MEERJARENPROGRAMMA 2018-2021 THEMA LOGISTIEK EN … · Binnen het programmadeel voor logistiek...

18
MEERJARENPROGRAMMA 2018-2021 THEMA LOGISTIEK EN MOBILITEIT MEERJARENPROGRAMMA 2018-2021 THEMA LOGISTIEK EN MOBILITEIT Leefomgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 88 866 42 56 F +31 88 866 44 75 TNO-rapport TNO2017-R11009 Meerjarenprogramma 2018-2021 Thema Logistiek en Mobiliteit Activiteitenplan 2018 Datum 2 oktober 2017 Auteur(s) Ir. J.W. Burgmeijer, Dr. ing. N.H. Zornig, Ir. P.P. van den Avoort Autorisatie C. Disse Aantal pagina's 18 (incl. bijlagen) Regievoerend departement Ministerie van Infrastructuur en Milieu Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan. © 2017 TNO

Transcript of MEERJARENPROGRAMMA 2018-2021 THEMA LOGISTIEK EN … · Binnen het programmadeel voor logistiek...

MEERJARENPROGRAMMA 2018-2021 THEMA LOGISTIEK EN MOBILITEIT

MEERJARENPROGRAMMA 2018-2021 THEMA LOGISTIEK EN MOBILITEIT

Leefomgeving

Princetonlaan 6

3584 CB Utrecht

Postbus 80015

3508 TA Utrecht

www.tno.nl

T +31 88 866 42 56

F +31 88 866 44 75

TNO-rapport

TNO2017-R11009

Meerjarenprogramma 2018-2021

Thema Logistiek en Mobiliteit

Activiteitenplan 2018

Datum 2 oktober 2017

Auteur(s) Ir. J.W. Burgmeijer, Dr. ing. N.H. Zornig, Ir. P.P. van den Avoort

Autorisatie C. Disse

Aantal pagina's 18 (incl. bijlagen)

Regievoerend

departement

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Alle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel

van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande

toestemming van TNO.

Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van

opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor

opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten

overeenkomst.

Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan.

© 2017 TNO

TNO-rapport | TNO2017-R11009 2 / 18

Inhoudsopgave

1 Inleiding .................................................................................................................... 3

2 VP Smart logistics & mobility (P401) ..................................................................... 4 2.1 Algemene gegevens .................................................................................................. 4 2.2 Programma 2018-2021 .............................................................................................. 4 2.3 Activiteitenplan 2018.................................................................................................. 6 2.4 Voorstel bij aanvullend budget: Living labs voor Smart Data Factory ..................... 11

3 VP Sustainable Urban Access & Mobility (P514) ............................................... 13 3.1 Algemene gegevens ................................................................................................ 13 3.2 Programma 2018-2021 ............................................................................................ 13 3.3 Activiteitenplan 2018 (VP SUAM) ............................................................................ 15 3.4 Voorstel bij aanvullen budget: Living Lab Duurzame Stedelijke Mobiliteit .............. 16

4 Ondertekening ....................................................................................................... 18

TNO-rapport | TNO2017-R11009 3 / 18

1 Inleiding

TNO richt zich op waarde-creatie in economische en maatschappelijke zin door het

versnellen van innovatieprocessen in coöperatie met bedrijven, kennisinstellingen

en overheden.

Hiervoor zijn roadmaps ontwikkeld. Een roadmap bevat een stappenplan voor het

ontwikkelen van een waardeketen voor de Nederlandse economie. Een roadmap

beschrijft de innovaties (technologisch, sociaal en systeem) per (onderdeel van de)

transitie en de rollen van deelnemende partijen. De tijdhorizon beslaat een periode

van zo’n tien jaar en de planningshorizon omvat een periode van vier jaar (2018-

2021).

