METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie...

6
Hoogleraar Aquatische Voedselwebecologie en ‘modellen- man’ Wolf Mooij nam de zaal mee in de wondere wereld van de waterkwaliteitsmodellen. Hij liet zien dat we voor het af- lopen van de ‘monitoringweg’ - van monitoring via data, in- formatie, begrip en voorspelling naar beheer - de hulp inroe- pen van uiteenlopende modellen. Statistische modellen om van data naar informatie te komen, conceptuele modellen om van informatie naar begrip te komen en procesmodellen die ons van begrip naar voorspelling en uiteindelijk beheer brengen. Wildgroei Hét monitoringmodel bestaat dus niet. Er is een compleet woud aan modellen beschikbaar, waar je volgens voorzitter Paul Latour al gauw heel erg in kunt verdwalen. Volgens Mooij is de diversiteit aan modellen een feit, net zoals bio- diversiteit dat is. Het ene noemen we ‘wildgroei’, het andere mooie natuur. Onterecht, vond Mooij. Het gaat erom dat we mensen leren om hun weg in dat modellenwoud te vinden. Want als je dat eenmaal weet, kun je er volgens Mooij heel veel goede dingen mee doen. 1 GOEDE MONITORING, EFFECTIEF WATERKWALITEITSBEHEER CONGRESJOURNAAL #3 19, 20 EN 21 APRIL 2016 Meten is weten. Het is in monitoringland een veel geuite dood- doener. Sterker nog: dagvoorzitter Paul Latour van het infor- matiehuis Water noemde het tijdens de opening van dag 3 een onzinnige uitspraak. Het meten zelf levert namelijk weinig ‘weten’ op. Pas als we betekenis geven aan de gemeten data, kunnen we er wat mee. En dat was precies het thema van dag 3 van het driedaags monitoringcongres: hoe komen we van data naar bruikbare informatie en uiteindelijk doelmatig en effec- tief waterkwaliteitsbeheer? Lees verder op bladzijde 2 METEN IS WETEN? NEE DUS!

Transcript of METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie...

Page 1: METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie bij Wage-ningen Universiteit, zijn goede rekenmodellen essentieel om te komen van

Hoogleraar Aquatische Voedselwebecologie en ‘modellen-

man’ Wolf Mooij nam de zaal mee in de wondere wereld van

de waterkwaliteitsmodellen. Hij liet zien dat we voor het af-

lopen van de ‘monitoringweg’ - van monitoring via data, in-

formatie, begrip en voorspelling naar beheer - de hulp inroe-

pen van uiteenlopende modellen. Statistische modellen om

van data naar informatie te komen, conceptuele modellen

om van informatie naar begrip te komen en procesmodellen

die ons van begrip naar voorspelling en uiteindelijk beheer

brengen.

Wildgroei

Hét monitoringmodel bestaat dus niet. Er is een compleet

woud aan modellen beschikbaar, waar je volgens voorzitter

Paul Latour al gauw heel erg in kunt verdwalen. Volgens

Mooij is de diversiteit aan modellen een feit, net zoals bio-

diversiteit dat is. Het ene noemen we ‘wildgroei’, het andere

mooie natuur. Onterecht, vond Mooij. Het gaat erom dat we

mensen leren om hun weg in dat modellenwoud te vinden.

Want als je dat eenmaal weet, kun je er volgens Mooij heel

veel goede dingen mee doen.

1

GOEDE MONITORING,

EFFECTIEF WATERKWALITEITSBEHEER

CONGRESJOURNAAL #3

19, 20 EN 21 APRIL 2016

Meten is weten. Het is in monitoringland een veel geuite dood-

doener. Sterker nog: dagvoorzitter Paul Latour van het infor-

matiehuis Water noemde het tijdens de opening van dag 3 een

onzinnige uitspraak. Het meten zelf levert namelijk weinig

‘weten’ op. Pas als we betekenis geven aan de gemeten data,

kunnen we er wat mee. En dat was precies het thema van dag 3

van het driedaags monitoringcongres: hoe komen we van data

naar bruikbare informatie en uiteindelijk doelmatig en effec-

tief waterkwaliteitsbeheer?

Lees verder op bladzijde 2

METEN IS WETEN? NEE DUS!

