'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van...

24
Toelichting Bestemmingsplan 'MFA kinderboerderij Boezemsingelte Oud-Beijerland ontwerp juli 2018

Transcript of 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van...

Page 1: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

Toelichting

Bestemmingsplan

'MFA kinderboerderij Boezemsingel’

te Oud-Beijerland

ontwerp juli 2018

Page 2: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 2 -

INHOUDSOPGAVE PAG.

1. Inleiding 3

1.1 Beknopte projectomschrijving 3

1.2 Aanleiding en doelstelling 3

1.3 Het vigerende bestemmingsplan 4

1.4 Leeswijzer 5

2. Bestaande en beoogde situatie 6

2.1 Inleiding 6

2.2 Oud-Beijerland 6

2.3 Huidige situatie 6

2.4 Nieuwe situatie 7

3. Beleidskader 9

3.1 Inleiding 9

3.2 Rijksbeleid 9

3.3 Provinciaal beleid 10

3.4 Regionaal beleid 11

3.5 Gemeentelijk beleid 11

4. Kwaliteit van de leefomgeving 13

4.1 Bodem 13

4.2 Geluid 13

4.3 Luchtkwaliteit 13

4.4 Bedrijven en milieuzonering en geur 14

4.5 Externe veiligheid 15

4.6 Waterhuishouding 16

4.7 Flora en fauna 18

4.8 Verkeer 19

4.9 Archeologie en cultuurhistorie 20

4.10 Kabels en leidingen 20

4.11 Milieueffectrapportage 20

5. Juridische plantoelichting 22

6. Economische uitvoerbaarheid 23

7. Overleg ex artikel 3.1.1. Bro/Zienswijzen. 24

7.1 Vooroverleg 24

7.2 Zienswijzen 24

Bijlagen:

-Verkennend bodemonderzoek

(Tritium Advies, 24-05-2018, nr. 1803/145/CV-01)

-Quick scan Flora en fauna

(Natuur-Wetenschappelijk Centrum, april 2018, nr. P18-044/W1466)

- Bureauonderzoek en Verkennend Booronderzoek Archeologie

(Hamaland Advies, 08-06-2018, nr. 181892)

-Verkeersonderzoek ontwikkeling kinderboerderij

(Roelofs, 19-06-2018, nr. 71007183-DO2)

Page 3: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 3 -

1. Inleiding

1.1 Beknopte projectomschrijving.

De gemeente Oud-Beijerland wil de aan de Boezemsingel 5 te Oud-Beijerland gevestigde

kinderboerderij behouden en laten voldoen aan de eisen van deze tijd. Daarnaast is er

behoefte aan het bieden van huisvesting aan enkele maatschappelijke functies. Onderdeel

daarvan is ook het toekomstbestendig maken door vernieuwing en uitbreiding van de

accommodatie van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’. De grond waarop het plan wordt

gerealiseerd is in eigendom van de gemeente Oud-Beijerland.

Het plangebied ligt binnen de bebouwde kom van de gemeente Oud-Beijerland. Op de

hierna opgenomen tekening is het plangebied en de situering van het nieuwe gebouw te

zien.

figuur 1.1: Situering plangebied

1.2 Aanleiding en doelstelling

De gemeente wil van de kinderboerderij/speeltuinlocatie naast recreatie een grotere

maatschappelijke functie maken door het plangebied te herontwikkelen. Verschillende

maatschappelijke organisaties zoals de organisaties Pameijer/ Gemiva, Kivido,

Spelenderwijs, vereniging de Boezem, Welzijn Hoekse waard, het Ordense huis en

speeltuinvereniging Speelvlucht zullen bij de herontwikkeling betrokken zijn en zullen

zich huisvesten in de uitbreiding van de kinderboerderij. De mogelijkheid om het

plangebied te herontwikkelen maakt van het plangebied een plek waar verschillende

maatschappelijke functies kunnen gaan samenwerken.

Page 4: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 4 -

Daartoe wordt een nieuw gebouw in de vorm van een multifunctionele accommodatie

(MFA) gerealiseerd voor genoemde organisaties. Het bestaande verenigingsgebouw van

Speelvlucht wordt afgebroken. In de MFA komt ook het kantoor en de kantine van de

kinderboerderij gevestigd. De stallen van de kinderboerderij blijven op de huidige locatie

aanwezig. De mestopslag wordt op minimaal 50 m van in de omgeving aanwezige

woningen gepositioneerd, waardoor er zich vanuit oogpunt van geur/milieu geen

problemen voordoen.

Om deze reden heeft initiatiefnemer het plan opgevat om op de planlocatie een nieuw

gebouw, bij de al bestaande bebouwing te realiseren. Het huidige verenigingsgebouw van

de speeltuinvereniging verdwijnt. Er zou -ter beoordeling van de speeltuinvereniging- bij

de speeltuin een nieuwe overkapping geplaatst kunnen worden, waaronder ‘droog’

gespeeld kan worden.

Het nieuwe gebouw zal aan de eisen van de tijd, de wensen van de organisaties en de

wens om verschillende maatschappelijke functies binnen de gemeente samen te laten

werken voldoen en zal zo de maatschappelijke functie sterk te verbeteren.

De gemeente Oud-Beijerland is in principe bereid om planologische medewerking te

verlenen aan het plan door het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan voor deze

locatie.

