Merel en Mus - Hardlopen

16
MEREL EN MUS HARDLOPEN TEKST: ELIANE DE BLESER ILLUSTRATIES: OLIVIA VAN SLAGMOLEN

description

Merel en Mus - Hardlopen. Teksten van Eliane De Bleser, illustraties van Olivia Van Slagmolen

Transcript of Merel en Mus - Hardlopen

Page 1: Merel en Mus - Hardlopen

MEREL EN MUS

HARDLOPEN

TEKST: ELIANE DE BLESER

ILLUSTRATIES: OLIVIA VAN SLAGMOLEN

Page 2: Merel en Mus - Hardlopen

2012-2013

www.anderewoorden.be

www.facebook.com/merelenmus

CC-licentie van toepassing: Creative Commons License

Page 3: Merel en Mus - Hardlopen

De tekenaars:

Joannes Mahieu (Asse)

Ria Vanwalleghem (Schilde)

Peter-Paul Rauwerda (Amsterdam)

Olivia Van Slagmolen (Rumst)

Leen Verlinden (Londerzeel)

Bob Torfs (Antwerpen)

Manu Bruynseraede (Antwerpen en Leuven)

An Wauters (Keerbergen)

Frow Steeman (Gent)

Betty Reyniers (Londerzeel)

Reinhart Van Praet (Londerzeel)

Kathleen Serneels (Londerzeel)

Kathleen De Maeyer (Kapelle op den Bos)

Eva Vanderstappen (Londerzeel)

SAGE (Schiedam)

Mieke Van Gorp (Zoersel)

Bram Brioen (Londerzeel)

Leen Van Durme (Londerzeel)

Een zestal medewerkers van Dagcentrum Thuis in Ganshoren (Project binnen het project

met een afzonderlijke Merel en Mus - tentoonstelling van het werk van de mensen van het

Dagcentrum, in oktober 2013, in Ganshoren)

Tentoonstelling van tekst en tekeningen in de bibliotheek van Londerzeel, van 18 februari

tot en met 13 april 2013.

Tentoonstelling van een selectie van teksten en tekeningen in Het Roze Huis, Draakplaats 1,

2018 Antwerpen, van 1 september 2013 tot eind oktober.

Meer info op: www.anderewoorden.be/merelenmus

Page 4: Merel en Mus - Hardlopen

49.

“Dag Merel.”

“Dag Mus.”

“…”

“Wat is er Mus? Je bent zo stil?”

“Ik verveel me, Merel.”

“Aha Mus. Ja, ik verveel me soms ook. Weet je wat, Mus? Vlieg eens een

rondje.”

“Nee Merel, ik heb nu geen zin in vliegen.”

“Tja, Mus. Weet je iets anders, Mus?”

“Nee Merel.”

“…”

“Of toch wel, Merel. Misschien wil ik gewoon wat in de top van de boom

zitten.”

“Ja, Mus, dat is een goed idee. Wacht, ik vlieg mee.”

(Merel en Mus vliegen tot in de top van de boom)

“Mooi hier hé, Merel?”

“Ja, mooi hoor, Mus.”

Page 5: Merel en Mus - Hardlopen

50.

“Merel, ik heb een idee! ik wil hardlopen!”

“Maar Mus, hardlopen, dat is voor mensen! En daarbij, jij kunt toch

vliegen?”

“Merel, ik wil echt hardlopen! Ik zal iedere dag oefenen!”

“Ik vind dat je tevreden moet zijn met het vliegen, Mus!”

“Nee Merel, ik ben vastbesloten. Straks begin ik!”

“Oké dan, Mus, ik ben benieuwd.”

“Ja Merel, ik ook, ik zal je er over vertellen!”

“Dat is goed, Mus.”

Page 6: Merel en Mus - Hardlopen

51.

“En Mus, hoe verliep je hardloopoefening gisteren?”

“Merel, ik ben gestruikeld!”

“Ai Mus, en? Heb je je geen pijn gedaan?”

“Nee hoor Merel, ik ben wat stijf, maar straks ga ik terug oefenen!”