Het Meerjarenprogramma 2018-2021 van het Thema Logistiek en Mobiliteit is

onderdeel van het Strategisch Plan TNO 2018-2021 en beschrijft de hoofdlijnen van

de kennisontwikkeling ten behoeve van een aantal beleidsdomeinen van het

ministerie Infrastructuur en Milieu. Het betreft met name beleidsthema’s, die spelen

op het gebied van logistiek, mobiliteit en bereikbaarheid in samenhang met

veiligheid, duurzaamheid en stedelijke ontwikkeling. Daarnaast draagt het

programma bij aan de Kennis en Innovatie Agenda van de Topsector Logistiek.

In het Meerjarenprogramma is een indeling gemaakt in 2 Vraaggestuurde

Programma’s gekoppeld aan twee verschillende TNO-roadmaps:

1. VP Smart Logistics & Mobility, gekoppeld aan de roadmap Mobiliteit en Logistiek.

2. VP Sustainable Urban Access & Mobility, gekoppeld aan de roadmap Smart

Cities.

Het vraagsturingsproces is in onderstaande dia schematisch weergegeven.

Dit document is op 19 september 2017 tijdens het managementberaad van IenM

DGB – RWS WVL goedgekeurd. Het logistieke deel is op 12 september afgestemd

met TKI Dinalog.

TNO-rapport | TNO2017-R11009 4 / 18

2 VP Smart logistics & mobility (P401)

2.1 Algemene gegevens

Algemene gegevens

Titel VP Smart logistics & mobility

Topsector Logistiek

Contactpersoon TNO Jan Burgmeijer (VP-manager)

Paul van den Avoort (Roadmap directeur)

Contactpersoon overheid Gert-Jan de Maagd (IenM-DGB-Strategie)

Karen de Ruijter (IenM-DGB-Strategie)

2.2 Programma 2018-2021

2.2.1 Samenvatting

Een betrouwbaar, efficiënt, veilig en duurzaam transportsysteem is een bepalende

voorwaarde voor het goed functioneren van onze moderne samenleving.

Gespecialiseerde productie en mondiale handel vereisen logistieke systemen en

fysieke verplaatsing van goederen. Mobiliteit van personen stelt ons in staat om

activiteiten als wonen, werken en recreëren op verschillende locaties uit te voeren.

Het transportsysteem van mensen en goederen is echter complex en dient continu

te worden aangepast aan de omvang van de transportvraag en de kwaliteit die die

de samenleving wenst. Doelstelling van dit vraaggestuurde programma (VP) is om

met nieuwe meetmethoden, met grootschalige dataverwerking, met slimme

modellen en met nieuwe applicaties kennis op te bouwen gericht op een

betrouwbaar, efficiënt, veilig en duurzaam transportsysteem, voor mensen en

goederen, aangepast op de maatschappelijke en economische vragen. In dit

programma speelt het gebruik van (real time) data en modellen een belangrijke rol;

maatregelen en diensten zijn “smart”.

Vraagsturing komt vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), beleid

(DGB en DGMI) en uitvoering (RWS). Voor Logistiek komt de vraagsturing vanuit

de Topsector Logistiek, TKI Dinalog en een groot aantal deelnemende bedrijven.

TNO-rapport | TNO2017-R11009 5 / 18

2.2.2 Omschrijving

Het doel van het VP is om met nieuwe meetmethoden, met grootschalige

dataverwerking en -analyse, met slimme modellen en applicaties de doelstelling

van een betrouwbaar, efficiënt, veilig en duurzaam transportsysteem, aangepast op

de maatschappelijke en economische vragen dichterbij te brengen. In het VP kan

dit bereikt worden door disciplines op het gebied van mobiliteit, logistiek, ICT-

systemen, data science, business modellering, beleid, sociologie en psychologie te

combineren.