1.3 Het geldende bestemmingsplan

Het voor het onderhavige perceel geldende bestemmingsplan ‘Correctieve herziening

Wonen’ is door de gemeenteraad van Oud-Beijerland vastgesteld op 8 juli 2014.

Voor zover hier relevant kan ten aanzien van dit plan het volgende worden opgemerkt

De planlocatie heeft de bestemming ‘Groen’. De uitbreiding valt niet binnen een

bestaande bouwvlak, terwijl de bestemming Groen ook geen maatschappelijke

bebouwing toestaat. Het bouwplan voldoet om die redenen niet aan het geldende

bestemmingsplan.

figuur 1.2: verbeelding bestemmingsplan ‘correctieve herziening Wonen’

Page 5: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 5 -

Daarnaast is het bestemmingsplan ‘Parapluplan Archeologie en Parkeren’ de

dubbelbestemmingen ‘Waarde – Archeologie 3’ en ‘Waarde – Archeologie 4’ van

toepassing.

figuur 1.3: verbeelding ‘Parapluplan Archeologie en Parkeren’

1.4 Leeswijzer

Deze toelichting omvat

Hoofdstuk 1: Inleiding

Hoofdstuk 2: Bestaande en beoogde situatie

Hoofdstuk 3: Beleidskader

Hoofdstuk 4: Kwaliteit van de leefomgeving

Hoofdstuk 5: Juridische plantoelichting

Hoofdstuk 6: Economische uitvoerbaarheid

Page 6: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 6 -

2. Bestaande en beoogde situatie

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt het plangebied beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op de

randvoorwaarden en aandachtspunten.

2.2 Oud-Beijerland

In 1559 werd het dorp Beijerland gesticht. Het dorp ontwikkelde zich tot de belangrijkste

handelsplaats in de Hoeksche Waard. Na de Tweede Wereldoorlog groeide het dorp van

circa 7.000 inwoners naar ruim 23.500 per 1 januari 2010. In eerste instantie werden

nieuwe woonstraten aangelegd tussen de bestaande oude lintstructuren, zoals de

Zinkweg, de route Molendijk, Oostdijk en Oud-Beijerlandse dijk, de Oost-Voorstraat, de

Koninginneweg en de Stougjesdijk. In een later stadium kregen de uitbreidingen een

grootschaliger karakter. Het plangebied ligt in het gebied tussen de wijken Croonenburgh

en Poortwijk.

2.3 Huidige situatie

In de huidige situatie is er aan de Boezemsingel 5 recreatieve bebouwing in de vorm van

een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig.

Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Oud-Beijerland, sectie B nr. 1750.

Page 7: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 7 -

Figuur 2.3 kadastrale tekening

2.4 Nieuwe situatie

In de nieuwe situatie wordt het verenigingsgebouw van de speeltuinvereniging

afgebroken en wordt een nieuw multifunctionele accommodatie gerealiseerd in één

bouwlaag met een oppervlakte van circa 500 m2. De nieuwe bebouwing wordt

stedenbouwkundig ingepast in de bestaande omgeving. Hierna is een impressie van het

bouwplan opgenomen.

Figuur 2.4: impressie te realiseren bouwplan

De behoefte om maatschappelijke functies op dezelfde locatie te huisvesten bestaat zowel

vanuit de gemeente als vanuit de verschillende organisaties. Daartegenover is er een grote

wens om meer samenwerking tussen deze organisaties te realiseren en daarmee ook deze

organisaties te versterken.

De planlocatie ligt tussen de wijken Croonenburgh en Poortwijk, aan de rand van een

woonwijk. De locatie is bij uitstek geschikt voor het uitbreiden van de bestaande

bebouwing. Deze ontwikkeling sluit aan bij de ruimtelijke opzet van de wijk.

plangebied

Page 8: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 8 -

Voor de volledigheid wordt gewezen op het plan om het fietspad in het plangebied

volgens onderstaand tracé te laten verlopen. Dit tracé kan nog veranderen, maar voor dit

moment is dit wel het beoogde tracé.

Page 9: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 9 -

3. Beleidskader

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de hoofdlijnen beschreven van het relevante beleid van het rijk,

provincie en gemeente.

3.2 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012)

De SVIR vervangt de Nota Ruimte uit 2006. In de SVIR kiest het Rijk drie doelen om

Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange

termijn (2028):

• Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de

ruimtelijk-economische structuur van Nederland;

• Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker

voorop staat;

• Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en

cultuurhistorische waarden behouden zijn.

In de SVIR wordt ten aanzien van het onderwerp ‘Verstedelijkings- en landschapsbeleid’

aangegeven, dat het Rijk dit overlaat aan de provincies en gemeenten.

Het plan voor de realisering van onderhavige ontwikkeling is hiermee primair een

provinciale- c.q. gemeentelijke verantwoordelijkheid en is daarmee ook niet in strijd met

de uitgangspunten van de SVIR. In het SVIR is de ladder voor duurzame verstedelijking

geïntroduceerd. Hierna wordt op deze ladder ingegaan.

Ladder voor duurzame verstedelijking.

Op 1 oktober 2012, geactualiseerd op 1 juli 2017, is de ladder voor duurzame

verstedelijking toegevoegd aan het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). De ladder voor

duurzame verstedelijking is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

geïntroduceerd. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede

ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden.

Het Rijk wil met de introductie van de ladder vraaggerichte programmering bevorderen.

De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle

ruimtelijke en infrastructurele besluiten.

