METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie...
Transcript of METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie...
Hoogleraar Aquatische Voedselwebecologie en ‘modellen-
man’ Wolf Mooij nam de zaal mee in de wondere wereld van
de waterkwaliteitsmodellen. Hij liet zien dat we voor het af-
lopen van de ‘monitoringweg’ - van monitoring via data, in-
formatie, begrip en voorspelling naar beheer - de hulp inroe-
pen van uiteenlopende modellen. Statistische modellen om
van data naar informatie te komen, conceptuele modellen
om van informatie naar begrip te komen en procesmodellen
die ons van begrip naar voorspelling en uiteindelijk beheer
brengen.
Wildgroei
Hét monitoringmodel bestaat dus niet. Er is een compleet
woud aan modellen beschikbaar, waar je volgens voorzitter
Paul Latour al gauw heel erg in kunt verdwalen. Volgens
Mooij is de diversiteit aan modellen een feit, net zoals bio-
diversiteit dat is. Het ene noemen we ‘wildgroei’, het andere
mooie natuur. Onterecht, vond Mooij. Het gaat erom dat we
mensen leren om hun weg in dat modellenwoud te vinden.
Want als je dat eenmaal weet, kun je er volgens Mooij heel
veel goede dingen mee doen.
1
GOEDE MONITORING,
EFFECTIEF WATERKWALITEITSBEHEER
CONGRESJOURNAAL #3
19, 20 EN 21 APRIL 2016
Meten is weten. Het is in monitoringland een veel geuite dood-
doener. Sterker nog: dagvoorzitter Paul Latour van het infor-
matiehuis Water noemde het tijdens de opening van dag 3 een
onzinnige uitspraak. Het meten zelf levert namelijk weinig
‘weten’ op. Pas als we betekenis geven aan de gemeten data,
kunnen we er wat mee. En dat was precies het thema van dag 3
van het driedaags monitoringcongres: hoe komen we van data
naar bruikbare informatie en uiteindelijk doelmatig en effec-
tief waterkwaliteitsbeheer?
Lees verder op bladzijde 2
METEN IS WETEN? NEE DUS!
2
Mooij vroeg tot slot nadrukkelijk aandacht voor de procesmo-
dellen PCLake en PCDitch, die in de afgelopen jaren zowel
inhoudelijk als qua gebruik en toepassingsmogelijkheden
enorm zijn verbeterd. Met de modellen kunnen waterbeheer-
ders onder meer de zogenoemde kritische nutriëntenbelas-
tingen van hun watersystemen bepalen en op basis daarvan
maatregelen nemen. In de komende uitgave van de STOWA
ter Info, die binnenkort verschijnt, leest u er veel meer over.
Te downloaden vanaf stowa.nl.
Appeltje eitje
Met curator Max Janse doken de aanwezigen vervolgens Bur-
gers’ Ocean in. Figuurlijk wel te verstaan. Het aquarium, geo-
pend in 2000, bevat ongeveer 8000 kuub kunstmatig zeewater
en is daarmee één van de grotere van Europa. Zijn faam dankt
het aquarium vooral aan het feit dat het één van de grootste
‘kunstmatige’ levende koraalriffen ter wereld huisvest. Appel-
tje eitje? In het geheel niet. De eerste jaren na opening gebeur-
de er hoegenaamd niks. Het koraal wilde nauwelijks groeien.
Het was volgens Janse een lange zoektocht om de juiste ‘pres-
tatie-indicatoren’ te vinden. Op basis van de monitoringre-
sultaten van deze indicatoren sturen ze het systeem steeds
voorzichtig bij. Met succes. Inmiddels hebben ze goed in de
smiezen hoe het gehele koraalrifsysteem werkt en wat ervoor
nodig is om het koraal te laten groeien. Die groei haalt het
koraal uit het water, bij voorbeeld in de vorm van grote hoe-
veelheden calcium (meer dan 1100 kilo per jaar). Die worden
dan ook aan het systeem toegevoegd via opgelost koraalzand.
