De verenigingen van steden en gemeenten van Vlaanderen,Brussel en Wallonië hebben nauwe banden behouden enbuigen zich geregeld samen over aangelegenheden die hun allenaanbelangen.

Zo hebben zij in mei dit jaar een gemeenschappelijkmemorandum opgesteld ter attentie van de volgende federaleregering. U kan het document raadplegen op de website vanonze Vereniging www.vsgb.be en ook verder in dit nummer.Het lijst 18 belangrijke voorstellen op, waaronder het overlegmet de lokale besturen, de weigering van de vervanging van hetstaatscentralisme door een nieuw regionaal centralisme, deverruiming en hertekening van de financiële middelen voor desteden en gemeenten, de budgettaire neutraliteit van defederale maatregelen voor de lokale besturen, de invoering vaneen voorschottensysteem voor de aanvullende personen-belastingen, een vermindering en een rationalisering van deadministratieve en rechtelijke taken van de lokale politie, eenstructurele oplossing voor de financiering van het pen-sioenstelsel van het gemeentepersoneel, de voortzetting van deprogramma's omtrent het grootstedenbeleid tot eind 2011,nieuwe maatregelen voor de ontwikkeling van de socialeeconomie, de veralgemening van het e-government, de vrij-waring van een echte universele dienstverlening door de Post,de consolidering van de acties die op touw gezet werden rondgemeentelijke internationale samenwerking, wetgeving die deindividuele aansprakelijkheid van de mandataris beperkt alser geen sprake is van opzettelijk, zware of herhaalde fout, …

De beslissing van de federale regering in lopende zaken om –zoals onze Vereniging vroeg –de contracten die reeds afgeslotenwaren in het kader van het grootstedenbeleid, tot eind 2010 teverlengen, vormde de inlossing van de eerste van onze eisen.

Brussel heeft dringend nood aan herfinanciering. In haarmemorandum 2009, dat opgesteld werd naar aanleiding vande gewestverkiezingen, pleitte onze Vereniging reeds voor eenbillijke verdeling van de belastingen tussen woon- enwerkplaats. Die eis is essentieel en moet gedragen worden doordegenen die in naam van Brussel rond de onderhandelingstafelzullen plaatsnemen.

Memorandum

Ver.

Uitg.

Mar

cTho

ulen

-Nr7

317

ED

ITO

Nr 2010/03 - juni / juli 2010

Marc CoolsVoorzitter van de VSGB

INHOUDSTAFEL

Algemene vergadering 2010 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6Federaal memorandum van de Verenigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7Federaal memorandum van de OCMW's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11Jobelix combineert sociaal en rendabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12De overheid moet meer vat krijgen op de huisvesting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15Het Parlement deblokkeert het openbaar beheersrecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16Vergrijzing : impact voor de lokale besturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18Europese Week van de Lokale Democratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21Duinkerke 2010 : twee verklaringen rond duurzame ontwikkeling . . . . . . . . . . .22Evaluatie van de wettelijke graden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26

pagina

DE VERENIGING IN ACTIE

Algemene Vergadering

In deze editie wordt de periode van mei tot eind juni onder de loepgenomen. De activiteit in deze periode werd gedomineerd door deAlgemene Vergadering van de Vereniging, gehouden op 16 juni in hetauditorium “Parabool” dat ter beschikking gesteld werd door Dexia.

Naast het statutaire ge-deelte gewijd aan degoedkeuring van de reke-ningen en de begroting,de samenstelling van debestuursorganen en hetactiviteitenverslag van deVereniging, heeft dezeVergadering, opgeluisterddoor de aanwezigheid van de minis-ters Charles Picqué en Jean-LucVanraes, het dubbele thema behandeld van de Europese Week van deLokale Democratie en de rol van de gemeenten in de externebetrekkingen van het Gewest.

Bij deze gelegenheid werd de editie 2009 van de Europese Week vande Lokale Democratie afgesloten, waaraan alle gemeenten en 6OCMW’s hebben deelgenomen met niet minder dan 70 acties.Brussel werd overigens voor de tweede maal op rij uitgeroepen totmodelproject, een eer die nog geen enkele andere gemeente in de 47lidstaten van de Raad van Europa te beurt viel.

Dit succes is onder meer te danken aan de ondersteuningvan het Gewest met vooral de aanmoediging van de meestopmerkelijke acties. Na de beraadslagingen van eenonafhankelijke jury samengesteld uit de Raad van Europa,de Stichting voor de Toekomstige Generaties en het BrusselsHoofdstedelijk Gewest, mocht de heer Charles Picqué de 3eprijs ex aequo overhandigen aan de gemeenten Anderlechten Vorst, de 2e prijs aan het OCMW van Etterbeek en de1e prijs aan de gemeente Oudergem. Meer details zijn terugte vinden verder in dit nummer.

Bij de ceremonie kon de Minister-president ook een brugslaan tussen deze operatie en de actie gevoerd door hetGewest voor goed lokaal bestuur. De ceremonie werdafgesloten met de lancering van de editie 2010 met alsthema duurzame ontwikkeling en goed bestuur. Deze editieis des te belangrijker omdat hij zal samenlopen met het

Belgische voorzitterschap van deEuropese Unie.

De heer Jean-Luc Vanraes heeftvervolgens de rol besproken van delokale besturen in het buitenlandsbeleid van het Gewest en dit gekaderdbinnen de huidige Europese context –de strategie Europa 2020, het

regionaal beleid na 2013, de stadsdimensie en het Belgischvoorzitterschap van de Unie. Hij verzekerde in dit opzichtdat de stad Brussel en de Brusselse gemeenten tijdens hetBelgische voorzitterschap de gelegenheid zouden krijgen omhun stem te laten horen in de debatten.

Vervolgens drong hij aan op het belang om te zorgen vooruitwisselingen tussen de verschillende Brusselse actoren, inhet bijzonder om de circulatie van informatie te stimulerenen gemeenschappelijke lobbyacties te voeren. In het laatstedeel van zijn tussenkomst stond de Minister stil bij de actiesrond ontwikkelingssamenwerking en deed in dit kader eenoproep voor een doorgedreven samenwerking met de lokaleoverheden, zonder te wachten op een volledige overdrachtvan deze bevoegdheden naar het Gewest.2 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

DE VERENIGING IN ACTIE

N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3 33

DE VERENIGING IN ACTIE

Federaal memorandum van de gemeenten

De andere belangrijke politieke activiteit was uiteraard hetverschijnen, na lange discussies tussen de Verenigingen enmet uiteindelijk de tussenkomst van federale beheers-organen, van een gemeenschappelijk memorandum metde gemeentelijke eisen aan de toekomstige federale regering.

Het editoriaal behandelt deze kwestie en de tekst zelf isopgenomen in dit nummer. We zullen ons hier dan ookbeperken tot het vermelden van deze ontwikkeling.

Grootstedenbeleid

Naast het Bureau van de Vereniging was de AlgemeneVergadering ook geschokt door de beslissing van deMinisterraad, met als argument de situatie van regering vanlopende zaken, om het grootstedenbeleid na 30 juni tebevriezen en de toekomst over te laten aan de volgenderegering. Op 15 juni werd deze beslissing onder de aandachtgebracht bij Minister Michel Daerden omwille van de zeerkorte termijn tussen de regeringsbeslissing en deinwerkingtreding, het feit dat de betrokken gemeenten metpersoneel zaten dat werd aangeworven en dat bepaaldeinvesteringen aangevat waren. De betrokken Brusselsegemeenten beschikken niet over de nodige financiëlemiddelen en kunnen niet vooruitlopen op de (snelle)vorming van een nieuwe regering en zouden mensenmoeten ontslaan die opgeleid zijn en reeds jaren actief zijnin het grootstedenbeleid. De bevriezing van de bestaandeovereenkomsten zou bijzonder nefaste gevolgen hebbenvoor het beheer van wijken, die al getroffen zijn door de crisis.

Aangezien de financiële middelen bij de federale overheidaanwezig zijn en er engagementen aangegaan waren tot eind2011, vond de Vereniging dat de verlenging van decontracten tot eind dit jaar perfect paste in het kader van deprerogatieven van een regering in lopende zaken. Ze nietverlengen zou daarentegen een beslissing zijn die detoekomst van dit beleid in het gedrang brengt.

De Vereniging heeft dan ook aan de huidige regeringgevraagd om erover te waken dat de betrokken gemeentenminstens tot eind 2010 de nodige financiële middelenzouden krijgen voor het behoud van het personeel datonmisbaar is voor de uitvoering van het grootstedenbeleid,vandaag en morgen, ongeacht het lot van dit beleid in detoekomstige onderhandelingen.

Na veel onrust en besluiteloosheid heeft de Regeringuiteindelijk toch besloten om de financiering van hetGrootstedenbeleid te verlengen tot 31 december van ditjaar. De 103 lopende projecten worden in hun geheel

verlengd, incluis de kredieten voor personeel, werkings-kosten, investeringen en coördinatie. Voor 21 nieuweprojecten die eveneens werden verlengd, zijn enkel dekredieten voor personeelskosten goedgekeurd.

Gemeenschapswachten

Op vraag van de Raad van Bestuur heeft onze Verenigingzich gebogen over de kwestie van de gemeenschapswachten.De verklarende omzendbrief PREV32 waarbij uitlegverschaft wordt bij de functie van gemeenschapswacht en bijde instelling van de dienst gemeenschapswachten isverschenen in het Staatsblad van 3 mei. Hoewel dieverduidelijking geeft over de voorwaarden die gemeenten,gemeenschapswachten en gemeenschapswachten-vaststellersmoeten vervullen op basis van de wet van 17 mei 2007, losthij niet alle problemen op.

Op 5 mei organiseerde de Vereniging een rondetafel metgemeentelijke mandatarissen en ambtenaren van depreventiediensten van de Brusselse gemeenten waarbij deleemten in het huidige systeem duidelijk werden aangestipt.De problemen kunnen worden teruggebracht tot een gebrekaan erkenning, een gebrekkig of geen statuut, financie-ringsproblemen en het feit dat de gemeenschapswachtenongewapend zijn.

De functie van gemeenschapswacht komt voort uittewerkstellingsmaatregelen en de zorg om hetonveiligheidgevoel aan te pakken. Vandaar datgemeenschapswachten niet voorkomen als functie in hetSociaal Handvest: ze behoren stricto sensu niet tot hetgemeentepersoneel en hun loon hangt af van verschillendesubsidies.

Voor de gemeenschapswachten lijkt dat op het uitblijvenvan erkenning.

Trouwens, omwille van het feit dat hun job afhangt vansubsidies, is er ook geen standvastigheid in het personeel: demeeste mensen vertrekken na een vijftal jaar en men moetsteeds vanaf nul herbeginnen met nieuwe mensen. Dezesituatie hangt nauw samen met het probleem van definanciering: gemeenten kunnen geen langetermijnplanningopstellen omdat de subsidies jaarlijks zijn.

Bovendien wordt er enkel voor de laagste niveausgesubsidieerd, zodat de kosten vanaf niveau C volledig tenlaste van de gemeente vallen. Men moet bovendien ookopletten dat de diplomavereisten niet te hoog worden, wantdan wordt het oorspronkelijke doel van tewerkstellings-maatregel voor laaggeschoolden voorbijgeschoten.

4 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

Tot slot werken de gemeenschapswachten vaak in zeergevaarlijke omstandigheden, echter zonder dat ze hiervooruitgerust zijn. Bovendien beschouwen politieagenten hensoms als hun verlengstuk. Een opleiding, uitgebreid naarpolitieagenten, zou dan ook geen overbodige luxe zijn.

Verder zou het nuttig zijn dat gemeenschapswachtenwerkelijk in hun terrein, de preventie, kunnen blijven, insamenwerking met de politie, die het repressieve werk voorzich neemt.

De rondetafel besloot met de vaststelling dat zowel degewestelijke als de federale wetgever aandacht zou moetenhebben voor de aangekaarte problemen. Onze Verenigingzal, na de vorming van de nieuwe regering, de nodigedialoog proberen op te starten.

Informatievergadering over stedenbouwkundigeen milieuovertredingen

Op 1 juni werd, onder grote belangstelling en in samen-werking met het Brussels Agentschap voor deOnderneming, een informatievergadering georganiseerd inhet Amazone Centrum over de repressie en de verdeling vanstedenbouwkundige en milieuovertredingen.

De gemeenten spelen een belangrijke rol in de bestrijdingvan de schending van ons levenskader. Bepaalde steden-bouwkundige overtredingen verdwijnen doordat herstel-lingswerken verricht worden of een regulari-satievergunningverkregen wordt, terwijl vele milieuovertredingenadministratief bestraft worden. De ernstigste feiten wordenvervolgd in een lange gerechtelijke procedure volstruikelblokken.

Deze informatievergadering, bestemd voor het personeelvan de diensten leefmilieu, stedenbouw en de juridischedienst van de Brusselse gemeenten, trachtte een antwoord tegeven op uiteenlopende vragen. Is deze procedure in depraktijk doeltreffend ? Hoe wordt er samengewerkt tussende gemeente en de politiezone ? Wat zijn de prioriteiten vanhet Parket ? Hoe verloopt een strafrechtelijk proces ? Welkeherstelmaatregelen kan de gemeente vragen? Is de vorderingtot staking inzake milieubescherming een interessantalternatief?

Mobiliteit

De mobiliteitscel organiseerde op 6 en 11 mei nieuweopleidingen over de code van de wegbeheerder, op 27 meien 3 juni 2010 een tweedaagse sessie in het Frans met eenoverzicht van de laatste wijzigingen in de wegcode, gevolgddoor sessies in het Nederlands op 1 en 10 juni. Aan deze

activiteiten kan een opleiding worden toegevoegd die op 28mei 2010 werd georganiseerd in het CCN over de wettelijkeaspecten rond parkeren, bestemd voor mobiliteitsadviseursin het kader van hun basisopleiding.

De cel zet zijn voorbereidend werk voor de StatenGeneraal van de Verkeersveiligheid in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest voort. Op 25 mei zal eenvergadering plaatsvinden bij de DIRCO om de mogelijkeactiepistes te bepalen om de kwaliteit te verbeteren van degegevens over ongevallen op de weg. Op 16, 18 en 22 juniwerd de tweede plenaire vergadering gehouden van dewerkgroepen “Infrastructuur”, “Sensibilisering” en“Controle – sanctie”. Net als bij de eerste reeksvergaderingen was de Vereniging aanwezig in de driegroepen en nam deel aan de begeleidende comités en devoorbereidende vergaderingen. Het doel van de StatenGeneraal van de Verkeersveiligheid in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest is het opstellen van een nieuwactieplan voor de periode 2011 - 2020 om het aantal dodenen gewonden op onze wegen te verminderen.

Met betrekking tot de pollutiepieken is de werkgroep instand-by geplaatst in afwachting van nieuwe richtlijnen vande ministers De Lille en Huytebroeck. Na verschillendewerkvergaderingen met het Bestuur wensten de kabinettende groep te ontmoeten om de voorgang van het dossier tebespreken met de gemeenten en de politiezones.