Er zijn 7 programmalijnen:

1. Modellen en data voor bereikbaarheid

2. Impactvergroting en opschaling van smart mobility

3. Veiligheid en gedrag

4. Duurzame mobiliteit en logistiek

5. Automated Logistics

6. Smart Data Factory

7. Self organising logistics

De belangrijkste publiek-private samenwerkingen zijn:

1. IenM DGB (programmalijnen 1-4)

2. Connecting Mobility / SimSmartMobility (programmalijn 1 en 2)

3. RWS-WVL strategische verkeers- en vervoersmodellen (programmalijn 1)

4. Connekt / DITCM (programmalijn 2)

5. SWOV (programmalijn 3)

6. IenM DGMI, RWS-WVL Duurzame Mobiliteit, Energie & Klimaat

(programmalijn 4)

7. TKI Dinalog en NWO op het gebied van smart data for logistics

(programmalijn 4-7)

8. Connekt / Programmasecretariaat Topsector Logistiek (programmalijn 4-7)

2.2.3 Externe aansluiting

Kennis en Innovatie Agenda Topsector Logistiek

Kennisagenda’s (KIA) van IenM DGB / DGMI / DGRW

Meerjarenagenda V&V modellen RWS-WVL

NWA-route 16: Logistiek en Transport

Maatschappelijke Uitdagingen

o 6: Mobiliteit en Transport

o 1: Energie en CO2

o 5: Circulaire Economie

o 8: Inclusieve en innovatieve samenleving

Sleutel-technologieën:

o C: Geavanceerde fabricagesystemen en -processen

o G: ICT (Big data, Cybersecurity, Blockchain, 5G)

2.2.4 Ontwikkeling

Ontwikkelingen ten opzichte van het voorgaande meerjarenplan (2015-2018):

In het nieuwe meerjarenprogramma 2018-2021 zijn nieuwe programmalijnen

toegevoegd en zijn bestaande programmalijnen samengevoegd met een duidelijke

en nieuwe focus:

1. De programmalijn “modellen en data voor bereikbaarheid” omvat alle

modelontwikkelingen binnen dit VP; zowel de verkeers- en

TNO-rapport | TNO2017-R11009 6 / 18

vervoersmodellen als de modellen voor simulatie van smart mobility

maatregelen. De verkeers- en vervoersmodellen waren al sterk data-

gebaseerd; dit zal nu ook gaan gelden voor simulatiemodellen voor smart

mobility. Hierin gaan we data verwerken vanuit pilots met nieuwe C-ITS

applicaties. Verder zullen we al deze modellen gaan integreren op het open

data en modellen platform van Urban Strategy / SimSmartMobility. De

micromodellen in SimSmartMobility zullen worden aangevuld met meso- en

macroscopische modellen. Dit sluit aan op de behoefte van onze klanten de

impact van maatregelen integraal en op meso / macro niveau te bepalen. In

het kader van de strategische samenwerking met RWS-WVL omtrent

strategische verkeers- en vervoersmodellen en met Connecting Mobility

voor smart mobility zullen de ontwikkelingen in de komende periode nauw

met deze partners worden afgestemd.

2. Duurzame mobiliteit en logistiek wordt steeds meer integraal aangepakt. De

oplossingen voor vraagstukken zijn gericht op een systeembenadering voor

groepen bedrijven en/of de overheid. Deze aanpak vindt duidelijk weerklank

bij onze partners DGRW, Connekt en Topsector Logistiek (Factor 6

doelstelling) en zal met hen worden afgestemd.

3. Binnen het programmadeel voor logistiek maakten we in het vorige MJP

onderscheid tussen projecten op het gebied van de TKI-roadmaps: 4C,

Synchromodaliteit en Trade compliance & Border management. Voor TNO

lag daarbij het accent bij al deze projecten al steeds meer op het gebruik

van smart data for logistics binnen deze TKI-roadmaps. Vraagstukken op

het gebied van Smart data reiken echter verder dan deze TKI-roadmaps.

Daarom zullen we de projecten gaan samenvoegen in één programmalijn

Smart Data Factory, waarbij de projecten liggen op het snijvlak van ICT,

data en logistiek. We willen daar ruimte houden voor nieuwe logistieke

concepten; deze komen uit één of meerdere van de TKI-roadmaps.

