MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3...

44
MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” 1 milieudienst MER-Screening Project RUP “Aan de Kom” Goedgekeurd college van burgemeester en schepenen in zitting van 3 april 2009

Transcript of MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3...

Page 1: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 1

milieudienst

MER-Screening

Project RUP “Aan de Kom”

Goedgekeurd college van burgemeester en schepenen in zitting van 3 april 2009

Page 2: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 2

Inhoudstabel

Pag.

Aanleiding tot opmaak RUP 4

Deel A – Lokalisering 5

1. Situering van Leopoldsburg 5

2. Toekomstige visei op Leopoldsburg 6

2.1 Richtinggevend gedeelte GRS 6

2.2 Bindend gedeelte GRS 13

3. Plangebied “Aan de Kom”: situering en visieontwikkeling 14

3.1 Situering 14

3.2 Structuur 16

3.3 Huidige en toekomstige situatie / visie op het plangebied 18

4. Redelijke alternatieve voor het RUP “Aan de Kom” 21

4.1 Bestendiging huidige toestand = nultoestand 21

4.2 Alternatief 1 = verplaatsen KMO-zone Tunnelstraat 21

4.3 Alternatief 2 = variëren in het aantal wooneenheden per hectare 22

Deel B – Onderzoek naar plicht tot screening 23

Fase 1 Definitie van plan of programma 23

Fase 2 Toepassingsgebied 23

Fase 3 Bepaling van plicht tot opmaak van een plan-MER 24

Deel C – Screening 26

1. Kenmerken van plannen en programma’s in het bijzonder gelet op: 26

1.1 De mate waarin het plan of programma een kader vormt voor projecten

en andere activiteiten m.b.t. de ligging, aard, omvang en gebruik-

voorwaarden, alsmede w.b. de toewijzing van hulpbronnen 26

1.2 De mate waarin het plan of programma ander plannen en programma’s

met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel

beïnvloedt 26

1.3 De relevantie van het plan of programma voor de integratie van milieu-

overwegingen, vooral m.h.o. op de bevordering van duurzame

ontwikkeling 32

1.4 Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan of programma 32

1.5 De relevantie van het plan of programma voor de toepassing van de

milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap 39

2. kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed,

in het bijzonder gelet op 40

2.1 De waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van de

effecten 40

2.2 de cumulatieve effecten 40

2.3 de grensoverschrijdende aard van de effecten 40

Page 3: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3

2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu 41

2.5 de orde van grootte van het ruimtelijk bereik van de effecten 41

2.6 de waarde en kwetsbaarheid van het gebied dat kan worden beïnvloed 42

2.7 de effecten op gebieden en landschappen die door een lidstaat, door de

Europese Gemeenschap dan wel in internationaal verband als beschermd

Gebied zijn erkend 42

Deel D – Besluit / Samenvatting 43

Bijlage 1 – kaart Deelruimten van het GRS

Bijlage 2 – Uitgewerkt voorontwerp van RUP voor het plangebied (versie 13 juni 2008)

Page 4: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 4

AANLEIDING OPMAAK RUP

De gemeente Leopoldsburg wenst over te gaan tot de opmaak van het RUP “Aan de Kom” in het

kader van de realisatie van haar strategische projecten zoals beschreven in het Gemeentelijk

Ruimtelijk Structuurplan (GRS), goedgekeurd door de bestendige deputatie van de provincie

Limburg dd. 28 augustus 2008 en gepubliceerd in het BS van 9 september 2008.

Het GRS stelt dat het gebied rond de kanaalkom één van de twee strategische projecten in de

gemeente is waarvan de ontwikkeling de uitbouw van de kleinstedelijke kern van Leopoldsburg

ondersteunt.

Het RUP heeft tot doel het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied aan de kanaalkom,

aangevuld met omliggende andere gebieden.

* * *

Deze screening vertrekt van de LIBOST-nota (versie 13 juni 2008) waarin het voorontwerp van RUP

uiteengezet wordt.

Page 5: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 5

Deel A. LOKALISERING

1. Situering van Leopoldsburg

Leopoldsburg maakt deel uit van het West-Limburgse Strokenlandschap. Deze regio is

samengesteld uit parallelle bebouwde stroken afgewisseld met smalle beekdalen.

De parallelle lijninfrastructuren, het Albertkanaal en de E313 doorsnijden het gebied en zijn de

dragers van economische ontwikkelingen.

Eén van de belangrijkste landschappelijke en natuurlijke gebieden zijn de bossen van Gerheserheide

in Leopoldsburg. Ook het Kamp van Beverlo, in het oosten van Leopoldsburg, is van landschappelijk

belang; de huidige bestemming als militair domein is tot nu toe een goede garantie voor het in stand

houden van deze grote aaneengesloten open ruimte.

Leopoldsburg is, naast Beringen en Heusden-Zolder, één van de drie meer verstedelijkte kernen die

functioneert op bovenlokaal niveau en structuurondersteunend is voor de omgeving.

* * *

Leopoldsburg is ontstaan als het militair kamp van Beverlo. Het evolueerde van een geplande

nederzetting tot de geplande stedelijke omgeving met een vrije invulling ten westen van de

spoorweg. In het noorden, oosten en zuiden wordt Leopoldsburg omringd door open ruimten. In het

oosten is de open ruimte beschermd door het militair domein, in het zuiden door de vallei van de

Zwarte Beek en door de landbouw. Ten westen worden de stedelijke ontwikkelingen en

woongebieden begrensd door het natuurgebied Gerheserheide.

Leopoldsburg is een dubbelkern: de twee samenstellende delen zijn het Militaire Kamp van Beverlo

anderzijds, en de stadskern van Leopoldsburg anderzijds.

Door de aanwezigheid van het militair domein kan de stad alleen maar naar het westen uitbreiden.

Dat heeft tot gevolg dat het centrum uitdeint in een woongebied over de spoorweg.

Strooiendorp is een kleine woonentiteit in het noorden van de gemeente en omvat een

bebouwingsgroep gelegen tussen het kanaal van Beverlo en de noordelijke uitbouw van

Leopoldsburg, tegen de grens met Balen. Het omvat een patroon van twee straten aangelegd

volgens een strak dambordpatroon. Met de jaren werden de grote percelen herverkaveld en

dwarsstraten aangelegd. Hier is vooral de verlinting langsheen de Lommelsesteenweg bepalend

voor het uitzicht, in strak contrast met de eerder open en meer verspreide bebouwingsstructuur van

de Kerkhovenweg. De Lidostraat is een voorbeeld van een woonlint langsheen een interne straat.

Het kanaal van Beverlo is een ‘kunstmatige’ waterloop in het noordwesten van de gemeente. Het

kanaal loopt parallel aan de Antwerpsesteenweg, en staat in verbinding met het kanaal Herentals-

Bocholt en vormt een groeigrens voor de bebouwing. Het kanaal heeft een beperkte tonnenmaat

(450 ton) en is momenteel enkel in gebruik voor recreatieve doeleinden.

Page 6: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 6

Leopoldsburg telt drie KMO-zones gesitueerd in de (onmiddellijke) omgeving van het kanaal.

De natuurlijke structuur in Leopoldsburg wordt bepaald door de vallei van de Grote Beek, natte

vegetaties in de Natte Driehoek en langs de Asdonkbeek, de westelijke naaldbosgordel

(Gerheserheide) en het militair domein.

2. Toekomstige visie op Leopoldsburg

De toekomstige ontwikkeling van Leopoldsburg heeft vorm gekregen in het gemeentelijke

structuurplan (GRS). Dit GRS werd goedgekeurd door de bestendige deputatie in zitting van 28

augustus 2008, gepubliceerd als uittreksel in BS dd. 9 september 20081

Leopoldsburg wordt in dit GRS opgedeeld in volgende deelruimten:

a. Dubbelkern, bestaande uit de burgerlijke “carrés” en de militaire gebouwen aan de rand

van het Militair Domein;

b. Centrumband, een halve ringvormige deelruimte ten westen van de Dubbelkern;

c. Westband, een gefragmenteerd gebied met o.a. Asdonk en Strooiendorp;

d. Heppen, met de langgerekte kern van deze nederzetting als hoofdbestanddeel;

e. 3 groene ruimten, omvattende het Militair Domein, de vallei van de Grote Beek en

Gerheserheide.

Als bijlage 1 is een verduidelijkende kaart uit het GRS opgenomen (kaart 18 Deelruimten).

2.1 Richtinggevend gedeelte GRS

a. Concepten

In het GRS wordt de toekomstige ontwikkeling van de gemeente uitgewerkt. Een aantal concepten

worden vooropgesteld die de beginselen vormen voor de gewenste ruimtelijk ontwikkeling van de

gemeente. Hieronder worden de concepten vermeld die van invloed zijn op het projectgebied van het

RUP “Aan de Kom”:

Graduele en hiërarchische verdichting

De verscheidenheid aan bebouwde landschappen binnen de gemeente wordt de basis voor de

verdere verdichting. Naargelang de ligging, zullen de inbreidingsprojecten van elkaar verschillen

wat betreft dichtheid, maar ook wat betreft typologie, omvang en programma. Binnen de dubbelkern

van de gemeente zal de verdichting het grootst zijn maar zullen de projecten eerder kleinschalig van

aard zijn. In de westband zorgen grootschaliger projecten rond de strategische locaties voor een

1 Bij besluit van 28 augustus 2008 heeft de deputatie van de provincie Limburg het gemeentelijk ruimtelijk

structuurplan, definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Leopoldsburg in zitting van 29 mei 2008 en dat een

informatief, een richtinggevend en een bindend gedeelte bevat, goedgekeurd mits aan de in het overwegende gedeelte

van het goedkeuringsbesluit opgenomen opmerkingen wordt tegemoet gekomen.

Page 7: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 7

selectieve verdichting. Andere gebieden worden zeer beperkt verdicht via een specifieke

typologische invulling als afwerking of vervollediging van het weefsel.

Strategische projecten als motor voor de kleinstedelijke ontwikkeling

Twee prioritaire zones worden omschreven: Kanaalkom en Station. Hier moeten enkele

strategische projecten rond wonen en specifieke aanvullende functies leiden tot een verbetering van

de leef- en omgevingskwaliteit. Zorg voor het openbaar domein, en het voorzien van een

draagkrachtige link tussen beide gebieden mag niet ontbreken. De ontwikkelingen op deze twee

plekken ondersteunt de uitbouw van de kleinstedelijke kern.

Als één van de aandachtspunten komt de strategische locatie van de kanaalkom aan bod. Deze

moet worden ingebed in een evenwichtige en herkenbare kern. Hier moet een aangepast project

ontwikkeld worden die het kleinstedelijk gebied van Leopoldsburg zal versterken. De verzorging en

herinrichting van het openbaar domein is hier prioritair voor de woon- en verblijfskwaliteit.

Daarom werd dit RUP opgestart.

b. Deelruimte: De Centrumband

Het projectgebied is gelegen in deze deelruimte. In deze deelruimte wordt een stedelijk gebied

gevoerd. In de centrumband wordt deze stedelijkheid geconcentreerd in een beperkt aantal

strategische projecten die een sterke relatie met het centrum krijgen.

Buiten deze strategische stedelijke projecten, ligt de nadruk op het handhaven en versterken van de

residentiële woonfunctie. Om het woningaanbod uit te breiden en te differentiëren worden nieuwe

woongebieden ontwikkeld. Verdichting gebeurt op een afgewogen manier. Aan de buitenrand van de

centrumband is de relatie met de open ruimte daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Verdere

invulling van het gebied moet resulteren in een geleidelijke overgang tussen stedelijk gebied en open

ruimte. Op die manier kan het groen het bebouwde gebied binnendringen.

Alhoewel eveneens stedelijk, krijgt deze deelruimte aldus een ander karakter dan het centrum.

Bovenlokale en verkeersgenererende functie krijgen een plaats in de stedelijke projectgebieden of

langs de steenwegen. Voor de deelruimte worden een aantal doelstellingen en

ontwikkelingsperspectieven voorop gesteld. Belangrijkste voor het projectgebied dat deel uitmaakt

van dit RUP is “Kanaalkom als ontwikkelingspool voor nieuwe stedelijkheid”.

Het gebied rond de kanaalkom, met als grootste projectzone het prioritair aan te snijden

woonuitbreidingsgebied B11, is één van de twee prioritaire zones binnen deze deelruimte. Hier

moeten strategische projecten rond wonen en specifieke aanvullende functies leiden tot een

versterking van het kleinstedelijk gebied, in aanvulling op het centrum. Het creëren van een

specifieke eigentijdse leefomgeving is een prioritaire doelstelling. Aandacht gaat daarbij naar een

duurzame woon- en omgevingskwaliteit.

1. Input van nieuwe functies aan de kanaalkom:

De volgende stedelijke functies worden bij de kanaalkom voorzien: specifieke woontypologieën aan

het water, recreatieve functies en bedrijvigheid die met water, boten en varen te maken hebben

(aanlegsteiger, botenberging voor de winter, botenherstelplaats, samengaan van recreatie en

Page 8: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 8

natuurontwikkeling rond het kanaal, ...), horeca, kleinhandel. De ondersteunende functies voor deze

nieuwe woonontwikkelingen moeten korter bij het centrum gezocht worden, aan de kop van de

kanaalkom of langs de nieuwe stedelijke verbinding tussen de Kanaalkom en het centrum. De

Antwerpsesteenweg is een doorgaande weg op bovenlokaal niveau, lokale functies worden daarom

beter niet langs deze weg voorzien.