Artikel 3.1.6, lid 2 van het Bro bepaalt ten aanzien van de werking van de ladder dat de

ladder toegepast moet worden bij bestemmingsplannen, die een nieuwe stedelijke

ontwikkeling mogelijk maken. Het plan wordt gerealiseerd in stedelijk gebied.

Page 10: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 10 -

Uit recente jurisprudentie ten aanzien van de ladder (Raad van State, afdeling

Bestuursrechtspraak, 28 juni 2017, nr. 201608869/1/R3) blijkt het volgende. Wanneer

een bestemmingsplan voorziet in een terrein met een ruimtebeslag van meer dan 500 m2

of in een gebouw met een bruto-vloeroppervlakte groter dan 500 m2, dient deze

ontwikkeling in beginsel als een stedelijke ontwikkeling te worden aangemerkt. Het gaat

hier om een gebouw met een bvo van niet meer dan 500 m2, om deze reden is er geen

sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling.

Het plan is om die reden niet in strijd met de ladder voor duurzame verstedelijking.

3.3 Provinciaal beleid

Visie Ruimte en Mobiliteit en Verordening Ruimte 2014

Op 9 juli 2014 hebben Provinciale Staten de Visie Ruimte en Mobiliteit en de

Verordening Ruimte 2014 vastgesteld. Sindsdien zijn deze documenten enige malen

geactualiseerd, in 2018 vindt een verdere actualisering plaats. Uitgangspunt hierin zijn

vier zogenaamde rode draden:

1. Het beter benutten en opwaarderen van bestaande netwerken en bebouwde

gebieden;

2. Het vergroten van de agglomeratiekracht;

3. Het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit;

4. Het bevorderen van de transitie naar een water- en energie-efficiënte samenleving.

De provincie geeft richting en ruimte aan een optimale wisselwerking tussen ruimtelijke

ontwikkelingen en gebiedskwaliteit. Stedelijke ontwikkelingen moeten binnen bestaand

stads- en dorpsgebied (BSD) plaatsvinden. Het bouwplan wordt gerealiseerd binnen

BSD-gebied.

Figuur 3.1: deel kaart Bestaand stads- en dorpsgebied

Voor de toets aan de ladder voor duurzame verstedelijk wordt verwezen naar paragraaf

3.2 van deze toelichting.

planlocatie

Page 11: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 11 -

Conclusie

De conclusie is dan ook dat de voorgestane ontwikkeling in overeenstemming is met het

provinciale beleid.

3.4 Regionaal beleid

Structuurvisie Hoeksche Waard

In 2009 is, op initiatief van de voorloper van het Samenwerkingsorgaan Hoeksche

Waard) het Ruimtelijk Plan voor de Hoeksche Waard opgesteld. De gemeenteraden van

de 5 Hoeksche Waardse gemeenten hebben daarna ingestemd met dit Ruimtelijk Plan.

Het plangebied heeft in het Ruimtelijk Plan de aanduiding bestaand bebouwd gebied. Het

bouwplan kan in overeenstemming met het Ruimtelijk Plan worden gerealiseerd.

Figuur 3.2 deel plankaart Ruimtelijk Plan voor de Hoeksche Waard

3.5 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie ‘OBL versterkt – uw ideeën, onze kracht’

De structuurvisie ‘OBL versterkt – uw ideeën, onze kracht’ is een integrale visie, die op 1

oktober 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld. De structuurvisie biedt een visie op

Oud-Beijerland tot 2025. Daarbij wordt vanuit vijf verschillende beleidsvelden (wonen,

voorzieningen, economie, omgeving en mobiliteit) gekeken naar de huidige situatie en de

trends en ontwikkelingen die op de gemeente afkomen. Deze zijn integraal afgewogen en

vormen de basis voor keuzes in de toekomst.

Het doel van de structuurvisie is om uit te nodigen, te verleiden en (waar mogelijk) te

faciliteren. Dit doet de gemeente volgens de filosofie van uitnodigings-planologie.

Derhalve worden in de structuurvisie slechts kaders geboden en is op hoofdlijnen

aangegeven welke veranderingen de gemeente voor ogen heeft.

plangebied

Page 12: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 12 -

Daarbij wordt ruimte geboden voor initiatieven vanuit de markt, welke getoetst worden

aan de kaders en randvoorwaarden die in de structuurvisie geboden worden. Om deze

kaders te stellen heeft de gemeente zich bij ieder beleidsthema de volgende vragen

gesteld:

1. Wat moet de gemeente minimaal doen om de visie te behalen? (basisinspanning)

2. Waar wil de gemeente zich extra voor inspannen? (ambities)

3. Aan welke ontwikkelingen wil de gemeente meewerken? (kansen)

4. Aan welke ontwikkelingen wil de gemeente niet meewerken? (voorkomen)

In de structuurvisie komen de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van

wonen, voorzieningen, economie, omgeving en mobiliteit aan bod. Dit resulteert in een

omvangrijke visie, die zich kenmerkt door een aantal speerpunten. Deze speerpunten

lopen als een rode draad door de visie.

