaast ook omgevingsdiensten en GGD’en.

Waarom een werkgeversvereniging

Het VNG bestuur heeft besloten tot de oprichting van een werkgeversvereniging voor niet-

gemeenten en een aparte cao (identiek aan de Cao Gemeenten) omdat dit de nodige voordelen

oplevert:

1. Voorkomen intreden overgangsrecht Wnra

De niet-gemeente die lid wordt van de werkgeversvereniging heeft een directe binding met de cao

voor niet-gemeenten (directe binding door lidmaatschap). Als de Wnra in werking treedt en er is op

dat moment een cao voor niet-gemeenten dan vervangt die cao de bestaande

rechtspositieregelingen. Als de Wnra in werking treedt en er is op dat moment geen cao, dan blijft

voor elke niet-gemeente de rechtspositie in stand ‘als ware het een cao’.

VNG is van mening dat het systeem met lidmaatschap van een werkgeversvereniging een stevigere

juridische basis vormt voor het voorkomen van het intreden van overgangsrecht Wnra dan het

systeem met aansluitingsovereenkomsten.

2. Volgen van gemeentelijke arbeidsvoorwaarden via een aparte cao geeft meer binding

Het is bij de VNG bekend dat vrijwel alle niet-gemeenten voor hun medewerkers dezelfde

arbeidsvoorwaarden willen hebben als medewerkers van gemeenten. De nieuwe

werkgeversvereniging heeft dan ook als doel om in de cao van niet-gemeenten dezelfde

Page 42: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 4/6

arbeidsvoorwaarden vast te stellen als in de Cao Gemeenten. Een cao geeft meer binding dan een

aansluitingsovereenkomst. De niet-gemeente die lid is van de werkgeversvereniging is verplicht de

cao te volgen en toe te passen op alle werknemers. Dat geeft zekerheid.

3. Gebruik kunnen maken van afspraken in de cao waarin wordt afgeweken van ¾ dwingend recht

De cao voor niet-gemeenten maakt het mogelijk voor de leden om gebruik te maken van afspraken

in de cao waarin wordt afgeweken van de wet (zogenaamd ¾-dwingend recht). Op dit moment gaat

het om cao bepalingen rondom de loondoorbetaling bij kortdurend zorgverlof, de ontslagcommissie

en een eventuele afspraak in de cao over de transitievergoeding bij bedrijfseconomisch ontslag.

Eerder heeft de VNG in bijlage van de ledenbrief van 3 september 2018 aangegeven niet zeker te

weten of aangesloten organisaties (ongebonden werkgevers volgens de wet cao) cao bepalingen

mogen gebruiken waarin wordt afgeweken van de wet. In een kamerbrief van 21 december 2018

heeft Minister Koolmees benadrukt dat individuele, ongebonden werkgevers, wanneer zij een cao

vrijwillig volgen, geen gebruik kunnen maken van de in die cao overeengekomen afwijkingen van

¾-dwingend recht.

Een cao voor niet-gemeenten lost dit op en levert daarmee voordelen op ten opzichte van het

systeem van aansluitingen.

4. Duidelijkheid voor alle partijen

De nieuwe werkgeversvereniging zal met de vakbonden de cao voor niet-gemeenten afspreken. Op

die wijze is het voor alle bij de cao betrokken partijen – de nieuwe vereniging, vakbonden,

werkgevers en werknemers – duidelijk welke cao geldt. De cao voor niet-gemeenten werkt direct.

Niet-gemeenten hoeven deze niet langer te verwerken in een eigen rechtspositieregeling. Ook zijn

eenduidige arbeidsvoorwaarden voor gemeenten en niet-gemeenten vanuit het oogpunt van

onderlinge personeelsmobiliteit van belang.

Nu geconcludeerd kan worden dat het systeem van aansluitingsovereenkomsten géén zekerheid

biedt met betrekking tot het overgangsrecht Wnra en géén gebruik kan worden gemaakt van cao

bepalingen waarin wordt afgeweken van ¾ dwingend recht, heeft de VNG besloten het systeem

van aansluitingsovereenkomsten niet voort te zetten. In de plaats daarvan wordt dus de

werkgeversvereniging voor niet-gemeenten opgericht.

Wat betekent dit voor de huidige CAR UWO en Cao Gemeenten volgers?

Voor de huidige CAR UWO en Cao Gemeenten volgers betekent dit het volgende:

1. De aansluitingsovereenkomst voor de CAR UWO blijft in stand tot en met 31 december 2019

Het huidige systeem van aansluitingsovereenkomsten ten behoeve van de CAR UWO blijft bestaan

tot en met 31 december 2019. Met het oog op de normalisatie en daarmee de overgang naar de

Cao Gemeenten wordt deze opgezegd vóór 1 juli 2019. De dienstverlening van de VNG aan de

aangesloten organisaties blijft doorlopen tot het einde van het jaar.

2. De aansluitingsovereenkomst voor de Cao Gemeenten wordt pro forma door de VNG opgezegd

Organisaties (niet-gemeenten) die een nieuwe aansluitingsovereenkomst bij de VNG hebben voor

het volgen van de Cao Gemeenten die geldt per 1 januari 2020, krijgen een brief waarin de VNG de

overeenkomst pro forma opzegt. Namelijk onder de voorwaarde dat er tijdig een

werkgeversvereniging met een aparte cao is. Zij worden geadviseerd lid te worden van de nieuwe

werkgeversvereniging.

Page 43: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 5/6

3. Organisaties kunnen de Cao Gemeenten niet meer volgen met een aansluitingsovereenkomst

Organisaties die zich nog niet hadden aangemeld voor een nieuwe aansluitingsovereenkomst voor

de Cao Gemeenten per 2020, kunnen zich niet meer aanmelden. Ook zij worden geadviseerd lid te

worden van de nieuwe werkgeversvereniging.

Praktische informatie over de werkgeversvereniging

De komende maanden moet nog veel worden uitgewerkt rondom de werkgeversvereniging.

Onderstaand vast een aantal zaken die we u kunnen meegeven:

1. Aanmelden voor de werkgeversvereniging kan vanaf 1 oktober 2019

De planning is dat aanmelden voor het lidmaatschap van de werkgeversvereniging mogelijk is

vanaf 1 oktober 2019. De bedoeling is dat organisaties die nu de CAR UWO volgen en/of een

aansluitingsovereenkomst hebben en/of die hebben aangegeven de Cao Gemeenten te willen

volgen, lid kunnen worden. Veelal zijn dit organisaties die in opdracht van gemeenten taken of

delen van taken van één of meer gemeenten uitvoeren in de vorm van een gemeenschappelijke

regeling. Maar ook stichtingen, BV’s, etc. kunnen lid worden zolang het gaat om aan gemeenten

gelieerde organisaties in het publiek domein. Bij samenwerkingsverbanden moet ten minste de helft

van de deelnemende organisaties bestaan uit gemeenten. In de statuten van de vereniging en de

werkingssfeer van de cao wordt dit nader uitgewerkt. Bij twijfel beslist het bestuur van de

vereniging.

2. Dienstverlening

De hoofdtaak van de werkgeversvereniging is het afsluiten van een cao voor de leden die dezelfde

arbeidsvoorwaarden heeft als de Cao Gemeenten. Vanzelfsprekend worden leden geïnformeerd,

geraadpleegd, krijgen ledenbrieven en kunnen contact opnemen voor het stellen van vragen zoals

dat nu ook het geval is bij organisaties met een aansluitingsovereenkomst.

De ondersteuning van de werkgeversvereniging vindt plaats door de VNG-bureau. Daarmee wordt

de dienstverlening geborgd, gezorgd voor schaalvoordelen en blijft zicht op ontwikkelingen.

De omvang van de dienstverlening wordt de komende maanden uitgewerkt en wordt bekend in de

loop van de maand september.

3. Contributie

De contributie van de werkgeversvereniging moet nog worden vastgesteld, maar zal meer zijn dan

de huidige aansluitingskosten (nu jaarlijks € 500). De hoogte hangt namelijk samen met de omvang

van de dienstverlening. Aangesloten organisaties liften nu mee op de voorzieningen van de VNG

zonder dat die zijn doorberekend waardoor de aansluitingskosten onvoldoende bijdragen aan de

kosten van dienstverlening.

Daarbij dient een aparte werkgeversvereniging op onderdelen eigen voorzieningen te hebben. De

structurele kosten voor een eigen ledenadministratie, jaarverslag, accountantsverklaring,

ledenraadpleging, communicatie, doorberekende dienstverlening van VNG, etc. zullen dus hoger

zijn dan voorheen. De hoogte van de contributie wordt bekend in de loop van de maand september.

4. Wat kunnen niet-gemeenten nu al doen?

Als uw organisatie (niet-gemeente) de wens heeft om lid te worden van de werkgeversvereniging,

dan kunt u alvast het volgende doen:

• In de gemeenschappelijke regeling wordt veelal aangegeven welke arbeidsvoorwaarden

gelden voor het personeel. Indien u uw gemeenschappelijke regeling aanpast met het oog

Page 44: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 6/6

op de normalisering, kunt u vast opnemen dat uw organisatie (de gemeenschappelijke

regeling) de cao voor niet-gemeenten hanteert na de normalisering;

• U kunt het besluitvormingsproces om lid te worden van de werkgeversvereniging in uw niet-

gemeente alvast voorbereiden (bijvoorbeeld het voorbereiden of nemen van een principe

besluit). Zo kunt u na gaan wie in de organisatie bevoegd is om het lidmaatschap van de

werkgeversvereniging aan te gaan en welke procedures daarvoor gelden.

Veiligheidsregio’s uitgezonderd

Er is een uitzondering voor de Veiligheidsregio’s. De inwerkingtreding van de normalisatie (Wnra)

voor personeel van veiligheidsregio’s is formeel tot een nader te bepalen moment uitgesteld. Naar

verwachting is dit tot 1 januari 2021. Dit heeft tot gevolg dat:

• Voor het jaar 2020 de CAR UWO in stand wordt gehouden voor de Veiligheidsregio’s;

• De aansluitingsovereenkomst met de VNG voor het volgen van de CAR UWO voor de

Veiligheidsregio’s blijft bestaan;

De wijze waarop de arbeidsvoorwaarden van de Veiligheidsregio’s vorm krijgen na de

voorgenomen normalisering in 2021 in relatie tot de nieuwe werkgeversvereniging en de cao voor

niet-gemeenten moet nog worden uitgewerkt.

Tot slot

Wij realiseren ons dat voor gemeenten en aangesloten organisaties deze aankondiging van de

oprichting van de werkgeversvereniging en het einde van het systeem van aansluitingen

onverwacht komt. Wij hebben echter de overtuiging dat we met de nieuwe werkgeversvereniging

voor niet-gemeenten de huidige aangesloten organisaties beter van dienst kunnen zijn.

Zodra er meer informatie is, wordt u daarvan op de hoogte gebracht. Vragen en/of opmerkingen

kunt u doorgeven aan het Klantcontactcentrum van de VNG.

• Telefoon: 070-373 8393 (op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur)

• E-mail: [email protected]

Hoogachtend, College voor Arbeidszaken van de VNG,

Janine Jongepier Secretaris van het College voor Arbeidszaken

Page 45: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Datum

26 juni 2019

Ons kenmerk

TAZtu201900542Telefoon

070-3738393

Bijlage(n)

Gollege voor Arbe¡dszaken

Ondenarerp

Aansluiting CAO Gemeenten

Geachte heer/mevrouw,

Uw organisatie heeft een aansluitingsovereenkomst met de VNG die op 1 januari 2020 ingaat. Met

deze aansluitingsovereenkomst verplicht u z¡ch om vanaf 1 januari 2020 de Cao Gemeenten toe te

passen op uw personeel. Op 1 januari 2020 treedt de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

(Wnra) in werking, en vervalt de CAR-UWO en komt in plaats daarvan de Cao Gemeenten.

ln voorbereiding op het in werking treden van de Wnra wilde de VNG aanvankelijk met

aansluitingen werken, net als nu. Onlangs echter heeft de VNG besloten om voor de volgers van de

Cao Gemeenten niet langer te werken met een aansluitingsovereenkomst. ln plaats daarvan zal er

voor volgers een werkgeversvereniging voor niet-gemeenten worden opgericht. Wat dit voor uw

organisatie betekent, leest u hieronder.

1. De aansluitingsovereenkomst vanaf 1 januari 2020De VNG zegt de overeenkomst hierbij voorwaardelijk op. De VNG zegt nu op vanwege de

opzegtermijn van zes maanden. De opzegging is voorwaardelijk zodat de

aansluitingsovereenkomst in stand kan blijven als dat nodig blijkt te zijn. Als het niet lukt om tijdig

een werkgeversvereniging voor niet-gemeenten op te richten, blijft de aansluitingsovereenkomst in

stand zodat de daarbij horende dienstverlening beschikbaar blijft.

2. Nieuwe werkgeversverenigingDe VNG zegt ook de nieuwe aansluitingsovereenkomsten voor de Cao Gemeenten op, omdat de

VNG onlangs heeft besloten om een werkgeversvereniging voor niet-gemeenten te laten oprichten.

Verenig¡ng van Nederlandse Gemeenten

Nassaulaan 12 Den Haag I Postbus 30435 | 2500 GK Den Haag

070 - 373 83 93 | [email protected]

vng.nl

Page 46: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Dit doen wij omdat binding via lidmaatschap van een werkgeversvereniging juridisch meer

zekerheid biedt dan een vrijwillige aansluiting, en niet-gemeenten geen lid van de VNG kunnen

worden.