2. Zorg voor het openbaar domein in het algemeen:

De kanaalkom is tegelijk een prioritaire ontwikkelingszone binnen het kleinstedelijk gebied én een

poort naar dat kleinstedelijk gebied. Dit moet leesbaar zijn in de openbare ruimte.

De herstructurering van de ruimte rond de kanaalkom, de Antwerpsesteenweg en de aanpalende

straten is hier zeer belangrijk.

3. Een krachtige link tussen deze pool en het centrum mag niet ontbreken.

Een ruimtelijke en functionele binding is noodzakelijk. Gezien de afstand (1,2 km) zijn

structurerende ingrepen noodzakelijk. Deze omvatten het creëren van vlotte verbindingen voor

voetgangers en fietsers tussen de kanaalkom en het centrum en een opwaardering van de

gebieden langs deze as.

Deze deelruimte ligt vlakbij de deelruimte “Dubbelkern”, doch de uitgestrektheid maakt dat er soms

grote afstanden af te leggen zijn tussen beide deelruimten. Het beleid is gericht op het verkleinen

van deze afstand. De aanleg van fiets- en voetgangersverbindingen, indien mogelijk vrijliggend, is

een prioritair beleidselement. Aanvullend moet er gewerkt worden aan de OV-ontsluiting van

gebieden als de Kanaalkom.

c. Opvangen van de provinciale taakstelling aan bijkomende woningen in het kleinstedelijk

gebied.

De taakstelling wonen voor het kleinstedelijk gebied Leopoldsburg bedraagt 1.336 wooneenheden

voor de planperiode 1992 – 2007. Anno 2003 bedroeg de resterende taakstelling nog 980

wooneenheden. Dit betekent dat gedurende de eerste 10 jaar van de planperiode slechts 27 % van

de taakstelling is gerealiseerd. Om haar rol als autonoom kleinstedelijk gebied in West-Limburg en

haar concurrentiepositie ten opzichte van de omliggende grote en middelgrote gemeenten te

versterken, is een serieuze inhaalbeweging op het gebied van bijkomende woningen nodig.

Om haar ambities de komende jaren waar te maken zal de gemeente verschillende wegen parallel

bewandelen:

- inbreiding en verdichting van de dubbelkern als katalysator voor de stedelijke dynamiek in

het centrum;

- realiseren van strategische stedelijke projecten als motor voor een vernieuwde

stedelijkheid;

- aansnijden van grotere nieuwe woongebieden in de centrumband als initiator voor een

verdere diversificatie van het woningaanbod.

d. Voorzien van woningen voor specifieke doelgroepen

Page 9: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 9

Een evenwichtig woonbeleid streeft naar een mix van verschillende bevolkingsgroepen. Indien

de trend in de bevolkingsevolutie zich doorzet, zal het aandeel van de leeftijdsgroep tussen 20 en 39

jaar stelselmatig afnemen. De gemeente streeft naar een trendbreuk wat dit betreft. Daarom zal

gestreefd worden naar het aanbieden van aangepast woonvormen voor jonge alleenstaanden en

jonge gezinnen.

Tevens moet ingespeeld worden op de vergrijzing van de bevolking. Ouderen blijven steeds langer

zelfstandig wonen en hebben specifieke woonbehoeften. In de dubbelkern en de stationsomgeving

moet specifieke aandacht gaan naar aangepaste woningen voor deze bevolkingsgroep.

Tenslotte moet bij het ontwikkelen van nieuwe woongebieden ook een eventuele bijkomende vraag

voor huisvesting van militairen kunnen opgevangen worden. De vraag voor bijkomende huisvesting

voor militairen wordt geschat op 40 bijkomende gezinnen per jaar.

e. Strategische stedelijke projecten zorgen voor nieuwe impulsen

Opdat Leopoldsburg zich zou kunnen handgaven als een volwaardig kleinstedelijk gebied, zijn een

aantal krachtige impulsen nodig om een nieuw elan te geven aan de lokale woonmarkt. De

strategische projecten moeten zorgen voor een nieuwe dynamiek in Leopoldsburg. Ze bieden

verschillende doelgroepen kwalitatieve woningen aan op interessante lokaties. Daarnaast zullen

deze strategische projecten een motorfunctie vormen voor de ganse gemeente en het kleinstedelijk

gebied in het bijzonder. Hun eigentijdse en kwalitatieve uitstraling moet een katalysator zijn voor

andere kleinschalige initiatieven rond opwaardering van het woningpatrimonium.

f. Nastreven van een evenwicht tussen stedelijke dynamiek en woonkwaliteit

Het intensifiëren van de stedelijke dynamiek mag niet ten koste gaan van het de woonkwaliteit. De

schaal van de projecten, de bebouwingsdichtheid, de commerciële nevenfuncties moeten afgestemd

worden op de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Woonkwaliteit betekent immers ook een

hoge verblijfskwaliteit, een kwalitatieve publieke ruimte, verkeersluwe woon- en verblijfsomgevingen,

voldoende publiek en privé groen.

g. Gedeconcentreerde bundeling van woonondersteunende voorzieningen

De woonkwaliteit wordt mede bepaald door de aanwezigheid en de nabijheid van

woonondersteunende voorzieningen. Deze voorzieningen zijn zeer uiteenlopend van aard, gaande

van openbaar vervoer, over lokale groenfragmenten, speelpleintjes, sportinfrastructuur, buurtwinkels,

scholen tot dienstverlening zoals post en gemeentelijke diensten.

Voorzieningen die zich situeren op het bovenlokale schaalniveau, worden gebundeld in het

kleinstedelijk gebied, in hoofdzaak in de dubbelkern, de stationsomgeving en aan de kanaalkom.

Page 10: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 10

h. Opmaak van een RUP kanaalkom

Suggestie aan de provincie:

De gemeente stelt voor dat de provincie bij de afbakening van het kleinstedelijk gebied een actie

opneemt om voor dit gebied een PRUP op te stellen. Via een provinciaal RUP kan het

woonuitbreidingsgebied omgezet worden in stedelijk woongebied.

De gemeente heeft de opmaak van een RUP hiervoor opgestart, waarin met de volgende

elementen rekening gehouden wordt:

- het gedetailleerd vastleggen van de verschillende bestemmingszones voor stedelijk wonen,

watergebonden recreatieve functies, groenzones en waterpartijen, horeca en kleinhandel.

Wonen moet de hoofdfunctie zijn;

- voorschriften betreffende woningdichtheid, bouwhoogtes en bebouwingstypologieën;

- het voorzien van voldoende en kwalitatieve publieke ruimtes, gekoppeld aan het waterfront;

- het concretiseren van de aanwezigheid van het element water doorheen de volledige wijk,

door het creëren van bijkomende bassins gekoppeld aan de kanaalkom – doelstelling is zo

veel mogelijk waterfront gerichte woningen te kunnen inplanten;

- het vormgeven van een visueel krachtige landmark aan de kop van het kanaal.

i. Suggesties betreffende elementen van bovenlokaal niveau inzake open ruimte: Kanaal van

Beverlo als natte natuurverbinding

Natte natuurverbinding nr. 78 in het RSPL omvat het kanaal van Beverlo, tot op grondgebied van

Leopoldsburg. Hier zal de provincie een beleid voeren in functie van de verder te ontwikkelen

natuurlijke stapstenen en plaatsen met aangepaste oevers en verbeterde mogelijkheden voor

aantakkingen van beken voor vismigraties.

Suggestie aan de provinciale overheid:

De gemeente ondersteunt deze selectie en het beleid van de provincie inzake natte

natuurverbindingen maar wenst deze natuurgerichte ontwikkeling op twee manieren te realiseren:

- binnen de kanaalkom en directe omgeving: als een natuurverbinding door stedelijke

omgeving, met behoud van invulmogelijkheden voor woningbouw van dat gebied;

- buiten de kanaalkom en directe omgeving: als een natuurverbinding in open ruimte of

overgangsgebied naar stedelijk gebied

j. Doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven inzake ruimtelijk-economische structuur:

Strategische stedelijke projecten versterken de economische structuur van het kleinstedelijk

gebied

Alhoewel bij de strategische stedelijke projecten de nadruk op de woonfunctie ligt, is er in beiden ook

plaats voor economische activiteiten.

Zone voor economische activiteiten gekoppeld aan pleziervaart: Kanaalkom en noordelijke

kanaaloever.

Input van nieuwe functies aan de kanaalkom is gewenst:

Page 11: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 11

- specifieke woontypologieën met stedelijke dichtheden aan het water;

- recreatieve functies die met water, boten en varen te maken hebben (aanlegsteiger,

botenberging voor de winter, botenherstelplaats, samengaan van recreatie en

natuurontwikkeling rond het kanaal, ...);

- horeca;

- kleinhandel.

k. Doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven inzake ruimtelijk-economische structuur:

Steenwegen binnen het stedelijk gebied als dragers voor economische activiteiten

De steenwegen kunnen in beperkte mate dienen voor de inplanting van economische activiteiten

die grootschaliger zijn en een sterker verkeersgenererend profiel hebben. Vanuit ruimtelijke en

mobiliteitsaspecten horen deze immers niet thuis in het compacte centrum of in residentiële

gebieden (en uiteraard evenmin in de open ruimte). De segmenten van de Diester- en

Antwerpsesteenweg, die onmiddellijk aansluiten bij de dubbelkern komen in aanmerking voor de

vestiging van dit soort activiteiten. Door hun goede ontsluiting zijn ze bereikbaar vanuit de regio.

Tegelijk sluiten ze aan bij de dubbelkern, zodat ze ook vanuit het centrum vlot te bereiken zijn. In het

geval van de Diestersteenweg kan de nabijheid van de Kanaalkom en de op stapel staande

woonprojecten aldaar een ruimtelijk kader aanrieken voor de inplanting van dergelijke economische

activiteiten.

Gewenste activiteiten betreffen zowel grootschaliger detailhandel als lokale bedrijvigheid. De

gewenste multifunctionele ontwikkeling van de steenwegen, met aandacht voor het behoud van de

woonfunctie, stelt echter randvoorwaarden aan hun commerciële ontwikkeling.

l. Herlokalisatie van bedrijvigheid aan de kanaalkom

De kop van het kanaal is een strategische locatie binnen het stedelijk project voor de kanaalzone.

Op de kop van het kanaal kan visueel een baken worden ingeplant. Het is tevens een scharnierpunt

tussen het centrum en de kanaalzone. Het voorstel van afbakening van het kleinstedelijk gebied

voorziet in de herbestemming van de KMOzone op de kop van het kanaal naar zone voor

gemengde stedelijke ontwikkeling. De KMO-zone wordt momenteel ingenomen door een bedrijf.

Voor dit bedrijf wordt een alternatieve locatie voorzien, aansluitend bij de nieuw in te richten KMO-

zone voor lokale bedrijvigheid. Deze bestemmingswijziging van de KMO-zone ‘kanaal B’ wordt

opgenomen in het provinciaal of gemeentelijk RUP voor de kanaalzone.

m. Gewenste toeristisch-recreatieve structuur: visie

Eén van de kernpunten in de uitbouw van de toeristisch-recreatieve structuur is de kop van het

kanaal, waar jachthavenactiviteiten kunnen ontwikkeld worden, zoals botenherstelling,

aanlegsteigers, overwinteringsloodsen, horeca, enzovoorts. Dit moet op verantwoorde wijze

gekoppeld worden met de ontwikkelingen inzake wonen op deze plaats.

Selectieve verbindingen moeten de kernlocaties met elkaar en met de kern verbinden. Hiervoor

worden natuurlijke en recreatieve verbindingen gemaakt. Via de beekvalleien en kleinschalige

open ruimte-elementen kunnen fiets- en wandelroutes de strategische punten met elkaar verbinden.

Page 12: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 12

n. Doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven inzake toeristisch-recreatieve structuur:

Watergebonden toerisme aan de kanaalkom

De wijde omgeving van de Kanaalkom zal een belangrijke plek worden inzake toerisme gelinkt aan

infrastructuur of bebouwing. Het geplande woonproject moet voldoende kansen laten om de

kanaalkom tot een watergebonden recreatieplek uit te bouwen.

Toerisme gelinkt aan het water betekent voor Leopoldsburg: watergebonden kleinschalige

activiteiten, zoals vaartoerisme, botenherstelling, overwintering boten, horeca, enzovoorts. In deze

context past een kleinschalige overnachtingsparking voor zwerfwagens.

De ontsluiting van dit hele kanaalkomgeheel gebeurt via de Antwerpsesteenweg, en ook via een nog

te creëren voetgangers- en fietserslink met het centrum. Rond de kanaalkom en de nieuwe bassins

zal een kleinschalige menging van wonen en watergebonden recreatie mogelijk gemaakt worden.