4. In de logistiek worden twee nieuwe onderwerpen opgepakt: Self-organising

logistics en automated logistics. Deze bouwen voort op smart data factory.

Bij Self-organising logistics richten we ons op het nieuwe paradigma van

“the physical internet” als stip op de horizon. In deze strategische periode

willen we vooral demonstraties en living labs van op kortere termijn

mogelijke uitvoeringen van SOL richten. Onder automated logistics wordt

meer verstaan dan uitsluitend truck platooning. We verwachten dat

automatisering over de volledige logistieke keten gaat ingrijpen, dus

bijvoorbeeld inclusief automatische handling met robots op terminals en

docking stations. We richten ons zowel op de toepassing van truck

platooning in de logistiek en op uitbreidingen van geautomatiseerde

logistiek over de transportketen.

2.3 Activiteitenplan 2018

2.3.1 Modellen en data voor bereikbaarheid

Doelstellingen:

TNO-rapport | TNO2017-R11009 7 / 18

1. Verbeteren van verkeers- en vervoermodellen door gebruik van meerdere big

data bronnen (historisch en real time). Toepassing in strategische modellen en

verkeersmanagement.

2. Modellen voor de impact van smart mobility en coöperatief automatisch rijden

op doorstroming, bereikbaarheid en emissies op regionaal en landelijk niveau

(met gebruik van het open platform SimSmartMobility). Relatie tot

gebiedsgericht modelleren. Toepassing in de MIRT-methodiek

Samenwerking: Op het gebied van data en verkeers- en vervoersmodellen: NDW,

CBS, RWS-WVL en diverse leveranciers van floating car data. Voor Smart Mobility:

Connecting Mobility, TUDelft en leveranciers en adviseurs op het gebied van smart

mobility.

Resultaten 2018:

Proefschrift over kwaliteit van data en verkeersmanagement

Effecten bij niet optimaal opvolggedrag en adoptie in smart mobility

Data en modellen in ketenverplaatsingen en OVIN

Effecten van smart mobility applicaties en automatisch rijden

(SimSmartMobility). Relatie tot gebiedsgericht modelleren en MIRT

2.3.2 Impactvergroting en opschaling smart mobility

Doelstellingen: 1. Signaleren en aandragen van oplossingen voor wegnemen van de drempels op

weg naar verdere opschaling van coöperatieve smart mobility (driver

assistance) en semi-automatisch rijden. Op gebieden als: human factors en

socio-economische factoren.

2. Pre-competitieve samenwerking voor versnelling en impactvergroting van de

technische applicatieontwikkeling, volgens publiek-private standaarden en

afspraken.

3. Adaptieve methoden voor ontwerp, monitoring en evaluatie gericht op

vergroting van de impact van coöperatieve smart mobility maatregelen en

applicaties

Modelontwikkeling voor impactbepaling in de programmalijn 1. Modellen en data

voor bereikbaarheid.

TNO-rapport | TNO2017-R11009 8 / 18

Resultaten 2018:

Architectuur en systeemontwerp in C-ITS pilots (C-Mobile)

Methode “evaluation while doing” (C-Mobile)

Logging en evaluatiestraat voor het testen van proof of concepts van c-ITS

applicaties

Vraagstukken rondom governance van c-ITS applicaties

Samenwerking: Connekt / DITCM, Connecting Mobility, SmartwayZ.NL, RWS-

projecten als Intercor, C-Roads en Universitaire samenwerking zoals in project

iCAVE, C-ITS platform (EU)

2.3.3 Veiligheid en gedrag

Doelstelling: Vergroten van de veiligheid van wegtransport voor bestuurders van

voertuigen en kwetsbare verkeersdeelnemers (fietsers en voetgangers). Zowel

gedrag als infrastructuur-aspecten. Thema’s zijn:

1. Gebruik van data uit naturalistic driving experimenten (o.a. UDRIVE) om fact

based oplossingen voor transportveiligheid te kunnen onderbouwen.