Page 2: METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie bij Wage-ningen Universiteit, zijn goede rekenmodellen essentieel om te komen van

2

Mooij vroeg tot slot nadrukkelijk aandacht voor de procesmo-

dellen PCLake en PCDitch, die in de afgelopen jaren zowel

inhoudelijk als qua gebruik en toepassingsmogelijkheden

enorm zijn verbeterd. Met de modellen kunnen waterbeheer-

ders onder meer de zogenoemde kritische nutriëntenbelas-

tingen van hun watersystemen bepalen en op basis daarvan

maatregelen nemen. In de komende uitgave van de STOWA

ter Info, die binnenkort verschijnt, leest u er veel meer over.

Te downloaden vanaf stowa.nl.

Appeltje eitje

Met curator Max Janse doken de aanwezigen vervolgens Bur-

gers’ Ocean in. Figuurlijk wel te verstaan. Het aquarium, geo-

pend in 2000, bevat ongeveer 8000 kuub kunstmatig zeewater

en is daarmee één van de grotere van Europa. Zijn faam dankt

het aquarium vooral aan het feit dat het één van de grootste

‘kunstmatige’ levende koraalriffen ter wereld huisvest. Appel-

tje eitje? In het geheel niet. De eerste jaren na opening gebeur-

de er hoegenaamd niks. Het koraal wilde nauwelijks groeien.

Het was volgens Janse een lange zoektocht om de juiste ‘pres-

tatie-indicatoren’ te vinden. Op basis van de monitoringre-

sultaten van deze indicatoren sturen ze het systeem steeds

voorzichtig bij. Met succes. Inmiddels hebben ze goed in de

smiezen hoe het gehele koraalrifsysteem werkt en wat ervoor

nodig is om het koraal te laten groeien. Die groei haalt het

koraal uit het water, bij voorbeeld in de vorm van grote hoe-

veelheden calcium (meer dan 1100 kilo per jaar). Die worden

dan ook aan het systeem toegevoegd via opgelost koraalzand.

Janse had als echte praktijkman een paar mooie aanbe-

velingen. Je hoeft niet (meer) te meten, wat je al weet bij-

voorbeeld. Als processen eenmaal goed lopen, worden ze in

Burgers’ Ocean nog slechts mondjesmaat gemeten. Nog een

mooie: blijf je eigen monitoringproces monitoren.

Kortom: blijf kritisch op wat je meet en of dat nog bijdraagt

aan het doel dat je er ooit mee had. En niet onbelangrijk: ga

te rade bij elkaar. Janse: ‘Ik kan altijd terugvallen op aqua-

rium-collega’s all over the world als we problemen hebben.

Ook als ze de oplossing niet hebben. Dan zeggen ze: Max, dat

hoef je niet te proberen, daar gaan de vissen van dood. Nog

geen oplossing, maar wel goed om te horen. Email is mijn

beste vriend.’

VERVOLG BLADZIJDE 1

Meer weten over monitoring? Of heeft u iets gemist van het congres?

Kijk op stowacongres.nl/nieuws voor actualiteiten, interviews en filmmateriaal.

VERDER LEZEN

ONDERTUSSEN OP TWITTER Monitoring leeft! Op het land, in het water en online. Wat wordt er zoal getweet over het #monitoringscongres?

Curator Burgers’ Ocean Max Janse tijdens #monitoringscongres Blijf je eigen monitoringsproces monitoren!

#monitoringscongres Leuk praatje door Wolf Mooij: waarom waarderen we biodiversiteit, maar niet diversiteit aan modellen?

#monitoringscongres Keuzestress gezien het grote aanbod leuke pitches.

Niet eerst de data en dan de vraag. Eerst de vraag en dan de (bijbehorende) data! #monitoringscongres

Meten is weten?! Een onzinnige uitspraak volgens dagvoorzitter Paul Latour. #monitoringscongres

Page 3: METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie bij Wage-ningen Universiteit, zijn goede rekenmodellen essentieel om te komen van

3

WOLF MOOIJ: WAT ALS… WE MEER MET MODELLEN ZOUDEN WERKEN? Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie bij Wage-

ningen Universiteit, zijn goede rekenmodellen essentieel om

te komen van meetgegevens naar bruikbare informatie voor ef-

fectief en kostenbesparend waterbeheer.

‘Modellen helpen bij het kie-

zen van de juiste maatrege-

len, want de kracht van

de modellen is dat ze je

in staat stellen wat-als-

vragen te beantwoor-

den’, legt Mooij uit.

‘Daarvoor moet je wel

eerst begrijpen hoe een

specifiek systeem func-

tioneert, wat oorzaak en

gevolg is.’