Het openbaar domein wordt met het oog hierop heraangelegd tot een “marine”-omgeving:

promenade langs het water, rustplekken, autovrije wandelkades, enzovoorts.

o. Acties en maatregelen inzake toeristisch-recreatieve structuur: Opmaak van

inrichtingsplannen voor het openbaar domein rond de kanaalkom

De wijde omgeving van de Kanaalkom heeft nood aan een kwalitatievere inrichting.

Een inrichtingsplan zal de herinrichting en heraanleg voorbereiden. Dit inrichtingsplan zal specifieke

aandacht besteden aan verblijfskwaliteit, beeldkwaliteit, recreatieve mogelijkheden en aan de relatie

van de omgeving met het water.

p. Doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven inzake landschappelijke structuur: Behoud

van verscheidenheid van het landschap

Leopoldsburg kent een aantal types nederzettingen: stedelijke kern, randstedelijke bebouwing,

lintbebouwing, historische gehuchten en kernen, verspreide bebouwing. In grote delen van de

gemeente overheerst het bebouwde landschap.

Het inbrengen van structuur, maar vooral van hiërarchie in dit gefragmenteerde landschap is een

krachtlijn voor het beleid.

Het bebouwde landschap is sterk afhankelijk van de deelruimte waarin het gelegen is.

De hiërarchisering en het behoud van het landschap is daarom deelruimtegebonden.

In de Centrumband, als onderdeel van het kleinstedelijk gebied, zal het landschap een sterke

stedelijke component krijgen. Groenstructuren, ter versterking van de leesbaarheid van het

landschap, nemen de vorm aan van laan- of straatbeplantingen of van parken en plantsoenen

temidden het bebouwde landschap. Dit bebouwde landschap, dat sterk geordend is vanwege het

orthogonaal stratenpatroon en een aantal doelbewust ingeplante bakens, zal zijn leesbaarheid

dienen te behouden. Waardevolle panden, in het bijzonder deze met een bakenfunctie of

beeldbepalend karakter worden beschermd tegen afbraak, nieuwe bebouwing op visueel

strategische plaatsen krijgt kwalitatieve randvoorwaarden mee.

Page 13: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 13

Eén van de focuspunten in deze deelruimte is de kanaalkom, waar het stedelijk landschap nieuwe

vormen zal aannemen door het geplande woon- en stadsproject.

De aanleg van het openbaar domein is hier zeer belangrijk om de leesbaarheid van het

stadslandschap te verbeteren. Groengehelen worden gebruikt ter versterking van het nieuwe

stedelijke landschap.

q. Landschappelijk waardevolle lijnelementen relevant voor het plangebied van dit RUP

Deze zijn:

- Het Kanaal van Beverlo.

- De vier steenwegen naar Leopoldsburg waaronder de Antwerpsesteenweg.

2.2 Bindend gedeelte GRS

Voortgaand op de acties geformuleerd in het richtinggevend deel, worden in het bindend gedeelte

van het GRS bindende bepalingen vastgelegd. Deze bindende bepalingen worden geformuleerd in

de vorm van ruimtelijke kernbeslissingen, afgekort RKB ‘s.

Een aantal van deze RKB’s zijn relevant voor het projectgebied van de Kom:

• Toeristisch-recreatieve structuur:

RKB 19: Selectie van strategische plaatsen openbaar domein: Kanaalkom en omgeving

RKB 20: selectie van standplaatsen voor zwerfwagens Aan de kanaalkom

• Verkeers- en vervoersstructuur:

RKB 21: Selectie van lokale wegen type 1: N18 Leopoldsburg – Balen

RKB 22: selectie van lokale wegen type 2: Lidostraat

• Op te maken gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen:

RKB 27: Opmaak van een gemeentelijk BPA /RUP voor de kanaalkom

Dit ligt nu voor.

• Andere plannen of verordeningen op te maken op gemeentelijk niveau4:

RKB 36: Opmaak van inrichtingsplannen voor het openbaar domein rond de kanaalkom

De wijde omgeving van de Kanaalkom heeft nood aan een meer kwalitatieve inrichting. Een

inrichtingsplan zal de herinrichting en heraanleg voorbereiden. Dit inrichtingsplan zal specifieke

aandacht besteden aan verblijfskwaliteit, beeldkwaliteit, recreatieve mogelijkheden en aan de

relatie van de omgeving met het water.

RKB 40: Opmaak actieplan voor het behoud en het versterken van ‘trage wegen’

Een samenwerking met de VZW “Trage Wegen” helpt bij het inventariseren van de diversiteit

en de kenmerken van het bestaande trage-wegennetwerk. Aan de hand van literatuurstudie, de

bevraging van experts en actoren (verenigingen, vvv’s, enz.) op het terrein en

terreinverkennend onderzoek kan een methodologie opgesteld worden voor het uitwerken van

Page 14: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 14

een functioneel, recreatief en landschappelijk ingepast padennetwerk.

Op 6 maart 2009 besliste het college van burgemeester en schepenen om een werkgroep

“Trage Wegen” op te starten. De milieudienst volgt dit dossier verder op.

• Uitwerking en afstemming van sectorale initiatieven:

RKB 44: Uitbouw van een recreatief netwerk door een samenhangend padenstelsel

De afstemming via een gericht padenplan van de bestaande padenstructuur op de recreatieve

polen en locaties vormt de basis voor het netwerk. Onderzoek naar verdwenen paden en in

onbruik geraakte voetpaden zal door de gemeente in een eerste fase opgezet worden.

Het uitwerken van recreatieve verbindingen tussen de woonkernen, langsheen interessante

locaties, gebouwen of kleinschalige natuurfragmenten, bundelt de toeristische functie met de

lokale verkeersfunctie. Zo wordt er een wandeling gekoppeld aan de millenniumbomen. De

gemeente werkt tevens een planning uit om ontbrekende schakels aan te vullen en de

bestaande infrastructuur te versterken.

RKB 45: Ondersteunend beleid voor verblijfstoerisme uitwerken

De gemeente zal overgaan tot de actualisatie van de inventarisatie van alle

verblijfsaccommodatie. Contacten met de provincie en met naburige regio’s zijn gewenst om

een actief en ondersteunend beleid uit te werken, eventueel in de vorm van een verordening,

administratieve ondersteuning, bedrijfshulp, enz. Eén van de maatregelen zal bestaan uit het

uitwerken van een premiestelsel voor de inrichting van bed-and-breakfast, landelijk toerisme en

gastenkamers. Dit gebeurt bij voorkeur in de deelruimten Westband, Heppen en Drie Groene

Randen.

Dit reglement kan ondersteunend werken voor het Provinciaal reglement dat dezelfde

ondersteuning van Bed-and-Breakfasttoerisme wil aanbieden. Een locatie voor echte

hotelinfrastructuur in functie van het kleinstedelijk gebied is in de eerste plaats de omgeving

van de Kanaalkom, en in de tweede plaats de Dubbelkern.

3. Plangebied “Aan de Kom”: situering en visieontwikkeling

3.1 Situering

Het projectgebied is geconcentreerd rond de kanaalkom van Leopoldsburg en is gelegen tussen

Antwerpsesteenweg, Vaartstraat en Lidostraat. Het plangebied behoort tot de deelruimten

Centrumband.

De oppervlakte van het projectgebied beslaat ongeveer 11 ha

Page 15: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 15

Figuur 2. Situering in de gemeente

Figuur 3. Luchtfoto van het plangebied met stratenplan.

Page 16: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 16

3.2 Structuur

Het plangebied kent volgende structuur:

a. Nederzettingsstructuur

In het plangebied komt weinig bebouwing voor en dat de bestaande bebouwing zich vooral aan de

randen van het plangebied bevindt aangezien hier ook de ontsluitingsmogelijkheden aanwezig zijn.

Het gaat hier om open bebouwing langs de Lidostraat, waarbij er een onderscheid gemaakt kan

worden tussen het begin (korter bij de Vaartstraat) en het einde van de Lidostraat. In het begin van

de Lidostraat liggen de open bebouwingen langs elkaar en op het einde van de Lidostraat komen ze

meer verspreid en solitair voor. Alle woningen, behalve één, die in de Lidostraat gelegen zijn, zijn

georiënteerd op de Lidostraat. Slechts één enkele woning is gericht op het kanaal en de kom.

Verder komen in het plangebied aan de Vaartstraat een aantal grootschalige gebouwen voor.

Deze zijn in gebruik als bedrijfsgebouwen en zijn zowel georiënteerd op de kanaalkom (voorgevel)

als op de Vaartstraat (laden en lossen vrachtwagens).

Meer centraal in het plangebied, is een solitair gebouw gelegen waar de jachtclub in gevestigd is.

Dit gebouw is, omwille van zijn functie, uiteraard georiënteerd op de kanaalkom. Qua grootteorde

betreft het hier een middenschalig gebouw.

b. Verkeersstructuur

De Antwerpsesteenweg is in het gemeentelijk mobiliteitsplan geselecteerd als lokale weg I. Deze

steenweg loopt langs de rand van het projectgebied in het zuiden, zuidwesten en zorgt voor de

verbinding tussen het centrum van Leopoldsburg en Balen. De Antwerpsesteenweg is een vrij

drukke verkeersas waar een tonnemaatbeperking op doorgevoerd is om het zwaar verkeer dat geen

bestemmingsverkeer is, hier te weren.

De Vaartstraat en het eerste gedeelte van de Lidostraat zijn binnen het gemeentelijk mobiliteitsplan

geselecteerd als lokale wegen type II en zorgen voor de ontsluiting van de woonwijk. Beide wegen

zorgen voor de afbakening van het plangebied in het noorden en het oosten.

Het tweede gedeelte van de Lidostraat krijgt een categorisering als lokale weg type III. De wegen

komen, net zoals de bebouwing, enkel aan de randen van het plangebied voor; ze begrenzen het

plangebied.

De enige wegen die in het plangebied voorkomen, zijn de trekwegen die langs het kanaal lopen.

Deze zijn niet publiek toegankelijk; deze wegen staan enkel in functie van verkeer voor

dienstnoodwendigheden (brandweer, civiele bescherming, …). De trekwegen kunnen wel gebruikt

worden door fietsers en voetgangers. Het enige gedeelte van de trekwegen dat publiek toegankelijk

is voor alle verkeer (omdat ze door de NV De Scheepvaart zijn overgegeven aan de gemeente), is

het gedeelte dat voor de bedrijvenzone in het zuidoosten loopt tot aan de jachtclub.

Alle wegen die in het plangebied voorkomen (of die het plangebied begrenzen) zijn weinig kwalitatief

ingericht en kennen een inrichting voornamelijk in functie van het gemotoriseerd verkeer.

Uiteraard vormt het kanaal met de kom ook een belangrijk element in de verkeersstructuur van het

gebied. Het betreft hier de grootste haven voor de binnenvaart in Vlaanderen en heeft een

toeristisch karakter. Het kanaal staat hier in verbinding met het kanaal Herentals-Bocholt.

Page 17: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 17

c. Landschapsstructuur

Door het niet gebruiken van de grootste gedeelten van het plangebied is er een (spontane)

bebossing opgetreden van deze delen.

Belangrijk structurerend groenelement dat niet enkel voorkomt in het plangebied, maar ook

daarbuiten doorloopt, is de bomenrij die ingeplant is aan weerszijden van het kanaal. Deze

bomenrij is structurerend omdat vele kanalen in Vlaanderen hierdoor gekenmerkt worden. Het is

daarom ook belangrijk dat zoveel mogelijk getracht wordt deze bomenrij te vrijwaren en indien

mogelijk nog te versterken. Aan het clubhuis van de jachtclub is een grasveldje gelegen waar

bomenrijen op ingeplant zijn.

De hagen die voorkomen binnen het plangebied hebben veeleer te maken met de inrichting van de

privé-tuinen en de afbakening van de privé-percelen dan met de landschappelijke structuur van

Leopoldsburg in het algemeen en het plangebied specifiek.

d. Economische structuur

De economische structuur van het plangebied is vrij eenvoudig opgebouwd.

In het zuidoosten van het plangebied komt volgens het gewestplan een KMO-zone voor die in

realiteit wordt ingevuld door een bedrijf in bouwmaterialen.

In de noordwestelijke hoek van het plangebied is volgens het gewestplan eveneens een KMO-zone

afgebakend. Binnen het plangebied is in deze zone echter nog geen bebouwing gerealiseerd. Buiten

het plangebied zijn de percelen wel reeds ingenomen door bedrijfsgebouwen en dit aan weerszijden

van het kanaal. In deze zone is ondermeer het gemeentelijk containerpark opgenomen.

Er komen verder geen andere economische activiteiten voor binnen het plangebied van de

kanaalkom.

e. Toeristisch-recreatieve structuur

Het belangrijkste toeristisch-recreatieve element, dat tevens ook het meest structurerende is voor het

hele plangebied, is het kanaal met de kanaalkom. Als grootste haven voor de binnenvaart in

Vlaanderen, kent de kanaalkom een groot aantal permanente boten, maar ook een aantal plaatsen

voor passanten. De jachtclub is gevestigd in een gebouw aan de kanaalkom. Dit gebouw is vrij

nieuw en bevat verschillende voorzieningen gelinkt aan de jachtclub.