Op 15 juni hebben de kabinetten dan ook verduidelijkt dat,hoewel ze bereid waren om het instrument te wijzigen omhet werk van de gemeenten te vereenvoudigen, ze tochwensten vast te houden aan het kader van het besluit vannovember 2008. Een diepgaande evaluatie zal pas volgendjaar plaatsvinden, aangezien het besluit spreekt over eenevaluatie na drie jaar. Het doel van de vergadering was danook om van ideeën te wisselen met de gemeenten over denodige verbeteringen op het vlak van controle en sanctie,over mogelijke afwijkingen en over de communicatie.

Op 24 juni riep de Vereniging de commissie “code van dewegbeheerder en aanvullende reglementeringen” samen,met als bijzonder agendapunt de zone 30, school-omgevingen, ontmoetingszones en woonzones.

Tot slot melden we dat nummer 28 van deMobiliteitsgids is verschenen, met een dossierover het mobiliteitsbeleid in Molenbeek enartikels over het effect van camera’s op desnelheden, de ongevallen tussen trams envoetgangers in Brussel, het STOP-principe eneen overzicht van de laatste wijzigingen in deverkeersreglementering.

DE VERENIGING IN ACTIE

5N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

DE VERENIGING IN ACTIE

Internationale gemeentelijke samenwerking

In het kader van het programma voorGemeentelijke internationale samen-werking gefinancierd door deBelgische federale ontwikkeling-samenwerking en gecoördineerd doorde Waalse en Brusselse verenigingenvan steden en gemeenten, hebben

verschillende Belgische gemeenten al meerdere jarenpartnerschappen met Senegalese gemeenten. Voor Brusselgaat het meer bepaald om Sint-Agatha-Berchem / GrandDakar, Molenbeek / Mbour en Anderlecht / Sam Notaire.

Naar aanleiding van de fase 2010 van dit programma,hebben de 6 geëngageerde gemeenten met de ondersteuningvan de Verenigingen hun agenda’s gecoördineerd om hunpartners in dezelfde periode te ontvangen. Zo was hetmogelijk om van 14 tot 18 juni interactieveuitwisselingworkshops te organiseren tussen Senegaleseen Belgische partners rond het thema ondersteunendbeleid voor lokale ontwikkelingsprocessen. De meesteworkshops vonden plaats in de gemeente Berchem. Dankzijeen bezoekdag aan de projecten in de gemeenten Anderlechten Molenbeek konden de Senegalese delegaties de ini-tiatieven voor verbetering van het levenskader ontdekken.

Duurzame ontwikkeling

Van 19 tot 21 mei was de Vereniging aanwezig inDuinkerken voor de zesde Europese conferentie vanduurzame steden, dat verder in dit nummer aan bod komt.

Op 6 juni vond het traditionele milieufeest plaats in hetJubelpark. De Vereniging was verantwoordelijk voor decoördinatie van de stand van de gemeenten en OCMW’s.Acht gemeenten en twee OCMW’s waren aanwezig om ereen reeks duurzame lokale initiatieven te tonen.

Op 8 juni heeft de Vereniging, in samenwerking metLeefmilieu Brussel, een informatie-voormiddaggeorganiseerd rond de Europese Week van deAfvalvermindering die zal plaatsvinden van 20 tot 28november. Het doel is zoveel mogelijk actoren (burgers,scholen, bedrijven, verenigingen, besturen) te mobiliserenrond duurzame acties voor afvalvermindering.

In de loop van de maanden mei en juni heeft de Verenigingdrie workshops georganiseerd ter attentie van decoördinatoren van de Lokale Agenda 21: op 6 mei vond ereen informatievoormiddag plaats rond het opstarten van hetproject voor de laureaten van 2009, op 18 mei eenthematische workshop over de participatie van kwetsbarebevolkingsgroepen en op 21 juni, een voormiddag vooruitwisseling en het delen van ervaringen, waarbij twee

Brusselse initiatieven werden voorgesteld(“Brussel, gezond stadsgewest” en “Duurzamewijken”).

Tot slot melden we dat nummer 11 van deMonitor van de Duurzame Ontwikkeling isverschenen, met onder meer de bijdragen “Jette: duurzameontwikkeling in feestelijke sfeer” en “Vorst, waterstad”.

OCMW

In het kader van de verkiezingen van juni 2010 en devorming van een nieuwe federale regering, hebben deAfdelingen OCMW van de drie gewestelijke verenigingenvan lokale overheden een memorandum opgesteld om deaandacht te vestigen op een reeks problemen die de nieuweregering volgens de OCMW’s prioritair zou moetenaanpakken.

Dit gemeenschappelijk memorandum, dat eerder in ditnummer werd voorgesteld, behandelt de volgende thema’s:actieve deelname aan de samenleving bevorderen, meer jobsvoor mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt, eeneenvoudigere toegang tot de sociale zekerheid, een goedeopvang van asielzoekers en integratie van vreemdelingen inonze samenleving, goede en betaalbare huisvesting enenergievoorzieningen, alsook kwaliteitsvolle en betaalbareouderenzorg.

Gelijkheid tussen man en vrouw in hetlokale leven

We eindigen dit overzicht met de rubriek “democratie enburgerschap” en meer bepaald het werk van de Verenigingrond het Europees charter voor de gelijkheid tussenmannen en vrouwen in het lokale leven. Na een oproepgelanceerd door de Vereniging op 5 januari, is deze tot opheden aangenomen door 7 Brusselse gemeenten –Anderlecht, Brussel, Etterbeek, Evere, Schaarbeek, Sint-Gillis en Sint-Pieters-Woluwe. Deze beweging, die tot de eerstrekt van de Brusselse gemeenten, zal echter dode letterblijven als er geen actieplannen worden ingediend in dekomende twee jaar.

Dit is de reden waarom, in samenwerking met mevrouwFatiha Saïdi, voorzitster van de Commissie van vrouwelijkeverkozenen in België, op 8 juni een werksessie werdgeorganiseerd met alle Brusselse gemeenten (ook deze diehet Charter niet hebben aangenomen) om de moeilijkhedenen ervaringen te delen. Het werk zal voortgezet worden nade vakantie. Men zal de mogelijkheid onderzoeken om eencentrale kern van acties te ontwikkelen die een Brusselsenoot zouden geven aan deze campagne.

Marc Thoulen

6 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

Meer info Download alle documenten op www.vsgb.be

ALGEMENE VERGADERING 2010Op 16 juni vond de Algemene Vergadering van de VSGB plaats, rond het dubbele thema van de rol van degemeenten in de externe betrekkingen van het Gewest en de Europese Week van de Lokale Democratie, inaanwezigheid van de ministers Charles Picqué en Jean-Luc Vanraes.

De minister-voorzitter prijst de gemeenten

Brussel mag trots zijn dat alle gemeenten deelgenomenhebben aan de Europese Week van de Lokale Democratie in2009 en zelfs ook zes OCMW’s. In totaal registreerden wijeen zeventigtal acties, die de instelling dichter bij de burgersbrengen.

Het succes van de operatie is in de eerste plaats te dankenaan de gemeenten en de OCMW’s maar dit alles zou nietgelukt zijn zonder de steun van het Gewest.

Charles Picqué: “Aangezien de lokale overhedenhet overheidsniveau zijn dat het dichtst bij deburger staat, zijn zij het best geplaatst omrechtstreeks in dialoog te treden met de burgers engepaste antwoorden te vinden voor de uitdagingenwaar de bevolking voor staat.

Uitgaande van die vaststelling heeft de Brusselse regering in deloop van de vorige bestuursperiode de middelen van de lokalebesturen trachten te versterken, zodat zij de belangrijke takenten behoeve van de burger zo doeltreffend mogelijk zoudenkunnen uitoefenen.”

Het Gewest tracht niet alleen de acties financieel teondersteunen, maar wil ook een steentje bijdragen om dekwaliteit nog te verbeteren. Een onafhankelijke jury heeft deingediende projecten beoordeeld en prijzen uitgereikt aanAnderlecht, Oudergem,Sint-Agatha-Berchem,Etterbeek (gemeente enOCMW) en Vorst. Dejury bekroonde de 4opmerkelijkste en inno-verende acties.

• 3e prijs ex æquo : Anderlecht voor de organisatie vaneen forum van de solidariteit

• 3e prijs ex æquo : Vorst voor de organisatie van eensensibiliseringsdag rond democratie en burgerzin

• 2e prijs : OCMW van Etterbeek voor de organisatievan een opendeurdag, die een grote opkomst kende,waar de burgers konden kennismaken met de werkingvan het OCMW

• 1e prijs : Oudergem voor de organisatie van eenrollenspel Raid Cross, waarbij de aandacht gevestigdwerd op de waarden van onze democratieën, in hetbijzonder op het vlak van de mensenrechten.

De rol van de lokale besturen in de externebetrekkingen van het Gewest

Minister Jean-Luc Vanraes plaatst de externe betrekkingenin de huidige Europese context, met name met de 5doelstellingen van Europa 2020, het regionaal beleid na2013, de stadsdimensie, het Belgisch voorzitterschap van deUnie en de plaats van de lokale overheden :“De plaats van de gemeentelijke en de gewestelijke overheden inhet Europese beleid is het stokpaardje voor het BrusselsHoofdstedelijk Gewest. In bepaalde Europese lidstaten isbestuur op verschillende niveaus een leeg begrip, dat naar deachtergrond geschoven wordt. Wij zijn daarentegen overtuigddat bestuur op verschillende niveaus een realiteit moet zijn diede steden en gemeenten in staat stelt rechtstreeks betrokken tezijn bij het Europees beleid. De betrokkenheid van de lokale enregionale overheden in bepaalde domeinen van het Europeesbeleid is cruciaal. Het is essentieel dat de lokale overhedengehoord zouden worden in de debatten. Maar het is nogbelangrijker een dialoog op gang te brengen tussen de ver-schillende actoren. Dames en heren, ik kan u verzekeren dat deBrusselse gemeenten tijdens het Belgische voorzitterschap de kans zullen krijgen om tijdens debatten hun stem telaten horen.”

Vervolgens belichtte de minister het belang van deuitwisselingen tussen de verschillende Brusselse instanties :“Anderzijds biedt het Belgisch Voorzitterschap een uitgelezenkans om de dialoog tussen de verschillende Brusselse spelersverder te laten groeien. Dit kan een nog betere wisselwerkingmogelijk maken bij het innemen van gemeenschappelijkestandpunten en het voeren van gezamenlijke lobbyactiviteiten.De vergaderingen van Cordirelex worden regelmatig gevolgddoor een vertegenwoordiger van de Vereniging en bieden eengelegenheid voor uitwisseling van informatie. Contacten op hetterrein kunnen uitgebouwd worden en de vraag kan gesteldworden of het opportuun is ze in de bestaande overleg-

structuren op te nemen. Er is ook de mogelijkheid beter gebruikte maken van lobby-organisaties. Een grotere betrokkenheid ineen organisatie zoals Eurocities, waaraan overigens ook de stadBrussel deelneemt, is dat niet in het belang van alle gemeenten ?”

In het laatste deel van zijn toespraak ging de minister in opde samenwerking met Afrika en het Middellandse-Zeegebied.

7N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

Naar aanleiding van de federale verkiezingen van 13 juni2010 stellen de verenigingen van Vlaamse, Brusselse enWaalse steden en gemeenten - die alle gemeenten,OCMW's en politiezones van het land vertegenwoordigen -hun gemeenschappelijk memorandum voor.

De federale overheid heeft namelijk de voornaamstesectoren van het gemeentebeheer en de diensten aan deburgers in handen. Van de politie tot de hervorming van debrandweer, over de pensioenen van het gemeentepersoneelof de sociale zekerheid en de weerslag op de socialedienstverlening, is doorgedreven overleg met de vertegen-woordigers van de lokale overheden noodzakelijk om hetbeleid dat het federaal niveau uitstippelt, zo goed mogelijkte doen bijdragen tot de verbetering van de levens-omstandigheden van iedereen.

De voornaamste voorstellen van de steden en de gemeentenzijn :

1. Overleg met de lokale besturen

De federale regering moet zich ertoe verbinden overlegte plegen met de vertegenwoordigers van de lokalebesturen (gemeenten, OCMW's, politiezones) telkensals er maatregelen op stapel staan die hen aanbelangen,in het bijzonder wanneer die maatregelen voor henfinanciële gevolgen hebben.

Bovendien moeten de Verenigingen van Steden enGemeenten deelnemen aan intergouvernementeeloverleg tussen de federale regering en de gewestenwanneer de overlegcomités onderwerpen bespreken diede lokale overheden aanbelangen, zoals bij voorbeeldhet begrotingsoverleg.

2 Budgettaire neutraliteit van de federalemaatregelen voor de lokale besturen

De federale regering moet zich ertoe verbinden dat demaatregelen die ze neemt, budgettair neutraal zoudenzijn voor de lokale besturen.

Daartoe moet ze aan de hand van een lokaleimpactstudie een raming maken van de financiële enadministratieve weerslag van iedere geplande beslissingop de lokale besturen.

In geval van negatieve impact op de financiën en hetbeheer van de lokale besturen moet de federaleoverheid de nodige compensatiemaatregelen nemen.

3. Staatshervorming

Wanneer er sprake zal zijn van bijkomende stappen inde staatshervorming, vragen de Verenigingen vanSteden en Gemeenten dat er meer rekening gehoudenzou worden met het lokale niveau.

Onze vragen :

- De besprekingen mogen niet alleen toegespitst wordenop de verdeling van de bevoegdheden tussen Staat enGewesten/Gemeenschappen. Staatscentralisme magniet vervangen worden door een nieuw regionaalcentralisme. De bevoegdheden en de financiëlemiddelen voor steden en gemeenten moeten hertekenden uitgebreid worden.

- Er moeten veel homogenere bevoegdheidspakkettengevormd worden (of dat nu op federaal of gewestelijkvlak is).

- Als er bevoegdheden verdeeld blijven onder het

FEDERAAL MEMORANDUM

Federale verkiezingen 2010

VOORNAAMSTE VOORSTELLEN VAN DE VERENIGINGENVAN STEDEN EN GEMEENTEN AAN DE NIEUWE REGERING

Zoals zij dat bij alle verkiezingen doen, hebben de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG),de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) en de Uniondes Villes et Communes de Wallonie (UVCW) de voornaamste eisen van de gemeenten gebundeld, hopenddat de nieuwe regering zich erop zal baseren bij het uitschrijven van de algemene beleidsverklaring.

Dit document gaat niet in op specifiek Brusselse accenten, die later door de Vereniging zelf gesynthetiseerdzullen worden. Daarnaast werden de OCMW-materies in een afzonderlijk memorandum ondergebracht,dat we verder in dit nummer bespreken.

88 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

federaal en het gewestelijk niveau, moet ergestructureerd overleg georganiseerd worden tussen defederale overheid en gewesten/gemeenschappen opdatde lokale besturen een integrale aanpak kunnengenieten. De lokale besturen moeten betrokkenworden bij dat structureel overleg om naar coherentbestuur te streven op het terrein.