Voorspellen

Goede monitoring helpt je om een water-

systeem te gaan begrijpen, om te gaan zien wat oorzaak en

gevolg is, aldus Mooij: ‘Als je het systeem begrijpt, kun je

via modellen ‘wat-als vragen’ gaan stellen. Bijvoorbeeld:

wat nu als ik het water op een ander punt inlaat? Op

die manier maak je de stap van begrip van het systeem

naar het voorspellen van het systeem. Zo reken je van

een aantal maatregelen door wat het effect zal zijn en die

scenario’s toets je aan je doelstellingen.

Dit kunnen de KRW-doelen zijn, maar het kan ook gaan om

natuurdoelen of om veilig zwemwater. Als blijkt dat doel-

stellingen onrealistisch hoog gesteld zijn, kan met modellen

worden beargumenteerd waarom doelen moeten worden

bijgesteld.’

Een promille

‘Hoe beter we met de modellen kunnen werken’, benadrukt

Mooij, ‘hoe effectiever en hoe kostenefficiënter we ons wa-

terbeheer kunnen inrichten. In Nederland is er totaal zo’n

4 miljard euro beschikbaar voor het realiseren KRW-doelen.

Als we maar één promille daarvan zouden besteden aan mo-

delverbetering, zouden we ons waterkwaliteitsbeheer al veel

effectiever en voordeliger kunnen aanpakken.’

KEYNOTE SPREKERS AAN HET WOORD

VERDER LEZEN Benieuwd welke inzichten bij Burgers’ Ocean nog meer hebben geleid tot kostenbesparingen? Lees verder op www.stowacongres.nl/nieuws.

VERDER LEZEN Hoe kunnen waterschappen volgens Mooij beter zicht krijgen op de beschikbare modellen? Lees verder online op www.stowacongres/nieuws!

MAX JANSE: MONITORING IN BURGERS’ OCEANMet de KRW hebben ze in de aquaria van Burgers’ Zoo niet te

maken en toch wordt er continu gewerkt aan de waterkwaliteit.

Max Janse, Curator van Burgers’ Ocean: ‘Dankzij monitoring be-

grijpen we steeds beter hoe onze systemen werken en lukt het

ook steeds beter om onze doelen te halen. Zowel op de korte

als op de lange termijn.’

Het levend koraalrifaquarium van Burgers Ocean

met een echt levend koraalrif is uniek in de we-

reld. Janse: ‘Het is een behoorlijke chemische

uitdaging om alle dieren gezond te houden.

Sinds de opening van dit aquarium in 2000 heb-

ben we dankzij monitoring veel geleerd.’

Indicatiewaarden

‘We stellen zelf normeringen op voor

onze aquaria’, vertelt Janse.

‘Als blijkt dat we daar-

mee onze doelen

niet halen, het

koraal groeit

bijvoorbeeld

niet, onder-

zoeken we

wat er aan

de hand is.

Mij gaat het

erom dat we

zoeken naar

indicatiewaarden.

Welke parameters geven

het beste aan dat er iets loos is?

Als we bijvoorbeeld willen weten wat de toestand is in het

denitrificatiefilter, moeten we dan de hoeveelheid stikstof-

gas meten, de hoeveelheid nitraatverwijdering, of kunnen

we ook iets afleiden uit de flow, de geur, de pH-waarde of het

zuurstofgehalte van het water?

Nu we steeds beter begrijpen hoe onze watersystemen wer-

ken, bedenken we wat we echt willen weten en dát gaan we

meten. Dat is efficiënter en voordeliger dan maar alles te me-

ten wat los en vast zit.’

Page 4: METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie bij Wage-ningen Universiteit, zijn goede rekenmodellen essentieel om te komen van

4

Ook op de derde en laatste dag van het monitoringcongres werd

er weer fanatiek geworkshopt. Er werd onder andere gebrain-

stormd over het slim verzamelen en het goed analyseren van

verzamelde gegevens.

WORKSHOP UITGELICHT: EERST DE VRAAG, DAN DE DATAWaterbeheerders hebben bakken vol gegevens. In de workshop

‘Méér dan een miljoen monitoringgegevens per waterschap,

hoe krijg je er grip op?’ sparden de deelnemers aan de hand

van drie cases over mogelijkheden om uit die databases veel

meer bruikbare informatie te halen dan we nu doen.