Verder is er ook een onderhouds- en herstelwerkplaats voor boten gelegen naast het kanaal die deel

uitmaakt van de activiteiten van de jachtclub.

Een ander belangrijk toeristisch-recreatief element binnen het plangebied zijn de trekwegen die

parallel lopen aan het kanaal. Deze wegen zijn niet opgenomen binnen het functioneel en recreatief

fietsroutenetwerk van de provincie maar zouden er wel deel van kunnen uitmaken aangezien ook

de N18 richting Balen hier deel van uitmaakt.

3.3 Huidige en toekomstige situatie / visie op het plangebied

Het RUP voorziet in de concrete invulling van het huidige woonuitbreidingsgebied (en woongebied)

en omzetting van een klein deel van de KMO-zone in de Lidostraat en een uitdoofscenario voor de

Page 18: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 18

KMO-zone (1 bedrijf) in de Vaartstraat (zie figuur 4: bestaand Gewestplan).

Zoals hoger gesteld geeft dit project uitvoering aan het gemeentelijk structuurplan: strategisch

project (ontwikkeling en uitbouw kleinstedelijke kern van Leopoldsburg).

Het vertrekt ook van het concept “wonen aan het water” (dat steun geniet vanwege het

provinciebestuur) en een toeristisch-recreatieve invulling. Er worden 100 nieuwe woningen voorzien.

Aan de kanaalkom bevindt zich een jachtclub met bijhorende botenherstelwerkplaats. Sinds een

tiental jaren is er een beperkte recreatieve activiteit. Verder voorziet de gemeente om hier een terrein

in te richten als pleisterplaats voor mobilhomes.

Figuur 4. Huidig gewestplan

In de hoofdstukken 2.1 (vooral punten a, b, h, j, l, n, o en p) en 2.2 werd al relevante informatie en

elementen uit het GRS opgenomen. Hieronder wordt dit nogmaals gebundeld samengebracht.

a. Algemene visie

In eerste instantie gaat het hier om een kwaliteitsvol woonproject waarbij wonen aan het water

voorop gesteld wordt. Dit zal vertaald worden in ruimtelijke concepten, een structuurschets en

uiteindelijk een grafisch plan waarbij zoveel mogelijk woningen gericht zullen zijn op het water. Het

kanaal mag geenszins afgebouwd worden met hoge bouwblokken, integendeel, het aandeel water

binnen het projectgebied moet vergroot worden om alzo meer woningen naar het water te kunnen

oriënteren.

Het volledige plangebied moet een divers aanbod aan woningen kunnen aanbieden om

verschillende doelpublieken aan te trekken. Zo zal er onder andere een relatief groot aandeel

grondgebonden woningen voorzien worden om tegemoet te komen aan het gemeentelijk beleid dat

jonge gezinnen weer wil aantrekken in Leopoldsburg.

Page 19: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 19

In de voorschriften van het RUP moet heel duidelijk zijn dat de kwaliteit van de woonomgeving,

zowel de verharde als de niet-verharde (groene én blauwe) elementen, aan zeer hoge eisen moet

voldoen.

Het strategisch project aan de kanaalkom moet bovendien één samenhangend geheel vormen met

het centrum van Leopoldsburg zodat het kleinstedelijk gebied duidelijke ruimtelijke grenzen kan

krijgen in de toekomst.

b. Uitgangspunten

i. Vanuit Ruimtelijke Structuur

Een eerste belangrijk uitgangspunt is de prominente aanwezigheid van het kanaal en de

kanaalkom. Deze zullen naar de toekomst toe geïntegreerd worden in het stedelijk weefsel van

Leopoldsburg en zullen het kleinstedelijk gebied versterken. Ze hebben ook de potentie in zich om

het plangebied een zeer sterke eigen identiteit met specifieke karakteristieken te geven.

Vanuit de ruimtelijke structuur is ook de ligging van het plangebied aan de N18 een strategische

locatie. Deze gewestweg kan aangewend worden om een ruimtelijke relatie te bewerkstelligen

tussen het gebied rond de kanaalkom en het centrum van Leopoldsburg.

ii. Vanuit Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg

In het PRSL wordt Leopoldsburg geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Voor

dit kleinstedelijke gebied wordt vooropgesteld dat de ruimtelijke structuur moet worden behouden en

versterkt en dat het ruimtelijk beleid van de hoofdkern en de andere gemeenten op elkaar moet

worden afgestemd. Leopoldsburg wordt als entiteit versterkt. De taakstelling van Leopoldsburg

beperkt zich tot het uitbouwen van diensten, voorzieningen en wooneenheden binnen het

stedelijk gebied. De industriële activiteiten blijven op lokaal niveau. Leopoldsburg dient zijn

autonome positie in het buitengebied te versterken. Toeristisch-recreatief is zijn rol beperkt.

iii. Vanuit het gemeentebestuur van Leopoldsburg

De kanaalkom is een strategische locatie in de gemeente. Deze dient te worden ingebed in een

evenwichtige en herkenbare kern. Een aangepast project dat het kleinstedelijk gebied Leopoldsburg

versterkt, dient ontwikkeld te worden. Een relatie tussen het centrum van Leopoldsburg en deze

strategische locatie moet gerealiseerd worden.

Een diversificatie van het woningaanbod dient versterkt te worden in de gemeente door op deze

locatie ‘wonen aan het water’ te voorzien.

Een uitdovingsbeleid dient gevoerd te worden voor de bedrijven die gevestigd zijn op de kop van

de kanaalkom (aan de Vaartstraat).

Naast het woonproject dient deze locatie een toeristisch-recreatief knooppunt te vormen. Dit

knooppunt bestaat dan uit actieve waterrecreatie met de bestaande jachtclub (pleziervaart), fiets- en

wandelroutes en een standplaats voor mobilhomes die gebruik kunnen maken van de infrastructuur

van de jachtclub.

Een kwaliteitsvolle herinrichting is noodzakelijk.

Page 20: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 20

iv. Vanuit de NV De Scheepvaart

Langs alle oevers van open water dat in verbinding staat met het kanaal, moeten trekwegen

voorzien worden. De trekwegen mogen onder geen enkele omstandigheid afgesloten worden. Het is

echter niet noodzakelijk dat ze als verharde wegen worden aangelegd; enkel de vrije doorgang voor

verkeer voor dienstnoodwendigheden moet gegarandeerd worden. De trekweg is geen openbaar

domein en er moet dus bij de opmaak van het RUP rekening gehouden worden met het feit dat

hiervoor een specifieke zone moet gereserveerd worden.

Hierdoor is het dus niet mogelijk dat er inrichtingsprincipes worden gehanteerd zoals bijvoorbeeld

aan de Leie waar iedere woning een tuin heeft tot aan het water.

Woonboten zijn niet toegestaan in de kanaalkom.

c. Doelstellingen

Vanuit de ruimtelijke analyse op de verschillende niveaus en de knelpunten en kunnen doelstellingen

geformuleerd worden:

- In het gebied aan de kanaalkom dient een project gerealiseerd te worden dat ‘wonen aan

het water’ vooropstelt. Inrichtingsprincipes en ruimtelijke randvoorwaarden van deze

woonzone is dan gericht op het creëren van een nauwe relatie tussen het wonen en het

kanaal zonder dat het kanaal als publieke verkeers- en verblijfsas in het gedrang komt of

dat de exploitatie van het kanaal belemmerd wordt.

- Het project dient op schaal van Leopoldsburg en de kanaalkom in Leopoldsburg

ontwikkeld te worden.

- Ondanks het feit dat Leopoldsburg een beperkte rol speelt op provinciaal niveau als

toeristisch-recreatief knooppunt, moet de kanaalkom op niveau van de gemeente toch

ontwikkeld worden als toeristisch-recreatief attractiepunt, onder meer voor wat betreft

de actieve waterrecreatie (jachtclub met pleziervaart) en fietsen en wandelen.

- De kanaalkom kan niet als een geïsoleerd project beschouwd worden; een duidelijke

ruimtelijke relatie met het stedelijk weefsel van Leopoldsburg dient gelegd te worden.

Als bijlage 2 wordt een uitgewerkt voorontwerp (13 juni 2008) weergegeven.

Page 21: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 21

4. Redelijke alternatieven voor het RUP “Aan de Kom”

4.1 Bestendiging huidige toestand = Nultoestand (RUP niet uitvoeren)

Het RUP niet uitvoeren en de huidige toestand bestendigen is de situatie die geen effecten zal

genereren. Gelet op de opdracht die de gemeente gekregen heeft en die een vertaling kreeg in het

GRS (woongemeente), is dit in principe geen optie; maar naar milieueffecten wel de meest gunstige.

4.2 Alternatief 1 = verplaatsing KMO-zone Tunnelstraat naar het plangebied

Het GRS, bindende bepalingen bepaalt het volgende:

• RKB 32: Opmaak RUP lokale bedrijventerreinen

Voor lokale bedrijvigheid is in principe nog plaats op het bedrijventerrein Olmendijk. De centraal

gelegen percelen zijn nog niet ingevuld. Nochtans is een verdere invulling van deze

bedrijvenzone niet wenselijk, vanwege de aanwezigheid van de beek. Het centrale gedeelte

van de bedrijvenzone wordt open gehouden, met aandacht voor het herstel van de beekvallei.

Om deze herschikking te realiseren, zal een gemeentelijk RUP worden opgemaakt, bestaande

uit twee deelzones:

1. Bestaand lokaal bedrijventerrein Asdonkbeek I (Olmendijk): omzetten van centrale

deel van de KMO-zone naar open ruimte in functie van herstel van de beekvallei;

2. Nieuw lokaal bedrijventerrein in functie van de vestiging van nieuwe lokale

bedrijven, de eventuele herlocalisatie van bestaande (zonevreemde) bedrijven en

de inrichting van een gemeentelijk containerpark.

• RKB 35: Opmaken van een inrichtingsschets “Asdonkvallei”

Voor de vallei van de Asdonkbeek wordt een inrichtingsschets opgesteld, die de gehele vallei

op het grondgebied van de gemeente opneemt. Uitgangspunten zijn een te vrijwaren

beekdoorgang, open water ipv ondergrondse trajecten, natuurwaarden herstellen en

verblijfskwaliteit langs de beek in stedelijk gebied. Op korte termijn kan een deel van het KMO-

gebied aan de Tunnelstraat naar gebied voor natuurontwikkeling worden omgezet via een

RUP. De aanwezige landbouw wordt in dit overleg betrokken. Een LER

(landbouweffectenrapport) bij dit project is gewenst.

Voorliggend gebied kan ingeschakeld worden om de KMO-zone in de Tunnelstraat te vervangen. Dit

is planologisch verdedigbaar omdat het plangebied aansluit op de KMO-zone van de Lidostraat. De

realisatie van dit project zal evenwel meer nadelige effecten (overlast, geluid, transport,…)

genereren dan de invulling voorzien in het voorliggend RUP (wonen).

4.3 Alternatief 2 = variëren in het aantal wooneenheden per hectare

Page 22: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 22

Het RSV verplicht ‘gemiddeld’ 25 wooneenheden per ha.

Het RUP gaat uit van 100 wooneenheden per hectare. Dit kan verhoogd of verlaagd worden. In dit

laatste geval moet dan in een ander gebied binnen het grondgebied een hogere dichtheid worden

toegepast.

Op deze manier kunnen mogelijke effecten in positieve of negatieve zin worden beïnvloed.

Page 23: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 23

Deel B. Onderzoek naar de plicht tot screening De eerste vraag die beantwoordt dient te worden is of het RUP “Aan de Kom” MER-plichtig is.

Het “Besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten

onderworpen aan milieueffectrapportage” heeft de MER-plichtige projecten vastgelegd.

Het “Besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage van plannen en

programma's” legt de procedure en screening vast. De beoordeling verloopt via de Omzendbrief 3 december 2007.

Deze besluiten geven uitvoering aan de MER-decreten van 18 december 2002 (B.S. van 13/02/2003), van 22 april

2005 (B.S. van 13/05/2005) en van 27 april 2007 (B.S. 20/06/2007).

* * *

Er moeten 3 fasen doorlopen of dit RUP “Aan de Kom” MER-plichtig is.

Fase 1 – definitie van plan of programma (punt II, 1, A van de Omzendbrief)

De definitie van plan of programma bevat drie voorwaarden die tegelijkertijd moeten vervuld worden.

Het betreft volgende drie voorwaarden:

1. decretale of bestuursrechtelijke bepalingen moeten voorschrijven dat een plan of

programma wordt opgesteld en/of vastgesteld;

Het decreet Ruimtelijke Ordening schrijft de opmaak van een RUP voor. Deze voorwaarde

is bijgevolg vervuld.

2. het moet gaan om een plan of programma dat door een instantie op regionaal, provinciaal of

lokaal niveau is opgesteld;

Het RUP wordt opgesteld door het gemeentebestuur. Een gemeente is een instantie op

lokaal niveau worden. Gemeenten worden uitdrukkelijk opgesomd in de Omzendbrief.

Deze voorwaarde is vervuld.

3. het plan of programma moet via een wetgevingsprocedure door het parlement of de

regering worden vastgesteld of door een instantie (regionaal, provinciaal of lokaal niveau)

worden vastgesteld.”