2. Nieuwe meetmethoden voor gebruik van veiligheidsanalyses bij kwetsbare

verkeersdeelnemers.

3. Meetmethoden (naturalistic driving) en scenario-analyses voor

transportveiligheid van (semi-) automatisch rijden (STREETWISE).

Doelstelling 2 en 3: Gedeeltelijk in het VP HTSM Automotive Systems

Samenwerking: SWOV en internationale partners, EuroNCAP, CROW

Resultaten 2018:

Nadere analyses van UDRIVE database voor bestuurdersveiligheid

Meetmethoden gericht op veiligheid en drukte op het fietspad

TNO-rapport | TNO2017-R11009 9 / 18

Resultaten internationale fietsveiligheidsprojecten.

Methodiek voor naturalistic driving analyse van automatisch rijden

Position paper automated driving, veiligheid en regelgeving

2.3.4 Duurzame mobiliteit en logistiek

Doelstelling: Bereiken van de Parijs-doelstellingen op het gebied van CO2

vermindering uit mobiliteit en logistiek. Door:

realistische modellen m.b.t. voertuigemissies,

inzicht in gedragsgerichte mobiliteitsmaatregelen,

systeemgerichte maatregelen op logistieke concepten,

betrouwbare en eerlijke carbon footprint labeling van transport van producten.

Samenwerking: Connekt, DGMI-DGB Programma Duurzame Mobiliteit, TKI Dinalog

Resultaten 2018:

Multilevel Energy Optimization (MEO) methode voor logistieke ketens

Methoden (SEMS) voor real world emissies

Effecten van gedragsgerichte ecodriving maatregelen (UDRIVE)

CO2 footprinting van logistieke en ecolabels (GLEC framework)

Visievorming en effecten nieuwe technologie op duurzaamheid

2.3.5 Smart Data Factory for logistics

Doelstellingen:

Basisvoorwaarden voor gebruik van real time data in de logistiek; een

experimenteerplatform, een innovatiemethodiek en een blauwdruk voor een

veilige infrastructuur. Dit is aangetoond in proof of concept bij 4 use cases.

TNO-rapport | TNO2017-R11009 10 / 18

Gecombineerd verkeersmanagement en logistiek management. Data analytics,

deep learning, cybersecurity in real time data for logistics

Living labs waarin met een community van netwerk/keten partijen concrete

resultaten worden behaald over hoe de performance van het logistieke proces

op netwerk niveau verbeterd kan worden door gebruik van bestaande real-time

logistieke databronnen (bv. AIS/GPS) aan te vullen met data uit sensoren en

tags (IoT). Analyses van deze databronnen, real time en historisch, in

situational awareness, predictive analytics en deep learning.

Samenwerking:

TKI Dinalog en NWO

Consortium Smart Data Factory Innovations (SDFI)

Consortium Data Logistics 4 Logistics Data (DL4LD).

Consortium ToGRIP

In 2018 opzetten van communities rondom nieuwe living labs

De disseminatie van TKI Logistiek projecten is in het algemeen via communities

van TKI Dinalog en van de projecten.

2.3.6 Automated Logistics

Doelstelling:

TNO-rapport | TNO2017-R11009 11 / 18

Realiseren van real life cases op het gebied van truck platoons (>250) vanuit de

haven van Rotterdam. Met inzicht in de business case voor logistieke service

providers (minder brandstofverbruik, efficiëntere inzet van truck chauffeurs,

dynamisch beprijzen) en de value case (minder ongelukken, minder congestie door

hogere intensiteit op de weg)

Samenwerking:

TKI Dinalog en NWO

Consortia voor Truck Platooning (voor platoon matching en real life cases) met

daarin logistieke service providers, transportbedrijven, IT-service providers,

regionale overheden en organisaties van bedrijven.

De disseminatie van TKI Logistiek projecten is in het algemeen via communities

van TKI Dinalog en van de projecten.