“Bedoel je dat je zal blijven hardlopen, Mus?”

“Ja, Merel! Zo word ik binnenkort de snelst lopende vogel van dit bos!”

“Maar Mus, je kunt vliegen, is dat niet voldoende?”

“Merel, dat zei je gisteren reeds, maar ik wil supersnel lopen, sneller dan

een mens, sneller dan een hert!”

(Merel zucht:)

“Je doet maar Mus”

“Ja, natuurlijk Merel, met veel plezier!”

Page 7: Merel en Mus - Hardlopen

52.

“En, Mus, hoe verliep de nieuwe hardloopoefening?”

“Merel, ik ben maar liefst drie keer gevallen!”

“Maar Mus toch! En je geeft nog steeds niet op?!”

“Neen, Merel, ik wil de hardloopprijs! Ik wil echt de snelste zijn!”

“Maar Mus, dat is toch voor niks nodig? Je bent al zo snel, als je vliegt ben

je sneller dan veel dieren!”

“Ja Merel, ik weet het, maar ik wil hardlopen en prijzen winnen!”

“Wees voorzichtig hé Mus!”

“Jaja Merel, ik ben voorzichtig!”

Page 8: Merel en Mus - Hardlopen

53.

“Mus, wat is er gebeurd?”

(Mus zegt niks.)

“…”

“Mus, wat is er?”

(Mus zegt nog altijd niks)

“…”

“Ben je alweer gevallen, misschien?”

“Ja, Merel. Ik ben gevallen.”

“En wat zit daar rond je poot, Mus?”

“Gips, Merel.”

“Gips?!”

“Jawel Merel.”

“Waarom, Mus?”

“Omdat ik een poot gebroken heb, Merel.”

“En hoe komt dat, Mus?”

“Omdat ik sneller wou lopen dan het hert, Merel. En ik ben alweer

gestruikeld en ik brak een poot.”

Page 9: Merel en Mus - Hardlopen

54.

“Merel!”

“Ja Mus?”

““Ik verveel me!”

“Ja Mus.”

… (Merel zegt niks en kijkt televisie).

“Merel!”

“Ja Mus?”

“Ik verveel me!!”

“Mus, zwijg nu eens even, kom, kijk mee televisie!”

“Nee Merel, ik heb geen zin in televisie.”

“Maar Mus, ze zenden net een hardloopwedstrijd uit, ik zie allemaal snelle

mensen en straks tonen ze vast het podium met de winnaars!”

“O, een hardloopwedstrijd Merel? Dan kijk ik mee!”

Page 10: Merel en Mus - Hardlopen

55.

“Mus hoe lang moet dat gips aan je poot?”

“Nog een week, Merel.”

“Doet het geen pijn, Mus?”

“Nee Merel, het doet geen pijn. Het doet mijn poot genezen. Maar het jeukt!”

“Hahaha, dat is grappig! Je bent een mus met een poot in het gips en je poot

jeukt! Ik denk dat de andere dieren jou best grappig vinden!”

“Ja, ze vinden me grappig, ze lachen met mij.”

“Ha ja? Lachen ze met jou, Mus?”

“Ja.”

“En wat zeg je dan, Mus?”

“Ik zeg helemaal niks Merel. Ik denk enkel ‘wacht maar, binnenkort zal ik terug

hardlopen’ “

“Ben je nog altijd van plan om te blijven lopen, Mus?”

“Ja hoor Merel. Maar dat gips moet er af, en dan zal ik eerst terug leren vliegen,

want met dat gips is ook het vliegen erg moeilijk en vooral vermoeiend – zo zwaar

aan mijn poot!”

“Haha, ja Mus. En wat doe je ondertussen, Mus?”

“Ik speel kaart, Merel.”

“Kaartspelen, Mus? Mag ik meedoen?”

“Ja natuurlijk, Merel.”

Page 11: Merel en Mus - Hardlopen

56.

“En Mus, ben je van dat gips verlost?”

(Mus is buiten adem)

“Ja… ja… ja Merel ik ben van dat gips verlost. Ik heb net veel kilometers

getraind!”