De gemeenteraad zal het gemeentelijk RUP uiteindelijk vaststellen (met goedkeuring van de

bestendige deputatie). Deze voorwaarde is vervuld.

Dit RUP voldoet aan fase 1.

Fase 2 – Toepassingsgebied (Punt II, 1, B van de Omzendbrief)

Het toepassingsgebied wordt in twee categorieën van plannen en programma’s opgesplitst:

1. plannen of programma’s, of de wijziging ervan, die het kader vormen voor de toekenning

van een vergunning voor een project;

Een RUP heeft deze finaliteit. Op basis van een RUP worden immers bouwvergunningen of

verkavelingvergunningen toegekend. Een RUP wordt uitdrukkelijk genoemd in de

Omzendbrief.

Page 24: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 24

2. plannen of programma’s, of de wijziging ervan, waarvoor, gelet op de mogelijke

betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling is

vereist uit hoofde van artikel 36ter, §3, eerste lid van het decreet van 21 oktober 1997

betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (hierna: decreet natuurbehoud).

NVT (geen speciale beschermingszones worden getroffen of liggen in het plangebied)

Dit RUP voldoet aan fase 2.

Fase 3 – Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-MER (Punt II, 1, C van de Omzendbrief)

Er is een onderscheid tussen:

1. Plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ plan-MER-plichtig zijn:

Groep a: plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd

A1 .een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van

het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten

Er worden 3 nieuwe inhammen2 aangelegd. Deze inhammen zijn te beschouwen als vijvers

die slechts oppervlakkig in verbinding staan met het kanaal. Het wordt omschreven als

“zone voor waterparken”. Deze aanleg wordt NIET beschouwd als de aanleg van een

waterweg en bijgevolg gelden rubrieken 10g en 13 van bijlage II niet3.

Ongeveer is in het midden van het plangebied is er een spontaan ontstaan bos. Dit bos

heeft een oppervlakte van bijna 2 ha4 - dit komt overeen met 14% van het plangebied. Enkel

een ontbossing van meer dan 3 ha valt onder bijlage II (rubriek 1d). Het betreft ook een bos

met bomen jonger dan 22 jaar.

A2. niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging

inhouden

Het RUP vult zoals al vermeld in deel A het WUG concreet in en wijzigt een bestemming

(KMO-zone in woonzone) en regelt het gebruik van dit gebied.

Het plangebied heeft een oppervlakte van 11 ha (0,4% van de gemeenteoppervlakte) en

omvat de bouw van 100 woningen (= +/- 1,5% van in het aandeel van de gebouwen op dit

moment in de gemeente). De impact van dit RUP is in het licht hiervan eerder beperkt en

regelt bijgevolg het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau.

A3. betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer,

afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of

grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.)

Ja

2 In het voorontwerp van RUP nog verkeerdelijk aangegeven als bevaarbaar; dit is NIET het geval. 3 De MER-cel bevestigt in haar brief dd. 13 januari 2009 kenmerk LNE/BGP/09.0004/OHPL0208 deze zienswijze. 4 De kadastrale percelen (1e Afd Sie A nrs. 3446a en 3439a) waarop dit bos deels gelegen is, hebben volgens het

Kadaster tesamen een oppervlakte van 2 ha en 52 a en het bos neemt ongeveer 75% van de percelen in.

Page 25: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 25

Groep b: plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke

betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is

(artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.)

NVT (geen speciale beschermingszones worden getroffen of liggen in het plangebied)

Het RUP voldoet niet aan de definitie van groep a of b.

2. Plannen en programma’s waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke

milieueffecten kunnen hebben (= ‘screeningsplichtige ’)

a) plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die het gebruik bepalen van een klein

gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden (artikel 4.2.3, §3 D.A.B.M. zoals

recent gewijzigd door het nieuwe plan-MER-decreet van 27 april 2007);

b) plannen en programma’s die niet het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau,

noch een kleine wijziging inhouden én die niet vallen onder de bovenvermelde plan-MER-

plicht van rechtswege onder groep a op pagina 10 van de Omzendbrief (artikel 4.2.3, §2, 2°

D.A.B.M. zoals recent gewijzigd door het nieuwe plan-MER-decreet van 27 april 2007).

De voorgestelde RUP voldoet aan punt a) hierboven vernoemd zoals uiteengezet in 1.A2 (hiervoor).

* * *

Besluit:

Het RUP voldoet de screeningsplicht. Bijgevolg moet minstens een screening gebeuren conform

bijlage I van het MER-decreet (= deel C.).

Page 26: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 26

Deel C. Screening De screening houdt in dat wordt nagegaan of het plan of programma aanzienlijk effecten kan hebben op de bestaande

situatie voor mens en milieu. Deze screening houdt een beoordeling in aan de hand van de in bijlage I opgesomde

criteria van het D.A.B.M.. De genoemde criteria zijn onderverdeeld in twee categorieën, nl. de kenmerken van de

plannen en programma’s enerzijds en de kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed

anderzijds (MER-decreet artikelen 4.2.5 tot 4.2.7).

De screening betreft het onderzoek naar het al dan niet voorkomen van aanzienlijke milieueffecten ten gevolge van het

voorgenomen plan of programma.

Naargelang het resultaat van deze screening moet al dan niet besloten worden tot een plan- MER-plicht:

- indien er geen aanzienlijke milieueffecten kunnen zijn: geen plan-MER-plicht

- indien er wel aanzienlijke milieueffecten voor één of meerdere criteria kunnen zijn: plan-MER-plicht

* * *

1. De kenmerken van plannen en programma’s, in het bijzonder gelet op:

1.1. de mate waarin het plan of programma een kader vormt voor projecten en

andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en

gebruiksvoorwaarden, alsmede wat betreft de toewijzing van hulpbronnen;

Het RUP vormt een dergelijk kader. Enerzijds bepaalt het RUP de voorwaarden (voorschriften) en

anderzijds vormt dit RUP de basis voor vergunningen die getoetst worden aan deze voorwaarden.

Zodoende kan bijv. het project “Wonen aan het water” worden gerealiseerd.

1.2. de mate waarin het plan of programma andere plannen en programma’s,

met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel,

beïnvloedt;

Het kan hier gaan om plannen en programma’s in de omliggende omgeving, zoals de aanliggende gemeente of

provincie. Er moet hierbij ook rekening gehouden worden met de plaats in de hiërarchie van plannen en

programma’s, nl. hetzij op verticaal vlak (gewestelijk, provinciaal, gemeentelijk niveau) hetzij op horizontaal vlak

(vb. gemeentelijke plannen van aanliggende gemeenten)

a. Dit RUP past binnen het gemeentelijk en provinciaal structuurplan.

Het provinciaal en Vlaams structuurplan voorzien ruimte voor industrie in de regio rond het

Albertkanaal en de as Geel-Balen-Lommel-Overpelt. Leopoldsburg is kleinstedelijk gebied met

woonfunctie. Leopoldsburg heeft bebouwde oppervlakte van 51,2%. Dit komt overeen met 1 115,5

hectaren. Het Limburgs gemiddelde is 20.4% en het Vlaams gemiddelde 21.3 %.

Page 27: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 27

i. RSV

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen motiveert de aanduiding als kleinstedelijk gebied op

provinciaal niveau op pagina 340 als volgt:

“Leopoldsburg is gelegen in een groot aaneengesloten gebied van het buitengebied. Leopoldsburg

heeft een goed uitgeruste kern met een stedelijke structuur waar potenties aanwezig zijn voor het

voeren van een stedelijk aanbodbeleid op het vlak van wonen, gekoppeld aan het Militair domein. De

economische ontwikkeling vanmoet echter buiten het stedelijk gebied Leopoldsburg worden

gesitueerd binnen het economisch netwerk van het Albertkanaal.”

En op pagina 583 luiden de bindende bepalingen als volgt:

“1.5. Kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau

Asse, Beringen, Beveren, Bilzen, Blankenberge, Boom, Bree, Diksmuide, Geraardsbergen, Heist-op-

den-Berg, Hoogstraten, Leopoldsburg, Lommel, Maaseik, Maasmechelen, Menen, Neerpelt-

Overpelt, Ninove, Poperinge, Temse, Torhout, Veurne, Wetteren, Zottegem.”

ii. Afbakening kleinstedelijk gebied

In maart 2004 startte de provincie Limburg, samen met de betrokken gemeenten, de

vooronderzoeken rond de afbakening van tien stedelijke gebieden: Lommel, Neerpelt - Overpelt,

Maaseik, Maasmechelen, Bree, Leopoldsburg, Beringen, Sint-Truiden, Tongeren en Bilzen. Deze

onderzoeken zijn nu afgerond (met uitzondering van Neerpelt-Overpelt). In 2007-2008 is de opmaak

van deze ruimtelijke uitvoeringsplannen opgestart. Wat betreft Leopoldsburg is dit proces momenteel

in opgeschort totdat het Masterplan “Reigersvliet”5 afgerond is en welke keuzes en

bestemmingsafwegingen hier gemaakt worden.

iii. GRS

Dit RUP geeft uitvoering aan één van de strategische projecten van het gemeentelijk

structuurplan.

Het GRS kwam uitgebreid aan bod in deel A. punt 2.

b. Er is impact op andere (gemeentelijke) plannen in de zin van: dit RUP geeft er uitvoering

aan. In het mobiliteitsplan bijv. wordt voor de zone rond de kanaalkom een herwaardering

voorgesteld met uitbouw van het fietspadennetwerk.

i. Gemeentelijk Mobiliteitsplan Leopoldsburg (beleidsplan oktober 2005)

Het gemeentelijk mobiliteitsplan is opgemaakt door Vectris cvba (voorheen Langzaam Verkeer vzw)

in onderaanneming van Mobiel 21 vzw (nieuwe naam van Langzaam Verkeer). Fase 3 van het

mobiliteitsplan, met name het beleidsplan, wordt ter goedkeuring voorgelegd op de provinciale

auditcommissie van 22 november 2005.

Onderstaand worden kort de aandachtpunten in het beleid voor de omgeving van de kanaalkom

5 Verkoop van +/- 65 ha militair domein tussen Heppenstraat en Vlaanderenlaan waarover nu besprekingen tussen

Defensie, gemeente, provincie, steunpunt duurzaam bouwen, … bezig zijn (invulling, bestemming).

Page 28: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 28

beschreven.

Probleemstelling

Leopoldsburg heeft een beperkt aanbod aan bedrijventerreinen, die voornamelijk gesitueerd zijn in

het noordwesten van de gemeente langsheen de kanaalkom. De in het gewestplan voorziene zone

palend aan de Lidostraat en de zone tussen de Tunnelstraat en de Kanaalstraat kunnen zowel op

ruimtelijk vlak als op vlak van ontsluiting in vraag gesteld worden.

Naast de bedrijvigheid heeft het kanaal van Beverlo een belangrijke recreatieve functie. Aan de

kanaalkom langsheen de Antwerpsesteenweg is een jachthaven gelegen die er uitziet als een

sloperskade. Een ruimtelijke herwaardering met aandacht voor een landschappelijke aanpak

en recreatief medegebruik (water- en fietstoerisme) is wenselijk.

Recreatief watergebruik moet in samenhang met natuurontwikkeling worden gebracht.

Het centrum van Leopoldsburg deint uit naar het noorden (Strooien Dorp).

De zware belasting van de gewestwegen zorgt voor sluipverkeer langs woonstraten; één van de

belangrijkste voorbeelden hiervan zijn op de verbinding tussen de N73 (Leopoldsburgsesteenweg)

en de N18 (Antwerpsesteenweg).

Verbetering van de fietsvoorzieningen zijn noodzakelijk op de Antwerpsesteenweg.

Scenario duurzaam mobiliteitsplan

Er wordt gekozen voor een versterking van het kleinstedelijk kerngebied, zowel op vlak van

(commerciële) voorzieningen als op vlak van wonen. Omwille van de slechte

ontsluitingsmogelijkheden voor auto- en vrachtverkeer wordt er niet geopteerd om bijkomende

(grootschalige) bedrijvigheid aan te trekken.

Het wegennet wordt op een samenhangende manier ingericht met het oog op veiligheid en

leefbaarheid. Oneigenlijk gebruik van het wegennet (sluipverkeer) wordt tegengegaan (knippen,

inbouwen van filters, …).

In overleg met de buurgemeente en AWV wordt op de lokale invalsweg N18 vanuit Balen een

tonnagebeperking ingevoerd die ervoor zorgt dat enkel nog zwaar verkeer met bestemming

Leopoldsburg toegelaten wordt.

In de oriëntatienota wordt gesteld dat de kanaalzone aan de kom aan lager wal is geraakt. Uit het

onderzoek van de synthesenota blijkt dat er mogelijkheden bestaan om een ruimtelijke

herwaardering te koppelen aan de uitbouw van het fietsroutenetwerk. De kanaalkom kan een

toeristisch-recreatieve pool vormen met verknoping van fietsroutes. Dit alles kan op elkaar

afgestemd worden met een inrichtingsplan op korte termijn.