Veel workshopdeelnemers droomden ervan dat al die miljoe-

nen waterkwaliteitsdata nu eindelijk eens goed zouden wor-

den ontsloten. Maar ook dat er veel doelgerichter zou wor-

den gemeten. Kortom: alleen meten met een duidelijk doel.

Dat doel bleek vaak systeembegrip te zijn. Of het achterhalen

van de effecten van genomen maatregelen.

De deelnemers gingen aan de slag met drie casussen. Eén

daarvan was ‘Kansen voor Groene Glazenmaker’. Grote

vraag: hoe creëer je die? Wat moet je daarvoor weten? Welke

gegevens heb je daarvoor nodig en hoe verkrijg je die? De

casus maakte vooral duidelijk dat we nog lang niet altijd de

juiste data verzamelen, om deze vragen te beantwoorden.

Een belangrijke les: niet eerst een dataset aanleggen en dan

een vraag stellen. Maar eerst een vraag stellen en daar je

meetinspanningen op inrichten. Adaptief monitoren noemt

Ecoloog Piet Verdonschot dat.

WORKSHOP UITGELICHT: LANG LEVE DE HYDROBIOLOGIE!De hydrobiologie lijkt in de hoek te zitten waar de klappen

vallen. De aandacht ervoor lijkt tanende. Systeemecologen

lijken de macht te grijpen. Ten onrechte, zo bleek tijdens de

workshop ‘Vergroten van de toegevoegde waarde van hydro-

biologische monitoring’. Want uit (hydro)biologische metin-

gen valt van alles af te leiden over belangrijke systeempara-

meters.

Kiezelwierenspecialist Herman van Dam hield tijdens de

workshop een warm pleidooi voor het monitoren van kiezel-

wieren. Hij vond het maar niks dat kiezelwieren niet zijn op-

genomen in de maatlatten voor stilstaande wateren, omdat

kiezelwieren volgens hem vaak veel betere indicatoren zijn

dan fytoplankton en waterplanten.

Watersysteemecoloog Martin Droog betoogde daarna dat je

geen goede systeemanalyse kunt doen zonder de soortenken-

nis van de hydrobioloog te benutten. Juist omdat veel soor-

ten belangrijke indicatieve waarden hebben voor het water-

milieu waarin ze al dan niet voorkomen.

Bart Schaub van het Hoogheemraadschap van Rijnland

poneerde tot slot de stelling dat het huidige Handboek

Hydrobiologie achterhaald is. De klassieke hydrobiologische

vraag zal volgens hem afnemen. Maar daar komen andere

dingen voor in de plaats, zoals DNA-monitoringtechnieken.

Over tien jaar zal er een fantastisch nieuw handboek

hydrobiologie zijn, voorspelde hij. Daarin gaan de klassieke

en moderne hydrobiologie hand in hand.

WORKSHOP UITGELICHT: WAT IS SIGNIFICANT? (EN DAN BEN JE ER NOG NIET…)Hoe moeilijk de vraag uit de titel te beantwoorden is, lieten

Hans Visser (PBL) en Niels Evers (Royal Haskoning-DHV) zien

in de workshop statistiek van Lisette de Senerpont Domis

(NIOO).

Lastige vragen…

Voordat je weet wat significant is, moet je doorgaans heel

wat andere lastige vragen beantwoorden. Wat is bijvoorbeeld

een trend? Visser. ‘Het geval wil dat er wiskundig maar liefst

dertig heel verschillende manieren zijn om een trendlijntje

te schatten. Dan hoop je natuurlijk dat ze dezelfde uitkom-

sten geven, maar dat is dus niet zo.’ Evenmin een eitje is het

volgens Evers om te bepalen of gegevens géén, correlatief, of

oorzakelijk verband met elkaar hebben.

Significant… maar ook relevant?

Goed. Maar wat dan als je weet dat gegevens significant zijn?

Zijn ze dan ook relevant? Zo vielen we van de ene vraag in de

andere. Gelukkig kregen we ook wat tips die helpen bij het

zoeken naar antwoorden.

• Maak altijd eerst een plaatje van je data.

• Kijk verder dan je eindoordeel. De uitkomst van de

KRW-maatlat is de EKR, maar kijk ook wat je met

informatie uit deelmaatlatten kunt doen.

• En natuurlijk: denk logisch na!

WORKSHOPS

VERDER LEZEN Kijk ook op www.stowacongres/nieuws voor het laatste nieuws over het congres.