- De lokale besturen moeten de nodige financiëlemiddelen toegekend krijgen op basis van objectiefvastgestelde behoeften. Als er solidariteitsmechanismenuitgewerkt worden, moeten die bestaansreden hebbenen transparant zijn.

4. Stelselmatige voorschotten op depersonenbelasting

De federale overheid moet dringend een permanentvoorschottensysteem invoeren voor de aanvullendepersonenbelastingen.

Momenteel ontvangen de gemeenten de aanvullendebelastingen namelijk nagenoeg twee jaar nadat deschatkist ze via de bedrijfsvoorheffing en de voor-afbetalingen geïnd heeft.

Er moeten dus voorschotten gestort worden in heteerste semester van het jaar en de regularisatie gebeurtin de loop van het tweede semester.

5. Begrotingstraject en ESR95-norm

De boekhoudmethode ESR95 zet de investeringen opdezelfde lijn als de lopende uitgaven. Als de gemeenten– goed voor 50 % van de totale overheidsinvesteringen –boekhoudregels moeten toepassen die niet aangepastzijn aan hun taken en hun werking, kan het gebeurendat ze hun ontwikkelingsprojecten en investeringenopgeven.

Er werden reeds mogelijke oplossingen naar vorengeschoven. Zo zouden de Gewesten zich in het kadervan een nieuw financieel samenwerkingsakkoord metde federale overheid, borg kunnen stellen voor eenzeker uitstel van de uitvoering van degemeentebegrotingen en het evenwicht van dezebegrotingen ten aanzien van de ESR95-normen: ditevenwicht moet namelijk globaal bereikt worden opgewestelijk niveau, en niet langer per gemeente, enveeleer over een gemeentelijke legislatuur en niet per jaar.

Daarom vragen onze Verenigingen dat er geen enkeledwingende maatregel die verwijst naar de boek-houdstandaard ESR, genomen zou worden ten aanzien

van de lokale besturen, vóór de uitwerking van eennieuw financieel samenwerkingsakkoord dat rekeninghoudt met de bovenvermelde mogelijkheden.

6. Politie

Een doeltreffende nabijheidspolitie blijft het doel vande hervorming van de lokale politie.

De opslorping van de middelen door taken of normendie opgelegd worden door het federaal niveau, moetenin vraag gesteld worden, want er blijven te weinigmanschappen over om in te zetten op het terrein. Hetis belangrijk dat de gerechtelijke taken beperkt blijvenzodat de lokale politie zich op zijn basistaken kantoeleggen.

Parallel met een globale herziening van de federalemiddelen voor de politie¬hervorming vragen wij eenbeperking en een rationalisering van de administratieveen gerechtelijke taken die op de lokale politie terechtkomen en de wijkpolitie in het gedrang brengen.

Tot slot moeten we voorkomen dat er nog politietakendie op federaal niveau uitgevoerd zouden moetenworden, bij gebrek aan voldoende middelen naar delokale politie doorgeschoven worden. Een dergelijkeoverdracht van taken, wat een verhulde besparingvormt voor de federale overheid, kan niet meergedragen worden op lokaal niveau in de huidige standvan de financieringsnormen.

7. Gemeentelijke administratieve sancties

De administratieve sancties bestaan tien jaar. Deevaluatie van dit stelsel heeft uitgewezen dat hetmogelijk is het te vereenvoudigen en verbeterenteneinde gedragingen die de lokale openbare ordeverstoren doeltreffender te kunnen vervolgen, metuitzondering van gedrag dat mensen of goederenschendt, dat volgens ons steeds gerechtelijk vervolgdmoet worden.

8. Verkeersveiligheidsfonds

Door de ontoereikendheid van de federale financieringvan de politiezones is het Verkeersveiligheidsfondsnoodzakelijk voor de financiële leefbaarheid van degemeenten en hun politiezones. Alle middelen die voorde lokale besturen uitgetrokken worden, zijn vandaagte beperkt omwille van de te hoge federalevoorafnames.

9N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

9. Hervorming van de brandweer

De uittredende regering heeft de gemeenten eindelijkeen eerste bemoedigend signaal gegeven door 32miljoen uit te trekken voor de hervorming van debrandweer.

Zeggen dat de verwachtingen van de gemeenteningelost zijn, zou misplaatst zijn, maar het gaat om eeneerste stap met het oog op de hervorming, opvoorwaarde uiteraard dat de inspanning – die enkelemaanden uitgesteld werd door de val van de regering –behouden en nog versterkt wordt in 2011 en de jarennadien.

De steden en gemeenten vragen :- de vastlegging van de verdeelsleutel van de

23 miljoen voor de voorbereiding van de 32 toekomstige zones en de snelle ondertekeningvan de overeenkomstige akkoorden, teneinde demeest problematische aspecten van de veiligheids-en arbeidsomstandigheden in de huidige brand-weerdiensten te verbeteren ;

- de verbetering van het fiscale en het sociale statuutvan de vrijwillige brandweerlui ;

- de goedkeuring op federaal niveau van eenrealistische meerjarenbegroting naar 50/50. Ditbegrotingstraject moet de financiële dekking vanalle meerkosten van de hervorming verzekeren, deenige manier om de budgettaire neutraliteit voorde gemeenten te waarborgen.

10. De lokale besturen als werkgever aan deonderhandelingstafel met vakbonden

De wet tot regeling van de betrekkingen tussen deoverheid en de vakbonden van haar personeel moetgewijzigd worden om de lokale besturen, die deeffectieve werkgevers zijn, te betrekken bij deonderhandelingen van Comité A en Comité C, die debezoldigingen, de arbeidsomstandigheden en depensioenen van hun personeel bespreken : gemeente,OCMW, openbare rusthuizen, politie, brandweer, ...

11. Gemeentepensioenen

De cruciale problematiek van de pensioenen van hetgemeentepersoneel kan enkel opgelost worden dankzijeen coherente aanpak van de pensioenen vanstatutairen en die van contractuelen.

Enerzijds moet het ernstige probleem van definanciering van het pensioenstelsel van de statutairen

(50 % werkgeversbijdragen in 2015, 60 % in 2020, 70 % in 2025) structureel opgelost worden op basisvan solidariteit en aansprakelijkheid. De Staat, deGewesten, de lokale besturen-werkgevers en hetpersoneel moeten allemaal hun bijdrage leveren tot eenoplossing op lange termijn.

Anderzijds is het voor de contractuelen noodzakelijkde lokale besturen de mogelijkheid te bieden eenintegraal HRM uit te werken en het pensioen van decontractuelen te verbeteren door de creatie van eentweede pensioenpijler voor de openbare sector.

Tot slot pleiten onze verenigingen voor de creatie vaneen gemengd pensioenstelsel, nl. een pensioen vanloontrekkende voor de loopbaanjaren als contractueleen een ambtenarenpensioen voor de jaren als statutaire.

12. Stedenbeleid

Het stedenbeleid, vandaag “Grootstedenbeleid”genoemd, is essentieel. Zo kunnen programma's voorsociale cohesie en duurzame ontwikkeling doorpreventie en nabijheidsacties op touw gezet worden.

In de geest van het Europees beginsel van bestuur opverschillende niveaus is het federaal niveau minstensbevoegd voor de federale aspecten van het stedenbeleid(fiscaliteit, veiligheid, …) en behoudt het bovendien detaak van transversale coördinatie via de methode vanopen coördinatie.

In ieder geval moeten de middelen die voor dit beleidbestemd zijn, behouden worden, ongeacht hetbevoegdheidsniveau waarop de bevoegdheden uit-geoefend worden.

De continuïteit van de programma's moetgewaarborgd worden tot eind 2011.

13. Liberalisering van de energiemarkt

Door de liberalisering van de energie hebben degemeenten een ernstig verlies aan dividend geleden.Daarom vragen de gemeenten dat het debat over deenergieprijzen niet beperkt zou worden tot de prijsvoor de consument, maar ook rekening zou houdenmet de gevolgen op de lokale financiën en dusuiteindelijk op de belastingbetaler. De gemeentenvragen minstens de afschaffing van de BTW op deverschillende retributies die meespelen in de prijs vande levering.

10 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

14. Sociale economie

De steden en gemeenten vragen de aanpassing van devoorwaarden voor ontwikkeling van de socialeeconomie, omdat deze naast tewerkstelling ookverbeteringen oplevert voor het lokale leven en dediensten aan de burger.

Er is geen tekort aan ideeën op dat vlak, van deversterking van de fiscale stimuli tot de uitbreiding vanhet toepassingsgebied van de dienstencheques. Demaatregelen ter bevordering van de tewerkstelling(financiering van loopbaanonderbreking, programmavoor gelijke kansen, sociale bijdragen op APE) door delokale besturen zijn ook interessante mogelijkheden.

De Verenigingen van Steden en Gemeenten vragenoverleg hieromtrent met alle betrokken partijen.

15. E-government

De toepassing van e-government tussen alle overhedenis noodzakelijk. De federale regering moet een centraaltoegangspunt creëren voor alle federale instrumentenvan e-government voor de gemeenten en ze de nodigevorming daaromtrent verschaffen.

Wat het geautomatiseerd stemmen betreft, werken degemeenten voor rekening van de Staat en moet hetfederaal niveau de kosten dus integraal voor zijnrekening nemen.

Bovendien verwachten de Verenigingen van Steden enGemeenten dat het federaal niveau spoedig alles in hetwerk stelt om het elektronisch stemmen bij degemeenteverkiezingen 2012 in goede omstandighedente waarborgen.

16. De Post

De volledige liberalisering van de postdiensten tegen2011 leidt tot de sluiting van heel wat postkantoren endoet vragen rijzen omtrent de vrijwaring van dedienst¬verlening aan de burger. De aspecten die delokale besturen in dit dossier het meest bezighouden,zijn :

- Het behoud van de postkantoren: éénpostkantoor per fusiegemeente is niet voldoende.De norm moet samen met de lokale overheidvastgelegd worden, rekening houdend met hetbevolkingsaantal en de toegankelijkheid.

- Geloofwaardige alternatieven voor postkantoren:het postpunt vervangt het postkantoor enkel als erbepaalde waarborgen zijn qua efficiëntie enduurzaam¬heid.

- Het behoud van buurtdiensten voor de lokalebesturen en het verenigingsleven: verzendingenvia het systeem Distripost moeten mogelijk zijnvanuit punten die toegankelijk zijn voor de lokalebesturen en verenigingen.

De Verenigingen van Steden en Gemeenten vragen aande federale regering deze universele dienstverleningcorrect te waarborgen in het beheerscontract van de Post.

17. Gemeentelijke internationale samenwerking

Bijna één Belgische gemeente op tien is actief in eenprogramma voor gemeentelijke internationalesamenwerking, gefinancierd door de DGOS engedragen door onze Verenigingen. Deze gemeentenhebben zich voor verschillende jaren geëngageerd in dearmoedebestrijding, vanuit de specifieke invalshoekvan de versterking van de gemeenten in het Zuiden.

Eén van de aspecten van het complexe fenomeen datarmoede is, is immers een gebrekkige toegang totopenbare diensten en goederen, in het bijzonder denabijheidsdiensten: burgerlijke stand, watersanering,afvalbeheer, economische ontwikkeling, verbetering enbeheer van de financiën, … komen aan bod in concretesamenwerking tussen Belgische gemeenten enAfrikaanse of Zuid-Amerikaanse gemeenten.

Dit programma levert uitstekende resultaten op en demiddelen die ervoor uitgetrokken worden, moeten dusabsoluut gevrijwaard blijven.

18. Aansprakelijkheid van de mandatarissen

Gemeentemandatarissen (burgemeesters, maar ookschepenen) worden steeds vaker strafrechtelijkaangevallen om burgerlijke schadeloosstelling teverkrijgen. Dat kan het engagement van burgers in hetpolitieke leven en dus de vitaliteit van de lokaledemocratie zelf in het gedrang brengen. Er moeten duswettelijke bepalingen vastgelegd worden over deindividuele aansprakelijkheid van de mandatarissen,om deze te beperken als er geen sprake is vanopzettelijke, ernstige of herhaalde fout.

1111N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

Door de val van de federale regering en in het vooruitzichtvan de verkiezingen, die uiteindelijk plaatsvonden op 13juni jl., hebben de federaties van OCMW’s (AfdelingOCMW van de VSGB, VVSG en UVCW) in de dubbelecontext van de economische crisis en het Europees jaar vande armoedebestrijding samen een memorandum opgestelddat op 1 juni 2010 verzonden werd naar de voorzitters vande democratische partijen.

Het is een nieuwe gelegenheid voor de OCMW’s van hethele land om via hun federaties de spots te richten op hunbekommernissen omtrent de toename van de situaties vansociale onzekerheid en de aandacht van onze toekomstigebeleidsvoerders te vestigen op het werk dat deze instellingenleveren in de strijd tegen sociale uitsluiting.

Het federaal memorandum formuleert de voornaamsteverwachtingen van de Brusselse, Vlaamse en WaalseOCMW’s t.a.v. de federale overheid en bevat 6 krachtlijnen:

- actieve deelname aan de samenleving bevorderen,uitgaande van het feit dat er meer kansen geschonkenmoeten worden in het sociale leven aan degenen diedaar minder mogelijkheden toe hebben,

- correct bezoldigd werk en meer jobs voor mensen metminder kansen op de arbeidsmarkt,

- toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg,

- goede opvang van asielzoekers en integratie vanvreemdelingen in onze samenleving,

- goede en betaalbare huisvesting en energievoor-zieningen,

- een kwaliteitsvolle en betaalbare ouderenzorg.

Al deze thema’s worden besproken in technische nota’s diede basis zullen vormen voor besprekingen met de nieuweregering zodra die gevormd zal zijn. Zo kunnen de vragenen eisen van de OCMW’s tijdens dat overleg uitgedieptworden.

De OCMW’s zijn onmisbare partners van de federaleoverheid in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting.Momenteel zijn alle armoede-indicatoren alarmerend enmeer dan 15 % van de bevolking heeft een inkomen onderde armoedegrens. Steeds meer mensen die moeilijk rondkomen, stappen naar het OCMW om sociale bijstand tevragen en onze instellingen trachten zo goed mogelijk tebeantwoorden aan de behoeften van de bevolking, met soms

beperkte middelen. Maar zij zouden moeten beschikkenover voldoende menselijke en financiële middelen om hunvele taken tot een goed einde te brengen. Zo zou de federaletussenkomst in de kosten van het leefloon moetenopgetrokken worden en als de OCMW’s nieuwe takenkrijgen, moet daar ook de nodige financiering tegenoverstaan.

Naast de administratieve vereenvoudiging die al langgevraagd wordt, vragen de federaties van OCMW’s eenbetere coördinatie tussen het federale beleid en dat van degemeenschappen en de gewesten, zodat de OCMW’s nietlanger geconfronteerd worden met soms tegenstrijdigeregelgeving die een coherent lokaal sociaal beleidbemoeilijkt.