Strategische ruimtelijke projecten vanuit mobiliteitsoogpunt

In het inrichtingsplan van de kanaalkom zouden de specifieke ruimtelijke kwaliteiten aangewend

moeten worden (recreatief medegebruik, natuurontwikkeling, wonen, …) om de aantrekkelijkheid van

de plek te vergroten. Een verknoping van recreatieve fietsroutes kan de toeristisch-recreatieve pool

versterken.

Er is veel aandacht voor het stedelijke groen door het integreren van groene verbindingen.

Afbakening verblijfsgebieden en wegencategorisering

In het mobiliteitsplan wordt de N18 Leopoldsburg-Balen als lokale weg type I geselecteerd. De lokale

Page 29: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 29

weg type I is een lokale verbindingsweg met als hoofdfunctie verbinden op lokaal en interlokaal

niveau. Ontsluiten en toegang geven zijn aanvullende functies.

(Inter)lokale verbindingswegen verbinden kernen onderling, met een centrum of (klein)stedelijk

gebied of met het hoofdwegennet. Ze vormen tevens de verbinding van de hoofddorpen met het

(klein)stedelijk gebied waar zij voor een aantal voorzieningen op aangewezen zijn.

De kwaliteit van de doorstroming moet in evenwicht zijn met de verkeersleefbaarheid.

Toegang geven moet niet worden afgebouwd.

De verbindingsweg heeft tevens een belangrijke functie als openbaar vervoersas. Op de

verbindingsweg primeert de doorstroming van regionaal verbindende openbaar vervoerslijnen met

hoge frequentie.

De Vaartstraat en de Lidostraat (Strooiendorp en kanaalkom) zijn geselecteerd als lokale wegen type

II, wijkontsluitingswegen. Dat wil zeggen dat de hoofdfunctie van de weg verzamelen en ontsluiten

op lokaal en interlokaal niveau. De weg heeft slechts in tweede instantie een verbindende functie. De

ontsluitingsweg primeert op deze weg.

Het toegang geven neemt ook een belangrijke plaats in.

De weg ontsluit een lokaal gebied (wijk, kern, industrie- of dienstenzone) naar een weg van hogere

categorie. Het lokaal gebied kan verschillende schaalniveaus omvatten: de gemeente, een deelkern,

het centrum, dorpskern, wijk, campus, industriegebied.

Ontsluiten betekent het verkeer van het gebied verzamelen naar een weg van hogere orde en het

inkomende verkeer verdelen in het gebied.

In overeenstemming met de wegencategorisering en de gewenste afbakening van verblijfsgebieden

worden ook de gewenste snelheidslimieten bepaald.

Voor de lokale wegen type I en type II wordt een snelheidsregime van 70 km/u bubeko

vooropgesteld, 50 km/u bibeko en verblijfsgebieden en 30 km/u in het centrum en in de

schoolomgevingen.

Hoge snelheden van 90 km/u zouden niet meer mogen voorkomen op lokale wegen.

Een algemene snelheidsverlaging zorgt ervoor dat ongewenst doorgaand verkeer ontmoedigd wordt

om lokale wegen te gebruiken.

Fijnmazig fietsroutenetwerk

Een consistent en kwalitatief fietsroutenetwerk is een fundamentele voorwaarde voor de ontwikkeling

van een duurzaam lokaal verkeerssysteem.

Een fietsroutenetwerk is meer dan de aanleg van fietspaden; het is een zorgvuldig afgewogen

geheel van vrijliggende en aanliggende fietspaden langs verkeerswegen, fietssuggestiestroken of

gemengd verkeer in bebouwde omgevingen, autoluwe straten en exclusieve fietsassen (valleiroute).

In het kader van het mobiliteitsplan wordt voornamelijk aandacht besteed aan functionele relaties

(woon-werk, woon-school, woon-winkel, …). Bij de opbouw van het netwerk worden de richtlijnen uit

het provinciaal fietsrouteplan aangehouden; functionele en recreatieve fietsroutes worden

onderscheiden.

De bovenlokale functionele en de alternatieve functionele fietsroutes vormen een samenhangend

breedmazig netwerk dat gericht is op de meer dagelijkse functionele verplaatsingen. De fietsroute

langsheen de N18 richting Balen is hierin mee opgenomen.

Leopoldsburg is ook mee opgenomen in een recreatief fietsroutenetwerk op basis van knooppunten,

opgebouwd door de provincie Limburg en maakt deel uit van het landinrichtingsproject Grote

Page 30: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 30

Netgebied waar door de VLM eveneens een hiërarchisch opgebouwd recreatief fietsroutenetwerk op

basis van knooppunten werd uitgewerkt.

Leopoldsburg vormt de link voor beide netwerken. De kanaalkom wordt uitgebouwd als een

attractiepunt voor recreatief fietsverkeer.

Omwille van deze selectie in het fietsroutenetwerk dienen langs de Antwerpsesteenweg vrijliggende

fietspaden aangelegd worden buiten de bebouwde kom en aanliggende, verhoogde fietspaden

binnen de bebouwde kom.

Dit RUP voert mee het mobiliteitsplan uit.

ii. Woningbehoeftenstudie (eind 2002)

Voor haar woonbeleid wenst de gemeente Leopoldsburg volgende aandachtspunten te hanteren:

1. prioritaire ontwikkeling in het kleinstedelijk gebied;

2. kleinschalige versterking van het aanbod te Heppen;

3. diversifiëren van het woonaanbod, onder andere voor militairen en bejaarden;

4. kernversterkend werken.

Deze aandachtspunten dienen dus ook voor de ontwikkeling van dit RUP in rekenschap gebracht te

worden.

iii. Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (1996)

Met de opmaak van het GNOP heeft de gemeente zich geëngageerd tot het voeren van een

gemeentelijke natuurbeleid waarbij de versterking van natuurwaarden voorop staat. De

gemeenteraad keurde dit GNOP goed op 30 april 1996.

Het plangebied zelf is niet in de actiepunten van het GNOP opgenomen, maar grenst wel aan de

vallei van de Grote Beek waarvoor een herstel van de verwevenheid van habitats via veiligstelling,

beheersovereenkomsten, inrichtings- en beheersplan en aankoop vijvers voorop gesteld wordt.

Er is geen impact op dit RUP.

iv. Milieubeleidsplan 2005-2013 (2005)

De gemeenteraad keurde dit gemeentelijk beleidsplan goed op 22 februari 2005.

Het Kanaal van Beverlo komt vooral aan bod in het onderdeel “Water”.

De relevante info uit dit plan is opgenomen in punt d. van dit deel.

v. Landinrichtingsproject Grote Netegebied (1994-2009)

Het richtplan werd door de Vlaamse regering 30 juni 1998 goedgekeurd. In uitvoering hiervan

werden diverse deelplannen en projecten opgestart en uitgevoerd. Voor Leopoldsburg is het

deelplan “Gerheserheide” van belang.

Page 31: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 31

De belangrijkste gebiedsopties voor het gedeelte van Leopoldsburg gelegen in het

landinrichtingsproject en betrekking hebbende op het plangebied van de kanaalkom zijn:

- ondersteuning van het integraal waterbeheer;

- natuurontwikkeling ter hoogte van de beekvalleien en zandruggen;

- natuurinrichting van het kanaal en zijn invloedsgebieden;

- ondersteuning van het recreatief medegebruik;

- versterking van de landschappelijke structuur.

Er is geen impact op dit RUP.

vi. Neteland (2004-2008)

Dit is een planningsproces voor landbouw, natuur en bos (afbakening natuurlijke en agrarische

structuur).

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil het buitengebied vrijwaren voor de essentiële functies

landbouw, natuur en bos. In 2001 besliste de Vlaamse Regering de afbakening van de landbouw-,

natuur- en bosgebieden aan te pakken in twee fasen. De afbakening van de landbouw-, natuur- en

bosgebieden startte met de afbakening van 86.500 ha natuurgebieden als onderdeel van het Vlaams

Ecologisch Netwerk (VEN). De afbakening van de landbouwgebieden en de rest van de

natuurgebieden schoof door naar een tweede fase die in 2004 op gang kwam.

In Vlaanderen werden 13 dergelijke planningsprocessen opgestart. Leopoldsburg behoort tot het

deelgebied Neteland en meer bepaald “Deelruimte 5. Grote en Molse Nete”6 en “Deelruimte 6.

Brongebied Grote Nete”7. Hierin wordt – zoals al gesteld – de afbakening van het stedelijk gebeid

aangehaald als een provinciale taak.

Op basis van deze eindnota en de adviezen van de betrokken gemeenten, provincies en

belangengroepen, nam de Vlaamse regering op 21 december 2007 en 22 februari 2008 een

beslissing over de herbevestiging van de agrarische gebieden en het operationeel

uitvoeringsprogramma (raadpleegbaar via www.ruimtelijkeordening.be). Er zijn nog geen RUP

opgestart.

Er is geen impact op dit RUP.

vii. Het bekkenbeheerplan van het Netebekken 2008-2013 (2002-2009)

Op 30 januari 2009 keurde de Vlaamse Regering het besluit voor de vaststelling van de

bekkenbeheerplannen en de bijhorende deelbekkenbeheerplannen definitief goed

(www.bekkenwerking.be/documenten/definitieve-bekkenbeheerplannen/10_net_bbp).

Er is geen impact op dit RUP.

6 Het Kanaal van Beverlo ligt in deze deelruimte. 7 Eindnota van gewenste ruimtelijke structuur en uitvoeringsprogramma (juni 2006).

Page 32: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 32

1.3. de relevantie van het plan of programma voor de integratie van

milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame

ontwikkeling;

Volgende elementen uit het RUP vormen een kader voor het bevorderen van duurzame

ontwikkeling:

o zuidgerichte woningen (ZOG-zone): gebruik van zonne-energie en eigen stroomproductie;

o wonen aan het water (W-zone): hemelwaterrecuperatie en –infiltratie;

o natuur in stedelijke omgeving: waterparken + structurerend groen;

o stimuleren fiets- en voetgangersverkeer;

o …

Daarnaast ontwikkelt het gemeentebestuur in uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst dat op

onderscheidingsniveau werd ondertekend, een gemeentelijk milieu- en duurzaam beleid zoals bijv.

aanwerving van een duurzaamheidsambtenaar (in dienst sinds 1/8/2008), het project Tankslag (2005

en 2008), het project Zonneslag (2006), het E-portemonnee (punten verdienen met milieuvriendelijk

en/of duurzaam gedrag: zie www.e-portemonnee.be. Ingevoerd sinds 1 juni 2008), subsidie voor bio-

ecologische bouwmaterialen, voor zwaluwkolonies, voor hemelwaterputten en

infiltratievoorzieningen, planadvies duurzaam bouwen,… Voor meer informatie wordt naar de diverse

MilieuJaarProgramma’s verwezen.

Ook kan er een samenwerking worden opgezet met het Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg om

dit “wonen aan water” nog gerichter aan te pakken. Het college besliste op 13 februari 2009 om het

Steunpunt hierbij te betrekken.

1.4. milieuproblemen die relevant zijn voor het plan of programma;

Hierbij wordt er toepassing gemaakt van beschikbare emissie-, immissie- en andere milieugegevens over bodem;

oppervlakte- en grondwater; fauna en flora; atmosfeer; klimaat; geluid en trillingen; licht; lucht en geur;

gezondheid van de mens; stoffelijke goederen; mobiliteit, ruimte en landschap;

i. Bodem

Volgens de Bodemkaart ligt het plan

gebied in volgende zones:

- vochtig zand (licht

blauw);

- antropogeen (grijs).

Bodemkaart (via www.geovlaanderen.be)

Langs de kom en langs het kanaal worden er erosiegevoelige zones aangeduid. Het betreft hier

Page 33: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 33

hoge taluds die ontstaan zijn bij de uitgraving van het kanaal. De uitgegraven gronden werden langs

het kanaal opgehoopt en bestaan vandaag de dag nog. Ondertussen zijn ze begroeid.

Er zijn potentieel verontreinigde activiteiten geweest (bouwonderneming Van Broekhoven). Er werd

een bodemonderzoek uitgevoerd en OVAM leverde een bodemattest af (A-339898 D-27678 dd.

23/5/2006) met als conclusie: “geen verdere maatregelen”.

Momenteel zijn er 2 vergunde bedrijfsactiviteiten in het plangebied:

o marmerbewerking Saillart (op de vroegere locatie van Cera Email) (milieuvergunning

afgeleverd op 27 december 1995 voor 20 jaar – rubriek 30: bouwmaterialen);

o Yachtclub (melding, geakteerd op 19 augustus 2003 voor 20 jaar – o.a. rubriek 29.5:

metaalbewerking en rubriek 15.1 (stallen van boten)).

In het verleden werden ook vergunningen afgeleverd of activiteiten uitgevoerd:

o Cera Email (bakstenen/Vaartstraat) (bedrijvigheid gestopt 1994-1995); (geej

bodemonderzoeken teruggevonden)

o Bouwwerken Van Broekhoven (bouwmaterialen/aan de kom, momenteel deels bos) (ARAB-

vergunning 1969-1983);

o Breekinstallatie en storten afbraakmateriaal door Stratica NV (het niet of nauwelijks bebost

deel) (1992-1995 – PV’s vanwege afdeling milieu-inspectie en de gemeentepolitie/op 28 juni

1994 verkreeg NV stratica een milieuvergunning voor een locatie langsheen de

Antwerpsesteenweg 187, overkant van het kanaal en dus buiten het plangebied). Maar uit

het bodemonderzoek bleek dat het hiervoor bedoeld perceel niet vervuild is.