“Dat is goed nieuws, Mus. En wanneer zal je een wedstrijd lopen?”

“Overmorgen, Merel. Overmorgen wil ik winnen.”

“Maar Mus, dat kan toch niet? Hert is toch veel sneller dan jij?”

“Mmmm Merel, dat weet ik niet. Ik wil winnen! “

“Tja Mus, ik geloof er niet in.”

“Je zal wel zien, Merel. Wat doen we ondertussen?”

“Goh Mus, ik weet het niet. Naar de wandelaars kijken?”

“Ja Merel, dat is goed. En dan kan ik wat rusten.”

Page 12: Merel en Mus - Hardlopen

57.

“Merel, ik heb met een wandelaar gepraat.”

(Merel is nog aan het rusten)

“Euh? Wat zeg je, Mus?”

“Dat ik met een wandelaar gepraat heb.”

“Praatte je nu weer met een mens, Mus?”

“Ja, deze mens was erg vriendelijk hoor Merel.”

“En, Mus? Wat vertelde hij?”

“Dat hij het een mooi bos vindt.”

“En wat vertelde jij, Mus?”

“Dat ik volop aan het trainen ben voor een hardloopwedstrijd.”

“En wat vond Mens daarvan?”

“Hij vond het grappig.”

“O ja, Mus?”

“Ja. Hij vond het grappig omdat ik zei dat ik kan winnen. Mijn poten zijn veel te

kort, zei Mens. Ik heb geantwoord dat ik nog jong ben en dat ik in topvorm ben.

En ik ben erg licht, veel lichter dan de andere dieren.”

“En wat zei Mens toen, Mus?”

“Hij bleef lachen, Merel. Dan ben ik maar teruggekomen.”

“Gelijk heb je, Mus!”

Page 13: Merel en Mus - Hardlopen

58.

“Merel?”

“Ja, Mus, wat is er?”

“Ik wil voetballen, Merel.”

“Voetballen, Mus? Maar je bent een mus, Mus. Mussen voetballen niet en

mussen lopen geen hardloopwedstrijden. Mussen vliegen en zitten op

takken van bomen.”

“Ja Merel, ik weet het. Maar ik wil voetballen.”

“Mus, hou op. Je hebt veel te veel plannen. Laat me met rust. Ik wil op een

tak zitten en naar de wolken kijken, ik wil niet naar jouw sportverhalen

luisteren.”

“Oké, Merel. Dag Merel, tot morgen.”

“Tot morgen, Mus.”

Page 14: Merel en Mus - Hardlopen

59.

“En Mus?”

“…” (Mus zegt niks)

“En, Mus?”

“Ik heb niet gewonnen, Merel. Hert was veel sneller.”

“Ja, Mus, maar herten zijn gespecialiseerd in snel lopen.”

“Ja Merel, ik weet het.”

“Wel dan?”

“Ik kreeg een troostprijs.”

“O dat is fijn! En wat is de troostprijs, Mus?”

“Een fles limonade, Merel. Maar wat is limonade?”

“Ik weet het niet, Mus.”

“Nee Merel?”

“Nee Mus.”

“Dan weten we het allebei niet hé Merel?”

“Ja Mus.”

“Slaapwel dan maar Merel.”

“Slaapwel, Mus.”

Page 15: Merel en Mus - Hardlopen

60.

“Nu is het stil hé Merel?”

“Ja Mus. Dat is goed.”

“Vind je, Merel?”

“Ja Mus. Wij, vogels, moeten af en toe stil kunnen zijn.”

“Ja Merel, misschien is dat waar.”

(Mus zwijgt en denkt)

“Heb je geen plannen meer, Mus?”

“Nee Merel, voorlopig niet. Maar het hardlopen was fijn.”

“Ja Mus, ik weet het.”

(ze zwijgen)

“Merel?”

“Ja Mus?”

“Nee, niks Merel.”

“Oké Mus.”

(ze zwijgen)

“Dit is een mooie boom hé Merel?”

“Ja Mus, dit is een mooie boom.”

Page 16: Merel en Mus - Hardlopen

Merel en Mus ©2012-2013