1. Zoveel mogelijk ruimte voor initiatieven.

2. Kwaliteitsimpuls en investeren in het centrum als uniek "sellingpoint”.

3. Aantrekkelijke en veilige woongemeente met behoud van goede voorzieningen.

4. Kansen pakken en stimuleren van de vrijetijdseconomie.

5. Sterke werklocaties behouden en aanpassen aan deze tijd.

6. Flexibel woningbouwprogramma.

Dit maatschappelijk initiatief maakt de gemeente Oud-Beijerland aantrekkelijker als

woongemeen, waarbij een bestaande voorziening in de vrijetijdseconomie verder

verstrekt wordt.

Stedenbouw

De opzet en verschijningsvorm van het nieuwe gebouw voegt zich goed in de bestaande

natuurlijke omgeving. Het bouwplan wordt uiteraard voorgelegd aan de

welstandscommissie.

Page 13: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 13 -

4. Kwaliteit van de leefomgeving

4.1. Bodem

De Woningwet bepaalt in artikel 8 dat de bouwverordening voorschriften bevat omtrent

het tegen gaan van het bouwen van een bouwwerk op verontreinigde bodem. Daarom is

er verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (Tritium Advies, 24 mei 2018, nr.

1803/145/CV-01). De onderzoeksresultaten leveren geen beperkingen op ten aanzien van

de voorgenomen ontwikkelingen van de locatie en vormen derhalve geen belemmering

voor de afgifte van een omgevingsvergunning voor bouwen.

4.2 Geluid

In het nieuwe gebouw worden geen geluidgevoelige functies als bedoeld in de Wet

geluidhinder gevestigd. Ook de bso, niet zijnde een kinderdagverblijf, is geen

geluidgevoelige functie.

4.3 Luchtkwaliteit

In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (hierna Wm) is de regelgeving met betrekking

tot luchtkwaliteit vastgelegd. De Wm bevat namelijk grenswaarden voor zwaveldioxide,

stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn

in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor

stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang.

In artikel 5.16 Wm is vastgelegd dat bestuursorganen bevoegdheden, zoals

het vaststellen van een bestemmingsplan of het nemen van een projectbesluit, mogen

uitoefenen wanneer sprake is van één van de volgende gevallen:

a Er is geen sprake is van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden.

b De concentratie van de desbetreffende stoffen in de buitenlucht verbetert of blijft

ten minste gelijk.

c Het plan draagt ‘niet in betekenende mate’ bij aan de concentratie van de

desbetreffende stoffen in de buitenlucht.

d De ontwikkeling is opgenomen in een vastgesteld programma, zoals het Nationaal

Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Een nadere uitwerking van de regelgeving met betrekking tot het begrip ‘niet in

betekende mate’ is vastgelegd in het ‘Besluit niet in betekende mate bijdragen

(luchtkwaliteitseisen)’ en de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen

(luchtkwaliteitseisen)’.

Voor ontwikkelingen die ‘niet in betekenende mate’ bijdragen aan de

luchtverontreiniging hoeft niet te worden getoetst aan de grenswaarden.

In de Regeling zijn categorieën van gevallen benoemd die in ieder geval als ‘niet in

betekenende mate’ worden aangemerkt en waarvoor toetsing aan de grenswaarden dus

zonder meer achterwege kan blijven.

Page 14: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 14 -

Er is blijkens deze regeling geen onderzoek nodig voor ‘woningbouwlocaties, indien een

dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1.500 nieuwe

woningen omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige

verkeersverdeling, netto niet meer dan 3.000 woningen omvat’.

Of het plan voldoet aan het NIBM-criterium kan worden bepaald met behulp van de

NIBM-tool. De uitkomst van de hierna opgenomen berekening van de toename van het

aantal verkeersbewegingen, laat zien dat wordt voldaan aan de hiervoor geldende norm.

Uit het oogpunt van luchtkwaliteit worden geen belemmeringen ondervonden.

Figuur 4.1: Nibm tool.

Naast het toetsen of het project NIBM is, is het vanuit het belang van een goede

ruimtelijke ordening nodig om een indruk te krijgen van de luchtkwaliteit rond het

plangebied om een uitspraak te doen over de mogelijke gevolgen van de ontwikkeling op

de luchtkwaliteit in de omgeving. Dit kan met behulp van de NSL-monitoringstool

(www.nsl-monitoring.nl). Deze toets is uitgevoerd. Op een nabijgelegen monitoringspunt

is de concentratie NO2 = 23,6 µg/m3, de concentratie PM10 = 18,2 µg/m3 en de

concentratie PM2,5 is 10,8 µg/m3. Deze waarden liggen ver onder de grenswaarden van

deze stoffen.

De conclusie is dat het aspect luchtkwaliteit de uitvoering van het project niet in de weg

staat.

4.4 Bedrijven, milieuzonering en geur

Ter bepaling van de mogelijkheid om milieubelastende bestemmingen te realiseren in de

nabijheid van milieugevoelige bestemmingen, zoals woningen, wordt gebruik gemaakt

van de systematiek van milieuzonering. In de publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’

van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is één en ander nader beschreven

en uitgewerkt. In deze VNG-publicatie is ook een Staat van Bedrijfsactiviteiten

opgenomen, waarbij per type bedrijf wordt aangegeven welke afstanden tussen

milieugevoelige en milieubelastende bestemmingen moet worden aangehouden.

Page 15: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 15 -

Zo ontstaat een zone rond een perceel met een bedrijfsbestemming waar in principe geen

milieugevoelige bestemmingen zijn toegestaan. Op deze wijze wordt geborgd dat er geen

onaanvaardbare milieuoverlast voor milieugevoelige bestemmingen aan de orde zal zijn.