Bij het grondverzet, zeker bij mogelijks verzet van waterbodems moet de nodige zorg aan de dag

gelegd worden de waterbodem van het kanaal niet te intensief om te woelen (waterbodem vervuild

met PCB en zware metalen – accumulatie in paling, zie verder bij punt “ii. Water”). Bij de aanleg van

de waterparken (vijvers) wordt hiermee rekening gehouden: het betreft ondiepe vijvers met enkel een

(“oppervlakte”)verbinding met het kanaal.

ii. Water

Watertoets:

Voor het plangebied werd het watertoetsinstrument op www.watertoets.be doorlopen. Dit instrument

stelt ons in staat te onderzoeken of een project de watertoets doorstaat, dan wel of er zich mogelijk

schadelijke effecten kunnen voordoen en een advies van de waterbeheerders aangewezen is. Het

watertoetsinstrument werd gekoppeld aan het watertoets geoloket voor het raadplegen van de

overeenkomstige watertoetskaarten. Het geoloket, ontwikkeld door het AGIV

(www.gisvlaanderen.be), is op dit ogenblik nog in ontwikkeling. Het is dus mogelijk dat bepaalde

watertoetskaarten nog niet correct getoond worden. De uitvoering van deze watertoets gebeurde dan

ook op basis van de (project)gegevens zoals deze tot op heden beschikbaar zijn.

De verschillende watertoetskaarten zijn ter informatie weergegeven in de volgende paragraaf.

Hieronder worden de belangrijkste vaststellingen en conclusies voor het plangebied weergegeven.

Page 34: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 34

Richtlijn gewijzigd overstromingsregime

Het plangebied wordt in het zuid-westen begrensd door het kanaal en de kanaalkom.

Langs het kanaal wordt het gebied gekarteerd als NOG, overstroombaar vanuit waterloop. Er komen

geen natuurlijke waterlopen voor in het plangebied.

Een positieve uitspraak over de vergunningsaanvraag is mogelijk indien de gewestelijke

stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Binnen de voorschriften wordt

bepaald dat het hemelwater binnen het plangebied opgevangen dient te worden. Onder deze

voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal

waterbeleid.

Gewijzigde grondwaterstromingspatroon

In het project worden een aantal van de bestaande gebouwen (woningen en bedrijven) behouden en

worden een 100-tal nieuwe wooneenheden opgericht. Er zal eveneens nieuwe verharding

(ontsluiting nieuwe woonwijk) worden aangelegd.

Aangezien er hier uitgegaan wordt van een structuurschets die vertaald wordt in een RUP en dus

geen technische uitvoeringsdossiers, is het niet mogelijk om een correcte oppervlakte op te geven

voor de bijkomende bebouwing en verharding. Het resultaat van bijkomende bebouwing en

verharding zal in ieder geval meer dan 0,1 ha bedragen (het plangebied zelf is bijna 11 ha groot).

Het is dan ook aangewezen het advies in te winnen van de bevoegde adviesinstanties8.

Hierbij dient wel in overweging genomen te worden dat er binnen het plangebied ook zeer grote

waterpartijen aangelegd zullen worden die zeker een functie kunnen vervullen in het kader van

opvang hemelwater,… .

Gezien in de voorschriften wordt opgenomen dat de “gewestelijke stedenbouwkundige verordening

inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van

afvalwater en hemelwater” van toepassing is, waarbij getracht wordt om geen bijkomend

afvoerdebiet te laten ontstaan door het omzetten van onverharde oppervlakte in verharde

ondoordringbare oppervlakten door middel van het voorzien van de nodige ruimte voor

waterinfiltratie en/of waterberging, kan gesteld worden dat de afstromingshoeveelheid slechts

beperkt zal wijzigen.

Gewijzigde infiltratie naar het grondwater

Het plangebied wordt volledig gekarteerd als matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2), een

smalle strook langs het kanaal wordt aangeduid als zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1).

Dat wil zeggen dat er bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet nagegaan worden

wat de dimensies van de ondergrondse constructies zijn. Indien deze dieper dan 5.00 m gelegen zijn

en een horizontale lengte van meer dan 100 m hebben, dient advies ingewonnen te worden.

Buffering en infiltratie van water Het projectgebied is gelegen in infiltratiegevoelig gebied

(Netebekken).

Zoals reeds gesteld bij de gewijzigde afstromingshoeveelheid, is er een zeer groot aandeel

bijkomende oppervlakte verharding en bebouwing in het plangebied en zal er dus advies moeten

ingewonnen worden bij de bevoegde instanties.

8 Deze zijn opgenomen in de te raadplegen instanties.

Page 35: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 35

Conclusie

- gezien de kartering als NOG;

- gezien een grote toename van de bebouwde en verharde oppervlakte;

- gezien de ligging grotendeels in een matig en beperkt in een zeer gevoelig gebied wat

betreft grondwaterstromingsgevoeligheid;

- gezien er zeer grote waterpartijen gerealiseerd zullen worden die een functie kunnen

vervullen in kader van geïntegreerd waterbeleid;

- gezien de richtlijnen van de “gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake

hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van

afvalwater en hemelwater” in de stedenbouwkundige voorschriften opgenomen zijn;

kan gesteld worden dat er weinig tot geen schadelijke effecten ten aanzien van het verlies van

waterbergend vermogen zullen zijn. Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient echter

toch expliciet het advies van de bevoegde instanties aangevraagd te worden.

Het plangebied is erosiegevoelig (zie ook bij “i. bodem”), en ook infiltratiegevoelig (behalve het

kanaal zelf, is het volledige gebied aangeduid als infiltratiegevoelig).

Het plangebied is vrij vlak gelegen met hellingspercentages tot 5%. Daar waar de erosiegevoelige

gebieden aangeduid zijn (langs de kom en een zone langs het kanaal) zijn de hellingspercentages

hoger (5-10% en meer dan 10%). Dit zijn de taluds die gevormd werden toen het kanaal werd

uitgegraven en de grond erlangs werd opgehoopt.

en overstromingsgevoelig (langsheen

noordzijde van het kanaal te vertrekken

vanaf de kom tot ter hoogte van de

Kanaalstraat – licht blauwe kleur).

Overstromingskaart (via www.geovlaanderen.be).

Alsook overstroombaar vanuit de

waterloop (licht roze kleur op kaart

hieronder).

Van Nature uit overstroombar gebieden

(NOG) (via www.geovlaanderen.be).

Het kanaal en omgeving is zeer gevoelig

Page 36: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 36

wat betreft grondwaterstroming (zie kaart hiernaast: licht bruine kleur).

Grondwaterstromingskaart (via www.geovlaanderen.be)

Volgens de kwaliteitsdoelstellingen moet het water van het kanaal van Beverlo de normen voor

drink- en viswater nastreven.

Het grondwater is het plangebied behoort tot de formatie van Kasterlee en Kattendijk. Meer info is te

vinden in het VMM-rapport “Het Centraal Kempisch Systeem – grondwater in Vlaanderen” (2008 –

depotnummer D/2008/6871/015).

Volgens de rapporten van de VMM en Bekkenbeheerplan is de waterkwaliteit van het kanaal matig

tot aanvaardbaar/goed (BBI = goed /waterbodem Triade-kwaliteit = sterk afwijkend t.o.v. referentie

(o.a. cadmium en lood).

Zie ook de studie van G. Goemans, C. Belpaire, M. Raemaekers en M. Guns, “Het Vlaamse

palingpolluentenmeetnet, 1994-2001: gehalten aan polychloorbifenylen, organochloorpesticiden en

zware metalen in paling”, IWB.Wb.V.R.2003.99, juli 20039. Het ministerieel besluit dd. 19 april 2002

houdende een tijdelijk meeneemverbod van paling in alle openbare waterlopen en een tijdelijk

meeneem verbod van alle vissen op bepaalde openbare wateren (BS 25.05.2002).

Ook in de waterbodem zijn PCB’s en zware metalen terug te vinden (zie bij punt “i. bodem”)

Het IBW rapport, “Het Vlaamse palingpolluentenmeetnet 1994-2001” meldt dat het kanaal van

Beverlo over de volledige lengte zwaar verontreinigd is met PCB’s. Omwille van deze verontreiniging

is er een meeneemverbod voor alle vissoorten.

Volgens het zoneringsplan is het plangebied deels gelegen in centraal gebied (omgeving van de

Kom) en aansluitbaar op collectief te optimaliseren buitengebied (Lidostraat langsheen voormalig

terrein bouwbedrijf Van Broekhoven). Het zoneringsplan zal met een deel van het plangebied

moeten worden uitgebreid.

Het plangebied ligt binnen het zuiveringsgebied Tessenderlo.

9 In het Actieplan Cadmium voor de Noorderkempen (13/2/2006) is verder onderzoek vooropgesteld (o.a.

pag. 43-45 / Actie 42), zie http://www.lne.be/themas/milieu-en-gezondheid/welke-acties-onderneemt-de-

overheid/cadmiumproblematiek/actieplan%20cadmium.pdf

Page 37: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 37

iii. Fauna en Flora (zie ook verder 2.7, hierna)

Volgens het (huidige) gewestplan is het woonuitbreidingsgebied en KMO-zone.

Volgende studies/rapporten werden inzake het kanaal uitgevoerd (niet limitatief):

- Visbestandopnames op het kanaal van Beverlo (2005), raadpleegbaar op

http://www.inbo.be/docupload/2540.pdf.

- Zie ook het hierboven vermelde palingonderzoek (zie punt “ii. Water”). Zie ook op

http://www.inbo.be/docupload/1687.pdf.

- Beyens, J.; Belpaire, C. (1995). Voorstellen tot oeverbescherming en -herstel van het kanaal

van Beverlo. Adviezen van het instituut voor bosbouw en wildbeheer - sectie visserij, 1995(034),

Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer.

In het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) is het plangebied niet opgenomen als actiepunt.

Het plangebied is niet gelegen in VEN of Habitat-/Vogelrichtlijngebied. Het is niet gelegen in een

kwetsbaar gebied volgens ecosysteemkwetsbaarheidskaart (info via www.geovlaanderen.be).

Volgens de Biologische waarderingskaarten

zijn er evenwel waardevolle percelen

gelegen vooral in hart van het RUP waar het

voormalig bouwbedrijf gevestigd was.

Op deze plaats zijn 2 van de 3 waterparken

(vijvers) voorzien. Op deze manier wordt het

verlies aan natuurwaarde gemilder en

gecompenseerd. Ook het structurerend

groen draagt hiertoe bij.

Een ander biologisch waardevol perceel is vormt ongeveer het 3e waterpark (vijver). De compensatie

is vergelijkbaar met dat voor de 2 andere vijvers.

Gelet op de ligging van het plangebied en de onmiddellijke omgeving (straal 1 km) hebben

diersoorten alternatieve biotoopmogelijkheden en kansen (zie ook verder bij punt 2.7).

Op het voormalig bouwbedrijf is deels spontaan een bos ontstaan. Omwille van de jonge leeftijd

ervan moet bij ontbossing omwille van de leeftijd geen compensatie worden betaald (info ANB).

Dit structurerend groen (artikel 16) en de vijvers (artikel 11) krijgen in de stedenbouwkundige

voorschriften een juridische verankering.

iv. Atmosfeer en klimaat

Gebouwenverwarming en (auto)verkeer hebben een effect op de atmosfeer en het klimaat maar de

overheid grijpt om verschillende manieren in om dit effect te milderen: EPB-wetgeving, duurzaam

bouwen, uitbouw openbaar vervoer, CO2-uitstoot van voertuigen, …

Het effect van voorliggend project zal klein zijn maar wil een bijdrage leveren. Zo worden bijv. in de

Page 38: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 38

ZOG-zone stedenbouwkundige mogelijkheden (artikel 9) geschapen om hiertoe bij te dragen

(zongericht bouwen).

v. Geluid en trillingen

Tijdens de uitvoeringsfase zal er overlast zijn van o.a. de aanvoer van materialen, de

bouwwerkzaamheden zelf, … Dit is tijdelijk van aard en de omgeving ligt in een omgeving met al

heel wat transport en werkzaamheden (gewestweg N18, KMO-zone, Yachtclub met werf).

vi. Licht

Dit aspect is op zich weinig relevant. Bij aanleg van de openbare verlichting zal Infrax erop toezien

dat er zo weinig mogelijk lichtvervuiling wordt veroorzaakt en het gebruik van energiearme/zuinige

verlichting.

vii. Lucht en geur

Gebouwenverwarming en verkeer veroorzaken fijn stof. In het project is voorzien om bij de

gebouwenverwarming zoveel als mogelijk gebruik te maken van de zonne-energie.