Via hun verenigingen willen de OCMW’s betrokkenworden bij de uittekening van het sociaal beleid en willen zijgeraadpleegd worden als er nieuwe regels uitgewerkt wordenof de bestaande wetgeving aangepast wordt. Dat soortoverleg biedt een meerwaarde door de uitwisseling vanervaringen en knowhow.

Maar in deze logica van een federaal memorandum van dedrie federaties, voor de opstelling van technische nota’s enbij de dialoog met de verantwoordelijke ministers, gaat heter voor de Afdeling OCMW ook om de eigenheid van hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest te verdedigen en deproblemen van onze OCMW’s aan te kaarten.

Laten we hopen op een stabiele nieuwe regering en eenoplossing voor de communautaire conflicten, om vooruit tegaan op de lange en moeilijke weg van de strijd tegen desociale uitsluiting.

FEDERAAL MEMORANDUM VAN DE OCMW’S

Christine DekoninckSecretaris van de Afdeling OCMW

Meer info Download het federaal memorandum van de OCMW’s opwww.vsgb.be

12 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ONTMOETING

Nieuwsbrief : Hoe is Jobelix ontstaan ?

Serge Mousset : “Onze vzw is een onderneming voor socialeeconomie die werd opgericht in januari 2008, op initiatief vande Elsense OCMW-voorzitter Philippe Brunelli, unaniemgevolgd door de raad voor maatschappelijk welzijn.

In tegenstelling tot Vlaanderen of Wallonië kan een OCMW inBrussel geen vzw oprichten. Daarom werd Jobelix niet boven dedoopvont gehouden door een instelling, maar door alleOCMW-raadsleden. Er werd een mechanisme uitgewerkt dathet mogelijk maakt de samenstelling van de AlgemeneVergadering van Jobelix de evolutie van de Elsense OCMW-raad te doen volgen.

In Jobelix vinden we de woorden job, Elsene en Ixelles. Tweejaar later zijn er reeds een klein dozijn mensen werkzaam. Dekantoren liggen aan de Malibranstraat, die volgens hetwijkcontract voor een sociale activiteit bestemd zijn. De vzwhuurt ze van het OCMW, maar aan de marktprijs.

Jobelix kwam tot stand omdat een reeks diensten niet vervuldwerden aangezien ze niet door de privésector aangebodenworden, wegens onvoldoende commercieel belang, en ook nietdoor de overheid.

Wij zoeken niches waaraan de openbare en de privé-sector nietof onvoldoende aandacht schenken. Er is een hele reeksbehoeften die de overheid niet invult, om budgettaire redenenof omdat dan de regels van de overheidsopdrachten gevolgdmoeten worden. De privésector investeert ook niet vaak inmicro-economie, omdat die onvoldoende rendabel is.”

Wat was jullie eerste activiteit ?

“De eerste dienst die wij konden aanbieden was de ronddelingvan drukwerk in alle brievenbussen en onze eerste klantwas de gemeente, die na een overheidsopdracht uitgeschreven tehebben ons de verdeling van het tijdschrift Info-Elsene kontoevertrouwen. Er zijn uiteraard privébedrijven die ook aanpostbedeling doen, maar die zijn geografisch doorgaans ruimerdan gemeentelijk georganiseerd en zijn minder geneigd om opeen zeer lokale vraag in te gaan. Hun economisch model is nietgeschikt, terwijl wij soepelheid en snelheid bieden die perfectaan de vraag beantwoorden. Het is dus niet echt zo dat Jobelix

een markt inneemt dit totnogtoe door andere ingenomen was.Dat is iets dat ons sterk bezighield bij de oprichting van dedienst : geen overdreven concurrentie teweegbrengen.Integendeel, wij zoeken naar complementariteit. Om terug tekomen op de overheidsopdracht van de gemeente voor deuitdeling van het tijdschrift: enkel De Post was erop ingegaan,maar tegen een peperduur tarief omdat de structuur van DePost helemaal niet aangepast is aan kleinschalige verspreiding.Bovendien hebben wij het Elsense grondgebied opgedeeld in 7zones, waardoor wij de verdeling indien nodig nog kunnenverfijnen. Onze activiteiten zijn voornamelijk gecentreerd opElsene, waardoor we soepel te werk kunnen gaan op het terrein.”

Jobelix kadert in een sociale logica, maar erwordt ook gestreefd naar economischeleefbaarheid

“Wij hebben een tweeledig doelvoor ogen: zowel sociaal alseconomisch rendabel zijn. Wijcreëren namelijk geen verlies.Onze personeelskosten zijn laag,aangezien wij een beroep doen opartikel 60 en andere vergelijkbare mechanismen, maar onzediensten worden aangeboden tegen de marktprijzen (voor zoverer een markt bestaat voor deze diensten) aan degene die definanciële capaciteit hebben. Zo vermijden wij deloyaleconcurrentie ten aanzien van andere privébedrijven. Onzetarieven zijn gericht op sociaal gefragiliseerde groepen, dus eenpubliek dat toch geen toegang heeft tot de diensten van decommerciële privésector.

Jobelix vervult ook een sociale taak, ten dienste van degenen dieaan werk geholpen worden. Zij krijgen niet alleen een job,maar er is ook begeleiding voor mensen die sociaal houvastmissen en niet meer gewoon zijn aan de verplichtingenwaarmee werk doorgaans gepaard gaat. Wij bieden hun dekans om tot de arbeidsmarkt toe te treden, hetzij door hunervaring bij Jobelix te gebruiken als springplank om elders aande bak te komen, hetzij voor sommigen door voor onbepaaldeduur in onze structuur werkzaam te blijven. De operationelejobs vergen geen specifieke opleiding, wat ze uiteraardtoegankelijk maken voor laaggeschoolden. Die worden bij onstewerkgesteld via verschillende mechanismen, waaronder

JOBELIX COMBINEERT SOCIAAL METRENDABEL

Jobelix is een Elsens plaatselijk initiatief voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid (PIOW)en combineert tewerkstelling, vorming en bijstand voor sociaal verzwakte bevolkingsgroepen.Wij hadden een gesprek met Serge Mousset, gedelegeerd bestuurder, en Michèle Milhomme,steunpilaren van de structuur

© Jobelix

13N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ONTMOETING

"artikel 60". Een anekdote ter illustratie: een van onzetewerkgestelden is afkomstig van Mauritius en diende deinkomhal van een gebouw schoon te maken, maar door een lekin het dak druppelde er water tot op de grond. Verveeld doordeze situatie stelde hij ons voor het dak op te gaan om het teherstellen. Wij vonden dat zo'n gevaarlijke klus aan eenprofessional toevertrouwd moest worden, maar hij vertelde onsdat hij dakwerker was voordat hij naar België kwam. Andershad hij die ervaring hier nooit kunnen gebruiken. Hij heeft hetdak vakkundig hersteld.”

Hoe is uw dienstengamma in 2 jaar geëvolueerd ?

“Wij hebben een tweede soort diensten uitgebouwd, omdat heelwat gemeentelijke eigendommen onbewoond waren (bv.huurder verhuisd of overleden) maar ze moesten nog leeggemaakt worden, of de kelder schoongemaakt of kleineherstellingswerken uitgevoerd. Zij hebben een lastenboekopgesteld en wij hebben een specifieke dienst in het levengeroepen om daaraan te beantwoorden. Er is een opdracht vooruitgeschreven en wij hebben die verkregen. Daarnaast kregenwe ook het onderhoud van de hall van flatgebouwentoevertrouwd.

Het OCMW en de Elsense Haard hebben ook een aanzienlijkvastgoed, maar hun dienst werken is overbelast, en deverwijdering van het afval dat door gewezen huurdersachtergelaten wordt, behoort niet tot hun takenpakket. Ookdaar kunnen wij ons steentje bijdragen. Wij hebben deze leemte

nog maar pas ontdekt en we zijn de dienst nogaan het opbouwen. Ook hier spitsen wij ons toeop micro-interventies die niet aangebodenworden door klassieke, commerciële of publiekestructuren. Het werk heeft trouwens ook eensociaal aspect, aangezien het de mensen de kansbiedt om contacten te leggen, wat hen andersniet altijd lukt.

Twee van de nieuwste diensten zijn “Move team” en “Mobilassist”, die goederen en personen vervoeren. In dit geval werd devraag ontdekt via een probleem waarmee het OCMW kampte :de gebruikers zijn niet noodzakelijk invalide en maken dusgeen gebruik van vervoer per ziekenwagen. Toch is hunmobiliteit soms verminderd (bv. bejaarden) en moeten zijkleine trajecten afleggen (bv. voor medische onderzoeken). Diekorte trajecten zijn niet aantrekkelijk voor taxi's, want hetbrengt weinig op, en het mechanisme voor terugbetaling doorhet OCMW is te traag. Bovendien hebben de betrokkenen somsmeer hulp nodig dan vervoer alleen. Dat is een leemte die wijtrachten in te vullen : vervoer over korte afstanden en niet-medische bijstand.

Zoals we reeds onderstreepten, zijn onze tarieven gebaseerd opde marktprijs, als die bestaat, maar die wij aanpassen aan de

sociale situatie van onze doelgroep. Met dewinst die we maken op bepaalde regelmatigediensten of structuren, financieren weverliesgevende interventies.

Het doel van Jobelix is zonder subsidies rond tekomen en ervoor zorgen dat de banen gefinancierd worden metde verkoop van de diensten. Ik denk dat dit haalbaar is.

Momenteel denken wij een aantrekkelijke waaier aan dienstenontwikkeld te hebben en gaan wij er voorlopig geen nieuwecreëren. Hopelijk kunnen wij wat we reeds doen, noguitbouwen en consolideren. Een te snelle of te ambitieuzeontwikkeling zou problemen geven met de structurele grenzen :onze kantoren, de aankoop van materiaal of werkmiddelen, …”

Hebt u tips voor de andere lokaleactoren ?

“Mijn boodschap aan andere gemeenten enOCMW's is dat het mogelijk is een leefbare diensttot stand te brengen, die zijn plaatsje vindt naastde openbare en commerciële dienstverlening, omtegemoet te komen aan behoeften die onvoldoendeingelost worden door de huidige structuren. Er zijn niches inandere gemeenten en ik droom van een netwerk aan projectendie parallel liggen met de onze.”

Interview door Philippe Delvaux

Jobelix in 6 dienstenDistri-service : verdeling van ongeadresseerd drukwerk

Clean team : een kelder of zolder leegmaken of een flat schoonmakenalvorens een nieuwe huurder er zijn intrek neemt

Micro dépan’ : klusjes waarvoor geen professioneel vakman nodig is,herstelwerken die niet onder de gereglementeerde beroepen vallen

Move team : transport van kleine goederen (bv. meubels, huishoud-apparatuur), vooral ten behoeve van bejaarden, zieken of gehandicapten

Mobil assist : vervoer en bijstand aan personen tijdens hun verplaatsingenvoor medische raadplegingen of bij hun dagelijks leven (bv. personen mettijdelijke of permanente beperkte mobiliteit)

Info : verspreiding van informatie aan het publiek over verschillendethema's en over het verenigingsleven en het Elsense publiek (project insamenwerking met de sociale coördinatie van Elsene)

Meer info Jobelix (vzw)Malibranstraat 84 – 1050 ElseneTel. 02 641 55 36 – info@jobelix.be – www.jobelix.be

© Jobelix

© Jobelix

© Jobelix

14 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

Om zijn opdrachten tot een goed einde te brengen, werktACTIRIS momenteel met ongeveer 150 partners, private enopenbare operatoren uit de verenigings- of profitsector.Doel ? Samen met ACTIRIS activiteiten organiseren omalle Brusselse werkzoekenden te begeleiden bij huninschakeling op de arbeidsmarkt. Het partnership, eenbelangrijke pijler voor ACTIRIS, vormt een versterking vanen een aanvulling op de diensten voor werkzoekenden enwerkgevers.

Welke partnerships ?

De Lokale Werkwinkels en de “Missions locales pourl’emploi”, de opleidings- en inschakelings-vzw’s, de AteliersActief Zoeken naar Werk (AAZW) en de OCMW's zijnsinds lang partners van ACTIRIS. De partnerships zijn zeergevarieerd en elk hebben ze met hun specifiekeeigenschappen een eigen doelgroep. Door al deze energie tebundelen kunnen we de begeleiding van werkzoekendenverbeteren en doeltreffender diensten aanbieden.

ACTIRIS, regisseur-coördinator : nieuwe dynamiek

ACTIRIS is niet alleen “regisseur” van andere spelers op hetterrein van de tewerkstelling in het Brussels Gewest, maarook “coördinator”. ACTIRIS verzekert de kwaliteit van deinitiatieven en de samenhang tussen de acties van detewerkstellingsoperatoren. De openbare dienst en zijnpartners werken samen om tegemoet te komen aan debehoeften inzake tewerkstelling die op voorhand doorprecieze doelstellingen werden bepaald.

Strategische ontwikkeling

Terwijl de arbeidsmarkt steeds complexer wordt, heeftACTIRIS sinds 2008 zijn aanbod aan partnershipsuitgebreid om beter op de behoeften van de Brusselsearbeidsmarkt te kunnen inspelen en tegelijkertijd deEuropese richtlijnen na te leven. Voortaan is samenwerkingmogelijk met private tewerkstellingsoperatoren, zoalsuitzendkantoren. Het besluit van 28 februari 2008 heeftbijgedragen tot de ontwikkeling van soepelere procedures eneen snellere reactie om aan de constant evoluerendesociaaleconomische noden van het Brussels Gewest te

voldoen. Het afsluiten van samenwerkingsverbanden metprivate of openbare tewerkstellingsoperatoren met het oogop de toekenning van financiële middelen omtewerkstellingsactiviteiten uit te voeren, gebeurt voortaanvia projectoproepen of offerteaanvragen.

Projectoproepen voor een breder aanbod aandiensten !

De eerste projectoproepen in het kader van de nieuweprocedure werden in het eerste trimester van 2008aangekondigd. Sindsdien stelt ACTIRIS elk jaarverschillende projectoproepen op. Onlangs heeft ACTIRISmet de steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) eendrieledige projectoproep uitgeschreven voor hulp bij hetoprichten van een eigen onderneming, de Ateliers ActiefZoeken naar Werk (AAZW) en het aanbieden vanoccasionele kinderopvang voor kinderen vanwerkzoekenden.

Netwerk met partners voor doeltreffendedienstverlening voor iedereen

De partners van ACTIRIS hebben toegang tot dewerkzoekenden- en werkgeversdatabank van ACTIRIS viahet beveiligde informaticanetwerk NWP (Netwerk vanPartners voor Werk). In naleving van de wetgeving inzake debescherming van de persoonlijke levenssfeer hebben departners toegang tot informatie betreffende het traject vande werkzoekenden. De operatoren kunnen op hun beurt deacties invoeren die met de werkzoekende werdenondernomen. Dankzij dit systeem kan men ieders trajectbijna in real-time volgen. Het netwerk biedt heel watvoordelen: eenvoudigere stappen voor de werkzoekende,tijd- en energiewinst, betere oriëntatie, maar ook deterbeschikkingstelling van technische en juridischeinformatie voor de operatoren, de uitwisseling van goedepraktijken, enz. Elk jaar wordt het netwerk uitgebreid: erzijn steeds meer leden en er kan qua informatie korter op debal worden gespeeld!