2.3.7 Self organising logistics

Doelstelling: Identificeren en demonstreren waar zelf organiserende logistiek en

physical internet al binnen 5 jaar een belangrijke logistieke performance verbetering

kan geven. Wat is er nodig om deze zelf organiserende systemen te laten

functioneren en op te schalen? Gericht op het bereiken van demonstraties van

proof of concepts en simulatieresultaten.

Samenwerking:

TKI Dinalog en NWO

Consortium voor zelf organisatie in pakket distributie (SOLiD): pakket distributie

bedrijven, technologie bedrijven, lokale overheden (gemeenten), universiteiten.

Consortium voor zelf organisatie in zeehaven (SwarmPort)

2.4 Voorstel bij aanvullend budget: Living labs voor Smart Data Factory

2.4.1 Aanleiding en motivering

In de afgelopen jaren heeft TNO diverse use cases ontwikkeld op het gebied van

Smart Data Factory. Deze projecten eindigen met een demonstratie van de proof of

concept van de smart data oplossing. Hierdoor is het bewustzijn in de sector

vergroot dat “data delen loont”. Om communities van bedrijven echt te laten data

delen is een vervolgaanpak nodig waarbij stapsgewijs data delen concreet en in de

TNO-rapport | TNO2017-R11009 12 / 18

praktijk gaat plaatsvinden. Hierbij leren van evaluaties m.b.t. veiligheid en

effectiviteit van de data delen. Hiervoor is een Living Lab aanpak erg geschikt.

In het kader van de NWA route 16 Transport en Logistiek is een living lab aanpak

met verschillende uitdagingen voorgesteld. Dit voorstel sluit uit aan bij de uitdaging

“naar kortere logistieke ketens en bundeling”.

2.4.2 Doelstelling en onderzoeksvragen

In een living lab moeten de prestaties van logistieke systemen continu worden

gemeten en geëvalueerd. Daarbij zijn de volgende onderzoeksvragen:

Wat zijn de prestaties nu? Welke KPI’s zijn hiervoor bruikbaar?

Waarom wordt data nu niet gedeeld?

Welke transities zijn van belang en hoe kunnen deze worden gemeten?

2.4.3 Toepassing

Mogelijke locaties voor living labs zijn: Luchthaven Schiphol of Lelystad, Mainport

Rotterdam, retailsector met warehouses en distributieketens, mode- en textielsector

met circulaire economie.

TNO-rapport | TNO2017-R11009 13 / 18

3 VP Sustainable Urban Access & Mobility (P514)

3.1 Algemene gegevens

Algemene gegevens

Titel VP Sustainable Urban Access & Mobility (SUAM)

Topsector Logistiek

Contactpersoon TNO Jan Burgmeijer (VP-manager)

Nico Zornig (Roadmap directeur)

Contactpersoon overheid Gert-Jan de Maagd (IenM-DGB-Strategie)

Karen de Ruijter (IenM-DGB-Strategie)

3.2 Programma 2018-2021

3.2.1 Samenvatting

Doelstelling van dit vraaggestuurde programma is om kennis te ontwikkelen

waarmee stedelijke en regionale overheden en dienstverleners beter kunnen

inspelen op de groeiende bevolking, meer milieudruk, efficiencyverbetering en

behoefte aan meer veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. Bereikbaarheid in

stedelijke regio’s wordt beschouwd in relatie tot ruimtelijke opgaven en wensen met

betrekking tot veiligheid en leefbaarheid. In stedelijke programma’s (G5) en in

programma’s van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, zoals Meer Bereiken /

Aanpakken, wordt gestuurd op een integrale benadering van bereikbaarheid.

Enerzijds betekent dit dat de benadering van mobiliteit multimodaal en met een

duidelijke gedragscomponent is. Anderzijds wordt onderkend dat mobiliteitskeuzes

invloed hebben op de ruimtelijke opgave, economische vitaliteit en leefbaarheid

(w.o. het milieu, duurzaamheid en gezondheid). Om effectiever beleid en

dienstverlening mogelijk te maken ontwikkelt TNO daarom nieuwe integrale

modellen met sets van indicatoren en tools voor zowel planning als monitoring en

evaluatie. In dit programma wordt gewerkt in samenwerkingsprojecten, waarbij de

partners kennisinstellingen, centrale overheden, steden en dienstverleners zijn.