Doelgroep van deze werkgeversvereniging is dezelfde doelgroep als die voor de aansluitingen:

organisaties in het gemeentelijk domein die geen lid kunnen worden van de VNG maar wel dezelfde

arbeidsvoorwaarden als in de Cao Gemeenten willen toepassen. Deze werkgeversvereniging voor

niet-gemeenten zal met de vakbonden een cao vaststellen met dezelfde arbeidsvoorwaarden als de

Cao Gemeenten. De cao zal de leden van deze werkgeversvereniging direct binden. Meer

informatie vindt u in onze ledenbrief van 21 mei 2019.

Zodrade werkgeversvereniging is opgericht en organisaties zich als lid kunnen aanmelden, zullen

wij u dat melden.

3. Vermelding in nieuwe versie tekst 'genormaliseerde Cao Gemeenten'

De VNG en de vakbonden hebben vorig jaar in het kader van de Wet normalisering (Wnra) de

huidige CAR-UWO omgezet naar een tekst voor de nieuwe 'genormaliseerde Cao Gemeenten'.

Deze tekst is 22 november 2O1B bekend gemaakt. ln deze tekst staat een bijlage met alle

organisaties die op dat moment een aansluitingsovereenkomst voor de Cao Gemeenten hadden.

Dit zodat het voor alle betrokkenen - vakbonden, VNG, werkgevers en werknemers - duidelijk is

wie de Cao Gemeenten volgt.

Uiterlijk 1 juli publiceren wij een nieuwe tekst voor de 'genormaliseerde Cao Gemeenten' met

technische verbeteringen. De organisaties die vóór 1 juni 2019 een nieuwe

aansluitingsovereenkomst hebben gesloten, staan in die tekst in bijlage 4'Volgers'. Ondanks dat

we niet meer met aansluitingen gaan werken, vinden we het nu belangrijk dat er een overzicht is

van volgers van de Cao Gemeenten.

De Cao Gemeenten die op '1 januari 2O2O van kracht wordt, zal deze bijlage nief meer bevatten.

Het is de bedoeling dat alle organisaties die de Cao Gemeenten wilden volgen, dan lid zijn van de

werkgeversvereniging van niet-gemeenten.

SamenvattingL We zeggen de aansluitingsovereenkomst voor toepassing van de Cao Gemeenten

voorwaardelijk op. De opzegging vindt plaats onder de voorwaarde dat er uiterlijk op 31

december 201g een nieuwe werkgeversvereniging voor niet-gemeenten zal ziin opgericht .

De aanslurtingsovereenkomst gaat in dat geval dus niet in op 1 januari 2020.

2. Als het niet lukt om tijdig een werkgeversvereniging van niet-gemeenten op te richten, blijft

de aansluitingsovereenkomst in stand.

3. ln plaats van een aansluitingsovereenkomst komt er een werkgeversvereniging voor niet-

gemeenten. Zodra de mogelijkheid tot aanmelding bestaat, ontvangt u daarvan bericht van

ons.

4. Uw organisatie blijft vooralsnog vermeld in bijlage 4 van de tekst van de Cao Gemeenten.

Op het moment dat de Cao Gemeenten gaat gelden, op 1 januari 2020, is dat niet meer het

geval.

Ledenbrief 21 mei 2019

Ledenbrief werkqeversvereniqinq voor niet-qemeenten

Verenig¡ng van Nederlandse Gemeenten 213

Page 47: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Vragen?Vragen kunt u stellen bij het Klantcontactcentrum van de VNG. Telefoon: 070-373 8393 (op

werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur). E-mail: [email protected].

Met vriendelijke groet,

Vereniging van Gemeenten

Vereniging van Nederlandse Gemeenten 313

Page 48: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur
Page 49: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Pagina 1 van 1

Aan: Algemeen Bestuur GGD Zeeland

Van: Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland

Opsteller(s): Ed Magnee

Betreft: Vaststelling subsidieverordening Jeugdhulp

Datum: 23 oktober 2019

Gevraagd besluit

U wordt gevraagd de bijgaande subsidieverordening vast te stellen opdat de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland op verzoek van de Zeeuwse gemeenten als onderdeel van hun instrumentarium ook subsidiebeschikkingen kan afgeven.

Achtergrond In de Gemeenschappelijke Regeling GGD Zeeland is aan de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland de taak toebedeeld om namens de Zeeuwse gemeenten jeugdhulp in te kopen en te contracteren. Eén van de instrumenten om dat te doen is het afgeven van subsidiebeschikkingen namens de Zeeuwse gemeenten. Hiertoe is echter nooit een subsidieverordening opgesteld waardoor de wettelijke grondslag hiertoe voor de Inkooporganisatie ontbreekt.

De bijgaande subsidieverordening is op verzoek van de Bestuurscommissie Inkoop en in opdracht van de directeur van de Inkooporganisatie Jeugdhulp in april 2018 opgesteld door mr. Bas de Moor van Adriaanse van der Weel advocaten, en inhoudelijk besproken in de werkgroep ‘aanpassing GR’. De Bestuurscommissie Inkoop draagt deze nu voor bij het Algemeen Bestuur ter vaststelling. Dit volgt op de noodzakelijk geachte aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling, waarbij het Algemeen Bestuur dienaangaande een verordenende bevoegdheid heeft gekregen. Deze aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling is op 11 oktober jl. vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Het uitwerken van de verordening in nadere regels en beleidsregels en het nemen van besluiten over subsidies in het kader van de jeugdwet worden in de verordening bij de Bestuurscommissie Inkoop belegd.

Toepassing Gemeente vragen in toenemende mate aan de Inkooporganisatie om namens hen gezamenlijk een subsidiebeschikking af te geven en te verwerken. Tot op heden heeft de Inkooporganisatie deze bevoegdheid en deze mogelijkheid niet. Deze aanvragen hangen samen met bijvoorbeeld bij het toekennen van toelagen uit het Transformatiefonds, het ondersteunen van Zorg-Onderwijsarrangementen, het ondersteunen van pleegouderinitiatieven, en de mogelijk toekomstige financiering van Gecertificeerde Instellingen.

Page 50: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Het Algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling “Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland” Gelet op de artikelen 25 en 30 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, artikel 6a van de Gemeenschappelijke regeling “Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland”, artikel 3 van de Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland, de Jeugdwet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; O V E R W E G E N D E - dat de bestuursorganen van de dertien Zeeuwse gemeenten hun taken op het terrein van de

Jeugdwet hebben opgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland;

- dat het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland voor zijn taken op het terrein van de Jeugdwet een bestuurscommissie heeft ingesteld;

- dat deze bestuurscommissie o.a. tot taak heeft uitvoerders van kinderbeschermingsmaatregelen en maatregelen in het kader van jeugdreclassering en aanbieders van jeugdhulp in te schakelen voor activiteiten ten behoeve van jeugdigen in de Zeeuwse gemeenten;

- dat de Jeugdwet hiervoor de keuze laat tussen het aangaan van contracten en het verstrekken van subsidies;

- dat in artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat een bestuursorgaan slechts subsidie verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;

- dat titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht algemene regels stelt voor subsidieverstrekking, die in nadere regels kunnen worden uitgewerkt;

- dat de bestuursorganen van de Zeeuwse gemeenten de bevoegdheid om verordeningen vast te stellen en beschikkingen te geven op het terrein van de Jeugdwet in de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland hebben overgedragen aan het algemeen bestuur;

- dat het algemeen bestuur de vereiste wettelijke grondslag van en algemene regels voor de verstrekking van subsidies op het terrein van de Jeugdwet wenst vast te leggen in deze verordening en dat het algemeen bestuur het stellen van regels ter uitvoering van de verordening en het geven van beschikkingen zal opdragen aan de bestuurscommissie, onder toekenning van de daarbij behorende bevoegdheden.

B E S L U I T Vast te stellen de navolgende: Algemene subsidieverordening Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland 2019

Page 51: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

2

Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: - gemeenschappelijke regeling: de gemeenschappelijke regeling "Gemeenschappelijke

Gezondheidsdienst Zeeland", aangegaan door de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere en Vlissingen, ieder voor zover zij bevoegd zijn;

- verordening bestuurscommissie: de Verordening bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland, vastgesteld op grond van artikel 11 lid 2 van de gemeenschappelijke regeling;

- algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling; - bestuurscommissie: de bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp Zeeland, bedoeld in de

verordening bestuurscommissie; - college van inkoop: het college van inkoop Jeugdhulp, bedoeld in artikel 14 van de

verordening bestuurscommissie; - kinderbeschermingsmaatregel: kinderbeschermingsmaatregel zoals omschreven in artikel

1.1 van de Jeugdwet; - jeugdreclassering: jeugdreclassering zoals omschreven in artikel 1.1 van de Jeugdwet; - jeugdhulp: jeugdhulp zoals omschreven in artikel 1.1 van de Jeugdwet; - subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door de bestuurscommissie verstrekt, voor

de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen of maatregelen in het kader van jeugdreclassering, dan wel het aanbieden van jeugdhulp, anders dan als betaling voor geleverde diensten;

- subsidie-ontvanger: de gecertificeerde instelling die kinderbeschermingsmaatregelen of maatregelen in het kader van de jeugdreclassering uitvoert en de jeugdhulpaanbieder;

- subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening;

- Awb: de Wet van 4 juni 1992 houdende algemene regels van bestuursrecht, waarvan titel 4.2 algemene regels geeft voor subsidies.

Artikel 2 Algemene bepalingen

1. Subsidie op grond van deze verordening wordt uitsluitend verstrekt voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en maatregelen in het kader van de jeugdreclassering en voor het aanbieden van jeugdhulp.

2. Voor subsidie met het oog op de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en maatregelen in het kader van de jeugdreclassering komen uitsluitend gecertificeerde instellingen in aanmerking.

3. Voor subsidie met het oog op het aanbieden van jeugdhulp komen uitsluitend jeugdhulpaanbieders in aanmerking.

4. De bestuurscommissie stelt iedere drie jaar een programma vast van de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen. Het programma maakt onderscheid naar werksoorten.

5. Subsidie wordt verstrekt voor een vooraf vastgestelde periode of eenmalig. Er wordt geen subsidie verstrekt voor onbepaalde termijn.

6. De bestuurscommissie kan bepalen dat op een per boekjaar verstrekte subsidie aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid het bepaalde in afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing is.

7. De bestuurscommissie kan nadere regels stellen ter uitvoering van deze verordening. Deze nadere regels worden bekendgemaakt op dezelfde wijze als deze verordening.

Artikel 3 Bevoegdheid bestuurscommissie

1. De bestuurscommissie besluit over het verstrekken van subsidies. Deze bevoegdheid omvat onder andere, doch niet uitsluitend, het geven van beschikkingen tot verlening, vaststelling, intrekking en terugvordering van subsidies, alsmede de verstrekking en ook terugvordering van voorschotten.

Page 52: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

3

2. De bestuurscommissie stelt beleidsregels vast aangaande de toepassing van de bevoegdheden in het eerste lid.

3. De bestuurscommissie kan de bevoegdheid tot het geven van beschikkingen mandateren aan het college van inkoop. Door mandateren van deze bevoegdheid is niet toegestaan.

Artikel 4 Uitvoeringsovereenkomst

1. De bestuurscommissie kan bepalen dat ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening een overeenkomst wordt gesloten.

2. De bestuurscommissie kan bepalen dat in de overeenkomst een verplichting tot verrichten van de gesubsidieerde activiteiten wordt opgenomen.

Artikel 5 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

1. De bestuurscommissie kan een subsidieplafond vaststellen. Het subsidieplafond wordt indien mogelijk vermeld in het programma, maar kan ook bij nader besluit van de bestuurscommissie worden vastgesteld. Het subsidieplafond kan verschillen per werksoort in het programma.

2. Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden. Het bepaalde in artikel 4:25, derde lid, van de Awb is van toepassing.

3. Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld. Het bepaalde in artikelen 4:27, tweede lid, en 4:28 van de Awb is van toepassing.

4. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij alleen worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. Het bepaalde in artikel 4:34, derde tot en met vijfde lid, van de Awb is van toepassing.

Artikel 6 Wijze van verdeling

1. Het bestuur is bevoegd verdeelregels, als bedoeld in artikel 4:26 van de Awb, vast te stellen. De toepassing van de verdeelregels kan worden beperkt tot onderdelen van het programma.

2. Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

3. Tenzij de bestuurscommissie anders bepaalt worden de subsidieaanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij uitsluitend volledige aanvragen in beschouwing worden genomen.

4. Indien de verdeling plaatsvindt aan de hand van beoordelingscriteria, worden deze criteria vermeld in de verdeelregels. In de verdeelregels wordt aangegeven welke gewicht aan elk van de gehanteerde criteria wordt toegekend. De verdeelregels beschrijven ook de procedure die bij de verdeling van de subsidie wordt gevolgd.

Artikel 7 Bij de aanvraag in te dienen gegevens

1. Een aanvraag voor een subsidie vermeldt in elk geval: - een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd; - de doelen of resultaten die daarmee worden nagestreefd en hoe de activiteiten daaraan

kunnen bijdragen; - een begroting van de kosten van de activiteiten en een dekkingsplan; - de meest recente begroting en jaarrekening van de aanvrager; - en als ook andere subsidies worden gevraagd voor desbetreffende activiteit, een

overzicht daarvan.

Page 53: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

4

2. Een aanvraag voor een subsidie voor één of meer boekjaren ten behoeve van een in beginsel doorlopende activiteit bevat een plan van aanpak voor de overdracht van deze activiteit dat in werking treedt indien de subsidie na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is toegekend, niet wordt verstrekt voor een opvolgend tijdvak.

3. Een rechtspersoon die voor het eerst subsidie vraagt, legt een exemplaar van zijn statuten over, een opgaaf van de zittende bestuursleden alsmede een uittreksel uit het handelsregister waaruit blijkt welke personen de rechtspersoon kunnen vertegenwoordigen.