De omgeving van het plangebied is aan te merken als een rustige woonwijk. Een

Kinderboerderij valt onder milieucategorie 2, waarvoor een richtafstand geldt van 30

meter tot nabijgelegen gevoelige bestemmingen. Het is afhankelijk van de functies die in

het gebouw zullen komen welke milieucategorie van toepassing is. Veel van de functies

die in een multifunctioneel centrum worden ondergebracht vallen overigens in de

milieucategorieën 1 en 2. De dichtstbijzijnde gevoelige bestemmingen zijn de woning die

in het plangebied staan (maar geen onderdeel van de ontwikkeling uitmaakt) en de

woningen aan de Boezemsingel. Voor deze woningen wordt de richtafstand

aangehouden, waardoor het aspect bedrijven en milieuzonering geen belemmering vormt

voor het plan.

Voor de volledigheid wordt nog vermeld dat de opslag van mest bij de Kinderboerderij

geschiedt op een afstand van minimaal 50 m vanaf woningen in de omgeving. Dit sluit

aan bij de regels daartoe in het Activiteitenbesluit voor het opslaan van vaste dierlijke

meststoffen die niet afkomstig zijn van landbouwhuisdieren (zoals dieren op een

kinderboerderij). Daarin is bepaald dat de mest moet worden opgeslagen op ten minste 50

meter afstand tot een geurgevoelig object.

Het plan is uit oogpunt van milieuzonering realiseerbaar.

4.5 Externe veiligheid

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (BEVI)

van kracht geworden. In overeenstemming met artikel 5 van dit BEVI dient bij een

ruimtelijke ontwikkeling onderzocht te worden in hoeverre er sprake is van aanwezigheid

van risicovolle inrichtingen in de nabijheid van de planlocatie. Voor zover van toepassing

dienen de risicocontour voor het plaatsgebonden risico (PR 10-6 contour) en het

groepsrisico (GR) met de eventuele toename hiervan berekend te worden. Het GR dient

in de toelichting op het besluit te worden verantwoord. Eenzelfde aanpak dient gevolgd te

worden voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het water, het spoor en

door de lucht en door buisleidingen. Het kader hiervoor wordt gegeven in de circulaire

“Nota Risicozonering Vervoer Gevaarlijke Stoffen” (RNVGS).

Gemeenten en provincies zijn in dat kader verplicht de normen uit het BEVI na te leven.

Dit houdt onder meer in dat er voldoende afstand aangehouden moet worden tussen

kwetsbare objecten en risicovolle bedrijven en transportroutes. Tevens houdt dat in dat

rekening moet worden gehouden met het totale aantal aanwezige personen in de directe

omgeving van een risicovol bedrijf of transportroute.

Page 16: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 16 -

Het aspect externe veiligheid brengt zodoende met zich mee dat afstemming tussen de

drie taakvelden ruimtelijke ordening, milieu en rampenbestrijding van groot belang is.

In het kader van de externe veiligheid is het dus van belang om te onderzoeken of er in of

in de nabijheid van de plangebieden nabij de bouwlocatie relevante inrichtingen en

transportroutes aanwezig zijn en zo ja of nader onderzoek noodzakelijk is.

Er vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats in de omgeving van het plangebied.

Er kan worden geconstateerd dat er zich in de directe omgeving geen gevaarzettende

ondergrondse leidingen dan wel LPG-stations aanwezig zijn.

Ook wordt nog verwezen naar de risicokaart van de provincie Zuid-Holland. Uit deze

kaart is op te maken dat er voor het plangebied geen risicovolle zaken aan de orde zijn.

De herinrichting van deze locatie heeft geen invloed op deze situatie en levert ook geen

extra risico op.

In de omgeving van het plangebied ligt het zwembad De Boogerd. De afstand tot het

zwembad bedraagt meer dan 340 meter. Hierdoor ligt het plangebied buiten de

risicocontour van deze inrichting.

figuur 4.5: Risicokaart Provincie Zuid Holland.

Vanuit oogpunt van externe veiligheid kan de ontwikkeling daarom als aanvaardbaar

worden bestempeld.

4.6 Waterhuishouding

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe waterschap Hollandse Delta het

waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om

betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit,

waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke

inrichting van ons land.

plangebied

Page 17: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 17 -

Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die

de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet

maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten.

De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het

plan.

Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden

afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater.

Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagt de hydraulische

belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard

oppervlak van 500 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden

aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard

oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de

vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding

plaatsvindt. Het plan wordt in het kader van het vooroverleg nog aan het Waterschap

voorgelegd.

Waterneutraal inrichten

Aanleg van nieuw verhard oppervlak leidt tot versnelde afvoer van hemelwater naar de

watergangen. Om te voorkomen dat wateroverlast ontstaat, eist het waterschap Hollandse

Delta dat er ter compensatie extra waterberging wordt gerealiseerd. Kleine plannen

hebben echter slechts een minimaal effect op de waterhuishouding. Voor plannen met

minder dan 500 m2 extra verharding in stedelijk gebied is daarom geen watercompensatie

vereist.

Het MFA heeft een oppervlakte van circa 500 m2. Het verenigingsgebouw van

‘Speelvlucht’ heeft een oppervlakte van circa 300 m2 wordt afgebroken. Op voorhand

wordt er vanuit gegaan dat geen compenserend oppervlaktewater behoeft te worden

gegraven. Het plan wordt nog voorgelegd aan het Waterschap.