Plus d’info Surf naar www.actiris.be

Actiris en zijn partners

ACTIRIS is de gewestelijke dienst voor tewerkstelling. Als gemandateerde enerkende deskundige op de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewestwerkt ACTIRIS samen met zijn partners aangepaste oplossingen uit die werkgeversde mogelijkheid bieden geschikte medewerkers te vinden en werkzoekenden de kansbieden een baan te vinden die bij hen past.

15N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ACTUALITEIT

“Het doel van het huisvestingsplan is over 10 jaar15 % sociale woningen te kunnen aanbieden,”stelt de staatssecretaris. “De uitdaging is dusaanzienlijk. Momenteel staan er namelijk38.000 aanvragen voor sociale woningen opwachtlijsten. Met andere woorden: de vraag isongeveer even hoog als het aantal bestaandewoningen ! 1.000 gezinnen staan op de wachtlijstvan de GOMB, voor een middelgrote woning,

35.00 staan op de wachtlijst van het Woningfonds en nog eens5.000 op de lijst van de sociale vastgoedkantoren (SVK). Ookal zijn er overlappingen (sommige gezinnen staan op meer danéén lijst), toch is de vraag duidelijk zeer groot en het aanbod tebeperkt.

Het Huisvestingsplan berust op een prognose van dedemografische evolutie: tegen het einde van het decenniumwordt er een stijging verwacht met 170.000 inwoners in hetBrussels Gewest. En die stijging houdt rekening met 3 criteria:het geboorteoverschot (positief in Brussel), het migratiecijfer(meer inwijkelingen dan uitwijkelingen). Het saldo van deintraregionale stromen daarentegen is negatief: Brussel krijgtdus meer vreemdelingen binnen dan dat zijn bevolkinguitwijkt naar buiten België, maar tegelijk verliest het inwonersaan de andere gewesten.

10 % van de woningmarkt in het Brussels Gewest is in handenvan de overheid, maar dat gemiddelde vertoont sterkeverschillen van de ene gemeente tot de andere: zo telt de stadBrussel 18,6 % woningen in overheidsbeheer, terwijl dat cijfervoor Elsene slechts 4,3 % bedraagt.

Wij zouden dat gemiddelde van 10 % naar 11,53 % willenbrengen.

Om de 15 % te bereiken moet de sociale huisvesting uitgebreidworden in gemeenten die er nog niet veel hebben, zoals inbepaalde zones van de tweede kroon.”

Maar in afwachting - om de kaap van de 11 % te bereiken –berust het Plan op 5 pijlers: bouwen, renoveren, transformeren,omkaderen en innoveren.

Het Gewest houdt daarbij 3 principes voor ogen :

1. De samenwerking versterken, vooral met de gemeenten.Daartoe kunnen we bij voorbeeld begeleidingscomitésoprichten. We zien een toenemende vraag naar echtegemengdheid. Om daaraan te beantwoorden lijkt het onsbelangrijk verschillende actoren te doen samenwerken, zoalsde openbare vastgoedmaatschappijen (OVM) met inmiddelgrote woningen gespecialiseerde maatschappijen.

2. Aan duurzame ontwikkeling doen ten behoeve van debewoners. Zowel de maatschappij als de inwoners hebbenuiteindelijk belang bij de versterking van de normen.Momenteel tracht de Brusselse Gewestelijke Huis-vestingsmaatschappij (BGHM) bij nieuwbouw voorpassiefconstructies te opteren.

3. De projecten stedenbouwkundig integreren. Dit aspect isnog belangrijker voor grootschalige projecten. Wanneer diedoor de privé gedragen worden, moet het Gewest eengesprekspartner zijn en helpen streven naar een sociale mix.In dat opzicht wil ik preciseren dat als we over een socialegemengdheid spreken, het concept ook verruimd moetkunnen worden om gegoede wijken ook open te stellen voorminder welstellenden.

Eén van de problemen waarmee de vastgoedsector te kampenheeft, is uiteraard het tekort aan beschikbare gronden. Opdatde kosten binnen de perken zouden kunnen blijven, moeten deterreinen eigendom zijn van de overheid. Maar als dat hetgeval is, betekent het niet noodzakelijk dat de plek geschikt isom woningen te bouwen: vele gronden liggen immers opminder interessante plekken, bv. in wijken waar reeds veelsociale woningen zijn (overconcentratie moet vermedenworden) of de omgeving is niet geschikt (geen riolering, weinigwegen, …) of is moeilijk bereikbaar met het openbaar vervoer.”

Renoveren

“Momenteel staan 1.790 sociale woningen leeg omdat zegrondig gerenoveerd moeten worden. Er bestaat eenvierjarenplan voor renovaties, maar dat is tot nu toe slechts voor30 % uitgevoerd. De regering gaat dus trachten de openbarevastgoedmaatschappijen bij te staan om renovatiewerken aan temoedigen.”

Eind april had staatssecretaris voor huisvesting Christos Doulkeridis een ontmoeting met de gemeenten in delokalen van hun Vereniging, om de spots te richten op het gewestelijk huisvestingsbeleid voor de komendejaren. Verslag van de presentatie van het Huisvestingsplan door Christos Doulkeridis.

DE OVERHEID MOET MEER VAT KRIJGEN OPDE HUISVESTING

1616 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ACTUALITEIT

Transformeren

“Er staan in Brussel 2 miljoen m2 kantoren leeg, waarvan dehelft sterk verouderd is. Een deel daarvan zou omgevormdkunnen worden tot woningen. De regering gaat een oproepdoen tot indiening van renovatieprojecten.”

Omkaderen

“Een interessante mogelijkheid is ook privéwoningen doorsociale vastgoedkantoren te laten beheren. En misschien kan erook iets gedaan worden aan de netelige kwestie van deleegstaande ruimtes boven handelszaken. Maar als er eeninstrument ontbreekt, is het wel de omkadering van dehuurprijzen. De sleutel op dat vlak ligt echter op federaalniveau.”

Innoveren

“Creativiteit is nodig op verschillende niveaus. Denken we bv.aan bouwtechnieken, maar dat is niet de enige mogelijkheid.We moeten ook nadenken over de woonvormen. Desamenleving verandert, de behoeften ook en de woonvormenkunnen daaraan aangepast worden. Zo is er nu ook hetkangoeroewonen. Op wetgevend niveau tot slot heb ik al deomkadering van de huurprijzen vermeld, maar we kunnen ookoverwegen om testprojecten op te zetten zoals met betrekking tothet recht van opstal.

Het openbaar beheersrecht stelt een openbaarvastgoedbeheerder (gemeente, OCMW, autonoomgemeentebedrijf of openbare vastgoedmaatschappij) in staatom woningen die leeg staan of onbewoonbaar verklaard zijnop basis van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet tebeheren. Dit beheersrecht geldt ook voor woningen die nietvoldoen aan de eisen inzake gezondheid en uitrustingbeschreven in de Huisvestingscode. Na de uitvoering van dewerkzaamheden om de woning te conformeren, wordt dezeverhuurd volgens de inkomens- en eigendomsvoorwaardenvoor toegang tot sociale huisvesting 1.

Zeven jaar na de invoering moeten we vaststellen dat hetmechanisme dode letter is gebleven. De uitvoering isimmers delicaat in de praktijk en de gemeente is niet zekerdat de investering gerecupereerd wordt door het goed teverhuren aan een laag huurbedrag. Sommige gemeentenhebben het mechanisme wel met succes kunnen gebruikenals drukkingmiddel, zonder dat de procedure daadwerkelijkresulteerde in openbaar beheer.

In het verleden werden er al twee verbeteringenaangebracht. Enerzijds biedt het gewestelijk fonds vooropenbaar beheersrecht de mogelijkheid om de renovatie vande woning gedeeltelijk voor te financieren 2. Anderzijdskunnen openbare vastgoedoperatoren de renovatie en deverhuur toevertrouwen aan een sociaal vastgoedagentschap 3.

De wijzigingen doorgevoerd in 2010 proberen de toepassingvan de administratieve procedure te vereenvoudigen. Hetinitiële voorstel was bedoeld om het vertrekpunt van hetopenbaar beheer te verduidelijken en de duur ervan teverlengen. Verschillende amendementen hebben hetinstrument verder versterkt.

Het begin van de termijn verduidelijken

De nieuwe formulering van artikel 21 van deHuisvestingscode bepaalt dat de openbare vastgoedoperatorde woning voorlopig kan beheren en er werkzaamheden kanuitvoeren vanaf de kennisgeving dat het goed in openbaar

Verslag door Philippe Delvaux

Een recente wijziging van de Huisvestingscode tracht de toepassing van het openbaar beheersrecht tevereenvoudigen.

HET PARLEMENT DEBLOKKEERT HETOPENBAAR BEHEERSRECHT

1 Voor een beschrijving van het openbaar beheersrecht, zie F. LAMBOTTE, “Het openbaar beheersrecht, voor wie, waarom en hoe ?”, Nieuwsbrief-Brussel, 2006/3, blz. 9-12.

2 Zie de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, zoals gewijzigd door het besluit van de regering van 30 november2006 tot organisatie van het fonds van openbaar beheersrecht. Met de middelen van het fonds worden renteloze leningen verstrekt. Die zijn terug tebetalen in maandelijkse schijven, binnen een maximumtermijn van 9 jaar die begint te lopen vanaf het einde van de werkzaamheden. Het bedrag van delening mag niet hoger dan 50 % zijn van het totaalbedrag van de voorziene werkzaamheden. Dat percentage kan tot 80 % oplopen in bepaalde gevallen.De totale kost mag niet hoger zijn dan 50.000 euro (geïndexeerd) per wooneenheid.

3 Artikel 88, § 2 van de Huisvestingscode, zoals voortvloeit uit de ordonnantie van 19 juli 2007.

17N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ACTUALITEIT

Olivier Evrard

4 Artikel 23undecies van de Huisvestingscode. De Regering heeft de criteria voor de erkenning van de verenigingen nog niet vastgelegd.5 Deze dienst is nog niet opgericht, ondanks de inwerkingtreding op 1 januari 2010 van de ordonnantie van 30 april 2009 tot instelling van een

administratieve sanctie bij leegstand. Zie O. EVRARD & B. RUSLANOVA NIKOLOVA, “Administratieve geldboete en vordering tot staking bij leegstand ”,Nieuwsbrief-Brussel, 2009/6, blz. 8-13.

6 Parl. St., Br. H., A 74/2, zitting 2009-2010, algemene bespreking, blz. 15.

beheer wordt genomen. De termijn van negen jaar begintpas te lopen vanaf het effectief verhuren aan eenprivépersoon.

De duur van het openbaar beheersrechtverlengen

De Huisvestingscode bevat voortaan een bepaling die steltdat de duur van het openbaar beheersrecht verlengd kanworden met het aantal maanden dat nodig is om degemaakte kosten volledig te dekken. Dit blijft echter eendelicate oefening, aangezien een onevenredige inbreuk ophet eigendomsrecht steeds vermeden dient te worden.

De mogelijkheid om de initiële duur van 9 jaar te verlengenzorgt ook voor een betere afstemming op de wetgevingbetreffende de hoofdverblijfplaats, die regels bevat metbetrekking tot de duur of de verlenging van eenovereenkomst.

Bovendien loopt de vastgoedbeheerder nog steeds eenfinancieel risico bij insolvabiliteit van de huurder. Dezekwestie werd nog niet beslecht.

De woning bezoeken

De inspecteurs van de gewestelijke huisvestingsinspectiemogen de woning bezoeken alvorens ze in openbaar beheerwordt genomen. Zo kunnen op basis van de staat van hetgoed de haalbaarheid en de voorwaarden voor het beheerbepaald worden.

De rol van de verenigingen

Verenigingen die het recht op wonen verdedigen en dieerkend zijn door de regering om klacht in te dienen in gevalvan leegstand 4, krijgen een versterkte rol. De betrokkengemeente of de gewestelijke dienst belast met het opleggenvan administratieve boetes bij leegstand 5 hebben deverplichting om, binnen de 3 maanden na de ontvangst vande klacht, de vereniging in te lichten over het gevolg datwerd gegeven op het vlak van de administratieve sanctie ende uitoefening van het openbaar beheersrecht. Dat besluitmoet gemotiveerd worden.

Deze wijziging creëert een band tussen tweecomplementaire delen van de Huisvestingscode, bedoeldom het aantal leegstaande woningen te verminderen. Dewetgever zet in op de participatieve rol van de verenigingen.De voorbereidende werkzaamheden tonen aan dat hetultieme doel niet het openbaar beheer is, maar hetaanmoedigen van de eigenaar om zijn woning te verhuren.Het openbaar beheersrecht is een aanvulling op degemeentebelastingen of de toekomstige gewestelijkeadministratieve sanctie.

Besluit

Het Parlement heeft snel gewerkt door de gebruikelijkehoorzittingen en raadplegingen – die nochtans nuttigkunnen zijn – terzijde te schuiven. Gelukkig hebben eenaantal amendementen de ingediende tekst aanzienlijkverbeterd. Ondanks het feit dat het een samenraapsel is, gaatde wijziging zeker in de goede richting. De toekomst zaluitwijzen of dat voldoende is om vaker gebruik te makenvan het openbaar beheersrecht. In ieder geval zal hetinstrument continu geëvalueerd worden. De Staatssecretarisvoor huisvesting heeft ook al aangekondigd dat hij eventueelnog voorstellen zal doen om het instrument verder teverbeteren 6.

Wettelijke basis

Ordonnantie van 1 april 2010 tot wijziging van deordonnantie van 17 juli 2003 houdende de BrusselseHuisvestingscode om de toepassing van het openbaarbeheersrecht te vergemakkelijken, B.S. 9 april 2010,inforum 246299

18 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

Gemeenten en OCMW’s voelen de gevolgen van devergrijzing in hun inkomsten (bv. minder personen-belastingen) en in hun uitgaven (bv. nieuwe diensten voorbijstand aan personen, uitbreiding en modernisering vanrusthuizen, aanpassing van infra-structuren en openbareruimten, …).

De vergrijzing van de bevolking doet ons dus nadenken overhet gehele lokale beleid: huisvesting, mobiliteit, vrije tijd,inrichting van de ruimten en openbare diensten, …

De geleidelijke vergrijzing zal de structuur en de werkingvan de samenleving de komende decennia grondig wijzigen.De economische actoren (distributie, diensten, media, …)houden daar steeds meer rekening mee bij hun strategischekeuzes. Gemeenten en OCMW’s mogen niet achterblijvenen moeten hun dienstenaanbod aanpassen aan demaatschappelijke implicaties van een verouderendebevolking. De versterking van het sociaal weefsel,problemen rond huisvesting en mobiliteit, het aanbod aansociale diensten en verzorgingsinstellingen, … zijn de voor-naamste bekommernissen van de lokale besturen om in tespelen op deze evolutie.