4. De bestuurscommissie kan ontheffing verlenen van de verplichtingen bedoeld in het eerste en tweede lid.

5. In de verdeelregels kunnen aanvullende eisen worden gesteld aan de informatie die moet worden verstrekt bij de indiening van aanvragen.

6. De bestuurscommissie kan binnen een door haar nader te bepalen termijn de overlegging van andere stukken of anderszins nadere informatie verlangen, indien de bestuurscommissie dit voor de beoordeling van de subsidieaanvraag nodig acht.

Artikel 8 Toelatingseisen

1. De bestuurscommissie kan toelatingseisen verbinden aan de behandeling van een aanvraag.

2. De bestuurscommissie kan toelatingseisen stellen met betrekking tot de onderwerpen genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Awb.

3. In aanvulling op het tweede lid kan de bestuurscommissie bij wijze van toelatingseis in elk geval de volgende eisen stellen: a. eisen die verband houden met de aansluiting op lokale teams; b. eisen die verband houden met de wijze van afrekenen; c. eisen die verband houden met de prijs en prijsdifferentiatie; d. eisen die verband houden met de kwaliteit van de te leveren diensten, waaronder wacht-

en doorlooptijden van maatregelen en/of trajecten; e. eisen die verband houden met de verhouding tussen preventieve jeugdbescherming en

het gedwongen kader binnen de productenmatrix; f. eisen aan de kwaliteit en omvang van overhead en bedrijfsvoering van de

subsidieontvanger. 4. De bestuurscommissie kan ook andere toelatingseisen stellen, mits deze eisen strekken tot

verwezenlijking van het doel van de subsidie. 5. De bestuurscommissie kan toelatingseisen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel

van de subsidie stellen voor zover deze betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

6. Een aanvraag die niet aan de toelatingseisen voldoet wordt door de bestuurscommissie buiten behandeling gesteld binnen vier weken na het verstrijken van een door de bestuurscommissie gestelde termijn tot herstel van het geconstateerde gebrek.

Artikel 9 Aanvraag- en beslistermijnen subsidieverlening

1. Voorafgaand aan de vaststelling van een subsidie kan de bestuurscommissie een beschikking over verlening van de subsidie geven, indien een aanvraag daartoe is ingediend.

2. De aanvraag van een subsidie voor één of meer kalenderjaren wordt uiterlijk 1 april voor het begin van het betreffende c.q. het eerste jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 1 december voor het begin van dit jaar beschikt.

3. De aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt uiterlijk twaalf weken voor het begin van de te subsidiëren activiteiten ingediend. Op deze aanvraag neemt de bestuurscommissie binnen twaalf weken een beslissing.

4. De bestuurscommissie kan afwijken van de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen. Een afwijking wordt bekend gemaakt bij de verdeelregels of binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

Page 54: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

5

5. De beschikking tot verlening van subsidie bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend en het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald. Indien de subsidie wordt verleend voor een tijdvak van meerdere boekjaren, kan worden bepaald dat de subsidie wordt vastgesteld.

Artikel 10 Weigeringsgronden

1. Subsidieverlening kan worden geweigerd: a. in het in artikel 5, tweede lid, van deze verordening genoemde geval. b. indien de bij de aanvraag in te dienen gegevens niet zijn verstrekt, en de buiten

behandeling stelling van de aanvraag op deze grond achterwege is gebleven. c. op de grond dat niet wordt voldaan aan de toelatingseisen die zijn verbonden aan de

behandeling van de aanvraag, wanneer buiten behandeling stelling van de aanvraag op deze grond achterwege is gebleven.

2. Subsidieverlening kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd op de in artikel 4:35 van de Awb genoemde gronden.

3. Subsidieverlening kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien er aantoonbare redenen zijn om aan te nemen dat: a. de aanvraag niet past binnen het beleid van de dertien Zeeuwse gemeenten; b. de gelden niet of in onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de

subsidie beschikbaar wordt gesteld; c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met de

wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde; d. de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak het doel hebben het uitdragen van

overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard; e. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeenten binnen de

provincie Zeeland of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van deze gemeenten;

f. aan de aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds door enig bestuursorgaan een subsidie is verstrekt;

g. de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft verkregen;

h. de activiteiten voor een eenmalige subsidie behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager.

4. Subsidieverlening kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien: a. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen

middelen, waaronder de egalisatiereserve bedoeld in artikel 18, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

b. voor de prestatie(s)/activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd geen of onvoldoende gelden op de begroting zijn gereserveerd;

c. de aanvrager niet de capaciteiten heeft om de prestatie(s)/activiteit(en) naar behoren uit te voeren of de rechtsvorm van de organisatie niet geschikt is om de prestatie(s)/activiteit(en) te verwezenlijken waarvoor subsidie is aangevraagd.

Artikel 11 Integriteit Een subsidie kan worden geweigerd en een reeds verleende of vastgestelde subsidie kan worden ingetrokken in de gevallen en onder de voorwaarden genoemd in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). Artikel 12 Verplichtingen subsidieontvanger

1. De subsidieontvanger verricht de prestatie(s)/activiteit(en) waarvoor de subsidie is verleend. 2. De toelatingseisen, bedoeld in artikel 8, voor het in behandeling nemen van de aanvraag

blijven na de verlening als verplichtingen aan de subsidie verbonden.

Page 55: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

6

3. Aan de subsidie is voor de subsidieontvanger de verplichting verbonden zich te onthouden van handelingen die grond waren geweest voor weigering van de subsidie, indien zij voor verlening van de subsidie hadden plaatsgehad.

4. De subsidieontvanger verschaft alle gevraagde informatie en verleent alle medewerking aan onderzoeken die door of namens de bestuurscommissie worden uitgevoerd naar de wijze waarop de gesubsidieerde activiteiten worden uitgevoerd. De subsidieontvanger overlegt daarbij onverwijld de gevraagde bewijsstukken.

5. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan het bestuur.

6. Een subsidieontvanger informeert het bestuur onverwijld schriftelijk over: - beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor

subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon; - relevante organisatorische of financiële wijzigingen; - ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat niet of niet geheel aan verplichtingen die aan

de subsidie zijn verbonden kan worden voldaan; - wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde

rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 13 Toestemming voor besluiten van de subsidieontvanger 1. De rechtspersoon die voor één of meer boekjaren subsidie ontvangt behoeft de

voorafgaande toestemming van de bestuurscommissie voor: a. het wijzigen van de statuten; b. het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen,

indien zij mede zijn verworven door middel van de subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit de subsidiegelden;

c. het aangaan of beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie;

d. het vaststellen of wijzigen van tarieven voor door de subsidie-ontvanger in de gewone uitoefening van zijn gesubsidieerde activiteiten te verrichten prestaties;

e. het ontbinden van de rechtspersoon; f. het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van surseance van

betaling. 2. Het bepaalde in artikel 4:71, tweede tot en met vierde lid, van de Awb is van toepassing.

Artikel 14 Vergoeding wegens vermogensvorming

1. De subsidieontvanger van een voor één of meer boekjaren verstrekte subsidie is een vergoeding verschuldigd aan de bestuurscommissie voor vermogensvorming in de gevallen, genoemd in het tweede lid, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot deze vermogensvorming.

2. De vergoeding is slechts verschuldigd indien: a. de subsidieontvanger voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde

goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt; b. de subsidie-ontvanger een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van

voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen; c. de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd; d. de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt

beëindigd, of e. de rechtspersoon die de subsidie ontving wordt ontbonden.

3. De bestuurscommissie stelt regels vast voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding.

Page 56: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

7

4. De bestuurscommissie kan besluiten om af te zien van de vaststelling van een vergoeding. 5. Het bepaalde in artikel 4:41, derde lid, van de Awb is van toepassing.

Artikel 15 Toezicht 1. Bij de verlening van een subsidie aan een rechtspersoon voor één of meerdere boekjaren

kan de bestuurscommissie één of meer toezichthouders aanwijzen, die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de ontvanger van de subsidie opgelegde verplichtingen.

2. Artikel 4:59, tweede lid, van de Awb is van toepassing. Artikel 16 Aanvraag tot vaststelling

1. De beschikking tot vaststelling van de subsidie stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.

2. Een aanvraag tot vaststelling van subsidie die is verleend voor een boekjaar wordt uiterlijk 1 april na het betrokken jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 1 december na het betrokken jaar beschikt. In bijzondere gevallen kan de bestuurscommissie van deze termijn afwijken.

3. Een aanvraag tot vaststelling van een eenmalige subsidie wordt ingediend uiterlijk twaalf weken nadat de gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden. De bestuurscommissie kan deze termijn verlengen. Op de aanvraag wordt binnen twaalf weken beschikt. In bijzondere gevallen kan de bestuurscommissie deze termijn verlengen.

4. Bij een subsidie van minder dan € 5.000,- wordt geen aanvraag tot vaststelling verlangd. Wel kan de bestuurscommissie middels een steekproef controleren of aan de voorwaarden is voldaan.

5. Een aanvraag om vaststelling van een subsidie van meer dan € 5.000 gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

6. Bij een subsidie van meer dan € 50.000 bevat de aanvraag tot vaststelling in ieder geval: - een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn

verricht; - een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en

inkomsten (financieel verslag of jaarrekening); - een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; - een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

7. De bestuurscommissie kan overlegging van andere stukken of nadere informatie verlangen, indien zij dat voor de definitieve vaststelling van de subsidie noodzakelijk acht. Voor de indiening daarvan stelt de bestuurscommissie een redelijke termijn.

8. De bestuurscommissie is bevoegd tot ambtshalve vaststelling van de subsidie in de gevallen omschreven in artikel 4:44, vierde lid, en artikel 4:47 van de Awb.

Artikel 17 Vaststelling van de subsidie

1. Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie toont de aanvrager aan dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld. Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie legt de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

2. De bestuurscommissie stelt aan de hand van de aanvraag tot vaststelling en aan de hand van de eventuele waarnemingen gedurende het subsidietijdvak vast of de subsidieontvanger de overeengekomen activiteiten zowel naar aard, omvang, kwaliteit als intensiteit heeft uitgevoerd zoals werd vastgelegd in de beschikking tot verlening van de subsidie.

3. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien: - de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden; - de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplich-

tingen;

Page 57: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

8

- de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid; of

- de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

4. Voor zover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling van de subsidie niet in aanmerking genomen.

Artikel 18 Egalisatiereserve

1. De bestuurscommissie kan in de verleningsbeschikking bepalen dat de ontvanger van een subsidie die voor meerdere boekjaren wordt verleend een egalisatiereserve vormt.

2. Wordt de subsidie voor een boekjaar vastgesteld op een hoger bedrag dan de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor de subsidie voor dat jaar is verleend, dan kan de bestuurscommissie bepalen dat het verschil ten gunste komt van de egalisatiereserve tot ten hoogste tien procent van het subsidiebedrag. Bedraagt het overschot meer dan tien procent, dan wordt het meerdere door de bestuurscommissie teruggevorderd.

3. Zijn de werkelijke kosten van de activiteiten hoger dan de subsidie die is verleend, dan kan de bestuurscommissie bepalen dat het verschil ten laste wordt gebracht van de egalisatiereserve, en daaraan wordt onttrokken.

4. De bestuurscommissie kan bepalen dat de reserve een zeker bedrag niet te boven mag gaan en dat ze slechts binnen een zekere termijn kan worden gebruikt. Is de reserve gedurende deze termijn niet geheel gebruikt, dan kan het restant door de bestuurscommissie worden teruggevorderd.

5. Het bepaalde in artikel 4:72, derde tot en met vijfde lid, van de Awb is van toepassing.

Artikel 19 Intrekking en wijziging

1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan de bestuurscommissie de beschikking tot verlening van een subsidie intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen in de gevallen omschreven in artikel 4:48, eerste lid, van de Awb. Het bepaalde in artikel 4:48, tweede lid, van de Awb is van toepassing.

2. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan de bestuurscommissie de beschikking tot verlening van een subsidie met inachtneming van een redelijke termijn intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen in de gevallen omschreven in artikel 4:50, eerste lid, van de Awb. Het bepaalde in artikel 4:50, tweede lid, van de Awb is van toepassing.

3. De beschikking tot verlening van de subsidie kan niet meer worden ingetrokken als de subsidie is vastgesteld.

4. De bestuurscommissie kan de beschikking tot vaststelling van de subsidie intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen in de gevallen omschreven in artikel 4:49, eerste lid, van de Awb. Het bepaalde in artikel 4:49, tweede en derde lid, van de Awb is van toepassing.

Artikel 20 Betaling en bevoorschotting

1. De bestuurscommissie is bevoegd voorschotten te verlenen op de subsidie. 2. Voorschotten worden, tenzij de bestuurscommissie anders bepaalt, in maandelijkse

termijnen betaald. 3. Subsidies van minder dan € 5.000,- worden, tenzij de bestuurscommissie anders bepaalt, in

één keer uitbetaald. 4. De bestuurscommissie kan de toekenning en uitbetaling van voorschotten opschorten indien

een subsidieontvanger naar haar oordeel niet in voldoende mate de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen nakomt.

Page 58: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

9

5. Op de betaling van de voorschotten en de subsidie zijn artikelen 4:52 tot en met 4:56 van de Awb van toepassing.

Artikel 21 Terugvordering

1. De bestuurscommissie kan onverschuldigd betaalde subsidiebedragen terugvorderen. Deze bedragen kunnen worden ingevorderd bij dwangbevel.

2. Het bepaalde in artikel 4:57, derde en vierde lid, van de Awb is van toepassing Artikel 22 Toepasselijke bepalingen Op de betaling, bevoorschotting en terugvordering zijn de artikelen 4:85 tot en met 4:125 van de Awb van toepassing. Artikel 23 Discretionaire bevoegdheid In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de bestuurscommissie.