Grondwater

Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied.

Schoon inrichten

In het plan is het uitgangspunt dat hemelwater van het verhard oppervlak voor 100%

gescheiden wordt afgevoerd. De woning wordt voorzien van een (duurzaam) gescheiden

rioleringsstelsel. Er zijn geen overstorten uit het gemengde rioolstelsel in of nabij het

plangebied die een risico kunnen opleveren voor het plangebied.

Veilig inrichten

De te realiseren bebouwing ligt niet in een waterkering danwel op gronden met een

functie voor waterstaatsdoeleinden.

Conclusie

Het bestemmingsplan tast geen waterbelangen aan.

Page 18: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 18 -

4.7 Flora en fauna

In het kader van de verscherpte natuurwetgeving dient, voordat ergens ruimtelijke

ingrepen plaatsvinden te worden onderzocht of er belangrijke natuurwaarden voorkomen

op een te bebouwen locatie. Om deze reden is een quick scan Flora en Fauna uitgevoerd

(Natuur Wetenschappelijk Centrum, april 2018, kenmerk P18-044/W1466). De uitkomst

laat het volgende zien.

Gebiedsbescherming

Het plangebied grenst aan en bevindt zich deels binnen de begrenzing van het

Natuurnetwerk Nederland (NNN). Als er ten gevolge van de plannen NNN-gebied

verloren gaat, dan is er een toetsing aan de wet- en regelgeving omtrent het NNN nodig.

Omdat de plannen nog niet duidelijk zijn, is dat nu nog niet te zeggen. De Verordening

Ruimte van de Provincie Zuid-Holland stelt dat er geen bestemmingen in het NNN

mogen worden aanwezen die de instandhouding en ontwikkeling van de wezenlijke

kenmerken en waarden van deze gebieden significant beperken, of leiden tot een

significante vermindering van de oppervlakte, kwaliteit of samenhang van die gebieden.

Aangezien er nu reeds een Kinderboerderij is gevestigd in het gebied en dit gebouw zal

worden vervangen door een multifunctioneel gebouw, ligt het in de rede aan te nemen dat

hier geen sprake van is. Dit is echter afhankelijk van de definitieve invulling van het

plangebied. Hetzelfde geldt voor de toepassing van het programma Aanpak Stikstof

(PAS). Als het nieuwe plan leidt tot een significant hogere verkeersaantrekkende

werking, dan zal de stikstofdepositie in de nabijgelegen natuurgebieden moeten worden

bepaald.

Soortenbescherming

Het NWC heeft onderzocht in hoeverre er sprake kan zijn van beschermde flora en fauna

binnen het plangebied. Dat heeft geleid tot de volgende bevindingen:

• het voorkomen van vleermuizen kan niet geheel worden uitgesloten. Het verdient daarom

aanbeveling nader onderzoek uit te voeren naar het voorkomen van vleermuizen op de

locatie. Onderzoek naar de functie als foerageergebied of de functie van het gebied als

vliegroute voor vleermuizen is niet nodig;

•Er zijn geen beschermde vogelsoorten aangetroffen in het plangebied. Wel kunnen er algemeen

voorkomende broedvogels voorkomen. Daarom wordt aangeraden de werkzaamheden

buiten het broedseizoen uit te voeren of voorafgaande aan de werkzaamheden te bepalen

of er broedende vogels voorkomen en mitigerende maatregelen te treffen;

•In en nabij het plangebied zijn geen voor de Wet natuurbescherming beschermde vissoorten

aangetroffen;

• In het plangebied zijn geen beschermde watergebonden ongewervelden aangetroffen.

Deze worden op basis van biotoopkenmerken ook niet verwacht;

•In het plangebied zijn geen beschermde vaatplanten aangetroffen. Ook deze worden op basis

van biotoopkenmerken van het plangebied niet verwacht.

De conclusie ten aanzien van het aspect natuurbescherming is dat, afhankelijk van de

plannen, nadere toetsing moet plaatsvinden aan de regels ten aanzien van het

Natuurnetwerk Nederland (opgenomen in de Verordening Ruimte). Er is geadviseerd om

nader onderzoek te doen naar het voorkomen van vleermuizen binnen het plangebied.

Page 19: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 19 -

Voor de overige soorten moet worden voldaan aan de zorgplicht van de Wet

natuurbescherming.

4.8 Verkeer

Het is van belang om te weten hoe kan worden voorzien in de verkeer- en

parkeerbehoefte van de nieuwe ontwikkeling bij de kinderboerderij. Daarnaast is het de

vraag hoe overlast voor omliggende woonbuurten tot een aanvaardbaar niveau kan

worden voorkomen c.q. beperkt. In dat kader is verkeersonderzoek ingesteld (Roelofs, 19

juni 2018, nr. 71007183-D02).

Verkeersgeneratie

De MFA wordt aangesloten op de Boezemsingel. De autostructuur blijft ongewijzigd. De

fietsstructuur wordt wel aangepast. Het doorgaande fietspad tussen de Boezemsingel en

het Multatuli pad wordt omgelegd. Deze buigt ten noorden van de kinderboerderij af

richting het westen.