Janse had als echte praktijkman een paar mooie aanbe-
velingen. Je hoeft niet (meer) te meten, wat je al weet bij-
voorbeeld. Als processen eenmaal goed lopen, worden ze in
Burgers’ Ocean nog slechts mondjesmaat gemeten. Nog een
mooie: blijf je eigen monitoringproces monitoren.
Kortom: blijf kritisch op wat je meet en of dat nog bijdraagt
aan het doel dat je er ooit mee had. En niet onbelangrijk: ga
te rade bij elkaar. Janse: ‘Ik kan altijd terugvallen op aqua-
rium-collega’s all over the world als we problemen hebben.
Ook als ze de oplossing niet hebben. Dan zeggen ze: Max, dat
hoef je niet te proberen, daar gaan de vissen van dood. Nog
geen oplossing, maar wel goed om te horen. Email is mijn
beste vriend.’
VERVOLG BLADZIJDE 1
Meer weten over monitoring? Of heeft u iets gemist van het congres?
Kijk op stowacongres.nl/nieuws voor actualiteiten, interviews en filmmateriaal.
VERDER LEZEN
ONDERTUSSEN OP TWITTER Monitoring leeft! Op het land, in het water en online. Wat wordt er zoal getweet over het #monitoringscongres?
Curator Burgers’ Ocean Max Janse tijdens #monitoringscongres Blijf je eigen monitoringsproces monitoren!
#monitoringscongres Leuk praatje door Wolf Mooij: waarom waarderen we biodiversiteit, maar niet diversiteit aan modellen?
#monitoringscongres Keuzestress gezien het grote aanbod leuke pitches.
Niet eerst de data en dan de vraag. Eerst de vraag en dan de (bijbehorende) data! #monitoringscongres
Meten is weten?! Een onzinnige uitspraak volgens dagvoorzitter Paul Latour. #monitoringscongres
3
WOLF MOOIJ: WAT ALS… WE MEER MET MODELLEN ZOUDEN WERKEN? Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie bij Wage-
ningen Universiteit, zijn goede rekenmodellen essentieel om
te komen van meetgegevens naar bruikbare informatie voor ef-
fectief en kostenbesparend waterbeheer.
‘Modellen helpen bij het kie-
zen van de juiste maatrege-
len, want de kracht van
de modellen is dat ze je
in staat stellen wat-als-
vragen te beantwoor-
den’, legt Mooij uit.
‘Daarvoor moet je wel
eerst begrijpen hoe een
specifiek systeem func-
tioneert, wat oorzaak en
gevolg is.’
Voorspellen
Goede monitoring helpt je om een water-
systeem te gaan begrijpen, om te gaan zien wat oorzaak en
gevolg is, aldus Mooij: ‘Als je het systeem begrijpt, kun je
via modellen ‘wat-als vragen’ gaan stellen. Bijvoorbeeld:
wat nu als ik het water op een ander punt inlaat? Op
die manier maak je de stap van begrip van het systeem
naar het voorspellen van het systeem. Zo reken je van
een aantal maatregelen door wat het effect zal zijn en die
scenario’s toets je aan je doelstellingen.
Dit kunnen de KRW-doelen zijn, maar het kan ook gaan om
natuurdoelen of om veilig zwemwater. Als blijkt dat doel-
stellingen onrealistisch hoog gesteld zijn, kan met modellen
worden beargumenteerd waarom doelen moeten worden
bijgesteld.’
Een promille
‘Hoe beter we met de modellen kunnen werken’, benadrukt
Mooij, ‘hoe effectiever en hoe kostenefficiënter we ons wa-
terbeheer kunnen inrichten. In Nederland is er totaal zo’n
4 miljard euro beschikbaar voor het realiseren KRW-doelen.
Als we maar één promille daarvan zouden besteden aan mo-
delverbetering, zouden we ons waterkwaliteitsbeheer al veel
effectiever en voordeliger kunnen aanpakken.’