Artikel 24 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op 1 november 2019. 2. Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking activiteiten die plaatsvinden na de datum van

inwerkingtreding van de verordening. 3. Aan besluiten die worden genomen op grond van deze verordening kan terugwerkende

kracht worden verleend, met dien verstande dat genomen besluiten niet eerder in werking treden dan deze verordening.

Artikel 25 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening ’Inkooporganisatie jeugdhulp Zeeland 2019’. Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland van 20 december 2019.

Page 59: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

n o t i t i e

Kenmerk Van Joke Gaemers/Suzanne van der Graaf

Datum 20-12-2019 Aan AB

Onderwerp

Memo voortgang toezicht kinderopvang

1. Achtergrond

De Zeeuwse gemeenten hebben de wettelijke taak voor toezicht van kinderopvang belegd bij

GGD Zeeland.

Er is wettelijk bepaald dat 100% van alle kinderopvanglocaties en minimaal 5% van alle gast-

ouders elk jaar moeten worden geïnspecteerd. Gemeenten hebben hierbij eerder aangegeven

dat gastouders wel eens per 4 a 5 jaar moeten worden geïnspecteerd om zicht te houden op

de kwaliteit. Hiervoor wordt per gemeenten in overleg bepaald welke gastouders worden geïn-

specteerd.

2. Aanleiding

Door personeelswisselingen in combinatie met ziekteverzuim is het naar verwachting niet haal-

baar alle inspecties dit jaar uit te voeren. Van de 695 inspecties die in 2019 worden uitgevoerd

verwachten wij 4% niet uit te kunnen voeren (zie Bijlage 1 voor het actuele overzicht per

gemeente).

Binnen de inspecties Kinderopvang zijn verschillende factoren van invloed op het al dan niet

behalen van de productie. Vanzelfsprekend is de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel

belangrijk. Er worden op dit moment 2 nieuwe medewerkers aangetrokken. Deze worden ko-

mende periode ingewerkt. Daarnaast wordt de jaarlijkse productieomvang beïnvloed door het

aantal noodzakelijk her-inspecties en het aantal nieuwe aanvragen.

In 2018 zijn 3 inspecties kinderopvang niet uitgevoerd die volgens de kaders wel uitgevoerd

moesten worden. Daarom wordt nu gekeken naar meer structurele oplossingen om achterstand

te voorkomen. Het onderwerp is besproken in het Algemeen Bestuur van 11 oktober en de

colleges zijn hierover op 14 oktober jl. per brief geïnformeerd.

3. Acties

De volgende acties zijn in gang gezet.

- We gaan efficiënter plannen. We richten de planning van de inspecteurs zo in dat eerst aan

de wettelijke minimum norm is voldaan en er einde van het jaar ruimte over blijft voor

nieuwe aanmeldingen;

- De inspecteurs geven houders nu eerst een hersteltermijn bij kleine administratieve tekort-

komingen. Hierdoor is een her-inspectie minder vaak noodzakelijk;

- We analyseren het huidige werkproces en vergelijken dit met de landelijke richtlijn en passen

onze werkprocessen hier eventueel op aan;

Page 60: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·2·

12 d

ecem

ber

2019 G

:\Bedrijfsbure

au\-secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

11. -

Toezic

ht

Kin

dero

pvang m

em

o A

B.d

ocx

- We kijken naar de mogelijkheid om meer administratieve ondersteuning in te zetten bij de

administratieve werkzaamheden van de inspecteurs. De inspecteurs kunnen zich dan meer

richten op de inspecties.

- Met een afvaardiging van de ambtelijke werkgroep Inspecties Kinderopvang is gekeken naar

mogelijkheden om efficiënter (samen) te werken. Hier is het initiatief uit voortgekomen om

te kijken naar een standaard informatie(formulier) voor het doorgeven van nieuwe gastou-

ders/opvanglocaties. Verder bespreken we met individuele gemeenten de mogelijkheid om

een flexibele marge te creëren binnen de productieafspraken. Indien er binnen de productie

een ondergrens en bovengrens (binnen de wettelijke kaders) wordt afgesproken is er een

marge waarbinnen het team tegenvallers kan opvangen.

Aangezien de portefeuillehouders kinderopvang niet vertegenwoordigd zijn in het AB zullen wij

alle colleges per brief informeren over deze ontwikkelingen. Daarnaast worden vanzelfsprekend

de betrokken beleidsambtenaren geïnformeerd.

3. Financiële consequenties en risico’s

Gemeenten betalen per uitgevoerde inspectie. Bovengenoemde acties hebben geen directe fi-

nanciële consequenties.

4. Bijlagen

Bijlage 1 – Overzicht uitvoering inspecties Kinderopvang 2019

Page 61: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Bijlage 1 - Overzicht uitvoering inspecties Kinderopvang 2019 Stand per 1-12-2019

BSO = Buitenschoolse opvang

KDV = Kinderdagverblijf

PG = Peutergroep

GO = Gastouder

GOB = Gastouderbedrijf

Totaal te inspecteren voor 2019 was 695, wij verwachten hiervan 4% (28 inspecties) niet uit te

kunnen voeren. Bovenstaande planning kan nog worden aangepast indien nieuwe aanmeldingen in

december worden ontvangen die op 1-1-2020 moeten starten.

Gerealiseerde inspecties 2019

BSO Combi KDV/BSO GO GOB KDV KDV/BSO KDV/PG PG Eindtotaal

Borsele 15 14 1 6 4 8 48

Goes 25 18 1 15 1 4 2 66

Hulst 20 7 4 8 1 9 49

Kapelle 10 7 1 1 6 25

Middelburg 23 1 15 3 6 8 14 70

Middelburg 1 1

Noord-Beveland 5 1 2 4 12

Reimerswaal 12 1 9 4 5 7 38

Schouwen-Duiveland 15 1 18 1 5 2 10 8 60

Sluis 20 2 4 6 9 6 47

Terneuzen 33 3 20 1 9 12 4 82

Terneuzen 1 1

Tholen 7 11 10 1 2 10 41

Tholen 1 1

Veere 18 26 1 3 3 8 59

Vlissingen 26 2 17 1 7 1 3 10 67

Eindtotaal 229 18 168 9 80 6 71 86 667

Inspecties 2019 gepland in 2020

BSO GO KDV KDV/BSO KDV/PG Eindtotaal

Borsele 2 2

Kapelle 1 1 2

Middelburg 1 1

Reimerswaal 1 1

Schouwen-Duiveland 1 1

Sluis 5 3 1 9

Terneuzen 3 1 4

Tholen 1 1

Veere 1 1 2

Vlissingen 3 1 1 5

Eindtotaal 15 2 5 3 3 28

Page 62: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

n o t i t i e

Kenmerk Van Joke Gaemers

Datum 31.10.2019 Aan Algemeen Bestuur

Onderwerp

Academische werkplaats ouderenzorg Zeeland

Aanleiding

Tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur van 11 oktober is gevraagd naar de rol/positie

van de GGD in de academische werkplaats ouderenzorg Zeeland (AWOZ). In onderstaande

notitie wordt dit kort toegelicht.

Rol GGD in AWOZ

De AWOZ is in 2015 gestart en heeft een moeizaam verloop gekend. In de memo van mevrouw

van de Zande, welke was bijgevoegd bij de stukken van de vergadering van het algemeen

bestuur van 11 oktober, staat dit beschreven. In de programmabegroting van 2018 van de

GGD stond opgenomen dat de GGD 10.000 euro bijdraagt aan de AWOZ vanuit het budget

innovatie.

Als gevolg van het moeizame traject en de beperkte voortgang van de AWOZ heeft de betaling

nooit plaats gevonden.

In maart 2019 is er een coördinator aangesteld met als taak om structuur aan te brengen in de

samenwerking en daarmee de AWOZ een stap verder te brengen. Recentelijk heeft er ook een

gesprek met GGD Zeeland plaatsgevonden over het aansluiten bij/deelnemen aan de AWOZ.

De condities waaronder deelname plaatsvindt zijn nog niet bekend.

Inhoudelijk zijn er zeker aanknopingspunten voor de GGD om aan te sluiten bij de AWOZ. In de

begroting van de GGD van 2020 is onder andere het doel opgenomen om tot een agenda te

komen gericht op een verbetering van de gezondheid voor ouderen. Afgesproken is om op

inhoud verder afstemming te zoeken. Op welke wijze bij de AWOZ wordt aangesloten is nog

verder onderwerp van gesprek. In het eerste kwartaal 2020 komen wij hierop terug.

Datum Vergadering Besluit Vervangt notitie nr:

Page 63: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

n o t i t i e

Kenmerk Van Joke Gaemers / Hans van Beek

Datum 05.12.2019 Aan Algemeen Bestuur

Onderwerp

bezoek staatssecretaris Blokhuis 19.02.2019

Toelichting

Staatssecretaris Paul Blokhuis wil Zeeland en onder andere de GGD Zeeland vereren met een

bezoek.

Dit bezoek zal plaatsvinden op woensdag 19.02.2020 van 10.30 tot 15.00 uur, waarbij de

heer Blokuis tot circa 12.45 uur (incl. lunch) op de Westwal in Goes is. GGD Zeeland is verant-

woordelijk voor de ontvangst en het programma tot circa 13.00 uur en denkt mee/adviseert

over het verdere verloop van het programma, in samenspraak met het ministerie en het AB.

Onderwerpen:

(op verzoek van de heer Blokhuis) vaccinatie en preventieakkoord. Vanuit het AB is verzocht

ook aandacht te besteden aan de (infrastructurele) context van Zeeland.

Voorbereidingen:

Intern overleg over het bezoek heeft geleid tot een volgend conceptprogramma.

Hieronder het programma.

Tijd Onderwerp Locatie

10.30 Aankomst GGD Zeeland

10.35 Inleiding door voorzitter Algemeen Bestuur GGD Zeeland 0.02

10.40 Vaccinatiegraad 0.02

11.00 Omgeving & gezondheid 1.19

11.15 Gezonde School (innovatieve aanpak, met een plus) 1.23

11.30 Kwetsbaren in de samenleving (MAB) 1.24

11.45 Laat ze niet (ver)zuipen (preventieakkoord) 1.03

12.00 Lunch 0.02

12.45 Reistijd naar Middelburg

13.15 Bezoek aan een gezonde school Middelburg of

Terneuzen

14.00 Bezoek aan Het Witte Huis of Leger des Heils

(dak- thuislozen)

Vlissingen of

Terneuzen

15.00 Einde bezoek

Per onderwerp 50% presentatie en 50% gesprek.

Page 64: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·2·

5 d

ecem

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\6

X5EFIS

4\1

3.

Notitie b

ezoek

sta

ats

secre

taris B

lokhuis

19.0

2.2

020 d

efinitie

f_.d

ocx

Sfeerbeeld:

- Interactief, levendig

- Zeeland is een innovatieve regio

- Niet in 1 ruimte blijven zitten, maar de heer Blokhuis krijgt kijkje in de keuken, in ver-

schillende ruimtes die mooi zijn aangekleed, passend bij het onderwerp (beelden zeggen

meer dan woorden)

- Korte presentaties, maar met name met professionals in gesprek (50-50%)

- Samenwerking: GGD, gemeentes, andere partners werken samen in Zeeland

- Twee locatiebezoeken: een gezonde school in Middelburg en Het Witte Huis Vlissingen

of twee bezoeken in Zeeuws-Vlaanderen (Terneuzen): gezonde school en opvang dak-

en thuislozen Leger des Heils in Terneuzen

- Staatssecretaris wil zo veel mogelijk in contact komen met professionals en in contact

komen / zijn met doelgroep (patiënten / cliënten / ouders / kinderen van gezonde school)

De volgende taakverdeling is afgesproken:

- Timo en Janneke: inhoud preventie / nota volksgezondheid

- Marianne en Jorien: inhoud vaccinatie

- Patricia: communicatie.

- Hans: bestuurlijk en contact met ministerie

- Diverse andere betrokkenen op de inhoud

- Externe contactpersonen benaderen

Context / huidige situatie

Bij de start wordt in de inleiding van Jan-Frans Mulder als voorzitter van GGD Zeeland de

context geschetst. Zie bijlage.

Vanuit deze context kan een inhoudelijke vertaalslag worden gemaakt naar de andere onder-

werpen. We willen er een echt Zeeuws verhaal van maken.

Vaccinatie (Marianne en Jorien).

In Zeeland worden een paar gemeenten gezien als onderdeel van de zogenaamde biblebelt. Dit

betreft de gemeenten Borsele, Reimerswaal en Tholen. Hier is de vaccinatiegraad lager dan in

andere Zeeuwse gemeenten. De GGD ondersteunt gemeenten hierin proactief.

Hieronder de eerste ideeën:

- beeld geven (aantallen) en aangeven wat we op vaccinatie gebied doen (informatie is aanwe-

zig): infographics

- 2 jeugdverpleegkundigen presenteren hun onderzoek ‘De vaccinatiegraad, hoe kunnen wij dit

beïnvloeden?’ Beide zijn werkzaam in de betreffende gemeenten.

- bestuurlijk: wethouders Tholen, Borsele en Reimerswaal er bij betrekken.

Page 65: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·3·

5 d

ecem

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\6

X5EFIS

4\1

3.

Notitie b

ezoek

sta

ats

secre

taris B

lokhuis

19.0

2.2

020 d

efinitie

f_.d

ocx

3 landelijke speerpunten (uit preventieakkoord en aankomende nota VGZ (Timo en Janneke).

- Kwetsbaren: bemoeizorg (Cora Ruissen)

- Leefomgeving: omgevingswet / gezonde school

- Preventieakkoord: laat ze niet (ver)zuipen

Pers.