VERDER KIJKEN Bekijk de filmpjes van het congres op tinyurl.com/monitoringcongres2016

Page 5: METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie bij Wage-ningen Universiteit, zijn goede rekenmodellen essentieel om te komen van

ROB VAN DE HATERD Ecoloog bij Bureau Waardenburg

‘Dit congres onderstreept het belang van

monitoring. Maar nu moeten we

ook degenen overtuigen die

niet in groten getale aan-

wezig waren: bestuur-

ders. Bestuurders zijn

veel gefocust op finan-

ciën en ze denken dat

monitoring duur is.

Onterecht. Uit allerlei

rapporten blijkt dat mo-

nitoring veel meer oplevert

dan het kost.

Maar: bestuurders hebben geen tijd om dikke rapporten te

lezen. Voor beleidsmedewerkers daarentegen hoort dit erbij

en zij kunnen dus ook een belangrijke rol spelen door be-

stuurders goed te informeren. Als adviesbureau kunnen we

hen daarin ondersteunen. Bijvoorbeeld door rapporten te

vertalen in andere middelen, zoals filmpjes. Er zijn genoeg

creatieve manieren te bedenken om bestuurders te laten zien

wat we allemaal met monitoringgegevens kunnen doen.’

MIRIAM COLLOMBON, Beleidsmedewerker kwaliteit

watersystemen Wetterskip FryslânMiriam Collombon kan zich vinden in de rol die Rob van

de Haterd weggelegd ziet voor beleidsmedewerkers bij de

waterschappen (zie boven), maar ‘het ligt nog wel iets ge-

compliceerder’, zegt ze. ‘Als we bij bestuurders tussen de

oren willen krijgen dat monitoring op de lange termijn

veel meer oplevert dan dat het kost, moeten we als be-

leidsmedewerkers erg stevig in onze schoenen staan en

BEZOEKERS AAN HET WOORD

manieren vinden om ook onze managers hierin mee te

krijgen. We moeten het samen doen. We moeten dus met

elkaar veel meer prioriteit geven aan het samenbrengen

van kennis en mensen. Dat werkt, dat zie je ook op dit

congres.

In workshops bijvoorbeeld worden

heel veel ideeën en oplossin-

gen genoemd die eerder

in de afgelopen dagen

aan de orde kwamen

bij workshops en

presentaties. Door

samen dingen van-

uit andere invals-

hoeken te bekijken

kom je met elkaar tot

nieuwe inzichten.’

ERIK HAASNOOT Teamleider van de groep monitoring bij

het Hoogheemraadschap van Rijnland‘Ik werk nu net drie weken

bij het Hoogheemraadschap

en ik voel me nog een

beginner als het gaat

om monitoring van

de waterkwaliteit. Ik

ben wel bekend met

bodemonderzoek,

maar bodemonder-

zoek zit heel anders

in elkaar, qua meet-

netten en qua gegevens-

beheer.

Wat me tijdens dit congres duidelijk is geworden, is hoe be-

langrijk het is om de vragen die bestuurders hebben scherp

te krijgen, om vervolgens gericht te meten, en om uitein-

delijk de verkregen gegevens ook goed te presenteren. Hier

heb ik een workshop over gevolgd. Dat lijkt me belangrijk,

want uiteindelijk hebben we ook te maken met politiek.’

5

Op 21 april, de derde en laatste dag van dit monitoringcongres mochten we weer bijna 200 bezoekers ontvangen.

VERDER LEZEN Kijk ook op www.stowacongres/nieuws voor het laatste nieuws over het congres.

MEER WORKSHOPS →Tijdens de workshops van de afgelopen drie dagen zagen we

een aantal vragen steeds terugkomen: waarom zouden we mo-

nitoren, hoe doen we dat goed, en uiteindelijk: wat kunnen we

allemaal met die data?

Benieuwd welke resultaten er uit de 35 workshops van het mo-

nitoringcongres zijn gekomen? Lees het op stowacongres.nl/

nieuws en bekijk ook de filmpjes van de workshopleiders.

Page 6: METEN IS WETEN? NEE DUS! - stowacongres.nl · Volgens Wolf Mooij, Hoogleraar Aquatische Ecologie bij Wage-ningen Universiteit, zijn goede rekenmodellen essentieel om te komen van

6

ECOSYSTEEM VANMONITORINGAPPARATUUREen ecosysteem van monitoringapparatuur. Mooier kun je het

eigenlijk niet hebben. Age de Boer, operations manager bij

BlueLeg Monitor, vertelt over het samenspel van verschillende

spectrometers.