KEYNOTE SPREKERS AAN HET WOORD
VERDER LEZEN Benieuwd welke inzichten bij Burgers’ Ocean nog meer hebben geleid tot kostenbesparingen? Lees verder op www.stowacongres.nl/nieuws.
VERDER LEZEN Hoe kunnen waterschappen volgens Mooij beter zicht krijgen op de beschikbare modellen? Lees verder online op www.stowacongres/nieuws!
MAX JANSE: MONITORING IN BURGERS’ OCEANMet de KRW hebben ze in de aquaria van Burgers’ Zoo niet te
maken en toch wordt er continu gewerkt aan de waterkwaliteit.
Max Janse, Curator van Burgers’ Ocean: ‘Dankzij monitoring be-
grijpen we steeds beter hoe onze systemen werken en lukt het
ook steeds beter om onze doelen te halen. Zowel op de korte
als op de lange termijn.’
Het levend koraalrifaquarium van Burgers Ocean
met een echt levend koraalrif is uniek in de we-
reld. Janse: ‘Het is een behoorlijke chemische
uitdaging om alle dieren gezond te houden.
Sinds de opening van dit aquarium in 2000 heb-
ben we dankzij monitoring veel geleerd.’
Indicatiewaarden
‘We stellen zelf normeringen op voor
onze aquaria’, vertelt Janse.
‘Als blijkt dat we daar-
mee onze doelen
niet halen, het
koraal groeit
bijvoorbeeld
niet, onder-
zoeken we
wat er aan
de hand is.
Mij gaat het
erom dat we
zoeken naar
indicatiewaarden.
Welke parameters geven
het beste aan dat er iets loos is?
Als we bijvoorbeeld willen weten wat de toestand is in het
denitrificatiefilter, moeten we dan de hoeveelheid stikstof-
gas meten, de hoeveelheid nitraatverwijdering, of kunnen
we ook iets afleiden uit de flow, de geur, de pH-waarde of het
zuurstofgehalte van het water?
Nu we steeds beter begrijpen hoe onze watersystemen wer-
ken, bedenken we wat we echt willen weten en dát gaan we
meten. Dat is efficiënter en voordeliger dan maar alles te me-
ten wat los en vast zit.’
4
Ook op de derde en laatste dag van het monitoringcongres werd
er weer fanatiek geworkshopt. Er werd onder andere gebrain-
stormd over het slim verzamelen en het goed analyseren van
verzamelde gegevens.
WORKSHOP UITGELICHT: EERST DE VRAAG, DAN DE DATAWaterbeheerders hebben bakken vol gegevens. In de workshop
‘Méér dan een miljoen monitoringgegevens per waterschap,
hoe krijg je er grip op?’ sparden de deelnemers aan de hand
van drie cases over mogelijkheden om uit die databases veel
meer bruikbare informatie te halen dan we nu doen.
Veel workshopdeelnemers droomden ervan dat al die miljoe-
nen waterkwaliteitsdata nu eindelijk eens goed zouden wor-
den ontsloten. Maar ook dat er veel doelgerichter zou wor-
den gemeten. Kortom: alleen meten met een duidelijk doel.
Dat doel bleek vaak systeembegrip te zijn. Of het achterhalen
van de effecten van genomen maatregelen.
De deelnemers gingen aan de slag met drie casussen. Eén
daarvan was ‘Kansen voor Groene Glazenmaker’. Grote
vraag: hoe creëer je die? Wat moet je daarvoor weten? Welke
gegevens heb je daarvoor nodig en hoe verkrijg je die? De
casus maakte vooral duidelijk dat we nog lang niet altijd de
juiste data verzamelen, om deze vragen te beantwoorden.
Een belangrijke les: niet eerst een dataset aanleggen en dan
een vraag stellen. Maar eerst een vraag stellen en daar je
meetinspanningen op inrichten. Adaptief monitoren noemt
Ecoloog Piet Verdonschot dat.