Pers word niet uitgenodigd bij deze bijeenkomst, omdat dit extra tijd gaat kosten. De pers wordt

wel achteraf geïnformeerd door middel van een persbericht. Daarnaast maken we gebruik van

het feit dat de heer Blokhuis zelf zeer actief is op social media een delen/retweeten zijn berich-

ten. Daarnaast zal er ook intern (via Bas) worden gecommuniceerd over het bezoek van de heer

Blokhuis.

Hans heeft contact opgenomen met het ministerie en de verwachtingen van de heer Blokhuis

besproken. Daarop is bovenstaand programma gebaseerd.

Willen we / gaan we een hand-out verstrekken? Ja, nog uitzoeken.

De staatssecretaris komt met 4 of 5 anderen van het ministerie.

Van de gemeenten / GGD zullen deelnemen: max 5 bestuurders, max 10 professionals

Nog regelen:

AB besluit

Draaiboek maken

Inhoudelijk programma

Lunch (met Zeeuwse lekkernijen)

Communicatie

Datum Vergadering Besluit Vervangt notitie nr:

Page 66: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

1

Bijlage voor AB 20.12.2019: bezoek staatssecretaris Blokhuis op 19.02.2020

Context Zeeland.

Onderstaande tekst is nog te lang, maar kan als basis dienen voor inleiding door Jan-Frans Mulder.

Zeeland heeft per 1 januari 2019 383.073 inwoners. De provincie ontgroent en vergrijst en is

momenteel één van de meest vergrijsde provincies van Nederland. De provincie telt meer mensen

met een laag opleidingsniveau en minder mensen met een hoog opleidingsniveau in vergelijking met

het gemiddelde in Nederland. Laag opgeleide mensen leven korter en langer in ongezondheid. Een

groot aantal van de jongeren die gaan studeren komt niet meer terug naar Zeeland. Van de 13-

jarigen in Zeeland heeft 15% (ernstig) overgewicht, 19% van de 14/15 jarigen rookt en 72% van de

14/15 jarigen heeft ooit alcohol gedronken.

Het gezondheidsbeeld van Zeeland laat twee kanten zien. Inwoners van Zeeland leven langer en er is

op dit moment in Zeeland minder sterfte aan kanker en dementie in vergelijking met Nederland. Ook

bewegen onze ouderen meer. Mensen voelen zich veiliger in hun woonomgeving. Ze zijn over het

algemeen tevreden over hun woonomgeving, alhoewel dit natuurlijk per kern/wijk erg kan

verschillen. Het percentage rokers daalt net als de landelijke trend en de prognose is dat het

percentage mensen dat overmatig alcohol drinkt ongeveer gelijk blijft.

Aan de andere kant zien we dat inwoners van Zeeland langer in ongezondheid leven en dat

eenzaamheid onder ouderen het hoogst van Nederland is. We zien een toename van risico op angst

en depressie bij volwassenen. Jongeren geven aan steeds meer prestatiedruk te ervaren.

Eenzaamheid en overgewicht neemt toe onder de hele bevolking.

De leefomgeving heeft invloed op gezond gedrag en ervaren gezondheid. Zowel positief als negatief.

Zeeland heeft van nature alle ingrediënten in huis voor een gezond en prettig leven. Rust, ruimte,

natuur, water en vruchtbare aarde. Mooie dorpen en steden met voorzieningen; deze ingrediënten

hebben een positieve invloed op gezondheid.

Vanuit de leefomgeving zijn er ook bedreigingen voor gezondheid. Wat betreft vervuiling (lozingen

op het water en uitstoot in de lucht) scoort Zeeland erg slecht. We zijn één van de vijf meest

vervuilde provincies. Dit is een spanningsveld van enerzijds industrie/economisch belang en

anderzijds een gezonde leefomgeving.

Zeeland heeft het hoogste percentage mantelzorgers en steeds meer mensen verrichten

vrijwilligerswerk. Er is een tekort aan personeel in veel sectoren waaronder de zorg. Dit zal de

komende jaren waarschijnlijk alleen maar toenemen. Het mantelzorgpotentieel daalt en de mensen

die mantelzorg verlenen zullen nog meer onder druk komen te staan. Ook de betaalbaarheid en

toegankelijkheid van de zorg komt nog verder onder druk te staan.

Zoals hierboven geschetst wordt gezondheid door veel factoren beïnvloed, zowel in positieve als in

negatieve zin. De leefomgeving speelt bij veel van deze factoren een rol. Er is een sterke relatie

tussen leefomgeving, leefstijl en gezondheid.

Page 67: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

2

Trends & Ontwikkelingen

Tot 2040 zal het aantal 80-plussers bijna verdubbelen. Het aantal mensen in de leeftijdscategorie 15-

59 jaar neemt af. Als gevolg hiervan krijgen we de komende jaren met een versnelde vorm van

vergrijzing te maken. Prognoses over de bevolkingsontwikkeling laten een uiteenlopend beeld zien,

zowel dalend als stijgend. De hoogte van de migratie lijkt hiervoor de bepalende factor te zijn. Het

tekort aan menskracht in de zorg zal oplopen. Het mantelzorgpotentieel zal sterk dalen.

Wat de gezondheid van de inwoners van Zeeland betreft zien we het volgende:

• Een toename in voorkomen van dementie de komende jaren.

• Wat betreft chronische aandoeningen is het percentage in Zeeland hoger dan het gemiddelde van

Nederland en de komende jaren neemt het aantal mensen met één of meerdere chronische

aandoening(en) alleen maar toe.

• Het risico op angststoornissen en depressie bij volwassenen neemt toe.

• Verdere stijging van het aantal eenzame ouderen.

• In de toekomst zullen er naar alle waarschijnlijkheid minder mantelzorgers per zorgbehoevende

oudere zijn.

• Het aantal overmatige drinkers blijft ongeveer gelijk.

• Het percentage mensen met overgewicht is hoog en blijft stijgen.

Ook heeft klimaatverandering effect op de gezondheid. Denk hierbij aan hitte, droogte en

overstromingen. Daarnaast zal het belang van het bestrijden van infectieziekten de komende jaren

groter worden. We zullen een toename van legionella gevallen, tekenbeten en andere mogelijk

klimaat gerelateerde ziekten in Nederland zien. Nieuwe infectieziekten verspreid via bv reizen,

migratie of import van goederen verdienen aandacht. Zeeland heeft een havengebied waar alertheid

hierop geboden is. Ook infectieziekten als gevolg van een te lage vaccinatiegraad verdienen in

Zeeland de nodige aandacht. In de toekomst zal de zorg veranderen door technologie en een

veranderende rol van de patiënt. Er wordt meer zelfredzaamheid verwacht. Dit vergt goede

technologische infrastructuur, nieuwe en andere vaardigheden van zorgverleners en patiënten, maar

ook aandacht voor groepen die hier minder vaardig in zijn.

Er is een beweging ingezet van zorg en ziekte (ZZ) naar gezondheid en gedrag GG) naar mens en

maatschappij (MM). Mobiliteit en toegankelijkheid zijn in Zeeland belangrijke vraagstukken, onder

andere door de eilanden structuur, het verdwijnen van voorzieningen in kernen en het langer

zelfstandig thuis moeten wonen. Mobiliteit en toegankelijk hebben invloed op mate van

zelfstandigheid, sociale contacten, mantelzorg, bereikbaarheid voorzieningen/school/werk en

eenzaamheid. Kortom mobiliteit en toegankelijk hebben invloed op mee kunnen doen in de

maatschappij.

Passend woningaanbod in een veilige omgeving is van belang voor jong en oud. Daarnaast is het van

belang dat de woonomgeving dementievriendelijk wordt ingericht. Ook is het van belang dat er voor

starters en alleenstaanden een passend woningaanbod is.

Page 68: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

n o t i t i e

Kenmerk Van Joke Gaemers / Hans van Beek

Datum 13.11.2019 Aan Algemeen Bestuur

Onderwerp

werkgroep doelen en indicatoren

Toelichting

Bij de totstandkoming van de programmabegroting 2020-2023 heeft de begeleidingscommissie

(BC) onder andere de volgende adviezen uitgebracht.

1.1. Bij het opstellen van de Kadernota en de programmabegroting 2021 zorgt GGD Zeeland

voor:

1.1.1. Een tijdige en goede afstemming met de 13 gemeenten over haar ambities op beleids-

niveau en betrekt hierbij het PAO

1.1.2. Een nauwe samenwerking met het PAO en de begeleidingscommissie (BC) GGD Zeeland

bij de doorontwikkeling van het helder formuleren van de SMART gestelde doelstellingen en –

resultaten van de GGD in de Kadernota/Programmabegroting 2021.

Besluiten door AB 05.07.2019:

• De doelen van GGD Zeeland en gemeenten kunnen verschillen. GGD Zeeland en gemeenten

werken samen aan de publieke gezondheid van de Zeeuwse burgers en de doelen van GGD

Zeeland en gemeente dienen elkaar te versterken;

• De werkgroep PAO / BC / GGD in te stellen en opdracht te geven tot doorontwikkeling van

de doelen en indicatoren;

• Het advies van de werkgroep voor te leggen aan het AB in december 2019.

Werkgroep doelen en indicatoren.

De werkgroep doelen en indicatoren, met een afvaardiging PAO / BC en GGD is op 03.10.2019,

31.10.2019 en 13.11.2019 bij elkaar gekomen.

03.10.2019: startbijeenkomst

31.10.2019 : verdieping

13.11.2019 : bespreking resultaten

In de bijeenkomsten van 3 en 31 oktober is gezamenlijk gekeken naar het verder aanscherpen

van de doelen en indicatoren. Op 13.11.2019 is deze notitie besproken, zodat er een gedragen

notitie kan worden aangeboden aan het AB.

Page 69: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·2·

5 d

ecem

ber

2019 G

:\Bedrijfsbure

au\-secr\

ab\2

019\6

. -

20 d

ecem

ber\

15. -

Notitie A

B w

erk

gro

ep d

oele

n e

n indic

ato

ren.d

ocx

Afspraken werkgroep doelen en indicatoren.

Hieronder zijn de afspraken van de werkgroep in beeld gebracht.

1. De systematiek: hoofddoelen, subdoelen, indicatoren blijft ongewijzigd.

2. De hoofddoelen die zijn opgenomen in de begroting 2020-2023 worden ongewijzigd

gehandhaafd. Dit zijn doelen die voor de lange termijn gelden.

3. In de begroting 2021-2024 worden de wettelijke taken scherper in de begroting opge-

nomen. De gemeenten hebben behoefte aan beter inzicht in de opgedragen taken die

in de wet staan én waar de GGD volledig uitvoering aangeeft én verantwoording over

aflegt. Bij de totstandkoming van de begroting 2021-2024 wordt hier rekening mee

gehouden. Door de GGD is een eerste opzet hiervoor gemaakt dat tijdens het overleg

van 31.10.2019 is besproken. De leden van PAO / BC konden zich in grote lijnen vinden

in deze conceptversie (zie bijlage). Deze conceptversie zal worden gebruikt bij de ver-

dere totstandkoming van de begroting 2021-2024.

4. Proces totstandkoming begroting 2021-2024: Het voorstel is om de leden van de werk-

groep ook mee te nemen bij de verdere totstandkoming van de begroting. Hierbij geldt

wel dat de GGD primair verantwoordelijk is voor de totstandkoming van de begroting.

De leden van PAO en BC vervullen een adviserende rol naar de GGD.

5. Indicatoren: Aan de hand van de begroting 2020 willen we in de werkgroep bij de

totstandkoming van de begroting 2021-2024 de indicatoren verder aanscherpen.

Voorstel:

- Kennisnemen van het verslag en de afspraken die door de werkgroep zijn gemaakt;

- Instemmen met de door de werkgroep gemaakte afspraken;

- De werkgroep (bestaande uit een afvaardiging GGD / PAO en BC) opdracht geven om

bij de totstandkoming van de begroting 2021-2024, ieder vanuit hun specifieke verant-

woordelijkheid, te zorgen voor een aangepaste begroting conform bijgaande concept-

versie.

Datum Vergadering Besluit Vervangt notitie nr:

Page 70: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

n o t i t i e

Kenmerk Van J. Gaemers/S. van der Graaf

Datum 11 oktober 2019 Aan AB

Onderwerp

1e begrotingswijzing 2019 en begrotingswijziging 2020

Voorstel

Voorgesteld wordt om naar aanleiding van het voorgenomen besluit van de AB van 11 okto-

ber 2019:

In te stemmen met een begrotingswijziging 2019 en 2020, voor Veilig Thuis:

1. Begrotingswijziging 2019 - bestemmingsreserve Veilig Thuis.

De bestemmingsreserve van Veilig Thuis zijnde € 124.000,- beschikbaar te stellen voor

het oplossen van achterstanden en te anticiperen op de verhoogde instroom. Eerder heeft

het AB besloten om vooruitlopend op besluitvorming deze reserve reeds in te zetten.

2. Begrotingswijziging 2020

Op basis van de in de notitie genoemde uitgangspunten en bezuinigingsmaatregelen voor

2020 een bedrag van € 681.385,- extra beschikbaar te stellen; De formatie wordt struc-

tureel geworven. De GGD draagt vanuit de reserves van GGD Zeeland incidenteel €

256.000,-- (afgerond) bij ter compensatie van (een deel van) het eerdergenoemd bedrag.

Dit betekent een extra bijdrage van gemeenten voor 2020 van € 425.385,- .

3. Er wordt in opdracht van de gemeentes een brede werkgroep ingesteld met als opdracht

om medio 2020 een plan van aanpak op te leveren met structurele verbeteringen over de

gehele keten heen. Hierin worden de lopende initiatieven, zoals project “Vaart in veilig-

heid” en de pilot “Preventieve Jeugdbescherming” integraal meegenomen. Veilig Thuis

wordt bij de totstandkoming van dit plan van aanpak actief betrokken.