De intensiteiten (verkeersstromen) zullen door de komst van het MFA toenemen. De

intensiteiten zijn in het onderzoek vastgesteld door de verkeersgeneratie te bepalen van

alle voorzieningen, welke in het MFA worden ondergebracht. Dit is gedaan volgens de

methodiek van het CROW Rekentool Verkeersgeneratie. Een overzicht van de

verkeersgeneratie is te vinden in bijlage 6 van het verkeersonderzoek. In totaal ontstaan

er 200 tot 300 verkeersbewegingen van en naar het MFA. Deze komen via de

Boezemsingel. In theorie betekent dit een verkeersintensiteit van max 800

motorvoertuigen per etmaal op de Boezemsingel. In de praktijk zullen deze

verkeersbewegingen over de dag zijn verdeeld, waardoor het verkeersbeeld niet of

nauwelijks drukker wordt. Voorts voldoet dit aantal nog ruimschoots binnen de

richtlijnen van erf/toegangswegen. De verkeersveiligheid staat niet onder druk met deze

aantallen.

Parkeren.

Uit het hiervoor genoemde verkeersonderzoek blijkt, dat het totaal aantal vereiste

parkeerplaatsen voor het gehele ontwikkelgebied kinderboerderij “De Boezemvriend” 23

stuks is. In de Nota Parkeernormen Oud-Beijerland 2016 staat vermeld dat de gehele

benodigde parkeercapaciteit op eigen terrein opgevangen moet worden en slechts in

uitzonderlijke gevallen indien de ruimte praktisch gezien ontbreekt om (volledig) in die

behoefte te voorzien hiervan afgeweken mag worden. Daarnaast wanneer van dit

uitgangspunt afgeweken wordt mag dit geen parkeerproblemen elders in de omgeving

opleveren.

Hiervoor is de openbare parkeerbezetting in de omliggende wijk van belang. Indien

gekeken wordt naar de parkeerbezetting in de omliggende wijk is zichtbaar dat er

mogelijk nog openbare parkeercapaciteit beschikbaar is. Uitgangspunt is dat direct bij de

kinderboerderij voldoende parkeergelegenheid wordt aangelegd voor de reguliere

parkeerbehoefte.

Page 20: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 20 -

Uiteraard kan het gebeuren dat bij een aantal evenementen er behoefte is aan meer

parkeerplaatsen. De bewoners van de omliggende wijk van het ontwikkelgebied hebben

tijdens een inloopavond aangegeven dat zij geen bezwaar hebben tegen een eventuele

overloop van parkeren tijdens piekmomenten in de wijk.

In het bestemmingsplan wordt uitgegaan van het beschikbaar hebben van minimaal 23

parkeerplaatsen in de strook langs de Boezemsingel en circa 10 parkeerplaatsen op het

parkeerterrein voor de MFA. Tevens wordt een ‘halen en brengen’ (kiss&ride) strook

gemaakt voor de MFA.

Hiermee wordt in voldoende mate voorzien in de parkeervraag van de

MFA/kinderboerderij c.a.

4.9 Archeologische waarden en cultuurhistorie.

De bescherming van het archeologische erfgoed in de bodem en de inbedding ervan in de

ruimtelijke ordening is het onderwerp van het Europese Verdrag van Valetta (Malta,

1992). Als uitvloeisel daaruit is de Wet Archeologische Monumentenzorg als onderdeel

van de Monumentenwet vastgesteld.

De bescherming van het archeologische erfgoed is een taak van de gemeente geworden.

Er dient binnen ruimtelijke ontwikkelingen aandacht te worden besteed aan

archeologische aspecten.

Het Parapluplan Archeologie en Parkeren vermeldt voor het plangebied de

dubbelbestemming ‘Waarde - archeologie 4’. Archeologisch onderzoek is nodig bij

plangebieden groter dan 500 m2. Er is archeologisch onderzoek uitgevoerd (Hamaland, 8

juni 2018, nr. 181892). Uit het onderzoek blijkt, dat er geen archeologische waarden

worden verstoord en dat geen vervolgonderzoek vereist is.

4.10 Kabels en leidingen.

Binnen het plangebied liggen geen planologisch relevante kabels en leidingen.

4.11 Milieueffectrapportage

Het plan maakt ontwikkelingen mogelijk die vallen onder categorie D11.2 van het Besluit

m.e.r. Een m.e.r. beoordeling is in dat geval op basis van de Wet milieubeheer verplicht.

In dit plan is al ingegaan op de verschillende onderdelen. Echter hieronder motiveren wij

nogmaals dat er geen belangrijke nadelige milieugevolgen ten gevolge van het plan

optreden een en ander overeenkomstig de criteria genoemd in Bijlage III van de Europese

m.e.r.-richtlijn.

Page 21: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 21 -

1. Kenmerken van de projecten

Bij de kenmerken van de projecten moet in het bijzonder in overweging worden

genomen:

• De omvang van het project betreft het realiseren van een multifunctionele

accommodatie.

• Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen betreft het afvoeren van hemelwater in

de nabij gelegen watergang, er worden geen uitlogende materialen gebruikt.

• De productie van afvalstoffen is niet aanwezig. Huishoudelijk afvalwater wordt

via de riolering afgevoerd.

• Er is geen sprake van verontreiniging en hinder. Wij verwijzen naar onderdeel

bedrijven en milieuzonering onder 4.4.

• Er is geen risico van zware ongevallen en/of rampen, waaronder rampen door

klimaatverandering. We verwijzen naar het onderdeel externe veiligheid zoals

beschreven onder 4.5.