WORKSHOP UITGELICHT: LANG LEVE DE HYDROBIOLOGIE!De hydrobiologie lijkt in de hoek te zitten waar de klappen
vallen. De aandacht ervoor lijkt tanende. Systeemecologen
lijken de macht te grijpen. Ten onrechte, zo bleek tijdens de
workshop ‘Vergroten van de toegevoegde waarde van hydro-
biologische monitoring’. Want uit (hydro)biologische metin-
gen valt van alles af te leiden over belangrijke systeempara-
meters.
Kiezelwierenspecialist Herman van Dam hield tijdens de
workshop een warm pleidooi voor het monitoren van kiezel-
wieren. Hij vond het maar niks dat kiezelwieren niet zijn op-
genomen in de maatlatten voor stilstaande wateren, omdat
kiezelwieren volgens hem vaak veel betere indicatoren zijn
dan fytoplankton en waterplanten.
Watersysteemecoloog Martin Droog betoogde daarna dat je
geen goede systeemanalyse kunt doen zonder de soortenken-
nis van de hydrobioloog te benutten. Juist omdat veel soor-
ten belangrijke indicatieve waarden hebben voor het water-
milieu waarin ze al dan niet voorkomen.
Bart Schaub van het Hoogheemraadschap van Rijnland
poneerde tot slot de stelling dat het huidige Handboek
Hydrobiologie achterhaald is. De klassieke hydrobiologische
vraag zal volgens hem afnemen. Maar daar komen andere
dingen voor in de plaats, zoals DNA-monitoringtechnieken.
Over tien jaar zal er een fantastisch nieuw handboek
hydrobiologie zijn, voorspelde hij. Daarin gaan de klassieke
en moderne hydrobiologie hand in hand.
WORKSHOP UITGELICHT: WAT IS SIGNIFICANT? (EN DAN BEN JE ER NOG NIET…)Hoe moeilijk de vraag uit de titel te beantwoorden is, lieten
Hans Visser (PBL) en Niels Evers (Royal Haskoning-DHV) zien
in de workshop statistiek van Lisette de Senerpont Domis
(NIOO).
Lastige vragen…
Voordat je weet wat significant is, moet je doorgaans heel
wat andere lastige vragen beantwoorden. Wat is bijvoorbeeld
een trend? Visser. ‘Het geval wil dat er wiskundig maar liefst
dertig heel verschillende manieren zijn om een trendlijntje
te schatten. Dan hoop je natuurlijk dat ze dezelfde uitkom-
sten geven, maar dat is dus niet zo.’ Evenmin een eitje is het
volgens Evers om te bepalen of gegevens géén, correlatief, of
oorzakelijk verband met elkaar hebben.
Significant… maar ook relevant?
Goed. Maar wat dan als je weet dat gegevens significant zijn?
Zijn ze dan ook relevant? Zo vielen we van de ene vraag in de
andere. Gelukkig kregen we ook wat tips die helpen bij het
zoeken naar antwoorden.
• Maak altijd eerst een plaatje van je data.
• Kijk verder dan je eindoordeel. De uitkomst van de
KRW-maatlat is de EKR, maar kijk ook wat je met
informatie uit deelmaatlatten kunt doen.
• En natuurlijk: denk logisch na!
WORKSHOPS
VERDER LEZEN Kijk ook op www.stowacongres/nieuws voor het laatste nieuws over het congres.
VERDER KIJKEN Bekijk de filmpjes van het congres op tinyurl.com/monitoringcongres2016
ROB VAN DE HATERD Ecoloog bij Bureau Waardenburg
‘Dit congres onderstreept het belang van
monitoring. Maar nu moeten we
ook degenen overtuigen die
niet in groten getale aan-
wezig waren: bestuur-
ders. Bestuurders zijn
veel gefocust op finan-
ciën en ze denken dat
monitoring duur is.
Onterecht. Uit allerlei
rapporten blijkt dat mo-
nitoring veel meer oplevert
dan het kost.
