MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

12
Nucleaire geneeskunde Informatie voor patiënten

description

Nucleaire geneeskunde Informatie voor patiënten Inleiding Je bent door je arts verwezen naar de afdeling Nucleaire geneeskunde voor een onderzoek. Je vindt hier algemene informatie over de gang van zaken. Op de afdeling Nucleaire geneeskunde vinden een groot aantal verschillende onderzoeken plaats. Hierdoor kan het gebeuren dat patiënten die na jou hebben plaats genomen in de wachtzaal toch eerst worden voortgeholpen.

Transcript of MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

Page 1: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

677 -

ZN

A105 -

ver

sie

1001

Nucleaire geneeskunde Informatie voor patiënten

ZNA105_Brochure_297x210.indd 2 26/01/10 09:23

Page 2: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

ZNA105_Brochure_297x210.indd 3 26/01/10 09:23

Page 3: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

Inleiding

Je bent door je arts verwezen naar de afdeling Nucleaire geneeskunde voor een onderzoek. Je vindt hier algemene informatie over de gang van zaken. Op de afdeling Nucleaire geneeskunde vinden een groot aantal verschillende onderzoeken plaats. Hierdoor kan het gebeuren dat patiënten die na jou hebben plaats genomen in de wachtzaal toch eerst worden voortgeholpen.

ZNA105_Brochure_297x210.indd 4 26/01/10 09:23

Page 4: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

Het onderzoek

Op de afdeling Nucleaire geneeskunde worden afbeeldingen gemaakt van de werking van de verschillende organen in het lichaam. Zo’n afbeelding heet een scintigrafi e. Dit gebeurt na toediening van een kleine hoeveelheid van een radioactieve stof (= tracer). De radioactieve stof is ongevaarlijk door de lage dosis en door het snelle verval. Voor de meeste onderzoeken wordt de radioactieve stof ingespoten in een bloedvat in de arm. Het bloed transporteert vervolgens de stof naar de te onderzoeken organen, die het dan opnemen. Het hangt af van de eigenschappen van die stof, of dit heel snel gaat, of dat het langere tijd duurt.Voor het ene onderzoek kunnen onmiddellijk na de toediening van deze stof reeds foto’s gemaakt worden, terwijl voor het andere onderzoek soms wel enkele uren tot dagen moet worden gewacht. Het is eveneens mogelijk dat er foto’s gemaakt dienen te worden op verschillende tijdstippen. Voor het maken van de foto’s neemt de verpleegkundige je mee naar een onderzoekskamer.

De radioactieve stof in je lichaam zendt straling uit die met behulp van een speciale camera (scintillatie-camera of gamma-camera) gemeten kan worden. Afhankelijk van het soort onderzoek moet je voor de camera gaan zitten of op een tafel gaan liggen, waarna de camera boven je geplaatst wordt of rondom je draait. De opnametijd van de foto’s kan verschillen, van 5 minuten, tot wel 1,5 uur. Meestal duurt het 30 tot 45 minuten. Hoeveel tijd het onderzoek bij je gaat duren, krijg je te horen van de verpleegkundige. Bij alle foto’s is het van belang dat je zo stil mogelijk blijft liggen of zitten, zodat de foto’s zo duidelijk mogelijk worden.

ZNA105_Brochure_297x210.indd 5 26/01/10 09:23

Page 5: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

Metalen voorwerpen kunnen de opnamen soms verstoren, dus is het soms gewenst, dat je een broeksriem met metalen gesp uittrekt. Ook juwelen en horloges, evenals sleutels en muntstukken kunnen storend zijn. Deze leg je tijdens het onderzoek best even opzij. Het is in de meeste gevallen mogelijk iemand, bijvoorbeeld een familielid, mee te nemen naar het onderzoek. Dit kan voor je het onderzoek en de wachttijd wat prettiger maken. Als ouder mag je tijdens het onderzoek bij je kind blijven.

Voorbereiding op het onderzoek

Slechts bij enkele ondezoeken is het nodig dat je nuchter bent voor het onderzoek. Het kan ook zijn, dat je bepaalde medicijnen een bepaalde tijd niet mag innemen. Je behandelende arts geeft je hierover instructie. Ook krijg je indien nodig deze instructies op onze afdeling. Als je niets hoort, mag je er van uit gaan, dat je alles mag eten en drinken en dat je gewoon je medicijnen kunt innemen.