Projecten zijn vaak gericht op use cases en living labs, waarbij de methodologie

wordt versterkt en resulteert in verbeteringen of uitbreidingen van de tools:

FOUNTAIN (gedragsinterventies), URBAN STRATEGY (integrale ruimtelijke

planning en monitoring in relatie tot mobiliteit) en SIMSMARTMOBILITY (simulatie

smart mobility in een ruimtelijke context).

Dit VP gaat bijdragen aan de volgende TNO- Milestone: Via data based sectorale

modellering naar activity based integrale modellering: betere voorspelling stromen

en individueel gedrag. Dit is een nieuwe en essentiële manier van modelleren om

de transitie naar zelf organiserende stedelijke systemen op het gebied van mobiliteit

en logistiek te kunnen onderbouwen.

TNO-rapport | TNO2017-R11009 14 / 18

Figuur: Modelresultaten van geluidsdruk in Amsterdam ten gevolge van

gesimuleerde verkeersstromen.

3.2.2 Omschrijving

Doelstelling op hoofdlijnen:

Het stedelijk mobiliteitssysteem efficiënter, leefbaar en duurzaam maken met

maatregelen en individuele diensten gericht op gedragsbeïnvloeding van

mobiliteitskeuzes en adoptie van maatregelen. De vraagstukken zijn beleidsgericht

en komen van steden en overheid. Impactbepaling en vergroting van maatregelen

als stedelijke smart mobility en mobility as a service.

Belangrijkste thema’s:

Simulaties en modellen van directe en langere termijn effecten van stedelijke

smart mobility maatregelen en diensten, ketenmobiliteit en Mobility as a

Service (Maas),

Modellen voor gewoontegedrag en gedrag gebaseerd op activiteiten

Methodiek van living labs voor stedelijke mobiliteit

Vraagstukken op het gebied van stedelijk ontwerp waar integratie met andere

aspecten dan mobiliteit van belang is; zoals leefbaarheid, ruimte, energie en

klimaatadaptatie, worden opgenomen in het VP Smart Cities

Samenwerking:

IenM DGB en DGRW, in het kader van programma Aanpakken.

Grote steden (G5) zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Utrecht

en kleinere steden zoals Enschede. Gericht op dashboards en living labs voor

duurzame stedelijke mobiliteit.

Samenwerking met universiteiten en hogescholen is nu nog beperkt. TNO zal

deze samenwerking in Nederland gaan versterken om een gemeenschappelijke

kennisagenda uit te voeren. Bijvoorbeeld Living Lab Stedelijke Mobiliteit (par

3.6)

Modellen en data voor smart mobility zit in de VP-roadmap Modellen en data voor

bereikbaarheid.

3.2.3 Externe aansluiting

Kennisagenda’s van

IenM DGB en DGRW

RWS-WVL

TNO-rapport | TNO2017-R11009 15 / 18

NWA-routes:

Logistiek en Transport (route 16)

Smart Cities Maatschappelijke Uitdagingen

6: Mobiliteit en Transport

5: Circulaire Economie

8: Inclusieve en innovatieve samenleving Sleutel-technologieën:

G: ICT (Big data, Cybersecurity, Blockchain, 5G)

3.2.4 Ontwikkeling

Ontwikkelingen ten opzichte van het voorgaande meerjarenplan (2015-2018):

Het VP SUAM bestaat pas twee jaar. De bovenstaande samenvatting en

omschrijving zijn nauwelijks gewijzigd ten opzichte van die van de Bijstelling 2017.