Maar: bestuurders hebben geen tijd om dikke rapporten te
lezen. Voor beleidsmedewerkers daarentegen hoort dit erbij
en zij kunnen dus ook een belangrijke rol spelen door be-
stuurders goed te informeren. Als adviesbureau kunnen we
hen daarin ondersteunen. Bijvoorbeeld door rapporten te
vertalen in andere middelen, zoals filmpjes. Er zijn genoeg
creatieve manieren te bedenken om bestuurders te laten zien
wat we allemaal met monitoringgegevens kunnen doen.’
MIRIAM COLLOMBON, Beleidsmedewerker kwaliteit
watersystemen Wetterskip FryslânMiriam Collombon kan zich vinden in de rol die Rob van
de Haterd weggelegd ziet voor beleidsmedewerkers bij de
waterschappen (zie boven), maar ‘het ligt nog wel iets ge-
compliceerder’, zegt ze. ‘Als we bij bestuurders tussen de
oren willen krijgen dat monitoring op de lange termijn
veel meer oplevert dan dat het kost, moeten we als be-
leidsmedewerkers erg stevig in onze schoenen staan en
BEZOEKERS AAN HET WOORD
manieren vinden om ook onze managers hierin mee te
krijgen. We moeten het samen doen. We moeten dus met
elkaar veel meer prioriteit geven aan het samenbrengen
van kennis en mensen. Dat werkt, dat zie je ook op dit
congres.
In workshops bijvoorbeeld worden
heel veel ideeën en oplossin-
gen genoemd die eerder
in de afgelopen dagen
aan de orde kwamen
bij workshops en
presentaties. Door
samen dingen van-
uit andere invals-
hoeken te bekijken
kom je met elkaar tot
nieuwe inzichten.’
ERIK HAASNOOT Teamleider van de groep monitoring bij
het Hoogheemraadschap van Rijnland‘Ik werk nu net drie weken
bij het Hoogheemraadschap
en ik voel me nog een
beginner als het gaat
om monitoring van
de waterkwaliteit. Ik
ben wel bekend met
bodemonderzoek,
maar bodemonder-
zoek zit heel anders
in elkaar, qua meet-
netten en qua gegevens-
beheer.
Wat me tijdens dit congres duidelijk is geworden, is hoe be-
langrijk het is om de vragen die bestuurders hebben scherp
te krijgen, om vervolgens gericht te meten, en om uitein-
delijk de verkregen gegevens ook goed te presenteren. Hier
heb ik een workshop over gevolgd. Dat lijkt me belangrijk,
want uiteindelijk hebben we ook te maken met politiek.’
5
Op 21 april, de derde en laatste dag van dit monitoringcongres mochten we weer bijna 200 bezoekers ontvangen.
VERDER LEZEN Kijk ook op www.stowacongres/nieuws voor het laatste nieuws over het congres.
MEER WORKSHOPS →Tijdens de workshops van de afgelopen drie dagen zagen we
een aantal vragen steeds terugkomen: waarom zouden we mo-
nitoren, hoe doen we dat goed, en uiteindelijk: wat kunnen we
allemaal met die data?
Benieuwd welke resultaten er uit de 35 workshops van het mo-
nitoringcongres zijn gekomen? Lees het op stowacongres.nl/
nieuws en bekijk ook de filmpjes van de workshopleiders.
6
ECOSYSTEEM VANMONITORINGAPPARATUUREen ecosysteem van monitoringapparatuur. Mooier kun je het
eigenlijk niet hebben. Age de Boer, operations manager bij
BlueLeg Monitor, vertelt over het samenspel van verschillende
spectrometers.
De Boer: ‘Wij maken gebruik van een door WaterInsight ont-
wikkelde techniek, waarmee we satellietbeelden kunnen
interpreteren. Uit de beelden kunnen we een aantal ecolo-
gische parameters vaststellen, zoals chlorofylconcentraties,
blauwalgenpigment en het doorzicht van het water.’