De uitdaging is enorm, maar wordt paradoxaal genoegzelden behandeld op lokaal niveau, terwijl de macro-economische uitdagingen (pensioenen, gezondheidszorg,financiering, …) vaak aan bod komen in studies, debattenen artikels.

De analyse gebeurt in 3 fasen : Wat zijn de demografischevooruitzichten ? Wat zijn de financiële en sociale gevolgen ?Wat kan de overheid eraan doen ?

Demografische evolutie: tendensen enperspectieven

De demografische analyse wordt vaak op nationaal ofregionaal niveau gevoerd. Een analyse op lokaal niveau biedtgediversifieerde en genuanceerdere resultaten over dedemografische dynamieken en structuren van de bevolking.

De gemeente als ruimtelijke eenheid maximaliseert immersde demografische verschillen en schommelingen in de loopvan een bepaalde periode. De verouderingscoëfficiënt(verband tussen het aandeel van de 65-plussers en dat van de<15-jarigen) bij voorbeeld, zijnde de top en de basis van deleeftijdspiramide, vertoont heel uitgesproken verschillen opgemeentelijk niveau. Hoe hoger dat cijfer, hoe ouder debevolking.

Volgens het Planbureau zou de totale bevolking als volgttoenemen tot 2060 :

ACTUALITEIT

Het departement Research van Dexia heeft een bijzonder interessante studie gepubliceerd voor degemeentelijke beleidsvoerders die aan prospectief beheer willen of moeten doen

VERGRIJZING : IMPACT EN UITDAGINGENVOOR DE LOKALE BESTUREN

Bevolking

Brussel

Vlaanderen

Wallonië

België

1 072 063

6 230 774

3 504 559

10 807 396

2010

1 200 108

6 586 713

3 751 511

11 538 332

2020

1 264 310

6 881 947

4 081 058

12 227 315

2040

1 327652

7 010 539

4 234 570

12 662 761

2060

+ 23,8 %

+ 12,5 %

+ 23,4 %

+ 17,2 %

2060/2010

19N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ACTUALITEIT

Brussel

Vlaanderen

Wallonië

Verouderingscoëfficient

74,98 %

112,71 %

92,58 %

2010

69,86 %

124,99 %

106,38 %

2020

94,74 %

177,56 %

148,68 %

2040

107,02 %

184,53 %

160,44 %

2060

Vlaanderen

Wallonië

Brussel

België

Personen in rusthuizen

62.008

46.254

14.595

122.857

2007

94.820

63.287

16.981

175.088

2020

197.892

131.448

29.445

358.785

2050

153

137

116

143

2020

319

283

202

293

2050

index (2007=100)

Deze bevolkingstoename zal gepaard gaan met eenvergrijzing van de bevolking, die evenwel beperkter zal zijnin Brussel dan in de rest van het land, zoals we zien in

onderstaande tabel met de evolutie van de verou-deringscoëfficiënt.

Wij zien dat de migratiebewegingen de evolutie van debevolking op gemeentelijk niveau enorm beïnvloeden, maarook de demografische (leeftijd, geslacht, …), sociaal-economische en culturele kenmerken. De intensiteit van demigratie varieert met de leeftijd. De keuze van woonplaats isgedeeltelijk afhankelijk van de levenscyclus van debetrokkene. Migratiebewegingen kunnen derhalve aan debasis liggen van aanzienlijke verschuivingen van destructuur per leeftijd, die voor bepaalde gemeenten eensterke versnelling van de veroudering van de bevolkingkunnen teweegbrengen.

Financiële en sociale weerslag

De vergrijzing van de bevolking zal financiële gevolgenhebben voor de lokale overheden. De financiële impact oplokaal niveau zal wellicht minder “mechanisch” zijn dan deimpact die verwacht wordt voor bepaalde aspecten van desociale zekerheid, zoals de pensioenen of langdurige zorg.We moeten overigens goed voor ogen houden dat degevolgen zeer verschillend zullen zijn van de ene gemeentetot de andere, omwille van de sterk heterogenedemografische evolutie. Tot slot zal het prijskaartje felafhangen van de strategische keuzes die de gemeentelijkebeleidsvoerders zullen maken om het hoofd te bieden aan devergrijzing van hun bevolking.

Hoe sterk ze ook wordt, de vergrijzing zal zowel gevolgenhebben op de financiën van de gemeenten (in het bijzonderdoor de uitdoving van de opbrengst van deinkomstenbelasting door het toenemend aantalgepensioneerden), op de uitgaven (nieuwe diensten voorbijstand aan personen, uitbreiding en modernisering van de

rusthuizen, aanpassing van de infrastructuren, …) maar zalook globaal doorwegen op het beheer van de lokaleoverheden (door het budgettair stabiliteitspact).

In 2007 telde België nagenoeg 2 miljoen gepensioneerden,zijnde 17,3 % van de totale bevolking. Voorspellingenverwachten meer dan 3,5 miljoen gepensioneerden (bijna30 %) in 2050. Het aandeel gepensioneerden in de totalebevolking zal de komende jaren dus sterk toenemen,waardoor een daling verwacht wordt van het gemiddeldinkomen van de gezinnen en dus ook een daling van debelastingen (bv. personenbelasting) die de gemeenten innen.

Het percentage gepensioneerden varieert ook sterk van deene gemeente tot de andere: de impact van de vergrijzing opde opbrengst van de gemeentebelastingen zal dan ook heelvariabel zijn. In Vlaanderen schommelt het percentagegepensioneerden ten opzichte van de totale bevolking, meteen gemiddelde van 18,4 %, tussen een minimum van 10,8 % en een maximum van 27,4 %. In het BrusselsGewest is het gemiddelde percentage gepensioneerden (14,4 %) rekening houdend met de jongerebevolkingsstructuur, logischerwijs lager dan in de anderegewesten. We zien echter sterke verschillen binnen de 19Brusselse gemeenten, gaande van 7,4 % tot 22,8 %. In Wallonië zijn de verschillen tussen gemeentes het minstuitgesproken en leunt het gemiddelde (17,5 %) het dichtstaan bij het nationale gemiddelde (17,3 %).

Het Planbureau denkt dat het aantal personen in rusthuizenen rust- en verzorgingstehuizen onder de invloed van alleende demografische factor als volgt zal evolueren :

20 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ACTUALITEIT

Mogelijke strategieën

Om de uitdagingen van de vergrijzing aan te pakken,mogen de lokale besturen zich niet beperken tot hetaanbieden van specifieke diensten voor ouderen, maar zijmoeten nu reeds een transversale reflectie aangaan over debijsturing van hun beleid op het vlak van huisvesting,mobiliteit, vrije tijd, inrichting van de openbare ruimte endienstverlening.

Wat de lokale besturen kunnenondernemen voor hun senioren, zalook grotendeels afhangen van hetbeleid en de initiatieven diegenomen worden door de hogereoverheden om tegemoet te komenaan de uitdagingen van devergrijzing (hervorming van depensioenen, financiering van derusthuizen, begrotingsnormen, …).

De uitwerking van een strategie van de lokale besturen zougestructureerd moeten worden rond 4 pijlers :

- een inventaris opmaken van de problemen dievoortvloeien uit de vergrijzing op lokaal niveau en eenglobale strategie uitstippelen ten behoeve van de senioren

- een waaier aan antwoorden aanbieden in functie van degraad van autonomie

- het lokaal beleid hertekenen vanuit de invalshoek van dedemografische evolutie

- het lokaal sociaal leven van bejaarden bevorderen

Verschillende instrumenten kunnen de lokale besturenhelpen :

- een toolkit “indicatoren dimensie veroudering”,samengesteld in opdracht van het Comité van deRegio's, om de lokale overheden te helpen om de impactvan de vergrijzing op hun grondgebied en desleutelsectoren van hun beleid te ramen

- een oriëntatieplan “senioren”, opgesteld door hetVlaamse Gewest, om de deelname van senioren aan depolitiek te bevorderen

- een sociaaleconomisch profiel voor iedere gemeente,opgesteld door Dexia

- verschillende enquêtes uitgevoerd door universiteiten,provincies en andere overheidsniveaus onder de actorenuit de gezondheidssector en de maatschappelijke bijstand

- het federaal memorandum van de OCMW's wijdt eenhoofdstuk aan de gezondheidszorg die specifiek op desenioren afgesteld is.

Besluit

We zien een toenemende bewustwording van deuitdagingen die de vergrijzing van de bevolkingteweegbrengt op verschillende politieke niveaus: Europees,federaal, gewestelijk en lokaal. De grootte van de inzet, deaard van de problemen, de bevoegdheden en demanoeuvreerruimte om erop in te spelen, verschillen echteraanzienlijk van het ene bestuursniveau tot het andere. Opalle echelons moet in de toekomst het beleid onder de loepgenomen worden om het bij te sturen waar nodig om zogoed mogelijk bij de demografische evolutie aan te sluiten.

Terwijl een groot deel van de lasten die rechtstreeks toe teschrijven zijn aan de veroudering van de bevolking(pensioenen, gezondheidszorg) gedragen worden door desociale zekerheid, zal er ook veel gevraagd worden van delokale overheden (gemeenten en OCMW's). Zij zullen hunaanbod aan diensten en infrastructuren moeten hervormen,om te beantwoorden aan de eigenheden van de senioren, inallerlei domeinen zoals huisvesting, vervoer, socialedienstverlening en huisvesting. Voor die twee laatstemateries zullen de OCMW's een eersterangsrol moetenspelen.

Meer info

- Download de studie op www.dexia.be > Professioneel >Public Finance > Onze studies > “Vergrijzing enpensioenen”

- Raadpleeg de “indicatoren vergrijzing” opwww.cor.europa.eu

- Het federaal memorandum van de OCMW's staat opwww.vsgb.be

- Zie ook de interpellatie in plenaire zitting van deGemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 mei 2010 : de demografische groei en de uitdagingeninzake het ouderenbeleid

- De stad Brussel sluit zich aan bij het netwerk vanseniorvriendelijke steden, een initiatief van dewereldgezondheidsorganisatie WHO. De ledenverbinden zich ertoe een reeks maatregelen te nemen omhet label te verkrijgen. Uitkijken dus naar eengemeentelijk seniorenplan, een gids van de middelenvoor senioren, een seniorenweek, ...

Robert Petit

21N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

De “Europese Week van de Lokale Democratie” is eenEuropees gebeuren dat jaarlijks plaatsvindt en draaitrond acties die de bevolking aanspreken en gelijktijdiggeorganiseerd worden door de lokale overheden van de47 lidstaten van de Raad van Europa.

De participatie van de burgers is essentieel voor eendynamische lokale democratie. Daarom wil de EuropeseWeek van de Lokale Democratie de burgers meer inzichtverschaffen in hun lokale overheden en hen stimuleren omeraan deel te nemen. Concreet wordt er informatieaangeboden over de werking van de lokale overheden, debevoegdheden van hun mandatarissen en hunmogelijkheden om hun stem te doen gelden in lokaleaangelegenheden.

Van 15 tot 22 oktober 2010 organiseren de gemeenten enOCMW’s op één of meerdere dagen allerhandeactiviteiten voor verschillende doelgroepen, gegroepeerdonder het label van de Europese Week van de LokaleDemocratie om de zichtbaarheid en impact ervan tevergroten.

Net als tijdens de vorige twee edities organiseren deBrusselse gemeenten en OCMW's heel wat activiteiten :

• Ontmoetingen en debatten : burgerforums, conferen-ties, chatsessies,… rond algemene of specifieke thema's.

• Ontdekking van de gemeente of het OCMW alsinstelling of dienst: opendeurdagen, onthaalavonden,bezoeken aan “de andere kant van het loket”, toelichtingbij de werking van de gemeente, de acties van hetOCMW,…

• De gemeente beter leren kennen : rondleidingen (tevoet of per fiets), uitgestippelde tochten, quizzen enwedstrijden: “kent u uw gemeente ?”, geheugentests,…

• Maar ook : de campagne van de kiezer, degemeenteraad van de burger, speeddating metmandatarissen, kennismaking met de adviesraden,verkozen voor één dag,…

• Burgerschap is ook contact tussen verschillendegeneraties of culturen : debatten tussen jongeren ensenioren, internet voor iedereen, culturele ontmoe-tingen,…

Voor 2010 vindt u het programma van uw gemeente op deaffiches van de campagne, de website van de gemeente, het

gemeentelijk infoblad, folders,… De Vereniging werkttrouwens momenteel aan een algemene presentatiefolder endoet haar best om de algemene website van de campagnete vernieuwen, waar u niet alleen het programma van dezeeditie en de tools van de campagne kunt raadplegen maarook de archieven van de voorgaande jaren.

Rode draad : duurzame stad en goed bestuur

Reageren op de klimaatverandering, sociale en cultureleongelijkheid bestrijden, een houdbare ontwikkeling voor devolgende generaties garanderen… aan het begin van deze21ste eeuw komen we absoluut geen uitdagingen tekort.Om eraan te beantwoorden, moet elk machtsniveaudoordachte oplossingen uitwerken en innoverendestrategieën invoeren. Dit jaar hebben de gemeenten enOCMW's beslist om minstens een van hun activiteiten tewijden aan de manier waarop ze deze uitdagingen kunnenhelpen verwezenlijken door een beter bestuur.

En allemaal samen…

Duurzame stad en goed bestuur. Het gemeenschappelijkeevenement van de 19 gemeenten wordt een academischezitting, waar het startschot gegeven zal worden van editie2010 van de Europese Week van de Lokale Democratie inBrussel. In een eerste deel zal een colloquium, vooralgericht tot de gemeentemandatarissen, de rode draad vande campagne belichten : de ontwikkeling naar eenduurzame stad door de verbetering van het lokale bestuur.Verschillende politici en wetenschappers zullen er het woordnemen, waarna een algemeen debat gevoerd zal worden.Gemeentehuis van Sint-Lambrecht-Woluwe, 15 oktober, 16u.

Het huis van de lokale democratie. De ceremonie zalafgerond worden met de symbolische bouw van het “huisvan de lokale democratie”. De zitting zal ingeleid wordendoor de vertegenwoordigers van de gastgemeente, deVereniging, de Raad van Europa en het BrusselsHoofdstedelijk Gewest. Burgers die elk hun eigen gemeentevertegenwoordigen, zullen er samen het huis van de lokaledemocratie bouwen. Dat zal een jaar lang blijven staan in degastgemeente van de academische zitting. Perspunt enreceptie. Gemeentehuis van Sint-Lambrecht-Woluwe, 15oktober, 17u30.

Een Europees netwerk voor goed bestuur. Insamenwerking met de gemeente Etterbeek zal een tweedegezamenlijke activiteit een reflectie zijn over hoe nuttig eenEuropees uitwisselingsnetwerk van goede praktijken tussengemeenten en gewest zou kunnen zijn voor het lokalebestuur. Dit colloquium van experts richt zich tot deBrusselse gemeenten en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,hun buitenlandse relaties en de internationale instellingen.Gemeentehuis van Etterbeek, 21 oktober, 14u.