4. Er wordt een actieve lobby opgezet naar het rijk. De gemeentes ondernemen tevens actie

richting VNG, om de urgentie te benadrukken met VWS tot afspraken te komen over fi-

nanciering van tekorten. VWS heeft al mondelinge toezeggingen gedaan. Indien de finan-

ciering vanuit VWS niet toereikend is, dan zal in overleg met VWS heroverweging van de

uitvoering van de wettelijke taak plaatsvinden. Voorgesteld wordt om dit in de risicopara-

fen van de GGD en de gemeenten op te nemen.

5. De begrotingswijziging 2019 en 2020 voor zienswijze aan de gemeenteraden aan te bie-

den;

6. De begrotingswijziging 2019 en 2020 ter vaststelling voor te leggen in de AB vergadering

van 20 december 2019;

Korte toelichting

Met ingang van 1 januari 2019 is de nieuwe meldcode ingevoerd die is bedoeld om kinder-

mishandeling en huiselijk geweld in Nederland terug te dringen. Het is de bedoeling dat er

meer en eerder wordt gemeld. Door de aanscherping van de Wet Meldcode heeft Veilig Thuis

een radarfunctie gekregen. Ernstige signalen komen eerder op de ‘radar’ waarbij Veilig Thuis

signalen uit verschillende sectoren en over een langere periode van tijd combineert. Hiervoor

is een nieuwe handelingsprotocol ontwikkeld dat door het Rijk en VNG is goedgekeurd. Dit

Page 71: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

heeft grote consequenties voor Veilig Thuis Zeeland en ook landelijk. De gevolgen zijn twee-

ledig, er zijn meer meldingen en elke melding kost meer tijd in afhandeling.

Het doel van de wet: het eerder op de ‘radar’ krijgen van situaties van huiselijk geweld en

kindermishandeling en effectief ingrijpen. Zeeland doet dit goed! Professionals melden veel

meer en Veilig Thuis heeft de basis op orde. Het werkproces van Veilig Thuis is efficiënt inge-

richt. Gezinnen en situaties die vroeger niet werden gemeld staan nu op de radar. Het eerder

melden van de situaties van huiselijk geweld en kindermishandeling is wat de wetgever be-

oogt. Vanaf het laatste kwartaal 2018 is het aantal meldingen daardoor enorm gestegen. De

effecten van de aanscherping Wet Meldcode zijn veel groter dan verwacht. In plaats van de

op basis van de landelijke analyse geraamde 7% stijging zien wij ca. 80% meer meldingen in

de eerste helft van 2019.

Deze begrotingswijziging heeft tot doel de sterk verhoogde instroom van meldingen bij Veilig

Thuis op te vangen.

Bijgaand treft u een notitie met een inhoudelijke toelichting op de begrotingswijziging, achter-

grond informatie en daarnaast een financiële uiteenzetting.

Om de kosten te drukken worden de uitkomsten van de in het besluit (onder 3 en 4) ge-

noemde actiepunten meegenomen in de begroting Veilig Thuis 2021. Aanvullend zal GGD

Zeeland ook de uitkomsten van de analyse over de opbouw van de overhead hierin meene-

men en onderzoekt de GGD samen met Intervence de synergie op samenwerking.

Vanzelfsprekend zullen wij bijgaande begrotingswijziging toelichten aan uw gemeenteraadsle-

den. In de regio’s Zeeuws Vlaanderen, Oosterschelde en Walcheren worden in de maand

november voorlichtingsbijeenkomsten gepland. Hiervoor kun u contact opnemen met de heer

Hans van Beek, bestuursadviseur, [email protected] of via telefoon 06-

30998187.

Bijlage 1: Notitie inhoudelijke onderbouwing begroting Veilig Thuis

Bijlage 2: Cijfermatige onderbouwing instroom Veilig Thuis

Bijlage 3: Financieel overzicht Veilig Thuis

Bijlage 4: Rapport Q-consult

Bijlage 5: Addendum

Bijlage 6: Indicatie incidentele bijdrage GGD t.b.v. begrotingswijziging Veilig Thuis 2020 en

verdeelsleutel

Page 72: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Bijlage1

n o t i t i e Kenmerk Van J. Gaemers/ S. van der Graaf

Datum 11 oktober 2019 Aan AB

Onder-

werp

Inhoudelijke onderbouwing begroting Veilig Thuis

Achtergrond

De uitvoering van taken van Veilig Thuis is als gemeentelijke taak vastgelegd in de WMO. De

Zeeuwse gemeenten hebben in 2014 besloten de uitvoering van Veilig Thuis in Zeeland neer

te leggen bij de Gemeenschappelijke Regeling GGD Zeeland. De verantwoordelijkheid voor

adequate financiering is een gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeenten en de centrum

gemeente. Een deel van de middelen wordt beschikbaar gesteld vanuit de Decentralisatie Uit-

kering Vrouwenopvang (DuVo) die gemeente Vlissingen ontvangt voor de aanpak van geweld

in afhankelijkheidsrelaties. Daarnaast wordt Veilig Thuis gefinancierd vanuit alle Zeeuwse ge-

meenten middels het Macro budget Jeugd op basis van het aantal jongeren.

Aanscherping Wet Meldcode en radarfunctie

Met ingang van 1 januari 2019 is de Wet meldcode aangescherpt. Deze is bedoeld om kinder-

mishandeling en huiselijk geweld in Nederland terug te dringen. Door de aanpassing heeft Vei-

lig Thuis een radarfunctie gekregen. Het is de bedoeling dat er meer en eerder wordt gemeld.

Ernstige signalen komen eerder op de ‘radar’ waarbij Veilig Thuis signalen uit verschillende

sectoren en over een langere periode van tijd combineert. Hiervoor is een nieuwe handelings-

protocol ontwikkeld dat door het Rijk en VNG is goedgekeurd. Dit heeft grote consequenties

voor Veilig Thuis Zeeland en ook landelijk. De gevolgen zijn tweeledig, er zijn meer meldingen

en elke melding kost meer tijd in afhandeling.

Zeeland meldt beter!

Het doel van de wet: het eerder op de ‘radar’ krijgen van situaties van huiselijk geweld en

kindermishandeling en effectief ingrijpen. Zeeland doet dit goed! Professionals melden veel

meer en Veilig Thuis heeft de basis op orde. Het werkproces van Veilig Thuis is efficiënt inge-

richt. Gezinnen en situaties die vroeger niet werden gemeld staan nu op de radar. Vanaf het

laatste kwartaal 2018 is het aantal meldingen enorm gestegen. Het eerder melden van de si-

tuaties van huiselijk geweld en kindermishandeling is wat de wetgever beoogt.

Situatie in het kort:

De aanscherping Wet Meldcode vraagt professionals eerder aan Veilig Thuis te melden;

In de eerder begrotingswijziging was rekening gehouden van resp. 7 en 15% groei;

We zien dat professionals nu veel meer melden;

Door de ingevoerde nieuwe werkwijze (radarfunctie) worden alle meldingen, ook her-aan-

meldingen binnen een lopende casus op veiligheid beoordeeld;

Veilig Thuis kan met de huidige formatie de instroom niet aan;

Veilig Thuis voldoet niet meer aan de wettelijke norm.

Page 73: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·2·

23 o

kto

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\G

TW

OU

W33\2

019-1

0-2

1 D

EF b

ijla

ge 1

Inhoudelijk

e o

nderb

ouw

ing b

egro

tingsw

ijzig

ing V

eilig

thuis

.docx

Benchmark instroom door Q-Consult

De meldingsbereidheid in Zeeland was lager dan gemiddeld. Er is gekeken naar de instroom per

1000 inwoners. In de tweede heeft van 2018 zien we dat Zeeland, in vergelijking andere Veilig

Thuis organisaties, samen met 3 andere Veilig Thuis organisaties één van het laagste aantal

meldingen van Nederland had (1,7 meldingen t.o.v. 2,9 gemiddeld in een half jaar). Door de

stijging in 2019 zien we dat:

1. Het aantal adviesvragen voor Veilig Thuis Zeeland in 2019 in lijn ligt met het benchmark

gemiddelde.

2. Ondanks de stijging ligt het aantal meldingen nog steeds onder het benchmark gemiddelde.

Het lijkt erop dat Zeeland een inhaalslag heeft gemaakt door de stijging van het aantal meldin-

gen en adviezen. Aangezien het aantal meldingen nog steeds onder het gemiddelde ligt kunnen

we nog een verdere stijging in het aantal meldingen verwachten.

Effecten veel groter dan voorzien

Op basis van een landelijke analyse die het Rijk hanteerde is rekening gehouden met een

kleine stijging van het aantal meldingen en adviesvragen. De effecten van de nieuwe meld-

code en radarfunctie van Veilig Thuis– op basis van de gegevens van de eerste zes maanden

van 2019 – zijn veel groter dan werd aangenomen. Het aantal meldingen dat wordt beoor-

deeld op veiligheid is met ca. 80% gestegen (zie bijlage 2). Op basis van bovengenoemde lan-

delijke analyse zijn we in de begroting uitgegaan van een groei van 7%. Er wordt meer ge-

meld en de afhandeling per meldingen kost door het nieuwe handelingsprotocol meer tijd. On-

derstaande grafiek laat zien dat de totale ureninzet meer dan verdubbeld.

Page 74: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·3·

23 o

kto

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\G

TW

OU

W33\2

019-1

0-2

1 D

EF b

ijla

ge 1

Inhoudelijk

e o

nderb

ouw

ing b

egro

tingsw

ijzig

ing V

eilig

thuis

.docx

Wettelijke termijnen doorlooptijden worden niet gehaald

Door de explosieve groei in het eerste half jaar worden de doorlooptijden niet gehaald.

- In de eerste halfjaar is bij 59% van de meldingen binnen vijf werkdagen een veiligheids-

boordeling uitgevoerd, in 41% van de meldingen hebben we niet voldaan aan de wette-

lijke termijn;

- De wettelijke termijn voor het afronden van een onderzoek (70 dagen) wordt niet altijd

gehaald, ook hier voldoen we niet aan de wettelijke norm. In het eerste halfjaar 2019 is

gemiddeld 85% diensten door Veilig Thuis binnen de wettelijke termijn afgerond.

Het overschrijden van de termijnen heeft geen gevolgen voor de acute veiligheid van gemelde

huishoudens/gezinnen/kinderen. Bij alle meldingen wordt op de dag van binnenkomst een eerste

veiligheidsbeoordeling gedaan. Zo nodig wordt een casus direct opgepakt.

Naarmate deze situatie langer duurt nemen risico’s toe. Met meer gezinnen die wachten op

hulp is het steeds moeilijker om juiste prioriteiten te stellen en zicht op veiligheid te houden.

Risico’s

Als de wettelijke termijnen niet worden gehaald betekent dit dat gezinnen op een wachtlijst

staan en er niet op tijd een gedegen veiligheidsinschatting en/of veiligheidsvoorwaarden wor-

den gemaakt om de gewenste hulp te initiëren. Zoals hierboven genoemd wordt vanzelfspre-

kend prioriteit gegeven aan acuut onveilige situaties.

Bij het overschrijden van de wettelijke termijnen kan de inspectie Veilig Thuis Zeeland hierop

toetsen en een verbeterplan eisen. Ook is het mogelijk dat de inspectie Veilig Thuis onder ver-

scherpt toezicht stelt. Effect van verscherpt toezicht is dat er nauwer contact is om de voort-

gang en naleving van het verbeterplan te controleren. Daarbij publiceert de inspectie haar rap-

port van bevindingen. Vanzelfsprekend wordt hier vaak ook de politieke verantwoordelijkheid

van bestuurders in betrokken.

In 2018 en 2019 hebben we, vanwege de krappe arbeidsmarkt, niet alle vacatures op tijd

kunnen vervullen. Dit is een risico dat zeker meespeelt in het beheersbaar maken van de situ-

atie bij Veilig Thuis. Wat de noodzaak op tijdig anticiperen meer dringend maakt.

De huidige situatie zorgt voor een verhoogde werkdruk. Dit heeft gevolgen voor medewer-

kers. Vanuit goed werkgeverschap is dit een onwenselijke situatie.

Maatregelen

Noodzaak tot anticiperen op de instroom

Binnen de kaders van de bestaande begroting 2019 worden op dit moment de nodige maatre-

gelen uitgevoerd om de situatie beheersbaar te houden:

- optimaliseren interne werkprocessen;

- extra inzet tijdelijk personeel;

Verder is gekeken naar het beïnvloeden van de in- en uitstroom van Veilig Thuis. Juist door

de aanscherping van de Wet meldcode dient elke organisatie die met kinderen werkt een ei-

gen afweging te maken bij het melden. Aangezien de wet hier kader-stellend is heeft Veilig

Thuis hier heel weinig invloed op. Wij ondernemen de volgende acties om hier invloed op uit

te oefenen:

- actieve deelname pilot “verkorting Jeugdbeschermingsketen – Vaart in Veiligheid”;

- voorlichting en training t.b.v. lokale veld;

- continu overleg met politie (de grootste leverancier) over de kwaliteit van politiemel-

dingen.

Page 75: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·4·

23 o

kto

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\G

TW

OU

W33\2

019-1

0-2

1 D

EF b

ijla

ge 1

Inhoudelijk

e o

nderb

ouw

ing b

egro

tingsw

ijzig

ing V

eilig

thuis

.docx

Ook bij uitstroom heeft Veilig Thuis weinig invloed. Gemeenten hebben hier via de inkoop

jeugdhulp wel (enige) invloed op. Wanneer er een wachtlijst is bij de instantie aan wie wij

overdragen moet iemand het zicht op veiligheid in het gezin behouden. Veilig Thuis kan de ca-

sus dan nog niet volledig loslaten. Wij gaan dan in gesprek met de gemeenten om te kijken of

een andere aanbieder ook passende hulp kan bieden.