Vorig jaar is ingezet op de koers van integrale stedelijke bereikbaarheid, mobiliteit

benaderen als een vraagstuk dat sterk verbonden is met ruimtelijke opgaven en

leefbaarheid. Vanuit de vraagsturing zien we dat het programma Meer Bereiken is

opgevolgd door het programma Aanpakken (DGB) en dat de Omgevingsvisie

(DGRW) weer een stap verder is gebracht. Deze transitie is nog niet voltooid en zal

de komende jaren kunnen profiteren van de brede kennisbasis op dit gebied binnen

TNO.

Een nieuwe ontwikkeling die sterk in belangstelling is toegenomen is: Mobility as a

Service (MaaS). De focus van de modelleringsactiviteiten is hier op gericht.

3.3 Activiteitenplan 2018 (VP SUAM)

Concrete resultaten in 2018 zijn:

1. Strategische planning en tactische monitoring met het tool Urban Strategy.

Door gebruik van real time data en modellen kunnen grote mobiliteitsprojecten,

zoals de Amsterdam Zuid As, beter worden ontworpen en gemonitoord

2. Simuleren voor effecten op middellange termijn van Mobility as a Service

(MaaS) en car sharing. Gedemonstreerd in een stedelijke casus. Gebruik van

combinatie van Fountain, Activity Based Modelling en SimSmartMobility.

Modellen passen in een bredere modellen architectuur (zie figuur) die in de

programmalijn Modellen en data voor Bereikbaarheid gerealiseerd wordt.

TNO-rapport | TNO2017-R11009 16 / 18

3. Gedragsmodel Fountain beschikbaar in 3 versies (Full, Light, Look Up Table)

en getest in een aantal EU-steden.

4. Werkwijze en lessons learned bij toepassen van Living Lab methodologie voor

onderzoek en ontwikkeling (voorbeeld: stimuleren fietsen en reductie

autogebruik in Enschede). Disseminatie event in Enschede

3.4 Voorstel bij aanvullen budget: Living Lab Duurzame Stedelijke Mobiliteit

3.4.1 Aanleiding en motivering

Binnen de NWA-route Logistiek en Transport worden 4 grote uitdagingen

beschreven met de bijbehorende kennisvragen en voorstellen voor living labs. De

uitdaging die volledig samenvalt met dit VP is: Duurzame Stedelijke Mobiliteit.

Door een living lab voor langere tijd op te zetten kan een langdurige relatie worden

gevormd tussen steden, universiteiten, hogescholen en TNO. Daardoor kunnen

grote vraagstukken in de steden grondiger en ingrijpender worden geanalyseerd en

geïnnoveerd.

Deze living labs kunnen voortbouwen op de resultaten van

samenwerkingsprojecten in 2016-2017.

3.4.2 Doelstelling en onderzoeksvragen

Doelstellingen en enkele onderzoeksvragen zijn:

1. Gebruik van big data

a. Welke effecten kan het gebruik van big data hebben op vraagstukken

die nu traditionele worden opgepakt?

2. Gedrag en economie

a. Wat zijn de daadwerkelijke kosten van transport?

b. Wat zijn de effecten van de sharing economy op mobiliteitsgedrag

3. Innovatie ruimte en beleid

a. Wat hebben demografische ontwikkelingen (bijvoorbeeld vergrijzing)

voor effect op innovaties?

b. Hoe gaat ruimte zich ontwikkelen met de opkomst van bijvoorbeeld de

elektrische fiets en de zelfrijdende auto ?

3.4.3 Toepassing

Bijvoorbeeld een Living Lab rondom de bereikbaarheid, leefbaarheid en de

ruimtelijke opgave van het Zuid-As gebied in Amsterdam. Een samenwerking

tussen TNO, VU en UvA, HvA, Big Data Hub Amsterdam, IBM, Microsoft, KPMG,

TNO-rapport | TNO2017-R11009 17 / 18

Gemeente Amsterdam. Zuid-As niet vernieuwen volgens een groot en rigide

masterplan, maar adaptief in halfjaarlijkse cycli van ontwerpen, monitoren en

evalueren. Met duidelijke doelstellingen en KPI’s en adaptief geprogrammeerd.