De Boer: ‘Wij maken gebruik van een door WaterInsight ont-

wikkelde techniek, waarmee we satellietbeelden kunnen

interpreteren. Uit de beelden kunnen we een aantal ecolo-

gische parameters vaststellen, zoals chlorofylconcentraties,

blauwalgenpigment en het doorzicht van het water.’

GESPOT OP DE MONITORINGMARKT

‘Omdat je ook wel eens nauwkeuriger of vaker wilt meten

dan met een satelliet mogelijk is, hebben we dezelfde tech-

niek geïmplementeerd in apparatuur die je vanaf de grond

kunt gebruiken.’ Dit is bijvoorbeeld de WISP’, zegt hij, terwijl

hij een blauw apparaat oppakt. ‘Dit is een hand held appa-

raat dat je makkelijk meeneemt in de auto of in een bootje

om ergens een meting te doen. Zodra je een foto maakt,

verschijnen de meetgegevens op het scherm. Je kunt de ge-

gevens automatisch laten versturen naar je systeem. Zodra

je terug bent op kantoor, staan de gegevens al klaar. In mei

verwachten we de opvolger van de WISP, de EcoSport. Deze

is makkelijker in gebruik en de metingen zijn van betere

kwaliteit.’

Minstens zo enthousiast is De Boer over de EcoWatch. ‘De

EcoWatch is uniek in de wereld en de eerste staat op een paal

in het Groningse Paterswoldse Meer. Iedere tien minuten

meet hij zelfstandig de parameters en de gegevens wor-

den meteen doorgestuurd. Zo kun je prachtige trendana-

lyses doen, kijken hoe dingen veranderen in de tijd. Het

is de eerste keer dat deze techniek zo wordt ingezet. Oh,

en ook mooi: alle via deze instrumenten verzamelde info is

compatible.’

Het organiseren, analyseren en interpreteren van monito-

ringgegevens, hoe doe je dat nou op een handige manier?

Of beter nog: online, en in een centraal systeem? Het ant-

woord van adviesbureau Nelen&Schuurmans op deze vraag

is: EFCIS.

Stel: verzamelde monitoringgegevens worden alleen op ie-

mands PC opgeslagen, in een Excelbestand. Is de beheerder

van het document op vakantie, dan heb je pech. Kun je toe-

vallig wel in zijn systeem, dan moet je maar hopen dat bij-

voorbeeld ‘versie 6c’ echt het meest recente bestand is. ‘Zo’n

scenario past niet bij het jaar 2016’, vinden Jordie Netten

en Lieke Coppens, beiden adviseur water bij Nelen&Schuur-

mans, ‘maar de werkelijkheid ligt er soms niet ver vandaan.’

‘EFCIS is een webapplicatie, specifiek ontwikkeld voor op-

slag, beheer, ontsluiting en analyse van ecologische en fy-

sisch-chemische waterkwaliteitsgegevens’, legt Netten uit.

‘We hebben het ontwikkeld samen met Hoogheemraadschap

De Stichtse Rijnlanden. HDSR wilde een systeem waarbij

meetgegevens, toetsresultaten en locatie-informatie centraal

toegankelijk zijn. Online en eenvoudig te beheren. Ook zon-

der specifieke computerkennis. Dit systeem zorgt ervoor dat

gegevens ook echt van waarde kunnen zijn in de praktijk van

het waterbeheer.’

‘We hebben ervoor gezorgd dat zowel specialisten als be-

leidsadviseurs met het systeem uit de voeten kunnen’ zegt

Coppens. Gevalideerde gegevens zijn altijd voor alle gebrui-

kers van het centrale systeem toegankelijk, dus iedereen kan

werken met de cijfers en met de grafieken, tabellen en af-

beeldingen die het systeem produceert. Speciaal is nog het

dashboard. Het systeem maakt het mogelijk om in één oog-

opslag je (KRW-)toetsresultaten over de ruimte en de tijd te

bekijken.’

MONITORINGGEGEVENS BEHEREN: CENTRAAL EN ONLINE

COLOFONTekst Tekst en van Weeren & Dubbele WoordwaardeDesign Shapeshifter.nl

Dit is een uitgave van Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) naar aanleiding van het congres Goede monitoring, effectief waterkwaliteitsbeheer op 19, 20, 21 april.

Stationsplein 89Postbus 21803800 CD AmersfoortT: 033 - 460 3200 [email protected] | www.stowacongres.nl