• Er zijn geen risico's voor de menselijke gezondheid. Wij verwijzen naar het

onderdeel externe veiligheid, zoals beschreven onder 4.5.

2. Plaats van het project

Bij de mate van kwetsbaarheid van het milieu in de gebieden waarop de projecten van

invloed kunnen zijn moet in het bijzonder in overweging worden genomen:

• Het bestaande grondgebruik betreft kinderboerderij/speeltuin.

• Het gebied ligt niet in een beschermingszone, ligt binnen het bestaand stedelijk

gebied en is een herontwikkeling passend bij het bestaande gebied ter plaatse.

• Het gebied heeft geen hoge bevolkingsdichtheid. Een gedeelte van het gebied is

archeologisch gezien waardevol, in dat kader wordt archeologisch onderzoek

uitgevoerd. Wij verwijzen naar paragraaf 4.9.

• Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied, te weten ‘Oude Maas’ ligt op circa 2,5

kilometer afstand van het gebied.

3. Kenmerken van het potentiële effect

Gezien de beperkte omvang van het project zijn er geen potentiële aanzienlijke effecten

te verwachten. Dit is ook beschreven in hoofdstuk 5 van deze toelichting.

Op basis van de bovenstaande zal de raad voorafgaand aan de ter inzage legging van het

ontwerpbestemmingsplan een besluit nemen omtrent het ontbreken van de noodzaak om

een milieueffectrapport op te stellen.

Page 22: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 22 -

5. Juridische plantoelichting

Dit bestemmingsplanplan bestaat uit:

Toelichting

Regels

Verbeelding

Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP).

Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het daarbij behorende Besluit

ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. Deze wet vormt het wettelijk kader voor

bestemmingsplannen. Vanaf 1 januari 2010 moeten alle nieuwe ruimtelijke plannen

digitaal, uitwisselbaar en vergelijkbaar worden gemaakt. Het gaat om

bestemmingsplannen, provinciale verordeningen, Algemene maatregelen van Bestuur

(AMvB's) en structuurvisies. Uitgangspunt hierbij is dat gemeenten, provincies en

departementen verantwoordelijk zijn voor het maken en beheren van hun eigen

ruimtelijke plannen en verordeningen. Tevens worden deze plannen en verordeningen

digitaal beschikbaar gesteld voor burgers, bedrijven en medeoverheden.

Een vergelijkbaar ruimtelijk plan is opgebouwd volgens de Standaard Vergelijkbare

Bestemmingsplannen, editie 2012 (SVBP2012), die is verankerd in het Bro. De

SVBP2012 is toegepast in de planregels en verbeelding. Daarnaast is in de nieuwe Bro

een aantal bepalingen opgenomen waaraan de regels van bestemmingsplannen moeten

voldoen. Het gaat hierbij om een aantal begrippen, wijze van meten, regels ten aanzien

van het overgangsrecht en de antidubbeltelregel. Het voorliggende plan is opgebouwd en

vormgegeven conform de bindende afspraken van de SVBP2012.

Opzet verbeelding.

Op het renvooi wordt de betekenis aangegeven van de bestemmingen en de

aanduidingen. Binnen dit plan zijn de bestemmingen ‘Maatschappelijk’ en ‘Recreatie’

van toepassing. Daarnaast gelden er de dubbelbestemmingen ‘Waarde – Archeologie

3’en ‘Waarde – Archeologie 4’ voor bescherming van de eventueel aanwezige

archeologische waarden.

Opzet regels

Overeenkomstig SVBP2012 kent de indeling in hoofdstukken waarin de regels zijn

opgenomen de volgende vaste volgorde. De juridische regeling bestaat uit vier

hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk bevat de definities van begrippen, die voor het

algemene begrip, de leesbaarheid en uitleg van het plan van belang zijn en de wijze van

meten. In hoofdstuk twee wordt op de bestemmingen en hun gebruik ingegaan. Het derde

hoofdstuk gaat in op de algemene regels. De overgangs- en slotregel maken onderdeel uit

van het vierde hoofdstuk.

Page 23: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 23 -

6. Economische uitvoerbaarheid.

6.1 Economische uitvoerbaarheid.

Het bouwplan omvat de uitbreiding van de kinderboerderij aan de Boezemsingel 5. Het

perceel is eigendom van de gemeente Oud-Beijerland.

Het bouwplan wordt geheel door de gemeente begeleid en gefinancierd. Voor dit project

is budget beschikbaar in de gemeentelijke begroting. Er hoeft dan ook geen

exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wro worden vastgesteld. De financiële

dekking voor het plan is hiermee geregeld en de economische uitvoerbaarheid is

voldoende gewaarborgd.

Page 24: 'MFA kinderboerderij Boezemsingel te Oud-Beijerland€¦ · een kinderboerderij en van speeltuinvereniging ‘Speelvlucht’ aanwezig. Figuur 2.1: foto bebouwing kinderboerderij De

- 24 -

7. Overleg ex artikel 3.1.1. Bro/zienswijzen.

7.1 Vooroverleg

Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit

ruimtelijke ordening toegezonden aan diverse overleginstanties. Van de volgende

instantie is een reactie ontvangen:

pm

7.2 Zienswijzen

Het ontwerp bestemmingsplan heeft met ingang van xx xx 2018 gedurende zes weken

voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn wel/geen zienswijzen

ingediend.