Wij sluiten ons graag aan bij het initiatief om binnen de Zeeuwse ketensamenwerking te kij-

ken naar mogelijkheden voor efficiëntiewinst.

Nu de hoge instroom vooralsnog stabiel blijft en structureel lijkt kunnen we niet binnen de ka-

ders van de bestaande begroting aan de wettelijke verplichtingen voldoen. Daarom hebben

we begrotingswijziging voor 2019 en 2020 opgesteld. Daarbij hebben wij tevens gekeken

welke maatregelen wij verder kunnen treffen.

Kaders van het werkproces

Er is gekeken naar mogelijke aanpassingen in het werkproces om de verwerkingstijd van de

meldingen te verkorten. We zien de volgende overwegingen binnen de wettelijke kaders:

1. In de WMO staat beschreven welkte taken veilig Thuis minimaal moet uitvoeren;

2. Veilig Thuis Zeeland voert alleen wettelijke taken uit. We kunnen geen taken laten vallen.

3. Er ligt een landelijke handelingsprotocol dat gedetailleerd bepaalt hoe Veilig Thuis haar ta-

ken uitvoert;

4. De inspectie controleert Veilig Thuis op de uitvoering. Het toetsingskader dat hierbij wordt

gehanteerd is gebaseerd op het handelingsprotocol;

5. Medewerkers zijn SKJ geregistreerd. Dit betekent dat zij een individuele verantwoordelijk-

heid hebben voor goed uitvoeren van hun werk. Wanneer wij als werkgever van hen vragen

het werk anders uit te voeren dan landelijk wordt voorgeschreven kunnen zij daar vanuit

hun persoonlijke verantwoordelijkheid weigeren. In het uiterste geval kan een medewerker

zijn SKJ registratie worden ontnomen en mag hij of zijn het werk niet meer uitvoeren.

Benchmark dienstverlening door Q-Consult

Voor het begroten van de formatie hebben we Q-consult (Organisatieadviesbureau) ingescha-

keld. Zij hebben landelijk veel onderzoek gedaan naar ureninzet per dienst en formatie bij Veilig

Thuis organisaties en hebben een landelijk model voor een betrouwbare formatieberekening

ontwikkeld. Hierdoor heeft Q-Consult vergelijkend materiaal waaraan Zeeland is getoetst.

Q-Consult heeft de instroomcijfers doorgerekend naar een formatie berekening. Uit deze door-

rekening komt naar voren dat Zeeland over het algemeen haar diensten efficiënt inzet en niet

meer tijd nodig heeft in vergelijking met andere Veilig Thuis organisaties. Er zijn 3 punten waarin

Veilig Thuis Zeeland verschilt met het gemiddelde (zie bijlage 4).

Page 76: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·5·

23 o

kto

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\G

TW

OU

W33\2

019-1

0-2

1 D

EF b

ijla

ge 1

Inhoudelijk

e o

nderb

ouw

ing b

egro

tingsw

ijzig

ing V

eilig

thuis

.docx

Wat levert dit op?

Naar aanleiding van de resultaten van Q-Consult zien we dat Veilig Thuis Zeeland op 3 punten,

binnen de wettelijke kaders kan bezuinigen:

Opties Maatregel Effect/risico Besparing

1 Ondersteuning op locatie ver-

valt (0,59 fte)

Gesprek(ken)

DB/professional/

Aansluiten FNB/

Afstemmingsoverleg

(5 uur)

Vervolgcontact in

ondersteuning op

locatie (3,5 uur)

Proffessionals kunnen VT alleen

consulteren. Zij gaan niet langer

mee naar het gezin om ouders te

stimuleren hulp te aanvaarden.

VT sluit niet ter ondersteuning

aan bij een familinetwerkberaad.

Hiermee wordt de

kennisoverdracht en

samenwerking beperkt.

Er is geen risico. De activiteit is

geen verplichting vanuit het

wettelijk kader of het

kwaliteitskader van de inspectie.

€ 56.328,48

2 50% van casussen contact

met direct betrokkenen; ( 0,8

fte)

Het contact met direct be-

trokkenen blijkt niet altijd no-

dig:

- Meer onrust/onveiligheid

in het gezin

- Nieuwe melding van een

lopende casus

Het effect is gering. VT bepaald

zelf wanneer het nodig is om

contact te leggen met de direct

betrokkenen.

Het contact met direct

betrokkenen is opgenomen in het

handelingsprotocol. Medewerker

kan hierin een afwezging maken.

De inspectie toetst hier vanuit

het kwaliteitskader niet op.

€ 76.377,60

3 Optimaliseren administratieve

afronding (1 fte)

Geen extern effect. Vraagt

aanpassing in het werkrpoces. In

de praktijk is niet zeker of deze

korting haalbaar is.

De maatregel is geen verplichting

vanuit het wettelijk kader of het

kwaliteitskader van de inspectie.

€ 84.823,20

Totaal van maatregelen

2,38 fte

€ 217.529,28

Page 77: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·6·

23 o

kto

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\G

TW

OU

W33\2

019-1

0-2

1 D

EF b

ijla

ge 1

Inhoudelijk

e o

nderb

ouw

ing b

egro

tingsw

ijzig

ing V

eilig

thuis

.docx

Financiering vanuit het Rijk

De VNG doet op dit moment een inventarisatie naar de effecten van de aanscherping van de

Wet meldcode en de radarfunctie van Veilig Thuis organisaties in heel Nederland. De VNG

concludeert dat er grote verschillen zijn in de groeicijfers bij Veilig Thuis organisaties. Toch is

de algemene trend dat er meer meldingen en over de hele linie ook meer adviezen worden

gegeven. Aangezien de landelijke analyse voorafgaand aan de wetswijziging een stijging in-

schatte tussen de 5% tot 10% (meer meldingen in de komende jaren) geeft de praktijk in

Zeeland een heel ander beeld. We zien een plotselinge explosieve stijging.

De rijksbijdrage voor de wetswijziging is gebaseerd op deze analyse. Dit resulteert in een veel

te lage bijdrage die aan de DuVo is toegevoegd. Op het VNG congres is over dit tekort een

motie aangenomen. Een gemeentelijke lobby is nodig om het Rijk ertoe over te halen extra geld

beschikbaar te stellen voor deze wettelijke taak. Ook vanuit andere regio’s zoals Gelderland-

Midden en Zuid-Limburg is gevraagd om maatregelen ten behoeve van extra geld. Veilig Thuis

Zeeland heeft inmiddels contact met de VNG om vanuit Zeeland een signaal af te geven en te

ondersteunen bij de inhoudelijke onderbouwing. Ook het Landelijk netwerk Veilig Thuis wordt

hierbij ingezet.

Doorrekening formatie

Voor de begrotingswijziging hanteren we de volgende uitgangspunten:

- Q-Consult heeft de doorrekening van het formatie- calculatiemodel getoetst met gemiddel-

den van andere Veilig Thuis organisaties in Nederland. (zie bijlage 5 uitkomsten Q-consult)

- In de begroting is rekening gehouden met de 3 bezuinigingsmaatregelen (er wordt 2,38 fte

bezuinigd)

- Bij de nieuwe formatie- en kostenberekening zijn de instroomcijfers van de 1e helft 2019

leidend en is gerekend met een verdere stijging van 10% instroom. Dit is gebaseerd op:

o De benchmark van instroom laat zien dat Zeeland nog onder de gemiddeld aantal

melding per 1000 inwoners zit;

o Landelijk wordt dit percentage door Veilig Thuis organisaties aangehouden. Men

gaat er vanuit dat de effecten van de aanscherping wet meldcode nog in 2020

doorwerken. Niet alle organisaties hebben de nieuwe werkwijze reeds geïmplemen-

teerd;

- Op dit moment worden de kosten voor overhead GGD-breed geanalyseerd om er voor te

zorgen dat de overhead goed onderbouwd en realistisch blijft. Daarom zijn in de begroting

2020 de overheadkosten voor het extra personeel niet doorberekend. In de begroting 2021

wordt de overhead opnieuw berekend op basis van de uitgangspunten die voortkomen uit

de analyse.

- In de begroting is, ondanks financiering voor 1 jaar, geen rekening gehouden met pay-rol

constructies. Dit om kosten te besparen. Bij de huidige krappe arbeidsmarkt is vast perso-

neel aanstellen wel noodzakelijk. Dit betekent dat er voor 2021 financiële risico’s ontstaan.

Echter door verloop van personeel en de krapte op de arbeidsmarkt wordt dit risico beperkt.

- In de begroting 2020 is rekening gehouden met de landelijke ophoging die centrumge-

meente Vlissingen ontvangt voor de radarfunctie Veilig Thuis. Dit is een structurele ver-

hoogde bijdrage vanuit de decentralisatie Uitkering Vrouwenopvang via het CZW Bureau (€

31.627,- extra in 2020 en € 89.215,- extra vanaf 2021 structureel).

In bijlage 3 treft u een financieel overzicht van de begroting.

Page 78: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

1

Bijlage 2 cijfermatige onderbouwing instroom Veilig Thuis

Stijging aantal meldingen

In het eerste halfjaar 2019 zijn er 1066 meldingen op veiligheid beoordeeld. In het eerste helft

van 2018 waren dit er 595. Dit is een stijging 79%.

Het aantal unieke casussen was in de eerst helft 2019 892.

Uit analyse blijkt dat een deel van

de stijging komt doordat Veilig

Thuis sinds september 2018

werkt met een nieuw triage

instrument. Hierbij worden alle

meldingen, ook een her-melding

van een casus die reeds was

gemeld, op veiligheid beoordeeld.

Dit is een landelijke

kwaliteitsverbetering. Wanneer

het aantal unieke casussen in het

eerste half jaar wordt vergeleken

met het eerste halfjaar van 2018

(her-meldingen werden meestal

niet getrieerd) zien we een stijging

van het aantal casussen van

49%1.

We zien in vergelijkende cijfers van het CBS over het laatste halfjaar 2018 dat Veilig Thuis

Zeeland in vergelijk met anderen Veilig Thuis organisaties weinig meldingen ontving. Per 10.000

inwoners ontving alleen in Noord-Oost Gelderland en Gelderland-Zuid waren minder meldingen.

Het is mogelijk dat door de wetwijziging Zeeland nu een inhaalslag maakt.

1 Door een andere werkwijze in 2018 zijn deze cijfers niet volledig zuiver te vergelijken. 49% is een indicatie.

Page 79: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

2

Iedereen maar vooral professionals melden meer

Uit vergelijkende kwartaalcijfers 2017, 2018 en 2019 zien we dat alle groepen meer melden bij

Veilig Thuis. Naar verhouding is de grootste stijging in de groep professionals die beroepsmatig

melden. Daar nam het aantal meldingen met ca. 90% toe. Dit is waarschijnlijk toe te schrijven

aan de aanscherping van de wet meldcode. De wetswijziging vraagt professionals eerder te

melden bij Veilig Thuis. Het aandeel van de politie bij het aantal meldingen blijft het grootst.

Vanuit politie stegen de meldingen ca. 74% in vergelijking met het 4e kwartaal 2017.

Page 80: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

3

Stijging advies en ondersteuning

Sinds 2017 zien we een groei in het aantal advies en ondersteunings-vragen. In het eerste

halfjaar 2019 zijn totaal 1267 adviezen en/of ondersteuningen geboden. Dit is in vergelijking met

het eerste halfjaar 2018 een stijging van 33%. In 2017 waren deze aantallen nog lager.

Wanneer we de CBS cijfers over het laatste half jaar 2018 bekijken zien we dat Zeeland in

vergelijking met andere Veilig Thuis organisaties redelijk veel advies en ondersteuning bood. Van

de 26 Veilig thuis organisaties zijn er 4 organisatie die meer advies en ondersteuning boden.

We zien dat de stijging van het aantal advies en ondersteuningsvragen in Zeeland in het laatste

kwartaal 2018 is ingezet.