DE EUROPESE WEEK VAN DE LOKALE DEMOCRATIE

Contact : Barbara.Decupere@avcb-vsgb.be - 02/238.51.66

Na in 2008 en 2009 door de Raadvan Europa uitgekozen te zijn als

modelproject voor de 47 landen van de Raad van Europa,werd de Europese Week van de Lokale Democratie in hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest uitgeroepen tot een van devoorbeeldacties, met als label het “Belgischevoorzitterschap” van de Europese Unie. Een geduchte eerdie ons voor de uitdaging stelt om het minstens even goedals de voorgaande edities te doen.

22 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ACTUALITEIT

Van 19 tot 21 mei 2010 vond in Duinkerke de 6e Europeseconferentie van de duurzame steden plaats. 1 Meer dan

1.800 deelnemers uit 54 landen nameneraan deel, waaronder een kleine delegatieuit Brussel. De doelstellingen van de driedagen durende ontmoetingen, uitwis-selingen en debatten waren : Hoe kan deduurzame ontwikkeling de lokale besturenhelpen om de economische, sociale enklimaatuitdagingen aan te gaan ? En hoekan de uitvoering aangemoedigd worden

in de crisis die we nu meemaken ?

Ter afsluiting van het evenement werden twee politiekeverklaringen goedgekeurd en voorgesteld aan de hogevertegenwoordigers van de Raad van Europa, het SpaanseEuropese voorzitterschap en de Europese Commissie.

Binnenkort zullen er twee soortgelijke conferentiesplaatsvinden in de Verenigde Staten en Zuid-Korea, voor desteden van Noord-Amerika en Azië, om ook daar totvergelijkbare politieke verklaringen te komen. Op 21november a.s. zal een wereldconferentie van burgemeestersplaatshebben te Mexico om een synthese op te stellen. Diemoet dan als gemeenschappelijke basis dienen voor devolgende top van de Verenigde Naties over deklimaatverandering in Cancun (Mexico) van 29 novembertot 10 december 2010.

1. De verklaring van Duinkerke 2010 over lokaleduurzame ontwikkeling 2. Deze ligt in het verlengdevan het verdrag van Lissabon 3 en is gebaseerd opdocumenten zoals het handvest van Aalborg 4, deengagementen van Aalborg 5 en de conventie van deburgemeesters 6.In 14 punten detailleert deze verklaring de behoefte aaninnoverende, duurzame en voor iedereen toegankelijkeoverheden. Er wordt onderstreept dat de overgang naareen duurzame, groene en voor iedereen toegankelijkeeconomie de enige manier is om levenskwaliteit,economische ontwikkeling en sociale bescherming te

combineren. Voorts wordt er voorgesteld onzesamenleving zodanig aan te passen dat ze mindervervuilend wordt, duurzamer en de klimaatveran-deringen kan opvangen en streeft naar maatschappelijkeintegratie.

2. De verklaring van Duinkerke 2010 over het klimaat 7

onderstreept de belangrijke rol van de lokale overhedenin de strijd tegen de klimaatopwarming en vraagt omhun sleutelfunctie te erkennen in de toekomstigeakkoorden en internationale beslissingen omtrent hetklimaat, om de effectieve, complete en duurzameuitvoering van de kaderovereenkomst van de VerenigdeNaties over de klimaatverandering 8 en het protocol vanKyoto 9 mogelijk te maken, door samenwerking oplange termijn.

Deze 2 verklaringen stemmen overeen met het thema 2010van de Europese Week van de Lokale Democratie.

DUINKERKE 2010:TWEE VERKLARINGEN RONDDUURZAME ONTWIKKELING EN KLIMAAT

Brussel stelt duurzame initiatieven voor

“Duinkerke 2010” was een programma met uiteenzettingenvan deskundigen, politici, vertegenwoordigers van Europeseinstellingen, ondernemingen, internationale organisaties, …Naast de debatten en presentaties was er ook “Agora”, waarde schijnwerpers gericht werden op lokale initiatieven,politieke processen en onderzoeksprojecten rond lokaleduurzame ontwikkeling. Een goede gelegenheid omconcrete projecten te bestuderen en voorbeelden onder deloep te nemen.

Er werden ook enkele Brusselse initiatieven voorgesteld,zoals de oproep tot indiening van projecten “Agenda Iris 21”,duurzame wijken en de participatie van kansengroepen.

1 Zie Monitor van de Duurzame Ontwikkeling nr 1 “Special Sevilla 2007” (beschikbaar op www.vsgb.be)2 www.dunkerque2010.org3 Dit verdrag is in werking getreden in 2010. Het erkent de lokale autonomie en introduceert het doel van territoriale cohesie.4 Dit handvest werd goedgekeurd in 1994 op de 1e conferentie van de duurzame steden en streeft naar dichte en gemengde stedelijke functies ten dienste

van de duurzame ontwikkeling. Er zijn meer dan 2.500 ondertekenaars.5 De engagementen van Aalborg draaien rond 10 thema’s (bestuur, stedenbouw, verantwoorde consumptie, mobiliteit, planning, …) en vormen een kader

voor de tenuitvoerlegging van duurzaam bestuur. Er zijn meer dan 650 ondertekenaars.6 Dit is een engagement van lokale gemeenschappen om verder te gaan dan de doelstellingen die vastgelegd werden in het Europees energiebeleid inzake de

terugdringing van de CO2-uitstoot door een betere energie-efficiëntie en het gebruik en de productie van minder vervuilende energie.7 www.dunkerque2010.org8 Doel is de concentratie van broeikasgassen te stabiliseren. Deze overeenkomst werd goedgekeurd te Rio in 1992 en werd geratificeerd door 189 landen.

Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) is een groep experts die instaan voor de wetenschappelijke ondersteuning.9 Een internationaal verdrag (in het kader van de kaderovereenkomst van Rio) met het oog op de terugschroeving van de uitstoot van broeikasgassen. Het

trad in werking in 2005 en werd door 183 landen geratificeerd.

Meer info De verklaringen van Duinkerke zijn beschikbaar opwww.dunkerque2010.org

N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3 23

ACTUALITEIT

Iedereen weet het onderhand wel: in het Brussels Gewest issorteren verplicht sinds 1 januari 2010 ! Deze verplichtingloopt nu al zes maanden, tijd dus voor een eerste balans enom de acties toe te lichten die gevoerd zijn om deinspanningen van de Brusselaars te ondersteunen.

De tonnages afval die van januari tot mei 2010 opgehaaldzijn, vergeleken met dezelfde periode in 2009, bevestigendat de Brusselse bevolking de sorteerverplichting massaalvolgt. Oordeelt u zelf: toename met 52 % voor de PMD*-verpakkingen (blauwe zakken), met 19 % voor het papier-karton (gele zakken) en met 17 % voor de glazen flessen,flacons en bokalen (glasbollen). Parallel zien we dat detonnages van het niet-recycleerbaar afval (witte zakken) voordezelfde periode met 12 % afgenomen zijn.

Deze uitstekende resultaten mogen echter een andereprioriteit niet naar de achtergrond dringen: de sorteer-kwaliteit. De recyclage van afval stelt immerseisen, zowel inzake homogeniteit als netheidvan de afvalstoffen. Sorteren aan de bronblijft de beste waarborg voor de afval-valorisatie. Elk huishouden moet deuitdaging dus aangaan.

Net Brussel blijft de bevolking nuttigesorteertips geven, o.a. dankzij animatieteamsdie op grote evenementen actief zijn(Irisfeest, 20 km van Brussel, Leefmilieufeest, …)waar ze de bevolking kunnen ontmoeten en informatiekunnen uitwisselen. Bovendien heeft de communicatie eennieuwe wending genomen op het vlak van de sorteerbron.

Sinds 14 juni kleven de laders van de blauwe zakken (PMD-verpakkingen stellen het meest problemen inzake sorteren)STOP-stickers op slecht gesorteerde zakken. De laderskunnen dus de ongewenste afvalstoffen die in het oogspringen, met de vinger wijzen. De hoeveelheden en/of aardvan die ongewenste afvalstoffen tonen dat de inwoner desorteerinstructies nog niet volledig onder de knie heeft.

Wat is ongewenst ? draagtassen (van supermarkt), plasticfolie, piepschuim, yoghurtpotjes, botervlootjes, schaaltjes(fruit, groenten, koekjes, …), bloempotten, speelgoed,emmers, glazen flessen, flacons en bokalen, organisch afval(huisvuil).

Deze actie heeft trouwens een pedagogischkarakter: de sticker toont dat de zak moetworden binnengenomen, opnieuwgesorteerd en aangeboden bij de volgendeophaling van gele en blauwe zakken.

Diegenen die in de boosheid blijven volharden, moeteneraan worden herinnerd dat dit onburgerlijk gedrag inzakeopenbare netheid wordt bestraft met verschillende typesboeten.

De eerste heeft betrekking op het sluikstorten van eenvuilniszak - conform of niet-conform - die op de openbareweg blijft omdat hij buiten de ophaaluren is buitengezet ofniet binnengehaald is voor hersortering. Deze overtredingkan worden bestraft door gemeentelijke of gewestelijkebeambten.

De tweede betreft de niet-naleving van desorteerinstructies. In functie van deomstandigheden, bv. de aanwezigheid vanglas in de blauwe of witte zak (sorteren vanglas via de glasbol is verplicht sinds 1 januari2009) of recidive, kunnen de beëdigdebeambten van Net Brussel de overtrederseen boete opleggen. De boete is minimum62,50€ maar kan oplopen tot 625€

Daarbij komen nog de verwijderingskostenvan de zak, die 75€ bedragen.

Sinds de sorteerverplichting in voege is getreden, werden erreeds meer dan 1.340 verwittigingen en meer dan 110processen-verbaal opgesteld voor inwoners wier wittezakken recycleerbaar afval bevatten : die aanwezigheid indeze zak is het bewijs dat ze zich niet conformeren naar desorteerverplichting. Opdat ze hun fouten kunnen bijsturen,wordt er systematisch een sorteermemo bij de verwittiginggevoegd.

We kunnen vandaag stellen dat de Brusselaars desorteerverplichting goed opgenomen hebben. Door hundagelijkse inzet tonen zij dat ze een speler willen zijn in debescherming van hun leefmilieu: door hun afval in de goedezak te steken, geven ze er een tweede leven aan en wordenprimaire grondstoffen en niet-hernieuwbare energieëngespaard en wordt de CO2 –uitstoot beperkt.

Etienne CornesseWoordvoerder van Net Brussel* PMD = Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons

AFVALSORTERING IN HET BRUSSELS GEWEST.HOEVEELHEDEN IN STIJGENDE LIJN.

EN DE KWALITEIT ?

24 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ACTUALITEIT

De evaluatie van de wettelijke graden is sedert de ordonnantie van 5 maart 2009 verplicht voor de secretarisen de ontvanger, of die nu aangeworven is met mandaat of niet. Niet enkel in de gemeenten van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest werd ze ingevoerd, ook in de andere gewesten werd de evaluatie van de decretalegraden wettelijk vastgelegd en verplicht, net zoals trouwens in andere landen ook het geval is.

DE EVALUATIE VAN DE WETTELIJKE GRADEN

Congres belicht evaluatieDe Federatie van Gemeentesecretarissen van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest wijdde haar congres aan de nieuwingevoerde regel. De sprekers in de voormiddag – gewijdaan een theoretische benadering – waren niet van deminsten : Michel Amiel, docent aan de Solvay BrusselsSchool of Economics and Management en directeur bij BA Consultants ; Jean Bourtembourg, advocaat enopdracht-houder bij de FUCaM, en Johan Ide, hoofd vande Afdeling Lokale en Provinciale Besturen. In de namiddagwerd gekozen voor de presentatie van praktijkgevallen,vermits de evaluatie in Vlaanderen reeds is gebeurd.

Volgens een van de sprekers “komt de evaluatie en hetmandaatstelsel, dat er onlosmakelijk mee is verbonden, uit hetNew Public Management. Vooral de resultaten moeten wordengemeten en de publieke instellingen moeten worden bestuurdzoals privé-bedrijven. Stilaan maakt het weberiaanse 1 modelplaats voor het model contract–markt, met de bedoeling eenhogere efficiëntie, meer openheid en billijkheid. Wat wordt erdan uiteindelijk geëvalueerd ? Men gaat resultaten meten,gedragingen en potentieel, waarbij het belangrijk is om iedereente evalueren, met een samen-hang en daaraan verbondensancties. Tegenover die evaluatie staat dan ook dat diegene diegemeten moet worden, een delegatie en autonomie in zijnbeslissingen heeft. Hij moet daarvoor de bevoegdheid hebben,de kennis en de zekerheid dat hij kan slagen, zoniet heeft deevaluatie weinig zin.”

Dit nieuwe “performance paradigma” doet vele vragenrijzen. Hoe gaat men bepaalde gedragingen aanmoedigen ofsanctioneren ? De vraag is ook hoe de bestaande structurenzich aanpassen aan die nieuwe paradigma's. Hoe zal mengezamenlijk verantwoordelijkheden definiëren ? Niet alleenvanuit de kant van de structuren moet men nagaan wat voorimpact dit heeft, ook moet men nagaan wat deze nieuwemethoden teweeg brengt bij de hoge ambtenaren.

Het middel om die evaluatie en dat competentie-management te bereiken, is het mandaatsysteem. Aan heteinde van het mandaat zal men nagaan of de vooropgesteldedoelstellingen werden behaald. Uiteraard stuurt mentussendoor bij door middel van tussentijdse evaluaties.

Het instellen van die nieuwe systemen gaat onvermijdelijkgepaard met problemen en moeilijkheden. Zo moet deonafhankelijkheid van de evaluatoren worden gegarandeerd,zeker wanneer zij uit de organisatie zelf komen. Een verderevraag die zich opdringt is de aard van de evaluatie. Zal dateen 360° evaluatie zijn ? Welke plaats wordt er gegeven aande zelfevaluatie of de dubbele evaluatie ?

Er moet ook stilgestaan worden bij de juridische aspectenvan het mandaatsysteem en de evaluatie, te meer daar onzerechtspraak nog vertrekt van de verdiensten van deambtenaar terwijl men nu in een nieuwe logica vanperformance is gekomen. Het juridische kader wordt voorde gemeenten in het Brussels Gewest aangereikt door deordonnantie van 5 maart 2009. Sedert de invoering van dieordonnantie is het mandaatstelsel vrij, maar de evaluatieverplicht voor alle wettelijke graden. Niet duidelijk is echterwie de evaluatie zal doorvoeren of hoe men als betrokkeneertegen in beroep kan gaan.