GESPOT OP DE MONITORINGMARKT
‘Omdat je ook wel eens nauwkeuriger of vaker wilt meten
dan met een satelliet mogelijk is, hebben we dezelfde tech-
niek geïmplementeerd in apparatuur die je vanaf de grond
kunt gebruiken.’ Dit is bijvoorbeeld de WISP’, zegt hij, terwijl
hij een blauw apparaat oppakt. ‘Dit is een hand held appa-
raat dat je makkelijk meeneemt in de auto of in een bootje
om ergens een meting te doen. Zodra je een foto maakt,
verschijnen de meetgegevens op het scherm. Je kunt de ge-
gevens automatisch laten versturen naar je systeem. Zodra
je terug bent op kantoor, staan de gegevens al klaar. In mei
verwachten we de opvolger van de WISP, de EcoSport. Deze
is makkelijker in gebruik en de metingen zijn van betere
kwaliteit.’
Minstens zo enthousiast is De Boer over de EcoWatch. ‘De
EcoWatch is uniek in de wereld en de eerste staat op een paal
in het Groningse Paterswoldse Meer. Iedere tien minuten
meet hij zelfstandig de parameters en de gegevens wor-
den meteen doorgestuurd. Zo kun je prachtige trendana-
lyses doen, kijken hoe dingen veranderen in de tijd. Het
is de eerste keer dat deze techniek zo wordt ingezet. Oh,
en ook mooi: alle via deze instrumenten verzamelde info is
compatible.’
Het organiseren, analyseren en interpreteren van monito-
ringgegevens, hoe doe je dat nou op een handige manier?
Of beter nog: online, en in een centraal systeem? Het ant-
woord van adviesbureau Nelen&Schuurmans op deze vraag
is: EFCIS.
Stel: verzamelde monitoringgegevens worden alleen op ie-
mands PC opgeslagen, in een Excelbestand. Is de beheerder
van het document op vakantie, dan heb je pech. Kun je toe-
vallig wel in zijn systeem, dan moet je maar hopen dat bij-
voorbeeld ‘versie 6c’ echt het meest recente bestand is. ‘Zo’n
scenario past niet bij het jaar 2016’, vinden Jordie Netten
en Lieke Coppens, beiden adviseur water bij Nelen&Schuur-
mans, ‘maar de werkelijkheid ligt er soms niet ver vandaan.’
‘EFCIS is een webapplicatie, specifiek ontwikkeld voor op-
slag, beheer, ontsluiting en analyse van ecologische en fy-
sisch-chemische waterkwaliteitsgegevens’, legt Netten uit.
‘We hebben het ontwikkeld samen met Hoogheemraadschap
De Stichtse Rijnlanden. HDSR wilde een systeem waarbij
meetgegevens, toetsresultaten en locatie-informatie centraal
toegankelijk zijn. Online en eenvoudig te beheren. Ook zon-
der specifieke computerkennis. Dit systeem zorgt ervoor dat
gegevens ook echt van waarde kunnen zijn in de praktijk van
het waterbeheer.’
‘We hebben ervoor gezorgd dat zowel specialisten als be-
leidsadviseurs met het systeem uit de voeten kunnen’ zegt
Coppens. Gevalideerde gegevens zijn altijd voor alle gebrui-
kers van het centrale systeem toegankelijk, dus iedereen kan
werken met de cijfers en met de grafieken, tabellen en af-
beeldingen die het systeem produceert. Speciaal is nog het
dashboard. Het systeem maakt het mogelijk om in één oog-
opslag je (KRW-)toetsresultaten over de ruimte en de tijd te
bekijken.’
MONITORINGGEGEVENS BEHEREN: CENTRAAL EN ONLINE
COLOFONTekst Tekst en van Weeren & Dubbele WoordwaardeDesign Shapeshifter.nl
Dit is een uitgave van Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) naar aanleiding van het congres Goede monitoring, effectief waterkwaliteitsbeheer op 19, 20, 21 april.
Stationsplein 89Postbus 21803800 CD AmersfoortT: 033 - 460 3200 [email protected] | www.stowacongres.nl