Page 81: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Bijlage 3 Financieel overzicht Veilig Thuis

versie d.d. 26 september 2019 (110%)

Begroting Veilig Thuis 2019 en 2020

fte

huidige

begroting 2019

fte

nodig

fte

verschil

oktober /

december 2019

fte

nodig totaal 2020

Advies en Meldingen Team 7,24 571.617,00€ 8,9 1,66 32.370,00€ 8,67 689.785,20€

Ondersteuning en Onderzoek Team 12,21 1.040.300,00€ 13,35 1,14 22.230,00€ 15,98 1.271.368,80€

Transitiemanager 0,9 96.900,00€ 1 0,1 2.950,00€ 1 120.360,00€

Procesondersteuner 1,72 93.600,00€ 3,36 1,64 22.140,00€ 3,38 186.170,40€

Procesbegeleider 0 -€ 0,89 0,89 18.022,50€ 0,89 73.531,80€

Gedragswetenschapper 1,1 91.500,00€ 1,47 0,37 7.585,00€ 1,65 138.006,00€

Vertrouwensarts 0,5 54.500,00€ 1 0,5 13.250,00€ 1,1 118.932,00€

23,67 1.948.417,00€ 29,97 6,30 118.547,50€ 32,67 2.598.154,20€

Kostenverlaging burap sept 18 -40.000,00€

Personeelskosten 2019 1.908.417,00€

Bereikbaarheidsdienst/achterwacht 28.000,00€ -€ 28.000,00€

Opleiding en bijscholing 52.000,00€ -€ 52.000,00€

Dienstreizen (kilometervergoeding) 41.000,00€ 3.000,00€ 58.000,00€

Automatiseringspakketten 42.000,00€ 1.200,00€ 43.500,00€

20% overhead over salariskosten 389.683,40€ -€ * 389.683,40€

Totale kosten Veilig Thuis 2019 2.461.100,40€ 122.747,50€ 3.169.337,60€

Bijdrage CZW regulier 398.497,00€ -€ 398.497,00€

Bijdrage CZW radarfunctie 596.628,00€ -€ 628.225,00€

Bijdrage CZW structureel tekort/triage 48.298,00€ -€

Bijdrage Macrobudget Jeugd 1.264.733,00€ -€ 1.461.230,00€

Extra bijdrage gemeenten structureel 152.943,92€ -€

Totale opbrengsten 2.461.099,92€ -€ 2.487.952,00€

Resultaat -€ -122.747,50€ -681.385,60€

124.000,00€ tekort in 2020

* Op dit moment worden de kosten voor overhead GGD-breed

geanalyseerd om er voor te zorgen dat de overhead goed

onderbouwd en realistisch blijft. Daarom zijn in de begroting

okt/dec 2019 en 2020 de overheadskosten voor het extra

personeel niet doorberekend. In de begroting 2021 wordt de

overhead opnieuw berekend op basis van de uitgangspunten

die voortkomen uit de analyse.

aangepaste begroting 2019 begroting 2020

onttrek. reserve

Page 82: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Bijlage 4 Rapport Q-Consult

Aanleiding

Veilig Thuis Zeeland heeft aan Q-Consult gevraagd een intern onderzoek te valideren. Dit interne

onderzoek betreft een inventarisatie naar de gemiddelde uren per Veilig Thuis dienst op basis van

jarenlange ervaringen en inschattingen van medewerkers en manager. Q-Consult kan het onderzoek

valideren door de uitkomsten te leggen naast de standaard uren in het Q-Consult model voor Veilig

Thuis.

Uitkomst

Advies en ondersteuning

Er zijn twee activiteiten die soms extra tijd in beslag nemen bij een ondersteuningsvraag.

Gesprek(ken) DB/professional/Aansluiten FNB/Afstemmingsoverleg (5 uur)

Vervolgcontact in ondersteuning op locatie (3,5 uur)

Deze activiteiten komen niet standaard voor in het Q-Consult model. Op basis van geëxtrapoleerde

kwartaalcijfers komt dit 136 keer per jaar voor. Het netto effect is 0,59 FTE.

In het overleg met Q-Consult bleek dat VT Zeeland op dit moment rekent alsof er in 100% van de

gevallen contact wordt gelegd met directbetrokkenen. Hiervoor geldt 1 uur in het model. In praktijk zal

dit niet altijd nodig zijn en/of daadwerkelijk plaatsvinden. Op basis van inschattingen vanuit

beleidsadviseur en manager bleek contact met directbetrokkenen in 50% van de gevallen niet nodig.

Daarmee kan een besparing van 0,8 FTE bereikt worden.

Melding en triage inclusief overdracht

De richttijden van Veilig Thuis Zeeland liggen in lijn met de standaard uren in het Q-consult model.

Na overleg is de enige afwijking het administratief afsluiten van schriftelijke meldingen. Deze extra tijd

is opgenomen in het model.

De uren voor melding aannemen, triage en overdracht liggen in lijn met het Q-Consult model. De

ophoging van administratief afhandelen heeft een impact van 3,1 uur naar 3,7 uur. Met 2000

meldingen per jaar is de impact: 2000 x (3,7 – 3,1 = 0,6 uur) 0,6 uur = 1200 uur, ofwel bijna 1 FTE.

Voorwaarden en vervolg en Onderzoek

De richttijden van VT Zeeland voor de diensten VV en onderzoek liggen goed in lijn met het model van

Q-Consult. Na overleg is besloten om de uren van het Q-Consult model aan te houden.

Overdracht na bemoeienis en Monitoring

Ook bij overdracht na bemoeienis liggen de richttijden dicht in de buurt van de standaard uren in het

model. In overleg is besloten de standaard 10 uur voor 2019 aan te houden en deze ook conform de

standaard te verhogen naar 15 uur in 2020. Dit heeft te maken dat elk jaar vanaf 2020 restant

casuïstiek en monitormomenten van het voorgaande jaar bevat.

Page 83: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

Bijlage 5 Addendum Veilig Thuis.

N.a.v. de informatieve bijeenkomst Veilig Thuis Zeeland (voortaan VTZ) d.d. 19.09.2019, met

betrekking tot de begrotingswijziging 2019 en 2010, hierbij onderstaand de punten die op verzoek

van het Algemeen Bestuur onderzocht gaan worden. Deze punten zijn uitgewerkt in dit addendum.

1. Tijdelijk financieren voor jaar

Tijdens de informatiebijeenkomst is consensus bereikt over de aanpak waarbij de

begrotingswijziging voor 1 jaar (over het jaar 2020) wordt toegekend, onder voorbehoud dat

er toegewerkt wordt naar een plan aanpak ten aanzien van een structurele verbetering over

de gehele keten heen. Daarvoor zijn de Zeeuwse gemeenten verantwoordelijk. Hierover is

afgesproken dat dit wordt ondergebracht bij Taskforce Jeugd. Hierin worden de lopende

initiatieven, zoals project “Vaart in veiligheid” en de pilot “Preventieve Jeugdbescherming”

integraal meegenomen. Vanuit Veilig Thuis is behoefte om in de totstandkoming van dit plan

van aanpak actief betrokken te worden. De gemeentes ondernemen tevens actie richting

VNG, om de urgentie te benadrukken met VWS tot afspraken te komen over financiering van

tekorten.

2. Inspanningsverplichting overhead

Op dit moment wordt een analyse uitgevoerd over de opbouw van de overhead bij de GGD

Zeeland. De overhead van Veilig Thuis kan hiervan niet los worden gezien. In dit addendum

kunnen wij nog geen inhoudelijke informatie geven. In de oktober vergadering van het AB

zullen wij u hierover nader informeren. Wij zullen de BC en PAO eveneens informeren.

3. Keten GGD - Intervence

De GGD onderzoekt samen met Intervence de synergie op samenwerking en de potentie tot

kostenverlaging. In dit addendum kunnen wij nog geen inhoudelijke terugkoppeling hierover

geven. Dit is tenslotte na de informatiebijeenkomst in gang gezet.

Page 84: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

n o t i t i e

Kenmerk Bijlage 6 Van Joke Gaemers

Datum 14-10-2019 Aan Algemeen Bestuur

Onderwerp

Indicatie incidentele bijdrage GGDtbv begrotingswijziging Veilig Thuis 2020

Geachte dames, heren,

Naar aanleiding van het AB van 11 oktober 2019 waarin de notitie met betrekking tot Veilig

Thuis is behandeld, is op verzoek van de AB-leden ingeschat welke bijdrage vanuit de GGD

mogelijk is. Hiertoe is een inschatting gemaakt van de risico’s met benodigd weerstandsver-

mogen.

Dit betreft een voorlopige inschatting vooruitlopend op de jaarrekening 2019. Tijdens het op-

stellen van de jaarrekening kunnen nog andere risico’s naar voren komen.

Uitgangspunt bij de risico inschatting is de tabel die is opgenomen in de programmabegroting

2020. Onderstaand is de betreffende tabel geactualiseerd. Hieruit blijkt dat de benodigde re-

servepositie voor de GGD op € 500.000,= uit komt. Wij gaan er echter niet van uit dat alle

risico’s zich gelijktijdig zullen voordoen waardoor we een dit bedrag hebben aangepast met de

factor 0,8. Het aan te houden bedrag voor de algemene reserve komt dan uit op € 400.000,=.

Met het huidige bedrag aan Algemene Reserve ad € 655.948,=betekent dit dat er door de

GGD maximaal € 256.000,= kan worden bijgedragen. Hierbij gaan we er vanuit dat wanneer

de gemeenten vanuit het ministerie van VWS subsidiegelden ontvangen voor Veilig Thuis, deze

gelden weer terugvloeien naar de reserve Veilig Thuis binnen de GGD om toekomstige risico’s

op te kunnen vangen.

De huidige bestemmingsreserves: huisvesting, transitiefonds inkoop jeugd en gemeentelijke

projecten (eigen geld gemeenten) zijn buiten beschouwing gelaten omdat de betreffende be-

stemming nog steeds aanwezig zijn.

De reserve markttaken is voorlopig in stand gehouden omdat nog onduidelijkheid bestaat over

aanbesteding Forensische Geneeskunde door politie met mogelijk invloed op formatie. De

markttaken zijn voor GGD van belang voor dekking overhead.

Onderstaand treft u de financiële gevolgen uitgewerkt per gemeente.

Page 85: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·2·

23 o

kto

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\G

TW

OU

W33\2

019-1

0-2

1 D

EF B

ijla

ge 6

Indic

atie incid

ente

le b

ijdra

ge G

GD

tbv b

egro

tingsw

ijzig

ing V

eilig

Thuis

2020.d

ocx

De verdeling van de Gemeentelijke bijdrage 2020 is als volgt:

Gemeentelijke bijdrage 2020 in het tekort Veilig Thuis in euro in %

Borsele 24.883 5,85%

Goes 41.707 9,80%

Hulst 25.643 6,03%

Kapelle 11.602 2,73%

Middelburg 67.498 15,87%

Noord-Beveland 9.467 2,23%

Reimerswaal 27.400 6,44%

Schouwen-Duiveland 32.039 7,53%

Sluis 22.899 5,38%

Terneuzen 59.738 14,04%

Tholen 32.323 7,60%

Veere 16.028 3,77%

Vlissingen 54.160 12,73%

Totaal 425.385 100,00%

De verdeling is gebaseerd op het gemiddelde van de macrobudgetten 2015 t/m 2018 zoals in

in de Programmabegroting 2020-2023 vermeld is op pagina 25.

Page 86: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·3·

23 o

kto

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\G

TW

OU

W33\2

019-1

0-2

1 D

EF B

ijla

ge 6

Indic

atie incid

ente

le b

ijdra

ge G

GD

tbv b

egro

tingsw

ijzig

ing V

eilig

Thuis

2020.d

ocx

Bijlage

De aangepaste inschatting van actuele risico’s voor 2020 bedraagt als volgt:

Risico’s Kans

op op-

treden

in 2020

in %

Impact

2020

Benodigde

weerstandsca-

paciteit 2020

01 Vanaf 2025 worden de middelen uit de Decen-

tralisatie Uitkering Maatschappelijke Opvang

(budget Vlissingen) door gedecentraliseerd naar

alle Zeeuwse gemeenten. Vanuit dit budget

(middels een subsidie via het CZW Bureau)

worden nu Veilig Thuis voor ca 50% gefinan-

cierd en het Meld en Actiepunt bemoeizorg vol-

ledig. Gemeenten dienen opnieuw te beslissen

op welke wijze zij de diensten vanaf 2025 wil-

len financieren.

Deze ontwikkeling betekent dat de GGD

Zeeland vanaf 2021 voornemens is 10% per

jaar te reserveren om het risico gedeeltelijk op

te kunnen vangen.

10% 825.000 82.500

02 Werkgevers in de sector Overheid en Onder-

wijs zijn verplicht eigenrisicodrager voor de

Werkloosheidswet (WW). Als eigenrisicodrager

voor de WW betaalt GGD de kosten van de

WW-uitkering, als (ex)-werknemers werkloos

worden. GGD heeft de afgelopen veel met pay-

roll constructie gewerkt.

Om kosten te besparen wordt minder via pay-

roll constructie gewerkt waardoor het risico op

WW uitkeringen hoger wordt.

25-

50%

350.000 125.000

03 Claims als gevolg van implementatie wetgeving

(bv AVG ) of extra onvoorzienbare kosten als

gevolg van implementatie nieuwe wetgeving

(bv archiefwet)

50% 150.000 75.000

04 Beschikbaarheid arbeidskrachten en uitval in

die gevallen waarin slechts één persoon be-

paalde werkzaamheden verricht leidt tot hogere

kosten in verband met inhuur van extern perso-

neel.

Risico van beschikbaarheid van arbeidskrach-

ten zoals jeugdartsen en FG artsen is toegeno-

men door krapte op de arbeidsmarkt bij deze

specifieke dienstverleningen.

50% 300.000 150.000

05 Uitval ICT servers of diensten door derden 5-10% 100.000 10.000

06 Claim volgens het niet (goed/volledig) uitvoeren

van de Wet Poortwachter

5-10% 75.000 7.500

07 (Medisch) beroepsrisico kosten juridische bij-

stand

10% 100.000 10.000

08 Risico op juridische procedures, onder andere

bij aanbestedingstrajecten en arbeidsgeschillen

5-10% 25.000 2.500

Page 87: Microsoft Outlook - Stijl voor memo - GGD Zeeland...E-mail en brief Jan-Frans Muder als reactie op advies Begeleidingscommissie Brief VZG over doelmatigheidsonderzoeken Brief inspecteur

·4·

23 o

kto

ber

2019 C

:\U

sers

\Msc\A

ppD

ata

\Local\M

icro

soft

\Win

dow

s\T

em

pora

ry Inte

rnet

Files\C

onte

nt.

Outlook\G

TW

OU

W33\2

019-1

0-2

1 D

EF B

ijla

ge 6

Indic

atie incid

ente

le b

ijdra

ge G

GD

tbv b

egro

tingsw

ijzig

ing V

eilig

Thuis

2020.d

ocx

Risico’s Kans

op op-

treden

in 2020

in %

Impact

2020

Benodigde

weerstandsca-

paciteit 2020

09 Invoering WNRA in 2020 waardoor in voorko-

mende gevallen een transitievergoeding ver-

schuldigd is bij ontslag.

Dit is een nieuw geïdentificeerd risico.

50% 75.000 37.500

Totaal 500.000

Toepassing factor 0,8 4000400.000