Wat de uitstoot van fijn stof betreft neemt de overheid voldoende maatregelen om deze uitstoot te

verminderen. In het project wordt een bijdrage gedaan via de aanleg van het structurerend groen.

viii. Gezondheid van de mens (zie ook 2.4, hierna)

Dit aspect is al aan bod gekomen in punten “iv Atmosfeer en klimaat” en “vii Lucht en geur”.

Ondanks de verontreiniging die in de waterbodem aanwezig is, is er geen direct gevaar voor de

mens als hij in contact komt met het kanaalwater. Er mag immers gevist worden maar de vissen

(paling) mag niet meegenomen (om te consumeren).

ix. Stoffelijke goederen

Het betreft een op dit moment voornamelijk onbebouwd, braakliggend, deels bebost gebied.

Dit aspect is weinig relevant.

x. Mobiliteit (zie ook 2.4, hierna)

Het project zal een toename van verkeer veroorzaken op de gewestweg en de huidige en aan te

leggen lokale weg (o.a. 100 woningen x minmaal 2 bewegingen per dag). Maar ook zullen meer

voetgangers en fietsers zich verplaatsten in het plangebied. Het recreatiegebied visvijvers Lido (ook

een voormalig openlucht zwembad) en het café “de Drakar” zullen bij een kwaliteitsvollere invulling

van het plangebied een nog grotere aantrekkingskracht uitoefenen.

Een invulling van dit gebied werd voorgesteld in het gemeentelijk mobiliteitsplan. De effecten ervan

werden in dit plan geëvalueerd.

Bewoners en recreanten kunnen gebruik maken van het al uitgebouwde openbaar vervoer (de lijn,

Page 39: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 39

station).

xi. Ruimte, landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

In het plangebied ligt er geen beschermd

monument of landschap. Het kanaal is wordt in

de Landschapatlas omschreven als een lijnrelict

(blauwe lijn) en bevindt zich in een traditioneel

landschap (binnen de groene lijn) op ruim 550 m

van een relictzone (zone aangegeven in de licht

bruine kleur).

Wel kent de kom en het kanaal een eigen

ontstaansgeschiedenis. De kom en het kanaal werden gegraven door Defensie bij de oprichting van

het militair kamp van Beverlo. Het kanaal was de aanvoerroute voor diverse (zware) materialen.

Later werd het kanaal ook van nut voor de metaalindustrie. De kom werd ook nog uitgebaat als

openlucht zwermbad.

1.5. de relevantie van het plan of programma voor de toepassing van de

milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap (bijvoorbeeld plannen en

programma’s in verband met afvalstoffenbeheer of waterbescherming).

* Watertoets: zie uitgebreid bij punt 1.4, ii, (hiervoor).

* Afvalbeheer: zoals hoger al uiteengezet neemt de overheid (Vlaams, provinciaal en gemeentelijk)

initiatieven om afval bij de bouw van woningen te minimaliseren (Uitvoeringsplan Milieuverantwoord

materiaalgebruik en afvalbeheer in de bouw; gemeentelijke subsidies,…). Hiertoe wordt ook

samenwerking gezocht met het Steunpunt Duurzaam Bouwen (beslissing van het college van

burgemeester en schepenen op 13 februari 2009 – zie hoger bij punt 1.3).

Page 40: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 40

2. Kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed, in het bijzonder gelet op:

2.1. de waarschijnlijkheid, duur, frequentie en omkeerbaarheid van de effecten;

- de effecten op korte, middellange dan wel lange termijn;

- tijdelijke, remedieerbare dan wel permanente effecten;

De omvorming en ingebruikname van dit WUG op zich hebben een evident effect: het gebied zal

waarvoor het bestemd werd, worden gebruikt: bewoning. Dit heeft de gekende effecten die

samengaan met bewoning tot gevolg.

Tijdens de bouwwerkzaamheden van de gebouwen en wegenis zijn permanente (bouw van de

woningen en wegenis) en tijdelijke effecten (transport en werkzaamheden – geluid en trillingen) (zie

punt 1.4).

De 3 extra waterparken (vijvers) worden zodanig aangelegd dat een omkeerbaar effect mogelijk is

maar na realisatie van het project zijn deze vijvers een vaste waarde omdat deze de essentie

uitmaken van het concept “wonen aan het water”.

Het jonge bos dat gekapt zal worden en de biologisch waardevolle percelen worden gecompenseerd

door de aanleg van de waterparken met inkleding (vijvers) en structuurgroen (art. 16 voorschriften).

2.2. de cumulatieve aard van de effecten;

- incrementele aspecten (aangroei,toename, lineair, exponentiëel ten opzichte van tijdsverloop);

- interactieve aspecten;

- opeenvolgende aspecten;

- complexe causale aspecten;

- synergetische aspecten (nl. op elkaar inwerkend en alzo versterkend);

Eens als het project gerealiseerd speelt heeft de cumulatieve aard van de effecten geen rol meer.

Het effect heeft plaatsgevonden en het WUG is bewoond met alle effecten van dien (zie ook punt

1.1. hiervoor).

2.3. de grensoverschrijdende aard van de effecten;

- de afstand van de gewest- of landsgrens;

- bijzondere klimatologische en geografische omstandigheden;

Er zijn geen grensoverschrijdende effecten.

Page 41: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 41

2.4. de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

(bijvoorbeeld door ongevallen);

Beperkte risico’s die niet meer of minder zijn in andere wijken of buurten van de gemeente.

Er is wel meer interactie en menging van verkeer (Antwerpsesteenweg-Vaartstraat en/of Lidostraat-

Lommelsesteenweg) waardoor de kans op ongevallen op die plaatsen kan toenemen.

Binnen het plangebied zal door de aard ervan in de praktijk fungeren als een “zone 30” (zie ook

aanduiding “verbinding voor langzaam verkeer” bij de stedenbouwkundige voorschriften). Bij

ongevallen in deze zones is lichamelijke schade tot een minimum te beperken of zelfs uit te sluiten.

In dit gebied worden geen bedrijfactiviteiten toegelaten, enkel woonfunctie. Hierdoor is de kans op

(bedrijfs)ongevallen in feite onbestaande.

2.5. de orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (geografisch

gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden);

- rustverstoring, barrière-effect, versnippering, ecotoopverlies, verzuring, eutrofiëring, vergiftiging, verdroging,

verzadiging, patrimoniumverlies;

- geografische zone: oppervlakte, hoogte, diepte, kwetsbaarheid (scholen, ziekenhuizen, recreatiegebieden,

bijzonder beschermde gebieden,…;

- verandering in de interne processen en structuren van de functionele systemen (wonen, werken in de

verschillende sectoren, recreatie, communicatie…);

- verandering in de relaties tussen de functionele systemen ( bereikbaarheid, toegankelijkheid, leefbaarheid,…);

Het betreft zoals al gesteld de invulling van een gebied van 11 ha dat tot in de jaren ’80 gebruikt

werd door een bouwbedrijf (zie hoger). Tot midden jaren ’90 was er ook nog beperkte bedrijvigheid

(opslag).

Langsheen de Lidostraat was en is er al bebouwing aanwezig. De laatste jaren werd ook de KMO-

zone in deze straat verder ingevuld (tussen ’t Lido en de grens van het plangebied).

Er is ter hoogte van de kom al jaren een Jachtclub aanwezig en actief (aanlegplaats boten én

werkplaats/werf).

De huidige omgeving en bewoners zijn aangepast (en gewoon) aan activiteit op deze locatie.

In het ontwerp is voorzien dat langsheen de Lidostraat structuurgroen zal worden aangeplant alsook

een bufferzone naar de KMO-zone toe.

Kortom: het aantal getroffenen zal beperkt tot verwaarloosbaar zijn.

Het aanwezige groen wordt omgevormd tot waterparken (vijvers met park) en structurerend groen.

Page 42: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 42

2.6. de waarde en kwetsbaarheid van het gebied dat kan worden beïnvloed

gelet op :

— bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed;

— de overschrijding van de milieukwaliteitsnormen of van grenswaarden;

— intensief grondgebruik;

Er zijn geen bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed in het gebied aanwezig behalve

dat de kom en het kanaal een bijzonder kenmerk op zich zijn gelet op hun bestaansgeschiedenis (zie

hoger bij Deel A, punt 1).

2.7. de effecten op gebieden en landschappen die door een lidstaat, door de

Europese Gemeenschap, dan wel in internationaal verband als beschermd

gebied zijn erkend.

Indien de perimeter van het plan of programma grenst aan Nederland, Frankrijk, of aan het Waals of Brussels

Hoofdstedelijk Gewest, moet speciale aandacht gaan naar de mogelijke (gewest)grensoverschrijdende effecten.

Er is geen enkel dergelijk gebied aangrenzend aan het plangebied aanwezig.

Deze gebieden liggen wel op volgende afstand (afstanden in vogelvlucht) van het plangebied:

� Het vogelrichtlijngebied ligt op ongeveer 550 m oostwaarts en het Habitatgebied op 975 m

met er tussenin een gewestweg (Lommelsteenweg) en de wijk Strooiendorp;

� VEN-gebied (en natuurgebied) Gerheserheide ligt in vogelvlucht op ongeveer 1 750 m naar

het zuidwest (en het gebied aan de Middenlaan ligt op ongeveer 1 450 m) en met

ertussenin de KMO-zone in de Tunnelstraat en de wijk Immert-Asdonck (Heppen);

� Een landschappelijk waardevol agrarisch landbouwgebied (Engenstraat) ligt op 700 m

westwaarts;

� Twee beschermde monumenten (postgebouw en kerk, Koning Leopold III laan) liggen Op

1650 m zuidwaarts;

� Risicozones voor overstromingen: zie uitgebreid Deel C.,1.4, ii.

Page 43: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 43

Deel D. Besluit / Samenvatting

De gemeente Leopoldsburg wenst over te gaan tot de opmaak van het RUP “Aan de Kom” in het

kader van de realisatie van haar strategische projecten zoals beschreven in het Gemeentelijk

Ruimtelijk Structuurplan (GRS). Het GRS stelt dat het gebied rond de kanaalkom (de zone tussen de

Antwerpsesteenweg, Vaartstraat en de Lidostraat) één van de twee strategische projecten in de

gemeente is waarvan de ontwikkeling de uitbouw van de kleinstedelijke kern van Leopoldsburg

ondersteunt.

Het RUP heeft tot doel het aansnijden en invullen van het woonuitbreidingsgebied aan de

kanaalkom, aangevuld met omliggende andere gebieden. Dit RUP geeft ook uitvoering aan diverse

(gemeentelijke) beleidsplannen zoals bijv. het mobiliteitsplan, de woonbehoeftenstudie of het

provinciaal structuurplan.

Over dit RUP moet overeenkomstig de bepalingen van het decreet een MER-screening worden

uitgevoerd.

Alternatieven voor dit RUP zijn:

- niks doen en berusten in de huidige (planologische) situatie;

- verplaatsing van de KMO-zone aan de Tunnelstraat naar dit gebied;

- het voorliggende RUP uitvoeren maar minder/meer wooneenheden per hectare.

Bij de milieuelementen moet vooral de kwaliteit van de waterbodem in het oog worden gehouden. In

het plangebied worden 3 inhammen aangelegd. Vermits het slechts vijvers betreffen die oppervlakkig

met het kanaal in verbinding staan is het risico op overdracht van vervuiling minimaal tot

verwaarloosbaar. Omwille van deze vervuiling is er ook een meeneemverbod voor paling.

Vermits het plangebied gelegen is aan een kanaal zijn er voldoende mogelijkheden om het

hemelwater op te vangen en hierin af te voeren. Dit is ook de basis van het concept “Wonen aan het

Water”.

Het bos gelegen in het midden van het plangebied heeft een oppervlakte van bijna 2 ha en het

betreffen bomen van minder dan 22 jaar. Dit perceel is aangeduid als biologisch zeer waardevol. Het

verlies ervan wordt gecompenseerd met structuurgroen en de vijvers met park.

Het plan gebied ligt op voldoende afstand van een aantal beschermde gebieden (Vogel- of

Habitatrichtlijngebied).

Het college besliste op 13 februari 2009 om een samenwerking op te starten met het Steunpunt

Duurzaam Bouwen Limburg. Zo kunnen bijkomende elementen omtrent duurzaam bouwen

(materiaal gebruik, oriëntatie, …) opgenomen worden in het project. Met een gemeentelijk reglement

worden duurzaam materiaalgebruik (bio-ecologsiche bouwmaterialen en zonne-energie) nu al

aangemoedigd.

Page 44: MER-Screening Project RUP “Aan de Kom”MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 3 2.4 de risico’s voor de menselijke veiligheid of gezondheid of voor het milieu

MER-screening voorontwerp van RUP “Aan de Kom” – 44

Op vlak van mobiliteit wordt ook het gebruik van de fiets aangemoedigd. In het plangebied zijn er al

heel wat voorzieningen aanwezig (trekwegen langsheen het kanaal). Aanvullend besliste het college

op 6 maart 2009 om een werkgroep “Trage Wegen” op te richten.

Mits milderende effecten zoals voorgesteld in voorliggend RUP of ontwikkelde acties en beslist

beleid vanwege het gemeentebestuur kan het plangebied alsdusdanig worden ontwikkeld volgens

het concept “Wonen aan het Water”.