De uitslag van het onderzoek

Als de foto’s zijn gemaakt, laat de verpleegkundige deze aan een van de artsen op de afdeling Nucleaire geneeskunde zien. Deze nucleaire geneeskundige bekijkt dan of de foto’s alles laten zien, wat voor het onderzoek van belang is en bepaalt of er eventueel nog aanvullende foto’s nodig zijn. Als hij tevreden is met de foto’s mag je de afdeling verlaten. Meestal worden de foto’s nog dezelfde dag bekeken. Er wordt een verslag gemaakt voor de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Normaal gezien gebeurt dit binnen de 24 u. Soms is het echter noodzakelijk de foto’s te vergelijken met andere foto’s die eerder van je gemaakt werden of de foto’s met collega’s te bespreken. Als de foto’s daar aanleiding toe geven, zal de nucleaire geneeskundige telefonisch een voorlopige uitslag aan je arts doorgeven.

ZNA105_Brochure_297x210.indd 6 26/01/10 09:23

Page 6: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

Gebruik radioactieve stoffen

Het is een normale en begrijpelijke reactie, om als patiënt niet te juichen bij de gedachte, dat er radioactieve stof wordt toegediend. Toch is dat gevoel van onbehagen niet terecht. De totale dosis straling als gevolg van een nucleair geneeskundig onderzoek ligt vrijwel altijd tussen die van een gewone röntgen-foto en een CT-scan in. Dat is een hoeveelheid, die vergelijkbaar is, met de stralingsdosis opgelopen tijdens bv. een weekje skiën, of een lange vliegreis.

Een nucleair geneeskundig onderzoek wordt alleen verricht, als dat de enige, en/of de beste of veiligste methode voor het oplossen van je medisch probleem is. Je behandelende arts vraagt het onderzoek alleen aan, als het echt nodig is. De nucleaire geneeskundige beoordeelt in principe elke aanvraag zelf ook, om zo te controleren, dat het gevraagde onderzoek voor jou het beste is en dat de gevraagde methode ook de gevraagde antwoorden kan geven.

De toediening van radioactieve stoffen gaat meestal als een eenvoudige injectie in een bloedvat, soms in de vorm van een capsule of een proefmaaltijd.

Bijwerkingen zijn daarbij heel erg zeldzaam. Als je van nature neigt tot fl auwvallen bij injecties of bloedafname, is het verstandig dit van te voren even te melden. Een prik blijft ten slotte een prik.

Over de effecten van een injectie circuleren de vreemdste ideeën, daarom het volgende: › het is geen contrastmiddel › je wordt er niet warm of koud van › je gaat er geen (groen) licht van geven › je wordt er niet kaal van en evenmin impotent of onvruchtbaar

Behoudens de eigenlijke injectie merkt meer dan 99% van de patienten niets bijzonders. Mocht je zwanger zijn, of borstvoeding geven, meld dit altijd vóór de injectie en liefst zelfs enkele dagen van tevoren.

ZNA105_Brochure_297x210.indd 7 26/01/10 09:23

Page 7: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

De zwangere patiënt

In principe is zwangerschap een relatieve tegenidincatie voor een nucleair onderzoek Indien er twijfels zijn, dient de zwangerschap met zekerheid bevestigd te worden.Indien het onderzoek toch moet doorgaan, wordt er contact opgenomen door één van onze nucleair geneeskundigen met je behandelende arts. Op deze manier kan dan naar een individuele oplossing gezocht worden door: › vervanging door een ander onderzoek zonder ioniserende straling › het onderzoek indien mogelijk uit te stellen tot na de

zwangerschap › de toegediende hoeveelheid radiotracer nog te reduceren

Patiënten die borstvoeding geven

In principe is borstvoeding geen tegenindicatie voor een nucleair onderzoek.De patiënte dient de verpleegkundige op de hoogte te stellen, aangezien het toegediende radio-isotoop kan worden uitgescheiden in de moedermelk. Een van onze nucleair geneeskundigen zal contact opnemen met je behandelend arts. Zo kan er naar een individuele oplossing gezocht worden door: › het onderzoek indien mogelijk uit te stellen tot nadat de

borstvoeding defi nitief werd gestopt › de borstvoeding te vervangen door fl esvoeding gedurende de

vervaltijd van het radio-isotoop › voldoende moedermelk afkolven voorafgaand aan het onderzoek

en deze gedurende de vervaltijd van het radio-isotoop aan het kind geven

Hoelang moet de borstvoeding gestopt worden?Dit is afhankelijk van het onderzoek en het radio-isotoop dat wordt toegediend en dient besproken te worden met een van onze nucleair geneeskundigen. Na de vastgestelde periode mag de borstvoeding normaal hervat worden.

ZNA105_Brochure_297x210.indd 8 26/01/10 09:23

Page 8: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

Veiligheid en straling

Na toediening van een radio-isotoop, wordt je lichaam een bron van radio-actieve straling (wat ons in staat stelt de gevraagde onderzoeken bij je uit te voeren). Deze radio-actieve straling blijft circa 24 uur na de toediening van het product aanwezig. Na 24 uur is de radio-activiteit volledig vervallen en dus verdwenen.Globaal kan worden gezegd, dat er bij patiënten die voor een nucleair onderzoek komen, de dosis zo laag is, dat voor begeleiders en familieleden geen maatregelen nodig zijn. De dosis die zij kunnen oplopen is zo laag, dat ook bij de huidige – strenge – regels echt geen maatregelen nodig zijn.