Het mandaatstelsel en de evaluatie bestaan eveneens in deandere gewesten. In het Gemeentedecreet van 15 juli 2005worden mandaatstelsel en evaluatie ingevoerd in Vlaan-deren. Sedert 1 januari 2006 hebben de Vlaamse besturendus de keuze of ze het mandaatstelsel invoeren, maar deevaluatie is verplicht. Daarbij wordt de procedure uitvoerigbepaald in het algemene rechtspositiebesluit van 7 december2007. Opvallend is dat tot dusver geen enkele Vlaamsegemeente gekozen heeft voor de invoering van hetmandaatstelsel, terwijl dat in meerdere Brusselse gemeentenwel het geval is. Om de onafhankelijkheid te garanderenmoet de evaluatie steeds door een extern bureau wordenuitgevoerd. Daarbij is de 360° evaluatie verplicht onderdeelvan de procedure.

Het blijkt dat die manier van werken veel voordelenoplevert. Dat kwam zeker naar voren uit de praktijkgevallendie in de namiddag aan bod kwamen. Telkens kwamenevaluator en geëvalueerde hun relaas geven, wat zorgde vooreen uitgebreide en nuttige ervaringsuitwisseling.

1 De theorie van de socioloog Max Weber (1864-1920) gaat over het model van de legaal-rationele dominantie als bureaucratische bestuurlijke richting. Die wordt gekenmerkt door hiërarchie, macht die enkel gebaseerd is op competentie, onpersoonlijke regelgeving, …

Hildegard Schmidt

25N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

ACTUALITEIT

2 R.v.S. 14 mei 2007, nr. 171.096, De Meuter.

Meer info De powerpoint presentaties van de dag zijn te vinden opwww.vsgb.be

Een evaluatiegesprek is niet vrijblijvend en de betrokkenemoet erop worden gewezen dat het om een evaluatiegesprekgaat. In het arrest van 14 mei 2007 2 legt de Raad van Stateuit hoe een evaluatiegesprek eruit moet zien. Hetevaluatiegesprek moet voldoen aan vooraf bepaalde regels eneen gesprek “en cours de route” beantwoordt daar niet aan.Zo moet de kandidaat behoorlijk opgeroepen worden. Hetgesprek moet gevoerd worden aan de hand van eeningevulde evaluatiefiche. Bovendien moet de betrokkene detijd krijgen om zijn opmerkingen te kunnen formuleren.Eisen dat die onmiddellijk en in het bijzijn van collega'stijdens het evaluatiegesprek worden gemaakt is volgens deRaad van State onredelijk. Het evaluatiegesprek moet zijn

weerslag vinden in een proces-verbaal waarvan debetrokkene voor het einde van de evaluatie kennis moetkrijgen. Men mag met andere woorden de persoon die menevalueert niet “overvallen”. Integendeel, hij moet eenredelijke kans krijgen om zich voor te bereiden endesgevallend te verdedigen.

Al die regels, die uiteindelijk een toepassing zijn van debeginselen van behoorlijk bestuur, zouden vertaald moetenworden in de gemeentebesluiten die de evaluatie regelen. Bijgebrek aan vooraf bepaalde regels lijkt dit arrest in elk gevaleen goede leidraad te geven.

Evaluatie en evaluatiegesprek : geen vrijblijvend onderonsje

26 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

WETGEVING

bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10.05.2010 t/m 20.06.2010

28.04.2010 Wet houdende diverse bepalingen,en in het bijzonder - art. 64 tot 71 : Wijziging van de wet 03.12.2005

betr. de uitkering van een inkomenscom-pensatievergoeding aan zelfstandigen die hetslachtoffer zijn van hinder ten gevolge vanwerken op het openbaar domein

- art. 21 en 22 : Wijziging van de wet 19.07.1991betr. de bevolkingsregisters, de identiteits-kaarten, de vreemdelingenkaarten en de ver-blijfsdocumenten en tot wijziging van de wet08.08.1983 tot regeling van een Rijksregistervan de natuurlijke personen

- art. 23 en 24 : Wijziging van de wetten betr. depolitie over het wegverkeer, gecoördineerd op16.03.1968

- art. 31 : Wijzigingen van de wet 02.04.1965betr. het ten laste nemen van de steun verleenddoor de openbare centra voor maatschappelijkwelzijn

- art. 32 tot 39 : Wijzigingen van de wet12.01.2007 betr. de opvang van asielzoekers envan bepaalde andere categorieën vanvreemdelingen

- art. 129 en 130 : Wijziging van de wet22.12.2009 betreffende een algemene regelingvoor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijkvoor het publiek en ter bescherming vanwerknemers tegen tabaksrook

B.S.,10.05.2010 – 245414

BURGERLIJKE STAND/BEVOLKING

06.04.2010 Wet wijz. van het Burgerlijk Wetboek,in verband met de getuigen bij het burgerlijkhuwelijkB.S.,21.06.2010 – 247221

[Ten gevolge van het advies gepubliceerd in hetBelgisch Staatsblad van 25.05.2010, moet debekendmaking van deze wet in het BelgischStaatsblad van 21.05.2010 als onbestaandbeschouwd worden, aangezien ze het resultaat isvan een administratieve vergissing].

MANDATARISSEN/ORGANEN

06.05.2010 BBHR betr. de onverenigbaarhedenvoor haar leden en Staatssecretarissen -B.S.,27.05.2010 – 247512

PERSONEEL

28.04.2010 Wet houdende diverse bepalingen -Binnenlandse zaken - Civiele Veiligheid -Wijzigingen aan de Wet 15.05.2007 betr. de civieleveiligheid (art. 61-62)B.S.,10.05.2010 – 245422

19.05.2010 KB tot opheffing van art. 99 van hetAlgemeen Reglement voor de Arbeids-beschermingB.S.,03.06.2010 – 247759

02.06.2010 KB wijz. KB 08.12.1993 totuitvoering van sommige bepalingen van de wet06.08.1993 betr. de pensioenen van het benoemdepersoneel van de plaatselijke besturenB.S.,10.06.2010 – 248038

14.06.2010 Omz. nr. 604 - KB 18.01.1965houdende algemene regeling inzake reiskosten -Aanpassing van het bedrag van de kilometer-vergoedingB.S.,17.06.2010 – 171131

POLITIE

21.04.2010 MB betr. de toekenning van definanciële hulp van de Staat in het kader van deverkeersactieplannen 2009 – tweede deel -B.S.,12.05.2010 – 206256

02.06.2010 KB betr. het wegverkeer vanuitzonderlijke voertuigenB.S.,14.06.2010 – 248175

POLITIEPERSONEEL

30.04.2010 MB wijz. MB 28.12.2001 totuitvoering van sommige bepalingen van het KB30.03.2001 tot regeling van de rechtspositie vanhet personeel van de politiediensten -B.S.,14.05.2010 – 247048

02.06.2010 Gehypothekeerde capaciteit -Prestatielijn HYCAP 2010B.S.,02.06.2010 – 219088

02.06.2010 Beslissing van de Minister vanBinnenlandse Zaken - Bericht betr. art. IV.I.30,par. 2, IV.I.33, VI.II.3bis, par. 1 en VI.II.15, par. 2,RPPol [problemen inzake het gebrek aanpersoneelsleden van het operationeel kader inbepaalde politiezones]B.S.,15.06.2010 – 220190

SOCIALE ZAKEN

Gezondheid

19.05.2010 Wet houdende diverse bepalingeninzake gezondheidB.S.,02.06.2010 – 247712

OCMW

09.02.2010 KB Ô zie Subsidies

Rust- en verzorgingstehuizen

04.05.2010 MB wijz. MB 06.11.2003 totvaststelling van het bedrag en de voorwaarden voorde toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld inart. 37, par. 12, van de wet betreffende deverplichte verzekering voor geneeskundigeverzorging en uitkeringen, gecoördineerd op14.07.1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en

in de rustoorden voor bejaardenB.S.,01.06.2010 – 247683

Sociale tarieven

28.04.2010 KB betr. de datum van inwerking-treding van de art. 3 tot 11 van de programmawet27.04.2007B.S.,18.05.2010 – 247087

Tewerkstelling

19.05.2010 KB wijz. KB 30.03.2000 totuitvoering van de art. 32, par. 2, eerste lid, 33, par.2, derde lid, 34, 39, par. 4, tweede lid, en par. 5,tweede lid, 42, par. 2, 46, eerste lid, 47, par. 4,eerste en vierde lid, van de wet 24.12.1999 terbevordering van de werkgelegenheidB.S.,31.05.2010 – 247651

20.05.2010 MB Ô zie Subsidies

18.05.2010 MB Ô zie Subsidies

Vreemdelingen

31.05.2010 Impulsfonds voor het Migranten-beleid - Oproep tot projectB.S.,31.05.2010 – 94000

20.05.2010 MB Ô zie Subsidies

16.06.2009 Omz. Minimumbedrag van demiddelen van bestaan waarover een vreemdelingmoet beschikken die in België wenst te studerentijdens het school- of academiejaar 2010-2011 -B.S.,16.06.2010 – 155000

STEDENBOUW/LEEFOMGEVING

06.05.2010 Ordonnantie tot wijziging van hetBrussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening -B.S.,19.05.2010 – 247155

01.04.2010 BBHR wijz. BBHR 18.05.2006houdende organisatie van de gewestelijke financiëletegemoetkoming in de kosten voor het opstellenvan de bijzondere bestemmingsplannen -B.S.,02.06.2010 – 247722

27.05.2010 BBHR betr. het energieprestatie-certificaat voor een openbaar gebouw B.S.,10.06.2010 – 248073

10.06.2010 BBHR betr. de bescherming van hetgrondwater tegen verontreiniging en achteruitgangvan de toestandB.S.,17.06.2010 – 248302

SUBSIDIES

01.04.2010 BBHR wijz. BBHR 18.05.2006inzake de toekenning van toelagen aan degemeenten voor de opmaak of wijziging van hun

Vereniging van de Stad en de Gemeentenvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 BrusselFax 02 280 60 90 • welcome@avcb-vsgb.be

Redactie : philippe.delvaux@avcb-vsgb.bewww.vsgb.be

Algemeen tel. : 02 238 51 40Andere nummers : www.vsgb.be > Vereniging > Het team

Gepubliceerd met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dexia en Ethias

Directie : Marc Thoulen

Coördinatie : Philippe Delvaux

Redactie : Marc Cools, Christine Dekoninck, Philippe Delvaux, Olivier Evrard, Céline Lecocq, Philippe Mertens, Robert Petit, Hildegard Schmidt, Marc Thoulen

Vertaling : Liesbeth Vankelecom, Kevin Cuppens, Annelies Verbiest

Secretariaat : Céline Lecocq, Chantal Matthys

Abonnementen : Patricia De Kinne : 02 238 51 49 • patricia.dekinne@avcb-vsgb.be

Publiciteit : Agentschap Publiest - 02 550 38 04 - office@publiest.lu

Nieuwsbrief wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd papier

Nieuwsbrief Nr 2010-03 juni/ juli 2010

27N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3

WETGEVING

gemeentelijk ontwikkelingsplanB.S.,02.06.2010 – 247726

01.04.2010 BBHR Ô zie Stedenbouw/Leefomgeving

12.02.2010 Dec. wijz. dec. 23.02.1994 inzake deinfrastructuur voor persoonsgebonden aangele-genhedenB.S.,26.05.2010 – 247422

20.05.2010 MB tot vaststelling van de verdelingvan de toelage toegekend aan de gemeenten meteen open centrum voor de opvang van asiel-zoekers op hun grondgebied in 2009.B.S.,11.06.2010 – 186860

09.02.2010 KB houdende toekenning van eentoelage aan de openbare centra voor maatschap-pelijk welzijn die deelnemen aan het “Clusterplanvoor kleine OCMW's” voor het jaar 2010B.S.,11.06.2010 – 198339

20.05.2010 MB tot vaststelling van de lijst vansteden en gemeenten waarvan de openbare centravoor maatschappelijk welzijn kunnen genieten vaneen verhoogde staatstoelage voor specifiekeinitiatieven gericht op sociale inschakelingB.S.,07.06.2010 – 215279

10.12.2009 Besluit 2009/724 van het College vande Franse Gemeenschapscommissie tot wijzigingvan het besluit 2001/549 van 18 oktober 2001 vanhet College van de Franse Gemeenschapscommissiebetreffende de toepassing van het decreet van 6 juli2001 van de Franse Gemeenschapscommissie totwijziging van diverse wetten betreffende desubsidies toegekend in de gezondheids- en dewelzijnssector en betreffende de wijziging van

diverse toepassingsbesluiten betreffende dewelzijns-, de gezondheids- en de gehandi-captensector en de sector van de socio-professionele inschakelingB.S.,08.06.2010 – 247910

18.05.2010 MB houdende toekenning van eentoelage tot dekking van een deel van de kosten betr.de uitvoering van activerende voortrajecten ensocioprofessionele inschakelingprojecten in hetkader van het Operationeel ProgrammaDoelstelling Regionaal Concurrentievermogen enWerkgelegenheid van de Federale Overheid - ESF 2007 - 2013, boekjaar 2010B.S.,18.06.2010 – 231529

VERKEERSVEILIGHEID

07.05.2010 KB wijz. KB 15.03.1968 houdendealgemeen reglement op de technische eisenwaaraan de auto's, hun aanhangwagens, hunonderdelen en hun veiligheidstoebehoren moetenvoldoenB.S.,04.06.2010 – 247822

VERKIEZINGEN

18.05.2010 Formulieren voor de verkiezingen vande federale Wetgevende Kamers van 13.06.2010 -B.S.,20.05.2010 – 83266

18.05.2010 Onderrichtingen voor de voorzittersvan de stembureaus met traditionele stemming -18.05.2010 Onderrichtingen voor de voorzittersvan de stemopnemingsbureaus B.S.,21.05.2010 – 83930

18.05.2010 Onderrichtingen voor de voorzittersvan de hoofdbureaus bij de verkiezingen van de

Kamer van volksvertegenwoordigers en van de SenaatB.S.,21.05.2010 – 83782

18.05.2010 Administratieve onderrichtingenvoor de voorzitters van de stembureaus metgeautomatiseerde stemmingB.S.,21.05.2010 – 147772

18.05.2010 Onderrichtingen voor de voorzittersvan de kantonhoofdbureau (traditionele stemming)- 18.05.2010 Onderrichtingen voor de voorzittersvan het kantonhoofdbureau met geautomatiseerdestemmingB.S.,21.05.2010 – 247245

18.05.2010 Verkiezingen van de federaleWetgevende Kamers van 13.06.2010 - Bericht van18.05.2010 voorgeschreven door art. 107 van hetKieswetboekB.S.,25.05.2010 – 84893

04.06.2010 MB tot vaststelling van deovereenstemming van de geautomatiseerdestemsystemen en de elektronische optelsystemenvoorgesteld door de firma n.v. Stesud onder debenamingen “JITES I” en “JITES II” en de firman.v. Steria onder de benamingen “DIGIVITE I” en“DIGIVOTE II”B.S.,08.06.2010 – 184994

08.06.2010 MB tot erkenning van de door de NVSTESUD onder de benaming “CODI” voor-gestelde software van digitale transmissie van deresultaten en van de processen-verbaal voor deverkiezingen van de federale Wetgevende Kamersvan 13.06.2010B.S.,11.06.2010 – 248154

28 N i e u w s b r i e f 2 0 1 0 / 0 3