Om een indruk te geven: Het personeel (artsen en medisch nucleair werkers) ziet jaarlijks enkele duizenden patiënten. Gemiddeld ligt hun totale dosis straling op circa 20% van wat wettelijk is toegestaan voor hen. Die wettelijke limiet zelf is al laag. Om deze lage dosis op te lopen, werken ze wel jaren lang, 5 dagen in de week tussen de patiënten. Het moge duidelijk zijn, dat een begeleider of familielid zich dus absoluut geen zorgen hoeft te maken.

ZNA105_Brochure_297x210.indd 9 26/01/10 09:23

Page 9: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

Uitzonderingen waarvoor wel maatregelen dienen genomen te worden zijn begrijpelijkerwijs de ongeboren foetus en de baby, die borstvoeding krijgt. De moeder (mits ze de patiënt is) krijgt in die gevallen aanvullende instructie, om onnodige stralenbelasting voor het kind te voorkomen (zie hiervoor).Ook de aanwezigheid van kleine kinderen in je omgeving vraagt een aantal aandachtspunten.

Een tweede uitzondering is de patiënt die een therapie op basis van radio-actieve materie ondergaat. Dan worden hogere doseringen of langer stralende isotopen gebruikt. In een zodanig geval krijgt de patiënt dan ook instructies, om de stralenbelasting voor anderen zo veel mogelijk te beperken.

Die instructies variëren, afhankelijk van de soort behandeling die gegeven is. Als iedereen zich aan die regels houdt, dan mag men er op vertrouwen, dat de stralenbelasting verwaarloosbaar is.

Mocht de stralenbelasting voor familie en omstanders te hoog zijn, dan zal de patiënt gedurende deze periode opgenomen worden op een speciale isolatie-afdeling.

Samengevat

› Bij onderzoek is de stralenbelasting zo laag, dat alleen voor zogende of zwangere patiënten en voor kleine kinderen maatregelen (zie algemene richtlijnen hieronder) nodig zijn.

› Bij therapie zorgt de nucleaire geneeskundige voor adequate instructie van de patiënt en zo nodig kortdurende isolatie op een speciale verpleegafdeling.

› Als de patiënt (met instructies) naar huis kan en mag, is dit, mits men zich aan de instructies houdt, veilig.

ZNA105_Brochure_297x210.indd 10 26/01/10 09:23

Page 10: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

Algemene richtlijnen de dag van het onderzoek voor patiënten die een radio-isotoop toegediend kregen

Contacten met derdenOm de medebewoners of bezoekers (en dan vooral kleine kinderen) zo weinig mogelijk te bestralen zal men in de mate van het mogelijke op 2 meter afstand van hen verblijven. Vermijd contacten met zwangere vrouwen en baby’s. Dit gedurende de eerste 24 uur.

Een baby in huisDe patiënt kan alles doen wat noodzakelijk is voor de verzorging van de baby. We stellen voor, gedurende de eerste 24 uur, het nauw contact (zoals op de schoot nemen) te beperken tot korte periodes (enkele minuten), en indien mogelijk je partner zoveel mogelijk in te schakelen in de verzorging van je kind.

HygiëneHanden wassen met zeep en overvloedig spoelen met water na elk toiletbezoek. Wc-bril afkuisen en het toilet minstens 2 maal doortrekken. Gebruik afzonderlijke washandjes en handdoeken. Het is aan te bevelen dat heren op het toilet gaan zitten om te urineren.

DrinkenWe stellen voor dat de patiënt minstens 1 liter extra drinkt, zodat het toegediende radionuclide het lichaam sneller zal verlaten.

ZNA105_Brochure_297x210.indd 11 26/01/10 09:23

Page 11: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

Hopelijk hebben wij je op deze manier voldoende kunnen informeren over het verloop van een onderzoek op nucleaire geneeskunde. Mocht je nog vragen hebben, aarzel dan niet om onze medewerkers om raad te vragen. Wij wensen je alvast een vlot verloop van het onderzoek toe.

ZNA105_Brochure_297x210.indd 12 26/01/10 09:23

Page 12: MI-radiologie-zna105-Nucleaire geneeskunde

www.zna.be

677 -

ZN

A105 -

ver

sie

1001

ZNA Middelheim

Lindendreef 1, 2020 Antwerpen2140 Antwerpen03 280 31 11

ZNA105_Brochure_297x210.indd 1 26/01/10 09:23